Doelstellingen Eindtermen
- Leerlingen kunnen het begrip BBP definiëren als een welvaartsindicator en kritisch evalueren. - Leerlingen kunnen de economische groei en indicatoren van economische groei kritisch beoordelen en vergelijken. Algemene doelen en de link met de vakoverschrijdende eindtermen vind je in de handleiding bij dit lespakket.
Werkwijze
De begrippen BBP en BNP (reeds aangebracht in vorige lessen) worden kort herhaald. In deze les wordt het berekenen van de welvaart via het BBP/BNP op een kritische manier bekeken. Er wordt een alternatieve manier voorgesteld om het BBP te berekenen, nl. de HPI (Happy Planet Index). Deze indicator houdt immers ook rekening met het welzijn van de bevolking en de impact van onze levenswijze op het milieu. Tot slot gaan de leerlingen op zoek naar concrete voorbeelden van duurzame groei in de praktijk, met een duidelijke link naar zwerfvuil.
Materiaal/media
Werkblaadjes (pagina 1 en 2) Computers met internetconnectie
Legende
Cursief gedrukt: wat de leerkracht zegt Tussen haakjes: de antwoorden op de vragen Rood cursief gedrukt: in te vullen antwoorden van de leerlingen op het werkblaadje
Lesbegin Doel: - Leerlingen kunnen sociale, ecologische en economische aspecten linken aan de begrippen welvaart en welzijn. - Leerlingen kunnen uitleggen waarom het BBP geen goede welvaartsmeter is.
Materiaal: bord en krijt
Werkvorm en/of organisatie: brainstorm
Tijd: 10 minuten
Schrijf ‘welvaart’ en ‘welzijn’ op het bord. De leerlingen mogen brainstormen en kernwoorden op het bord noteren. Hoe zouden jullie de begrippen welvaart en welzijn omschrijven? Waardoor worden ze bepaald? Het is de bedoeling dat er op het bord linken komen naar sociale, economische en ecologische aspecten. Indien de link naar de sociale of ecologische aspecten niet komt, kan een extra vraag zijn: Wat zijn de negatieve gevolgen van een stijgende welvaart (voor mens/milieu)? We hebben gezien dat het BBP de welvaart meet. Kan iemand me zeggen welke gegevens we nodig hebben om het BBP te berekenen? (alle inkomsten binnen de staatsgrenzen van een land, zie begrippenlijst in bijlage 1) Als we naar het bord kijken, zien we allerlei factoren die de welvaart en het welzijn bepalen. Wil dit dan zeggen dat het BBP rekening houdt met al deze elementen? (neen) We kunnen dus besluiten dat het BBP eigenlijk geen goede welvaartsmeter is omdat er geen rekening gehouden wordt met bepaalde omgevingsfactoren zoals het milieu of met het welzijn van de bevolking. Vandaag zullen we het hebben over de negatieve impact van economische groei. Lesfase 1: Groei is meer dan het BNP Doel: - Leerlingen kunnen de begrippen ‘BBP en BNP’ omschrijven. - Leerlingen kunnen uitleggen waarom het BBP geen goede welvaartsmeter is. - Leerlingen kunnen uitleggen waarom de HPI een betere welvaartsindicator is.
Materiaal: werkblaadje
Werkvorm en/of organisatie: herhaling, doceren, OLG, klassikaal overlopen, individueel oplossen
Tijd: 25 minuten
De leerlingen krijgen elk een werkblaadje met een tekst die ze moeten lezen: ‘Groei is veel meer dan BNP’. Bespreek de tekst aan de hand van onderstaande vragen. Wat is het BNP? (zie begrippenlijst, bijlage 1) Wat is het verschil tussen het BNP en BBP? (BBP is de totale waarde van alle binnen het land geproduceerde eindgoederen of -diensten gedurende 1jaar, het BNP zijn niet perse binnen het land geproduceerde eindgoederen of -diensten.) Waarom is groei veel meer dan het BNP? (Bij het berekenen van het BNP wordt er enkel gekeken naar de materiële welvaart en niet naar het welzijn of de impact op het milieu.)
