Beleidsplan Hoogwaardige Handhaving Afdeling Sociale Zaken en Werkgelegenheid gemeente Hulst
Versie maart 2004
Inhoudsopgave Voorwoord 1
Hoogwaardig Handhaven
5
2
Risico’s in de Wet Werk en Bijstand (WWB)
8
2.1
Risico’s in de uitvoering van de WWB
8
2.2
Fraudestrategieën van klanten
9
2.3
Klanten zijn verschillend
10
2.4
Conclusies
11
3
Korte weergave huidige stand van zaken
12
4
Ambitieniveau
14
4.1
Handhaving
14
4.2
Visie-elementen
15
4.3
Klantprofielen
17
4.4
Het te bereiken effect
18
5
Uitvoering en doelstellingen
19
5.1
Opstellen Klantprofielen
19
5.2
Vroegtijdig informeren
20
5.3
Optimaliseren dienstverlening
20
5.4
Vroegtijdige detectie en afhandeling
21
5.5
Daadwerkelijk sanctioneren
22
5.6
Ketenpartners
23
5.7
Implementatie en evaluatie
23
6
Beslispunten
25
Beleidsplan Hoogwaardige Handhaving gemeente Hulst
2/27
Bijlage 1: Globale planning gemeente Hulst per activiteit
26
Bijlage 2: Activiteitenplan
27
Bijlage 3: Controleplan
27
Bijlage 4: Fraudeverordening (juni 2004)
27
Bijlage 5: Afstemmingsverordening (juni 2004)
27
Bijlage 6: Handhavingscommunicatieplan
27
Bijlage 7: Overzicht van klantprofielen
27
Noot juni 2004: De bijlagen zijn niet bijgevoegd m.u.v. bijlagen 1 en 5
Beleidsplan Hoogwaardige Handhaving gemeente Hulst
3/27
Voorwoord Voor u ligt het beleidsplan Hoogwaardig Handhaven van de gemeente Hulst. Dit beleidsplan is tot stand gekomen in nauwe samenwerking met de gemeenten Sluis en Terneuzen en Adviesbureau Radar. Met de invoering van de Wet Werk en Bijstand (WWB) op 1 januari 2004 is een nieuw systeem van financiering van de bijstandskosten ingevoerd. Gemeenten konden in het verleden een groot deel van de bijstandsuitgaven declareren bij het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Vanaf 1 januari 2004 is de financiële verantwoordelijkheid voor de kosten volledig bij de gemeenten komen te liggen. Tegelijk met deze budgetfinanciering is de mogelijkheid tot deregulering van de uitvoering gekomen. De centrale overheid is flink op afstand gaan staan en laat veel verantwoordelijkheid aan de lokale overheid. Diezelfde lokale overheid zal met deze mogelijkheden verstandig en evenwichtig moeten omgaan. Bij de controlevoorschriften zal het kaf van het koren moeten worden gescheiden. De financiële doorwerking op het WWB-budget en op de uitvoeringskosten is steeds terug te vinden. Bovendien dient de dienstverlening op het gewenste niveau te blijven omdat klantonvriendelijkheid het draagvlak voor naleving van de voorschriften door de uitkeringsgerechtigden nadelig beïnvloedt. Al met al een complex geheel van te maken afwegingen en uitvoeringseisen. Een effectieve handhaving in alle fasen van het uitkeringsproces is derhalve gewenst en mede daarom is door de gemeente ervoor gekozen om hier met gebruikmaking van de Tijdelijke stimuleringsregeling Hoogwaardige Handhaving extra aandacht aan te besteden. Op basis van een Activiteitenplan is de gehele operatie in de zomer van 2003 gestart. Dit beleidsplan is het eerste grote visiedocument, dat de basis voor de verdere planontwikkeling en implementatie moet leggen. De drie samenwerkende gemeenten worden bij hun werk ondersteund door het adviesbureau Radar, dat landelijk op dit terrein actief is, al of niet in samenwerking met StimulanSZ, eveneens een landelijke speler. Het ontwikkelen van het beleidsplan met de verdere vervolgstappen en de bijbehorende implementatie in de organisatie wordt grotendeels gefinancierd uit het budget, dat vanuit de Tijdelijke stimuleringsregeling Hoogwaardige Handhaving door de gemeente is verkregen.
Beleidsplan Hoogwaardige Handhaving gemeente Hulst
4/27
1
Hoogwaardig Handhaven
Hoogwaardige Handhaving heeft als doel het optimaliseren van de spontane nalevingbereidheid van de cliënt van wet en regelgeving. Hoogwaardige Handhaving omvat preventieve en repressieve activiteiten. Het beleidsplan Hoogwaardig Handhaven is onderdeel van de gemeentelijke uitvoering van de Wet werk en bijstand (WWB). De gemeente loopt met de invoering van de budgetfinanciering uit de WWB een groot financieel risico en zal haar risico’s moeten beperken door effectieve en efficiënte activering (arbeidsmarktoeleiding) en controle. De nieuwe wet heeft de volgende uitgangspunten: Werk boven inkomen; De eigen verantwoordelijkheid van de burger staat centraal; Er is een duidelijk stelsel van rechten en plichten voor de betrokken burger; Gemeenten dragen de volledige (financiële) verantwoordelijkheid. Het WWB-beleid van Hulst is erop gericht, dat een uitkering pas wordt toegekend indien vaststaat, dat de aanvrager op dat moment geen mogelijkheid heeft zelfstandig in zijn onderhoud te voorzien. Een WWB uitkering is geen basisinkomen, maar een inkomensvervangende uitkering. Het doel van de WWB is: werk boven uitkering. Recht op bijstand ontstaat alleen voor wie niet in eigen levensonderhoud kan voorzien. Kansen op uitstroom moeten worden benut. De gemeente ondersteunt de cliënt bij dit streven. Wanneer door de situatie op de arbeidsmarkt of om individuele redenen het vinden en aanvaarden van werk een onmogelijkheid blijkt te zijn dan heeft de gemeente een zorgplicht. Die zorg wordt zoveel mogelijk op maat gegeven. De inzet van het werkdeel uit de WWB en de middelen uit het minimabeleid zijn daar mede op gericht. Voorliggende voorzieningen worden ook maximaal benut. Deze uitgangspunten van de afdeling Sociale Zaken en Werkgelegenheid van de gemeente Hulst vragen daarom om een integraal beleid op de gebieden uitstroom, handhaving en zorg. In dit beleidsplan wordt ingegaan op de vraag hoe de gemeente Hulst de spontane medewerking van de uitkeringsgerechtigden aan hun uitgangspunten wil verwerven. Het bijbehorende instrumentarium wordt hieronder beschreven. Leeswijzer Hoofdstuk 2 geeft een korte analyse van de risico’s in de uitvoering van de bijstand. Daaruit blijkt dat alleen administratieve controle onvoldoende is en dat handhaving zich niet alleen op de harde kern van fraudeurs moet richten maar ook op de overige klanten. Hoofdstuk 3 behandelt de situatie zoals hij nu in Hulst is. Daarin valt op dat er al geïnvesteerd is in handhaving maar dat er ook nog verbeterpunten mogelijk zijn.
