Algemeen ambtsbericht Sudan
Juni 2012
Pagina 1 van 94
Algemeen ambtsbericht Sudan | juni 2012
Colofon
Plaats
Den Haag
Opgesteld door
Directie Consulaire Zaken en Migratiebeleid | Afdeling Migratie en Asiel
Pagina 2 van 94
Algemeen ambtsbericht Sudan | juni 2012
Inhoudsopgave
Colofon ......................................................................................................2 Inhoudsopgave ............................................................................................3 1
Inleiding .................................................................................................. 5
2 2.1 2.1.1 2.1.2 2.1.3 2.1.4 2.1.5 2.1.6 2.1.7 2.2 2.2.1 2.2.2 2.2.3 2.2.4 2.3 2.3.1 2.3.2
Landeninformatie ..................................................................................... 6 Land en Volk ...............................................................................................6 Ligging en klimaat........................................................................................6 Bevolking....................................................................................................6 Talen .........................................................................................................7 Godsdienst..................................................................................................7 Namen .......................................................................................................7 Geschiedenis (tot april 2011) .........................................................................7 Staatsinrichting.......................................................................................... 11 Politieke ontwikkelingen .............................................................................. 13 Nationale ontwikkelingen............................................................................. 13 Darfur ...................................................................................................... 19 Vredesmissies............................................................................................ 21 Buitenlandse betrekkingen........................................................................... 23 Veiligheidssituatie ...................................................................................... 24 Sudan (exclusief Darfur).............................................................................. 24 Darfur ...................................................................................................... 30
3 3.1 3.1.1 3.1.2 3.2 3.3 3.3.1 3.3.2 3.3.3 3.3.4 3.3.5 3.3.6 3.3.7 3.3.8 3.3.9 3.3.10 3.3.11 3.3.12 3.3.13 3.4 3.4.1 3.4.2 3.4.3 3.4.4 3.4.5
Mensenrechten........................................................................................35 Juridische context ...................................................................................... 35 Verdragen en protocollen............................................................................. 35 Nationale wetgeving ................................................................................... 35 Toezicht ................................................................................................... 39 Naleving en schendingen ............................................................................. 41 Vrijheid van meningsuiting........................................................................... 41 Vrijheid van vereniging en vergadering .......................................................... 44 Vrijheid van godsdienst ............................................................................... 47 Bewegingsvrijheid ...................................................................................... 49 Rechtsgang ............................................................................................... 51 Arrestaties en detenties .............................................................................. 54 Mishandeling en foltering............................................................................. 56 Verdwijningen ........................................................................................... 57 Buitengerechtelijke executies en moorden ...................................................... 57 Doodstraf ................................................................................................. 58 Slavernij en ontvoeringen ............................................................................ 59 Mensenhandel ........................................................................................... 59 Eerwraak/bloedwraak ................................................................................. 60 Positie van bijzondere groepen ..................................................................... 60 Dienstplichtigen en deserteurs...................................................................... 60 Vrouwen................................................................................................... 61 Minderjarigen ............................................................................................ 64 Homoseksuelen ......................................................................................... 66 Zuid-Sudanezen......................................................................................... 67
Pagina 3 van 94
4 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5
Migratie ..................................................................................................68 Binnenlandse ontheemden ........................................................................... 68 Sudanese vluchtelingen in de regio ............................................................... 71 Vluchtelingen in Sudan................................................................................ 72 Activiteiten van internationale organisaties ..................................................... 73 Positie UNHCR ........................................................................................... 74
5 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6
Bijlage(n) ...............................................................................................75 Kaarten van Sudan..................................................................................... 75 Literatuurlijst............................................................................................. 78 Oppositionele partijen/groeperingen/milities ................................................... 83 Documenten.............................................................................................. 86 Overzicht leger, politie en veiligheidsdiensten ................................................. 90 Artikelen 10 t/m 16 van de Sudanese nationaliteitswet (betreft verlies en ontneming van nationaliteit)........................................................................................ 91 Afkortingen ............................................................................................... 93
5.7
Pagina 4 van 94
Algemeen ambtsbericht Sudan | juni 2012
1
Inleiding In dit algemeen ambtsbericht wordt de situatie in Sudan beschreven voor zover deze van belang is voor de beoordeling van asielverzoeken van personen die afkomstig zijn uit Sudan en voor besluitvorming over de terugkeer van afgewezen Sudanese asielzoekers. Het algemeen ambtsbericht beslaat de periode van medio april 2011 tot medio mei 2012. Het laatste algemeen ambtsbericht Sudan is uitgebracht in juni 2011 en beschrijft de situatie in het ongedeelde Sudan (inclusief Zuid-Sudan). Op 9 juli 2011 heeft Zuid-Sudan zich formeel afgescheiden van Sudan. Dit nieuwe ambtsbericht beschrijft de situatie in Sudan exclusief Zuid-Sudan met dien verstande dat er in dit ambtsbericht wel aandacht wordt besteed aan de positie van Zuid-Sudanezen in Sudan en de hiermee samenhangende wijzigingen op het gebied van nationaliteitswetgeving en documenten. Dit ambtsbericht is gebaseerd op informatie uit openbare en vertrouwelijke bronnen. Bij de opstelling is gebruik gemaakt van informatie van verschillende organisaties van de Verenigde Naties (VN) en niet-gouvernementele organisaties (Ngo’s), vakliteratuur en berichtgeving in de media. Een overzicht van de geraadpleegde openbare bronnen is opgenomen in de literatuurlijst. Bovendien liggen vertrouwelijke rapportages van de Nederlandse vertegenwoordigingen in de regio aan dit algemeen ambtsbericht ten grondslag. In het ambtsbericht wordt veelvuldig verwezen naar geraadpleegde openbare bronnen. Daar waar openbare bronnen zijn vermeld, wordt de tekst in veel gevallen ook ondersteund door informatie die op vertrouwelijke basis is ingewonnen. In hoofdstuk twee wordt ingegaan op recente ontwikkelingen op het gebied van politiek en veiligheid. Deze beschrijving wordt voorafgegaan door een beknopt overzicht van de recente geschiedenis van Sudan. Ook is een korte passage over de geografie en de bevolking van Sudan opgenomen. In hoofdstuk drie wordt de mensenrechtensituatie in Sudan geschetst. Na een beschrijving van wettelijke garanties en internationale verdragen waarbij Sudan partij is, komen de mogelijkheden van toezicht op de naleving van de mensenrechten aan de orde. Daarna volgt een beschrijving van de naleving dan wel schending van een aantal klassieke mensenrechten. Ten slotte wordt de positie van specifieke groepen, waaronder minderjarigen, belicht. In hoofdstuk vier komen de opvang van binnenlandse ontheemden, vluchtelingen in de regio en activiteiten van internationale organisaties, alsmede de positie van de United Nations High Commissioner for Refugees (UNHCR) aan de orde. Ten slotte zijn bij het algemeen ambtsbericht een aantal bijlagen gevoegd.
Pagina 5 van 94
2 2.1
Landeninformatie Land en Volk
2.1.1
Ligging en klimaat
De Republiek Sudan ligt in noordelijk Afrika, grenzend aan de Rode Zee met een kustlijn van 853 km. De buurlanden zijn de Centraal-Afrikaanse Republiek (CAR), Tsjaad, Ethiopië, Eritrea, Egypte, Libië en Zuid-Sudan. Het land heeft een oppervlakte van ongeveer 1,9 miljoen vierkante kilometer.
2.1.2
Bevolking
Volgens de meest recente volkstelling in 2008 had Sudan (exclusief Zuid-Sudan) een inwonertal van ongeveer 31 miljoen. Recentere schattingen gaan uit van 35 tot 37 miljoen inwoners. De bevolking kan worden ingedeeld in honderden verschillende stammen. Sudan In Sudan mengden Arabische stammen zich vanaf de zevende eeuw met de in het gebied woonachtige Afrikaanse volken. Onder meer door onderlinge huwelijken vond op grote schaal arabisering en islamisering plaats van de noordelijke Afrikaanse volken. De voornaamste Afrikaanse (niet-Arabische maar wel grotendeels islamitische) stammen en bevolkingsgroepen in Sudan zijn de Beja, de Fur, de Nubiërs en volkeren die tegenwoordig gezamenlijk tot de Nuba1 gerekend worden. De voornaamste niet-Arabische bevolkingsgroepen in het westen van Sudan, Darfur, zijn: de Fur (waaronder: Keira, Kunjara), Zaghawa (waaronder: Tuer, Galla, Kabja, Bedeyat), Meidob, Massaleit, Dajo, Berti, Kanein, Birgid, Beigo, Erenga, Fellata2 (waaronder: Hausa, Fulani en Um Bororo), Fertit (waaronder: Kara, Binga), Mima, Bargo, Barno, Gimir, Tama, Mararit, Jebel, Sambat en Tunjur.3 De Baggara, ook wel bekend als Shuwa-Arabieren, is één van de voornaamste Arabische stammen in Darfur. De Baggara bestaat onder andere uit: de Rizeigat (waaronder: Shattiyya, Huttiya, Mohameed, Etefat, Nawaiba Umm Jalul en Mahriya), Mohameed (waaronder: Etefat en Ma’aliyah), Habania, Beni Hussein, Zeiyadiya, Beni Helba, Ta’aisha, Khuzam, Khawabeer, Beni Jarrar en Djawama.4 Andere Arabische stammen zijn: de Hawazma, Misseriya en Humur.
1
2 3
4
De Nuba zien zichzelf als één van de oudste inheemse bevolkingsgroepen van Sudan, afstammend van de Nubiërs. Zij zien zichzelf niet zozeer als Sudanees of Zuid-Sudanees. De Nuba zijn deels moslim en deels christelijk. Deze stam wordt zowel onder Arabische als niet-Arabische stammen ingedeeld. Dr. James Brown (HTSPE), Conflict in Darfur, A Different Perspective, juni 2004; Waal, Alex de, Who are the Darfurians? Arab and African Identities, Violence and External Engagement, 2005; MacMichael, A History of the Arabs in the Sudan, 1922; Yusuf Fadl Hasan, Sudan in Africa, 1968; Olson, James, The Peoples of Africa: An ethnohistorical dictionary, 1996. Dr. James Brown (HTSPE), Conflict in Darfur, A Different Perspective, juni 2004; Waal, Alex de, Who are the Darfurians? Arab and African Identities, Violence and External Engagement, 2005; MacMichael, A History of the Arabs in the Sudan, 1922; Yusuf Fadl Hasan, Sudan in Africa, 1968; Olson, James, The Peoples of Africa: An ethno-historical dictionary, 1996.
Pagina 6 van 94
Algemeen ambtsbericht Sudan | juni 2012
2.1.3
Talen
Vanwege de verscheidenheid aan etnische groepen is het aantal verschillende talen dat in Sudan wordt gesproken meer dan 70.5 De interim-grondwet bepaalt dat alle inheemse talen van Sudan als nationale talen worden aangemerkt, waarbij wordt opgemerkt dat Arabisch de meest gesproken nationale taal in Sudan is. De interimgrondwet bepaalt ook dat in contacten met overheidsinstanties zowel het Arabisch als het Engels aangemerkt worden als officiële taal. Als moedertaal spreken Sudanezen de taal van hun etnische groep. Degenen die een andere taal dan Arabisch als moedertaal hebben, beheersen in de regel een vorm van Arabisch als tweede taal.
2.1.4
Godsdienst
In Sudan is de overgrote meerderheid van de bevolking moslim. Het resterende deel van de bevolking is grotendeels aanhanger van het animisme of een mengeling van animisme met islam of christendom. Een relatief kleine minderheid van de bevolking is christen. Christenen wonen vooral in Khartoum en in Zuid-Kordofan (Nuba gebergte). Onder de in Sudan verblijvende Zuid-Sudanezen (in april 2012 naar schatting 500.00 tot 700.000) bevinden zich veel christenen.6
2.1.5
Namen
Voor informatie over het gebruik en de registratie van namen in Sudan wordt verwezen naar het algemeen ambtsbericht Sudan van juni 2011.
2.1.6
Geschiedenis (tot april 2011)
Vanaf de eerste helft van de 19e eeuw tot 1885 stond Sudan onder Turks-Egyptisch bewind. Tussen 1885 en 1898 was Sudan een islamitische staat. In de periode vanaf 1898 tot aan de onafhankelijkheid in 1956 stond Sudan onder Egyptisch-Brits gezag. Burgeroorlog tussen Noord- en Zuid-Sudan (1956-2005) Van 1956 tot 1972 en van 1983 tot 2005 was Sudan verwikkeld in een burgeroorlog. Deze burgeroorlog had politiek-economische, religieuze en culturele oorzaken en speelde zich af op de scheidslijn van de Arabische wereld en Sub-Sahara Afrika. Het land was verdeeld in een islamitisch Noorden, grotendeels beheerst door de Sudanese overheid en een voornamelijk christelijk/animistisch Zuiden, vooral in handen van de rebellenbeweging Sudan People’s Liberation Movement/Army (SPLM/A). Het regeringsleger werd ondersteund door troepen van de Popular Defence Forces (PDF).7 De frontlinie lag in het grensgebied, waar de Misseriya als proxy forces vochten voor het regeringsleger en de Dinka, grote aantallen Nuba en 5
6
7
In de 16e editie van de Ethonologue wordt een aantal van 133 ‘levende talen’ in het ongedeelde Sudan (inclusief Zuid-Sudan) genoemd. Zie http://www.ethnologue.com/show country.asp?name=SD, laatst geraadpleegd op 25.11.2011. US DoS, Sudan – July-December 2010 International Religious Freedom Report, 15.09.2011; CIA, The World Factbook. De Popular Defence Forces is een volksmilitie opgericht in 1989 om het leger in noodsituaties te assisteren en bestaat deels uit actieve manschappen en deels uit reservisten. Pagina 7 van 94
zuidelijke stammen in Blue Nile als proxy forces vochten voor de SPLM/A. Het conflict tussen de regering en de SPLM/A werd verder gecompliceerd door lokale en tribale conflicten. Ten slotte speelde de vondst en exploitatie van olie in Zuid-Sudan en de grensregio’s tussen Sudan en Zuid-Sudan in het conflict een belangrijke rol. Comprehensive Peace Agreement (CPA) Op 9 januari 2005 sloten de noordelijke regeringspartij National Congress Party (NCP) onder leiding van president Omar al-Bashir, die in 1989 middels een militaire coup de macht greep, en de SPLM/A een alomvattend vredesakkoord, het Comprehensive Peace Agreement (CPA). Het CPA voorzag in een regering van Nationale Eenheid, waarin zowel Noord- als Zuid-Sudan vertegenwoordigd waren, alsmede in een semi-autonome regering voor Zuid-Sudan. Verder waren de voornaamste punten uit het akkoord: - nationale verkiezingen na vier jaar; - een periode van zes en een half jaar zelfbeschikkingsrecht voor Zuid-Sudan (tot medio 2011), waarna de Zuid-Sudanezen door middel van een referendum konden kiezen voor voortzetting van de eenheid van Sudan of voor onafhankelijkheid; - verdeling van de opbrengst van de oliewinning. Voor de zogenaamde Drie Gebieden (de regio Abyei en de deelstaten Zuid-Kordofan en Blue Nile) werden aparte protocollen opgesteld met aanvullende afspraken over machts- en welvaartsdeling en veiligheid.8 Tevens voorzag het CPA in een interim-grondwet voor de periode 2005 - 2011. Op 9 juli 2005 werd Bashir beëdigd als president van de regering van Nationale Eenheid en John Garang, partijleider van de SPLM, als eerste vicepresident. Volgens hetzelfde decreet werd Garang tevens president van Zuid-Sudan. Garang kwam op 30 juli 2005 om het leven bij een helikopterongeluk en werd opgevolgd door Salva Kiir Mayardit. Verkiezingen In april 2010 werden in Sudan de volgende verkiezingen gehouden: nationale presidentsverkiezing; presidentsverkiezing Zuid-Sudan; gouverneursverkiezingen voor de 25 deelstaten9; nationale parlementsverkiezingen; parlementsverkiezingen Zuid-Sudan; parlementsverkiezingen voor de 25 deelstaten. De verkiezingen voor het parlement en de gouverneur van Zuid-Kordofan werden uitgesteld tot na een nieuwe volkstelling.10 President Bashir won de nationale presidentsverkiezingen met ruim 68% van de stemmen.11 Bij de verkiezingen voor het nationale parlement (National Assembly/450 zetels) won de NCP 319 zetels (72%) en de SPLM 99 zetels (22%).12 8
9 10 11 12
In het CPA is vastgelegd dat de Dinka Ngok en andere inwoners van Abyei door middel van een referendum mogen kiezen of Abyei zijn speciale status in Noord-Sudan behoudt of onderdeel zal worden van ZuidSudan. Zuid-Kordofan en Blue Nile hebben ook een speciale status in het CPA. De bevolking mag zich via publieke consultaties uitspreken over de vraag of de regelingen en bepalingen van het CPA op het gebied van machts- en welvaartsdeling en veiligheid voor hen voldoen of aanpassing behoeven. Zie voor een overzicht van de deelstaten §2.1.7 (Staatsinrichting). De volkstelling in Zuid-Kordofan heeft in juni 2010 plaatsgevonden. In Zuid-Sudan won Salva Kiir de presidentsverkiezingen met bijna 93% van de stemmen. De overige zetels werden gewonnen door de Popular Congress Party, de Democratic Unionist Party, de Federal Umma Party, de National Umma Party, de Umma Reform and Development Party, de SPLM-
Pagina 8 van 94
Algemeen ambtsbericht Sudan | juni 2012
In Noord-Sudan won de NCP in alle deelstaten op één na de gouverneursverkiezingen. Alleen in Blue Nile behield de SPLM gouverneur zijn zetel.13 Vrijwel alle nationale en internationale waarnemers hadden kritiek op het verloop van de verkiezingen.14 Op 27 mei 2010 werd Bashir opnieuw geïnstalleerd als president van Sudan. In de nieuwe nationale regering kreeg de NCP 24 ministersposten toebedeeld, de SPLM kreeg 8 ministersposten en de overige drie ministersposten gingen naar drie noordelijke splinterpartijen (DUP-Hindi, UMMAFederal en United Democratic Salvation Front). Referendum over Zuid-Sudan In januari 2011 vond het referendum over de status van Zuid-Sudan plaats onder zuiderlingen. Bijna 99% van de kiezers stemde voor onafhankelijkheid van ZuidSudan.15 Volgens internationale waarnemers verliep het referendum vrij, eerlijk en geloofwaardig. Overige conflictgebieden Naast het conflict over Zuid-Sudan ontstonden er ook (gewapende) conflicten in de Drie Gebieden (Abyei/Zuid-Kordofan/Blue Nile), Oost-Sudan en Darfur. Deze conflicten hebben hun oorzaak in de tegenstelling tussen centrum en periferie en een ongelijke verdeling van welvaart en macht. Abyei/Zuid-Kordofan/Blue Nile Abyei is een betwist gebied op de grens van Sudan en Zuid-Sudan. In het gebied wonen zowel Dinka Ngok (nauw verwant aan de SPLM) als nomadische Misseriya, die tijdens de burgeroorlog als proxy forces voor Noord-Sudan vochten. Nadat in mei 2008 gevechten waren uitgebroken tussen Dinka Ngok (gesteund door de SPLM) en de Misseriya (gesteund door de NCP) werd het Permanente Hof van Arbitrage in Den Haag aangewezen om een uitspraak te doen over de grenzen van Abyei. Het Hof deed op 22 juli 2009 uitspraak. Desondanks bleef het in Abyei onrustig. Gewapende Misseriya verhinderden eind 2009 met geweld demarcatie van de grens. Ook voerden Misserya milities in 2010 en 2011 verschillende aanvallen uit op burgers en politie. Zuid-Kordofan en Blue Nile vormden de frontlinie tijdens de oorlog. Beide deelstaten behoren tot (Noord-)Sudan maar een aanzienlijk deel van de bevolking vocht in de burgeroorlog voor de SPLM. Tijdens de burgeroorlog zijn in deze gebieden SPLMenclaves en parallelle bestuursstructuren ontstaan. Beide deelstaten zijn in sterke mate gemilitariseerd en er is een voortdurende politieke machtsstrijd tussen NCP en SPLM.
13 14
15
Democratic Change (SPLM-DC), de Democratic Unionist Party-Original, de Muslim Brotherhood en drie onafhankelijke kandidaten. Bij de verkiezingen voor het Zuid-Sudanese parlement (Southern Sudan Legislative Assembly) kreeg de SPLM 93% van de stemmen (159 van de 169 zetels). In Zuid-Sudan won de SPLM in alle deelstaten op één na de gouverneursverkiezingen. Waarnemers wezen op de vele technische tekortkomingen en het gebrek aan transparantie, alsmede op intimidaties, arrestaties en geweld. Volgens de wet was iemand stemgerechtigd indien één of beide ouders behoorde tot een bevolkingsgroep die in of vóór 1956 in Zuid-Sudan gevestigd was of sinds 1956 onafgebroken en permanent in Zuid-Sudan woonde of waarvan de ouders sinds 1956 onafgebroken en permanent in Zuid-Sudan woonden. Southern Sudan Referendum Act 2009, Art. 25. Pagina 9 van 94
Oost-Sudan Oost-Sudan is een arm en onderontwikkeld gebied dat bestaat uit de deelstaten Red Sea, Gedaref en Kassala. Tussen 1997 en 2006 voerden de Free Lions en het Beja Congress, verenigd in het Eastern Front, in Oost-Sudan een gewapende strijd tegen de politieke, sociale en economische marginalisering van de regio. Het in 2006 tussen het Eastern Front en de regering van Sudan gesloten Eastern Sudan Peace Agreement (ESPA) voorzag in veiligheid en macht- en welvaartdeling. Darfur Darfur kenmerkt zich door tegenstellingen tussen nomadische, Arabisch sprekende stammen afkomstig uit Noord-Darfur en niet-Arabisch sprekende landbouwers die zuidelijker wonen. Er is echter niet altijd een duidelijk etnisch onderscheid te maken tussen ‘Arabische’ en ‘Afrikaanse’ stammen.16 Deze begrippen kregen vooral een politieke lading sinds de Sudanese regering in de jaren tachtig op tal van terreinen de Arabische stammen in Darfur begon te bevoordelen. In tegenstelling tot de conflictpartijen in de burgeroorlog tussen Noord- en Zuid-Sudan zijn vrijwel alle betrokkenen in Darfur moslim. Sinds februari 2003 voeren verschillende rebellenbewegingen in de westelijke provincie Darfur een gewapende strijd tegen de Sudanese regering. De rebellenbewegingen, waaronder verschillende facties van het Sudan Liberation Movement/Army (SLM/A), de Justice and Equality Movement (JEM) en (sinds 2010) de Liberation and Justice Movement (LJM)17 strijden voor meer regionale macht en tegen marginalisering van de regio. Het Sudanese leger heeft de afgelopen jaren op grote schaal dorpen aangevallen die voornamelijk door leden van de etnische Fur, Zaghawa en Massaleit werden bewoond. Veel van deze aanvallen werden uitgevoerd door Arabische milities op paarden en kamelen, Janjaweed genaamd, en werden begeleid door luchtaanvallen van het Sudanese leger. Als gevolg van het conflict zijn miljoenen mensen op de vlucht geslagen en ongeveer 300.000 personen om het leven gekomen. In 2006 sloten de Sudanese regering en de SLA-factie van Zaghawa-leider Minni Minawi (SLA/MM) een vredesakkoord, het Darfur Peace Agreement (DPA). Minawi kreeg de positie senior assistent to the president. Begin 2010 sloot de Sudanese regering met zowel de JEM als de LJM een raamovereenkomst, inclusief een staakt-het-vuren. Na de ondertekening van de raamovereenkomst tussen de Sudanese regering en de LJM weigerde de JEM echter verdere besprekingen en hervatte de gewapende strijd. In december 2010 werden de onderhandelingen in Doha onder leiding van het AU/UN Joint Mediation Team hervat. Parallel aan de onderhandelingen in Doha nam het African Union High Level Implementation Panel (AUHIP), onder leiding van voormalig Zuid-Afrikaanse president Thabo Mbeki, eind 2010 het initiatief voor een Darfur Political Process (DPP) met brede consultaties in Darfur. In maart 2011 schortte de JEM en LJM de vredesbesprekingen kortstondig op vanwege de aankondiging van de Sudanese regering om twee nieuwe deelstaten in Darfur in te stellen en een referendum te gaan houden over de administratieve status van Darfur. 16
17
The Christian Science Monitor, ‘What Arab-African rift?’ 22.08.2008; Waal, Alex de, Who are the Darfurians? Arab and African Identities, Violence and External Engagement, 2005. De Liberation and Justice Movement (LJM), opgericht begin 2010, is een samenvoeging van de zogenaamde ‘Tripoli’ groep (bestaande uit onder meer de SLA-Khamees en het Arabische United Revolutionary Force Front (URFF)) en delen van de zogenaamde ‘Addis’ groep (bestaande uit de SLA-Abdel Shafi, de SLA-Unity, het United Resistance Front (URF) en enkele commandanten van de SLA-AW).
Pagina 10 van 94
Algemeen ambtsbericht Sudan | juni 2012
De enige ondertekenaar van het Darfur Peace Agreement (DPA) in 2006, Minni Minawi (SLA/MM), hervatte in december 2010 de gewapende strijd tegen de Sudanese regering omdat de Sudanese regering afspraken van het DPA niet zou zijn nagekomen.18 Internationaal Strafhof In 2005 begon het Internationaal Strafhof in Den Haag een officieel onderzoek naar mensenrechtenschendingen in Darfur. In mei 2007 vaardigde het Strafhof arrestatiebevelen uit tegen de voormalige Sudanese onderminister Ahmed Haroun (momenteel gouverneur van Zuid-Kordofan) en Janjaweed-leider Ali Mohammad Ali Abd Al Rahman (alias Ali Kushayb) op verdenking van medeverantwoordelijkheid voor onder meer moord, verkrachting, etnische vervolging en plundering. Sudan erkent de jurisdictie van het Internationaal Strafhof niet en weigert de verdachten uit te leveren. Ook diende de hoofdaanklager een aanklacht in tegen drie rebellencommandanten die verantwoordelijk worden gehouden voor oorlogsmisdaden tegen soldaten van de African Union Mission in Sudan (AMIS) in september 2007. De drie rebellencommandanten hebben zich vrijwillig gemeld in Den Haag.19 Op 4 maart 2009 vaardigde het Strafhof een arrestatiebevel uit tegen president Bashir. Het Strafhof achtte voldoende bewijs aanwezig voor een arrestatiebevel met betrekking tot oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid. Kort na de bekendmaking van de aanklacht zette de Sudanese regering dertien internationale hulporganisaties werkzaam in Darfur het land uit en werd de vergunning van drie Sudanese organisaties ingetrokken. De Sudanese regering beschuldigde de organisaties van het doorgeven van informatie aan het Strafhof. Op 12 juli 2010 vaardigde het Strafhof een tweede arrestatiebevel uit tegen president Bashir, waarin hij wordt aangeklaagd voor drie gevallen van genocide tegen etnische groepen (Fur, Massaleit en Zaghawa) in Darfur: genocide door te doden, door mentaal en fysiek geweld toe te brengen en door ‘weloverwogen leefomstandigheden te creëren die erop gericht zijn fysieke vernietiging te veroorzaken’. Volgens Sudan bevestigt dit nieuwe arrestatiebevel dat het Strafhof een ‘politieke rechtbank’ is en weigert dan ook elke medewerking. Ook de AU staat afwijzend tegenover de arrestatiebevelen.20 Verschillende Afrikaanse landen hebben laten weten president Bashir bij een eventueel bezoek niet te zullen arresteren.
2.1.7
Staatsinrichting
Sudan is een presidentiële republiek. Op nationaal niveau is de uitvoerende macht neergelegd bij het presidentschap21 en de Raad van Ministers. De Raad van Ministers wordt door het presidentschap benoemd, en is verantwoording schuldig aan de president en het nationale parlement. De wetgevende macht bestaat uit twee 18
19
20
21
Het ging hierbij onder meer om afspraken over integratie van SLA/MM strijdkrachten in de Sudanese Armed Forces. Minnie Minawi was in 2010 politiek al steeds meer op een zijspoor komen te staan en werd op 3 december 2010 tot ‘vijand van de regering’ verklaard. De rebellencommandanten zijn: Bahar Iddris Abu Garda, Abdallah Banda Abakaer Nourian en Saleh Mohammed Jerbo Jamus. De AU sprak zich meermalen expliciet uit tegen het meewerken van lidstaten aan het arrestatiebevel van president Bashir. Arrestatie van president Bashir zou in de ogen van de AU een oplossing van het Darfurese conflict in de weg staan. De AU heeft de VN-Veiligheidsraad meerdere malen verzocht de strafzaak tegen president Bashir op grond van artikel 16 van het statuut van Rome op te schorten. Het presidentschap bestaat uit de president en de twee vicepresidenten. Pagina 11 van 94
kamers: het nationale parlement en een Raad van deelstaten, die bestaat uit twee vertegenwoordigers uit iedere deelstaat.22 Op het niveau van de deelstaten wordt het bestuur gevormd door een gouverneur (Wali), een plaatsvervangend gouverneur, ministers en een parlement.23 Sudan was tot de afscheiding van Zuid-Sudan (9 juli 2011) een federatie van 25 deelstaten en verdeeld in twee regionale administratief-bestuurlijke eenheden: het administratief-bestuurlijke Noord-Sudan en het administratief-bestuurlijke ZuidSudan. Noord-Sudan bestond uit de volgende deelstaten: Noord-Darfur, ZuidDarfur, West-Darfur, Noord-Kordofan, Zuid-Kordofan, Northern, Nile, Red Sea, Gedaref, Kassala, Khartoum, El Gezira, Blue Nile, White Nile en Sennar. Zuid-Sudan bestond uit de zuidelijke deelstaten Noord-Bahr el Ghazal, West-Bahr el Ghazal, Unity (of: Wehida), Warap, Lakes (of: Buheyrat), Upper Nile, Jonglei, WestEquatoria, Centraal-Equatoria (of: Bahr el Jebel), en Oost-Equatoria. Drie gebieden (Abyei, Zuid-Kordofan en Blue Nile) hebben binnen het Comprehensive Peace Agreement een aparte positie gekregen.24 Op 9 juli 2011 werd Sudan een federatie van 15 deelstaten, te weten de deelstaten van de voormalige administratiefbestuurlijke eenheid Noord-Sudan. In januari 2012 werden er twee nieuwe Darfurese deelstaten (Centraal-Darfur en Oost-Darfur) ingesteld, waardoor het huidige aantal deelstaten 17 bedraagt.25 Tot de afscheiding van Zuid-Sudan kende Sudan een nationaal presidentschap, een nationale regering en een nationaal parlement in Khartoum, terwijl het semiautonome Zuid-Sudan over een eigen president, regering en parlement in Juba beschikte. In het CPA was de verdeling van bevoegdheden tussen Khartoum en Juba vastgelegd. Na de afscheiding van Zuid-Sudan is de samenstelling van het nationaal presidentschap, de nationale regering en het nationale parlement gewijzigd. Salva Kiir werd als eerste vicepresident vervangen door tweede vicepresident Osman Taha26, de SPLM verloor haar ministerposten in de nationale regering, en het nationale parlement nam de National Elections Act Amendment Bill 2011 aan, die alle bepalingen ten aanzien van Zuid-Sudan afschafte en het aantal zetels in het nationale parlement reduceerde van 450 tot 354.27
22
23
24
25
26
27
Voor het parlement geldt dat er sprake is van een gemengd kiesstelsel van geografische representatie, quota voor vrouwen en partijlijsten. De deelstatelijke overheden hebben verantwoordelijkheid voor de economische ontwikkeling van de deelstaat, handel, industrie, landbouw, woningbouw, toerisme, milieu, gezondheid, onderwijs, transport en sociale aangelegenheden. De inwoners van Abyei mogen door middel van een referendum kiezen of Abyei zijn speciale status in Noord-Sudan behoudt of onderdeel zal worden van Zuid-Sudan. In Zuid-Kordofan en Blue Nile mag de bevolking zich via publieke consultaties uitspreken over de vraag of de regelingen en bepalingen van het CPA voor hen voldoen of aanpassing behoeven. Deze laatste twee deelstaten blijven overigens onderdeel van Noord-Sudan. UNSC, Report of the Secretary-General on the deployment of the African Union-United Nations Hybrid Operation in Darfur, S/2011/422, 08.07.2011; OCHA, Sudan: Weekly Humanitarian Bulletin, 16 – 22 January 2012. In bijlage 5.1 zijn kaarten opgenomen van de twee nieuwe deelstaten. In het ambtsbericht is bij de beschrijving van de situatie in Darfur echter voor de gehele verslagperiode uitgegaan van de (oude) indeling van Darfur in drie deelstaten. Het presidentschap bestaat momenteel uit de president (Omar al-Bashir, NCP) en twee vicepresidenten (Ali Osman Taha, NCP en Al-Haj Adam Youssef, NCP). In september 2011 werd Al-Haj Adam Youssef als tweede vicepresident benoemd ter vervulling van de vacature van ex-vicepresident Salva Kiir (president van ZuidSudan). BBC News, Darfuri Al-Haj Adam Youssef named Sudan vice-president, 14.09.2011. The CPA Monitor, mei 2011.
Pagina 12 van 94
Algemeen ambtsbericht Sudan | juni 2012
2.2
Politieke ontwikkelingen
2.2.1
Nationale ontwikkelingen
De belangrijkste politieke ontwikkeling in de verslagperiode was de afscheiding van Zuid-Sudan op 9 juli 2011. Sudan was het eerste land dat de onafhankelijkheid van Zuid-Sudan officieel erkende. De afscheiding van Zuid-Sudan had aanzienlijke gevolgen voor Sudan. Niet alleen raakte Sudan een flink deel van haar grondgebied kwijt, ook verloor Sudan 75% van haar oliegebieden aan Zuid-Sudan, hetgeen een aanzienlijke inkomstenderving voor Sudan betekent. Onderhandelingen tussen Sudan en Zuid-Sudan In de verslagperiode vonden in Khartoum, Juba en Addis Abeba verscheidene besprekingen plaats tussen Sudan en Zuid-Sudan over nog uitstaande kwesties uit het Comprehensive Peace Agreement (CPA) en de afhandeling van zaken die voortvloeien uit de afscheiding van Zuid-Sudan. Mbeki (AUHIP) speelt hierbij een bemiddelende rol. De uitstaande CPA-kwesties betreffen de status van de regio Abyei, het protocol inzake Zuid-Kordofan en Blue Nile en de afbakening van de grens tussen Sudan en Zuid-Sudan: Status van de regio Abyei De situatie in Abyei bleef in de verslagperiode gekenmerkt door voortdurende spanningen tussen Dinka Ngok en Misseriya. De Dinka Ngok zijn onder meer bezorgd over de trage voortgang van het referendum. Het referendum in Abyei, waarin de bevolking mag kiezen voor behoud van de speciale status in Sudan of aansluiting bij Zuid-Sudan, zou tegelijkertijd met het referendum over Zuid-Sudan moeten hebben plaatsgevonden. Er was echter onenigheid over de samenstelling van de referendumcommissie. Ook was er discussie over de definitie van ‘resident’ (en dus kiesgerechtigde).28 De Misseriya vrezen voor gebrek aan toegang tot graasweiden in Abyei en Zuid-Sudan als Abyei onderdeel wordt van Zuid-Sudan.29 Oplopende spanningen en geweldsincidenten in Abyei leidde in mei 2011 tot de inname van Abyei door het Sudanese leger (zie §2.3.1). Onderhandelingen tussen de Sudanese regering en SPLM leidden op 20 juni 2011 tot de ondertekening van een overeenkomst inzake Abyei (Agreement on Temporary Arrangements for the Administration and Security of the Abyei Area). Abyei zal tot het referendum over de definitieve status van het gebied is gehouden, worden bestuurd door een gezamenlijk bestuur (Abyei Area Administration). Daarnaast regelde de overeenkomst de demilitarisatie van Abyei en de instelling van een United Nations Interim Security Force for Abyei (UNISFA).30 De uitrol van UNISFA is inmiddels grotendeels voltooid maar voor het overige verloopt de implementatie van de overeenkomst langzaam.31 AUHIP heeft een voorstel voorbereid voor een definitief
28
29 30 31
Hoewel de referendumwet ten aanzien van Abyei voorschrijft dat alleen de inwoners van Abyei mogen stemmen, bestaat onduidelijkheid over wie dat nu precies zijn. Alleen de Ngok Dinka worden in de wet bij naam als ‘residents’ genoemd. Het is de vraag in hoeverre de Misseriya, die vanwege hun nomadische levensstijl veelal geen vaste woonplaats hebben, ook tot de ‘residents’ van Abyei kunnen worden gerekend. Economist Intelligence Unit, Country Report Sudan, juli 2010; UNSC, Report of the Secretary-General on the Sudan, S/2010/388, 19.07.2010 en S/2010/528, 14.10.2010. UNSC, Report of the Secretary-General on the Sudan, S/2010/681, 31.12.2010. UNSC, Report of the Secretary-General on the situation in Abyei, S/2011/451, 26.07.2011. UNSC, Report of the Secretary-General on the situation in Abyei, S/2012/175, 23.03.2012 Pagina 13 van 94
akkoord over de status van Abyei maar dit voorstel nog niet aan de partijen voorgelegd.32 Protocol inzake Zuid-Kordofan en Blue Nile In het CPA was voor Zuid-Kordofan en Blue Nile een afzonderlijk protocol overeengekomen, dat via zogeheten popular consultations voorzag in een bepaalde mate van autonomie binnen Sudan. Deze indirecte volksraadplegingen hebben in Blue Nile slechts ten dele en in Zuid-Kordofan in het geheel niet plaatsgevonden.33 Van 2 tot 4 mei 2011 vonden in Zuid-Kordofan uitgestelde parlements- en gouverneursverkiezingen plaats. De NCP won 33 zetels en de SPLM 22 zetels in het nationale parlement. De zittende gouverneur Ahmed Haroun (NCP) won de verkiezingen met bijna 50% van de stemmen van zijn tegenstander oud-plv. gouverneur Abdel-Aziz Adam Al-Hilu van de SPLM. Op 30 mei 2011 werd Ahmed Haroun opnieuw geïnstalleerd als gouverneur van Zuid-Kordofan.34 De SPLM weigerde echter de verkiezingsuitslag te accepteren vanwege vermeende onregelmatigheden en fraude.35 Op 5 juni 2011 braken in Umm Dorain in Zuid-Kordofan gevechten uit tussen de SAF en de SPLA. Al snel breidden de gevechten zich uit naar andere gebieden in ZuidKordofan. Besprekingen tussen de Sudanese regering en SPLM in Addis Abeba leidden in 28 juni 2011 tot de tekening van een raamovereenkomst over politieke zaken en veiligheid inzake Zuid-Kordofan en Blue Nile (Framework Agreement on political partnership and political and security arrangements in Blue Nile and Southern Kordofan states). Op 9 juli 2011 nam president Bashir echter publiekelijk afstand van de raamovereenkomst. Met name het benoemen van de SPLM/Noord als legale politieke partij in Sudan en bemiddeling door een derde partij (AUHIP) was een struikelblok voor president Bashir. De gevechten in Zuid-Kordofan gaan sindsdien onverminderd door. Ook raakte Zuid-Sudan betrokken bij de gevechten in Zuid-Kordofan (zie §2.3.1). Op 1 september 2011 sloegen de gevechten tussen troepen van het Sudanese leger en SPLM/Noord over naar de aangrenzende deelstaat Blue Nile (zie §2.3.1). President Bashir riep de noodtoestand uit in Blue Nile, schortte de interim-grondwet op en ontsloeg de gekozen gouverneur Malik Agar (tevens SPLM/Noord-voorzitter).36 Op 20 september 2011 benoemde president Bashir luitenant-generaal Al Hadi Bushra tot nieuwe gouverneur van Blue Nile.37 In september 2011 stelde SPLM/Noord een ‘road map’ voor politieke transformatie op. SPLM/Noord stelde aan de Sudanese regering zes voorwaarden voor beëindiging van de vijandelijkheden in Zuid-Kordofan en Blue Nile, waaronder de herinstallatie 32 33
34 35
36 37
Kamerbrief DAF-126/2012 d.d. 26.03.2012. In Blue Nile benoemde de State Assembly op 18 september 2010 een Popular Consultation Commission. Eind april 2011 waren de publieke hoorzittingen in Blue Nile afgerond maar partijen verschilden van mening over de invulling van thematische hoorzittingen. Ook was er verschil van mening over de mate van autonomie en veiligheidszaken. Eind juli 2011 verlieten de SPLM-leden uit onvrede de Popular Consultation Commission. The CPA Monitor, mei 2011; ACJPS, Sudan Human Rights Monitor, June – July 2011. The CPA Monitor, mei 2011. UN, OHCHR, Preliminary report on violations of international human rights and humanitarian law in Southern Kordofan from 5 to 30 June 2011, augustus 2011; De verkiezingen werden door het Carter Center als geloofwaardig beoordeeld. Het Rift Valley Institute suggereerde echter dat de verkiezingsresultaten mogelijk waren gemanipuleerd. Sudan Tribune, Rift Valley report criticizes international endorsement of S. Kordofan’s elections, 27.08.2011. Sudan Tribune, Sudan’s president declares emergency in Blue Nile, sacks governor, 02.09.2011. ACJPS, Continuing Violations of Human Rights in South Kordofan and Blue Nile States: 24 August – 8 September 2011.
