Alternatieven voor dieetvoeding Het effect van smakelijke en goedkopere alternatieven voor dieetvoeding op het gewicht, de spierkracht en de eetlust bij ouderen (65+)
Jonna Rijksen (500644972) Lindsey Minnaard (500640779) Afstudeerproject 2015113 Bachelor opleiding Voeding en Diëtetiek December 2014
Smakelijke en goedkopere alternatieven voor dieetvoeding Het effect van smakelijke en goedkopere alternatieven voor dieetvoeding op het gewicht, de spierkracht en de eetlust bij ouderen (65+)
Auteurs:
Lindsey Minnaard Studentnummer: 500640779 Email:
[email protected] Jonna Rijksen Studentnummer: 500644972 Email:
[email protected]
Afstudeerproject:
2015113
Opdrachtgever:
Stichting De Bilthuysen Locatie De Biltse Hof Professor Bronkhorstlaan 4 3723 MB BILTHOVEN
Praktijkbegeleider:
C. van der Leest Email:
[email protected]
Docentbegeleider:
A. Waal Email:
[email protected]
Copyright ©December 2014, Minnaard L. en Rijksen J. © Niets uit deze scriptie mag worden verveelvoudigd of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch of door fotokopieën, zonder voorafgaande toestemming van de auteurs. 1
Voorwoord Ter afronding van onze bachelor opleiding voeding en diëtetiek te Hogeschool van Amsterdam, is van september 2014 tot en met januari 2015 een afstudeeropdracht, in de vorm van een pilotstudie, uitgevoerd waaruit deze scriptie is voortgekomen. De pilotstudie is uitgevoerd om de effecten van smakelijke en goedkopere alternatieven voor dieetvoeding op het gewicht, de spierkracht en de eetlust van ouderen van 65 jaar of ouder te onderzoeken. Deze afstudeeropdracht is uitgevoerd in opdracht van Stichting De Bilthuysen te Bilthoven. Graag willen wij een aantal mensen bedanken voor hun begeleiding en feedback, die hebben bijgedragen aan het tot stand komen van deze scriptie. Allereerst willen wij onze docentbegeleider, Annemarie Waal, bedanken voor haar enthousiaste begeleiding, altijd bruikbare feedback en het vertrouwen in het uitvoeren van ons onderzoek. Daarnaast willen wij ook Caroline van der Leest bedanken. Als praktijkbegeleidster heeft zij altijd het volste vertrouwen in ons gehad, ons altijd gesteund en veel mogelijkheden geboden. Als laatste willen wij de leden van de eet-en drinkcommissie bedanken voor hun feedback, tips en ideeën naar aanleiding van onze presentatie over ons onderzoek. Deze afstudeerperiode is voor ons een zeer leerzame tijd geweest, waarin wij met veel inzet hebben gewerkt. Amsterdam, december 2014. Lindsey Minnaard & Jonna Rijksen
2
Samenvatting Achtergrond In Nederland is sprake van een toenemende vergrijzende populatie, wat aandacht vraagt voor enkele gezondheidsaspecten. Ziekte gerelateerde ondervoeding is hier één van. In een verpleeghuis is namelijk 20-25% van de ouderen ondervoed. Ondervoeding brengt een aantal gevolgen met zich mee, voor zowel de gezondheid van de ouderen als de kosten voor de staat en haar zorginstellingen. Het is daarom van belang dat voldoende aandacht wordt besteed aan de preventie en de behandeling van ondervoeding. Om ondervoeding te behandelen kan gebruik worden gemaakt van dieetvoeding, maar ook van energie- en eiwitrijke alternatieven hiervoor. Doel Het doel van deze pilotstudie was om het effect van smakelijke en goedkopere alternatieven voor dieetvoeding op het gewicht, de spierkracht en de eetlust van de deelnemers (65+) te onderzoeken. Hierbij is gestreefd om de kosten van de voedingsuitgave omlaag te brengen. Methode Om achtergrondinformatie te verkrijgen, is literatuuronderzoek uitgevoerd. Daarnaast is ook een pilotstudie uitgevoerd naar het effect van smakelijke en goedkopere alternatieven voor dieetvoeding op het gewicht, de spierkracht en de eetlust van de deelnemers. De deelnemers van de pilotstudie waren 65 jaar of ouder en hadden (risico op) ondervoeding. De deelnemers hebben vijf weken een dieet gevolgd met energie-en eiwitrijke alternatieven voor dieetvoeding. Tijdens de pilotstudie zijn er drie meetmomenten geweest (week 0, week 2,5, week 5), waarbij het gewicht, de spierkracht en de eetlust zijn bepaald. Het gewicht is gemeten met behulp van een weeginstrument, de spierkracht met behulp van een handgripdynamometer en de eetlust is gescoord met behulp van een schaal van 0-10. Resultaten Aan de pilotstudie hebben totaal 11 deelnemers deelgenomen, waarvan vijf mannen en zes vrouwen. Er is geen significant verschil gevonden in het gewicht (p=0,604), de spierkracht (links p=0,105, rechts p= 0,429) en de eetlust (p=0,612) van de deelnemers na de vijf weken durende pilotstudie. Wel is gemiddeld, over de gehele onderzoeksgroep, een lichte stijging te zien in het gewicht (+0,3 kg, ±1,6) en de spierkracht (links +5,8 kg, ±6,2 en rechts +2,6 kg, ±6,6) van de deelnemers na vijf weken. Bij de eetlust is gemiddeld, over de gehele onderzoeksgroep, een lichte daling te zien (-0,3, ±2,0). Conclusie Bij de deelnemers van de pilotstudie is na het volgen van het vijf weken durende dieet, met alternatieven voor dieetvoeding, een lichte stijging te zien in zowel het gewicht als de spierkracht. Een lichte daling, na deze vijf weken, is te zien bij de eetlust van de deelnemers. De kosten van de gevonden alternatieven voor dieetvoeding zijn gemiddeld lager (€1,04) dan de gemiddelde kosten voor zowel drinkvoeding (€2,50) als modules/dieettoetjes (€1,59). Trefwoorden Ouderen |alternatieven voor dieetvoeding| gewicht |spierkracht |eetlust|
3
Begrippenlijst ADH: Aanbevolen Dagelijkse Hoeveelheid BMI: Body Mass Index = (lichaamsgewicht in kilogram) / (lengte in meters)2 COPD: Chronic Obstructive Pulmonary Disease (chronisch obstructieve longziekte) Decubitus: Doorligwond(en) ten gevolge van druk- en/of schuifklachten door bijvoorbeeld langdurig in bed liggen of in een rolstoel zitten Dieetvoeding: Voeding voor medisch gebruik, zoals drinkvoeding, modules en dieettoetjes- en mousses en sondevoeding. Drinkvoeding: Een gebruiksklare vloeibare voeding met een verhoogde energie- en voedingsstoffendichtheid, aangevuld met micronutriënten en soms extra voedingsvezels of ziekte specifieke stoffen Et al.: En anderen EVV: Eerst Verantwoordelijk Verzorgende HKK: Handknijpkracht Hypertensie: Verhoogde bloeddruk Interventie: Actieve handeling om een probleem op te lossen Kcal: Kilocalorieën Macronutriënten: De belangrijkste componenten in voeding, namelijk: koolhydraten, eiwitten en vetten Micronutriënten: Voedingsstoffen waarvan minder dan een gram per persoon per dag wordt opgenomen, zoals vitamines en mineralen Module: Poedervormig of vloeibaar preparaat samengesteld uit eiwitten, koolhydraten, vetten of een combinatie hiervan, soms aangevuld met vitamines en mineralen n: Aantal personen p: Overschrijdingskans Pilotstudie: Een voorlopige proefstudie ter verkenning van een probleem Prevalentie: Het aantal personen met een ziekte of stoornis op een bepaald tijdstip, in een bepaalde populatie Psychogeriatrische verpleegafdeling: Op deze afdeling worden mensen behandeld met verschillende vormen van dementie Significant: Het resultaat berust met 95% zekerheid niet op toeval. Een resultaat is significant indien p <0,05 is SNAQrc: Short Nutritional Assessment Questionnaire for Residential Care Somatische verpleegafdeling: Op deze afdeling worden mensen behandeld met een chronische, lichamelijke aandoening Sondevoeding: Kunstmatige voeding (dun vloeibaar) die wordt toegediend via een slang (de sonde) in de maag of de darm. Sondevoeding bevat alle voedingsstoffen die dagelijks nodig zijn SPSS: Statistical Package for the Social Sciences (statistisch computerprogramma) T-test: Parametrische statistische toets Ziekte van Parkinson: Aandoening in de hersenen waardoor het zenuwstelsel wordt aangetast ±: Standaard deviatie
4
Inhoudsopgave Voorwoord .............................................................................................................................................. 2 Samenvatting .......................................................................................................................................... 3 Begrippenlijst .......................................................................................................................................... 4 Hoofdstuk 1: Inleiding ............................................................................................................................ 7 1.1 Achtergrond................................................................................................................................... 7 1.2 Aanleiding ...................................................................................................................................... 7 1.3 Doel en probleemstelling .............................................................................................................. 9 Hoofdstuk 2: Materialen en methoden ............................................................................................... 10 2.1 Literatuuronderzoek.................................................................................................................... 10 2.2 Onderzoekspopulatie .................................................................................................................. 11 2.3 Onderzoeksopzet......................................................................................................................... 11 2.3.1 Voeding................................................................................................................................. 11 2.3.2 Metingen .............................................................................................................................. 12 2.3.3 Kosten ................................................................................................................................... 13 Hoofdstuk 3: Resultaten ....................................................................................................................... 14 3.1 Resultaten literatuuronderzoek .................................................................................................. 14 3.1.1 Beantwoording van de deelvragen ...................................................................................... 14 3.2 Resultaten pilotstudie ................................................................................................................. 17 3.2.1 Voeding................................................................................................................................. 17 3.2.2 Metingen .............................................................................................................................. 18 3.2.3 Kosten ................................................................................................................................... 21 Hoofdstuk 4: Discussie.......................................................................................................................... 22 4.1 Beantwoording van de probleemstelling .................................................................................... 23 4.2 Verklaring resultaten ................................................................................................................... 23 4.3 Sterke en zwakke punten van de pilotstudie .............................................................................. 24 4.3.1 Sterke punten ....................................................................................................................... 24 4.3.2 Zwakke punten ..................................................................................................................... 24 Hoofdstuk 5: Conclusie en aanbevelingen ........................................................................................... 25 5.1 Conclusie ..................................................................................................................................... 25 5.2 Aanbevelingen ............................................................................................................................. 26 5
Literatuurlijst ........................................................................................................................................ 28 Bijlagen.................................................................................................................................................. 32 Bijlage I: Zoekverslag wetenschappelijke artikelen ........................................................................... 33 Bijlage II: Weegprotocollen ............................................................................................................... 36 Bijlage III: Receptenboek ................................................................................................................... 39
6
Hoofdstuk 1: Inleiding Deze afstudeeropdracht is uitgevoerd naar aanleiding van de opdracht die aangeboden is door Stichting De Bilthuysen, locatie De Biltse Hof te Bilthoven. De Biltse Hof is een verpleeg- en revalidatiecentrum gespecialiseerd in complexe ziektebeelden en aandoeningen die zich vaak bij volwassenen en ouderen voordoen. Er zijn drie verschillende afdelingen binnen De Biltse Hof, namelijk een somatische verpleegafdeling, een psychogeriatrische verpleegafdeling en een afdeling voor reactivering en revalidatie (1). De bewoners binnen De Biltse Hof zijn een kwetsbare groep die een verhoogd risico hebben op ondervoeding.
1.1 Achtergrond In Nederland groeit het percentage ouderen in de totale bevolking (2). Zo zal volgens schatting in 2041 26,5% van de burgers uit mensen met een leeftijd van 65 jaar en ouder bestaan, ten opzichte van 15,5% in 2014 (3). Een toenemende vergrijzende populatie vraagt aandacht voor een aantal gezondheidsaspecten. Eén daarvan is ziekte gerelateerde ondervoeding. Ondervoeding is een acute of chronische toestand waarbij een tekort of disbalans van energie, eiwit en andere voedingsstoffen leidt tot meetbare, nadelige effecten op lichaamssamenstelling, functioneren en klinische resultaten, aldus Jonkers et al. (4). Over het algemeen wordt gesproken van ondervoeding wanneer sprake is van onbedoeld gewichtsverlies, van meer dan 5% in één maand of meer dan 10% in de afgelopen zes maanden. Ook wordt gesproken van ondervoeding indien een volwassene een BMI heeft van minder dan 18,5 kg/m2, een oudere (65+) een BMI heeft van minder dan 20 kg/m2 of een volwassene met COPD een BMI heeft van minder dan 21 kg/m2 (5-7). Om vast te stellen dat een cliënt ondervoed is en door welke oorzaken dit komt, wordt een screeningsinstrument ingezet (8). Voor ouderen van 65 jaar of ouder is de SNAQrc een bruikbaar screeningsinstrument, blijkt uit verschillende onderzoeken (7).
1.2 Aanleiding Ondervoeding is ook in Nederland een veel voorkomend probleem dat niet altijd zichtbaar is en daardoor vaak wordt onderschat door de cliënt zelf, de familie en medisch personeel (5,6,9). Uit landelijke prevalentiecijfers blijkt dat in het ziekenhuis 25-40%, in het verpleeghuis 20-25% en in de thuiszorg 15-25% van de patiënten ondervoed is (10,11). De bevolkingsgroep ouderen is één van de risicogroepen voor het krijgen van ondervoeding, daarom is het belangrijk om hier voldoende aandacht aan te besteden. Niet alleen ouderen behoren tot een risicogroep, maar ook chronisch zieken, cliënten met psychosociale problemen, cliënten met een ernstig trauma en cliënten met lichamelijke beperkingen hebben meer risico op ondervoeding (4,12). Een meerderheid van de 150 cliënten van De Biltse Hof valt onder één of meerdere van deze risicogroepen. Dit is een reden om binnen de organisatie aandacht te besteden aan ondervoeding. Ondervoeding brengt namelijk een aantal gevolgen met zich mee, zoals een langzamer herstel, meer en soms ook ergere complicaties, verminderde afweer, vertraagde wondgenezing (4-6,8,13-15) en een hogere kans op het ontwikkelen van decubitus (4,7,8,13). Ook kan ondervoeding leiden tot een afname van het gewicht en de spiermassa (2,4,6-8,13-16), wat effect heeft op de conditie van de cliënt, waardoor een verminderde hart- en longcapaciteit kan ontstaan (7,13). Ondervoeding kan uiteindelijk leiden tot depressiviteit (2,4,15), een afname van kwaliteit van leven en een verhoogde mortaliteit (2,4-8,13,15,16). De gevolgen van ondervoeding kunnen zo uiteindelijk zorgen voor hogere zorgkosten (4,5,7,8,13) door meer gebruik van medicijnen en een langere opnameduur (4,6,8,13). Zo kost een ondervoede cliënt voor het verpleeg- of verzorgingshuis €10.597,- per jaar. Van die kosten gaat €9605,- naar de behandeling.
7
Onderdelen van de behandeling zijn: consulten met de diëtist, het volgen van een dieet, inname van dieetvoeding en gewichtscontroles. Van de overige kosten gaat €834,- naar de screening en diagnostiek, € 100,- naar multidisciplinair overleg en € 58,- naar het monitoren van de cliënt (17). Het is daarom erg belangrijk om (risico op) ondervoeding te voorkomen of tijdig te signaleren en vervolgens te behandelen. Dit wordt nu nog niet altijd gedaan (5,6,8). Het is van belang dat de cliënten in voldoende mate energie en eiwit binnen krijgen. Hier zijn verschillende mogelijkheden voor, namelijk: energie- en eiwitrijke voedingsmiddelen, modules, drinkvoeding en sondevoeding. Voor de ondervoede cliënt is het lastig om met alleen energie- en eiwitrijke voedingsmiddelen de verhoogde hoeveelheden energie en eiwit te behalen. Hier kunnen modules en drinkvoeding oplossing bieden. Uit verschillende onderzoeken blijkt zelfs dat op korte termijn drinkvoeding een betere uitkomst biedt voor de verhoogde energie- en eiwitbehoefte dan natuurlijke voeding. Drinkvoeding is daarom een effectieve manier om de totale voedingsstoffeninname te verhogen (13). Uit reacties van de cliënten naar de verzorgenden toe, blijkt echter dat de cliënten de dieetvoeding niet altijd smakelijk vinden (16). Hierdoor blijven sommige cliënten de dieetvoeding niet gebruiken, waardoor zij hun energie- en eiwitbehoefte niet halen. Daarnaast vinden de familieleden dieetvoeding niet een eerste oplossing om de voedingsstoffeninname te verhogen, zij zien liever dat eerst wordt gekeken naar andere oplossingen (18). Naast het niet gebruiken van dieetvoeding bij ondervoeding, kan ook een verminderde eetlust zorgen voor een verminderde energie- en eiwitinname. Een verminderde eetlust kan verschillende oorzaken hebben. Ten eerste kan veroudering samen gaan met een vermindering van de eetlust, ook wel ouderdomsanorexia genoemd (2,8). Dit komt doordat veranderingen plaatsvinden in het biologische regelsysteem voor eetlust, honger en verzadiging in het menselijk lichaam (8). Verder kan een verminderde eetlust veroorzaakt worden door ziekten en de behandeling daarvan. Ook zijn er lichamelijke oorzaken die zorgen voor een verminderde eetlust, zoals misselijkheid, een droge mond, maagklachten, buikklachten en pijn (2,8,19). Niet-lichamelijke oorzaken, zoals depressie, verlies van partner, verdriet, angst, spanningen, eenzaamheid en dementie kunnen ook zorgen voor een gebrek aan eetlust (8,19). Daarnaast hebben de eetomgeving en het tijdstip van de maaltijden ook invloed op de eetlust (2,8). Aangezien het beleid binnen Stichting De Bilthuysen streeft naar smakelijke voeding, waar de bewoners van kunnen genieten, is het van belang om te zoeken naar oplossingen voor de minder smakelijke dieetvoeding en de verminderde eetlust. Ook is het een probleem dat de overheid steeds meer bezuinigd op de zorg, zo ook de ouderenzorg. Een bezuiniging van 3,5 miljard euro op de zorg (20), zorgt ervoor dat het beleid binnen verzorgingshuizen, verpleeghuizen en de thuiszorg op enkele gebieden aangepast moet worden. Ook binnen Stichting De Bilthuysen moet gelet worden op de uitgaven. De dieetvoeding kost Stichting De Bilthuysen per jaar, namelijk rond de €8300. Daarom zal gedurende dit afstudeerproject gezocht worden naar smakelijke en goedkopere alternatieven voor de dieetvoeding die nu binnen Stichting De Bilthuysen wordt gebruikt.
