Algemeen ambtsbericht Kosovo Juni 2009
Directie Personenverkeer, Migratie- en Vreemdelingenzaken afdeling Asiel- en Migratiezaken
Inhoudsopgave 1
Inleiding
4
2 2.1 2.1.1 2.2 2.2.1 2.2.2 2.2.3 2.3 2.4 2.4.1 2.4.2 2.4.3 2.4.4 2.4.5 2.4.6 2.5 2.5.1 2.5.2
Landeninformatie Land en volk Geschiedenis Staatsinrichting Nationaal bestuurlijk kader Internationale presentie Parallelle Servische structuren Politieke ontwikkelingen Veiligheidssituatie KFOR Politie Kosovo Security Force (KSF) Illegale groeperingen Georganiseerde criminaliteit Bloedwraak Staatsburgerschap en documenten Staatsburgerschap Documenten
5 5 7 10 10 14 17 19 23 25 26 27 28 28 29 30 30 31
3 3.1 3.1.1 3.1.2 3.1.3 3.2 3.2.1 3.2.2 3.2.3 3.2.4 3.3 3.3.1 3.3.2 3.3.3 3.3.4 3.3.5 3.3.6 3.3.7 3.3.8 3.3.9 3.3.10 3.3.11
Mensenrechten Juridische context Verdragen en protocollen Nationale wetgeving Kanun Toezicht Internationaal toezicht Lokaal toezicht Ombudspersoon Adviescommissie voor Mensenrechten Naleving en schendingen Vrijheid van meningsuiting Vrijheid van vereniging en vergadering Vrijheid van godsdienst Bewegingsvrijheid Rechtsgang Arrestaties en detenties Mishandeling en foltering Vermissingen, verdwijningen en ontvoeringen Mensenhandel Buitengerechtelijke executies en moorden Doodstraf
37 37 38 38 40 40 40 41 42 43 44 44 45 46 47 48 50 51 51 51 53 53
3.4 3.4.1 3.4.2 3.4.3 3.4.4 3.4.5 3.4.6 3.4.7 3.5 3.5.1 3.5.2 3.5.3 3.5.4
Positie van bepaalde etnische groepen Serviërs Roma, Ashkali en Egyptenaren Slavische moslims Gorani Turken Kroaten Albanezen Positie van andere specifieke groepen Vrouwen Minderjarigen Homoseksuelen Dienstweigeraars en deserteurs
54 54 55 57 57 58 58 59 59 59 62 63 64
4 4.1 4.2 4.2.1 4.3 4.4 4.5
Migratie Migratiestromen en motieven Terugkeer Standpunt van UNHCR over terugkerende asielzoekers uit Kosovo Positie van gevluchte Kosovaren in Servië Positie van gevluchte Kosovaren in Montenegro Activiteiten van internationale organisaties
65 65 65 67 68 69 70
I: II: III:
Bijlagen Lijst van geraadpleegde bronnen Lijst van gebruikte afkortingen Kaart van Kosovo
71 71 81 84
algemeen ambtsbericht Kosovo april 2009
1
Inleiding In dit algemeen ambtsbericht wordt de situatie in Kosovo beschreven, voor zover deze van belang is voor de beoordeling van asielverzoeken van personen die afkomstig zijn uit Kosovo en voor besluitvorming over de terugkeer van afgewezen asielzoekers. Dit ambtsbericht is een actualisering van eerder verschenen algemene ambtsberichten over de situatie in Kosovo (laatstelijk in november 2006). Dit algemeen ambtsbericht beslaat de periode december 2006 tot en met 22 juni 2009. Dit ambtsbericht is gebaseerd op informatie van openbare en vertrouwelijke bronnen. Bij de opstelling is gebruik gemaakt van informatie van verschillende organisaties van de Verenigde Naties en de Europese Unie, internationale organisaties, niet-gouvernementele organisaties, vakliteratuur en berichtgeving in de media. Een overzicht van de geraadpleegde openbare bronnen is opgenomen in de literatuurlijst. Bovendien liggen bevindingen ter plaatse en vertrouwelijke rapportages van de Nederlandse vertegenwoordigingen aan dit algemeen ambtsbericht ten grondslag. In het algemeen ambtsbericht wordt veelvuldig verwezen naar geraadpleegde openbare bronnen. Daar waar openbare bronnen zijn vermeld, wordt de tekst in veel gevallen ook ondersteund door informatie die op vertrouwelijke basis is ingewonnen. In hoofdstuk twee van dit ambtsbericht wordt ingegaan op de recente ontwikkelingen op politiek en veiligheidsgebied. Deze beschrijving wordt voorafgegaan door een overzicht van de geografie, bevolking, geschiedenis en staatsinrichting van Kosovo. In dit hoofdstuk wordt ook de situatie omtrent staatsburgerschap en documenten behandeld. In hoofdstuk drie wordt de mensenrechtensituatie in Kosovo geschetst. Na een beschrijving van wettelijke garanties en internationale verdragen die op Kosovo van toepassing zijn, komen mogelijkheden van toezicht aan de orde. Hierna volgt de eigenlijke beschrijving van de mensenrechtensituatie. Bovendien wordt in dit hoofdstuk de positie van specifieke groepen belicht. In hoofdstuk vier komen de opvang van binnenlands ontheemden en gevluchte Kosovaren in Servië en Montenegro, en activiteiten van internationale organisaties aan de orde. Daarnaast worden de mogelijkheden van terugkeer en het standpunt van UNHCR besproken.
4
algemeen ambtsbericht Kosovo april 2009
2
Landeninformatie In dit ambtsbericht wordt bij de aanduiding van plaatsen in Kosovo eerst de plaatsnaam in het Albanees genoemd, gevolgd door de plaatsnaam in het Servisch. De in dit ambtsbericht gebruikte spelling van Albanese en Servische plaatsnamen volgt de spelling van de United States Board on Geographic Names.1
2.1
Land2 en volk Land Kosovo3 was formeel een provincie van Servië, maar heeft op 17 februari 2008 zichzelf eenzijdig onafhankelijk verklaard. Wereldwijd hebben 60 landen, waaronder de VS en de meeste lidstaten van de EU de onafhankelijkheid van Kosovo erkend. Veel landen, waaronder Rusland, China en Servië, zien Kosovo echter nog steeds als een (autonome) provincie van Servië. In het noordwesten grenst Kosovo aan Montenegro, in het noorden aan Servië. 4 In het westen en zuiden grenst Kosovo respectievelijk aan Albanië en de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië. Volk Het totale inwonertal van Kosovo bedraagt naar schatting circa 2,2 miljoen personen. 5 Hierbij moet gezegd worden dat de laatste census in 1981 is gehouden, en dat dit aantal, en percentages van bevolkingsgroepen, over het algemeen schattingen zijn.
1
United States Board on Geographic Names, ‘Kosovo and Environs; Geographic Names Index’, december 1998.
2
In tegenstelling tot voorgaande ambtsberichten wordt Kosovo in dit algemeen ambtsbericht aangeduid als een land.
3
De formele benaming luidt de Republiek van Kosovo (in het Albanees: Republika e Kosovës) De Servische benaming luidt ‘autonome provincie van Kosovo en Metohija’ (Autonomne Pokrajine Kosovo i Metohija).
4
Evenals de onafhankelijkheid van Kosovo is de status van de grens tussen Kosovo en Servië nog niet vastgesteld. Landen die de onafhankelijkheid van Kosovo niet erkennen spreken over de ‘administratieve grens’.
5
Zie o.a. United States Department of State (USDoS), ‘2008 Human Rights Report: Kosovo’, In: ‘2008 Country Reports on Human Rights Practices’, 25 februari 2009.
5
algemeen ambtsbericht Kosovo april 2009
Etnische Albanezen maken ongeveer 90% van de totale Kosovaarse bevolking uit. Ongeveer 10% van de Kosovaarse bevolking bestaat uit etnische minderheden6, waarvan etnische Serviërs de grootste groep uitmaken. Andere etnische minderheden zijn Roma, Ashkali, Egyptenaren, Slavische moslims, Gorani, Turken en Kroaten. 7 In de meeste gebieden in Kosovo vormen etnisch Albanezen een meerderheid. In een aantal gebieden zijn etnische Serviërs echter een meerderheid. Het betreft hier het noordelijke deel van Kosovo (gemeentes Leposaviq/Leposavić, Zveçan/Zvečan, Zubin Potok/Zubin Potok en het noordelijk deel van de gemeente Mitrovicë/Kosovka Mitrovica), en de gemeente Shtërpcë/Štrpce in het zuidoosten van Kosovo. Het grootste deel van de etnisch Albanese bevolking is moslim, evenals de meeste Bosniakken, Gorani en Turken, en een deel van de Roma/Ashkali/Egyptenaren gemeenschap8. Etnische Serviërs hangen over het algemeen het Servisch Orthodoxe geloof aan. Minder dan 5% van de bevolking is rooms-katholiek of protestants.9 Talen De officiële talen in Kosovo zijn Albanees en Servisch. Op lokaal niveau kunnen de moedertalen van minderheidsgroepen de status van officiële taal krijgen. 10 Hoewel de wet voorziet in het gebruik van minderheidstalen in officiële documenten, wordt dit in de praktijk nog niet altijd nageleefd.11 Tegenwoordig wordt onderwijs in Kosovo doorgaans in het Albanees gegeven. Er is ook een klein aantal officiële Kosovaarse scholen die les geven in de Turkse of de Bosniak-taal. In de gebieden waar etnische Serviërs in de meerderheid zijn alsmede in de Servische enclaves wordt in het Servisch onderwezen, via parallel 6
Republic of Kosovo Ombudsperson Institution, ‘Eighth Annual Report, 2007-2008, addressed to the Assembly of Kosovo’, 21 juli 2008.
7
Voor specifieke informatie over de verschillende bevolkingsgroepen zie paragraaf 3.4.
8
Voor het onderscheid tussen Roma, Ashkali en Egyptenaren zie paragraaf 3.4.2.
9
United States Department of State, ‘Kosovo - International Religious Freedom Report 2008’, september 2008.
10
Als ten minste 5% van de plaatselijke bevolking tot een bepaalde minderheidsgroep behoort, krijgt de moedertaal van deze groep formeel de status van officiële taal op gemeentelijk niveau. Zie artikel 5 van de grondwet en artikel 1 en 2 van de Law on the Use of Languages.
11
Organisation for Security and Co-Operation in Europe (OSCE), ‘Implementation of the Law on the use of Languages by Kosovo Municipalities’, 9 juli 2008; Humanitarian Law Centre Kosovo (HLC-Kosovo), ‘Security Issues, Employment and Application of Law on the Use of Languages and the Anti-discrimination Law in Kosovo’, april 2008. Vertalingen worden bijvoorbeeld te laat of helemaal niet aangeleverd, of documenten zijn slecht vertaald.
6
algemeen ambtsbericht Kosovo april 2009
onderwijs dat door Belgrado wordt ondersteund. Er is nagenoeg geen onderwijs in de Roma-taal.12 Voor talenkennis van de verschillende bevolkingsgroepen zie paragraaf 3.4 van dit ambtsbericht.
2.1.1
Geschiedenis13 In de vroege middeleeuwen vormde Kosovo het hart van het Servische koninkrijk. Na een reeks militaire nederlagen van Serviërs, waaronder de slag op het Merelveld in Kosovo op 28 juni 1389 maakte het Servische koninkrijk uiteindelijk plaats voor een nieuwe macht, het Ottomaanse rijk. In de daaropvolgende eeuwen trokken grote groepen Serviërs weg uit Kosovo als gevolg van (periodieke) onderdrukking van de christelijke bevolking. Etnische Albanezen vestigden zich in de vrijgekomen gebieden. In 1913, het jaar waarop de onafhankelijke staat Albanië werd gecreëerd, werd Kosovo verdeeld tussen het koninkrijk Servië en het koninkrijk Montenegro.14 Na de eerste wereldoorlog maakte Kosovo deel uit van het nieuwe Koninkrijk Joegoslavië. 15 Tussen 1941 en 1945 werd het grondgebied van het huidige Kosovo wederom verdeeld. 16 In 1945 werd de Socialistische Federatieve Republiek Joegoslavië (SFRJ) opgericht, 17 waartoe ook Kosovo behoorde. Onder de grondwetten van de SFRJ van 1963 en 1974 verkreeg Kosovo de status van autonome provincie van Servië,
12
HLC-Kosovo, april 2008. Zie ook: Freedom House, ‘Freedom in the World - Kosovo (Serbia) (2008)’, 16 januari 2008.
13
Voor een uitgebreide beschrijving van de geschiedenis van Kosovo tot aan de Kosovo-crisis wordt verwezen naar: N. Malcolm, ‘Kosovo, A Short History’, 1998; M. Vickers, ‘Between Serb and Albanian, A History of Kosovo’, 1998.
14
De oostelijke helft van Kosovo maakte deel uit van het koninkrijk Servië. Het westelijke deel van Kosovo (door de Serviërs ook wel ‘Metohija’ genoemd) maakte deel uit van het koninkrijk Montenegro.
15
Het land heette oorspronkelijk het ‘Koninkrijk van Serviërs, Kroaten en Slovenen’. Deze naam werd in 1928 veranderd in ‘Koninkrijk Joegoslavië’.
16
Regio’s Mitrovicë/Kosovska Mitrovica en Vushtrri/Vučitrn werden, samen met Novi Pazar (Servië) samengevoegd tot een nieuw bestuurlijk gewest Kosovo, dat direct door de Duitsers bezet en bestuurd werd. Regio’s Gjilan/Gnjilane, Viti/Vitina en Kaçanik/Kačanik in het oosten van Kosovo werden door Bulgarije bezet. Overige delen van Kosovo werden ingelijfd bij Groot-Albanië, dat een protectoraat van Italië was geworden.
17
De officiële naam van het land luidde: “Federatieve Volksrepubliek Joegoslavië”. Deze naam werd in 1963 gewijzigd in “Socialistische Federatieve Republiek Joegoslavië”.
7
algemeen ambtsbericht Kosovo april 2009
die vrijwel gelijk was aan die van de deelrepublieken. 18 Etnische Albanezen namen in die periode belangrijke machtsposities in en domineerden het sociale leven van Kosovo. De maatschappelijke positie van de etnische Serviërs kwam in toenemende mate onder druk te staan. In 1990 trad een nieuwe Servische grondwet in werking, waarmee de autonomie van Kosovo feitelijk werd opgeheven. In navolging hierop werden etnische Albanezen in Kosovo massaal ontslagen uit overheidsfuncties en vervangen door etnische Serviërs. Elke vorm van vreedzaam protest werd hardhandig neergeslagen. In de jaren negentig ontwikkelden de etnische Albanezen een ‘parallelle maatschappij’ met eigen structuren op politiek en sociaal gebied.19 Begin jaren negentig viel de Socialistische Federatieve Republiek Joegoslavië uit elkaar. Tussen juni 1991 en maart 1992 verklaarden de deelrepublieken Kroatië, Slovenië, Macedonië en Bosnië-Herzegovina zich onafhankelijk.20 Op 27 april 1992 werd de Federale Republiek Joegoslavië (FRJ), bestaande uit de deelrepublieken Servië en Montenegro, uitgeroepen21. In de tweede helft van de jaren negentig nam de onvrede onder de etnisch Albanese bevolking toe en ontstonden er groeperingen – zoals het Kosovo Bevrijdingsleger (Kosovo Liberation Army, KLA)22 – die de onafhankelijkheid van Kosovo langs gewelddadige weg wilden bereiken. In 1998 en 1999 vonden met enige regelmaat gewelddadige incidenten plaats tussen de Servische politie en het federale Joegoslavische leger enerzijds en (vermeende) etnisch Albanese strijders anderzijds. Beide zijden maakten zich in deze periode schuldig aan schending van de mensenrechten van alle 18
Onder de grondwet van SFRJ van 1974 had Kosovo, als autonome provincie, recht op een eigen grondwet, rechterlijke macht, parlement en regering. Deze rechten werden in de praktijk ook uitgeoefend. Bovendien was Kosovo vertegenwoordigd in het Federale Parlement, de Federale Uitvoerende Raad (het formele bestuurlijke orgaan van SFRJ) en andere federale instanties. De etnische Albanezen uit Kosovo leverden zelfs een keer in de jaren tachtig de voorzitter van de Raad.
19
Zo werden er bijvoorbeeld ondergrondse Albanese parlements- en presidentsverkiezingen gehouden en werd er onderwijs gegeven in particuliere huizen. In 1992 werd in officieuze verkiezingen Ibrahim Rugova, als enige kandidaat, tot ‘president’ van Kosovo gekozen.
20
Kroatië en Slovenië in juni 1991, Macedonië in januari 1992 en Bosnië-Herzegovina in maart 1992.
21
De FRJ hield in 2003 op te bestaan en werd vervangen door de Statenunie Servië en Montenegro. Aan deze statenunie kwam op 3 juni 2006 een einde, toen het de Montenegrijnse parlement officieel de onafhankelijkheid uitriep. (bron: Economist Intelligence Unit, ‘Country Profile 2008: Serbia’, 11 september 2008.)
22
In het Albanees: Ushtria Çlirimtare e Kosovës, UÇK.
8
algemeen ambtsbericht Kosovo april 2009
bevolkingsgroepen. 23 Op 24 maart 1999 ging de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO) over tot het uitvoeren van luchtaanvallen op strategische doelen in de gehele Federale Republiek Joegoslavië (FRJ), waaronder Kosovo. In deze periode begingen de Joegoslavische en Servische troepen op grote schaal gewelddadigheden jegens de etnische Albanezen, waarbij duizenden werden gedood. Honderdduizenden etnische Albanezen zochten hun toevlucht in de buurlanden, of raakten ontheemd binnen Kosovo. Diplomatieke inspanningen leidden uiteindelijk tot Veiligheidsraadresolutie 1244, die op 10 juni 1999 werd aanvaard. Op 12 juni 1999 trokken de Joegoslavische strijdkrachten en de Servische veiligheidstroepen zich terug uit Kosovo. De eerste weken na het vertrek van deze troepen uit Kosovo werden gekenmerkt door een aantal gewelddadige acties van doorgaans etnische Albanezen jegens etnische Serviërs, Roma en andere minderheden, alsmede vermeende etnisch Albanese ‘collaborateurs’. Vanaf juni 1999 werd Kosovo op grond van resolutie 1244 bestuurd door een interim civiel bestuur, de zogenoemde Provisional Institutions of Self-Government (PISG), onder auspiciën van een VN missie: de United Nations Interim Administration Mission in Kosovo (UNMIK). Resolutie 1244 voorzag tevens in een internationale veiligheidspresentie, de NAVO-geleide Kosovo Force (KFOR). In de jaren die volgden werden de bevoegdheden van UNMIK langzaamaan overgedragen aan de Kosovaarse PISG, hoewel UNMIK eindverantwoordelijk bleef. Het proces van normalisatie en wederopbouw werd in maart 2004 abrupt verstoord door gewelddadigheden jegens etnische minderheden.24 Sindsdien is ernaar gestreefd om het proces een nieuw leven in te blazen en de fragiele verhoudingen tussen de verschillende etnische groepen te herstellen. De internationale gemeenschap was van mening dat er eerst sprake moest zijn van een goed functionerend bestuur, alvorens over de definitieve status van Kosovo onderhandeld kon worden. In het document Standards before Status25 werd vastgelegd aan welke criteria Kosovo volgens de internationale gemeenschap moest voldoen. In de tweede helft van 2005 werd op verzoek van de SecretarisGeneraal van de Verenigde Naties een evaluatie van deze standaarden gedaan. In 23
Voor een uitgebreid overzicht van de door beide partijen tijdens de crisis in Kosovo begane misdaden wordt verwezen naar: Human Rights Watch, ‘Under Orders, War Crimes in Kosovo’, oktober 2001.
24
Voor een beschrijving van de onlusten van maart 2004 wordt verwezen naar het algemeen ambtsbericht Kosovo van april 2005, met name paragraaf 2.3 (veiligheidssituatie) en paragraaf 3.4 voor de positie van de afzonderlijke etnische groepen in Kosovo.
25
Voor uitvoerige informatie over de Standards wordt verwezen naar de website van UNMIK: http://www.unmikonline.org, laatst geraadpleegd op 22 juni 2009.
9
algemeen ambtsbericht Kosovo april 2009
deze evaluatie werd geconcludeerd dat de implementatie van de standaarden nog niet volledig was, maar dat het onderhandelingsproces wel geïnitieerd kon worden. 26 In oktober 2005 nam de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties de conclusies en aanbevelingen van de evaluatie over 27 en benoemde vervolgens Martti Ahtisaari uit Finland als Special Envoy for the future status of Kosovo.28 Voor de verdere ontwikkelingen die geleid hebben tot de verklaring van de onafhankelijkheid van Kosovo, zie paragraaf 2.3: politieke ontwikkelingen.
2.2
Staatsinrichting
2.2.1
Nationaal bestuurlijk kader Staatsvorm en staatshoofd Kosovo is sinds de onafhankelijkheidsverklaring van 17 februari 2008 een republiek. Daarvoor maakte Kosovo formeel deel uit van Servië, maar werd het op basis van Veiligheidsraadresolutie 1244 van 10 juni 1999 onttrokken aan het wetgevende, uitvoerende en rechtsprekende gezag van Servië (destijds FRJ). Deze resolutie voorzag in een interim civiel bestuur in Kosovo – de zogenaamde Provisional Institutions of Self-Government – onder auspiciën van de VN, de United Nations Interim Administration Mission in Kosovo (UNMIK), en tevens in een internationale veiligheidspresentie, de NAVO-geleide Kosovo Force (KFOR). Momenteel hebben 60 landen de onafhankelijkheid van Kosovo erkend, waaronder Nederland, de Verenigde Staten en de meeste EU lidstaten. Onder de staten die de onafhankelijkheid van Kosovo niet erkennen bevinden zich Servië, Rusland, China en vijf EU-lidstaten (Griekenland, Spanje, Cyprus, Roemenië en Slowakije).
26
De bevindingen en aanbevelingen (A comprehensive review of the situation in Kosovo) over de implementatie van de Standards zijn als bijlage gevoegd aan: United Nations Security Council, ‘Letter dated 7 October 2005 from the Secretary-General addressed to the President of the Security Council’, S/2005/635, 7 oktober 2005. De evaluatie van de Standards noemde met name de slechte economische situatie in Kosovo, corruptie en georganiseerde misdaad als grote gevaren voor de toekomst van Kosovo. Daarnaast was de evaluatie kritisch over de gespannen interetnische verhoudingen in Kosovo, de positie van etnische Serviërs en andere minderheden en het feit dat de rechtsstaat in Kosovo nog sterk onderontwikkeld was.
27
United Nations Security Council, ‘Statement by the President of the Security Council’, S/PRST/2005/51, 24 oktober 2005.
28
United Nations Security Council, ‘Letter dated 10 November 2005 from the President of the Security Council addressed to the Secretary-General’, S/2005/709, 10 november 2005.
10
algemeen ambtsbericht Kosovo april 2009
De president is het staatshoofd en vertegenwoordigt de Republiek van Kosovo in binnen- en buitenland. Sinds 10 februari 2006 is Fatmir Sejdiu president van Kosovo.29 Grondwet De grondwet voorziet in scheiding van de wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht.30 De grondwet voorziet tevens in de bescherming van mensenrechten overeenkomstig internationale en Europese standaarden.31 De grondwet is aangenomen door de Assemblee op 9 april 2008, en in werking getreden op 15 juni 2008. De grondwet is gebaseerd op het Comprehensive Proposal for the Kosovo Status Settlement (CSP) van Special Envoy Martti Ahtisaari32. De grondwet stelt dat de provisies in het CSP voorrang hebben boven alle andere wettelijke voorzieningen. Er worden geen taken of bevoegdheden voor de VN of UNMIK in de grondwet genoemd. 33 De etnisch Servische gemeenschap heeft geen deel genomen aan het grondwetschrijvende proces. Andere minderheden, zoals de Roma, klaagden dat ze niet voldoende betrokken waren bij dit proces.34 Voor de invoering van de grondwet waren de bevoegdheden en de verantwoordelijkheden van de Provisional Institutions of Self-Government (PISG), alsmede de bescherming van mensenrechten vastgelegd in het Constitutional Framework for Provisional Self-Government dat op 12 mei 2001 werd gepresenteerd. 35 Wetgevende macht De direct gekozen Assemblee36 is volgens de grondwet het wetgevende instituut. De Assemblee kiest tevens de president en de regering. 37 29
Zijn voorganger Ibrahim Rugova stierf op 21 januari 2006.
30
Artikel 4 van de grondwet.
31
Commission of the European Communities, Commission Staff Working Document ‘Kosovo (under UNSCR 1244/99) 2008 Progress Report’, SEC(2008)2697, accompanying the communications from the commission to the European Parliamant and the Council, Enlargement Strategy and Main Challenges 2008-2009, COM(2008)674, 5 november 2008.
32
Zie paragraaf 2.3: politieke ontwikkelingen. Het CSP staat ook bekend als het ‘Ahtisaariplan’.
33
Commission of the European Communities, ‘Kosovo (under UNSCR 1244/99) 2008 Progress Report’, 5 november 2008.
34
Ibid.
35
Zie UNMIK-verordening 2001/9 van 15 mei 2001.
36
Zie de officiële website van de Kosovo Assembly: http://www.assembly-kosova.org, laatst geraadpleegd op 22 juni 2009.
