1
AANMELDING
ONTHAALTRAJECT Onthaal (2à3 gesprekken)
Extensief onthaal (max 3 maanden)
Team-beslissing
METHODIEK BEZOEKRUIMTE Begeleidings- en bemiddelingsopdracht
WEIGERING OPSCHORTING STOPZETTING
BEMIDDELINGSTRAJECT Ouderschapsbemiddeling
INSTAPGESPREKKEN Met beide ouders en kind(eren)
Zelfstandige regeling/contract
BEZOEKRUIMTE – uitvoeren van het vonnis • •
------------------
Contactherstel Gedeeld ouderschap
NAZORGTRAJECT: gedeeld ouderschap
VIJF FASEN VAN CONTACTHERSTEL
Ouderschapsbemiddeling
AFRONDING na vonnis of zes maanden contactbehoud zonder verdere evolutie
Draaiboek Bezoekruimte
Veurne-Ieper
CAW Centraal West-Vlaanderen
2
Het draaiboek 1. Opdracht van de bezoekruimte Artikel 9 van het Internationaal Verdrag voor de Rechten van het Kind, luidt als volgt:
“Elk kind heeft het recht om bij zijn/haar ouders te leven, tenzij dit niet in het belang van het kind zou zijn. Elk kind heeft het recht om in persoonlijk contact te blijven met beide ouders wanneer het van één of beide gescheiden leeft.”
De maatschappij gaat er van uit dat het de verantwoordelijkheid is van beide ouders om het recht van het kind op een relatie met elk van hen en met voor het kind belangrijke anderen, te respecteren en mogelijk te maken. Een bezoekruimte heeft dan ook tot opdracht cliënten tijdelijk te ondersteunen en de nodige begeleiding aan te bieden wanneer zich ernstige moeilijkheden of conflicten voordoen bij de verwezenlijking van het recht op persoonlijk contact. De bezoekruimte biedt begeleiding in die situaties waarbij er, na een scheiding, moeilijkheden zijn bij de uitoefening van de omgangsregeling met de kinderen. De begeleiding vertrekt vanuit het organiseren van gesprekken met de betrokken partijen, om zo opnieuw ruimte te maken voor het kind. De bezoekruimte zal in zijn opdracht de ruimte bieden om in alle sereniteit aan de uitvoering van de rechten van het kind te werken, zoals omschreven in artikel 9 van het Verdrag op de Rechten van het Kind. Het huishoudelijk reglement van de BR bepaalt dat een BR enkel feitelijke info kan doorgeven aan de rechter over het verloop van de bezoeken , van zowel verblijfouder, bezoekouder als kinderen(en grootouders en pleegouders in voorkomend geval). Betreffende de rapportage heeft de bezoekruimte geen decretaal mandaat om een inhoudelijk schriftelijk advies te verschaffen aan de rechter, die het dossier via vonnis heeft doorverwezen. Een bezoekruimte , als deel van een CAW werkt niet in opdracht van een rechter, maar werkt met de partijen die in uitvoering van een vonnis, een begeleiding bij de bezoekruimte accepteren. Onder partijen wordt er begrepen de partijen die een natuurlijk recht hebben op contact met het kind en zich op dit recht beroepen ofwel via vonnis of via vrijwillige aanmelding. Meestal betreft het de respectievelijke ouders en/of grootouders van het kind.
Draaiboek Bezoekruimte
Veurne-Ieper
CAW Centraal West-Vlaanderen
3 2. Aanmelding De bezoekruimte werkt enkel met dossiers waarvan het domicilieadres van de kinderen zich bevindt in het gerechtelijk arrondissement Ieper - Veurne. Dit betekent dat de meeste rechtbank gebonden verwijzingen gebeuren door de Rechtbank van Ieper en de Rechtbank van Veurne of door het Hof van Beroep in Gent. Partijen hebben 4 weken de tijd om zelf contact op te nemen (vanaf datum aanmelding) met onze dienst. Indien dit door één of beide partijen niet gebeurt, wordt hen een herinneringsbrief toegestuurd met de vraag zich binnen de twee weken (uiterlijk tegen…) aan te melden bij de bezoekruimte. Deze brief wordt in kopie overgemaakt aan de advocaat van de betrokken partij(en), die zich niet aanmelden.
2.1 Gerechtelijke aanmelding De bezoekruimte krijgt via gerechtelijke weg (Rechtbank eerste aanleg, Jeugdrechtbank, Hof van Beroep) de vraag en/of de opdracht om tussen te komen in het contactherstel tussen betrokken partijen. In het vonnis wordt de bezoekruimte bevolen en wordt aan betrokken partijen gevraagd om zelf contact op te nemen met de bezoekruimte. 2.1.1. Aanmelding bij onthaal Indien één van de partijen - zij het gerechtelijk of vrijwillig - zich aanmeldt via het onthaal van het CAW (hetzij telefonisch of fysiek), dienen volgende gegevens aan de hand van een onthaalfiche te worden bevraagd: • • • • • •
Identiteitsgegevens van beide ouders en kinderen Adres en verblijfsgegevens, domicilieadres van de kinderen Telefoonnummers Vrijwillige of gerechtelijke aanmelding Vonnis? (indien ja, vraag om het aan het CAW te bezorgen) Werden reeds/nog andere stappen ondernomen?
Het onthaal kan informatie verschaffen betreffende het verloop en de modaliteiten van de aanmeldingsfase. Zij delen ook mee dat men na deze aanmelding zal gecontacteerd worden door een medewerker van de bezoekruimte, die voor de verdere toelichting en begeleiding zal zorgen.
Draaiboek Bezoekruimte
Veurne-Ieper
CAW Centraal West-Vlaanderen
4 Bij fysieke aanmelding via het onthaal, wordt NIET onmiddellijk doorverwezen naar een medewerker van de bezoekruimte. Het onthaal wordt verder verzorgd door de onthaalmedewerker zoals hierboven omschreven. Na het invullen van de onthaalfiche, wordt indien mogelijk een kopie van het vonnis genomen en wordt de aanmelder een folder overhandigd betreffende de werking van de bezoekruimte. Wat bij aanmelding door een advocaat of externe instantie? Wanneer de aanmelding gebeurt door een advocaat of een dienst wordt deze geïnformeerd betreffende de procedure aanmelding. Er wordt meegedeeld dat de bezoekruimte pas kan starten van zodra beide partijen zich persoonlijk hebben aangemeld. Er wordt ook meegedeeld dat indien zij zich niet hebben aangemeld binnen een termijn van zes weken, de aanmelding wordt stopgezet. 2.1.2. Aanmelding bij de bezoekruimte Indien de rechtstreekse (eerste) aanmelding bij een medewerker van de bezoekruimte gebeurt, zal hij/zij dezelfde werkwijze volgen als de onthaalmedewerker. De medewerker zal de onthaalfiche invullen, indien mogelijk het vonnis kopiëren en een folder overhandigen. De medewerker die de aanmelding ontvangt (hetzij rechtstreeks, hetzij via het onthaal) maakt het elektronisch dossier aan. Het elektronisch dossier wordt in deze fase in de map aanmeldingen op de server geplaatst. Er wordt een cliëntfiche opgesteld die een overzicht biedt van alle relevante informatie (identiteit en contactgegevens) betreffende het cliëntsysteem. Tevens wordt de opvolgingsfiche aangemaakt waarin een verloop zal worden neergeschreven van alle ondernomen stappen, acties en verdere evoluties binnen het dossier. Indien mogelijk maakt de medewerker reeds een papieren dossier aan waar het gedagtekende vonnis wordt aan toegevoegd. (deze procedure wordt aangepast volgens werkwijze in het e-dossier) De medewerker die de aanmelding aangenomen heeft, plaatst het dossier op de agenda van het eerstkomende teamoverleg in functie van de toewijzing van het dossier(zie 2.3 toewijzing van het dossier). Deze medewerker is verantwoordelijk voor het verdere verloop van de aanmeldingsfase tot het dossier zijn definitieve toewijzing heeft gekend. De aanmelding dient compleet te zijn binnen een termijn van zes weken na datum telefonische/fysieke aanmelding. Indien dit niet het geval is, wordt het dossier geschrapt van de wachtlijst.
