Algemeen Ambtsbericht Burundi 6 maart 2009
Ministerie van Buitenlandse Zaken, Den Haag Directie Personenverkeer, Migratie en Vreemdelingenzaken, Afdeling Asiel- en Migratiezaken 070-3484494
Algemeen Ambtsbericht Burundi / maart 2009
Inhoudsopgave
Pagina
1
Inleiding
5
2 2.1 2.1.1 2.1.2 2.1.3 2.1.4 2.1.5 2.1.6 2.2 2.2.1 2.2.2 2.2.3 2.3 2.3.1 2.3.2 2.3.3 2.3.4 2.3.5 2.4 2.4.1 2.4.2 2.4.3 2.4.4 2.5 2.5.1 2.5.2 2.5.3 2.6 2.6.1 2.6.2 2.6.3 2.6.4 2.6.5
Landeninformatie Land en volk Ligging en klimaat Bestuurlijke indeling Bevolking Taal Godsdienst Munteenheid Staatsinrichting Uitvoerende macht Wetgevende macht Rechterlijke macht Geschiedenis Periode 1993-1998 Arusha-vredesakkoord 2000 Overgangsregering 2001-2005 Verkiezingen 2005 Periode na 2005 Politieke ontwikkelingen Vredesonderhandelingen met de FNL Ontwikkelingen binnen de CNDD/FDD Regering en oppositie Gatumba Veiligheidssituatie ONUB / BINUB Ontwapening, demobilisatie en re-integratie Beëindiging gewapend conflict Regionale context Democratische Republiek Congo (DRC) Rwanda Tanzania Zuid-Afrika Grote Meren-gebied
6 6 6 6 6 7 8 8 8 8 9 9 10 10 11 11 12 12 13 13 14 15 16 17 17 18 19 19 20 20 21 21 21
3 3.1 3.2 3.3 3.3.1 3.3.2 3.4
Mensenrechten Internationale verdragen en protocollen Nationale wetgeving Toezicht Overheidsorganisaties Niet-gouvernementele organisaties (ngo’s) Naleving en schendingen
23 23 24 25 25 26 26
2
Algemeen Ambtsbericht Burundi / maart 2009
3.4.1 3.4.2 3.4.3 3.4.4 3.4.4.1 3.4.4.2 3.4.4.3 3.4.4.4 3.4.4.5 3.4.4.6 3.4.4.7 3.4.5 3.4.5.1 3.4.5.2 3.4.6 3.4.6.1 3.4.7 3.4.8 3.4.9 3.4.10 3.5 3.5.1 3.5.1.1 3.5.1.2 3.5.2 3.5.3 3.5.3.1 3.5.3.2 3.5.3.3 3.5.3.4 3.5.3.5 3.5.3.6 3.5.3.7 3.5.4 3.5.4.1 3.5.4.2 3.5.4.3 3.5.5
Vrijheid van meningsuiting Vrijheid van vereniging en vergadering Vrijheid van godsdienst Bewegingsvrijheid Identificatie Identiteitskaart Paspoort Nationaliteitsverklaring Kerkelijke administratie Verificatie van documenten Reizen Rechtsgang Waarheids- en Verzoeningscommissie en Speciaal Tribunaal Internationaal Strafhof Arrestaties en detenties Situatie in gevangenissen Mishandeling en foltering Verdwijningen Moorden en buitengerechtelijke executies Doodstraf Specifieke groepen Vrouwen Maatschappelijke positie Seksueel geweld Homoseksuelen Minderjarigen Opvang alleenstaande minderjarigen Wezen Straatkinderen Kinderarbeid Onderwijs Kindsoldaten Hekserij Etnische groepen Hutu en Tutsi Batwa Etnisch gemengde huwelijken Dienstplicht en desertie
27 28 28 29 29 29 30 31 31 31 32 32 33 34 34 34 35 36 36 36 37 37 37 38 39 40 40 40 41 41 41 41 42 43 43 43 44 44
4 4.1 4.2 4.3
Migratie Migratiestromen Activiteiten van internationale organisaties Standpunt UNHCR
45 45 46 47
5 5.1
Bijlagen Overzicht politieke partijen
48 48 3
Algemeen Ambtsbericht Burundi / maart 2009
5.1.1 5.1.2 5.2 5.2.1 5.2.2 5.3 5.4
Korte beschrijving van partijen met Hutu-affiniteiten Korte beschrijving van partijen met Tutsi-affiniteiten Literatuurlijst Naslagwerken en rapporten Websites Lijst van afkortingen Kaart van Burundi
4
48 49 51 51 51 53 55
Algemeen Ambtsbericht Burundi / maart 2009
1
Inleiding In dit algemeen ambtsbericht wordt de situatie in Burundi beschreven voor zover deze van belang is voor de beoordeling van asielverzoeken van personen die afkomstig zijn uit dat land en voor besluitvorming over de terugkeer van afgewezen Burundese asielzoekers. Dit ambtsbericht is een actualisering van eerdere ambtsberichten over de situatie in Burundi (laatstelijk 14 september 2007) en beslaat de periode van augustus 2007 tot en met februari 2009. Dit ambtsbericht is gebaseerd op informatie van openbare en vertrouwelijke bronnen. Bij de opstelling is gebruik gemaakt van informatie van verschillende organisaties van de Verenigde Naties, (niet-)gouvernementele organisaties, vakliteratuur en berichtgeving in de media. Een overzicht van de geraadpleegde openbare bronnen is opgenomen in de literatuurlijst. Bovendien liggen bevindingen ter plaatse en vertrouwelijke rapportages van de Nederlandse vertegenwoordigingen in de regio aan dit algemeen ambtsbericht ten grondslag. In het algemeen ambtsbericht wordt veelvuldig verwezen naar geraadpleegde bronnen. Daar waar openbare bronnen zijn vermeld, wordt de tekst in veel gevallen ook ondersteund door informatie die op vertrouwelijke basis is ingewonnen. In hoofdstuk twee wordt ingegaan op recente ontwikkelingen op politiek en veiligheidsgebied. Deze beschrijving wordt voorafgegaan door een beknopt overzicht van de recente geschiedenis van Burundi. Ook is een korte passage over de geografie, de bevolking en de staatsinrichting van Burundi opgenomen. In hoofdstuk drie wordt de mensenrechtensituatie in Burundi geschetst. Na een beschrijving van wettelijke garanties en internationale verdragen, waarbij Burundi partij is, komen de mogelijkheden van toezicht op naleving van de mensenrechten aan de orde. Daarna volgt de beschrijving van de naleving dan wel schending van bepaalde mensenrechten. Tenslotte wordt de positie van specifieke groepen belicht. In hoofdstuk vier komen migratiestromen en activiteiten van internationale organisaties aan de orde.
5
Algemeen Ambtsbericht Burundi / maart 2009
2
Landeninformatie
2.1
Land en volk
2.1.1
Ligging en klimaat De Republiek Burundi ligt in de Grote Meren-regio in Centraal-Afrika, grenzend aan Rwanda in het noorden, de Democratische Republiek Congo (DRC) in het westen en Tanzania in het zuiden en oosten. Het grootste gedeelte van Burundi is heuvelachtig. Het land heeft een tropisch klimaat. De gemiddelde jaartemperatuur is 24°C. De droogste maanden zijn juni, juli en augustus.1
2.1.2
Bestuurlijke indeling Het land is administratief verdeeld in 17 provincies (Bubanza, Bujumbura Mairie, Bujumbura Rural, Bururi, Cankuzo, Cibitoke, Gitega, Karuzi, Kayanza, Kirundo, Makamba, Muramvya, Muyinga, Mwaro, Ngozi, Rutana en Ruyigi). De provincies zijn onderverdeeld in districten, die weer verdeeld zijn in gemeenten (communes), zones, sectoren (secteurs), heuvels (collines/souscollines) en cellen (cellules) van een beperkt aantal huishoudens. Deze gedetailleerde indeling is een vorm van sociale en bestuurlijke structuur die reeds lang in Burundi bestaat.2
2.1.3
Bevolking Burundi is één van de dichtstbevolkte landen van Afrika (311 personen per km²). 1
EIU, Burundi, Country Profile (16 mei 2008) en CIA, The World Factbook, Burundi (24 februari 2009).
2
CIA, The World Factbook, Burundi (24 februari 2009).
6
Algemeen Ambtsbericht Burundi / maart 2009
Het land met een oppervlakte van 27.830 km² telt bijna 9 miljoen inwoners, waarvan circa 500.000 woonachtig in de hoofdstad Bujumbura. De bevolking bestaat voor 85% uit Hutu, 14 % uit Tutsi en 1% uit Batwa (ook wel Twa, Bambuti of Pygmeeën genoemd). De kleine buitenlandse gemeenschap (ongeveer 5.000 personen), die merendeels in de hoofdstad Bujumbura en omgeving leeft, bestaat voornamelijk uit Indiërs, Pakistani en Europeanen.3 Circa 70% van de Burundese bevolking leeft onder de armoedegrens van US$ 1 aan inkomsten per dag.4 Van de bevolking van 15 jaar en ouder is naar schatting 40% analfabeet. De kindersterfte is hoog (61 per 1000). Zo’n 6% van de bevolking is HIV-positief. De gemiddelde levensverwachting bedraagt 51 jaar. Ongeveer 94% van de bevolking is werkzaam in de landbouw, 2% in de industrie en 4% in dienstverlenende beroepen.5
2.1.4
Taal De officiële talen van Burundi zijn Kirundi (Rundi) en Frans. Vrijwel alle personen met een Burundese nationaliteit beheersen het Kirundi. Het is niet waarschijnlijk dat sommige Burundezen in het geheel geen Kirundi spreken. Op de lagere school wordt les gegeven in het Kirundi. De kinderen krijgen er vanaf de vijfde klas een paar uur per week les in de Franse taal. Op de middelbare school wordt les gegeven in het Frans en er wordt een paar uur per week Kirundi onderwezen. Op de universiteit wordt in het Frans gedoceerd.6 Behalve in Burundi wordt Kirundi ook gesproken door Burundezen die zich in het buitenland bevinden. In principe is het Kirundi dezelfde taal als het Kinyarwanda dat in Rwanda wordt gesproken. De verschillen zitten met name in het klanksysteem en de woordenschat. Sommige Burundezen spreken als tweede of derde taal Swahili, met name in de regio langs het Tanganyikameer, langs de grens met de DRC en in de hoofdstad Bujumbura en omgeving. Het is tevens een tweede of derde taal geworden van veel Burundese vluchtelingen die uit Tanzania zijn teruggekeerd. Swahili is in geheel Oost-Afrika een belangrijke handelstaal. Engels
3
EIU, Burundi: Country Profile, p. 12 (16 mei 2008), CIA, The World Factbook, Burundi (24 februari 2009) en EIU, Burundi: Country Report (februari 2009) en US Department of State, Burundi: Country Reports on Human Rights Practices (25 februari 2009).
4
AFP, Au Burundi, près de la moitié des enfants de moins de 5 ans sont malnutris (6 oktober 2008) en www.indexmundi.com (19 februari 2009).
5
EIU, Burundi: Country Profile (16 mei 2008), www.hdr.undp.org/statistics (6 oktober 2008) en CIA, The World Factbook, Burundi (24 februari 2009)
6
www.ethnologue.com (6 oktober 2008) en CIA, The World Factbook, Burundi (24 februari 2009).
7
Algemeen Ambtsbericht Burundi / maart 2009
wordt, mede onder invloed van het Burundees lidmaatschap van de East African Community (EAC) in 2007, een toenemend belangrijke taal.7
2.1.5
Godsdienst Het merendeel van de bevolking in Burundi is christen (67%: 62% rooms-katholiek en 5% protestant, met name anglicaans). Daarnaast belijdt 23% een inheemse godsdienst en is 10% moslim. 8
2.1.6
Munteenheid De Burundese munteenheid is de Burundese franc (franc burundais, internationale monetaire afkorting BIF). Eind februari 2009 was € 1 circa BIF 1.555 en US$ 1 circa BIF 1.237.9
2.2
Staatsinrichting Burundi is een centraal bestuurde parlementaire republiek. De huidige staatsinrichting is gebaseerd op de grondwet van 28 februari 2005, waarin het mandaat en het functioneren van de verschillende staatsorganen zijn opgenomen. De machtsdeling tussen Hutu en Tutsi binnen het overheidsapparaat is grondwettelijk vastgesteld op respectievelijk 60% en 40%.10
2.2.1
Uitvoerende macht De uitvoerende macht berust bij de president. Eind augustus 2005 werd Pierre Nkurunziza van de voormalige Hutu-rebellenbeweging CNDD/FDD (Conseil National pour la Défense de la Démocratie / Forces pour la Défense de la Démocratie) door het in juli 2005 nieuw gekozen parlement (Nationale
7
www.ethnologue.com (6 oktober 2008), CIA, The World Factbook, Burundi (24 februari 2009) en EIU, Burundi: Country Report (februari 2009).
8
US Department of State, Burundi: International Religious Freedom Report 2008 (19 september 2008), CIA, The World Factbook, Burundi (24 februari 2009) en US Department of State, Burundi: Country Reports on Human Rights Practices (25 februari 2009). Zie ook § 3.4.3 ‘Vrijheid van godsdienst’ (Mensenrechten).
9
www.coinmill.com / the currency converter (5 maart 2009).
10
EIU, Burundi: Country Profile (16 mei 2008), CIA, The World Factbook, Burundi (24 februari 2009) en US Department of State, Burundi: Country Reports on Human Rights Practices (25 februari 2009). Zie ook § 2.3.4 ‘Verkiezingen 2005’ (Geschiedenis).
8
Algemeen Ambtsbericht Burundi / maart 2009
Vergadering en Senaat) benoemd tot president van Burundi voor een periode van vijf jaar. Er werden twee vice-presidenten benoemd, één uit beide etnische groeperingen, zoals was voorzien in het Arusha-akkoord van 2000. De regering, waarvan officieel meerdere partijen deel uitmaken, draagt een multi-etnisch karakter. De volgende lokale, parlements- en presidentsverkiezingen zijn gepland in 2010.11
2.2.2
Wetgevende macht De wetgevende macht berust bij de Nationale Vergadering (Assemblée Nationale) en de Senaat (Sénat). De Nationale Vergadering bestaat sinds de parlementsverkiezingen in juli 2005 uit 100 leden: 59 CNDD/FDD, 25 Frodebu (Front pour la Démocratie au Burundi), 10 Uprona (Union pour le Progrès National) en 6 overige. De Senaat telt 54 leden, van wie 34 (twee per provincie) indirect worden gekozen door de gemeenteraden, de overige leden zijn vertegenwoordigers van belangengroeperingen en oud-presidenten. Bij de senaatsverkiezingen behaalde CNDD/FDD 30 zetels, Frodebu 3 zetels en CNDD-Nyangoma 1 zetel. In de huidige grondwet is voorzien in een zetelpercentage van tenminste 30% voor vrouwen in zowel de Nationale Vergadering als de Senaat.12
2.2.3
Rechterlijke macht De rechtspraak is georganiseerd op vier niveaus: · Cour Suprème (Hooggerechtshof) en het Cour Consitutionelle (Constitutioneel Hof), als hoogste rechtsorganen; · Cour d'Appèl (3 rechtbanken), te vergelijken met een gerechtshof; · Tribunal de Grande Instance (17 provinciale rechtbanken), te vergelijken met een arrondissementsrechtbank; · Tribunal de Résidence (123 districts- en gemeentelijke rechtbanken), enigszins te vergelijken met een kantongerecht. Het openbaar ministerie is onderverdeeld in 17 parketten (elke provincie één), drie Parquets Généraux près de la Cour d'Appèl en één Parquet Général près de la République. Op het niveau van Tribunal de Résidence zijn Hutu en Tutsi ongeveer
11
CIA, The World Factbook, Burundi (24 februari 2009), EIU, Burundi: Country Report (februari 2009) en US Department of State, Burundi: Country Reports on Human Rights Practices (25 februari 2009).
12
AP, Burundi elects first woman as head of the national assembly (16 augustus 2005), EIU, Burundi: Country Profile (16 mei 2008), CIA, The World Factbook, Burundi (24 februari 2009), EIU, Burundi: Country Report (februari 2009) en US Department of State, Burundi: Country Reports on Human Rights Practices (25 februari 2009). Zie ook § 5.1 ‘Overzicht politieke partijen’ (Bijlagen).