11
algemeen ambtsbericht Kosovo april 2009
De Assemblee heeft 120 zetels, waarvan 10 zetels voor de leden van de etnisch Servische minderheid zijn gereserveerd. Voor de overige minderheden zijn eveneens 10 zetels gereserveerd, waarbij zij als volgt zijn onderverdeeld: etnische Roma, Ashkali en Egyptenaren: 4 zetels; Slavische moslims (Bosniakken): 3 zetels; etnische Turken: 2 zetels; Gorani: 1 zetel.38 De Assemblee wordt verkozen voor een periode van 4 jaar.39 Sinds januari 2008 is de voorzitter van het Assemblee Jakup Krasniqi. Daarvoor was gedurende de verslagperiode Kolë Berisha de voorzitter.40 De zetelverdeling in de Assemblee na de verkiezingen van november 200741 is als volgt: - Democratic Party of Kosovo (PDK): 34 zetels; - Democratic League of Kosovo (LDK): 24 zetels; - Democratic League of Dardania (LDD): 11 zetels; - Kosovo New Alliance (AKR): 11 zetels; - Alliance for the Future of Kosovo (AAK): 11 zetels. De overige 29 zetels worden door kleinere partijen of onafhankelijke kandidaten bezet. Verder worden de politieke partijen in de Assemblee onderverdeeld in politieke groepen: deze bestaan bijvoorbeeld uit leden van een grote partij gecombineerd met leden van een of meerdere kleinere partijen. De twee grootste groepen zijn de ‘PDK-groep’ (37 zetels), en de ‘LDK-groep’ (24 zetels). 42 Uitvoerende macht De regering van Kosovo bestaat uit de premier en de door hem benoemde en door de Assemblee goedgekeurde ministers. De grondwet schrijft voor dat ten minste één van de ministers moet behoren tot de Servische gemeenschap in Kosovo en één tot een andere minderheidsbevolkingsgroep. De regering is verantwoordelijk voor de tenuitvoerlegging van de wetten van Kosovo en kan nieuwe wetsvoorstellen aan de Assemblee voorleggen. 43
37
De president draagt een kandidaat-premier voor op basis van de uitslag van de verkiezingen. Zie artikel 86 en 95 van de grondwet.
38
Artikel 63 en 64 van de grondwet.
39
Artikel 66 van de grondwet.
40
Zie http://www.assembly-kosova.org, laatst geraadpleegd op 22 juni 2009; United Nations Secretary General (UNSG), ‘Report of the Secretary-General on the United Nations Interim Administration Mission in Kosovo’, S/2008/211, 28 maart 2008.
41
Zie paragraaf 2.3: politieke ontwikkelingen.
42
http://www.assembly-kosova.org, laatst geraadpleegd op 22 juni 2009.
43
Artikel 92-101 van de grondwet. Zie ook: Commission of the European Communities, ‘Kosovo (under UNSCR 1244/99) 2008 Progress Report’, 5 november 2008.
12
algemeen ambtsbericht Kosovo april 2009
Sinds 9 januari 2008 leidt premier Hashim Thaçi (PDK) een coalitieregering van de twee grootste politieke partijen in Kosovo, de LDK en de PDK, en enkele kleinere partijen. Er zijn twee vicepremiers en 17 ministers.44 Rechterlijke macht De rechterlijke macht in Kosovo bestaat uit het Supreme Court in Prishtinë/Priština, dat als het hoogste hof van beroep in Kosovo fungeert.45 Verder zijn er 5 district courts, 25 municipal courts, 25 minor offence courts46 en een appellate court for minor offences.47 Rechters worden op alle niveaus benoemd door de president op voordracht van de Kosovo Judicial Council.48 De grondwet bepaalt dat rechters onafhankelijk dienen te zijn en dat de rechterlijke macht de etnische diversiteit van Kosovo dient te weerspiegelen. Ten minste 15% van alle rechters van elk hof dient van een minderheidgemeenschap te zijn.49 Inrichting op gemeentelijk niveau Kosovo is onderverdeeld in dertig gemeentes en drie pilot-gemeentes.50 Het bestuur van gemeentes in Kosovo ligt in handen van de gemeenteraad (Municipal
44
Zie de website van de premier: http://www.kryeministri-ks.net, laatst geraadpleegd op 22 juni 2009. Zie ook: Commission of the European Communities, ‘Kosovo (under UNSCR 1244/99) 2008 Progress Report’, 5 november 2008.
45
Artikel 103 van de grondwet..
46
Deze rechtbanken behandelen lichte overtredingen waarvoor een maximale celstraf van 60 dagen staat. Zie Organisation for Security and Co-Operation in Europe (OSCE), Mission in Kosovo, ‘Review of the Criminal Justice System in Kosovo, The protection of witnesses in the criminal justice system, The administration of justice in minor offences courts, Juveniles in criminal proceedings’, 14 december 2006.
47
OSCE, ‘Different Communities before the Kosovo System, A preliminary statistical overview of punishments and trial outcomes in district, municipal, and minor offences courts’, 4 december 2008; USDoS, ‘2008 Human Rights Report: Kosovo’, 25 februari 2009.
48
De Kosovo Judicial Council werd opgericht in december 2005 op grond van UNMIKverordening 2005/52 van 20 december 2005. De raad bestaat uit 5 rechters die gekozen worden door leden van de rechtsprekende macht, en 8 leden die gekozen worden door de Assemblee. Zie grondwet artikel 108.
49
Zie artikel 103 en 104 van de grondwet.
50
UNMIK Administrative Direction 2005/11 van 22 juli 2005 voorzag in de ontwikkeling van vijf pilots voor nieuwe gemeentes, binnen de grenzen van reeds bestaande gemeentes. Het CSP voorzag in nog eens drie extra nieuwe gemeentes en in de splitsing van de gemeente Mitrovicë/Kosovka Mitrovica. Onder andere vanwege het gebrek aan medewerking van de plaatselijke etnisch Servische politieke leiding, zijn niet alle nieuwe gemeentes ingevoerd. Drie van de pilot-gemeentes zijn operationeel: Junik/Junik, Hani i Elezit/Đeneral Janković en Mamuşa/Mamushë/Mamuša (de eerste schrijfwijze van deze gemeente is in de Turkse taal). Voor een overzicht van de gemeentes in Kosovo zie http://www.osce.org/kosovo/13982.html, laatst geraadpleegd op 22 juni 2009.
13
algemeen ambtsbericht Kosovo april 2009
Assembly) en de burgemeester, die in lokale verkiezingen worden gekozen. 51 In de verkiezingen van 30 november 2007 werden voor het eerst burgemeesters direct gekozen tot hoofd van de gemeentes. 52
2.2.2
Internationale presentie Naast de Kosovaarse autoriteiten is er momenteel in Kosovo een aantal internationale organisaties actief, met diverse bevoegdheden. Vanwege de politieke ontwikkelingen gedurende de verslagperiode (zie paragraaf 2.3) hebben deze organisaties deels overlappende mandaten. UNMIK53 Sinds de onafhankelijkheid is de rol van UNMIK in Kosovo drastisch veranderd. Tot de inwerkingtreding van de grondwet berustten de wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht in Kosovo alle bij UNMIK, op basis van resolutie 1244 van de VN-veiligheidsraad. De Speciale Vertegenwoordiger van de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties, die aan het hoofd van de UNMIK staat, was verantwoordelijk voor de uitoefening van deze machten.54 Het Comprehensive Proposal for the Kosovo Status Settlement (CSP) van Special Envoy Martti Ahtisaari voorzag dat de functie van UNMIK over zou worden genomen door twee instanties: een International Civilian Representative (ICR), die de uitvoering van alle civiele aspecten van het CSP zou monitoren, en een EU Rule of Law missie, die verantwoordelijk zou zijn voor de opbouw van politie, justitie en douane. De Veiligheidsraad heeft op aandringen van Rusland resolutie 1244 niet herroepen, waardoor deze resolutie formeel nog van kracht blijft. In de praktijk is de missie sterk verkleind, op basis van het voorstel van de Secretaris-Generaal van
51
Zie de Law on Local Self Government, aangenomen op 15 juni 2008. Daarvoor werd lokaal zelfbestuur geregeld volgens UNMIK-verordening 2000/45 van 11 augustus 2000, geamendeerd door UNMIK-verordening 2007/30 van 16 oktober 2007.
52
OSCE, ‘Human Rights, Etnic Relations and Democracy in Kosovo, (Summer 2007 – Summer 2008)’, 5 september 2008. De drie pilot-gemeentes deden niet mee aan de verkiezingen.
53
Voor meer informatie over UNMIK zie o.a. de website: http://www.unmikonline.org/, laatst geraadpleegd op 22 juni 2009.
54
UNMIK-verordening 1999/1 van 25 juli 1999.
14
algemeen ambtsbericht Kosovo april 2009
juni 2008.55 UNMIK wordt sindsdien gereduceerd van een staf van circa 5.000 medewerkers naar een staf van circa 500 in de zomer van 2009.56 De organisatie van UNMIK bestond oorspronkelijk uit vier pijlers, geleid door verschillende internationale organisaties: 1) politie en justitie onder auspiciën van de VN; 2) civiel bestuur onder auspiciën van de VN; 3) institutionele opbouw onder auspiciën van de Organisation for Security and Co-Operation in Europe (OSCE); 4) economische wederopbouw onder auspiciën van de EU. De 3e pijler onder auspiciën van de OSCE is nog operationeel. 57 UNMIK beperkt zich tot monitoring werkzaamheden en het organiseren van een dialoog tussen de Kosovaarse autoriteiten, de etnische Serviërs en de Servische regering. UNMIK speelt verder nog steeds een rol in contacten met landen die de onafhankelijkheid van Kosovo niet erkennen. Servië en het merendeel van de etnische Serviërs in Kosovo blijven UNMIK als de enige legitieme internationale vertegenwoordiger zien (onder resolutie 1244).58 Sinds 20 juni 2008 wordt de functie van Speciale Vertegenwoordiger bekleed door Lamberto Zannier. Van 1 september 2006 tot 20 juni 2008 werd deze functie vervuld door Joachim Rücker. 59 International Civilian Representative60 Het CSP voorzag de aanstelling van een International Civilian Representative. Volgens het CSP zou de ICR toezicht houden op de uitvoering van het CSP door de Kosovaarse autoriteiten en hen daarin bijstaan. De ICR is volgens het plan de uiteindelijke autoriteit voor alle civiele aspecten, en kan beslissingen van de Kosovaarse autoriteiten herroepen, indien zij niet in overeenstemming zijn met het 55
UNSG, ‘Report of the Secretary-General on the United Nations Interim Administration Mission in Kosovo’, S/2008/354, 12 juni 2008. Zie verder paragraaf 2.3: politieke ontwikkelingen.
56
Balkan Insight, ‘UNMIK to reduce staff to 500’, 30 maart 2009.
57
Zie de website van UNMIK: http://www.unmikonline.org/ en OSCE Mission in Kosovo: http://www.osce.org/kosovo, laatst geraadpleegd op 22 juni 2009. Zie voor meer informatie over de werkzaamheden van de OSCE paragraaf 3.2.1: internationaal toezicht.
58
‘Report of the Secretary-General on the United Nations Interim Administration Mission in Kosovo’, S/2008/692, 24 november 2008. Zie ook: Times Online, ‘UN replaces top officials as it cuts back in Kosovo’, 12 juni 2008.
59
Zie de website van UNMIK: http://www.unmikonline.org/, laatst geraadpleegd op 22 juni 2009; zie ook: Times Online, ‘UN replaces top officials as it cuts back in Kosovo’, 12 juni 2008.
60
Voor informatie over de ICR zie o.a. de website van het ICO: http://www.ico-kos.org/?id=1, laatst geraadpleegd op 22 juni 2009.
15
algemeen ambtsbericht Kosovo april 2009
CSP. De ICR heeft daarnaast een functie als Speciaal Vertegenwoordiger voor de EU (EU Special Representative, EUSR).61 Op 28 februari 2008 is Pieter Feith aangesteld als ICR/EUSR.62 Het CSP werd niet aangenomen door de Veiligheidsraad (zie paragraaf 2.3: politieke ontwikkelingen) waardoor de taak van de ICR in de praktijk anders is dan voorzien. De autoriteit van de ICR wordt erkend door de Kosovaarse autoriteiten, maar niet door landen die Kosovo niet erkennen. De ICR gaat uit van de onafhankelijkheid van Kosovo. 63 De International Civilian Representative (ICR) staat aan het hoofd van het International Civilian Office (ICO). Het ICO richt zich onder andere op de verenigbaarheid van nieuwe wetgeving met het CSP. In het eerste jaar dat het ICO operationeel was, lag de nadruk vooral op institutionele opbouw en op het natrekken van nieuwe wetgeving. EULEX64 Het CSP voorzag ook in een EU Rule of Law missie. Deze missie heeft als taak de Kosovaarse instellingen, met name de juridische instellingen en de politie, bij te staan in het institutionaliseren van de rechtsstaat, en ervoor te zorgen dat deze instellingen opereren volgens internationale standaarden en vrij van politieke beïnvloeding. EULEX heeft executieve bevoegdheden op bepaalde terreinen, o.a. vervolging van oorlogsmisdaden en georganiseerde misdaad.65 EULEX opereert statusneutraal en in de context van VN-resolutie 1244.66 Volgens het Zes-Punten-Plan67 van de Secretaris-Generaal moet EULEX verantwoording
61
Voor het volledige mandaat van de ICR zie het Comprehensive Proposal for the Kosovo Status Settlement, bijlage bij: United Nations Security Council, ‘Letter dated 26 March 2007 from the Secretary-General addressed to the President of the Security Council’, S/2007/168, 26 maart 2007. Voor het volledige mandaat van de EUSR zie: Official Journal of the European Union, ‘COUNCIL JOINT ACTION 2008/123/CFSP’, 4 februari 2008.
62
Zie voor de aanstelling van de ICR/EUSR paragraaf 2.3: politieke ontwikkelingen.
63
Zie de website van het ICO: http://www.ico-kos.org/?id=1, laatst geraadpleegd op 22 juni 2009.
64
Voor meer informatie over EULEX zie de website: http://www.eulex-kosovo.eu/, laatst geraadpleegd op 22 juni 2009.
65
Voor het volledige mandaat van EULEX zie: Official Journal of the European Union, ‘COUNCIL JOINT ACTION 2008/124/CFSP’, 4 februari 2008.
66
UNSG, S/2008/354, 12 juni 2008.
67
Zie paragraaf 2.3: politieke ontwikkelingen.
16
algemeen ambtsbericht Kosovo april 2009
afleggen aan de VN. 68 De Kosovaarse autoriteiten erkennen het Zes-Punten-Plan niet, maar hebben wel toegezegd om met EULEX samen te werken. De missie is inmiddels op volledige operationele sterkte en bestaat uit ongeveer 1.700 rechters en politieagenten en andere experts op justitie-gebied uit alle EUlanden en ook andere landen, zoals de VS, en uit ongeveer 900 lokale krachten.69 De missie ging van start op 9 december 2008, onder leiding van Yves de Kermabon. Volgens het CSP zou de missie in naam van de EUSR opereren, maar hiervan wordt in de mandaten van de EUSR en EULEX geen melding gemaakt.70 Wel is het zo dat alle lidstaten van de EU, inclusief de landen die Kosovo niet erkennen, hebben ingestemd met EULEX en aan de missie deelnemen. 2.2.3
Parallelle Servische structuren De Kosovaarse autoriteiten kunnen niet in heel Kosovo effectief hun gezag uitvoeren. In de gebieden waar etnische Serviërs in de meerderheid zijn – met name ten noorden van de rivier Ibar en in de grote Servische enclaves – zijn ‘parallelle structuren’ werkzaam die verantwoording afleggen aan de Servische overheid. Dit geldt vooral op het gebied van rechtspraak, onderwijs en gezondheidszorg. 71 De parallelle structuren zijn naar verluidt sinds de onafhankelijkheidsverklaring sterker aanwezig, maar komen recent onder druk te staan, omdat de Servische regering haar financiële steun aan deze structuren reduceert.72 In juni 2006 zeiden de autoriteiten van drie Servische gemeentes in het noorden van Kosovo (gemeente Leposaviq/Leposavić, Zveçan/Zvečan en Zubin
68
EULEX brengt bijvoorbeeld verslag uit in de rapporten van de Secretaris-Generaal. Zie: UNSG, S/2009/149, 17 maart 2009; UNSG, S/2009/300, 10 juni 2009. In de praktijk kan EULEX naar verluidt zelfstandig van de VN opereren. Zie o.a.: NRC Handelsblad, ‘ Brussel praat liever niet over Kosovo: Kosovo EU nam risico met Kosovo; gezant positief; in het noorden ontbreekt nog orde en gezag’, 19 februari 2009.
69
Zie UNSG, S/2009/300, 10 juni 2009.
70
Zie: Raad van de Europese Unie, ‘COUNCIL JOINT ACTION 2008/123/CFSP’ en ‘COUNCIL JOINT ACTION 2008/124/CFSP’, 4 februari 2008.
71
Zie: Commission of the European Communities, ‘Kosovo (under UNSCR 1244/99) 2008 Progress Report’, 5 november 2008; UNSG, ‘Report of the Secretary-General on the United Nations Interim Administration Mission in Kosovo’, S/2007/134, 9 maart 2007, en daaropvolgende rapporten van de Secretaris-Generaal. Zie voor een uitgebreide omschrijving van de parallelle structuren het rapport van de International Crisis Group (ICG), ‘Serb Integration in Kosovo: Taking the Plunge’, van 12 mei 2009.
72
Zie: ICG, ‘Serb Integration in Kosovo: Taking the Plunge’, 12 mei 2009.
17
algemeen ambtsbericht Kosovo april 2009
Potok/Zubin Potok) alle samenwerking met het Kosovaarse zelfbestuur op.73 Deze boycot zette zich voort na 2007.74 Volgens een rapport van de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties worden drie gemeentes75 in het noorden van Kosovo in de praktijk geleid door gemeenteraden op basis van de Servische verkiezingen in mei 2008. Shtërpcë/Štrpce (in het zuiden van Kosovo) heeft twee concurrerende gemeenteraden, een op basis van de Kosovaarse verkiezingen in november 2007 en een op basis van de Servische in mei 2008.76 Ook het noordelijke deel van de gemeente Mitrovicë/Kosovska Mitrovica zou een eigen etnisch Servisch gemeentelijk bestuur hebben.77 Naar verluidt zetelt in de enclave Graçanicë/Gračanica ook een bestuur voor de gemeente Prishtinë/Priština.78 Etnisch Servische politieke leiders zien UNMIK en KFOR als enige legitieme internationale vertegenwoordigers in Kosovo, op basis van VN-resolutie 1244.79 Op 28 juni 2008 werd door de etnische Serviërs in het noorden van Kosovo een eigen parlement uitgeroepen. Het parlement bestaat vooral uit politici van de ultranationalistische Servische Radicale Partij (SRS). Het parlement, dat zetelt in het noorden van Mitrovicë/Kosovka Mitrovica, heeft een voornamelijk ceremoniële functie en kan geen wetten aannemen. Het kan wel wetsvoorstellen die betrekking hebben op Kosovo naar het Servische parlement sturen. Radovan Nicic van de SRS werd als voorzitter van het parlement gekozen. 80
73
Commission of the European Communities, Commission Staff Working Document ‘Kosovo (under UNSCR 1244/99) 2006 Progress Report’, SEC (2006) 1386, 8 november 2006. Alle andere (deels) Servische gemeentes zetten de samenwerking met het Kosovaarse zelfbestuur voort.
74
UNSG, S/2007/134, 9 maart 2007; UNSG, S/2007/395, 29 juni 2007; UNSG S/2007/582, 28 september 2007. Zie ook: ICG, ‘Serb Integration in Kosovo: Taking the Plunge’, 12 mei 2009.
75
Leposaviq/Leposavić, Zveçan/Zvečan en Zubin Potok/Zubin Potok.
76
UNSG, S/2008/692, 24 november 2008. Zie ook: ICG, ‘Serb Integration in Kosovo: Taking the Plunge’, 12 mei 2009.
77
Helsinki Committee for Human Rights in Serbia, ‘Serb Enclaves: New Reality, Quarterly Report of the Helsinki Committee for Human Rights in Serbia / Prishtina Office, january/march 2009’, maart 2009. Zie ook: ICG, ‘Serb Integration in Kosovo: Taking the Plunge’, 12 mei 2009.
78
Zie o.a.: UNSG, S/2008/458, 15 juli 2008; Helsinki Committee for Human Rights in Serbia, maart 2009. Zie ook: ICG, ‘Serb Integration in Kosovo: Taking the Plunge’, 12 mei 2009.
79
Zie o.a.: UNSG, S/2009/300, 10 juni 2009.
80
Global Insight, ‘Kosovo: Kosovo Serbs Convene Separate parliament’, 30 juni 2008. Zie ook: ICG, ‘Serb Integration in Kosovo: Taking the Plunge’, 12 mei 2009.
18
algemeen ambtsbericht Kosovo april 2009
Ministerie en coördinatiecentrum voor Kosovo en Metohija Op 15 mei 2007 is binnen de overheid van Servië een ministerie opgericht dat de Servische belangen in Kosovo behartigt, het ministerie voor Kosovo en Metohija. Van 15 mei 2007 tot 7 juli 2008 was Slobodan Samardžić minister voor Kosovo en Metohija. Op 7 juli 2008 werd Samardžić opgevolgd door minister Goran Bogdanović. 81 Het Coördinatiecentrum voor Kosovo en Metohija (Koordinacioni centar Srbije za Kosovo i Metohiju) is in 2001 opgericht als een agentschap van de Servische overheid binnen de Servische Raad van Ministers. Het coördinatiecentrum is verantwoordelijk voor de coördinatie van alle activiteiten van de Servische staat in alle aangelegenheden die betrekking hebben op Kosovo. Tevens is het centrum belast met het in stand houden van de parallelle structuren in Kosovo. Het coördinatiecentrum zetelt officieel in de enclave Graçanicë/Gračanica en heeft ook een kantoor in het noordelijke deel van de stad Mitrovicë/Kosovska Mitrovica. Het centrum wordt momenteel geleid door Zvonimir Stević, tevens staatssecretaris voor het ministerie voor Kosovo en Metohija.82
2.3
Politieke ontwikkelingen Statusonderhandelingen Op 2 januari 2007 diende de speciaal gezant voor de toekomstige status van Kosovo, Martti Ahtisaari, het Comprehensive Proposal for the Kosovo Status Settlement (CSP) in bij zowel de autoriteiten in Belgrado als Prishtinë/Priština.83 Nadat uit overleg tussen Servische en Kosovaarse leiders bleek dat beide partijen het niet eens konden worden, werd het voorstel aan de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties voorgelegd. Op 26 maart 2007 beval deze het aan bij de Veiligheidsraad.84 De Veiligheidsraad slaagde er niet in het eens te worden over het CSP. Daarom werd in augustus 2007 een nieuw initiatief genomen: de instelling van een troika van vertegenwoordigers van de Europese Unie, de Verenigde Staten en Rusland. 81
Zie http://www.kim.sr.gov.yu/cms/item/home/en.html en http://www.srbija.gov.rs, laatst geraadpleegd op 22 juni 2009. Zie ook: ICG, ‘Serb Integration in Kosovo: Taking the Plunge’, 12 mei 2009.
82
Balkan Insight, ‘Serbian Minister Opens New Kosovo Office’, 17 september 2008. Zie ook: Helsinki Committee for Human Rights in Serbia, maart 2009. Zie ook: ICG, ‘Serb Integration in Kosovo: Taking the Plunge’, 12 mei 2009.
83
UNSG, S/2007/134, 9 maart 2007.
84
UNSG, S/2007/395, 29 juni 2007; Commission of the European Communities, ‘Kosovo (under UNSCR 1244/99) 2008 Progress Report’, 5 november 2008.
19
algemeen ambtsbericht Kosovo april 2009
Deze troika begon in september onderhandelingen met Belgrado en Prishtinë/Priština. In december 2007 werd duidelijk dat ook deze onderhandelingen niet leidden tot een oplossing van de onderlinge geschillen. 85 Verkiezingen In november en december 2007 liep het mandaat af van respectievelijk de Assemblee en de gemeentes. Hoewel de definitieve status van Kosovo nog steeds onduidelijk was, werden op 17 november 2007 verkiezingen gehouden voor de Assemblee, 30 gemeenteraden en voor het eerst ook voor de burgemeesters.86 De verkiezingen verliepen zonder incidenten, en waren volgens de Raad van Europa in overeenstemming met internationale en Europese standaarden.87 De Democratic Party of Kosovo (PDK) won de Assemblee verkiezingen met 34,2% van de stemmen. Op 12 december 2007 vroeg president Fatmir Sejdiu aan de leider van deze partij, Hashim Thaçi, een regering te vormen. 88 Op 9 januari 2008 werd Fatmir Sejdiu door de net ingestelde Assemblee herkozen tot president. Op dezelfde dag werd een nieuwe coalitieregering ingezworen, met Hashim Thaçi als minister-president.89 De verkiezingen werden onder druk van Belgrado door een groot deel van de etnisch Servische gemeenschap geboycot. In de noordelijke provincies Leposaviq/Leposavić, Zveçan/Zvečan en Zubin Potok werd geen enkele etnisch Servische stem uitgebracht.90 Er hebben wel enkele etnisch Servische partijen deelgenomen aan de verkiezingen. Deze kunnen vanwege de boycot echter niet als representatief gezien worden voor een groot deel van de etnisch Servische bevolking. 91 Onafhankelijkheidsverklaring Op 17 februari 2008 tekende de Assemblee een verklaring die Kosovo uitriep tot onafhankelijke en soevereine staat. De verklaring stelde dat Kosovo de verantwoordelijkheden zou accepteren die vastgelegd waren in het CSP en in
85
UNSG, S/2007/582, 28 september 2007; Commission of the European Communities, ‘Kosovo (under UNSCR 1244/99) 2008 Progress Report’, 5 november 2008.
86
De drie pilot-gemeentes deden niet mee aan de verkiezingen.
87
UNSG, S/2007/768, 3 januari 2008. Zie ook: USDoS, ‘Serbia (includes Kosovo)’ in: ‘Country Reports on Human Rights Practices – 2007’, 11 maart 2008; OSCE, ‘Human Rights, Etnic Relations and Democracy in Kosovo, (Summer 2007 – Summer 2008)’, 5 september 2008.
