Inspraak regionale Verordening Jeugdhulp 2015 Reactie/advies: Om alle reacties uit 12 gemeenten samen te kunnen brengen, wordt u verzocht om gebruik te maken van deze format. De inspraaktermijn sluit op 6 augustus 2014.
Algemene reactie De verordening is wat de WMO-raad Uden betreft een adequate vertaling van het functioneel ontwerp en legt een fundament om de voorzieningenplicht van de gemeente Uden voor de Jeugdzorg vorm en inhoud te kunnen geven. Het is een fundament waarop verder gebouwd moet worden; een aantal zaken zal meer en beter (concreter) vorm en inhoud moeten krijgen. Werkende weg zal dit samen met alle betrokken partijen gestalte kunnen krijgen. De raad ondersteunt het voornemen om de uitvoering van het beleid jaarlijks te evalueren en ziet graag het verslag daarvan tegemoet. Wij stellen voor om het doel van het nieuwe jeugdzorgstelsel, zoals verwoord onder Toelichting algemeen, op te nemen in de inleiding van de verordening (voorafgaand aan de artikelgewijze opsomming). De WMO-raad zal nog een advies uitbrengen over het beleidsplan Jeugdzorg van de gemeente. Juist dit beleidsplan maakt duidelijk dat nog vele stappen gezet moeten worden om tot adequate invoering te komen. De gemeente Uden staat in deze voor een zware opgave. De financiële kaders zijn krap; er moeten budgetkortingen worden opgevangen terwijl tegelijkertijd de resultaten van de inspanningen en interventies moeten verbeteren. De burger meer verantwoordelijk maken is een nobel streven, maar veronderstelt een gedrags- en cultuurverandering die niet binnen een paar jaar bewerkstelligd zal kunnen worden. Daarnaast zal de maatschappelijke, en meer in het bijzonder, de financieel economische context van ons land en de gemeente, in hoge mate mede bepalend zijn voor het slagen van de ingezette beleidswijzigingen. Het doet de WMO-raad genoegen te kunnen vaststellen dat met gevoel voor de weerbarstige dagelijkse praktijk, stap voor stap en in dialoog met de verschillende stakeholders (cliënten(vertegenwoordigers) en zorg- en welzijnsinstellingen), gezocht wordt naar de goede werkvormen. De wetgever dwingt u een majeure operatie in een te kort tijdsbestek voor te bereiden en te implementeren. We wensen u daarbij veel sterkte en wijsheid toe en hopen dat onze opmerkingen worden meegenomen. Reactie gemeente Uden Dank voor deze positieve reactie. Het is gebruikelijk bij iedere Verordering om in de toelichting een korte uiteenzetting te geven wat de aanleiding en het doel van de Verordening zoals verwoord onder Algemeen bij de toelichting.
Advies WMO-raad Uden op Verordening Jeugdhulp gemeente Uden 10 augustus 2014
Pagina 1
We adviseren in art. 1 ook het begrip “ouders” nader te definiëren, e.e.a. conform het gestelde in de toelichting op pag. 12 van de verordening. Reactie Het begrip ouders wordt toegevoegd aan Artikel 1. Begripsbepalingen
Reactie op hoofdstuk Vormen van jeugdhulp Wij kunnen ons een meer specifiekere opsomming van vormen van jeugdhulp voorstellen, dan nu is beschreven. De “kan” bepaling onder 2, lid 1 dient o.i. gewijzigd te worden in een “is” bepaling (“…..basisgeneralistische GGZ zijn zowel in de vorm van een overige voorziening als in de vorm van een individuele voorziening beschikbaar”). Reactie gemeente Uden Artikel 2 lid 3 stelt het College van de gemeente Uden in staat om zoveel mogelijk maatwerk te bieden zo dicht mogelijk bij de jeugdige. Het voorstel om een limitatieve opsomming van vormen van jeugdhulp op te nemen in de Verordening zou deze te veel inperken, een nadere uitwerken van de vormen van Jeughulp kan eventueel wel opgenomen worden in de beleidsregels omdat deze vaker en door het College kunnen worden aangepast. Reactie op hoofdstuk toegang jeugdhulp via etc. Moeten wij uit art 3.1 opmaken dat een verwijzing tot jeugdhulp door een huisarts NIET wordt gehonoreerd als de jeugdhulpverlener van mening is dat deze jeugdhulp niet nodig is? Wij kunnen ons in deze