Jaarstukken 2014
GEMEENTE RHEDEN
Inhoudsopgave Aanbieding en Inleiding Jaarverslag Kerngegevens Toelichting op jaarverslag en voorstel resultaatbestemming Programmaverantwoording Inleiding Algemeen Leeswijzer programmabladen Legenda gebruikte afkortingen 1.Bestuur 2.Veiligheid 3.Organisatie en Dienstverlening 4.Ruimtelijke ontwikkeling 5.Openbare ruimte 6.Onderwijs, jeugd en sport 7.Welzijn 8.Recreatie, Kunst en Natuur 9.Werk en inkomen 10. Dekkingmiddelen Paragrafen i.Lokale heffingen ii.Weerstandsvermogen iii.Onderhoud kapitaalgoederen iv.Financiering v.Bedrijfsvoering vi.Verbonden partijen vii.Grondbeleid viii. Bezuinigingen Jaarrekening Overzicht baten en lasten in de jaarrekening 2014 Begrotingsrechtmatigheid Incidentele baten en lasten Structurele toevoegingen en onttrekkingen aan de reserves Balans en toelichting Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) SiSa
1
3 5 6 7 13 15 15 15 17 19 25 34 45 51 59 67 79 85 95 100 101 105 110 123 129 137 151 158 163 164 165 166 167 169 208 209
2
Aanbieding en Inleiding Inleiding Voor u ligt de eerste jaarrekening van het College. Het afgelopen jaar hebben wij samen met u en onze medewerkers hard gewerkt aan het realiseren van onze ambities met als uitgangspunt een solide en stabiel financieel beleid. Decentralisatie Met name het tijdig klaar staan voor de omvangrijke taken die in het kader van de decentralisaties op ons af zijn gekomen heeft veel van de organisatie, ons College en uw Raad gevraagd. Wij zijn trots op de resultaten die wij tot nu toe met elkaar hebben neergezet en realiseren ons tegelijker tijd dat er nog veel moet gebeuren om deze taken goed verankerd te krijgen in onze reguliere bedrijfsvoering. Ten aanzien van de financiële contouren met betrekking tot de decentralisatie hebben wij lang moeten wachten alvorens deze duidelijk werden en werd het slagvaardig handelen daarmee bemoeilijkt. Ondanks het feit dat er meer zicht is gekomen op de financiële ontwikkelingen ten aanzien van deze taken, blijven de financiële onzekerheden substantieel. Een goede monitoring is en blijft daarmee onontbeerlijk om ook in de toekomst een solide financiële huishouding te kunnen borgen. Professionalisering dienstverlening Met de omvangrijke ontwikkelingen op het sociaal domein die veel van onze aandacht hebben gevraagd mogen we zeker niet uit het oog verliezen dat ook op andere gebieden flinke slagen zijn gemaakt. Zo hechten wij er waarde aan de dienstverlening aan onze inwoners en bedrijven blijvend te verbeteren. In 2014 heeft dit geleid tot een verdere aanscherping van de visie op de publieke dienstverlening en is ingezet op de verdere professionalisering van onze klantbenadering aan de gemeente loketten. Daarnaast is er vanuit het project “klant in beeld” het afgelopen jaar een enorme inzet geweest op de procesinrichting van de nieuwe taken die op onze gemeente zijn afgekomen. Ook hierbij stond de klantgerichtheid centraal. Burgerparticipatie Wij vinden het belangrijk om de afstand tussen onze inwoners en de overheid te verkleinen. Daartoe ondersteunen wij initiatieven van onze inwoners, ondernemers en organisaties daar waar deze bijdrage aan een betere lokale samenleving. Maar ook vinden wij het belangrijk om de potentie van de Rhedense samenleving te gebruiken en in de zetten daar waar het om onze eigen initiatieven gaat. Zo voeren wij alle ruimtelijke herinrichtingprojecten uit vanuit cocreatie, te denken valt aan de herinrichtingsprojecten Geitenbergweg, Kennedylaan, als ook de stationsomgeving Dieren (traversegebied). Maar ook de structuurvisies voor onze dorpen en het realiseren van een jongeren ontmoetingsplaats hebben wij samen met onze inwoners opgepakt. Burgerparticipatie wordt steeds meer een vanzelfsprekendheid in onze organisatie. Financiële ontwikkelingen Het afgelopen jaar is strakker ingezet op de budgetontwikkelingen om aan te sluiten bij de bestuursrapportage. Dit jaar wordt afgesloten met een positief resultaat van € 2,3 mln. Het resultaat ligt beduidend lager dan vorig jaar. Na analyse van het jaarrekeningresultaat blijkt dat € 1,2 miljoen reeds in eerdere P&C-documenten structureel is afgeraamd in de meerjarenbegroting 2015-2018. Omdat deze afwijkingen eerder structureel zijn verwerkt, moet het resultaat nu bij de jaarrekening als incidenteel worden aangemerkt. Het College is nog niet geheel tevreden met deze resultaatsontwikkeling, zeker ook omdat een gering deel van het resultaat voorzien had kunnen worden. Het College heeft de directie opdacht gegeven om met het management in gesprek te gaan over de uitkomsten en vervolg maatregelen te treffen om nog scherper aan te sluiten bij de bestuursrapportage. Een van de maatregelen die inmiddels is getroffen zijn extra managementgesprekken met betrekking tot prestatie en budgetontwikkelingen.
3
Tenslotte Een meer gedetailleerde uitwerking van deze en andere ontwikkelingen vindt u terug in het voorliggende jaarverslag en jaarrekening. Het College is trots op de behaalde resultaten en de prestaties in 2014.
4
Jaarverslag
5
Kerngegevens Sociale structuur Inwoners
Uitkeringsgerechtigden
Fysieke structuur Oppervlakte
0 – 4 jaar 5 – 19 jaar 20 - 64 jaar > 65 jaar Totaal
WWB < 65 jaar WWB > 65 jaar IOAW IOAZ Bbz
Land (in ha) Binnenwater (in ha) Openbaar groen(in ha) Wegen: asfalt (in m²) elementen (in m²)
Lengte
Riolering (in km)
Aantal
Woningen Recreatiewoningen Lantaarnpalen Bomen Speelplaatsen Speeltoestellen
Voorzieningen (aantallen op teldatum 1 oktober 2014) Openbaar basisonderwijs Aantal scholen Aantal leerlingen
31 dec 2013
31 dec 2014
1.921 7.040 23.974 10.758 43.693
1.916 6.967 23.898 10.908 43.689
780 0 53 7 10
892 3 59 3 18
8.173 266 140 1.221.258 1.236.263
8.173 266 140 1.216.758 1.240.263
239
244
20.535 190 6.800 16.977 95 364
20.543 228 6.800 16.824 95 364
10 1.454
10 1.452
Bijzonder basisonderwijs
Aantal scholen Aantal leerlingen
10 2.016
10 1.973
Voortgezet onderwijs
Aantal scholen Aantal leerlingen
3 2.082
3 2.105
6
Toelichting op jaarverslag en voorstel resultaatbestemming Financiële analyse op hoofdlijnen Het jaar 2014 wordt afgesloten met een positief resultaat na bestemming van € 2.328.000. In de Aanbieding en inleiding hebben we aangegeven dat € 1,2 miljoen reeds verwerkt is als structurele afwijking in voorgaande P&C-documenten. Deze afwijkingen worden verderop in dit hoofdstuk nader toegelicht onder verwerking incidenteel jaarrekeningresultaat in meerjarenraming. In onderstaand overzicht wordt het jaarrekeningresultaat 2014 per programma weergegeven met de primitieve begroting, de begroting na bestuursrapportage en actuele begroting als vergelijking. Daarnaast is van het saldo 2014 per programma het incidentele en structurele resultaat aangegeven: (bedragen x € 1.000)
Programma
Gewijzigde begroting na Primitieve bestuursrapporActuele begroting 2014 tage 2014 begroting 2014
Rekening 2014
Saldo 2014
Incidenteel
Structureel
1. Bestuur
-3.025
-3.048
-3.051
-2.913
138
183
-45
2. Veiligheid
-3.271
-3.282
-3.282
-3.142
141
106
35
-3.234
-2.580
-2.307
-2.527
-220
-207
-13
-3.721
-3.071
-3.034
-3.123
-88
-88
-
-18.224
-17.639
-17.674
-17.291
383
383
-
-6.750
-6.392
-6.347
-6.178
169
174
-5 -
3. Organisatie en dienstverlening 4. Ruimtelijke ontwikkeling 5. Openbare ruimte 6. Onderwijs, Jeugd en Sport 7. Welzijn
-13.480
-12.028
-12.073
-11.099
974
974
8. Recreatie, kunst en natuur
-2.457
-2.443
-2.449
-2.466
-16
-16
9. Werk en inkomen
-7.591
-9.116
-9.197
-8.786
58.764
60.656
59.415
59.854
438
478
-40
1.056
-
2.328
2.328
2.412
-83
10. Dekkingsmiddelen Gerealiseerde resultaat
-2.989
410
-15
425
Het resultaat van € 2.328.000 wordt veroorzaakt door een aantal afwijkingen. In de programmaverantwoording wordt per programma een toelichting gegeven op deze afwijkingen. In onderstaand overzicht zijn op hoofdlijnen de belangrijkste afwijkingen weergegeven. Daarnaast is aangegeven of het een incidentele of structurele afwijking is en of de afwijking bij de Voorjaarsnota of Bestuursrapportage 2014 al bekend was:
Nr.
Onderwerp
Bedrag
S/I
(x € 1.000)
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11.
Inkomsten BUIG-uitkering Collectieve diensten en toegang Afval Algemene uitkering Uitgaven BUIG Personeel WMO huishoudelijke hulp WMO overige voorzieningen VGGM
€ 382 € 318 € 293 € 290 € 277 € 261 € 220 € 223 € 88 € 35 -€ 172 € 113 € 2.328
Eigen bijdrage WMO huishoudelijke hulp Overig Totaal
I I I I I I I I I S I
Bekend bij VJN/Berap? Nee Ja Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee
1. Inkomsten BUIG-uitkering Eind september 2014 hebben wij de definitieve beschikking voor de BUIG-uitkering 2014 ontvangen. Zoals reeds bij de voorjaarsnota en bestuursrapportage 2014 aangegeven, gingen wij op basis van de voorlopige beschikking uit van een korting van 9% op de BUIG-uitkering in 2014.
7
Uiteindelijk bleek deze korting met 7,9% lager uit te vallen waardoor de inkomsten bij de jaarrekening € 382.000 hoger zijn dan verwacht bij de bestuursrapportage. 2. Collectieve diensten en toegang Het overschot op dit product wordt veroorzaakt door het voordeel op de aanbesteding van de welzijnsdiensten dat bestemd is voor het opknappen van de Oase in Dieren. In de Voorjaarsnota 2014 is dit reeds gemeld. Omdat de uitgaven in 2015 wel zullen gaan plaats vinden, is bij de resultaatbestemmingen een deel van dit positieve resultaat bestemd voor de investeringen in de technische installaties bij de Oase in Dieren en de maatregelen voor geluidsoverlast bij dorpshuis Rheden 3. Afval Door minder lasten en meer opbrensten (vergoeding voor glas, kunststof en papier) is een voordelig resultaat ontstaan van € 293.000. Het bedrag zal middels een resultaatbestemming ten gunste komen van de egalisatiereserve huisvuil. De toegevoegde middelen worden betrokken bij de tariefsbepaling 2016 en vloeien hierdoor uiteindelijk terug naar de inwoners. 4. Algemene uitkering In de decembercirculaire ontvangen wij de actualisatie op aantallen en maatstaven over de nog niet definitief afgerekende jaren. Op basis hiervan ontvangen wij voor 2014 een hogere bijdrage uit het gemeentefonds. Bij de berekening wordt uitgegaan van de cijfers met peildatum december 2014. Deze actualisatie heeft geleid tot een positieve bijstelling als gevolg van een hoger aantal bijstandsontvangers en een positieve bijstelling van de maatstaf voor lage lonen. 5. Uitgaven BUIG Bij de bestuursrapportage werd nog uitgegaan van een hogere stijging van het klantenbestand op basis van de gegevens over het 1e halfjaar 2014. Bij de jaarrekening is gebleken dat het klantenbestand in het 2e halfjaar 2014 minder hard gestegen is dan verwacht. 6. Personeel In de paragraaf bedrijfsvoering wordt nader ingegaan op het gevoerde personeelsbeleid in 2014. De personeelskosten bestaande uit reguliere salariskosten en inhuur zijn in 2014 € 261.000 lager uitgevallen dan begroot. Op de personeelsbegroting van € 25.146.000 is dit een afwijking van 1%. 7. WMO huishoudelijke hulp Bij de voorjaarsnota is gemeld dat een voordeel op de uitgaven voor huishoudelijke hulp werd verwacht van € 400.000. Vervolgens werd bij de bestuursrapportage het budget voor WMO huishoudelijk hulp afgeraamd met € 150.000. Een deel hiervan (€ 100.000) is meegenomen als structurele bezuiniging in het dekkingsplan 2015-2018. Het aantal gebruikers van een
persoonsgebonden budget loopt nog steeds terug alsmede de vraag naar zorg in natura. Omdat de facturen van de zorgleveranciers voor de 2e helft 2014 vrij laat zijn ontvangen was er bij de bestuursrapportage nog niet volledig inzicht in de werkelijke kosten. De werkelijke kosten voor huishoudelijk hulp zijn € 220.000 lager dan verwacht bij de bestuursrapportage. 8. WMO hulpmiddelen /woonvoorzieningen Bij de bestuursrapportage is het budget voor hulpmiddelen met € 70.000 afgeraamd en het budget voor woonvoorzieningen met € 200.000. Een deel hiervan (€ 70.000) is meegenomen als structurele bezuiniging in het dekkingsplan 2015-2018. In de realisatie zien we dat het er op hulpmiddelen een positief resultaat te melden is van € 141.000. Dit is het gevolg van meer cliënten die onder de langdurige zorg vallen (dus niet onder de gemeente) en hogere ontvangen bijdragen voor rolstoelen van andere gemeenten bij verhuizing van cliënten. De woonvoorzieningen vallen € 82.000 lager uit als gevolg van weinig grote woningaanpassingen in 2014.
8
9. VGGM Op basis van de bijgestelde bijdrage VGGM 2014 was bij de bestuursrapportage sprake van een incidenteel nadeel van € 89.000. Achteraf blijkt op basis van de werkelijke afschrijvingslasten zowel bij de VGGM als bij de gemeente, dat deze bijraming niet nodig was en komen we bij de jaarrekening uit op een incidenteel voordeel van € 88.000. Daarnaast is een structureel voordeel van € 35.000 ontstaan, omdat zowel bij de VGGM als in de begroting van de gemeente Rheden rekening was gehouden met een storting in de voorziening onderhoud. 10. Eigen bijdrage WMO huishoudelijke hulp Bij de Voorjaarsnota is incidenteel € 150.000 bijgeraamd voor toename van de eigen bijdragen. Vervolgens is bij de Bestuursrapportage nog rekening gehouden met een toename van de eigen bijdragen met € 500.000 door de mogelijkheid “levenslang” een eigen bijdrage te vragen voor zowel de traplift als voor de scootmobiel op grond van historie. Daarnaast is aangegeven dat de eigen bijdrage zal afnemen door de veranderingen binnen de HH. Om deze reden is maar de helft van de toename bij de bestuursrapportage (€ 250.000) meegenomen als structurele bezuiniging in het dekkingsplan 2015-2018. In het najaar 2014 heeft het CAK op haar website gepubliceerd wat het wegvallen van de WTCG korting concreet zou gaan betekenen voor de hoogte van de eigen bijdrage. Voor nieuwe aanvragers HH (of herindicaties) zien we het directe effect hierop, namelijk dat velen hebben afgezien van deze voorziening om reden van de kosten. Om die reden is de eigen bijdrage € 172.000 lager uitgevallen dan voorzien bij de bestuursrapportage. 11. Overig De overige afwijkingen bedragen per saldo € 113.000. Deze afwijkingen worden in de programmabladen afzonderlijk toegelicht. De bovenstaande toelichting op de belangrijkste afwijkingen laat zien dat het grootste deel incidenteel van aard is en niet te voorzien was bij het opmaken van de Voorjaarsnota of Bestuursrapportage. In totaal bedraagt het saldo bij de jaarrekening 1,9% van het begrotingstotaal (€ 120.654.000). Zoals bij de Bestuursrapportage aangegeven is geprobeerd om een zo goed mogelijke inschatting te maken van het verwachte jaarrekeningresultaat 2014. Aangegeven is ook dat dit voor een aantal onderdelen zoals personeelslasten, algemene uitkering en incidentele budgetten lastig blijft. Voor andere onderdelen zoals de BUIG en WMO hopen we in 2015 bij de tussentijdse rapportages een betere inschatting te kunnen maken op basis van de op dat moment bekende informatie. Verwerking incidenteel jaarrekeningresultaat in meerjarenraming Het jaarrekeningresultaat bestaat zoals in de financiële analyse op hoofdlijnen aangegeven uit een structureel en incidenteel resultaat. Bij bepaalde afwijkingen is aangegeven dat vanaf 2015 budgetten structureel zijn bijgesteld of bezuinigingen zijn doorgevoerd bijvoorbeeld in het dekkingsplan 20152018. Ook in eerdere bezuinigingsrondes zijn reeds bezuinigingen doorgevoerd voor 2015 en volgende jaren. De structurele afwijkingen zullen worden verwerkt in de Voorjaarsnota 2015. In onderstaand overzicht is aangegeven welke incidentele afwijkingen reeds vertaald zijn in een aframing van het budget of een bezuiniging bij een eerder P&C-document. Prog.
