y t u a be L E V LE basics
4
Katern
een visavi uit g ave
2
hoofdstuk 1 ArOmAtherAPie
3
hoofdstuk 1 aromatherapie 1
1
Tekstuele toevoeging (pagina 12):
Essentiele oliën kunnen op vijf manieren worden gewonnen. • Waterdampdestillatie: Waterdampdestillatie is de meest gebruikte methode voor het winnen van essentiële oliën. Bij waterdampdestillatie wordt er hete waterdamp (stoom) door het plantenmateriaal gejaagd. Waterdampdestillatie noem je daarom ook wel stoomdestillatie. De hete waterdamp onttrekt de essentiële olie aan het plantenmateriaal en neemt deze op. De hete waterdamp koelt vervolgens af en condenseert (wordt water). De essentiële olie scheidt zich van het water en blijft op het water drijven. De olie wordt gescheiden van het water en gereinigd. Het water kan bij sommige essentiële oliën worden gebruikt als hydrolaat, bijvoorbeeld rozenhydrolaat (rozenwater), lavendelhydrolaat, oranjebloesemhydrolaat en kamille- en toverhazelaarhydrolaat.
2
Voor het verdampen van de essentiële olie kun je een aromasteamer, aromasteen, aromalamp of vernevelappraat gebruiken.
2 3
• Aromasteamer: Een aromasteamer is een apparaat met een filter waarop je de essentiële olie druppelt. De olie in het filter verdampt geleidelijk. Boven het filter zit een ventilatortje dat de vrijgekomen oliedamp verspreidt in de ruimte. De aromasteamer is geschikt voor grote ruimten. In kleine ruimten kun je beter een aromabrander (aromalamp) gebruiken. • Aromasteen: Een aromasteen is een poreuze steen waar je essentiële olie op kunt druppelen. De olie trekt in de steen en verdampt geleidelijk. De aromasteen is geschikt voor zowel grote als kleine ruimten. In grote ruimten kun je de steen ook op de verwarming leggen. De olie kan zich op deze manier beter door de ruimte verdelen. • Aromalamp: Een aromalamp is verkrijgbaar als elektrische brander of als aromabrander met waxinelichtje. Beide branders hebben een schaaltje dat je vult met water en enkele druppels essentiële olie. Door de warmte via de elektriciteit of het waxinelichtje verdampt het water met de essentiële olie. Een aromalamp is geschikt voor kleine ruimten.
• Enfleurage: Enfleurage wordt gebruikt om bloesemolie te winnen. Bij enfleurage wordt gebruik gemaakt van vet (boter of varkensvet). Dit vet wordt uitgesmeerd op een glasplaat. Hier worden de bloesems op gelegd, waarna deze worden afgedekt met een tweede ingevette glasplaat. Na verloop van tijd is het vet verzadigd met de olie uit de bloesems. Met behulp van alcohol wordt de olie vervolgens uit het vet gehaald. De alcohol wordt hierna verwijderd door middel van verdamping, de olie blijft achter. Een essentiële olie die door enfleurage wordt gewonnen herken je aan de toevoeging ‘absolue’. Enfleurage is erg bewerkelijk proces. Deze methode wordt daarom alleen gebruikt bij zeer waardevolle bloesems als jasmijn en roos.
• Vernevelapparaat: Met een vernevelapparaat kun je water en essentiële olie verstuiven tot een fijne nevel. In het reservoir van het vernevelapparaat wordt het water verwarmd door middel van een verwarmingselement. Hierdoor wordt waterdamp gevormd. Een voorbeeld van een vernevelapparaat is het koeldampapparaat.
• Extractie: Bij extractie worden plantendelen gemengd met een chemisch oplosmiddel of alcohol. Stoffen uit de plantendelen die goed oplosbaar zijn in het oplosmiddel worden hierin opgenomen. De oplossing wordt vervolgens gedestilleerd om het oplosmiddel zoveel mogelijk te verwijderen. Extractie wordt voornamelijk toegepast bij oliën die niet kunnen worden gewonnen door waterdampdestillatie. Extractie levert daarnaast betere geuren op.
3
Tekstuele toevoeging (pagina 13):
Voor het inhaleren van essentiële olie kun je een stoomapparaat gebruiken. Bij het stoomapparaat wordt kokend water met essentiële olie via een dunne buis naar de sproeikop van het apparaat geleid. Via de sproeikop wordt het verwarmde water als damp over de huid gesproeid. Een voorbeeld van een stoomapparaat is het dampapparaat.
• Macereren: Macereren betekent weken. Bij maceratie worden plantendelen dan ook langdurig geweekt in olie (olijfolie, sesamolie of zonnebloemolie). De in vet oplosbare delen van de plant worden hierdoor opgenomen in de olie. De olie met de opgeloste stoffen noem je een maceraat. Voorbeelden van maceraten zijn goudsbloemmaceraat (calendula maceraat) en sint-janskruidmaceraat (hypericummaceraat). • Koude persing: Koude persing wordt toegepast bij citrusvruchten, zoals bergamot, citroen en sinaasappel. Bij citrusvruchten mag geen warmte worden gebruikt, omdat warmte de belangrijke bestanddelen van de olie vernietigt. Bij persing kunnen het best alleen vruchten worden gebruikt die niet zijn blootgesteld aan chemische bestrijdingsmiddelen, zoals biologische vruchten. Doordat de olie niet wordt verhit kunnen er namelijk sporen van bestrijdingsmiddelen in de olie terechtkomen.
Tekstuele toevoeging (pagina 13):
4
4
Tekstuele toevoeging (pagina 18):
Citroen Citroenolie is afkomstig van de vrucht van de citroenboom. Citroenolie heeft een vitaliserende en verfrissende werking. Het maakt je wakker en alert. Hierdoor is het geschikt voor situaties waarin je je moet concentreren, bijvoorbeeld tijdens het studeren. Na gebruik van citroenolie is het belangrijk om gedurende 24 uur de zon zoveel mogelijk te mijden en geen gebruik te maken van de zonnebank. Dit kan namelijk huidverkleuringen veroorzaken. Citroen normaliseert de talgproductie en is daarom geschikt voor de droge huid, vette huid en acne huid.
