Scheepvaartcontrole City atrium Vooruitgangstraat 56 1210 Brussel
ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET – 22 november 2008 Opmerking:
De vermelding “CEVNI” heeft betrekking op de Europese reglementering en correspondeert met het APSB – Algemeen Politiereglement voor de Scheepvaart op de Binnenwateren. De vermelding “SIGNI” heeft betrekking op de Europese voorschriften voor signalisatie op de scheepvaartwegen.
1. Wat is de betekenis van dit verkeersbord? (CEVNI) A. B. C.
waterskiën verboden opgelet voor waterskiërs waterskiën toegestaan
2. Wat is de betekenis van dit verkeersbord? (CEVNI) A. tegemoetkomend verkeer heeft geen voorrang B. begin van riviervak waarop verkeer in beide richtingen mogelijk is C. verplichting om de stuurboordzijde van de vaargeul te houden
3. Het bord
(CEVNI) heeft dezelfde betekenis als de lichtencombinatie :
4. Wat is de betekenis van dit verkeersbord? (CEVNI) A. gevaar voor schepen uit tegenovergestelde richting B. u nadert een splitsing van de scheepvaartweg C. verplichting om bijzonder op te letten
5. Wat betekent het volgende verkeersbord? (CEVNI) A. verbod te ontmoeten en voorbij te lopen B. verboden voor het verkeer uit alle richtingen C. verboden te keren
www.mobilit.fgov.be
Examen stuurbrevet – 22.11.2008
2
6. Schip X loopt het kleine motorschip Y op. Schip Z is een tegenligger. Indien de drie schepen hun koers en snelheid aanhouden is de kans groot dat ze alle drie tegelijkertijd passeren en daarvoor is er te weinig ruimte. X en Z zijn grote schepen. Wat dient er in de gegeven situatie te gebeuren? (CEVNI) A. B. C.
schip X moet vaart minderen en achter schip Y blijven tot schip Z gepasseerd is schip Y moet vaart vermeerderen om tijdig schip Z gepasseerd te zijn, nog voordat schip X schip Y voorbijloopt schip Z moet voldoende vaart minderen om schip X de gelegenheid tot voorbijlopen te geven
7. De vrije zijde van een beperkt manoeuvreerbaar schip wordt overdag aangeduid met: (CEVNI)
A. twee groene ruiten
B. twee zwarte ruiten
C. twee rode ruiten
8. Dit zijn de lichten van: (CEVNI) A. B. C.
een vrij varende veerpont (achterzicht) een schip dat mijnen opruimt (achterzicht) een groot gesleept schip (achterzicht)
9. ’s Nachts ziet u een schip dat de volgende witte lichten toont (CEVNI). Dit is: A. B. C.
achteraanzicht van een gekoppeld samenstel vooraanzicht van een duwstel achteraanzicht van een duwstel
10. Welke tekens hebben als betekenis: “aanbeveling binnen de aangegeven begrenzing te varen”? (CEVNI)
11. Een klein motorschip en een kleine roeiboot volgen kruisende koersen. Geen van beide schepen volgt stuurboordwal. A. B. C.
het schip dat het andere aan stuurboordzijde heeft, wijkt uit de roeiboot wijkt uit voor motorschip het motorschip wijkt voor de roeiboot
www.mobilit.fgov.be
Examen stuurbrevet – 22.11.2008
3
12. Een klein zeilschip dat een ander klein zeilschip oploopt moet dit zo mogelijk doen: (CEVNI) A. B. C.
aan lijzijde van de opgelopene aan loefzijde van de opgelopene aan bakboordzijde van de opgelopene
13. Bij welke kardinale markering hoort het wit licht met karakter Q (3) 10 s? (SIGNI) A. B. C.
noord oost west
14. U vaart stroomafwaarts. U ziet een stompe rode boei. Om in de vaargeul te blijven moet u de boei: (SIGNI) A. B. C.
aan stuurboord houden aan bakboord houden onverschillig aan stuurboord of bakboord houden
15. U moet er altijd voor zorgen niet in de “dode hoek” van een oplopende vrachtvaarder te raken. Dit doet u door: A. B. C.
het regelmatig geven van seinen in het midden van het vaarwater te blijven varen regelmatig achterom kijken en zoveel mogelijk te zorgen dat u de stuurhut van de vrachtvaarder ziet
16. Wat betekent het geluidssein: 3 lange stoten? (CEVNI) A. B. C.
ik ga oversteken ik sla achteruit ik kan niet manoeuvreren
17. Wat betekent het geluidssein “twee lange stoten gevolgd door één korte stoot”? (CEVNI) A. B. C.
ik wil keren naar bakboord ik wil u aan stuurboord voorbijlopen ik wil u aan bakboord voorbijlopen
18. Er dreigt gevaar voor aanvaring. Dit moet zo nodig kenbaar gemaakt worden door een: (CEVNI) A. B. C.
reeks afwisselend lange en korte stoten reeks lange stoten reeks zeer korte stoten
19. Wat zijn D-branden? A. B. C.
metaalbranden branden in of nabij elektrische apparatuur vloeistofbranden
www.mobilit.fgov.be
Examen stuurbrevet – 22.11.2008
4
20. Het hoogste punt van het schip moet hoeveel centimeter lager zijn dan de vrije hoogte onder een brug (Algemeen Scheepvaartreglement): A. B. C.