88
UNSG, S/2007/768, 3 januari 2008.
89
UNSG, S/2008/211, 28 maart 2008.
90
UNSG, S/2007/768, 3 januari 2008.
91
Ibid. Zie ook: Freedom House, 16 januari 2008.
20
algemeen ambtsbericht Kosovo april 2009
resolutie 1244, en dat de regering er alles aan zou doen om de rechten van minderheden te beschermen. De autoriteiten in Belgrado en de etnisch Servische gemeenschap in Kosovo verwierpen de verklaring. Veel (maar niet alle) etnische Serviërs verlieten hun baan bij gemeentes, rechtbanken, UNMIK Customs, de Kosovo Police Service, en de Kosovo Correction Service.92 De onafhankelijkheidsverklaring werd wereldwijd wisselend ontvangen. De Verenigde Staten en de meeste lidstaten van de Europese Unie erkenden de onafhankelijkheid al snel. Andere landen bleven tegenstander van de onafhankelijkheid, waaronder permanente leden van Veiligheidsraad Rusland en China.93 Op 8 oktober 2008 nam de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties een door Servië aangedragen resolutie aan. In deze resolutie werd het Internationaal Gerechtshof in Den Haag gevraagd advies uit te brengen over de vraag of de onafhankelijkheidsverklaring in overeenstemming is met internationaal recht.94 Op 9 oktober 2008 erkenden ook de buurlanden Montenegro en FYR Macedonië de onafhankelijkheid van Kosovo. Hiermee werd Kosovo erkend door alle buurlanden, behalve Servië.95 Nieuwe grondwet Op 15 juni 2008 werd de nieuwe grondwet (de “Constitution of the Republic of Kosovo”) van kracht. Vervolgens werd ook een aantal andere wetten aangenomen die waren voorzien in het CSP. Nieuwe wetgeving refereerde niet langer aan de macht van de Speciaal Vertegenwoordiger van de Secretaris-Generaal onder resolutie 1244 of aan het Constitutional Framework, en voorzag geen rol voor UNMIK. 96 Totstandkoming ICR en EULEX / Zes-Punten-Plan In februari 2008 besloten de EU-ministers van Buitenlandse Zaken om een rechtsstaat missie op te richten, genaamd EULEX Kosovo. De belangrijkste taken waren het ondersteunen, adviseren en monitoren van de Kosovaarse autoriteiten bij de opbouw van politie, justitie en douane. Daarnaast zou een ICR/EUSR
92
UNSG, S/2008/211, 28 maart 2008; Commission of the European Communities, ‘Kosovo (under UNSCR 1244/99) 2008 Progress Report’, 5 november 2008
93
Newsweek, ‘Winning the battle of Kosovo’, 24 maart 2008.
94
UNSG, S/2008/692, 24 november 2008. Zie ook: Spiegel Online, ‘Serbia only wants ‘legal advice’ ’, 6 oktober 2008.
95
Worldpress.org, ‘Kosovo’s regional recognition almost complete’, 19 november 2008.
96
UNSG, S/2008/458, 15 juli 2008; UNSG, S/2008/692, 24 november 2008.
21
algemeen ambtsbericht Kosovo april 2009
aangesteld worden. 97 Beiden waren voorzien in het CSP, dat niet door de Veiligheidsraad was overgenomen. 98 Op 28 februari 2008 werd Pieter Feith aangesteld als ICR door de International Steering Group, een groep van landen die alle Kosovo’s onafhankelijkheid erkennen, en erop toe willen zien dat het CSP uitgevoerd wordt.99 De EULEX missie zou oorspronkelijk al in juni 2008 van start gaan. De start van de missie liep echter vertraging op, enerzijds omdat de Veiligheidsraad, op aandringen van Rusland, het mandaat van UNMIK niet ophief, en anderzijds omdat etnische Serviërs aangaven alleen met UNMIK samen te zullen werken. 100 In juni 2008 stelde de Secretaris-Generaal een compromis voor waardoor EULEX toch van start zou kunnen gaan.101 De EU-missie zou volgens het plan van de Secretaris-Generaal onder een VN-paraplu opereren en statusneutraal zijn. Daarnaast stelde de Secretaris-Generaal een dialoog voor met Belgrado en Prishtinë/Priština over tijdelijke voorzieningen op zes deelgebieden, te weten: politie, rechtbanken, douane, transport/infrastructuur, grenzen, en Servisch erfgoed.102 Dit plan wordt aangeduid als het Zes-Punten-Plan. In november 2008 accepteerde de Veiligheidsraad het plan.103 Volgens de Kosovaarse overheid doet het Zes-Punten-Plan afbreuk aan haar soevereiniteit. Ze verwierp het plan, maar gaf wel aan met EULEX samen te zullen werken.104 Op 9 december 2008 ging de missie van start onder leiding van Yves de Kermabon. 105
97
Commission of the European Communities, ‘Kosovo (under UNSCR 1244/99) 2008 Progress Report’, 5 november 2008.
98
UNSG, S/2008/692, 24 november 2008.
99
Zie de website van het ICO: http://www.ico-kos.org/?id=1, laatst geraadpleegd op 22 juni 2009. Tot de International Steering Group behoren onder andere België, Frankrijk, Duitsland, Italië, Nederland, het Verenigd Koninkrijk en de VS. Dit is een andere samenstelling dan voorzien in het CSP. Volgens het CSP had de International Steering Group bestaan uit Frankrijk, Duitsland, Italië, Rusland, het Verenigd Koninkrijk, de VS, de EU, de Europese Commissie en de NAVO.
100
UNSG, S/2008/458, 15 juli 2008.
101
Ibid.
102
Deze punten werden vastgelegd in een brief van de Secretaris-Generaal aan de Servische president Tadić. Zie: UNSG, S/2008/354, 12 juni 2008, annex I.
103
UNSG, S/2008/458, 15 juli 2008. De Volkskrant, ‘Tussenoplossing voor missies Kosovo’, 13 juni 2008; BBC News, ‘UN approval for EU Kosovo Mission’, 27 november 2008.
104
UNSG, S/2008/692, 24 november 2008. Zie ook: Global Insight, ‘Kosovo definitively rejects UN’s Six-Point EULEX Plan, presents own four-point agenda’, 19 november 2008; Balkan Insight, ‘Kosovo protests UN Six-point Plan for EULEX’, 2 december 2008.
105
De Volkskrant, ‘Missie Kosovo haperend van start’, 9 december 2008; Nederlands Dagblad, ‘Wijd verbreid ingrijpen Eulex krijgt het zwaar in corrupt Kosovo’, 9 december 2008.
22
algemeen ambtsbericht Kosovo april 2009
Servische lokale verkiezingen In mei 2008 vonden Servische lokale verkiezingen plaats. Deze werden ook in 23 gemeentes in Kosovo gehouden. Hierop volgend hebben Servische politieke leiders parallelle gemeentelijke besturen opgezet, in overeenstemming met Servische wetgeving. UNMIK heeft de verkiezingen niet gehinderd, maar wel ongeldig verklaard.106
2.4
Veiligheidssituatie In de verslagperiode was de veiligheidssituatie relatief rustig, maar niet stabiel. De interetnische betrekkingen bleven gespannen, vooral na de onafhankelijkheidsverklaring van 17 februari 2008. De onderliggende oorzaken, met name de gespannen etnische verhoudingen, die tot de uitbarsting van geweld in maart 2004 hebben geleid, zijn nog steeds aanwezig. Hoewel de situatie over het algemeen kalm was, waren er geregeld gevallen van gewelddadige protestacties en van etnisch gerelateerde incidenten. Over het algemeen ging het om kleinschalige incidenten, zoals het gooien van stenen of vandalisme. 107 Sporadisch (enkele malen per jaar) kwamen ernstigere incidenten voor, zoals brandstichting, explosies of schietpartijen.108 Grootschalige geweldsincidenten werden gedurende de verslagperiode over het algemeen door tussenkomst van KFOR109 en de politiemacht (KPS, UNMIK en EULEX)110 effectief een halt toegeroepen.111 Interetnische incidenten vonden over het algemeen plaats tussen etnische Albanezen en etnische Serviërs, en zijn naar het schijnt toegenomen na de
106
UNSG, S/2008/458, 15 juli 2008; Commission of the European Communities, ‘Kosovo (under UNSCR 1244/99) 2008 Progress Report’, 5 november 2008. Zie ook paragraaf 2.2.3: parallelle Servische structuren.
107
Zie o.a. USDoS, ‘2008 Human Rights Report: Kosovo’, 25 februari 2009; Republic of Kosovo Ombudsperson Institution, 21 juli 2008; Ombudsperson Institution in Kosovo, ‘Seventh Annual Report 2006-2007, addressed to the Assembly of Kosovo’, 11 juli 2007; en de rapporten van de UNSG: S/2007/134, S/2007/395, S/2007/582, S/2007/768, S/2008/211, S/2008/458, S/2008/692, S/2009/149 en S/2009/300.
108
Ibid.
109
Zie paragraaf 2.4.1.
110
Zie paragraaf 2.4.2.
111
Zie o.a. de rapporten van de UNSG: S/2007/134, S/2007/395, S/2007/582, S/2007/768, S/2008/211, S/2008/458, S/2008/692, S/2009/149 en S/2009/300.
23
algemeen ambtsbericht Kosovo april 2009
onafhankelijkheidsverklaring. 112 Over incidenten waarbij andere minderheidsgroepen waren betrokken is weinig bekend. De meest in het oog springende incidenten direct na de onafhankelijkheidsverklaring waren een aanval op twee grensposten in het noorden van Kosovo, en een aanval op de rechtbank in het noordelijk deel van de stad Mitrovicë/Kosovka Mitrovica. Op 19 februari 2008 werden twee grensposten (Gate 1 en Gate 31) aan de grens met Servië vernield door etnisch Servische demonstranten.113 UNMIK politie en KFOR herstelden de orde op 20 februari 2008. Er werden echter daarna geen douaneactiviteiten verricht op deze posten.114 Op 1 februari 2009 werd de bemensing van de grensposten door EULEX overgenomen, en werden goederen weer geregistreerd.115 Op 14 maart 2008 werd de rechtbank in het noordelijk deel van de stad Mitrovicë/Kosovka Mitrovica ingenomen door etnisch Servische rechtbankmedewerkers. Op 17 maart 2008 slaagde de UNMIK-politie samen met KFOR erin de controle over de rechtbank terug te nemen. Bij de actie werd een Oekraïense politieagent gedood, en vielen er tientallen gewonden, zowel bij UNMIK en KFOR als onder de demonstranten.116 De rechtbank was niet operationeel gedurende het daaropvolgende jaar.117 In maart 2009 werd de rechtbank weer in gebruik genomen, toen EULEX rechters hier hun eerste zitting hielden. Eind december 2008 en begin januari 2009 vonden diverse ernstige onlusten plaats tussen etnische Albanezen en etnische Serviërs in de stad Mitrovicë/Kosovka Mitrovica.118
112
Ibid. Zie ook: Amnesty International, ‘Amnesty International Report 2009: Serbia’, 29 mei 2009.
113
Zie: International Herald Tribune, ‘Serbs torch border posts in northern Kosovo’, 19 februari 2008.
114
Zie in dit kader ook paragraaf 2.4.5: georganiseerde criminaliteit.
115
USDoS, ‘2008 Human Rights Report: Kosovo’, 25 februari 2009.
116
UNSG, S/2008/458, 15 juli 2008; USDoS, ‘2008 Human Rights Report: Kosovo’, 25 februari 2009. Zie o.a. ook: International Herald Tribune, ‘UN police retake courthouse occupied by Kosovo Serbs’, 17 maart 2008.
117
Zie ook paragraaf 3.3.5: Rechtsgang.
118
UNSG, S/2009/149.
24
algemeen ambtsbericht Kosovo april 2009
Gedurende de verslagperiode was in Kosovo geen sprake van een intern gewapend conflict zoals nader gedefinieerd in de uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.119
2.4.1
KFOR Op basis van VN-Veiligheidsraadresolutie 1244 bevindt zich in Kosovo sinds juni 1999 een internationale, door de NAVO geleide, troepenmacht: KFOR (Kosovo Force).120 De taak van KFOR bestaat onder andere uit de handhaving van de openbare orde en veiligheid en het toezicht houden op de naleving van internationale verdragen. Verder richt KFOR zich op de bescherming van minderheden, illegaal wapenbezit en grenscontrole. KFOR voert in heel Kosovo patrouilles uit, bemant controleposten en draagt zorg voor permanente bewaking van ‘kwetsbare’ locaties zoals Servische enclaves, kerken of kloosters. KFOR opereert in nauwe samenwerking met het lokale politiekorps Kosovo Police Service (KPS) en de UNMIK- en EULEX-politie (zie paragraaf 2.4.2: politie)121, en is gedurende de verslagperiode geregeld gezamenlijk met deze politiekorpsen in actie gekomen om gewelddadige incidenten een halt toe te roepen.122 KFOR werd van 1 september 2006 tot 31 augustus 2007 geleid door de Duitse luitenant-generaal Roland Kather en van 31 augustus 2007 tot 29 augustus 2008 door de Franse luitenant-generaal Xavier de Marnhac. Op 29 augustus 2008 werd deze opgevolgd door de Italiaanse luitenant-generaal Giuseppe Emilio Gay.123 In
119
Volgens de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (AbRS) van 20 juli 2007 (200608939/1, pagina 6) is sprake van een binnenlands gewapend conflict indien: “…een georganiseerde gewapende groep met een verantwoordelijk bevel in staat is op het grondgebied van een land of een gedeelte daarvan militaire operaties uit te voeren jegens de strijdkrachten van de autoriteiten van dat land. Deze operaties dienen dan aanhoudend en samenhangend van aard te zijn, wil sprake zijn van een gewapend conflict. Ongeregeldheden en spanningen, zoals rellen, leiden niet tot de conclusie dat sprake is van een zodanig conflict.” In de AbRS uitspraak van 3 april 2008 (200701108/1) wordt ook gerekend tot een binnenlands gewapend conflict: de situatie waarin er sprake is van aanhoudende en samenhangende militaire operaties van een georganiseerde gewapende groep met een verantwoordelijk bevel jegens de strijdkrachten van een andere groepering.
120
Zie o.a.: http://www.nato.int/kfor, laatst geraadpleegd op 22 juni 2009.
121
Zie o.a.: UNSG, ‘Monthly report of the Kosovo Force (KFOR), covering the period 1 to 30 June 2006’, S/2006/643, 10 augustus 2006. Voor een uitputtende opsomming van de verantwoordelijkheden van de internationale veiligheidspresentie in Kosovo wordt verwezen naar paragraaf 9 van de VN-Veiligheidsraadresolutie 1244.
122
Zie de rapporten van de UNSG: S/2007/134, S/2007/395, S/2007/582, S/2007/768, S/2008/211, S/2008/458, S/2008/692 en S/2009/149.
123
http://www.nato.int/kfor, laatst geraadpleegd op 22 juni 2009.
25
algemeen ambtsbericht Kosovo april 2009
juni 2009 telde KFOR 13.829 manschappen.124 In juni 2009 heeft de NAVO besloten de troepenmacht in Kosovo geleidelijk af te bouwen tot 10.000 in de komende maanden. Indien de veiligheidssituatie stabiel blijft, zou dit aantal de komende twee jaar verder worden gereduceerd, tot een uiteindelijke troepenmacht van 2.500.125
2.4.2
Politie De politietaken in Kosovo worden uitgevoerd door twee korpsen: de Kosovo Police Service (KPS) bemenst door lokale politiefunctionarissen en de multinationale EULEX-politie, bemenst door buitenlandse politieagenten. Op 9 december 2008 nam EULEX de taken over van UNMIK-politie. 126 EULEX heeft als taak de KPS te monitoren, te begeleiden en te assisteren. EULEXpolitieagenten opereren samen met de KPS-agenten, waarbij de EULEX-agenten vooral een begeleidende rol hebben.127 Het Kosovaarse ministerie van Binnenlandse Zaken draagt de eindverantwoordelijkheid voor de KPS, behalve in de drie noordelijke provincies Leposaviq/Leposavić, Zveçan/Zvečan, Zubin Potok/Zubin Potok en in het noordelijk deel van de gemeente Mitrovicë/Kosovka Mitrovica. In deze plaatsen rapporteren KPS-agenten rechtstreeks aan EULEX. 128 Na de onafhankelijkheidsverklaring weigerden veel (maar niet alle) etnisch Servische leden van de KPS dienst. In het noorden van Kosovo weigerden KPSagenten verantwoording af te leggen aan het Kosovaarse ministerie van Binnenlandse Zaken. Zij kregen uiteindelijk toestemming om alleen aan UNMIK te rapporteren (en later aan EULEX). Politieagenten in het zuiden van Kosovo kregen dit recht niet. In maart 2008 werden ongeveer 150 etnisch Servische KPS-
124
Ibid.
125
Zie: Global Insight, ‘Kosovo: NATO Confirms Kosovo Troop Reduction’, 12 juni 2009; De Volkskrant, ‘NAVO wil Kosovo niet meer met fors leger beveiligen’, 12 juni 2009.
126
Voor meer informatie over het mandaat van de UNMIK-politie zie het voorgaande algemeen ambtsbericht Kosovo van november 2006.
127
USDoS, ‘2008 Human Rights Report: Kosovo’, 25 februari 2009; zie ook de website van EULEX: www.eulex-kosovo.eu, laatst geraadpleegd op 22 juni 2009.
128
Zie o.a. Balkan Insight, ‘Serb Police Report Only to EULEX’, 12 december 2008; Balkan Insight, ‘Serb Officers ‘Will return to Kosovo’s Police’ ’, 15 december 2008; UNSG, S/2008/211, 28 maart 2008; UNSG, S/2009/300, 10 juni 2009; USDoS, ‘2008 Human Rights Report: Kosovo’, 25 februari 2009.
26
algemeen ambtsbericht Kosovo april 2009
agenten in het zuiden van Kosovo op non-actief gezet, omdat ze nog steeds weigerden om met het ministerie van Binnenlandse Zaken samen te werken. 129 In december 2008 bestond de KPS uit 7.050 agenten, van wie 10% etnisch Serviër, en 5,5% behorend tot andere minderheidsgroepen. 130
2.4.3
Kosovo Security Force (KSF) Gedurende de verslagperiode is het Kosovo Security Force (KSF). Deze vervangt het in het vorige ambtsbericht beschreven Kosovo Beschermings Korps (Kosovo Protection Corps, KPC).131 De overgang van het Kosovo Beschermings Korps naar de nieuwe Kosovo Security Force begon in juni 2008. Dit lag vast in de grondwet. De doelstelling is dat de KSF in juni 2009 2.500 man licht gewapend personeel en 800 reservisten zal hebben, met als taken crisisrespons, explosievenopruiming en civiele bescherming. Het ontstaan van het KSF was omstreden, omdat het door etnische Serviërs gezien werd als een heroprichting van het voormalige KLA. Door Servië wordt het KSF gezien als een illegale paramilitaire groepering. 132 De overgang vond plaats onder supervisie van KFOR.133 Van het KPC is slechts een beperkt aantal leden overgegaan naar de KSF, om onenigheid over mogelijk oorlogsverleden te voorkomen. Dit zorgde echter voor veel onvrede bij voormalig
129
Zie o.a.: International Herald Tribune, ‘Kosovo divide widens as Serb police quit force’, 28 februari 2008; BBC News, ‘Kosovo suspends rebel Serb police’, 1 maart 2008.
130
USDoS, ‘2008 Human Rights Report: Kosovo’, 25 februari 2009.
131
Het KPC was een burgermacht met een mandaat om in noodgevallen bijstand te verlenen en om diensten voor de gemeenschap te verrichten, bijvoorbeeld hulp bij bruggen- of wegenbouw, of bij natuurrampen. Het Korps had geen mandaat voor rechtshandhaving of landsverdediging. Niet alle leden van het KPC waren bevoegd om een wapen te dragen. Circa 30% van de voormalige KLA-strijders werd opgenomen in het KPC. Voor meer informatie over het KPC, zie: International Crisis Group, ‘An Army for Kosovo?’, Europe Report N°174, 28 juli 2006. In het Albanees stond het KPC bekend als: Trupat e Mbrojtes së Kosovës (TMK).
132
Commission of the European Communities, ‘Kosovo (under UNSCR 1244/99) 2008 Progress Report’, 5 november 2008. Zie ook: Global Insight, ‘Kosovo: Kosovan Security Forces name controversial commander’, 23 december 2008; Times Online, ‘New army marches in Kosovo’, 22 januari 2009.
133
Deze inmenging van KFOR in het ontstaan van de KSF werd door etnisch Servische hardliners sterk bekritiseerd. Het werd gezien als een breuk van de statusneutrale positie van KFOR.
27
algemeen ambtsbericht Kosovo april 2009
KPC-leden. 134 De animo onder de etnisch Servische bevolking om deel uit te maken van de KSF was laag. Van de 101 niet-Albanese leden van de KSF zijn er zes van de etnisch Servische gemeenschap.135 President Sejdiu benoemde op 20 december 2008 luitenant-generaal Sylejman Selimi tot commandant van de KSF.136
2.4.4
Illegale groeperingen In de verslagperiode wordt melding gemaakt van ten minste twee illegale groeperingen: het Albanees Nationaal Leger (AKSh), en de Wacht van Tsaar Lazar. Het Albanees Nationaal Leger zegt uitgegroeid te zijn tot een macht van 12.000 mensen, en in het noorden van Kosovo te patrouilleren om KFOR te helpen bij het bestrijden van extremistische Servische groeperingen. De Wacht van Tsaar Lazar zou bestaan uit militante etnische Serviërs en zich eveneens bezig houden met het uitvoeren van ongewapende patrouilles en buurtbewaking in de door Serviërs bewoonde gebieden. 137 Het is niet bekend hoe actief deze groeperingen zijn. Voor zover bekend zijn er gedurende de verslagperiode geen aanslagen door deze groepen gepleegd. Volgens een rapport van de Secretaris-Generaal vormen deze groepen geen directe bedreiging voor de veiligheid138
2.4.5
Georganiseerde criminaliteit Sinds 1999 wordt een toename in de activiteiten van de georganiseerde criminaliteit in Kosovo gesignaleerd. Kosovaarse criminelen houden zich onder andere bezig met smokkel van goederen (wapens, verdovende middelen,
134
Zie o.a. Balkan Insight, ‘Kosovo Launches Armed Force, Serbia Furious’, 21 januari 2009, Balkan Insight, ‘Selection Rows Mark Launch of Kosovo ‘Army’ ’, 29 januari 2009.
135
Balkan Insight, ‘Six Serbs Have Joined Kosovo Force – Official’, 11 februari 2009. Zie ook: UNSG, S/2009/300, 10 juni 2009.
136
Global Insight, ‘Kosovo: Kosovan Security Forces name controversial commander’, 23 december 2008. Selimi’s benoeming was omstreden, omdat hij een leider was in het voormalige KLA.
137
UNSG, S/2007/768, 3 januari 2008; SETimes.com, ‘Report: ANA paramilitaries patrolling northern Kosovo towns’, 14 november 2007; USDoS, ‘Country Reports on Terrorism 2007’, 30 april 2008. Zie ook: Freedom House, 16 januari 2008.
138
UNSG, S/2007/768, 3 januari 2008.
28
algemeen ambtsbericht Kosovo april 2009
sigaretten, auto’s), mensensmokkel en mensenhandel, en het witwassen van geld.139 Vooral in het noorden van Kosovo was sinds de onafhankelijkheidsverklaring sprake van wetteloosheid, omdat de rechtspraak niet functioneerde en er geen grensbewaking was. Na herstel van de grensposten door EULEX in februari 2009 namen naar verluidt smokkelactiviteiten weer iets af.
2.4.6
Bloedwraak140 Bloedwraak, in het Albanees gjakmarrja genoemd, is een eeuwenoude Albanese traditie, die door de voorschriften van de kanun (zie paragraaf 3.1.3: kanun) nader is geregeld. Op grond van de kanun geldt bloedwraak als genoegdoening voor bepaalde gevallen waarin de eer van een man, zijn familie of clan door een andere man die tot een andere familie of clan behoort, is geschonden. Ook moorden in het kader van bloedwraak kunnen door bloedwraak worden gewroken, waardoor een vicieuze cirkel van vergeldingsmoorden kan ontstaan. Deze cirkel kan alleen worden doorbroken door in de kanun omschreven vormen van bemiddeling tussen de betrokken families of clans. Door de staat toegepaste sancties, bijvoorbeeld een gevangenisstraf voor de dader van een moord, worden in de traditionele zin niet als genoegdoening beschouwd. De kanun schrijft voor dat alleen volwassen mannen van de rivaliserende familie of clan doelwit kunnen worden van bloedwraak, in de eerste plaats degene die schuldig is aan de schennis van de eer, of anders zijn mannelijke bloedverwanten. Vrouwen en kinderen zijn volgens de kanun expliciet uitgesloten van dergelijke vergeldingsacties. Volgens de voorschriften van de kanun dient de dader de familie van het slachtoffer te informeren over zijn daad. Mannen die weigeren de geschonden eer van de familie of clan door middel van bloedwraak te herstellen, worden over het algemeen als eerloos en lafhartig gezien. Kosovo wordt gezien als een van de regio’s die de traditie van bloedwraak kennen, met name de westelijke delen van Kosovo (omgeving van Pejë/Peć).141 In de 139
Commission of the European Communities, ‘Kosovo (under UNSCR 1244/99) 2008 Progress Report’, 5 november 2008. Zie ook: Balkan Insight ‘Kosovo arrests six on organised crime charges’, 14 januari 2009; NRC Handelsblad, ‘ ‘Benoeming ambtenaren te vaak partijpolitiek’; Speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie Pieter Feith in Kosovo maakt de balans op’, 19 februari 2009; Freedom House, 16 januari 2008. Georganiseerde misdaad is verder een terugkerend thema in de rapporten van UNSG.
