GEMEENTEBESTUUR 8300 KNOKKE-HEIST
GRONDREGLEMENT voor de gemengde brandweerdienst
AFDELING VI : EXAMENPROGRAMMA’S EN EXAMENCOMMISSIES
AFDELING I
: ORGANISATIE VAN DE BRANDWEERDIENST
AFDELING II
: STATUUT VRIJWILLIGERS
AFDELING III
: ADMINISTRATIEF STATUUT BEROEPSPERSONEEL
AFDELING IV
: BIJZONDERE WERVINGS- EN BEVORDERINGSVEREISTEN BEROEPSPERSONEEL
AFDELING V
: GELDELIJK STATUUT BEROEPSPERSONEEL
AFDELING VI
: EXAMENPROGRAMMA’S EN EXAMENCOMMISSIES
INHOUDSTABEL TITEL I ALGEMENE BEPALINGEN
TITEL II
TITEL III
2
HOOFDSTUK 1
- WERVINGSEXAMENS
2
HOOFDSTUK 2
- BEVORDERINGSEXAMENS
3
HOOFDSTUK 3
- EXAMENVERLOOP EN ORDE
4
REGELING VAN DE SAMENSTELLING VAN DE EXAMENPROGRAMMA'S
6
HOOFDSTUK 1
- ALGEMENE BEPALINGEN
6
HOOFDSTUK 2
- BIJZONDERE BEPALINGEN
6
REGELING VAN DE SAMENSTELLING VAN DE EXAMENCOMMISSIES
15
HOOFDSTUK 1
- GEMEENSCHAPPELIJKE BEPALINGEN
15
HOOFDSTUK 2
- BEPALINGEN VOOR EXAMENS IN NIVEAU A OF DIE TOEGANG VERLENEN TOT NIVEAU A
15
TITEL IV
OVERGANGSBEPALINGEN EN INWERKINGTREDING
BIJLAGE
BEOORDELINGSDIMENSIES
17
1
EXAMENPROGRAMMA'S EN EXAMENCOMMISSIES TITEL I : ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 Het College van Burgemeester en Schepenen organiseert de examens overeenkomstig onderhavig examenreglement door de gemeenteraad vastgesteld. Artikel 2 De gemeenteraad verklaart de betrekkingen bij werving en bevordering vacant overeenkomstig de bepalingen van het grondreglement. Artikel 3 De bepalingen van hoofdstuk 1 en 2 zijn niet van toepassing op de examens voor officieren. HOOFDSTUK 1 - WERVINGSEXAMENS Artikel 4 §1. De openverklaarde vacatures worden gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad en in tenminste twee plaatselijk verschijnende dag- of weekbladen. Tevens wordt gebruik gemaakt van alle interne communicatiemiddelen. §2 Het bericht vermeldt de te begeven betrekking, de wervingsvoorwaarden, het voornemen een wervingsreserve aan te leggen, de duur ervan, de wijze van en de uiterste datum voor het indienen van de kandidaatstellingen alsook de verplichting een afschrift van het diploma of getuigschrift, een curriculum vitae en een recent uittreksel van het strafregister attest van goed zedelijk gedrag mee te sturen. §3. Het bericht vermeldt eveneens de datum waarop de wervingsvoorwaarden moeten vervuld zijn. §4. De kandidaatstelling wordt samen met alle vereiste stukken bezorgd aan het College van Burgemeester en Schepenen bij brief of overhandigd aan de personeelsdienst tegen ontvangstbewijs. Artikel 5. §1. De kandidaten worden bij aangetekende per brief, ten minste veertien kalenderdagen vooraf, schriftelijk op de hoogte gebracht van de begindatum waarop en de plaats waar de examens worden afgenomen. Zij worden vooraf in kennis gesteld van het examenprogramma en de voorschriften ervan. §2. De kandidaten die niet worden toegelaten tot het examen, worden daarvan bij aangetekende per brief verwittigd. De reden van de weigering wordt hen meegedeeld. Artikel 6. Om als geslaagd te worden beschouwd, moeten de kandidaten voor elk examengedeelte minimum vijftig procent van de punten, en op het geheel van het examen, minimum zestig procent van de punten behalen.
