BMSA-nieuwsbrief 9e jaargang, no. 35, oktober 2004 Redactieadres: Ina Heidema A. Deusinglaan 1 9713 AV Groningen e-mail:
[email protected]. tel: 050 363 3140/fax: 050 363 3159
Redactioneel In de 3e nieuwsbrief van het jaar 2004 o.a.: Een aantal mededelingen, even voorstellen, een EUerkenning, verslagen van vier congressen, een samenvatting van een proefschrift en de congresaankondigingen. Helaas hebben Gerda Bruinsma en Bart Verkerke te kennen gegeven te stoppen met hun redactiewerk. Wij willen beide hartelijk dankzeggen voor hun inzet. Met name Bart Verkerke, die vanaf het begin van het bestaan van deze nieuwsbrief (ca. 9 jaar geleden) deel heeft uitgemaakt van de redactie, heeft veel tijd en energie gestoken in de redactiecommissie. Bart Verkerke, Dirk Ponsioen, Gerda Bruinsma, Hugo Maathuis, Ina Heidema, Koen Jansen, Paul Jutte en Prashant Sharma. Johan Tack heeft met zijn paper ‘….’ de tweede prijs gewonnen in de ‘resident paper award’ tijdens th het ‘5 Congress of the European Laryngological Society (ELS)’, dat van 10 tot 13 juli is gehouden in Lissabon. De prijs bestaat uit een gratis lidmaatschap van de ELS gedurende 2 jaar en gratis deelname aan het volgende congres. Bart Verkerke is per 1 juni 2004 benoemd als deeltijdhoogleraar ‘Ontwerpen van Biomedische Producten’ aan de Universiteit Twente voor één dag in de week. Hij zal betrokken worden bij het BMT-onderwijs en een onderzoekslijn starten naar herstel van deformaties en degeneraties van de wervelkolom, zoals scoliose en hernia. Bart Verkerke heeft Werktuigbouwkunde gestudeerd aan de UT, en tijdens zijn dienstplicht een bijdrage geleverd aan het verbeteren van de militaire gevechtslaars onder leiding van prof. Snijders. Vervolgens heeft hij vier jaar in Amsterdam bij het Revalidatiecentrum Muiderpoort gewerkt aan het ontwikkelen van revalidatieapparatuur. Daarna weer terug naar de UT voor het uitvoeren van promotie-onderzoek naar een verlengbare endoprothese, die bij kinderen met botkanker het aangetaste bot (meestal de knie, in-
1
clusief groeischijven) moet vervangen. De nietinvasieve verlenging is nodig om de groei van het gezonde been te kunnen volgen. Promotoren waren prof. Van den Kroonenberg (UT) en prof. Schraffordt Koops (AZG). In 1990 is hij bij de Rijksuniversiteit Groningen gaan werken. Momenteel werkt hij als UHD bij de disciplinegroep Biomedical Engineering en is actief in het onderwijs (BMT Master’s programma en Life Science & Technology Bachelor programma) en onderzoek naar orthopedische implantaten en herstel van de larynx-functie. Even voorstellen………… Most of you have seen me around by now, and I was also in the fortunate circumstance to give a presentation of my past en future work. My name is Bastiaan Krom, I started working in the Bioadhesion group on August 16th as a post-doctoral researcher. I studied biology at the University of Groningen and obtained my PhD in the Molecular Microbiology group at the same university. Deciding it was time to move around, I applied for and was awarded a NWO TALENT fellowship for a two year Post-Doc in the USA. I worked in the microbiology group at Georgetown
University Medical Center in Washington DC and studied Molecular Cell Biology of Candida albicans and candidal biofilm formation. My research here will focus on the role of cell-tocell signaling (mainly quorum sensing) in fungal biofilms. Later this will be extended to bacterialand mixed species biofilms in the artificial throat. My approach to this problem will be to combine microscopic techniques with molecular biological tools, such as DNA microarray analysis, GFP promoter and protein fusions, etc. I have 8 years of experimental experience with molecular biology and other genetic tools used to dissect the processes of life. If you feel that these techniques could help you in your research, please do not hesitate to come and talk to me. Bastiaan Krom, DG Biomaterialen, tel. 3160,
