a c t u a l i t e / a c t u e e l Une nouvelle convention-cadre pour le secteur pierre Een nieuwe kaderovereenkomst voor de steensector
F U N ERAIR e / F U N ERAIRE S ECT O R Sept questions à Xavier Deflorenne, pilier central de la Cellule de Gestion du Patrimoine funéraire / Zeven vragen aan Xavier Deflorenne, de motor achter de Beheercel van het Funerair Erfgoed
F O R M ATI O N / O PLEI D I N G Jean-François de la Hamayde au Mondial des métiers à Calgary Jean-François de la Hamayde op de Mondiale der beroepen in Calgary
La pierre naturelle s’envole
3 projets aéroportuaires contemporains
Natuursteen vliegensklaar 3 hedendaagse luchthavenprojecten
Périodique édité par la Fédération Belge des Entrepreneurs de la Pierre Naturelle - Organe officiel de l’ASBL Pierres et Marbres de Wallonie Tijdschrift uitgegeven door de Belgische Federatie van Aannemers van Natuursteenbewerking - Officieel orgaan van de vzw Pierres et Marbres de Wallonie
avril/april 2009- 1
2 PIERRE & MARBRE - steen &1 marmer - 2009-1 210x297_B_Pierre&Marbre.indd
28.01.2009 9:27:48 Uhr
Ed i t o r i A l / Ed i t o r i a a l
S O M M AIRE / I N H O U D
Le 1er janvier 2002, le pouvoir fédéral transférait aux régions la responsabilité de la réglementation des cimetières. Le parlement wallon vient, enfin, de promulguer la loi définissant les grandes lignes suivant lesquelles chaque commune wallonne devra gérer ce qui a trait aux funérailles, à savoir donc cimetières, crémation, préservation du patrimoine funéraire, etc. Le rôle de notre publication n’est pas d’informer nos lecteurs sur l’actualité. Il nous a néanmoins semblé utile de signaler la nouvelle à ceux à qui elle aurait échappé. Nous y consacrerons d’ailleurs un article lors de notre prochaine parution, nous serons alors en possession du texte intégral de cette loi. Ce que l’on peut cependant déjà remarquer, c’est que dorénavant, en Wallonie donc, les nouvelles concessions seront obligatoirement limitées à 30 ans, éventuellement renouvelables, et que la responsabilité des communes s’étendra aux concessions abandonnées, quant à leur entretien ou leur réaffectation. On peut sans doute voir là un indice de l’évolution générale des mœurs et des mentalités vis-à-vis de tout ce qui touche à la fin de vie. Op 1 januari 2002 droeg de federale overheid de bevoegdheid voor de reglementeringen van de begraafplaatsen over aan de gewesten. Het Waalse parlement heeft nu eindelijk een wet uitgevaardigd waarin de krachtlijnen worden vastgelegd waaraan elke Waalse gemeente zich zal dienen te houden bij het beheer van begraafplaatsen, crematie, behoud van het patrimonium, enz. Onze publicatie heeft niet tot doel de actualiteit te belichten voor onze lezers. Maar voor degenen die dit nieuws misschien hebben gemist is het toch nuttig om weten. In ons volgende editie zullen we er trouwens een artikel aan wijden, wanneer de volledige wettekst in ons bezit zal zijn. We geven alvast mee dat voortaan de verplichte duurtijd van nieuwe concessies, in Wallonië dus, beperkt zal zijn tot 30 jaar, eventueel vernieuwbaar, en dat de gemeenten de verantwoordelijkheid zullen moeten opnemen voor het onderhoud of de herbestemming van verlaten graven. Het is zeker een teken van de algemene evolutie van de zeden en de mentaliteit ten opzichte van alles wat bij het levenseinde hoort. C.B. NOS ANNONCEURS / ONZE ADVERTEERDERS
a r c h i t e c t u r e / a r c h i t e c t u u r 04
La pierre naturelle s’envole : 3 projets aéroportuaires contemporains / Natuursteen vliegensklaar: 3 heden- daagse luchthavenprojecten
a c t u a l i t e / a c t u e e l 08
Une nouvelle convention-cadre pour le secteur pierre Een nieuwe kaderovereenkomst voor de steensector
t e c hn i q u e / t e c hn i e k 10
Importations indésirables de Chine : les grands capricornes Ongewenste import uit China : de grote boktor
F o r m a t i on / o p l e i d i ng 12
Génie civil, une formation continue répondant aux be- soins spécifiques du secteur / Burgerlijke bouwkunde, een voortdurende opleiding die beantwoordt aan de specifieke noden van de sector
F U N ERAIRE / F U N ERAIRE S ECT O R Carrières du Hainaut
Sept questions à Xavier Deflorenne 14 Zeven vragen aan Xavier Deflorenne
F o r m a t i on / o p l e i d i ng 20 Jean-François de la Hamayde au Mondial des métiers à Calgary / Jean-François de la Hamayde op de Mondiale der beroepen in Calgary Publication trimestrielle éditée par la Fédération Belge des Entrepreneurs de la Pierre Naturelle / Driemaandelijks tijdschrift uitgegeven door de Belgische Federatie van Aannemers van Natuursteenbewerking : Rue du Lombardstraat 34-42 . B-1000 Bruxelles / Brussel T +32(0)2 223 06 47 . F +32(0)2 223 05 38
[email protected] [email protected] Organe officiel de l’asbl PIERRES ET MARBRES DE WALLONIE 11, rue des Pieds d’Alouette, 5100 Naninne Tel : 081/ 22 76 64 Fax : 081/ 47 57 62
[email protected] Officieel orgaan van de vzw PIERRES ET MARBRES DE WALLONIE 11, rue des Pieds d’Alouette, 5100 Naninne Tél : 081/ 22 76 64 Fax : 081/ 74 57 62
[email protected]
Editeur responsable / Verantwoordelijke uitgever : D. De Haen, Rue du Lombardstraat 34-42, B-1000 Bruxelles / Brussel Comité directeur / Bestuurcomité D. Deelen, Présidente de la Fédération Voorzitster van de Federatie V. Brancaleoni, Président / Voorzitter P.M.W. Comité de rédaction / Redactiecomité C. Bonhomme – D. De Haen – F. Tourneur – F. Dominique – R. De Battice Coordination / Coördinatie F. Dominique, P.M.W. Mise en page / Lay out Mandragore T +32(0)2 346 33 28 Impression / Druk CORELIO Printing T +32(0)2 210 01 00 ISSN 1373 – 7007
a c t u a l i t e / a c t u e e l 22
Une initiative Een initiatief
B i b l i o t h e q u e / b i b l i o t h e e k Notre sélection 24 Onze selectie
a g e nd a / a g e nd a 27
Foires et salons Beurzen en salons
2009-1 - PIERRE & MARBRE - steen & marmer 3
a r c h i t e c t u r e / a r c h i t e c t u u r
La pierre naturelle s’envole :
3 projets aéroportuaires contemporains Plus que jamais, les possibilités de la pierre naturelle sont variées. Dotée de qualités esthétiques appréciées des concepteurs d’espaces publics et de leurs utilisateurs successifs, elle continue de convaincre de sa pertinence au sein de projets d’envergure et à la visibilité importante. De cette façon, elle pérennise sa place au cœur du patrimoine bâti de notre région. En dalle de sol, revêtement mural extérieur ou intérieur, elle répond aux besoins pratiques des espaces. Par le coup de projecteur sur quelques projets récents proposé ci-dessous, ce sont trois structures aéroportuaires de Bruxelles et de Wallonie qui sont présentées. Chacune a su mettre en exergue les matériaux choisis. Par ailleurs, un projet est en cours d’achèvement aux abords de l’aéroport d’Eindhoven en grès schisteux de la Warche. Ces quelques projets d’aménagement constituent une nouvelle carte de visite pour les pierres de Wallonie qu’admirent tous les voyageurs qui passent les portes de notre pays.
Natuursteen vliegensklaar :
3 hedendaagse luchthavenprojecten De toepassingsmogelijkheden van natuursteen zijn gevarieerder dan ooit. Gesterkt door de esthetische kwaliteiten die ontwerpers van openbare ruimten en hun opeenvolgende gebruikers ze toeschrijven blijft hij overtuigen van zijn terechte rol in grootse projecten en de belangrijke zichtbaarheid. Op die manier bestendigt hij zijn plaats in het bouwkundig erfgoed van onze streek. Als vloerplaat, binnenwandbekleding of buitenwandbekleding beantwoordt hij aan de praktische vereisten van de ruimten. We stellen u enkele recente projecten voor: 3 luchthavengebouwen in Brussel en Wallonië waarin de geselecteerde materialen helemaal tot hun recht komen. Verder is er nog een project bijna voltooid in de omgeving van de vlieghaven van Eindhoven in schisteuze zandsteen van Warche. Die inrichtingsprojecten zijn een nieuw visitekaartje voor de Waalse natuursteen die alle reizigers bewonderen wanneer ze de poorten van ons land doorgaan. 4
PIERRE & MARBRE - steen & marmer - 2009-1
Zaventem Brussels Airport zone des départs
Vertrekzone
Le curb départ, ce pont construit en plusieurs phases dès l’expo de 1958, est une zone que foulent la plupart des voyageurs qui partent de l’aéroport de Zaventem. Située entre les parkings et le hall de départ, elle peut connaître une fréquentation de plus de 1000 véhicules à l’heure en cas de forte influence. D’importants travaux de rénovation étaient devenus nécessaires et le maître d’œuvre a décidé de profiter de l’occasion pour conférer à celle-ci une image plus accueillante tout en permettant une meilleure fluidité du trafic et une sécurité optimale. Pour les revêtements de sol, ce sont plus de 4000 m² de pierres bleues qui ont été choisis. Elles couvrent notamment l’ensemble des trottoirs situés devant l’hôtel Sheraton, l’ancien et le nouveau terminal. La finition bouchardée a été retenue afin de minimiser les risques de glissance pour les usagers. Des arguments de qualité et de proximité du gisement ont convaincu le maître d’œuvre de s’orienter vers ce matériau. La pose particulière par double collage a permis d’opter pour une épaisseur réduite de 3 cm pour des dalles. Cette pose garantit une résistance suffisante pour le trafic prévu ainsi qu’un confort important pour les passagers, grâce à la précision de sa mise en œuvre.
De brug die in meerdere fasen werd gebouwd na de tentoonstelling van 1958, is de zone waar de meeste reizigers langskomen als ze in de vlieghaven van Zaventem vertrekken. Zij bevindt zich tussen de parkeerplaatsen en de vertrekhal en kan op drukke dagen wel 1000 voertuigen over zich heen krijgen. Grote renovatiewerken dienden zich aan en de bouwheer besloot dan maar de brug meteen een aantrekkelijker imago te geven met oog voor een betere doorstroming van het verkeer en een optimale veiligheid. Voor de vloerbekleding werd meer dan 4000 m2 blauwe steen gekozen. Ze bedekken de trottoirs gelegen voor het Sheraton hotel, en de oude en de nieuwe terminal. Een gebouchardeerde afwerking leek de meest geschikte om het slipgevaar voor de gebruikers te minimaliseren. Argumenten van kwaliteit en nabijheid van de winning hebben de bouwheer kunnen overtuigen voor dit materiaal te gaan. Wegens de bijzondere steenlegging, door het dubbel lijmen, volstond een dikte van 3 cm voor de tegels. Die biedt voldoende garantie om weerstand te bieden aan het verwachte verkeer en is comfortabel voor de voorbijgangers, dankzij de preciesheid waarop ze gelegd zijn.
