8 Ambulance Inhoudsopgave stage Ambulance
AMBULANCE STAGE LEERJAAR JAAR 3 EN 4
Thema De patiënt met algemeen heelkundige aandoeningen De patiënt met cardiale aandoeningen De patiënt met gedragsstoornissen / psychiatrische aandoeningen Het kind met (acute) aandoeningen De patiënt met interne aandoeningen De patiënt met neurologische aandoeningen De patiënt met pulmonale aandoeningen De patiënt met spoed eisende aandoeningen in het hoofd/hals gebied De patiënt met traumatologische aandoeningen Triage +samenwerking De patiënt met urologische of gynaecologische aandoeningen Stervensbegeleiding
33
Thema De patiënt met algemeen heelkundige aandoeningen
De patiënt met cardiale aandoeningen
De patiënt met gedragsstoornissen / psychiatrische aandoeningen
Het kind met (acute) aandoeningen
Kenmerkende Beroepssituatie 1. De opvang van een patiënt met buikklachten en/of misselijkheid en braken 2. De opvang van een patiënt met een wondinfectie/abces 3. De opvang van een patiënt met een circulatie stilstand(BLS 3ejrs ALS 4ejrs) 4. De opvang van een patiënt met pijn op de borst 5. De opvang van een patiënt in shock (hoogcomplex) 6. De opvang van een patiënt met palpitaties/ ritmestoornis 7. De opvang van een patiënt met hartfalen 8. De opvang van een patiënt met een acute psychiatrische hulpvraag / tentamen suïcide 9. De opvang van een patiënt met automutilatie 10. De opvang van het kind met klein letsel 11. De opvang van het kind met verdenking op kindermishandeling 12. Acute opvang van het vitaal bedreigde kind 13. Opvang kind na trauma (LC/HC)
V /W V
8
Jr3 x
Jr 4 x
V
x
x
V
x
x
V
x
x
V
x
V
x
x
V
x
x
x
x
W
W V V
x
V
x
V
x
x
8
V= verplicht, W=wenselijk; een V bij jaar 3 & 4 betekent dat de student bekijkt afhankelijk van het aanbod of hij het in jaar 3 en 4 behaald. Een V bij alleen jaar 4 betekent dat de student de KBS alleen in jaar 4 mag behalen. Bij W geldt dat er geen eisen worden gesteld aan de stage waarin het behaald kan worden. Per KBS moet de student mininaal 2 KPB’s laten invullen.
34
De patiënt met interne aandoeningen
De patiënt met neurologische aandoeningen
De patiënt met pulmonale aandoeningen
De patiënt met spoed eisende aandoeningen in het hoofd/hals gebied
14. De opvang van een patiënt met een (alcohol)intoxicatie 15. De opvang van een patient met een besmettelijke aandoening (HIV, hepatitis-B, hepatitis-C, MRSA) 16. De opvang van een patiënt met (een ontregeling van ) diabetes mellitus 17. De opvang van een patiënt met (Acute) geriatrische en/of sociale problematiek of delier 18. De opvang van een patiënt met een hematologische/oncologische problematiek 19. De opvang van een patiënt met buikklachten en/of misselijkheid en braken 20. De opvang van een patiënt met bewustzijnsverandering en/of neurologische uitvalsverschijnselen 21. De opvang van een patiënt met insulten 22. De opvang van een patiënt met collaps 23. De opvang van een patiënt met geobstrueerde luchtweg (HC) 24. De opvang van een patiënt met respiratoir falen 25. De opvang van een patiënt met HVS 26. De opvang van een patiënt met problematiek op gebied van oogheelkunde 27. De opvang van een patiënt met problematiek op gebied van Kaak of aangezichtsletsel
V
x
x
V
x
x
V
x
x
V
x
x
V
x
x
V
x
x
V
x
x
V
x
x
W
V
x
V
x
x
V
x
x
W
V
x
35
De patiënt met traumatologische aandoeningen
Triage & samenwerking De patiënt met urologische of gynaecologische aandoeningen Stervensbegeleiding
28. De opvang van een patiënt met een trauma aan hoofd en ruggenmerg (neuro) (LG/HC) 29. De opvang van een patiënt met trauma (thorax, abdomen, bekken, urogenitaal) (LG/HC) 30. De opvang van een patiënt met Hypo- of hyperthermie / (Bijna) verdrinking/ brandwonden(LG/HC) 31. De opvang van een patiënt met ‘kleine traumatologie’ / weke delen / los huidletsel. 32. Triage 33. De opvang van een patiënt met Acute obstetrisch-gynaecologische problematiek 34. De overleden patiënt
V
x
x
V
x
x
V
x
x
V
x
x
V W
x
V
x
36
Inhoudsopgave thema De patiënt met algemeen heelkundige aandoeningen Ambulance De patiënt met algemeen heelkundige aandoeningen
Skills / vaardigheden / simulatie
Kennis / Klinisch redeneren
Verantwoording De student kan een patiënt met een acute zorgvraag op het gebied van buikklachten of een wondinfectie/abces opvangen, benaderen, behandelen/verzorgen en/of doorverwijzen, volgens de ABCD methodiek, met kennis en gebruikmakend van de juiste protocollen, achtergronden en ketenzorgafspraken. De student heeft een professionele attitude en werkhouding. Toetsing Op school Wat Hoe In te vullen door de student Conceptuele kennistoets
Handelen / Kenmerkende beroepssituaties
Vaardigheden / DOPS relevant voor dit thema:
In de praktijk
Integrale toets Casus toets Vaardigheden binnenschools behandeld
Behaalde vaardigheden voorwaardelijk voor stage
-
Zuurstof toedienen Monitoring van vitale functies 12 afleidingen ECG Perifeer veneuze toegang Medicatie/vocht toedienen Anamnese en TTO Zuurstof toedienen Monitoring van vitale functies 12 afleidingen ECG Perifeer veneuze toegang Medicatie/vocht toedienen Anamnese en TTO
- Zuurstof toedienen - Monitoring van vitale functies - 12 afleidingen ECG - Perifeer veneuze toegang - Medicatie/vocht toedienen - Anamnese en TTO De opvang van een patiënt met buikklachten en/of misselijkheid en braken Voor jaar drie geldt in de KBS: Laagcomplexe heelkundige problematiek (niet vitaal bedreigd en ook niet verwacht binnen ambulancevervoer). Voor jaar 4 geldt in de KBS: hoogcomplexe heelkundige problematiek (vitaal bedreigd/dreigend binnen ambulancevervoer) De opvang van een patiënt met een wondinfectie/abces Voor jaar drie geldt in de KBS: Laagcomplexe heelkundige problematiek (niet vitaal bedreigd en ook niet verwacht binnen ambulancevervoer). Voor jaar 4 geldt in de KBS: hoogcomplexe heelkundige problematiek (vitaal bedreigd/dreigend binnen ambulancevervoer)
37
KBS’en bij het thema De patiënt met algemeen heelkundige aandoeningen De opvang van een patiënt met buikklachten en/of misselijkheid en braken Thema Vereist beheersingsniveau DOPS
Vakinhoudelijk handelen
Communicatie met patiënt
Samenwerking met collegae
De patiënt met algemeen heelkundige aandoeningen Zelfstandig werken onder supervisie op afstand waarbij de supervisor in dezelfde ruimte is maar niet hoeft in te grijpen. Verplicht Optioneel - Zuurstof toedienen - Maagsonde inbrengen - Monitoring van vitale functies - Afnemen Tractus-anamnese - 12 afleidingen ECG - Perifeer veneuze toegang - Medicatie/vocht toedienen - Algemene Anamnese - TTO - Exploreren hulpvraag en hoofdklacht (SCEGS; ALTIS) - Verricht de eerste opvang en start de behandeling, rekening houdend met omgevingsfactoren. - Schat de ernst van de situatie in en schakelt op tijd hulp in schakelen (bv; e MMT, 2 ambulance) - Past de juiste protocollen toe (o.a. pijnstilling) - Verricht PS en/of SS - Stelt a.d.h.v. PS en/of SS een werkdiagnose op. - Kan een volledige anamnese en TTO doen. - Geeft duidelijke informatie en gaat na of dat begrepen is. - Communiceert conform de CRM richtlijnen. - Kan omgaan met de emoties van iedereen, betrokken bij de opvang van een patiënt met buikklachten en/of misselijkheid en braken, inclusief begeleiders/ familie. - draagt duidelijk en tijdig, de relevante patiëntgegevens over (SBAR) bij overdracht van verantwoordelijkheden van zorg en controleert of de informatie is begrepen. - Noteert bevindingen in ARF/LERF -
Gebruikt CRM richtlijnen bij multi/monodisciplinaire inzet. Luistert naar, begrijpt en voert opdrachten van andere zorgverleners aan patiënten op de juiste wijze uit.
Organisatie Maatschappelijk handelen Professionaliteit
38
De opvang van een patiënt met een wondinfectie / abces Thema Vereist beheersingsniveau DOPS
Vakinhoudelijk handelen
Communicatie met patiënt
Samenwerking met collegae
De patiënt met algemeen heelkundige aandoeningen Zelfstandig werken onder supervisie op afstand waarbij de supervisor in dezelfde ruimte is maar niet hoeft in te grijpen. Verplicht Optioneel - Monitoring van vitale functies - Perifeer veneuze toegang - Algemene Anamnese - Het afnemen van een - TTO uitgebreide anamnese - Exploreren hulpvraag en hoofdklacht (SCEGS; ALTIS) - Verricht de eerste de opvang te verrichten en start de behandeling, rekening houdend met omgevingsfactoren. - Schat de ernst van de situatie in en schakelt op tijd hulp in schakelen (bv; e MMT, 2 ambulance) - Past de juiste protocollen toe (o.a. pijnstilling en hygiëne) - Verricht PS en/of SS - Kan een volledige anamnese en TTO doen. - Stelt a.d.h.v. PS en/of SS een werkdiagnose op. - Geeft duidelijke informatie en gaat na of dat begrepen is. - Communiceert conform de CRM richtlijnen. - Kan omgaan met de emoties van iedereen, betrokken bij de opvang van een patiënt met een trauma aan hoofd en ruggenmerg, inclusief begeleiders/ familie. - draagt duidelijk en tijdig, de relevante patiëntgegevens over (SBAR) bij overdracht van verantwoordelijkheden van zorg en controleert of de informatie zodanig is overgekomen. - Noteert bevindingen in ARF/LERF - Gebruikt CRM richtlijnen bij multi/monodisciplinaire inzet. - Draagt duidelijk en tijdig, de relevante patiëntgegevens over (SBAR) bij overdracht van verantwoordelijkheden van zorg en controleert of de informatie is begrepen.
