Algemeen ambtsbericht Sudan Juni 2011
Directie Consulaire Zaken en Migratiebeleid Afdeling Asiel, Hervestiging en Terugkeer
Inhoudsopgave
Pagina
1
Inleiding
4
2 2.1 2.1.1 2.1.2 2.1.3 2.1.4 2.1.5 2.1.6 2.2 2.2.1 2.2.2 2.2.3 2.2.4 2.2.5 2.3 2.3.1 2.3.2 2.3.3
Landeninformatie Land en volk Ligging en klimaat Bevolking Talen Godsdienst Namen Geschiedenis Politieke ontwikkelingen Nationale ontwikkelingen (Noord- en Zuid-Sudan) Darfur Zuid-Sudan Vredesmissies Buitenlandse betrekkingen Veiligheidssituatie Noord-Sudan (exclusief Darfur) Darfur Zuid-Sudan
5 5 5 5 6 6 7 8 17 17 25 29 32 34 37 37 39 44
3 3.1 3.1.1 3.1.2 3.2 3.3 3.3.1 3.3.2 3.3.3 3.3.4 3.3.5 3.3.6 3.3.7 3.3.8 3.3.9 3.3.10 3.3.11 3.3.12 3.4 3.4.1 3.4.2 3.4.3 3.4.4
Mensenrechten Juridische context Verdragen en Protocollen Nationale wetgeving Toezicht Naleving en schendingen Vrijheid van meningsuiting Vrijheid van vereniging en vergadering Vrijheid van godsdienst Bewegingsvrijheid Rechtsgang Arrestaties en detenties Mishandeling en foltering Verdwijningen Buitengerechtelijke executies en moorden Doodstraf Slavernij en ontvoeringen Mensenhandel Positie van bijzondere groepen Dienstplichtigen en militairen Vrouwen Minderjarigen Homoseksuelen
51 51 51 52 52 56 56 61 65 66 72 77 80 81 81 81 83 84 85 85 86 91 95
4 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5
Migratie Binnenlandse ontheemden Sudanese vluchtelingen in de regio Vluchtelingen in Sudan Activiteiten van internationale organisaties Positie UNHCR
97 97 103 105 106 106
Bijlage(n)
108
I
Kaart van Sudan
108
II
Literatuurlijst
109
III
Oppositionele partijen/groeperingen/milities
115
IV
Artikelen 10 t/m 15 van de Sudanese Nationaliteitswet (betreft verlies en ontneming van nationaliteit)
119
Afkortingen
121
V
Algemeen Ambtsbericht Sudan| juni 2011
1
Inleiding In dit algemeen ambtsbericht wordt de situatie in Sudan beschreven voor zover deze van belang is voor de beoordeling van asielverzoeken van personen die afkomstig zijn uit Sudan en voor besluitvorming over de terugkeer van afgewezen Sudanese asielzoekers. Dit ambtsbericht is een actualisering van eerdere ambtsberichten over de situatie in Sudan: het laatste algemeen ambtsbericht Sudan is uitgebracht in mei 2010. Het algemeen ambtsbericht beslaat de periode van mei 2010 tot medio april 2011. Dit ambtsbericht is gebaseerd op informatie uit openbare en vertrouwelijke bronnen. Bij de opstelling is gebruik gemaakt van informatie van verschillende organisaties van de Verenigde Naties (VN) en niet-gouvernementele organisaties (NGO’s), vakliteratuur en berichtgeving in de media. Een overzicht van de geraadpleegde openbare bronnen is opgenomen in de literatuurlijst. Bovendien liggen vertrouwelijke rapportages van de Nederlandse vertegenwoordigingen in de regio aan dit algemeen ambtsbericht ten grondslag. In het ambtsbericht wordt veelvuldig verwezen naar geraadpleegde openbare bronnen. Daar waar openbare bronnen zijn vermeld, wordt de tekst in veel gevallen ook ondersteund door informatie die op vertrouwelijke basis is ingewonnen. In hoofdstuk twee wordt ingegaan op recente ontwikkelingen op het gebied van politiek en veiligheid. Deze beschrijving wordt voorafgegaan door een beknopt overzicht van de recente geschiedenis van Sudan. Ook is een korte passage over de geografie en de bevolking van Sudan opgenomen. In hoofdstuk drie wordt de mensenrechtensituatie in Sudan geschetst. Na een beschrijving van wettelijke garanties en internationale verdragen waarbij Sudan partij is, komen de mogelijkheden van toezicht op de naleving van de mensenrechten aan de orde. Daarna volgt een beschrijving van de naleving dan wel schending van een aantal klassieke mensenrechten. Ten slotte wordt de positie van specifieke groepen, waaronder minderjarigen, belicht. In hoofdstuk vier komen de opvang van binnenlandse ontheemden, vluchtelingen in de regio en activiteiten van internationale organisaties, alsmede de positie van de United Nations High Commissioner for Refugees (UNHCR) aan de orde. Ten slotte zijn bij het algemeen ambtsbericht een aantal bijlagen gevoegd.
4
Algemeen Ambtsbericht Sudan| juni 2011
2
Landeninformatie
2.1
Land en volk
2.1.1
Ligging en klimaat De Republiek Sudan ligt in noordelijk Afrika, grenzend aan de Rode Zee met een kustlijn van 853 km. De buurlanden zijn de Centraal-Afrikaanse Republiek (CAR), Tsjaad, de Democratische Republiek Congo (DRC), Uganda, Kenia, Ethiopië, Eritrea, Egypte en Libië. Het land heeft een oppervlakte van 2.505.810 vierkante kilometer en is daarmee het grootste land van Afrika.
2.1.2
Bevolking Volgens de meest recente volkstelling (2008) heeft Sudan een inwonertal van ruim 39 miljoen, waarvan 23,5 miljoen in Noord-Sudan (exclusief Darfur), 7,5 miljoen in Darfur en ruim 8 miljoen in Zuid-Sudan. De bevolking kan worden ingedeeld in circa 600 stammen. Noord-Sudan In Noord-Sudan mengden Arabische stammen zich vanaf de zevende eeuw met de reeds in het gebied woonachtige Afrikaanse volken. Onder meer door onderlinge huwelijken vond op grote schaal arabisering en islamisering plaats van de noordelijke Afrikaanse volken. De voornaamste Afrikaanse (niet-Arabische maar wel grotendeels islamitische) stammen en bevolkingsgroepen in Noord-Sudan zijn de Beja, de Fur, de Nubiërs en volkeren die tegenwoordig gezamenlijk tot de Nuba1 gerekend worden. De voornaamste niet-Arabische bevolkingsgroepen in het westen van NoordSudan, Darfur, zijn: de Fur (waaronder: Keira, Kunjara), Zaghawa (waaronder: Tuer, Galla, Kabja, Bedeyat), Meidob, Massaleit, Dajo, Berti, Kanein, Birgid, Beigo, Erenga, Fellata2 (waaronder: Hausa, Fulani en Um Bororo), Fertit (waaronder: Kara, Binga), Mima, Bargo, Barno, Gimir, Tama, Mararit, Jebel, Sambat en Tunjur.3
1
De Nuba zien zichzelf als één van de oudste inheemse bevolkingsgroepen van Sudan, afstammend van de Nubiërs. Zij zien zichzelf niet zozeer als Noord- of Zuid-Sudanees. De Nuba zijn deels moslim en deels christelijk.
2
Deze stam wordt zowel onder Arabische als niet-Arabische stammen ingedeeld.
3
Dr. James Brown (HTSPE), Conflict in Darfur, A Different Perspective, juni 2004; Waal, Alex de, Who are the Darfurians? Arab and African Identities, Violence and External Engagement, 2005; MacMichael, A History of the Arabs in the Sudan, 1922; Yusuf Fadl Hasan, Sudan in Africa, 1968; Olson, James, The Peoples of Africa: An ethnohistorical dictionary, 1996.
5
Algemeen Ambtsbericht Sudan| juni 2011
De Baggara, ook wel bekend als Shuwa-Arabieren, is één van de voornaamste Arabische stammen in Darfur. De Baggara bestaat onder andere uit: de Rizeigat (waaronder: Shattiyya, Huttiya, Mohameed, Etefat, Nawaiba Umm Jalul en Mahriya), Mohameed (waaronder: Etefat en Ma’aliyah), Habania, Beni Hussein, Zeiyadiya, Beni Helba, Ta’aisha, Khuzam, Khawabeer, Beni Jarrar en Djawama.4 Andere Arabische stammen zijn: de Hawazma, Misseriya en Humur. Zuid-Sudan In Zuid-Sudan leven enkele tientallen, overwegend Afrikaanse, stammen, waarvan de Dinka en de Nuer de omvangrijkste zijn. Ook deze stammen kunnen weer worden onderverdeeld in verschillende substammen zoals de Dinka Ngok en de Dinka Bor. Andere stammen in Zuid-Sudan zijn onder meer de Shilluk, Acholi, Annuak, Bari, Murle, Balanda, Baka, Mundari, Toposa, Moro, Jikany en de Pojullu.5
2.1.3
Talen Vanwege de grote verscheidenheid aan etnische groepen is het aantal talen dat in Sudan wordt gesproken meer dan 100.6 De interim-grondwet bepaalt dat alle inheemse talen van Sudan als nationale talen worden aangemerkt, waarbij wordt opgemerkt dat Arabisch de meest gesproken nationale taal in Sudan is. De interimgrondwet bepaalt ook dat in contacten met overheidsinstanties zowel het Arabisch als het Engels aangemerkt worden als officiële taal. Als moedertaal spreken Sudanezen de taal van hun etnische groep. Degenen die een andere taal dan Arabisch als moedertaal hebben, beheersen in de regel een vorm van Arabisch als tweede taal.
2.1.4
Godsdienst Naar schatting 60 tot 70% van de bevolking van Sudan is moslim. Het merendeel van de moslims woont in Noord-Sudan, waar zij naar schatting 80 tot 90% van de bevolking vormen. Naar schatting 5 tot 10% van de bevolking van Sudan is christen. Christenen wonen met name in Khartoum, Nuba Mountains en ZuidSudan. Naar schatting 25 tot 35% van de bevolking van Sudan is aanhanger van het animisme of een mengeling van animisme met islam of christendom. In Zuid-
4
Dr. James Brown (HTSPE), Conflict in Darfur, A Different Perspective, juni 2004; Waal, Alex de, Who are the Darfurians? Arab and African Identities, Violence and External Engagement, 2005; MacMichael, A History of the Arabs in the Sudan, 1922; Yusuf Fadl Hasan, Sudan in Africa, 1968; Olson, James, The Peoples of Africa: An ethnohistorical dictionary, 1996.
5
http://www.gurtong.org/people.asp, laatst geraadpleegd op 19.01.2011.
6
In de 16e editie van de Ethonologue wordt een aantal van 133 ‘levende talen’ genoemd. Zie http://www.ethnologue.com/show_country.asp?name=SD, laatst geraadpleegd op 31.01.2011.
6
Algemeen Ambtsbericht Sudan| juni 2011
Sudan is de grote meerderheid van de bevolking animistisch of christelijk en is een kleine minderheid van de bevolking moslim. 7
2.1.5
Namen Voor de noteringswijze van Sudanese namen die door de overheid gehanteerd wordt, kan uitgegaan worden van de nationale identiteitskaart en het nationaliteitscertificaat. De noteringswijze van namen is voor beide documenten hetzelfde.8 Namenreeks van vaderszijde De namenreeks van vaderszijde is als volgt opgebouwd: naam van betrokkene, naam van de vader, naam van de grootvader en eventueel de naam van de overgrootvader. Namenreeks van moederszijde Omdat namen veelvoorkomend kunnen zijn, gaan de Sudanese autoriteiten geleidelijk over op een uitgebreider noteringssysteem waarbij ook de namenreeks van moederszijde wordt opgeschreven, te weten de naam van de moeder, naam van de vader van de moeder, naam van de grootvader van de moeder en eventueel de naam van de overgrootvader van de moeder. Bijnaam (roepnaam) De Sudanese bijnaam is enigszins vergelijkbaar met de Nederlandse roepnaam. Familienamen (geslachtsnamen) Geslachtsnamen zoals die gangbaar zijn in Nederland, zijn in Sudan zeldzaam. Niettemin circuleert er een beperkt aantal familienamen, zoals Mahdi, Mirghani en Al-'Attabani. Het betreft doorgaans oude en bekende families. Christelijke namen - kerkelijke registratie van namen Zuid-Sudanezen die zijn bekeerd tot het christendom, krijgen een christelijke naam die naast de traditionele naam kan worden gebruikt. De naam Lam wordt dan uitgebreid tot bijvoorbeeld John Lam. Voor de Sudanese autoriteiten worden beide als eerste deel van de namenreeks beschouwd (naam van betrokkene). Een namenreeks wordt dan bijvoorbeeld John Lam (1e deel) Akol (2e deel) Madiot (3e deel). De katholieke kerk in Sudan heeft een register van huwelijksaktes. Dit huwelijksregister bevestigt dat Sudanezen inderdaad namenreeksen hanteren. 7
US DoS, Sudan - International Religious Freedom Report 2010 - Sudan, 17.11.2010; CIA, The World Factbook.
8
Voor informatie over nationale identiteitskaart en nationaliteitscertificaat zie §3.3.4.
7
Algemeen Ambtsbericht Sudan| juni 2011
Niettemin komt het een enkele keer voor dat de namenreeks slechts twee generaties (naam van betrokkene en van de vader) vermeldt in plaats van drie (betrokkene, vader en grootvader). Huwelijk Vrouwen nemen niet de namenreeks over van hun echtgenoot. Eventueel zou een vrouw wel een bijnaam kunnen vermelden bij haar registratie. Vrouwen blijven tijdens hun huwelijk hun eigen namenreeks (van vaderszijde) gebruiken. Niettemin kunnen er op deze regel uitzonderingen zijn. Gebruik van namen in het dagelijks leven In Noord-Sudan is de algemene regel dat men een namenreeks (van vaderszijde) gebruikt van drie, mogelijk vier generaties. Van inwoners van Darfur is bekend dat sommigen refereren aan hun stamnaam of drie namen voor één generatie gebruiken. 9 In Zuid-Sudan komen namenreeksen van drie of vier generaties eveneens voor, maar ook andere varianten van naamgeving zijn gangbaar.
2.1.6
Geschiedenis Vanaf de eerste helft van de 19e eeuw tot 1885 stond Sudan onder TurksEgyptisch bewind. Tussen 1885 en 1898 was Sudan een islamitische staat. In de periode vanaf 1898 tot aan de onafhankelijkheid in 1956 stond Sudan onder Egyptisch-Brits gezag. Burgeroorlog tussen Noord- en Zuid-Sudan (1956-2005) Van 1956 tot 1972 en van 1983 tot 2005 was Sudan verwikkeld in een burgeroorlog. Deze burgeroorlog had politiek-economische, religieuze en culturele oorzaken en speelde zich af op de scheidslijn van de Arabische wereld en SubSahara Afrika. Het land was verdeeld in een islamitisch Noorden, grotendeels beheerst door de Sudanese overheid en een voornamelijk christelijk/animistisch Zuiden, vooral in handen van de rebellenbeweging Sudan People’s Liberation Movement/Army (SPLM/A). Het regeringsleger werd ondersteund door troepen van de Popular Defence Forces (PDF)10. Daarnaast maakte het leger gebruik van verschillende milities, waaronder de South Sudan Defense Forces (SSDF) onder leiding van Paulino Matip, de South Sudan Independence Movement (SSIM/A)
9
Een voorbeeld van een stamnaam is Muhammad Beni Halba. In dit geval is Muhammad de gegeven naam en Beni Halba de stamnaam. Volledigheidshalve dient te worden opgemerkt dat men soms refereert aan een dorp, een streek of een waardevol voorwerp (bijvoorbeeld een steen) in plaats van een stam. Ingeval betrokkene de namenreeks A-B-C-D opgeeft en de generatie van zijn vader kent drie namen dan betekent dit dat B-C-D betrekking heeft op de drie namen van de generatie van zijn vader.
10
De Popular Defence Forces is een volksmilitie van ongeveer 15.000 actieve manschappen en ongeveer 85.000 ‘reservisten’, opgericht in 1989 door de regering in Khartoum om het leger in noodsituaties te assisteren.
8
Algemeen Ambtsbericht Sudan| juni 2011
van Peter Gadet en de Murahileen.11 De SPLM/A werkte eveneens samen met verschillende milities. De frontlinie lag in het grensgebied, waar de Misseriya als proxy forces vochten voor het regeringsleger en de Dinka, grote aantallen Nuba en zuidelijke stammen in Blue Nile als proxy forces vochten voor de SPLM/A. Het conflict tussen de regering en de SPLM/A werd verder gecompliceerd door lokale en tribale conflicten. Vooral de tegenstelling tussen de Dinka en de Nuer leidde tot spanningen binnen de SPLM/A, met als dieptepunt de slachting van honderden Dinka’s door Riak Machars Nuer-troepen in 1991 in Bor en de daaropvolgende hongerdood van bijna 15.000 inwoners van het gebied. Ten slotte speelde de vondst en exploitatie van olie in Zuid-Sudan in het conflict een belangrijke rol en leidde tot de ontheemding van gemeenschappen in ZuidSudan.12 Comprehensive Peace Agreement (CPA) Op 9 januari 2005 sloten de noordelijke regeringspartij National Congress Party (NCP) onder leiding van president Omar Al Bashir, die in 1989 middels een militaire coup de macht greep, en de SPLM/A13 een alomvattend vredesakkoord, het Comprehensive Peace Agreement (CPA). Het CPA voorzag in een regering van Nationale Eenheid, waarin zowel Noord- als Zuid-Sudan vertegenwoordigd zijn, alsmede in een semi-autonome regering voor Zuid-Sudan. 14 Verder waren de voornaamste punten uit het akkoord: 1) geen toepassing van de Sudanese grondwet, die gebaseerd is op de sharia, in Zuid-Sudan; 2) nationale verkiezingen na vier jaar; 3) een periode van zes en een half jaar zelfbeschikkingsrecht voor ZuidSudan (tot 2011), waarna de Zuid-Sudanezen middels een referendum kunnen kiezen voor voortzetting van de eenheid van Sudan of voor onafhankelijkheid; 4) verdeling van de opbrengst van de oliewinning. 15 11
Groepen mannen te paard die van oudsher als gevechtseenheid optreden ter bescherming van hun stam. De Sudanese regering heeft deze gevechtseenheden van met name Arabische stammen bewapend en ingezet in de strijd tegen de rebellen.
12
Zie bijvoorbeeld Human Rights Watch: Sudan, oil and human rights, 2003 en IKV Pax Christi, Sudan. Whose Oil? Sudan’s Oil Industry. Facts and Analysis, april 2008.
13
Sinds de ondertekening van het CPA wordt een duidelijk onderscheid gemaakt tussen de politieke vleugel van de rebellenbeweging, de SPLM en de militaire tak, het SPLA. In oktober 2008 werd het SPLA officieel losgekoppeld van de SPLM.
14
In overeenstemming met het CPA werden 234 van de 450 zetels van het nationale parlement toegekend aan de NCP en 126 aan de SPLM. Noordelijke politieke partijen kregen in totaal 55 zetels en zuidelijke partijen kregen 27 zetels. Voorts werden acht zetels toegewezen aan individuele kandidaten. In het parlement van Zuid-Sudan kreeg de SPLM 110 van de 161 zetels, de NCP 25 en andere Zuid-Sudanese politieke partijen 26 zetels. UNMIS, The CPA Monitor, Monthly Report on the Implementation of the CPA, juni 2008.
15
De volledige tekst van het CPA is beschikbaar via: http://unmis.unmissions.org/Default.aspx?tabid=515.
9
Algemeen Ambtsbericht Sudan| juni 2011
Tevens voorzag het CPA in een interim-grondwet, die tot medio 2011 van kracht is. Voor drie gebieden (de regio Abyei en de deelstaten Zuid-Kordofan en Blue Nile) werden aparte protocollen opgesteld met aanvullende afspraken over machts- en welvaartsdeling en veiligheid.16 Op 9 juli 2005 werd Omar Al Bashir beëdigd als president van de regering van Nationale Eenheid en John Garang van de SPLM als eerste vice-president. Volgens hetzelfde decreet werd Garang tevens president van Zuid-Sudan. Garang kwam op 30 juli 2005 om het leven bij een helikopterongeluk en werd opgevolgd door Salva Kiir Mayardit. Riak Machar werd in juli 2005 benoemd tot vicepresident van Zuid-Sudan. Verkiezingen Van 11 tot en met 15 april 2010 werden in Sudan verkiezingen gehouden. De verkiezingen vonden plaats op zes verschillende niveaus: - nationale presidentsverkiezing; - presidentsverkiezing Zuid-Sudan; - gouverneursverkiezingen voor de 25 deelstaten; 17 - nationale parlementsverkiezingen; - parlementsverkiezingen Zuid-Sudan; - parlementsverkiezingen voor de 25 deelstaten. De verkiezingen voor het parlement en de gouverneur van Zuid-Kordofan werden uitgesteld tot na een nieuwe volkstelling. 18 In de aanloop naar de verkiezingen waren in heel Sudan leden van oppositiepartijen doelwit van intimidatie, arrestatie en detentie. In Darfur was er daarnaast sprake van intimidatie en bedreigingen door rebellen en beknotting van vrijheid van meningsuiting, vereniging en vergadering.19 Vlak voor de
16
In het CPA is vastgelegd dat de Dinka Ngok en andere inwoners van Abyei door middel van een referendum mogen kiezen of Abyei zijn speciale status in Noord-Sudan behoudt of onderdeel zal worden van Zuid-Sudan. Zuid-Kordofan en Blue Nile hebben ook een speciale status in het CPA. De bevolking mag zich via publieke consultaties uitspreken over de vraag of de regelingen en bepalingen van het CPA op het gebied van machts- en welvaartsdeling en veiligheid voor hen voldoen of aanpassing behoeven.
17
Zie voor een overzicht van de deelstaten §2.1.7 (Staatsinrichting).
18
Miraya FM, Elections in South Kordofan postponed until another census is conducted, 22.02.2010; Radio Dabanga, Extra seats for the South in assembly Sudan; local elections South Kordofan postponed, 22.02.2010; Sudan Tribune, Sudan board partially delays election in South Kordofan, 15.03.2010.
19
HRW, Sudan: Abuses undermine impending elections, 24.01.2010; UNSC, Report of the SecretaryGeneral on the Sudan, S/2010/168, 05.04.2010; HRW, Sudan: government repression threatens fair elections, 21.03.2010; UNSC, Report of the Secretary-General on the deployment of the African
10
Algemeen Ambtsbericht Sudan| juni 2011
verkiezingen trokken als protest SPLM-presidentskandidaat Yasir Arman en enkele onafhankelijke kandidaten zich terug uit de verkiezingsstrijd. De SPLM besloot zich in Noord-Sudan (behalve in Zuid-Kordofan en Blue Nile) terug te trekken uit de verkiezingsstrijd en ook noordelijk oppositiepartijen als de Sudanese Communist Party (SCP) en de Umma Party besloten tot een boycot van de verkiezingen. 20 De verkiezingen in Noord-Sudan (exclusief Darfur) verliepen zonder grote veiligheidsincidenten. In Darfur en in Zuid-Sudan verliepen de verkiezingen onrustig. 21 President Al Bashir won de nationale presidentsverkiezingen met ruim 68% van de stemmen. 22 In Zuid-Sudan won Salva Kiir de presidentsverkiezingen met bijna 93% van de stemmen. 23 Bij de verkiezingen voor het nationale parlement (National Assembly/450 zetels) won de NCP 319 zetels (72%). De SPLM won 99 zetels (22%). De overige zetels werden gewonnen door de Popular Congress Party, de Democratic Unionist Party, de Federal Umma Party, de National Umma Party, de Umma Reform and Development Party, de SPLMDemocratic Change (SPLM-DC), de Democratic Unionist Party-Original, de Muslim Brotherhood en drie onafhankelijke kandidaten. Bij de verkiezingen voor het Zuid-Sudanese parlement (Southern Sudan Legislative Assembly) won de SPLM 159 zetels (93%), de SPLM-DC won drie zetels en zeven zetels gingen naar onafhankelijke kandidaten.24 In Noord-Sudan won de NCP in alle deelstaten op één na de gouverneursverkiezingen. Alleen in Blue Nile behield de SPLM gouverneur zijn zetel. In Zuid-Sudan won de SPLM in alle deelstaten op één na de gouverneursverkiezingen. In West-Equatoria ging de gouverneurszetel naar een onafhankelijke kandidaat, Bangasi Joseph Bakosoro (voormalig SPLM).25 In een aantal deelstaten van Zuid-Sudan (Unity, Jonglei en Upper Nile) bleef het na de bekendmaking van de verkiezingsuitslag onrustig als gevolg van protesten en gewelddadigheden. 26 Union-United Nations Hybrid Operation in Darfur, S/2010/50, 29.01.2010; The Carter Center, Preliminary statement, 17.04.2010; HRW, Sudan: flawed elections underscore need for justice, 26.04.2010. 20
Global Insight, Sudanese candidate quits presidential race, paving way for incumbent, 01.04.2010; BBC News, Sudan opposition quits elections, 01.04.2010; Reuters, South Sudan party to boycott elections in the North, 06.04.2010; Reuters, Factbox- Which parties are planning to boycott Sudan vote?, 08.04.2010; Global Insight, Sudanese opposition parties to boycott elections, 02.04.2010.
21
The Carter Center, Preliminary statement, 17.04.2010; HRW, Sudan: flawed elections underscore need for justice, 26.04.2010.
22
Yassar Arman van de SPLM kreeg ondanks zijn terugtrekking nog bijna 22 % van de stemmen.
23
Salva Kiir’s belangrijkste rivaal Lam Akol (SPLM-Democratic Change) kreeg 7% van de stemmen.
24
UNSC, Report of the Secretary-General on the Sudan, S/2010/388, 19.07.2010.
25
UNSC, Report of the Secretary-General on the Sudan, S/2010/388, 19.07.2010.
26
Global Insight, Sudan election 2010: Opposition critical of South Sudanese presidential win, 28.04.2010; Sudan Tribune, Yambio celebrates Western Equatoria election result, 29.04.2010; UNSC, Report of the Secretary-General on the Sudan, S/2010/388, 19.07.2010. Zo braken in Bentiu, de hoofdstad van Unity, na de bekendmaking van de overwinning van de zittende SPLM-gouverneur
11
Algemeen Ambtsbericht Sudan| juni 2011
Nationale waarnemers uitten felle kritiek op het verloop van de verkiezingen. Zij stelden dat iedere stap in het verkiezingsproces grote gebreken vertoonde (van technische tekortkomingen tot intimidatie en bedreigingen), en daarmee de weg plaveide voor corruptie en fraude op grote schaal.27 Human Rights Watch concludeerde dat de legitimiteit van de verkiezingen werd ondergraven door de vele tekortkomingen en schendingen van mensenrechten, waaronder omvangrijke intimidatie, arrestaties en geweld. 28 De regionale Inter-Gouvernementele Autoriteit voor Ontwikkeling (IGAD) was de enige organisatie die de verkiezingen geloofwaardig noemde. 29 Volgens het Carter Center en de Europese Unie waren de verkiezingen niet in overeenstemming met internationale standaarden. 30 De Europese Unie constateerde vele tekortkomingen, waaronder restrictieve wetgeving, gebrek aan transparantie, slecht management en incidenten van willekeurige arrestatie en intimidatie door de veiligheidsdiensten, maar wees er ook op dat de verkiezingen een belangrijke stap in het proces van democratische transformatie vormden. 31 Abyei Abyei is een betwist gebied op de grens van Noord- en Zuid-Sudan. In het gebied wonen zowel Dinka Ngok (zuiderlingen die nauw verwant zijn aan de SPLM) als nomadische Misseriya, die tijdens de burgeroorlog als proxy forces voor NoordSudan vochten. Noord- en Zuid-Sudan zijn geïnteresseerd in het gebied niet alleen vanwege de banden met respectievelijk de Misseriya en de Dinka Ngok maar ook vanwege de veronderstelde aanwezigheid van olie. Nadat in mei 2008 gevechten waren uitgebroken tussen Dinka Ngok, gesteund door de SPLM, en de Misseriya, gesteund door de NCP, werd het Permanente Hof van Arbitrage in Den Haag aangewezen om een uitspraak te doen over de grenzen van Abyei. Het Hof deed op 22 juli 2009 uitspraak. Ondanks het feit dat zowel Zuid-Sudan als de NCP aangaven de uitspraak van het Hof te accepteren, is het onder de Misseriya Taban Deng Gai protesten uit onder aanhangers van onafhankelijk gouverneurskandidaat Angelina Teny. Als gevolg van het ingrijpen van veiligheidstroepen vielen twee doden. UNMIS, Calm resumes in Bentiu, 02.05.2010. 27
Irin News, Sudan: Election observers’ digest, 20.04.2010; Economist Intelligence Unit, Country Report Sudan, mei 2010; African Centre for Justice and Peace Studies, Sudan Human Rights Monitor, december 2009 – mei 2010.
28
Human Rights Watch, Democracy on Hold. Rights Violations in the April 2010 Sudan Elections, juni 2010.
29
IGAD, Election Observer Mission to the Sudan – Interim statement, 19.04.2010.
30
The Carter Center, Preliminary statement, 17.04.2010; EOM, Sudanese elections show significant deficiencies against international standards but pave the way for future democratic progress, 17.04.2010; The Carter Center, Carter Center reports widespread irregularities in Sudan’s vote tabulation and strongly urges steps to increase transparency, 10 mei 2010.
31
EOM, Sudanese elections show significant deficiencies against international standards but pave the way for future democratic progress, 17.04.2010; EU, Election Observation Mission to Sudan. Executive and Legislative Elections 2010. Final Report, 28 juni 2010.
12
Algemeen Ambtsbericht Sudan| juni 2011
onrustig. Een harde kern van Misseriya leiders verklaarde de uitspraak niet te accepteren en de Misserya keren zich steeds meer af van de NCP. Gewapende Misseriya verhinderden eind 2009 met geweld de feitelijke demarcatie van de noord-zuid grens.32 Zuid-Kordofan/Blue Nile Zuid-Kordofan (voorheen ‘Nuba Mountains’) en Blue Nile vormden de frontlinie tijdens de oorlog. Beide gebieden behoren tot Noord-Sudan maar een aanzienlijk deel van de bevolking vocht in de burgeroorlog voor de SPLM. Tijdens de burgeroorlog zijn in deze gebieden SPLM-enclaves en parallelle bestuursstructuren ontstaan die nog steeds niet volledig zijn afgebroken. Beide gebieden zijn rijk aan natuurlijke hulpbronnen (olie en Nijlwater). Darfur Darfur kenmerkt zich door tegenstellingen tussen nomadische, Arabisch sprekende stammen afkomstig uit Noord-Darfur en niet-Arabisch sprekende landbouwers die zuidelijker wonen. Er is echter niet altijd een duidelijk etnisch onderscheid te maken tussen ‘Arabische’ en ‘Afrikaanse’ stammen. 33 Deze begrippen kregen vooral een politieke lading sinds de Sudanese regering in de jaren tachtig op tal van terreinen de Arabische stammen in Darfur begon te bevoordelen. In tegenstelling tot de conflictpartijen in de burgeroorlog tussen Noord- en ZuidSudan zijn vrijwel alle betrokkenen in Darfur moslim. Sinds februari 2003 voeren verscheidene rebellenbewegingen in de westelijke provincie Darfur een gewapende strijd tegen de Sudanese regering. De rebellenbewegingen, waaronder verschillende facties van het Sudan Liberation Movement/Army (SLM/A)34 en de Justice and Equality Movement (JEM), strijden voor meer regionale macht en tegen marginalisering van de regio. De Sudanese regering heeft de afgelopen jaren op grote schaal dorpen aangevallen die voornamelijk door leden van de etnische Fur, Zaghawa en Massaleit werden bewoond. Veel van deze aanvallen werden uitgevoerd door Arabische milities op paarden en kamelen, janjaweed genaamd, en werden begeleid door luchtaanvallen van het Sudanese leger. Als gevolg van het conflict zijn naar schatting 1,9 tot 2,7 miljoen mensen op de vlucht geslagen en ongeveer 300.000 personen om het leven gekomen. 35
32
UNSC, Report of the Secretary-General on the Sudan, S/2010/31, 19.01.2010 en S/2010/388, 19.07.2010; ICG, Sudan: Defining the North-South Border, 2 september 2010.
33
The Christian Science Monitor, ‘What Arab-African rift?’ 22.08.2008; Waal, Alex de, Who are the
34
In dit algemeen ambtsbericht zal de benaming SLA gebruikt worden.
35
United Nations Information Centre, ‘Darfur: Over 300 former combatants discharged through UN-
Darfurians? Arab and African Identities, Violence and External Engagement, 2005.
backed programme’, 25.11.2009; US DoS, Country Report on Human Rights Practices, Sudan 2010, 08.04.2011.
13
Algemeen Ambtsbericht Sudan| juni 2011
Op 5 mei 2006 sloten de Sudanese overheid en de SLA-factie van Zaghawa-leider Minni Minawi (SLA/MM) onder grote druk van de internationale gemeenschap een vredesakkoord, het Darfur Peace Agreement (DPA). Minawi kreeg volgens het DPA een positie als senior assistant to the president binnen de regering. De andere rebellenbewegingen, waaronder de SLA-factie van Abdel Wahid al Nur (SLA/AW) – voornamelijk Fur – en de JEM van Ibrahim Khalil, weigerden het vredesakkoord te tekenen en zetten hun strijd tegen de regering voort. In augustus 2008 stelden de Verenigde Naties (VN) en de Afrikaanse Unie (AU) Djibril Yipènè Bassolé aan als nieuwe hoofdonderhandelaar. Bassolé is actief betrokken bij de onderhandelingen tussen de rebellengroeperingen en de Sudanese regering in Doha in Qatar. In februari 2010 ondertekenden de regering van Sudan en de JEM een raamwerkovereenkomst waarin de partijen een staakt-het-vuren afkondigden, een amnestie voor leden van de JEM en vrijlating van alle JEM-gevangenen en veroordeelden overeenkwamen. Volgens de raamovereenkomst zou een definitief akkoord vóór 15 maart 2010 moeten zijn ondertekend. 36 Deze deadline werd echter niet gehaald. 37 In maart 2010 sloot de regering van Sudan ook met de Liberation and Justice Movement (LJM)38 een raamwerkovereenkomst, inclusief een staakt-het-vuren, die het uitgangspunt moest vormen voor verdere onderhandelingen. 39 In reactie op de onderhandelingen tussen de LJM en de regering schortte de JEM de onderhandelingen met de regering op. 40 Op 8 oktober 2009 presenteerde het door de Afrikaanse Unie aangestelde High Level Panel on Darfur, onder leiding van de voormalig Zuid-Afrikaanse president Thabo Mbeki zijn aanbevelingen ten aanzien van de bevordering van rechtvaardigheid, vrede en verzoening in Darfur. Het panel stelde dat het judicieel systeem van Sudan grote tekortkomingen kent en weinig vertrouwen geniet van de bevolking. Eén van de aanbevelingen was daarom de oprichting van een hybride gerechtshof, bestaande uit zowel Sudanese als niet-Sudanese rechters. Dit hof zou 36
In een definitief akkoord moet overeenstemming worden gevonden ten aanzien van onderwerpen als politieke machtsdeling, de omvorming van de JEM tot een politieke partij, de integratie van JEMstrijders in het Sudanese leger, compensatie voor slachtoffers van het conflict en een administratieve herindeling van Darfur.
37
MISNA, JEM-Government peace accord signing postponed, 15.03.2010.
38
De Liberation and Justice Movement (LJM), opgericht begin 2010, is een samenvoeging van de zogenaamde ‘Tripoli’ groep (bestaande uit onder meer de SLA-Khamees en het Arabische United Revolutionary Force Front (URFF)) en delen van de zogenaamde ‘Addis’ groep (bestaande uit de SLA-Abdel Shafi, de SLA-Unity, het United Resistance Front (URF) en enkele commandanten van de SLA-AW).
39
Reuters, Sudan signs deal with second Darfur rebel group, 18.03.2010; UN News, As another Darfur ceasefire deal is signed, UN envoy voices hope, 18.03.2010.
40
Reuters, Darfur rebels threaten to quit peace talks, 03.03.2010.
14
Algemeen Ambtsbericht Sudan| juni 2011
zich uit moeten spreken over de ernstigste mensenrechtenschendingen. Voorts beval het panel aan een waarheids- en verzoeningscommissie op te richten. Inmiddels is het High Level Panel omgevormd tot het African Union High Level Implementation Panel/AUHIP) dat moet toezien op de implementatie van de aanbevelingen, eveneens met Mbeki aan het hoofd. De Sudanese regering heeft het rapport officieel verwelkomd, zij het met reserveringen ten aanzien van bepaalde aanbevelingen, waaronder de oprichting van een hybride gerechtshof. Bovendien wijst de regering er op dat niet alle aanbevelingen verenigbaar zijn met de grondwet. 41 Internationaal Strafhof In 2005 begon het Internationaal Strafhof een officieel onderzoek naar mensenrechtenschendingen in Darfur. In mei 2007 vaardigde het Strafhof arrestatiebevelen uit voor de uitlevering van de Sudanese onderminister Ahmed Haroun en janjaweed-leider Ali Mohammad Ali Abd Al Rahman (alias Ali Kushayb) op verdenking van medeverantwoordelijkheid voor onder meer moord, verkrachting, etnische vervolging en plundering. Ook diende de hoofdaanklager een aanklacht in tegen drie rebellencommandanten die verantwoordelijk worden gehouden voor oorlogsmisdaden tegen soldaten van de African Union Mission in Sudan (AMIS) tijdens een aanval op de basis Haskanita in september 2007. Eén van de commandanten, Bahar Iddris Abu Garda van het United Resistance Front (URF), meldde zich daarop vrijwillig in Den Haag. In een eerste zitting oordeelden de rechters dat het gepresenteerde bewijs onvoldoende was om de aanklacht te bevestigen. 42 Op 4 maart 2009 vaardigde het Strafhof een arrestatiebevel uit tegen president Al Bashir. Het Strafhof achtte voldoende bewijs aanwezig voor een arrestatiebevel met betrekking tot oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid. Voor genocide, de derde aanklacht, was volgens het Strafhof vooralsnog onvoldoende bewijs. Kort na de bekendmaking van de aanklacht zette de Sudanese regering dertien internationale hulporganisaties werkzaam in met name Darfur het land uit en werd de vergunning van drie Sudanese organisaties ingetrokken. De Sudanese regering beschuldigde de organisaties van het doorgeven van informatie aan het Strafhof. Eastern Sudan Peace Agreement (ESPA) Oost-Sudan is een arm en onderontwikkeld gebied en bestaat uit de deelstaten Red Sea, Gedaref en Kassala. Tussen 1997 en 2006 voerden de Free Lions en het Beja 41
UNGA, HRC, Report of the independent expert on the situation of human rights in the Sudan, Mohammed Chande Othman, S/HRC/14/41, 26 mei 2010.
42
ICC, Pre-trial chamber I declines to confirm the charges against Bahar Idriss Abu Garda, 08.02.2010; UN News Service, ICC dismisses charges against Darfurian rebel leader for lack of evidence, 08.02.2010.
15
Algemeen Ambtsbericht Sudan| juni 2011
Congress, verenigd in het Eastern Front, in Oost-Sudan een opstand tegen de regering van Sudan. Zij vochten tegen de politieke, sociale en economische marginalisering van de regio. Het in 2006 tussen het Eastern Front en de regering van Sudan gesloten Eastern Sudan Peace Agreement (ESPA) voorziet in het delen van macht, rijkdom en veiligheidsmaatregelen. 43 In de eerste helft van 2009 viel het Eastern Front uiteen in het Beja Congress, de Free Lions en de Eastern Democratic Party.44 2.1.7
Staatsinrichting Sudan is een presidentiële republiek. Het land is een federatie van 25 deelstaten en is verdeeld in twee regionale administratief-bestuurlijke eenheden: het administratief-bestuurlijke Noord-Sudan en het administratief-bestuurlijke ZuidSudan. Noord-Sudan bestaat uit de volgende deelstaten: Noord-Darfur, ZuidDarfur, West-Darfur, Noord-Kordofan, Zuid-Kordofan, Northern, Nile, Red Sea, Gedaref, Kassala, Khartoum, El Gezira, Blue Nile, White Nile en Sennar. ZuidSudan bestaat uit de zuidelijke deelstaten Noord-Bahr el Ghazal, West-Bahr el Ghazal, Unity (of: Wehida), Warap, Lakes (of: Buheyrat), Upper Nile, Jonglei, West-Equatoria, Centraal-Equatoria (of: Bahr el Jebel), en Oost-Equatoria. Drie gebieden (Abyei, Zuid-Kordofan en Blue Nile) hebben een aparte positie binnen het Comprehensive Peace Agreement gekregen. 45 Sinds de ondertekening van het CPA kent Sudan een regering van Nationale Eenheid die zetelt in Khartoum, en een aparte regering voor Zuid-Sudan. ZuidSudan beschikt over een eigen president, regering en parlement en zetelt in Juba. In het CPA is de verdeling van de bevoegdheden tussen de regering van Nationale Eenheid en de regering van Zuid-Sudan vastgelegd. Onder andere is bepaald dat het ministerie van Guidance and Endowment (religie) geen bevoegdheden heeft in Zuid-Sudan. 46 Op nationaal niveau is de uitvoerende macht neergelegd bij de presidency47 en de Raad van Ministers. De Raad van Ministers wordt door de presidency benoemd, en is verantwoording schuldig aan de president en het parlement. De wetgevende 43
Het Eastern Front kreeg de volgende functies toebedeeld: presidentieel assistent, presidentieel adviseur en een “state” minister post. Ook kreeg het Eastern Front acht zetels in het nationale parlement. Persbericht Irin News 16.10.2006.
44
UNSC, Report of the Secretary-General on the Sudan, S/2009/357, 14.07.2009.
45
De inwoners van Abyei mogen door middel van een referendum kiezen of Abyei zijn speciale status in Noord-Sudan behoudt of onderdeel zal worden van Zuid-Sudan. In Zuid-Kordofan en Blue Nile mag de bevolking zich via publieke consultaties uitspreken over de vraag of de regelingen en bepalingen van het CPA voor hen voldoen of aanpassing behoeven. Deze laatste twee deelstaten blijven overigens onderdeel van Noord-Sudan.
46
CPA, Annex II, p. 151.
47
De presidency bestaat uit de president (Omar Al Bashir, NCP), de eerste vice-president (Salva Kiir, SPLM) en de tweede vice-president (Ali Osman Taha, NCP).
16
Algemeen Ambtsbericht Sudan| juni 2011
macht bestaat uit twee kamers: het parlement en een Raad van deelstaten, die bestaat uit twee vertegenwoordigers uit iedere deelstaat.48 Op het niveau van de deelstaten wordt het bestuur gevormd door een gouverneur (Wali), een plaatsvervangend gouverneur, ministers en een parlement. 49
2.2
Politieke ontwikkelingen
2.2.1
Nationale ontwikkelingen (Noord- en Zuid-Sudan) Op 27 mei 2010 werd Omar Al Bashir opnieuw geïnstalleerd als president van Sudan. Twee dagen later werden Salva Kiir en Ali Osman Taha opnieuw geïnstalleerd als eerste vice-president, respectievelijk vice-president. In de nieuwe nationale regering kreeg de NCP 24 ministersposten toebedeeld, de SPLM kreeg 8 ministersposten en de overige drie ministersposten gingen naar drie noordelijke splinterpartijen (DUP-Hindi, UMMA-Federal en United Democratic Salvation Front).50 Opmerkelijk waren de benoemingen van Lual Deng van de SPLM tot minister van Olie en Ali Karti van de NCP tot minister van Buitenlandse Zaken. 51 Ook werden 17 presidentiële adviseurs benoemd, waarvan een drietal tot de SPLM behoorde. 52 Na de verkiezingen van april 2010 was de positie van de oppositiepartijen sterk verzwakt. In de aanloop naar het referendum gingen de oppositiepartijen zich meer profileren en ijverden onder meer voor de vorming van een nationale interimregering. President Al Bashir weigerde dit maar deed wel het aanbod van een verbreding van de huidige regering, waar de oppositiepartijen niets voor voelden. In januari 2011 eisten de oppositiepartijen tevergeefs het aftreden van de minister van Financiën vanwege recente prijsverhogingen en dreigden met acties. 53 Een aantal oppositiepartijen besloot samen te gaan werken als nationaal front (National
48
Voor het parlement geldt dat er sprake is van een gemengd kiesstelsel van geografische representatie, quota voor vrouwen en partijlijsten. In het parlement zijn 270 zetels bestemd voor kandidaten afkomstig uit geografische kiesdistricten, 112 zetels zijn bestemd voor vrouwen en 68 parlementariërs worden op basis van partijlijsten gekozen. UNSC, Report of the Secretary-General on the Sudan, S/2010/168, 05.04.2010.