2
HOOFDSTUK 2 - BEVORDERINGSEXAMENS Artikel 7. §1. De openverklaarde bevorderingsbetrekkingen worden door het College van Burgemeester en Schepenen ad valvas of via de gebruikelijke schriftelijke communicatiekanalen, waaronder informatieblad of dienstnota met ontvangstmelding, bekendgemaakt aan de personeelsleden. §2. Het bericht vermeldt de functiebeschrijving, de weddenschalen, de bevorderingsvoorwaarden, het examenprogramma, de wijze van en de uiterste datum voor het indienen van de kandidaatstellingen. §3. Het bericht vermeldt eveneens de datum waarop de bevorderingsvoorwaarden moeten vervuld zijn. §4. De kandidaatstelling wordt bezorgd aan het College van Burgemeester en Schepenen bij aan getekende brief of overhandigd aan de personeelsdienst tegen ontvangstbewijs. Artikel 8. §1. De kandidaten worden bij aangetekende per brief, ten minste veertien kalenderdagen vooraf, op de hoogte gebracht van de begindatum waarop en de plaats waar de examens worden afgenomen. Zij worden vooraf in kennis gesteld van het examenprogramma en de voorschriften ervan. §2. De kandidaten die niet worden toegelaten tot het examen, worden daarvan bij aangetekende per brief verwittigd. De reden van de weigering wordt hen meegedeeld. Artikel 9. Om als geslaagd te worden beschouwd, moeten de kandidaten voor elk examengedeelte minimum vijftig procent van de punten, en op het geheel van het examen, minimum zestig procent van de punten behalen. HOOFDSTUK 3 - EXAMENVERLOOP EN ORDE Artikel 10. §1. De toezichters staan in voor de orde in de examenzaal. Zij mogen geen uitleg geven aan de kandidaten. Wanneer hierom wordt gevraagd, verwittigen zij de secretaris van de examencommissie. § 2. Elke kandidaat legt, op gewoon verzoek, zijn identiteitskaart voor zodat de toezichter deze kan controleren. §3. Iedere kandidaat ontvangt een examenformulier waarop hij de gevraagde identiteitsgegevens vermeldt. De kandidaten mogen slechts gebruik maken van de examenformulieren die hen ter beschikking worden gesteld. Artikel 11 §1. De kandidaat die de orde verstoort, bedrog pleegt of poogt te plegen, wordt uitgesloten van verdere deelname aan de examenverrichtingen. 3
§2. De kandidaten mogen op straf van onmiddellijke uitsluiting geen aantekeningen of boeken raadplegen, met uitzondering van de eventueel toegelaten documentatie. §3. Wie aantekeningen of boeken bij zich heeft, moet die overhandigen aan de secretaris, behoudens de uitzonderingen bepaald in artikel 16 § 4. Artikel 12 De kandidaten mogen op straf van onmiddellijke uitsluiting, tijdens hun aanwezigheid in het examenlokaal en binnen het examengebouw, indien het hen uitdrukkelijk wordt opgelegd, niet met elkaar spreken. Artikel 13 De kandidaten mogen de zitting slechts verlaten nà het verstrijken van de tijd bepaald door de examencommissie. Geen enkele kandidaat mag nog tot het examenlokaal worden toegelaten na het verstrijken van deze tijd. Artikel 14 Een kandidaat mag het examenlokaal slechts verlaten na overhandiging van zijn examendossier aan de bevoegde toezichter, behoudens expliciete toestemming. Bij de verbetering wordt geen rekening gehouden met het kladwerk. Artikel 15 De kandidaten voor een mondeling examen worden opgeroepen in de volgorde bepaald door de voorzitter of de secretaris van de examencommissie.