Organisatie Maatschappelijk handelen Professionaliteit
39
Inhoudsopgave thema De patiënt met cardiale aandoeningen Ambulance De patiënt met cardiale aandoeningen
Skills / vaardighe den / simulatie
Kennis / Klinisch redeneren
Verantwoording De student kan een patiënt met een acute zorgvraag op cardiaal gebied opvangen, benaderen, behandelen/verzorgen en/of doorverwijzen volgens de ABCD methodiek, met kennis en gebruikmakend van de juiste protocollen, achtergronden en ketenzorgafspraken. De student heeft een professionele attitude en werkhouding. Toetsing Op school Wat Hoe In te vullen door de student Conceptuele kennistoets Integrale toets Casus toets Vaardigheden binnenschools behandeld Behaalde vaardigheden voorwaardelijk voor stage
In de praktijk Vaardigheden / DOPS relevant voor dit thema: Handelen / Kenmerkende beroepssituaties
Manuele luchtwegtechnieken Toepassing van orale luchtweg hulpmiddelen Masker-ballon ventilatie Endotracheale intubatie beademingsmachine manuele thoraxcompressies intraveneuze toegang intra osale toegang medicatie toedienen 12-afleidingen ECG defibrillatie maagsonde glucose pupil controle O2 /O2 op geleide van saturatie stelpen bloedingen vagale manoeuvre (LPA8)
-
De opvang van een patiënt met een circulatie stilstand In de KBS, in jaar 3, verricht de student de eerste opvang en verricht BLS-handelingen tijdens een circulatiestilstand. In jaar 4 geldt dat de student eerste opvang verricht en de werkzaamheden organiseert (en uitvoert) tijdens een circulatiestilstand. De opvang van een patiënt met pijn op de borst In de KBS heeft het maatschappelijk handelen een expliciete plek waarbij de student verantwoord en onderbouwd inschat of een patiënt wel of niet doorverwezen moet worden. De opvang van een patiënt in shock (hoogcomplex) In de KBS staat samenwerking op de voorgrond waarbij de student conform CRM handelt. De opvang van een patiënt met palpitaties/ ritmestoornis In de KBS zijn een aantal vaardigheden benoemt die de student mogelijk zal uitvoeren. Indien dit het geval is dan mag de obervatie meegenomen worden in de korte praktijkbeoordeling. Het gaat hier om onder andere cardioversie en tanscutaan pacen. De opvang van een patiënt met hartfalen In de KBS staan samenwerking en communicatie op de voorgrond waarbij de student conform CRM handelt naar patiënten, familie en collega’s toe.
40
KBS’en bij het thema De patiënt met cardiale aandoeningen De opvang van een patiënt met een circulatiestilstand Thema Vereist beheersingsniveau DOPS
Vakinhoudelijk handelen
Communicatie met patiënt
Samenwerking met collegae Organisatie
De patiënt met cardiale aandoeningen Zelfstandig werken onder supervisie op afstand waarbij de supervisor in dezelfde ruimte is maar niet hoeft in te grijpen. Verplicht Optioneel - Manuele luchtwegtechnieken - mechanische - Toepassing van orale luchtweg thoraxcompressie (autopuls, hulpmiddelen Lucas) - Masker-ballon ventilatie - Larynxmasker - Endotracheale intubatie - Transcutaan pacen bij p-wave - beademingsmachine asystolie - manuele thoraxcompressies - Magneet op ICD/ pacemaker - intraveneuze toegang - intra osale toegang - medicatie - 12-afleidingen ECG - defibrillatie - maagsonde - glucose - pupil controle - verricht de eerste opvang en start de behandeling, rekening houdend met omgevingsfactoren. e - Schat de ernst van de situatie in en schakelt op tijd hulp in (bv; MMT, 2 ambulance, huisarts, politie) - Past de juiste protocollen toe - Verricht PS en/of SS - Overweegt de oorzaken van de circulatiestilstand (o.a. 4 H’s en 4 T’s) . - Neemt hetero anamnese af - Stelt a.d.h.v. PS en/of SS een werkdiagnose op. - Geeft duidelijke informatie en gaat na of dat begrepen is. - Communiceert conform de CRM richtlijnen. - Kan omgaan met de emoties van iedereen, betrokken bij de opvang van de patiënt. - Draagt duidelijk de relevante patiëntgegevens over (SBAR) bij overdracht van verantwoordelijkheden van zorg en controleert of de informatie zodanig is overgekomen. - Noteert bevindingen in ARF/LERF
-
Schakelt de politie in bij verdenking niet-natuurlijke doodsoorzaak Schakelt een (huis)arts in bij overlijden van de patiënt buiten het ziekenhuis (vaststellen doodsoorzaak, invullen overlijdenspapieren, etc.) Bespreekt/handelt conform regionale afspraken als de overledene niet achtergelaten kan worden op de plaats van de hulpverlening Kiest het juiste ziekenhuis a.h.v. oorzaak circulatiestilstand (PCI centrum in dien op basis STEMI)
Maatschappelijk handelen Professionaliteit
41
De opvang van een patiënt met pijn op de borst Thema Vereist beheersingsniveau DOPS
Vakinhoudelijk handelen
Communicatie met patiënt
Samenwerking met collegae Organisatie Maatschappelijk handelen
De patiënt met cardiale aandoeningen Zelfstandig werken onder supervisie op afstand waarbij de supervisor in dezelfde ruimte is maar niet hoeft in te grijpen. - intraveneuze toegang - 12-afleidingen ECG - medicatie - verricht de eerste opvang en start de behandeling, rekening houdend met omgevingsfactoren. e - Schat de ernst van de situatie in en schakelt op tijd hulp in (bv; MMT, 2 ambulance, huisarts) - Is in staat een 12-afleidingen ECG op de juiste wijze te interpreteren - Past de juiste protocollen toe - Verricht PS en/of SS - Is in staat een volledige anamnese en TTO te doen. - Stelt a.d.h.v. PS en/of SS een werkdiagnose op - Kan differentiaal diagnoses van pijn op de borst benoemen - Geeft duidelijke informatie en gaat na of dat begrepen is. - Communiceert conform de CRM richtlijnen. - Kan omgaan met de emoties van iedereen, betrokken bij de opvang van de patiënt. - draagt duidelijk en tijdig, de relevante patiëntgegevens over (SBAR) bij overdracht van verantwoordelijkheden van zorg en controleert of de informatie zodanig is overgekomen. - Noteert bevindingen in ARF/LERF
-
Kan een verantwoorde inschatting maken a.d.h.v. PS, SS, TTO om een patiënt al dan niet in te sturen of doorverwijzen. Handelt volgens de wettelijke bepalingen die van toepassing zijn (BIG, WGBO, WBP).
Professionaliteit
42
De opvang van een patiënt in shock Thema Vereist beheersingsniveau DOPS
Vakinhoudelijk handelen
Communicatie met patiënt
Samenwerking met collegae
De patiënt met cardiale aandoeningen Zelfstandig werken onder supervisie op afstand waarbij de supervisor in dezelfde ruimte is maar niet hoeft in te grijpen. Verplicht Optioneel - O2 - ontlasten - intraveneuze toegang spanningspneumothorax - 12-afleidingen ECG - cardioversie - medicatie - stelpen bloedingen - verricht de eerste opvang en start de behandeling, rekening houdend met omgevingsfactoren. e - Schat de ernst van de situatie in en schakelt op tijd hulp in (bv; MMT, 2 ambulance) - Past de juiste protocollen toe - Verricht PS en/of SS - Is in staat een volledige anamnese en TTO te doen. - Stelt a.d.h.v. PS en/of SS een werkdiagnose op. - Kan de verschillende vormen van shock benoemen. - Geeft duidelijke informatie en gaat na of dat begrepen is. - Communiceert conform de CRM richtlijnen. - Kan omgaan met de emoties van iedereen betrokken bij de opvang van de patiënt. - draagt duidelijk en tijdig, de relevante patiëntgegevens over (SBAR) bij overdracht van verantwoordelijkheden van zorg en controleert of de informatie zodanig is overgekomen. - Noteert bevindingen in ARF/LERF - Gebruikt CRM richtlijnen bij multi/monodisciplinaire inzet. - Draagt duidelijk en tijdig, de relevante patiëntgegevens over (SBAR) bij overdracht van verantwoordelijkheden van zorg en controleert of de informatie zodanig is overgekomen.
Organisatie Maatschappelijk handelen Professionaliteit
43
De opvang van een patiënt met palpitaties / ritmestoornis Thema Vereist beheersingsniveau DOPS
Vakinhoudelijk handelen
Communicatie met patiënt
Samenwerking met collegae
De patiënt met cardiale aandoeningen Zelfstandig werken onder supervisie op afstand waarbij de supervisor in dezelfde ruimte is maar niet hoeft in te grijpen. Verplicht Optioneel - O2 op geleide van saturatie - cardioversie - 12-afleidingen ECG - transcutaan pacen - intraveneuze toegang - magneet op ICD/ pacemaker - vagale manoeuvre (LPA8) - medicatie - verricht de eerste opvang en start de behandeling, rekening houdend met omgevingsfactoren. e - Schat de ernst van de situatie in en schakelt op tijd hulp in (bv; MMT, 2 ambulance) - Past de juiste protocollen toe - Verricht PS en/of SS - Is in staat een volledige anamnese en TTO te doen. - Stelt a.d.h.v. PS en/of SS een werkdiagnose op. - Geeft duidelijke informatie en gaat na of dat begrepen is. - Communiceert conform de CRM richtlijnen. - Kan omgaan met de emoties van iedereen betrokken bij de opvang van de patiënt. - draagt duidelijk en tijdig, de relevante patiëntgegevens over (SBAR) bij overdracht van verantwoordelijkheden van zorg en controleert of de informatie zodanig is overgekomen. - Noteert bevindingen in ARF/LERF - Gebruikt CRM richtlijnen bij multi/monodisciplinaire inzet. - Draagt duidelijk en tijdig, de relevante patiëntgegevens over (SBAR) bij overdracht van verantwoordelijkheden van zorg en controleert of de informatie zodanig is overgekomen.
Organisatie Maatschappelijk handelen Professionaliteit
44
De opvang van een patiënt met hartfalen Thema Vereist beheersingsniveau DOPS
Vakinhoudelijk handelen
Communicatie met patiënt
Samenwerking met collegae
De patiënt met cardiale aandoeningen Zelfstandig werken onder supervisie op afstand waarbij de supervisor in dezelfde ruimte is maar niet hoeft in te grijpen. Verplicht Optioneel - O2 op geleide van saturatie - CPAP - 12-afleidingen ECG - intraveneuze toegang - vagale manoeuvre (LPA8) - medicatie - verricht de eerste opvang en start de behandeling, rekening houdend met omgevingsfactoren. e - Schat de ernst van de situatie in en schakelt op tijd hulp in (bv; MMT, 2 ambulance) - Past de juiste protocollen toe - Verricht PS en/of SS - Is in staat een volledige anamnese en TTO te doen. - Stelt a.d.h.v. PS en/of SS een werkdiagnose op. - Geeft duidelijke informatie en gaat na of dat begrepen is. - Communiceert conform de CRM richtlijnen. - Kan omgaan met de emoties van iedereen betrokken bij de opvang van de patiënt. - draagt duidelijk en tijdig, de relevante patiëntgegevens over (SBAR) bij overdracht van verantwoordelijkheden van zorg en controleert of de informatie zodanig is overgekomen. - Noteert bevindingen in ARF/LERF - Gebruikt CRM richtlijnen bij multi/monodisciplinaire inzet. - Draagt duidelijk en tijdig, de relevante patiëntgegevens over (SBAR) bij overdracht van verantwoordelijkheden van zorg en controleert of de informatie zodanig is overgekomen.
