Beleidsplan Nieuwe Kerk Noord 2011 - 2016
1
Beleidsplan 2011-2012 | Nieuwe Kerk Noord | Ermelo
Inhoudsopgave Pagina
Inleiding
1.
2.
3.
4.
1 Gemeente 2 Taak en roeping 3 Het belijden 4 Positie van de gemeente binnen de PKN 5 Het beleidsplan Visie en doelstelling 1.1 Visie 1.2 Wijkgemeente Nieuwe Kerk Noord 1.3 Algemene doelstelling 1.4 Accenten bij de doelstelling 1.5 Grondslag 1.6 Beleid in het kader van de kerkorde van de PKN Achtergronden en organisatie van onze wijkgemeente 2.1 Leeftijdsopbouw 2.2 Kerkelijke verantwoordelijkheden 2.3 Visie op de ambten 2.4 Samenstelling van de wijkkerkenraad 2.5 Verkiezing en bevestiging ambtsdragers 2.6 Verantwoordelijkheden van de wijkkerkenraad binnen de wijkgemeente Noord, zoals de grenzen zijn vastgesteld door de Algemene Kerkenraad 2.7 De kerkenraadsvergadering 2.8 Het moderamen 2.9 Algemene kerkenraad 2.10 Classis Harderwijk Inrichting van het kerkelijk leven 3.1 De eredienst 3.2 De sacramenten 3.3 Huwelijksdiensten 3.4 Rouwdiensten 3.5 Diensten op feestdagen 3.6 Diensten waarin kinderen / jongeren een bijzondere plek hebben 3.7 Formulieren 3.8 Pastoraat en huisbezoek 3.9 Vorming en toerusting 3.10 Jeugdwerk Zending 4.1 Inleiding 4.2 Visie 4.3 Beleid 4.4 Taakstelling missionair ouderling (m.b.t. zendingswerk) 4.5 Evangelisatiewerkgroep
4 4 4 4 4 4 6 6 6 6 7 7 7 9 9 9 9 10 10 10
11 11 11 11 12 12 15 16 17 18 18 19 19 25 27 29 29 29 29 30 30 2
Beleidsplan 2011-2012 | Nieuwe Kerk Noord | Ermelo
4.6 5. Diaconaat 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6
Welkomstcommissie
Visie Het college van diakenen De diaconale gemeente Diaconie en eredienst Diaconie en pastoraat Vervoer naar de kerkdiensten en andere kerkelijke samenkomsten 5.7 Meeluisteren 5.8 Vrijwilliger hulpdienst 5.9 Het jeugddiaconaat 6. Kerkrentmeesterlijke aangelegenheden 6.1 Het college van kerkrentmeesters 6.2 Inkomsten 6.3 Het kerkblad 6.4 Kerkradio en cd’s 6.5 De wijkkas 6.6 Het verjaardagsfonds 6.7 Bezoekdienst 6.8 Oud Papier Actie 6.9 Collectanten commissie 6.10 Contact met kostersechtpaar en organisten 7. Functioneren van de kerkenraad 7.1 Kerkenraadsvergaderingen 7.2 Uitwerking 8. Kleding tijdens erediensten Bijlagen Verklaring ‘Verbonden met het gereformeerd belijden!” Over doop en overdoop | van kind tot kind Handoplegging Huwelijk en samenwonen Huwelijk en echtscheiding Reglement vertrouwenspersoon Verklaring van geheimhouding | Extra pastorale begeleiding Bezoekwerk Bezoekbroeder Belofte Bezoekbroeder
30 31 31 31 31 32 32 32 32 32 32 33 33 33 33 33 33 34 34 34 34 34 35 35 36 38 39 40 46 48 50 55 58 59 60
3
Beleidsplan 2011-2012 | Nieuwe Kerk Noord | Ermelo
Inleiding 1. Gemeente Onder “gemeente” wordt verstaan: De Hervormde wijkgemeente Nieuwe Kerk Noord. Deze wijkgemeente maakt deel uit van de plaatselijke Hervormde gemeente te Ermelo die onderdeel is van de Protestantse Kerk in Nederland (hierna te noemen PKN). 2. Taak en roeping Wij zijn geroepen mee te werken aan de uitbreiding en opbouw van de gemeente, waarvan Christus het Hoofd is. In ons gemeente-zijn leggen wij de nadruk op de verkondiging van het Evangelie. Pastoraat, diaconaat en apostolaat zijn hier onlosmakelijk mee verbonden en vloeien daaruit voort. Wij ~gemeente en kerkenraad~ hebben samen deze verantwoordelijkheden en willen die ook (uit)dragen ten dienste van de gemeente van Christus Jezus in deze wereld. 3. Het belijden Als gemeente zullen we ons allereerst onvoorwaardelijk gebonden weten aan de Heilige Schrift als onfeilbaar en betrouwbaar Woord van God. In aansluiting daarop spreken wij de verbondenheid uit met de belijdenis van de Kerk der eeuwen, te weten: a. de apostolische geloofsbelijdenis; b. de geloofsbelijdenis, die opgesteld is tijdens het Concilie van Nicea; c. de geloofsbelijdenis van Athanasius. Deze verbondenheid betreft eveneens de belijdenisgeschriften van de Reformatie te weten: a. de Heidelbergse Catechismus; b. de Nederlandse Geloofsbelijdenis; c. de Dordtse Leerregels. 4. Positie van de gemeente binnen de PKN De wijkkerkenraad maakt gebruik van de mogelijkheid om het kerkelijk leven in te richten volgens de “Verklaring” die door de synode van de Nederlandse Hervormde Kerk is aangereikt aan gemeenten die zich uitsluitend gebonden willen weten aan de gereformeerde belijdenis. Daarnaast weet de wijkkerkenraad zich met andere gemeenten verbonden door in te stemmen met de inhoud van het “Convenant “waartoe door de classis Alblasserdam het initiatief is genomen. Ook daarin is vastgesteld dat de gemeente zich uitsluitend gebonden weet aan de Schrift en de belijdenissen zoals hierboven aangegeven. 5. Beleidsplan Sinds 1 mei 2004 is de Kerkorde van de PKN van kracht. Volgens Ordinantie 4.7.1 is een kerkenraad verplicht haar beleid vast te leggen. Bovendien moet dit beleid ook van de leden worden voorgelegd, waarna de wijkkerkenraad dit vaststelt (Ord. 4.8.5) Een kerkenraad kan geen leiding geven aan het gemeente-zijn (in de breedste zin van het woord) indien niet een doelstelling of een bepaalde visie is geformuleerd. Het geven van
4
Beleidsplan 2011-2012 | Nieuwe Kerk Noord | Ermelo
leiding veronderstelt immers 'vooruitkijken', 'koers zoeken', 'weten wat er in de gemeente leeft' en samen de vraag durven stellen 'wat gaat er van onze gemeente uit?' Dat gaat verder dan het zoveel mogelijk gaande houden van de eredienst en bestaande activiteiten. Voorts geeft ook de Bijbel duidelijk aan dat over beleid / gemeenteopbouw mag worden nagedacht. Te wijzen valt op twee voorbeelden, zowel in het Oude als Nieuwe Testament. In Exodus 18 geeft Mozes leiding aan het volk Israël in de woestijn. Hij is leidsman, wetgever en voorganger in alle dingen. Dan bezoekt zijn schoonvader Jethro hem. Deze ziet alles eens aan en constateert dat Mozes alles alleen doet. Jethro waarschuwt hem: hij zal geheel bezwijken als hij zo, alleen, doorgaat. Mozes luistert naar deze wijze raad en stelt een groot aantal mannen aan tot hoofden over het volk om met hem de rechtspraak en het onderricht uit te oefenen. We zouden kunnen zeggen dat de gemeente wordt geordend door goed beleid. Het tweede voorbeeld staat in Handelingen 6. Het bekende verhaal van de Griekssprekende vrouwen, die bij de maaltijdverstrekking worden gediscrimineerd, over het hoofd gezien en overgeslagen. De apostelen stellen zich dan kerkordenend op: via een verkiezing worden zeven mannen gekozen tot verzorgers van de tafels, zodat de apostelen zich kunnen vrijhouden voor het gebed en de bediening van het Woord. Een duidelijke parallel met Exodus 18! Ook in deze gemeente was dus een zeker beleid leidend tot een organisatie met één doel: de opbouw van de gemeente. Een beleidsplan is overigens geen geneesmiddel voor alle kwalen. Het helpt echter wel om doelgerichter en planmatiger te werken in Gods wijngaard. Een beleidsplan geeft richting aan wat er van de kerkenraad wordt verwacht en laat duidelijk zien wat de bijdrage aan het gemeente-zijn is.
5
Beleidsplan 2011-2012 | Nieuwe Kerk Noord | Ermelo
1. Visie en doelstelling 1.1 Visie De gemeente is een gemeente des Heeren. De gemeente wordt door Hem vergaderd, beschermd en in stand gehouden. De gemeente is het lichaam van Christus. Hij is het Hoofd en wij zijn de leden (1 Korinthe 12). Dat beeld wijst op een zeer nauwe verbondenheid; tussen Christus en de leden en tussen de leden onderling. Die verbondenheid is een verbondenheid door het geloof. De gemeente hoort, om Christus’ wil, te zijn: een levende en aantrekkelijke gemeente, een stad op een berg en een licht op een kandelaar, die niet verborgen kan blijven. ( Mattheüs 5: 14 en 15) Paulus typeert de gemeente als Gods bouwwerk: “Want wij Gods medearbeiders zijn wíj; Gods akker en Gods bouwwerk bent ú.” (1 Korinthe 3: 9). Gemeenteleden zijn dus Gods medearbeiders. God schakelt mensen in. Hij roept ons om in Zijn dienst mee te werken aan de opbouw van de gemeente. Wij geloven dat de gemeente de plaats is waar Jezus zondaars ontmoet. Ondanks het feit, dat het in die gemeente vaak menselijk en zondig toegaat, blijft het de gemeente van God. De gemeente is ook een (dankzij de gaven die de Heilige Geest schenkt) begaafde gemeente. Jongeren en ouderen kunnen in alle verscheidenheid met de hun geschonken gaven actief zijn. Ambtsdragers geven leiding en zien daarbij uit naar de mogelijkheden om zoveel mogelijk jongeren en ouderen met de hun geschonken gaven in te schakelen bij de opbouw van de gemeente. Wij moeten ook constateren dat niet elk gemeentelid Christus erkent als Borg en Zaligmaker en deelt in de verlossing van Christus. Door middel van prediking en pastoraat zullen wij deze gemeenteleden moeten vertellen over het verlossende werk van Christus. De Heilige Geest kan en wil harten vernieuwen. 1.2 Wijkgemeente Nieuwe Kerk Noord De Hervormde Gemeente te Ermelo bestaat uit vijf wijkgemeenten en één wijkgemeente van bijzondere aard, die samen deel uit maken van de Protestantse Kerk in Nederland (PKN). De kerkenraad van wijkgemeente Nieuwe Kerk Noord wil leiding te geven aan een deel van de Gemeente van Christus teneinde haar te onderhouden en uit te breiden. Met dit doel zijn ook de diverse ambten binnen de kerkenraad ingesteld. Om hieraan concreet invulling te geven zijn binnen de gemeente diverse activiteiten opgestart. Daarbij valt te denken aan het houden van erediensten, het bezoeken van gemeenteleden, het geven van catechese enz. De kerkenraad dient ervoor zorg te dragen dat al deze activiteiten gecoördineerd worden en dat alle activiteiten uiteindelijk leiden tot het bereiken van het gestelde doel. Ook Ermelo kent modaliteiten. Onze wijkgemeente voelt zich verwant met allen die de Gereformeerde belijdenis van harte onderschrijven. Van hieruit willen wij in de Hervormde Gemeente dienen. De situatie, dat wijkgemeente Nieuwe Kerk Zuid, Leuvenum en Staverden (Zuid) ook gebruik maakt van de Nieuwe Kerk en 't Venster, brengt met zich mee, dat wij veel samenwerken met Zuid. Wij voelen ons hartelijk verbonden met hen en willen die samenwerking ook steeds meer gestalte geven. 1.3 Algemene doelstelling Wij zijn geroepen mee te werken aan de opbouw en uitbreiding van de gemeente waarvan Christus het Hoofd is en wij de leden zijn. 6
Beleidsplan 2011-2012 | Nieuwe Kerk Noord | Ermelo
1.4 Accenten bij de doelstelling In ons gemeente-zijn leggen wij de nadruk op de verkondiging van het Evangelie. Pastoraat, apostolaat en diaconaat zijn hier onlosmakelijk mee verbonden en vloeien daaruit voort. De gemeente moet geleerd worden haar missionaire roeping te verstaan. We hebben samen deze verantwoordelijkheden en willen die ook (uit)dragen op een eigentijdse wijze ten dienste van de gemeente van Christus Jezus in deze wereld. Kortom: prediking, pastoraat, diaconaat en apostolaat (missionair zijn). 1.5 Grondslag Grondslag voor het beleid in de wijkgemeente is de Heilige Schrift, waarin God Zich openbaart. Wij weten ons verbonden met de belijdenis van de kerk der eeuwen te weten: de apostolische geloofsbelijdenis; de geloofsbelijdenis, die is opgesteld tijdens het Concilie van Nicea; de geloofsbelijdenis van Athanasius. Deze verbondenheid betreft eveneens de belijdenisgeschriften van onze vaderen, zoals deze is samengevat in de drie formulieren van Enigheid, te weten: de Heidelbergse Catechismus; de Nederlandse Geloofsbelijdenis en de Dordtse Leerregels. De wijkgemeente rekent zich tot het Hervormd-Gereformeerde deel van de Protestantse Kerk in Nederland. 1.6 Beleid in het kader van de kerkorde van de PKN In het raam van de Kerkorde en de bijbehorende ordinanties heeft de wijkkerkenraad het volgende beleid vastgesteld: a. Hij wil zich aan de nieuwe kerkorde en haar ordinanties onderwerpen met het doel mee te werken aan de opbouw van de gemeente van Christus. · “Als wij zo als wijkgemeente - met vreze en beven - onze plaats innemen binnen het geheel van de verenigde kerk, verklaren wij ons gebonden te weten aan de gereformeerde belijdenis. Met Gods hulp zullen wij weerspreken en weren al wat met dit belijden in strijd is. Bij de inrichting van het leven der gemeente zullen wij ons houden aan de instellingen die met deze belijdenis overeenstemmen”. b. Gelet op het zojuist genoemde maakt hij daarbij de volgende beleidsmatige en bindende kanttekeningen: · Wij geven geen toestemming voor de inzegening van een huwelijk van hen die samenwonen, tenzij men (hoe dan ook) hiervan heel bewust terug komt en hartelijk meeleven belooft. · De ambten houden wij alleen open voor belijdende leden. Van de mogelijkheid om de ambten ook voor vrouwen open te stellen, maken wij op bijbelse gronden geen gebruik. Wij werken ook niet mee aan het benoemen van vrouwelijke ambtsdragers in organen die ook namens onze wijkgemeente actief zijn. · De predikanten die voorgaan in onze diensten houden zich daarin aan de voor de Nieuwe Kerk geldende afspraken. De predikant van wijkgemeente Noord gaat ook voor in de andere wijkgemeenten en past zich aan door in de liturgie de daar gebruikelijke vertaling te hanteren en hij laat psalmen zingen uit het 7
Beleidsplan 2011-2012 | Nieuwe Kerk Noord | Ermelo
c.
Liedboek. Overeengekomen is dat in de laatstgenoemde diensten geen vrouwelijke ambtsdragers ambtelijk aanwezig zijn. De wijkpredikant werkt binnen Ermelo niet mee aan Protestantse diensten dan na overleg met en toestemming van het moderamen c.q. de wijkkerkenraad. · In de wijkgemeente zal de nodiging tot het Heilig Avondmaal uitgaan naar hen die tot de openbare belijdenis van het geloof zijn gekomen. Hieruit vloeit vanzelfsprekend voort, dat aan het Heilig Avondmaal alleen wordt deelgenomen door volwassen gemeenteleden. · In de wijkgemeente zal geen andere levensverbintenis worden ingezegend dan een huwelijk van man en vrouw dat wettig voor de overheid is gesloten. · Wij streven de financiële zelfstandigheid van de Hervormde Gemeente na. Het moderamen van de Hervormde Synode reikte op 15 mei 2003 een notitie (“Verbonden met het gereformeerde belijden!”) aan, aan de kerkenraden met daarbij een verklaring ter ondertekening. De kerkenraad heeft de bijbehorende verklaring ondertekend en verzonden naar de Classis Harderwijk en de Generale Synode van PKN. (zie bijlage)
8
Beleidsplan 2011-2012 | Nieuwe Kerk Noord | Ermelo
2.