9
Algemeen Ambtsbericht Burundi / maart 2009
gelijk vertegenwoordigd. Op de hogere niveaus zijn de meeste rechters nog van Tutsi-afkomst, maar geleidelijk aan worden meer Hutu-rechters op hoge posities benoemd. Naast de burgerlijke en strafrechtbanken bestaan er ook militaire rechtbanken.13
2.3
Geschiedenis In deze paragraaf wordt een beknopt overzicht gegeven van de recente geschiedenis van Burundi. Voor een meer gedetailleerd overzicht van de vroegere geschiedenis wordt verwezen naar eerder verschenen algemene ambtsberichten over Burundi. Anders dan de meeste Afrikaanse landen was Burundi ook vóór de kolonisatie eind negentiende eeuw (eerst door Duitsland en vervolgens door België) al een staatkundige eenheid, waar doorgaans een Tutsi-minderheid de Hutu-meerderheid domineerde. 14 Hoewel er altijd spanningen tussen beide etnische groeperingen hebben bestaan, namen deze sinds de koloniale periode sterk toe. Ook na de onafhankelijkheid in 1962 en de jaren die volgden, werd de situatie getekend door toenemende etnische spanningen, militaire coups en grootschalige moordpartijen.15 Uiteindelijk culmineerde dit in de geweldspiraal van oktober 1993, toen voormalig Hutu-president Melchior Ndadaye van Frodebu werd vermoord tijdens een staatsgreep door het door Tutsi gedomineerde Burundese leger. 16
2.3.1
Periode 1993-1998 Etnische spanningen en geweld tussen Tutsi en Hutu - waaronder massamoorden over en weer - volgden elkaar na oktober 1993 op. Om de voortdurende gewelddadigheden te beëindigen greep Pierre Buyoya, een Tutsi, in juli 1996 de macht.17 Een deel van de politieke top van Frodebu vluchtte naar het buitenland en vormde de Conseil National pour la Défense de la Démocratie (CNDD) met als gewapende vleugel de Forces pour la Défense de la Démocratie (FDD). In 13
CIA, The World Factbook, Burundi (24 februari 2009) en US Department of State, Burundi: Country Reports on Human Rights Practices (25 februari 2009). Zie ook § 3.3.5 ‘Rechtsgang’ (Mensenrechten).
14
Het toenmalige koninkrijk Burundi werd in 1899 toegevoegd aan Duits Oost-Afrika en kwam in 1916 onder Belgisch bestuur. Op 1 juli 1962 werd Burundi onafhankelijk. Na een staatsgreep in 1966 werd de monarchie afgeschaft.
15
Massamoorden vonden plaats in 1965, 1972, 1988, 1991 en vanaf 1993.
16
EIU, Burundi: Country Profile (16 mei 2008) en CIA, The World Factbook, Burundi (24 februari 2009).
17
Pierre Buyoya was al eerder na een militaire staatsgreep president van Burundi van 1987 tot 1993.
10
Algemeen Ambtsbericht Burundi / maart 2009
augustus 1996 vormde Buyoya in naam een multi-etnische regering, waarbij de Tutsi echter de dienst uitmaakten. Op 6 juni 1998 werd een overgangsgrondwet afgekondigd en op 12 juni 1998 trad een nieuwe door Buyoya benoemde regering aan, waarin Hutu een groter aandeel hadden dan voorheen. 18
2.3.2
Arusha-vredesakkoord 2000 Eind juni 1998 begonnen in Arusha (Tanzania) vredesbesprekingen, waaraan 19 verschillende gematigde partijen en groeperingen (zowel Hutu als Tutsi) deelnamen. Dit mondde op 28 augustus 2000 uit in een vredesakkoord tussen de regering en de meeste partijen. CNDD/FDD en FNL (Forces Nationales pour la Libération)19, die niet aan de onderhandelingen hadden deelgenomen, distantieerden zich van het akkoord.20
2.3.3
Overgangsregering 2001-2005 Conform de in Arusha gemaakte afspraken trad op 1 november 2001 een overgangsregering aan, die gedurende de eerste termijn van 18 maanden onder leiding stond van Tutsi-president Pierre Buyoya met als vice-president Domitien Ndayizeye, een Hutu van Frodebu. Op 29 april 2003 werd Ndayizeye president tijdens de tweede termijn van de overgangsperiode. De ministersposten waren gedurende beide perioden gelijkelijk verdeeld onder Hutu en Tutsi. Sinds de ondertekening van het Pretoria Protocol on Political Defence and Security Power Sharing in Burundi (8 oktober 2003), een principeakkoord tussen de Burundese regering en de CNDD/FDD over de politieke en militaire machtsdeling, maakten vervolgens ook CNDD/FDD-leden deel uit van de overgangsregering.21 De VNvredesmissie ONUB (Opération des Nations Unies au Burundi) kreeg het mandaat om de Burundese regering te ondersteunen bij de uitvoering van de Arusha-
18
EIU, Burundi: Country Profile (16 mei 2008) en CIA, The World Factbook, Burundi (24 februari 2009).
19
De FNL splitste zich in 1999 af van de politieke partij ‘Palipehutu’ en noemde zich sindsdien ‘Palipehutu-FNL’ of kortweg ‘FNL’. Over de organisatiestructuur van de FNL en het aantal milities zijn weinig gegevens bekend: schattingen van het aantal lopen uiteen van 3.000 tot 15.000 (sommige bronnen spreken zelfs van 21.000).
20
EIU, Burundi: Country Profile (16 mei 2008).
21
Het ‘Pretoria Protocol’ kwam tot stand onder leiding van het Regional Initiative for Peace in Burundi (RI), waarin de meest betrokken landen uit de regio zijn vertegenwoordigd: Uganda als voorzitter, Tanzania als mediator en Zuid-Afrika als facilitator. De FNL nam niet deel aan de besprekingen.
11
Algemeen Ambtsbericht Burundi / maart 2009
akkoorden, waaronder toezicht op een goed verloop van de gedurende de overgangsperiode te houden verkiezingen. 22
2.3.4
Verkiezingen 2005 In het Arusha-akkoord was bepaald dat de overgangsperiode, die op 1 november 2001 met de installatie van de interim-regering was ingegaan, op 31 oktober 2004 zou worden voltooid met een constitutioneel referendum over de nieuwe grondwet, lokale verkiezingen en parlements- en presidentsverkiezingen. Na diverse malen te zijn uitgesteld, vond het referendum op 28 februari 2005 plaats en de verkiezingen gedurende de periode juni tot en met augustus 2005. Grote overwinnaar werd de CNDD/FDD. De partij behaalde een absolute meerderheid in het parlement. Partijleider Pierre Nkurunziza werd op 26 augustus 2005 tot president benoemd, waarna hij op 30 augustus zijn kabinet bekend maakte. De meeste ministersposten kwamen in handen van de CNDD/FDD, maar ook Frodebu en Uprona gingen deel uitmaken van de regering.23
2.3.5
Periode na 2005 Met de inauguratie van Pierre Nkurunziza als nieuwe president van Burundi kwam een einde aan de overgangsperiode. Nkurunziza stelde zich een beleid van eenheid en verzoening en bevordering van terugkeer van duizenden Burundese vluchtelingen uit de omringende landen ten doel. Voorts was hij bereid de in 2005 gestarte oriënterende besprekingen tussen de overgangsregering en de enige nog actieve rebellengroepering FNL een nieuwe impuls te geven. Dit leidde op 7 september 2006 tot een staakt-het-vuren overeenkomst (Comprehensive Ceasefire Agreement) en op 4 december 2008 tot een vredesakkoord tussen beide partijen.24 Hoewel implementatie van het akkoord nog enige tijd zal vergen,
22
UNSC, S/2004/682, First report of the Secretary-General on the United Nations Operation in Burundi, § 1 (25 augustus 2004) en EIU, Burundi: Country Profile (16 mei 2008). Zie ook § 2.5.1 ‘ONUB / BINUB’ (Veiligheidssituatie).
23
EIU, Burundi: Country Profile (16 mei 2008) en US Department of State, Burundi: Country Reports on Human Rights Practices (25 februari 2009).
24
AP, US welcomes inauguration of Burundian president as ‘model for ethnic reconciliation’ (26 augustus 2005), IRIN, Burundi: Last rebel group signs cease-fire with government (7 september 2006), UNSC, S/2007/686, Report of the Secretary-General on Children and armed conflict in Burundi (28 november 2007), UNSC, S/2008/330, Third report of the Secretary-General on the United Nations Integrated Office in Burundi (15 mei 2008), BBCNews, Burundi rebels in ceasefire pact (26 mei 2008), EIU, Burundi: Country Report (augustus 2008), UNSC, S/2008/745, Fourth report of the Secretary-General on the United Nations Integrated Office in Burundi (28 november 2008) en AFP, Burundi: la rebellion fait
12
Algemeen Ambtsbericht Burundi / maart 2009
verklaarde de eerste vice-president, Yves Sahinguvu, op 16 januari 2009 tijdens een bijeenkomst met de internationale gemeenschap de burgeroorlog officieel als beëindigd.25
2.4
Politieke ontwikkelingen Gedurende de verslagperiode stonden de politieke ontwikkelingen in het teken van hervatte onderhandelingen met de FNL na de staakt-het-vuren overeenkomst van 7 september 2006, ontwikkelingen binnen de regeringspartij CNDD/FDD en de relatie tussen regering en oppositie.
2.4.1
Vredesonderhandelingen met de FNL Ter implementatie en naleving van de staakt-het-vuren overeenkomst tussen de regering en de Palipehutu-FNL (Forces Nationales pour la Libération) werd op 11 oktober 2006 het Joint Verification and Monitoring Mechanism (JVMM) opgericht, waarin alle betrokken partijen vertegenwoordigd zijn.26 Gedurende de verslagperiode werd het bereikte bestand geregeld door de P-FNL geschonden en vonden rond de hoofdstad Bujumbura meerdere malen beschietingen en gevechten plaats tussen de rebellengroepering en het Burundese leger.27 Uiteindelijk werden in augustus 2008 mede op aandrang van het Regional Initiative for Peace in Burundi (RI)28 de onderhandelingen tussen regering en P-FNL hervat.29 Deze
un geste en direction de la paix (4 december 2008). Zie ook § 2.4.1 ‘Vredesonderhandelingen met de FNL’ (Politieke ontwikkelingen). 25
Afrique en Ligne, L’Etat burundais proclame la fin de la guerre (17 januari 2009).
26
IRIN, Burundi: Joint truce verification mechanism launched (11 oktober 2006) en UNSC, S/2007/686, Report of the Secretary-General on Children and armed conflict in Burundi (28 november 2007).
27
UNSC, S/2008/330, Third report of the Secretary-General on the United Nations Integrated Office in Burundi (15 mei 2008), EIU, Burundi: Country Profile (16 mei 2008), Reuters, Burundi army and rebels clash despite truce (28 mei 2008), Reuters, Burundi accuses rebels of blocking peace process (21 oktober 2008) en US Department of State, Burundi: Country Reports on Human Rights Practices (25 feburari 2009).
28
Binnen het RI zijn de meeste betrokken landen uit de regio vertegenwoordigd, waarbij ZuidAfrika als facilitator een cruciale rol speelt. Zie ook § 2.3.3 ‘Overgangsregering 2001-2005’ (Geschiedenis).
29
Reuters, AU urges Burundi to implement peace deal (12 augustus 2008), EIU, Burundi: Country Report (augustus 2008), EIU, Burundi: Country Report (november 2008), Reuters, Mediator gives Burundi, rebels Dec. 31 peace deadline (7 november 2008), UNSC, S/2008/745, Fourth report of the Secretary-General on the United Nations Integrated Office in Burundi (28 november 2008) en AFP, Burundi: déblocage du processus de paix un sommet régional (4 december 2008).
13
Algemeen Ambtsbericht Burundi / maart 2009
verliepen aanvankelijk moeizaam30, maar leidden tenslotte op 4 december 2008 tot ondertekening van een communiqué, waarbij beide partijen zich tot concessies bereid verklaarden. De P-FNL zou tot naamsverandering31 en ontwapening en demobilisatie van haar strijders overgaan. De regering op haar beurt stond open voor machtsdeling en vrijlating van alle politieke gevangenen en krijgsgevangenen van de P-FNL. Het RI drong er bij de partijen op aan met de implementatie van de overeenkomst vóór 31 december 2008 (het einde van het mandaat van de ZuidAfrikaanse bemiddeling) te beginnen. De FNL-leiding vroeg het RI om uitstel, omdat zij meer tijd nodig had om haar achterban te consulteren over de naamswijziging. Dit had tot resultaat, dat op 4 januari 2009 de groepering besloot als ‘FNL’ verder te gaan en het voorvoegsel ‘Palipehutu’ te laten vervallen. De FNL moet nu nog als politieke partij worden geregistreerd, zodat zij kan deelnemen aan de verkiezingen in 2010. Sinds de ondertekening van het akkoord begin december 2008 vonden er geen gewapende acties of incidenten meer plaats.32
2.4.2
Ontwikkelingen binnen de CNDD/FDD In februari 2007 ontstond tijdens een congres van de CNDD/FDD een discussie tussen voor- en tegenstanders van partijvoorzitter Hussein Radjabu. De aanwezige partijleden stemden met een overweldigende meerderheid Radjabu weg. Vervolgens werd Radjabu’s parlementaire onschendbaarheid opgeheven en werd hij gevangen gezet op beschuldiging van het bedreigen van de nationale veiligheid. In april 2008 werd hij veroordeeld tot 13 jaar gevangenisstraf. Radjabu zit momenteel zijn straf uit in de Mpimba gevangenis in Bujumbura.33
30
Afrique en ligne, Burundi: Crise d’identité entre le Palipehutu-FNL et le pouvoir (15 oktober 2008) en Global Insight, Burundi: Burundian government accuses rebels of delaying implementation of peace agreement (22 oktober 2008).
31
De naam ‘Palipehutu-FNL’ is in strijd met de grondwet, omdat deze gebaseerd is op één etniciteit. Partijvorming dient gebaseerd te zijn op verschil van politiek inzicht en niet op etnische herkomst.
32
Reuters, Burundi government, rebels commit to peace (4 december 2008), AFP, Burundi: la rebellion fait un geste en direction de la paix (4 december 2008), AFP, Burundi: Ban Kimoon salue l’accord du sommet regional de Bujumbura (5 december 2008), Global Insight, Burundi: UN calls on Burundian government and rebels to implement peace deal (23 december 2008), Reuters, Burundi rebels seek peace deal deadline extension (30 december 2008), Burundi Tribune, Campagne de consultation par le Palipehutu-FNL en vue de changer d’appellation (5 januari 2009), IRIN, Name change to help legalise rebel party (13 januari 2009) en EIU, Burundi: Country Report (februari 2009). Zie ook § 2.5.2 ‘Ontwapening, demobilisatie en re-integratie’ (Veiligheidssituatie).
33
allAfrica.com, Radjabu Hussein sentenced to 13 years of imprisonment (5 april 2008), UNSC, S/2008/330, Third report of the Secretary-General on the United Nations Integrated Office in Burundi (15 mei 2008), EIU, Burundi: Country Report (november 2008), HRW,
14
Algemeen Ambtsbericht Burundi / maart 2009
Door de detentie van Radjabu en diens aanhangers in hoge functies binnen de partij alsook 22 Radjabu getrouwe parlementariërs te vervangen door zijn eigen vertrouwelingen, wist president Nkurunziza zijn macht te consolideren. Bronnen gaan er van uit dat Radjabu door Nkurunziza ten val is gebracht, omdat hij zich teveel met regeringszaken zou hebben bemoeid. Ook zou hij de regering de nodige schade hebben toegebracht met zijn poging tegenstanders van het bewind te laten oppakken op verdenking van medeplichtigheid aan een vermeende couppoging.34 Het is nog niet duidelijk of de parlementariërs, die Radjabu zijn blijven steunen, zich zullen afscheiden van de CNDD/FDD en een eigen partij gaan oprichten.35
2.4.3
Regering en oppositie Gedurende de verslagperiode waren bijna alle ministersposten toebedeeld aan CNDD/FDD-leden, hoewel ook Frodebu en Uprona ministersposten bekleedden. De oppositie klaagde dat de CNDD/FDD een dialoog weigerde en zelfs buiten het parlement om regeerde, via presidentiële decreten. Naar verluidt wil de CNDD/FDD ten koste van alles zijn vooraanstaande positie in het politieke veld behouden, waarbij de verkiezingen van 2010 reeds hun schaduw vooruitwerpen.36 Maatschappelijke instellingen en de internationale gemeenschap maken zich in toenemende mate zorgen over de politieke en civiele vrijheden in Burundi en de bescherming van de rechten van politieke activisten. Zo werd op 3 november 2008 Alexis Sinduhije, voormalig journalist en thans leider van de in oprichting zijnde partij Mouvement pour la Solidarité et la Démocratie (MSD), daags na terugkeer van een bezoek aan Europa, met 36 sympathisanten opgepakt en gevangen gezet in de Mpimba gevangenis in Bujumbura. Als redenen werden het houden van ‘illegale bijeenkomsten’ en ‘belediging van het staatshoofd’ aangevoerd, waar volgens de Burundese wetgeving een gevangenschap van twee maanden tot vijf jaar op staat en onthouding van het passief kiesrecht voor vier jaar, wanneer de straf langer dan zes maanden is. De 36 sympathisanten zijn inmiddels vrijgelaten, maar Sinduhije zit nog vast. Tegen hem is in februari 2009 een gevangenisstraf van tweeënhalf jaar Burundi: World Report 2009 (januari 2009) en US Department of State, Burundi: Country Reports on Human Rights Practices (25 feburari 2009). 34
Zie voor meer gedetailleerde informatie over de vermeende couppoging de eerder verschenen algemene ambtsberichten over Burundi van november 2006 en september 2007 onder hoofdstuk ‘Politieke ontwikkelingen’.