49
De deelstatelijke overheden hebben verantwoordelijkheid voor de economische ontwikkeling van de deelstaat, handel, industrie, landbouw, woningbouw, toerisme, milieu, gezondheid, onderwijs, transport en sociale aangelegenheden.
50
UNSC, Report of the Secretary-General on the Sudan, S/2010/388, 19.07.2010.
51
Voorheen had de NCP de portefeuille van Olie en de SPLM de portefeuille van Buitenlandse Zaken. Economist Intelligence Unit, Country Report Sudan, juli 2010.
52
Economist Intelligence Unit, Country Report Sudan, juli 2010. Opmerkelijk was dat Minnie Minawi niet opnieuw benoemd werd tot presidentieel adviseur. Reuters, ‘Sudan, Darfur rebels clash one day after UN rebuke’, 17.12.2010.
53
BBC News, ‘Sudan opposition leader Hassan al-Turabi arrested’, 18.01.2011.
17
Algemeen Ambtsbericht Sudan| juni 2011
Consensus Forces) en participeerde begin 2011 in demonstraties tegen president Al Bashir (zie §3.3.2).54 Comprehensive Peace Agreement Het referendum over de status van Zuid-Sudan Direct na de inauguratie van president Al Bashir in juni 2009 kwamen NCP en SPLM overeen om op 9 januari 2011 het referendum over de status van ZuidSudan te houden. De nationale regering zou zich inspannen ‘om de zuiderlingen te verleiden tot vrijwillige eenheid’.55 Op 28 juni 2010 gaf het Sudanese parlement haar goedkeuring aan de voorgestelde ledenlijst van de Southern Sudan Referendum Commission (SSRC). De commissie telde negen leden (vier noordelingen en vijf zuiderlingen) en werd voorgezeten door Mohammed Ibrahim Khalil.56 In de referendumwet was vastgelegd dat een opkomstdrempel van 60% benodigd was, wilde het referendum geldig zijn. Daarnaast diende een absolute meerderheid (50% +1) voor onafhankelijkheid van Zuid-Sudan te stemmen om afscheiding te bewerkstelligen. Alle inwoners van Zuid-Sudan en alle ZuidSudanezen die buiten Zuid-Sudan wonen mochten na registratie stemmen. 57 Op 21 september 2010 benoemde de Secretaris-Generaal van de VN op verzoek van NCP en SPLM een drie leden tellend internationaal panel (Referendum Monitoring Panel) onder leiding van oud-president Benjamin Mkapa van Tanzania om zowel het referendum over Zuid-Sudan als het Abyei referendum58 te monitoren. 59 In de periode 14 november tot en met 8 december 2010 vond het proces van kiezersregistratie plaats.60 In Zuid-Sudan registreerden zich 3.7 miljoen kiezers, in Noord-Sudan 116.000 en in het buitenland61 60.000 op een totaal van 4.8 miljoen kiesgerechtigden. 62 Hoewel het Referendum Monitoring Panel concludeerde dat de 54
Institute for Security Studies, Situation report: post-referendum security scenarios for South Sudan, 08.01.2011.
55
UNSC, Report of the Secretary-General on the Sudan, S/2010/388, 19.07.2010.
56
Economist Intelligence Unit, Country Report Sudan, juli 2010; UNSC, Report of the SecretaryGeneral on the Sudan, S/2010/388, 19.07.2010.
57
Volgens de wet is iemand stemgerechtigd indien één of beide ouders behoort tot een bevolkingsgroep die in of vóór 1956 in Zuid-Sudan gevestigd is of sinds 1956 onafgebroken en permanent in ZuidSudan woont of waarvan de ouders sinds 1956 onafgebroken en permanent in Zuid-Sudan wonen. Southern Sudan Referendum Act 2009, Art. 25, vertaling 04.02.2010.
58
De inwoners van Abyei mogen door middel van een apart referendum kiezen of Abyei zijn speciale status in Noord-Sudan behoudt of onderdeel zal worden van Zuid-Sudan.
59
UNSC, Report of the Secretary-General on the Sudan, S/2010/528, 14.10.2010.
60
De registratie ging in een aantal centra in het buitenland door tot 22 december 2010.
61
In acht landen in het buitenland (Ethiopië, Kenia, Oeganda, Australië, VK, VS, Canada en Egypte) kon worden gestemd.
62
Redenen voor de lage opkomst in Noord-Sudan, het platteland van Zuid-Sudan en het buitenland zijn volgens waarnemers toe te schrijven aan onvoldoende kiezerseducatie, de grote afstanden die kiezers
18
Algemeen Ambtsbericht Sudan| juni 2011
verkiezingsregistratie transparant en zonder fraude was verlopen, waren er ook beschuldigingen en berichten van intimidatie en bedreigingen van kiezers door beide partijen.63 In de aanloop naar het referendum uitten verschillende NCP-prominenten harde en dreigende taal. Zo verklaarde in september 2010 de minister van Informatie, Kamal Obeid, dat zuiderlingen in Noord-Sudan hun rechten zouden verliezen bij een keuze voor afscheiding en riep presidentieel adviseur Mustafa Osman Ismail de NCP jeugd op zich voor te bereiden op een oorlog.64 President Al Bashir en vice-president Taha verklaarden daarentegen dat de Sudanese regering weliswaar voorstander is van eenheid van Sudan maar de keuze van het zuiden ‘in good faith’ zou accepteren. 65 Eind december 2010 verklaarde Al Bashir dat hij als eerste de eventuele onafhankelijkheid van Zuid-Sudan zou erkennen. 66 Tegelijk beloofde hij de bevolking van Noord-Sudan na afscheiding een meer islamitische staat, met de sharia als enige basis van de grondwet, en de beëindiging van culturele en etnische diversiteit in Noord-Sudan. 67 Verschillende prominente SPLM leden gaven in de periode voor het referendum publiekelijk uiting aan hun voorkeur voor eenheid boven afscheiding. 68 In oktober 2010 verklaarde Salva Kiir echter dat hij als persoon voor afscheiding zal kiezen. Deze uitspraak weerspiegelde de mening van een groot aantal SPLM prominenten. 69 Onzekerheid over de toekomst en (potentieel) geweld gaven een nieuwe impuls aan de terugkeer van zuiderlingen in Noord-Sudan naar Zuid-Sudan (zie §4.1). Ook waren er berichten van de terugkeer van met name noordelijke handelaren uit Zuid-Sudan naar Noord-Sudan. 70 moeten afleggen naar registratiecentra in Zuid-Sudan en het buitenland en oproepen om niet te registreren. Reuters, ‘South Sudanese get death threats over vote in Uganda’, 23.11.2010. 63
UNSC, Report of the Secretary-General on the Sudan, S/2010/681, 31.12.2010; Human Rights watch, ‘Sudan: Guarantee post-referendum citizenship rights’, 16.12.2010; UN, Sudan entering crucial period less than three months before impeding referendum, Under-Secretary-General says in briefing to Security Council, UNSC/10069, 25.10.2010; Reuters, ‘South Sudanese get death threats over vote in Uganda’, 23.11.2010.
64
Economist Intelligence Unit, Country Report Sudan, oktober 2010.
65
Economist Intelligence Unit, Country Report Sudan, juni 2010; IWPR, ‘Khartoum’s state of denial’, 04.10.2010.
66
Volkskrant, ‘Bashir paait zuiden Sudan voor referendum’, 28.12.2010.
67
New York Times, ‘Islamic Sudan envisioned if south secedes’, 19.12.2010; Volkskrant, ‘Bashir dreigt met invoeren sharia’, 19.12.2010.
68
Economist Intelligence Unit, Country Report Sudan, september 2010.
69
Economist Intelligence Unit, Country Report Sudan, juni en oktober 2010. De SPLM kende traditioneel zowel een unionistische als een separatistische stroming.
70
Economist Intelligence Unit, Country Report Sudan, december 2010; UNSC, Report of the SecretaryGeneral on the Sudan, S/2010/681, 31.12.2010; African Centre for Justice and Peace Studies, Sudan Human Rights Monitor, oktober – november 2010; Human Rights Watch, World Report 2011 – Sudan.
19
Algemeen Ambtsbericht Sudan| juni 2011
Van 9 tot en met 15 januari 2011 vond het referendum plaats, over het algemeen in een goede sfeer. Volgens de definitieve uitslag stemde bijna 99% van de kiezers voor onafhankelijkheid van Zuid-Sudan. De opkomst was ruim 97%. 71 Volgens het Referendum Monitoring Panel is het referendum vrij, eerlijk en geloofwaardig verlopen. 72 Het referendum over Abyei Het referendum in Abyei, waarin de bevolking mag kiezen voor behoud van de speciale status in het Noorden of aansluiting bij Zuid-Sudan, zou tegelijkertijd met het Zuid-Sudanese referendum hebben moeten plaatsvinden. De Abyei Referendum Commission is echter nog steeds niet benoemd vanwege onenigheid over de samenstelling van de commissie (noordelijke of zuidelijke commissievoorzitter). Ook bestaat er onenigheid over de definitie van ‘resident’. Hoewel de referendumwet ten aanzien van Abyei voorschrijft dat alleen de inwoners van Abyei mogen stemmen, bestaat onduidelijkheid over wie dat nu precies zijn. 73 In november 2010 werd besloten om het geschil voor te leggen aan het hoogste niveau (Al Bashir en Kiir). De afspraken over Abyei vormen onderdeel van een bredere raamovereenkomst van november 2010 tussen NCP en SPLM. Deze raamovereenkomst is echter nog niet getekend. 74 Naar verluidt wordt de optie nadrukkelijk opengehouden om geen referendum in Abyei te houden en Abyei mogelijkerwijs per presidentieel decreet toe te wijzen aan Zuid-Sudan met garanties voor de Misseriya dan wel Abyei op te splitsen. Publieke consulaties in Zuid-Kordofan en Blue Nile In Zuid-Kordofan en Blue Nile zijn in de verslagperiode de voorbereidingen getroffen voor de publieke consultaties. Door middel van publieke consultaties zullen de twee deelstaten moeten aangeven of de regelingen en bepalingen van het CPA voor hen voldoen of aanpassing behoeven. 75
71
Southern Sudan Referendum Commission, Southern Sudan Referendum.Final Results Report, 07.02.2011. Zie ook www.southernsudan2011.com, laatst geraadpleegd op 08.02.2011.
72
UNSC, Report of the Secretary-General on the Sudan, S/2011/239, 12.04.2011.
73
Alleen de Ngok Dinka worden in de wet bij naam als ‘residents’ genoemd. Het is de vraag in hoeverre de Misseriya, die vanwege hun nomadische levensstijl veelal geen vaste woonplaats hebben, ook tot de ‘residents’ van Abyei kunnen worden gerekend. Economist Intelligence Unit, Country Report Sudan, juli 2010; UNSC, Report of the Secretary-General on the Sudan, S/2010/388, 19.07.2010 en S/2010/528, 14.10.2010.
74
Het betreft het ‘Framework for resolving outstanding issues relating to the implementation of the CPA and the future relations of North and South Sudan’. Zie §2.2.1 onder het kopje post-referendum besprekingen. UNSC, Report of the Secretary-General on the Sudan, S/2010/681, 31.12.2010.
75
United States Institute of Peace, Special Report: Why Sudan’s Popular Consultation Matters, november 2010.
20
Algemeen Ambtsbericht Sudan| juni 2011
In Blue Nile benoemde de State Assembly op 18 september een Popular Consultation Commission ten behoeve van het proces van publieke consultatie in Blue Nile. Aan het einde van de verslagperiode had de commissie het proces van consultaties nog niet afgrond.76 In Zuid-Kordofan moeten eerst de uitgestelde verkiezingen plaatsvinden voordat publieke consultaties kunnen worden uitgevoerd. Er zijn in Zuid-Kordofan inmiddels technische voorbereidingen getroffen voor de publieke consultaties. In overeenstemming met de afspraak tussen NCP en SPLM begin 2010 om de verkiezingen in Zuid-Kordofan te laten plaatsvinden na een nieuwe volkstelling, werd in Zuid-Kordofan in juni 2010 een nieuwe volkstelling gehouden. De uitslag van de volkstelling werd na maandenlange discussie in november 2010 door beide partijen geaccepteerd. Nieuwe verkiezingen staan gepland voor 2 mei 2011.77 Grensafbakening Demarcatie van de grens tussen Noord- en Zuid-Sudan is een belangrijk onderdeel van het CPA, en had al voor de verkiezingen van april 2010 moeten zijn afgerond. Er zijn echter vijf delen van de grens (totaal zo’n 30%) 78, waarover binnen het technische comité (Technical Border Committee), dat de grens moet vaststellen, geen overeenstemming kon worden bereikt.79 Ook bleef er binnen het technisch comité verschil van mening over de mate van internationale betrokkenheid bij het fysieke demarcatieproces. 80 In de besprekingen over de raamovereenkomst van november 2010 tussen NCP en SPLM werd het bestaan van vijf betwiste grensgebieden opnieuw bevestigd en overeengekomen dat fysieke demarcatie in de overige gebieden zou kunnen beginnen. 81 Op 19 februari 2011 gingen NCP en SPLM akkoord met een demarcatieplan voor de onbetwiste grensgebieden. 82
76
UNSC, Report of the Secretary-General on the Sudan, S/2010/528, 14.10.2010 en S/2010/681, 31.12.2010 en S/2011/239, 12.04.2011; United States Institute of Peace, Special Report: Why Sudan’s Popular Consultation Matters, november 2010.
77
UNSC, Report of the Secretary-General on the Sudan, S/2010/388, 19.07.2010 en S/2010/528, 14.10.2010 en S/2010/681, 31.12.2010 en S/2011/239, 12.04.2011; United States Commission on International Religious Freedom, Annual report 2010 – Sudan.
78
De betreffende gebieden bevinden zich op de grens van Upper Nile/White Nile, Upper Nile/ZuidKordofan (2x), Noord-Bahr el Ghazal/Zuid-Darfur en West-Bahr el Ghazal/Zuid-Darfur.
79
De oorzaken van onenigheid hebben veelal te maken met de aanwezigheid van natuurlijke hulpbronnen in de gebieden en het feit dat er soms geen sluitende documentatie aanwezig is.
80
ICG, Defining the North-South Border, 2 september 2010.
81
Het betreft het ‘Framework for resolving outstanding issues relating to the implementation of the CPA and the future relations of North and South Sudan’. Zie §2.2.1 onder het kopje post-referendum besprekingen. UNSC, Report of the Secretary-General on the Sudan, S/2010/681, 31.12.2010.
82
UNSC, Report of the Secretary-General on the Sudan, S/2011/239, 12.04.2011.
21
Algemeen Ambtsbericht Sudan| juni 2011
Post-referendum besprekingen Op 23 juni 2010 tekenden NCP en SPLM in Addis Abeba een MoU met betrekking tot formele besprekingen over post-referendum aangelegenheden. In vier werkgroepen wordt onderhandeld over staatsburgerschap, financiën, economie en natuurlijke rijkdommen (inclusief water en olie). De besprekingen worden geleid door AUHIP, met ondersteuning van onder meer IGAD en VN. 83 In november 2010 presenteerde Mbeki (AUHIP) een raamovereenkomst over CPA kwesties (referendum, grensdemarcatie en publieke consultaties) en postreferendum aangelegenheden (veiligheid, economie, olie en staatsburgerschap). 84 Zo bevat de raamovereenkomst onder meer afspraken om onmiddellijk te beginnen met grensdemarcatie, om een ‘soft border’ te handhaven en af te zien van wijziging van nationaliteit of staatsburgerschap tijdens de CPA interimperiode. 85 Beide partijen bereikten medio november 2010 overeenstemming over de tekst met uitzondering van de onderdelen Abyei en staatsburgerschap. Besloten werd om deze geschilpunten voor te leggen aan het hoogste niveau (Bashir en Kiir).86 Er kon echter geen overeenstemming worden bereikt.87 Intussen gaan de onderhandelingen over alle nog openstaande zaken gewoon door. De status van het omstreden gebied Abyei, veiligheidszaken, de noord-zuid grens, het staatsburgerschap88 en de verdeling van de olie, het Nijlwater en de schuldenlast zijn de belangrijkste onderwerpen waarover momenteel wordt onderhandeld. Internationaal Strafhof Sudan erkent de jurisdictie van het Internationaal Strafhof niet en weigert verdachten uit te leveren. Op 25 mei 2010 informeerde het Strafhof de VNVeiligheidsraad inzake de weigering van Sudan om mee te werken aan de uitlevering van voormalig onderminister Ahmed Haroun (momenteel gouverneur van Zuid-Kordofan) en voormalig janjaweed-leider Ali Mohammad Ali Abd Al
83
Economist Intelligence Unit, Country Report Sudan, juli 2010; UNSC, Report of the SecretaryGeneral on the Sudan, S/2010/388, 19.07.2010; ICG, Negotiating Sudan’s North-South Future, 23 november 2010.
84
ICG, Negotiating Sudan’s North-South Future, 23 november 2010.
85
UNSC, Report of the Secretary-General on the Sudan, S/2010/681, 31.12.2010
86
ICG, Negotiating Sudan’s North-South Future, 23 november 2010.
87
Congressional Research Service, Sudan: The crisis in Darfur and Status of the North-South Peace Agreement, 4 maart 2011.
88
Staatsburgerschap blijft een onderwerp van discussie. Beide partijen hebben een tweetal onderwerpen tot niet-onderhandelbaar verklaard: de mogelijkheid van een duaal staatsburgerschap en het recht om zelf het staatsburgerschap te kiezen. Wel is men het erover eens dat niemand stateloos mag worden. Ook zijn beide partijen het eens over de noodzaak van een overgangsperiode. Over de duur van deze periode is men het echter oneens.
22
Algemeen Ambtsbericht Sudan| juni 2011
Rahman en verzocht om gepaste maatregelen.89 De Veiligheidsraad heeft op dit verzoek nog niet gereageerd. Op 16 juni 2010 meldden twee rebellencommandanten, Abdallah Banda Abakaer Nourain en Saleh Mohammed Jerbo Jamus, die beschuldigd worden van oorlogsmisdaden in Darfur, zich vrijwillig in Den Haag (zie ook §2.1.6). Na vooronderzoek oordeelde het Strafhof in maart 2011 dat er voldoende grond is om beide verdachten aan te klagen voor oorlogsmisdaden.90 Op 12 juli 2010 vaardigde het Strafhof een tweede arrestatiebevel uit tegen president Al Bashir, waarin hij wordt aangeklaagd voor drie gevallen van genocide tegen etnische groepen (Fur, Massaleit en Zaghawa) in Darfur: genocide door te doden, door mentaal en fysiek geweld toe te brengen en door ‘weloverwogen leefomstandigheden te creëren die erop gericht zijn fysieke vernietiging te veroorzaken’.91 Volgens de Sudanese regering bevestigt dit nieuwe arrestatiebevel dat het Strafhof een ‘politieke rechtbank’ is.92 Ook de AU staat afwijzend tegenover de arrestatiebevelen93 en verschillende Afrikaanse landen hebben laten weten Al Bashir bij een eventueel bezoek niet te zullen arresteren. 94 In de verslagperiode heeft Al Bashir verschillende Afrikaanse landen (waaronder Ethiopië, Tsjaad en Kenia) kunnen bezoeken zonder problemen te ondervinden. 95 Abyei De situatie in Abyei is instabiel vanwege de trage voortgang met betrekking tot het referendum in Abyei, de nog niet gedemarqueerde grens en de verhoogde spanningen tussen de Dinka Ngok en de Misseriya. De Dinka Ngok zijn bezorgd over de trage voortgang van het referendum. Ook beschuldigen zij de Misseriya van omvangrijke mobilisatie van milities en plannen voor grootschalige vestiging in Noord-Abyei. Dinka Ngok leiders hebben gesuggereerd dat Abyei dan maar zelf het referendum moet gaan uitvoeren of 89
Congressional Research Service, Sudan: The Crisis in Darfur and Status of the North-South Peace Agreement, 5 augustus 2010; FIDH, FIDH Position Paper Ninth Session of the ICC Assembly of States Parties 6 – 10 december 2010, december 2010.
90
BBC News, ‘Darfur: Sudan rebels to face ICC war crimes trial’, 08.03.2011.
91
UNSC, Report of the Secretary-General on the Sudan, S/2010/388, 19.07.2010; Trouw, ‘ICC klaagt Omar Al-Bashir aan voor genocide’, 13 juli 2010.
92
HIS Global Insight, ‘Sudan: Sudanese president charged with genocide’, 13 juli 2010.
93
De AU sprak zich meermalen expliciet uit voor non-cooperatie van de lidstaten inzake het arrestatiebevel van Al Bashir. Arrestatie van Al Bashir zou in de ogen van de AU een oplossing van het Darfurese conflict in de weg staan. De AU heeft de VN-Veiligheidsraad meerdere malen verzocht de strafzaak tegen Al Bashir op grond van artikel 16 van het statuut van Rome op te schorten. Amnesty International, Bringing Power to Justice. Absence of Immunity for Heads of State before the International Criminal Court, IOR 53/017/2010, december 2010.
94
Economist Intelligence Unit, Country Report Sudan, juli 2010.
95
Economist Intelligence Unit, Country Report Sudan, juli en september 2010. Van de genoemde landen zijn Tsjaad en Kenia partij bij het Statuut van Rome. Amnesty International, Bringing Power to Justice. Absence of Immunity for Heads of State before the International Criminal Court, IOR 53/017/2010, december 2010.
23
Algemeen Ambtsbericht Sudan| juni 2011
unilateraal de intentie moet uitspreken om deel te worden van Zuid-Sudan, indien er geen voortgang rond het referendum wordt geboekt. 96 De verharding van het standpunt van de Dinka Ngok kwam tot uiting in de resolutie die op de Dinka Ngok conferentie in Juba van 15-16 november 2010 werd aangenomen, waarin zowel het tegenhouden van de jaarlijkse migratie als het mogelijk eenzijdig besluiten over de status van Abyei waren opgenomen. Misseriya leiders die zich eerst richtten op de discussie rond de kiesgerechtigden in het referendum, wijzen nu steeds meer het hele referendum af en herhalen hun afwijzing van de uitspraak van het Permanente Hof van Arbitrage van juli 2009 (zie §2.1.6).97 Zij zullen er alles aan doen om aansluiting van Abyei bij ZuidSudan te voorkomen, desnoods met gebruikmaking van geweld. De Misseriya vrezen gebrek aan toegang tot graasweiden bij een eventuele zuidgang van Abyei. Daarnaast leggen zij een claim op land in Noord-Abyei, waar zij volgens eigen zeggen tijdens de burgeroorlog voor gevochten hebben. Ook maken zij zich zorgen over de terugkeer van tienduizenden Dinka Ngok uit Noord-Sudan. 98 Oost-Sudan De implementatie van het Eastern Sudan Peace Agreement (2006) verloopt langzaam. De politieke machtsbasis van de leden van het voormalige Eastern Front binnen de regering van Nationale Eenheid is zwak en er wordt weinig vooruitgang geboekt met betrekking tot het opnemen van leden van het Eastern Front binnen de Sudanese overheid.99 De drie Oost-Sudanese ondertekenaars van het Eastern Sudan Peace Agreement, (Beja Congress, de Free Lions Party en de Eastern Democratic Party) wonnen bij de verkiezingen voor de deelstaten slechts drie zetels: twee in Red Sea (Beja Congress en de Eastern Democratic Party) en één in Kassala (Free Lions Party). Bij de verkiezingen voor het nationale parlement wonnen zij geen zetels.100 Wel behielden zij een vertegenwoordiging in de nationale regering door de herbenoeming van Musa Mohammed Ahmed, leider van het voormalige Eastern Front, tot presidentieel adviseur.101 De lokale bevolking heeft over het algemeen weinig profijt van de projecten die worden uitgevoerd vanuit fondsen voor de reconstructie en ontwikkeling van Oost-Sudan, die zijn ingesteld als onderdeel van het Eastern Sudan Peace Agreement.102 Fondsen worden slechts gedeeltelijk uitbetaald. Ook zijn er berichten van corruptie en misbruik van fondsen. In november 2010 werd in Koeweit een donorconferentie voor Oost-Sudan gehouden. De donorconferentie 96
UNSC, Report of the Secretary-General on the Sudan, S/2010/528, 14.10.2010.
97
UNSC, Report of the Secretary-General on the Sudan, S/2010/528, 14.10.2010; Economist Intelligence Unit, Country Report Sudan, september 2010.
98
UNSC, Report of the Secretary-General on the Sudan, S/2010/681, 31.12.2010.
99
UNSC, Report of the Secretary-General on the Sudan, S/2010/528, 14.10.2010; UNSC, Report of the Secretary-General on the Sudan, S/2010/681, 31.12.2010.
100
UNSC, Report of the Secretary-General on the Sudan, S/2010/388, 19.07.2010.
101
Economist Intelligence Unit, Country Report Sudan, juli 2010.
102
UNSC, Report of the Secretary-General on the Sudan, S/2010/528, 14.10.2010.
24
Algemeen Ambtsbericht Sudan| juni 2011
bracht in totaal 3,6 miljard USD op aan toezeggingen en additionele financiering. 103
2.2.2
Darfur JEM Na de ondertekening van de raamovereenkomst tussen de Sudanese regering en JEM op 23 februari 2010 weigerde de JEM verdere besprekingen omdat de Sudanese regering de JEM niet als enige legitieme vertegenwoordiger van de rebellen in Darfur wilde erkennen en de Sudanese regering bovendien weigerde enkele tientallen JEM-gevangenen vrij te laten. Na hervatting van het gevechten tussen de JEM en de Sudan Armed Forces (SAF) op 3 mei 2010, trok de JEM ook haar delegatie uit Doha terug.104 Op 19 mei 2010 werd de leider van de JEM, Khalil Ibrahim, aangehouden op de luchthaven van N’Djamena en werd hem de toegang tot Tsjaad geweigerd als gevolg van de toenadering tussen Tsjaad en Sudan. Khalil Ibrahim vertrok vervolgens naar Tripoli.105 De Sudanese regering verzocht vervolgens tevergeefs Libië om Khalil Ibrahim het land uit te wijzen. 106 Op 19 december werden de onderhandelingen tussen de Sudanese regering en JEM in Doha hervat. LJM Als vervolg op de raamovereenkomst van maart 2010 werden in juni 2010 de besprekingen tussen de LJM en de Sudanese regering hervat in Doha. Er werden zes commissies gevormd met betrekking tot de volgende onderwerpen: machtverdeling en administratieve status van Darfur, verdeling van rijkdom (waaronder landrechten), compensatie en terugkeer van IDP’s, veiligheidszaken, recht en verzoening en ten slotte het oplossen van geschillen. 107 Aan de besprekingen nemen ook vertegenwoordigingen van het maatschappelijk middenveld, IDP’s en vluchtelingen deel. 108 In juli 2010 verlengde de LJM de
103
UNSC, Report of the Secretary-General on the Sudan, S/2010/388, 19.07.2010.
104
UNSC, Report of the Secretary-General on the deployment of the African Union-United Nations Hybrid Operation in Darfur, S/2010/382, 14.07.2010.
105
UNSC, Report of the Secretary-General on the deployment of the African Union-United Nations Hybrid Operation in Darfur, S/2010/382, 14.07.2010.
106
UNSC, Report of the Secretary-General on the deployment of the African Union-United Nations Hybrid Operation in Darfur, S/2010/543, 18.10.2010.
107
UNSC, Report of the Secretary-General on the deployment of the African Union-United Nations Hybrid Operation in Darfur, S/2010/382, 14.07.2010.
108
UNSC, Report of the Secretary-General on the deployment of the African Union-United Nations Hybrid Operation in Darfur, S/2010/382, 14.07.2010; UNSC, Report of the Secretary-General on the Sudan, S/2010/388, 19.07.2010.
25
Algemeen Ambtsbericht Sudan| juni 2011
staakt-het-vuren overeenkomst met de Sudanese regering.109 Eind december 2010 waren beide partijen dicht bij een overeenkomst. Over de meeste onderwerpen kon overeenstemming bereikt. Belangrijke geschilpunten bleven echter de machtsdeling en de administratieve status van Darfur. SLA/AW In een poging om het vredesproces alomvattend te maken voert hoofdonderhandelaar Bassolé van de Joint AU/UN Mediation ook gesprekken met de SLA-factie van Abdel Wahid (SLA/AW).110 Abdel Wahid overweegt terugkeer naar de onderhandelingstafel. SLA/MM De enige ondertekenaar van het Darfur Peace Agreement (DPA) in 2006, Minni Minawi (SLA/MM), hervatte in december 2010 de gewapende strijd tegen de Sudanese regering omdat de Sudanese regering afspraken van het DPA niet zou zijn nagekomen. 111 Minnie Minawi was het afgelopen jaar politiek al steeds meer op een zijspoor komen te staan en op 3 december tot ‘vijand van de regering’ verklaard.112 Om het maatschappelijk middenveld van Darfur meer bij het vredesproces te betrekken organiseerde de Joint AU/UN Mediation, UNAMID en de regering van Qatar in juli 2010 een (tweede) Darfur civil society conferentie in Doha.113 Ongeveer 350 Darfurezen uit het maatschappelijk middenveld, IDP’s en vluchtelingen namen hieraan deel. 114
109
IHS Global Insight, ‘Quatar – Sudan: Darfur rebels extend ceasefire with Sudanese government’, 23.07.2010.
110
Economist Intelligence Unit, Country Report Sudan, juli 2010; UNSC, Report of the SecretaryGeneral on the deployment of the African Union-United Nations Hybrid Operation in Darfur, S/2010/543, 18.10.2010.
111
Het ging hierbij onder meer om afspraken over integratie van SLA/MM strijdkrachten in de SAF. Economist Intelligence Unit, Country Report Sudan, december 2010; UNSC, Report of the SecretaryGeneral on the deployment of the African Union-United Nations Hybrid Operation in Darfur, S/2011/22, 18.01.2011.
112
Zo was hij na de verkiezingen van april 2010 niet opnieuw benoemd tot presidentieel adviseur. Reuters, ‘Sudan, Darfur rebels clash one day after UN rebuke’, 17.12.2010; UNSC, Report of the Secretary-General on the deployment of the African Union-United Nations Hybrid Operation in Darfur, S/2011/22, 18.01.2011.
113
De tweede civil society conferentie in Doha was een vervolg op de eerste civil society conferentie in november 2009.
114
UNSC, Report of the Secretary-General on the deployment of the African Union-United Nations Hybrid Operation in Darfur, S/2010/543, 18.10.2010.
26
Algemeen Ambtsbericht Sudan| juni 2011
Op 16 september 2010 lanceerde de Sudanese regering een nieuwe politieke en veiligheidsstrategie voor Darfur. De nieuw strategie heeft met name betrekking op veiligheid, ontwikkeling, hervestiging, verzoening en onderhandelingen. 115 De rebellenbewegingen, oppositiepartijen en maatschappelijk middenveld reageerden negatief op deze nieuwe Darfur strategie. Ook de internationale gemeenschap plaatste kanttekeningen. Zorgpunten zijn de grote nadruk op de terugkeer van ontheemden, het risico van gedwongen terugkeer en de uitsluiting van buiten Darfur verblijvende partijen bij het vredesproces. Ook wordt in de strategie vooral nadruk gelegd op de mogelijkheden van ontwikkeling en daardoor lijkt daarmee voorbij te worden gegaan aan bestaande humanitaire noden. Eind december 2010 verliet de delegatie van de Sudanese regering Doha uit onvrede met de gang van zaken maar keerde onder internationale druk begin 2011 terug aan de onderhandelingstafel. Begin 2011 verklaarden JEM en LJM bij de onderhandelingen meer te gaan samenwerken. Ook werden de contacten met SLA/AW en SLA/MM geïntensiveerd. In februari 2011 presenteerde de Joint AU/UN Mediation aan de drie betrokken partijen nieuwe voorstellen voor een vredesakkoord.116 In maart 2011 schortte de JEM en LJM de vredesbesprekingen kortstondig op vanwege de aankondiging van de Sudanese regering om twee nieuwe deelstaten in Darfur in te stellen en een referendum te gaan houden over de administratieve status van Darfur.117 Parallel aan de onderhandelingen in Doha nam AUHIP, onder leiding van Mbeki, eind 2010 het initiatief voor een Darfur Political Process (DPP) met brede consultaties in Darfur dat moet uitmonden in een Darfur Darfur Conference. JEM en LJM hebben het DPP echter afgewezen als ‘Khartoumisering van het vredesproces’. Humanitaire hulpverlening In de verslagperiode had de toegenomen onveiligheid in Darfur als gevolg van de gevechten, banditisme en criminaliteit (zie §2.3.2) negatieve gevolgen voor de internationale hulpverlening.118 Verschillende gebieden waren in de verslagperiode voor korte of langere tijd afgesloten van humanitaire hulp, waardoor bewoners verstoken bleven van voedsel en medische hulp. Zo is de toegang tot Jebel Marra sinds februari 2010 zeer problematisch door de onveiligheid in het gebied en restricties zowel door de Sudanese regering als door
115
UNSC, Report of the Secretary-General on the deployment of the African Union-United Nations Hybrid Operation in Darfur, S/2010/543, 18.10.2010.
116
Voor een deel betrof het tekstvoorstellen waarover al eerder overeenstemming was bereikt door de Sudanese regering en de LJM.
117
UNSC, Report of the Secretary-General on the Sudan, S/2011/239, 12.04.2011; Economist Intelligence Unit, Country Report Sudan, maart 2011.
118
UNSC, Report of the Secretary-General on the deployment of the African Union-United Nations Hybrid Operation in Darfur, S/2010/543, 18.10.2010 en S/2011/22, 18.01.2011.
27
Algemeen Ambtsbericht Sudan| juni 2011
SLA/AW.119 Sinds 2008 hadden internationale hulpverleners ook vrijwel geen toegang tot Jebel Moon door de onveiligheid in dat gebied en restricties door de Sudanese regering en de JEM. Sinds de terugtrekking van de JEM in mei 2010 hebben internationale hulpverleners een vrijere toegang tot Jebel Moon verkregen. 120 Er is geregeld sprake van kidnappings en aanvallen op konvooien. Daardoor is het aantal hulptransporten in de verslagperiode aanzienlijk teruggelopen. Ook hulpverleners zelf lopen gevaar. Internationale hulporganisaties in Darfur werden gedwongen hun capaciteit te beperken en activiteiten op te schorten. Daarnaast zorgden administratieve barriéres ervoor dat het werken voor VN-organisaties en NGO’s steeds moeilijker wordt. Zo werden in de eerste negen maanden van 2010 38 % van de aangevraagde humanitaire hulpvluchten geweigerd door de autoriteiten. Enkele dagen nadat het Internationaal Strafhof in juli 2010 president Al-Bashir had aangeklaagd voor genocide (zie §2.2.1) moesten twee stafleden van IOM zonder opgave van reden Sudan verlaten. Na de weigering van UNAMID in juli 2010 om vijf leiders van het ontheemdenkamp Kalma uit te leveren aan de Sudanese autoriteiten (zie §2.3.2) gaf president Al Bashir de lokale autoriteiten toestemming om internationale peacekeepers en hulpverleners uit te wijzen indien zij hun mandaat zouden overschrijden of de autoriteiten zouden hinderen. Vrijwel onmiddellijk kondigde de gouverneur van West-Darfur de uitwijzing aan van vijf stafleden van UNHCR en FAO.121 Na overleg tussen de VN en de Sudanese autoriteiten werden de voorgenomen uitwijzingen uit West-Darfur (UNHCR en FAO) echter niet geëffectueerd. 122 Begin 2011 werden naast Medicins du Monde ook stafleden van Norwegian Church Aid en Catholic Relief Services Darfur uitgewezen. Uiteindelijk kon een aantal uitzettingen door bemiddeling van de VN worden voorkomen. Er is een humanitaire dialoog tussen overheden, donoren, VN-organisaties en NGO’s onder gezamenlijk voorzitterschap van de Sudanese regering en de VN. In een speciaal opgericht High Level Committee worden afspraken gemaakt over urgente humanitaire onderwerpen in Darfur. Afspraken worden echter niet of slechts gedeeltelijk nageleefd.
119
UNSC, Report of the Secretary-General on the deployment of the African Union-United Nations Hybrid Operation in Darfur, S/2011/22, 18.01.2011.
120
UNSC, Report of the Secretary-General on the deployment of the African Union-United Nations Hybrid Operation in Darfur, S/2010/382.
121
African Centre for Justice and Peace Studies, Sudan Human Rights Monitor, juni – juli 2010.
122
UNSC, Report of the Secretary-General on the deployment of the African Union-United Nations Hybrid Operation in Darfur, S/2010/543, 18.10.2010.
28
Algemeen Ambtsbericht Sudan| juni 2011
2.2.3
Zuid-Sudan In juni 2010 werd Salva Kiir opnieuw geïnstalleerd als president en Riak Machar als vice-president van Zuid-Sudan. Ook benoemde Salva Kiir in juni 2010 een nieuwe regering, waarin de SPLM 27, de NCP 2 en het United Democratic Front (UDF) 1 ministerposten kregen toebedeeld. Belangrijke benoeming is die van Pagan Amum op de nieuwe ministerspost Peace and CPA Implementation. De SPLM is in Zuid-Sudan overheersend. Het Zuid-Sudanese parlement is vrijwel geheel SPLM. De SPLM-DC heeft bij de parlementsverkiezingen van april 2010 als enige zuidelijke oppositiepartij een viertal zetels kunnen bemachtigen. Verder heeft de NCP 1 zetel verkregen en worden 11 zetels bezet door onafhankelijke kandidaten. Ook alle 79 commissioners van de counties in Zuid-Sudan zijn SPLM. Verder zijn alle gouverneurs, op één na, SPLM en bestaat het Zuid-Sudanese kabinet, op een paar uitzonderingen na, vrijwel uitsluitend uit SPLM-ministers. Tenslotte zijn in slechts enkele Zuid-Sudanese deelstaten oppositieleden vertegenwoordigd, zoals drie zetels voor UDF in Jonglei en drie zetels voor SPLM-DC in Upper Nile. Verkiezingsnasleep De post-verkiezingsperiode werd in een aantal deelstaten gekenmerkt door politieke spanningen, inclusief geweld en mensenrechtenschendingen (zie ook §2.3.3). Dit was met name het geval in die deelstaten waar de SPLM tijdens de verkiezingen een sterke oppositie had ontmoet van afgescheiden kandidaten en groepen. Jonglei, Upper Nile en Unity werden het meest getroffen. 123 In Jonglei betwistten de verslagen gouverneurskandidaat ex-SPLA generaal Athor en parlementskandidaat David Yau-Yau de verkiezingsuitslag en begonnen ieder een gewapende strijd. In Unity begon kolonel Gatluak Gai Deng een gewapende strijd. Het politiek geweld verspreidde zich ook naar Upper Nile, de bakermat van de SPLM-DC124. De SPLM-DC zou volgens berichten opstandige Shilluk (militie)leiders in Upper Nile steunen. De opstandige (militie)leiders handelden uit onvrede over het beleid van de Zuid-Sudanese regering en het politiek leiderschap in de betreffende deelstaten. Generaal Athor eiste als voorwaarde voor het staken van de strijd naast amnestie voor hem en zijn medestrijders dan ook het aftreden van de gekozen gouverneur in Jonglei. 125 Op 6 oktober 2010 bood president Kiir de opstandige (militie)leiders onder voorwaarden amnestie aan. Vrijwel alle opstandige (militie)leiders, waaronder
123
UNGA, HRC, Report of the independent expert on the situation of human rights in the Sudan, mr. Mohammed Chande Othman, S/HRC/15/CRP.1, 14 september 2010.
124
De SPLM-DC leden van het Zuid-Sudanese parlement komen allemaal uit het Shilluk stamgebied van Lam Akol in Upper Nile.
125
Enough Project, ‘Field dispatch: election grievances reverberate in the countdown to the South’s referendum’, 14.07.2010.
29
Algemeen Ambtsbericht Sudan| juni 2011
generaal Athor, reageerden positief op het voorstel voor amnestie en verklaarden zich bereid tot onderhandelingen over een amnestieregeling. 126 In Zuid-Sudan kreeg politieke verzoening in oktober 2010 een nieuwe stimulans door de South-South Sudan Dialogue Conference waaraan 24 politieke partijen, kerkgenootschappen en maatschappelijke organisaties deelnamen. Alle deelnemers committeerden zich aan een code of conduct voor het referendum. Ook schaarde men zich achter het amnestieaanbod van president Kiir. Verder kwam men overeen om een constitutionele conferentie te organiseren waaraan alle politieke partijen mogen deelnemen. Op deze conferentie zal gesproken worden over een nieuwe volkstelling, nieuwe verkiezingen, herziening van de grondwet en de instelling van een interim-regering.127 In de aanloop naar het referendum waren er berichten dat oppositionele politici zich (soms opnieuw) aansloten bij de SPLM.128 Op 21 januari 2011 benoemde president Kiir een constitutionele herzieningscommissie om voorstellen te doen voor herziening van de interimgrondwet van Zuid-Sudan.129 Begin maart 2011 trokken negen politieke partijen zich terug uit de herzieningscommissie uit onvrede met de in hun ogen dominerende rol van de SPLM in het herzieningsproces.130 Wederopbouw Na het CPA in 2005 commiteerden donoren zich op grote schaal aan de (weder)opbouw van Zuid-Sudan en werd een groot aantal fondsen in het leven geroepen.131 De (weder)opbouw verloopt echter langzaam. Tientallen jaren van oorlog hebben de infrastructuur en overheidsinstellingen van Zuid-Sudan ernstige schade toegebracht. Veel instituties waaronder het rechtssysteem en lokale bestuursorganen bestaan in naam, maar zijn niet of nauwelijks operationeel vanwege een tekort aan voldoende gekwalificeerd personeel. 132 In veel plaatsen is nog een groot gebrek aan basisvoorzieningen zoals elektriciteit, ziekenhuizen en scholen.133 Verbeteringen in de infrastructuur en basisvoorzieningen hebben zich
126
Reuters, ‘South Sudanese agree on post-secession elections’, 18.10.2010.
127
Reuters, ‘South Sudanese agree on post-secession elections’, 18.10.2010; UN, Sudan entering crucial period less than three months before impeding referendum, Under-Secretary-General says in briefing to Security Council, UNSC/10069, 25.10.2010.
128
Economist Intelligence Unit, Country Report Sudan, januari 2011.
129
The CPA Monitor, Monthly Report on the Implementation of the CPA, januari 2011.
130
ICG, Politics and transition in the new South Sudan, 4 april 2011; UNSC, Report of the SecretaryGeneral on the Sudan, S/2011/239, 12.04.2011.
131
Voorbeelden van fondsen zijn Multi-Donor Trusts Fund, het Basic Services Fund, het Sudan Recovery Fund en het Capacity Building Trust Fund.
132
AEC, Mid term evaluation report, juli 2008.
133
NRC, Southern Sudan 2010: Between a rock and a hard place. Displacement and reintegration in post-referendum Southern Sudan, december 2010.
30
Algemeen Ambtsbericht Sudan| juni 2011
voornamelijk beperkt tot de hoofdstad Juba.134 Ook blijft corruptie binnen de verschillende bestuurslagen van de Zuid-Sudanese regering een groot probleem. 135 In november 2010 presenteerde de regering van Zuid-Sudan een nieuw actieplan voor versterking van strategische functies binnen de overheid. De nadruk zal hierbij liggen op overdracht van kennis en expertise door internationale experts. 136 Ondanks al deze inspanningen is de Zuid-Sudanese regering nog steeds een overheid die als bijzonder zwak kan worden getypeerd. Humanitaire situatie en hulpverlening De humanitaire situatie in Zuid-Sudan is slecht. Door geweld zijn in 2010 naar schatting 230.000 mensen ontheemd geraakt. Het totaal aantal ontheemden in Zuid-Sudan wordt momenteel op meer dan 400.000 mensen geschat. Het aantal mensen in Zuid-Sudan dat afhankelijk is van voedselhulp is in 2010 gestegen tot meer dan 4 miljoen (meer dan 1/3 van de totale Zuid-Sudanese bevolking), als gevolg van het geweld maar ook door de late intreding van het regenseizoen, overstromingen en tegenvallende oogsten. Ondervoeding, moedersterfte en ongeletterdheid zijn hoog in Zuid-Sudan. 137 De capaciteit van de Zuid-Sudanese overheid om de over het algemeen kwetsbare bevolking te voorzien van basisbehoeftes, is onvoldoende. De humanitaire toegang tot Zuid-Sudan wordt bemoeilijkt door zowel onveiligheid als de slechte infrastructuur. Humanitaire hulporganisaties berichtten over een toenemend aantal weigeringen van verzoeken voor humanitaire toegang. 138 Ook was er een toenemend aantal berichten van intimidatie, arrestatie en molestatie van humanitaire hulpverleners door met name SPLA en politie. 139 OCHA ontving in 2010 139 meldingen van hindering van humanitaire activiteiten. 140
134
NRC, Southern Sudan 2010: Between a rock and a hard place. Displacement and reintegration in post-referendum Southern Sudan, december 2010.
