Algemene voorwaarden voor zakelijke elektronische diensten van de Rabobank 2013
Algemene voorwaarden voor zakelijke elektronische diensten van de Rabobank 2013 A Definities 1 Definities In de mantelovereenkomst en deze voorwaarden wordt verstaan onder: a app: een applicatie die wordt aangeboden door Rabobank welke applicatie (ook) kan worden gebruikt ten behoeve van een elektronische dienst b bank: de bank met wie de klant een mantelovereenkomst heeft c betaalopdracht: een door of namens een klant aan Rabobank, of door of namens een begunstigde aan zijn betaaldienstverlener, gegeven opdracht om een betalingstransactie uit te voeren d betalingstransactie: een handeling waarbij geldmiddelen worden gedeponeerd, overgemaakt of opgenomen e Berichten Inbox: een inbox in Rabo Internetbankieren (Pro) waarin Rabobank en/of derden onder meer berichten en documenten die voor de klant bedoeld zijn kunnen plaatsen f beveiligingscode: een persoonlijke geheime code, bijvoorbeeld de pincode bij een bankpas of creditcard, de I- of de S-code van de Random Reader of de toegangscode voor Rabo Mobielbankieren of Rabofoon g elektronische dienst: Rabo Internetbankieren (RIB), Rabo Internetbankieren Professional (RIB Pro), Rabofoon, Rabo Alerts, Saldo SMS, Rabo Mobielbankieren, FiNBOX en andere door Rabobank aangewezen elektronische diensten (zowel samen als ieder afzonderlijk) h gebruiker: - elke gevolmachtigde van de klant en/of - elke persoon aan wie de klant conform artikel 12 een hulpmiddel en/of beveiligingscode in gebruik heeft gegeven (zowel samen als ieder afzonderlijk) i hulpmiddel: een door of namens Rabobank aan de klant en/of gebruiker ter beschikking gesteld middel dat (onder meer) nodig is voor het gebruik van een elektronische dienst. Bijvoorbeeld een Random Reader of een (bank)pas j iDEAL (Mobiel): de Nederlandse betaalstandaard voor directe betalingen op internet. IDEAL kan in elk geval gebruikt worden via Rabo Internetbankieren (Pro) of Rabo Mobielbankieren k klant: degene(n), zowel samen als ieder afzonderlijk, die met de bank een mantelovereenkomst heeft/hebben l mantelovereenkomst: de overeenkomst tussen de bank en de klant waarin (onder andere) het gebruik van bepaalde elektronische diensten is overeengekomen en waarin deze algemene voorwaarden van toepassing zijn verklaard m Rabobank: de bank en/of de Coöperatieve Centrale RaiffeisenBoerenleenbank B.A. (Rabobank Nederland), gevestigd te Amsterdam en/of één of meer andere bij Rabobank Nederland aangesloten Rabobanken of een andere door de bank toegelaten instelling waar een rekening wordt aangehouden, zowel samen als ieder afzonderlijk n Rabobank Groep: de economische eenheid waarin rechtspersonen en vennootschappen en/of vergelijkbare entiteiten naar buitenlands of internationaal recht (op enig moment) organisatorisch zijn verbonden, tot welke eenheid ook Rabobank Nederland behoort o rekening: iedere rekening die wordt aangehouden bij Rabobank die de klant mag gebruiken via een elektronische dienst. Dit kan een rekening zijn op naam van de klant zelf, maar ook een rekening waarover de klant als (wettelijk) vertegenwoordiger/ gevolmachtigde mag beschikken p toestel: een apparaat dat geschikt is voor het gebruik van een elektronische dienst en dat geregistreerd is bij Rabobank door de klant en/of een gebruiker voor het gebruik van Rabo Mobielbankieren
q
unieke identificator: gegevens van de rekening van de begunstigde in een betaalopdracht r website: www.rabobank.nl, en/of één of meer van de subpagina’s hiervan en webpagina’s die daarvoor in de plaats treden s werkdag: een dag waarop de bankinstellingen in Nederland of - voor zover naar het oordeel van de bank van toepassing - in enig ander land geopend zijn en/of waarop transacties plaatsvinden in de interbancaire markt in Amsterdam en/of - voor zover naar het oordeel van de bank van toepassing - enige andere plaats waar ter voldoening aan verplichtingen ter zake van de mantelovereenkomst en deze algemene voorwaarden handelingen worden verricht, tenzij anders is bepaald in deze voorwaarden.
B Gebruik elektronische diensten - algemeen 2 De mantelovereenkomst en volmacht 2.1 De mantelovereenkomst wordt geacht te zijn gesloten in het kader van de beroeps- of bedrijfsuitoefening van de klant. Tenzij anders is afgesproken met Rabobank, mag de klant de overeengekomen elektronische diensten alleen voor zijn eigen beroep of bedrijf gebruiken. 2.2 De klant is hoofdelijk aansprakelijk voor de verplichtingen die voortvloeien uit de mantelovereenkomst, deze algemene voorwaarden en de voorwaarden die op een elektronische dienst van toepassing zijn. 2.3 Als de klant een rechtspersoon, een maatschap, een commanditaire vennootschap of een vennootschap onder firma is en/of de mantelovereenkomst met meer dan één klant is aangegaan, geldt het volgende. a Elke directe of indirecte (uitvoerende/niet-uitvoerende) bestuurder, (beherend) vennoot, maat en/of klant wordt geacht van vorenbedoelde rechtspersoon, van elk van die directe of indirecte bestuurders, van elke (beherend) vennoot, maat en/of klant voortdurend en onbeperkt volmacht naar Nederlands recht te hebben om namens de/elke klant: - zelfstandig alle (rechts)handelingen - waaronder ook begrepen beschikkingshandelingen - te verrichten die voortvloeien uit de mantelovereenkomst, deze algemene voorwaarden en alle elektronische diensten die de klant kan gebruiken; - zelfstandig alle (rechts)handelingen - waaronder ook begrepen beschikkingshandelingen - te verrichten die mogelijk zijn binnen de overeengekomen elektronische diensten. Bijvoorbeeld het geven van een betalingsopdracht; - overeenkomsten met de Rabobank te sluiten om een elektronische dienst van Rabobank te kunnen gebruiken; - overeenkomsten met de Rabobank te sluiten via een overeengekomen elektronische dienst en voor zover nodig de daarbij behorende volmachten (met het recht van substitutie) te geven en zelfstandig alle rechtshandelingen - waaronder ook begrepen beschikkingshandelingen - met betrekking tot die overeenkomst(en) via een elektronische dienst te verrichten; - aan de Rabobank mededelingen en aanzeggingen te doen. Deze volmacht mag ook worden gegeven aan een ander (recht van substitutie). Indien en zolang een bestuurder niet als zodanig geïdentificeerd en geverifieerd is, hoeft de bank (rechts)handelingen, waaronder mede begrepen beschikkingshandelingen, van die bestuurder niet uit te voeren. b De volmachten in dit artikel kunnen alleen beëindigd worden door schriftelijke (of op een andere door de bank toegelaten wijze) opzegging van de volmachten samen met alle elektronische diensten bij de bank. Zolang de bank deze opzegging niet heeft ontvangen mogen de volmachten in dit artikel nog worden gebruikt. Rabobank is niet aansprakelijk voor de gevolgen daarvan. Opdrachten die op basis van deze volmachten aan Rabobank zijn gegeven, voordat of kort nadat de bank de bedoelde opzegging heeft ontvangen, mag Rabobank rechtsgeldig (blijven) uitvoeren als Rabobank dit in redelijkheid niet meer kan voorkomen. c Rabobank hoeft mededelingen en aanzeggingen met betrekking tot de mantelovereenkomst, overeengekomen elektronische