[email protected] -----------------------------------------------------------------I set out on a great adventure last summer, when I accepted the offer of a PhD studentship from Prof. Andrew Sandham (Orthodontics, AZG) and Prof. Henk Busscher (BMSA). As a young orthodontist, newly qualified from London, I had taken the chance to follow a very different route and a different life to that which I had previously been expecting. But Groningen attracted me in a subtle way, and I loved it from the moment the Ryanair flight touched down at Eelde. My uncer-tainties and doubts were dispelled by the hos-pitality of the Groningers, the modern facilities and equipment in the new Orthodontic Department, and the laboratories at BMSA. I know that my life will be unique during the next 4 years in this northern Dutch city. It is pure excitement; profes-sionally, socially and culturally! A challenge…. Many Malaysians have the ambition to study abroad, and I am one of the lucky ones. After finishing high school in Johor Bahru, the southernmost city of the Malaya peninsula, I was accepted into the dental school in Singapore, our neighbouring city-state. As a student in this world-class city, life was enriched by exposure to many international ideas and beliefs, thanks to being a “crossroads” of East and West. I gained my Bachelor of Dental Surgery in 1999 from the National University of Singapore. Then I worked for three years in various institutions in Singapore, and gained experience in the dental arena and dif-
2
ferent branches of dentistry. As you may have guessed by now, I was totally obsessed by Orthodontics! I am passionate about this profession. It not only requires fine skills and knowledge, but it’s full of potential, allowing one to explore one’s mind to invent and develop new approaches and new treatment philosophies, as well as advances in orthodontic materials. So, after three years I quit Singapore and flew to the United Kingdom to study Orthodontics. This was at the Eastman Dental Institute in London, alma mater for half of the British orthodontist population. Again, I had a splendid experience rich with memories in London, which prompted me to go into private practice after my Master’s degree. But then came the call to Groningen! I am still practising orthodontics, for two days a week in AZG. I was awarded the Houston Scholarship from the European Orthodontic Society this year, and was recently listed on BIG register for dentists in the Netherlands. In my research I am investigating the link between biofilm and orthodontic surfaces, with particular interest in micro-screw implants. Micro-screws are used for absolute anchorage, a new approach in orthodontic anchorage. The research will mainly focus on the interaction between bioadhesion and the physico-chemical surface characteristics of the orthodontic materials. The aim is for a better understanding of the adhesion process, and to find ways of preventing enamel decalcification, bonding failure, peri-implantitis and eventually anchorage loss in orthodontic patients. Mervyn Chin, Orthodontics/BMSA, tel. 3610092,
[email protected] ---------------------------------------------------------------Hallo, mijn naam is Marco Verkaik en ik ben sinds 1 september 2004 promovendus bij de RUG, disciplinegroep BioMaterial Engineering. Na het VWO ben ik naar België getrokken om met een studie geneeskunde aan te vangen. Dit beviel mij echter niet, het was niet wat ik er van had verwacht. Daarom ben ik terug naar Nederland gekomen om met Biologie te starten. Dit was veel meer in mijn straatje en binnen de gestelde tijd studeerde ik dan ook af als Medisch Bioloog. Mijn afstudeerstages heb ik in gebouw 3215 op
e
de 11 verdieping gedaan bij Nico Bos en in het ziekenhuis bij de groep van Cees Callenbergh. Bij Nico Bos heb ik onderzoek gedaan naar de invloed van een dieet op de samenstelling van de bacteriële darmflora in ratten. Dit dieet was een laag immunogeen dieet wat ervoor zorgde dat de ontwikkeling van diabetes in diabetes geproneerde ratten werd voorkomen of tenminste uitgesteld. Mijn tweede onderzoek op het AZG handelde over de ziekte Systemische Lupus Erythematosus, in deze ziekte hebben patiënten chronische ontstekingen met als meest aangetaste orgaan, de nier. De ziekte wordt gekenmerkt door een zeer groot aantal in apoptose gaande T-cellen waar het immuunsysteem actie tegen