Achtergrond en organisatie van onze wijkgemeente
Hier vindt u enige achtergrondinformatie met betrekking tot onze wijkgemeente. Tevens geven wij aan welke plaats onze wijkgemeente inneemt in de Hervormde Gemeente te Ermelo. 2.1 Leeftijdsopbouw van de gemeente Onze wijkgemeente kent qua aantal leden (gegevens 1 januari 2011) de volgende opbouw: Leden 0 – 9 jaar 88 waarvan 38 vrouwen en 50 mannen Leden 10 – 19 jaar 154 waarvan 72 vrouwen en 82 mannen Leden 20 – 29 jaar 170 waarvan 90 vrouwen en 80 mannen Leden 30 – 39 jaar 134 waarvan 64 vrouwen en 70 mannen Leden 40 – 49 jaar 215 waarvan 100 vrouwen en 115 mannen Leden 50 – 59 jaar 183 waarvan 89 vrouwen en 94 mannen Leden 60 – 69 jaar 179 waarvan 96 vrouwen en 83 mannen Leden 70 – 79 jaar 116 waarvan 55 vrouwen en 61 mannen Leden 80 jaar en ouder 95 waarvan 80 vrouwen en 15 mannen Totaal aantal leden 1334 waarvan 684 vrouwen en 650 mannen De opbouw maakt duidelijk dat het aantal leden voor ongeveer 18% uit jeugd, voor ongeveer 52% volwassenen en voor ongeveer 30% uit ouderen bestaat. 2.2 Kerkelijke verantwoordelijkheid In onze presbyteriaal geordende kerk draagt de wijkkerkenraad verantwoordelijkheid voor de wijkgemeente. Er is een afvaardiging naar de centrale organen van de Hervormde Gemeente en naar de Classis Harderwijk. 2.3 Visie op de ambten Alle kerkenwerk in de gemeente van Christus is dienen. Dienen is een Bijbels kernwoord. We denken daarbij allereerst aan Christus zelf, wiens hele leven in het teken van dienen stond. Zijn volgelingen worden opgeroepen in Zijn voetsporen te gaan. Ze zijn geroepen tot dienstbetoon. In 1 Petrus 4: 10 worden de gelovigen opgeroepen elkaar te dienen met de genadegaven die ze ontvangen hebben. In de gemeente zijn er bepaalde personen die geroepen zijn tot een bijzondere dienst: de ambtsdragers (zie Efeze 4 en 1 Timótheüs 3). We zien daarin de zorg van Christus voor het welzijn van Zijn gemeente. Hij roept ambtsdragers om ‘dienend’ leiding te geven aan de gemeente. Christus roept! Ambtsdragers zijn daarom geen gekozen vertegenwoordigers van de gemeente die de wil van het kiezersvolk hebben uit te voeren. In het ambt is ook iets van een ‘tegenover’. De ambtsdragers vertegenwoordigen Hem, die hen geroepen heeft. De ambtsdragers staan -geroepen door Christus- in de gemeente. In de gemeente; niet er boven! Als het goed is, wordt het ambt gedragen door de gemeente. In de eerste plaats door de voorbede. Vervolgens ook door de betrokkenheid bij de verkiezing van ambtsdragers. Het ambt mag nooit gebruikt worden als een alibi voor gemeenteleden om zich aan hun roeping te onttrekken. Het is niet de bedoeling dat er wordt gezegd: ‘daar hebben we de ambtdragers 9
Beleidsplan 2011-2012 | Nieuwe Kerk Noord | Ermelo
voor, dus behoeven wij niets te doen’. Integendeel, elk lid van de gemeente wordt geroepen zijn gaven in te zetten. Ambtsdragers dienen er op uit te zijn dat te stimuleren. In Handelingen 20: 28 wordt gezegd: ‘zie dan toe op uzelf en op heel de kudde’. Een veelzeggende volgorde! Hoe kun je als ambtsdrager acht geven op de kudde? Door eerst acht te geven op jezelf ! Door in gebed en omgang met het Woord dichtbij Christus te blijven. Je bent als ambtsdrager immers in dienst van Christus. In Zijn voetsporen mag een ambtsdrager de gemeente dienen. Dat is een zware taak. Maar de opdracht is niet zonder de belofte. Hij die u roept, is getrouw: Hij zal het ook doen (1 Thessalonicensen 5: 24). 2.4 Samenstelling wijkkerkenraad De verschillende ambten komen samen in de kerkenraad. De beslissende bevoegdheid ligt dus niet bij één persoon, maar in de ambtelijke vergadering van de kerk. Daar mag de één niet over de ander heersen. Er is er maar Eén die het voor het zeggen heeft: onze Heere Jezus Christus. Op Bijbelse gronden is de kerkenraad een college van mannelijke ambtsdragers. 2.5 Verkiezing en bevestiging van de ambtsdragers Tot het ambt worden mannelijke lidmaten geroepen die openbare belijdenis van het geloof hebben afgelegd. Het actieve kiesrecht is eveneens voorbehouden aan belijdende leden. Tijdens de laatst gehouden zesjaarlijkse stemming (eind 2010) heeft de gemeente gekozen voor verkiezingen volgens Ordinantie 3-6-5. In de kerkorde van de PKN zijn geen bepalingen opgenomen ten aanzien van de leeftijdsgrenzen van ambtsdragers. Er zijn evenmin beperkingen aangebracht met betrekking tot bloedverwantschap. Het is de verantwoordelijkheid van de gemeente en de kerkenraad om met wijsheid daar mee om te gaan. De ambtstermijn van ambtsdragers is vier jaar. Zij zijn eenmaal terstond herkiesbaar. De kerkenraad kan hiervan slechts per geval in bijzondere omstandigheden afwijken na instemming van het breed moderamen van de classicale vergadering. (Ordinantie 3-7-1). Hierbij merken wij op dat een voorstel tot aanpassing van de Kerkorde op het punt van zittingstermijn in procedure is. (2011) Zij die niet terstond herkiesbaar zijn, zijn eerst na afloop van een tijdvak van elf maanden na de datum waarop hun ambtstermijn volgens het rooster van aftreden verstreken is, verkiesbaar (Ordinantie 3-7-2). De ambtsdragers worden tijdens een kerkdienst in het ambt (her-)bevestigd. Na hun jawoord vindt de (her-)bevestiging plaats door het knielen van de ambtsdrager en handoplegging (zie bijlage). 2.6
Verantwoordelijkheden van de wijkkerkenraad binnen de wijkgemeente Noord, zoals de grenzen zijn vastgesteld door de Algemene Kerkenraad Onder de verantwoordelijkheid van de kerkenraad vallen de volgende activiteiten: · Prediking · Pastoraat · Apostolaat (Missionair werk, Zending, Evangelisatie en Werelddiaconaat; inclusief thuisfrontcommissies) · Wijkgebonden diaconaat · Wijkgebonden kerkrentmeesterschap · Alle vormen van catechese 10
Beleidsplan 2011-2012 | Nieuwe Kerk Noord | Ermelo
· Alle vormen van jeugdwerk · Zondagsschool Jedid-Jah · Alle vormen van kringwerk · gebedskringen · Bezoekdames · Verjaardagsfonds · En overige activiteiten die onder verantwoordelijkheid van onze wijkkerkenraad vallen De kerkenraad onderhoudt contacten met: · Zondagsschool Horst en Telgt 2.7 De kerkenraadsvergadering In de regel wordt er negen maal per jaar vergaderd. Meestal op de derde donderdag van de maand. Elke vergadering begint met een meditatief gedeelte. Tijdens de vergaderingen worden zoveel mogelijk alle aspecten van het (plaatselijk) kerkenwerk besproken. Op verzoek kunnen speciale onderwerpen worden geagendeerd. Er wordt een verslag gemaakt van de kerkenraadsvergadering. 2.8 Het moderamen Het moderamen bestaat uit de predikant, de scriba, een ouderling (preses), een sectieouderling, een ouderling-kerkrentmeester en een diaken. De verkiezing van het moderamen heeft plaats in de eerste kerkenraadsvergadering van het kalenderjaar. Ten behoeve van de goede en ordelijke voortgang van het kerkenraadswerk is het moderamen belast met beleidsvoorbereiding, besluitvoorbereiding, besluituitvoering, afhandeling ingekomen en uitgegane correspondentie, inwerken nieuwe kerkenraadsleden, zo nodig afstemming met de kerkenraad Zuid en met (terug) rapportage aan de kerkenraad. 2.9 Algemene kerkenraad De algemene kerkenraad van de Hervormde Gemeente te Ermelo vergadert vijfmaal per jaar. De wijkkerkenraad vaardigt af naar de algemene kerkenraad: de predikant, één ouderling, één diaken en één ouderling-kerkrentmeester. Eén van de afgevaardigden maakt deel uit van het moderamen van de algemene kerkenraad. 2.10 Classis Harderwijk De wijkkerkenraad vaardigt af naar de Classis Harderwijk: de predikant en één diaken.
11
Beleidsplan 2011-2012 | Nieuwe Kerk Noord | Ermelo
3.
Inrichting van het kerkelijk leven
De Kerkorde van de Protestantse Kerk in Nederland geeft gemeenten de mogelijkheid om in een aantal zaken zelf keuzes te maken.(zie ook de plaatselijke regeling van onze wijkgemeente.) In deze paragraaf komen de diverse zaken aan de orde betreffende het kerkelijk leven. 3.1 De Eredienst 3.1.1 Visie Als gemeente belijden wij in de eredienst, dat wij geloven een heilige, algemene christelijke kerk, de gemeenschap der heiligen. Als plaatselijke gemeente maken wij deel uit van een gemeenschap, die Christus, Gods Zoon verenigt door Woord en Geest. De leden van de gemeente zijn allereerst aan Christus verbonden en daardoor ook aan elkaar. Wij belijden in de eredienst dat God Zijn verbondsvolk, Zijn gemeente wil ontmoeten en dat de gemeente samenkomt om haar Heere en Heiland, Hoofd en Bruidegom en in Hem elkaar te ontmoeten, Hem te belijden en te prijzen. De eenheid in Christus komt het sterkst tot uiting in de wekelijkse samenkomst van de gemeente in de erediensten. De gemeente van Jezus Christus komt samen als vierende, belijdende, biddende, horende en lerende gemeenschap (Handelingen 2: 42 : Schriftlezing, bediening van de sacramenten, gebeden, gemeenschap). De eredienst is het hart van het leven van de gemeente. Vanuit de zondagse eredienst, waar de gemeente Christus ontmoet, belijdt en prijst, worden gemeenteleden opgebouwd om in het leven van elke dag Christus te belijden, te dienen en van Hem te getuigen. De kerk is in haar eredienst vorm en instrument van Gods heilshandelen in Zijn Woord tot aan het einde der tijden (Calvijn). De leden van de gemeente nemen deel aan de eredienst, innerlijk participerend, met het gevoel dat het eigen bestaan in deze kerkdienst aan de orde is. 3.1.2 Bediening van het Woord Heilige Schrift is bron en norm voor de prediking. De lezing ervan maakt onderdeel uit van onze liturgie. 3.1.3 Prediking Centraal in de eredienst staat de prediking, welke Schrift en Belijdenis tot grondslag heeft. De prediking zal in het teken staan van uitleg en toepassing van het behandelde Schriftgedeelte. De gehele gemeente, zowel jong als oud, wordt daarbij betrokken. De prediking is voluit trinitarisch (het werk van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest). De aspecten van ellende, verlossing en dankbaarheid komen voluit aan de orde. De prediking is afgestemd op de mensen in deze tijd, zowel jongeren als ouderen. In de prediking dient gewaakt te worden voor eenzijdigheden en dient de veelzijdigheid van het Woord ontvouwd te worden. Wanneer de tweede dienst op zondag vervuld wordt door één van de predikanten van wijk Noord of wijk Zuid is de avonddienst zoveel mogelijk een leerdienst, waarin bijvoorbeeld de Heidelbergse Catechismus wordt behandeld. 3.1.4 Liturgie 12
Beleidsplan 2011-2012 | Nieuwe Kerk Noord | Ermelo
Aan de eredienst wordt vorm gegeven in de liturgie. De beleving van de liturgie en de werking van de preek hangen diep met elkaar samen. De liturgie is bevattelijk, eenvoudig en stijlvol. 3.1.5 Orde van dienst De liturgie krijgt gestalte in de orde van de dienst. De daarin voorkomende elementen zijn ontleend aan de Heilige Schrift en gestempeld door de gereformeerde traditie. 3.1.6 Het consistoriegebed Voor aanvang en na afloop van de dienst vindt het consistoriegebed plaats. 3.1.7 Afkondigingen Voor aanvang van de dienst worden afkondigingen gedaan. Eén van de ouderlingen doet de afkondigingen en geeft het lied ter voorbereiding op de dienst op. De afkondigingen worden in principe beperkt tot een woord van welkom, het noemen van de naam van de voorganger, berichten van geboorten en huwelijk en de bestemming van de collecten. De activiteiten worden in principe vermeld in het kerkblad; indien het aanbevelingswaardig is kan een activiteit ook bij de afkondiging worden genoemd. 3.1.8 Votum en groet De dienst begint met votum en groet. In het votum wordt duidelijk in Wiens Naam de gemeente bijeen is en van Wie wij hulp mogen verwachten (Ps. 124 : 8). De zegengroet spreekt de predikant uit namens de Heere en plaatst de gemeente in de tegenwoordigheid Gods. 3.1.9 Afkondiging overlijden van een gemeentelid De predikant verzoekt de gemeente te gaan staan en kondigt het overlijden van een gemeentelid aan. Daarna zingt de gemeente staande een passende psalm. 3.1.10 Dienst der gebeden Een belangrijke plaats neemt de dienst der gebeden in. De gemeente mag tot God naderen met belijdenis van schuld en afhankelijkheid van en aanhankelijk aan de Heere. Het gebed aan het begin van de dienst is ook een bidden om de opening van het Woord en de verlichting door de Heilige Geest. In het dankgebed heeft ook de voorbede een plaats waarin de dankbaarheid en de noden van en in de gemeente en in de wereld aan de Heere worden voorgelegd. 1. De voorbeden vinden plaats tijdens de morgen- en de avonddienst. In de morgendienst worden de namen genoemd in het gebed. In de avonddienst worden de namen opgelezen door de predikant waar ’s morgens voorbede voor gedaan is. 2. In principe beperkt de voorbede zich tot gemeenteleden behorend tot de wijken Nieuwe Kerk Noord en Nieuwe Kerk-Zuid, Leuvenum en Staverden. Concreet: 1. Er wordt voorbede gedaan voor de nabestaanden van overleden gemeenteleden. De aankondiging van het overlijden vindt plaats door de predikant. Mocht de begrafenis plaatsvinden na de zondag, dan wordt op de volgende zondag ook voor de familie gebeden. 2. Er wordt voorbede gedaan voor de zieken in de ziekenhuizen. 3. Bij opname in verpleeghuizen, revalidatiecentra e.d. worden de namen van de gemeenteleden in de voorbede genoemd. Tussentijds kunnen zij in het kerkblad 13
Beleidsplan 2011-2012 | Nieuwe Kerk Noord | Ermelo
4. 5. 6. 7. 8.
vermeldt blijven. Bij vertrek uit deze huizen/centra worden deze gemeenteleden opnieuw in de voorbede genoemd. Er wordt voorbede gedaan voor ernstig zieke gemeenteleden thuis. Er wordt gedankt / voorbede gedaan bij een geboorte. Het vermelden van de geboorte vindt plaats bij de afkondiging. Er wordt voorbede gedaan bij een (aanstaand) huwelijk. De aankondiging van het huwelijk vindt plaats bij de afkondiging. Er wordt, wanneer een echtpaar dit op prijs stelt, gedankt / voorbede gedaan bij een huwelijksjubileum. Dit gebeurt op de zondag na de jubileumdatum. Maandelijks wordt voorbede gedaan voor hen die door de gemeente zijn uitgezonden.
3.1.11 Wet des Heeren en geloofsbelijdenis De lezing van de Wet en de geloofsbelijdenis is een wezenlijk onderdeel van de eredienst. De Wet des Heeren leert ons onze zonde kennen en is ons gegeven als regel van de dankbaarheid. Christus heeft de Wet vervuld en daarmee opnieuw van kracht gemaakt. De Wet is alomvattend en betuigt ons betrouwbaar Gods wil. Wie de Tien Geboden hoort, wordt opgeroepen tot het verbond met de HEERE, geroepen tot eerbied voor Zijn schepping en de menselijke samenleving. Het is ten diepste ook een appèl tot aanbidding van de ene God en HEERE. Doorgaans wordt de Wet gelezen uit Exodus 20 of Deuteronomium 5, al of niet gevolgd door de samenvatting, die Christus ons gegeven heeft. De gemeente belijdt haar geloof veelal met de apostolische geloofsbelijdenis of met de geloofsbelijdenis van Nicea. 3.1.12 Schriftlezing en prediking De Schriftlezing en de prediking zijn nauw verbonden en zijn het centrale moment in de eredienst. In de eredienst wordt gebruik gemaakt van de Herziene Statenvertaling of de Statenvertaling. 3.1.13 Het zingen van psalmen Een zeer oud gebruik is het zingen van psalmen. In het zingen wordt God aangeroepen en geprezen. De psalmen, die tijdens de eredienst worden gezongen, zijn naar de berijming van 1773. In voorkomende gevallen wordt bij het zingen ook gebruik gemaakt van de Enige Gezangen achter de psalmen. Op 1e kerstdag zingen we het ‘Ere zij God’ en op de zondag na 31 oktober “Een vaste burcht is onze God” in de eredienst (voor de zegen). In de eerstvolgende kerkdienst na Koninginnedag zingen wij het volkslied (Wilhelmus) na het uitspreken van de zegen. 3.1.14 De dienst der offeranden De inzameling van de gaven of de dienst der offeranden mag in de eredienst niet ontbreken. Hiermee brengen wij tot uitdrukking dat wij onszelf, ons leven en al onze bezittingen als offer der dankbaarheid aan God willen geven. De inzameling van de gaven vindt plaats na de verkondiging van het Woord. Meestal is er eerst een diaconale collecte. Delen van je bezit -en wat heb je dat je zelf niet ontvangen hebtis een toetssteen voor je toewijding aan God. In die zin is de dienst van de offerande een geestelijke thermometer. Daarnaast is er meestal een collecte voor de kerk en voor de instandhouding van de erediensten. De dienst des Heeren moet gaande gehouden worden. De collecte is gericht op het ‘bewaar en vermeerder uw kerk’. 14
Beleidsplan 2011-2012 | Nieuwe Kerk Noord | Ermelo
Het verdient aanbeveling, als er een gerichte collecte is, dat doel ook in de voorbede een plaats te geven. 3.1.15 De zegen van de Heere Tenslotte geeft de dienaar van het Woord de zegen van de Drieënige God aan de gemeente mee. 3.2 De Sacramenten 3.2.1 Visie De kerk van de Reformatie kent twee sacramenten, namelijk de Heilige Doop en het Heilig Avondmaal. De Heilige Doop wordt in onze gemeente bediend aan kinderen op grond van Gods verbond, niet op grond van iemands geloof. Daarom wordt in onze dooppraktijk iets zichtbaar van de royaliteit van Gods verbondstrouw. Tegelijk dienen we de aanspraak van de ouders ("geliefden in de Heere Christus") als een appèl serieus te nemen: we dopen niet uit gewoonte of bijgeloof en we verwachten een oprecht antwoord op de doopvragen. De Heilige Doop is het teken en zegel dat deze kinderen opgenomen zijn in Gods verbond, en dat Hij (ook) hun Heere en God wil zijn. Wanneer iemand die niet als kind gedoopt is op latere leeftijd tot geloof komt, vindt de Heilige Doop plaats nadat die persoon openbare geloofsbelijdenis heeft afgelegd. Uitgangspunt van de viering van het Heilig Avondmaal is het bevel van onze Heere Jezus Christus “Doet dat tot Mijn gedachtenis”. Aan het Heilig Avondmaal kunnen alleen zij deelnemen die openbare geloofsbelijdenis hebben afgelegd. Daarbij hebben ook belijdende leden van andere kerken, zo zij de wens daartoe aan de kerkenraad te kennen geven, toegang tot de Tafel des Heeren, mits op hen geen tuchtmaatregel van toepassing is. 3.2.2 Heilige Doop Het sacrament van de Heilige Doop wordt bediend al naar gelang daaraan behoefte bestaat. Als regel geschiedt dit één keer per twee maanden. De doopdiensten worden beurtelings geleid door de predikant van onze wijkgemeente en van wijkgemeente Zuid. Wanneer de doopdienst plaats vindt onder verantwoordelijkheid van onze wijkgemeente, zal wijkgemeente Zuid zich eventueel laten vertegenwoordigen door één of meerdere ouderlingen van doopouders uit die wijk. Wanneer de doopdienst plaats vindt onder verantwoordelijkheid van wijkgemeente Zuid, zal onze wijkgemeente zich laten vertegenwoordigen door één of meerdere ouderlingen van doopouders uit onze wijkgemeente. De Heilige Doop wordt bediend aan de kleine kinderen van de gelovigen. Tijdens de doopzitting wordt het doopformulier met de doopouders besproken en er wordt een vervolgafspraak gemaakt. De doopouders dienen zich bewust te zijn van hun verantwoordelijkheid aangaande de christelijke opvoeding van hun kinderen. De doop wordt niet bediend, wanneer blijkt dat de houding van de doopouders in strijd is met de normen en waarden van een christelijk leven en zij geen voornemen hebben zich te onderwerpen aan de Heilige Schrift. Bediening van de Heilige Doop aan volwassenen vindt plaats na het afleggen van belijdenis van het geloof, als blijkt, dat de doopbediening niet eerder heeft plaatsgevonden. De doopouders worden in de consistoriekamer verwacht zowel voor als ook na de dienst. De ouderling van dienst brengt de doopouders naar hun plaatsen in de kerk en wenst hen een gezegende dienst. De dopeling(en) word(t)(en) de kerk binnengebracht voordat de doopvragen gesteld worden en verla(a)t(en) na toespraak en gebed de kerkruimte weer. 15
Beleidsplan 2011-2012 | Nieuwe Kerk Noord | Ermelo
Na het dankgebed in de consistorie, na afloop van de kerkdienst, brengt de dienstdoende ouderling de doopouders naar de kerkruimte, alwaar voor in de kerk er gelegenheid is voor de kerkenraad en de gemeente hen de hand te drukken. De dienstdoende ouderling is daarbij aanwezig. De doopkaart wordt door de predikant aan de doopouders meegegeven na afloop. Bijlage: beleid t.a.v. van ‘overdopers’ 3.2.3 Heilig Avondmaal Tot het Heilig Avondmaal worden geen andere gemeenteleden genodigd dan zij die de openbare belijdenis van het geloof hebben afgelegd. Hieruit vloeit vanzelfsprekend voort dat aan het Heilig Avondmaal alleen wordt deelgenomen door volwassen gemeenteleden. De kerkenraad heeft, krachtens haar roepen tot het toezicht over de gemeente, de bevoegdheid aan gemeenteleden de toegang tot het Heilig Avondmaal te ontzeggen. Daartoe zal, voorafgaande aan elke avondmaalsviering censura morum worden gehouden. Frequentie en voorbereiding Het sacrament van het Heilig Avondmaal wordt vier keer per jaar gevierd. De beide predikanten van de Nieuwe Kerk gaan daarbij bij toerbeurt voor. De zondag, voorafgaande aan de viering van het Heilig Avondmaal vindt tijdens de morgendienst de voorbereiding plaats. In deze dienst wordt een gedeelte van het formulier voor het houden van het Heilig Avondmaal gelezen. De prediking is gericht op het deelnemen aan het Heilig Avondmaal. Gemeenteleden hebben in de week van voorbereiding de gelegenheid om contact op te nemen met de wijkpredikant als er iets is wat een vruchtbare avondmaalsviering in de weg staat. Tevens is er in de week van voorbereiding Censura Morum. Indien mogelijk wordt het gesignaleerde probleem direct opgepakt en doorgesproken na of in overleg met de betreffende sectieouderling. Een bezinningsbijeenkomst wordt gehouden in ’t Venster op de vrijdagavond, voorafgaande aan de avondmaalszondag. Bij toerbeurt wordt door de wijkpredikanten van Noord en Zuid een meditatie gehouden. 3.3 Huwelijksdiensten Wij juichen het toe wanneer jonge mensen in deze tijd bewust kiezen voor de sluiting van een kerkelijk huwelijk. Wij werken er daarom ook van harte aan mee. Wanneer de bruidegom en of de bruid behoort tot de Nieuwe Kerk gemeenschap, wordt het verzoek om bevestiging van een huwelijk gedaan aan de kerkenraad van de wijkgemeente, waarin de bruid woont. Behoort alleen de bruidegom tot de Nieuwe Kerk gemeenschap en behoort de bruid tot een ander kerkgenootschap dan wordt het verzoek gericht aan de wijkgemeente van de bruidegom In de huwelijksdienst gaat de wijkpredikant voor. De wijkpredikant kan zich, op verzoek van het bruidspaar laten vervangen door een van de andere plaatselijke predikanten. Een verzoek tot het laten voorgaan van een predikant van elders in een huwelijksdienst wordt in bijzondere gevallen gehonoreerd, bijv. wanneer de betreffende predikant een familielid is van bruid of bruidegom of een aantoonbare pastorale binding heeft met het bruidspaar of met de naaste familie. Toestemming hiertoe moet worden verleend door het moderamen van de wijkkerkenraad.