diensten, deze algemene voorwaarden en de voorwaarden die op een elektronische dienst van toepassing zijn en/of de via een elektronische dienst gesloten overeenkomst(en), maar aan één klant te doen. Deze klant is verplicht de overige klanten te informeren over deze mededeling(en) of aanzegging(en). Elke klant is daaraan gebonden, behoudens tegenbewijs. 3 Gebruiksmogelijkheden en wijzigingsmogelijkheden elektronische diensten 3.1 Met een elektronische dienst kan de klant met Rabobank en/ of met derden (bank)zaken doen. Bijvoorbeeld het sluiten van een overeenkomst met Rabobank, het bestellen van geld bij Rabobank, of het geven van een betaalopdracht aan Rabobank. Ook kan Rabobank de klant informatie verstrekken via een elektronische dienst. Bijvoorbeeld via (de Berichten Inbox van) Rabo Internetbankieren (Pro). Op de website zijn deze en andere gebruiksmogelijkheden van elke elektronische dienst toegelicht. 3.2 Rabobank is altijd bevoegd om te bepalen of een rekening via een bepaalde elektronische dienst kan worden gebruikt of niet (meer) kan worden gebruikt. 3.3 De overeengekomen elektronische diensten kunnen altijd eenzijdig door Rabobank worden beperkt, gewijzigd, uitgebreid of beëindigd. Dit geldt ook voor de voorwaarden en voorschriften die daarop van toepassing zijn. Rabobank zal de klant hierover informeren, bijvoorbeeld via de website of de Berichten Inbox. 3.4 De klant wordt geacht een nieuwe of gewijzigde elektronische dienst en de daarop van toepassing zijnde (algemene) voorwaarden en voorschriften in elk geval te hebben aanvaard indien de klant gebruik heeft gemaakt van de nieuwe of gewijzigde elektronische dienst. 4 Gebondenheid 4.1 De klant is onvoorwaardelijk gebonden aan alle (rechts)handelingen - waaronder ook begrepen beschikkingshandelingen - die met een hulpmiddel, toestel en/of een beveiligingscode via een elektronische dienst zijn verricht. Rechtshandelingen zijn bijvoorbeeld het sluiten van een overeenkomst met de Rabobank, het bestellen van geld bij de Rabobank of het geven van een betaalopdracht aan de Rabobank. 4.2 Rabobank is geen partij bij en is niet aansprakelijk en/of verantwoordelijk voor het sluiten, wijzigen of beëindigen van overeenkomsten of het verrichten van (rechts)handelingen tussen de klant en een derde. 5 Voorschriften, aanwijzingen, eisen en/of beperkingen 5.1
5.2
5.3
5.4
De klant is verplicht een elektronische dienst, een app, een hulpmiddel, en/of een beveiligingscode te gebruiken volgens de door of namens de bank gegeven voorschriften en/of aanwijzingen. De bank is bevoegd om (tijdelijk) nadere eisen en beperkingen te stellen aan het gebruik van een elektronische dienst, een app, hulpmiddel, en/of een beveiligingscode zoals: - het vaststellen (door de klant en/of Rabobank) van limieten, zoals minimum- en maximumbedragen of aantal eenheden per verrichting, opdracht en/of tijdseenheid; - het vaststellen van specificaties voor (internet- en/of telecommunicatie)diensten, apparatuur en/of programmatuur en/of een toestel. Rabobank zal de klant informeren over wijzigingen van welke aard dan ook die betrekking hebben op elektronische diensten. Bijvoorbeeld via de website of de Berichten Inbox. Of door een wijziging van de (Algemene) voorwaarden die op de elektronische dienst van toepassing zijn. De klant is verplicht om hieraan tijdig gevolg te geven en dit na te leven. De klant is verplicht ervoor te zorgen dat elke gebruiker en (al) zijn volmachtgever(s) ook op de hoogte is/zijn van alle (bestaande en gewijzigde) (algemene) voorwaarden, voorschriften, aanwijzingen, eisen en/of beperkingen. De klant staat er voor in dat elke gebruiker deze ook naleeft en opvolgt als ware hij klant.
6 Zorgplicht klant algemeen 6.1 De klant is verplicht om alle mogelijke maatregelen te nemen om onrechtmatig en niet-toegestaan gebruik van enige elektronische dienst te voorkomen. 6.2 De klant moet er voortdurend voor zorgen dat de (internet- en/ of telecommunicatie)diensten, apparatuur en programmatuur die
6.3
hij gebruikt, en zijn toestel geschikt en veilig zijn en blijven voor het gebruik van een elektronische dienst. Bij (een vermoeden van) verlies, diefstal, onrechtmatig gebruik of niet-toegestaan gebruik van een beveiligingscode, toestel en/ of hulpmiddel is de klant verplicht de bank meteen te informeren overeenkomstig de voorschriften van de bank. Meer informatie hierover vindt de klant ook op de website.
7 Hulpmiddel 7.1 Rabobank verstrekt gedurende de looptijd van de mantelovereenkomst aan de klant een niet-exclusief en niet-overdraagbaar gebruiksrecht met betrekking tot een hulpmiddel. Het gebruiksrecht betreft in elk geval het gebruik van het hulpmiddel om bankzaken via een elektronische dienst te regelen. Rabobank is bevoegd voorschriften te geven of bestaande voorschriften te wijzigen ter zake het gebruik van het hulpmiddel. 7.2 De (industriële en/of intellectuele) eigendom van een hulpmiddel blijft bij Rabobank. 7.3 De klant zal een hulpmiddel op eerste verzoek van de bank: - niet langer gebruiken, - inleveren bij de bank, en/of - een eventueel vervangend hulpmiddel in gebruik nemen. 7.4 De klant draagt het risico van schade als gevolg van diefstal, verlies, beschadiging en/of het tenietgaan van een hulpmiddel. Rabobank kan alsdan een hulpmiddel voor rekening van de klant (doen) vervangen of herstellen. 7.5 De klant zal een hulpmiddel niet aan andere personen ter beschikking stellen tenzij Rabobank dit uitdrukkelijk toestaat. Bijvoorbeeld als bepaald in artikel 12. De klant zal hulpmiddelen opbergen en bewaren op een plaats die voor anderen niet toegankelijk is. 8 Beveiligingscodes 8.1 Ook geldt het volgende voor (het gebruik van) de beveiligingscodes. Een beveiligingscode is strikt persoonlijk en niet overdraagbaar, tenzij de bank dit uitdrukkelijk toestaat. 8.2 De klant is verplicht een beveiligingscode geheim te houden voor andere personen, tenzij de bank uitdrukkelijk anders toestaat. Bijvoorbeeld als bepaald in artikel 12. De klant mag een beveiligingscode nergens (schriftelijk) vastleggen. Hij mag de beveiligingscode ook niet zo bewaren dat andere personen daarvan kunnen kennisnemen. 8.3 De klant moet in ieder geval: - ervoor zorgen dat anderen deze beveiligingscodes niet kunnen zien als de klant deze intoetst, bijvoorbeeld als de klant achter een pc zit; - deze beveiligingscodes nooit aan iemand doorgeven, bijvoorbeeld via de telefoon of de mail. Ook niet als deze persoon naar deze beveiligingscodes vraagt. Een medewerker van Rabobank zal ook nooit aan de klant zijn beveiligingscodes vragen; - geen makkelijk te raden beveiligingscode kiezen als de klant de beveiligingscode zelf kan wijzigen of kiezen. 8.4 Indien de klant weet of vermoedt dat een beveiligingscode aan een andere persoon bekend is terwijl dit niet uitdrukkelijk is toegestaan, is hij verplicht dit direct aan de bank te melden bij een door de bank aangewezen meldpunt. 8.5 Bij schade door misbruik van de beveiligingscodes moet de klant ook meteen aangifte doen bij de politie. Als de bank dat vraagt, is de klant verplicht aan de bank een kopie te geven van het proces-verbaal van deze aangifte. 9 Gebruik (internet- en/of telecommunicatie)diensten, apparatuur en programmatuur 9.1 De klant zorgt voor eigen risico voor de afname en aanschaf en ongestoorde beschikbaarheid van alle (internet- en/of telecommunicatie)diensten, apparatuur (waaronder een toestel) en programmatuur die nodig is/zijn voor het gebruik van een elektronische dienst. Ook de kosten hiervan komen voor rekening van de klant. Onder programmatuur wordt in ieder geval verstaan een legitiem en actueel besturingssysteem, legitieme en actuele beveiligingssoftware waaronder in ieder geval antivirussoftware en een zogenaamde firewall. Daarnaast is de klant verplicht om gebruik te maken van beveiligde en versleutelde verbindingen, wanneer de klant gebruik maakt van Rabo Internetbankieren (Pro). Dit geldt ook wanneer het een draadloze verbinding betreft. Rabobank geeft geen ondersteuning bij de keuze of onderhoud van programmatuur of beveiliging.