Organisatie Maatschappelijk handelen Professionaliteit
45
Inhoudsopgave thema De patiënt met gedragsstoornissen / psychiatrische aandoeningen Ambulance De patiënt met gedragsstoornissen / psychiatrische aandoeningen
Kennis / Klinisch redeneren
Verantwoording De student kan een patiënt met een acute zorgvraag op het gebied van gedragsstoornissen/ psychiatrische aandoeningen opvangen, benaderen, behandelen/verzorgen en/of doorverwijzen volgens de ABCD methodiek, met kennis en gebruikmakend van de juiste protocollen, achtergronden en ketenzorgafspraken. De student heeft een professionele attitude en werkhouding. Toetsing Op school Wat Hoe In te vullen door de student Conceptuele kennistoets Integrale toets Casus toets
Skills / vaardigheden / simulatie
Vaardigheden binnenschools behandeld
Behaalde vaardigheden voorwaardelijk voor stage
Handelen / Kenmerkende beroepssituaties
Vaardigheden / DOPS relevant voor dit thema:
In de praktijk -
Monitoring van vitale functies 12-aleidingen ECG Perifeer veneuze lijn Anamnese Medicatie toedienen Monitoring van vitale functies 12 alfeidingen ECG Perifeer veneuze lijn Anamnese Medicatie toedienen
Monitoring van vitale functies 12-aleidingen ECG Perifeer veneuze lijn Anamnese Medicatie toedienen
De opvang van een patiënt met een acute psychiatrische hulpvraag / tentamen suïcide In de KBS staat de organisatie van de zorg rondom de patiënt met een acute psychiatrische hulpvraag op de voorgrond. In het bijzonder de herkenning van onrust en agressie, en een adequate reactie daarop. De opvang van een patiënt met automutilatie In de KBS staat het maatschappelijk handelen op de voorgrond, specifiek het inschatten van risico’s ten aanzien van de veiligheid van collega’s of personeel.
46
KBS’en bij het thema De patiënt met gedragsstoornissen / psychiatrische aandoeningen De opvang van een patiënt met een acute psychiatrische hulpvraag / tentamen suïcide Thema Vereist beheersingsniveau DOPS
Vakinhoudelijk handelen
Communicatie met patiënt
Samenwerking met collegae Organisatie
De patiënt met gedragsstoornissen / psychiatrische aandoeningen Zelfstandig werken onder supervisie op afstand waarbij de supervisor in dezelfde ruimte is maar niet hoeft in te grijpen. Verplicht Optioneel - Monitoring van vitale functies - Perifeer veneuze lijn - 12-aleidingen ECG - Maagsonde inbrengen - Algemene Anamnese - Afnemen tractus anamnese - Medicatie toedienen - TTO - Verricht de eerste opvang en start de behandeling, rekening houdend met omgevingsfactoren. e - Schat de ernst van de situatie in en schakelt op tijd hulp in (bv; MMT, 2 ambulance, RIAGG, psychiater, huisarts) - Past de juiste protocollen toe (o.a. onrust, psychiatrie algemeen, intoxicaties) - Verricht PS en/of SS - Stelt a.d.h.v. PS en/of SS een werkdiagnose op. - Kan een volledige anamnese en TTO doen. - Geeft duidelijke informatie en gaat na of dat begrepen is. - Communiceert conform de CRM richtlijnen. - Kan omgaan met de emoties van iedereen, betrokken bij de opvang van een patiënt met een acute psychaitrische hulpvraag/TS, inclusief begeleiders/ familie. - draagt duidelijk en tijdig, de relevante patiëntgegevens over (SBAR) bij overdracht van verantwoordelijkheden van zorg en controleert of de informatie is begrepen. - Noteert bevindingen in ARF/LERF
-
organiseert de zorg rondom de patiënt, handelt naar kunnen en weet grenzen aan te geven is in staat om hoofd- van bijzaken te onderscheiden (time-management) maakt gebruik van de juiste protocollen en kwaliteitssystemen Herkent onrust / agressie en reageert adequaat op bedreigingen c.q. gevaar door de patiënt en kan risico’s inschatten ten aanzien van eigen veiligheid en het overige personeel.
Maatschappelijk handelen Professionaliteit
47
De opvang van een patiënt met automutilatie Thema Vereist beheersingsniveau DOPS
Vakinhoudelijk handelen
Communicatie met patiënt
De patiënt met gedragsstoornissen / psychiatrische aandoeningen Zelfstandig werken onder supervisie op afstand waarbij de supervisor in dezelfde ruimte is maar niet hoeft in te grijpen. Verplicht Optioneel - Monitoring van vitale functies - Perifeer veneuze lijn - 12-aleidingen ECG - Maagsonde inbrengen - Algemene Anamnese - Afnemen tractus anamnese - Medicatie toedienen - TTO - Wondbeoordeling en wondbehandeling - Verricht de eerste opvang en start de behandeling, rekening houdend met omgevingsfactoren. e - Schat de ernst van de situatie in en schakelt op tijd hulp in (bv; MMT, 2 ambulance, RIAGG, psychiater, huisarts) - Past de juiste protocollen toe (o.a. onrust, psychiatrie algemeen, intoxicaties) - Verricht PS en/of SS - Stelt a.d.h.v. PS en/of SS een werkdiagnose op. - Kan een volledige anamnese en TTO doen. - Geeft duidelijke informatie en gaat na of dat begrepen is. - Communiceert conform de CRM richtlijnen. - Kan omgaan met de emoties van iedereen, betrokken bij de opvang van een patiënt met automutilatie, inclusief begeleiders/ familie. - draagt duidelijk en tijdig, de relevante patiëntgegevens over (SBAR) bij overdracht van verantwoordelijkheden van zorg en controleert of de informatie is begrepen. - Noteert bevindingen in ARF/LERF
Samenwerking met collegae Organisatie Maatschappelijk handelen
-
Kan een verantwoorde inschatting maken a.d.h.v. PS, SS, TTO om een Pt al dan niet in te sturen of doorverwijzen. Handelt volgens de wettelijke bepalingen die van toepassing zijn (BIG, WGBO, WBP Herkent onrust / agressie en reageert adequaat op bedreigingen c.q. gevaar door de patiënt en kan risico’s inschatten ten aanzien van eigen veiligheid en het overige personeel.
Professionaliteit
48
Inhoudsopgave thema Het kind met (acute) aandoeningen Ambulance Het kind met (acute) aandoeningen
Kennis / Klinisch redeneren
Verantwoording De student kan een kind met een acute zorgvraag opvangen, benaderen, behandelen/verzorgen en/of doorverwijzen volgens de ABCD methodiek, met kennis en gebruikmakend van de juiste protocollen, achtergronden en ketenzorgafspraken. De student heeft een professionele attitude en werkhouding. Voor de opvang van kinderen geldt ook dat de ouders en/of verzorgers op de juiste wijze benaderd en betrokken worden bij de zorg en dat de student zijn eigen grenzen kan aangeven en/of bewaakt. Toetsing Op school Wat Hoe In te vulllen door de student Conceptuele kennistoets Integrale toets Casus toets Vaardigheden binnenschools behandeld
Skills / vaardigheden / simulatie
Behaalde vaardigheden voorwaardelijk voor stage
-
-
-
Immobilisatietechnieken: o mitella o nekspalk o vacuüm spalk o maxicosi Wondverzorging en wonddekverband drukverband toedienen infuusvloeistoffen en medicatie volgens protocol aansluiten monitor Verrichten van totaal lichamelijk onderzoek bij kind Het afnemen van een uitgebreide anamnese bij een kind CIAMPEDDS HEADDS SPUTOVAMO PBLS / specialistische kinderreanimatie Botboor Immobilisatietechnieken o mitella o nekspalk o vacuüm spalk Wondverzorging en wonddekverband drukverband toedienen infuusvloeistoffen en medicatie volgens protocol aansluiten monito Verrichten van totaal lichamelijk onderzoek bij kind Het afnemen van een uitgebreide anamnese bij een kind CIAMPEDDS HEADDS SPUTOVAMO PBLS / specialistische kinderreanimatie (incl. botboor)
49
In de praktijk Immobilisatietechnieken: o mitella o nekspalk o vacuüm spalk o maxicosi - Wondverzorging en wonddekverband - drukverband - toedienen infuusvloeistoffen en medicatie volgens protocol - aansluiten monitor - Verrichten van totaal lichamelijk onderzoek bij kind - Het afnemen van een uitgebreide anamnese bij een kind - CIAMPEDDS - HEADDS - SPUTOVAMO - PBLS / specialistische kinderreanimatie (incl. botboor) De opvang van het kind met klein letsel In KBS staat voorop dat de student de indicaties en contra-indicaties benoemt van pijnstilling en medicatie alvorens over te gaan op de eerste opvang. De opvang van het kind met verdenking op kindermishandeling In de KBS staat voorop dat de student afwijkend gedrag herkent en bespreekbaar maakt, in het bijzonder in het licht van kindermishandeling. Acute opvang van het vitaal bedreigde kind Indien de gelegenheid zich voordoet, kan de student de observatie van kinderreanimatie meegenomen worden in de korte praktijkbeoordelingen. Opvang kind na trauma (LC/HC) Deze KBS in een laagcomplexe situatie is verplicht voor een derdejaarsstudent en in een hoogcomplexe situatie voor een vierdejaarsstudent. Belangrijk voor de student bij de opvang van het kind tijdig grenzen aan te geven voor de veiligheid van het kind.
Handelen / Kenmerkende beroepssituaties
Vaardigheden / DOPS relevant voor dit thema:
-
50
KBS’en bij het thema Het kind met (acute) aandoeningen De opvang van het kind met klein letsel Thema Vereist beheersingsniveau DOPS
Vakinhoudelijk handelen
Communicatie met patiënt
Samenwerking met collegae Organisatie
Het kind met (acute) aandoeningen Zelfstandig werken onder supervisie op afstand waarbij de supervisor in dezelfde ruimte is maar niet hoeft in te grijpen. - Immobilisatietechnieken o mitella o vacuüm spalk o maxicosi - Wondverzorging en wonddekverband - Drukverband - Perifeer veneuze toegang - Pijnstilling - Verricht de eerste opvang en start de behandeling, rekening houdend met omgevingsfactoren. - Schat de ernst van de situatie in en schakelt op tijd hulp in schakelen (bv; e MMT, 2 ambulance) - Past de juiste protocollen toe (o.a. pijnstilling) - Verricht PS en/of SS - Stelt a.d.h.v. PS en/of SS een werkdiagnose op. - Kan een volledige anamnese en TTO doen. - Beschermt kind tegen afkoeling - Geeft tijdig pijnbestrijding/ past immobilisatietechnieken toe - Geeft duidelijke informatie en gaat na of dat begrepen is. - Communiceert conform de CRM richtlijnen. - Kan omgaan met de emoties van iedereen, betrokken bij de opvang van een patiënt met buikklachten en/of misselijkheid en braken, inclusief begeleiders/ familie.
-
Maatschappelijk handelen
draagt duidelijk en tijdig, de relevante patiëntgegevens over (SBAR) bij overdracht van verantwoordelijkheden van zorg en controleert of de informatie is begrepen.organiseert de zorg rondom de patiënt, handelt naar kunnen en weet grenzen aan te geven maakt gebruik van de juiste protocollen en kwaliteitssystemen
Professionaliteit
51
De opvang van het kind met verdenking op kindermishandeling Thema Vereist beheersingsniveau DOPS
Vakinhoudelijk handelen
Communicatie met patiënt Samenwerking met collegae Organisatie
Het kind met (acute) aandoeningen Zelfstandig werken onder supervisie op afstand waarbij de supervisor in dezelfde ruimte is maar niet hoeft in te grijpen. - Verrichten van totaal lichamelijk onderzoek bij kind - Het afnemen van een uitgebreide anamnese bij een kind - CIAMPEDDS - HEADDS - SPUTOVAMO e - schat de ernst in van de situatie en vraat tijdig om hulp (2 wagen, MMT, politie, huisarts) - verricht de eerste opvang en start de (eerste) behandeling te starten van een kind met verdenking op kindermishandeling - past de juiste protocollen toe - verricht diagnostisch onderzoek (o.a. vitale functies, (anamnese; inclusief CIAMPEDS, lichamelijk onderzoek, meten lichaamsfuncties, aansluiten monitor - begrijpt (eventueel met behulp van gerichte aanvullende diagnostiek)of het zichtbare letsel van het kind passend is bij de gebeurtenis (kindermishandeling?) - geeft aan of het normaal gedrag betreft passend bij de beleving van een kind. - maakt afwijkend gedrag bespreekbaar. - maakt gebruik van de juiste protocollen en kwaliteitssystemen - Geeft duidelijke informatie en gaat na of dat begrepen is. - Communiceert conform de CRM richtlijnen. - Kan omgaan met de emoties van iedereen, betrokken bij de opvang van een kind betrokken bij kindermishandeling inclusief begeleiders/ familie.