FICHE TECHNIQUE
TECHNISCHE FICHE
Maitre d’oeuvre : Brussels Airport Company Bureau d’étude (stabilité) : Lievense de Gand Bureau de contrôle : Seco Entrepreneur : Wegebo
Bouwheer : Brussels Airport Company Studiebureau (houdbaarheid) : Lievense uit Gent Controlebureau : Seco Aannemer : Wegebo
Matériaux pierreux : Petit granit/Pierre bleue de Belgique : 4500 m² en dalles bouchardées de 60 x 40 x 3 cm pour les trottoirs et des bordures meulées, à l’arête en quart de rond meulé
Natuursteenmaterialen : Petit Granit/Belgische Blauwe Hardsteen : 4500 m² gebouchardeerde tegels van 60 x 40 x 3 cm voor de voetpaden en kantstenen, op de rand in een kwartronde geslepen
Début des travaux : avril 2008 Inauguration : 18 décembre 2008
Aanvang van de werken : april 2008 Inwijding : 18 december 2008
2009-1 - PIERRE & MARBRE - steen & marmer 5
BRUSSELS-SOUTH CHARLEROI AIRPORT L’aéroport Charleroi-Brussels South, par l’implantation de diverses compagnies à faible coût dont Ryanair, a connu une intensification rapide de son trafic aérien. Pour répondre aux nouveaux besoins, la SOWAER a choisi d’étendre ses pistes aériennes et de faire construire un nouveau terminal pour l’accueil des passagers. D’une superficie de 23 000 m², il comprend des hangars, guichets, passerelles, magasins et espaces horeca… ainsi qu’un parking et des stations de bus et de taxis. Le bureau d’architecture canadien FSA a conçu ce projet et confié à ARCADIS Belgium les études et aspects techniques (stabilité, installations électriques, techniques aéroportuaires spécifiques). Le nouveau terminal est constitué d’un volume en pierre bleue rythmé de baies vitrées qui rendent celui-ci fort lumineux. La conjugaison des matériaux que sont la pierre, le verre et le métal offre un aperçu du savoir-faire régional. Les applications de la pierre bleue en revêtement mural se déploient ici aussi bien en intérieur qu’en extérieur. De vlieghaven Charleroi-Brussels South, die in handen kwam van verschillende minder dure maatschappijen, waaronder Ryanair, kende een snelle toename van zijn luchtverkeer. Om aan de nieuwe noden te beantwoorden vond SOWAER het nodig de luchtverkeersbanen te verruimen en een nieuwe ontvangstterminal te laten bouwen voor de passagiers. Binnen haar oppervlakte van 23 000 m² bevinden zich loodsen, loketten, doorgangen, winkels en horecaruimten… alsook een parkeerterrein, een busstation en een taxistation. Het Canadees architectenbureau FSA heeft dit project ontworpen en de studies en technische aspecten (stabiliteit, elektriciteitsinstallaties, specifieke luchthaventechnieken) toevertrouwd aan ARCADIS Belgium. De nieuwe terminal is een volume in blauwe steen, afgewisseld met glasopeningen die voor veel licht zorgen. De mengeling van materialen zoals steen, glas en metaal geeft een beeld van de kennis in de streek. De toepassingen van de blauwe steen voor de wandbekleding komen goed tot uiting zowel binnen als buiten.
6
FICHE TECHNIQUE Maitre d’œuvre : SOWAER (Société wallonne des Aéroports) Auteur de projet : Fichten Soiferman & Associés Architectes (FSA) Matériaux pierreux : Petit granit/Pierre Bleue de Belgique
TECHNISCHE FICHE Bouwheer : SOWAER (Société wallonne des Aéroports) Ontwerper : Fichten Soiferman & Associés Architectes (FSA) Natuursteenmaterialen : Petit Granit/Blauwe Hardsteen van België
Extérieur * finition adoucie bleue, épaisseur 5 cm en mural : 550 m² * finition bouchardée, épaisseur de 8 cm en plinthe : 300 m² Intérieur * finition polie, épaisseur de 5 cm : 470 m²
Buiten *Afwerking blauw gezoet, dikte 5 cm in wandbekleding: 550 m² *Afwerking gebouchardeerd, dikte 8 cm in plinten: 300 m² Binnen * Afwerking gepolijst, dikte 5 cm : 470 m²
Début des travaux : septembre 2006 Fin des travaux : janvier 2008
Aanvang van de werken : september 2006 Einde van de werken : januari 2008
PIERRE & MARBRE - steen & marmer - 2009-1
BELGOCONTROL Depuis la périphérie bruxelloise, Belgocontrol est en charge du contrôle du trafic aérien de l’ensemble de notre territoire national. La gestion de ces diverses missions est organisée depuis les cinq bâtiments de l’aérodrome de Bruxelles National. La tour de contrôle domine ces espaces où la pierre et le verre se marient pour former un tout cohérent et élégant. La pierre calcaire, à la finition meulée claire, structure les édifices avec sobriété. Ce projet porté notamment par l’important bureau d’architecture Jaspers-Eyers and Partners constitue une des références récentes majeures pour le calcaire de Meuse, dit de Vinalmont. Le choix de cette pierre s’est imposé aux maîtres d’œuvres suite à leur visite sur le site de la carrière et a permis à celle-ci de prouver sa capacité à fournir des matériaux pour un chantier de cette ampleur dans des délais courts.
Van uit de Brusselse rand is Belgocontrol belast met het toezicht op het luchtruim van het hele nationale grondgebied. De sturing van de diverse opdrachten gebeurt vanuit de vijf gebouwen van het vliegveld van Brussel Nationaal. De controletoren kijkt neer op deze ruimten waar steen met glas wordt verenigd om een coherent en elegant geheel te vormen. De kalksteen met lichtgeslepen afwerking, verleent een fijne structuur aan het gebouw. Dit project dat meer bepaald door het belangrijk architectenbureau Jaspers-Eyers and Partners werd gedragen, is een van de voornaamste recente referenties van de Maaskalksteen, van Vinalmont zoals men zegt. De keuze van deze steen lag voor de bouwheren voor de hand na hun bezoek aan de site van de steengroeve en daardoor kon deze aantonen dat ze in staat is op korte termijn materiaal te leveren voor een omvangrijk bouwproject zoals dit. F.D.
FICHE TECHNIQUE Maitre d’oeuvre : BELGOCONTROL Bureaux d’architecture : - Tour de contrôle : Studiebureau W.J. & M.C. VAN CAMPENHOUT n.v. et Agence Ducrocq - Centre de formation, restaurant et centre de séjour, bâtiment administratif, centre national de contrôle aérien : Jaspers - Eyers and Partners
TECHNISCHE FICHE Bouwheer : BELGOCONTROL Architectenbureau : - Controletoren: Studiebureau W.J. & M.C. VAN CAMPENHOUT n.v. en Agentschap Ducrocq - Opleidingscentrum, restaurant en verblijfcentrum, administratief gebouw, nationaal controlecentrum luchtvaart: Jaspers - Eyers and Partners
Matériaux pierreux (intérieur et extérieur) : Calcaire de Meuse de Vinalmont (près de 10 000 m²), finition meulée diamant, épaisseur de 3 à 10 cm pour les parements, moellons clivés pour les murets. Tour de contrôle : 758 m², centre de formation : 1824 m², restaurant : 1660 m², bâtiment administratif : 1559 m², extension du CANAC : 3953 m²
Natuursteenmaterialen (binnen en buiten) : Maaskalksteen van Vinalmont (bijna 10 000 m²), afwerking diamantgeslepen, dikte van 3 tot 10 cm voor de bekleding, gekliefde breuksteen voor de muurtjes. Controletoren : 758 m², opleidingscentrum : 1824 m², restaurant : 1660 m², administratief gebouw : 1559 m², uitbreiding van de CANAC : 3953 m²
Durée des travaux : août 2003-juillet 2005
Duurtijd van de werken : augustus 2003-juli 2005
2009-1 - PIERRE & MARBRE - steen & marmer 7
a c t u a l i t e / a c t u e e l
Une nouvelle convention-cadre pour le secteur pierre C’est une réalité malheureusement trop connue : le manque de main d’œuvre qualifiée est une des menaces qui plane sur les entreprises d’extraction et de transformation de la pierre. Maçons, épinceurs, tailleurs de pierre… Tous ces métiers ne rencontrent l’intérêt que de peu de jeunes motivés et les dernières formations existantes sont en recherche continuelle de candidats. Face à ce problème, la Région wallonne, la Communauté française, les partenaires sociaux et les représentants du secteur se sont unis afin de trouver des solutions concrètes.
Een nieuwe kaderovereenkomst voor de steensector Het is jammer genoeg algemeen bekend dat o.a. het gebrek aan bekwame werkkrachten een bedreiging vormt voor de ondernemingen in de ontginning en bewerking van natuursteen. Metselaars, kasseikappers, steenhouwers… Voor deze beroepen worden tegenwoordig te weinig gemotiveerde jongeren gevonden, en de nog bestaande opleidingen zijn voortdurend op zoek naar kandidaten. Het Waalse Gewest, de Franse Gemeenschap, de sociale partners en de vertegenwoordigers uit de sector hebben de krachten nu gebundeld om voor dit probleem concrete oplossingen te vinden.
8
En 2006, le secteur pierre comptait plus de 3000 emplois directs en Région wallonne, principalement dans l’activité de l’extraction. Ce chiffre peut paraître peu important… et pourtant, les entreprises ont à l’heure actuelle de graves difficultés à trouver du personnel compétent.
In 2006 telde de steensector in het Waalse Gewest meer dan 3000 directe banen, vooral dan in de ontginning. Hoewel dit cijfer niet echt indrukwekkend lijkt, hebben de bedrijven het nu nochtans heel moeilijk om bekwaam personeel te vinden.
