Alternatieve financiering: een duurzaam alternatief? Kansen en valkuilen voor coöperatief ondernemen
Alternatieve financiering technieken meetinstrumenten aandachtspunten
Coöperatief ondernemen wat?
@WimVanOpstal @lieve_jacobs 27 mei 2013
cases
Alternatieve financiering Technieken Sponsoring Giften, mecenaat, legaten Spin-offs (productdifferentiatie, prijsdiscriminatie, …) Crowdfunding Mezzaninefinanciering CultuurInvest (PMV), … Win-winlening (FFF), … Waarborgregeling (PMV, via banken), … Complementaire munten Social Impact Bonds …
Alternatieve financiering Meetinstrumenten Financiële return: jaarrekening Sociaal-economische kosten-batenanalyse Social Return on Investment (SROI) Kwantificeren van econ/soc/ecol. impact Input door stakeholders Impact uitdrukken in geld*
Alternatieve financiering Aandachtspunten Corporate Governance
Belangenconflicten Mattheuseffect Organisationele doelverschuiving Operations Management
Verdringingseffecten
Marketing Sociaal ondernemen
Financieel beheer
H.R.M.
6
Coöperatief ondernemen Wat?
Coöperatief ondernemen Wat?
Coöperaties zijn…
“…jointly owned and democratically controlled organizations, designed to meet the socio-economic needs of their members (ICA, 1995).”
Drie belangrijke kenmerken: 1. Focus: gemeenschappelijke behoeften van gebruikers 2. Eigendom van haar gebruikers 3. Wordt gecontroleerd door haar gebruikers
Drie belangrijke kenmerken: 1. Focus: gemeenschappelijke behoeften van gebruikers 2. Eigendom van haar gebruikers 3. Wordt gecontroleerd door haar gebruikers
Coöperatief ondernemen Waarom?
Coöperatief ondernemen Hoe?
Vacuüm invullen
CVBA / CVOA
Schaalvoordelen / marktmacht efficiëntie en kostenbesparingen
coöperatieve vennootschap met (on)beperkte aansprakelijkheid vergelijkbaar met resp. BVBA en VOF
verbeteren bedrijfspositionering (naambekendheid, markttoegang, …)
Optioneel: erkenning NRC
benutten van complementaire competenties
Optioneel: VSO-statuut
(Lokale) verankering van zeggenschap en controle
Coöperatief ondernemen Verschilpunten met vzw Mogelijk om aandelen uit te schrijven
Coöperatief ondernemen Verschilpunten met klassieke handelsvennootschap Opdeling vast / variabel kapitaal
middelen mobiliseren mensen mobiliseren
Concept “handelaar” rechtszekerheid aantrekken vreemd vermogen
Variabel gedeelte Vast gedeelte
Coöperatief ondernemen Verschilpunten met klassieke handelsvennootschap
Coöperatief ondernemen Verschilpunten met klassieke handelsvennootschap Mogelijkheid creatie verschillende soorten aandelen
Mogelijkheid loskoppeling inbreng stemrecht
D‐aandelen (buurtbewoners)
1 aandeel = 1 stem
Niemand >10% van de stemmen
1 vennoot = 1 stem
C‐aandelen (externe investeerders) B‐aandelen (gebruikers) A‐aandelen (oprichters/bezielers)
Vragen?
Coöperatief ondernemen Cases 1. Welke activiteiten? Welke inkomsten? 2. Wie zijn de vennoten? 3. Waarom kunnen vennoten en coöperatie iets voor elkaar betekenen? X min. voorbereiding max. 5 min./groep terugkoppeling
Coöperatief ondernemen Case 1: samenaankoop materialen 1. Welke activiteiten? Welke inkomsten? 1. 2.
Verkoop van materialen – geen verhuur, anders hebben we stockage nodig en moet er onderhoud gebeuren aan het materiaal Verkoop aan onze vennoten
2. Wie zijn de vennoten? 1.
Stichters
2.
Gebruikers van de materialen
3.
Investeerders – leveranciers
4.
Vraag: kan de overheid vennoot worden?
Coöperatief ondernemen Case 2: het delen van een gebouw (1) 1. Welke activiteiten? Welke inkomsten? 1.
Zaalverhuur (ateliers voor kunstenaars, kantoorruimtes, …)
2.
Events organiseren
3.
Verhuren en/of verkopen van kunst die wordt gemaakt via shops en/of winkels
4.
Cafetaria
5.
Wooneenheden (cfr. wonen boven winkels)
2. Wie zijn de vennoten?
3. Waarom kunnen vennoten en coöperatie iets voor elkaar betekenen?
1.
Verenigingen, org. en kunstenaars
2.
Galerijen
3.
Buurtbewoners
4.
Gemeente
1.
Kostenbesparing (prijs en gemeenschappelijke stock)
5.
Huurders
2.
Samen beslissen over wat wordt aangekocht
6.
Grote publiek
7.
Partners zoals b.v. Kunst in Huis
Coöperatief ondernemen Case 2: het delen van een gebouw (2) 3. Waarom kunnen vennoten en coöperatie iets voor elkaar betekenen?
Coöperatief ondernemen Case 3a: participatie door het bredere publiek 1. Welke activiteiten? Welke inkomsten? 1.
Startpunt: een bibliotheek die een bib-wagen wil opzetten
1.
Schaalvoordelen (niet enkel gebouw, ook advies)
2.
Om ruimer te gaan communiceren en te gaan werken
2.
Eigen vermogen opbouwen als buffer
3.
3.