-
-
draagt duidelijk en tijdig, de relevante patiëntgegevens over bij overdracht van verantwoordelijkheden van zorg en controleert of de informatie zodanig is overgekomen organiseert de zorg rondom de patiënt, handelt naar kunnen en weet grenzen aan te geven Kent manieren om (vermoeden van) kindermishandeling kenbaar te maken (Huisarts inschakelen, AMK, kind meenemen om tijd te creëren en het kind te observeren)
Maatschappelijk handelen Professionaliteit
52
Acute opvang van het vitaal bedreigde kind Thema Vereist beheersingsniveau DOPS
Vakinhoudelijk handelen
Communicatie met patiënt Samenwerking met collegae Organisatie
Het kind met (acute) aandoeningen Zelfstandig werken onder supervisie op afstand waarbij de supervisor in dezelfde ruimte is maar niet hoeft in te grijpen. Verplicht Optioneel - toedienen infuusvloeistoffen en - intra-ossale/veneuze toegang medicatie bij kind. - toedienen van medicatie volgens - PBLS/Specialistische protocol reanimatie kinderen - Verrichten van totaal lichamelijk onderzoek bij kind - Het afnemen van een uitgebreide anamnese bij een kind - CIAMPEDDS - HEADDS - SPUTOVAMO e - schat de ernst in van de situatie en vraat tijdig om hulp (2 wagen, MMT) - start de acute opvang van het vitaal bedreigde kind - Past de juiste protocollen toe - Verricht diagnostisch onderzoek (o.a. vitale functies, (anamnese; inclusief CIAMPEDS, lichamelijk onderzoek, meten lichaamsfuncties, aansluiten monitor) - Beschermt kind tegen afkoeling - Schat de ernst van het letsel in scoop and run
-
e
Verleent in teamverband ( 2 wagen, MMT) en in nauwe samenwerking met andere hulpverleners ( politie etc) zorg organiseert de zorg rondom de patiënt, handelt naar kunnen en weet grenzen aan te geven . is in staat om hoofd- van bijzaken te onderscheiden (time-management)
Maatschappelijk handelen Professionaliteit
53
De opvang van een kind na trauma Thema Vereist beheersingsniveau DOPS
Vakinhoudelijk handelen
Communicatie met patiënt Samenwerking met collegae
Organisatie Maatschappelijk handelen
Het kind met (acute) aandoeningen Zelfstandig werken onder supervisie op afstand waarbij de supervisor in dezelfde ruimte is maar niet hoeft in te grijpen. Verplicht Optioneel - toedienen infuusvloeistoffen en - intra-ossale/veneuze toegang medicatie bij kind. - aansluiten monitor - PBLS/Specialistische - toedienen van medicatie reanimatie kinderen - Verrichten van totaal lichamelijk onderzoek bij kind - Het afnemen van een uitgebreide anamnese bij een kind - CIAMPEDDS - HEADDS - SPUTOVAMO - Past een passende behandeling bij het letsel - Benoemt de indicaties en contra-indicaties van pijnstilling of andere relevante toe te dienen medicatie - Geeft tijdig grenzen aan en draagt zorg over en creëert een veilige omgeving voor de patiënt. - Geeft duidelijke informatie en gaat na of dat begrepen is. - Communiceert conform de CRM richtlijnen. - Kan omgaan met de emoties van iedereen, betrokken bij de opvang van een kind betrokken bij kindermishandeling inclusief begeleiders/ familie. e - Verleent in teamverband 2 wagen MMT’ en in nauwe samenwerking met andere zorgverleners zorg - draagt duidelijk en tijdig, de relevante patiëntgegevens over bij overdracht van verantwoordelijkheden van zorg en controleert of de informatie zodanig is overgekomen -
Kan een verantwoorde inschatting maken a.d.h.v. PS, SS, TTO om een Pt al dan niet in te sturen of doorverwijzen. Handelt volgens de wettelijke bepalingen die van toepassing zijn (BIG, WGBO, WBP Herkent onrust / agressie en reageert adequaat op bedreigingen en kan risico’s inschatten ten aanzien van eigen veiligheid en het overige personeel
Professionaliteit
54
Inhoudsopgave thema De patiënt met interne aandoeningen Ambulance De patiënt met interne aandoeningen
Skills / vaardighe den / simulatie
Kennis / Klinisch redeneren
Verantwoording De student kan een patiënt met een acute zorgvraag op het gebied van interne aandoeningen opvangen, benaderen, behandelen/verzorgen en/of doorverwijzen volgens de ABCD methodiek, met kennis en gebruikmakend van de juiste protocollen, achtergronden en ketenzorgafspraken. De student heeft een professionele attitude en werkhouding. Toetsing Op school Wat Hoe In te vullen door de student Conceptuele kennistoets Integrale toets Casus toets Vaardigheden binnenschools behandeld Behaalde vaardigheden voorwaardelijk voor stage
Handelen / Kenmerkende beroepssituaties
Vaardigheden / DOPS relevant voor dit thema:
In de praktijk Manuele luchtwegtechnieken Toepassing van orale luchtweg hulpmiddelen Observeren vitale parameters IV toegang Medicatie toedienen O2 toedienen op geleide SpO2 Infusie therapie Infuus ECG AVPU EMV PEARRL Fast test Glucose bepaling Zuurstof toedienen Catheteriseren/Bladder scan Saturatie meten Bloedsuiker meten De opvang van een patiënt met een (alcohol)intoxicatie Van belang in de KBS is dat de student veranderingen in vitale functies hard op kan herkennen passend bij intoxicatie alvorens over te gaan op de eerste opvang en behandeling. De opvang van een patient met een besmettelijke aandoening (HIV, hepatitis-B, hepatitis-C, MRSA) In de KBS laat de student zien dat hij een differentiaal diagnose kan op stellen voor SARS, Hepatitis, MRSA, Tuberculose, Infectis (tropenkoorts) en HIV/AIDS. Maatregelen toepassen voo infectiepreventie staan ook centraal. De opvang van een patiënt met (een ontregeling van ) diabetes mellitus Van belang in de KBS is dat de student epidemiologie, pathofysiologie, symptomatologie, en diagnostiek veranderingen hard op kan herkennen bij oa hypo- en hyperglycemie en metabole acidose en alkalose alvorens over te gaan op de eerste opvang en behandeling. De opvang van een patiënt met (Acute) geriatrische en/of sociale problematiek of delier
55
Van belang in de KBS is dat de student de risiscofactoren voor een delier hard op kan herkennen zoals middelen misbruik, impulsief gedrag of werkloosheid alvorens over te gaan op de eerste opvang en behandeling. De opvang van een patiënt met een hematologische/oncologische problematiek In de KBS laat de student zien dat hij een differentiaal diagnose kan op stellen van voor anemie, longfalen en intracraniële druk . De opvang van een patiënt met buikklachten en/of misselijkheid en braken In de KBS zijn een aantal vaardigheden benoemt die de student mogelijk zal uitvoeren. Indien dit het geval is dan mag de obervatie meegenomen worden in de korte praktijkbeoordeling. Het gaat hier om onder andere medicatie toedienen en catheriseren.
56
KBS’en bij het thema De patiënt met interne aandoeningen De opvang van een patiënt met een (alcohol) intoxicatie Thema Vereist beheersingsniveau DOPS
Vakinhoudelijk handelen
Communicatie met patiënt Samenwerking met collegae
De patiënt met interne aandoeningen Zelfstandig werken onder supervisie op afstand waarbij de supervisor in dezelfde ruimte is maar niet hoeft in te grijpen. - Manuele luchtwegtechnieken - Toepassing van orale luchtweg hulpmiddelen - Observeren vitale parameters - IV toegang en infuus - Zuurstoftoediening - Masker-ballon ventilatie i.v.t. - Endotracheale intubatie i.v.t. - Verricht de eerste opvang en start de behandeling, rekening houdend met omgevingsfactoren. e - Schat de ernst van de situatie in en schakelt op tijd hulp in (bv; MMT, 2 ambulance) - Past de juiste protocollen toe (intoxicatie) - Is in staat een volledige (hetero) anamnese en top-teen onderzoek te doen. - geeft de gedragskenmerken en veranderingen in vitale functies aan die passen bij een intoxicatie van onder andere: o Sedativa/slaapmiddelen o Parasympaticomimetica o Parasympaticolytica o Sympaticomimetica o Sympaticolytica o Koolmonoxide - Kan het effect van de intoxicatie beperken of couperen met behulp van medicatie. - Stelt aan de hand van primary en secundary survey een werkdiagnose op. - Noteert bevindingen in (elektronisch) ritformulier - Geeft duidelijke informatie en gaat na of dat begrepen is. - Communiceert conform de CRM richtlijnen. - Kan omgaan met de emoties van iedereen, betrokken bij de opvang van de patiënt. - draagt duidelijk en tijdig, de relevante patiëntgegevens over (SBAR) bij overdracht van verantwoordelijkheden van zorg en controleert of de informatie zodanig is overgekomen. - Gebruikt CRM richtlijnen bij multi/monodisciplinaire inzet. - Draagt duidelijk en tijdig, de relevante patiëntgegevens over (SBAR) bij overdracht van verantwoordelijkheden van zorg en controleert of de informatie zodanig is overgekomen.
Organisatie Maatschappelijk handelen Professionaliteit
57
De opvang van een patiënt met een besmettelijke aandoening Thema Vereist beheersingsniveau DOPS
Vakinhoudelijk handelen
Communicatie met patiënt Samenwerking met collegae
De patiënt met interne aandoeningen Zelfstandig werken onder supervisie op afstand waarbij de supervisor in dezelfde ruimte is maar niet hoeft in te grijpen. - O2 toedienen op geleide SpO2 - Infusie therapie - volledige anamnese - top-teen onderzoek - Past beschermende maatregelen toe - Dient medicatie toe volgens protocollen - neemt infectiepreventieve maatregelen conform WIP - verricht de eerste opvang en start de behandeling van patiënten met een besmettelijke aandoening, rekening houdend met omgevingsfactoren. e - Schat de ernst van de situatie in en schakelt op tijd hulp in (bv; MMT, 2 ambulance) - Past de juiste protocollen toe (o.a. hygiëne) - Verricht primary en secudary survey en stelt daarop een werkdiagnose - Stelt een uitgebreide differentiaal diagnose van een besmettelijke aandoening op en schat het besmettingsgevaar in: o SARS o Hepatitis o MRSA o Tuberculose o Infectie (koorts na reis in de tropen) o HIV/AIDS Desinfecteert na afloop alle materialen conform WIP. - Noteert bevindingen in (elektronisch) ritformulier - Geeft duidelijke informatie en gaat na of dat begrepen is. - Communiceert conform de CRM richtlijnen. - Kan omgaan met de emoties van iedereen, betrokken bij de opvang van de patiënt. - Gebruikt CRM richtlijnen bij multi/monodisciplinaire inzet. - Draagt duidelijk en tijdig, de relevante patiëntgegevens over (SBAR) bij overdracht van verantwoordelijkheden van zorg en controleert of de informatie zodanig is overgekomen.