Hoe zorgt een file ervoor dat de welvaart stijgt? (Het consumeren van benzine doet de welvaart stijgen.) Stijgt het welzijn dan ook mee? Waarom niet? (Neen, mensen raken gefrustreerd en gestresseerd en de uitlaatgassen zijn schadelijk voor onze gezondheid en het milieu.) Vraag de leerlingen om deze laatste twee vragen te beantwoorden in functie van een ander gegeven, namelijk zwerfvuil/afval. Individuele wegwerpverpakkingen zorgen bijvoorbeeld voor heel wat zwerfvuil, maar het consumeren van die verpakkingen doet de economie wel draaien. Het welzijn stijgt echter niet mee, zwerfvuil zorgt immers voor frustratie en verhoogt het onveiligheidsgevoel. Ook op het milieu hebben deze wegwerpverpakkingen geen positieve invloed. Overloop vervolgens de vragen onder de tekst klassikaal. Geef de leerlingen enkele minuten om de vragen individueel op te lossen. Welke argumenten uit de tekst tonen aan dat het BBP geen goede welvaartsmeter is? (Economische groei zorgt voor meer vervuiling, meer verkeersongelukken, meer lawaai, meer stress, meer files, meer afval,…) Hoe kunnen we de welvaart linken aan het welzijn? (De grotere welvaart kan voor meer stress zorgen door de prestatiedruk, het welzijn wordt bepaald door zowel materiële als immateriële behoeftes.)1 De leerlingen controleren hun antwoorden en vullen aan indien nodig. Ga daarna over naar het onderdeel over de HPI. Er bestaan gelukkig alternatieve manieren om de welvaart te berekenen aangezien het BBP enkel rekening houdt met materiële factoren. Om een beter zicht te hebben op de echte welvaart van een land, berekent men voor 151 landen de HPI. Weet iemand waarvoor deze afkorting staat? (Happy Planet Index) Deze index meet wat belangrijk is: de mate waarin landen een lang, gelukkig en duurzaam leven mogelijk maken voor hun inwoners. De HPI gebruikt wereldwijd gegevens over levensverwachting, het ervaren welzijn en de ecologische voetafdruk.2 welzijn x levensverwachting HPI ecologische voetafdruk Welke factoren beïnvloeden de levensverwachting? (gezondheid, veiligheid, oorlogen, kloof tussen arm en rijk, gelijke kansen voor mannen en vrouwen) De leerlingen vullen dit in op hun werkblaadje. Bekijk samen met de leerlingen de website http://www.happyplanetindex.org/ Je kan de resultaten bekijken op de wereldkaart of in een tabel. Welk land scoort het best/slechtst? (Costa Rica/Botswana) Op welke plaats staat België? (107 van de 151 landen) Wat is de grootste reden voor onze slechte score? (ecologische voetafdruk van 7,1 ha.) Laat de leerlingen eventueel hun eigen HPI berekeken: http://survey.happyplanetindex.org/ (in het Engels)
1
http://wetenschap.infonu.nl/economie/43246-economie-welvaart.html
2
ECO, vakgroep (2011). Economie VS5 Groei en welvaart. Arteveldehogeschool.
Lesafsluiting Doel: - Leerlingen kunnen concreet aantonen wat MVO inhoudt. - Leerlingen zijn zich bewust van het fenomeen ‘greenwashing’.
Materiaal: computers met internetconnectie
Werkvorm en/of organisatie: groepswerk (opzoeken) + klasgesprek
Tijd: 15 minuten
Hoe kunnen we evolueren naar een meer duurzame economische groei? Bespreek samen kort wat maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) is. Laat de leerlingen bijvoorbeeld eerst raden waarvoor de letters MVO staan (zie begrippenlijst in bijlage 1). Verdeel de klas daarna in groepjes. De groepjes kiezen een bedrijf/organisatie met een duidelijke link naar afval/zwerfvuil en gaan op zoek naar wat dat bedrijf doet op het vlak van MVO. Laat één groepje ook opzoeken wat ‘greenwashing’ (zie begrippenlijst in bijlage 1) betekent en betrek dit gegeven in een kritische discussie bij het voorstellen van de inspanningen die de onderzochte bedrijven al dan niet leveren op het vlak van MVO.
BNP = Bruto Nationaal Product3
De totale waarde van alle eindgoederen en diensten die gedurende een periode van één jaar worden geproduceerd door productiefactoren die toebehoren aan personen, die de nationaliteit van dat land hebben.
BBP = Bruto Binnenlands Product4
De totale waarde van alle binnen het land geproduceerde eindgoederen of -diensten gedurende één jaar.
HPI = Happy Planet Index5
Deze index meet wat belangrijk is: de mate waarin landen een lang, gelukkig en duurzaam leven mogelijk maken voor hun inwoners. De HPI gebruikt wereldwijd gegevens over levensverwachting, het ervaren welzijn en de ecologische voetafdruk. welzijn x levensverwachting HPI ecologische voetafdruk
MVO = Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen6
Maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) is een continu verbeteringsproces waarbij ondernemingen vrijwillig op systematische wijze economische, milieu- en sociale overwegingen op een geïntegreerde manier in de gehele bedrijfsvoering opnemen, waarbij overleg met de stakeholders, of belanghebbenden van de onderneming deel uitmaakt van dit proces.
Greenwashing7
Greenwashing is het groener of maatschappelijk verantwoorder voordoen van een bedrijf of organisatie dan dat deze daadwerkelijk is. Deze organisatie doet zich voor alsof zij weloverwogen met het milieu en/ of andere maatschappelijke thema’s omgaat, maar dit blijkt vaak niet meer dan ‘een likje verf’. De term greenwashing wordt meestal gebruikt bij organisaties die iets goeds doen, maar in de kern van het bedrijf nog steeds veel verspillen. Het steunen van Unicef terwijl de productie wordt gedaan door kinderarbeid of miljoenen geven aan Greenpeace terwijl de organisatie zelf erg vervuilend is. Niet elke organisatie die aan greenwashing doet, doet dit bewust. In veel gevallen wil men iets maatschappelijks doen, maar ziet men niet in dat het kernproces van het bedrijf ook aangepast moet worden om daadwerkelijk maatschappelijk verantwoord bezig te zijn. Soms is greenwashing de eerste stap naar een daadwerkelijk maatschappelijk verantwoord beleid. Er zijn ook bedrijven die het gebruiken om milieutechnisch of maatschappelijk verantwoord over te komen, terwijl ze weten dat ze het niet zijn. Dit zijn de ‘echte’ greenwashers. Vaak dragen deze organisaties hun maatschappelijk verantwoord gedrag breed uit met ‘wij sponsoren X’ of ‘onze producten hebben Y’.