onderneemt, het is daarmee dan ook een auto-immuunziekte. Er wordt onder andere gedacht dat een defect complementsysteem oorzaak is van de ziekte, hier heb ik onderzoek naar gedaan. Behalve mijn afstudeerstages heb ik een scriptie gedaan over Yakult, met als vraag of dit inderdaad het effect geeft wat Yakult pretendeert te geven. Als laatste heb ik een colloquium gehouden over Schisis, beter bekend als de hazelip. Hierin heb ik literatuuronderzoek gedaan naar de oorzaak van deze afwijking. Als promovendus bij BME ga ik mij bezighouden met de invloed van het metabolisme van micro-organismen op de groei en hechting aan biomaterialen. Hiervoor ga ik eerst de bacterie Pseudomonas aeruginosa testen met behulp van de flowkamer. Als afsluiting wil ik nog vermelden dat mijn hobby’s in de sport liggen voor het actieve gedeelte, namelijk triathlon, het rustgevende gedeelte bevind zich in de boekenwereld, oftewel ik lees graag. Als combinatie van actief en rust, zeil ik graag. Marco Verkaik, DG Biomaterialen, tel. 3210
[email protected] -----------------------------------------------------------------Ik ben Niels Boks en ben 1 september begonnen als promovendus in de disciplinegroep Biomaterialen. Daarvoor heb ik eerst in Apeldoorn (waar nog steeds het thuisfront is) het VWO afgerond en ben daarna aan de Universiteit Twente begonnen met mijn studie Chemische Technologie. Vrij snel heb ik besloten om binnen deze opleiding als afstudeerrichting Biomedische Materiaal Techno-
3
logie te gaan doen. En zodoende heb ik mijn afstudeeronderzoek gedaan in de groep Polymeerchemie en Biomaterialen. De opdracht daar was het vervaardigen van biodegradeerbare matrices voor tissue engineering van bloedvaten. Met name van bloedvaten met een relatief kleine diameter. Kunststofprotheses zijn hier namelijk niet geschikt voor vanwege bloed materiaal interacties en de bestaande alternatieven (dotteren, het plaatsen van stents of het gebruik van donorbloedvaten) brengen allemaal hun specifieke nadelen met zich mee. Zodoende ben ik bezig geweest met het synthetiseren, zuiveren en verwerken van polymeren en zijn de matrices getest op mechanische eigenschappen. Helaas was er binnen mijn onderzoek geen tijd meer om echte celkweekexperimenten te doen. Mijn begeleidster is daar dus zelf mee verder gegaan en hoopt, mede op basis van mijn onderzoek, in februari te promoveren. Hoewel mijn tijd in Enschede een hele plezierige was, zocht ik naar een mogelijkheid om in een andere omgeving iets boeiends te gaan doen. En dat is dus Groningen geworden. Hier ga ik de komende 4 jaar, als opvolger van Virginia, onderzoek doen aan de hechting van bacteriën aan oppervlakken met behulp van de Atomic Force Microscope. Met name zal gekeken worden naar het effect van “bond ageing”; oftewel de invloed van de duur van de adsorptie op de desorptie van een deeltje en zal ik proberen een link te leggen tussen de AFM resultaten en resultaten uit het verleden. Maar daarover zal ik tijdens de komende 4 jaar wel wat meer vertellen! Niels Boks, DG Biomaterialen, tel. 3210
[email protected] Prestigieuze erkenning door EU voor een internet-mastersopleiding “Biomedical engineering”, Bart Verkerke, DG Biomaterialen, tel. 363 3126 Deze zomer honoreerde de Europese Commissie via het ASIA-link programma een subsidie-aanvraag van de RUG met partners in Indonesië (Yogyakarta, Bandung), India (Delhi), Engeland (Leeds) en België (Gent). Gezamenlijk zal een nieuw masters curriculum biomedische
technologie worden ontwikkeld, gebaseerd op leren via het internet. Het curriculum duurt twee jaar en is bedoeld voor studenten met een technische of gezondheidszorg (geneeskunde-tandheelkunde) achtergrond. De afgestudeerden zullen in staat zijn te werken op het grensgebied tussen gezondheidszorg en techniek. Te denken valt aan het ontwerpen en toepassen van apparatuur die kan helpen bij falen van b.v. de hart- en/of longfunctie of van protheses ter vervanging van geamputeerde ledematen. In grote landen met veel afgelegen gebieden, zoals Indonesië en India, is veel behoefte aan “gezondheidszorg op afstand” (telemedicine). Daarbij kan gebruik gemaakt worden van moderne communicatiemiddelen