Milieu Energiebesparing Met z’n allen gebruiken we een heleboel energie. Bijvoorbeeld thuis, op school, in cafés en ook in winkels en bedrijven. Om het milieu te sparen is het belangrijk om ook op je werk aan energiebesparing te doen. In deze leereenheid staat informatie over hoe je op je werkplek daaraan een bijdrage kunt leveren. Energiebesparing is belangrijk omdat:
er dan minder luchtverontreiniging ontstaat, waardoor er een vermindering van het broeikaseffect kan optreden; de voorraad natuurlijke brandstoffen steeds kleiner wordt, en we, door zuinig met energie om te gaan, we langer met de voorraad kunnen doen; het financieel voordeliger is om minder energie te gebruiken.
Windmolens besparen fossiele energie.
Alle apparaten die in een winkel en in de bijbehorende kantoren, opslagruimtes en magazijnen staan, kosten energie. Denk bijvoorbeeld aan:
elektronische kassa en de bijbehorende pinapparatuur airconditioningsysteem koelschappen en vrieskasten verlichting airconditioning computers heftrucks in het magazijn.
Hoe meer apparaten er in een winkel zijn, hoe meer energie er wordt gebruikt. Dit betekent een behoorlijke belasting voor het milieu. De energieproducent moet meer energie produceren en stoot daarbij schadelijke stoffen uit. Maar een hoog energieverbruik kost de eigenaar van de winkel ook veel geld. Wanneer je in een winkel aan energiebesparing doet, spaar je dus niet alleen het milieu, maar ook energiekosten.
Ik moest toch energie besparen?
In een winkel kun je verschillende maatregelen nemen om energie te besparen. Op de volgende onderdelen kun je energie besparen:
(winkel)verlichting verwarming koelen en vriezen transport apparatuur.
Tips: snelle energiebesparing DOETINCHEM – Winkeliers trekken zich de haren uit het hoofd als de energierekening binnenkomt. Koelingen, airco’s, opvallende verlichting. Het vreet steeds duurder wordende energie. Elsevier Retail geeft tips voor snelle besparingen op deze vervelende postenkost. Het lijkt een open deur, maar de belangrijkste tip is het sluiten van de deur. Op warme en koude dagen is het een stuk makkelijker om de temperatuur in de ruimte op orde te houden zodat verwarming en airco minder hard hoeven te werken. Nadeel van een gesloten deur is dat het minder uitnodigend werkt voor klanten. Schuifdeuren bieden wellicht uitkomst. Een uitnodigende, open etalage, een bord met aanbiedingen op straat en goede verlichting in de zaak doen de rest. Elektriciteitsvreters Een airco zorgt voor een plezierig klimaat in de winkel, maar voor een vervelende energierekening. Het zijn elektriciteitsvreters, zeker als ze gedwongen worden hard te werken. In de zomermaanden kan een mooi zonnescherm uitkomst bieden. Daarmee wordt de zon buiten de winkel gehouden en dus voorkomen dat de airconditioning op volle toeren moet draaien. Dat zorgt voor verfrissing van de energierekening.
Tips: snelle energiebesparing Sommige gemeenten willen het verplicht stellen, maar daar hoeft u als winkelier helemaal niet op te wachten. Het afdekken van koelingen zorgt voor een directe en significante besparing. Veel ondernemers zijn hier huiverig voor omdat het impulsaankopen door klanten zou hinderen. De branche die het meest afhankelijk is van impuls, vreest dit een stuk minder. Veel pompshops langs de snelweg hebben al lang mooie koelkasten met deurtjes. Geen forens laat er zijn blikje Red Bull voor staan. De warmte die vrijkomt bij het koelen is bovendien te verkopen. Zo verkoopt AH Heijmans uit Malden de overtollige energie aan zijn buurman. Spaarlampen Verlichting verzwaart de elektriciteitsrekening ook behoorlijk. Natuurlijk moet uw assortiment prachtig uitgelicht in de schappen liggen om klanten te stimuleren zo veel mogelijk te kopen. Dit kan echter ook prima met spaarlampen. De aanschaf is misschien wat duurder, maar dat verdient zichzelf terug. Dat geldt ook voor het gebruik van dimverlichting. Als het buiten licht is, heeft u minder verlichting nodig in de winkel. Hoogfrequente TL-verlichting kan hierbij helpen. In bestaande situaties is dit meestal een vrij prijzige ingreep, maar bij renovatie of nieuwbouw is het zeker het overwegen waard. De inzet van LED-verlichting helpt ook behoorlijk. Niet alles bij de besparing op kosten betekent dat u fysieke maatregelen moet nemen. Goed shoppen tussen uw energieleveranciers is ook een goede methode. Ga praten met verschillende leveranciers van bijvoorbeeld elektriciteit en u merkt dat er toch behoorlijke tariefverschillen zijn. Ook binnen de voorwaarden zijn er behoorlijke verschillen. Prijsvergelijkingssites voor particulieren bieden een goed startpunt voor winkeliers. Veel klanten shoppen voor de laagste prijs, tijd voor retailers om dit voorbeeld te volgen. Isoleren Energiebesparen kun je leren. Of beter gezegd: isoleren. Vaak is vooral de isolatie van de leidingen niet goed verzorgd, waardoor u wel betaalt voor de energie, maar er niet van profiteert. Hierin investeren is zinvol omdat de terugverdientijd relatief kort is, twee jaar is een realistische tijd. Stel duidelijke regels op voor energiebesparing bij het afsluiten van de winkel. Als u slaapt, hoeven de meters niet door te werken. Lampen in magazijnen, verwarming en andere bedrijfsruimtes moeten uit zijn, de verwarming kan op een laag pitje, koelingen afgedekt en allerhande computersystemen, printers en andere apparatuur uit. Nederland gooit jaarlijks kapitalen weg door apparaten nutteloos in de stand-bystand te laten staan. Vraag om hulp Aarzel ten slotte niet om externe hulp in te schakelen. Veel energiebedrijven bieden de mogelijkheid tot een (bijna) gratis advies, terwijl er ook verschillende consultants actief zijn op dit terrein. Naast de bovenstaande, wat algemene tips, zijn er ongetwijfeld in uw specifieke winkel nog veel meer mogelijkheden. Ook hiervoor geldt, dat het in principe een eenmalige investering is die zich vanzelf terugverdient. Bron : woensdag 16 januari 2008, Elsevierretail.nl, Joep Meijsen.