135
UNDP, Southern Sudan Anti-Corruption Commission launches new strategy, 26.01.2010. In ZuidSudan bestaat sinds vijf jaar een anti-corruptie commissie maar er is nog geen enkele regeringsfunctionaris strafrechtelijk vervolgd. Economist Intelligence Unit, Country Report Sudan, november 2010.
136
UNSC, Report of the Secretary-General on the Sudan, S/2010/528, 14.10.2010 en S/2010/681, 31.12.2010.
137
NRC/IDMC, Southern Sudan: Overcoming obstacles to durable solutions now – building stability for the future, augustus 2010; NRC, Southern Sudan 2010: Between a rock and a hard place. Displacement and reintegration in post-referendum Southern Sudan, december 2010.
138
UNSC, Report of the Secretary-General on the Sudan, S/2010/528, 14.10.2010.
139
UN, ‘Sudan: top UN humanitarian official deplores harrassment of aid workers in south’, 05.11.2010; African Centre for Justice and Peace Studies, Sudan Human Rights Monitor, augustus – september 2010.
140
UNSC, Report of the Secretary-General on the Sudan, S/2010/528, 14.10.2010.
31
Algemeen Ambtsbericht Sudan| juni 2011
2.2.4
Vredesmissies Momenteel opereren twee VN-vredesoperaties in Sudan: UNMIS (United Nations Mission In Sudan) en UNAMID (United Nations/African Union Hybrid Operation in Darfur). UNMIS Op 25 maart 2005 aanvaardde de VN-Veiligheidsraad resolutie 1590 waarmee ingestemd werd met UNMIS, een internationale vredesmacht van militaire waarnemers en beschermende troepen die toeziet op naleving van het CPA. De duur van het mandaat is zes jaar. De missie valt onder hoofdstuk VI van het handvest van de VN, hetgeen inhoudt dat de missie moet toezien op de naleving van het vredesakkoord en niet gericht is op het afdwingen ervan. Tevens bevat het mandaat van UNMIS elementen van hoofdstuk VII van het VN-handvest, zoals de bescherming van burgers.141 De VN-Veiligheidsraad verlengde het mandaat van UNMIS eind april 2010 met één jaar tot 30 april 2011.142 Eind maart 2011 telde UNMIS 8.466 militaire troepen, 374 militaire waarnemers en 184 stafofficieren uit meer dan 50 verschillende landen. UNMIS is hiermee vrijwel volledig op sterkte (9.024 van de overeengekomen 10.000 militairen). Daarnaast telde UNMIS eind maart 2011 713 politie-adviseurs (van de overeengekomen 715). 143 UNMIS hield zich in de verslagperiode naast haar hoofdtaak, het monitoren van het CPA, met name bezig met het (technisch en logistiek) ondersteunen van de verkiezingen en het referendum, conflictpreventie en bescherming van burgers.144 De bescherming van burgers heeft in de verslagperiode binnen UNMIS meer aandacht gekregen. 145 Opmerkelijk is dat de aparte unit binnen UNMIS die zich bezighoudt met de bescherming van burgers in de verslagperiode is opgeheven. De bedoeling is om de bescherming van burgers te ‘mainstreamen’ maar volgens een bron staat dit gedeelte van het mandaat van UNMIS onder druk en wordt het slecht uitgevoerd.146 UNMIS wordt regelmatig beperkt in haar bewegingsvrijheid, zowel door de zuidelijke politie/SPLA als door de SAF. Het ging hierbij niet alleen om het weigeren van toegang tot bepaalde gebieden maar het betrof ook het (kort) vasthouden van UNMIS patrouilles en helikopters. Deze beperkingen in bewegingsvrijheid hinderden de activiteiten van UNMIS aanzienlijk, met name het monitoren van de veiligheidssituatie. Behalve (korte) detenties en bedreigingen 141
http://www.un.org/Depts/dpko/missions/unmis/mandate.html, laatst geraadpleegd op 20.01.2011
142
UNSC, Resolution 1919 (2010), S/RES/1919 (2010), 29.04.2010.
143
UNSC, Report of the Secretary-General on the Sudan, S/2011/239, 12.04.2011.
144
UNSC, Report of the Secretary-General on the Sudan, S/2010/388, 19.07.2010.
145
UNSC, Report of the Secretary-General on the Sudan, S/2011/239, 12.04.2011.
146
NRC/IDMC, Sudan: Durable solutions elusive as southern IDP’s return and Darfur remains tense. A profile of the internal displacement situation, 23 december 2010.
32
Algemeen Ambtsbericht Sudan| juni 2011
had UNMIS personeel in de verslagperiode ook te maken met criminaliteit en banditisme. 147 UNAMID In juni 2007 stemde de Sudanese regering in met de stationering van een gezamenlijke AU/VN-missie in Darfur, UNAMID. UNAMID is de opvolger van de Afrikaanse vredesmacht AMIS. In tegenstelling tot UNMIS, valt het mandaat van UNAMID wel volledig onder hoofdstuk VII van het VN-handvest. Het mandaat voorziet in: - de bescherming van de burgerbevolking; - het veiligstellen van humanitaire hulp; - het monitoren van en toezicht houden op de naleving en implementatie van vredesakkoorden; - assistentie bij het politieke vredesproces; - het bijdragen aan de promotie van mensenrechten en eerlijke rechtsgang; - het monitoren en rapporteren over de situatie op de grens met Tsjaad en de Centraal-Afrikaanse Republiek. 148 De VN-Veiligheidsraad verlengde het mandaat van UNAMID op 30 juli 2010 met een jaar tot juli 2011. Het mandaat werd enigszins aangepast. Prioriteit blijft de bescherming van burgers en het ondersteunen van humanitaire activiteiten, maar er is meer aandacht voor de ondersteuning van het politieke proces en early recovery taken. 149 Op 30 november 2010 had UNAMID 22.447 van de 25.987 geautoriseerde troepen (militairen en politie) op de grond. 150 De militaire troepen van UNAMID komen uit meer dan 30 verschillende, voornamelijk niet-westerse landen, waaronder Zuid-Afrika, Rwanda, Nigeria en Ethiopië. 151 Het hoofdkwartier van UNAMID bevindt zich in El Fasher, Noord-Darfur en er zijn kleinere bases in Nyala (ZuidDarfur) en El Geneina (West-Darfur). Voorts zijn op verschillende locaties in Darfur troepen van UNAMID gestationeerd. 152 Tegen de medewerkers van UNAMID vindt geregeld gericht geweld plaats. In de periode juli 2009 – juli 2010 vonden 28 aanvallen plaats, waarbij 10 doden en 26 gewonden vielen, en werden tweemaal UNAMID-medewerkers slachtoffer van 147
UNSC, Report of the Secretary-General on the Sudan, S/2010/388, 19.07.2010; S/2010/528, 14.10.2010, S/2010/681, 31.12.2010 en S/2011/239, 12.04.2011.
148
http://www.un.org/Depts/dpko/missions/unamid/mandate.html, laatst geraadpleegd op 19.01.2011.
149
Economist Intelligence Unit, Country Report Sudan, juli 2010.
150
UNSC, Report of the Secretary-General on the deployment of the African Union-United Nations Hybrid Operation in Darfur, S/2010/543, 18.10.2010.
151
http://www.un.org/Depts/dpko/missions/unamid/facts.html, laatst geraadpleegd op 19.01.2011.
152
http://www.un.org/en/peacekeeping/missions/unamid/background.html, laatst geraadpleegd 19.01.2011.
33
Algemeen Ambtsbericht Sudan| juni 2011
kidnapping. 153 In dezelfde periode werden 54 UNAID-medewerkers slachtoffer van banditisme en criminaliteit en er werden 53 voertuigen van UNAMID gestolen. Dit geweld heeft geleid tot striktere veiligheidsmaatregelen. 154 Voor deze misdrijven is nog niemand strafrechtelijk vervolgd. 155 In de verslagperiode beperkte de Sudanese regering in verschillende delen van Darfur helikoptervluchten van UNAMID. Daarnaast weigeren de Sudanese regering en andere gewapende groepen UNAMID geregeld de toegang tot bepaalde gebieden, waaronder sommige ontheemdenkampen en plaatsen waar recentelijk is gevochten zoals Jebel Moon en Jebel Marra.156 Deze beperkingen zorgden ervoor dat de missie gehinderd werd in de uitvoering van haar mandaat en onvoldoende in staat was burgers en ontheemden bescherming te bieden. 157
2.2.5
Buitenlandse betrekkingen Eritrea De relatie Sudan-Eritrea was lange tijd gespannen vanwege de gastvrijheid en steun die beide landen aan elkaars (gewapende) oppositiegroeperingen zouden hebben geven. 158 De laatste jaren is de relatie tussen beide landen verbeterd. In de verslagperiode waren er geen aanwijzingen over mogelijke steun van Eritrea aan rebellengroepen in Darfur. Wel komen iedere dag enkele tientallen Eritrese vluchtelingen de grens met Sudan over (zie ook §4.3). Ethiopië Ethiopië verleende in de jaren negentig van de vorige eeuw steun aan de SPLM. De laatste jaren neemt Ethiopië een neutrale houding in tegenover de verschillende partijen in Sudan en probeert actief een bemiddelende rol te vervullen bij de implementatie van het CPA.159 153
Sinds de start van de missie (31 december 2007) zijn 73 UNAMID medewerkers omgekomen.
154
UNSC, Report of the Secretary-General on the deployment of the African Union-United Nations Hybrid Operation in Darfur, S/2009/592, 16.11.2009, S/2010/50, 29.01.2010 en S/2010/382, 14.07.2010 en S/2010/543, 18.10.2010 en S/2011/22, 18.01.2011.
155
UNSC, Report of the Secretary-General on the deployment of the African Union-United Nations Hybrid Operation in Darfur, S/2010/382, 14.07.2010 en S/2010/543, 18.10.2010.
156
UNSC, Report of the Secretary-General on the deployment of the African Union-United Nations Hybrid Operation in Darfur, S/2010/382, 14.07.2010 en S/2010/543, 18.10.2010 en S/2011/22, 18.01.2011.
157
Human Rights Watch, World Report 2011 – Sudan.
158
Sudan verdacht Eritrea van actieve steun aan het Beja Congress en de Free Lions in Oost-Sudan en de JEM in Darfur, alsmede betrokkenheid bij couppogingen in Sudan. De Eritrese autoriteiten verweten Sudan steun en onderdak te bieden aan (gewapende) oppositionele groeperingen, zoals de Islamic Jihad. Ook beschuldigde Eritrea Sudan van een moordaanslag op president Isaias Afwerki.
159
Voorbeeld van de bemiddelende rol van Ethiopië zijn de besprekingen over het referendum van Abyei in Addis Abeba. Ook was Ethiopië gastheer van de post-referendum besprekingen in Mekelle. ICG, Sudan: Regional Perspectives on the Prospect of Southern Independence, 6 mei 2010.
34
Algemeen Ambtsbericht Sudan| juni 2011
Libië Libië is nauw betrokken bij Sudan, met name bij de strijd in Darfur. In de verslagperiode raakten de verhoudingen met Sudan gespannen doordat Libië gastvrijheid verleende aan JEM leider Khalil Ibrahim. De Sudanese regering sloot in juli 2010 de grens met Libië en verzocht Libië tevergeefs om Khalil Ibrahim het land uit te wijzen.160 President Al Bashir bracht in augustus 2010 een bezoek aan Libië en verklaarde dat Libië hem had verzekerd geen militaire steun aan de JEM te zullen verlenen. Er bleven echter ook na augustus 2010 berichten van steun door Libië aan de JEM. In februari 2011 heropende Sudan de grens met Libië ten behoeve van de evacuatie van Sudanezen uit Libië als gevolg van de burgeroorlog in Libië. 161 Tsjaad Tsjaad is nauw betrokken bij de situatie in het aangrenzende Darfur. In OostTsjaad bevinden zich ongeveer 280.000 vluchtelingen uit Darfur.162 Ook bevinden zich meer dan 40.000 Tsjadische vluchtelingen in Darfur.163 De afgelopen jaren is de relatie tussen Sudan en Tsjaad aanzienlijk verbeterd. 164 De JEM had tot begin 2010 zijn machtsbasis in Tsjaad en genoot militaire steun van de Tsjadische president Déby.165 Sudan verleende tot begin 2010 gastvrijheid aan Tsjadische oppositiebewegingen. Begin 2010 kwamen beide landen overeen niet langer rebellengroeperingen op elkaars grondgebied te steunen en een gezamenlijk grensbewakingssysteem (Joint Border Force) in te stellen. 166 In het kader van deze overeenkomst zette de Sudanese regering begin 2010 leiders van Tsjadische gewapende oppositiebewegingen het land uit.167 Tsjaad beëindigde de reisprivileges van de JEM-leiders in Tsjaad. De instelling van de Joint Border Force betekende het einde van het vrije grensverkeer van Tsjadische
160
UNSC, Report of the Secretary-General on the deployment of the African Union-United Nations Hybrid Operation in Darfur, S/2010/543, 18.10.2010.
161
Sudan Tribune, ‘Sudan: government reopens borders with Libya’, 27.20.2011.
162
NRC/IDMC, National outrage. Violence against internally displaced women and girls in eastern Chad, november 2010.
163
UNHCR, Background note on UNHCR operations in Darfur, september 2009.
164
UNSC, Report of the Secretary-General on the deployment of the African Union-United Nations Hybrid Operation in Darfur, S/2010/382, 14.07.2010.
165
President Déby en JEM-leider Khalil Ibrahim zijn neven van elkaar en behoren beiden tot de Zaghawa-stam.
166
Trouw, Opportunistische vredespoging tussen leiders Soedan en Tsjaad, 09.02.2010; Global Insight, Sudan- Chad: Chadian and Sudanese leaders meet in bid to bridge differences, 09.02.2010.
167
UNSC, Report of the Secretary-General on the deployment of the African Union-United Nations Hybrid Operation in Darfur, S/2010/543, 18.10.2010.
35
Algemeen Ambtsbericht Sudan| juni 2011
rebellengroepen. 168 Er bleven echter berichten van steun door Tsjaad aan de JEM.169 Verenigde Staten In oktober 2009 presenteerde de Amerikaanse regering haar herziene strategie ten aanzien van Sudan. Hoofddoelstellingen van de Amerikanen zijn: het beëindigen van het conflict in Darfur en de implementatie van het CPA. Ook willen de VS voorkomen dat Sudan een toevluchtsoord wordt voor internationaal terrorisme. Kort na de presentatie verklaarden de VS de sancties tegen Sudan, die handel met en investeringen in Sudan aan banden leggen, te handhaven. Tevens bleven de tegoeden van de Sudanese regering in de VS bevroren.170 In oktober 2010 werden deze sanctiemaatregelen opnieuw met een jaar verlengd.171 De VS spelen een zeer actieve rol in Sudan, onder meer door middel van de speciale gezant voor Sudan, Scott Gration. De VS hebben Sudan normalisering van de betrekkingen in het vooruitzicht gesteld indien het CPA geheel wordt uitgevoerd en het conflict in Darfur zal zijn beëindigd. 172 Ook Zuid-Sudan is hulp in het vooruitzicht gesteld op voorwaarde van vooruitgang op het gebied van goed en transparant bestuur. Europese Unie De belangrijkste doelstellingen van de EU in Sudan zijn het bewerkstelligen van een politieke oplossing voor het conflict in Darfur en het faciliteren van de implementatie van het CPA en het ESPA. In de verslagperiode is Rosalind Marsden Torben Brylle opgevolgd als de speciale EU-vertegenwoordiger voor Sudan. De speciale EU-vertegenwoordiger onderhoudt contacten met zowel de Sudanese autoriteiten als internationale organisaties en donoren over onder meer de mensenrechtensituatie en de implementatie van de vredesakkoorden. 173 Tevens draagt de EU op verschillende niveaus bij aan de Assessment and Evaluation Commission (AEC), die toeziet op de implementatie van het CPA. Zo leiden Italië, het Verenigd Koninkrijk en Nederland AEC-werkgroepen over respectievelijk machtsdeling, veiligheid en de drie gebieden (Abyei, Zuid-Kordofan en Blue Nile).
168
TerrorismMonitor, Volume VIII, Issue 39, 28 oktober 2010.
169
Tsjaad zou Sudan verwijten de gemaakte afspraken te schenden door de Tsjadische rebellen niet naar Tsjaad terug te sturen maar ze hetzij in Darfur te laten verblijven, hetzij naar de CAR te laten wegtrekken.
170
US Department of State, Sudan: a critical moment, a comprehensive approach, 19.10.2009.
171
IHS Global Insight, ‘Sudan: US extends Sudan sanctions, increases pressure ahead of Southern independence vote’, 04.11.2010.
172
Volkskrant, ‘Sudan mogelijk van terreurlijst na referenda’, 08.11.2010; Volkskrant, ‘Sudan mogelijk van terreurlijst na referenda’, 08.11.2010.
173
EU, Council Joint Action 2008/110/CFSP, 12.02.2008.
36
Algemeen Ambtsbericht Sudan| juni 2011
2.3
Veiligheidssituatie De veiligheidssituatie in Zuid-Kordofan en Abyei was in de verslagperiode gespannen. In Darfur was de veiligheidssituatie onverminderd slecht. In een aantal deelstaten in Zuid-Sudan (Upper Nile, Jonglei en Unity) verslechterde de veiligheidssituatie aanvankelijk na de verkiezingen als gevolg van oplaaiend geweld. In de periode voor en tijdens het referendum was de situatie in de betreffende deelstaten, met uitzondering van Unity, rustig. Inmiddels is in Upper Nile en Jonglei het geweld weer opgelaaid.
2.3.1
Noord-Sudan (exclusief Darfur) Volgens diverse bronnen hebben de SAF en de SPLA in de verslagperiode hun posities op strategische punten langs de grens versterkt.174 De partijen zouden zich met name versterkt hebben in Jebel Aine, langs de grens Unity/Zuid-Kordofan (Higlig) en langs de grens Blue Nile/Upper Nile.175 UNMIS constateerde weliswaar (enkele) troepenbewegingen, maar kon een omvangrijke troepenopbouw aan beide kanten van de grens niet bevestigen. 176 UNMIS besloot overigens wel tot uitbreiding van het aantal patrouilles langs de noord-zuid grens en tot het sturen van extra troepen naar Abyei. 177 Op een enkel schietincident en enkele bombardementen in het grensgebied met Noord-Bahr el Ghazal en West-Bahr el Ghazal (zie §2.3.2) na, bleef het in de verslagperiode rustig langs de noord-zuid grens.178 Zuid-Kordofan, Abyei en Blue Nile Het grensdemarcatieproces in Abyei, het referendum over Abyei en de migratie van nomadische, Arabische Misseriya stammen leidden in het grensgebied tussen Noord en Zuid-Sudan tot een gespannen veiligheidssituatie. 179 De situatie in ZuidKordofan is in hoge mate gemilitariseerd (SAF, SPLA en milities) en de Joint Integrated Units (JIU’s), legereenheden die conform het CPA bestaan uit eenheden van de SAF en het SPLA, zijn niet in staat de veiligheid te garanderen.180 De JIU’s in Zuid-Kordofan zijn slechts op papier joint en integrated. De JIU-eenheden van de SAF en de SPLA staan feitelijk nog steeds
174
EU, Summary record of the HoMs Political Dialogue with UN High Commisioner for refugees, mr. Antonio Guterres (12 november 2010), 15 november 2010; Trouw, ‘VN vrezen nasleep referendum Sudan’, 22.12.2010.
175
ICG, Sudan: Defining the North-South Border, 2 september 2010.
176
UNSC, Report of the Secretary-General on the Sudan, S/2010/681, 31.12.2010.
177
UNSC, Report of the Secretary-General on the Sudan, S/2010/681, 31.12.2010.
178
UNSC, Report of the Secretary-General on the Sudan, S/2010/681, 31.12.2010.
179
UNSC, Report of the Secretary-General on the Sudan, S/2010/388, 19.07.2010.
180
Enough, Grading the benchmarks, 29.04.2010.
37
Algemeen Ambtsbericht Sudan| juni 2011
onder controle van hun eigen leger. De JIU’s bieden nauwelijks veiligheid en veroorzaken soms zelf spanningen. 181 Er waren in Abyei berichten van (her)bewapening van zowel Misseriya als Dinka Ngok. In juni en juli 2010 waren er berichten van aanvallen door gewapende Misseriya milities en andere onbekende gewapende strijders, waarbij tientallen politiemannen en burgers werden gedood. Ook waren er berichten van aanvallen op Dinka Ngok dorpen, waarbij verschillende doden vielen. 182 In oktober 2010 trokken de eerste Misseriya migranten Abyei binnen. De Misserya vrezen voor hindering van de jaarlijkse migratie naar het zuiden door de lokale Dinka Ngok bevolking en zuidelijke buurstaten. 183 Er waren berichten van de aanwezigheid van zwaarbewapende Misseriya in het noorden van Abyei. Begin januari 2011 braken er gevechten uit tussen Misseriya (naar verluidt deels in uniformen van het Noord-Sudanese leger en de noordelijke politie) en politietroepen (de facto SPLA-troepen), waarbij volgens berichten meer dan honderd doden vielen.184 Spoedoverleg tussen de autoriteiten en stamhoofden leidde tot een einde van de gevechten en afspraken over een compensatieregeling (bloedgeld) en migratieroutes. Ook werden er afspraken gemaakt over de inzet van extra JIU’s. De gemaakte afspraken zijn echter nog onvoldoende geïmplementeerd en er blijven berichten van obstructie en militaire versterking door beide partijen. In februari en maart 2011 waren er opnieuw geweldsincidenten waarbij meer dan 100 doden vielen. 185 In Blue Nile is nog steeds sprake van een SPLM-enclave met een parallelle bestuursstructuur. Ook speelt er een machtstrijd tussen de SPLM-gouverneur en het NCP leiderschap. Ten slotte is Blue Nile in hoge mate gemilitariseerd. Oost-Sudan Er vonden voor zover bekend in de verslagperiode geen veiligheidsincidenten plaats in Oost-Sudan.
181
Enough, Grading the benchmarks, 29.04.2010 en BBC, ‘Sudan Abyei shooting a pretext for war’, 12.10.2010.
182
UNGA, HRC, Report of the independent expert on the situation of human rights in the Sudan, mr. Mohammed Chande Othman, S/HRC/15/CRP.1, 14 september 2010; UNSC, Report of the SecretaryGeneral on the Sudan, S/2010/528, 14.10.2010; TerrorismMonitor, Volume VIII, Issue 37, 4 oktober 2010.
183
Het gebruikelijk overleg tussen de Misserya en de Ngok Dinka over de jaarlijkse migratie stond lange tijd onder druk door een aantal incidenten in Zuid-Kordofan, waarbij 14 Ngok Dinka’s door Misserya zijn doodgeschoten.
184
Officieel vielen er enkele tientallen doden.
185
BBC News, ‘Sudan deal to end Abyei clashes’, 14.01.2011; UNSC, Report of the Secretary-General on the Sudan, S/2011/239, 12.04.2011.
38
Algemeen Ambtsbericht Sudan| juni 2011
2.3.2
Darfur De onveiligheid in Darfur wordt veroorzaakt door een mix van factoren, waaronder onderlinge stammenconflicten, gevechten tussen de SAF en rebellengroepen, waaronder JEM, SLA/AW en SLA/MM, spanningen in ontheemdenkampen en wijdverbreide gewapende criminaliteit. 186 Zowel UNAMID, humanitaire hulpverleners als de burgerbevolking zijn hiervan het slachtoffer. Stammenconflicten Lokale stamconflicten zijn de afgelopen jaren sterk toegenomen. Ook zijn de conflicten gewelddadiger geworden door de verspreiding van wapens. Volgens gegevens van UNAMID resulteerden stammenconflicten in Darfur in de periode maart – mei 2010 in 526 doden (vergeleken met 134 geregistreerde doden in heel 2009). Zo resulteerde in mei en juni 2010 het conflict tussen de Misseriya en Nawaiba stammen in West- en Zuid-Darfur in honderden doden en omvangrijke ontheemding. Op 29 juni 2010 tekenden beide stammen een vredesakkoord. 187 In augustus 2010 braken er echter in Kass opnieuw gevechten uit tussen de Misseriya en Nawaiba Rizeigat stammen over graasland en migratieroutes. Deze gevechten resulteerden opnieuw in tientallen doden en omvangrijke ontheemding. 188 Gevechten JEM Na een korte periode van relatieve kalmte braken op 3 mei 2010 opnieuw felle gevechten uit tussen de JEM en de SAF in het Jebel Moongebergte (West-Darfur). In mei 2010 vielen door bombardementen en gevechten minstens 491 doden, het hoogste aantal sinds 1 januari 2008. De gevechten leidden ook tot nieuwe ontheemding. 189 Grootschalige bombardementen en grondaanvallen door de SAF en regeringsmilities dwongen de JEM zich in mei 2010 terug te trekken uit Jebel Moon, in eerste instantie naar Noord-Darfur. Vervolgens splitste de JEM zich en zocht ook toevlucht in Zuid-Darfur.190 In juli 2010 waren er zowel in Noord-
186
UNSC, Report of the Secretary-General on the deployment of the African Union-United Nations Hybrid Operation in Darfur, S/2010/543, 18.10.2010.
187
UNSC, Report of the Secretary-General on the deployment of the African Union-United Nations Hybrid Operation in Darfur, S/2010/382.
188
UNSC, Report of the Secretary-General on the deployment of the African Union-United Nations Hybrid Operation in Darfur, S/2010/543, 18.10.2010; UNGA, HRC, Report of the independent expert on the situation of human rights in the Sudan, mr. Mohammed Chande Othman, S/HRC/15/CRP.1, 14 september 2010.
189
UNSC, Report of the Secretary-General on the deployment of the African Union-United Nations Hybrid Operation in Darfur, S/2010/382.
190
UNSC, Report of the Secretary-General on the deployment of the African Union-United Nations Hybrid Operation in Darfur, S/2010/382.
39
Algemeen Ambtsbericht Sudan| juni 2011
Darfur als in Zuid-Darfur gevechten tussen de JEM en het Sudanese leger. 191 Er waren berichten dat de JEM zich na juli 2010 had gehergroepeerd langs de Libische grens in Noord-Darfur en werd bevoorraad door Libië. In november 2010 waren er, na maanden van relatieve rust, opnieuw gevechten tussen regeringstroepen en de JEM in Noord-Darfur, Zuid-Darfur en Noord-Kordofan. 192 De Sudanese regering beschuldigt de Zuid-Sudanese regering van steun aan de rebellen en heeft verschillende malen bombardementen uitgevoerd in Noord-Bahr el Ghazal en West-Bahr el Ghazal in Zuid-Sudan. Volgens het Sudanese leger waren de bombardementen gericht tegen JEM-strijders die hun toevlucht hadden gezocht op Zuid-Sudanees grondgebied. 193 De Zuid-Sudanese regering ontkent steun te verlenen aan Darfurese rebellengroepen. 194 Begin 2011 werden er gevechten gemeld tussen het Sudanese leger en de JEM in West-Darfur. SLA/AW Eind mei 2010 voerden strijdkrachten van Abdul Wahid (SLA/AW) in Jebel Marra aanvallen uit op posities van het Sudanese leger in Zuid-Darfur. Aan beide zijde viel een onbekend aantal doden. 195 In juli 2010 waren er nieuwe berichten van gevechten in Jebel Marra tussen SLA/AW en het Sudanese leger. 196 Ook waren er berichten van onderlinge gevechten tussen facties van SLA/AW. Eind september 2010 begon opnieuw een reeks hevige bombardementen en gevechten in oostelijk Jebel Marra.197 Begin 2011 waren er opnieuw berichten van vijandelijkheden tussen regeringstroepen en SLA/AW rond Jebel Marra. SLA/MM In december 2010 hervatte Minni Minawi (SLA/MM) uit onvrede over de uitvoering van het DPA de gewapende strijd tegen de Sudanese regering (zie §2.2.2). In de periode december 2010 tot maart 2011 waren er berichten over hevige gevechten tussen SLA/MM en de SAF in Noord- en Zuid-Darfur.198 Deze 191
UNSC, Report of the Secretary-General on the deployment of the African Union-United Nations Hybrid Operation in Darfur, S/2010/543, 18.10.2010.
192
AFP, ‘Fighting on the rise in Darfur ahead of south Sudan vote’, 09.11.2010; Sudan Tribune, ‘Darfur rebels claim major victory against Sudanese army’, 23.12.2010; UNSC, Report of the SecretaryGeneral on the deployment of the African Union-United Nations Hybrid Operation in Darfur, S/2011/22, 18.01.2011.
193
Sudan Tribune, ‘Darfur rebels claim major victory against Sudanese army’, 23.12.2010; Saferworld, Southern Sudan: referenda and beyond, november 2010; UNSC, Report of the Secretary-General on the Sudan, S/2010/681, 31.12.2010.
194
UNSC, Report of the Secretary-General on the Sudan, S/2010/681, 31.12.2010.
195
UNSC, Report of the Secretary-General on the deployment of the African Union-United Nations Hybrid Operation in Darfur, S/2010/382.
196
UNSC, Report of the Secretary-General on the deployment of the African Union-United Nations Hybrid Operation in Darfur, S/2010/543, 18.10.2010.
197
AFP, ‘Fighting on the rise in Darfur ahead of south Sudan vote’, 09.11.2010.
198
Reuters, ‘Sudan, Darfur rebels clash one day after UN rebuke’, 17.12.2010; UN News, ‘Joint UNAfrican mission investigating further clashes in North Darfur’, 10.01.2011; UNSC, Report of the
40
Algemeen Ambtsbericht Sudan| juni 2011
gevechten leidden tot een nieuwe stroom ontheemden (ongeveer 60.000). Ook viel het Sudanese leger een aantal ontheemdenkampen, waaronder Zam Zam in NoordDarfur, binnen en arresteerden tientallen kampbewoners. De kampbewoners behoorden grotendeels tot de Zaghawa stam die beticht wordt van steun aan de SLA/MM.199 Alliance of Resistance Forces (ARF) Er zijn berichten dat de JEM met andere rebellengroepen, waaronder SLA/AW en SLA/MM, eind 2010 een nieuwe alliantie zou hebben gevormd, de Alliance of Resistance Forces (ARF).200 Volgens Human Rights Watch voeren zowel de regeringstroepen als de rebellenbewegingen etnisch gerichte aanvallen uit op de bevolking. Zo zou de SAF zich met name richten op de Zaghawa die zij verdenken van steun aan de SLA en zou de SLA zich met name richten op de Birgid die actief zijn in de SAF en het PDF.201 Begin mei 2010 waren er berichten van hevige gevechten tussen leden van de Rizeigat stam uit Zuid-Darfur en soldaten van de SPLA aan de grens met WestBahr el Ghazal. De exacte reden van het conflict is onduidelijk. Bij het conflict zouden ook Border Guards202 zijn betrokken. Het conflict werd op 17 mei 2010 beëindigd met een staakt-het-vuren overeenkomst tussen de partijen. 203 Er zijn berichten dat de Popular Defence Forces en Border Guards en paramilitaire organisaties als de Janjaweed die grotendeels geïntegreerd zijn in de officiële legerstructuur, geregeld hun eigen plan trekken in Darfur en zich schuldig maken aan criminele activiteiten, waaronder beroving, ontvoering en moord. 204
Secretary-General on the deployment of the African Union-United Nations Hybrid Operation in Darfur, S/2011/22, 18.01.2011. 199
Amnesty International, Sudan: No end to impunity for human rights violations in Darfur, AFR 54/008/2011, 3 maart 2011.
200
Economist Intelligence Unit, Country Report Sudan, december 2010. Sudan Tribune, ‘Darfur rebels claim major victory against Sudanese army’, 23.12.2010; Reuters, ‘Sudan, Darfur rebels clash during ceasefire talks’ 23.12.2010.
201
Human Rights Watch, ‘Sudan: New attacks on civilians in Darfur’, 28.01.2011.
202
De Border Guards zijn een eenheid binnen het Sudanese leger. In de loop van het conflict in Darfur zijn veel milities en paramilitaire groeperingen (janjaweed) opgenomen in de officiële legerstructuren, waaronder in de Border Guards, maar ook in de Central Reserve Police. Julie Flint, Beyond ‘janjaweed’: understanding the militias of Darfur, Small Arms Survey, juni 2009; African Centre for Justice and Peace Studies, Insecurity linked to ‘Border Guards’ increases; South Darfur authorities fail to investigate, 7 oktober 2010.
203
UNSC, Report of the Secretary-General on the Sudan, S/2010/388, 19.07.2010.
204
African Centre for Justice and Peace Studies, Sudan Human Rights Monitor, augustus – september 2010.
41
Algemeen Ambtsbericht Sudan| juni 2011
Begin september 2010 werden 57 mensen doodgeschoten op een marktplein in Tabarat in Noord-Darfur door een onbekende gewapende groep in uniform. 205 De in februari 2010 ingestelde Joint Border Force heeft een positieve invloed op de veiligheidssituatie in het grensgebied van Sudan met Tsjaad doordat Tsjadische rebellengroepen niet meer vrij de grens kunnen overgaan.206 Een groot aantal Tsjadische rebellengroepen in Darfur heeft ervoor gekozen om terug te keren naar Tsjaad. Sommige Tsjadische rebellengroepen weigeren echter de wapens neer te leggen en terug te keren naar Tsjaad. Er waren berichten over het uiteenvallen van de resterende Tsjadische rebellen groepen en geweld (bedreigingen, verkrachtingen en beroving) door deze rebellen tegen burgers in Darfur.207 Veiligheid van de bevolking De bevolking van Darfur lijdt nog steeds onder het voortdurende geweld in de regio. Het aantal binnenlandse ontheemden in Darfur wordt geschat op 1,9 tot 2,7 miljoen, met daarnaast nog eens een groep van ongeveer 280.000 vluchtelingen uit Darfur in Oost-Tsjaad.208 Zowel burgers als ontheemden staan bloot aan geweld door het Sudanese leger, aan de regering gelieerde milities, rebellengroepen en bandieten. 209 Tijdens luchtbombardementen en grondgevechten wordt geen onderscheid gemaakt tussen strijders en de burgerbevolking. Vrouwen zijn vaak het slachtoffer van verkrachting en ander (seksueel) geweld (zie ook § 3.4.2).210 De Sudanese autoriteiten bieden de bevolking niet of nauwelijks bescherming. Ook UNAMID is onvoldoende in staat bescherming te bieden aan de burgerbevolking. De SAF weigert patrouilles van UNAMID geregeld de doorgang. 211
205
Radio Dabanga, ‘Janjaweed kill 57 people and wound 86 at market in Darfur’, 04.09.2010; UN, Sudan entering crucial period less than three months before impeding referendum, Under-SecretaryGeneral says in briefing to Security Council, UNSC/10069, 25.10.2010.
206
UNSC, Report of the Secretary-General on the deployment of the African Union-United Nations Hybrid Operation in Darfur, S/2010/382, 14.07.2010; TerrorismMonitor, Volume VIII, Issue 39, 28 oktober 2010.
207
TerrorismMonitor, Volume VIII, Issue 39, 28 oktober 2010; UNGA, HRC, Report of the independent expert on the situation of human rights in the Sudan, Mohammed Chande Othman, S/HRC/14/41, 26 mei 2010.
208
NRC/IDMC, National Outrage. Violence against internally displaced women and girls in eastern Chad, november 2010. US DoS, Country Report on Human Rights Practices, Sudan 2010, 08.04.2011.
209
NRC/IDMC, Sudan: Rising inter-tribal violence in the south and renewed clashes in Darfur cause new waves of displacement. A profile of the internal displacement situation, 28 mei 2010; Human Rights Watch, UN: Strengthen Civilian Protection in Darfur, 19 juli 2010.
210
NRC/IDMC, Sudan: Rising inter-tribal violence in the south and renewed clashes in Darfur cause new waves of displacement. A profile of the internal displacement situation, 28 mei 2010.
211
UNSC, Report of the Secretary-General on the deployment of the African Union-United Nations Hybrid Operation in Darfur, S/2010/382, 14.07.2010 en S/2010/543, 18.10.2010.
42
Algemeen Ambtsbericht Sudan| juni 2011
Er zijn in ontheemdenkampen veel wapens in omloop en in en rond de kampen is veel geweld. Er zijn geregeld aanvallen door gewapende strijders/groepen zowel van binnen als van buiten het kamp, met name in de nachtelijke uren. De Sudanese politie heeft tot een aantal kampen geen toegang en is er geen enkele instantie die in de kampen veiligheid en recht kan garanderen.212 UNAMID patrouileert geregeld in de meeste ontheemdenkampen. 213 In de verslagperiode heeft UNAMID vrijwilligers geworven om in dorpen en ontheemdenkampen te patrouilleren. Ook werden er veiligheidscoördinatoren (zone safety coordinators), veiligheidscomités (community safety committees) en politiecentra (community police centres) ingesteld ter verbetering van de veiligheid. In 18 ontheemdenkampen werden de veiligheidspatrouilles uitgebreid naar 7 x 24 uur.214 In de verslagperiode leidden politieke spanningen in verschillende ontheemdenkampen in West- en Zuid-Dafur tot geweldincidenten en onrust. Het betrof hier met name ontheemdenkampen waar Abdul Wahid veel aanhang heeft. In juli 2010 namen in het ontheemdenkamp Kalma de spanningen toe tussen vooren tegenstanders van de conferentie in Doha (zie §2.2.2), resulterend in de dood van een tiental personen. Er waren berichten van beschietingen en invallen door gewapende groepen. Als gevolg van dit geweld ontvluchtten ruim 25.000 ontheemden het kamp. Vijf kampleiders zochten bescherming bij UNAMID uit angst voor mogelijke represailles van de zijde van rebellenfacties en de Sudanese autoriteiten. De Sudanese regering eiste uitlevering van de kampleiders, maar UNAMID weigerde hen over te dragen zonder garanties ten aanzien van veiligheid en bescherming. Als gevolg van het geweld intensiveerde UNAMID haar aanwezigheid in Kalma. Na juli 2010 bleven er berichten van spanningen en schietincidenten, maar vielen er geen dodelijke slachtoffers meer. Soortgelijke gebeurtenissen vonden ook plaats in het ontheemdenkamp Hamadiya, waarbij in juli 2010 drie doden en in september 2010 negen doden vielen. 215 Ook hier was sprake van nachtelijke aanvallen door gewapende groepen. 216
212
UNGA, HRC, Report of the independent expert on the situation of human rights in the Sudan, Mohammed Chande Othman, S/HRC/14/41, 26 mei 2010.
213
UNGA, HRC, Update on the report of the independent expert on the situation of human rights in the Sudan, Mohammed Chande Othman. Status of the compilation of recommendations of the Group of Experts for the government of the Sudan with regard to the implementation of Human Rights Council resolution 4/8, pursuant to Council resolutions 6/34, 6/35, 7/67 and 11/10, A/HRC/15/57, 02.09.2010.
214
UNSC, Report of the Secretary-General on the deployment of the African Union-United Nations Hybrid Operation in Darfur, S/2010/382, 14.07.2010 en S/2010/543, 18.10.2010 en S/2011/22, 18.01.2011.
215
UNSC, Report of the Secretary-General on the deployment of the African Union-United Nations Hybrid Operation in Darfur, S/2010/543, 18.10.2010; UNGA, HRC, Report of the independent expert on the situation of human rights in the Sudan, mr. Mohammed Chande Othman, S/HRC/15/CRP.1, 14 september 2010.
216
Radio Dabanga, ‘Sudan: Refugees attacked in West-Darfur: 8 killed, 36 wounded’, 06.09.2010.
43
Algemeen Ambtsbericht Sudan| juni 2011
De mate van straffeloosheid in Darfur is nog altijd hoog, hetgeen de veiligheid van de bevolking verder ondermijnt. Niet alleen weigert Sudan medewerking te verlenen aan het Internationaal Strafhof, ook vervolging en berechting van daders van mensenrechtenschendingen in Darfur door het Sudanese rechtssysteem is zeldzaam (zie §3.3.5).217 Geweld tegen hulpverleners De veiligheidssituatie van humanitaire hulpverleners en VN-personeel in Darfur is nog altijd slecht. Ten eerste hebben hulpverleners een moeizame relatie met de Sudanese autoriteiten en staan zij onder druk geen informatie over mensenrechtenschendingen gepleegd door de regering of anderszins negatieve informatie naar buiten te brengen.218 Ten tweede is het aantal overvallen op hulporganisaties en diefstallen van hun eigendommen, zoals landcruisers, door gewapende groeperingen nog altijd erg hoog. 219 Ten slotte heeft sinds begin 2009 het fenomeen van kidnappings van hulpverleners zijn intrede gedaan in Darfur. Sinds maart 2009 zijn ruim 20 hulpverleners ontvoerd, waaronder een medewerker van het Internationale Rode Kruis, die bijna 150 dagen werd vastgehouden. 220 Tot op heden is geen enkele dader strafrechtelijk vervolgd. 221 Straffeloosheid duurt voort, ondanks het feit dat de autoriteiten vaak weten wie voor deze ontvoeringen verantwoordelijk zijn. De ontvoerders zijn veelal gewapende Arabische stammen. In die gevallen waarin vermeende daders zijn gearresteerd, werden zij zonder aanklacht weer vrijgelaten.
2.3.3
Zuid-Sudan De periode direct na de verkiezingen van april 2010 werd gekenmerkt door politiek geweld en omvangrijke mensenrechtenschendingen in delen van ZuidSudan. Dit was met name het geval in Jonglei, Upper Nile en Unity, maar er waren ook gewelddadige confrontaties in West-Bahr el Ghazal, Warap en Lakes tussen het SPLA en gewapende burgers.222 Het gevolg van het politiek geweld was een verslechtering van de veiligheids- en mensenrechtensituatie, waaronder moord,
217
UNGA, HRC, Report of the independent expert on the situation of human rights in the Sudan, Mohammed Chande Othman, S/HRC/14/41, 26 mei 2010.
218
Arita Baaijens, ‘Dubbele belangen. Soedan en de ramp die uitbleef’, in Vrij Nederland, 06.03.2010.
219
Zo werden in de eerste 5 maanden van 2010 in Zuid-Darfur 60 landcruisers gestolen, tegenover 8 in 2008 en 30 in 2009.
220
UNSC, Report of the Secretary-General on the deployment of the African Union-United Nations Hybrid Operation in Darfur, S/2010/382 en S/2010/543, 18.10.2010.
221
UNGA, HRC, Report of the independent expert on the situation of human rights in the Sudan, Mohammed Chande Othman, S/HRC/14/41, 26 mei 2010.
222
UNGA, HRC, Report of the independent expert on the situation of human rights in the Sudan, mr. Mohammed Chande Othman, S/HRC/15/CRP.1, 14 september 2010.