3
ECO, vakgroep (2011). Economie VS5 Groei en welvaart. Arteveldehogeschool.
4
ECO, vakgroep (2011). Economie VS5 Groei en welvaart. Arteveldehogeschool.
5
http://www.happyplanetindex.org/about/
6
http://www.mvovlaanderen.be/over-mvo/wat-is-mvo/
7
http://nl.wikipedia.org/wiki/Greenwashing
Doelstellingen Eindtermen
- Leerlingen kunnen het begrip BBP definiëren als een welvaartsindicator en kritisch evalueren. - Leerlingen kunnen de economische groei en indicatoren van economische groei kritisch beoordelen en vergelijken. Algemene doelen en de link met de vakoverschrijdende eindtermen vind je in de handleiding bij dit lespakket.
Werkwijze
Tijdens de vorige les werd het BBP geëvalueerd als welvaartsindicator. Deze les ligt de nadruk op de negatieve gevolgen van economische groei op het milieu, nl. de toename van afval/zwerfvuil. Daarna wordt het begrip ‘cradle to cradle’ geïntroduceerd en geconcretiseerd aan de hand van een bestaand voorbeeld. De theorie wordt gegeven aan de hand van de werkblaadjes pagina 3 en 4.
Materiaal/media
Computers met internetconnectie + beamer + filmpje, werkblad pagina 3 en 4
Legende
Cursief gedrukt: wat de leerkracht zegt Tussen haakjes: de antwoorden op de vragen Rood cursief gedrukt: in te vullen antwoorden van de leerlingen op het werkblaadje
Lesbegin Doel: - Leerlingen kunnen de link leggen tussen de economische groei en de impact hiervan op het milieu.
Materiaal: pc + beamer + filmpje ‘The Story of Stuff’: http://www.storyofstuff. org/movies-all/story-of-stuff/ (klik op CC om Nederlandstalige ondertitels te selecteren)
Werkvorm en/of organisatie: filmfragment + OLG
Tijd: 30 minuten
In bijlage 1 vind je meer informatie over het filmpje.
Waarover gaat het filmpje? (The story of stuff: waar de dingen vandaan komen en wat er uiteindelijk mee gebeurt, productieketen, levenscyclusanalyse.)
Jullie zagen een klein stukje van het filmpje. Wat was de boodschap in dit deeltje? (Over de hele productieketen wordt er vaak weinig tot geen respect getoond voor mens of milieu.)
Hoe zou je dit kunnen linken aan economische groei? (Hoe meer we consumeren, hoe meer afval er is, hoe meer grondstoffen ontgonnen worden,… De economische groei heeft dus een negatieve impact op ons milieu.)
Vandaag zullen we het hebben over de negatieve gevolgen van economische groei op het milieu. Lesfase 1: Bezwaren tegen het BBP als welvaartsindicator Doel: - Leerlingen bekrachtigen het veroorzaken van zwerfvuil negatief en het vermijden ervan positief. - Leerlingen kunnen het belang van sorteren opnoemen. - Leerlingen kunnen in eigen woorden het begrip ‘cradle tot cradle’ omschrijven.
Materiaal: werkblaadje + pc + beamer + filmpje ‘cradle to cradle’: http://www.c2cplatform.be/video_scroll/ provide/105?KeepThis=true&TB_iframe=true&wi dth=627&height=450
Werkvorm en/of organisatie: artikel in stilte lezen en vragen overlopen, filmpje bekijken en vragen overlopen
Tijd: 15 minuten
Jullie mogen het artikel lezen op jullie werkblad.
Wat is zwerfvuil? (Zie document met achtergrondinformatie bij dit lespakket.)
Wat is het verband tussen economische groei en zwerfvuil? (Door economische groei, wordt er meer geconsumeerd, is er meer afval en dus ook meer zwerfvuil.)
Wat moet je normaal gezien doen met je afval? (In de juiste vuilnisbak sorteren.)
Waarom moeten we het sorteren? (Zo kunnen sommige materialen hergebruikt of gerecycleerd worden.)
Als afval zwerfvuil wordt, kan het niet meer hergebruikt of gerecycleerd worden. Zwerfvuil gaat immers rechtstreeks naar de verbrandingsoven en dat is jammer, want zo gaan er kostbare grondstoffen verloren. Dit proces heet ook ‘cradle to grave’ (wieg tot graf).
‘Cradle to grave’ is de traditionele manier van produceren. Maar er is een nieuwe visie op duurzame productie. Natuurlijk is de duurzaamste manier om te consumeren, ‘consuminderen’. Maar vermits het niet mogelijk is niets te kopen of niets nodig te hebben, moeten er ook andere manieren zijn. Eén daarvan is ‘cradle to cradle’ (wieg tot wieg). Toon het filmpje van Nick Balthazar over ‘cradle to cradle’8. Wat is de gedachte van ‘cradle to cradle’? Hierbij denkt men al in de concept- en designfase na over het leven na het voorwerp en ontwikkelt men het product om: 1. zo weinig mogelijk afval te maken 2. het geproduceerde afval tot voedsel te laten dienen voor de aarde 3. indien het gerecycleerd wordt, recycleren in een nieuw evenwaardig en indien mogelijk gelijkaardig product. Dus geen downcycling.