Verlichting Een winkel kan niet zonder verlichting. De verlichting is nodig om de artikelen goed te kunnen presenteren en om voor sfeer te zorgen. Toch kun je ook in een winkel op verlichting besparen. De winkelier kan bijvoorbeeld alle lampen vervangen door energiezuinige lampen ( spaarlampen of LED-verlichting). Of door een systeem te gebruiken dat de verlichting aan- en uitschakelt op de momenten dat het nodig is. Bijvoorbeeld tijdklokken of bewegingsdetectoren.
Voor een mooie presentatie is licht nodig, maar dit kost veel energie.
Ook jij als winkelmedewerker kunt energie besparen:
Als er niemand in een ruimte is, hoeft de verlichting niet aan. Denk bijvoorbeeld aan het toilet of de personeelsruimte. Meestal maak je na sluitingstijd de winkel schoon en vul je de voorraad aan. Dan is er minder licht nodig dan voor het presenteren van de artikelen. Doe dan dus zoveel mogelijk lampen uit.
Verwarming In winkels staat meestal de verwarming aan. Klanten vinden het prettiger om in een aangename temperatuur te winkelen, dan in een koele ruimte. Die verwarming kost veel energie. Ook kost het extra energie als de deur naar buiten toe vaak opengaat. Veel winkels hebben een energiezuinig verwarmingssysteem en zijn goed geïsoleerd. Bijvoorbeeld doordat ze een dubbele deur hebben waardoor er niet te veel koude lucht van buiten in de winkel kan komen. Wanneer het kan, zetten ze de verwarming een graadje lager. Ook wordt er veel gebruik gemaakt van timers om de verwarming aan en uit te schakelen. Zelf kun je op dit onderdeel energie besparen door de verwarming uit te zetten in ruimtes die niet worden gebruikt. Zet geen voorwerpen voor de verwarming. Dat houdt de warmte tegen en kost alleen maar energie. Als je in een magazijn bent waar de deuren openstaan, is het beter om iets warms aan te trekken dan de verwarming hoog te zetten. Koelen en vriezen In veel winkels in de levensmiddelensector staat koel- en vriesapparatuur. Deze apparaten zijn noodzakelijk omdat de artikelen anders bederven. Koel- en vriesapparaten zijn wel enorme energieverbruikers. Volgens sommigen gaat 60 procent van de energiekosten van supermarkten op aan de koel- en vriesmeubels. In de winkel kun je een aantal dingen doen om het energieverbruik bij het koelen en vriezen te verminderen.
Je kunt om energieverbruik te verminderen:
Na sluitingstijd open koel- en vriesmeubels afdekken. Daarmee kun je 20 tot 50% energie besparen. Let op de laadlijn van de vriezer, dit streepje geeft aan tot welke hoogte je diepvriesartikelen mag opstapelen. Een te volle diepvries verbruikt extra veel energie. Gekoelde en diepvriesartikelen niet lang buiten de koeling of diepvries bewaren. Dit omdat het dan extra energie kost om ze weer te koelen. De deuren van vries- en koelcellen direct na gebruik dichtdoen.
Supermarkt moet koeling afdekken AMSTERDAM - Gemeenten mogen supermarkten verplichten hun koel- en vriesmeubels af te dekken. Dit leidt tot een aanzienlijke energiebesparing. De supermarkten vrezen echter dat de nieuwe regel omzet kost. Een en ander volgt uit een uitspraak van de Raad van State gisteren. Amsterdamse stadsdelen, de gemeente Zandvoort en de milieudienst IJmond eisten vorig jaar dat supers zouden meedoen aan energiebesparende maatregelen. De supers - waaronder AH, Aldi, Vomar en Deen - gingen tegen dit besluit in beroep, maar zijn nu door de Raad van State in het ongelijk gesteld. Koeling van koel- en vriesmeubels is verantwoordelijk voor 60 procent van het energieverbruik in de supermarkt. Volgens de Raad van State worden de kosten van het afdekken binnen vijf jaar terugverdiend via een lagere energierekening. Marktleider Albert Heijn zegt in een reactie ’verbaasd te zijn dat een lokale overheid ons dit kan opleggen’. Een woordvoerder van de supermarktketen sprak van ’een lastig vooruitzicht voor een landelijk opererende supermarktketen als lokale overheden elk hoekje van onze supermarkten kunnen beschrijven’. De supers in de hoofdstad en in de regio IJmond krijgen tot 1 januari 2010 de tijd om hun winkels aan te passen. Joop Holla van marktonderzoeker GFK verwacht dat de winkels zullen worstelen met de indeling. „Met name voor producten die veelal uit een impuls worden gekocht - zoals vers gebak en speciale maaltijden - zullen ze een oplossing moeten bedenken.” Een mogelijkheid is een zogenoemde inloopkoeling, waar de klant met boodschappenkar en al hun gekoelde producten uit kunnen halen. Bron : Algemeen Dagblad, woensdag 12 september 2007
Airconditioning Klanten vinden het prettig om in een lekkere temperatuur te winkelen. In de zomermaanden gebruiken steeds meer winkels daarom airconditioning. Bij het gebruik van een airconditioning moet het verschil tussen de binnen- en buitentemperatuur niet te hoog zijn. Het is het prettig als het verschil niet groter is dan 5 graden. Een airco-installatie verbruikt veel energie. Dit kun je er aan doen om het energieverbruik te beperken:
de deuren zoveel mogelijk gesloten houden, anders moet de airco-installatie extra koelen; de draaiuren van de airco-installatie zoveel mogelijk beperken.
Transport Vooral grote winkels, zoals bouwmarkten gebruiken elektrische of motorgestuurde heftrucks en transportwagentjes. Het is verstandig als de eigenaar van de winkel bij aanschaf van deze transportmiddelen op de energiezuinigheid let. Zelf kun je erop letten deze transportmiddelen niet onnodig te gebruiken en er verstandig mee om te gaan. Bijvoorbeeld door niet onnodig de motor aan te laten staan of er te hard mee te rijden.
Dit transportmiddel gebruikt energie. Ga er daarom verstandig mee om.