Draaiboek Bezoekruimte
Veurne-Ieper
CAW Centraal West-Vlaanderen
5 Schriftelijke aanmelding De bezoekruimte ontvangt een kopie van het vonnis, dit ofwel via Rechtbank, via de ouders of via een advocaat. Indien het vonnis via het onthaal wordt bezorgd wordt dit door het onthaal aan een medewerker van de bezoekruimte overhandigd. De datum waarop het vonnis ons heeft bereikt wordt gezien als datum van aanmelding, ongeacht of het per post werd bezorgd of in persoon werd overhandigd. Vanaf deze datum start de periode van vier weken waarin beide partijen zich kunnen aanmelden. 2.2. Vrijwillige aanmelding Bij een vrijwillige aanmelding is er geen sprake van een gerechtelijk vonnis. Hierbij gebeurt de aanmelding door één of beide partijen. Wanneer slechts één van de partijen zich aanmeldt kan men er niet van uitgaan dat de andere partij zijn/haar akkoord verleent aan de medewerking met de bezoekruimte. De vrijwillige aanmelding kan gebeuren ofwel op eigen initiatief, of op doorverwijzing van diverse instanties (CBJZ, Pleeggezinnendienst, advocaat ….). 2.2.1. Telefonische, fysieke en/of schriftelijke aanmelding De procedure gevolgd binnen fase van aanmelding is bij de vrijwillige aanmelding identiek aan de procedure te volgen bij de gerechtelijke aanmelding (cfr. 2.1.1 en 2.1.2). Met die uitzondering dat bij de vrijwillige aanmelding geen vonnis aanwezig is. Bij de vrijwillige aanmelding (zij het persoonlijk of telefonisch) wordt er melding gemaakt van de aanmeldingsbrief die men zal ontvangen samen met de folder over de bezoekruimte. Deze folder wordt in tweevoud opgestuurd om indien mogelijk te bezorgen aan de andere ouder. Er wordt ook meegedeeld dat de bezoekruimte pas van start kan gaan wanneer beide partijen zich persoonlijk hebben aangemeld. Onder vrijwillige schriftelijke aanmelding wordt onder meer begrepen de vraagstelling door een advocaat, dienst of één van de partijen via e-mail of brief. Omwille van een vlotte gang van zaken zullen wij steeds aansturen tot een telefonisch contact om verdere vraagstelling en verduidelijking mogelijk te maken. Eenmaal het telefonisch contact geïnstalleerd volgt het verder de procedure zoals hiervoor omschreven.
Draaiboek Bezoekruimte
Veurne-Ieper
CAW Centraal West-Vlaanderen
6 2.3. Toewijzing van het dossier De toewijzing van het dossier na de aanmelding gebeurt tijdens de teamvergadering. Dit kan pas gebeuren nadat de medewerker de aanmelding op de agenda heeft geplaatst. De teamverantwoordelijke wijst het dossier toe aan de medewerker die het dossier verder zal opvolgen. De toewijzing gebeurt op een identieke manier zowel voor de gerechtelijke aanmeldingen als voor de vrijwillige aanmeldingen en houdt in de eerste plaats rekening met het domicilieadres van de kinderen en de werklast van de individuele medewerker. Het dossier krijgt zijn volgnummer na de toewijzing. 2.4. De aanmeldingsbrief
De aanmeldingsbrief wordt opgemaakt door de medewerker aan wie het dossier is toegewezen. Omwille van het informatieve karakter wordt deze brief onmiddellijk verstuurd na toewijzing van het dossier en van zodra één van beide partijen zich heeft aangemeld. De brief wordt dan enkel en alleen verstuurd naar de partij die zich reeds heeft aangemeld. De aanmeldingsbrief behandelt volgende onderwerpen: • • • • • • •
Akte van aanmelding Verwijzing vonnis (indien aanwezig) Opstart dossier na aanmelding beide partijen Melding wachtlijst (indien aanwezig) Aankondiging brief uitnodiging onthaalgesprek Contactgegevens medewerker Folder werkwijze en visie BR
2.5. De herinneringsbrief De herinneringsbrief wordt gehanteerd in de fase van aanmelding en wordt in eerste instantie enkel en alleen gebruikt bij de gerechtelijke doorverwijzing. De herinneringsbrief wordt verzonden wanneer vier weken na ontvangst van het vonnis één of beide partijen zich nog niet hebben gemeld. Met deze brief worden zij er aan herinnerd dat zij zoals vermeld in het vonnis persoonlijk contact dienen op te nemen met de bezoekruimte. Met deze brief geven wij de ouder/partij nog twee weken de tijd om onze dienst te contacteren. Tevens maken we er melding van dat indien zij geen contact opnemen met onze dienst, de opdracht wordt terugbezorgd aan de opdrachtgever. Een kopie van de herinneringsbrief wordt bezorgd aan de advocaat van de betrokken partij.
Draaiboek Bezoekruimte
Veurne-Ieper
CAW Centraal West-Vlaanderen
7 De herinneringsbrief wordt eveneens gebruikt wanneer één van de ouders niet aanwezig is op een gemaakte afspraak, niet heeft verwittigd en niet bereikbaar is via telefoon of mail. 2.6. De wachtlijst De wachtlijst wordt gesitueerd tussen de aanmelding en de eigenlijke start van het onthaal. Op deze wijze wordt er gepoogd een continuüm te creëren van zodra men van start is gegaan met de onthaalfase. Hierbij kan niet uitgesloten worden dat bij overgang van de onthaalfase naar de methodiek zich een zekere wachttijd kan voordoen. Het dossier wordt op de wachtlijst geplaatst na toewijzing aan de medewerker die het dossier zal behartigen. Het dossier zal pas een volgnummer op de wachtlijst krijgen nadat beide partijen zich hebben aangemeld. Een dossier kan slechts gedurende zes weken zonder volgnummer op de wachtlijst staan. Indien beide of één van beide partijen zich niet heeft aangemeld wordt de opdracht van de wachtlijst gehaald. (zie procedure stopzetting) 2.7. Stopzetting in aanmeldingsfase Het dossier wordt stopgezet wanneer na het doorlopen van de aanmeldingsprocedure vastgesteld wordt dat één of beide partijen zich niet hebben aangemeld bij onze dienst. Bij gerechtelijke doorverwijzing is de nalatige partij aan de hand van een herinneringsbrief op de hoogte gesteld van de procedure stopzetting bij geen contact name. In deze situatie wordt de stopzetting schriftelijk gecommuniceerd aan beide partijen en een rapport wordt overgemaakt aan de opdrachtgever. Bij de vrijwillige aanmelding wordt de stopzetting gecommuniceerd aan die partij die zich wel in persoon heeft aangemeld.
3. Het onthaaltraject 3.1. Doel van het onthaal Onthaal is een proces waarbij in de eerste plaats informatie en verduidelijking wordt verleend betreffende de werking van de Bezoekruimte. In de tweede plaats is het een proces van vraagverheldering waarbij men een zicht wil krijgen op de “bereidheid en de mogelijkheden” om aan contactherstel/gedeeld ouderschap te werken. Het proces van onthaal start steeds met de schriftelijke uitnodiging voor het eerste onthaalgesprek. Het is een schriftelijke uitnodiging (brief zie bijlagen) of een schriftelijke bevestiging van een eerder gemaakte afspraak(telefonisch, mail, persoonlijk contact).
Draaiboek Bezoekruimte
Veurne-Ieper
CAW Centraal West-Vlaanderen
8 In deze brief staat niet alleen de afspraak duidelijk vermeld, maar tevens dat het een gesprek is enkel en alleen met de ouder. Het onthaal start bij voorkeur kort na de aanmelding, afhankelijk van de aanwezigheid van een wachtlijst. De wachtlijst – indien die er is – wordt gesitueerd tussen de fase van aanmelding en de start van de onthaalfase. Op deze manier wordt er gekozen voor continuïteit in het proces eenmaal gestart met het onthaal.