De bureaustoel in het filmpje past binnen deze gedachte. Wat zijn de voordelen van de bureaustoel in het filmpje t.o.v. een gewone bureaustoel? (perfect uit elkaar te halen zodat je elk deel opnieuw kan hergebruiken, gemakkelijk in elkaar te steken en te assembleren, goedkoper en met meer winst, zonder toxische stoffen in de verschillende onderdelen)
Voor de volgende vragen toon je beter het filmpje nog eens opnieuw. Zeg de leerlingen dat ze eerst eens goed kijken naar de afbeeldingen op hun werkblaadje.
Wat is eco-effectiviteit? (Het product zo ontwerpen dat het geen schade berokkent, de positieve effecten maximaliseren in plaats van enkel de negatieve effecten te minimaliseren.) Afval = voedsel? (De biologische kring kan rond raken in elk productieproces als we onze producten opbouwen uit grondstoffen die veilig, gezond en herbruikbaar zijn.) Wat betekent upcycling en wat is het verschil met recycling? (Upcycling is materiaal twee keer gebruiken zonder verdere verwerking van het materiaal, bij recycling wordt het materiaal in een fabriek verwerkt tot een nieuw product.)9 Lesafsluiting Doel: - Leerlingen bekrachtigen het veroorzaken van zwerfvuil negatief en het vermijden ervan positief.
Materiaal:
Werkvorm en/of organisatie: klasgesprek
Tijd: 5 minuten
Rond deze lessenreeks af met een kort gesprek over hoe deze leerstof de mening/houding van de leerlingen al dan niet veranderd heeft. Mogelijke vragen hierbij: Ben je bereid om zelf actie te ondernemen voor een meer verantwoord en duurzaam economisch model? Zou je als jonge ondernemer zelf aandacht hebben voor principes als cradle to cradle of maatschappelijk verantwoord ondernemen of lig je daar niet meteen wakker van? Waarom wel/niet? Ook al produceer je zelf niets, toch kan je een duurzame keuze maken! Zou je na deze lessen en het bekijken van The Story of Stuff erop letten dat je afval voorkomt, geen zwerfvuil veroorzaakt en bewust consumeert? Hoe kan je afval en zwerfvuil voorkomen? Hoe kan je een bewuste keuze maken wanneer je iets koopt? Denk aan het principe van vraag en aanbod. Heel wat labels geven ons meer informatie over (een schakel van) het productieproces: een overzicht op http://www.labelinfo.be/ Opmerking: in bijlage 2 vind je enkele stellingen waarover de leerlingen kunnen discussiëren als uitbreidingsoefening bij deze lessen.
8
http://www.c2cplatform.be/
9
http://www.hetkanwel.net/2010/09/20/12721/
Film ‘the story of stuff.com’ Ontginning van grondstoffen Productie Transport Distributie in de supermarkt Gebruik thuis = consumptie Verwerking van het afval Problemen over de hele keten! Ontginning van grondstoffen: Water, hout, mineralen, ertsen, aardolie,… raken op. De laatste 30 jaar gebruikten we een derde van onze natuurlijke grondstoffen. En die zijn meestal niet hernieuwbaar. Op is op, en diegenen die niet op kunnen raken (zoals water) behandelen we niet correct. We vervuilen het te vaak. Omdat we meer grondstoffen verbruiken dan we eigenlijk hebben, nemen we gewoon die van iemand anders elders op deze planeet! Op deze manier verdwijnen er 7 voetbalvelden per minuut van het Amazonewoud. En de natuurlijke rijkdommen daar aanwezig willen bedrijven ontginnen om er geld mee te verdienen. Maar wat met de lokale bevolking? Die moeten hun oorspronkelijke verblijfplaats verlaten en trekken naar de stad waar ze vaak terecht komen in sloppenwijken en werken in fabrieken in slechte omstandigheden (sociale aspecten, gezondheidsaspecten,…). Bijvoorbeeld: coltan in elektronische producten wordt ontgonnen in mijnen in Congo. Om dit werk te kunnen doen, verlaten veel kinderen de school vroegtijdig.
Productie Spullen worden gemaakt in fabrieken met daarin machines die energie gebruiken en dus ook CO2 uitstoten. Chemicaliën in het productieproces zorgen voor gezondheidsproblemen bij gebruikers en fabrieksarbeiders, maar ook voor gevolgen als lucht- en watervervuiling.
Distributie en transport De goederen worden verscheept naar winkels. Ook dit transport zorgt voor vervuiling, fileproblemen, enzovoort. Er is vaak ook een overaanbod aan spullen die wanneer ze niet verkocht raken, gewoon zo op de vuilnisbelt belanden.