Apparatuur In winkels staan allerlei soorten apparatuur. Denk bijvoorbeeld maar aan de computers voor het voorraadbeheer en de administratie, printers en kassasystemen. Ook deze apparaten verbruiken veel energie. De winkelier kan bij de aanschaf letten op het energieverbruik van het apparaat. Sommige apparaten zijn veel zuiniger dan andere. Ook is het verstandig om de apparaten alleen aan te zetten wanneer je ze nodig hebt of op een sluimerstand te zetten die minder energie verbruikt. Energiemanagement bij C&A Energiemanagement moet bij C&A Nederland een jaarlijkse besparing opleveren van 300.000 kWh Elektriciteit, 30.000 m3 gas en 2.000 m3 water. De afdeling technisch beheer wordt daarbij geholpen door een monitoringsysteem dat per kwartier het gebruik registreert. Het systeem signaleert daarnaast of een vooraf ingesteld normgebruik wordt overschreden. De storemanagers krijgen een e-mail of een telefoontje als er uitzonderlijk energiegebruik is. Hierop onderneemt de storemanager actie om de oorzaak na te gaan. Als er hele grote verbruiken zijn, gaat iemand van de afdeling technisch beheer zelf in de winkel kijken. Door het monitoringsysteem worden behoorlijke besparingen gerealiseerd. Zo bleek bijvoorbeeld de verlichting van de magazijnen in Rotterdam niet op de portierschakelaar te zitten. Daardoor brandde de verlichting dag en nacht. Dit is verholpen door de afdeling technisch beheer en levert het filiaal een besparing van bijna 50.000 kWh elektriciteit per jaar op. Het onderling vergelijken van de verschillende filialen motiveert om minder energie en water te gebruiken. Doordat alles meetbaar en inzichtelijk is kan bij afwijkingen snel en effectief worden ingegrepen. Het management van C&A Nederland heeft extra budget ter beschikking gesteld
Bron : www.senternovum.nl
Zoals je in dit artikel kunt lezen, een winkel kan behoorlijk wat besparen door goed op het energieverbruik te letten. Dit kan door:
een energieprestatieadvies (EPA) te laten opstellen; isolatiemaatregelen te nemen; gebruik van zuinige en milieuvriendelijke energie.
Energieprestatieadvies Een energieprestatieadvies (EPA) is een advies op maat voor eigenaren van bestaande winkelgebouwen over hoe ze energie kunnen besparen. Een winkel kan een EPA krijgen nadat er een onderzoek is geweest door een erkend EPA-adviseur. Die adviseur komt dan in de winkel en kijkt naar: isolatie van de vloeren, ramen, muren en dak; apparatuur voor verwarming, ventilatie en warm water. De adviseur zet daarna op een rij hoe energie bespaard kan worden en hoeveel de winkel daarvoor moet investeren. In het EPA staat ook wanneer de investering is terugverdiend. Als winkelmedewerker zul je niet rechtstreeks met een EPA-onderzoek te maken hebben. Maar je leidinggevende kan je wel vragen de adviezen uit het EPA op te volgen. Op die manier lever je dan je eigen bijdrage aan de energiebesparing in de winkel.
Wanneer je minder energie verbruikt, bespaar je op de energiekosten.
Een energieprestatieadvies is iets anders dan een energielabel voor een woning of gebouw. Over het energielabel kun je meer lezen in de leereenheid Milieukeurmerken en milieulogo’s. Vanaf 1 januari 2008 zijn eigenaren van huizen en gebouwen verplicht om bij verkoop en verhuur een energielabel te laten zien aan de koper of huurder. Isolatiemaatregelen Isoleren is een belangrijke maatregel om energie te besparen. Vooral bij oudere winkelgebouwen kan het veel energiebesparing opleveren. Bij isolatie kun je denken aan:
het isoleren van cv-leidingen in onverwarmde ruimten; het voorkomen van warmteverlies door het dichtmaken van spleten en kieren. een speciale folie plaatsen tussen de radiator en de buitenmuur: dit voorkomt warmteverlies via straling door de muren; dubbele ramen in plaats van enkele ramen.
De kleuren op de foto geven de warmte aan.
Op deze illustratie is goed te zien wat wel en niet geïsoleerd is. Het is een dakscan van een deel van de stad Nijmegen. De kleur is gekoppeld aan warmte: rood is warm, blauw is koud. Schoorstenen, daknokken en auto's tekenen rood (= warm) af tegen de omgeving. Ook scheidingswanden tussen de woningen zijn duidelijk zichtbaar; mogelijk lekt daar warmte weg uit de woningen. Met een goede isolatie kan een winkelbedrijf behoorlijk wat besparen op de energiekosten. Het winkelbedrijf voorkomt ook onnodig energieverbruik. Het scheelt dus zowel in de milieuvervuiling als in de energierekening. Gebruik van zuinige en milieuvriendelijke energie Ondernemers die bewust willen omgaan met energie, kunnen kiezen voor zuinige en milieuvriendelijke energie. Dit wordt ook wel groene energie genoemd. Groene energie is elektriciteit die wordt opgewekt uit schone onuitputtelijke bronnen, zoals biomassa, windenergie, zonne-energie, aardwarmte of waterkracht. Bij biomassa wordt organisch materiaal, afkomstig van planten, bomen of dierlijke mest, gebruikt als brandstof voor de productie van elektriciteit. De verbranding van CO2 is hierbij neutraal. Bovendien kunnen deze bronnen niet opraken.
Colruyt opent winkel op zonne-energie HALLE - De Belgische supermarktketen Colruyt heeft voor het eerst een winkel geopend die volledig kan draaien op zonne-energie. Bij voldoende zonlicht bieden zonnepanelen op het dak voldoende energie om de winkel te laten draaien. Dat meldt het Belgische persbureau Belga. De winkel opent woensdag de deuren in de Belgische plaats Ninove. Op het dak van de vestiging zijn 570 vierkante meter aan zonnepanelen geplaatst. Die moeten jaarlijks 65.000 kWh opleveren, de hoeveelheid energie die achttien gezinnen nodig hebben. De Belgische supermarktketen investeerde 450.000 euro in de zonnepanelen. Dit bedrag is verantwoord, omdat door de energieopbrengst en de inkomsten uit groenestroomcertificaten de panelen zichzelf in tien jaar terug moeten kunnen verdienen. Op dezelfde dag als de winkel in Ninove, opent Colruyt de eerste Bio Planet in Nederland. dinsdag 27 februari 2007, Belga, Joep Meijsen Bron : http://www.elsevierretail.nl/1044441/Home/Internationaalnieuwsbericht/ColruytOpentWinkelOpZonne-energie.htm
Milieubesparende maatregelen Milieubesparing ‘Een beter milieu begint bij jezelf’. Deze uitspraak heeft de Nederlandse overheid een aantal jaren geleden gebruikt. Met de uitspraak wilde de overheid laten zien dat iedereen zijn of haar bijdrage moet leveren aan een beter milieu. Want iedereen veroorzaakt op een of andere manier milieuvervuiling. Thuis, op school en op het werk. In deze theorie aandacht voor milieubesparende maatregelen in je werksituatie en voor manieren om de afvalberg te verminderen.