140
Mangalakova, T., ‘The Kanun in present-day Albania, Kosovo and Montenegro’, 2004.
141
UNHCR, ‘UNHCR position on claims for refugee status under the 1951 Convention relating to the Status of Refugees based on a fear of persecution due to an individual’s membership of
29
algemeen ambtsbericht Kosovo april 2009
meeste gevallen wordt de hierboven beschreven erecode van de kanun niet gevolgd. De omvang van het probleem is onduidelijk. Ook kan niet worden uitgesloten dat gevallen die lijken op bloedwraak nauw samenhangen met criminele afrekening tussen rivaliserende families of clans.
2.5
Staatsburgerschap en documenten
2.5.1
Staatsburgerschap Het verkrijgen van staatsburgerschap is geregeld in de Wet op Staatsburgerschap van Kosovo, in werking getreden op 15 juni 2008. De wet stelt dat het staatsburgerschap verkregen kan worden door: 1. geboorte; 2. adoptie; 3. naturalisatie; 4. internationale verdragen; 5. transitionele bepalingen. De wet op staatsburgerschap maakt geen onderscheid in etniciteit. Het is burgers van Kosovo toegestaan om staatsburger van een of meerdere andere staten te zijn.142 Leden van de Kosovaarse Diaspora kunnen op aanvraag het staatsburgerschap verkrijgen. Tot leden van de Kosovaarse Diaspora worden personen gerekend die: een legale, vaste woonplaats buiten Kosovo hebben; kunnen aantonen dat zij zijn geboren in Kosovo; en nauwe familie- of zakenrelaties binnen Kosovo hebben. De kinderen van deze personen worden eveneens tot de Kosovaarse Diaspora gerekend.143 Ieder persoon die als een inwoner van Kosovo geregistreerd staat op het Central Civil Register volgens UNMIK verordening nr. 2000/13 wordt beschouwd als een staatsburger van Kosovo en zal in het burgerlijk register worden ingeschreven.144 Alle personen die op 1 januari 1998 staatsburger waren van de Federale Republiek van Joegoslavië, en op die dag inwoner van Kosovo waren, zullen staatsburger van Kosovo zijn en als zodanig in het burgerlijk register worden ingeschreven.
a family or clan engaged in a blood feud’, 17 maart 2006. Zie ook: Freedom House, 16 januari 2008. 142
Artikel 3, Law on Citizenship of Kosova.
143
Artikel 13, Law on Citizenship of Kosova.
144
Artikel 28, Law on Citizenship of Kosova.
30
algemeen ambtsbericht Kosovo april 2009
Ditzelfde geldt voor hun nakomelingen. Deze registratie zal plaatsvinden op verzoek van de persoon.145 Aanvragen voor staatsburgerschap moeten ingediend worden bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken. Dit kan via de gemeente waarin de aanvrager verblijft. Aanvragers die buiten Kosovo verblijven, kunnen hun aanvraag indienen bij de dichtstbijzijnde diplomatieke vertegenwoordiging van Kosovo.146 Op 27 april 2009 begon het Office for Citizenship, een onderdeel van het ministerie van Binnenlandse Zaken, haar werkzaamheden. Dit kantoor is verantwoordelijk voor de uitvoering van de Law on Citizenship en aanverwante instructies en zou onder andere aanvragen tot staatsburgerschap behandelen.147 De exacte procedures voor het aanvragen van staatsburgerschap zijn dezerzijds niet bekend. Verificatie van de identiteit van een persoon is in de praktijk niet altijd even gemakkelijk. Niet alle mensen zijn geregistreerd in het centrale burgerlijk register. Daarnaast zijn de oorspronkelijke registers vaak verdwenen.148 Hierdoor komt het voor dat de gegevens van een persoon niet voorhanden zijn. In dat geval kan door plaatselijk onderzoek door de politie de identiteit van een persoon worden vastgesteld, maar ook dit lukt niet altijd. Vooral de verificatie van de identiteit van mensen afkomstig uit het noorden van Kosovo is moeilijk. Verificatieonderzoek is in november 2008 overgedragen van UNMIK naar het ministerie van Binnenlandse Zaken, Department of Border Management, Asylum and Migration.
2.5.2
Documenten Na de onafhankelijkheidsverklaring in februari 2008 zijn nieuwe wetten aangenomen die betrekking hebben op het aanvragen van documenten zoals paspoort, identiteitsbewijs en staatsburgerschap.149 Het is dezerzijds niet precies bekend hoe deze wetgeving in de praktijk wordt geïmplementeerd, en wat de exacte procedures zijn voor het aanvragen van documenten. De informatie in deze paragraaf is ontleend aan het Country Sheet Kosovo van het Country of Return Information Project, een netwerk van NGO’s 145
Artikel 29, Law on Citizenship of Kosova.
146
Artikel 23, Law on Citizenship of Kosova.
147
Ministry of Internal Affairs, ‘Today in Prishtina the Office for Citizenship begun with work’, 27 april 2009.
148
Zie paragraaf 2.5.2: Documenten.
149
Zie o.a. de Law on Travel Documents; de Law on Citizenship of Kosova; en de Law on Identity Cards.
31
algemeen ambtsbericht Kosovo april 2009
dat informatie verzamelt over terugkeermogelijkheden. Het is mogelijk dat de praktijk afwijkt van de hier beschreven procedures. Registratie in het burgerlijk register150 Inschrijven in het burgerlijk register (civil registers book) stelt een Kosovaars staatsburger in staat om benodigde documenten aan te vragen. Indien een staatsburger nog niet is ingeschreven, kan hij of zij dit doen bij het plaatselijke Municipal Centre of Civil Registration (MCCR). Om te worden geregistreerd dient aan de volgende voorwaarden te worden voldaan: -
de persoon woont in Kosovo of is teruggekeerd naar Kosovo; terugkeerders moeten bewijs tonen van hun identiteit, en van hun intentie om zich te hervestigen in Kosovo; de persoon moet bewijzen dat hij of zij een permanente woonplaats in Kosovo heeft, en moet persoonlijk aanwezig zijn in het MCCR.
Daarnaast moet de persoon voldoen aan ten minste één van de volgende criteria: - hij of zij is geboren in Kosovo; - een van de ouders is geboren in Kosovo; - hij of zij heeft zonder onderbreking vijf jaar in Kosovo gewoond; - hij of zij heeft minder dan vijf jaar in Kosovo gewoond, maar alleen omdat hij of zij gedwongen was Kosovo te verlaten; - hij of zij is jonger dan 18 jaar en een (pleeg)kind van iemand die geregistreerd is onder een van de eerste vier criteria; - hij of zij is jonger dan 23 jaar, een (pleeg-)kind van iemand die geregistreerd is onder een van de eerste vier criteria, en ingeschreven als een regulier student aan een erkende onderwijsinstelling. Daarnaast moeten terugkeerders die nog niet zijn geregistreerd de volgende documenten overleggen: - geboortebewijs (birth certificate): een terugkeerder kan een geboortebewijs aanvragen bij de betreffende gemeente door het invullen van een aanvraagformulier; - verblijfscertificaat (residential certificate): dit document wordt uitgegeven op naam van het hoofd van de huishouding. Terugkeerders moeten een aanvraagformulier invullen. Hieraan moet worden toegevoegd: een kopie van het identiteitsbewijs; en een kopie van een telefoonrekening of elektriciteitsrekening of ander bewijs dat de aanvrager op het betreffende adres woont; - Een reisdocument uitgegeven door een gastland. 150
Country of Return Information Project, ‘Country Sheet Kosovo’, mei 2009.
32
algemeen ambtsbericht Kosovo april 2009
Voor kinderen van terugkeerders die geboren zijn in een gastland moeten de volgende documenten worden bijgevoegd: - een geboortebewijs, uitgegeven door het gastland; - de huwelijksakte (marriage certificate) van de ouders; - een kopie van het identiteitsbewijs van de ouders. Paspoort Op 20 februari 2008 werd de Law on Travel Documents aangenomen. In juli 2008 begon de overheid met het uitgeven van Kosovaarse paspoorten.151 Documenten die voor die tijd door UNMIK zijn uitgegeven kunnen nog worden gebruikt totdat de geldigheidsdatum verstreken is.152 Het Kosovaarse paspoort kan ook gebruikt worden om identiteit en staatsburgerschap aan te tonen.153 Het Kosovaarse reguliere paspoort is donkerblauw, met in goud het silhouet van Kosovo, zes sterren, en de woorden ‘Republiek van Kosovo Paspoort’ in het Albanees, Servisch en Engels. 154 Verder zijn er diplomatieke paspoorten (zwart)155, officiële paspoorten (donkerbruin)156, en reisdocumenten voor terugkeer (lichtblauw).157 Het ministerie van Binnenlandse Zaken is verantwoordelijk voor het uitgeven van het paspoort.158 Volgens de site www.kosovothanksyou.com, die registreert welke landen Kosovo erkennen, hebben 36 landen het Kosovaarse paspoort geaccepteerd, waaronder enkele landen die Kosovo’s onafhankelijkheid niet erkennen, zoals Griekenland en Slowakije159. Buurlanden FYR Macedonië en Montenegro accepteren de
151
Commission of the European Communities, ‘Kosovo (under UNSCR 1244/99) 2008 Progress Report’, 5 november 2008.
152
Voor meer informatie over UNMIK-reisdocumenten zie het algemeen ambtsbericht Kosovo van december 2006.
153
Law on Travel Documents, artikel 3.
154
Nederlands Dagblad, ‘Lange rijen voor nieuw paspoort van Kosovo’, 19 augustus 2008. Zie ook de website van het ministerie van Binnenlandse Zaken, http://www.mpbks.org/?page=2,6; laatst geraadpleegd op 22 juni 2009.
155
Law on Travel Documents, artikel 10.
156
Law on Travel Documents, artikel 11.
157
Law on Travel Documents, artikel 12. Reisdocumenten voor terugkeer worden verstrekt aan Kosovaarse staatsburgers in het buitenland zonder paspoort of van wie het paspoort verlopen is.
158
Law on Travel Documents, Artikel 8. Diplomatieke en officiële paspoorten worden echter uitgegeven door het ministerie van Buitenlandse Zaken. Reisdocumenten worden uitgegeven door de diplomatieke vertegenwoordigingen.
159
www.kosovothanksyou.com/passports; laatst geraadpleegd op 22 juni 2009. Zie ook: NRC handelsblad, ‘ Brussel praat liever niet over Kosovo: Kosovo EU nam risico met Kosovo;
33
algemeen ambtsbericht Kosovo april 2009
Kosovaarse paspoorten, evenals Nederland.160 Servië accepteert het Kosovaarse paspoort niet, noch Kosovaarse grensstempels. Kosovaarse stempels worden bij Servische grenspunten ongeldig gemaakt. 161 Kosovaren die willen terugkeren dienen formeel te beschikken over een geldig reisdocument. Dit kan zijn een Kosovaars paspoort of reisdocument; een nog geldig UNMIK reisdocument; of een noodreisdocument (laissez-passer) uitgegeven door het gastland. Voor zover dezerzijds bekend is het nog niet mogelijk om in het buitenland een geldig Kosovaars reisdocument te verkrijgen.162 De procedure voor het aanvragen van een Kosovaars paspoort is voor zover bekend als volgt: De aanvrager moet zich in persoon melden bij het MCCR en de volgende documenten overhandigen: - 2 kopieën van het geboortebewijs; - 2 kopieën van het identiteitsbewijs (alleen voor volwassen aanvragers); - 2 kopieën van het verblijfscertificaat; - Een certificaat dat aangeeft dat er geen onderzoek jegens de aanvrager loopt (uitgegeven door een rechtbank) (alleen voor volwassen aanvragers); - Bewijs van betaling van de administratieve kosten. 163 Kinderen164 dienen te worden begeleid door beide ouders of een wettelijke voogd. De ouders of voogd dienen een bewijs van identiteit mee te nemen (ID-kaart of paspoort). Als de ouders zijn gescheiden dient een bewijs van de beslissing van de rechtbank meegenomen te worden. 165 gezant positief; in het noorden ontbreekt nog orde en gezag’, 19 februari 2009. Griekenland, Roemenië en Slowakije erkennen het Kosovaarse paspoort niet. Dragers van Kosovaarse paspoorten kunnen visa voor deze landen op een apart formulier krijgen. 160
www.kosovothanksyou.com/passports; laatst geraadpleegd op 22 juni 2009.
161
US embassy in Pristina site, http://pristina.usembassy.gov, laatst geraadpleegd op 22 juni 2009.
162
Sinds oktober 2008 heeft Kosovo ambassades in Washington, Londen, Brussel, Parijs, Berlijn, Wenen, Rome, Bern, Ankara en Tirana. Kosovo verleent echter voor zover bekend nog geen consulaire diensten. Zie de website van het ministerie van Buitenlandse Zaken Kosovo: http://www.ks-gov.net/mpj, laatst geraadpleegd op 22 juni 2009.
163
Country of Return Information Project, ‘Country Sheet Kosovo’, mei 2009. Zie ook: Ministerie van Binnenlandse Zaken Kosovo, ‘Proceduarat Aplikimit Pasaport Anglisht’, te verkrijgen via: http://www.mpbks.org/repository/docs/proceduarat_aplikimit_pasaport_anglisht.pdf, laatst geraadpleegd op 22 juni 2009.
164
Het is onduidelijk of hiermee personen jonger dan 16 jaar of jonger dan 18 jaar mee worden bedoeld. Zie: Law on Travel Documents; Country of Return Information Project, ‘Country Sheet Kosovo’, mei 2009; Ministerie van Binnenlandse Zaken Kosovo, ‘Proceduarat Aplikimit Pasaport Anglisht’.
165
Country of Return Information Project, ‘Country Sheet Kosovo’, mei 2009. Zie ook: Ministerie van Binnenlandse Zaken Kosovo, ‘Proceduarat Aplikimit Pasaport Anglisht’.
34
algemeen ambtsbericht Kosovo april 2009
Identiteitsbewijs Op 3 oktober 2008 werd de Law on Identity Cards aangenomen. Volgens deze wet zijn alle inwoners van Kosovo ouder dan 16 jaar verplicht een identiteitsbewijs bij zich te dragen, en deze te tonen op verzoek van de daartoe bevoegde autoriteiten.166 Het identiteitsbewijs (ID-card) wordt eveneens aangevraagd bij een MCCR. De aanvrager moet hierbij overhandigen: - 2 kopieën van het geboortebewijs; - 2 kopieën van het oude identiteitsbewijs; - 2 kopieën van het verblijfscertificaat; - 2 kopieën van het staatsburgerschapcertificaat (dit document wordt voor zover bekend nog niet uitgegeven door de Kosovaarse autoriteiten en is derhalve momenteel niet nodig voor de aanvraag). De aanvrager dient elk verlopen identiteitsbewijs dat hij of zij bezit in te leveren.167 Overige documenten Kosovaarse autoriteiten verstrekken verder geboorteaktes, verblijfscertificaten, trouwaktes, overlijdensaktes, verklaringen van huwelijkse bevoegdheid. Naar verluidt maken ook etnisch Servische minderheden in toenemende mate gebruik van deze documenten. 168 Servische paspoorten Sinds 7 juli 2008 brengt het Servische ministerie van Binnenlandse Zaken biometrische paspoorten uit. Daarvoor werden door de autoriteiten in Servië nog geen eigen reisdocumenten afgegeven maar werden de oude paspoorten met de aanduiding “Federale Republiek Joegoslavië” gebruikt. Deze paspoorten zullen vanaf 31 december 2009 ongeldig zijn. Servische paspoorten worden in Kosovo door parallelle structuren verstrekt, onder andere in de enclave Graçanicë/Gračanica. Servië maakt hierbij geen onderscheid in etniciteit: ook etnische Albanezen kunnen een Servisch paspoort aanvragen. Volgens het Servische ministerie van Binnenlandse Zaken zijn sinds juli 2008 ten minste 1.200 nieuwe paspoorten uitgereikt aan etnische Albanezen. In totaal zijn in Kosovo
166
Law on Identity Cards, artikel 4 en 5.
167
Country of Return Information Project, ‘Country Sheet Kosovo’, mei 2009.
168
Zie: UNSG, S/2009/300, 10 juni 2009.
35
algemeen ambtsbericht Kosovo april 2009
volgens het ministerie ruim 7.600 aanvragen voor nieuwe Servische paspoorten gedaan.169 Dislocated registers in Servië In juni 1999 hebben de Servische autoriteiten alle registers uit Kosovo naar Servië verplaatst. Deze registers – dislocated registers genaamd – werden vervolgens geïncorporeerd in de systemen van een aantal aangewezen Servische gemeentes in het zuiden van het land (gemeente Nis, Kregujavec, Kraljevo, Krusevac, Jagodina, Vranje en Leskovac). Personen afkomstig uit Kosovo kunnen in theorie bij de aangewezen gemeente waar de registers van zijn/haar plaats van origine worden bewaard, deze registers raadplegen en verzoeken om afgifte van verschillende documenten. Hierbij moet worden vermeld dat de dislocated registers niet altijd compleet zijn. Veel registers zijn tijdens het conflict vernietigd of verloren geraakt.170
169
Balkan Insight, ‘Serb passports for Kosovars ‘worries EU’ ’, 13 april 2009; Balkan Insight, ‘Serbian passports issued to 1.200 Albanians’, 14 april 2009.
170
Zie UNHCR Position Paper, juni 2006. Zie ook: UNHCR, Praxis, ‘Analysis of the situation of internally displaced persons from Kosovo in Serbia: Law and Practice’, maart 2007. Zie ook: UNHCR en Praxis, ‘Analysis of the situation of Internally Displaced Persons from Kosovo in Serbia: Law and Practice’, maart 2007.
36
algemeen ambtsbericht Kosovo april 2009
3
Mensenrechten
3.1
Juridische context De huidige basis voor de waarborgen ter bescherming van de mensenrechten in Kosovo vormt de grondwet van 15 juni 2008. In deze grondwet wordt het beschermen en bevorderen van mensenrechten als een van de kernverantwoordelijkheden van de autoriteiten van Kosovo aangemerkt. De grondwet herhaalt de intentie tot inachtneming van de internationaal erkende mensenrechtennormen. Verder zijn sinds de inwerkingtreding van de grondwet verschillende nieuwe wetten aangenomen, die de oude wetgeving deels vervangen.171 Voor de totstandkoming van de grondwet vormde de juridische basis VN-resolutie 1244. De bescherming van mensenrechten was nader uitgewerkt in de UNMIKverordening 1999/24 van 12 december 1999 en 2000/59 van 27 oktober 2000.172 Het juridisch kader werd voor de totstandkoming van de grondwet gevormd door de volgende vier rechtsbronnen: 1) UNMIK-verordeningen en secundaire regelgeving op grond hiervan;173 2) de wetgeving die van toepassing was in Kosovo op 22 maart 1989 (toen in Servië nog niet de nieuwe grondwet was aangenomen die de autonomie van de provincie Kosovo feitelijk ophief); 3) de wetgeving die van toepassing was in Kosovo tussen 22 maart 1989 en 12 december 1999;174 4) internationaal erkende mensenrechtennormen.
171
Kosovaarse wetgeving is te vinden op de site van de Official Gazette of Kosovo, http://www.gazetazyrtare.com/, laatst geraadpleegd op 22 juni 2009.
172
UNMIK-verordening 1999/24 van 12 december 1999 is met terugwerkende kracht op 10 juni 1999 in werking getreden.
173
UNMIK-verordeningen zijn verkrijgbaar via http://www.unmikonline.org, laatst geraadpleegd op 22 juni 2009.
174
De wetgeving die van toepassing was in Kosovo tussen 22 maart 1989 en 12 december 1999 kon slechts bij wijze van uitzondering worden toegepast indien en voor zover deze een hiaat opvulde waar niet in werd voorzien door de wetgeving in kracht op 22 maart 1989, en mits deze wetgeving niet discriminatoir of in strijd met de internationaal erkende mensenrechtennormen is. In de praktijk bestaat echter nog steeds een grote mate van onzekerheid welke van de Joegoslavische wetten nog steeds van toepassing zijn in Kosovo; Ombudsperson Institution in Kosovo, ‘Sixth Annual Report 2005-2006’, 11 juli 2006 en European Commission, ‘Kosovo (under UNSCR 1244) 2005 Progress Report’, SEC (2005) 1423, 9 november 2005.
37
algemeen ambtsbericht Kosovo april 2009
Deze rechtsbronnen zijn formeel nog steeds geldig indien zij nog niet zijn vervangen door nieuwe Kosovaarse wetgeving. De etnisch Servische bevolking accepteert de wetgeving van de Kosovaarse autoriteiten niet. In delen van Kosovo ontstaat hierdoor het praktische vraagstuk welke wetgeving te handhaven.175
3.1.1
Verdragen en protocollen Omdat Kosovo momenteel geen lidstaat is van de VN kan het geen partij zijn bij multilaterale verdragen. Echter, de grondwet noemt de volgende internationale instrumenten als toepasbaar in de Republiek van Kosovo. Deze instrumenten hebben voorrang boven alle nationale wetgeving176: - Universele verklaring van de rechten van de mens van 10 december 1948; - Europees verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden van 4 november 1950 en de bijbehorende protocollen; - Internationaal verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten van 16 december 1966 en de bijbehorende protocollen; - Verdrag van de Raad van Europa inzake bescherming van nationale minderheden; - Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van rassendiscriminatie van 21 december 1965; - Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van discriminatie van vrouwen van 17 december 1979; - Verdrag tegen foltering en andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing van 17 december 1984; en - Internationaal verdrag inzake de rechten van het kind van 20 december 1989. Het Internationaal verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten en het Europees verdrag inzake regionale en minderheidstalen worden niet in de grondwet genoemd.
3.1.2
Nationale wetgeving Nationale wetgeving wordt gepubliceerd in de Official Gazette. De Gazette wordt gepubliceerd in de twee officiële talen. Op de website worden ook vertalingen in het Turks en Engels en de Bosniak-taal geplaatst.177 175
Zie hierover paragraaf 3.3.5: rechtsgang.
176
Grondwet, artikel 22.
177
Commission of the European Communities, ‘Kosovo (under UNSCR 1244/99) 2008 Progress Report’, 5 november 2008.
38
algemeen ambtsbericht Kosovo april 2009
Grondwet De grondwet is gebaseerd op het Comprehensive Proposal for the Kosovo Status Settlement (CSP). De grondwet stelt expliciet dat provisies van het CSP voorrang hebben boven alle andere juridische provisies in Kosovo. Het erkent de ICR als de hoogste autoriteit in Kosovo wat betreft de civiele aspecten van het CSP.178 De grondwet bevat een apart hoofdstuk over mensenrechten (hoofdstuk 2). Daarnaast is er een hoofdstuk gewijd aan de rechten van minderheden (hoofdstuk 3). De voorzieningen in de grondwet op het gebied van mensenrechten zijn in overeenstemming met internationale en Europese standaarden.179 Antidiscriminatiewet In de context van de bescherming van mensenrechten dient tevens de Antidiscriminatiewet te worden genoemd.180 Deze wet verbiedt discriminatie op grond van geslacht, leeftijd, seksuele geaardheid, etniciteit, geloofsovertuiging, sociale afkomst en alle andere gronden.181 Strafrecht De rechten van personen in voorarrest en van gedetineerden zijn geregeld in het provisionele Wetboek van Strafrecht en het provisionele Wetboek van Stafvordering.182 Er is sinds de onafhankelijkheidsverklaring geen nieuw Wetboek van Strafrecht en Wetboek van Strafvordering aangenomen.
178
Commission of the European Communities, ‘Kosovo (under UNSCR 1244/99) 2008 Progress Report’, 5 november 2008.
179
Ibid.
180
The Anti-Discrimination Law, Kosovo Assembly Law No. 2004/3 van 30 juli 2003, in werking getreden op 20 augustus 2004 op grond van de UNMIK-verordening 2004/32 van 20 augustus 2004.
181
USDoS, ‘Serbia and Montenegro; Country Reports on Human Rights Practices – 2005’, 8 maart 2006; Commission of the European Communities, ‘Kosovo (under UNSCR 1244/99) 2006 Progress Report’, 8 november 2006. Volgens de rapporten van de Europese Commissie is er weinig voortgang in implementatie van de Antidiscriminatie-wetgeving. De capaciteit van human rights units bij de ministeries en gemeentes is laag, en er is weinig bekendheid van de wetgeving bij de bevolking. Zie: Commission of the European Communities, Commission Staff Working Document ‘Kosovo (under UNSCR 1244/99) 2007 Progress Report’, SEC(2007)1433, accompanying the communication from the commission to the European Parliamant and the Council, Enlargement Strategy and Main Challenges 20072008, COM(2007)663, 6 november 2007; Commission of the European Communities, ‘Kosovo (under UNSCR 1244/99) 2008 Progress Report’, 5 november 2008.
182
respectievelijk UNMIK-verordening 2003/25 en 2003/26 van 6 juli 2003.
39
algemeen ambtsbericht Kosovo april 2009
3.1.3
Kanun De Kanun i Lekë Dukagjini, oftewel de kanun, is een oude Albanese vorm van gewoonterecht, die zich in de noordelijke, bergachtige delen van de door etnische Albanezen bewoonde gebieden door de eeuwen heen heeft ontwikkeld. De kanun is sterk gebaseerd op traditionele gewoonten, normen en waarden als onvoorwaardelijke loyaliteit aan de familie en clan, gastvrijheid, eer en bloedwraak (gjakmarrja).183 De kanun regelt vrijwel alle aspecten van het dagelijks leven van een rurale gemeenschap, variërend van bijvoorbeeld het erfrecht tot bepaalde aspecten van het strafrecht.184 De vrouw is volgens de kanun ondergeschikt aan de man. 185 Hoewel het algemeen bekend is dat de kanun geen officiële wetgeving meer is, worden bepaalde delen van de kanun nog steeds – vooral op het platteland – nageleefd als deel van de Albanese cultuur en traditie. Vooral in traditionele, buitengerechtelijke ‘arbitrageprocedures’ gelden de voorschriften van de kanun nog steeds als een gezaghebbende rechtsbron, onder andere in gevallen van huiselijk geweld en mensenhandel.