situatie op zijn minst een second opinion procedure voorstellen. Reactie gemeente Uden Er is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van zowel huisarts/jeugdarts als de jeugdhulpaanbieder om te zorgen dat de klant de juiste vorm van hulp gaat krijgen. Daarnaast vinden wij het wenselijk dat hier wordt vastgelegd dat de jeugdhulpverlener de vorm, inhoud en duur van de behandeling/therapie bepaalt. Wij zijn van mening dat in alle gevallen, en niet alleen als hierom wordt gevraagd, in een beschikking dient te worden vastgelegd of deze is toegekend, wat de inhoud van de toekenning is, resp. in geval van afwijzing om welke reden dit is geschied. Reactie gemeente Uden Het klantplan vormt het uitgangspunt voor de inhoud van de beschikking. Voor de inhoud van onze beschikking verwijzen wij naar artikel 9 van de Verordening. Het motiveringsbeginsel conform de Algemene Wet Bestuursrecht vormt een vast onderdeel van onze beschikking zowel bij een toekenningsbeschikking als bij een afwijzingsbeschikking. Bij artikel 4, lid 1 graag vermelden waar de melding kan plaatsvinden (naam, adres). Reactie gemeente Uden
Advies WMO-raad Uden op Verordening Jeugdhulp gemeente Uden 10 augustus 2014
Pagina 2
De procedure rondom de melding zal worden beschreven in de beleidsregels en deze zullen, conform afspraak, met u worden besproken. Reactie op hoofdstuk Vooronderzoek/gesprek/verslag In artikel 5, lid 1 wordt verwezen naar artikel 7 (= verslag). Is deze verwijzing juist? Zo spoedig mogelijk is geen werkbare termijn. Graag vermelden: uiterlijk binnen 10 werkdagen (of iets dergelijks). Reactie gemeente Uden De gemeente is ermee gebaat om zo snel mogelijk het onderzoek te kunnen starten, omdat we als gemeente gehouden zijn aan wettelijke termijnen voor het afwerken van een aanvraag. Het klantplan is hiertoe leidend en zodra dit klantplan is afgerond kan de hulp worden ingezet. In artikel 6 wordt een opsomming gegeven van aspecten die in het gesprek aan bod komen. Is de volgorde van de punten c tot en met f zo bedoeld dat als op punt c. een positief antwoord wordt gegeven, d tot en met f niet meer aan bod komen? Ook lijkt de vraag relevant of (en hoe) de hulpvraag voorkomen had kunnen worden. Bij dit punt worden verder de beoordelingscriteria gemist (in de verordening WMO worden deze wel expliciet vermeld). Reactie gemeente Uden De expertise als het gaat om de beoordeling van de hulpvraag, beoordelingscritera en of de hulpvraag voorkomen had kunnen worden ligt bij het basisteam. Het is aan de gemeente om ervoor te zorgen dat het basisteam voldoende gefaciliteerd is haar taak naar behoren uit te kunnen oefenen. Wij begrijpen dat in geval een eigen (ouder)bijdrage is verschuldigd, wordt verwezen naar de innende instantie en dat niet het bedrag zelf wordt vermeld in de beschikking. Het komt ons juist voor dat in het gesprek op zijn minst een indicatie van de hoogte van de eigen bijdrage kan worden gegeven en dat de gemeente wijst op de budgetten van het LBIO in geval van uithuisplaatsingen, pleegzorg etc. In situaties van ambulante jeugdhulp zou de gemeente kunnen besluiten af te zien van een eigen bijdrage dan wel maximaal het door het CAK vastgestelde tarief moeten hanteren. Reactie gemeente Uden Een eigen bijdrage wordt opgelegd in twee gevallen t.w.: - Als de jeugdige buiten het gezin verblijft - Als er kosten zijn voor verblijf in een justitiële jeugdinrichting. De inning van de ouderbijdrage is op dit moment nog een taak van het Landelijk Bureau Inning Ouderbijdrage. De hoogte van de ouderbijdrage is afhankelijk van de leeftijd van het kind, soort zorg en het aantal dagen per week dat het kind is geplaatst. Met ingang van 1 januari 2015 wordt deze taak overgeheveld naar het CAK. Clienten zullen hierover worden geïnformeerd. De gemeente is wettelijk verplicht een indicatie te geven van de eigen bijdrage. Als ondersteuning hiervoor kan dienen het rekenprogramma van het CAK.
