ASIEL & MIGRATIE
Memorandum 2014
EUROPESE VERKIEZINGEN
Copyright : Pauline Willot
1. Woord vooraf Caritas International biedt migranten een humane en individuele begeleiding aangepast aan hun migratietraject, verdedigt hen en zoekt met hen naar duurzame oplossingen in ons land of elders. Binnen dit kader vangt Caritas in België een groot aantal asielzoekers op waarvan de procedure lopend is. Wij kiezen voor een opvang op mensenmaat in eengezinswoningen. Dit model staat garant voor de zelfstandigheid van de persoon, bevordert het familiaal leven en stimuleert de integratie van de betrokkenen in de lokale omgeving. Naast het luik “opvang” organiseert Caritas eveneens een kwaliteitsvolle sociale en juridische begeleiding, niet enkel voor de asielzoekers die ze opvangt maar ook van alle vreemdelingen. De steun aan deze migranten gebeurt via allerlei projecten zoals sociale eerstelijnsopvang, integratie van erkende vluchtelingen, voogdij over niet-begeleide minderjarige vreemdelingen (NBMV), vrijwillige terugkeer en re-integratie na terugkeer, hervestiging, bezoeken in gesloten centra, ... Om dit te kunnen verwezenlijken, werken wij nauw samen met het Caritasnetwerk (164 katholieke organisaties die binnen een netwerk werken in bijna 200 verschillende landen). Caritas pleit voor een positieve en globale benadering van de migratie en voor het voeren van een beleid dat gericht is op de bevordering van de integratie van de migrant in ons land of op de hulp bij het heropbouwen van zijn leven in zijn thuisland. Tenslotte verzetten wij ons tegen de criminalisering en het systematisch opsluiten van vreemdelingen in het kader van een migratiebeleid. Hierna vindt u een overzicht van onze aanbevelingen voor de federale verkiezingen van 25 mei 2014. Hierna vindt u een overzicht van onze aanbevelingen voor de Europese verkiezingen van 25 mei 2014.
2. Halt aan de criminalisering van vreemdelingen Het asiel- en migratiebeleid in de verschillende Europese landen neigt meer en meer naar de criminalisering van vreemdelingen. De programma's « Frontex » en « Eurosur » – en het gebruik van militaire middelen om de buitengrenzen van de Europese Unie te controleren - illustreren dat de EU vreemdelingen als criminelen of verdachten behandelt. De grenzen van « Fort Europa » zijn immers gesloten en de procedures en grenscontroles zijn niet aangepast aan personen die internationale bescherming zoeken. Deze ondoordringbaarheid van de grenzen drijft er sommige migranten toe om via gevaarlijke kanalen (denk maar aan Lampedusa) Europa binnen te dringen en hun leven te wagen door bepaalde routes te nemen. Zo vormen ze een bron van rijkdom voor de mensensmokkelaars waartegen diezelfde EU beweert te strijden. Heel wat vreemdelingen komen gewoonweg niet in Europa aan en hebben niet de mogelijkheid om een beroep te doen op internationale bescherming. Een voorbeeld daarvan is de huidige situatie van de Syrische vluchtelingen. Voor hen zijn er weinig mogelijkheden om legaal de EU binnen te komen. De mensen die hun leven wagen, door bijvoorbeeld de Middellandse Zee over te steken, worden door de overheden eerder beschouwd als "illegale migranten" die moeten teruggedreven worden (“push-backs”) dan als personen die bescherming nodig hebben. Zelfs al zijn de recente wijzigingen aan het Frontex-reglement die door het Europees Parlement werden aangenomen een vooruitgang, toch zijn ze onvoldoende om alle personen de mogelijkheid te bieden om bescherming te vragen wanneer zij op zee worden onderschept. Behalve deze criminalisering bij de toegang tot de Unie merkt Caritas ook een criminalisering op in de manier waarop de asielzoekers behandelend worden: bijvoorbeeld bij de beoordeling van de geloofwaardigheid bij het onderzoek van een asielaanvraag in België.
2.1.