4
hoofdstuk 1 ArOmAtherAPie
5
4 Eucalyptus
4 Sinaasappel
Eucalyptus heeft een antibacteriële werking en is daarom geschikt voor de acne huid. Vermijd eucalyptus bij een overgevoelige huid.
Sinaasappelolie is afkomstig van de vruchten, bladeren en bloesems van de sinaasappelboom. Het heeft een ontspannende, verzachtende en verstevigende werking. Na gebruik van sinaasappelolie is het belangrijk om gedurende 24 uur de zon zoveel mogelijk te mijden en geen gebruik te maken van de zonnebank. Dit kan namelijk huidverkleuringen veroorzaken. Sinaasappelolie mag niet gebruikt worden bij kinderen en tijdens de zwangerschap. Door de verzachtende en verstevigende werking is sinaasappel erg geschikt voor de oudere, verslapte huid en de droge of vette huid.
Geranium Geranium is geschikt voor de vette en acne huid. Mandarijn Mandarijn is geschikt voor meerdere huidtypen, maar voornamelijk voor de vette huid en acne huid.
4
Marjolein Marjoleinolie is afkomstig van het bloeiende kruid van de plant. Het heeft een bloedstimulerende en pijnverzachtende werking. Marjoleinolie is niet geschikt voor gevoelige personen. De olie kan bij deze mensen irritaties veroorzaken. Ook mag marjoleinolie niet worden gebruikt tijdens de zwangerschap of borstvoedingsperiode, bij jonge kinderen en bij een lage bloeddruk. Voorzichtigheid is geboden bij astma. Overmatig gebruik van marjoleinolie heeft een verdovend effect. Marjolein is geschikt voor de oudere huid. Niaouli Niaouliolie is afkomstig van de bladeren en jonge twijgen van de niaouliboom. Het heeft een wondhelende, ontstekingsremmende en antiseptische werking. Het stimuleert daarnaast het immuunsysteem. Niaouliolie is daarom goed te gebruiken bij het schoonmaken van wondjes. Het is daarnaast geschikt bij problemen aan de luchtwegen (astma, bronchitis, verkoudheid), psoriasis, spataderen en ontstekingen. Niaouliolie mag niet worden gebruikt tijdens de zwangerschap en bij baby’s tot één jaar. Niaouli is geschikt voor de vette en acne huid. Ravintsara Ravintsaraolie is afkomstig van de bladeren van de ravintsaraboom. Het heeft een verfrissende, zuiverende, antiseptische en herstellende werking. Ravintsaraolie versterkt daarnaast het immuunsysteem. Het kan daarom goed worden gebruikt bij lipblaasjes en herstel na ziekte of verkoudheid. Ravintsara is geschikt voor de acne huid. Rozemarijn Rozemarijnolie is afkomstig van de takken van de rozemarijnstruik. Het heeft een verkwikkende en stimulerende werking op het centraal zenuwstelsel en de bloedsomloop. Rozemarijnolie kun je goed gebruiken bij vermoeidheid, spierpijn, hoofdpijn en verkoudheid. Het mag niet gebruikt worden bij een hoge bloeddruk. Rozemarijn is geschikt voor de vette huid en acne huid. Rozenhout Rozenhout is voornamelijk geschikt voor de droge, gevoelige, rijpe huid en de huid met littekens.
Strobloem Strobloemolie is afkomstig van de bloemhoofdjes en het bovenste deel van de plant. Het heeft een genezende werking bij stoten, kneuzingen en blauwe plekken en beschermt de huid tegen de zon. Het is daarnaast geschikt bij eczeem, rosacea, allergische huiduitslag, littekens, teleangiëctastieën, spataderen en stress. Strobloem is geschikt voor de acne huid.
4
5
Tekstuele toevoeging (pagina 20):
Als alternatief voor amandelolie en jojobaolie kun je ook olijfolie, rozenbottelolie, cameliaolie of kokosolie gebruiken. Het zijn dragende oliën waar je een essentiële olie aan toe kunt voegen.
5
Olijfolie Olijfolie heeft een hydraterende werking. Olijfolie is daarom erg geschikt voor de droge huid. Olijfolie werkt daarnaast kalmerend en verzachtend. Door de dikke en zware samenstelling is olijfolie minder geschikt als massageolie. Rozenbottelolie Rozenbottelolie is een van de belangrijkste oliën bij het verminderen van littekens en rimpels en het herstellen van de huid. Rozenbottelolie mag niet worden verwarmd, om zo de kwaliteit en werking van de olie te behouden. Rozenbottelolie moet in de koelkast worden bewaard. Na gebruik van rozenbottelolie is het belangrijk om de zon te vermijden en een zonnefilter te gebruiken. Het is geschikt voor alle huidtypen, behalve de acne huid. Het kan de acne namelijk verergeren. Cameliaolie Cameliaolie heeft een verstevigende, verzorgende en herstellende werking op de huid. De olie is geschikt voor de droge, gecombineerde, oudere, vochtarme en gevoelige huid. Kokosolie Kokosolie heeft een verzorgende, hydraterende, kalmerende en verzachtende werking. De olie is daarom goed te gebruiken bij kloofjes of een ruwe huid. Kokosolie is bestand tegen hoge temperaturen en mag worden verwarmd voor gebruik, bijvoorbeeld bij massages. Kokosolie is geschikt voor alle huidtypen.
6
hoofdstuk 1 ArOmAtherAPie
6 8
7
Tekstuele toevoeging (pagina 23):
HOOFDSTUK 3 afslanken
Toverhazelaar (hamamelis) Toverhazelaar versterkt de kleine bloedvaten en vermindert roodheid, uitslag en jeuk. Ook verzacht het eczeem en psoriasis. Toverhazelaar is geschikt voor de oudere huid en een beschadigde huid en bij teleangiëctastieën.