Advies WMO-raad Uden op Verordening Jeugdhulp gemeente Uden 10 augustus 2014
Pagina 3
Reactie op hoofdstuk Aanvraag/inhoud beschikking Bij art.8, lid 2, de “kan” bepaling graag wijzigen in een meer verplichtende “zal”bepaling. We lezen in de toelichting dat de gemeente in de verordening in ieder geval regels stelt m.b.t. de voorwaarden voor toekenning en wijze van beoordeling, alsmede van de afwegingsfactoren bij een individuele voorziening. We hebben deze criteria hier niet kunnen vinden. We adviseren om in de verordening op te nemen binnen welke termijn op een aanvraag moet worden beslist. Nu wordt verwezen naar de Awb-termijn (8 weken na ontvangst aanvraag). Is het niet mogelijk, zeker gezien de passage in de toelichting dat indien nodig binnen enkele dagen een beslissing kan worden genomen, in de verordening op te nemen dat in de regel binnen 10 werkdagen een beslissing wordt genomen en dat gemotiveerd aangegeven wordt als deze termijn niet haalbaar is. Reactie gemeente Uden Bij aanvragen die geen spoedeisend karakter hebben wordt, zodra het klantplan gereed is de zorg ingezet. Voor wat betreft de administratieve afhandeling (het maken en verzenden van de beschikking) wordt de termijn gehanteerd zoals genoemd binnen de Algemene Wet Bestuursrecht. De procedure rondom spoedaanvragen zal worden opgenomen in de nog vast te stellen beleidsregels. Met de diverse zorgaanbieders zijn werkafspraken gemaakt dat bij een spoedaanvraag de hulp ook eerder kan starten.
Reactie op hoofdstuk Regels PGB Ook hier graag de in art. 10, lid 4 vermelde “kan”-bepaling, vervangen door een “zal”-bepaling. Dit is te meer van belang omdat de wetgever expliciet bepaalt dat een PGB moet worden toegekend als belanghebbenden gemotiveerd heeft aangegeven dat zorg in natura geen adequate oplossing is. Wij gaan ervan uit dat de gemeente dit aspect in zijn voorlichting ook nadrukkelijk naar voren brengt en daarnaast vooraf ook beoordeelt of de ouders in staat zijn het pgb goed te beheren en aan te wenden. In dit kader vragen we ons ook af hoe het budgetbeheer plaatsvindt. Is er sprake van een communicerend vat (de meer/extra uitgaven aan PGB’s worden gekort op het budget dat beschikbaar voor in te kopen zorg in natura), of wordt dit mogelijk ten laste gebracht van het (PGB?)budget van het andere sociale domein (WMO) of wordt een overschrijding van de raming anderszins opgevangen? In dit verband hebben we ook de vraag of de gemeente, in situaties waarin zowel op basis van de WMO als op basis van de Jeugdwet in één gezin recht op een PGB bestaat, ook een gecombineerd PGB kan toekennen? Reactie gemeente Uden Persoonsgebonden budgetten worden doorgaans toegekend aan een individuele burger, de regels voor een persoonsgebonden budget zullen in de beleidsregels verder worden uitgewerkt. Binnen de Jeugdwet en de Wet Maatschappelijke Advies WMO-raad Uden op Verordening Jeugdhulp gemeente Uden 10 augustus 2014
Pagina 4
Ondersteuning hebben we het over andere vormen van ondersteuning. Combinaties hiervan gaan we nader uitwerken. Omdat de persoonsgebonden budgetten via trekkingsrecht door de Sociale Verzekeringsbank worden verstrekt is de controle op de budgetten en de terugvordering van niet opgemaakte budgetten goed geborgd. Wellicht is ook op te nemen dat de PGB niet is bestemd voor inzet van het sociale netwerk als deze inzet redelijkerwijs van dit sociale netwerk verwacht mag worden (m.a.w. terughoudendheid betrachten bij verzoeken tot betaling van mantelzorgers uit het PGB-budget) . Reactie gemeente Uden Als het gaat om mantelzorgers en mantelzorgers verwijzen wij naar onze Verordening maatschappelijke ondersteuning, deze is hiervoor voorliggend. Eventuele aanvullende afspraken hierover zullen worden opgenomen in de nog vast te stellen beleidsregels. Verder beveelt de WMO-raad aan om de bepalingen die in artikel 12, lid 1a, 1b, 1f en art. 12, lid 2 a, c en d en de leden 3 en 4 in de Verordening Maatschappelijke Ondersteuning zijn opgenomen, integraal in de Verordening Jeugdwet op te nemen Op deze wijze wordt ook tegemoetgekomen aan de beoogde integraliteit tussen beide verordeningen. Reactie gemeente Uden Er zal bekeken worden welke bepalingen vanuit de Verordening maatschappelijke ondersteuning 2015 overgenomen kunnen worden in de beleidsregels van de Verordening Jeugdhulp. Integraliteit op beide verordeningen is nu nog een stip op de horizon. Deze integraliteit past wel bij de een gezin een plan gedachte.