Onderwerp
Bedrag
P&C-document
(x € 1.000)
3. 3. 5. 7.
Telefonie Elektra Huisvuil WMO hulpmiddelen
€ 25 € 25 € 1431 € 201 € 70
1
Begroting 2015 Begroting 2015 Begroting 2015 Minderen met beleid, ingangsjaar 2015 Dekkingsplan 2015-2018
Bij de begroting 2015 is reeds € 143.000 als structureel effect vanuit de jaarrekening 2013 meegenomen in de tarieven voor 2015 e.v. jaren. Hier komt vanuit de jaarrekening 2014 nu nog € 150.000 bij. In totaal dus € 293.000 (afwijking in jaarrekening 2014).De afwijking van € 150.000 wordt meegenomen in de doorrekening van de tarieven bij de begroting 2016.
9
Prog.
Onderwerp
Bedrag
P&C-document
(x € 1.000)
7.
WMO PGB huishoudelijke hulp
7.
WMO huishoudelijke hulp in natura WMO eigen bijdragen HH
7.
10.
€ 51 € 100 € 403
-€ 100 € 250 € 25
Stelpost incidentele ruimte Totaal
Minderen met beleid, ingangsjaar 2015 Dekkingsplan 2015-2018 Minderen met beleid, ingangsjaar 2015 Minderen met beleid, ingangsjaar 2015 Dekkingsplan 2015-2018 Dekkingsplan 2015-2018
€ 1.168
In bovenstaand overzicht is te zien dat ten aanzien van de incidentele afwijkingen bij deze jaarrekening al voor een bedrag van € 1.168.000 aan aframing van budgetten en bezuinigingen is doorgevoerd in de meerjarenraming in eerdere P&C-documenten.
Resultaatbestemming 2014 Wij stellen uw raad voor om het resultaat 2014 conform onderstaand overzicht te bestemmen. Nr.
Resultaatbestemming 1
Bedrag (x € 1.000)
2
Storting reserve huisvuil ter dekking tarieven 2016 Resultaatbestemmingsvoorstellen 2014 (voor uitvoering taken in 2015)
3
Toevoeging algemene reserve Totaal
€ 293 € 1.202 € 833 €2.328
De resultaatbestemmingsvoorstellen voor taken die in 2015 worden uitgevoerd, zullen na vaststelling in de begroting 2015 worden opgenomen. Toelichting resultaatbestemmingsvoorstellen Voorstel 1 Voordeel huisvuil € 293.000 Conform voorgaande jaren wordt voorgesteld het voordeel op huisvuil in 2014 te storten in een reserve en dit voordeel te verrekenen in de tarieven huisvuil (begroting 2016). Voorstel 2 Programma 3 Training "agressie en geweld" € 55.000 Door de nieuwe taken in het sociaal domein is een Training "agressie en geweld" voor betrokken medewerkers zeer nodig. Hiervoor is geen budget geraamd in de begroting. Voorgesteld wordt om het niet bestede budget voor externe cursussen en het overschot op de personeelslasten hiervoor in te zetten in 2015. Programma 4 Uitvoering werkzaamheden bestemmingsplannen € 28.000 In 2014 zijn meerinkomsten leges bestemmingsplanprocedures gerealiseerd. Aangezien een groot deel van de werkzaamheden nog moet worden uitgevoerd wordt voorgesteld deze meerinkomsten via resultaatbestemming 2014 beschikbaar te stellen voor uitvoering van deze werkzaamheden in 2015.
10
Masterplan Recreatie en toerisme en evenementenbeleid € 36.000 De opzet van het Masterplan Recreatie en Toerisme en evenementenbeleid is gestart eind 2014. De kosten hiervoor komen pas in 2015 en de uiteindelijke procesvorm ligt begin 2015 ter bespreking bij de gemeenteraad. Dat betekent dat het overschot van het beschikbaar gestelde budget in 2014 (totaal € 36.000) overgeheveld moet worden naar 2015 om te zorgen dat de totstandkoming van het document uitgevoerd kan worden. Actualisatie bestemmingsplannen € 415.000 De Wet ruimtelijke ordening verplicht om binnen 10 jaar na vaststelling van een bestemmingsplan opnieuw een bestemmingsplan vast te stellen. Deze termijn verloopt voor onze bestemmingsplannen. De consequentie van het niet tijdig actualiseren is dat je geen leges mag heffen voor de vergunningaanvragen in dit plangebied. Daarnaast dient de toetsing op basis van actuele bestemmingsplannen te geschieden. Het restant van de bestaande reserve wordt in 2015 volledig opgebruikt. Aanvullende dekking ten behoeve van de totale actualisatie van bestemmingsplannen voor de periode 2016 - 2018 is noodzakelijk. Programma 5 Onderzoek A12 € 15.000 Vanwege de verbreding van de A12 wil het college een nameting laten uitvoeren in regionaal verband naar de milieu en leefbaarheidseffecten voor de inwoners. Dit in samenwerking met de gemeente Arnhem en Rozendaal. Naast het reeds beschikbare budget van € 5.000 wordt verwacht dat aanvullend ca. € 15.000 nodig is. Voorgesteld wordt om € 15.000 in 2015 beschikbaar te stellen uit de resultaatbestemming 2014. Burgerparticipatie € 145.000 Informeren, communiceren en participeren. Met deze peilers, werken we samen met de inwoners en organisaties in de buurten aan een prettigere, socialere en veiligere buurt. De gemeente in verdeeld is 18 buurten waar een buurtplan wordt gemaakt, voor 12 hiervan zijn reeds middelen beschikbaar gesteld. Er ligt een taak voor ‘Ik buurt mee!’ om in 2015 nog 6 buurtplannen te realiseren. Hiervoor zijn 6 projectleiders nodig om de werkwijze ‘Ik buurt mee!’ in de buurten en in de eigen organisatie uit te rollen. De projectleider leidt het proces in de buurt om samen met de inwoners en organisaties te komen tot een buurtplan voor die buurt. De geschatte personeelslasten hiervoor bedragen € 100.000. Voor uitvoeringskosten (communicatiemiddelen, buurtplankaart, bijeenkomsten in de buurt e.d.) wordt een bedrag geraamd van € 45.000. Voorgesteld wordt om € 145.000 in 2015 beschikbaar te stellen uit de rekeningresultaat 2014. Programma 6 Werkplekken sportbedrijf € 12.000 Door de groei van het onderdeel sportontwikkeling (o.a. combinatiefuncties) binnen het Sportbedrijf is een tekort aan werkplekken ontstaan. Doordat de voormalige bedrijfswoning binnenkort beschikbaar komt (vertrek Atelier Velp) kan voor relatief geringe kosten deze problematiek worden opgelost. Voor verhuizing, schilderen, aanpassen en inrichten van de woning zullen kosten moeten worden gemaakt. Het voorstel is om € 12.000 van het rekeningresultaat 2014 hiervoor te bestemmen.
Programma 7 Investeringen in buurtaccommodaties € 209.000 In 2014 heeft de gemeente wijk- en buurtcentrum De Oase overgenomen uit de boedel van Carion. Om de klachten weg te nemen bij de diverse gebruikers en te kunnen garanderen dat het gebouw ook voor langere termijn functioneel zal zijn, moeten er geïnvesteerd worden in de technische installaties en in energiebesparende maatregelen. De totale investering is geraamd op € 479.000.
11
De activiteiten in het dorpshuis Rheden veroorzaken geluidsoverlast. Dit is onlangs gebleken uit een deskundigenrapport.Om deze overlast weg te nemen is een investering van € 30.000 nodig. Voorgesteld wordt om een deel van de niet bestede middelen in 2014 voor collectieve diensten en toegang (€ 209.000) bij resultaatbestemming toe te voegen aan de reserve Carion. De reserve Carion is gevormd bij de resultaatbestemming 2013 ter dekking van risico’s die de gemeente loopt in de positie van hypotheeknemer en als potentiële koper. Met deze toevoeging bedraagt deze reserve € 509.000. Opbouw participatie binnen de WMO € 200.000 Er ligt voor de WMO nog een grote opdracht om juist de inwoners die we niet met het Participatiebudget kunnen gaan bedienen (nl geen redelijke kans op werk; < 40%) toch de mogelijkheid te geven om zinvol te participeren in de samenleving. Binnen de WMO is onvoldoende budget voorhanden om deze taak adequaat op te pakken. Door het overschot op de WMO deels hiervoor in te zetten kunnen we een aanzet maken om samen met partners nieuwe initiatieven voor deze doelgroep te ontplooien. Deze middelen zijn nodig voor het maken van het beleid en het opzetten van pilots. Projectbudget WWZ (Wonen, Welzijn en Zorg) € 50.000 Voor de extra (externe) ondersteuning voor het verder met partners inrichten van een proces om te komen tot implementatie van de Visie WWZ en het maken van afspraken op resultaatniveau wordt € 50.000 van het resultaat bestemd. Programma 9 Extra invulling geven aan het Kindpakket € 15.000 In de kadernota minimabeleid 2015-2018 "Samen armoede aanpakken" is aangegeven dat het kindpakket de komende periode verder ontwikkeld wordt. Tijdens de vaststelling van de kadernota heeft uw raad verzocht om extra invulling te geven aan het kindpakket bijvoorbeeld het invoeren van het Jeugdcultuurfonds. Hier zijn mogelijkheden voor, echter niet vanuit de bestaande budgetten. Voorgesteld wordt om hiervoor € 15.000 in 2015 beschikbaar te stellen uit de rekeningresultaat 2014. Programma 10 Legeskosten Atelier Velp. € 22.000 Bij collegebesluit van 24 februari 2015 is besloten om de legeskosten voor de omgevingsvergunning Atelier Velp oninbaar te verklaren. Voorgesteld wordt om de gederfde inkomsten in 2015 te dekken uit het rekeningresultaat 2014. Voorstel 3 Toevoeging aan de algemene reserve € 833.000 Voorgesteld wordt om het restant van het resultaat 2014 toe te voegen aan de algemene reserve ter versterking van de vermogenspositie.
12
Programmaverantwoording
13
14
Inleiding Algemeen De programmaverantwoording is bedoeld om uw raad inzicht te verschaffen in de wijze waarop het college invulling heeft gegeven aan de te realiseren beleidsdoelstellingen met daaraan verbonden de benodigde financiële middelen. De programmabladen zijn opgebouwd vanuit de drie W-vragen: • Wat willen we bereiken? • Wat hebben wij ervoor gedaan in 2014? • Wat heeft het gekost in 2014? Op basis hiervan willen we inzicht geven in de vastgestelde beleidsdoelstellingen, de wijze waarop het college deze doelstellingen heeft gerealiseerd en welke kosten aan deze realisatie verbonden waren. Door middel van het opnemen van streefwaarden worden beoogde resultaten meetbaar en zichtbaar gemaakt. We streven naar een zo bondig en transparant mogelijke presentatie van de opbouw van het resultaat. Ten opzichte van de jaarrekening 2013 is de presentatie van “wat heeft het gekost in 2014” op een andere wijze opgebouwd. Wij hebben ervoor gekozen om de toelichting op de financiële afwijkingen op een vergelijkbare wijze als bij de bestuursrapportage 2014 op te bouwen. Per onderwerp / product zijn de afwijkingen toegelicht waarbij in de toelichting rekening wordt gehouden met eventuele stortingen en onttrekkingen uit reserves die hiermee samenhangen. Leeswijzer programmabladen Hieronder vindt u een beschrijving van de inhoudelijke opbouw van het programmablad. Het programmablad begint met het nummer en de benaming van het programma. Hierna volgen de volgende onderwerpen: •
Programmadoelstelling: Is een kernachtige weergave van de vastgestelde ambitie van uw raad vanuit het coalitieakkoord. Bij de jaarrekening 2014 is hierbij nog uitgegaan van de programmadoelstellingen zoals opgenomen in de programmabegroting 2014.
•
Toelichting programmadoelstelling: Betreft een samenvatting op hoofdlijnen van de uitgangspunten zoals deze in het coalitieakkoord aan het college zijn meegegeven. Deze tekst is conform de programmabegroting 2014.
•
Welk beleid is voorhanden: Een opsomming van beleidsnota’s die door uw raad zijn vastgesteld en gelden als kader voor de opgenomen beleidsdoelstellingen en streefwaarden in de begroting en jaarrekening.
•
Ontwikkelingen: Betreffen ontwikkelingen die een effect hebben op de beleidsontwikkeling binnen het programma.
•
Wat willen we bereiken: Hieronder zijn de te bereiken beleidsdoelstellingen van uw raad voor de lopende coalitieperiode opgenomen. Voor de jaarrekening 2014 zijn dit nog de beleidsdoelstelling vanuit het coalitieakkoord 2010-2014. Dit zijn de beleidskaders voor het college bij het ontwikkelen en uitvoeren van beleid.
•
Wat hebben we ervoor gedaan in 2014: Geeft inzicht in de voorgenomen en uitgevoerde activiteiten van het college om de beleidsdoelstelling te realiseren. Subdoelstelling: Middels subdoelstellingen wordt kernachtig weergegeven hoe er invulling gegeven gaat worden aan wat we willen en moeten bereiken. Deze tekst is conform de programmabegroting 2014. Prestaties: Bij prestaties wordt inzicht gegeven in de activiteiten die bij zullen dragen aan het realiseren van de subdoelstelling. Het betreffen taken en projecten die in het begrotingsjaar zouden worden opgepakt of die vanuit vorige begrotingsjaren nog een doorwerking hebben naar 2014.Deze tekst is conform de programmabegroting 2014.
15
Streefwaarden: De streefwaarde is een meetbare waarde die inzicht geeft in de mate waarop onze prestaties bijdragen aan de te realiseren subdoelstellingen en daarmee aan de te bereiken beleidsdoelstellingen. Deze tekst is conform de programmabegroting 2014. Toelichting: Hieronder wordt aanvullende informatie gegeven over de genoemde prestaties of streefwaarden. Wat hebben we gedaan in 2014: Hier is toegelicht in hoeverre de in de programmabegroting 2014 opgenomen prestaties/streefwaarden zijn gerealiseerd in 2014. •
Wat heeft het gekost in 2014: Onder de 3e W-vraag wordt inzicht gegeven in de lasten en baten van het programma (totaal saldo baten & lasten). Daarnaast zijn de toevoegingen en onttrekkingen aan reserves opgenomen op basis waarvan het gerealiseerd resultaat wordt bepaald. In het staatje zijn de volgende kolommen opgenomen: • Rekening 2013: dit zijn de cijfers uit de jaarrekening 2013; • Primitieve begroting 2014: dit zijn de cijfers uit de programmabegroting 2014; • Gewijzigde begroting na bestuursrapportage 2014: dit is de bijgestelde begroting die in november 2014 op basis van de bestuursrapportage 2014 is gepresenteerd; • Actuele begroting 2014: omvat de stand van de bestuursrapportage 2014 plus eventuele navolgend verwerkte besluiten met gevolgen voor de omvang en/of samenstelling van de begroting. • Rekening 2014: dit zijn de jaarrekeningcijfers 2014; • Saldo 2014: dit is het verschil tussen de actuele begroting 2014 en de rekening 2014 zijnde het resultaat per programma. Toelichting financiële afwijkingen: De verschillen ten opzichte van de actuele begroting 2014 worden per onderwerp toegelicht. De vormgeving van de financiële verantwoording is gebaseerd op het bij de bestuursrapportage 2014 gehanteerde model. Hierbij wordt per afwijking aangegeven of het een incidentele of structurele afwijking is en de reden waarom er sprake is van een financiële afwijking. Per programma wordt niet het gehele resultaat inhoudelijk toegelicht. Dit zou ertoe leiden dat de toelichting aanzienlijk langer en minder leesbaar zou worden. Er is een cijfermatig sluitende analyse gemaakt per programma. Per programma worden niet apart inhoudelijk toegelicht: • Afwijkingen veroorzaakt door dotaties of onttrekkingen aan reserves en voorzieningen worden niet apart inzichtelijk gemaakt als deze samenhangen met afwijkingen binnen de lasten en baten binnen een bepaald product. • Afwijkingen veroorzaakt door dotaties of onttrekkingen aan de reserve nog te besteden gemeentelijke budgetten. De dotaties en onttrekkingen aan de reserve nog te besteden gemeentelijke budgetten wordt in de toelichting op de balans meegenomen. Daarmee wordt een volledig beeld op de mutaties per onderdeel van de reserve verschaft. • Overige afwijkingen: dit zijn afwijkingen welke kleiner zijn dan € 10.000 of afwijkingen binnen het programma veroorzaakt door hogere of lagere personeelslasten. Het saldo van de personeelslasten wordt in de paragraaf bedrijfsvoering integraal toegelicht. Het saldo van deze afwijkingen wordt per programma alleen cijfermatig als restpost onder “Overig”getoond.
16
Legenda gebruikte afkortingen Afkorting AWBZ BBZ
Toelichting Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten Besluit Bijstandverlening Zelfstandigen
BUIG DHW
Gebundelde uitkering op basis van artikel 69 van de Wet Werk en Bijstand Drank- en Horecawet
DIV IOAW
Documentaire informatievoorziening Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen
IOAZ MMB NTBGB
Minderen met Beleid Bestemmingsreserve Nog Te Besteden Gemeentelijke Budgetten
OAB WABO
Onderwijsachterstandenbeleid Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht
WMO WWB
Wet Maatschappelijke Ondersteuning Wet Werk en Bijstand
17
18
1. Bestuur Programmadoelstelling: Het besturen van de gemeente Rheden op een effectieve, efficiënte en maatschappelijk verantwoorde wijze.