Het onthaaltraject is opgedeeld in een onthaal en een extensief onthaal. Tijdens het onthaal zal de medewerker het dossier bestuderen en zowel de verblijfouder als de bezoekouder uitnodigen op een individueel gesprek (zonder huidige partner). Er wordt de voorkeur aan gegeven om te starten met de verblijfouder. In de fase van het onthaal, wordt het aantal contacten met iedere partij beperkt tot drie gesprekken. De termijn waarbinnen deze gesprekken dienen plaats te vinden wordt beperkt tot 6 weken (gesprekken met interval van 2 weken). De eerste twee gesprekken staan in functie van het verzamelen van alle noodzakelijke informatie. Deze gesprekken moeten volstaan om te kunnen beslissen of het dossier verder kan gaan naar de instapgesprekken, een extensief onthaal noodzakelijk is of een bemiddelingstraject als alternatief voor de bezoekruimte mogelijkheden biedt. In het derde gesprek zal men de teambeslissing meedelen en de volgende stappen verduidelijken. 3.2. Het onthaal: Het onthaal is de fase waarin informatie wordt verzameld en verstrekt en voor verduidelijking wordt gezorgd. In tweede orde is het de fase waarin een mandaat wordt verworven om aan de slag te kunnen gaan met de bezoekruimte als methodiek. De medewerker zal zowel de haalbaarheid van de bezoekruimte als methodiek onderzoeken als de mogelijkheid om een oplossing te realiseren door middel van een bemiddelingstraject. In deze fase van het onthaaltraject worden twee gesprekken gepland met elke partij. In het geheel kunnen er tijdens het onthaal drie gesprekken plaatsvinden met iedere partij. Het derde gesprek zal meestal als doel hebben het meedelen van een teambeslissing en toelichting van welke de volgende stappen zijn die zullen/kunnen genomen worden. Wanneer een bemiddelingstraject wordt overwogen, moet de medewerker ook het onderscheid maken tussen het beoogde/gevraagde contactherstel en de bereidheid tot ouderschapsbemiddeling.
Draaiboek Bezoekruimte
Veurne-Ieper
CAW Centraal West-Vlaanderen
9 Hier moet in belang van het kind de afweging worden gemaakt welke de beste plaats is om het contactherstel te laten plaatsvinden. Zo kan er gekozen worden en voor ouderschapsbemiddeling en contactherstel via de bezoekruimte. 3.2.1. Uitnodiging onthaalgesprek Door middel van een brief zullen beide partijen worden uitgenodigd voor het eerste onthaalgesprek. In deze brief dient duidelijk vermeld te staan dat het een gesprek betreft enkel en alleen met de ouder, dit om de ouder in zijn/haar verantwoordelijkheid te benadrukken. De huidige partner kan het gesprek niet bijwonen. Bij het vastleggen van de eerste afspraak wordt er de voorkeur aan gegeven om te starten met de verblijfouder. (brief zie bijlagen) Indien men niet aanwezig is op het eerste onthaalgesprek, kan nog één herinneringsbrief (brief zie bijlagen) worden opgestuurd. In deze brief wordt duidelijk vermeld dat het een laatste uitnodiging betreft en dat bij het uitblijven van enig contact de opdracht zal worden stopgezet en teruggestuurd naar de opdrachtgever. 3.2.2. Het intakeverslag Het intakeverslag wordt als instrument gehanteerd door de medewerker tijdens het onthaal. Het dient als checklist voor de medewerker om na te gaan of de bevraging tijdens het onthaal volledig is gebeurd en alle noodzakelijke info werd gegeven. Na het onthaal wordt het intakeverslag aan het dossier toegevoegd. 3.2.3. De opvolgingsfiche De opvolgingsfiche is een schriftelijke en chronologische weergave van alle contacten, een weergave van de inhoud van deze contacten, evaluaties, genomen beslissingen, etc. In regel bevat een opvolgingsfiche enkel en alleen concrete informatie. Aan de hand van de opvolgingsfiche moet iedere medewerker zich een duidelijk beeld kunnen vormen over een dossier. 3.2.4. De dossierstudie Vooraf aan de eigenlijke gesprekken zal de medewerker het dossier grondig hebben doorgekeken. In de eerste plaats zal het dossier bestaan uit een gerechtelijk vonnis. Dit vonnis kan relevante informatie bevatten betreffende de uit te voeren opdracht. Gekoppeld aan de dossierstudie kan de medewerker de “fiche cliëntgegevens” opstellen.
Draaiboek Bezoekruimte
Veurne-Ieper
CAW Centraal West-Vlaanderen
10
3.2.5. Het eerste onthaalgesprek Tijdens het eerste gesprek in het onthaal is het van groot belang om onmiddellijk de meerzijdige partijdigheid te installeren. Dit doen we door de meerzijdig partijdige houding zeer concreet in taal om te zetten (“Zoals ik nu naar jou luister, zal ik ook naar de ander luisteren.”). Na het installeren van deze meerzijdige partijdigheid kan het gesprek aanvatten met het luik waarbij de ouder wordt geïnformeerd en voor verduidelijking wordt gezorgd. Hierbij vestigen we een bijzondere aandacht op het artikel 9 van het “Verdrag op de Rechten van het Kind” als vertrekpunt voor het uitvoeren van onze opdracht. Verder wordt er stilgestaan bij volgende thema’s: • • • • • • • • • • •
de opdrachtgever taak van de bezoekruimte de methodiek van de bezoekruimte rechten van het kind het bemiddelingstraject beroepsgeheim en meldingsplicht behoud van recht op stopzetting wat men mag/kan verwachten gevolgen geen medewerking verloop van de onthaalprocedure (in totaliteit) doornemen huishoudelijk reglement
Indien mogelijk wordt reeds tijdens het eerste onthaalgesprek aandacht besteed aan het “narratieve” gedeelte. Hierbij dient men als medewerker er aandacht voor te hebben dat het partnerconflict niet op de voorgrond komt. Volgende thema’s kunnen hierbij aan bod komen: • • • • • • • •
alle betrokken partijen uit het systeem (feitelijk) het huwelijk of het samenleven het scheidingsproces in relatie tot de kinderen empathie met het kind de contacten en hun verloop hoe zij deze fase in het ouderschap beleven wat hun motivatie is welke verwachtingen zij kennen
Draaiboek Bezoekruimte
Veurne-Ieper
CAW Centraal West-Vlaanderen
11 Na afronding van het narratieve gedeelte, wordt het eerste gesprek afgerond met het meegeven van het huishoudelijk reglement met de vraag het aandachtig door te nemen voorafgaand aan het tweede gesprek. Uiteraard dient het huishoudelijk reglement gekaderd te worden binnen de context van de bezoekruimte. Er wordt ook onmiddellijk een afspraak vastgelegd voor het tweede gesprek. 3.2.6. Het tweede onthaalgesprek Tijdens het tweede gesprek hanteren we een actief luisterende en meerzijdig partijdige houding. We zullen dit gesprek steeds starten met wat de vragen en bedenkingen zijn die mogelijks zijn ontstaan na het eerste onthaalgesprek. Doel van dit tweede onthaalgesprek is het verder doelgericht inwinnen van informatie met betrekking tot de opdracht van de bezoekruimte. Er worden doelgericht vragen gesteld betreffende: • • • • • • •
de haalbaarheid van een contactherstel een toekomstige omgangsregeling bemiddelingscompetenties het ouderschap het kind en zijn recht op contact het kind en de “ouderschapsbelofte” bereidheid en mogelijkheid tot een ouderschapsbemiddeling
We zullen zeer actief gaan bevragen naar de bereidheid om in een traject binnen de bezoekruimte mee te stappen. De weerstanden dienen in deze fase te worden gehoord, benoemd en genoteerd. De verwachtingen van iedere ouder dienen op een oplossingsgerichte manier te worden behandeld, binnen de opdracht en de grenzen van de bezoekruimte. Het tweede onthaalgesprek is in vergelijking met het eerste gesprek veel meer de plaats om met zorg onze ervaring en visie te delen betreffende “scheiding en kinderen” en meer uitgesproken meerzijdig partijdige uitspraken te formuleren. Door middel van deze uitspraken wordt onder andere gepeild naar de bereidheid om in het belang van de rechten van het kind tegemoet te komen aan de verwachtingen van de andere ouder. Tijdens het tweede gesprek dient nog te worden teruggekomen op het huishoudelijk reglement en de bereidheid om met dit reglement te werken. Er kan worden medegedeeld dat het huishoudelijk reglement dient te worden ondertekend tijdens het derde gesprek en dat het niet ondertekenen van dit reglement een reden tot stopzetting inhoudt.
Draaiboek Bezoekruimte
Veurne-Ieper
CAW Centraal West-Vlaanderen
12 Na verloop van het tweede onthaalgesprek moet het duidelijk zijn of uitvoering van het vonnis mogelijk zal zijn. Dit zal beslissend zijn om de volgende stap te bepalen; extensief onthaal, ouderschapsbemiddeling, bezoekruimte of stopzetting. Het gesprek wordt afgerond met het toelichten van de volgende stappen in de onthaalfase, nl. de teambeslissing en het derde gesprek. Er wordt onmiddellijk een afspraak vastgelegd voor het derde gesprek. 3.2.7. De beslissing Na het plaatsvinden van het onthaal wordt het dossier op team gebracht om via een teambeslissing de volgende stap te kunnen bepalen. Bij een doorverwijzing naar de methodiek voltstaat het om hierover melding te maken op het team. Een overgang van onthaal naar extensief onthaal zal steeds deel uitmaken van een teambeslissing. Ook het aanbieden van een bemiddelingstraject na verloop van het onthaal, zal steeds het onderwerp uitmaken van een teambespreking. Dit geldt ook voor het nemen van een beslissing om het dossier te weigeren, op te schorten of stop te zetten. 3.2.7.1.