Reactie op hoofdstuk Nieuwe feiten en omstandigheden etc. Wij onderschrijven de wenselijkheid om uit oogpunt van kwaliteit van de geleverde zorg, de bestedingen van pgb’s te onderzoeken. Reactie gemeente Uden Wij verwijzen naar onze reactie bij artikel 10 lid 4 waarbij wordt aangegeven dat een persoonsgebonden budget alleen nog via het trekkingsrecht wordt verstrekt (via SVB enz.) Reactie op hoofdstuk Verhouding prijs en kwaliteit aanbieders etc. Het verbaast de WMO-raad dat in artikel 12 een uitgebreide opsomming wordt gegeven van (kostprijsverhogende)factoren waarmee het college geacht wordt rekening te houden bij de vaststelling van de tarieven. Waarom is dit in de WMOverordening anders (beknopter) geformuleerd? Reactie gemeente Uden Omdat het hier gaat om een ander soort voorzieningen is het niet mogelijk om hier een een op een vergelijking te maken tussen Jeugdhulp en Wmo.
Advies WMO-raad Uden op Verordening Jeugdhulp gemeente Uden 10 augustus 2014
Pagina 5
Reactie op hoofdstuk Vertrouwenspersoon Geen opmerkingen t.a.v. de vertrouwenspersoon. Wel mist de WMO-raad een artikel over een klachtenregeling (conform de WMOverordening). Deze regeling dient zowel betrekking te hebben op de afhandeling van meldingen en aanvragen(zoals bedoeld in de verordening), als op de afhandeling van klachten van cliënten t.a.v. de inhoud van de jeugdhulp zelf. Reactie gemeente Uden De klachtenregeling zoals geformuleerd in de Wmo-verordening heeft betrekking op de klachtenafhandeling door de zorgaanbieders. Als het gaat om klachten op afhandeling van meldingen en aanvragen of de inhoud van de jeugdhulp zelf verwijzen wij naar de klachtenregelingen van de diverse jeugdhulpaanbieders. Ook zien wij graag in de verordening opgenomen dat aanbieders een jaarlijks cliëntenervaringsonderzoek uitvoeren en de resultaten aan de gemeente rapporteren (idem WMO-verordening). Reactie gemeente Uden Er zijn hierover contractafspraken gemaakt met de jeugdhulpaanbieders. Reactie op hoofdstuk Inspraak en medezeggenschap Wij staan positief tegenover het bepaalde in artikel 14. Betrekken van jongeren en hun vertegenwoordigers bij de beleidsvorming en –vaststelling acht ook de WMOraad van groot belang. Wij zullen hier in ons advies op het beleidsplan Jeugd nog uitvoerig terug komen. Waarom bevat dit hoofdstuk geen meldingsregeling “calamiteiten en geweld” terwijl deze wel opgenomen is in de WMO-verordening. Reactie gemeente Uden De meldingsregeling zoals deze is opgenomen in de Wmo-verordening is in dit geval voorliggend en dus leidend. Reactie op hoofdstuk Evaluatie Zoals al is verwoord bij onze algemene reactie vinden wij de jaarlijkse evaluatie naar de uitvoering (en consequenties) van het gevoerde beleid een goede zaak. Het is daarbij zaak vooraf goed te formuleren op welke outcome-criteria deze evaluatie zich zal richten, wie de evaluatie gaat uitvoeren en welke partijen geacht worden aan deze evaluatie een bijdrage te leveren. Reactie gemeente Uden We onderschrijven de opmerkingen van de Wmo-raad Uden.
Advies WMO-raad Uden op Verordening Jeugdhulp gemeente Uden 10 augustus 2014
Pagina 6