35
Burundi: Country Report (augustus 2008), EIU, Burundi: Country Report (november 2008), UNSC, S/2008/745, Fourth report of the Secretary-General on the United Nations Integrated Office in Burundi (28 november 2008) en US Department of State, Burundi: Country Reports on Human Rights Practices (25 feburari 2009).
36
IRIN, Burundi: No peace without prosperity - analysts (13 november 2008) en EIU, Burundi: Country Report (februari 2009).
15
Algemeen Ambtsbericht Burundi / maart 2009
en een boete van BIF 30.000 (circa € 20 / US$ 25) geëist.37 In verklaringen hebben diverse (mensenrechten) organisaties fel geprotesteerd en hun zorg uitgesproken over de beperking van de politieke en civiele vrijheden in Burundi. Ondanks internationale druk en binnenlandse protesten, weigert de Burundese regering tot dusver de vrijlating van Alexis Sinduhije en gaat zij door met politieke intimidatie en onderdrukking van de oppositie. 38
2.4.4
Gatumba In vorige ambtsberichten werd melding gemaakt van het bloedbad in het UNHCRtransitiekamp Gatumba op 13 augustus 2004, waarvoor de FNL de verantwoordelijkheid heeft opgeëist. 39 Op verzoek van de VN-Veiligheidsraad (VR) vond vervolgens op 16 augustus 2004 een gezamenlijk MONUC40/ONUBonderzoek plaats naar de toedracht van de gebeurtenis. In het op 25 oktober 2004 verschenen VN-rapport kon op grond van de verkregen informatie geen eenduidige conclusie worden getrokken, waarop het VN-onderzoeksteam bij de Burundese autoriteiten aandrong op een vervolgonderzoek. De regering startte hiermee in april 2005. Het onderzoek zou zijn afgerond, maar naar verluidt om politieke redenen nog niet openbaar gemaakt.41 Volgens diverse bronnen zal het recente akkoord tussen de FNL en de regering de afhandeling van Gatumba op zijn minst vertragen tot na de implementatie ervan, gezien de mogelijke betrokkenheid van leiders van de FNL.
37
AFP, Burundi: la détention d’opposants “porte atteinte aux droits humains” (HRW) (5 november 2008), IRIN, Burundi: State cracks down on opposition (5 november 2008), Global Insight, Burundi: Burundian government faces international criticism over arrest of opposition leader (11 november 2008), AFP, Burundi: 2 ans et demi de prison requis contre l’opposant Alexis Sinduhije (19 februari 2009), Global Insight, Burundi: Burundian opposition leader receives jail sentences for insulting president (20 februari 2009) en US Department of State, Burundi: Country Reports on Human Rights Practices (25 februari 2009).
38
Reuters, Burundi rights group criticises activist’s detention (12 november 2008), UNSC, S/2008/745, Fourth report of the Secretary-General on the United Nations Integrated Office in Burundi (28 november 2008), HRW, Burundi: World Report 2009 (januari 2009), Burundi Tribune, Sécurité: campagne d’intimidations dans la province Ngozi (12 januari 2009) en EIU, Burundi: Country Report (februari 2009).
39
Bij de naar verluidt goed voorbereide aanval werden circa 160 Congolese Tutsi-vluchtelingen (Banyamulenge) vermoord (zie voor een meer gedetailleerd overzicht eerder verschenen algemene ambtsberichten over Burundi).
40
MONUC (Mission de l’Organisation des Nations Unies en République Démocratique du Congo) is de VN-missie in de DRC.
41
BINUB, Triste anniversaire du massacre de Gatumba (13 augustus 2008), LDGL, Commémoration des massacres de Gatumba (15 augustus 2008) en UNSC, S/2008/745, Fourth report of the Secretary-General on the United Nations Integrated Office in Burundi, § 46 (28 november 2008).
16
Algemeen Ambtsbericht Burundi / maart 2009
2.5
Veiligheidssituatie Gedurende een groot deel van de verslagperiode was de veiligheidssituatie als gevolg van geregelde schending van het staakt-het-vuren akkoord door de FNL, met name rond de hoofdstad Bujumbura, onrustig.42 Sinds de hervatting van de vredesbesprekingen vanaf augustus 2008 en het gesloten akkoord begin december van dat jaar tussen regering en FNL is de situatie, hoewel nog fragiel, rustig in het hele land. Ook van VN-zijde is dit bevestigd.43 Wel is er sprake van hoge criminaliteit, mede als gevolg van soms extreme armoede in combinatie met een groot aantal in omloop zijnde lichte wapens (schattingen lopen uiteen van 100.000 tot 300.000) onder de burgerbevolking. Om aan ongecontroleerd wapenbezit een halt toe te roepen stelde de Burundese regering eind april 2006 een Commission technique de désarmement des civils in. Burgers moesten legaal in bezit zijnde wapens vrijwillig laten registreren of hun wapens inleveren.44 Eind 2008 rapporteerde de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties (SGVN) dat de overheid enige vooruitgang heeft geboekt met dit programma. Bij huiszoekingen door de politie werden gedurende de verslagperiode ruim 12.000 lichte wapens geconfisqueerd en vernietigd.45
2.5.1
ONUB / BINUB Van 1 juni 2004 tot en met 31 december 2006 was in Burundi de vredesmissie ONUB (Opération des Nations Unies au Burundi) aanwezig om de Burundese regering te ondersteunen bij het in gang gezette democratiseringsproces als uitvloeisel van de Arusha-akkoorden uit 2000 en het Pretoria akkoord uit 2003. ONUB hield zich voornamelijk bezig met de opzet en de uitvoering van het DDR 42
UNSC, S/2008/745, Fourth report of the Secretary-General on the United Nations Integrated Office in Burundi (28 november 2008) en US Department of State, Burundi: Country Reports on Human Rights Practices (25 februari 2009).
43
Reuters, AU urges Burundi to implement peace deal (12 augustus 2008), EIU, Burundi: Country Report (augustus 2008), UNSC, S/2008/745, Fourth report of the Secretary-General on the United Nations Integrated Office in Burundi (28 november 2008) en AFP, Burundi: Ban Ki-moon salue l’accord du sommet regional de Bujumbura (5 december 2008). Zie ook § 2.4.1 ‘Vredesonderhandelingen met de FNL’.
44
IRIN, Burundi: Civilians must hand over weapons, says president (18 april 2006) en BurundiTribune, Criminalité au Burundi, remise volontaire des armes, escroquerie financière (17 oktober 2008).
45
UNSC, S/2008/745, Fourth report of the Secretary-General on the United Nations Integrated Office in Burundi, § 41 en § 42 (28 november 2008) en Burundi Tribune, Un désarmement régional: Le centre stratégique de lutte contre la prolifération des armes légères et de petit calibre se penche sur le problème (20 januari 2009).
17
Algemeen Ambtsbericht Burundi / maart 2009
(Disarmament, Demobilization and Reintegration)- en het SSR (Security Sector Reform)-programma.46 Gezien de nog fragiele veiligheidssituatie achtte de SGVN voortgezette aanwezigheid van de VN vooralsnog noodzakelijk. In nauw overleg met de Burundese regering werd ONUB per 1 januari 2007 vervangen door BINUB (Bureau Intégré des Nations Unies au Burundi) om Burundi behulpzaam te zijn bij de wederopbouw van het land. Het mandaat van de missie (inmiddels tweemaal met een jaar verlengd tot 31 december 2009) betreft met name ondersteuning van de Burundese regering bij het consolideren van vrede en democratisch bestuur, afronding van het demobilisatie en re-integratieproces, bescherming van de mensenrechten, het tegengaan van straffeloosheid, de vernietiging van lichte wapens en coördinatie van de hulp van donoren en VNinstellingen.47
2.5.2
Ontwapening, demobilisatie en re-integratie Sinds december 2004 waren ruim 26.000 strijders gedemobiliseerd via het nationale DDR-programma (Disarmament, Demobilization and Reintegration), inclusief 3.261 kindsoldaten. Inmiddels zijn nagenoeg alle ex-rebellen en militairen van het voormalige regeringsleger Forces Armées du Burundi (FAB) gedemobiliseerd. De demobilisatie en de ontmanteling van de Gardiens de la Paix (gewapende burgerwachten, gefinancierd door het toenmalige leger) en de Militants Combattants (de burgermilities van de CNDD/FDD) zijn eveneens zo goed als afgerond.48 In het Arusha-akkoord was overeengekomen dat er een nieuw leger (Force de Défense Nationale, FDN) en een nieuwe politiemacht (Police Nationale du Burundi, PNB) gevormd zouden worden van respectievelijk 25.000 en 15.000 man, gelijkelijk verdeeld onder Hutu en Tutsi. Hierin zouden zowel oud-rebellen als manschappen uit het oude door Tutsi gedomineerde leger en politieapparaat worden opgenomen, aangeduid als brassage (letterlijk ‘vermenging’). Inmiddels is het brassage-proces nagenoeg afgerond en vormen FDN en PNB operationele eenheden. 49 Toch is het DDR-proces in Burundi nog niet voltooid. In de komende 46
Zie ook § 2.3.3 ‘Overgangsregering 2001-2005’ en § 2.5.2 ‘Ontwapening, demobilisatie en re-integratie’.
47
UNSC, S/2008/745, Fourth report of the Secretary-General on the United Nations Integrated Office in Burundi (28 november 2008), UNSC, S/RES/1858 (22 december 2008), HRW, Burundi: World Report 2009 (januari 2009) en EIU, Burundi: Country Report (februari 2009).
48
www.unddr.org (13 oktober 2008) en UNSC, S/2008/745, Fourth report of the SecretaryGeneral on the United Nations Integrated Office in Burundi (28 november 2008).
49
PanaPress, Début du recrutement des cadres de l’armée burundaise (9 oktober 2008) en UNSC, S/2008/745, Fourth report of the Secretary-General on the United Nations Integrated Office in Burundi, § 38 (28 november 2008).
18
Algemeen Ambtsbericht Burundi / maart 2009
jaren zullen het leger en met name de politie nog enkele duizenden mensen moeten laten afvloeien om tot de eerder genoemde aantallen te komen. Daarnaast betekent toetreding van de FNL tot het vredesakkoord dat een deel van de FNL-strijders zal worden opgenomen in het leger en de politie. Dit zal de case load voor DDR nog verder doen toenemen. Een nieuwe fase van het DDR-programma gaat in het voorjaar van 2009 van start.50 Als uitvloeisel van het gesloten akkoord met de FNL in december 2008 is de Burundese regering begonnen met de eerste fase van vrijlating van FNL-politieke en krijgsgevangenen. Onder toezicht van het Joint Verification and Monitoring Mechanism (JVMM) worden FNL-strijders en vrijgelaten krijgsgevangenen ondergebracht in zogenaamde ‘assembly areas’. Na ontwapening en registratie gaat een deel van de strijders vervolgens naar een demobilisatiekamp. De rest zal worden opgenomen in het leger en de politie.51
2.5.3
Beëindiging gewapend conflict De onderhandelingen tussen regering en FNL leidden begin december 2008 tot ondertekening van een verklaring, waarbij beide partijen tot concessies bereid waren.52 Er is derhalve op basis van de criteria van de Raad van State geen sprake van een binnenlands gewapend conflict in Burundi.53
2.6
Regionale context De ontwikkelingen in Burundi hangen nauw samen met de bredere problematiek in het Grote Meren-gebied. Over het algemeen onderhoudt het land goede relaties met
50
UNSC, S/2008/745, Fourth report of the Secretary-General on the United Nations Integrated Office in Burundi (28 november 2008) en UNSC, S/RES/1858 (22 december 2008).
51
UNSC, S/2008/745, Fourth report of the Secretary-General on the United Nations Integrated Office in Burundi (28 november 2008), Burundi Réalité, Détails sur les prisonniers du FNL libérés par le gouvernement Burundais (4 januari 2009) en IRIN, Burundi: Libération des prisonniers des FNL en cours (6 januari 2009). Zie ook § 2.4.1 ‘Vredesonderhandelingen met de FNL’ (Politieke ontwikkelingen).
52
Zie § 2.4.1 ‘Vredesonderhandelingen met de FNL’ (Politiekeontwikkelingen).
53
De Raad van State (AbRS) hanteert bij uitspraak van 20 juli 2007 (nr. 200608939/1) de volgende definitie van een binnenlands gewapend conflict: “Sprake is van een binnenlands gewapend conflict indien een georganiseerde gewapende groep met een verantwoordelijk bevel in staat is op het grondgebied van een land of een gedeelte daarvan militaire operaties uit te voeren jegens de strijdkrachten van de autoriteiten van dat land. Deze operaties dienen dan aanhoudend en samenhangend van aard te zijn, wil sprake zijn van een gewapend conflict. Ongeregeldheden en spanningen, zoals rellen, leiden niet tot de conclusie dat sprake is van een zodanig conflict”.
19
Algemeen Ambtsbericht Burundi / maart 2009
zijn buurlanden. Hieronder worden de betrekkingen van Burundi met de buurlanden DRCongo, Rwanda en Tanzania, alsmede Zuid-Afrika belicht.54
2.6.1
Democratische Republiek Congo (DRC) Hoewel de betrekkingen met de DRC zijn verbeterd, wordt Burundi nog geregeld geconfronteerd met infiltraties van Congolese rebellengroeperingen op Burundees grondgebied vanuit het buurland. Volgens onbevestigde berichten zou mogelijke rekrutering onder Burundese gedemobiliseerden nog plaatshebben. 55 Voorts zoeken nog geregeld Congolese vluchtelingen hun heil in Burundi als gevolg van de voortdurende gevechten en schermutselingen tussen het Congolese regeringsleger en plaatselijke milities in Oost-Congo. Er zouden zich nog ongeveer 28.000 Congolese vluchtelingen in Burundi bevinden. 56
2.6.2
Rwanda De bilaterale betrekkingen tussen Rwanda en Burundi zijn over het algemeen goed. Er bestaan nauwe contacten tussen beide landen. Op 19 april 2007 gaven Rwanda en Burundi, alsmede de DRC en Uganda, hun goedkeuring aan een gezamenlijke militaire strategie om de overgebleven rebellengroeperingen in het Grote Meren-gebied aan te pakken. Zij spraken in de Burundese hoofdstad Bujumbura af om militaire operaties op elkaar af te stemmen.57 Eveneens werd door Burundi, Rwanda en de DRC de Communauté Economique des Pays des Grands Lacs (CEPGL), een economisch samenwerkingsverband uit 1976, nieuw leven ingeblazen om vrij verkeer van personen en goederen te vergemakkelijken. 58
54
EIU, Burundi: Country Report (november 2008).
55
UNSC, S/2008/745, Fourth report of the Secretary-General on the United Nations Integrated Office in Burundi, § 24 (28 november 2008).
56
New Times, Regional countries take tough stand on negative forces (28 april 2008), EIU, Burundi: Country Profile 2008, p. 11 (16 mei 2008), AFP, RDC: le Burundi “disponible pour contribuer à une solution politique (3 november 2008), UNHCR, Burundi main operational activities (30 november 2008) en US Department of State, Burundi: Country Reports on Human Rights Practices (25 februari 2009). Zie ook § 4.1 ‘Migratiestromen’ (Migratie).
57
New Times, Rwanda, Burundi strengthen security ties (4 oktober 2008).
58
Reuters, Burundi, Rwanda and DRC relaunch economic bloc (18 april 2007), AFP, Africa’s Great Lake nations adopt joint military plan (19 april 2007), EIU, Burundi: Country Profile 2008, p. 11 (16 mei 2008), EIU, Burundi: Country Report, p. 8 (augustus 2008) en Reuters, $4 bln railway to link Burundi with neighbours (3 november 2008).
20
Algemeen Ambtsbericht Burundi / maart 2009
2.6.3
Tanzania De al jarenlang voortdurende betrokkenheid van Tanzania bij het vredesproces in Burundi vindt haar oorzaak vooral in de wens het vluchtelingenprobleem op te lossen; Tanzania is sinds decennia de grootste ontvanger van Burundese vluchtelingen. Gezien de relatieve rust in grote delen van Burundi keerden sinds 2002 circa 460.000 van de naar schatting 700.000 vluchtelingen vrijwillig terug naar Burundi (zelfstandig en geholpen door UNHCR).59
2.6.4
Zuid-Afrika Zuid-Afrika ziet vrede in Burundi als essentieel voor een brede vredesregeling in het gebied van de Grote Meren en heeft hard gewerkt om het conflict op te lossen, met inzet van hoge ambtenaren en politici bij de besprekingen van Arusha. Sinds medio 2000 bemiddelt Zuid-Afrika als facilitator van het Regional Initiative for Peace in Burundi (RI) bij het vredesproces in Burundi, samen met Tanzania en Uganda.60 Daarnaast draagt het land met een troepenmacht bij aan de vredesmissies in Burundi, eerst als onderdeel van ONUB en na het verstrijken van haar mandaat op 31 december 2006 onder de vlag van de Afrikaanse Unie (AU). 61
2.6.5
Grote Meren-gebied Onder auspiciën van de Afrikaanse Unie (AU) en de VN vond in Dar es Salaam op 19 en 20 november 2004 de eerste International Conference on the Great Lakes Region (ICGLR) plaats, met als doel het beëindigen van het geweld, de opbouw van functionele staatsstructuren en herstel van de relaties tussen de landen onderling. Eerbiediging van de territoriale integriteit, het niet dulden van buitenlandse rebellengroepen en herstel van de rechtstaat werden daarbij expliciet genoemd. Concretisering van deze doelstellingen heeft uiteindelijk geleid tot een Pact voor Regionale Veiligheid, Stabiliteit en Ontwikkeling in het Grote Merengebied (Pact on Security, Stability and Development in the Great Lakes Region), dat tijdens de tweede Grote Meren-conferentie in Nairobi op 14 en 15 december 2006 is aangenomen. Met de ondertekening van het pact hebben de elf betrokken
59
UNHCR, UNHCR-sponsored village promotes reconciliation in Burundi (2 oktober 2008) en UNHCR, Burundi Fact Sheet (31 december 2008). Zie ook § 4.1 ‘Migratiestromen’.