Gemeenschappelijke onderhoud
Wagen (die groot is!) heeft zowel een programmatie (educatieve activiteiten) als boeken
4.
Ruimte voor buurt
4.
5.
Kennisdeling en netwerking
INKOMSTEN: ook werken met lidgelden om tegemoet te komen aan de recurrente inkomsten!
6.
Cultuurparticipatie
2. Wie zijn de vennoten? Brede publiek, denk aan rusthuisbewoners, schooltjes, gevangenissen, kinderopvang, …
3. Waarom kunnen vennoten en coöperatie iets voor elkaar betekenen? Om inspraak te krijgen in programmatie (denk aan de gesproken boeken voor de rusthuisbewoners)
Coöperatief ondernemen Case 3b: participatie door het bredere publiek 1. Welke activiteiten? Welke inkomsten? 1.
De groep kwam snel uit bij een klassieke vzw
2.
Voor hen was het wat geforceerd – het was niet makkelijk om er de coop bij te krijgen
3.
Je kan leden die lidgeld betalen ook inspraak geven, je hebt geen coop nodig wanneer het niet hoeft!!
4.
Coop is geen wonderoplossing.
5.
Ja maar, hoe zie je dit met de opdracht van algemene toegankelijkheid? (in kunst hebben we een gelijkaardige discussie als in zorg)
2. Wie zijn de vennoten? 3. Waarom kunnen vennoten en coöperatie iets voor elkaar betekenen?
Coöperatief ondernemen Case 4a: personeelsprojecten 1. Welke activiteiten? Welke inkomsten? 1.
Een werknemer die de nood à infrastructuur voor de cultuursector wil oplossen via een database (horeca)
2.
Lidgelden? Of een soort van compensatie? Of zalen gratis maar de consumpties kunnen dan als inkomst dienen.
2. Wie zijn de vennoten? 1.
Alle eigenaars binnen de horeca
2.
De gebruikers
3. Waarom kunnen vennoten en coöperatie iets voor elkaar betekenen?
Coöperatief ondernemen Case 4b: personeelsprojecten 1. Welke activiteiten? Welke inkomsten? 1.
Spin off van Vlaams Fonds voor de Letteren – zou een bemiddelingsbureau willen oprichten
2.
Inkomsten komen uit de overheid (subsidie)
3.
Commissie% voor de bemiddeling
2. Wie zijn de vennoten?
Coöperatief ondernemen Case 5a: nieuwe samenwerkingen (1) 1. Welke activiteiten? Welke inkomsten? 1.
Werken samen met het netwerk van alle kringloopcentra (schaalvoordleen!)
2.
Activiteiten: decors en voor winkels, bedrijven, scholen, … demonteerbaar decor kan terug naar de kringloopwinkel
3.
De opdrachtgever betaalt – zal in elk geval goedkoper zijn dan de klassieke weg
2. Wie zijn de vennoten?
1.
Auteurs
1.
Netwerk van kringloopcentra en bekende kunstenaars als boegbeeld
2.
Socio-culturele verenigingen, scholen, bibs, …
2.
Kunstenaars die opdrachten wensen te aanvaarden – enkel aandeelhouders kunnen het voorrecht krijgen om in materiaal te gaan snuisteren grotere lokale betrokkenheid (zowel langs kringwinkels als langs afzetmarkt)
3.
Afnemers die een opdracht willen plaatsen (ze krijgen ene goedkoper product maar moeten zich wel engageren)
3. Waarom kunnen vennoten en coöperatie iets voor elkaar betekenen? 1.
Een auteur krijgt het voordeel van een hogere vergoeding (idem voor de verenigingen)
2.
Korting voor aangesloten boekhandels, andere voordelen, …
Coöperatief ondernemen Case 5a: nieuwe samenwerkingen (2) 3. Waarom kunnen vennoten en coöperatie iets voor elkaar betekenen? 1.
Voor kringloopcentra: Naambekendheid, grotere afzet voor hun producten
2.
Voor kunstenaars: Meer mogelijkheden voor opdrachten, kunnen snuisteren, samenwerken met andere kunstenaars
3.
Voor opdrachtgevers: Kostenbesparing, sociale oogmerk en matschappelijke belang, artistieke inbreng en vertaling van ideeën
Coöperatief ondernemen Case 5b: nieuwe samenwerkingen (1) 1. Welke activiteiten? Welke inkomsten? 1.
Recycleren, opwaarderen van bestaande producten (meer cachet en hogere prijs mogelijk indien geproduceerd door kunstenaar)
2.
In opdracht van productiehuizen b.v.
3.
Vrije collectie kunstenaars en studenten
4.
Workshops waar kunstenaars werken met het aanwezige materiaal (!! Brug met het onderwijs)
5.
Ook online verkoop, via veiling, … van opgewaardeerde producten
6.
Ecologische voetafdruk verkleinen
2. Wie zijn de vennoten? 1.
Productiehuizen
2.
Individuele kunstenaars (?? Niet zeker, want hang je dan niet te veel vast aan hen??)
3.
De kringwinkel zelf, klanten, grotere winkels (denk aan JBC of grote meubelwinkels)
Coöperatief ondernemen
Meer weten?
Case 5b: nieuwe samenwerkingen (2) 3. Waarom kunnen vennoten en coöperatie iets voor elkaar betekenen? 1.
Meer recyclage
2.
Opwaardering van materiaal
3.
Oude decorelementen kunnen ook geherwaardeerd en opnieuw gebruikt worden
4.
Ecologische voetafdruk
http://cesoc.khleuven.be www.coopburo.be