9.2
9.3
9.4
9.5
9.6
De klant is verplicht zodanig met de (internet- en/of telecommunicatie)diensten, apparatuur en programmatuur om te gaan dat geen schade voor de bank en/of derden kan ontstaan. De klant is verplicht software te gebruiken, die in elk geval helpt voorkomen dat: - onbevoegden (op elektronische wijze) toegang krijgen tot de apparatuur van de klant of zijn software of datacommunicatie, en/of - andere door de klant of bank ongewenste handelingen worden verricht. De bank kan software aanbieden die de dataverbinding extra beveiligt naast de software als bedoeld in dit artikel. De klant is verplicht deze software te installeren. De bank is in geen geval aansprakelijk voor het gebruik en/of neveneffecten van dergelijke software. Voor zover de diensten, apparatuur en programmatuur als bedoeld in dit artikel worden gebruikt voor een elektronische dienst, is de klant verplicht voorschriften en/of aanwijzingen van de bank ten aanzien van het gebruik tijdig op te volgen. De bank is geen partij bij (nog te sluiten) overeenkomsten tussen de klant en aanbieders van deze diensten, apparatuur en programmatuur.
10 Apps Als de klant een elektronische dienst via een app (een afkorting van applicatie) voor een toestel wil gebruiken, geldt het volgende. 10.1 Voordat de klant de app installeert, is de klant verplicht te onderzoeken of de app afkomstig is van Rabobank. 10.2 De klant mag de app alleen gebruiken voor het doel waarvoor deze bestemd is. De klant mag deze app niet kopiëren, wijzigen of onderzoeken. 10.3 De klant is verplicht om na gebruik van de app de app volledig af te sluiten. 10.4 Wanneer de klant de app niet meer gebruikt of niet meer mag gebruiken, is de klant verplicht deze te verwijderen van het toestel. Dit geldt ook als de klant het toestel verkoopt of om een andere reden niet meer (zelf) gebruikt. 10.5 De klant is verplicht een nieuwe versie (updates) van een gebruikte app direct te installeren en de oude versie te verwijderen van het toestel. Het is niet toegestaan een oude versie van een app nog te gebruiken zodra een nieuwe versie van de app uitgegeven wordt. 10.6 De klant moet de (updates van de) app correct installeren. Ook moet de klant de app en elektronische diensten door middel van de app correct gebruiken. 10.7 Onverminderd het bepaalde in deze algemene voorwaarden over de uitsluiting/beperking van de aansprakelijkheid, zijn Rabobank en de door haar ingeschakelde derde(n) niet aansprakelijk voor schade die direct of indirect ontstaat door storingen of fouten in (updates van) apps. Of voor schade die direct of indirect ontstaat doordat (een update van) een app niet werkt in de combinatie met het toestel van de klant. Bijvoorbeeld omdat het geheugen van het toestel vol is.
C Gebruik elektronische diensten - bijzondere bepalingen 11 Rabo Internetbankieren Wanneer de klant Rabo Internetbankieren is overeengekomen met Rabobank, geldt ook het volgende. 11.1 Om Rabo Internetbankieren te gebruiken, heeft de klant in elk geval een Random Reader, een pas geschikt voor internetbankieren en beveiligingscodes nodig om Rabo Internetbankieren te gebruiken. De klant kan Rabo Internetbankieren bereiken via de website. 11.2 Als de klant in een beveiligde omgeving komt van Rabo Internetbankieren, dient hij voortdurend te controleren of hij zich nog in deze beveiligde omgeving bevindt. De klant kan dat onder meer zien aan de adresbalk. Zo vindt de klant bijvoorbeeld op de website terug op welke wijze hij kan controleren of hij een veilige verbinding met Rabobank heeft. 11.3 De klant is verplicht om regelmatig op de website te kijken naar de instructies met betrekking tot veilig bankieren op internet en deze ook op te volgen. 11.4 De klant is verplicht om de functionaliteiten die beschikbaar zijn om de risico’s aan internetbankieren te verkleinen zo veel mogelijk te benutten. Bijvoorbeeld de mogelijkheid om het gebruik van een hulpmiddel buiten Europa uit te zetten.
12 Rabo Internetbankieren Pro Als met de klant Rabo Internetbankieren Pro is overeengekomen, geldt naast het bepaalde in het artikel over Rabo Internetbankieren ook het volgende: 12.1 De klant mag een hulpmiddel en/of beveiligingscode onder zijn verantwoordelijkheid en voor zijn rekening en risico in gebruik geven aan één of meer andere personen (een gebruiker). 12.2 De bank en de klant kunnen voor bepaalde hulpmiddelen, bijvoorbeeld een (bank)pas en/of beveiligingscode, overeenkomen welke (rechts)handelingen daarmee (namens de klant) verricht mogen worden. De klant kan dit regelen via Rabo Internetbankieren Pro. Rabobank mag altijd eenzijdig de bevoegdheden en/of rechten verbonden aan een hulpmiddel (tijdelijk) uitbreiden, beperken en/of wijzigen. 12.3 Als voor een hulpmiddel en/of beveiligingscode geen beperkingen zijn afgesproken met de bank, wordt de gebruiker geacht daarmee alle (rechts)handelingen te mogen verrichten die via een elektronische dienst mogelijk zijn. Bijvoorbeeld het sluiten van een overeenkomst met Rabobank, het geven van een betaalopdracht aan Rabobank of het toekennen van bevoegdheden aan andere gebruikers. 12.4 Een eigenaarspas is een pas waaraan behalve limieten geen andere beperkingen kunnen worden verbonden behoudens wijzigingen door Rabobank. Met de eigenaarspas kunnen zelfstandig alle mogelijke (rechts)handelingen door of namens een klant worden verricht die via een elektronische dienst mogelijk zijn. Bijvoorbeeld het sluiten van een overeenkomst met Rabobank, het geven van een betaalopdracht aan Rabobank of het toekennen van bevoegdheden aan andere gebruikers. Ook kan met een eigenaarspas door of namens een klant een nieuwe en/of gewijzigde elektronische dienst afgenomen worden onder de bij Rabobank gebruikelijke voorwaarden en daartoe de benodigde (elektronische) overeenkomst(en) op elektronische wijze worden aangegaan. Het is niet toegestaan de eigenaarspas in gebruik te geven aan een ander dan degene op wiens naam de eigenaarspas staat. De klant staat hier jegens Rabobank voor in. 12.5 De klant staat er jegens Rabobank onvoorwaardelijk voor in: a dat elke gebruiker volledig bevoegd is namens de klant met (een) hulpmiddel(en) en/of beveiligingscode(s) de daarmee toegelaten (rechts)handelingen te verrichten, b dat hij de gebruiker vóór het in gebruik geven van een hulpmiddel en/of beveiligingscode informeert over: - de op de mantelovereenkomst en/of een elektronische dienst van toepassing zijnde voorwaarden, en - alle voorschriften en/of instructies en/of aanwijzingen en/ of eisen en/of beperkingen behorend bij een elektronische dienst, en - de rechten en autorisaties die aan deze gebruiker zijn toebedeeld. 12.6 Als een hulpmiddel en/of beveiligingscode van de klant en/of gebruiker is gebruikt, dan zijn de consequenties voor rekening en risico van de klant. De klant is jegens Rabobank aansprakelijk voor het gebruik van elk hulpmiddel en elke beveiligingscode. 12.7 De klant is verplicht op eerste verzoek van Rabobank exact aan te geven wie de gebruiker(s) is/zijn. 12.8 Als de klant het gebruik van een hulpmiddel en/of beveiligingscode wil beëindigen (bijvoorbeeld in geval van vermissing en/of diefstal en/of misbruik) moet hij dit bij een door de bank aangewezen meldpunt melden. De klant moet dan ook de specificaties van dat hulpmiddel en/of die beveiligingscode (met uitzondering van de cijfers/letters van de beveiligingscode zelf) opgeven. In dat geval zal de bank overgaan tot het opschorten van het gebruik van het desbetreffende hulpmiddel en/of de desbetreffende beveiligingscode. 13 Rabo Alerts 13.1 De klant en/of gebruiker kan Rabo Alerts gebruiken als hij gebruik maakt van Rabo Internetbankieren (Pro). Een Rabo Alert is een door de bank via sms of e-mail verstuurd bericht naar het door de klant en/of gebruiker opgegeven 06-nummer of e-mailadres. De bank is bevoegd hiervoor kosten in rekening te brengen. 13.2 Wijzigingen met betrekking tot Rabo Alerts moet de klant en/ of gebruiker doorgeven via Rabo Internetbankieren (Pro). Bijvoorbeeld het wijzigen van het e-mailadres of het 06-nummer. Ook het beëindigen of blokkeren van Rabo Alerts moet via Rabo Internetbankieren (Pro).