4
TITEL II - REGELING VAN DE SAMENSTELLING VAN DE EXAMENPROGRAMMA’S HOOFDSTUK 1 - ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 16 §1. Het examenprogramma voor de wervingsfuncties van brandweerman (operationeel en administratief en mecanicien) en korporaal-centralist, omvat volgende vier delen:
Examendeel 1 Examendeel 2
(20 punten) (30 punten)
Examendeel 3 Examendeel 4
(25 punten) (25 punten)
Sportproeven inzake lichamelijke geschiktheid Schriftelijke proeven en/of praktijkproeven in verband met toegepaste kennis die relevant is voor de vacante functie(s) Verbale presentatie en algemene ontwikkeling Psycho-diagnostisch interview en test(s) i.v.m. functievereiste competenties
§2. Het examenprogramma voor de bevorderingsfuncties van korporaal-centralist, korporaal (operationeel), sergeant - 1e sergeant - sergeant-majoor (operationeel, administratie, preventie/magazijn en mecanicien ), sergeant-majoor (operationeel en administratief), omvat volgende drie delen:
Examendeel 1
(40 punten)
Examendeel 2 Examendeel 3
(30 punten) (30 punten)
schriftelijke proeven en/of praktijkproeven in verband met toegepaste kennis die relevant is voor de vacante functie(s) verbale presentatie en algemene ontwikkeling psycho-diagnostisch interview en test(s) i.v.m. functievereiste competenties
§3. Het examenprogramma voor de functies van officieren wordt vastgesteld door de Gemeenteraad op advies van de korpschef. § 4.De bepalingen van de artikels 17 tot en met 20 gelden zowel voor bevorderings-, wervings-, als niveau-overschrijdende examens, uitgezonderd wat betreft de lichamelijke proeven die enkel gelden voor wervingsexamens. §5. De examencommissie kan bepalen welke consultatiewerken en/of wetboeken door de examinandi mogen gehanteerd worden gedurende het examen. HOOFDSTUK 2 - BIJZONDERE BEPALINGEN Artikel 17. NIVEAU OFFICIER: Wordt opgeheven.
5
Artikel 18. NIVEAU SERGEANT: Examendeel 1 - Schriftelijke proef §1. Algemeen De kandidaten krijgen verscheidene problemen uit de praktijk van de dienst waarop de vacature betrekking heeft. De inhoud van de problemen wordt hierna gespecificeerd. De kandidaten worden bij dit deel beoordeeld i.v.m.: -
analytisch denken (hoofd- van bijzaken onderscheiden, tot de kern doordringen) synthetisch denken (overzicht krijgen, grote lijnen zien, inzicht, probleem oplossen) schriftelijke taalvaardigheid vakkundig inzicht.
§2. Specifieke programma's 1. Operationeel Sergeant - 1e sergeant)- sergeant-majoor (graadbenaming) a) Toepassen van basisprincipes i.v.m. gemeentewet en gemeentedecreet, voor zover toepasselijk op de dienst van de vacature; toepassen van de reglementering inzake organisatie van de brandweerdiensten. b) Synthese en commentaar : een tekst van maximum drie bladzijden wordt voorgelezen of aan de kandidaten overhandigd. De kandidaten mogen notities nemen. Opdracht: opmaken van een samenvattende tekst waaruit de structuur van de oorspronkelijke tekst blijkt (max. 1 blz.) en formuleren van een commentaar bij deze tekst (max. 1 blz.) 2. Technische dienst Sergeant - 1e sergeant - sergeant-majoor mecanicien (graadbenaming) a) Toepassen van basisprincipes i.v.m. gemeentewet en gemeentedecreet, voor zover toepasselijk op de dienst van de vacature. b) Synthese en commentaar : een tekst van maximum drie bladzijden wordt voorgelezen of aan de kandidaten overhandigd. De kandidaten mogen notities nemen. Opdracht: opmaken van een samenvattende tekst waaruit de structuur van de oorspronkelijke tekst blijkt (max. 1 blz.) en formuleren van een commentaar bij deze tekst (max. 1 blz.). c) Praktische proef: uitvoeren van een drietal verschillende opdrachten die de toepassing vereisen van de taken uit de functiebeschrijving. 3.Sergeant - 1e sergeant - sergeant-majoor preventie/magazijn a) Toepassen van basisprincipes i.v.m. gemeentewet, voor zover toepasselijk op de dienst van de vacature; toepassen van de reglementering inzake brandvoorkoming. b) Synthese en commentaar: een tekst van maximum drie bladzijden wordt voorgelezen of aan de kandidaten overhandigd. De kandidaten mogen notities nemen. Opdracht: opmaken van een samenvattende tekst waaruit de structuur van de oorspronkelijke tekst blijkt (max. 1 blz.) en formuleren van een commentaar bij deze tekst (max. 1 blz.). c) Praktische proef: uitvoeren van een drietal verschillende opdrachten die de toepassing vereisen van de taken uit de functiebeschrijving. 3.4. Administratie/Operationeel Sergeant - 1e sergeant - sergeant-majoor (graadbenaming) a) Toepassen van basisprincipes i.v.m. gemeentewet en gemeentedecreet, voor zover toepasselijk op de dienst van de vacature. 6