Toelichting programmadoelstelling: Het besturen van de gemeente is er op gericht om de rol van de lokale democratie te waarborgen, waarbij de besluitvorming (met voor de raad ondersteuning door de griffie) op een effectieve, efficiënte en maatschappelijk verantwoorde wijze plaats vindt. Daarnaast is het besturen van de gemeente er op gericht om bestaande contacten met andere overheden, gemeenten, maatschappelijke organisaties, bevolking en bedrijfsleven in stand te houden en daar waar mogelijk te verbeteren.
Welk beleid is voorhanden: Beleid
Vastgesteld
N.v.t.
Ontwikkelingen: N.v.t.
Wat willen wij bereiken: 1 Op het juiste moment en op basis van de juiste informatie worden op maatschappelijk verantwoorde wijze democratische besluiten genomen. 2 De eigen verantwoordelijkheid van de samenleving wordt bevorderd. 3 Het bestuur vervult een voorbeeldfunctie en is toegankelijk en herkenbaar.
Wat hebben wij ervoor gedaan in 2014: 1
Op het juiste moment en op basis van de juiste informatie worden op maatschappelijk verantwoorde wijze democratische besluiten genomen
1.1 Subdoelstelling: De voor besluitvorming benodigde informatie wordt tijdig aangeleverd. Prestaties: In het Reglement van Orde voor de vergaderingen van de raad, maar ook in andere reglementen voor het bestuur (wettelijke kaders), staan procedurele termijnen opgenomen. Deze termijnen zijn helder geformuleerd. Streefwaarden: De informatieverstrekking voldoet in 95% van de gevallen aan de termijnen die daarvoor gelden. Toelichting: N.v.t. Wat hebben wij gedaan in 2014: Naar aanleiding van eerdere signalen dat uw Raad niet altijd in de gelegenheid werd gesteld om tijdig kennis te nemen van stukken is er een interne werkgroep gestart om het proces verder te verbeteren en daarmee de tijdigheid van aanlevering meer te borgen.
19
1.2 Subdoelstelling: De kaderstellende rol van de raad wordt verder vorm gegeven. Prestaties: Een van de drie hoofdtaken van de raad is het stellen van kaders. Deze kaders zijn voor het college leidend bij het dagelijks bestuur van de gemeente. Om een toetsbaar kader te kunnen zijn dienen dergelijke kaders specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch en tijdgebonden te zijn. Hierdoor wordt het voor de raad mogelijk de controlerende rol goed in te vullen. Streefwaarden: Alle opdrachten die de raad vanuit zijn kaderstellende rol aan het college geeft en alle door de raad vast te stellen kaders zullen voor 100% voldoen aan de eisen van specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch en tijdgebonden. Toelichting: N.v.t. Wat hebben wij gedaan in 2014: In 2014 is de doorontwikkeling van onze planning en control instrumenten verder doorgezet en zijn de wensen van uw raad zoveel mogelijk vertaald naar onze planning en control stukken. Daarnaast hebben wij uw Raad ondermeer betrokken bij het opstellen van de kaderstellingen ten aanzien van de nieuwe sociale taken die op onze gemeente af komen. 1.3 Subdoelstelling: De controlerende rol van de raad wordt verder vormgegeven. Prestaties: Binnen de bestuurlijke en ambtelijke organisatie zijn diverse controlemechanismen voorhanden. Voor de raad zijn dat, naast eigen oordeelsvorming, de accountant, de rekenkamercommissie en de rekeningcommissie, voor het college de eigen (interne) controle. Daarnaast is recentelijk besloten tot het instellen van een auditcommissie die voorshands de rol van afstemmend orgaan heeft gekregen. Streefwaarden: Op de afgesproken geëigende momenten zal de raad door middel van de cyclus voorjaarsnota, begroting, managementrapportage, bestuursrapportage en jaarverslag over het beleid en de voortgang daarvan worden gerapporteerd. Deze rapportage is gebaseerd op de eerder door de raad vastgestelde kaders.
Toelichting: N.v.t. Wat hebben wij gedaan in 2014: Met de verdere doorontwikkeling van ons planning en controlinstrumentarium willen wij uw Raad nog meer faciliteren en in staat stellen om de controlerende rol nog beter te kunnen vervullen. Ook de komende tijd zullen wij blijven werken aan een verdere verbetering. Daarbij worden de adviezen van de accountant en uw raad ter harte genomen.
1.4 Subdoelstelling: De volksvertegenwoordigende rol van de raad wordt verder vormgegeven. Prestaties: Voor de raad is het van groot belang de volksvertegenwoordigende rol vorm te geven. De raad dient zichtbaar te zijn voor de samenleving. Deze zichtbaarheid kan plaatsvinden zowel binnen als buiten het gemeentehuis. De raad is zich hierbij bewust van het streven naar een meer zelfredzame samenleving. Raadsleden hebben in dat kader eerder een verwijzende functie richting college en ambtelijke
20
organisatie dan een directe rol. Dus niet ‘oplossen’ maar ‘verantwoordelijkheid nemen voor het laten vinden van een oplossing’.
Streefwaarden: De benaderbaarheid van de raad en de raadsleden wordt vergroot door inwoners de gelegenheid te geven in te spreken tijdens informatieavonden en openbare fractiebijeenkomsten. Op de site van de gemeente zullen de namen en adressen van de raadsleden alsmede de gegevens over de politieke partijen worden geplaatst. Voorts zullen de raadsleden tijdens openbare bijeenkomsten herkenbaar aanwezig zijn, bijvoorbeeld door het dragen van een badge. Toelichting: N.v.t. Wat hebben wij gedaan in 2014: Inspreek mogelijkheden voor inwoners tijdens informatieavonden worden duidelijk aangegeven. Van deze mogelijkheid wordt gebruik gemaakt.
2
De eigen verantwoordelijkheid van de samenleving wordt bevorderd
Prestaties: Onderkend wordt dat er kracht zit in de samenleving. Die kracht dient te worden aangeboord. Beleid van de gemeente dient daarom uitdrukkelijk ruimte te bieden voor eigen ruimte en invulling. Onder beleid wordt in dat verband niet ‘voorschrijvend beleid’ verstaan maar ‘richtinggevende kaders’. Daarbij wordt onderkend dat delen van de samenleving niet in staat zijn deze verantwoordelijkheid zelfstandig vorm te geven. Hiervoor zal een vangnet in stand gehouden dienen te worden. Streefwaarden: Bij alle door de raad te nemen besluiten wordt afgewogen in hoeverre er ruimte is voor de samenleving om eigen invulling te kunnen geven aan de vast te stellen richtinggevende kaders. Het bestuur is zich er van bewust dat een deel van de mensen niet proactief zal melden dat ze een vangnet nodig heeft. Derhalve zal de lijn zijn dat in alle contacten met inwoners, welke mogelijk in deze doelgroep vallen, actief gezocht wordt naar signalen. Toelichting: N.v.t. Wat hebben wij gedaan in 2014: Op meerdere vlakken is er vormgegeven aan de zelfredzaamheid van onze inwoner waar mogelijk. Binnen het sociale domein zijn wij hierover intensief met elkaar in gesprek geweest. Daarnaast is de werkwijze “ik buurt mee” een voorbeeld waarbij initiatieven bij onze inwoners worden gelegd en waarbij de gemeente waar nodig ondersteuning biedt aan initiatieven.
3
Het bestuur vervult een voorbeeldfunctie en is toegankelijk en herkenbaar
3.1 Subdoelstelling: Het bestuur neemt verantwoordelijkheid en legt verantwoording af. Prestaties: De raad zal in het openbaar vergaderen in toegankelijke ruimten. Deze vergaderingen zijn alle vanuit huis te volgen. De raadsnotulen zijn uiteraard openbaar. Raadsleden zijn zich bewust van de openbaarheid van vergaderingen en de live uitzending daarvan in beeld en geluid. De notulen van de vergaderingen van het college zijn openbaar tenzij vooraf is bepaald dat het onderwerp dit niet toelaat. Deze notulen worden digitaal gepubliceerd.
21
Streefwaarden: Alle raadsbijeenkomsten zijn openbaar tenzij wettelijke of zwaarwegende belangen zich daartegen verzetten. Alle openbare raadsbijeenkomsten zijn digitaal vanuit huis te volgen. Toelichting: N.v.t. Wat hebben wij gedaan in 2014: Zowel de toegankelijkheid van het gebouw als ook de directe uitzendingen van op internet van de raadsbijeenkomsten dragen bij aan transparantie.
3.2 Subdoelstelling: Bij het besturen van de gemeente Rheden zijn integriteit en transparantie leidende principes.
Prestaties: De gemeente Rheden verstaat onder bestuurlijke integriteit het voortdurende besef dat in de keuze voor het ambt van politiek ambtsdrager de wens ligt besloten, en daarmee de plicht wordt aanvaard, het algemeen belang te behartigen, daarin (de schijn van) belangenverstrengeling te voorkomen, een voorbeeldfunctie te vervullen en hier rekening mee te houden bij het maken van afwegingen zowel in de ambtsuitoefening als privé. Streefwaarden: Het bestuur is 100% integer en transparant. Daartoe worden de declaraties van raad, college en commissies digitaal gepubliceerd. Toelichting: N.v.t. Wat hebben wij gedaan in 2014: De digitalisering van de declaraties van ons college is nog niet opgepakt. Dit zal in 2015 worden opgepakt.
Wat heeft het gekost in 2014 1. Bestuur
Programma
(Bedragen x € 1.000) Lasten Baten Gerealiseerde totaalsaldo van baten en lasten
Gewijzigde begroting na Primitieve bestuursrapporActuele Rekening 2013 begroting 2014 tage 2014 begroting 2014 Rekening 2014 2.934
3.029
3.077
3.080
2.939
Saldo 2014 141
-
-
-
-
47
47
-2.934
-3.029
-3.077
-3.080
-2.891
189
Reserves Toevoeging
-
-
-
-
54
-54
Onttrekking
15
4
29
29
32
3
-2.919
-3.025
-3.048
-3.051
-2.913
138
Gerealiseerde resultaat
22
Toelichting financiële afwijkingen Onderwerp Vergoeding raadsleden
Bedrag +€ 40.000
I/S I
Raadsbudget diverse kosten
+€ 20.000
I
Rekenkamercommissie
+€ 12.000
I
Pensioen- verzekering
+€ 39.000
I
Kosten subsidiebureau
-€ 45.000
S
Verkiezingen
+€ 12.000
I
Overige afwijkingen
+€ 60.000
I
€ 183.000 -€ 45.000
I S
Totaal Incidenteel Totaal Structureel Totaal saldo
€138.000
23
Toelichting De invoering van de werkkosten regeling per 1 januari 2014 heeft geleid tot een gewijzigde methodiek van belastingheffing onkostenvergoeding raadsleden. Er wordt zorgvuldig omgegaan met het raadsbudget diverse kosten. Dit heeft in 2014 geleid tot een positief resultaat. In 2015 zal gekeken worden welke uitgaven worden verwacht in het kader van de nieuwe bestuursstijl om te beoordelen of er sprake is van een structureel voordeel. Door de wisseling van de raad is in 2014 één onderzoek uitgevoerd. Het streven van de raad is om jaarlijks twee onderzoeken uit te voeren. De uitgaven pensioenverzekeringen kunnen jaarlijks wisselen, aangezien er naast de reguliere afdracht van premies ook incidentele ontvangsten op deze post worden verantwoord, zoals uitkeringen van overwaarde. Door een pensioenstelselwijziging voor politieke ambtsdragers kunnen de bedragen de komende jaren wijzigen. Daarom gaan we nu uit van een incidenteel voordeel. Met de G5 is er een intergemeentelijk subsidiebureau opgericht met als doel mogelijkheden te zoeken die aansluiten bij de ontwikkelingen van onze organisatie. In 2014 is actief ingezet op het verwerven van subsidies voor de betrokken gemeenten. De inspanningen hebben vooral tot financieel resultaat geleid bij de fietsprojecten “Ruggengraat” en de rotonde Arnhemsestraatweg/ Nordlaan (totaal € 730.000) Daarnaast is subsidie ontvangen voor enkele gezamenlijke projecten, zoals Jongeren Op Gezond Gewicht en Loopland Gelderland. De kosten van het subsidiebureau worden gecompenseerd met de extra subsidiegelden die worden verkregen. Deze subsidiegelden zijn op diverse programma’s geboekt terwijl de bijdrage aan het subsidiebureau binnen dit programma wordt verantwoord. In 2014 werden twee maal verkiezingen georganiseerd. Daarmee was in de begroting 2014 rekening gehouden. Uiteindelijk waren de totale uitgaven voor beide verkiezingen € 12.000 lager dan geraamd.
24
2. Veiligheid Programmadoelstelling: Verbetering van leefbaarheid en vermindering van delicten waardoor inwoners zich veilig voelen binnen de gemeente Rheden.
Toelichting programmadoelstelling: Het lokale veiligheidsnetwerk pakt de problemen structureel en gezamenlijk aan. Dit lokale veiligheidsnetwerk bestaat naast uit bijvoorbeeld de gemeente, de politie, het OM, Bureau Jeugdzorg, Halt, scholen en welzijnsdiensten. Ook zijn bewoners, ondernemers en belangenorganisaties betrokken bij het dit netwerk.
Welke beleid is voorhanden: Beleid
Vastgesteld
Nota Integraal veiligheidsbeleid Rheden 2013-2016 Buurtbemiddeling Wet Victoria (aanpak woonoverlast) Notitie Externe veiligheid APV en gerelateerd beleid (o.a. alcoholverbod) Convenant en privacyprotocol aanpak problematische jeugd(groepen) Nota signaleren, corrigeren en activeren (evaluatie aanpak jongerenoverlast) Convenant burgernet Beleidsregels Wet Bibob APV wijziging 2013 (horeca-exploitatievergunning) APV wijziging 2014 (kamerverhuurpanden exploitatievergunning) Wijziging Beleidsregels toepassing Wet Bibob Regiovisie aanpak huiselijk geweld en kindermishandeling
2013 2010 2010 2012 2009-2012 2013
Koppeling doelstelling 1, 2, 3 1 1 1 1, 2 2
2013
2
2010 2013 2013 2014
1 4 1, 4 1, 4
2014 2014
1,4 1,2
Ontwikkelingen: De decentralisatie van de jeugdwet, participatiewet en WMO hebben net als de doorontwikkeling van de veiligheidshuizen, invloed gehad op de uitvoering van het programma in 2014. Zeker omdat aan dit proces prioriteit is gegeven en capaciteit heeft gevergd. Uitgangspunt was om het veiligheidsdomein op efficiënte wijze te koppelen aan het zorgdomein. Dit proces is nog niet afgerond en zal doorgezet worden in het komende jaar. Datzelfde geldt voor de samenvoeging van het Steunpunt Huiselijk Geweld met het Advies en meldpunt kindermishandeling, die deel uitmaakt van Bureau Jeugdzorg, waarbij op regionaal niveau afspraken worden gemaakt en de verbinding met de regiogemeenten en beide domeinen (zorg en veiligheid) geborgd moet zijn. De implementatie van de vergunningplicht voor het exploiteren van panden voor kamerverhuur en de koppeling met de uitvoering van Wet Bibob op dit vlak, heeft tot effect gehad dat processen van beleid en uitvoering nauwer op elkaar aansluiten en de capaciteitsinzet inzichtelijker is geworden. (i.e. intern proces) Het kernbeleid veiligheid kent ook een onderdeel bedrijvigheid en veiligheid. In programma 2014 is dit niet opgenomen. Er zijn echter wel inspanningen geleverd op dit gebied en met resultaat zoals de veiligheid van het winkelgebied Callunaplein. Er is met ondernemers van het Callunaplein in Dieren nauw samengewerkt met de brandweer, politie en vastgoedeigenaren aan het verbeteren van de veiligheid op het Callunaplein. De eerste fase van dit
25
samenwerkingstraject is afgesloten met een audit, waarbij het resultaat is dat een certificaat wordt uitgereikt van Keurmerk Veilig Ondernemen. De samenwerking gaat nu een volgende fase in. Algemene opmerking over de cijfers: Door een nieuwe registratie, wijken de cijfers af van voorgaande programmabegrotingen en Nota integraal veiligheidsbeleid. De cijfers van politie (VNG-registratie) waren ten tijde van opstellen nog niet beschikbaar.
Wat willen wij bereiken: 1 2 3 4
Versterken van de veilige woon- en leefomgeving; Verminderen Jeugdoverlast en -criminaliteit; Versterken van fysieke veiligheid; Versterken van integriteit en veiligheid
Wat hebben wij ervoor gedaan in 2014: 1
Versterken van de veilige woon- en leefomgeving
1.1 Subdoelstelling - Sociale kwaliteit Door het activeren van inwoners op (veiligheids-)zaken is in 2014 de participatiegraad verbeterd naar 21%, zodat de sociale kwaliteit1 (kwaliteit van de sociale netwerken, de betrokkenheid van bewoners, de informele sociale controle) en de veiligheid in de woon- en leefomgeving minimaal op het niveau van 2011 blijft. 1
Begripsomschrijving sociale kwaliteit van een buurt, wijk, kern: Heeft betrekking op de ‘intermenselijke relaties’ in een buurt, dat wil zeggen: tussen bewoners en eventueel andere aanwezige personen. Belangrijke aspecten van de sociale kwaliteit zijn betrokkenheid van bewoners bij de buurt, de kwaliteit van sociale netwerken, de mate van informele sociale controle, e.d. De sociale kwaliteit kan onder druk komen te staan door verschijnselen als woonoverlast, burengerucht, drank- en drugsoverlast, overlast van prostitutie en overlast van zwervers.