13.3 De bank verzendt Rabo Alerts zonder verdere codes en andere veiligheidsmaatregelen. De klant en gebruiker zijn zelf verantwoordelijk voor het vertrouwelijk houden van de inhoud van de Rabo Alerts. 13.4 Bij diefstal of vermissing van de apparatuur of toestel waarmee de klant Rabo Alerts kan ontvangen, dient de klant en/of gebruiker zelf Rabo Alerts te blokkeren via Rabo Internetbankieren (Pro). 13.5 Rabobank is niet aansprakelijk als de klant en/of gebruiker een Rabo Alert niet, niet volledig, niet juist of niet tijdig ontvangt. Bijvoorbeeld door storing aan een netwerk, verbinding, apparatuur of toestel. 14 Rabo Mobielbankieren Als de klant en/of gebruiker gebruik maakt van Rabo Mobielbankieren, geldt ook het volgende. 14.1 Rabo Mobielbankieren is de elektronische dienst die de klant en/of gebruiker kan gebruiken door met een beveiligingscode van Rabo Mobielbankieren (de zogenaamde toegangscode) in te loggen in Rabo Mobielbankieren (via de mobiele website m.rabobank.nl of via een app van Rabo Mobielbankieren) via een daarvoor geschikt én geregistreerd toestel. Op de website staat een overzicht van de eisen waaraan toestellen en internetdiensten moeten voldoen voor het gebruik van (een app van) Rabo Mobielbankieren. 14.2 Om Rabo Mobielbankieren te gebruiken moet de klant en/ of de gebruiker het toestel registreren met behulp van een random reader en een bankpas. Het opheffen van een toestelregistratie kan in elk geval via Rabo Mobielbankieren of Rabo Internetbankieren (Pro). 14.3 De toegangscode is een persoonlijke geheime beveiligingscode van 5 cijfers. Deze toegangscode kan de klant en/of gebruiker ook gebruiken voor Rabofoon. De toegangscode kan de klant en/of gebruiker zelf aanmaken of wijzigen, bijvoorbeeld via de mobiele website of een app van Rabomobielbankieren. Dit kan hij ook wanneer zijn toegangscode is geblokkeerd. 14.4 De klant en/of gebruiker dient ook zijn toestel te vergrendelen met een code (naast het gebruik van een toegangscode voor de elektronische dienst zelf) om te voorkomen dat onbevoegden zijn toestel kunnen gebruiken voor een elektronische dienst. Of bijvoorbeeld eenvoudig het saldo van de rekening(en) kunnen checken. 14.5 De klant moet voortdurend controleren of de mobiele site en/of de app voor Rabo Mobielbankieren nog voldoende zijn beveiligd. Actuele instructies kan de klant terugvinden op de website. 14.6 De klant is verplicht om regelmatig op de website te kijken naar de instructies met betrekking tot veilig mobielbankieren en deze ook op te volgen. Zo vindt de klant bijvoorbeeld op de website terug op welke wijze hij kan controleren of hij een veilige verbinding met Rabobank heeft. 15 Rabofoon Wanneer de klant gebruik maakt van Rabofoon, geldt ook het volgende. 15.1 De klant en/of gebruiker kan Rabofoon via een daarvoor geschikte vaste of mobiele telefoon gebruiken. 15.2 De klant en/of gebruiker heeft ook een beveiligingscode nodig. Deze beveiligingscode is hetzelfde als de code die de klant en/of gebruiker gebruikt voor Rabo Mobielbankieren (toegangscode). Wanneer de klant geen Rabo Mobielbankieren met Rabobank is overeengekomen, krijgt de klant en/of gebruiker van Rabobank een toegangscode. De klant en gebruiker zijn verplicht deze toegangscode vervolgens volgens de aanwijzingen van Rabobank te wijzigen. 16 Saldo SMS 16.1 Als de klant gebruik maakt van Rabo Internetbankieren (Pro) kan de klant de bank verzoeken om Saldo SMS. Een Saldo SMS is een door de bank via sms verstuurd bericht met saldo-informatie. 16.2 Een wijziging met betrekking tot Saldo SMS moet de klant doorgeven via Rabo Internetbankieren (Pro). Bijvoorbeeld het wijzigen van het 06-nummer. Ook het beëindigen of blokkeren van Saldo SMS moet via Rabo Internetbankieren (Pro). 16.3 De bank verzendt Saldo SMS zonder verdere codes en andere veiligheidsmaatregelen. De klant is zelf verantwoordelijk voor het vertrouwelijk houden van de inhoud van de Saldo SMS. 16.4 Bij diefstal of vermissing van het toestel waarmee de klant Saldo SMS kan ontvangen, dient de klant zelf Saldo SMS te blokkeren via Rabo Internetbankieren (Pro).
16.5 De bank is niet aansprakelijk als de klant een Saldo SMS niet of niet tijdig ontvangt. Ook niet wanneer de saldo-informatie niet (meer) actueel of niet juist is.