6 7
8
2
1
Tekstuele toevoeging (pagina 23):
Risico’s van aromatherapie Bij het toepassen van aromatherapie zijn er een aantal risico’s. • Allergie of overgevoeligheid voor product, werkzame stof of hulpstof: Cliënten kunnen allergisch of overgevoelig zijn voor een product, werkzame stof of hulpstof. Dat uit zich bijvoorbeeld in eczeem of zwellingen van de huid. Het is daarom belangrijk om, voordat je een product gebruikt, bij de cliënt te informeren hoe zij reageert op een bepaald product of stof. • Ouderen, kinderen en tijdens de zwangerschap: Sommige essentiële oliën zijn niet geschikt voor ouderen, kinderen en tijdens de zwangerschap. Dit is bijvoorbeeld het geval bij sinaasappel, strobloem en niaouli. Andere oliën zijn juist wel geschikt om te gebruiken bij deze doelgroepen, denk aan cipres en mandarijn. • Huidverkleuringen in combinatie met zonlicht: Adviseer de cliënt om na het gebruik van essentiële olie de zon en de zonnebank zoveel mogelijk te vermijden. Dit is belangrijk na het gebruik van de meeste citrusoliën, maar vooral bij bergamot, citroen en sinaasappel. Deze oliën kunnen namelijk huidverkleuringen veroorzaken. • Te hoge dosering: Lees meer over de dosering van essentiële olie op pagina 14 van het boek. INDICATIES EN CONTRA-INDICATIES VAN AROMATHERAPIE Zie de tabel op pagina 22 en 23.
Tekstuele toevoeging (pagina 50):
Bij een buikomvang groter dan 88 centimeter (vrouwen) of 102 centimeter (mannen) is er sprake van adipositas. Adipositas is een ander woord voor vetzucht of obesitas.
Tekstuele toevoeging (pagina 23):
Sint-janskruid (hypericummaceraat) Sint-janskruidolie is afkomstig van de bloemhoofdjes van de plant. Het heeft een ontstekingsremmende, wondhelende, verzachtende, pijnverdovende, kalmerende, verwarmende en antibacteriële werking. Sint-janskruidolie is daarnaast geschikt bij doorbloedingsklachten. Na gebruik van sint-janskruidolie is het belangrijk gedurende 24 uur de zon zoveel mogelijk te mijden en geen gebruik te maken van de zonnebank. Dit kan namelijk huidverkleuringen veroorzaken. Sint-janskruid is geschikt voor de droge, gevoelige, onzuivere, onrustige of ruwe en schrale huid.
7
1
2
Tekstuele toevoeging deel 1 (pagina 53):
Soorten diëten De belangrijkste diëten zijn: • cholesterolarm dieet; • glutenvrij dieet; • caseïnevrij dieet; • suikervrij dieet; • vegetarisch dieet; • Weight Watchers dieet. Cholesterolarm dieet Bij cholesterolarme voeding is het belangrijk dat er minder vetten worden gebruikt. Vetrijke voedingsmiddelen worden vervangen door magere voedingsmiddelen. Ongezonde vetten worden vervangen door gezonde vetten. Vetarme producten bevatten vaak meer suiker. Het is daarom belangrijk altijd de ingrediënten van producten te bekijken, zodat het meest gezonde alternatief kan worden gekozen. Principes van het cholesterolarm dieet: • gevarieerde voeding; • matig gebruik maken van suikers en verzadigde vetten; • onbeperkt gebruik maken van volkorenproducten, verse groenten en fruit; • matig alcoholgebruik; • matig gebruik maken van voedingsmiddelen die veel cholesterol bevatten: eierdooier, lever, nieren. Glutenvrij dieet Gluten is een eiwit dat in tarwe voorkomt. Bij een glutenvrij dieet worden geen voedingsmiddelen gegeten die gluten bevatten. Dit zijn bijvoorbeeld brood, pasta, sommige ijssoorten en bier. Sommige producten zijn van nature glutenvrij, aan andere producten zijn bij de productie geen ingrediënten toegevoegd die gluten bevatten. Principes van het glutenvrij dieet: • geen voedingsmiddelen gebruiken die gluten bevatten; • gebruik maken van glutenvrije producten met veel voedingsvezels, ijzer, vitamine B1 en foliumzuur om tekorten te voorkomen.
8
hoofdstuk 3 afslanken
9
2 Caseïnevrij dieet
3 • Orthorexia nervosa: Bij orthorexia nervosa is iemand de gehele dag bezig met verantwoord en gezond eten. Zij weigeren het eten van, in hun ogen, ongezond voedsel, als granen, zuivel, vlees of vis. Hier komen steeds meer voedingsmiddelen bij. Uiteindelijk eten mensen met orthorexia nervosa veel te eenzijdig waardoor zij voedingsstoffen missen.
Caseïne is een dierlijk proteïne dat in melk voorkomt. Bij een caseïnevrij dieet worden geen producten gebruikt die caseïne bevatten. Principes van het caseïnevrij dieet: • geen voedingsmiddelen gebruiken die caseïne bevatten; • caseïnevrije producten gebruiken met veel calcium om tekorten te voorkomen.
2
Suikervrij dieet Bij een suikervrij dieet worden producten met zichtbare en onzichtbare suikers vermeden. Suiker laat je bloedsuikerspiegel stijgen en dalen, waardoor je je slap kunt voelen. Door geen suiker te eten blijft de bloedsuikerspiegel gelijkmatig. Je voelt je gedurende de dag energieker.
3
3
• Eetstoornis NAO: NAO staat voor Niet Anderszins Omschreven eetstoornis. Mensen met een NAO eetstoornis voldoen niet aan alle kenmerken van een bepaalde eetstoornis, bijvoorbeeld anorexia.
Principes van het suikervrij dieet: • geen voedingsmiddelen gebruiken die zichtbare of onzichtbare suikers bevatten; • suikervrije alternatieven gebruiken bij zin in zoet. Vegetarisch dieet Bij een vegetarisch dieet worden geen dierlijke producten gegeten en gedronken. Principes van het vegetarisch dieet: • geen gebruik maken van dierlijke producten; • gebruik maken van vleesvervangers als soja; • gebruik maken van producten met veel ijzer, vitamine B1 en vitamine B12 om tekorten te voorkomen. Weight Watchers dieet Het Weight Watchers dieet bestaat uit een puntensysteem, waarbij elk onderdeel van de maaltijd een bepaald aantal punten bevat. Elke dag moet er een bepaald aantal punten gegeten worden. Het aantal punten wordt per persoon bepaald passend bij het doel van het dieet (afvallen, op gewicht blijven, enzovoorts). Door te bewegen verdien je punten. Principes van het Weight Watchers dieet: • geen verboden of verplichte voedingsmiddelen; • leer slimme keuzes te maken; • minder zitten en meer bewegen.
