Bekwaamheidsdossier
‘Laat zien wat je i
februari 2006 O OC0602_p8_12 Personeelsbeleid2.i8 8
19-01-2006 16:29:26
Is het bekwaamheidsdossier een nieuwe papieren tijger? Dat hoeft niet. Leraren die zelf verantwoordelijk zijn voor hun ontwikkeling, maken die bekwaamheden ook wel zichtbaar. En in niet al te veel tijd, graag. Door Sigrid van Iersel
e in huis hebt’ OC0602_p8_12 Personeelsbeleid2.i9 9
O februari 2006 19-01-2006 16:29:29
D
rie middagen teamoverleg en een avondje uitwerking door alle deelnemende leraren. Dat is grofweg de benodigde tijd die een lerarenteam in het opstellen van een bekwaamheidsdossier moet steken, rekent Frank Jansma van het Samenwerkingsorgaan Beroepskwaliteit Leraren (SBL) voor. ‘Je hoeft er echt niet maanden voor op de hei te gaan zitten. Iedere school heeft een schoolplan. In het teamoverleg vertaal je dat naar de benodigde bekwaamheden voor leraren. Een school die zingeving belangrijk vindt, bedenkt bijvoorbeeld wat dat concreet betekent voor het pedagogisch handelen. Dat is voldoende.’
Koortsachtig • Iedere school moet volgens de Wet BIO in 2007 voor iedere leraar een bekwaamheidsdossier hebben. Wat zo’n dossier precies inhoudt, heeft het ministerie van OCW met opzet open gelaten om de scholen zelf gelegenheid te geven dit in te vullen. Wel heeft OCW vijftien pilots georganiseerd, zodat scholen gebruik kunnen maken van elkaars ervaringen. De resultaten daarvan worden dit voorjaar gepubliceerd op de website van IPB Onderwijs. Wat al duidelijk is? Dat het om de leraren draait. ‘Als leidinggevenden koortsachtig dossiers moeten samenstellen en bijhouden, zit je op een heilloze weg’, zegt René van Drunen van het CPS, die namens de projectgroep enkele pilots begeleidde. Bij de pilots zijn dan ook scholen geselecteerd die leraren een belangrijke rol laten spelen bij de schoolontwikkeling. Betrokkenheid bij het dossier vloeit daar logisch uit voort. ‘Schoolleiders hoeven dan ook niet bang te zijn voor een enorme papierlading, want de grootste verantwoordelijkheid ligt bij de le-
raren. Het is nu voor het eerst dat een leven lang leren voor léraren wordt vastgesteld. En als leraren verantwoordelijk zijn voor hun ontwikkeling, maken ze die bekwaamheden ook wel voor zichzelf zichtbaar. Zie daar: het bekwaamheidsdossier.’
Druk • Schoolleiders kunnen de dossiers vervolgens breder gebruiken, bijvoorbeeld voor de personeelsplanning op de lange termijn termijn. Welke capaciteiten heb ik al in huis? En waar vallen gaten? Dat kan een schoolleider uit de verzameling dossiers afleiden. Voor scholen die al ver zijn met integraal personeelsbeleid is de invoering van een bekwaamheidsdossier maar een kleine stap, meent Thomas Landman van OCW. ‘Het is niet zo dat je iets heel nieuws op moet zetten. De meeste scholen hebben alles al op een rijtje. Dan is het bij wijze van spreken
‘Zelf koortsachtig dossiers samenstellen, dat is een heilloze weg’ met een druk op de knop uit de administratie te halen.’ Ook Frank Jansma van het SBL is ervan overtuigd dat scholen snel van start kunnen. ‘Dat voorkomt ook dat het dossier een
10 februari 2006 O OC0602_p8_12 Personeelsbeleid2.i10 10
19-01-2006 16:29:31
‘Braaf invullen levert niets op’ Hiltje Rookmaker is locatiedirecteur van het Reitdiep College in Groningen. ‘Op dit moment is het voor ons lastig om een personeelsplanning te maken. Daarom hebben wij ons aangemeld voor de landelijke pilot. Straks kunnen we de kenmerken van leraren, leerlingprognoses, leeftijdsopbouw en natuurlijk verloop invoeren in een programma. Dan kunnen we gemakkelijker zien hoe we de taken beter laten aansluiten bij geschikte mensen en aan welke competenties we behoefte hebben. Op grond daarvan kunnen we een betere strategie bij het aannamebeleid voor nieuwe mensen bepalen. Dit voorjaar gaat een groepje leraren een bekwaamheidsdossier samenstellen. Ze voeren gegevens over hun competenties in en hebben ruimte om zelf bepaalde vaardigheden te vermelden. Als iemand jarenlang jeugdkampen georganiseerd heeft bij de padvinderij zijn we daar zeer in geïnteresseerd, want we houden zelf ook jaarlijks schoolkampen. De leraren doen dat op vrijwillige basis. We hebben er ook over gedacht om het verplicht te stellen, maar we hebben niets aan leraren die alleen maar braaf dit dossier invullen en er verder niets mee doen.