Beleidsplan Hoogwaardige Handhaving gemeente Hulst
5/27
In hoofdstuk 4 wordt het uiteindelijke ambitieniveau beschreven. Hulst wil bereiken dat de klanten weten wat hun rechten en plichten zijn en dat het nakomen van deze plichten wordt gecontroleerd (informeren). Door controle op maat wil zij fraude in een zo vroeg mogelijk stadium detecteren en sanctioneren. Op de lange termijn verwacht Hulst een afname van het gemiddelde schadebedrag. Een strenger beleid beïnvloedt de dienstverlening en de wijze waarop de cliënt de dienstverlening ervaart1. Een belangrijk instrument om de ambitie waar te kunnen maken is de methode van klantprofielen. In hoofdstuk 5 is het ambitieniveau uitgewerkt en zo concreet mogelijk vertaald naar doelstellingen: Klantprofielen. Om cliënten goed te kunnen informeren, te controleren en dienstverlening op maat te bieden, is het van belang te differentiëren naar doelgroep. Immers de ene groep heeft andere informatie en andere dienstverlening nodig en beschikt daarnaast over een ander risicoprofiel. Klantprofielen opstellen is een methode om deze differentiatie te bereiken. Vroegtijdig informeren. Voor de klanten moet de informatiebehoefte worden bepaald. Er moet een communicatieplan worden opgesteld. De rol van de medewerkers is essentieel. De medewerkers moeten allemaal dezelfde boodschap uitstralen. Via klantonderzoek moet vastgesteld worden of de boodschap is overgekomen. De informatie moet ook op het CWI verstrekt worden. Dienstverlening op maat. Voor de klanten moet de dienstverleningsbehoefte worden bepaald. Daarnaast wordt het cliëntenplatform betrokken bij het vaststellen van de dienstverleningsbehoefte. De klanttevredenheidsonderzoeken zullen pas eerst in 2006 uitgevoerd worden (bijvoorbeeld naar het aantal bezwaarschriften en klachten) en als een van de indicatoren meegewogen in het actueel houden van de dienstverlening. De dienstverlening van het CWI moet afgestemd zijn op de dienstverlening van de gemeenten. Zonder de medewerking van het CWI kan er niet gewerkt worden aan de preventieve aanpak van fraude. Vroegtijdige detectie en afhandeling. Hulst wil een zo efficiënt en effectief mogelijke controle. Hiervoor wordt overgegaan tot het opstellen van een controle op maat systeem, het invoeren van signaalsturing, het vaststellen van risicoprofielen, de inkomstenverklaring differentiëren op basis van het klantprofiel, verdere verbetering van ICT-ondersteuning voor het uitwisselen en raadplegen van gegevens, een up-to-date validatie en verificatiebeleid ontwikkelen, het ontwikkelen van protocollen en een fraudekompas en het nog meer gebruik maken van de kennis en ervaring van de sociale recherche. Het vaststellen van risicoprofielen kan regionaal worden aangepakt. De sociale recherche heeft zijn kantoor in de gemeente Terneuzen. Dit betekent voor de gemeenten Hulst en Sluis (die samen met de gemeente Terneuzen een 1
Duidelijkheid en consequent gedrag van de gemeente bevordert de spontane nalevingbereidheid van de cliënt.
Beleidsplan Hoogwaardige Handhaving gemeente Hulst
6/27
samenwerkingsverband hebben m.b.t. de sociale recherche) dat er een fysieke afstand is tot de sociale recherche. Onderzocht moet worden hoe de bereikbaarheid en beschikbaarheid verhoogd kan worden. De sociaal rechercheurs worden tevens ingezet als fraudepreventiemedewerker. Daadwerkelijk sanctioneren. Hulst hanteert het motto “Wie fraudeert, wordt gestraft en moet terugbetalen”. De grenzen van wat fraude is, zijn door de medewerkers afgetast in een ‘Waarden & Normen show’. Verder wordt er een afstemmingsverordening en een handhavingverordening vastgesteld en er wordt een terug - en invorderingsbeleid opgesteld. Ketenpartners. De afdeling Sociale Zaken en Werkgelegenheid is afhankelijk van haar ketenpartners. Het is van groot belang dat de ketenpartners CWI, RIB en het UWV ook de klantprofielen gaan hanteren. De afdeling zal hiervoor met haar partners overleggen en onderhandelen. In 2004 wordt een nieuwe Serviceniveau Overeenkomst (SNO) afgesloten tussen de drie gemeenten en het CWI. In hoofdstuk 6 staan de beslispunten.
Beleidsplan Hoogwaardige Handhaving gemeente Hulst
7/27
2
Risico’s in de Wet Werk en Bijstand (WWB)
Als men de WWB naar haar aard en doelstelling wil uitvoeren moet men het risico van misbruik van de regeling goed in kaart proberen te brengen. Als men weet wat er mis kan gaan en hoe eventuele fraudeurs te werk gaan, kan er bewust worden gewerkt aan het beperken van die risico’s. In § 2.1 wordt ingegaan op de risico’s bij de uitvoering van de WWB. In § 2.2 worden de vier fraudestrategieën beschreven. In § 2.3 wordt ingegaan op de verschillen tussen cliënten. In § 2.4 worden tenslotte de conclusies voor de uitvoering getrokken.
2.1
Risico’s in de uitvoering van de WWB
Inherente en controlerisico’s bij uitvoering WWB In de uitvoering van de WWB spelen twee soorten risico’s op fraude door klanten mee. Inherente risico’s zijn verweven met de inhoud en werking van de Wet werk en bijstand. Zo zijn bijvoorbeeld de woon- en leefomstandigheden van de uitkeringsgerechtigde bepalend voor de rechtmatigheid van de uitkering. Controlerisico’s ontstaan als de bedrijfsvoering van de afdeling Sociale zaken en Werkgelegenheid onvoldoende is toegesneden op de beperking van de risico’s die eigen zijn aan de WWB. Door te werken met een adequaat controlesysteem worden de inherente risico’s beter beheersbaar. De gemeente is deels afhankelijkheid van de lezing van de klant Elke wet - hoe goed doordacht ook - draagt een aantal risico’s van fraude in zich. De risico’s in de WWB komen voort uit het feit dat de woon- en leefomstandigheden van de klant bepalend zijn voor het recht op een uitkering en op de hoogte ervan. Deze omstandigheden zijn niet altijd direct vast te stellen buiten de klant om. Dit geldt ook voor zwart werk of voor verzwegen vermogen. Administratieve controle is niet altijd voldoende. Men heeft ook informatie van de klant voor nodig. Dit betekent dat de klant invloed kan uitoefenen op de rechtmatigheid van zijn uitkering. Deze invloed van de klanten is kenmerkend voor de WWB Bij de Werkloosheidswet bijvoorbeeld wordt het recht op en de hoogte van de uitkering bepaald door het arbeidsverleden van de klant. Dit is veelal makkelijk buiten de klant om vast te stellen. Moeilijk administratief te detecteren vormen van fraude komen op alle vier de toetsgebieden van de WWB voor: identiteit, inkomen, vermogen, en woon- en leefsituatie. Voorbeelden hiervan zijn vervalsing van een handtekening, werken op het sofi-nummer van een ander, het rijden in een auto, die op de naam van een familielid staat, het verzwijgen van bankrekeningen en het als zwerver of kamerbewoner ingeschreven staan, terwijl men samenwoont.