44
Algemeen Ambtsbericht Sudan| juni 2011
willekeurige arrestatie en detentie, verkrachting, roof, vernietiging van eigendommen en beperkingen in de bewegingsvrijheid van UNMIS. 223 In Zuid-Sudan zijn volgens berichten verschillende privé-milities, gewapende jeugdgroepen en jeugdbendes (niggaz en outlaws) actief die door militaire en politieke leiders worden gebruikt.224 Verder dragen stamconflicten, onvolledige integratie van gewapende milities (Other Armed Groups), gedwongen ontwapeningsacties van de bevolking en aanvallen van het Lord’s Resistance Army (LRA) bij aan spanningen en leiden van tijd tot tijd tot geweldsuitbarstingen. Ten slotte staat de veiligheidssituatie in Zuid-Sudan onder druk vanwege de grote aanwezigheid van kleine en lichte wapens. Een groot deel van de in omloop zijnde wapens is in handen van burgers.225 Zowel de Zuid-Sudanese politie, het SPLA als UNMIS zijn onvoldoende in staat de burgerbevolking te beschermen. Een complicerende factor daarbij is dat de loyaliteit van leden van de politie en soldaten van het SPLA aan hun eigen stam vaak groter is dan hun loyaliteit aan de politie respectievelijk het SPLA. Van vervolging en berechting van personen die misdaden hebben begaan tijdens de conflicten is geen sprake. Er is in Zuid-Sudan sprake van een grote mate van straffeloosheid (ook met betrekking tot de SPLA) en formele mechanismen om law and order te handhaven zijn buiten de hoofdstad Juba zeer beperkt (zie ook §3.3.5). Politiek geweld In met name Upper Nile, Jonglei en Unity waren er direct na de verkiezingen gewelddadige confrontaties tussen het SPLA en opstandige (militie)leiders. In Upper Nile was Shilluk militieleider Robbert Guang actief. Robbert Guang wordt door velen gelieerd aan Lam Akol, leider van de SPLM-DC factie. Medio 2010 overvielen Shilluk-strijders, waarschijnlijk milities van Robbert Guang, in Upper Nile een boot die salarissen voor het SPLA vervoerde. Het SPLA viel als vergelding enkele Shilluk dorpen aan en brandde de dorpen plat. In juli 2010 waren er opnieuw gevechten tussen het SPLA en milities van Robbert Guang, waarbij 10 personen werden gedood. 226 Als reactie voerde het SPLA een uiterst gewelddadige operatie uit tegen een militie van Robbert Guang. 227 223
UNSC, Report of the Secretary-General on the Sudan, S/2010/388, 19.07.2010 en S/2010/528, 14.10.2010.
224
LSE, Southern Sudan at odds with itself: Dynamics of conflict and predicaments of peace, 2010.
225
International Crisis Group, Jonglei’s Tribal Conflicts: Countering Insecurity in Southern Sudan, 23.12.2009; Small Arms Survey, Sudan issue brief, no. 15, december 2009; Miraya FM, 2 million arms still in civilian hands in South, 22.05.2009; Saferworld, Southern Sudan: referenda and beyond, november 2010.
226
African Centre for Justice and Peace Studies, Sudan Human Rights Monitor, juni – juli 2010.
227
Human Rights Watch, Sudan: Protect Rights Ahead of Referendum, 22 september 2010.
45
Algemeen Ambtsbericht Sudan| juni 2011
Ook Jonglei kende veel onrust. In Jonglei voert ex-SPLA generaal Athor, sinds hij de gouverneursverkiezingen in Jonglei als onafhankelijk kandidaat verloor, een gewapende strijd. Zijn strijdkrachten worden ervan beschuldigd op 30 april 2010 in Upper Nile een SPLA legerplaats te hebben overvallen, waarbij 30 SPLAsoldaten werden gedood. Begin mei 2010 begon het SPLA een militair tegenoffensief tegen generaal Athor in Pigi county.228 In Jonglei voerde verder troepen van Murle militieleider David Yau Yau, een onafhankelijke kandidaat die de verkiezingen in Jonglei had verloren, verschillende aanvallen uit op militaireen burgerdoelen. Zo viel hij op 25 juli 2010 een SPLA-eenheid in Pibor aan, waarbij twee personen werden gedood en negen gewond. Volgens berichten zou David Yau-Yau de strijd van generaal Athor steunen.229 Ook viel de jeugd in sommige delen van Jonglei burgers aan, waarschijnlijk om de autoriteit van de gouverneur aan te tasten. Het is een trend sinds de verkiezingen dat ontwortelde jeugd zich gewelddadig opstelt. In Unity waren er in de verslagperiode met name problemen door aanvallen van kleine gewapende groepen in het midden en noordelijke gedeelte van Unity op overheidsstructuren, onder meer op de politie. Aanvallen werden onder meer gepleegd door Gatluak Gai Deng, die de gewapende strijd van generaal Athor steunt.230 Het motief van de aanvallen was waarschijnlijk het destabiliseren van de overheid, hetgeen te maken kan hebben met de verkiezingsstrijd in april 2010 tussen gouverneur Taban Deng en verliezend kandidaat Angelina Teng. 231 Amnestie Op 6 oktober 2010 bood president Kiir de opstandige militieleiders en andere gewapende groepen amnestie aan. Vrijwel alle opstandige militieleiders reageerden positief op het voorstel voor amnestie en verklaarden zich bereid tot onderhandelingen over een amnestieregeling en reïntegratie in het SPLA. 232 Volgens waarnemers bleef echter een aantal milities en gewapende groepen in Zuid-Sudan actief en streven zij vaak eigen (regionale, lokale of zelfs criminele)
228
UNGA, HRC, Report of the independent expert on the situation of human rights in the Sudan, mr. Mohammed Chande Othman, S/HRC/15/CRP.1, 14 september 2010.
229
UNSC, Report of the Secretary-General on the Sudan, S/2010/388, 19.07.2010; UNSC, Report of the Secretary-General on the Sudan, S/2010/528, 14.10.2010; Africa Confidential, ‘Militias of the new age’, 11 juni 2010; Enough Project, ‘Field dispatch: election grievances reverberate in the countdown to the South’s referendum’, 14.07.2010.
230
Op 8 augustus 2010 viel een gewapende groep die geassocieerd wordt met kolonel Galwak Gai Deng in Unity een SPLA-konvooi aan, waarbij 17 SPLA-soldaten en 6 burgers werden gedood. Economist Intelligence Unit, Country Report Sudan, september 2010; UNSC, Report of the Secretary-General on the Sudan, S/2010/528, 14.10.2010.
231
UNSC, Report of the Secretary-General on the Sudan, S/2010/388, 19.07.2010; Africa Confidential, ‘Militias of the new age’, 11 juni 2010; Enough Project, ‘Field dispatch: election grievances reverberate in the countdown to the South’s referendum’, 14.07.2010.
232
Reuters, ‘South Sudanese agree on post-secession elections’, 18.10.2010. ICG, Politics and transition in the new South Sudan, 4 april 2011.
46
Algemeen Ambtsbericht Sudan| juni 2011
doelen na. Zo vielen in december 2010 troepen van generaal Athor in Jonglei SPLA troepen aan, waarbij 20 soldaten zouden zijn gedood. Dit gebeurde terwijl er gesprekken gaande waren tussen generaal Athor en de autoriteiten over de voorwaarden voor amnestie.233 Begin januari 2011, vlak voor het referendum, waren er gevechten in Unity tussen het SPLA en milities van Gatluak Gai Deng die het amnestie-aanbod had afgewezen. 234 Op 5 januari 2011 tekenden generaal Athor en het SPLA een wapenstilstand. Deze wapenstilstand werd echter in februari 2011 verbroken door een serie hevige gevechten in Jonglei tussen troepen van generaal Athor en het SPLA waarbij naar verluidt honderden doden vielen. 235 Ook andere milities bleven of werden opnieuw actief in Jonglei, Unity en Upper Nile. Zo bleef in Jonglei David Yau-Yau actief.236 In Unity waren het onder meer milities van Gatluak Gai Deng, Bapiny Monytuel en James Gai Yaoch die een gewapende strijd bleven voeren. 237 In Upper Nile werd met name kapitein Olonyi actief. Kapitein Olonyi geeft leiding aan een splintergroep van de SPLM-DC militie. In maart 2011 vielen bij gevechten tussen troepen van Olonyi en het SPLA bijna 100 doden. 238 Volgens OCHA waren er in maart 2011 in Zuid-Sudan meer dan 10 gewelddadige confrontaties tussen gewapende groepen en het SPLA.239 In maart 2011 verklaarde generaal Athor met vier andere milities een gezamenlijk front te hebben gevormd, de Southern Sudan Democratic Movement.240 Daarnaast verloopt de integratie van voormalige zuidelijk SAF troepen, waaronder die van generaal Tangye, en andere gewapende groepen in het SPLA moeizaam. 241 In de grensgebieden bleef ook de situatie omtrent de Joint Integrated Units (JIU’s) zorgelijk. De JIU’s boden in de verslagperiode nauwelijks veiligheid en veroorzaakten ook zelf soms spanningen. 242 Zo waren er in de verslagperiode berichten van schermutselingen tussen de SAF-JIU en SPLA-JIU in Malakal. De spanningen namen toe door het besluit op 1 februari 2011 van NCP en SPLM om de JIU’s in Sudan, met uitzondering van Abyei en de olievelden, te gaan ontbinden. In februari 2011 waren er in Upper Nile hevige gevechten binnen de
233
Reuters, ‘Renegade: ambush kills 20 south Sudan soldiers: army’, 22.12.2010.
234
Volkskrant, ‘Doden bij rellen aan vooravond stemming Soedan’, 08.01.2011.
235
ICG, Politics and transition in the new South Sudan, 4 april 2011. Economist Intelligence Unit, Country Report Sudan, februari en maart 2011.
236
UNSC, Report of the Secretary-General on the Sudan, S/2011/239, 12.04.2011.
237
ICG, Politics and transition in the new South Sudan, 4 april 2011.
238
UNSC, Report of the Secretary-General on the Sudan, S/2011/239, 12.04.2011.
239
IRIN, Analysis: Republic of South Sudan faces precarious start, 01.04.2011.
240
IRIN, ‘Sudan: Timeline since the referendum’, 18.03. 2011.
241
UNSC, Report of the Secretary-General on the Sudan, S/2011/239, 12.04.2011.
242
Enough, Grading the benchmarks, 29.04.2010.
47
Algemeen Ambtsbericht Sudan| juni 2011
SAF-JIU (met tientallen doden) naar aanleiding van de voorgenomen overplaatsing van zuidelijke soldaten van de SAF-JIU naar Noord-Sudan. 243 Het SPLA wordt ervan beschuldigd een groot aantal mensenrechtenschendingen begaan te hebben tijdens haar operaties tegen opstandige (militie)leiders, waaronder het platbranden van huizen, verkrachtingen en moorden. Het SPLA had het met name gemunt op burgers die verdacht werden van steun aan lokale milities die zich verzetten tegen het SPLA.244 Het SPLA kon hierbij vrijwel straffeloos opereren (zie ook §3.3.5). Stamconflicten Stamconflicten zijn niet nieuw in Zuid-Sudan. Meestal zijn diefstal van vee en toegang tot water en land de oorzaak. De intensiteit van de conflicten is sinds 2009 echter toegenomen. In de periode januari – augustus 2010 hadden stammenconflicten in Zuid-Sudan in totaal 700 doden en 150.000 ontheemden tot gevolg. Terwijl dergelijke conflicten voorheen vooral tussen gewapende strijders werden uitgevochten, worden zij nu gekenmerkt door het doden van ongewapende burgers, het ontvoeren van kinderen en het platbranden van dorpen. 245 Het is moeilijk aan te geven waarom er meer geweld is en in welke mate er sprake is van willekeurig dan wel gericht geweld tijdens deze conflicten. Bronnen stellen dat de conflicten begrepen moeten worden in de context van (lokale en nationale) machtsstrijd en opgekropte wraakgevoelens van stammen die elkaar tijdens de burgeroorlog bevochten.246 Zo spelen in Upper Nile problemen tussen de Shilluk en Dinka, met name over wie het recht heeft op de oostelijke rivierbank van de Nijl. Daarnaast is de Shilluk gemeenschap verdeeld over het politiek leiderschap.247 In de verslagperiode hebben de gouverneurs van Upper Nile, Jonglei, Lakes en Noord-Bahr el Ghazal verschillende inter-tribale conferenties georganiseerd om te bemiddelen in lokale geschillen. 248 Ook werden in zuidelijke 243
BBC News, ‘Fighting in South Sudan kills 30’, 06.02.2011. De SAF-JIU’s in Upper Nile bestaan grotendeels uit noordelijke commandanten en zuidelijke soldaten; UNSC, Report of the SecretaryGeneral on the Sudan, S/2011/239, 12.04.2011.
244
UNGA, HRC, Report of the independent expert on the situation of human rights in the Sudan, mr. Mohammed Chande Othman, S/HRC/15/CRP.1, 14 september 2010; UNSC, Reports of the SecretaryGeneral on the Sudan. Human Rights Watch, Sudan: Protect Rights Ahead of Referendum, 22 september 2010; ICG, Politics and transition in the new South Sudan, 4 april 2011.
245
International Crisis Group, Jonglei’s Tribal Conflicts: Countering Insecurity in Southern Sudan, 23.12.2009.
246
Tijdens de burgeroorlog vochten Zuid-Sudanezen niet alleen met Noord-Sudan, maar ook onderling. In 1991 splitste (Nuer) SPLA-commandanten Riak Machar en Lam Akol zich af van het SPLA, dat onder leiding van John Garang (Dinka) stond. Pas in 2002 sloten Machar’s troepen zich weer aan bij het SPLA. Ook andere zuidelijke milities vochten, met steun van Noord-Sudan, tegen het SPLA. Nog altijd bestaat er een groot wantrouwen tussen zuidelijke stammen onderling.
247
De twee belangrijkste Shilluk politici, hoofdonderhandelaar van de SPLM en tevens minister Pagam Amun en zijn tegenstander Lam Akol worden beiden door een deel van de bevolking gesteund.
248
UNSC, Report of the Secretary-General on the Sudan, S/2010/528, 14.10.2010.
48
Algemeen Ambtsbericht Sudan| juni 2011
deelstaten ronde tafel gesprekken georganiseerd ten behoeve van het verminderen van onderlinge spanningen.249 Other Armed Groups (OAG’s) Op basis van het CPA hadden alle Other Armed Groups250 (OAG’s) vóór 9 maart 2007 aansluiting gezocht moeten hebben bij het SPLA of het Sudanese regeringsleger, dan wel zich moeten hebben opgeheven. Het zou gaan om 40.000 à 50.000 leden van gewapende groeperingen. Op papier hebben in Zuid-Sudan vrijwel alle OAG’s zich bij het SPLA aangesloten. In de praktijk blijken veel milities nog steeds als zodanig te bestaan en komt het geregeld tot gevechten tussen milities en SPLA.251 De loyaliteit van milities berust vooral op persoonlijke en tribale banden. Derhalve kunnen milities nog altijd gemakkelijk gemobiliseerd worden voor tribale belangen. 252 Disarmament, Demobilisation and Reintegration (DDR) Op 25 juni 2008 ondertekenden de regering van Nationale Eenheid en de regering van Zuid-Sudan een gezamenlijk DDR-programmadocument dat voorziet in een vierjarig DDR-programma voor Sudan waarin 180.000 strijders, 90.000 van het Sudanese leger en 90.000 van het SPLA, moeten worden gedemobiliseerd. Op 29 maart 2011 waren 44.263 strijders gedemobiliseerd (32.298 in Noord-Sudan en 11.965 in Zuid-Sudan), waaronder 11.179 vrouwen.253 In de praktijk worden vooral ‘Special Needs Groups’, zoals lichamelijk verminkte soldaten, vrouwen en kinderen die niet inzetbaar zijn als militair, gedemobiliseerd. De reintegratiecomponent van het programma loopt achter op schema. 254 Los van het gezamenlijke DDR-programma hebben de autoriteiten in Zuid-Sudan meerdere malen gedwongen ontwapeningsacties onder de bevolking gehouden. Deze acties werden uitgevoerd door het SPLA en liepen geregeld uit op een gewelddadig treffen tussen het SPLA en de lokale bevolking, waarbij ook doden vielen.255 Ook leidden ontwapeningsacties geregeld tot ontheemding. 256 Veel
249
UNSC, Report of the Secretary-General on the Sudan, S/2010/528, 14.10.2010.
250
Dit zijn troepen die niet tot het Sudanese leger of het SPLA behoren.
251
Africa Confidential, Southern leaders compete for a new state, 05.02.2010.
252
LSE, Southern Sudan at odds with itself: Dynamics of conflict and predicaments of peace, 2010. Saferworld, Southern Sudan: referenda and beyond, november 2010; ICG, Politics and transition in the new South Sudan, 4 april 2011.
253
UNSC, Report of the Secretary-General on the Sudan, S/2011/239, 12.04.2011.
254
UNSC, Report of the Secretary-General on the Sudan, S/2010/681, 31.12.2010.
255
UNSC, Report of the Secretary-General on the Sudan, S/2010/388, 19.07.2010 en S/2010/528, 14.10.2010.
256
UNSC, Report of the Secretary-General on the Sudan, S/2010/528, 14.10.2010; NRC/IDMC, Southern Sudan: Overcoming obstacles to durable solutions now – building stability for the future, augustus 2010.
49
Algemeen Ambtsbericht Sudan| juni 2011
gemeenschappen beschouwen het bezit van wapens als noodzakelijk voor hun bescherming. 257 Lord’s Resistance Army (LRA) De Ugandese rebellenbeweging Lord’s Resistance Army (LRA) is al vele jaren actief in DRC, CAR en Zuid-Sudan. Nog altijd voeren kleine groepen LRAstrijders aanvallen uit in Zuid-Sudan, met name in West-Equatoria en West-Bahr el Ghazal. In de verslagperiode voerde het LRA tientallen aanvallen uit in ZuidSudan, waarbij tientallen burgers werden gedood en ontvoerd, dorpen, kerken en klinieken werden geplunderd en platgebrand. Het aantal ontheemden in ZuidSudan als gevolg van LRA-geweld steeg tot ongeveer 48.000.258 Een bron betwijfelt echter of alle aan het LRA toegeschreven aanvallen ook daadwerkelijk door het LRA zijn uitgevoerd. In reactie op de aanvallen en bij gebrek aan effectieve bescherming van het SPLA, hebben gemeenschappen in West-Equatoria zelfverdedigingseenheden opgericht, die worden aangeduid met de naam Arrow Boys.259 In deze eenheden bevinden zich naar verluidt ook kinderen. In september 2010 besloot het Zuid-Sudanese parlement extra geld vrij te maken voor de bewapening van de Arrow Boys.260 Verschillende bronnen meldden berichten over de aanwezigheid van LRAeenheden in Zuid-Darfur, maar deze berichten konden niet worden bevestigd. 261
257
HRW, “There is no protection”, februari 2009; Reuters, South Sudan army – civilian clash kills 17, 05.01.2010.
258
UNSC, Reports of the Secretary-General on the Sudan. NRC/IDMC, Southern Sudan: Overcoming obstacles to durable solutions now – building stability for the future, augustus 2010; Joint NGO Briefing Paper, Ghosts of Christmas Past. Protecting Civilians from the LRA, 14 december 2010; OCHA, LRA: regional Overview & Updates.
259
Enough Project, Field dispatch: the Arrow Boys of Southern Sudan – An army of the willing, 11.03.2010. Zie ook ICG, LRA: a regional strategy beyond killing Kony, 28 april 2010.
260
AFP, ‘South Sudan to arm militias against Uganda rebels’, 27.09.2010.
261
Enough Project, Statement: Lord’s Resistance Army finds safe haven in Darfur, 10.03.2010; NRC/IDMC, Sudan: Rising inter-tribal violence in the south and renewed clashes in Darfur cause new waves of displacement. A profile of the internal displacement situation, 28 mei 2010; LSE, Southern Sudan at odds with itself: Dynamics of conflict and predicaments of peace, 2010.
50
Algemeen Ambtsbericht Sudan| juni 2011
3
Mensenrechten Hoewel voor de verkiezingen van april 2010 sprake was van een lichte verbetering van de burger- en politieke vrijheden, als het recht op vereniging en vergadering en de mediavrijheid, verslechterde de mensenrechtensituatie in Noord-Sudan na april 2010. In de aanloop naar het referendum van januari 2011 nam de overheidsrepressie toe, getuige het aantal intimidaties, bedreigingen en arrestaties van burgers.262 Met name mensenrechtenverdedigers, journalisten, Darfurezen van niet-Arabische afkomst, personen die verdacht worden van betrokkenheid bij rebellengroeperingen in Darfur en personen die zich uitspreken tegen het regime, liepen in de verslagperiode een groot risico slachtoffer te worden van mensenrechtenschendingen. Daarbij zorgde het gemak en de willekeur waarmee de nationale veiligheidsdienst personen, die als een bedreiging voor het regime worden gezien, kon oppakken voor een klimaat van angst. In Darfur werden op grote schaal mensenrechten geschonden door alle strijdende partijen. Zuid-Sudan In Zuid-Sudan werden mensenrechten geschonden tijdens tribale conflicten. Ook het SPLA en de politie maakten zich schuldig aan mensenrechtenschendingen in Zuid-Sudan. 263
3.1
Juridische context
3.1.1
Verdragen en Protocollen Sudan is partij bij de meeste VN-mensenrechtenverdragen en protocollen, met uitzondering van: - het Verdrag betreffende de Uitbanning van Alle Vormen van Discriminatie van Vrouwen (CEDAW); - het Eerste en Tweede Optioneel Protocol bij het Verdrag betreffende Burger- en Politieke Rechten (ICCPR-OP1 en CPPR-OP2-DP). Het Verdrag tegen Foltering (CAT) heeft Sudan wel ondertekend, maar niet geratificeerd.264
262
Human Rights Watch, World Report 2011 – Sudan.
263
US DoS, Country Reports on Human Rights Practices, Sudan 2010, 08.04.2011; United States Commission on International Religious Freedom, Annual report 2010 – Sudan; UNGA, HRC, Report of the independent expert on the situation of human rights in the Sudan, mr. Mohammed Chande Othman, S/HRC/15/CRP.1, 14 september 2010.
264
UNGA, HRC, Update on the report of the independent expert on the situation of human rights in the Sudan, Mohammed Chande Othman. Status of the compilation of recommendations of the Group of Experts for the government of the Sudan with regard to the implementation of Human Rights Council resolution 4/8, pursuant to Council resolutions 6/34, 6/35, 7/67 and 11/10., A/HRC/15/57, 02.09.2010;
51
Algemeen Ambtsbericht Sudan| juni 2011
Sudan ondertekende op 8 september 2000 het Statuut van Rome betreffende het Internationaal Strafhof, zonder het te ratificeren. In augustus 2008 gaf Sudan aan geen intentie te hebben partij te worden bij het Statuut van Rome. De juridische verplichtingen die ondertekening met zich meebrengt zijn derhalve ook niet meer van toepassing volgens de Sudanese regering.
3.1.2
Nationale wetgeving De interim-grondwet van 30 juni 2005 is tot medio 2011 van kracht. Onderdeel van de interim-grondwet is de Bill of Rights, waarin de belangrijkste mensenrechten en vrijheden zijn vastgelegd. De interim-grondwet is echter niet geheel in overeenstemming met de internationale mensenrechten. Zo zijn volgens de interim-grondwet lijfstraffen als zweepslagen en amputaties niet verboden en is de doodstraf nog steeds van toepassing.265 In oktober 2005 stelde het ministerie van Justitie een wetsherzieningscommissie (Law Reform Committee) in om de nationale wetgeving in overeenstemming te brengen met de nieuwe interim-grondwet, inclusief de daarin opgenomen mensenrechten. In de praktijk is het echter de NCP en niet de commissie die wetsvoorstellen doet. Andere partijen in het parlement klagen over het feit dat zij niet geconsulteerd worden in de ontwerpfase van nieuwe wetgeving en wetsontwerpen pas op het laatste moment krijgen voorgelegd, wanneer er geen tijd meer is voor een zorgvuldige analyse. 266 Inmiddels is de pers- en mediawetgeving herzien, zijn amendementen op het wetboek van Strafrecht aangenomen en werden een nieuwe Criminal Procedures Act, National Security Act en Child Act van kracht. De nieuwe wetten voldoen op een aantal punten echter niet aan de internationale mensenrechten en zijn ook niet geheel in overeenstemming met de Bill of Rights (zie ook §3.3.1, 3.3.2, 3.3.5 en 3.4.3).267
3.2
Toezicht Nationale organisaties De Sudanese overheid heeft beperkte mechanismen om toezicht te houden op de mensenrechtensituatie.
http://www.minbuza.nl/nl/Producten_en_Diensten/Overige_diensten/Verdragen/Mensenrechtenverdra gen, laatst geraadpleegd op 25.01.2011. 265
Sudanese Human Rights Monitor, UPR Sudan May 2011. Submission by the Redress Trust and the Sudanese Human Rights Monitor, november 2010.
266
ACJPS, Sudan Human Rights Monitor, augustus – september 2009.
267
United States Commission on International Religious Freedom, Annual report 2010 – Sudan; Sudanese Human Rights Monitor, UPR Sudan May 2011; Submission by the Redress Trust and the Sudanese Human Rights Monitor, november 2010.
52
Algemeen Ambtsbericht Sudan| juni 2011
Sudan kent binnen de overheid de Adviesraad voor Mensenrechten (Advisory Council for Human Rights). De Adviesraad is belast met onderzoek naar klachten over schendingen van mensenrechten en heeft een meldpunt voor individuele mensenrechtenschendingen. De inspanningen van de raad hebben in de afgelopen jaren echter nauwelijks tot een verbetering van de mensenrechtensituatie geleid en de raad functioneert voornamelijk als spreekbuis van de overheid. 268 In april 2009 nam het parlement wetgeving aan om een National Human Rights Commission (NHRC) op te richten, zoals het CPA voorschrijft. Het mandaat van de nationale mensenrechtencommissie omvat monitoring, onderzoek, advisering en bevordering van mensenrechten. Hoewel de nationale mensenrechtencommissie onafhankelijk en onpartijdig zal moeten zijn, zullen zes regeringsvertegenwoordigers de commissie van advies gaan dienen. 269 Aan het einde van de verslagperiode was er nog geen nationale mensenrechtencommisie benoemd. 270 VN Binnen de VN-missies UNMIS en UNAMID bevinden zich mensenrechtenafdelingen. Deze afdelingen monitoren en rapporteren over de mensenrechtensituatie en kaarten individuele gevallen aan bij de autoriteiten. De samenwerking tussen de betreffende VN-mensenrechtenafdelingen en de autoriteiten verloopt stroef, waarbij de autoriteiten het werk van de mensenrechtenafdelingen in sommige gevallen verhinderen. 271 Nadat het mandaat van de speciale rapporteur voor Sudan op 1 juli 2009 afliep, kwamen de leden van de VN-Mensenrechtenraad overeen een onafhankelijke deskundige aan te stellen voor de mensenrechtensituatie in Sudan. 272 Op 2 oktober 2009 werd de onafhankelijke deskundige, de Tanzaniaanse rechter Mohamad Chande Othman, geïnaugureerd. Othman heeft een mandaat om de mensenrechtensituatie in Sudan te observeren, om met de regering van Nationale Eenheid en de regering van Zuid-Sudan een constructieve dialoog aan te gaan ten aanzien van mensenrechten en om de aanbevelingen van de VN Group of experts
268
UNGA, Human rights situations that require the Council’s attention, A/HRC/6/19, 28.11.2007, A/HRC/9/13/Add.1, 02.09.2008.
269
United States Commission on International Religious Freedom, Annual report 2010 – Sudan.
270
UNSC, Report of the Secretary-General on the Sudan, S/2010/388, 19.07.2010; UNGA, HRC, Update on the report of the independent expert on the situation of human rights in the Sudan, Mohammed Chande Othman. Status of the compilation of recommendations of the Group of Experts for the government of the Sudan with regard to the implementation of Human Rights Council resolution 4/8, pursuant to Council resolutions 6/34, 6/35, 7/67 and 11/10., A/HRC/15/57, 02.09.2010.
271
UN Human Rights Council (HRC), Report of the Special Rapporteur on the Situation of Human Rights in the Sudan, Sima Samar, advanced unedited version, A/HRC/11/14, juni 2009.
272
HRC, Human Rights Council establishes mandate of independent expert on Sudan for one year, 18.06.2009.
53
Algemeen Ambtsbericht Sudan| juni 2011
on Darfur op te volgen. 273 Othman rapporteert periodiek aan de VNMensenrechtenraad en doet aanbevelingen aan beide regeringen en de internationale gemeenschap. Op 1 oktober 2010 werd het mandaat van Othman met een jaar verlengd.274 De Sudanese regering was ontstemd over de verlenging. Van 5 tot 9 oktober 2010 bracht de VN-Veiligheidsraad een bezoek aan Sudan. 275 Niet-gouvernementele organisaties Sinds het intrekken van de licenties van de NGO’s Khartoum Centre for Human Rights & Environmental Development (KHRED), Sudan Development Organization (SUDO) en Amal Centre for the Rehabilitation of Victims of Physical and Mental Torture in reactie op de uitvaardiging van het arrestatiebevel van het Internationaal Strafhof tegen president Al Bashir, zijn er vrijwel geen Sudanese NGO’s meer die openlijk mensenrechtenschendingen documenteren of slachtoffers van mensenrechtenschendingen ondersteuning bieden. Advocatennetwerken en individuele mensenrechtenactivisten worden tegengewerkt door de regering en hebben te maken met bedreigingen van en detentie door de nationale veiligheidsdienst. Om deze redenen opereren sommigen in het geheim (zie ook §3.3.1). KHRED en SUDO zijn in 2009 bij de rechtbank in beroep gegaan tegen intrekking van hun licenties. In april 2010 werd SUDO in het gelijk gesteld en vernietigende de rechtbank de beslissing van de Humanitarian Aid Commission (HAC) om de registratie van SUDO te beëindigen. 276 De HAC ging echter in hoger beroep en werd alsnog in het gelijk gesteld. 277 Volgens berichten zou een groot aantal SUDO stafleden Sudan inmiddels hebben verlaten. 278 Op 22 december 2010 werd de voormalig directeur van SUDO, Mudawi Ibrahim Adam, in beroep veroordeeld tot een jaar gevangenisstraf en een geldboete vanwege ‘financieel mismanagement’. Eerder in maart 2010 was Mudawi vrijgesproken. Naar verluidt waren er in het door de HAC aangespannen beroep 273
UNMIS, Press Information Note : Independent Expert on Human Rights in Sudan begins country visit, 24.01.2010.
274
FIDH, ‘UN Human Rights Council Decides Monotoring Should Continue on Sudan’, 6 oktober 2010.
275
ACJPS, Sudan Human Rights Monitor, augustus – september 2010; UN SC, Report of the Security Council mission to Uganda and the Sudan, 4 to 10 October 2010, S/2011/7, 7 januari 2011.
276
UNGA, HRC, Update on the report of the independent expert on the situation of human rights in the Sudan, Mohammed Chande Othman. Status of the compilation of recommendations of the Group of Experts for the government of the Sudan with regard to the implementation of Human Rights Council resolution 4/8, pursuant to Council resolutions 6/34, 6/35, 7/67 and 11/10., A/HRC/15/57, 02.09.2010.
277
US DoS, Country Report on Human Rights Practices, Sudan 2010, 08.04.2011.
278
Amnesty International, Urgent Action: POC sentenced to one year in prison, UA:266/10, AFR 54/040/2010 Sudan, 23.12.2010; African Centre for Justice and Peace Studies, ‘Former chairperson of SUDO imprisoned following unfair trail; Darfuri human rights defender remain detained without charges’, 22.12.2010.
54
Algemeen Ambtsbericht Sudan| juni 2011
geen nieuwe feiten en omstandigheden aangevoerd en hebben desondanks dezelfde rechters een veroordeling uitgesproken. 279 Op 25 januari 2011 werd Mudawi Ibrahim Adam onverwachts vrijgelaten omdat hij inmiddels voldoende straf zou hebben uitgezeten. 280 Het vertrek van internationale hulporganisaties uit Darfur heeft ook bijgedragen aan een verslechtering op het gebied van monitoring en rapportage van mensenrechten. Achtergebleven hulporganisaties houden zich voornamelijk bezig met humanitaire hulpverlening en willen of mogen zich niet bezighouden met mensenrechten en bescherming. In het buitenland gevestigde organisaties als Amnesty International, Human Rights Watch, African Centre for Justice and Peace Studies en Article 19 publiceren geregeld over de mensenrechtensituatie in Sudan in het algemeen of over specifieke schendingen. Het is Amnesty International en Human Rights Watch niet toegestaan onderzoek te verrichten in Sudan. Zuid-Sudan In Zuid-Sudan functioneren lokale en internationale mensenrechtenorganisaties in het algemeen zonder beperkingen van overheidswege. 281 Zuid-Sudan kent een nationale mensenrechtencommissie, de Southern Sudan Human Rights Commission (SSHRC), die is opgericht door de regering van Zuid-Sudan. Het mandaat van de commissie omvat het monitoren, onderzoeken, adviseren en bevorderen van mensenrechten.282 De commissie krijgt technische assistentie van de mensenrechtenafdeling binnen UNMIS. Momenteel is de SSHRC in acht van de tien zuidelijke staten vertegenwoordigd. Het merendeel van de klachten betreft fysiek geweld door het SPLA en de Southern Sudan Police Forces (SSPF).283 In november 2010 richtte de Zuid-Sudanese regering tevens het South Sudan Human Rights Forum op, een samenwerkingsverband tussen de Zuid-Sudanese regering, de VN, de diplomatieke gemeenschap en het maatschappelijk middenveld om een gezamenlijke strategie op het gebied van mensenrechten te ontwikkelen. 284
279
Amnesty International, Urgent Action: POC sentenced to one year in prison, UA:266/10, AFR 54/040/2010 Sudan, 23.12.2010.
280
Amnesty International, Sudan: Further information: Sudanese human rights defender released, Dr. Mudawi Ibrahim Adam, AFR 54/004/2011, d.d. 27.01.2011.
281
US DoS, Country Report on Human Rights Practices, Sudan 2010, 08.04.2011.
282
UNMIS, The CPA Monitor, Monthly Report on the Implementation of the CPA, april 2009.
283
United States Commission on International Religious Freedom, Annual report 2010 – Sudan.
284
UNSC, Report of the Secretary-General on the Sudan, S/2010/681, 31.12.2010
55
Algemeen Ambtsbericht Sudan| juni 2011
3.3
Naleving en schendingen Hoewel in de interim-grondwet en het CPA diverse fundamentele rechten en vrijheden zijn opgenomen, worden deze door de Sudanese autoriteiten vaak niet gerespecteerd.
3.3.1
Vrijheid van meningsuiting Vrijheid van meningsuiting is één van de grondrechten in de interim-grondwet. In de praktijk wordt deze vrijheid niet gerespecteerd. De autoriteiten traden in de verslagperiode hard op tegen personen die zich uitspraken tegen de regering. Er was sprake van intimidatie, arrestatie, detentie en mishandeling van personen die kritiek uitten op de politieke en mensenrechtensituatie in Sudan, of zich uitspraken over gevoelige onderwerpen zoals de situatie in Darfur, het Internationaal Strafhof of het referendum. 285 Persvrijheid Sudan kent een groot aantal kranten, waaronder Engelstalige kranten, zoals Khartoum Monitor, The Citizin, Sudan Vision, Sudan Mirror, Juba Post, Sudan Tribune en de Southern. De Khartoum Monitor is pro-SPLM, The Citizin is gelieerd aan de Equatorian Southern Seperatists en de Sudan Vision wordt gezien als regeringsgezind. De meeste Arabischtalige dag- en weekbladen worden ofwel door de overheid uitgegeven of zijn daaraan nauw verbonden. Er zijn ook Arabischtalige bladen met een eigen politieke kleur. Zo is bijvoorbeeld Al-Watan gelieerd aan de PCP286, Al-Maidan aan de SCP en Ajras al-Hurriya aan de SPLM. Radio en televisie zijn in handen van de centrale of provinciale regering en worden streng gecontroleerd. 287 In juni 2009 nam het parlement een nieuwe Pers- en Mediawet aan, die niet aan internationale normen voldoet. 288 In plaats van vrije en pluriforme media te
285
African Centre for Justice and Peace Studies, Sudan Human Rights Monitor. Committee to Protect Journalists, Attacks on the Press 2010- Sudan; US DoS, Country Report on Human Rights Practices, Sudan 2010, 08.04.2011.
286
Dit is de partij waarvan Hassan Al Turabi de voorzitter is. In eerdere ambtsberichten werd deze partij aangeduid als de PNC.
287
US DoS, Country Report on Human Rights Practices, Sudan 2010, 08.04.2011; EOM, Sudanese elections show significant deficiencies against international standards but pave the way for future democratic progress, 17.04.2010.
288
Volgens de wet is de hoofdredacteur van een krant strafrechtelijk aansprakelijk voor de inhoud van de artikelen, en kan de Nationale Persraad zonder tussenkomst van een rechter een krant maximaal drie dagen sluiten. East and Horn of Africa Human Rights Defenders Network, End restrictions on freedom of expression and media in Sudan, 16.06.2009. Bovendien heeft de staat volgens de wet het recht om de media beperkingen op te leggen in het belang van de nationale veiligheid en openbare orde. Arabic Network for Human Rights Information, Sudan: a new press law for more suppression, 10.06.2009.
56
Algemeen Ambtsbericht Sudan| juni 2011
garanderen, zou de wet vooral een instrument van de regering zijn om greep te houden op de media, zo stelt het African Centre for Justice and Peace Studies.289 Journalisten In de verslagperiode waren journalisten het doelwit van intimidatie en arrestatie. Volgens berichten zijn een aantal journalisten tijdens hun detentie ook mishandeld en gemarteld.290 Op 16 mei 2010 viel de nationale veiligheidsdienst de met PCP geaffilieerde krant Ray Al-Shaab binnen, nam de oplage in beslag en arresteerde vijf journalisten. Volgens de autoriteiten had de krant een vals bericht gepubliceerd over een Iraanse wapenfabriek in Sudan. 291 Ook zouden de arrestaties te maken hebben met kritische artikelen over de verkiezingen van april 2010.292 Volgens berichten zijn een tweetal journalisten mishandeld en gemarteld. 293 Uiteindelijk werden drie journalisten veroordeeld tot gevangenisstraffen van 2 tot 5 jaar wegens het ‘ondermijnen van de constitutie’ en het ‘publiceren van valse berichten’. 294 Tussen 18 mei en 7 augustus 2010 werden alle kranten in Sudan opnieuw onderworpen aan pre-censuur. Dit betekende dat de kranten vooraf werden gecontroleerd door de nationale veiligheidsdienst en onwelgevallige artikelen werden verwijderd. Onwelgevallige artikelen betroffen onder meer berichtgeving over demonstraties, gedetineerde journalisten, afscheiding door Zuid-Sudan en het Internationaal Strafhof. 295 In deze periode werden geregeld kranten (tijdelijk) een verschijningsverbod opgelegd en werd een zestal journalisten voorgeleid voor de rechtbank.296 De getroffen kranten waren niet alleen oppositionele kranten, zoals Ray Al-Shaab, Al-Maidan, Al-Sahafa en Ajras Al-Hurriya maar ook een pro-NCP
289
African Centre for Justice and Peace Studies, Sudan Human Rights Monitor, augustus –september 2009.
290
Amnesty International, The Chains remain. Restrictions on freedom of expression in Sudan, AFR 54/028/2010, september 2010.
291
Economist Intelligence Unit, Country Report Sudan, juni 2010.
292
Amnesty International, The Chains remain. Restrictions on freedom of expression in Sudan, AFR 54/028/2010, september 2010.
293
Amnesty International, The Chains remain. Restrictions on freedom of expression in Sudan, AFR 54/028/2010, september 2010.
294
UNSC, Report of the Secretary-General on the Sudan, S/2010/388, 19.07.2010; Amnesty International, The Chains remain. Restrictions on freedom of expression in Sudan, AFR 54/028/2010, september 2010.
295
Amnesty International, The Chains remain. Restrictions on freedom of expression in Sudan, AFR 54/028/2010, september 2010.
296
Amnesty International, Sudan: Statement to the 15th session of the Human Rights Council, AFR 54/030/2010, september 2010.
57
Algemeen Ambtsbericht Sudan| juni 2011
krant, als Al-Intibaha, werd aangepakt naar verluidt vanwege positieve berichtgeving over mogelijke afscheiding van Zuid-Sudan. 297 Op 7 augustus 2010 werd de pre-censuur opgeheven. Wel werden journalisten geacht binnen de zogenaamde ‘code of honour’ te blijven, wat een hoge mate van zelfcensuur tot gevolg had.298 De nationale veiligheidsdienst verstrekte bovendien aan de kranten een lijst van ‘verboden’ personderwerpen. 299 In juli 2010 werden journalisten bovendien verplicht om een registratieformulier in te vullen met allerlei persoonlijke gegevens, zoals politieke voorkeur, etniciteit, adres, familie en vrienden. 300 Journalisten die dit weigerden werden door de nationale veiligheidsdienst geïntimideerd en bedreigd.301 Ook na augustus 2010 bleven kranten en journalisten het doelwit van intimidatie en arrestatie. Zo viel de nationale veiligheidsdienst eind oktober 2010 in Khartoum een gebouw binnen waar zich naast mensenrechtenactivisten ook medewerkers van radio Dabanga302 bevonden. 13 personen werden gearresteerd.303 De Sudanese autoriteiten beschuldigen radio Dabanga van steun aan de rebellen in Darfur en het Internationaal Strafhof. 304 In november 2010 werd de Darfurese journalist Gafar Alsabki Ibrahim zonder opgave van reden gearresteerd tijdens een inval van de nationale veiligheidsdienst bij de onafhankelijke krant Al-Sahafa.305 In januari 2011 werden in Port Sudan twee journalisten van het blad Bar’ut gearresteerd
297
UNGA, HRC, Report of the independent expert on the situation of human rights in the Sudan, mr. Mohammed Chande Othman, S/HRC/15/CRP.1, 14 september 2010; IHS Global Insight, ‘Sudan: Sudan imposes press censorship ahead of referendum’, 07.07.2010; Economist Intelligence Unit, Country Report Sudan, juli 2010. Andere kranten die problemen ondervonden waren Al-Tayyar, AlAhdath, Al-Tihaar, Akhbar Alyoum en Al Sudani. African Centre for Justice and Peace Studies, ACJPS welcomes end to pre-print censorship in Sudan: calls for greater protection of freedom of expression, 10.08.2010.
298
Amnesty International, Sudan: Statement to the 15th session of the Human Rights Council, AFR 54/030/2010, september 2010; Amnesty International, The Chains remain. Restrictions on freedom of expression in Sudan, AFR 54/028/2010, september 2010.
299
Verboden onderwerpen betroffen onder meer ontheemden in Darfur, de mogelijke afscheiding van Zuid-Sudan en het Internationaal Strafhof. UNSC, Report of the Secretary-General on the Sudan, S/2010/388, 19.07.2010.
300
Amnesty International, Sudan: Statement to the 15th session of the Human Rights Council, AFR 54/030/2010, september 2010; Amnesty International, The Chains remain. Restrictions on freedom of expression in Sudan, AFR 54/028/2010, september 2010; UNGA, HRC, Report of the independent expert on the situation of human rights in the Sudan, mr. Mohammed Chande Othman, S/HRC/15/CRP.1, 14 september 2010.
301
UNSC, Report of the Secretary-General on the Sudan, S/2010/388, 19.07.2010.
302
Een door -onder andere Nederland- gesteund radiostation dat zich specifiek richt op nieuws over Darfur.
303
Reporters Sans Frontieres, ‘Two journalists arrested in the past week’, 4 november 2010.
304
Reuters, ‘Sudan accuses Darfur radio staff of working for ICC’, 07.11.2010.
305
Reporters Sans Frontieres, ‘Two journalists arrested in the past week’, 4 november 2010.
58
Algemeen Ambtsbericht Sudan| juni 2011
vanwege een artikel over mogelijke afscheiding van Oost-Sudan. 306 Begin februari 2011 werd een tiental journalisten van Al-Maidan gearresteerd vanwege verslaggeving over de (studenten)demonstraties eind januari/begin februari tegen Al Bashir. Ook werden oplages van verschillende kranten in beslag genomen. 307 De nationale veiligheidsdienst gebruikt ook meer subtiele methodes om de mediavrijheid te beteugelen, bijvoorbeeld door administratieve en financiële voorwaarden te stellen of adverteerders ertoe te bewegen niet langer zaken te doen met bepaalde uitgevers. Volgens Amnesty International zijn in de verslagperiode verschillende nieuwswebsites geblokkeerd door de Sudanese autoriteiten, waaronder die van AlMidan.308 Ook werd naar verluidt na de verkiezingen van april 2010 de toegang tot de website van youtube geblokkeerd vanwege een geplaatst filmpje over verkiezingsfraude. 309 In november 2010 werd de website van het door de UN gesteunde Miraya FM radio geblokkeerd na berichtgeving over een Darfurese rebellengroep.310 Verder meldt het US State Department dat websites, die in strijd zouden zijn met de publieke moraal, geblokkeerd werden en dat emailverkeer tussen burgers door de nationale veiligheidsdienst werd gevolgd. 311 Zuid-Sudan Media in Zuid-Sudan hebben vanwege de slechte infrastructuur een zeer beperkte oplage en reikwijdte. In Zuid-Sudan ontbreekt het aan wetgeving op het terrein van pers en media. De positie van journalisten in Zuid-Sudan is kwetsbaar en druk op journalisten door politici of anderen is niet ongebruikelijk. 312 Journalisten, die de regering of de SPLM bekritiseren, worden geïntimideerd en in sommige gevallen ook gearresteerd en (kort) vastgehouden. 313 Zo werd in april 2010 een radio-journalist opgepakt omdat hij een politieke bijeenkomst had verslagen die 306
Reporters Without Borders, ‘Two journalists could be hanged for discussing secession’, 28.01.2011.