b) Synthese en commentaar: een tekst van maximum drie bladzijden wordt voorgelezen of aan de kandidaten overhandigd. De kandidaten mogen notities nemen. Opdracht: opmaken van een samenvattende tekst waaruit de structuur van de oorspronkelijke tekst blijkt (max. 1 blz.) en formuleren van een commentaar bij deze tekst (max. 1 blz.). c) Situatieproef "correspondentie": een bepaalde administratieve situatie wordt vrij uitvoerig (ook met overtollige gegevens) mondeling éénmaal meegedeeld of gedurende een beperkte periode overhandigd. De kandidaten mogen noteren wat ze willen. De opdracht bestaat er in de nodige brieven op te stellen n.a.v. het gestelde probleem. 5.Sergeant-majoor (operationeel en administratie) Synthese en commentaar: een tekst van maximum drie bladzijden wordt voorgelezen of aan de kandidaten overhandigd. De kandidaten mogen notities nemen. Opdracht: opmaken van een samenvattende tekst waaruit de structuur van de oorspronkelijke tekst blijkt (max. 1 blz.) en formuleren van een commentaar bij deze tekst (max. 1 blz.). Examendeel 2 - Verbale presentatie en algemene ontwikkeling Gesprek met als doel de kandidaten te kunnen beoordelen i.v.m.: a) brede belangstelling, algemene ontwikkeling b) mondelinge taalvaardigheid c) presentatievaardigheid. Dit gesprek kan door het College van Burgemeester en Schepenen worden aangevuld door een mondelinge toelichting en verdediging van de resultaten van de schriftelijke proef. Examendeel 3 - Psycho-diagnostisch interview en test(s) Bij de kandidaten, die nog in aanmerking komen voor dit examendeel, wordt gepeild naar bepaalde functievereiste competenties, zoals vermeld in de lijst "Beoordelingsdimensies" (zie bijlage). Duurtijd per kandidaat: max. 1 uur Peilen naar de competenties zoals vermeld bij de volgende nummers op de lijst "Beoordelingsdimensies": 5 t/m 7 en 11 t/m 21. Artikel 19. NIVEAU KORPORAAL: Examendeel 1 – Sportproeven inzake lichamelijke geschiktheid § 1. Deze proeven gelden enkel voor aanwervingsexamens. § 2. De bepalingen van het examen niveau brandweerman inzake sportproeven, zijn integraal van toepassing.
7
Examendeel 2 - Schriftelijke proef §1. Algemeen De kandidaten krijgen verscheidene problemen uit de praktijk van de dienst waarop de vacature betrekking heeft. De inhoud van de problemen wordt hierna gespecificeerd. De kandidaten worden bij dit deel beoordeeld i.v.m.: -
analytisch denken (hoofd- van bijzaken onderscheiden, tot de kern doordringen) synthetisch denken (overzicht krijgen, grote lijnen zien, inzicht, probleem oplossen) schriftelijke taalvaardigheid vakkundig inzicht
§2. Specifieke programma's 1. Korporaal-centralist a) Synthese en commentaar: een tekst van maximum drie bladzijden wordt voorgelezen of aan de kandidaten overhandigd. De kandidaten mogen notities nemen. Opdracht: opmaken van een samenvattende tekst waaruit de structuur van de oorspronkelijke tekst blijkt (max. 1 blz.) en formuleren van een commentaar bij deze tekst (max. 1 blz.). b) Gevalstudie: de kandidaat wordt geconfronteerd met een probleemsituatie die zich tijdens de latere uitoefening van de functie kan voordoen. De totale context van de problematiek wordt uitgebreid geschetst, waarna de kandidaat tracht een oplossing uit te werken en deze aan de hand van een verslag weer te geven. c) Praktische proef in verband met informatica software (officepakket) 2. Korporaal (operationeel) a) Synthese en commentaar: een tekst van maximum drie bladzijden wordt voorgelezen of aan de kandidaten overhandigd. De kandidaten mogen notities nemen. Opdracht: opmaken van een samenvattende tekst waaruit de structuur van de oorspronkelijke tekst blijkt (max. 1 blz.) en formuleren van een commentaar bij deze tekst (max. 1 blz.). b) Gevalstudie: de kandidaat wordt geconfronteerd met een probleemsituatie die zich tijdens de latere uitoefening van de functie kan voordoen. De totale context van de problematiek wordt uitgebreid geschetst, waarna de kandidaat tracht een oplossing uit te werken en deze aan de hand van een verslag weer te geven. Examendeel 3 - Verbale presentatie en algemene ontwikkeling Gesprek met als doel de kandidaten te kunnen beoordelen i.v.m.: a) brede belangstelling, algemene ontwikkeling b) mondelinge taalvaardigheid c) presentatievaardigheid Dit gesprek kan door het College van Burgemeester en Schepenen worden aangevuld met een mondelinge toelichting en verdediging van de resultaten van de schriftelijke proef. Examendeel 4 - Psycho-diagnostisch interview en test(s) Bij de kandidaten, die nog in aanmerking komen voor dit examendeel, wordt gepeild naar bepaalde functievereiste competenties, zoals vermeld in de lijst "Beoordelingsdimensies" (zie bijlage).