Beleidsplan Hoogwaardige Handhaving gemeente Hulst
8/27
De gemeente wil de controlerisico’s beperken Administratieve controle (bureauonderzoek, gegevensvergelijking met andere bronnen) helpt de afdeling Sociale zaken en werkgelegenheid een eind op weg. Maar lang niet alle vormen van fraude zijn administratief detecteerbaar. De medewerkers zullen voor feitelijke waarnemingen (bijvoorbeeld door het afleggen van huisbezoeken en het benaderen van mogelijke werkgevers en verhuurders, etc.) op pad moeten gaan om de controlerisico’s voldoende te kunnen beheersen. Het op pad gaan is echter een arbeidsintensieve wijze van controleren. Het vergt veel tijd van de medewerkers en dient daarom meestal selectief te worden toegepast.
2.2
Fraudestrategieën van klanten
In de WWB hanteren klanten vier fraudestrategieën die lastig administratief te detecteren zijn, (in de praktijk mixt de klant van twee of meer vormen z’n eigen ‘fraudecocktail’). 1 Documentfraude Voorbeelden zijn: een vervalst paspoort, bankafschriften waarmee gesjoemeld is, vervalste inkomstenbriefjes bijv. met valse handtekeningen, vervalste of gestolen documenten. De medewerkers zijn doorgaans onvoldoende opgeleid om valse van echte documenten te onderscheiden. Toch wordt verwacht dat zij voldoende alert zijn om het verschil tussen vals van echt te herkennen. Zij kennen echter de echtheidskenmerken onvoldoende en kunnen aangereikte documenten daarop dus niet controleren. Ook beschikken gemeenten niet over het VIS, het systeem waarin gestolen of vermiste identiteitsdocumenten zijn opgeslagen. In de interne richtlijnen is alleen een verificatie- en validatieprotocol opgenomen. 2 Procedurefraude Deze klant is goed ingevoerd in de wijze waarop een gemeente de wet uitvoert. Hij maakt misbruik van deze kennis. De klant weet bijvoorbeeld hoe de gemeente een heronderzoek verricht, welke vragen daarbij gesteld worden en welke documenten hij moet overleggen. Dankzij deze kennis kan hij z’n verhaal en z’n documenten op maat (na)maken. Procedurefraude is een lastig te bestrijden vorm van fraude. Er lijkt namelijk niets mis. De klant speelt in op de controleprocedures van de gemeente of de afstemming ervan tussen gemeenten en andere instellingen. Procedurefraude is een geraffineerde wijze van misleiding, die slechts door weinig uitkeringsgerechtigden wordt beheerst. 3 Verzwijgfraude De klant verzwijgt informatie die noodzakelijk is voor de vaststelling van het recht op of de hoogte van zijn uitkering. Verzwegen gegevens of feiten zijn in de praktijk moeilijk door de gemeente vast te stellen.
Beleidsplan Hoogwaardige Handhaving gemeente Hulst
9/27
4 Constructiefraude De klant creëert met voorbedachten rade een ‘papieren werkelijkheid’ die zeer moeilijk te ontrafelen is. De gemeente, die ter controle de klantgegevens vergelijkt met de gegevens van andere bronnen zoals het Inlichtingenbureau (IB), krijgt de indruk dat alles in orde is. Maar niets is minder waar. Een voorbeeld is een klant die - onder verschillende namen - in een aantal gemeenten een bijstandsuitkering ontvangt. Een ander voorbeeld is dat klanten op hun eigen identiteit en sofi-nummer een uitkering aanvragen en op die van een ander werken.
2.3
Klanten zijn verschillend
Klanten zijn in te delen in drie groepen, te weten plichtsgetrouwen, twijfelaars en harde kern. ‘Plichtsgetrouwen’ voelen zich er het best bij als zij weten dat ze rechtmatig bezig zijn. Zij hechten eraan volgens het boekje te werk te gaan. ‘Twijfelaars’ vormen een grotere groep en gaan meer calculerend te werk. ‘De harde kern’ probeert willens en wetens en structureel de gemeente op te lichten. Het is een doelstelling op zichzelf.
Handhaven: elke groep een toegesneden aanpak afglijden
tegengaan en positief herstel
structureel gedrag
Incidenteel
Structureel
bevorderen
frauderen
Georganiseerd structureel frauderen
“Twijfelaars”
“Harde Kern”
rechtmatig
“Plichtsgetrouwen”
Beleidsplan Hoogwaardige Handhaving gemeente Hulst
10/27
Het is niet zo dat, wanneer iemand eenmaal dergelijk groepsgedrag vertoont, hij áltijd tot deze groep blijft behoren. Hieronder is het een en ander schematisch weergegeven. Handhaving moet zich richten op alle drie de groepen.
2.4
Conclusies
De enorme invloed van klanten op de beoordeling van de rechtmatigheid van een uitkering is typerend voor de Wet werk en bijstand. Alleen gebruik maken van administratieve controles is hierdoor onvoldoende. De klant heeft vier strategieën tot zijn beschikking die met administratieve controle moeilijk tot niet te bestrijden zijn. Daarnaast moet een gemeente oppassen zich niet alleen te richten op de ‘harde kern’. Hoogwaardig Handhaven biedt mogelijkheden om de bovenstaande risico’s te beperken. In hoofdstuk 4 wordt beschreven hoe dat aangepakt kan worden.
