Algemene Voorwaarden voor de Effectendienstverlening van de Rabobank 2007
Algemene Voorwaarden voor de Effectendienstverlening van de Rabobank 2007 Door ondertekening door de klant van het Openingsformulier Rabobank Effectenrekening of een andere overeenkomst zijn deze Algemene Voorwaarden voor de Effectendienstverlening van de Rabobank 2007 van toepassing op de beleggingsdienstverlening door de Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Boerenleenbank B.A. (‘Rabobank Nederland’) en/of de bij haar aangesloten banken. Rabobank Nederland en de bij haar aangesloten banken beschikken over een vergunning als kredietinstelling, beleggingsonderneming en financiële dienstverlener en zijn ingeschreven in het register zoals bedoeld in artikel 1:107 van de Wet op het financieel toezicht (Wft) gehouden door De Nederlandsche Bank N.V. (www.dnb.nl) respectievelijk de Stichting Autoriteit Financiële Markten (www.afm.nl) te Amsterdam. Van deze Algemene Voorwaarden voor de Effectendienstverlening van de Rabobank 2007 zullen tevens een integraal onderdeel uitmaken de navolgende bijlagen, met inachtneming van de wijzigingen zoals deze daarin van tijd tot tijd zullen worden aangebracht: I Algemene beschrijving van de aard en risico’s van financiële instrumenten; II Bescherming van uw financiële instrumenten en gelden bij de Rabobank; III Het orderuitvoeringsbeleid van de Rabobank; IV Beknopte beschrijving beleid inzake belangenconflicten. De meest actuele versie van deze bijlagen is steeds te vinden op www.rabobank.nl Voor de bemiddeling bij de aan- en verkoop van opties dient tevens de ‘Verklaring inzake Optiehandel Euronext’ en/of de ‘Verklaring inzake Optiehandel Buitenland’ door de klant te worden ondertekend. Voor de bemiddeling in (financiële) termijncontracten (futures) dient tevens de ‘Verklaring inzake futures Euronext’ te worden ondertekend. In geval van afwijkingen tussen deze Algemene Voorwaarden voor de Effectendienstverlening van de Rabobank 2007 en de specifiek op opties en futures van toepassing zijnde bepalingen, zullen laatstgenoemde bepalingen prevaleren. Afhankelijk van de verleende beleggingsdiensten en/of het gekozen communicatiekanaal kunnen naast de Algemene Voorwaarden voor de Effectendienstverlening van de Rabobank 2007 ook andere voorwaarden van toepassing zijn, respectievelijk kan worden verlangd dat ook andere overeenkomsten dan wel verklaringen worden ondertekend. Voor zover daarvan in deze Algemene Voorwaarden voor de Effectendienstverlening van de Rabobank 2007 niet is afgeweken, zijn op de beleggingsdienstverlening van de Rabobank ook de Algemene Bankvoorwaarden van toepassing, met uitzondering van de artikelen 22 tot en met 27 van de Algemene Bankvoorwaarden. 1 Definities In deze algemene voorwaarden wordt verstaan onder: Bank : de Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Boerenleenbank B.A. (‘Rabobank Nederland’), gevestigd te Amsterdam en/of de bij haar aangesloten banken. Bewaarnemer: de B.V. Bewaarbedrijf Rabobank Nederland, waarvan de statutaire doelomschrijving beperkt is tot het op eigen naam doch voor rekening en risico van de Klant (laten) bewaren van effecten en rechten ten aanzien van effecten, alsmede het sluiten van overeenkomsten en het (doen) verrichten van werkzaamheden die voor deze bewaring dienstig zijn, waarbij onder effecten worden verstaan alle als zodanig door de Bewaarnemer aanvaarde goederen. Effecten: i een aandeel of een ander daarmee gelijk te stellen verhandelbaar waardebewijs of recht, een obligatie of een ander verhandelbaar schuldinstrument, elk ander verhandelbaar waardebewijs waarmee aandelen, obligaties of een ander verhandelbaar schuldinstrument door uitoefening van de daaraan verbonden rechten of door conversie kan worden verworven of dat in geld wordt afgewikkeld; ii een geldmarktinstrument (zoals depositocertificaten en commercial paper); iii een recht van deelneming in een beleggingsinstelling; iv een optie, future, swap, (rente)termijncontract of een ander derivatencontract dat betrekking heeft op effecten, valuta, rentevoeten, rendementen, of andere afgeleide instrumenten, indexen, grondstoffen of een andere economische waarde en dat kan worden afgewikkeld door middel van materiële aflevering of in contanten;
Effectenrekening: Geldrekening:
Klant:
v alle op een Effectenrekening geadministreerde vorderingen die de Klant ter zake van de hiervoor onder i tot en met iv gedefinieerde effecten van een bepaalde soort op de Bank en/of de Bewaarnemer en/ of derden heeft of zal verkrijgen; vi al hetgeen overigens van tijd tot tijd als zodanig door de Bank zal worden aangemerkt en die door de Bank op een Effectenrekening worden geadministreerd. een in de administratie van de Bank en/of de Bewaarnemer op naam van de Klant aangehouden rekening waarop de Effecten van de Klant bij de Bank en/of de Bewaarnemer worden aangehouden. een daartoe aangewezen rekening bij de Bank, ten laste waarvan de Bank de in het kader van de beleggingsdienstverlening door de Klant verschuldigde bedragen kan incasseren en waarop de Bank de aan de Klant toekomende bedragen kan bijschrijven. degene of degenen, of bij een commanditaire vennootschap, vennootschap onder firma of een maatschap (na invoering van de Wet personenvennootschappen een openbare vennootschap of een stille vennootschap), de vennoten of de maten, zowel samen als ieder afzonderlijk, voor wie de Bank een Effectenrekening aanhoudt.
2 Beleggingsdiensten De Bank biedt – voor zover relevant in het kader van deze algemene voorwaarden – de volgende beleggingsdiensten en nevendiensten aan de Klant aan: i het ontvangen en doorgeven van orders voor rekening van de Klant met betrekking tot Effecten; ii het uitvoeren van orders met betrekking tot Effecten voor rekening van de Klant; iii het op verzoek van de Klant verstrekken van beleggingsadvies met betrekking tot één of meer transacties die met Effecten verband houden (tenzij de Klant gebruikmaakt van een serviceconcept waarbij geen beleggingsadvies wordt verstrekt); iv bewaring (al dan niet door het inschakelen van de Bewaarnemer) en beheer van Effecten voor rekening van de Klant en daarmee samenhangende diensten zoals contanten- en/of zekerhedenbeheer; v onderzoek op beleggingsgebied en financiële analyse of andere vormen van algemene aanbevelingen in verband met transacties in Effecten. 3 Klantclassificatie a De Klant wordt ingedeeld in de categorie van niet-professionele beleggers. Deze indeling geldt voor alle door de Bank verleende beleggingsdiensten en nevendiensten en ongeacht de soort Effecten waarin de Klant transacties wenst te verrichten. b De Bank is niet verplicht medewerking te verlenen aan een verzoek van de Klant om als een professionele belegger te worden aangemerkt. 4 Beleggen zonder beleggingsadvies a Indien de Klant gebruikmaakt van een door de Bank aangeboden serviceconcept waarbij geen beleggingsadvies wordt verleend, wordt de beleggingsdienst geacht te zijn verleend op eigen initiatief van de Klant en dient de Klant zelf na te gaan of zijn kennis en ervaring voldoende zijn om de risico’s en de passendheid van de beleggingsdienst of het Effect te beoordelen. b Indien de Klant geen of onvoldoende informatie aan de Bank verschaft over zijn kennis en ervaring c.q. wijziging daarvan, is de Bank als gevolg daarvan niet in staat om te beoordelen of de door de Bank aan de Klant verleende diensten voor de Klant passend zijn. c Indien de Klant gebruikmaakt van een serviceconcept waarbij geen beleggingsadvies wordt verleend en voor de Effectenrekening al dan niet een doelrisicoprofiel is vastgesteld, is de Klant zelf verantwoordelijk te bewaken dat de door de Klant verstrekte orders in overeenstemming zijn met een voor de Effectenrekening vastgesteld doelrisicoprofiel. 5 Beleggen met beleggingsadvies a Indien de Klant gebruikmaakt van een door de Bank aangeboden serviceconcept waarbij beleggingsadvies wordt verleend, is de Bank niet gehouden tot het ongevraagd verstrekken van beleggingsadviezen aan de Klant. Voorts is de Bank niet gehouden de Klant in kennis te stellen van alle openbare dan wel van derden afkomstige informatie. b De in het kader van de beleggingsdienstverlening door de Bank eventueel aan de Klant te verstrekken beleggingsadviezen zijn gebaseerd op verwachtingen en mogen nimmer als een garantie worden beschouwd. Nimmer mag de Klant of een derde er vanuit gaan dat deze verwachtingen zullen uitkomen. De door de Bank eventueel aan de Klant verstrekte beleggingsadviezen hebben slechts tijdelijke geldigheid. Het staat de Klant vrij de beleggingsadviezen van de Bank al dan niet op te volgen. c Het behoort tot de uitsluitende verantwoordelijkheid en bevoegdheid van de Klant om naar aanleiding van een eventueel door de Bank verstrekt beleggingsadvies te beslissen om al dan niet een order tot het voor zijn rekening en risico verrichten van een transactie in Effecten aan de Bank te verstrekken. d Indien de Klant gebruikmaakt van een door de Bank aangeboden serviceconcept waarbij beleggingsadvies wordt verleend en de Klant orders aan de Bank verstrekt door middel van directe kanalen zoals de Rabo Orderlijn en internet,
wordt de beleggingsdienst geacht te zijn verleend op eigen initiatief van de Klant en dient de Klant zelf na te gaan of zijn kennis en ervaring voldoende zijn om de risico’s en de geschiktheid van de beleggingsdienst of het Effect te beoordelen. In dat geval is de Klant zelf verantwoordelijk te bewaken dat de door de Klant verstrekte orders in overeenstemming zijn met het voor de Effectenrekening vastgestelde doelrisicoprofiel. e Indien het niet opvolgen van de door de Bank gegeven beleggingsadviezen tot gevolg heeft dat naar het oordeel van de Bank stelselmatig buiten het door de Bank voor de Effectenrekening vastgestelde doelrisicoprofiel wordt getreden en er evenmin aanleiding bestaat om tot wijziging van het voor de Effectenrekening vastgestelde doelrisicoprofiel over te gaan, is de Bank bevoegd – nadat de Bank de Klant daarvan voorafgaand in kennis heeft gesteld - de Klant onder te brengen in een door de Bank aangeboden serviceconcept waarbij door de Bank geen beleggingsadvies wordt verleend. f De Bank is niet aansprakelijk jegens de Klant of een derde voor enige schade die het gevolg mocht zijn van het volgen van een door de Bank gegeven beleggingsadvies, tenzij dit advies redelijkerwijze niet had mogen worden gegeven. g De Bank staat niet in voor de juistheid en volledigheid van de door haar aan de Klant verstrekte informatie en aanvaardt daarvoor geen aansprakelijkheid. 6 Risico’s beleggen in Effecten a De kenmerken van de verschillende soorten Effecten waarop de beleggings- dienstverlening door de Bank betrekking heeft en de daaraan verbonden specifieke beleggingsrisico’s zijn onder meer beschreven in de als bijlage I (Algemene beschrijving van de aard en risico’s van financiële instrumenten) opgenomen informatie. Deze informatie is niet uitputtend. Indien de Klant van mening is dat de door de Bank verstrekte informatie niet toereikend is, verstrekt de Bank de Klant op diens verzoek aanvullende informatie. b Indien voor de Effectenrekening een doelrisicoprofiel is vastgesteld is de Klant daarmee bekend. De Klant dient de Bank te informeren indien zich relevante wijzigingen voordoen in zijn financiële positie, kennis en ervaring met het doen van beleggingen, beleggingsdoelstellingen en risicobereidheid, dan wel zich andere omstandigheden voordoen die gevolgen kunnen hebben ten aanzien van het voor de Effectenrekening vastgestelde doelrisicoprofiel. c De Klant is zich er van bewust dat bij bestensorders (dit is een order die in beginsel wordt uitgevoerd tegen de eerstvolgende koers nadat de order is ingevoerd in het handelssysteem waarbinnen deze order wordt uitgevoerd) geen zekerheid bestaat over de koers waarop de order wordt uitgevoerd en dat deze koers onder omstandigheden substantieel kan afwijken van de laatst bekende koers. Indien door de Klant een bestensorder wordt gegeven aanvaardt de Klant deze risico’s volledig. d De waarde van een belegging in Effecten kan fluctueren. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. e De Klant is zich er van bewust dat uit het beleggen in Effecten verliezen kunnen voortvloeien. De Klant dient er op toe te zien voortdurend in staat te zijn om deze verliezen te dragen. f Indien de Klant bij het beleggen in Effecten gebruik maakt van een effectenkrediet dan wel anderszins geheel of gedeeltelijk met geleend geld belegt, is de Klant zich er van bewust het risico te lopen zijn inleg te verliezen en zelfs een schuld over te houden. g De Klant heeft van de Bank voldoende informatie ontvangen over de risico’s verbonden aan het beleggen in Effecten. De Klant is zich terdege bewust van de risico’s verbonden aan het beleggen in Effecten en aanvaardt deze risico’s volledig. 7 Beperkingen/wijziging dienstverlening a De Bank is bevoegd om het verrichten van werkzaamheden die het beheer van op bepaalde gereglementeerde markten of multilaterale handelsfaciliteiten verhandelde Effecten met zich meebrengen te beëindigen, nadat de Bank de Klant daarvan voorafgaand in kennis heeft gesteld. De Klant zal in dat geval binnen een door de Bank daartoe te stellen termijn opdracht verstrekken hetzij tot overboeking van de betreffende Effecten naar een andere kredietinstelling hetzij tot verkoop voor rekening en risico van de Klant. Indien de Klant niet tijdig opdracht verstrekt is de Bank bevoegd om de betreffende Effecten op een door de Bank te bepalen tijdstip namens en voor rekening en risico van de Klant te verkopen, ongeacht de alsdan te realiseren verkoopopbrengst. b De Bank respectievelijk de Bewaarnemer is bevoegd om de bewaarneming van Effecten die niet bij een (inter)nationale centrale bewaarinstelling in bewaring kunnen worden gegeven dan wel van eenheden van Effecten die kleiner zijn dan de minimaal verhandelbare hoeveelheid te beëindigen, nadat de Bank de Klant daarvan voorafgaand in kennis heeft gesteld. De Klant zal in dat geval binnen een door de Bank daartoe te stellen termijn aan de Bank de benodigde opdrachten verstrekken opdat zal worden overgegaan tot overboeking van de betreffende (eenheden van) Effecten naar een andere kredietinstelling, of verkoop daarvan voor rekening en risico van de Klant. Indien de Klant niet tijdig opdracht verstrekt is de Bank bevoegd om de betreffende (eenheden van) Effecten op een door de Bank te bepalen tijdstip namens en voor rekening en risico van de Klant te verkopen, ongeacht de alsdan te realiseren verkoopopbrengst. c De Bank respectievelijk de Bewaarnemer is gerechtigd Effecten welke naar hun redelijk oordeel, gelet op de staat waarin de uitgevende instelling van die Effecten is komen te verkeren, niet (meer) voor open bewaring in aanmerking komen, van de Effectenrekening te verwijderen.