307
Amnesty International, Urgent Action: Protestors at risk of torture in Sudan, UA 18/11 AFR 54/005/2011 Sudan, 02.02.2011; Reporters Sans Frontieres, Government harasses opposition weekly, arrests journalists and several employees, 04.02.2011.
308
Amnesty International, The Chains remain. Restrictions on freedom of expression in Sudan, AFR 54/028/2010, september 2010.
309
Amnesty International, The Chains remain. Restrictions on freedom of expression in Sudan, AFR 54/028/2010, september 2010.
310
AFP, ‘Sudan jams UN radio’s website’, 10.10.2010.
311
US DoS, Country Report on Human Rights Practices, Sudan 2010, 08.04.2011.
312
Reporters Sans Frontieres, ‘Prior censorship makes comeback’, 7 juni 2010.
313
Freedom in the World 2010 – Sudan. Amnesty International, The chains remain. Restrictions of expression in Sudan, september 2010; De Volkskrant, ‘Zuid-Sudan wordt hoe dan ook onafhankelijk. Interview met Monim Elgak, mensenrechtenactivist uit Soedan’, 12.10.2010; Volkskrant, ‘Amnesty: persvrijheid Soedan nodig voor referendum’, 24.09.2010; Committee to Protect Journalists, Attacks on the Press 2010- Sudan. US DoS, Country Report on Human Rights Practices, Sudan 2010, 08.04.2011.
59
Algemeen Ambtsbericht Sudan| juni 2011
door het SPLA op gewelddadige wijze (drie doden) was verstoord. Na een detentie van 13 dagen werd hij door het radiostation (staatseigendom) ontslagen. 314 Mensenrechtenactivisten De situatie in Sudan voor mensenrechtenactivisten is slecht. Er is nog altijd sprake van bedreiging, arrestatie, detentie (zonder aanklacht) en marteling van mensenrechtenactivisten. 315 Het gaat in veel gevallen om activisten die zich inzetten voor de mensenrechten in Darfur.316 Zo werden eind oktober 2010 in Khartoum 13 Darfurese mensenrechtenactivisten zonder opgave van reden door de nationale veiligheidsdienst gearresteerd. De betreffende activisten werkten voor het merendeel voor het Human Rights and Advocacy Network for Democracy (HAND), een coalitie van Darfurese mensenrechtenorganisaties. Een deel van hen had een bijeenkomst over sociale ontwikkeling bijgewoond, georganiseerd door de kritische studentenbeweging Girifna.317 Ook andere mensenrechtenactivisten werden geregeld opgepakt. Zo werden in december 2010 bij een demonstratie tegen de openbare orde wetgeving en lijfstraffen tientallen activisten gearresteerd en voor korte tijd vastgehouden. 318 De politie greep in maart 2011 eveneens in bij een demonstratie van vrouwenactivisten in Omdurman tegen de verkrachting door de veiligheidsdienst van een eerder gearresteerde vrouwelijke demonstrante. Tientallen vrouwenactivisten zouden zijn gearresteerd en mishandeld. 319 Als gevolg van deze situatie gaan mensenrechtenactivisten in Sudan voorzichtig te werk en sommige voeren hun activiteiten ondergronds uit. Een aantal
314
UNSC, Report of the Secretary-General on the Sudan, S/2010/388, 19.07.2010; African Centre for Justice and Peace Studies, Sudan Human Rights Monitor, december 2009 – mei 2010.
315
African Centre for Justice and Peace Studies, Sudan Human Rights Monitor; FIDH, Arrest and incommunicado detention of dr. Abdelbasit Murgany – SDN 002/1210/OBS 146, 17.12.2010; Human Rights Watch, World Report 2011 – Sudan. US DoS, Country Report on Human Rights Practices, Sudan 2010, 08.04.2011.
316
UNGA, HRC, Update on the report of the independent expert on the situation of human rights in the Sudan, Mohammed Chande Othman. Status of the compilation of recommendations of the Group of Experts for the government of the Sudan with regard to the implementation of Human Rights Council resolution 4/8, pursuant to Council resolutions 6/34, 6/35, 7/67 and 11/10, A/HRC/15/57, 02.09.2010; African Centre for Justice and Peace Studies, Sudan Human Rights Monitor; African Centre for Justice and Peace Studies, ‘Arrests and intimidation in El Fashir town and IDP camps following the UNSC visit’, 14.10.2010; African Centre for Justice and Peace Studies, ‘Darfuri human rights defenders arrested in Khartoum’, 01.11.2010; African Centre for Justice and Peace Studies, ‘Two Fur women researching Darfur face capital charges in Nyala’, 14.12.2010.
317
Human Rights Watc, ‘Sudan: End Continuing Repression of Darfur Activists’, 2 november 2010; FIDH, ‘Arrest and arbitrary detention of human rights defenders’, 2 november 2010; Amnesty International, ‘Activists held incommunicado in Sudan’, UA 231/10, AFR 54/036/2010.
318
African Centre for Justice and Peace Studies, ‘Fifty two public order law protesters detained in Khartoum’, 16.12.2010.
319
Sudan Tribune, Government arrests, beats female protesters as world marks international women’s day, 08.03.2011. Economist Intelligence Unit, Country Report Sudan, maart 2011.
60
Algemeen Ambtsbericht Sudan| juni 2011
mensenrechtenactivisten is naar het buitenland gevlucht of ondergedoken uit vrees voor arrestatie en detentie. 320 Vanwege intensieve controle van het veiligheidsapparaat is het circuit van activisten en andersdenkenden bekend bij de nationale veiligheidsdienst. Volgens bronnen trachten de autoriteiten eveneens Sudanese activisten die naar het buitenland zijn uitgeweken in de gaten te houden.
3.3.2
Vrijheid van vereniging en vergadering De huidige interim-grondwet voorziet in vrijheid van vereniging en vergadering. De vrijheid van vergadering wordt echter wettelijk ingeperkt door de strafwet. De in 2009 geamendeerde Criminal Procedures Act bevat een wetsartikel dat lokale bestuurders vergaande bevoegdheden geeft om politieke demonstraties en bijeenkomsten te verbieden. 321 Het artikel is in strijd met de interim grondwet van Sudan en het Internationale Verdrag inzake Burger- en Politieke rechten omdat tegen een besluit om een bijeenkomst te verbieden geen rechtsmiddel kan worden ingesteld. Oppositiepartijen zien het wetsartikel als een instrument van de NCP om de oppositie tegen te werken. In de verslagperiode hebben de autoriteiten gebruik gemaakt van hun bevoegdheden om bijeenkomsten en demonstraties te verbieden. 322 Politie en nationale veiligheidsdienst interveniëren geregeld bij demonstraties, waarbij ook arrestaties worden verricht. In veel gevallen worden de demonstranten na korte tijd weer vrijgelaten. Soms worden demonstraties met geweld beëindigd, waarbij in sommige gevallen ook dodelijke slachtoffers vallen. 323 Zo vielen in mei 2010 bij een gewelddadig (met geweervuur en traangas) ingrijpen van de politie
320
UNGA, HRC, Update on the report of the independent expert on the situation of human rights in the Sudan, Mohammed Chande Othman. Status of the compilation of recommendations of the Group of Experts for the government of the Sudan with regard to the implementation of Human Rights Council resolution 4/8, pursuant to Council resolutions 6/34, 6/35, 7/67 and 11/10., A/HRC/15/57, 02.09.2010.
321
HRC, Report of the Special Rapporteur on the Situation of Human Rights in the Sudan, Sima Samar, advanced unedited version, A/HRC/11/14, juni 2009.
322
African Centre for Justice and Peace Studies, Sudan Human Rights Monitor; United Nations, General Assembly, Human Rights Council, Summary prepared by the Office of the High Commisioner for Human Rights in accordance with paragraph 15 (c) of the annex to the Human Rights Council Resolution 5/1, A/HRC/WG.6/11/SDN/3, 25 februari 2011. US DoS, Country Report on Human Rights Practices, Sudan 2010, 08.04.2011.
323
FIDH, Sudanese and international human rights defenders: UN Rights Council must not silence victims of rights violations in Sudan, 17.09.2010; UNSC, Report of the Secretary-General on the deployment of the African Union-United Nations Hybrid Operation in Darfur, S/2010/382, 14.07.2010; African Centre for Justice and Peace Studies, ‘Demonstrators killed during Doha forum civil society consultations at Zalengei university’, 02.12.2010. African Centre for Justice and Peace Studies, Sudan Human Rights Monitor.
61
Algemeen Ambtsbericht Sudan| juni 2011
bij een studentendemonstratie op de Dilling Universiteit in Zuid-Kordofan 2 doden en 20 gewonden. 324 In de aanloop naar het referendum van januari 2011 waren er berichten van intimidatie en politiek gemotiveerde arrestaties van voorstanders van afscheiding door Zuid-Sudan.325 In oktober 2010 was er in Khartoum een gewelddadige confrontatie tussen voor- en tegenstanders van afscheiding. De politie greep hardhandig in en de nationale veiligheidsdienst arresteerden demonstranten die voorstander waren van afscheiding. 326 Na de SPLM overwinning bij de gouverneursverkiezingen in Blue Nile hebben SPLA soldaten naar verluid geweld gebruikt tegen NCP aanhangers. Ook zouden NCP aanhangers willekeurig zijn gearresteerd en gedetineerd. 327 Politieke oppositie Hoewel in Sudan meer dan 70 partijen bij de Political Parties Council geregistreerd staan, is er geen sprake van politieke vrijheid. Activiteiten van oppositiepartijen worden op allerlei manieren ingeperkt. Zo worden publieke bijeenkomsten en demonstraties van oppositiepartijen geregeld verboden, onder meer door middel van de hogergenoemde Criminal Procedures Act. Politieke opposanten zijn geregeld het slachtoffer van arrestatie en detentie. 328 In de verslagperiode was onder meer de PCP van Al Turabi doelwit van de nationale veiligheidsdienst. Op 16 mei 2010 werd Al Turabi, door de nationale veiligheidsdienst gearresteerd zonder formele aanklacht. Sommige waarnemers zagen een verband tussen de arrestatie van Al Turabi en de hernieuwde gevechten in Darfur tussen de regering en de Justice and Equality Movement (JEM), een rebellengroep waar Al Turabi banden mee zou hebben. 329 Op 30 juni werd Al 324
African Centre for Justice and Peace Studies, Sudan Human Rights Monitor, december 2009 – mei 2010.
325
African Centre for Justice and Peace Studies, Sudan Human Rights Monitor, oktober – november 2010; UNSC, Report of the Secretary-General on the Sudan, S/2010/681, 31.12.2010; Human Rights watch, ‘Sudan: Guarantee post-referendum citizenship rights’, 16.12.2010; UN, Sudan entering crucial period less than three months before impeding referendum, Under-Secretary-General says in briefing to Security Council, UNSC/10069, 25.10.2010.
326
Amnesty International, Human rights violation surrounding the south Sudan referendum, AFR 54/002/2011, 07.01.2011; Human Rights Watch, World Report 2011 – Sudan.
327
UNSC, Report of the Secretary-General on the Sudan, S/2010/388, 19.07.2010. UNGA, HRC, Report of the independent expert on the situation of human rights in the Sudan, mr. Mohammed Chande Othman, S/HRC/15/CRP.1, 14 september 2010.
328
African Centre for Justice and Peace Studies, Sudan Human Rights Monitor. UNGA, HRC, Report of the independent expert on the situation of human rights in the Sudan, mr. Mohammed Chande Othman, S/HRC/15/CRP.1, 14 september 2010; US DoS, Country Report on Human Rights Practices, Sudan 2010, 08.04.2011.
329
Economist Intelligence Unit, Country Report Sudan, juni 2010.
62
Algemeen Ambtsbericht Sudan| juni 2011
Turabi weer vrijgelaten. 330 Op 20 mei werd eveneens Farouq Abu Eissa, woordvoerder van de Juba Forces Alliance en voormalig voorzitter van de National Democratic Alliance, gearresteerd en kort vastgehouden.331 Hij werd ondervraagd over steun van de oppositie aan Al Turabi en over het Internationaal Strafhof. Een delegatie van de oppositie was namelijk van plan om ICC’s Review Conference in Kampala bij te wonen. 332 Op 18 januari 2011 werd Al Turabi samen met acht andere staffunctionarissen van de PCP opnieuw gearresteerd nadat de PCP had opgeroepen tot een ‘volksrevolutie’ (naar het voorbeeld van Tunesië) als protest tegen de hoge voedselprijzen in Sudan.333 Formeel zou de arrestatie van Al Turabi verband houden met zijn vermeende steun aan de JEM. Eind januari 2011 namen de spanningen toe als gevolg van oproepen van oppositiepartijen voor democratische hervormingen en demonstraties van studenten voor politieke en economische rechten.334 Tussen 30 januari en 2 februari 2011 organiseerde de Youth for 30 January Change Coalition, een coalitie van studentenbewegingen, demonstraties in Khartoum, Omdurman, El Obeid, Wad Medani en Kosti. De demonstranten riepen op tot politieke en economische hervormingen en eisten het aftreden van president Al Bashir. De politie greep hard in en arresteerde meer dan 100 personen, met name studenten, journalisten en leiders van maatschappelijk middenveld organisaties.335 Verschillende arrestanten zouden zijn mishandeld en gemarteld. Een demonstrant overleed later aan zijn verwondingen. 336 Op 9 maart 2011 greep de politie opnieuw hardhandig in bij demonstraties in Khartoum, georganiseerd door verschillende oppositiepartijen. De demonstranten eisten het aftreden van president Al Bashir. Ruim 80 demonstranten werden gearresteerd, waaronder journalisten, politici en mensenrechtenactivisten.337 Studenten In de verslagperiode werden politiek actieve studenten van Darfurese afkomst geregeld het slachtoffer van arrestaties, detenties (zonder aanklacht) en marteling.
330
UNSC, Report of the Secretary-General on the Sudan, S/2010/388, 19.07.2010.
331
UNSC, Report of the Secretary-General on the Sudan, S/2010/388, 19.07.2010.
332
Human Rights Watch, Sudan: End Post-Election Repression, 24 mei 2010.
333
IRIN, ‘Sudan: Referendum vote over, now the hard work begins’, 19.01.2011; Guardian, ‘Sudan arrests opposition leader Hassan al-Turabi’, 18.01.2011.
334
UNSC, Report of the Secretary-General on the Sudan, S/2011/239, 12.04.2011.
335
UNSC, Report of the Secretary-General on the Sudan, S/2011/239, 12.04.2011; FIDH, A protest for freedoms inspired by the events in Tunesia and Egypt severely repressed by the National Intelligence and Security Service, 10 februari 2011.
336
Human Rights Watch, ‘Protesters describe torture by security officers’, 04.03.2011. Amnesty International, Urgent Action: Protestors at risk of torture in Sudan, UA 18/11 AFR 54/005/2011 Sudan, 02.02.2011; Human Rights Watch, Sudan: Violent response to peaceful protests, 03.02.2011.
337
UNSC, Report of the Secretary-General on the Sudan, S/2011/239, 12.04.2011. Economist Intelligence Unit, Country Report Sudan, maart 2011.
63
Algemeen Ambtsbericht Sudan| juni 2011
Het betrof met name studenten verbonden aan het United Popular Front (UPF). Het UPF is een aan de SLA/AW gelieerde studentenvereniging die zijn steun voor het Internationaal Strafhof heeft uitgesproken. 338 Ook andere politiek actieve studenten, waaronder die van de kritische studentenbeweging Girifna, werden geregeld opgepakt en naar verluidt ook gemarteld. 339 In de verslagperiode werden verschillende studentendemonstraties met geweld beëindigd. 340 Vakbonden Alleen de door de regering gecontroleerde vakbond Sudan Workers Trade Union Federation (SWTUF) is toegestaan, alle andere vakbonden zijn in Sudan verboden. 341 In juni 2010 arresteerde de nationale veiligheidsdienst zes artsen die leiding gaven aan een artsenstaking voor betere werkomstandigheden. Zij werden zonder aanklacht 24 dagen vastgehouden. Na beëindiging van de staking werden zij vrijgelaten. Twee artsen zijn naar verluidt ernstig mishandeld tijdens hun detentie.342 Zuid-Sudan Volgens het US State Department respecteert de regering van Zuid-Sudan in het algemeen het recht op vereniging en vergadering.343 In verschillende deelstaten in Zuid-Sudan leidde de verkiezingsuitslag van april 2010 echter tot geweldsincidenten (zie §2.3.3). In de verslagperiode waren er verder berichten van politiek gemotiveerd geweld tegen aanhangers en leden van de SPLM-DC in Upper Nile. De SPLM-DC onder leiding van Lam Akol wordt door velen beticht van steun aan gewapende lokale milities. 344 In mei 2010 beschuldigden leden van de Shilluk stam het SPLA van gebruik van geweld tijdens een ontwapeningsactie vanwege steun van Shiluk stamleden aan de SPLM-DC bij de verkiezingen van 338
US DoS, Country Reports on Human Rights Practices, Sudan 2010, 08.04.2011; Human Rights Watch, Sudan: End Post-Election Repression, 24 mei 2010. UNGA, HRC, Update on the report of the independent expert on the situation of human rights in the Sudan, Mohammed Chande Othman. Status of the compilation of recommendations of the Group of Experts for the government of the Sudan with regard to the implementation of Human Rights Council resolution 4/8, pursuant to Council resolutions 6/34, 6/35, 7/67 and 11/10., A/HRC/15/57, 02.09.2010; Human Rights Watch, World Report 2011 – Sudan.
339
African Centre for Justice and Peace Studies, Sudan Human Rights Monitor. Amnesty International, Many still detained following Sudan protests, UA 18/11. AFR 54/007/2011, 28 februari 2011.
340
African Centre for Justice and Peace Studies, Sudan Human Rights Monitor.
341
US DoS, Country Report on Human Rights Practices, Sudan 2010, 08.04.2011.
342
African Centre for Justice and Peace Studies, Sudan Human Rights Monitor, juni – juli 2010; UNGA, HRC, Report of the independent expert on the situation of human rights in the Sudan, mr. Mohammed Chande Othman, S/HRC/15/CRP.1, 14 september 2010.
343
US DoS, Country Report on Human Rights Practices, Sudan 2010, 08.04.2011.
344
Lam Akol woont in Khartoum en wordt ervan beticht door de NCP te worden gesteund. In november 2009 sprak vice-president van Zuid-Sudan Riak Machar een verbod uit op de SPLM-DC. In januari 2010 oordeelde het Constitutionele Hof echter dat het verbod ongrondwettig was. Sudan Tribune, Sudan’s Constitutional Court turns down ban of SPLM-DC, 18.01.2010.
64
Algemeen Ambtsbericht Sudan| juni 2011
april 2010. In een gerelateerd incident werd Shilluk leider en SPLM-lid Peter Oyath samen met zes anderen door onbekende schutters gedood. Vijf SPLM-DC leden , waaronder een parlementslid en een lid van de nationale veiligheidsdienst, werden gearresteerd op beschuldiging van betrokkenheid bij de moord. De SPLMDC ontkende echter elke betrokkenheid.345 De situatie voor aanhangers en leden van SPLM-DC zou in de loop van 2010 zijn verbeterd. In de aanloop van het referendum waren er berichten van intimidatie en politiek gemotiveerde arrestaties van tegenstanders van afscheiding door Zuid-Sudan. 346
3.3.3
Vrijheid van godsdienst In de interim-grondwet is de vrijheid van godsdienst als burgerrecht opgenomen. Daarnaast is bepaald dat de nationale wetgeving gebaseerd is op de sharia, maar dat niet-moslims niet onderworpen kunnen worden aan de straffen die de sharia voorschrijft.347 Sinds 2007 bestaat de Commission for the Rights of Non-Muslims in the National Capital Area om de rechten van niet-moslims te waarborgen. In Zuid-Sudan is de sharia niet van toepassing. Vrijheid van godsdienst en de toepassing van de sharia is een belangrijk onderwerp in Zuid-Kordofan en Blue Nile, beiden onderdeel van Noord-Sudan maar deels christelijk. Volgens verschillende bronnen is er sprake van beperkingen van religieuze vrijheden van niet-moslims in Noord-Sudan. Zo zou bijvoorbeeld minder geld gaan naar niet-islamitische scholen, waardoor in de praktijk veel christelijke studenten islamitisch onderwijs volgen. Verder zijn alle scholen in Noord-Sudan verplicht les te geven in de islamitische leer.348 Ook zouden vergunningen om kerken te bouwen vaak moeilijk worden afgegeven. 349 Volgens de United States Commission on International Religious Freedom worden niet-moslims op tal van terreinen van overheidswege achtergesteld bij moslims. 350 De Sudanese wetgeving weerspiegelt de sharia en stelt een moslim bij geloofsafval strafbaar onder de strafwet. Afvalligheid kan niet alleen blijken uit de overgang tot een ander geloof, maar ook uit nadrukkelijke minachting voor de centrale leer van 345
UNSC, Report of the Secretary-General on the Sudan, S/2010/388, 19.07.2010.
346
African Centre for Justice and Peace Studies, Sudan Human Rights Monitor, oktober – november 2010; UNSC, Report of the Secretary-General on the Sudan, S/2010/681, 31.12.2010; Human Rights watch, ‘Sudan: Guarantee post-referendum citizenship rights’, 16.12.2010; UN, Sudan entering crucial period less than three months before impeding referendum, Under-Secretary-General says in briefing to Security Council, UNSC/10069, 25.10.2010.
347
Interim National Constitution of the Republic of the Sudan 2005, artikel 156 sub d. Zie meer over de toepassing van de sharia in §3.3.5.
348
US DoS, Sudan - International Religious Freedom Report 2010 - Sudan, 17.11.2010.
349
United States Commission on International Religious Freedom, Annual report 2010 – Sudan.
350
United States Commission on International Religious Freedom, Annual report 2010 – Sudan.
65
Algemeen Ambtsbericht Sudan| juni 2011
de islam en voor de profeet Mohammed. Voor afvalligheid van de islam kan de doodstraf worden opgelegd. Onder de huidige Sudanese regering is echter nooit een doodvonnis voltrokken op grond van apostasie.351 Het US State Department stelt dat de Sudanese autoriteiten personen die bekeerd zijn tot een ander geloof dan de islam zo nu en dan onderwerpen aan intensieve verhoren, verbanning en intimidatie, of hen onder druk zetten om het land te verlaten.352 Er zijn in de verslagperiode echter geen concrete gevallen bekend van vervolging van bekeerlingen. Er is eveneens geen informatie bekend over de bestraffing van niet-moslims die moslims proberen te bekeren. Wel waren er berichten van dreigende uitzetting van een aantal internationale NGO’s wegens proselitisme (bekeringsijver). Ook waren er volgens het US State Department berichten van maatschappelijke druk en discriminatie vanwege bekering tot een ander geloof dan de islam. Zo zouden moslims die zich hebben bekeerd tot het christendom onder zware sociale druk worden gezet om hun bekering te herroepen. 353 Zuid-Sudan In Zuid-Sudan bestaat in de praktijk vrijheid van godsdienst voor christenen, moslims en aanhangers van traditionele godsdiensten. De SPLM staat formeel een seculiere staat voor en heeft een niet onaanzienlijk aantal islamitische leden. De SPLM bestaat echter voornamelijk uit christenen, en lokale SPLM-leiders hebben veelal nauwe banden met lokale christelijke leiders. Er waren in de verslagperiode geen berichten van maatschappelijke druk of discriminatie vanwege geloof. 354 Enige uitzondering was het sluiten van koninkrijkszalen van Jehovah’s getuigen eind december 2010 door de gouverneur van West-Equatoria vanwege de weigering van de Jehovah’s getuigen om deel te nemen aan het referendum.
3.3.4
Bewegingsvrijheid Binnenland In Noord-Sudan, met uitzondering van Darfur, kunnen Sudanezen in beginsel vrij reizen. In gebieden waar sprake is van geweldsuitbarstingen of gewapend conflict worden veelal controleposten opgericht. Het kan voorkomen dat aan personen de toegang tot dergelijke gebieden wordt geweigerd. Hiervan zijn in de verslagperiode echter geen concrete voorbeelden bekend. Troepen van UNAMID en UNMID ondervonden in de verslagperiode geregeld beperkingen in hun
351
US DoS, Sudan - International Religious Freedom Report 2010 - Sudan, 17.11.2010.
352
US DoS, Sudan - International Religious Freedom Report 2010 - Sudan, 17.11.2010.
353
US DoS, Sudan - International Religious Freedom Report 2010 - Sudan, 17.11.2010.
354
US DoS, Sudan - International Religious Freedom Report 2010 - Sudan, 17.11.2010.
66
Algemeen Ambtsbericht Sudan| juni 2011
bewegingsvrijheid.355 Mensenrechtenactivisten en anderen, die door de regering als een bedreiging worden beschouwd, kunnen bij het uitreizen van Sudan problemen ondervinden. Hierbij kan het paspoort (tijdelijk) in beslag worden genomen en een meldingsplicht worden opgelegd.356 Ook in Zuid-Sudan kunnen Sudanezen in beginsel vrij reizen. Er zijn gebieden waar de veiligheidssituatie het onderlinge verkeer beperkt of zelfs (tijdelijk) onmogelijk maakt. Daarnaast zijn op veel plaatsen controleposten door regeringstroepen, SPLA of milities ingericht. Het reizen van Noord-Sudan naar Zuid-Sudan en vice versa is sinds de ondertekening van het vredesakkoord in beginsel vrij. In de praktijk zijn ook hier beperkingen onder meer als gevolg van de veiligheidssituatie, controleposten en gebrekkige infrastructuur. Er zijn commerciële vluchten van Khartoum naar onder meer Malakal, Wau en Juba.357 In Zuid-Sudan is Juba de enige luchthaven die beschikt over internationale verbindingen. Van Juba kan gevlogen worden naar Addis Abeba, Caïro, Nairobi en Entebbe. De Zuid-Sudanese autoriteiten zijn er verantwoordelijk voor de grensbewaking. Voorts kan vanuit Yei met een klein vliegtuigje gevlogen worden naar de grens met Uganda. Documenten In Sudan is er een algemene identificatieplicht vanaf de leeftijd van 16 jaar. Deze identificatieplicht wordt met name in steden en in gebieden waar controleposten zijn ingericht gehandhaafd. Indien men op straat gevraagd wordt zich te legitimeren kan naast het tonen van een nationale identiteitskaart, een nationaliteitscertificaat, een paspoort of een rijbewijs, ook volstaan worden met het tonen van een niet-officieel identiteitbewijs. Ook kan een ander persoon (bijvoorbeeld een vriend of familielid) garant staan voor de identiteit van de persoon in kwestie.
355
Zie de Reports of the Secretary-General on the deployment of the African Union-United Nations Hybrid Operation in Darfur en de Reports of the Secretary-General on the Sudan.
356
African Centre for Justice and Peace Studies, Sudan Human Rights Monitor; African Centre for Justice and Peace Studies, ‘Activists prevented from travelling to the Rome Statute Review Conference’, 31.05.2010; African Centre for Justice and Peace Studies, ‘Leading Sudanese activists prevented from leaving Sudan and detained’, 15 juni 2010. Voorbeeld is de verhindering door de veiligheidsdienst op 30 mei 2010 van vier (mensenrechten)activisten om naar Kampala af te reizen om de ICC’s Review Conference bij te wonen. African Centre for Justice and Peace Studies, Sudan Human Rights Monitor, december 2009 – mei 2010.
357
Er zijn ook commerciële vluchten naar andere binnenlandse bestemmingen, zoals Port Sudan en ElFasher.
67
Algemeen Ambtsbericht Sudan| juni 2011
Nationale identiteitskaart De nationale identiteitskaart is vanaf de leeftijd van zeven jaar facultatief te verkrijgen. Vanaf de leeftijd van 16 jaar is de nationale identiteitskaart verplicht. Vanwege de hoge kosten en het beperkt gebruik, beschikken in de praktijk maar weinig mensen over een nationale identiteitskaart. De geldigheidsduur van de nationale identiteitskaart is vijf jaar. De nationale identiteitskaart moet worden aangevraagd bij het ministerie van Binnenlandse Zaken. De aanvraagprocedure is als volgt: -men moet in persoon verschijnen; -men moet originele documenten overleggen als geboortecertificaat en het nationaliteitscertificaat van vader of moeder (als zij de voogdes is) of gewaarmerkte kopieën van deze documenten. Indien de moeder voogdes is, moet dit ondersteund worden door wettelijk gekwalificeerde getuigen; -men moet bewijs van verblijfplaats in Sudan en bewijs van bloedverwantschap of huwelijk overleggen; -eventueel ander ondersteunend bewijs. De nationale identiteitskaart kan niet vanuit het buitenland worden aangevraagd. Op het aanvraagformulier kunnen de volgende namen dan wel namenreeksen worden aangegeven: 358 -namenreeks vader (Arabisch: al-ism al-rub'i); -namenreeks moeder (Arabisch: ism al-walida -al-rub'i); -bijnaam (Arabisch: al-laqab), ook wel vertaald als roepnaam; -familienaam (Arabisch: al-'a'ila), ook wel vertaald als geslachtsnaam. De gegevens die op het aanvraagformulier worden ingevuld, komen niet allemaal op de identiteitskaart. De identiteitskaart biedt ruimte aan de vier namen van vaderszijde en de vier namen van moederszijde. Volledigheidshalve moet worden opgemerkt dat minder nauwgezette Sudanese ambtenaren weleens volstaan met het vermelden van minder namen. Nationaliteitscertificaat Het nationaliteitscertificaat wordt bij de geboorte afgegeven. Echter, minder dan een derde van de geboortes wordt geregistreerd in Sudan, volgens onderzoek van Unicef.359 Ongeveer 12 miljoen (van de 40 miljoen) Sudanezen beschikken over een nationaliteitscertificaat. Sudanezen die niet in het bezit zijn van een nationaliteitscertificaat kunnen hiervoor alsnog een aanvraag indienen bij het ministerie van Binnenlandse Zaken. Bij een dergelijke aanvraag wordt een onderzoek naar de identiteit, waaronder een leeftijdsonderzoek, gedaan. De aanvraagprocedure voor een nationaliteitscertificaat is hetzelfde als voor de nationale identiteitskaart. Het nationaliteitscertificaat wordt eenmalig afgegeven. 358
De aanvrager is in ieder geval verplicht de namenreeks van vader en moeder op het formulier in te vullen.
359
Unicef, Renewed efforts under way to increase level of birth registration in Sudan, 28.07.2009.
68
Algemeen Ambtsbericht Sudan| juni 2011
Het nationaliteitscertificaat kan ook vanuit het buitenland worden aangevraagd. Van het nationaliteitscertificaat is een nieuwe versie in omloop (ingevoerd in 2006), die eruit ziet als een pasje. Naast deze nieuwe uitgave is er nog altijd het oude certificaat. Op de nieuwe kaart is de namenreeks van vaderszijde en moederszijde vermeld. Op het oude certificaat is alleen de namenreeks van vaderszijde vermeld. De namenreeksen zijn dezelfde als bij de nationale identiteitskaart. Paspoort In 2008 is Sudan begonnen met de uitgifte van een nieuw paspoort. Dit nieuwe paspoort bevat onder meer een vingerafdruk, een digitale pasfoto en een handtekening. Tevens is een wet in werking getreden die verplicht stelt dat zowel de aanvraag als het afhalen van paspoorten persoonlijk dient te gebeuren. Paspoorten worden uitgegeven door het ministerie van Binnenlandse Zaken. Voor de aanvraag van een nieuw paspoort dient een nationaliteitscertificaat te worden overgelegd. Vrouwen kunnen zelfstandig een aanvraag voor een paspoort indienen. De geldigheidsduur van het nieuwe paspoort is vijf jaar. Nieuwe paspoorten worden uitsluitend in Sudan zelf afgegeven. Sudanese vertegenwoordigingen in het buitenland geven nog steeds en uitsluitend oude paspoorten af. De oude paspoorten hebben een geldigheidsduur van twee jaar. Om naar het buitenland te reizen is met het nieuwe paspoort geen Bewijs van Vervulling van de Voorwaarden (Shahadat Istifa) 360 meer vereist. Het Bewijs is niet meer nodig omdat de gegevens van de houders van nieuwe paspoorten centraal geregistreerd zijn. Voor Sudanezen onder de 16 jaar is het niet mogelijk om op legale wijze zonder begeleiding van een volwassene Sudan te verlaten. De persoon dient bovendien in het paspoort van een ouder te zijn ingeschreven of over een eigen paspoort te beschikken. Dat laatste kan alleen worden verkregen met een schriftelijke toestemming van de vader of de formeel aangewezen voogd. Biometrie De nieuwe nationale identiteitskaarten, nationaliteitscertificaten en paspoorten bevatten biometrische gegevens. Biometrische data worden centraal opgeslagen door het Civil Registry Department van het ministerie van Binnenlandse Zaken. Het Civil Registry Department beheert een centrale database van vingerafdrukken van alle personen die een nieuw identiteitsdocument hebben verkregen en van personen die veroordeeld zijn voor een misdrijf.
360
Het Shahadat Istifa was feitelijk een bewijs dat er geen restricties zijn voor iemand om het land te verlaten.
69
Algemeen Ambtsbericht Sudan| juni 2011
Documentfraude Vervalsingen van officiële documenten komen voor in Sudan, het is echter niet bekend op welke schaal. De nieuwe nationale identiteitskaarten, nationaliteitscertificaten en paspoorten zijn over het algemeen moeilijker te vervalsen dan de oude versies. Er zijn ook praktijken bekend van omkoping van beambten om originele documenten met valse informatie te verkrijgen. Volgens bronnen zijn de meest voorkomende vormen van documentfraude ten behoeve van asielaanvragen in het buitenland: -documenten met valse informatie inzake geboortedatum en geboorteplaats; -valse documenten omtrent detentie en arrestatie vanwege politieke redenen; -zich uitgeven voor een ander persoon door middel van valse of vervalste documenten. Nationaliteitswetgeving Op grond van de Sudanese nationaliteitswet kan een Sudanees staatsburger vrijwillig afstand doen van zijn of haar nationaliteit. Ook kan de nationaliteit hem of haar worden ontnomen. Zie hiervoor bijlage IV. Niet bekend is onder welke voorwaarden men de verloren nationaliteit weer kan herkrijgen. Momenteel is staatsburgerschap een belangrijk onderwerp van discussie in de post-referendum besprekingen (zie §2.2.1). Sudanezen, die de Nederlandse nationaliteit verkrijgen, verliezen niet automatisch de Sudanese nationaliteit, maar kunnen hiervan wel vrijwillig afstand doen. Controle luchthaven Vanuit Khartoum bestaan directe vliegverbindingen met diverse internationale bestemmingen in Europa, Afrika en het Midden-Oosten. De controle op het vliegveld van Khartoum is effectief. Iedereen die het land per vliegtuig wenst te verlaten, wordt door de desbetreffende luchtvaartmaatschappij op een lijst geplaatst. Deze lijst wordt verstrekt aan en gecontroleerd door de (burger)luchtvaartautoriteiten, de immigratie autoriteiten, de nationale veiligheidsdienst op de luchthaven en de gezagvoerder van het vliegtuig. Controle haven van Port Sudan Vanuit Suakin, dat iets ten zuiden van Port Sudan ligt, zijn er vier mogelijkheden om per veerboot Sudan te verlaten: naar Djeddah (Saoedi-Arabië), Massawa (Eritrea), Djibouti (Djibouti) en Sharm el Sheikh (Egypte). In principe worden hier dezelfde controles als op het vliegveld van Khartoum uitgevoerd. Vanuit Port Sudan vertrekken slechts vrachtschepen. Hoewel de controles strikt zijn, is het voor de Sudanese autoriteiten niet mogelijk om de grens met de Rode Zee volledig onder controle te hebben.
70
Algemeen Ambtsbericht Sudan| juni 2011
Vanuit Noord-Sudan kan over land naar omliggende landen, zoals Egypte, Libië, Ethiopië, Eritrea en Tsjaad worden gereisd. Ook vanuit Zuid-Sudan kan over land naar aangrenzende buurlanden worden gereisd en omgekeerd. Er is vooral grensverkeer naar Kenia en Uganda, hetgeen door de autoriteiten van die landen wordt toegestaan. De Keniaanse autoriteiten controleren aan de grens. Bij inreis in Zuid-Sudan zijn gewoonlijk vertegenwoordigers van de Zuid-Sudanese autoriteiten aanwezig. Terugkeer Sudanezen kunnen zonder problemen via de officiële kanalen Sudan in- en uitreizen. Sudanezen die het land niet via de officiële kanalen hebben verlaten en niet in het bezit zijn van een Sudanees paspoort, dienen bij terugkeer in principe te beschikken over een geldig inreisdocument. Dit inreisdocument kan door de Sudanese vertegenwoordigingen in het buitenland worden afgegeven. Aan de afgifte zal een onderzoek door de Sudanese autoriteiten vooraf gaan. Het is niet bekend wat voor onderzoek wordt uitgevoerd. Ook is niet bekend in welke gevallen een inreisdocument wordt geweigerd. Voor de afgifte van een laissez-passer door een Sudanese vertegenwoordiging in het buitenland, zijn de volgende documenten vereist: - een bewijs van de politie dat het paspoort is verloren of gestolen; - één van de volgende documenten: o een nationaliteitscertificaat; o een nationale identiteitskaart; o een Sudanees rijbewijs; o een kopie van het vermiste paspoort; o een geboortecertificaat. Sudanezen die vanuit het buitenland via de luchthaven van Khartoum terugkeren, dienen een registratieformulier in te vullen, het paspoort wordt voorzien van een stempel, er dient aangifte van meegebrachte buitenlandse valuta te worden gedaan en de bagage wordt gecontroleerd op de eventuele aanwezigheid van niettoelaatbare artikelen, zoals alcohol en opruiende geschriften. Naast deze gebruikelijke procedure komt het voor dat leden van de nationale veiligheidsdienst de ingereisde Sudanees nader ondervragen over het buitenlands verblijf. In het algemeen kan worden gesteld dat personen die door het regime als een bedreiging worden beschouwd, bij terugkeer het risico lopen slachtoffer te worden van mensenrechtenschendingen, waaronder detentie en marteling. Dit geldt in het bijzonder voor personen van niet-Arabische afkomst uit Darfur en personen die verdacht worden van betrokkenheid bij rebellengroeperingen in Darfur.
71
Algemeen Ambtsbericht Sudan| juni 2011
Republiekvlucht In Sudan bestaat geen wettelijke bepaling waarin het ongeoorloofd verlaten van het land of het na het verstrijken van de toegestane termijn terugkeren in het land strafbaar wordt gesteld. Voor zover bekend vindt in Sudan bij terugkeer van een illegaal uitgereisde persoon geen strafvervolging plaats vanwege de illegale uitreis.
3.3.5
Rechtsgang Onafhankelijkheid Hoewel de interim-grondwet voorziet in een onafhankelijke rechterlijke macht, is politieke beïnvloeding groot. Dit geldt met name voor politiek gevoelige zaken. Tevens bemoeit de Sudanese regering zich met de benoeming en het ontslag van rechters.361 Eerlijk proces Het recht op een eerlijk proces is in Sudan niet gewaarborgd. Verdachten genieten nagenoeg geen juridische bescherming. Dit geldt in het bijzonder voor personen die worden vastgehouden in detentiecentra van de nationale veiligheidsdienst, de National Intelligence and Security Service (NISS). De nationale veiligheidsdienst kan verdachten zonder aanklacht of tussenkomst van een rechter vier en een halve maand vasthouden. In de praktijk komt het geregeld voor dat verdachten voorafgaand aan een proces langdurig (ook langer dan vier en een halve maand) op een onbekende plaats worden vastgehouden, zonder de mogelijkheid om contact met familie of een advocaat te leggen.362 Het komt eveneens voor dat verdachten langdurig worden vastgehouden zonder dat er een proces plaatsvindt, of kort na hun vrijlating opnieuw worden gearresteerd. 363 Volgens Amnesty International en Human Rights Watch is van ongeveer 200 personen, die na de JEM-aanval op Khartoum in 2008 werden gearresteerd, niet duidelijk waar en in welke omstandigheden ze zich bevinden. 364 In politiek gevoelige zaken komt het voor dat bekentenissen die verkregen zijn door middel van marteling een belangrijke basis voor de veroordeling vormen. 365 361
US DoS, Country Report on Human Rights Practices, Sudan 2010, 08.04.2011.
362
Amnesty International, Agents of Fear. The National Security Service in Sudan, AFR 54/010/2010, juli 2010.
363
HRC, Report of the Special Rapporteur on the Situation of Human Rights in the Sudan, Sima Samar, advanced unedited version, A/HRC/11/14, juni 2009; Amnesty International, Agents of Fear. The National Security Service in Sudan, AFR 54/010/2010, juli 2010.
364
Amnesty International, Agents of Fear. The National Security Service in Sudan, AFR 54/010/2010, juli 2010.
365
HRC, Report of the Special Rapporteur on the Situation of Human Rights in the Sudan, Sima Samar, advanced unedited version, A/HRC/11/14, juni 2009; UNGA, HRC, Report of the Special Rapporteur on extrajudicial, summary or arbitrary executions, Philip Alston. Addendum. Communications to and from Governments, A/HRC/14/24/Add.1, 18 juni 2010.
72
Algemeen Ambtsbericht Sudan| juni 2011
Ten slotte geldt voor leden van de nationale veiligheidsdienst, het leger en de politie een procedurele immuniteit voor misdrijven begaan tijdens actieve dienst. Deze immuniteit kan worden opgeheven door het hoofd van de betreffende dienst, maar in de praktijk worden aanvragen daartoe zelden ingewilligd. 366 Er zouden inmiddels meer dan 500 rechtszaken lopen tegen leden van veiligheidsdiensten, waarvan de immuniteit niet is opgeheven. 367 De situatie van straffeloosheid voor wat betreft mensenrechtenschendingen begaan door ordehandhavingspersoneel duurt hiermee voort.368 Aangifte Aangifte van een misdrijf bij de politie dient persoonlijk te gebeuren of door middel van een advocaat. De aangifte dient schriftelijk gedaan te worden. Doorgaans ontvangt men een schriftelijk bewijs van de aangifte. Het in behandeling nemen van de aangifte is afhankelijk van de beoordeling door de prosecution officer. In immuniteitsgevallen is er voor vervolging tevens toestemming nodig van het hoofd van de desbetreffende dienst. Verder heeft de procureur-generaal de mogelijkheid om het onderzoek in een bepaalde zaak stop te zetten. Onduidelijk is of in dit laatste geval beroep mogelijk is. Militaire rechtbanken Ook bij rechtszaken voor militaire rechtbanken (die op ad hoc basis, indien zich een zaak voordoet, worden ingesteld) is veelal geen sprake van een eerlijke rechtsgang. 369 Militaire rechtbanken hebben bevoegdheden om in voorkomende gevallen burgers te berechten. Het is aan de minister van Justitie om te bepalen in welke gevallen een militaire rechtbank een burger kan berechten. 370 Traditionele rechtbanken In veel deelstaten fungeren traditionele rechtbanken als aanvulling op het officiële rechtssysteem. In sommige gebieden is zelfs helemaal geen sprake van officiële rechtsstructuren. Dit betekent dat traditionele rechtbanken daar niet alleen rechtspreken in familiezaken, civiele zaken of kleine criminele vergrijpen, maar
366
UNGA, HRC, Update on the report of the independent expert on the situation of human rights in the Sudan, Mohammed Chande Othman. Status of the compilation of recommendations of the Group of Experts for the government of the Sudan with regard to the implementation of Human Rights Council resolution 4/8, pursuant to Council resolutions 6/34, 6/35, 7/67 and 11/10., A/HRC/15/57, 02.09.2010.
367
IWPR, ‘Khartoum dragging feet over immunity’, 02.06.2010.
368
Amnesty International, Agents of Fear. The National Security Service in Sudan, AFR 54/010/2010, juli 2010.
369
International Commission of Jurists, The administration of justice in Sudan: the case of Darfur, juni 2007; US DoS, Country Report on Human Rights Practices, Sudan 2010, 08.04.2011.
