Begeleide oefeningen Elektrisch tekenen 1. De enkelpolige schakelaar
Begeleide oefeningen elektrisch tekenen
1/30
KHLim Dep IWT
Begeleide oefeningen elektrisch tekenen
MeRa
2/30
KHLim Dep IWT
MeRa
Duid aan in bovenstaande schakelingen wat er wijzigt indien deze lamp niet de laatste lamp van de kring is.
Begeleide oefeningen elektrisch tekenen
3/30
KHLim Dep IWT
MeRa
2. De dubbelpolige schakelaar
Begeleide oefeningen elektrisch tekenen
4/30
KHLim Dep IWT
Begeleide oefeningen elektrisch tekenen
MeRa
5/30
KHLim Dep IWT
MeRa
Duid aan in bovenstaande schakelingen wat er wijzigt indien deze lamp niet de laatste lamp van de kring is.
Begeleide oefeningen elektrisch tekenen
6/30
KHLim Dep IWT
MeRa
3. De serieschakelaar / dubbele aansteking
Begeleide oefeningen elektrisch tekenen
7/30
KHLim Dep IWT
Begeleide oefeningen elektrisch tekenen
MeRa
8/30
KHLim Dep IWT
MeRa
Duid aan in bovenstaande schakelingen wat er wijzigt indien deze lamp niet de laatste lamp van de kring is.
Begeleide oefeningen elektrisch tekenen
9/30
KHLim Dep IWT
MeRa
4. De wisselschakelaar
Begeleide oefeningen elektrisch tekenen
10/30
KHLim Dep IWT
Begeleide oefeningen elektrisch tekenen
MeRa
11/30
KHLim Dep IWT
MeRa
Duid aan in bovenstaande schakelingen wat er wijzigt indien deze lamp niet de laatste lamp van de kring is.
Begeleide oefeningen elektrisch tekenen
12/30
KHLim Dep IWT
MeRa
5. De kruisschakelaar
Begeleide oefeningen elektrisch tekenen
13/30
KHLim Dep IWT
MeRa
6. De verlichte schakelaar Teken stroombaan- en bedradingschema voor de verlichte enkelpolige, dubbelpolige, wissel en kruis schakelaar. 7. De controle schakelaar Teken stroombaan- en bedradingschema voor de enkelpolige, dubbelpolige, wissel en kruis schakelaar met controlelampje. 8. Leidingschema Vul onderstaande leidingschema’s aan door voor iedere verbinding het aantal draden aan te geven.
10.Elektrisch dossier huisinstallatie Welke schema’s dienen aanwezig te zijn bij de keuring van een elektrische huisinstallatie?
Vervolledig het situatieschema van een van onderstaande plannen. Houd hierbij rekening met: - keuken: elektrisch fornuis, vaatwasser. - Voorzie een aansluiting voor wasmachine en droogkast in badkamer, berging of garage. - Voorzie een bel - Gebruik volgende schakelingen: wissel / wissel + kruis / teleruptor. - Neem al de regels van het AREI in acht.
Vervolledig het eendraadschema. - Vul ontbrekende gegevens in van : o Differentieel o Voedingskabel o automaten o draadsecties o voedingsnet
Begeleide oefeningen elektrisch tekenen
21/30
KHLim Dep IWT
Begeleide oefeningen elektrisch tekenen
MeRa
22/30
KHLim Dep IWT
Begeleide oefeningen elektrisch tekenen
MeRa
23/30
KHLim Dep IWT
Begeleide oefeningen elektrisch tekenen
MeRa
24/30
KHLim Dep IWT
Begeleide oefeningen elektrisch tekenen
MeRa
25/30
KHLim Dep IWT
Begeleide oefeningen elektrisch tekenen
MeRa
26/30
KHLim Dep IWT
Begeleide oefeningen elektrisch tekenen
MeRa
27/30
KHLim Dep IWT
MeRa
11.Industriële schakelingen Basis relaischakelingen 1. Teken een schakeling om een lamp te schakelen m.b.v. een contactor. Er zijn 2 drukknoppen voorzien: IN en UIT. De spoelspanning van de contactor is 24VDC. Teken stuur- en vermogenkring.