8 Inschakeling Bewaarnemer a Voor Effecten die de Klant in open bewaring geeft, treedt de Bank op als bewaarnemer. De Bank is bevoegd om Effecten in bewaring te geven bij de Bewaarnemer. b De Bank maakt van de aan haar verleende bevoegdheid om de Bewaarnemer in te schakelen uitsluitend gebruik voor Effecten, waarvoor zulks is bepaald in bijlage II (Bescherming van uw financiële instrumenten en gelden bij de Rabobank). c De Klant verstrekt zijn instructies met betrekking tot Effecten aan de Bank, die voor zover van toepassing, bevoegd is deze instructies namens de Bewaarnemer maar voor rekening en risico van de Klant in ontvangst te nemen. 9 Hoofdelijke aansprakelijkheid Rabobank Nederland Rabobank Nederland is hoofdelijk aansprakelijk voor alle verplichtingen van de Bewaarnemer jegens de Klant. 10 Beheer Effectenrekening a De Bank – voor zover nodig daartoe gevolmachtigd door de Bewaarnemer – is belast met het verrichten van de werkzaamheden die het beheer van de Effectenrekening met zich meebrengt. De Bank is bevoegd tegenover derden de rechten van de Klant uit te oefenen, voor zover dit voor een goed beheer van de Effectenrekening wenselijk is. b De Bank en de Bewaarnemer zijn met betrekking tot Effecten - behoudens nadere overeenkomst - niet bevoegd tot bijeenroeping van een vergadering van aandeelhouders, tot het bijwonen van en het voeren van het woord in een zodanige vergadering, tot het uitoefenen van het stemrecht en tot het doen instellen van een onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van een rechtspersoon. De Bank en/of de Bewaarnemer stelt desgevraagd de Klant in de gelegenheid deze rechten uit te oefenen. c De Bewaarnemer is jegens de Klant niet aansprakelijk voor het beheer van een Effectenrekening, behoudens in geval van opzet of grove schuld van de Bewaarnemer. 11 Koersinformatie a De Bank is niet verplicht aan de Klant koersinformatie te verstrekken. b De Bank is niet aansprakelijk voor enige schade die het gevolg mocht zijn van door de Bank aan de Klant verstrekte koersinformatie. 12 Aansprakelijkheid a De Bank en de Bewaarnemer verrichten alle handelingen met betrekking tot Effecten voor rekening en risico van de Klant. b De Bank en de Bewaarnemer zijn niet aansprakelijk voor schade als gevolg van een waardedaling of waardestijging van Effecten, door de Klant geleden verliezen en/of gederfde winst, of welke andere schade ook, behalve indien en voor zover komt vast te staan dat deze schade het rechtstreekse gevolg is van opzet of grove schuld van de Bank respectievelijk de Bewaarnemer. De Bank en de Bewaarnemer zijn nimmer aansprakelijk voor indirecte schade, gevolgschade en/of gederfde winst. c De Klant vrijwaart de Bank en de Bewaarnemer voor aanspraken van derden met betrekking tot de door de Bank en de Bewaarnemer verrichte diensten met betrekking tot Effecten. d De Bank is nimmer aansprakelijk voor door de Klant geleden schade als gevolg van maatregelen die de Bank op basis van een wettelijk voorschrift of voorschriften van een gereglementeerde markt, multilaterale handelsfaciliteit, clearingsinstelling of settlementsysteem verplicht of bevoegd is te nemen of in verband met buitengewone omstandigheden meent te moeten nemen. e Indien de Klant van mening is dat een aan de Bank verstrekte order niet correct door de Bank is uitgevoerd, een onjuist beleggingsadvies is gegeven, dan wel de Bank naar het oordeel van de Klant anderszins toerekenbaar tekort is geschoten in haar dienstverlening dan wel in de door haar daarbij te betrachten zorgvuldigheid, is de Klant gehouden om onverwijld maatregelen te nemen ter voorkoming van (verdere) schade. 13 Inschakeling van derden a De Bank en de Bewaarnemer zijn bevoegd om gebruik te maken van de diensten van derden, daaronder begrepen doch niet beperkt tot het in bewaring geven van de Effecten aan derden en het verkrijgen van rechten ten aanzien van de Effecten door tussenkomst van derden. b De Bank en de Bewaarnemer zijn niet aansprakelijk voor tekortkomingen van derden indien aannemelijk wordt gemaakt dat bij de keuze van die derde de nodige zorgvuldigheid in acht is genomen. Evenmin zijn de Bank en de Bewaarnemer aansprakelijk voor tekortkomingen van een gereglementeerde markt of multilaterale handelsfaciliteit, betaal- en afwikkelsystemen of (inter)nationale centrale bewaarinstellingen. Indien de Bank en de Bewaarnemer niet aansprakelijk zijn voor tekortkomingen van derden zal de Bank, indien de Klant schade heeft geleden, de Klant behulpzaam zijn bij zijn pogingen deze schade ongedaan te maken. 14 Verpanding a Tot zekerheid voor de betaling van al hetgeen de Bank, uit welke hoofde ook, al dan niet opeisbaar of onder voorwaarde blijkens haar administratie van de Klant te vorderen heeft of zal krijgen, zijn aan de Bank verpand alle Effecten die door de Bank, de Bewaarnemer of een derde worden geadministreerd op de door de Klant bij de Bank aangehouden
b
c d
e
Effectenrekening, alsmede de tegoeden op de door de Klant bij de Bank aangehouden Geldrekening. Het hiervoor bedoelde pandrecht komt tot stand telkens op het moment waarop de Bank, de Bewaarnemer, dan wel een derde voor één van hen, de Effecten onder zich krijgt, bijschrijving van het aandeel in het verzameldepot in de administratie van de Bank plaatsvindt respectievelijk op het moment waarop de vordering ontstaat. De Bank is bevoegd mede namens de Bewaarnemer of derden, met wie de Bank daartoe een overeenkomst is aangegaan, mededeling van het pandrecht en van eventuele overige krachtens dit artikel verrichte verpandingen in ontvangst te nemen. Het pandrecht omvat mede een recht van pand op alle ter zake van de verpande Effecten te ontvangen vergoedingen. Onverminderd het voorafgaande is de Klant verplicht om al hetgeen te doen respectievelijk na te laten dat noodzakelijk of wenselijk is met het oog op het vestigen van het onderhavige pandrecht. De Bank is bevoegd tot het verrichten van alle handelingen die noodzakelijk of wenselijk zijn met het oog op het vestigen van het in dit artikel bedoelde pandrecht, het doen van mededeling aan de Bewaarnemer of derden van die verpanding en het vorderen van uitlevering van de Effecten. Indien de Klant over een deel van de verpande Effecten en/of het tegoed op de Geldrekening wenst te beschikken, is de Bank verplicht dat deel van het verpande vrij te geven, voor zover hetgeen na vrijgave resteert voldoende dekking biedt voor hetgeen de Bank van de Klant te vorderen heeft of zal hebben.