8
1.3 Doel en probleemstelling Zoals in de aanleiding naar voren is gekomen, blijkt ondervoeding een groot probleem in Nederland Bij dit probleem is een PICO opgesteld, waaruit de probleemstelling is voortgekomen. De opgestelde PICO is te zien in tabel 1. Tabel 1: PICO van de probleemstelling
P I C O
Ouderen met een leeftijd van 65 jaar of ouder, met risico op ondervoeding of ondervoeding en verblijvend op de somatische- of psychogeriatrische verpleegafdeling. Smakelijke en goedkopere alternatieven voor de huidige dieetvoeding om de consumptie uitgaven te verlagen De huidige dieetvoeding Behouden of verbeteren van het gewicht, de spierkracht en de eetlust
Probleemstelling: Wat zijn de veranderingen in het gewicht, de spierkracht en de eetlust na gebruik van smakelijke en goedkopere alternatieven voor dieetvoeding in een dieet bij ouderen (65+), gedurende de vijf weken durende pilotstudie? Doel: Om te zorgen dat de kosten van de dieetvoeding naar beneden gaan, de cliënten smakelijk kunnen eten en het effect daarvan op het gewicht, de spierkracht en de eetlust zichtbaar wordt, zal worden toegewerkt naar de volgende doelstelling: ‘Na het afronden van het afstudeerproject begin januari 2015 weten wat het effect is van de smakelijke en goedkopere alternatieven voor dieetvoeding op het gewicht, de spierkracht en de eetlust van de deelnemers aan de pilotstudie.’ Het afstudeerproject dient inzicht te geven in wat de gevolgen zijn wanneer dieetvoeding wordt vervangen door een alternatief en welk effect dit heeft op het gewicht, de spierkracht en de eetlust van de cliënten. Na het afronden van dit afstudeerproject zou minder dieetvoeding moeten worden gebruikt dan dat nu het geval is. De uitgaven voor de dieetvoeding zullen dan naar beneden gaan. Dit geldt niet alleen voor Stichting De Bilthuysen, maar ook voor alle andere zorginstellingen in Nederland. Elke zorginstelling heeft te maken met de bezuinigingen in de zorg en de problematiek van ondervoeding. De scriptie zal ondersteuning bieden aan zorginstellingen om, net als Stichting De Bilthuysen, eventuele veranderingen in het voedingsbeleid te maken om op deze manier kosten te kunnen besparen en de tevredenheid over de voeding van de cliënten te kunnen behouden of verbeteren.
9
Hoofdstuk 2: Materialen en methoden Gedurende dit afstudeerproject is een literatuurstudie uitgevoerd, waarvan de zoekstrategie en de kwalitatieve beoordeling van de artikelen beschreven zijn binnen dit hoofdstuk. Naast deze literatuurstudie is ook een pilotstudie gedaan, waarbij een verandering over vijf weken is gemeten. De opzet van deze pilotstudie is beschreven binnen dit hoofdstuk, in de onderzoeksopzet.
2.1 Literatuuronderzoek Inzicht in smakelijke en goedkopere alternatieven voor dieetvoeding binnen Stichting De Bilthuysen is verkregen met behulp van literatuuronderzoek. Ook is literatuuronderzoek gedaan naar het effect van energie- en eiwitrijke voeding op het gewicht, de spierkracht en de eetlust van ouderen. Tijdens het literatuuronderzoek is op een systematische manier gezocht naar geschikte artikelen. De artikelen zijn gezocht via de databanken Pubmed, Cochrane Library, Springerlink en Science Direct. Binnen deze databanken is naar artikelen gezocht met de zoektermen die weergegeven zijn in tabel 2. Door gebruik van het woord “AND” is met de zoektermen in verschillende combinaties gezocht. De relevante artikelen die uiteindelijk zijn gevonden, met deze zoektermen en combinaties hiervan, zijn uitgewerkt in een zoekverslag. Dit zoekverslag is te vinden is in bijlage 1. Tabel 2: zoektermen literatuuronderzoek
Nederlandse zoektermen Behandeling Depressie Dieetvoeding Drinkvoeding Eetlust Eiwitrijke producten Eiwitrijke voeding(smiddelen) Energierijke producten Energierijke voeding(smiddelen) Handknijpkracht Kosten Ondergewicht Ondervoeding Ouderen Psychogeriatrie Somatische aandoeningen Spierkracht Verpleeghuis Verminderde eetlust
Engelse zoektermen Appetite Elderly Energy-protein Energy-rich foods Fluid intake Handgrip strength High energy diet High energy products High protein diet High protein products Malnutrition Medical nutrition Nursing home Nutritional treatment Older population Psychogeriatric Sip feeds Treatment Underweight
Om de zoekresultaten overzichtelijk te houden en in te perken zijn verschillende maatregelen genomen. Het artikel moest aan meerdere eisen voldoen, die zijn weergegeven in tabel 3. Tabel 3: inclusie- en exclusiecriteria literatuuronderzoek
Inclusiecriteria
Exclusiecriteria
Nederlands- of Engelstalige artikelen Artikelen niet ouder dan 15 jaar Artikelen full-tekst beschikbaar Onderzoek op personen (>18 jaar) uitgevoerd
Anders dan Nederlands- of Engelstalige artikelen Artikelen ouder dan 15 jaar Artikelen niet full-tekst beschikbaar Onderzoek op dieren of kinderen (t/m 18 jaar) uitgevoerd 10
Naast de eisen in tabel 3, zijn uitsluitend artikelen gebruikt met een level of evidence van A1, A2 of B. A1: Systematische review van tenminste twee onafhankelijk van elkaar uitgevoerde onderzoeken van A2-niveau A2: Gerandomiseerd dubbelblind placebogecontroleerd onderzoek B: Ander vergelijkend onderzoek
2.2 Onderzoekspopulatie Tijdens het onderzoek zijn twee groepen cliënten onderzocht binnen De Biltse Hof, namelijk: cliënten van de somatische verpleegafdeling en cliënten van de psychogeriatrische verpleegafdeling. De onderzoekspopulatie bestond uit zowel mannen als vrouwen. De twee onderzoeksgroepen zijn gekozen vanwege meerdere redenen. Beide groepen bevonden zich op locatie De Biltse Hof, waardoor de deelnemers gemiddeld één keer per week werden gezien en gesproken. Cliënten op andere locaties binnen Stichting De Bilthuysen zijn niet meegenomen in het onderzoek, vanwege de reistijd naar de cliënten. Omdat tijdens het onderzoek alleen cliënten deelnamen van locatie De Biltse Hof, kon contact worden gehouden met verpleging en voedingsassistenten, omdat zij persoonlijk benaderd konden worden. Verder werden cliënten van de revalidatie afdeling binnen De Biltse Hof ook niet meegenomen in het onderzoek, omdat zij intensief fysiotherapie volgen en maximaal zes weken in De Biltse Hof verblijven. Op elke afdeling is met de EVV’er bepaald welke cliënten geschikt waren voor deelname aan het onderzoek. De cliënten zijn voor deelname gescreend op basis van de volgende criteria: De cliënt heeft een leeftijd van 65 jaar of hoger; De cliënt heeft risico op ondervoeding of is ondervoed (vastgesteld door middel van de SNAQRC uitslag oranje of rood); De cliënt mag geen gebruik maken van sondevoeding.
2.3 Onderzoeksopzet 2.3.1 Voeding Na de screening van de deelnemers zijn bij de geschikte deelnemers voedingsanamneses afgenomen door de onderzoekers. De voedingsanamneses zijn afgenomen door middel van een dietary history of een drie daags eetdagboekje dat bijgehouden is door de verpleging. Na het afnemen van de voedingsanamneses is een berekening gemaakt van micro- en macronutriënten in de voeding. Vervolgens zijn eventuele tekorten aan micro- en/of macronutriënten in de voeding berekend en is de plaats die dieetvoeding mogelijk had in het dagmenu van de deelnemers vastgesteld. Bij het vaststellen van het voorbeelddagmenu is als basis uitgegaan van de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid (ADH) voor mensen met een leeftijd van 65 jaar en ouder. Per persoon is een individueel dieet gemaakt, aangepast aan de behoefte en voorkeuren van de deelnemer. Bij het maken van het dieet is rekening gehouden met de huidige inname, de energiebehoefte en de eiwitbehoefte. De energiebehoefte is berekend met de Harris and Benedict formule uit 1984 met toeslagen voor beweging en eventuele ziektefactor(en) (21). Bij het uiteindelijk vaststellen van de energiebehoefte is uitgegaan van een minimum van 1500 kcal (2,8). Voor de eiwitbehoefte is een minimum van 1,2 gram per kilogram lichaamsgewicht vastgesteld en een maximum van 1,7 gram per kilogram lichaamsgewicht (13). Hierbij is rekening gehouden met (de ernst van) de ziekte en eventuele wonden/decubitus.
11
Indien bij deelnemers geen sprake was van ziekte en/of wonden/decubitus is gekozen voor een eiwitbehoefte van 1,0 gram per kilogram lichaamsgewicht. Het is belangrijk dat bij een verhoogde eiwitbehoefte, de eiwitten goed worden verdeeld over de dag. Hierdoor wordt de spieropbouw beter gestimuleerd dan wanneer op één moment van de dag in één keer een grote eiwitinname is (22). Dit is gerealiseerd door bij het opstellen van het voorbeelddagmenu bij elke hoofdmaaltijd minimaal twee eiwitrijke componenten te gebruiken, zoals: vlees(waren), vis, kip en gevogelte, eieren, melk, kaas, bruin brood, roggebrood, aardappelen, rijst of peulvruchten (23). Na het bespreken van het voorbeelddagmenu met de deelnemers en hun verzorgenden, hebben de deelnemers vervolgens een periode van vijf weken het aangepaste dieet gevolgd. Het tijdsbestek van vijf weken is gekozen op basis van de langst mogelijke periode beschikbaar in de afstudeerperiode. 2.3.2 Metingen Gedurende de pilotstudie is gekeken of de alternatieven in het aangepaste dieet een meer smakelijke en goedkopere oplossing waren voor dieetvoeding, waarbij het gewicht, de spierkracht en de eetlust behouden bleven of verbeterd werden. Tijdens de pilotstudie zijn een nulmeting (week 0), een tussenmeting (week 2,5) en een eindmeting (week 5) uitgevoerd naar het gewicht, de spierkracht en de eetlust. Het wegen van de deelnemers is op een systematische manier gebeurd, volgens één van de weegprotocollen te vinden in bijlage II. Totaal zijn er drie weegprotocollen opgesteld voor de verschillende weegschalen: de opstapweegschaal, de weegstoel en de rolstoelweegschaal. De weegprotocollen die op De Biltse Hof gebruikt worden, zijn op een aantal punten aangepast (14,24,25) om zo een meer betrouwbaar resultaat te krijgen. Zo is het van belang dat de cliënten altijd worden gewogen onder dezelfde omstandigheden, zoals hieronder wordt beschreven:
De deelnemer wordt altijd gewogen op hetzelfde moment en het tijdstip wordt genoteerd; De deelnemer wordt bij voorkeur gewogen in alleen ondergoed, ander kleding noteren; Extra gewicht van bijvoorbeeld stoma’s of katheters, oedeem of ascites wordt genoteerd; De deelnemer wordt óf altijd nuchter gewogen óf altijd niet nuchter gewogen; De deelnemer is voor het wegen naar het toilet geweest.
Ook het meten van de spierkracht is systematisch gebeurd met een handgripdynamometer. Het is namelijk belangrijk om bij de uitvoering van de handknijpkrachtmeting aandacht te besteden aan de houding en uitvoering van de deelnemer. Om de meting betrouwbaar te maken, zijn de volgende regels nageleefd:
De deelnemer zit rechtop op een stoel (24,26-29) De ellenboog van de deelnemer is gebogen in een hoek van negentig graden (26-29), de onderarm in neutrale positie en de pols in een hoek van nul tot dertig graden (30) Het afleesscherm van knijpscore moet afgericht zijn van het zicht van de deelnemer (28,31) Zet de wijzer van de handgripmeter voor elke meting op nul (24,26) Meting uitvoeren met zowel de dominante hand als niet-dominante hand van de deelnemer (27,30,32) Per hand drie metingen uitvoeren (24,27-29,32) waarbij geknepen moet worden voor drie seconden met maximale kracht (24,26-28) Moedig tijdens het knijpen de cliënt aan om zo de maximale knijpkracht te bereiken (24) Tussen elke meting door moet de deelnemer 1 minuut rusten (24,30,31) De hoogste knijpkracht wordt meegenomen in de resultaten (27-31)
12
Naast het meten van het gewicht en de spierkracht is gekeken naar veranderingen in de eetlust van de deelnemers. Dit is vastgesteld aan de hand van een schaalscore van 0 tot 10, waarbij 0 = totaal geen eetlust en 10 = veel eetlust. Er is sprake van een verminderde eetlust indien de eetlust, door de deelnemer of verzorgende, wordt gescoord met een onvoldoende: een cijfer lager dan zes. Verkregen gegevens van het gewicht, de spierkracht en de eetlust zijn ingevoerd en geanalyseerd in SPSS Statistics 22.0. De verschillen van de drie meetmomenten in het gewicht, de spierkracht en de eetlust binnen één onderzoeksgroep zijn getoetst met de paired sample T-test. De verschillen van de drie meetmomenten in het gewicht, de spierkracht en de eetlust tussen de twee onderzoeksgroepen zijn getoetst door middel van de independent sample T-test. Een verschil wordt statistisch significant bevonden indien p < 0,05. 2.3.3 Kosten Het assortiment van De Biltse Hof is bekeken aan de hand van de bestellijsten van Huuskes en Albert Heijn to Go. Hierdoor werd duidelijk welke producten beschikbaar zijn als alternatief voor de dieetvoeding. Daarnaast is overleg gevoerd met de voedingsassistente over welke veranderingen in de praktijk haalbaar zijn om uit te voeren en welke producten daadwerkelijk besteld kunnen worden. Doordat ook gekeken is naar het beschikbaar budget om alternatieven en extra tussendoortjes te bekostigen, werd een duidelijk beeld geschetst over de mogelijkheden voor verandering binnen het dagmenu van de deelnemers. Daarnaast zijn ook de kosten achterhaald die dieetvoeding met zich mee brengt en vervolgens vergeleken met de kosten van de alternatieven voor de dieetvoeding. Daarbij is bestudeerd in welke gevallen de dieetvoeding door de verzekering gedekt wordt. Na het volgen van het dieet en het analyseren van de gegevens en ervaringen is een voor- en nadelenmatrix opgesteld. In deze voor- en nadelenmatrix zijn de voordelen en de nadelen van zowel de dieetvoeding als de alternatieven voor dieetvoeding weergegeven.