De gouden pijl: consumptie Consumptie wordt onze identiteit. Hoe meer we kunnen consumeren, hoe groter onze waarde in deze maatschappij. Consumptie wordt een ritueel van persoonlijke en spirituele voldoening. ‘Vervangen’ is het kernwoord. Ook de snelheid van de consumptie doet ertoe: slechts 1% van de spullen die we kopen is na 6 maanden nog steeds in gebruik. Met andere woorden: 99% van deze spullen waarvoor grondstoffen, productie en transport nodig zijn geweest, worden binnen de kortste keren weggegooid. En met die doelstelling worden onze spullen ook geproduceerd. Veel goederen worden gebouwd om maar een korte tijd mee te gaan zodat we ze snel weggooien en vervangen door een nieuw exemplaar. Denk maar aan gsm’s of computers. Er is ook zoiets als ‘waargenomen veroudering’. We geraken overtuigd om dingen weg te gooien die nog perfect bruikbaar zijn. Waarom gooien we die dan weg? Omdat we niet het laatste model meer hebben. Zo zien anderen dat we niet optimaal consumeren en dus geen waardevolle burgers zijn. Onze spullen en dus wij zijn met andere woorden niet meer in de mode. Maar maakt het ons gelukkiger? We worden ook overstelpt door reclameboodschappen (wel 3000 per dag). En die reclame laat bewust de problemen buiten beeld.
Afval en afvalverwerking In België gooien we 1,5 kg afval per persoon per dag weg. Dit afval wordt verwerkt op verschillende manieren: storten in stortputten, verbranden (waarna de assen ook worden gestort) of als we het afval goed sorteren kunnen we het recycleren. Deze drie zijn de oplossingen van vandaag de dag om van ons afval af te geraken, maar alle drie verbruiken ze energie en water en zorgen ze op hun beurt voor grond-, lucht- en watervervuiling. Bij het verwerken van afval komen de gifstoffen die we er tijdens het productieproces instopten immers opnieuw uit. Recycleren helpt om minder afval te maken en ook om minder nieuwe grondstoffen te moeten ontginnen. Recycleren alleen is echter niet voldoende. Veel recyclage is ook geen 100% recyclage: denk maar aan drankkartons waarvan het plastic laagje verband wordt met energierecuperatie. Ook tijdens de hele keten wordt afval geproduceerd dat dus verwerkt moet worden. Voor elke kilo afval die wij als consumenten produceren, wordt er 70 kg weggegooid tijdens de hele keten. Conclusie: Overal in deze keten botsen we op grenzen: klimaatverandering, afnemend geluk, afname natuurlijke grondstoffen, sociale problemen, gezondheidsproblemen,… Op al deze schakels kunnen we echter op een positieve manier ingrijpen: bosbescherming, waterbescherming, schonere productiesystemen, arbeidsrechten, eerlijke handel, bewust consumeren, afval voorkomen en hergebruiken,... We moeten van een lineair systeem van denken naar een kring, een cyclus. Deze cyclus is gebaseerd op duurzaamheid, gelijkheid en rechtvaardigheid.
Stellingen over het begrip ‘economische groei’ Zijn onderstaande stellingen juist of fout? Argumenteer.
‘Het buitenland speelt een belangrijke rol wanneer we economische groei willen bekomen.’
We hebben het buitenland nodig voor zowel de export als de import. Zo kunnen we grondstoffen importeren die we hier niet beschikbaar hebben of die hier te duur zijn om te produceren. Elk land kan zich dan specialiseren in wat hij het best en goedkoopst kan produceren. Sommige landen zijn zeer afhankelijk van het buitenland voor de export.
‘Wanneer er economische groei is, zal het maatschappelijk welzijn verbeteren.’
Economische groei kan veel stress met zich meebrengen. Er is een voortdurende prestatiedruk die zeer nefast kan zijn voor de gezondheid van sommige mensen. In onze maatschappij willen we steeds meer en kunnen we niet meer genieten van het kleine. Economische groei vervult vooral materiële behoeftes maar vaak niet de immateriële behoeftes. Het is bewezen dat wie minder geld heeft, vaak meer geniet. In armere landen is men soms gelukkiger dan in welvarende landen. Belangrijke kanttekening: er is wel een bepaald minimuminkomen vereist en deze stelling geldt dus meer voor landen met een gemiddeld inkomen dan de allerarmste landen.
‘Economische groei is niet wenselijk want er zijn meer negatieve gevolgen dan positieve gevolgen.’
Er zijn veel positieve gevolgen van economische groei: bedrijven kunnen uitbreiden waardoor er meer tewerkstelling is, hogere levensstandaard, toename van investeringen,… Economische groei is dus wel wenselijk maar men moet meer rekening houden met de niet-materiële aspecten zoals de gezondheid, het milieu, de levens- en werkomstandigheden,… We moeten op een duurzame manier groeien!
‘Het BBP neemt toe bij een natuurramp.’
Ja, er zijn inkomsten door de herstelwerkzaamheden. Er wordt personeel aangenomen om alles op te ruimen en te herstellen. Hierdoor stijgt de werkgelegenheid en dus het BBP.
1. Het BBP als welvaartsindicator Opdracht
Lees onderstaand artikel en duid de elementen aan die aantonen dat het BNP geen goede welvaartsmeter is. Los daarna ook de vragen die onder de tekst staan op.