15 Het verstrekken van opdrachten a De Klant is bevoegd om door middel van de daartoe door de Bank aangewezen communicatiemiddelen op de daarvoor door de Bank aangegeven dagen en tijden opdrachten te geven, waaronder orders tot het voor zijn rekening en risico verrichten van transacties in Effecten. De Bank is bevoegd om een door de Klant gegeven order niet uit te voeren indien bij het geven van die order geen gebruik is gemaakt van de door de Bank aangewezen communicatiemiddelen, de order niet voldoet aan de door de Bank gestelde voorwaarden dan wel indien de order voor de Bank niet duidelijk of innerlijk tegenstrijdig is. De Bank is in deze gevallen niet aansprakelijk voor het niet (tijdig) uitvoeren van de door de Klant verstrekte order. b De Klant draagt er zorg voor dat altijd voldoende tegoed op de Geldrekening en/of Effectenrekening aanwezig is voor de voldoening aan de Bank van al hetgeen de Klant uit hoofde van zijn order en daarmee verband houdende handelingen verschuldigd zal zijn. c De Bank behoudt zich het recht voor om een verkooporder pas uit te voeren nadat de betreffende Effecten op de Effectenrekening zijn bijgeschreven en vrij en onbezwaard geleverd kunnen worden, alsmede een kooporder daaronder begrepen een order om op een emissie in te schrijven - te weigeren indien de stand van de Geldrekening een volledige uitvoering niet toelaat. Voorts is de bank bevoegd om een order tot aan- of verkoop van Effecten te weigeren indien het door de Bank te berekenen dekkingsresultaat (dit is het verschil tussen de laagste waarde van de overeengekomen limiet en de onderpandwaarde zekerheden en de totale verplichtingen van de Klant uit hoofde van de beleggingsdienstverlening) uitvoering van de order niet toelaat. Indien de order een inschrijving op een emissie betreft kan er sprake zijn van geen of een gedeeltelijke toewijzing. d De Bank is bevoegd om de uitvoering van bestensorders waaruit een financiële verplichting van de Klant jegens de Bank voortvloeit, in bijzondere omstandigheden of indien de laatst tot stand gekomen koers lager is dan een door de Bank voor een of meer Effecten van tijd tot tijd vastgesteld bedrag, te weigeren. e De Bank is altijd bevoegd grenzen te stellen aan de door de Klant in te nemen posities en is niet verplicht een door de Klant opgegeven order te accepteren. De Bank aanvaardt geen orders waarbij de Klant beoogt om Effecten, niet zijnde een derivatencontract zoals bedoeld in artikel 1 sub c. (iv), te verkopen die de Klant niet bezit op het moment van verkoop. f Indien de Klant een order aan de Bank verstrekt met gebruikmaking van directe kanalen zoals de Rabo Orderlijn en internet, toetst de Bank deze order uitsluitend op de aanwezigheid van een voldoende tegoed op de Geldrekening respectievelijk Effectenrekening alsmede of het door de Bank te berekenen dekkingsresultaat (zoals hierboven sub c) bedoeld) uitvoering van de order toelaat. g Claimbewijzen of andere aan Effecten verbonden rechten, die op een bepaald tijdstip hun waarde verliezen, zullen door de Bank – tenzij door de Klant tijdig een afwijkende instructie is verstrekt – op de dag van het verstrijken van de termijn bestens worden verkocht. h De Bank is bevoegd om in het kader van de beleggingsdienstverlening de met de Klant gevoerde (telefoon)gesprekken en andere vormen van communicatie tussen de Bank en de Klant vast te leggen. Deze vastlegging kan onder meer worden gebruikt ten behoeve van de controle op de gegeven adviezen en orders en in het kader van de behandeling van geschillen tussen de Klant en de Bank. Deze vastlegging zal na verloop van tijd door de Bank worden vernietigd. 16 Uitvoering effectenorders a De Bank voert een order tot aan- of verkoop van Effecten uit voor rekening en risico van de Klant en met inachtneming van het bepaalde in bijlage III (Het orderuitvoeringsbeleid van de Rabobank). De Klant stemt in met en verleent – voor zover nodig – uitdrukkelijke toestemming aan het orderuitvoeringsbeleid van de Bank. De Bank is niet gehouden om specifieke instructies van de Klant die afwijken van het orderuitvoeringsbeleid van de Bank uit te voeren. Voor zover de Bank een specifieke instructie van de Klant die afwijkt van het orderuitvoeringsbeleid van de Bank weigert, zal dit tot gevolg hebben dat de order van de Klant niet wordt uitgevoerd. Voor zover de Bank een specifieke instructie van de
b
c
d e
Klant die afwijkt van het orderuitvoeringsbeleid van de Bank uitvoert, dient de Klant zich te realiseren dat zulks de Bank kan beletten de in het orderuitvoeringsbeleid van de Bank opgenomen maatregelen te nemen om bij de uitvoering van de desbetreffende order het best mogelijke resultaat te behalen. De Bank zal jaarlijks dan wel eerder indien daartoe naar haar oordeel voldoende aanleiding bestaat nagaan of het orderuitvoeringsbeleid aanpassing behoeft en de Klant in kennis stellen indien in het orderuitvoeringsbeleid van de Bank wezenlijke wijzigingen worden aangebracht. Bij verkoop van Effecten is de Bank bevoegd onmiddellijk de verkoopopbrengst op de Geldrekening van de Klant bij te (doen) schrijven en de Effecten van de Effectenrekening af te boeken. Na uitvoering van een kooporder of na toewijzing op een emissie is de Bank bevoegd onmiddellijk ten laste van de Geldrekening van de Klant het verschuldigde bedrag te incasseren en op de Effectenrekening een (ontvangst)positie bij te boeken. De Bank is bevoegd om de Geldrekening en de Effectenrekening te debiteren respectievelijk te crediteren voor al hetgeen de Klant uit hoofde van aan- respectievelijk verkooporders in Effecten en de met het beheer van Effecten verband houdende handelingen aan de Bank verschuldigd is respectievelijk voor al hetgeen de Klant van de Bank te vorderen krijgt. De Bank is bevoegd om aan- en verkooporders uit te voeren met zichzelf of met derden als wederpartij. De Bank voegt aan- en verkooporders van de Klant uitsluitend samen met andere aan- en verkooporders indien zulks ten aanzien van de betreffende soort Effecten gebruikelijk is.
17 Looptijd effectenorders Behoudens afwijkende instructies van de Klant aan de Bank gelden voor orders tot aan- en verkoop van Effecten, niet zijnde de in artikel 1 sub c iv genoemde derivatencontracten, de door de Bank aangegeven looptijden: • voor bestensorders tot het einde van de 5e handelsdag, gerekend vanaf de eerste handelsdag waarop de order kan worden uitgevoerd en bovendien uiterlijk tot het einde van de laatste handelsdag van het lopende kalenderjaar; • voor limietorders tot het einde van de 10e handelsdag, gerekend vanaf de eerste handelsdag waarop de order kan worden uitgevoerd en bovendien uiterlijk tot het einde van de laatste handelsdag van het lopende kalenderjaar. De Bank is bevoegd om deze looptijden te wijzigen. 18 Royement van effectenorders a Indien wijzigingen plaatsvinden in Effecten (zoals een splitsing) royeert de Bank eventuele nog niet uitgevoerde orders met betrekking tot zodanige Effecten. Voorts is de Klant er mee bekend dat zich omstandigheden kunnen voordoen (waaronder bepaalde gebeurtenissen ten aanzien van de uitgevende instelling van bepaalde Effecten die waarschijnlijk van wezenlijke invloed zullen zijn op de koers van de betreffende Effecten) als gevolg waarvan nog niet uitgevoerde orders met betrekking tot bepaalde Effecten worden geroyeerd door de gereglementeerde markt of multilaterale handelsfaciliteit waarop deze worden uitgevoerd. b Na beurssluiting op de dag voorafgaand aan de dag waarop de Effecten ex-dividend gaan worden alle nog openstaande orders die voor beurssluiting in het ordersysteem van de Bank zijn ingevoerd geroyeerd, tenzij op de gereglementeerde markt of multilaterale handelsfaciliteit alwaar de Effecten worden verhandeld andere voorschriften of gebruiken van kracht zijn. De Bank zal in geval van royement niet gehouden zijn om deze order met een aangepaste limiet uit te voeren, behoudens het geval dat door de Klant aan de Bank daartoe een nieuwe order is verstrekt. 19 Ontvangst informatie langs elektronische weg a Indien door de Klant met de Bank een MantelOvereenkomst elektronische diensten (dan wel een andere daarvoor op enig moment in de plaats tredende overeenkomst) is afgesloten, is de Bank bevoegd om berichten waarbij de uitvoering van een effectenorder aan de Klant wordt teruggemeld, effectennota’s, rekeningafschriften, dan wel overige voor de Klant bestemde informatie (hierna tezamen te noemen: de informatie) uitsluitend langs elektronische weg aan de Klant te verstrekken. b De Klant is zich bewust van de risico’s die het langs elektronische weg ter beschikking stellen van informatie met zich meebrengt voor de authenticiteit en de vertrouwelijkheid van het berichtenverkeer en aanvaardt deze risico’s. Voorts verklaart de Klant zich bewust te zijn van de risico’s die zich kunnen voordoen ten aanzien van zogenaamde phishingactiviteiten, waarbij derden de Klant er toe aanzetten om vertrouwelijke (persoonlijke) informatie te verstrekken, die hij niet prijs zou moeten geven. c De Klant is verplicht de door de Bank aan de Klant langs elektronische weg ter beschikking gestelde informatie onverwijld doch ten minste dagelijks te controleren, alsmede te controleren of de door hem verstrekte effectenorders juist zijn uitgevoerd. Bij constatering van een onjuistheid of onvolledigheid is de Klant verplicht de Bank daarvan onverwijld in kennis te stellen. d Indien aan de Klant (uitsluitend) langs elektronische weg informatie ter beschikking is gesteld, geldt de inhoud van de door de Bank verstrekte elektronische opgaven als door de Klant te zijn goedgekeurd, indien de Klant deze niet heeft betwist binnen twaalf maanden nadat een opgave geacht kan worden de Klant te hebben bereikt. Indien in dergelijke opgaven (reken)fouten voorkomen, is de Bank bevoegd en verplicht die (reken)fouten te herstellen, ook nadat de genoemde termijn van twaalf maanden is verstreken. e Indien aan de Klant uitsluitend langs elektronische weg informatie ter beschikking is gesteld, kan de Klant binnen de van toepassing zijnde wettelijke bewaartermijn een kopie daarvan bij de Bank opvragen.
20 Controle aangeboden coupons a De Bank controleert door de Klant ter verzilvering aangeboden coupons van Effecten niet op uitloting. b De Bank vergelijkt door de Klant ter verzilvering aangeboden coupons van Effecten niet met enige recherchelijst betreffende gestolen en verloren toondereffecten. 21 Afrekening niet in euro noterende Effecten Tenzij uitdrukkelijk is overeengekomen dat de afrekening op een vreemde valuta-rekening van de Klant zal plaatsvinden, zal de Bank alle niet in euro noterende Effecten met de Klant in euro afrekenen, waarbij de wisselkoersbepaling in beginsel op het volgende tijdstip zal plaatsvinden: • aan- en verkooptransacties : transactiedatum; • coupons, dividenden en lossingen : betaalbaarstellingdatum; • corporate actions : afrekendatum; • toewijzingen op emissies : toewijzingsdatum. Met inachtneming van het voorafgaande stelt de Bank de toepasselijke wisselkoers (waarin de wisselkosten zijn verwerkt) vast op basis waarvan met de Klant wordt afgerekend en verschaft daarover desgevraagd nadere informatie aan de Klant. De Bank is bevoegd deze tijdstippen te wijzigen. 22 Bijzondere omstandigheden Onverminderd de regeling in de Algemene Bankvoorwaarden is de Bank ingeval van bijzondere omstandigheden (waaronder begrepen het uitvallen van ordersystemen en grote drukte op effecten- en derivatenbeurzen) jegens de Klant niet gehouden om een order uit te voeren binnen de daarvoor gebruikelijke tijden. De Bank is niet aansprakelijk voor de hierdoor ontstane schade, tenzij er sprake is van opzet of grove schuld van de Bank. 23 (Administratieve) voorschriften a Beheers- en beschikkingshandelingen met betrekking tot Effecten op de Effectenrekening zijn onderworpen aan door de Bank vast te stellen (administratieve) voorschriften en aanwijzingen. b De Klant is verantwoordelijk voor (het gebruik van) de hem door de Bank ter beschikking gestelde formulieren, passen, codes, hulpmiddelen, programmatuur en andere informatie. c De Bank zal bij beheers- en beschikkingshandelingen met betrekking tot tegoeden op de Effectenrekening waarbij er een keuze moet worden gemaakt, bevoegd doch niet verplicht zijn om voor rekening en risico van de Klant een keuze te maken. De Bank zal de Klant zo mogelijk voorafgaand informeren welke keuze de Bank zal maken bij gebreke van de tijdige ontvangst van andersluidende instructies van de Klant. De keuze van de Bank zal worden bepaald door de verwachting die bij de Bank bestaat over welke keuze de voorkeur heeft van de meerderheid van de klanten en mag niet worden aangemerkt als een door de Bank verstrekt advies. 