A
m
1-1
Z
o
-I
N
N
WAARVAN NIEMAND WEET
ar? Na ar iets waarvoor j e H e L i ." t: e n
t-1t1l3r 110
P /.1' k:
IJl (J 11
r j (' n
vlucht (J (1
I bereiken
NIJlaap en hIJ loopt maar
Met
lichte haast wil hij gaan,
Waarnaar?
IN
o onmogelijk
ZICHZ ELF OP D E PL EK WAAR HIJ GAAT
dun Hij is al bijna
Waarnaar ..... ?
f
rr r r J
r
tlr:
rl. (J 'f/..rJ i.
DE INHOUDSOPGAVE Week 1
De inleiding The striding man De locatie
Week 2
De studiemaquette Positie beeld Positie gebouw
Week 3
De tunnels
Het concept Week 4
Week 5
Week 6
Week 7
De bomen
De passage
De gestileerde bomen I
De gestileerde bomen II
Het eindresultaat
De bijlage
4
5
6
7
11
13
14
15
16
17
18
19
20
22
EINlEIDING Dit verslag Is een resultaat van het vak Tektoniek van het af st udeerj aar van opleiding bouwkunde. r is ons gevraagd een gebouw/paviljoen te maken voor een zelf uitgekozen beeld. In dit verslag wordt vastgelegd hoe het gebouw is ontstaat en met behulp van foto's geïllustreerd. Stap voor stap ontstaat er een paviljoen voor een bij zonder beeld van Alberto Giacometti met alle ups en ow ns in het ontwerpproces.
THE STRIDING MAN
Wat stelt het voor Het beeld stelt een man voor die aan het lopen is. Zijn dun en Izmggerekt lichaam heeft een tij ve houding.
"De striding man" is een driedimensionaal beeld uit de laatste fase van Alberto Giacometti'sl carrière. Het is gemaakt in 1960.
De materialen Het beeld is gemaakt van brons en door de grove huid wordt er een hoge plasticiteit bereikt die het gehele beeld beslaat waardoor een irreëel beeld ontstaat. De aspecten Door de grove structuur van de " huid" wordt het licht op bepaalde plaatsen sterk weerkaatst en op andere plaatsten sterk geabsorbeerd. Het beeld is in een gelijke tint brons gehouden. Deze donkere kleur zorgt ervoor dat er niet erg veel detail zichtbaar is in het beeld en er een sterk silhouet zichtbaar blijft. 1
I nformatie hierover in bijlage
Het thema Het beeld vertelt een soort verhaal. Een man die zo dun is dat deze bijna verdwenen is. Hij wil niet gezien worden . Hij heeft: een verlangen naar een plek die je niet kent. Een plek waar je zo graag naar toe wilt dat je ervoor naar toe vlucht. Weg, met enige haast... zo snel mogelijkvoorbijgaan. Een verlangen naar...iets Waarom? De reden dat dit beeld mij zo zeer aanspreekt is dat het beeld mij een verhaal verteld en ik met het beeld mee kan leven. Bij na iedereen kan zich denk ik in dit beeld inleven en krijgt waarschijnlijk ook meteen een gevoel zoals de maker er waarschijnlijk mee bedoeld heeft:. Een gevoel van vluchten naar een betere plek, een plek waar j e, je lekker kan voelen. Door de dunne silhouet die het beeld heeft: krijg je het idee dat hij ergens van vlucht en niet gezien wil worden. Ook de donkere tint van het brons versterkt dit gevoel doordat veel details niet gezien worden.
DE LOCATIE Door het verhaal dat mij wordt verteld, heb ik gekozen voor de locatie in het wijde landschap. Ik wil het gevoel dat het beeld mij geeft versterken. Dit wil ik bereiken door een uitgestrekt landschap te plaatsten. Ik heb dus gekozen voor het lange pad in het landschap.
.
",~, ."
.
'.