3.2
Toezicht Het toezicht op de naleving van mensenrechten in Kosovo vindt plaats door internationale en lokale gouvernementele en niet-gouvernementele organisaties. Deze organisaties rapporteren geregeld over de situatie van de mensenrechten in Kosovo.
3.2.1
Internationaal toezicht Naast de in paragraaf 2.2.2 genoemde internationale organen (UNMIK, ICO/EUSR, EULEX) die op basis van hun mandaat toezicht houden op de mensenrechten, zijn er diverse andere internationale organisaties aanwezig in Kosovo, waaronder het bureau van de Hoge Commissaris voor de Mensenrechten van de VN (OHCHR), de Europese Commissie en de Raad van Europa. De Organisation for Security and Co-Operation in Europe (OSCE) speelt een belangrijke rol op het gebied van mensenrechten en goed bestuur. OSCE monitort onder andere rechters en overheidsinstanties en is betrokken bij de totstandkoming van wetgeving. OSCE Mission in Kosovo heeft ongeveer 900 mensen in dienst (waarvan 244 internationale staf), en is daarmee de grootste OSCE veldoperatie. 183
Voor aanvullende informatie over bloedwraak in Kosovo zie paragraaf 2.4.6.
184
Zie bijvoorbeeld: Mangalakova, T., ‘The Kanun in present-day Albania, Kosovo and Montenegro’, 2004.
185
Voor een algemene beschrijving van de positie van vrouwen in Kosovo wordt verwezen naar paragraaf 3.5.1.
40
algemeen ambtsbericht Kosovo april 2009
OSCE heeft 5 regionale kantoren, en is verder operationeel in iedere gemeente van Kosovo.186 Ook zijn er vele internationale niet-gouvernementele organisaties die geregeld rapporteren over de mensenrechtensituatie in Kosovo en in sommige gevallen rechtshulp bieden aan personen wier mensenrechten zijn geschonden. Voorbeelden hiervan zijn Amnesty International187 en Human Rights Watch.188 Deze organisaties worden niet belemmerd in hun activiteiten.189 Kosovo is geen partij bij het Europees verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM). Inwoners van Kosovo hebben dan ook geen toegang tot het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) te Straatsburg. Mede om dit hiaat op te vullen is door UNMIK de Adviescommissie voor Mensenrechten opgericht (zie paragraaf 3.2.4).
3.2.2
Lokaal toezicht Op lokaal niveau zijn er tal van Kosovaarse niet-gouvernementele organisaties die actief zijn op het terrein van mensenrechten. Deze organisaties kunnen over het algemeen zonder belemmeringen functioneren.190 Volgens de Europese Commissie zijn er meer dan 4.600 maatschappelijke organisaties geregistreerd, waarvan het merendeel lokaal. Ruim 500 geregistreerde NGO’s houden zich bezig met de rechten van minderheden.191 Daarnaast zijn er human rights units in alle ministeries en ten minste 24 gemeentes. 192 Echter, volgens OSCE ontbreekt het deze units nog aan voldoende budget en gekwalificeerd personeel. 193
186
Zie de website van OSCE in Kosovo: http://www.osce.org/kosovo, laatst geraadpleegd op 22 juni 2009.
187
Zie http://www.amnesty.org, laatst geraadpleegd op 22 juni 2009.
188
Zie http://www.hrw.org, laatst geraadpleegd op 22 juni 2009.
189
Zie bijvoorbeeld USDoS, ‘2008 Human Rights Report: Kosovo’, 25 februari 2009; USDoS, ‘Serbia (includes Kosovo)’ in: ‘Country Reports on Human Rights Practices – 2007’, 11 maart 2008.
190
USDoS, ‘2008 Human Rights Report: Kosovo’, 25 februari 2009.
191
Commission of the European Communities, ‘Kosovo (under UNSCR 1244/99) 2008 Progress Report’, 5 november 2008.
192
OSCE, ‘Human Rights, Etnic Relations and Democracy in Kosovo, (Summer 2007 – Summer 2008)’, 5 september 2008.
193
Ibid.
41
algemeen ambtsbericht Kosovo april 2009
3.2.3
Ombudspersoon De grondwet stelt dat het kantoor van de Ombudspersoon een onafhankelijk kantoor dient te zijn dat de rechten van de burger beschermt en verdedigt tegen mogelijk onwettig handelen van de autoriteiten.194 De instelling van Ombudspersoon voor Kosovo werd in juni 2000 in het leven geroepen; het eerste kantoor van de Ombudspersoon werd in november 2000 daadwerkelijk geopend. Naast het hoofdkantoor in Prishtinë/Priština heeft de Ombudsman veldkantoren in Gjilan/Gnjilane, Pejë/Peć195, Prizren/Prizren en Mitrovicë/Kosovska Mitrovica196 en Graçanicë/Gračanica. Daarnaast brengen de medewerkers van de Ombudspersoon geregeld bezoeken aan enclaves en detentiecentra.197 In februari 2006 trad een nieuwe verordening op de Ombudspersoon in werking, die de bevoegdheden en de aard van de instelling in vergaande mate heeft gewijzigd.198 Op grond van deze verordening werden de bevoegdheden van de Ombudspersoon beperkt tot (vermeende) schendingen van mensenrechten door de Provisional Institutions of Self-Government (PISG). De Ombudspersoon was sindsdien niet langer bevoegd om aantijgingen van mensenrechtenschendingen dan wel machtsmisbruik door organen van de internationale presentie (met name UNMIK)199 te onderzoeken. UNMIK was wel verplicht medewerking te verlenen bij onderzoeken van de Ombudspersoon. 200 Sinds 1 januari 2006 werd de functie van Ombudspersoon op interim basis bekleed door etnisch Albanees Hilmi Jashari.201 De Assemblee slaagde er lange tijd niet in een nieuwe Ombudspersoon aan te wijzen. Uiteindelijk werd op 4 juni 2009 Sami Kurteshi door de Assemblee gekozen tot de nieuwe Ombudspersoon.202 194
Zie grondwet artikel 132 t/m 135.
195
Het kantoor in Pejë/Peć heeft tevens een filiaal in het dorp Vidanje/Vidaje.
196
Het kantoor in Mitrovicë/Kosovska Mitrovica heeft tevens een filiaal in het noordelijke deel van de stad.
197
Republic of Kosovo Ombudsperson Institution, 21 juli 2008.
198
UNMIK-verordening 2006/6 (On the Ombudsperson Institution in Kosovo) van 16 februari 2006, in werking getreden op dezelfde dag. Deze werd later vervangen door UNMIKverordening 2007/15.
199
De Ombudspersoon is nooit bevoegd geweest ten aanzien van zaken die de gedragingen van KFOR betroffen; zie in deze context ook het algemeen ambtsbericht Kosovo van april 2005.
200
Zie: Ombudsperson Institution in Kosovo, ‘Seventh Annual Report 2006-2007, addressed to the Assembly of Kosovo’, 11 juli 2007.
201
Zie http://www.ombudspersonkosovo.org, laatst geraadpleegd op 22 juni 2009.
202
Balkan Insight, ‘Kosovo finally appoints Ombudsman’, 4 juni 2009; OSCE Mission in Kosovo, ‘Head of OSCE Mission in Kosovo welcomes appointment of Ombudsperson’, 4 juni 2009.
42
algemeen ambtsbericht Kosovo april 2009
De capaciteiten van de Assemblee, overheid en gemeentes om toezicht te houden op mensenrechtenschendingen zijn naar verluidt klein. Daarom stappen burgers naar het bureau van de Ombudspersoon.203 Klachten en verzoeken kunnen worden ingediend door individuen, groepen of organisaties en worden vertrouwelijk behandeld. De Ombudspersoon kan op eigen initiatief een onderzoek instellen. Op basis van de onderzoeksresultaten kan de Ombudspersoon aanbevelingen doen. Deze aanbevelingen zijn niet bindend, en worden door de overheid zelden opgevolgd. 204 Jaarlijks brengt het bureau van de Ombudspersoon een rapport uit waarin het een beschrijving geeft van de ondernomen activiteiten van het bureau in het voorafgaande jaar, en over de stand van zaken op het gebied van mensenrechten. In dit rapport wordt onder andere specifiek aandacht besteed aan rechten van minderheidsgroepen, ontheemden, kinderen en vrouwen.205
3.2.4
Adviescommissie voor Mensenrechten Vanwege voortdurende kritiek over de onvolledige controle met betrekking tot mensenrechtenschending begaan door UNMIK206, alsmede het feit dat de inwoners van Kosovo geen toegang hebben tot het Europees Hof voor de Rechten van Mens (EHRM), werd in 2006 besloten een Adviescommissie voor Mensenrechten (Human Rights Advisory Panel) op te richten. 207 Deze commissie bestaat uit drie leden benoemd door de Speciale Vertegenwoordiger van de Secretaris-Generaal op voordracht van de president van het EHRM. Zij is onafhankelijk en beschikt over de bevoegdheid om alle (vermeende) mensenrechtenschendingen die begaan worden door UNMIK te onderzoeken. Klachten kunnen worden ingediend door individuen, groepen of organisaties en worden vertrouwelijk behandeld. De commissie kan tevens op eigen initiatief een onderzoek instellen. Op basis van de onderzoeksresultaten kan de commissie aanbevelingen doen. Deze aanbevelingen zijn niet bindend. 203
Commission of the European Communities, ‘Kosovo (under UNSCR 1244/99) 2008 Progress Report’, 5 november 2008.
204
Ibid. Zie ook: USDoS, ‘Serbia (includes Kosovo)’ in: ‘Country Reports on Human Rights Practices – 2007’, 11 maart 2008.
205
Zie: Republic of Kosovo Ombudsperson Institution, 21 juli 2008; Ombudsperson Institution in Kosovo, 11 juli 2007.
206
Tot 16 februari 2006, de dag waarop de nieuwe verordening inzake de Ombudspersoon in Kosovo (zie paragraaf 3.2.3: ombudspersoon) in werking is getreden, was de Ombudspersoon bevoegd schendingen van mensenrechten begaan door UNMIK te onderzoeken.
207
Deze commissie werd opgericht op grond van de UNMIK-verordening 2006/12 van 23 maart 2006. Deze verordening werd later geamendeerd door UNMIK-verordening 2007/3.
43
algemeen ambtsbericht Kosovo april 2009
De Adviescommissie hield haar eerste sessie in november 2007. De regels van procedure voor de commissie werden aangenomen in februari 2008.208 Wat betreft het toezicht op de eerbiediging van mensenrechten door de ICR, EULEX en KFOR, bestaan er geen vergelijkbare organen. 209
3.3
Naleving en schendingen
3.3.1
Vrijheid van meningsuiting Vrijheid van meningsuiting ligt vast in de wet en wordt over het algemeen door de overheid gerespecteerd.210 Wel zijn in Kosovo enkele gevallen bekend van geweld tegen, en bedreiging van journalisten. 211 Journalisten melden dat ze onder druk worden gezet door politici en door de georganiseerde misdaad, waardoor zij zich belemmerd voelen om kritisch onderzoek te doen. Financiële problemen en gebrek aan goed opgeleide journalisten en redacteurs, maken de media gevoelig voor politieke bemoeienis.212 In januari 2004 werd door de Assemblee van Kosovo een wetsvoorstel voor de oprichting van de Onafhankelijke Mediacommissie (Independent Media Commission) aangenomen. Deze wet is in september 2005 in werking getreden. 213 De mediacommissie werd in augustus 2006 opgericht. De commissie kampt echter
208
Commission of the European Communities, ‘Kosovo (under UNSCR 1244/99) 2008 Progress Report’, 5 november 2008.
209
Zie hierover bijvoorbeeld: Human Rights Watch, ‘Better late then never, enhancing the accountability of international institutions in Kosovo’, 13 juni 2007. Zie ook: Republic of Kosovo Ombudsperson Institution, 21 juli 2008; Ombudsperson Institution in Kosovo, 11 juli 2007; Amnesty International, ‘Amnesty International Report 2009: Serbia’, 29 mei 2009.
210
Zie o.a. USDoS, ‘2008 Human Rights Report: Kosovo’, 25 februari 2009.
211
Ibid; USDoS, ‘Serbia (includes Kosovo)’ in: ‘Country Reports on Human Rights Practices – 2007’, 11 maart 2008. Zie ook: Balkan Insight, ‘Watchdog worried about Kosovo Press Freedom’, 21 januari 2009; Freedom House, 16 januari 2008.
212
Commission of the European Communities, ‘Kosovo (under UNSCR 1244/99) 2008 Progress Report’, 5 november 2008, OSCE, ‘Human Rights, Etnic Relations and Democracy in Kosovo, (Summer 2007 – Summer 2008)’, 5 september 2008; USDoS, ‘2008 Human Rights Report: Kosovo’, 25 februari 2009; USDoS, ‘Serbia (includes Kosovo)’ in: ‘Country Reports on Human Rights Practices – 2007’, 11 maart 2008.
213
Zie: Assembly of Kosovo Law No. 02/L-15 (On the Independent Media Commission and Broadcasting), in werking getreden op grond van de UNMIK-verordening 2005/34 van 8 juli 2005.
44
algemeen ambtsbericht Kosovo april 2009
met een gebrek aan budget, wat haar functioneren beperkt. Tevens wordt de commissie niet altijd geconsulteerd bij gevallen die haar mandaat betreffen.214 Momenteel kent Kosovo ruim honderd radio- en televisiezenders die in heel Kosovo of op regionaal niveau opereren.215 In de praktijk blijven radio- en televisiezenders in Kosovo nog steeds verdeeld langs de etnische lijnen. RTK (Radio Television Kosovo) is de enige publieke mediaomroep in Kosovo. RTK zendt dagelijks ook programma’s in minderheidstalen uit (volgens de wet is RTK verplicht om ten minste 15% van haar zendtijd aan minderheidstalen te besteden).216 Toezicht op de pers wordt gedaan door een zelfregulerend orgaan, de in 2005 opgerichte Persraad. De Persraad bestaat uit uitgevers en redacteuren, en opereert op basis van een zelf aangenomen Code of Conduct. De raad kan boetes opleggen voor ernstige schendingen van de code, zoals haat zaaien of laster.217
3.3.2
Vrijheid van vereniging en vergadering Het recht op vrijheid van vereniging en vergadering wordt over het algemeen in Kosovo gerespecteerd.218 Op 6 maart 2009 is de Law on freedom of Association in Non-Governmental Organizations in werking getreden, die de registratie en activiteiten van nietgouvernementele organisaties in Kosovo regelt. Daarvoor waren deze zaken geregeld via UNMIK-verordening 1999/22. De registratie en activiteiten van politieke partijen in Kosovo waren geregeld in UNMIK-verordening 2004/11 van mei 2004.219 De taak van registratie ging na de onafhankelijkheidsverklaring over naar de Central Election Commission.220
214
Commission of the European Communities, ‘Kosovo (under UNSCR 1244/99) 2008 Progress Report’, 5 november 2008.
215
Voor een overzicht van alle in Kosovo actieve radio- en televisiezenders zie http://www.imcko.org, laatst geraadpleegd op 22 juni 2009.
216
USDoS, ‘2008 Human Rights Report: Kosovo’, 25 februari 2009.
217
Ibid. Zie ook de website van de Persraad: http://presscouncil-ks.org/?cid=2,1; laatst geraadpleegd op 22 juni 2009.
218
USDoS, ‘2008 Human Rights Report: Kosovo’, 25 februari 2009; USDoS, ‘Serbia (includes Kosovo)’ in: ‘Country Reports on Human Rights Practices – 2007’, 11 maart 2008.
219
UNMIK-verordening 2004/11 (On the Registration and Operation of Political Parties in Kosovo), die de minder gedetailleerde UNMIK-verordening 2000/16 van 21 maart 2000 verving.
220
USDoS, ‘2008 Human Rights Report: Kosovo’, 25 februari 2009.
45
algemeen ambtsbericht Kosovo april 2009
Zowel etnische Albanezen als de verschillende etnische minderheden in Kosovo kunnen in de praktijk demonstraties en andere openbare bijeenkomsten organiseren en bijwonen. 221
3.3.3
Vrijheid van godsdienst222 In de context van de bestaande spanningen tussen de verschillende bevolkingsgroepen lijkt godsdienst geen bepalende rol te spelen. Deze spanningen zijn hoofdzakelijk etnisch gemotiveerd. Het is niet altijd duidelijk of incidenten die gericht worden op, of plaatsvinden bij, religieuze gebouwen of personen, voortkomen uit etnische dan wel religieuze spanningen. De grondwet garandeert de vrijheid van godsdienst en persoonlijke overtuiging. Daarnaast verbiedt de Antidiscriminatiewet223 discriminatie op grond van, onder andere, godsdienst. De vrijheid van godsdienst wordt door de autoriteiten in de praktijk gerespecteerd. In de praktijk komen er geregeld incidenten voor, zoals bedreigingen, diefstal of vandalisme, gericht tegen zowel leden van de moslimgemeenschap als de Servisch Orthodoxe kerk, of hun religieuze gebouwen. Sommige Servisch Orthodoxe monniken en nonnen geven aan dat ze zich niet veilig genoeg voelen om hun klooster te verlaten. Pelgrims en religieuze personen vrezen om Servisch Orthodoxe heilige plaatsen te bezoeken, die zich vooral in de westelijke gemeentes van Kosovo bevinden. Zij vragen hiervoor escortes van KFOR aan.224 De bescherming van religieuze plaatsen blijft een belangrijk onderdeel van het werk van KFOR. 225
221
Ibid; USDoS, ‘Serbia (includes Kosovo)’ in: ‘Country Reports on Human Rights Practices – 2007’, 11 maart 2008.
222
USDoS, ‘Kosovo - International Religious Freedom Report 2008’, september 2008, USDoS, ‘2008 Human Rights Report: Kosovo’, 25 februari 2009.
223
Kosovo Assembly Law No. 2004/3 (Law on Anti-Discrimination); zie ook paragraaf 3.1.2 : nationale wetgeving.
224
USDoS, ‘Kosovo - International Religious Freedom Report 2008’, september 2008. Zie ook: Freedom House, 16 januari 2008. Zie ook: USDoS, ‘Serbia (includes Kosovo)’ in: ‘Country Reports on Human Rights Practices – 2007’, 11 maart 2008.
225
Zie website KFOR: http://www.nato.int/KFOR/, laatst geraadpleegd op 22 juni 2009.
46
algemeen ambtsbericht Kosovo april 2009
3.3.4
Bewegingsvrijheid Bewegingsvrijheid van etnische minderheden, met name etnische Serviërs en Roma, is nog steeds zorgelijk te noemen. 226 De mate van bewegingsvrijheid is sterk afhankelijk van de locatie waar men woonachtig is. Over het algemeen kan gesteld worden dat de bewegingsvrijheid van etnische groepen goed is in de gebieden waar zij een meerderheid vormen. In gebieden waar etnische groepen een minderheid zijn, is de bewegingsvrijheid minder goed. Etnisch gerelateerd geweld en intimidatie komen met name voor tussen etnische Albanezen en etnische Serviërs wanneer zij zich in het gebied begeven waar de andere groep in de meerderheid is. Het gaat dan meestal om het gooien van stenen naar voertuigen door kinderen. Dit soort incidenten komt geregeld voor. Mede om deze reden voelen deze groepen zich niet veilig om te reizen in de gebieden waar de andere groep in de meerderheid is. De spanning tussen de twee bevolkingsgroepen is toegenomen sinds de onafhankelijkheidsverklaring.227 Sinds januari 2007 is de verantwoordelijkheid voor de humanitaire busdiensten228 overgedragen van UNMIK aan het Ministry of Communities and Returns.229 Op 3 maart 2008 werd de treindienst in het noorden van Kosovo overgenomen door de publieke Serbian Railway. UNMIK en KFOR besloten de treindienst hierop te blokkeren. De treindienst bood vervoer aan tussen het noordelijke deel van Mitrovicë/Kosovka Mitrovica en Fushë Kosova/Kosovo Polje en werd veel gebruikt door etnische minderheden die in enclaves in het zuiden van Kosovo wonen. Voor zover bekend is de treindienst niet hervat.230
226
USDoS, ‘2008 Human Rights Report: Kosovo’, 25 februari 2009; Commission of the European Communities, ‘Kosovo (under UNSCR 1244/99) 2008 Progress Report’, 5 november 2008.
227
USDoS, ‘2008 Human Rights Report: Kosovo’, 25 februari 2009; Republic of Kosovo Ombudsperson Institution, 21 juli 2008; Ombudsperson Institution in Kosovo, 11 juli 2007. Zie ook: USDoS, ‘Serbia (includes Kosovo)’ in: ‘Country Reports on Human Rights Practices – 2007’, 11 maart 2008; Helsinki Committee for Human Rights in Serbia, maart 2009.
228
De humanitaire busdiensten bieden vervoer aan tussen de gebieden waar etnische minderheden wonen. Het vervoersnet beslaat met name enclaves en dorpen waar etnische Serviërs en Roma wonen.
229
Republic of Kosovo Ombudsperson Institution, 21 juli 2008.
230
USDoS, ‘2008 Human Rights Report: Kosovo’, 25 februari 2009; Republic of Kosovo Ombudsperson Institution, 21 juli 2008.
47
algemeen ambtsbericht Kosovo april 2009
3.3.5
Rechtsgang De Kosovaarse rechterlijke macht beperkt zich vooralsnog tot berechting van minder controversiële zaken. Voor interetnische kwesties, oorlogsmisdaden en politiek gevoelige zaken worden in de meeste gevallen internationale rechters ingezet. 231 De overname van lopende rechtszaken van UNMIK door EULEX is van start gegaan. Sinds 9 december 2008 droeg UNMIK ten minste 1.300 nog niet behandelde dossiers inzake oorlogsmisdaden over, en 22.000 uitstaande civiele zaken. Vanaf 9 december 2008 gingen rechters en openbare aanklagers van EULEX van start. Sinds januari 2009 zijn EULEX-rechters samen met Kosovaarse rechters (mixed panels) begonnen met het houden van verhoren en zittingen, en het uitspreken van vonnissen. 232 Verdachten in strafzaken kunnen aanspraak maken op rechtsbijstand. De overheid riep in 2007 een Rechtsbijstandcommissie in het leven, die in januari 2008 met haar werkzaamheden begon. 233 Naar verluidt heeft deze commissie echter een beperkt budget en weinig capaciteit. Op 26 februari 2009 deed het International Criminal Tribunal for the former Yugoslavia (ICTY) in Den Haag uitspraak in een zaak tegen zes Joegoslavische en Servische personen die verdacht werden van oorlogsmisdaden ten tijde van het Kosovo-conflict. Dit was de eerste uitspraak van het ICTY betreffende vermeende oorlogsmisdaden gepleegd door Serviërs en voormalig Joegoslaviërs in Kosovo. Vijf van de verdachten werden veroordeeld, 234 maar voormalig president van Servië Milan Milutinovic werd vrijgesproken, omdat niet hij, maar Slobadan Miloševic de leiding had over het Joegoslavische leger ten tijde van het conflict.235
231
Commission of the European Communities, ‘Kosovo (under UNSCR 1244/99) 2008 Progress Report’, 5 november 2008.
232
UNSG, S/2009/149, 17 maart 2009.
233
USDoS, ‘2008 Human Rights Report: Kosovo’, 25 februari 2009.
234
Joegoslavisch vice-premier Nikola Šainovic, generaal Nebojša Pavkovic en Servisch politiecommandant Sreten Lukic kregen 22 jaar voor misdaden tegen de menselijkheid en het verbreken van de oorlogswetten. Twee andere generaals, Vladimir Lazarevic en Dragoljub Ojdanic kregen 15 jaar voor medeplichtigheid bij de deportatie van de etnisch Albanese bevolking.
235
UNMIK News, ‘UN Tribunal convicts five top Serbian officials of war crimes in Kosovo’, 26 februari 2009. Global Insight ‘Serbia – Kosovo: Serbian Leader Acquitted of War Crimes in Kosovo’, 27 februari 2009.
48
algemeen ambtsbericht Kosovo april 2009
Ex-premier Ramush Haradinaj, een commandant van het voormalige KLA, die werd verdacht van oorlogsmisdaden tegen etnische Serviërs, werd op 3 april 2008 vrijgesproken door het ICTY.236 Obstakels in de rechtspraak Na afloop van de Kosovo-crisis was er in Kosovo geen functionerend gerechtelijk apparaat meer. Hoewel in de afgelopen jaren vooruitgang is geboekt met de wederopbouw van het rechterlijke apparaat, kampt deze nog steeds met tekorten aan gekwalificeerd personeel en materiaal. Doorlooptijden zijn een groot probleem, en er is op alle niveaus een grote achterstand in lopende zaken. Verder is gebleken dat de onafhankelijkheid van de Kosovaarse rechters en openbare aanklagers nog steeds niet altijd gewaarborgd blijft. Daarnaast wordt corruptie binnen de rechterlijke macht als een probleem genoemd.237 Een bijkomend probleem is de mate van onduidelijkheid over welke wetgeving van toepassing is. 238 Buiten de reeds bestaande juridische bronnen239 is sinds 15 juni 2008 een groot aantal nieuwe wetten aangenomen. Deze nieuwe wetten waren voorzien in het Comprehensive Proposal for Kosovo Status Settlement (CSP) en vervangen grotendeels wetgeving op basis van UNMIK verordeningen. Etnische Serviërs in het noorden van Kosovo weigeren deze nieuwe wetgeving te erkennen. Rechtspraak in het noorden van Kosovo vindt voor zover bekend plaats op basis van de oude situatie en maakt geen gebruik van de nieuwe Kosovaarse wetgeving van na 15 juni 2008. In het noorden van Kosovo is nog steeds een parallel systeem van rechtspraak actief, op basis van Servisch recht. Daarnaast kampt de officiële rechtsgang in het noorden met grote problemen vanwege de weerstand van de etnisch Servische bevolking tegen deze instellingen. 240 De rechtbank in het noordelijke deel van de stad Mitrovicë/Kosovka Mitrovica, was niet operationeel gedurende een groot deel van de verslagperiode: van februari 2008 tot en met februari 2009. Eind februari begon EULEX haar activiteiten in de rechtbank. Etnisch Servische demonstranten belemmerden de eerste zittingen. Ze weigerden rechtspraak op basis van 236
NRC Handelsblad, ‘Tribunaal spreekt ex-premier Kosovo vrij’, 3 april 2008.