24 Bewaarloon, provisie en kosten a De Bank brengt voor de door de Bewaarnemer en de Bank verleende beleggingsdiensten bewaarloon, provisie, kosten (waaronder de door de Bank en/of Bewaarnemer ingeschakelde derden in rekening gebrachte kosten) en belastingen in rekening aan de Klant. De tarieven zoals deze van tijd tot tijd gelden alsmede de wijze waarop deze zullen worden berekend kunnen worden geraadpleegd op www.rabobank.nl dan wel worden door de Bank desgevraagd aan de Klant ter beschikking gesteld. De Bank is altijd bevoegd om deze tarieven te wijzigen. b De Bank wijst de Klant op de mogelijkheid dat de beleggingsdienst- verlening door de Bank nog andere kosten, waaronder belastingen, voor de Klant kan meebrengen, die niet via de Bank worden betaald of door de Bank worden opgelegd. c De Bank ontvangt voor de door haar aan de Klant verleende beleggings- diensten in bepaalde gevallen een (distributie) vergoeding van een derde. De Klant kan desgevraagd nadere informatie verkrijgen over het bestaan en de hoogte van zodanige (distributie)vergoedingen, voor zover relevant in het kader van de door de Bank aan de Klant verleende beleggingsdiensten. 25 Creditering onder voorbehoud Iedere creditering geschiedt onder het voorbehoud dat de Bank tijdig en behoorlijk in het bezit komt van de tegenwaarde. Bij gebreke daarvan is de Bank bevoegd de creditering ongedaan te maken. 26 Valutadatum De datum waarop het bedrag van een afrekening door de Bank voor de Klant rentedragend zal zijn, is gelijk aan de dag waarop clearinginstellingen, betaal- en verwisselkantoren of correspondenten de betreffende transactie of uitkering met de Bank afrekenen. De Bank is bevoegd deze datum te wijzigen. 27 Effectenrekening op naam van meer Klanten Indien de Bank een Effectenrekening voor meer Klanten aanhoudt, zijn zij – tenzij schriftelijk anders met de Bank is overeengekomen – zowel samen als ieder afzonderlijk bevoegd om aan de Bank opdrachten te verstrekken, over een tegoed
op de Effectenrekening te beschikken en/of van een eventuele kredietfaciliteit gebruik te maken, ongeacht of een tegoed op de rekening en/of krediet op enig tijdstip in enige (andere) gemeenschap valt. Hiervoor gelden de volgende bepalingen: a na het overlijden of de ondercuratelestelling van een Klant (indien de Klant een natuurlijk persoon is) of ontbinding van de Klant (indien de Klant een rechtspersoon is) blijft/blijven de andere Klant(en) bevoegd om aan de Bank opdrachten te verstrekken, over een tegoed op de Effectenrekening te beschikken; b na het overlijden van een Klant hebben zijn rechtsopvolgers gezamenlijk dezelfde rechten als de overleden Klant had. Daaronder wordt mede begrepen het recht om over een tegoed op de Effectenrekening te beschikken en het hierna onder e. bedoelde recht om de afzonderlijke beschikkingsbevoegdheid van de andere Klant(en) op te zeggen; c na het overlijden van een Klant (indien de Klant een natuurlijk persoon is) of ontbinding van de Klant (indien de Klant een rechtspersoon is) eindigt een kredietfaciliteit; d de Bank kan in naar haar oordeel bijzondere gevallen de medewerking van alle Klanten verlangen om aan de Bank opdrachten te verstrekken, over een tegoed op de Effectenrekening te beschikken, of om de Effectenrekening op te zeggen; e na schriftelijke opzegging door een Klant – of na overlijden van een Klant door zijn gezamenlijke rechtsopvolgers – van de bevoegdheid om afzonderlijk over een tegoed op de Effectenrekening te beschikken en/of van een kredietfaciliteit gebruik te maken mag slechts door alle Klanten gezamenlijk over een tegoed op de Effectenrekening worden beschikt of van een kredietfaciliteit gebruik worden gemaakt. De opzegging is eerst van kracht nadat de Bank daarvan schriftelijk in kennis is gesteld. Volmachten komen door deze opzegging te vervallen; f iedere Klant is hoofdelijk en voor het geheel aansprakelijk voor een debetsaldo op de Geldrekening; g de erkenning van het saldo van de Effectenrekening door een Klant is bindend voor iedere Klant, behoudens tegenbewijs; h de Bank is bevoegd een tegoed op de rekening te verrekenen met een vordering van de Bank op de Klant; i iedere Klant heeft aan iedere andere Klant de bevoegdheid verleend om mede namens hem alle mededelingen en aanzeggingen die de Bank met betrekking tot de Effectenrekening doet te ontvangen en daarvan kennis te nemen. Iedere Klant is bevoegd om mede namens iedere andere Klant aan de Bank mededelingen en aanzeggingen te doen; j een voor de Effectenrekening vastgesteld doelrisicoprofiel geldt voor iedere Klant en iedere Klant wordt geacht daarmee te hebben ingestemd. 28 Volmacht Een Klant kan aan een derde die is aan te merken als een eerste- of tweedelijns familielid schriftelijk volmacht verlenen om aan de Bank orders tot koop en verkoop van Effecten te verstrekken en van een eventuele kredietfaciliteit gebruik te maken. De Bank is nimmer verplicht met een gevolmachtigde te handelen.
Een volmacht eindigt: a door overlijden (indien de Klant een natuurlijk persoon is), door ontbinding van de Klant (indien de Klant een rechtspersoon is), bij faillissement, surséance van betaling en ondercuratelestelling van de Klant, die de volmacht (mede) heeft verleend, bij onderbewindstelling van het vermogen van de Klant die de volmacht (mede) heeft verleend, bij van toepassingverklaring van een wettelijke schuldsaneringsregeling op de Klant die de volmacht (mede) heeft verleend en als de Klant die de volmacht (mede) heeft verleend niet meer bevoegd is (alleen) over een tegoed op de Effectenrekening en/of een kredietfaciliteit te beschikken; b door overlijden (indien de gevolmachtigde een natuurlijk persoon is), door ontbinding van de gevolmachtigde (indien de gevolmachtigde een rechtspersoon is), bij faillissement, surséance van betaling en ondercuratelestelling van een gevolmachtigde; c door herroeping door de Klant die de volmacht (mede) heeft verleend; d door opzegging door een gevolmachtigde; e door verloop van de tijd waarvoor de volmacht is verleend. Herroeping of opzegging van de volmacht zijn eerst van kracht nadat de Bank daarvan schriftelijk in kennis is gesteld of daarvan op de volmacht een schriftelijke verklaring is gesteld. Als de volmacht is verleend aan meer personen en een onder b, c of d vermelde situatie zich voordoet, eindigt de volmacht alleen voor die gevolmachtigde waarop de onder b, c of d vermelde situatie betrekking heeft. De Klant staat er jegens de Bank voor in dat hij de hiervoor vermelde verplichtingen van de gevolmachtigde jegens de Bank ten behoeve van de Bank zal bedingen.
29 Faillissement, surséance van betaling, beslag, wettelijke schuldsanering a Gedurende faillissement of surséance van betaling van de Klant of de periode dat een wettelijke schuldsaneringsregeling van toepassing is op de Klant mogen alleen door de curator van de Klant, respectievelijk door de Klant met medewerking van de bewindvoerder, respectievelijk door de bewindvoerder van de Klant aan- en verkooporders of opdrachten tot overboeking met betrekking tot (het tegoed op) de Effectenrekening worden verricht. Indien de Bank een Effectenrekening voor meer Klanten aanhoudt, is in de hiervoor vermelde situaties tevens de medewerking van de andere Klanten vereist c.q. hebben de overige Klanten de medewerking nodig van de curator c.q. bewindvoerder om aan- en verkooporders of opdrachten tot overboeking met betrekking tot (het tegoed op) de Effectenrekening te verrichten.
b Bij beslaglegging onder de Bank ten laste van de Klant mogen door de Klant zonder toestemming van de beslaglegger geen aan- en verkooporders of opdrachten tot overboeking met betrekking tot het onder het beslag vallende tegoed op de Effectenrekening worden verricht. 30 Verklaring van erfrecht/informatie a Na het overlijden van een Klant kan de Bank verlangen dat degene(n) die stelt/stellen bevoegd te zijn (rechts) handelingen met betrekking tot de Effectenrekening en/of Geldrekening te verrichten – als bewijs daarvan – een verklaring van erfrecht overlegt/overleggen. b De Bank behoeft geen inlichtingen te verstrekken over het verloop van de Effectenrekening en/of Geldrekening vóór de datum van het overlijden van de Klant. 31 Toepasselijk recht/geschillen a Op de rechtsverhouding tussen de Klant en de Bank is Nederlands recht van toepassing. b Indien de Klant niet tevreden is over de Beleggingsdienstverlening door de Bank, kan de Klant een klacht bij de Bank indienen. Als de Klant niet tevreden is over de afhandeling van de klacht door de Bank, kan schriftelijk een klacht worden ingediend bij Klachtenservice Rabobank Nederland. Informatie over de klachtenprocedure is bij de Bank verkrijgbaar en eveneens beschikbaar op www.rabobank.nl. c Geschillen tussen de Klant en de Bank worden aanhangig gemaakt bij de bevoegde Nederlandse rechter, tenzij wetgeving of internationale verdragen dwingend anders voorschrijven. Indien de Bank als eisende partij optreedt is de Bank, in afwijking van het voorafgaande, bevoegd om een geschil aanhangig te maken bij de voor de Klant in aanmerking komende buitenlandse rechter. Indien de Klant als eisende partij optreedt is de Klant, in afwijking van het voorafgaande, bevoegd om binnen de grenzen van de desbetreffende reglementen geschillen aanhangig te maken bij die Geschillen- of Klachtencommissies aan wier bevoegdheid de Bank zich heeft onderworpen. 32 Belangenconflicten a Gelet op de aard van de beleggingsdiensten, beleggingsactiviteiten en nevendiensten van de Bank en de Rabobank Groep waarvan de Bank een onderdeel uitmaakt kunnen zich belangenconflicten tussen de Bank en de Klant of tussen klanten onderling voordoen. Een beknopte beschrijving van het beleid inzake belangenconflicten is opgenomen in bijlage IV (Beknopte beschrijving beleid inzake belangenconflicten). Indien de Klant daarom verzoekt verstrekt de Bank nadere bijzonderheden over het beleid inzake belangenconflicten. b De Bank is niet gehouden niet-openbare informatie, waaronder koersgevoelige informatie, in het kader van haar dienstverlening te gebruiken. 33 Amerikaanse belastingwetgeving a De Klant is gehouden alle (administratieve) voorschriften en procedures van de Bank stipt na te leven in het geval dat de Klant belegt in Effecten waarvan de inkomsten zijn onderworpen aan bronbelasting van de Verenigde Staten van Amerika (hierna te noemen: “Amerikaanse Effecten”). b Indien: • de Klant belegt in Amerikaanse Effecten; • de Klant bovendien geen natuurlijk persoon is; en • de Klant op grond van enig belastingverdrag met de Verenigde Staten van Amerika recht wil doen gelden op een vermindering van de in sub a van dit artikel bedoelde bronbelasting, dan is de Klant in ieder geval gehouden om op eerste verzoek van de Bank een zogenaamd ‘treaty statement’ (i.e. een verklaring van de Klant dat deze recht heeft op toepassing van het belastingverdrag tussen het land alwaar de Klant fiscaal ingezetene is en de Verenigde Staten van Amerika) aan de Bank en de Bewaarnemer af te geven. Indien de Klant niet, of niet tijdig voldoet aan de in sub a en b van dit artikel genoemde verplichtingen, is de Bank - in verband met de op haar rustende verplichtingen ter zake van de in sub a van dit artikel bedoelde bronbelasting - gerechtigd om de Klant in te delen in de categorie beleggers van wie de inkomsten uit Amerikaanse Effecten onderworpen zijn aan het hoogste inhoudingpercentage. c Indien de Klant belegt in Amerikaanse Effecten en de Klant bovendien kan worden gekwalificeerd als een ‘U.S. person’, dan is de Klant gehouden om binnen 14 dagen na een daartoe strekkend verzoek van de Bank, aan de Bank: • een volledig ingevuld en rechtsgeldig ondertekend ‘W-9’ formulier of bij vervanging daarvan een document van gelijkwaardige strekking te verstrekken; en • schriftelijke toestemming aan de Bank en de Bewaarnemer te verlenen om het voornoemde ‘W-9’ formulier of het vervangende document aan de bevoegde (belasting-) autoriteit in de Verenigde Staten van Amerika en/of een voor de Bank en/of de Bewaarnemer optredende inhoudingsplichtige van bronbelasting op inkomsten uit Amerikaanse Effecten te doen toekomen. Indien de Klant niet, of niet tijdig voldoet aan de in dit artikellid genoemde verplichtingen, is de Bank - in verband met de op haar rustende verplichtingen ter zake van de in sub a van dit artikel bedoelde bronbelasting - gerechtigd om de Amerikaanse Effecten op de effectenrekening van de Klant namens en voor rekening en risico van de Klant te verkopen, ongeacht de alsdan te realiseren verkoopopbrengst.
