ALBLASSERDAM NADER BEKEKEN 9 BESCHOUWINGEN
Uw reactie kunt u sturen naar:
[email protected]
VOORWOORD Afgelopen zomer heeft een aantal plaats- en regiogenoten zich gebogen over de positie van Alblasserdam in zijn omgeving. Dit gebeurde op verzoek van het college van B&W. De vraag was niet om met wetenschappelijke betogen te komen, wél om een persoonlijke impressie of opvatting te geven. Juist dát zou in onze ogen kunnen zorgen voor inspiratie ten behoeve van de discussie over de bestuurskracht van Alblasserdam.
Natuurlijk spreken wij vanaf deze plaats onze dank uit aan de opstellers van de essays. Zij hebben in korte tijd hun ideeën aan het papier toevertrouwd. Wij vertrouwen erop dat de essays een waardevolle bijdrage blijken te zijn aan de discussie over de bestuurskracht van Alblasserdam!
Lennie Huizer, burgemeester en Bert Blase, gemeentesecretaris Alblasserdam, september 2007
De oogst ligt nu voor in deze bundel essays. Wij zijn blij verrast door de onbevangenheid waarmee aan ons verzoek is voldaan, én door de diversiteit van meningen die dit heeft opgeleverd. Het blijkt inderdaad een bron van prikkelende inspiratie te zijn – en voer voor discussie. Wat ons betreft dus uitstekend geschikt voor het beoogde doel. Het succes van de gekozen vorm moet uiteraard nog blijken. Tenslotte is het bedoeld als onderbouwing voor de discussies in de gemeenteraad en daarbuiten. Maar gezien het palet aan opvattingen dat wordt verwoord, hebben wij daar veel vertrouwen in. In onze ogen bevestigt dit dat het de moeite loont om inwoners te betrekken bij de discussies over de grote vraagstukken die onze gemeente bezighoudt. En ook dat we daarvoor ‘onorthodoxe methoden’ niet hoeven te vermijden.
3
4
Bestuurskrachtmetingen zijn een spel voor bestuurders. Er zullen weinig burgers zijn die er wakker van liggen. Wel kan ik me indenken dat bestuurders in Alblasserdam dat hebben gedaan. Daar is ten slotte het nodige bloed gevloeid.
Cok Sas
- Oud - wethouder in Dordrecht - Oud - lid Drechtstedenbestuur
Alblasserdam in zijn omgeving of het gebrek aan bestuurskracht in de Drechtsteden Een paar jaar terug verschenen voor de gemeenten in de Drechtsteden de eerste bestuurskrachtmetingen. Ik kan me nog herinneren dat er in het college van Dordrecht meesmuilend over werd gedaan. Ook door mij. We zouden wel eens zien wie de beste was. En toch staat er nog steeds geen theater op de beste plek van de regio, De Stadswerven.
Burgers, inwoners van een gemeente, willen goede voorzieningen. Als het even kan tegen zo laag mogelijke kosten. Die voorzieningen zijn een scala aan producten en diensten. Paspoorten, fietspaden, werk, woningen, jeugdzorg enz. Een gemeentebestuur maakt bij het aanbieden van die voorzieningen keuzes. Burgers vragen om alles, maar de gemeentekas kent zijn beperkingen. Het gemeentebestuur hoort daarbij te kiezen vanuit het algemeen belang. Dat is bij verschillende politieke partijen gekleurd door hun ideologie. Een gemeentebestuur is er dus niet voor om alleen belangen van specifieke groepen te behartigen. Zij moet als het ware de grootst gemene deler zoeken om tot een besluit te komen. Dat ‘algemeen belang’ is een onmogelijk begrip. Het is niet meetbaar – een probleem in onze afrekencultuur. Ook geeft iedereen er zijn eigen invulling aan. Daarom moeten we het iedere keer weer opnieuw uitvinden, er permanent over discussiëren voor we tot een besluit komen. Dat heet democratie. Het beste systeem dat we hebben. Ik ben voor een vertegenwoordigende democratie, van directe democratie moet ik niet zoveel hebben. De directe democratie appelleert in een complexe samenleving naar mijn mening te veel aan particuliere belangen. Je ziet dat bijvoorbeeld bij een referendum;
5
meestal een lage opkomst en spraakmakers zijn vaak de tegenstanders van een voorstel. Een vertegenwoordigende democratie dient het beste het algemeen belang. Ongetwijfeld is er een kloof tussen burgers en bestuur. Die kloof hoort er ook te zijn. Zij is het plein waarop de politieke discussie plaatsvindt. Met één keer in de vier jaar een echte correctie als dat nodig is. Met de constitutie in Alblasserdam is niets mis, net zo min als in andere gemeenten. Dat is netjes van rijkswege geregeld. Misschien is de invulling door personen wat ongelukkig geweest. Misschien kunnen ambtelijke zaken wat beter worden geregeld. Maar dat heeft de provincie nu gedaan. Het herstel kan intreden. De burgers van Alblasserdam zullen het goede krijgen. Net als die van Zwijndrecht, Dordrecht, Papendrecht, Sliedrecht, Hendrik-ido-Ambacht en Binnenmaas. Of niet? Laat het zich indenken dat het nog beter kan? Als je met Google Earth op de Drechtsteden inzoomt, zie je dat het één stedelijk gebied is. Zo’n 250.000 inwoners. Een krachtig gebied, naast de Rotterdamse regio, met mooie groene randen eromheen. Zo inzoemend, is het verwonderlijk dat dat gebied gekenmerkt wordt door bestuurlijke drukte. Naast Europa, het rijk en de provincie, zijn er zeven (!) gemeentebesturen en daarnaast nog het overkoepelende bestuur van de Drechtsteden. Zijn er 7 economie’ tjes in dit gebied? Stopt de luchtvervuiling bij de gemeentegrenzen? Moet de verkeersveiligheid in de éne gemeente anders geregeld worden dan in de andere? Is het te rechtvaardigen dat de
bijzondere bijstand per gemeente verschilt? Dit laatste is veranderd. Er is een gemeenschappelijke sociale dienst. Er komt zelf een ‘shared service centre’ (zeg maar dat de ondersteunende diensten gemeenschappelijk worden georganiseerd, een hobby van de ambtelijke top). Bovendien wordt veel beleid gemeenschappelijk afgesproken. Maar nogmaals, krijgen de burgers van Alblasserdam en van die andere gemeenten het beste? Kan het beter? Ik denk het wel. In mijn periode als wethouder van Dordrecht overlegde ik één keer in de 2 à 3 maanden met partijgenoten uit andere gemeenten. Soms partijbestuurders, vaak collega wethouders, maar ook leden van de fracties in de gemeenteraden. Een vast agendapunt op die informele besprekingen was de stand van zaken in de Drechtsteden. De meeste aanwezigen tijdens die overleggen waren het er over eens dat er een Drechtstad moest komen. De redenen daarvoor waren dat het bestuur krachtiger zou worden, een betere partij voor rijk en provincie. Maar vooral dat je meer zou kunnen doen voor je burgers. Je zou in de hele Drechtsteden tot een betere weging van het algemeen belang komen. We zouden de vierde of de vijfde stad van Nederland zijn. Voorzieningen als hoger onderwijs, een kwalitatief en kwantitatief goede culturele agenda en investeringen in de infrastructuur van de economie horen bij zo’n stad. En nog veel meer: denk aan het gebied van wonen, gezondheidszorg enz. Misschien hadden we de Floriade 2012 wel binnen gehaald.
6
Tijdens zo’n informeel overleg durfden we wel. In de verkiezingsprogramma’s is er echter niets over te lezen. Ja, we steunen de Drechtsteden, maar niet de Drechtstad. We durfden het niet aan. Uit electorale overwegingen. Bang dat de lokale partijen zouden scoren en de voorstanders van een Drechtstad fors zouden verliezen. Maar is dit gebrek aan lef verstandig? Ik ben – als geboren Dubbeldammer - blij dat dat dorp nu deel is van Dordrecht. Je moet er niet aan denken dat die Dubbeldammers, zoals ze in hun visies hadden verwoord, hun hele gemeente (qua oppervlakte groter dan Dordrecht) hadden volgebouwd. Dat zou naar mijn mening het algemeen belang op het Eiland van Dordrecht niet hebben gediend. Om het voor de burgers in Alblasserdam en de andere Drechtsteden goed te doen, is dus lef nodig. De Drechtsteden zijn feitelijk één stad. Ze verdienen één gemeentebestuur. Dat lijkt me bestuurskracht. Niet alleen in Alblasserdam, maar ook in die andere gemeenten van de Drechtsteden.
7
8
te danken aan ambtenaren die gewoon hun werk doen. Zelden hoor je daar iets over. En toch worden we als burgers ook geconfronteerd met iets ernstigs als een bestuurlijke crisis en grote financiële tekorten.Als inwoner lees je de krant, je hoort geruchten en je bent voorzichtig met beoordelen want je bent gewoon niet op de hoogte van allerlei plannen, projecten, procedures, regelgeving, etc.
Emine Osmanoglou-Hakkioglou
- Docent ROC - Da Vinci College - Bestuurslid Bibliotheek - Actief in programma Bruggenbouwers
Alblasserdam in zijn omgeving Centraal gelegen, in de Randstad, op een steenworp afstand van Dordrecht en Rotterdam, is het in Alblasserdam, met z’n dorpse karakter, nog lang niet zo gek wonen. Hoe je het ook bekijkt, fiets je binnen vijf minuten de schoonheid van de polder in, met de molens van Kinderdijk, die opgenomen zijn in het werelderfgoed. Een heleboel zaken in ons dorp lopen zoals ze moeten lopen; dat vinden we vanzelfsprekend, maar hebben dat wel
Je bent echter verbaasd en twijfelt aan de competenties van de bestuurders, ambtenaren en raadsleden als er in een kort tijdsbestek van alles gebeurt: twee hoge ambtenaren gaan weg, vervolgens doen allerlei roddels in het dorp de ronde, dan vertrekken twee wethouders met twijfelachtige redenen en tenslotte moeten de nieuwe gemeentesecretaris en de burgemeester ook al weg. Maandenlang was het gissen naar de problemen. Er bleken flinke financiële tekorten en een bestuurscrisis te zijn. Bovendien had de burgemeester een dubbelleven. Van de tekorten kregen we een beeld, maar wat houdt die bestuurlijke crisis in? Hebben ze daar allemaal ruzie met elkaar? Het schijnt heel erg te zijn, en waarschijnlijk krijgen we lang niet alles te horen.