237
Commission of the European Communities, ‘Kosovo (under UNSCR 1244/99) 2008 Progress Report’, 5 november 2008; USDoS, ‘2008 Human Rights Report: Kosovo’, 25 februari 2009; USDoS, ‘Serbia (includes Kosovo)’ in: ‘Country Reports on Human Rights Practices – 2007’, 11 maart 2008; Ombudsperson Institution in Kosovo, 11 juli 2007; Republic of Kosovo Ombudsperson Institution, 21 juli 2008.
238
Zie: Ombudsperson Institution in Kosovo, 11 juli 2007; Republic of Kosovo Ombudsperson Institution, 21 juli 2008.
239
Zie paragraaf 3.1: juridische context.
240
Zie o.a. UNSG, S/2009/149, 17 maart 2009.
49
algemeen ambtsbericht Kosovo april 2009
Kosovaarse wetgeving toe te staan. Na enkele dagen van vreedzame protesten ging de eerste door EULEX geleide rechtszaak van start.241 Volgens een rapport van de Secretaris-Generaal functioneren in Zubin Potok/Zubin Potok de gemeentelijke rechtbanken en de rechtbanken voor overtredingen helemaal niet, omdat alle etnisch Servische medewerkers ontslag hebben genomen. In Leposaviq/Leposavić opereren deze rechtbanken als onderdeel van de rechterlijke macht van Servië.242 In Kosovo bestaat officieel een getuigenbeschermingssysteem. In de praktijk laat dit systeem veel te wensen over, daar verschillende gevallen bekend zijn van intimidatie en bedreiging van getuigen. Het gebrek aan kennis van het systeem bij openbare aanklagers en rechters, alsmede de geringe mogelijkheden van relocatie binnen Kosovo droegen bij aan de gebrekkige getuigenbescherming. Dit speelt met name een rol bij vervolging van misdaden gepleegd tijdens de Kosovo-crisis en bij vervolging van georganiseerde misdaad.243
3.3.6
Arrestaties en detenties KFOR, de EULEX-politie en de KPS zijn de enige instanties in Kosovo die bevoegd zijn tot het arresteren en in hechtenis houden van personen. 244 Over het algemeen gebeurt dit volgens internationaal erkende normen. De leefomstandigheden in gevangenissen, en de behandeling door de Kosovo Correctional Service is in overeenstemming met internationale standaarden.245 Volgens de commissie ter preventie van foltering (CPT) van de Raad van Europa is echter in sommige gevangenissen sprake van overbevolking, met name in de gevangenis in Dubrave/Dubrava. Daarnaast zouden veel politiedetentiecentra ongeschikt zijn voor langdurige detentie.246
241
Ibid; Zie ook: Global Insight, ‘ Kosovo: Kosovo Serb Protest Postpones First EULEX trial’, 3 maart 2009.
242
UNSG, S/2009/149, 17 maart 2009.
243
Commission of the European Communities, ‘Kosovo (under UNSCR 1244/99) 2008 Progress Report’, 5 november 2008; Human Rights Watch, ‘World Report 2009 – Serbia’, januari 2009; Ombudsperson Institution in Kosovo, 11 juli 2007; Republic of Kosovo Ombudsperson Institution, 21 juli 2008.
244
Volgens artikel 210 van het Wetboek van Strafvordering (zie UNMIK-verordening 2003/26) is ook aanhouding door een burger mogelijk, in welk geval betrokkene onmiddellijk aan de politie dient te worden overgeleverd.
245
Commission of the European Communities, ‘Kosovo (under UNSCR 1244/99) 2008 Progress Report’, 5 november 2008; USDoS, ‘2008 Human Rights Report: Kosovo’, 25 februari 2009; USDoS, ‘Serbia (includes Kosovo)’ in: ‘Country Reports on Human Rights Practices – 2007’, 11 maart 2008.
246
Council of Europe, ‘Report to the United Nations Interim Administration in Kosovo (UNMIK) on the visit to Kosovo carried out by the European Committee for the prevention
50
algemeen ambtsbericht Kosovo april 2009
De rechten van personen in voorarrest en van gedetineerden zijn geregeld in het provisionele Wetboek van Strafvordering,247 alsmede andere bijzondere wetgeving.248
3.3.7
Mishandeling en foltering Systematische mishandeling en foltering door de autoriteiten komen in Kosovo niet voor. Wel zijn er volgens de commissie ter preventie van foltering (CPT) van de Raad van Europa berichten dat mishandeling tijdens ondervragingen, en geweld tegen gevangenen, incidenteel voorkomen. 249 De lokale NGO Kosovo Rehabilitation Centre for Torture Victims berichtte in 2008 dat personeel in de gevangenis in Dubrave/Dubrava gevangenen fysiek en verbaal zou mishandelen. 250
3.3.8
Vermissingen, verdwijningen en ontvoeringen Er waren geen berichten dat politiek gemotiveerde verdwijningen gedurende de verslagperiode zijn voorgekomen. 251 De erfenis van de Kosovo-crisis van 1998-1999 speelt nog steeds een belangrijke rol. Volgens het International Committee of the Red Cross waren eind 2008 ten minste 1919 gevallen van vermiste Kosovaren nog niet opgelost. Deze groep bestaat voornamelijk uit vermiste etnische Albanezen (circa 70%).252
3.3.9
Mensenhandel253 Mensenhandel van vrouwen en kinderen blijft een groot probleem in Kosovo. Het land is zowel een land van oorsprong, transit als bestemming. Daarnaast vond
of torture and inhuman or degrading treatment and punishment (CPT) from 21 to 29 march 2007’, 20 januari 2009. 247
UNMIK-verordening 2003/26 van 6 juli 2003.
248
Zie bijvoorbeeld UNMIK-verordening 2001/18 (On the rights of persons arrested by law enforcement authorities) van 11 oktober 2001.
249
Council of Europe, 20 januari 2009.
250
USDoS, ‘2008 Human Rights Report: Kosovo’, 25 februari 2009.
251
Ibid. Zie ook: USDoS, ‘Serbia (includes Kosovo)’ in: ‘Country Reports on Human Rights Practices – 2007’, 11 maart 2008.
252
USDoS, ‘2008 Human Rights Report: Kosovo’, 25 februari 2009.
253
USDoS, ‘Trafficking in Persons Report 2008 – Special Cases’, 4 juni 2008; USDoS, ‘2008 Human Rights Report: Kosovo’, 25 februari 2009; USDoS, ‘Serbia (includes Kosovo)’ in: ‘Country Reports on Human Rights Practices – 2007’, 11 maart 2008.
51
algemeen ambtsbericht Kosovo april 2009
mensenhandel in toenemende mate binnen de landsgrenzen plaats. Het overgrote deel van de slachtoffers bestaat uit vrouwen en kinderen die binnen de landsgrenzen of vanuit andere Oost-Europese landen worden gehaald. Slachtoffers worden verder verhandeld naar Albanië, Macedonië, Montenegro of landen in West-Europa. Slachtoffers komen over het algemeen terecht in de seksindustrie, of worden in mindere mate in de horeca of als hulp in de huishouding ingezet. Mensenhandelaren werken veel samen met georganiseerde criminelen van zowel etnisch Servische als etnisch Albanese afkomst. Naar verluidt komt verkrachting en mishandeling van slachtoffers geregeld voor. De commerciële seksindustrie werd deels verplaatst naar woningen, als gevolg van strengere controles op bars en restaurants.254 De eerste verantwoordelijkheid voor het bestrijden van mensenhandel ligt bij de KPS. Deze wordt hierin gesteund door onder andere UNMIK en EULEX, de grenspolitie, OSCE en het Ministerie van Binnenlandse Zaken. De politie wordt getraind om tekenen van mensenhandel te herkennen, maar er is nog steeds een gebrek aan kennis over te gebruiken middelen en wetgeving. De bestrijding van mensenhandel wordt bemoeilijkt doordat slachtoffers bang zijn aangifte te doen. Op mensenhandel, en met name op seksueel misbruik, rust in Kosovo een groot taboe.255 Slachtoffers zijn bang voor het sociale stigma dat hen en hun familie kan worden opgelegd. Binnen de KPS is een dienst antimensenhandel actief. Het ontbreken van etnisch Servische politieagenten binnen deze dienst vormt echter een belemmering bij het uitvoeren van undercover activiteiten in de Servische enclaves en in het noorden van Kosovo. Op mensenhandel staat volgens de Provisional Criminal Code een gevangenisstraf van ten hoogste 15 jaar al dan niet in combinatie met een geldboete. Personen die willens en wetens gebruik maken van seksuele diensten van slachtoffers van mensenhandel worden volgens de wet bestraft met een gevangenisstraf van ten minste 3 maanden en ten hoogste 10 jaar.256 In 2008 vonden in Kosovo naar verluidt 24 vervolgingen en 15 veroordelingen plaats wegens mensenhandel of daaraan gerelateerde activiteiten. In 2007 waren
254
Zie o.a.: Amnesty International, ‘Amnesty International Report 2009: Serbia’, 29 mei 2009.
255
Zie in dit kader ook paragraaf 3.5.1: vrouwen.
256
Zie artikel 139 van de Provisional Criminal Code of Kosovo
52
algemeen ambtsbericht Kosovo april 2009
dat er respectievelijk 31 en 24. In de eerste helft van 2008 sloot de KPS 27 verdachte bordelen, tegenover zes in dezelfde periode in 2007. 257 In april 2008 werd door de Kosovaarse autoriteiten een nationale antimensenhandel coördinator aangesteld. In juli 2008 werd een Anti-trafficking National Strategy and Action Plan aangenomen. 258 De effectiviteit van deze maatregelen is niet bekend. Slachtoffers van mensenhandel kunnen formeel niet strafrechtelijk worden vervolgd wegens prostitutie dan wel wegens illegaal verblijf, werk of binnenkomst in Kosovo. Er zijn echter berichten dat slachtoffers soms zijn gearresteerd of uitgezet wegens prostitutie. 259 (I) NGO’s en het IOM zijn de belangrijkste bron voor assistentie aan slachtoffers van mensenhandel. Zij houden zich onder andere bezig met bescherming van slachtoffers en preventieactiviteiten. Lokale NGO’s bieden (tijdelijk) onderdak, medische en psychosociale hulp aan slachtoffers. Het Ministry of Labour and Social Welfare runt een semionafhankelijk opvanghuis voor minderjarige slachtoffers van mensenhandel en huiselijk geweld. KPS draagt mogelijke slachtoffers geregeld over aan IOM.
3.3.10
Buitengerechtelijke executies en moorden Buitengerechtelijke executies en moorden gepleegd door of in opdracht van de autoriteiten kwamen in de verslagperiode in Kosovo niet voor.260
3.3.11
Doodstraf De doodstraf kan in Kosovo niet worden opgelegd. 261
257
USDoS Trafficking in persons reports 2008 en 2009.
258
USDoS Trafficking in persons reports 2009. Zie ook: Amnesty International, ‘Amnesty International Report 2009: Serbia’, 29 mei 2009
259
Zie o.a..: Amnesty International, ‘Amnesty International Report 2009: Serbia’, 29 mei 2009.
260
USDoS, ‘2008 Human Rights Report: Kosovo’, 25 februari 2009; USDoS, ‘Serbia (includes Kosovo)’ in: ‘Country Reports on Human Rights Practices – 2007’, 11 maart 2008.
261
Artikel 1.5 van de UNMIK-verordening 1999/24 van 12 december 1999, waarin de doodstraf wordt afgeschaft.
53
algemeen ambtsbericht Kosovo april 2009
3.4
Positie van bepaalde etnische groepen
3.4.1
Serviërs Het aantal etnische Serviërs in Kosovo wordt momenteel op circa 120.000 personen geschat en kan in twee groepen worden onderverdeeld: 1) zij die in het aan Servië grenzende, en vrijwel uitsluitend door etnische Serviërs bewoonde, noorden van Kosovo wonen; 2) zij die in kleine tot grote enclaves in de rest van Kosovo wonen. 262 De etnische Serviërs die behoren tot de eerste groep, vormen in hun directe omgeving een etnische meerderheid. De etnische Serviërs die tot de tweede groep behoren, vormen in hun directe leefomgeving een etnische minderheid. Etnische Serviërs in Kosovo spreken de Servische taal en hangen over het algemeen het Servisch-orthodoxe geloof aan. Etnische gemotiveerd geweld in Kosovo vindt in de regel plaats tussen etnische Serviërs en etnische Albanezen. In de verslagperiode vonden verschillende etnische gemotiveerde veiligheidsincidenten plaats gericht tegen de etnisch Servische minderheid. Ook het vernielen van eigendommen van etnische Serviërs komt nog steeds voor.263 Etnische Serviërs vormen de grootste groep binnenlands ontheemden binnen Kosovo (ongeveer 52% van het totaal aantal ontheemden). Zij verblijven grotendeels in het aan de overige delen van Servië grenzende noordelijke deel van Kosovo of in over Kosovo verspreide etnische enclaves.264 De veiligheidssituatie van etnische Serviërs die woonachtig zijn in gebieden waar zij een etnische meerderheid vormen (het gebied ten noorden van de rivier Ibar, en in de gemeente Shtërpcë/Štrpce) is goed te noemen. Serviërs in het noorden van Kosovo (en in enkele enclaves) verlenen geen medewerking aan het Kosovaarse
262
Buiten de gebieden in het noorden van Kosovo, is de grootste concentratie van Serviërs te vinden in de gemeente Shtërpcë/Štrpce in het zuidoosten van Kosovo, waar circa 9.900 etnische Serviërs wonen. In deze gemeente vormen de Serviërs een etnische meerderheid.
263
Zie bijvoorbeeld USDoS, ‘2008 Human Rights Report: Kosovo’, 25 februari 2009; USDoS, ‘Serbia (includes Kosovo)’ in: ‘Country Reports on Human Rights Practices – 2007’, 11 maart 2008; Ombudsperson Institution in Kosovo, 11 juli 2007; Republic of Kosovo Ombudsperson Institution, 21 juli 2008.
264
USDoS, ‘2008 Human Rights Report: Kosovo’, 25 februari 2009; Ombudsperson Institution in Kosovo, 11 juli 2007; Republic of Kosovo Ombudsperson Institution, 21 juli 2008.
54
algemeen ambtsbericht Kosovo april 2009
zelfbestuur. Zij hebben hun eigen gemeentelijke structuren, onderwijs en gezondheidszorg. 265 Het leven van etnische Serviërs die in enclaves wonen, blijft grotendeels beperkt tot deze enclaves, aangezien hun beweging over het algemeen gelimiteerd is. Vanwege de aanhoudende etnische spanningen is het gevoel van onveiligheid bij deze groep groot. De situatie voor etnische Serviërs in de enclaves is moeilijker dan in het noorden van Kosovo, omdat hun gebied niet direct aan Servië grenst, en zij minder steun krijgen van de Servische overheid.
3.4.2
Roma, Ashkali en Egyptenaren De Roma, Ashkali en Egyptenaren worden vaak als één groep beschouwd, omdat hun leefsituatie enigszins vergelijkbaar is. In de jaren ’90 zijn Albanees-sprekende Roma groepen zich gaan onderscheiden van de rest van de Roma.266 In dit ambtsbericht worden Roma, Ashkali en Egyptenaren gezamenlijk aangeduid als Roma.267 Een globale onderverdeling van deze groep in Kosovo ziet er als volgt uit: 1) De zogenaamde etnische Roma zien zichzelf duidelijk als “de Roma” en hebben het Romani als moedertaal, hoewel zij ook, in verschillende mate, het Albanees en/of Servisch spreken. Zij hebben een traditierijke cultuur en onderhouden contacten met Roma-gemeenschappen in andere landen. De meesten van deze Roma zijn moslim. De zogenaamde ‘Cergari Roma’ daarentegen spreken overwegend de Servische taal en/of Romani en hangen het Servisch-orthodoxe geloof aan. Daarnaast is er een kleine katholieke Roma-gemeenschap. 2) De Ashkali hebben het Albanees als moedertaal en zijn moslim. De Ashkali hebben zich door de eeuwen heen als groep aangepast aan de Albanese meerderheid.
265
Zie rapporten van UNSG; USDoS, ‘2008 Human Rights Report: Kosovo’, 25 februari 2009, Commission of the European Communities, ‘Kosovo (under UNSCR 1244/99) 2008 Progress Report’, 5 november 2008.
266
World Directory of Minorities, Roma, http://www.minorityrights.org/2463/kosovo/roma.html laatst geraadpleegd op 22 juni 2009.
267
In veel rapporten worden deze groepen gezamenlijk aangeduid als de RAE-gemeenschap, maar er wordt ook vaak alleen over ‘Roma’ gesproken. Het is niet altijd duidelijk of hier alleen etnische Roma mee wordt bedoeld.
55
algemeen ambtsbericht Kosovo april 2009
3) De zogenaamde Egyptenaren spreken de Albanese taal en zijn moslim. Zij baseren hun identiteit op de gedachte dat hun voorouders afkomstig zijn uit Egypte. 268 De scheiding tussen de genoemde groepen is niet vast. De gemeenschappen gaan ook veel met elkaar om. Het komt voor dat, afhankelijk van externe omstandigheden, individuen zich met een andere etnische Roma-groep gaan identificeren. De thans in Kosovo verblijvende Roma (schattingen omtrent hun aantal lopen uiteen tussen 10.000 en 30.000) wonen in kleine gemeenschappen verspreid over heel Kosovo. Hun veiligheidssituatie verschilt van gebied tot gebied en hangt daarnaast in belangrijke mate af van de specifieke Roma-groep waartoe men behoort.269 Roma vormen tezamen met de etnische Serviërs de meest kwetsbare groep in Kosovo. Dit komt met name door de slechte sociaaleconomische omstandigheden waarin zij verkeren. Veel Roma zijn nooit geregistreerd als inwoner van Kosovo, waardoor zij geen toegang hebben tot administratieve en sociale diensten zoals gezondheidszorg en onderwijs. Daarnaast maken zij, met name vanwege hun gebrekkige kennis van de Albanese taal, minder kans op de arbeidsmarkt.270 De positie van Ashkali en Egyptenaren is over het algemeen iets beter, vanwege de banden die deze groepen hebben met de Albanese bevolking.271 In tegenstelling tot etnische Roma worden Ashkali en Egyptenaren door de UNHCR niet gerekend tot de categorieën van personen die op grond van hun afkomst alleen aanspraak zouden kunnen maken op internationale bescherming.272 268
World Directory of Minorities, Roma, http://www.minorityrights.org/2463/kosovo/roma.html laatst geraadpleegd op 22 juni 2009. Zie ook het artikel ‘Roma, Ashkaelia and Egyptians in Kosovo (2006)’ op de site van het Internal Displacement Monitoring Centre (IDMC): http://www.internal-displacement.org/idmc/website/countries.nsf/(httpEnvelopes)/ B4A8E121B6EA5BBB802570B8005AA863?OpenDocument, laatst geraadpleegd op 22 juni 2009.
269
Ongeacht hun verschillende mate van integratie in de Servische dan wel Albanese maatschappij, worden alle Roma gezien als tweederangs burgers door zowel de etnische Serviërs als de etnische Albanezen uit Kosovo. Zie bijvoorbeeld: Ombudsperson Institution in Kosovo, 11 juli 2007; Republic of Kosovo Ombudsperson Institution, 21 juli 2008.
270
Commission of the European Communities, ‘Kosovo (under UNSCR 1244/99) 2008 Progress Report’, 5 november 2008; Republic of Kosovo Ombudsperson Institution, 21 juli 2008. Zie ook: Amnesty International, ‘Amnesty International Report 2009: Serbia’, 29 mei 2009.
271
Zie o.a. Ombudsperson Institution in Kosovo, 11 juli 2007; Republic of Kosovo Ombudsperson Institution, 21 juli 2008.
272
Zie paragraaf 4.2.1: standpunt van UNHCR over terugkerende asielzoekers in Kosovo.
56
algemeen ambtsbericht Kosovo april 2009
3.4.3
Slavische moslims De aanduiding ‘Slavische moslims’ staat niet voor een homogene groep, maar is een verzamelnaam voor moslims die een Slavische taal, doorgaans het Servisch, spreken en de islam aanhangen. Slavische moslims worden over het algemeen ‘Bosniërs’, ‘Bosniaks’, ‘Bosniakken’ of kortweg ‘moslims’ genoemd. 273 De grootste gemeenschap van Slavische moslims (circa 22.000 personen) bevindt zich in Prizren/Prizren en omgeving. Daarnaast zijn er kleinere gemeenschappen in onder andere Pejë/Pec, Prishtinë/Priština, Istog/Istok en Gjakovë/Đakovica.274 Het totale aantal Slavische moslims in Kosovo wordt geschat op tussen de 35.000 en 57.000 personen. 275 De veiligheidssituatie van de Slavische moslims is goed. Slavische moslims geven echter wel aan zich gediscrimineerd te voelen. 276 Slavische moslims spreken een dialect van het Servisch (door sommigen ook als een eigen Bosniak-taal beschouwd). Niet veel Slavische moslims spreken de Albanese taal.277
3.4.4
Gorani De Gorani behoren eigenlijk tot de Slavische moslims, maar worden als een aparte gemeenschap beschouwd vanwege hun specifieke dialect, dat verwant is aan het Servisch, en doordat zij grotendeels woonachtig zijn in een geografisch duidelijk afgebakend gebied, de Gora, in het zuiden van Kosovo en het noorden van Albanië en FYR Macedonië. De meeste Gorani (ongeveer 10.000) zijn woonachtig in de gemeente Dragash/Dragaš.278 Over het algemeen wordt gesteld dat de veiligheidssituatie van de Gorani goed is. Etnisch Albanezen en de Gorani-gemeenschap in
273
Soms duiden Slavische moslims zich aan als Sandjak moslims. De Sandjak moslims behoren tot de Slavische moslims; deze term duidt op hun gebied van herkomst, de Sandjak. Voor de situatie van Slavische moslims in de Sandjak wordt verwezen naar het algemeen ambtsbericht Servië en Montenegro (exclusief Kosovo) van juni 2008.
274
Zie OSCE, ‘Municipal profiles’. OSCE heeft voor iedere gemeente een profiel aangemaakt met informatie over de bevolking en de politieke en sociaaleconomische situatie. Alle profielen zijn te vinden op de website van OSCE Mission in Kosovo: http://www.osce.org/kosovo/13982.html, laatst geraadpleegd op 22 juni 2009.
275
World Directory of Minorities: http://www.minorityrights.org/2458/kosovo/kosovooverview.html, laatst geraadpleegd op 22 juni 2009; OSCE, ‘Municipal Profiles’.
276
Zie o.a. USDoS, ‘2008 Human Rights Report: Kosovo’, 25 februari 2009; USDoS, ‘Serbia (includes Kosovo)’ in: ‘Country Reports on Human Rights Practices – 2007’, 11 maart. 2008.
277
HLC, april 2008; Republic of Kosovo Ombudsperson Institution, 21 juli 2008
278
OSCE, ‘Municipal profile, Dragash/Dragaš’, april 2008.
57
algemeen ambtsbericht Kosovo april 2009
Dragash/Dragaš gaan naar verluidt vreedzaam met elkaar om.279 Niet veel Gorani spreken de Albanese taal.280
3.4.5
Turken Etnische Turken in Kosovo hebben het Turks als moedertaal, en de meesten zijn moslim. 281 De meeste leden van de Turkse gemeenschap spreken daarnaast het Albanees en/of het Servisch.282 De meeste van hen (circa 9.000 personen) wonen in de gemeente Prizren/Prizren, en in de pilot-gemeente Mamuşa/Mamushë/Mamuša (circa 4.500 personen). 283 Kleinere aantallen zijn onder andere woonachtig in de gemeente Gjilan/Gnjilane alsmede in de steden Mitrovicë/Kosovska Mitrovica, Vushtrri/Vučitrn, en Prishtinë/Priština.284 De Turkse minderheid wordt door sommigen als de best geïntegreerde etnische minderheid in Kosovo beschouwd. De veiligheidssituatie van de in Kosovo verblijvende etnische Turken is over het algemeen goed.285 In gemeentes waar de Turkse minderheid een groot deel van de lokale bevolking uitmaakt, is het Turks een officiële taal.286
3.4.6
Kroaten Kosovo kent van oudsher een kleine etnisch Kroatische gemeenschap. Thans wonen in Kosovo slechts circa 360 etnische Kroaten in het dorp Janjevë/Janjevo (gemeente Lipjan/Lipljan) en circa 60 Kroaten in de gemeente Viti/Vitina.287 De Kroaten spreken de Kroatische taal en zijn rooms-katholiek. Hun veiligheidssituatie is voor zover bekend goed.
279
Ibid.
280
HLC, april 2008; Republic of Kosovo Ombudsperson Institution, 21 juli 2008.
281
World Directory of Minorities, Kosovo, http://www.minorityrights.org/2458/kosovo/kosovooverview.html, laatst geraadpleegd op 22 juni 2009.
282
HLC-Kosovo, april 2008.
283
OSCE, ‘Municipal profile, Prizren’, april 2008; OSCE, ‘Pilot municipal unit Mamuşa/Mamushë/Mamuša’, april 2008.
284
OSCE, ‘Municipal profiles’.