34 Communicatiekanaal aandeelhouders De Bank neemt deel aan een door de Stichting Communicatiekanaal Aandeelhouders opgezet Communicatiekanaal Aandeelhouders. Op grond hiervan biedt de Bank de Klant de mogelijkheid om toestemming aan de Bank te verlenen zijn persoonsgegevens aan een daartoe specifiek aangewezen derde door te geven ten behoeve van het verzenden van informatie door een hieraan deelnemende effectenuitgevende instelling en/of haar aandeelhouders, of het geven van een volmacht door de Klant aan een derde om op een door de Klant aangegeven wijze te stemmen tijdens een algemene vergadering van aandeelhouders, zulks met inachtneming van de daartoe overeengekomen regels. 35 Reglementen, voorschriften en gebruiken a Door opdracht te geven aan de Bank tot het openen van een Effectenrekening onderwerpt de Klant zich tevens aan de reglementen van NYSE Euronext, Euroclear Nederland en Euroclear NIEC, dan wel hun respectievelijke rechtsopvolgers, alsmede aan alle andere reglementen, voorschriften en gebruiken, die bij het uitvoeren van orders op andere gereglementeerde markten of multilaterale handelsfaciliteiten respectievelijk die bij het gebruikmaken van buitenlandse betaal- en afwikkelsystemen en/of bewaarinstellingen van toepassing zijn. b De Klant is er mee bekend dat de Bank op grond van vorenbedoelde reglementen en voorschriften gehouden kan zijn om op de Klant betrekking hebbende persoonsgegevens aan derden te verstrekken ten behoeve van de handhaving en controle op de naleving van regelgeving. 36 Verstrekken van informatie over de Klant a De Bank kan verplicht zijn om op basis van een informatieverzoek dan wel op eigen initiatief informatie aan de toezichthouders of andere bevoegde autoriteiten te verstrekken over de op de Klant betrekking hebbende (persoons) gegevens, zijn orders en/of op de Effectenrekening aangehouden Effecten. De Bank is niet verplicht om de Klant hiervan op de hoogte te stellen en kan in voorkomende gevallen zelfs wettelijk verplicht zijn tot geheimhouding daarvan. b Op grond van contractuele of wettelijke bepalingen kan een derde gerechtigd zijn om van de Bank te verlangen dat op de Klant betrekking hebbende (persoons)gegevens worden verstrekt. Het niet voldoen aan een zodanige verplichting kan onder meer tot gevolg hebben dat de aan de Effecten verbonden rechten (zoals het recht op dividend en het stemrecht) en/of de verhandelbaarheid van de Effecten wordt opgeschort respectievelijk beperkt. De Bank is in het kader van haar beleggingsdienstverlening bevoegd doch niet verplicht om in voorkomende gevallen indien daartoe naar haar oordeel een voldoende grondslag bestaat (doch zonder verplicht te zijn daarnaar een nader onderzoek in te stellen) de door de derde (ongeacht of deze al dan niet is gevestigd in een land dat deeluitmaakt van de EER) gevraagde (persoons) gegevens te verstrekken. 37 Duur en beëindiging a De relatie tussen de Bank en de Klant uit hoofde van de beleggingsdienstverlening is voor onbepaalde tijd aangegaan. b Zowel de Klant als de Bank is te allen tijde gerechtigd de relatie uit hoofde van de beleggingsdienstverlening schriftelijk met inachtneming van een opzegtermijn van één maand op te zeggen. c In afwijking van het gestelde sub b) zal de relatie uit hoofde van de beleggingsdienstverlening terstond en zonder opzegging, ingebrekestelling of andere formaliteit een einde nemen, indien: • het faillissement van de Klant wordt aangevraagd, de Klant surséance van betaling aanvraagt of een wettelijke schuldsaneringsregeling op de Klant van toepassing wordt verklaard; • de Klant overlijdt, indien de Klant een natuurlijk persoon is; • de Klant wordt ontbonden of opgeheven, indien de Klant een rechtspersoon is. d In afwijking van het gesteld sub b) van dit artikel is de Bank bevoegd de relatie uit hoofde van de beleggingsdienstverlening terstond en zonder opzegging, ingebrekestelling of andere formaliteit een einde nemen, indien de Klant: • onder curatele wordt gesteld dan wel (een deel van) zijn vermogen onder bewind wordt gesteld; • naar het oordeel van de Bank diens verplichtingen jegens de Bank niet nakomt; • de Klant naar het oordeel van de Bank een gevaar is of kan zijn voor de aantasting van de integriteit van de financiële sector en/of de Bank. e Behoudens voor zover de Klant en de Bank schriftelijk anders overeenkomen, zullen transacties in Effecten welke op de datum van de beëindiging van de relatie uit hoofde van de beleggingsdienstverlening nog niet zijn afgewikkeld, door de Bank zoveel mogelijk overeenkomstig deze Algemene Voorwaarden voor de Effectendienstverlening van de Rabobank 2007 worden afgewikkeld. Indien de Klant niet tijdig opdrachtaan de Bank verstrekt om tot een afwikkeling van de relatie te komen is de Bank bevoegd om de op de Effectenrekening aangehouden Effecten op een door de Bank te bepalen tijdstip namens en voor rekening en risico van de Klant te vervreemden, ongeacht de alsdan te realiseren verkoopopbrengst. f Gedurende de afwikkeling zal het bepaalde in deze Algemene Voorwaarden voor de Effectendienstverlening van de Rabobank 2007 onverkort van toepassing blijven. g De Bank is bevoegd om een Effectenrekening waarop gedurende een periode langer dan één kalenderjaar geen tegoed wordt aangehouden op te heffen, nadat de Bank de Klant daarover schriftelijk heeft geïnformeerd en de Klant niet binnen een periode van drie maanden aan de Bank kenbaar heeft gemaakt daartegen bezwaar te hebben.
38 Algemene Bankvoorwaarden Voor zover daarvan in deze Algemene Voorwaarden voor de Effectendienstverlening van de Rabobank 2007 niet is afgeweken, zijn op de beleggingsdienstverlening van de Rabobank ook de Algemene Bankvoorwaarden van toepassing, met uitzondering van de artikelen 22 tot en met 27 van de Algemene Bankvoorwaarden. 39 Fusie a Bevoegdheden, rechten en verplichtingen van de Bank kunnen na juridische fusie c.q. na juridische splitsing van de Bank (ook) zelfstandig – en hoofdelijk – worden uitgeoefend respectievelijk nagekomen door de rechtsopvolger(s) van de Bank. b De Bank is bevoegd de rechtsverhouding(en), waarin de Bank tot de Klant staat met de daaraan verbonden nevenrechten, (partieel) over te dragen aan een derde. De Klant verleent hiervoor de Bank bij voorbaat toestemming. c Overal waar in deze algemene voorwaarden het woord “Bank” is vermeld, dient na fusie c.q. splitsing c.q. overdracht (ook) begrepen te worden de rechtsopvolger(s) van de Bank. 40 Volmachten Door ondertekening van het Openingsformulier Rabobank Effectenrekening of een andere overeenkomst heeft de Klant de Bank – voor zover naar het oordeel van de Bank nodig, nuttig of wenselijk onherroepelijk volmacht – met het recht van substitutie – verleend tot de uitoefening door de Bank van alle aan haar in deze overeenkomst en deze algemene voorwaarden toegekende bevoegdheden en rechten, hieronder uitdrukkelijk ook begrepen rechtshandelingen met de Bank als wederpartij. 41 Partiële nietigheid en vernietigbaarheid De nietigheid of vernietigbaarheid van een bepaling in deze algemene voorwaarden leidt niet tot nietigheid of vernietigbaarheid van deze algemene voorwaarden, noch van enige andere bepaling daarvan. 42 Wijziging van deze algemene voorwaarden a De Bank is bevoegd om de Algemene Voorwaarden voor de Effectendienstverlening van de Rabobank 2007 te wijzigen, waarbij onder wijzigen tevens aanvullen wordt verstaan. De Bank zal de Klant voorafgaand aan de inwerkingtreding van een wijziging in kennis stellen van het feit dat een wijziging zal plaatsvinden. Van de actuele tekst van deze voorwaarden kan de Klant steeds kennisnemen op www.rabobank.nl. Bovendien zal deze tekst op verzoek van de Klant door de Bank aan de Klant worden toegezonden. b Het bepaalde in artikel 9 is niet voor wijziging vatbaar. c De bijlagen die een onderdeel uitmaken van de Algemene Voorwaarden voor de Effectendienstverlening van de Rabobank 2007 kunnen door de Bank worden gewijzigd zonder wijziging van de Algemene Voorwaarden voor de Effectendienstverlening van de Rabobank 2007. De Klant zal door de Bank van een wijziging van de bijlagen in kennis worden gesteld. De actuele versie van de bijlagen is steeds te raadplegen op www.rabobank.nl. Bovendien zal deze tekst op verzoek van de Klant door de Bank aan de Klant worden toegezonden. 43 Woonplaats De Klant, die niet zijn feitelijke woonplaats heeft in een gemeente in Nederland of die geen voor de Bank bekend adres in Nederland heeft, wordt geacht woonplaats te hebben gekozen ten kantore van de Bank, alwaar alle voor hem bestemde stukken, exploiten en dergelijke, door de Bank bezorgd of betekend kunnen worden. 44 Communicatie a De communicatie tussen de Klant en de Bank zal in de Nederlandse taal plaatsvinden. b Indien door de Klant met de Bank een MantelOvereenkomst elektronische diensten (dan wel een andere daarvoor op enig moment in de plaats tredende overeenkomst) is afgesloten, wordt de Klant geacht uitdrukkelijk instemming te hebben verleend met het via www.rabobank.nl verstrekken van actuele niet gepersonaliseerde informatie aan de Klant. 45 Citeertitel Deze algemene voorwaarden kunnen worden aangehaald als: Algemene Voorwaarden voor de Effectendienstverlening van de Rabobank 2007. Deze Algemene Voorwaarden voor de Effectendienstverlening van de Rabobank 2007 zijn voor de Klant bindend met ingang van 1 november 2007. De tekst van deze Algemene Voorwaarden voor de Effectendienstverlening 2007 is op 1 november 2007 gedeponeerd ter griffie van de rechtbank te Utrecht.