en beeldvormende technieken. Een voorbeeld waarmee al gewerkt wordt zijn zwangerschapscontroles, waarbij registraties van moeder en kind vanaf het platteland on line doorgestuurd worden naar een medisch centrum. Zo kunnen experts advies geven zonder dat de zwangere of moeder en kind lange afstanden moeten reizen. Een groot deel van mastersprogramma zal via het internet aangeboden worden, zodat studenten het op hun eigen tijd en eigen plaats kunnen volgen. Samenwerking tussen studenten en staf van verschillende culturen en met een verschillende achtergrond (technisch versus medisch) zal een belangrijk element van de opleiding vormen. Zo zullen jaarlijkse ‘summer schools’ en staf-seminars georganiseerd worden, roulerend over de verschillende instituten. Voor studenten zullen opdrachten geformuleerd worden die ze samen met medestudenten met een andere professionele en culturele achtergrond moeten uitvoeren. Het eerste jaar van het 3-jarig project is bedoeld om de programmaonderdelen die al beschikbaar zijn bij de verschillende deelnemende instituten te inventariseren, op elkaar af te stemmen en waar nodig geschikt te maken voor internettoepassingen. In het tweede en derde projectjaar zal een beperkt aantal studenten instromen (ongeveer 5 per deelnemend instituut) om het programma in de praktijk uit te testen. Deze studenten zullen na afloop een mastersdiploma uitgereikt krijgen van hun eigen universiteit. Daarnaast bestaat de mogelijkheid dat ze een tweede diploma krijgen van een ander deelnemend instituut waar ze een substantieel onderdeel van hun opleiding, zoals een
4
wetenschappelijke stage, gevolgd hebben. Wanneer het project van start kan gaan hangt nog af van de contractafhandeling die vanuit de Europese Commissie in Brussel geïnitieerd moet worden. Hopelijk kunnen in september 2005 de eerste studenten instromen. Zo niet, dan zal het vermoedelijk een jaar later worden om in de pas te blijven met het academische jaar. De diverse medewerkers binnen het project binnen de RUG zijn afkomstig uit de faculteit der Medische Wetenschappen, de faculteit Wis- en Natuurkunde en het Universitair Onderwijscentrum Groningen (UOCG). Direct betrokkenen zijn: Prof. dr. Ineke Molenaar, algemeen projectcoördinator (Onderwijsinstituut FMW) Prof. dr. ir. Bart Verkerke, projectcoördinator Groningen (Biomedische technologie) Dr. Tjar Koiter, BMT-onderwijsspecialist DG Biomaterialen FMW Drs. Ria Jacobi, computerondersteund onderwijs (UOCG) Drs. Tim Zwaagstra, coördinator Indonesië (Bureau Internationale Samenwerking RUG) Congres EBJIS, 27-29 May 2004, Milaan, Arnout van der Borden, DG Biomaterialen, tel. 3121 Vanuit Groningen vertrok een delegatie die bestond uit: prof. J.R. van Horn, Patrick Maathuis, Paul Jutte en Bas Knobben, allen van Orthopedie, en Daniëlle Neut, Geert Ensing en ondergetekende van BME. De reis ging naar het schitterende en zonnige (en vooral met steigers ingepakte) Milaan, alwaar de European Bone and Joint Infection Society hun 23ste annual meeting hielden. Op dit congres mocht Danielle de spits afbijten door als eerste van onze groep (en als derde op het hele symposium) een gastvoordracht te houden over haar proefschrift: ”Biomaterial-associated infections in orthopaedics: prevention and detection”. Aan het eind van deze eerste dag mocht ook Geert een presentatie houden getiteld: “Enhanced gentamicin release from antibiotic-loaded acrylic beads under the influence of ultrasound”. Deze dag die eindigde ruim na 19:00 uur met eten en een Get together party. De volgende ochtend weer vroeg op want er stonden weer 3 praatjes van onze