D Gebruik elektronische diensten voor (betalings) transacties en het sluiten van overeenkomsten 17 Elektronische diensten en (betalings)transacties 17.1 De klant kan met een daarvoor geschikte elektronische dienst (betalings)transacties verrichten (van een rekening) door middel van (betalings)diensten die in die elektronische dienst ondersteund worden. 17.2 Op alle (betalings)transacties die met een elektronische dienst worden verricht, zijn ook van toepassing de (bijzondere) voorwaarden en voorschriften die gelden voor die specifieke (betalings)transactie en/of voor de rekening. Dit tenzij daarvan in deze voorwaarden uitdrukkelijk is afgeweken. 17.3 Wanneer de klant via een elektronische dienst (betalings) transacties kan verrichten als gevolmachtigde of (wettelijk) vertegenwoordiger, geldt het volgende. De klant mag dan de (betalings)transacties pas verrichten nadat hij kennis heeft genomen van de in het vorige lid bedoelde voorwaarden, en daarnaar handelt. Daarnaast staat de klant er jegens Rabobank voor in dat degene die hij vertegenwoordigt ermee instemt dat de klant gebruik maakt van een elektronische dienst om te beschikken over de rekening van de vertegenwoordigde. De klant is verplicht om degene die hij vertegenwoordigt volledig, correct en voortdurend te informeren over de actuele geldende voorwaarden voor het verrichten van betalingstransacties via een elektronische dienst. 18 Het geven van een betaalopdracht via Rabo Internetbankieren (Pro) 18.1 De klant of gebruiker stemt in met een betaalopdracht via Rabo Internetbankieren (Pro) door de betaalopdracht in de door Rabobank aangeboden schermen te ondertekenen met een beveiligingscode (een S-code) en te bevestigen met de door Rabobank voorgeschreven bevestigingstoets. Wanneer de klant betaalt via iDEAL, stemt de klant op dezelfde wijze in met een betaalopdracht. 18.2 Rabobank heeft de betaalopdracht ontvangen zodra Rabobank dat via Rabo Internetbankieren (Pro) aan de klant heeft bevestigd. 19 Het geven van een betaalopdracht via Rabo Mobielbankieren Algemeen 19.1 De klant of gebruiker stemt in met een betaalopdracht via Rabo Mobielbankieren door de betaalopdracht in de door Rabobank aangeboden schermen te bevestigen met de door Rabobank voorgeschreven bevestigingstoets. Bijvoorbeeld de knop ‘verzenden’ of ‘betalen’. Rabobank heeft de betaalopdracht ontvangen zodra de systemen van Rabobank vastleggen dat de betaalopdracht is bevestigd met een door Rabobank voorgeschreven bevestigingstoets. Overboeking tussen eigen rekeningen via Rabo Mobielbankieren 19.2 De klant of gebruiker kan via Rabo Mobielbankieren een betaalopdracht geven voor overboekingen tussen rekeningen die alleen of mede op naam van de klant staan of rekeningen waarover de klant als (wettelijk) vertegenwoordiger mag beschikken (zogenaamde ‘eigen rekeningen’). De bank bepaalt welke rekeningen ‘eigen rekeningen’ zijn. Hiervoor geldt een limiet die de klant in elk geval kan vinden op de website. Betaalopdracht naar een bekende unieke identificator via Rabo Mobielbankieren 19.3 Via Rabo Mobielbankieren kan de klant ook een betaalopdracht geven voor een overboeking naar een ‘bekende unieke identificator’. Een ‘bekende unieke identificator’ is: a een unieke identificator van een ander waar de klant of gebruiker minimaal één en maximaal vijftien maanden geleden een bedrag naar heeft overgeboekt met behulp van een S-code; of b een unieke identificator van een andere begunstigde die een overeenkomst met Rabobank heeft gesloten op basis waarvan hij acceptgiro’s kan versturen. Vanaf een nader door Rabobank te bepalen moment vervallen de onder a en b genoemde criteria. Vanaf dat moment geldt alleen als ‘bekende unieke identificator’ een unieke identificator van een ander waar de klant of gebruiker maximaal vijftien maanden geleden een bedrag naar heeft overgeboekt met behulp van een S-code.
De bekende unieke identificatoren worden per klant of per gebruiker vastgesteld. Limieten voor betaalopdrachten naar bekende unieke identificatoren via Rabo Mobielbankieren, iDEAL Mobiel en Rabofoon 19.4 Er is sprake van een gezamenlijke limiet voor betaalopdrachten naar bekende unieke identificatoren via Rabo Mobielbankieren, iDEAL Mobiel en Rabofoon. Deze limiet is in elk geval terug te vinden op de website. Betaalopdracht naar een onbekende unieke identificator via Rabo Mobielbankieren 19.5 Vanaf een door Rabobank te bepalen moment is het ook mogelijk via Rabo Mobielbankieren een betaalopdracht te geven naar een onbekende unieke identificator zonder S-code. Een ‘onbekende unieke identificator’ is een unieke identificator van een rekening die: - niet van de klant is, en - waarover de klant ook niet als (wettelijk) vertegenwoordiger mag beschikken, en - die ook geen ‘bekende unieke identificator’ is. Ook dan zal sprake zijn van een gezamenlijke limiet voor Rabo Mobielbankieren en iDEAL Mobiel voor betaalopdrachten naar onbekende unieke identificatoren. 19.6 Zodra dit mogelijk is, kunnen de klant of gebruiker de limiet als bedoeld in het vorige lid zelf instellen via Rabo Mobielbankieren. Rabobank bepaalt wat de maximale limiet is die de klant of gebruiker kan instellen voor betaalopdrachten met Rabo Mobielbankieren naar een ‘onbekende unieke identificator’. Deze maximale limiet bestaat dan naast de gezamenlijke limiet voor betaalopdrachten naar ‘bekende unieke identificatoren’ met Rabo Mobielbankieren, iDEAL Mobiel en Rabofoon. De klant en/of gebruiker kunnen de limiet instellen en wijzigen met een S-code in Rabo Mobielbankieren. Deze limiet kan zonder S-code worden uitgezet in Rabo Mobielbankieren. iDEAL Mobiel algemeen 19.7 Wanneer de klant of gebruiker iDEAL Mobiel gebruikt, gebruikt de klant of gebruiker de knop ‘betalen’ of een andere door Rabobank voorgeschreven bevestigingstoets om in te stemmen met een betaalopdracht. Betaalopdracht naar een ‘bekende unieke identificator voor iDEAL Mobiel’ 19.8 Met iDEAL Mobiel kan de klant of gebruiker een betaalopdracht geven voor een overboeking naar een ‘bekende unieke iden tificator voor iDEAL Mobiel’. Een ‘bekende unieke identificator voor iDEAL Mobiel’ is een unieke identificator: a van een ander waarnaar de klant of gebruiker maximaal vijftien maanden geleden een bedrag heeft overgeboekt met behulp van een S-code, of b als er sprake was van een iDEAL-betaalopdracht die bestemd was voor een ander dan de begunstigde vermeld in de betaalopdracht: een unieke identificator in combinatie met de naam van die ander waarnaar de klant of gebruiker maximaal vijftien maanden geleden een bedrag heeft overgeboekt met behulp van een S-code. Voor deze betaalopdrachten geldt ook de limiet als uitgelegd in artikel 19.4. Betaalopdracht naar een ‘onbekende unieke identificator voor iDEAL Mobiel’ 19.9 Met iDEAL Mobiel kan de klant of gebruiker ook een betaalopdracht geven voor een overboeking naar een ‘onbekende unieke identificator voor iDEAL Mobiel’. Een ‘onbekende unieke identificator voor iDEAL Mobiel’ is een unieke identificator die niet een unieke identificator van een rekening van de klant is en ook geen ‘bekende unieke identificator voor iDEAL Mobiel’ is. 19.10 De klant of gebruiker kan de limiet voor betaalopdrachten naar ‘onbekende unieke identificatoren voor iDEAL Mobiel’ instellen en wijzigen via Rabo Mobielbankieren met een S-code. Zij kunnen de limiet zonder S-code uitzetten in Rabo Mobielbankieren. Rabobank bepaalt wat de maximale limiet is die de klant of gebruiker kan instellen voor betaalopdrachten met Rabo Mobielbankieren naar een ‘onbekende unieke identificator voor iDEAL Mobiel’. 19.11 De limiet voor betaalopdrachten naar een ‘onbekende unieke identificator voor iDEAL Mobiel’ is dezelfde limiet als de toekomstige limiet voor betaalopdrachten naar ‘onbekende unieke identificatoren’ binnen Rabo Mobielbankieren. Deze limiet bestaat dan naast de limiet voor betaalopdrachten van de gezamenlijke limiet voor betaalopdrachten naar ‘bekende unieke identificatoren’ via Rabo Mobielbankieren, iDEAL Mobiel en Rabofoon.