En nu? Er is een nieuwe burgemeester, gemeentesecretaris en een nieuwe wethouder aangesteld. Men gaat eraan werken alles weer op orde te krijgen. De inwoners zijn echter achterdochtig. Wevrezen dat er voor het wanbeleid maatregelen genomen gaan worden waarvan wij de rekening gepresenteerd krijgen. Weinig Alblasserdammers nemen de gemeentelijke organisatie nog
9
serieus; noch geloven zij in hun capaciteiten. We zijn cynischer geworden dan we al waren. Hoe heeft het zover kunnen komen? Wat speelde er precies? Hoe komt het dat er mensen aangesteld worden die hun werk niet aan kunnen?En wie houdt er eigenlijk toezicht op onze gemeentelijke organisatie? Nogmaals vooropgesteld dat veel zaken gewoon goed lopen en dat sommige zaken aan landelijke wet- en regelgeving onderworpen zijn, zal ik, op verzoek, proberen hieronder feedback te geven op een willekeurig aantal zaken en te verwoorden wat ik in mijn omgeving zoal aan reacties signaleer.
Gemeentelijke visie Wat mij opvalt is dat ik in het algemeen, en in het bijzonder in de gemeentegids en op de website een duidelijke visie en missie van ons gemeentebestuur mis. Waar stáán zij voor? Waar gáán zij voor? Behalve rond de gemeenteraadsverkiezingen kan dat best meer uitgedragen worden en tot uitdrukking komen in het beleid. Als onderdeel van die visie verwacht ik, al hangt daar voor sommigen een paternalistische spruitjeslucht aan, bestuurders die zich bemoeien met burgers. Bestuurders die luisteren en erkennen wat er leeft en beslissingen nemen waar inwoners zich in herkennen. Ik verwacht ook bestuurders die vanuit die visie zich bemoeien met onderwijs, zorg en alle andere zaken. Ik reken er ook op dat bestuurders verantwoord omgaan met gemeenschapsgeld.
Bestuurskracht is ook afhankelijk van de ambtenaar die op een bepaalde tijdstip op een bepaalde post een beslissing neemt. Als er een duidelijke visie is, hoeft de beslissing niet af te hangen van die ene ambtenaar. Daarnaast vind ik dat er voor de burger in Alblasserdam, formeel gesproken, genoeg gelegenheid is voor inspraak en openheid: openbare raadsvergaderingen, informatie in de krant en op de website, publicatie van collegenotulen, nieuwjaarsreceptie, meedenkavonden, etc. Als burgers maken we er echter niet veel gebruik van, ben ik bang. Mijn ervaring is dat politici ook toegankelijk zijn, alhoewel je zelf de stap moet zetten, hetgeen een drempel kan zijn voor sommigen. Je kunt raadsleden en B&W altijd bereiken, en ze willen vaak meedenken en meewerken voor het één of ander. Verder wil ik onze bestuurders verwijzen naar de resultaten van de structuurvisie in 2005; wellicht kan men daar ideeën opdoen i.v.m. bestuurskracht. Tenslotte wil ik ook de suggestie aan de hand doen van een inwonerstevredenheids-onderzoek.
Werken en wonen Alblasserdam heeft zijn omgeving zeker wat te bieden, denk aan werkgelegenheid en de achterliggende polder, maar des te harder heeft ons dorp zijn omgeving nodig. Behalve voor onderwijs en werk zijn we op tal van andere gebieden verbonden met de buurgemeenten. Samenwerken in Drechtsteden-verband of anderszins is
10
niet alleen economisch gezien gunstig, maar kan ook corrigerend werken voor een gemeentelijke organisatie. De Alblasserdammer wil echter niet opgaan in grootschaligheid en zijn identiteit verliezen. De suggestie van een fusie met een andere gemeente valt dan ook niet in goede aarde. Voor het gemeentebestuur de opdracht voortschrijdende regionale samenwerking te combineren met draagvlak van de inwoners. Wij willen geen slaap- of seniorendorp worden: heel wat Alblasserdammers zijn blij met de komst van grote zaken zoals Hornbach i.v.m. werk dat ze daar gevonden hebben. Immers wonen en werken in ons dorp doen we graag. Het gemeentebestuur stimuleert economische activiteiten en dat is goed; we hebben dan ook veel bedrijven op het industrieterrein gekregen. Een verrijking is misschien het aantrekken van een groter en wat goedkoper kledingzaak zoals H&M of C&A, i.v.m. inwoners met een kleinere portemonnee en de aantrekkingskracht van kopers op de omringende gemeenten. De plannen om het toerisme meer te exploiteren worden toegejuigd. We zouden heel goed moeten oppassen om jongvolwassenen niet uit onze gemeente te verdrijven. Het komt wel eens voor dat alleenstaande jongeren uit woonruimtegebrek naar een andere gemeente verhuizen. Daarnaast moeten we uitkijken dat jonge gezinnen niet in te dure koopwoningen komen te zitten. Er wordt de laatste jaren veel gebouwd. Maar wordt er genoeg gebouwd voor onze eigen starters? Wordt niet teveel
van wat afgebroken wordt, als een dure koopwoning terug aangeboden? Is er genoeg betaalbaar huuraanbod? Heeft ons gemeentebestuur daar genoeg invloed op? Men vraagt zich verder af of de Wipmolen niet veel goedkoper had gekund, dan was er genoeg ruimte geweest voor het zwembad en had het er allang gestaan. Het gemeentebestuur maakt wel eens keuzes die niet overeenkomen met de wens van de burgers. Wij hechten aan het groen in ons dorp en willen er zoveel mogelijk van behouden. Houdt het gemeentebestuur genoeg rekening met voldoende groen bij het bouwen? Over de plantsoenendienst mogen we heel tevreden zijn: het groen wordt uitstekend en regelmatig onderhouden. Helaas lukt het niet van het winkelcentrum één geheel te maken en is er wat leegstand. Het centrum heeft geen uitstraling en winkelt niet prettig; halverwege stopt men. Makado is een beetje vervallen en jammer dat er weinig overdekte terrasjes zijn. Alblasserdam is er afgelopen jaren wel op vooruit gegaan wat gebouwen betreft. Zo heeft de bouw van de Oude Torenbrug enorm bijgedragen aan het gemak en de veiligheid van het dorp. De Alblashof, de nieuwe bibliotheek, nieuwe Drentse buurt, mooie appartementen her en der, mooie landelijke huizen bij de ingang van ons dorp zijn allemaal aanwinsten en zorgen dat het dorp er aantrekkelijk uit ziet. Als leek begrijp ik echter niet waarom het soms jaren duurt voordat er werkelijk iets gebeurt.
11
Er is vaak gedoe en gesteggel, denk aan Oude Mavo, Hornbach, postkantoor, zwembad, etc. Kunnen procedures niet wat eenvoudiger en wat minder bureaucratisch? Het is goed dat de verkeersveiligheid in acht genomen wordt. Maar de onoverzichtelijke en gevaarlijke kruispunten met veel te smalle rijstroken, waardoor je wel eens het idee hebt in Madurodam te rijden, hebben niet bijgedragen aan die veiligheid. Met name de verkeerssituatie op de Dam wordt in dit verband voor fietsers als levensgevaarlijk genoemd. Jammer ook dat die paar mooie brede lanen met grote bomen er niet meer zijn. Dat gaf nou juist allure! Er is een rampenplan voor Alblasserdam en regelmatig krijgen we een gele folder door de bus. Maar hoe zit het met onze dam en dijken, gelet op de veranderde regenval? Heeft dat de aandacht van ons gemeentebestuur? Kan er misschien elk jaar niet een informatieavond in de Wipmolen komen over rampenbestrijding? Of een oefening? Zoiets zorgt behalve voor informatie ook voor gemeenschapszin! Afgelopen jaren worden er steeds meer evenementen en festivals georganiseerd, die heel veel bezoekers trekken en bijdragen aan woongenot. Elke week vraag ik mij echter af of de huis-aan-huis-bladen niet kunnen fuseren: het nieuws is hetzelfde en zoveel papier is belastend voor het milieu. Is daar geen beleid op? Volgens mij zijn de inwoners tevreden over de zorg die in Alblasserdam
geboden wordt: genoeg huisartsen, tandartsen, apotheken, fysiotherapie, een groot ziekenhuis nabij, speciale zorg voor ouderen en jongeren, thuiszorg, maatschappelijk werk, noem maar op. Met name de Alblashof met al zijn diensten, is een verrijking voor ons dorp. Er is een scala aan religieuse, maatschappelijke, culturele en gemeentelijke instellingen. Daarnaast zijn er veel sportmogelijkheden. Deze worden gestimuleerd en het lukt ook altijd wel onderdak te vinden: Mijlpaal, Wipmolen, duivengebouw, Souburgh, sporthal, etc. Het is heel goed dat allochtone burgers bepaalde functies bekleden binnen onze gemeente. Denk aan de allochtone jongerenwerker, gemeenteraadslid, Turkse wijkagent, etc. Gezien de tijdsgeest en ongeruste burgers is het belangrijk om bijvoorbeeld d.m.v. bruggenbouwers de vinger aan de pols te houden. Het is ook belangrijk dat bestuurders ongeruste gevoelens erkennen, niet wegwuiven, waardoor boosheid gaat woekeren. Ik vraag me alleen af of burgemeester van den Bergh niet alleen stond in zijn integratieactiviteiten. De ambtenaren mogen er ook wel trots op zijn dat Alblasserdam één van de weinige gemeenten is die het experiment van ‘Eric van der Veer’ voor het burgerinitiatief, serieus genomen heeft.