mensen te wachten en natuurlijk nog veel meer interessants. Bas kon reeds vroeg aan de slag met “Duration of wound discharge influenced by peroperative contanimation in patients with knee or hip prosthesis”, waarna ik tussen de middag mijn presentatie gaf getiteld: ”Electric current induced detachment from stainless steel and dercreased viability of staphylococcus epidermidis”. Deze dag werd afgesloten door Paul met zijn presentatie ”Penetration of isoniazid, rifampin and pyrazinamid in tuberculous pleural effusion and psoas abscess”. ‘s Avonds hebben we gegeten in een prachtige pizzaria, waarna we wat hebben rondgekeken in de stad naar de veelal ingepakte bezienswaardigheden. In tegenstelling tot de vorige dagen die in het teken stonden van knie- en heuprevisies, was de laatste dag gericht op trauma. Alhoewel geen van ons allen deze dag een presentatie had, was het goed dat we het vliegtuig naar huis nog niet gepakt hadden, aangezien onze groep, met Geert in het bijzonder, de “EBJIS innovation award 2004” kreeg toegekend. Dit was een mooie afsluiting voor de Groninger delegatie die op deze dag nog tot in de late uurtjes genoot van het mooie Milaan! NVMB, 10 en 11 juni 2004, Nijmegen, Dirk Ponsioen, Oogheelkunde, tel. 3611741 10 en 11 juni 2004 zijn Leonie Los, oogarts en ondergetekende afgereisd naar het vergadercentrum “Jonckerbosch” in Nijmegen om het jaarlijkse congres van de Nederlandse Vereniging voor Matrix Biologie (NVMB) bij te wonen. Dit jaar was er wederom een enthousiaste groep van ongeveer 80 mensen uit verschillende delen van Nederland aanwezig om hun laatste bevindingen te presenteren op gebieden gerelateerd aan de Matrix Biologie. Josef Penninger, professor aan het instituut voor moleculaire biotechnologie in Wenen (Oostenrijk), was dit jaar de buitenlandse gastspreker. Hij is expert op het gebied van “mouse disease models” en zijn groep houdt zich onder andere bezig met het ontwikkelen van knock-out muizen. Enkele onderwerpen, die in presentaties van 15 minuten met een discussie van 5 minuten aan bod kwamen, waren: glucosamine in osteoartritis (OA), adaptatie van gewrichtskraakbeen onder invloed van belasting, connective tissue growth factor
5
(CTFG), matrix remodeling bij de left ventricular assist device (LVAD), collageen crosslinking en diverse in vitro experimenten met cellen (bijvoorbeeld chondrocyten). Absolute topper was de gastspreker Josef Penninger die een gelikte voordracht hield over T-cellen, botten en de evolutie van zoogdieren, waarbij de nadruk kwam te liggen op RANKL (OPGL): receptor activator of nuclear factor kappa B (stimulatie of osteoclasten) en OPG: osteoprotegrin: remmer van osteoclasten (afleider voor RANKL). Naast mijn eigen bijdrage wil ik een tweetal presentaties voorleggen. Namens het Universitair Medisch Centrum Utrecht, vertelde Annette Gijsbers (
[email protected]) over de LVAD en matrix remodeling in patiënten. De LVAD wordt gebruikt in hartpatiënten als brug voor harttransplantatie. Dankzij de plaatsing van de pomp, die aan een kant in de linker ventrikel zit en aan de andere kant in de aorta uitmondt, verbetert de klinische conditie sterk. Er treedt ook een verkleining van het hart op: “reverse remodeling”. De onderzoeksgroep bestond uit 26 patiënten die 209 ± 143 dagen een LVAD hadden gehad. Er werd gekeken naar collageen typen I, III en IV. Daarnaast werden cardiomyocyten en de aanwezigheid van matrix metalloproteinases (MMPs) 2 en 9 bestudeerd. Resultaten: (i) toename van collageen typen I en III tot 300 dagen na plaatsing LVAD, (ii) collageen type IV (normaal rondom cardiomyocyt) verdwijnt na 35 dagen na plaatsing en komt niet meer terug, (iii) de grootte van een cardiomyocyt neemt af tot 100 dagen en blijft daarna constant en (iv) tot 150 dagen na aanbrengen LVAD stijging MMP-2, terwijl MMP-9 constant blijft. Voor het plaatsen van de LVAD zit MMP-2 in de cel en gaat na plaatsen via celmembraan naar de extracellulaire ruimte. De volgende conclusies werden getrokken: collageen type IV wordt ernstig aangetast na het ontspannen van de linker ventrikel en MMP-2 speelt daarbij mogelijk een rol. Daarnaast is er een mogelijk regulerende rol voor de cardiomyocyt tijdens reverse remodeling, aangezien MMP-2 van intracellulair naar extracellulair verplaatst wordt. Josef Penninger begon zijn verhaal met de mededeling dat hij hier één van zijn 200 muismodellen zou presenteren. Een snelle rekensom levert dan nog eens 199 potentiële onderzoeken