'I.' ,
r~
..
t
,
.
I;, -', .• ,"
c,
:~ ..;,,\-,
... ':, .. '
. \ '. ~ ' "
'.;~;;
• •
(',
-
~.:. 'i-'
,
•
'"_..
~
f· .
~
.. '
..
..;. -
.
-"'
i. ..•J .J
=. • • ~ ,j', -1,~ .• '7 ~ ~~~.~J f
_
_
-.'
J
I,. ..
..
r
...
ou
Deze vierkante ruimte heeft een open deel. Dit is de richting die het beeld heeft. Doordat de ruimte erg laag is gehouden wordt het beeld groter. De ruimte wordt dan erg vernauwend en erg klein.
verwijst naar het midden, eeld in de te staan, Igenlij k niet
I
111 '/
fll '(
•
It h I 11111
t
' /1 q 11l1~
I,,"d ,, 11.1p
11 "
" 111 111
1' 1 fllN
1.1/ I (11111 1.11
\p
\I" '"
c 11
,11 ~ /11 111 111 11 1' 11
n
rh- rond 1111'\
IH' \
Een wand in de ruimte is verwijderd. Het dak wijst nu mee in de richt waar het beeld heen zou lopen. De twee wanden hebben ook een richting. Misschien dat dit gebruikt kan worden als herkomst van het beeld in een volgende maquette.
Door de ruimte twee keer zo hoog te maken wordt het beeld weer kleiner zodat het minder pvalt.
Rechts
De twee bladen geven een indrukwekkend gevoel. Ze komen bijna op je af. Doordat twee delen op zijn geeft het, het beeld een duidelijke richting. Links
(Het beeld loopt naar de spleet toe) Deze methode is toegepast omdat het beeld dan een langere weg heeft dat hij moet gaan. Dit is de maquette waar ik verder mee ben gegaan.
Door de twee schijven naar elkaar toe te laten vallen lijkt het nog meer dat de twee bladen op je af komen. Hierdoor ontstaat een nauwe doorgang. Dit geeft echter een barrière in de weg die de lopende man moet gaan. Dit is dus een stap te ver in het spelen met de ruimte en ben ik met de vorige maquette verder gegaan.
POSITIE BEELD
Door het beeld verderop de weg te zetten valt het beeld niet meteen op maar het heeft nog steeds een zeer direct e verbinding met de bezoeker.
Het beeld is op het begin van de weg geplaatst. Het begin van deze weg wordt gedefinieerd door de stad en het landschap. In deze richting (met de sloot aan de rechterkant) wijst de weg naar het landschap achter de dommel. De andere richting wijst naar de stad. Door het beeld meteen aan het begin van de weg te zetten valt het beeld meteen op. Dit terwijl het een toevalligheid moet zijn dat het beeld gezien wordt. Deze voorwaarde vloeit uit het feit dat het beeld erg dun is en daardoor dus bijna is verdwenen. Hieruit maak ik op dat het beeld niet gezien wil worden, niet direct althans, het is immers een BEELD. Misschien dat ook het contact tussen de "bezoeker" en het beeld zelf niet direct moet zijn, zodat het beeld zijn afstand kan nemen.
Door het beeld dan naast de weg te zetten is het contact tussen de bezoekers en het beeld een klein, klein beetje minder direct. Mensen kunnen er wel direct heen lopen.
Het beeld zou dan ook aan de overkant van de kleine sloot kunnen staan, waardoor mensen niet direct er naar toe gaan. Er zullen dan nog steeds mensen zijn die heel graag deze sloot willen overspringen.
.,
Door het beeld aan de overkant van de brede sloot te zetten, ontstaat er een barrière voor de mensen en kunnen ze er niet heen. Ook zal het beeld niet direct opvallen. In het gebouw moet er wel een link komen met
het beeld.