Organisatie Maatschappelijk handelen
-
Benoemt de maatschappelijke gezondheidsrisico’s en laat zien dat deze risico’s boven het beroepsgeheim staan. Kent instanties om deze gezondheidsrisico’s te melden (GGD, RIVM)
Professionaliteit
58
De opvang van een patiënt met ontregelde Diabetes Mellitus Thema Vereist beheersingsniveau DOPS
Vakinhoudelijk handelen
Communicatie met patiënt
De patiënt met interne aandoeningen Zelfstandig werken onder supervisie op afstand waarbij de supervisor in dezelfde ruimte is maar niet hoeft in te grijpen. - Infuus - ECG - AVPU - EMV - PEARRL - Fast test - Glucose bepaling - Zuurstof toedienen - verricht de eerste opvang en start de behandeling, rekening houdend met omgevingsfactoren. e - Schat de ernst van de situatie in en schakelt op tijd hulp in (bv; MMT, 2 ambulance) - Past de juiste protocollen toe (o.a. hypo- hyperglykemie) - Benoemt de epidemiologie, pathofysiologie, symptomatologie, en diagnostiek benoemen bij: o Hypoglycemie o Diabetes de novo o Hyperglycemie o Diabetische ketoacidose o Metabole acidose/ - alkalose o Respiratoire acidose /- alkalose o Elektrolytstoornissen o Metabole ontregeling door: infectie, myocardinfarct, alcohol, medicatie - Verricht primary en secundary survey en stelt op basis daarvan een werkdiagnose op - voert volledige anamnese uit en top-teen onderzoek - Noteert bevindingen in (elektronisch) ritformulier. - Geeft duidelijke informatie en gaat na of dat begrepen is. - Communiceert conform de CRM richtlijnen. - Kan omgaan met de emoties van iedereen betrokken bij de opvang van de patiënt. - Overlegt conform richtlijnen met onder andere familie en huisarts
Samenwerking met collegae Organisatie Maatschappelijk handelen
-
-
Kan een verantwoorde inschatting maken aan de hand van primary survey, secondary survey en lichamelijk inderzoek, om een patiënt al dan niet in te sturen of doorverwijzen. Handelt volgens de wettelijke bepalingen die van toepassing zijn (BIG, WGBO, WBP).
Professionaliteit
59
De opvang van een patiënt met acute geriatrische problematiek Thema Vereist beheersingsniveau DOPS
Vakinhoudelijk handelen
Communicatie met patiënt
Samenwerking met collegae Organisatie Maatschappelijk handelen
De patiënt met interne aandoeningen Zelfstandig werken onder supervisie op afstand waarbij de supervisor in dezelfde ruimte is maar niet hoeft in te grijpen. AVPU Zuurstof toedienen ECG EMV PEARRL Fast test Glucose Medicatie toedienen Infuus Catheteriseren/Bladder scan verricht de eerste opvang en start de behandeling, rekening houdend met omgevingsfactoren. benoemt de risicofactoren voor een delier o Psychiatrische aandoeningen (vitale depressie, bipolaire stoornis, middelen misbruik, schizofrenie, angststoornis, persoonlijkheidsstoornis, posttraumatische stressstoornis, delier) o Psychologische factoren (uitzichtloze situatie, impulsief gedrag) o Voorgeschiedenis, epidemiologische factoren (leeftijd, geslacht, alleenstaand, werkeloos, recente opname) o Onderliggende somatische aandoening (intoxicatie, DM, schildklieraandoening, maligniteit, electrolytenstoornis, blaasretentie) Past de juiste protocollen toe (o.a. onrust) Verricht diagnostisch onderzoek (o.a. vitale functies, (hetero)anamnese, lichamelijk onderzoek, meten lichaamsfuncties, aansluiten monitor) - Geeft duidelijke informatie en gaat na of dat begrepen is. - Communiceert conform de CRM richtlijnen. - Kan omgaan met de emoties van iedereen betrokken bij de opvang van de patiënt met een acute psychiatrische hulpvraag. - communiceren effectief met patiënten en/of familie, artsen en zorgverleners in de context van een acute presentatie ( tijdsdruk, hectiek en potentieel levensbedreigende situaties)
-
Professionaliteit
Maakt een verantwoorde inschatting aan de hand van primary survey, secondary survey en lichamelijk onderzoek, om een patiënt al dan niet in te sturen of doorverwijzen. draagt duidelijk en tijdig, de relevante patiëntgegevens over (SBAR) bij overdracht van verantwoordelijkheden van zorg en controleert of de informatie zodanig is overgekomen. Handelt volgens de wettelijke bepalingen die van toepassing zijn (BIG, WGBO, WBP, BOPZ).
60
De opvang van een patiënt met een hematologische/oncologische problematiek Thema Vereist beheersingsniveau DOPS
Vakinhoudelijk handelen
Communicatie met patiënt
De patiënt met interne aandoeningen Zelfstandig werken onder supervisie op afstand waarbij de supervisor in dezelfde ruimte is maar niet hoeft in te grijpen. AVPU Zuurstof toedienen ECG EMV PEARRL Fast test Glucose Medicatie toedienen Infuus verricht de eerste opvang en start de behandeling, rekening houdend met omgevingsfactoren. e Schat de ernst van de situatie in en schakelt op tijd hulp in (bv; MMT, 2 ambulance) Past de juiste protocollen toe (pijnbestrijding, misselijkheid) verricht primary en secundary survey en stelt daarop een werkdiagnose en behandelplan voert een volledige anamnese en top-teen onderzoek . Noteert bevindingen in (elektronisch) ritformulier. stelt een uitgebreide differentiaal diagnose op en benoemt daarbij de pathofysiologie van: o Anemie o Longfalen o Leverfalen o Maag/ Darm/Lever obstructie o Intracraniële druk Geeft duidelijke informatie en gaat na of dat begrepen is. Communiceert conform de CRM richtlijnen. Kan omgaan met de emoties van iedereen betrokken bij de opvang van de patiënt. Kan omgaan met de emoties die behoren bij een mogelijk infauste pathologie bij een jong persoon (copingmechanisme) draagt duidelijk en tijdig, de relevante patiëntgegevens over (SBAR) bij overdracht van verantwoordelijkheden van zorg en controleert of de informatie zodanig is overgekomen.
Samenwerking met collegae Organisatie Maatschappelijk handelen
-
Kan een verantwoorde inschatting maken aan de hand van primary survey, secondary survey en lichamelijk inderzoek, om een patiënt al dan niet in te sturen of doorverwijzen. Handelt volgens de wettelijke bepalingen die van toepassing zijn (BIG, WGBO, WBP).
Professionaliteit
61
De opvang van een patiënt met buiklachten, misselijkheid en/of braken Thema Vereist beheersingsniveau DOPS
Vakinhoudelijk handelen
Communicatie met patiënt Samenwerking met collegae
De patiënt met interne aandoeningen Zelfstandig werken onder supervisie op afstand waarbij de supervisor in dezelfde ruimte is maar niet hoeft in te grijpen. ECG Saturatie meten Bloedsuiker meten EMV Zuurstoftoediening Medicatie toediening i.v.t. Catheteriseren i.v.t e Schat de ernst van de situatie in en schakelt op tijd hulp in (bv; MMT, 2 ambulance) verricht de eerste opvang en start de behandeling, rekening houdend met omgevingsfactoren. Onderbouwt wanneer maagsonde bij de patiënt met een buikpijn en/of misselijkheid en braken ingebracht kan worden Past de juiste protocollen toe (o.a. pijnstilling/misselijkheid) Verricht primary en secundary survey en stelt op basis daarvan een werkdiagnose en behanldeplan op voert een volledige anamnese en top-teen onderzoek uit. stelt een uitgebreide differentiaal diagnose van buikpijn en/of misselijkheid en braken op: o Intra-abdominaal (ileus, RIP, darmischaemie, gastritis, gastro-enteritis, pancreatitis, cholecystitis, appendicitis, peritonitis, pyelonefritis, hepatitis, diverticulitis, reflux) o Thoracaal ( myocardinfarct) o Intracranieel (verhoogde ICP , tumor, SAB, labyrintitis, meniere, migraine) o Metabool/ endocrien (uremie, leverinsufficiëntie, elektrolytenstoornissen, graviditeit) o Overig (psychogeen, anorexia nervosa, boulimie, alcohol, drugs, medicamenteus (chemotherapie, opiaten, medicatie) Noteert bevindingen in (elektronisch) ritformulier. Geeft duidelijke informatie en gaat na of dat begrepen is. Communiceert conform de CRM richtlijnen. Kan omgaan met de emoties van iedereen betrokken bij de opvang van de patiënt. - draagt duidelijk en tijdig, de relevante patiëntgegevens over (SBAR) bij overdracht van verantwoordelijkheden van zorg en controleert of de informatie zodanig is overgekomen.
Organisatie Maatschappelijk handelen Professionaliteit
62
Inhoudsopgave thema De patiënt neurologische aandoeningen Ambulance De patiënt met neurologische aandoeningen
Skills / vaardighe den / simulatie
Kennis / Klinisch redeneren
Verantwoording De student kan een patiënt met een acute zorgvraag op neurologisch gebied opvangen, benaderen, behandelen/verzorgen en/of doorverwijzen volgens de ABCD methodiek, met kennis en gebruikmakend van de juiste protocollen, achtergronden en ketenzorgafspraken. De student heeft een professionele attitude en werkhouding. Toetsing Op school Wat Hoe In te vullen door de student Conceptuele kennistoets Integrale toets Casus toets Vaardigheden binnenschools behandeld Behaalde vaardigheden voorwaardelijk voor stage
Handelen / Kenmerkende beroepssituaties
Vaardigheden / DOPS relevant voor dit thema:
In de praktijk Infuus ECG AVPU EMV PEARRL Fast test Glucose Zuurstof toedienen Medicatia toedienen De opvang van een patiënt met bewustzijnsverandering en/of neurologische uitvalsverschijnselen Verricht de eerste opvang en start de behandeling, rekening houdend met omgevingsfactoren. In de KBS verricht en start de student de eerste opvang en behandeling, rekening houdend met omgevingsfactoren. De student maakt een verantwoorde inschatting a.d.h.v. PS, SS, TTO om een patiënt al dan niet in te sturen of doorverwijzen. Hierbij handelt hij volgens de wettelijke bepalingen die van toepassing zijn (BIG, WGBO, WBP). De opvang van een patiënt met insulten De opvang van een patiënt met collaps
63
KBS’en bij het thema De patiënt met neurologische aandoeningen De opvang van een patiënt met een bewustzijnsverandering en / of neurologische uitvalsverschijnselen Thema Vereist beheersingsniveau KBS DOPS
Vakinhoudelijk handelen
Communicatie met patiënten
Samenwerking met collegae
De patiënt met neurologische aandoeningen Zelfstandig werken onder supervisie op afstand waarbij de supervisor in dezelfde ruimte is maar niet hoeft in te grijpen. Infuus ECG AVPU EMV PEARRL Fast test Glucose Zuurstof toedienen verricht de eerste opvang en start de behandeling, rekening houdend met omgevingsfactoren. Schat de ernst van de situatie in en schakelt op tijd hulp in (bv; MMT, e 2 ambulance) Past de juiste protocollen toe (o.a. pijnstilling) Verricht PS en/of SS Is in staat een volledige anamnese en TTO te doen. Stelt a.d.h.v. PS en/of SS een werkdiagnose op. Geeft duidelijke informatie en gaat na of dat begrepen is. Communiceert conform de CRM richtlijnen. Kan omgaan met de emoties van iedereen betrokken bij de opvang van de patiënt. draagt duidelijk en tijdig, de relevante patiëntgegevens over (SBAR) bij overdracht van verantwoordelijkheden van zorg en controleert of de informatie zodanig is overgekomen. Noteert bevindingen in ARF/LERF
Organisatie Maatschappelijk handelen
-
Kan een verantwoorde inschatting maken a.d.h.v. PS, SS, TTO om een patiënt al dan niet in te sturen of doorverwijzen. Handelt volgens de wettelijke bepalingen die van toepassing zijn (BIG, WGBO, WBP).