Les ministres Marc Tarabella, Christian Dupont et Jean-Claude Marcourt, pour leurs fonctions et compétences respectives à la Région wallonne et la Communauté française, ont été sensibilisés à cette problématique Ils ont rejoint les partenaires sociaux des bassins liégeois et hennuyers et représentants du secteur pour signer ensemble le 26 février 2009 une convention-cadre. Cette journée s’est tenue aux Carrières de Sprimont
De ministers Marc Tarabella, Christian Dupont en Jean-Claude Marcourt raakten, vanwege hun respectieve functies en bevoegdheden bij het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschap, bewust van deze problematiek. Ze sloten samen met de vertegenwoordigers uit de sector en de sociale partners van de Luikse en Henegouwse bekkens, een kaderovereenkomst af die op 26 februari 2009 werd ondertekend. Deze dag vond plaats in
PIERRE & MARBRE - steen & marmer - 2009-1
et marque les débuts d’un projet transversal qui rassemble les représentants des secteurs de l’enseignement, de l’insertion professionnelle, de l’emploi et de l’entreprise. Le monde de la pierre est, comme on le sait, fort complexe. Les métiers sont variés –on en compte une cinquantaine de spécialités auxquelles correspondent des compétences relevant de méthodes artisanales gageant d’un savoir-faire de tradition ou de techniques nouvelles à la pointe de l’évolution technologique. A ce souci, s’ajoute la taille variable des entreprises, l’éparpillement des carrières sur l’ensemble du territoire wallon (avec deux bassins forts près de Soignies et Liège) et la multitude de sous-commissions paritaires qui régissent le secteur.
de ‘Carrières de Sprimont’ en vormde het startsein voor een transversaal project waarbij vertegenwoordigers uit de sectoren van het onderwijs, professionele inschakeling, tewerkstelling en het bedrijfsleven zijn betrokken. De natuursteenwereld is, zoals men wel weet, erg ingewikkeld. Er komen heel wat beroepen bij kijken; we tellen een vijftigtal specialiteiten, waarbij de specifieke vaardigheden ofwel gelinkt zijn aan artisanale methodes die garant staan voor een traditionele kennis, ofwel aan moderne spitstechnologische technieken. Hierbij komt dan nog de afwisselende grootte van de bedrijven, de verspreiding van de groeven over het geheel van het Waalse grondgebied (met twee bekkens zeer dicht bij Soignies en Luik) en menige paritaire subcommissies die de sector regelen.
Pour garantir l’avenir de celui-ci, trois objectifs principaux sont aujourd’hui prioritaires : - pallier le manque de main d’œuvre - mettre sur pied des formations répondant aux besoins des entreprises - améliorer la visibilité et l’attractivité des métiers de la pierre
Om de toekomst van deze sector te garanderen, moet er aan drie belangrijke objectieven voorrang worden gegeven: - iets doen aan het gebrek aan arbeidskrachten - opleidingen ontwikkelen die beantwoorden aan de behoeften van de bedrijven - de zichtbaarheid en aantrekkelijkheid van de beroepen in de steensector verbeteren
Afin d’amorcer ce projet, une subvention de 10 000 € a été octroyée par le Ministre Marc Tarabella afin de réaliser une étude sur le secteur qui aura pour but de cerner les besoins des entreprises en terme de main-d’œuvre et proposer des mesures rapides. Les carrières et sociétés de transformation seront prochainement contactées afin de permettre de quantifier leurs attentes, aujourd’hui encore méconnues. Après analyse des résultats de cette enquête, une deuxième phase d’intervention permettra de mettre en œuvre les compétences transversales ainsi réunies par la signature de cette convention-cadre.
Om het project te ondersteunen kende Minister Marc Tarabella een subsidie toe van 10 000 €. Hiermee kan een sectorstudie worden uitgevoerd die de nood aan arbeidskrachten van de bedrijven moet blootleggen en snelle maatregelen moet aanbevelen. De steengroeven en bewerkingsbedrijven zullen binnenkort worden gecontacteerd om hun verwachtingen, die nu nog vrij onbekend zijn, te verduidelijken. Na de analyse van de resultaten van deze ondervraging, volgt de tweede fase waarbij de transversale, door deze kaderovereenkomst gebundelde krachten, kunnen aangewend worden. F.D.
platen & tegels
in marmer - kalksteen - blauwe hardsteen - leisteen - graniet - trafficstone
tranches & dalles
en marbre - pierre calcaire - pierre bleue -schiste - granit - trafficstone
Politieke Gevangenenstraat 40 8530 Harelbeke, België/Belgique T ++ 32 56 23 70 00 F ++ 32 56 23 70 02
www.beltrami.be
2009-1 - PIERRE & MARBRE - steen & marmer 9
t e c hn i q u e / t e c hn i e k
Importations indésirables: les grands capricornes… Détecté pour la première fois sur le sol belge à la fin de l’année 2008, ce petit insecte cause de sérieux dégâts aux plantations auxquelles il s’attaque… Il était il y a peu encore inconnu sur notre continent jusqu’à ce que divers foyers de contamination aient été découverts à travers l’Europe. Les zones de détection sont quasi systématiquement liées aux caisses en bois et palettes ayant permis le transport des pierres bleues chinoises. L’AFSCA (Agence fédérale à la sécurité de la chaîne alimentaire) appelle à la plus haute vigilance…
Ongewenste import: de grote boktor... Dit kleine insect werd eind 2008 voor het eerst gesignaleerd op Belgische bodem en veroorzaakt ernstige schade op onze velden… Tot voor kort was het diertje op ons continent nog onbekend, tot verschillende besmettingshaarden werden vastgesteld doorheen heel Europa. Ze worden bijna systematisch teruggevonden in de houten kisten en paletten die worden gebruikt voor het transport van Chinese Blauwe Steen. Het FAVV (Federaal Agentschap voor de veiligheid van de voedselketen) roept op tot de hoogste waakzaamheid…
La France, les Pays-Bas, l’Allemagne, l’Autriche et surtout l’Italie, victimes de ce fléau, avaient déjà tiré la sonnette d’alarme il y a plusieurs mois. C’est à présent au tour de la Belgique de noter l’introduction de grands capricornes sur son territoire. C’est un particulier qui a alerté les services de contrôle de l’AFSCA suite à cette découverte dans son jardin privé de Courtrai.
De slachtoffers van deze plaag, Frankrijk, Nederland, Duitsland, Oostenrijk en vooral Italië, trokken verscheidene maanden geleden al aan de alarmbel. Nu is het de beurt aan België om de grote boktor te zien opduiken op zijn territorium. Een particulier uit Kortrijk ontdekte het insect in zijn tuin en heeft onmiddellijk de controlediensten van het FAVV gewaarschuwd.
L’Anoplophora glabripennis, connu également sous le nom de grand capricorne asiatique (cousin du Anoplophora chinensis), est un insecte noir tacheté de blanc, caractérisé par ses pattes et ses longues antennes. D’une taille d’environ 2,5 cm, il s’attaque à différents types d’arbres feuillus (peuplier, saule, bouleau, platane, marronnier…) et plus particulièrement aux érables (Acer). La présence de cet organisme nuisible est pratiquement indétectable à l’œil nu : en effet, il creuse des galeries au cœur du bois qui ne sont visibles qu’en sectionnant celui-ci. La présence de sciure au sol peut être un indice de l’infection. Il se retrouve donc dans les espaces verts autant publics que privés mais il n’existe actuellement aucun moyen efficace de prévention : la seule méthode, certes radicale, pour son extermination demeure d’arracher les arbres atteints ainsi que les éléments environnants déclarés sensibles… Un carnage écologique.
De ‘Anoplophora glabripennis’, eveneens gekend als Loofhoutboktor (neef van de ‘Anoplophora chinensis’) is een zwart insect met witte stippen, en heeft opvallende poten en lange antennes. Hij is ongeveer 2,5 cm lang en heeft het gemunt op loofbomen (populier, wilg, berk, plataan, kastanje...), in het bijzonder de esdoorn (Acer). De aanwezigheid van dit ongedierte is met het blote oog nauwelijks waarneembaar: het graaft galerijen in het binnenste van de boom die enkel zichtbaar zijn als deze doormidden wordt gezaagd. De aanwezigheid van zaagsel op de grond kan een teken van besmetting zijn. Het insect kan dus zowel op openbare als in particuliere groenvoorzieningen worden aangetroffen, en er is op dit ogenblik nog geen doeltreffend preventiemiddel voorhanden. De enige manier om het uit te roeien is vrij radicaal en bestaat erin de aangetaste bomen, samen met de kwetsbare elementen uit de omgeving, te verwijderen... Een ecologisch bloedbad.
10
PIERRE & MARBRE - steen & marmer - 2009-1
La cause de cette importation concerne notre secteur en plein cœur car dans le cas présent, comme dans les pays limitrophes, l’introduction du capricorne en Europe a été propagée par les caisses en bois ayant contenu la pierre bleue en provenance de Chine.
De oorzaak van deze import heeft te maken met onze sector want ook hier, net zoals in onze buurlanden, werd de in Europa ingevoerde boktor verder verspreid via de houten kisten die Blauwe steen uit China hadden bevat.
Les normes européennes en vigueur depuis 2004 sont strictes et précises : tout produit importé d’un pays non-membre doit porter la marque ISPM-15. Celle-ci garantit qu’un traitement thermique ou de fumigation des emballages en bois a été effectué.
De Europese normen die sinds 2004 in werking traden, zijn zeer nauwkeurig: elk product dat wordt ingevoerd uit een land dat geen lid is, dient het ISPM-15 merk te dragen. Dit merkteken garandeert dat de houten verpakkingen op thermische wijze of door beroking werden behandeld.
Depuis l’alerte lancée par l’AFSCA en septembre, un Arrêté ministériel portant des mesures d’urgence temporaires de lutte contre le grand capricorne asiatique a été publié le 24 octobre 2008. L’AFSCA rappelle par ailleurs que la notification est obligatoire selon la loi et que toute présence de l’insecte doit lui être rapportée. Des contrôles sont prévus par l’AFSCA auprès des négociants en pierre bleue de Chine. Jusqu’à présent, aucun autre foyer n’a été détecté. L’AFSCA conseille dès lors aux entreprises de s’assurer que leurs fournisseurs respectent la législation.
Sinds het FAVV in september alarm heeft geslagen, werd op 24 oktober 2008 een ministerieel besluit gepubliceerd waarin de tijdelijke en noodzakelijke maatregelen in de strijd tegen de grote Aziatische boktor werden vastgelegd. Het FAVV herinnert er bovendien aan dat een officiële kennisgeving bij wet verplicht is, en elke aanwezigheid van het insect gerapporteerd moet worden. Het FAVV voorziet controles bij de handelaars van Blauwe Steen in China. Tot op heden werd geen enkele andere haard vastgesteld. Het FAVV raadt de bedrijven aan zich ervan te vergewissen dat hun leveranciers de wetgeving respecteren.
Plus d’informations : http://www.afsca.be/sp/pv_phyto/ doc07/2008-08-27_Avisanoplophora_20080820_FR.pdf
Meer informatie : http://www.afsca.be/sp/pv_phyto/ doc07/2008-08-27_Avisanoplophora_20080820_NL.pdf F.D.
Er zijn gewone bouwverzekeringen,
Il y a des assurances construction ordinaires,
...en er zijn die van Federale Verzekering
...et il y a celles de Fédérale Assurance
Federale Verzekering werd meer dan 90 jaar geleden opgericht door aannemers. De sector is nog steeds vertegenwoordigd in het bestuur van de maatschappij. We werken reeds lang nauw samen met de beroepsorganisaties van de bouwsector. Zodoende zijn we perfect op de hoogte van de risico’s die u loopt, om u zo de beste bescherming te bieden. Bovendien delen wij elk jaar onze winst met u.