Betaalopdracht door middel van een S-code 19.12 Wanneer de klant of gebruiker een betaalopdracht wil geven voor een overboeking naar een unieke identificator waar zij niet zonder S-code een bedrag naar kunnen overboeken, krijgen zij een melding. De klant of gebruiker stemt dan vervolgens in met een betaalopdracht met een S-code en het intoetsen van de knop ‘verzenden’ of een andere door Rabobank voorgeschreven bevestigingstoets in de door Rabobank aangeboden schermen. 20 Het geven van een betaalopdracht met Rabofoon 20.1 Een betaalopdracht wordt gegeven met de toetsen van de telefoon. Daarna wordt ingestemd met de betaalopdracht volgens de aanwijzingen van Rabofoon. Voor betaalopdrachten geldt de limiet als uitgelegd in artikel 19.4. Deze limiet wordt in elk geval uitgewerkt op de website. 20.2 Rabobank heeft de betaalopdracht ontvangen zodra de systemen van de Rabobank vastleggen dat de toegangscode is ingetoetst. 21 Het geven van een betaalopdracht - algemeen Daarnaast geldt ten aanzien van het geven van een betaalopdracht via een elektronische dienst ook nog het volgende. 21.1 Rabobank kan andere manieren voor het geven van betaalopdrachten met een elektronische dienst toestaan. Rabobank mag deze manieren aanpassen, beëindigen of uitbreiden. Rabobank mag ook nadere aanwijzingen geven. Rabobank stelt de klant in staat hiervan kennis te nemen. Bijvoorbeeld via de website of via de Berichten Inbox. 21.2 Voor de bepaling van de datum van ontvangst van een betaalopdracht, of andere handelingen met betrekking tot een betaalopdracht of betalingstransactie, geldt 13:00 uur (16:30 uur voor een spoedopdracht) als het einde van een werkdag, behalve voor een betalingstransactie via iDEAL, waarvoor 23:59 uur geldt als einde van een werkdag. Rabobank is altijd bevoegd dit te wijzigen. 21.3 Rabobank mag een betaalopdracht weigeren als geen geldige beveiligingscode aan Rabobank is meegestuurd. Of wanneer niet is voldaan aan een andere eis als hiervoor vermeld. Ook mag Rabobank een betaalopdracht weigeren om een reden die is vermeld in de voorwaarden die op de rekening van toepassing zijn. 21.4 Bij een betaalopdracht mag Rabobank op de rekening een tijdelijke blokkade of reservering inbrengen ter grootte van het bedrag van de betaling voorafgaand aan de daadwerkelijke afschrijving. 21.5 Voor verschillende elektronische diensten gelden limieten wat betreft aantal en omvang voor het geven van betaalopdrachten. Deze limieten vindt de klant in elk geval terug op de website. Ook kan de klant een aantal limieten terugvinden en/of wijzigen in Rabo Internetbankieren (Pro). Rabobank is altijd bevoegd deze limieten te wijzigen en/of nieuwe limieten in te stellen. Zij zal de klant daarover informeren, al dan niet via de website. Ook kan zij afwijkende limieten met de klant afspreken. 22 Het sluiten van een overeenkomst via een elektronische dienst 22.1 Via een elektronische dienst kan op een door Rabobank toegelaten wijze door of namens de klant met Rabobank ook een overeenkomst worden gesloten. Of er kan een wijziging in een bestaande overeenkomst worden overeengekomen. Bijvoorbeeld doordat de klant door middel van een beveiligingscode een door Rabobank aangeboden elektronische overeenkomst ondertekent. 22.2 De overeenkomst dan wel de wijziging daarvan komt in dat geval pas tot stand indien en zodra Rabobank de totstandkoming daarvan (langs elektronische weg) aan de klant heeft bevestigd. 22.3 Wanneer de klant via een elektronische dienst overeenkomsten kan sluiten als gevolmachtigde, geldt het volgende. De klant staat er jegens Rabobank voor in dat de volmachtgever ermee instemt dat de klant gebruik maakt van een elektronische dienst om overeenkomsten te sluiten. De klant is verplicht om de volmachtgever volledig, correct en voortdurend te informeren over de actuele geldende voorwaarden voor het sluiten van overeenkomsten via een elektronische dienst. 22.4 De klant is verplicht om nog vóór de aanvaarding van deze overeenkomst deze (elektronische) overeenkomst en de daarop toepasselijk verklaarde voorwaarden meteen op een correcte en veilige manier op te slaan op een gegevensdrager van de klant zodat: - deze later door de klant geraadpleegd kunnen worden; - deze niet door onbevoegden geraadpleegd kunnen worden. 22.5 Op de overeenkomsten die via een elektronische dienst tussen de klant en de Rabobank zijn of zullen worden gesloten zijn niet
van toepassing artikel 227b lid 1 en artikel 227c van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek.
E Overige bepalingen 23 Kosten 23.1 Rabobank is bevoegd de klant kosten in rekening te brengen voor het ter beschikking stellen en/of het gebruik van een elektronische dienst en/of hulpmiddel. Daarnaast is Rabobank bevoegd kosten in rekening te brengen voor (rechts)handelingen die door de klant met behulp van een elektronische dienst worden en/of zijn verricht, ten laste van de rekening waarop een (rechts)handeling betrekking heeft. 23.2 Rabobank is altijd bevoegd deze kosten te wijzigen. Rabobank zal de klant hierover informeren, bijvoorbeeld via de website of de Berichten Inbox. 24 (Elektronische) informatie 24.1 Rabobank is bevoegd om de klant uitsluitend op elektronische wijze te informeren. Bijvoorbeeld bij mededelingen, bevestigingen, wijzigingen van (product)voorwaarden dan wel andere informatie. Het versturen van elektronische informatie kan Rabobank bijvoorbeeld doen via berichten in de Berichten Inbox. 24.2 Onverminderd zijn verplichtingen om bijvoorbeeld elektronisch verstrekte (rekening)informatie te controleren op basis van andere (product)voorwaarden die ook gelden tussen Rabobank en klant, geldt voor de Berichten Inbox het volgende. De klant dient bij voorkeur één keer per dag na te gaan of er elektronische informatie voor hem beschikbaar is in de Berichten Inbox. De klant kan ook een alert instellen: de klant ontvangt dan een alert wanneer er nieuwe elektronische informatie beschikbaar is in de Berichten Inbox. Informatie over alerts vindt de klant terug op de website. Indien de klant geen gebruik maakt van alerts, wordt de klant geacht in elk geval een keer per week (met een maximale termijn van zeven dagen tussen twee controles) te controleren of er elektronische informatie in de Berichten Inbox beschikbaar is. 24.3 Wanneer de klant heeft kunnen constateren dat er elektronische informatie voor hem beschikbaar is in de Berichten Inbox, wordt de klant geacht dezelfde dag kennis te nemen van deze elektronische informatie en hieraan zo nodig gevolg te geven. 24.4 Indien de klant een onjuistheid of onvolledigheid constateert of vermoedt, is de klant verplicht de bank hierover onmiddellijk te informeren. 24.5 Rabobank is gerechtigd om: - alle gegevens met betrekking tot de klant in de ruimste zin van het woord, waaronder ook begrepen de mantelovereenkomst, de rekening en de (mede) daaraan verbonden rechten en zekerheden, waarover zij beschikken/beschikt aan alle onderdelen van de Rabobank Groep beschikbaar te stellen in het kader van een efficiënte bedrijfsvoering. Hieronder is ook begrepen het acceptatiebeleid op groepsniveau, het beheer van de relatie met de klant en het ter beschikking stellen van gegevens met het oog op de uitvoering van de overeenkomst tussen de klant en de bank, advisering aan de klanten en activiteiten gericht op het waarborgen van de veiligheid en de integriteit van de financiële sector. - (persoons)gegevens van de klant en gegevens van betaalopdrachten in het buitenland te (laten) verwerken. - Alle (persoons)gegevens met betrekking tot de klant in de ruimste zin van het woord waarover Rabobank beschikt te verstrekken aan een rechtsopvolger van Rabobank. 24.6 Om beveiligingsredenen kan Rabobank (historische) gegevens vasthouden inzake het betalingsverkeer van de klant alsmede over het gebruik van internet, zoals IP-adressen, apparaten, toestellen, software en sessies met onze systemen. Deze gegevens worden in samenhang met de van de klant reeds bekende informatie gebruikt voor het verbeteren van de veiligheid van het bankieren en om de diensten van Rabobank zo goed mogelijk in te richten. Rabobank behoudt zich het recht voor om de klant in voorkomende gevallen om extra informatie te vragen. Zoals bijvoorbeeld plaatsbepalingsinformatie van toestellen en andere mobiele apparatuur. Deze aanvullende informatie mag Rabobank combineren met de gegevens die Rabobank al had.