Beleidsplan Hoogwaardige Handhaving gemeente Hulst
11/27
3
Korte weergave huidige stand van zaken
Ten behoeve van de subsidieaanvraag Tijdelijke stimuleringregeling Hoogwaardige Handhaving is een nulmeting uitgevoerd. Dit hoofdstuk geeft kort weer waar de gemeente Hulst staat in relatie tot het Hoogwaardig Handhaven. Hulst heeft met Terneuzen en Sluis een samenwerkingsovereenkomst, waarbinnen drie sociaal rechercheurs in de regio werkzaam zijn. Hulst is aangesloten bij het Inlichtingenbureau (IB). Op het gebied van informeren maakt Hulst gebruik van foldermateriaal, mailings en perspublicaties. De gemeente Hulst beschikt over een uitgebreid voorlichtingsplan. Er wordt gewerkt met meerdere vormen van voorlichting, zoals mailings, voorlichtingsbijeenkomsten voor speciale doelgroepen, algemene voorlichting in de pers en voorlichting in de spreekkamer. Over handhaving wordt nog niet planmatig gecommuniceerd. In het Zeeuws communicatieplan WWB 2004 wordt wel gesproken over de nieuwe rechten en plichten in het kader van de WWB. Wat betreft dienstverlening op maat wordt er in de gemeente Hulst gewerkt met een cliëntenplatform. Pas in 2006 zal een klanttevredenheidsonderzoek uitgevoerd kunnen worden. De formulieren moeten opnieuw worden beoordeeld op gebruikersvriendelijkheid en duidelijkheid. Verder overweegt de gemeente Hulst een overgang van heronderzoekformulieren naar statusformulieren. Wat betreft controle op maat valt op dat de sociaal rechercheurs ondersteuning bieden aan de consulenten. Gezamenlijk leggen sociaal rechercheur en consulent huisbezoeken af indien daar aanleiding toe is. De sociaal rechercheurs worden in het voortraject als fraudepreventiemedewerker/controleambtenaar ingezet. De drie gemeenten in Zeeuws-Vlaanderen hebben kortgeleden gekozen voor continuering van de Zeeuws Vlaamse inzet van de sociaal rechercheurs. Het opnieuw vaststellen van de werkprocessen van deze rechercheurs wordt noodzakelijk geacht. Controle vindt verder plaats via inkomstenverklaringen en heronderzoeken. De gemeente wil cliënten differentiëren naar risicogroepen. De prioriteit ligt bij de dossieropbouw en het faciliteren van medewerkers door middel van aanreiken van gereedschappen (hulpmiddelen tijdens de gesprekvoering met de cliënt) en vergroten van de vaardigheden. Concreet wil de gemeente een fraudekompas invoeren ter ondersteuning van de uitvoerende medewerkers en een training fraudealertheid aanbieden om de detectievaardigheden van de medewerkers te vergroten.
Beleidsplan Hoogwaardige Handhaving gemeente Hulst
12/27
Wat betreft het sanctioneren op maat hanteert Hulst over het algemeen een likop-stuk beleid. Door middel van het ontwikkelen en invoeren van een verplichtingenkompas2 wordt meer eenduidigheid bereikt bij klantmanagers over het uitvoeren van het maatregelenbeleid. Doordat de werking van de Wet Boete en Maatregelen wordt beëindigd zal een maatregelenbeleid ontwikkeld moeten worden. Handhaving is nog onvoldoende onderdeel van de plannings- & beleidscyclus. Vooral op het gebied van beleidsplan, aansturing, resultaatsmeting en evaluatie zijn verbeteringen mogelijk.
Beleids- en plancyclus evaluatie visie resultaatmeting
6
8
7
Bestuur
1
Management
aansturing
5
Uitvoering
kennis, vaardigheden, normen en waarden
4
2
beleidsplan
3 werkprocessen
randvoorwaarden
2
Verplichtingenkompas is een hulpmiddel bij het proces van constateren van een maatregelwaardige gedraging tot het opleggen van een maatregel
Beleidsplan Hoogwaardige Handhaving gemeente Hulst
13/27
4
Ambitieniveau
Gezien de risicoanalyse en de huidige stand van zaken wil Hulst door middel van het project Hoogwaardig Handhaven de uitvoering van de handhaving op een hoger plan brengen. Centraal in het project staan de te ontwikkelen klantprofielen. Het opstellen van klantprofielen is een middel om te differentiëren naar doelgroep. Via differentiatie kunnen klanten op maat geïnformeerd en gecontroleerd worden en op maat dienstverlening aangeboden krijgen. Het volledig implementeren van Hoogwaardige Handhaving is een proces van enkele jaren. In dit hoofdstuk wordt eerst ingegaan op het begrip handhaving en vervolgens wordt de ambitie uitgewerkt per visie-element (informeren, dienstverlening, controleren en sanctioneren). Tot slot wordt ingegaan op de klantprofielen.
4.1
Handhaving
Wat is en wat willen we met handhaving ? Het doel van handhaving in de sociale zekerheid is het bevorderen van de spontane nalevingbereidheid bij uitkeringsgerechtigden en het bewerkstelligen dat uitkeringen rechtmatig worden verstrekt. Definitie handhaving Handhaving is het doen naleven van wet- en regelgeving ter bevordering van het juist benutten en toepassen ervan. Handhaving staat daarom voor alle bewust ondernomen activiteiten, die erop gericht zijn de spontane naleving van wet- en regelgeving te bevorderen. Het gaat daarbij om zowel repressieve als preventieve activiteiten. De maatschappelijke doelen De gemeente heeft een belangrijke maatschappelijke functie en verantwoordelijkheid in de uitvoering van het socialezekerheidsstelsel, dat gefinancierd wordt uit collectieve publieke middelen. Met de uitvoering en de handhaving van de WWB, Ioaw en Ioaz worden maatschappelijke doelen beoogd en bereikt. Hieronder passeren de belangrijkste doelen, waarover overigens brede overeenstemming in de samenleving bestaat, de revue. 1. Rechtmatige uitkeringen: het rechtmatig verstrekken van uitkeringen staat bovenaan de lijst. Alleen mensen die er recht op hebben, moeten ook inderdaad een uitkering ontvangen; 2. Minder bijstandsfraude: vermindering van sociale zekerheidsfraude is de tweede belangrijke doelstelling. Hoewel niet objectief is vast te stellen hoe vaak er gefraudeerd wordt, is wel duidelijk dat voor de samenleving elke frauderende cliënt er een te veel is. Door misbruik wordt immers collectief geld ingezet ter verrijking van het individu. Bovendien frustreren fraudeurs
Beleidsplan Hoogwaardige Handhaving gemeente Hulst
14/27
3.
4.
5.
6.