De detailhandel kan met verschillende zaken rekening houden om te zorgen voor een goed milieu. Bijvoorbeeld door:
verkoop van artikelen die het milieu minder belasten; het gebruiken van verpakkingen die het milieu minder belasten; maatschappelijk verantwoord ondernemen.
Verkoop minder belastende artikelen Steeds meer consumenten letten er bij het kopen op of artikelen belastend zijn voor het milieu. Bij de aankoop van een wasmachine kijken ze bijvoorbeeld naar het energiegebruik. Zuinige artikelen zijn ook artikelen die langer meegaan en dat zorgt voor minder afval. zijn een goed voorbeeld van zuinige artikelen. Ze gaan veel langer mee en ze belasten veel minder het milieu.
AMSTERDAM – Elektronicaketen BCC vermeldt voortaan het energiegebruik en de besparing in geld bij vijfhonderd zuinige producten. Daarmee wil het bedrijf klanten stimuleren voor de milieuvriendelijke optie te kiezen bij de aankoop van nieuwe elektronica. Het bedrijf heeft bovendien vierhonderd energieambassadeurs aangesteld, die vanaf maandag klanten gaan vertellen hoe ze energiebewust kunnen genieten. De actie van het bedrijf, onder de naam de Groene Stekker, wordt door een aantal milieugroepen ondersteund. Het bedrijf geeft de komende weken onder meer spaarlampen weg, maar het goede van de actie is breder. ‘Dat is niet alleen goed voor je portemonnee. Het levert tevens een bijdrage aan vermindering van verdere temperatuurstijging op aarde.’ De verkopers van BCC hebben een training ontvangen om op de actie in te kunnen haken. Bron : dinsdag 17 april 2007, Zibb Retail , http://www.elsevierretail.nl/Home/Electronicanieuwsbericht.htm?contentid=53887
Maar ook bij andere producten is er steeds meer keuze in artikelen die het milieu minder belasten. Bij textiel kunnen consumenten bijvoorbeeld in steeds meer winkels kiezen voor organic cotton of biologisch katoen. Dit katoen is verbouwd zonder het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen. Organic cotton is niet schadelijk voor natuur en milieu.
AMSTERDAM - C&A gaat in alle 1200 Europese vestigingen artikelen van organisch katoen aanbieden. Het gaat om een productie van 12,5 miljoen stukken kleding in 2008. Dat schrijft de moderetailer in een persbericht. De strategische keus vloeit voort uit een test die loopt vanaf september 2007. Toen verkocht C&A in een korte periode twee miljoen artikelen, wat gelijk staat aan 1200 ton organisch katoen. Met de nieuwe beslissing wordt het aanbod opgeschroefd naar 7500 ton katoen. Betaalbaar Tweederde deel van de C&A-klanten geeft aan Bio cotton te kopen wanneer deze niet veel duurder zijn dan producten van traditioneel katoen en als de producten modieus en goed verkrijgbaar zijn. Dat blijkt uit een recent intern onderzoek van C&A onder 3000 consumenten uit Nederland, Duitsland en Spanje. Voor 73,1% van de ondervraagden zijn producten van organisch katoen in de mode. Zelfde prijs De prijzen van kleding van bio-katoen zullen niet hoger liggen, dan de artikelen van traditioneel katoen. Ook zal C&A tassen van Bio cotton aanbieden voor 1,50 euro per stuk,
die klanten moeten aansporen om minder plastic tasjes te gebruiken. De opbrengst van deze tasjes zal ten goede komen aan de ontwikkeling van de biologische katoenteelt. Tv-campagne C&A start half maart een tv-campagne om het biologisch katoen te promoten. Ook verschijnt een brochure met extra informatie over organisch katoen en is er de Bio cotton- collectie. Deze brochure zal in alle Europese C&A-filialen te verkrijgen zijn en zal in Nederland ook via Wehkamp worden verspreid, waar C&A een strategische alliantie mee heeft. Milieustrategie ‘De uitbreiding van het aanbod in organisch katoen in alle C&A-filialen in Europa is coherent aan onze milieustrategie. Als Europees marktleider in mode neemt C&A haar verantwoordelijkheid door effectieve maatregelen te implementeren voor langdurige bescherming van het klimaat en de omgeving. We willen onze toppositie op het gebied van organisch katoen uitbreiden’, zegt Andreas G. Seitz, C&A European Executive Board (EEB) Bron : dinsdag 18 maart 2008, Elsevier Retail, Maarten Beernink
Biologische levensmiddelen En ook in de levensmiddelenbranche is er de trend dat biologische producten meer en meer verkocht worden. Veel supermarkten hebben een eigen ‘groen’ huismerk, en daarnaast komen er steeds meer biologische winkels. Biologische producten zijn op een milieuvriendelijke manier geproduceerd. Dat betekent dat er geen gebruik is gemaakt van kunstmest en chemische bestrijdingsmiddelen. Ook zitten er geen chemische en synthetische toevoegingen in en zijn ze op een diervriendelijke manier gemaakt. Vaak zijn biologische producten iets duurder. Dat komt doordat de biologische landbouw en veehouderij arbeidsintensiever zijn. Er is dus meer geld nodig om de artikelen te produceren. Bovendien zijn de oogsten afhankelijk van natuurlijke invloeden.
Gebruik van minder milieubelastende verpakkingen Winkels kunnen het milieu sparen door erop te letten wat voor verpakkingsmateriaal ze gebruiken. Verpakkingsmaterialen kunnen uit verschillende stoffen bestaan, zoals kunststof, glas, papier en metaal.
De volgende gifstoffen kunnen in verpakkingsmaterialen zitten:
drukinkt chloorverbindingen zware metalen.