Pagina 14 van 94
Algemeen ambtsbericht Sudan | juni 2012
van Malik Agar als gouverneur van Blue Nile, de erkenning van de SPLM/Noord als legale politieke partij in Sudan en een internationaal onderzoek naar vermeende oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid in Zuid-Kordofan en Blue Nile.38 De Sudanese regering weigert echter over een akkoord inzake Zuid-Kordofan en Blue Nile te onderhandelen.39 Grensafbakening Demarcatie van de grens tussen Sudan en Zuid-Sudan was een belangrijk onderdeel van het CPA, en had al voor de verkiezingen van april 2010 moeten zijn afgerond. Er zijn vijf betwiste grensgebieden (ongeveer 20% van het gehele grensgebied).40 Op 13 maart 2012 bereikten beide partijen een akkoord inzake afbakening van de onbetwiste grensgebieden. Besloten werd tot de oprichting van een gemeenschappelijk technisch team, grenscomité en grenscommissie. Beide partijen zeiden tevens toe de afbakening van de onbetwiste grens binnen drie maanden te zullen voltooien. Implementatie van het akkoord blijft echter achterwege omdat het akkoord nog niet formeel is bekrachtigd in verband met de toegenomen spanningen tussen beide landen.41 Overige vraagstukken Parallel aan de onderhandelingen over de uitstaande CPA-kwesties voeren Sudan ook onderhandelingen over de afhandeling van zaken die voortvloeien uit de afscheiding van Zuid-Sudan, waaronder: financiële transitieregeling, betaling gebruik van oliepijpleiding, verdeling van bezit en schulden, beheer van waterbronnen, en staatsburgerschap en verblijfstitel van Zuid-Sudanezen in Sudan en Sudanezen in Zuid-Sudan. De onderhandelingen verlopen echter moeizaam en er zijn nog maar weinig successen geboekt. Het belangrijkste geschil betreft de financiële transitieregeling ter compensatie van het verlies van oliereserves aan Zuid-Sudan en de betaling voor het gebruik van de Sudanese oliepijplijn. Vraag- en aanbodprijs liggen te ver uit elkaar om tot een vergelijk te komen. In januari 2012 liepen de spanningen hoog op, nadat beide landen tot eenzijdige handelingen (confiscaties van olie door Sudan en stopzetting van de olieproductie door Zuid-Sudan) waren overgegaan.42 Inmiddels is de olieproductie in Zuid-Sudan volledig tot stilstand gekomen. Een van de weinige successen is de raamovereenkomst inzake de Status van Staatsburgers van de Andere Staat en Gerelateerde Zaken die Sudan en Zuid-Sudan op 6 maart 2012 sloten. Deze raamovereenkomst is echter nog niet formeel bekrachtigd vanwege de toegenomen spanningen tussen beide landen (zie §3.1.2). Interne politieke ontwikkelingen De NCP is een verdeelde partij zonder coherente koers. Er zijn tal van tegenstellingen binnen de partij. De belangrijkste tegenstelling is die van hardliners versus gematigden. De formele top van de NCP is het National Congress (600 leden), dat de partijleider en de National Shura Council (60 leden) kiest. De National Shura Council kiest de leden van het Executive Leadership (30 leden). De leden van 38 39 40
41 42
ICG, Conflict Risk Alert: Stopping the Spread of Sudan’s New Civil War, 26.09.2011. Kamerbrief DAF-126/2012 d.d. 26.03.2012. De betreffende gebieden bevinden zich op de grens van Upper Nile/White Nile, Upper Nile/Zuid-Kordofan (2x), Noord-Bahr el Ghazal/Zuid-Darfur en West-Bahr el Ghazal/Zuid-Darfur. De oorzaken van onenigheid hebben veelal te maken met de aanwezigheid van natuurlijke rijkdommen en het feit dat er soms geen sluitende documentatie aanwezig is. ICG, Defining the North-South Border, 2 september 2010. Kamerbrief DAF-126/2012 d.d. 26.03.2012. Enough Project, Negotiations between the two Sudans. Where they have been, where they are going, december 2011; Sudan Tribune, Sudan blames Juba’s ‘negative attitude’ for failure of oil talks, 01.02.1012; Kamerbrief DAF-126/2012 d.d. 26.03.2012. Pagina 15 van 94
het Executive Leadership bezetten belangrijke posities binnen de regering en het overheidsapparaat. In de praktijk echter worden de belangrijke besluiten door een kleine groep binnen de NCP genomen. Deze groep bestaat onder meer uit president Bashir, vicepresident Taha en dr. Nafie. In april 2011 werd presidentieel adviseur Salah Abdallah Gosh ontslagen. Dit ontslag was het slotstuk van een interne strijd binnen de NCP tussen pragmaticus Salah Abdallah Gosh en hardliner Nafie El Nafie en bevestigde de groeiende verdeeldheid binnen de NCP. Met het ontslag van Salah Gosh koos president Bashir de kant van de hardliners binnen de partij die gekant zijn tegen concessies op politiek, religieus en militair gebied.43 In juli 2011 nam president Bashir ook publiekelijk afstand van de raamovereenkomst met de SPLM over Zuid-Kordofan en Blue Nile en gaf opdracht de gewapende strijd voort te zetten.44 Ook bleef Bashir publiekelijk harde taal bezigen ten aanzien van Zuid-Sudan en de protocolgebieden.45 Al eerder had president Bashir de bevolking van Sudan na de afscheiding van Zuid-Sudan een islamitische staat, met de sharia als enige grondwettelijke basis, alsmede beëindiging van de culturele en etnische diversiteit in het vooruitzicht gesteld.46 De positie van president Bashir is niet onomstreden. Sinds de onafhankelijkheid van Zuid-Sudan en het uitbreken van de gewapende strijd in de Drie Gebieden (Abyei, Zuid-Kordofan en Blue Nile) is de druk op president Bashir toegenomen van de kant van het leger, de veiligheidsdienst, de politieke oppositie, radicale islambewegingen en de media. De opgerichte alliantie van de vijf radicale islambewegingen, het Just Peace Forum onder leiding van Eng Mustafa, heeft in de verslagperiode aan invloed gewonnen. Ook heeft de veiligheidsdienst in de verslagperiode haar positie versterkt.47 In januari 2012 werd binnen de NCP een zogeheten ‘corrective memo’ uitgebracht. Het memo roept onder meer op tot hervorming van de partij, bestrijding van de corruptie, het creëren van werkgelegenheid en het terugwinnen van de islamic movement. Een soortgelijke oproep tot politieke en militaire hervormingen (waaronder scheiding politiek en leger en aanpak corruptie binnen het leger) kwam in januari 2012 van de SAF-top.48 De NCP is in de verslagperiode de dialoog met oppositiepartijen aangegaan om hen over te halen te participeren in een nieuwe regering. Maandenlang voerden de National Umma Party (NUP) en de Democratic Unionist Party (DUP) gesprekken met de NCP.49 Eind september 2011 maakte de NUP bekend dat zij niet zou gaan deelnemen aan een nieuwe regering.50 De DUP was verdeeld over mogelijke regeringsdeelname maar besloot uiteindelijk wel deel te nemen aan de nieuwe 43 44
45
46
47
48 49
50
Economist Intelligence Unit, Country Report Sudan, mei 2011. Sudan Tribune, Sudan’s NCP to slap ban on SPLM-north party, 12.08.2011; ICG, Conflict Risk Alert: Stopping the Spread of Sudan’s New Civil War, 26.09.2011. Zo riep president Bashir op om de verloren gebieden op de ongelovigen terug te veroveren en de ‘kakkerlakken’ uit de protocolgebieden te verjagen. New York Times, ‘Islamic Sudan envisioned if south secedes’, 19.12.2010; Volkskrant, ‘Bashir dreigt met invoeren sharia’, 19.12.2010; Sudan Tribune, Sudan’s NCP downplays opposition threat of overthrowing government, 31.07.2011; Christian Solidarity Worldwide, Sudan: mounting concerns regarding imminent adoption of entirely Shari’a constitution as pressure on churches intensifies, 18.10.2011. Zo zijn eind 2011 in de regering van de deelstaat Khartoum een tweetal topmannen van de veiligheidsdienst benoemd tot minister (met behoud van hun topfunctie binnen de veiligheidsdienst). Sudan Tribune, Sudan army officers warn Bashir & Hussein against rush to war with south, 29.01.2012. ICG, Divisions in Sudan’s ruling party and the threat to the country’s future stability, 4 mei 2011; Economist Intelligence Unit, Country Report Sudan, augustus 2011; Sudan Tribune, Opposition leader calls for concessions to achieve democratic transition in Sudan, 30.08.2011. Volgens de NUP was de NCP niet bereid tot fundamentele aanpassingen op het gebied van herstructurering nationale instituties, regionale conflicten, grondwet, etc. Sudan Tribune, Sudan’s largest opposition party formally rejects participation in new government, 24.09.2011; Sudan Tribune, Sudan opposition party quits power-sharing talks, 05.10.2011; Sudan Tribune, Sudan’s DUP regrets ruling party’s attitude during talks, 04.10.2011.
Pagina 16 van 94
Algemeen ambtsbericht Sudan | juni 2012
regering.51 Op 10 december 2011 werd de nieuwe regering beëdigd. De nieuwe regering bestaat naast NCP en DUP uit LJM en een aantal splinterfacties.52 De NUP, de Popular Congress Party (PCP) en andere oppositiepartijen hebben zich verenigd in de National Consensus Force (NCF). De NCF koerst op basis van een manifest waarin wordt opgeroepen tot beëindiging van de oorlog in de conflictgebieden en een structurele machtswisseling in Khartoum (een marginale kabinetswisseling wordt niet geaccepteerd). De NCF zet in op een interim periode van één tot twee jaar waarin een nieuw politiek systeem dient te worden voorbereid, inclusief een nieuwe grondwet. De NCF kent ook grote verschillen. Terwijl de NUP voorstander van een vreedzame dialoog is, roept de PCP geregeld op tot een volksopstand.53 Naast de NCF is na maanden van onderhandelingen onder leiding van vooral SPLM/Noord ook een platform van rebellenbewegingen opgericht, het Sudanese Revolutionary Front (SRF). Het SRF, ofwel de Kauda Alliance, richt zich op regimeverandering, behoud van de Afrikaanse identiteiten (multiculturele samenleving) en scheiding van kerk en staat. In de SRF zijn verenigd: SPLM/Noord, JEM, SLM/MM en SLM/AW. Ook een aan de DUP gelinkte gewapende groep van 2000 man onder leiding van Al-Tom Hago, het Beja Congress (Oost-Sudan), de Koch Revolution Movement uit Unity State (Zuid-Sudan) en de studentenbewegingen Girifna en Sharara (Youth for Change) zouden zich bij de alliantie hebben aangesloten.54 De alliantie heeft verklaard met alle beschikbare politieke en militaire middelen het NCP-regime omver te willen werpen.55 Ook streeft de alliantie naar een bundeling van de politieke krachten en de instelling van een overgangsregering.56 Er zijn al enige tijd besprekingen tussen de SRF en het NCF gaande. De NCF heeft echter te kennen gegeven een vreedzame weg te willen bewandelen. Op 15 september 2011 nam de Political Parties Council of Affairs een wettelijke resolutie aan waarbij het 17 Sudanese politieke partijen, waaronder de SPLM/Noord, werd verboden nog langer activiteiten in Sudan te ontplooien omdat die partijen na de afscheiding van Zuid-Sudan buitenlandse partijen waren geworden. Ook adviseerde de Political Parties Council of Affairs de overige Sudanese politieke partijen om hun ledenlijsten te controleren en Zuid-Sudanese leden het lidmaatschap te ontnemen.57 De SPLM/Noord, die een grote aanhang heeft in Zuid-Kordofan en Blue Nile, neemt een bijzondere positie in.58 De SPLM is sinds 2005 officieel geregistreerd als politieke partij in Sudan. Verschillende NCP prominenten zinspeelden er al langer op dat de SPLM/Noord na de afscheiding van Zuid-Sudan als buitenlandse partij moest worden 51
52 53 54
55
56
57
58
Sudan Tribune, Rift deepen within DUP over participation in Sudan’s government, 21.11.2011; Sudan Tribune, Sudan’s new government sworn in, 10.12.2011. Tegelijkertijd zou de militaire vleugel van de DUP (Alfatah) zich hebben aangesloten bij het Sudanese Revolutionary Front (SRF). Sudan Tribune, Sudan’s new government sworn in, 10.12.2011. Sudan Tribune, Sudan’s rebels urge opposition parties to join struggle for regime change, 01.01.2012. ICG, Conflict Risk Alert: Stopping the spread of Sudan’s new civil war, 26.09.2011; Jamestown Foundation, Khartoum Besieged?: Sudan’s Rebel Movement Unite against the Center, 24.11.2011; in Terrorism Monitor Volume: 9 Issue: 43; Africa Confidential, Sudan/South Sudan: All or nothing, vol. 53, no. 9, 27 april 2012. ACJPS, Sudan Human Rights Monitor, August-September 2011; Africa Confidential, South Sudan/Sudan: Implausible denials, vol. 52, no. 23, 18.11.2011; Sudan Tribune, Rebel groups agree to work together for regime change in Sudan, 12.11.2011. UNSC, Report of the Secretary-General on the deployment of the African Union-United Nations Hybrid Operation in Darfur, S/2011/814, 30.12.2011. ACJPS, Sudan Human Rights Monitor. August – September 2011; BBC News, Sudan bars SPLM-North and other southern parties’, 16.09.2011. United States Institute of Peace, Towards a New Republic of Sudan, Special Report 278, juni 2011. Pagina 17 van 94
beschouwd.59 Op 3 september 2011 werd de SPLM/Noord door de Sudanese autoriteiten officieel bestempeld als illegale buitenlandse partij. Dientengevolge werden de kantoren van de SPLM/Noord gesloten, haar tegoeden werden bevroren en een groot aantal stafleden werd gearresteerd door de veiligheidsdienst (zie ook §3.3.2).60 Volgens een regeringswoordvoerder zou de SPLM/Noord zich opnieuw moeten laten registreren als politieke partij en haar gewapende milities dienen te ontmantelen.61 Op 8 september 2011 splitste de SPLM/Noord zich officieel af van de SPLM en werd een nieuw leiderschap gevormd onder leiding van Malik Agar (voormalig secretaris-generaal van de partij en voormalig gouverneur van Blue Nile). De SPLM/Noord lijkt door de aansluiting bij het rebellenplatform Sudanese Revolutionary Front geen genoegen meer te nemen met minder dan een regeringswisseling in Khartoum.62 In deze visie past ook de oproep van de tweede man van de SPLM/Noord in december 2011 voor een volksopstand in Khartoum om het NCP-regime omver te werpen.63 In december 2011 liet een aantal voormalige SPLM-leden in Khartoum een nieuwe partij registreren: de Sudanese Popular Movement.64 Internationaal Strafhof Na eerdere aanklachten tegen onder meer president Bashir en de gouverneur van Zuid-Kordofan Haroun, vaardigde het Strafhof op 1 maart 2012 een officieel arrestatiebevel uit tegen de Sudanese minister van Defensie Abdelrahim Mohamed Hussein wegens verdenkingen van 41 oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid begaan in Darfur in de periode 2003/2004.65 Sudan heeft ondanks herhaalde verzoeken nog geen enkele verdachte uitgeleverd aan het Internationaal Strafhof. Ook heeft president Bashir ondanks een internationaal arrestatiebevel in de verslagperiode verschillende Afrikaanse landen die partij zijn bij het Verdrag van Rome, waaronder Djibouti, Kenia, Malawi en Tsjaad, zonder problemen kunnen bezoeken. Oost-Sudan De implementatie van het Eastern Sudan Peace Agreement (2006) verloopt langzaam. De politieke machtsbasis van de leden van het voormalige Eastern Front (Beja Congress, de Free Lions Party en de Eastern Democratic Party) binnen de nationale regering en de deelstaten is zwak en er wordt weinig vooruitgang geboekt met betrekking tot het opnemen van leden van het Eastern Front binnen de Sudanese overheid.66 De lokale bevolking heeft over het algemeen weinig profijt van projecten die worden uitgevoerd vanuit fondsen voor de reconstructie en ontwikkeling van Oost-Sudan.67 In de verslagperiode waren er in Kassala verschillende (studenten)protesten tegen de verslechterende economische situatie. Uit onvrede vanwege de voortdurende marginalisering van de regio sloot het Beja
59 60 61 62 63 64 65 66
67
Sudan Tribune, Sudan’s NCP to slap ban on SPLM-north party, 12.08.2011. ACJPS, Perceived SPLM-Northern sector supporters arrested throughout Northern Sudan, 06.09.2011. Sudan Tribune, Sudan shuts down SPLM-North offices in Khartoum, 04.09.2011. Sudan Tribune, SPLM-N’s Arman lays bare regime-change agendas in Sudan, 04.10.2011. Sudan Tribune, SPLM-North rebels call for popular uprising in Khartoum, 14.12.2011. Sudan Tribune, SPLM-North rebels call for popular uprising in Khartoum, 14.12.2011. UN News, ICC issues arrest warrant for Sudanese minister for alleged Darfur crimes, 01.03.2012. UNSC, Report of the Secretary-General on the Sudan, S/2010/528, 14.10.2010; UNSC, Report of the Secretary-General on the Sudan, S/2010/681, 31.12.2010. UNSC, Report of the Secretary-General on the Sudan, S/2010/528, 14.10.2010.
Pagina 18 van 94
Algemeen ambtsbericht Sudan | juni 2012
Congress zich in november 2011 aan bij het platform van rebellenbewegingen, het Sudanese Revolutionary Front.68
2.2.2
Darfur
Op 27 april 2011 presenteerde het AU/UN Joint Mediation Team (JMT) een concept vredesakkoord aan de drie in onderhandeling zijnde partijen: de Sudanese regering, de Liberation and Justice Movement (LJM) en de Justice and Equality Movement (JEM). De SLA-facties van Abdel Wahid al Nur (SLA/AW) en Minni Minawi (SLA/MM) hielden zich geheel afzijdig van het onderhandelingsproces. Vervolgonderhandelingen tussen de drie betrokken partijen verliepen met wisselend succes. Onderhandelingen tussen de Sudanese regering en de JEM liepen vast vanwege onenigheid over onderwerpen en procedures.69 Onderhandelingen tussen de Sudanese regering en de LJM verliepen succesvoller en mondden uit in de ondertekening van een vredesakkoord (Agreement on the adoption of the Doha Document for Peace in Darfur/DDPD) op 14 juli 2011. Het vredesakkoord omvat onderwerpen als sociale ontwikkeling, verzoening, lokale autonomie, terugkeer van vluchtelingen en ontheemden, machtsdeling, financiële compensatie, justitie, mensenrechten en veiligheid. Op 16 juli 2011 tekenden beide partijen het Protocol on the Political Participation of the Liberation and Justice Movement and Integration of Its Forces, waarin afspraken werden gemaakt over participatie van de LJM in het nationale en deelstatelijke bestuur en integratie van LJM-strijders in de SAF. In lijn met dit protocol werden in september 2011 het Darfurese NCP-lid Al Haj Adam Yousef als tweede vicepresident van Sudan en LJM-leider Tijani el-Sissi als voorzitter van de Darfur Regional Authority benoemd.70 De Sudanese regering riepen de JEM en de andere partijen tevergeefs op om zich alsnog bij het vredesakkoord aan te sluiten. Parallel aan het Doha vredesakkoord sloten de regeringen van de deelstaten Noord-Darfur en Zuid-Darfur lokale overeenkomsten met verschillende kleinere rebellenbewegingen.71 Een aantal JEMleden heeft zich afgesplitst en wil met steun van een aantal JEM-veldcommandanten gaan onderhandelen met de Sudanese regering.72 Op 29 maart 2011 werd per presidentieel decreet een te houden referendum over de status van Darfur geformaliseerd. Op 26 juni 2011 kwamen de Sudanese regering en de LJM overeen om het referendum een jaar na tekening van een vredesakkoord plaats te laten vinden.73 Op 5 mei 2011 nam de ministerraad wetgeving aan om in Darfur twee nieuwe deelstaten (Centraal-Darfur en Oost-Darfur) te creëren. In januari 2012 werden de nieuwe deelstaten formeel ingesteld.74 Beide maatregelen, 68 69
70
71
72
73
74
IRIN, Security ‘volcano’ ready to blow in the east, 08.12.2011. UNSC, Report of the Secretary-General on the deployment of the African Union-United Nations Hybrid Operation in Darfur, S/2011/422, 08.07.2011. Struikelblok bleven onder meer de gevangenschap van enkele JEM-leden en de voorwaarde van JEM om ook militaire leiders van de beweging toe te laten tot de besprekingen. UNSC, Report of the Secretary-General on the deployment of the African Union-United Nations Hybrid Operation in Darfur, S/2011/643, 12.10.2011. Sudan Tribune, Sudan’s ruling party says committed to implement Doha agreement for peace in Darfur, 24.07.2011; Sudan Tribune, Sudan: UNAMID chief proposes to hold a meeting with Darfur governors on Doha deal, 14.08.2011; Sudan Tribune, Sudan ‘ready for peace’ with Darfur rebels, 22.10.2011; UNSC, Reports of the Secretary-General on the deployment of the African Union-United Nations Hybrid Operation in Darfur. UNSC, Report of the Secretary-General on the deployment of the African Union-United Nations Hybrid Operation in Darfur, S/2011/643, 12.10.2011. UNSC, Report of the Secretary-General on the deployment of the African Union-United Nations Hybrid Operation in Darfur, S/2011/422, 08.07.2011. UNSC, Report of the Secretary-General on the deployment of the African Union-United Nations Hybrid Pagina 19 van 94
het referendum en de instelling van twee nieuwe deelstaten, werden hevig bekritiseerd door rebellenbewegingen als de JEM, SLA/AW en SLA/MM, politieke oppositiepartijen en delen van het maatschappelijk middenveld in Darfur.75 Op 14 mei 2011 gaven SLA/AW en SLA/MM een Declaration of Alliance uit.76 In augustus 2011 sloten SLM/AW en SLM/MM met SPLM/Noord een overeenkomst waarin de oprichting van het Sudan’s Revolutionary Front (SRF) werd bekend gemaakt. Vanwege afwijkende opvattingen over de rol van religie in de nieuwe staat, besloot de JEM in eerste instantie niet te participeren in de nieuwe alliantie. In de loop van 2011 nam de JEM echter afstand van het idee van een islamitische staat en in november 2011 besloot de JEM zich formeel aan te sluiten bij het SRF.77 Humanitaire hulpverlening In de verslagperiode had de voortdurende onveiligheid in Darfur negatieve gevolgen voor de internationale hulpverlening. Verschillende gebieden waren in de verslagperiode voor korte of langere tijd afgesloten van humanitaire hulp. Zo is de toegang tot Jebel Marra sinds februari 2010 problematisch vanwege onveiligheid en restricties door de strijdende partijen. Ook beperkten de autoriteiten de toegang tot verschillende ontheemdenkampen voor humanitaire hulporganisaties.78 Daarnaast worden humanitaire hulporganisaties geregeld bedreigd, geïntimideerd en gehinderd door de veiligheidsdiensten en de Humanitarian Aid Commission (HAC). Humanitaire hulporganisaties hebben te maken met tal van restricties, zoals de langzame afgifte van visa en reisvergunningen, het weigeren van toegang tot bepaalde gebieden en ontheemdenkampen en uitgebreide rapportageverplichtingen.79 In oktober 2011 werd de directeur van de Canadese Ngo Fellowship for African Relief zonder opgave van reden het land uitgewezen. De Fellowship for African Relief werkte onder meer in West-Darfur.80 In april 2012 werden twee nationale Ngo’s in Zuid-Darfur, die nauw samenwerkten met de Norwegian Church Aid, op last van de Sudanese autoriteiten gesloten.81 Tenslotte is de veiligheidssituatie voor humanitaire hulpverleners de afgelopen jaren in Darfur sterk achteruitgegaan (zie ook §2.3). Dit alles heeft geleid tot een afname van het aantal (internationale) hulpverleners in het veld. Er is formeel sprake van een humanitaire dialoog tussen overheden, donoren, VNorganisaties en Ngo’s onder gezamenlijk voorzitterschap van de Sudanese regering
75
76
77
78
79 80 81
Operation in Darfur, S/2011/422, 08.07.2011; OCHA, Sudan: Weekly Humanitarian Bulletin, 16 – 22 January 2012. UNSC, Report of the Secretary-General on the deployment of the African Union-United Nations Hybrid Operation in Darfur, S/2011/422, 08.07.2011. Human Rights Watch, Darfur in the Shadows. The Sudanese Government’s Ongoing Attacks on Civilian and human Rights, juni 2011; UNSC, Report of the Secretary-General on the deployment of the African UnionUnited Nations Hybrid Operation in Darfur, S/2011/422, 08.07.2011. ACJPS, Sudan Human Rights Monitor, August-September 2011; Africa Confidential, South Sudan/Sudan: Implausible denials, vol. 52, no. 23, 18.11.2011; Sudan Tribune, Rebel groups agree to work together for regime change in Sudan, 12.11.2011. OCHA, Sudan: Weekly Humanitarian Bulletins; UNSC, Reports of the Secretary-General on the deployment of the African Union-United Nations Hybrid Operation in Darfur; IWPR, International Failures Prolong Darfur’s Misery, November 2010 – April 2011. IWPR, International Failures Prolong Darfur’s Misery, November 2010 – April 2011. OCHA, Sudan: Weekly Humanitarian Bulletin, 7 – 13 October 2011. Het grootste deel van de stafleden van deze twee Ngo’s is van Zuid-Sudanese afkomst. Volgens de HAC worden deze stafleden als gevolg van de gewijzigde nationaliteitswetgeving voortaan als buitenlander beschouwd die over een werkvergunning moeten beschikken. OCHA, Sudan: Weekly Humanitarian Bulletin, 23 – 29 April 2012.
Pagina 20 van 94
Algemeen ambtsbericht Sudan | juni 2012
en de VN. In het High Level Committee worden afspraken gemaakt over urgente humanitaire onderwerpen in Darfur. Afspraken worden echter niet of slechts gedeeltelijk nageleefd.
2.2.3
Vredesmissies
In Sudan zijn twee VN-vredesoperaties actief: UNAMID (United Nations/African Union Hybrid Operation in Darfur) en UNISFA (United Nations Interim Security Force for Abyei). UNAMID In juni 2007 stemde de Sudanese regering in met de stationering van een gezamenlijke VN en AU-missie in Darfur, UNAMID. Het mandaat van UNAMID valt volledig onder hoofdstuk VII van het VN-handvest: bescherming van de burgerbevolking; veiligstellen van humanitaire hulp; monitoren van en toezicht houden op naleving en implementatie van de vredesakkoorden; assistentie bij het politieke vredesproces; bijdragen aan de bevordering van mensenrechten en een eerlijke rechtsgang; monitoren en rapporteren over de situatie aan de grens met Tsjaad en de Centraal Afrikaanse Republiek.82 De VN-Veiligheidsraad verlengde op 29 juli 2011 het mandaat van UNAMID met opnieuw twaalf maanden. Prioriteit bleef de bescherming van burgers en de bescherming van UNAMID personeel en hulporganisaties.83 Op 13 december 2011 had UNAMID in totaal 25.567 personen (militairen, politie en burgers) van het geautoriseerde aantal van 28.612 op de grond.84 Het hoofdkwartier van UNAMID bevindt zich in El Fasher (Noord-Darfur) en er zijn kleinere bases in Nyala (ZuidDarfur) en El Geneina (West-Darfur). Voorts zijn op verschillende andere locaties in Darfur troepen van UNAMID gestationeerd.85 In de verslagperiode beperkte de Sudanese regering in verschillende delen van Darfur helikoptervluchten van UNAMID. Daarnaast weigerden de Sudanese regering en andere gewapende groepen UNAMID geregeld de toegang tot conflictgebieden en sommige ontheemdenkampen.86 Deze beperkingen zorgden ervoor dat de missie gehinderd werd in de uitvoering van haar mandaat en onvoldoende in staat was burgers en ontheemden bescherming te bieden.87 UNAMID werd in de verslagperiode ondanks striktere veiligheidsmaatregelen opnieuw slachtoffer van doelgericht geweld, banditisme en criminaliteit.88 Zo werden in de verslagperiode bij zes verschillende schietincidenten acht UNAMID 82 83
84
85 86
87 88
http://www.un.org/Depts/dpko/missions/unamid/mandate.html, laatst geraadpleegd op 30.11.2011. UNSC, Resolution 2003 (2011), adopted by the Security Council at its 6597th meeting, on 29 July 2011, S/RES/2003 (2011), 29 juli 2011. UNSC, Report of the Secretary-General on the deployment of the African Union-United Nations Hybrid Operation in Darfur, S/2012/231, 17.04.2012. http://www.un.org/en/peacekeeping/missions/unamid/background.html, laatst geraadpleegd 30.11.2011. UNSC, Reports of the Secretary-General on the deployment of the African Union-United Nations Hybrid Operation in Darfur. Human Rights Watch, World Report 2011 – Sudan. UNSC, Reports of the Secretary-General on the deployment of the African Union-United Nations Hybrid Operation in Darfur. Pagina 21 van 94
militairen door onbekende schutters gedood.89 Voor deze misdrijven is nog vrijwel niemand strafrechtelijk vervolgd.90 Ook arresteerden de Sudanese veiligheidsdiensten verschillende lokale medewerkers van UNAMID onder meer op beschuldiging van steun aan Darfurese rebellengroepen.91 UNISFA Op 27 juni 2011 aanvaardde de VN-Veiligheidsraad resolutie 1990 waarmee de United Nations Interim Security Force for Abyei (UNISFA) werd ingesteld. De UNISFA bestaat uit 4.200 militairen van de Ethiopian National Defence Force en 50 politiefunctionarissen.92 Medio maart 2012 was de UNISFA grotendeels (3.800 militairen) op sterkte.93 De duur van het mandaat van UNISFA werd in eerste instantie vastgesteld op zes maanden. In december 2011 werd het mandaat verlengd met vijf maanden en in mei 2012 opnieuw met zes maanden.94 Het mandaat van UNISFA, dat deels onder hoofdstuk VII van het VN-handvest valt, omvat onder meer: - monitoren en verifiëren van de terugtrekking van de troepen van de strijdende partijen; - faciliteren van humanitaire hulpverlening en bewegingsvrijheid van hulpverleners; - beveiligen van de olie-infrastructuur; - beschermen van VN personeel en hulpverleners; - beschermen van burgers; - waarborgen van de veiligheid in Abyei en het beschermen van het gebied tegen aanvallen van buiten.95 Op 15 december 2011 werd het mandaat van UNISFA uitgebreid met het ondersteunen van het verificatie- en monitoringproces van de noord-zuid grens.96 UNMIS/UNMISS Het mandaat van UNMIS (United Nations Mission in Sudan) verliep op 9 juli 2011 met het aflopen van de interim periode van het CPA en de onafhankelijkheid van Zuid-Sudan. Sudan had al eerder laten weten na 9 juli 2011 geen nieuwe VN-macht in Sudan te willen. Op 8 juli 2011 aanvaardde de VN-Veiligheidsraad resolutie 1996 waarmee de United Nations Mission in South Sudan (UNMISS) werd ingesteld.97 89
90
91
92 93 94
95
96
97
Sudan Tribune, Unknown gunmen kill one peacekeeper in South Darfur – UNAMID, 05.08.2011; UN News, Three UN-African Union peacekeepers killed in ambush in Darfur, 11.10.2011; UN News, Darfur: Ban deplores attack on UN-African Union peacemakers, 06.11.2011; UN News, Darfur: Security Council condemns attack on UN-African Union peacekeepers, 23.01.2012; UN News, Gunmen kill blue helmet serving with UN-AU mission in Darfur, 29.02.2012. Sinds 2008 zijn 36 UNAMID personeelsleden door geweld om het leven gekomen. UNSC, Reports of the Secretary-General on the deployment of the African Union-United Nations Hybrid Operation in Darfur. Amnesty International, UN Worker detained in Sudan, UA 219/11, AFR 54/024/2011, 19 juli 2011; African Centre for Justice and Peace Studies, Sudan Human Rights Monitor; Sudan Tribune, Detained UNAMID staffer freed in Darfur, 09.10.2011; UNSC, Reports of the Secretary-General on the deployment of the African Union-United Nations Hybrid Operation in Darfur. UNSC, Report of the Secretary-General on the situation in Abyei, S/2011/451, 26.07.2011. UNSC, Report of the Secretary-General on the situation in Abyei, S/2012/175, 23.03.2012. UNSC, Resolution 2047 (2012), Adopted by the Security Council at its 6773rd meeting, on 17 May 2012, S/RES/2047 (2012), 17 mei 2012. UNSC, Resolution 1990 (2011), Adopted by the Security Council at its 6567th meeting, on 29 June 2011, S/RES/1990 (2011), 27 juni 2011. Het mandaat betreft de grens tussen Sudan en Zuid-Sudan, inclusief de betwiste gebieden, alsmede een Safe Demilitarized Border Zone (SDBZ) van 10 kilometer aan weerszijden van de grens. UNSC, Resolution 2003 (2011), adopted by the Security Council at its 6576th meeting, on 8 July 2011, S/RES/1996 (2011), 8 juli 2011. Op grond van hoofdstuk VII van het VN handvest is UNMISS gemandateerd tot peace enforcement c.q. vredesopbouw. Naast een veiligheidstaak (waaronder het beschermen van burgers) biedt het mandaat ook ruimte voor een breed programma op het gebied van
Pagina 22 van 94
Algemeen ambtsbericht Sudan | juni 2012
2.2.4
Buitenlandse betrekkingen
Eritrea De relatie Sudan-Eritrea was lange tijd gespannen vanwege de gastvrijheid en steun die beide landen aan elkaars (gewapende) oppositiegroeperingen zouden hebben gegeven.98 De laatste jaren is de relatie tussen beide landen verbeterd. Ethiopië Ethiopië verleende in de jaren negentig van de vorige eeuw steun aan de SPLM. De laatste jaren neemt Ethiopië een meer neutrale houding in en probeert actief een bemiddelende rol te vervullen in het Sudan conflict.99 Libië Libië is altijd nauw betrokken geweest bij de situatie in Darfur. In 2010 raakten de verhoudingen tussen Sudan en Libië (onder Gadaffi) gespannen doordat Libië gastvrijheid verleende aan JEM leider Khalil Ibrahim.100 Na het uitbreken van de burgeroorlog in Libië begin 2011 beschuldigde Sudan Gadaffi van het rekruteren van Sudanese huurlingen. Ook maakte Sudan zich zorgen over transport van wapens en munitie van Libië naar Darfur en sloot het de grens met Libië.101 Vrij snel na het uitbreken van de burgeroorlog in Libië besloot Sudan de Nationale Overgangsregering in Libië te steunen.102 Tsjaad Tsjaad is nauw betrokken bij de situatie in het aangrenzende Darfur. In Oost-Tsjaad bevinden zich ongeveer 280.000 vluchtelingen uit Darfur.103 Ook bevinden zich meer dan 40.000 Tsjadische vluchtelingen in Darfur.104 De afgelopen jaren is de relatie tussen Sudan en Tsjaad aanzienlijk verbeterd. Begin 2010 kwamen beide landen overeen niet langer rebellengroeperingen op elkaars grondgebied te steunen en een gezamenlijk grensbewakingssysteem (Joint Border Force) in te stellen. In het kader van deze overeenkomst zette de Sudanese regering begin 2010 leiders van Tsjadische gewapende oppositiebewegingen het land uit en beëindigde Tsjaad de
98
99
100
101
102
103
104
mensenrechten en goed bestuur, inclusief ondersteunende taken ten behoeve van OS. De militaire (7.000) en politionele (900) component wordt daarom gecombineerd met een civiele component van 3.200 medewerkers. Sudan verdacht Eritrea van actieve steun aan het Beja Congress en de Free Lions in Oost-Sudan en de JEM in Darfur, alsmede betrokkenheid bij couppogingen in Sudan. De Eritrese autoriteiten verweten Sudan steun en onderdak te bieden aan (gewapende) oppositionele groeperingen, zoals de Islamic Jihad. Ook beschuldigde Eritrea Sudan van een moordaanslag op president Isaias Afwerki. Voorbeeld van de bemiddelende rol van Ethiopië waren de besprekingen over het Abyei referendum in Addis Abeba. Ook was Ethiopië gastheer van een aantal post-referendum besprekingen. Recentelijk heeft Ethiopië geprobeerd te bemiddelen bij de gewapende conflicten in Zuid-Kordofan en Blue Nile. UNSC, Report of the Secretary-General on the deployment of the African Union-United Nations Hybrid Operation in Darfur, S/2010/543, 18.10.2010. UNSC, Report of the Secretary-General on the deployment of the African Union-United Nations Hybrid Operation in Darfur, S/2011/422, 08.07.2011; Sudan Tribune, Sudan beefs up control of borders with Libya, 24.10.2011. Sudan Tribune, Darfur rebel leader recounts ordeal of ‘political detention’ in Libya, 13.09.2011; Sudan Tribune, Bashir says Sudan armed Libyan rebels, 26.10.2011. NRC/IDMC, National outrage. Violence against internally displaced women and girls in eastern Chad, november 2010. UNHCR, Background note on UNHCR operations in Darfur, september 2009. Pagina 23 van 94
reisprivileges van de JEM-leiders. De instelling van de Joint Border Force betekende het einde van het vrije grensverkeer voor Tsjadische rebellengroepen.105 Verenigde Staten In oktober 2009 presenteerde de Amerikaanse regering haar herziene strategie ten aanzien van Sudan met als hoofddoelstelling: beëindiging van het conflict in Darfur en implementatie van het CPA. Ook willen de VS voorkomen dat Sudan een toevluchtsoord wordt voor internationaal terrorisme. De VS spelen een actieve rol in Sudan, onder meer door middel van de speciale gezant voor Sudan, Princeton Lyman. De VS handhaafden in de verslagperiode de economische sancties tegen Sudan en Sudan bleef op de lijst van ‘terrorist countries’ staan.106 Europese Unie De belangrijkste doelstellingen van de EU in Sudan zijn het meewerken aan een oplossing voor het conflict in Darfur en het faciliteren van de implementatie van de nog uitstaande onderdelen van het CPA. De speciale EU-vertegenwoordiger voor Sudan en Zuid-Sudan onderhoudt contacten met zowel de Sudanese en ZuidSudanese autoriteiten alsook met internationale organisaties en donoren.107 Zuid-Sudan Het gebrek aan voortgang in de besprekingen over nog uitstaande zaken in het kader van het CPA en de afscheiding van Zuid-Sudan, alsmede de gewapende conflicten en de hervatte strijd in de Drie Gebieden en het grensgebied, heeft de relatie tussen Sudan en Zuid-Sudan sterk onder druk gezet. Beide landen beschuldigen elkaar geregeld van obstructie, van steun aan rebellen aan weerszijden van de grens, alsook van aantasting van elkaars territoriale integriteit.108 Militaire activiteiten langs en over de grens en oorlogstaal dragen bij aan de onrust.