POSITIEGEBOUW
De twee bladen van pagina 9 zijn uit elkaar gehaald om er een ruimte van te maken waarin bezoeker en beeld een relatie aan kunnen gaan. Helaas doet deze aanpak het effect teniet die in de vorige week is bereikt.
De twee bladen zijn dichter bij elkaar gezet. Het effect van de vorige week komt hierin weer een beetje terug echter is de gezochte relatie tussen beeld en bezoeker hierin totaal verloren.
Er is gekozen om het gebouw om de bezoeker te " bouwen". Hierin moet de bezoeker hetzelfde gevoel krijg en als het beeld bij mij oproept. Er kan dan via het gebouw een link kan worden gelegd met het beeld. Er is toch gekozen om da bladen iets naar elkaar toe te laten hellen. Dit geeft het effect dat de bladen meer naar j e toe komen en een angstwekkender gevoel geven.
is ook nog gekeken naar de lengte van de bladen. De bladen moeten niet te lang worden omdat dan het ngstwekkende gevoel weggaat rndat de bladen lager lijken. Wanneer de bladen te kort worden dan duurt het gevoel nlet lang genoeg.
ETUNNElS Omdat er genoeg ruimte is op de weg is het helemaal niet nodig om een weg te verlangen oor het gebouw. n omdat het nauwe deel tussen de bladen een bepaalde ngst opwekt laat ik de bezoeker van het nauwe deel naar het verbrede deel lopen. Misschien dat een dak het gevoel zou kunnen versterken. Om dit te onderzoeken zijn er twee tunnels gemaakt . Een korte en de andere lang. Ook bij een tunnel geeft de lengte een negatiever effect Dit komt in dit geval meer omdat de verhoudingen niet kloppen. Bij de korte tunnel klopt deze verhouding wel. Hierbij is er een smalle en zeer lage doorgang die een benauwd en angstwekkend gevoel geeft en verder hoger en breder uitloopt. Op deze manier heeft de bezoeker ook een richting van nauw naar ruim.
ET CONCEPT - -..~
1"'.. .
............
v-, Ik
'.
)
Ben alleen Ben op de vlucht Wil niet gezien worden
" I
I
'~ --'~ "
" '-_.
- -'
/
'.
( ..
'
-) I~_
LINK -.
• .I'
"'-.
.,!
\
HELP
,I
IK WIL HIER "\ ) WEG!!! 1-"
( \
I
,. , ~
«:.:»
\
'-- .
NietsvermcecEncE waneEIaar
DE BOMEN m een relatie te kunnen leggen met het beeld zal de bezoeker naast het angstwekkende gevoel ook een orkij k moeten hebben met het beeld. Deze relatie kan worden gelegd door bomen toe te passen waarbij door de takken door naar het beeld kan worden gegeken. De keuze voor bomen is gemaakt omdat dit een relatie legt met de omgeving en omdat een boom verschillende gezichten kan hebben. Het kan een treurige boom zijn, een nge boom zoals in de film "Sleepy hollow" of het kan woon een vrolij ke boom zijn.
DE PASSAGE
Om meer tot een paviljoen te komen zij n de bomen alleen in het 2D-vlak uitgewerkt. Hiervoor is gekozen om de nadruk te leggen op de kant van het beeld en er een relatie mee kan worden aangegaan, doordat er openingen bevinden n deze gevel. twee gevels zijn naar elkaar oe hellend om meer angst op te wekken. Ook wordt het pad verdiept om de bomen groter te laten lijken en boven de oeker uit te laten komen. Bi1 het vernauwde stuk zijn de men zeer angstwekkend en bij het ruime stuk doen ze al n heel stuk vriendelijker aan. De bomen hebben wel nog een ra groot "efteling" gehalte.