3
Tekstuele toevoeging (pagina 52):
• Anorexia nervosa: Anorexia nervosa is de meest bekende eetstoornis. Het begint vaak na veelvuldig lijnen, uiteindelijk slaat iemand hier in door. Mensen met anorexia nervosa hebben een verstoord lichaamsbeeld. Ze denken dat ze dik zijn, zelfs wanneer ze ondergewicht hebben. De belangrijkste kenmerken van anorexia nervosa zijn: een verstoord lichaamsbeeld, angst om aan te komen, gewichtsverlies en het uitblijven van de menstruatie.
• Eetverslaving: Eten kan een verslaving worden. Het wordt dan niet gebruikt om de honger te stillen, maar als manier om met problemen om te gaan. Als eten steeds als oplossing voor een probleem wordt gebruikt, kun je hier afhankelijk van worden. Je kunt je problemen dan niet meer op een andere manier oplossen dan door eten.
4 4
Tekstuele toevoeging (pagina 55):
Gevolgen van eetproblemen
Eetproblemen kunnen lichamelijke, psychische, sociale en financiële gevolgen hebben.
Lichamelijke gevolgen van eetproblemen Eetproblemen kunnen de volgende lichamelijke gevolgen hebben: • botafbraak; • chronische vermoeidheid; • donsachtige beharing op gezicht, armen, borst en rug; • duizeligheid; • ernstige maagklachten; • gebitsproblemen; • haaruitval; • hartritmestoornissen; • kouwelijkheid; • langdurige heesheid; • menstruatiestoornissen; • nier- en leverbeschadigingen; • oedeem; • spierkrampen; • spierzwakte; • vitaminetekort (hypovitaminose) of vitamineoverschot (hypervitaminose). Lichamelijke gevolgen bij diabetes mellitus Diabetes type I noem je ook wel insulineafhankelijke diabetes; het lichaam maakt te weinig insuline aan. Als diabetes type I samengaat met een eetstoornis kan iemand hier aan overlijden. Bij diabetes type II wordt er wel voldoende insuline aangemaakt door het lichaam, maar is het lichaam hier ongevoelig voor. Diabetes type II is vaak het gevolg van overgewicht, al dan niet veroorzaakt door eetproblemen. Door gezonder te eten neemt het risico op diabetes af. Als iemand al diabetes heeft zorgt gezonde voeding vaak voor verbetering.
10
hoofdstuk 3 AFSLANKEN
11
4 Afkeer van het eigen lichaam leidt tot een verminderd libido
4 Lichamelijke gevolgen door jojo-effect 4
Om af te vallen moet je meer calorieën verbranden dan dat je binnen krijgt. Als je minder dan 1500 calorieën per dag inneemt kan je lichaam dit ervaren als een hongertoestand. Het lichaam reageert hierop door de verbranding naar beneden bij te stellen, zodat het langer kan functioneren op de ingenomen voedingsstoffen. Het afvallen gaat hierdoor ook langzamer. Ook na het dieet blijft de energieverbranding lager. Als je na het dieet weer normaal gaat eten krijgt je lichaam in één keer meer voedingsstoffen dan het nodig heeft. Je lichaam slaat deze extra calorieën op voor een nieuwe hongertoestand. Hierdoor kom je snel weer aan. Ga je hierna weer diëten, dan zal het lichaam proberen zo veel mogelijk reserves aan te leggen in de vorm van vet. Ook wordt de verbranding nog iets lager. Zo neemt na elk dieet het lichaamsgewicht iets toe. Om het jojo-effect te voorkomen is het belangrijk jezelf niet uit te hongeren. Bouw na het dieet langzaam een gezond eetpatroon op dat je goed kunt volhouden.
Als je een afkeer hebt van je eigen lichaam is het lastig om te genieten van intimiteit en seks. Dit kan leiden tot spanningen in de relatie.
4
Afname van contacten uit schaamte en gebrek aan energie Eetproblemen kunnen zorgen voor schaamte voor het hebben van een geheim of eetprobleem. Het binnenkrijgen van te weinig calorieën en voedingsstoffen kan leiden tot een gebrek aan energie. Sociale contacten kunnen zoveel spanning oproepen dat je je terugtrekt uit het sociale leven. Je komt hierdoor steeds meer in een isolement.
Financiële gevolgen VAN EETPROBLEMEN Eetproblemen waarbij je eetbuien hebt kosten veel geld. Bij eetbuien eet je immers erg veel in korte tijd. Eetbuien kunnen leiden tot financiële problemen en schulden.
Lichamelijke gevolgen bij zwangerschap Gezonde voeding draagt voorafgaand aan de zwangerschap bij aan makkelijker zwanger worden. Tijdens een zwangerschap is gezond eten van belang voor moeder en kind. Hoe gezonder de moeder eet, hoe groter de kans op een goed verlopende zwagerschap. Voor het verkrijgen van voedingsstoffen is het kind namelijk afhankelijk van de moeder. Daarnaast vraagt een zwangerschap veel extra energie van het lichaam van de moeder. Onvoldoende voedingsstoffen kunnen voor complicaties zorgen bij moeder en kind.
Slechtere concentratie op werk of studie Eetproblemen kosten veel tijd en energie. Je bent de hele dag bezig met wel of juist niet eten. Ook zorgt te weinig eten ervoor dat je energie steeds verder afneemt. Het wordt hierdoor lastig je te concentreren. Je resultaten op je werk of studie kunnen verminderen. Verbergen van eetprobleem voor partner of gezin Eetproblemen geven vaak spanningen. Anderen merken dat er iets aan de hand is, maar weten niet wat. Er ontstaan vaak ruzies over niet eten, te veel eten, enzovoorts. Eetproblemen worden vaak verborgen voor anderen. Het geheimhouden kan veel stress geven. Als je na een tijdje toch vertelt wat er aan de hand is, kan dit anderen het gevoel geven dat je ze hebt buitengesloten.
Psychische gevolgen van eetproblemen Eetproblemen kunnen de volgende psychische gevolgen hebben: • depressieve gedachten; • dwangmatig gedrag; • isolatie; • schaamte; • slecht zelfbeeld; • stemmingswisselingen.
5
• vitamines, mineralen en water leveren geen calorieën. Mannen hebben gemiddeld 2500 kcal per dag nodig. Vrouwen hebben per dag gemiddeld 2000 kcal nodig.