Professionaliteit
64
De opvang van een patiënt met insulten Thema Vereist beheersingsniveau KBS DOPS
Vakinhoudelijk handelen
Communicatie met patiënten
De patiënt met neurologische aandoeningen Zelfstandig werken onder supervisie op afstand waarbij de supervisor in dezelfde ruimte is maar niet hoeft in te grijpen. - AVPU - Zuurstof toedienen - ECG - EMV - PEARRL - Fast test - Glucose - Infuus - Medicatia toedienen - verricht de eerste opvang en start de behandeling, rekening houdend met omgevingsfactoren. - Schat de ernst van de situatie in en schakelt op tijd hulp in (bv; MMT, e 2 ambulance) - Past de juiste protocollen toe (o.a. pijnstilling) - Verricht PS en/of SS - Is in staat een volledige anamnese en TTO te doen. - Stelt a.d.h.v. PS en/of SS een werkdiagnose op. - Geeft duidelijke informatie en gaat na of dat begrepen is. - Communiceert conform de CRM richtlijnen. - Kan omgaan met de emoties van iedereen betrokken bij de opvang van de patiënt. - draagt duidelijk en tijdig, de relevante patiëntgegevens over (SBAR) bij overdracht van verantwoordelijkheden van zorg en controleert of de informatie zodanig is overgekomen. - Noteert bevindingen in ARF/LERF
Samenwerking met collegae Organisatie Maatschappelijk handelen
-
Kan een verantwoorde inschatting maken a.d.h.v. PS, SS, TTO om een Pt al dan niet in te sturen of doorverwijzen. Handelt volgens de wettelijke bepalingen die van toepassing zijn (BIG, WGBO, WBP).
Professionaliteit
65
De opvang van een patiënt met collaps Thema Vereist beheersingsniveau KBS DOPS
Vakinhoudelijk handelen
Communicatie met patiënt
De patiënt met neurologische aandoeningen Zelfstandig werken onder supervisie op afstand waarbij de supervisor in dezelfde ruimte is maar niet hoeft in te grijpen. - AVPU - Zuurstof toedienen - ECG - EMV - PEARRL - Fast test - Glucose - Infuus - Medicatia toedienen - verricht de eerste opvang en start de behandeling, rekening houdend met omgevingsfactoren. - Schat de ernst van de situatie in en schakelt op tijd hulp in (bv; MMT, e 2 ambulance) - Past de juiste protocollen toe (o.a. pijnstilling) - Verricht PS en/of SS - Is in staat een volledige anamnese en TTO te doen. - Stelt a.d.h.v. PS en/of SS een werkdiagnose op. - Geeft duidelijke informatie en gaat na of dat begrepen is. - Communiceert conform de CRM richtlijnen. - Kan omgaan met de emoties van iedereen betrokken bij de opvang van de patiënt. - draagt duidelijk en tijdig, de relevante patiëntgegevens over (SBAR) bij overdracht van verantwoordelijkheden van zorg en controleert of de informatie zodanig is overgekomen. - Noteert bevindingen in ARF/LERF
Samenwerking met collegae Organisatie Maatschappelijk handelen
-
Kan een verantwoorde inschatting maken a.d.h.v. PS, SS, TTO om een Pt al dan niet in te sturen of doorverwijzen. Handelt volgens de wettelijke bepalingen die van toepassing zijn (BIG, WGBO, WBP).
Professionaliteit
66
Inhoudsopgave thema De patiënt met pulmonale aandoeningen Ambulance De patiënt met pulmonale aandoeningen
Skills / vaardighe den / simulatie
Kennis / Klinisch redeneren
Verantwoording De student kan een patiënt met een acute zorgvraag op pulmonaal gebied opvangen, benaderen, behandelen/verzorgen en/of doorverwijzen volgens de ABCD methodiek, met kennis en gebruikmakend van de juiste protocollen, achtergronden en ketenzorgafspraken. De student heeft een professionele attitude en werkhouding. Toetsing Op school Wat Hoe In te vullen door de student Conceptuele kennistoets Integrale toets Casus toets Vaardigheden binnenschools behandeld Behaalde vaardigheden voorwaardelijk voor stage
Handelen / Kenmerkende beroepssituaties
Vaardigheden / DOPS relevant voor dit thema:
In de praktijk beademingstechnieken (invasief en non-invasief) Medicatie toedienen volgens protocollen O2 toedienen op geleide SpO2 Manuele luchtwegtechnieken Toepassing van orale luchtweg hulpmiddelen Masker-ballon ventilatie Endotracheale intubatie Tracheacanule ECG CO2 meten Saturatie meten Bloedsuiker meten EMV Rebreathing therapie toepassen De opvang van een patient met respiratoir falen In de KBS houdt de student rekening met omgevingsfactoren alvorens de eerste opvang te verrichten en behandeling te starten. In zijn communicatie naar patiënten en in zijn samenwerking met collega’s past hij de CRM principes volgens protocol toe. De opvang van een patiënt met geobstrueerde luchtweg (HC) In de KBS houdt de student rekening met omgevingsfactoren alvorens de eerste opvang te verrichten en behandeling te starten. In zijn communicatie naar patiënten en in zijn samenwerking met collega’s past hij de CRM principes volgens protocol toe. Optionele handelingen zoals naaldconiotomie mogen meegenomen in de korte praktijkbeoordelingen. De opvang van een patiënt met HVS In de KBS houdt de student rekening met omgevingsfactoren alvorens de eerste opvang te verrichten en behandeling te starten. In zijn communicatie naar patiënten en in zijn samenwerking met collega’s past hij de CRM principes volgens protocol toe. Hij schat verantwoord en onderbouwd in op de patiënt doorverwerzen moet worden. Zuurstof en medicatie toediening mogen meegenomen in de korte praktijkbeoordelingen.
67
KBS’en bij het thema De patiënt met pulmonale aandoeningen De opvang van een patiënt met respiratoir falen Thema Vereist beheersingsniveau KBS
-
DOPS
-
Vakinhoudelijk handelen
-
Communicatie met patiënt
-
Samenwerking met collegae
Organisatie
-
De patiënt met pulmonale aandoeningen Zelfstandig werken onder supervisie op afstand waarbij de supervisor in dezelfde ruimte is maar niet hoeft in te grijpen. Verplicht Optioneel beademingstechnieken (invasief en non- Ontlasten invasief) (spannings) Medicatie toedienen volgens pneumothorax protocollen O2 toedienen op geleide SpO2 verricht de eerste opvang en start de behandeling, rekening houdend met omgevingsfactoren. Schat de ernst van de situatie in en schakelt op tijd hulp in (bv; MMT, e 2 ambulance) Past de juiste protocollen toe (o.a. pijnstilling) Verricht PS en/of SS Is in staat een volledige anamnese en TTO te doen. Stelt a.d.h.v. PS en/of SS een werkdiagnose op. Geeft duidelijke informatie en gaat na of dat begrepen is. Communiceert conform de CRM richtlijnen. Kan omgaan met de emoties van iedereen, betrokken bij de opvang van de patiënt. draagt duidelijk en tijdig, de relevante patiëntgegevens over (SBAR) bij overdracht van verantwoordelijkheden van zorg en controleert of de informatie zodanig is overgekomen. Noteert bevindingen in ARF/LERF Gebruikt CRM richtlijnen bij multi/monodisciplinaire inzet. Draagt duidelijk en tijdig, de relevante patiëntgegevens over (SBAR) bij overdracht van verantwoordelijkheden van zorg en controleert of de informatie zodanig is overgekomen.
Maatschappelijk handelen Professionaliteit
68
De opvang van een patiënt met een geobstrueerde luchtweg Thema Vereist beheersingsniveau DOPS
Vakinhoudelijk handelen
Communicatie met patiënt
Samenwerking met collegae
Organisatie
De patiënt met pulmonale aandoeningen Zelfstandig werken onder supervisie op afstand waarbij de supervisor in dezelfde ruimte is maar niet hoeft in te grijpen. Verplicht Optioneel - Manuele luchtwegtechnieken - Naaldconiotomie - Toepassing van orale luchtweg - Larynxmasker hulpmiddelen - Masker-ballon ventilatie - Endotracheale intubatie - tracheacanule - verricht de eerste opvang en start de behandeling, rekening houdend met omgevingsfactoren. - Schat de ernst van de situatie in en schakelt op tijd hulp in (bv; MMT, e 2 ambulance) - Past de juiste protocollen toe (o.a. pijnstilling) - Verricht PS en/of SS - Is in staat een volledige anamnese en TTO te doen. - Stelt a.d.h.v. PS en/of SS een werkdiagnose op. - Geeft duidelijke informatie en gaat na of dat begrepen is. - Communiceert conform de CRM richtlijnen. - Kan omgaan met de emoties van iedereen, betrokken bij de opvang van de patiënt. - draagt duidelijk en tijdig, de relevante patiëntgegevens over (SBAR) bij overdracht van verantwoordelijkheden van zorg en controleert of de informatie zodanig is overgekomen. - Noteert bevindingen in ARF/LERF - Gebruikt CRM richtlijnen bij multi/monodisciplinaire inzet. - Draagt duidelijk en tijdig, de relevante patiëntgegevens over (SBAR) bij overdracht van verantwoordelijkheden van zorg en controleert of de informatie zodanig is overgekomen.
Maatschappelijk handelen Professionaliteit
69
De opvang van een patiënt met HVS Thema Vereist beheersingsniveau KBS Vaardigheden
Vakinhoudelijk handelen
Communicatie met patiënt
De patiënt met pulmonale aandoening Zelfstandig werken onder supervisie op afstand waarbij de supervisor in dezelfde ruimte is maar niet hoeft in te grijpen. Verplicht Optioneel - ECG - Medicatie toediening - CO2 meten - Zuurstof toediening Saturatie meten - Bloedsuiker meten - EMV - Rebreathing therapie toepassen - verricht de eerste opvang en start de behandeling, rekening houdend met omgevingsfactoren. - Schat de ernst van de situatie in en schakelt op tijd hulp in (bv; MMT, e 2 ambulance) - Past de juiste protocollen toe (o.a. pijnstilling) - Verricht PS en/of SS - Is in staat een volledige anamnese en TTO te doen. - Stelt a.d.h.v. PS en/of SS een werkdiagnose op. - Geeft duidelijke informatie en gaat na of dat begrepen is. - Communiceert conform de CRM richtlijnen. - Kan omgaan met de emoties van iedereen betrokken bij de opvang van de patiënt. - draagt duidelijk en tijdig, de relevante patiëntgegevens over (SBAR) bij overdracht van verantwoordelijkheden van zorg en controleert of de informatie zodanig is overgekomen. - Noteert bevindingen in ARF/LERF
Samenwerking met collegae Organisatie Maatschappelijk handelen
-
Kan een verantwoorde inschatting maken a.d.h.v. PS, SS, TTO om een Pt al dan niet in te sturen of doorverwijzen. Handelt volgens de wettelijke bepalingen die van toepassing zijn (BIG, WGBO, WBP).