Deze stoffen kunnen zeer schadelijke gevolgen hebben voor mensen, dieren en planten als ze in de bodem of het grondwater terecht komen. Daarom is het zo belangrijk dat winkels zich bezighouden met milieuvriendelijke verpakkingen. Want klanten en winkels zijn grootverbruikers van verpakkingsmaterialen. Alle verpakkingen komen uiteindelijk bij het afval terecht. Bij veel artikelen zit een heleboel verpakkingsmateriaal. Sommige T-shirts zijn bijvoorbeeld verpakt in plastic en er zit ook nog eens een stuk karton in. Bij levensmiddelen zie je soms dat artikelen eerst verpakt zijn in karton en daarna zit er nog plastic omheen. Manieren om verpakkingsmaterialen te verminderen Het zou natuurlijk het beste zijn als artikelen helemaal geen extra omverpakking zouden hebben. Gelukkig komt het steeds meer voor dat mensen bijvoorbeeld groente en fruit los in hun eigen tas meenemen. Ook bij andere artikelen kun je de klant vragen of zij een tasje willen of dat ze de artikelen meenemen in hun eigen tas. Of en wanneer je een plastic tasje geeft, hangt af van de regels over verpakkingsmateriaal die gelden in de winkel waar je werkt. Andere manieren om verpakkingsmateriaal te verminderen zijn:
Een klein bedrag voor een plastic tas vragen. Wanneer de klant ervoor moet betalen, is de kans groter dat hij de tas een aantal keer achter elkaar gebruikt. Of dat hij zorgt voor een eigen tas. Papieren tassen te gebruiken. Papier is geschikt voor recycling. Gebruik van navulverpakkingen. De klant koopt dan bijvoorbeeld één keer een plastic fles wasverzachter. De navulverpakking is dan een kartonnen verpakking. Toepassen van statiegeld op flessen, kratten en andere verpakkingsmateriaal als pallets. Klanten kunnen de lege verpakkingen terugbrengen naar de winkel. De winkel zorgt ervoor dat de kratten, flessen en dergelijke weer teruggaan naar de fabriek. De fabriek zorgt er dan weer voor dat ze hergebruikt kunnen worden. Gebruik van biologisch afbreekbare verpakkingsmaterialen. Als iets is, betekent dit dat de stoffen in de natuur vanzelf worden afgebroken. Zo zijn er bijvoorbeeld biotassen die gemaakt worden op basis van maïszetmeel. Deze bioplastic heeft de eigenschappen en voordelen van gewone kunststoffen maar is composteerbaar. De plantaardige eigenschappen van de tas hebben als voordeel minder energieverbruik en minder broeikasgas. Biobag draagtassen zien er hetzelfde uit als gewone draagtassen, de folie voelt zacht aan en kan bedrukt worden.
Verpakkingenbelasting De verpakkingenbelasting is per 2010 aangepast. Producenten en importeurs die meer dan 50.000 kilo verpakkingsmateriaal voor het eerst in Nederland op de markt brengen, moeten vanaf 50.000 kilo verpakkingenbelasting betalen. Deze belasting geldt dus vooral voor grote bedrijven als supermarkten, elektronicaketens en de doe-het-zelfbranche. In het volgende artikel kun je lezen dat de klant soms ook iets merkt van deze belasting.
AH maakt duizenden artikelen duurder ZAANDAM – Bron : ANP, 3 mei 2008 - Albert Heijn gaat vanaf maandag de verpakkingsbelasting die de overheid aan fabrikanten heeft opgelegd, doorberekenen aan de consument. De consument gaat voor duizenden artikelen rond de 1 procent meer betalen. De ‘enkele duizenden producten’ zijn van de leveranciers die al hebben aangetoond welke extra kosten aan verpakkingsheffing de fabrikant aan de supermarktketen doorberekent. Meer producten Later kunnen meer producten volgen. Het concern stelt slechts de belasting te innen zoals die is opgelegd aan de leveranciers en is doorberekend aan Albert Heijn. Neutraal ‘We willen er geen cent aan verdienen’, aldus een woordvoerder. Het bedrijf plaatst maandag een advertentie in de kranten om een en ander uit te leggen. Kassabon Sinds donderdag staat op de kassabon van de supermarkt al dat het totaalbedrag "inclusief verpakkingsbelasting" is. Dit jaar moeten de fabrikanten van verpakte levensmiddelen in totaal 240 miljoen euro ophoesten aan verpakkingsbelasting. Bijna de helft daarvan gaat naar het Afvalfonds.
Maatschappelijk verantwoord ondernemen Steeds meer bedrijven kiezen voor maatschappelijk verantwoord ondernemen of duurzaam ondernemen. De termen worden door elkaar gebruikt. Ze betekenen allebei het zoeken naar een evenwicht tussen financieel economische resultaten, sociale belangen en het milieu. Bedrijven die maatschappelijk verantwoord ondernemen streven naar 3xP: ze streven naar winst (profit); ze houden rekening met het effect van de bedrijfsactiviteiten op het milieu (planet); er is aandacht voor menselijke aspecten binnen en buiten het bedrijf (people). Deze bedrijven zoeken een goede balans tussen people, planet en profit. Steeds vaker blijkt dat die balans zorgt voor betere resultaten voor zowel het bedrijf als de samenleving. Bovendien wordt er bij maatschappelijk ondernemen ook rekening gehouden met de toekomst. Het gaat niet alleen om de resultaten nu, maar ook over de effecten op toekomstige generaties. In het volgende artikel zie je een praktijkvoorbeeld van maatschappelijk verantwoord ondernemen.
FairTrade Fruit AgroFair importeert biologisch, tropisch fruit. De producenten van het fruit ontvangen een kostendekkende basisprijs, verhoogd met een toeslag voor sociale zekerheden en
FairTrade Fruit milieubeschermende maatregelen. Hiermee stimuleert AgroFair de duurzame sociaaleconomische ontwikkeling van de boeren, en milieuvriendelijke productie. AgroFair importeert bananen, ananas, mango’s en citrusfruit. De producenten van dit fruit krijgen een betere prijs, en de arbeiders betere lonen en arbeidsomstandigheden. Bovendien wordt minder of geen gif gebruikt op de plantages. Dit kan AgroFair garanderen door te voldoen aan de eisen voor eerlijke handel en biologische teelt. AgroFairfruit draagt het Max Havelaarkeurmerk. Dit keurmerk garandeert de naleving van eerlijke handelsvoorwaarden. Daarnaast zijn de producenten van het fruit aandeelhouder van AgroFair. Biologische teelt AgroFairfruit draagt het EKO-keurmerk. Dit keurmerk garandeert biologische teelt. Bij biologische teelt worden geen kunstmest en chemisch-synthetische bestrijdingsmiddelen gebruikt. Bron : AgroFair B.V./ http://www.mvonederland.nl/content/praktijkvoorbeeld/fairtrade-fruit-0
Afvalvermindering Er wordt in de wereld heel veel afval geproduceerd. Huisafval, tuinafval, oude en kapotte producten, maar ook afval van winkels. De afvalbergen groeien letterlijk steeds hoger. Het kost een hoop energie om het afval te verwerken en bovendien is de afvalverwerking ook nog eens extra belastend voor het milieu. Om dit te voorkomen moeten we proberen de hoeveelheid afval te verminderen. Het is ook belangrijk om het afval te scheiden, zodat zoveel mogelijk afval kan worden hergebruikt voor nieuwe materialen. Hergebruik zorgt ervoor dat er minder verpakkingsafval in de afvalverbrandingsovens verdwijnt. Dat vermindert het broeikaseffect en heeft een gunstig effect op ons milieu.