Groei is veel meer dan BNP PARIJS - Welvaart wordt meer bepaald door huishoudens dan door de klassieke economie. En welzijn is meer dan materiële rijkdom. Mensen staan in de file. Ze ‘produceren’ dan niets, worden er niet gelukkig van, maar consumeren wel (benzine), wat bijdraagt aan de economische groei, dus ook aan de welvaart. Huisvrouwen worden niet ‘meegerekend’ in de economische groei. Maar als een gezin een huishoudster inhuurt, die hetzelfde doet als de huisvrouw, dan zorgt dat weer wel voor groei en een toename van het bruto nationaal product. Is dat terecht? Nee, zegt een team van 22 economen, onder wie vijf Nobelprijswinnaars, dat zich heeft gebogen over één van de wezensvragen van de economie: hoe meet je (economische) welvaart? ‘Het bruto nationaal product meet vooral de productie in de vrije markt, maar wordt vaak gezien als een maatstaf van economisch welzijn’, aldus de onderzoekers. ‘Daardoor krijg je misleidende informatie over hoe het met de mensen gaat, wat tot verkeerde beleidsbeslissingen leidt.’ ‘Aanvullende indicatoren moeten beter in kaart brengen hoe het milieu, werkomstandigheden, het onderwijs, de gezondheid, maatschappelijke ongelijkheden enzovoorts invloed hebben op het welzijn van mensen’, was de opdracht van het Élysée. Eén van hun eerste aanbevelingen is om niet meer met landelijke gemiddelden te werken, maar indicatoren uit te splitsen naar bijvoorbeeld inkomensklassen. Een landelijk inflatiecijfer over een jaar heeft volgens de economen weinig zeggingskracht. Inflatie kan voor de ene inkomensgroep in een jaar heel anders uitpakken dan voor een andere groep. Politici zijn ‘als een piloot zonder kompas’ als ze daarvan niet op de hoogte zijn en dreigen daardoor verkeerde beslissingen te nemen. Materiële rijkdom alleen schiet als indicator van welzijn tekort, staat in het tweede deel van het rapport, dat gaat over de ‘kwaliteit van leven’. Het is essentieel om ook te kijken naar het sterftecijfer, het opleidingsniveau en zelfs de mate van democratie, de (on)veiligheid en het gewicht van bewoners. De 22 onderzoekers beamen dat veel cijfers al bestaan. Maar ze worden nu nog nauwelijks meegenomen in macro-economische berekeningen van de welvaart. Ook de beleving van mensen zelf moet in kaart worden gebracht. ‘We moeten betrouwbare meetinstrumenten ontwikkelen om te kijken hoe tevreden mensen zijn over hun sociale relaties, hun politieke omgeving of hun veiligheid.’ In een laatste hoofdstuk gaat de Commissie Stiglitz in op het milieu. Ze bekritiseert de wildgroei aan criteria om te meten welke impact economische groei heeft op het milieu. In plaats daarvan kiest ze voor een ‘simpel’ criterium: duurzame groei zorgt ervoor dat toekomstige generaties over meer ‘bronnen’ beschikken dan de huidige. Bron: De Standaard online, zaterdag 12 september 2009
• Met welke elementen wordt er geen rekening gehouden bij het berekenen van de economische groei? Het welzijn: we moeten kijken naar de kwaliteit van het leven. We moeten meer rekening houden met milieu, werkomstandigheden, onderwijs, gezondheid en maatschappelijke ongelijkheden. • Wat is de link tussen welvaart en welzijn? Een hoge welvaart leidt niet noodzakelijk tot een beter welzijn. Het welzijn wordt immers niet enkel bepaald door materiële behoeftes, maar ook door immateriële behoeftes. Door de prestatiedruk hebben veel mensen voortdurend stress en geen tijd om te genieten van het leven. Over het algemeen is er een toename van het welzijn als iemand het gevoel heeft erop vooruit te gaan zonder dat daarvoor extra gebruik van de drie productiefactoren natuur, arbeid en kapitaal voor nodig is.
2. De HPI: een alternatieve meetlat voor de economie • Er bestaat een alternatieve manier om de economische groei te meten, namelijk de HPI. Waarvoor staat deze afkorting? Happy Planet Index • Hoe wordt de HPI berekend? welzijn x levensverwachting HPI ecologische voetafdruk • Welke factoren beïnvloeden de levensverwachting? Gezondheid van de bevolking, veiligheid, kloof tussen arm en rijk, oorlogen, financiële toestand van het land, gelijke kansen voor mannen en vrouwen.
3. Bezwaren tegen het BBP als welvaartsmeter Opdracht
Bekijk het filmpje ‘The story of stuff’ en zoek het verband tussen de boodschap van het filmpje en economische groei. Lees daarna onderstaand artikel.
8 op de 10 Vlamingen creëren nooit zwerfvuil, maar zien het wel anderen doen Uit een bevraging bij 1.100 Vlamingen, in opdracht van de Vlaamse overheid, blijkt dat zeven op de tien bezorgd zijn over het leefmilieu en de vervuiling, zo werd dinsdagmiddag in Zelzate gezegd bij de aftrap van de nieuwe zwerfvuilcampagne. Acht op de tien Vlamingen zeggen afval mee naar huis te nemen als er geen vuilnisbak in de buurt is. Driekwart ergert zich “mateloos” aan zwerfvuil en 83 procent vindt dat er strenger opgetreden moet worden. Vier op de vijf voelen zich veiliger in een nette omgeving. Campagnes blijken het meest succesvol als ze door de eigen straat, buurt of wijk georganiseerd worden. Een spoorwegterrein vol zwerfvuil langs de Zelzaatse Beneluxlaan werd dinsdagvoormiddag als winnaar van “De Afvalrace” opgeruimd door tientallen vrijwilligers. Vlaams milieuminister Joke Schauvliege (CD&V) stak het schoonmaakteam van het Radio 1-programma “Peeters & Pichal” een hand toe. De opruimactie was de start voor de nieuwe “Indevuilbakcampagne” van OVAM en Fost Plus, die de komende drie jaar op de actieve deelname van de Vlaming rekent. Op de website kan campagnemateriaal op maat aangepast worden.