2. Teken een schakeling om twee lampen te schakelen m.b.v. contactoren. Er zijn 2 drukknoppen knoppen IN voorzien en 1 knop UIT. De lampen mogen nooit gelijktijdig branden. We moeten op stop drukken voor we de andere lamp kunnen inschakelen. De spoelspanning van de contactor is 24VDC. Teken stuur- en vermogenkring. 3. Dezelfde opgave als 2 maar als de eerste lamp brandt moeten we niet eerst op stop drukken voor we de tweede lamp kunnen inschakelen. De eerste lamp zal uitschakelen en omgekeerd. De spoelspanning van de contactor is 24VDC. Teken stuur- en vermogenkring. 4. Teken een schakeling om twee lampen te schakelen m.b.v. contactoren. Er zijn 2 drukknoppen knoppen IN voorzien en 1 knop UIT. Zorg ervoor dat we lamp2 niet kunnen inschakelen als lamp1 niet brandt. Als we op de stopknop drukken doven beide lampen. De spoelspanning van de contactor is 24VDC. Teken stuur- en vermogenkring.
5. Teken een schakeling om twee lampen te schakelen m.b.v. contactoren. Er zijn 2 drukknoppen knoppen IN voorzien en 1 knop UIT. Eerst moet lamp1 worden geschakeld. Vervolgens kunnen we lamp2 schakelen en zal lamp1 doven. Als we lamp1 opnieuw willen inschakelen moeten we eerst op stop drukken. De spoelspanning van de contactor is 24VDC. Teken stuur- en vermogenkring.
Begeleide oefeningen elektrisch tekenen
28/30
KHLim Dep IWT
MeRa
Motorschakelingen 1. Teken een motorschakeling (start/stop) met contactoren. Beveilig de motor met een motorvermogenschakelaar. De spoelspanning van de contactor is 24VDC. Teken stuur- en vermogenkring. Plaats klemmen en kabel op de juiste plaats. 2. Idem oef 1 maar beveilig de motor nu met smeltzekeringen en een thermische beveiliging.
3. Breng in oef1 en oef2 in een andere kleur volgende wijziging aan: De start- en stopknop staan bij de motor en niet op de deur van de stuurkast.
4. Teken een motorschakeling (Links/Rechts) met contactoren. Beveilig de motor met een motorvermogenschakelaar. De spoelspanning van de contactor is 24VDC. Teken stuur- en vermogenkring. Plaats klemmen en kabel op de juiste plaats.
5. Teken een motorschakeling Ster/driehoek op volgende manieren. handmatig omschakelen van ster naar driehoek automatisch omschakelen van ster naar driehoek 6. De loopkat van een takel wordt aangedreven door een motor. Als de wagen zich op het einde takel komt, wordt een eindeloop contact bediend. Hierdoor valt de motor stil. Nu kan de motor enkel nog in de andere richting gestart worden. Voor de andere richting is er ook een eindeloopcontact voorzien. Er zijn volgende knoppen voorzien: 1x start links, 1x start rechts, 1x stop. De knoppen bevinden zicht op een bedieningspeer.
Begeleide oefeningen elektrisch tekenen
29/30
KHLim Dep IWT
MeRa
7. Zelfde opgave maar nu zijn er per richting 2 eindschakelaars voorzien: Schakelaar “max” en “max max”. Schakelaar “max max” wordt in de normale werkingstoestand niet bereikt. Enkel als de schakeaar “max” niet heeft gezorgd voor een uischakeling zal schakelaar “max max” bediend worden. Indien schakelaar “max max” bediend is kan men de motor in geen enkele richting starten. Hiervoor moet men met een sleutelschakelaar het contact “max max” overbruggen.