Beslissing 1: het dossier gaat verder naar de methodiek Wanneer na de fase van onthaal de medewerker alle elementen en tegenindicaties in kaart heeft gebracht, kan hij/zij besluiten dat met de fase van het contactherstel kan worden gestart. Dit wordt door de medewerker kort toegelicht en meegedeeld op een teamoverleg.
3.2.7.2.
Beslissing 2: het dossier gaat naar extensief onthaal
Het extensief onthaal is een continuering van het proces van vraagverheldering en het onderzoeken van de bereidheid en de mogelijkheden tot contactherstel en/of ouderschapsbemiddeling. De medewerker kan na het onthaal van mening zijn dat er nog onvoldoende positieve elementen gekend zijn om met de methodiek te kunnen starten. In deze situatie kan het team beslissen om het dossier door te verwijzen naar het extensief onthaal. Doorverwijzing naar het extensief onthaal kan ook in het teken staan van het verder verkennen van de bereidheid en de mogelijkheden tot een ouderschapsbemiddeling.
Draaiboek Bezoekruimte
Veurne-Ieper
CAW Centraal West-Vlaanderen
13 In beide gevallen wordt de medewerker uitgenodigd om het dossier op team te brengen met het oog op het nemen van een beslissing. Bij het doorverwijzen naar een extensief onthaal moeten voldoende positieve elementen aanwezig zijn om te vermoeden dat de extra inspanningen binnen een extensief onthaal, een wezenlijk verschil kunnen maken met het oog op de opdracht die de bezoekruimte heeft. 3.2.7.3.
Beslissing 3: het dossier gaat naar het bemiddelingstraject Na doorlopen van het onthaal kan worden vastgesteld dat er voldoende bereidheid en mogelijkheden zijn om een ouderschapsbemiddeling op te starten. Na teambespreking kan dan ook beslist worden om het dossier een kans te geven binnen de ouderschapsbemiddeling. Of een dossier al of niet in aanmerking komt voor bemiddeling zal echter in de eerste plaats steeds afhankelijk zijn van de bereidheid om aan contactherstel te werken. Deze beslissing is niet onderworpen aan criteria maar behoort tot de casuïstiek. Wat met het contactherstel? Samen met de beslissing of een dossier al of niet in aanmerking komt voor ouderschapsbemiddeling, zal het team ook een beslissing dienen te nemen betreffende de modaliteiten van het contactherstel. Hierbij wordt er bij twijfel de voorkeur gegeven aan een opstart van het contactherstel binnen de methodiek van de bezoekruimte. Wanneer nadien vastgesteld wordt dat dit contactherstel kan worden verdergezet binnen de bemiddeling, wordt zo voor een positieve evolutie gezorgd.
3.2.7.4.
Beslissing 4: beslissing tot weigering/opschorting/stopzetting Na de eerste fase van het onthaal, kan er beslist worden om geen verdere stappen te ondernemen. Redenen voor stopzetting, opschorting of weigering zijn de integriteit van het kind en het ontbreken van voldoende bereidheid en mogelijkheden om te vermoeden dat contactherstel kan slagen. Criteria die hierbij kunnen helpen zijn: • • • •
Draaiboek Bezoekruimte
doorwegen van de strijd intentie tot uitputting beroepsprocedures onderliggende problematiek andere oplossingen voor handen
Veurne-Ieper
CAW Centraal West-Vlaanderen
14 • • • • •
onvoldoende intrinsieke motivatie duidelijk uitgesproken onmogelijkheid tot medewerking aan contactherstel niet ondertekenen huisreglement ernst van het ex-partnerconflict …
3.2.8. Het derde onthaalgesprek Tijdens het derde onthaalgesprek wordt in hoofdzaak de teambeslissing meegedeeld en de ouder krijgt te horen welke de volgende stap zal zijn binnen de bezoekruimte. Hierbij draagt men zorg voor het voldoende toelichten van de beslissing. De ouder hoeft niet akkoord te gaan met deze beslissing, er dient wel te worden nagegaan of ze deze beslissing en zijn mogelijke consequenties hebben begrepen. Ook in dit gesprek is het belangrijk dat de ouders voldoende zijn geïnformeerd en dat er duidelijkheid heerst. Bij de planning van het derde onthaalgesprek probeert men steeds om de verblijfouder als eerste in te lichten. Afhankelijk van de beslissing wordt een volgende afspraak gemaakt voor een extensief onthaalgesprek, een instapgesprek voor de methodiek of een informatiegesprek in het kader van een bemiddelingstraject. Tijdens het derde onthaalgesprek worden beide ouders ook gevraagd om het huishoudelijk reglement te ondertekenen. Het NIET ondertekenen van het huishoudelijk reglement leidt tot stopzetting van de opdracht. 3.3. Het extensief onthaal: 3.3.1. Doelstelling van het extensief onthaal Het extensief onthaal kent als fase binnen het onthaal twee doelstellingen: •
Een continuering/verlenging van het proces van vraagverheldering en het onderzoeken van de bereidheid en de mogelijkheden tot contactherstel met het oog op het nemen van een teambeslissing.
•
Een continuering/verlenging van het proces van vraagverheldering en het onderzoeken van de bereidheid en de mogelijkheden tot ouderschapsbemiddeling en aansluitend de plaats van het contactherstel.
Het extensief onthaal moet de visie op de situatie verbreden en voor verduidelijking zorgen zowel voor medewerker, team als betrokkenen. Het moet bijdragen aan de mogelijkheden tot contactherstel als prioritaire opdracht van de bezoekruimte.
Draaiboek Bezoekruimte
Veurne-Ieper
CAW Centraal West-Vlaanderen
15 Binnen het extensief onthaal wordt NIET aan de slag gegaan met de tegenstellingen, weerstanden en individuele thema’s. Indien uitdrukkelijk aanwezig wordt hieromtrent gericht doorverwezen. Bij het uitdrukkelijk aanwezig zijn van tegenstellingen bij het ouderpaar, moet het extensief onthaal helpen nagaan of tussen die tegenstellingen een brug kan worden gebouwd waar het kind vrij en veilig kan over bewegen. Het extensief onthaal moet meer zekerheid brengen betreffende de slaagkansen op contactherstel en/of ouderschapsbemiddeling in het belang van het kind. 3.3.2. Met wie? In deze fase kunnen andere partijen worden betrokken, er kunnen gesprekken plaatsvinden met de kinderen alsook met nieuwe partners en andere belanghebbende opvoedingsverantwoordelijken. Dit dient steeds te gebeuren met medeweten van beide ouders. Gesprekken met kinderen dienen steeds weloverwogen te worden en mogen geenszins het belang van het kind schaden. Bij voorkeur worden met de kinderen pas gesprekken gevoerd nadat beide ouders akkoord zijn gegaan met de tussenkomst van de bezoekruimte. Het doel van deze bijkomende contacten is tot een werkbare verhouding te kunnen komen met het oog op het realiseren van een duurzaam contactherstel. Wanneer in hoofdzaak één van beide partijen aan bod komt binnen het extensief onthaal, dient de andere partij hierover voldoende geïnformeerd te zijn. Hierbij kan geen inhoudelijke informatie worden verschaft. 3.3.3. Beperking in tijd en afronding Het extensief onthaal is beperkt in de tijd en kan maximaal drie maanden duren vanaf het moment van mededeling aan beide ouders op het derde onthaalgesprek. Er kan binnen deze termijn alleen nog een intensifiëring plaatsvinden door het aantal contacten op te drijven. Een uitbreiding van het onthaal met één à twee gesprekken is eveneens een extensief onthaal en moet dus eveneens onderwerp uitmaken van een teambeslissing. Het beëindigen van het extensief onthaal en het nemen van de volgende stap maakt steeds deel uit van een teambeslissing. Na het beëindigen van het extensief onthaal dient er zich een gesprek voor te doen cfr. het derde onthaalgesprek. Hierbij wordt de teambeslissing gecommuniceerd en kennen we dezelfde aandachtspunten eerder opgesomd bij het 3e onthaalgesprek. Draaiboek Bezoekruimte
Veurne-Ieper
CAW Centraal West-Vlaanderen
16 3.4. Doorverwijzing naar het bemiddelingstraject De doorverwijzing naar het bemiddelingstraject na het doorlopen van een extensief onthaal zal al of niet vooraf worden gegaan door een informatiegesprek gevoerd door en met de bemiddelaar. Dit moet de bemiddelaar toelaten om een zicht te krijgen op de mogelijkheden en de bereidheid van het ouderpaar om via ouderschapsbemiddeling tot een ouderschapsregeling en/of contactherstel te komen. De beslissing of een dossier al of niet toegelaten wordt tot de ouderschapsbemiddeling en daarbij aansluitend de plaats waar het contactherstel zal plaatsvinden, zal genomen worden door het team. In regel wordt deze beslissing dan ook pas genomen na het plaatsvinden van het informatiegesprek en de terugkoppeling naar het team. 4. De methodiek 4.1. Algemeen Onder methodiek wordt er begrepen de vijf fasen van begeleiding die tot contactherstel moeten leiden. Het toepassen van de methodiek is tijdelijk. Stap voor stap zal met de ouders worden gezocht naar een oplossing waarbij finaal onze tussenkomst niet langer vereist is. De tijd die men kan doorbrengen binnen de methodiek wordt bepaalt door de snelheid waarmee men kan evolueren in het contactherstel. Er is steeds de verwachting van een evolutie en indien verdere evolutie onmogelijk blijkt, kan dit de stopzetting/opschorting van het dossier betekenen. De bezoeken worden systematisch opgebouwd via vijf fasen, in elk van deze fases zijn er in regel drie contacten. Na het doorlopen van een fase volgt in regel een evaluatiegesprek met beide ouders afzonderlijk en er kan pas worden gestart met de volgende fase na akkoord van beide ouders. 4.2. De instapgesprekken 4.2.1. Het gesprek met de ouders Vooraf aan de eigenlijke bezoeken zal de medewerker instapgesprekken organiseren met alle betrokken partijen. Bij voorkeur wordt het eerste instapgesprek gevoerd met de verblijfouder. Zij worden hiertoe telefonisch, per brief of via mail uitgenodigd.