Onderwijs en jeugd Alhoewel daar vorig jaar gelukkig een eind aan gekomen is, begrijp ik niet hoe we in een dorp als Alblasserdam, met een klein aantal allochtone inwoners, toch een zwarte school wisten te
12
creëren op de Parallelweg. Ik weet niet precies hoe dat ontstaan is, maar het is ongewenst. Je hoeft namelijk geen wetenschappelijk onderzoeker te zijn, om uit te rekenen, dat een kind sneller en beter Nederlands leert, als zijn omgeving uit zoveel mogelijk Nederlandse kinderen bestaat, dan als zijn omgeving uit een klas vol anderstalige kinderen bestaat met één Nederlandstalige meester of juf. Willen wij integratie en participatie, dan moet het binnen ons dorp lukken om de leerlingen te spreiden en te mengen. Is daar geen beleid voor? En ligt daar ook niet een taak voor scholen met een religieuze grondslag, waar voornamelijk Nederlandstalige kinderen zitten? Moeten we in dat licht ook niet nog eens kritisch kijken naar de huidige voorschoolse vorming? Jongerenbeleid heeft niet de prioriteit in Alblasserdam. Ad hoc worden er beslissingen genomen, maatregelen getroffen en zoethoudertjes geboden. Dat is erg jammer want de landelijke trend van overlast veroorzakende en ontsporende jongeren zien we namelijk ook in ons dorp. Aangezien de economische en maatschappelijke schade groot is, is het raadzaam dat er naar structurele oplossingen gekeken wordt en dat ook deze jongeren niet buitengesloten worden. We moeten meer op de lange termijn denken; zij vormen immers het potentieel volwassenen van morgen en zullen bepalen in wat voor maatschappij de volgende generatie leeft.
op jongeren wordt zowel door grootschaligheid als afstand zeer verkleind. Deze grip is op openbare scholen urgenter dan op christelijke, waar het opvoedingselement een grotere rol speelt en waar bovendien de groep homogeen is. Ligt daar misschien niet één van de oorzaken van de stijging van de populariteit van scholen met religieuze grondslag, ten nadele van het openbaar onderwijs? Is op dat gebied wel genoeg samenwerking? Er is veel aandacht voor buitenschools kinderopvang. Dat is toe te juichen. Er wordt helaas in dat verband door iedereen totaal voorbijgegaan aan de groep van 12 t/m 16-jarigen. Kunnen we in ons dorp misschien nadenken of bijvoorbeeld het concept van de brede school niet door te trekken is tot 17 jaar? Daar is wellicht op allerlei terreinen winst mee te halen. Tenslotte verbaast het mij, dat elk jaar, slechts één van de 11 basisscholen met groep acht naar het Monument gaat tijdens Dodenherdenking. Zo kan het gebeuren dat je als leerling nooit aan de beurt komt. Als je dat van huis uit ook niet meekrijgt, dan mis je een belangrijk stukje vorming en zingeving. Kan daar niet een andere vorm aan gegeven worden, zodat een kind meerdere keren deze belangrijke gebeurtenis kan ervaren?
Mede in dat licht gezien is het erg jammer dat we voortaan geen enkele vorm van voortgezet onderwijs meer zullen hebben in Alblasserdam. De grip
13
14
C. Boodt
- voorzitter wijkteam Blokweer. - strategieontwikkelaar voor de industrie, - lid van de ingenieursvereniging KIVINIRIA, - lid van de Federatie van Rotterdamse Business Clubs - lid van Maintenance In Dredging.
Bestuurskracht Regio Situatieanalyse Kwalitatief goede maatschappelijke projecten die passen in een regionale context met een korte doorlooptijd en beheersbare kosten die snel en gedragen worden gerealiseerd zijn zeldzaam in deze regio. De belangrijkste oorzaak is gebrek aan samenwerking. Samenwerking tussen burgers én bedrijven én bestuurders én bureaucraten (ambtenaren en instellingen) onafhankelijk van ras, geloof, politieke kleur, woonplaats etc.. Andere oorzaken zijn onvoldoende en/of gebrekkig: - Bestuurlijk primaat - Vroeg inschakelen van burgers en bedrijven - Creatieve ruimte bieden aan burgers en bedrijven
• Beheersen van de kosten • Sturing op kwaliteit en draagvlak Situatie is zeer wijd verbreid door de gehele Drechtsteden regio heen (M.a.w. het is dus niet een unieke Alblasserdamse situatie). De druk van burgers en bedrijven op bestuurders en bureaucraten om voor maatschappelijk relevante vraagstukken beter en vaker te luisteren naar burgers bedrijven en sneller en beter te presteren wordt steeds groter o.a. door de toegenomen kennis en mondigheid én communicatie mogelijkheden.
De signalen In de jaren dat ik (als geïmporteerd Rotterdammer) hier woon zijn een aantal zaken ervaren en daarbij opgevallen die het bovengeschetste beeld hebben doen ontstaan. Onderstaand enkele (wat cryptisch omschreven) voorbeelden: 1. Stadhuis (politici, bestuurders, ambtenaren, instellingen) is te intern gericht met als uitingen: a. De tamelijk luxe inrichting van het stadhuis in relatie tot de situatie bij de burgers en bedrijven. b. Het enorme afgesloten plein voor het stadhuis dat bij huidige gebruik nauwelijks meerwaarde heeft voor burgers en bedrijven. c. Openlijk worden door bestuurders collega’s of ambtenaren bekritiseerd. B.v. wethouder Dekker heeft openlijk kritiek (overigens niet in gremia waar dit thuishoort) o.a. op de burgemeester maar is zelf niet in staat om financieel beheer na vijf jaar goed op de rit te krijgen. De burgemeester heeft tenminste nog de moed gehad om af te treden, hij niet. d. Politieke keuzes worden niet losgemaakt van de bedrijfsvoering.
15
2. Er is geen goed regionaal beleid. Provinciaal en Drechtsteden beleid is niet herkenbaar, daarop wordt ook niet geanticipeerd en er wordt nauwelijks over gecommuniceerd. a. Samenwerking met buurgemeenten is er vrijwel niet. b. Kwaliteit buitengebied wordt onvoldoende bewaakt en staat voortdurend onder druk. De nieuwe wethouder Sjoerd Veerman, die zich altijd heeft sterk gemaakt voor het Landschapsplan Alblasserwaard en Vijfheerenlanden, verdedigt een nieuw zwembad in de groene long, voorwaar toch op z’n zachts gezegd een vreemde gang van zaken. c. .Een goed gecoördineerd en gecommuniceerd bovenregionaal Drechtsteden & Rijnmond beleid is in het geheel afwezig (Er is mij geen enkel bestuurlijk samenwerkingproject of gremium bekend). 3. De echte problemen van burgers worden nauwelijks serieus bekeken en opgelost zoals b.v. blijkt uit: a. Parkeerproblemen in vrijwel alle wijken. b. Overlast en vernielingen door jongeren (als bewoners stadswacht formeren dan is er plotseling ‘reactief’ grote politieke en bestuurlijke belangstelling, maar uiteindelijk wordt probleem niet opgelost en blijft dus sudderen). c. De lijst van probleempunten, via wijkteams opgevoerd, die niet of uiterst langzaam worden opgelost (sommige punten staan al vijf jaar op de lijst) d. Hondenbeleid ‘met inspraak’. Er wordt om opmerkingen gevraagd waarbij al direct wordt opgemerkt dat daarop geen aanpassing van beleid of regelgeving zal plaatsvinden, op die wijze krijg je dus nooit draagvlak.
4. Burgers en bedrijven kankeren wel veel maar doen weinig gezamenlijk om tot oplossing te komen. Uitzonderingen b.v. Drentse buurt. a. Noodzakelijke grootschalige voorzieningen, zoals gemeentewerken, zwembaden, theaters, bibliotheken, etc. -die om economisch te kunnen functioneren in regionaal verband moeten worden bezien- worden in een onderlinge competitie ‘tegen beter weten in’ gerealiseerd met als argument ‘dat het voor de eigen bewoners is’ waardoor schaalvoordelen op velerlei gebieden verloren gaan en de voor de burgers en bedrijven bedoelde service graad uiteindelijk onvoldoende is. Bij o.a. de gemeenten Papendrecht, Nieuw Lekkerland en /Dordrecht is het al niet anders. 5 .Bestuurders en bureaucraten zijn niet in staat om bepaalde voorzieningen voor burgers en bedrijven te normaliseren waardoor veel meer bestuurlijke capaciteit zou ontstaan. a. B.v. iedere kruising/rotonde in Alblasserdam is uniek waardoor niet alleen veel geld verloren gaat maar ook een uiterst dubieuze verkeersveiligheidsituatie is gecreëerd. Curieus daarbij te vermelden dat met de plaatselijke politie al helemaal geen dialoog mogelijk is tussen alle betrokken partijen en afspraken stelselmatig niet worden nagekomen. b. Selectie aannemers voor o.a. woningbouw projecten en het toezicht op de werkzaamheden schiet te kort met als gevolg relatief veel verborgen gebreken in woningenbestand. c. Over zelfde probleem krijg je gedurende reeks van jaren verschillende niet consistente antwoorden. Als meerdere bewoners dezelfde vraag
16
stellen komen er ook verschillende antwoorden. 6. Bedrijven worden niet professioneel behandeld. Enkele ervaringen (of aanvaringen?): a. Met wethouder Goedhard afgesproken dat project idee voor betere uitstraling Wilgenplein vertrouwelijk zou worden behandeld en exclusiviteit zou moeten worden gewaarborgd. Inmiddels wordt door anderen mijn idee (afbraak postkantoor en beter/mooier stuk gebouw eraan) gerealiseerd. (dit is dus al ruim vijf jaar geleden). b. Opnieuw met plan Wilgenplein naar opvolger Wethouder Zevenbergen. Deze heeft zo zijn eigen favoriete ontwikkelaars en tijdsplanning en er komt opnieuw niets van. c. Bij wethouder … een bod uitgebracht op Cortgene 9. Het gebouw wordt overgedragen aan Stichting zonder dat het door mij en projectontwikkelaar uitgebrachte vergelijkbare bod serieus is bezien en er behoorlijk over is gecommuniceerd. Aanbestedingsregels zijn er blijkbaar niet of worden niet gehanteerd. d. Het plan ‘Shipping Valley’ is ondanks een gigantische opleving van de bagger en offshore industrie in schoonheid gestorven. Dit heeft vooral te maken omdat niet regionaal maar vanuit bepaalde belanghebbenden is gedacht. Mijn eerdere kritiek hierop is helaas slechts geregistreerd. Er worden te weinig gezamenlijke mogelijkheden benut.