370
International Commission of Jurists, The administration of justice in Sudan: the case of Darfur, juni 2007.
73
Algemeen Ambtsbericht Sudan| juni 2011
ook in ernstiger zaken die vallen onder het strafrecht, waaronder verkrachting en moord.371 Sharia rechtspraak In de interim-grondwet is bepaald dat de nationale wetgeving gebaseerd is op de sharia, maar dat deze niet van toepassing is in Zuid-Sudan. 372 Voorts is bepaald dat niet-moslims niet onderworpen kunnen worden aan de straffen die de sharia voorschrijft.373 Voor hen gelden aangepaste straffen, maar deze zijn in de wet niet nader gespecificeerd, hetgeen betekent dat de rechter zelf de straf bepaalt. Toch kunnen niet-moslims lijfstraffen opgelegd krijgen. 374 Openbare orde wetgeving De Criminal Act en de Public Order Act geeft de autoriteiten vergaande bevoegdheden om schendingen van de openbare orde aan te pakken. Zo stelt artikel 152 van de Criminal Act dat ‘onfatsoenlijke en immorele kleding en gedrag’ strafbaar is. De Public Order Act geeft geen nadere omschrijving, dus heeft de Public Order Police een ruime bevoegdheid om mensen te arresteren. In 2008 werden in Khartoum 43.000 vrouwen opgepakt en aangeklaagd wegens schending van de openbare orde. Het ging hierbij om overtredingen op het gebied van kleding, dansen, roken en alcohol. De Public Order Courts legden hierbij straffen op variërend van boetes, gevangenisstraffen en (maximaal) 40 zweepslagen. Veelal vindt direct na de veroordeling de tenuitvoerlegging van de straf plaats. De openbare orde maatregelen treffen met name niet-moslims. Zo worden veel Zuid-Sudanese vrouwen opgepakt en veroordeeld vanwege het brouwen en verkopen van alcohol. Ook kunnen vrouwen die bijvoorbeeld een trui of een korte rok (op knielengte) dragen worden opgepakt. Geregeld worden vrouwen door de Public Order Court veroordeeld tot tientallen zweepslagen. 375 De openbare orde 371
HRC, Report of the Special Rapporteur on the Situation of Human Rights in the Sudan, Sima Samar, advanced unedited version, A/HRC/11/14, juni 2009; UNGA, HRC, Report of the independent expert on the situation of human rights in the Sudan, Mohammed Chande Othman, S/HRC/14/41, 26 mei 2010.
372
Interim National Constitution of the Republic of the Sudan 2005, artikel 5 lid 1 en lid 3.
373
Interim National Constitution of the Republic of the Sudan 2005, artikel 156 sub d.
374
United States Commission on International Religious Freedom, Annual report 2010 – Sudan; UNGA, HRC, Report of the independent expert on the situation of human rights in the Sudan, Mohammed Chande Othman, S/HRC/14/41, 26 mei 2010.
375
UNGA, HRC, Report of the independent expert on the situation of human rights in the Sudan, Mohammed Chande Othman, S/HRC/14/41, 26 mei 2010; Sudanese Human Rights Monitor; UPR Sudan May 2011. Submission by the Redress Trust and the Sudanese Human Rights Monitor, november 2010; Human Rights Watch, ‘Sudan: End Lashing, Reform Public Order Rules’, 15.12.2010; BBC, ‘Sudan Youtube flogging video: Women arrested at march’, 14.12.2010; Amnesty International, Women’s right to choose their dress, free of coercion, IOR 40/022/2010, 10.10.2010; African Centre for Justice and Peace Studies, Sudan Human Rights Monitor, oktober – november 2010.
74
Algemeen Ambtsbericht Sudan| juni 2011
maatregelen treffen overigens ook mannen. In december werden zeven mannelijke deelnemers aan Sudanese Next Top Model veroordeeld tot een boete voor het dragen van make-up tijdens de show.376 Familierecht De regelgeving die van toepassing is voor wat betreft familierecht, wordt bepaald door de godsdienstige achtergrond (bijvoorbeeld sharia in het geval van moslims en regelgeving van de katholieke kerk in het geval van rooms-katholieken) of etniciteit (bijvoorbeeld gewoonterecht van de Dinka stam) van betrokkenen. Darfur De situatie van straffeloosheid voor daders van mensenrechtenschendingen in Darfur duurt nog altijd voort.377 Onder internationale druk hebben de Sudanese autoriteiten in voorgaande jaren verschillende pogingen gedaan daders van aan het conflict gerelateerde schendingen te berechten. Zo werd in 2005 een Special Criminal Court for Darfur Crimes378 opgericht. Deze rechtbank is echter inadequaat en ineffectief gebleken: misdaden worden onvoldoende onderzocht en daders worden nauwelijks vervolgd.379 De in oktober 2008 aangestelde Special Prosecutor for Darfur heeft eveneens weinig verandering gebracht in de voortdurende situatie van straffeloosheid in Darfur. De Special Prosecutor had medio 2010 nog geen enkele verdachte aangeklaagd.380 In oktober 2010 benoemde de Sudanese regering een nieuwe Special Prosecutor.381 Ook reguliere rechtbanken in Darfur handelen een beperkt aantal zaken af. Er zijn verschillende redenen voor het beperkte aantal vervolgingen. Zo vervolgt het Openbaar Ministerie vrijwel alleen op basis van een aangifte in plaats van op eigen initiatief. In veel gevallen weigeren de Sudanese autoriteiten, onder wie de politie en de rechterlijke macht, om zaken serieus te onderzoeken. 382 Voorts vormt de afwezigheid van een effectief beschermingsprogramma voor slachtoffers en getuigen een obstakel.383 De toegankelijkheid tot de rechtsgang in Darfur wordt verder gehinderd door een zwakke wetshandhaving en een beperkte aanwezigheid 376
BBC, ‘Sudanese male models fined for make-up indecency’, 08.12.2010.
377
UNGA, HRC, Report of the independent expert on the situation of human rights in the Sudan, Mohammed Chande Othman, S/HRC/14/41, 26 mei 2010.
378
Ook wel Special Criminal Court on the Events in Darfur genoemd.
379
UNGA, HRC, Report of the independent expert on the situation of human rights in the Sudan, Mohammed Chande Othman, S/HRC/14/41, 26 mei 2010.
380
UNGA, HRC, Report of the independent expert on the situation of human rights in the Sudan, Mohammed Chande Othman, S/HRC/14/41, 26 mei 2010.
381
Human Rights Watch, Sudan: Don’t Ignore AU Justice Recommendations, 29 oktober 2010.
382
HRW, Sudan, Entrenching Impunity, Government responsibility for International Crimes in Darfur, december 2005.
383
International Commission of Jurists, The administration of justice in Sudan: the case of Darfur, juni 2007.
75
Algemeen Ambtsbericht Sudan| juni 2011
van officiële rechtsinstituties, met name buiten de stedelijke gebieden. Op een groot deel van het platteland wordt recht gesproken door traditionele rechtbanken. In sommige delen van Darfur is de rechterlijke macht geheel afwezig, ondanks de inzet van mobiele rechtbanken. Veel verdachten hebben geen toegang tot een advocaat.384 Rechtsbijstandverleners werken onder moeilijke omstandigheden in Darfur. Advocaten hebben geregeld te maken met intimidatie, bedreiging en arrestatie. 385 Zuid-Sudan Zuid-Sudan past de strafwet van 1991, die gebaseerd is op de sharia, niet toe. In Zuid-Sudan spreken magistraten recht op basis van het wetboek van Strafrecht (Penal Code of the New Sudan) uit 2003. De capaciteit van het rechtssysteem in Zuid-Sudan is beperkt, onder meer door een gebrek aan voldoende gekwalificeerde rechters, advocaten en openbaar aanklagers, vooral buiten de steden. 386 Ook is de politie slecht opgeleid, veelal ongeletterd en onvoldoende gekwalificeerd.387 In veel gevallen worden voor de wetshandhaving soldaten van het SPLA ingeschakeld, die juridisch ongetraind en vaak weinig gedisciplineerd zijn. 388 Het rechtssysteem in Zuid-Sudan is verder kwetsbaar voor misbruik en corruptie en leidt tot straffeloosheid. 389 Onafhankelijke rechtspraak is in Zuid-Sudan niet gegarandeerd: inmenging in de rechtspraak door civiele of militaire autoriteiten komt geregeld voor. 390 Rechtbanken ondervinden geregeld problemen bij de uitvoering van vonnissen, met name in relatie tot (ex-)militairen.391 Het SPLA weigert in veel gevallen mee
384
UNGA, HRC, Report of the independent expert on the situation of human rights in the Sudan, Mohammed Chande Othman, S/HRC/14/41, 26 mei 2010; UNGA, HRC, Update on the report of the independent expert on the situation of human rights in the Sudan, Mohammed Chande Othman. Status of the compilation of recommendations of the Group of Experts for the government of the Sudan with regard to the implementation of Human Rights Council resolution 4/8, pursuant to Council resolutions 6/34, 6/35, 7/67 and 11/10., A/HRC/15/57, 02.09.2010.
385
ACJPS, Sudan Human Rights Monitor. Onder de dertien internationale NGO’s die in 2009 Sudan moesten verlaten zaten twee belangrijke NGO’s die rechtsbijstand verleenden.
386
United States Commission on International Religious Freedom, Annual report 2010 – Sudan. UNGA, HRC, Report of the independent expert on the situation of human rights in the Sudan, Mohammed Chande Othman, S/HRC/14/41, 26 mei 2010.
387
United States Institute of Peace, Local justice in Southern Sudan, 2010.
388
IWPR, ‘Human rights warning over South Sudan’, 19.01.2011.
389
UNGA, HRC, Report of the independent expert on the situation of human rights in the Sudan, mr. Mohammed Chande Othman, S/HRC/15/CRP.1, 14 september 2010; Saferworld, Southern Sudan: referenda and beyond, november 2010.
390
United States Institute of Peace, Local justice in Southern Sudan, 2010; US DoS, Country Report on Human Rights Practices, Sudan 2010, 08.04.2011.
391
United States Institute of Peace, Local justice in Southern Sudan, 2010.
76
Algemeen Ambtsbericht Sudan| juni 2011
te werken aan strafrechtelijk onderzoek. 392 Hoewel in juni 2010 het Lake State High Court drie SPLA-soldaten veroordeelde tot straffen van 2 tot 5 jaar voor een gewapende overval, heerst er volgens de onafhankelijke expert van de VN, Mohammed Chande Othman, binnen het SPLA een cultuur van straffeloosheid. 393 Tevens leidt het zwakke rechtssysteem tot situaties van langdurig voorarrest (zie §3.3.6).394 Het merendeel van de Zuid-Sudanese bevolking is afhankelijk van traditionele rechtbanken, waar door stamoudsten naar gewoonterecht en op grond van traditie recht wordt gesproken. De traditionele rechtspraktijk is gericht op verzoening en compensatie en is in veel gevallen niet in overeenstemming met de nationale of mensenrechtenwetgeving. Bij de behandeling van ernstige criminele misdrijven is in veel gevallen sprake van schending van mensenrechten. 395 Het komt voor dat in een zaak zowel statutair als gewoonterecht wordt gesproken. 396
3.3.6
Arrestaties en detenties In Sudan vinden op grote schaal willekeurige arrestaties en detenties plaats, waarbij geen sprake is van een aanklacht of voorgeleiding voor een rechter. Ook worden geregeld verdachten langdurig (incommunicado) gedetineerd. 397 Met name Darfurezen van niet-Arabische afkomst, personen die verdacht worden van betrokkenheid bij rebellengroeperingen in Darfur, mensenrechtenactivisten, journalisten, politiek actieve studenten en politieke tegenstanders kunnen bij de minste verdenking van de nationale veiligheidsdienst worden gearresteerd en langdurig worden gedetineerd. Hierbij geldt voor personen uit Darfur dat zij zowel in Darfur als daarbuiten kunnen worden gearresteerd.398
392
UNGA, HRC, Report of the independent expert on the situation of human rights in the Sudan, mr. Mohammed Chande Othman, S/HRC/15/CRP.1, 14 september 2010.
393
UNGA, HRC, Report of the independent expert on the situation of human rights in the Sudan, mr. Mohammed Chande Othman, S/HRC/15/CRP.1, 14 september 2010.
394
UNGA, HRC, Report of the independent expert on the situation of human rights in the Sudan, Mohammed Chande Othman, S/HRC/14/41, 26 mei 2010.
395
UNGA, HRC, Report of the independent expert on the situation of human rights in the Sudan, Mohammed Chande Othman, S/HRC/14/41, 26 mei 2010; United Kingdom: Foreign and Commonwealth Office, Human Rights and Democracy: The 2010 Foreign & Commonwealth Office Report – Sudan, 31 maart 2011.
396
Volgens een bron is er geen duidelijk onderscheid tussen zaken die door een statutaire of een traditionele rechtbank behandeld worden: indien een stamoudste ermee instemt, zal een traditionele rechtbank een zaak in behandeling nemen.
397
Amnesty International, Agents of Fear. The National Security Service in Sudan, AFR 54/010/2010, juli 2010; US DoS, Country Report on Human Rights Practices, Sudan 2010, 08.04.2011.
398
Amnesty International, Sudan: Statement to the 15th session of the Human Rights Council, AFR 54/030/2010, september 2010; ACJPS, Sudan Human Rights Monitor; Volkskrant, ‘VN: Sudan arresteert oppositieleden’, 17.09.2010.
77
Algemeen Ambtsbericht Sudan| juni 2011
Arrestaties en detenties door de nationale veiligheidsdienst hielden onder meer verband met verdenking van lidmaatschap van of steun aan rebellengroeperingen in Darfur. Ook personen die zich inzetten voor de mensenrechten in Darfur of die zich daar publiekelijk over uitspraken, kregen in de verslagperiode te maken met arrestatie en detentie. 399 Een groot deel van de arrestaties wordt uitgevoerd door de nationale veiligheidsdienst, de National Intelligence and Security Service (NISS).400 De National Security Act kent de nationale veiligheidsdienst vergaande bevoegdheden toe. Zo kan de nationale veiligheidsdienst personen arresteren en tot vier en een halve maand vasthouden zonder aanklacht of tussenkomst van een rechter (zie § 3.5.5).401 De nationale veiligheidsdienst beschikt over voor de buitenwereld onbekende gebouwen (ghosthouses), waar verdachten worden vastgehouden.402 Op welke schaal de nationale veiligheidsdienst er dit soort gebouwen op na houdt, is niet bekend. Volgens Amnesty International blijft de nationale veiligheidsdienst in veel gevallen ook na vrijlating verdachten controleren door onder meer beperking van de bewegingsvrijheid, het opleggen van een meldingsplicht, telefonische contacten en bezoeken. Ook zouden familieleden lastiggevallen en bedreigd worden om individuen onder druk te zetten. 403 In Darfur is bovendien nog altijd de noodwetgeving van kracht, die de lokale autoriteiten ruime bevoegdheden geeft arrestaties en detenties te verrichten, zonder rechterlijke tussenkomst.404 UNAMID en andere bronnen berichten in de verslagperiode over willekeurige arrestatie en detentie van burgers in Darfur door de nationale veiligheidsdienst en de militaire inlichtingendienst. Verdachten 399
ACJPS, Sudan Human Rights Monitor. UNSC, Report of the Secretary-General on the deployment of the African Union-United Nations Hybrid Operation in Darfur, S/2010/382, 14.07.2010; UNGA, HRC, Report of the independent expert on the situation of human rights in the Sudan, mr. Mohammed Chande Othman, S/HRC/15/CRP.1, 14 september 2010; UNGA, HRC, Report of the independent expert on the situation of human rights in the Sudan, Mohammed Chande Othman, S/HRC/14/41, 26 mei 2010.
400
UNGA, HRC, Report of the independent expert on the situation of human rights in the Sudan, mr. Mohammed Chande Othman, S/HRC/15/CRP.1, 14 september 2010; Amnesty International, Agents of Fear. The National Security Service in Sudan, AFR 54/010/2010, juli 2010.
401
UNGA, HRC, Report of the independent expert on the situation of human rights in the Sudan, mr. Mohammed Chande Othman, S/HRC/15/CRP.1, 14 september 2010.
402
HRW, The way forward. Ending human rights abuses and repression across Sudan, oktober 2009; Amnesty International, Agents of Fear. The National Security Service in Sudan, AFR 54/010/2010, juli 2010.
403
Amnesty International, Agents of Fear. The National Security Service in Sudan, AFR 54/010/2010, juli 2010.
404
UNGA, HRC, Update on the report of the independent expert on the situation of human rights in the Sudan, Mohammed Chande Othman. Status of the compilation of recommendations of the Group of Experts for the government of the Sudan with regard to the implementation of Human Rights Council resolution 4/8, pursuant to Council resolutions 6/34, 6/35, 7/67 and 11/10, A/HRC/15/57, 02.09.2010.
78
Algemeen Ambtsbericht Sudan| juni 2011
worden vaak vastgehouden zonder opgave van reden en soms voor langere tijd gedetineerd zonder aanklacht of voorgeleiding voor een rechter. In sommige gevallen worden verdachten in eenzame opsluiting gehouden en blootgesteld aan mishandeling en marteling. De meeste verdachten in Darfur werden gearresteerd vanwege hun politieke affiliatie of vermeende banden met gewapende rebellen. 405 Zuid-Sudan Willekeurige arrestaties en detenties door politie en SPLA-soldaten komen veel voor in Zuid-Sudan. Er waren berichten van de aanwezigheid van burgers in (militaire) SPLA-detentiecentra.406 Mede door het gebrek aan capaciteit van de rechterlijke macht in Zuid-Sudan, is er sprake van langdurige periodes van voorarrest, in sommige gevallen oplopend tot enkele jaren, zonder dat verdachten toegang hebben tot juridische bijstand. 407 Tevens komt het voor dat familieleden worden opgepakt indien een verdachte onvindbaar is.408 Vrouwen kunnen als gevolg van een familiedispuut op instigatie van hun echtgenoot in de gevangenis belanden zonder aanklacht of proces. Ook kunnen vrouwen op last van de rechtbank in de gevangenis belanden als zij een door de ouders gearrangeerd gedwongen huwelijk weigeren. 409 Omstandigheden in gevangenissen De mensenrechtenafdelingen van UNMIS en UNAMID hebben geen vrije toegang tot detentiecentra en gevangenissen. In februari 2010 sloot UNAMID een MoU met de gevangenisautoriteiten, waarin werd afgesproken dat UNAMID een vrije toegang zou hebben tot de gevangenissen in Darfur. Desondanks werd UNAMID in de tweede helft van 2010 de toegang geweigerd tot verschillende detentiecentra en gevangenissen in Noord-Darfur. UNAMID kreeg ook geen toegang tot de 405
UNSC, Report of the Secretary-General on the deployment of the African Union-United Nations Hybrid Operation in Darfur, S/2010/382, 14.07.2010; UNGA, HRC, Report of the independent expert on the situation of human rights in the Sudan, mr. Mohammed Chande Othman, S/HRC/15/CRP.1, 14 september 2010; UNGA, HRC, Report of the independent expert on the situation of human rights in the Sudan, Mohammed Chande Othman, S/HRC/14/41, 26 mei 2010; ACJPS, Sudan Human Rights Monitor; Reuters, ‘Activists say Sudan arrested Darfuris after UN trip’, 22.10. 2010.
406
Overigens geldt dat in Zuid-Kordofan en Blue Nile, deelstaten die officieel tot Noord-Sudan behoren maar waar nog steeds grote aantallen SPLA-soldaten gelegerd zijn, het SPLA zich eveneens schuldig maakt aan willekeurige arrestatie en detentie. HRC, Report of the Special Rapporteur on the Situation of Human Rights in the Sudan, Sima Samar, advanced unedited version, A/HRC/11/14, juni 2009. UNSC, Report of the Secretary-General on the Sudan, S/2010/388, 19.07.2010; UNGA, HRC, Report of the independent expert on the situation of human rights in the Sudan, mr. Mohammed Chande Othman, S/HRC/15/CRP.1, 14 september 2010.
407
HRW, “There is no protection”, februari 2009, p. 39; US DoS, Country Report on Human Rights Practices, Sudan 2010, 08.04.2011; UNGA, HRC, Report of the independent expert on the situation of human rights in the Sudan, Mohammed Chande Othman, S/HRC/14/41, 26 mei 2010.
408
United States Institute of Peace, Local justice in Southern Sudan, 2010.
409
UNGA, HRC, Report of the independent expert on the situation of human rights in the Sudan, Mohammed Chande Othman, S/HRC/14/41, 26 mei 2010.
79
Algemeen Ambtsbericht Sudan| juni 2011
detentiefaciliteiten van de SLA/MM.410 Het Internationale Rode Kruis had beperkt toegang tot gevangenissen.411 In het algemeen zijn de omstandigheden in de Sudanese gevangenissen slecht. Dit geldt eveneens voor de situatie in Zuid-Sudan. Cellen zijn overvol en sanitaire voorzieningen ontbreken of verkeren in slechte staat. Verder zijn hygiëne, voedselvoorziening en medische verzorging gebrekkig. Vrouwen met jonge kinderen, die niet de mogelijkheid hebben om de zorg aan iemand anders over te dragen, nemen hun kinderen mee de gevangenis in. Verder bevinden zich geestelijk gehandicapten en personen met psycho-sociale problemen in gevangenissen, omdat zij door hun omgeving als oncontroleerbaar worden beschouwd. 412 In detentiefaciliteiten van de nationale veiligheidsdienst komt mishandeling en marteling voor.413
3.3.7
Mishandeling en foltering Hoewel de interim-grondwet mishandeling en foltering verbiedt, maakten het leger, de politie en de nationale veiligheidsdienst zich schuldig aan geweld, inclusief marteling en andere vormen van onmenselijke behandeling of bestraffing. 414 Volgens een rapport van Amnesty International praktiseert de nationale veiligheidsdienst op systematische wijze marteling tegen aanhangers van de politieke oppositie, mensenrechtenactivisten, maatschappelijke activisten en elk individu dat als een bedreiging wordt gezien voor de regering of de regeringspartij. Ook zouden er aanwijzingen zijn dat de nationale veiligheidsdienst mishandeling en marteling meer systematisch gebruikt tegen Darfurezen dan tegen nietDarfurezen. Volgens Amnesty International worden zaken van mishandeling en marteling, ondanks uitvoerige documentatie, niet effectief onderzocht en worden daders niet strafrechtelijk vervolgd. 415 Ook bij de bestrijding van publieke onrust,
410
UNGA, HRC, Report of the independent expert on the situation of human rights in the Sudan, mr. Mohammed Chande Othman, S/HRC/15/CRP.1, 14 september 2010; UNSC, Report of the SecretaryGeneral on the deployment of the African Union-United Nations Hybrid Operation in Darfur, S/2011/22, 18.01.2011.
411
US DoS, Country Report on Human Rights Practices, Sudan 2010, 08.04.2011.
412
UNGA, HRC, Report of the independent expert on the situation of human rights in the Sudan, Mohammed Chande Othman, S/HRC/14/41, 26 mei 2010.
413
Human Rights Watch, Agents of Fear. The National Security Service in Sudan, AFR 54/010/2010, juli 2010.
414
US DoS, Country Reports on Human Rights Practices, Sudan 2010, 08.04.2011; Human Rights Watch, Sudan: Halt wave of attacks on civilians in Darfur, 11.11.2010; UNGA, HRC, Report of the independent expert on the situation of human rights in the Sudan, mr. Mohammed Chande Othman, S/HRC/15/CRP.1, 14 september 2010.
415
Human Rights Watch, Agents of Fear. The National Security Service in Sudan, AFR 54/010/2010, juli 2010.
80
Algemeen Ambtsbericht Sudan| juni 2011
zoals demonstraties, maakten de Sudanese politie en nationale veiligheidsdienst zich geregeld schuldig aan mishandeling en dodelijk geweld (zie §3.3.2).416 In Zuid-Sudan maakten het SPLA en de politie zich schuldig aan mishandeling en marteling.417 Lijfstraffen Op basis van de sharia staan op een aantal delicten in Noord-Sudan lijfstraffen. Zweepslagen zijn in dit verband de meest uitgevoerde lijfstraf. Voor gewapende overvallen, eigendomsdelicten en/of zwaar lichamelijk letsel kan als straf de amputatie van ledematen worden opgelegd. Bij schuld aan echtbreuk kan betrokkene tot steniging worden veroordeeld. Voorts voorziet de wet in vergelding als straf. Indien het slachtoffer gewond is geraakt, kan de dader als straf dezelfde verwonding opgelegd krijgen. Hoewel in de grondwet staat dat de sharia niet van toepassing is op niet-moslims, komt het in de praktijk voor dat niet-moslims lijfstraffen opgelegd krijgen (zie §3.3.5).
3.3.8
Verdwijningen Personen die door de nationale veiligheidsdienst zijn gearresteerd en op onbekende plaatsen worden vastgehouden, zijn feitelijk (tijdelijk) verdwenen (zie hiervoor §3.3.5).
3.3.9
Buitengerechtelijke executies en moorden In Sudan maakten de strijdende partijen (regeringstroepen, SPLA, milities en andere gewapende groepen) zich schuldig aan moord op vermeende tegenstanders en burgers. Ook de politie gebruikte geregeld dodelijk geweld tegen burgers.418
3.3.10
Doodstraf De doodstraf is in het wetboek van Strafrecht opgenomen. In artikel 33, lid 1 van de grondwet van 1998 staat dat deze straf uitsluitend in geval van zware
416
Amnesty International, Sudan must end violent crackdown on protestors, 07.12.2009; US DoS, Country Reports on Human Rights Practices, Sudan 2010, 08.04.2011.
417
US DoS, Country Report on Human Rights Practices, Sudan 2010, 08.04.2011; United States Commission on International Religious Freedom, Annual report 2010 – Sudan.
418
African Centre for Justice and Peace Studies, Sudan Human Rights Monitor. Human Rights Watch, ‘Sudan: Halt wave of attacks on civilians in Darfur’, 11.11.2010. Zie ook de Reports of the SecretaryGeneral on the deployment of the African Union-United Nations Hybrid Operation in Darfur, de Reports of the Secretary-General on the Sudan en de Reports of the independent expert on the situation of human rights in the Sudan, mr. Mohammed Chande Othman; US DoS, Country Report on Human Rights Practices, Sudan 2010, 08.04.2011.
81
Algemeen Ambtsbericht Sudan| juni 2011
misdrijven zal worden opgelegd. Het gaat volgens de grondwet om de volgende gevallen: misdrijven tegen de staat, zoals samenzwering, oorlogvoering tegen de staat en verraad; moord, waarop tevens de islamitische wetgeving van toepassing kan zijn; misdrijven die in de koran met de term hudud worden aangeduid: overspel, afvalligheid van de islam, roofoverval (hiriba), derde veroordeling voor (mannelijke) homoseksualiteit en derde veroordeling voor het geven van gelegenheid tot prostitutie419; desertie; muiterij. In Sudan worden doodstraffen uitgesproken en uitgevoerd. 420 In veel rechtszaken waarin de doodstraf wordt uitgesproken is geen sprake van een eerlijk proces. 421 Veel ter dood veroordeelden hadden tijdens hun rechtszaak niet de beschikking over een advocaat.422 Ook zou in een aantal rechtszaken gebruik gemaakt zijn van gedwongen bekentenissen.423 Het is niet bekend hoeveel doodstraffen daadwerkelijk zijn voltrokken. De doodstraf wordt volgens de wet niet uitgevoerd indien de veroordeelde ouder dan zeventig jaar is of minderjarig tenzij er sprake is van een hudud misdrijf.424 Evenmin worden zwangere vrouwen ter dood gebracht. Pas nadat de baby twee jaar is geworden kan executie van de moeder plaatsvinden. Alvorens tot uitvoering van de doodstraf te kunnen overgaan, dient de straf te worden bekrachtigd door het Hooggerechtshof. Vervolgens kan het Hooggerechtshof slechts met toestemming van de president een executiebevel uitvaardigen.
419
Artikel 155 van de 1991 Penal Code geeft de dood aan als straf voor 'the third-time offence of running a place of prostitution'. Art. 154 behelst de beschuldiging van 'practising prostitution' , waarvoor de doodstraf niet wordt genoemd.
420
Amnesty International, Children sentenced to death in Sudan, UA 226/10, AFR 54/035/2010; African Centre for Justice and Peace Studies, Sudan Human Rights Monitor, juni – juli 2010; African Centre for Justice and Peace Studies, Widening the scope: the expanding use of capital punishment in law and practise in Sudan, december 2010.
421
UNGA, HRC, Report of the Special Rapporteur on extrajudicial, summary or arbitrary executions, Philip Alston. Addendum. Communications to and from Governments, A/HRC/14/24/Add.1, 18 juni 2010.
422
UNGA, HRC, Compilation prepared by the Office of the High Commisioner for Human Rights in accordance with paragraph 15 (b) of the annex to the Human Rights Council Resolution 5/1, A/HRC/WG.6/11/SDN/2, 24 februari 2011.
423
Amnesty International, Agents of Fear. The National Security Service in Sudan, AFR 54/010/2010, juli 2010; Sudanese Human Rights Monitor, UPR Sudan May 2011. Submission by the Redress Trust and the Sudanese Human Rights Monitor, november 2010.
424
De wettelijke definitie van minderjarigheid is niet helemaal duidelijk. De Criminal Act maakt het mogelijk om kinderen vanaf 15 jaar als volwassenen te betitelen.
82
Algemeen Ambtsbericht Sudan| juni 2011
In 2009 bekrachtigde het Hooggerechtshof de doodstraf van een minderjarige op grond van twee argumenten: 1. het verbod van de doodstraf voor minderjarigen geldt niet voor hudud misdrijven. 2. de definitie van kind in de Criminal Act maakt het mogelijk om ook kinderen in de leeftijd van 15 tot 18 jaar als volwassenen te betitelen. Dit laatste argument lijkt na de invoering van de nieuwe Child Act, waarin de meerderjarigheidsgrens werd vastgesteld op 18 jaar, niet meer van toepassing. 425 In Sudan beschikken echter veel kinderen niet over een geboorteakte. Mede als gevolg van onvoldoende of geen medisch onderzoek worden minderjarigen geregeld tot de doodstraf veroordeeld. 426 Zuid-Sudan Ook in Zuid-Sudan worden doodstraffen uitgesproken en voltrokken. In 2009 is in Zuid-Sudan de doodstraf 90 keer uitgesproken en in minimaal vijf gevallen ook ten uitvoer gebracht. Nadat in laatste instantie het Hof van Beroep (Court of Appeal) uitspraak heeft gedaan, gaat het doodvonnis naar de president van ZuidSudan ter ondertekening, waarna het vonnis kan worden voltrokken. De meeste ter dood veroordeelden hadden tijdens het proces geen toegang tot juridische bijstand. 427 Medio 2010 wachtten in gevangenissen in Juba, Wau en Malakal meer dan 100 gevangenen op de uitvoering van hun doodstraf.428
3.3.11
Slavernij en ontvoeringen Intertribale ontvoering van vrouwen en kinderen komt in West- en Zuid-Sudan reeds lang voor. Voor nomadische en sedentaire bevolkingsgroepen is het roven van vrouwen en kinderen een wapen in de strijd om watervoorraden en weidegrond. Door de burgeroorlog tussen Noord- en Zuid-Sudan kreeg dit fenomeen een nieuwe dimensie en werd het ontvoeren van burgers een gebruikelijk onderdeel van de burgeroorlog. Het ging hierbij met name om ontvoeringen van Dinka vrouwen en kinderen door leden van Arabische Misseriya en Rizeigat stammen. In Darfur werden met name leden van niet-Arabische Fur, Massaleit en Zaghawa stammen ontvoerd door Janjaweed en PDF.429 Volgens een bron bevonden zich in 2008 nog ruim 8.000 personen in slavernij als gevolg van de burgeroorlog.430 Recentere cijfers zijn niet bekend.
425
Human Rights Watch, Iran, Saudi Arabia, Sudan: End Juvenile Death Penalty, 8 oktober 2010.
426
Amnesty International, Children sentenced to death in Sudan, UA 226/10, AFR 54/035/2010; UNGA, HRC, Report of the Special Rapporteur on extrajudicial, summary or arbitrary executions, Philip Alston. Addendum. Communications to and from Governments, A/HRC/14/24/Add.1, 18 juni 2010.
427
UNGA, HRC, Report of the independent expert on the situation of human rights in the Sudan, Mohammed Chande Othman, S/HRC/14/41, 26 mei 2010.
428
UNGA, HRC, Report of the independent expert on the situation of human rights in the Sudan, Mohammed Chande Othman, S/HRC/14/41, 26 mei 2010.
429
US Department of State, Trafficking in Persons Report 2010, 14 juni 2010.
430
Persbericht BBC 05.03.2008.
83
Algemeen Ambtsbericht Sudan| juni 2011
In Zuid-Sudan worden al enkele jaren geen Dinka vrouwen en kinderen meer ontvoerd door Arabische nomadische stammen. Wel is, sinds het aantal stamconflicten is opgelaaid, het aantal inter-tribale ontvoeringen in Zuid-Sudan toegenomen. Met name in Jonglei en Oost-Equatoria worden veel vrouwen en kinderen ontvoerd.431 Zo werden in 2009 in Pibor county in Jonglei ruim 200 kinderen ontvoerd door Murle en Lou Nuer stammen. 432 In augustus 2009 arresteerde de politie voor het eerst verdachten van ontvoeringen en werden 12 kinderen uit gevangenschap bevrijd.433 Ten slotte is het LRA nog steeds verantwoordelijk voor ontvoeringen van burgers in Zuid-Sudan. 434 Het is niet bekend of Janjaweed en PDF in Darfur nog leden van niet-Arabische Fur, Massalit en Zaghawa stammen ontvoeren.435 Wel vinden er in Darfur intertribale ontvoeringen plaats. Ook zijn er in Darfur geregeld berichten van ontvoering van humanitaire hulpverleners (zie §2.3.2). De Sudanese grondwet en het wetboek van Strafrecht verbieden slavernij en dwangarbeid. De regering heeft in 1999 een Comité voor de uitbanning van ontvoering van vrouwen en kinderen (Committee for the Eradication of Abduction of Women and Children, CEAWC) opgericht.436 In de verslagperiode was het CEAWC echter niet actief, mede vanwege een gebrek aan financiële middelen. 437
3.3.12
Mensenhandel Sudan is een zowel een bron-, bestemmings- als doorvoerland met betrekking tot mensenhandel. Er is sprake van interne mensenhandel binnen Sudan, met name van het platteland naar de steden. Daarnaast is er sprake mensenhandel vanuit Sudan naar met name het Midden-Oosten en Europa. Ten slotte is Sudan zowel bron als doorvoerland voor Eritrese, Ethiopische en Somalische meisjes en vrouwen. Slachtoffers van mensenhandel worden veelal als huishoudelijke hulp tewerkgesteld of komen in de prostitutie terecht.438
431
US Department of State, Trafficking in Persons Report 2010, 14 juni 2010.
432
UNGA, HRC, Report of the independent expert on the situation of human rights in the Sudan, Mohammed Chande Othman, S/HRC/14/41, 26 mei 2010; UNGA SC, Children and armed conflict. Report of the Secretary-General, A/64/742-S/2010/181, 13 april 2010.
433
UNGA, HRC, Report of the independent expert on the situation of human rights in the Sudan, Mohammed Chande Othman, S/HRC/14/41, 26 mei 2010.
434
UNSC, Report of the Secretary-General on the Sudan, S/2010/388, 19.07.2010 en S/2010/528, 14.10.2010.
435
US Department of State, Trafficking in Persons Report 2010, 14 juni 2010.
436
De primaire doelstelling van het comité is het opsporen van ontvoerde vrouwen en kinderen en hereniging met hun familie. Het uiteindelijke doel is het uitroeien van ontvoeringspraktijken en het bestraffen van degenen die zich daaraan schuldig maken.
437
US Department of State, Trafficking in Persons Report 2010, 14 juni 2010.
438
US Department of State, Trafficking in Persons Report 2010, 14 juni 2010.
84
Algemeen Ambtsbericht Sudan| juni 2011
De Sudanese overheid onderneemt weinig activiteiten ter bestrijding van mensenhandel. Er is in Sudan nog niemand strafrechtelijk vervolgd voor mensenhandel. De autoriteiten bieden ook weinig tot geen bescherming aan slachtoffers van mensenhandel. Er wordt slachtoffers geen juridische, medische of psychologische ondersteuning geboden en er zijn slechts enkele opvangfaciliteiten voor slachtoffers van mensenhandel. 439
3.4
Positie van bijzondere groepen
3.4.1
Dienstplichtigen en militairen Op grond van artikel 7 van de wet op de Nationale Dienstplicht van 1992 (National Service Act) is iedere Sudanees tussen 18 en 33 jaar verplicht de nationale dienstplicht te vervullen. De wet maakt geen onderscheid tussen mannen en vrouwen. In de praktijk is de wet op de Nationale Dienstplicht echter niet van toepassing op zuidelijke stammen. Ook sommige noordelijke stammen, zoals de Nuba in Zuid-Kordofan, zijn in de praktijk uitgezonderd van de dienstplicht. Sinds het conflict in Darfur zijn in de praktijk ook sommige Darfurese stammen uitgezonderd van de dienstplicht. Het is niet bekend in hoeverre in Zuid-Sudan sprake is van specifieke wetgeving inzake dienstplicht en in hoeverre hier in de praktijk uitvoering aan wordt gegeven. De duur van de nationale dienstplicht in Noord-Sudan is in principe 24 maanden inclusief basistraining, maar deze duur wordt teruggebracht tot 18 maanden voor personen die een middelbare schoolopleiding hebben afgerond en tot 12 maanden voor afgestudeerden aan universiteiten en hogere beroepsopleidingen. Het is niet bekend op welke wijze de oproep voor dienstplicht plaatsvindt. Vrouwen kunnen in de praktijk worden opgeroepen voor de dienstplicht. Zij komen echter niet in gevechtsposities terecht, maar in een positie die aansluit bij hun opleiding. Zij vervullen de dienstplicht veelal na het afronden van hun opleiding. Het is niet bekend welk percentage vrouwen in Sudan wordt opgeroepen voor dienstplicht. Vrijstelling Personeelsleden van de politie en ordediensten zijn van dienstplicht vrijgesteld, mits zij een periode van drie jaar volmaken. Vrijstelling van dienstplicht wordt ook verleend aan personen die niet voldoen aan de eisen van medische geschiktheid. Gedeeltelijke vrijstelling op medische gronden is ook mogelijk. In dat geval wordt de rekruut bij een andere overheidsinstelling dan het leger geplaatst. De wet voorziet niet in vrijstelling op grond van gewetensbezwaren.
439
US Department of State, Trafficking in Persons Report 2010, 14 juni 2010.
85
Algemeen Ambtsbericht Sudan| juni 2011
Indien men over de juiste contacten beschikt is het mogelijk om middels betaling een vrijstelling van dienstplicht te verkrijgen. Uitstel Uitstel kan op grond van de wet worden verleend aan kostwinners, aan studenten en scholieren en aan degenen die onmisbaar zijn in een overheidsfunctie. Voor jongens die aan een universiteit of in het hoger beroepsonderwijs een studie willen volgen, bestaat de mogelijkheid om na het doorlopen van de trainingsperiode van 45 dagen, met de studie te beginnen en de periode van actieve dienst pas na afronding van de studie te vervullen. Pas na vervulling van de volledige dienstplicht wordt aan hen het einddiploma of de academische graad uitgereikt. Uitstel kan eveneens tegen betaling worden verkregen. Onttrekking/desertie In Sudan wordt onderscheid gemaakt tussen enerzijds onttrekking aan de dienstplicht en anderzijds desertie. Van onttrekking is sprake indien iemand probeert onder een oproep voor de nationale dienstplicht uit te komen en niet verschijnt op de basistraining. Van desertie kan sprake zijn indien iemand is gerekruteerd en is begonnen aan de dienstplicht met inbegrip van de basistraining. De strafmaat in het geval van onttrekking is volgens de wet op de Nationale Dienstplicht (National Service Act 1992) een geldboete en/of gevangenisstraf van twee tot drie jaar. De in de wet genoemde straf wordt in de praktijk nauwelijks ten uitvoer gebracht. Betrokkenen worden meestal direct in de opleiding geplaatst. Zodra iemand is gerekruteerd (dus ook ten tijde van de basistraining) zijn de wetten en regelgeving van de strijdkrachten van toepassing, onder andere de wet op de Armed Forces uit 2007. Desertie wordt door een militaire rechtbank behandeld. Op grond van de wet op de Armed Forces kan desertie (during combat) in het uiterste geval worden bestraft met de doodstraf. Het is niet bekend of sprake is van discriminatoire bestraffing, bijvoorbeeld op grond van etnische afkomst.
3.4.2
Vrouwen Sinds de machtswisseling van 1989 is de positie van de vrouw verslechterd. Veel goed opgeleide vrouwen verloren zowel hun werk als hun bewegingsvrijheid. Voor vrouwen bij onderwijs- en (semi)overheidsinstellingen gelden strikte kleding- en gedragsregels. In Sudan worden vrouwen geregeld opgepakt en aangeklaagd wegens schending van de openbare orde (zie § 3.3.5). Vrouwen verdwenen naar de achtergrond van het openbare leven. Van de 35 ministerfuncties en van de 42 staatsministersfuncties in de Sudanese nationale
86
Algemeen Ambtsbericht Sudan| juni 2011
regering worden slechts 2, respectievelijk 7, door een vrouw bezet. Van de 32 ministersfuncties in de Zuid-Sudanese regering worden er 7 door vrouwen bezet. Genitale verminking Er is geen specifiek wetsartikel dat genitale verminking van vrouwen (female genital mutilation, FGM) strafbaar stelt. In het wetboek van Strafrecht wordt slechts in algemene zin gesproken over een verbod op ‘female circumcision’ zonder nadere definiëring.440 De interpretatie van de wettekst wordt aan de rechter overgelaten. In de praktijk wordt geen vervolging ingezet tegen plegers van genitale verminking. In 2008 nam Sudan een strategie aan om FGM binnen tien jaar uit te bannen.441 De Sudanese autoriteiten zijn echter niet consistent in de uitvoering van dit beleid. Zo is de National Council of Child Welfare actief in de strijd tegen FGM, onder meer in samenwerking met Unicef. Aan de andere kant schrapte de raad van ministers in 2009 een wetsartikel dat FGM strafbaar stelt uit het concept van de Child Act. De Child Act is in december 2009 aangenomen door het parlement en bevat geen artikel dat FGM verbiedt. Genitale verminking van vrouwen wordt in Sudan op grote schaal uitgevoerd. Het percentage besneden volwassen vrouwen in Noord-Sudan wordt geschat op ongeveer 90%. Voor zover bekend komt genitale verminking onder alle van oorsprong Noord-Sudanese bevolkingsgroepen (Arabisch en niet-Arabisch) voor. Echter, ook andere bevolkingsgroepen woonachtig in het Noorden, waaronder Zuid-Sudanezen, hebben deze praktijken overgenomen. 442 Het is niet bekend in hoeverre druk wordt uitgeoefend op gemeenschappen in Noord-Sudan die van oorsprong geen FGM praktiseren. Ook in de drie gebieden met een speciale CPAstatus, met name in Zuid-Kordofan, wordt genitale verminking op grote schaal toegepast.443 Zuiderlingen praktiseren op zeer beperkte schaal genitale verminking. 444 De Wereld Gezondheidsorganisatie (WHO) maakt een onderscheid tussen vier ‘typen’ genitale verminking: - Type 1: Verwijdering van de voorhuid van de clitoris, met of zonder gedeeltelijke of volledige verwijdering van de clitoris; - Type 2: Verwijdering van de clitoris met gedeeltelijke of volledige verwijdering van de kleine schaamlippen;
440
Zie de Penal Code 2003, artikel 284A.
441
Unicef, International Day of Zero Tolerance of Female Genital Mutilation observed today, 06.02.2009.
442
Landinfo, Country of Origin Information Centre (Oslo), Female genital mutilation in Sudan and Somalia, december 2008.
443
UNGA, Situation of human rights in the Sudan, A/62/354, 24.09.2007.
444
UNGA, Situation of human rights in the Sudan, A/62/354, 24.09.2007; Minority Rights Group International, Why a minority rights approach to conflict? The case of Southern Sudan, mei 2008.