2.3
Veiligheidssituatie In de verslagperiode verslechterde de veiligheidssituatie in Abyei, Zuid-Kordofan en Blue Nile verder. In Darfur bleef de veiligheidssituatie onverminderd slecht.
2.3.1
Sudan (exclusief Darfur)
Op 29 juni 2011 tekende de Sudanese regering en de SPLM een overeenkomst inzake de veiligheid in het grensgebied (Agreement on Border Security and the Joint Political Land Security Mechanism). In deze overeenkomst werd afgesproken om een Joint Border Verification and Monitoring Mechanism (JBVMM) in te stellen alsmede om aan beide zijde van de grens (met uitzondering van de betwiste gebieden) een 105
106
107 108
UNSC, Reports of the Secretary-General on the deployment of the African Union-United Nations Hybrid Operation in Darfur, S/2010/543, 18.10.2010; Economist Intelligence Unit, Country Report Sudan, september 2011. Congressional Research Service, The Republic of South Sudan: Opportunities and Challenges for Africa’s Newest Country, 1 juli 2011. De VS verruimden alleen in oktober 2011 de uitvoermogelijkheden van voedingsproducten voor Amerikaanse bedrijven naar Sudan. Sudan Tribune, US eases North Sudan trade regulations, 17.10.2011; Sudan Tribune, Sudan condemns renewal of US economic sanctions, 01.11.2011; Economist Intelligence Unit, Country Report Sudan, november 2011. EU, Council Joint Action 2008/110/CFSP, 12.02.2008. UNSC, Report of the Secretary-General on South Sudan, S/2011/678, 02.11.2011.
Pagina 24 van 94
Algemeen ambtsbericht Sudan | juni 2012
Safe Demilitarized Border Zone (SDBZ) van 10 kilometer te creëren in afwachting van de statusbepaling van de betwiste gebieden en definitieve demarcatie van de grens. Ook werd overeengekomen dat een internationale missie onder bescherming van de UNISFA de gedemilitariseerde zone zal gaan monitoren en eventuele schendingen zal onderzoeken. De implementatie van deze overeenkomst verloopt echter langzaam vanwege onenigheid tussen de partijen over de uitwerking van de overeenkomst en de toegenomen spanningen tussen beide landen.109 Als gevolg van de onrust in de Drie Gebieden nam in de verslagperiode in het grensgebied de spanning tussen Sudan en Zuid-Sudan toe. Beide landen beschuldigden elkaar van steun aan de rebellen in hun land. Ook beschuldigde ZuidSudan Sudan van militaire agressie door grondaanvallen en bombardementen op Zuid-Sudanees grondgebied uit te voeren. Zo voerde in oktober en november 2011 het Sudanese leger bombardementen uit op het Yida vluchtelingenkamp in het noorden van Unity (Zuid-Sudan), waar ruim 20.000 vluchtelingen, voornamelijk Nuba, uit Zuid-Kordofan en Blue Nile een veilig heenkomen hadden gezocht. Het Sudanese leger bombardeerde eveneens Quffa en Yafta in Upper Nile (Zuid-Sudan). Volgens onbevestigde berichten zouden Sudanese troepen ook grondaanvallen hebben uitgevoerd in West-Bahr el Ghazal en Upper Nile, waarbij tientallen doden zouden zijn gevallen.110 In december 2011 raakte SAF troepen slaags met troepen van SPLM/Noord in het zuiden van Zuid-Kordofan. Ook werd strijd geleverd om en rond de stad Jau. Volgens berichten zouden ook SPLA-troepen bij gevechten rond Jau zijn betrokken. Zowel Sudan als Zuid-Sudan claimen dat Jau territoriaal tot hun grondgebied behoort.111 Op 10 februari 2012 tekende de regeringen van Sudan en Zuid-Sudan een Memorandum of Understanding inzake Non-Agressie en Samenwerking. Beide landen spraken af elkaars soevereiniteit en territoriale integriteit te zullen respecteren, zich niet in elkaars interne aangelegenheden te mengen en af te zien van geweld. Ook beloofden de partijen te streven naar vreedzaam nabuurschap en goede samenwerking.112 Op 10 februari besloten Sudan en Zuid-Sudan ook tot inwerkingstelling van het Joint Border Verification and Monitoring Mechanism dat de gedemilitariseerde zone van 10 km aan beide zijden van de grens moet gaan monitoren.113 Na de ondertekening van het MoU deden zich echter verschillende ernstige incidenten aan de grens voor. Zo voerden Sudanese troepen bombardementen uit in betwiste grensgebieden in Unity, alsook in Warrap en West-Bahr el Ghazal (ZuidSudan). Ook waren er berichten van deelname van Zuid-Sudanese grondtroepen aan gevechten in het zuiden van de Sudanese deelstaat Zuid-Kordofan.114 Dieptepunt waren wederzijdse oorlogshandelingen die begonnen op 26 maart 2012. Na bombardementen door het Sudanese leger op Jau en een grondoffensief van het Sudanese leger, begon het Zuid-Sudanese leger (SPLA) samen met het Sudanese
109
110
111 112
113
114
UNSC, Report of the Secretary-General on the situation in Abyei, S/2011/451, 26.07.2011 en S/2012/68 d.d. 27.01.2012. AFP, Sudan attacks on southern army base kill 18, 11.11.2011; UN News, UN calls for probe into Sudanese bombing of refugee camp, 11.11.2011; Jamestown Foundation, Khartoum Besieged?: Sudan’s Rebel Movement Unite against the Center, 24.11.2011; in Terrorism Monitor Volume: 9 Issue: 43. Reuters, Sudan, South Sudan armies clash in disputed border region, 07.12.2011. OCHA, Sudan: Weekly Humanitarian Bulletin; Sudan Tribune, South Sudan army in full control of Jau after heavy fighting with SAF, 26.02.2012. Kamerbrief DAF-126/2012 d.d. 26.03.2012; UNSC, Report of the Secretary-General on the situation in Abyei, S/2012/175, 23.03.2012. AFP, Sudanese air strike hits South Sudan, breaking pact: army, 14.02.2012. Pagina 25 van 94
Revolutionary Front een tegenoffensief, waarbij op 10 april 2012 de stad Heglig115 en nabijgelegen olievelden in Zuid-Kordofan werden bezet. Als reactie hierop begon het Sudanese leger een serie nieuwe bombardementen in Zuid-Sudanese gebieden, waaronder Bentiu in Unity. Sudan verklaarde Zuid-Sudan officieel tot vijand en kondigde een algehele mobilisatie af.116 Ook schortte Sudan alle lopende onderhandelingen met Zuid-Sudan op. Op 20 april 2012 trok Zuid-Sudan haar troepen uit Heglig terug en verklaarde zich bereid tot nieuwe onderhandelingen. Op 24 april 2012 stelde de Peace and Security Council van de AU een nieuwe ‘road map’ vast, waaraan Sudan en Zuid-Sudan hun medewerking moeten verlenen, op straffe van sancties. Op 2 mei 2012 bevestigde de UN deze ‘road map’ in resolutie 2046 (2012). Sudan en Zuid-Sudan worden opgeroepen de vijandelijkheden onmiddellijk te staken, hun legers terug te trekken, de steun aan rebellengroepen beëindigen en de onderhandelingen over nog openstaande zaken te hervatten. Ook dienen beide landen vóór 9 mei 2012 de al eerder overeengekomen veiligheidsmechanismen (de JBVMM en SDBZ) in te stellen.117 Beide landen hebben aangegeven in beginsel mee te willen werken aan de uitvoering van de ‘road map’. Zuid-Sudan beschuldigt Sudan van het voortzetten van de vijandelijkheden, waaronder bombardementen op Zuid-Sudanees grondgebied. Abyei, Zuid-Kordofan en Blue Nile De situatie in de Drie Gebieden was al langere tijd gespannen vanwege de militaire aanwezigheid van verschillende partijen (SAF, SPLA, (para)militaire organisaties en milities). Joint Integrated Units (JIU’s), legereenheden die conform het CPA bestaan uit eenheden van de SAF en het SPLA, konden nauwelijks veiligheid bieden.118 Toenemende politieke en militaire spanningen leidden in de verslagperiode tot ernstige uitbarstingen van geweld. Abyei Toenemende spanningen tussen Dinka Ngok en Misseriya, militaire versterkingen en voortdurende geweldsincidenten leidden tot een verslechterende veiligheidssituatie. Overeenkomsten op het gebied van veiligheid werden nauwelijks geïmplementeerd en er bleven berichten van obstructie, militaire versterking en geweldsincidenten. Op 19 mei 2011 escaleerde de veiligheidssituatie toen een gezamenlijk konvooi van UNMIS en SAF/JIU’s werd beschoten door SPLA-troepen. In het vuurgevecht vielen verschillende doden. Het Sudanese leger stuurde onmiddellijk versterking naar de regio, bombardeerde SPLA-stellingen en bezette Abyei stad en het gehele gebied ten noorden van de Kiir/Bahr el-Arab rivier. Het gebied ten zuiden van de rivier bleef in handen van het SPLA. Er waren berichten van plundering, brandstichting, verkrachting en moord door Misseriya milities en Popular Defence Forces. Als gevolg van het geweld vluchtten ongeveer 115.000 inwoners naar het zuiden van Abyei (Agok) en naar Zuid-Sudan. Op 28 mei 2011 kondigde het Sudanese ministerie van Defensie een einde aan van de militaire operatie. Volgens berichten is Abyei stad vrijwel geheel verwoest en vrijwel onbewoond.119 115
116 117
118
119
Heglig wordt door Zuid-Sudan geclaimd als onderdeel van Unity State. IRIN, Sudans’ border clashes, 29.03.2012. NRC, Spanningen tussen Soedan en Zuid-Sudan lopen verder op, 16.04.2012. UNSC, Resolution 2046 (2012), Adopted by the Security Council at its 6764th meeting, on 2 May 2012, S/RES/2046 (2012), 2 mei 2012. De JIU’s in Sudan waren slechts op papier joint and integrated en de SAF en SPLA eenheden stonden feitelijk nog steeds onder controle van hun eigen leger. Ook mislukten pogingen om de resterende SPLAmanschappen in de SAF te integreren; Enough, Grading the benchmarks, 29.04.2010 en BBC, ‘Sudan Abyei shooting a pretext for war’, 12.10.2010; CIGI, Sudan’s aspirational army: a history of the Joint Integrated Units, mei 2011. UNSC, Report of the Secretary-General on the situation in Abyei, S/2011/451, 26.07.2011; UN Human
Pagina 26 van 94
Algemeen ambtsbericht Sudan | juni 2012
Onderhandelingen tussen de Sudanese regering en SPLM leidden op 20 juni 2011 tot de ondertekening van een overeenkomst inzake Abyei (Agreement on Temporary Arrangements for the Administration and Security of the Abyei Area). Deze overeenkomst regelt onder meer terugtrekking van alle gewapende troepen uit Abyei, volledige demilitarisatie van Abyei en instelling van een United Nations Interim Security Force for Abyei (UNISFA/zie ook §2.2.3). De verantwoordelijkheid voor veiligheid en stabiliteit in Abyei komt in handen van een Abyei Joint Oversight Committee (AJOC).120 Op 8 september 2011 kwamen de Sudanese regering en SPLM/A overeen zich vóór 1 oktober 2011 volledig te hebben teruggetrokken uit Abyei. Op 14 september 2011 distantieerde de Sudanese regering zich echter publiekelijk van dit akkoord en verklaarde zich pas terug te zullen trekken na volledige uitrol van UNISFA, de oprichting van het AJOC en de installatie van een nieuw bestuur (Abyei Area Administration) in Abyei. Inmiddels is de UNISFA grotendeels uitgerold en is ook het AJOC actief.121 De Abyei Area Administration is echter nog niet benoemd. Volgens de UN zijn nog maar weinig ontheemden teruggekeerd naar hun oorspronkelijke woongebied in het noorden van Abyei, onder meer vanwege de voortdurende militaire aanwezigheid van de SAF en de aanwezigheid van mijnen.122 De AU en VN riepen op 24 april en 2 mei 2012 als onderdeel van de ‘road map’ Sudan en Zuid-Sudan opnieuw op om de Abyei overeenkomst van 20 juni volledig uit te voeren en hun strijdkrachten uit Abyei terug te trekken. Eind mei hadden beide partijen vrijwel al hun troepen uit Abyei teruggetrokken. Zuid-Kordofan In de maanden april en mei 2011 liepen de spanningen in Zuid-Kordofan op. De Sudanese regering en de SPLM beschuldigden elkaar van obstructie van het CPA.123 In april 2011 kwam het tot gewapende confrontaties tussen PDF en Nuba-milities. Politiek ontstonden er bovendien spanningen doordat de SPLM de uitslag van de parlements- en gouverneursverkiezingen weigerde te accepteren vanwege vermeende onregelmatigheden en fraude (zie ook §2.2.1). In mei liet president Bashir de SPLA-strijdkrachten weten dat zij zich vóór 1 juni 2011 moesten ontwapenen of terugtrekken uit Zuid-Kordofan en Blue Nile. Op 4 juni 2011 ontving het Sudanese leger opdracht om de SPLA/JIU’s in Zuid-Kordofan met geweld te ontwapenen. Op 5 juni 2011 braken in Um Dorein gevechten uit tussen de SAF en het SPLA. Al snel breidden de gevechten zich uit naar Kadugli en andere gebieden in Zuid-Kordofan. SAF kreeg daarbij versterking van de Central Reserve Police Forces, Popular Defence Forces en andere milities. Het Sudanese leger voerde hevige bombardementen uit. Tot nu toe zijn naar schatting ongeveer 300.000 mensen ontheemd geraakt. Veel mensen zijn naar het Nuba gebergte gevlucht.124 Er
120 121 122
123
124
Rights Council (HRC), Report of the independent expert on the situation of human rights in the Sudan, Mohamed Chande Othman, A/HRC/18/40, 22.08.2011; OCHA, Sudan: Weekly Humanitarian Bulletins; Amnesty International, Destruction and Desolation in Abyei, AFR 54/04/2011, december 2011. UNSC, Report of the Secretary-General on the situation in Abyei, S/2011/451, 26.07.2011. UNSC, Report of the Secretary-General on the situation in Abyei, S/2012/175, 23.03.2012. OCHA, Sudan: Weekly Humanitarian Bulletins; Sudan Security Baseline Assessment – Facts & Figures – The Crisis in Abyei. Het SPLA bleef actief in het gebied boven de demarcatiegrens van 1956 en de SAF versterkte haar militaire aanwezigheid en weigerde de Popular Defence Forces (PDF) en andere (Misseriya en Hawazma) milities te ontbinden. Human Rights Watch/Amnesty International, Sudan: Southern Kordofan Civilians Tell of Air Strike Horror, 30.08.2011; IDMC, Sudan and South Sudan: Violence on both sides of the border continues to displace civilians, 11.11.2011. Pagina 27 van 94
waren berichten dat de Sudanese autoriteiten ontheemden dwongen terug te keren naar hun oorspronkelijk woongebied.125 Ruim 35.000 mensen zochten een veilig heenkomen in Zuid-Sudan.126 De VN en andere organisaties berichtten over ernstige mensenrechtenschendingen (mogelijk oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid) door met name de SAF, Central Reserve Police Forces en de Popular Defence Forces. Het betreft hier buitengerechtelijke executies, willekeurige arrestaties, illegale detentie, ontvoeringen, aanvallen (waaronder bombardementen) op burgers, plunderingen, vernietiging van bezittingen en grootschalige ontheemding. Het geweld tegen individuen was met name gericht tegen leden van de Nuba en vermeende aanhangers van SPLM/Noord.127 Er waren ook berichten, zij het in mindere mate, van mensenrechtenschendingen begaan door SPLA troepen. Bronnen geven overigens aan dat berichten van mensenrechtenschendingen moeilijk zijn te verifiëren en nader onderzoek noodzakelijk is.128 Volgens het Satellite Sentinel Project zijn er sinds juni 2011 minimaal acht massagraven ontdekt in het Nuba gebergte in Zuid-Kordofan.129 Niet alleen in Zuid-Kordofan maar ook daarbuiten (Khartoum, Omdurman) werden leden van de Nuba (met name activisten en academici) en vermeende aanhangers van SPLM/Noord slachtoffer van aanhoudingen en intimidatiepraktijken (en mogelijk marteling) door de veiligheidsdiensten. Voorbeeld is de arrestatie eind juni 2011 in Omdurman van Bushra Gamar Hussein Rahma, van Nuba afkomst en executive director en oprichter van de Human Rights and Development Organisation in Zuid-Kordofan.130 Zie ook §3.3.2. Besprekingen tussen de Sudanese regering en SPLM in Addis Abeba leidden in 28 juni 2011 tot de tekening van een raamovereenkomst over politieke zaken en veiligheid inzake Zuid-Kordofan en Blue Nile (Framework Agreement on political partnership and political and security arrangements in Blue Nile and Southern Kordofan states). Op 9 juli 2011 nam president Bashir echter afstand van de raamovereenkomst. Er bleven voortdurend berichten van gevechten, bombardementen en mensenrechtenschendingen in delen van Zuid-Kordofan.131 Zo waren er begin november 2011 hevige gevechten tussen SAF en SPLM/Noord rond de steden Talodi, Hamra en Um Hitan, waardoor een groot aantal bewoners hun woongebied ontvluchtte.132 De SAF controleert naast Kadugli een groot deel van
125
126 127
128
129 130
131
132
Amnesty International, Sudan: Insecurity persists for the displaced in Southern Kordofan, AFR 54/020/2011, 24.06.2011; Amnesty International, Activist remain in detention without trial, UA 205/11, AFR 54/035/2011, 12.10.2011. OCHA, Sudan: Weekly Humanitarian Bulletins. UN, OHCHR, Preliminary report on violations of international human rights and humanitarian law in Southern Kordofan from 5 to 30 June 2011, augustus 2011; ACJPS, Sudan Human Rights Monitor; Nietofficieel rapport van UNMIS/HR section: UNIMIS report on the human rights situation during the violence in Southern Kordofan Sudan, juni 2011; ACJPS, On the Brink Again: Conflict and Ethnic Cleansing in South Kordofan, juli 2011; Human Rights Watch/Amnesty International, Sudan: Southern Kordofan Civilians Tell of Air Strike Horror, 30.08.2011; UN Human Rights Council (HRC), Report of the independent expert on the situation of human rights in the Sudan, Mohamed Chande Othman, A/HRC/18/40, 22.08.2011; Amnesty International, Sudan: Possible war crimes in Southern Kordofan, 30.08.2011. UN Human Rights Council (HRC), Report of the independent expert on the situation of human rights in the Sudan, Mohamed Chande Othman, A/HRC/18/40, 22.08.2011. The New York Times, Images show mass graves in Sudan, Group says, 24.08.2011. ACJPS, On the Brink Again: Conflict and Ethnic Cleansing in South Kordofan, juli 2011; Amnesty International, Rights activist detained, at risk of torture, UA 205/11, AFR 54/021/2011, 30.06.2011. OCHA, Sudan: Weekly Humanitarian Bulletins. Human Rights Watch, Sudan: Crisis Conditions in Southern Kordofan, 04.05.2012. Economist Intelligence Unit, Country Report Sudan, november 2011; OCHA, Sudan: Weekly Humanitarian Bulletins.
Pagina 28 van 94
Algemeen ambtsbericht Sudan | juni 2012
Zuid-Kordofan. SPLM/Noord controleert een aantal verspreid liggende gebieden in Zuid-Kordofan. In augustus 2011 nam SPLM/Noord het initiatief tot de oprichting van het Sudan’s Revolutionary Front (SRF), waar naast SPLM/Noord ook JEM, SLM/MM en SLM/AW onderdeel van uitmaken.133 In maart 2012 begon de SPLM/Noord met steun van andere Sudanese Revolutionary Front partners en het Zuid-Sudanese leger (SPLA) een offensief tegen de SAF in Zuid-Kordofan. Begin april 2012 werden de stad Heglig en de nabijgelegen oliegebieden bezet. Op 20 april 2012 trok Zuid-Sudan haar troepen echter weer terug uit Heglig. Naar verluidt zou het Sudanese leger weer de controle hebben over Heglig en de olievelden. De humanitaire situatie in Zuid-Kordofan is zorgelijk. Internationale hulpverleningsorganisaties hebben te maken met ernstige beperkingen op het gebied van toegang en bewegingsvrijheid. Hulpverlening kan slechts plaatsvinden via lokale organisaties en alleen in door de overheid gecontroleerde gebieden. Door gebrek aan toegang is weinig bekend over de situatie ter plaatse. Naar verluidt is de humanitaire nood groot.134 In februari 2012 hebben de VN in samenwerking met de Arabische Liga en de AU een voorstel gedaan voor cross line humanitaire hulpverlening (d.w.z. hulpverlening over de frontlinies heen) in Zuid-Kordofan en Blue Nile. De SPLM/Noord heeft zich akkoord verklaard met het voorstel. De Sudanese autoriteiten hebben het voorstel in beginsel geaccepteerd maar willen het nog verder bestuderen.135 Blue Nile Op 1 september 2011 braken in Ed Damazine, de hoofdstad van Blue Nile, gevechten uit tussen troepen van de SAF en SPLM/Noord. Beide partijen gaven elkaar de schuld de gevechten te zijn begonnen. De dagen erna breiden de gevechten en bombardementen zich uit naar andere delen van Blue Nile. In november 2011 boekte de SAF belangrijke militaire successen door de steden Kurmuk en Diem Mansour te veroveren.136 De SAF controleert inmiddels het grootste deel van Blue Nile, waaronder de steden. De SPLM/Noord controleert delen van zuidelijk en westelijk Blue Nile. Er blijven berichten van gevechten en bombardementen in delen van Blue Nile.137 Als gevolg van het conflict zijn in september 2011 naar schatting ongeveer 130.000 mensen ontheemd geraakt, waarvan volgens de Sudanese Humanitarian Aid Commission (HAC) 90% inmiddels naar Ed Damazine en omgeving is teruggekeerd. Volgens de UN zijn er nog ongeveer 66.000 ontheemden in Blue Nile. UNHCR schat dat er ruim 80.000 mensen vanuit Blue Nile naar Zuid-Sudan en ruim 32.000 mensen vanuit Blue Nile naar Ethiopië zijn gevlucht.138 Direct na het uitbreken van de gevechten in september 2011 begonnen de Sudanese autoriteiten op grote schaal SPLM/Noord partijleden en personen die verdacht
133
134 135 136
137 138
UNSC, Report of the Secretary-General on the deployment of the African Union-United Nations Hybrid Operation in Darfur, S/2011/643, 12.10.2011; ACJPS, Sudan Human Rights Monitor, August-September 2011; Africa Confidential, South Sudan/Sudan: Implausible denials, vol 52, no. 23, 18.11.2011; Sudan Tribune, Rebel groups agree to work together for regime change in Sudan, 12.11.2011. OCHA, Sudan: Weekly Humanitarian Bulletins. Kamerbrief DAF-126/2012 d.d. 26.03.2012. Jamestown Foundation, Khartoum Besieged?: Sudan’s Rebel Movement Unite against the Center, 24.11.2011, in Terrorism Monitor Volume: 9 Issue: 43; OCHA, Sudan: Weekly Humanitarian Bulletin; BBC News, Sudan army seizes rebel stronghold in Blue Nile State, 03.11.2011. OCHA, Sudan: Weekly Humanitarian Bulletins. OCHA, Sudan: Weekly Humanitarian Bulletins. Pagina 29 van 94
werden van banden met de SPLM/Noord te arresteren. Het betrof hier onder meer ministers, parlementsleden en overheidsfunctionarissen van de deelstaat Blue Nile (zie §3.3.2). Ook waren er berichten van plunderingen, vernietiging van eigendommen en buitengerechtelijke executies, met name door de SAF en regeringsmilities.139 Ook de mensenrechtenorganisatie Enough Project berichtte over mensenrechtenschendingen in Blue Nile. Burgers zouden zijn aangevallen, vermoord en verkracht door het Sudanese leger en aan haar verbonden milities, waaronder milities van de Fellata (etnische groep in Blue Nile).140 Daarnaast waren er berichten van gedwongen rekrutering ten behoeve van de People’s Defence Forces. Tenslotte waren er ook berichten van mensenrechtenschendingen door SPLM/Noord. De humanitaire situatie in Blue Nile is zorgelijk. Internationale hulpverleningsorganisaties hebben te maken met ernstige beperkingen op het gebied van toegang en bewegingsvrijheid. Hulpverlening kan slechts plaatsvinden via lokale organisaties en alleen in door de overheid gecontroleerde gebieden.141 Zie ook de beschrijving van Zuid-Kordofan. Oost-Sudan Er vonden voor zover bekend in de verslagperiode geen veiligheidsincidenten plaats in Oost-Sudan.142 In november zou het Beja Congress zich bij het Sudanese Revolutionary Front hebben aangesloten. Volgens berichten zou het Beja Congress zich op Eritrees grondgebied militair aan het voorbereiden zijn. Ook waren er berichten dat een dissidente factie van het Beja Congress onder leiding van Omer Mohamed Taher zich aan de Eritrese grens militair aan het versterken is.143 Disarmament, Demobilisation and Reintegration (DDR) Op 25 juni 2008 ondertekenden de regering van Nationale Eenheid en de regering van Zuid-Sudan een gezamenlijk DDR-programmadocument dat voorzag in een vierjarig DDR-programma waarin 180.000 strijders, 90.000 van het Sudanese leger en 90.000 van het SPLA, moesten worden gedemobiliseerd. Het programma is op een mislukking uitgelopen. Op 31 mei 2011 waren in totaal 48.594 strijders gedemobiliseerd (36.069 in Sudan en 12.525 in Zuid-Sudan), grotendeels oude mannen, vrouwen en lichamelijk verminkten.144
2.3.2
Darfur
Vrijwel dagelijks zijn er in Darfur berichten van geweldsincidenten, criminaliteit en/of verkrachtingen. De onveiligheid in Darfur wordt veroorzaakt door gevechten 139
140
141 142 143
144
ACJPS, Perceived SPLM-Northern Sector Supporters arrested throughout Northern Sudan, 06.09.2011; ACJPS, Continuing Violations of Human Rights in South Kordofan and Blue Nile States: 24 August – 8 September 2011; Amnesty International, Sudan: Government crackdown on activists and political opponents, AFR 54/036/2011, 11.11.2011; Human Rights Watch, Sudan: Political Repression Intensifies, 21.09.2011; ACJPS, Update on Violations committed in Blue Nile and Dalang, South Kordofan. ACJPS, Update on Human Rights Violations in Blue Nile and South Kordofan, januari 2012. Human Rights Watch, Sudan: Blue Nile civilians describe attacks, abuses, 23.04.2012. Enough Project, Field Dispatch: Refugees from Blue Nile Recount Atrocities, Government’s targeting of civilians, 01.11.2011. OCHA, Sudan: Weekly Humanitarian Bulletins. Wel waren er berichten van (studenten) demonstraties die met harde hand werden beëindigd. Sudan Tribune, Khartoum says no rebel threats in eastern Sudan, 03.10.2011; IRIN, Security ‘volcano’ ready to blow in the east, 08.12.2011; Sudan Tribune, Warning of an explosive situation in eastern Sudan, 10.12.2011. The CPA Monitor, mei 2011.
Pagina 30 van 94
Algemeen ambtsbericht Sudan | juni 2012
tussen het regeringsleger en rebellengroepen, stammenconflicten en wijdverbreide gewapende criminaliteit. Van deze onveiligheid werden in de verslagperiode zowel de bevolking, UNAMID als humanitaire hulpverleners slachtoffer.145 Stammenconflicten Het aantal intertribale conflicten in Darfur nam in de verslagperiode af, mogelijk als gevolg van de toegenomen zichtbaarheid van UNAMID en verschillende initiatieven om intertribale relaties in Darfur te verbeteren. In de periode februari tot oktober 2011 vielen in totaal 90 doden als gevolg van tribaal geweld tegenover 882 doden in heel 2010.146 Gevechten leger en rebellen In de verslagperiode waren er opnieuw berichten van gevechten en bombardementen in Darfur, waarbij ook burgerdoden vielen. Het aantal berichten van directe gevechten tussen regeringstroepen en rebellen nam in de verslagperiode af. Ook nam het aantal geregistreerde doden als gevolg van gewapende confrontaties tussen regeringstroepen en rebellen af van 1.039 in 2010 tot 342 in de eerste negen maanden van 2011.147 Na de ondertekening van het vredesakkoord (DDPD) tussen de Sudanese regering en het LJM in juli 2011 laaiden de gevechten tussen regeringstroepen en de overige rebellengroepen echter weer op. Het Sudanese leger wordt in de strijd tegen de verschillende rebellenbewegingen in Darfur gesteund door verschillende (paramilitaire) strijdkrachten en milities. De belangrijkste zijn de Border Guards, de Central Reserve Police Forces en de Popular Defence Forces.148 Er zijn berichten dat het Sudanese leger niet alleen Arabische maar ook niet-Arabische milities rekruteert. Bij de rebellen domineren op militair gebied de JEM en de SLA/MM. De SLA/AW heeft het afgelopen jaar veel terrein verloren aan het Sudanese leger en controleert alleen het noordoostelijke deel van de Jebel Marra.149 Het Sudanese leger richtte in de verslagperiode haar aanvallen onder meer op de SLA/AW in Jebel Marra en op Zaghawa gebieden in Noord-Darfur en Zuid-Darfur waar de SLA/MM veel aanhang heeft, zoals Shangil Tobaya, Dar Es Salam en Khor Abeche. Het Sudanese leger maakte hierbij gebruik van niet-Arabische stammen als de Tunjur en Birgid om Zaghawa’s met geweld uit hun woongebied te verdrijven.150 Volgens Human Rights Watch voeren ook rebellengroepen etnisch gerichte aanvallen uit op de bevolking. Terwijl de SAF zich met name richt op de Zaghawa en Fur, die zij verdenken van
145
146
147
148 149 150
UNSC, Reports of the Secretary-General on the deployment of the African Union-United Nations Hybrid Operation in Darfur. UNGA, HRC, Report of the independent expert on the situation of human rights in the Sudan, Mohammed Chande Othman, A/HRC/18/40, 22 augustus 2011; UNSC, Report of the Secretary-General on the deployment of the African Union-United Nations Hybrid Operation in Darfur, S/2011/643, 12.10.2011. Human Rights Watch, Sudan: Darfur in the Shadows. The Sudanese Government’s Ongoing Attacks on Civilians and Human Rights, juni 2011; UNSC, Reports of the Secretary-General on the deployment of the African Union-United Nations Hybrid Operation in Darfur. Sudan Human Security Baseline Assessment – Fact & Figures – The Sudan Armed Forces and Allied Forces. Sudan Human Security Baseline Assessment – Facts & Figures – Darfur Peace Process. Zo viel in juni 2011 een niet-Arabische militie het Zaghawa dorp Abu Zerega in Noord-Darfur aan, waarbij op grote schaal werd geplunderd. Volgens berichten zouden hierbij 16 Zaghawa’s zijn opgepakt en doodgeschoten. Sudan Human Security Baseline Assessment – Facts & Figures – Darfur Armed Opposition Groups and Coalitions; ACJPS, Sudan Human Rights Monitor, June - July 2011. In oktober 2011 was er opnieuw een aanval op een Zaghawa stam in Noord-Darfur waarbij een tiental stamleden werd gedood en 1.500 personen ontheemd raakten. Radio Dabanga, 1.500 Zaghawa tribespeople displaced, 30.10.2011; Africa Confidential, Sudan/United Nations: UN clash over Beijing bullets claim, vol. 53, no. 8, 13 april 2012. Pagina 31 van 94
steun aan SLA-facties, zouden de rebellen zich met name richten op de Birgid die actief zijn in de SAF en de People’s Defence Forces.151 In de verslagperiode waren er berichten van verschillende nieuwe allianties van rebellengroepen en afgesplitste facties.152 Op 7 augustus 2011 sloten SLM/AW en SLM/MM met SPLM/Noord een overeenkomst waarin de oprichting van het Sudan’s Revolutionary Front werd bekend gemaakt. In november 2011 sloot ook de JEM zich aan bij deze alliantie.153 In september 2011 keerde de leider van de JEM, Khalil Ibrahim, vanuit Libië terug naar Darfur naar verluidt met een grote hoeveelheid wapens en voertuigen.154 Op 25 december 2011 werd Khalil Ibrahim gedood, vermoedelijk door een SAF-bombardement.155 De JEM is sinds haar aansluiting bij de SRF ook actief in Zuid-Kordofan. Er zijn berichten dat de SAF gelieerde strijdkrachten als de Central Reserve Police Forces, Popular Defence Forces en Border Guards en paramilitaire organisaties als de Janjaweed, die grotendeels geïntegreerd zijn in de officiële legerstructuur, geregeld hun eigen plan trekken in Darfur en zich schuldig maken aan criminele activiteiten, waaronder beroving, ontvoering en moord.156 De in februari 2010 ingestelde Joint Border Force heeft een positieve invloed op de veiligheidssituatie in het grensgebied van Sudan met Tsjaad doordat Tsjadische rebellengroepen niet meer vrij de grens kunnen overgaan. Een groot aantal Tsjadische rebellengroepen in Darfur heeft ervoor gekozen om terug te keren naar Tsjaad. Als gevolg van de verbeterde veiligheidssituatie keerden meer ontheemden en vluchtelingen terug naar Darfur, voornamelijk naar gebieden in West-Darfur (zie ook §4.1)157 De Ugandese rebellenbeweging Lord’s Resistance Army (LRA) is al vele jaren actief in onder meer Zuid-Sudan. In de verslagperiode waren er berichten die zouden duiden op de aanwezigheid van LRA-eenheden in Sudan (Zuid-Darfur).158 Veiligheid van de bevolking De bevolking van Darfur heeft te maken met voortdurend geweld in de regio. Zowel burgers als ontheemden staan bloot aan geweld door het Sudanese leger, aan de regering gelieerde strijdkrachten en milities, rebellengroepen en bandieten. Met name Afrikaanse stammen die verdacht worden van banden met Darfurese 151 152
153
154 155 156
157 158
Human Rights Watch, ‘Sudan: New attacks on civilians in Darfur’, 28.01.2011. UNSC, Reports of the Secretary-General on the deployment of the African Union-United Nations Hybrid Operation in Darfur; Sudan Tribune, New Darfur rebel group merges with JEM, 03.10.2011. UNSC, Report of the Secretary-General on the deployment of the African Union-United Nations Hybrid Operation in Darfur, S/2011/643, 12.10.2011; ACJPS, Sudan Human Rights Monitor, August-September 2011; Africa Confidential, South Sudan/Sudan: Implausible denials, vol 52, no. 23, 18.11.2011; Sudan Tribune, Rebel groups agree to work together for regime change in Sudan, 12.11.2011. AFP, Sudan army attacks rebels on Darfur-Libya border, 20.09.2011. Sudan Tribune, Sudan’s defense minister says Khalil Ibrahim killed in intel-based airstrike, 27.12.2011. African Centre for Justice and Peace Studies, Sudan Human Rights Monitor; Radio Dabanga, Refugees around Tawila harressed by Janjaweed, 01.05.2011; Radio Dabanga, Abu Tira personnel abuse refugee, 08.11.2011; Radio Dabanga, Abu Tira’ gunmen abuse camp residents of Seraf Omra, 25.10.2011; Radio Dabanga, Two injured in Abu Tira firing, 24.10.2011; Radio Dabanga, Border guards loot refugees in North Darfur, 22.11.2011; Radio Dabanga, Abu Tira forces continue abuse, 01.12.2011; Amnesty International, Sudan: no end to violence in Darfur. Arms supplies continue despite ongoing human rights violations, AFR 54/007/2012, februari 2012, UN, Sudan: UN and Partners Work Plan 2012. UNSC, Report of the Secretary-General on South Sudan, S/2011/678, 02.11.2011; Sudan Human Security Baseline Assessment – Facts & Figures – Lord Resistance Army update; BBC, Ugandan army says Sudan is backing Joseph Kony’s LRA, 30.04.2012.
Pagina 32 van 94
Algemeen ambtsbericht Sudan | juni 2012
rebellenbewegingen, zoals de Zaghawa, de Fur en in mindere mate de Masalit, zijn doelwit van geweld in Darfur. Het merendeel van de ontheemden in Darfur (80%) bestaat dan ook uit Zaghawa en Fur. Tijdens luchtbombardementen en grondgevechten wordt geen onderscheid gemaakt tussen gewapende strijders en ongewapende burgers. Vrouwen zijn vaak het slachtoffer van verkrachting en ander (seksueel) geweld (zie ook §3.4.2).159 Er zijn aanwijzingen dat regeringstroepen en aan haar gelieerde strijdkrachten en milities gericht ontheemde Zaghawa en Fur vrouwen hebben verkracht.160 De Sudanese autoriteiten bieden de bevolking nauwelijks bescherming. Ook UNAMID is onvoldoende in staat bescherming te bieden aan de burgerbevolking (zie ook §2.2.3). In de verslagperiode was het in verschillende ontheemdenkampen in West-Darfur (Hamediya en Hassahisa) en Zuid-Darfur (Kalma) opnieuw onrustig. Het betrof hier vooral ontheemdenkampen waar de SLA-facties veel aanhang hebben. Er waren in deze kampen etnische en politieke spanningen, onder meer tussen voor- en tegenstanders van het Doha vredesproces. Ook was er onenigheid over de terugkeer van ontheemden. Deze spanningen leidden in de verslagperiode tot geweldsincidenten, waarbij tientallen doden vielen.161 In de verslagperiode voerden veiligheidsdiensten ook verschillende gewelddadige acties uit in ontheemdenkampen, waarbij tientallen ontheemden slachtoffer werden van willekeurige arrestatie en detentie.162 In en rond ontheemdenkampen in Darfur vinden geregeld schietincidenten plaats. Ook worden geregeld gewapende groepen gesignaleerd die ontheemden lastigvallen, beroven, mishandelen, verkrachten en soms ook vermoorden.163 UNAMID heeft in de verslagperiode verschillende initiatieven genomen om de bescherming van burgers en hulpverleners te verbeteren. Zo werd het aantal militaire -en politiepatrouilles sterk uitgebreid, met name in en rond ontheemdenkampen en dorpen van terugkeer. Ook werden meer humanitaire konvooien begeleid.164 In oktober 2011 werd in het Zam Zam ontheemdenkamp een UNAMID-patrouille beschoten door een gewapende groep, waarbij drie UNAMID-militairen werden gedood.165 De mate van straffeloosheid in Darfur is nog altijd hoog, hetgeen de veiligheid van de bevolking verder ondermijnt. Niet alleen weigert Sudan medewerking te verlenen aan het Internationaal Strafhof, ook vervolging en berechting van daders van mensenrechtenschendingen in Darfur door het Sudanese rechtssysteem is zeldzaam (zie §3.3.5).166 159
160
161
162
163
164
165
166
UN Human Rights Council (HRC), Report of the independent expert on the situation of human rights in the Sudan, Mohamed Chande Othman, A/HRC/18/40, 22.08.2011; UNSC, Reports of the Secretary-General on the deployment of the African Union-United Nations Hybrid Operation in Darfur; Radio Dabanga, Increased rape cases in West Darfur, 27.11.2011; Radio Dabanga, Group of women raped near Kabkabiya, 26.12.2011. UN, GA, SC, Conflict-related sexual violence. Report of the Secretary-General, A/66/657-S/2012/33, 13.01.2012. UNSC, Reports of the Secretary-General on the deployment of the African Union-United Nations Hybrid Operation in Darfur. Human Rights Watch, World Report 2012 – Sudan; UNSC, Reports of the Secretary-General on the deployment of the African Union-United Nations Hybrid Operation in Darfur. OCHA, Sudan. Weekly Humanitarian Bulletins; Sudan Tribune, Two IDP’s killed in South Darfur camp, 28.10.2011; Radio Dabanga, Civilian shot dead in West Darfur, 27.10.2011; Radio Dabanga, Refugees around Tawila harressed by Janjaweed, 01.05.2011; Radio Dabanga, Three teenagers raped in West Darfur, 06.11.2011; Radio Dabanga, Shooting in Darfur, 15.12.2011. UNSC, Reports of the Secretary-General on the deployment of the African Union-United Nations Hybrid Operation in Darfur; Sudan Tribune, UNAMID increases security patrols in West Darfur, 06.10.2011; OCHA, Sudan. Weekly Humanitarian Bulletins. UNSC, Report of the Secretary-General on the deployment of the African Union-United Nations Hybrid Operation in Darfur, S/2011/814, 30.12.2011. UNGA, HRC, Report of the independent expert on the situation of human rights in the Sudan, Mohammed Pagina 33 van 94
Geweld tegen hulpverleners De situatie van humanitaire hulpverleners en VN-personeel in Darfur is nog altijd slecht. Ten eerste hebben hulpverleners een moeizame relatie met de Sudanese autoriteiten en staan zij onder druk om geen informatie over mensenrechtenschendingen gepleegd door regeringstroepen of andere negatieve informatie naar buiten te brengen.167 Ten tweede is het aantal bedreigingen, overvallen en diefstallen door gewapende groeperingen nog altijd hoog.168 Ook heeft sinds begin 2009 het fenomeen van ontvoering van hulpverleners zijn intrede gedaan in Darfur. Sindsdien zijn tientallen hulpverleners om financiële redenen (losgeld) ontvoerd. De meeste hulpverleners worden slechts kort vastgehouden maar een aantal werd verschillende maanden vastgehouden.169 Tot op heden is geen enkele dader strafrechtelijk vervolgd, ondanks het feit dat de autoriteiten vaak weten wie voor deze ontvoeringen verantwoordelijk zijn. De ontvoerders zijn veelal gewapende Arabische stammen. In die gevallen waarin vermeende daders zijn gearresteerd, werden zij zonder aanklacht weer vrijgelaten.170
167
168
169
170
Chande Othman, A/HRC/18/40, 22 augustus 2011; Radio Dabanga, Mershing IDP’s: militia murdering at will, 16.05.2011; UN News, Impunity for criminal acts in Darfur camp must stop – UN official, 19.01.2012; UN, Sudan: UN and Partners Work Plan 2012. Arita Baaijens, ‘Dubbele belangen. Soedan en de ramp die uitbleef’, in Vrij Nederland, 06.03.2010; IWPR, International Failures Prolong Darfur’s Misery, November 2010 – April 2011. UNSC, Reports of the Secretary-General on the deployment of the African Union-United Nations Hybrid Operation in Darfur. AFP, 13 police killed in Darfur hostage rescue bid, 10.09.2011; Sudan Tribune, Gunmen abduct five internationals and four Sudanese in Darfur, 28.09.2011; OCHA, Sudan. Weekly Humanitarian Bulletins. UNGA, HRC, Report of the independent expert on the situation of human rights in the Sudan, Mohammed Chande Othman, S/HRC/14/41, 26 mei 2010.