Dagelijks produceren we met elkaar heel veel afval.
Winkels kunnen de hoeveelheid afval verminderen door:
minder verpakkingsmateriaal te gebruiken; ervoor te zorgen dat verpakkingsmateriaal opnieuw wordt gebruikt.
Minder verpakkingsmateriaal gebruiken De Nederlandse overheid heeft afspraken gemaakt met het bedrijfsleven over verpakkingen. De totale hoeveelheid afval moet worden verminderd. Deze afspraken zijn vastgelegd in het zogenaamde Besluit Verpakkingen. Sinds 1 januari 2006 betalen producenten de inzameling, recycling en andere nuttige toepassingen van verpakkingen. Daardoor betalen de gemeenten deze kosten niet meer. Gemeenten berekenden tot nu toe de kosten voor inzameling in de afvalheffing door aan hun inwoners. Nu zijn producenten volledig verantwoordelijk voor hun verpakkingen. Eerder al had de overheid afspraken gemaakt om minder verpakkingsmateriaal te gebruiken en eisen gesteld voor het hergebruik van verpakkingsmateriaal. Leveranciers van winkels doen al heel veel om de afvalberg te verminderen. Bijvoorbeeld door:
dozen dunner te maken; minder plastic te gebruiken; beperken van omverpakkingen; zoveel mogelijk statiegeldverpakkingen te gebruiken.
Elke winkelier moet zo min mogelijk verpakkingsmateriaal gebruiken. Dat heet ook wel verpakkingsafvalpreventie. Dat kan bijvoorbeeld door slimmer te verpakken. Als je het slim aanpakt, krijg je niet alleen minder verpakkingsafval, maar heb je ook minder werk en minder transportkosten. Meer verdienen met slimmer verpakken dus. De Schoenenreus bundelt afval Dat het bundelen van afval geld kan opleveren, laat winkelketen de Schoenenreus zien. De vrachtwagens komen de tweehonderd filialen elke week twee keer bevoorraden. Op de terugweg nemen ze oud papier en folie mee. De winkels blijven zo vrij van verpakkingsmateriaal. Op het distributiecentrum in Uden worden karton, papier en kunststof tot industriebalen geperst. Die kan de onderneming weer verkopen.
De vrachtwagen die de filialen goederen levert, neemt meteen het afval mee terug. Zo kan dat gebundeld worden in het distributiecentrum.
Miss Etam vervoert zonder verpakking De groothandelaren en winkeliers in de kledingbranche krijgen kledingstukken meestal aangeleverd in kunststof beschermhoezen of in kartonnen transportdozen. Die beschermen de kleding tegen stof en vuil. Miss Etam heeft het anders aangepakt. Deze modeketen zorgt voor een brandschoon distributiecentrum en valschone vrachtwagens voor het vervoer. Dan is het niet meer nodig de kleding in folie te verpakken. Kledingstukken arriveren zonder beschermhoes op hangertjes of in retourkratten in de winkels. Alle kleding kan vanuit de vrachtwagen verkoopklaar de winkel in. In de acht jaar dat de retailer op deze manier werkt, is een enorme besparing op karton en kunststof bereikt. Hergebruik van verpakkingsmateriaal Bij sommige leveranciers kunnen winkels gebruikte verpakkingen inleveren. Bijvoorbeeld kratten en pallets. De leverancier kan deze materialen dan opnieuw gebruiken. De materialen die worden hergebruikt, moeten uiteraard tegen een stootje kunnen.
Kratten kunnen worden hergebruikt.
Kartonnen dozen kun je bijvoorbeeld niet meteen hergebruiken. Ze zijn wel geschikt voor recyclen. Dat betekent dat ze opnieuw worden verwerkt tot kringlooppapier of -karton. Glas kan worden omgesmolten tot nieuw glas. Als winkelmedewerker kun je er rekening mee houden dat materialen opnieuw worden gebruikt. Het terugsturen van materialen heeft alleen zin als het materiaal onbeschadigd is. Ga daarom voorzichtig om met pallets, kratten en lege flessen. Op deze producten zit bovendien statiegeld, en bij beschadiging zijn de kosten van het statiegeld voor de winkelier.
Pallets zijn erg kostbaar. Zorg ervoor dat ze niet beschadigen.
Afvalscheiding In veel plaatsen in Nederland wordt afval gescheiden ingezameld. Dat betekent dat bijvoorbeeld glas, papier plastic en textiel apart worden ingezameld. Doordat het gescheiden wordt ingezameld, kan het gerecycled worden. Van oud glas worden bijvoorbeeld nieuwe flessen en potten gemaakt. En van oud papier wordt kringlooppapier gemaakt. Winkels kunnen ervoor zorgen dat klanten meer afval gescheiden aanbieden. Bijvoorbeeld door in de winkel een bak te plaatsen waar klanten lege batterijen of oude schoenen in kunnen gooien. Voor de klant is dat gemakkelijk, omdat hij tegelijk met het boodschappen doen, zijn afval kan wegbrengen.
Een winkelier kan klanten de service aanbieden van afvalscheiding. Klanten hoeven dan voor hun afvalscheiding niet ergens anders heen.
Winkels kunnen ervoor zorgen dat klanten meer afval gescheiden aanbieden. Bijvoorbeeld door in de winkel een bak te plaatsen waar klanten lege batterijen of oude schoenen in kunnen gooien. Voor de klant is dat gemakkelijk, omdat hij tegelijk met het boodschappen doen, zijn afval kan wegbrengen. Ook het winkelafval moet zo veel mogelijk gescheiden worden ingezameld. De volgende soorten afval zijn te onderscheiden:
papier en karton; plastic; groente-, fruit- en tuinafval (gft); klein chemisch afval (KCA); glas; zwerfafval; overig afval.
Papier en karton Verwijder alle plakband en nietjes voordat je het papier weggooit. In grotere winkels staat meestal een papierversnipperaar. Zeker voor documenten met bedrijfsinformatie is een papierversnipperaar handig: de informatie wordt door het versnipperen onleesbaar. In de papierversnipperaar wordt het papier en karton in kleine stukjes gehakt. Daarna komt het in grote plastic zakken. Deze zakken worden daarna opgehaald. Kleinere winkels kunnen het papier en karton apart houden. Via de gemeente wordt het oud papier dan opgehaald.