87
Algemeen Ambtsbericht Sudan| juni 2011
-
Type 3: Verwijdering van de clitoris en van de uitwendige genitalia en hechten/vernauwen van de ingang van de vagina (infibulatie of faraonische besnijdenis); - Type 4: Overige (meng)vormen, zoals prikken, piercen en/of snijden in clitoris en/of schaamlippen, aanbrengen van brandwonden, inbrengen van bijtende stoffen of kruiden in de vagina.445 De vorm die het meest gepraktiseerd wordt is type 3, infibulatie. Ongeveer 74% van de vrouwen in Noord-Sudan heeft deze vorm van FGM ondergaan. 446 FGM wordt meestal uitgevoerd door vroedvrouwen. In enkele rurale gebieden waar medische zorg niet aanwezig is, wordt FGM uitgevoerd door vrouwen in de gemeenschap. Het is niet ongebruikelijk dat in gemeenschappen de taak van besnijdster wordt doorgegeven van moeder op dochter. Meer informatie over de gang van zaken omtrent deze opvolging is niet bekend. Genitale verminking vindt plaats in de kindertijd, meestal in de leeftijd tussen vier en tien jaar. Het kan voorkomen dat vrouwen die geen FGM hebben ondergaan, hier op het moment dat zij in het huwelijk treden alsnog toe worden gedwongen. 447 Het is niet mogelijk om uitspraken te doen over de specifieke omstandigheden waarin een besnijdenis op latere leeftijd plaatsvindt, zoals de woonplaats of niveau van het genoten onderwijs van de vrouw in kwestie. Omdat genitale verminking een keus van de ouders is, is de vraag in hoeverre meisjes zich hieraan kunnen onttrekken niet aan de orde. De beslissing van de ouders hangt nauw samen met de culturele opvattingen van de familie en omgeving. Voor zover bekend komt het in de praktijk niet voor dat mensen verhuizen om zich aan de genitale verminking te onttrekken. Er zijn in Sudan geen opvanghuizen voor vrouwen of meisjes die zich proberen te onttrekken aan FGM. Een toenemend aantal stedelijke, geschoolde families laat hun dochters niet besnijden. 448 Doorgaans ondervinden deze families hierbij geen problemen. Lager geschoolden en mensen woonachtig in rurale gebieden willen of kunnen de keuze om hun dochters niet te laten besnijden veelal niet maken vanwege grote druk vanuit de gemeenschap.449 445
www.meisjesbesnijdenis.nl, laatst geraadpleegd 22.01.2011.
446
Landinfo, Country of Origin Information Centre (Oslo), Female genital mutilation in Sudan and Somalia, december 2008.
447
Landinfo, Country of Origin Information Centre (Oslo), Female genital mutilation in Sudan and Somalia, december 2008.
448
US DoS, Country Report on Human Rights Practices, Sudan 2010, 08.04.2011.
449
Volgens een rapport van Unicef is er ook in Sudan een verband tussen het opleidingsniveau van de moeder en de besnijdenis van de dochter (een hoger niveau leidt tot minder besnijdenis), zij het minder significant dan in een aantal andere Afrikaanse landen. Unicef, Female Genital Mutilation/Cutting, 2005.
88
Algemeen Ambtsbericht Sudan| juni 2011
Herinfibulatie450 is een fenomeen dat voornamelijk plaatsvindt na de geboorte van een kind. De enige cijfers met betrekking tot herinfibulatie stammen uit de jaren ’80, toen uit een onderzoek bleek dat tussen de 50% en de 80% van de vrouwen herinfibulatie had ondergaan. De ingreep wordt in het algemeen automatisch toegepast, zonder dat de vrouw kan protesteren. Het is dus moeilijk voor een vrouw om zich hieraan te onttrekken. 451 Huiselijk geweld In Sudan wordt het gebruik van (huiselijk) geweld tegen vrouwen, bijvoorbeeld slaan, niet gezien als een misdaad. Dit geldt zowel in Noord- als in Zuid-Sudan. Tegen deze vorm van geweld treedt de overheid niet op. Vrouwen kunnen zich hier in de praktijk niet aan onttrekken door zich elders in het land te vestigen. Bovendien, zonder relaties in andere gebieden zal een dergelijke hervestiging weinig succesvol zijn. In dat geval zou de vrouw vermoedelijk overgeleverd zijn aan het leven op straat of de prostitutie met alle risico’s van dien. Zaken met betrekking tot huiselijk geweld worden in Zuid-Sudan doorgaans als privékwesties gezien en worden niet door een (statutaire of traditionele) rechtbank in behandeling genomen. Volgens het US State Department is huiselijk geweld gebruikelijk, hoewel er geen cijfers bekend zijn ten aanzien van de mate waarin huiselijk geweld voorkomt. 452 Gedwongen en vroege huwelijken De algemene opvatting in Sudan is dat een vrouw niet zelf haar huwelijkspartner uit kan kiezen; dit doet haar familie voor haar. Dit geldt met name voor vrouwen in rurale gebieden. 453 De vraag of een vrouw zich aan een gedwongen huwelijk kan onttrekken hangt samen met de mate waarop zij afhankelijk is van haar familie. Uithuwelijking van minderjarige meisjes komt voor: een onderzoek van de VN uit 2004 onder meisjes tussen 12 en 19 jaar wees uit dat 21% van hen getrouwd, gescheiden of weduwe was.454 In de Child Act staan geen bepalingen met betrekking tot een minimum huwelijksleeftijd. Volgens de Personal Affairs Act van 1991 is de minimum leeftijd voor meisjes om te trouwen tien jaar, en voor jongens 15 jaar.455 Vrouwen in Zuid-Sudan kunnen op last van de rechtbank in de gevangenis belanden als zij een door de ouders gearrangeerd gedwongen huwelijk
450
Herinfubulatie betekent het opnieuw dichtmaken van de vagina.
451
Landinfo, Country of Origin Information Centre (Oslo), Female genital mutilation in Sudan and Somalia, december 2008.
452
US DoS, Country Report on Human Rights Practices, Sudan 2010, 08.04.2011.
453
ACCORD, 10th European Country of Origin Information Seminar, Sudan, april en november 2006.
454
OECD Social Institutions and Gender Index, Gender equality and social institutions in Sudan, via http://genderindex.org/country/sudan, laatst geraadpleegd op 24.01.2010.
455
US DoS, Country Report on Human Rights Practices, Sudan 2010, 08.04.2011.
89
Algemeen Ambtsbericht Sudan| juni 2011
weigeren.456 Ook kunnen zij als gevolg van een familiedispuut op instigatie van hun echtgenoot in de gevangenis belanden zonder aanklacht of proces. Seksueel geweld In Sudan is nauwelijks of geen bescherming tegen seksueel geweld. Artikel 149 van het wetboek van Strafrecht van 1991 legt een verband tussen verkrachting en overspel. Dit heeft tot gevolg dat vrouwen het risico lopen te worden gearresteerd wegens overspel wanneer er onvoldoende bewijs is voor de verkrachting. 457 Een ander probleem in de wet is de enge definitie van verkrachting, waardoor penetratie met voorwerpen, orale verkrachting en verkrachting in de huiselijke sfeer niet onder de definitie van verkrachting vallen.458 In Sudan doen slachtoffers van seksueel geweld zelden aangifte bij de politie. Vrouwen hebben onvoldoende vertrouwen in de politie, er wordt zelden vervolging ingesteld en in het geval van seksueel geweld gepleegd door leden van de politie, nationale veiligheidsdienst of het leger geldt dat de procedurele immuniteit een obstakel vormt voor vervolging.459 Het is dan ook uitzonderlijk dat in december 2009 twee politieagenten in West-Darfur schuldig zijn bevonden aan verkrachting en tot tien jaar cel zijn veroordeeld.460 Het sociale stigma rondom seksueel geweld is nog altijd groot.461 Seksueel geweld in Darfur is nog altijd wijdverbreid. Met name ontheemden lopen het risico slachtoffer te worden van seksueel geweld wanneer zij de kampen verlaten om brandhout of voedsel te verzamelen. De daders zijn veelal geuniformeerd.462 Sinds de uitzetting in maart 2009 van 13 internationale hulporganisaties zijn er in Darfur vrijwel geen organisaties meer die activiteiten uitvoeren ten behoeve van slachtoffers van seksueel- en gendergerelateerd 456
UNGA, HRC, Report of the independent expert on the situation of human rights in the Sudan, Mohammed Chande Othman, S/HRC/14/41, 26 mei 2010.
457
Institute for War & Peace Reporting, Justice elusive for rape victims, 12.03.2010; Redress en KCHRED, Time for change. Reforming Sudan’s legislation on rape and sexual violence, november 2008; Sudanese Human Rights Monitor, UPR Sudan May 2011. Submission by the Redress Trust and the Sudanese Human Rights Monitor, november 2010.
458
Redress en KCHRED, Time for change. Reforming Sudan’s legislation on rape and sexual violence, november 2008; Sudanese Human Rights Monitor, UPR Sudan May 2011. Submission by the Redress Trust and the Sudanese Human Rights Monitor, november 2010.
459
UNGA, HRC, Report of the independent expert on the situation of human rights in the Sudan, Mohammed Chande Othman, S/HRC/14/41, 26 mei 2010.
460
UNSC, Report f the Secretary-General on the deployment of the African Union-United Nations Hybrid Operation in Darfur, S/2010/50, 29.01.2010.
461
UNGA, HRC, Report of the independent expert on the situation of human rights in the Sudan, Mohammed Chande Othman, S/HRC/14/41, 26 mei 2010.
462
UNGA, HRC, Report of the independent expert on the situation of human rights in the Sudan, Mohammed Chande Othman, S/HRC/14/41, 26 mei 2010; UNSC, Report of the Secretary-General on the deployment of the African Union-United Nations Hybrid Operation in Darfur, S/2010/382, 14.07.2010.
90
Algemeen Ambtsbericht Sudan| juni 2011
geweld. 463 Wel heeft UNAMID zich in de verslagperiode actief ingezet voor preventie en bescherming op het gebied van (seksueel) geweld tegen vrouwen in Dafur, veelal in samenwerking met andere VN-organisaties en de Sudanese autoriteiten. UNAMID-personeel is ook steeds meer een eerste contactpunt geworden voor slachtoffers van (seksueel) geweld tegen vrouwen. 464 Ook in Zuid-Sudan is seksueel geweld een ernstig probleem. 465 Er waren berichten van seksueel geweld tegen vrouwen gepleegd door SPLA-soldaten en de politie. 466 In 2005 nam de Sudanese regering het National Action Plan on Violence against Women aan en werd het Committee to Combat Violence against Women and Children opgericht. Dit overheidsorgaan heeft als taak zorg te dragen voor de institutionalisering van de verantwoordelijkheden van de overheid om geweld tegen vrouwen en kinderen in Sudan tegen te gaan. Op federaal niveau en in een aantal deelstaten, waaronder alle drie de deelstaten van Darfur, zijn sub-comités aanwezig.467 Deze maatregelen hebben echter niet geleid tot minder (seksueel) geweld tegen vrouwen of een betere toegang voor vrouwen tot de rechtsgang. 468
3.4.3
Minderjarigen In december 2009 nam het parlement een nieuwe Child Act aan die de Sudanese nationale wetgeving grotendeels in lijn brengt met de Internationale Conventie voor de Rechten van het Kind. De wet definieert iedereen jonger dan 18 jaar als kind. Tevens is de leeftijd waarop kinderen strafrechtelijke verantwoordelijkheid dragen omhoog gebracht van zeven naar twaalf jaar. Ook werd een apart rechtssysteem voor minderjarigen (juvenile justice system) ingesteld. In de Child Act zijn geen bepalingen met betrekking tot het strafbaar stellen van genitale verminking of vroege huwelijken opgenomen (zie ook §3.4.2).469
463
Radio Dabanga, ‘Darfur man shot wounded at Hamadiya; aid shortage at camps’, 23.11.2010; IWPR, ‘Khartoum under fire over IDP camp conditions’, 19.11.2010; NRC/IDMC, Sudan: Rising inter-tribal violence in the south and renewed clashes in Darfur cause new waves of displacement. A profile of the internal displacement situation, 28 mei 2010; Enough Project, Grading the Benchmarks, 29 april 2010.
464
UNSC, Report of the Secretary-General on the deployment of the African Union-United Nations Hybrid Operation in Darfur, S/2010/382, 14.07.2010 en S/2010/543, 18.10.2010.
465
US DoS, Country Report on Human Rights Practices, Sudan 2010, 08.04.2011.
466
US DoS, Country Report on Human Rights Practices, Sudan 2010, 08.04.2011; UNGA, HRC, Report of the independent expert on the situation of human rights in the Sudan, mr. Mohammed Chande Othman, S/HRC/15/CRP.1, 14 september 2010.
467
UNGA, HRC, Report of the independent expert on the situation of human rights in the Sudan, Mohammed Chande Othman, S/HRC/14/41, 26 mei 2010.
468
IRIN, Noor El Sham, ‘It is not okay for a man to abuse me’, 28.10.2010.
469
UNGA, HRC, Update on the report of the independent expert on the situation of human rights in the Sudan, Mohammed Chande Othman. Status of the compilation of recommendations of the Group of
91
Algemeen Ambtsbericht Sudan| juni 2011
Er zijn in Sudan vier rechtbanken speciaal voor jongeren, drie in Khartoum en één in de deelstaat Blue Nile. 470 Kinderen die veroordeeld zijn tot gevangenisstraf kunnen naast reguliere detentiecentra ook in een door de overheid in Khartoum beheerd heropvoedingskamp (reformatory) terecht komen. Ook zouden er geregeld groepen straatkinderen naar het heropvoedingskamp gestuurd worden nadat zij tijdens ‘schoonmaakacties’ van de politie zijn opgepakt. Kinderen worden voor onbepaalde tijd vastgehouden in dit kamp. Gezondheidszorg en onderwijsvoorzieningen zijn er slecht.471 Straatkinderen Vooral in de grote steden leeft een groot aantal kinderen op straat. Het betreft zowel kinderen van ontheemden als weeskinderen. Straatkinderen kunnen noodgedwongen de facto als zelfstandig worden beschouwd. Zij werken vaak als schoenpoetsers, autowassers en huishoudelijke hulpen. De wat ouderen onder hen verkopen onder meer tijdschriften en sigaretten op straat. De politie treedt hard op tegen straatkinderen. 472 Straatkinderen worden geregeld door de politie opgepakt. Volgens een onderzoek van de National Council of Child Welfare waren er in Khartoum medio 2010 18.000 straatkinderen. De meeste straatkinderen in Khartoum zijn kinderen van ontheemden. Straatkinderen zijn geregeld het slachtoffer van seksueel misbruik en geweld. 473 Volgens verschillende organisaties komt seksueel misbruik en seksuele exploitatie van kinderen in Zuid-Sudan op substantiële schaal voor.474 Opvang en voogdij De zorg voor kinderen wordt in Sudan over het algemeen beschouwd als een taak voor de familie en niet voor de overheid. Minderjarigen die niet langer opvang hebben bij hun ouders, worden door de familie opgevangen, dat wil zeggen de familie in brede zin (extended family) van vaders- of moederskant. Mocht er geen
Experts for the government of the Sudan with regard to the implementation of Human Rights Council resolution 4/8, pursuant to Council resolutions 6/34, 6/35, 7/67 and 11/10., A/HRC/15/57, 02.09.2010. 470
Daarnaast hebben rechters in de overige deelstaten de bevoegdheid om ad hoc een rechtbank voor jongeren in te stellen.
471
US DoS, Country Report on Human Rights Practices, Sudan 2010, 08.04.2011.
472
United Nations, General Assembly, Human Rights Council, Summary prepared by the Office of the High Commisioner for Human Rights in accordance with paragraph 15 (c) of the annex to the Human Rights Council Resolution 5/1, A/HRC/WG.6/11/SDN/3, 25 februari 2011.
473
Watchlist on children and armed conflict, Sudan’s children at a crossroads, An Urgent Need for Protection, april 2007; United Nations, General Assembly, Human Rights Council, Summary prepared by the Office of the High Commisioner for Human Rights in accordance with paragraph 15 (c) of the annex to the Human Rights Council Resolution 5/1, A/HRC/WG.6/11/SDN/3, 25 februari 2011.
474
Irin News, Sudan: vulnerable girls risk sexual exploitation on Juba’s streets, 28.01.2010; Save The Children UK, No one to turn to, juni 2008; IWPR, ‘Ugandian girls entering Juba prostitution racket’, 15.11.2010.
92
Algemeen Ambtsbericht Sudan| juni 2011
familie zijn, dan zal iemand van dezelfde stam, die bevriend was met de familie van de minderjarige, voor opvang zorgen. Toch komt het voor dat wezen geen opvang krijgen, of dat pasgeborenen te vondeling worden gelegd. Er zijn in Sudan 11 overheidsweeshuizen: 10 in Noord-Sudan en 1 in Zuid-Sudan. In Khartoum bevinden zich twee overheidsinstellingen die zich met de opvang van jonge kinderen bezighouden: Al Maygoma en Saggana. Al Maygoma regelt de opvang van vondelingen (tussen 0-4 jaar). Er zijn plannen om Al Maygoma geleidelijk te sluiten. Voorafgaand aan de sluiting is de overheid in samenwerking met Unicef een pilotprogramma gestart om kinderen onder te brengen in pleeggezinnen. Dit proces is tot op heden niet voltooid. Saggana regelt de opvang van jonge kinderen, maar heeft een beperkte capaciteit van ongeveer 40 kinderen. In Khartoum State bevinden zich ook een drietal overheidsweeshuizen (capaciteit: 1050) voor de opvang van weeskinderen vanaf 7 jaar. Naast overheidsweeshuizen zijn er in Sudan een onbekend aantal particuliere weeshuizen. Er zijn ook veel religieuze scholen, Khalwas, waar jongens hun jeugd doorbrengen. De capaciteit en kwaliteit van tehuizen voor weeskinderen is zowel in NoordSudan als in Zuid-Sudan ontoereikend. Huisvesting en voeding zijn slecht. Medische en andere voorzieningen ontbreken veelal. In de tehuizen wordt vrijwel geen onderwijs gegeven. Soms worden uitsluitend koranlessen gegeven. Het komt voor dat kinderen in tehuizen worden verwaarloosd of mishandeld. De leefomstandigheden van kinderen in opvanghuizen zijn slechter dan de leefomstandigheden van kinderen buiten de tehuizen.475 Er zijn geen overheidsinstellingen belast met de opvang van uit het buitenland teruggekeerde alleenstaande minderjarigen. In Sudan zijn geen lokale of internationale NGO’s actief die een rol spelen in de hereniging van uit het buitenland teruggekeerde minderjarigen met hun familie. Kindsoldaten Schattingen over het aantal kindsoldaten in heel Sudan lopen sterk uiteen, van 6.000 tot 16.000.476 In Sudan worden alle conflictpartijen geassocieerd met kindsoldaten. 477 Onder de kindsoldaten bevinden zich kinderen die vrijwillig zijn toegetreden en kinderen die onder dwang zijn gerekruteerd. 478 Met name de 475
UN CRC, Consideration of reports submitted by States parties under article 44 of the Convention, CRC/C/SDN/CO/3-4, 22 oktober 2010.
476
UN CRC, Consideration of reports submitted by States parties under article 44 of the Convention, CRC/C/SDN/CO/3-4, 22 oktober 2010; BBC, ‘Darfur JEM rebels sign deal to stop child soldiers’, 21.07.2010; US Department of State, Trafficking in Persons Report 2010, 14 juni 2010.
477
UNGA SC, Children and armed conflict. Report of the Secretary-General, A/64/742-S/2010/181, 13 april 2010.
478
UN CRC, Consideration of reports submitted by States parties under article 44 of the Convention, CRC/C/SDN/CO/3-4, 22 oktober 2010.
93
Algemeen Ambtsbericht Sudan| juni 2011
rebellengroepen en milities worden geassocieerd met gedwongen rekrutering, soms door ontvoering, zij het minder dan in voorgaande jaren. 479 Herrekrutering van gedemobiliseerde kindsoldaten blijft een probleem. 480 Darfur In Darfur zijn kinderen nog steeds betrokken bij het Sudanese leger en regeringsmilities, zij het minder dan in de voorgaande verslagperiode. 481 Het is niet bekend in hoeverre in de verslagperiode bij deze strijdkrachten demobilisatie van kindsoldaten heeft plaatsgevonden. 482 De Child Act van december 2009 verbiedt expliciet de recrutering van kinderen.483 In mei 2010 kwam het Sudanese leger met de VN overeen om een actieplan op te stellen dat een einde moet maken aan het gebruik van kindsoldaten in Darfur, ook bij de regeringmilities. 484 Er is inmiddels een conceptversie van het plan opgesteld.485 In 2009 kwam de North Sudan DDR Commission met zes Darfurese rebellengroepen (JEM/Peace Wing, SLA/Peace Wing, Popular Foces for Rights and Democracy Movement, SLA/Free Will, SLA-Abu Ghasim/Mother Wing en SLA/Minni Minawi) overeen 2.000 kindsoldaten te demobiliseren. Sindsdien hebben SLA-Abu Gashim/Mother Wing en SLA/Free Will honderden kinderen gedemobiliseerd.486 Medio 2010 sloot de VN een MoU met JEM over het beëindigen van de rekrutering van kindsoldaten. Volgens berichten blokkeert de Sudanese regering echter de uitvoering van het MoU. De JEM zou volgens berichten nog steeds kindsoldaten uit ontheemdenkampen rekruteren.
479
US Department of State, Trafficking in Persons Report 2010, 14 juni 2010.
480
UNGA SC, Children and armed conflict. Report of the Secretary-General, A/64/742-S/2010/181, 13 april 2010; UNGA, HRC, Report of the independent expert on the situation of human rights in the Sudan, Mohammed Chande Othman, S/HRC/14/41, 26 mei 2010.
481
UNGA SC, Children and armed conflict. Report of the Secretary-General, A/64/742-S/2010/181, 13 april 2010.
482
US Department of State, Trafficking in Persons Report 2010, 14 juni 2010.
483
UNGA SC, Children and armed conflict. Report of the Secretary-General, A/64/742-S/2010/181, 13 april 2010.
484
UNSC, Report of the Secretary-General on the deployment of the African Union-United Nations Hybrid Operation in Darfur, S/2010/382, 14.07.2010.
485
UNSC, Report of the Secretary-General on the deployment of the African Union-United Nations Hybrid Operation in Darfur, S/2010/543, 18.10.2010.
486
UNGA SC, Children and armed conflict. Report of the Secretary-General, A/64/742-S/2010/181, 13 april 2010; UNSC, Report of the Secretary-General on the deployment of the African Union-United Nations Hybrid Operation in Darfur, S/2010/382, 14.07.2010 en S/2010/543, 18.10.2010; UNGA, HRC, Report of the independent expert on the situation of human rights in the Sudan, Mohammed Chande Othman, S/HRC/14/41, 26 mei 2010.
94
Algemeen Ambtsbericht Sudan| juni 2011
Zuid-Sudan In november 2009 ondertekenden de VN en het SPLA een actieplan om alle kindsoldaten binnen een jaar uit het SPLA te ontslaan. Voor de repatriëring en rehabilitatie van de kindsoldaten werkt het SPLA samen met UNICEF.487 UNICEF schat het aantal kindsoldaten bij de SPLA op 900. Andere bronnen noemen een aantal van 2.000. Kinderen die in dienst zijn van het SPLA, dienen vooral in ondersteunende functies en in afgelegen gebieden. 488 Op 30 augustus 2010 installeerde het SPLA een Child Protection Unit ter ondersteuning van de implementatie van het plan. Inmiddels heeft het SPLA enkele honderden kinderen gedemobiliseerd.489
3.4.4
Homoseksuelen Op grond van artikel 148 van het wetboek van Strafrecht van 1991 is seks tussen mensen van gelijk geslacht strafbaar. De volgende strafmaat is voorgeschreven: - 100 zweepslagen en mogelijk een gevangenisstraf van maximaal 5 jaar bij de eerste veroordeling; - 100 zweepslagen en een gevangenisstraf van maximaal 5 jaar bij de tweede veroordeling; - de doodstraf of levenslange gevangenisstraf bij de derde veroordeling. Homoseksuele geaardheid op zichzelf vormt geen delict. Strafvervolging kan worden ingezet indien is aangetoond dat iemand seks heeft gehad met iemand van gelijk geslacht. Het is niet mogelijk aan te geven op welke manier dit voor de rechtbank kan worden bewezen, aangezien de rechtspraktijk omtrent homoseksualiteit niet bekend is. In de Sudanese cultuur wordt homoseksuele geaardheid gezien als een schande of een ziekte. Maatschappelijke discriminatie van homoseksuelen is wijdverbreid. 490 Hoewel de autoriteiten geen actief vervolgingsbeleid tegen homoseksuelen voeren, zullen homoseksuelen, indien hun geaardheid openlijk bekend is, en gezien het grote sociaal-culturele taboe op homoseksualiteit, een aanzienlijk risico lopen op een oneerlijke rechtsgang en slechte behandeling. Medio 2010 arresteerde de Public Order Police 20 homoseksuelen tijdens een privéfeest, naar verluidt een ‘huwelijksfeest’ van twee homoseksuelen. Volgens de politie hadden betrokkenen zich schuldig gemaakt aan overtreding van de wet (onfatsoenlijke kleding). Ook zouden ‘onfatsoenlijke’ foto’s in mobiele telefoons 487
US Department of State, Trafficking in Persons Report 2010, 14 juni 2010.
488
IRIN, ‘Southern child soldiers need more opportunities’, 09.09.2010.
489
UNSC, Report of the Secretary-General on the Sudan, S/2010/388, 19.07.2010, S/2010/528, 14.10.2010 en S/2010/681, 31.12.2010.
490
US DoS, Country Report on Human Rights Practices, Sudan 2010, 08.04.2011.
95
Algemeen Ambtsbericht Sudan| juni 2011
zijn gevonden. Eind juli werden betrokkenen veroordeeld tot 30 zweepslagen en een boete wegens het dragen van vrouwenkleding en make up. De verdachten hadden geen advocaat tot hun beschikking. Verschillende advocaten zouden verklaard hebben het niet aangedurfd hebben betrokkenen te verdedigen. 491 Er zijn geen gevallen bekend van eerwraak in verband met homoseksualiteit. Aangezien homoseksualiteit in Sudan strafbaar is, kan hiertegen in voorkomende gevallen geen bescherming worden ingeroepen van de overheid. De Sudanese media besteden weinig aandacht aan homoseksualiteit. De weinige verslaggeving over het onderwerp is afwijzend en religieus gekleurd. (Internationale) mensenrechtenorganisaties rapporteren incidenteel over de positie van homoseksuelen in Sudan. Er zijn in Sudan geen maatschappelijke organisaties die de belangen van homoseksuelen behartigen.492
491
African Centre for Justice and Peace Studies, Sudan Human Rights Monitor, juni – juli 2010.
492
US DoS, Country Report on Human Rights Practices, Sudan 2010, 08.04.2011.
96
Algemeen Ambtsbericht Sudan| juni 2011
4
Migratie Sudan is partij bij het Vluchtelingenverdrag uit 1951 en het bijbehorende Protocol uit 1967. Ook is Sudan partij bij het OAE Verdrag betreffende de Specifieke Aspecten van Vluchtelingenproblemen in Afrika uit 1969. Sudan is geen partij bij het Verdrag met betrekking tot de Status van Stateloze Personen uit 1954 en het Verdrag inzake de Vermindering van Stateloosheid uit 1961. Ook is Sudan geen partij bij het OAE Verdrag voor de Bescherming en Assistentie van Ontheemden in Afrika (het ‘Kampala’ Verdrag). 493
4.1
Binnenlandse ontheemden Conflict en droogte in Sudan hebben geleid tot grootschalige verhuizingen van de bevolking in diverse delen van het land. Het totale aantal binnenlandse ontheemden in Sudan bedraagt naar schatting ruim 4 miljoen, waarvan zich naar schatting 1,5 miljoen in de regio Khartoum bevinden. In Darfur zijn naar schatting 1,9 tot 2,7 miljoen personen ontheemd. 494 Noord-Sudan De ontheemden in de regio Khartoum zijn grotendeels afkomstig uit Zuid-Sudan. Ongeveer 400.000 ontheemden verblijven in vier officieel toegewezen gebieden. De rest van de ontheemden woont verspreid over een groot aantal gebieden in Khartoum. De meerderheid van hen woont in zogenaamde squatter areas.495 Anderen hebben zich in de 'gewone' woonwijken gevestigd en betalen daar huur of bezitten een huis. Ten slotte wonen grote groepen in niet-afgebouwde huizen verspreid over de stad. 496 De ontheemden die in Khartoum wonen, zijn in veel gevallen al tientallen jaren geleden ontheemd geraakt en hadden tot voor kort veelal geen intentie om terug te keren naar hun oorspronkelijke woonplaatsen. Hoewel de levensomstandigheden
493
UNHCR, Submission by the UNHCR for the OHCHR Compilation Report UPR Sudan, november 2010.
494
NRC/IDMC, Sudan: Durable solutions elusive as southern IDP’s return and Darfur remains tense. A profile of the internal displacement situation, 23 december 2010; UNHCR, Submission by the UNHCR for the OHCHR Compilation Report UPR Sudan, november 2010; UNHCR, Statement of Vincent Cochetel, Representative to the United States and the Caribbean UNHCR, regarding refugees and IDP’s in and from Sudan before the Tom Lantos Human Rights Commission, 30 september 2010; US DoS, Country Report on Human Rights Practices, Sudan 2010, 08.04.2011.
495
Met de squatter areas worden wijken bedoeld waar mensen zich ongepland en veelal illegaal vestigen.
496
UNHCR, Submission by the UNHCR for the OHCHR Compilation Report UPR Sudan, november 2010; UNHCR, Statement of Vincent Cochetel, Representative to the United States and the Caribbean UNHCR, regarding refugees and IDP’s in and from Sudan before the Tom Lantos Human Rights Commission, 30 september 2010.
97
Algemeen Ambtsbericht Sudan| juni 2011
van veel ontheemden, met name in de squatter areas, slecht zijn497, weerhielden de gebrekkige levensomstandigheden in Zuid-Sudan, met nauwelijks infrastructuur, onderwijs, werkgelegenheid en gezondheidszorg, veel zuiderlingen ervan om terug te keren. 498 Sinds oktober 2010 is de stroom terugkeerders echter sterk toegenomen. Volgens verschillende bronnen zijn ontheemden afkomstig uit Zuid-Sudan in en rond Khartoum geregeld het doelwit van de autoriteiten (waaronder arrestatie, detentie en strafvervolging) vanwege het overtreden van voorschriften op het gebied van alcohol en kleding. 499 De internationale gemeenschap maakt zich zorgen over de positie van de zuiderlingen in Noord-Sudan in verband met het referendum en de komende afscheiding van Zuid-Sudan.500 In de aanloop van het referendum dreigden verschillende hoge regeringsfunctionarissen met verlies van burgerschaps- en eigendomsrechten voor zuiderlingen in Noord-Sudan indien Zuid-Sudan zou kiezen voor afscheiding.501 Volgens het African Centre for Justice and Peace Studies werden zuiderlingen in Noord-Sudan in de aanloop naar het referendum vaker lastig gevallen en geïntimideerd, deels als onderdeel van een bewust overheidsbeleid. In november 2010 lanceerde de SPLM in Khartoum een Campaign for Coexistence and Peace om mogelijk geweld tegen zuiderlingen in Noord-Sudan te voorkomen. 502 Volgens een bron bleven zuiderlingen in NoordSudan ook na het referendum het doelwit van bedreiging, intimidatie en arrestatie. Momenteel is het staatsburgerschap onderwerp van discussie in de postreferendumbesprekingen (zie §2.2.1). In Noord-Sudan, vooral rond Khartoum, verblijven ongeveer 40.000 ontheemden uit Abyei. De autoriteiten van Abyei zijn momenteel bezig om deze ontheemden terug te laten keren naar Abyei. Inmiddels zijn ruim 38.000 ontheemden teruggekeerd. 503 Terugkeerders meldden problemen op het gebied van huisvesting, 497
UNHCR, UNHCR’s Position on Sudanese Asylum-seekers from Darfur, februari 2006; NRC/IDMC, Sudan: Rising inter-tribal violence in the south and renewed clashes in Darfur cause new waves of displacement. A profile of the internal displacement situation, 28 mei 2010; US DoS, Country Report on Human Rights Practices, Sudan 2010, 08.04.2011; Refugees International, Field Report. Sudan: Overcoming Obstacles to Peace, 16 maart 2011.
498
ACJPS, Sudan Human Rights Monitor, oktober – november 2010.
499
US DoS, Country Report on Human Rights Practices, Sudan 2010, 08.04.2011. Refugees International, Field Report. Sudan: Overcoming Obstacles to Peace, 16 maart 2011.
500
UNHCR, Submission by the UNHCR for the OHCHR Compilation Report UPR Sudan, november 2010; UNHCR, Statement of Vincent Cochetel, Representative to the United States and the Caribbean UNHCR, regarding refugees and IDP’s in and from Sudan before the Tom Lantos Human Rights Commission, 30 september 2010.
501
NRC, Southern Sudan 2010: Between a rock and a hard place. Displacement and reintegration in post-referendum Southern Sudan, december 2010; Human Rights Watch, ‘Sudan: Guarantee postreferendum citizenship rights’, 16.12.2010.
502
ACJPS, Sudan Human Rights Monitor, oktober – november 2010.
503
Refugees International, Field Report. Sudan: Overcoming obstacles to peace, 16 maart 2011.
98
Algemeen Ambtsbericht Sudan| juni 2011
voedsel, onderwijs en gezondheidszorg. 504 Ook zijn terugkeerders onderweg lastig gevallen en bedreigd door gewapende (Misseriya) milities. 505 Zuid-Sudan In de eerste negen maanden van 2010 raakten in Zuid-Sudan ongeveer 230.000 mensen (al dan niet kortstondig) ontheemd, onder meer als gevolg van gewapende conflicten, stamconflicten, SPLA-ontwapeningsactie en aanvallen van het LRA. 506 Ontheemden als gevolg van stamconflicten vluchtten meestal voor een korte tijd naar familie in nabijgelegen dorpen, terwijl ontheemden als gevolg van de aanvallen van het LRA veelal langer ontheemd bleven. 507 De toestroom van ontheemden naar relatief veilige gebieden legde een grote druk op de gemeenschappen aldaar, die vaak zelf ook onder zware omstandigheden leven. 508 Terugkeer Sinds de ondertekening van het CPA in 2005 zijn meer dan 2 miljoen van de oorspronkelijk vier miljoen ontheemden teruggekeerd naar hun woongebieden in Zuid-Sudan. In de periode 2006 - 2007 keerden de meeste ontheemden terug. 509 In het eerste halfjaar van 2010 keerden ongeveer 100.000 ontheemden naar ZuidSudan terug. 510 Medio 2010 lanceerde de Zuid-Sudanese regering het Come Home and Choose programma, waardoor ongeveer 1,5 miljoen Zuid-Sudanezen voor het referendum van januari 2011 hadden moeten zijn teruggekeerd uit Noord-Sudan. Na kritiek van humanitaire organisaties verlaagde de Zuid-Sudanese regering de beoogde aantallen en werd de koppeling met het referendum losgelaten. Een nieuw terugprogramma, Accelerated Returns and Reintegration Initiative (ARERI), ging uit van de terugkeer van 500.00 personen voorafgaand aan het referendum. 511
504
IRIN, ‘Sudan: Culture shock for many southern returnees’, 02.12.2010.
505
UNSC, Report of the Secretary-General on the Sudan, S/2010/681, 31.12.2010.
506
UNSC, Report of the Secretary-General on the Sudan, S/2010/528, 14.08.2010.
507
NRC/IDMC, Southern Sudan: Overcoming obstacles to durable solutions now – building stability for the future, augustus 2010.
508
NRC/IDMC, Southern Sudan: Overcoming obstacles to durable solutions now – building stability for the future, augustus 2010.
509
NRC/IDMC, Southern Sudan: Overcoming obstacles to durable solutions now – building stability for the future, augustus 2010.
510
UNSC, Report of the Secretary-General on the Sudan, S/2010/528, 14.10.2010. Van de terugkeerders in de periode 2005-2009 keerde 34% terug naar Zuid-Kordofan en 23% naar Noord- Bahr el Ghazal. 68% van de terugkeerders kwam uit Khartoum.
511
UNHCR, Submission by the UNHCR for the OHCHR Compilation Report UPR Sudan, november 2010.
99
Algemeen Ambtsbericht Sudan| juni 2011
Begin maart 2011 waren er volgens de International Organisation of Migration (IOM) ruim 253.000 mensen teruggekeerd sinds oktober 2010.512 De terugkeerders hebben deels gebruik gemaakt van door de overheid georganiseerde programma’s en zijn deels op eigen gelegenheid teruggekeerd. 513 De belangrijkste terugkeerprogramma’s worden georganiseerd door individuele gouverneurs, provinciale overheden en de Southern Sudan Relief and Rehabilitation Commission (SSRRC).514 De meeste terugkeerders vestigen zich in de grensstaten Unity en Upper Nile maar ook Noord-Bahr el Ghazal, Jonglei en Warrap ontvingen veel terugkeerders.515 Onder de terugkeerders zijn relatief veel vrouwen en kinderen.516 Volgens UNHCR gaat ongeveer 30% van de terugkeerders naar stedelijke gebieden, de rest gaat naar het platteland.517 De VN en IOM hebben in samenwerking met de SSRRC in verschillende plaatsen in Zuid-Sudan task forces opgezet voor ondersteuning aan terugkeerders.518 Naast VN-organisaties, als UNHCR, UNICEF, WFP en WHO, bieden ook internationale NGO’s steun.519 Terugkeerders kunnen aanspraak maken op het safety net programme, bestaande uit onder meer drie maanden voedselhulp.520 Naast korte termijn programma’s werden ook programma’s opgezet gericht op duurzame reïntegratie van terugkeerders.521 Terugkeer gaat niet altijd zonder problemen. De bereikbaarheid van de oorspronkelijke leefgebieden wordt soms beperkt door slechte infrastructuur, mijnen en uitbarstingen van geweld. Bovendien zijn er op veel plaatsen in ZuidSudan nauwelijks of geen voorzieningen als water, gezondheidszorg, onderwijs en
512
Refugees International, Field Report. Sudan: Overcoming Obstacles to Peace, 16 maart 2011.
513
AlertNet, ‘South Sudanese face tough homecoming ahead of independence vote’, 21.12.2010; USAID, Fact Sheet 1, 2011, 28.12.2010.
514
NRC, Southern Sudan 2010: Between a rock and a hard place. Displacement and reintegration in post-referendum Southern Sudan, december 2010; IRIN, ‘Sudan: Culture shock for many southern returnees’, 02.12.2010.
515
UNHCR, ‘Some 55.000 head south to areas of origin ahead of Sudan’s referendum’, 21.12.2010; NRC, Southern Sudan 2010: Between a rock and a hard place. Displacement and reintegration in post-referendum Southern Sudan, december 2010.
516
AlertNet, ‘South Sudanese face tough homecoming ahead of independence vote’, 21.12.2010; NRC, Southern Sudan 2010: Between a rock and a hard place. Displacement and reintegration in postreferendum Southern Sudan, december 2010.
517
UNHCR, ‘Return to South Sudan ahead of the referendum’, 07.01.2011.
518
NRC, Southern Sudan 2010: Between a rock and a hard place. Displacement and reintegration in post-referendum Southern Sudan, december 2010.
519
UNHCR, ‘Number of Sudanese heading south ahead of referendum tops 120.000’, 07.01.2011; USAID, Fact Sheet 1, 2011, 28.12.2010; UNSC, Report of the Secretary-General on the Sudan, S/2011/239, 12.04.2011.
520
NRC, Southern Sudan 2010: Between a rock and a hard place. Displacement and reintegration in post-referendum Southern Sudan, december 2010.
521
UNSC, Report of the Secretary-General on the Sudan, S/2011/239, 12.04.2011.
100
Algemeen Ambtsbericht Sudan| juni 2011
infrastructuur aanwezig.522 Terugkeerders hebben soms taalproblemen (spreken soms beter Arabisch dan een zuidelijke taal), missen veelal agrarische kennis en ondervinden problemen bij het (her)krijgen van een eigen stuk land. 523 Ontheemden kiezen dan ook vaak voor terugkeer naar een ander gebied, waaronder stedelijke gebieden. 524 Veel terugkeerders stranden in transitcentra in Zuid-Sudan vanwege gebrek aan geld of verdere transportmogelijkheden. 525 Deze transitcenters zijn veelal niet voorbereid op grote groepen vluchtelingen. Er zijn berichten van gebrek aan water, gezondheidszorg en sanitaire voorzieningen. 526 Ook in Khartoum wachten velen soms maandenlang op transportmogelijkheden naar het zuiden.527 Er zijn berichten dat terugkeerders geïntimideerd, bedreigd en gehinderd zijn door het Sudanese leger en de nationale veiligheidsdienst. Ook waren er berichten van mishandeling, beroving en verkrachting van terugkerende zuiderlingen door gewapende groepen (vermoedelijk Misseriya-milities), met name in ZuidKordofan.528 Zo viel in januari 2011 minstens één dode bij een aanval van een gewapende groep (vermoedelijk Misseriya) op een terugkeerkonvooi van zuiderlingen in Zuid-Kordofan.529 Darfur In 2010 heeft geweld tot nieuwe (of hernieuwde) ontheemding geleid van ruim 280.000 personen. De beperkingen en restricties die humanitaire organisaties ondervonden, hadden een negatief effect op de toegang van ontheemden tot gezondheidszorg, schoon drinkwater en sanitatie. Ook konden geregeld geplande voedseltransporten geen doorgang vinden vanwege de onveiligheid (zie §2.2.2). Extreme armoede blijft kenmerkend voor de ontheemden in Darfur. Uit een onderzoek uit augustus 2010 bleek dat 96% van de ontheemden in Darfur een
522
NRC/IDMC, Sudan: Rising inter-tribal violence in the south and renewed clashes in Darfur cause new waves of displacement. A profile of the internal displacement situation, 28 mei 2010; IRIN, ‘Sudan: Culture shock for many southern returnees’, 02.12.2010; Reuters, ‘South Sudan needs more aid for returnees relief groups’, 05.01.2011.
523
Reuters, ‘South Sudan needs more aid for returnees relief groups’, 05.01.2011.
524
NRC/IDMC, Southern Sudan: Overcoming obstacles to durable solutions now – building stability for the future, augustus 2010.
525
AlertNet, ‘South Sudanese face tough homecoming ahead of independence vote’, 21.12.2010; Miraya FM, ‘GoSS: Repatriation of returnees to resume soon’, 18.01.2011.
526
Refugees International, Sudan: The 30-day countdown, 10 december 2010.
527
USAID, Fact Sheet 1, 2011, 28.12.2010; ACJPS, Sudan Human Rights Monitor, oktober – november 2010; Refugees International, Field Report. Sudan: Overcoming Obstacles to Peace, 16 maart 2011.
528
Africa Confidential, Sudan: Abyei waits, vol 51, no. 23, 19 november 2010; ACJPS, Sudan Human Rights Monitor, oktober – november 2010; Miraya FM, ‘Returnees to Northern Bahr el Ghazal from north robbed’, 12.01.2011; NRC/IDMC, Sudan: Durable solutions elusive as southern IDP’s return and Darfur remains tense. A profile of the internal displacement situation, 23 december 2010.
529
BBC News, ‘South Sudanese killed civilians killed in ambush’, 11.01.2011.
101
Algemeen Ambtsbericht Sudan| juni 2011
inkomen had onder de armoedegrens.530 De situatie met betrekking tot de veiligheidssituatie in ontheemdenkampen is beschreven in §2.3.2. De ontheemdenkampen zijn een doorn in het oog van de Sudanese regering die ontheemden terug wil laten terug keren naar hun eigen woongebied dan wel herhuisvesten. In de verslagperiode ontvluchtte een deel van de inwoners het ontheemdenkamp Kalma vanwege voortdurend geweld in het kamp. De Sudanese regering besloot daarop het Kalma kamp te sluiten en de bevolking onder te brengen in nieuwe kampen dan wel terug laten keren naar hun eigen woongebied. Humanitaire toegang tot het kamp werd wekenlang gehinderd door de autoriteiten (zie §2.3.2). In de verslagperiode waren er berichten van terugkeer van ontheemden. Voor een deel betrof het hier tijdelijke terugkeer om het land te bewerken (seizoensgebonden), zolang de veiligheidssituatie het toestond. 531 Voor een ander deel was het terugkeer vanwege de verbeterde veiligheidssituatie in bepaalde delen van Darfur, zoals in Jebel Moon. 532 Internationale organisaties stellen echter dat er van grootschalige en permanente terugkeer geen sprake kan zijn, zolang er geen staakt-het-vuren is getekend en de veiligheid van terugkeerders gegarandeerd is. 533 Naast de veiligheidssituatie vormt de bezetting van land door andere bevolkingsgroepen een obstakel voor ontheemden om terug te keren. In de verslagperiode waren er enkele berichten van druk op ontheemden door gewapende groepen en regeringsfunctionarissen om terug te keren naar onveilige gebieden. 534 Verder was er een enkel bericht van terugkeer van vluchtelingen uit Tsjaad.535
530
UNSC, Report of the Secretary-General on the African Union-United Nations Hybrid Operation in Darfur (UNAMID), S/2010/382, 14.07.2010 en S/2010/543, 18.10.2010 en S/2011/22, 18.01.2011; NRC/IDMC, Sudan: Rising inter-tribal violence in the south and renewed clashes in Darfur cause new waves of displacement. A profile of the internal displacement situation, 28 mei 2010; UN, Sudan entering crucial period less than three months before impeding referendum, Under-Secretary-General says in briefing to Security Council, UNSC/10069, 25.10.2010.