We willen dit instrument echt gebruiken om de kwaliteit van de school te verhogen. Dat kan alleen maar als leraren zichzelf eigenaar voelen van het dossier. We willen dat ze de vragen naar waarheid beantwoorden en niet naar wenselijkheid. Dan moet iemand zichzelf bloot durven geven. In het ideale geval vindt een leraar het zelf leuk en uitdagend om te werken aan zijn eigen professionaliteit. Een bekwaamheidsdossier invullen is geen eenvoudige opgave. Dat geldt zeker voor collega’s die niet gewend zijn om hun bekwaamheden tegen het licht te houden. Je kunt deze activiteit bovendien nooit helemaal los zien van beoordeling. Maar ik heb liever iemand die zijn zwakke punten onderkent en daaraan gaat werken dan iemand die heel erg positief is over zichzelf. Niemand heeft alle competenties in huis. Ik hoop dat leraren het als een manier gaan zien om hun professionaliteit te vergroten en dat het een stimulans is om met plezier naar hun werk te gaan. In mijn eerdere baan heb ik ook gewerkt met feedback-instrumenten. Ik heb daar nog nooit negatieve reacties op gehad. Eerder zeiden mensen: ik wilde dat ik het eerder had gedaan.’
papieren tijger wordt’, adviseert hij. ‘Een bekwaamheidsdossier gaat over borgen en ontwikkelen, met de nadruk op ontwikkelen. Het team zet een aantal zaken op papier waarmee de school direct aan de slag kan. In wezen kun je dan gedurende het ontwikkelingsproces aan elkaar vragen: loopt het, leeft het bij je en lukt het je om te bereiken wat je je had voorgesteld? Geleidelijk aan kun je op verschillende punten meer diepgang zoeken. Zo ontstaat ontwikkeling.’
Portfolio • De start kan ook bij de leraar zelf liggen. Zo kan de leraar de ontwikkeldoelen vanuit zijn persoonlijk ontwikkelingsplan (POP) gebruiken voor het bekwaamheidsdossier. Wie uitgebreider wil reflecteren op zijn functioneren als leraar, kan bovendien individueel aan de slag met het samenstellen van een portfolio. Deze verzameling documenten geeft een beeld van iemands persoonlijke vaardigheden en kennis, maar is tevens een middel waarmee leraren voor zichzelf duidelijk kunnen maken waar ze staan en waar ze naar toe
willen. De ontwikkelpunten die hieruit naar voren komen, kunnen ingebracht worden in het bekwaamheidsdossier. Zo liggen het persoonlijke portfolio en het bekwaamheidsdossier (bedoeld voor de onderwijsinstelling) in elkaars verlengde.