Fédérale Assurance a été fondée il y a plus de 90 ans par des entrepreneurs. Aujourd’hui encore, la profession est représentée au Conseil d’Administration. Nous travaillons en partenariat étroit avec les organisations professionnelles de la construction. Le but ? Connaître parfaitement les risques que vous courez pour vous offrir la meilleure protection. Et chaque année, nous partageons nos bénéfices avec vous.
www.federale.be L’ a s s u r e u r q u i p a r t a g e t o u t a v e c v o u s , m ê m e s e s b é n é f i c e s De verzekeraar die alles met u deelt, zelfs zijn winst brique 190 x 134.indd 1
4/2/09 11:03:36 AM
2009-1 - PIERRE & MARBRE - steen & marmer 11
fo r m a t i on / o p l e i d i ng
© www.sergebrison.com
Génie civil, une formation continue répondant aux besoins spécifiques du secteur Plusieurs problématiques peuvent expliquer l’absence de formations classiques à la conduite d’engins lourds tels que les chargeurs ou les dumpers rencontrés en carrière.
Burgerlijke bouwkunde, een voortdurende opleiding die beantwoordt aan de specifieke noden van de sector De afwezigheid van klassieke opleidingen voor het besturen van zware werktuigen, zoals laders of dumpers die in de steengroeven worden gebruikt, kan met meerdere factoren te maken hebben. 12
PIERRE & MARBRE - steen & marmer - 2009-1
Dans les carrières de roches ornementales, la fonction de conducteur d’engins lourds est attribuée à du personnel travaillant déjà sur site et ayant une expérience certaine du matériau et de l’environnement. Pour toutes les carrières, la spécificité des différents sites et de certaines «fonctions» impose que l’apprentissage pratique soit différent et donc donné sur chaque site. De plus, aucun centre de formation privé ou public ne peut se permettre d’acheter un ou plusieurs engins utilisés en carrière, l’investissement étant trop onéreux. Enfin le public cible pour les opérateurs de formation est peu important. Face à ces constats, le CEFOMEPI, fonds de formation du secteur de la Pierre Bleue, le fonds de formation du secteur Chaux-Calcaire et
In de groeven wordt de taak van bestuurder van zware werktuigen toegewezen aan de mensen die er al werken en een zekere ervaring hebben met het materieel en de omgeving. Doordat elke site en sommige functies een specifiek karakter hebben, moet de praktische opleiding op elke groeve weer anders worden opgezet. Bovendien kan geen enkel privé of openbaar opleidingscentrum zich de aanschaf van dergelijke toestellen veroorloven, gezien de hoge kostprijs ervan. En ten slotte is de doelgroep voor zulke opleidingen te klein. Deze vaststellingen hebben er het opleidingscentrum ‘CEFOMEPI’, het fonds voor vakopleiding in de sector Blauwe Hardsteen’, het fonds voor vakopleiding in de sector Kalk - Kalkhoudende steen en Fediex, in 2008 toe aangezet om samen in een opleiding voor
la Fediex ont élaboré, ensemble en 2008, une formation pour les conducteurs d’engins lourds -débutants dans cette fonctionrépondant aux besoins spécifiques rencontrés dans leurs secteurs. L’objectif principal de la formation consiste en une mise à niveau des conducteurs d’engins lourds sur pneus afin d’optimiser l’utilisation des engins, la sécurité, le respect des directives (opérationnelles, environnement…). Un programme en deux temps a été élaboré. D’abord, une partie théorique (de 16 heures) abordant 5 sujets. Les connaissances acquises au sein de l’entreprise et l’initiation à d’autres connaissances générales du métier dont les responsabilités d’un opérateur, les engins, le matériau, la sécurité
bestuurders van zwaar materieel te voorzien. Ze is bedoeld voor beginners en beantwoordt aan de specifieke noden van de verschillende sectoren. De belangrijkste bedoeling van deze opleiding is de conducteurs van zwaar materieel op banden, bij te sturen en zo het gebruik, de veiligheid en de inachtneming van de richtlijnen (operationele, leefomgeving...) te optimaliseren. Er werd een tweedelig programma uitgewerkt. Het eerste, een theoretisch gedeelte, neemt 16 uren in beslag en omvat 5 onderwerpen: de kennis die nodig is in een bedrijf en initiatie in de algemene beroepskennis, waaronder de verantwoordelijkheden van een operator, de tuigen, het materiaal, de veiligheid en het milieu. Daarna volgt een praktijkgedeelte van 16 uren op het terrein, van het “compagnons” type. De theorie wordt
et l’environnement. Ensuite, une partie pratique (de 16 heures, sur site et de type «compagnonnage») application de la théorie, la mise en situation et le rappel de certaines notions théoriques avec une attention particulière portée à la connaissance de la machine, son utilisation et enfin la «perception/ connaissance» du chantier. Afin d’assurer la cohérence entre les deux parties du programme, les opérateurs chevronnés -parrainsont préalablement suivi une formation consistant en un rapide survol de la matière donnée lors de la formation théorique (utilisation d’un même vocabulaire…) et quelques éléments pédagogiques. Cette journée de formation a été donnée en présence de représentants des sociétés distributrices de matériel et d’observateurs issus
in reële situaties toegepast en sommige theoretische begrippen worden aangehaald, met specifieke aandacht voor het verkennen van de machine, haar gebruik, en ten slotte de “waarneming/kennis” van de werf. Om de samenhang tussen beide programmadelen te verzekeren, volgden de ervaren bestuurders– peters, voordien een korte opleiding waarin de theoretische lessen (gebruik van dezelfde woordenschat…) en een paar pedagogische elementen werden doorgenomen. Die opleidingsdag werd bijgewoond door vertegenwoordigers van de distributiebedrijven van materieel, en waarnemers van de steengroeven. Deze doorwinterde bestuurders kregen na de opleiding nog een follow-up in de groeve.
des carrières. Pour ces opérateurs chevronnés, le formateur a complété la formation par un suivi en carrière. Tous les stagiaires qu’ils soient débutants ou expérimentés ont apprécié cette formation. En 2009, le CEFOMEPI, le fonds de formation du secteur Chaux-Calcaire et la Fediex pourraient organiser de nouvelles sessions selon les besoins du secteur.
Alle stagiairs, zowel beginners als gevorderden, waren opgetogen over deze opleiding. In 2009 zullen er mogelijk nieuwe sessies gegeven worden naargelang de behoeften van de sector.
Beatrix Liénard CEFOMEPI asbl / vzw
2009-1 - PIERRE & MARBRE - steen & marmer 13
F U N ERAIRE / F U N ERAIRE S ECT O R
questions à vragen aan Xavier Deflorenne Passionné par les cimetières et les monuments funéraires depuis toujours, Xavier Deflorenne est le pilier central de la Cellule de Gestion du Patrimoine funéraire depuis une dizaine d’années. Après avoir étudié l’archéologie et l’histoire de l’art, il a consacré son mémoire de licence à la chapelle funéraire de Clémentine d’Oultremont à Houtaing, sous la direction de Luc Génicot. Cette approche lui a permis de découvrir la richesse architecturale et symbolique du patrimoine funéraire. Xavier Deflorenne, die sinds jaar en dag gepassioneerd is door begraafplaatsen en grafmonumenten, is al een tiental jaren ook de motor achter de Beheercel van het Funerair Erfgoed. Na archeologie en kunstgeschiedenis te hebben gestudeerd, wijdde hij zijn licenciaatsverhandeling aan de grafkapel van Clémentine d’Oultremont in Houtaing, onder leiding van Luc Génicot. Hierdoor ontdekte hij de architecturale en symbolische rijkdom van het funerair erfgoed. 1) La Cellule de Gestion du Patrimoine funéraire (CGPf) a une longue histoire derrière elle. Quelles en furent les grandes étapes? La passation de la tutelle sur les funérailles et sépultures du niveau fédéral au niveau régional, au premier janvier 2002, a coïncidé avec la clôture de l’inventaire des chapelles funéraires et des mausolées en chambre dans les cimetières de Wallonie, débuté en 1997 avec le soutien du ministre du Patrimoine Robert Collignon et l’inspecteur général André Matthys. Cet inventaire, outre qu’il a offert une connaissance patrimoniale (environ 1500 monuments répertoriés, une sélection de 63 édifices d’intérêt prioritaire, etc.), a également permis de percevoir toute l’ampleur d’une matière aux multiples implications. 1) De Beheercel van het Funerair Erfgoed heeft een lange geschiedenis achter zich. Wat waren de belangrijkste momenten? De overdracht van de bevoegdheid voor de begraafplaatsen en lijkbezorging van federaal niveau naar gewestelijk niveau, vanaf 1 januari 2002, viel samen met het afsluiten van een inventaris van de grafkapellen en mausolea op Waalse Kerkhoven. Deze in 1977, met steun van minister van het Patrimonium Robert Collignon en hoofdinspecteur André Matthys, aangevatte inventaris, leverde niet alleen een erfgoedkundige kennis op (ongeveer 1500 geïnventariseerde monumenten, met 63 geselecteerde belangrijke gebouwen, enz.), maar gaf ook een beeld van de draagwijdte van een materie en zijn talrijke verwikkelingen.
14
PIERRE & MARBRE - steen & marmer - 2009-1
André Matthys m’a alors proposé de poursuivre ce travail en développant une structure de terrain qu’il concevait comme une courroie de transmission efficace entre les divers acteurs. L’objectif était de mettre en place une politique régionale de gestion dynamique des cimetières : la Cellule de Gestion du Patrimoine funéraire était née, portée par Wallonia Nostra. Durant cette période de six ans, plus de 700 demandes furent traitées. Au premier janvier 2009, le Service public de Wallonie a choisi de rapatrier la Cellule de Gestion du Patrimoine funéraire en ses murs. Il s’agit à la fois d’une reconnaissance pour une politique qui a eu le temps de se forger et de faire ses preuves, mais aussi d’une volonté du gestionnaire de tutelle régional de prendre ouvertement position sur la matière. André Matthys heeft me toen voorgesteld het werk verder te zetten en een actieve structuur uit te bouwen die moest functioneren als drijvende kracht tussen de verschillende spelers. De doelstelling bestond erin een gewestelijke politiek van dynamisch begraafplaatsbeheer op gang te brengen: de Beheerscel van het Funerair Erfgoed, gedragen door Wallonia Nostra, was geboren. Gedurende deze periode van zes jaar werden meer dan 700 aanvragen behandeld. Op 1 januari 2009 heeft de Waalse Overheidsdienst er voor gekozen de Beheercel van het Funerair Erfgoed onder te brengen binnen zijn muren. Dat is tegelijk de erkenning van een politiek die de tijd heeft gehad zijn krachtlijnen te bepalen en de proef op de som te nemen, maar daarnaast ziet men dat het gewestelijke voogdijbestuur openlijk een standpunt inneemt in deze zaak.
2) Quel rôle joue aujourd’hui la CGPf ?
2) Welke rol speelt de cel vandaag?
La cellule de Gestion poursuit son rôle antérieur établit en 2002 : service d’expertise et d’encadrement de la gestion communale, de conscientisation de la population et des intervenants dans les cimetières, de rendu d’avis ou de rapports au gestionnaire de tutelle, de guidance et de promotion de l’action régionale. Mais à ces axes s’en sont ajoutés d’autres qu’entérine le nouveau décret sur les funérailles et sépultures. Parmi ceux-ci, on retiendra le rôle d’avis contraignant de la CGPf (et donc de la Direction du Patrimoine) pour l’élimination de tout monument funéraire antérieur à 1945, pour les aménagements de cimetières ou la création d’extensions, les aménagements internes de nouveaux cimetières, etc.