25 Informatieplicht klant 25.1 Als er zaken zijn waarvan de klant weet of vermoedt dat Rabobank deze wil weten, moet de klant deze meteen aan de bank meedelen. De klant moet de bank dan alle informatie en stukken geven die de bank aan hem vraagt. 25.2 De klant is verplicht om de bank in elk geval meteen te informeren als: a zijn onderneming maten of vennoten heeft en deze gaan wijzigen; b de klant een rechtspersoon is en de klant het plan heeft tot een juridische fusie of juridische splitsing. Ook moet de klant het de bank meteen meedelen als het voorstel tot juridische fusie of juridische splitsing wordt neergelegd bij het Handelsregister. Na de fusie of splitsing is de klant verplicht aan de bank een kopie van de fusie- of splitsingsakte te geven; c de klant van plan is om een wijziging aan te brengen in wie vertegenwoordiger van de klant is; en ook wanneer deze plannen zijn uitgevoerd. 26 Uitsluiting/beperking aansprakelijkheid 26.1 Onverminderd het bepaalde in de Algemene Bankvoorwaarden, in deze algemene voorwaarden en de op een rekening of hulpmiddel van toepassing zijnde (algemene) voorwaarden is Rabobank en de door haar ingeschakelde derde(n) niet aansprakelijk voor schade, van welke aard ook, als gevolg van: a het niet (volledig) beschikbaar zijn of het niet of gebrekkig functioneren van een elektronische dienst of app, b het niet of niet tijdig uitvoeren van een door de klant en/ of gebruiker via een elektronische dienst verrichte (rechts) handeling, tenzij dit volgens dwingend recht voor rekening van Rabobank komt, c niet actuele, onjuiste of onvolledige informatie en/of berekeningen, d een vertraging van en/of een onjuistheid in een verklaring - ongeacht de oorzaak - alsmede een onbevoegde kennisneming, wijziging en/of verzending van een verklaring, e het niet of gebrekkig functioneren van een hulpmiddel, app of een toestel, f het niet of gebrekkig functioneren van (internet- en/ of telecommunicatie)diensten en/of apparatuur en/of programmatuur van de klant en/of gebruiker en/of Rabobank, g het onbevoegd gebruik van een beveiligingscode en/of hulpmiddel tot het moment dat de bank hiervan een melding heeft ontvangen zoals omschreven in artikel 6, h het handelen dan wel nalaten van de klant en/of gebruiker in strijd met een bepaling van de mantelovereenkomst en/of deze algemene voorwaarden en/of andere voorwaarden die (ook) op een elektronische dienst van toepassing zijn, en/of i het niet opvolgen, niet volledig opvolgen en/of niet tijdig opvolgen door de klant en/of gebruiker van de voorschriften en/of aanwijzingen van Rabobank. 26.2 Rabobank en de door haar ingeschakelde derde(n) zijn ook niet aansprakelijk in abnormale en onvoorziene omstandigheden. Bijvoorbeeld omstandigheden die onafhankelijk zijn van de wil van Rabobank en waarvan de gevolgen ondanks redelijke voorzorgsmaatregelen niet konden worden voorkomen. Zulke omstandigheden zijn in ieder geval – ook als zich dit bij een door Rabobank ingeschakelde derde voordoet - een (dreigend(e) of zich realiserend(e) of bestaand(e)): a internationaal conflict b gewelddadige, terroristische of gewapende actie c maatregel van enige binnenlandse, buitenlandse of internationale overheid d maatregel van enige binnenlandse, buitenlandse of internationale (toezichthoudende) instantie e boycotactie f arbeidsongeregeldheden g storing in de elektriciteitsvoorzieningen, in communicatieverbindingen of in apparatuur of programmatuur h natuurramp i brand j wateroverlast k overval l kernramp m pandemie, of n andere gevallen van overmacht. Rabobank en de door haar ingeschakelde derde(n) zijn ook niet aansprakelijk als zij volgens wettelijke verplichtingen handelt.