Bijlage I van de Algemene Voorwaarden voor de Effectendienstverlening van de Rabobank 2007 Algemene beschrijving van de aard en risico’s van financiële instrumenten Iedere belegging brengt in meer of mindere mate risico’s met zich mee. Meestal geldt dat hoe hoger het verwachte rendement is, hoe hoger de risico’s zullen zijn. Hieronder worden eerst de belangrijkste risico’s voor de belegger genoemd en vervolgens wordt er een korte karakteristiek gegeven van de verschillende financiële instrumenten die op een Rabo effectenrekening kunnen worden aangehouden. Koersrisico Het risico voor de belegger op een negatieve koersontwikkeling wordt niet alleen bepaald door de resultaten van het betreffende effect maar ook door het algehele marktsentiment. Het koersrisico dat een belegger op zijn beleggingsportefeuille loopt wordt in beginsel minder naarmate de belegger zijn investeringen spreidt over meerdere uitgevende instellingen en sectoren. Het resultaat van een zeer goede spreiding is dat men vrijwel alleen nog maar marktrisico loopt. Debiteuren- of kredietrisico De waarde van een obligatie wordt in de eerste plaats bepaald door de verwachting over de vraag of een uitgevende instelling (de debiteur) zijn rente- en aflossingsverplichtingen kan nakomen. Hoe groter de kredietwaardigheid van een uitgevende instelling, hoe lager het rendement op de lening zal zijn. Obligaties die ten opzichte van staatsleningen een zeer hoog rendement geven, worden high yield bonds genoemd. Bij dergelijke leningen is het debiteurenrisico voor de belegger relatief het grootst. Valutarisico Dit speelt voor beleggers in de eurozone een belangrijke rol bij het beleggen in niet in euro luidende obligaties of niet in euro noterende aandelen. Maar ook bij in euro noterende aandelen kan er sprake zijn van valutarisico. In dat geval zit het eventuele valutarisico in de koers van het aandeel. De mate waarin de koers van een in euro noterend aandeel gevoelig is voor valutakoersschommelingen wordt namelijk bepaald door de mate waarin een vennootschap zijn activiteiten heeft, respectievelijk zijn resultaten behaalt, in landen buiten de eurozone. Marktrisico Dit is het risico dat samenhangt met de volatiliteit of beweeglijkheid van de totale markt. De markt is erg gevoelig voor sentimenten. Renterisico Dit risico is het gevolg van bewegingen in de rente. Veranderingen in de rentevoet hebben een belangrijke invloed op zowel de koersen van aandelen als van obligaties. Het renterisico leidt dus ook tot een koersrisico. Bij aandelen heeft een stijging van de rente een negatieve invloed op de koersen omdat hierdoor de kostprijs van investeringen toeneemt. Ook bestaande obligaties met een vaste rentevergoeding worden minder aantrekkelijk als de rente stijgt. Hoe langer de nog resterende looptijd van een dergelijke obligatie, hoe groter de koersdaling zal zijn. Zolang de obligaties niet worden verkocht verliest u niet direct geld, maar u mist wel de kans om extra geld te verdienen. Immers, u hebt gedurende een lange(re) periode een vaste rentevergoeding bedongen; stijgt de rente in die periode op de kapitaalmarkt, dan profiteert u daar niet van. Daar staat tegenover dat u in die periode ook geen nadeel ondervindt van een daling van de rente. Renterisico bestaat dus ook gedeeltelijk uit een herbeleggingsrisico. Overige risico’s Voorbeelden hiervan zijn onder meer: het liquiditeitsrisico (het risico van een geringe verhandelbaarheid), politieke risico’s (wijziging van wet- en regelgeving en andere overheidsmaatregelen die de belegger benadelen), inflatierisico (het risico dat de koopkracht van de euro afneemt), herbeleggingsrisico (het risico dat op het moment van aflossing er geen gelijkwaardige herbeleggingsmogelijkheid is), fiscaal risico (het risico dat de fiscale behandeling wijzigt door wijziging in de toepasselijke fiscale wetgeving of de interpretatie daarvan). Korte beschrijving van de verschillende financiële instrumenten: Aandelen Een aandeel is een deelneming in het eigen vermogen van een vennootschap. De gezamenlijke aandeelhouders zijn eigenaar van het bedrijf. Bij aandelen is sprake van risicodragend kapitaal. In geval van faillissement loopt de waarde van het aandeel terug tot nul. De waardeontwikkeling is vooral afhankelijk van de gerealiseerde en verwachte bedrijfsresultaten en de dividendpolitiek van de betrokken vennootschap. Aandeelhouders komen pas voor dividend in aanmerking nadat alle
overige kapitaalverschaffers de aan hen toekomende gelden hebben ontvangen en het bedrijfsresultaat een dividendbetaling mogelijk maakt. De risico’s van een belegging in aandelen kunnen dus zeer verschillend zijn, afhankelijk van onder meer de ontwikkelingen bij de onderneming en de kwaliteit van het management. Obligaties De koper van een obligatie leent geld uit aan een bedrijf of een andere instantie, bijvoorbeeld een land (staatsleningen). Een obligatie is een schuldbrief waarmee de uitgevende instelling de vordering erkent die de koper van de obligatie op haar heeft. Over de schuld vergoedt de uitgevende instelling meestal een vooraf overeengekomen rente. Nagenoeg alle obligaties zijn aflosbaar, d.w.z. ze hebben een bepaalde looptijd. Er zijn echter vele bijzondere vormen van obligaties, zoals: • Obligaties waarop geen rente wordt uitbetaald (zerobonds). Het rendement op deze obligaties wordt verkregen uit het verschil tussen de uitgiftekoers en de latere aflossingskoers. • Obligaties die geen vooraf overeengekomen aflossingsdatum kennen (perpetuals). Aflossing vindt alleen plaats als de uitgevende instelling dat wenst. In het algemeen zijn perpetuals zeer rentegevoelig. • Achtergestelde obligaties. Bij een faillissement van de uitgevende instelling worden deze obligaties pas uitbetaald nadat alle andere schulden voldaan zijn. • Converteerbare obligaties (convertibles). Dit is een obligatie die op verzoek van de belegger kan worden omgewisseld tegen aandelen (eventueel met een bijbetaling). De koers van deze obligatie wordt daarom mede bepaald door de waarde die dit conversierecht van tijd tot tijd vertegenwoordigt. Beleggingsfondsen Het woord beleggingsfonds is een verzamelterm die gebruikt wordt voor: • beleggingsmaatschappijen (die in de vorm van een NV of BV opereren); • fondsen voor gemene rekening; • unit-linked fondsen (gekoppeld aan een (pensioen)verzekering). Bij een beleggingsfonds brengen de deelnemers gezamenlijk een vermogen bijeen dat door de beheerder volgens de doelstellingen van het fonds belegd wordt. Naast de expertise die de beheerder heeft, is het grote voordeel dat de deelnemers een spreiding kunnen bereiken die individueel niet haalbaar is. Daarbij dient echter te worden bedacht dat er ook beleggingsfondsen zijn die slechts in één sector of land/regio beleggen en waarbij derhalve sprake is van een beperkte spreiding. Verreweg de meeste beleggingsfondsen zijn open- end, dat wil zeggen dat het fonds continu aandelen (participaties) uitgeeft dan wel inneemt. Er is dus sprake van een variabel aantal deelnemingsrechten. Het gevolg daarvan is dat bij open-end beleggingsfondsen de prijs waarop gehandeld wordt nauwelijks bepaald wordt door vraag en aanbod, maar vrijwel volledig door de intrinsieke waarde. Dit is de waarde van de onderliggende beleggingsportefeuille van het betreffende fonds gedeeld door het aantal uitstaande participaties. Is een beleggingsfonds daarentegen closed-end (aantal deelnemingsrechten is gefixeerd) dan zijn vraag en aanbod wel van duidelijke invloed op de koers. Een beleggingsfonds dat belegt in (veelal jonge) niet beursgenoteerde ondernemingen, met de bedoeling deze weer te verkopen zodra deze ondernemingen voldoende gegroeid zijn dan wel rijp zijn voor een beursnotering, heet een private equity fund. Van een geheel andere orde zijn beleggingsfondsen die de mogelijkheid kennen om met een hefboom te werken of die short posities kunnen innemen, de zogenaamde hedge funds. Vroeger duidde men met deze term fondsen aan die derivaten gebruikten om risico’s te beperken, tegenwoordig wordt de term hedge funds juist gebruikt voor beleggingsfondsen die het risico opzoeken. Warrants Een warrant vertegenwoordigt in de regel het recht om gedurende een vastgestelde periode een bepaalde onderliggende waarde (bijvoorbeeld aandelen of obligaties) te kopen of te verkopen tegen een vooraf vastgestelde prijs. Een warrant lijkt op een optie, met dien verstande dat een warrant wordt uitgegeven door een instelling en een optie door een beurs. Door de beperkte looptijd van de warrant kan het recht om de onderliggende waarde te kopen of te verkopen waardeloos aflopen. Door de hefboomwerking zal een wijziging van de onderliggende waarde veelal versterkt doorwerken in de prijs van de warrant. Opties Een optie is een contract waarbij de partij die de optie verkoopt (de ‘schrijver’) aan de koper het recht toekent om een onderliggende waarde (zoals aandelen, (aandelen)indices of valuta’s) gedurende of aan het einde van een overeengekomen periode te kopen (calloptie) of te verkopen (putoptie) tegen een prijs die van te voren is bepaald of waarvan overeengekomen is op welke wijze deze bepaald zal worden. De prijs die de koper voor dit recht betaalt aan de schrijver heet de premie. De premie is aanmerkelijk kleiner dan de koers van de onderliggende waarde. Hierdoor leidt een kleine koersschommeling van de onderliggende waarde tot een relatief grote schommeling van de premie (de zogenaamde hefboomwerking). De koper van een optie kan maximaal zijn inleg verliezen, de schrijver kan (zelfs aanmerkelijk) meer verliezen dan zijn premieopbrengst. Via de Rabo effectenrekening kan pas gehandeld worden in opties als er eerst een aparte overeenkomst is afgesloten. Bij die overeenkomst hoort een brochure waarin meer uitleg wordt gegeven over (de risico’s van) opties (en termijncontracten).
Termijncontracten (futures) Een termijncontract is de verplichting (geen recht) om een zekere hoeveelheid van een bepaalde onderliggende waarde (zoals (aandelen)indices, valuta’s of grondstoffen) te kopen of te verkopen tegen een vastgestelde prijs met levering op termijn. Een termijncontract kan worden gekocht of worden verkocht. De koper van een termijncontract (ook wel houder van een ‘long positie’ genoemd) neemt de verplichting op zich om de afgesproken hoeveelheid in ontvangst te nemen en te betalen. De verkoper (houder van een ‘short positie’) heeft een leveringsplicht. De termijnhandel bezit een sterke hefboomwerking doordat er bij het afsluiten van een termijncontract maar een gering deel van de werkelijke waarde behoeft te worden gestort. Een beperkte koersschommeling kan derhalve tot grote verliezen (of winsten) leiden. Ook voor termijncontracten geldt dat er pas via de Rabo effectenrekening in gehandeld kan worden als er eerst een aparte overeenkomst is afgesloten. Gestructureerde producten Een gestructureerd product is een combinatie van meerdere beleggingsproducten, meestal een obligatie en een optie. De optie zorgt voor een bepaalde hefboomwerking, bijvoorbeeld een kans op een hoger rendement of het geven van een bepaalde garantie of bescherming. Hoe groter de kans op een hoger rendement, hoe hoger ook het risico. Een garantie of bescherming is meestal door een optie in de professionele markt afgedekt. De kosten hiervan verlagen het rendement. Minder risico betekent daarom in de regel ook dat het te verwachten rendement lager zal zijn. We spreken over een garantieproduct wanneer op het einde van de looptijd ten minste de nominale waarde (hoofdsom) wordt terugbetaald. Producten waarbij de inleg slechts deels gegarandeerd wordt zijn beschermingsproducten. De garantie c.q. bescherming is niet van toepassing indien tussentijds tot verkoop van het gestructureerde product wordt overgegaan. De marktwaarde kan hoger of lager zijn dan de nominale waarde van het gestructureerde product en wordt beïnvloed door verschillende factoren, waaronder de ontwikkeling van de onderliggende waarde en de mate van verhandelbaarheid. Een bekend voorbeeld van een gestructureerd product is de reverse convertible. Hierbij bepaalt de uitgevende instelling of de obligatie wordt afgelost door terugbetaling van de hoofdsom of door levering dan wel afrekening van een vooraf vastgestelde hoeveelheid onderliggende waarde (bijvoorbeeld aandelen). De koers van deze obligatie zal dalen naarmate de waarde van voornoemde onderliggende waarde lager wordt dan de hoofdsom. Tenslotte Deze bijlage kan niet alle kenmerken van alle financiële instrumenten en de daaraan verbonden risico’s uitputtend beschrijven. De Rabobank zal de belegger, op diens verzoek, te allen tijde aanvullende informatie verschaffen.