60
In het Regional Initiative for Peace in Burundi (RI) zijn de meest betrokken landen uit de regio vertegenwoordigd: Uganda als voorzitter, Tanzania als mediator en Zuid-Afrika als facilitator.
61
EIU, Burundi: Country Profile 2008, p. 12 (16 mei 2008) en EIU, Burundi: Country Report, p. 8 (februari 2009).
21
Algemeen Ambtsbericht Burundi / maart 2009
Afrikaanse landen62, waaronder Burundi, aangegeven zelf verantwoordelijkheid te willen nemen voor het vredesproces in de regio. Op 21 juni 2008 is het pact in werking getreden. 63 Voorts werd eind oktober 2004 onder toezicht van de Verenigde Staten een tripartiete overeenkomst getekend tussen Rwanda, de DRC en Uganda. Deze overeenkomst heeft tot doel het verbeteren van de regionale verhoudingen en het oplossen van bestaande (grens)conflicten. De overeenkomst voorziet in geregeld overleg tussen de ministers van Buitenlandse Zaken en Defensie. De toetreding van Burundi werd geformaliseerd in oktober 2005 in Kampala (‘Tripartite Plus’).64
62
Deze landen zijn: Angola, Burundi, de Centraal Afrikaanse Republiek, Congo-Brazzaville, de Democratische Republiek Congo, Kenia, Rwanda, Sudan, Tanzania, Uganda en Zambia.
63
UNSC, S/2008/330, Third report of the Secretary-General on the United Nations Integrated Office in Burundi, § 35 (15 mei 2008), UNSC, S/2008/433, Twenty-sixth report of the Secretary-General on the United Nations Organization Mission in the Democratic Republic of the Congo (3 juli 2008) en UNSC, S/2008/745, Fourth report of the Secretary-General on the United Nations Integrated Office in Burundi, § 22 (28 november 2008).
64
New Times, Congo crisis needs regional solution (11 januari 2008), UNSC, S/2008/330, Third report of the Secretary-General on the United Nations Integrated Office in Burundi (15 mei 2008) en www.minaffet.gov.rw, Communique Tripartite Plus Joint Commission (22 januari 2009).
22
Algemeen Ambtsbericht Burundi / maart 2009
3
Mensenrechten Hoewel in de grondwet diverse fundamentele rechten en vrijheden zijn opgenomen, worden deze door de Burundese autoriteiten niet altijd gerespecteerd. Zo komen arrestaties van politieke tegenstanders, willekeur en intimidatie door politie, corruptie door overheidsambtenaren, discriminatie en (seksuele) mishandeling van vrouwen en meisjes en kinderarbeid nog steeds voor.65
3.1
Internationale verdragen en protocollen Burundi is partij bij de belangrijkste VN-verdragen op het terrein van de mensenrechten,66 te weten: · de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (geratificeerd 1962); · het Verdrag met betrekking tot de Status van Vluchtelingen (geratificeerd 1963), alsmede het bijbehorende optionele protocol (geratificeerd 1971); · het Internationaal Verdrag inzake de Uitbanning van Alle vormen van Rassendiscriminatie (geratificeerd 1977); · het Internationaal Verdrag inzake Onderdrukking en Bestraffing van Apartheid (geratificeerd 1978); · het Internationaal Verdrag inzake Economische, Sociale en Culturele rechten (geratificeerd 1990); · het Internationaal Verdrag inzake Burger- en Politieke Rechten (geratificeerd 1990), maar nog niet het daarop betrekking hebbende eerste optionele protocol betreffende het individueel klachtenrecht en het tweede optionele protocol betreffende afschaffing van de doodstraf; · het Verdrag inzake de Rechten van het Kind (geratificeerd 1990), alsmede het optionele protocol betreffende kinderhandel, kinderprostitutie en kinderpornografie (geratificeerd 2007) en het optionele protocol betreffende kinderen in gewapende conflicten (geratificeerd 2008); · het Verdrag inzake de Uitbanning van Alle Vormen van Discriminatie van Vrouwen (geratificeerd 1992), alsmede het optionele protocol betreffende alle in het verdrag genoemde vormen van discriminatie (getekend 2001, nog niet geratificeerd); · het Verdrag tegen Marteling en Andere Wrede, Onmenselijke of Onterende Behandeling of Bestraffing (geratificeerd 1993);
65
UNSC, S/2008/745, Fourth report of the Secretary-General on the United Nations Integrated Office in Burundi (28 november 2008) en US Department of State, Burundi: Country Reports on Human Rights Practices (25 februari 2009).
66
www.unhchr.ch/treaties en www.un.org (17 oktober 2008).
23
Algemeen Ambtsbericht Burundi / maart 2009
·
het Internationaal Verdrag inzake Voorkoming en Bestraffing van Genocide (geratificeerd 1997); · het Statuut van het Internationaal Strafhof (International Criminal Court, ICC) (geratificeerd 2004);67 · het VN-Verdrag tegen Corruptie (toetreding 2006). Burundi voldoet nauwelijks aan de rapportageverplichtingen ten behoeve van de organen van toezicht.68 Voorts is Burundi partij bij: · het Verdrag van de Afrikaanse Unie inzake Specifieke Aspecten van Vluchtelingenproblemen in Afrika (geratificeerd 1975); · het Afrikaanse Handvest inzake de Rechten van Mensen en Volkeren (geratificeerd 1989), alsmede de bijbehorende protocollen betreffende de oprichting van een Afrikaans Hof (geratificeerd 2003) en Vrouwenrechten (getekend 2003, nog niet geratificeerd); · het Afrikaanse Handvest inzake de Rechten en het Welzijn van het Kind (geratificeerd 2004); · het Verdrag van de Afrikaanse Unie ter Voorkoming en Bestrijding van Corruptie (geratificeerd 2005); · het Afrikaanse Unie Non-Agressie en Gemeenschappelijk Defensiepact (getekend 2005, nog niet geratificeerd); · het Afrikaanse Jeugd Handvest (getekend 2006, nog niet geratificeerd); · het Afrikaanse Handvest inzake Democratie, Verkiezingen en Governance (getekend 2007, nog niet geratificeerd).69
3.2
Nationale wetgeving De Burundese wetgeving is gebaseerd op Belgisch recht. In de Burundese grondwet is bepaald dat alle burgers gelijk zijn voor de wet, zonder discriminatie op basis van ras, kleur, afkomst, etniciteit, clan, geslacht, opinie, religie of sociale status.70
67
Volkskrant, Burundi erkent Strafhof (24 september 2004).
68
De organen van toezicht zijn: Human Rights Committee (HRC), Committee on Economic, Social and Cultural Rights (CESCR), Committee on the Elimination of Racial Discrimination (CERD), Committee on the Elimination of Discrimination Against Women (CEDAW) en Committee on the Rights of the Child (CRC).
69
www.africa-union.org/officialdocuments (16 oktober 2008).
70
UNSC, S/2008/330, Third report of the Secretary-General on the United Nations Integrated Office in Burundi (15 mei 2008), US Department of State, Burundi: International Religious Freedom Report 2008 (19 september 2008), EIU, Burundi: Country Report (februari 2009) en US Department of State, Burundi: Country Reports on Human Rights Practices (25 februari 2009).
24
Algemeen Ambtsbericht Burundi / maart 2009
Het Burundese parlement buigt zich thans over herziening van het Wetboek van Strafrecht. De te herziene strafwet betreft allerlei nieuwe regelingen en wettelijke aanpassingen. De wijzigingen behelzen onder meer afschaffing van de doodstraf en strafbaarstelling van genocide, bepaalde oorlogsmisdaden, misdaden tegen de menselijkheid, marteling en homoseksualiteit. Eind november 2008 heeft de Nationale Vergadering met een grote meerderheid van stemmen de nieuwe strafwet aangenomen. Alleen de Senaat moest hieraan nog goedkeuring verlenen. 71 Inmiddels heeft de Senaat de herzieningen bekeken en in februari 2009 teruggestuurd naar de Nationale Vergadering met verwerping van het amendement inzake strafbaarstelling van homoseksualiteit.72
3.3
Toezicht In Burundi houden zowel overheidsorganisaties als niet-gouvernementele organisaties zich bezig met toezicht op de naleving van de mensenrechten.
3.3.1
Overheidsorganisaties Burundi kent een ministerie voor Nationale Solidariteit, Mensenrechten en Genderaangelegenheden. Dit ministerie heeft als taak het respect voor de mensenrechten te bevorderen en de mensenrechtensituatie te verbeteren, maar volgens diverse bronnen is de invloed van het ministerie beperkt. In het Arusha-akkoord werd overeengekomen een nationale mensenrechtencommissie (Commission Nationale des Droits de l’Homme) op te richten, maar dit is tot op heden niet gebeurd. Het is de bedoeling dat deze commissie, die uit 13 vertegenwoordigers van diverse belangengroeperingen zal bestaan, onafhankelijk van de uitvoerende macht kan opereren. Tot de datum van oprichting van de commissie is het mandaat van de onafhankelijke expert van de VN voor de mensenrechten verlengd.73
71
Reformatorisch Dagblad, Burundi schaft doodstraf af (25 november 2008), Gay-EU, Burundi stelt homoseksualiteit strafbaar (www.gay.eu, 25 november 2008), HRW, Burundi: Assembly abolishes death penalty, criminalizes torture (3 december 2008), HRW, Burundi: World Report 2009 (januari 2009) en EIU, Burundi: Country Report (februari 2009). Zie ook § 3.4.7 ‘Mishandeling en foltering’, § 3.4.10 ‘Doodstraf’ en § 3.5.2 ‘Homoseksuelen’.
72
AFP, Burundi senate rejects outlawing homosexuality (17 februari 2009). Zie ook § 3.5.2 ‘Homoseksuelen’.
73
UNSC, S/2008/330, Third report of the Secretary-General on the United Nations Integrated Office in Burundi (15 mei 2008), UNSC, S/2008/745, Fourth report of the Secretary-General on the United Nations Integrated Office in Burundi, § 51 (28 november 2008) en Burundi Tribune, La Ligue Iteka appelle les parlementaires à amender le texte régissant la Commission Nationale des Droits de l’Homme (7 januari 2009).
25
Algemeen Ambtsbericht Burundi / maart 2009
3.3.2
Niet-gouvernementele organisaties (ngo’s) In Burundi zijn diverse onafhankelijke mensenrechtenorganisaties actief, waaronder de Ligue burundaise des droits de l’homme (Ligue Iteka) en de Association burundaise pour la défense des droits des prisonniers (ABDP). Er zijn, voor zover bekend, geen aanwijzingen dat deze organisaties door de autoriteiten worden gehinderd in de uitoefening van hun werkzaamheden. 74 Ligue Iteka is de eerste onafhankelijke mensenrechtenorganisatie in Burundi. De organisatie heeft een programma ontwikkeld voor juridische bijstand en beschikt over 17 mensenrechtenrapporteurs, met een uitgebreid netwerk in elke provincie. Jaarlijks publiceert zij rapportages en iedere maand informatiebulletins in het Frans en Kirundi. Voorts onderhoudt Ligue Iteka een website (www.ligue-iteka.bi). De ABDP beschikt eveneens over een juridisch bijstandsprogramma en voert met name onderzoek uit op penitentiair terrein ter bevordering van een meer humanitaire behandeling en juridische bescherming van gevangenen in Burundi.75 De internationale gemeenschap volgt de mensenrechtensituatie in Burundi met aandacht. Sinds 1995 heeft de VN een kantoor van de Hoge Commissaris voor de Mensenrechten (United Nations High Commissioner for Human Rights, UNHCHR) in Burundi. Naast UNHCHR verzamelt ook BINUB informatie over mensenrechtenschendingen in Burundi. De organisaties rapporteren met regelmaat over hun bevindingen, zo ook internationale mensenrechtenorganisaties als Amnesty International en Human Rights Watch.76
3.4
Naleving en schendingen Hoewel sommige verdachten van mensenrechtenschendingen vervolgd worden, blijven de meeste schendingen onbestraft, enerzijds omdat de daders veelal onbekend zijn, anderzijds vanwege het slecht functionerende rechtssysteem en de omvangrijke straffeloosheid die hiervan het gevolg is.77 74
US Department of State, Burundi: Country Reports on Human Rights Practices (25 februari 2009).
75
US Department of State, Burundi: Country Reports on Human Rights Practices (25 februari 2009).
76
UNSC, S/2008/330, Third report of the Secretary-General on the United Nations Integrated Office in Burundi (15 mei 2008) en UNSC, S/2008/745, Fourth report of the SecretaryGeneral on the United Nations Integrated Office in Burundi, § 32 (28 november 2008).
77
UNSC, S/2008/330, Third report of the Secretary-General on the United Nations Integrated Office in Burundi (15 mei 2008), UNSC, S/2008/745, Fourth report of the Secretary-General on the United Nations Integrated Office in Burundi (28 november 2008), HRW, Burundi: World Report 2009 (januari 2009) en US Department of State, Burundi: Country Reports on Human Rights Practices (25 februari 2009).
26
Algemeen Ambtsbericht Burundi / maart 2009
3.4.1
Vrijheid van meningsuiting Vrijheid van meningsuiting is vastgelegd in de grondwet, maar in de praktijk wordt dit recht veelal door de overheid beperkt. Zo verbieden de autoriteiten het brengen van eenzijdige berichtgeving, belediging en laster van politici en het bekritiseren van de regering. Journalisten kunnen worden gearresteerd, indien publicaties de openbare orde (kunnen) verstoren. Het komt voor dat journalisten op deze gronden worden opgepakt en in de gevangenis belanden. Zo werd op 11 september 2008 Jean-Claude Kavumbagu, journalist en directeur van het Burundese online nieuwsagentschap Net Press, aangehouden op verdenking van lasterlijke aantijgingen richting de president in verband met zijn reis naar de Olympische Spelen in Beijing. Hij bevindt zich nog steeds in hechtenis. Diverse mensenrechtenorganisaties, waaronder Amnesty International, hebben hiertegen protest aangetekend. Zij beschouwen hem als gewetensgevangene, omdat hij vast zit vanwege het bezigen van zijn recht op vrije meningsuiting.78 Een regulerende rol tussen overheid en media is weggelegd voor de Conseil National de la Communication (CNC). De CNC hoort uiteenlopende meningen en moet onafhankelijk kunnen oordelen, maar omdat de leden van de raad worden benoemd door de president in overleg met de beide vice-presidenten is invloed van overheidswege niet uit te sluiten.79 Radio is in Burundi verreweg het meest populaire medium. Kranten en televisie bereiken slechts een bovenlaag van de bevolking, voornamelijk in en rondom de hoofdstad Bujumbura. De autoriteiten beheren het enige dagblad Le Renouveau, een televisiestation en drie radiostations. Burundi kent daarnaast een onafhankelijk televisiestation en acht onafhankelijke radiostations, die zonder controle vooraf kunnen uitzenden. Wel komt het voor dat deze stations achteraf door de autoriteiten een (over het algemeen tijdelijk) verbod tot uitzending wordt opgelegd vanwege overtreding van de mediawetgeving. Internationale radiostations als Radio France Internationale (RFI), British Broadcasting Corporation (BBC) en Voice of America kunnen in principe ongehinderd uitzenden. Ten aanzien van de
78
Reuters, Editor arrested for story on Burundi Olympic trip (11 september 2008), AI, Burundi: journalist Jean-Claude Kavumbagu (november 2008), EIU, Burundi: Country Report (november 2008), UNSC, S/2008/745, Fourth report of the Secretary-General on the United Nations Integrated Office in Burundi, § 32 (28 november 2008), HRW, Burundi: World Report 2009 (januari 2009) en US Department of State, Burundi: Country Reports on Human Rights Practices (25 februari 2009).
79
US Department of State, Burundi: Country Reports on Human Rights Practices (25 februari 2009).