Prestaties: Faciliteren van buurtbemiddeling: buurtbemiddeling wordt gefinancierd door drie gemeenten en 4 woningcorporaties en uitgevoerd door Rijnstad. Onderbegeleiding van vrijwilligers lossen buurtbewoners hun onderlinge conflicten (woonoverlast). Jaarlijks wordt de uitvoering gemonitord en geëvalueerd. De stuurgroep buurtbemiddeling heeft de intentie uitgesproken de samenwerking voort te zetten tot en met 2016. Faciliteren van burgernet: burgernet is een digitale samenwerking tussen politie en burgers gericht op opsporingsdoeleinden en alertering voor veiligheidsgerelateerde onderwerpen. De gemeente draagt financieel bij aan de instandhouding van het systeem en vervult een rol bij de werving van burgernetters. In 2014 wordt de alerteringsfunctie van burgernet actief door de gemeente benut, zeker in relatie tot het verminderen van woninginbraken. De gemeente monitort de inzet van burgernet, de resultaten die dat heeft opgeleverd en het aantal actieve burgernetters. Faciliteren van bestaande buurtpreventieteams en het stimuleren van buurtbewoners om buurtpreventieteams op te starten: Er zijn op dit moment minimaal 8 buurtpreventieprojecten en er zijn enkele potentiële nieuwe teams. Ter ondersteuning van de buurtpreventieprojecten organiseert de gemeente ieder jaar een thematische buurtpreventieavond. Verder voorziet de gemeente buurtpreventie van materialen (zoals borden, stickers en folders) en (vergader-) faciliteiten. In 2014 zal in ieder geval woninginbraken één van de thema’s. Ontwikkelen van buurtplannen: buurtbewoners, belangenverenigingen, politie, buurtcoach en gemeenten ontwikkelen buurtplannen, waarin de vraag vanuit de buurt en het aanbod van de gemeente beter op elkaar afgestemd worden. Eén van de thema’s die hierin aan de orde kunnen komen is overlast en veiligheid. Ook in 2014 zullen we informatie halen en brengen op de veiligheidsthema’s. Uitvoering activiteiten WMO-prestatieveld 1: Het doel van domein 1 is om bij te dragen aan een goed klimaat en goede voorzieningen in de eigen woonomgeving van de bewoners van de gemeente Rheden. Het moet vanzelfsprekend zijn om elkaar te helpen, waarbij de vorming en stimulering van samenwerkingsverbanden worden bevorderd.
26
Streefwaarden: Indicator
Bron 2005 -
2009 465
Jaar 2010 2011 536 521
2013 702
Streefwaarde 529
6,2
6,3
-
**
21
-
-
7,2
6,9
-
-
-
98
90
1.540
2798
2783
2491
2261
2673
3.344
1310
1129
853
1166
5547
Sociale kwaliteit
PolitieVNG
Sociale kwaliteit van de woonomgeving (rapportcijfer 1-10) Participatiebereidheid (% inw. Dat zich inzet voor de buurt) Veiligheidsbeleving buurt (rapportcijfer) %-Bewoners dat zich nooit, zelden of soms onveilig voelt (buurt) Totaal geregistreerde misdrijven Totaal geregistreerde incidenten
VM.
6,5
6,3
-
-
VM.
21
17
-
-
VM.
7,2
6,9
-
VM.
96
90
Politie-
-
PolitieVNG
-
2012 412
* Er is pas in de loop van 2010 gestart met het registreren m.b.v. de VNG-scan. 2 Begripsomschrijving participatiebereidheid: Het percentage respondenten dat het afgelopen jaar actief is geweest om hun buurt te verbeteren.
Toelichting: N.v.t. Wat hebben wij gedaan in 2014: De doelstellingen zijn behaald. Buurtbemiddeling: In Rheden zijn tot september 2014 69 overlastklachten door buurtbemiddeling afgehandeld, waarvan 1 ongeschikt was voor afhandeling. Hiervan is 84% inmiddels positief afgesloten. Uiteindelijk zijn er 11 bemiddelingsgesprekken gevoerd, waarvan 10 succesvol zijn afgerond. Het aantal aanmeldingen is gestegen en de ontwikkeling is dat er meer bemiddeld wordt in complexe vraagstukken. De samenwerking wordt in 2015 voortgezet. Burgernet: De jaarcijfers van Burgernet zijn nog niet bekend. Wel dat er tijdens de bijeenkomsten voor woninginbraken flink geworven is om deel te nemen aan Burgernet. Buurtpreventieteams: Het aantal buurtpreventieteams is gestegen naar tien teams. Daarbij maken de teams steeds meer gebruik van sociale media en hebben alle teams in Velp een digitale mailbox. Meer buurtbewoners hebben zich aangemeld voor buurtpreventie, doordat vanuit de gemeente bewonersbrieven zijn verzonden. In Dieren is een team in voorbereiding om gebruik te maken van applicaties zoals Whats App, om met elkaar te kunnen communiceren. Afgelopen jaar zijn meerdere teams nadrukkelijk betrokken geweest bij de organisatie van bijeenkomsten over veiligheid in huis en buurt (zie ook: woninginbraken). Ik buurt mee: Er zijn in verschillende buurten bijeenkomsten gehouden in kader van Ik buurt mee. Het resultaat was dat enkele wijken een extra impuls hebben gekregen om samen te werken aan leefbaarheid, veiligheid en elkaar te leren kennen.
27
1.2 Subdoelstelling - Lokale overlast Door een integrale overlastaanpak blijft in 2014 de overlast minimaal op het niveau van 2011 (meldingen en rapportcijfer), zodat het niveau van veiligheid in de woon- en leefomgeving gehandhaafd blijft op het niveau van 2011. Prestaties: - Samenwerking tussen professionals (o.a. politie en hulpverlening) binnen lokaal zorgnetwerk: op lokaal niveau worden ernstige multi-problematiek en overlastsituaties gesignaleerd, besproken en wordt een integrale oplossingsgerichte aanpak geformuleerd. De deelnemers aan het zorgnetwerk werken samen bij het vaststellen van noodzakelijk te treffen maatregelen en zorg. Dit netwerk wordt gecoördineerd door de gemeente. - Uitvoering integrale aanpak ‘structurele overlastsituaties’ (6 stappenmethodiek), waarbij integraal (zowel klagers als professionals) en gestructureerd overlastsituaties worden aangepakt. In 2014 wordt voor de huidige overlastlocaties de plannen van aanpak uitgevoerd en indien zich er nieuwe situaties voordoen wordt een nieuwe aanpak geïnitieerd onder regie van de gemeente. - Uitvoering van bestuurlijke aanpak drugs- en woonoverlast (Wet Victoria). In samenwerking met de politie, justitie en het lokaal zorgnetwerk wordt in 2014 bij ernstige drugs- en woonoverlast bekeken of een bestuurlijke aanpak tot de mogelijkheden behoort, dan wel wordt uitgevoerd. Streefwaarden: Indicator Woonoverlast/Burengerucht en relatieproblemen Perceptie overlast buren(% inw. die zelf wel eens burenoverlast ervaren) Veiligheidsbeleving buurt (rapportcijfer) %-Bewoners dat zich nooit, zelden of soms onveilig voelt (buurt) Totaal geregistreerde misdrijven Totaal geregistreerde incidenten Aantal opgelegde huisverboden Aantal meldingen AMHK Aantal recidieven huisverboden
Bron PolitieVNG VM.
2005 -
2009 317
2010 436
2011 381
2012 313
Jaar 2013 streefwaarde 509 382
6
5
-
-
5
5
VM.
7,2
6,9
-
-
7,2
6,9
VM.
96
-
90
-
-
-
90
Politie-
-
1540
2798
2783
2491
2261
2673
PolitieVNG
-
3344
1310
1129
853
1166
5547
13 -
* Er is pas in de loop van 2010 gestart met het registreren m.b.v. de VNG-scan.
Toelichting: N.v.t.
Wat hebben wij gedaan in 2014: De doelstellingen zijn bereikt. Lokaal zorgnetwerk: Ten gevolge van de ontwikkeling van de drie decentralisaties is de overlegstructuur tussen professionals aangepast. Op basis van een evaluatie over het Lokaal zorgnetwerk is besloten de functie van dit overleg te integreren in de lokale sociale gebiedsteams, die gericht zijn op de zorg. De aansluiting met het veiligheidsdomein, waarvan politie, het openbaar ministerie en instanties zoals Raad van Kinderbescherming, het veiligheidshuis en Reclassering deel uitmaken krijgt in het komende jaar zijn beslag.
28
Overlastsituaties: Rondom overlastsituaties in een buurt zijn één of meerdere bewonersbijeenkomsten georganiseerd, waarbij bewoners en relevante samenwerkingsorganisaties hebben toegewerkt naar een betere situatie. Kamerverhuurpanden: Daarnaast is een nieuw bestuurlijk instrument geïntroduceerd, nl. het vergunningstelsel rondom kamerverhuurpanden. Er zijn 40 eigenaren van kamerverhuurpanden aangeschreven om hen te wijzen op hun vergunningplicht. Momenteel zijn 9 aanvragen in behandeling genomen. De overige aanvragen waren nog niet volledig. Het College wordt op korte termijn gevraagd een beslissing te nemen met betrekking tot deze situatie. De handhavingsnota Kamerverhuur is in voorbereiding. Huiselijk geweld: Een integrale aanpak huiselijk geweld en kindermishandeling is inmiddels regionaal ontwikkeld en vastgesteld. Hierbij wordt de verbinding tussen de lokale situatie met de regionale voorzieningen gelegd. De implementatie van de Wet meldcode voor onze eigen organisatie is in voorbereiding. De piketpool voor de ondersteuning van de burgemeester voor toepassen van haar bevoegdheid om een tijdelijk huisverbod op te leggen is uitgebreid van 2 naar 4 personen. De burgemeester heeft 10 huisverboden opgelegd, waarvan 5 recidiven waren. Daarnaast is er 6 keer gebeld naar de burgemeester, maar in overleg het huisverbod uiteindelijk niet opgelegd. In het Veiligheidshuis worden dagelijks meldingen van de politie over huiselijk geweld (HG-codes) besproken tijdens het screeningsoverleg. In 2013 (cijfers 2014 nog niet beschikbaar) waren dit 167 meldingen uit de gemeente Rheden (in 2012: 164). Hiervan zijn 30 casussen besproken in het overleg huiselijk geweld, waarbij een gerichte aanpak met meerdere ketenpartners is opgesteld.
1.3 Subdoelstelling - Objectieve veiligheid: vermogensdelicten1 en vernielingen In 2014 daalt het aantal woninginbraken met 15 %, het aantal diefstallen van voertuigen met 10% en is het aantal vernielingen niet hoger dan 407, waardoor de veiligheid en leefbaarheid van de woonomgeving wordt versterkt. 1
Begripsomschrijving vermogensdelicten: Delict tegen iemands eigendom of bezit (o.a. woninginbraken, autodiefstal).
Prestaties: - Ontwikkelen en uitvoeren van integrale aanpak woninginbraken: In 2014: uitvoering van de integrale aanpak woninginbraken, die de stuurgroep woninginbraken (burgemeesters van Rheden, Rozendaal en Doesburg, politie en openbaar ministerie in 2013 heeft vastgesteld; - Ontwikkelen en uitvoeren van integrale aanpak voertuigcriminaliteit: in 2014 wordt onder regie van de gemeente samen met de politie een integrale aanpak geformuleerd en uitgevoerd. - Opstellen en uitvoering van aanpak jaarwisseling: jaarlijks wordt in overleg met interne en externe partijen onder regie van de gemeente een plan van aanpak opgesteld en uitgevoerd gericht op de vermindering van overlast en vernielingen. De kaders voor dit plan worden door het Algemeen Bestuur van de VGGM vastgesteld. Na de jaarwisseling vindt een evaluatie plaats. - Uitvoering wet Tijdelijke Huisverbod door Veiligheidshuis onder regie van de gemeente. - Uitvoering van de handhavingsnota die in 2013 wordt opgesteld en ter besluitvorming wordt aangeboden. Streefwaarden: Indicator Diefstal/inbraak woning Diefstal uit schuur, tuinhuis, garage % Slachtofferschap woninginbraak (incl. poging) Aantal (incl. pogingen) inbraken/ 100 inwoners
Bron
Jaar
Politie VNG Politie VNG
2005 -
2009 84 -
2010 172 57
2011 265 48
VM.
-
7
-
-
VM.
29
2012 271 62
2013 244 62
Streefwaarde 226 -
3
7
4,7
-
Indicator (Ratio) Diefstal uit/vanaf motorvoertuigen % slachtoffer diefstal uit/vanaf auto Aantal autodiefstallen /100 inwoners (Ratio) Vernieling % Slachtofferschap vernielingen Aantal vernielingen per 100 inwoners Veiligheidsbeleving buurt (rapportcijfer) %-Bewoners dat zich nooit, zelden of soms of zelden onveilig voelt Totaal geregistreerde misdrijven Totaal geregistreerde incidenten Fysieke preventiemaatregelen (max. score = 4) Sociale preventiemaatregelen (max. score = 4)
Bron
Jaar 2005
2009
2010
2011
2012
2013
Streefwaarde
Politie-VNG
-
256*
346
415
262
230
360
VM.
-
3
2
3
VM.
-
3
-
Politie VNG VM.
-
271 6
407 14
10
-
271* 14
490 -
407 -
372
VM. VM.
7,2
6,9
-
-
7,2
6,9
VM.
96
90
-
-
98
90
Politie-
-
1540
2798
2783
2491
2261
2673
Politie-VNG
-
3344
1310
1129
853
1166
5547
VM
-
-
-
-
-
1,8
-
VM
-
-
-
-
-
2,0
-
Toelichting: N.v.t. Wat hebben wij gedaan in 2014: De doelstellingen zijn ruimschoots behaald. Integrale aanpak woninginbraken Stop inbraak: De integrale aanpak woninginbraken wordt uitgevoerd. Door tweets worden inwoners van de gemeente geïnformeerd over woninginbraken en worden tips gegeven om deze te voorkomen. Er zijn 391 personen die het Twitteraccount volgen. Afgelopen twee jaar zijn rond de 300 tweets geplaatst. In samenwerking met politie, buurtpreventieteams en de ANBO zijn in de gemeente een viertal bijeenkomsten over veiligheid georganiseerd voor oudere inwoners. Deze bijeenkomsten zijn door ruim 1000 inwoners bezocht. De politie, preventieadviseurs, brandweer, het Stichting Brandwonden uit Beverwijk en Burgernet hebben aan deze bijeenkomsten bijgedragen. Daarnaast is in Velp een veiligheidsmiddag heel goed bezocht. Deze initiatieven geven een positieve impuls aan de preventiemaatregelen die inwoners nemen en dragen bij aan de sociale kwaliteit. In 2014 zijn preventieadviseurs gestart met het geven van preventieadviezen op gebied van woninginbraken (op vrijwillige basis) aan inwoners van de gemeente. Er zijn bijna 100 aanvragen geweest, waarvan 52 uitgevoerd zijn. Om deze aanvragen snel te kunnen afhandelen springen de preventieadviseurs van het Centrum voor criminaliteitspreventie en veiligheid bij. Zestien van de aanmeldingen waren naar aanleiding van een inbraak. In het Veiligheidshuis zijn twee veelplegers besproken en 61 ex-gedetineerden: allen afkomstig uit onze gemeente. Opstellen en uitvoering van aanpak jaarwisseling: Jaarlijks wordt in overleg met interne en externe partijen onder regie van de gemeente een plan van aanpak opgesteld en uitgevoerd gericht op de vermindering van overlast en vernielingen. De kaders voor dit plan worden door het Algemeen Bestuur van de VGGM vastgesteld. Na de jaarwisseling vindt een evaluatie plaats. De kosten van de vernielingen tijdens de jaarwisseling is gedaald ten opzichte van 2013 naar € 10.000.
30
2
Verminderen Jeugdoverlast en -criminaliteit
2.1 Subdoelstelling - Jeugdoverlast en -criminaliteit Door de uitvoering van de aanpak problematische jeugdgroepen en de samenwerking met de ketenpartners telt in 2014 het aantal hinderlijke jeugdgroepen1 niet meer dan 6 en het aantal overlastgevende jeugdgroepen2 nul, waardoor de jeugdoverlast- en criminaliteit vermindert (aantal overlastmeldingen jeugd en subjectieve beleving van jeugdoverlast door inwoners). 1
Begripsomschrijving hinderlijke jeugdgroep: Jongeren die rondhangen in de buurt, af en toe luidruchtig aanwezig zijn en zich niet veel van de omgeving aantrekken. Soms is de groep betrokken bij kleine schermutselingen of pleegt kleine vernielingen. Een minderheid van deze jongeren maakt zich soms schuldig aan lichte gewelds- of vermogensdelicten. De leden van deze groepen zijn over het algemeen nog aan te spreken op hun gedrag. 2 Begripsomschrijving overlastgevende jeugdgroep: In vergelijking met hinderlijke jeugd(groep) is de overlastgevende jeugd(groep) wat nadrukkelijker aanwezig. Kan af en toe provocerend optreden, valt omstanders wel eens lastig (uitschelden of intimideren), vernielt regelmatig allerlei zaken en trekt zich veel minder aan van andere mensen. Geweldsgebruik wordt niet geschuwd en de groepsleden zijn ook minder goed te corrigeren.