maatschappelijke projecten’. Maar de oplossing is natuurlijk niet eenvoudig te realiseren voor een probleem dat al zo lang doorziekt en zo wijdverbreid is. Echter waar een wil is, is een weg. Dus ga op zoek naar positief kritische maatschappelijk betrokken over de eigen grenzen denkers uit de regio. Met alle betrokkenen zal in een aantal conferenties op een eerlijke en correcte manier (dus zonder politieke of persoonlijke belangen en gebaseerd op deskundigheid en met respect voor alle belanghebbenden) bepaald moeten worden wie welke problemen en op welke wijze en binnen welke randvoorwaarden als prioriteit, tijd en geld samen gaan oplossen en die lijst dan ook daadwerkelijk realiseren. Een begeleidingsplatform moet bij het structureren van de organisatie van die conferenties en het inbedden van de daaruit voortkomende maatregelen/oplossingen spiegelend en coördinerend optreden. De leden van dat platform moeten zorgvuldig worden geselecteerd op hun meerwaarde om de huidige impasse te doorbreken en de weg naar de toekomst te bewandelen. De deelnemers aan de conferenties moeten zorgvuldig worden geselecteerd op basis van een deskundige inbreng (dus niet als vertegenwoordiger van …) waarbij opgemerkt dat er geen consultants/adviseurs moeten worden ingehuurd omdat die vrijwel altijd de adviezen sturen op basis van wat de opdrachtgever graag wil horen.
De oplossing De oplossing is in principe simpel; ‘creëer of herstel goede samenwerkingsverbanden op zorgvuldig geselecteerde relevante
Slim gekozen pilot projecten moeten het onderlinge vertrouwen herstellen en de situatie van de ingegraven stellingen slechten.
17
Thema’s voor de conferenties zijn op basis bovenstaande punten én van de inbreng van andere essays legio en dienen in ieder geval de regio weer een ‘betrouwbare samenwerkingssmoel’ te geven. Nog twee kanttekeningen.
Er is zeker begrip voor een goed gecommuniceerde, eerlijke en deskundige afweging waarbij prioriteiten zijn gesteld, maar het kan niet zo zijn dat schadeveroorzakers een tweede kans krijgen, want zo’n kans krijgen burgers en ondernemers in vergelijkbare situaties ook niet. Zowel de bestuurders (& de politiek) als de bureaucraten moeten zich voor een groot deel op een geheel nadere wijze gaan organiseren. Het belang van maatschappelijke problemen die projectmatig en met de juiste deskundigheden moeten worden aangepakt is al veel groter dan de routinematige of politiek gekleurde werkzaamheden.
18
stemming van niet al te “close”. De contacten tussen de politiek en de kerken staat op een zeer laag pitje en beperkt zich voornamelijk tot het houden van een speech namens B&W bij een bevestigings- of afscheidsdienst van een voorganger. De inbreng vanuit kerkelijke kring in het maatschappelijk leven in ons dorp is naar mijn gevoel dan ook minimaal.
Wout Kleine - inwoner Alblasserdam - ouderling-kerkrentmeester - voorzitter college kerkrentmeesters Hervormde gemeente Alblasserdam
Alblasserdam in zijn omgeving Na in een aantal plaatsen in de regio te hebben gewoond, wonen mijn vrouw en ik sinds 1993 met veel plezier in de gemeente Alblasserdam. Vanaf het begin voelde het goed en namen we deel aan het maatschappelijk- en vooral het kerkelijk leven hier. Ik denk dat het goede gevoel te maken heeft met het landelijke en hierdoor gemoedelijke karakter van ons dorp. Lopend op Makado kom je altijd wel bekenden tegen, tot soms de burgemeester en de wethouders. In het verleden zijn er vooral contacten met de gemeente geweest vanuit mijn kerkelijk functioneren. Soms verliepen die contacten goed, maar ook soms moeizaam. Hoewel Alblasserdam een ruim kerkelijk leven heeft, is er een
Wat me de laatste tijd vooral opvalt is dat het komen tot overeenstemming over door het college van B&W gemaakte voorstellen of plannen, erg moeizaam verloopt. Altijd is er een groep van de bevolking die refererend aan oude afspraken de zaak weet tegen te houden. Hierdoor ontstaat een verharding in het politieke leven in ons dorp en maakt het voor bestuurders erg lastig om goed bestuur te realiseren en de ontwikkelingen bij te houden. Nu is het omgaan met veranderingen altijd lastig en veel adviesbureaus verdienen hieraan een goede boterham. Natuurlijk houd ik ook van openbaar groen en het milieu en probeer er zuinig op te zijn. In ons dorp ligt het groen gelukkig bijna naast onze deur. Binnen een tijdsbestek van 5 minuten fietsen zit je er midden in. Waarom dan zo gereageerd als er een plek wordt gezocht voor een zwembad of een school. De jeugd heeft hierop recht en het is belangrijk voor hun ontwikkeling. Ook Alblasserdam zal mee moeten in de ontwikkelingen van deze tijd en kan niet alles bij het oude laten. Prefereren we dan een situatie als in Kinderdijk, waar bijna alle middenstand is vertrokken? Papendrecht, hoewel groter, krijgt een goed geoutilleerd winkelcentrum in de Meent, Ridderkerk trekt veel bewoners
19
uit Alblasserdam en met de Fastferry ben je in no time met de fiets in Dordt. Nu hoeven we niet alles te hebben in ons dorp, maar de basisvoorzieningen moeten we behouden, ook voor onze ouderen onder ons. Ik pleit voor het maken van een masterplan voor de komende vier jaar, waarin heldere standpunten van B&W worden vastgelegd, afgestemd op een omgeving als Alblasserdam. Hierin kan op een aantal kernpunten het beleid worden onderbouwd, dit vergezeld gaande met een financieel haalbaarheidrapport. Een voorbeeld hiervoor kan het stuk zijn van de huidige regering, nadat men 100 dagen het land is in geweest.
20
mogelijke veranderingen die dit unieke stukje Nederland kunnen aantasten. Soms vroeg ik mij wel eens af of ik nog in Alblasserdam woonde omdat ik niet weg ‘wilde’, opzag tegen een verandering van mijn omgeving en bekenden. Ingesleten gewoontes niet wilde aanpassen. Ik ben er echter achter gekomen dat de waarheid is dat ik mij Alblasserdammer voel en ik Alblasserdam en omgeving fijn vind om in te wonen, mij er op mijn gemak en mee verbonden voel.