16
Beleidsplan 2011-2012 | Nieuwe Kerk Noord | Ermelo
Alleen predikanten die eventueel ook voor een zondagse eredienst zouden worden gevraagd, komen in aanmerking. De wijkpredikant heeft een kennismakingsgesprek met het a.s. bruidspaar. De wijkpredikant informeert de kerkenraad over het voorgenomen huwelijk. De huwelijksaanvraag wordt conform de Kerkorde tijdig aan de gemeente gemeld middels het Kerkblad. Ongeveer 4 weken voor de huwelijksdag is er een trouwgesprek met de wijkpredikant waarin allerlei zaken betreffende het huwelijk aan de orde kunnen komen. In dat gesprek wordt ook de liturgie doorgenomen; wat de liederen betreft mag het bruidspaar, naast de psalmen, ook een aantal verantwoorde liederen aanreiken, met dien verstande dat de dienst wel een -wat het beleid van de wijkgemeente betreft- herkenbare dienst blijft. De dienstdoende predikant kan voor wat betreft het bevestigingsformulier kiezen tussen de formulieren 1 en 2 uit het dienstboek van de Protestantse Kerk in Nederland, maar bij voorkeur wordt gebruik gemaakt van het 2e formulier; kiest men voor het 1e, dan wordt de hertaalde versie gebruikt. Voorafgaande aan de dienst wordt de huwelijksbevestiging in de trouwbijbel door de dienstdoende predikant ingevuld. Het bruidspaar dat zich meldt voor een kerkelijk huwelijk wordt uitgenodigd voor huwelijks catechese; deze wordt gedurende drie avonden door de wijk(predikant) gegeven. Tijdens de trouwdienst, een officiële ambtelijke kerkdienst, doen de sectieouderling en sectiediaken dienst. Indien zij verhinderd zijn, zorgen zij zelf voor vervanging. Tijdens de trouwdienst krijgt het paar de trouwbijbel aangeboden door de dienstdoende ouderling. Na afloop van de dienst is er eventueel gelegenheid het bruidspaar in de kerk te feliciteren. De zondag voorafgaande aan de huwelijksdienst wordt de dienst ook tijdens de afkondigingen aan de gemeente bekend gemaakt Bijlage: samenwonen en huwelijk en huwelijk en scheiding 3.4 Rouwdiensten Wij willen hartelijk meeleven met allen die binnen de wijkgemeente een verlies van een geliefde lijden. De rouwdienst heeft niet de vorm van een kerkdienst (geen votum, groet, zegen en toga), tenzij uitdrukkelijk gevraagd. In nauw overleg met de nabestaanden wordt een eenvoudige liturgie opgesteld. Deze bestaat uit schriftlezing, gebed, meditatie, zingen. Wat de liederen betreft mogen de nabestaanden, naast de psalmen, ook andere verantwoorde liederen aanreiken, met dien verstande dat de dienst wel een -wat het beleid van de wijkgemeente betreft- herkenbare dienst blijft. Op de begraafplaats klinkt de Schrift en/of wordt ook het geloof beleden. De sectieouderling brengt in de rouwperiode zo mogelijk een bezoek bij de familie en is tijdens de begrafenis aanwezig. Indien dat niet mogelijk is, zorgt hij zelf voor vervanging. De kerkenraad vindt dat op Bijbelse gronden (1 Korinthe 15 vers 37 e.v.) overledenen begraven dienen te worden. Dat betekent dat er geen rouwdienst onder verantwoordelijkheid van de kerkenraad in het crematorium zal worden geleid. Mocht de familie er voor kiezen de rouwdienst in Ermelo te laten plaatsvinden, dan kan daar de rouwdienst wel geleid worden, maar de ambtsdragers zullen niet ambtelijk meegaan naar het crematorium. Eventueel wordt de crematie bijgewoond, maar dat gebeurt op persoonlijke titel. Nabestaanden willen wij zo lang mogelijk pastoraal begeleiden. 17
Beleidsplan 2011-2012 | Nieuwe Kerk Noord | Ermelo
Met het oog op de voorbede en afkondiging worden de nabestaanden hartelijk uitgenodigd om de eerstvolgende kerkdienst na de begrafenis bij te wonen. 3.5 Diensten op feestdagen Voorafgaande op de morgendiensten op de 1e Kerstdag, 1e Paasdag en 1e Pinksterdag worden er liederen gezongen. ’s Avonds is er in de Nieuwe Kerk dan een centrale zangdienst. 3.6 1.
2.
3.
4.
5.
6.
Diensten waarin kinderen / jongeren een bijzondere plek hebben Voor alle diensten geldt: · Tijdens de diensten worden geen andere liederen dan de Psalmen gezongen; · Liturgieën worden door kinderen/ jongeren uitgedeeld bij de ingangen van de kerk; · De samenzang voor en tijdens de dienst kan begeleid worden door andere muziekinstrumenten. Jeugddiensten Nu geldt: · Voor de dienst wordt een aantal passende en verantwoorde liederen gezongen; · Een groepje jongeren wordt ingeschakeld bij de voorbereiding van de dienst. Bid – en dankdag kinderdiensten Nu geldt: · Voor de dienst wordt een aantal passende en verantwoorde liederen gezongen, waaronder zo mogelijk het themalied; · Bij voorkeur gebruiken wij het door de HGJB aangereikte thema; · Op de liturgie of bij de uitgang wordt een verwerking uitgereikt, afgestemd op verschillende leeftijden. Kerk-en-school dienst Nu geldt: · Het thema wordt vastgesteld in overleg met de scholen; · Voor de dienst wordt een aantal passende en verantwoorde liederen gezongen, waaronder mogelijk een themalied; · De schriftlezing geschiedt door de kinderen; · Kinderen helpen bij het collecteren; · In ’t Venster worden werkstukken van de kinderen uitgestald en deze kunnen na de dienst door belangstellenden bekeken worden. Zondagsschooldienst Nu geldt: · Voor de dienst wordt een aantal passende en verantwoorde liederen gezongen; · Tijdens de dienst kunnen door iemand van de leiding van de zondagsschool bijbeltjes uitgereikt worden aan kinderen die de zondagsschool verlaten; · Zij die afscheid nemen assisteren bij het collecteren. Vakantiebijbelweekdienst Terwijl in het Kerkelijk Centrum en in de Westerkerk de vakantie-bijbelweek wordt afgesloten, besteden wij ook in de Nieuwe Kerk aandacht aan het thema. · Liturgisch is deze dienst als een gewone morgendienst; · Bi 18
Beleidsplan 2011-2012 | Nieuwe Kerk Noord | Ermelo
3.7 Formulieren De formulieren, die tijdens de eredienst gebruikt worden zijn de hertaalde formulieren. De te gebruiken formulieren zijn die voor de bediening van de Sacramenten, de oefening van de kerkelijke tucht, de bevestiging van de dienaren des Woords, de bevestiging van ambtsdragers en de kerkelijke bevestiging en inzegening van het huwelijk en voor de Openbare Belijdenis van het geloof. 3.8 Pastoraat en huisbezoek 3.8.1 Visie Het pastoraat vloeit voort uit Gods genadige toewending tot de enkeling. In het pastoraat gaat het om het geven van herderlijke zorg in navolging van de Goede Herder. De herderlijke zorg is in het bijzonder opgedragen aan de ouderlingen en de predikant, maar vanwege ‘het ambt aller gelovigen’ zijn alle gemeenteleden geroepen naar elkaar om te zien. Bij alle facetten van het gemeenteleven is er een raakvlak met het pastoraat: in de prediking, in de catechese, in het diaconaat, in het jeugd- en jongerenwerk, in het kringwerk en in het apostolaat. Kernwoorden in het pastoraat zijn: gezonden zijn, ontferming en barmhartigheid, persoonlijke omgang, herderlijke zorg, omzien naar elkaar. Van groot belang in het pastoraat zijn een vertrouwensrelatie en een goede communicatie. Het reguliere pastoraat krijgt gestalte in het huisbezoek. In deze ontmoeting zoeken we het leven te stellen in het licht van Gods Woord, toegespitst op het leven in verbondenheid met Christus, waarin de rechtvaardiging en de heiliging centraal staan. Er is in de gemeente naast het reguliere pastoraat specifieke aandacht voor: bejaarden, gehandicapten, zieken, stervenden en rouwenden, mensen in concrete noden zoals arbeidsongeschikten, slachtoffers van geweld of incest, mensen in huwelijksproblemen, homofielen, verslaafden, vervolgden, eenzamen, weduwen, weduwnaars en gevangenen. De gemeente dient een pastorale gemeente te zijn, waarin men omziet naar elkaar. Omzien naar elkaar De pastorale opdracht van de gemeente kan en mag niet worden uitbesteed aan enkelingen. Ieder gemeentelid heeft de taak om naar elkaar om te zien. Leden van één gemeente hebben oog voor elkaar en zijn elkaar tot steun. Jezus roept iedereen (steeds weer) op om de naaste lief te hebben als zichzelf. Naast deze roeping van ieder gemeentelid hebben de wijkpredikant en ouderlingen en een aantal gemeenteleden een nader omschreven taak: · Wijkpredikant: (crisis) pastoraat in de ruimste zin van het woord; · Sectieouderlingen: het reguliere pastoraat; · Jeugdouderlingen: pastoraat aan de jongeren ( zie bijlage: beleidsplan jeugdwerk); · Evangelisatieouderling/evangelisatiemedewerkers: pastoraat aan randkerkelijken en buitenkerkelijken (zie bijlage pastoraat en beleidsplan evangelisatiewerk); · Vertrouwenspersonen (zie taakomschrijving van een vertrouwenspersoon en bijlage EPB); · Bezoekdames: oudere gemeenteleden vanaf 70 jaar, bij geboorte, bij huwelijksjubileum, de nieuwingekomenen, gemeenteleden die uit het ziekenhuis thuiskomen of thuis langdurig ziek zijn. · Verjaardagsfonds: bezoeken van gemeenteleden rond hun verjaardag met een felicitatie, met daarbij een verzoek om uit dankbaarheid een gift voor het kerkenwerk 19
Beleidsplan 2011-2012 | Nieuwe Kerk Noord | Ermelo
te geven. Tevens het bezoeken van gemeenteleden bij de doopverjaardagen van 1, 4 en 11 jaar. 3.8.2 Huisbezoek Naar bevind van zaken kan dit plaatsvinden door de sectieouderling alleen, door de bezoekbroeder alleen, door twee ouderlingen, door ouderling en diaken, door ouderling en bezoekbroeder, door een bezoekbroeder en een jeugdambtsdrager of door een ouderling en een jeugdambtsdrager. Ter wille van het contact bezoeken wij minstens eenmaal in de twee jaar alle pastorale eenheden. Om het geloof in praktijk te brengen zal tijdens het huisbezoek bespreekbaar gemaakt worden welke taak / rol de gemeenteleden in de gemeente vervullen, om zo zichtbaar te maken een levend getuige van Christus te zijn. Dat kan bij voorbeeld door het bezoeken van zieken of ouderen in de eigen omgeving. Tijdens het huisbezoek kan worden gevraagd of er belangstelling is voor het volgen van de Alpha cursus. Bij huisbezoek met problematiek zoals rouwverwerking, werkloosheid, echtscheiding e.d. kan De Praatpaal en/of een EPB-er ingeschakeld worden. Wanneer een ouderling in de sectie woont, die hij pastoraal bearbeid, wijst het moderamen een ouderling aan voor pastorale zorg van de betreffende sectieouderling. In juni van elk jaar worden de bezochte adressen doorgegeven aan de predikant/scriba. De jeugdouderlingen geven aan of zij gesprekken hebben gehad met de jeugd c.q. ouders van de gemeente. De evangelisatie ouderling doet één keer per jaar verslag van de bezoeken die zij (van o.a. de ouderlingen of predikant) doorgekregen hebben. De predikant bezoekt de gezinnen in ieder geval bij ‘crisis’, bij geboorte, jubilea, overlijden en gemeenteleden boven de 80 jaar. Groot huisbezoek Naast het reguliere huisbezoek kunnen groothuisbezoek of huiskamerbijeenkomsten worden gehouden die mede gericht zijn op randkerkelijken. Kennismakingsbezoek. Wanneer nieuwe gemeenteleden zich in de wijkgemeente hebben gevestigd, geeft de predikant dit door aan de sectieouderling en aan de bezoekdames. De sectieouderling bezoekt de nieuwe gemeenteleden zo spoedig mogelijk, en overhandigt hen een informatiegids van de Hervormde Gemeente (te verkrijgen bij het Kerkelijk Bureau) en het een activiteitengidsje (te verkrijgen bij de scriba). 3.8.3 Dooppastoraat Rond de doopzitting en de bediening van de doop brengt in ieder geval de sectieouderling een huisbezoek. Gesproken wordt over de Heilige Doop met als leidraad het doopformulier. Ook kan verwezen worden naar de overige belijdenisgeschriften. In tegenstelling met de doopzitting, heeft het bezoek een duidelijk pastoraal karakter, toegespitst dus op dat ene gezin. Op vastgestelde data houden de wijkkerkenraad van Noord en Zuid beurtelings doopzitting en geven zij dooponderricht. Tijdens de doopzitting spreekt de predikant met doopouders de doopdienst door. Bij de doopzitting is de ouderling aanwezig die dienst doet op de zondag dat de doop plaats vindt. Ook de sectieouderlingen van de doopouders zijn op de doopzitting aanwezig. Op de 20
Beleidsplan 2011-2012 | Nieuwe Kerk Noord | Ermelo
doopzitting wordt een datum voor een volgend gesprek afgesproken waarbij alle doopouders, de predikant en de betreffende sectieouderlingen aanwezig zijn. In dat (2e) gesprek komt de geloofsopvoeding van kinderen, kerkgang e.d. aan de orde. Wanneer de kerkenraad van wijk Zuid doopzitting houdt waarbij ouders van Noord aanwezig zijn, is daarbij de sectieouderling van één van de doopouders aanwezig. Bij verhindering zal de sectieouderling voor vervanging zorgen. Als ouders van Noord hun kind tijdens een doopdienst van wijk Zuid laten dopen, doet de wijkpredikant hiervan voor de doopzitting opgave aan de predikant van wijk Zuid. Na verloop van korte tijd ontvangt de sectie ouderling van de doopouders een cd met daarop de doopdienst. Hij maakt een afspraak met de doopouders om de cd te brengen en de doopdienst door te spreken. Dit gesprek komt niet in de plaats van het hiervoor genoemde (2e) gesprek. Herdenkingskaarten doopdienst Na 1 jaar, na 4 jaar en na 12 jaar ontvangen de doopouders een herinnering aan de doop. (na 1 jaar als herinnering, na 4 jaar bij de schoolkeuze, na 12 jaar voor aanmelding catechisatie). De dames van het verjaardagsfonds zorgen voor bezorging. De scriba is belast met de uitvoering hiervan. 3.8.4 Huwelijkspastoraat Voorafgaande aan de kerkelijke bevestiging en inzegening van het huwelijk heeft de sectieouderling een gesprek met het bruidspaar. Tijdens de huwelijksdienst is (bij voorkeur) de sectieouderling aanwezig. Ongeveer 2 en 6 maanden na de huwelijksdienst bezoekt de sectieouderling de jonggehuwden. In die gesprekken wordt geïnformeerd naar de huwelijkse staat en komt ook het meeleven met de gemeente en het kerkbezoek aan de orde. 3.8.5 Ander pastoraat 3.8.5.1 Rondom het Heilig Avondmaal In de week voorafgaande (maar het mag ook eerder) aan de viering van het Heilig Avondmaal kan er een bezoek gebracht worden bij hen die speciale vragen hebben. Pastoraal contact is ook gewenst bij hen die voor het eerst het sacrament gebruikt hebben of daar veel moeite mee hadden. 3.8.5.2 Mensen met een beperking, anders begaafden en hun verzorgers Het is goed om deze groep goed in het oog te houden en over hen contact te hebben en te houden met de diaconie. Meeleven rondom aangepaste diensten en aandacht vragen voor aangepaste catechese, wanneer het anders begaafden betreft. 3.8.5.3 Bezoek rondom de belijdeniscatechisatie Eenmaal in de tijd van de aanmelding (september) en eenmaal in het begin van het jaar (januari/februari) brengt de sectieouderling een bezoek bij degene die de belijdeniscatechisatie volgt. De predikant geeft zo snel mogelijk naam en adres door. Op de aannemingsavond zijn zoveel mogelijk de betrokken sectieouderlingen aanwezig. 3.8.5.4 Langdurig zieken Regelmatig pastoraal contact. Overleg met predikant. Vanwege de lange adem die nodig is, is afwisseling gewenst. Vertrouwenspersonen en bezoekdames kunnen hierbij ingeschakeld worden. 21
Beleidsplan 2011-2012 | Nieuwe Kerk Noord | Ermelo
3.8.5.5 Ouderen Gemeenteleden ouder dan 80 jaar ontvangen ook periodiek bezoek van de predikant. Ouderen van 70 – 80 jaar en weduwen en weduwnaren beneden 70 jaar krijgen bezoek van de sectieouderling. 3.8.5.6 Zieken thuis Wanneer iemand ontslagen wordt uit het ziekenhuis bezoekt de sectieouderling dit gemeentelid indien mogelijk binnen een week. In overleg met de predikant worden dan verdere afspraken gemaakt. 3.8.5.7 Zieken in het ziekenhuis Als regel gaat de wijkpredikant wekelijks naar de zieken in de ziekenhuizen. Indien nodig neemt de predikant contact op met de sectieouderling. 3.8.5.8 Bezoek aan jongeren en catechisanten Huisbezoek is ook bedoeld voor de jongeren. De jeugdambtsdragers kunnen ingeschakeld worden bij het huisbezoek. 3.8.5.9 Overkomst uit andere kerk De sectieouderling brengt een oriënterend bezoek en doet verslag aan de kerkenraad. Al naar gelang het advies/besluit van de wijkkerkenraad wordt er daarna een afsluitend bezoek gebracht. Tijdens dit bezoek wordt de derde belijdenisvraag gesteld. Overkomst wordt doorgegeven aan het kerkelijk bureau en administratief verwerkt. 3.8.6 Pastoraat rondom het sterven Wanneer iemand gestorven is.... Wanneer een gemeentelid is overleden wordt door de nabestaanden de wijkpredikant gevraagd om de begrafenis te leiden. De predikant stelt de desbetreffende sectieouderling op de hoogte. De predikant informeert de coördinatrice van de bezoekdames. Pastorale zorg De wijkkerkenraad en in het bijzonder de sectieouderling is belast met de pastorale zorg. De sectieouderling brengt ook een rouwbezoek bij de familie voor de begrafenis en is zo mogelijk aanwezig tijdens de begrafenis. Ook maakt hij met de familie afspraken over het leiden van een eventuele broodmaaltijd. Is hij verhinderd, dan zorgt hij voor een vervanger. Afkondiging De predikant verzorgt in de dienst de afkondiging van het overlijden. De afkondiging wordt door de gemeente staande aangehoord. Na de afkondiging laat de predikant een psalm zingen. Rouwdienst Rouwdiensten zijn geen ambtelijke kerkdiensten. Predikant en ouderling geven ca. 5 minuten voor aanvang van de rouwdienst de familie een hand. De predikant en ouderling gaan achter de familie aan de zaal in. De ouderling geeft de predikant bij het spreekgestoelte een hand en gaat aan de zijkant zitten. Na de dienst geeft de ouderling de predikant een hand. Bij het uitdragen van de overledene naar het graf lopen de predikant en de ouderling achter de uitvaartleider en voor de baar. Voorbede
22
Beleidsplan 2011-2012 | Nieuwe Kerk Noord | Ermelo
In de zondagse eredienst wordt voorbede gedaan voor de familie. Dit gebeurt in de dienst waarin de (wijk)predikant voorgaat. Indien dat niet mogelijk is, zorgt de scriba er voor, dat de gastpredikant op de hoogte wordt gebracht. Laatste zondag van het kerkelijk jaar In de morgendienst op de laatste zondag van het kerkelijk jaar wordt stil gestaan bij hen die van ons heen gingen. De namen van de in het afgelopen kerkelijk jaar overleden gemeenteleden worden door de predikant afgelezen, alsmede hun leeftijd van verschijnen. De nabestaanden worden schriftelijk uitgenodigd voor het bijwonen van de eredienst. In de brief wordt gevraagd of zij de overige familieleden ook willen uitnodigen. De brief wordt gericht aan de echtgeno(o)t(e) van de overledene of aan het correspondentieadres, als dat bekend is. In geval van overlijden van een kind wordt de brief aan de ouders gericht. De brieven worden door de betreffende sectieouderling bezorgd, waarbij zo mogelijk een gesprek plaats heeft. 3.8.7 Pastoraat m.b.t. homofilie Wij aanvaarden de homofiele medemens zoals hij of zij is, inclusief haar of zijn gevoelens. Tegelijkertijd moeten wij op grond van de bijbel de homoseksuele levenswijze afwijzen, omdat deze in strijd is met de scheppingsorde en ingaat tegen Gods bedoeling. Het gevaar is aanwezig dat de aanvaarding van de homoseksuele medemens meer wordt benadrukt dan de afwijzing van de praktiserende homoseksuele medemens. In het pastoraat zullen ambtsdragers oog moeten hebben voor het offer dat gevraagd wordt van betrokkenen, de moeite die het kost om in onthouding te leven en de eenzaamheid die dit met zich mee kan brengen. In de prediking en het pastoraat zal vanuit bijbels perspectief homofilie bespreekbaar gemaakt worden. Daarmee wordt getracht te voorkomen dat homofiele gemeenteleden zich niet aanvaard, onbegrepen of geïsoleerd gaan voelen. 3.8.8 Ziekenpastoraat 3.8.8.1 Visie op ziekte Ziekte is in de wereld gekomen als gevolg van de zondeval. De schepping / aarde was zeer goed dus daar was geen plaats voor ziekte. Als gevolg van onze zonden, hebben wij nu te kampen met ziekte. Er is geen direct verband tussen het doen van zonden en ziek zijn (wij zouden dan allen meer dan ziek zijn!), maar dat betekent anderzijds ook niet dat het strijden tegen ziekte (vragen om genezing) geen geestelijke strijd is. Wij dienen dan ook in eerste instantie onze genezing te verlangen van God, en aansluitend / aanvullend ook de - door God gegeven - medische zorg te gebruiken. Beiden dienen meer in evenwicht te worden gebracht. Lichamelijk genezing is evenwel minder belangrijk dan geestelijke genezing. Het gaat erom dat wij in eerste instantie mogen leren dat de Heere Jezus voor onze zonden is gestorven en dat wij kinderen Gods genaamd mogen worden. Dat is onze belangrijkste levensbron alhoewel wij ons realiseren dat lichamelijke gezondheid wel belangrijk voor ons als gemeente is. Beproevingen op dat vlak zijn vaak eenzaam en moeilijk en wij erkennen dat wij niet goed weten hoe daarmee pastoraal om te moeten gaan. 3.8.8.2 Gebed Gebed is in dit alles een belangrijk, zo niet het belangrijkste, instrument wat God ons gegeven heeft. Ons gebed dient wel meer doorleefd te gaan worden. Verwachten wij werkelijk grote dingen van God of is ons gebed slechts ingegeven door onze aardse verlangens? In het gebed moet ruimte zijn voor de vraag om (geestelijke) genezing in aanvulling op de vraag om leiding van / hulp door een arts. Genezing is in eerste instantie wel 23