Prestaties: De gemeente voert regie op de uitvoering van de aanpak problematische jeugdgroepen en investeert in een efficiënte en effectieve ketensamenwerking. Daarnaast zet de gemeente preventieve instrumenten in ter voorkoming van jeugdgerelateerde criminaliteit: Uitvoering van groepsgerichte, locatiegerichte en individuele aanpak problematische jeugd(groepen) (Pak je kans, Convenant aanpak problematische jeugd(groepen)). Realiseren van aansluiting veiligheidshuis op de lokale netwerken (o.a. Pak je Kans, ZAT’s). Subsidiering preventielessen op scholen over onder andere gebruik verslavingsmiddelen, vuurwerk, vandalisme en groepsdruk door Halt. Implementatie van nieuwe Drank- en Horecawet (DHW): De invoering van de nieuwe DHW heeft de nodige (organisatorische) consequenties voor de gemeente Rheden en dit vereist een adequate implementatie op o.a. de volgende aspecten: strafbaarstelling bezit van alcohol onder de 16 jaar, gemeentelijke verordening paracommercie en toezicht Drank- en Horeca Wet. Integreren van alcoholmatiging in uitvoeringsagenda Volksgezondheid en op basis hiervan uitvoering van maatregelen.
Streefwaarden: Indicator Overlast Jeugd (meldingen) Aantal Vernielingen Vandalisme/Baldadigheid Aantal hinderlijke jeugdgroepen Aantal overlastgevend jeugdgroepen % inw. die veel overlast ervaren van rondhangende jongeren op straat Afbouw inzet straatcoaches
Bron 2005 -
2009 243* 271*
-
VM.
aantal uren
Politie-VNG Politie-VNG Politie/VNG Shortlist Shortlist
-
2010 301 490 74 6 2
2011 248 407 59 6 1
-
9
-
-
-
-
1926
2012 181 372 50
2845
2013 177 271 46 2 2
Jaar Streefwaarde 246 490 74 6 0
6
9
3968
Van 125.000 90.000,- /jr
Noot: Aan het einde van 2012 zijn er 4 hinderlijke groepen in beeld. Er zijn geen overlastgevende groepen meer in de gemeente aanwezig.
Toelichting: N.v.t.
31
Wat hebben wij gedaan in 2014: Uitgaande van het aantal groepen jongeren, is de doelstelling niet behaald. Desalniettemin kan de conclusie getrokken kan worden dat de aanpak succesvol is. Het aantal jeugdgerelateerde criminaliteit (vernielingen) en overlastklachten is gedaald evenals de perceptie van inwoners over jeugdoverlast (6% IP doelstelling 9%). De laatste stand van zaken met betrekking tot de jeugdgroepen is dat er vier groepen zijn in Dieren, waarvan er 2 hinderlijk en 2 overlastgevend. Daarbij is nog een groep in Velp in beeld, die nog geclassificeerd moet worden. In dorp Rheden is geen jeugdgroep. Opgemerkt wordt dat de twee overlastgevende groepen, geen overlastklachten veroorzaken. Deze groepen hebben deze typering gekregen, omdat de leden van de groep drugs en alcohol gebruiken. De situatie is daarom geenszins te vergelijken met die van 2009. Eén van de hinderlijke groepen bestaat uit jonge aanwas: jongeren rond de twaalf jaar die op het winkelcentrum rondhangen. Nu de jongeren door de straatcoaches in beeld gebracht zijn, is de strategie gericht op het zoeken naar alternatieve vrije tijdsbestedingen van deze jongeren, zoals het jongerencentrum of stimuleren van eigen initiatieven waaronder sportactiviteiten. Hierbij speelt de jongerenwerker een belangrijke rol. Niet gerealiseerd is het alcoholmatigingsbeleid onder jongeren. Bij de beleidsontwikkeling rondom drugsbeleid wordt dit integraal meegenomen. Dit staat gepland voor 2015. Wel is de nieuwe drank en horecawet geïmplementeerd. In de Nota Drank en Horecabeleid is aangegeven dat alcoholmatiging onder jongeren een speerpunt is. Het handhavingsteam is toegerust op hun taak en is gestart met de uitvoering ervan. Er is een evaluatie opgesteld, die in het eerste kwartaal 2015 aan de raad wordt aangeboden. Ook is aan de exploitanten van horecabedrijven die beschikken over een drank en horecavergunning door de burgemeester ambtshalve ontheffing van de vergunningplicht verleend.
3
Versterken van fysieke veiligheid
3.1 Subdoelstelling - Crisisbeheersing Een goed voorbereide gemeentelijke crisisbeheersingsorganisatie op het gebied van planvorming, opleiding en oefenen¹. ¹ Het ontbreekt op dit moment aan concrete indicatoren op basis waarvan een subdoelstelling geformuleerd kan worden. Er kunnen wel resultaten geformuleerd worden.
Prestaties: Alle bestuurders en medewerkers die een functie vervullen binnen de crisisbeheersing de basiscursus laten volgen. Oefeningen realiseren voor bestuurders en medewerkers om de deelplannen te oefenen. Bestuurlijke oefening organiseren voor de bestuurders en medewerkers. Streefwaarden: Geen.
Toelichting: N.v.t. Wat hebben wij gedaan in 2014: Alle bestuurders hebben meerdere opleidingen gevolgd: basiscursus, twee verdiepende cursussen en oefeningen. Naar aanleiding van het amendement van de raad is er een oefening gehouden m.b.t. het goederenvervoer over de IJssellijn. Hiervan is een informatiefilm gemaakt. Deze film kan de raad gebruiken als lobby voor de landelijke politiek om de intensivering van het goederenvervoer op de IJsselijn tegen te gaan. Alle medewerkers hebben de mogelijkheid gekregen om de basiscursus te volgen. De medewerkers die dit nog niet hadden gedaan of hier behoefte aan hadden hebben hier gebruik van gemaakt.
32
-
4
Bestuurlijke oefening heeft plaatsgevonden. Deelplan oefening is niet meer gerealiseerd in verband met de uitvoering van het amendement IJssellijn. Er heeft een oefening plaatsgevonden voor operationele diensten, waaronder het onderdeel van bevolkingszorg.
Versterken van Integriteit en Veiligheid
4.1 Subdoelstelling - Aanpak georganiseerde criminaliteit Door het laten uitvoeren van een nulmeting / risicoanalyse wordt inzicht gekregen in de mate waarin de georganiseerde criminaliteit in de gemeente aanwezig is, op basis waarvan subdoelstellingen, streefwaarden en prestaties geformuleerd worden. Prestaties: - Continueren van de samenwerking met het Regionaal Informatie en expertisecentrum (RIEC). - Implementatie en uitvoering van Bibob-beleidsregels. Streefwaarden: Geen. Toelichting: N.v.t.
Wat hebben wij gedaan in 2014: De wet Bibob wordt toegepast bij vergunningverlening op gebied van exploitatievergunningen. Hierbij is op gebied van het vergunningverleningstelsel m.b.t. kamerverhuurpanden intensief samengewerkt met het RIEC omdat dit instrument een nieuw fenomeen is in Nederland. Hiertoe heeft het College beleidsregels vastgesteld. Ook op casusniveau is afgelopen jaar dankbaar gebruik gemaakt van de kennis en ervaring van het RIEC. Enkele voorbeelden hiervan zijn de aanpak van OMG en onderzoek Fiorino.
Wat heeft het gekost in 2014
Programma
(Bedragen x € 1.000) Lasten
2. Veiligheid
Gewijzigde begroting na Primitieve Actuele bestuursrapportage 2014 begroting 2014 Rekening 2014 Rekening 2013 begroting 2014
Saldo 2014
4048
3.310
3.398
3.398
3.255
896
39
39
39
40
2
-3152
-3.271
-3.360
-3.360
-3.214
145
Toevoeging
77
-
-
-
-
-
Onttrekking
253
-
77
77
73
-5
-2.976
-3.271
-3.282
-3.282
-3.142
141
Baten Gerealiseerde totaalsaldo van baten en lasten
144
Reserves
Gerealiseerde resultaat
33
Toelichting financiële afwijkingen
Onderwerp Toezicht en handhaving
Bedrag
I/S
-€ 16.000
I
Rampen- oefening IJssellijn
+€ 15.000
I
Rampenbestrijding
+€ 15.000
I
Onderwerp VGGM
Overige afwijkingen Totaal Incidenteel Totaal Structureel Totaal saldo
Toelichting Minder inkomsten leges uitvoering Apv. De actieve uitrol van de exploitatievergunningplicht horeca is nog niet gestart vanwege capaciteitsknelpunten en andere prioriteiten. Dit met het gevolg dat er in 2014 nog geen inkomsten vanuit leges zijn ingeboekt. Er zijn wel kosten gemaakt gericht op de voorbereidende fase en werkzaamheden. De kosten van het project virtuele rampenoefening IJssellijn bedroegen in het totaal € 35.000. Hiervoor was bij de bestuursrapportage 2013 door uw raad eenmalig € 50.000 beschikbaar gesteld. Door capacitaire inzet voor de rampenoefening IJssellijn in het afgelopen jaar is er minder inzet geweest op de reguliere oefening rampenbestrijding.
Bedrag +€ 88.000 +€ 35.000
I/S I S
+€ 4.000 +€ 106.000
I I
+ €35.000
S
+€141.000
34
Toelichting Op basis van de bijgestelde bijdrage VGGM 2014 was bij de bestuursrapportage sprake van een incidenteel nadeel van € 89.000. Op basis van de werkelijke afschrijvingslasten 2014 blijkt, dat deze bijraming bij de bestuursrapportage niet nodig was. Dit levert een incidenteel voordeel op van € 88.000. Zowel bij de VGGM als in de begroting van de gemeente Rheden was rekening gehouden met een storting in de voorziening onderhoud. De bijdrage aan de VGGM vervalt, waardoor een structureel voordeel ontstaat van € 35.000.
3. Organisatie en Dienstverlening Programmadoelstelling: Een deskundige, betrokken en slagvaardige gemeentelijke organisatie, waarin ambitie en omvang op elkaar zijn afgestemd en waarbij de dienstverlening en communicatie zo klantgericht mogelijk wordt ingevuld.
Toelichting programmadoelstelling: Het programma moet in samenhang worden gezien met de paragraaf bedrijfsvoering. In dit programma gebruiken wij de term klant en klantgericht. Hiermee wordt bedoeld dat wij onze dienstverlening optimaal inrichten voor de inwoners, bedrijven, instellingen en verenigingen van onze gemeente. Er moet wel een nuancering bij het begrip klant gemaakt worden. Onze ‘klanten’ hebben geen keus waar ze hun producten afnemen. Je kunt niet naar Arnhem omdat de omgevingsvergunning daar goedkoper is. En daarnaast leveren wij onze producten niet aan de hoogste bieder. Wij behandelen alle aanvragen gelijk en volgens dezelfde regels. Om echter duidelijk te maken dat wij in onze dienstverlening vriendelijk, transparant, vraaggericht zijn, meedenken met de aanvrager en onze producten zo snel mogelijk leveren, gebruiken wij in deze tekst het woord ‘klant’.
Welk beleid is voorhanden: Beleid
Toelichting
Vastgesteld
Visie op de publieke dienstverlening gemeente Rheden Programma Klant in Beeld
2012 Vastgesteld door college
2009
Nota Persbeleid Nota interactieve beleidsvorming
Herziening in 2014 Herziening in 2014
2010 2002
Ontwikkelingen: De landelijke overheid heeft een aantal programma’s opgezet om de dienstverlening te verbeteren: • programma e-overheid voor burgers (waaronder Antwoord voor burger en bedrijven); • nationaal programma dienstverlening en e-overheid (I-NUP). In toenemende mate stimuleert de overheid het implementeren van deze programma’s door het ontwikkelen van een landelijke infrastructuur en standaarden, het beschikbaar stellen van voorbeelden en het meten van het daadwerkelijk gebruik (via benchmarks).
Wat willen wij bereiken: 1 Een optimale toegankelijke en bereikbare dienstverlening. 2 Inwoners, bedrijven en instellingen ervaren de gemeente Rheden als een betrouwbare en klantgerichte gemeente. 3 In toenemende mate worden informatie en diensten via Internet aangeboden. 4 Het optimaliseren van de communicatie met inwoners en bedrijven.
35
Wat hebben wij ervoor gedaan in 2014: 1
Een optimaal toegankelijke en bereikbare dienstverlening
Prestaties: Wij bieden een transparante en toegankelijke dienstverlening aan onze klanten. Voor klanten is duidelijk wat ze kunnen verwachten indien ze met hun vraag of aanvraag bij de gemeente Rheden aankloppen. De mogelijkheden van de gemeente, de producten en diensten die wij aanbieden, de manier waarop een aanvraag kan plaatsvinden, de openingstijden; deze informatie is helder en duidelijk en via alle kanalen (balie, telefoon, website, email) beschikbaar. Een deel van de dag kan iedereen zonder afspraak bij de gemeente aankloppen. Daarnaast bieden wij de mogelijkheid aan om een afspraak te plannen op andere momenten. Hiermee creëren wij dienstverlening op maat. Speerpunten voor 2014 De receptie ontvangt onze bezoekers, fungeert als snelbalie en de medewerkers werken als gastvrouwen. Via het telefoonteam concentreren wij alle telefoontjes. Wij stellen service- en kwaleitsnormen op voor bereikbaarheid en toegankelijkheid, wij monitoren ze en publiceren deze aan onze klanten.
Streefwaarden: We zorgen voor een verhoging van de algemene tevredenheid van klanten over de dienstverlening over de diverse kanalen Kanalen Balie Telefoon Digitaal loket
Streefwaarde 2011 8,0 6,7 -
Streefwaarde 2012 8,0 7,3 -
Streefwaarde 2013 8,0 7,5 7,0
Streefwaarde 2014 8,0 7,7 7,5
Streefwaarde 2015 8,0 8,0 8,0
Normen voor toegankelijkheid en bereikbaarheid: • KCC heeft tijdens openingstijden een telefonische bereikbaarheid van 95% in 2014 (in 2011: 81%, in 2012: 85%, in 2013: 90% en in 2014: 95%). • KCC beantwoordt tijdens openingstijden in 80% van de gevallen binnen 20 seconden (ongeveer 4 pulstonen) de telefoon (in 2012: 58%, in 2013: 70% en in 2014: 80%). • KCC verbindt een beller maximaal één keer door en doet dit altijd ‘warm’ (dus altijd door de beller aan te kondigen). • KCC helpt een vrije inloop tijdens openingstijden in 90% van de gevallen binnen 10 minuten (huidige cijfer 90% handhaven). • KCC helpt een afspraak aan de balie tijdens openingstijden in 90% van de gevallen binnen 5 minuten (huidig cijfer van 95% handhaven). • KCC beantwoordt algemene gemeentelijke vragen direct (in 2012: 60%, in 2013: 70% en in 2014: 80%). • KCC beantwoordt gemeentelijke vragen met een persoonlijk karakter, zoals statusinformatie, direct (in 2012: 20%, in 2013: 40% en in 2014: 60%). Toelichting: N.v.t. Wat hebben wij gedaan in 2014: In 2013 is de receptie omgevormd tot een servicebalie (ontvangst & snelbalie). De telefonische dienstverlening is in 2014 volledig belegd bij het telefoonteam en verder geprofessionaliseerd. De rol van gastvrouw is door bezetting problemen nog niet voldoende opgepakt. Training en inzet van deze gastheer/vrouw medewerkers volgt in het 1e kwartaal van 2015. De service- en kwaliteitsnomen zijn in 2014 opgesteld. In 2015 gaan we deze actief naar inwoners communiceren en monitoren we de stand van zaken.
36
Gerealiseerde totale klanttevredenheid in 2014: Balie: 8,2 Telefonie 7,9 Digitaal 6,8 Bron: Benchmark publiekszaken. De klanttevredenheid van het digitale kanaal is niet op het gewenste nivo. Uit een nadere analyse van de toelichting die klanten geven is gebleken dat met name bij het digitale kanaal soms een onvoldoende wordt gegeven omdat klanten tijdens de afhandeling van een digitale aanvraag niet goed geholpen zijn. De klant geeft dan een erg lage score (een 1 of een 2) terwijl de klant over het digitale kanaal op zich niet ontevreden is. Dit blijkt ook uit het feit dat de 90% van de gebruikers van het digitale kanaal aangeeft dit opnieuw te zullen gebruiken. Wij zullen in 2015 verder uitwerken hoe we dit soort signalen samen met de betrokken afdelingen kunnen oppakken. De telefonische bereikbaarheid is in 2014 verbeterd door in bezetting veel meer in te spelen op de klantstroom. Enkele technische belemmeringen maken dat we in de piek uren niet het gestelde percentage halen. Verwachte datum oplossing: 1e kwartaal 2015. De wachttijd voldoet aan de gestelde normen voor de producten waar in gemeente voor op afspraak werkt.
2
Inwoners en bedrijven ervaren de gemeente Rheden als een betrouwbare en klantgerichte gemeente
De gemeente Rheden hecht er waarde aan de dienstverlening aan inwoners en bedrijven te verbeteren en omarmt de verschillende initiatieven die er op dit vlak zijn ontstaan. Bij de organisatiewijziging in 2012 is het principe ‘de klant centraal’ mede leidend geweest. Dit betekent dat onze organisatie klant- en vraaggericht werkt. Wij willen de klant snel en deskundig bedienen, daarbij inspelend op maatschappelijke ontwikkelingen. Het verbeteren van de dienstverlening raakt de gehele gemeentelijke organisatie en heeft impact op de bedrijfsvoering. Het gaat daarbij niet alleen om een procesverandering, maar ook om gedrag- en cultuurverandering.