531
UNHCR, Submission by the UNHCR for the OHCHR Compilation Report UPR Sudan, november 2010.
532
UNSC, Report of the Secretary-General on the African Union-United Nations Hybrid Operation in Darfur (UNAMID), S/2010/382, 14.07.2010 en S/2010/543, 18.10.2010; UNGA, HRC, Report of the independent expert on the situation of human rights in the Sudan, Mohammed Chande Othman, S/HRC/14/41, 26 mei 2010.
533
UNHCR, Global Report 2009 – Sudan; UNGA, HRC, Report of the independent expert on the situation of human rights in the Sudan, Mohammed Chande Othman, S/HRC/14/41, 26 mei 2010.
534
UNGA, HRC, Report of the independent expert on the situation of human rights in the Sudan, Mohammed Chande Othman, S/HRC/14/41, 26 mei 2010.
535
Sudan News, ‘Humanitarian aid commissioner announces plan for voluntary return of 1.500 families to their home areas’, 12.01.2011.
102
Algemeen Ambtsbericht Sudan| juni 2011
In oktober 2009 werd door de Sudanese regering en internationale organisaties het Joint Verification Mechanism for Returns (JVM) opgezet om er op toe te zien dat de terugkeer op vrijwillige basis plaatsvindt en de terugkeergebieden voldoende zijn voorzien van basisvoorzieningen om terugkeerders te kunnen huisvesten. 536 Volgens bronnen is het JVM nauwelijks van de grond gekomen door de weinig coöperatieve opstelling van de Sudanese overheid. Ontheemden die Darfur hebben verlaten, bevinden zich vrijwel allemaal in Khartoum en niet op andere plekken in Sudan. Volgens bronnen worden in Khartoum met name Darfurezen van niet-Arabische afkomst door de autoriteiten tegengewerkt en gediscrimineerd. Ook lopen Darfurezen in Khartoum het risico slachtoffer te worden van mensenrechtenschendingen, met name wanneer zij zich uitspreken over mensenrechtenschendingen in Darfur of verdacht worden van betrokkenheid bij rebellengroeperingen (zie §3.3.1, 3.3.2, 3.3.6 en 3.3.7).
4.2
Sudanese vluchtelingen in de regio In de omringende landen van Sudan bevindt zich een groot aantal Sudanese vluchtelingen. De grootste aantallen vluchtelingen bevinden zich in Tsjaad (280.000)537, Uganda (20.000)538, Ethiopië (21.000)539 en Kenia (25.000)540. In al deze landen worden vluchtelingen voornamelijk opgevangen in kampen. In Uganda, Ethiopië en Kenia richten UNHCR en de autoriteiten zich op terugkeer van Sudanezen naar Zuid-Sudan. Sinds 2005 zijn ruim 350.000 vluchtelingen vanuit de buurlanden naar Zuid-Sudan teruggekeerd.541 In Tsjaad heeft UNHCR twaalf kampen ingericht waar vluchtelingen uit Darfur en de Centraal Afrikaanse Republiek verblijven. Hoewel UNHCR de humanitaire situatie in de kampen als acceptabel beschouwt, blijft de situatie kwetsbaar.542
536
UNGA, HRC, Report of the independent expert on the situation of human rights in the Sudan, Mohammed Chande Othman, S/HRC/14/41, 26 mei 2010.
537
NRC/IDMC, National outrage. Violence against internally displaced women and girls in eastern Chad, november 2010.
538
UNHCR/Lucy Hovil, Hoping for peace, afraid of war: the dilemmas of repatriation and belonging on the borders of Uganda and South Sudan, november 2010.
539
UNHCR, Ethiopia – Country Operations Profile, http://www.unhcr.org/cgibin/texis/vtx/page?page=49e483986, laatst geraadpleegd op 25.01.2011.
540
UNHCR, Kenya – Country Operations Profile, http://www.unhcr.org/cgibin/texis/vtx/page?page=49e483a16, laatst geraadpleegd op 25.01.2011.
541
UNHCR, Statement of Vincent Cochetel, Representative to the United States and the Caribbean UNHCR, regarding refugees and IDP’s in and from Sudan before the Tom Lantos Human Rights Commission, 30 september 2010.
542
UNHCR, Chad – Country Operations Profile, http://www.unhcr.org/cgibin/texis/vtx/page?page=49e45c226, laatst geraadpleegd op 25.01.2011.
103
Algemeen Ambtsbericht Sudan| juni 2011
In de verslagperiode verbeterde de veiligheidssituatie in de kampen mede als gevolg van de afspraken tussen Tsjaad en Sudan over grensbewaking (zie §2.2.5). Zo waren er in de verslagperiode vrijwel geen berichten van rekrutering van kindsoldaten door gewapende groepen. Er bleven wel berichten van (seksueel) geweld tegen vrouwen.543 Van 2007 tot 2010 was in Oost-Tsjaad de VN-missie (MINURCAT) aanwezig. MINURCAT had als belangrijkste taak om een stabiele veiligheidssituatie te creëren en burgers, waaronder met name vluchtelingen en ontheemden, te beschermen. 544 In februari 2010 gaf de Tsjadische regering aan de VN-missie te willen beëindigen. Dit leidde in mei 2010 tot een besluit tot uitfasering van MINURCAT eind 2010.545 De taken van MINURCAT worden overgenomen door Tsjadische nationale veiligheidstroepen. 546 In het algemeen kan worden gesteld dat personen die door het regime als een bedreiging worden beschouwd, bij terugkeer het risico lopen slachtoffer te worden van mensenrechtenschendingen, waaronder detentie en marteling. Dit geldt in het bijzonder voor personen van niet-Arabische afkomst uit Darfur en personen die verdacht worden van betrokkenheid bij rebellengroeperingen in Darfur. In april 2010 sprak Human Rights Watch haar zorgen uit ten aanzien van een op handen zijnde uitzetting naar Sudan van twee UNHCR-erkende Darfurese vluchtelingen door Egypte. 547 In augustus 2010 verschenen er berichten over een voorgenomen uitzetting naar Sudan van vier UNHCR-erkende Darfurese vluchtelingen door Egypte. 548 In januari 2011 meldde Amnesty International de voorgenomen uitzetting van een Darfurese asielzoeker door Egypte. Bij terugkeer zou betrokkene volgens Amnesty International een groot risico lopen op marteling en een oneerlijk proces.549
543
UNSC, Report of the Secretary-General on the United Nations Mission in the Central African Republic and Chad, S/2010/611, 01.12.2010; UNSC, Report of the Secretary-General on children and armed conflict in Chad, S/2011/64 d.d. 9 februari 2011. Amnesty International, A Compromised future. Children recruited by armed forces and groups in eastern Chad, februari 2011.
544
http://www.un.org/en/peacekeeping/missions/minurcat/mandate.shtml, laatst geraadpleegd op 25.01.2011.
545
TerrorismMonitor, Volume VIII, Issue 39, 28 oktober 2010.
546
NRC/IDMC, National outrage. Violence against internally displaced women and girls in eastern Chad, november 2010.
547
HRW, Egypt: Don’t deport Darfur refugees to face persecution, 09.04.2010. In januari 2010 had Egypte al eerder een Sudanees met een UNHCR-vluchtelingenstatus uitgezet naar Sudan.
548
Radio Dabanga, ‘Sudan: Egypt prepares to transfer 4 Darfuri refugees to Khartoum’, 20.08.2010;
549
Amnesty International, Urgent Action. Darfuri asylum seeker risks forcible return, UA: 10/11 Index: MDE 12/003/2011/Egypt, 14.01.2011. In maart 2011 voorkwam een rechterlijke uitspraak de dreigende uitzetting. Amnesty International, Darfuri asylum-seeker not forcibly returned, UA 10/11. MDE 12/206/2011, 31 maart 2011.
104
Algemeen Ambtsbericht Sudan| juni 2011
In september 2010 sprak Amnesty International ook haar zorg uit ten aanzien van pogingen van Libanon om een UNHCR-erkende Darfurese vluchteling uit te zetten naar Sudan, waar betrokkene te maken zou krijgen met arrestatie, mishandeling, marteling en mogelijke verdwijning.550
4.3
Vluchtelingen in Sudan551 In Sudan bevinden zich in totaal meer dan 220.000 vluchtelingen, afkomstig uit Eritrea, Tsjaad, Ethiopië, Somalië, de CAR en de DRC. Vluchtelingen uit Eritrea en Ethiopië, en in toenemende mate ook uit Somalië, bevinden zich voornamelijk in 12 vluchtelingenkampen in Oost-Sudan, waar zij (beperkte) humanitaire hulp van internationale organisaties ontvangen. In deze kampen bevinden zich ongeveer 60.000 vluchtelingen. Daarnaast verblijven in Oost-Sudan ongeveer 40.000 vluchtelingen bij lokale gemeenschappen in rurale en stedelijke gebieden. Maandelijks meldden zich ongeveer 1.800 nieuwe vluchtelingen, waarvan het merendeel doormigreert naar stedelijke gebieden binnen Sudan of naar Europa. In Darfur bevinden zich ongeveer 41.000 vluchtelingen, voornamelijk afkomstig uit Tsjaad en de CAR. Het merendeel van deze vluchtelingen verblijft bij familie danwel etnisch verwante gemeenschappen in het grensgebied met Tsjaad. Een klein deel van de vluchtelingen verblijft in een tweetal kampen. In Zuid-Sudan bevinden zich ongeveer 25.000 vluchtelingen, voornamelijk afkomstig uit de DRC, de CAR en Ethiopië. Een groot deel van de vluchtelingen is het geweld van het LRA ontvlucht. Ten slotte bevinden zich in Khartoum ruim 40.000 vluchtelingen, waarvan het merendeel afkomstig is uit de DRC, de CAR, Eritrea, Ethiopië en Somalië. Vluchtelingen, asielzoekers en ongedocumenteerden in Khartoum lopen het risico slachtoffer te worden van willekeurige arrestaties en detenties door de Sudanese autoriteiten en refoulement. 552 In sommige gevallen kunnen gearresteerde 550
Amnesty International, Urgent Action. Sudanese refugee faces forcible return, UA: 211/10, MDE 18/006/2010, 24.09.2010.
551
Onderstaande informatie is ondermeer gebaseerd op UNHCR, Submission by the UNHCR for the OHCHR Compilation Report UPR Sudan, november 2010 en UNHCR, Statement of Vincent Cochetel, Representative to the United States and the Caribbean UNHCR, regarding refugees and IDP’s in and from Sudan before the Tom Lantos Human Rights Commission, 30 september 2010.
552
HRW, Egypt: Don’t deport Darfur refugees to face persecution, 09.04.2010; UNHCR, Statement of Vincent Cochetel, Representative to the United States and the Caribbean UNHCR, regarding refugees and IDP’s in and from Sudan before the Tom Lantos Human Rights Commission, 30 september 2010; US DoS, Country Report on Human Rights Practices, Sudan 2010, 08.04.2011. Vluchtelingen
105
Algemeen Ambtsbericht Sudan| juni 2011
vluchtelingen door inmenging van een netwerk van advocaten gelieerd aan UNHCR weer vrijkomen. Dit kan echter alleen indien de verblijfplaats van de gearresteerde bekend is. Dit is veelal niet het geval indien personen gearresteerd worden door de nationale veiligheidsdienst.
4.4
Activiteiten van internationale organisaties In het gehele land zijn internationale organisaties actief. Zij voeren humanitaire hulpoperaties uit, werken aan wederopbouw en monitoren het CPA. In Darfur zijn buiten de hoofdsteden (El Fasher, Nyala en El Geneina) sinds de uitzetting van internationale hulporganisaties in maart 2009 slechts op beperkte schaal internationale hulporganisaties actief. Zowel de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) als UNHCR bieden ondersteuning bij vrijwillige terugkeer van vluchtelingen en ontheemden naar Zuid-Sudan. Voorts houden beide organisaties toezicht op de bewegingen van ontheemden in Darfur. IOM heeft het mandaat toe te zien op terugkeer en hervestiging van ontheemden in Noord- en Zuid-Darfur.553 UNHCR heeft in West-Darfur een mandaat voor vluchtelingen maar is sinds 2008 vanwege het leiderschap van het Protection cluster in Darfur ook betrokken bij de ontheemdenproblematiek. Het clusterleiderschap Protectie houdt in dat UNHCR alle activiteiten van internationale organisaties op het gebied van bescherming coördineert.554 UNHCR is actief in vluchtelingen- en ontheemdenkampen in Darfur, Oost-Sudan en Khartoum en in de omliggende landen. 555
4.5
Positie UNHCR In 2006 heeft UNHCR een position paper betreffende Sudanese asielzoekers uit Darfur uitgebracht. Hierin verklaart UNHCR dat bepaalde categorieën Sudanezen bij gedwongen terugkeer risico lopen. Expliciet noemt UNHCR de categorie jonge mannen in de dienstplichtige leeftijd die bij terugkeer standaard vastgezet en ondervraagd zullen worden. Met betrekking tot asielzoekers afkomstig uit Darfur is UNHCR van mening dat voor hen in Sudan geen binnenlands vestigingsalternatief bestaat. Sudanezen van niet-Arabische Darfurese achtergrond lopen bij terugkeer een verhoogd risico op onderzoek door de veiligheidsdiensten. Deze categorie dient internationale bescherming te krijgen en mag niet gedwongen
ondervinden met name problemen als zij de vluchtelingenkampen hebben verlaten en na het verlopen van hun registratiekaart niet teruggaan om hun kaart te vernieuwen. 553
http://www.iom.int/jahia/Jahia/pid/383, laatst geraadpleegd op 25.01.2011.
554
UNHCR, Sudan - Global Appeal 2011, http://www.unhcr.org/4cd95ed49.html, laatst geraadpleegd op 25.01.2011.
555
UNHCR, Sudan – Country Operations Profile, http://www.unhcr.org/cgibin/texis/vtx/page?page=49e483b76, laatst geraadpleegd op 25.01.2011.
106
Algemeen Ambtsbericht Sudan| juni 2011
worden terug te keren naar Sudan zolang de veiligheidssituatie in Darfur niet aanzienlijk is verbeterd, aldus UNHCR.556 UNHCR heeft nog geen nieuw standpunt geformuleerd. Het lopende onderzoek naar eligibility guidelines for Sudanese Asylum-seekers is opgeschort in verband met het referendum en de komende afscheiding van Zuid-Sudan. 557
556
UNHCR, UNHCR’s position on Sudanese asylum-seekers from Darfur, februari 2006.
557
Mail UNHCR d.d. 03.02.2011.
107
Algemeen Ambtsbericht Sudan| juni 2011
Bijlage(n)
I
Kaart van Sudan
108
Algemeen Ambtsbericht Sudan| juni 2011
II
Literatuurlijst Africa Confidential, Sudan: Abyei waits, 19.11.2010. -- Flash point Southern Kordofan, 11.06.2010; -- Militias of the new age, 11.06.2010. African Centre for Justice and Peace Studies, Widening the Scope: The expanding Use of Capital Punishment in Law and Practice in Sudan, december 2010; -- Sudan Human Rights Monitor, October – November 2010; -- Sudan Human Rights Monitor, August –September 2010; -- Sudan Human Rights Monitor, June –July 2010; -- Sudan Human Rights Monitor, December 2009 – May 2010; -- Sifting through Shattered Hopes: Assessing the Electoral Process in Sudan, May 2010. Amnesty International, A comprised future. Children recruited by armed forces and groups in Chad, AFR/20/001/2011, februari 2011; -- Bringing power to justice. Absence of immunity for Heads of State before the International Criminal Court, IOR 53/017/2010, december 2010; -- The chains remain. Restrictions on Freedom of Expression in Sudan, AFR 54/028/2010, september 2010; -- Agents of Fear. The National Security Service in Sudan, AFR 54/010/2010, juli 2010 -- World Reports; -- Urgent Actions. The Carter Center, Carter Center reports widespread irregularities in Sudan’s vote tabulation and strongly urges steps to increase transparency, 10.05.2010; -- Preliminary statement, 17.04.2010; -- Preliminary statement on the final stages of Sudan’s electoral process, 17.03.2010. Committee to Protect Journalists, Attacks on the Press 2010 – Sudan. Congressional Research Service, Sudan: The crisis in Darfur and Status of the North-South Peace Agreement, 10 augustus 2010 en 4 maart 2011. Economist Intelligence Unit, Country Reports Sudan. Enough Project, Field Dispatch: Election grievances reverberate in the countdown to the South’s referendum, 14.07.2010; -- Grading the Benchmarks, 29.04.2010. European Union Election Observation Mission (EOM),Sudanese elections show significant deficiencies against international standards but pave the way for future democratic progress, 17.04.2010. 109
Algemeen Ambtsbericht Sudan| juni 2011
Federation International des ligues des Droits de l’Homme (FIDH), FIDH Position Paper ninth session of the ICC Assembly of States Parties, december 2010. -- Obervatory for the protection of human rights defender, Annual Reports; -- Urgent Appeals; Freedom House, Freedom of the Press 2010 – Sudan, 08.10.2010; -- The worst of the worst 2010 –Sudan, 03.06.2010; -- Freedom in the World 2010 –Sudan, 03.05.2010. Human Rights Watch (HRW), Democracy on hold. Rights violations in the April 2010 Sudan elections, juni 2010; -- World Reports. Institute for Security Studies, Situation Reports. Intergovernmental Authority on Development (IGAD), Election Observer Mission to the Sudan – Interim statement, 19.04.2010. Internal Displacement Monitoring Centre (IDMC), Internal Displacement: Global Overview of Trends and Developments in 2010 – Sudan, 23 maart 2011. Interim National Constitution of the Republic of the Sudan 2005. International Crisis Group, Politics and transition in the new South Sudan, 4 april 2011; -- Negotiating Sudan’s North-South Future, 23.11.2010; -- Defining the North-South Border, 02.09.2010; -- Sudan: Regional perspectives on the prospect of Southern Independence, 06.05.2010; -- LRA: a regional strategy beyond killing Kony, 28.04.2010. Joint NGO Briefing Paper, Ghosts of Christmas Past. Protecting civilians from the LRA, 14.12.2010. Landinfo, Country of Origin Information Centre (Oslo), Female genital mutilation in Sudan and Somalia, december 2008. London School of Economics and Political Science (LSE), Southern Sudan at odds with itself: dynamics of conflict and predicaments of peace, 2010. Norwegian Refugee Council, Southern Sudan 2010. Between a rock and a hard place. Displacement and reintegration in post-referendum Southern Sudan, 14.12.2010. 110
Algemeen Ambtsbericht Sudan| juni 2011
Norwegian Refugee Council/Internal Displacement Monitoring Centre, Sudan: Durable solutions elusive as southern IDP’s return and Darfur remains tense. A profile of the internal displacement situation, 23.12.2010; -- Violence against internally displaced women and girls in Eastern Chad, november 2010; -- Southern Sudan: Overcoming obstacles to durable solutions now – building stability for the future, Briefing paper – August 2010; -- Sudan: Rising inter-tribal violence in the south and renewed clashes in darfur cause new waves of displacement. A profile of the internal displacement situation, 28.05.2010; OCHA Sudan, diverse Overviews, Regional en Humanitarian Updates. Olson, James, The Peoples of Africa: An ethnohistorical dictionary, 1996. Pers- en nieuwsberichten: - AFP - African Centre for Justice and Peace Studies - All Africa.com - Amnesty International - Article 19 - BBC News - Committee to Protect Journalists - Federation International des ligues des Droits de l’Homme - Global Insight - Human Rights Watch - The Independent - International Committee of the Red Cross - International Criminal Court - Irin News - Institute for War and Peace Reporting - Miraya FM - The New York Times - Radio Dabanga - Radio Free Europe/Radio Liberty - Reporters Without Borders - Reuters - Sudan Tribune - UNAMID - UNHCR - UNMIS - UN News Service - UN Radio - Voice of America
111
Algemeen Ambtsbericht Sudan| juni 2011
Redress Trust/Sudanese Human Rights Monitor, UPR Sudan, May 2011. Implementing international human rights obligations in domestic law. Submission by the Redress Trust and the Sudanese Human Rights Monitor, november 2010. Refugees International, diverse Field Reports. Saferworld, Saferworld Briefing. Southern Sudan: Referenda and beyond, november 2010. Small Arms Survey, Sudan issue brief, no. 15, december 2009. Terrorism Monitor, Volume VIII (37 en 39). United Kingdom: Foreign and Commonwealth Office, Human Rights and Democracy: The 2010 Foreign & Commonwealth Office Report – Sudan, 31 maart 2011. UNDP, Southern Sudan Anti-Corruption Commission launches new strategy, 26.01.2010. UNHCR, Hoping for peace, afraid of war: the dilemmas of repatriation and belonging on the borders of Uganda and South Sudan, november 2010. -- Submission by the UNHCR for the OHCHR’s Compilation Report – Universal Periodic Review: Sudan, november 2010; -- Statement of Vincent Cochetel Representative to the US and the Carribean UNHCR regarding refugees and IDP’s in and from Sudan before the Tom Lantos Human Rights Commission, 30 september 2010; -- The Sudan Quarterlies; -- Global Reports; -- Country Operations Profile; -- UNHCR’s Position on Sudanese Asylum-seekers from Darfur, februari 2006. United Nations General Assembly (UN GA), Human Rights Council (HRC), Summary prepared by the Office of the High Commisioner for Human Rights in accordance with paragraph 15 (c) of the annex to the Human Rights Council Resolution 5/1, A/HRC/WG.6/11/SDN/3, 25 februari 2011; -- Compilation prepared by the Office of the High Commisioner for Human Rights in accordance with paragraph 15 (b) of the annex to the Human Rights Council Resolution 5/1, A/HRC/WG.6/11/SDN/2, 24 februari 2011; -- Report of the independent expert on the situation of human rights in the Sudan, Mohammed Chande Othman, A/HRC/14/41 d.d. 26.05.2010, A/HRC/14/41/Add.1 d.d. 26.05.2010, A/HRC/14/41/Corr. 1 d.d. 20.08.2010, A/HRC/15/57 d.d. 02.09.2010, A/HRC/15/CRP.1 d.d. 14.09.2010; -- Report of the Working group on Enforced or Involuntary Disappearances, A/HRC/13/31 d.d. 21.12.2009; 112
Algemeen Ambtsbericht Sudan| juni 2011
-- Report of the Special Rapporteur on violence against women, its causes and consequences, Rashida Manjoo, Addendum, A/HRC/14/22/Add.1 d.d. 02.06.2010; -- Report of the Special Rapporteur on extrajudicial, summary or arbitrary executions, Philip Alston, Addendum, A/HRC/14/24/Add.1 d.d. 18.06.2010; -- Report of the Special Rapporteur on independence of judges and lawyers, Gabriela Carina Knaul de Albuquerque e Silva, Addendum, A/HRC/14/26/Add.1 d.d. 18.06.2010; United Nations Security Council (UN SC), Report of the Security Council mission to Uganda and the Sudan, 4 to 10 October 2010, S/2011/7, 7 januari 2011; -- Report of the Secretary-General on children and armed conflict in Chad, S/2011/64, 9 februari 2011; -- Report of the Secretary-General on the United Nations Mission in the Central African Republic and Chad, S/2010/611, 1 december 2010; -- Report of the Secretary-General on the Sudan, S/2010/168/Add.1 d.d. 27.04.2010, S/2010/388 d.d. 19.07.2010, S/2010/528 d.d. 14.10.2010, S/2010/681 d.d. 31.12.2010, S/2011/239 d.d. 12.04.2011. -- Report of the Secretary-General on the deployment of the African Union-United Nations Hybrid Operation in Darfur, S/2010/213 d.d. 28.04.2010, S/2010/382 d.d. 14.07.2010, S/2010/543 d.d. 18.10.2010. S/2011/22 d.d. 18.01.2011; -- Sudan entering crucial periode less than three months before impending referendum, Under-Secretary-General says in briefing to Security Council, UNSC/10069. United Nations General Assembly Security Council (UN GA SC), Report of the Secretary-General on Childeren and armed conflict, A/64/742-S/2010/181 d.d. 13.04.2010. United Nations Convention on the Rights of the Child (UN CRC), Consideration of reports submitted by States parties under article 44 of the Convention, CRC/C/SDN/CO/3-4 d.d. 22.10.2010. United States Commission on International Religious Freedom, Annual Report 2010 – Sudan. United States Department of State (US DoS), International Religious Freedom Report 2010 – Sudan, 17.11.2010; -- Trafficking in Persons Report 2010, 14.06.2010; -- Country Report on Human Rights Practices, Sudan 2010, 08.04.2011. United States Institute of Peace, Local Justice in Southern Sudan, 2010; -- Special report. Why Sudan’s popular consultation matters, november 2010. UNMIS, The CPA Monitor, Monthly Reports on the Implementation of the CPA. USAID, Fact Sheets en Situation Reports. 113
Algemeen Ambtsbericht Sudan| juni 2011
Waal, Alex de, Who are the Darfurians? Arab and African Identities, Violence and External Engagement, 2005.
Websites: http://www.ethnologue.com http://www.genderindex.org/country/sudan http://www.gurtong.org/people.asp http://www.iom.int http://www.meisjesbesnijdenis.nl http://www.minbuza.nl http://www.nec.org.sd/new/english/details.php?rsnType=1&id=58 http://www.southernsudan2011.com http://www.unhcr.org http://unmis.unmissions.org/Default.aspx?tabid=515 http://www.un.org/Depts/dpko/missions/unmis/mandate.html http://www.un.org/Depts/dpko/missions/unamid/facts.html http://www.un.org/en/peacekeeping/missions/minurcat/mandate.shtml http://www.unicef.org
114
Algemeen Ambtsbericht Sudan| juni 2011
III
Oppositionele partijen/groeperingen/milities Noord-Sudan Beja Congress (BC) Het Beja Congress is opgericht in de jaren vijftig en vindt haar aanhang vooral in Oost-Sudan onder de Bejastam. Het Beja Congress vormde samen met de Free Lions het Eastern Front, dat vanaf de jaren ’90 een gewapende oppositie tegen de Sudanese regering voerde. Het Beja Congress is eveneens sinds 1995 aangesloten bij de koepelorganisatie van oppositiepartijen National Democratic Alliance (NDA), maar distantieerde zich van het in 2005 ondertekende akkoord tussen de NDA en de Sudanese regering. In oktober 2006 ondertekende het Eastern Front en de Sudanese regering een vredesakkoord. Inmiddels is het Eastern Front uiteengevallen in het Beja Congress, de Free Lions, en de Eastern Democratic Party. Democratic Unionist Party (DUP) De Democratic Unionist Party is een traditioneel-islamitische partij met een grote aanhang. Van 1986 tot 1989 maakte de DUP deel uit van de regering. Na de staatsgreep van de huidige president Al Bashir in 1989 vluchtte de leider van de DUP en tevens vice-premier Al-Mirghani naar Egypte. Al-Mirghani overleed op 2 november 2008 in ballingschap. De partij vindt vooral steun in het oosten en noorden van Sudan. De DUP is lid van de NDA. Door interne fragmentatie is de partij de laatste jaren verzwakt. Free Lions Deze uit het noorden en noordoosten afkomstige, splintergroepering behoort tot de Rashaydastam. In 2004 ging de Free Lions een samenwerkingsverband aan met de JEM. De Free Lions vormde samen met het Beja Congress het Eastern Front en was medeondertekenaar van het in 2006 gesloten vredesakkoord tussen het Eastern Front en de Sudanese regering. Janjaweed Dit is de volksnaam voor de verschillende Arabische milities die actief zijn in het Darfur. Justice and Equality Movement (JEM) De Justice and Equality Movement voert een gewapende strijd in Darfur tegen de Sudanese regering. Dr. Khalil Ibrahim, voormalig lid van de PCP, is leider van de JEM. De JEM heeft een nationale agenda. De JEM wordt ervan verdacht nauwe banden te onderhouden met de noordelijke oppositiepartij PCP en haar leider Al Turabi. 115
Algemeen Ambtsbericht Sudan| juni 2011
Liberation and Justice Movement (LJM) De Liberation and Justice Movement werd opgericht begin 2010 en is een samenvoeging van de zogenaamde ‘Tripoli’ groep (bestaande uit onder meer de SLA-Khamees en het Arabische United Revolutionary Force Front (URFF)) en delen van de zogenaamde ‘Addis’ groep (bestaande uit de SLA-Abdel Shafi, de SLA-Unity, het United Resistance Front (URF) en enkele commandanten van de SLA-AW). LJM voert een gewapende strijd in Darfur tegen de Sudanese regering. National Democratic Alliance (NDA) De National Democratic Alliance is in 1989 opgericht als een koepelorganisatie van oppositiepartijen tegen de NCP. Onder meer de volgende partijen maken deel uit van het NDA: Democratic Unionist Party (Mirghani-factie), Communist Party/CP, Baath Party, SPLM, Eastern Front, en Union of Southern African Parties/USAP). Tevens zijn o.a. vakverenigingen en officiersgroepen aangesloten. De NDA had zijn hoofdkwartier in Asmara vanwaar ook strijdkrachten opereerden die samenwerkten met de SPLM/A. Op 18 juni 2005 ondertekende de NDA een separaat vredesakkoord met de Sudanese regering. Popular Congress Party (PCP) [ook wel PNC] Deze partij werd in 1999 opgericht door Hassan Al Turabi, de voormalige voorzitter van het Sudanese parlement die vanwege een conflict met president Omar Al Bashir uit de regeringspartij werd gezet. De PCP voert oppositie tegen de Sudanese regering en vindt dat president Al Bashir zich moet verantwoorden voor het Internationaal Strafhof. De Sudanese regering verdenkt de PCP ervan nauwe banden te onderhouden met de gewapende rebellenbeweging JEM in Darfur. Al Turabi en andere PCP-leiders worden geregeld door de Sudanese autoriteiten opgepakt en voor korte of langere tijd gedetineerd. Sudan Liberation Movement/Army (SLM/A) De Sudan Liberation Movement/Army (SLA) is een Darfurese rebellengroepering die eind jaren ’80 is opgericht. Sinds 2003 voert de beweging een gewapende strijd tegen de Sudanese regering. In 2005 viel het SLA uiteen in twee verschillende facties, het SLA/Minni Minawi (SLA/MM) en het SLA/Abdel Wahid al Nur (SLA/AW). Het SLA/MM bestaat vooral uit leden van de etnische Zaghawa. In 2006 ondertekende het SLA/MM een vredesakkoord met de Sudanese regering, het DPA, en kreeg Minni Minawi de functie van presidentieel adviseur. Na de verkiezingen van april 2010 werd Minni Minawi echter niet opnieuw benoemd tot presidentieel adviseur en in december 2010 hervatte hij de gewapende strijd tegen de Sudanese regering. Het SLA/AW, dat net als de JEM weigerde het DPA te ondertekenen, kent veel aanhang onder de Fur, met name in de ontheemdenkampen. Abdel Wahid al Nur bevindt zich sinds 2004 in Frankrijk. Sinds het DPA in werking is getreden, is het SLA verder gefragmenteerd. 116
Algemeen Ambtsbericht Sudan| juni 2011
Umma Party (UP) De traditioneel islamitische Umma Party regeerde Sudan van 1986 tot 1989 onder leiding van Sadiq al-Mahdi. Er zijn meerdere facties van de Umma Party, waaronder de Umma Party Reform, de Federal Umma Party, en de Umma Party Collective Leadership.
Zuid-Sudan Alliance of South Sudan Political Parties (ASSPP) In juni 2008 verenigden acht Zuid-Sudanese politieke partijen zich in de Alliance of South Sudan Political Parties (ASSPP). In de alliantie zijn de volgende partijen vertegenwoordigd: United Democratic Front (UDF), Sudan African National Union (SANU), Union of Sudan African Parties (USAP Two), United South Sudan Party (USSP), South Sudan Democratic Front (SSDF), South Sudan Democratic Forum (SSDF), Convenant Democratic Party (CDP) en de Sudan National Labour Party (SNLP). Equatoria Defence Forces (EDF) Het Equatoria Defence Forces vond haar aanhang hoofdzakelijk onder Equatorianen (in het bijzonder de Bari) en is begin jaren tachtig opgericht. Het EDF was gelieerd aan de Sudanese regering en vocht tijdens de burgeroorlog tegen de SPLM/A. In 1997 trad het EDF toe tot het SSDF. In maart 2004 besloot het EDF samen te gaan met het SPLA. South Sudan Defence Forces (SSDF) Het South Sudan Defence Forces (SSDF) was tijdens de burgeroorlog opgericht als een koepelorganisatie waarin zuidelijke regeringsmilities zich hadden verenigd na de ondertekening van het Verdrag van Khartoum in 1997. Paulino Matip was sinds april 2001 de commandant van het SSDF. In het SSDF waren onder meer de South Sudan Independence Movement (SSIM), het Equatorian Defense Forces (EDF) en de South Sudan Unity Movement (SSUM) van Paulino Matip verenigd. Op 8 januari 2006 werd de Juba Declaration on Unity and Integration gesloten, waarin werd vastgelegd dat het SSDF zou opgaan in het SPLA. South Sudan Independence Movement (SSIM) en het Sudan Peoples Democratic Front (SPDF) De South Sudan Independence Movement was een rebellenbeweging die begin jaren ‘90 onder leiding van Riak Machar was afgesplitst van het SPLA-United. De SSIM sloot zich aan bij het Verdrag van Khartoum (1997) en werd hiermee, net als het EDF, onderdeel van het SSDF. Eind 1999 zegde Riak Machar echter zijn steun aan het vredesakkoord van Khartoum op. In 2001 verenigden Machar en zijn 117
Algemeen Ambtsbericht Sudan| juni 2011
aanhangers zich in het Sudan Peoples Democratic Front (SPDF), en schaarden zich aan de zijde van de SPLM/A. In 2002 ging het SPDF samen met de SPLM/A. Machar werd toen 2e vice-voorzitter van de SPLM/A. Sinds de dood van John Garang in 2005 is Machar 1e vice-voorzitter van de SPLM. Sudan People’s Liberation Movement/Army (SPLM/A) De Sudan People’s Liberation Movement (SPLM), met als gewapende vleugel het Sudan People’s Liberation Army (SPLA), was de belangrijkste zuidelijke oppositiegroep tegen de regering tijdens de burgeroorlog tussen Noord- en ZuidSudan. De SPLM/A bestaat sinds 1991 voornamelijk uit Dinka, daar de beweging in dat jaar in facties uiteenviel die voornamelijk op stamloyaliteiten gebaseerd waren. Niet-Dinka officieren, onder leiding van Riak Machar van de Nuer stam en Lam Akol van de Shilluk stam, splitsten zich af en vormden een aparte groep, bekend onder de naam SPLA-Nasir en later SPLA-United. In 2002 besloten het SPDF en de SPLM/A samen te gaan, in oktober 2003 besloot het SPLA-United zich te voegen bij de SPLM/A en in maart 2004 besloot het EDF samen te gaan met de SPLM/A. In januari 2005 sloot de SPLM/A een alomvattend vredesakkoord met de Sudanese regering. Sindsdien werkt zij samen met de NCP aan de uitvoering van het akkoord. SPLM-Democratic Change In juni 2009 stapte voormalig minister van Buitenlandse Zaken van Sudan, Lam Akol, uit de SPLM en richtte een nieuwe partij op, de SPLM-Democratic Change. Lam Akol behoort tot de etnische Shilluk.
118
Algemeen Ambtsbericht Sudan| juni 2011
IV
Artikelen 10 t/m 15 van de Sudanese Nationaliteitswet (betreft verlies en ontneming van nationaliteit)558 10. Verlies door vrijwillige handeling: Indien de president van oordeel is dat een meerderjarige en volledig handelingsbekwame Sudanees a. een verklaring heeft afgelegd strekkende tot afstand van zijn Sudanese nationaliteit, met dien verstande echter dat de president een dergelijke verklaring kan weigeren indien deze is afgelegd ten tijde van een oorlog waarbij Sudan is betrokken; b. in dienst is getreden van een vreemde mogendheid of in strijd met de uitdrukkelijke regeling van een desbetreffende wet in die dienst is gebleven; kan de president besluiten dat de betrokkene niet langer Sudanees is. 11. Ontneming van nationaliteit: (1) Indien de president van oordeel is dat een Sudanees door naturalisatie a. het certificaat van naturalisatie heeft verkregen door bedrog, valse inlichtingen of het verzwijgen van een essentieel feit; of b. tijdens een oorlog, waarbij Sudan was of is betrokken, met de vijand of iemand die tot een vijandelijke Staat behoort, onwettig handel heeft gedreven of zich met hen in verbinding heeft gesteld of bij een bedrijf werkzaam of betrokken is geweest, wetende dat dat bedrijf ten doel had de ondersteuning van de vijand gedurende de oorlog; of c. veroordeeld werd wegens het plegen van spionage ten behoeve van een vreemde mogendheid; of d. zich buiten Sudan door handelingen of uitlatingen als ontrouw of afwijzend ten opzichte van Sudan heeft getoond; of e. in Sudan wegens een strafbaar feit, waaruit ontrouw of afwijzing ten opzichte van Sudan moet worden afgeleid, veroordeeld is; of f. hij binnen een periode van vijf jaren na de naturalisatie in enig land veroordeeld wordt tot een gevangenisstraf van niet minder dan één jaar wegens een misdrijf tegen de eerbaarheid; kan de president bij besluit de nationaliteit van die persoon ontnemen. (2) Alvorens een besluit op grond van dit artikel te nemen, kan de president de persoon ten aanzien van wie hij voornemens is het besluit te nemen schriftelijk op de hoogte stellen van de gronden waarop het voorgenomen besluit is gebaseerd en van het feit dat hij zijn zaak aan de commissie van onderzoek voor kan leggen. (3) Indien de betrokkene in overeenstemming met lid (2) en binnen een periode van zes maanden na de dag van de mededeling daarom verzoekt, kan de president de zaak aan de commissie van onderzoek voorleggen.
558
Ontleend aan www.kennisbankburgerzaken.nl.
119
Algemeen Ambtsbericht Sudan| juni 2011
12. Commissie van onderzoek (1) Een onderzoek op grond van dit artikel wordt uitgevoerd door de voor dat doel overeenkomstig lid (3) van artikel 11 door de president ingestelde commissie, en een persoon die de functie van rechter, doch niet lager dan een provincierechter, bekleedt, wordt voorzitter van de commissie. (2) Een persoon ten aanzien van wie het voornemen bestaat om een in lid (2) van artikel 11 bedoeld besluit te nemen, heeft het recht om in persoon of bij een daartoe naar behoren gemachtigde persoon ten overstaan van de commissie van onderzoek te verschijnen. (3) De commissie van onderzoek beschikt over alle bevoegdheden van een strafrechtbank in eerste aanleg met betrekking tot: a. het oproepen van getuigen en het horen van getuigen onder ede of plechtige verklaring en tot verzoeken om verklaringen in het buitenland af te nemen; b. het afdwingen van overleggen van stukken. (4) De commissie van onderzoek gaat, op zodanig verzoek, over tot het onderzoek op de wijze die voorgeschreven kan worden, en de commissie legt haar bevindingen voor aan de president, en de president handelt overeenkomstig het besluit van de commissie. 13. Datum van verlies of ontneming Indien de president beslist dat een persoon niet langer Sudanees is, dan wel dat van een persoon de Sudanese nationaliteit wordt ontnomen, treedt een dergelijk besluit in werking op de door de president aangewezen dag, waarna de betrokkene ophoudt Sudanees te zijn. 14. Gevolg van verlies of ontneming Indien een persoon ophoudt Sudanees te zijn, dan wel van een persoon de Sudanese nationaliteit wordt ontnomen, is die persoon daardoor niet ontheven van enige verplichting, schuld of aansprakelijkheid met betrekking tot enige handeling of aangelegenheid die hij heeft verricht, of heeft nagelaten te verrichten, voordat hij ophield Sudanees te zijn of voordat zijn Sudanese nationaliteit is ontnomen. 15. Gevolg van verlies of ontneming van nationaliteit op minderjarige kinderen Indien de verantwoordelijke ouder van een minderjarig kind op grond van artikel 10 ophoudt Sudanees te zijn, houdt het minderjarige kind alleen dan op Sudanees te zijn indien hij overeenkomstig de wet van een ander land dan Sudan onderdaan van dat land is of daardoor wordt.
120
Algemeen Ambtsbericht Sudan| juni 2011
V
Afkortingen ACJPS AEC AI ARF AU AUHIP AMIS ARERI ASSPP BC CAR CAT CEAWC CEDAW CPA ICCPR DDR DPA DPP DRC DUP EDF EOM ESPA EU FAO FGM FIDH HAC HRC HRW ICC ICG ICRC IGAD IOM JEM JIU’s HAND KCHRED LJM
African Centre for Justice and Peace Studies Assessment and Evaluation Commission Amnesty International Alliance of Resistance Forces Afrikaanse Unie African Union High Level Implementation Panel African Union Mission in Sudan Accelerated Returns and Reintegration Initiative Alliance of South Sudan Political Parties Beja Congress Centraal-Afrikaanse Republiek Convention Against Torture Committee for the Eradication of Abduction of Women and Children Convention on the Elimination of All Forms of Discrimination against Women Comprehensive Peace Agreement International Covenant on Civil and Political Rights Demobilisation, Disarmament and Reintegration Darfur Peace Agreement Darfur Political Process Democratische Republiek Congo Democratic Union Party Equatorian Defense Forces Election Observation Mission Eastern Sudan Peace Agreement Europese Unie Food and Agriculture Organisation Female Genital Mutilation Federation International des ligues des Droits de l’Homme Humanitarian Aid Commission Human Rights Council Human Rights Watch International Criminal Court International Crisis Group International Committee of the Red Cross Inter-Gouvernementele Autoriteit voor Ontwikkeling International Organization of Migration Justice and Equality Movement Joint Integrated Units Human Rights and Advocacy Network for Democracy Khartoum Centre for Human Rights & Environmental Development Liberation and Justice Movement 121
Algemeen Ambtsbericht Sudan| juni 2011
LRA MINURCAT NDA NCP NGO NHRC NISS OAE OAG’s OCHA OHCHR OMCT PCP PDF SAF SCP SLA/AW SLA/MM SLM/A SPDF SPLM/A SPLM/DC SSHRC SSDF SSIM/A SSPF SSRC SSRRC SUDO SWTUF UDF UNAMID UNDP UNICEF UNHCR UNMIS UNGA UNSC UP UPF VN WFP WHO
Lord’s Resistance Army United Nations Mission in the Central African Republic and Chad National Democratic Alliance National Congress Party Niet-Gouvernementele Organisatie National Human Rights Commission National Intelligence and Security Service Organisatie van Afrikaanse Eenheid Other Armed Groups Office for the Coordination of Humanitarian Affairs Office of the United Nation’s High Commissioner of Human Rights Organisation Mondiale Contre la Torture Popular Congress Party People’s Defence Forces Sudanese Armed Forces Sudanese Communist Party Sudanese Liberation Army/Abdel Wahid al Nur Sudanese Liberation Army/Minni Minawi Sudan Liberation Movement/Army Sudan Peoples Democratic Front Sudan People’s Liberation Movement/Army Sudan People’s Liberation Movement/Democratic Change South Sudan Human Rights Commission South Sudan Defense Forces South Sudan Independence Movement/Army Southern Sudan Police Forces Southern Sudan Referendum Commission Southern Sudan Relief and Rehabilitation Commission Sudan Development Organization Sudan Workers Trade Union Federation United Democratic Front United Nations/African Union Hybrid Operation in Darfur United Nations Development Programme United Nations Children’s Fund United Nations High Commissioner for Refugees United Nations Mission in the Sudan United Nations General Assembly United Nations Security Council Umma Party United Popular Front Verenigde Naties World Food Programme World Health Organization 122