Beleidsplan 2011-2012 | Nieuwe Kerk Noord | Ermelo
gericht op de geestelijke gezondheid. Besef van schuld en zonde en de terugkeer naar Christus komt op de eerste plaats, in aansluiting mag worden gevraagd om lichamelijke genezing. Lichamelijke genezing zonder gebed is uiteraard menselijk gesproken mogelijk maar in het kader van Jacobus 5 geestelijk niet gewenst. Een verwachtingsvol gebed geeft verder de rust dat God niet altijd geeft waarom wij vragen, maar wel dat Hij aan ons denkt en misschien een andere weg met ons voor heeft. 3.8.8.3 Ziekenzalving / Gebed voor de zieke Ziekenzalving, in de strikte zin van het woord, zoals genoemd in Jacobus 5, wordt door ons niet toegepast. Wij spreken liever van gebed voor de zieke. Het is een sluitstuk van een pastorale weg die met de zieke is gegaan en moet op verzoek van een zieke plaatsvinden. Wij gebruiken bij het gebed voor de zieke geen olie, wel handoplegging, het gebed zelf staat centraal. Overige aandachtspunten bij het gebed voor de zieke zijn: · Bij de samenkomst met zieke is altijd de predikant en tenminste één ouderling aanwezig. · Er is voldoende tijd en aandacht voor bezinning rond Gods Woord. · Ouderlingen mogen vragen naar eventuele zonden die te belijden zijn, het gaat om zonden waarvan de zieke zelf beseft dat ze tussen God en hem/haar instaan. · De handelingen van de ouderlingen dienen ondersteund te worden door de voorbede van de gemeente, hetgeen betekent dat samenkomsten (desgewenst anoniem) worden gemeld. · Na het gebed voor de zieke is er ook verdere pastorale begeleiding, het gebed is geen geïsoleerd gebeuren. 3.8.9 Sectieteams Elk sectieteam bestaat uit 1 ouderling, 1 diaken 1 bezoekbroeder en 1 evangelisatiemedewerk(st)er en 1 of meer bezoekdames. Jaarlijks, voor 1 maart komt het sectieteam bij elkaar om te spreken over o.a. informatieverstrekking door sectieouderling, -diaken, bezoekbroeder, evangelisatiemedewerker en bezoekdames; uitwisseling van ervaringen; adressen voor kerstpakketten(door diaconie) en kerstattentie (kerkrentmeesters); adressen om door evangelisatiemedewerker bezocht te worden. Een keer per jaar, in de maand september is er een bijeenkomst van sectieteams met kerkenraad. Bezoekbroeders De wijkkerkenraad kan een bezoekbroeder in een sectie aanstellen. De aanstelling wordt aan de gemeente bekend gemaakt middels het Kerkblad. Voor de bezoekbroeder is een taakomschrijving vastgesteld die als bijlage is opgenomen. Een bezoekbroeder wordt door de kerkenraad benoemd. Hij wordt middels het kerkblad aan de gemeente voorgesteld. . In een kerkenraadsvergadering legt de benoemde een verklaring van geheimhouding af. Extra Pastorale Begeleiders Namens de kerkenraad doet een aantal personen dienst als extra pastorale begeleider. In nauw overleg met de predikant, die de sectieouderling informeert, brengen zij bezoeken in de gemeente. Regelmatig wordt het werk geëvalueerd door het extra pastoraal begeleidingsteam.
24
Beleidsplan 2011-2012 | Nieuwe Kerk Noord | Ermelo
Een extra pastoraal begeleider heeft bij voorkeur de opleiding die verzorgd wordt door de Stichting Psycho Pastorale Toerusting te Veenendaal Een extra pastorale begeleider wordt door de kerkenraad benoemd. Hij of zij wordt middels het kerkblad aan de gemeente voorgesteld. In een kerkenraadsvergadering legt de benoemde een verklaring van geheimhouding af. Zie bijlage pag. 57. 3.9 Vorming en toerusting gemeente 3.9.1 De lerende gemeente In de leer van de apostelen ( Handelingen 2: 42) zit het element van leren van elkaar en met elkaar. Het gaat hierbij om een ‘samenscholen’ rondom het Woord. Oprechte gelovigen volharden in de leer van de apostelen. Ze willen graag weten wat Bijbels en onBijbels is. We denken daarbij ook aan vragen van het gewone leven en de ethische dilemma’s. Dat vraagt om verdieping in de Bijbel. 3.9.2 Vorming en toerusting In Efeze 4: 12 wordt als één van de taken van de kerkenraad genoemd: ‘Om de heiligen toe te rusten tot het werk van dienstbetoon, tot opbouw van het lichaam van Christus’. Vorming en toerusting beogen de persoonlijke vernieuwing naar het beeld van Christus en in het verlengde daarvan de bereidheid, kennis en bekwaamheid om mee te werken aan de opbouw van de gemeente van Christus. Centraal moet staan dat gemeenteleden bagage meekrijgen zodat ze staande kunnen blijven in de maatschappij bij het volgen van Christus en daar waar mogelijk het evangelie in woord en daad uit kunnen dragen. De eigen verantwoordelijkheid en de gevolgen van het kiezen voor het volgen van Christus mogen en moeten hierbij de nadruk krijgen. 3.9.3 Welke middelen? In onze wijkgemeente kennen wij de volgende middelen: Erediensten, de catechese, het jeugdwerk, de Bijbellezingen, het kringwerk, gemeenteavonden, groothuisbezoeken, huwelijkscatechese, terugkomavonden doopouders, speciale cursussen. 3.9.4 De erediensten In zijn algemeenheid kan worden gezegd dat we tijdens de morgendienst bij de prediking de hele breedte van de gemeente op het oog hebben ( zonder dat dit ten koste mag gaan van de verdieping van het geloofsleven). Tijdens de avonddienst hebben we vooral d.m.v. ‘leerdiensten’ de verdieping van het geloofsleven op het oog (waarbij we de breedte van de gemeente niet uit het oog mogen verliezen).
25
Beleidsplan 2011-2012 | Nieuwe Kerk Noord | Ermelo
3.9.5 De catechese In ’t Venster wordt catechisatie gegeven. De catechese vindt plaats onder verantwoordelijkheid van de kerkenraad. De relatie van de catechese met het jeugdwijkteam is de laatste jaren na de vacaturetijd in beide wijken intensiever geworden. In een catecheseteam nemen deel de catecheten (waaronder de predikanten) en mentoren en twee jeugdouderlingen uit het jeugdwijkteam. De deelname ligt rond de 60% van de jongeren tussen 12 en 21 jaar. In ’t Venster vindt de volgende opbouw in de catechese: Jongeren van 12/16 jaar: leren en verkennen via mentorcatechese (methode Follow Me, HGJB) Jongeren van 16 jaar en ouder: leren en coachen via groepscatechese (Heidelbergse Catechismus en methode Leer ons geloven, HGJB). Er vindt incidenteel kindercatechese plaats op kinderclubs (één à twee keer per jaar). 3.9.6 De Bijbellezingen Tijdens het winterseizoen worden er in ’t Venster acht Bijbellezingen gehouden. De lezingen kunnen worden gehouden n.a.v. een Bijbelboek wat vers voor vers wordt behandeld of n.a.v. een thema. 3.9.7 Het kringwerk We kennen in onze wijkgemeente verschillende Bijbelkringen. Deze kringen komen samen in de kerkelijke gebouwen of bij één van de deelnemers thuis. Meestal werken alle kringen met hetzelfde materiaal. 3.9.8 Andere vormen van kringwerk Naast deze kringen kennen we ook de mannenvereniging en de vrouwenvereniging. Deze vallen niet direct onder de verantwoordelijkheid van de kerkenraad. 3.9.9 De gemeenteavonden Meestal worden er in ’t Venster twee gemeenteavonden gehouden (samen met wijkgemeente Zuid). Tijdens deze avonden kunnen pastorale of ethische onderwerpen aan de orde komen. 3.9.10 Groothuisbezoeken Het is aanbevelenswaardig om ‘kleinschalige’ gemeenteavonden te houden. Te denken valt aan een bepaalde straat uit een sectie of een bepaalde leeftijdscategorie of een bepaalde doelgroep zoals ‘randkerkelijken’. 3.9.11 Huwelijkscatechese Op dit moment wordt in onze centrale gemeente ‘marriage course’ gegeven. 3.9.12 Terugkomavonden doopouders In 2010 is besloten een tweede doopzitting te houden. 3.9.13 Speciale cursussen Het is mogelijk om voor bepaalde onderdelen van het werk in de wijkgemeente toegerust te worden. Te denken valt aan pastoraat, evangelisatiewerk, jeugdwerk, etc.
26
Beleidsplan 2011-2012 | Nieuwe Kerk Noord | Ermelo
3.10 Jeugdwerk Het Jeugdwijkteam (JWT) heeft het jeugdbeleidsplan ‘kijken door de ogen van Jezus’ opgesteld. Dit plan is in de kerkenraadsvergadering vastgesteld. Wij verwijzen u naar de bijlage. 3.10.1 Visie op het jeugdwerk Als Christelijke gemeente hebben we de opdracht om de kinderen, tieners en jongeren bij te staan in hun geloofsgroei en aan hen door te geven wie God voor hen is en wat hij van hen vraagt. In psalm 78: 4 en 7 wordt gesproken over “de grote daden en wonderen van God die wij gehoord hebben en weten”. Die willen wij doorvertellen aan het volgende geslacht opdat die hun vertrouwen op God zal stellen’. De ouders hebben bij de doop de belofte afgelegd om hun kinderen ‘bij het opgroeien in het christelijk geloof naar hun vermogen te onderwijzen en te laten onderwijzen’. De gemeente kan en mag hierin bijdragen om door middel van het jeugdwerk een rol te spelen in dit onderwijs. Daarnaast willen we leven naar de opdracht van Jezus Christus Zelf om de kinderen in Zijn naam te ontvangen. Hij zei: “Wie dit kleine kind ontvangt in Mijn Naam, en wie Mij ontvangt, ontvangt Hem Die Mij gezonden heeft” ( Lukas 9:48). Jezus heeft ons ook op het hart gebonden: “Laat de kinderen tot Mij komen en verhinder hen niet, want voor zulke mensen is het Koninkrijk van God” ( Markus 10: 14). We willen graag de kinderen, tieners en jongeren een Bijbelse toerusting geven zodat zij groeien in de relatie met Jezus Christus en met elkaar, de gemeente en de mensen in de wereld om hen heen. Het jeugdwerk biedt hen een leerplaats waar ze groeien in geloof en biedt een ontmoetingsplaats om gemeenschap te oefenen. 3.10.2 De leidinggevenden Voor het club– en zondagsschoolwerk wordt door de jeugdambtsdragers gezocht naar leidinggevenden met een hart voor de jeugd en die over gaven beschikken om met de jeugd om te gaan. De leidinggevenden ontvangen een taakomschrijving en worden in de gelegenheid gesteld om cursussen te volgen met het oog op de vervulling van hun taak. 3.10.3 Jeugd en erediensten (zie ook ‘zondagactiviteiten’ van het jeugdbeleidsplan) Het is goed als de jeugd in de erediensten de nodige aandacht krijgt. Daarbij valt te denken aan: · Bij de schriftlezing helpt het jongeren als er vooraf even iets wordt gezegd over het Bijbelboek en over wat er aan het Bijbelgedeelte vooraf gaat. Om het meelezen (en opzoeken) te stimuleren is het ook goed om een paar Bijbelboeken op te zeggen die vooraf gaan. · Als regelmatig geschiedenissen als preekstof wordt gekozen, helpt dit jongeren om beter te luisteren. · Bij de keuze van de psalmen is het heel belangrijk dat regelmatig aan de kinderen (jongeren) wordt gedacht en dat dit ook even wordt gezegd. ‘We gaan samen zingen, het is een psalm die de kinderen denk ik ook wel kennen. Ik lees hem even voor en verduidelijk even wat de dichter precies wil zeggen’. · Ook de aankondiging van de psalmen in het algemeen mag wel wat meer aandacht krijgen; waarom is voor deze psalm gekozen. Als voor de oude psalmberijming wordt gekozen, ligt er een extra verantwoordelijkheid om moeilijke versregels uit te leggen! 27
Beleidsplan 2011-2012 | Nieuwe Kerk Noord | Ermelo
·
Anders hoeven we ons er niet over te verwonderen dat onze kinderen en jongeren weinig binding met de psalmen krijgen. Het is heel belangrijk dat jongeren bij het gebed merken dat ook zij erbij horen. Een eenvoudig gebed waarin ook zij worden genoemd, is voor hen heel waardevol.
3.10.4 Activiteiten voor de jeugd In het jeugdbeleidsplan worden de volgende activiteiten genoemd en uitgewerkt: Catechese Pastoraat Diaconaat Clubs/Soos Zondagsscholen Open jeugdwerk Zondagactiviteiten Projecten en jaaractiviteiten
28
Beleidsplan 2011-2012 | Nieuwe Kerk Noord | Ermelo
4.
ZENDING
4.1 Inleiding Sinds het einde van de jaren ’90 van de vorige eeuw zijn er in de Hervormde Nieuwe Kerk gemeenteleden geweest die zich geroepen wisten tot de bijzondere missionaire opdracht elders in de wereld. Dit is een luxe positie, aangezien er vanuit de kerkenraad nooit een expliciet stimulerende rol is vervuld met betrekking tot het zendingswerk. Eerder waren 3 gemeenteleden werkzaam via Operatie Mobilisatie. Sinds maart 1999 is het gezin Pap vanuit de Nieuwe Kerk uitgezonden in de bediening. Toch kunnen we er niet zomaar van uit gaan dat dit zo zal blijven. Daarom is het goed om op papier te zetten wat de huidige situatie is en hoe we aan onze opdracht willen blijven voldoen om een ‘zendende gemeente’ te zijn. 4.2 Visie Jezus Christus geeft in Mattheus 28: 18-20 de opdracht aan zijn discipelen om op weg te gaan en alle volken tot zijn leerlingen te maken. De Hervormde Nieuwe Kerk gemeente beschouwt dit als een oproep aan alle volgelingen van Jezus Christus om bereid te zijn getuige van Hem te zijn. De Hervormde Nieuwe Kerk gemeente geeft gehoor aan deze oproep door uit te spreken dat zij wezenlijk missionair is. In al haar doen en laten dient de gemeente een lichtend licht en een zoutend zout te zijn. De kerkorde van de PKN zegt hierover dat ‘de gemeente is geroepen tot getuigenis en dienst aan hen die het Evangelie niet kennen of daarvan vervreemd zijn.’ Deze verantwoordelijkheid betreft volgens de kerkorde ‘zowel haar missionaire opdracht in eigen omgeving als de missionaire opdracht elders in de wereld.’ De Hervormde Nieuwe Kerk gemeente ziet het zodoende als haar roeping om een zendende gemeente te zijn. Dit betekent concreet dat gemeenteleden die de bijzondere roeping hebben om in de bediening werkzaam te zijn, hierin ondersteund worden door de gemeente. Daarnaast zal er een blijvende oproep moeten uitgaan naar ieder gemeentelid om actief te zijn in het missionaire werk. Dit geldt zowel het missionaire werk in eigen omgeving als elders in de wereld. 4.3 Beleid De ondersteuning van gemeenteleden die uitgezonden willen worden vindt plaats op de volgende manieren: · Als gemeenteleden uitgezonden willen worden vanuit de Hervormde Nieuwe Kerk gemeente, dienen zij hiertoe een verzoek in bij de kerkenraad. De kerkenraad denkt en bidt actief met deze gemeenteleden mee. Als hij instemt met uitzending vanuit de Nieuwe Kerk gemeente, maakt hij, eventueel samen met ondersteunende organisaties, een planning, waarin de volgende onderdelen aan de orde komen: o Een datum voor de uitzenddienst o Het vormen van een Thuisfrontcommissie Het vormen van een Thuisfrontcommissie is de verantwoordelijkheid van de uitgezonden gemeenteleden zelf, in samenspraak met de missionair ouderling, waarbij minimaal drie leden van de Nieuwe Kerk gemeente zitting dienen te hebben in de Thuisfrontcommissie o De financiële afspraken rond de uitzending o De wijze waarop de plannen van de uit te zenden gemeenteleden aan de gemeente worden gepresenteerd o De af te geven intentieverklaring van de kerkenraad · Het organiseren van een uitzenddienst (karakter, uitnodigingen) · Het vragen van gebed voor deze gemeenteleden
29
Beleidsplan 2011-2012 | Nieuwe Kerk Noord | Ermelo
De ondersteuning van gemeenteleden die uitgezonden zijn vindt plaats op de volgende manieren: · Iedere laatste zondag van de maand wordt er in de voorbeden expliciet stil gestaan bij het werk van gemeenteleden die uitgezonden zijn namens de Hervormde Nieuwe Kerk gemeente. Hierbij worden deze gemeenteleden bij naam genoemd · Concrete voorbede voor uitgezonden gemeenteleden wordt op de clubs en verenigingen gestimuleerd. · Door of namens de missionair ouderling wordt contact onderhouden met de uitgezonden gemeenteleden · In het geval van een verlofperiode wordt er een gemeenteavond georganiseerd · In het geval van een verlofperiode worden betreffende uitgezonden gemeenteleden uitgenodigd voor een bezoek aan de kerkenraadsvergadering Ten slotte ziet de Hervormde Nieuwe Kerk gemeente het als haar taak om thuisblijvende gemeenteleden te bepalen bij het belang van zendingswerk. Er kan niet slechts passief gewacht worden tot zich gemeenteleden aandienen die uitgezonden willen worden, maar de kerkenraad dient een stimulerende rol te vervullen met betrekking tot het werk in de bediening. Dit doet zij op de volgende manieren: · Het indien mogelijk organiseren van een dienst met als thema ‘zending en evangelisatie’ o Tijdens deze dienst zullen de kinderen van de zondagsschool een kaart maken voor de uitgezonden gemeenteleden · Het stimuleren van bezoek aan conferenties en bijeenkomsten die als doel hebben het informeren over en stimuleren van werken in de bediening middels bericht in het Kerkblad. · Het organiseren van gemeenteavonden tijdens de verlofperiodes van de gemeenteleden die uitgezonden zijn · Het publiceren van nieuwsbrieven van uitgezonden gemeenteleden in het Kerkblad. 4.4 Taakstelling missionair ouderling (met betrekking tot zendingswerk) De taken van de missionair ouderling zijn: · Het begeleiden van het proces rond de uitzending o Uitzenddienst o Vorming Thuisfrontcommissie · Het in overleg met de thuisfrontcommissies zorgdragen voor goede communicatie tussen uitgezonden gemeenteleden, kerkenraad en eventueel ondersteunende organisaties. · In verband daarmee: contact houden met de thuisfrontcommissies van de uitgezonden gemeenteleden · Het informeren van de uitgezonden gemeenteleden over de gang van zaken in de Nieuwe Kerk · Het jaarlijks organiseren van een kerkdienst met als thema ‘zending en evangelisatie’ · Het coördineren van de gang van zaken rond een verlofperiode o Gemeenteavond o Bezoek aan een kerkenraadsvergadering 4.5 Evangelisatiewerkgroep Binnen onze wijkgemeente is de evangelisatiewerkgroep. In oktober 2005 is het beleidsplan Evangelisatiewerkgroep Nieuwe Kerk vastgesteld. 4.6 Welkomstcommissie Door de evangelisatiecommissie is een welkomstcommissie ingesteld die, tijdens de morgenen avonddiensten de kerkgangers welkom heet. Dit vooral met het oog op de gasten, nieuwkomers en randkerkelijken. Ook willen we zo het gevoel van het samen gemeente-zijn versterken.