Prestaties: Het realiseren van een klantgerichte, geïntegreerde en professionele dienstverlening vanuit de optiek van de klant, waarbij de medewerker, binnen de wettelijke mogelijkheden, meedenkt met de klant. Voor onze klanten is duidelijk wat ze wanneer van de gemeente kunnen verwachten. Om dit te bereiken ontwerpen wij in het kader van het programma Klant in Beeld ruim 30 dienstverleningsprocessen in een periode van 5 jaar opnieuw vanuit het perspectief van de klant. De processen worden aantoonbaar sneller en effectiever, met makkelijker procedures en minder onnodige regels. De informatievoorziening naar de klant wordt verbeterd en wij zorgen voor een klantgerichte bedrijfscultuur. De strategische verandering die wij realiseren is de omslag van een administratieve organisatie naar een dienstverlenend bedrijf. Wij verbeteren onze dienstverlening ‘aan de voorkant’. De loketten voor Burgerzaken, Belastingen, Zorg, Vergunningen en Sociale dienstverlening zullen steeds meer producten aan klanten leveren. Bij deze loketten kan de klant terecht voor inhoudelijke vragen, een aanvraag indienen en voor een toenemend aantal producten ook direct een resultaat meekrijgen (‘klaar terwijl u wacht’). Bij het loket kan de klant informatie krijgen over lopende aanvragen en vindt regie plaats over deze aanvragen. Bij al onze dienstverlening zien wij de klant hierbij als partner, die in de meeste gevallen zelfredzaam is en goed in staat is zijn vraag of aanvraag te formuleren. Deze zelfredzame klant is goed in staat gebruik te maken van digitale hulpmiddelen. Alleen als de materie dusdanig complex is of de klant bepaalde vaardigheden mist in het contact met de overheid, hanteren wij een andere benadering.
Speerpunten voor 2014
37
In 2013 zijn wij gestart met de implementatie van de vernieuwde visie op de publieke dienstverlening. Hierin is o.a. bepaald welke waarden ten grondslag liggen aan de Rhedense dienstverlening en hoe die zich vertaalt in de benadering van onze klanten. In 2014 vindt een verdere professionalisering van de loketten plaats waarbij wij vooral werken aan competenties (medewerkers trainen in gesprekstechnieken), de informatievoorziening en het invullen van de regie functie. Wij ronden de volgende projecten af waarbij wij een aantoonbare verbetering van de dienstverlening aan klanten realiseren: • Kwijtschelding. • Participatiewet (klant processen). • AWBZ Begeleiding (klant processen). • Jeugd (klant processen*). • Digitalisering post en zaakgericht werken. • Verbreding zorg loket naar Zorg-inkomen loket. • Optimaliseren inkomensregelingen. * Afhankelijk van nog te maken keuze over uitvoering van de klantprocessen jeugd.
Streefwaarden: Wij gaan voor 30 gemeentelijke producten in 5 jaar tijd, de volgende verbeteringen in dienstverlening realiseren: • verkorten van doorlooptijden; • aanvragen van producten makkelijker maken: o eenvoudiger- of geen formulieren; o minder bewijsstukken; o voorkomen van onnodige aanvragen; o meer kanaalkeuze of andere kanalen aanbieden; • verbeteren van de communicatie over producten, rechten/plichten en procedures; • meer integratie met andere diensten; • lagere kosten voor de organisatie; • voldoen aan wettelijke verplichtingen; • meer Klaar terwijl u wacht producten; • meer producten waarbij de volledige intake aan de voorkant plaats vindt. De daadwerkelijk gerealiseerde verbeteringen voor de klant per dienstverleningsproces, worden jaarlijks gepresenteerd aan de gemeenteraad. Overzicht aantal projecten klant in beeld per jaar 2011
2012
2013
2014
2015
Gereed Onderhanden
4 8
10 11
21 6
26 4
30 0
Gepland
8
9
3
0
0
Toelichting: Het aantal Klant in Beeld projecten is in het voorjaar 2012 uitgebreid van 20 naar 30. In 2013 en 2014 worden een aantal grote projecten uitgevoerd (o.a. de sociale decentralisaties). Wat hebben wij gedaan in 2014: Het totaal aantal uitgevoerde projecten ligt op 28. In 2014 zijn de volgende projecten volgens planning uitgevoerd. De projecten rond de decentralisatie worden in 2015 verder geoptimaliseerd: 1. Kwijtschelding. Hierbij zijn de volgende resultaten gerealiseerd: a. Verkorten van doorlooptijden. Van gemiddeld 6 maanden naar gemiddeld 1 maand
38
b.
2.
3.
4.
5.
6.
Aanvragen makkelijker. Aanvraag proces kan volledig digitaal verlopen. Klanten die niet digitaal kunnen of willen aanvragen worden persoonlijk geholpen. c. Meer aanvragen zijn compleet (nu nog geen % beschikbaar. Dit wordt in 2015 wel bijgehouden) d. Betere integratie met andere processen (gelrepas) Participatiewet (klant processen) Hierbij zijn de volgende resultaten gerealiseerd: a. Afronden van het project digitale klantdossiers voor afdeling Werk&Inkomen b. Ondersteuning van een nieuwe werkwijze van de afdeling, d.m.v. voorlichtingsbijeenkomsten waardoor de communicatie verbeterd is c. Melding volledig digitaal d. 3D proof maken van de klantprocessen WMO en AWBZ Begeleiding (klant processen) Hierbij zijn de volgende resultaten gerealiseerd: a. Inrichten van digitale klantdossier voor de WMO b. Bestaande WMO processen zijn uitgebreid naar AWBZ begeleiding Jeugd (klant processen) a. Jeugd klantprocessen zijn uitgewerkt op basis van de keuzenota b. Informatievoorziening en processen zijn ingericht i.s.m. 3D project Jeugd i. Inrichten van digitale klantdossiers voor jeugd ii. Toewijzing van jeugdzorg naar de backoffice. iii. Gegevens over bestaande klanten zijn beschikbaar gemaakt voor medewerkers Digitalisering post en zaakgericht werken a. Het project digitalisering Post is afgerond. Alle post m.u.v. Schulddienstverlening wordt digitaal en zaakgericht afgehandeld. Verbreding zorg loket naar Zorg-inkomen loket. a. Dit project is gestopt en opgegaan in het project Sociaal meldpunt
In het kader van regulier onderhoud is de informatievoorziening bij belastingen en leerlingen vervoer verder verbeterd.
De volgende extra projecten zijn uitgevoerd: 1. WABO archivering en digitale handtekening. Het WABO proces verloopt nu volledig digitaal voor klanten die daar prijs op stellen. Documenten worden volgens de wettelijke vereisten gearchiveerd. 2. Subsidies. In het verleden is het aanvragen van de subsidies in Klant in Beeld verbeterd. In 2014 is de afhandeling van het subsidie proces geoptimaliseerd en voldoet nu volledig aan de vereisten uit de bestaande subsidie verordening. De informatievoorziening is verbeterd waardoor alle medewerkers relevante informatie digitaal beschikbaar hebben. 3. Sociale Gebiedsteams a. klantprocessen voor de sociale gebiedsteams zijn uitgewerkt op basis van de keuzenota b. Informatievoorziening en processen zijn ingericht i.s.m. 3D project SGT i. Inrichten van Digitale klantdossiers voor SGT ii. Integrale informatievoorziening (relatie met overige processen sociaal domein) 4. Project Sociaal Meldpunt a. Voor het sociaal meldpunt zijn processen en informatievoorziening ingericht i.s.m. 3D project SMP. i. Inrichten van Digitale klantdossiers voor SMP b. Integrale informatievoorziening (aansluiten bij overige processen sociaal domein) c. Ook voor processen die van MEE zijn overgenomen is informatievoorziening ingericht. 5. Collectevergunning en de ontheffing sluitingsuur voor bijzondere wetten.
3
In toenemende mate worden informatie en diensten via Internet aangeboden
Prestaties: Wij optimaliseren de gemeentelijke website, zodat deze beter aansluit bij de behoefte van onze klanten. Informatie op de website is actueel en correct. Wij ontwikkelen een toenemend aantal
39
E-diensten waarmee onze klanten via internet 7 dagen in de week, 24 uur per dag aanvragen kunnen indienen én volgen. Wij verwijzen onze klanten steeds vaker naar de website om informatie te krijgen voor producten en diensten van de gemeente. Dit leidt tot een meetbare verschuiving van fysieke contacten naar meer digitale contacten tussen klant en gemeente. Bij het verbeteren van de kwaliteit van onze dienstverlening maken wij gebruik van beschikbare digitale hulpmiddelen zoals Basisregistraties, voorzieningen uit het I-NUP en gemeentelijke informatievoorziening (waaronder het Midoffice).
Speerpunten voor 2014 Er worden steeds meer eisen gesteld aan overheidswebsites. Door de overheidsinstanties zelf, maar ook door de gebruikers. Wij zijn van mening dat onze website nog verder verbeterd kan worden, deze doorontwikkeling die mede de klantvriendelijkheid van de website zal moeten bevorderen zal in 2014 worden opgepakt. Naast de aanpassing van de website willen wij ook het webproces verder verbeteren. Daarom komt er een nieuwe webvisie met daaruit volgend een herinrichtingsplan webredactie en een contentplan. In 2014 zal er een vernieuwde Sociale Kaart komen. Ontwikkelen of verbeteren van E-diensten voor Bijzondere Bijstand, kwijtschelding, Gelrepas, schuldhulpverlening en afspraak maken. Streefwaarden: 1 Het aantal producten dat digitaal is aan te vragen of te volgen zal jaarlijks groeien volgens onderstaande tabel.
Aantal producten digitaal aan te vragen Aantal digitale aanvragers
Nulmeting 2011 9
2012 13
2013 16
2014 20
2015 25
1.000
2.000
2.500
3.200
4.000
2 Wij zorgen voor een verschuiving van fysiek naar telefoon of digitaal. In programma 3 zijn destijds een aantal streefwaarden benoemd om de verschuiving van fysiek naar digitaal zichtbaar te maken. Naar nu blijkt zijn de genoemde aantallen voor balie en telefonie niet juist. We hebben daarom deze streefwaarden weg gelaten. Voor het digitale kanaal kloppen de cijfers wel (zie hierboven bij 1). Pas vanaf 2015 is het goed mogelijk de trend van fysiek naar telefoon of digitaal zichtbaar te maken.
3 Er is een groei in elektronische dienstverlening voor veelgevraagde producten. In 2015 zal 80% van de veel gevraagde producten digitaal en gepersonaliseerd aan te vragen zijn.
Toelichting: Het percentage elektronische dienstverlening geeft aan op welk niveau een veelgevraagd aantal producten en diensten op de website kan worden afgehandeld. Het percentage gepersonaliseerde dienstverlening geeft aan in hoeverre uw website is afgestemd op de individuele burger door bijvoorbeeld een Persoonlijke internetpagina (PIP), vooringevulde formulieren etc.
Wat hebben wij gedaan in 2014: In 2014 zijn zowel de website als de processen voor het aanleveren van de inhoud van de site verbeterd. De website is meer ingericht op de behoeften van de klant (toptaken website). Doordat overbodige en verouderde informatie verwijderd is zijn de zoekresultaten verbeterd.
40
Het aantal producten wat digitaal is aan te vragen is in 2014 gestegen naar 30. Dit is boven de streefwaarde. Het aantal contacten aan de balie is 17718 (zonder spreekkamer gesprekken). Het aantal contacten via het algemene nummer van gemeente Rheden is 54530. Het aantal aanvragen dat digitaal (via Internet) is binnengekomen is in 2014 fors gestegen naar 13.000. In 2013 was sprake van 4000 aanvragen via internet. Het percentage elektronische dienstverlening bij veel gevraagde producten is in 2014 gegroeid naar 75%, daarvan is 72% gepersonaliseerd (bron Benchmarking publiekszaken). Dit is conform de streefwaarde
4
Het optimaliseren van de communicatie met inwoners en bedrijven
Prestaties: De gemeente Rheden is bezig om zowel beleid als uitvoering van haar externe communicatie te actualiseren en optimaliseren. De denkrichting hierbij stoelt op drie pijlers: 1. meer dialoog met klanten en minder informeren - ‘minder zenden, meer ontvangen’; 2. meer digitaal communiceren en minder papier - ‘sneller en kostenbesparend’; 3. informatie laten halen in plaats van brengen - ‘ontsluiten: klanten maken zelf een selectie’. Ontwikkelingen die bijdragen aan deze vernieuwing zijn: • het ontwikkelen van nieuw beleid voor burgerparticipatie en burgerinitiatief als gevolg van de conclusies en aanbevelingen uit het rapport van de rekenkamercommissie ‘Burgerparticipatie in Rheden’ (november 2011); • de implementatie van een nieuwe manier van samenwerken met inwoners (coproductie) als gevolg van het plan voor participatie ‘Uw leefomgeving, ons werk!’ (raadsbesluit, maart 2012); • het lanceren van een gemeentelijk twitteraccount (november 2011) en het ontwikkelen van beleid voor Social Media; • het verdwijnen van de redactiepagina De Rhedenaar (per januari 2013) en daaraan gekoppeld meer digitale nieuwsvoorziening via internet en social media (o.a. Twitter en Youtube); • de keuze voor het ontwikkelen van buurtplannen. Speerpunten 2014 De Nota externe communicatie is een samengestelde nota waarin alle externe communicatiemiddelen, inclusief de bijbehorende werkprocessen, worden beschreven. De wijze waarop de gemeente met haar klanten communiceert, is de afgelopen jaren echter sterk veranderd. Onder andere digitalisering, burgerparticipatie en de opkomst van sociale media hebben een grote invloed op de manier waarop wij met onze klanten communiceren en de communicatiemiddelenmix die daarbij hoort. Om die reden wordt de lijvige nota externe communicatie niet herzien, maar opgeknipt in meerdere communicatiebeleidsnotities. Hierdoor zijn wij beter in staat om communicatiebeleid periodiek op een slagvaardige en effectieve wijze aan te passen aan de actuele ontwikkelingen op communicatiegebied.
De komende jaren verdient de competentie communiceren van alle medewerkers van de gemeente Rheden verdere aandacht. Bij klantgericht werken hoort een medewerker die duidelijke informatie geeft, goede teksten schrijft, adequate vragen stelt en actief luistert. De sociale media vragen daarnaast om snel en open communiceren, proactief zenden en reageren op wat er speelt. Communicatie is meer dan ooit de verantwoordelijkheid van iedereen. Bestuurders communiceren zelf via de (sociale) media en publieke optredens. Medewerkers maken verbinding met hun omgeving: inwoners, ondernemers en maatschappelijke organisaties. De (team)manager is verantwoordelijk om de kwaliteit van de communicatie van medewerkers in de gaten te houden en zo nodig bij te sturen/te ontwikkelen. De vakgroep communicatie helpt de organisatie via richtlijnen, coaching of als makelaar met goede communicatiemiddelen of -diensten. De communicatieprofessional verandert daarmee van regisseur van de eigen productie naar de ondersteuning van de communicatie van anderen. Niet het communiceren zelf staat dan centraal, maar het sturen, faciliteren, afremmen en begeleiden van alle vormen van communicatie in en om de organisatie, ten behoeve van de organisatie.
41
4.1 Klanten weten wat de gemeente voor hen kan betekenen Streefwaarde: • In 2014 ervaart 80 procent van de inwoners en bedrijven de informatievoorziening van de gemeente als volledig, tijdig en begrijpelijk.
4.2 Klanten oordelen positief over de wijze waarop de gemeente hen informeert Streefwaarde: • In 2014 is een ruime meerderheid van 80 procent (zeer) tevreden over de manier waarop de gemeente hen informeert over gemeentelijke aangelegenheden.
4.3 Meer digitaal communiceren en minder papier Streefwaarde: • In 2014 is 80 procent van de communicatie met de inwoners digitaal van aard. 4.4 Burgerparticipatie: het gesprek aangaan met klanten Streefwaarden: • In 2014 is burgerparticipatie in 4 wijken een vast onderdeel bij de uitvoering van beheersactiviteiten (groot onderhoud, reconstructie en herinrichting) en de inrichting van de openbare ruimte. • In 2014 is burgerparticipatie in 4 wijken een vast onderdeel bij het bedenken en uitvoeren van sociale activiteiten. Toelichting: N.v.t. Wat hebben wij gedaan in 2014: Middels het Webcareteam met daarin zitting van medewerkers van iedere afdeling reageren wij op vragen, klachten en opmerkingen via Social Media en het monitoren van de online reputatie van de gemeente en/of afdelingen. In deze groep wordt tevens de basis gelegd voor het Social Media en het Webcare beleid. Voor 2014 was een herziening van de nota Persbeleid, als gevolg van herprioritering is deze nota doorgeschoven naar 2015. Daarnaast was een herziening voorzien van de nota Interactieve Beleidsvorming. Deze herziening heeft nog niet plaatsgevonden omdat uw raad heldere vertrekpunten wilde meegeven aan het college om tot een nieuw beleidskader te komen. De raadswerkgroep bestuursstijl is hiermee bezig. Het aantal digitale contacten neemt toe. Inwoners stellen vragen via de mail of via @gemeenterheden. Ook gaan er minder bewonersbrieven de deur uit. Alle bekendmakingen worden digitaal gepubliceerd en in 2014 is geen papieren gemeentegids meer gemaakt.