8
Duurtijd per kandidaat: max. 1 uur Peilen naar de competenties zoals vermeld bij de volgende nummers op de lijst "Beoordelingsdimensies": 5 t/m 7 en 11 t/m 21. Artikel 20 NIVEAU BRANDWEERMAN: Examendeel 1 - Sportproeven inzake lichamelijke geschiktheid De sportproeven inzake lichamelijke geschiktheid zijn eliminerend en gaan elke andere selectieproef vooraf. De proeven C.“evenwicht” ,E. “beklimmen van de luchtladder” en J. “zwemmen” zijn uitsluitingsproeven. Elke proef staat op 10 punten. A. Armbuiging in voorligsteun (“pompen”) Het lichaam dat op de handen en op de voeten steunt, vormt een rechte lijn van de schouders tot de hielen terwijl de armen loodrecht op de grond staan. De kandidaat buigt en strekt de armen. Tijdens de oefening moeten de neus en de buik de grond lichtjes raken. Deze proef duurt maximaal 2 minuten. De kandidaten mogen in de beginstand onderbreken zonder op de grond te liggen.
28 x 25-27 22-24 19-21 16-18 12-15 <12 x
x x x x x
Punten 10 9 8 7 6 5 0
B. Oefening aan de rekstok De kandidaat hangt aan de rekstok met de handpalmen naar het gezicht gekeerd. De rekstok wordt op zodanige hoogte geplaatst dat de voeten de grond niet raken. De kandidaat buigt en strekt de armen. Voor de goede uitvoering is vereist dat de kin boven de rekstok uitkomt. Deze proef duurt maximaal 2 minuten.
9 x 8x 7x 6x 5x 4x
Punten 10 9 8 7 6 5 9
<4 x
0
C. Evenwichtsproef De kandidaat loopt voorwaarts over een balk van 7 tot 10 cm breed en 3,50 m lang, geplaatst op een hoogte van 1,20 m ten opzichte van de bovenkant van de valmatten die naast de balk worden voorzien. Hij kan op een vrije manier de balk beklimmen. De kandidaat staat in evenwicht op het ene uiteinde van de balk. Dan pas wordt het startsignaal gegeven en begint de tijd (en de kandidaat) te lopen. Aan het andere uiteinde van de balk stopt de kandidaat, staat stil met beide voeten samen en heft vervolgens 1 been omhoog. De chronometer wordt stilgelegd. Deze proef duurt maximaal 10 seconden. De kandidaat krijgt telkens 2 pogingen. Bij het slagen voor de 1ste poging worden 10 punten toegekend. Indien hij pas slaagt voor de 2de poging, krijgt hij slechts 5 punten. D. Touwklimmen De kandidaat staat op de grond naast het touw, met de armen langs het lichaam. Na het startsignaal klimt hij langs het touw omhoog tot op een hoogte van 5 m. Hij moet met beide voeten boven het merkteken van 5 m komen. Op dat moment wordt de tijd gestopt. Deze proef duurt maximaal 15 seconden. De kandidaat krijgt twee pogingen. Tussen beide pogingen mag hij 5 minuten pauzeren. Bij het slagen voor de 1ste poging worden 10 punten toegekend. Indien hij pas slaagt voor de 2de poging, krijgt hij slechts 5 punten. E. Beklimmen van de luchtladder (20 m) De kandidaat staat aan de voet van de ladder, met de armen langs