De Beheercel behoudt haar opgaven vastgelegd in 2002: expertise en omkadering voor het gemeentelijk beheer, bewustmaking van de bevolking en van de betrokken partijen op de begraafplaats, adviezen geven en verslagen maken voor de bevoegde beheerder, begeleiding en promotie van gewestelijke initiatieven. Maar er komen taken bij inherent aan het nieuwe decreet op de begraafplaatsen en lijkbezorging. We vermelden onder andere de rol van bindende adviesverlening van de Beheercel (en dus van de Directie van het Patrimonium) voor de verwijdering van elk grafmonument daterend van vóór 1945, de aanleg van begraafplaatsen of uitbreidingen ervan, de aanleg van nieuwe begraafplaatsen, enz.
3) Quels sont les objectifs et les enjeux de la Cellule du patrimoine funéraire aujourd’hui ?
3) Welke zijn de huidige doelstellingen en uitdagingen van de Beheercel van het Funerair Erfgoed?
Les objectifs de la Cellule de Gestion du Patrimoine funéraire peuvent se résumer simplement : - doter le gestionnaire de tutelle de l’ensemble des outils qui lui permettront de traiter avec le plus d’efficacité possible les demandes des communes; - faciliter l’accès à l’information pour les gestionnaires, tant régionaux que locaux; - garder l’élasticité d’action et l’expertise de terrain comme base pour répondre précisément aux situations spécifiques; - stimuler une «bonne gestion communale», en conscience de l’utilité de réfléchir aux cimetières dans une perspective d’économie à «long terme».
De doelstellingen van de Beheercel van het Funerair Erfgoed kunnen als volgt worden samengevat : - zorgen dat de voogdijbeheerder de nodige middelen heeft om de vragen van de gemeenten zo efficiënt mogelijk te behandelen; - de toegang tot informatie vergemakkelijken voor de beheerders, zowel de gewestelijke als de plaatselijke; - zich blijven steunen op flexibiliteit en deskundige terreinkennis om nauwkeurig op specifieke situaties te reageren; - een ‘goed gemeentelijk beheer’ stimuleren, waarbij over begraafplaatsen moet worden nagedacht in een economisch langetermijnperspectief.
Les enjeux sont trop nombreux, j’en retiendrai 2 : - généraliser la conscience patrimoniale et qualitative des cimetières wallons; - permettre aux communes de répondre à leurs besoins tout en respectant un patrimoine ancien et en offrant à nouveau à la population des lieux propices au deuil et au recueillement.
Er zijn uitdagingen te over, ik geef er alvast twee mee: - het patrimoniale en kwalitatieve bewustzijn op de Waalse begraafplaatsen veralgemenen; - de gemeenten in staat stellen in hun behoeften te voorzien en, met alle respect voor het funerair erfgoed, voor de bevolking ruimten te creëren waar ze kunnen rouwen en mediteren.
2009-1 - PIERRE & MARBRE - steen & marmer 15
4) Quelles sont les menaces principales pour l’avenir des cimetières actuellement ?
4) Welke zijn momenteel de belangrijkste bedreigingen voor de toekomst van de kerkhoven?
Il n’y a qu’une menace : le vandalisme. J’ai toujours dit qu’il existait au moins quatre types de vandalisme dans les cimetières : un vandalisme imbécile, dû à des individus «en manque de casse». Le deuxième type de vandalisme est un vandalisme de collectionneurs ou d’antiquaires. Le troisième est communal, lié à la méconnaissance, au désintérêt, à la mauvaise gestion. Le quatrième est, malheureusement, professionnel, imprégné de conceptions strictement économiques et, qui en découle, d’incurie.
Er is er maar één: vandalisme. Ik heb altijd al gezegd dat er op zijn minst vier soorten vandalisme voorkomen op onze begraafplaatsen. Ten eerste, het stom vandalisme gepleegd door vernielzuchtige individuen. De tweede soort is het werk van verzamelaars en antiquairs. De derde is gemeentelijk en heeft te maken met onbegrip, gebrek aan interesse of met fout beheer. De vierde is jammer genoeg beroepsgebonden, doordrongen van economische overwegingen en de onachtzaamheid die er uit voortvloeit.
Il est clair que les «menaces» communale et professionnelle perdureront encore quelques temps. Il existe des communes exemplaires ou des praticiens remarquables, mais tous ne le sont pas. On connaît aussi l’élasticité du délai entre la promulgation d’une loi et son intégration dans le comportement des personnes qu’elle vise. Ceci étant, contre la mauvaise volonté, le décret devrait ramener un peu d’ordre dans nos cimetières et au moins doter le pouvoir de tutelle des moyens de gérer ces situations. L’intégration de la Cellule de Gestion du Patrimoine funéraire au SPW est un de ces moyens. La meilleure preuve de cette volonté est que si la Cellule est attachée au Patrimoine (DGO4), c’est en collaboration transversale avec les Pouvoirs locaux (DGO5). Les deux directions ont des intérêts convergents dans cette matière.
Het ziet er naar uit dat de gemeentelijke en professionele ‘bedreigingen’ nog een tijdje zullen aanhouden. Er zijn weliswaar toonaangevende gemeenten en opmerkelijke vaklui, maar dat zijn ze lang niet allemaal. We weten ook dat de tijd die nodig is om een uitgevaardigde wet vertaald te zien in het gedrag van de bevolking heel rekbaar is. Maar goed, met dit nieuwe decreet zou het moeten lukken wat orde te brengen op onze begraafplaatsen en op zijn minst aan het voogdijbestuur de middelen te geven om deze situaties aan te pakken. Het opnemen van de Beheercel in de Waalse Overheidsdienst is zo een middel. Het feit dat de aanhechting van de Beheercel aan het Patrimonium (DGO4) gebeurde in samenwerking met de locale besturen (DGO5), is het beste bewijs van de goodwill. De twee directies hebben in deze materie gelijklopende belangen.
5) Quelles sont les problématiques rencontrées par les communes ?
5) Met welke problematiek hebben de gemeenten te kampen?
Les problématiques rencontrées dans les cimetières sont toutes profondément conséquentes. On pourrait, très grossièrement, les répartir en deux axes principaux : - La méconnaissance de la législation : modification du statut des sols d’inhumation, «traditions» douteuses, agissements de certains intervenants, desiderata de certains groupes professionnels ou communautaires, trafics divers, etc. - La mauvaise gestion depuis 40 ans : manque de place, inhumation dans les allées, destruction des cadastres internes, perte d’archives, règlements communaux obsolètes, actes «au petit décès la malchance», etc.
De problemen op de kerkhoven zijn erg voor de hand liggend. We kunnen ze in grote lijnen als volgt onderverdelen: - Miskennis van de wetgeving : wijzigingen in het statuut van de grafgronden, betwijfelbare ‘tradities’, manipulaties van sommige tussenkomende partijen, eisen van sommige professionele of gemeenschapsgroepen, zwendel, enz... - Slecht beheer sinds 40 jaar : plaatsgebrek, graven in de wandelpaden, vernieling van interne kadasters, verlies van archieven, verouderde gemeentelijke reglementen, “op goed geluk” daden, enz…
Il ne faut jamais oublier que sous ces catégories un peu abstraites se cachent des situations parfois dramatiques, aux conséquences démesurées pour les gestionnaires communaux. 16
PIERRE & MARBRE - steen & marmer - 2009-1
Vergeet niet dat onder deze schijnbaar weinig zeggende categorieën soms dramatische situaties schuilgaan, met enorme gevolgen voor het gemeentelijk beheer.
6) Quelle est la spécificité de la politique de la Wallonie en comparaison avec celle des régions limitrophes (Bruxelles, Flandre…) ? La Région de Bruxelles et la Région flamande n’ont pas développé de politique précise pour les cimetières. À Bruxelles, outre des actions isolées de préservation patrimoniale (qui doivent souvent beaucoup à l’énergie que dépense l’asbl Epitaaf), il n’existe aucune politique de gestion régionale des cimetières, sinon pour les aspects d’usage contemporains et, en fin de compte, aucune gestion globale de ce patrimoine. Le décret flamand a largement innové, entre autres points, en établissant l’obligation pour les communes de dresser des listes de monuments de valeur patrimoniale à préserver 50 ans. Mais cette obligation n’est, à ma connaissance, suivie d’aucun contrôle de terrain. On compte une fois encore sur la «bonne volonté» dont on sait combien elle est sujette à caution, mes carnets fourmillent d’anecdotes plus ou moins amusantes à ce propos. Une grande force du décret régional wallon est qu’il se base sur une expertise de terrain élaborée en plus de dix ans. Le cimetière devient enfin une matière à part entière dès lors que ce décret devrait mener à la révision de nombre de règlements régionaux. Les cimetières et le patrimoine funéraires sont enfin protégés par un texte légal.
6) Wat is er specifiek aan de Waalse politiek, in vergelijking met de aangrenzende gewesten (Brussel, Vlaanderen...)? Het Brusselse Gewest en het Vlaamse Gewest hebben geen eigen politiek voor de begraafplaatsen ontwikkeld. Buiten een aantal geïsoleerde acties voor het behoud van het erfgoed (waar vaak de vzw Epitaaf de meeste energie in steekt), bestaat er in Brussel geen enkele politiek van gewestelijk beheer van kerkhoven, tenzij voor aspecten van hedendaags gebruik, en ook geen enkel globaal beheer van dit erfgoed. Het Vlaamse decreet heeft veel vernieuwingen ingevoerd onder andere door het opleggen van de verplichting voor de gemeenten om een lijst aan te leggen van de monumenten die voor het erfgoed belangrijk zijn en 50 jaar bewaard moeten blijven. Deze verplichting wordt naar mijn weten nochtans niet ter plekke gecontroleerd. Men rekent nogmaals op de ‘goede wil’, en we weten hoe onbetrouwbaar die is. Mijn notaboekjes krioelen van min of meer geestige anekdotes op dat vlak. De grote kracht van het Waalse gewestelijk decreet is dat hij is gebaseerd op een deskundige terreinkennis opgedaan gedurende meer dan tien jaar. Aangezien het decreet tot de herziening van een groot aantal gewestelijke reglementen moet leiden, wordt het kerkhof eindelijk een volwaardig geheel. De begraafplaatsen en het funeraire erfgoed worden eindelijk beschermd door een wettekst.