13
Hoofdstuk 3: Resultaten 3.1 Resultaten literatuuronderzoek In totaal zijn 54 wetenschappelijke artikelen gevonden bij het uitvoeren van het literatuuronderzoek. Van deze wetenschappelijke artikelen zijn 24 artikelen gebruikt waarvan informatie daadwerkelijk verwerkt is in de scriptie (zie bijlage I). De rest van de gevonden artikelen zijn gebruikt voor het verkrijgen van extra achtergrondinformatie voor de onderzoekers. Naast deze wetenschappelijke artikelen zijn ook brochures en folders van ziekenhuizen, verpleeghuizen en gezondheidsdiensten- en verenigingen gebruikt om achtergrondinformatie te verkrijgen of de deelvragen te beantwoorden. 3.1.1 Beantwoording van de deelvragen De deelvragen die met behulp van literatuuronderzoek zijn uitgewerkt zijn hieronder, met de uitwerking, weergegeven. De antwoorden op deze deelvragen zijn gebruikt om de pilotstudie op te zetten en uit te voeren. Wat zijn energie- en eiwitrijke alternatieven voor dieetvoeding en hoe hebben die effect op de voedingstoestand? Het is belangrijk dat de alternatieven voor dieetvoeding energie- en eiwitrijk zijn, omdat bij de doelgroep vaak een verhoogde energie- en/of eiwitbehoefte aanwezig is. Eiwitten worden geleverd door zowel dierlijke als natuurlijke producten. Onder de dierlijke eiwitten vallen eiwitten uit zuivel, vlees en vleeswaren, vis, ei en vleesvervangers. De natuurlijke eiwitten worden geleverd door: peulvruchten, noten, sojabonen, brood, granen en aardappelen (23,33). Eiwitrijke producten van dierlijke herkomst zijn vaak ook rijk in vet, de magere varianten zijn minder rijk in vet (33). Alle eiwitten zijn een energiebron en leveren per gram 4 kcal (23). Het is belangrijk dat de verhoogde behoefte eiwitten goed wordt verdeeld over de dag, omdat dit de spieropbouw beter stimuleert dan wanneer er op één moment van de dag in één keer een grote eiwitinname is. Dit kan worden gerealiseerd door bij het opstellen van het dagmenu bij elke hoofdmaaltijd minimaal twee eiwitrijke componenten te gebruiken (22). Naast eiwitten heeft het lichaam ook energie nodig. Energie is belangrijk om de verschillende processen die in het lichaam gaande zijn te laten werken. De energie die door het lichaam wordt gebruikt, wordt geleverd door: vetten, koolhydraten, eiwitten, alcohol en vezels. Het aantal kilocalorieën verschilt per voedingsmiddel. Voedingsmiddelen die veel vet bevatten, hebben een hoger percentage kilocalorieën per 100 gram product. Ook voedingsmiddelen met veel suikers bevatten over het algemeen meer kilocalorieën per 100 gram product (34,35). Natuurlijke voedingsmiddelen die zowel rijk zijn aan energie als eiwitten zijn volle melkproducten, volvette kaassoorten, vis, ei, vlees en vleesvervangers (22). Met welke onderliggende ziektes en aandoeningen en de daarbij behorende gedragskenmerken moet rekening worden gehouden bij het bepalen van een dieet voor de deelnemers van de pilotstudie? Ziekte van Parkinson Cliënten met de ziekte van Parkinson kunnen last hebben van gewichtsverlies tijdens hun ziekte. Dit gewichtsverlies kan verschillende oorzaken hebben, namelijk: een vertraagde maaglediging, motorische klachten (zoals trillen), verminderde eetlust ten gevolge van medicatie of depressie. Verder kunnen cliënten met de ziekte van Parkinson moeite hebben om zelfstandig te eten en te drinken. Eten met behulp van bestek kan lastig zijn voor cliënten met de ziekte van Parkinson, waarbij het smeren, snijden, aanprikken en opscheppen van voedsel moeilijk is (36). 14
Hierbij is het van belang dat de verzorging hier aandacht aan geeft, zodat de cliënt wel voldoende voedingstoffen binnen krijgt naar zijn/haar behoefte. Wat verder nog oorzaak kan zijn van het gewichtsverlies, is dat cliënten met de ziekte van Parkinson last kunnen hebben van een droge mond (36). Hierdoor wordt het slikken bemoeilijkt en kan de eetlust afnemen (19). Dementie Het is belangrijk om bij cliënten met dementie de behoefte per individu te bepalen en hierbij een gevarieerde voeding aan te houden. Bij dementie kan zowel gewichtstoename als gewichtsverlies optreden. Gewichtstoename kan voorkomen bij verschillende soorten dementie zoals, Alzheimer en frontotemporale dementie. Het kan namelijk zijn dat bij deze vormen van dementie sprake is van een verstoorde impulscontrole. Dit kan ervoor zorgen dat de cliënt geen rem meer heeft op het eetgedrag en daardoor gulzig en overmatig eet. Het is belangrijk om geen voeding en drank in de buurt te laten staan bij cliënten met deze verstoorde impulscontrole en afgemeten porties aan te bieden om overmatig eten en drinken te voorkomen (36). Gewichtsafname kan worden veroorzaakt door toename van beweging, zoals het vele ronddwalen over de afdeling. Verder kan de voedingsinname afnemen, terwijl het energieverbruik door toename van beweging is verhoogd. Er kan bij dementie ook dwangmatig gedrag ontstaan, waarbij de cliënten vaak tegen hun zin in handelingen van zichzelf moeten uitvoeren. Dit zorgt voor stress bij de cliënt en vergt daardoor energie. Het is van belang om de energiebehoefte van de cliënt hierop aan te passen, indien dit noodzakelijk is. Bij dementie kunnen periodes van gewichtsverlies en gewichtstoename elkaar afwisselen. Dit is afhankelijk van de stemming van de cliënt. Wanneer de dementie in een verder gevorderd stadium is, is de kans op gewichtsverlies groter (37). COPD Indien bij de cliënt sprake is van COPD, is het belangrijk om rekening te houden met de ernst van de klachten op verschillende momenten van de dag. Zo is het verstandig te eten op de momenten van de dag, waarop de klachten van de cliënt het minst zijn. Leven met COPD kost veel energie en kracht, waardoor de energie- en eiwitbehoefte is verhoogd. Deze verhoogde behoefte hangt echter af van het stadium waarin de COPD is ontwikkeld, waardoor de energie- en eiwitbehoefte per persoon verschillend is. De energiebehoefte is in de meeste gevallen tussen de 150-200 % energie van het rustmetabolisme en de eiwitbehoefte tussen de 1,5 tot 1,7 gram eiwit per kilogram lichaamsgewicht per dag (38). Hypertensie Bij ouderen worden hart- en vaatziekten in de meeste gevallen veroorzaakt door langdurige hypertensie (39). Bij hypertensie is het van belang dat bij het opstellen van het dieet rekening wordt gehouden met het percentage zout in de voeding. Het is aanbevolen om de zoutinname te beperken en deze goed te verspreiden over de gehele dag. De zoutinname moet beperkt worden tot maximaal 6 gram zout per dag (40). Verder is het bij het opstellen van het dagmenu van belang dat gekeken wordt naar het eventuele gebruik van drop, alcohol en koffie. Verstandig is om de inname van deze voedingsmiddelen te beperken of geheel te stoppen (33,41). Depressie Ouderen hebben een verhoogd risico op het krijgen van depressie (42). Indien sprake is van een depressie is het van belang goed te observeren welke invloed dit heeft op de voedingsinname. Door een depressie kan het namelijk voorkomen dat de cliënt een veranderde eetlust krijgt (41-46), andere voedselvoorkeuren krijgt, te weinig eetmomenten heeft of juist veel energierijke tussendoortjes nuttigt (45).
15
Ook kan bij depressie sprake zijn van moeheid en energieverlies (45). Door al deze veranderingen kan het zijn dat gewichtsverandering plaatsvindt bij de cliënt (42,43,45,46). Het is daarom belangrijk om bij het opstellen van het dieet rekening te houden met de juiste hoeveelheid kilocalorieën en een juiste balans van voedingswaarden in de maaltijden (45). Deze hoeveelheid kilocalorieën is per persoon verschillend. Wat kan ervoor zorgen dat de eetlust verbeterd? Een verminderde eetlust kan verschillende oorzaken hebben. Ouderen hebben allereerst een hogere kans op een verminderde eetlust dan volwassenen. Dit komt omdat veroudering samen gaat met veranderingen in het lichaam, waardoor de regulatie van eetlust, honger en verzadiging veranderd (2,8,41). Buiten deze fysiologische veranderingen zijn nog veel andere oorzaken voor een verminderde eetlust. Zo kunnen ziekten en de behandeling hiervan zorgen voor een verminderde eetlust. Ook zijn er lichamelijke oorzaken die zorgen voor een verminderde eetlust, zoals misselijkheid, een droge mond, maagklachten, buikklachten en pijn (2,8,19). Niet-lichamelijke oorzaken, zoals depressie, verlies van partner, verdriet, angst, spanningen, dementie en eenzaamheid kunnen ook zorgen voor een gebrek aan eetlust (8,19). Daarnaast hebben de eetomgeving en het tijdstip van maaltijden ook invloed op de eetlust (2,8). Het is daarom belangrijk om allereerst te kijken naar de oorzaak van de verminderde eetlust. Indien de oorzaak van de verminderde eetlust achterhaald is, kan geprobeerd worden om deze te verhelpen. Zo kan bijvoorbeeld geprobeerd worden of op andere tijdstippen beter gegeten wordt, omdat de tijdstippen waarop gegeten wordt in zorginstellingen vaak niet overeen komt met de vraag van de oudere. Ook kunnen de maaltijden beter afgestemd worden op de zorgmomenten. Wanneer een cliënt bijvoorbeeld al een heel ochtendritueel achter de rug heeft, zal hij/zij moe zijn en weinig eetlust hebben voor het ontbijt (47). Verder is het van belang om te letten op de ambiance en het gezelschap tijdens het eten (41,48). Wanneer een maaltijd genuttigd wordt in het gezelschap van familie en/of bekenden kan de voedingsinname tot wel 50 procent hoger zijn dan normaal (49). Hoe wordt het gewicht verantwoord gemeten? Om een zo betrouwbaar mogelijke meting te hebben, is het van belang dat de weegschaal waarmee de cliënt gewogen wordt elke maand wordt gekalibreerd met standaard gewichten (25).Daarnaast is het van belang dat de cliënt altijd op dezelfde manier wordt gewogen. Aandachtspunten bij het wegen zijn: Altijd gebruik maken van dezelfde gekalibreerde weegschaal (24,25); Weeg zonder schoenen, jas en andere zware kleding (24,25); Wanneer de cliënt op de weegschaal staat is het van belang dat de cliënt in het midden van de weegschaal staat en het gewicht gelijk over beide voeten wordt verdeeld (25); Weeg wanneer mogelijk op een vast tijdstip, bij voorkeur in de ochtend in nuchtere toestand (24,25); Weeg de patiënt zo mogelijk met een lege blaas (24,25). Hoe wordt de spierkracht, met behulp van een handgripdynamometer, verantwoord gemeten? De handgripdynamometer is een goedkoop en eenvoudig hulpmiddel om de spierkracht van personen te meten (24,30,31), waarbij de score van een handknijpkrachtmeting verlies of toename van de totale spierkracht aan kan tonen. Spierkracht kan gerelateerd worden aan problemen in fysieke mobiliteit (24,31,50), waardoor de handknijpkrachtmeting indirect ook een hulpmiddel is om het fysieke vermogen van cliënten te meten (32). De meting is hierdoor een voorspeller van mortaliteit, functionele achteruitgang en nieuwe ontwikkelingen en reflecteert hierdoor de algemene gezondheid van individuele ouderen (29). Uit eerder onderzoek is naar voren gekomen dat de handknijpkracht daalt met de leeftijd voor zowel mannen als vrouwen (24,27,32). Voor elke leeftijdsgroep zijn daarom per geslacht referentiewaarden opgesteld. 16
3.2 Resultaten pilotstudie De onderzoekspopulatie bestond uit 16 deelnemers. Van deze 16 deelnemers zijn de gegevens van 11 deelnemers meegenomen in de pilotstudie. Gedurende de pilotstudie was een uitval van vijf deelnemers door overlijden (n=3), door het niet kunnen stoppen met dieetvoeding door ernstige decubituswonden (n=1) en door het niet willen stoppen van dieetvoeding (n=1). De uiteindelijke onderzoekspopulatie bestond uit zowel mannen (n=5) als vrouwen (n=6). De deelnemers hadden een leeftijd boven de 65 jaar met een gemiddelde leeftijd van 83 jaar (±10,2), zie tabel 4. Deelnemers van het onderzoek verbleven op de somatische verpleegafdeling (n=3) of psychogeriatrische verpleegafdeling (n=8) van De Biltse Hof. Alle deelnemers hadden tenminste één chronische ziekte, namelijk: hypertensie (n=1), ziekte van Parkinson (n=1), COPD (n=1), dementie (n=8) en depressie (n=1). Tabel 4: gegevens van deelnemers na de screening
Totaal (n= 11) Geslacht Man 5 (45,5%) Vrouw 6 (54,5%) Leeftijd Man 82 (±11,5) Vrouw 85 (±9,9) Totaal 83 (±10,2) BMI* kg/m2 19,9 (±2,5) rc SNAQ Rood 6 (54,5%) Oranje 5 (45,5%) Groen 0 (0%) * Alle waardes zijn gemiddelden
Somatische verpleegafdeling (n= 3)
Psychogeriatrische verpleegafdeling (n=8)
3 (100%) 0 (0%)
2 (25%) 6 (75%)
79 (±14,0) 79 (±14,0)
86 (±9,2) 85 (±9,9) 85 (±9,1)
21,6 (±2,3)
19,3 (±2,4)
1 (33,3%) 2 (66,7%) 0 (0%)
5 (62,5%) 3 (37,5%) 0 (0%)
3.2.1 Voeding Uit analyse van de voedingsanamneses van de deelnemers is gebleken dat 54,5% van de deelnemers (n=6), ten tijde van de screening, een te lage energie-inname had. Een tekort van eiwitinname kwam ook bij 54,5% van de deelnemers (n=6) voor. Zowel het energie- als eiwittekort was op de somatische verpleegafdeling hoger (66,7%) in vergelijking met de psychogeriatrische verpleegafdeling (50%). Daarnaast hadden alle deelnemers (n=11), ten tijde van de screening, een te lage vochtinname. Zo zaten alle deelnemers met hun drinkvochtinname 500-700 ml onder de aanbevolen minimale drinkvochtinname van 1700 ml. Vijf deelnemers hadden met de inname volgens het, door de onderzoekers opgestelde, voorbeelddagmenu een hogere energie- en eiwitinname dan dat zij nodig hebben volgens hun berekende behoefte. Dit verhoogde energie- en eiwitadvies is opgesteld, omdat de energie- en eiwitinname per dag erg kan verschillen door stemmingswisselingen (n=1) of vermoeidheid (n=2). Ook was bij een aantal deelnemers (n=2) de energie- en eiwitinname voor de start van de pilotstudie hoger dan de behoefte en is deze inname aangehouden. Daarnaast had ook een aantal deelnemers (n=3) met de energie- en eiwitinname volgens het voorbeelddagmenu een lagere inname dan de berekende energie- en eiwitbehoefte. Door een sterk verminderde eetlust was een hogere inname, dan in het voorbeelddagmenu geadviseerd, niet mogelijk. 17
Om de (verhoogde) energie- en eiwitbehoefte te behalen, is een variatielijst opgesteld met energieen eiwitrijke producten. Hierdoor is tijdens het volgen van het dieet gevarieerd in producten op verschillende eetmomenten. Naast de variatielijst zijn ook recepten opgesteld die als alternatief kunnen dienen voor de energie- en eiwitrijke dieetvoeding. De recepten zijn geschreven aan de hand van het boek “Receptenleer” van Eden van JG et al. Deze recepten zijn samen met de variatielijst gebundeld als receptenboek. Het receptenboek met alternatieven voor dieetvoeding is te vinden in bijlage III. 3.2.2 Metingen Gewicht Het gewicht van de deelnemers is gedurende de pilotstudie op drie meetmomenten vastgesteld. De eerste meting was op de dag dat het onderzoek van start ging, de tweede meting was twee-en-een halve week na de start van het onderzoek en de eindmeting was vijf weken na de start van het onderzoek. Het gewicht van de deelnemers op de nulmeting was gemiddeld 57,7 kg (±10,9). Het gemiddelde gewicht op de somatische verpleegafdeling was hoger dan het gemiddelde gewicht op de psychogeriatrische verpleegafdeling. In de twee-en-een halve week tot de tussenmeting is het gemiddelde gewicht met 57,7 kg (±11,0) niet veranderd ten opzichte van de nulmeting. Bij de eindmeting van het onderzoek was het gemiddelde gewicht 58,0 kg (±11,2). Dit betekent dat het gewicht van de deelnemers tijdens de onderzoeksperiode gemiddeld met 0,3 kg (±1,6) is toegenomen. Deze toename is niet significant (p=0,604). Gemiddeld is een gewichtsverlies van 0,2 kg (±1,5) gemeten op de somatische verpleegafdeling en een gewichtstoename van gemiddeld 0,4 kg (±1,7) op de psychogeriatrische verpleegafdeling. Zowel bij de somatische verpleegafdeling (p=0,837) als bij de psychogeriatrische verpleegafdeling (p=0,496) zijn deze resultaten niet significant. Het gemiddelde gewicht van de deelnemers op de drie weegmomenten is terug te vinden in tabel 5. Tabel 5: gemiddeld gewicht in week 0, week 2,5 en week 5 van de pilotstudie
Somatische verpleegafdeling Psychogeriatrische verpleegafdeling Totaal
Gewicht nulmeting 66,1 kg (±9,3)
Gewicht tussenmeting 66,2 kg (±8,7)
Gewicht eindmeting 65,9 kg (±8,0)
54,6 kg (±10,2)
54,6 kg (±10,5)
55,0 kg (±11,1)
57,7 kg (±10,9)
57,7 kg (±11,0)
58,0 kg (±11,2)
De stijging in gewicht is terug te zien in de SNAQ-score van de deelnemers. Bij de nulmeting had namelijk 54,5% van de deelnemers een SNAQ-score rood en 45,5% een SNAQ-score oranje. Terwijl bij de eindmeting 54,5% van de deelnemers een SNAQ-score rood had, 36,4% een SNAQ-score oranje en 9,1% een SNAQ-score groen. De SNAQ-scores op de drie meetmomenten zijn terug te vinden in tabel 6.