Bram Belder - general manager Damcos -
Nederland auteur van drie boeken over de Alblasserdamse maritieme historie
Alblasserdam in zijn omgeving Na in 1952 in Alblasserdam te zijn geboren en daar op een aantal adressen gewoond te hebben, woon ik nu aan de Zeelt. Het uitzicht op de molens, het buitengebied, is fascinerend en elke dag weer indrukwekkend. Het lijkt soms een schilderij van een Hollandse meester. Ik ervaar elke dag hoe wandelaars en fietsers er van genieten. Het dwingt ook bijna automatisch tot nadenken over de
Het gaat niet goed in Alblasserdam. Althans, voor een deel. Er is gelukkig een groot aantal zaken dat wel goed gaat. Ze staan als het ware los van de waan van de dag en gaan haast als vanzelf goed. Zo is het aanzien van Alblasserdam de laatste jaren sterk verbeterd. Straten zijn opgeknapt en het Raadhuisplein en omgeving heeft uitstraling gekregen. Dit wordt nog vergroot als binnenkort de nieuwe Wipmolen klaar is. Het heeft echter weinig zin hier op in te gaan, hoewel het kan helpen te relativeren. Ook kan het idee dat alleen maar negatieve berichten worden gemeld hiermee tegen gesproken worden. Zaken die niet goed gaan zijn vaak interessanter, ze appelleren aan de nieuwsgierigheid. Verhalen over moord en doodslag zijn immers ook interessanter dan verhalen over gelukkige gezinnetjes. Echter zonder positief is er geen negatief. Bestuurlijk Alblasserdam staat voor een aantal uitdagingen, op de korte termijn èn op de lange termijn. Ik voel mij verbonden met mijn omgeving. Een verbondenheid die zeker geldt voor de historie van Alblasserdam. De dijk langs de steeds in beweging
21
zijnde Noord, is een continue achteruitkijkspiegel in de tijd. Aan de landkant werd gewoond en gewerkt. Er was de grote scheepsbouw – de overblijfselen hier en daar nog steeds zichtbaar – en toeleverende bedrijven: pek, machines, touw, zeildoek. Aan de waterzijde de altijd maar doorgaande scheepvaart, wel veranderend van vlotten en zeilen, naar stoom en motor. Van stilte en ruisen, naar geluid en herrie. Ook de pleziervaart breidde zich steeds verder uit. Alles verandert, maar veel blijft, hoewel op details anders, hetzelfde. Dus ook de dijk en de activiteiten langs de dijk. Ten opzichte van het verleden wordt er wel steeds meer gewoond en steeds minder gewerkt. Alblasserdam heeft een rijk verleden. Aan het begin van de jaren zestig van de negentiende eeuw hadden, na Rotterdam en Amsterdam, de meeste grote zeilschepen van Nederland er hun thuishaven. Op de werf van Cornelis Smit werden de meeste houten driemasters van Nederland gebouwd. Veel inwoners vonden in de scheepsbouw en de hier omheen ontstane toeleveringsbedrijven hun bestaan. In het centrum vinden we dit nog terug in straatnamen als de Zeevaartstraat, de Reederijstraat, de Zeilmakerstraat, de Noachstraat en de Cornelis Smitstraat. Hoewel er dus een verleden is om trots op te zijn, herinnert buiten de genoemde straatnamen erg weinig in ons dorp aan dit verleden. Dat is jammer, van het verleden kan veel geleerd worden. Het kan ook helpen zaken en problemen die nu spelen in een bredere context te plaatsen. Meer aandacht voor het verleden, op wat voor manier dan ook, kan bovendien een manier zijn om het
verblijf van toeristen economisch interessanter te maken. Ze gebruiken Alblasserdam dan niet langer alleen als een plaats voor een goedkope overnachting, om hun reis daarna te vervolgen. Een technische achtergrond hebbend, heb ik mij nooit veel om de lokale politiek bekommerd of geïnteresseerd, maar meer vanaf de zijlijn het wel en wee van het lokale bestuur gevolgd. Soms blij en tevreden ‘ze hebben het toch maar mooi voor elkaar gekregen’, en soms verbaasd en geïrriteerd ‘wat een chaos en amateurisme’. Buiten de anekdotes: ‘weet je nog hoe we toen hebben gelachen’ en ‘wat was het toen gezellig’ heeft terugkijken eigenlijk alleen zin als er lering getrokken kan worden of als kennis wordt vergroot. Bijvoorbeeld bij historisch onderzoek: hoe, wat, waarom. Immers in essentie herhaalt de geschiedenis zich. Jammer genoeg kan de manier waarop iets zich herhaalt alleen achteraf vastgesteld worden. Kan herhaling, al is het maar voor een klein deel, voorkomen worden dan heeft het alleen maar voordelen. De vraag is echter of herhaling voorkomen kàn worden. Een van de onderwerpen waarover ik me in het verleden verbaasde was de als een chaos overkomende gang van zaken in het gemeentelijke apparaat. Hoe een gemiddelde inwoner over zijn of haar gemeente denkt wordt maar door weinig zaken bepaald. De belangrijkste zijn of men de indruk heeft serieus genomen te worden en, bijna daarin overgaand, of men een zeker vertrouwen heeft in het functioneren van de gemeente. De gedachte hebbend, ja, zelfs min of meer de overtuiging, dat bij contacten met de
22
gemeente, opmerkingen, vragen en klachten, serieus genomen worden. Dat de dienstverlening correct is en dat kosten hiermee gemoeid, reëel zijn. Niet je met de dagelijkse gang van zaken bemoeiend, of lokaal politiek actief zijn, toch ‘wetend’ dat zaken goed behandeld worden. Bijvoorbeeld dat, zonder te muggenziften over een euro meer of minder, met geld verantwoord wordt omgegaan. Dat bekend is waar het aan uit gegeven wordt, hoe het wordt uitgegeven en of deze uitgaven verantwoord zijn. Ook verantwoord in de zin dat niet verder wordt gesprongen dan de polsstok lang is. En ook hoeveel geld is uitgegeven in relatie tot wat hierover is afgesproken. Tenslotte dat er na kortere, zeker niet na langere, tijd vervelende berichten over negatieve resultaten de wereld in moeten. Met andere woorden, goeie en verantwoorde administratie en controle. Vaak zijn de grote onderwerpen, die nationaal of in een gemeente spelen, niet erg van invloed op de relatie tussen burger en gemeente. Het is vaak te ver van huis, te abstract. Wat heeft een nieuwe Wipmolen voor zin, abstract, als in de directe woonomgeving geen onderhoud wordt gepleegd en straten of stoepen verzakt zijn, concreet. Kan de ontwikkeling van Haven-Zuid, abstract, enige opwinding veroorzaken, als tegelijkertijd de geruchten sterker worden dat om financiële gaten te dichten de gemeentelijke belastingen omhoog moeten, concreet. Overigens is het omhoog gaan van deze belastingen voor een beperkt aantal mensen en gezinnen hooguit vervelend, maar voor een grotere groep een vernieuwde aanslag op het te besteden inkomen. Een van de redenen voor de verhoging is dat
kosten voor afvloeiingsregelingen en vertrekpremies door de bevolking moeten worden opgebracht. Dit maakt de verhoging minder acceptabel en veroorzaakt dat het als onrechtvaardig wordt ervaren. Alblasserdam ligt in een groen gebied. In mijn jeugd stonden thuis, in het voorjaar en de zomer, glazen potjes met gevangen stekelbaarsjes en kikkervisjes op een rijtje in de vensterbank. Die tijd is voor een groot deel over, zo gaat dat. Er kan nog wel met een schepnetje in een sloot het een en ander worden gevangen, maar het is verder weg, lastiger om bij te komen. Door toenemende industrialisatie kwamen er meer bewoners, ze hadden huizen nodig en het groen in en om Alblasserdam verdween meer en meer. Het nog bestaande groen, zowel intern – voor een deel versnipperd – als extern – polders en ruimte – moet zoveel mogelijk gerespecteerd worden. Het mag niet opgeofferd worden om materiële redenen, ook al betekent dit direct of indirect minder inkomsten. Van de gemeente mag verwacht worden dat het welzijn van de bewoners een hoge prioriteit heeft en dit betekent keuzes maken: bouwen of beheren, kwaliteit verbeteren of verwateren. Het betekent creatieve oplossingen vinden om het groen – welzijn – te behouden en andere wegen te vinden om geld binnen te krijgen en andere plaatsen te vinden om te bouwen. Het getuigt van moed om hier op voorhand voor te kiezen en niet te trachten een woord of omschrijving zo uit te leggen dat dit gebruikt kan worden om het eigen standpunt door te drukken. Beheren en niet bouwen in het groen, creatief zijn.
23
Als een nieuw te bouwen voorziening, zelfs al is het in principe goedgekeurd door de gemeenteraad, in een groene ruimte wordt gepland, dan is het argument dat op een plattegrond van het gebied de oppervlakte die er mee gemoeid is, niet zo groot is, weinig steekhoudend. Vanuit de ruimte gezien is alles klein, of is zelfs niet eens meer waar te nemen. Dit neemt echter niet weg dat wanneer van grote afstand naar een probleem gekeken wordt, het probleem zelf niet verdwijnt. Het is zoals de sterrenkundige die tijdens een interview de journalist een geweldige trap onder zijn achterste verkocht. Toen deze hierover zijn ongenoegen uitte, zei hij ‘ach mijnheer, interplanetair betekent het niets’. Door de benadering met de plattegrond, lijkt het bovendien alsof de burger niet serieus wordt genomen. Beter zou zijn de problematiek te presenteren en de keuzemogelijkheden met de eventuele gevolgen helder neer te zetten. Besluiten krijgen hiermee een groter draagvlak en worden breder geaccepteerd. Religie is dominant en lange tijd aanwezig in Alblasserdam. De zondagsrust is noodzakelijk voor de een en geriefelijk voor de ander. Hoewel de achtergrond verschillend is, is het voor iedereen een rustpunt. Dit moet ook zo blijven. Hoewel niet aan de orde, moeten winkels niet op zondag open. De ene helft van de bevolking maakt er toch geen gebruik van. De andere helft kan wanneer dat nodig is uitwijken naar de directe omgeving. Het dorpse karakter blijft hiermee ook gewaarborgd.
zichtbaar. Een financieel en bestuurlijk groter draagvlak is een aantrekkelijke gedachte. Verschillende gemeentelijke activiteiten en werkzaamheden gaan binnenkort gecombineerd worden met die van andere gemeenten binnen het Drechtsteden verband. Ze zullen centraal binnen een servicecentrum gaan worden uitgevoerd. Voor samenvoeging zijn onder andere Nieuw-Lekkerland en de Drechtsteden in beeld. De Drechtsteden zijn gezamenlijk vele malen groter dan Alblasserdam. Is samenvoegen hiermee een voor Alblasserdam reëele optie? Er zijn zeker zakelijke argumenten te verzinnen die pleiten voor samengaan, of in dit geval opgaan. Er zijn ook allerlei argumenten – hard en zacht, objectief en subjectief – die tegen een samengaan pleiten. Zouden Alblasserdammers het ‘accepteren’ dat hun gemeente opgaat in een groter geheel? Belangrijke, verstrekkende, beslissingen worden meer op afstand genomen. Lokaal, in de voormalige eigen gemeente en straks eventueel onderdeel van het grotere geheel, kan alleen nog over ‘onbelangrijker’ onderwerpen de knoop worden doorgehakt. Het lijkt aantrekkelijker een gelijkwaardiger partner voor samenvoeging te vinden. NieuwLekkerland en Alblasserdam hebben al aangegeven niet in elkaar geïnteresseerd te zijn. Halverwege de negentiende eeuw waren er plannen om Oud-Alblas en Alblasserdam samen te voegen. Hoewel Alblasserdam voor was, ging het niet door. Misschien zijn de argumenten van toen, de moeite waard er nu nog eens op na te slaan.
