ingediend op
613 (2015-2016) – Nr. 2 4 mei 2016 (2015-2016)
Verslag namens de Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn uitgebracht door Wilfried Vandaele
over het voorstel van resolutie van Els Robeyns
betreffende alternatieven voor dierproeven
verzendcode: LEE
2
613 (2015-2016) – Nr. 2
Samenstelling van de Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn: Voorzitter: Tinne Rombouts. Vaste leden: Piet De Bruyn, Andries Gryffroy, Bart Nevens, Axel Ronse, Ludo Van Campenhout, Wilfried Vandaele; Robrecht Bothuyne, Lode Ceyssens, Tinne Rombouts, Valerie Taeldeman; Gwenny De Vroe, Lydia Peeters; Rob Beenders, Bruno Tobback; Hermes Sanctorum-Vandevoorde. Plaatsvervangers: Jelle Engelbosch, Sofie Joosen, Jos Lantmeeters, Jan Peumans, Grete Remen, Sabine Vermeulen; Sonja Claes, Jos De Meyer, Bart Dochy, Katrien Partyka; Mathias De Clercq, Willem-Frederik Schiltz; Els Robeyns; Johan Danen. Toegevoegde leden: Stefaan Sintobin.
Documenten in het dossier: 613 (2015-2016) – Nr. 1: Voorstel van resolutie
V la am s P ar l e m e n t
—
1011 Brussel
—
0 2 /5 5 2 .1 1 .1 1
—
w w w .v la am s p ar l e m e n t.b e
613 (2015-2016) – Nr. 2
3
De Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn besprak op 27 april 2016 het voorstel van resolutie van Els Robeyns betreffende alternatieven voor dierproeven (Parl.St. Vl.Parl. 2015-16, nr. 613/1). 1. Toelichting Els Robeyns leert uit de discussies naar aanleiding van de Wereldproefdierendag dat er nog weinig transparantie is over de aangelegenheid. De proefdierenkwesties zijn grotendeels gereglementeerd op Europees niveau. Volgens de Europese richtlijn betreffende de bescherming van dieren die voor wetenschappelijke doeleinden worden gebruikt, moeten de lidstaten onder andere bijdragen tot de ontwikkeling van alternatieve onderzoeksmethoden. Ze moeten laboratoria aanwijzen die gekwalificeerd zijn om de nodige valideringsstudies uit te voeren én ervoor zorgen dat alternatieven voor dierproeven op nationaal niveau worden aangemoedigd. In 2009 heeft de Belgische overheid bij de wet van 9 juni 2009 in een Belgisch centrum voorzien om onderzoek naar alternatieven voor dierproeven te stimuleren. In dat centrum zou een wetenschappelijk adviescomité van deskundigen opgericht worden om dierproeven te verminderen, de omstandigheden te verfijnen en waar mogelijk dierproeven te vervangen door alternatieven met dezelfde wetenschappelijke betrouwbaarheid. Zeven jaar later bestaat dat centrum nog niet. Eigenlijk is er geen gecoördineerd beleid, dus komt België zijn Europese verplichtingen niet na. Dat het aantal proefdieren dient te verminderen, wordt breed gedragen: 81 percent van de Vlamingen, ook de minister, wil dat er naar alternatieven gezocht wordt. Een centrum dient voor het lid nationaal te zijn. Het zou informatie en cijfers over de praktijk verzamelen. Hoewel er wel al statistieken zijn over het aantal dieren, is er geen informatie over het soort proeven waaraan ze onderworpen worden of het leed dat die proeven veroorzaken. Het voorstel van resolutie vraagt de Vlaamse Regering uitvoering te geven aan de federale wet van zeven jaar geleden en samen met de andere gewesten een centrum op te richten, dat dan jaarlijkse streefcijfers voor de reductie van het aantal dierproeven kan voorstellen. Tot slot vraagt het om in de milieuvergunningen die betrekking hebben op dierproeven niet alleen de effecten op de omgeving maar ook op het dierenwelzijn in rekening te brengen. 2. Bespreking Axel Ronse is er samen met minister Ben Weyts van overtuigd dat er nog heel wat kan gedaan worden om het welzijn van dieren te verbeteren, zoals een thuis voor afgedankte proefdieren, zoals meer bevoegdheden voor de inspectie, maar ook het ontwikkelen van alternatieven voor dierproeven. Vlaanderen is bekend om innovaties, ook voor alternatieven voor dierproeven. Zo is er een worm gekweekt waarop proeven toepasbaar zijn. Net als sp.a vindt N-VA dat een centrum ruimer moet zijn dan enkel voor Vlaanderen, maar dan nog ruimer dan de kunstmatige afbakening België. Goede kennisverspreiding is nodig. Waarom er geen andere regio’s of landen als Nederland bij betrekken? Belangrijker dan dergelijk centrum zijn de acties die de Vlaamse minister onderneemt. Een centrum zal volgens het lid niet leiden tot een reductie, het parlement moet meer ambitie tonen dan het huidige voorstel. Dit beperkte voorstel nu goedkeuren zou de ambities van zijn partij beschamen. Hij heeft het idee van een koppeling aan de milieuvergunning samen met Hermes Sanctorum-Vandevoorde gelanceerd nadat de Limburgse deputatie besliste een Vlaams Parlement