27
Algemeen Ambtsbericht Burundi / maart 2009
toegang tot of het hebben van een website op internet worden, voor zover bekend, geen beperkingen opgelegd.80
3.4.2
Vrijheid van vereniging en vergadering De grondwet voorziet in vrijheid van vereniging en vergadering. Oppositionele groeperingen kunnen in het algemeen vrijelijk opereren, maar worden soms in hun werkzaamheden beperkt door intimidatie door de autoriteiten, bijvoorbeeld door het tegenhouden van personen om vergaderingen van de oppositie bij te wonen of iemand tijdelijk te detineren voor ondervraging over het organiseren van ‘illegale’ bijeenkomsten. De vorming van maatschappelijke organisaties, mensenrechtenorganisaties en vakbonden moet door de overheid worden goedgekeurd. De grondwet staat openbare bijeenkomsten en politieke demonstraties toe. Wel moeten de autoriteiten vooraf worden geïnformeerd. Het kan voorkomen dat een bijeenkomst wordt verboden. Gedurende de verslagperiode werden bijvoorbeeld bijeenkomsten van de in oprichting zijnde partij Mouvement pour la Solidarité et la Démocratie (MSD) van Alexis Sinduhiji illegaal verklaard.81
3.4.3
Vrijheid van godsdienst Burundi kent geen staatsgodsdienst. De grondwet voorziet in vrijheid van godsdienst, die ook in de praktijk door de autoriteiten wordt gerespecteerd. Volgens de wet moeten religieuze groeperingen een hoofdkwartier in Burundi hebben. Ook dienen zij zich in te schrijven bij het ministerie van Binnenlandse Zaken. Er zijn geen gevallen bekend waarbij inschrijving van een religieuze groepering is geweigerd. Voor zover bekend heeft discriminatie en/of detentie van personen op basis van geloof gedurende de verslagperiode niet plaatsgevonden.82
80
EIU, Burundi: Country Profile 2008, p. 8 (16 mei 2008), CIA, The World Factbook, Burundi (24 februari 2009) en US Department of State, Burundi: Country Reports on Human Rights Practices (25 februari 2009).
81
UNSC, S/2008/745, Fourth report of the Secretary-General on the United Nations Integrated Office in Burundi, § 47 (28 november 2008) en US Department of State, Burundi: Country Reports on Human Rights Practices (25 februari 2009). Zie ook § 2.4.3 ‘Regering en oppositie’ (Politieke ontwikkelingen).
82
US Department of State, Burundi: International Religious Freedom Report 2008 (19 september 2008), CIA, The World Factbook, Burundi (24 februari 2009) en US Department of State, Burundi: Country Reports on Human Rights Practices (25 februari 2009).
28
Algemeen Ambtsbericht Burundi / maart 2009
3.4.4
Bewegingsvrijheid De grondwet voorziet in bewegingsvrijheid voor alle burgers. Wel vinden geregeld persoonscontroles plaats, waarbij burgers bij het niet kunnen tonen van identiteitspapieren het risico lopen te worden gedetineerd, totdat zij kunnen bewijzen wie zij zijn en waar zij vandaan komen.83
3.4.4.1
Identificatie In Burundi geldt vanaf 16 jaar een identificatieplicht, hoewel in de praktijk ook aan jongere personen gevraagd kan worden om zich te identificeren. Dit hoeft niet noodzakelijkerwijs met een identiteitskaart, maar kan ook met een paspoort of een schoolkaart. Ieder schoolgaand kind heeft vanaf de eerste klas van de lagere school gedurende de hele schooltijd een carte scolaire, voorzien van een pasfoto. Op identiteitsdocumenten wordt geen melding gemaakt van de etnische achtergrond. Bij het niet kunnen tonen van identiteitspapieren loopt een persoon het risico gearresteerd te worden. Na betaling van een boete wordt betrokkene doorgaans binnen een etmaal weer vrijgelaten, meestal nadat een familielid is langsgekomen om de identiteit te bevestigen.84
3.4.4.2
Identiteitskaart De aanvraag van een identiteitskaart loopt via het kantoor van de gemeente (bureau communal), waar de namen van betrokkene en diens ouders bij de burgerlijke stand moeten worden opgegeven. Voorts moet de aanvrager persoonlijk twee pasfoto’s afgeven en tegelijk een vingerafdruk plaatsen. De identiteitskaart is onbeperkt geldig. Het staat een ieder vrij om bij wijzigingen (bijvoorbeeld van ongehuwd naar gehuwd) een nieuwe kaart aan te vragen, maar dat is niet verplicht. Een identiteitskaart wordt uitgegeven door het kantoor van de administrateur de la commune. Bij uitgifte van een identiteitskaart wordt een individuele archiefkaart gemaakt, waarop een pasfoto en vingerafdrukken van betrokkene staan. Er wordt een centrale registratie van identiteitskaarten bijgehouden in de betreffende gemeente. De gereed zijnde identiteitskaart kan persoonlijk of door een gemachtigde derde worden afgehaald. Vóór het afgeven van een identiteitskaart moet eerst de identiteit worden bewezen. Daartoe dient een formulier te worden ingevuld door de plaatselijke autoriteit,
83
US Department of State, Burundi: Country Reports on Human Rights Practices (25 februari 2009).
84
US Department of State, Burundi: Country Reports on Human Rights Practices (25 februari 2009).
29
Algemeen Ambtsbericht Burundi / maart 2009
bijvoorbeeld de chef de zone in Bujumbura en deelgemeenten of de chef de secteur in het binnenland. Een tweede formulier wordt verstrekt door de zogenaamde autorité de base, meestal een gekozen ouder (wijs) persoon, die het aanspreekpunt is per elke tien huishoudens. Deze verklaringen vormen de basis van controle van iemands identiteit. Bij verlies van een identiteitskaart moet de betrokkene bij de police judiciaire een officiële verklaring van verlies laten opmaken. Indien in de betreffende gemeente geen police judiciaire aanwezig is, dient betrokkene zich te wenden tot de chef de colline. Op vertoon van de verklaring van verlies kan vervolgens door de administrateur de la commune een duplicaat van de identiteitskaart worden verstrekt. Op deze kaart staat vermeld dat het een duplicaat betreft. Er doet zich nog geregeld fraude voor met identiteitskaarten. Valse identiteitskaarten zijn in Burundi betrekkelijk makkelijk verkrijgbaar.
3.4.4.3
Paspoort Bij de aanvraag van een paspoort moeten een identiteitskaart en een attestation d’identité complète (verklaring van volledige identiteit) worden overgelegd en daarnaast het oude paspoort, indien het een hernieuwde paspoortaanvraag betreft. Voor minderjarigen volstaat het overleggen van een extrait de naissance (uittreksel uit het geboorteregister) en een carte scolaire, naast een verklaring van de ouders. Paspoorten worden alleen afgegeven in Bujumbura door PAFE (Police de l'Air, des Frontières et de l'Etranger) van het ministerie van Publieke Veiligheid, waar een centraal register wordt bijgehouden. Vanaf 2006 worden in Burundi nieuwe paspoorten uitgegeven. Sindsdien beschikken Burundese ambassades in het buitenland niet langer over de bevoegdheid om zelf paspoorten uit te geven. Wel kunnen zij een aanvraag vanuit het buitenland doorsturen naar de PAFE in Bujumbura. Het gereed zijnde paspoort wordt vervolgens per diplomatieke post naar de betreffende ambassade gestuurd, alwaar de betrokkene het paspoort in persoon dient af te halen. Burundese ambassades zijn wel bevoegd om laissez-passers af te geven. Het is niet langer mogelijk kinderen in het paspoort bij te schrijven. De geldigheidsduur van een paspoort is vijf jaar. Oude paspoorten van vóór 2006 konden nog worden verlengd tot 2008. Inmiddels zijn deze niet meer geldig. De nieuwe paspoorten kunnen niet worden verlengd.
30
Algemeen Ambtsbericht Burundi / maart 2009
3.4.4.4
Nationaliteitsverklaring Het Burundese ministerie van Justitie is de enige autoriteit die een nationaliteitsverklaring mag afgeven. 85 De Burundese ambassades in het buitenland beschikken niet over deze bevoegdheid. Voor de aanvraag zijn de volgende documenten vereist: het curriculum vitae van betrokkene, een uittreksel uit het geboorteregister, een verklaring van goed gedrag, een uittreksel uit het casier judiciaire (strafregister) waaruit blijkt dat tegen de aanvrager geen vervolging is ingesteld (geweest), en een verklaring van volledige identiteit. Het verkrijgen van een nationaliteitsverklaring kan enige tijd (soms maanden) duren, met name via de ambassade. Een gevolmachtigde in Burundi die er achterheen gaat, zou een en ander in een aantal weken kunnen regelen.
3.4.4.5
Kerkelijke administratie De katholieke kerk houdt een uitgebreide administratie bij van alle katholieke Burundezen. Doop-, huwelijks- en overlijdensgegevens van een ieder worden in een kaartsysteem bijgehouden. Ook de anglicaanse kerk, de belangrijkste protestantse kerk, houdt registers over doop, huwelijk en overlijden bij. Daarbij moet worden opgemerkt dat doop niet altijd direct na de geboorte gebeurt, maar ook op latere leeftijd kan plaatsvinden.
3.4.4.6
Verificatie van documenten86 Documenten zijn op inhoud nauwelijks te verifiëren. Burundese registers zijn doorgaans incompleet en niet altijd betrouwbaar. Paspoorten en identiteitskaarten zijn over het algemeen wel authentiek, maar kunnen op inhoud zijn vervalst. Het is niet moeilijk documenten illegaal aan te schaffen. Naar verluidt zou 70 tot 80% van de documenten vals of vervalst zijn. 87 Sinds 1980 bestaat in Burundi de burgerlijke stand. Dat betekent dat onder meer geboortes en huwelijken van voor die tijd wellicht wel in registers (schriftjes of mappen) zijn genoteerd, maar niet systematisch. Formeel moeten geboortes binnen 15 dagen worden geregistreerd. Door omstandigheden gebeurt dit vaak niet of te laat. Voor te laat geregistreerde geboortes van vóór 1980 kan met behulp van twee getuigen een afschrift van een geboorteakte worden verkregen. De twee getuigen hoeven zich niet te identificeren. Hetzelfde geldt voor een huwelijksakte. Het waarheidsgehalte van de getuigenverklaringen is moeilijk te achterhalen. Het is daardoor vrij gemakkelijk om een andere identiteit aan te nemen. Documenten die 85
Artikel 46 van de nationaliteitswet van 18 juli 2000 nr. 1/013.
86
Deze paragraaf is gebaseerd op gesprekken die gevoerd zijn in Bujumbura tijdens de AAT (Asiel Advies Team)-missie in december 2008.
87
Corruptie is een groot probleem en betekent feitelijk dat voor geld elk document is te verkrijgen.
31
Algemeen Ambtsbericht Burundi / maart 2009
recent zijn afgegeven over gebeurtenissen van jaren geleden, zijn dan ook vaak inhoudelijk niet betrouwbaar. Oude documenten over gebeurtenissen in het verleden, die in registers zijn terug te vinden, zijn betrouwbaarder.88
3.4.4.7
Reizen Volgens de grondwet heeft iedere Burundese burger het recht om zonder voorafgaande voorwaarden en op elk moment Burundi te verlaten of binnen te komen. 89 Er zijn geen directe lijnvluchten tussen Burundi en Nederland. De kans, dat personen ongecontroleerd via Bujumbura International Airport (het enige vliegveld in Burundi met een verharde baan) kunnen uitreizen, is gering. Voor de uitreis is een persoonsbewijs (paspoort of laissez-passer) noodzakelijk. Vanuit Bujumbura verzorgen drie luchtvaartmaatschappijen regelmatige vliegverbindingen met Europa: Kenya Airways (via Nairobi), Brussels Airlines (rechtstreeks) en Ethiopian Airlines (via Addis Abeba, Entebbe en Kigali). Voorts verzorgt Rwandair Express lijnvluchten tussen Bujumbura en Kigali. 90 De nationale luchtvaartmaatschappij, Air Burundi, beschikt over één vliegtuig en vliegt onregelmatig.
3.4.5
Rechtsgang Het rechtssysteem in Burundi is onderverdeeld in rechtbanken voor civiel- en strafrecht. Het leger heeft zijn eigen militaire rechtspraak. Op het niveau van Tribunal de Résidence zijn Hutu en Tutsi ongeveer gelijk vertegenwoordigd. Op hogere niveaus is het overgrote deel van de rechters nog steeds van Tutsiafkomst.91 Het rechtssysteem in Burundi is zeer zwak. Hoewel de grondwet voorziet in een onafhankelijke rechterlijke macht, is dit in de praktijk niet altijd het geval. Bij prominente zaken is dikwijls sprake van politieke beïnvloeding van het vonnis. Bij minder prominente zaken speelt corruptie soms een rol. Er is een groot gebrek aan capaciteit: er zijn te weinig rechters en rechterlijke ambtenaren. De rechters en ambtenaren die er zijn, zijn vaak slecht geschoold. Procedures kunnen hierdoor
88
Het gaat hierbij om huwelijks- of geboorteaktes die vrijwel direct na de gebeurtenis zelf zijn afgegeven.
89
US Department of State, Burundi: Country Reports on Human Rights Practices (25 februari 2009).
90
EIU, Burundi: Country Profile, p. 14 (16 mei 2008).
91
US Department of State, Burundi: Country Reports on Human Rights Practices (25 februari 2009). Zie ook § 2.2.3 ‘Rechterlijke macht’ (Staatsinrichting).
32
Algemeen Ambtsbericht Burundi / maart 2009
lang duren en verdachten zitten soms maanden in voorarrest, meestal zonder dat zij toegang hebben tot een advocaat.92 Doordat de meeste burgers hun recht niet kunnen halen via het rechtssysteem is er in zekere mate sprake van eigenrichting, hetgeen één van de oorzaken is voor het hoge aantal moorden dat jaarlijks in Burundi wordt gepleegd. Mede als gevolg van het falende justitiële apparaat is de straffeloosheid in Burundi wijdverspreid. Er is geen politieke wil om daadwerkelijk over te gaan tot vervolging van mensenrechtenschendingen. Naar verluidt zouden zich onder invloedrijke overheidsdienaren personen bevinden die zich schuldig hebben gemaakt aan ernstige schendingen van de mensenrechten. 93
3.4.5.1
Waarheids- en Verzoeningscommissie en Speciaal Tribunaal In de Arusha Akkoorden, die in augustus 2000 door de meeste strijdende partijen zijn getekend, is afgesproken om een justitieel mechanisme in te stellen dat bij zou moeten dragen aan verzoening, rechtvaardigheid, duurzame vrede en ontwikkeling. Op 15 juni 2005 kwamen de Burundese regering en de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties overeen om een tweeledig mechanisme in het leven te roepen: een Waarheids- en Verzoeningscommissie en een Speciaal Tribunaal. De Waarheids- en Verzoeningscommissie zal zowel nationale als internationale leden tellen. Deze commissie moet de gebeurtenissen en de onderliggende oorzaken van het conflict in Burundi vastleggen, de misdaden classificeren die sinds de onafhankelijkheid in 1962 zijn begaan en verantwoordelijken identificeren. Het Speciaal Tribunaal zal bestaan uit zowel nationale als internationale rechters en een internationale aanklager. Dit tribunaal zal degenen die verantwoordelijk zijn voor genocide, misdaden tegen de menselijkheid en oorlogsmisdaden in Burundi, moeten vervolgen. Eenmaal operationeel, zullen beide onder het Burundese rechtssysteem komen te vallen. Onduidelijk nog is hoe de Waarheids- en Verzoeningscommissie en het Speciaal Tribunaal zich tot elkaar zullen verhouden. Welingelichte bronnen noemen het onwaarschijnlijk dat het tribunaal binnen afzienbare tijd van start zal gaan, juist omdat een aantal prominente figuren die verdacht worden van oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid, deel zouden uitmaken van de Burundese 92
EIU, Burundi: Country Profile, p. 7 (16 mei 2008) en US Department of State, Burundi: Country Reports on Human Rights Practices (25 februari 2009).
93
EIU, Burundi: Country Profile, p. 7 (16 mei 2008), UNSC, S/2008/745, Fourth report of the Secretary-General on the United Nations Integrated Office in Burundi (28 november 2008), HRW, Burundi: World Report 2009 (januari 2009) en US Department of State, Burundi: Country Reports on Human Rights Practices (25 februari 2009).
33
Algemeen Ambtsbericht Burundi / maart 2009
regering. Evenmin is bekend, wanneer de waarheidscommissie met haar werkzaamheden zal aanvangen.