Wat betreft het Dublin-systeem
Een groot aantal aanvragen tot bescherming die in België worden ingediend, worden niet door de Belgische overheden onderzocht wanneer deze van mening zijn dat een andere lidstaat van de EU bevoegd is op basis van het zogenaamde Dublin-reglement (bijvoorbeeld omdat de persoon er eerder Europese verkiezingen – Asiel en Migratie /2
al verbleef of een visum kreeg van deze overheden). Deze personen worden soms teruggestuurd naar staten waar de asielprocedure en de opvangomstandigheden zeer te wensen overlaten (bijvoorbeeld Malta, Bulgarije of Hongarije). Dit reglement is gebaseerd op de verkeerde veronderstelling dat alle lidstaten van de EU veilige landen zijn waarin de toegang tot bescherming en de 1 opvangomstandigheden van de asielzoeker gelijkaardig zijn . Dit systeem dwingt dus sommige mensen om in een land te verblijven waar ze niet wensen te zijn en waarin zij geen toegang hebben tot beschermingsmechanismen die aan hun noden zijn aangepast. Zolang er grote verschillen blijven bestaan op het vlak van het Europees asiel- en migratiebeleid, bestaat het risico dat de rechten geschonden worden van asielzoekers op wie het Dublin-reglement van toepassing is. Een andere discriminatie: de toegang tot de databank Eurodac, waarin alle vingerafdrukken van asielzoekers zijn opgenomen. Aanvankelijk mocht deze databank enkel gebruikt worden voor het Dublin-systeem om misbruiken te vermijden. Vandaag heeft ook de politie toegang tot deze gegevens. Asielzoekers worden dus, ook hier, gezien als criminelen en worden gediscrimineerd ten opzichte van de autochtone bevolking waaraan de vingerafdrukken niet gevraagd worden.
2.2.
Wat betreft de opsluiting
Inherent aan het systeem van Dublin is het steeds vaker opsluiten van de meest kwetsbare asielzoekers. Caritas stelt vast dat er in België een groot aantal asielzoekers opgesloten zit in afwachting van teruggestuurd te worden naar een andere lidstaat overeenkomstig het reglement van Dublin. Caritas is tegen de opsluiting van asielzoekers en vraagt om niet langer personen op te sluiten om redenen die te maken hebben met migratiebeleid. Daarom vraagt Caritas:
een onafhankelijke evaluatie van het veiligheidsbeleid aan de buitengrenzen en van de detentiecentra op het grondgebied van de EU, met inbegrip van de kostprijs ervan voor de Europese belastingbetaler; het reglement van Dublin volledig te herzien en te baseren op het principe van de vrije keuze van de asielzoeker en op het principe van solidariteit tussen de lidstaten van de EU zodat de mogelijkheid tot bescherming en een kwaliteitsvolle opvang gewaarborgd zouden zijn voor elke asielzoeker; een halt toe te roepen aan alle maatregelen die de vreemdelingen stigmatiseren en in het bijzonder zij die nood hebben aan internationale bescherming; het verbod, in alle omstandigheden, tot het van elkaar scheiden van familieleden van asielzoekers die wensen dat hun beschermingsaanvraag zou behandeld worden in een welbepaald land; de lidstaten te verplichten om een onafhankelijke nationale instantie op te richten die over voldoende middelen beschikt om doeltreffend alle plaatsen van vrijheidsberoving te controleren, met inbegrip van die voor vreemdelingen, zoals de CPT doet op het niveau van de Europese Raad.