Bijlage II bij de Algemene Voorwaarden voor de Effectendienstverlening van de Rabobank 2007 Bescherming van uw financiële instrumenten en gelden bij de Rabobank De Rabobank neemt alle maatregelen die nodig zijn om de door u aan de bank toevertrouwde financiële instrumenten1 (zoals effecten) en de door u toevertrouwde gelden zo goed mogelijk te beschermen tegen het risico dat u uw effecten of geldtegoeden geheel of gedeeltelijk verliest indien de bank of een door de bank ingeschakelde derde failliet zou gaan. Het risico op waardevermindering door koers- of valutaverlies valt hier buiten: Dat risico is inherent aan het beleggen en komt altijd voor rekening van de belegger. Allereerst is het van belang om een onderscheid te maken tussen een eigendomspositie en een vordering. Bij een faillissement van een bank kunnen klanten hun eigendommen zonder meer uitgeleverd krijgen, vorderingen zullen echter in de failliete boedel vallen. Gelden zijn altijd vorderingen, terwijl bij effectentegoeden dat niet het geval is voor zover deze binnen de reikwijdte van de Wet giraal effectenverkeer vallen. Gelden Als u uw geld toevertrouwt aan een kredietinstelling zoals de Rabobank, dan verkrijgt u een vordering op de bank. De bank immers zal deze gelden weer uitlenen en met hetgeen daarmee wordt verdiend de rente op spaartegoeden betalen of de kosten van betaalrekeningen compenseren. Teneinde het risico dat de klant zijn toevertrouwde gelden als gevolg van een faillissement zou kunnen kwijtraken zo klein mogelijk te maken, gelden er voor kredietinstellingen (banken) strenge minimum vermogenseisen, die ervoor moeten zorgen dat zij ook na veel tegenslag nog steeds aan hun verplichtingen kunnen voldoen. Klanten lopen het minste risico indien zij hun geld toevertrouwen aan banken die ten opzichte van hun verplichtingen relatief veel eigen vermogen hebben om tegenvallers op te vangen. Zoals u bekend zal zijn, heeft de Rabobank een hoge credit rating. De credit rating die een bank heeft geeft aan in welke mate die bank ook op lange termijn aan haar verplichtingen zal kunnen voldoen. Effecten, waaronder inbegrepen deelnemingen in beleggingsinstellingen en geldmarktpapier Wanneer de bank een aankooporder voor u heeft uitgevoerd, wordt u meteen voor het aankoopbedrag gedebiteerd en voor de gekochte effecten gecrediteerd. De gecrediteerde positie op uw effectenrekening is een stukkenvordering die u heeft op de bank. De bank op haar beurt heeft een stukkenvordering op de clearingorganisatie LCH.Clearnet of op een andere door haar ingeschakelde derde, die de betreffende effecten aan de bank moet gaan leveren. Het is internationaal usance dat effecten op de derde dag na de transactie door de bank van de verkoper aan de clearingorganisatie worden geleverd en direct door de clearingorganisatie weer worden doorgeleverd aan de bank van de koper. Zolang deze levering nog niet heeft plaatsgevonden loopt u het risico dat uw vordering geheel of gedeeltelijk verloren zou kunnen gaan indien de bank op dat moment failliet gaat. Zijn de effecten geleverd dan zijn er twee mogelijkheden: 1 De effecten vallen onder de Wet giraal effectenverkeer (Wge); 2 De effecten vallen niet onder de Wge. Ad 1 Op dit moment vallen vrijwel alle aandelen en obligaties die genoteerd zijn op Euronext Amsterdam onder de beschermende werking van de Wge. Zodra Wge-effecten aan de bank geleverd zijn, worden de effecten op naam van de bank bewaard en geldt de klant op wiens effectenrekening de effecten staan als mede-eigenaar van de betreffende effecten in het door de bank beheerde verzameldepot2. U loopt vanaf het tijdstip van levering geen risico bij een faillissement van de bank. Ad 2 Effecten die niet onder de Wge vallen (bijv. de meeste buitenlandse effecten) worden na levering niet op naam van de bank bewaard, maar op naam van de B.V. Bewaarbedrijf Rabobank Nederland (hierna: het bewaarbedrijf ). De klant krijgt een vordering op het bewaarbedrijf. Het enige doel van het bewaarbedrijf is het bewaren van effecten. Andere activiteiten zijn nadrukkelijk verboden, zodat het risico dat het bewaarbedrijf failliet zou kunnen gaan vrijwel uitgesloten is. Rabobank Nederland is hoofdelijk aansprakelijk voor alle verplichtingen van het bewaarbedrijf jegens de klant. De door het bewaarbedrijf te verrichten werkzaamheden worden uitgevoerd door Rabobank Nederland. 1
Financiële instrumenten is een verzamelbegrip dat in Europese en Nederlandse wetgeving wordt gebruikt. Hieronder vallen onder meer: effecten (aandelen en obligaties e.d.), deelnemingen in beleggingsinstellingen (beleggingsfondsen), geldmarktpapier, opties en futures (termijncontracten).
2
Alle klanten die deze stukken in bewaring hebben (de deelgenoten) verkrijgen tezamen en naar evenredigheid van ieders tegoed de collectieve eigendom van het verzameldepot, d.w.z. van alle in bewaring zijnde effecten van het betreffende fonds.
Na de uitvoering van een verkooporder worden de verkochte effecten meteen van uw effectenrekening afgeboekt en wordt u voor het verkoopbedrag gecrediteerd. Opties en futures Opties en futures zijn rechten en verplichtingen. Van een levering is geen sprake. De vordering (long positie) die na uitvoering van een openingsaankoop ontstaat, blijft daarom bestaan gedurende de gehele periode dat een klant de positie aanhoudt. Bij een onverhoopt faillissement van de bank vallen long posities van de klant derhalve in de failliete boedel en wordt de klant voor zijn vordering een concurrent schuldeiser. Bij een short positie heeft de klant een verplichting tegenover de bank. De klant zal deze verplichting moeten nakomen, maar dat zou hij ook moeten indien het faillissement er niet was geweest. Afhankelijk van de door de klant voor de uit de shortpositie voortvloeiende verplichtingen gestelde zekerheden is het wel mogelijk dat de klant ten aanzien van de gestelde zekerheden een bewaarrisico loopt. Voorzover deze zekerheden bestaan uit gelden of effecten is het hiervoor gestelde ten aanzien van Gelden respectievelijk Effecten van toepassing. Beleggerscompensatiestelsel en depositogarantiestelsel DNB Indien een bank niet meer aan haar verplichtingen kan voldoen (bijvoorbeeld in het geval van een faillissement), dan zijn op grond van het depositogarantiestelsel mits wordt voldaan aan de daaraan gestelde criteria - de tegoeden die een klant op betaal- of spaarrekeningen bij de bank aanhoudt tot een wettelijk bepaald maximum per persoon gegarandeerd. Vorderingen die betrekking hebben op financiële instrumenten vallen onder het beleggerscompensatiestelsel, dat - mits wordt voldaan aan de daaraan gestelde voorwaarden – eveneens voorziet in een vergoeding tot een wettelijk bepaald maximum per persoon. Voor informatie over de details van beide regelingen, alsmede voor de geldende maximale garantiebedragen, verwijzen wij naar www.dnb.nl. Inschakeling van derden De bank c.q. het bewaarbedrijf mag bij de uitvoering van opdrachten en voor de bewaring van financiële instrumenten gebruik maken van de diensten van derden, bijvoorbeeld voor het verhandelen en bewaren van financiële instrumenten in het buitenland. Bij de keuze van die derden dient de bank c.q. het bewaarbedrijf steeds de nodige zorgvuldigheid in acht te nemen. De bank c.q. het bewaarbedrijf is echter niet aansprakelijk voor eventuele schade voor de klant, indien een derde niet aan zijn verplichtingen kan voldoen. Op de door de bank c.q. het bewaarbedrijf bij een derde in het buitenland aangehouden financiële instrumenten of gelden zal het recht van het betreffende land van toepassing zijn, hetgeen van invloed kan zijn op de rechten van de klant met betrekking tot deze financiële instrumenten of gelden. Er dient rekening mee te worden gehouden dat het niet mogelijk is om de door de bank c.q. het bewaarbedrijf (al dan niet op een omnibusrekening) bij een derde in het buitenland aangehouden financiële instrumenten van een klant te scheiden van financiële instrumenten van derden. Afhankelijk van het van toepassing zijnde buitenlands recht dient de klant er rekening mee te houden dat in geval van insolventie of faillissement van deze derde, de door de bank c.q. het bewaarbedrijf bij deze derde aangehouden financiële instrumenten, in de boedel van deze derde kunnen vallen. Aan het door de bank c.q. het bewaarbedrijf bij een derde in het buitenland aanhouden van financiële instrumenten of gelden kunnen voor de klant naast het bewaarrisico ook andere risico’s verbonden zijn, waaronder het landenrisico. Pandrecht en verrekeningsrecht Op grond van de op de relatie met de klant van toepassing zijnde overeenkomsten en algemene voorwaarden zijn alle door de klant bij de bank c.q. het bewaarbedrijf aangehouden financiële instrumenten en gelden verpand aan de bank tot zekerheid voor al hetgeen de bank, uit welke hoofde ook, al dan niet opeisbaar of onder voorwaarde van de klant te vorderen heeft of zal krijgen. De bank is steeds bevoegd om hetgeen zij al dan niet opeisbaar of onder voorwaarde van de klant heeft te vorderen, te verrekenen met al dan niet opeisbare tegenvorderingen van de klant op de bank, ongeacht de valuta waarin die vorderingen luiden. Derden bij wie de bank c.q. het bewaarbedrijf in het buitenland financiële instrumenten of gelden aanhoudt zullen op grond van het van toepassing zijnde buitenlands recht veelal een pandrecht, verrekenbevoegdheid, retentierecht dan wel enig ander verhaalsrecht hebben op de bij hen in bewaring gegeven financiële instrumenten of gelden voor de betaling van beheer- of bewaarkosten. Aan de klant toebehorende financiële instrumenten zullen zonder de uitdrukkelijke instemming van de klant nooit door de bank worden uitgeleend of herverpand. Toekomstige ontwikkelingen In voorbereiding is een wijziging van de Wge die naar verwachting in 2010 van kracht zal worden en die ervoor moet gaan zorgen dat ook buitenlandse effecten onder de bescherming van de Wge gaan komen. Hierdoor zal inschakeling van de B.V. Bewaarbedrijf Rabobank Nederland niet langer nodig zijn. De wetgever werkt nog aan een oplossing voor opties en futures, die er in beginsel voor moet gaan zorgen dat de curator bij een faillissement verplicht wordt om alle rechten en verplichtingen uit hoofde van beursgenoteerde optie- en futurescontracten zodanig af te wikkelen of over te dragen aan een andere bank/intermediair als ware er geen faillissement, waardoor ook optieen futurescontracten niet langer meer in de boedel van een failliete bank zullen vallen.