3.4.5.2
Internationaal Strafhof Eind september 2004 ratificeerde Burundi het Statuut van het Internationaal Strafhof. 94 Het strafhof kan individuele daders van genocide en misdaden tegen de menselijkheid berechten. De bevoegdheden van het hof beperken zich alleen tot misdrijven die na de ratificatie zijn gepleegd. Berechting door nationale rechtbanken heeft volgens het statuut altijd de voorkeur, maar als een land niet in staat of bereid is tot vervolging over te gaan, treedt het hof op. Hoofdaanklager Luis Moreno Ocampo is belast met het conflict in het Grote Meren-gebied en houdt zich thans bezig met vooronderzoek naar misdaden in Burundi die na 2004 zijn gepleegd. Het strafhof buigt zich reeds over misdaden, begaan in onder andere de DRC en Uganda.95
3.4.6
Arrestaties en detenties De grondwet verbiedt willekeurige arrestaties en detenties, maar in de praktijk komt het wel voor. Voor een arrestatie is in principe een arrestatiebevel nodig. Indien de politie zonder dit bevel overgaat tot arrestatie, moet binnen 48 uur een rapport worden gedeponeerd bij de rechtbank. De verdachte moet vervolgens binnen zeven dagen voorgeleid worden. Vaak worden termijnen van voorarrest overschreden, worden aanklachten niet altijd ingediend en wordt Justitie niet altijd ingelicht over een arrestatie, zoals voorgeschreven in het Wetboek van Strafvordering. Gedurende de verslagperiode vonden willekeurige arrestaties en detenties van sympathisanten van de FNL wel plaats, maar niet op grote schaal.96
3.4.6.1
Situatie in gevangenissen Overbevolking en slechte hygiënische omstandigheden vormen een groot probleem in de Burundese gevangenissen. Voorts lopen gevangenen nog steeds de kans mishandeld te worden, zowel door bewakers als door medegevangenen. De
94
ANP, Strafhof moet misdaden Burundi onderzoeken (2) (29 september 2004). Zie ook § 3.1 ’Internationale verdragen en protocollen’ (Mensenrechten).
95
AI, Uganda: First ever arrest warrants by International Criminal Court (14 oktober 2005) en RNW, DRCongo militia leader to face war crimes court (18 november 2008).
96
UNSC, S/2008/745, Fourth report of the Secretary-General on the United Nations Integrated Office in Burundi, § 44 (28 november 2008), HRW, Burundi: World Report 2009 (januari 2009) en US Department of State, Burundi: Country Reports on Human Rights Practices (25 februari 2009). Zie ook § 2.4.1 ‘Vredesonderhandelingen met de FNL’ (Politieke ontwikkelingen) en § 2.5.2 ‘Ontwapening, demobilisatie en re-integratie’ (Veiligheidssituatie).
34
Algemeen Ambtsbericht Burundi / maart 2009
voedselverstrekking in de gevangenissen is over het algemeen ontoereikend. Voor zover bekend, zijn alleen in de centrale gevangenis in Mpimba (Bujumbura) mannen, vrouwen en ter dood veroordeelden in gescheiden blokken ondergebracht. Minderjarigen bevinden zich te midden van volwassenen. Er is veel seksueel misbruik. In 2008 bevonden zich circa 9.600 gevangenen, onder wie ruim 400 minderjarigen, in Burundese detentiecentra met een accommodatie voor 4.500 personen. 97 In overleg met de gevangenisautoriteiten tracht BINUB (Bureau Intégré des Nations Unies au Burundi) verbetering in de situatie te brengen door onder meer het organiseren van cursussen voor bewakingspersoneel over veiligheidsaspecten in gevangenissen, het aanpakken van de gezondheidszorg binnen de centra en het aanleggen van een gecentraliseerde database voor het verkrijgen van een beter inzicht in het aantal gevangenen in de diverse detentiecentra.98 Bezoeken aan gedetineerden door organisaties als het International Committee of the Red Cross (ICRC) en Human Rights Watch (HRW) werden gedurende de verslagperiode toegestaan.99 Volgens diverse bronnen zouden in Burundi illegale detentieplaatsen bestaan, maar exacte informatie hierover is niet bekend.
3.4.7
Mishandeling en foltering De Burundese grondwet verbiedt mishandeling en foltering, maar gedurende de verslagperiode maakten zowel leger, politie, inlichtingendienst als FNL zich geregeld schuldig aan deze handelingen. 100 Inmiddels heeft de Nationale Vergadering op 22 november 2008 haar goedkeuring verleend om strafbaarstelling
97
UNSC, S/2008/745, Fourth report of the Secretary-General on the United Nations Integrated Office in Burundi, § 56 (28 november 2008) en US Department of State, Burundi: Country Report on Human Rights Practices (25 februari 2009).
98
UNSC, S/2008/330, Third report of the Secretary-General on the United Nations Integrated Office in Burundi, § 68 en § 69 (15 mei 2008), UNSC, S/2008/745, Fourth report of the Secretary-General on the United Nations Integrated Office in Burundi, § 56 (28 november 2008) en HRW, Burundi: World Report 2009 (januari 2009).
99
HRW, Burundi: World Report 2008 (januari 2008), ICRC, Annual Report 2007 (mei 2008), BurundiTribune, Validation aujourd’hui du nouveau code de service des renseignements (11 november 2008), HRW, Burundi: World Report 2009 (januari 2009) en US Department of State, Burundi: Country Report on Human Rights Practices (25 februari 2009).
100
ICRC, Annual Report 2007 (mei 2008), UNSC, S/2008/330, Third report of the SecretaryGeneral on the United Nations Integrated Office in Burundi, § 63 (15 mei 2008), UNSC, S/2008/745, Fourth report of the Secretary-General on the United Nations Integrated Office in Burundi (28 november 2008) en US Department of State, Burundi: Country Report on Human Rights Practices (25 februari 2009).
35
Algemeen Ambtsbericht Burundi / maart 2009
van marteling in de strafwet op te nemen. Zodra ook de Senaat hiermee heeft ingestemd, krijgt het kracht van wet.101
3.4.8
Verdwijningen Gedurende de verslagperiode waren er geen berichten van politiek gemotiveerde verdwijningen en ontvoeringen. Gegevens over mogelijke ontvoeringen en verdwijningen van burgers zijn niet bekend.102
3.4.9
Moorden en buitengerechtelijke executies Voor zover bekend, vonden er gedurende de verslagperiode in Burundi geen politiek getinte moorden plaats. Wel werd gewag gemaakt van arbitraire executies door zowel het leger, de politie alsook de inlichtingendienst, en blijft het toenemend aantal crimineel geïnspireerde misdrijven, waaronder moorden, een punt van zorg.103
3.4.10
Doodstraf Burundi heeft het Internationaal Verdrag inzake burger- en politieke rechten geratificeerd, maar nog niet het tweede protocol betreffende afschaffing van de doodstraf.104 Eind december 2006 heeft president Nkurunziza wel een verordening uitgevaardigd, waarin alle doodvonnissen werden omgezet in gevangenisstraffen. Gezien het feit dat in Burundi sinds 1997 in civiele rechtszaken en sinds 2000 in militaire rechtszaken geen tenuitvoerlegging van de doodstraf meer heeft plaatsgehad, pleiten diverse mensenrechtenorganisaties, waaronder Ligue Iteka en de Association pour la protection des droits humains (APRODH) voor volledige
101
HRW, Burundi: Assembly abolishes death penalty, criminalizes torture (3 december 2008), HRW, Burundi: World Report 2009 (januari 2009), EIU, Burundi: Country Report (februari 2009) en US Department of State, Burundi: Country Report on Human Rights Practices (25 februari 2009). Zie ook § 3.2. ‘Nationale wetgeving’, § 3.4.10 ‘Doodstraf’ en § 3.5.2 ‘Homoseksuelen’.
102
HRW, Burundi: World Report 2009 (januari 2009) en US Department of State, Burundi: Country Report on Human Rights Practices (25 februari 2009).
103
ICRC, Annual Report 2007 (mei 2008), UNSC, S/2008/330, Third report of the SecretaryGeneral on the United Nations Integrated Office in Burundi, § 61 t/m § 63 (15 mei 2008), HRW, Burundi: World Report 2009 (januari 2009) en US Department of State, Burundi: Country Report on Human Rights Practices (25 februari 2009).
104
www.unhchr.ch/treaties / www.un.org / www.ohchr.org (17 oktober 2008). Zie ook § 3.1 ‘Internationale verdragen en protocollen’ (Mensenrechten).
36
Algemeen Ambtsbericht Burundi / maart 2009
afschaffing, niet alleen in de praktijk maar ook in de wetgeving.105 Inmiddels heeft eind november 2008 de Nationale Vergadering ingestemd met herziening van het Wetboek van Strafrecht, waarbij voorzien is in afschaffing van de doodstraf. De Senaat moet hieraan nog goedkeuring verlenen. 106
3.5
Specifieke groepen De grondwet voorziet in gelijke rechten voor alle burgers, ongeacht etniciteit, geslacht of overtuiging. In de praktijk worden deze rechten niet altijd door de Burundese overheid gewaarborgd. 107 Hieronder wordt nader ingegaan op de positie van vrouwen, homoseksuelen, minderjarigen, dienstplichtigen en etnische groepen.
3.5.1
Vrouwen Sinds 1985 zijn vrouwen, zowel gehuwd als ongehuwd, vanaf hun 21ste jaar wettelijk handelingsbekwaam. Vanaf hun 18de jaar kunnen zij zelfstandig documenten en paspoorten aanvragen. In deze paragraaf wordt nader ingegaan op de maatschappelijke positie van vrouwen en op de gevolgen van seksueel geweld.
3.5.1.1
Maatschappelijke positie Vrouwen nemen in de Burundese samenleving een ondergeschikte positie in. Over het algemeen worden meisjes gediscrimineerd ten opzichte van jongens. Families geven er de voorkeur aan jongens naar school te sturen en de meisjes in het huishouden te laten werken. Circa zes op de tien meisjes en vrouwen (vanaf ongeveer 15 jaar) zijn analfabeet. 108 Weduwen hebben weinig rechten; vrouwen kunnen niet erven. Een wetsontwerp over erfrecht voor vrouwen is nog in voorbereiding. Hoewel de meeste vrouwen in Burundi in een achtergestelde positie verkeren, zijn zij redelijk goed vertegenwoordigd in de politiek. Dit is met name te danken aan de garantie in de grondwet dat tenminste 30% van de afgevaardigden in
105
BurundiTribune, La Ligue Iteka et l‘APRODH demandent l‘abolation de la peine de mort (11 oktober 2008).
106
AFP, Le Burundi adopte un code penal abolissant la peine de mort (22 november 2008), Global Insight, Burundi: Burundian parliament abolishes death penalty (24 november 2008), Reformatorisch Dagblad, Burundi schaft doodstraf af (25 november 2008), HRW, Burundi: Assembly abolishes death penalty, criminalizes torture (3 december 2008) en EIU, Burundi: Country Report (februari 2009). Zie ook § 3.2 ‘Nationale wetgeving’.
107
UNSC, S/2008/745, Fourth report of the Secretary-General on the United Nations Integrated Office in Burundi (28 november 2008) en US Department of State, Burundi: Country Report on Human Rights Practices (25 februari 2009).
108
CIA, The World Factbook, Burundi (24 februari 2009).
37
Algemeen Ambtsbericht Burundi / maart 2009
de Nationale Vergadering en de Senaat vrouwen moeten zijn. In de ambtenarij zijn op alle niveaus vrouwen werkzaam. De plaatselijke handel (markten en winkeltjes) is grotendeels in handen van vrouwen. 109
3.5.1.2
Seksueel geweld In Burundi komt seksueel geweld tegen vrouwen en meisjes zonder onderscheid naar etniciteit en leeftijd op grote schaal voor. Zowel regeringssoldaten, gewapende bendes als burgers maken zich hieraan schuldig. Ook komt het voor dat jonge meisjes worden verkracht vanwege het geloof dat seks met een maagd bescherming tegen en genezing van HIV/AIDS zou bieden. Het Wetboek van Strafrecht stelt seksueel geweld strafbaar met een boete en/of een gevangenisstraf tot 20 jaar. In de praktijk wordt verkrachting echter zelden bestraft.110 Ondanks het feit dat de wet daartoe wel de mogelijkheid biedt, ondernemen vrouwen zelf nauwelijks gerechtelijke acties om hun rechten zeker te stellen. Vaak is het hoegenaamd onmogelijk genoegdoening te krijgen via juridische procedures. In geval van verkrachting is het wettelijk verplicht een medische verklaring te overleggen, waaraan echter moeilijk is te komen door gebrek aan gezondheidscentra. Genitale verminking van vrouwen (Female Genital Mutilation, FGM) vindt, voor zover bekend, in Burundi niet plaats.111 Als gevolg van zowel sociale druk als onwetendheid komt in de Burundese cultuur aangifte wegens geweld in huiselijke kring vrijwel niet voor. De politie grijpt zelden in bij huiselijk geweld. 112 De straffeloosheid is één reden waarom vrouwen afzien van aangifte van verkrachting. Een andere belangrijke reden zijn de sociale gevolgen ervan voor het slachtoffer. Vrouwen die aangeven verkracht te zijn, kunnen het risico lopen verstoten te worden door hun gemeenschap en hun familie, afhankelijk van de houding binnen de commune waar betrokkene woont. In Burundi zijn enkele instellingen die zich het lot aantrekken van seksueel misbruikte slachtoffers, zoals
109
UNSC, S/2008/330, Third report of the Secretary-General on the United Nations Integrated Office in Burundi, § 76 en § 77 (15 mei 2008) en US Department of State, Burundi: Country Report on Human Rights Practices (25 februari 2009).
110
UNSC, S/2008/745, Fourth report of the Secretary-General on the United Nations Integrated Office in Burundi, § 49 (28 november 2008), HRW, Burundi: World Report 2009 (januari 2009) en US Department of State, Burundi: Country Report on Human Rights Practices (25 februari 2009).
111
UK Border Agency, Country of Origin Information Report on Female Genital Mutilation (FGM) (20 juni 2008).
112
HRW, Burundi: World Report 2009 (januari 2009) en US Department of State, Burundi: Country Reports on Human Rights Practices (25 februari 2009).
38
Algemeen Ambtsbericht Burundi / maart 2009
Collectivité des Associations des Femmes en MSF-Belgique, maar er zijn geen speciale opvangtehuizen voor verkrachte vrouwen. 113
3.5.2
Homoseksuelen Volgens de huidige wet is homoseksualiteit niet strafbaar. Wel diende in 2008 de regering een wetsvoorstel in bij het parlement, waardoor diegenen die openlijk homoseksuele handelingen verrichten of anderen hiertoe aanzetten, kunnen worden vervolgd. Deze voorgestelde nieuwe bepaling in de wet, waarin sprake is van gevangenisstraffen variërend van drie maanden tot twee jaar en een boete, is door de Nationale Vergadering goedgekeurd, maar inmiddels door de Senaat verworpen.114 Diverse (belangen)organisaties, waaronder de Association pour le Respect et les Droits des Homosexuels (ARDHO)115, de International Gay and Lesbian Human Rights Commission (IGLHRC) en Human Rights Watch (HRW), spraken eerder al hun verontwaardiging hierover uit.116 De strafbaarstelling van homoseksualiteit in Burundi komt overeen met de trend in Afrika van toenemende afkeer en vijandigheid ten opzichte van homoseksuelen. Andere landen in Afrika als Nigeria, Zimbabwe en Uganda kondigden al eerder aan de bestaande wetten tegen homoseksualiteit aan te scherpen.117 Naar verluidt zouden de voorgenomen wetswijzigingen en openlijke discussies mede een reactie
113
UNSC, S/2008/745, Fourth report of the Secretary-General on the United Nations Integrated Office in Burundi (28 november 2008) en US Department of State, Burundi: Country Reports on Human Rights Practices (25 februari 2009).
114
AFP, Burundi senate rejects outlawing homosexuality (17 februari 2009). Zie ook § 3.2 ‘Nationale wetgeving’.
115
ARDHO zet zich in voor de belangen van homoseksuelen in Burundi. De organisatie staat in contact met ‘Africagay’, een overkoepelend netwerk dat zich richt op verbetering van de situatie voor homoseksuelen in met name Franstalig Afrika. Vanwege de taboesfeer vergadert ARDHO niet openlijk, maar uit zich maatschappelijk door samenwerking met ngo’s die zich bezighouden met de strijd tegen HIV/AIDS.
116
Behind the Mask, Burundian gays fight hiv and sti’s en Holebi’s in Franstalig Afrika verenigd in
(17 november 2008), Gay-EU, Burundi stelt homoseksualiteit strafbaar (www.gay.eu, 25 november 2008), Reformatorisch Dagblad, Burundi schaft doodstraf af (25 november 2008), Burundi Tribune, Les homosexuels burundais brisent le silence pour réclamer leurs droits (19 december 2008), HRW, Burundi: Le parlement devrait respecter le droit à la vie privée et rejeter une loi répressive (16 februari 2009), HRW, Lettre au Président Nkurunziza et au Sénat du Burundi: Le Parlement risque de violer le droit international en criminalisant l‘homosexualité (16 februari 2009) en EIU, Burundi: Country Report (februari 2009). Zie ook § 3.2 ‘Nationale wetgeving’.
117
Opvallend is dat steeds meer Afrikaanse landen maatregelen overwegen tegen het sluiten van homohuwelijken, terwijl daarvoor weinig aanleiding lijkt te zijn vanwege de taboesfeer rondom homoseksualiteit in het algemeen. Er blijkt in Afrika dan ook nauwelijks tot geen vraag naar dergelijke huwelijken.