Draaiboek Bezoekruimte
Veurne-Ieper
CAW Centraal West-Vlaanderen
17 Tijdens dit eerste instapgesprek zal de medewerker een overgang maken van het onthaaltraject naar de methodiek. Hierbij is het belangrijk dat de medewerker bij de ouder nagaat of de besluiten na het onthaaltraject nog worden onderschreven. Zij vormen immers de basis voor het organiseren van contacten. De medewerker zal een duidelijke uiteenzetting geven omtrent de methodiek. Volgende items worden in het bijzonder toegelicht: • • • • • • • •
het tijdelijke karakter van de tussenkomst de vijf fasen evaluatiegesprekken na doorlopen van een fase de overeenkomst nodig om naar de volgende fase te kunnen gaan verwachting van evolutie stopzetting- en weigeringscriteria visie omtrent belang van het kind principes omtrent gesprekken met kinderen
Na een eerste instapgesprek met beide ouders, zal vaak nog een tweede instapgesprek plaatsvinden met de bezoekouder. Dit tweede instapgesprek zal plaatsvinden nadat het gesprek met de kinderen heeft plaatsgevonden. Tijdens dit gesprek zal de bezoekouder worden voorbereid op het eerste contact met het kind. Afhankelijk van welke informatie wij van de kinderen mogen bespreken, kunnen wij de contactouder informeren omtrent de verwachtingen, verlangens en angsten van het kind. Een tweede instapgesprek met de verblijfouder in deze fase van de methodiek is eerder optioneel, daar zij louter een informatieve invulling zal hebben, wat in sommige situaties ook telefonisch kan gebeuren. 4.2.2. Het gesprek met de kinderen Kinderen worden in principe pas uitgenodigd wanneer beide ouders zich akkoord verklaren met het organiseren van contacten. Op deze manier worden kinderen niet voor de keuze gesteld over het al of niet plaatsvinden van contactherstel, dit blijft een expliciete verantwoordelijkheid van de ouders. Binnen de methodiek neemt het gesprek met de kinderen bij voorkeur plaats na het eerste instapgesprek met de ouders. Het eerste contact met de kinderen gebeurt het best dicht bij het eigenlijke moment van het eerste contact, dit om te voorkomen dat kinderen lang zitten piekeren over wat komen zal.
Draaiboek Bezoekruimte
Veurne-Ieper
CAW Centraal West-Vlaanderen
18 Kinderen zullen meestal uitgenodigd worden via de verblijfouder, dit ofwel tijdens het instapgesprek met de verblijfouder of telefonisch/mail op een later tijdstip. Tijdens het instapgesprek zelf zien wij het kind bij voorkeur apart, zonder de ouder of broer en/of zus erbij. Om kinderen gerust te stellen, kan het gesprek steeds worden gevoerd/aangevat in aanwezigheid van de verblijfouder, broer of zus. Het doel van het gesprek met kinderen is om in de eerste plaats wederzijds kennis te maken. We proberen een zicht te krijgen op het kind binnen zijn systeem, zijn beleving omtrent de scheiding, de communicatie en het toekomstbeeld. We zullen de kinderen ook informeren over de reden van dit gesprek en de beslissing van hun beide ouders om te werken rond het contactherstel. We stellen onze dienst voor en geven uitleg over het verloop van de contactopbouw. We proberen afspraken te maken die ervoor zorgen dat het kind op een veilige manier (voorspelbaar en controleerbaar) en met een gerust gemoed het eerste contact tegemoet kan gaan. Hierbij stellen we onszelf de volgende vragen: • • • • •
Willen ze met hun ouder praten? Waar wensen ze niet over te spreken? Welke vragen zouden ze willen stellen? Zouden ze graag eerst een spelletje spelen om het ijs te breken? Wat willen ze dat wij doen?
Met zeer jonge kinderen zal men gebruik maken van spelmateriaal om dit gesprek vorm en inhoud te geven. Om het vertrouwen te installeren is het belangrijk dat ook kinderen geïnformeerd worden omtrent de vertrouwelijkheid rond deze gesprekken. Ook voor kinderen is het belangrijk dat wat zij vertellen in vertrouwen kan gebeuren. Indien wat zij vertellen contactherstel in de weg staat zullen zij worden uitgenodigd deze informatie te delen met de ouders. De afspraken die met het kind worden gemaakt omtrent het contactherstel worden aan beide ouders gecommuniceerd. 4.3. De bezoekruimte praktisch De begeleiding in de bezoekruimte start met het eerste contact tussen het kind en de bezoekouder. Om spanningen/conflicten te vermijden geven we de voorkeur aan een gescheiden overdracht waarbij de verblijfouder geen contact kent met de bezoekouder. Dit doen we door de bezoekouder te vragen om een kwartier eerder toe te komen en plaats te nemen in de bezoekruimte.
Draaiboek Bezoekruimte
Veurne-Ieper
CAW Centraal West-Vlaanderen
19 De verblijfsouder die een kwartier later komt met het kind, kan dan het kind aan de medewerker overdragen. Wij vragen de verblijfouder na anderhalf uur terug te keren en in de wachtzaal plaats te nemen. De medewerker verzorgt de overdracht en de verblijfouder en kind verlaten de dienst. Na deze overdracht kan er nog een korte evaluatie plaatsvinden met de bezoekouder. 4.3.1. Frequentie van de contacten De contacten worden volgens een vastgelegde frequentie georganiseerd. Bij voorkeur betreft het een bezoek van anderhalf uur om de veertien dagen. De bezoeken gaan door op woensdagmiddag of op zaterdag. Bij zeer jonge kinderen wordt er de voorkeur aan gegeven om het contact te beperken tot 1 uur en indien mogelijk de frequentie te verhogen tot een wekelijks contact. Een hogere frequentie kan een positieve bijdrage betekenen aan het hechtingsproces met de contactouder. ( In de praktijk zal dit casueel dienen te worden afgewogen in relatie tot de werkdruk op dat ogenblik.) 4.3.2. Opbouw van de contacten De contactopbouw binnen de bezoekruimte kent in zijn totaliteit een verloop in vijf fasen. Het uiteindelijke doel van deze geleidelijke contactopbouw is een omgangsregeling waarbij tussenkomst van de bezoekruimte niet langer noodzakelijk is. Iedere fase bestaat in regel uit drie contacten waarvan op voorhand duidelijk aan de ouders wordt uiteengezet hoe deze contacten zullen verlopen, wat onze rol is en wat de volgende stap zal zijn. Daar waar elke fase gewoonlijk uit drie contacten bestaat, beschikt de medewerker over de mogelijkheid om hiervan af te wijken zolang deze afwijking verdere evolutie mogelijk maakt. De afweging dient dus te worden gemaakt of een (beperkte) uitbreiding van het aantal contacten een wezenlijk verschil zal maken in het al of niet bereiken van het vooropgestelde doel. Het versnellen of vertragen in het verloop van de fasen kan alleen met het belang van het kind als belangrijkste afweging. Na iedere fase volgt een evaluatie met beide ouders afzonderlijk en wordt het akkoord gevraagd om over te gaan naar de volgende fase. Beide partijen geven door middel van een contract hun akkoord met de volgende stap. Indien één van de ouders niet akkoord gaat met de volgende stap, kan dit onderwerp uitmaken van een beslissing tot opschorting of stopzetting van het dossier. Dit zal steeds onderwerp uitmaken van een teambespreking.