Professionaliteit
70
Inhoudsopgave thema Patiënt met aandoeningen in het hoofd/hals gebied Ambulance De patiënt met spoedeisende aandoeningen in het hoofd/hals gebied
Skills / vaardighe den / simulatie
Kennis / Klinisch redeneren
Verantwoording De student kan een patiënt met een acute zorgvraag het hoofd/hals gebied (KNO, Oogheelkunde, Kaak-, en mondheelkunde) opvangen, benaderen, behandelen/verzorgen en/of doorverwijzen volgens de ABCD methodiek, met kennis en gebruikmakend van de juiste protocollen, achtergronden en ketenzorgafspraken. De student heeft een professionele attitude en werkhouding. Toetsing Op school Wat Hoe In te vullen door de student Conceptuele kennistoets Integrale toets Casus toets Vaardigheden binnenschools behandeld Behaalde vaardigheden voorwaardelijk voor stage
Handelen / Kenmerkende beroepssituaties
Vaardigheden / DOPS relevant voor dit thema:
In de praktijk
De opvang van een patiënt met problematiek op gebied van oogheelkunde In de KBS verricht de student eenvoudig onderzoek van het oog en start de therapeutische behandeling. Hij draagt duidelijk en tijdig, de relevante patiëntgegevens over bij overdracht van verantwoordelijkheden van zorg en controleert of de informatie zodanig is overgekomen. De opvang van een patiënt met problematiek op gebied van kaak- of aangezichtsletsel In de KBS is het belangrijk dat de student conform de CRM richtlijnen communiceert met patiënt en collega’s. Hij neemt maatregelen als de informatie onvolledig begrepen is en gaat hierbij goed om met de emoties van iedereen betrokken bij de opvang van de patiënt.
71
KBS’en bij het thema De patiënt met aandoeningen in het hoofd/hals gebied De opvang van een patiënt met problematiek op gebied van oogheelkunde Thema Vereist beheersingsniveau DOPS Vakinhoudelijk handelen
Communicatie met patiënt
Samenwerking met collegae
De patiënt met aandoeningen in het hoofd/hals gebied Zelfstandig werken onder supervisie op afstand waarbij de supervisor in dezelfde ruimte is maar niet hoeft in te grijpen. - Oogspoelen - Aanbrengen oogverband - Benoemt symptomen en combinaties van symptomen. - Verricht oogheelkundige anamnese - Verricht eenvoudig onderzoek van het oog: o Pijn o Gezichtsscherpte o Pupil(reflex) - Verricht therapeutische behandeling o Oogspoelen - Dekt af met harde oorgdop - Communiceert conform de CRM richtlijnen. - Gaat na of de informatie begrepen is of neemt maatregelen - Gaat goed om met de emoties van iedereen betrokken bij de opvang van een patiënt -
draagt duidelijk en tijdig, de relevante patiëntgegevens over bij overdracht van verantwoordelijkheden van zorg en controleert of de informatie zodanig is overgekomen o.a SBAR
Organisatie Maatschappelijk handelen Professionaliteit
72
De opvang van een patiënt met problematiek op gebied van kaak- en aangezichtletsel Thema Vereist beheersingsniveau DOPS Vakinhoudelijk handelen
Communicatie met patiënt
Samenwerking met collegae
De patiënt met aandoeningen in het hoofd/hals gebied Zelfstandig werken onder supervisie op afstand waarbij de supervisor in dezelfde ruimte is maar niet hoeft in te grijpen. - stelpen neusbloeding - inbrengen neustampon - benoemt symptomen en combinaties van symptomen van o Tandletsel o Wekedelen letsel aangezicht o Mandibula- en maxillafracturen o Zygomafracturen o Kaakgewrichtsluxatie o Neusbloedingen - Verricht therapeutische behandeling o stelpen neusbloeding - brengt neustampon in - Communiceert conform de CRM richtlijnen. - Gaat na of de informatie begrepen is of neemt maatregelen - Gaat goed om met de emoties van iedereen betrokken bij de opvang van een patiënt - draagt duidelijk en tijdig, de relevante patiëntgegevens over bij overdracht van verantwoordelijkheden van zorg en controleert of de informatie zodanig is overgekomen o.a SBAR
Organisatie Maatschappelijk handelen Professionaliteit
73
Inhoudsopgave thema De patiënt met traumatologische aandoeningen Ambulance De patiënt met traumatologische aandoeningen
Skills / vaardigheden / simulatie
Kennis / Klinisch redeneren
Verantwoording De student kan een patiënt met een acute zorgvraag op het gebied van traumatologie opvangen, benaderen, behandelen/verzorgen en/of doorverwijzen volgens de ABCD methodiek, met kennis en gebruikmakend van de juiste protocollen, achtergronden en ketenzorgafspraken. De student heeft een professionele attitude en werkhouding. Toetsing Op school Wat Hoe In te vullen door de student Conceptuele kennistoets
Handelen / Kenmerkende beroepssituaties
Vaardigheden / DOPS relevant voor dit thema:
In de praktijk
Integrale toets Casus toets Vaardigheden binnenschools behandeld
immobilisatietechnieken - mitella - nekspalk - vacuüm spalk - Wondverzorging en wonddekverband - Medicatie toedienen - Repositie technieken - Aanleggen eenvoudig gipsverband
Behaalde vaardigheden voorwaardelijk voor stage
immobilisatietechnieken - mitella - nekspalk - vacuüm spalk - Wondverzorging en wonddekverband - Medicatie toedienen - Aanleggen eenvoudig gipsverband - Hechten
Immobilisatietechnieken - mitella - nekspalk - vacuüm spalk - Wondverzorging en wonddekverband - Medicatie toedienen - Repositie technieken - Aanleggen eenvoudig gipsverband - van een baby in een Maxi Cosy De opvang van een patiënt met een trauma aan hoofd en ruggenmerg (neuro) (LG/HC) In de KBS laat de student zien immobilisatie technieken te beheersen bij een volwassen, kind of baby. De student schat de ernst van de siutatie alvorens hulp in te schakelen. Zowel voor samenwerking met collega’s als met communicatie met patiënten geldt dat studenten de CRM principes toepast. De opvang van een patient met trauma (thorax, abdomen, bekken, urogenitaal) (LG/HC) In de KBS laat de student zien immobilisatie technieken te beheersen. Hij past de juiste protocollen toe van pijnstilling en laat zien een volledige en duidelijke overdracht te kunnen uitvoeren.
74
De opvang van een patiënt met Hypo- of hyperthermie / (Bijna) verdrinking/ brandwonden(LG/HC) In de KBS laat de student zien orale luchtweg hulpmiddelen te kunnen toepassen. Hij gaat professionneel om met de emoties van patiënt en betrokkenen bij de opvang. De opvang van een patiënt met ‘kleine traumatologie’ / weke delen / los huidletsel. De student laat zien dat hij wondverband, spalken en drukverbanden kan aanleggen bij de opvang van de patiënt. De student kan verantwoord inschatten aan de hand lichamelijk onderzoek of de patiënt ingestuurd moet worden.
75
KBS’en bij het thema De patiënt met traumatologische aandoeningen De opvang van een met patiënt met een trauma aan hoofd en ruggenmerg Thema Vereist beheersingsniveau DOPS
Vakinhoudelijk handelen
Communicatie met patiënt
Samenwerking met collegae
De patiënt met traumatologische aandoeningen Zelfstandig werken onder supervisie op afstand waarbij de supervisor in dezelfde ruimte is maar niet hoeft in te grijpen. Verplicht Optioneel - Immobilisatietechnieken (wervelplank, - Assistentie nekspalk, orale/nasale intubatie - Infuus - Korte wervelspalken - Glucose (Kendrick Extrication - Medicatie toedienen Device / Oregon Spine - Luchtwegtechnieken Splint) - Maagsonde - Manuele immobilisatietechnieken van de cervicale wervelkolom - Handgreep van Zäch - Verwijderen van een helm volgens Roger methode - Positioneren van een nekspalk - Uitvoeren van een logroll - Wervelplank toepassing bij scoop and run (rapid extrication / dekenrol) en stay and play-scenario - Immobilisatietechnieken op wervelplank met headblocks, spin of -riemen - Toepassen van schepbrancard bij bekkenfractuur - Immobilisatie van kind in vacuümmatras / kinderharnas - Immobolisatie van een baby in een Maxi Cosy - Verricht de eerste opvang en start de behandeling, rekening houdend met omgevingsfactoren. e - Schat de ernst van de situatie in en schakelt op tijd hulp in (bv; MMT, 2 ambulance) - Past de juiste protocollen toe (o.a. pijnstilling) - Verricht PS en/of SS - Kan een volledige anamnese en TTO doen. - Stelt a.d.h.v. PS en/of SS een werkdiagnose op. - Geeft duidelijke informatie en gaat na of dat begrepen is. - Communiceert conform de CRM richtlijnen. - Kan omgaan met de emoties van iedereen, betrokken bij de opvang van een patiënt met een trauma aan hoofd en ruggenmerg, inclusief begeleiders/ familie. - draagt duidelijk en tijdig, de relevante patiëntgegevens over (SBAR) bij overdracht van verantwoordelijkheden van zorg en controleert of de informatie zodanig is overgekomen. - Noteert bevindingen in ARF/LERF - Gebruikt CRM richtlijnen bij multi/monodisciplinaire inzet. - Luistert naar, begrijpt en voert opdrachten van andere zorgverleners aan patiënten op de juiste wijze uit.
Organisatie Maatschappelijk handelen Professionaliteit
76
De opvang van een patiënt met een trauma (thorax, abdomen, bekken en urogenitaal) Thema Vereist beheersingsniveau KBS DOPS
Vakinhoudelijk handelen
Communicatie met patiënt
Samenwerking met collegae
De patiënt met traumatologische aandoeningen Zelfstandig werken onder supervisie op afstand waarbij de supervisor in dezelfde ruimte is maar niet hoeft in te grijpen. Verplicht Optioneel - Immobilisatietechnieken (zie KBS: Patient - T-POD, SAM sling met trauma aan hoofd en ruggemerg) - Infuus - Toepassen van schepbrancard bij bekkenfractuur - Immobilisatie van bekkenfractuur met bekkensling of sluitlaken - Verricht de eerste opvang en start de behandeling, rekening houdend met omgevingsfactoren. - Schat de ernst van de situatie in te schatten en schakelt op tijd hulp in e (bv; MMT, 2 ambulance) - Past de juiste protocollen toe (o.a. pijnstilling) - Verricht PS en/of SS - Kan een volledige anamnese en TTO doen. - Stelt a.d.h.v. PS en/of SS een werkdiagnose op. - Geeft duidelijke informatie en gaat na of dat begrepen is. - Communiceert conform de CRM richtlijnen. - Kan omgaan met de emoties van iedereen, betrokken bij de opvang van een patiënt met een trauma (thorax, abdomen, bekken en urogenitaal) , inclusief begeleiders/ familie. - Noteert bevindingen in ARF/LERF - Gebruikt CRM richtlijnen bij multi/monodisciplinaire inzet. - Draagt duidelijk en tijdig, de relevante patiëntgegevens over (SBAR) bij overdracht van verantwoordelijkheden van zorg en controleert of de informatie zodanig is overgekomen.