20 cm 25 cm 30 cm
www.mobilit.fgov.be
Examen stuurbrevet – 22.11.2008
5
BIJKOMENDE VRAGEN TOT HET BEKOMEN VAN HET ALGEMEEN STUURBREVET INTERNATIONALE BEPALINGEN TER VOORKOMING VAN AANVARINGEN OP ZEE 21. U hoort tijdens beperkt zicht het geluidssein twee korte stoten). Dit kan zijn een : A. B. C.
(één lange stoot gevolgd door
schip dat gesleept wordt schip dat loodsdienst verricht zeilschip
22. Een werktuiglijk voortbewogen zeeschip volgt een nauw vaarwater. Dit zeeschip kan alleen in dit vaarwater veilig varen. Van stuurboord nadert een zeilschip dat het nauwe vaarwater wenst te kruisen. Er dreigt gevaar voor aanvaring te ontstaan. Wie moet in eerste instantie wat doen ? A. B. C.
beide schepen moeten naar stuurboord uitwijken het zeilschip neemt tijdig maatregelen teneinde de doorvaart van het werktuiglijk voortbewogen zeeschip niet te belemmeren het werktuiglijk voortbewogen zeeschip moet uitwijken
23. Een schip dat gesleept wordt, moet ’s nachts voeren: A. B. C.
een rondom schijnend wit licht een rondom schijnend wit licht en een heklicht zijlichten (= boordlichten) en een heklicht
24. Er kan afgeweken worden van de internationale bepalingen ter voorkoming van aanvaringen op zee: A. B. C.
in geen geval in geval van onmiddellijk gevaar tijdens de dag, wanneer het zicht niet beperkt is
25. Een schip voert als dagmerk een cilinder. Dit is een: A. B. C.
loodsvaartuig vissersvaartuig (niet treilvisserij) schip dat door zijn diepgang beperkt is in zijn manoeuvreerbaarheid
26. Twee zeilvaartuigen naderen elkaar, zodanig dat er gevaar voor aanvaring bestaat. Welk van beide vaartuigen moet uitwijken, indien beide over dezelfde boeg liggen: A. B. C.
het loefwaarts vaartuig wijkt voor het lijwaartse het lijwaartse vaartuig wijkt voor het loefwaartse beide vaartuigen moeten uitwijken
www.mobilit.fgov.be
Examen stuurbrevet – 22.11.2008
6
SCHEEPVAARTREGLEMENT BENEDEN ZEESCHELDE
27. Wat betekent de uitdrukking “kop vóór nemen”? A. B. C.
bij het uitvaren van een haven de koers veranderen in de richting van de vaargeul de vaarrichting van een schip veranderen van tegenstroom naar vóór stroom varen in de richting van de diepste plaats van de vaargeul
28. Een schip belast met een bijzondere politieopdracht voert als bijkomend licht: A. B. C.
een wit flikkerlicht een blauw flikkerlicht een oranje flikkerlicht
POLITIEREGLEMENT BENEDEN ZEESCHELDE 29. De nationale vlag: A. B. C.
moet verplicht overdag gevoerd worden door alle schepen moet verplicht gevoerd worden op verzoek van de met de politie te water belaste overheid van de federale politie moet slechts op de wettige feestdagen gevoerd worden
30. Is waterskiën toegestaan in de vaargeul van de Beneden-Zeeschelde? A. B. C.
ja neen enkel tijdens het weekeinde
www.mobilit.fgov.be
Examen stuurbrevet – 22.11.2008
7
1
A
B
C
11
A
B
C
21
A
B
C
2
A
B
C
12
A
B
C
22
A
B
C
3
A
B
C
13
A
B
C
23
A
B
C
4
A
B
C
14
A
B
C
24
A
B
C
5
A
B
C
15
A
B
C
25
A
B
C
6
A
B
C
16
A
B
C
26
A
B
C
7
A
B
C
17
A
B
C
27
A
B
C
8
A
B
C
18
A
B
C
28
A
B
C
9
A
B
C
19
A
B
C
29
A
B
C
10
A
B
C
20
A
B
C
30
A
B
C
www.mobilit.fgov.be