Pagina 34 van 94
Algemeen ambtsbericht Sudan | juni 2012
3
Mensenrechten
In de verslagperiode was de mensenrechtensituatie in Sudan onverminderd slecht. Met name personen die verdacht werden van betrokkenheid bij rebellengroepen in en buiten de conflictgebieden, mensenrechtenactivisten, kritische journalisten, politiek actieve studenten en andere personen die zich uitspraken tegen het regime, liepen in de verslagperiode een groot risico slachtoffer te worden van mensenrechtenschendingen. Daarbij zorgde het gemak en de willekeur waarmee de nationale veiligheidsdienst personen die als een bedreiging voor het regime worden gezien, kon oppakken voor een klimaat van angst. Ook in de conflictgebieden (Darfur en de Drie Gebieden) werden naar verluidt op grote schaal mensenrechten geschonden door de strijdende partijen. Tenslotte waren er grote zorgen over de verslechterende (rechts)positie van zuiderlingen in Sudan.
3.1
Juridische context
3.1.1
Verdragen en protocollen
Sudan is partij bij de meeste VN-mensenrechtenverdragen en protocollen, met uitzondering van: het Verdrag betreffende de Uitbanning van Alle Vormen van Discriminatie van Vrouwen (CEDAW); het Eerste en Tweede Optioneel Protocol bij het Verdrag betreffende Burgeren Politieke Rechten (ICCPR-OP1 en CPPR-OP2-DP). Het Verdrag tegen Foltering (CAT) heeft Sudan wel ondertekend, maar niet geratificeerd.171 Sudan ondertekende op 8 september 2000 het Statuut van Rome betreffende het Internationaal Strafhof, zonder het te ratificeren. In augustus 2008 gaf Sudan aan geen intentie te hebben partij te worden bij het Statuut van Rome. De juridische verplichtingen die ondertekening met zich meebrengt zijn volgens de Sudanese regering dan ook niet meer van toepassing.
3.1.2
Nationale wetgeving
De interim-grondwet van 30 juni 2005 is in Sudan nog steeds van kracht.172 In juni 2011 kondigde president Bashir aan dat er een nationale commissie zal worden ingesteld om een nieuwe grondwet op te stellen die na goedkeuring door het parlement aan het volk zal worden voorgelegd door middel van een referendum.173 Aan het einde van de verslagperiode was er nog geen nationale commissie 171
172
173
http://www.minbuza.nl/nl/Producten_en_Diensten/Overige_diensten/Verdragen/Mensenrechtenverdragen, laatst geraadpleegd op 21.10.2011. De interim-grondwet is op een aantal punten niet in overeenstemming met de internationale mensenrechten. Zo zijn volgens de interim-grondwet lijfstraffen als zweepslagen en amputaties niet verboden en is de doodstraf nog steeds van toepassing. Sudanese Human Rights Monitor, UPR Sudan May 2011. Submission by the Redress Trust and the Sudanese Human Rights Monitor, november 2010. Economist Intelligence Unit, Country Report Sudan, juni 2011. Pagina 35 van 94
benoemd. Volgens bronnen zouden oppositiepartijen de besprekingen over de instelling van een nationale commissie boycotten.174 Nationaliteitswetgeving Sudan Op grond van de Sudanese nationaliteitswet kan een Sudanees staatsburger vrijwillig afstand doen van zijn of haar nationaliteit. Ook kan de nationaliteit hem of haar worden ontnomen. Zie hiervoor bijlage 5.6. Niet bekend is onder welke voorwaarden men de verloren nationaliteit weer kan herkrijgen. Sudanezen, die de Nederlandse nationaliteit verkrijgen, verliezen niet automatisch de Sudanese nationaliteit, maar kunnen hiervan wel vrijwillig afstand doen. Op 10 augustus 2011 tekende president Bashir een geamendeerde Sudan Nationality Act 1994. Medio september werd de nieuwe wet in de Official Gazette gepubliceerd. De belangrijkste wetswijzigingen zijn de volgende: -Artikel 10 (2): Elk individu zal automatisch de Sudanese nationaliteit verliezen indien hij de jure of de facto de nationaliteit van Zuid-Sudan heeft verkregen; -Artikel 10 (3): Met inachtneming van artikel 15, zal elke minderjarige de Sudanese nationaliteit verliezen indien zijn/haar verantwoordelijke ouder de Sudanese nationaliteit verliest conform artikel 10 (2); -Artikel 16: Met inachtneming van artikel 10 (2), kan de president aan elk individu, die zijn/haar nationaliteit heeft verloren, de nationaliteit opnieuw toekennen. Daarnaast werd de vereiste periode van verblijf in Sudan voor naturalisatie verhoogd van 5 naar 10 jaar en moet de betreffende persoon het land legaal zijn ingereisd. Het gevolg van deze wetgeving is dat alle personen die recht hebben op het ZuidSudanese staatsburgerschap automatisch hun Sudanese nationaliteit verliezen. De nationaliteitswet geeft geen nadere aanwijzingen om te bepalen hoe iemand de facto de Zuid-Sudanese nationaliteit heeft verkregen. Uitspraken en acties van de autoriteiten wijzen er op dat men de wetgeving zodanig interpreteert dat ook een Sudanees met slechts één overgrootouder, die in Zuid-Sudan is geboren, zijn/haar Sudanese nationaliteit verliest.175 Dit betekent dat vrijwel alle zuiderlingen in Sudan door deze wetgeving feitelijk buitenlander zijn geworden. Zij kunnen derhalve geen nieuw Sudanees paspoort aanvragen of hun huidige Sudanese paspoort verlengen. Volgens de Sudanese autoriteiten moeten zuiderlingen net als alle andere buitenlanders bij een voortgezet verblijf in Sudan een verblijfsvergunning en werkvergunning aanvragen. De Sudanese regering kondigde in eerste instantie aan dat 8 april 2012 de deadline zou zijn voor zuiderlingen om terug te keren naar Zuid-Sudan danwel hun nieuwe verblijfsstatus in Sudan gelegaliseerd te hebben. Na deze datum zouden ZuidSudanezen zonder geldige verblijfstitel als illegale vreemdelingen worden beschouwd.176 De internationale gemeenschap pleitte voor een verlenging van de overgangsperiode, die op 8 april afliep. De naar schatting 500.000 tot 700.000 nog in Sudan verblijvende zuiderlingen waren naar hun mening onvoldoende in staat vóór deze datum de juiste documenten te bemachtigen om hun verblijf in Sudan te legaliseren of op een ordentelijke en veilige manier te repatriëren naar Zuid-
174 175 176
Sudan Tribune, Nafie shrugs off opposition boycot of constitution talks, 21.02.2012. Human Rights Watch, Sudan: Don’t Strip Citizenship Arbitrarily, 02.03.2012. OCHA, Sudan Humanitarian Update, 3rd Quarter 2011; OCHA, Sudan: Weekly Humanitarian Bulletin, 16 – 22 January 2012.
Pagina 36 van 94
Algemeen ambtsbericht Sudan | juni 2012
Sudan.177 De Sudanese regering verlengde daarop de deadline tot 9 mei en vervolgens tot 20 mei 2012.178 Er is veel onduidelijkheid over hoe zuiderlingen in Sudan hun nieuwe status kunnen legaliseren. De Zuid-Sudanese ambassade in Khartoum, die in februari 2012 is geopend, is in april 2012 begonnen met de afgifte van noodreisdocumenten (ten behoeve van zuiderlingen die van Sudan naar Zuid-Sudan willen reizen), paspoorten en andere bewijzen van nationaliteit, een eerste stap om toegang te krijgen tot gezondheidszorg of onderwijs of om een werk- of verblijfsvergunning in Sudan te kunnen krijgen.179 Medio mei 2012 zouden ongeveer 5.000 zuiderlingen een ZuidSudanees identiteits- of reisdocument hebben verkregen via de Zuid-Sudanese ambassade in Khartoum. Ook zijn de procedures voor een voortgezet verblijf in Sudan (verblijfsvergunning en werkvergunning) onduidelijk.180 Volgens berichten hebben veel zuiderlingen tevergeefs geprobeerd bij de Sudanese autoriteiten een aanvraag in te dienen voor een werkvergunning.181 Internationale organisaties maken zich in dit verband ook zorgen over de risico’s van stateloosheid, met name voor gemengd gehuwden en personen van gemengde afkomst. Ook Sudanezen met een Afrikaans uiterlijk kunnen moeilijkheden ondervinden bij het bewijzen van hun Sudanese identiteit. Tenslotte is onduidelijk wat in de conflictgebieden de status is van Sudanese stammen die sterke etnische banden met Zuid-Sudan hebben. Zo beschouwt Zuid-Sudan de Dinka Ngok in Abyei als een zuidelijk inheemse stam. Dit betekent dat zij op basis van de Zuid-Sudanese nationaliteitswetgeving worden beschouwd als Zuid-Sudanees en dus op grond van de Sudanese nationaliteitswetgeving geen Sudanees meer zijn.182 Ook Zuid-Sudanezen in de diaspora zijn door de gewijzigde nationaliteitswetgeving het Sudanese staatsburgerschap kwijtgeraakt. Zij kunnen ook geen nieuw Sudanees paspoort aanvragen of hun huidige Sudanese paspoort verlengen. Zij kunnen in de regel wel aanspraak maken op de Zuid-Sudanese nationaliteit maar kunnen vanuit het buitenland nog geen Zuid-Sudanees paspoort aanvragen. Onduidelijk is of het wel mogelijk is dat zij op hun huidige Sudanese paspoort blijven reizen. Reizen van en naar Sudan op een Sudanees paspoort is voor hen in ieder geval niet meer mogelijk.183 Op 6 maart 2012 hebben Sudan en Zuid-Sudan een raamovereenkomst gesloten inzake de Status van Staatsburgers van de Andere Staat en Gerelateerde Zaken (Framework Agreement on the Status of Nationals of the Other State and Related Matters). Afgesproken werd dat de staatsburgers van elk van de staten vrij zullen zijn om zich in de andere staat te vestigen, bewegen, economische activiteiten te ontwikkelen en eigendommen te verwerven en hierover te beschikken. Ook werd afgesproken dat de partijen zullen samenwerken om de staatsburgers van elk van de staten zo snel mogelijk van de juiste documenten te voorzien. Hiertoe zal onder meer een gemeenschappelijk ministerieel comité worden opgezet dat binnen twee weken na bekrachtiging van het akkoord een werkprogramma zal aannemen. De 177 178 179
180 181 182
183
Kamerbrief DAF-126/2012 d.d. 26.03.2012. OCHA, Sudan: Weekly Humanitarian Bulletins; Kamerbrief DVB/CV 123/12 d.d. 23.05.2012. United Kingdom: Foreign and Commonwealth Office, Human Rights and Democracy: The Foreign & Commonwealth Office Reports, Quaterly Updates; OCHA, Sudan: Weekly Humanitarian Bulletins. OCHA, Sudan: Weekly Humanitarian Bulletin, 20 – 26 February 2012. BBC News, Dispossessed: the South Sudanese without a nationality, 06.04.2012. UN, Sudan: UN and Partners Work Plan 2012; OCHA, Sudan: Weekly Humanitarian Bulletin 7 – 13 Oktober 2011; The Strategic Initiative for Women in the Horn of Africa (SIHA) Network, Women of the Horn of Africa, still bending their heads. A general study of the human rights situation of women in the Horn of Africa. The 50th Ordinary Session of the African Commission on Human and People’s Rights. Banjul, The Gambia, October 24 –November 7, 2011. Sudan Tribune, Southerners turned aways at Khartoum airport for using Sudanese passports, 09.04.2012. Pagina 37 van 94
raamovereenkomst is echter vanwege de toegenomen spanningen tussen beide landen nog niet bekrachtigd en met de concrete uitwerking op ambtelijk niveau lijkt ook nog geen begin te zijn gemaakt. Volgens UNHCR is het Sudanese ministerie van Binnenlandse Zaken inmiddels begonnen met de registratie van personen afkomstig uit Zuid-Sudan om te voorkomen dat zij stateloos worden of ongedocumenteerd in Sudan verblijven. Medio mei 2012 zouden ongeveer 14.000 personen geregistreerd zijn in drie registratiecentra in Khartoum. De registratie zou echter niet in heel Sudan plaatsvinden. Ook zijn er veel verschillende berichten over de registratie en de achterliggende doelstelling.184 Volgens berichten zou de Sudanese regering recentelijk hebben besloten om personen afkomstig uit Zuid-Sudan een tijdelijke identificatiekaart te verstrekken.185 Nationaliteitswetgeving Zuid-Sudan Op 7 juli 2011 werd de Zuid-Sudanese Nationality Act 2011 ondertekend door de president. De wet geeft ruime mogelijkheden om rechten te doen gelden op de ZuidSudanese nationaliteit. Op grond van deze nationaliteitswet wordt een persoon als Zuid-Sudanees (door geboorte) beschouwd indien hij/zij behoort tot een van de inheemse etnische gemeenschappen van Zuid-Sudan, één van zijn/haar ouders/grootouders/overgrootouders in Zuid-Sudan is geboren, hij/zij sinds 01.01.1956 woonachtig is in Zuid-Sudan of één van zijn/haar ouders/grootouders sinds 01.01.1956 woonachtig is in Zuid-Sudan (artikel 8). De Zuid-Sudanese regering heeft verklaard dat noorderlingen in Zuid-Sudan ook de mogelijkheid hebben om de Zuid-Sudanese nationaliteit aan te vragen.186 De Zuid-Sudanese nationaliteitswet geeft de mogelijkheid aan buitenlanders om na een onafgebroken verblijf van minimaal 10 jaar in Zuid-Sudan de Zuid-Sudanese nationaliteit aan te vragen (artikel 10 1c). Voor buitenlanders getrouwd met iemand met de ZuidSudanese nationaliteit geldt de eis van een onafgebroken verblijf van minimaal 5 jaar in Zuid-Sudan. (artikel 13 1). Ook kan de president in het kader van nationaal belang buitenlanders de Zuid-Sudanese nationaliteit verlenen (artikel 11 3). De Zuid-Sudanese grondwet (artikel 45 5) 187 en de nationaliteitswet (artikel 13 2) bieden expliciet de mogelijkheid van een dubbele nationaliteit. Op grond van de Zuid-Sudanese nationaliteitswet kan een Zuid-Sudanees staatsburger vrijwillig afstand doen van zijn of haar nationaliteit (artikel 15 1). Ook kan de nationaliteit hem of haar worden ontnomen (artikel 15 1 en 2). Niet bekend is onder welke voorwaarden men de verloren nationaliteit weer kan herkrijgen. Er zijn nog maar weinig personen die de Zuid-Sudanese nationaliteit formeel hebben verworven. Volgens berichten is het voor personen afkomstig uit Equatoria en de grensgebieden lastiger om aan te tonen dat zij Zuid-Sudanees zijn en worden van personen met een ‘niet-Zuid Sudanees uiterlijk’ soms aanvullende bewijzen gevraagd. Met name van oorsprong migranten bevolkingsgroepen, zoals de Falata en Mbororo, zouden risico lopen op stateloosheid.188 Op 3 januari 2012 zijn de ZuidSudanese autoriteiten begonnen met het uitgeven van nationaliteitscertificaten, nationale identiteitskaarten en paspoorten. 184 185 186 187 188
OCHA, Sudan: Weekly Humanitarian Bulletin, 7 – 13 May 2012. UN, Sudan HC Statement on the Humanitarian situation in Sudan, 21 mei 2012. Sudan Tribune, Sudan’s southerners to become ‘foreigners’ in less than 9 months, 25.07.2011. The Transitional Constitution of the Republic of South Sudan, 2011. Refugees International, Field Report. South Sudan Nationality: Commitment Now Avoids Conflict Later, 25.05.2012.
Pagina 38 van 94
Algemeen ambtsbericht Sudan | juni 2012
3.2
Toezicht Nationale organisaties De Sudanese overheid heeft een beperkt aantal mechanismen om toezicht te houden op de mensenrechtensituatie. Sudan kent de Adviesraad voor Mensenrechten (Advisory Council for Human Rights). De raad is belast met onderzoek naar klachten over schendingen van mensenrechten en heeft een meldpunt voor individuele mensenrechtenschendingen. De inspanningen van de raad hebben in de afgelopen jaren echter nauwelijks tot een verbetering van de mensenrechtensituatie geleid en de raad functioneert voornamelijk als spreekbuis van de overheid.189 Ook is er vrijwel geen dialoog tussen de raad en de internationale gemeenschap.190 In april 2009 nam het parlement wetgeving aan om een National Human Rights Commission (NHRC) op te richten, zoals het CPA voorschrijft. Het mandaat van de nationale mensenrechtencommissie omvat monitoring, onderzoek, advisering en bevordering van mensenrechten. Hoewel de nationale mensenrechtencommissie onafhankelijk en onpartijdig zal moeten zijn, zullen zes regeringsvertegenwoordigers de commissie van advies gaan dienen.191 In januari 2012 werd de nationale mensenrechtencommissie formeel ingesteld en benoemde president Bashir 15 commissieleden.192 Mensenrechtenorganisaties hebben twijfels geuit over de objectiviteit en onafhankelijkheid van de commissie. VN Nadat het mandaat van de speciale rapporteur voor Sudan op 1 juli 2009 afliep, kwamen de leden van de VN-Mensenrechtenraad overeen een onafhankelijke deskundige aan te stellen voor de mensenrechtensituatie in Sudan.193 Op 2 oktober 2009 werd de onafhankelijke deskundige Mohamad Chande Othman geïnaugureerd. Othman heeft het mandaat om de mensenrechtensituatie in Sudan te observeren, om met de Sudanese regering en de regering van Zuid-Sudan een constructieve dialoog aan te gaan ten aanzien van mensenrechten en om de aanbevelingen van de UN Group of experts on Darfur op te volgen.194 Othman rapporteert periodiek aan de VN-Mensenrechtenraad en doet aanbevelingen. Op 23 september 2011 werd het mandaat van Othman, ondanks protesten van de Sudanese regering, opnieuw met een jaar verlengd, zij het met een beperkter mandaat.195 De mensenrechtenafdeling van UNAMID houdt toezicht op de mensenrechtensituatie in Darfur, rapporteert hierover en kaart individuele gevallen aan bij de autoriteiten. De samenwerking met de Sudanese autoriteiten verloopt echter stroef, waarbij de autoriteiten het werk van de mensenrechtenafdeling in sommige gevallen
189
190
191 192 193 194
195
UNGA, Human rights situations that require the Council’s attention, A/HRC/6/19, 28.11.2007, A/HRC/9/13/Add.1, 02.09.2008. United Kingdom: Foreign and Commonwealth Office, Human Rights and Democracy: The Foreign & Commonwealth Office Reports, Quaterly Updates. United States Commission on International Religious Freedom, Annual report 2010 – Sudan. Sudan Tribune, President Bashir appoints members of Sudan’s human rights commission, 11.01.2012. HRC, Human Rights Council establishes mandate of independent expert on Sudan for one year, 18.06.2009. UNMIS, Press Information Note: Independent Expert on Human Rights in Sudan begins country visit, 24.01.2010. Sudan Tribune, UN renews mandate of human rights expert on Sudan, 29.09.2011. Pagina 39 van 94
hinderen.196 Sinds het vertrek van UNMIS uit Sudan in juli 2011, is er een lacune ontstaan in het structureel monitoren van de mensenrechtensituatie in Sudan. Het mandaat van UNISFA omvat geen mensenrechtencomponent.197 In Sudan zijn de afgelopen jaren verschillende mensenrechtenfora ingesteld waarin de Sudanese overheid, de VN en internationale organisaties participeren. De Sudanese overheid heeft echter de werkzaamheden van de meeste fora opgeschort.198 Niet-gouvernementele organisaties Sinds het intrekken van de licenties van de Ngo’s Khartoum Centre for Human Rights & Environmental Development (KCHRED), Sudan Development Organization (SUDO) en Amal Centre for the Rehabilitation of Victims of Physical and Mental Torture in reactie op de uitvaardiging van het arrestatiebevel van het Internationaal Strafhof tegen president Bashir, zijn er vrijwel geen Sudanese Ngo’s meer die openlijk mensenrechtenschendingen documenteren of slachtoffers van mensenrechtenschendingen ondersteuning bieden.199 Advocaten en mensenrechtenactivisten worden tegengewerkt door de regering en hebben te maken met bedreigingen van en detentie door de nationale veiligheidsdienst. Om deze redenen opereren sommigen in het geheim (zie ook §3.3.1).200 Het vertrek van internationale hulporganisaties uit Darfur, Zuid-Kordofan en Blue Nile heeft ook bijgedragen aan een verslechtering op het gebied van monitoring en rapportage van mensenrechten. Achtergebleven hulporganisaties houden zich voornamelijk bezig met humanitaire hulpverlening en willen of mogen zich niet bezighouden met mensenrechten en bescherming.201 In het buitenland gevestigde organisaties als Amnesty International, Human Rights Watch, African Centre for Justice and Peace Studies en Article 19 publiceren geregeld over de mensenrechtensituatie in Sudan. Het is voor deze organisaties vrijwel onmogelijk om in Sudan onderzoek te verrichten. Het is dan ook vrij uitzonderlijk dat Amnesty International en Human Rights Watch in augustus 2011 in het Nuba gebergte in Zuid-Kordofan onderzoek konden doen naar mensenrechtenschendingen.202
196
197
198
199
200 201 202
UN Human Rights Council (HRC), Report of the Special Rapporteur on the Situation of Human Rights in the Sudan, Sima Samar, advanced unedited version, A/HRC/11/14, juni 2009. United Kingdom: Foreign and Commonwealth Office, Human Rights and Democracy: The Foreign & Commonwealth Office Reports, Quaterly Updates. UN Human Rights Council (HRC), Report of the independent expert on the situation of human rights in the Sudan, Mohamed Chande Othman, A/HRC/18/40, 22.08.2011; United Kingdom: Foreign and Commonwealth Office, Human Rights and Democracy: The 2010 Foreign & Commonwealth Office Report – Sudan, update 30.06.2011. KHRED en SUDO zijn tevergeefs bij de rechtbank in beroep gegaan tegen de intrekking van hun licentie. UNGA, HRC, Update on the report of the independent expert on the situation of human rights in the Sudan, Mohammed Chande Othman. Status of the compilation of recommendations of the Group of Experts for the government of the Sudan with regard to the implementation of Human Rights Council resolution 4/8, pursuant to Council resolutions 6/34, 6/35, 7/67 and 11/10., A/HRC/15/57, 02.09.2010; US DoS, Country Report on Human Rights Practices, Sudan 2010, 08.04.2011. Amnesty International, International Annual report 2011 – Sudan, 12.05.2011. IWPR, International Failures Prolong Darfur’s Misery, November 2010 – April 2011. Amnesty International, Sudan: Possible war crimes in Southern Kordofan, 30.08.2011.
Pagina 40 van 94
Algemeen ambtsbericht Sudan | juni 2012
3.3
Naleving en schendingen Hoewel in de interim-grondwet en het CPA diverse fundamentele rechten en vrijheden zijn opgenomen, worden deze door de Sudanese autoriteiten vaak niet gerespecteerd.
3.3.1
Vrijheid van meningsuiting
Vrijheid van meningsuiting is één van de grondrechten in de interim-grondwet. In de praktijk wordt deze vrijheid echter niet gerespecteerd. De autoriteiten traden in de verslagperiode hard op tegen personen die zich uitspraken tegen de regering. Er was sprake van intimidatie, arrestatie, detentie en mishandeling van personen die kritiek uitten op de politieke- en mensenrechtensituatie, of zich uitspraken over gevoelige onderwerpen zoals de situatie in Darfur, de Drie Gebieden (Abyei/ZuidKordofan/Blue Nile) en het Internationaal Strafhof. Internet/social media.203 In Sudan zijn alle internetproviders in private handen. Alle internetproviders worden door de overheid gecontroleerd, in casu door de National Communications Authority (NCA). De providers moeten verplicht klantgegevens leveren aan de NCA. Gebruikers van internetcafés hoeven niet verplicht hun gegevens achter te laten voordat zij gebruik kunnen maken van de faciliteiten van het internetcafé. Ook worden activiteiten van bezoekers voor zover bekend niet gemonitord door het internetcafé. In Sudan is er een nationaal internet filter. Bepaalde (nieuws)websites en online discussiefora worden geregeld geblokkeerd en gehackt door de Sudanese autoriteiten. Ook zou emailverkeer tussen burgers worden gemonitord. Het is aannemelijk dat de Sudanese autoriteiten de inhoud van kritische weblogs, facebookpagina’s, twitterpagina’s en internetdiscussiegroepen monitoren. Voor zover bekend, worden bij legale binnenkomst en vertrek inreizenden en uitreizenden niet gevraagd naar hun facebook of twitter wachtwoorden. Bij ondervragingen worden mensen soms wel gevraagd of gedwongen hun facebook of twitter wachtwoorden af te geven. Het op een website/weblog buiten Sudan plaatsen van informatie is op dezelfde wijze strafbaar als het in Sudan plaatsen van informatie op een website/weblog. De aanklacht is dan veelal laster. Voor zover bekend is nog niemand veroordeeld voor de inhoud van weblog, facebook of twitter. Wettelijk is het verplicht om alle mobiele telefoons op naam te registreren. In de praktijk gebeurt dit echter niet. Wel zou telefoon en sms-verkeer (deels) worden gemonitord. Persvrijheid De huidige Pers- en Mediawet voldoet niet aan de internationale normen.204 In plaats van vrije en pluriforme media te garanderen, is de wet vooral een instrument 203
204
Amnesty International, The Chains remain. Restrictions on freedom of expression in Sudan, AFR 54/028/2010, september 2010; US DoS, Country Report on Human Rights Practices, Sudan 2011, 24.05.2012; Freedom House, Freedom of the Press 2011 – Sudan, 17.10.2011; United Kingdom: Foreign and Commonwealth Office, Human Rights and Democracy: The Foreign & Commonwealth Office Reports, Quaterly Updates; ACJPS, Sudan Human Rights Monitor; Amnesty International, Silencing dissent. Restrictions on freedom of opinion and expression persist in Sudan, AFR 54/013/2012, april 2012. Volgens de wet is de hoofdredacteur van een krant strafrechtelijk aansprakelijk voor de inhoud van de artikelen, en kan de Nationale Persraad zonder tussenkomst van een rechter een krant maximaal drie dagen sluiten. East and Horn of Africa Human Rights Defenders Network, End restrictions on freedom of Pagina 41 van 94
van de regering om greep te houden op de media, zo stellen verschillende bronnen.205 Sudan kende in de verslagperiode een groot aantal kranten, waaronder Engelstalige kranten, zoals de Khartoum Monitor en de Sudan Vision. De Khartoum Monitor was pro-SPLM, terwijl de Sudan Vision werd gezien als regeringsgezind. De meeste Arabischtalige dag- en weekbladen werden ofwel door de overheid uitgegeven of waren daaraan nauw verbonden. Er waren ook Arabischtalige bladen met een eigen politieke kleur. Zo was bijvoorbeeld Rai Al Shaab gelieerd aan de Popular Congress Party (PCP), Al Maidan gelieerd aan de Sudan Communist Party (SCP) en Ajras Al Hurriya gelieerd aan de SPLM. Radio en televisie waren vrijwel geheel in handen van de centrale of provinciale regering en werden streng gecontroleerd.206 Op 8 juli 2011, een dag vóór de officiële onafhankelijkheid van Zuid-Sudan, trok de National Press and Publication Council de licentie in van zes dagbladen, die (deels) in handen waren van Zuid-Sudanezen. Het ging hierbij om vijf Engelstalige dagbladen (The Khartoum Monitor, Sudan Tribune, The Advocate, The Juba Post en The Democrat) en het Arabischtalige dagblad (Ajras Al Hurria) dat gelieerd was aan de SPLM.207 Sinds augustus 2010 is er geen pre-censuur meer in Sudan. Wel worden journalisten geacht binnen de zogenaamde ‘code of honour’ te blijven, wat een hoge mate van zelfcensuur tot gevolg heeft. Over bepaalde onderwerpen, zoals het Internationaal Strafhof, worden journalisten geacht niet te schrijven. In september 2011 verbood de veiligheidsdienst ook expliciet berichtgeving over de situatie in de conflictgebieden en de SPLM/Noord.208 De veiligheidsdienst instrueert dagbladen geregeld over de wijze van verslaggeving.209 In de verslagperiode nam de veiligheidsdienst de oplage van verschillende kranten, waaronder Al Tayar, Al Ahdath, Al Jareeda, Al Sahafa en Akhbar Al Youm en Al Maidan, in beslag vanwege onwelgevallige berichtgeving. Ook werden verschillende kranten, waaronder Al Jareeda, Al Wan en Rai Al Shaab, voor korte of langere tijd gesloten.210 De nationale veiligheidsdienst gebruikt ook meer subtiele methodes om de mediavrijheid te beteugelen, bijvoorbeeld door administratieve en financiële voorwaarden te stellen of adverteerders ertoe te bewegen niet langer zaken te doen met bepaalde uitgevers.
205
206
207
208
209 210
expression and media in Sudan, 16.06.2009. Bovendien heeft de staat volgens de wet het recht om de media beperkingen op te leggen in het belang van de nationale veiligheid en openbare orde. Arabic Network for Human Rights Information, Sudan: a new press law for more suppression, 10.06.2009. Freedom House, Freedom of the Press 2011 – Sudan, 17.10.2011. ACJPS, Sudan Human Rights Monitor, augustus –september 2009. ACJPS, Sudan Steps Backward: National Security Intensifies Violations of Freedom of Expresssion in 2011, januari 2012; Amnesty International, Silencing dissent. Restrictions on freedom of opinion and expression persist in Sudan, AFR 54/013/2012, april 2012. US DoS, Country Report on Human Rights Practices, Sudan 2011, 24.05.2012; Freedom House, Freedom of the Press 2011 – Sudan, 17.10.2011. Volgens de Sudanese wetgeving mogen Sudanese dagbladen niet in handen zijn van niet-Sudanezen. Guardian, Papers closed in north Sudan, journalists intimidated in South Sudan, 19.07.2011. Amnesty International, The Chains remain. Restrictions on freedom of expression in Sudan, AFR 54/028/2010, september 2010; Human Rights Watch, Sudan: Political Repression Intensifies, 21.09.2011; ACJPS, Sudan Human Rights Monitor. Sudan Tribune, Increased prices spark protests in Sudan’s capital, 26.09.2011. ACJPS, Sudan Human Rights Monitor; ACJPS, Different Tactics, Same Goal: Closure of Newspapers in Khartoum Hinders the Freedom of Expression, a joint report by the African Centre for Justice and Peace Studies and Journalists for Human Rights, 09.09.2011; Human Rights Watch, Sudan: Political Repression Intensifies, 21.09.2011; Reporters Without Borders, A newspaper closed, others suspended or seized, journalists physically attacked, 29.09.2011; Reporters Without Borders, Two private newspapers closed down since start of the year, 17.01.2012. Committee to Protect Journalists, Attacks on the Press in 2011 – Sudan, 22.02.2012.
Pagina 42 van 94
Algemeen ambtsbericht Sudan | juni 2012
Op de ranglijst van UNESCO voor persvrijheid staat Sudan op de 40ste plaats (van de 48 landen) in Sub-Sahara Afrika.211 In de persvrijheidsindex van Reporters Without Borders neemt Sudan de 172ste plaats in (van in totaal 178 landen).212 Journalisten Sinds juli 2010 zijn journalisten verplicht om een registratieformulier in te vullen met allerlei persoonlijke gegevens, zoals politieke voorkeur, etniciteit, adres, familie en vrienden. Journalisten die dit weigeren worden door de nationale veiligheidsdienst geïntimideerd en bedreigd.213 In de verslagperiode waren journalisten het doelwit van intimidatie en (willekeurige) arrestatie. Volgens berichten zijn journalisten tijdens hun detentie ook mishandeld en gemarteld.214 Begin juni 2011 verbood de veiligheidsdienst Al Jazeera af te reizen naar ZuidKordofan.215 In september 2011 mishandelden functionarissen van de veiligheidsdienst verslaggevers van Al Jazeera in Zuid-Kordofan en Blue Nile tijdens het maken van een rapportage.216 Ook belemmerde de veiligheidsdienst geregeld journalisten om foto’s te maken bij demonstraties en nam men soms camera’s in beslag.217 In de verslagperiode werden verschillende journalisten en uitgevers aangeklaagd en deels ook strafrechtelijk vervolgd vanwege het schrijven en publiceren van artikelen over mensenrechtenschendingen door de veiligheidsdienst, waaronder de mishandeling en verkrachting van mensenrechtenactiviste Safia Ishaq in februari 2011.218 Twee vrouwelijke journalisten werden om deze reden veroordeeld.219 In september 2011 verleende president Bashir pardon aan journalisten die strafrechtelijk waren vervolgd voor publicaties over de verkrachtingen.220 Op 29 augustus 2011 kondigde president Bashir de vrijlating aan van alle gedetineerde journalisten. De volgende dag werd de Darfurese Al Sahafa verslaggever Gafar Alsabki Ibrahim, die sinds november 2010 gedetineerd was, vrijgelaten. Andere journalisten bleven echter in detentie.221 In december 2011 gaf 211 212
213
214
215 216
217 218
219 220 221
Sudan Tribune, Another Sudanese journalist jailed on rape case charges, 25.07.2011. Reporters Without Borders, Censorship, prosecutions and extended detention signal steady decline in media freedom, 12.08.2011. UNSC, Report of the Secretary-General on the Sudan, S/2010/388, 19.07.2010; Amnesty International, Sudan: Statement to the 15th session of the Human Rights Council, AFR 54/030/2010, september 2010; Amnesty International, The Chains remain. Restrictions on freedom of expression in Sudan, AFR 54/028/2010, september 2010; UNGA, HRC, Report of the independent expert on the situation of human rights in the Sudan, mr. Mohammed Chande Othman, S/HRC/15/CRP.1, 14 september 2010. ACJPS, Silencing the New front: the Emergence of Widespread Torture against the Youth Movement, april 2011; Reporters Without Borders, Media freedom worsens steadily in south, old problems recur in north, 28.05.2011; ACJPS, Sudan Human Rights Monitor. Amnesty International, Sudanese journalist faces prolonged imprisonment on politically motivated charges, 14.07.2011; Reporters Without Borders, A newspaper closed, others suspended or seized, journalists physically attacked, 29.09.2011; Human Rights Watch, World Report 2012 – Sudan. ACJPS, Sudan Steps Backward: National Security Intensifies Violations of Freedom of Expression in 2011, januari 2012. Human Rights Watch, Sudan: Political Repression Intensifies, 21.09.2011. Reporters Without Borders, A newspaper closed, others suspended or seized, journalists physically attacked, 29.09.2011; ACJPS, Sudan Human Rights Monitor. Sudan Tribune, Increased prices spark protests in Sudan’s capital, 26.09.2011. ACJPS, Sudan Human Rights Monitor, April-May 2011; Reporters Sans Frontieres, Ten journalists hounded and prosecuted for covering human rights violations, 18.06.2011; Human Rights Watch, World Report 2012 – Sudan. Reporters Without Borders, Reporter released from prison after colleagues pay fine, 28.07.2011. UN News, UN official welcomes Sudan’s pardon of journalists prosecuted for reporting on rape, 02.09.2011. Reporters Without Borders, A newspaper closed, others suspended or seized, journalists physically attacked, 29.09.2011. Pagina 43 van 94
de minister van Defensie opdracht om alle rechtszaken tegen Radio Dabanga te beëindigen.222 Journalisten worden geregeld na hun vrijlating vrijwel direct opnieuw gearresteerd. Voorbeeld is Abuzar Al Amin, plv. hoofdredacteur van Rai Al Shaab, die nadat hij een gevangenisstraf van een jaar had uitgezeten vlak voor zijn vrijlating in juli 2011 opnieuw werd aangeklaagd op grond van nieuwe, volgens Amnesty International, politiek gemotiveerde beschuldigingen.223 Mensenrechtenactivisten De situatie in Sudan voor mensenrechtenactivisten is slecht. Er is sprake van monitoring, bedreiging, arrestatie, detentie (zonder aanklacht) en marteling van mensenrechtenactivisten.224 Als gevolg van deze situatie gaan mensenrechtenactivisten in Sudan voorzichtig te werk en voeren sommige hun activiteiten ondergronds uit. Een aantal mensenrechtenactivisten is naar het buitenland gevlucht of ondergedoken uit vrees voor arrestatie en detentie.225 De groep Darfurese mensenrechtenactivisten, waaronder Abdelrahman Adam, die in oktober/november 2010 in Khartoum was opgepakt en in juni 2011 officieel was aangeklaagd, is eind 2011 vrijgelaten. Ook werd hun strafzaak officieel gesloten.226 Vanwege intensieve controle van het veiligheidsapparaat is het circuit van activisten en andersdenkenden bekend bij de nationale veiligheidsdienst. Volgens bronnen trachten de autoriteiten eveneens Sudanese activisten die naar het buitenland zijn uitgeweken in de gaten te houden.