Draaiboek Bezoekruimte
Veurne-Ieper
CAW Centraal West-Vlaanderen
20 Omdat contactherstel het belangrijkste doel is, kan er ook gekozen worden voor contactbehoud na het bereiken van een bepaalde fase en een contactherstel, zonder verdere evolutie. Indien er perspectief is op een nieuwe zittingsdatum, dan kunnen de contacten blijven doorgaan volgens de laatste afspraken. Volgens de richtlijn van het Steunpunt Algemeen Welzijnswerk kan de bezoekruimte het contactbehoud ondersteunen tot zes maanden na het bereiken van de laatste fase. 4.3.3. De vijf fasen 4.3.3.1.
Fase 1: De directe begeleiding Bij de directe begeleiding zal de medewerker actief deelnemen aan het contact via het gesprek en/of het spel tussen ouder en kind. De medewerker treedt faciliterend op door zowel het kind als de ouder op weg te helpen in het onderlinge contact. De medewerker zal zijn interveniëren steeds beperken en slechts daar optreden waar nodig. De medewerker zal dus enkel en alleen optreden wanneer hij/zij van mening is dat zijn/haar interventie een verschil zal maken met betrekking tot een gunstig verloop van het contact.
4.3.3.2.
Fase 2: De indirecte begeleiding Bij de indirecte begeleiding is de medewerker louter aanwezig in de bezoekruimte. Hij/zij zal het verloop van het contact van op afstand observeren en indien nodig interveniëren.
4.3.3.3.
Fase 3: Het zelfstandig binnenbezoek In de derde fase is de medewerker op afstand aanwezig, hij/zij is alleen nog aanwezig op vraag van ouder of kind. Er is geen directe begeleiding meer voorzien. In deze fase kan het een mogelijkheid zijn om de duur van het contact uit te breiden tot 2 uur. Gesuggereerd wordt om in deze fase reeds te denken aan het bespreken van het idee van een “gezamenlijke overdracht” en contact met de context van de contactouder. Het is aan de begeleider om uit te maken waar en wanneer dit besproken wordt. Het wel of niet bespreekbaar zijn van deze onderwerpen is niet bepalend voor het wel of niet verder zetten van de procedure bezoekruimte.
Draaiboek Bezoekruimte
Veurne-Ieper
CAW Centraal West-Vlaanderen
21 4.3.3.4.
Fase 4: Het zelfstandig buitenbezoek In de vierde fase zal na overdracht in de bezoekruimte, de contactouder met het kind naar buiten gaan. Bij aanvang wordt er gestart met een buitenbezoek van twee uur. Het eigenlijke bezoek neemt anderhalf uur in beslag, met één kwartier voorbereiding en één kwartier evaluatie na het bezoek. Er wordt standaard uitgegaan van een zelfstandig buitenbezoek. Enkel indien er vragen/bedenkingen zijn vanwege één van de ouders of vanwege de medewerker kan er een begeleid buitenbezoek worden georganiseerd. Een uitbreiding van de duur van het buitenbezoek is mogelijk mits overeengekomen door beide ouders. Een variant op de aard van de overdracht is eveneens bespreekbaar.
4.3.3.5.
Fase 5: Het dagbezoek In de vijfde en laatste fase gaan contactouder en kind naar buiten voor een langere tijd. Rekening houdend met de openingsuren van de bezoekruimte wordt deze tijd samen afgesproken en kan maximaal één dag in beslag nemen. Overeengekomen bezoeken die het dagbezoek overstijgen en dus buiten de context van de bezoekruimte vallen, zijn geheel op verantwoordelijkheid van de ouders.
4.3.4. Evaluatiegesprekken In principe zal er na elke fase een evaluatiegesprek plaatsvinden met de verblijfouder. In dit gesprek wordt enerzijds stilgestaan bij het verloop van de voorbije contacten en anderzijds bij de voorbereiding van de stap naar de volgende fase. De verblijfouder wordt ook ingelicht over het welbevinden van het kind tijdens de contacten. Hierbij kan worden stilgestaan bij wat de kinderen vertellen voor en na het contact en waarom ze dit vertellen. Het onderwerp “kinderen en hun loyaliteiten” kan hierbij een belangrijk thema vormen. Tevens neemt de medewerker de gelegenheid om de inbreng/inspanningen van de ouders zichtbaar te maken in functie van een gunstig verloop van de verdere contacten. Met de contactouder wordt indien mogelijk een korte evaluatie gehouden na ieder contact. Op het einde van een volledige fase wordt indien mogelijk na het laatste contact een uitgebreidere evaluatie gevoerd. Het betreft dan een extra te plannen gesprek. Hierbij wordt stilgestaan bij de beleving van zowel contactouder als kind en bij de verdere evolutie.
Draaiboek Bezoekruimte
Veurne-Ieper
CAW Centraal West-Vlaanderen
22 Een overgang naar een volgende fase wordt pas aan de contactouder gecommuniceerd nadat de verblijfouder zijn/haar akkoord heeft gegeven. Deze boodschap kan dan telefonisch worden medegedeeld aan de contactouder of deel uitmaken van een evaluatiegesprek op een later tijdstip. Afhankelijk van de leeftijd worden ook evaluatiegesprekken gevoerd met de kinderen. Het is aan de begeleider om het belang van het kind hierin te bewaken en gepast naar te handelen. Bij twijfel zal de medewerker steeds het team raadplegen. 4.3.5. Afronding/opschorting/stopzetting Een begeleiding door de bezoekruimte kan afgerond worden wanneer de vooropgestelde doelstellingen zijn bereikt. In het algemeen kan gesteld worden dat een afronding zal plaatsvinden wanneer het contact tussen ouder en kind is hersteld, een passend contact is geïnstalleerd en tussenkomst van de bezoekruimte niet langer vereist is. Een dossier kan ook afgerond worden wanneer men vaststelt dat de tijd niet rijp is om aan contactherstel te werken. Meestal zullen een aantal moeilijk verlopen contacten aan de basis liggen van deze beslissing. Deze beslissing wordt uitvoerig besproken met beide ouders en dient ook gecommuniceerd te worden aan het kind. Indien mogelijk wordt dit gevolgd door een afrondend contact tussen bezoekouder en kind. We zullen onze tussenkomsten opschorten wanneer wij meermaals vaststellen dat er inbreuken zijn op de opschortingscriteria en verandering na herhaaldelijke interventies door de medewerker uitblijft. Deze opschorting wordt gerapporteerd aan de opdrachtgever met een duidelijke vermelding van de reden van opschorting en een verwijzing naar de opschortingscriteria van toepassing op deze situatie. (zie opschortingscriteria) Dezelfde procedure wordt gevolgd wanneer wij inbreuken vaststellen op de stopzettingscriteria, die eveneens herhaaldelijk met de betrokkene(n) werden besproken, maar niet tot de gewenste kentering hebben geleid. In deze situatie wordt de tussenkomst stopgezet en deze stopzetting wordt gerapporteerd aan de opdrachtgever. In deze rapportage wordt duidelijk melding gemaakt van de reden van stopzetting, de identiteit van de overtreder en met een duidelijke verwijzing naar de stopzettingscriteria. (zie stopzettingscriteria)
Draaiboek Bezoekruimte
Veurne-Ieper
CAW Centraal West-Vlaanderen
23 4.3.6. Onderhouden van het contact Na het doorlopen van de vijf fasen van de bezoekruimte kan de tussenkomst worden gecontinueerd met het oog op een toekomstige zittingsdatum. Ook wanneer een begeleiding in een eerdere fase van contactherstel zit zonder onmiddellijke evolutie, kan de bezoekruimte het bereikte contact blijvend ondersteunen. Verdere tussenkomst dient de goedkeuring te hebben van zowel beide ouders als het team. Dit is slechts mogelijk voor een periode van zes maanden na het bereiken van het voorlopige eindpunt.