2009-1 - PIERRE & MARBRE - steen & marmer 17
7) Quel rôle peuvent jouer les tailleurs de pierre dans les cimetières aujourd’hui ? Les tailleurs de pierre ont toujours eu un rôle prépondérant à jouer, même s’ils l’ont quelque peu oublié sous la pression économique. Je constate déjà le changement chez certains, conseillant aux familles des monuments aux tonalités plus accordées avec les zones anciennes en petit granit, des pierres adoucies au lieu de polies, etc. Le décret réaffirme l’obligation de posséder un ossuaire par cimetière, ou le placement de stèles mémorielles sur les pelouses de dispersion. Or, la majorité des communes doit se mettre en conformité. N’est-ce pas un réel champ d’action pour les professionnels ? Il en va de même pour la qualité des structures cinéraires (dispersion, inhumation des urnes et columbariums), ou la réaffectation de caveaux anciens. Les tailleurs de pierre doivent aiguiller les communes, guider leur choix vers des éléments de qualité, durables, avantageux et respectueux de leur cadre d’implantation. Il me semble indispensable que les professionnels comprennent à nouveau quel créneau d’activité existe dans les cimetières et comment il peut mettre en valeur d’une profession. Dans les «nouveaux cimetières», les tailleurs de pierre ont un rôle essentiel à tenir. La création des structures cinéraires est un domaine immense. La loi rappelle l’obligation des zones d’inhumation d’urnes et l’interdiction des columbariums privés hors sol. Lorsque je compulse des catalogues de monuments issus des grandes marques, je constate combien les structures proposées ne sont pas adaptées. Cela prouve à quel point les professionnels ont intérêt à se diriger vers une production intelligente. Certes, on n’évitera pas le «parking» pour caveaux, mais d’autres alternatives funéraires voient le jour dans l’esprit des gestionnaires. Prenons l’exemple d’un cimetière paysager ou forestier, soucieux du cadre végétal et du besoin de recueillement des familles : il est évident qu’aucun gestionnaire intelligent n’acceptera de détruire son cimetière par l’implantation de tapis de caveaux chinois sériels et hautement bigarrés.
7) Welke rol kunnen de steenhouwers tegenwoordig op de begraafplaatsen spelen? De steenhouwers hebben altijd een grote rol gespeeld op het kerkhof, zelfs al zijn ze dat een beetje vergeten onder de economische druk. Ik merk dat sommigen het toch al anders aanpakken door aan families monumenten aan te raden met kleuren die beter aansluiten bij de oudere zones in Blauwe hardsteen, of verzoete in plaats van gepolijste steen, enz... Het decreet legt aan de gemeenten nog altijd de verplichting op een knekelhuis te voorzien op het kerkhof, en de plaatsing van gedenkstenen op de strooiweiden. Het merendeel van de gemeenten moet zich aan de wet aanpassen. Een echt werkterrein voor vaklui toch? Hetzelfde gaat op voor de kwaliteit van de cineraire structuren (verstrooiing, urnenbegraving en columbaria), of de herbestemming van oude grafkelders. De steenhouwers moeten de gemeenten begeleiden en hun keuzes in de richting van kwaliteitsvolle, duurzame en voordelige elementen sturen, met respect voor het kader waarin ze zullen worden gebruikt. Het lijkt me onontbeerlijk dat vakmensen weer begrijpen dat het kerkhof voor hen een potentieel van activiteiten bevat en hoezeer het een beroep kan opwaarderen. Ook op ‘nieuwe begraafplaatsen’ hebben de steenhouwers een essentiële rol te vervullen. De oprichting van crematiestructuren is heel omslachtig. De wet voorziet nog altijd in de verplichting tot het oprichten van zones voor het begraven van urnen, en het verbod van bovengrondse privécolumbaria. Wanneer ik monumentencatalogi van grote merken doorblader, moet ik vaststellen dat het voorgestelde materiaal gewoonweg niet geschikt is. Dat bewijst nog maar eens welk belang beroepslui erbij hebben om zich op een intelligente productie te richten. We zullen zeker de ‘grafkelder-parking’ niet kunnen vermijden, maar de beheerders denken ook aan andere funeraire alternatieven. Neem nu het voorbeeld van het kerkhof in een park of in een bos waarvan de groene omgeving en de nood van de families om te mediteren het uitgangspunt is: vanzelfsprekend zal geen enkele intelligente beheerder zijn kerkhof willen laten vernietigen door de inplanting van tapijten met Chinese seriemonumenten en hun hele kleurenmengelmoes. F.D.
18
PIERRE & MARBRE - steen & marmer - 2009-1
www.sizecommunication.com
photo: pierre actual
Carrières de la Préalle S.A. Rue de la Préalle 31 - 4140 Chanxhe +32 4 369 99 66 - www.laprealle.be
La nature se façonne.
La Pierre Bleue du Hainaut® fascine.
CARRIERES DU HAINAUT pierre si proche de vous Une Une pierre si proche de vous
Pierre&Marbre1.indd 1
B-7060 Soignies – Tél: 067/34 78 00
>
w w w. p i e r r e b l e u e . b e
03/03/08 15:51:06
2009-1 - PIERRE & MARBRE - steen & marmer 19
fo r m a t i on / o p l e i d i ng
Jean-François de la hamayde
1. 1. Jean-François de la Hamayde
représentera la Belgique au Mondial des métiers à Calgary vertegenwoordigt België op de Mondiale der beroepen in Calgary Les 4, 5 et 6 Février a eu lieu la sélection du candidat tailleur de pierre qui représentera la Belgique au Mondial des Métiers à Calgary en Septembre 2009. Ce concours international se déroule tous les deux ans. Cette année, ce sera sa 40ème édition. 20
PIERRE & MARBRE - steen & marmer - 2009-1
Op 4, 5 en 6 februari werd de kandidaat-steenhouwer geselecteerd die België in september 2009 zal vertegenwoordigen op de Mondiale der beroepen in Calgary (Canada). Deze tweejaarlijkse internationale wedstrijd wordt dit jaar voor de 40e keer gehouden!
Le Lauréat est un jeune tailleur de pierre de 22 ans, apprenti-Compagnon, en deuxième année de formation à Braine-le-Comte : Jean-François de la Hamayde. Son suppléant a également été choisi : il s’agit de Dorian Collignon qui est également apprenti-Compagnon. Ils ont été sélectionnés parmi quatre candidats dont la motivation était sans faille au terme des trois journées de lutte cordiale, même si, comme dans toute sélection, le choix d’un seul est source de déception pour les autres. Le Mondial des métiers (organisé par Worldskills et dont Skills Belgium est le relais en Belgique) est une formidable opportunité de mettre sous les projecteurs différents métiers à travers les performances réalisées par une multitude de jeunes passionnés par leur discipline. Ce mondial sera donc une belle occasion de drainer davantage de jeunes vers le monde de la pierre, ce qui est un enjeu d’importance pour le secteur. Ce concours international mettra en compétition les douze candidats qui seront dépêchés par les douze nations ayant décidé d’aligner un représentant pour ce métier. Le challenge est donc bien réel Notre lauréat et son suppléant vont donc recevoir un entraînement particulier en vue d’aborder ce concours avec sérénité. Ils suivront un écolage intensif au Centre de Formation à Braine-le-Comte, mais également à Rodez, chez les Compagnons du Devoir. Leur « plan de bataille » est en cours d’élaboration. Particularité du concours : les disqueuses seront proscrites, le travail devra donc être exclusivement réalisé à la main et/ou au pneumatique. La pierre dans laquelle sera réalisée la pièce n’est pas encore connue. Le choix de cette dernière sera un élément tout à fait déterminant pour l’entraînement de nos candidats. Pour plus d’infos sur l’événement ou sur les Startech’s Days, voir : www.skillsbelgium.be
Eric Bergeret Centre IFAPME Mons-Borinage-Centre Partenaire ConstruForm / Implantation de Braine-le-Comte / Coordinateur Centrum ‘IFAPME Mons-Borinage-Centre’ Partner ConstruForm / Vestiging in ‘s Gravenbrakel / Coördinator
2. 2. Dorian Collignon
De laureaat is een jonge steenhouwer, een 22 jarige leerling-Compagnon uit het tweede jaar opleiding in ‘s Gravenbrakel: Jean-François de la Hamayde. Ook zijn plaatsvervanger werd aangeduid: het betreft Dorian Collignon, eveneens een leerling-Compagnon. Ze werden geselecteerd uit vier kandidaten die gedurende drie dagen van vriendschappelijke strijd bijzonder gemotiveerd zijn gebleven, hoewel het geweten is dat de keuze van één enkele winnaar, zoals in elke andere wedstrijd, een bron van teleurstelling vormt voor de anderen. De Mondiale der beroepen (georganiseerd door Worldskills, die in België wordt vertegenwoordigd door Skills Belgium) is een prachtige gelegenheid om verschillende beroepen in de schijnwerpers te plaatsen dankzij de prestaties van een groot aantal jonge enthousiaste vakmensen. Deze mondiale is dus een uitstekende gelegenheid om meer jongeren naar de wereld van de natuursteen te lokken, een bijzonder belangrijke inzet voor onze sector. Twaalf landen hebben besloten een vertegenwoordiger te plaatsen voor dit beroep en de twaalf uitgezonden kandidaten zullen het tegen elkaar opnemen tijdens deze internationale wedstrijd. De uitdaging is dus heel reëel! Onze laureaat en zijn plaatsvervanger zullen daarom een specifieke opleiding krijgen, waardoor ze deze wedstrijd in alle kalmte kunnen aangaan. Ze zullen een intensieve training volgen in het opleidingscentrum van ‘s Gravenbrakel, en ook in Rodez, bij de ‘Compagnons du Devoir’. Ook hun strategie wordt momenteel uitgetekend. Eigen aan de wedstrijd is dat slijpschijven niet toegelaten zijn; het werk moet dus volledig met de hand of met pneumatische werktuigen worden uitgevoerd. De steensoort waarin het werk moet worden gerealiseerd, die nog niet vastligt, zal bepalend zijn voor de verdere training van onze kandidaten. Meer info over dit evenement of de ‘Startech’s Days’ kan u bekomen op www.skillsbelgium.be
AVIS IMPORTANT
BELANGRIJK BERICHT
Aux membres de la Fédération Belge des Entrepreneurs de la Pierre Naturelle
Voor de leden van de Belgische Federatie van Aannemers van Natuursteenbewerking
La Fédération apporte sa collaboration à la nouvelle précédure de sélection pour l’obtention du titre de LAUREAT DU TRAVAIL dans le SECTEUR DE LA CONSTRUCTION lancée récemment par l’Institut Royal des Elites du Travail. Les membres de la Fédération trouveront un formulaire d’inscription en annexe à ce numéro. Nous faisons appel à nos membres pour qu’ils n’hésitent pas à demander ce beau Label de qualité, pour eux-mêmes et/ou pour leurs ouvriers. Démontrons que nous sommes fiers de notre profession et que nous faisons de la qualification professionnelle une priorité.
De Federatie verleent haar medewerking aan de nieuwe selectieprocedure voor het bekomen van de titel van LAUREAAT VAN DE ARBEID in de SECTOR BOUW die het Koninklijk Instituut der Eliten van de Arbeid zopas heeft opgestart. Bij dit nummer vinden de leden van de Federatie een inschrijvingsformulier. Wij doen hierbij een oproep naar onze leden om dit mooi Kwaliteitslabel voor zichtzelf en/of hun werknemers aan te vragen. Laten we samen aantonen dat we trots zijn op ons vak en dat we beroepskwalificatie hoog in het vaandel dragen.