Aan de horizon wordt samenvoeging van Alblasserdam met een andere gemeente
24
Waar gehakt wordt, vallen spaanders. Een organisatie is een geheel van mensen en middelen werkend binnen afspraken, overeengekomen en opgelegd. Een organisatie is dus mensenwerk. Aan de basis wordt gezorgd dat de motor blijf draaien, aan de top wordt de route uitgestippeld en ingezet. De basis dient duidelijkheid te hebben, concrete aanwijzingen en instructies: uitgifte van een paspoort kan maar op één manier. Aan de top is het meer abstract. Welke keuzes moeten er bijvoorbeeld gemaakt worden, wat zijn de prioriteiten. Gevaar is dat er persoonlijke stokpaardjes bereden worden, eigen voorkeuren doorgedreven. De kans is aanwezig dat het welzijn van de bewoners dan niet meer de hoogste prioriteit heeft. Als persoonlijke ambities keuzes gaan bepalen ligt er zelfs een reëel gevaar op de loer. Misschien in mindere mate, maar het geldt eveneens wanneer er geen verbondenheid is met de gemeente. Voorstellen worden dan gedaan en besluiten genomen na een rationele afweging. Emotionele afwegingen zijn echter minstens zo belangrijk, zijn dat ook niet onze primaire drijfveren?
te brengen, perspectief te bieden. Op langere termijn zal het continueren van de uitgezette koers belangrijk zijn. Dit houdt ook in dat na de reeds begonnen interim periode het vinden van een nieuwe burgemeester van groot belang is. Hij of zij zal Alblasserdam naar rustiger vaarwater moeten leiden en de Alblasserdammers weer het vertrouwen in hun bestuur terug moeten geven.
In het verleden had Alblasserdam eens een burgemeester die, het kon toen, tevens gemeentesecretaris en raadslid was. Er was veel commentaar op zijn functioneren. Bij raadsvergaderingen notuleerde hij bijvoorbeeld alleen wie er niet aanwezig was. Boersma noteerde in zijn ‘Alblasserdam’s Heden en Verleden’, ‘zoo de burgemeester, zoo het gemeentebeleid’. Misschien dat de grootste uitdaging voor bestuurlijk Alblasserdam is, om op de korte termijn organisatorisch en financieel Alblasserdam weer op koers
25
26
Souburgh (verder aan te duiden als GR): Voorzitter GR – zonder politieke binding – vanaf de start van de GR in 1973 tot 1988, daarna tot op heden lid van het Dagelijks Bestuur. In het eerste gedeelte van mijn beschouwing komt dan ook het Sportpark Souburgh aan de orde.
Ruimtelijke Ordening en plannen voor een multi-functioneel sportpark.
J.Ph. (Jacques) Guldenmundt
- oud- voorzitter Alblasserwaardse Hockeyclub Souburgh - lid dagelijks bestuur van de GR Sportpark Souburgh (GR) - voorzitter Stichting “Vrienden 3-8 R.I.” (Indiëveteranen) - Secretaris 4 mei comité
Alblasserdam in zijn omgeving Inleiding De gemeente wil een impuls geven aan het denken over de bestuurskracht van de gemeente. Ter inspiratie en onderbouwing van een te formuleren bestuursopdracht vraagt het gemeentebestuur aan enkele inwoners van de gemeente en regio een korte beschouwing te geven over “Alblasserdam in zijn omgeving”. Mijn ervaring in het werken met bestuurders en ambtenaren heb ik in het bijzonder opgedaan in mijn bestuursfuncties bij De Gemeenschappelijke Regeling Sportpark
In de 2e helft 2004 heeft de gemeente aan Taken Landschapsplanning bv opdracht gegeven tot het opstellen van een z.g. Ruimtelijke Verkenning Vinkenpolderweg/Souburgh. De toenmalige voorzitter van de GR heeft na het uitbrengen van het eindrapport in een brief aan B&W d.d. 14-1-05 aangegeven, dat ten opzichte van de GR vanaf de start van het onderzoek bijna alles is misgegaan. Het is weinig zinvol om in het kader van deze essay op de details in te gaan. Overigens heeft de huidige voorzitter van de GR enige weken geleden een kopie van bedoelde brief van mij ontvangen. Belangrijk: in genoemde brief wordt door de toenmalige voorzitter aangegeven, dat de verdiencapaciteit voor de gemeente door de lintbebouwing als logisch en acceptabel wordt gezien, mits het sportpark minimaal € 250.000 ontvangt enz. enz. Belangrijker dan de vermelde bedragen is het aangeven van het principe, dat de opbrengsten uit bebouwing deels gebruikt zullen worden voor veranderingen en verbeteringen op het sportpark. De slotalinea van de brief: De gemeente Alblasserdam wordt om reactie verzocht. Voor zover mij bekend is een terzake afdoend antwoord niet gegeven.. Voorts bevat de laatste alinea de
27
suggestie, dat de GR zijn eigen expertise in moet huren. Kosten door de gemeente Alblasserdam te voldoen.Het Ingenieursbureau Arcadis is in april 2005 hiervoor ingeschakeld. De door mij opgestelde omschrijving voor de opdracht luidde: (globaal) een multifunctioneel sportpark te ontwerpen, waarbij de oostgrens van het park, tevens grens Alblasserdam/Graafstroom, verschoven diende te worden tot ca 300m op het grondgebied van Graafstroom. Na intensief overleg met het bestuur van de GR en afgenomen interviews met de bespelende verenigingen is op 26-106 de eindrapportage ontvangen waarin zowel de Korte Termijnvisie 2010 en de Lange Termijnvisie 2020 zijn opgenomen. De plannen voor het multi-functionele sportpark kunnen niet tot financiële problemen bij de deelnemende gemeente leiden daar een diepe strook vanaf de Vinkenpolderweg tot ca halverwege de Edisonweg voor bebouwing benut zal worden met een geraamde opbrengst van € 20.000.000 (Arcadis), de aanlegkosten voor het sportlandgoed worden op € 19.000.000 geraamd (Arcadis). Deze
kosten kunnen over een lange reeks van jaren, te weten van 2007 tot 2020, worden uitgesmeerd. In de Korte Termijnvisie zijn de belangrijkste objecten: realiseren lintbebouwing langs de Vinkenpolderweg ( door de GR is meer dan eens aangegeven dat deze bebouwing direct kan starten) en het realiseren van het 3e veld van VV De Alblas (kunstgras voor wedstrijden en training) Deze snelgroeiende vereniging heeft dit veld
dringend nodig. De aanleg zal goeddeels door Graafstroom worden betaald. Een struikelblok vormt Staatsbosbeheer, daar het veld in het Alblasserbos komt te liggen. In de Lange Termijnvisie wordt het weggevallen bosgedeelte gecompenseerd door nieuwe aanplant. Het gesprek met Staatsbosbeheer heeft een vertraging van 8 maanden ondervonden en is nu gestart. De onrust bij de bespelende verenigingen neemt toe, getwijfeld wordt aan een goede afloop van de Toekomstvisie. Zo is een bestuursdelegatie van de Alblasserwaardse Hockeyclub Souburgh – de heren Leijdsman en van Leeuwen – onlangs op bezoek geweest bij de voorzitter van de GR. Deze club is met 550 leden de grootste op het sportpark en wil met hun toekomstplannen inhaken op de maatschappelijke ontwikkelingen zoals buitenschoolse opvang. De matten van beide kunstgrasvelden zijn in 2011-2012 afgeschreven en versleten. Eén van de velden dient in het kader van de Lange Termijnvisie verlegd te worden, de tijd gaat dringen en genoemde club wil gaarne met de overheid i.c. de GR samenwerken om tot een mooi en ”open” multi-functioneel sportpark te komen, aansluitend op het Alblasserbos en zo mogelijk ook bij het project Transformatie Merwedezone. Tot slot: te beginnen in de 2e helft 2004, waarbij in de Ruimtelijke Verkenning – niet door de GR erkend een Woonwagencentrum en een onderkomen voor Gemeentewerken bij de ingang en binnen het sportpark was bedacht en de moeizame voortgang tot op de dag van vandaag van de
28
Toekomstvisie, heeft het vertrouwen van mij en met mij 2000 sporters, in de overheid niet bevorderd (vriendelijk gezegd).
het kan aantrekkelijker zijn om in een grotere gemeente te werken en door de mogelijkheid wethouders van buiten de gemeente aan te trekken kan dit een versterking van het college betekenen.
Reeds vele jaren geleden is bij mij de gedachte over een fusie ontstaan waarbij mijn bestuurlijke ervaring bij de GR eveneens van invloed is geweest. Het 2e gedeelte van mijn beschouwing gaat dan ook over de “ fusie ”.
Een fusie kan tot versterking van het college leiden.