Een eetstoornis begint vaak met een lijnpoging. Soms om af te vallen, vaak ook om meer zelfwaardering te krijgen bij een slecht zelfbeeld. Als lijnen niet lukt kan dit het zelfvertrouwen verminderen, dwangmatig gedrag veroorzaken en somberen en angstige gevoelens geven. Soms komen ook eetbuien voor. Eetbuien leiden vervolgens tot schaamte en schuldgevoel en een lagere zelfwaardering.
Sociale gevolgen van eetproblemen Eetproblemen kunnen de volgende sociale gevolgen hebben: • afkeer van het eigen lichaam leidt tot een verminderd libido; • afname van contacten uit schaamte en gebrek aan energie; • financiële gevolgen; • slechtere concentratie op werk of studie; • verbergen van eetprobleem voor partner of gezin.
Tekstuele toevoeging (pagina 63):
6
Tekstuele toevoeging (pagina 63):
Hongergevoel 5 6
Gedurende de dag heb je meer of minder trek. Je hongergevoel hangt af van een aantal factoren: • glucosespiegel; • leptine.
GLUCOSESPIEGEL De hoogte van de glucosespiegel (bloedsuikerspiegel) in het bloed varieert gedurende de dag. Direct na een maaltijd is de glucosespiegel hoog. Dit betekent dat er veel glucose in het bloed aanwezig is. Alle cellen in het lichaam gebruiken glucose als energiebron. Het hormoon insuline stimuleert de cellen het teveel aan glucose op te nemen, zodat de glucosespiegel niet te hoog wordt.
12
hoofdstuk 3 AFSLANKEN
13
hoofdstuk 4 hoofdhuid-/ oormassage
6 Insuline zorgt er daarnaast voor dat het teveel aan glucose in de cellen omgezet wordt in glycogeen, zodat de glucosespiegel zo min mogelijk schommelt. Het glycogeen wordt opgeslagen in de lever en de spieren. Glycogeen kan weer worden omgezet in glucose wanneer er een tekort is aan glucose in het bloed, bijvoorbeeld bij inspanning.
1
Indicaties • faceliftvraag • hoofdpijn • inleidende massage (bij shiatsu en pincementsmassage) • ontspanning • ontstekingen in het gelaat • oudere verslapte huid • sterke doorbloeding in het gelaat • stress • teleangiëctastieën • vermoeidheid
LEPTINE In het lichaamsvet komt leptine voor. Leptine wordt gezien als ‘hongerhormoon’. Hoe meer leptine er in je bloed zit, hoe verzadigder je je voelt. Het tegengestelde hormoon ghreline wekt juist een hongergevoel op.
7 6
8
7
8
Tekstuele toevoeging (pagina 64):
• Eet drie gezonde hoofdmaaltijden en drie gezonde tussendoortjes per dag. Regelmatig iets eten houdt de stofwisseling op gang en voorkomt hongergevoel en snaaien.
1 2
Tekstuele toevoeging (pagina 64):
Contra-indicaties • bloeduitstortingen • circulatiestoornissen • duizeligheid • epilepsie • huidaandoeningen aan het hoofd • huidaandoeningen aan het oor • kanker • koorts • operatie aan het oor (postoperatief) • pijn • zwellingen van de lymfeklieren
Voordat je de cliënt een voedingsadvies kunt geven is het belangrijk om de eetgewoonten van de cliënt in kaart te brengen. Stel de cliënt vragen die je inzicht geven in haar eetgewoonten, eetpatroon, eetomgeving en omstandigheden die het eetpatroon kunnen beïnvloeden. De gegevens die uit het gesprek naar voren komen noteer je op de klantenkaart. Aan de hand van deze gegevens kun je de cliënt een voedingsadvies geven. Stel bijvoorbeeld de volgende vragen: • Hoe vaak eet je per dag? • Welke voedingsmiddelen eet je bij het ontbijt, de lunch en het avondeten? • Neem je tussendoortjes? Zo ja, welke? • Waar eet je normaal gesproken? (aan tafel, voor de tv, enzovoorts); • Wat zijn lastige momenten of situaties waarin je afwijkt van je normale eetpatroon? • Hoe ga je om met verjaardagen/feestjes/uit eten gaan? • Eet je meer/minder/hetzelfde als je stress hebt? • Hoe is je eetpatroon als je ontspant? • Zijn stress en ontspanning met elkaar in balans? • Hoe is je eetpatroon als je je verveelt? • Hoe is je slaappatroon? • Hoe is je eetpatroon als je vermoeid bent? • Wat doe je als je slecht in slaap komt of als je ’s nachts wakker wordt?
Tekstuele toevoeging (pagina 74):
2
Tekstuele toevoeging (pagina 74):
YIN EN YANG Tijdens een hoofdhuid-/oormassage spelen Yin en Yang een belangrijke rol. Al 800 jaar voor Christus werd er geschreven over Yin en Yang in het Chinese Boek der Veranderingen. Hierin staat beschreven dat de Chi, waarvan alle aspecten van het leven en het universum zijn doordrongen, bestaat uit twee tegengestelde kwaliteiten Yin en Yang. Yin en Yang zijn niet zozeer tegenstellingen, maar ze vullen elkaar aan; het zijn complementaire waarden. Yin is de samentrekkende kracht en Yang is de uitzettende kracht. Ze zijn in verschillende verhoudingen in alles aanwezig; de één kan niet zonder de ander. Als de balans tussen Yin en Yang verstoord is kan dit tot pijn of ziekte leiden. Een hoofdhuid-/oormassage heeft als doel Yin en Yang in balans te brengen. Kenmerken en energiestroom van Yin en Yang Yin is de negatieve energie. Kenmerken van Yin zijn: schaduw, nacht, aarde, kou, dalend, vochtig, passief en vrouwelijk. Yang is de positieve energie. Kenmerken van Yang zijn: zon, dag, hemel, warmte, stijgend, droog, actief en mannelijk.