4.2
hun uitstroom uit de bijstand – en daarmee ook de verlaging van de uitkeringslasten; Spontane naleving van de wet: cliënten zouden spontaan de juiste en volledige gegevens aan de afdeling Sociale zaken en werkgelegenheid moeten verstrekken, zodat deze kan bepalen of iemand ook echt recht heeft op een uitkering. Een belangrijk preventief doel is dus het vergroten van de spontane nalevingbereidheid van de cliënt; Geen ‘onnodige’ strafrechtszaken: voorkomen moet worden dat cliënten onnodig in een strafrechttraject terechtkomen. Onnodig, omdat de gemeente onvoldoende controleert. De gemeente draagt dan mede schuld en dat is zeer onwenselijk; Optimale handhaafbaarheid: om misbruik te voorkomen of effectief te bestrijden, moet de wet- en regelgeving zo handhaafbaar mogelijk zijn. Dat betekent dat de uitvoering zo georganiseerd moet worden dat er optimaal grip ontstaat op misbruik en oneigenlijke gebruik van uitkeringen; Maatschappelijk draagvlak: als de samenleving het idee krijgt dat iedereen, die dat wil (dus ook de fraudeur) gemakkelijk een uitkering kan krijgen, dan brokkelt het draagvlak voor de sociale zekerheid snel af. Dat zou betekenen dat degenen die wél recht hebben op een uitkering, moeten lijden onder de fraudeurs.
Visie-elementen
De gemeente Hulst onderscheidt vier visie-elementen die er gezamenlijk zorg voor moeten dragen dat mensen zich spontaan aan de wet- en regelgeving houden en dat juiste uitkeringen worden verstrekt. 1. Vroegtijdig informeren Het vroegtijdig informeren van de cliënt is een belangrijk visie-element. Het doel is door vroegtijdig te informeren een zodanige gedragsverandering bij cliënten te bewerkstelligen, dat de nalevingbereidheid wordt vergroot. Voorkomen moet worden dat fraude door onwetendheid ontstaat. Daarnaast moet door over de controle en de resultaten van de controle te informeren, de subjectieve pakkans beïnvloed worden. Elke cliënt moet op een op zijn doelgroep toegesneden wijze en zo vroeg mogelijk geïnformeerd worden over zijn rechten en zijn plichten en de controle daarop. Wat kan de WWB voor de betrokkene betekenen? Wat wordt daarbij van de cliënt zelf verlangd? Wat kan de uitvoeringsorganisatie doen? Dit vraagt voor de afdeling Sociale zaken en Werkgelegenheid om een aanpak van informatieop-maat. 2. Optimaliseren van de dienstverlening Bij het optimaliseren van de dienstverlening is het vergroten van het mogelijke gemak voor de cliënt en het wegnemen van onnodige organisatorische belemmeringen, van belang. Door het gemak te vergroten voor de cliënt, zonder dat de detectie van fraude in het gedrang komt, wordt draagvlak gecreëerd. Drempels die irritaties oproepen zoals een bepaalde wijze van vraagstelling of benaderingswijze en het niet
Beleidsplan Hoogwaardige Handhaving gemeente Hulst
15/27
houden aan afspraken, verkleinen de kans op spontane naleving. Door constant te werken aan een verbetering van de dienstverlening en een op maat gesneden aanpak, wordt het naleven makkelijker en wordt het draagvlak vergroot. De nadruk bij de uitvoering van wet, regelgeving en eigen beleid ligt op heldere voorlichting, logische werkprocessen, tijdige dienstverlening en goed afgestemde samenwerking en overdracht tussen de verschillende organisaties in de regio. De samenwerking tussen het CWI en de afdelingen Sociale Zaken is in dit verband cruciaal, maar ook een soepele samenwerking tussen en met de andere partners, vanuit een gezamenlijke visie, is noodzakelijk om ‘de klant centraal’ te realiseren. Een kwalitatief goed uitgeruste poortwachtersfunctie bij het CWI (beperking van de schadelast) is onmisbaar, als men oneigenlijk gebruik en misbruik van bijstandsgelden wil voorkomen. 3. Vroegtijdige detectie en afhandeling In hoofdstuk 2 zijn de risico’s in de uitvoering van de WWB en de mogelijke fraudestrategieën van cliënten beschreven. Ook is aandacht besteed aan de verschillende klantgroepen, die mogelijk een verschillende aanpak vragen. In het kader van controle op maat onderzoeken klantmanagers en management welke controlemiddelen ingezet kunnen worden in de gemeente en wat eventueel regionaal kan worden aangepakt. De opbouw van het controlesysteem is afhankelijk van de grootte van het cliëntenbestand. De middelen moeten zo efficiënt en effectief mogelijk ingezet worden. Bij de invulling van het systeem van periodieke heronderzoeken kan meer dan voorheen gestuurd worden op bekende risico’s. Overwogen kan verder worden om (deels) over te stappen op signaalgestuurde heronderzoeken. Signaalsturing houdt in dat de intensiteit van de controle afhankelijk is van de signalen. Deze signalen kunnen naar voren komen in gesprekken, die de consulent met de cliënt voert in het kader van een intake, een activeringsplan, een zorgtraject enz. Ze kunnen ook afgeleid worden uit de gegevens en documenten, die de cliënt zelf meebrengt. Ook externe instanties als het Inlichtingenbureau, het CWI en reïntegratiebedrijven kunnen signalen aanleveren. Deze signalen kunnen aanleiding zijn voor de consulent om een “doorvraaggesprek” te houden met de cliënt. Hierin kan de cliënt het signaal weerleggen door het aanleveren van argumenten, gegevens of documenten. Indien de weerlegging onvoldoende is, kan besloten worden tot het intensieve controle traject en zonodig een verwijzing naar de opsporingsdienst. 4. Daadwerkelijk sanctioneren en terugbetalen In het kader WWB zal Hulst nieuw sanctiebeleid formuleren. Daarbij hanteert zij het motto “Wie fraudeert, wordt gestraft en moet terugbetalen”. Niet alleen de teveel gekregen uitkering moet terugbetaald worden, de maatregel wordt ook daadwerkelijk toegepast. De klant moet de sanctie ‘voelen’ en zien als gevolg van het vertoonde gedrag. In het terug- en invorderingsbeleid dat ook in het kader WWB wordt vastgesteld, wordt ingegaan op de wijze waarop terugbetalingsverplichtingen geregeld zijn.
Beleidsplan Hoogwaardige Handhaving gemeente Hulst
16/27
5. Samenhang visie-elementen Met preventie kan draagvlak verkregen en geconsolideerd worden. De hiermee verdiende credits zijn nodig om de repressieve elementen in te kunnen zetten. Uitkeringsgerechtigden worden bijvoorbeeld goed geïnformeerd over hun rechten en plichten (preventief: credits verdienen) maar worden ook intensief gecontroleerd op mogelijke risicogebieden (repressief: credits benutten). Het onderstaande schema geeft de elementen in hun onderlinge samenhang weer:
Samenhang visie-elementen hoogwaardige handhaving
Preventie:
benutten
Visie Repressie:
Vroegtijdig informeren
Draagvlak
Vroegtijdige detectie/afhandeling
Draagvlak creëren
Optimaliseren dienstverlening
Daadwerkelijk sanctioneren
4.3
Klantprofielen
Om cliënten goed te kunnen informeren, te controleren en dienstverlening op maat aan te bieden, is het van belang te differentiëren naar doelgroep. Immers iedere groep heeft andere informatie nodig, heeft een ander risico en heeft andere dienstverlening nodig. Het opstellen van klantprofielen is een methode om deze differentiatie te bereiken. Bij het opstellen van deze klantprofielen wordt rekening gehouden met: de kenmerken van de doelgroep, welke boodschap moet worden aangeboden en hoe wordt die aangeboden, welke eisen aan de dienstverlening gesteld kunnen worden, hoe er gecontroleerd wordt, volgens welke frequentie informatie wordt aangeboden en volgens welke frequentie er gecontroleerd wordt. Alle cliënten worden ingedeeld in een klantprofiel.