18
Tabel 6: SNAQ-score in week 0, week 2,5 en week 5 van de pilotstudie
Somatische verpleegafdeling SNAQ rood SNAQ oranje SNAQ groen Psychogeriatrische verpleegafdeling SNAQ rood SNAQ oranje SNAQ groen Totaal SNAQ rood SNAQ oranje SNAQ groen
SNAQ-score nulmeting
SNAQ-score tussenmeting
SNAQ-score eindmeting
1 (33,3%) 2 (66,7%) 0 (0%)
1 (33,3%) 1 (33,3%) 1 (33,3%)
1 (33,3%) 2 (66,7%) 0 (0%)
5 (62,5%) 3 (37,5%) 0 (0%)
5 (62,5%) 2 (25,0%) 1 (12,5%)
5 (62,5%) 2 (25,0%) 1 (12,5%)
6 (54,5%) 5 (45,5%) 0 (0%)
6 (54,5%) 3 (27,3%) 2 (18,2%)
6 (54,5%) 4 (36,4%) 1 (9,1%)
Handknijpkracht Alle mannelijke deelnemers die deelnamen aan de handknijpkrachtmeting (n=4) knepen op alle drie de meetmomenten, met hun linkerhand en/of rechterhand, minimaal 17 kg onder de referentiewaarde voor hun leeftijdscategorie. De vrouwelijke deelnemers die deelnamen aan de handknijpkrachtmeting (n=3) knepen op twee meetmomenten (nulmeting en tussenmeting) 0,3-4,7 kg onder de referentiewaarde voor hun leeftijdscategorie. Bij de eindmeting knepen de vrouwelijke deelnemers, met zowel hun linker- als rechterhand, minimaal 2,5 kg boven de referentiewaarde voor hun leeftijdscategorie. De handknijpkracht van de deelnemers op de drie meetmomenten en de vergelijking hiervan met de referentiewaarden zijn terug te vinden in tabel 7. Tabel 7: vergelijking tussen handknijpkracht deelnemers en referentiewaarden
Deelnemers man 82 (±11,5)
Leeftijd (jaren)* Nulmeting HKK-links* 13,4 kg (±2,1) HKK-rechts* 14,7 kg (±6,4) Tussenmeting HKK-links* 14,0 kg HKK-rechts* 10,0 kg Eindmeting HKK-links* 15,0 kg (±3,9) HKK-rechts* 14,0 kg (±5,3) * Alle waardes zijn gemiddelden
Referentiewaarde Deelnemers Mannen vrouw 80-85 85 (±9,9)
Referentiewaarde vrouwen 85
32-35 kg 32-35 kg
10,3 kg (±5,5) 11,0 kg (±6,2)
15 kg 15 kg
32-35 kg 32-35 kg
14,7 kg (±2,3) 14,0 kg (±3,6)
15 kg 15 kg
32-35 kg 32-35 kg
19,0 kg (±1,4) 17,5 kg (±0,7)
15 kg 15 kg
Bij de nulmeting en tussenmeting is de handknijpkracht van de deelnemers van de somatische verpleegafdeling (n=2) enkel met één hand gemeten, omdat met beide handen niet mogelijk was. Bij de eindmeting kon één deelnemer van de somatische verpleegafdeling zowel met links als rechts knijpen. Op de somatische verpleegafdeling is de handknijpkracht bij de eindmeting, in vergelijking met de nulmeting, met zowel de linker- als rechterhand afgenomen. De deelnemers van de psychogeriatrische verpleegafdeling (n=5) knepen allemaal met zowel de linker- als rechterhand. 19
Op de drie meetmomenten konden niet altijd alle deelnemers deelnemen aan de handknijpkrachtmeting wegens persoonlijke omstandigheden. De gemiddelde handknijpkracht met de linkerhand, op de psychogeriatrische verpleegafdeling, is op de eindmeting 18,5 kg (±1,3). Dit is een toename van 7,0 kg (±6,5) ten opzichte van de nulmeting van 11,8 kg (±4,6). De toename is niet significant bevonden (p=0,120). Met de rechterhand is de gemiddelde toename op de eindmeting 4,3 kg (±6,3) ten opzichte van de nulmeting van 13,0 kg (±5,9). Ook deze toename is niet significant bevonden (p=0,273). De gemiddelde handknijpkracht van alle deelnemers is gedurende de pilotstudie voor zowel de linker- als rechterhand toegenomen. Bij de eindmeting is de handknijpkracht met de linkerhand 5,8 kg (±6,2) toegenomen ten opzichte van de nulmeting (p=0,105) en met de rechterhand is een toename van 2,6 kg (±6,6) gemeten (p=0,429). De resultaten van de handknijpkrachtmeting op de drie verschillende meetmomenten zijn per afdeling en voor alle deelnemers gezamenlijk weergegeven in tabel 8. Tabel 8: gemiddelde handknijpkracht in week 0, week 2,5 en week 5 van de pilotstudie
Somatische verpleegafdeling Links Rechts Psychogeriatrische verpleegafdeling Links Rechts Totaal Links Rechts
Handknijpkracht nulmeting
Handknijpkracht tussenmeting
Handknijpkracht eindmeting
(n=2) 13,0 kg 12,0 kg
(n=2) 14,0 kg 10,0 kg
(n=2) 12,0 kg (±2,8) 8,0 kg
(n=5) 11,8 kg (±4,6) 13,0 kg (±5,9)
(n=3) 14,7 kg (±2,3) 14,0 kg (±3,6)
(n=4) 18,5 kg (±1,3) 17,3 kg (±1,0)
(n=7) 11,8 kg (±4,6) 12,8 kg (±5,9)
(n=5) 14,5 kg (±1,9) 13,0 kg (±3,6)
(n=6) 17,6 kg (±2,3) 15,4 kg (±4,2)
Eetlust Bij zowel de nulmeting, de tussenmeting en de eindmeting van de pilotstudie hadden twee deelnemers (18,2%) een verminderde eetlust. De verminderde eetlust die voorkwam bij deelnemers van de pilotstudie werd veroorzaakt door vermoeidheid (n=1), depressie (n=1) en ziekte (n=2). Tijdens de pilotstudie is ook meerdere malen aangegeven door deelnemers (n= 3) dat de tijdstippen van de verschillende eetmomenten qua tijd te dicht op elkaar zitten. Ook werd aangegeven door deelnemers (n=3) dat de keuzemogelijkheid voor de warme maaltijd beperkt is. Hierdoor werd niet altijd de gehele maaltijd opgegeten of werd een eetmoment zelfs overgeslagen. De gemiddelde eetlust, van de deelnemers gezamenlijk, werd echter op alle drie de eetmomenten met een zeven of hoger beoordeeld. Wel is met de eindmeting een lichte daling (-0,3) te zien in de eetlustbeoordeling ten opzichte van de nulmeting (p=0,612). Op de somatische verpleegafdeling is de eetlust gedaald gedurende de pilotstudie. Zo werd bij de nulmeting gemiddeld een 7,0 (±3,6) gegeven voor de eetlust en bij de eindmeting werd gemiddeld een 5,8 (±1,4) gegeven. Deze daling is niet significant bevonden (p=0,626). Op de psychogeriatrische verpleegafdeling is de gemiddelde eetlust gedurende het onderzoek gelijk gebleven (7,4 ±1,1).Ook dit resultaat is niet significant (p=1,00). De resultaten van de eetlust, op de verschillende meetmomenten, zijn terug te vinden in tabel 9. 20
Tabel 9: gemiddelde eetlust in week 0, week 2,5 en week 5 van de pilotstudie
Eetlust nulmeting* Somatische verpleegafdeling 7,0 (±3,6) Psychogeriatrische verpleegafdeling 7,4 (±1,2) Totaal 7,3 (±1,9) * Alle waardes zijn gemiddelden
Eetlust tussenmeting*
Eetlust eindmeting*
6,2 (±2,8)
5,8 (±1,4)
7,4 (±1,1) 7,1 (±1,6)
7,4 (±1,1) 7,0 (±1,3)
3.2.3 Kosten Uit de kostenvergelijking is gebleken dat de alternatieven voor dieetvoeding goedkoper zijn dan de drinkvoeding en de dieetvoeding. Zo kost een flesje drinkvoeding gemiddeld €2,50, modules en dieettoetjes per stuk gemiddeld €1,59 en een alternatief voor dieetvoeding gemiddeld €1,04. Deze kosten vergelijking is terug te vinden in figuur 1. Drinkvoeding wordt in een verpleeghuis, zoals De Biltse Hof, niet vergoed. Dit zorgt ervoor dat het voor De Biltse Hof goedkoper is te kiezen om dieetvoeding te vervangen voor alternatieven voor dieetvoeding. In de eerstelijnszorg wordt de dieetvoeding echter in de meeste gevallen wel vergoed, waardoor de dieetvoeding, qua kosten, voordeliger is dan de alternatieven hiervoor. Buiten deze kostenberekening zijn er nog andere belangrijke bevindingen die bij dragen bij het maken van de keuze voor het behoudt van dieetvoeding of deze te vervangen door alternatieven. Dieetvoeding is gemakkelijk in gebruik en is ook makkelijk mee te nemen, echter wordt niet alle dieetvoeding altijd smakelijk bevonden. Alternatieven voor dieetvoeding kunnen daarentegen helemaal samengesteld worden naar de smaakvoorkeur van de cliënt met natuurlijke producten. Het bereiden van de alternatieven voor dieetvoeding kan wel extra tijd in beslag nemen. Deze en andere voor- en nadelen van dieetvoeding of de alternatieven hiervoor zijn terug te vinden in de voor- en nadelenmatrix, te zien in tabel 10. Deze matrix is opgesteld aan de hand van de bevindingen van de onderzoekers gedurende de pilotstudie en wetenschappelijke literatuur (51-53). Aan de hand van deze voor- en nadelenmatrix kunnen verpleeghuizen en andere zorginstellingen zelf de keuze maken welke voeding het beste binnen hun beleid past.
Figuur 1: vergelijking van de prijs tussen drinkvoeding, modules/dieettoetjes en alternatieven voor dieetvoeding
21
Tabel 10: voor- en nadelenmatrix dieetvoeding en alternatieven voor dieetvoeding
22
Hoofdstuk 4: Discussie 4.1 Beantwoording van de probleemstelling Deze vijf weken durende pilotstudie is uitgevoerd om te achterhalen wat het effect is van smakelijke en goedkopere alternatieven voor dieetvoeding in het dieet van ouderen (65+) op het gewicht, de spierkracht en de eetlust. Er is geen significant verschil gevonden in het gewicht, de spierkracht en de eetlust van de deelnemers tussen de nulmeting en de eindmeting van de pilotstudie. Wel is gemiddeld, over de gehele onderzoeksgroep, een lichte stijging te zien in het gewicht en de spierkracht van de deelnemers. Bij de eetlust is gemiddeld, over de gehele onderzoeksgroep, een lichte daling te zien.
4.2 Verklaring resultaten Uit de pilotstudie komt naar voren dat een dieet met energie- en eiwitrijke producten, bij ouderen met een leeftijd van 65 jaar of ouder, geen significante (p=0,604) toename in gewicht oplevert binnen een periode van vijf weken. Echter kan de korte onderzoeksperiode de betrouwbaarheid van de resultaten van de pilotstudie beïnvloed hebben. Voor vervolgonderzoek op deze pilotstudie wordt daarom geadviseerd om minimaal een onderzoeksperiode van 12 weken te handhaven om zo betrouwbare, meetbare effecten op de voedingstoestand te realiseren (8,52). Uit eerder onderzoek, van Milne et al., blijkt dat ook voedingsinterventies met dieetvoeding niet altijd een significante toename in gewicht opleveren, maar soms zelfs een daling van het gewicht teweeg brengen (54). Enkel bij erg ondervoede ouderen die een voedingsinterventie met dieetvoeding volgen, van 48 uur na opname in het ziekenhuis tot aan ontslag of overlijden, is een significante stijging in gewicht te zien (p=0,04). Dit blijkt uit onderzoek van Potter et al. (55). De mannelijke deelnemers van de pilotstudie hebben, bij alle drie de meetmomenten, allemaal een te lage handknijpkracht in vergelijking met de referentiewaarde voor hun leeftijdscategorie. Zij knijpen gemiddeld minder dan de helft van de referentiewaarde, een verschil dat bij de vrouwelijke deelnemers aanzienlijk kleiner is. Uit eerder onderzoek, van Johansson et al., is naar voren gekomen dat de handknijpkracht significant lager is bij ouderen, zowel mannen als vrouwen, wanneer zij (risico op) ondervoeding hebben (p <0,001 ) (56). Dit kan de lage handknijpkracht van de deelnemers van de pilotstudie verklaren. De gemiddelde handknijpkracht van alle deelnemers gezamenlijk is tijdens de pilotstudie, voor zowel de linker- als de rechterhand, licht toegenomen (linkerhand +5,8 kg (±6,2), rechterhand +2,6 kg (±6,6)). Deze toename is niet significant bevonden (linkerhand p=0,105, rechterhand p=0,429). De oorzaak hiervan zou kunnen zijn dat ouderen, vooral in de psychogeriatrie, op de dag van de meting belemmerd kunnen worden door hun chronische ziekte. Hierdoor kan het zijn dat zij per meting een sterk veranderde handknijpkracht hebben of zelfs helemaal niet in staat zijn om de handknijpkrachtmeting uit te voeren. Naast dat bij de pilotstudie geen significante verschillen zijn gevonden in de handknijpkracht, zijn ook bij 13 onderzoeken met dieetvoeding als voedingsadvies geen significante verschillen gevonden in de handknijpkracht. Deze resultaten staan vermeld in de review van Milne et al. (54). Opvallend is dat in de resultaten van de pilotstudie naar voren komt dat gemiddeld een stijging is te zien in zowel het gewicht als de spierkracht, terwijl de gemiddelde eetlust van de deelnemers afneemt. Dit is in tegenstelling tot eerder onderzoek van Pols-Vijlbrief et al., waarbij sterk bewijs is gevonden dat een lage eetlust een positieve associatie heeft met een energie-en eiwittekort in het lichaam, wat op ten duur zorgt voor gewichtsafname (57).
23
Een verklaring voor de afname van de gemiddelde eetlust van de deelnemers van de pilotstudie kan zijn dat door de kleine onderzoeksgroep de score van elke deelnemer veel invloed heeft op de gemiddelde score. Geeft één deelnemer bij de eindmeting een veel lagere score dan bij de nulmeting, dan wordt de gemiddelde score hierdoor erg beïnvloed.
4.3 Sterke en zwakke punten van de pilotstudie 4.3.1 Sterke punten De pilotstudie is uitgevoerd met behulp van professionals en de onderzoekers zijn begeleid door een diëtist die gespecialiseerd is in geriatrie. Deze pilotstudie is een goede opstap naar vervolgonderzoek, omdat op het gebied van het effect van alternatieven voor dieetvoeding nog weinig onderzoek is uitgevoerd. Tijdens de pilotstudie zijn alle metingen uitgevoerd met hetzelfde meetinstrument. De handgripdynamometer is na elke meting terug gebracht naar nul en de metingen zijn steeds uitgevoerd door dezelfde onderzoeker. Bij de uitvoering van de meting met de handgripdynamometer is gebruik gemaakt van een protocol, waardoor elke meting op dezelfde manier is uitgevoerd, wat de betrouwbaarheid van de resultaten vergroot. De onderzoekers zijn tijdens de pilotstudie gemiddeld één keer per week bij de deelnemers langs geweest om het voorbeelddagmenu te evalueren. Ook werden aanpassingen gemaakt in het voorbeelddagmenu indien dit nodig was. Door deze regelmatige evaluatie en de daarop gebaseerde aanpassingen naar de voorkeuren van de cliënt, was het dieet gemakkelijker te volgen. 4.3.2 Zwakke punten De onderzoekers waren op meerdere punten afhankelijk van het verplegend en verzorgend personeel, wat per dag wisselend is. Zo werden de metingen van het gewicht uitgevoerd door het verplegend personeel en ook over de controle van de voedingsintake hadden het verplegend en verzorgend personeel de verantwoordelijkheid. Hierdoor hadden de onderzoekers geen controle op het correct uitvoeren van de weegprotocollen en het juist volgen van het voorbeelddagmenu. Dit kan de betrouwbaarheid van de resultaten beïnvloed hebben, wanneer de metingen niet correct zijn uitgevoerd of genoteerd. Wat ook de betrouwbaarheid van de resultaten beïnvloed kan hebben, is dat de beoordeling van de eetlust van de deelnemers gegeven is door verschillende leden van het verzorgend personeel, die allemaal een andere kijk op de eetlust hebben. Zo beoordeelde één personeelslid de eetlust van een deelnemer als goed met een 7, terwijl het andere personeelslid de eetlust van dezelfde deelnemer, op hetzelfde moment, ook als goed met een 8 beoordeelde. Daarom is geprobeerd om de eetlust van de deelnemers altijd door hetzelfde personeelslid te laten beoordelen, alleen is dit niet altijd mogelijk geweest. Bij het opstellen van het voorbeelddagmenu is zoveel mogelijk toegewerkt naar de behoefte van de deelnemer met een minimum van 1500 kcal (2,8). Echter is bij één deelnemer deze minimum behoefte niet behaald met het opstellen van het voorbeelddagmenu. Dit kan invloed hebben gehad op de resultaten van de metingen. Door tussentijds het voorbeelddagmenu aan te passen en de energie-inname boven de 1500 kcal te brengen, is geprobeerd deze beperking zo min mogelijk invloed te laten hebben op de resultaten. Ook werd bij het opstellen van het voorbeelddagmenu gestreefd naar een minimale drinkvochtinname van 1700 ml, omdat dit in de literatuur is aanbevolen (2,8,33). Een drinkvochtinname van 1700 ml was niet haalbaar aangezien deelnemers hier 500-700 ml onder zaten met hun destijds huidige inname. Daarom is gekozen voor een minimale drinkvochtinname van 1500 ml, waarbij zoveel mogelijk extra drinkvocht wordt aangeboden over de dag. 24
Hoofdstuk 5: Conclusie en aanbevelingen 5.1 Conclusie Deze pilotstudie geeft geen significant verschil in zowel het gewicht, de spierkracht als de eetlust van de deelnemers na het volgen van een dieet met alternatieven voor dieetvoeding. Wel is een lichte stijging te zien in het gewicht en de spierkracht van de deelnemers aan het einde van pilotstudie. Een lichte daling is daarentegen te vinden in de eetlust van de deelnemers van de pilotstudie. De resultaten van de pilotstudie zijn van een kleine onderzoeksgroep, die over een korte periode van vijf weken zijn verkregen. Daarom is het aanbevolen om vervolgonderzoek uit te voeren met een grotere onderzoeksgroep en een langere volgperiode van minimaal 12 weken (8,52). Uit literatuuronderzoek blijkt dat de handknijpkracht gemeten met de handgripdynamometer niet alleen iets zegt over spierkracht, maar indirect ook iets over algemene gezondheid. Dit maakt dat de handgripdynamometer een opkomend hulpmiddel is van klinisch belang (31). Dit hulpmiddel kan daarom ook goed gebruikt worden bij het vervolgonderzoek van deze pilotstudie. Indien vervolgonderzoek niet direct mogelijk is, kan er nu al gestart worden met enkele veranderingen binnen het voedingsbeleid binnen Stichting De Bilthuysen. Zo is het allereerst van belang dat ondervoeding niet alleen wordt vastgesteld op basis van het gewicht, maar het personeel ook kijkt naar eventuele andere factoren die (het risico op) ondervoeding teweeg kunnen brengen, zoals een verminderde eetlust of afhankelijkheid van hulp bij het eten. Het is daarom van belang om preventief te kijken naar oorzaken van een verminderde eetlust, zodat deze oorzaken snel aangepakt kunnen worden wanneer dit nodig is. Vervanging van dieetvoeding door alternatieven heeft zowel voor- als nadelen. Een groot voordeel is dat de kosten van de alternatieven aanzienlijk lager zijn voor De Biltse Hof in vergelijking met de kosten voor dieetvoeding. Wel moet rekening gehouden worden met dat niet in alle gevallen de dieetvoeding vervangen kan worden. In sommige gevallen, zoals bij ziekte, wonden/decubitus en zeer slechte eetlust, is de dieetvoeding van noodzakelijk belang. Alle aanpassingen in het voedingsbeleid zorgen voor een goede start naar een optimale voedingstoestand van alle cliënten binnen Stichting De Bilthuysen!