De papierversnipperaar maakt bedrijfsgevoelige informatie klaar voor recycling.
Plastic In steeds meer gemeenten in Nederland wordt plastic gescheiden ingezameld. Ook veel winkels verzamelen daarom het doorzichtige plastic van omverpakkingen apart in. Plastic dat gescheiden is ingezameld, kan worden hergebruikt. Speciale afvalverwerkingsbedrijven halen er grondstoffen uit voor nieuwe plastic verpakkingen, maar ook voor bijvoorbeeld fleecekleding, speelgoed, de buitenkant van mobiele telefoons en tennisballen.
Wat wel… en wat niet?
Groente-, tuin- en fruitafval In levensmiddelenwinkels, maar ook in een tuincentrum heb je te maken met groente-, tuin- en fruitafval (gft). Bijvoorbeeld groente die niet meer kan worden verkocht, resten koolbladeren en verlepte bloemen. Voor dit afval is er een speciale gft-bak. Daarin kun je de volgende dingen doen:
schillen en resten van groente en fruit; eierschalen; koffiefilters en theezakjes; alle etensresten, behalve vlees; bloemen en planten; tuinafval, behalve zand.
Gft-afval kan goed hergebruikt worden, bijvoorbeeld als mest of potgrond.
Klein chemisch afval Klein chemisch afval (KCA) is afval dat gevaarlijk is voor het milieu als je ze zomaar weggooit. Dit geldt bijvoorbeeld voor: batterijen medicijnen verf motorolie. Doordat er schadelijke stoffen inzitten, mogen ze niet bij het gewone afval. Klein chemisch afval moet gescheiden worden ingeleverd. In de meeste gemeenten zijn aparte verzamelpunten of het wordt apart opgehaald door een chemokar. Soms wordt het KCA opgehaald door speciale afvalverwerkingsbedrijven. Deze afvalverwerkingsbedrijven moeten een vergunning hebben om chemisch afval te verwerken. In veel winkels staan aparte afvalbakken waar klanten gebruikte batterijen in kunnen leveren. Deze batterijen worden daarna als chemisch afval verwerkt.
Gebruikte batterijen horen bij het KCA.
Glas Lege glasverpakkingen horen in de glasbak. Het glas moet schoon zijn en doppen en deksels van de glasverpakking mogen niet in de glasbak. Ook wanneer in de winkel artikelen in een glasverpakking kapot zijn gevallen, kun je ze in de glasbak gooien. Denk er dan wel aan dat je ze eerst op de verliesof dervingslijst schrijft. Glas wordt meestal op kleur (wit, groen, bruin) ingezameld. Zwerfafval Er belanden heel veel lege blikjes en flesjes en nog een heleboel ander afval zoals snoeppapiertjes, sigarettenpeuken en reclamedrukwerk op straat, en ook rond winkels. Dit afval wordt zwerfafval genoemd. De meeste mensen ergeren zich aan zwerfafval in hun omgeving. Ook als er bij een winkel veel afval ligt, zullen klanten zich daaraan ergeren. Ruim dit afval dus zo snel mogelijk op.
Tja, ik hou nu eenmaal van netjes.
Winkeliers kunnen eraan meewerken dat er minder flesjes en blikjes in ons zwerfafval terechtkomen. Onder het motto 'Met hetzelfde gemak gooi je 't in de afvalbak' voert ‘Nederland Schoon’ campagne tegen zwerfafval. Samen met de beheerders van openbare ruimten, zoals gemeenten en NS-stations wordt zwerfafval aangepakt. Het plaatsen van afvalbakken, schoonmaken, voorlichten en toezicht houden gaan hand in hand. Detaillisten kunnen ook bijdragen aan de vermindering van zwerfafval. Bijvoorbeeld door:
het plaatsen van prullenbakken bij supermarkten en in winkelcentra; het beschikbaar stellen van afvalzakjes aan automobilisten.
Overig afval Alle afval dat niet bij een van de eerder genoemde soorten hoort, kun je in de grijze afvalbak gooien. Dit is het restafval. Probeer zo min mogelijk restafval over te houden door het afval goed te scheiden. Dat loont dubbel de moeite. De tarieven voor restafval zijn namelijk hoog en zullen nog hoger worden. Milieukeurmerken en milieulogo's Steeds meer mensen vinden het belangrijk om milieuvriendelijk te leven. Dat doen ze bijvoorbeeld door spaarlampen en oplaadbare batterijen te gebruiken, de auto wat minder vaak te gebruiken, maar ook door milieuvriendelijke producten te kopen. Om ervoor te zorgen dat consumenten weten welke producten er milieuvriendelijk zijn, zijn er logo’s en keurmerken die daar informatie over geven. Een keurmerk staat ergens voor, het is een garantie dat een product aan bepaalde voorwaarden voldoet. In deze leereenheid maak je kennis met de meest voorkomende milieulogo’s en milieukeurmerken zodat je vragen van klanten erover kunt beantwoorden. Aan de logo’s en keurmerken kan de klant zien of het product milieuvriendelijk is. Een keurmerk betekent dat het product gegarandeerd op bijvoorbeeld een milieuvriendelijke manier is gemaakt. Een logo is een tekening of een symbool dat een woord vertegenwoordig.
Welke is nu milieuvriendelijk??!
Het is onmogelijk om van elk product precies te weten of het milieuvriendelijk is. Op veel artikelen staat daarom milieu-informatie.
Op verpakkingen staat milieu-informatie.
Milieu-informatie kan gaan over:
ingrediënten van een product; productieproces; levensduur van een apparaat; energieverbruik van een apparaat; waterverbruik van een apparaat; manier van weggooien. Onderdeel milieu-informatie
Voorbeeld
Ingrediënten van een product
Brood gemaakt van biologisch geteelde tarwe.
Productieproces
Kleding die op een milieuvriendelijke manier is gemaakt.
Levensduur van een apparaat
Een televisie die door de manier van produceren een langere levensduur heeft.
Energieverbruik van een apparaat
Een koelkast die minder stroom verbruikt
Waterverbruik van een apparaat
Een wasmachine die minder water verbruikt.
Manier van weggooien
Verpakkingsmateriaal dat in de groene bak mag worden weggegooid.
Milieukeurmerken De keurmerken die je kunt tegenkomen, verschillen per product. Op bijvoorbeeld levensmiddelen staan andere keurmerken dan op wasmachines. De volgende milieukeurmerken kom je vaak tegen in de detailhandel:
milieukeur Europese Ecolabel EKO-keurmerk Demeter
Milieukeurmerk. Dit keurmerk geeft aan dat het artikel aan strenge milieueisen voldoet.