42
Wat heeft het gekost in 2014 3. Organisatie en dienstverlening
Programma
(Bedragen x € 1.000) Lasten
Gewijzigde begroting na bestuursrapporActuele Primitieve tage 2014 begroting 2014 Rekening 2014 Rekening 2013 begroting 2014
Saldo 2014
17.499
18.879
20.871
20.674
19.642
Baten
14.683
15.531
16.028
16.103
16.386
1.031 283
Gerealiseerde totaalsaldo van baten en lasten
-2.816
-3.348
-4.843
-4.571
-3.257
1.314
Toevoeging
863
101
101
101
249
-148
Onttrekking
634
215
2.364
2.364
978
-1.386
-3.045
-3.234
-2.580
-2.307
-2.527
-220
Reserves
Gerealiseerde resultaat
Toelichting financiële afwijkingen
Onderwerp Taakstelling management MMB
Bedrag
I/S
-€ 50.000
I
Elektra
+€ 23.000
I
Bijdragen zwangerschapsverlof
+€ 32.000
I
Catering
-€ 19.000
I
Porti
-€ 44.000
I
KantoorartikelenMachines
-€ 13.000
S
+€ 25.000
I
Telefonie
43
Toelichting Dit betreft de restant taakstelling op het management MMB. In 2015 wordt deze geheel gerealiseerd. Door energiebesparende maatregelen is er de laatste jaren minder uitgegeven aan elektra. Dit heeft geleid tot een positief bedrag. Vanaf 2015 is het budget structureel met € 25.000 verlaagd. Voor deze ontvangsten wordt geen budget geraamd. Voor de catering is in 2014 een aanbesteding geweest, welke heeft geleid tot een nieuw concept bij een nieuwe dienstverlener. Deze is helaas later gerealiseerd dan gepland. Vandaar dat de verwachte bezuiniging in 2014 niet (volledig) gerealiseerd is. In de paragraaf Bezuinigingen komen we hierop terug. Met name in het laatste kwartaal is er veel post verzonden in het kader van de 3D’s. Daarnaast is de groep van uitkeringsgerechtigden in 2014 toegenomen en daarmee de correspondentie naar deze doelgroep. De licentie voor Kofax (scansoftware) zorgt voor de overschrijding op dit budget. Aangezien deze kosten jaarlijks terugkomen is hier sprake van een structurele overschrijding. Minder uitgaven door opzeggen van een rapportagetool t.b.v. bereikbaarheidsgegevens, aanpassingen in de vermelding in de telefoongids en minder vervangingskosten voor mobiele telefoons. Vanaf 2015 is het budget
Onderwerp
Bedrag
I/S
Vervanging meubilair
-€ 29.000
I
ICT Leasecontracten
+€ 76.000
I
ICT Diensten van Derden
+€ 25.000
I
-€ 19.000
I
-€ 172.000
I
- € 55.000 -€ 207.000
I I
-€ 13.000
S
Facilitair Onderhoud scholen Reserve invoering decentralisaties
Overige afwijkingen Totaal Incidenteel Totaal Structureel Totaal saldo
-€ 220.000
44
Toelichting telefonie structureel verlaagd met € 27.000. Kosten gemaakt voor verbouwing van het servicecentrum Velp i.v.m. huisvesting medewerkers in het kader van de 3D’s. Zoals gemeld in de bestuursrapportage 2014 ontstaat een voordeel op de leasekosten door het niet verlengen van de leasecontracten in afwachting van de ICT samenwerking. In 2014 zijn enkele werkzaamheden uitgesteld in afwachting van de start van de ICT samenwerking. Lagere inkomsten uit bijdrage loonkosten, doordat er minder uren zijn gemaakt dan verwacht. In 2014 zijn in verband met de implementatie van de 3 decentralisaties incidentele middelen gereserveerd binnen de begroting. Binnen het totale projectbudget is er in 2014 een overschot van € 172.000. Dit overschot wordt toegevoegd aan de reserve invoering decentralisaties voor de transitiekosten in 2015. Per saldo gebeurt dit budgetneutraal (zie ook programma 7 Projectbudget 3 D’s).
4. Ruimtelijke ontwikkeling Programmadoelstelling: Het handhaven van een kwalitatief aantrekkelijke gemeente binnen het bestaande karakter van de dorpen en wijken.
Toelichting programmadoelstelling: Bij de ontwikkeling van nieuwbouw en/of herstructurering staat de lokale behoefte voorop. De ontwikkeling moet een toevoegde waarde hebben aan de vitaliteit en leefbaarheid van een dorp of wijk en een kwaliteitsimpuls zijn voor de omgeving. De kwaliteit zit onder meer in differentiatie in woningtypen, woonmilieus en doelgroepen.
Welk beleid is voorhanden: Beleid
Vastgesteld
Structuurvisie ‘een droom om in te wonen’ Woonvisie ‘wonen met toekomst’ Aanscherping woonvisie Wijkvisie ‘Velp Zuid straks’ Grondbeleid Welstandsnota Erfgoedverordening Subsidieverordening monumenten Kredietvoorwaarden Monumentenfonds Rheden Archeologienota Uitgediept Erfgoedplan Erfgoednota Actieprogramma landgoederen Functieveranderingenbeleid
2006 2009 2011 2009 2010 2013 2013 1998 1998 2008 2008 2012 2011 2012
Ontwikkelingen: Nieuwbouw vindt voortaan hoofdzakelijk via inbreiding plaats. Dat wil zeggen binnen de woningbouwgrenzen zoals die met de Stadsregio zijn overeengekomen. Daarnaast willen wij meer het particulier opdrachtgeverschap gaan benutten. Een speciale vorm hierin is het collectief particulier opdrachtgeverschap (CPO). Het college zet zich actief in om een aantal langlopende nieuwbouwprojecten af te ronden. In samenwerking met Vivare wordt de herstructurering van bestaande woongebieden (met name Velp Zuid) vormgegeven. Daarnaast zetten wij in op een goede afstemming van woningbouwbehoefte en het woningbouwprogramma binnen de stadsregio. De activiteiten voor Erfgoed zijn in beleidsmatige zin vooral beïnvloed door de Erfgoednota. Aan de nota is een uitvoeringsprogramma gekoppeld aan de uitvoering waarvan wordt gewerkt. Deze agenda moet in 2016 zijn afgerond. Verder werpen de nieuwe Omgevingswet en Erfgoedwet hun schaduw vooruit. Samen met de Stichting Dieren in Beeld en de Oudheidkundige Kring Rheden-Rozendaal zijn afspraken gemaakt over de start van de website ‘Rheden op de kaart’ die in 2015 de lucht in zal gaan en geheel door vrijwilligers zal worden beheerd. De site komt in de plaats van een drietal bestaande (deels gemeentelijke) erfgoedsites. De Raad van State heeft het beroep van “Nimmer Dor Nee” ongegrond verklaard. Daarmee is het bestemmingsplan onherroepelijk geworden. Er lopen nog procedures in het kader van de Flora- en faunawet maar naar verwachting kan het project in 2015 doorgang vinden.
Wat willen wij bereiken: 1 Zorgdragen voor een vitale en leefbare leefomgeving en een kwaliteitsimpuls voor de omgeving. 2 Integratie van cultuurhistorisch beleid in het ruimtelijke ontwikkelingsbeleid en de bescherming hiervan met meer vrijheid voor de burger.
45
Wat hebben wij ervoor gedaan in 2014: 1
Zorgdragen voor een vitale en leefbare leefomgeving en een kwaliteitsimpuls voor de omgeving
1.1 Subdoelstelling: Het scheppen van de ruimtelijke mogelijkheden en randvoorwaarden om de beleidsdoelstellingen van andere programma’s te realiseren.
Prestaties: • • • • •
Het opstellen van een structuurvisie per dorp. Het actualiseren van bestemmingplannen 1 maal per 10 jaar. Het op verzoek realiseren van bestemmingsplannen binnen wettelijke termijnen. Het afhandelen van aanvragen om omgevingsvergunning binnen de wettelijke termijn. Uitvoering van handhaving Wabo en bestemmingsplannen conform handhavingsnota.
Streefwaarden: Voor de feitelijke outcome wordt verwezen naar de streefwaarden in de betreffende progamma’s. Toelichting: Structuurvisies zijn wettelijk verplicht. De structuurvisies vormen de integraal ruimtelijk beleidskaders voor de gemeente en vertrekpunt voor o.a. de opstelling van de bestemmingsplannen. Om te zorgen dat de structuurvisies een dergelijk rol kunnen vervullen wordt de huidige structuurvisie “Een droom om in te wonen” geactualiseerd en uitgewerkt in een meer diepgaand en financieel onderbouwd ruimtelijke kwaliteit kader per dorp. Daar waar door een belangengemeenschap van een dorp een zogenoemde ‘dorpsvisie’ is opgesteld, wordt waar mogelijk gebruik gemaakt van de voornemens uit de dorpsvisie. Wat hebben wij gedaan in 2014: Onder de noemer ‘mijn dorp van morgen’ werken wij sinds 2013 aan nieuwe structuurvisies voor alle dorpen en het buitengebied. De eerste structuurvisie, die voor het dorp Rheden, is in september 2014 door de raad vastgesteld. Daarnaast zijn wij in 2014 gestart met de structuurvisie voor De Steeg. Het participatietraject in dit dorp vond plaats samen met Ik Buurt Mee. De inbreng vanuit het dorp is vertaald in een ambitienota, die het college van B en W in november 2014 heeft vastgesteld en als uitgangspunt dient voor de op te stellen structuurvisie. Naar verwachting vindt de besluitvorming over de structuurvisie voor De Steeg medio 2015 plaats. Daarna volgen de andere dorpen en het buitengebied. In 2014 is er aan 16 projecten gebiedsontwikkeling gewerkt. Voor de complete verantwoording hiervan wordt verwezen naar het stoplichtenoverzicht. Daarnaast zijn er tachtigtal (van eenvoudig tot complexe) ruimtelijke initiatieven in behandeling genomen. Voorts is met andere beleidsvelden meegedacht om hun doelen ruimtelijk te vertalen in een passende bestemming.
1.2 Subdoelstelling: Een woningbestand dat voldoet aan de marktvraag.
Prestaties: • • • • •
Het uitvoeren van de woonvisie. Het uitvoeren van de prestatieafspraken met woningbouwcorporaties. De fasegewijze uitvoering van herstructureringsopgaven. Het realiseren van projecten gebiedsontwikkeling. Op basis van uitkomsten (landelijk) woningbehoefteonderzoek (2012) de woonvisie bijstellen.
46
Streefwaarden: • • • • •
Nieuwbouwproductie van gemiddeld 60 tot 80 woningen per jaar. Bij grotere nieuwe woningbouwinitiatieven (> 5 woningen) uitgaan van gemiddeld 35% betaalbare woningbouw. Positieve ontwikkeling van het aspect Woningvoorraad op de Leefbaarometer van het Ministerie (hogere score in 2014 ten opzichte van 2010). Toename kwaliteit van de woningvoorraad (verhoudingsgewijs meer vervangende nieuwbouw en ingrijpende renovatie in de periode 2010 - 2014 ten opzichte van 2005 - 2009). Vanaf 2020 moeten nieuwe woningen energieneutraal zijn; waar mogelijk wordt bij nieuwe woningenbouwprojecten eerder energieneutraliteit gerealiseerd.
Toelichting: N.v.t.
Wat hebben wij gedaan in 2014: Uit de voorlopige cijfers over de woningvoorraad van het CBS blijkt dat er tot en met november 2014, 20 woningen zijn opgeleverd en 31 woningen zijn gesloopt. De maand december van het afgelopen jaar is hierbij nog niet meegenomen. Het is waarschijnlijk dat een nieuwbouwproductie van 60 tot 80 woningen voor het jaar 2014 niet gehaald gaat worden. De afgelopen jaren is echter gebleken dat de nieuwbouwproductie sterk fluctueert. Er zijn in de woonvisie periode ook jaren geweest dat de nieuwbouwproductie het streefaantal fors overschreed. Als de nieuwbouwproductie over de woonvisie periode en de nieuwbouwproductie van het jaar 2014 (tot en met november) wordt opgeteld, dan bedraagt de gemiddelde jaarproductie bijna 100 woningen. In 2014 de wijkvernieuwing van Velp-Zuid in volle uitvoering. Hierdoor wordt ook de (voorlopig) negatieve woningbouwproductie over het afgelopen jaar veroorzaakt. Er zijn namelijk 159 woningen gerenoveerd, 102 woningen gesloopt en 80 nieuwe woningen in aanbouw. Plannen voor 56 woningen zijn in de maak. Hoewel de cijfers voor de opleveringen in 2014 nog niet definitief zijn kan op basis van de voorlopige gegevens tot en met november 2014 gesteld worden dat er meer dan 35% sociaal is gerealiseerd. Van de 20 opgeleverde woningen zijn de 8 woningen aan de Scherpenhofseweg in de sociale huursector gerealiseerd. De meest recente cijfers van de Leefbaarometer van het Ministerie zijn uit het jaar 2012. Als we de cijfers van 2012 van de wijken/dorpen vergelijken met die van het jaar 2006, dan is daaruit op te maken dat er sinds 2006 weinig significante verbeteringen of verslechteringen hebben plaatsgevonden. Interessant is om over enkele jaren de effecten van de wijkvernieuwing Velp-Zuid te bekijken. In 2014 zijn 8 energieneutrale huurwoningen aan de Scherpenhofseweg in Rheden opgeleverd. Voor Vivare was het doel om vooruitlopend op de toekomst te leren van energieneutraal bouwen. Gestart is met de voorbereidingen voor een nieuwe woonvisie. In september jl. heeft het college hiertoe het plan van aanpak vastgesteld. Het plan van aanpak voorzag in een workshop met de gemeenteraad over de thema’s van de woonvisie en een bijeenkomst voor belanghouders om de thema’s verder invulling te geven. Beide bijeenkomsten hebben in november jl. plaatsgevonden.
2
Integratie van cultuurhistorisch beleid in het ruimtelijk ontwikkelingsbeleid en de bescherming hiervan met meer vrijheid voor de burger
2.1 Subdoelstelling: In stand houden van het cultuurhistorisch erfgoed.
47
Prestaties: • Uitvoeren uitvoeringsprogramma erfgoednota. • Uitvoeren reguliere wettelijke taken inzake monumenten, archeologie en cultuurlandschap. • Opstellen cultuurhistorische analyses ten behoeve van structuurvisies en bestemmingsplannen (wettelijk verplicht sinds 1 januari 2012). • Uitvoeren actieprogramma landgoederen. Streefwaarden: N.v.t. Toelichting: N.v.t. Wat hebben wij gedaan in 2014: In 2014 zijn de wettelijke taken ten aanzien van erfgoed uitgevoerd conform de geldende eisen. Vermeldenswaard zijn de restauraties van Biljoen, het bouwhuis van Middachten, café Laros en Gazelle. Bij alle restauraties is gezocht naar mogelijkheden om duurzaamheidsmaatregelen toe te passen. Er zijn verschillende taken uitgevoerd in het kader van de uitvoeringsagenda van de Erfgoednota. Enkele voorbeelden zijn de projecten in het kader van Gelders Arcadië, waarbij de gemeenten Wageningen, Renkum, Rozendaal en Arnhem zijn aangehaakt zoals het project Geschiedenis in verhalen. Hiervoor is Europese subsidie verkregen. Daarnaast is een start gemaakt met een gezamenlijke gebiedsvisie en is een cultureel project gestart dat samen met de diverse cultuurbedrijven van de vijf gemeenten wordt uitgevoerd de komende jaren op de landgoederen en buitenplaatsen. Er is samen met het Gelders Genootschap en RAAP een pilot uitgevoerd voor een cultuurhistorische verwachtingskaart voor De Steeg. De ervaringen daarmee zijn positief zodat opdracht is verleend voor dezelfde kaarten voor de andere dorpen die worden verwerkt in de cultuurhistorische analyses. Met subsidie van de provincie is ook in 2014 een succesvolle aflevering van Warm Winterlicht uitgevoerd. Verder zijn succesvolle Open Monumentendagen georganiseerd inclusief de klassendag (die zelfs het Jeugdjournaal haalde). Het historisch onderzoek naar Avegoor is opgeleverd. Er is een start gemaakt met een gebiedsvisie en maatregelenplan en met de restauratieplannen voor de sporthal Ellecom. Rheden heeft de tweede prijs gewonnen in het kader van de BNG-erfgoedprijs.
Wat heeft het gekost in 2014 Programma
(Bedragen x € 1.000) Lasten
4. Ruimtelijke ontwikkeling
Gewijzigde begroting na Primitieve bestuursrapporActuele tage 2014 begroting 2014 Rekening 2014 Rekening 2013 begroting 2014
Saldo 2014
14.174
4.242
4.912
6.095
7.881
-1.786
1.972
2.981
3.056
3.056
2.829
-227
-12.202
-1.261
-1.856
-3.039
-5.052
-2.013
Toevoeging
3.298
2.610
2.610
2.610
849
1.761
Onttrekking
9.010
150
1.395
2.615
2.778
164
-6.490
-3.721
-3.071
-3.034
-3.123
-88
Baten Gerealiseerde totaalsaldo van baten en lasten Reserves
Gerealiseerde resultaat
48
Toelichting financiële afwijkingen
Onderwerp
Bedrag
I/S
Bestemmingsplannen
+€ 71.000
I
Bouwaanvragen
-€ 14.000
I
Bouwvergunningen
+€ 24.000
I
Overige afwijkingen
-€ 169.000
I
Totaal Incidenteel
-€ 88.000
I
Totaal Structureel
0
S
Totaal saldo
-€ 88.000
49
Toelichting Meer kosten diensten van derden (€ -43.000) voor met name diverse onderzoeken en extern juridische advisering projecten Nimmerdor en Rhederhof. Meer projectkosten dorpsvernieuwing/stationsomgeving Dieren (€ -30.000) voor diensten van derden. Verder meer kosten planschade (€ -14.000). Meer inkomsten ontvangen van derden (€ +20.000) voor bestemmingsplannen. Minder overige uitgaven structuurvisie (€ +30.000) en BP Velp Zuid (€ +62.000). Minder prijscompensatie (€ +46.000) door lagere stand reserves. Minder kosten adviezen door minder inschakelen constructeur en extern juridisch adviseur (€ +20.000). Dit fluctueert per jaar afhankelijk van soort aanvraag en handhavingszaak. Minder inkomsten dwangsommen (€ -20.000) en minder bijdrage salariskosten Rozendaal (€ -14.000) omdat Rheden geen bouwaanvragen meer voor Rozendaal behandelt. Meer inkomsten leges bouwvergunningen door enkele grote plannen/projecten. Er is bij de BERAP reeds € 75.000 bij geraamd, maar inkomsten zijn toch nog hoger uitgevallen.