Draaiboek Bezoekruimte
Veurne-Ieper
CAW Centraal West-Vlaanderen
24 5. Het bemiddelingstraject
Instroomschema
Onthaal
Methodiek
Afronding methodiek
Vaststellen bereidheid en mogelijkheden tot bemiddeling
informatiegesprek
Instapgesprek met ouderschapsakkoord
stopzetting
Bemiddelingstraject 4 à 5 gesprekken
Terug methodiek
Afronding
Draaiboek Bezoekruimte
Veurne-Ieper
CAW Centraal West-Vlaanderen
25
5.1. Doel van het bemiddelingstraject
Ouderschapsbemiddeling heeft als doel de communicatie tussen ouders terug op gang te brengen en een ouderdialoog te installeren. We streven ernaar dat ouders opnieuw samen leren overleggen en beslissen in thema’s die de kinderen aanbelangen. Het belang van het kind staat hierbij steeds centraal. Het uitgangspunt is dat ouders na hun scheiding samen de verantwoordelijkheid blijven dragen over hun kinderen. Wanneer ouders hun bekommernissen kunnen bespreken en tot afspraken kunnen komen die voor beiden werkbaar zijn, krijgen zij deze afspraken ook overgebracht aan hun kinderen. Dan kan een omgangs- en verblijfregeling vaak tegen alle verwachtingen in toch vlot verlopen. Het bemiddelingstraject wordt de ouders vrijwillig aangeboden. Kinderen worden in principe niet bij de ouderschapsbemiddeling betrokkenen, dit om geen verantwoordelijkheid bij de kinderen te leggen. Op termijn kan het binnen het bemiddelingstraject toch aangewezen zijn om de kinderen een stem te geven in de ouderschapsbemiddeling. Binnen het bemiddelingstraject kan er contactherstel plaatsvinden. De plaats voor het contactherstel (binnen de methodiek of de bemiddeling) wordt bepaald tijdens een team na het doorlopen van de onthaalfase. Bij twijfel wordt de voorkeur gegeven aan contactherstel via de methodiek. Door in de methodiek te starten wordt er de voorkeur gegeven aan een veilige start met perspectief op evolutie. 5.2. De instroom naar het bemiddelingstraject. Tijdens de eerste onthaalgesprekken worden ouders standaard geïnformeerd over het bemiddelingstraject. Wanneer zij verdere informatie wensen over het bemiddelingstraject, kan een beroep worden gedaan op een gesprek met de bemiddelaar. 5.2.1 Het informatiegesprek De bemiddelaar nodigt de ouders afzonderlijk uit voor een informatiegesprek. Indien zij graag iemand meebrengen om hen te ondersteunen (bv de partner, familielid, kennis, tolk…), is dit zeker mogelijk. De aanwezigheid van advocaten wordt vermeden. We willen immers niet of toch zo weinig mogelijk in de juridische strijd betrokken worden.
Draaiboek Bezoekruimte
Veurne-Ieper
CAW Centraal West-Vlaanderen
26 Tijdens dit gesprek wordt door de bemiddelaar informatie gegeven omtrent de inhoud en het traject van de ouderschapsbemiddeling. Tevens worden de verwachtingen en voorwaarden voor bemiddeling verduidelijkt. De beslissing van de ouders om al dan niet in het bemiddelingstraject mee te stappen, wordt door de bemiddelaar of onthaalmedewerker teruggekoppeld naar het team. Na het onthaaltraject wordt het dossier in het team geëvalueerd. Indien het dossier aan de criteria voor bemiddeling voldoet, wordt dit aan de ouders aangeboden. Volgende criteria teambeslissing: • • • • • • • • • • • •
worden
gehanteerd
bij
het
faciliteren
van
een
ernst en duur van het conflict communicatiemogelijkheden en – bereidheid van de ouders motivatie van de ouders resterende betrokkenheid van ouders tov elkaar betrokkenheid op het kind grootouderlijke contacten vrijwillig of gerechtelijk dossier leeftijd van de kinderen scheiding EOO of EOT andere procedures lopende inschatting van onthaalmedewerker info uit het informatiegesprek
Instroom naar bemiddeling is ook mogelijk wanneer in een dossier opgestart binnen de methodiek kan worden vastgesteld dat de ouders klaar en bereid zijn om via bemiddeling tot verdere afspraken te komen. Instroom naar bemiddeling is verder ook mogelijk na afronding van het traject via methodiek en wanneer beide ouders de bereidheid kennen om een verdere zelfstandige regeling uit te werken. 5.3. De ouderschapsbemiddeling 5.3.1. Het instapgesprek Nadat beide ouders hun akkoord verleenden om samen rond tafel te zitten, worden zij door de bemiddelaar telefonisch uitgenodigd voor een instapgesprek.
Draaiboek Bezoekruimte
Veurne-Ieper
CAW Centraal West-Vlaanderen
27 In dit gesprek wordt stilgestaan bij de verwachtingen, het aanbod en het engagement van de bemiddelaar. Er wordt gepolst naar de bereidheid, de motivatie en de doelstellingen van de betrokken ouders. Slechts wanneer beide ouders en bemiddelaar tot een akkoord komen, kan de bemiddeling van start gaan. Dit wordt vastgelegd in een bemiddelingsakkoord. Indien geen akkoord bereikt kan worden of het de ouders toch niet lukt om tot een constructief proces te komen, dan wordt de bemiddeling afgerond. Via het team wordt nagegaan of er binnen de bezoekruimte andere opties mogelijk zijn. 5.3.2. Verloop van het instapgesprek 5.3.2.1.
Modaliteiten
We kiezen ervoor om deze gesprekken enkel met de ouders te laten doorgaan. Het is belangrijk dat het evenwicht behouden blijft. Mocht de nood zich voordoen dat een derde partij aanwezig is, dan kan dit enkel mits toestemming van de andere ouder. Beide ouders dienen akkoord te zijn met de aanwezigheid van derden en liefst brengen ze beiden iemand mee. Bij aanvang van de bemiddeling wordt er over gewaakt dat het traject in alle sereniteit kan verlopen. Er wordt dan ook actief getoetst of beide ouders vrij van conflict aanwezig kunnen zijn. In het eerste gesprek gaat de bemiddelaar grotendeels het woord voeren. Voor sommige ouders is dit een comfortabele situatie, voor anderen is het net een opgave om niet meteen van wal te kunnen steken. In dit eerste gesprek is het niet de bedoeling om de ouderschapsthema ’s reeds inhoudelijk te bespreken. 5.3.2.2.
Belangrijk om te installeren
•
Vader en moeder worden aangesproken als ‘papa’ en ‘mama’. Op die manier worden zij aangesproken in hun gezamenlijke ouderschapsrol en niet in hun ex-partnerschapsrol.
•
We geven uitleg over onze rol als bemiddelaar: o o o
We bewaken het evenwicht. We brengen het perspectief van de kinderen binnen. We zien ouders als de experts wat hun kinderen betreft .
Draaiboek Bezoekruimte
Veurne-Ieper
CAW Centraal West-Vlaanderen
28 o
•
Wij zijn ervaren in hoe kinderen omgaan met een scheiding, vooral met betrekking tot mogelijke loyaliteitsconflicten. Hierover, willen we de ouders, indien nodig, voldoende inlichten.