25
5.2 Aanbevelingen Allereerst is aan te raden verder onderzoek uit te voeren naar het effect van smakelijke en goedkopere alternatieven voor dieetvoeding op het gewicht, de spierkracht en de eetlust van ouderen (65+) op lange termijn. De pilotstudie kan namelijk door de korte onderzoeksperiode, van vijf weken, onvoldoende uitspraak doen over de daadwerkelijk effecten van de alternatieven. Het is daarom aan te raden vervolgonderzoek uit te voeren voor een periode van minimaal drie maanden, om zo meetbare effecten van de alternatieven voor dieetvoeding op de voedingstoestand op langere termijn te verkrijgen (8,52). Indien vervolgonderzoek gedaan zal worden, is het belangrijk dat hier gelet zal worden op de handhaving van de opgestelde protocollen. Door het strikt volgen van de protocollen zullen de resultaten meer betrouwbaar zijn. Ook is het aan te bevelen om voor de start van het vervolgonderzoek per afdeling enkel één aanspreekpunt te regelen. Alleen met deze persoon zal worden gecommuniceerd over de voortgang van de deelnemers en afspraken van metingen en evaluatiegesprekken. Op deze manier wordt voorkomen dat verschillende, uiteenlopende meningen gegeven zullen worden over de voortgang van de deelnemers, waardoor de resultaten van het onderzoek meer betrouwbaar zullen zijn. Naast het advies voor vervolgonderzoek, kunnen door deze pilotstudie al enkele adviezen worden gegeven aan Stichting De Bilthuysen en andere verzorg- en verpleeginstellingen die met ondervoeding te maken hebben. Zo is het van belang om beter om te gaan met het vaststellen van (het risico op) ondervoeding bij cliënten. Niet alleen cliënten met ondergewicht kunnen namelijk ondervoeding hebben, het kan ook voorkomen dat een cliënt met overgewicht tekenen van ondervoeding heeft, maar waarbij dit niet altijd wordt waargenomen (41). Het is daarom van belang om bij het vaststellen van ondervoeding, door middel van de SNAQ-score, niet alleen te letten op het gewicht van de cliënt, maar om ook te kijken naar de eetlust en zelfredzaamheid bij het eten. Ook een lage zelf-ervaren gezondheid, toegenomen symptomen van depressie en een hoge leeftijd zijn grote voorspellers van ondervoeding. Hier moet daarom allemaal op gelet worden, buiten enkel gewichtsverandering, bij de cliënt (56). Het tweede advies heeft betrekking tot de eetlust van de cliënten binnen Stichting De Bilthuysen. Zoals al eerder aangegeven, in de inleiding van deze scriptie, kunnen er veel oorzaken voor een verminderde eetlust zijn. Het is erg van belang om de precieze oorzaak van de verminderde eetlust te achterhalen, zodat geprobeerd kan worden om deze te verhelpen. Verscheidene deelnemers van de pilotstudie hebben aangegeven dat de tijdstippen van de verschillende eetmomenten qua tijd te dicht op elkaar zitten of onvoldoende keuzemogelijkheid is voor de warme maaltijd. Hierdoor wordt niet altijd de gehele maaltijd opgegeten of wordt een eetmoment zelfs overgeslagen. Een advies voor de werknemers van Stichting De Bilthuysen is om te kijken naar de mogelijkheid om de eetmomenten en keuzemogelijkheden meer af te stemmen op de wensen van de cliënten (16,47). Ook kunnen de maaltijden hierbij beter afgestemd worden op de zorgmomenten. Wanneer een cliënt bijvoorbeeld al een heel ochtendritueel achter de rug heeft, zal hij/zij moe zijn en weinig eetlust hebben bij het ontbijt (47). Verder is het van belang om te letten op de ambiance en het gezelschap tijdens het eten (41,48), omdat gezelschap van familieleden en/of bekenden de voedingsinname tot wel 50% kan verhogen (49). Tijdens het afnemen van de voedingsanamneses bleek dat de drinkvochtinname van alle deelnemers zeer laag was (500-700 ml onder de aanbevolen hoeveelheid). Ouderen hebben meer drinkvocht nodig dan volwassenen, maar hebben tegelijkertijd een verminderd dorstgevoel. Het is daarom van belang om de drinkvochtinname van de cliënten over de gehele dag te blijven stimuleren. Voor een goede vochtinname moet gestreefd worden naar een minimale drinkvochtinname van 1700 ml per dag (2,8,33). 26
Als laatst wordt aanbevolen om goede keukenapparatuur aan te schaffen voor het maken van de smoothie-, milkshake- en mousserecepten. Door deze investering zal het gemakkelijker zijn voor het personeel om de recepten te bereiden, waardoor de recepten vaker gemaakt kunnen worden. Hierdoor zullen de cliënten meer profiteren van deze energie- en eiwitrijke dranken en tussendoortjes.
27
Literatuurlijst 1.
De Bilthuysen. Locaties. De Biltse Hof. http://www.debilthuysen.nl/locaties/de-biltse-hof
2.
Groot de CPGM, Staveren van WA, Dhonukshe-Rutten RAM. Voeding van de oudere mens. Informatorium voor Voeding en Diëtetiek-voedingsleer. Houten: december 2005. p. 139-57
3.
Nationaal kompas volksgezondheid. Bevolking. Toekomst. Leeftijdsopbouw bevolking. http://www.nationaalkompas.nl/bevolking/toekomst/
4.
Jonkers K, Klos M, Kouwenoord K, et al. Stuurgroep Ondervoeding. Richtlijn screening en behandeling ondervoeding. Amsterdam: juni 2011. p. 4-5,16,20.
5.
Evers A, Kruizinga H, Schilp J. Vroege herkenning en behandeling van ondervoeding. Tijdschrift voor praktijkondersteuning. 2010;6:162-6.
6.
Bedaf M. BijZijn-XL Patientenveiligheid. 2013;3:08-11.
7.
Spaan A. VMS veiligheidsprogramma. Kwetsbare ouderen. September 2009. Den Haag: Angelique Spaan Tekstproducties. p. 45-52.
8.
Asselt van DZB, Bokhorst van- Schueren van der MAE, Olde Rikkert MGM. Leidraad ondervoeding bij de geriatrische patiënt. Utrecht: Academic Pharmaceutical Productions; 2010. p. 18-9,20.
9.
Halen van K. Ondervoeding ook in Nederland. De ondervoedingskrant. 11 december 2013. p. 1.
10.
Stuurgroep Ondervoeding. Ondervoeding algemeen. Wat is ondervoeding bij ziekte. Feiten en cijfers. 2013. http://www.stuurgroepondervoeding.nl/index.php?id=171
11.
Halfens RJ, Meijers JMM. Rapportage resultaten: landelijke prevalentiemeting zorgproblemen 2010. Maastricht: Universiteit van Maastricht. 2010.
12.
Risicogroepen. De ondervoedingskrant. 11 december 2013. p. 2.
13.
Heijden van der E, Schots JMGA, Binsbergen van JJ, et al. Behandeling van ondervoeding noodzakelijk en (kosten) effectief onderdeel van het medisch handelen. Bohn Stafleu van Loghum. 2009;87(8):342-5.
14.
VU Medisch Centrum. Patiënten. Patiëntenfolders. Zoeken op alfabet. Ondervoeding. Mei 2013. http://www.vumc.nl/afdelingen/patientenfolders-brochures/zoekenalfabet/O/Ondervoeding.pdf
15.
Gevolgen van ondervoeding. De ondervoedingskrant. 11 december 2013. p. 3.
16.
Wensink LAW, Ine Cox JHM, Moerbeek H. Voedingsbeleid en ondervoeding bij ouderen in zorginstellingen. Tijdschrift voor VerpleeghuisGeneeskunde. 2006;31:95-9. 28
17.
Meijers JMM, Halfens RJG, Wilson L, et al. Estimating the costs associated with malnutrition in Dutch nursing homes. Clinical Nutrition. 2011;31(1):65-8.
18.
Simmons SF, Lam HY, Rao F, et al. Family members’ Preferences for Nutrition Interventions to Improve Nursing Home Residents’ Oral Food and Fluid Intake. Journal of American Geriatrics Society. 2003;51(1):69-75.
19.
Stuurgroep Ondervoeding. Archief. File 7. De eetlust verbeteren. http://www.stuurgroepondervoeding.nl/index.php?id=65
20.
Zorg voor beter. Nieuws. Alle nieuwsberichten 2014. Zorgakkoord: verzachting van bezuiniging. 18 april 2014. http://www.zorgvoorbeter.nl/ouderenzorg/Zorgakkoord-verzachting-van-bezuinigingen.html
21.
Nutritional Assessment. Algoritme NA. Onderzoek. Energiegebruik. Berekenen. Herziening. http://www.nutritionalassessment.azm.nl/algoritme+na/onderzoek/energiegebruik/bereken be.htm
22.
Beijer S, Vogel-Boezeman J, Swinkels-Meewisse EJCM. Cachexie. Multidisciplinair tijdschrift over palliatieve zorg. 2014;16(1):8-10.
23.
Berg van den H. Eiwitten. Informatorium voor Voeding en Diëtetiek-voedingsleer. Houten: september 2011. p. 304,309-10.
24.
Kruizinga H, Wierdsma N. Zakboek diëtetiek. VU University press.
25.
Visser M. Methoden voor het vaststellen van de lichaamssamenstelling. Informatorium voor Voeding en Diëtetiek-voedingsleer. Houten: december 2000. p.742
26.
Stuurgroep ondervoeding. Eerstelijnszorg en thuiszorg. Literatuur en achtergrondinformatie. Handleiding handknijpkrachtmeter. http://www.stuurgroepondervoeding.nl/fileadmin/inhoud/eerstelijn_thuiszorg/literatuur_en _achtergrondinformatie/Handleiding_gebruik_handknijpkrachtmeter1.pdf
27.
Lamprinoudi T, Mazza E, Ferro Y, et al. The link between nutritional parameters and bone mineral density in woman: results of a screening programme for osteoporosis. Journal of Translational Medicine. 2014;12.
28.
Ickmans K, Clarys P, Nijs J, et al. Association between cognitive performance, physical fitness, and physical activity level in women with chronic fatigue syndrome. Journal of Rehabilitation Research & Development. 2013;50(6):795-810.
29.
García-Peña C, García-Fabela LC, Gutiérrez-Robledo LM, et al. Handgrip Strength Predicts Functional Decline at Discharge in Hospitalized Male Elderly: A Hospital Cohort Study. Journal Plos One. 2013;8(7).
30.
Vilaça KHC, Alves NMC, Carneiro JAO, et al. Body composition, muscle strength and quality of active elderly women according to the distance covered in the 6-minute walk test. Brazilian Journal of Physical Therapy. 2013;17(3):289-96.
29
31.
Balsamo S, Mota da LMH, Carvalho de JF, et al. Low dynamic muscle strength and its associations with fatigue, functional performance, and quality of life in premenopausal patients with systemic lupus erythematosus and low disease activity:a case–control study. BMC Musculoskeletal Disorders. 2013;14.
32.
Zhao D, Yu k, Zhang X, et al. Digit Ratio (2D:4D) and Handgrip Strength in Hani Ethnicity. Plos One. 2013;8(10).
33.
Boom-Brinkhorst van der FH, Hartman E, Hartog den AP, et al. Mens en Voeding. 6e druk. Baarn: HBuitgevers; 2006. p. 34-5,249,295.
34.
Brug J, Visscher TLS. Determinanten van overgewicht. Bijblijven. Springer. 2004;20:353-60.
35.
Lazarevic K, Stojanovic D, Bogdanovic D. Energy and nutritional value of the meals in kindergartens in Nis (Serbia). National Institute of Public Health. 2014;65(2):127-31.
36.
Rood B. Zorg rondom neurologie: eten en drinken. Houten: Bohn Stafleu van Loghum;2010.p.235,246.
37.
Genuchten van S, Kouwenoord-van Rixel K. Voeding bij dementie. Informatorium Voeding en Diëtetiek-dieetleer. Houten: augustus 2010. p. 1211-12.
38.
Schmidt K, Froon H. Dieetbehandelingsrichtlijn COPD. Rotterdam: 2010 uitgevers. 2013.
39.
Berge van den JN, Bosma S. Dieetbehandelingsrichtlijn hartfalen. Rotterdam: 2010 uitgevers. 2011.
40.
Gezondheidsraad. Richtlijnen goede voeding 2006. Den Haag: Gezondheidsraad. 2006;21.
41.
Jansen PAF, Laan van der JR, Schols JMGA. Het geriatrie formularium. Houten: Bohn Stafleu van Loghum; 2013. p. 66,69,519.
42.
BijZIjn-XL. Depressie bij ouderen. 2013. p.26-34.
43.
Garenfeld W. Depressieve stemmingsklachten bij ouderen. Tijdschrift voor verpleeghuisgeneeskunde. 2008;33(6):196-201.
44.
Comijs H. De diagnostiek van depressie bij ouderen. Psychopraktijk. 2013;5(1):26-9.
45.
Stefanska E, Wendolowicz A, Kowzan U, et al. Nutritional values of diets consumed by woman suffering unipolar depression. National Institute of Public Health. 2014;65(2):139-45.
46.
Hoes MJAJM. Voeding en psyche. Informatorium Voeding en Diëtetiek- dieetleer. Houten: juli 2004. p. 1511.
47.
Wayenburg van C, Binsbergen van J. Ondervoeding. Huisarts & Wetenschap. 2011;54(3):1337.
48.
Mathey MF, Siebelink E, Graaf de C, et al. Flavor enhancement of food improves dietary intake and nutritional status of elderly nursing home residents. The Journals of Gerontology: Series A, Biological sciences and medical sciences. 2001;56(4):200-5. 30
49.
MacIntosh C, Morley JE, Chapman IM. The anorexia of aging. Nutrition. 2000;16(10):983-95.
50.
Pinto JM, Neri AL. Factors associated with low life life satisfaction in community-dwelling elderly: FIBRA Study. Cad. Saúde Pública. 2013;29(12):2447-58.
51.
Oncoline. Richtlijnen oncologische zorg. Voeding en dieet. Algemeen. Algemene voedings- en dieetbehandeling. Klinische voeding. Drinkvoeding. 2012.
52.
Smoliner C, Norman K, Scheufele R, et al. Effects of food fortification on nutritional and functional status in frail elderly nursing home residents at risk of malnutrition. Elsevier. 2008;24:1139-44.
53.
St. Anna Ziekenhuis. Patiënt. Patiëntenfolders. Diëtetiek. Variëren met drinkvoeding. 2011. http://www.st-anna.nl/assets/files/Dietetiek/012%20Varieren%20met%20drinkvoeding.pdf
54.
Milne AC, Potter J, Vivanti A, et al. Protein and energy supplementation in elderly people at risk from malnutrition (Review). The Cochrane Library. 2009;2.
55.
Potter JM, Roberts MA, McColl JH, et al. Protein energy supplements in unwell elderly patients - a randomized controlled trial. Journal of Parenteral and Enteral Nutrition 2001;25(6):323–9.
56.
Johansson Y, Bachrach-Lindström M, Carstensen J, et al. Malnutrition in a home-living older population: prevalence, incidence and risk factors. A prospective study. Journal of Clinical Nursing. 2008;18:1354-64.
57.
Pols-Vijlbrief van der R, Wijnhoven HAH, Schaap L, et al. Determinants of protein–energy malnutrition in community-dwelling older adults: A systematic review of observational studies. Ageing Research Reviews. 2014;18:112-31.