26.3 Als Rabobank en/of de door haar ingeschakelde derde(n) aansprakelijk is/zijn jegens de klant op basis van wet- en/ of regelgeving, de mantelovereenkomst en/of de (algemene) voorwaarden die op een elektronische dienst van toepassing zijn, is de aansprakelijkheid van Rabobank en/of deze derde(n) beperkt. Rabobank en deze derde(n) zijn dan alleen verplicht om aan de klant als schadevergoeding renteverlies te vergoeden tot een maximum van tweehonderdvijfentwintig euro (€ 225,-) per geval. Rabobank en deze derde(n) zijn niet aansprakelijk voor andere directe of indirecte schade. 27 Beëindiging en opschorting 27.1 Zowel de klant als de bank kan het gebruik van (een) elektronische dienst(en) of de mantelovereenkomst (gedeeltelijk) opzeggen. De klant moet dit schriftelijk doen. Zowel de klant als de bank moet bij opzegging een opzegtermijn van een maand in acht nemen. Deze opzegtermijn geldt niet wanneer de opzeggende partij hiervoor een gegronde reden heeft. 27.2 Indien de mantelovereenkomst eindigt - ongeacht de reden - worden automatisch alle op welke wijze dan ook overeengekomen elektronische diensten beëindigd. De bank mag hiervan afwijken en zal dit dan ook aan de klant meedelen. 27.3 Door beëindiging van een elektronische dienst heeft de klant ook geen toegang tot de informatie die Rabobank de klant via een elektronische dienst verstrekt of verstrekt heeft. Bijvoorbeeld de informatie in de Berichten Inbox van Rabo Internetbankieren (Pro). De klant moet zelf vooraf maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat hij de informatie die hij nodig heeft, ook altijd op een andere manier kan raadplegen. 27.4 De bank mag de mantelovereenkomst en/of een elektronische dienst met onmiddellijke ingang en zonder opzegging, ingebrekestelling of andere formaliteit (gedeeltelijk) beëindigen: - in geval van faillissement, surseance van betaling, ondercuratelestelling en/of overlijden van de klant, - bij beheer en/of onderbewindstelling van en/of bij beslag op (een gedeelte van) het vermogen van de klant, - bij van toepassingverklaring van een wettelijke schuldsaneringsregeling op de klant, - bij opheffing en/of beëindiging en/of overdracht van (een aanmerkelijk deel van) het bedrijf van de klant, - indien de klant en/of volmachtgever een rechtspersoon is: bij ontbinding, opheffing, fusie en/of splitsing en/of verlies van rechtspersoonlijkheid van de klant, - indien de klant nalatig is in de nakoming van of in strijd handelt met een bepaling van de mantelovereenkomst en deze algemene voorwaarden, en/of de voorwaarden die op een elektronische dienst van toepassing zijn, - indien een rekening van de klant wordt beëindigd, en/of - indien de relatie tussen de bank en/of een Rabobank met de klant eindigt, of vergelijkbare (rechts)feiten of omstandigheden naar buitenlands of internationaal recht. 27.5 Indien Rabo Internetbankieren (Pro) om welke reden dan ook eindigt, is de bank bevoegd ook meteen alle andere met de klant overeengekomen elektronische diensten te beëindigen. 27.6 Ingeval van (gedeeltelijke) beëindiging dan wel opzegging van de mantelovereenkomst en/of een elektronische dienst is Rabobank bevoegd (maar niet verplicht) (rechts)handeling(en) waarvoor de klant opdracht heeft gegeven, niet meer uit te voeren. 27.7 Na (gedeeltelijke) beëindiging van de mantelovereenkomst wikkelt de bank deze zo snel mogelijk af. Voor zover nodig blijven de mantelovereenkomst en deze algemene voorwaarden gelden. 28 Buiten werking stellen of blokkeren van een elektronische dienst, beveiligingscode, hulpmiddel of toestel(registratie) 28.1 Rabobank spant zich in om elektronische diensten beschikbaar te laten zijn. Maar de klant moet er rekening mee houden dat elektronische diensten niet voortdurend beschikbaar zijn. En zo nodig maatregelen nemen om de gevolgen daarvan te voorkomen of te beperken. Dat is bijvoorbeeld van belang als de klant een bedrag voor een bepaalde datum aan een ander moet betalen. Ook moet de klant ervoor zorgen dat hij de informatie die Rabobank via een elektronische dienst heeft verstrekt (bijvoorbeeld via de Berichten Inbox) en die hij nodig heeft, ook altijd op een andere wijze kan raadplegen.
28.2 Rabobank mag altijd een elektronische dienst geheel of gedeeltelijk buiten werking stellen. Bijvoorbeeld voor onderhoud, bij fraude of een vermoeden van fraude. Maar bijvoorbeeld ook in het geval van een storing in de apparatuur, programmatuur of infrastructuur. 28.3 Rabobank mag een beveiligingscode en/of een hulpmiddel en/of een toestel(registratie) (voor gebruik van elektronische diensten) blokkeren als zij dat nodig vindt. Bijvoorbeeld vanwege de veiligheid, niet-toegestaan gebruik of fraude of een vermoeden daarvan. Ook kan Rabobank dit doen als zij verwacht dat de klant of degene(n) over wiens rekening hij mag beschikken via een elektronische dienst zijn (betalings)verplichtingen niet zal nakomen die horen bij dit gebruik. 28.4 Rabobank mag een (rechts)handeling die door of namens een klant met behulp van een elektronische dienst is verricht niet uitvoeren indien zwaarwegende redenen of overmacht uitvoering van de desbetreffende (rechts)handeling niet toelaten. 28.5 Rabobank zal de klant (achteraf) informeren wanneer één van de in dit artikel genoemde omstandigheden zich voordoet, al dan niet via de website, Berichten Inbox, app, randomreader, e-mail, sms of scherm van een geldautomaat. Rabobank hoeft de klant niet te informeren: - wanneer zij daar een goede reden voor heeft. Bijvoorbeeld om fraude te voorkomen, de veiligheid of belangen van anderen te beschermen of wanneer dit wettelijk niet is toegestaan; - als de klant of gebruiker een hulpmiddel of elektronische dienst blokkeert door drie keer een foute beveiligingscode in te voeren; - wanneer de gevolgen van de buitenwerkingstelling voor (een) klant(en) minimaal is/zijn (geweest). 29 Andere Rabobank De bank bedingt ten behoeve van een andere Rabobank dat deze onherroepelijk alle rechten en bevoegdheden zoals verwoord in de mantelovereenkomst en de (algemene) voorwaarden die van toepassing zijn of zullen worden op een elektronische dienst of de mantelovereenkomst kan en mag uitoefenen en naleving van de verplichtingen zoals daarin verwoord kan en mag verlangen. Ook mag de bank met een andere Rabobank in dat kader nadere regelingen treffen die de bank dienstig of noodzakelijk acht. 30 Buiten toepassing verklaring wet- en regelgeving Op de mantelovereenkomst en deze algemene voorwaarden zijn niet van toepassing de artikelen 516 tot en met 519, 520, eerste lid, 522, tweede lid, tweede zin, en derde lid, 527, 529 tot en met 531, 534, 543, 544 en 545 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek en is de regelgeving gebaseerd op Titel III van de richtlijn als bedoeld in artikel 514 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek niet van toepassing. 31 Fusie/overdracht/splitsing 31.1 Als (Rabo)bank fuseert en/of splitst, kunnen haar rechtsopvolgers zelfstandig alle rechten en bevoegdheden tegenover de klant uitoefenen en alle verplichtingen tegenover de klant nakomen. 31.2 (Rabo)bank kan de rechtsverhouding met de klant en de rechten, plichten en/of nevenrechten die daarbij horen overdragen aan een ander. Dat kan helemaal of voor een deel. De klant geeft (Rabo)bank daarvoor nu al toestemming, door het aanvaarden van deze voorwaarden. 31.3 Overal waar in de mantelovereenkomst en deze (Algemene) voorwaarden het woord ‘bank’ is vermeld moet na fusie, splitsing of overdracht (ook) worden begrepen de rechtsopvolgers van de bank. 31.4 Overal waar in de mantelovereenkomst en deze (Algemene) voorwaarden het woord ‘Rabobank’ is vermeld moet na fusie, splitsing of overdracht (ook) worden begrepen de rechtsopvolgers van Rabobank. 32 Wijziging mantelovereenkomst en voorwaarden 32.1 De bank is bevoegd de mantelovereenkomst, deze algemene voorwaarden en/of de voorwaarden die op een elektronische dienst van toepassing zijn (via de elektronische weg) aan te vullen, (gedeeltelijk) te wijzigen en/of (gedeeltelijk) te vervangen. 32.2 Zij zal de klant ten minste dertig dagen voor de inwerkingtreding van een aanvulling, wijziging en/of vervanging (al dan niet via de elektronische weg) hierover informeren of in de gelegenheid stellen hiervan kennis te nemen. 32.3 Indien de klant niet akkoord gaat met een aanvulling, wijziging en/of vervanging dient de bank de schriftelijke mededeling daarvan vijf dagen voordat de desbetreffende aanvulling, wijziging en/of vervanging in werking treedt te
hebben ontvangen. Dan zal de mantelovereenkomst en/of de elektronische dienst waarop de aanvulling, wijziging en/ of vervanging betrekking heeft zo spoedig mogelijk daarna (gedeeltelijk) worden beëindigd. Dit tenzij de bank uitdrukkelijk anders aangeeft. De tekst van deze Algemene voorwaarden voor zakelijke elektronische diensten van de Rabobank 2013 is op10 juli 2013 gedeponeerd bij de griffie van de rechtbank Midden-Nederland te Utrecht, onder nummer 116/2013. © Rabobank Nederland
19021 jul-2013
www.rabobank.nl