Producten die het milieukeurmerk hebben, moeten aan strenge milieueisen voldoen. De Stichting Milieukeur ontwikkelt samen met producenten, handel, de overheid en met consumentenen milieuorganisaties milieueisen per productgroep. Daarbij wordt het hele traject van grondstofwinning tot en met afvalverwerking bekeken. De producent moet bij het maken van het product het milieu zo weinig mogelijk belasten. Als het product wordt weggegooid, mag het geen schade toebrengen aan het milieu. Je kunt dit keurmerk tegenkomen op voedingsproducten en op non-foodproducten zoals schrijfblokken of verf. Maar ook keukens kunnen het keurmerk krijgen als ze voldoen aan de milieueisen van de Stichting Milieukeur. Europese Ecolabel
Europese Ecolabel.
Het Europees Ecolabel is het Europese milieukeurmerk voor non-food producten en diensten. Het Europees Ecolabel staat op een product of dienst als deze aan alle milieucriteria voldoet. Consumenten weten zo wat ze in huis halen en bedrijven kunnen met dit milieukeurmerk aantonen dat ze duurzaam ondernemen. Alle Europese lidstaten zijn betrokken bij de ontwikkeling van het Europees Ecolabel en ondersteunen dit milieukeurmerk. Het keurmerk betekent ongeveer hetzelfde als het Nederlandse keurmerk. Het keurmerk staat bijvoorbeeld op wasmachines, afwasmachines, kopieerpapier, keukenrollen, verf en compost. Als je op een artikel het milieukeurmerk of het Ecolabel ziet, dan weet je dat het artikel voldoet aan bepaalde milieueisen. Maar het betekent niet dat het artikel onschadelijk is voor het milieu. Het is alleen minder schadelijk dan andere producten.
EKO-keurmerk.
EKO-keurmerk
Het EKO-keurmerk betekent dat het product op een natuurlijke manier is geteeld. Er zijn bij de productie geen kunstmest en chemische bestrijdingsmiddelen gebruikt. Je vindt het logo op verschillende soorten levensmiddelen, zoals aardappelen, groente, fruit, brood, zuivel en vlees. Soms staat het logo ook op andere producten, bijvoorbeeld op bloembollen. Demeter
Demeter
Demeter is het kwaliteitskeurmerk voor biologisch-dynamische bedrijven en producten. Demeterproducten voldoen aan de Europese regels voor biologische landbouw en verwerking. De producten worden gemaakt zonder gebruik van kunstmest en chemische bestrijdingsmiddelen. Demeter gaat verder dan producten met het EKO-keurmerk. Dit omdat er bijvoorbeeld strengere eisen zijn voor het gebruik van biologische mest. Nog een belangrijk verschil is dat Demeter nog iets diervriendelijker is. Het Demeterkeurmerk kun je onder andere vinden op vlees, groente, eieren, zuivel en bloembollen. Ook op kleding die gemaakt is van schapenwol, katoen, hennep, vlas en netel. Milieulogo’s Er zijn verschillende milieulogo’s die informatie geven over het product. Het logo geeft aan hoe het product is geproduceerd en in welke mate het afbreekbaar is. Veel voorkomende milieulogo’s zijn:
klein chemisch afval (KCA) glasbaklogo kringlooplogo kiemplantlogo FSC label (goed hout logo) energielabel
Klein chemisch afval
Klein chemisch afval.
Dit logo betekent dat het artikel na gebruik klein chemisch afval is. Klein chemisch afval is afval dat apart verwerkt moet worden. Dit kan beter niet tussen het gewone huisvuil terecht kan komen. Het logo staat op alle producten die na gebruik apart moeten worden ingeleverd, zoals verf en batterijen.
In sommige winkels, bijvoorbeeld in supermarkten, staan speciale afvalbakken voor het klein chemisch afval. Klanten kunnen daar dan gebruikte batterijen in weggooien. Glasbaklogo
Glaslogo.
Het glaslogo staat op glazen flessen en potten waar geen statiegeld op zit. Je moet dit glas in de glasbak gooien. Vaak moet je het glas op kleur sorteren voordat je het in de glasbak gooit. Er zijn glasbakken voor wit, groen en bruin glas. Kringlooplogo
Kringlooplogo.
Dit kringlooplogo maakt duidelijk dat de verpakking na gebruik bij het oud papier kan. Het logo zegt niets over het gebruik van oud papier bij de productie van de verpakking of het product dat erin zit. Kiemplantlogo
kiemplantlogo.
Het kiemplantlogo op een verpakking betekent dat je deze verpakking (in de meeste gemeenten) bij het groente-, fruit- en tuinafval mag weggooien. Tijdschriftwikkels, gft-zakken en verpakkingen met het Kiemplantlogo breken in een composteerinstallatie namelijk binnen 12 weken voor 95 procent af. Verpakkingen krijgen dit logo pas als ze voldoen aan de Europese (gecontroleerde) norm voor composteerbare verpakkingen. FSC
FSC label.
FSC betekent Forest Stewardship Council. Dit is een internationale organisatie die het verantwoord beheer van bossen stimuleert. Het FSC-logo garandeert dat bosproducten (hout en papier) aan de hoogste eisen voldoen van sociaal, milieuvriendelijk en economisch verantwoord bosbeheer. FSC-hout is er in allerlei soorten. Niet alleen tropisch hardhout, maar ook hout uit Europese bossen zoals vuren, grenen, eiken en plaatmateriaal kan het FSC-keurmerk dragen. Voorbeelden van producten met het FSC-logo zijn tuinhout, tuinmeubelen, speeltoestellen en vloeren. Er is ook FSCpapier, bijvoorbeeld kopieerpapier, printpapier en schrijfblokken. Energielabel
Energielabel.
Het energielabel geeft de consument informatie over het energieverbruik van apparaten, auto’s en zelfs woningen. De consument kan zo het verschil zien tussen zuinige en onzuinige producten. Producten met het label A zijn het meest zuinig. Hoe verder de letter in het alfabet, hoe onzuiniger het product. Bij wasmachines loopt het label bijvoorbeeld van A tot en met G. Het label geeft dan informatie over het energieverbruik, de inhoud, het waterverbruik en het geluidsniveau van het apparaat.
Zuinig, zuiniger, zuinigst
Bij koelkasten, maar ook bijvoorbeeld bij wasmachines zijn er per label nog sublabels. Het label A kent ook nog A+ en A++. Apparaten met deze labels zijn nog zuiniger dan apparaten met het gewone Alabel.