39
Algemeen Ambtsbericht Burundi / maart 2009
zijn op de zichtbaarder en steeds beter georganiseerde mensenrechtenorganisaties die pleiten voor bescherming van rechten van homoseksuelen.118 Van geweld door burgers of autoriteiten tegen homoseksuelen of van verstoting door familie of gemeenschap zijn geen concrete gevallen bekend, maar in de Burundese cultuur is homoseksualiteit zeker niet breed geaccepteerd. 119
3.5.3
Minderjarigen In Burundi zijn minderjarigen een kwetsbare groep in de samenleving, zoals blijkt uit het grote aantal alleenstaande jongeren (straatkinderen, wezen en kinderen die aan het hoofd staan van een gezin nadat beide ouders zijn overleden/verdwenen). Volgens het burgerlijk wetboek eindigt de minderjarigheid in Burundi voor zowel mannen als vrouwen bij het bereiken van de leeftijd van 21 jaar. Men bereikt dan de burgerlijke meerderjarigheid (majorité civile) en is handelingsbekwaam. Vanaf 18 jaar is men politiek meerderjarig (majorité politique) en stemgerechtigd. 120
3.5.3.1
Opvang alleenstaande minderjarigen Opvang van alleenstaande minderjarigen geschiedt nauwelijks van overheidswege, maar in de meeste gevallen door de familie (extended family) of in mindere mate ook door particuliere tehuizen. In eerste instantie valt de opvang toe aan de oudere broers van het kind. Wanneer die er niet zijn, komen de broers van de vader en vervolgens andere familieleden van vaders kant hiervoor in aanmerking. Het is minder gebruikelijk dat opvang door de familie van moeders kant geschiedt. Opvang door buren of de dorpsgemeenschap komt zelden voor.
3.5.3.2
Wezen Het aantal wezen in Burundi is naar schatting 800.000, waarvan 240.000 als gevolg van AIDS. Minder dan 10.000 bevinden zich in opvangtehuizen. Er zijn 36 tehuizen voor minderjarigen. Slechts twee hiervan vallen onder de verantwoordelijkheid van de Burundese overheid: een weeshuis en een centrum voor de opvang van straatkinderen. De informatie over deze tehuizen is positief. De kinderen zijn goed opgevoed, zien er verzorgd uit en ontvangen goed onderwijs. De leefomstandigheden zijn redelijk. De overige weeshuizen en opvangcentra worden gerund door particuliere organisaties, vaak vanuit kerkelijke groeperingen. 118
Gay-EU, Burundi stelt homoseksualiteit strafbaar (www.gay.eu, 25 november 2008) en Reformatorisch Dagblad, Burundi schaft doodstraf af (25 november 2008).
119
www.wikipedia.org en www.ai-lgbt.org: ‘LGBT rights in Burundi’ en ‘Homosexuality laws of the world’ (17 november 2008).
120
US Department of State, Burundi: Country Reports on Human Rights Practices (25 februari 2009).
40
Algemeen Ambtsbericht Burundi / maart 2009
De leefkwaliteit in deze particuliere tehuizen hangt mede af van de motivatie van de begeleiders.121
3.5.3.3
Straatkinderen In Burundi leven naar verluidt tussen 10.000 en 20.000 kinderen op straat. Vaak rest hen niets anders dan bedelen of stelen om in leven te blijven. Het betreft veelal wezen, maar ook kinderen van wie de ouders niet in staat zijn om voor hen te zorgen. 122
3.5.3.4
Kinderarbeid Volgens de arbeidswet is kinderarbeid in Burundi onder de 18 jaar niet toegestaan. Toch verrichten kinderen beneden die leeftijd - vooral op het platteland - zware lichamelijke arbeid. Volgens UNICEF bedraagt het aantal naar schatting 400.000 à 600.000. Zowel door traditie als door economische noodzaak zijn kinderen de facto verplicht bij te dragen aan het levensonderhoud van het gezin.123
3.5.3.5
Onderwijs In Burundi is onderwijs tot en met 12 jaar verplicht. Sinds september 2005 is het onderwijs gratis met als resultaat dat het aantal schoolgaande kinderen sindsdien is toegenomen van 38% naar 50% (veel nieuwelingen waren meisjes). Maar door een tekort aan (bevoegde) leraren, infrastructuur en leermiddelen blijft het risico van schooluitval bestaan.124
3.5.3.6
Kindsoldaten Gedurende het conflict in Burundi zijn kinderen door alle strijdende partijen ingezet voor diverse werkzaamheden, inclusief gevechten. Naar verluidt zouden sinds 1993 enkele duizenden kindsoldaten zijn gerekruteerd door alle voormalig 121
PanaPress, Mobilisation contre le travail des enfants au Burundi (10 juni 2008) en US Department of State, Burundi: Country Reports on Human Rights Practices (25 februari 2009).
122
PanaPress, Mobilisation contre le travail des enfants au Burundi (10 juni 2008) en US Department of State, Burundi: Country Reports on Human Rights Practices (25 februari 2009).
123
PanaPress, Mobilisation contre le travail des enfants au Burundi (10 juni 2008) en US Department of State, Burundi: Country Reports on Human Rights Practices (25 februari 2009).
124
De Standaard, Hoop is met zeven op één bank zitten (22 april 2008), EIU, Burundi: Country Profile 2008, p. 13 (16 mei 2008), BurundiTribune, Une montagne de défis guette la gratuité de l’école primaire (11 oktober 2008) en US Department of State, Burundi: Country Reports on Human Rights Practices (25 februari 2009).
41
Algemeen Ambtsbericht Burundi / maart 2009
strijdende partijen, maar exacte aantallen zijn niet bekend. Volgens de regering vond er bij het leger geen opzettelijke rekrutering van minderjarigen plaats, maar logen jongeren over hun leeftijd om in het leger te kunnen worden opgenomen. Inmiddels zijn nagenoeg alle kindsoldaten gedemobiliseerd, geïntegreerd en veelal verenigd met hun families. Gedwongen rekrutering vond met name plaats door de rebellengroepering FNL. De FNL zou nog kindsoldaten in haar gelederen hebben, maar naar verluidt gaat het om geringe aantallen. Inmiddels heeft de FNL toegezegd alle nog aanwezige kindsoldaten vrij te laten en terug te laten keren naar hun families en communes van oorsprong. 125
3.5.3.7
Hekserij Gedurende de verslagperiode is melding gemaakt van het doden van albino’s in Burundi maar ook in omringende landen als Tanzania en Kenia, waarbij lichaamsdelen, bloed en haar worden gebruikt bij rituelen en voor de bereiding van toverdrankjes die voorspoed moeten brengen. Albino’s worden gezien als koopwaar. De misdaden zouden zijn gelieerd aan de nog steeds levende traditie van hekserij (sorcellerie) en vinden veelal plaats in regio’s waar de armoede hoog is. Volgens de Burundese autoriteiten smokkelen de moordenaars lichaamsdelen naar Tanzania.126 In de Burundese provincie Ruyigi, grenzend aan Tanzania, was de situatie zo gevaarlijk dat de plaatselijke hoofdaanklager zijn ommuurde huis als veilige haven beschikbaar stelde voor albino’s die door hun ouders waren afgeleverd. De regering veroordeelt de moorden fel en tracht door voorlichting een einde te maken aan het bijgeloof. De vervolging van mogelijke schuldigen laat echter te wensen over. Rechtszaken blijven tot nu toe uit.127
125
UNSC, S/2007/686, Report of the Secretary-General on Children and armed conflict in Burundi (28 november 2007), AFP, Burundi rebels vow to free child soldiers (17 januari 2009) en US Department of State, Burundi: Country Reports on Human Rights Practices (25 februari 2009).
126
AFP, Sorcellerie au Burundi: deux albinos tués en moins de dix jours (2 oktober 2008), BBCNews, Albinos in Burundi flee killings (2 oktober 2008), AFP, Traqués pour leurs organes, les albinos burundais vivent dans la terreur (14 oktober 2008), Reformatorisch Dagblad, Albino’s afgeslacht voor toverdrankjes (17 november 2008), AFP, Burundi: une fillette albinos assassinée lors d’un nouveau crime tituel (17 november 2008), AFP, Burundi: nouvel assassinat rituel d’albinos, quelque 80 autres régroupés (2 januari 2009) en ANP, Albinojongen levend in stukken gehakt (24 februari 2009).
127
ANP, Albino’s onder politiebescherming na serie moorden (3 oktober 2008), BINUB, Unicef sounds alarm after brutal murder of albino girl (19 november 2008), Reuters, Burundi albino’s live in fear of killers (28 november 2008) en US Department of State, Burundi: Country Reports on Human Rights Practices (25 februari 2009).
42
Algemeen Ambtsbericht Burundi / maart 2009
3.5.4
Etnische groepen Ondanks het feit dat de etnische groepen in Burundi reeds lange tijd hetzelfde gebied bewonen, over een gedeelde taal en cultuur beschikken en er (althans voor 1993) veel gemengde huwelijken voorkwamen, hebben zij toch duidelijk een eigen identiteit behouden. Zowel de koloniale mogendheden als postkoloniale politici hebben etnische verschillen gemanipuleerd en uitvergroot, met het oog op macht en (electoraal) gewin.128
3.5.4.1
Hutu en Tutsi Hoewel het conflict in Burundi een veelheid aan dieper liggende oorzaken kent, zijn de verschillen tussen de twee belangrijkste etnische groepen, Hutu (85%) en Tutsi (14%), in het recente verleden veelvuldig door politici gebruikt om mensen te mobiliseren voor hun eigen politieke agenda. Tijdens de burgeroorlog die volgde op de moord op president Ndadaye in 1993 zijn veel slachtoffers gevallen, terwijl het land in toenemende mate etnisch gesegregeerd raakte. De wijken van Bujumbura zijn veelal verdeeld langs etnische lijnen. De wijken Agaragar, Cibitoke, Misga en Nyakabiga worden voornamelijk door Tutsi bewoond. In Kinama en Kamenge wonen hoofdzakelijk Hutu. De andere wijken zijn meer gemengd. Ook in de rest van het land is een zekere mate van etnische segregatie zichtbaar, waarbij Tutsi voornamelijk in de stedelijke agglomeraties te vinden zijn.129 In het Arusha-akkoord zijn afspraken gemaakt over machtsdeling tussen Hutu en Tutsi binnen instituties als rechtbanken en leger, waarin Tutsi van oudsher sterk oververtegenwoordigd waren. Het instellen van quota voor Hutu moest hun emancipatie bevorderen. Feit is echter dat Hutu, ten opzichte van Tutsi, vaak slecht geschoold zijn, waardoor het in de praktijk soms moeilijk blijkt om gekwalificeerde krachten te vinden. 130
3.5.4.2
Batwa Overal in de Grote Merenregio wonen Batwa (ook wel Twa, Bambuti of Pygmeeën genoemd), vooral in Rwanda, Burundi, Uganda en de DRC. Aangenomen wordt dat zij de oorspronkelijke bewoners zijn van de equatoriale wouden van Midden-Afrika. Er zijn geen betrouwbare cijfers beschikbaar over het 128
KIT Landenreeks: Burundi, 2008 (www.kit.nl, 25 november 2008) en US Department of State, Burundi: Country Reports on Human Rights Practices (25 februari 2009).
129
CIA, The World Factbook (Burundi) (24 februari 2009) en US Department of State, Burundi: Country Reports on Human Rights Practices (25 februari 2009).
130
US Department of State, Burundi: Country Reports on Human Rights Practices (25 februari 2009).
43
Algemeen Ambtsbericht Burundi / maart 2009
aantal Batwa in Burundi, maar volgens de statistieken maken zij ongeveer 1% van de Burundese bevolking uit. De Batwa zijn van oorsprong jagers/verzamelaars, hoewel velen van hen door de ontbossing gedwongen zijn hun traditionele levenswijze op te geven. Net als in de andere landen in het Grote Merengebied worden de Batwa in Burundi op economisch, sociaal en politiek terrein gemarginaliseerd. Een organisatie die opkomt voor de belangen van de Batwa is de Unissons-nous pour la promotion des Batwa (UNIPROBA).131
3.5.4.3
Etnisch gemengde huwelijken Etnisch gemengde huwelijken komen in Burundi nog wel voor, maar niet meer zo vaak als vóór 1993. Traditioneel bepaalt de etnische achtergrond van de vader de etnische achtergrond van een kind. De omgeving echter kan een kind van gemengde afkomst zien als behorend tot de etnische groep van de moeder, bijvoorbeeld op grond van fysieke kenmerken.132
3.5.5
Dienstplicht en desertie Burundi kent een beroepsleger en geen dienstplicht. Vanaf 16 jaar kan men vrijwillig dienst nemen in het regeringsleger.133 Volgens het militair Wetboek van Strafrecht is desertie strafbaar. Afhankelijk van de omstandigheden staat op desertie in Burundi een geldboete en/of gevangenisstraf variërend van twee maanden tot levenslang, of zelfs de doodstraf in geval van een oorlogssituatie. Voor zover bekend, is sinds 2000 de doodstraf voor desertie niet meer uitgevoerd.134
131
BurundiTribune, Les enfants Batwa sont moins scolarisés (30 september 2008), BurundiTribune, L’Union des Batwa contre toute forme d’usurpation de leur identité ethnique (25 oktober 2008), ICCO, Rechten voor Burundes pygmeeén (www.icco.nl, 25 november 2008), CIA, The World Factbook (Burundi) (24 februari 2009) en US Department of State, Burundi: Country Reports on Human Rights Practices (25 februari 2009).
132
AP, US welcomes inauguration of Burundian president as ‘model for ethnic reconciliation’ (26 augustus 2005). Zie ook § 3.4.4 ‘Bewegingsvrijheid / Identificatie’.
133
CIA, The World Factbook, Burundi (24 februari 2009) en US Department of State, Burundi: Country Reports on Human Rights Practices (25 februari 2009).
134
République du Burundi, Décret-loi No 1/8 du 17 mars 1980 portant Code Pénal Militaire. Zie ook § 3.4.10 ‘Doodstraf’.
44
Algemeen Ambtsbericht Burundi / maart 2009
4
Migratie In het kader van het vrijwillige VN-terugkeerprogramma zijn volgens opgave van UNHCR sinds 2002 ongeveer 475.000 Burundese vluchtelingen uit de omringende landen teruggekeerd naar Burundi, van wie de meesten (450.000) uit Tanzania. Om terugkeer van Burundese vluchtelingen langs goede banen te leiden bestaan tripartiete overeenkomsten tussen Burundi en UNHCR en een aantal omringende landen. Volgens UNHCR hebben deze overeenkomsten het proces van terugkeer sterk bevorderd. 135
4.1
Migratiestromen Nog geregeld trekken groepen binnenlandse ontheemden terug naar hun oorspronkelijk leefgebied in Burundi. Reden is niet alleen een toegenomen vertrouwen in een verbeterde veiligheidssituatie, maar ook de angst dat terugkerende Burundese vluchtelingen uit de omringende landen al het land in gebruik zullen nemen. Dit veroorzaakt veelal spanningen tussen de naar hun plaats van herkomst terugkerende ontheemden, terugkerende Burundese vluchtelingen uit met name Tanzania en de achter gebleven bevolking. 136 Ook een spanningsveld is het feit dat terugkerende vluchtelingen van de hulporganisaties een terugkeerpakket ontvangen (o.a. wat gereedschap, levensmiddelen, zaaigoed en materialen voor het bouwen of opknappen van een huis), iets wat de achtergebleven bevolking en terugkerende ontheemden niet hebben. UNHCR en andere organisaties spannen zich in de laatstgenoemde groepen eveneens te ondersteunen door investeringen in bijvoorbeeld onderwijs en gezondheidszorg. Dit gebeurt vooral in de grensprovincies.137
135
IRIN, Burundi: Fighting for land (6 oktober 2008), AFP, Plus de 80.000 réfugiés burundais rapatriés depuis début 2008 (16 oktober 2008), EIU, Burundi: Country Report (november 2008), UNHCR, Burundi main operational activities (30 november 2008) en US Department of State, Burundi: Country Reports on Human Rights Practices (25 februari 2009). Zie ook § 2.6.3 ‘Tanzania’ (Regionale context).
136
UNSC, S/2008/330, Third report of the Secretary-General on the United Nations Integrated Office in Burundi, § 79 (15 mei 2008), IRIN, Burundi: Fighting for land (6 oktober 2008) en US Department of State, Burundi: Country Reports on Human Rights Practices (25 februari 2009).
137
UNSC, S/2008/330, Third report of the Secretary-General on the United Nations Integrated Office in Burundi, § 79 (15 mei 2008), UNHCR, UNHCR-sponsored village promotes reconciliation in Burundi (2 oktober 2008), IRIN, Burundi: Fighting for land (6 oktober 2008) en US Department of State, Burundi: Country Reports on Human Rights Practices (25 februari 2009).