30
Beleidsplan 2011-2012 | Nieuwe Kerk Noord | Ermelo
5.
DIACONAAT
Opmerking: De centrale diaconie heeft een beleidsplan gemaakt. 5.1 Visie De opdracht tot diaconaat en dienstbetoon ontlenen we aan de Bijbel. We denken daarbij zowel aan het Oude Testament (bijv. Deuteronomium 15en Psalm 146) als aan het Nieuwe Testament (o.a. Lukas 9: 13; Handelingen 6: 1vv; Efeze 4: 12). Het gaat om de zorg voor de naaste, in en buiten de christelijke gemeente, dichtbij en ver weg, waarbij Jezus ons in Lukas 10: 25-37 als uitgangspunt geeft: Wees een naaste. Ook wordt duidelijk dat het diaconaat een zaak is van de hele gemeente en dat de ambtsdragers de taak hebben om de gemeenteleden hierbij te informeren, te stimuleren en in te schakelen. In de lijn van het bevestigingsformulier voor ambtsdragers, waarin de gemeente wordt vermaand Christus allereerst om het voedsel voor de ziel en niet om het brood te volgen, geldt als basis voor de visie op het diaconaat, dat het materiële is ingebed in het geestelijke en zo is het diaconaat een wezenlijk onderdeel van de gemeente. De kerntaak van de diaconie, als onderdeel van de gemeente, is het getrouw en zorgvuldig inzamelen en bewaren van giften en goederen en deze uit te delen waar ze nodig zijn. Rondom die kerntaak ligt een heel aantal andere taken. Vanuit deze visie wordt er blijvend naar gestreefd om het diaconaat in het midden van de gemeente te brengen, zodat de gemeenteleden hun persoonlijke roeping in toenemende mate onderkennen en daaraan gevolg geven. 5.2 Het college van diakenen Het college van diakenen wordt gevormd door de diakenen uit alle Hervormde wijkgemeenten. De diaconie behartigt de belangen van de hele Hervormde gemeente. De diaconie kent een aantal commissies waar de wijkgemeente in vertegenwoordigd is door de wijkdiakenen. · Commissie Maatschappelijk Werk · Commissie Binnenlands Diaconaat · Financiële Commissie · Commissie Werelddiaconaat · Commissie Jeugddiaconaat De wijkdiakenen zorgen voor de communicatie tussen de wijkkerkenraad en diaconie en omgekeerd. 5.3 De diaconale gemeente De diakenen zijn geroepen de gemeente voor te gaan in de dienst van de naaste. Ieder gemeentelid is diaken. Een belangrijk aandachtspunt hoort dan ook steeds weer te zijn om het diaconaal bewustzijn van de gemeenteleden te bevorderen. Als gemeente is men sàmen gemeente, heeft men zorg voor elkaar en leeft men met elkaar. De gemeente is er niet voor zichzelf, maar richt zich op de dienst aan God en de medemens. Het gaat niet alleen om woorden, maar vooral ook om ‘metterdaad de liefde jegens elkaar te bewijzen’ (zie avondmaalsformulier). ‘Tracht naar herbergzaamheid’, ‘draagt elkanders lasten’ en ‘dient elkaar’ zijn bekende woorden uit de Schrift, maar brengen we ze ook in de praktijk? 31
Beleidsplan 2011-2012 | Nieuwe Kerk Noord | Ermelo
5.4 Diaconie en eredienst De diaken is ambtsdrager en heeft speciale taken. Een belangrijke taak en plaats is er binnen de eredienst. Hier zamelt hij de gaven in voor de medemens in nood. Hier is hij betrokken bij de viering van het Heilig Avondmaal. Hier let de diaken er op dat in het uitspreken van de ‘voorbeden’ niemand wordt overgeslagen. Dat er aandacht is voor persoonlijke- en maatschappelijke noden en het diaconaat wereldwijd. 5.5 Diaconie en pastoraat Als het om individuele financiële ondersteuning gaat, is de diaken geroepen om wijs en met zorgvuldigheid te handelen en dient hij goed te onderscheiden wie wel en wie niet een ondersteuning nodig heeft. Overigens wordt in het formulier voor de bevestiging van ambtsdragers met het oog op de diakenen gezegd: ‘het is daarbij van belang dat zij de hulpbehoevenden niet alleen helpen met materiële gaven, maar ook met troostvolle woorden uit de Schrift’. Met andere woorden: ook diakenen hebben een pastorale taak. Ook zij zouden samen, (of in overleg met de sectieouderling) de gemeente kunnen ingaan, op zoek naar hen die geen helper hebben en het uitroepen: ik heb geen mens (zie Johannes 5). Bezoeken zouden gebracht kunnen worden aan baanlozen, WAO’ers, alleenstaanden, gehandicapten, bijstandmoeders, rouwdragenden, etc. 5.6 Vervoer naar de kerkdiensten en andere kerkelijke samenkomsten Degenen die niet op eigen gelegenheid naar de kerk kunnen komen, kunnen zich voor vervoer richten tot de diaken die aan zijn of haar sectie verbonden is. 5.7 Meeluisteren Er bestaat de mogelijkheid om cd’s of cassettebandjes van de diensten te ontvangen, zodat doordeweeks (en zondags) de diensten alsnog meebeleeft kunnen worden. 5.8 Vrijwillige Hulpdienst Het is belangrijk dat wij in onze individualistisch ingestelde tijd oog, oor en hart hebben voor elkaar. Vandaar dat er een vrijwillige hulpdienst is opgericht die in overleg met de diaconie zich inzet om hulp te bieden. 5.9 Het jeugddiaconaat Voor de invulling van het jeugddiaconaat verwijzen we naar het jeugdbeleidsplan.
32
Beleidsplan 2011-2012 | Nieuwe Kerk Noord | Ermelo
6.
KERKERENTMEESTERLIJKE AANGELEGENHEDEN
6.1 Het college van kerkrentmeesters Het college van kerkrentmeesters wordt gevormd door de kerkrentmeesters uit alle Hervormde wijkgemeenten. Dit college heeft tot taak het beheren van de materiële zaken van de kerkelijke gemeente – voor zover deze niet van diaconale aard zijn – op zodanige wijze dat hiermee het geestelijk welzijn van de gemeente wordt gediend. Wat merken we daar als wijkgemeente van? Te denken valt aan: · Instandhouding predikantplaatsen; · Instandhouding bijstand in het pastoraat (indien de financiën dit mogelijk maken); · Instandhouding jeugdwerkleider (indien de financiën dit mogelijk maken); · Aanstelling koster en organisten; · Onderhoud kerkgebouw (Nieuwe Kerk) en nevenruimte (’t Venster); · Onderhoud pastorie; · Huur ruimte in ‘buitengebied’ van de wijkgemeente –Horst en Telgt– voor kerkelijke activiteiten. (Ons huis); · De ledenadministratie (vindt plaats op kerkelijk bureau, waarbij gebruik wordt gemaakt van de diensten van SMRA). Voor het te voeren plaatselijke beleid beschikt het college van kerkrentmeesters over een eigen beleidsplan voor de hele gemeente. De kerkrentmeesters zorgen voor de communicatie tussen de wijkkerkenraad en het college van kerkrentmeesters en omgekeerd. 6.2 Inkomsten Voor de inkomsten is het college van kerkrentmeesters met name afhankelijk van de actie kerkbalans en de zondagse collecten. De actie kerkbalans vindt in januari plaats. 6.3 Het kerkblad Om de gemeente te informeren over de kerkdiensten, het wel en wee in de gemeente, de activiteiten e.d. is er het ‘Kerkblad’. Het college van kerkrentmeesters is belast met de uitgifte. Dit blad komt in de regel wekelijks uit. (m.u.v. de vakanties). Hoofdredacteur is een predikant. 6.4 Kerkradio en cd’s Gemeenteleden die vanwege ouderdom, handicap of ziekte niet meer naar de kerk kunnen, kunnen een aanvraag indienen voor KerkWebRadio. Dat gebeurt bij de kerkenraadscommissie kerktelefoon. Via KerkWebRadio zijn alle diensten van Hervormd Ermelo te beluisteren, met uitzondering van de Kapel en de Zendingskerk. De kerkdiensten zijn ook te beluisteren via internet: www.kerkomroep.nl 6.5 De wijkkas Ten behoeve van specifieke wijkactiviteiten, die niet ten laste van de kas van de centrale gemeente komen, is er de wijkkas die beheerd wordt door één van de kerkrentmeesters. Uit de wijkkas worden o.a. de liturgieën bij bijzondere diensten, het catechesemateriaal, cadeaus bij geboorte (boekje over betekenis van de doop) en bij huwelijksjubilea en belijdenis 33
Beleidsplan 2011-2012 | Nieuwe Kerk Noord | Ermelo
(dagboekje) betaald. Daarnaast wordt soms een bijdrage gegeven voor bepaalde jeugdactiviteiten. De wijkkas ontvangt jaarlijks een bedrag van het college van KRM. 6.6 Het verjaardagsfonds Een aantal dames bezoeken de gemeenteleden rond hun verjaardag met een felicitatie, met daarbij een verzoek om uit dankbaarheid een gift voor het kerkenwerk te geven. 6.7 Bezoekdienst De dames van de bezoekdienst brengen bezoeken aan bejaarden, chronisch zieken, bij thuiskomst uit het ziekenhuis en de nieuw ingekomen in de wijkgemeente. Zij brengen ook een bezoek bij geboorten en huwelijkjubilea. 6.8 Oud Papier Actie Elke zaterdag wordt er in Ermelo oud papier opgehaald. Ook in onze wijkgemeente zijn er een aantal vrijwilligers die een paar keer per jaar hier aan meehelpen . Jaarlijks ontvangen we hiervoor van de gemeente Ermelo een bedrag wat gebruikt kan worden voor de door de kerkenraad bepaalde doelen. 6.9 Collectantencommissie Tijdens de morgendiensten wordt er op de galerijen in de Nieuwe kerk gecollecteerd door leden van de collectantencommissie. Bij vacatures vindt er overleg plaats met de kerkenraad. Het verdient aanbeveling om voor deze commissie (jonge) mensen te benoemen die nog geen ander werk in de kerk doen en misschien ook niet zo snel voor ander werk in aanmerking komen. 6.10 Contact met kostersechtpaar en organisten De koster en de organisten zijn in dienst van het college van kerkrentmeesters. Jaarlijks vindt er een taakbelevingsgesprek plaats.
34
Beleidsplan 2011-2012 | Nieuwe Kerk Noord | Ermelo
7.
FUNCTIONEREN VAN DE KERKENRAAD
7.1 Kerkenraadsvergaderingen Teneinde een goede uitvoering te kunnen geven aan het voorafgaande is het noodzakelijk dat regelmatig de beleidsuitgangspunten en de realisatie daarvan in de kerkenraadsvergadering in een open en op een constructieve wijze worden besproken. Alle functies binnen de kerkenraad dienen periodiek hun aandachtsgebied te kunnen bespreken (in ieder geval 2 keer per jaar). Te denken valt aan pastoraat, prediking, diaconie etc. Ook alle andere activiteiten die door de kerkenraad gesteund worden, dienen aan de orde te komen (bijvoorbeeld kringwerk). Daarbij dient onderscheid te worden gemaakt tussen lopende zaken en punten die verdere discussie vragen (beleid). De volgende kalender is daarvoor vastgesteld. Maand Onderwerp April Kringwerk Juni Jeugdwerk en catechese November Diaconie en ZEW Lopende zaken kunnen door het moderamen worden afgehandeld, waarna de besluiten in de vorm van mededeling binnen de kerkenraad worden behandeld. De kerkenraad heeft dan mogelijkheid tot reactie en zo niet dan onderschrijft kerkenraad het besluit. Gedacht kan worden aan allerlei praktische zaken die nu feitelijk ook al op deze manier afgehandeld worden. Punten die verdere discussie vragen (beleid) worden door het moderamen of een werkgroep voorbereid waarna een concreet voorstel of standpunt aan de gehele kerkenraad wordt voorgelegd (passend binnen de algemene doelstelling). Dit voorstel omvat tevens een aantal vragen c.q. discussiepunten waar de vergadering over moet spreken. Zodoende wordt bewerkstelligd dat met name zaken worden behandeld die het wezen van de gemeente raken en biedt tevens gelegenheid om ruimte te creëren voor bezinning. Hierbij kan gedacht worden aan pastorale onderwerpen rond doop, huwelijk, sterven, avondmaal, verslaving, kerkverlating, etc. Genoemde aanpak vraagt een goede voorbereiding van het moderamen en de kerkenraadsleden. In dit kader dient de afsluitende rondvraag mondeling te kunnen gebeuren. Behandeling vindt in alle gevallen in de volgende vergadering plaats. In dit alles is het van het grootste belang dat wij als broeders met elkaar omgaan, waarbij een goede sfeer en goede communicatie van belang zijn. Kernwoorden hierbij zijn: openheid, kwetsbaarheid, vertrouwen, belangstelling, medeverantwoordelijkheid. De kerkenraad heeft daarin een voorbeeldfunctie. Anders gezegd: er dient ruimte te zijn om elkaar te bemoedigen, met elkaar te bidden, elkaar aan te spreken, te vermanen en te vergeven. Of zoals in Handelingen 1:14a staat geschreven: deze (de discipelen) bleven allen eensgezind volharden in het bidden en smeken. Geheimhouding Zij die een ambt dragen zijn geheimhouding verplicht ten aanzien van alle zaken die hun in de uitoefening van hun ambt ter kennis komen en een vertrouwelijk karakter dragen. Deze geheimhouding blijft bestaan nadat hun ambt is beëindigd. 35
Beleidsplan 2011-2012 | Nieuwe Kerk Noord | Ermelo
7.2 Uitwerking 7.2.1 Dienstrooster De scriba maakt voor ieder jaar een rooster van dienstdoende ouderlingen. Ieder kerkenraadslid ontvangt dat rooster. Tevens hangt het rooster op het prikbord in de consistorie. Indien een dienstdoend ambtsdrager verhinderd is, zorgt hij zelf voor vervanging. 7.2.2 Vergaderrooster In principe vergadert de kerkenraad op de derde donderdag van de maand, met uitzondering van de maanden juli, augustus en december. De vergaderstukken liggen de zondag voorafgaand aan de kerkenraadsvergadering in de consistorie. Degenen die dan niet aanwezig zijn, ontvangen de stukken z.s.m. per post. Het moderamen vergadert in de regel op de dinsdag in de week voorafgaand aan de kerkenraadsvergadering. In het vergaderrooster wordt voor de maand september opgenomen een vergadering met bezoekdames, bezoekbroeders, evangelisatiemedewerkers en de eventuele bijstand in het pastoraat. 7.2.3 Agenda van de kerkenraadsvergadering De agenda bevat vaste punten en incidentele punten Vaste punten zijn: 1. opening 2. meditatie/bezinning 3. notulen 4. ingekomen stukken en mededelingen 5. prediking/catechese en bezoekwerk 6. jeugdwerk/evangelisatie/zending/werelddiaconaat en tfc’s 7. verslag afgevaardigden 8. diaconale aangelegenheden 9. kerkrentmeesterlijke aangelegenheden 10. rondvraag 11. sluiting Incidentele punten zijn bijv. verkiezing ambtsdragers of wijziging beleidsplan. Voorstellen worden zoveel mogelijk schriftelijk aan de kerkenraad voorgelegd. Onderaan de agenda worden de voorstellen van het moderamen geformuleerd. Naast een voorstel als bijvoorbeeld: Voor kennisgeving aannemen, kan het zijn dat aan de hand van de problematiek het moderamen daarbij tevens het voorstel kan doen: Bespreken. In dat geval wordt het voorstel besproken in de vergadering. Wanneer op de dag van de vergadering om 12.00 uur geen mededeling ((telefonisch, per mail (met bericht van ontvangst) of per sms)) van een kerkenraadslid door de scriba is ontvangen dat hij zich niet in een voorstel kan vinden, c.q. hij het wil bespreken, wordt het voorstel akkoord bevonden. Dat houdt in dat het agendapunt ook niet meer in de vergadering ter sprake komt. De preses constateert dan alleen dat geen reacties zijn ontvangen en dat het voorstel is aangenomen. De vergadering wordt om 22.00 uur gesloten. Wanneer de agenda niet is afgewerkt en er resteren onderwerpen die op korte termijn toch behandeld moeten worden, zal in overleg een extra vergadering worden vastgesteld.
36
Beleidsplan 2011-2012 | Nieuwe Kerk Noord | Ermelo
7.2.4 Publicatie besluiten Besluiten (niet zijnde vertrouwelijke besluiten) van de kerkenraad worden in het Kerkblad gepubliceerd. 7.2.5 Het archief De scriba beheert het archief van de wijkkerkenraad.
37
Beleidsplan 2011-2012 | Nieuwe Kerk Noord | Ermelo
8.