Omdat uit onderzoek ook bleek dat deelnemen aan een campagne afhangt van de algemene teneur, werd gekozen voor de positieve slogan “Zwerfvuil is niet meer van deze tijd”. Daarmee wordt afgestapt van de aap met bananenschil of de kwal die vuilnis weggooit. Bron: De Standaard online, dinsdag 3 mei 2011
• Wat is zwerfvuil? Zwerfvuil is klein afval dat we vaak nonchalant en zonder erbij stil te staan op straat weggooien (sigarettenpeuken, kauwgom, blikjes, flesjes, tickets,…). Meestal gaan het om kleine hoeveelheden, maar met grote gevolgen op sociaal, economisch en ecologisch vlak. • Wat is het verband met economische groei en zwerfvuil? Door positieve economische groei, wordt er meer geconsumeerd en is er meer afval. Doordat er meer afval is, is er ook meer zwerfvuil.
4. Cradle to Cradle Opdracht
Hoe kunnen we afval vermijden? Bekijk het filmpje en los onderstaande vragen op. • Wat is de Cradle to Cradle gedachte? Produceren en consumeren zonder schade te berokkenen aan het milieu. Alle gebruikte materialen kunnen, na hun leven in het ene product, nuttig worden ingezet in een ander product. • De bureaustoel in het filmpje past binnen deze gedachte. Wat zijn de voordelen van de bureaustoel in het filmpje t.o.v. een gewone bureaustoel? - perfect uit elkaar te halen zodat je elk deel opnieuw kan hergebruiken - gemakkelijk in elkaar te steken en te assembleren - goedkoper en met meer winst - zonder toxische stoffen in de verschillende onderdelen • Onderstaande afbeeldingen verduidelijken het principe van Cradle to Cradle. Leg kort en beknopt uit naast elke afbeelding wat er aangetoond wordt. In plaats van te blijven produceren en het afval te beperken , proberen om het productieproces van in het begin beter aan te pakken. Een product zo ontwerpen dat het geen schade of afval veroorzaakt, niets gaat verloren.
De biologische kring kan rond raken in elk productieproces als we onze producten opbouwen uit grondstoffen die veilig, gezond en herbruikbaar zijn. Elke grondstof moet opnieuw in vraag worden gesteld. Er is een perfect gesloten biologische en technologische kring.
De technologische kring wordt ook gesloten want de producent kan elk deeltje opnieuw gaan gebruiken. Dit is geen recycling maar upcycling want het materiaal wordt twee maal gebruikt zonder verdere verwerking.
1. Het BBP als welvaartsindicator Opdracht
Lees onderstaand artikel en duid de elementen aan die aantonen dat het BNP geen goede welvaartsmeter is. Los daarna ook de vragen die onder de tekst staan op.
Groei is veel meer dan BNP PARIJS - Welvaart wordt meer bepaald door huishoudens dan door de klassieke economie. En welzijn is meer dan materiële rijkdom. Mensen staan in de file. Ze ‘produceren’ dan niets, worden er niet gelukkig van, maar consumeren wel (benzine), wat bijdraagt aan de economische groei, dus ook aan de welvaart. Huisvrouwen worden niet ‘meegerekend’ in de economische groei. Maar als een gezin een huishoudster inhuurt, die hetzelfde doet als de huisvrouw, dan zorgt dat weer wel voor groei en een toename van het bruto nationaal product. Is dat terecht? Nee, zegt een team van 22 economen, onder wie vijf Nobelprijswinnaars, dat zich heeft gebogen over één van de wezensvragen van de economie: hoe meet je (economische) welvaart? ‘Het bruto nationaal product meet vooral de productie in de vrije markt, maar wordt vaak gezien als een maatstaf van economisch welzijn’, aldus de onderzoekers. ‘Daardoor krijg je misleidende informatie over hoe het met de mensen gaat, wat tot verkeerde beleidsbeslissingen leidt.’ ‘Aanvullende indicatoren moeten beter in kaart brengen hoe het milieu, werkomstandigheden, het onderwijs, de gezondheid, maatschappelijke ongelijkheden enzovoorts invloed hebben op het welzijn van mensen’, was de opdracht van het Élysée. Eén van hun eerste aanbevelingen is om niet meer met landelijke gemiddelden te werken, maar indicatoren uit te splitsen naar bijvoorbeeld inkomensklassen. Een landelijk inflatiecijfer over een jaar heeft volgens de economen weinig zeggingskracht. Inflatie kan voor de ene inkomensgroep in een jaar heel anders uitpakken dan voor een andere groep. Politici zijn ‘als een piloot zonder kompas’ als ze daarvan niet op de hoogte zijn en dreigen daardoor verkeerde beslissingen te nemen. Materiële rijkdom alleen schiet als indicator van welzijn tekort, staat in het tweede deel van het rapport, dat gaat over de ‘kwaliteit van leven’. Het is essentieel om ook te kijken naar het sterftecijfer, het opleidingsniveau en zelfs de mate van democratie, de (on)veiligheid en het gewicht van bewoners. De 22 onderzoekers beamen dat veel cijfers al bestaan. Maar ze worden nu nog nauwelijks meegenomen in macro-economische berekeningen van de welvaart. Ook de beleving van mensen zelf moet in kaart worden gebracht. ‘We moeten betrouwbare meetinstrumenten ontwikkelen om te kijken hoe tevreden mensen zijn over hun sociale relaties, hun politieke omgeving of hun veiligheid.’ In een laatste hoofdstuk gaat de Commissie Stiglitz in op het milieu. Ze bekritiseert de wildgroei aan criteria om te meten welke impact economische groei heeft op het milieu. In plaats daarvan kiest ze voor een ‘simpel’ criterium: duurzame groei zorgt ervoor dat toekomstige generaties over meer ‘bronnen’ beschikken dan de huidige. Bron: De Standaard online, zaterdag 12 september 2009
• Met welke elementen wordt er geen rekening gehouden bij het berekenen van de economische groei? ............................................................................................................................................................ • Wat is de link tussen welvaart en welzijn? ............................................................................................................................................................ ............................................................................................................................................................