31
Bijlagen I: Zoekverslag wetenschappelijke artikelen II: Weegprotocollen III: Receptenboek
32
Bijlage I: Zoekverslag wetenschappelijke artikelen Databank
Zoekterm
Operator
Zoekterm
Limits
Hits
Pubmed
Fluid intake
AND
Nursing home
Free full tekst Humans
8
Aantal relevante artikelen 1
Pubmed
Handgrip
AND
Strength
Free full text 10 years Humans
349
7
Titels meegenomen artikel
- Simmons SF, Lam HY, Rao F, et al. Family members’ Preferences for Nutrition Interventions to Improve Nursing Home Residents’ Oral Food and Fluid Intake - Pinto JM, Neri AL. Factors associated with low life life satisfaction in community-dwelling elderly: FIBRA Study - Zhao D, Yu k, Zhang X, et al. Digit Ratio (2D:4D) and Handgrip Strength in Hani Ethnicity - Lamprinoudi T, Mazza E, Ferro Y, et al. The link between nutritional parameters and bone mineral density in woman: results of a screening programme for osteoporosis - Ickmans K, Clarys P, Nijs J, et al. Association between cognitive performance, physical fitness, and physical activity level in women with chronic fatigue syndrome - Balsamo S, Mota da LMH, Carvalho de JF, et al. Low dynamic muscle strength and its associations with fatigue, functional performance, and quality of life in premenopausal patients with systemic lupus erythematosus and low disease activity:a case–control study - Vilaça KHC, Alves NMC, Carneiro JAO, et al. Body composition, muscle strength and quality of active elderly women according to the distance covered in the 6-minute walk test - García-Peña C, García-Fabela LC, Gutiérrez-Robledo LM, et al. Handgrip Strength Predicts Functional Decline at Discharge in Hospitalized Male Elderly: A Hospital Cohort Study
33
Pubmed
Malnutrition
AND
Older population
Free full text 10 years Humans Free full text 10 years Humans
175
1
Pubmed
Energy
AND
Product
772
1
Pubmed
Nutritional treatment
AND
Elderly
Free full text 10 years Humans
2610
1
ScienceDirect
Energy-protein
AND
Malnutrition
2004-2014
22,685 1
Science Direct
Energy-rich foods
AND
Malnutrition
-
6686
1
Springerlink
Behandeling
AND
Ondervoeding
Nederlands
490
2
Springerlink
Dieetvoeding
-
-
Nederlands
26
1
Springerlink
Energierijke voedingsmiddelen Eiwitrijke producten Verminderde eetlust
-
-
Nederlands
54
2
-
-
Nederlands
56
1
-
-
Nederlands
647
2
Springerlink Springerlink
- Johansson Y, Bachrach-Lindström M, Carstensen J, et al. Malnutrition in a home-living older population: prevalence, incidence and risk factors. A prospective study - Lazarevic K, Stojanovic D, Bogdanovic D. Energy and nutritional value of the meals in kindergartens in Nis (Serbia)
- Stefanska E, Wendolowicz A, Kowzan U, et al. Nutritional values of diets consumed by woman suffering unipolar depression - Pols-Vijlbrief van der R, Wijnhoven HAH, Schaap L, et al. Determinants of protein–energy malnutrition in communitydwelling older adults: A systematic review of observational studies - Smoliner C, Norman K, Scheufele R, et al. Effects of food fortification on nutritional and functional status in frail elderly nursing home residents at risk of malnutrition - Heijden van der E, Schots JMGA, Binsbergen van JJ, et al. Behandeling van ondervoeding noodzakelijk en (kosten) effectief onderdeel van het medisch handelen - Evers A, Kruizinga H, Schilp J. Vroege herkenning en behandeling van ondervoeding - Wensink LAW, Ine Cox JHM, Moerbeek H. Voedingsbeleid en ondervoeding bij ouderen in zorginstellingen - Beijer S, Vogel-Boezeman J, Swinkels-Meewisse EJCM. Cachexie - Brug J, Visscher TLS. Determinanten van overgewicht - Jansen PAF, Laan van der JR, Schols JMGA. Het geriatrie formularium - Wayenburg van C, Binsbergen van J. Ondervoeding - Garenfeld W. Depressieve stemmingsklachten bij ouderen
34
Springerlink Springerlink The Cochrane Library
Somatische aandoeningen Depressie Malnutrition
AND
Ouderen
Nederlands
373
1
- Comijs H. De diagnostiek van depressie bij ouderen
AND AND
Voeding Elderly
Nederlands Engels 2004-2014
748 1
1 1
- BijZIjn-XL. Depressie bij ouderen - Milne AC, Potter J, Vivanti A, et al. Protein and energy supplementation in elderly people at risk from malnutrition (Review)
35
Bijlage II: Weegprotocollen Wegen met behulp van een opstapweegschaal Benodigdheden: weegschaal Werkwijze: 1. Pas handhygiëne toe 2. Zet de weegschaal klaar op een vlakke gladde stevige ondergrond Bij gebruik van een digitale weegschaal 3. Vraag de cliënt plaats te nemen op de weegschaal, of help daarbij 4. Zet de weegschaal aan (ga verder naar stap 9) Bij gebruik van een weegschaal met schuifgewichten. 3. IJk de weegschaal met behulp van de stelknop 4. Blokkeer de weegunit (meestal door de hendel naar beneden te zetten) 5. Vraag de cliënt plaats te nemen op de weegschaal, of help daarbij 6. Maak de weegunit los 7. Stel het gewicht in totdat de weegunit in evenwicht staat 8. Zet de weegunit vast 9. 10. 11. 12.
Gewicht aflezen en noteren Laat de cliënt van de weegschaal afstappen Ruim de materialen op Noteer het gewicht, tijdstip, wel/geen kleding en eventuele bevindingen
Aandachtspunten: Het is van belang dat de cliënten altijd worden gewogen onder dezelfde omstandigheden, zoals hieronder wordt beschreven:
Altijd wegen op hetzelfde moment o Beste tijdstip: in de ochtend voor het aankleden/wassen o Het liefste in alleen ondergoed, anders noteren van de kleding Altijd nuchter of altijd niet nuchter voor het wegen Naar het toilet zijn geweest voor het wegen Noteren van extra gewicht (zoals stoma’s of katheters, oedeem, ascites)
Cliënt moet stilstaan en mag niet leunen op de weegschaal. Cliënt moet in het midden van de weegschaal gaan staan.
36
Wegen met behulp van een weegstoel Benodigdheden: Weegstoel Werkwijze: 1. Pas handhygiëne toe 2. Zet de weegstoel klaar 3. Zorg ervoor dat de weegstoel op de rem staat Bij gebruik van een digitale weegstoel 4. Zet de weegstoel aan 5. Vraag de cliënt plaats te nemen op de weegstoel, of help daarbij. Zorg ervoor dat de voeten op de voetensteun rusten 6. Ga verder bij punt 10 Bij gebruik van een weegstoel met schuifgewichten 4. IJk de weegschaal met behulp van de stelknop 5. Blokkeer de weegunit (meestal door de hendel naar beneden te zetten) 6. Vraag de cliënt plaats te nemen op de weegstoel, of help daarbij. Zorg ervoor dat de voeten op de voetensteun rusten 7. Maak de weegunit los 8. Stel het gewicht in totdat de weegunit in evenwicht staat 9. Zet de weegunit vast 10. 11. 12. 13. 14.
Gewicht aflezen en noteren Laat de cliënt opstaan van de weegstoel Ruim de materialen op Pas handhygiëne toe Noteer het gewicht, tijdstip, wel/geen kleding en eventuele bevindingen
Aandachtspunten: Het is van belang dat de cliënten altijd worden gewogen onder dezelfde omstandigheden, zoals hieronder wordt beschreven:
Altijd wegen op hetzelfde moment o Beste tijdstip: in de ochtend voor het aankleden/wassen o Het liefste in alleen ondergoed, anders noteren van de kleding Altijd nuchter of altijd niet nuchter voor het wegen Naar het toilet zijn geweest voor het wegen Noteren van extra gewicht (zoals stoma’s of katheters, oedeem, ascites)
37
Wegen met behulp van een rolstoelweegschaal Benodigdheden: rolstoelweegschaal eventueel de gebruiksaanwijzing Werkwijze: 1. Pas handhygiëne toe 2. Zorg dat de rolstoelweegschaal op een volledig vlakke vloer staat 3. Maak de rolstoelweegschaal gereed voor gebruik (of ijk de rolstoelweegschaal volgens gebruiksaanwijzing) 4. Weeg de lege rolstoel van de cliënt en schrijf dit gewicht op. Let op: zorg dat er geen spullen aan de rolstoel hangen waardoor de rolstoel zwaarder wordt. Dit is alleen nodig als het gewicht van de rolstoel nog niet bekend is 5. Vraag de cliënt plaats te nemen in de rolstoel of help hierbij 6. Schakel de rolstoelweegschaal aan 7. Laat de cliënt met de rolstoel plaatsnemen op de rolstoelweegschaal, of help hierbij 8. Druk één keer op de activeringstoets 9. Vraag cliënt om met de rolstoel van de rolstoelweegschaal af te rijden, of help hierbij. Het gewicht van de cliënt met rolstoel verschijnt nu in het afleesvenster 10. Noteer het gewicht van cliënt met rolstoel in het zorgdossier 11. Schakel de rolstoelweegschaal uit 12. Trek het gewicht van de rolstoel van het totale gewicht af en noteer het gewicht van de cliënt in het zorgdossier 13. Ruim de materialen op 14. Pas handhygiëne toe 15. Noteer het tijdstip, wel/geen kleding bij het wegen en eventuele bevindingen
Aandachtspunten: Het is van belang dat de cliënten altijd worden gewogen onder dezelfde omstandigheden, zoals hieronder wordt beschreven:
Altijd wegen op hetzelfde moment o Beste tijdstip: in de ochtend voor het aankleden/wassen o Het liefste in alleen ondergoed, anders noteren van de kleding Altijd nuchter of altijd niet nuchter voor het wegen Naar het toilet zijn geweest voor het wegen Noteren van extra gewicht (zoals stoma’s of katheters, oedeem, ascites)
38
Bijlage III: Receptenboek
39
Voorwoord Ondervoeding is in Nederland een veel voorkomend probleem dat niet altijd zichtbaar is en daardoor vaak wordt onderschat door de cliënt en zijn/haar familie, maar ook door medisch personeel. Omdat de bevolkingsgroep ouderen één van de risicogroepen voor het krijgen van ondervoeding is, is het belangrijk om hier voldoende aandacht aan te besteden. Ondervoeding brengt namelijk een aantal gevolgen met zich mee, zoals een langzamer herstel, meer en soms ook ergere complicaties, verminderde afweer, vertraagde wondgenezing en hogere kans op het ontwikkelen van decubitus. Ook kan ondervoeding leiden tot een afname van het gewicht en de spiermassa. Deze afname heeft weer effect heeft op de conditie van de cliënt, waardoor een verminderde hart- en longcapaciteit kan ontstaan. Ondervoeding kan uiteindelijk leiden tot depressiviteit, een afname van kwaliteit van leven en een verhoogde mortaliteit.
Om ondervoeding te voorkomen of te verhelpen kan dieetvoeding een goede oplossing zijn. Echter wordt dieetvoeding niet altijd als smakelijk ervaren. Aangezien het beleid binnen Stichting De Bilthuysen streeft naar smakelijke voeding waar de bewoners van kunnen genieten, is het van belang om te zoeken naar oplossingen voor de minder smakelijke dieetvoeding. In dit receptenboek zijn daarom veel smakelijke, energie- en eiwitrijke recepten te vinden. De recepten bestaan uit mousses, milkshakes en smoothies. Alle recepten in dit receptenboek zijn gemakkelijk te bereiden. Door de vele variaties in groente en fruit zijn de recepten niet alleen rijk in energie en eiwit, maar bevatten zij ook veel vitaminen en mineralen. Het is belangrijk om tussen de recepten te variëren, zodat u alle voedingsstoffen binnenkrijgt. Doordat er zowel hartige als zoete recepten in dit receptenboek te vinden zijn, is er voor iedereen wel een lekker recept. Ook is achter in het receptenboek een variatielijst terug te vinden met smakelijke energie- en eiwitrijke producten.
Geniet van deze heerlijke variatie aan alternatieven, eet smakelijk!
40
Inhoudsopgave Voorwoord Inhoudsmaten
2
Mousse recepten
3
Milkshake recepten
6
Smoothie recepten
12
Variatielijst energie- en eiwitrijke producten
33
Bronnenlijst
39
Inhoudsmaten kg g l dl ml el tl
= kilogram = gram = liter = deciliter* = milliliter = afgestreken eetlepel = afgestreken theelepel
1 schaaltje 1 glas *1 dl
= 150 gram = 2 ½ dl
= 100 ml
41
Mousse recepten Chocolade avocado mousse Aantal personen: 2 Bereidingstijd: 5 minuten Ingrediënten: 1 rijpe avocado 1 banaan 2 el chocolade/cacaopoeder Benodigdheden: Mes Snijplank Eetlepel
Blender/staafmixer 2 schaaltjes
Bereidingswijze: 1. Schil de avocado en verwijder de pit 2. Pel de banaan 3. Stop de geschilde avocado en de gepelde banaan samen met de chocolade/cacaopoeder in de blender 4. Blender tot er een zachte en gladde mousse ontstaat 5. Serveer direct1 Bevat per portie:
kcal: eiwit: koolhydraten: vetten: vezels: natrium: kalium:
270 kcal 4 gram 16 gram 19,5 gram 7,5 gram 10 mg 687 mg
42
Spinazie banaan yoghurt mousse Aantal personen: 2 Bereidingstijd: 10 minuten Ingrediënten: 2 dl Griekse yoghurt 150 gram spinazie 2 bananen 25 gram sesamzaadjes Benodigdheden: Maatbeker Eetlepel Weegschaal
Blender/staafmixer 2 schaaltjes
Bereidingswijze: 1. Doe de Griekse yoghurt in de blender 2. Voeg dan de spinazie toe 3. Zet de blender aan en blender het geheel tot een egale mousse 4. Voeg dan de bananen toe 5. Zet de blender aan 6. Voeg als laatste de 25 gram sesamzaadjes toe. Zet nu nog even kort de blender aan. Op die manier roer je de zaadjes even door de gehele mousse heen 7. Serveer direct2 Bevat per portie:
kcal: eiwit: koolhydraten: vetten: vezels: natrium: kalium:
350 kcal 12 gram 32 gram 18 gram 4,5 gram 60 mg 1090 mg
43
Hazelnoot-chocolademelk Aantal personen: 1 Bereidingstijd: 7 minuten Ingrediënten: 2 dl volle melk 2 tl cacaopoeder 2 el suiker 2 el hazelnootpasta ½ dl slagroom Benodigdheden: Maatbeker Theelepel Eetlepel
Blender/staafmixer Glas
Bereidingswijze: 1. Maak een papje van een scheutje melk, de cacaopoeder en suiker 2. Breng de rest van de melk aan de kook 3. Voeg daarna al roerende eerst het cacaomengsel toe aan de kokende melk en daarna de hazelnootpasta 4. Laat het even koken en blijf roeren 5. Neem de pan van het vuur en giet de hazelnoot-chocolademelk in een glas 6. Spuit de slagroom bovenop de hazelnoot-chocolademelk en serveer direct3 Bevat per glas: kcal: eiwit: koolhydraten: vetten: vezels: natrium: kalium:
592 kcal 10 gram 57 gram 35,5 gram 1,5 gram 110 mg 550 gram
44
Milkshake recepten Aardbeien milkshake Aantal personen: 2 Bereidingstijd: 5 minuten Ingrediënten: 8 aardbeien 3 dl volle melk ¼ dl diksap 3 bolletjes (150 gram) roomijs Benodigdheden: Mes Maatbeker IJsschep
Blender/staafmixer 2 glazen
Bereidingswijze: 1. Was de aardbeien en haal de kroontjes eraf 2. Stop alle ingrediënten in de blender 3. Blender alles door elkaar tot een zacht en romig geheel 4. Schenk de milkshake over de glazen en serveer direct 5. Evt. serveren met slagroom 6. Indien de milkshake niet direct wordt geserveerd, plaats deze dan, overdekt met folie, in de koelkast om kleurverandering te voorkomen3 Bevat per glas: kcal: eiwit: koolhydraten: vetten: vezels: natrium: kalium:
325 kcal 7,5 gram 40 gram 13,5 gram 1 gram 122 mg 607 mg
45
Bananen milkshake Aantal personen: 2 Bereidingstijd: 5 minuten Ingrediënten: 2 bananen 1 ½ dl volle melk 1 ½ dl volle yoghurt 3 bolletjes (150 gram) roomijs 1 zakje (5 gram) vanillesuiker Benodigdheden: Maatbeker IJsschep