Beleidsplan Hoogwaardige Handhaving gemeente Hulst
17/27
4.4
Het te bereiken effect
In de gemeente Hulst willen we bereiken dat de klanten weten wat hun rechten en plichten zijn en dat het nakomen van deze plichten wordt gecontroleerd. Door controle op maat willen wij fraudeurs in zo vroeg mogelijk stadium detecteren en sanctioneren. Op korte termijn leidt dit tot een toename van de constatering van overtredingen. Op de lange termijn verwachten we in Hulst als gevolg van de vroegtijdige detectie een afname van het gemiddelde schadebedrag. Een strenger beleid beïnvloedt de dienstverlening. Om voldoende draagvlak te behouden willen we hebben dat de klanten tevreden blijven over de dienstverlening. Te bereiken effecten: Door middel van een klantonderzoek zal periodiek worden gemeten of de klanten de boodschap (rechten, plichten en controle) hebben begrepen en de spontane nalevingbereidheid is vergroot; Door middel van het klanttevredenheidsonderzoek in 2006 zal worden gemeten of de klanten tevreden zijn; De pakkans wordt verhoogd en op de langere termijn wordt een afname van het gemiddelde schadebedrag bereikt; Het vernieuwde lik-op-stuk-beleid moet worden gevoeld en het terugvorderen van het schadebedrag uit fraude moet effectief ter hand genomen zijn; Prestatie-indicatoren worden benoemd en in 2006 geëvalueerd.
Beleidsplan Hoogwaardige Handhaving gemeente Hulst
18/27
5
Uitvoering en doelstellingen
5.1
Opstellen Klantprofielen
Het differentiëren naar klanten is een instrument waarmee de gemeente Hulst het volgende kan bereiken: De klantengroepen worden in beeld gebracht door beschrijving van de kenmerken van de doelgroep; Kansen en mogelijkheden voor dienstverlening worden verruimd door de dienstverlening af te stemmen op de onderscheiden klantprofielen; De klant wordt op maat geïnformeerd door vast te stellen welke boodschap moet worden aangeboden en hoe die wordt aangeboden; De risico’s in de uitvoering worden beter beheerst door vast te stellen hoe er gecontroleerd wordt en met welke frequentie; de bijbehorende informatievoorziening wordt daarop afgestemd; Op lokaal niveau wordt bepaald of en zo ja, in hoeverre klantprofilering functioneel is. Stap 1 Bepalen van de doelgroepen De eerste stap in het ontwikkelen van een klantprofiel is het bepalen van de doelgroep. Deze doelgroep wordt zoveel mogelijk beschreven aan de hand van administratief detecteerbare kenmerken. Het is van groot belang de doelgroep eenduidig te beschrijven. Door gegevens uit het systeem, uit de dossiers en waarneembare eigenschappen te combineren ontstaat een beeld van de groep. Daarnaast moet per groep bekeken worden wat de zogenaamde levenscyclus is. Deze levenscyclus bepaalt hoe de situatie van de klant verloopt. Zo zal in het geval van een verlating door de partner het risico op fraude in het begin klein zijn maar na bijvoorbeeld twee jaar weer vergroten. Iemand heeft bijvoorbeeld werk of een nieuwe partner gevonden. Stap 2 Vaststellen wat er nodig is aan informatie, controle en dienstverlening Wanneer de organisatie een beeld heeft van de specifieke doelgroepen, moet daadwerkelijk invulling gegeven worden aan het vroegtijdig en het op maat informeren en controleren en aan de dienstverlening op maat. Welke informatie, controle en dienstverlening moet een bepaalde doelgroep krijgen, op welke manier en op welk tijdstip? Per doelgroep wordt dit vastgesteld. Stap 3 Testen klantprofielen De klantprofielen worden beschreven volgens een vastgesteld format. Deze beschrijving wordt getoetst bij de medewerkers. Het klantprofiel wordt vervolgens getest in een pilot, vervolgens aangepast en definitief vastgesteld.
Beleidsplan Hoogwaardige Handhaving gemeente Hulst
19/27
Doelstelling Er wordt onderzocht of het opstellen van klantprofielen in het kader van Hoogwaardig Handhaven op lokaal niveau of in gemeentelijke samenwerking haalbaar en functioneel is. Het risico van een onwerkbare “overkill” aan instrumentarium is aanwezig.
5.2
Vroegtijdig informeren
Op het gebied van informeren wil Hulst de functionaliteit van het volgende onderzoeken: Voor klantprofielen moet de informatiebehoefte worden bepaald. Door het gebruik van klantprofielen sluit de informatie en informatieoverdracht beter aan bij de behoefte van de klanten; Er wordt een concreet uitgewerkt handhavingscommunicatieplan ontwikkeld voor zowel de interne als externe communicatie. Het voorlichtingsplan van de gemeente Hulst wordt gebruik als basis voor het te ontwikkelen handhavingscommunicatieplan. De drie afdelingen Voorlichting van de gemeenten worden hierbij betrokken; De gesprekken van de medewerkers met de klanten zijn een belangrijk speerpunt in het vroegtijdig informeren over rechten en plichten. De rol van de medewerkers is hierin essentieel. De medewerkers moeten allemaal dezelfde boodschap uitstralen. In de “Waarden en Normen show” is de diversiteit aan opvattingen in kaart gebracht. Ten behoeve van het vaststellen van algemene gedragsregels wordt een intern communicatieplan opgesteld; De formulieren van de afdeling Sociale zaken en Werkgelegenheid worden gescand op gebruiksvriendelijkheid en toepasbaarheid. Doelstelling Het uiteindelijke effect is dat de klanten goed geïnformeerd zijn over hun rechten en plichten en over de wijze van controle. Belangrijk is dat onderzocht wordt of de klanten de boodschap ook echt begrepen hebben. Dit klantonderzoek kan gedaan worden met behulp van een vragenlijst die gebaseerd is op de cliëntmonitor van de Kennisbank en op informatie vanuit de cliëntenpanels. De cliëntenpanels worden ingezet als mogelijkheid om verklaringen te zoeken voor de uitkomst van de vragenlijst, om de vragen te verdiepen en om in gesprek te zijn met klant zodat verdere verbeteringen kunnen worden aangebracht.