het lichaam. De ladder staat nergens tegen en staat in een hoek van 70 graden. Na het startsignaal klimt de kandidaat langs de ladder omhoog tot op een hoogte van 20 m. Op dat moment wordt de tijd gestopt. Deze proef duurt maximaal 40 seconden. De kandidaat krijgt twee pogingen. Tussen beide pogingen mag hij 15 minuten pauzeren. Bij het slagen voor de 1ste poging worden 10 punten toegekend. Indien hij pas slaagt voor de 2de poging, krijgt hij slechts 5 punten. F. Dragen van een persoon (50 m) De kandidaat neemt, door middel van een hulpgreep bij een arm en een been, een persoon op de rug die evenveel weegt als hij zelf, op 5 kg na. Pas daarna wordt het startsignaal gegeven. De kandidaat draagt binnen 20 seconden die persoon over een afstand van 50 m. De kandidaat krijgt twee pogingen. Tussen beide pogingen mag hij 5 minuten pauzeren. Bij het slagen voor de 1ste poging worden 10 punten toegekend. Indien hij pas slaagt voor de 2de poging, krijgt hij slechts 5 punten. G. Verspringen zonder aanloop De kandidaat staat met beide voeten samen achter de streep. Zonder aanloop springt hij zo ver mogelijk. De afstand wordt gemeten vanaf de streep tot aan het merkteken van de springer dat zich het dichtst bij de streep bevindt, ongeacht met welk lichaamsdeel de kandidaat de grond heeft geraakt. De kandidaat dient 2 m ver te springen. De kandidaat krijgt 2 pogingen. Tussen beide pogingen mag hij 5 minuten pauzeren. Bij het slagen voor de 1ste poging worden 10 punten toegekend. Indien hij pas slaagt voor de 2de poging, krijgt hij slechts 5 punten. 10
H. Buikspieroefening Vertrekhouding: ruglig, handen in de nek met gekruiste vingers of de armen gekruist, waarbij de handen de schouders vasthouden, voeten met de zool geblokkeerd (onder het sportraam of de zweedse bank), benen gebogen in een hoek van 90 graden. De kandidaat heeft de keuze met betrekking tot de handen maar moet deze houding de volledige oefening aanhouden. Uitvoering: de romp snel voorwaarts heffen en de kin tussen de knieën brengen, terwijl de handen in de vertrekhouding blijven. Terugkeren naar de vertrekhouding en deze beweging herhalen. Deze proef duurt maximaal 2 minuten.
>50 x 46-50 41-45 36-40 31-35 25-30 <25 x
x x x x x
Punten 10 9 8 7 6 5 0
I. Loopproef: 1600 m De kandidaat loopt 1 600 m.
5’30 5’31-5’55 5’56-6’20 6’21-6’45 6’46-7’10 7’11-7’40 >7’40
Punten 10 9 8 7 6 5 0
J. Zwemproef: 50 meter. De kandidaat zwemt 50 m in een zwemstijl naar keuze. Hij vertrekt vanuit stand, vanaf de boord van het zwembad, met een sprong of een duik. De kandidaat krijgt twee pogingen. Tussen beide pogingen mag hij 15 minuten pauzeren. Bij het slagen voor de 1ste poging worden van 5 tot10 punten toegekend pro rata van de tijd. Indien hij pas slaagt voor de 2de poging, krijgt hij slechts 5 punten.