Blender/staafmixer 2 glazen
Bereidingswijze: 1. Pel de bananen en stop deze in de blender 2. Stop de rest van de ingrediënten in de blender 3. Blender alles door elkaar tot een zacht en romig geheel 4. Schenk de milkshake over de glazen en serveer direct 5. Evt. serveren met slagroom 6. Indien de milkshake niet direct wordt geserveerd, plaats deze dan, overdekt met folie, in de koelkast om kleurverandering te voorkomen4 Bevat per glas: kcal: eiwit: koolhydraten: vetten: vezels: natrium: kalium:
387 kcal 9 gram 55 gram 13,5 gram 3 gram 117 mg 844 mg
46
Chocolade kokos milkshake Aantal personen: 2 Bereidingstijd: 5 minuten Ingrediënten: 4 bolletjes (200 gram) roomijs 2 dl kokosmelk 1 banaan 2 el cacaopoeder 2 el suiker Benodigdheden: IJsschep Maatbeker Mes
Eetlepel Blender/staafmixer 2 glazen
Bereidingswijze: 1. Doe de 4 bolletjes roomijs samen met de kokosmelk in de blender 2. Pel de banaan en stop deze in de blender 3. Voeg de cacaopoeder en de suiker ook in de blender toe 4. Blender alles door elkaar tot een zacht en romig geheel 5. Schenk de milkshake over de glazen en serveer direct, evt. serveren met slagroom 6. Indien de milkshake niet direct wordt geserveerd, plaats deze dan, overdekt met folie, in de koelkast om kleurverandering te voorkomen3 Bevat per glas: kcal: eiwit: koolhydraten: vetten: vezels: natrium: kalium:
550 kcal 7,5 gram 58 gram 31,5 gram 4 gram 98 mg 720 mg
47
Kiwi milkshake Aantal personen: 2 Bereidingstijd: 5 minuten Ingrediënten: 3 kiwi’s ½ citroen (het sap) 2 ½ dl volle melk 4 bolletjes (200 gram) roomijs Benodigdheden: Mes Maatbeker IJsschep
Blender/staafmixer 2 glazen
Bereidingswijze: 1. Schil de kiwi’s 2. Pers de halve citroen uit 3. Stop alle ingrediënten in de blender 4. Blender alles door elkaar tot een zacht en romig geheel 5. Schenk de milkshake over de glazen en serveer direct 6. Evt. serveren met slagroom 7. Indien de milkshake niet direct wordt geserveerd, plaats deze dan, overdekt met folie, in de koelkast om kleurverandering te voorkomen5 Bevat per glas: kcal: eiwit: koolhydraten: vetten: vezels: natrium: kalium:
378 kcal 8,5 gram 46 gram 17 gram 3 gram 130 mg 737 mg
48
Peer milkshake Aantal personen: 2 Bereidingstijd: 5 minuten Ingrediënten: 5 halve peren (evt. uit blik) ½ citroen (het sap) 2 ½ dl volle melk 4 bolletjes (200 gram) roomijs Benodigdheden: Mes Maatbeker IJsschep
Blender/staafmixer 2 glazen
Bereidingswijze: 1. Schil de peren en verwijder het klokhuis 2. Pers de halve citroen uit 3. Stop alle ingrediënten in de blender 4. Blender alles door elkaar tot een zacht en romig geheel 5. Schenk de milkshake over de glazen en serveer direct 6. Evt. serveren met slagroom 7. Indien de milkshake niet direct wordt geserveerd, plaats deze dan, overdekt met folie, in de koelkast om kleurverandering te voorkomen5 Bevat per glas: kcal: eiwit: koolhydraten: vetten: vezels: natrium: kalium:
392 kcal 8 gram 51,5 gram 16 gram 3,5 gram 128 mg 609 mg
49
Perzik milkshake Aantal personen: 3 Bereidingstijd: 5 minuten Ingrediënten: 1 blik (410 gram) halve perziken op siroop 4 bolletjes (200 gram) roomijs 1 ½ dl volle melk Benodigdheden: Blikopener Maatbeker IJsschep
Blender/staafmixer 3 glazen
Bereidingswijze: 1. Stop alle ingrediënten in de blender (perziken inclusief de siroop) 2. Blender alles door elkaar tot een zacht en romig geheel 3. Schenk de milkshake over de glazen en serveer direct 4. Evt. serveren met slagroom 5. Indien de milkshake niet direct wordt geserveerd, plaats deze dan, overdekt met folie, in de koelkast om kleurverandering te voorkomen6 Bevat per glas: kcal: eiwit: koolhydraten: vetten: vezels: natrium: kalium:
388 kcal 6,5 gram 39 gram 14 gram 2 gram 115 mg 500 mg
50
Smoothie recepten Aardbeien - cottage cheese smoothie Aantal personen: 2 Bereidingstijd:10 minuten Ingrediënten: 250 gram aardbeien (evt. bevroren rood fruit) 150 gram cottage cheese 1 ½ dl volle melk 3 el poedersuiker Benodigdheden: Mes Maatbeker Weegschaal
Blender/staafmixer 2 glazen
Bereidingswijze: 1. Was de aardbeien en haal de kroontjes eraf 2. Stop alle ingrediënten in de blender 3. Blender alles door elkaar tot een zacht en romig geheel 4. Schenk de smoothie in de glazen en serveer direct 5. Indien de smoothie niet direct wordt geserveerd, plaats deze dan, overdekt met folie, in de koelkast om kleurverandering te voorkomen7 Bevat per glas: kcal: eiwit: koolhydraten: vetten: vezels: natrium: kalium:
240 kcal 12 gram 34 gram 5,5 gram 1,5 gram 310 mg 420 mg
51
Abrikoos/mango smoothie Aantal personen: 3 Bereidingstijd: 10 minuten Ingrediënten: 1 mango 2 ½ dl volle melk 1 ¼ dl crème fraîche 2 abrikozen (80 gram) op siroop 1 el honing Benodigdheden: Mes Snijplank Maatbeker
Eetlepel Blender/staafmixer 3 glazen
Bereidingswijze: 1. Schil de mango, verwijder de pit en snijd de mango in kleine stukken 2. Stop de mango en alle andere ingrediënten in de blender 3. Blender alles door elkaar tot een schuimige smoothie ontstaat 4. Schenk de smoothie over de glazen 5. Indien de smoothie niet direct wordt geserveerd plaats de smoothie dan, overdekt met folie, in de koelkast om kleurverandering te voorkomen8 Bevat per glas: kcal: eiwit: koolhydraten: vetten: vezels: natrium: kalium:
293 kcal 4,5 gram 27,5 gram 27,5 gram 2 gram 50 mg 355 mg
52
Amandel-perzik-peer smoothie Aantal personen: 3 Bereidingstijd:15 minuten Ingrediënten: 1 perzik 1 peer 50 gram dadels 5 dl amandelmelk 40 gram amandelen 40 gram pompoenpitten Benodigdheden: Mes Snijplank Weegschaal
Maatbeker Blender/staafmixer 3 glazen
Bereidingswijze: 1. Was de perzik, verwijder de pit en snijd de perzik in stukken 2. Was de peer, verwijder klokhuis en snijd de peer in stukken 3. Was de dadels en halveer deze 4. Stop alle ingrediënten in de blender 5. Blender alles door elkaar tot een zacht en romig geheel 6. Schenk de smoothie in de glazen en serveer direct 7. Indien de smoothie niet direct wordt geserveerd, plaats deze dan, overdekt met folie, in de koelkast om kleurverandering te voorkomen Bevat per glas:
kcal: eiwit: koolhydraten: vetten: vezels: natrium: kalium:
271 kcal 8,5 gram 21 gram 16 gram 4,5 gram 87 mg 417 mg
53
Ananas-kokos-banaan smoothie Aantal personen:2 Bereidingstijd: 5 minuten Ingrediënten: 1 grote banaan (of 2 kleine) 230 gram ananasschijven op siroop 3 dl kokosmelk 1 el honing Benodigdheden: Blikopener Maatbeker Eetlepel
Blender/staafmixer 2 glazen
Bereidingswijze: 1. Pel de banaan en doe deze in de blender 2. Maak het blikje ananas open en doe de ananas samen met de siroop in de blender 3. Doe de kokosmelk en honing bij de rest van de ingrediënten in de blender 4. Blender alles door elkaar tot een zacht en romig geheel 5. Schenk de smoothie in de glazen en serveer direct 6. Indien de smoothie niet direct wordt geserveerd, plaats deze dan, overdekt met folie, in de koelkast om kleurverandering te voorkomen9 Bevat per glas:
kcal: eiwit: koolhydraten: vetten: vezels: natrium: kalium:
460 kcal 4,5 gram 45 gram 27,5 gram 3 gram 23 mg 760 mg
54
Appel-yoghurt smoothie Aantal personen: 2 Bereidingstijd: 5 minuten Ingrediënten: 2 dl volle yoghurt 6 el appelmoes 1 dl appelsap 4 el slagroom 1 tl kaneel Benodigdheden: Maatbeker Eetlepel Theelepel
Blender/staafmixer 2 glazen
Bereidingswijze: 1. Stop alle ingrediënten in de blender 2. Blender alles door elkaar tot het zacht en glad is 3. Schenk de smoothie over de glazen en serveer direct 4. Indien de smoothie niet direct wordt geserveerd, plaats de smoothie dan, overdekt met folie, in de koelkast om kleurverandering te voorkomen10 Bevat per glas: kcal: eiwit: koolhydraten: vetten: vezels: natrium: kalium:
240 kcal 4,5 gram 34 gram 8,5 gram 2 gram 46,5 mg 350 mg
55
Avocado amandel smoothie Aantal personen: 2 Bereidingstijd: 10 minuten Ingrediënten: 1 grote avocado 1 banaan 4 dl amandelmelk of sojamelk 20 hele rauwe amandelen (geschild) 1 el honing of agavesiroop Benodigdheden: Snijplank Mes Maatbeker
Eetlepel Blender/staafmixer 2 glazen
Bereidingswijze: 1. Schil de avocado en haal de pit eruit 2. Pel de banaan 3. Stop alle ingrediënten in de blender 4. Blender alles door elkaar tot het zacht en glad is en de amandelen fijn zijn gemalen 5. Schenk de smoothie over de glazen en serveer direct 6. Indien de smoothie niet direct wordt geserveerd, plaats de smoothie dan, overdekt met folie, in de koelkast om kleurverandering te voorkomen11 Bevat per glas: kcal: eiwit: koolhydraten: vetten: vezels: natrium: kalium:
450 kcal 7,5 gram 32 gram 31 gram 6,5 gram 104 mg 748 mg
56
Avocado kokos smoothie Aantal personen: 4 Bereidingstijd: 10 minuten Ingrediënten: 1 grote avocado 1 blik (4 dl) kokosmelk 2 ½ dl volle Griekse yoghurt 200 gram spinazie 6 el honing of agavesiroop Benodigdheden: Snijplank Mes Eetlepel
Maatbeker Blender/staafmixer 4 glazen
Bereidingswijze: 1. Schil de avocado en haal de pit eruit 2. Stop alle ingrediënten in de blender 3. Blender alles door elkaar tot het zacht en glad is 4. Schenk de smoothie over de glazen en serveer direct 5. Indien de smoothie niet direct wordt geserveerd, plaats de smoothie dan, overdekt met folie, in de koelkast om kleurverandering te voorkomen12 Bevat per glas: kcal: eiwit: koolhydraten: vetten: vezels: natrium: kalium:
460 kcal 7,5 gram 30 gram 33 gram 3 gram 52 mg 768 mg
57
Bieten-aardbeien smoothie Aantal personen: 2 Bereidingstijd: 10 minuten Ingrediënten: 100 gram bieten (gekookt, kant en klaar) 300 gram aardbeien 1 banaan 3 dl yoghurt 2 el honing Benodigdheden: Snijplank Mes Eetlepel
Maatbeker Blender/staafmixer 2 glazen
Bereidingswijze: 1. Snijd de bieten in stukken 2. Verwijder de kroontjes van de aardbeien 3. Pel de banaan en snijd deze in grove stukken 4. Doe alle ingrediënten in de blender 5. Blender alles door elkaar tot een zacht en romig geheel 6. Schenk de smoothie in de glazen en serveer direct 7. Indien de smoothie niet direct wordt geserveerd, plaats deze dan, overdekt met folie, in de koelkast om kleurverandering te voorkomen13 Bevat per glas:
kcal: eiwit: koolhydraten: vetten: vezels: natrium: kalium:
270 kcal 8 gram 44 gram 4,5 gram 4,5 gram 96 mg 945 mg
58
Blauwe bessen smoothie Aantal personen: 3 Bereidingstijd: 7 minuten Ingrediënten: 1 banaan 2 ½ dl amandelmelk 150 gram blauwe bessen (of rood fruit) uit de diepvries 1 ½ dl volle Griekse yoghurt 60 gram cottage cheese ½ tl kaneel ½ tl vanillesuiker Benodigdheden: Snijplank Mes Weegschaal Maatbeker
Theelepel Blender/staafmixer 3 glazen
Bereidingswijze: 1. Pel de banaan en snijd deze in grove stukken 2. Stop alle ingrediënten in de blender 3. Blender alles door elkaar tot een zacht en romig geheel 4. Schenk de smoothie in de glazen en serveer direct 5. Indien de smoothie niet direct wordt geserveerd, plaats deze dan, overdekt met folie, in de koelkast om kleurverandering te voorkomen14 Bevat per glas:
kcal: eiwit: koolhydraten: vetten: vezels: natrium: kalium:
205 kcal 8 gram 21 gram 9 gram 2 gram 130 mg 435 mg
59
Boerenkool smoothie Aantal personen: 2 Bereidingstijd: 10 minuten Ingrediënten: 2 bananen 150 gram boerenkool 1 ½ dl volle melk 1 ½ dl amandelmelk Benodigdheden: Weegschaal Vergiet Maatbeker
Blender/staafmixer 2 glazen
Bereidingswijze: 6. Pel de bananen 7. Was de boerenkool en laat uitlekken in een vergiet 8. Stop alle ingrediënten in de blender 9. Blender alles door elkaar tot het zacht en glad is 10. Schenk de smoothie over de glazen en serveer direct 11. Indien de smoothie niet direct wordt geserveerd plaats de smoothie dan, overdekt met folie, in de koelkast om kleurverandering te voorkomen2 Bevat per glas: kcal: eiwit: koolhydraten: vetten: vezels: natrium: kalium:
223 kcal 7,5 gram 35,5 gram 4,5 gram 4,5 gram 105 mg 910 mg
60
Courgette kwark smoothie Aantal personen: 3 Bereidingstijd: 15 minuten Ingrediënten: 2 ½ dl volle kwark 1 dl volle melk 1 courgette 1 sinaasappel 1 banaan Benodigdheden: Maatbeker Snijplank Mes
Blender/staafmixer 3 glazen
Bereidingswijze: 1. Snijd de courgette in stukken en doe deze in de blender 2. Schil de sinaasappel, snijdt in partjes en verwijder de pitten 3. Schil als laatste de banaan en voeg deze met alle andere ingrediënten in de blender 4. Blender vervolgens alles tot een zacht en glad geheel 5. Schenk de smoothie over de glazen en serveer direct 6. Indien de smoothie niet direct wordt geserveerd, plaats de smoothie dan, overdekt met folie, in de koelkast om kleurverandering te voorkomen2 Bevat per glas:
kcal: eiwit: koolhydraten: vetten: vezels: natrium: kalium:
204 kcal 9 gram 21 gram 8,5 gram 2 gram 39 mg 652 mg
61
Frisse banaan/sinaasappel smoothie Aantal personen: 2 Bereidingstijd: 10 minuten Ingrediënten: 1 citroen 2 bananen 2 sinaasappels 3 dl volle yoghurt 1 el honing Benodigdheden: Snijplank Mes Maatbeker
Eetlepel Blender/staafmixer 2 glazen
Bereidingswijze: 1. Boen de citroen schoon onder stromend water en pers de vrucht uit 2. Pel de bananen en snijd ze in plakjes 3. Schil de sinaasappels en haal de partjes van elkaar 4. Stop alle ingrediënten in de blender en blender alles door elkaar tot een schuimige smoothie ontstaat 5. Schenk de smoothie over de glazen en serveer direct 6. Indien de smoothie niet direct wordt geserveerd, plaats de smoothie dan, overdekt met folie, in de koelkast om kleurverandering te voorkomen Bevat per glas: kcal: eiwit: koolhydraten: vetten: vezels: natrium: kalium:
315 kcal 8,5 gram 50 gram 6 gram 5,5 gram 61 mg 1010 mg
62
Kersen-havermout smoothie Aantal personen: 2 Bereidingstijd: 5 minuten Ingrediënten: 1 ½ dl volle melk 150 gram kersen op siroop 1 dl volle kwark ½ dl vruchtensap 2 el havermout Benodigdheden: Maatbeker Weegschaal Eetlepel
Blender/staafmixer 2 glazen
Bereidingswijze: 1. Stop alle ingrediënten in de blender 2. Blender alles door elkaar tot een zacht en romig geheel 3. Schenk de smoothie over de glazen en serveer direct 4. Indien de smoothie niet direct wordt geserveerd, plaats deze dan, overdekt met folie, in de koelkast om kleurverandering te voorkomen Bevat per glas: kcal: eiwit: koolhydraten: vetten: vezels: natrium: kalium:
213 kcal 8 gram 52,5 gram 8 gram 2 gram 49 mg 331 mg
63
Kiwi-sinaasappel smoothie Aantal personen: 2 Bereidingstijd: 10 min Ingrediënten: 2 sinaasappels 2 kiwi’s 3 dl volle kwark 2 zakjes (10 gram) vanillesuiker Benodigdheden: Mes Snijplank Maatbeker
Blender/staafmixer 2 glazen