La Direction
Het Bestuur
2009-1 - PIERRE & MARBRE - steen & marmer 21
a c t u a l i t e / a c t u e e l
Une initiative L’inquiétude devant la pénurie croissante de main d’œuvre qualifiée n’est pas spécifique à notre pays. En fait, elle est ressentie aussi chez tous nos voisins, aussi bien français qu’allemands ou hollandais notamment. Est-ce l’âpreté supposée de nos métiers, la réputation qui leur est faite d’être d’un niveau social modeste, ou tout simplement une désaffection générale pour les activités manuelles ? Allez savoir ! Un peu de tout cela, sans doute.
Een initiatief De ongerustheid over het nijpend tekort aan bekwame arbeidskrachten leeft niet alleen in ons land. Ook onze Franse, Duitse en Nederlandse buren hebben te maken met hetzelfde fenomeen. Misschien komt het door de hardheid die van onze beroepen uitgaat. Of omdat ze tot een lager sociaal niveau zouden behoren? Of gaat het louter om een algemene afwijzing van manuele activiteiten? Wie zal het zeggen? Waarschijnlijk spelen al deze factoren samen wel een rol.
Quoi qu’il en soit, diverses initiatives voient le jour qui tendent à revaloriser nos métiers en y intéressant les jeunes, en attirant l’attention sur la richesse de certaines réalisations passées et aussi actuelles, en restaurant chez les praticiens la fierté de leur travail. Citons par exemple chez nous la Paix-Dieu et l’IFAPME.
Hoe dan ook, er worden verschillende initiatieven opgezet om onze beroepen te herwaarderen door de interesse bij jongeren aan te wakkeren, aandacht te schenken aan de rijkdom van vroegere en actuele realisaties, en door de fierheid bij actieve vakmensen te doen herleven. Zo hebben wij bij ons onder andere het centrum ‘Paix Dieu’ en het IFAPME.
On nous signale un projet français. Il émane d’un Monsieur Norbert Stoffel, dont le curriculum vitæ personnel est assurément impressionnant. Bornons-nous à ne citer que ses Palmes Académiques. Son ambition est de créer «une association qui développerait par des chantiers-écoles interculturels de restauration de monuments ou sites historiques, des partenariats pour la renaissance des savoir-faire des tailleurs de pierres», association dont certains pourront s’étonner qu’il lui ait donné un nom anglais : «European association of stonemasons and sculptors», soit en abrégé «EASMS».
Men laat ons ook weten dat er een Frans project is uitgewerkt door een zekere heer Norbert Stoffel, een man met een indrukwekkend curriculum vitæ. We zullen het hier enkel over zijn academische verdiensten hebben. Zijn ambitie bestaat er in een vereniging uit te bouwen ‘die door interculturele werfopleidingen voor het restaureren van monumenten of historische sites, partnerships ontwikkelt die de kennis van de steenhouwers doet herleven’ een vereniging die hij, misschien tot verbazing van sommigen, een Engelse benaming heeft toebedeeld: ‘European association of stonemasons and sculptors’, verkort ‘EASMS’.
Les objectifs principaux de cette association envisagée seraient : - Faciliter, d’une part, à l’échelle européenne des échanges d’expériences pour les personnels chargés de la formation professionnelle et d’autre part développer les ressources humaines dans les métiers de la pierre. - Sauvegarder et transmettre par des «chantiers-écoles» des savoir-faire
De belangrijkste doelstellingen van deze vereniging zouden zijn: - Op Europese schaal enerzijds een vlottere uitwisseling van ervaringen onder personen die belast zijn met de beroepsopleiding, en anderzijds ‘Human Resources’ ontwikkelen in de natuursteenberoepen. - Door middel van werfopleidingen, zeldzame of voortreffelijke knowhow beschermen en doorgeven, en zo in Europa opnieuw scholen in
22
PIERRE & MARBRE - steen & marmer - 2009-1
rares ou d’excellence et ainsi recréer ou développer en Europe des écoles de la pierre pour contribuer au développement des métiers d’art. - Former une main d’œuvre qualifiée aux besoins des entreprises et en particulier apte à la reprise d’entreprises et à la création d’emplois dans la filière des Métiers de la pierre.
de natuursteensector creëren of verder uitbouwen en bijdragen tot de ontwikkeling van kunstberoepen. - Bekwame arbeidskrachten opleiden die aan de vereisten van de bedrijven kunnen voldoen en vooral in staat zijn een bedrijf over te nemen om, op hun beurt, werkgelegenheid te scheppen in het netwerk van de steenberoepen.
Incontestablement, cette initiative est sympathique, ses objectifs sont ambitieux et répondent plus que sûrement à une inquiétude grandissante chez les responsables de nos métiers. Elle est donc a priori à encourager.
Dit sympathieke initiatief met ambitieuze doelstellingen beantwoordt zeer zeker aan de groeiende onrust bij de verantwoordelijken in onze sector, en verdient dus onze aanmoedigingen.
Mais force est de constater qu’il ne s’agit là en fait que de vœux pieux. On rétorquera qu’il faut un début à tout et que si personne ne prend d’initiative, la situation ne pourra que s’aggraver. Assurément. Il n’empêche que l’on ne peut que s’étonner notamment de la façon dont Monsieur Stoffel s’y prend. Il écrit à la Fédération belge des entrepreneurs de la Pierre naturelle ce qui peut se résumer en : «Je fonde une association de défense du travail de la pierre. Je vous invite à en faire partie». Et d’ajouter : «Nos premiers chantiers-écoles se projetteront (notez le futur) en Europe, mais aussi en Turquie, le long des côtes de la Mer Égée et de la Méditerranée, des contacts sont aussi en cours avec le Liban, la Libye, la Tunisie et l’Algérie». Excusez du peu. Enfin, il termine par le montant des cotisations qu’on peut lui verser. Chacun en pensera ce qu’il voudra. Il nous appartenait évidemment d’informer nos lecteurs. Reste à souhaiter à Monsieur Stoffel et à nos métiers que ces efforts soient récompensés.
De werkelijkheid leert ons echter dat het maar wensen zijn, waarop men dan weer zal antwoorden dat er aan alles een begin is en dat de situatie alleen maar zal verergeren als niemand iets doet. Dat is ook zo. Toch zijn we nogal verwonderd over het bericht dat de heer Stoffel aan ons, de Belgische Federatie van Aannemers van Natuursteenbewerking vzw, stuurt en dat als volgt kan worden ingekort: ‘Ik sticht een vereniging voor de verdediging van natuursteenberoepen. Ik nodig u uit er bij aan te sluiten’. En verder: ‘Onze eerste werfopleidingen zullen tot stand gebracht worden (noteer het toekomstige karakter) in Europa, maar ook in Turkije, langs de kusten van de Egeïsche en de Middellandse Zeeën. Er worden momenteel ook contacten gelegd met Libanon, Libië, Tunesië en Algerije.’ Geen kleinigheid toch? Hij sluit af met de bijdragen die we hem kunnen overmaken. Iedereen kan ervan denken wat hij wil. We hoorden dit project bekend te maken. We wensen alvast veel succes toe aan de heer Stoffel en aan onze beroepen en hopen dat zijn inspanningen resultaten zullen opleveren.
Claude Bonhomme
La Pierre BLeue BeLge
authentique durable surprenante
L’extraction de la roche ornementale demande un savoir-faire qui ne s’improvise pas. Conjuguant respect de la tradition et audace technologique, les Carrières de la Pierre Bleue Belge extraient, scient et façonnent la pierre bleue de Belgique sur leurs deux sites d’exploitation renommés, les Carrières Gauthier & Wincqz fondées en 1668 et la Carrière du Clypot fondée en 1898.
1, Chemin deS CArrièreS - B-7063 SoiGnieS +32(0)67346800 -
[email protected]
Les Carrières de la Pierre Bleue Belge S.A., votre partenaire.
www.pierrebleuebelge.be
ann 190x134 FR.indd 1
3/11/08 11:40:38 AM
2009-1 - PIERRE & MARBRE - steen & marmer 23
B I B LI O T H EQUE / B I B LI O T H EEK Eric Groessens Institut royal des Sciences naturelles de Belgique Service Géologique de Belgique Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen Belgische Geologische Dienst
ARDOISE ET COTICULE EN TERRE DE SALM
Les exploitations souterraines de la commune de Vielsalm Eric Goemaere Editeur et coordinateur scientifique / Uitgever en wetenschappelijk coördinator
Ardoise et Coticule en Terre de Salm. Des Pierres et des Hommes. Les exploitations souterraines de la commune de Vielsalm : un patrimoine géologique, historique, culturel et biologique exceptionnel
Leisteen en Coticula in het land van Salm Van Stenen en Mensen. Ondergrondse ontginningen in de gemeente Vielsalm: een bijzonder geologisch, historisch, cultureel en biologisch erfgoed. 408 pages Collection Geosciences ISBN 978-2-9600676-1-3
408 bladzijden Collectie Geosciences ISBN : 978-2-9600676-1-3
La commune de Vielsalm, située à une cinquantaine de kilomètres au sud-est de Liège, est bien connue des géologues et amateurs de raretés minéralogiques grâce à la présence d’un certain nombre de minéraux liés au métamorphisme et dont certains, tels que l’ardennite ou l’ottrélite lui ont valu une renommée internationale. D’autres matériaux exceptionnels sont également liés à ce métamorphisme et constitue la matière première de ce beau livre. Il s’agit de l’ardoise exploitée en souterrain et façonnée depuis des siècles à Vielsalm et le coticule, la pierre à rasoir sans nulle autre pareille, exportée et appréciée dans le monde entier.
1.
1. Le sciage du coticule (detail) / Het zagen van de coticula 2. Le coupeur d'ardoise / De leisteensnijder - L. De Meyer
2.
24
PIERRE & MARBRE - steen & marmer - 2009-1
Leisteen en Coticula in het land van Salm Ondergrondse ontginningen in de gemeente Vielsalm
De gemeente Vielsalm ligt op een vijftigtal kilometer ten zuidoosten van Luik, en is bij geologen en liefhebbers van mineralogische rariteiten vermaard om haar metamorfosemineralen. Sommige daarvan, zoals Ardenniet of Ottréliet, genieten zelfs een internationale reputatie. Ook andere uitzonderlijke materialen zijn aan deze metamorfose verbonden en vormen het onderwerp van dit prachtige boek. Het betreft de leisteen die al sinds eeuwen in Vielsalm wordt ontgonnen, en de coticula, de enige echte wetsteen die over de hele wereld wordt uitgevoerd en gewaardeerd.
L’ouvrage débute logiquement par la présentation du cadre géologique pour se concentrer sur les gisements ardoisiers ardennais et celui de Vielsalm en particulier. Les caractéristiques techniques de l’ardoise sont passées en revue. Le coticule, cette pierre à aiguiser aux qualités abrasives exceptionnelles, est toujours exploité, bien que sur une petite échelle, dans la commune. Il est toujours fort demandé car il dépasse en qualité d’affilage les pierres abrasives synthétiques. Une étude détaillée de ce matériau et de ses qualités commerciales est présentée et utilement complétée par un lexique. Nous avons dit plus haut l’intérêt que présente la région pour le minéralogiste. Une description de tous les minéraux découverts à ce jour est ensuite donnée dans laquelle chaque spécimen est accompagné de belles photos.