op. Ik ging er dus maar eens goed voor zitten. Deze knock-out muis had zijn groep gevonden door een X-ray van een genetisch gemanipuleerde muis te maken en wat bleek: een zeer dicht skelet. Deze muis had geen RANKL en dus geen osteoclast activatie. Zijn groep heeft zich toen gericht op het ophelderen van het RANKL en OPG (remmende werking op osteoclast) systeem. Verschillende pathologische aandoeningen (autoimmuun ziekten, artritis, myeloïde tumoren, epitheliale tumoren en metastase) en fysiologische processen (zwangerschap en lactatie) werden daarbij belicht. Er bleek een interessante wisselwerking tussen de aanwezigheid van ontstekingscellen en de aanwezigheid van RANKL: lytische haarden in botten. Met behandeling van OPG konden deze haarden weer bestreden worden. Zo kon met OPG ook de botafbraak in geval van artritis tegengegaan worden, echter de ontsteking bleef. Zwangerschapshormonen activeren RANKL enerzijds voor het vrijmaken van calcium voor het ongeboren kind (reversibele verzwakking van moederlijk skelet) en anderzijds voor de ontwikkeling van de melkklier. Met duidelijke overzichten kon hij een goed beeld van zijn onderzoek geven. Hij eindigde met een aantal conclusies die deels onderwerp van vervolg onderzoeken zijn: (i) RANKL is de “bottleneck” in osteoclast activatie, (ii) RANKL speelt een rol bij weefsel specifieke metastasering van tumoren die RANKL tot expressie brengen en (iii) OPG kan een behandeling zijn voor (bot) tumormetastasen, kan preventief werken tegen het kreupel worden door artritis en controleert osteoporose. Tot slot stond hij nog even stil bij het feit dat ze nog 199 andere knockout muizen in de koelkast hebben staan en de mogelijke potentie die dat onderzoek zou kunnen opleveren. (http://www.imba.oeaw.ac.at/penninger/index.html) Ik doe zelf als PhD-student / artsonderzoeker bij de afdeling oogheelkunde onderzoek bij humane donorogen naar de leeftijdsafhankelijke glasvochtvervloeiing en de rol van de vitreo-retinale grenslaag. Ik presenteerde de BMSA-poster over de vorderingen van mijn proefschrift: “collagen turnover in the vitreous and the vitreoretinal border of the human eye”. Hierbij lag de nadruk enerzijds op de achtergrond van ons onderzoek, namelijk dat er veroudering van het glasvocht optreedt zonder dat de achterliggende processen opgehelderd
6
zijn. Anderzijds werden de onderzoekslijnen, met nadruk op de projecten van de celkweken en de donorogen, uitgelegd en werden de eerste resultaten getoond. Mijn voordracht had als titel: “The retinal Müller cell: its role in phagocytosis of collagens”. Deze presentatie was een logisch vervolg op het voorgaande jaar, toen ik slechts resultaten over onze transmissie elektronenmicroscopische evaluatie heb laten zien. Nu kon ik vertellen over onze succesvolle fagocytose proeven, waarbij onze groep 2,0 µm beads gecoat met humane collageen typen (I, II en IV) aan gekweekte retinale Müller cellen aanbood. Collageen type II is het hoofdbestanddeel van het glasvocht en collageen type IV van de grenslaag tussen Müller cellen en het glasvocht. Wij konden een langzame fagocytose aantonen met een voorkeur voor collageen typen I en II. Onze bevindingen kunnen passen bij een langzaam proces van vitreoretinale remodeling in volwassen humane ogen, waarbij Müller cellen betrokken zijn. Op dit moment onderzoeken wij of Müller cellen ook in staat zijn tot de productie van collagenen. Na mijn voordracht was ik middagvoorzitter. Sinds vorig jaar zijn we nader in contact gekomen met andere onderzoeksgroepen, die onderzoek doen op het gebied van extracellulaire matrices. Afgelopen jaar hebben we adviezen gekregen uit Amsterdam (Vincent Everts, parodontologie), Leiden (Ruud Bank, collagenen) en Rotterdam (Gerjo van Osch, KNO). Dit jaar hebben we uitgebreid ervaringen kunnen uitwisselen en we kijken uit naar toekomstige samenwerkingsverbanden. Ik verbaas me eigenlijk over de afwezigheid van de groepen orthopedie en tissue engineering, omdat zoveel besproken onderwerpen op die twee terreinen liggen. Volgend jaar april 2004 zal er weer een NVMBcongres gehouden worden, dat zeer aan te bevelen is voor onderzoekers op het gebied van de bot / kraakbeen remodelling en / of TE en voor onderzoekers die werken met collagenen en daaraan verwante eiwitten en cellen, zoals fibroblasten. Voor meer algemene informatie over de Nederlandse Vereniging voor Matrix Biologie: http://www.matrixbiology.nl/.