KLEDING TIJDENS ERDEDIENSTEN
Tijdens erediensten dragen ambtsdragers gepaste kleding: een donker pak, wit overhemd, en passende stropdas. Wanneer het ’s zondags dusdanig warm is, dat sommigen het niet zien zitten om in het donkere pak dienst te doen als ambtsdrager, wordt in de consistoriekamer besloten het colbertjasje al of niet uit te doen. De dienstdoende ouderling is vrij om het aan te houden. Regelmatig komt ook de kleding van de kerkgangers aan de orde. Ook in sacramentsdiensten speelt deze zaak. Wij zijn in Ermelo niet gewend om kledingadviezen te geven. Laten wij zelf een goed voorbeeld geven. Stijl in de eredienst is niet onbelangrijk. We zijn er niet alleen, maar samen en het is daarom goed rekening te houden met de ander. In het maatschappelijke leven wordt er wel terdege op de kleding gelet, waarom zou dat in de kerk dat dan niet mogen. Vastgesteld in de kerkenraadsvergadering van 17 maart 2011. G.J. Kardol, preses J. Pap, scriba
38
Beleidsplan 2011-2012 | Nieuwe Kerk Noord | Ermelo
Bijlage | Verklaring “Verbonden met het gereformeerde belijden!”
Als kerkenraad van de hervormde gemeente weten we ons door onze Nederlandse Hervormde Kerk gebracht op een weg die wij niet hebben begeerd en waarover wij in het geweten bezwaard zijn. Wij erkennen dat wij delen in de schuld van onze kerk. Gedachtig aan het woord van de apostel: 'indien wij ontrouw zijn, Hij blijft getrouw' (2 Tim. 2:13) weten wij ons echter, zelf levend van Gods trouw, verschuldigd binnen de kerk trouw te zijn aan de roeping waarmee de Koning der Kerk, Jezus Christus ons geroepen heeft. Met de kerk belijden wij dat 'Christus een eeuwige Koning is, die zonder onderdanen niet zijn kan' (art. 27 Ned. Geloofsbelijdenis) en dat Hij Zijn kerk bewaart. Daarom beloven wij dat wij ons in gehoorzaamheid zullen onderwerpen aan het juk van Christus. Wij begeren ons te houden aan de verkondiging van Zijn Evangelie, de sacramenten te bedienen naar Zijn inzetting en de kerkelijke tucht te oefenen om elkaar te bewaren bij Zijn ontferming. Wij beloven ons te houden aan het betrouwbare Woord van God en alle dingen te verwerpen die daar tegen zijn, houdende Jezus Christus voor het enige Hoofd. Als wij zo als gemeente - met vreze en beven - onze plaats innemen binnen het geheel van de verenigde kerk, verklaren wij ons gebonden te weten aan de gereformeerde belijdenis. Met Gods hulp zullen wij weerspreken en weren al wat met dit belijden in strijd is. Bij de inrichting van het leven der gemeente zullen wij ons houden aan de instellingen die met deze belijdenis overeenstemmen. In de gemeente zal de nodiging tot het Heilig Avondmaal en de roeping tot het ambt uitgaan naar hen die tot de openbare belijdenis van het geloof zijn gekomen. In de gemeente zal geen andere levensverbintenis worden ingezegend dan een huwelijk van man en vrouw dat wettig voor de overheid is gesloten. Omdat wij ons schuldig weten onze gaven 'ten nutte en ter zaligheid der andere lidmaten gewillig en met vreugde aan te wenden' (antw. 55 Heid. Cat.) zullen wij de kerk en elkaar blijven oproepen om - in overeenstemming met de gereformeerde belijdenisgeschriften van de kerk - de weg van gehoorzaamheid aan God en Zijn Woord te gaan. De kerkenraad van de hervormde gemeente te …………………….
39
Beleidsplan 2011-2012 | Nieuwe Kerk Noord | Ermelo
Bijlage | Over DOOP en OVERDOOP | Van kind tot kind
In de Bijbel heeft God Zich bekendgemaakt als de God van het verbond. De pasgeboren jongetjes krijgen het teken van Gods verbond. We lezen dat in Genesis 17. Vader Abraham moet zijn zoontje op de achtste dag besnijden. De besnijdenis geldt als teken van het verbond dat de HEERE heeft opgericht bij Abraham. En Zijn verbond loopt door van kind tot kind. De Joden hebben Abraham als hun hooggeachte voorvader. En de God van Abraham is ook hun God. We lezen in het Oude Testament dat de kinderen van Abraham kunnen zondigen tegen het verbond van God, bijvoorbeeld door andere goden na te lopen. Wat gebeurt? De HEERE roept ze terug. Hoe roept Hij? Als hun God en Vader: “Keert weder, gij afkerige kinderen! Ik zal uw afkeringen genezen.” En wat krijgt Hij dan als antwoord? “Zie, hier zijn wij, wij komen tot U, want Gij zijt de HEERE, onze God!”(zie Jeremia 3:22) Wat zo uniek is van het verbond dat de HEERE de Eerste en de Laatste is. Wie heeft het al ontdekt? Dan hebben we God niet zelf gezocht. Dan is Hij naar ons toe gekomen, en dan steunt het helemaal op Hem. Voordat we ooit aan Hem hebben gedacht, heeft Hij aan ons gedacht. “Hij gedenkt aan Zijn verbond tot in de eeuwigheid.” (Psalm 105:8) Tot onze diepe verwondering. Een kind van God Het grote Kind van God, de Heere Jezus, heeft ook ontvangen het teken van Gods verbond. Hij is besneden, omdat Hij geboren was uit Maria, een jonge vrouw uit het Joodse volk. (Lukas 2:21). Nadat de Heere Jezus Zijn leven en Zijn bloed gegeven had als “het Lam van God, Dat de zonde der wereld wegneemt” (Johannes 1:29) en na Zijn opstanding (waaruit naar voren kwam dat God de Vader de verzoening door het bloed van Zijn Zoon voldoende vond en waaruit blijkt dat het eeuwige leven weer open ligt voor een ieder die in Hem gelooft !), toen heeft Hij Zijn apostelen er op uitgestuurd om van het Evangelie van Jezus Christus te verkondigen tot bekering en geloof (Lukas 24:47), om te dopen (Mattheüs 28:19) en om het avondmaal te vieren (Lukas 22:14-23 / 1 Korinthe 11:17-34). Daarom hebben we als gemeente van Christus in hoge achting: de verkondiging van Gods Woord (met name Jezus Christus, de Gekruisigde / zie 1 Korinthe 2:2) en de door Christus ingestelde sacramenten (doop en heilig avondmaal). De God van Abraham is Dezelfde als de God en Vader van onze Heere Jezus Christus. De gemeente van Christus heeft het doopwater als het teken van Gods verbond. De doop is er voor jongens en meisjes. Kinderen die geboren worden uit gedoopte ouders zijn voor de HEERE tegelijkertijd ook kinderen van Hem. Dat is een wonder. Daar zit ook een roeping in. Door het water van de doop wordt een verbondskind opgeroepen om gehoorzaam en dankbaar te leven aan de hand van Gods geboden en van Gods beloften. Dat kan enkel en alleen door Jezus Christus. Er wordt geloof gevraagd! De Heilige Geest van God wil ons geloof en hoop en liefde geven. Alles uit genade. In de kinderdoop wordt het zaligmakende werk God de Vader, God de Zoon en God de Heilige Geest Persoonlijk toegezegd aan ons en onze kinderen. Wordt dat zo beleefd, en wordt er mee geleefd? Dat moeten we ons afvragen als gemeente van Christus te Ermelo. Om kind te zijn van God, leeft dat wel in ons hart? En leeft dat wel in de praktijk van elke dag? Hoe nodig om te vragen aan de HEERE God: Kom dichterbij! Zoals dat ook gevraagd werd in Jesaja 63:15 en 16 met deze woorden: “Zie van de hemel af, en aanschouw van Uw heilige en Uw heerlijke woning; waar zijn Uw ijver en Uw mogendheden, het gerommel van Uw ingewand en van Uw barmhartigheden? Zij houden zich tegen mij in. Gij zijt toch onze 40
Beleidsplan 2011-2012 | Nieuwe Kerk Noord | Ermelo
Vader, want Abraham weet van ons niet, en Israël kent ons niet; Gij, o HEERE! zijt onze Vader, onze Verlosser van ouds af is Uw Naam.” Wie mist Hem zo, als God en Vader? Als de HEERE God Zijn kind hoort roepen, zal Hij dan niet horen? Als een kind van Hem om Vader roept, dan hoort Hij het zeker! Hoe het kan? Om Jezus’ wil. Geadopteerd Als iemand vroeger als kind niet gedoopt is en later in contact komt met het christelijk geloof kan hij of zij in het midden van de christelijke gemeente geloofsbelijdenis doen, gedoopt worden (als gelovige) en ook deelnemen aan het heilig avondmaal. Dat heb je in een zendingssituatie (Handelingen 8:26-40). Heeft zo iemand jonge kinderen, dan kunnen ook de kinderen alsnog gedoopt worden met de kinderdoop, zoals gebeurde bij Lydia (Handelingen 16:15) en bij de gevangenbewaarder in Filippi (Handelingen 16:33). Wat de reikwijdte van het verbond betreft: het personeel van Abraham werd eertijds ook besneden (Genesis 17:12-14). Om het heel dichtbij te brengen: denk maar aan adoptie. Geadopteerde kinderen kunnen gedoopt worden, als hun ‘nieuwe’ ouders opgenomen zijn in Gods verbond. Zó-veel ruimte is bij onze God. Dat was al zo ten tijde van het Oude Testament: “Wendt u naar Mij toe, wordt behouden, alle gij einden der aarde!”(Jesaja 45:22) Dat is niet minder sinds de komst van Jezus Christus in de wereld. Mensen, waar vandaan dan ook, ze zijn van harte welkom! Geloofsbelijdenis Als de betekenis van de kinderdoop tot je doordringt in de omgang met Gods Woord en door het werk van God de Heilige Geest, en als je mag geloven dat de HEERE ook jouw God en Vader is, dan mag je daar in staan van dag tot dag. Wie heeft er voor-in de kerk gestaan om openbare geloofsbelijdenis te doen? Was dat een duidelijke keuze? Laat het toch een feit geweest zijn om bekend te maken: “God heeft eerst voor mij gekozen. Uit genade kies ik nu voor Hem.” Het ja-woord is een woord van overgave om daadwerkelijk te willen leven als een kind van God. Hoe gaat het er mee? Het heilig avondmaal, dat hebben we gekregen van de Heere Jezus om versterkt te worden in geloof en hoop en liefde, voor je zelf en samen met anderen. Waardevol. De kerkdienst blijft voor een gelovige belangrijk, elke week. Het onderwijs, vermaning en vertroosting, het gebed, het medeleven met een ander, blijdschap voor Gods aangezicht, de zegen. Wat een goede gaven allemaal! Ook in de huisgodsdienst kun je er volop mee bezig zijn. “HEER’, ai, maak mij Uwe wegen, door Uw Woord en Geest bekend!” (Psalm 25 vers 2) Overdoop en Heilig Avondmaal Het is gebeurd, dat broeders en zusters van de gemeente, een extra teken van hun band met God hebben gezocht in de overdoop. Ze waren eerst als kind al gedoopt en zijn nu nog een keer gedoopt. Voor sommigen van hen is de overdoop (of de volwassendoop) pas echt de doop die volgens Gods Woord bedoeld wordt. En als je zo denkt, dan heeft de kinderdoop geen enkele waarde. Iemand die zich buiten de Hervormde Gemeente laat overdopen, kan meteen ook afstand nemen van de gemeente en zich uit laten schrijven. Maar het komt voor dat overgedoopte gemeenteleden wel nog de kerkdiensten bezoeken en contacten hebben in de Nieuwe Kerk. Hoe dan een doopdienst meemaken voor kleine kinderen van de gelovigen? Hoe beleef je dan de prediking over God, Die een Verbondsgod is ? Hoe ga je dan het avondmaal vieren? Juist ten aanzien van het heilig avondmaal zijn er in de gemeente doopleden en lidmaten die er moeite mee hebben als overdopers plaats nemen aan de tafel van het nieuwe verbond. Wat men zich dan afvraagt: Hoe kun je als broeders en zusters aan de avondmaalstafel zitten, als er een verschil van mening is over zo’n gewichtig onderdeel 41
Beleidsplan 2011-2012 | Nieuwe Kerk Noord | Ermelo
van het leven in een verbondsgemeente? Aan de kerkenraad wordt gevraagd om met een standpunt naar buiten te komen. Moeten we de overdopers weren van het heilig avondmaal? Begrijpelijk deze vraag. Hoe je er met elkaar mee om moet gaan, dat is niet zo eenvoudig. Luisteren naar elkaar Binnen de gemeente moet het heel goed mogelijk zijn om anderen te benaderen. Op een afstand kun je zeggen: “Daar ben ik het niet mee eens!” Veel beter is het om eerst eens rustig naar het verhaal te luisteren. Moeite met de overdoop? Ga naar de overdopers toe, en laat ze er over vertellen. En daarna kun je er verder over denken, en je gaat voor mensen bidden en je gaat ook zelf de Bijbel er op naslaan en je wilt er over lezen en je wordt ertoe gedrongen om te onderzoeken wat de kinderdoop voor je betekent. Ga er serieus mee om. Belangrijk voor jezelf en voor een ander! Mannenbroeders van de kerkenraad zijn ook in gesprek met overdopers. Dieper ingaan op de kinderdoop en dieper ingaan op de overdoop, dat is van groot belang.
WELKE BEZWAREN ZIJN ER BIJ DE OVERDOPERS TEGEN DE KINDERDOOP eerste bezwaar: “Ik kan in de Bijbel geen tekst vinden waarin staat dat kleine kinderen van de gemeente gedoopt moeten worden.” Klopt. Trouwens er staat ook niet dat kinderdoop verboden is. Zo’n manier van Bijbel lezen, kijkt naar losse Bijbelteksten. Men vergeet de hoofdlijn. Vaak vergeet men ook de lijn van Oude Testament naar Nieuwe Testament. Het is onmogelijk dat de HEERE God na Jezus Christus de kleine kinderen zou buiten sluiten, terwijl Hij ze ten tijde van het Oude Testament altijd heeft binnengesloten. tweede bezwaar: “Dat mensen door de doop een kind van God zijn, daar leven de gedoopte mensen helemaal niet mee.” Klopt. We kunnen daar verdriet van hebben. Juist de doop roept mensen heel persoonlijk op tot een nieuwe gehoorzaamheid, namelijk om de HEERE aan te hangen, te vertrouwen en lief te hebben. Niet bij iedereen komt dat zo openlijk naar voren. Soms ontbreekt het helemaal. Wat erg. Dan lijkt het net alsof de doop maar weinig inhoud heeft. De oproep tot bekering en geloof is dringend nodig in het midden van een verbondsgemeente! derde bezwaar: “Je ziet ouders die bijna nooit in de kerk komen, en dan toch hun kindje laten dopen…” Klopt. We zullen rondom een doopdienst de ouders er op aanspreken, dat er bezinning nodig is en dat ze de verantwoordelijkheid op zich nemen om hun kind zo duidelijk mogelijk een christelijke opvoeding te geven. Maar aan de andere kant: het is juist bij de kinderdoop, dat God iets doet. Het hangt niet van onze inzet af. De HEERE God belooft Persoonlijk aan een kind dat Hij hun God en Vader zijn wil. Als ouders hun kind graag brengen bij deze onze God, wie zal ze dan tegenhouden? Het is een genadeverbond en niet een prestatieverbond. vierde bezwaar: “Volgens de Bijbel is er geloof nodig. Dat moet ook bij ons voorop gaan.”
42
Beleidsplan 2011-2012 | Nieuwe Kerk Noord | Ermelo
Dat er geloof nodig is, dat klopt, maar dat het voorop gaat, dat klopt niet. Besnijdenis en kinderdoop laten juist zien dat God begint en dat Hij bij het ouder worden om geloof vraagt. Maar vóórdat wij geloofsbelijdenis doen, werkt Hij al het geloof in onze harten, soms als kinderen nog heel jong zijn. Dat is de vrijheid van Gods Geest. Kortom: de HEERE zit niet afwachtend op ons ja-woord te wachten. Hij is al Zijn kinderen al vóór! Voordat ze zelf naar Hem gaan vragen, heeft Hij al gezegd: “Zie, hier ben Ik!” De weg van het verbond loopt via de kinderdoop en via catechisatie en via openbare geloofsbelijdenis naar het heilig avondmaal. Dat gaat niet allemaal vanzelf zo. Onderweg doet God de Heilige Geest Zijn werk. Gelukkig als de HEERE zo wil werken. God, Hij zorgt er Zelf voor dat er gelovige mensen zijn in de gemeente. Ook bij ons! CONCLUSIE We nemen de bezwaren serieus. We kunnen ze weerleggen. Tegelijkertijd krijgen we als gemeente een aansporing om ook helder te belijden welke waarde de kinderdoop voor ons heeft. Dat zal ook meedoen in de zekerheid van het geloof. Dat zal ook meedoen in de troost en in de blijdschap, in vrijmoedigheid naar anderen toe en in de verheerlijking van God.
WAAROM WE MOEITE HEBBEN MET DE OVERDOOP eerste moeite: In het Oude Testament vergadert de HEERE God een volk om Zich heen: een volk van oud en jong. Door de geboorte van kinderen heen neemt ook Gods volk in aantal toe. Zo groeit dat. Als iemand zich over laat dopen ergens buiten de verbondsgemeente, dan kan het er op lijken dat hij of zij zich los maakt van de verbondsgemeente. Gelukkig dat het water van de overdoop het water van de kinderdoop niet afwast, maar een overdoper loochent (meer of minder) dat wat God beloofd heeft toen hij of zij als kind gedoopt is. Het gevaar dreigt dat je samen met andere overdopers een gemeente gaat vormen van losse individuele gelovigen. Zo heeft de HEERE God het nooit bedoeld. tweede moeite: Bij overdoop door onderdompeling kan iemand het aan den lijve ondervinden dat hij of zij begraven is met Christus en ook opgestaan met Christus (Romeinen 6:4). Dan heb je een bijzondere ervaring. Daarmee wordt de doop gebruikt om uitdrukking te geven aan je nieuwe gehoorzaamheid naar God toe, om van harte in Zijn wegen te wandelen. Echter: als je tot geloof komt, mag je terugkijken naar de God van het verbond en naar het teken van Zijn verbond met jou, want bij de kinderdoop is al uitgebeeld dat je met Christus de dood inging en dat je in Hem het nieuwe leven kreeg. Je hoeft dus zelf geen extra teken te zoeken. Beter is het om te vragen aan de Heilige Geest of je de betekenis mag ondervinden van het teken wat je eerder al gekregen hebt. derde moeite: De eeuwen door in onze kerkgeschiedenis zijn er overdopers geweest (bijvoorbeeld de Wederdopers in de zestiende eeuw). Daar is op gereageerd. We vinden dat ook terug in de belijdenisgeschriften van de Protestantse Kerk in Nederland (zie o.a. artikel 34 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis). Ten tijde van de Reformatie heeft ons voorgeslacht, verlicht door de Heilige Geest en door het lezen van de Heilige Schrift, niet alleen gebroken met de dwalingen die er waren in de Rooms-Katholieke Kerk, maar ook gestreden tegen de 43
Beleidsplan 2011-2012 | Nieuwe Kerk Noord | Ermelo
Wederdopers. Het is enigszins hoogmoedig om bij jezelf te geloven dat de Heilige Geest vandaag aan jou het inzicht zou geven dat de kinderdoop verkeerd is, terwijl het dopen van kinderen juist begon meteen al toen de Heilige Geest in de gemeente van Christus kwam wonen (Handelingen 2). vierde moeite: Een andere opvatting over de doop wordt vaak gevolgd door nog een volgende opvatting die afwijkt van de gereformeerde traditie. Soms ziet men meer heil in charismatische leiders dan in de ambten zoals we onder ons gewend zijn. Men kan een nieuwe visie krijgen op Israël als men het Oude Testament wat anders belicht. Over het hoe en wat bij de wederkomst van Jezus Christus kunnen de meningen nogal eens sterk uiteenlopen; niemand heeft hiervan een draaiboek. Ook is mogelijk dat men te optimistisch over de mens denkt. Dat zie je dan in hun manier van leven (met tendensen van werkheiligheid en perfectionisme) en in de wijze waarop men evangeliseert (met alle nadruk op de mensen die moeten kiezen, alsof ze een vrije wil hebben om een goede keuze te kunnen doen). Het dreigt zo meer en meer dat er te veel ruimte is voor eigen ideeën. In gesprekken met de overdopers kun je het meemaken, dat men zegt: “Zo heeft de Heilige Geest het mij geopenbaard. Punt uit.” Heel subjectief. In zo’n geval, dan is zo iemand niet meer vatbaar voor enige uitleg of toelichting van onze kant. Heel moeilijk. CONCLUSIE Omdat de bediening van Gods Woord, met daarbij de bediening van de sacramenten die de Heere Jezus Christus Zelf heeft ingesteld, zo fundamenteel is voor ons gemeenteleven, daarom kunnen we niet toelaten dat de kinderdoop veronachtzaamd wordt. Er is gesproken met de overdopers over tucht. Ze mogen geen ambt bekleden, geen catechisatie geven of een bijbelkring leiden. Overdopers die graag actief zijn voor de Nieuwe Kerk worden duidelijk beperkt in hun mogelijkheden. Wij, als mannenbroeders van de kerkenraad, voelen dat best wel. Het is niet makkelijk. Wat betreft de viering van het heilig avondmaal willen we de broeders en zusters die zich hebben laten overdopen (nog) niet weigeren. Dringend klemt de vraag of ze zichzelf nog wel één weten met onze gemeente. Zie Efeze 4:3-6. Hoe ligt het? Om na te gaan met aandacht. Het is onze pastorale zorg om zo lang mogelijk met hen in gesprek te blijven, ziende op de God van het verbond, van Wie we zingen in Psalm 25 vers 4: “’s HEEREN goedheid kent geen palen. God is recht, dus zal Hij door onderwijzing hen, die dwalen, brengen in het rechte spoor.” Ze horen er bij. We dragen zorg voor hen. Het zijn ook kinderen van het verbond. De tucht hanteren we met vaderlijke liefde. Als er propaganda wordt gemaakt voor de overdoop of onrust wordt veroorzaakt onder onze gemeenteleden, dan moeten we strenger optreden. Heel de gemeente roepen we op om ernst te maken met de wekelijkse prediking, de heilige doop en het heilig avondmaal. Laat er veel gebed zijn voor de overdopers in ons midden en voor alle anderen die moeite hebben (gekregen) met de kinderdoop.