14
hoofdstuk 3 hoofdhuid-/oormassage
15
2 Yin is meer naar binnen gericht en is het voedende aspect van het lichaam. Yang is
2
meer naar buiten gericht en is het functionele aspect van het lichaam. Door deze kenmerken leer je Yin en Yang in de massage beter te begrijpen. Zo stroomt Yin vanaf de aarde ons lichaam binnen. Via de voeten en de binnenkant van de benen stroomt de energie naar het bovenlijf. Vervolgens stroomt Yin via de binnenkant van de armen naar de vingertoppen. Yang daarentegen stroomt vanuit de hemel of zon ons lichaam binnen. De energie stroomt via onze vingertoppen, langs de buitenkant van de arm naar het gezicht. Vervolgens stroomt Yang via de buitenkant van de benen naar de voeten. Yin en Yang komen elkaar bij de voeten en vingertoppen tegen. Er is dus sprake van een continue energiestroom door de meridianen in ons lichaam.
2
De Yin meridianen liggen hoofdzakelijk aan de voorkant van het lichaam en de Yang meridianen aan de achterkant. Om alle twaalf hoofdmeridianen in het lichaam te behandelen volg je de (gehele) energiestroom van Yin en Yang drie keer.
GALBLAAS
BLAAS DRIEWARMER
GALBLAAS
2
DUNNE DARM DIKKE DARM
DRIEWARMER
BLAAS GALBLAAS DUMO
MAAG
Om de Yin-huid meer Yang te maken, stimuleer of prikkel je de huid door snelle, stevige en korte bewegingen te maken. Andersom maak je de Yang-huid meer Yin door de huid te sederen met langzame, zachte en geleidelijke bewegingen.
MERIDIANEN EN DRUKPUNTEN IN HET OOR EN OP HET HOOFD Er zijn in totaal veertien meridianen die de organen met elkaar verbinden. Dat zijn de maag, milt, longen, dikke en dunne darm, blaas, nieren, galblaas, lever, driewarmer, hartconstrictor en het hart. De twaalf hoofdmeridianen liggen symmetrisch ten opzichte van elkaar vlak onder de huid. Naast deze twaalf hoofdmeridianen zijn er twee dieper liggende kanalen, de dumo- en renmomeridiaan. Er wordt onderscheid gemaakt tussen Yin- en Yang-meridianen. Of een meridiaan Yin of Yang is, is afhankelijk van de richting waarin hij loopt. Dit betreft overigens alleen het gedeelte van de meridiaan dat aan de oppervlakte van het lichaam ligt en je kunt behandelen. In de oren en het hoofd bevinden zich alleen Yang-meridianen en de dumo- en renmomeridiaan. Op de meridianen bevinden zich drukpunten. Je kunt deze drukpunten behandelen om de huid van de cliënt te verbeteren.
MAAG DUMO
Yin en Yang in balans brengen In een gezichtsmassage richt je je aandacht vooral op die zijde van het gezicht waar Yin het meest aanwezig is. Oftewel de zijde van het gezicht die het meest koel en slap aanvoelt. De oorzaak van Yin ligt dieper dan bij Yang, vandaar dat de Yin-huid de meeste aandacht verdient tijdens de massage. Als een gedeelte van het gezicht zeer strak gespannen is (Yang), masseer deze dan in eerste instantie niet. Vaak door eerst de Yin-huid te masseren zie je dat de Yang-huid al kalmer wordt. De huid raakt dus meer in balans. Controleer tijdens een massage regelmatig de spanning van beide zijden van het gezicht, zodat je merkt welke plaatsen nog aandacht nodig hebben.
Let erop dat je de overtollige energie van cliënten niet overneemt. Strijk goed het lichaam van de cliënt af en zorg ervoor dat je na de massage je handen afslaat en afspoelt.
GALBLAAS
dida. 20 dida. 19
RENMO
Dikke darmmeridiaan (dida.) De dikke darmmeridiaan loopt vanaf de wijsvinger ter hoogte van de nagelriem, via de buitenkant van de arm, bovenzijde schouder en hals tot naast de neusvleugel. Belangrijke drukpunten
Locatie
Dikke darm 19 (dida.19)
0,5 cun* lateraal van dumo 26
Dikke darm 20 (dida.20)
In de neuslippenplooi ter hoogte van het midden van de neusvleugel. Hier is een kleine depressie in het bot voelbaar.
* Cun (je zegt: tsoen) is een traditionele Chinese en Japanse relatieve lengtemaat. Het staat gelijk aan de breedte van de duim bij het gewricht tussen de twee kootjes.
hoofdstuk 3 hoofdhuid-/oormassage
16
17
2 Maagmeridiaan (mg.)
2 Blaasmeridiaan (bl.)
De maagmeridiaan loopt aan beide zijden van het lichaam. De meridiaan begint onder het oog, loopt van daaruit naar de wang en vervolgens via de kaak weer omhoog naar het voorhoofd. Daarna loopt hij omlaag naar de keel over het sleutelbeen, de borst, de buik en langs de navel naar de lies. Vervolgens naar het bovenbeen, de knie en het onderbeen, waarna hij eindigt op de tweede teen. Belangrijke drukpunten
Locatie
mg. 1
Maag 1 (mg.1)
Direct onder de pupil op de oogkasrand (vraag de cliënt naar voren te kijken).
mg. 3
Maag 3 (mg.3)
Ter hoogte van de onderrand van de neusvleugel onder Maag 1.
mg. 4 Maag 4 (mg.4)
0,5 cun opzij van de mondhoek
De blaasmeridiaan begint in de ooghoeken aan de neuszijde en loopt omhoog via het voorhoofd, over de schedel naar het achterhoofd. Daarna gaat de meridiaan omlaag langs de dwarsuitsteeksels van de ruggenwervels en langs het heiligbeen en stuitje omhoog naar de nek en weer terug naar beneden. Vervolgens gaat de meridiaan verder omlaag over de bil, het achterbeen, de knieholte, kuit en enkel. De meridiaan eindigt aan de nagel van de vijfde teen (buitenkant voet).
2
Dunne darmmeridiaan (duda.) De dunne darmmeridiaan begint op de handen. Via de zijkant van de nagelrand van de pink, loopt de meridiaan langs de zijkant van de handen, pols en onderarm, naar de elleboog. Van daaruit loopt de meridiaan via de bovenarm over het schouderblad naar de nek, kaak en eindigt bij het oor.
duda. 18
dri. 23 dri. 17
Belangrijke drukpunten
Locatie
Dunne darm 18 (duda. 18)
Onder de buitenhoek van het oog. In de depressie aan de onderrand van het jukbeen.