Pres(id)ent in Polen. th XXXI congress of the European Society for Artificial Organs, M.H.J. Maathuis, Chirurgisch Onderzoekslaboratorium, tel 3619028 th Het XXXI congress of the European Society for Artificial Organs 2004 werd dit jaar georganiseerd in Warschau (Polen) van woensdag 8 september t/m zaterdag 11 september door het ‘Institute of BioCybernetics and Biomedical Engineering’ en het ‘International Center of Biocybernetics’. Het congres bestond uit een pre-congres symposium over ‘heart support’, 4 plenaire lezingen en 21 parallel sessies. Tijdens de zeer sfeervolle openingsceremonie in een oude kunstgalerie met hoge koepelplafonds, waar meesterwerken van Rembrand over onze schouders meekeken, werd de Membrana award uitgereikt. Deze prijs voor het beste abstract ging naar Dr. d’Intini uit Vicenza, Italië. In zijn betoog zette hij uiteen dat ureum (een afvalstof die bij nierfalen niet uitgescheiden kan worden) apoptose induceert. Na evaluatie van verschillende dialyseregimes bleek dagelijkse hemodialyse het best in staat deze apoptose te remmen. Na een fenomenaal pianoconcert van de Poolse piano virtuoos Waldemar Malicki was het congres officieel begonnen. Het zwaartepunt van het congres lag op hartondersteunende en –vervangende pompen, maar er was ook aandacht voor tissue-engineering, nier-, lever-, en pancreasvervangende technieken. Naast ‘research&development’ (R&D) presentaties werden er in verscheidene voordrachten ook de (eerste) klinische resultaten besproken. Veel aandacht in de R&D presentaties was er voor de lagering van de verschillende bloedpompen. Lagering is essentieel om de weerstand en zo de warmte productie en energieverbruik tot een minimum te beperken. De nieuwste technieken zijn gebaseerd op een innovatief propeller design waardoor het gepompte bloed als lager voor de propeller fungeert. Voor Groningen hielden ir. Arjan van der Plaats, drs. Aurora M. Morariu en dr Y. Gu voordrachten over respectievelijk hypotherme leverperfusie, intestinale schade tijdens cardio-pulmonale bypass (CPB) en dierexperimenten met de PUCA-organ perfusion pump. In zijn voordracht presenteerde Arjan de ontwikkeling van de ‘Groningen portable hypothermic liver perfusion pump’. Na een uiteenzetting over de verschillende componenten van de pomp werden de eerste dierexperimentele resul-
7
taten van de leverperfusiepomp besproken. Aurora ging in haar presentatie in op de vraag of de schade aan intestininale organen na CPB veroorzaakt wordt door bio-incompatibiliteit of onderperfusie. Haar uitstekende presentatie leverde een hevige maar constructieve discussie op. Dr. Gu toonde de dierexperimentele resultaten van de gemodificeerde PUCA pomp waarmee tijdens hartoperaties de intestinale organen van bloed kunnen worden voorzien. Een steeds terugkerende vraag in diverse discussies was of bij pompondersteuning er wel of niet gebruikt gemaakt moet worden van een gepulseerde flow. Deze vraag bleek zowel bij hartondersteuning als ook orgaanpreservatie zeer actueel. Alhoewel echte consensus niet bereikt kon worden tendeerde de discussie naar een voorkeur voor pulsatiele perfusie. In Groningen zitten we wat dat betreft goed met de lever- en PUCA pomp die beide een gepulseerde flow aanbieden. De apotheose van het congres was de inauguratie van Dr. G. Rakhorst die vanaf nu als president of the European Society for Artificial Organs door het leven mag. Gewapend met ambtsketen en artificiële-voorzittershamer is hij de komende jaren president van deze organisatie. e
Verslag 11 i-BME conferentie, 4 en 5 oktober 2004, Papendal, Baucke van Minnen, Mondziekten, Kaakchirurgie en bijzondere tandheelkunde, tel. 3613845 Zoals gebruikelijk was er op het i-BME congres weer een uitgebreide verzameling van wetenschappers uit verschillende basale disciplines. Wanneer techneuten, biologen en medici op een hoop gegooid worden botsen de culturen soms, maar blijken er ook altijd weer nuttige contacten en interessante discussie te ontstaan. Als Groninger moet je hiervoor wel vroeg opstaan, want de wegen rond Zwolle en Arnhem worden elk jaar drukker. Eenmaal aangekomen bestond ook dit jaar het programma uit een mengsel van keynote speakers en parallelsessies met korte voordrachten van jonge onderzoekers. Uit de voordracht van professor Cormican uit Ierland hebben we kunnen leren dat alle geavanceerde methodes om biomateriaal-gerelateerde infecties te voorkomen weinig zin hebben als de mensen in