Ermelo, maandag 15 oktober 2007
W. van den Born Joz.A. de Koeijer
44
Beleidsplan 2011-2012 | Nieuwe Kerk Noord | Ermelo
Tot slot Voor iemand die nog wat wil lezen over doop en overdoop noemen we drie boekjes: Dr. C. Graafland Volwassendoop, kinderdoop, herdoop Ds. A.J. Mensink Genade als erfgoed Dr. W. van ’t Spijker Doop in plaats van besnijdenis
Overdoopconclusies Conclusies van de gezamenlijke consistorievergadering van de wijken Nieuwe Kerk Noord en Nieuwe Kerk Zuid, Leuvenum en Staverden op 16 april 2008 in Het Venster. 1.
2.
3.
4.
5.
6.
Hoewel in een consistorievergadering geen besluiten genomen kunnen worden, wordt afgesproken dat ten aanzien van de vieringen van het Heilig Avondmaal in de Nieuwe Kerk door beide kerkenraden een zelfde standpunt ingenomen moet worden. De notitie “over DOOP en OVERDOOP” d.d. 15 oktober 2007 van de predikanten W. van den Born en Joz. A. de Koeijer wordt door de gezamenlijke vergadering onderschreven. Wanneer zich meer gevallen van overdoop voordoen, zal dezelfde lijn gevolgd worden als tot nu toe, hetgeen inhoudt dat betrokkene door de sectie-ouderling verzocht wordt voorlopig niet aan het Heilig Avondmaal deel te nemen (de vergadering voelt niets voor het noemen van een bepaalde periode). Bovendien zal medegedeeld worden dat betrokkenen ook geen leidinggevende taken in de gemeente kunnen vervullen, bijvoorbeeld met leiding geven aan een bijbelkring, als catecheet of ambtsdrager. Vanuit de pastorale zorg vindt er een bezinning plaats met betrokkene over doop en overdoop. Daarna kan eventueel gemeld worden dat het nu hun eigen verantwoordelijkheid is om al dan niet aan Heilig Avondmaal deel te nemen. Wanneer overdopers onrust in de gemeente veroorzaken - bij voorbeeld door het actief werven voor de overdoop -, zal daartegen opgetreden worden. Zonodig zal (dringender dan de eerste keer!) verzocht worden voorlopig niet aan het Heilig Avondmaal deel te nemen. Het formulier spreekt om degene ernstig te vermanen. Pastorale tucht (tucht = erbij halen) uitoefenen. D.m.v. het bezoeken (door ouderlingen / predikanten) de ‘overdopers’ overtuigen geen onrust te veroorzaken in de gemeente. Zie avondmaalsformulier. Beide predikanten zullen samen met enkele leden van beide kerkenraden een document maken, dat voor gemeenteleden bestemd is. Om de gemeente hierover te informeren wordt gedacht aan een stukje in het kerkblad onder het kopje Nieuwe Kerk algemeen waarin gemeld wordt dat wanneer men belangstelling heeft voor het beleid van de kerkenraden ten aanzien van overdopers dat document via de wijkouderling verkrijgbaar is.
Tenslotte een opmerking over het niet laten dopen van kinderen : Er is een onderscheid tussen kinder- en/of volwassendoop en het overdopen. Ouders die hun kindje niet willen (laten) dopen pastoraal begeleiden. Er wordt geen passage over deze materie (kinder- / volwassendoop) opgenomen in deze notitie. 45
Beleidsplan 2011-2012 | Nieuwe Kerk Noord | Ermelo
Bijlage | Handoplegging
Wie de Bijbel raadpleegt op het punt van handoplegging komt tot de ontdekking dat dit herhaaldelijk, in verschillende verbanden, voorkomt. Een kort overzicht. 1. In het Oude Testament wordt de handoplegging vooral gepraktiseerd bij de offerhandeling. Heel vaak wordt deze ceremonie vermeld in samenhang met de priesterwijding. In Exodus 29 wordt gesproken over de aanstelling van Aäron en zijn zonen tot priesters en Levieten. In één adem wordt er in dit hoofdstuk aan toegevoegd, dat deze dienstknechten van God hun handen zullen leggen op de kop van het offerdier. ( Exodus 29: 10, 15 en 19). Zowel voor het brandoffer ( Leviticus 1: 4) als bij het dankoffer (Leviticus 3: 2, 8 en13) en het zondoffer (Leviticus 4: 4, 15, 24, 29 en 33) was de handoplegging als verplicht ritueel voorgeschreven. Tijdens de grote verzoendag moest de hogepriester na belijdenis van zonden, zijn beide handen op de kop van de 'zondebok' leggen (Leviticus 16: 21). 2. De handoplegging als gebaar van zegening komen we zowel in het Oude Testament als in het Nieuwe Testament regelmatig tegen. We herinneren ons de oude aartsvader Jacob die zijn kleinzoons Efraïm en Manasse zegent terwijl hij zijn handen kruiselings op hun hoofd legt (Genesis 48: 14). Ook van de Heere Jezus wordt verteld dat Hij de kinderen zegende die tot Hem gebracht werden (Markus 10: 16) en de discipelen toen Hij opvoer vanaf de Olijfberg (Lukas 24:50) 3. Het Oude- en Nieuwe Testament hebben eveneens gemeenschappelijk de handoplegging wanneer mensen door God in dienst worden genomen. We kunnen denken aan de Levieten, wanneer zij geroepen worden tot hun plaatsvervangende dienst voor Israël (Numeri 8: 10) en aan Jozua die wordt aangewezen tot opvolger van Mozes (Deuteronomium 34: 9). Ook bij de aanstelling van de zeven armenverzorgers in de eerste christengemeente van Jeruzalem (Handelingen 6: 6) en bij de uitzending van Paulus en Barnabas voor het zendingswerk, is er sprake van deze ceremonie (Handelingen 13:3). In 1 Timotheus 5: 22a wordt melding gemaakt van de oplegging der handen, dit keer in verband met het aanstellen van ouderlingen. De apostel waarschuwt ervoor om niet lichtvaardig te werk te gaan en niemand te haastig de handen op te leggen. 4. Vooral in de Handelingen der Apostelen komen we de handoplegging tegen in relatie tot de doop. We horen daar meer over in Handelingen 8: 14-17 en in Handelingen19: 1-7. In beide gedeelten vindt de handoplegging plaats na de doop en wordt ze verbonden met het ontvangen van de Heilige Geest; ‘toen legden zij hun de handen op en zij ontvingen de Heilige Geest’. 5. In de pastorale brieven wordt gesproken over de handoplegging om daarmee bijzondere geestelijke gaven mee te delen. Paulus schrijft aan zijn geestelijke zoon Timótheüs dat hij niet moet verzuimen de gave die in hem is, die hij ontvangen door de profetie, met oplegging der handen van het ouderlingschap (1 Timotheus 4:14). Ook wordt Timotheus aangespoord om de gave Gods die in hem is op te wekken; ‘de gave die hij ontving bij de oplegging der handen door de apostel zelf’ (2 Timotheus 1: 6).
46
Beleidsplan 2011-2012 | Nieuwe Kerk Noord | Ermelo
6.
Handoplegging ter genezing van zieken komen we regelmatig tegen in het Nieuwe Testament Zie bij het dochtertje van Jairus (Markus 5: 23), de doofstomme (Markus 7: 32), de blinde te Bethsaida (Markus 8: 23 en 25).In Nazareth botste Jezus op een muur van ongeloof waardoor Hij slechts weinig zieken de handen op kon leggen en hen genezen (Markus 6: 5) De handoplegging met het oog op de genezing der zieken hoorde wezenlijk bij de taak en de roeping van de discipelen, toen zij de wereld werden ingezonden (Markus 16: 18). Samenvattend kunnen we zeggen dat de handoplegging in verschillende betekenissen wordt vermeld: · voor het overdragen van schuld; · voor het meedelen van Gods zegen; · voor de wijding tot Gods dienst; · voor de mededeling van de krachten en gaven van de Heilige Geest. Met het oog op het bovenstaande kennen wij de handoplegging met de zegen in de volgende diensten: · bij de inzegening van het huwelijk; · bij het afleggen van de openbare belijdenis; · bij de (her-)bevestiging in het ambt.
47
Beleidsplan 2011-2012 | Nieuwe Kerk Noord | Ermelo
BIJLAGE | Huwelijk en samenwonen
Bijbels zicht op het huwelijk: Als gemeente van Christus geloven we dat God iedere man zijn eigen vrouw en iedere vrouw haar eigen man “als met Zijn hand toebrengt”. (Markus 10:2-12, 1 Korinthe 7). Een Christen belijdt dat de basis van het huwelijk de Heere Zelf is. (Efeze 5:22-33) Zelfs, en juist wanneer, de liefde en het vertrouwen weg zijn, blijft Zijn opdracht tot trouw aan de van Hem gekregen partner. (Mattheüs 5:32) Als gehuwden hebben we de opdracht elkaar door dit leven heen te leiden. Het is de roeping van de gemeente om ook hier zichtbaar te maken wat een heilige levenswandel is (zie o.a. de brieven van Petrus). Het christelijke huwelijk heeft, in het laten zien wat een relatie in trouw en liefde inhoudt, ook een missionaire kant. Het huwelijk is gefundeerd in de schepping, als ordening van God. De mens is geschapen als man of vrouw, ieder in zijn eigenheid, niet gelijk maar wel gelijkwaardig, ieder met een eigen verantwoordelijkheid maar niet de één meer dan de ander. Het bijbelse patroon in de schepping is één man en één vrouw, die gezamenlijk hebben te leven voor Gods aangezicht om Hem te dienen, in een open communicatie. Niet alleen in Gods geboden, maar al in de schepping is dus zichtbaar wat Gods bedoeling is. De zondeval heeft het zicht hierop wel verstoord, maar dat doet niet af aan het feit dat het bijbelse huwelijk in de schepping gefundeerd is. Na de zondeval is echter alleen door Gods genade een huwelijksleven op de door Hem bedoelde wijze mogelijk. In het Nieuwe Testament (Efeze 5) wordt ditzelfde gegeven nog verdiept door het laten zien van het huwelijk als afschaduwing van de verhouding tussen Christus en Zijn gemeente. De gezagsverhouding in de man-vrouwrelatie is een liefdesverhouding. Man en vrouw zijn geroepen elkaar onderdanig te zijn in de vreze des Heeren. De man als hoofd heeft de leiding te nemen in het liefdevolle zorgen, niet in het heersen maar in het dienen: zoals Christus in het midden van Zijn gemeente is als Eén Die dient. Duidelijk vanuit de Schrift is dat het monogame huwelijk, de verbintenis tussen één man en één vrouw, Gods instelling is vanaf de schepping. In dat kader mag de seksualiteit als scheppingsgegeven en –gave tot zijn recht komen. Het huwelijk is een verbond van liefde en trouw, waarbij de trouw het fundament is. Belangrijk is ook dat in de Schrift het huwelijk een openbare zaak is, die zowel ouders en familie als overheid en maatschappij aangaat. We zijn ook blij als een aanstaand echtpaar (dat wil zeggen man en vrouw) hun huwelijk wil laten inzegenen. Het verblijdt ons als de zegen des HEEREN gevraagd wordt over het huwelijksleven. Als er verder geen belemmeringen zijn, dan wil de kerkenraad alle medewerking daaraan verlenen. Wat een belemmering kan zijn. In het voorgaande is het samenwonen van niet met elkaar gehuwden in een intieme relatie niet volgens God Woord. Mocht vanuit een dergelijke situatie de vraag komen om een huwelijk kerkelijk te bevestigen, dan kan dat als regel niet. Dit wordt op pastorale wijze doorgesproken met degenen die een huwelijksbevestiging aanvragen. Hopelijk mogen de 48
Beleidsplan 2011-2012 | Nieuwe Kerk Noord | Ermelo
samenwonenden inzien waarom de kerkenraad hun levenswijze afwijst. Als God berouw geeft, mag er ook vergeving zijn! In de Protestantse Kerk in Nederland bestaat de mogelijkheid om andere relaties (man –man of vrouw-vrouw) dan het bijbelse huwelijk te zegenen. De kerkenraad neemt hier afstand van en zal een dergelijke mogelijkheid – die wordt beoordeeld als in strijd met de bijbelse normen – niet in de eigen gemeente toelaten. Hierbij zij wel opgemerkt, dat er binnen onze gemeente ruimte en pastorale aandacht moet zijn voor allen die met bovengenoemde zaken worstelen. Als Christelijke gemeente weten we ons allemaal zondaren, die van vergeving moeten leven.
Artikel 5 lid 2 van de kerkorde PKN De ambtsdragers zijn gemeenschappelijk verantwoordelijk voor de opbouw van de gemeente in de wereld door zorg te dragen voor de dienst van Woord en sacramenten, de missionaire, diaconale en pastorale arbeid, de geestelijke vorming, het opzicht, het rentmeesterschap over de vermogensrechtelijke aangelegenheden en andere arbeid tot opbouw van de gemeente. Ordinantie 5 artikel 3 van de kerkorde PKN Lid 1: De inzegening van een huwelijk van man en vrouw als een verbond van liefde en trouw voor Gods Aangezicht geschiedt in een kerkdienst. Lid 8: Alleen een naar burgerlijke wet tot stand gekomen huwelijk kan worden ingezegend. Vastgesteld in de kerkenraadsvergadering van 17 september 2009. de scriba, de preses, J. Pap ds. W. van den Born
49
Beleidsplan 2011-2012 | Nieuwe Kerk Noord | Ermelo
BIJLAGE | Huwelijk en echtscheiding ~ Bijbelse notities 31 maart 2010
PROBLEEMSTELLING Huwelijk en echtscheiding Belangrijk om als kerkenraad voor ogen te hebben wat de Bijbel zegt over huwelijk en echtscheiding. Ook nodig om te onderzoeken hoe we er over denken als iemand gescheiden is en wil gaan trouwen met een ander. Wanneer wel en wanneer niet geoorloofd? Verder nog de vraag, wat we vertellen aan een broeder of zuster van de gemeente die wil gaan trouwen met iemand die gescheiden is. Totdat de dood ons scheidt Hoe vaak heeft het geklonken bij het ja-woord van pasgetrouwde mensen in een kerkdienst voor Gods aangezicht: “totdat de dood ons scheidt”. Het samen-zijn van deze man met deze vrouw en omgekeerd (van deze vrouw met deze man), dat geldt voor levenslang. Hoe lang? Zijn ze straks 40 jaar getrouwd of 50 jaar getrouwd? Wie blijft er straks alleen? De man als weduwnaar? De vrouw als weduwe? Wie sterft als eerste van de twee? Een werkelijkheid om aan te denken. Heel aangrijpend! Soms een huwelijk, dat na korte tijd doorkruist wordt door de dood. Wie denkt er aan? Echtscheiding Het kan gebeuren, dat een huwelijk wordt ontbonden, voordat een van beiden komt te overlijden. Als we de kerkgeschiedenis een beetje doorkijken, zijn er twee situaties, waarin echtscheiding eventueel mogelijk is: bij overspel en bij moedwillige verlating. Vanuit de Bijbel gezien, dan blijft het altijd tegen Gods wil. Zie Genesis 2:18-25. Maar dat het toch gebeuren kon, daar werd ook Jezus, toen Hij hier op aarde rond liep, mee geconfronteerd, maar tegelijkertijd was Hij het, Die toen zei, dat het in de scheppingsorde niet zo was bedoeld (Mattheüs 19:1-12). Hij voegde er aan toe: “Hetgeen dan God samengevoegd heeft, scheide de mens niet.” (:6) Er kunnen moeilijke situaties ontstaan. Met moeite en verdriet. We hebben daar als kerkenraad mee te maken. Pastorale zorg Iets van verwijdering in het huwelijk, dat was er al meteen bij Adam en Eva na de zondeval (Genesis 3:12). Wat een verstoring. Dat het niet meer altijd goed is van ons uit naar God toe en tussen mensen onderling. Wat een bederf. Bedorven. Overal doorheen. We worden in Gods Woord gewaarschuwd voor de zonde. God de Heilige Geest maakt ons bedroefd erover, en de HEERE laat ons horen van vergeving. We kunnen in berouw tot God gaan. Inkeer, terugkeer mogelijk. Hoopvol. Alles uit genade. Hoe vangen we iemand op die ‘gescheiden’ is? Hoe vangen we iemand op die ‘verlaten’ is? Pastorale zorg nodig. Eerlijk en persoonlijk. Kan er weer plaats zijn aan de tafel van het Heilig Avondmaal? Wat kan er nog hersteld worden in het verbroken huwelijk? Heel veel vragen. Zijn er kinderen bij betrokken? Wie zal voor de kinderen zorgen? Is er pastorale zorg voor kinderen? Samen zoeken we de hulp van onze HEERE God. Zijn trouw en Zijn betrouwbaarheid krijgen extra waarde. Eeuwige liefde is bij Hem. “Want bergen zullen wijken, en heuvels wankelen, maar Mijn 50
Beleidsplan 2011-2012 | Nieuwe Kerk Noord | Ermelo
goedertierenheid zal van u niet wijken, en het verbond van Mijn vrede zal niet wankelen, zegt de HEERE, uw Ontfermer.” (Jesaja 54:10) Een gebed rijst op: “Ontferm U, Heer!” Is deze God ook onze God? Bij Hem een nieuw begin! Voor ons als kerkenraad de leiding van Gods Geest onmisbaar. Wat zegt God in Zijn Woord? Een vraag voor ons. En hopelijk ook een vraag in de gemeente: Wat zegt God in Zijn Woord?