4
613 (2015-2016) – Nr. 2
vergunning voor een inrichting voor massale dierproeven toe te staan omdat ze geen grond tot weigering had. De minister stond open voor dat idee, maar bij toekenning van de vergunning is nog niet bekend welk soort dierproeven het zullen zijn. Een milieuvergunning wordt dan een carte blanche. Het is dus niet het goede middel. Voor nertsenkwekerijen kunnen milieuvergunningen volgens het lid wel soelaas bieden. Kortom, hij is bereid om met de indiener verder te werken aan een ambitieuzer voorstel. Hermes Sanctorum-Vandevoorde zal het voorstel steunen, maar is het ook eens met wat Axel Ronse zegt. Ook hij ziet hiaten in het voorstel. Bart De Strooper van de KU Leuven klaagt de administratieve rompslomp aan om het dierenwelzijn bij dierproeven te verbeteren. Vera Rogiers van de Vrije Universiteit Brussel zegt dat dierproeven op termijn volledig vermeden kunnen worden. Volgens haar geven de bestaande alternatieven al meer garanties dat bijvoorbeeld een geneesmiddel veilig is. De effecten van de proeven op dieren zijn niet altijd eenduidig over te zetten op mensen. Hij stelt voor dat de commissie de kwestie wat breder aanpakt en enkele academici hoort. Bart Dochy weet dat iedereen het aantal dierproeven tot het minimum wil beperken. Hij denkt dat de sector al deontologische regels heeft waar eventueel nog een en ander aan kan worden bijgeschaafd. De link naar de omgevingsvergunning stoort hem. Hoe kan het toestaan van een dierproef van de locatie afhangen? Het houden van dieren en hun aantal heeft een invloed op de omgeving, maar proeven niet. Hij denkt dat de dierenwelzijnswetgeving voldoende mogelijkheden biedt om op te treden. Gwenny De Vroe vindt ook dat er alles aan gedaan moet worden om dierproeven tot een minimum te beperken. Een Belgisch centrum is voor Open Vld geen prioriteit, mede gezien de besparingscontext. Over de koppeling aan de omgevingsvergunning is ze het eens met Bart Dochy. Open Vld zal tegenstemmen. Axel Ronse legt uit dat hij de koppeling dierenwelzijn-omgevingsvergunning niet zozeer suggereerde omdat er een link is met de omgeving, maar wel om de burger via het openbaar onderzoek inspraak te gunnen. Een koppeling milieuvergunning-dierproeven is echter niet verstandig omdat er bij de aanvraag van de vergunning nog niet bekend is welke proeven er precies zullen worden uitgevoerd. Als een instituut een omgevingsvergunning krijgt voor dierproeven, krijgt ze dus een carte blanche voor om het even welke proef. Dat is contraproductief voor het dierenwelzijn. Els Robeyns is het ermee eens dat er heel wat meer mogelijk is. Het voorstel van resolutie is slechts een eerste stap. Dat het goedkeuren de ambitieuzere doelen van een partij zou beschamen, lijkt haar wat bij de haren getrokken. Iedereen zegt iets te willen doen, ook de minister, maar er gebeurt niets. Het centrum is zeven jaar geleden goedgekeurd. Tegen samenwerken met Nederland heeft ze niets, zo lang er maar gewerkt wordt aan alternatieven voor dierproeven en er een gecoördineerd beleid is. Of er nu een apart centrum komt, of samengewerkt wordt met een bestaand Nederlands centrum, budgetten moeten er altijd voor vrijgemaakt worden. Ze wil, net als Hermes Sanctorum-Vandevoorde, samen met de meerderheid met graagte werken aan een verregaander voorstel.
Vlaams Parlement
613 (2015-2016) – Nr. 2
5
3. Stemming Het voorstel van resolutie betreffende alternatieven voor dierproeven (Parl.St. Vl.Parl. 2015-16, nr. 613/1) wordt verworpen met 8 stemmen tegen 3. Tinne ROMBOUTS, voorzitter Wilfried VANDAELE, verslaggever
Vlaams Parlement