Fusie? Na de 2e wereldoorlog is de westelijke alblasserwaard in een hoog tempo veranderd: de industrialisatie en de scheepswerven verdrongen voor een groot deel de veehouderij (melk-) en door de toenemende vraag naar huisvesting kwamen grote woningbouwprojecten van de grond. Het gezamenlijke inwonertal van Alblasserdam, Papendrecht en Nieuw Lekkerland steeg van ca 15.000 tot 59.000 waarbij opgemerkt wordt, dat in Papendrecht veel gebouwd is voor woningzoekenden van elders uit de randstad. De grenzen van de genoemde gemeenten zijn niet “mee-veranderd” en al vele jaren terug is bij mij de vraag gerezen of de beschikbare- en tevens zeer beperkte ruimte bij één gemeentelijk structuurplan beter benut zou zijn. Gedane zaken nemen geen keer
doch de weinige ruimte die ons nog rest pleit voor een fusie. Bij een grotere gemeente neemt het aantal gemeenteraadsleden toe. Betekent dit dan ook een toename van de kwaliteit van de gemeenteraad, het hoogste bestuursorgaan? Deze vraag kan ik niet beantwoorden. Het aantal wethouders zal bij een grotere gemeente – waarschijnlijk – toenemen en
Mede door de decentralisatie nemen de taken van de gemeente toe en worden tevens gecompliceerder. Aan de kwaliteit van de leidinggevende ambtenaren worden steeds hogere eisen gesteld en bij een grotere gemeente is dit beter te realiseren. Meer dan ooit is het noodzakelijk, dat de ambtelijke adviezen aan B&W en gemeenteraad compact, goed doortimmerd zijn en zonodig van visie getuigen. De ambtelijke top dient in staat te zijn werk van hoge kwaliteit af te leveren.Ambtenaren dragen indirect een grote verantwoordelijkheid bij de bestuurlijke beslissingen en zij dienen een relatief grote vrijheid te hebben bij hun ondersteunend werk want als zij uitsluitend op afroep tot productie mogen overgaan zullen de betere ambtenaren vertrekken. Een harmonieuze samenwerking met de bestuurders is noodzakelijk en daarbij dienen de gezagsverhoudingen gehandhaafd te blijven. Dit laatste is vanzelfsprekend om anarchie op het gemeentehuis te voorkomen.Bij een fusie zal de gemeentesecretaris hoger worden ingeschaald hetgeen dan het ijkpunt is voor de functieschalen van de overige ambtenaren met als gevolg dat een hogere beloning mogelijk wordt. Een
fusie biedt de mogelijkheid de kwaliteit van het ambtenarencorps te verhogen teneinde aan toekomstige eisen te kunnen voldoen.
29
Inleenbedrijven/-krachten.
Fusie (slot)
Ik heb meer dan eens gedacht: “kunnen wij niets meer zelf ?”Tijdelijke inleenkrachten zijn onontbeerlijk als door verloop, zoals b.v. bij de afdeling financiën, een tekort aan capaciteit ontstaat. Ook bij goed af te bakenen projecten kan het verstandig zijn kennis van buiten in te huren met als voorwaarde, dat intern expertise aanwezig is om de externen op kwaliteit, voortgang en financiën in de hand te houden. De oorzaak van veelvuldig inhuren: onderbezetting; het afwezig zijn van specifieke kennis; afschuiving van verantwoordelijkheid hoewel onmogelijk, maar het gebeurt! Uit mijn ervaring: extern ingenieursbureau wordt ingeschakeld bij een op te knappen weg; het ontwerp gaat vervolgens naar het volgende ingenieursbureau en dit bureau detailleert en maakt het ontwerp bestekklaar. De inbreng van de eigen ambtelijke afdelingen zal gering, nihil of ondeskundig geweest zijn daar het ontwerp wezenlijke fouten bevatte. Bij
Het is onontkoombaar, dat vroeg of laat een fusie zal plaatsvinden. Een zelfstandig Alblasserdam zal niet opgewassen zijn tegen de snelle veranderingen in de maatschappij waarvan de weerslag op bestuurlijk gebied terug te vinden zal zijn. Fusie met wie? Een samengaan van
een fusie is kans op specifieke deskundigheid bij de ambtenaren groter hetgeen ook van belang is om op een verantwoorde wijze met externen om te kunnen gaan. Tegenstanders van fusie Gehoorde uitspraak in de gemeenteraad: “wij streven naar een kleine, gezonde en krachtige gemeente”. Ongetwijfeld zijn velen het daarmede eens, doch de gebeurtenissen van de laatste jaren hebben aangetoond, dat een Alblasserdam in de huidige omvang niet in het belang is van de inwoners, daarbij denkend aan dienstverlening, besluiten, financiën, enz.
Papendrecht met Alblasserdam ligt voor de hand, beide gemeenten vloeien langzamerhand in elkaar over. Het betrekken van Nieuw Lekkerland bij een fusie werpt de vraag op of wij daarvan zoveel beter worden ? Ik weet dit niet, misschien is dit onontkoombaar. Voor mij staat vast dat bij een fusie de bestuurskracht verbeterd zal worden.
Slot beschouwing Uit mijn beschouwing over het Sportpark Souburgh heb ik een inzicht in de bestuurskracht bij dit onderdeel willen geven. Generaliseren is echter incorrect daar ik te weinig kennis heb van andere bestuurlijke zaken. Minder terughoudend ben ik met mijn mening over een fusie: doen ! Het is de opzet, dat de beschouwing een beperkte omvang zal hebben. Daarbij ontstaat het gevaar, dat eerder negatieve dan positieve zaken naar voren komen.. Deze beschouwing wil ik dan beëindigen met te benadrukken dat in onze gemeente in de loop der jaren, vele, vele goede zaken tot stand zijn gekomen !
30
vrijwilligers actief, vooral bij de kerken en de sportverenigingen is dit opvallend. Alblasserdam moet wel met beide benen op de grond blijven staan. De laatste jaren had men stadsallures terwijl de meeste inwoners vinden:”doe maar gewoon.” Als voorbeeld ons Raadhuisplein: Eerst zou de markt er komen, terwijl het later van de buitenwereld is afgesloten. Herroep dat besluit, zorg ervoor dat de mensen die per auto naar het Raadhuis komen, daar geen drempel tegenkomen. En…ik adviseer u geen parkeergelden te gaan heffen. Regionaal is dat een mooie promotie voor Alblasserdam
Arend de Jong
- Oud- winkelier - Oud-raadslid
Alblasserdam is geen Amsterdam Op uw verzoek om mijn bijdrage te leveren aan een bestuurskrachtmeting van onze gemeente voldoe ik graag. Ik zal van de diverse zaken die ik aan de orde stel, de sterke en/of zwakke punten de revue laten passeren. De Alblasserdamse bevolking heeft een sterk gemeenschapsgevoel, dit komt mede doordat velen hier geboren en getogen zijn. Alblasserdam heeft een veelheid aan verenigingen met vele leden. Tevens is er een enorm aantal
Vroeger was Alblasserdam betreffende de werkgelegenheid afhankelijk van enkele grote bedrijven zoals de scheepsbouw. Een goede ontwikkeling is dat thans op onze diverse industrie terreinen veel kleinere bedrijven zijn gevestigd, dus is onze werkgelegenheid minder kwetsbaar. Bij nieuwbouwaanvragen van kantoren of bedrijven moet vooraf worden bezien of ze ook werkelijk in gebruik worden genomen, de leegstand nu is geen reclamevoor Alblasserdam. Omtrent het openbaar vervoer is het jammer dat Alblasserdam geen treinaansluiting heeft, maar de waterbus voorziening is zo uniek dat die O.V. nog veel meer gestimuleerd mag worden ! Stop met de gedachte om straks commissie- raadsvergaderingen in de nieuwe Wipmolen te houden en wel om de volgende redenen: 1.Dit is absoluut geen bezuiniging, maar juist een jaarlijkse kostentoename.
31
2.Er moeten opnieuw extra financiën worden gevoteerd voor dit gebouw. 3.Er dan een andere naam voor het Raadhuis moet worden bedacht. Het spreekuur “ bij de Wethouder” is een prima zaak. Wellicht is het uitvoerbaar om gemeenteleden die brieven schrijven inzake bestuurlijke aangelegenheden voor dat spreekuur uit te nodigen. Wel is het zinvol om de bevolking erop te wijzen dat ze niet ieder collegeplan moeten torpederen met bezwaarschriften e.d. De afgelopen jaren heeft er een ware uittocht plaatsgevonden van een deel van de kundige en ervaren ambtenaren. Hier moet nu een eind aankomen. Heel veel evenementen welke de laatste jaren in en om het centrum plaatsvinden, teisteren de bewoners o.a. door de geluidsoverlast. Ja…zelfs in het van Goghplantsoen moet men de ramen sluiten. Neem Dordrecht als voorbeeld, daar krijgt elk evenement een geluidslabel. Onlangs werd als bezuinigingsmaatregel genoemd om de subsidie op het schoolvervoer te verlagen. Doe dat niet, deze mensen hebben al extra zorgen. Alblasserdam is een waterrijke gemeente, dus een zwembad voor de zwemlessen is een must. Gezien de huidige financiële situatie van onze gemeente is het beter om het huidige zwembad zo te renoveren dat het weer aan alle milieueisen voldoet. Het heeft dan niet de juiste afmetingen voor wedstrijdzwemmen e.d. , maar dit soort zaken moet je regionaal oplossen. Geef aan wanneer en waarom een project veel langer duurt dan gepland. Als voorbeeld noem ik de reconstructie van de Blokweerweg. Bij de start stond op het
bord: “realisatie in 2006”. Zonder nadere informatie is van de 6 een 8 gemaakt. Een groot pluspunt is dat de plaatselijke infrastructuur vrijwel overal in orde is, ook voor gehandicapten. De jongeren ontmoetingsruimte heeft tijdens de laatste verkiezingscampagne veel aandacht gehad, m.i. te veel. Thans is het hierover weer erg stil. Komt dat omdat de jeugd waar het voor is druk aan het sparen is ? De toename van vandalisme is een doorn in ieders oog. Dat regionaal is besloten “ de vandaal betaalt” is vanzelfsprekend. Toch zou ik in overweging geven dat wanneer een object wordt gesloopt dit te vervangen door een vandalisme bestendige uitvoering. Een ander middel tegen vandalisme ( de laatste tijd ook elders toegepast ) is de openings-en sluitingstijden van cafés te wijzigen. Men gaat tegenwoordig steeds later “ op pad”. Inzake het toerisme. Dat moet m.i. veel meer gezamenlijk met andere gemeente georganiseerd worden. Positief vind ik dat er sinds kort tijdelijke voorzieningen zijn geplaatst voor de campers bij de Noord. Logisch lijkt mij om voor de gebruikers een tarief per nacht vast te stellen. Dit kan bijvoorbeeld tegelijk bij het controleren van het terrein ’s morgens worden geïnd. Jaren terug is er in Alblasserdam veel te weinig gebouwd voor onze ouderen, dus vertrok men naar elders. Thans zie ik dat er nu en in de toekomst te veel voor ouderen wordt gebouwd en te weinig voor starters. Zorg dat er geen uittocht plaatsvindt van starters, want
32
dan wordt Alblasserdam over jaren een groot bejaardentehuis. Tenslotte nog iets over een eventuele herindeling/samenvoeging met één of meerdere omliggende gemeenten. Eigenlijk vind ik dat Alblasserdam eerst haar “ eigen straatje” schoon moet maken en pas dan eens te kijken naar samenvoeging. Het is zo dat Alblasserdam voor een aantal zaken te klein is om die op te pakken, zoals genoemd bij toerisme. Dus kijken wat via de Drechtsteden met elkaar kan, dat is een versterking. Voorbeeld: Alblasserdam doet al jaren mee met Netwerk ( Papendrecht nu pas). Een minpunt voor Alblasserdam is dat er hier geen afspiegeling is van de landelijke politieke verhoudingen en wanneer wij ons zouden samenvoegen met Nieuw-Lekkerland dan neemt dat alleen maar toe, wat niet stimulerend is voor de bestuurskracht. Tevens is Nieuw-Lekkerland m.i. een zwakke gemeente, ook financieel.