45” 45”- <48” 48”- <54” 54”- <1’01” 1’01”<1’10” 1’10”-
Punten 10 9 8 7 6 5 11
<1’19” >=1’19”
0
Examendeel 2 - Schriftelijke proef §1. Algemeen De kandidaten krijgen verscheidene problemen uit de praktijk van de dienst waarop de vacature betrekking heeft. De inhoud van de problemen wordt hierna gespecificeerd. De kandidaten worden bij dit deel beoordeeld i.v.m.: - analytisch denken (hoofd- van bijzaken onderscheiden, tot de kern doordringen) - synthetisch denken (overzicht krijgen, grote lijnen zien, inzicht, probleem oplossen) - schriftelijke taalvaardigheid. §2. Specifieke programma's 1. Brandweerman (mecanicien) a) Synthese en commentaar: een tekst van maximum drie bladzijden wordt voorgelezen of aan de kandidaten overhandigd. De kandidaten mogen notities nemen. Opdracht: opmaken van een samenvattende tekst waaruit de structuur van de oorspronkelijke tekst blijkt (max. 1 blz.) en formuleren van een commentaar bij deze tekst (max. 1 blz.). b) Praktische proef: uitvoeren van een drietal verschillende werkopdrachten die de toepassing vereisen van materialenkennis en werkmethoden die overeenstemmen met taken uit de functiebeschrijving van de vacature. 2. Brandweerman (operationeel) a) Synthese en commentaar: een tekst van maximum drie bladzijden wordt voorgelezen of aan de kandidaten overhandigd. De kandidaten mogen notities nemen. Opdracht: opmaken van een samenvattende tekst waaruit de structuur van de oorspronkelijke tekst blijkt (max. 1 blz.) en formuleren van een commentaar bij deze tekst (max. 1 blz.). b) Praktische proef met betrekking tot de beginselen van automechanica. 3. Brandweerman (administratief) a) Synthese en commentaar: een tekst van maximum drie bladzijden wordt voorgelezen of aan de kandidaten overhandigd. De kandidaten mogen notities nemen. Opdracht: opmaken van een samenvattende tekst waaruit de structuur van de oorspronkelijke tekst blijkt (max. 1 blz.) en formuleren van een commentaar bij deze tekst (max. 1 blz.). b) Praktische proef met betrekking tot de beginselen van automechanica. c) Schriftelijke proef met betrekking tot verslaggeving en planlezen (preventieplan). Examendeel 3: Verbale presentatie en algemene ontwikkeling Gesprek met als doel de kandidaten te kunnen beoordelen i.v.m.: a) brede belangstelling, algemene ontwikkeling b) mondelinge taalvaardigheid c) presentatievaardigheid. Dit gesprek kan door het College van Burgemeester en Schepenen worden aangevuld met een mondelinge toelichting en verdediging van de resultaten van de schriftelijke proef. 12
Examendeel 4: Psycho-diagnostisch interview en test(s) Bij de kandidaten, die nog in aanmerking komen voor dit examendeel, wordt gepeild naar bepaalde functievereiste competenties, zoals vermeld in de lijst "Beoordelingsdimensies" (zie bijlage). Duurtijd per kandidaat: max. 1 uur. Peilen naar de competenties zoals vermeld bij de volgende nummers in de lijst "Beoordelingsdimensies": 5, 6, 14, 15, 17, 20 en 21.
13
TITEL III : REGELING VAN DE SAMENSTELLING VAN DE EXAMENCOMMISSIES HOOFDSTUK 1 - GEMEENSCHAPPELIJKE BEPALINGEN VOOR ALLE EXAMENS Artikel 21 Niemand mag als lid van een examencommissie (in ruime zin) fungeren voor een examen waaraan een bloed- of aanverwant tot en met de tweede graad inbegrepen, deelneemt. Voor officieren gelden de bepalingen van artikel 25. Artikel 22 §1. De voorzitter en de leden van de examencommissie (in ruime zin) worden nominatief door het College van Burgemeester en Schepenen aangeduid, met uitzondering van de vertegenwoordigers van de representatieve vakorganisaties. §2. De examencommissies (in enge zin) worden, met uitzondering voor de graden van officier, samengesteld uit deskundigen buiten de gemeenteraad. Ten minste vijftig procent van de deskundigen behoort niet tot het ambtenarenkorps van het bestuur. §3. Het diensthoofd personeel of zijn vervanger neemt het secretariaat van de examencommissie (in ruime zin) waar. Hij heeft geen stemrecht. Artikel 23 §1. De examencommissie (in enge zin) kan geldig beraadslagen wanneer minimum de helft plus één van de leden aanwezig is, waaronder minstens één extern deskundige. §2. De beslissingen worden bij eenvoudige meerderheid genomen. Bij staking van stemmen beslist de voorzitter. Artikel 24. De examencommissie (in ruime zin) wordt samengesteld uit leden van volgende categorieën: a) Ambtenaren van een gemeentebestuur b) Ambtenaren van de Provincie of de Federale overheid, het Vlaams Gewest of de Vlaamse Gemeenschap c) Deskundigen m.b.t. het specifieke examenprogramma d) Gemeentelijke, politieke mandatarissen e) Vertegenwoordigers van de representatieve vakorganisaties HOOFDSTUK 2 - BEPALINGEN VOOR ALLE EXAMENS VOOR DE WERVING EN DE BEVORDERINGEN TOT EN BINNEN DE GRAAD VAN OFFICIER Artikel 25 § 1. De examencommissie (in enge zin) wordt samengesteld uit deskundigen. Ten minste vijftig procent van de deskundigen behoort niet tot het ambtenarenkorps van het bestuur.