1
Een recent voorbeeld: « Het HCR roept op tot de tijdelijke opschorting van het terugsturen van asielzoekers, in toepassing van het Dublin II-reglement, naar Bulgarije »
Europese verkiezingen – Asiel en Migratie /3
3. Een betere bescherming voor vluchtelingen 3.1. Wat betreft het gemeenschappelijk Europees asielstelsel (CEAS) Het Europese asiel- en migratiebeleid in de verschillende lidstaten vraagt een wezenlijke harmonisatie van de huidige praktijken. Caritas merkt namelijk grote verschillen op in de behandeling naargelang de lidstaat op het vlak van de registratie van de asielaanvragen, de kwaliteit van de opvang en begeleiding van asielzoekers alsook in de duur van de procedures. In Frankrijk bijvoorbeeld hebben asielzoekers geen recht op materiële hulp tijdens de eerste maanden die volgen op de indiening van de aanvraag (zij ontvangen een beperkte financiële hulp maar kennen grote problemen om een woning te vinden). Een ander voorbeeld: het systematisch oververzadigd opvangnet in Italië. Het komt niet zelden voor dat asielzoekers er op straat slapen. Elke asielzoeker, vluchteling of migrant zou in elke lidstaat dezelfde rechten moeten krijgen. Momenteel laten de aangepaste richtlijnen echter nog ruime interpretatiemogelijkheden voor de verschillende lidstaten toe: zij kunnen ervoor kiezen om enkel de minimale modaliteiten toe te passen. Na vijf jaar van onderhandelingen heeft het Europese Parlement in juni 2013 de wetgeving aangenomen met betrekking tot de gemeenschappelijke procedures op het vlak van de aanvragen en de behandeling van internationale bescherming. Het CEAS is gebaseerd op een kwaliteitsvolle bescherming met een gelijkaardige toepassing van asiel en gelijkaardige behandeling van de vraag, ongeacht de lidstaat waar de persoon zijn aanvraag tot bescherming indient. Toch bestaan er vandaag nog verschillende obstakels wat betreft de toegang tot de asielprocedures, de uiteenlopende opvangvoorwaarden naargelang de lidstaten, de moeilijkheden om toegang te krijgen tot juridische bijstand en een ontoereikende behandeling van de meest kwetsbaren. Daarom vraagt Caritas:
een harmonisatie van de opvangmaatregelen en de toepassing van de Europese wetgeving; de verdere uitwerking van de wetgeving op het vlak van samenwerking en overleg tussen alle betrokken actoren, meer bepaald de Ngo’s en het maatschappelijk middenveld. Dit zonder enige vorm van afzwakking (“downgrading” zoals de invoering van striktere regels als gevolg van de inwerkingtreding van de EU-wetgeving); dat België de lidstaten ertoe aanzet om de ervaring, deskundigheid en goede praktijken van de Ngo’s aan te wenden bij de uitstippeling van het Europees beleid; dat België de lidstaten ertoe aanzet om een kwaliteitsvolle eengemaakte asielprocedure in te voeren binnen het Fonds voor Asiel en Migratie en om niet te investeren in projecten die afbreuk doen aan de rechten van de mens (zoals, bijvoorbeeld, de bouw van detentiecentra voor asielzoekers); de garantie van een goede procedure voor kwetsbare personen. Elke asielzoeker is, de facto, een kwetsbaar persoon. Toch zijn er personen - mensen die martelingen overleefd hebben, nietbegeleide minderjarige vreemdelingen, en anderen - die specifieke noden hebben waaraan moet worden tegemoetgekomen om hen een kwalitatieve procedure te garanderen; de toegang tot juridische hulp en een onafhankelijke en vrij gekozen advocaat en dit van bij de aanvang (voorbereiding van het interview).
3.2.
Wat betreft hervestiging
Volgens het Hoog Commissariaat voor de Vluchtelingen van de Verenigde Naties (UNHCR), eind 2012, zijn meer dan 45 miljoen mensen hun land van herkomst moeten ontvluchten wegens Europese verkiezingen – Asiel en Migratie /4
vervolgingen, conflicten, grootschalig geweld of schendingen van de mensenrechten. In 2012 vonden ongeveer 70.000 vluchtelingen over de hele wereld een nieuw onderkomen in 26 verschillende landen dankzij hervestigingsprogramma’s. Hervestiging gaat over het selecteren en overbrengen van vluchtelingen van een land waar zij bescherming hebben gezocht naar een derde land, dat vooraf heeft ingestemd om hen een duurzaam verblijfsrecht te geven. Deze maatregel biedt een oplossing voor personen die niet meer naar hun land van oorsprong kunnen terugkeren maar evenmin kunnen genieten van een voldoende bescherming of van vooruitzichten op een lokale integratie in het eerste land van opvang. Op kop voor deze hervestigingsprogramma's: de Verenigde Staten met 50.000 hervestigde, gevolgd door Canada (5.000) en Australië (5.000). Europa hinkt achterop met slecht 5.500 hevestigde vluchtelingen. België heeft in 2013 100 personen opgevangen in het kader van haar hervestigingsprogramma. Het betrof vluchtelingen afkomstig uit vluchtelingenkampen in Tanzania en Burundi en enkele kwetsbare personen gekozen op basis van hun dossier. Voor 2014 voorziet de regering een zelfde inspanning (100 personen) waarbij er 75 plaatsen zullen voorbehouden worden voor vluchtelingen afkomstig uit Syrië. Te weinig, volgens ons (zie eveneens de campagne Europe act now ). Daarom vraagt Caritas:
de mogelijkheid te behouden om in te gaan op een noodoproep om humanitaire redenen en om, in dergelijke noodsituaties, meer vluchtelingen op te vangen in aanvulling op het structurele hervestigingsprogramma; het structureel aantal “hervestigingsplaatsen” te verhogen.