3.3.2
Vrijheid van vereniging en vergadering
De huidige interim-grondwet voorziet in vrijheid van vereniging en vergadering. De vrijheid van vergadering wordt echter wettelijk ingeperkt door de strafwet. De in 2009 geamendeerde Criminal Procedures Act bevat een wetsartikel dat lokale bestuurders vergaande bevoegdheden geeft om bijeenkomsten te verbieden.227 Lokale autoriteiten maakten in de verslagperiode geregeld gebruik van hun bevoegdheden om bijeenkomsten te verbieden.228
222
223
224
225
226
227
228
Amnesty International, Activist and journalist’s charges dropped, UA 231/10, AFR 54/040/2011, 13.12.2011; Sudan Tribune, Sudan’s Justice Minister stops criminal proceedings against radio Dabanga, 08.12.2011. Amnesty International, Sudanese journalist faces prolonged imprisonment on politically motivated charges, 14.07.2011. Enough, e.a., Beyond The Pledge: International Engagement After Sudan’s Comprehensive Peace Agreement, 01.07.2011; Amnesty International, International Annual report 2011 – Sudan, 12.05.2011; IWPR, Rights disregarded under Sudan’s weak constitution, 08.07.2011; African Centre for Justice and Peace Studies, Sudan Human Rights Monitor. FIDH, Observatory for the Protection of Human Rights Defenders, Annual Report 2011. Amnesty International, International Annual report 2011 – Sudan, 12.05.2011; FIDH, Observatory for the Protection of Human Rights Defenders, Annual Report 2011. Amnesty International, Activist and journalist’s charges dropped, UA 231/10, AFR 54/040/2011, 13.12.2011; Sudan Tribune, Sudan’s Justice Minister stops criminal proceedings against radio Dabanga, 08.12.2011. HRC, Report of the Special Rapporteur on the Situation of Human Rights in the Sudan, Sima Samar, advanced unedited version, A/HRC/11/14, juni 2009. Het artikel is in strijd met de interim grondwet van Sudan en het Internationale Verdrag inzake Burger- en Politieke Rechten omdat tegen een besluit om een bijeenkomst te verbieden geen rechtsmiddel kan worden ingesteld. African Centre for Justice and Peace Studies, Sudan Human Rights Monitor.
Pagina 44 van 94
Algemeen ambtsbericht Sudan | juni 2012
Ook de politie en nationale veiligheidsdienst verboden en verhinderden in de verslagperiode demonstraties en bijeenkomsten van oppositie partijen, studentenorganisaties en andere maatschappelijke organisaties. Daarnaast intervenieerden politie en veiligheidsdienst geregeld bij bijeenkomsten en demonstraties, waarbij arrestaties werden verricht. In veel gevallen werden arrestanten na korte tijd weer vrijgelaten. Een groot aantal arrestanten verklaarde mishandeld en gemarteld te zijn. Ook werden demonstraties met geweld beëindigd, waarbij incidenteel dodelijke slachtoffers vielen.229 In april 2011 waren vooral Darfurezen die protesteerden tegen de slechte levensomstandigheden, de onveiligheid en de straffeloosheid in Darfur, het doelwit van politie en veiligheidsdiensten. Zo werden op 20 april 2011 meer dan 100 Darfurezen gearresteerd tijdens een door studenten georganiseerde demonstratie rond de Nyala Universiteit. Een week later grepen het leger en de veiligheidsdienst ook met geweld in bij vreedzame demonstraties in verschillende ontheemdenkampen in West-Darfur en Noord-Darfur. Ook hier werden vele arrestaties verricht.230 In de loop van de verslagperiode nam het aantal demonstraties toe en veranderde ook het karakter van de demonstraties. Aanvankelijk waren demonstraties veelal primair gericht tegen de verslechterende sociaaleconomische omstandigheden maar steeds meer werd ook een politieke boodschap hoorbaar. Ook nam de omvang van de demonstraties toe. Veel demonstraties werden door politiek actieve studenten georganiseerd. De politie greep hard in door middel van traangas en wapenstok en willekeurige arrestatie van deelnemers en organisatoren. Ook werden mensen preventief gearresteerd. Het betrof hier onder meer (mensenrechten)activisten, studenten, leden van oppositiepartijen, vakbonden en maatschappelijk middenveldorganisaties.231 Volgens het African Center for Justice and Peace Studies (ACJPS) werden in 2011 in Sudan meer dan 70 demonstraties georganiseerd, waarvan ongeveer 40% in Khartoum plaatsvond. Hierbij werden volgens ACJPS meer dan 500 personen gearresteerd.232 Volgens Human Rights Watch werden in de periode september – december 2011 meer dan 250 personen gearresteerd tijdens demonstraties, nieuwsconferenties, partijbijeenkomsten en thuis.233
Politieke oppositie Hoewel in Sudan een groot aantal partijen bij de Political Parties Council geregistreerd zijn, is er geen sprake van politieke vrijheid. Activiteiten van 229
230
231
232 233
Human Rights Watch, Darfur in the Shadows. The Sudanese Government’s Ongoing Attacks on Civilians and Human Rights, juni 2011; African Centre for Justice and Peace Studies, Government Campaign to Silence Activists and Quash Demonstrations in Sudan, October 2011; African Centre for Justice and Peace Studies, Sudan Human Rights Monitor; Amnesty International, Sudan: Government crackdown on activists and political opponents, AFR 54/036/2011, 11.11.2011; IWPR, Darfur students under pressure in Sudan, 20.02.2012. US DoS, Country Report on Human Rights Practices, Sudan 2011, 24.05.2012. Human Rights Watch, Darfur in the Shadows. The Sudanese Government’s Ongoing Attacks on Civilians and Human Rights, juni 2011; Amnesty International, Sudanese activist released, UA 159/11, AFR 54/023/2011, 13.07.2011; Amnesty International, Children detained, tortured, after protest, UA 130/11, AFR 54/013/2011, 09.05.2011; Amnesty International, Five Sudanese activists detained, UA 123/11, AFR 54/012/2011, 03.05.2011. Sudan tribune, Increased prices spark protest in Sudan’s capital, 26.09.2011; Sudan Tribune, Food price protests renew in Sudan’s capital, 27.09.2011; Sudan Tribune, Protests continue to hit Sudan’s capital, 02.10.2011; Sudan Tribune, Sudan’s capital rocked by fresh protests, 11.10.2011; African Centre for Justice and Peace Studies, Sudan Human Rights Monitor; Amnesty International, Sudan: Government crackdown on activists and political opponents, AFR 54/036/2011, 11.11.2011; African Centre for Justice and Peace Studies, Government Campaign to Silence Activists and Quash Demonstrations in Sudan, October 2011; Sudan Tribune, Sudan breaks up dam demo, 20.12.2011; Sudan Tribune, Sudanese police in second crackdown against dam protestors, 22.12.2011. African Centre for Justice and Peace Studies, Sudan Human Rights Monitor, October – November 2011. Human Rights Watch, End Violence Against Peaceful Protestors, 03.01.2012. Pagina 45 van 94
oppositiepartijen worden op allerlei manieren ingeperkt. Zo worden publieke bijeenkomsten en demonstraties van oppositiepartijen geregeld verboden, onder meer door middel van de hogergenoemde Criminal Procedures Act. Politieke opposanten zijn geregeld het slachtoffer van arrestatie en detentie. Daarnaast is er sprake van het beperken van bewegingsvrijheid van partijleden, beperking in het gebruik van media en financiële middelen, etc. 234 In de verslagperiode werden onder meer leden van de Democratic Unionist Party (DUP), National Umma Party (NUP), Sudan Communist Party (SCP), Popular Congress Party (PCP), Baath Party en SPLM/Noord slachtoffer van arrestatie en detentie.235 Op 2 mei 2011 werden Al Turabi en de andere PCP-stafleden die sinds januari 2011 waren gedetineerd, vrijgelaten.236 In oktober 2011 werd de voorzitter van de National Consensus Forces, Farouq Abu Issa, door de veiligheidsdienst gearresteerd en kort vastgehouden op beschuldiging van het werven van fondsen bij de Nederlandse ambassade.237 In de verslagperiode waren vooral (vermeende) aanhangers van SPLM/Noord het doelwit van de Sudanese autoriteiten. In juni 2011 arresteerden het leger en de veiligheidsdienst in Zuid-Kordofan, maar ook daarbuiten, grote aantallen etnische Nuba, die verdacht werden van steun aan de SPLM/Noord. Zo werd onder meer dr. Bushra Gammar Hussein Rahma, een prominente Nuba mensenrechtenactivist, door de veiligheidsdienst gearresteerd en gedurende drie weken vastgehouden in het detentiecentrum van de veiligheidsdienst in Khartoum voordat hij werd overgebracht naar de gevangenis. Na zijn vrijlating op 14 augustus 2011 wegens gebrek aan bewijs werd hij dezelfde dag opnieuw gearresteerd en gedetineerd. Volgens Amnesty International is Bushra Gammar Hussein Rahma samen met 18 vermeende leden van SPLM/Noord door een militaire rechtbank tot de doodstraf veroordeeld.238 In september 2011 volgde een tweede golf arrestaties na het uitbreken van gevechten in Blue Nile. Niet alleen werden in heel Sudan de kantoren van de SPLM/Noord gesloten en eigendommen geconfisqueerd, ook arresteerde de veiligheidsdienst honderden (vermeende) SPLM/Noord partijleden. Het betrof hier onder meer ministers, parlementsleden en overheidsfunctionarissen van de deelstaat Blue Nile.239 Een groot aantal arrestanten werd binnen enkele uren of dagen vrijgelaten, naar verluidt na gedwongen afstand te hebben gedaan van hun politieke affiliatie. Ook zou een groot aantal vrijgelaten arrestanten zich hebben moeten blijven melden bij de veiligheidsdienst.240 Ook na september 2011 bleven er berichten van willekeurige arrestatie en detentie van (vermeende) SPLM/Noord
234
235
236 237 238 239
240
Amnesty International, International Annual report 2011 – Sudan, 12.05.2011; African Centre for Justice and Peace Studies, Sudan Human Rights Monitor; Human Rights Watch, World Report 2012 – Sudan; Amnesty International, Silencing dissent. Restrictions on freedom of opinion and expression persist in Sudan, AFR 54/013/2012, april 2012. African Centre for Justice and Peace Studies, Sudan Human Rights Monitor; Amnesty International, Sudan: Government crackdown on activists and political opponents, AFR 54/036/2011, 11.11.2011; African Centre for Justice and Peace Studies, Government Campaign to Silence Activists and Quash Demonstrations in Sudan, October 2011; Sudan Tribune, Sudan arrest opposition figure, 19.12.2011; Human Rights Watch, End Violence Against Peaceful Protestors, 03.01.2012. Economist Intelligence Unit, Country Report Sudan, mei 2011. Sudan Tribune, Sudanese opposition leader derides allegations of seeking foreign funding, 15.10.2011. Amnesty International, Activist sentenced to death in Sudan, UA 205/11, AFR 54/038/2011, 06.12.2011. ACJPS, Perceived SPLM-Northern Sector Supporters arrested throughout Northern Sudan, 06.09.2011; ACJPS, Continuing Violations of Human Rights in South Kordofan and Blue Nile States: 24 August – 8 September 2011; Amnesty International, Sudan: Government crackdown on activists and political opponents, AFR 54/036/2011, 11.11.2011. Human Rights Watch, Sudan: Political Repression Intensifies, 21.09.2011; ACJPS, Update on Violations committed in Blue Nile and Dalang, South Kordofan.
Pagina 46 van 94
Algemeen ambtsbericht Sudan | juni 2012
partijleden.241 Volgens SPLM/Noord werden eind 2011 meer dan 180 partijleden nog steeds vermist of gedetineerd.242 Naar verluidt zitten in gevangenissen in Damazin, Sinja en Sennar ruim 100 personen zonder vorm van proces vast op beschuldiging van banden met SPLM/Noord. Studenten In de verslagperiode werden politiek actieve studenten geregeld het slachtoffer van bedreiging, arrestaties, detenties (zonder aanklacht) en marteling. Het betrof onder meer studenten verbonden aan de kritische studentenbewegingen Sharara (Youth for Change), Girifna en het United Popular Front (UPF) 243.244 Volgens verschillende bronnen lopen politiek actieve Darfurese studenten in dit verband een groter risico.245 In de verslagperiode werd een groot aantal studentendemonstraties met geweld beëindigd.246 Zo maakten politie en veiligheidsdiensten op 22 december 2011 met veel geweld een einde aan een demonstratie aan de universiteit van Khartoum en arresteerden zij op 17 februari 2012 preventief aan dezelfde universiteit meer dan 300 studenten.247 Vakbonden Alleen de door de regering gecontroleerde vakbond Sudan Workers Trade Union Federation (SWTUF) is toegestaan, alle andere vakbonden zijn in Sudan verboden.248 In de verslagperiode werden verschillende politiek actieve vakbondsleden gearresteerd en gedetineerd.249
3.3.3
Vrijheid van godsdienst
In de interim-grondwet is de vrijheid van godsdienst als burgerrecht opgenomen. Daarnaast is bepaald dat de nationale wetgeving gebaseerd is op de sharia, maar dat niet-moslims niet onderworpen kunnen worden aan de straffen die de sharia voorschrijft.250 In de praktijk worden echter ook niet-moslims veroordeeld tot lijfstraffen.251 Zo is bijvoorbeeld de distributie van alcohol aan moslims strafbaar 241
242 243
244
245 246
247
248
249
250 251
Human Rights Watch, Sudan: Political Repression Intensifies, 21.09.2011; Human Rights Watch, Sudan: Repression Intensifies after Border Violence, 17.05.2012. Human Rights Watch, End Violence Against Peaceful Protesters, 03.01.2012. Het UPF is een aan de SLA/AW gelieerde studentenvereniging die zijn steun voor het Internationaal Strafhof heeft uitgesproken. African Centre for Justice and Peace Studies, Sudan Human Rights Monitor; Freedom House, Freedom in the World - Sudan, 12 mei 2011; FIDH, Observary for the Protection of Human Rights Defenders, Annual Report 2011; Amnesty International, Sudan: Government crackdown on activists and political opponents, AFR 54/036/2011, 11.11.2011; Amnesty International, Sudanese student activist detained, UA: 21/12, AFR 54/003/2012, 24.01.2012; ACJPS, Growing Trend: Sudanese government targets student activists, 31.01.2012; Amnesty International, Sudanese student activist detained, UA: 102/12, AFR 54/015/2012, 05.04.2012. IWPR, Darfur students under pressure in Sudan, 20.02.2012. African Centre for Justice and Peace Studies, Sudan Human Rights Monitor; Sudan Tribune, Sudan’s president due in Kassala amid protests, 25.10.2011; Sudan Tribune, Protesting students clash with police in Sudan’s capital, 24.10.2011; Sudan Tribune, Sudanese police crackdown on student demos, arrest 70, 25.12.2011; Human Rights Watch, End Violence Against Peaceful Protesters, 03.01.2012. Human Rights Watch, End Violence Against Peaceful Protestors, 03.01.2012. Sudan Tribune, Sudanese police storm Khartoum University’s compounds, over 300 students arrested, 17.02.2012. US DoS, Country Report on Human Rights Practices, Sudan 2011, 24.05.2012; Freedom House, Freedom in the World 2011 - Sudan, 12 mei 2011. Amnesty International, Sudan: Government crackdown on activists and political opponents, AFR 54/036/2011, 11.11.2011; African Centre for Justice and Peace Studies, Sudan Human Rights Monitor. Interim National Constitution of the Republic of the Sudan 2005, artikel 156 sub d. Zie ook §3.3.5. UNGA, HRC, Report of the independent expert on the situation of human rights in the Sudan, Mohammed Chande Othman, S/HRC/14/41, 26 mei 2010; Amnesty International, International Annual Report 2011 – Sudan, 13.05.2011; ACJPS, Sudan Human Rights Monitor; US DoS, July-December 2010 International Pagina 47 van 94
met 40 zweepslagen. Een niet-moslim kan dezelfde straf worden opgelegd als een moslim. Voor koptische christenen wordt van overheidswege een uitzondering gemaakt. Alle strafbare delicten begaan door koptische christenen worden doorverwezen naar de koptische kerkelijke autoriteiten voor behandeling en bestraffing.252 Sinds 2007 bestaat een Commission for the Rights of Non-Muslims in the National Capital Area om de rechten van niet-moslims te waarborgen. Vrijheid van godsdienst en de toepassing van de sharia is een belangrijk onderwerp in ZuidKordofan en Blue Nile, beide onderdeel van Sudan maar deels christelijk. Volgens verschillende bronnen is er sprake van beperkingen van religieuze vrijheden van niet-moslims in Sudan. Zo gaat bijvoorbeeld minder geld naar niet-islamitische scholen, waardoor in de praktijk veel christelijke studenten islamitisch onderwijs volgen. Verder zijn alle scholen in Sudan verplicht les te geven in de islamitische leer.253 Ook worden nauwelijks vergunningen om kerken te bouwen afgegeven.254 Volgens de United States Commission on International Religious Freedom worden niet-moslims op tal van terreinen van overheidswege achtergesteld bij moslims.255 De Sudanese wetgeving weerspiegelt de sharia en stelt een moslim bij geloofsafval strafbaar onder de strafwet. Afvalligheid kan niet alleen blijken uit de overgang tot een ander geloof, maar ook uit nadrukkelijke minachting voor de centrale leer van de islam en voor de profeet Mohammed. Voor afvalligheid van de islam kan de doodstraf worden opgelegd. Onder de huidige Sudanese regering is echter nooit een doodvonnis voltrokken op grond van apostasie.256 In de verslagperiode zijn verschillende groepen moslims gearresteerd en aangeklaagd wegens afvalligheid. Het betrof hier groepen die een afwijkende stroming van de islam aanhingen. Na boetedoening door betrokkenen werden de aanklachten veelal weer ingetrokken.257 Het US State Department stelt dat de Sudanese autoriteiten personen die bekeerd zijn tot een ander geloof dan de islam zo nu en dan onderwerpen aan intensieve verhoren, verbanning en intimidatie, of hen onder druk zetten om het land te verlaten.258 Ook waren er volgens het US State Department berichten van maatschappelijke druk en discriminatie vanwege bekering tot een ander geloof dan de islam. Zo zouden moslims die zich hebben bekeerd tot het christendom onder zware sociale druk worden gezet om hun bekering te herroepen.259 Ook andere bronnen bevestigen de kwetsbare positie van bekeerde moslims. Er is geen informatie bekend over de bestraffing van niet-moslims die moslims proberen te bekeren. Volgens de christelijke organisatie Compass Direct waren er in de verslagperiode in Zuid-Kordofan verschillende berichten van gericht geweld tegen christenen,
252 253 254
255 256 257
258 259
Religious Freedom Report - Sudan, 13.09.2011. US DoS, July-December 2010 International Religious Freedom Report - Sudan, 13.09.2011. US DoS, July-December 2010 International Religious Freedom Report - Sudan, 13.09.2011. United States Commission on International Religious Freedom, Annual report 2011 – Sudan; Compass Direct, Church faces increasing hostility in Sudan, 24.10.2011. United States Commission on International Religious Freedom, Annual reports 2011 en 2012 – Sudan. US DoS, July-December 2010 International Religious Freedom Report - Sudan, 13.09.2011. ACJPS, Sudan Human Rights Monitor, August – September 2011; ACJPS, 129 people charged with apostasy in South Khartoum: maximum sentence is the death penalty, 14.09.2011; ACJPS, Sudanese government continues to crackdown on the freedom of religion and expression, 03.11.2011. US DoS, July-December 2010 International Religious Freedom Report - Sudan, 13.09.2011. US DoS, July-December 2010 International Religious Freedom Report - Sudan, 13.09.2011.
Pagina 48 van 94
Algemeen ambtsbericht Sudan | juni 2012
waaronder bekeerde moslims. Ook waren er in Zuid-Kordofan berichten van aanvallen op christelijke kerken door het Sudanese leger en milities (zie ook §2.3.1). In de rest van Sudan waren er eveneens berichten van brandstichting van christelijke kerken en bedreigingen van christelijke voorgangers door moslim extremisten. Deze bedreigingen zijn volgens Compass Direct sinds de onafhankelijkheid van Zuid-Sudan toegenomen.260 Ook de United States Commission on International Religious Freedom maakt melding van een toename van aanvallen op christenen en kerken in Sudan in 2011.261 In april 2012 werd een kerk en bijbelschool van de Presbyteriaanse evangelische kerk in Khartoum aangevallen na een oproep door een radicale imam. Verschillende bronnen wijzen er op dat christenen vooral zijn te vinden onder zuiderlingen en de Nuba. Deze bevolkingsgroepen zijn in de verslagperiode in toenemende mate het doelwit geworden van discriminatie en geweld.
3.3.4
Bewegingsvrijheid
In Sudan, met uitzondering van die gebieden waar de noodtoestand van kracht is (Darfur, Blue Nile en delen van Zuid-Kordofan), kunnen Sudanezen in beginsel vrij reizen. Er zijn commerciële vluchten van Khartoum naar onder meer Port Sudan en El-Fasher. In gebieden waar sprake is van geweldsuitbarstingen of gewapend conflict worden veelal controleposten opgericht. Het komt geregeld voor dat aan personen de toegang tot dergelijke gebieden wordt geweigerd. Troepen van UNAMID, UNISFA en (internationaal) personeel van humanitaire organisaties ondervonden in de verslagperiode geregeld beperkingen in hun bewegingsvrijheid.262 Mensenrechtenactivisten, politieke opposanten en anderen, die door de regering als een bedreiging worden beschouwd, kunnen bij het uitreizen van Sudan problemen ondervinden. Hierbij kan het paspoort (tijdelijk) in beslag worden genomen en een meldingsplicht worden opgelegd.263 Buitenland Vanuit Sudan kan over land naar de omliggende landen (Centraal Afrikaanse Republiek, Tsjaad, Ethiopië, Eritrea, Egypte, Libië en Zuid-Sudan) worden gereisd. Vanuit Khartoum bestaan directe vliegverbindingen met diverse internationale bestemmingen in Europa, Afrika en het Midden-Oosten. De controle op het vliegveld van Khartoum is effectief. Iedereen die het land per vliegtuig wenst te verlaten, wordt door de desbetreffende luchtvaartmaatschappij op een lijst geplaatst. Deze lijst wordt verstrekt aan en gecontroleerd door de (burger)luchtvaartautoriteiten, de
260
261 262
263
Compass Direct, Sudanese military, militias kill Christians in South Kordofan, 17.06.2011; Compass Direct, Church building in North Sudan in ruins as hostilities grow, 23.08.2011; Compass Direct, Muslim extremists in Sudan threaten to target Christians, 13.09.2011; Compass Direct, Catholic priest in war-torn Sudanese state repeatedly detained, 19.09.2011; Compass Direct, Killings in South Kordofan cast shadow over Christians in Sudan, 29.09.23011; Christian Solidarity Worldwide, Sudan: Mounting pressure concerns regarding imminent adoption of entirely Shari’a constitution as pressure on churches intensifies, 18.10.2011. Compass Direct, Police beat, arrest evangelist in Sudan, 20.01.2012. Compass Direct, Sudan’s aerial bombing aims at churches in Nuba mountains, 30 maart 2012. Compass Direct, Bible school, Church buildings attacked in Sudan, 26.04.2012. Compass Direct, Sudanese authorities close Christian offices in South Darfur, 14.05.2012. United States Commission on International Religious Freedom, Annual report 2012 – Sudan. Zie de Reports of the Secretary-General on the deployment of the African Union-United Nations Hybrid Operation in Darfur. African Centre for Justice and Peace Studies, ‘Activists prevented from travelling to the Rome Statute Review Conference’, 31.05.2010; African Centre for Justice and Peace Studies, ‘Leading Sudanese activists prevented from leaving Sudan and detained’, 15 juni 2010. Pagina 49 van 94
immigratie autoriteiten, de nationale veiligheidsdienst op de luchthaven en de gezagvoerder van het vliegtuig. Vanuit Suakin, dat iets ten zuiden van Port Sudan ligt, zijn er vier mogelijkheden om per veerboot Sudan te verlaten: naar Djeddah (Saoedi-Arabië), Massawa (Eritrea), Djibouti (Djibouti) en Sharm el Sheikh (Egypte). In principe worden hier dezelfde controles als op het vliegveld van Khartoum uitgevoerd. Vanuit Port Sudan vertrekken slechts vrachtschepen. Hoewel de controles strikt zijn, is het voor de Sudanese autoriteiten niet mogelijk om de grens met de Rode Zee volledig onder controle te hebben. Om naar het buitenland te reizen is voor alle Sudanezen nog steeds een Bewijs van Vervulling van de Voorwaarden (Shahadat Istifa) vereist.264 Het reizen van Sudan naar Zuid-Sudan en vice versa was tot de afscheiding van Zuid-Sudan op 9 juli 2011 vrij. Vanaf 9 juli 2011 geldt voor beide landen een visumplicht. In een Memorandum of Understanding tussen Sudan en Zuid-Sudan van 12 februari 2012 werd bepaald dat ook alle in Sudan verblijvende ZuidSudanezen verplicht zijn om een visum aan te vragen.265 De implementatie van dit MoU is echter opgeschort. Sudan en Zuid-Sudan spraken in maart 2012 af dat de grens tussen beide landen het karakter van een ‘soft border’ zal hebben. Dit betekent voor inwoners van beide landen de vrijheid om zonder visum naar het andere land te reizen, er te verblijven, er te werken en er eigendom te hebben. Bekrachtiging en implementatie van deze afspraken heeft echter nog niet plaatsgevonden (zie §3.1.2).266 In de praktijk ondervonden Zuid-Sudanezen in de verslagperiode allerlei beperkingen in Sudan (zie §3.1.2 en §4.1). Ook waren er reisbeperkingen onder meer als gevolg van de veiligheidssituatie, controleposten en gebrekkige infrastructuur. Zo was verkeer over land van Zuid-Kordofan en Blue Nile naar ZuidSudan in de verslagperiode grotendeels onmogelijk vanwege de conflictsituatie in deze deelstaten en kon grensverkeer slechts beperkt per trein, boot of vliegtuig plaatsvinden.267 Medio september 2011 tekenden Sudan en Zuid-Sudan een overeenkomst met betrekking tot het grensverkeer. Besloten werd om tien grensovergangen te openen.268 De opening van de grensovergangen liep echter vertraging op vanwege discussie tussen de partijen over de precieze locatie van de grensovergangen. Op 9 april 2012 werden alle grensovergangen tussen Sudan en Zuid-Sudan gesloten. Sindsdien is het voor zuiderlingen niet meer mogelijk om over de weg of via vliegverkeer van Sudan naar Zuid-Sudan te reizen. Terugkeer Sudanezen kunnen zonder problemen via de officiële kanalen Sudan in- en uitreizen. Sudanezen die het land niet via de officiële kanalen hebben verlaten en niet in het bezit zijn van een Sudanees paspoort, dienen bij terugkeer in principe te beschikken over een geldig inreisdocument. Dit inreisdocument kan door de Sudanese 264
265
266 267 268
Het Shahadat Istifa is feitelijk een bewijs dat er geen restricties zijn voor iemand om het land te verlaten. In voorgaand ambtsbericht Sudan is abusievelijk vermeld dat bij uitreis met een nieuw paspoort geen Shahadat Istifa meer is vereist. Zowel bij uitreis met een oud en een nieuw paspoort is echter nog steeds een Shahadat Istifa vereist. UNSC, Report of the Secretary-General on the deployment of the African Union-United Nations Hybrid Operation in Darfur, S/2012/231, 17.04.2012. Economist Intelligence Unit, Country Report Sudan, juli 2011. IRIN, Sudan-South Sudan: Returnees left in limbo, 05.12.2011. BBC News, Sudan and South Sudan sign border deal, 19.09.2011.
Pagina 50 van 94
Algemeen ambtsbericht Sudan | juni 2012
vertegenwoordigingen in het buitenland worden afgegeven. Aan de afgifte zal een onderzoek door de Sudanese autoriteiten vooraf gaan. Het is niet bekend wat voor onderzoek wordt uitgevoerd. Ook is niet bekend in welke gevallen een inreisdocument wordt geweigerd. Voor de afgifte van een laissez-passer door een Sudanese vertegenwoordiging in het buitenland, zijn de volgende documenten vereist: een bewijs van de politie dat het paspoort is verloren of gestolen; één van de volgende documenten: o een nationaliteitscertificaat; o een nationale identiteitskaart; o een Sudanees rijbewijs; o een kopie van het vermiste paspoort; o een geboortecertificaat.
Sudanezen die vanuit het buitenland via de luchthaven van Khartoum terugkeren, dienen een registratieformulier in te vullen, het paspoort wordt voorzien van een stempel, er dient aangifte van meegebrachte buitenlandse valuta te worden gedaan en de bagage wordt gecontroleerd op de eventuele aanwezigheid van verboden artikelen, zoals alcohol en opruiende geschriften. Naast deze gebruikelijke procedure komt het voor dat leden van de nationale veiligheidsdienst inreizende Sudanezen nader ondervragen over het buitenlands verblijf. In het algemeen kan worden gesteld dat personen die door het regime als een bedreiging worden beschouwd, bij terugkeer het risico lopen slachtoffer te worden van mensenrechtenschendingen, waaronder detentie en marteling. Hierbij kan gedacht worden aan bijvoorbeeld mensenrechtenactivisten of andere activisten die zich kritisch hebben geprofileerd. Ook personen afkomstig uit Darfur, Zuid-Kordofan en Blue Nile lopen meer risico. Met name Darfurezen van niet-Arabische afkomst (Zaghawa en Fur), Nuba en Angasana269 kunnen verdacht worden van steun aan rebellengroeperingen. Er zijn in de verslagperiode geen gevallen bekend van afgewezen asielzoekers die na terugkeer problemen hebben ondervonden. Republiekvlucht In Sudan bestaat geen wettelijke bepaling waarin het ongeoorloofd verlaten van het land of het na het verstrijken van de toegestane termijn terugkeren in het land strafbaar wordt gesteld. Voor zover bekend vindt in Sudan bij terugkeer van een illegaal uitgereisd persoon geen strafvervolging plaats vanwege de illegale uitreis.
3.3.5
Rechtsgang
Hoewel de interim-grondwet voorziet in een onafhankelijke rechterlijke macht, is politieke beïnvloeding groot. Dit geldt met name bij politiek gevoelige zaken. Ook bemoeit de Sudanese regering zich met de benoeming en het ontslag van rechters.270 269
270
De Angasana zijn een etnische groep uit Blue Nile die geassocieerd worden met Malik Agar (oud-gouverneur van Blue Nile en leider van de SPLM/Noord). US DoS, Country Report on Human Rights Practices, Sudan 2011, 25.04.2012; Freedom House, Freedom in the World 2012 – Sudan, 18 mei 2012. Pagina 51 van 94
Eerlijk proces Het recht op een eerlijk proces is in Sudan niet gewaarborgd. Verdachten genieten nagenoeg geen juridische bescherming. Dit geldt in het bijzonder voor personen die worden vastgehouden in detentiecentra van de nationale veiligheidsdienst, de National Intelligence and Security Service (NISS). De nationale veiligheidsdienst kan verdachten zonder aanklacht of tussenkomst van een rechter vier en een halve maand vasthouden. In de praktijk komt het geregeld voor dat verdachten voorafgaand aan een proces langdurig (ook langer dan vier en een halve maand) op een onbekende plaats worden vastgehouden, zonder de mogelijkheid om contact met familie of een advocaat te leggen. Het komt eveneens voor dat verdachten langdurig worden vastgehouden zonder dat er een proces plaatsvindt, of kort na hun vrijlating opnieuw worden gearresteerd.271 In politiek gevoelige zaken komt het voor dat bekentenissen die verkregen zijn door middel van marteling een belangrijke basis voor de veroordeling vormen.272 Aangifte Aangifte van een misdrijf bij de politie dient persoonlijk te gebeuren of door middel van een advocaat. De aangifte dient schriftelijk gedaan te worden. Doorgaans ontvangt men een schriftelijk bewijs van de aangifte. Het in behandeling nemen van de aangifte is afhankelijk van de beoordeling door de prosecution officer. In immuniteitsgevallen is er voor vervolging tevens toestemming nodig van het hoofd van de desbetreffende dienst. Verder heeft de procureur-generaal de mogelijkheid om het onderzoek in een bepaalde zaak stop te zetten. Onduidelijk is of in dit laatste geval beroep mogelijk is. Ingeval van tegenwerking door de autoriteiten is er geen officieel orgaan waar men zich tot kan wenden. Alternatieven zijn media aandacht of persoonlijke contacten. Ook kan de bemiddeling van een Ngo of internationale organisatie worden ingeroepen. In sommige gevallen is dit effectief. Militaire rechtbanken Ook bij rechtszaken voor militaire rechtbanken (die op ad hoc basis worden ingesteld) is veelal geen sprake van een eerlijke rechtsgang.273 Militaire rechtbanken hebben bevoegdheden om in voorkomende gevallen burgers te berechten. Het is aan de minister van Justitie om te bepalen in welke gevallen een militaire rechtbank een burger kan berechten.274 Traditionele rechtbanken In veel deelstaten fungeren traditionele rechtbanken als aanvulling op het officiële rechtssysteem. In sommige gebieden is zelfs helemaal geen sprake van officiële rechtsstructuren. Dit betekent dat traditionele rechtbanken daar niet alleen rechtspreken in familiezaken, civiele zaken of bij kleine criminele vergrijpen, maar 271
272
273
274
Amnesty International, Agents of Fear. The National Security Service in Sudan, AFR 54/010/2010, juli 2010; UNGA, HRC, Report of the independent expert on the situation of human rights in the Sudan, Mohammed Chande Othman, A/HRC/18/40, 22 augustus 2011; ACJPS, Sudan’s national security re-arrests detainees released by local courts, 22.08.2011; ACJPS, Sudan Human Rights Monitor. HRC, Report of the Special Rapporteur on the Situation of Human Rights in the Sudan, Sima Samar, advanced unedited version, A/HRC/11/14, juni 2009; UNGA, HRC, Report of the Special Rapporteur on extrajudicial, summary or arbitrary executions, Philip Alston. Addendum. Communications to and from Governments, A/HRC/14/24/Add.1, 18 juni 2010. International Commission of Jurists, The administration of justice in Sudan: the case of Darfur, juni 2007; US DoS, Country Report on Human Rights Practices, Sudan 2011, 24.05.2012. International Commission of Jurists, The administration of justice in Sudan: the case of Darfur, juni 2007.
Pagina 52 van 94
Algemeen ambtsbericht Sudan | juni 2012
ook in ernstiger zaken die vallen onder het strafrecht, waaronder verkrachting en moord.275 Sharia rechtspraak In de interim-grondwet is bepaald dat de nationale wetgeving gebaseerd is op de sharia.276 Ook is bepaald dat niet-moslims niet onderworpen kunnen worden aan straffen die de sharia voorschrijft.277 Voor hen gelden aangepaste straffen, maar deze zijn in de wet niet nader gespecificeerd, hetgeen betekent dat de rechter zelf de straf kan bepalen. In de praktijk worden echter ook niet-moslims veroordeeld tot lijfstraffen.278 Openbare orde wetgeving De Criminal Act en de Public Order Act geven de autoriteiten vergaande bevoegdheden om schendingen van de openbare orde aan te pakken. Zo stelt artikel 152 van de Criminal Act dat ‘onfatsoenlijke en immorele kleding en gedrag’ strafbaar is. De Public Order Act geeft geen nadere omschrijving, dus heeft de Public Order Police een ruime bevoegdheid om personen te arresteren. In de verslagperiode werd opnieuw een groot aantal personen opgepakt en veroordeeld wegens schending van de openbare orde. Het ging hierbij om overtredingen op het gebied van kleding, dansen, roken en alcohol. De Public Order Courts legden hierbij straffen op variërend van boetes, gevangenisstraffen en (maximaal) 40 zweepslagen. Veelal vindt direct na de veroordeling de tenuitvoerlegging van de straf plaats. Er zijn ook zaken bekend, waarbij rechters overtredingen zwaarder bestraften dan de Criminal Code toestaat (meer dan 40 zweepslagen).279 De openbare orde maatregelen treffen met name vrouwen. Zo worden geregeld Zuid-Sudanese vrouwen opgepakt en veroordeeld vanwege het brouwen van bier en het verkopen van alcohol. Ook kunnen vrouwen die bijvoorbeeld een trui of een korte rok (op knielengte) dragen worden opgepakt en veroordeeld.280 De openbare orde maatregelen treffen overigens ook mannen.281 Darfur De situatie van straffeloosheid voor daders van mensenrechtenschendingen in Darfur duurt nog altijd voort.282 Onder internationale druk hebben de Sudanese autoriteiten in voorgaande jaren verschillende initiatieven genomen om daders van aan het conflict gerelateerde schendingen te berechten. Zo werd in 2005 een Special 275
276 277 278
279 280
281 282
HRC, Report of the Special Rapporteur on the Situation of Human Rights in the Sudan, Sima Samar, advanced unedited version, A/HRC/11/14, juni 2009; UNGA, HRC, Report of the independent expert on the situation of human rights in the Sudan, Mohammed Chande Othman, S/HRC/14/41, 26 mei 2010. Interim National Constitution of the Republic of the Sudan 2005, artikel 5 lid 1 en lid 3. Interim National Constitution of the Republic of the Sudan 2005, artikel 156 sub d. UNGA, HRC, Report of the independent expert on the situation of human rights in the Sudan, Mohammed Chande Othman, S/HRC/14/41, 26 mei 2010; Amnesty International, International Annual Report 2011 – Sudan, 13.05.2011; ACJPS, Sudan Human Rights Monitor; US DoS, July-December 2010 International Religious Freedom Report - Sudan, 13.09.2011. ACJPS, Sudan Human Rights Monitor. African Centre for Justice and Peace Studies, Sudan Human Rights Monitor; IWPR, Rights disregarded under Sudan’s weak constitution, 08.07.2011; Amnesty International, International Annual Report 2011 – Sudan, 13.05.2011; The Strategic Initiative for Women in the Horn of Africa (SIHA) Network, Women of the Horn of Africa, still bending their heads. A general study of the human rights situation of women in the Horn of Africa. The 50th Ordinary Session of the African Commission on Human and People’s Rights. Banjul, The Gambia, October 24 –November 7, 2011. BBC, ‘Sudanese male models fined for make-up indecency’, 08.12.2010. UNGA, HRC, Report of the independent expert on the situation of human rights in the Sudan, Mohammed Chande Othman, A/HRC/18/40, 22 augustus 2011; Radio Dabanga, Mershing IDP’s: militia murdering at will, 16.05.2011; Human Rights Watch, Darfur in the Shadows. The Sudanese Government’s Ongoing Attacks on Civilian and Human Rights, juni 2011. Pagina 53 van 94
Criminal Court for Darfur Crimes283 opgericht. Deze rechtbank is echter inadequaat en ineffectief gebleken: misdaden worden onvoldoende onderzocht en daders worden nauwelijks vervolgd.284 De in 2008 aangestelde Special Prosecutor for Darfur heeft eveneens weinig verandering gebracht in de voortdurende situatie van straffeloosheid in Darfur. Ingestelde onderzoeken hebben tot nog geen enkele concrete strafvervolging geleid.285 In januari 2012 richtte de Sudanese regering een nieuw Special Court for Darfur op om de ‘meest ernstige’ misdaden in Darfur te bestraffen.286 De reguliere rechtbanken in Darfur handelen een beperkt aantal zaken af. Er zijn verschillende redenen voor het beperkte aantal vervolgingen. Zo vervolgt het Openbaar Ministerie vrijwel alleen op basis van een aangifte in plaats van op eigen initiatief. In veel gevallen weigeren de Sudanese autoriteiten, onder wie de politie en de rechterlijke macht, om zaken serieus te onderzoeken. Verder vormt de afwezigheid van een effectief beschermingsprogramma voor slachtoffers en getuigen een obstakel. De toegankelijkheid tot de rechtsgang in Darfur wordt verder gehinderd door zwakke wetshandhaving en beperkte aanwezigheid van officiële rechtsinstituties, met name buiten de stedelijke gebieden. Op een groot deel van het platteland wordt recht gesproken door traditionele rechtbanken. In sommige delen van Darfur is de rechterlijke macht geheel afwezig, ondanks de inzet van mobiele rechtbanken. Veel verdachten hebben geen toegang tot een advocaat.287 Rechtsbijstandverleners werken onder steeds moeilijkere omstandigheden in Darfur. Advocaten hebben geregeld te maken met intimidatie, bedreiging en arrestatie.288
3.3.6
Arrestaties en detenties
In Sudan vinden op grote schaal willekeurige arrestaties en detenties plaats, waarbij geen sprake is van een aanklacht of voorgeleiding voor een rechter. Ook worden verdachten geregeld langdurig (incommunicado) gedetineerd.289 Personen die verdacht worden van betrokkenheid bij rebellengroeperingen in en buiten de conflictgebieden, mensenrechtenactivisten, kritische journalisten, politiek actieve studenten en politieke tegenstanders kunnen bij de minste verdenking van de nationale veiligheidsdienst worden gearresteerd en langdurig gedetineerd. Hierbij geldt dat leden van niet-Arabische stammen in Darfur, Nuba in Zuid-Kordofan en 283 284
285
286
287
288
289
Ook wel Special Criminal Court on the Events in Darfur genoemd. UNGA, HRC, Report of the independent expert on the situation of human rights in the Sudan, Mohammed Chande Othman, S/HRC/14/41, 26 mei 2010. Human Rights Watch, Darfur in the Shadows. The Sudanese Government’s Ongoing Attacks on Civilian and Human Rights, juni 2011; Sudan Tribune, Sudan appoints new Darfur prosecutor, 16.08.2011; Sudan Tribune, Sudan says immunities granted to individuals impeded justice in Darfur, 16.01.2012. Sudan Tribune, Sudan to establish special court for Darfur crimes and appoint new special prosecutor, 10.01.2012. International Commission of Jurists, The administration of justice in Sudan: the case of Darfur, juni 2007; UNGA, HRC, Report of the independent expert on the situation of human rights in the Sudan, Mohammed Chande Othman, S/HRC/14/41, 26 mei 2010; UNGA, HRC, Update on the report of the independent expert on the situation of human rights in the Sudan, Mohammed Chande Othman. Status of the compilation of recommendations of the Group of Experts for the government of the Sudan with regard to the implementation of Human Rights Council resolution 4/8, pursuant to Council resolutions 6/34, 6/35, 7/67 and 11/10., A/HRC/15/57, 02.09.2010. ACJPS, Sudan Human Rights Monitor. Onder de dertien internationale Ngo’s die in 2009 Sudan moesten verlaten zaten twee belangrijke Ngo’s die rechtsbijstand verleenden. Amnesty International, Agents of Fear. The National Security Service in Sudan, AFR 54/010/2010, juli 2010; US DoS, Country Report on Human Rights Practices, Sudan 2011, 24.05.2012; UN Human Rights Council (HRC), Report of the independent expert on the situation of human rights in the Sudan, Mohamed Chande Othman, A/HRC/18/40, 22.08.2011. ACJPS, Sudan Human Rights Monitor.