de gezondheidszorg zich niet aan basale hygiëne regels houden. Vanaf nu dus allemaal handen wassen! In de parallelsessies en postersessies varieerden de thema’s van nano-technologie tot ‘patient rehabilitation technology’ en van biomaterialen tot biomechatronica. De grens tussen nano- en biotechnologie werd ook nog eens verkend door professor Subramaniam in zijn plenaire voordracht. Het zal duidelijk zijn dat het onmogelijk is om alles te volgen en te begrijpen, maar je krijgt wel een goed beeld van de grenzen van de huidige stand van de wetenschap. Het was erg leuk dat er dit jaar ook een bijdrage van enkele startende ondernemers was. De perikelen van startende bedrijven werden door verschillende sprekers op een aansprekende wijze toegelicht. Aan het einde van de avond was voor het publiek duidelijk wat de drijfveren, valkuilen, do’s and dont’s voor de startende ondernemer kunnen zijn. Op de tweede dag was er ’s ochtends nog een kort programma. De parallelsessies en postersessies werden afgerond en professor Van Hilten bracht in zijn plenaire lezing het publiek tenslotte weer wat dichter bij de (neurologische) patiënt.
die b.v. in de darm van gezonde mensen vóórkomen. Mogelijk zijn de enterokokken van levertransplantatie patiënten dus een genetische familie die eigenschappen bezit waardoor ze beter kunnen overleven, zich verspreiden en infecties veroorzaken bij levertransplantatie patiënten. Analyse van de eigenschappen van deze familie zal leiden tot mogelijkheden tot interacties in de pathogenese van infecties met E. faecalis. Levertransplantatie patiënten hebben vaak een drain in hun buik waardoor de gal wordt afgevoerd, aan deze slang zitten vaak enterokokken gehecht die dan een infectie kunnen veroorzaken. Wij hebben het mechanisme van hechting onderzocht en gevonden dat bepaalde oppervlakte-eiwitten daarbij een rol spelen doordat ze de interactie tussen enterokokken versterken. Verder hebben we ontdekt dat de hechting kan worden geremd door antilichamen tegen deze oppervlakte-eiwitten. Deze gegevens kunnen worden gebruikt voor het construeren van drains waar enterkokken niet aan hechten. De resultaten van dit onderzoek kunnen worden geëxtrapoleerd naar andere patiëntengroepen met gelijkende risicofactoren.
Pathogenesis of nosocomial infections with Enterococcus faecalis, Karola Waar, Medische Microbiologie, tel. 3505 Promotiedatum: 17 november 2004 Enterococcus faecalis is een bacterie die van nature in de darm vóórkomt en bij gezonde mensen nauwelijks infecties veroorzaakt. Omdat levertransplantatie patiënten medicatie krijgen die de afweer onderdrukt, antibiotica krijgen die vaak niet gericht zijn tegen enterokokken en bovendien een operatie hebben ondergaan in het darmgebied zijn ze extra gevoelig voor ziekenhuis gerelateerde (nosocomiale) infecties met E. faecalis. Het doel van het onderzoek was om het mechanisme van het ontstaan van deze infecties (pathogenese) te ontrafelen en zo mogelijkheden te vinden om deze infecties te voorkómen. De eigenschappen van de enterokokken die werden gekweekt uit klinisch materiaal van levertransplantatie patiënten werden geanalyseerd. Hieruit bleek dat deze enterokokken genetisch aan elkaar verwant waren en verschilden van enterokokken
Congresaankondigingen:
8
* * * *
Oogheelkundige Fysica bijeenkomst: donderdag 4 november 2004 Nederlandse Vereniging voor Matrix Biologie, 28-29 april 2005, Lunteren American society of Microbiology, 105th General Meeting, June 5-9-2005, Atlanta, GA, USA (www.asm.org) Microbes in a changing world, July 23-282005, San Francisco USA (www.iums.org)