HOERERIJ OF OVERSPEL | als eerste oorzaak van echtscheiding Extra uitleg bij Mattheüs 19 I Wat er ter sprake komt Is het een mens geoorloofd zijn vrouw te verlaten om allerlei oorzaak? (:4) Dat was een vraag. De Heere Jezus reageert erop door te zeggen, dat echtscheiding niet geoorloofd is. En dan de volgende vraag: Waarom heeft dan Mozes geboden een scheidbrief te geven en haar te verlaten? (:7) Antwoord: Mozes heeft vanwege de hardigheid van uw harten u toegelaten uw vrouwen te verlaten, maar van den beginne is het alzo niet geweest. (:8) De Heere Jezus voegde er aan toe, dat alleen hoererij/overspel eventueel een legitieme reden is om te gaan scheiden (:9). II De uitdrukking “om allerlei oorzaak” A Deut. 24:1-4 noemt “iets schandelijks” bij een vrouw, en dat ze geen genade vindt in de ogen van haar echtgenoot. Het woordje “schandelijk” heeft te maken met naaktheid, geslachtsdelen en uitwerpselen. Dat is toen geen overspel geweest en daarom stond er ook geen doodstraf op. Aan haar kan dan een scheidbrief gegeven worden (!) Dat is geen gebod geweest van Mozes; hij heeft het toegestaan. Let er op: dat Jezus het woord “geboden” niet overneemt, maar liever gebruik maakt van het woord “toegelaten” (:7/:8). Waarom toegelaten? Vanwege de hardigheid van uw harten. Dat wil zeggen: omdat iemand doorgaat met het schandelijke, daarmee niet wil breken en er ook geen berouw van heeft. Daarom dan een scheidbrief mogelijk. B Exodus 21:7-11 heeft het over drie verplichtingen waar de man voor zorgen moet: eten, kleding en echtelijke gemeenschap. Als hij haar dat niet geeft, dan mag ze van hem scheiden. Deze drie worden ook aangeduid in 1 Korinthe 7:32-34 en in Efeze 5:28-31. Ten tijde van de Heere Jezus was er ook een stroming van de Rabbijnen, die van mening was dat een echtgenoot z’n vrouw kon wegsturen als ze niet goed gekookt had, gepraat had met een andere man of hem geen kinderen gaf. Deze gedachtengang speelt soms ook mee in de vraag die Jezus naar Zich toe kreeg, of het een mens geoorloofd was zijn vrouw te verlaten om allerlei oorzaak (Mattheüs 12:4). III De enige oorzaak Als enige oorzaak voor eventuele echtscheiding noemt de Heere Jezus: hoererij/overspel. Het woordje “hoererij”, dat is afkomstig van het Griekse woordje “porneia”, en dat omvat veel meer dan overspel alleen: ook homofilie, pedofilie, incest en bestialiteit. IV Opmerkelijk In de Nieuwe Bijbelvertaling geeft de Heere Jezus in Mattheüs 19:9 een korter antwoord.
51
Beleidsplan 2011-2012 | Nieuwe Kerk Noord | Ermelo
Wat lezen we daar? “Ik zeg u: wie zijn vrouw verstoot en met een ander trouwt, pleegt overspel, tenzij er sprake was van een ongeoorloofde verbintenis.” Een korter antwoord, en de NBV schrijft eerlijk onder aan de bladzij, dat ze andere handschriften hebben gevolgd, en daarom staat er niet achter: wie de verlatene trouwt, doet ook overspel. En juist dat laatste stukje maakt het soms heel moeilijk. Lijkt ons niet zo wijs om iets wat moeilijk is, er af te knippen! V Een moeilijke vraag Er wordt gevraagd in de gemeente: “Mag ik trouwen met iemand die gescheiden is?” Een moeilijke vraag. Als we Mattheüs 19:9 lezen, kan er gezegd worden, dat het ongeoorloofd is om in het huwelijk te treden met een gescheiden man of vrouw. Om “nee” te zeggen, dat is moeilijk. Belangrijk om zo duidelijk mogelijk te krijgen hoe de situatie is (geweest) bij hem of haar die eerder al getrouwd was en door een echtscheiding weer ‘on-getrouwd’ werd. We moeten met degene die ons deze vraag gesteld heeft eerlijk onder ogen zien, dat God/Gods Woord soms “nee” zegt tegen iets wat wij wel zouden willen. Dit is worsteling en dit is lijden. Hopelijk mag er iets ondervonden worden van vertroosting, zoals God wil schenken, net zo als bijvoorbeeld beschreven staat in Filippensen 1:29 “Want u is uit genade gegeven in de zaak van Christus, niet alleen in Hem te geloven, maar ook voor Hem te lijden.” MOEDWILLIGE VERLATING | als tweede oorzaak van echtscheiding Extra uitleg bij 1 Korinthe 7:15 In 1 Korinthe 7:15 schrijft Paulus over een gelovige vrouw, die verlaten wordt door haar ongelovige partner. Dan kan echtscheiding geoorloofd zijn. Let op: in 1 Korinthe 7 schrijft Paulus heel voorzichtig. Niet altijd met “bevel”(:6 / “uit toelating” ), soms slechts op grond van zijn eigen mening (:12). Bij :25 schrijft hij: “aangaande de maagden nu, heb ik geen bevel des Heeren” In :40 zie je zijn bescheidenheid (“naar mijn gevoelen” ), tegelijkertijd staat er ook bij, dat hij de Geest van God meent te hebben. Als hij er van overtuigd is namens God te spreken, dan vertelt hij (in :10) met nadruk, dat hij (Paulus) het niet gebiedt, maar de Heere, “dat de vrouw van de man niet scheide”. Wat we hiervan kunnen leren als ambtsdragers, dat we vragen om leiding en wijsheid van God de Heilige Geest, en dat we anderen goed advies kunnen geven, maar het hoogste gezag ligt bij de Heere Jezus, Die hoererij/overspel als enige oorzaak voor echtscheiding aangaf. En bij een andere oorzaak had Hij het over een vorm van toelating (Mattheüs 19:8). WAT STAAT ONS TE DOEN? Echtscheiding niet verplicht Vanuit de Bijbel lezen we af (zowel bij overspel als bij moedwillige verlating) dat echtscheiding niet verplicht is. Hoe erg ook en verstorend in het onderling vertrouwen, wat het eerste onze opdracht blijft: het zoeken naar herstel met praten, bidden, therapie en voorbede. Tijd inbouwen voor bezinning en de mogelijkheid van berouw, vergeving vragen en vergeving accepteren, inkeer, terugkeer en een nieuw begin. Dat kan een lange weg zijn en een zware weg, maar wel de moeite waard! Hertrouwen Volgens 1 Korinthe 7:39 en Romeinen 7:2-3, dan kun je alleen maar hertrouwen als je vorige man / je vorige vrouw is overleden. Wat ook voor kan komen: dat je vorige man / je vorige 52
Beleidsplan 2011-2012 | Nieuwe Kerk Noord | Ermelo
vrouw, opnieuw ging trouwen, en dan ben je ‘vrij’. Ten aanzien van een huwelijk na echtscheiding adviseren we langdurige bezinning. Wat doe je? Je sluit voorgoed de weg af tot verzoening. Mag dat? Wat zegt de Bijbel? In Mattheüs 19 heeft Jezus duidelijke taal gesproken. Als je met een ander trouwt, terwijl je ‘ex’ nog leeft en ook niet zelf inmiddels getrouwd is met een ander, dan pleeg je overspel. Men zegt: “Jamaar, de echtscheiding is officieel geregeld.” Kan wel kloppen, volgens de wetgeving in Nederland, maar volgens Genesis 2:24 was je “één vlees” geworden, samengevoegd als man en vrouw. “Hetgeen dan God samengevoegd heeft, scheide de mens niet.” Dat zei de Heere Jezus. Er is ook nog meer. Je krijgt te maken met reacties van familie en omgeving. Positief en negatief. Hoe ga je daar mee om? Hoe voelt het voor je zelf? We lezen verderop in Mattheüs 19, dat Jezus de kinderen zegent (:13-15). Treffend. Hebt u kinderen die dit allemaal meemaken? Ons gedrag kan soms een hindernis zijn voor kinderen op weg naar Jezus. Ondertussen: alleen te moeten blijven na een scheiding, dat is zwaar. Het huwelijk was bedoeld voor levenslang. En als het stukgelopen is, dan heb je er ook levenslang de smart van. Denk niet dat hertrouwen alles oplost. Om vrede met God te hebben, dat is voor iedereen “’t allerhoogst en eeuwig goed” (Psalm 25 vers 6, berijmd). Nooit hertrouwen? Deut. 24 heeft ons laten lezen over een scheidbrief (zie II A van Extra uitleg bij Mattheüs 19).Toen was er geen sprake van overspel, en toch de mogelijkheid van een tweede huwelijk. Er staat zelfs ook nog bij geschreven, dat haar eerste man haar niet meer terug mocht nemen (:4). Sommigen zien hier ruimte voor een huwelijk na echtscheiding. Laat dat niet te makkelijk zo ingevuld worden. Daar en toen een heel bijzondere situatie! Exodus 21 gaf drie redenen om te scheiden (zie II B van Extra uitleg bij Mattheüs 19). Tegenwoordig zou je het “langdurige ontwrichting” noemen. En dat leeft apart. Gescheiden van tafel en bed. Is dat nog wel een huwelijk? We horen van verwaarlozing, misbruik of mishandeling (emotioneel, fysiek), een drankprobleem. Wie zal het peilen? Wat een leed! Als kerkenraad moeten we goed luisteren naar de nood. De nood kan hoog zijn. Af-en-toe zelfs levensbedreigend! Wat staat ons te doen? Een echtscheiding, dat kan een bittere noodzaak zijn. Daarna hertrouwen, dat is meestal echt geen noodzaak. 1 Korinthe 7:15 heeft men aangegrepen om een vrijheid naar zich toe te halen, die het mogelijk maakt om na een scheiding weer te mogen trouwen met een ander. Na moedwillige verlating. Paulus schrijft: “De zuster wordt in zo’n geval niet dienstbaar gemaakt”. Men stelt: ze is nu ongetrouwd en vrij, dus mag ze weer gaan trouwen. Zeer onjuist geïnterpreteerd. In deze tekst gaat het over de toestemming tot ontbinding van je huwelijk, maar niet over het aangaan van een nieuwe verbintenis! Echtscheiding kan dus (na de zondeval, met alle gevolgen) wel eens onvermijdelijk zijn, maar om opnieuw te trouwen, dat is lang niet altijd toegestaan! Hier en nu Voorbeelden vanuit de Bijbel zijn altijd niet helemaal te vergelijken met situaties hier en nu. Vaak helemaal niet. Een Bijbelhoofdstuk zoals 1 Korinthe 7 staat ook in een eigen context. Onmogelijk dat we alle Bijbelteksten zomaar makkelijk kunnen overzetten naar ons eigen leventje. Laten we rondom een echtscheiding vooral de grootste aandacht geven aan het Woord van Jezus uit Mattheüs 19:9 (zie I en III van Extra uitleg bij Mattheüs 19). Dus: hoererij/overspel als enige oorzaak voor eventuele echtscheiding. Blijf er ook op letten dat echtscheiding niet verplicht is. Verder past ons uiterste terughoudendheid met betrekking tot 53
Beleidsplan 2011-2012 | Nieuwe Kerk Noord | Ermelo
hertrouwen na echtscheiding. Eigenlijk alleen maar mogelijk na hoererij/overspel. Als kerkenraad in de pastorale zorg je oren en ogen openzetten. Informatie verzamelen. Met je hart -zoveel je kunt- de speciale omstandigheden hier en nu zorgvuldig op je in laten werken. Onder aanroepen van God de Heilige Geest – ook samen met betreffende gemeenteleden – de Bijbel laten spreken. Heil en zegen toegewenst. Maak ook gebruik van de professionele hulpverlening. “De genade van de Heere Jezus Christus, en de liefde van God, en de gemeenschap van de Heilige Geest zij met u allen. Amen” (2 Korinthe 13:13).
54
Beleidsplan 2011-2012 | Nieuwe Kerk Noord | Ermelo
Bijlage | Reglement Vertrouwenspersoon Het doel: Het in overleg met de wijkpredikant en sectieouderling, op vrijwillige basis, bijstaan van gemeenteleden en meelevenden die psychische of verwante emotionele problemen hebben. Dit bijstaan wordt ingevuld door hen te helpen hun klachten te verwoorden en te verwerken, als aanvulling op de professionele hulpverlening en mogelijk voorkoming daarvan. Zonodig wordt verwezen naar huisarts/professionele hulpverlening indien nodig/nuttig geacht. Status: Een vertrouwenspersoon wordt in eerste instantie voor de periode van een jaar door de kerkenraad benoemd. Bezoeken worden officieel namens en in opdracht van de kerkenraad gebracht. Een vertrouwenspersoon heeft geheimhoudingsplicht ten aanzien van datgene wat hem/haar vertrouwelijk ter kennis wordt gebracht. Een vertrouwenspersoon zal in een kerkenraadsvergadering het Reglement Vertrouwenspersoon ondertekenen. Taak: De taak van een vertrouwenspersoon is: · Het zolang als nodig onderhouden van pastorale contacten met gemeenteleden die in een zekere innerlijke nood verkeren. Hierbij is de bijbel leidraad. Indien mogelijk wordt er uit de bijbel gelezen en/of gebeden. Werkwijze: · Namen en adressen van te bezoeken gemeenteleden worden door de predikant aangereikt. · Hij informeert hieromtrent de betreffende sectieouderling. · Er is regelmatig overleg met de predikant. Dit betreft een zogenaamde terugkoppeling. Hierbij mag uitsluitend over de materie gesproken worden. Zonder toestemming van betreffend gemeentelid wordt zijn/haar naam niet genoemd. · De vertrouwenspersoon geeft aan de predikant aan wanneer hij/zij zelf psychisch belast is n.a.v. een contact met een gemeentelid. · Bij psycho pastorale contacten vindt zonodig overleg plaats met deskundige hulpverleners. De grenzen van het pastoraat worden nauwkeurig in het oog gehouden. Psycho Pastoraal Team: · Om een zekere deskundigheid te waarborgen is een Psycho Pastoraal Team opgericht. · Hierin hebben zitting: de predikant, de vertrouwenspersonen en een lid van de kerkenraad die bij voorkeur een professionele achtergrond heeft, bijvoorbeeld een maatschappelijk werker (indien beschikbaar) die voor zekere sturing en coaching zal zorgen. Coördinatie: · De predikant is coördinator met betrekking tot de inzet van de vertrouwenspersoon. 55
Beleidsplan 2011-2012 | Nieuwe Kerk Noord | Ermelo
· ·
Een verzoek tot de inschakeling van een vertrouwenspersoon wordt aan de predikant gedaan. Voor de inschakeling van de vertrouwenspersoon zal er een gesprek tussen betreffende gemeentelid en de predikant plaatsvinden waarbij de vertrouwenspersoon aan het betreffende gemeentelid wordt geïntroduceerd.
Profiel vertrouwenspersoon: Van een vertrouwenspersoon wordt verwacht dat hij/zij: · Belijdend lid van de Nederlands Hervormde kerk, Nieuwe Kerk Noord is. · Positief in de eigen wijkgemeente staat. · Ruime Bijbelkennis bezit. · Enige levenservaring heeft. · Goed kan luisteren en zwijgen. · Een goed invoelingsvermogen heeft. · Goede contactuele eigenschappen en enige mensenkennis heeft. · De cursus tot vertrouwenspersoon bij de PPH. volgt en bereid is eventueel nadere toerusting te ontvangen. · Regelmatig contact houdt met het PPT. van de Nieuwe Kerk Noord en de PPH.-te Veenendaal ten einde zelf niet teveel “belast” te raken. Ten minste 1 maal per kwartaal zal overleg met het PPT plaats vinden. Een wederkerend onderwerp zal daarin zijn:” de frequentie en de duur van de bezoeken”. · Treedt niet in de ambtelijke verantwoordelijkheid van de predikant, de ouderlingen en de diakenen. · Is bekend met de taak van professionele hulpverleningsinstanties. · Onderschrijft dit reglement en blijft de uitoefening van zijn/haar taak binnen de afspraken vervat in dit reglement. Toezicht van het Psycho Pastoraal Team en kerkenraad: · De vertrouwenspersoon staat voor de uitoefening van zijn/haar taak onder toezicht van het Psycho Pastoraal Team. Dit team staat onder toezicht van en is verantwoording verschuldigd aan de wijkkerkenraad. Zonder de identiteit van betreffende gemeentelid bekend te maken zal op iedere wijkkerkenraadsvergadering de inzet van de vertrouwenspersoon als agendapunt worden opgenomen. Hierin zal worden aangegeven hoeveel gemeenteleden gebruik maken van de inzet van de vertrouwenspersoon. Bij de beëindiging van de contacten zal dit ook worden genoemd. Duur/ontbinding: Het functioneren van de vertrouwenspersoon wordt jaarlijks door de kerkenraad geëvalueerd. Bij positieve beoordeling wordt voor een te bepalen termijn opnieuw gelegenheid gegeven tot het uitoefenen van de taak. De kerkenraad kan om dwingende reden(en) het functioneren van de vertrouwenspersoon (tussentijds) beëindigen. Deze reden(en) zal/zullen door de overige PPT.- leden met de vertrouwenspersoon worden besproken. Van dit gesprek zal dan schriftelijk verslag worden gedaan aan de kerkenraad. Kosten: De opleidingskosten zullen desgewenst aan de vertrouwenspersoon worden vergoed.
56
Beleidsplan 2011-2012 | Nieuwe Kerk Noord | Ermelo
Overige zaken: Alle zaken waarin dit reglement niet voorziet worden door de kerkenraad beslist in overleg met de vertrouwenspersoon. De algehele coördinatie van de PPT berust bij een commissie, benoemd door de Algemene Kerkenraad. Dit reglement wordt door ondertekening als bindend verklaard. Ermelo,………………., De preses,
De scriba,
De vertrouwenspersoon,
(naam en handtekening)
(naam en handtekening)
(naam en handtekening)
Vastgesteld in kerkenraadsvergadering d.d. 23 maart 2000; opnieuw: 17 maart 2011
57
Beleidsplan 2011-2012 | Nieuwe Kerk Noord | Ermelo
BIJLAGE | Verklaring van geheimhouding Extra pastorale begeleider
Verklaring van geheimhouding Extra pastorale begeleider
De heer / mevrouw ………………………………………………………….. wonende …………………………………………………………………….. postcode en woonplaats……………………………………………………… verklaart als Extra Pastorale Begeleider, benoemd door de kerkenraad van wijkgemeente Nieuwe Kerk Noord, kennis genomen te hebben van de Taakomschrijving van een Extra Pastorale Begeleider in de wijkgemeente en zich daaraan te zullen houden. Verder verklaar ik geheim te houden al wat mij in de uitoefening van deze functie en taak vertrouwelijk ter kennis is gekomen. Ermelo …………………………………… Handtekening extra pastorale begeleider
58
Beleidsplan 2011-2012 | Nieuwe Kerk Noord | Ermelo
BIJLAGE | Bezoekwerk bezoekbroeder
WIJKGEMEENTE NIEUWE KERK NOORD van de HERVORMDE GEMEENTE ERMELO Naam protocol:
Bezoekwerk bezoekbroeder.
Doel:
Duidelijke omschrijving van de taak.
Verantwoording:
Kerkenraad
Taakomschrijving:
-
-
-
-
-
De eindverantwoordelijkheid van de sectie berust bij de ouderling. In onderling overleg wordt het aantal te bezoeken adressen bepaald. Periodiek (bijvoorbeeld 1x per maand) overleggen ouderling en bezoekbroeder over de afgelegde bezoeken. Bijzonder pastoraat (doop, overlijden, ernstige ziekte, echtscheiding, huwelijk, jubilea en belijdenisgesprekken) blijft bij de ouderling, tenzij de bezoekbroeder dit na overleg ook voor zijn rekening neemt. - bezoeken van de bezoekbroeder zijn “normale” huisbezoeken, die bij voorkeur ook met schriftlezing en gebed worden afgesloten. Voor de bezoekbroeder geldt dezelfde geheimhoudingsplicht als voor de ouderling; van belang is dat op huisbezoek duidelijk wordt afgesproken aan wie (predikant en/of ouderling) eventuele vertrouwelijke mededelingen worden doorgegeven. De bezoekbroeder maakt verslag van elk bezoek en rapporteert dit aan de ouderling en de predikant. De bezoekbroeder ondertekent de belofte van geheimhouding (bijlage V)
Termijn van benoeming:
Deze geldt voor een periode van 4 jaar. Men kan maximaal één keer worden herbenoemd.
Evaluatie:
Maart 2015
Vastgesteld d.d.:
27 maart 2008; opnieuw 17 maart 2011
Geldigheidsduur:
01.01.2016
Nummer:
01.01 59
Beleidsplan 2011-2012 | Nieuwe Kerk Noord | Ermelo
3e
versie vastgesteld KR 2008.06.12
60
Beleidsplan 2011-2012 | Nieuwe Kerk Noord | Ermelo
BIJLAGE | Belofte bezoekbroeder
BELOFTE
De heer ……………. wonende ……………….. belooft hierbij dat hij bij zijn taak als Bezoekbroeder in de Wijkgemeente Nieuwe Kerk Noord van de Hervormde gemeente te Ermelo geheim te houden, alles wat bij de uitoefening van zijn taak als vertrouwelijk tot hem is gekomen en onderwerpt zich daardoor aan de geheimhoudingsplicht, zoals die ook voor de ambtsdragers geldt.
Ermelo, …………………datum
Voor akkoord,
(naam bezoekbroeder)
61