Bijlage III van de Algemene Voorwaarden voor de Effectendienstverlening van de Rabobank 2007 Het orderuitvoeringsbeleid van de Rabobank Dit orderuitvoeringsbeleid is van toepassing op de uitvoering door de Bank van effectenorders die door de Klant zijn ingelegd overeenkomstig de artikelen 15, 16, 17 en 18 van de AVED 2007. De Bank neemt bij het uitvoeren van effectenorders alle redelijke maatregelen om het best mogelijke resultaat voor de Klant te behalen. Bij het bepalen van het best mogelijke resultaat wordt rekening gehouden met de prijs (koers), uitvoeringskosten, de snelheid van uitvoering, de waarschijnlijkheid van uitvoering en de kwaliteit en kosten van de afwikkeling. Omdat de Klant standaard is ingedeeld in de categorie van nietprofessionele beleggers, zijn de factoren prijs en de uitvoeringskosten het meest zwaarwegend bij het behalen van het best mogelijke resultaat. Orders ter zake van officieel genoteerde effecten, met uitzondering van obligaties en gestructureerde producten, worden in principe uitsluitend uitgevoerd op een gereglementeerde markt of multilaterale handelsfaciliteit (tezamen hierna aangeduid met “handelsplaats” of “handelsplaatsen”). Hiervan wordt slechts afgeweken indien er geen handelsplaats is die voldoende liquiditeit heeft. Hoe meer liquiditeit een handelsplaats in een bepaald fonds heeft, hoe groter de kans is dat de prijsvorming goed is en dat snelheid en waarschijnlijkheid van uitvoering groot zijn. Een goede prijsvorming wordt gekenmerkt door een smalle spread. De spread is het verschil tussen de prijs waarop gekocht kan worden en de prijs waarop verkocht kan worden. Voor de gemiddelde order heeft de spread meer invloed op het best mogelijke resultaat dan het mogelijke verschil in uitvoeringskosten. Vandaar dat het algemene uitgangspunt van het orderuitvoeringsbeleid van de Bank is dat alle orders van een fonds in de regel naar de handelsplaats gaan met de meeste liquiditeit in het betreffende fonds. Rabobank Nederland is lid (‘Member’) van Euronext Amsterdam en legt effectenorders voor deze handelsplaats, met uitzondering van obligaties en gestructureerde producten, rechtstreeks bij Euronext in. Met betrekking tot effectenorders bestemd voor andere beurzen zal de Bank gebruik maken van de diensten van Brown Brothers Harriman Investor Services Limited (“BBH”). BBH treedt ten behoeve van de Bank op als een zogenaamde global broker / custodian. BBH beschikt over zodanige orderuitvoeringsregelingen dat rekening gehouden wordt met de factoren hierboven genoemd in de eerste twee alinea’s. Informatie over BBH is te vinden op www.bbh.com. Beursgenoteerde derivaten (dat zijn opties en futures) worden gecreëerd door een handelsplaats zelf. Vandaar dat derivatenorders door de Bank altijd verhandeld worden op de desbetreffende handelsplaats. Orders voor Euronext. liffe Amsterdam worden door de Bank rechtstreeks bij Euronext.liffe ingelegd. Voor derivatenorders die bestemd zijn voor een andere handelsplaats, heeft de Bank de Union Bank of Switzerland (“UBS”) ingeschakeld. UBS voert derivatenorders uit op de betreffende derivatenbeurs. UBS beschikt over zodanige orderuitvoeringsregelingen dat rekening gehouden wordt met de factoren hierboven genoemd in de eerste twee alinea’s. Informatie over UBS is te vinden op www.ubs.com. Omdat voor obligaties en gestructureerde producten een significant deel van alle liquiditeit zich in de professionele markt bevindt en handelsplaatsen in bepaalde gevallen vrijwel geen of weinig liquiditeit hebben, worden die orders uitgevoerd door Rabobank International. Primair wordt gekeken of er op de interprofessionele markt een prijs kan worden verkregen die beter of gelijk is aan de prijs die op dat moment geldt op de gereglementeerde markt (Euronext Amsterdam) In dat geval is de bank bevoegd om aan- en verkooporders uit te voeren met zichzelf of met derden als wederpartij. Door het inleggen van een order geeft u toestemming aan de Rabobank om in voorkomende situaties de betreffende order buiten een gereglementeerde markt of buiten een multilaterale handelsfaciliteit (MTF) uit te voeren. Het liquiditeitsuitgangspunt geldt alleen voor fondsen waarvan de prijs bepaald wordt door vraag en aanbod. Alle zogenaamde open-end beleggingsinstellingen, dit zijn de meeste genoteerde beleggingsinstellingen, vallen hier buiten. Dat komt omdat deze instellingen continu stukken uitgeven dan wel innemen, waardoor het aantal uitstaande stukken bij open- end beleggingsinstellingen variabel is. Het gevolg daarvan is dat de prijs waarop gehandeld wordt niet wordt bepaald door vraag en aanbod, maar primair door de intrinsieke waarde. Dit is de waarde van de onderliggende beleggingsportefeuille van het betreffende fonds gedeeld door het aantal uitstaande participaties. Beurzen fungeren bij open-end beleggingsfondsen daarom zelden als handelsplaats, maar meestal slechts als doorgeefluik naar de beleggingsinstelling die het deelnemingsrecht uitgeeft. Daarom zijn ten aanzien van open-end beleggingsinstellingen uitsluitend de kwaliteit en de kosten van afwikkeling bepalend voor het orderuitvoeringsbeleid. Open-end beleggingsinstellingen kennen doorgaans slechts één handelsmoment per dag. Orders ontvangen vóór dat specifieke moment (‘cut-off time’) worden de volgende handelsdag verwerkt; later ontvangen orders de daaropvolgende handelsdag.
Voor Rabobank Ledencertificaten organiseert Rabobank Nederland maandelijks een interne markt. Rabobank Ledencertificaten zijn niet genoteerd aan een reglementeerde markt en de methode waarop de koers wordt vastgesteld is beschreven in het prospectus. Voor alle overige Effecten geldt dat de Bank het best mogelijke resultaat behaalt door alle orders van een fonds te versturen naar de handelsplaats met de meeste liquiditeit in het betreffende fonds (in veel gevallen tevens ook de enige plaats waar het fonds wordt verhandeld). Hiervan wordt slechts afgeweken indien er op een andere handelsplaats voldoende liquiditeit is om ervoor te zorgen dat de prijzen in combinatie met de uitvoeringskosten voor de gemiddelde order gunstiger uitkomen. Omdat het doorleiden van (retail)effectenorders een volledig geautomatiseerd proces is, is de Bank niet gehouden om specifieke instructies van de Klant die afwijken van het orderuitvoeringsbeleid van de Bank uit te voeren. Het is daarom ook niet mogelijk om bij het opgeven van effectenorders aan te geven op welke handelsplaats de order moet worden uitgevoerd. Voor zover de Bank een specifieke instructie van de Klant die afwijkt van het orderuitvoeringsbeleid van de Bank uitvoert, dient de Klant zich te realiseren dat zulks de Bank kan beletten de in het orderuitvoeringsbeleid van de bank opgenomen maatregelen te nemen om bij de uitvoering van de desbetreffende order het best mogelijk resultaat te behalen. Indien de Klant ingaat op een specifiek op zijn verzoek aan hem afgegeven quote (bied- of laatprijs), dan is de verplichting om voor de Klant het best mogelijke resultaat te behalen niet van toepassing. Op dit orderuitvoeringsbeleid zijn de bepalingen uit de AVED 2007 van overeenkomstige toepassing, waaronder begrepen de artikelen 12 (aansprakelijkheid), 13 (inschakeling van derden) en 22 (Bijzondere omstandigheden) AVED 2007. Onder bijzondere omstandigheden (waaronder begrepen het uitvallen van ordersystemen en grote drukte op effecten- en derivatenbeurzen) is de Bank niet gehouden een order uit te voeren overeenkomstig dit orderuitvoeringsbeleid. De Bank is niet aansprakelijk voor de hierdoor ontstane schade, tenzij er sprake is van opzet of grove schuld van de Bank. De Bank ziet toe op de doeltreffendheid van haar orderuitvoerings regelingen en orderuitvoeringsbeleid teneinde tekortkomingen te achterhalen en corrigeren. De Bank zal jaarlijks dan wel eerder indien daartoe naar haar oordeel voldoende aanleiding bestaat nagaan of de in dit orderuitvoeringsbeleid opgenomen handelsplaatsen tot het best mogelijke resultaat voor de Klant leiden dan wel of zij haar orderuitvoeringsbeleid moet wijzigen. De Bank zal de Klant in kennis stellen indien in het orderuitvoeringsbeleid van de Bank wezenlijke wijzigingen worden aangebracht. De Bank zal voor het beoordelen van de liquiditeit van de diverse handelsplaatsen gebruikmaken van de gegevens die de Europese toezichthouders hierover jaarlijks bekend zullen maken. De Bank zal haar beleid om alle orders van een fonds op één handelsplaats uit te voeren verlaten indien aan een aantal voorwaarden is voldaan, zoals: i er dienen goede prijsvergelijkingssystemen in de markt beschikbaar te zijn; ii er dienen voldoende orders te zijn die de investering voor een verbinding met een extra handelsplaats rechtvaardigen; iii de extra handelsplaats moet zich voldoende bewezen hebben met betrekking tot de handel in het betreffende Effect en gedurende tenminste één jaar een dusdanige liquiditeit hebben behaald, dat de prijzen regelmatig beter zijn dan de prijzen op de meest liquide markt; iv de extra handelsplaats moet ervoor kunnen zorgen dat de afwikkeling volledig automatisch plaatsvindt bij de clearing respectievelijk de bewaarder die de bank voor het betreffende fonds standaard gebruikt. Handmatig ingrijpen in het afwikkelingsproces maakt de kosten van afwikkeling bij retailorders zo hoog dat dit het behalen van een beter resultaat in de weg staat. Indien de Klant op redelijke gronden meent dat zijn order niet overeenkomstig dit orderuitvoeringsbeleid is uitgevoerd, kan de Klant de Bank verzoeken aan te tonen dat de Bank voor hem de order heeft uitgevoerd in overeenstemming met dit beleid, tenzij de order of een specifiek aspect van de order is uitgevoerd volgens een specifieke instructie van de Klant. Tegenover de Klant strekt een door de Bank getekend uittreksel uit haar administratie tot volledig bewijs, behoudens door de Klant geleverd tegenbewijs. De Klant stemt in met en verleent - voor zover nodig - uitdrukkelijke toestemming aan het orderuitvoeringsbeleid van de Bank. Onverminderd andere wijzen waarop instemming c.q. toestemming door de Klant kunnen worden verleend, wordt deze geacht in ieder geval te zijn verleend indien de Klant een order inlegt na ontvangst van de Toelichting op het Jaaroverzicht beleggersportefeuille 2012 en de Bewaarloonnota 2013 waarbij de Klant is geïnformeerd over de wijziging van de Bijlage III van de AVED 2007.
Bijlage IV bij de Algemene Voorwaarden voor de Effectendienstverlening van de Rabobank 2007 Beknopte beschrijving beleid inzake belangenconflicten Bij de uitvoering van de dienstverlening kunnen er binnen de Rabobank belangenconflicten ontstaan binnen de organisatie zelf, tussen de organisatie en (één) van haar klanten of tussen klanten onderling. In deze beschrijving staan voorbeelden en de wijze waarop de Rabobank deze belangenconflicten probeert te voorkomen of hiermee op passende wijze om te gaan indien deze zich toch voordoen. Uitgangspunt is dat belangentegenstellingen zoveel mogelijk worden voorkomen. Hierbij dient de bank oog te hebben voor de positie van de klant en voortdurend alert te zijn op mogelijke belangentegenstellingen. Het management zorgt ervoor dat mogelijke belangentegenstellingen bankbreed worden onderkend. Tot de belangrijkste maatregelen die worden genomen om te voorkomen dat informatie binnen een onderdeel van de organisatie terecht komt waar dit niet wenselijk is, behoren de zogenaamde “Chinese Walls”. Hieronder worden denkbeeldige scheidingswanden verstaan die tot doel hebben te voorkomen dat (koersgevoelige) informatie die bekend is bij medewerkers van een bepaalde entiteit of afdeling direct of indirect terechtkomt bij medewerkers van een andere entiteit of afdeling die deze informatie niet nodig hebben voor de uitoefening van hun functie. Deze barrières kunnen bestaan uit organisatorische, procedurele en fysieke scheidingen tussen de verschillende organisatieonderdelen en afdelingen. Een belangrijk voorbeeld is de scheiding tussen het kredietbedrijf en het effectenbedrijf. Dankzij Chinese Walls zijn de medewerkers van het effectenbedrijf niet op de hoogte aan welke (beursgenoteerde) ondernemingen er door de Rabobank kredieten zijn verstrekt. Verder maakt de Rabobank voor haar advisering gebruik van het researchinstituut IRIS. Dit researchinstituut is door Robeco en de Rabobank in het leven geroepen om onafhankelijke en objectieve advisering te garanderen en bij het opstellen van deze adviezen de belangen van de particuliere belegger voorop te stellen. Belangrijkste uitgangspunt is dat werkzaamheden die tegenstrijdige belangen met zich mee zouden kunnen brengen niet op één en dezelfde plaats mogen en kunnen worden uitgevoerd. Dergelijke werkzaamheden worden in verschillende functies ondergebracht. Insiders die tijdens de uitvoering van hun werkzaamheden in aanraking zouden kunnen komen met koersgevoelige informatie en op deze wijze de mogelijkheid van handelen met voorwetenschap zouden kunnen hebben, zijn onderworpen aan een speciale regeling die toeziet op de door hen in privé uit te voeren transacties. Op grond van deze regeling is een aantal beperkingen van kracht, waaronder de verplichting om een effectenrekening bij een bepaalde beleggingsonderneming aan te houden (de zgn. locatieplicht), handelsbeperkingen voor insiders die een emissie begeleiden en – voor een beperkte groep insiders – het verbod op intraday-handel. Bovendien zijn de uitgevoerde transacties onderhevig aan controle door de compliance officer. Overigens geldt voor alle medewerkers dat handelen met voorwetenschap verboden is. Door middel van intern toezicht en controle op de werkzaamheden van medewerkers die in een positie werkzaam zijn waar een belangenconflict zich zou kunnen voordoen wordt gewaarborgd dat de genomen maatregelen ook worden nageleefd. Iedere lokale Rabobank beschikt over een Local Compliance Officer die toezicht houdt op de naleving van relevante regelgeving.
www.rabobank.nl