5.3
Optimaliseren dienstverlening
Voor het optimaliseren van de dienstverlening is het noodzakelijk inzicht te krijgen in de positieve en negatieve ervaringen van de klanten met de dienstverlening van de gemeente. Met het uitvoeren van klanttevredenheidsonderzoeken kunnen de ‘zwakke plekken’ vastgesteld worden en verbeteringen opgenomen worden in het dienstverleningsconcept. Een onderdeel van de klanttevredenheidsonderzoeken is het gebruik maken van het cliëntenplatform.
Beleidsplan Hoogwaardige Handhaving gemeente Hulst
20/27
Het is van groot belang om in gesprek te blijven met de cliënten en hun vertegenwoordigers. Hulst kent de volgende doelstellingen/activiteiten: Voor de klantprofielen moet de dienstverleningsbehoefte zijn bepaald. Door het gebruik van klantprofielen sluit de dienstverlening beter aan bij de klanten; In 2006 wordt het eerste klanttevredenheidsonderzoek gedaan. Ontwikkelingen in het aantal bezwaarschriften en klachten worden gevolgd; De uitkomsten van het klanttevredenheidsonderzoek worden meegewogen in de aanpassing van het dienstverleningsconcept. Daarbij wordt expliciet aandacht besteed aan de opmerkingen van de klant. Probleem daarbij is vaak de interpretatie van de resultaten; De fraudealertheid bij de uitvoerende medewerkers kan worden vergroot door het aanbieden van training. Het regelmatig aanbieden van functiegerichte scholing is wenselijk; Sociaal rechercheurs worden vaker ingezet als fraudepreventiemedewerker/controleambtenaar. Dit gebeurt altijd in nauwe samenwerking met de casemanager; Het bewaken en verder ontwikkelen van de professionele houding van de medewerkers geschiedt door middel van intervisie of casusbesprekingen; Het verminderen van de overdrachtsmomenten door het werken met een vaste consulent per cliënt wordt op zijn mogelijkheden onderzocht. Voorts zal onderzocht worden wat een beheersbare caseload is. Dit kan betekenen dat een herijking van het klantmanagersmodel noodzakelijk is. Het rouleren van een caseload per periode van drie à vier jaar wordt wenselijk geacht. In ieder geval dient de omvang van de caseload vastgesteld te worden; Het veiligheidsgehalte van de spreekkamers en locaties wordt onderzocht. Een agressieprotocol wordt opgesteld en in uitvoering genomen. Doelstelling Het uiteindelijke effect dat bereikt moet worden is dat de klanten tevreden zijn over de dienstverlening. Er wordt voortdurend gestreefd naar verbetering van de bestaande dienstverlening.
5.4
Vroegtijdige detectie en afhandeling
Signaal- en risicosturing kan in de plaats komen van de heronderzoeken. De casemanagers, sociaal rechercheurs en het management onderzoeken welk controlesysteem ingezet kan worden en doen daarvoor voorstellen. Het reguliere controletraject omvat het aanvraagonderzoek, de inkomstenverklaringen, schriftelijke heronderzoeken, verzameling van gegevens rond activering en zorg, analyse van gegevens van externe bronnen (GBA, IB, SUWI-inkijk) etc. Al deze controles kunnen signalen opleveren. Als er een signaal is, moet de klant het signaal weerleggen door gegevens en argumenten aan te leveren. Wordt het signaal weerlegd dan volgt decharge (geen vervolgactie). In het fraudekompas
Beleidsplan Hoogwaardige Handhaving gemeente Hulst
21/27
wordt opgenomen wat voor signalen er zijn en hoe daarmee omgegaan wordt. Is er twijfel, dan volgt nader onderzoek. In dat onderzoek worden andere bronnen geraadpleegd en is een huisbezoek vaak aan de orde. Voor de wijze waarop een dergelijk onderzoek en de rapportage daarover plaats vindt worden protocollen ontwikkeld. Blijkt uit het onderzoek dat er niets aan de hand is dan volgt decharge. Anders volgt een maatregel (met toepassing van het verplichtingenkompas). Is de zaak te complex of komt het schadebedrag boven de norm van € 6.000 of € 3.000 bij recidive dan wordt de sociale recherche ingezet. Aldus de werking van signaalsturing. Een andere mogelijkheid is dat er nader onderzoek volgt, indien uit het klantprofiel een verhoogd risico op fraude volgt. Het gehele systeem van controles op maat wordt vastgelegd in een controleplan. Hulst overweegt bij controle op maat de volgende inzet: Heronderzoeken in nieuwe vorm; Gebruikmaking van het statusformulier; Signaalsturing; Klantprofielen met een verhoogd risico; Themacontroles op regionaal niveau; Differentiatie van de inkomstenverklaring op basis van klantprofielen; Betere ICT-ondersteuning voor het uitwisselen en raadplegen van gegevens; Een adequaat verificatie- en validatiebeleid; De ontwikkeling van protocollen en een Fraudekompas; Ontwikkeling van de poortwachterfunctie en de fraudealertheid en fraudepreventie bij de medewerkers door inzet van de kennis en ervaring van de sociale recherche. Doelstelling Hulst wil bereiken dat de controle effectief en efficiënt is. Dat betekent dat er zoveel mogelijk fraude op een zo vroeg mogelijk tijdstip wordt gedetecteerd. De middelen daartoe worden zo efficiënt mogelijk ingezet. Het uiteindelijke effect wat bereikt moet worden is dat er in 2006 meer overtredingen worden geconstateerd en dat op lange termijn het gemiddelde schadebedrag afneemt.
5.5
Daadwerkelijk sanctioneren
Het motto luidt: “Wie fraudeert, wordt gestraft en moet terugbetalen”. De eerste vraag, die om een antwoord vraagt is: “wanneer fraudeert iemand?” Wat kan nog wel en wat niet meer? Met de wet en het beleid in de hand moet de organisatie de kaders vaststellen. Het meeste is glashelder, maar er zijn grensgevallen en wat doe je dan? In een “Waarden en Normen show” zijn deze grenzen afgetast met als doel tot uniform gedrag van de medewerkers te komen. In de toekomst zal in het reguliere werkoverleg regelmatig gesproken worden over de morele dilemma’s die kunnen spelen in het contact tussen cliënt en casemanager. Gedragsregels zullen worden opgesteld daar waar het gaat om het formuleren van een gezamenlijk normenpakket. De nieuwe wet geeft ruimte om een eigen invulling te geven. Hulst zal een nieuw sanctiebeleid vaststellen.