14
§ 2. Het lid van de examencommissie dat de echtgenoot of een bloed- of aanverwante tot en met de derde graad is van een kandidaat, neemt deel noch aan de beoordeling noch aan de deliberatie van deze kandidaat. §3. De examencommissie voor de bevordering tot de graad van onderluitenant, wordt voorgezeten door de officier-dienstchef. Artikel 26. De Burgemeester, de schepenen, de raadsleden en de afgevaardigden van de representatieve vakorganisaties, mogen uitsluitend als waarnemer bij het examen aanwezig zijn. Zij mogen niet aanwezig zijn bij het kiezen van de vragen en het delibereren over het resultaat van de examens. Artikel 27. Leden van de examencommissie 1. Met bevoegdheid vraagstelling en beoordeling (examencommissie in enge zin) a) De Gemeentesecretaris of een plaatsvervangend ambtenaar van niveau A b) De Kapitein-bevelhebber of een plaatsvervangend officier van het brandweerkorps c) Twee deskundigen, competent i.v.m. het specifieke examenprogramma of leidende ambtenaren, competent i.v.m. het specifieke examenprogramma (federale overheid, Vlaamse gewest, Vlaamse gemeenschap, provincie of een andere gemeente) minstens behorende tot niveau A. d) Een bedrijfspsycholoog voor afname van een psycho-diagnostisch interview en test(s) i.v.m. functievereiste competenties ( mondeling en/of schriftelijk). 2. Met waarnemende bevoegdheid (examencommissie in ruime zin) a) De Burgemeester en de schepen van personeel of twee leden van het College van Burgemeester en Schepenen, waaronder de schepen van het personeel of een door het college aangeduide schepen-plaatsvervanger b) Gemeenteraadsleden: één raadslid per fractie. De waarnemende raadsleden zijn geen leden van het college. c) Eén vertegenwoordiger per representatieve vakorganisatie
15
TITEL IV : OVERGANGSBEPALINGEN EN INWERKINGTREDING Het personeelslid dat na 1 januari 2013 slaagde voor een bevorderingsexamen voor verhoging in graad waarvan volgens het vorig statuut de gunstige uitslag onbeperkt geldt, behoudt zijn aanspraak op deze vrijstelling. De vrijstelling geldt voor alle examenonderdelen en begint te lopen vanaf de datum van het proces-verbaal met dezelfde geldigheidsduur vastgesteld in Afdeling III, Artikel 102 §2.
16
BIJLAGE : BEOORDELINGSDIMENSIES
Nr.
Dimensies
1.
Analystisch denken
2.
Synthetisch denken
3.
Vakkundig en bedrijfsmatig inzicht
4.
Brede belangstelling, algemene ontwikkeling
5.
Interpersoonlijke sensitiviteit
6.
Sociabiliteit
7.
Leiderschap
8.
Mondelinge taalvaardigheid
9.
Schriftelijke taalvaardigheid
10.
Presentatievaardigheid
11.
Op tijd een goed project realiseren (outputgericht, planmatig, organisatievermogen, efficiëntie-gericht, nauwgezet, oog voor kosten en baten, besluitvaardig)
12.
Initiatief
13.
Doorzetting
14.
Stressbestendig
15.
Energiek, actief, werklustig
16.
Resultaatgericht, prestatiegericht
17.
Sociaal gericht (wens met mensen samen te werken)
18.
Op de voorgrond treden, willen beheersen van mensen en situaties in functie van een positief objectief
19.
Zelfinzicht
20.
Emotionele stabiliteit, verantwoordelijkheidsgevoel, zelfvertrouwen
21.
Zelfbeheersing, assertiviteit, zelfstandigheid
17