Conclusie: Alblasserdam is geen Amsterdam. Maar Amsterdam is ook geen Alblasserdam Herstel eerst het vertrouwen van onze inwoners in de bestuurlijke gemeente en kijk dan eens naar links en rechts van onze gemeentegrenzen. Laten we met
elkaar zuinig zijn op wat we hebben.
33
34
Bas Ort
- Advocaat - Voorzitter Ondernemerskring Alblasserdam
Beschouwing gemeente Alblasserdam Bijgaand mijn ideeën over de Gemeente Alblasserdam in haar omgeving. Deze bijdrage is op persoonlijke titel. Veel proza zal ik er niet aan wijden, een aantal stellingen volstaat mijns inziens. De Gemeente Alblasserdam is bestuurlijk en ambtelijk bepaald niet opgewassen tegen de taken en verantwoordelijkheden die vandaag de dag op haar afkomen. Ik ervaar nauwelijks dat er sprake is van dienstverlening voor Alblasserdam en de Alblasserdammers (burgers, bedrijven en instellingen), eerder het tegenovergestelde. “Het gemeentehuis” (raad, college, ambtelijk) leeft volledig in haar eigen wereldje. De beeldvorming over deze gemeente zoals ik die beleef en om mij heen hoor en zie, is sterk negatief. De communicatie door en met het gemeentehuis (raad, college, ambtelijk) wordt alleen maar als een hoog “blablabla”gehalte beschouwd. Als er keuzes door de gemeente worden gemaakt lijken die op andere gronden gebaseerd dan op wat past bij en goed is voor Alblasserdam en de Alblasserdammers; de nieuwe Wipmolen, de invulling van het oude Wipmolenterrein, de toeristische plannen bij de brug over de Noord, de
gang van zaken rondom de Lange Steeg, het nieuwe zwembad, enz.. De Gemeente Alblasserdam zou tenminste de komende drie tot vijf jaar eens de tering naar de nering moeten zetten. In plaats van te denken in grootschalige, te dure oplossingen zouden eerst de financiën intern op orde gebracht moeten worden. De Gemeente Alblasserdam heeft (op termijn) weinig andere keus dan opgaan in een groter geheel om de bestuurlijke kwaliteit nog enigszins weer op peil te brengen. De Gemeente Alblasserdam “hoort” bij de Drechtsteden, niet bij de Binnenwaard. De dynamiek van de Binnenwaard is mijns inziens een heel andere dan die in Alblasserdam speelt. Deze is veel meer vergelijkbaar met die van de Drechtsteden. In één stap overgaan op een Drechtstedenmodel is voor mij een brug te ver, letterlijk en figuurlijk. Samenwerking uitbouwen met Papendrecht en eventueel Sliedrecht erbij, lijkt mij de meest voor de hand liggende stap. Dan moet je wel ook bereid zijn je autonomie c.q. zekere bevoegdheden op te geven of over te dragen. In Drechtstedenverband zie ik dat proces nu maar zeer moeizaam verlopen.
35
36
Riens Gort - geboren en getogen Alblasserdammer, - winkelier - betrokken bij de Belangengroep Dijk.
Alblasserdam, krachtig genoeg? Heeft Alblasserdam vanuit mijn optiek en beleving in de huidige vorm voldoende body en toekomst? Wat zijn naar mijn idee de mogelijke verbeteringen en toekomst mogelijkheden? Alblasserdam is een prachtig dorp om te wonen en te werken. Een plaats met een duidelijk eigen karakter, een prima centrum, perfect gelegen aan de rand van de Alblasserwaard en ook gunstig gelegen aan de A15, dichtbij Dordrecht en Rotterdam. Alles bij de hand, op de juiste plek, voor werk en winkels, voor cultuur en uitgaan. Die positie moet gehandhaafd en onderhouden worden en waar mogelijk versterkt. Je kunt de positie vanuit verschillende invalshoeken beoordelen, ik beperk me tot de voor mij meest boeiende.
Als Alblasserdammer vraag ik om te waken voor de specifieke Alblasserdamse zaken. Aandacht voor het dorp zelf, woning- en bedrijfsbouw op een manier die bij het dorp past. Geen verstedelijking, maar volop aandacht voor een bij ons dijkdorp passend uiterlijk. Typische dorpsvoorzieningen zoals “deWipmolen”, de paar kleine cafés voor de jongeren (horeca op de Dam) en de sportverenigingen blijven ondersteunen. Ook de Dam- Plantageweg, het Scheldeplein en het nieuwe Raadhuisplein blijven spiegelen aan ons dorpskarakter en de activiteiten als het Havenfestival en de Paardenmarkt blijven stimuleren. In samenwerking met de buurgemeentes kunnen bredere zaken bekeken en opgezet worden. Samenwerking zal nodig zijn om noodzakelijke vernieuwingen (beter) te kunnen realiseren. In de vrijblijvendheid kan je nog denken aan sportvelden, brandweer, (film)theater. Minder vrijblijvend en al noodzakelijk gebleken en gerealiseerd zijn de middelbare school voorzieningen en de Drechtsteden diensten zoals Netwerk. Maar ook de gezondheidszorg, dependances van de ziekenhuizen. Bij een aantal zaken zal er zelfs de noodzaak tot nadere samenwerking zijn zoals op het gebied van milieu, veiligheid, verkeer en openbaar vervoer. Het ultieme actuele voorbeeld van een voorziening die je veel beter en mooier met buurgemeentes kunt bouwen is het zwembad, tussen Papendrecht en Alblasserdam, op het “drielandenpunt” met Oud-Alblas. Een betere plek is er niet en dan kan je
37
iets moois en aantrekkelijks maken wat voldoet aan alle moderne eisen. Alblasserdam is een prettige plaats om te wonen, maar de verkeersdrukte in de plaats zelf en de verbindingen en bereikbaarheid naar de steden komen steeds meer onder druk te staan. Een derde ontsluiting van Alblasserdam en tegelijk een betere verbinding, los van de dijkroutes, naar NieuwLekkerland, is een noodzaak voor beide gemeentes. Op korte termijn moeten daar nu de voorbereidingen voor worden genomen. Het openbaar vervoer sluit bij die problematiek aan. Het vervoer naar de steden moet in minimaal dezelfde frequentie als nu blijven, met aandacht voor de aparte buslijnen en mogelijk een hoger kwaliteitsniveau. De mogelijkheid moet onderzocht worden of de sneltram (of toch een metro?) naar Ridderkerk doorgetrokken kan worden naar de Alblasserwaard. Als gemeente alleen ben je niet groot en sterk genoeg, zeker voor de dorpsgrens overschrijdende en regionale kwesties, maar naar mijn idee tegenwoordig ook niet meer voor de gewone eigen plaatselijke problematiek. Besturen eist steeds meer kennis en ervaring, een bundeling met andere gemeentes lijkt mij een noodzaak. Als eerste pleit ik voor een samenvloeien tot één gemeente van de plaatsen Alblasserdam, Nieuw-Lekkerland en Oud-Alblas. Daarmee vorm je een volledige en krachtige gemeente voor de uiterste westpunt van de Alblasserwaard. De genoemde zaken kan je dan makkelijker en directer aanpakken. Noem het Kinderdijk en je geeft het de plek die het verdient in alle atlassen van
de wereld. Je bent dan klein genoeg om de genoemde eigen identiteit te behouden en slagvaardig genoeg om grote zaken aan te pakken. Bijvoorbeeld voor milieu, openbaar vervoer, de verkeersafwikkeling en de derde ontsluiting, heb je dan precies die gemeentes bij elkaar die elkaar nodig hebben. Bestuurlijk is deze combinatie te overzien en plaatselijke karakters en activiteiten zullen zonder problemen gehandhaafd kunnen worden. Daarnaast pleit ik voor een uitbreiding, een verder gaande samenwerkingsvorm met de andere Drechtsteden waarin uitwisseling en gebruik van elkaars kennis een stimulans kan zijn voor de bestuurders. Voor de gemeentes geeft het extra mogelijkheden om kennis in huis te hebben en voor de ambtenaren biedt het de kans op doorstroming en werkervaring, promotiekansen, een breder pakket aan werkplekken en aantrekkelijke projecten. Besteed zorg en aandacht aan de betrokkenheid van de ambtenaren aan de plaatselijke situatie. Handhaaf basiszaken als gemeentewerken en de loketfuncties op het gemeentehuis en zorg voor duidelijke aanspreekpersonen voor de lopende plaatselijke zaken.
38