285
Zie onder andere: HLC-Kosovo, april 2008.
286
Zoals in de gemeenten Prizren/Prizren en Gjilan/Gnjilane. World Directory of Minorities, Roma, laatst geraadpleegd op 22 juni 2009.
287
OSCE, ‘Municipal profile, Lipjan/Lipljan’, april 2008; OSCE, ‘Municipal profile, Viti/Vitina’, april 2008.
58
algemeen ambtsbericht Kosovo april 2009
3.4.7
Albanezen Etnische Albanezen vormen een etnische minderheid in de gemeentes in het noorden van Kosovo288 en de gemeente Shtërpcë/Štrpce in het zuiden van Kosovo.289 In de overige delen van Kosovo zijn etnische Albanezen de grootste etnische groep. Etnische Albanezen in het noorden van Kosovo hebben beperkte toegang tot diensten van de Kosovaarse autoriteiten. Hiervoor moeten zij zich namelijk begeven naar het zuiden van Kosovo, met name naar het zuidelijk (Albanese) deel van de stad Mitrovicë/Kosovska Mitrovica. De positie van etnisch Albanezen in het noorden van Kosovo kan worden vergeleken met die van etnische Serviërs in de gebieden waar deze in de minderheid zijn. Over het algemeen kan worden gesteld dat de spanning tussen etnische Albanezen en etnische Serviërs sinds de onafhankelijkheidsverklaring groter is geworden. 290 Een relatief kleine groep van Kosovaarse Albanezen – met name personen afkomstig uit het noordelijke deel van de stad Mitrovicë/Kosovska Mitrovica en de omgeving – kan als binnenlands ontheemde worden beschouwd. Deze groep verblijft elders in Kosovo, bijvoorbeeld in het zuidelijke deel van Mitrovicë/Kosovska Mitrovica.291
3.5
Positie van andere specifieke groepen
3.5.1
Vrouwen Vrouwen beschikken volgens de wet over dezelfde rechten als mannen en discriminatie of onderscheid op grond van geslacht is wettelijk verboden. De maatschappelijke positie van vrouwen wordt verder bevorderd door de Gender Equality Law.292 De Agency for Gender Equality,293 binnen het bureau van de minister-president is verantwoordelijk voor de uitvoering van de wet. 294 Op centraal niveau zijn er Gender Officers in ieder ministerie, en op lokaal niveau 288
Gebieden ten noorden van de rivier Ibar: gemeente Leposaviq/Leposavić, Zveçan/Zvečan, Zubin Potok/Zubin Potok alsmede een deel van de gemeente Mitrovicë/Kosovska Mitrovica.
289
OSCE ‘Municipal profiles’.
290
Zie o.a. USDoS, ‘2008 Human Rights Report: Kosovo’, 25 februari 2009.
291
Zie paragraaf 4.1: migratiestromen en motieven.
292
Kosovo Assembly Law No. 2004/2 (On Gender Equality in Kosovo), in werking getreden op 7 juni 2004 op grond van de UNMIK-verordening 2004/18 van 7 juni 2004.
293
Voorheen het Office of Gender Equality. De Agency werd opgezet in september 2007.
294
Republic of Kosovo Ombudsperson Institution, 21 juli 2008.
59
algemeen ambtsbericht Kosovo april 2009
heeft elke gemeente in Kosovo een Municipal Gender Officer, die toeziet op de mensenrechten van vrouwen. 295 De Gender Officers zien toe op de uitvoering van de Gender Equality Law binnen de gemeentes en ministeries. 296 Volgens het laatste voortgangsrapport van de Europese Commissie zijn in de praktijk deze Gender Officers in ministeries en gemeentes echter niet allemaal operationeel. Daarnaast is er nog geen sprake van coördinatie tussen de agentschappen die zich bezig houden met Gender Equality, en wordt dit onderwerp nog nauwelijks onder de publieke aandacht gebracht.297 In de praktijk is de positie van vrouwen in de Kosovaarse samenleving traditioneel ondergeschikt aan die van de man.298 Hoewel de wet geen onderscheid maakt tussen geslacht, erft de man doorgaans familie-eigendommen. Volgens traditioneel gebruik gaan bij overlijden van de man, kinderen en eigendommen naar de familie van de overledene, en de weduwe terug naar haar geboortefamilie. Hierdoor verliezen vrouwen soms de voogdij over hun kinderen. 299 In de politiek zijn vrouwen ondervertegenwoordigd, hoewel er wel een regel is dat bij verkiezingen op iedere derde plaats op de kandidatenlijsten een vrouw moet staan. Na de verkiezingen van november 2007 hebben vrouwen 38 van de 120 zetels gekregen. Ondanks dit quotum is hun politieke invloed ten opzichte van die van mannen nog steeds beperkt. 300 Huiselijk geweld blijft een groot probleem in Kosovo. De traditionele rol van de vrouw in de door mannen gedomineerde maatschappij draagt bij aan de hoge mate van huiselijk geweld en het lage aantal gerapporteerde gevallen. De beschikbare statistieken met betrekking tot huiselijk geweld zijn onbetrouwbaar, omdat het overgrote deel van alle gevallen als een privé aangelegenheid – vaak ook door het slachtoffer zelf – wordt beschouwd en daarom niet wordt gemeld.301 Op verkrachting rust in Kosovo een groot maatschappelijk taboe, waardoor ook van gevallen van verkrachting meestal geen aangifte wordt gedaan. Bij gevallen die 295
Ibid.
296
Zie onder andere artikel 4.12, 4.13, 4.15 en 4.16 van de Law on Gender Equality.
297
Commission of the European Communities, ‘Kosovo (under UNSCR 1244/99) 2008 Progress Report’, 5 november 2008.
298
USDoS, ‘2008 Human Rights Report: Kosovo’, 25 februari 2009.
299
Ibid. Zie ook: Ombudsperson Institution in Kosovo, 11 juli 2007; Ombudsperson Institution in Kosovo, 11 juli 2007; Republic of Kosovo Ombudsperson Institution, 21 juli 2008; USDoS, ‘Serbia (includes Kosovo)’ in: ‘Country Reports on Human Rights Practices – 2007’, 11 maart 2008.
300
Republic of Kosovo Ombudsperson Institution, 21 juli 2008. Zie ook: Freedom House, 16 januari 2008.
301
Zie o.a.: Ombudsperson Institution in Kosovo, 11 juli 2007; Republic of Kosovo Ombudsperson Institution, 21 juli 2008.
60
algemeen ambtsbericht Kosovo april 2009
wel worden gemeld worden daders zelden vervolgd, onder meer vanwege de grote achterstand in zowel civiele als strafzaken in de rechtbanken.302 Op verkrachting staat volgens de Provisional Criminal Code een gevangenisstraf van ten minste twee tot tien jaar, maar deze kan oplopen tot twintig jaar of langer, afhankelijk van verzwarende omstandigheden.303 UNMIK politie meldde dat in de periode januari 2008 tot en met september 2008 35 mensen zijn opgepakt op verdenking van verkrachting, en 5 zijn veroordeeld.304 Werkloosheid onder vrouwen is hoog. Slechts weinig vrouwen hebben de middelen om voor zichzelf te zorgen, en hierdoor zijn zij vaak financieel afhankelijk van hun partner. Daarnaast komt het vaak voor, vooral op het platteland, dat vrouwen benadeeld worden bij eigendomsrechten. Hoewel de wet gelijkheid biedt in eigendomsrechten, wordt in de praktijk vaak de traditionele regel gehandhaafd dat familiebezittingen eigendom zijn van de man. Deze financiële afhankelijkheid zorgt ervoor dat vrouwen terughoudend zijn om aangifte te doen van huiselijk geweld, of om een scheiding aan te vragen.305 Opvangmogelijkheden voor vrouwen die zich willen onttrekken aan huiselijk geweld zijn zeer beperkt aanwezig. Opvanghuizen hebben weinig middelen, en zijn niet bedoeld voor lang verblijf. Hierna zijn vrouwen weer op zichzelf aangewezen, wat vaak betekent dat ze teruggaan naar de oude situatie. Het ministerie van Arbeid en Sociaal Welzijn geeft (beperkte) financiële steun aan opvanghuizen voor slachtoffers van huiselijk geweld en mensenhandel die bestuurd worden door NGO’s. Het werk van deze NGO’s wordt bemoeilijkt door de traditie van stilzwijgen over onderwerpen als huiselijk geweld, seksueel misbruik en verkrachting.306 Een telefoonlijn die 24 uur per dag anoniem geraadpleegd kan worden geeft slachtoffers van (seksueel) misbruik advies over hun rechten en de mogelijkheden voor opvang.307 302
Zie: USDoS, ‘2008 Human Rights Report: Kosovo’, 25 februari 2009; Republic of Kosovo Ombudsperson Institution, 21 juli 2008. Zie ook: Freedom House, 16 januari 2008; USDoS, ‘Serbia (includes Kosovo)’ in: ‘Country Reports on Human Rights Practices – 2007’, 11 maart 2008.
303
Bijvoorbeeld als het slachtoffer jonger is dan 16 jaar of als er sprake is van een familierelatie met het slachtoffer. Zie artikel 193 van de Provisional Criminal Code.
304
USDoS, ‘2008 Human Rights Report: Kosovo’, 25 februari 2009.
305
Republic of Kosovo Ombudsperson Institution, 21 juli 2008.
306
USDoS, ‘2008 Human Rights Report: Kosovo’, 25 februari 2009; Commission of the European Communities, ‘Kosovo (under UNSCR 1244/99) 2008 Progress Report’, 5 november 2008; Republic of Kosovo Ombudsperson Institution, 21 juli 2008; USDoS, ‘Serbia (includes Kosovo)’ in: ‘Country Reports on Human Rights Practices – 2007’, 11 maart 2008.
307
USDoS, ‘2008 Human Rights Report: Kosovo’, 25 februari 2009; USDoS, ‘Serbia (includes Kosovo)’ in: ‘Country Reports on Human Rights Practices – 2007’, 11 maart 2008.
61
algemeen ambtsbericht Kosovo april 2009
Het verschil tussen de positie van vrouwen in grote steden en op het platteland is merkbaar. In de steden zijn de vrouwen van alle etnische groepen in het algemeen meer geëmancipeerd. Zij hebben betere toegang tot faciliteiten, opleiding en banen. Onderdrukking van en geweld tegen vrouwen wordt in stedelijke gebieden ook minder geaccepteerd. Echter, veel families die van het platteland naar de stedelijke gebieden verhuizen houden vast aan de oude tradities, waarin de vrouw een ondergeschikte rol heeft.308 Voor de situatie van vrouwen in het kader van mensenhandel in Kosovo zie paragraaf 3.3.9.
3.5.2
Minderjarigen Minderjarig zijn in Kosovo personen die de 18-jarige leeftijd nog niet hebben bereikt. 309 Onderscheid tussen kinderen geboren binnen een huwelijk en buitenechtelijke kinderen is niet toegestaan in Kosovo.310 Voor personen in de leeftijd tussen 16 en 18 jaar geldt een beperkte vorm van handelingsbekwaamheid, die vergelijkbaar is met de situatie in Nederland.311 Leerplichtig zijn in Kosovo alle kinderen in de leeftijd tussen 6 en 15 jaar. Iedereen die jonger is dan 18 jaar heeft recht op onderwijs. 312 Hierbij moet worden opgemerkt dat vooral kinderen van minderheidsgroepen niet allemaal naar school gaan.313 Op gemeenteniveau zijn kinderrechtenmedewerkers aangesteld. In mei 2007 werd een interministeriële Commissie voor Kinderrechten aangesteld, maar voor zover
308
Republic of Kosovo Ombudsperson Institution, 21 juli 2008.
309
Zie artikel 15, lid 2 van het Wetboek van Familierecht (Assembly of Kosovo Law No. 2004/32 (Family Law of Kosovo), in werking getreden op 16 februari 2006 op grond van UNMIK-verordening 2006/7 van 16 februari 2006). Dit wetboek verving de oude Joegoslavische Law of Marriage and Family Relations van 28 maart 1984. De nieuwe wet behandelt echter een aantal zaken niet die wel in de oude wet werden behandeld. De oude wet wordt daarom in sommige gevallen nog steeds toegepast. Bron: Republic of Kosovo Ombudsperson Institution, 21 juli 2008.
310
Discriminatie of onderscheid op grond van, onder andere, geboorte is verboden op grond van de Antidiscriminatiewet (UNMIK-verordening 2004/32 van 20 augustus 2004).
311
Zie artikel 15 en 16 van de Family Law of Kosovo.
312
Kosovo Assembly Law No. 2002/22 (Law on Primary and Secondary Education) van 26 september 2002, in werking getreden op 31 oktober 2002 op grond van de UNMIKverordening 2002/19 van 31 oktober 2002.
313
Zie bijvoorbeeld: USDoS, ‘2008 Human Rights Report: Kosovo’, 25 februari 2009.
62
algemeen ambtsbericht Kosovo april 2009
bekend is deze in de verslagperiode niet bij elkaar gekomen. Een nationaal plan voor kinderrechten is nog niet voltooid. 314 Huiselijk geweld tegen kinderen komt geregeld voor. Volgens het bureau van de Ombudspersoon nam het aantal gemelde gevallen van huiselijk geweld toe in 2008.315 Huiselijk geweld dreef kinderen vaak weg bij de familie, waardoor zij kwetsbaar werden voor de activiteiten van mensenhandelaren.316 Er zijn berichten dat kindhuwelijken voorkwamen, voornamelijk in gemeenschappen van Roma en etnisch Albanezen.317 Minderjarigen die niet langer opvang hadden bij hun ouders werden over het algemeen opgevangen door familie (extended family), pleeggezinnen of in opvanghuizen. Daarnaast zijn er enkele opvanghuizen die geleid worden door het ministerie van Arbeid en Sociaal Welzijn of door NGO’s. De capaciteit van deze opvanghuizen is echter niet toereikend.318
3.5.3
Homoseksuelen Homoseksualiteit of homoseksuele handelingen zijn in Kosovo verboden noch strafbaar. Daarnaast is discriminatie op grond van seksuele geaardheid verboden door de Antidiscriminatiewet. Homoseksualiteit of uitingen van homoseksueel gedrag zijn in Kosovo geenszins algemeen aanvaard. Homoseksualiteit wordt vaak gezien als een ziekte of afwijking. Dit beeld wordt in de media en door enkele politici met enige regelmaat bevestigd. Gezien het grote culturele taboe houden homoseksuele mannen en vrouwen hun seksuele geaardheid angstvallig geheim, meestal zelfs voor familie en vrienden. Indien de seksuele geaardheid bekend wordt is de kans op fysiek of verbaal geweld, of op sociale discriminatie groot. De sociale druk op
314
Commission of the European Communities, ‘Kosovo (under UNSCR 1244/99) 2008 Progress Report’, 5 november 2008.
315
Republic of Kosovo Ombudsperson Institution, 21 juli 2008. Ook kinderarbeid nam volgens het rapport toe in deze periode. Zie ook: Commission of the European Communities, ‘Kosovo (under UNSCR 1244/99) 2008 Progress Report’, 5 november 2008.
316
Republic of Kosovo Ombudsperson Institution, 21 juli 2008.
317
USDoS, ‘2008 Human Rights Report: Kosovo’, 25 februari 2009; USDoS, ‘Serbia (includes Kosovo)’ in: ‘Country Reports on Human Rights Practices – 2007’, 11 maart 2008.
318
Ibid.
63
algemeen ambtsbericht Kosovo april 2009
homoseksuele mannen en vrouwen om te trouwen en een gezin te stichten is eveneens groot. 319 Er bestaan in Kosovo slechts enkele organisaties voor homoseksuelen. Deze organisaties beperken zich tot maatschappelijk aanvaardbare activiteiten zoals voorlichting omtrent de gevaren van HIV/AIDS en andere seksueel overdraagbare aandoeningen of algemene voorlichting over homoseksualiteit. Kosovo kent geen bars, disco’s of andere gelegenheden waar homoseksuelen elkaar openlijk kunnen ontmoeten. Verbaal en fysiek geweld jegens (bekende of vermeende) homoseksuelen komen in Kosovo voor.320 Homoseksuelen zijn over het algemeen terughoudend in het doen van aangifte tegen geweld, uit angst dat hun seksuele geaardheid publiekelijk bekend wordt. Naar verluidt wordt echter door de politie over het algemeen goed met zaken van geweld tegen homoseksuelen omgegaan321
3.5.4
Dienstweigeraars en deserteurs Sinds de komst van het VN-bestuur (juni 1999) kent Kosovo geen dienstplicht.
319
Zie bijvoorbeeld USDoS, ‘2008 Human Rights Report: Kosovo’, 25 februari 2009; USDoS, ‘Serbia (includes Kosovo)’ in: ‘Country Reports on Human Rights Practices – 2007’, 11 maart 2008. Zie ook: Freedom House, 16 januari 2008.
320
Ibid.
321
Commission of the European Communities, ‘Kosovo (under UNSCR 1244/99) 2008 Progress Report’, 5 november 2008.
64
algemeen ambtsbericht Kosovo april 2009
4
Migratie
4.1
Migratiestromen en motieven Het overgrote deel van de Kosovaarse minderheden (met name etnische Serviërs en Roma) die gedurende de Kosovo-crisis van 1998-1999 of in de jaren daarna uit Kosovo zijn vertrokken, is nog niet teruggekeerd. De grootste groep gevluchte Kosovaren (circa 225.000 personen) bevindt zich in Servië en Montenegro. 322 Belangrijkste redenen voor de lage terugkeercijfers zijn het (al dan niet vermeende) gebrek aan veiligheid, de beperkte bewegingsvrijheid, de slechte sociaaleconomische omstandigheden, en het gebrek aan opvangprogramma’s.323 UNHCR schat dat er in Kosovo circa 20.000 binnenlands ontheemden zijn, van wie ongeveer 10.300 etnische Serviërs en 7.600 etnische Albanezen. Het merendeel van de ontheemden verblijft in de gemeente Mitrovicë/Kosovska Mitrovica: ongeveer 7.000 ontheemde etnische Serviërs verblijven in het noordelijke deel van deze gemeente, en ongeveer 7.500 ontheemde etnische Albanezen verblijven in het zuidelijke deel.324 In 2007 zijn volgens UNHCR 1.816 ontheemden en gevluchte Kosovaren in de regio (allen behorende tot een minderheidsgroep) vrijwillig teruggekeerd naar hun woonplaats. In 2008 waren dat er 679.325 Tijdens de onlusten van maart 2004 zijn circa 4.100 personen op de vlucht geslagen. Hiervan zijn inmiddels meer dan 2.800 personen naar huis teruggekeerd. 326
4.2
Terugkeer In juli 2005 werd door de Speciale Vertegenwoordiger van de Secretaris-Generaal en de Kosovaarse premier een nieuw plan voor de terugkeer van vluchtelingen en ontheemden naar Kosovo gelanceerd, het Strategic Framework for Returns.327 In diezelfde maand werd door de vertegenwoordigers van de VN (UNMIK), het Kosovaarse zelfbestuur en Servië een protocol inzake vrijwillige terugkeer van
322
Zie hierover paragraaf 4.3 en 4.4.
323
Zie hiervoor paragraaf 4.2: terugkeer.
324
UNHCR, ‘Statistical Overview, updated as at end of February 2009’, 9 maart 2009.
325
Ibid.
326
USDoS, ‘2008 Human Rights Report: Kosovo’, 25 februari 2009.
327
Zie: European Commission, ‘Kosovo (under UNSCR 1244) 2005 Progress Report, SEC (2005) 1423’, 9 november 2005.
65
algemeen ambtsbericht Kosovo april 2009
ontheemden naar Kosovo getekend. 328 In oktober 2007 keurde de overheid een Reintegration Strategy for Repatriated Persons to Kosovo goed.329 Aantallen terugkeerders zijn volgens UNHCR de afgelopen jaren teruggelopen. In 2007 keerden 746 personen (waarvan 102 behoren tot een minderheidsgroep) vrijwillig terug uit landen buiten de regio. In 2008 waren dat er 677 (waarvan 77 van een minderheidsgroep).330 In 2007 werden 3.219 personen gerepatrieerd (waarvan 432 van een minderheidsgroep), en in 2008 2.550 (waarvan 416 van een minderheidsgroep). 331 Er zijn verschillende belemmeringen voor terugkeer. Het gevoel van onveiligheid bij etnische minderheden speelt nog altijd een rol. Een andere belemmering is de slechte sociaaleconomische situatie, waardoor het moeilijk is om een bestaan op te bouwen. Verder speelt gebrek aan huisvesting een rol, omdat het vaak voorkomt dat ontheemde etnische Serviërs en etnische Albanezen illegaal elkaars huizen in bezit hebben genomen. 332 Vanwege de slechte economische omstandigheden en het gebrek aan huisvesting is terugkeer ook vaak niet van langdurige aard. Naar verluidt vertrekken veel terugkerende Kosovaren binnen korte tijd weer naar het buitenland, vaak via illegale wegen. Terugkeer wordt verder bemoeilijkt door een gebrek aan opvangprogramma’s. Het Ministry for Communities and Returns is verantwoordelijk voor vrijwillige terugkeer.333 De verantwoordelijkheid voor gedwongen terugkeer ligt sinds november 2008 bij het Department of Border Management, Asylum and Migration (DBAM) van het ministerie van Binnenlandse Zaken. De capaciteit bij dit departement is vooralsnog klein. Er zijn geen opvang- of re-integratieprojecten voor gedwongen terugkeerders. Voor vrijwillige terugkeer bestaan wel enkele projecten. 334
328
Zie Commission of the European Communities, ‘Kosovo (under UNSCR 1244) 2006 Progress Report’, SEC (2006) 1386, 8 november 2006.
329
Commission of the European Communities, ‘Kosovo (under UNSCR 1244/99) 2008 Progress Report’, 5 november 2008. Er werd naar verluidt echter geen budget toegewezen om deze strategie te implementeren.
330
UNHCR, ‘Statistical Overview, updated as at end of February 2009’, 9 maart 2009.
331
Ibid.
332
USDoS, ‘2008 Human Rights Report: Kosovo’, 25 februari 2009; Republic of Kosovo Ombudsperson Institution, 21 juli 2008. Zie ook: USDoS, ‘Serbia (includes Kosovo)’ in: ‘Country Reports on Human Rights Practices – 2007’, 11 maart 2008. Zie ook: UNSG, S/2009/300, 10 juni 2009.
333
Republic of Kosovo Ombudsperson Institution, 21 juli 2008.
334
Ibid.
66
algemeen ambtsbericht Kosovo april 2009
In tegenstelling tot UNMIK, maakt DBAM geen onderscheid tussen de etniciteit van terugkerende asielzoekers. Hier staat echter tegenover dat etniciteit in individuele gevallen wel een rol kan spelen. UNHCR (zie paragraaf 4.2.1) raadt aan bij terugkeer nog wel rekening te houden met de etniciteit van de asielzoeker.
4.2.1
Standpunt van UNHCR over terugkerende asielzoekers uit Kosovo Het meest recente standpunt van UNHCR over, onder andere, terugkerende asielzoekers uit Kosovo dateert van juni 2006.335 UNHCR heeft sindsdien haar standpunten niet gewijzigd. Met betrekking tot etnische minderheden is UNHCR van mening dat etnische Serviërs alsmede Roma (met uitzondering van Egyptenaren en Ashkali) nog steeds in aanmerking dienen te komen voor internationale bescherming en dat terugkeer van deze minderheden slechts op vrijwillige basis mag plaatsvinden. Dit geldt volgens UNHCR ook expliciet voor etnische Albanezen die afkomstig zijn uit een gebied waar zij een minderheid vormen. Verder dient volgens UNHCR extra aandacht besteed te worden bij de behandeling van asielaanvragen van de volgende groepen, ongeacht van welke etnische groep zij afkomstig zijn: - personen of families van gemengde etnische afkomst en gemengde huwelijken; - personen met vermeende banden met het Servische regime van na 1999; - slachtoffers van mensenhandel. Voorts pleit UNHCR voor bijzondere aandacht bij terugkeer van bepaalde kwetsbare groepen, wier speciale behoeften in aanmerking genomen moeten worden, namelijk: - alleenstaande ouderen zonder familie of enige andere vorm van ondersteuning in Kosovo; - alleenstaande minderjarigen zonder familieleden of verzorgers in Kosovo, wier belang niet het beste gediend is met terugkeer. In tegenstelling tot de voorgaande position papers worden chronisch en ernstig zieken en ernstig gehandicapten door UNHCR niet langer expliciet genoemd. UNHCR beveelt daarnaast aan dat terugkeer van alleenstaande minderjarigen alleen zou moeten plaatsvinden indien het in het belang van het betrokken kind is,
335
UNHCR, ‘UNHCR’s Position on the Continued International Protection Needs of Individuals from Kosovo’, juni 2006.
67
algemeen ambtsbericht Kosovo april 2009
na notificatie van de (voorgenomen) terugkeer aan de Kosovaarse autoriteiten en nadat de repatriërende staat de nodige opvangregelingen heeft getroffen. Met betrekking tot de Slavische moslims, Gorani, Egyptenaren en Ashkali geeft UNHCR aan dat hun positie over het algemeen goed is. Slechts in individuele gevallen zou voor de veiligheid van personen afkomstig uit deze groepen gevreesd kunnen worden.336
4.3
Positie van gevluchte Kosovaren in Servië Volgens UNHCR verblijven in Servië circa 205.000 ontheemden, waarvan de meesten gevluchte Kosovaren. Het betreft met name etnische Serviërs, Roma, Gorani en Slavische moslims, die tijdens en na afloop van de Kosovo-crisis hun woonplaats in Kosovo hebben verlaten. Ongeveer 4.000 verblijven in officiële collectieve centra, en ongeveer 1.000 in informele centra. Naar verluidt zijn de omstandigheden in de informele centra zeer slecht. De Servische overheid is bezig met het sluiten van de collectieve centra. 337 Een ontheemdenbewijs is nodig om in aanmerking te komen voor officiële hulp aan ontheemden. Zonder dit bewijs is het voor ontheemden niet mogelijk in aanmerking te komen voor sociale voorzieningen, zoals accommodatie en gezondheidszorg. 338 Echter, registratie als binnenlands ontheemde en verstrekking van het bijbehorende identiteitsdocument kunnen alleen plaatsvinden indien betrokkene de vereiste documentatie omtrent zijn persoon (zoals een geboortecertificaat en identiteitsbewijs) heeft overgelegd. Veel personen uit Kosovo hebben geen beschikking (meer) over deze documenten.339 Daarnaast is een grote groep 336
Zie UNHCR, ‘UNHCR Position on the Continued International Protection Needs of Individuals from Kosovo’, maart 2005. In de position paper van juni 2006 worden deze groepen niet als zodanig expliciet genoemd.