Leraren die net van de opleiding komen, beschikken al over zo’n portfolio en zijn helemaal snel klaar. Voor leraren die dat nog niet hebben, heeft de SBL een digitaal systeem ontwikkeld, dat via de website ingevuld en bijgehouden kan worden. Het
OC0602_p8_12 Personeelsbeleid2.i11 11
O februari 2006 11 19-01-2006 16:29:32
Wat kan er in het dossier? – Het bekwaamheidsdossier bevat in ieder geval de onderwijsakte of andere documenten die de onderwijsbevoegdheid aangeven. – Andere onderdelen van een bekwaamheidsdossier zijn bijvoorbeeld: – een biografische lijn met een overzicht van de professionele ontwikkeling van de leraar tot nu toe – afspraken rond het persoonlijk ontwikkelingsplan, zoals een overzicht van de ontwikkelingsdoelen voor het komende jaar. eer informatie: M www.ipb-onderwijs.nl www.lerarenweb.nl/portfolio
verschillende competenties centraal te stellen. ‘Het is niet zo dat iedere leraar in alle competenties moet uitblinken. De ene leraar is goed in organiseren, de ander is sterk in visie. Dat vult elkaar juist mooi aan.’
Motivatie • Natuurlijk blijft er ook een
SBL propageert namelijk het portfolio omdat leraren daarmee hun professionele ontwikkeling in eigen hand houden. Maar ook het portfolio mag geen zeeën van tijd kosten, benadrukt Frank. ‘Het is een hulpmiddel, geen doel op zich. Leraren stoppen het grootste deel van hun tijd in het primaire proces en een klein stukje in hun ontwikkeling. Je loopt in het hier en nu, maar af en toe kijk je naar de horizon om op koers te blijven.’
Uitblinken • Toch is er bij een deel van de leraren weerstand tegen het dossier. Zo klagen sommigen dat ze ‘wel weer eens gewoon les willen geven in plaats van al die reflectie’.
‘Maar als leraar dóe je niet anders dan kijken of je aanpak wel effectief is’, vindt René. ‘Reflectie is niet iets wat je af en toe doet, maar een continu proces. Als professional wil je zicht hebben op je eigen bekwaamheden. Er is ook niets mis mee als je aan leidinggevenden laat zien wat je in huis hebt.’ Ook zien sommigen het bekwaamheidsdossier vooral als een manier van personeelsbeoordeling. De schoolleiding heeft als taak dat wantrouwen weg te nemen, vindt Frank. ‘Ontwikkeling moet centraal staan bij het dossier. Daarin kan iedere leraar steeds een stapje verder gaan. De beoordeling is het sluitstuk van dat proces, niet het begin.’ Hij adviseert om de waardering van ieders
groepje mensen over dat de kantjes er van afloopt of slechte prestaties levert. Maar ook zonder het bekwaamheidsdossier zijn deze mensen al wel bekend, vinden Frank en René. Een schoolleider heeft als taak de oorzaak van die problemen te achterhalen. ‘Soms hebben mensen hulp nodig bij het oplossen van persoonlijke problemen of zijn ze hun motivatie kwijt’, zegt Frank. ‘Daar moet je open mee omgaan. Mensen die onder de minimumnorm vallen, moet je daarop aanspreken. Of in het uiterste geval: ontslaan. Maar pas op dat je niet te veel energie stopt in deze kleine club mensen. Net zoals je in de klas ook niet alle aandacht moet richten op de leerlingen die het slecht doen. Het grootste deel van de leraren is namelijk wel gemotiveerd.’ Maar wat gebeurt er als je als school in de bekwaamheid van een leraar investeert en hij naar een andere instelling overstapt? Is al het geld en de moeite dan verloren? Nogal een verkeerde voorstelling van zaken, vindt Frank. ‘De professionele ontwikkeling is namelijk een gezamenlijke verantwoordelijkheid, waarin de leraar een groot deel van zijn eigen tijd investeert. Bovendien kan de school zich niet ontwikkelen als leraren zich niet ontwikkelen.’ •
12 februari 2006 O OC0602_p8_12 Personeelsbeleid2.i12 12
19-01-2006 16:29:33