Pagina 54 van 94
Algemeen ambtsbericht Sudan | juni 2012
Angasana in Blue Nile op grond van etnisch afkomst meer risico lopen verdacht te worden van betrokkenheid bij rebellenbewegingen. Een groot deel van de arrestaties wordt uitgevoerd door de nationale veiligheidsdienst.290 De National Security Act kent de nationale veiligheidsdienst vergaande bevoegdheden toe. Zo kan de nationale veiligheidsdienst personen arresteren en tot vier en een halve maand vasthouden zonder aanklacht of tussenkomst van een rechter (zie § 3.3.5).291 De nationale veiligheidsdienst beschikt over voor de buitenwereld onbekende gebouwen (ghost houses), waar verdachten worden vastgehouden.292 Volgens Amnesty International blijft de nationale veiligheidsdienst in veel gevallen ook na vrijlating verdachten controleren door onder meer beperking van de bewegingsvrijheid, het opleggen van een meldingsplicht, telefonische contacten en bezoeken. Ook zouden familieleden lastiggevallen en bedreigd worden om individuen onder druk te zetten.293 In de verslagperiode kwam het geregeld voor dat de veiligheidsdienst een in opdracht van de rechtbank vrijgelaten persoon onmiddellijk opnieuw arresteerde.294 In Darfur, Blue Nile en delen van Zuid-Kordofan is bovendien de noodwetgeving van kracht, die de lokale autoriteiten ruime bevoegdheden geeft arrestaties en detenties te verrichten, zonder rechterlijke tussenkomst. UNAMID en andere bronnen berichtten in de verslagperiode over willekeurige arrestatie en detentie van burgers in Darfur door de nationale veiligheidsdienst en de militaire inlichtingendienst. De arrestaties vonden ook plaats in ontheemdenkampen. Verdachten worden vaak vastgehouden zonder opgave van reden en soms voor langere tijd gedetineerd zonder aanklacht of voorgeleiding voor een rechter. Ook worden verdachten in eenzame opsluiting gehouden en blootgesteld aan mishandeling en marteling. De meeste verdachten in Darfur werden gearresteerd vanwege hun activisme, politieke affiliatie of vermeende banden met gewapende rebellen.295 In mei 2011 benoemde de minister van Justitie een aparte functionaris om beschuldigingen van onrechtmatige detentie in Darfur te onderzoeken. Deze functionaris heeft slechts enkele, weinig omstreden, zaken opgepakt.296 Ook in Blue Nile en Zuid-Kordofan waren er berichten van willekeurige arrestatie en detentie van burgers.297
290
291
292
293
294
295
296
297
Amnesty International, Agents of Fear. The National Security Service in Sudan, AFR 54/010/2010, juli 2010; UN Human Rights Council (HRC), Report of the independent expert on the situation of human rights in the Sudan, Mohamed Chande Othman, A/HRC/18/40, 22.08.2011. UNGA, HRC, Report of the independent expert on the situation of human rights in the Sudan, mr. Mohammed Chande Othman, S/HRC/15/CRP.1, 14 september 2010; ACJPS, Silencing the New front: the Emergence of Widespread Torture against the Youth Movement, april 2011. HRW, The way forward. Ending human rights abuses and repression across Sudan, oktober 2009; Amnesty International, Agents of Fear. The National Security Service in Sudan, AFR 54/010/2010, juli 2010; Freedom House, Freedom in the World 2011 - Sudan, 12 mei 2011. Amnesty International, Agents of Fear. The National Security Service in Sudan, AFR 54/010/2010, juli 2010; ACJPS, National Security in Khartoum interrogates children of detained activist, 06.05.2011. ACJPS, Sudan’s national security re-arrests detainees released by local courts, 22.08.2011; Amnesty International, Activist remain in detention without trial, UA 205/11, AFR 54/035/2011, 12.10.2011; ACJPS, Sudan Human Rights Monitor. UNSC, Reports of the Secretary-General on the deployment of the African Union-United Nations Hybrid Operation in Darfur; UN Human Rights Council (HRC), Report of the independent expert on the situation of human rights in the Sudan, Mohamed Chande Othman, A/HRC/18/40, 22.08.2011; Human Rights Watch, Darfur in the Shadows. The Sudanese Government’s Ongoing Attacks on Civilian and Human Rights, juni 2011. Human Rights Watch, Darfur in the Shadows. The Sudanese Government’s Ongoing Attacks on Civilian and Human Rights, juni 2011. US DoS, Country Report on Human Rights Practices, Sudan 2011, 24.05.2012. Pagina 55 van 94
Omstandigheden in gevangenissen Over het algemeen zijn de omstandigheden in de Sudanese gevangenissen slecht. Cellen zijn overvol en sanitaire voorzieningen ontbreken of verkeren in slechte staat. Verder zijn hygiëne, voedselvoorziening en medische verzorging gebrekkig. Vrouwen met jonge kinderen, die niet de mogelijkheid hebben om de zorg aan iemand anders over te dragen, nemen hun kinderen mee de gevangenis in. Verder bevinden zich geestelijk gehandicapten en personen met psychosociale problemen in gevangenissen, omdat zij door hun omgeving als oncontroleerbaar worden beschouwd.298 In detentiefaciliteiten van de nationale veiligheidsdienst komt mishandeling en marteling voor.299 Er is in de verslagperiode door de minister van Justitie een Special Prosecutor benoemd om detenties bij de nationale veiligheidsdienst te gaan monitoren.300 UNAMID en Ngo’s hebben geen vrije toegang tot detentiecentra en gevangenissen. Ook het International Committee of the Red Cross (ICRC) heeft beperkt toegang tot detentiecentra en gevangenissen.301
3.3.7
Mishandeling en foltering
Hoewel de interim-grondwet mishandeling en foltering verbiedt, maakten het leger, de politie en de nationale veiligheidsdienst zich schuldig aan geweld, inclusief marteling en andere vormen van onmenselijke behandeling of bestraffing.302 Volgens een rapport van Amnesty International uit 2010 praktiseert de nationale veiligheidsdienst op systematische wijze marteling tegen aanhangers van de politieke oppositie, mensenrechtenactivisten, maatschappelijke activisten en elk individu dat als een bedreiging wordt gezien voor de regering of de regeringspartij. Ook zouden er volgens dit rapport aanwijzingen zijn dat de nationale veiligheidsdienst mishandeling en marteling meer systematisch gebruikt tegen Darfurezen dan tegen niet-Darfurezen.303 Volgens rapporten van het African Centre for Justice and Peace Studies uit begin 2011 zijn vooral leden van het maatschappelijk middenveld, journalisten, jongeren/studenten, Darfurezen en zuiderlingen het slachtoffer van marteling. Personen die in voorarrest zitten lopen de meeste kans slachtoffer te worden van fysieke en psychologische marteling. Marteling wordt vooral gebruikt om informatie te verkrijgen of een bekentenis af te dwingen. De methoden van marteling omvatten onder meer verkrachting, het toedienen van elektrische schokken en frequent slaan. Vanwege de hevigheid van de martelingen heeft het hoofdkwartier van de veiligheidsdienst in Khartoum de
298
299
300
301
302
303
UNGA, HRC, Report of the independent expert on the situation of human rights in the Sudan, Mohammed Chande Othman, S/HRC/14/41, 26 mei 2010. Human Rights Watch, Agents of Fear. The National Security Service in Sudan, AFR 54/010/2010, juli 2010; ACJPS, Silencing the New Front: the Emergence of Widespread Torture against the Youth Movement, april 2011. UN, Human Rights Council (HRC), Report of the independent expert on the situation of human rights in the Sudan, Mohamed Chande Othman, A/HRC/18/40, 22.08.2011. UNSC, Report of the Secretary-General on the deployment of the African Union-United Nations Hybrid Operation in Darfur, S/2011/22, 18.01.2011; US DoS, Country Report on Human Rights Practices, Sudan 2011, 24.05.2012. UN Human Rights Council (HRC), Report of the independent expert on the situation of human rights in the Sudan, Mohamed Chande Othman, A/HRC/18/40, 22.08.2011; Human Rights Watch, World Report 2012 – Sudan; ACJPS, Sudan Human Rights Monitor. US DoS, Country Report on Human Rights Practices, Sudan 2011, 24.05.2012. Amnesty International, Agents of Fear. The National Security Service in Sudan, AFR 54/010/2010, juli 2010.
Pagina 56 van 94
Algemeen ambtsbericht Sudan | juni 2012
bijnaam ‘capital of hell’.304 Begin 2011 documenteerden Human Rights Watch en ook andere organisaties een patroon van marteling van bij demonstraties gearresteerde studenten.305 In de verslagperiode waren er ook berichten van mishandeling en marteling van personen die verdacht werden van banden met de SPLM/Noord, waaronder veel leden van de Nuba (zie §2.3.1).306 Volgens mensenrechtenorganisaties worden, ondanks uitvoerige documentatie, mishandeling en marteling niet effectief onderzocht en worden daders niet strafrechtelijk vervolgd.307 Voor leden van de nationale veiligheidsdienst, het leger en de politie geldt een procedurele immuniteit voor misdrijven begaan tijdens actieve dienst. Deze immuniteit kan worden opgeheven door het hoofd van de betreffende dienst, maar in de praktijk worden aanvragen daartoe zelden ingewilligd. De situatie van straffeloosheid voor wat betreft mensenrechtenschendingen begaan door ordehandhavingspersoneel duurt hiermee voort.308 Lijfstraffen Op basis van de sharia wordt een aantal delicten in Sudan met lijfstraffen bestraft. Zweepslagen zijn in dit verband de meest uitgevoerde lijfstraf. Voor gewapende overvallen, eigendomsdelicten en/of zwaar lichamelijk letsel kan als straf de amputatie van ledematen worden opgelegd. Bij schuld aan echtbreuk kan betrokkene tot steniging worden veroordeeld. Voorts voorziet de wet in vergelding als straf. Indien het slachtoffer gewond is geraakt, kan de dader als straf dezelfde verwonding opgelegd krijgen. Hoewel in de grondwet staat dat de sharia niet van toepassing is op niet-moslims, komt het in de praktijk voor dat ook niet-moslims lijfstraffen opgelegd krijgen (zie §3.3.5).
3.3.8
Verdwijningen
Personen die door de nationale veiligheidsdienst zijn gearresteerd en op onbekende plaatsen worden vastgehouden, zijn (tijdelijk) verdwenen (zie hiervoor §3.3.5 en 3.3.6).
3.3.9
Buitengerechtelijke executies en moorden
In Sudan maakten in de conflictgebieden de strijdende partijen (militairen, milities en andere gewapende groepen) zich schuldig aan moord op (vermeende) tegenstanders en burgers. Ook gebruikte de politie bij de bestrijding van openbare onrust, zoals demonstraties, soms dodelijk geweld tegen burgers.309 304
305 306 307
308
309
ACJPS, Silencing the New Front: the Emergence of Widespread Torture against the Youth Movement, april 2011; ACJPS, Sudan Human Rights Monitor, April – May 2011; ACJPS, Report on Pre-trial Justice in Sudan, januari 2012. Human Rights Watch, Sudan: Political Repression Intensifies, 21.09.2011. ACJPS, Sudan Human Rights Monitor. Amnesty International, Agents of Fear. The National Security Service in Sudan, AFR 54/010/2010, juli 2010; Human Rights Watch, Sudan: Political Repression Intensifies, 21.09.2011; Amnesty International, International Annual report 2011 – Sudan, 12.05.2011; ACJPS, Sudan Human Rights Monitor. ACJPS, Silencing the New front: the Emergence of Widespread Torture against the Youth Movement, april 2011; UNGA, HRC, Report of the independent expert on the situation of human rights in the Sudan, Mohammed Chande Othman, A/HRC/18/40, 22 augustus 2011. US DoS, Country Report on Human Rights Practices, Sudan 2010, 08.04.2011 en Sudan 2011, 24.05.2012; ACJPS, Sudan Human Rights Monitor; Economist Intelligence Unit, Country Reports Sudan. Zie ook de Reports of the Secretary-General on the deployment of the African Union-United Nations Hybrid Operation Pagina 57 van 94
3.3.10
Doodstraf
De doodstraf is in het wetboek van Strafrecht opgenomen. In artikel 33, lid 1 van de grondwet van 1998 staat dat deze straf uitsluitend in geval van zware misdrijven zal worden opgelegd. Het gaat volgens de grondwet om de volgende gevallen: misdrijven tegen de staat, zoals samenzwering, oorlogvoering tegen de staat en verraad; moord, waarop tevens de islamitische wetgeving van toepassing kan zijn; misdrijven die in de koran met de term hudud worden aangeduid: overspel, afvalligheid van de islam, roofoverval (hiriba), derde veroordeling voor (mannelijke) homoseksualiteit en derde veroordeling voor het geven van gelegenheid tot prostitutie310; desertie; muiterij. De doodstraf wordt volgens de wet niet uitgevoerd indien de veroordeelde ouder dan zeventig jaar is of minderjarig tenzij sprake is van een hudud misdrijf. Evenmin worden zwangere vrouwen ter dood gebracht. Executie van een moeder kan pas plaatsvinden nadat haar kind twee jaar is geworden. Alvorens tot uitvoering van de doodstraf te kunnen overgaan, dient de straf te worden bekrachtigd door het Hooggerechtshof. Vervolgens kan het Hooggerechtshof slechts met toestemming van de president een executiebevel uitvaardigen. In Sudan worden doodstraffen uitgesproken en voltrokken.311 In veel rechtszaken waarin de doodstraf wordt uitgesproken is geen sprake van een eerlijk proces.312 Veel ter dood veroordeelden hadden tijdens hun rechtszaak niet (tijdig) de beschikking over een advocaat.313 Ook zou in een aantal rechtszaken gebruik gemaakt zijn van gedwongen bekentenissen.314 Het is niet bekend hoeveel doodstraffen daadwerkelijk zijn voltrokken. Volgens verschillende bronnen wachten ruim 100 personen al enkele jaren op de uitvoering van hun doodstraf. Het gaat hierbij veelal om met de JEM geaffilieerde personen die door Special Courts tot de doodstraf zijn veroordeeld.
310
311
312
313
314
in Darfur en de Reports of the Independent Expert on the situation of human rights in the Sudan, mr. Mohammed Chande Othman. Artikel 155 van de 1991 Penal Code noemt de doodstraf als straf voor 'the third-time offence of running a place of prostitution'. Art. 154 behelst de beschuldiging van 'practising prostitution' , waarvoor de doodstraf niet wordt genoemd. African Centre for Justice and Peace Studies, Widening the scope: the expanding use of capital punishment in law and practise in Sudan, december 2010; Amnesty International, Annual Reports 2011, 2012 – Sudan; ACJPS, Sudan Human Rights Monitor; Amnesty International, Sudan death sentences upheld, UA 226/10, AFR 54/037/2011, 06.12.2011. UNGA, HRC, Report of the Special Rapporteur on extrajudicial, summary or arbitrary executions, Philip Alston. Addendum. Communications to and from Governments, A/HRC/14/24/Add.1, 18 juni 2010. UNGA, HRC, Compilation prepared by the Office of the High Commissioner for Human Rights in accordance with paragraph 15 (b) of the annex to the Human Rights Council Resolution 5/1, A/HRC/WG.6/11/SDN/2, 24 februari 2011. Amnesty International, Agents of Fear. The National Security Service in Sudan, AFR 54/010/2010, juli 2010; Sudanese Human Rights Monitor, UPR Sudan May 2011. Submission by the Redress Trust and the Sudanese Human Rights Monitor, november 2010.
Pagina 58 van 94
Algemeen ambtsbericht Sudan | juni 2012
In de nieuwe Child Act van 2009 is de meerderjarigheidsgrens vastgesteld op 18 jaar.315 In Sudan beschikken echter veel kinderen niet over een geboorteakte. Mede als gevolg van onvoldoende of geen medisch onderzoek worden geregeld minderjarigen tot de doodstraf veroordeeld.316 In juni 2011 gaf de Supreme Court in Khartoum de South Darfur Special Criminal Court opdracht de veroordeling tot de doodstraf van een elftal personen, geaffilieerd met de JEM, te herzien omdat de rechter niet de juiste procedures had gevolgd om de leeftijd van de verdachten vast te stellen. In een herziene uitspraak werden drie minderjarige verdachten tot gevangenisstraffen en heropvoeding veroordeeld. Zeven andere verdachten, van wie een tweetal ten tijde van het misdrijf minderjarig was, werden opnieuw tot de doodstraf veroordeeld.317
3.3.11
Slavernij en ontvoeringen
Intertribale ontvoering van vrouwen en kinderen heeft in Sudan een lange traditie. Door de burgeroorlog kreeg dit fenomeen een nieuwe dimensie. Het ging hierbij onder meer om ontvoeringen van Dinka vrouwen en kinderen door leden van Arabische Misseriya en Rizeigat stammen.318 Sinds een aantal jaren zijn er geen berichten meer bekend van ontvoeringen van Dinka vrouwen en kinderen door Arabische stammen.319 Volgens berichten zouden zich nog 8.000 tot 11.000 personen in slavernij bevinden als gevolg van de burgeroorlog.320 In februari 2012 verklaarde de regering van Zuid-Sudan dat 35.000 zuiderlingen zich in Sudan in slavernij bevinden. In Sudan is verder nog steeds sprake van ronseling van (kind)soldaten, onder meer door middel van ontvoering.321 Daarnaast worden in Darfur geregeld humanitaire hulpverleners ontvoerd (zie §2.3.2). De Sudanese grondwet en het wetboek van Strafrecht verbieden slavernij en dwangarbeid. De regering heeft in 1999 een comité voor de uitbanning van ontvoering van vrouwen en kinderen (Committee for the Eradication of Abduction of Women and Children, CEAWC) opgericht. In de verslagperiode was het CEAWC echter niet actief.322
3.3.12
Mensenhandel
Sudan is zowel een bron-, bestemmings- als doorvoerland met betrekking tot mensenhandel. Er is sprake van interne mensenhandel binnen Sudan, met name van het platteland naar de steden. Daarnaast is sprake van mensenhandel vanuit Sudan naar onder meer het Midden-Oosten en Europa. Ten slotte is Sudan zowel bestemmings- als doorvoerland voor Eritrese, Ethiopische en Somalische meisjes en
315 316
317
318 319 320 321 322
Human Rights Watch, Iran, Saudi Arabia, Sudan: End Juvenile Death Penalty, 8 oktober 2010. Amnesty International, Children sentenced to death in Sudan, UA 226/10, AFR 54/035/2010; UNGA, HRC, Report of the Special Rapporteur on extrajudicial, summary or arbitrary executions, Philip Alston. Addendum. Communications to and from Governments, A/HRC/14/24/Add.1, 18 juni 2010. ACJPS, Sudan Human Rights Monitor, June – July 2011; Amnesty International, Sudan death sentences upheld, UA 226/10, AFR 54/037/2011, 06.12.2011; ACJPS, Special court in Darfur uphold verdict sentencing seven to death and crucifixion, 29.11.2011. US Department of State, Trafficking in Persons Report 2010, 14 juni 2010. US Department of State, Trafficking in Persons Report 2011, 27 juni 2011. Persbericht BBC 05.03.2008; US DoS, Country Report on Human Rights Practices, Sudan 2011, 24.05.2012. US Department of State, Trafficking in Persons Report 2011, 27 juni 2011. US Department of State, Trafficking in Persons Report 2011, 27 juni 2011. Pagina 59 van 94
vrouwen. Slachtoffers van mensenhandel worden veelal als huishoudelijke hulp tewerkgesteld of komen in de prostitutie terecht.323 De Sudanese overheid onderneemt weinig activiteiten om mensenhandel te bestrijden. Er is in Sudan nog niemand strafrechtelijk vervolgd voor mensenhandel. De autoriteiten bieden ook weinig tot geen bescherming aan slachtoffers van mensenhandel. Ook is de toegang tot juridische, medische of psychologische hulpverlening beperkt en zijn er slechts enkele opvangfaciliteiten voor slachtoffers van mensenhandel.324
3.3.13
Eerwraak/bloedwraak
Volgens bronnen komt eerwraak/bloedwraak in Sudan wel voor maar niet op grote schaal. De meeste gevallen van eerwraak/bloedwraak worden niet aangegeven bij de politie en komen ook niet bij een rechtbank voor. Indien in dit verband toch een moordzaak bij een rechtbank voorkomt, dan luidt de aanklacht in de regel: moord met voorbedachten rade.
3.4
Positie van bijzondere groepen
3.4.1
Dienstplichtigen en deserteurs
Op grond van artikel 7 van de wet op de Nationale Dienstplicht van 1992 (National Service Act) is iedere Sudanees tussen 18 en 33 jaar verplicht de nationale dienstplicht te vervullen. De wet maakt geen onderscheid tussen mannen en vrouwen. Het is niet bekend op welke wijze de oproep voor dienstplicht plaatsvindt. Ook is niet bekend welk percentage vrouwen in Sudan wordt opgeroepen voor dienstplicht. Onttrekking/desertie In Sudan wordt onderscheid gemaakt tussen enerzijds onttrekking aan de dienstplicht en anderzijds desertie. Van onttrekking is sprake indien iemand probeert onder een oproep voor de nationale dienstplicht uit te komen en niet verschijnt op de basistraining. Van desertie kan sprake zijn indien iemand is gerekruteerd en is begonnen aan de dienstplicht met inbegrip van de basistraining. De strafmaat in het geval van onttrekking is volgens de wet op de Nationale Dienstplicht (National Service Act 1992) een geldboete en/of gevangenisstraf van twee tot drie jaar. Zodra iemand is gerekruteerd (dus ook ten tijde van de basistraining) zijn de wetten en regelgeving van de strijdkrachten van toepassing, onder andere de wet op de Armed Forces uit 2007. Desertie wordt door een militaire rechtbank behandeld. Op grond van de wet op de Armed Forces kan desertie in het uiterste geval worden bestraft met de doodstraf.
323 324
US Department of State, Trafficking in Persons Report 2011, 27 juni 2011. US Department of State, Trafficking in Persons Report 2011, 27 juni 2011.
Pagina 60 van 94
Algemeen ambtsbericht Sudan | juni 2012
Sinds het uitbreken van het conflict in Darfur zijn veel Darfurezen uit het Sudanese leger gedeserteerd. Sinds het uitbreken van het conflict in Zuid-Kordofan zijn er ook berichten van desertie van leden van Nuba uit het Sudanese leger. Nuba deserteurs zouden naar verluidt zijn gemarteld en standrechtelijk zijn geëxecuteerd. Volgens berichten zouden ook veel deserteurs in gevangenissen vastzitten.325
3.4.2
Vrouwen
Sinds de machtswisseling van 1989 is de positie van de vrouw verslechterd. Vrouwen zijn naar de achtergrond van het openbare leven verdwenen. Veel goed opgeleide vrouwen verloren zowel hun werk als hun bewegingsvrijheid. Voor vrouwen bij onderwijs- en (semi)overheidsinstellingen gelden strikte kleding- en gedragsregels. In het dagelijks leven hebben vrouwen te maken met discriminatie en discriminerende wetgeving.326 Vrouwen worden in Sudan geregeld opgepakt en aangeklaagd wegens schending van de openbare orde (zie § 3.3.5). Genitale verminking Er is geen specifiek wetsartikel dat genitale verminking van vrouwen (female genital mutilation, FGM) strafbaar stelt. In het wetboek van Strafrecht wordt slechts in algemene zin gesproken over een verbod op ‘female circumcision’ zonder nadere definiëring.327 De interpretatie van de wettekst wordt aan de rechter overgelaten. In de praktijk wordt geen vervolging ingezet tegen plegers van genitale verminking. In 2008 nam Sudan een strategie aan om FGM binnen tien jaar uit te bannen.328 De Sudanese autoriteiten zijn echter niet consistent in de uitvoering van dit beleid. Zo is de National Council of Child Welfare actief in de strijd tegen FGM, onder meer in samenwerking met Unicef. Aan de andere kant schrapte de raad van ministers in 2009 een wetsartikel dat FGM strafbaar stelt uit het concept van de Child Act. Genitale verminking van vrouwen wordt in Sudan op grote schaal uitgevoerd. Schattingen van het percentage besneden volwassen vrouwen in Sudan lopen uiteen van 65% tot 90%.329 Voor zover bekend komt FGM onder alle van oorsprong Sudanese bevolkingsgroepen (Arabisch en niet-Arabisch) voor. Ook andere bevolkingsgroepen woonachtig in Sudan hebben deze praktijk overgenomen.330 Het is niet bekend in hoeverre druk wordt uitgeoefend op bevolkingsgroepen, die van oorsprong geen FGM praktiseren, om deze praktijk over te nemen. De Wereld Gezondheidsorganisatie (WHO) maakt een onderscheid tussen vier ‘typen’ genitale verminking: -
325 326
327 328 329
330
Type 1: Gedeeltelijke of volledige verwijdering van de clitoris, en/of de voorhuid. Deze vorm wordt clitodectomie genoemd;
Africa Confidential, Sudan/South Sudan: All or nothing, vol. 53, no. 9, 27 april 2012. Freedom in the World 2011 – Sudan, 12 mei 2011; The Strategic Initiative for Women in the Horn of Africa (SIHA) Network, Women of the Horn of Africa, still bending their heads. A general study of the human rights situation of women in the Horn of Africa. The 50th Ordinary Session of the African Commission on Human and People’s Rights. Banjul, The Gambia, October 24 –November 7, 2011. Zie de Penal Code 2003, artikel 284A. Unicef, International Day of Zero Tolerance of Female Genital Mutilation observed today, 06.02.2009. De meeste bronnen gaan uit van ongeveer 90% gebaseerd op een nationaal onderzoek uit 2000. Er zijn recentere onderzoeken die uitkomen op een lager percentage. Zo zijn de uitkomsten van de Sudan Household Health Survey 70% (2006), respectievelijk 65.5% (2010). US DoS, Country Report on Human Rights Practices, Sudan 2011, 24.05.2012. Landinfo, Country of Origin Information Centre (Oslo), Female genital mutilation in Sudan and Somalia, december 2008. Pagina 61 van 94
-
Type 2: Gedeeltelijke of volledige verwijdering van de clitoris en de kleine schaamlippen, met of zonder verwijdering van de grote schaamlippen. Dit wordt ook excisie genoemd;
-
Type 3: Vernauwen van de vaginale opening door het wegsnijden en aan elkaar hechten van de kleine schaamlippen en/of de grote schaamlippen, met of zonder verwijdering van de clitoris. Dit wordt ook infibulatie of faraonische besnijdenis genoemd;
-
Type 4: Alle andere schadelijke handelingen aan het vrouwelijk geslachtsorgaan om niet medische redenen, zoals prikken, piercen, kerven, schrapen en wegbranden.331
De meest gepraktiseerde vorm van FGM is type 3, infibulatie of faraonische besnijdenis.332 FGM wordt meestal uitgevoerd door vroedvrouwen. In enkele rurale gebieden waar medische zorg niet aanwezig is, wordt FGM uitgevoerd door vrouwen in de gemeenschap. Genitale verminking vindt plaats in de kindertijd, meestal in de leeftijd tussen vier en tien jaar. Het kan voorkomen dat vrouwen die geen FGM hebben ondergaan, hier op het moment dat zij in het huwelijk treden alsnog toe worden gedwongen.333 Het is niet mogelijk om uitspraken te doen over de specifieke omstandigheden waarin een besnijdenis op latere leeftijd plaatsvindt, zoals de woonplaats of niveau van het genoten onderwijs van de vrouw in kwestie. Omdat genitale verminking een keus van de ouders is, is de vraag in hoeverre meisjes zich hieraan kunnen onttrekken niet aan de orde. De beslissing van de ouders hangt nauw samen met de culturele opvattingen van de familie en omgeving. Voor zover bekend komt het in de praktijk niet voor dat mensen verhuizen om zich aan de genitale verminking te onttrekken. Er zijn in Sudan geen opvanghuizen voor vrouwen of meisjes die zich proberen te onttrekken aan FGM. Een toenemend aantal stedelijke, geschoolde families laat hun dochters niet besnijden.334 Doorgaans ondervinden deze families hierbij geen problemen. Lager geschoolden en mensen woonachtig in rurale gebieden willen of kunnen de keuze om hun dochters niet te laten besnijden veelal niet maken vanwege grote druk vanuit de gemeenschap.335 Herinfibulatie336 is een fenomeen dat voornamelijk plaatsvindt na de geboorte van een kind. De enige cijfers met betrekking tot herinfibulatie stammen uit de jaren ’80, toen uit een onderzoek bleek dat tussen de 50% en de 80% van de vrouwen herinfibulatie had ondergaan. De ingreep wordt over het algemeen automatisch toegepast, zonder dat de vrouw kan protesteren. Het is dus moeilijk voor een vrouw om zich hieraan te onttrekken.337 331 332
333
334 335
336 337
www.meisjesbesnijdenis.nl, laatst geraadpleegd 05.10.2011. Landinfo, Country of Origin Information Centre (Oslo), Female genital mutilation in Sudan and Somalia, december 2008. Landinfo, Country of Origin Information Centre (Oslo), Female genital mutilation in Sudan and Somalia, december 2008. US DoS, Country Report on Human Rights Practices, Sudan 2010, 08.04.2011. Volgens een rapport van Unicef is er ook in Sudan een verband tussen het opleidingsniveau van de moeder en de besnijdenis van de dochter (een hoger niveau leidt tot minder besnijdenis), zij het minder significant dan in een aantal andere Afrikaanse landen. Unicef, Female Genital Mutilation/Cutting, 2005. Herinfubulatie betekent het opnieuw dichtmaken van de vagina. Landinfo, Country of Origin Information Centre (Oslo), Female genital mutilation in Sudan and Somalia,
Pagina 62 van 94
Algemeen ambtsbericht Sudan | juni 2012
Huiselijk geweld Volgens verschillende bronnen is huiselijk geweld in Sudan gebruikelijk, hoewel er geen cijfers bekend zijn ten aanzien van de mate waarin huiselijk geweld voorkomt.338 In Sudan wordt het gebruik van (huiselijk) geweld tegen vrouwen, bijvoorbeeld slaan, niet gezien als een misdaad. Tegen deze vorm van geweld treedt de overheid dan ook niet op. Vrouwen kunnen zich in de regel niet aan huiselijk geweld onttrekken door zich elders te vestigen. Zonder baan en relaties elders is een dergelijke hervestiging weinig succesvol. Ook zijn er geen opvanghuizen voor slachtoffers van huiselijk geweld. Gedwongen en vroege huwelijken De algemene opvatting in Sudan is dat een vrouw niet zelf haar huwelijkspartner uit kan kiezen; dit doet haar familie voor haar. Dit geldt met name voor vrouwen in rurale gebieden.339 De vraag of een vrouw zich aan een gedwongen huwelijk kan onttrekken, hangt samen met de mate waarop zij afhankelijk is van haar familie. Uithuwelijking van minderjarige meisjes komt voor: een onderzoek van de VN uit 2004 onder meisjes tussen 12 en 19 jaar wees uit dat 21% van hen getrouwd, gescheiden of weduwe was.340 In de Child Act staan geen bepalingen met betrekking tot een minimum huwelijksleeftijd. Volgens de Personal Affairs Act van 1991 is de minimum leeftijd voor meisjes om te trouwen tien jaar, en voor jongens 15 jaar.341 Seksueel geweld In Sudan is nauwelijks of geen bescherming tegen seksueel geweld. Artikel 149 van het wetboek van Strafrecht van 1991 legt een verband tussen verkrachting en overspel. Dit heeft tot gevolg dat vrouwen het risico lopen om te worden gearresteerd wegens overspel wanneer er onvoldoende bewijs is voor de verkrachting.342 Een ander probleem in de wet is de enge definitie van verkrachting, waardoor penetratie met voorwerpen, orale verkrachting en verkrachting in de huiselijke sfeer niet onder de definitie van verkrachting vallen.343 In Sudan doen slachtoffers van seksueel geweld zelden aangifte bij de politie. Vrouwen hebben weinig vertrouwen in de politie, er wordt zelden vervolging ingesteld en in het geval van seksueel geweld gepleegd door leden van de politie, nationale veiligheidsdienst of het leger geldt dat de procedurele immuniteit een obstakel vormt voor vervolging.344 Het is dan ook uitzonderlijk als overheidsfunctionarissen strafrechtelijk worden vervolgd en veroordeeld vanwege verkrachting.345 Het sociale stigma rondom seksueel geweld is nog altijd groot.346
338 339 340 341 342
343
344
345
december 2008. US DoS, Country Report on Human Rights Practices, Sudan 2011, 24.05.2012. ACCORD, 10th European Country of Origin Information Seminar, Sudan, april en november 2006. OECD Social Institutions and Gender Index, Gender equality and social institutions in Sudan. US DoS, Country Report on Human Rights Practices, Sudan 2011, 24.05.2012. Institute for War & Peace Reporting, Justice elusive for rape victims, 12.03.2010; Redress en KCHRED, Time for change. Reforming Sudan’s legislation on rape and sexual violence, november 2008; Sudanese Human Rights Monitor, UPR Sudan May 2011. Submission by the Redress Trust and the Sudanese Human Rights Monitor, november 2010. Redress en KCHRED, Time for change. Reforming Sudan’s legislation on rape and sexual violence, november 2008; Sudanese Human Rights Monitor, UPR Sudan May 2011. Submission by the Redress Trust and the Sudanese Human Rights Monitor, november 2010. UNGA, HRC, Report of the independent expert on the situation of human rights in the Sudan, Mohammed Chande Othman, A/HRC/18/40, 22 augustus 2011. UNSC, Reports of the Secretary-General on the deployment of the African Union-United Nations Hybrid Pagina 63 van 94
Seksueel geweld in Darfur is nog altijd wijdverbreid. Vooral ontheemde vrouwen lopen het risico slachtoffer te worden van seksueel geweld wanneer zij de kampen verlaten om bijvoorbeeld brandhout of voedsel te verzamelen. De daders zijn veelal geuniformeerd.347 Sinds de uitzetting in maart 2009 van 13 internationale hulporganisaties zijn er in Darfur vrijwel geen organisaties meer die activiteiten uitvoeren ten behoeve van slachtoffers van seksueel- en gender gerelateerd geweld.348 Wel heeft UNAMID zich in de verslagperiode actief ingezet voor preventie en bescherming op het gebied van (seksueel) geweld tegen vrouwen in Darfur, veelal in samenwerking met andere VN-organisaties en de Sudanese autoriteiten.349 In 2005 nam de Sudanese regering het National Action Plan on Violence against Women aan en werd het Committee to Combat Violence against Women and Children opgericht. Op federaal niveau en in een aantal deelstaten, waaronder alle drie de deelstaten van Darfur, zijn ook sub-comités ingesteld.350 In de strijd tegen (seksueel) geweld tegen vrouwen hebben de Sudanese autoriteiten in Darfur ook het aantal vrouwelijke opsporingsambtenaren sterk uitgebreid. Ondanks deze maatregelen is er nog steeds veel (seksueel) geweld in Darfur en kunnen daders in veel gevallen ongestraft hun gang gaan.351
3.4.3
Minderjarigen
In december 2009 nam het parlement een nieuwe Child Act aan die de Sudanese nationale wetgeving grotendeels in lijn brengt met de Internationale Conventie voor de Rechten van het Kind. De wet definieert iedereen jonger dan 18 jaar als kind. Tevens is de leeftijd waarop kinderen strafrechtelijke verantwoordelijkheid dragen omhoog gebracht van zeven naar twaalf jaar. Ook werd een apart rechtssysteem voor minderjarigen (juvenile justice system) ingesteld. Op grond van de nieuwe Child Act kan seksueel misbruik en verkrachting van minderjarigen zwaarder worden bestraft. In de Child Act zijn geen bepalingen met betrekking tot het strafbaar
346
347
348
349
350
351
Operation in Darfur; UN, GA, SC, Conflict-related sexual violence. Report of the Secretary-General, A/66/657-S/2012/33, 13.01.2012; UNGA, HRC, Report of the independent expert on the situation of human rights in the Sudan, Mohammed Chande Othman, A/HRC/18/40, 22 augustus 2011. UNGA, HRC, Report of the independent expert on the situation of human rights in the Sudan, Mohammed Chande Othman, A/HRC/18/40, 22 augustus 2011. UNGA, HRC, Report of the secretary-General on children and armed conflict in the Sudan, S/2011/413, 05.07.2011; Radio Dabanga, Eight women raped by armed militia, 06.06.2011; UN Human Rights Council (HRC), Report of the independent expert on the situation of human rights in the Sudan, Mohamed Chande Othman, A/HRC/18/40, 22.08.2011; UNSC, Reports of the Secretary-General on the deployment of the African Union-United Nations Hybrid Operation in Darfur; Radio Dabanga, Increased rape cases in West Darfur, 27.11.2011; Radio Dabanga, Rape and beating in South Darfur, 19.12.2011; Radio Dabanga, Group of women raped near Kabkabiya, 26.12.2011; UN, GA, SC, Conflict-related sexual violence. Report of the Secretary-General, A/66/657-S/2012/33, 13.01.2012. NRC/IDMC, Sudan: Rising inter-tribal violence in the south and renewed clashes in Darfur cause new waves of displacement. A profile of the internal displacement situation, 28 mei 2010; Enough Project, Grading the Benchmarks, 29 april 2010. UNSC, Reports of the Secretary-General on the deployment of the African Union-United Nations Hybrid Operation in Darfur; UN, GA, SC, Conflict-related sexual violence. Report of the Secretary-General, A/66/657-S/2012/33, 13.01.2012. UNGA, HRC, Report of the independent expert on the situation of human rights in the Sudan, Mohammed Chande Othman, S/HRC/14/41, 26 mei 2010. UN, GA, SC, Conflict-related sexual violence. Report of the Secretary-General, A/66/657-S/2012/33, 13.01.2012. UNSC, Reports of the Secretary-General on the deployment of the African Union-United Nations Hybrid Operation in Darfur; UN, GA, SC, Conflict-related sexual violence. Report of the Secretary-General, A/66/657-S/2012/33, 13.01.2012; UNGA, HRC, Report of the independent expert on the situation of human rights in the Sudan, Mohammed Chande Othman, A/HRC/18/40, 22 augustus 2011.