Locatie
Driewarmer 17 (dri.17)
Achter het oor aan de onderkant in een depressie.
Driewarmer 23 (dri.23)
In de depressie aan de laterale einde van de wenkbrauw.
Locatie
Blaas 1 (bl.1)
0,5 cun mediaal en boven de binnenooghoek tegen de oogkasrand.
Blaas 2 (bl.2)
Aan het mediale einde van de wenkbrauw; recht boven de binnen ooghoek.
Blaas 10 (bl.10)
1,5 cun naast de onderrand van het uitsteeksel van de eerste borstwervel.
bl. 2 bl. 1
bl. 10
Galblaasmeridiaan (gb.) De galblaasmeridiaan loopt aan beide zijden van het lichaam. Het begint bij de buitenkant van de ooghoeken, loopt vervolgens rond het oor, cirkelt over het achterhoofd naar het voorhoofd en via de schouder naar de zijkant van de borst. Vervolgens loopt de meridiaan via de zijkant van de romp naar de heup, zijkant bovenbeen, knie, onderbeen en eindigt op de vierde teen naast de nagel.
Driewarmermeridiaan (dri.) De driewarmer- of drievoudige verwarmermeridiaan begint aan het uiteinde van de vierde vinger. Vanuit daar loopt de meridiaan via de achterzijde van de arm naar de schouder. Vervolgens loopt hij over de nek en bovenkant van het oor tot de buitenkant van het oog. Belangrijke drukpunten
Belangrijke drukpunten
gb. 14 gb. 20
gb. 1 gb. 12
Belangrijke drukpunten
Locatie
Galblaas 1 (gb.1)
0,5 cun lateraal aan de buitenooghoek.
Galblaas 12 (gb.12)
In de depressie achter en onder het tepeluitsteeksel.
Galblaas 14 (gb.14)
1 cun boven het midden van de wenkbrauw op het voorhoofd.
Galblaas 20 (gb.20)
Tussen de borstbeensleutelbeentepelspier en de monnikskapspier in een depressie.
hoofdstuk 3 hoofdhuid-/oormassage
18
19
hoofdstuk 5 kleuradvies make-up en kleding
2 Dumomeridiaan (dm.) De dumomeridiaan loopt aan beide zijden van het lichaam. Aan de voorzijde loopt hij van de bovenkant van het hoofd tot aan de bovenlip. Aan de achterzijde van het lichaam begint hij ook aan de bovenkant van het hoofd. Hier loopt de meridiaan in een rechte lijn naar beneden, naar het stuitje. Belangrijke drukpunten
Locatie
Dumo 16 (dm.16)
Onder de buitenste uitstekende knobbel van het achterhoofdsbeen in de depressie.
Dumo 20 (dm.20)
7 cun boven de achterste haarlijn.
Dumo 26 (dm.26)
Op 2/3 afstand vanaf de bovenlip tot de neusbasis
2
1
Lichtgolven Zonlicht (wit licht) bestaat uit lichtgolven van verschillende (golf)lengten. De golflengten van lichtgolven worden weergegeven in nanometer. Een nanometer is gelijk aan een miljardste meter. Licht heeft een golflengte van 400 tot 800 nanometer. Elk voorwerp kan lichtstralen terugkaatsen (reflecteren) of absorberen. We zien kleuren doordat een voorwerp bepaalde lichtgolven van de lichtstraal absorbeert of juist reflecteert. Kijk je bijvoorbeeld naar een rode bal, dan absorbeert de bal alle lichtgolven behalve de rode. De rode lichtgolven worden juist gereflecteerd. We zien een voorwerp als wit als het voorwerp alle lichtgolven reflecteert. Zwart ontstaat als een voorwerp alle lichtgolven absorbeert. Wit en zwart zijn geen kleuren, maar ontstaan door het reflecteren (wit) of absorberen (zwart) van alle kleuren.
1 2
dm. 20
Reflectie De reflectie van licht heeft invloed op de make-up. Zo bevat het flitslicht van een fotocamera vaak veel blauw licht. Dit geeft de huid en de make-up een blauwe tint. De make-up reflecteert echter anders dan je huid. Hierdoor kan de make-up ineens erg opvallen. Een oplossing kan zijn om niet direct op de persoon, maar via een wit plafond te flitsen. Het beste is om foto’s te maken in daglicht.
dm. 16 dm. 26
Lichtintensiteit Lichtintensiteit noem je ook wel lichtsterkte. Elke kleur en elk soort licht heeft zijn eigen lichtsterkte. Dit zijn de kleuren die ons oog kan zien. Ons oog kan bijvoorbeeld geen infrarode lichtgolven waarnemen. De lichtsterkte van een infraroodlamp is daarom nul.
Renmomeridiaan (rm.) De renmomeridiaan loopt aan de voorzijde van het lichaam, van de kin tot aan de onderbuik.
rm. 24
Belangrijke drukpunten
Locatie
Renmo 24 (rm.24)
In het centrum van de vouw van de kin.
Yin Tang/ Long extra (lo.ex.) Yin Tang is geen meridiaan, maar een drukpunt. lo.ex.
Belangrijke drukpunten
Locatie
Yin Tang / Long extra (lo.ex.)
Ligt exact tussen de wenkbrauwen in. Drukpunt ligt dus niet op de longmeridiaan.
Tekstuele toevoeging (pagina 88):
2
Tekstuele toevoeging (pagina 88):
primaire, secundaire en tertiaire kleuren Het kleurenspectrum (de spectrale kleuren) kun je verdelen in: a primaire kleuren; b secundaire kleuren; c tertiaire kleuren.
20
hoofdstuk 3 kleuradvies make-up en kleding
3
4
4
4 Nabeeld
Tekstuele toevoeging (pagina 88):
c tertiaire kleuren Ook tertiaire kleuren zijn mengkleuren. Ze ontstaan door het mengen van een primaire en een secundaire kleur. De tertiaire kleuren zijn: • geeloranje (geel + oranje); • roodoranje (rood + oranje); • roodviolet (rood + paars/violet); • blauwviolet (blauw + paars/violet); • blauwgroen (blauw + groen); • geelgroen (geel + groen).