4. Voor een beter verblijfsbeleid 4.1.
Wat betreft de gezinshereniging
Caritas hecht veel belang aan het recht op een gezinsleven. Het gezin is vaak een essentieel element bij de integratie van vluchtelingen en migranten. Nochtans veroorzaakt het beleid van de EU op het gebied van asiel en migratie al te vaak toestanden waarbij gezinnen uit elkaar worden gehaald. De voorwaarden, meer bepaald op het vlak van inkomen, zijn te streng geworden, vooral in de context van een economische crisis die alle burgers treft, maar vooral de pas aangekomen migranten. In de huidige omstandigheden eisen dat een migrant of een vluchteling eerst werk vindt vooraleer zijn familie te laten overkomen, komt er in veel gevallen op neer dat een al pijnlijke scheiding nog wordt verlengd. Wanneer de familie zich in een land in oorlog bevindt of in een zeer netelige toestand, komt het weigeren van een gezinshereniging neer op een mensonterende behandeling want elders is er geen waardig gezinsleven mogelijk. In de praktijk stelt Caritas vast dat zelfs de gezinsleden van oorlogsslachtoffers zoals de Syriërs die een bescherming in België gekregen hebben niet over genoeg faciliteiten beschikken wat hun toestand betreft. Het hogere belang van het kind wordt in de praktijk niet altijd gerespecteerd want de gezinshereniging wordt verhinderd of vertraagd door de strenge eisen van de Europese staten. Daarom vraagt Caritas:
dat de gezinsleden van personen die internationale bescherming genieten zich met hen mogen herenigen in de EU zonder administratieve of financiële hinderpalen; dat het gezinsleven en het hogere belang van de kinderen zouden primeren boven alle andere overwegingen, meer bepaald van economische aard of inzake de controle van migratiestromen. Europese verkiezingen – Asiel en Migratie /5
5. Migratiestromen op mensenmaat 5.1.
Wat betreft het terugkeerbeleid
De duurzaamheid van de vrijwillige terugkeer en de re-integratie na de terugkeer zouden de prioriteiten moeten zijn van de Europese Unie op het vlak van terugkeerbeleid. In de praktijk zouden de lidstaten de voorkeur moeten geven aan vrijwillige terugkeer in plaats van gedwongen terugkeer. Al meer dan 10 jaar steunt Caritas de vrijwillige terugkeer van asielzoekers, uitgeprocedeerde asielzoekers, en migranten zonder papieren die naar hun land van herkomst willen terugkeren. Caritas heeft een belangrijk netwerk uitgebouwd van partners overal ter wereld die zich inzetten voor reintegratie na terugkeer. Toch mogen de personen voor wie terugkeer, om welke reden ook onmogelijk is, niet worden « vergeten ». In België stellen wij vast dat een groot aantal personen zich in een soort “niemandsland” bevinden: hun land van herkomst erkent hen niet en weigert een laisser-passer af te leveren voor hun terugkeer terwijl ze ook in België geen verblijfsrecht krijgen. Daarom vraagt Caritas:
prioriteit te geven aan de vrijwillige terugkeer en aan de re-integratieprogramma's die in samenwerking met de Ngo’s en de burgermaatschappij worden georganiseerd; de toegang tot informatie te garanderen zodat de kandidaten voor een terugkeer een duidelijke keuze kunnen maken; een verblijfsvergunning te geven aan mensen die irregulier in ons land verblijven en voor wie een terugkeer, onafhankelijk van hun wil, onmogelijk is.
CONTACTPERSOON Anne Dussart Verantwoordelijke Sociale programma’s Departement Asiel en Migratie Liefdadigheidstraat 43 Brussel 1210 Tel: +32 2 2293604
[email protected] @AnneDussart
Europese verkiezingen – Asiel en Migratie /6