Het boek begint logischerwijs met een voorstelling van het geologisch kader van de Ardeense leisteenontginningen en die van Vielsalm in het bijzonder. De technische karakteristieken van leisteen worden uit de doeken gedaan. De coticula, deze slijpsteen met uitzonderlijke hoedanigheden als schuurmiddel, wordt nog steeds -zij het op kleine schaal- in de gemeente ontgonnen. Hij slijpt beter dan kunstmatige slijpstenen, zodat er nog steeds veel vraag naar is. In het boek wordt een uitgebreide studie gepresenteerd over dit materiaal en zijn commerciële kwaliteiten, handig aangevuld met een verklarende woordenlijst. We hebben hierboven het belang van deze regio voor de mineraloog al aangegeven. Nadien volgt een beschrijving van alle tot heden toe ontdekte mineralen, met prachtige illustraties van elk exemplaar.
La deuxième partie de l’ouvrage est consacrée au travail des hommes. Si l’intérêt de l’homme pour l’ardoise remonte à la préhistoire, ce n’est qu’au XIIe siècle qu’elle apparaît comme matériau de recouvrement. Dans le comté de Salm, il faudra attendre le dernier quart du XVe siècle pour en trouver les premières traces dans les archives. L’histoire des exploitations nous est contée jusqu’à la constitution des sociétés anonymes des siècles précédents et l’abandon des galeries souterraines dans la seconde moitié du siècle passé. Après l’ardoise, le coticule est largement étudié. Les techniques d’extraction et de façonnage des deux matériaux ne sont pas oubliées. Ces chapitres sont abondamment illustrés par des photographies anciennes et contemporaines pour ce qui concerne la pierre à rasoir. L’histoire et la vie quotidienne des sociétés «Old Rock», «Burton» et «Minet» nous sont contées dans le détail. Les pierres à faux extraites à Gouvy sont aussi mentionnées. Une particularité du monde souterrain de Vielsalm : on n’y fête pas la Sainte-Barbe comme partout ailleurs, mais la Saint-Clément.
Het tweede deel van het boek is gewijd aan het werk van de mens. Zijn interesse voor de leisteen gaat terug tot de prehistorie, maar de steen wordt pas in de 12de eeuw als afdekmateriaal geciteerd. In het graafschap van Salm moeten we wachten tot het laatste kwart van de 15de eeuw om er de eerste sporen van terug te vinden in de archieven. De geschiedenis van de ontginning wordt uiteengezet tot de oprichting van de naamloze vennootschappen in de vorige eeuwen en het opgeven van de ondergrondse galerijen in de tweede helft van de vorige eeuw. Na de leisteen wordt ook de coticula uitgebreid bestudeerd. De technieken voor de ontginning en de bewerking van beide materialen werden niet over het hoofd gezien. Deze hoofdstukken zijn overvloedig geïllustreerd met oude foto’s en nieuwe foto’s wat de slijpsteen betreft. De geschiedenis en het dagelijks leven van de ondernemingen ‘Old Rock’, ’Burton’ en ’Minet’, worden in detail besproken. De ‘sikkel’ steen van Gouvy worden ook aangehaald. Wat opvalt in de ondergrondse wereld van Vielsalm: men viert er geen ‘Sainte Barbe’ zoals elders, maar wel ‘Saint Clément’.
La troisième partie traite du patrimoine biologique : les chiroptères, l’avifaune et l’intérêt botanique des anciennes exploitations de phyllades font l’objet des chapitres successifs. Enfin, les aspects économiques, y compris la législation minière et la gestion des anciennes carrières souterraines à l’aide d’un système d’information géographique sont également abordés. Les chapitres suivant traitent du radon, des schistes d’Ottré, commercialisés sous le nom d’«Ottrélite impériale». Le Musée du Coticule est présenté et un chapitre particulièrement bien illustré traite du patrimoine en schiste de la région.
In het derde deel wordt het biologisch patrimonium behandeld: de Chiroptera, de gevleugelde fauna en het botanisch belang van de oude fyllietontginningen komen in opeenvolgende hoofdstukken aan bod. Ten slotte worden aan de hand van een geografisch informatiesysteem, ook de economische aspecten besproken, waaronder de mijnwetgeving en het beheer van de oude ondergrondse groeve. De volgende hoofdstukken gaan over radon, leisteen van Ottré, gecommercialiseerd onder de naam ‘Steen van Ottré’. Het Museum van de Coticula wordt ook voorgesteld, en een bijzonder goed geïllustreerd hoofdstuk belicht het patrimonium van leisteen in de regio.
En résumé, ce magnifique ouvrage, qui s’inscrit dans l’Année internationale de la Planète Terre, est abordable par un large public et c’est pourquoi, je le recommande chaudement.
Pour obtenir cet ouvrage, veuillez contacter : Service Géologique de Belgique 13 rue Jenner B-1000 Bruxelles Tél : 02/7787600 -
[email protected] Prix de vente : 25,00 EUR + frais d’envoi (9,25 EUR en Belgique)
Dit prachtige werk, dat past in het kader van het Internationaal Jaar van de Planeet Aarde, is toegankelijk voor een breed publiek en daarom kan ik het ook warm aanbevelen.
Dit werk is te verkrijgen bij: Belgische Geologische Dienst Jennerstraat 13 B-1000 Brussel Tel : 02/7787600 -
[email protected] Verkoopprijs : 25,00 EUR + verzendkosten (9,25 EUR in België)
2009-1 - PIERRE & MARBRE - steen & marmer 25
Nuancier des pierres ET marbres de Wallonie Een stalenbundel van de stenen en marmers van Wallonië Richesses du sous-sol wallon, les pierres et marbres de Wallonie présentent une gamme infinie de teintes et de coloris. Petit Granit, calcaires de Meuse, marbres, grès, schiste et autres pierres siliceuses offrent un panel attractif de couleurs et de textures. Afin de permettre d’embrasser en un coup d’œil cette variété, l’asbl Pierres et Marbres de Wallonie a édité un nuancier de pierres naturelles. Composé d’une petite centaine de fiches individuelles présentant chacune une pierre ou une finition, il reprend également un exemple photographié d’application ainsi qu’une fiche descriptive sur l’ensemble des possibilités de chacune de ces pierres. Ce nuancier constitue un outil pratique mis à la disposition des professionnels de la construction confrontés à un choix de matière ou à une identification de pierre. Il présente l’ensemble des possibilités des matériaux régionaux et de leurs applications en architecture, aménagement urbain ou décoration et complète ainsi les autres publications de l’association.
Pour obtenir les conditions de vente : Contacter l’ASBL Pierres et Marbres de Wallonie Tél : 081/ 22 76 64
[email protected]
Voor het bekomen van de verkoopsvoorwaarden: VZW ‘Pierres et Marbres de Wallonie’ Tel : 081/ 22 76 64
[email protected]
26
PIERRE & MARBRE - steen & marmer - 2009-1
De rijkdommen van de Waalse ondergrond, de stenen en marmers van Wallonië, bevatten een oneindig gamma aan tinten en kleurschakeringen. Blauwe hardsteen, maaskalksteen, marmers, zandsteen, leisteen en andere kiezelachtige stenen, bieden een aantrekkelijk palet van kleuren en texturen. Om deze variëteit in één enkele oogopslag te kunnen bekijken, heeft de vzw ‘Pierres et Marbres de Wallonie’ een stalenbundel van de natuurstenen uitgegeven. Het bestaat uit een honderdtal individuele fiches voor elke natuursteen of afwerking, met telkens een afbeelding van een toepassing en een fiche met een beschrijving van de vele mogelijkheden van elke steen. Deze bundel is een praktisch werktuig voor de vakmensen in de bouwsector die regelmatig materialen moeten kiezen of stenen moeten identificeren. Het levert een totaalbeeld van de mogelijkheden van de materialen uit de streek, hun toepassingen in architectuur, stedenbouwkundige uitrustingen en decoratie, en het vervolledigt ook de andere publicaties van de vereniging. F.D.
Ag e nd a 07-08/05/09 Courtrai/Kortrijk (B)
ARCHITECT@WORK Journées de contact pour les architectes et les ingénieurs / Ontmoetingsdag voor architecten en ingenieurs www.architectatwork.be
10/05/09 Belgique/België
JOURNEE CHANTIERS OUVERTS OPEN WERVENDAG www.journeechantiersouverts.be www.openwervendag.be
14-15/05/09 Gand/Gent (B) 3e Journée flamande-néerlandaise de la pierre naturelle / 3e Vlaams-Nederlandse natuursteendag www.natuursteendag.ugent.be
20-23/05/09 Nürenberg (D)
STONE+TEC Internationale Fachmesse für Naturstein und Natursteinbearbeitung www.stone-tec.com
07-08/06/09 Liège/Luik (B)
ARCHITECT@WORK Première édition / Eerste editie www.architectatwork.be
09-28/06/09
Marbrerie Dubray Guy 28 rue aux Fauvettes 6040 Jumet
Marbrerie de Père en Fils depuis 67 ans. Au terme de ma carrière mon entreprise est à remettre en pleine activité. Cette entreprise est saine, matériel impeccable, très bonne clientèle et très bonne renommée. Entreprise enregistrée.
Durbuy (B)
SYMPOSIUM DE SCULPTURES SYMPOSIUM ROND BEELDHOUWWERK 14 sculpteurs sur pierre à l'œuvre / 14 beeldhouwers op steen in actie www.durbuy.be/Symposium-de-sculptures-2009
Présence du stand – Met stand van : Pierres et Marbres de Wallonie
Contact: 0475 627616 / après 18h30: 071 350736 Marmerbewerkingsbedrijf, van vader op zoon sinds 67 jaar, over te nemen wegens einde loopbaan. Gezond bedrijf met goede naam onberispelijk materieel, heel goed kliënteel. Geregistreerd. Contact: 0475 627616 / na 18u30: 071 350736
2009-1 - PIERRE & MARBRE - steen & marmer 27
thetis - design: nicola pedrini
CARRARA MARMOTEC
2010 Maggio_May, 19/222 Carrara, Italy
30 2010 INTERNATIONAL FAIR MARBLE TECHNOLOGIES DESIGN
PROMOSSO DA/PROMOTED BY:
ORGANIZZATO DA/ORGANIZED BY:
INTERNAZIONALE MARMI E MACCHINE CARRARA SpA
GRUPPO BANCA CARIGE
Business on the Move
Cassa di Risparmio di Carrara S.p.A. SPONSOR UNICO BANCARIO SOLE SPONSORING BANK
CarraraFiere Srl Viale Galileo Galilei, 133 54033 Marina di Carrara (MS) Italy
Tel +39 0585 787963 Fax+39 0585 787602
e-mail:
[email protected]
ISTITUTO NAZIONALE PER IL COMMERCIO ESTERO ITALIAN INSTITUTE FOR FOREIGN TRADE
PR O M OZ I ON E
PROVINCIA DI MASSA CARRARA
PROVINCIA DI LUCCA
COMUNE DI CARRARA
COMUNE DI MASSA
PIETRA
N AT U R A L E
www.carraramarmotec.com