337
USDoS, ‘2008 Human Rights Report: Serbia’, In: ‘2008 Country Reports on Human Rights Practices’, 25 februari 2009. Zie ook: UNHCR, Praxis, ‘Analysis of the situation of internally displaced persons from Kosovo in Serbia: Law and Practice’, maart 2007.
338
Ibid. De situatie is voor zover bekend in de verslagperiode niet wezenlijk gewijzigd. Voor meer informatie over registratie als binnenlands ontheemde zie het algemeen ambtsbericht over Kosovo van december 2006.
339
In theorie kunnen gevluchte Kosovaren in aangewezen gemeentes in Servië de registers raadplegen van zijn/haar plaats van origine (de zogeheten dislocated registers, zie paragraaf 2.5.2: documenten), en verzoeken om verstrekking van noodzakelijke documenten. Deze gemeentes bevinden zich echter vaak ver van de huidige woonplaats van de gevluchte Kosovaar, wat een bezoek aan de registers voor veel ontheemden bemoeilijkt. Bovendien zijn de registers niet altijd compleet.
68
algemeen ambtsbericht Kosovo april 2009
personen, met name Roma, zelfs nooit geregistreerd geweest in geboorte- of woonplaatsregisters in Kosovo. Hierdoor is het buitengewoon lastig voor ontheemden in Servië, en met name Roma, om aan de benodigde papieren te komen. 340 De wet schrijft voor dat inwoners van Servië woonplaatswijziging moeten doorgeven, en in persoon verschijnen bij de oorspronkelijke woonplaats, om zichzelf uit het register te verwijderen. Ontheemden uit Kosovo die geen identiteitspapieren of woonpapieren hadden, konden zich niet registreren op een nieuw adres in Servië. Zonder een geautoriseerd lokaal adres komen mensen niet in aanmerking voor gezondheidszorg, sociale diensten en openbaar onderwijs.341 Er zijn ongeveer 22.000 geregistreerde Roma-ontheemden in Servië. UNHCR schat echter dat er in totaal tussen de 40.000 en 45.000 Roma-ontheemden in Servië leven, waarvan de meesten niet de juiste documentatie hebben om zich als ontheemde te laten registreren. De huisvesting van deze Roma is over het algemeen zeer slecht. Lokale gemeentes zijn vaak onwillig om in hun accommodatie te voorzien. 342
4.4
Positie van gevluchte Kosovaren in Montenegro In Montenegro bevinden zich circa 16.000 gevluchte Kosovaren. 343 In juni 2006 heeft Montenegro zich onafhankelijk verklaard. Sindsdien konden gevluchte Kosovaren formeel niet langer als ontheemde worden beschouwd. Daarnaast erkent Montenegro Kosovo als een onafhankelijk land. De autoriteiten van Montenegro beschouwen deze groep echter nog steeds als ontheemden. UNHCR is van mening dat deze groep als vluchtelingen beschouwd zou moeten worden. De gevluchte Kosovaren staan geregistreerd in een centraal register in Podgorica. De Montenegrijnse autoriteiten hebben al enige malen een herregistratie van deze groep aangekondigd. Momenteel is de planning dat dit eind 2009 plaats zal vinden. Deze herregistratie zal naar verluidt echter niet leiden tot een herziening van de ontheemdenstatus van deze groep. De leefomstandigheden voor gevluchte Kosovaren in Montenegro zijn over het algemeen slecht.344 340
UNHCR, Praxis, ‘Analysis of the situation of internally displaced persons from Kosovo in Serbia: Law and Practice’.
341
USDoS, ‘2008 Human Rights Report: Serbia’, 25 februari 2009.
342
Ibid.
343
USDoS, ‘2008 Human Rights Report: Montenegro’, 25 februari 2009; USDoS, ‘2008 Human Rights Report: Kosovo’, 25 februari 2009.
344
USDoS, ‘2008 Human Rights Report: Montenegro’, 25 februari 2009. Zie bijvoorbeeld ook: BBC News, ‘Living in filth for 10 years’, 20 juni 2009.
69
algemeen ambtsbericht Kosovo april 2009
4.5
Activiteiten van internationale organisaties Buiten de in hoofdstuk 2 genoemde internationale organisaties, zijn in Kosovo onder andere de volgende internationale organisaties aanwezig: • VN-organisaties: o.a. FAO, UNDP, UNHCR, WFP, WHO; • andere organisaties: IOM, EU, ICRC, OSCE, IMF, Raad van Europa. Deze organisaties hebben doorgaans vestigingen in de hoofdstad Prishtinë/Priština. Daarnaast beschikken sommige over veldkantoren in heel Kosovo. Sinds 1999 beschikt UNHCR over een bijzonder mandaat voor de binnenlands ontheemden in Kosovo. De hulp die door UNHCR in Kosovo wordt geboden loopt uiteen en varieert van directe voedselhulp tot tijdelijke opvang en juridische bijstand. Deze hulp richt zich met name op de volgende doelgroepen: leden van etnische minderheden, binnenlands ontheemden en leden van etnische minderheden die terugkeren naar hun oorspronkelijke woongebied. UNHCR heeft vijf (veld)kantoren in Kosovo, te weten in Prishtinë/Priština, Gjilan/Gnjilane, Mitrovicë/Kosovska Mitrovica en Prizren/Prizren.345 Gevluchte Kosovaren in Servië en Montenegro kunnen zich wenden tot het Rode Kruis voor humanitaire hulp.346 Ook worden door de lokale afdelingen van het Internationale Rode Kruis integratieprojecten voor ontheemden uitgevoerd.
345
UNHCR, ‘UNHCR’s Position on the Continued International Protection Needs of Individuals from Kosovo’, juni 2006.
346
De humanitaire hulp van het Rode Kruis beperkt zich tot het verstrekken van voedsel aan de meest kwetsbare groepen: personen in collectieve centra, Roma, eenoudergezinnen, minderjarigen, zwangere vrouwen, vrouwen ouder dan 60 en mannen ouder dan 65 en lichamelijk en geestelijk gehandicapten.
70
algemeen ambtsbericht Kosovo april 2009
Bijlagen I:
Lijst van geraadpleegde bronnen
Rapporten Amnesty International, ‘Amnesty International Report 2009: Serbia’, 29 mei 2009. Commission of the European Communities, Commission Staff Working Document, ‘Kosovo (under UNSCR 1244/99) 2006 Progress Report’, SEC (2006) 1386, 8 november 2006. Commission of the European Communities, Commission Staff Working Document, ‘Kosovo (under UNSCR 1244/99) 2007 Progress Report’, SEC(2007)1433, accompanying the communication from the commission to the European Parliamant and the Council, Enlargement Strategy and Main Challenges 2007-2008, COM(2007)663, 6 november 2007. Commission of the European Communities, Commission Staff Working Document, ‘Kosovo (under UNSCR 1244/99) 2008 Progress Report’, SEC(2008)2697, accompanying the communications from the commission to the European Parliamant and the Council, Enlargement Strategy and Main Challenges 2008-2009, COM(2008)674, 5 november 2008. Council of Europe, ‘Report to the United Nations Interim Administration in Kosovo (UNMIK) on the visit to Kosovo carried out by the European Committee for the prevention of torture and inhuman or degrading treatment and punishment (CPT) from 21 to 29 march 2007’, 20 januari 2009. Country of Return Information Project, ‘Country Sheet Kosovo’, mei 2009. Economist Intelligence Unit, ‘Country Profile 2008: Serbia’, 11 september 2008. European Commission, ‘Kosovo (under UNSCR 1244) 2005 Progress Report’, SEC (2005) 1423, 9 november 2005. Freedom House, ‘Freedom in the World - Kosovo (Serbia) (2008)’, 16 januari 2008. Helsinki Committee for Human Rights in Serbia, ‘Serb Enclaves: New Reality, Quarterly Report of the Helsinki Committee for Human Rights in Serbia / Prishtina Office, january/march 2009’, maart 2009. 71
algemeen ambtsbericht Kosovo april 2009
Humanitarian Law Centre - Kosovo (HLC-Kosovo), ‘Security Issues, Employment and Application of Law on the Use of Languages and the Antidiscrimination Law in Kosovo’, april 2008. Human Rights Watch, ‘Better late then never, enhancing the accountability of international institutions in Kosovo’, 13 juni 2007. Human Rights Watch, ‘World Report 2009 – Serbia’, januari 2009. International Crisis Group (ICG), ‘An Army for Kosovo?’, Europe Report N°174, 28 juli 2006. International Crisis Group (ICG), ‘Serb Integration in Kosovo: Taking the Plunge’, 12 mei 2009. Mangalakova, T., ‘The Kanun in present-day Albania, Kosovo and Montenegro’, 2004. Official Journal of the European Union, ‘COUNCIL JOINT ACTION 2008/123/CFSP’, 4 februari 2008. Official Journal of the European Union, ‘COUNCIL JOINT ACTION 2008/124/CFSP’, 4 februari 2008. Ombudsperson Institution in Kosovo, ‘Sixth Annual Report 2005-2006, addressed to the Assembly of Kosovo’, 11 juli 2006. Ombudsperson Institution in Kosovo, ‘Seventh Annual Report 2006-2007, addressed to the Assembly of Kosovo’, 11 juli 2007. Organisation for Security and Co-Operation in Europe (OSCE), Mission in Kosovo, ‘Review of the Criminal Justice System in Kosovo, The protection of witnesses in the criminal justice system, The administration of justice in minor offences courts, Juveniles in criminal proceedings’, 14 december 2006. Organisation for Security and Co-Operation in Europe (OSCE), Mission in Kosovo, ‘Implementation of the Law on the Use of Languages by Kosovo Municipalities’, 9 juli 2008.
72
algemeen ambtsbericht Kosovo april 2009
Organisation for Security and Co-Operation in Europe (OSCE), Mission in Kosovo, ‘Human Rights, Etnic Relations and Democracy in Kosovo, (Summer 2007 – Summer 2008)’, 5 september 2008. Organisation for Security and Co-Operation in Europe (OSCE), Mission in Kosovo, ‘Different Communities before the Kosovo System, A preliminary statistical overview of punishments and trial outcomes in district, municipal, and minor offences courts’, 4 december 2008. Republic of Kosovo Ombudsperson Institution, ‘Eighth Annual Report, 20072008, addressed to the Assembly of Kosovo’, 21 juli 2008. United Nations High Commissioner for Refugees (UNHCR), ‘UNHCR Position on the Continued International Protection Needs of Individuals from Kosovo’, maart 2005. United Nations High Commissioner for Refugees (UNHCR), ‘UNHCR position on claims for refugee status under the 1951 Convention relating to the Status of Refugees based on a fear of persecution due to an individual’s membership of a family or clan engaged in a blood feud’, 17 maart 2006. United Nations High Commissioner for Refugees (UNHCR), ‘UNHCR’s Position on the Continued International Protection Needs of Individuals from Kosovo’, juni 2006. United Nations High Commissioner for Refugees (UNHCR), Praxis, ‘Analysis of the situation of internally displaced persons from Kosovo in Serbia: Law and Practice’, maart 2007. United Nations High Commissioner for Refugees (UNHCR), ‘Statistical Overview, updated as at end of February 2009’, 9 maart 2009. United Nations Security Council, ‘Statement by the President of the Security Council’, S/PRST/2005/51, 24 oktober 2005. United Nations Security Council, ‘Letter dated 7 October 2005 from the SecretaryGeneral addressed to the President of the Security Council’, S/2005/635, 7 oktober 2005. United Nations Security Council, ‘Letter dated 10 November 2005 from the President of the Security Council addressed to the Secretary-General’, S/2005/709, 10 november 2005. 73
algemeen ambtsbericht Kosovo april 2009
United Nations Security Council, ‘Letter dated 26 March 2007 from the SecretaryGeneral addressed to the President of the Security Council’, S/2007/168, 26 maart 2007. United Nations Secretary General (UNSG), ‘Monthly report of the Kosovo Force (KFOR), covering the period 1 to 30 June 2006,’ S/2006/643, 10 augustus 2006. United Nations Secretary General (UNSG), ‘Report of the Secretary-General on the United Nations Interim Administration Mission in Kosovo’, S/2007/134, 9 maart 2007. United Nations Secretary General (UNSG), ‘Report of the Secretary-General on the United Nations Interim Administration Mission in Kosovo’, S/2007/395, 29 juni 2007. United Nations Secretary General (UNSG), ‘Report of the Secretary-General on the United Nations Interim Administration Mission in Kosovo’, S/2007/582, 28 september 2007. United Nations Secretary General (UNSG), ‘Report of the Secretary-General on the United Nations Interim Administration Mission in Kosovo’, S/2007/768, 3 januari 2008. United Nations Secretary General (UNSG), ‘Report of the Secretary-General on the United Nations Interim Administration Mission in Kosovo’, S/2008/211, 28 maart 2008. United Nations Secretary General (UNSG), ‘Report of the Secretary-General on the United Nations Interim Administration Mission in Kosovo’, S/2008/354, 12 juni 2008. United Nations Secretary General (UNSG), ‘Report of the Secretary-General on the United Nations Interim Administration Mission in Kosovo’, S/2008/458, 15 juli 2008. United Nations Secretary General (UNSG), ‘Report of the Secretary-General on the United Nations Interim Administration Mission in Kosovo’, S/2008/692, 24 november 2008.
74
algemeen ambtsbericht Kosovo april 2009
United Nations Secretary General (UNSG), ‘Report of the Secretary-General on the United Nations Interim Administration Mission in Kosovo’, S/2009/149, 17 maart 2009. United Nations Secretary General (UNSG), ‘Report of the Secretary-General on the United Nations Interim Administration Mission in Kosovo’, S/2009/300, 10 juni 2009. United States Board on Geographic Names, ‘Kosovo and Environs; Geographic Names Index’, december 1998. United States Department of State (USDoS), ‘Serbia and Montenegro; Country Reports on Human Rights Practices – 2005’, 8 maart 2006. United States Department of State (USDoS), ‘Serbia (includes Kosovo)’ in: ‘Country Reports on Human Rights Practices – 2007’, 11 maart 2008. United States Department of State (USDoS), ‘Country Reports on Terrorism 2007’, 30 april 2008. United States Department of State (USDoS), ‘Kosovo - International Religious Freedom Report 2008’, september 2008. United States Department of State (USDoS), ‘2008 Human Rights Report: Kosovo’, In: ‘2008 Country Reports on Human Rights Practices’, 25 februari 2009. United States Department of State (USDoS), ‘2008 Human Rights Report: Montenegro’, In: ‘2008 Country Reports on Human Rights Practices’, 25 februari 2009. United States Department of State (USDoS), ‘2008 Human Rights Report: Serbia’, In: ‘2008 Country Reports on Human Rights Practices’, 25 februari 2009. United States Department of State (USDoS), ‘Trafficking in Persons Report 2008 – Special Cases’, 4 juni 2008. United States Department of State (USDoS), ‘Trafficking in Persons Report 2009’, 16 juni 2009. Nieuwsberichten Balkan Insight, ‘Serbian Minister Opens New Kosovo Office’, 17 september 2008. 75
algemeen ambtsbericht Kosovo april 2009
Balkan Insight, ‘Kosovo protests UN Six-point Plan for EULEX’, 2 december 2008. Balkan Insight, ‘Serb Police Report Only to EULEX’, 12 december 2008. Balkan Insight, ‘Serb Officers ‘Will return to Kosovo’s Police’ ’, 15 december 2008. Balkan Insight ‘Kosovo arrests six on organised crime charges’, 14 januari 2009; Balkan Insight, ‘Kosovo Launches Armed Force, Serbia Furious’, 21 januari 2009. Balkan Insight, ‘Watchdog worried about Kosovo Press Freedom’, 21 januari 2009. Balkan Insight, ‘Selection Rows Mark Launch of Kosovo ‘Army’ ’, 29 januari 2009. Balkan Insight, ‘Six Serbs Have Joined Kosovo Force – Official’, 11 februari 2009. Balkan Insight, ‘UNMIK to reduce staff to 500’, 30 maart 2009. Balkan Insight, ‘Serb passports for Kosovars ‘worries EU’ ’, 13 april 2009. Balkan Insight, ‘Serbian passports issued to 1.200 Albanians’, 14 april 2009. Balkan Insight, ‘Kosovo finally appoints Ombudsman’, 4 juni 2009. BBC News, ‘Kosovo suspends rebel Serb police’, 1 maart 2008. BBC News, ‘UN approval for EU Kosovo Mission’, 27 november 2008. BBC News, ‘Living in filth for 10 years’, 20 juni 2009. Global Insight, ‘Kosovo: Kosovo Serbs Convene Separate parliament’, 30 juni 2008. Global Insight, ‘Kosovo definitively rejects UN’s Six-Point EULEX Plan, presents own four-point agenda’, 19 november 2008. 76
algemeen ambtsbericht Kosovo april 2009
Global Insight, ‘Kosovo: Kosovan Security Forces name controversial commander’, 23 december 2008. Global Insight ‘Serbia – Kosovo: Serbian Leader Acquitted of War Crimes in Kosovo’, 27 februari 2009. Global Insight, ‘ Kosovo: Kosovo Serb Protest Postpones First EULEX trial’, 3 maart 2009. Global Insight, ‘Kosovo: NATO Confirms Kosovo Troop Reduction’, 12 juni 2009. International Herald Tribune, ‘Serbs torch border posts in northern Kosovo’, 19 februari 2008. International Herald Tribune, ‘Kosovo divide widens as Serb police quit force’, 28 februari 2008. International Herald Tribune, ‘UN police retake courthouse occupied by Kosovo Serbs’, 17 maart 2008. Ministry of Internal Affairs Kosovo, ‘Today in Prishtina the Office for Citizenship begun with work’, 27 april 2009. Nederlands Dagblad, ‘Lange rijen voor nieuw paspoort van Kosovo’, 19 augustus 2008. Nederlands Dagblad, ‘Wijd verbreid ingrijpen Eulex krijgt het zwaar in corrupt Kosovo’, 9 december 2008. Newsweek, ‘Winning the battle of Kosovo’, 24 maart 2008. NRC Handelsblad, ‘Tribunaal spreekt ex-premier Kosovo vrij’, 3 april 2008. NRC Handelsblad, ‘ ‘Benoeming ambtenaren te vaak partijpolitiek’; Speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie Pieter Feith in Kosovo maakt de balans op’, 19 februari 2009 NRC Handelsblad, ‘Brussel praat liever niet over Kosovo: Kosovo EU nam risico met Kosovo; gezant positief; in het noorden ontbreekt nog orde en gezag’, 19 februari 2009. 77
algemeen ambtsbericht Kosovo april 2009
OSCE Mission in Kosovo, ‘Head of OSCE Mission in Kosovo welcomes appointment of Ombudsperson’, 4 juni 2009. SETimes.com, ‘Report: ANA paramilitaries patrolling northern Kosovo towns’, 14 november 2007. Spiegel Online, ‘Serbia only wants ‘legal advice’ ’, 6 oktober 2008. Times Online, ‘UN replaces top officials as it cuts back in Kosovo’, 12 juni 2008. Times Online, ‘New army marches in Kosovo’, 22 januari 2009. UNMIK News, ‘UN Tribunal convicts five top Serbian officials of war crimes in Kosovo’, 26 februari 2009. De Volkskrant, ‘Tussenoplossing voor missies Kosovo’, 13 juni 2008. De Volkskrant, ‘Missie Kosovo haperend van start’, 9 december 2008. De Volkskrant, ‘NAVO wil Kosovo niet meer met fors leger beveiligen’, 12 juni 2009. Worldpress.org, ‘Kosovo’s regional recognition almost complete’, 19 november 2008. Websites Alle websites laatst geraadpleegd op 22 juni 2009. Amnesty International: http://www.amnesty.org. EULEX: http://www.eulex-kosovo.eu. Human Rights Watch: http://www.hrw.org. Internal Displacement Monitoring Centre (IDMC), ‘Roma, Ashkaelia and Egyptians in Kosovo (2006)’: http://www.internaldisplacement.org/idmc/website/countries.nsf/(httpEnvelopes)/ B4A8E121B6EA5BBB802570B8005AA863?OpenDocument. International Civilian Office: http://www.ico-kos.org/?id=1. KFOR: http://www.nato.int/kfor. 78
algemeen ambtsbericht Kosovo april 2009
Kosovo Assembly: http://www.assembly-kosova.org. Kosovo Independent Media Commission: http://www.imc-ko.org. Kosovo Ministry of Foreign Affairs: http://www.ks-gov.net/mpj. Kosovo Ministry of Internal Affairs: http://www.mpb-ks.org/?page=2,6. Ministry of Internal Affairs Kosovo, ‘Proceduarat Aplikimit Pasaport Anglisht’: http://www.mpbks.org/repository/docs/proceduarat_aplikimit_pasaport_anglisht.pdf. Kosovo Office of the Prime Minister: http://www.kryeministri-ks.net. Kosovo Official Gazette: http://www.gazetazyrtare.com. Kosovo Ombudsperson Institution: http://www.ombudspersonkosovo.org. Kosovo Press Council: http://presscouncil-ks.org/?cid=2,1. Kosovo Thanks You: www.kosovothanksyou.com/passports. Organisation for Security and Co-Operation in Europe, Mission in Kosovo: http://www.osce.org/kosovo. Organisation for Security and Co-Operation in Europe, Mission in Kosovo, ‘Municipal Profiles’: http://www.osce.org/kosovo/13982.html. Serbian Government: http://www.srbija.gov.rs. Serbian Ministry for Kosovo and Metohija: http://www.kim.sr.gov.yu/cms/item/home/en.html. UNMIK: http://www.unmikonline.org. US Embassy Pristina: http://pristina.usembassy.gov. World Directory of Minorities, ‘Kosovo Overview’: http://www.minorityrights.org/2458/kosovo/kosovo-overview.html.
79
algemeen ambtsbericht Kosovo april 2009
World Directory of Minorities, ‘Roma’: http://www.minorityrights.org/2463/kosovo/roma.html. Wetgeving Constitution of the Republic of Kosovo Provisional Criminal Code of Kosovo Provisional Criminal Procedure Code of Kosovo Anti-Discrimination Law Law on Citizenship of Kosova Family Law of Kosovo Law on Freedom of Association in Non-Governmental Organizations Law on Gender Equality in Kosovo Law on Identity Cards Law on the Independent Media Commission and Broadcasting Law on Local Self Government Law on Primary and Secondary Education Law on Travel Documents Law on the Use of Languages UNMIK-verordening 1999/1 UNMIK-verordening 1999/24 UNMIK-verordening 2001/18 UNMIK-verordening 2004/11
80
algemeen ambtsbericht Kosovo april 2009
II:
Lijst van gebruikte afkortingen
AAK
Alliance for the Future of Kosovo
AbRS
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
AKR
Kosovo New Alliance
AKSh
Armata Kombetare Shqiptare (Albanees Nationaal Leger)
CPT
European Committee for the prevention of torture and inhuman or degrading treatment and punishment
CSP
Comprehensive Proposal for the Kosovo Status Settlement (Ahtisaari-plan)
DBAM
Department of Border Management, Asylum and Migration
EHRM
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
EVRM
Europees verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden
EU
Europese Unie
EULEX
EU Rule of Law Mission
EUSR
European Union Special Representative
FAO
Food and Agricultural Organisation
FRJ
Federale Republiek Joegoslavië
ICRC
International Committee of the Red Cross
ICO
International Civilian Office
ICR
International Civilian Representative
ICTY
International Criminal Tribunal for the former Yugoslavia 81
algemeen ambtsbericht Kosovo april 2009
(I)NGO
(Internationale) Non Gouvernementele Organisatie
IOM
International Organization for Migration
IMF
International Monetary Fund
KFOR
Kosovo Force
KLA
Kosovo Liberation Army ((Kosovo Bevrijdingsleger)
KPC
Kosovo Protection Corps (Kosovo Beschermingskorps)
KPS
Kosovo Police Service
KSF
Kosovo Security Force
LDD
Democratic League of Dardania
LDK
Democratic League of Kosovo
MCCR
Municpal Centre for Civil Registration
NAVO
Noord-Atlantische Verdragsorganisatie
OHCHR
Office of the United Nations High Commissioner for Human Rights
OSCE
Organisation for Security and Co-Operation in Europe
PISG
Provisional Institutions of Self-Government
PDK
Democratic Party of Kosovo
RTK
Radio Television Kosovo
SFRJ
Socialistische Federatieve Republiek Joegoslavië
SRS
Servische Radicale Partij
TMK
Trupat e Mbrojtes së Kosovës (Kosovo Beschermingskorps)
UÇK
Ushtria Çlirimtare e Kosovës (Kosovo Bevrijdingsleger) 82
algemeen ambtsbericht Kosovo april 2009
UNDP
United Nations Development Programme
UNHCR
United Nations High Commissioner for Refugees
UNMIK
United Nations Interim Administration Mission in Kosovo
VN
Verenigde Naties
WFP
World Food Programme
WHO
World Health Organisation
83
algemeen ambtsbericht Kosovo april 2009
III:
Kaart van Kosovo
Bron: Perry-Castañeda Library / University of Texas (Austin) 84