Pagina 64 van 94
Algemeen ambtsbericht Sudan | juni 2012
stellen van genitale verminking of vroege huwelijken opgenomen (zie ook §3.4.2).352 Er zijn in Sudan speciale jeugdrechtbanken, waarvan een drietal in Khartoum.353 Kinderen die veroordeeld zijn tot gevangenisstraf, kunnen behalve in reguliere detentiecentra ook in (overheids)heropvoedingskampen (reformatories) terecht komen. Kinderen worden in een heropvoedingskamp voor onbepaalde tijd vastgehouden. De behandeling en voorzieningen zijn er minimaal.354 Straatkinderen Vooral in de grote steden leeft een groot aantal kinderen op straat. Het betreft zowel kinderen van ontheemden als weeskinderen. Straatkinderen kunnen noodgedwongen de facto als zelfstandig worden beschouwd. Zij werken vaak als verkoper, schoenpoetser, autowasser en huishoudelijke hulp. In Khartoum leven naar schatting 18.000 tot 35.000 straatkinderen. De meeste straatkinderen in Khartoum zijn kinderen van ontheemden. Straatkinderen zijn geregeld het slachtoffer van seksueel misbruik en geweld. De politie treedt hard op tegen straatkinderen.355 Geregeld worden straatkinderen door de politie naar één van de opvanghuizen of heropvoedingskampen gestuurd nadat zij tijdens ‘schoonmaakacties’ zijn opgepakt. Opvang en voogdij De zorg voor kinderen wordt in Sudan over het algemeen beschouwd als een taak voor de familie en niet voor de overheid. Minderjarigen die niet langer opvang hebben bij hun ouders, worden door de familie opgevangen, dat wil zeggen de familie in brede zin (extended family) van vaders- of moederskant. Mocht er geen familie zijn, dan zal iemand van dezelfde stam, die bevriend was met de familie van de minderjarige, voor opvang zorgen. Toch komt het voor dat wezen geen opvang krijgen, of dat pasgeborenen te vondeling worden gelegd. Er zijn in Sudan in totaal vijf overheidsweeshuizen voor kinderen van 0 – 4 jaar, waarvan zich een drietal in Khartoum bevindt. De capaciteit van het grootste weeshuis, Mygoma, is 160 kinderen. In december 2011 bevonden zich 260 kinderen in Mygoma. Daarnaast zijn er een tweetal overheidsjeugdhuizen in Khartoum State voor door familie verlaten kinderen in de leeftijd van 4 tot 18 jaar. Ook voor straatkinderen zijn er een drietal overheidsopvanghuizen (Tybah, Rashad en Bashair). Tenslotte is er in Sudan een onbekend aantal particuliere instellingen voor de opvang van (wees)kinderen. De capaciteit en kwaliteit van instellingen voor (wees)kinderen is in Sudan ontoereikend. Huisvesting en voeding zijn slecht. Medische en andere voorzieningen ontbreken veelal. In de tehuizen wordt vrijwel geen onderwijs gegeven. Soms worden uitsluitend koranlessen gegeven. Het komt voor dat kinderen in tehuizen worden verwaarloosd of mishandeld. De leefomstandigheden van kinderen in 352
353 354 355
UNGA, HRC, Update on the report of the independent expert on the situation of human rights in the Sudan, Mohammed Chande Othman. Status of the compilation of recommendations of the Group of Experts for the government of the Sudan with regard to the implementation of Human Rights Council resolution 4/8, pursuant to Council resolutions 6/34, 6/35, 7/67 and 11/10., A/HRC/15/57, 02.09.2010. Ook hebben rechters de bevoegdheid om ad hoc een jeugdrechtbank in te stellen. US DoS, Country Report on Human Rights Practices, Sudan 2011, 24.05.2012. United Nations, General Assembly, Human Rights Council, Summary prepared by the Office of the High Commissioner for Human Rights in accordance with paragraph 15 (c) of the annex to the Human Rights Council Resolution 5/1, A/HRC/WG.6/11/SDN/3, 25 februari 2011; ACJPS, Sudan Human Rights Monitor, June – July 2011. Pagina 65 van 94
opvanghuizen zijn slechter dan de leefomstandigheden van kinderen buiten de tehuizen.356 Er zijn geen overheidsinstellingen belast met de opvang van uit het buitenland teruggekeerde alleenstaande minderjarigen. In Sudan zijn geen lokale of internationale Ngo’s actief die een rol spelen in de hereniging van uit het buitenland teruggekeerde minderjarigen met hun familie. Kindsoldaten De Child Act van december 2009 verbiedt expliciet het rekruteren van kinderen. In de conflictgebieden in Sudan worden vrijwel alle strijdende partijen geassocieerd met kindsoldaten. Onder de kindsoldaten bevinden zich kinderen die vrijwillig zijn toegetreden en kinderen die onder dwang zijn gerekruteerd. Met name rebellengroepen en milities worden geassocieerd met gedwongen rekrutering, soms door middel van ontvoering. In de verslagperiode hebben verschillende rebellengroepen deelgenomen aan demobilisatiecampagnes.357 Herrekrutering van gedemobiliseerde kindsoldaten blijft echter een probleem.358
3.4.4
Homoseksuelen
Op grond van artikel 148 van het wetboek van Strafrecht van 1991 is seks tussen mensen van gelijk geslacht strafbaar. De volgende strafmaat is voorgeschreven: 100 zweepslagen en mogelijk een gevangenisstraf van maximaal 5 jaar bij de eerste veroordeling; 100 zweepslagen en een gevangenisstraf van maximaal 5 jaar bij de tweede veroordeling; de doodstraf of levenslange gevangenisstraf bij de derde veroordeling. Homoseksuele geaardheid op zichzelf vormt geen delict. Strafvervolging kan worden ingezet indien is aangetoond dat iemand seks heeft gehad met iemand van gelijk geslacht. Het is niet mogelijk aan te geven op welke manier dit voor de rechtbank kan worden bewezen, aangezien de rechtspraktijk omtrent homoseksualiteit niet bekend is. In de Sudanese cultuur wordt homoseksuele geaardheid gezien als een schande of een ziekte. Maatschappelijke discriminatie van homoseksuelen is wijdverbreid. Ook is sprake van verbaal en fysiek geweld tegen homoseksuelen.359 Ingeval van maatschappelijk discriminatie en/of geweld kan hiertegen geen bescherming worden ingeroepen van de autoriteiten. Homoseksuelen lopen, indien hun geaardheid openlijk bekend is, een aanzienlijk risico op een oneerlijke rechtsgang en slechte behandeling.360 Volgens berichten grijpt de politie geregeld in bij homo-
356
357
358
359 360
UN CRC, Consideration of reports submitted by States parties under article 44 of the Convention, CRC/C/SDN/CO/3-4, 22 oktober 2010. OCHA, Sudan: Weekly Humanitarian Bulletins; US Department of State, Trafficking in Persons Report 2011, 27 juni 2011; UNGA SC, Children and armed conflict. Report of the Secretary-General on children and armed conflict in Sudan, S/2011/413, 5 juli 2011; UNSC, Reports of the Secretary-General on the deployment of the African Union-United Nations Hybrid Operation in Darfur. US Department of State, Trafficking in Persons Report 2011, 27 juni 2011; UNGA SC, Children and armed conflict. Report of the Secretary-General on children and armed conflict in Sudan, S/2011/413, 5 juli 2011. US DoS, Country Report on Human Rights Practices, Sudan 2011, 24.05.2012. African Centre for Justice and Peace Studies, Sudan Human Rights Monitor, juni – juli 2010.
Pagina 66 van 94
Algemeen ambtsbericht Sudan | juni 2012
bijeenkomsten waarbij homoseksuelen slachtoffer worden van arrestatie, bedreiging en mishandeling.361 Er zijn geen gevallen bekend van eerwraak in verband met homoseksualiteit. De Sudanese media besteden weinig aandacht aan homoseksualiteit. De weinige verslaggeving over het onderwerp is afwijzend en religieus gekleurd. (Internationale) mensenrechtenorganisaties rapporteren incidenteel over de positie van homoseksuelen in Sudan. Er zijn in Sudan geen maatschappelijke organisaties die de belangen van homoseksuelen behartigen.362
3.4.5
Zuid-Sudanezen
Sinds de onafhankelijkheid van Zuid-Sudan en de gewijzigde Sudanese nationaliteitswetgeving (zie §3.1.2) is de positie van zuiderlingen in Sudan sterk verslechterd. Alle zuiderlingen in Sudanese overheidsdienst zijn eind juni 2011 ontslagen.363 Ook werden de licenties van dagbladen met een (deels) Zuid-Sudanese eigenaar ingetrokken (zie §3.3.1).364 Volgens berichten heeft de Sudanese regering het bedrijfsleven en internationale organisaties opgedragen hun zuidelijke werknemers vóór 8 april 2012 te ontslaan.365 Het verlies van legale status heeft voor zuiderlingen ook negatieve gevolgen voor de mogelijkheden om juridische handelingen te verrichten, te fungeren als borgstelling, naar derde landen te reizen, etc. Daarnaast hebben zuiderlingen geen of moeizaam toegang meer tot diensten als onderwijs en gezondheidszorg en is de uitbetaling van uitkeringen, pensioenen, afkoopsommen bij gedwongen ontslag en andere vergoedingen problematisch geworden. Ook beschikken zij niet langer over eigendomsrechten. Slechts onder heel ingewikkelde voorwaarden staat Sudan buitenlands eigendom van onroerend goed toe. Dit is problematisch in geval van bezit van een huis dan wel grond en de eventuele verkoop daarvan.366 Ook zouden zuiderlingen meer het doelwit van intimidatie, bedreiging en geweld door de autoriteiten (politie en veiligheidsdiensten) en lokale gemeenschappen zijn geworden.367 UNHCR berichtte over de verwoesting van huisvesting van honderden zuiderlingen in en rond Khartoum door politie en omwonenden.368 Ook zouden zuiderlingen in Khartoum en Zuid-Darfur zijn opgepakt en op transport naar ZuidSudan zijn gezet.369 Verder waren er berichten van ronseling, ontvoering en gedwongen rekrutering door zuidelijke rebellengroepen.370
361 362 363 364 365 366 367 368 369 370
African Centre for Justice and Peace Studies, Sudan Human Rights Monitor, juni – juli 2010. US DoS, Country Report on Human Rights Practices, Sudan 2011, 24.05.2012. Sudan Tribune, Rate of return to South Sudan continues to increase, 21.08.2011. Guardian, Papers closed in north Sudan, journalists intimidated in South Sudan, 19.07.2011. Sudan Tribune, Mixed feelings in Northern Sudan for South Sudan independence, 13.07.2011. OCHA, Sudan: Weekly Humanitarian Bulletin 12 – 18 December 2011. OCHA, Sudan: Weekly Humanitarian Bulletins. OCHA, Sudan: Weekly Humanitarian Bulletin 14 – 20 Oktober 2011. OCHA, Sudan: Weekly Humanitarian Bulletin 30 January – 5 February 2012. Sudan Tribune, South Sudan accuses Khartoum of forcibly conscripting southerners, 21.12.2011; IRIN, Sudan-South Sudan: Pressgangs ‘still operating in Khartoum’, 08.02.2012. ACJPS, Sudan Human Rights Monitor, December 2011 – January 2012. Pagina 67 van 94
4
Migratie
Sudan is partij bij het Vluchtelingenverdrag uit 1951 en het bijbehorende Protocol uit 1967. Ook is Sudan partij bij het OAE Verdrag betreffende de Specifieke Aspecten van Vluchtelingenproblemen in Afrika uit 1969. Sudan is geen partij bij het Verdrag met betrekking tot de Status van Stateloze Personen uit 1954 en het Verdrag inzake de Vermindering van Stateloosheid uit 1961. Ook is Sudan geen partij bij het OAE Verdrag voor de Bescherming en Assistentie van Ontheemden in Afrika (het ‘Kampala’ Verdrag).371
4.1
Binnenlandse ontheemden Het aantal binnenlandse ontheemden in Sudan bedroeg in de verslagperiode naar schatting ruim 4 miljoen. In Darfur zijn naar schatting 1,9 tot 2,7 miljoen personen langdurig ontheemd. In Oost-Sudan zijn naar schatting 150.000 personen langdurig ontheemd.372 In de verslagperiode zijn er in de Drie Gebieden enkele honderdduizenden nieuwe ontheemden bijgekomen (zie §2.3.1). In Khartoum bevonden zich naar schatting meer dan een miljoen ontheemden, grotendeels afkomstig uit Zuid-Sudan. De gebrekkige levensomstandigheden in Zuid-Sudan, met nauwelijks infrastructuur, onderwijs, werkgelegenheid en gezondheidszorg, weerhielden veel zuiderlingen er lange tijd van om terug te keren.373 Sinds oktober 2010 is de stroom terugkeerders echter sterk toegenomen. Het aantal zuiderlingen dat nog in Sudan verblijft, wordt geschat op 500.000 tot 700.000.374 Na de onafhankelijkheid van Zuid-Sudan op 9 juli 2011 moeten in Sudan verblijvende ontheemde zuiderlingen formeel niet meer als binnenlandse ontheemden maar als buitenlandse vluchtelingen worden beschouwd. Volgens verschillende bronnen waren ontheemden afkomstig uit Zuid-Sudan in en rond Khartoum al langer geregeld het doelwit van de autoriteiten (waaronder arrestatie, detentie en strafvervolging) vanwege onder meer het overtreden van voorschriften op het gebied van de openbare orde (zie ook §3.3.5).375 Sinds de onafhankelijkheid van Zuid-Sudan en de gewijzigde Sudanese nationaliteitswetgeving (zie §3.1.2) is de positie van zuiderlingen in Sudan sterk verslechterd. Zie §3.4.5.
371 372
373
374 375
UNHCR, Submission by the UNHCR for the OHCHR Compilation Report UPR Sudan, november 2010. NRC/IDMC, Sudan: Durable solutions elusive as southern IDP’s return and Darfur remains tense. A profile of the internal displacement situation, 23 december 2010; UNHCR, Submission by the UNHCR for the OHCHR Compilation Report UPR Sudan, november 2010; UNHCR, Statement of Vincent Cochetel, Representative to the United States and the Caribbean UNHCR, regarding refugees and IDP’s in and from Sudan before the Tom Lantos Human Rights Commission, 30 september 2010; US DoS, Country Report on Human Rights Practices, Sudan 2011, 24.05.2012. NRC/IDMC, Sudan: Rising inter-tribal violence in the south and renewed clashes in Darfur cause new waves of displacement. A profile of the internal displacement situation, 28 mei 2010; ACJPS, Sudan Human Rights Monitor, oktober – november 2010; US DoS, Country Report on Human Rights Practices, Sudan 2010, 08.04.2011; Refugees International, Field Report. Sudan: Overcoming Obstacles to Peace, 16 maart 2011; Sudan Tribune, Rate of return to South Sudan continues to increase, 21.08.2011. OCHA, Sudan: Weekly Humanitarian Bulletins. US DoS, Country Report on Human Rights Practices, Sudan 2010, 08.04.2011; Refugees International, Field Report. Sudan: Overcoming Obstacles to Peace, 16 maart 2011; ACJPS, Sudan Human Rights Monitor.
Pagina 68 van 94
Algemeen ambtsbericht Sudan | juni 2012
Terugkeer naar Zuid-Sudan In de aanloop naar het referendum van maart 2011 kreeg het terugkeerproces een nieuwe stimulans. Sinds oktober 2010 zijn al meer dan 383.000 zuiderlingen teruggekeerd naar Zuid-Sudan.376 Volgens de autoriteiten in Zuid-Sudan keren de meeste zuiderlingen terug vanwege toenemende baanonzekerheid en zorgen over hun legale status in Sudan.377 In november 2011 is de Sudanese Government Commission on Voluntary and Humanitarian Works (CVHW) in samenwerking met UNHCR begonnen met de registratie van zuiderlingen in Sudan die terug willen keren naar Zuid-Sudan. Aan het einde van de verslagperiode hadden ongeveer 127.000 zuiderlingen zich geregistreerd.378 De terugkeerders maken deels gebruik van door de overheid georganiseerde programma’s en keren deels op eigen gelegenheid terug.379 De meeste terugkeerders worden opgevangen in de grensstaten Unity, Upper Nile en NoordBahr el Ghazal.380 In Zuid-Sudan coördineert op nationaal niveau een Return Task Force de activiteiten op het gebied van terugkeer. Daarnaast opereert in elke ZuidSudanese deelstaat een Return Committee onder leiding van de Southern Sudan Relief and Rehabilitation Commission (SSRRC). Naast IOM en VN (waaronder UNHCR en WFP) ondersteunen ook internationale Ngo’s met verschillende programma’s het terugkeerproces.381 Naast korte termijn programma’s worden ook programma’s opgezet gericht op duurzame re-integratie van terugkeerders. Terugkeerders kunnen aanspraak maken op een voedsel- en re-integratiepakket.382 Terugkeer gaat niet altijd zonder problemen. De bereikbaarheid van de oorspronkelijke leefgebieden wordt soms beperkt door slechte infrastructuur, mijnen en uitbarstingen van geweld. Bovendien zijn op veel plaatsen in Zuid-Sudan nauwelijks of geen basisvoorzieningen aanwezig. Terugkeerders hebben soms taalproblemen, missen veelal agrarische kennis en ondervinden problemen bij het (her)krijgen van eigen land. Ontheemden kiezen dan ook vaak voor terugkeer naar een ander gebied, waaronder stedelijke gebieden.383 Terugkerende zuiderlingen kunnen bij terugkeer problemen ondervinden van gewapende groepen (Misserya).384 Veel terugkeerders verblijven langere tijd in transitcentra in Sudan (Kosti) en/of Zuid-Sudan (Renk) vanwege geldgebrek of het ontbreken van verdere transportmogelijkheden.385 Deze transitcentra zijn veelal niet voorbereid op grote groepen vluchtelingen. Er is gebrek aan basisvoorzieningen en veel terugkeerders 376 377 378
379 380
381
382 383
384
385
OCHA, Sudan: Weekly Humanitarian Bulletins. AFP, Slow resettlement staals South Sudanese dreams, 28.11.2011. Refugees International, Field Report. South Sudan Nationality: Commitment Now Avoids Conflict Later, 25.05.2012. OCHA, Sudan: Weekly Humanitarian Bulletins. UNSC, Report of the Secretary-General on South Sudan, S/2011/678, 02.11.2011; OCHA, Sudan: Weekly Humanitarian Bulletin 21 - 27 October 2011. UNSC, Report of the Secretary-General on South Sudan, S/2011/678, 02.11.2011; OCHA, Sudan: Weekly Humanitarian Bulletins. Reuters, South Sudanese find their way home slow going, 28.09.2011; Sudan Tribune, Limited funds, time hindering north-south repatriation: IOM, 13.10.2011. UNHCR, Sudanese head south with their belongings and a fierce sense of hope, 19.01.2012. NRC/IDMC, Sudan: Rising inter-tribal violence in the south and renewed clashes in Darfur cause new waves of displacement. A profile of the internal displacement situation, 28 mei 2010; NRC/IDMC, Southern Sudan: Overcoming obstacles to durable solutions now – building stability for the future, augustus 2010; IRIN, ‘Sudan: Culture shock for many southern returnees’, 02.12.2010; Reuters, ‘South Sudan needs more aid for returnees relief groups’, 05.01.2011; UNSC, Report of the Secretary-General on South Sudan, S/2011/678, 02.11.2011. Het kan hier gaan om aanvallen of aanhoudingen waarbij ‘passeergeld’ moet worden betaald. BBC News, South Sudan returnee train attacked in South Kordofan, 27.06.2011. OCHA, Sudan: Weekly Humanitarian Bulletin, 20 – 26 Febuary 2012. Sudan ging begin mei 2012 akkoord met het voorstel van IOM om via een luchtbrug 12.000 tot 15.000 in Kosti gestrande zuiderlingen naar Zuid-Sudan te repatriëren. OCHA, Sudan: Weekly Humanitarian Bulletins. Pagina 69 van 94
kampen met gezondheidsproblemen. Ook in Khartoum wachten velen soms maandenlang op transportmogelijkheden naar het zuiden.386 Er zijn berichten dat sommige zuiderlingen na terugkeer in Zuid-Sudan opnieuw richting Sudan vertrekken. Volgens een bron zou 12% van de zuiderlingen na terugkeer in ZuidSudan opnieuw naar Sudan gaan, vanwege aanpassingsproblemen, beperkte vooruitzichten en onveiligheid in delen van Zuid-Sudan.387 Op 12 februari 2012 tekenden de regeringen van Sudan en Zuid-Sudan een MoU inzake de terugkeer van zuiderlingen in Sudan naar Zuid-Sudan. Het MoU was geldig tot 8 april 2012 en omvatte afspraken over vrijwilligheid, bescherming, registratie, terugkeerroutes, etc. Op basis van dit MoU zou een integraal plan worden opgesteld om de terugkeer van zuiderlingen naar Zuid-Sudan te faciliteren.388 De toegenomen spanningen tussen Sudan en Zuid-Sudan hebben de uitvoering van het MoU echter opgeschort. Darfur In 2011 heeft geweld tot nieuwe ontheemding geleid in Darfur. In 2011 raakten minstens 70.000 personen ontheemd in Darfur, voornamelijk in Noord- en ZuidDarfur, als gevolg van voortdurende gevechten tussen leger en rebellen.389 De beperkingen die humanitaire organisaties ondervonden, hadden een negatief effect op de hulpverlening aan ontheemden (zie §2.2.2). Extreme armoede blijft kenmerkend voor de ontheemden in Darfur.390 De situatie met betrekking tot de veiligheidssituatie in ontheemdenkampen is beschreven in §2.3.2. In de ontheemdenkampen in Darfur zijn geregeld geweldsincidenten als gevolg van etnische en politieke spanningen. Verschillende ontheemdenkampen worden door de Sudanese regering beschouwd als broeinest van de rebellenbewegingen. De afgelopen jaren heeft de Sudanese regering verschillende ontheemdenkampen gesloten en ontheemden geherhuisvest dan wel gestimuleerd naar hun oorspronkelijke woongebied terug te keren. Daarbij zouden ontheemden soms onder druk zijn gezet om terug te keren naar onveilige gebieden.391 In de verslagperiode waren er berichten van terugkeer van ontheemden. In 2011 zijn in totaal 109.000 ontheemden vrijwillig teruggekeerd naar hun oorspronkelijk woongebied in Darfur.392 Voorgaande jaren betrof de terugkeer veelal tijdelijke terugkeer van ontheemden om land te bewerken (seizoensgebonden). Het overgrote deel van de ontheemden verblijft relatief dicht bij hun oorspronkelijke land en kan binnen een paar dagen heen en weer reizen. In 2011 had de terugkeer een meer permanent karakter. Het merendeel van de terugkeer vond plaats naar delen van West-Darfur als gevolg van de verbeterde veiligheidssituatie.393 Van grootschalige
386
387 388 389
390
391
392 393
Sudan Tribune, Limited funds, time hindering north-south repatriation: IOM, 13.10.2011; Reuters, South Sudanese find their way home slow going, 28.09.2011; Sudan Tribune, Over 20.000 returnees stranded at South Sudan border, 06.09.2011; IRIN, Uncertainty, fear among Southerners in the North, 09.06.2011; Reuters, South Sudanese find their way home slow going, 28.09.2011; Sudan Tribune, Limited funds, time hindering north-south repatriation: IOM, 13.10.2011; OCHA, Sudan: Weekly Humanitarian Bulletins. IRIN, Sudan-South Sudan: Returnees left in limbo, 05.12.2011. OCHA, Sudan: Weekly Humanitarian Bulletin, 6 – 12 February 2012. UNSC, Report of the Secretary-General on the African Union-United Nations Hybrid Operation in Darfur (UNAMID), S/2011/814, 30.12.2011. UN, Sudan entering crucial period less than three months before impeding referendum, Under-SecretaryGeneral says in briefing to Security Council, UNSC/10069, 25.10.2010. UNGA, HRC, Report of the independent expert on the situation of human rights in the Sudan, Mohammed Chande Othman, S/HRC/14/41, 26 mei 2010; IWPR, International Failures Prolong Darfur’s Misery, November 2010 – April 2011. OCHA, Sudan: Weekly Humanitarian Bulletins. UNSC, Report of the Secretary-General on the African Union-United Nations Hybrid Operation in Darfur (UNAMID), S/2011/814, 30.12.2011.
Pagina 70 van 94
Algemeen ambtsbericht Sudan | juni 2012
terugkeer is echter nog geen sprake. Naast de veiligheidssituatie vormen factoren als landbezetting door andere bevolkingsgroepen en een gebrek aan basisvoorzieningen obstakels voor ontheemden om terug te keren naar andere delen van Darfur.394 In oktober 2009 werd door de Sudanese regering en internationale organisaties het Joint Verification Mechanism for Returns (JVM) opgezet om er op toe te zien dat de terugkeer op vrijwillige basis plaatsvindt en de terugkeergebieden voldoende zijn voorzien van basisvoorzieningen om terugkeerders te kunnen huisvesten.395 In het kader van het Doha Document for Peace in Darfur (DPDD) zijn in juli 2011 eveneens afspraken gemaakt over vrijwillige terugkeer en compensatie van ontheemden en de rol van de Sudanese overheid in deze. De vraag is in hoeverre deze afspraken ook daadwerkelijk worden geïmplementeerd.396 Ontheemden die Darfur hebben verlaten bevinden zich voornamelijk in Khartoum. Darfurezen verblijven in Khartoum onder slechte omstandigheden: grote werkeloosheid, slechte huisvesting, discriminatie, etc. Er zou qua leefomstandigheden niet veel verschil zijn tussen Arabische en niet-Arabische Darfurezen. Darfurezen die voor internationale organisaties werken zouden door de Sudanese autoriteiten extra in de gaten worden gehouden en Darfurezen die politiek actief zijn zouden ook extra risico lopen op arrestatie en willekeurige detentie. Volgens bronnen worden in Khartoum vooral niet-Arabische Darfurezen het slachtoffer van arrestatie en willekeurige detentie. Indien men zich als Darfurees low profile houdt, dan zou men weinig kans hebben problemen te krijgen.
4.2
Sudanese vluchtelingen in de regio In de omringende landen van Sudan bevindt zich een groot aantal Sudanese vluchtelingen. De grootste aantallen Sudanese vluchtelingen bevinden zich in Tsjaad (280.000), Zuid-Sudan (115.000) en Ethiopië (54.000). In Tsjaad heeft UNHCR twaalf kampen ingericht waar vluchtelingen uit Darfur en de Centraal Afrikaanse Republiek verblijven. Hoewel UNHCR de humanitaire situatie in de kampen als acceptabel beschouwt, blijft de situatie kwetsbaar.397 De afgelopen jaren is de veiligheidssituatie in de kampen verbeterd mede als gevolg van de afspraken tussen Tsjaad en Sudan over grensbewaking (zie §2.2.4). Zo waren er vrijwel geen berichten meer van rekrutering van kindsoldaten door gewapende groepen. Wel bleven er berichten van (seksueel) geweld tegen vrouwen.398 Sinds medio 2011 zijn er gesprekken gaande tussen de Sudanese regering, de Tsjadische regering en UNHCR over een te sluiten overeenkomst inzake de vrijwillige 394
395
396 397
398
UNHCR, Global Report 2009 – Sudan; UNGA, HRC, Report of the independent expert on the situation of human rights in the Sudan, Mohammed Chande Othman, S/HRC/14/41, 26 mei 2010. UNGA, HRC, Report of the independent expert on the situation of human rights in the Sudan, Mohammed Chande Othman, S/HRC/14/41, 26 mei 2010. Sudan Tribune, Doha deal depends on closure of IDP camps in Darfur – Sissi, 06.12.2011. UNHCR, Chad – Country Operations Profile, http://www.unhcr.org/cgibin/texis/vtx/page?page=49e45c226, laatst geraadpleegd op 24.10.2011. UNSC, Report of the Secretary-General on the United Nations Mission in the Central African Republic and Chad, S/2010/611, 01.12.2010; UNSC, Report of the Secretary-General on children and armed conflict in Chad, S/2011/64 d.d. 9 februari 2011. Amnesty International, A Compromised future. Children recruited by armed forces and groups in eastern Chad, februari 2011. Radio Dabanga, Nineteen female refugees from Darfur raped in Eastern Chad, 07.06.2011. Pagina 71 van 94
terugkeer van Sudanese vluchtelingen van vluchtelingenkampen in Oost-Tsjaad naar Darfur.399 De Darfurese ontheemden- en vluchtelingengemeenschap staat hier kritisch tegenover vanwege de precaire humanitaire- en veiligheidssituatie in Darfur.400 Darfurese vluchtelingen hebben aangegeven slechts onder bepaalde voorwaarden terug te willen keren naar Darfur.401 In 2011 zijn ongeveer 31.000 vluchtelingen vanuit Oost-Tsjaad vrijwillig teruggekeerd naar hun oorspronkelijk woongebied in Darfur. Het merendeel van de terugkeer vond plaats naar delen van West-Darfur als gevolg van de verbeterde veiligheidssituatie.402 In Zuid-Sudan bevinden zich ruim 115.000 Sudanese vluchtelingen die het recente geweld in Zuid-Kordofan en Blue Nile zijn ontvlucht. In Unity bevinden zich ruim 35.000 Sudanese vluchtelingen. Het betreft hier voornamelijk Nuba die het geweld in Zuid-Kordofan zijn ontvlucht. Het merendeel verblijft in het vluchtelingenkamp Yida. In Upper Nile bevinden zich ruim 80.000 Sudanese vluchtelingen die het geweld in Blue Nile zijn ontvlucht. Zij bevinden zich grotendeels in Maban county.403 Vanwege de gevechten in Abyei zijn ongeveer 115.000 mensen naar Agok (Abeyei/Sudan) en naar Zuid-Sudan gevlucht. Er is een voorzichtige terugkeer vanuit Zuid-Sudan naar Abyei.404 In Ethiopië verblijven ruim 54.000 Sudanese vluchtelingen. Ruim 22.000 Sudanese vluchtelingen uit Oost-Sudan verblijven al jaren in een kamp in Ethiopië (Fugnido). Ongeveer 32.000 Sudanese vluchtelingen zijn het recente geweld in Blue Nile ontvlucht en verblijven in een tweetal vluchtelingenkampen in Ethiopië (Tongo en Sherkole). Daarnaast verblijven naar schatting 10.000 tot 15.000 Sudanese vluchtelingen bij lokale gastgemeenschappen in het grensgebied.405 In het algemeen kan worden gesteld dat personen die door het regime als een bedreiging worden beschouwd, bij terugkeer het risico lopen slachtoffer te worden van mensenrechtenschendingen, waaronder detentie en marteling. Hierbij kan gedacht worden aan mensenrechtenactivisten en andere activisten die zich kritisch hebben geprofileerd. Ook personen afkomstig uit Darfur, Zuid-Kordofan en Blue Nile lopen meer risico. Met name Darfurezen van niet-Arabische afkomst (Zaghawa en Fur), Nuba en Angasana kunnen verdacht worden van steun aan rebellengroeperingen.
4.3
Vluchtelingen in Sudan In Sudan bevinden zich meer dan 150.000 vluchtelingen, afkomstig uit Eritrea, Tsjaad, Ethiopië, Somalië, de Central African Republic (CAR) en de Democratic Republic Congo (DRC).406 Vluchtelingen uit Eritrea en Ethiopië, en in toenemende mate ook uit Somalië, bevinden zich voornamelijk in 12 vluchtelingenkampen in Oost-Sudan, waar zij 399 400 401
402
403 404 405 406
Radio Dabanga, UNHCR confirms no refugees have returned to Darfur from Chad, 02.04.2012. Sudan Tribune, Darfur IDP’s say concerned by Sudan-Chad deal to return refugees, 29.07.2011. Deze voorwaarden betreffen onder meer zaken als veiligheid, compensatie en basisvoorzieningen. Radio Dabanga, Darfuri refugees in Chad make demands, 10.11.2011. OCHA, Sudan: Weekly Humanitarian Bulletins.UNSC, Report of the Secretary-General on the African Union United Nations Hybrid Operation in Darfur (UNAMID), S/2011/814, 30.12.2011. OCHA, Sudan: Weekly Humanitarian Bulletins. UNSC, Report of the Secretary-General on the situation in Abyei, S/2012/175, 23.03.2012. UNHCR, Ethiopia – Monthly Refugee Updates; OCHA, Sudan: Weekly Humanitarian Bulletins. UN, Sudan: UN and Partners Work Plan 2012; OCHA, Sudan: 2012 Humanitarian Snapshot d.d. 18.01.2012.
Pagina 72 van 94
Algemeen ambtsbericht Sudan | juni 2012
(beperkte) humanitaire hulp van internationale organisaties ontvangen. In deze kampen bevinden zich ongeveer 66.000 vluchtelingen. Daarnaast verblijven in OostSudan enkele tienduizenden vluchtelingen bij lokale gemeenschappen. Maandelijks arriveren in Oost-Sudan ongeveer 2.000 nieuwe vluchtelingen, waarvan het merendeel verder migreert naar stedelijke gebieden binnen Sudan of naar Europa.407 Geregeld worden vluchtelingen bij pogingen om verder te migreren aan de grens door de Sudanese autoriteiten opgepakt.408 In Darfur bevinden zich ongeveer 42.000 vluchtelingen, voornamelijk afkomstig uit Tsjaad. Het merendeel van deze vluchtelingen verblijft bij familie dan wel bij etnisch verwante gemeenschappen in het grensgebied met Tsjaad. Een klein deel van de vluchtelingen verblijft in kampen. In Khartoum bevinden zich ruim 24.000 vluchtelingen, waarvan het merendeel afkomstig is uit de DRC, de CAR, Eritrea, Ethiopië en Somalië. Vluchtelingen, asielzoekers en ongedocumenteerden in Khartoum lopen het risico slachtoffer te worden van willekeurige arrestaties, detenties en refoulement door de Sudanese autoriteiten.409 UNHCR is vooral bezorgd over het groeiend aantal deportaties door Sudan van Eritrese vluchtelingen.410 Zo zouden de Sudanese autoriteiten medio oktober 2011 een groep van 300 Eritrese vluchtelingen naar Eritrea hebben gedeporteerd vanwege illegale grensoverschrijding en illegaal verblijf in Sudan. Volgens UNHCR was deze deportatie in strijd met de afspraak tussen UNHCR en de Sudanese autoriteiten om deze groep eerst naar Khartoum te brengen voor screening ten einde geregistreerde vluchtelingen te identificeren en vluchtelingen de mogelijkheid te bieden asiel aan te vragen.411 Ook lopen vluchtelingen, met name in Oost-Sudan, in toenemende mate het risico slachtoffer te worden van mensensmokkel en ontvoering.412
4.4
Activiteiten van internationale organisaties In het gehele land zijn internationale organisaties actief. Zij voeren humanitaire hulpoperaties uit en werken aan wederopbouw. In Darfur zijn buiten de hoofdsteden (El Fasher, Nyala en El Geneina) sinds de uitzetting van internationale hulporganisaties in maart 2009 slechts op beperkte schaal internationale hulporganisaties actief. Zowel IOM als UNHCR biedt ondersteuning bij vrijwillige terugkeer van vluchtelingen en ontheemden naar Zuid-Sudan. Voorts houden beide organisaties toezicht op de bewegingen van ontheemden in Darfur. IOM heeft het mandaat toe te zien op terugkeer en hervestiging van ontheemden in Noord- en
407 408 409
410 411
412
UN, Sudan: UN and Partners Work Plan 2012. Sudan Tribune, Eritrean refugees en route to Egypt arrested in Sudan, 12.09.2011. HRW, Egypt: Don’t deport Darfur refugees to face persecution, 09.04.2010; UNHCR, Statement of Vincent Cochetel, Representative to the United States and the Caribbean UNHCR, regarding refugees and IDP’s in and from Sudan before the Tom Lantos Human Rights Commission, 30 september 2010; US DoS, Country Report on Human Rights Practices, Sudan 2010, 08.04.2011; Schweizerische Fluchtlingshilfe, Eritrea: Familiennachzug uber den Sudan in die Schweiz. Auskunft der SFH-Landeranalyse, 16.06.2011; UN, Sudan: UN and Partners Work Plan 2012. UNHCR, UNHCR deeply concerned by deportation of Eritreans from Sudan, 26.07.2011. UNHCR, UNHCR dismay at new deportation of Eritreans by Sudan, 18.10.2011; Human Rights Watch, Sudan: End mass summary deportations of Eritreans, 25.10.2011. UN, Sudan: UN and Partners Work Plan 2012; De Telegraaf, Vluchtelingen Eritrea doelwit van handelaren, 14.01.2012. Pagina 73 van 94
Zuid-Darfur.413 UNHCR heeft in West-Darfur een mandaat voor vluchtelingen maar is sinds 2008 vanwege het leiderschap van het Protection Cluster in Darfur ook betrokken bij de ontheemdenproblematiek. Het clusterleiderschap Protectie houdt in dat UNHCR alle activiteiten van internationale organisaties op het gebied van bescherming coördineert.414 UNHCR is actief in vluchtelingen- en ontheemdenkampen in Sudan (Darfur, Oost-Sudan en Khartoum) en in omliggende landen.415
4.5
Positie UNHCR In 2006 heeft UNHCR een position paper betreffende Sudanese asielzoekers uit Darfur uitgebracht. Hierin verklaart UNHCR dat bepaalde categorieën Sudanezen bij gedwongen terugkeer risico lopen. Expliciet noemt UNHCR de categorie jonge mannen in de dienstplichtige leeftijd die bij terugkeer standaard vastgezet en ondervraagd zullen worden. Met betrekking tot asielzoekers afkomstig uit Darfur is UNHCR van mening dat voor hen in Sudan geen binnenlands vestigingsalternatief bestaat. Sudanezen van niet-Arabische Darfurese achtergrond lopen bij terugkeer een verhoogd risico op onderzoek door de veiligheidsdiensten. Deze categorie dient internationale bescherming te krijgen en mag niet gedwongen worden terug te keren naar Sudan zolang de veiligheidssituatie in Darfur niet aanzienlijk is verbeterd, aldus UNHCR.416 UNHCR heeft nog geen nieuw standpunt geformuleerd. Onderzoek naar eligibility guidelines for Sudanese asylum-seekers werd in 2010 opgeschort in verband met het referendum en de komende afscheiding van Zuid-Sudan.