DE GESTilEERDE BOMEN eze week heb ik geprobeerd de bomen te stileren. Het moeilijkste aan deze opgave was dat ik geremd werd om dit te doen vanwege de gedachte dat wanneer de bomen gestileerd zoude worden de bomen niet meer het gewenste effect geeft. Om tot een gestileerd model te komen heb ik een soort grid gemaakt. De angstwekkende bomen hebben takken die van boven naar beneden hangen en naarmate de boom vriendelijke word wijzen de takken meer naar boven. Ook is er een verschil op te merken in de dikte van de stam. De angstwekkende bomen hebben een gedrongen, dikke stam naarmate de boom vriendelij ke word, worden de stammen minder gedrongen en steeds dunner.
DE GESTILEERDE BOMEN
2 In de tweede poging heb ik geprobeerd de voorwaarden van de vorige week verder uit te werken. Er is gebruik gemaakt van stammen die steeds dunner worden en van het grid dat van een redelijk dicht grid naar een steeds opener 9ri~ loopt. Het grid is niet volledig doorgetrokken zodat het nog iets weg heeft van een boom. Via deze gevel dient de relatie te worden gelegd naar het beeld, het kan dus onder geen geval geheel gesloten zijn. Het dak zorgt ervoor dat er een nauw en angstwekkend gevoel wordt opgewekt aan het begin van de "tunnel". Verder is er n betonnen bak aangebracht IIc ervoor zorgt dat het een kil ullerlllk krijgt.
EIN
Na er eens goed over nagedacht te hebben zijn er de laatste weken toch nog een aantal dingen veranderd ten opzicht van de laatste lesweek. Het dak is bedoeld om een nauw gevoel op te wekken in het eerste stuk van de passage. it slaat dus niet op het laatste stuk hiervan. Ik heb er voor ekozen om het dak weg te laten en met de schijven van het begin van deze periode dit criterium te bereiken. Dit is gelukt door de schijven op het begin in elkaar te steken. Hierdoor zal op het begin een nauwe doorgang ontstaan en op het laatste stuk zullen de hij ven uit elkaar gaan staan. Hlerdoor is het dus ruimer dan wanneer er een dak op zit.
EINDRESULTAAT
Voor de gestileerde gevel is het
grid aangepast. Het eerst stuk
moet bijna gesloten zijn dus
hiervoor is het grid kleiner
gemaakt. Dit betekend
automatisch dat alle vakken
dichter worden.
Ook is er gekozen om niet 5
bomen maar 5 vakken te
gebruiken. Wanneer je naar de
gevel van vorige week gaat
kijken valt op dat er niet 5
bomen zijn, maar 6 vakken.
Omdat bomen refereert naar de
natuur wil ik graag het getal 5
gebruiken. In de natuur komen
we het getal 5 erg vaak tegen.
De "open" gevel zal een
schaduw geven op de gesloten
wand. Deze schaduw loopt ook
van zeer gesloten
angstwekkend patroon naar een
steeds opener en vriendelijker
patroon.
De gesloten gevel wordt net als de "open"gevel gemaakt van staalplaat. Dit zal wit worden geverfd om het schaduweffect van de "open" gevel sterker over te laten komen. De "open" gevel zal zwart worden geverfd zodat dit nog meer impact heeft. Het pad in het gebouw is niet meer verdiept. Dit komt omdat het pad het vernauwende gevoel tegenspreekt. Er wordt nu een pad gebruikt die bestaat uit donkere kiezels in het gras. Het pad is niet overal doorgezet zoals de betonnen bak. Hiervoor heb ik gekozen omdat normale bomen ook niet direct aan het pad liggen. De angstwekkende bomen staan wel dichterbij het pad om nog meer angst op t
wekken.
Wie was cometti?