Beleidsplan Hoogwaardige Handhaving gemeente Hulst
22/27
Een ander nieuw aspect is dat er door de invoering van de WWB meer ruimte komt voor een eigen terug- en invorderingsbeleid. Belangrijk is dat daarbij het naleven van het bovengenoemde motto wordt bewaakt. Doelstelling Hulst wil bereiken dat de fraudeur met ‘lik-op-stuk-beleid’ wordt aangepakt. Dit beleid moet ook preventieve werking hebben naar de andere klanten. De resultaten van de fraudedetectie moet om die reden periodiek in de publiciteit worden gebracht.
5.6
Ketenpartners
De afdeling Sociale Zaken en Werkgelegenheid is afhankelijk van ketenpartners als het Centrum voor Werk en Inkomen (CWI), de Uitvoeringsorganisatie Werknemersverzekeringen (UWV) en de reïntegratiebedrijven (RIB). Zonder die ketenpartners kan zij haar ambitie niet waarmaken. Zij staat daarbij voor het dilemma dat de belangen, de aard en de cultuur van die ketenpartners niet gelijkgericht zijn en ook niet altijd sporen met de ambitie van de gemeente. De samenwerking moet desondanks zo optimaal mogelijk zijn. Bij het doorlopen van de keten moet voortdurend getoetst worden of de uitkering nog rechtmatig wordt verleend. Is klant op de hoogte van zijn verplichtingen, komt hij zijn verplichtingen na en zijn de door hem aangereikte gegevens nog steeds actueel (tijdig, volledig, juist)? Daartoe moet vanuit de gehele keten een eenduidig handhavinginstrumentarium ontwikkeld en toegepast worden. De verschillende ketenpartners hanteren nu elk een verschillende visie op de poortwachter. Het is van groot belang dat de ketenpartners CWI, RIB en het UWV ook dezelfde klantprofielen gaan hanteren. De gemeente zal hiervoor met haar partners moeten overleggen en onderhandelen. De aanbevelingen uit dit overleg worden vastgelegd in de Serviceniveauovereenkomst (SNO). Doelstellingen ketenpartners Alle ketenpartners hanteren zoveel als mogelijk dezelfde ambitie. Werken met klantprofielen is daarbij een belangrijk hulpmiddel.
5.7
Implementatie en evaluatie
Het jaar 2004 staat in het teken van de implementatie van de Wet Werk en Bijstand (WWB) en de implementatie van Hoogwaardige Handhaving. Een aantal activiteiten, die opgenomen zijn in het activiteitenplan Hoogwaardige Handhaving, worden gekoppeld aan de implementatie van de WWB. Het project Hoogwaardige Handhaving bestaat uit drie onderdelen, te weten: Voorbereidend programma, Uitvoerend programma en Analyseprogramma.
Beleidsplan Hoogwaardige Handhaving gemeente Hulst
23/27
Het uitvoerende programma wordt na de ontwerpfase in het voorjaar uitgevoerd om zodoende de implementatie in het derde en vierde kwartaal te voltooien. Doorontwikkeling is een kwestie van jaren. Het analyse-programma zal in november/december 2004 worden uitgevoerd. De evaluatie en resultaatsmeting van het project Hoogwaardig Handhaven wordt gedaan door middel van het uitzetten van een quick scan, door interviews met sleutelfiguren in de organisatie en door een documentanalyse. Daarnaast wordt gebruik gemaakt van de belevingswereld van de cliëntenpanels. Op deze manier worden de resultaten gemeten. Speerpunt daarbij is of per visie-element de beoogde effecten bereikt zijn.
Beleidsplan Hoogwaardige Handhaving gemeente Hulst
24/27
6
Beslispunten
Bij beslispunten gaat het om zaken, die in het kader van het project Hoogwaardige Handhaving nog tot uitvoering gebracht zullen worden. 1. 2. 3. 4.
5. 6. 7. 8. 9. 10.
11. 12. 13. 14. 15. 16.
Klanten worden gedifferentieerd volgens de methodiek van klantprofielen; Een nieuw controleplan wordt opgesteld; Volgens de methodiek signaal- en risicosturing worden risicoprofielen opgesteld, hetzij lokaal, hetzij regionaal; Een fraudekompas wordt opgesteld ten behoeve van een snelle afhandeling van fraudesignalen; Een verplichtingenkompas wordt opgesteld voor het proces rond het opleggen van een maatregel. Een in- en extern communicatieplan wordt opgesteld; Een intern communicatieplan met betrekking tot het vaststellen van gedragsregels wordt opgesteld; Een agressieprotocol wordt opgesteld om de veiligheid van medewerkers en cliënten te vergroten; Een fraudeverordening wordt opgesteld; In de afstemmingsverordening wordt de uitgangspunten van het lik-op-stukbeleid verwerkt; Het uiteindelijke effect wat bereikt moet worden is dat er in 2006 meer overtredingen worden geconstateerd en dat op lange termijn het gemiddelde schadebedrag afneemt; Prestatie-indicatoren met betrekking tot fraudebeheersing worden in 2006 vastgesteld; In het kader van Hoogwaardige Handhaving wordt het klantmanagersmodel geëvalueerd; In het kader van Hoogwaardige Handhaving wordt de rol van de sociale recherche en de daarbij behorende werkprocessen nader beschreven; De werkprocessen worden aangepast aan de hand van het handhavingbeleidsplan; De uitgangspunten van de hoogwaardige handhaving worden in de SNO van de ketenpartners ingebouwd; Het opleidingsplan wordt aangepast aan de lokale behoeften.
Beleidsplan Hoogwaardige Handhaving gemeente Hulst
25/27
Bijlage 1: Globale planning gemeente Hulst per activiteit
Activiteit s e p t 1
2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12-13 13 14 15
Nulmeting Act.plan opstellen Subsidieaanvraag Organisatie project Beleid HH Beleid ‘lik op stuk’ W&N show Training fraude alertheid Training aansturen Opstellen communicatieplan Ontw. brochures Ontw. signaal- en risicosturing Ontwerp en beschr. werkpr. Screenen huidige formulieren Op maat maken formulieren Ontw. sturingsinstr Meet- en eval.fase
2003 o n k o t v
d e c
j a n
f e b
m r t
a p r
Ontwerpen ontwerpen ontwerpen
m e i
2004 j j u u n l i i
A u g
s e p
Implementeren Implementeren Implementeren
ontwerpen
Implementeren
ontwerpen
Implementeren
ontwerpen
Implementeren
Beleidsplan Hoogwaardige Handhaving gemeente Hulst
26/27
o k t
n o v
d e c
Bijlage 2: Activiteitenplan (gereed)
Bijlage 3: Controleplan (in ontwerp)
Bijlage 4: Fraudeverordening (juni 2004: in ontwerp gereed)
Bijlage 5: Afstemmingsverordening (gereed)
Bijlage 6: Handhavingscommunicatieplan (gereed)
Bijlage 7: Overzicht van klantprofielen (in ontwerp)
Beleidsplan Hoogwaardige Handhaving gemeente Hulst
27/27