2. De HPI: een alternatieve meetlat voor de economie • Er bestaat een alternatieve manier om de economische groei te meten, namelijk de HPI. Waarvoor staat deze afkorting? ............................................................................................................................................................ • Hoe wordt de HPI berekend? ............................................................................................................................................................ • Welke factoren beïnvloeden de levensverwachting? ............................................................................................................................................................
3. Bezwaren tegen het BBP als welvaartsmeter Opdracht
Bekijk het filmpje ‘The story of stuff’ en zoek het verband tussen de boodschap van het filmpje en economische groei. Lees daarna onderstaand artikel.
8 op de 10 Vlamingen creëren nooit zwerfvuil, maar zien het wel anderen doen Uit een bevraging bij 1.100 Vlamingen, in opdracht van de Vlaamse overheid, blijkt dat zeven op de tien bezorgd zijn over het leefmilieu en de vervuiling, zo werd dinsdagmiddag in Zelzate gezegd bij de aftrap van de nieuwe zwerfvuilcampagne. Acht op de tien Vlamingen zeggen afval mee naar huis te nemen als er geen vuilnisbak in de buurt is. Driekwart ergert zich “mateloos” aan zwerfvuil en 83 procent vindt dat er strenger opgetreden moet worden. Vier op de vijf voelen zich veiliger in een nette omgeving. Campagnes blijken het meest succesvol als ze door de eigen straat, buurt of wijk georganiseerd worden. Een spoorwegterrein vol zwerfvuil langs de Zelzaatse Beneluxlaan werd dinsdagvoormiddag als winnaar van “De Afvalrace” opgeruimd door tientallen vrijwilligers. Vlaams milieuminister Joke Schauvliege (CD&V) stak het schoonmaakteam van het Radio 1-programma “Peeters & Pichal” een hand toe. De opruimactie was de start voor de nieuwe “Indevuilbakcampagne” van OVAM en Fost Plus, die de komende drie jaar op de actieve deelname van de Vlaming rekent. Op de website kan campagnemateriaal op maat aangepast worden.
Omdat uit onderzoek ook bleek dat deelnemen aan een campagne afhangt van de algemene teneur, werd gekozen voor de positieve slogan “Zwerfvuil is niet meer van deze tijd”. Daarmee wordt afgestapt van de aap met bananenschil of de kwal die vuilnis weggooit. Bron: De Standaard online, dinsdag 3 mei 2011
• Wat is zwerfvuil? ............................................................................................................................................................ ............................................................................................................................................................ • Wat is het verband met economische groei en zwerfvuil? ............................................................................................................................................................ ............................................................................................................................................................
4. Cradle to Cradle Opdracht
Hoe kunnen we afval vermijden? Bekijk het filmpje en los onderstaande vragen op. • Wat is de Cradle to Cradle gedachte? ............................................................................................................................................................ ............................................................................................................................................................ • De bureaustoel in het filmpje past binnen deze gedachte. Wat zijn de voordelen van de bureaustoel in het filmpje t.o.v. een gewone bureaustoel? ............................................................................................................................................................ ............................................................................................................................................................ ............................................................................................................................................................ ............................................................................................................................................................ • Onderstaande afbeeldingen verduidelijken het principe van Cradle to Cradle. Leg kort en beknopt uit naast elke afbeelding wat er aangetoond wordt. ............................................................................................................................................................ ............................................................................................................................................................ ............................................................................................................................................................ ............................................................................................................................................................ ............................................................................................................................................................
............................................................................................................................................................ ............................................................................................................................................................ ............................................................................................................................................................ ............................................................................................................................................................ ............................................................................................................................................................ ............................................................................................................................................................ ............................................................................................................................................................ ............................................................................................................................................................ ............................................................................................................................................................ ............................................................................................................................................................