Organisatie Maatschappelijk handelen Professionaliteit
77
De opvang van een patiënt met hypo-of hyperthermie / verdrinking / brandwonden Thema Vereist beheersingsniveau KBS DOPS
Vakinhoudelijk handelen
Communicatie met patiënt
Samenwerking met collegae
De patiënt met traumatologische aandoeningen Zelfstandig werken onder supervisie op afstand waarbij de supervisor in dezelfde ruimte is maar niet hoeft in te grijpen. - Infuus/ botnaald - ECG - O2 toedienen/ manuele luchtwegtechnieken - Toepassing van orale luchtweg hulpmiddelen o Masker-ballon ventilatie o Endotracheale intubatie o Larynxmasker o PEEP toepassing o Naaldconiotomie - toepassen opwarming en koelingstechnieken - Verricht de eerste opvang en start de behandeling, rekening houdend met omgevingsfactoren. - Schat de ernst van de situatie in te schatten en schakelt op tijd hulp in e (bv; MMT, 2 ambulance) - Past de juiste protocollen toe (o.a. pijnstilling) - Verricht PS en/of SS - Kan een volledige anamnese en TTO doen. - Stelt a.d.h.v. PS en/of SS een werkdiagnose op. - Geeft duidelijke informatie en gaat na of dat begrepen is. - Communiceert conform de CRM richtlijnen. - Kan omgaan met de emoties van iedereen, betrokken bij de opvang van de patiënt, inclusief begeleiders/ familie. - draagt duidelijk en tijdig, de relevante patiëntgegevens over (SBAR) bij overdracht van verantwoordelijkheden van zorg en controleert of de informatie zodanig is overgekomen. - Noteert bevindingen in ARF/LERF Gebruikt CRM richtlijnen bij multi/monodisciplinaire inzet. - Luistert naar, begrijpt en voert opdrachten van andere zorgverleners aan patiënten op de afdeling spoedeisende hulp op de juiste wijze uit
Organisatie Maatschappelijk handelen Professionaliteit
78
De opvang van een patiënt met ‘kleine traumatologie’/ weke delen / los huidletsel Thema Vereist beheersingsniveau KBS DOPS Vakinhoudelijk handelen
Communicatie met patiënt
De patiënt met traumatologische aandoeningen Zelfstandig werken onder supervisie op afstand waarbij de supervisor in dezelfde ruimte is maar niet hoeft in te grijpen. Aanleggen van wondverband/dekverband Aanleggen van mitella / spalken Aanleggen van drukverband - Verricht de eerste opvang en start de behandeling, rekening houdend met omgevingsfactoren. - Schat de ernst van de situatie in te schatten en schakelt op tijd hulp e in (bv; MMT, 2 ambulance) - Past de juiste protocollen toe (o.a. pijnstilling) - Verricht PS en/of SS - Kan een volledige anamnese en TTO doen. - Stelt a.d.h.v. PS en/of SS een werkdiagnose op. - Geeft duidelijke informatie en gaat na of dat begrepen is. - Communiceert conform de CRM richtlijnen. - Kan omgaan met de emoties van iedereen, betrokken bij de opvang van een patiënt met ‘kleine traumatologie/ weke delen/ los huidletsel , inclusief begeleiders/ familie. - draagt duidelijk en tijdig, de relevante patiëntgegevens over (SBAR) bij overdracht van verantwoordelijkheden van zorg en controleert of de informatie zodanig is overgekomen. - Noteert bevindingen in ARF/LERF
Samenwerking met collegae Organisatie Maatschappelijk handelen
-
Kan een verantwoorde inschatting maken a.d.h.v. PS, SS, TTO om een Pt al dan niet in te sturen of doorverwijzen. Handelt volgens de wettelijke bepalingen die van toepassing zijn (BIG, WGBO, WBP
Professionaliteit
79
Inhoudsopgave thema Triage en samenwerking Ambulance Triage en samenwerking
Skills / vaardighe den / simulatie
Kennis / Klinisch redeneren
Verantwoording De student kan de Triage verzorgen van (een) patiënt(en) op basis van de behoeften voor noodzakelijke behandeling op alle gebieden besproken in deze KBSen en tevens bepalen naar welk ziekenhuis de patiënt(en) moet(en). Dit gebeurt met kennis en gebruikmakend van de juiste protocollen en ketenzorgafspraken. Tevens kan de student een goede samenwerkingsrelatie opbouwen met andere disciplines en heeft kennis van het inschakelen van de juiste professional/ discipline op de juiste tijd. Toetsing Op school Wat Hoe In te vullen door de student Conceptuele kennistoets Integrale toets Casus toets Vaardigheden binnenschools behandeld Behaalde vaardigheden voorwaardelijk voor stage
Handelen / KBS
Vaardigheden / DOPS relevant voor dit thema:
In de praktijk -
triage binnen 15 tot 30 sec per patiënt
Triage In de KBS is werken in een bepaald tempo essentieel. De student schat in welke levensreddende handelingen nodig zijn en laat deze dan ook verrichten. Zowel in de communicatie met patiënten als in de organisatie van de zorg met andere zorgverlenerd handelt de student volgende de CRM principes.
80
KBS bij het thema Triage en samenwerking Triage Thema Vereist beheersingsniveau DOPS
Triage en samenwerking Zelfstandig werken onder supervisie op afstand waarbij de supervisor in dezelfde ruimte is maar niet hoeft in te grijpen. - triage binnen 15 tot 30 sec per patiënt
Vakinhoudelijk handelen
-
Communicatie met patiënt
-
past het triage protocol toe en gebruikt SO kaarten bij grootschalige incidenten Kan de patiënt in de juiste triageklasse indelen Kan levensreddende handelingen (laten) verrichten Geeft duidelijke informatie en gaat na of dat begrepen is. Communiceert conform de CRM richtlijnen. Kan omgaan met de emoties van iedereen, betrokken bij de opvang van een patiënt, familie, begeleiders en omstanders.
Samenwerking met collegae Organisatie
-
Verleent in teamverband en in nauwe samenwerking met andere zorgverleners, volgens CRM normen, opvang aan patiënten. Is in staat de ernst van de situatie in te schatten en op tijd hulp in te e schakelen (bv; MMT, 2 of meer ambulances en andere disciplines.
Maatschappelijk handelen Professionaliteit
81
Inhoudsopgave thema Patiënt met urologische of gynaecologische aandoeningen Ambulance De patiënt met urologische of gynaecologische aandoeningen
Skills / vaardighe den / simulatie
Kennis / Klinisch redeneren
Verantwoording De student kan een patiënt met een acute zorgvraag op het gebied van urologische of gynaecologische aandoeningen opvangen, benaderen, behandelen/verzorgen en/of doorverwijzen volgens de ABCD methodiek, met kennis en gebruikmakend van de juiste protocollen, achtergronden en ketenzorgafspraken. De student heeft een professionele attitude en werkhouding. Toetsing Op school Wat Hoe In te vullen door de student Conceptuele kennistoets Integrale toets Casus toets Vaardigheden binnenschools behandeld Behaalde vaardigheden voorwaardelijk voor stage
Handelen / KBS
Vaardigheden / DOPS relevant voor dit thema:
In de praktijk -
Medicatietoediening Perifeer veneuze toegang Monitoring vitale functies
De opvang van een patiënt met acute obstretische-gynaecologische problematiek In de KBS staat voor de student voorop dat hij een uitgebreide ananmese en diagnostisch onderzoek verricht. In de samenwerking met collega’s laat de student zien dat hij efficiënte overdracht en opdrachten van anderen adequaat uitvoert.
82
KBS bij het thema Patiënt met urologische of gynaecologische aandoeningen De opvang van een patiënt met acute obstetrische- en/of gynaecologische problematiek Thema Vereist beheersingsniveau DOPS
Vakinhoudelijk handelen
Communicatie met patiënt Samenwerking met collegae
Patiënt met urologische of gynaecologische aandoeningen Zelfstandig werken onder supervisie op afstand waarbij de supervisor in dezelfde ruimte is maar niet hoeft in te grijpen. - Medicatietoediening - Perifeer veneuze toegang - Monitoring vitale functies - Het afnemen van een uitgebreide anamnese - Verrichten van totaal lichamelijk onderzoek - stelt een (eventueel met behulp van gerichte aanvullende diagnostiek) een uitgebreide differentiaal diagnose van obstetrische en gynaecologische problematiek op: o Zwangerschapshypertensie (HELLP-syndroom, pre-eclampsie) o Placenta praevia o Solutio placenta o Fluxus post partum o Spontane abortus o Extra-uteriene graviditeit o Oncologische aandoeningen o Steeldraai ovarium - Verricht de eerste opvang en start de (eerste) behandeling van patiënten met obstetrische en gynaecologische aandoeningen. - Schat de ernst van de situatie in en schakelt op tijd hulp in (verloskundige/MMT-arts) - Handelt naar de juiste protocollen bij het eventueel toedienen van medicatie bij een patiënt met gynaecologische aandoeningen. - Verricht diagnostisch onderzoek (o.a. vitale functies, (hetero)anamnese, lichamelijk onderzoek, meten lichaamsfuncties, aansluiten monitor) - stelt een werkdiagnose op communiceert conform de principes van CRM Kan omgaan met de emoties van iedereen betrokken bij de opvang van een patiënt met obstetrische of gynaecologische problematiek draagt duidelijk en tijdig, de relevante patiëntgegevens over bij overdracht van verantwoordelijkheden van zorg en controleert of de informatie zodanig is overgekomen o.a SBAR Verleent in teamverband en in nauwe samenwerking met andere zorgverleners zorg aan patiënten op de afdeling spoedeisende hulp Luistert naar, begrijpt en voert opdrachten van andere zorgverleners aan patiënten op de afdeling spoedeisende hulp op de juiste wijze uit
Organisatie Maatschappelijk handelen Professionaliteit
83
Inhoudsopgave thema Stervensbegeleiding Ambulance Stervensbegeleiding
Skills / vaardighe den / simulatie
Kennis / Klinisch redeneren
Verantwoording De student kan zorg dragen voor een overleden patiënt (en nabestaanden en/of omstanders) met kennis en gebruikmakend van de juiste protocollen, achtergronden (context) en ketenzorgafspraken. De student heeft een professionele attitude en werkhouding. Toetsing Op school Wat Hoe In te vullen door de student Conceptuele kennistoets Integrale toets Casus toets Vaardigheden binnenschools behandeld Behaalde vaardigheden voorwaardelijk voor stage
Handelen / KBS
Vaardigheden / DOPS
In de praktijk
De overleden patiënt In de KBS staat het professioneel handelen van de studenten centraal. Daarnaast krijgt de samenwerking met huisartsen, verpleegkundigen en verzorgenden meer aandacht bij de opvang van de overleden patiënt.
84
KBS bij het thema Stervensbegeleiding De overleden patiënt Thema Vereist beheersingsniveau DOPS Vakinhoudelijk handelen
Stervensbegeleiding Zelfstandig werken onder supervisie op afstand waarbij de supervisor in dezelfde ruimte is maar niet hoeft in te grijpen. -
Communicatie met patiënt Samenwerking met collegae
-
De student is in staat de zorg volgens protocol uit te voeren van patiënten die overleden zijn in de thuissituatie. Hij/zij heeft kennis van de verschillende procedures rondom het vaststellen van de doodsoorzaak (natuurlijk/onnatuurlijk) en obductie Verleent in nauwe samenwerking met andere zorgverleners zorg aan de overleden patiënt. Toont aandacht voor de taken en verantwoordelijkheden van de betrokken zorgverleners, in het bijzonder de (verpleeg)huisartsen, verpleegkundigen en verzorgenden.
Organisatie Maatschappelijk handelen Professionaliteit
-
Benoemt het belang van het bespreekbaar maken dat zorgverleners onderling de momenten, die zij als lastig of zwaar hebben ervaren, kunnen uitwisselen. o De manier waarop de laatste levensfase van de zorgvrager verlopen is. o De eigen emoties van de zorgverleners rond het sterven van deze zorgvrager. o Het omgaan met de emoties van de zorgvrager en zijn naasten. o De genomen beslissingen, de argumenten en de wijze waarop deze beslissingen tot stand gekomen zijn.
85