3
21
Tekstuele toevoeging (pagina 89):
KLEURCONTRASTEN Kleuren kunnen elkaar versterken of verzwakken. Dit komt door het contrast tussen kleuren. Er zijn zeven kleurcontrasten: 1. licht-donkercontrast; 2. kleur-tegen-kleurcontrast; 3. koud-warmcontrast; 4. complementair contrast; 5. simultaancontrast; 6. kwaliteitscontrast; 7. kwantiteitcontrast. Over deze kleurcontrasten kun je meer lezen in het katern bij Beauty Level Basic 1. PSYCHISCHE INVLOED VAN KLEUREN Associaties met kleuren Associaties met kleuren ontstaan door de rol die kleuren hebben in de natuur en het dagelijks leven. Denk aan rood voor zaken die moeten opvallen, zoals een stoplicht of een brandweerauto, of groen voor zaken die een natuurlijk gevoel moeten geven. Kleuren hebben dus een specifieke uitstraling. geel
vrolijk, warmte, energie, optimisme
oranje
energie, warmte, enthousiasme
zachtroze
sexy, romantisch, lief
hardroze
opvallend, uitbundig
rood
opvallend, warmte, chic, sensueel, levendig
violet
mysterieus, chic, rouw
lila
zacht, lief, onschuldig
blauw
onschuld, kalm
groen
natuurlijk, koel, rust, officieel, zakelijk
bruin
natuurlijk, rust, beheersing
wit
rust, vrede, zuiverheid
grijs
kalm, onopvallend
zwart
bescheiden, stijlvol, klassiek
Nabeeld is het beeld dat je oog waarneemt als je eerst naar een fel gekleurd voorwerp kijkt en daarna naar een wit vlak. Je ziet de contouren van het voorwerp op ware grootte, de kleuren zijn echter complementair. Kijk je bijvoorbeeld naar een rode bal, dan is het nabeeld een groene bal.
4
Nabeeld wordt veroorzaakt door de receptorcellen op het netvlies van je oog. De receptorcellen bestaan uit kegeltjes en staafjes. De kegeltjes zorgen ervoor dat je kleuren kunt zien. Als je lang naar een bepaalde kleur kijkt treedt er een gewenningseffect op in de kegeltjes. Kijk je vervolgens naar een wit vlak, dan slaat de balans door naar de andere kant en zie je de complementaire kleur.
+
+
Burn-out
+
+
Ontstekingen
+
+
+
+
+
+ +
Slapeloosheid
+
Spierpijn
+
Stress
+
+ +
+
+
Vermoeidheid
+
+
+
Droge huid
+
Vette huid
+
Oudere huid
+
+
+
Vochtarme huid
+
+
+
Overgevoelige huid
+
+
+
+ +
+
+
+
+
+
+ +
+ +
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+ +
+
+
+
+
+
+
+
Ylang-Ylang +
+
+
+
+ + +
+
+
+
+
+
+
+
+ + +
+
+
+
+
+
+
+ +
+
+
+
+
+
+
+
+ +
+
+
+
+
+ +
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+ +
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+ +
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+ +
+
+
+
+
Hartklachten Overgevoelige huid
+
+
+
+
+
+
+
+
Hoge bloeddruk
+
+
+
+
Burn-out
+
+ +
+ +
+ +
+
+
+
+
Normale huid
+ +
Verkoudheid
+
+
+
+
Verdriet
+
+
+ +
+
+
+
+
+
Toverhazelaar
+
Tea tree
+
Strobloem
+
Sint janskruid
+
Sinaasappel
Rozenbottel
+
Rozemarijn
Pepermunt
Oranjebloesem
Olijf
+
+
+
Overbelasting
Zwangerschap
+
+
+
Littekens
Uv-straling
Niaouli
Mandarijn
+
+
+
Hoofdpijn
Teleangiëctastieën
Marjolein
Lavendel
Kokos
+
+
Gebrek aan balans
Indicaties
+
+
Boosheid
Huidtypen
+
Sandelhout
+
+
Rozenhout
+
Kamille
+
Jojoba
+
Jasmijn
Geranium
+
Roos
+
+
23 Ravintsara
Angst
Eucalyptus
+
Citroen
+
Cipres
Calendula
+
Camelia
Bergamot
Acne
Amandel
INDICATIES EN CONTRA-INDICATIES VAN AROMATHERAPIE
Contra-indicaties
22
+
+
+
+
+
+
+
+
+ +
+
+
+
+
+
KATERN BIJ BEAUTY LEVEL BASIC 4 Dit katern hoort bij Beauty Level Basic 4. Hierin staan aanvullingen op het huidige lesboek. Je gebruikt het katern naast je lesboek. Er wordt dan ook steeds naar het lesboek verwezen. Hoe werkt dit katern? Aan de linkerkant van de pagina zie je een miniatuurweergave van een pagina uit het lesboek. Hierin zie je een nummer staan. Dit nummer verwijst naar een tekst of afbeelding aan de rechterkant van de pagina. Deze tekst of afbeelding is een aanvulling op de aangegeven plaats in het lesboek. In het voorbeeld hieronder zie je links een pagina uit het hoofdstuk Aromatherapie (pagina 12 uit Basic 4). Hier staat nummer 1 bij. Dit nummer verwijst naar de tekstuele toevoeging (nr. 1) aan de rechterkant. Dit betekent dat deze tekst een aanvulling is op de huidige tekst van pagina 12 in het lesboek. Waarom katernen? De katernen zorgen ervoor dat de methode Beauty Level volledig aansluit op het kwalificatiedossier, het servicedocument en de exameneisen van de ANBOS.
Voorbeeld van een verwijzing:
hoofdstuk 1 aromatherapie 1 1
Tekstuele toevoeging (pagina 12):
Essentiele oliën kunnen op vijf manieren worden gewonnen. • Waterdampdestillatie: Waterdampdestillatie is de meest gebruikte methode voor het winnen van essentiële oliën. Bij waterdampdestillatie wordt er hete waterdamp (stoom) door het plantenmateriaal gejaagd. Waterdampdestillatie noem je daarom ook wel stoomdestillatie. De hete waterdamp onttrekt de essentiële olie aan het plantenmateriaal en neemt deze op. De hete waterdamp koelt vervolgens af en ...
www.visavi.nl