Bereidingswijze: 1. Schil de sinaasappels en kiwi’s en snijd ze in stukken 2. Stop alle ingrediënten in de blender 3. Blender alles door elkaar tot het zacht en glad is 4. Schenk de smoothie over de glazen en serveer direct 5. Indien de smoothie niet direct wordt geserveerd, plaats de smoothie dan, overdekt met folie, in de koelkast om kleurverandering te voorkomen Bevat per glas: kcal: eiwit: koolhydraten: vetten: vezels: natrium: kalium:
312 kcal 12,5 gram 30 gram 14 gram 4 gram 48 mg 634 mg
64
Koffie- banaan smoothie Aantal personen: 3 Bereidingstijd: 10 minuten Ingrediënten: 2 ½ dl koude koffie 2 bananen 2 ½ dl volle Griekse yoghurt 1 el lijnzaad 2 tl honing ½ tl kaneel Evt. 6 ijsklontjes voor een echte ijskoffie Benodigdheden: Koffiezetapparaat Maatbeker Eetlepel
Theelepel Blender/staafmixer 3 glazen
Bereidingswijze: 1. Zet de koffie en laat deze in de koelkast afkoelen 2. Pel de bananen 3. Stop alle ingrediënten in de blender 4. Blender alles door elkaar tot het zacht en glad is 5. Schenk de smoothie over de glazen en serveer direct 6. Indien de smoothie niet direct wordt geserveerd, plaats de smoothie dan, overdekt met folie, in de koelkast om kleurverandering te voorkomen15 Bevat per glas: kcal: eiwit: koolhydraten: vetten: vezels: natrium: kalium:
218 kcal 5 gram 27 gram 9 gram 2,5 gram 39 mg 530 mg
65
Kokos-munt smoothie Aantal personen: 1 Bereidingstijd: 10 minuten Ingrediënten: 1 banaan ½ limoen 1 ½ dl kokosmelk 3 el havermout 1 el honing 4 blaadjes munt Evt. ½ dl water om de smoothie te verdunnen Benodigdheden: Mes Snijplank Maatbeker
Eetlepel Blender/staafmixer Glas
Bereidingswijze: 1. Schil de banaan 2. Pers de halve limoen uit 3. Stop alle ingrediënten in de blender 4. Blender alles door elkaar tot een zacht en romig geheel 5. Schenk de smoothie in het glas en serveer direct 6. Indien de smoothie niet direct wordt geserveerd, plaats deze dan, overdekt met folie, in de koelkast om kleurverandering te voorkomen16 Bevat per glas: kcal: eiwit: koolhydraten: vetten: vezels: natrium: kalium:
505 kcal 6,5 gram 50,5 gram 29 gram 5 gram 22 mg 893 mg
66
Peer-speculaas smoothie Aantal personen: 1 Bereidingstijd: 7 minuten Ingrediënten: 2 peren ¾ dl volle melk 5 el Griekse yoghurt 3 el havermout 1 tl speculaaskruiden Benodigdheden: Mes Snijplank Maatbeker Eetlepel
Theelepel Blender/staafmixer Glas
Bereidingswijze: 1. Schil de peren en verwijder het klokhuis 2. Stop alle ingrediënten in de blender 3. Blender alles door elkaar tot een zacht en romig geheel 4. Schenk de smoothie in het glas en serveer direct 5. Indien de smoothie niet direct wordt geserveerd, plaats deze dan, overdekt met folie, in de koelkast om kleurverandering te voorkomen17 Bevat per glas: kcal: eiwit: koolhydraten: vetten: vezels: natrium: kalium:
315 kcal 7,5 gram 46,5 gram 9 gram 6 gram 54 mg 607 mg
67
Perzik smoothie Aantal personen: 2 Bereidingstijd: 10 minuten Ingrediënten: 2 perziken 1 banaan 2 ½ dl kokosmelk 100 gram pompoen (gekookt, uit diepvries) 60 gram cottage cheese Benodigdheden: Mes Snijplank Maatbeker
Weegschaal Blender/staafmixer 2 glazen
Bereidingswijze: 1. Was de perziken en verwijder de pitten 2. Pel de banaan en snijd deze in grove stukken 3. Stop alle ingrediënten bij elkaar in de blender 4. Blender alles door elkaar tot een zacht en romig geheel 5. Schenk de smoothie in de glazen en serveer direct 6. Indien de smoothie niet direct wordt geserveerd, plaats deze dan, overdekt met folie, in de koelkast om kleurverandering te voorkomen18 Bevat per glas:
kcal: eiwit: koolhydraten: vetten: vezels: natrium: kalium:
375 kcal 8 gram 27 gram 24,5 gram 3,5 gram 130 mg 783 mg
68
Pompoen smoothie Aantal personen: 2 Bereidingstijd: 10 minuten Ingrediënten: 1 banaan 150 gram pompoen 1 ½ dl volle Griekse yoghurt 1 ¼ dl volle melk 2 el ahornsiroop/maple syrup 1 tl kaneel Benodigdheden: Maatbeker Eetlepel Theelepel
Blender/staafmixer 2 glazen
Bereidingswijze: 1. Pel de banaan 2. Stop alle ingrediënten bij elkaar in de blender 3. Blender alles door elkaar tot een zacht en romig geheel 4. Schenk de smoothie in de glazen en serveer direct 5. Indien de smoothie niet direct wordt geserveerd, plaats deze dan, overdekt met folie, in de koelkast om kleurverandering te voorkomen19 Bevat per glas: kcal: eiwit: koolhydraten: vetten: vezels: natrium: kalium:
257 kcal 7g 31,5 g 10,5 g 2,5 g 67 mg 550 mg
69
Stoofperen-aardbeien smoothie Aantal personen: 5 Bereidingstijd: 10 minuten Ingrediënten: 400 gram stoofperen op sap 8 aardbeien 1 banaan 5 dl Griekse volle yoghurt 50 gram honing 3 tl kaneel Benodigdheden: Mes Maatbeker Weegschaal
Theelepel Blender/staafmixer 5 glazen
Bereidingswijze: 1. Stop 400 gram stoofpeertjes met het sap in de blender 2. Verwijder de kroontjes van de aardbeien, pel de banaan en stop alles in de blender 3. Doe de rest van alle ingrediënten in de blender 4. Blender alles door elkaar tot een zacht en romig geheel 5. Schenk de smoothie in de glazen en serveer direct 6. Indien de smoothie niet direct wordt geserveerd, plaats deze dan, overdekt met folie, in de koelkast om kleurverandering te voorkomen20 Bevat per glas:
kcal: eiwit: koolhydraten: vetten: vezels: natrium: kalium:
253 kcal 5,5 gram 32,5 gram 10 gram 3 gram 51 mg 395 mg
70
Variatielijst voor energie- en eiwitrijke producten Naast alle energie- en eiwitrijke mousses, milkshakes en smoothies, kan ook worden gekozen voor voedingsmiddelen die energie- en eiwitrijk zijn. Elke dag heeft gemiddeld zes eetmomenten, waarbij sprake is van drie hoofdmaaltijden en drie tussendoor momenten. Het is van belang dat bij elk eetmoment wordt gekozen voor een eiwitrijk product. Eiwitten worden geleverd door zowel dierlijke als natuurlijke producten. Onder de dierlijke eiwitten vallen eiwitten uit zuivel, vlees en vleeswaren, vis, ei en vleesvervangers. De natuurlijke eiwitten worden geleverd door: peulvruchten, noten, sojabonen, brood, granen en aardappelen. Door voor de volle en vette varianten van deze voedingsmiddelen te kiezen, zal de hoeveelheid energie van het voedingsmiddel toenemen. In de variatielijst zijn voor de verschillende eetmomenten, uitgezonderd van de avondmaaltijd, voedingsmiddelen die energie- en eiwitrijk zijn terug te vinden. Door de vele variatie zit er voor iedereen wel iets lekkers tussen.
71
Alternatieven voor brood Product
Portiegrootte
Hoeveelheid kcal 144 kcal
Hoeveelheid eiwit (gram) 5 gram
Pap met suiker en een scheutje room Krentenbol besmeerd met roomboter Krentenbrood besmeerd met roomboter Mueslibol besmeerd met roomboter Suikerbrood besmeerd met roomboter Pasteitje met vleesragout Saucijzenbroodje Amandelbroodje Kaasbroodje
1 schaaltje (150 ml) 1 stuk (50 gram)
151 kcal
4 gram
1 snee (35 gram)
113 kcal
2,5 gram
1 stuk (60 gram)
167 kcal
5 gram
1 dikke plak (45 gram)
154 kcal
3,5 gram
1 stuk (100 gram) 1 stuk (70 gram) 1 stuk (60g) 1 stuk (80 gram)
242 kcal
8 gram
270 kcal 273 kcal 264 kcal
7 gram 6 gram 7 gram
Ham/kaas croissant
1 stuk (70 gram)
245 kcal
9 gram
Roomboter croissant Poffertjes met roomboter en suiker Pannenkoek
1 stuk (40 gram)
161 kcal
4 gram
1 portie (150 gram)
417 kcal
10 gram
1 stuk (70 gram)
137 kcal
6 gram
Beleg voor op brood (of een toastje) Vis Product Tonijn uit blik (evt. met mayonaise) Paling Gerookte zalm Haring (zout) Makreel (uit blik)
Portiegrootte 30 gram (op brood) 10 gram (op toastje)
Hoeveelheid kcal 36 kcal 12 kcal
Hoeveelheid eiwit (gram) 7,8 gram 2,6 gram
30 gram (op brood) 10 gram (op toastje) 30 gram (op brood) 10 gram (op toastje) 1 maatje (75 g) 30 gram (op brood) 10 gram (op toastje)
81 kcal 27 kcal 57 kcal 19 kcal 130 kcal 81 kcal 27 kcal
6 gram 2 gram 6,6 gram 2,2 gram 14 gram 6 gram 2 gram
72
Beleg voor op brood (of een toastje) Salades Product Vissalade (Tonijnsalade / zalmsalade/ garnalensalade / krabsalade) Vleessalade Eiersalade
Huzarensalade
Kaas & worst Product Hüttenkäse
Portiegrootte 30 gram (op brood) 15 gram (op toastje)
Hoeveelheid kcal 91 kcal 45 kcal
Hoeveelheid eiwit (gram) 3 gram 1 gram
30 gram (op brood) 15 gram (op toastje) 30 gram (op brood) 15 gram (op toastje)
75 kcal 38 kcal 74 kcal 37 kcal
2 gram 1 gram 2 gram 1 gram
30 gram (op brood) 15 gram (op toastje)
44 kcal 22 kcal
1 gram 0,5 gram
Portiegrootte
Rookworst
20 gram (op brood) 10 gram (op toastje) 30 gram (op brood) 15 gram (op toastje) 30 gram (op brood) 15 gram (op toastje) 30 gram (op brood) 15 gram (op toastje) 20 gram (op brood) 10 gram (op toastje) 20 gram (op brood) 10 gram (op toastje) 20 gram (op brood) 10 gram (op toastje) 50 gram (op brood)
Overig Product
Portiegrootte
Pindakaas Ei gebakken Ei gekookt
15 gram (op brood) 50 gram 50 gram
Camembert 45+ Brie Kaas 40+ La vache qui rit Leverworst Smeerworst
Hoeveelheid kcal 18 kcal 9 kcal 92 kcal 46 kcal 64 kcal 32 kcal 112 kcal 66 kcal 75 kcal 35 kcal 57 kcal 30 kcal 64 kcal 31 kcal 165 kcal
Hoeveelheid eiwit (gram) 2 gram 1 gram 8 gram 4 gram 4 gram 2 gram 6,5 gram 3,5 gram 2,5 gram 1,5 gram 3 gram 1,5 gram 2,5 gram 1,5 gram 7,5 gram
Hoeveelheid kcal 98 kcal 110 kcal 68 kcal
Hoeveelheid eiwit (gram) 3,5 gram 7 gram 6 gram
73
Hartige tussendoortjes Kaas & worst Tussendoortje Bierworstje Leverworst Knakworstjes met mayonaise Mozzarella (evt. met tomaat) La vache qui rit Babybel kaasjes Blokjes kaas (40 +) Noten Tussendoortje Pinda’s (gezouten) Cashewnoten Walnoten Pistachenoten Borrelnoten Pecannoten Macadamia noten Hazelnoten Amandelen Japanse mix
Portiegrootte
Hoeveelheid kcal 112 kcal 180 kcal 195 kcal
Hoeveelheid eiwit (gram) 5 gram 12 gram 4 gram
65 kcal
5 gram
2 stuks (40 gram) 2 stuks (40 gram) 3 blokjes (30 gram)
150 kcal 120 kcal 112 kcal
5 gram 8,5 gram 6,5 gram
Portiegrootte 20 gram
Hoeveelheid kcal 125 kcal
Hoeveelheid eiwit (gram) 5 gram
20 gram 20 gram 20 gram 20 gram 20 gram 20 gram 20 gram 20 gram 20 gram
120 kcal 143 kcal 120 kcal 110 kcal 140 kcal 157 kcal 144 kcal 132 kcal 78 kcal
4 gram 3 gram 5 gram 3 gram 2 gram 1,5 gram 3 gram 4 gram 1 gram
30 gram 3 plakken (60 g) 3 knakworstjes met 1 eetlepel mayonaise 1 plak (25 gram)
74
Zoete tussendoortjes Zuivel Tussendoortje Slagroom vla Chocolade pudding Volle yoghurt Volle kwark * Cottage cheese* Milkshake** Chocolademelk (volle) Drinkyoghurt
Portiegrootte
Hoeveelheid kcal 180 kcal 180 kcal
Hoeveelheid eiwit (gram) 5 gram 6 gram
1 schaaltje (150 ml) 1 schaaltje (150 ml) 1 klein schaaltje (100 ml) 1 beker (250 ml) 1 beker (200 ml)
90 kcal 180 kcal 100 kcal
6 gram 11 gram 12,8 gram
192 kcal 176 kcal
6 gram 7 gram
1 beker (200 ml)
122 kcal
5,5 gram
1 schaaltje (150 ml) 1 schaaltje (150 ml)
* Voor de variatie kan vers fruit, siroop of jam worden toegevoegd ** Kant en klare milkshake van de supermarkt. U kunt het ook natuurlijk zelf maken Koek & gebak Tussendoortje
Portiegrootte
Mergpijp Pindakoekje Haverkoek Gevulde koek Roze koek Bokkenpoot Baklava Mini appelflap Appelbol Muffin Slagroomsoesjes Bouwsteentje Easy to eat Appeltaart Slagroomtaart Kwarktaart
1 stuk (70 gram) 1 stuk (35 gram) 1 stuk (45 gram) 1 stuk (60 gram) 1 stuk (55 gram) 1 stuk (10 gram) 1 stuk (120 gram) 1 stuk (50 gram) 1 stuk (170 gram) 1 stuk (50 gram) 1 stuk (15g) 1 stuk (55 gram) 1 stuk (37 gram) 1 stuk (100 gram) 1 stuk (100 gram) 1 stuk (115 gram)
Hoeveelheid kcal 303 kcal 188 kcal 158 kcal 245 kcal 241 kcal 46 kcal 520 kcal 180 kcal 580 kcal 210 kcal 43 kcal 196 kcal 89 kcal 286 kcal 300 kcal 266 kcal
Hoeveelheid eiwit (gram) 5 gram 4 gram 4 gram 4 gram 2 gram 1,5 gram 5 gram 2 gram 6 gram 3,5 gram 1 gram 7 gram 6 gram 3,5 gram 5 gram 5,5 gram
Soepen Soep
Portiegrootte 1 kop (250 ml) 1 kop (250 ml)
Hoeveelheid kcal 152 kcal 250 kcal
Hoeveelheid eiwit 9 gram 16 gram
Bruine bonensoep Erwtensoep met spek/worst Goulashsoep Peulvruchtensoep
1 kop (250 ml) 1 kop (250 ml)
162 kcal 162 kcal
8 gram 8 gram
75
Bronnenlijst 1. I love health. Recepten. Toetjes. Gezonde chocolade mousse 3 ingrediënten. 28 mei 2014. http://www.ilovehealth.nl/gezonde-chocolade-mousse-3-ingredienten/ 2. Supersnelgezond. Groene smoothies. http://supersnelgezond.nl/category/groene-smoothies/ 3. Malnucare. Recepten. Tussendoortjes en nagerechten. Dik vloeibaar. http://www.malnucare.nl/recepten/tussendoortjes-en-nagerechten.htm# 4. Mijnreceptenboek. Recepten. Nagerechten. Milkshake. http://www.mijnreceptenboek.nl/recept/nagerechten/milkshake.html 5. Milkshake maken. http://www.milkshakemaken.net/ 6. AH allerhande. Recepten. Zoeken. Milkshakes. http://www.ah.nl/allerhande/recept/RR65786/perzikmilkshake 7. Skinny taste. Recipes. Skinny beverages. http://www.skinnytaste.com/2007/07/skinny-beverages.html 8. Blenderworkshop. Blenderrecepten. Smoothies. http://www.blenderworkshop.nl/blender-recepten/categorie/12-smoothie-recepten 9. Njam! het kookkanaal. Recepten. Smoothies. Tropical Dream: smoothie met ananas en kokos. http://www.njam.nl/recepten/tropical-dream-smoothie-met-ananas-en-kokos 10. Food from heaven. Drankjes. Smoothies. Appeltaart smoothie. 26 februari 2013. http://foodfromheaven.nl/appeltaart-smoothie/ 11. A splash of vanilla. Recipe index. Something to drink. Avocado and almond smoothie. 9 Januari 2012 http://www.asplashofvanilla.com/2012/01/09/raw-food-vegan-breakfast-avocado-almond-smoothie/ 12. Chew out loud. Drinks. Avocado coconut smoothie shake. 27 juni 2013. http://www.chewoutloud.com/2013/06/27/avocado-coconut-smoothie 13. Live simply. Recipes. Drinks. Beet-strawberry smoothie. http://livesimply.me/2013/07/26/beet-strawberry-smoothie/ 14. Ripped recipes. Recipes. Protein shake. Blueberry Cheesecake Smoothie. http://www.rippedrecipes.com/recipe/blueberry-cheesecake-smoothie-728.html 15. Cookin’ Canuck. Recipes. Beverages. Healthy coffee banana smoothie recipe. 28 oktober 2013 http://www.cookincanuck.com/2013/10/healthy-coffee-banana-smoothie-recipe/ 16. 4pure. Recepten http://www.4pure.nl/recepten/ 17. Volrecepten. Zoeken. Speculaas smoothie. 20 december 2013. http://www.volrecepten.nl/click/index/2625342/?site=blondiekookt.nl 18. Healthnutnation. Recipes. Smoothies. Paleo Peach Pie Smoothie Recipe. http://www.healthnutnation.com/2013/09/10/peach-pie-smoothie-recipe/ 19. Sallysbakingaddiction. Recipes. Drinks. Pumpking pie protein smoothie. 6 oktober 2014. http://sallysbakingaddiction.com/2014/10/06/pumpkin-pie-protein-smoothie/ 20. Stoofperen.nl. recepten. Smoothie met banaan en aardbeien. 2014 http://stoofperen.nl/stoofperen-smoothie-met-banaan-en-aardbeien/
76