413 414
415
416
http://www.iom.int/jahia/Jahia/pid/383, laatst geraadpleegd op 24.10.2011. UNHCR, Sudan - Global Appeal 2011, http://www.unhcr.org/4cd95ed49.html, laatst geraadpleegd op 24.10.2011. UNHCR, Sudan – Country Operations Profile, http://www.unhcr.org/cgibin/texis/vtx/page?page=49e483b76, laatst geraadpleegd op 24.10.2011. UNHCR, UNHCR’s position on Sudanese asylum-seekers from Darfur, februari 2006.
Pagina 74 van 94
Algemeen ambtsbericht Sudan | juni 2012
5
Bijlage(n)
5.1
Kaarten van Sudan
Pagina 75 van 94
Pagina 76 van 94
Algemeen ambtsbericht Sudan | juni 2012
Pagina 77 van 94
5.2
Literatuurlijst Africa Confidential, Sudan/South Sudan: All or Nothing, 27.04.2012; -- Sudan/United Nations: UN clash over Beijing bullets claim, 13.04.2012; -- Sudan: Opposition on the March, 21.10.2011; -- South Sudan/Sudan: Implausible denials, 18.11.2011. African Centre for Justice and Peace Studies, Update on Human Rights Violations in Blue Nile and South Kordofan, januari 2012; -- Report on Pre-Trial Justice in Sudan, januari 2012; --Sudan Steps Backward: National Security Intensifies Violations of Freedom of Expression in 2011, januari 2012; --Government Campaign to Silence Activists and Quash Demonstrations in Sudan, oktober 2011; -- Update on Violations committed in Blue Nile and Dalang, South Kordofan; -- Continuing Violations of Human Rights in South Kordofan and Blue Nile States: 24 August – 8 September 2011; -- On the Brink Again: Conflict and Ethnic Cleansing in South Kordofan, juli 2011; -- Silencing the New front: the Emergence of Widespread Torture against the Youth Movement, april 2011; -- Sudan Human Rights Monitor. Amnesty International, Silencing dissent. Restrictions on freedom of opinion and expression persist in Sudan, AFR 54/013/2012, april 2012; --Sudan: No end to violence in Darfur. Arms supplies continue despite ongoing human rights violations, AFR 54/007/2012, februari 2012; --Sudan – South Sudan, Destruction and Desolation in Abyei, AFR 54/04/2011, december 2011; --A comprised future. Children recruited by armed forces and groups in Chad, AFR/20/001/2011, februari 2011; -- Bringing power to justice. Absence of immunity for Heads of State before the International Criminal Court, IOR 53/017/2010, december 2010; -- The chains remain. Restrictions on Freedom of Expression in Sudan, AFR 54/028/2010, september 2010; -- Agents of Fear. The National Security Service in Sudan, AFR 54/010/2010, juli 2010; -- Annual Reports - Sudan; -- Public Statements; -- Urgent Actions. The Carter Center, Carter Center reports widespread irregularities in Sudan’s vote tabulation and strongly urges steps to increase transparency, 10.05.2010; -- Preliminary statement, 17.04.2010; -- Preliminary statement on the final stages of Sudan’s electoral process, 17.03.2010. The Centre for International Governance Innovation, SSR Issue Papers. Committee to Protect Journalists, Attacks on the Press – Sudan.
Pagina 78 van 94
Algemeen ambtsbericht Sudan | juni 2012
Congressional Research Service, The Republic of South Sudan: Opportunities and Challenges for Africa’s Newest Country, 01.07.2011; -- Sudan: The crisis in Darfur and Status of the North-South Peace Agreement, 08.04.2011. Economist Intelligence Unit, Country Reports Sudan. Enough Project, Negotiations between the Two Sudans, December 2011; --Beyond the Pledge: International Engagement After Sudan’s Comprehensive Peace Agreement, 01.07.2011. European Union Election Observation Mission (EOM), Sudan. Final report. Southern Sudan referendum 9 – 15 January 2011. Federation International des ligues des Droits de l’Homme (FIDH), Observatory for the protection of human rights defender, Annual Reports; -- Urgent Appeals. Freedom House, Freedom of the Press – Sudan; -- The worst of the worst – Sudan; -- Freedom in the world – Sudan. Human Rights Watch (HRW), Sudan: Southern Kordofan Civilians Tell of Air Strike Horror, 30.08.2011 (samen met Amnesty International); -- Darfur in the Shadows. The Sudanese Government’s Ongoing Attacks on Civilians and Human Rights, juni 2011; -- World Reports. Institute for Security Studies, Situation Reports. Intergovernmental Authority on Development (IGAD), Election Observer Mission to the Sudan – Interim statement, 19.04.2010. Internal Displacement Monitoring Centre (IDMC), Internal Displacement: Global Overview of Trends and Developments in 2010 – Sudan, 23 maart 2011. Interim National Constitution of the Republic of the Sudan 2005. International Crisis Group, Conflict Risk Alert: Stopping the spread of Sudan’s new civil war, 26.09.2011; -- Sudan: Abyei at a Dangerous Tipping Point, 08.05.2011; -- Divisions in Sudan’s ruling party and the threat to the country’s future stability, 04.05.2011; -- Defining the North-South Border, 02.09.2010. Jamestown Foundation, Khartoum Besieged?: Sudan’s Rebel Movements Unite against the Center, 24.11.2011, in Terrorism Monitor (Volume 9, Issue 43); Kamerbrieven van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Landinfo, Country of Origin Information Centre (Oslo), Female genital mutilation in Sudan and Somalia, december 2008. Pagina 79 van 94
Norwegian Refugee Council/Internal Displacement Monitoring Centre, Sudan: Durable solutions elusive as southern IDP’s return and Darfur remains tense. A profile of the internal displacement situation, 23.12.2010; OCHA, Sudan: Quarterly Humanitarian Updates, Weekly Humanitarian Bulletins and Situation Reports. Office of the High Commissioner for Human Rights, Preliminary report on violations of international human rights and humanitarian law in Southern Kordofan from 5 to 30 June 2011, augustus 2011. Pers-
en nieuwsberichten: AFP African Centre for Justice and Peace Studies All Africa.com Amnesty International Article 19 BBC News Christian Solidarity Worldwide Committee to Protect Journalists Compass Direct Federation International des ligues des Droits de l’Homme Global Insight Human Rights Watch The Independent International Committee of the Red Cross International Criminal Court Irin News Institute for War and Peace Reporting Miraya FM The New York Times Radio Dabanga Radio Free Europe/Radio Liberty Reporters Without Borders Reuters Sudan Tribune UNAMID UNHCR UNMIS UN News Service UN Radio Voice of America
Redress Trust/Sudanese Human Rights Monitor, UPR Sudan, May 2011. Implementing international human rights obligations in domestic law. Submission by the Redress Trust and the Sudanese Human Rights Monitor, november 2010. Refugees International, Field Reports. Schweizerische Fluchtlingshilfe, Eritrea: Familiennachzug uber den Sudan in die Schweiz. Auskunft der SFH-Landeranalyse, 16.06.2011. Pagina 80 van 94
Algemeen ambtsbericht Sudan | juni 2012
The Strategic Initiative for Women in the Horn of Africa (SIHA) Network, A general overview of the human rights situation of women in the Horn of Africa. The 50th Ordinary Session of the African Commission on Human and Peoples Rights. Banjul, The Gambia, October 24 – November 7, 2011. Sudan Human Security Baseline Assessment, Sudan Issue Brief. Terrorism Monitor. United Kingdom: Foreign and Commonwealth Office, Human Rights and Democracy: The Foreign & Commonwealth Office Reports – Sudan, Quaterly Updates. UNHCR, Submission by the UNHCR for the OHCHR’s Compilation Report – Universal Periodic Review: Sudan, november 2010; -- Statement of Vincent Cochetel Representative to the US and the Carribean UNHCR regarding refugees and IDP’s in and from Sudan before the Tom Lantos Human Rights Commission, 30 september 2010; -- UNHCR’s Position on Sudanese Asylum-seekers from Darfur, februari 2006; -- Global Reports; -- Country Operations Profile; -- Refugee Emergency Updates. UN, Sudan: UN and Partners Work Plan 2012. United Nations General Assembly (UN GA), Report of the independent expert on the situation of human rights in the Sudan, Mohammed Chande Othman, A/HRC/18/40 d.d. 22.08.2011; --Human Rights Council (HRC), Summary prepared by the Office of the High Commissioner for Human Rights in accordance with paragraph 15 (c) of the annex to the Human Rights Council Resolution 5/1, A/HRC/WG.6/11/SDN/3, 25 februari 2011; -- Compilation prepared by the Office of the High Commissioner for Human Rights in accordance with paragraph 15 (b) of the annex to the Human Rights Council Resolution 5/1, A/HRC/WG.6/11/SDN/2, 24 februari 2011. United Nations Mission in Sudan (UNMIS), UNMIS report on the human rights situation during the violence in Southern Kordofan Sudan, juni 2011 (concept rapport). United Nations Security Council (UN SC), Report of the Secretary-General on conflict-related sexual violence, A/66/657-S/2012/33, 13.01.2012; --Report of the Secretary-General on the situation in Abyei, S/2011/451 d.d. 26.07.2011, S/2011/603 d.d. 29.09.2011, S/2011/741 d.d. 27.11.2011, S/2012/68 d.d. 27.01.2012 en S/2012/175 d.d. 23.03.2012; --Report of the Secretary-General on South Sudan, S/2011/678 d.d. 02.11.2011 en S/2012/140 d.d. 07.03.2012. -- Report of the Secretary-General on children and armed conflict in the Sudan, S/2011/413 d.d. 05.07.2011; -- Special Report of the Secretary-General on the Sudan, S/2011/314 d.d. 17.05.2011; -- Report of the Secretary-General on the deployment of the African Union-United Pagina 81 van 94
Nations Hybrid Operation in Darfur, S/2011/244 d.d. 14.04.2011, S/2011/422 d.d. 08.07.2011, S/2011/643 d.d. 12.10.2011, S/2011/814 d.d. 30.12.2011 en S/2012/231 d.d. 17.04.2012. -- Report of the Secretary-General on the implementation of the Darfur political process, S/2011/252 d.d. 15.04.2011. United Nations Convention on the Rights of the Child (UN CRC), Consideration of reports submitted by States parties under article 44 of the Convention, CRC/C/SDN/CO/3-4 d.d. 22.10.2010. United States Commission on International Religious Freedom, Annual Reports – Sudan. United States Department of State (US DoS), International Religious Freedom Reports - Sudan; -- Trafficking in Persons Reports - Sudan; -- Country Reports on Human Rights Practices, Sudan; -- Country Reports on Terrorism – Sudan. United States Institute of Peace, Special report. Towards a New Republic of Sudan, juni 2011. UNMIS, The CPA Monitor, Monthly Reports on the Implementation of the CPA.
Pagina 82 van 94
Algemeen ambtsbericht Sudan | juni 2012
5.3
Oppositionele partijen/groeperingen/milities Beja Congress (BC) Het Beja Congress is opgericht in de jaren vijftig en vindt haar aanhang vooral in Oost-Sudan onder de Beja stam. Het Beja Congress vormde samen met de Free Lions het Eastern Front, dat vanaf de jaren ’90 een gewapende oppositie tegen de Sudanese regering voerde. In oktober 2006 ondertekende het Eastern Front en de Sudanese regering een vredesakkoord. Inmiddels is het Eastern Front uiteengevallen in het Beja Congress, de Free Lions, en de Eastern Democratic Party. In november 2011 zou het Beja Congress zich hebben aangesloten bij het Sudanese Revolutionary Front (SRF). Democratic Unionist Party (DUP) De Democratic Unionist Party is een traditioneel-islamitische partij met een grote aanhang. Van 1986 tot 1989 maakte de DUP deel uit van de regering. De partij vindt vooral steun in het oosten en noorden van Sudan. Door interne fragmentatie is de partij de laatste jaren verzwakt. In december 2011 besloot de DUP om deel te nemen aan de nieuwe Sudanese regering onder leiding van president Bashir. Tegelijkertijd zou de militaire vleugel van de DUP (Alfatah) zich hebben aangesloten bij het Sudanese Revolutionary Front (SRF). Free Lions Deze uit het noorden en noordoosten afkomstige, splintergroepering behoort tot de Rashayda stam. In 2004 ging de Free Lions een samenwerkingsverband aan met de JEM. De Free Lions vormde samen met het Beja Congress het Eastern Front en was medeondertekenaar van het in 2006 gesloten vredesakkoord tussen het Eastern Front en de Sudanese regering. Janjaweed Dit is de volksnaam voor de verschillende Arabische milities die vooral actief zijn in Darfur. Justice and Equality Movement (JEM) De Justice and Equality Movement voert al enkele jaren een gewapende strijd in Darfur tegen de Sudanese regering. Dr. Khalil Ibrahim, voormalig lid van de PCP, was tot zijn dood op 25 december 2011 leider van de JEM. Na zijn dood werd zijn broer Gibril Ibrahim verkozen tot leider. De JEM heeft een nationale agenda. De JEM wordt ervan verdacht nauwe banden te onderhouden met de oppositiepartij PCP en haar leider Al Turabi. In november 2011 sloot de JEM zich aan bij het Sudanese Revolutionary Front (SRF). Sindsdien is de JEM ook militair actief in Zuid-Kordofan. Liberation and Justice Movement (LJM) De Liberation and Justice Movement werd opgericht begin 2010 en is een samenvoeging van de zogenaamde ‘Tripoli’ groep (bestaande uit onder meer de SLA-Khamees en het Arabische United Revolutionary Force Front (URFF)) en delen van de zogenaamde ‘Addis’ groep (bestaande uit de SLA-Abdel Shafi, de SLA-Unity, het United Resistance Front (URF) en enkele commandanten van de SLA-AW). LJM voerde tot juli 2011 een gewapende strijd in Darfur tegen de Sudanese regering. In juli 2011 sloot LJM een vredesakkoord met de Sudanese regering, het Doha Document for Peace in Darfur (DDPD). Pagina 83 van 94
National Consensus Forces (NCF) De National Consensus Forces is een politiek samenwerkingsverband van een aantal oppositiepartijen. De NCF koerst op basis van een manifest waarin wordt opgeroepen tot beëindiging van de oorlog in de grensregio en een structurele politieke machtswisseling. De voorzitter van de NCF is Farouq Abu Issa. National Umma Party (NUP) De traditioneel islamitische National Umma Party regeerde Sudan van 1986 tot 1989 onder leiding van Sadiq al-Mahdi. Er zijn meerdere afsplitsingen van de NUP, waaronder de Umma Party Reform, de Federal Umma Party, en de Umma Party Collective Leadership. De NUP voert al jarenlang oppositie tegen de regering van president Bashir. De NUP besloot eind 2011 om niet deel te nemen aan de nieuwe Sudanese regering. Popular Congress Party (PCP) [ook wel PNC] Deze partij werd in 1999 opgericht door Hassan Al Turabi, de voormalige voorzitter van het Sudanese parlement die vanwege een conflict met president Bashir uit de regeringspartij werd gezet. De PCP voert oppositie tegen de Sudanese regering en vindt dat president Bashir zich moet verantwoorden voor het Internationaal Strafhof. De Sudanese regering verdenkt de PCP ervan nauwe banden te onderhouden met de gewapende rebellenbeweging JEM in Darfur. Al Turabi en andere PCP-leiders worden geregeld door de Sudanese autoriteiten opgepakt en voor korte of langere tijd gedetineerd. Sudan Liberation Movement/Army (SLM/A) De Sudan Liberation Movement/Army (SLA) is een Darfurese rebellengroepering die eind jaren ’80 is opgericht. Sinds 2003 voert de beweging een gewapende strijd tegen de Sudanese regering. In 2005 viel het SLA uiteen in twee facties, het SLA/Minni Minawi (SLA/MM) en het SLA/Abdel Wahid al Nur (SLA/AW). Het SLA/MM bestaat vooral uit leden van de etnische Zaghawa. In 2006 ondertekende het SLA/MM een vredesakkoord met de Sudanese regering, het Darfur Peace Agreement (DPA), en kreeg Minni Minawi de functie van presidentieel adviseur. In december 2010 hervatte Minni Minawi de gewapende strijd tegen de Sudanese regering omdat de Sudanese regering de afspraken van het DPA niet zou zijn nagekomen. In november 2011 sloot het SLA/MM zich aan bij het Sudanese Revolutionary Front (SRF). Het SLA/AW, dat net als de JEM weigerde het DPA te ondertekenen, kent veel aanhang onder de Fur, met name in de ontheemdenkampen. In november 2011 sloot het SLA/AW zich aan bij het Sudanese Revolutionary Front (SRF). Naast het SLA/MM en het SLA/AW is er de afgelopen jaren nog een groot aantal (kleinere) SLA-facties en afsplitsingen ontstaan. Sudan People’s Liberation Movement/Army (SPLM/A) De Sudan People’s Liberation Movement (SPLM), met als gewapende vleugel het Sudan People’s Liberation Army (SPLA), was de belangrijkste zuidelijke oppositiegroep tegen de regering tijdens de burgeroorlog tussen Noord- en ZuidSudan. In januari 2005 sloot de SPLM/A een alomvattend vredesakkoord met de Sudanese regering. Sudan People’s Liberation Movement/Noord (SPLM/Noord) Pagina 84 van 94
Algemeen ambtsbericht Sudan | juni 2012
De SPLM/Noord was tot de afscheiding van Zuid-Sudan de noordelijke vleugel van de SPLM. De SPLM/Noord heeft vooral een grote aanhang in Zuid-Kordofan en Blue Nile. Na de onafhankelijkheid van Zuid-Sudan splitste de SPLM/Noord zich in september 2011 officieel af van de SPLM. In september 2011 werd de SPLM/Noord officieel verboden door de Sudanese autoriteiten. SPLM/Noord voert sinds juni 2011 in Zuid-Kordofan en sinds september 2011 in Blue Nile een gewapende strijd tegen de Sudanese regering. In november 2011 sloot de SPLM/Noord zich aan bij het Sudanese Revolutionary Front (SRF). Sudanese Revolutionary Front (SRF) Het Sudanese Revolutionary Front is in november 2011 opgericht en staat ook wel bekend onder de naam Kauda Alliance. De kern van de SRF wordt gevormd door de SPLM/Noord, JEM, SLA/MM en SLA/AW. Ook het Beja Congress, een aan de DUP gelinkte gewapende groep onder leiding van Al-Tom Hago, fracties van de Misseriya, de Koch Revolutionary Movement (Unity State/Zuid-Sudan) en de studentenbewegingen Girifna en Sharara (Youth for Change) zouden zich bij de zouden zich aan de SRF hebben verbonden. De SRF wil met alle beschikbare politieke en militaire middelen de regering Bashir omver werpen. Malik Agar (SPLM/Noord) is de politiek leider van de SRF. Abdel Aziz Al Hilu (SPLM/Noord) is de militair leider van de SRF.
Pagina 85 van 94
5.4
Documenten Sudan In Sudan is er een algemene identificatieplicht vanaf de leeftijd van 16 jaar. Deze identificatieplicht wordt met name in steden en in gebieden waar controleposten zijn ingericht gehandhaafd. Indien men op straat gevraagd wordt zich te legitimeren kan naast het tonen van een nationale identiteitskaart, een nationaliteitscertificaat, een paspoort of een rijbewijs, ook volstaan worden met het tonen van een niet-officieel identiteitsbewijs. Ook kan een ander persoon (bijvoorbeeld een vriend of familielid) garant staan voor de identiteit van de persoon in kwestie. De Sudanese autoriteiten zijn in 2011 begonnen met een programma om alle Sudanezen te registreren (registration programme). Hiertoe reizen mobiele registratieteams door het hele land. De gegevens worden in een centrale database (civil register) vastgelegd. Elke Sudanees krijgt hierbij een national number toegekend. Inmiddels zou rond de 40% van de bevolking geregistreerd zijn. Sinds 2011 worden er nieuwe nationale identiteitskaarten afgegeven waarop onder meer het national number van betrokkene wordt vermeld. Sinds de gewijzigde nationaliteitswetgeving van augustus 2011 geven de Sudanese autoriteiten geen identiteits- en reisdocumenten meer af aan personen afkomstig uit Zuid-Sudan.417 Zie ook §3.1.2.
Nationale identiteitskaart De nationale identiteitskaart is vanaf de leeftijd van zeven jaar facultatief te verkrijgen. Vanaf de leeftijd van 16 jaar is de nationale identiteitskaart verplicht. Vanwege de hoge kosten en het beperkt gebruik, beschikken in de praktijk maar weinig mensen over een nationale identiteitskaart. De geldigheidsduur van de nationale identiteitskaart is vijf jaar. De nationale identiteitskaart moet worden aangevraagd bij het ministerie van Binnenlandse Zaken. De aanvraagprocedure is als volgt: -men moet in persoon verschijnen; -men moet originele documenten overleggen als geboortecertificaat, nationaliteitscertificaat en het nationaliteitscertificaat van vader of moeder (als zij de voogdes is) of gewaarmerkte kopieën van deze documenten. Indien de moeder voogdes is, moet dit ondersteund worden door wettelijk gekwalificeerde getuigen; -men moet bewijs van verblijfplaats in Sudan en bewijs van bloedverwantschap of huwelijk overleggen; -men moet een verklaring van bloedgroep overleggen; -men moet een werkgeversverklaring overleggen; -eventueel ander ondersteunend bewijs. De nationale identiteitskaart kan niet vanuit het buitenland worden aangevraagd.
Nationaliteitscertificaat Het nationaliteitscertificaat wordt bij de geboorte afgegeven. Volgens onderzoek van UNICEF wordt echter minder dan een derde van de geboortes in Sudan officieel geregistreerd.418 Slechts een kwart van de Sudanezen beschikt over een 417
418
Volgens berichten zou de Sudanese regering recentelijk hebben besloten om personen afkomstig uit ZuidSudan in Sudan een tijdelijke identificatiekaart te verstrekken. UN, Sudan HC Statement on the Humanitarian situation in Sudan, 21 mei 2012. Unicef, Renewed efforts under way to increase level of birth registration in Sudan, 28.07.2009.
Pagina 86 van 94
Algemeen ambtsbericht Sudan | juni 2012
nationaliteitscertificaat. Sudanezen die niet in het bezit zijn van een nationaliteitscertificaat kunnen hiervoor een aanvraag indienen bij het ministerie van Binnenlandse Zaken. Bij een dergelijke aanvraag wordt een onderzoek naar de identiteit, waaronder een leeftijdsonderzoek, gedaan. De aanvraagprocedure voor een nationaliteitscertificaat is hetzelfde als voor de nationale identiteitskaart. Het nationaliteitscertificaat wordt eenmalig afgegeven. Het nationaliteitscertificaat kan ook vanuit het buitenland worden aangevraagd. Van het nationaliteitscertificaat is vanaf 2006 een nieuwe uitgave in omloop, die eruit ziet als een pasje. Naast deze nieuwe uitgave is er nog altijd het oude certificaat. Op de nieuwe kaart is de namenreeks van vaderszijde en moederszijde vermeld. Op het oude certificaat is alleen de namenreeks van vaderszijde vermeld.
Paspoort In 2008 is Sudan begonnen met de uitgifte van een biometrisch paspoort. Dit nieuwe paspoort bevat onder meer een vingerafdruk, een digitale pasfoto en een handtekening. Tevens is een wet in werking getreden die verplicht stelt dat zowel de aanvraag als het afhalen van paspoorten persoonlijk dient te gebeuren. Paspoorten worden uitgegeven door het ministerie van Binnenlandse Zaken. Voor de aanvraag van een nieuw paspoort dient een nationaliteitscertificaat te worden overgelegd. Vrouwen kunnen zelfstandig een aanvraag voor een paspoort indienen. De geldigheidsduur van het nieuwe paspoort is vijf jaar. Naast nieuwe paspoorten worden ook nog steeds oude handgeschreven paspoorten afgegeven. De oude paspoorten hebben een geldigheidsduur van twee jaar en kunnen maximaal vier keer worden verlengd. Nieuwe paspoorten worden alleen in Sudan zelf afgegeven. Sudanese vertegenwoordigingen in het buitenland geven uitsluitend oude paspoorten af. Om naar het buitenland te reizen is voor alle Sudanezen nog steeds een Bewijs van Vervulling van de Voorwaarden (Shahadat Istifa) vereist.419 Voor Sudanezen onder de 16 jaar is het niet mogelijk om op legale wijze zonder begeleiding van een volwassene Sudan te verlaten. De persoon dient bovendien in het paspoort van een ouder te zijn ingeschreven of over een eigen paspoort te beschikken. Dat laatste kan alleen worden verkregen met een schriftelijke toestemming van de vader of de formeel aangewezen voogd. Biometrie De nieuwe nationale identiteitskaarten, nationaliteitscertificaten en paspoorten bevatten biometrische gegevens. Biometrische data worden centraal opgeslagen door het Civil Registry Department van het ministerie van Binnenlandse Zaken. Het Civil Registry Department beheert een centrale database van vingerafdrukken van alle personen die een nieuw identiteitsdocument hebben verkregen en van personen die veroordeeld zijn voor een misdrijf. Documentfraude 419
Het Shahadat Istifa is feitelijk een bewijs dat er geen restricties zijn voor iemand om het land te verlaten. In voorgaand ambtsbericht is abusievelijk vermeld dat bij uitreis met een nieuw paspoort geen Shahadat Istifa meer is vereist. Zowel bij uitreis met een oud en een nieuw paspoort is echter nog steeds een Shahadat Istifa vereist.
Pagina 87 van 94
Vervalsingen van officiële documenten komen voor in Sudan, het is echter niet bekend op welke schaal. De nieuwe nationale identiteitskaarten, nationaliteitscertificaten en paspoorten zijn over het algemeen moeilijker te vervalsen dan de oude versies. Er zijn ook praktijken bekend van omkoping van beambten om originele documenten met valse informatie te verkrijgen. Volgens bronnen zijn de meest voorkomende vormen van documentfraude ten behoeve van asielaanvragen in het buitenland: -documenten met valse informatie inzake geboortedatum en geboorteplaats; -valse documenten omtrent detentie en arrestatie vanwege politieke redenen; -zich uitgeven voor een ander persoon door middel van valse of vervalste documenten. Zuid-Sudan Op 3 januari 2012 zijn de Zuid-Sudanese autoriteiten begonnen met het uitgeven van eigen nationaliteitscertificaten, nationale identiteitskaarten en paspoorten. In Juba worden deze documenten afgegeven door het ministerie van Binnenlandse Zaken. Sinds april 2012 geeft ook de Zuid-Sudanese ambassade in Khartoum identiteits- en reisdocumenten af. Voor zover bekend geven andere Zuid-Sudanese vertegenwoordigingen in het buitenland nog geen documenten af. Er is in ZuidSudan nog geen centrale database voor de opslag van vingerafdrukken en andere (biometrische) gegevens. Zuid-Sudan kent geen identificatieplicht. Nationaliteitscertificaat Voor de vaststelling van de nationaliteit moet de aanvrager minimaal één getuige meenemen. Een aanvrager afkomstig van een stam uit het grensgebied moet twee of drie getuigen meenemen. Voor de afgifte van het nationaliteitscertificaat zijn verder benodigd: -foto; -vingerafdrukken; -geboortecertificaat; -bewijs van bloedgroep. Het nationaliteitscertificaat kost 45 Sudanese Pounds en wordt in principe binnen 24 uur afgegeven. Nationale identiteitskaart De nationale identiteitskaart kan vanaf de leeftijd van 18 jaar worden aangevraagd. De vereisten voor een nationale identiteitskaart zijn: -foto; -vingerafdrukken; -nationaliteitscertificaat; -werkgeversverklaring. Nationale identiteitskaarten zijn vijf jaar geldig. De nationale identiteitskaart kost 55 Sudanese Pounds en wordt in principe binnen 24 uur afgegeven. De nationale identiteitskaart moet in persoon worden opgehaald. Met een nationale identiteitskaart kunnen banktransacties worden verricht, een rijbewijs worden aangevraagd, etc. Paspoort De vereisten voor een paspoort zijn:
Pagina 88 van 94
Algemeen ambtsbericht Sudan | juni 2012
-nationaliteitscertificaat; -werkgeversverklaring; -foto; -vingerafdrukken; -een getuige; -geboortecertificaat. Indien men niet over een geboortecertificaat beschikt, dan kan ook volstaan worden met een leeftijdsverklaring van de medische commissie van het ministerie van Gezondheid. Paspoorten (normale en diplomatieke) zijn vijf jaar geldig. Dienstpaspoorten zijn twee jaar geldig. Kinderen kunnen vanaf elke leeftijd een eigen paspoort krijgen. De aanvraag moet dan wel via de ouder of verzorger gedaan worden. Het paspoort kost 315 Sudanese Pounds en wordt in principe binnen 24 uur afgegeven. Paspoorten moeten in persoon worden opgehaald.
Pagina 89 van 94
5.5
Overzicht leger, politie en veiligheidsdiensten De Sudanese Armed Forces worden in de strijd tegen de verschillende rebellenbewegingen gesteund door verschillende (paramilitaire) strijdkrachten en milities. De belangrijkste zijn de Border Intelligence Brigade (Border Guards), de Central Reserve Police Forces en de Popular Defence Forces. De Border Intelligence Brigade (Border Guards) is onderdeel van de Sudanese Military Intelligence en is actief in Darfur.420 De Central Reserve Police Forces (CRPF) zijn een zwaarbewapende paramilitaire strijdmacht die wordt ingezet bij militaire operaties.421 De CRPF staan bekend om hun harde aanpak. Hun bijnaam is Abu Tera. Zij zijn actief in alle conflictgebieden.422 De Popular Defence Forces (PDF) zijn een paramilitaire organisatie (grotendeels lokaal gerekruteerd) en spelen een belangrijke militaire rol in Darfur. In de verslagperiode zijn Popular Defence Forces ook ingezet in de Drie Gebieden.423 De politie is onderverdeeld in Regular Police Forces, Public Order Police en Popular Police (paramilitaire reserve strijdkrachten), de Central Contingency Forces en Transhumance Route Police Forces. De National Intelligence and Security Service (NISS) is de belangrijkste veiligheidsen inlichtingendienst in Sudan. Maar er zijn in Sudan ook andere veiligheids- en inlichtingendiensten die verantwoordelijk zijn voor onder meer installaties en constructieprojecten, economische veiligheid en openbare veiligheid. Naar verluidt beschikt de politieke top over een privé strijdmacht, de Precious Stones, onder commando van president Bashir. In maart 2011 kondigde president Bashir de oprichting aan van een nieuwe selecte strijdmacht, de Strategic Unit.424
420 421 422 423 424
Zie Sudan Human Security Assessment – Facts & Figures. Zie Sudan Human Security Assessment – Facts & Figures. Africa Confidential, Sudan. Opposition on the march, vol. 52, no. 21, 21.10.2011. Zie Sudan Human Security Assessment – Facts & Figures. ICG, Divisions in Sudan’s ruling party and the threat to the country’s future stability, 4 mei 2011.
Pagina 90 van 94
Algemeen ambtsbericht Sudan | juni 2012
5.6
Artikelen 10 t/m 16 van de Sudanese nationaliteitswet (betreft verlies en ontneming van nationaliteit)425 10. Verlies van nationaliteit (1) Een Sudanees individu zal zijn nationaliteit verliezen indien is aangetoond dat: a. hij een verklaring heeft afgelegd strekkende tot afstand van zijn Sudanese nationaliteit, met dien verstande echter dat de president een dergelijke verklaring kan weigeren indien deze is afgelegd ten tijde van een oorlog waarbij Sudan is betrokken; b. hij in dienst is getreden van een vreemde mogendheid of in strijd met de uitdrukkelijke regeling van een desbetreffende wet in die dienst is gebleven; (2) Elk individu zal automatisch de Sudanese nationaliteit verliezen indien hij de jure of de facto de nationaliteit van Zuid-Sudan heeft verkregen; (3) Niettegenstaande de bepalingen van artikel 15, zal elke minderjarige de Sudanese nationaliteit verliezen indien zijn verantwoordelijke ouder de Sudanese nationaliteit verliest conform artikel 10 (2); 11. Ontneming van nationaliteit: (1) Indien de president van oordeel is dat een Sudanees door naturalisatie a. het certificaat van naturalisatie heeft verkregen door bedrog, valse inlichtingen of het verzwijgen van een essentieel feit; of b. tijdens een oorlog, waarbij Sudan was of is betrokken, met de vijand of iemand die tot een vijandelijke Staat behoort, onwettig handel heeft gedreven of zich met hen in verbinding heeft gesteld of bij een bedrijf werkzaam of betrokken is geweest, wetende dat dat bedrijf ten doel had de ondersteuning van de vijand gedurende de oorlog; of c. veroordeeld werd wegens het plegen van spionage ten behoeve van een vreemde mogendheid; of d. zich buiten Sudan door handelingen of uitlatingen als ontrouw of afwijzend ten opzichte van Sudan heeft getoond; of e. in Sudan wegens een strafbaar feit, waaruit ontrouw of afwijzing ten opzichte van Sudan moet worden afgeleid, veroordeeld is; of f. hij binnen een periode van vijf jaren na de naturalisatie in enig land veroordeeld wordt tot een gevangenisstraf van niet minder dan één jaar wegens een misdrijf tegen de eerbaarheid; g. hij een geschreven verzoek heeft gedaan of een verklaring heeft afgelegd strekkende tot afstand van zijn Sudanese nationaliteit. kan de president bij besluit de nationaliteit van die persoon ontnemen. (2) Alvorens een besluit op grond van dit artikel te nemen, kan de president de persoon ten aanzien van wie hij voornemens is het besluit te nemen schriftelijk op de hoogte stellen van de gronden waarop het voorgenomen besluit is gebaseerd en van het feit dat hij zijn zaak aan de commissie van onderzoek voor kan leggen. (3) Indien de betrokkene in overeenstemming met lid (2) en binnen een periode van zes maanden na de dag van de mededeling daarom verzoekt, kan de president de zaak aan de commissie van onderzoek voorleggen. 12. Commissie van onderzoek
425
Artikelen 11 – 15 zijn ontleend aan www.kennisbankburgerzaken.nl. De artikelen 10 en 16 zijn een vertaling vanuit een niet-officiële Engelse versie van de geamendeerde Sudan Nationality Act (National Legislative Bodies, Sudan Nationality Act (Amendment) 2011, 10.08.2011.
Pagina 91 van 94
(1) Een onderzoek op grond van dit artikel wordt uitgevoerd door de voor dat doel overeenkomstig lid (3) van artikel 11 door de president ingestelde commissie, en een persoon die de functie van rechter, doch niet lager dan een provincierechter, bekleedt, wordt voorzitter van de commissie. (2) Een persoon ten aanzien van wie het voornemen bestaat om een in lid (2) van artikel 11 bedoeld besluit te nemen, heeft het recht om in persoon of bij een daartoe naar behoren gemachtigde persoon ten overstaan van de commissie van onderzoek te verschijnen. (3) De commissie van onderzoek beschikt over alle bevoegdheden van een strafrechtbank in eerste aanleg met betrekking tot: a. het oproepen van getuigen en het horen van getuigen onder ede of plechtige verklaring en tot verzoeken om verklaringen in het buitenland af te nemen; b. het afdwingen van overleggen van stukken. (4) De commissie van onderzoek gaat, op zodanig verzoek, over tot het onderzoek op de wijze die voorgeschreven kan worden, en de commissie legt haar bevindingen voor aan de president, en de president handelt overeenkomstig het besluit van de commissie. 13. Datum van verlies of ontneming Indien de president beslist dat een persoon niet langer Sudanees is, dan wel dat van een persoon de Sudanese nationaliteit wordt ontnomen, treedt een dergelijk besluit in werking op de door de president aangewezen dag, waarna de betrokkene ophoudt Sudanees te zijn. 14. Gevolg van verlies of ontneming Indien een persoon ophoudt Sudanees te zijn, dan wel van een persoon de Sudanese nationaliteit wordt ontnomen, is die persoon daardoor niet ontheven van enige verplichting, schuld of aansprakelijkheid met betrekking tot enige handeling of aangelegenheid die hij heeft verricht, of heeft nagelaten te verrichten, voordat hij ophield Sudanees te zijn of voordat zijn Sudanese nationaliteit is ontnomen. 15. Gevolg van verlies of ontneming van nationaliteit op minderjarige kinderen Indien de verantwoordelijke ouder van een minderjarig kind op grond van artikel 10 ophoudt Sudanees te zijn, houdt het minderjarige kind alleen dan op Sudanees te zijn indien hij overeenkomstig de wet van een ander land dan Sudan onderdaan van dat land is of daardoor wordt. 16. Herstel van nationaliteit Onverminderd de bepalingen van artikel 10 (2), kan de president besluiten tot herstel van de Sudanese nationaliteit aan personen die de Sudanese nationaliteit hebben verloren of van wie deze is ontnomen wanneer hem een verzoek tot hertsel van nationaliteit wordt voorgelegd.
Pagina 92 van 94
Algemeen ambtsbericht Sudan | juni 2012
5.7
Afkortingen ACJPS AEC AI AJOC AU AUHIP AMIS BC CAR CAT CEAWC CEDAW CPA CRPF ICCPR DDPD DDR DPA DPP DRC DUP EOM ESPA EU FGM FIDH HAC HAND HRC HRW ICC ICG ICRC IGAD IOM JEM JIU’s JMT JVM KCHRED LJM LRA NCF NDA NCP NGO NHRC NISS OAE OCHA
African Centre for Justice and Peace Studies Assessment and Evaluation Commission Amnesty International Abyei Joint Oversight Committee Afrikaanse Unie African Union High Level Implementation Panel African Union Mission in Sudan Beja Congress Central African Republic Convention Against Torture Committee for the Eradication of Abduction of Women and Children Convention on the Elimination of All Forms of Discrimination against Women Comprehensive Peace Agreement Central Reserve Police Forces International Covenant on Civil and Political Rights Doha Document for Peace in Darfur Demobilisation, Disarmament and Reintegration Darfur Peace Agreement Darfur Political Process Democratic Republic Congo Democratic Union Party Election Observation Mission Eastern Sudan Peace Agreement Europese Unie Female Genital Mutilation Federation International des ligues des Droits de l’Homme Humanitarian Aid Commission Human Rights and Advocacy Network for Democracy Human Rights Council Human Rights Watch International Criminal Court International Crisis Group International Committee of the Red Cross Inter Governmental Authority for Development International Organization of Migration Justice and Equality Movement Joint Integrated Units Joint Mediation Team Joint Verification Mechanism Khartoum Centre for Human Rights & Environmental Development Liberation and Justice Movement Lord’s Resistance Army National Consensus Front National Democratic Alliance National Congress Party Niet-Gouvernementele Organisatie National Human Rights Commission National Intelligence and Security Service Organisatie van Afrikaanse Eenheid Office for the Coordination of Humanitarian Affairs Pagina 93 van 94
OHCHR OMCT PCP PDF SAF SCP SDBZ SLA/AW SLA/MM SLM/A SPLM/A SPLM/DC SSRRC SRF SUDO SWTUF UNAMID UNDP UNESCO UNICEF UNISFA UNHCR UNMIS UNMISS UNGA UNSC UP UPF UN VN WHO
Pagina 94 van 94
Office of the United Nation’s High Commissioner of Human Rights Organisation Mondiale Contre la Torture Popular Congress Party People’s Defence Forces Sudanese Armed Forces Sudanese Communist Party Safe Demilitarized Border Zone Sudanese Liberation Army/Abdel Wahid al Nur Sudanese Liberation Army/Minni Minawi Sudan Liberation Movement/Army Sudan People’s Liberation Movement/Army Sudan People’s Liberation Movement/Democratic Change Southern Sudan Relief and Rehabilitation Commission Sudanese Revolutionary Front Sudan Development Organization Sudan Workers Trade Union Federation United Nations/African Union Hybrid Operation in Darfur United Nations Development Programme United Nations Educational, Scientific and Cultural Organisation United Nations Children’s Fund United Nations Interim Security Force for Abyei United Nations High Commissioner for Refugees United Nations Mission in the Sudan United Nations Mission in South Sudan United Nations General Assembly United Nations Security Council Umma Party United Popular Front United Nations Verenigde Naties World Health Organization