45
Algemeen Ambtsbericht Burundi / maart 2009
In 2008 keerden ongeveer 95.000 vluchtelingen naar Burundi terug, met name uit Tanzania. In 2009 verwacht UNHCR nog enkele tienduizenden Burundese vluchtelingen te begeleiden bij hun repatriëring. UNHCR wil in overleg met de Burundese regering zogenaamde ‘vredesdorpen’ (villagisation) opzetten om teruggekeerden zonder toegang tot oorspronkelijk landeigendom in nieuwe dorpen onder te brengen. De doelstelling hiervan is snelle opvang te creëren en mensen te helpen hun leven weer op de rails te krijgen. Men denkt hierbij niet alleen aan huizenbouw, maar ook aan toegang tot noodzakelijke diensten, land en infrastructuur.138 In Burundi bevinden zich nog zo’n 28.000 vluchtelingen uit de DRC en slechts een gering aantal vluchtelingen uit Rwanda (circa 300) en een aantal andere landen (circa 40). Velen van hen willen om uiteenlopende redenen niet meer terug naar hun land van herkomst. Doorgaans zijn zij lokaal geïntegreerd. 139
4.2
Activiteiten van internationale organisaties In Burundi zijn diverse nationale en internationale ngo’s werkzaam. Ook zijn er de meeste VN-organisaties onder de paraplu van BINUB vertegenwoordigd, waaronder UNHCR, UNICEF, UNIFEM en WFP, alsook het ICRC.140 UNHCR is de voornaamste organisatie voor opvang van (terugkerende) vluchtelingen. Gedurende de verslagperiode hield UNHCR zich bezig met het faciliteren van vrijwillige terugkeer vanuit buurlanden. In samenwerking met nationale en internationale ngo’s worden gerepatrieerden opgevangen in transitkampen, waar zij worden geregistreerd, medisch worden onderzocht en een re-integratiepakket ontvangen. Daarna worden zij overgebracht naar het gebied waar zij oorspronkelijk vandaan kwamen.141 UNICEF ondersteunt de regering, in samenwerking met diverse (lokale) ngo’s, bij de uitvoering van een veelzijdig programma, bestaande uit onder meer begeleiding van straatkinderen en hereniging met hun familie, wederopbouw van
138
UN News Service, Rival ethnic groups learn to live side by side in UN-backed pilot project (3 oktober 2008), EIU, Burundi: Country Report (november 2008), UNHCR, Burundi Fact Sheet (31 december 2008) en US Department of State, Burundi: Country Reports on Human Rights Practices (25 februari 2009).
139
UNHCR, Burundi Fact Sheet (31 december 2008) en US Department of State, Burundi: Country Reports on Human Rights Practices (25 februari 2009).
140
CIA, The World Factbook, Burundi (24 februari 2009).
141
www.unhcr.org (27 februari 2009).
46
Algemeen Ambtsbericht Burundi / maart 2009
basisonderwijs en basisgezondheidszorg, HIV/AIDS-preventie en drinkwatervoorziening. 142 UNIFEM, het vrouwenfonds van de Verenigde Naties, biedt financiële en technische bijstand aan programma’s ter bevordering van de emancipatie van vrouwen. 143 Het WFP ondersteunt vluchtelingen en terugkerende Burundezen met het uitdelen van voedselpakketten, zowel tijdens de opvangperiode in kampen als bij terugkeer naar de plaats van herkomst.144 Het programma van het ICRC in Burundi is, evenals UNICEF, gericht op hereniging van alleenstaande kinderen met hun familie en op rehabilitatieprogramma’s in gemeenschappen (sociale voorzieningen en steun aan economische activiteiten). Ook brengt het ICRC geregeld bezoeken aan gevangenissen en detentiecentra. Voorts houdt de organisatie zich bezig met medische hulp, vaccinatieprogramma’s en trainingen voor verloskundigen en registreert zij schendingen van het internationaal humanitair recht.145
4.3
Standpunt UNHCR UNHCR ziet geen bezwaar in terugkeer van uitgeprocedeerde Burundese asielzoekers die niet in aanmerking komen voor de vluchtelingenstatus, zoals neergelegd in het VN-Verdrag inzake de Status van Vluchtelingen uit 1951. Volgens UNHCR zijn er van overheidswege geen gevallen van discriminatie bekend ten aanzien van teruggekeerde asielzoekers. Het UNHCR-hoofdkantoor in Genève adviseert landen van opvang asielaanvragen op hun individuele merites te behandelen en daarbij aandacht te schenken aan uitsluitingsgronden, zoals verwoord in artikel 1F van het Vluchtelingenverdrag.146
142
www.unicef.org (27 februari 2009).
143
www.unifem.org (27 februari 2009).
144
www.wfp.org (27 februari 2009).
145
ICRC, Annual Report 2007 (mei 2008) en www.icrc.org (27 februari 2009).
146
UNHCR, Position on voluntary repatriation of Burundian refugees (21 april 2005). De term ‘1F’ verwijst naar een artikel in het Vluchtelingenverdrag van Genève op grond waarvan geen asielbescherming mag worden geboden aan vluchtelingen die worden verdacht van oorlogsmisdaden.
47
Algemeen Ambtsbericht Burundi / maart 2009
5
Bijlagen
5.1
Overzicht politieke partijen Burundi is een meerpartijendemocratie met plaats voor oppositiepartijen. Er bestaat vrijheid van vereniging en vergadering.147
5.1.1
Korte beschrijving van partijen met Hutu-affiniteiten148 CNDD/FDD De Conseil National pour la Défense de la Démocratie (CNDD) en zijn gewapende vleugel, de Forces pour la Défense de la Démocratie (FDD), zijn afgescheiden van het Front pour la Démocratie au Burundi (Frodebu), nadat in 1995 Léonard Nyangoma, de toenmalige minister van Binnenlandse Zaken, de overeenkomst van Frodebu tot machtsdeling met de Union pour le Progrès National (Uprona) overwegend Tutsi - afwees en uit Frodebu stapte. In 2003 ondertekende de CNDD/FDD, nu onder leiding van Pierre Nkurunziza, een overeenkomst inzake de machtsdeling met de overgangsregering. Tijdens de verkiezingen in 2005 won de CNDD/FDD overtuigend de verkiezingen. Pierre Nkurunziza werd president van Burundi voor een periode van vijf jaar.149 ADR De Alliance pour la Démocratie et le Renouveau (ADR) splitste zich af van de CNDD/FDD en vormde in augustus 2008 een nieuwe politieke partij.150 Frodebu Het Front pour la Démocratie au Burundi (Frodebu), opgericht in 1986, won de verkiezingen in 1993 onder leiding van Melchior Ndadaye en regeerde tot 1996. Bij de verkiezingen in 2005 moest Frodebu een groot verlies incasseren. Frodebu maakt deel uit van de huidige regering.151
147
EIU, Burundi: Country Report, p.4 (november 2008) en US Department of State, Burundi: Country Reports on Human Rights Practices (25 februari 2009). Zie ook § 3.4.2 ‘Vrijheid van vereniging en vergadering’ (Mensenrechten).
148
Hoewel alle politieke partijen een duidelijke etnische affiniteit hebben, beschikken de belangrijke partijen in Burundi in principe ook over leden van de andere bevolkingsgroep.
149
EIU, Burundi: Country Report (november 2008).
150
UNSC, S/2008/745, Fourth report of the Secretary-General on the United Nations Integrated Office in Burundi, § 20 (28 november 2008).
151
EIU, Burundi: Country Report (november 2008).
48
Algemeen Ambtsbericht Burundi / maart 2009
Frodebu-Nyakuri Het Front pour la Démocratie au Burundi (Frodebu)-Nyakuri splitste zich af van Frodebu en vormde in juli 2008 een nieuwe politieke partij.152 Palipehutu/FNL De Parti pour la Libération des Peuples Hutu (Palipehutu) werd in de zeventiger jaren van de vorige eeuw gevormd door Hutu-vluchtelingen om de door Tutsi gedomineerde strijdkrachten in Burundi te verslaan. Zij intensiveerde haar strijd na de moord op premier Ndadaye in 1993. De gewapende vleugel van Palipehutu, de Forces Nationales pour la Libération (FNL) - de tot eind 2008 nog enige actieve rebellengroepering in Burundi - splitste zich in 1999 af en noemde zich ‘Palipehutu-FNL’. Sinds januari 2009 heeft de groepering het voorvoegsel ‘Palipehutu’ weggelaten en wil zij als politieke partij gaan deelnemen aan de verkiezingen in 2010 onder de naam ‘FNL’.153 Frolina Het Front pour la Libération Nationale (Frolina) is een voormalige rebellengroep die is afgesplitst van de Palipehutu. PP De Parti du Peuple (PP) is een kleinere pro-Hutu partij, opgericht in 1992. PL De Parti Libéral (PL) is eveneens een kleinere pro-Hutu partij, opgericht in 1992. RPB De Rassemblement pour le Peuple du Burundi (RPB) is een kleinere pro-Hutu partij, opgericht in 1992.
5.1.2
Korte beschrijving van partijen met Tutsi-affiniteiten Uprona De Union pour le Progrès National (Uprona) is opgericht in 1961 en was van 1966 tot 1991 de enige politieke partij in Burundi. De partij is begonnen als nationale partij, maar heeft sinds jaren vooral de Tutsi-belangen behartigd. Uprona maakt deel uit van de huidige regering.154
152
UNSC, S/2008/745, Fourth report of the Secretary-General on the United Nations Integrated Office in Burundi, § 20 (28 november 2008).
153
IRIN, Name change to help legalise rebel party (13 januari 2009). Zie ook § 2.4.1 ‘Vredesonderhandelingen met de FNL’ (Politieke ontwikkelingen).
154
EIU, Burundi: Country Report (november 2008).
49
Algemeen Ambtsbericht Burundi / maart 2009
Parena De Parti pour le Redressement National (Parena) is een Tutsi-partij, opgericht in 1995, die zich in het algemeen radicaler opstelt dan Uprona. Abasa De Alliance Burundo-Africaine pour le Salut (Abasa) is een kleine pro Tutsi-partij, opgericht in 1993. Anadde De Alliance Nationale pour le Droit et le Développement Economique (Anadde) is een kleine pro Tutsi-partij, opgericht in 1993. AV-Intwari De Alliance des Valiants (AV-Intwari) is een kleine pro Tutsi-partij, opgericht in 1993. MSP-Inkinzo De Mouvement Socialiste et Panafricaniste-Inkinzo (MSP-Inkinzo) (‘het schild’) is een kleine pro Tutsi-partij opgericht in 1993. PIT De Parti Indépendant pour les Travailleurs (PIT) is een kleine pro Tutsi-partij, opgericht in 1993. PRP De Parti pour la Réconciliation du Peuple (PRP) is een kleine pro Tutsi-partij, opgericht in 1992. PSD De Parti pour la Socio-Démocratie (PSD) is een kleine pro Tutsi-partij, opgericht in 1993. Raddes De Rassemblement pour la Démocratie, le Développement Economique et Social (Raddes) is een kleine pro Tutsi-partij, opgericht in 1993. MRC De Mouvement de Réhabilitation du Citoyen (MRC) is officieel als politieke partij toegelaten op 20 november 2002 en is in het parlement vertegenwoordigd.
50
Algemeen Ambtsbericht Burundi / maart 2009
5.2
Literatuurlijst
5.2.1
Naslagwerken en rapporten · · · · · · · · · · · · · ·
· ·
5.2.2
CIA, The World Factbook, Burundi (24 februari 2009) EIU, Burundi: Country Profile 2008 (16 mei 2008) EIU, Burundi: Country Report (augustus 2008) EIU, Burundi: Country Report (november 2008) EIU, Burundi: Country Report (februari 2009) HRW, Burundi: World Report 2008 (januari 2008) HRW, Burundi: World Report 2009 (januari 2009) ICRC, Annual Report 2007 (mei 2008) UNSC, S/2004/682, First report of the Secretary-General on the United Nations Operation in Burundi (25 augustus 2004) UNSC, S/2006/851, Report of the Secretary-General on Children and Armed Conflict in Burundi (27 oktober 2006) UNSC, S/2007/686, Report of the Secretary-General on Children and armed conflict in Burundi (28 november 2007). UNSC, S/2008/330, Third report of the Secretary-General on the United Nations Integrated Office in Burundi (15 mei 2008) UNSC, S/2008/745, Fourth report of the Secretary-General on the United Nations Integrated Office in Burundi (28 november 2008) UNSC, S/2008/433, Twenty-sixth report of the Secretary-General on the United Nations Organization Mission in the Democratic Republic of the Congo (3 juli 2008) US Department of State, Burundi: International Religious Freedom Report (19 september 2008) US Department of State, Burundi: Country Reports on Human Rights Practices (25 februari 2009)
Websites · · · · · · · ·
www.africa-union.org/officialdocuments www.ai-lgbt.org www.alertnet.org www.allafrica.com www.amnesty.org www.broadleft.org www.childsoldiersglobalreport.org www.cia.gov 51
Algemeen Ambtsbericht Burundi / maart 2009
· · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · ·
www.coinmill.com www.en.wikipedia.org www.ethnologue.com www.flw.com/languages/kirundi.htm www.gay.eu www.hdr.undp.org/statistics www.hri.ca/uninfo/treaties www.icco.nl www.icrc.org www.indexmundi.com www.irinnews.org www.kit.nl www.mask.org.za www.marktvoorvrede.nl www.minaffet.gov.rw www.ohchr.org www.rnw.nl www.refdag.nl www.un.int www.un.org www.unddr.org www.unhcr.org www.unhchr.ch/treaties www.unicef.org www.unifem.org www.updaid.nl www.usip.org www.wfp.org www.wikipedia.org
52
Algemeen Ambtsbericht Burundi / maart 2009
5.3
Lijst van afkortingen AAT ABDP ADSD AFJ AI AIDS / SIDA AMIB APRODH ARDHO AU BINUB CENI CEPGL CHR CNC CNCA CNDD CPJ DDR DRC ECOSOC FAB FAR FDD FDLR FDN FNL FPN Frodebu FVS HDI HRC HRW ICC ICCO ICG
Asiel Advies Team Association Burundaise pour la Défense des Droits des Prisonniers Association pour la Défense des Sans Défense Association des Femmes Juristes Amnesty International Acquired Immuno Deficiency Syndrome / Syndrome d’Immuno Défiscience Acquise African Mission in Burundi Association pour la Protection des Détenus et des Droits Humains Association pour le Respect et les Droits des Homosexuels Afrikaanse Unie Bureau Intégré des Nations Unies au Burundi (United Nations Integrated Office in Burundi) Commission Nationale Electorale Indépendante Communauté Economique des Pays des Grands Lacs Commission on Human Rights (VN-Mensenrechtencommissie), thans: Human Rights Council, HRC (VN-Mensenrechtenraad) Conseil National de la Communication Comité National de Coordination d’Aide Conseil National pour la Défense de la Démocratie Comité de Protection des Journalistes Disarmament, Demobilization and Reintegration Democratische Republiek Congo (République Démocratique du Congo, RDC) Economic Community and Social Council Forces Armées du Burundi Forces Armées Rwandaises Forces pour la Défense de la Démocratie Forces Démocratiques pour la Libération du Rwanda Force de Défense Nationale Forces Nationales pour la Libération Force de Police Nationale Front pour la Démocratie au Burundi Famille pour Vaincre le SIDA (Families against AIDS) Human Development Index Human Rights Council (VN-Mensenrechtenraad) Human Rights Watch International Criminal Court (Internationaal Strafhof) International Communications Consultancy Organisation International Crisis Group 53
Algemeen Ambtsbericht Burundi / maart 2009
ICGLR ICRC IGLHRC ILGA IMF JVMM LDGL LGBT LIBEJEUN MDRP MONUC MSF OHCHR OMS ONUB PAFE PANA RI RNW SAPSD SGVN SIDA / AIDS SSR STI SV-SGVN UNAIDS UNDP UNESCO UNFPA UNHCHR UNHCR UNICEF UNIFEM UNIPROBA UNSC Uprona VN VR WFP WHO
International Conference on the Great Lakes Region International Committee of the Red Cross International Gay and Lesbian Human Rights Commission International Lesbian and Gay Association Internationaal Monetair Fonds Joint Verification and Monitoring Mechanism Ligue des droits de la personne dans la région des Grands Lacs Lesbian, Gay, Bisexual, Transgender Ligue Burundaise pour l’Enfance et la Jeunesse Multi-country Demobilization and Reintegration Program Mission del’Organisation des Nations Unies en République Démocratique du Congo Médicins Sans Frontières Office of the High Commissioner for Human Rights Organisation Mondiale de la Santé Opération des Nations Unies au Burundi Police de l’Air, des Frontières et de l’Etranger Pan African News Agency Regional Initiative for Peace in Burundi Radio Netherlands Worldwide South African Protection Support Detachment Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties Syndrome d’Immuno Défiscience Acquise / Acquired Immuno Deficiency Syndrome Security Sector Reform Sexually Transmitted Infections Speciaal Vertegenwoordiger van de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties VN-Aidsprogramma United Nations Development Programme United Nations Educational, Scientific and Cultural Organisation United Nations Population Fund United Nations High Commissioner for Human Rights United Nations High Commissioner for Refugees United Nations Children’s Fund United Nations Development Fund for Women Unissons-nous pour la promotion des Batwa United Nations Security Council Union pour le Progrès National Verenigde Naties Veiligheidsraad World Food Programme World Health Organisation 54
Algemeen Ambtsbericht Burundi / maart 2009
5.4
Kaart van Burundi
55