We benadrukken het belang van de vertrouwelijkheid en vragen expliciet aan de ouders hun akkoord om de informatie uit de gesprekken niet te misbruiken. Deze vertrouwelijkheid situeert zich op 4 niveaus: o
rechtbank en/of advocaten: Het is de bedoeling dat ouders via bemiddeling een andere weg inslaan in hun onderlinge communicatie. We vragen aan ouders om geen inhoud, sfeerbeelden of bewoordingen van de andere ouder aan te halen in de mogelijks verdere juridische procedure. De bemiddeling kan niet lukken als er geen engagement is om respectvol met de informatie om te springen. Dit betekent niet dat de ouders hun advocaat niet mogen inlichten betreffende het bemiddelingstraject. Het gaat vooral om “hoe” er met deze info wordt omgegaan.
o
onmiddellijke omgeving : Indien ouders de bemiddeling een eerlijke kans willen geven, is het belangrijk dat ze hun eigen context kunnen motiveren voor dit bemiddelingstraject. Deze context heeft de scheiding vaak van zeer nabij gevolgd. Zij hebben geluisterd en gezorgd en hebben vanuit hun loyaliteit een positie ingenomen. We vragen ouders een appél te doen op hun onmiddellijke omgeving om op een positieve manier bij te dragen aan dit traject. Dit kunnen ze doen door zelf over dit traject te spreken vanuit de kansen en niet vanuit de tegenstellingen.
o
de kinderen: We vragen aan ouders om hun kinderen niet te belasten met verhalen over het verloop van de bemiddeling. Het is niet de bedoeling dat kinderen ingelicht worden over de thema’s die ouders bespreken, over wie tot wat bereid is… We spreken met ouders af dat zij enkel de gemaakte afspraken aangaande de kinderen aan hen doorgeven. De focus ligt hierbij op de boodschap dat ouders deze afspraken SAMEN hebben gemaakt, ook al zijn hier heel wat onderhandelingen en mogelijke discussies aan vooraf gegaan.
Draaiboek Bezoekruimte
Veurne-Ieper
CAW Centraal West-Vlaanderen
29
o
de bemiddelaar: Wanneer er dient gerapporteerd te worden aan de Rechtbank, delen we enkel feitelijke informatie mee. Feitelijke informatie is een overzicht van het aantal contacten, de gemaakte afspraken en de afspraken die men wenst te officialiseren. We geven geen inhoudelijke informatie door aan de Rechtbank, noch aan advocaten, noch aan hulpverleners of betrokken derden. Tenzij dit met beide ouders werd besproken en door beide ouders werd goedgekeurd.
•
De bedoeling van de gezamenlijke gesprekken is een forum installeren dat kan dienen om ouderschapsthema’s bespreekbaar te stellen. Dit betekent dat we voor wat betreft de kinderen, vragen om geen verdere regelingen via hun advocaten te maken. We checken of advocaten nog een actieve rol spelen en of er nog procedures lopende zijn. Op die manier komen ouders en bemiddelaar niet voor verrassingen te staan in de loop van de bemiddeling.
5.3.2.3.
Wat bij stopzetting?
Een stopzetting van de bemiddeling wordt bij voorkeur steeds gecommuniceerd door middel van een gezamenlijk gesprek. Er wordt echter gevraagd om minstens een drietal gesprekken de kans te geven vooraleer een beeld te vormen over de zinvolheid van de ouderschapsbemiddeling. 5.3.2.4.
Communicatie
Elke communicatie tussen ouder en bemiddelaar wordt gevoerd tijdens de gezamenlijke gesprekken. Telefonisch wordt er geen inhoudelijke communicatie gevoerd. Op deze manier respecteren we de ‘open communicatie’. individuele ondersteunende gesprekken zijn mogelijk mits de andere ouder hiervan op de hoogte is. Dit wordt bij voorkeur besproken tijdens een gezamenlijk gesprek. 5.3.2.5.
Doelstellingen.
Tot slot staan we stil bij onze doelstellingen en de doelstellingen van beide ouders. Onze doelstelling bestaat erin om de communicatie tussen ouders terug op gang te brengen zodat zij op een constructieve manier de dialoog omtrent de kinderen kunnen aangaan. Dit met het oog op contactherstel en een gepaste omgangs- en verblijfsregeling.
Draaiboek Bezoekruimte
Veurne-Ieper
CAW Centraal West-Vlaanderen
30 Hierbij zal de bemiddelaar zich in eerste instantie richten op de wijze waarop er gecommuniceerd wordt en minder op het inhoudelijke van de gesprekken. Er wordt expliciet toestemming gevraagd om aan de communicatie van beide ouders te mogen werken. We staan ook stil bij de doelstellingen van beide ouders. We stellen de vraag dewelke hun verwachtingen zijn en waar zij willen staan op het einde van dit traject. We gaan ook na welke motivatie zij hierbij kennen. Wat betreft de ouders is het de bedoeling dat zijn tot een gemeenschappelijk doel kunnen komen. Indien beide ouders na het instapgesprek bereid zijn om verder te werken wordt het bemiddelingsakkoord ondertekend. Er wordt een volgende afspraak gemaakt voor een eerste inhoudelijk gesprek. Indien blijkt dat zij zich niet kunnen verzoenen met de spelregels van de bemiddeling, worden er geen verdere afspraken gemaakt en wordt het bemiddelingstraject afgerond. 5.3.3. Gezamenlijke gesprekken. De gezamenlijke gesprekken gaan steeds door op data die door beide ouders zijn overeengekomen. Indien er geen overeenkomst gevonden wordt, stellen we voor om af te wisselen. Op deze wijze wordt afwisselend tegemoet gekomen aan de voorkeur van elke ouder. Het bemiddelingstraject is beperkt in tijd. We streven ernaar om met 4 à 5 gezamenlijke gesprekken tot een overeenkomst te komen. Deze afbakening is belangrijk om duidelijk te maken dat er efficiënt en met een gepast en echt engagement dient te worden gewerkt. Elk gesprek begint met het opmaken van een agenda. Elke ouder krijgt de gelegenheid om zijn agendapunten te benoemen. We proberen erover te waken dat elke ouder evenredig aan bod kan komen. Het doel van de gesprekken is voor eenieder duidelijk, het verloop ervan is dat niet. 5.3.4. Evaluatie Na een drietal inhoudelijke gesprekken is het mogelijk het verloop van de bemiddeling tijdens een gezamenlijk gesprek te evalueren. We bekijken dan met beide ouders hoe ze de bemiddeling ervaren. Kunnen ze zich nog vinden in het bemiddelingstraject? Zien ze veranderingen? Zijn ze tevreden over het proces? Een conclusie van deze evaluatie kan zijn dat de ouders zich verder engageren tot de ouderschapsbemiddeling om zo tot een gemeenschappelijk akkoord te komen. Het kan ook dat één of beide ouders wensen af te zien van verdere gesprekken.
Draaiboek Bezoekruimte
Veurne-Ieper
CAW Centraal West-Vlaanderen
31 Dit betekend dan een stopzetting van het bemiddelingstraject waardoor het dossier opnieuw in handen komt van het team. 5.3.5. Ouderschapsovereenkomst Bij afronding van het bemiddelingstraject wordt een ouderschapsovereenkomst opgesteld. In de ouderschapsovereenkomst worden afspraken vastgelegd betreffende het ouderschap en de kinderen. Het betreft afspraken omtrent contactherstel, gezagsregeling, verblijfsregeling, kosten en conflictbeheersing. Deze overeenkomst kan ter homologatie aan de rechter worden voorgelegd.
6. Rapportage/beslissing 6.1. Het rapport Het rapport opgemaakt door de bezoekruimte wordt gezien als een officieel document dat alleen wordt overgemaakt aan de opdrachtgever en op vraag aan de advocaten van beide ouders. De rapportage gebeurt met het oog op een tussenvonnis of een eindvonnis. Op initiatief van de bezoekruimte wordt de opdrachtgever systematisch geïnformeerd betreffende de beslissing genomen na verloop van de onthaalfase. Zo wordt er steeds meegedeeld of een dossier na onthaal naar de methodiek of het bemiddelingstraject gaat of het dossier wordt stopgezet/opgeschort. De inhoud van de rapportage beperkt zich steeds tot het leveren van concrete en objectieve informatie die voldoende duidelijk is voor de opdrachtgever. De rapportage bevat steeds een chronologische oplijsting van het verloop van de contacten sedert de aanvang van het dossier of de vorige rapportage. Verder wordt er een stand van zaken gegeven en in het geval van een beslissing wordt deze aangevuld met de motivatie voor deze beslissing. Bij stopzetting, weigering en opschorting, worden de criteria opgenomen die van toepassing zijn. De medewerker zal er zich van weerhouden om uitspraken van kinderen in de rapportage op te nemen. Het rapport wordt bij voorkeur steeds besproken op het wekelijks teamoverleg. Het wordt in regel ook steeds inhoudelijk besproken met beide partijen.
Draaiboek Bezoekruimte
Veurne-Ieper
CAW Centraal West-Vlaanderen
32 Bijlagen •
•
Weigerings- opschortings - en stopzettingscriteria overeenkomstig decreet op Rechtspositie van de minderjarige in de integrale hulpverlening Huishoudelijk reglement
Draaiboek Bezoekruimte
Veurne-Ieper
CAW Centraal West-Vlaanderen