Alberto
Alberto Giacometti is in 1901 joboren in Italiaans sprekend witserland. Als hij op een I.]g in de studio van zijn vader een stilleven wilde ',r hilderen kwam hij erachter ut hij zijn proporties niet 11('h:rnaal onder de knie had. IlrJ(' vaak hij het schilderij nieuw had geschilderd 11 \ 1I{(~ ns waren de peren 111 )( Jflveer een centimeter. I h'pi lijn leven lang heeft 11 )1111"0 aeworsteld met het n om iemand te n, te beschilderen, I I, ' leggen of te 111 " ,I 11I 1)vpn.
ti
'"'
IIIII
De theorie en de filosofie van de surrealisten gingen voor de beleving, maar Alberto wilde weer gaan volgens zijn eigen natuur werken. Hij begon met beeldhouwwerken van Diego. Hierin heeft hij het surrealisme aan de kant gezet.
Door de dood van zijn zuster en vader en een autoongeluk komt hij in een crisis terecht waarbij hij alles wat hij maakt direct vernietigd. In 1941 verhuist Alberto naar Geneve. Daar ontmoet hij ij n vrouw Annette Arm. Na de oorlog verhuisd hij weer terug naar Parij s. Daar leert hij door veel tekenen en schrijven, beelden te maken van enig normale proporties. Het meest opvallend is dat deze beelden dan een dun en langgerekt uiterlijk kregen. In deze tijd groeit zijn reputatie als beeldhouwer snel met zelfs een prijs voor zijn beeldhouwkunst in 1962. In de zestiger jaren verslechterd zijn gezondheid en in 1966 overlijdt hij.
Oenise Bos
Oenise kiest de "striding man" . In het woordenboek gezocht, betekent dit schrijden , met grote stappen lopen. Zij plaatst haar beeld langs een pad in het open land van de Bossche Broek. Oe thematiek die Oenise in dit beeld ontdekt is het diepe verlangen van een (eenzaam) mens te gaan naar een plek. Met gezwinde pas te gaan naar de plek waar je zo graag naar toe wilt. Welhaast als vlucht. .. Alvorens een eerste stap te zetten in het ontwerpproces, begint Oenise het eigen thema te verkennen door te experimenteren met vormen, ruimten. Zij bestudeert de verschillende hoedanigheden van ruimten en brengt deze in verband met het leidende thema . Gaandeweg kristalliseert voor haar een totaal beeld uit: de locatie, de vorm, de plaats van het gebouw, het beeld . Om het intrinsieke gevoel bij het beeld te versterken introduceert zij de "enge boom" die samen met een achterwand een soort passage vormt. In de zo ontstane ruimte komt haar thematiek tot uiting. Nadat de bomenwand als een steeds opener wordend grit word opgevat, ontstaat een krachtige uitdrukking . Tezamen met de achterwand die nu met de voorwand op een punt tegen elkaar leunen ontstaat een indrukwekkende ruimte , die bij de toeschouwer een empathie opwekken. Gehaast, welhaast vluchtend, het diepe verlangen volgend naar die ene plek ... waarheen? Ontwerpproces: Oenise heeft consciëntieus het ontwerpproces doorlopend. Geëngageerd in het eigen proces. Elke stap wordt minutieus bestudeerd en als een natuurlijke stroom ontstaat de volgende stap uit de voorafgaande stap. Voorbeeldig. Oe thematiek wordt door Oenise welhaast zelf doorleeft, waardoor een boeiend proces is ontstaan. Het uiteindelijke resultaat ademt deze beleving uit. Bij Oenise zijn de kenmerken aanwezig om een goed ontwerper te worden. Met name de integere betrokkenheid met het ontwerpproces. Voor haar is het belangrijk het eigen ontwerpproces in een dialoog te brengen met anderen.
Communicatie: Oenise communiceert desgevraagd het eigen ontwerpproces. In de discussie met medestudenten over hun ontwerpproces participeert Oenise matig . Oit mag meer zijn . Verslag: Qua uitvoering zeer goed. Het verslag geeft een indringende inkijk in het ontwerpproces dat Oenise heeft doorgemaakt. Oe foto's ondersteunen de tekst. Het geheel is zeer verzorgd. Cijfer : 8