50
5. Openbare ruimte Programmadoelstelling: Een aantrekkelijke, veilige, bereikbare en duurzame leefomgeving.
Toelichting programmadoelstelling: Dit programma gaat over de ambities die er zijn ten aanzien van het beheer van de openbare ruimte, verkeer en infrastructuur en duurzaamheid.
Welk beleid is voorhanden: Beleid
Vastgesteld
Kadernota Openbare Ruimte voor wegen, riolering en groen/spelen Groenstructuurplan
2013
Beleidsnota Bomen Verkeersveiligheidsplan
2005 2000
Parkeerverordening Rheden CO2 neutraal
2006 2011
Uitvoeringsprogramma huishoudelijk afval Verordening reinigingsheffingen Rheden
2009 2009
2002
Ontwikkelingen: In de bestuursrapportage stond opgenomen dat het college eind 2014 een integrale visie voor het programma ruimte gereed wilde hebben. Op dit moment is dit ambtelijk gereed en dient doorvertaald te worden richting de politieke visie. De planning is dat dit 2e kwartaal 2015 in het college wordt behandeld.
Wat willen wij bereiken: 1 Integraal beheer van de openbare ruimte; 2 Een veilige en bereikbare woon- en werkomgeving; 3 Een duurzame leefomgeving.
Wat hebben wij ervoor gedaan in 2014: 1
Integraal beheer van de openbare ruimte
1.1 Subdoelstelling: Beheer van de Openbare Ruimte samen met onze inwoners.
Prestaties: 1. Bewonersparticipatie leidt tot een grotere betrokkenheid en verantwoordelijkheid van de bewoners bij de buurt en zorgt voor een grotere sociale cohesie. Participatie kan op verschillende manieren plaatsvinden. Het project ‘Groen in de straat’ is een succes en zal in 2014 verder worden voortgezet. In de raadsvergadering van 28 juni 2011 heeft de raad de motie “Groen zijn de bomen” aangenomen. De aanleiding van de motie “Groen zijn de bomen” was de zorg van de gezamenlijke belangenverenigingen om het afschaffen van de omgevings(kap)vergunning (deregulering). In 2013 is een nieuwe lijst bijzondere bomen tot stand gekomen. De raad heeft de APV op dit onderdeel aangepast. In het jaar 2012 is de leidraad ‘Uw leefomgeving, ons werk’ door de raad vastgesteld. Deze manier van werken zal voor alle projecten in 2013 en verder uitgangspunt zijn. Om de tevredenheid hiervan te meten worden 2 á 3 projecten geëvalueerd.
51
2. In 2012 is een eerste pilot ‘buurtplan” gemaakt. Het buurtplan is ontstaan vanuit de gedachte om bewoners te informeren over de gemeentelijke plannen en projecten in een betreffende buurt voor de komende twee jaar. Hierbij kunnen breed gedragen wensen en ideeën van bewoners mogelijk een plek krijgen in de gemeentelijke projecten. Hierbij willen we ons niet beperken tot de plannen in de openbare ruimte maar ook andersoortige projecten van andere afdelingen delen met de bewoners van de buurt. Dit geeft inzicht in de werkzaamheden in de buurt, maakt bewoners meer betrokken en bevordert de integraliteit van denken en werken. In 2013 is de pilot geëvalueerd. De uitkomsten daarvan worden als input gebruikt voor de overige ‘buurtplannen’. E.e.a. mondt uit in een evaluatie instrument op grond waarvan we streefwaarden kunnen formuleren. 3. MOR (meldingen openbare ruimte): de afhandeling van meldingen dient binnen drie werkdagen plaats te vinden. Streefwaarden: • Het project ‘Groen in de straat’ continueren. • Realiseren van 6 buurtplannen in 2014. • Op het gebied van coproductie m.b.t. de woon en leefomgeving wordt minimaal 70% burgertevredenheid gerealiseerd, blijkende uit een tevredenheidmonitor af te nemen onder burgers die participeren in actuele gemeentelijke projecten. • Afronden nieuwe lijst bijzondere bomen in overleg met de gezamenlijke belangenverenigingen. • Instrument op basis van evaluatie pilot buurtplan. • 75% van de melddingen is afgehandeld binnen 3 werkdagen na melding. • Jaarlijkse toepassing van het evaluatie instrument waarmee integrale tevredenheid in de buurt gemeten wordt. Hierbij zal het ‘bruto buurtgeluk’ gemeten worden. Toelichting: De beste indicator voor openbare ruimte is de mening van bewoners. Deze wordt 1x per 4 jaar gemeten in de Veiligheidsmonitor. In 2009 is gemeten dat een ruime meerderheid (70%) van de inwoners van de gemeente Rheden tevreden is over het onderhoud van de openbare ruimte. Wat hebben wij gedaan in 2014: De werkwijze die we gebruikt hebben voor het project “groen in de straat” is min of meer de manier van werken geworden. We maken hierbij gebruik van participatie, (groen)adoptie en stimuleren van initiatieven die komen uit de buurt. In 2014 zijn er 6 buurtplannen gemaakt: Rheden-Noord, Rheden-Zuid, Velp-Zuidoost, Velp-Noordoost, Dieren-Noord, Dieren-Noordoost. Deze werkwijze leidt enerzijds tot een goede (netwerk)relatie tussen gemeente en bewoners waar later met succes weer gebruik van kan worden gemaakt en anderzijds tot een grotere zelfredzaamheid in de buurt. De projecten worden op dit moment uitgevoerd volgens de methode “Uw leefomgeving ons werk” In het jaar 2014 zijn meerdere projecten geëvalueerd. Deze manier van werken wordt als zeer prettig ervaren door de burgers. Rapportage en aanbevelingen (tevredenheidmonitor) worden in 2015 aan de raad aangeboden. In 2014 zijn een aantal bijeenkomsten geweest met de werkgroep “vertegenwoordigers van de belangenverenigingen” waarin de ervaringen zijn uitgewisseld m.b.t. de lijst bijzondere bomen. De Meldingen openbare ruimte (MOR) zijn voor meer dan 75% binnen de gestelde drie dagen afgehandeld. In de voorjaarsnota en de bestuursrapportage is melding gemaakt dat er eind 2014 een bewonersschouw zal komen om het “bruto buurtgeluk” te meten. De bewonersschouw is tijdens een “ik buurt mee bijeenkomst” met de raadswerkgroep Nieuwe bestuurstijl besproken. De bewonersschouw heeft de naam gekregen: “Rhedens Peil” en is in januari 2015 met de belangenvereniging Dieren Noord Oost (DINO) uitgewerkt en getoetst. 1.2 Subdoelstelling: Zo efficiënt en effectief mogelijk beheer van de openbare ruimte. Prestaties: 1 Conform de kadernota Openbare Ruimte wordt het onderhoud aan riolering, wegen, groen en spelen uitgevoerd. In de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen staat de verantwoording van de uitvoering van ons beheer.
52
2 De werkzaamheden in de openbare ruimte (aan het riool, de weg, openbare verlichting en groen) worden in een zo vroegtijdig mogelijk stadium op elkaar afgestemd en samengebracht in projecten. 3 Efficiency door samenwerking op gebied van onderhoud van de publieke ruimte. Specifiek voor water en riolering in Rijn6 verband en voor de publieke ruimte in G5 verband. 4 Een deel van de openbare ruimte is niet in het bezit van de gemeente. Voor de burger is deze scheiding niet te zien. In 2014 wordt verder gekeken waar we kunnen samenwerken met derden in het onderhoud van de openbare ruimte. 5 In het kader van het wijkvernieuwingsgebied Velp-Zuid vinden een aantal wegen- en rioleringsrenovaties plaats. Deze projecten worden waar mogelijk geïntegreerd met andere projecten in de openbare ruimte. Streefwaarden: • Realisatie en evaluatie van de streefwaarden zoals benoemd in de kadernota openbare ruimte, zie paragraaf onderhoud kapitaalgoederen. • Waterketenpartners Rijn6, reductie kosten 13% in 2020 t.o.v. het peiljaar 2010. • Samenwerkende gemeenten G5, kostenreductie door uitwisseling kennis, capaciteit en kunde. • Gezamenlijk onderhoud uitvoeren (met derde partijen) zodat lagere onderhoudskosten en/of een hoger onderhoudsniveau wordt gerealiseerd. Toelichting:
N.v.t. Wat hebben wij gedaan in 2014: In de Kadernota openbare ruimte zijn de streefwaarden (niveau en de manier van onderhoud) vastgesteld. Een technische schouw laat zien dat we qua onderhoud conform deze streefwaarden werken. De verzorging van groen laat een positiever beeld zien dan de streefwaarde. Een nadere toelichting zal, zoals gebruikelijk, in de paragraaf kapitaalgoederen worden gegeven. In de waterketen Rijn 6 (waterschap rivierenland en rijn&ijssel, gemeente Arnhem, overbetuwe, lingewaard en Rheden) moeten we een kostenreductie realiseren van minimaal 13% in 2020. Om dit te monitoren is er door het kabinet een “Visitatiecommissie”in het leven geroepen. Deze commissie heeft eerst beoordeeld welk ambitie niveau Rijn 6 heeft vastgesteld. Dit blijkt boven gemiddeld te zijn en komt neer op ruim 17%. In geld betekent dit in 2020 7,1 miljoen minder meerkosten. Om te weten hoe ver Rijn 6 staat is er dit jaar een feitenonderzoek uitgevoerd. Hieruit blijkt dat er al voor ruim 1,3 miljoen is gerealiseerd waarmee we op planning lopen. Dit komt met name door van cyclisch naar kwaliteit beoordeeld onderhoud te gaan. De meting van de visitatiecommissie wordt eens in de twee jaar gehouden. In 2014 zijn er door ons twee projectleiders ingehuurd uit Arnhem. Naast de aansturing van projecten is er aandacht geweest voor de manier van werken. Een groep projectleiders heeft de Arnhemse manier van projectmatig werken op maat gemaakt voor Rheden. Hieruit is de handreiking projectmatig werken tot stand gekomen. Het onderhoud van de VRI’s zal samen met Arnhem worden aanbesteed. Een enquête over het huidige onderhoud is inmiddels als eerste stap gezet. In 2014 is er gestart met de eerste fase realisatie wijkvernieuwing (Troelstrastraat en omgeving) in combinatie met woningbouw vereniging Vivare. Er zijn woningen gesloopt ten behoeve van de aanleg van parkeerkoffers. Er zijn voortuinen verkleind om meer ruimte te krijgen voor langs-parkeren en groen. Dit is gecombineerd met de herinrichting van de gehele openbare ruimte. De eerste werkzaamheden(sloop/nieuwbouw) van de 2e fase (van Kolplein en omgeving) zijn opgestart. Dit aan de hand van de stedenbouwkundige plannen die in combinatie met Vivare zijn ontwikkeld.
2
Een veilige en bereikbare woon- en werkomgeving
2.1 Subdoelstelling: Voorkomen van verslechtering van het leefmilieu langs het spoor. Prestaties: In gezamenlijk overleg met andere spoorgemeenten de ontwikkelingen volgen en te reageren naar de Rijksoverheid. De toename van goederenvervoer is maatschappelijk niet aanvaardbaar.
53
Streefwaarden: Betrokken burgers vinden de inspanning die College en raad hebben gedaan om verslechtering van de leefkwaliteit te voorkomen voldoende. Toelichting: N.v.t. Wat hebben wij gedaan in 2014: In 2014 heeft de Staatsecretaris besloten: “De voorkeursroute tussen Zutphen en Hengelo voor de Goederenroute Oost-Nederland is de variant “Kopmaken Deventer”.” “De vervolgstap, uitwerking van het hele traject tussen Elst en Oldenzaal in het MER 2e fase, wordt opgeschort tot in ieder geval het jaar 2020.” Hierdoor komen er de komende jaren geen extra goederentreinen over de IJssellijn
2.2 Subdoelstelling: Een toekomstbestendige stationsomgeving Dieren. Prestaties: 1. In 2014 is het bestemmingsplan onherroepelijk. 2. Het houden van de aanbesteding van de parkeervoorziening in 2014. Streefwaarden: Het dusdanig herinrichten van het noordelijk en zuidelijk stationsgebied dat deze voldoet als OVknooppunt voor de regio. Het dusdanig inrichten van het totale stationsgebied in relatie met Traverse Dieren dat doorstroming, bereikbaarheid en oversteekbaarheid optimaal is en dat de barrièrewerking zoveel als mogelijk is opgelost. Toelichting: Op dit moment zijn wij samen met provincie bezig met het project Traverse Dieren. Provincie is primair verantwoordelijk voor het project. Wij als gemeente zijn verantwoordelijk voor de stationsomgeving. Omdat beide projecten onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn zullen wij samen moeten optrekken. Wat hebben wij gedaan in 2014: Op 3 december is het bestemmingsplan Dieren midden locatie stationsgebied onherroepelijk geworden door de uitspraak van de Raad van State. Hiermee is de weg vrij om de parkeervoorziening inclusief de passerelle planologisch te kunnen bouwen. Op dit moment moeten we nog 1 woning verwerven om de parkeervoorziening daadwerkelijk te kunnen realiseren. De aanbesteding van de parkeervoorziening is geweest en Ballast Nedam heeft de opdracht gekregen. De planning start bouw staat op 3e kwartaal 2015 gepland. De Provincie heeft het herstel inpassingsplan (kruispunt Willemsestraat tot en met kruispunt Spankerenseweg) vastgesteld. De bezwaartermijn bij de Raad van State loopt tot 6 januari 2015. Voor de lopende aanbesteding is rekening gehouden met een uitspraak, doorlooptijd maximaal 6 maanden, van de Raad van State. 2.3 Subdoelstelling: Goede bereikbaarheid en veiligheid van onze dorpen.
Prestaties: 1 2 3 4 5
Doelmatig parkeerbeleid waarbij rekening wordt gehouden met deelauto’s en elektrische auto’s. Handhaven huidige dienstregeling van de veerdiensten. OV is goed bereikbaar en biedt een goed alternatief voor de auto. Het grondgebied van de gemeente is goed ontsloten voor de fietser (zowel utilitair als recreatief). Actueel verkeersbeleid aangepast aan nieuwe ontwikkelingen.
54
Streefwaarden: 1 Medewerking verlenen aan vervanging veerpont Dieren-Olburgen. 2 Aanpassingen haltevoorzieningen (Verhoogde halteperrons t.b.v. verbetering toegankelijkheid openbaar vervoer, fietsstallingen in 2013). In 2014 is het project gereed. 3 Afronding verbetering fietsroutes buitengebied en evaluatie fietspadenplan in 2014, zodanig dat deze routes een bijdrage leveren aan de het toerisme. Toelichting: N.v.t. Wat hebben wij gedaan in 2014: Het veerpont Dieren is vervangen. Aanpassingen van de haltevoorzieningen is gereed. Het wegvak Kennedylaan nabij Velperbroek is aangepast t.b.v. een betere verkeersafwikkeling. Ook is in Velp in de wijk Beekhuizen een 30 km zone gerealiseerd. In 2014 is de vervanging van de recreatieve fietspaden in ons buitengebied door onderhoudsvrije betonpaden voltooid. Ook is er een belangrijke schakel van de zogenaamde fietsruggengraat aangepakt. In Ellecom zijn de parallelwegen omgevormd tot hoogwaardige fietsroutes door de klinkerverharding te vervangen door asfalt. In 2015 zal een fietsveiligheidsplan worden gepresenteerd hierin is de evaluatie fietspadenplan opgenomen.
3
Een duurzame leefomgeving
3.1 Subdoelstelling: Een CO2-neutrale gemeente. Prestaties: Uitvoering geven aan het gemeentelijk klimaatbeleid ‘Rheden op weg naar CO2-neutraliteit’ en het uitvoeringsprogramma ‘Rheden op weg naar CO2-neutraliteit 2012-2015’. Streefwaarden: 1 100% CO2 reductie in 2040 ten opzichte van 2010. 2 58% energiebesparing in 2040 ten opzichte van 2010. 3 17% duurzame energie in 2040 ten opzichte van 2010. Toelichting: Er is gemeentelijk klimaatbeleid ontwikkeld. Dit beleid is vastgesteld door de gemeenteraad op 27 september 2011. In het klimaatbeleid, ‘Rheden op weg naar CO2-neutraliteit’, heeft de gemeente de ambitie vastgelegd dat zij omstreeks 2040 CO2-neutraal wil zijn. Dit kan bereikt worden door in te zetten op energiebesparing, duurzame energie en compensatie van CO2. Speerpunten van het beleid zijn de bestaande woningvoorraad, zonne-energie en biomassa. Samen met relevante partners als woningcorporaties, bedrijfsleven, verenigingen en inwoners wordt gewerkt aan het realiseren van de ambities en doelstellingen. Wat hebben wij gedaan in 2014: De speerpunten van het beleid zijn de bestaande woningvoorraad, zonne-energie en biomassa. Met betrekking tot de bestaande woningvoorraad is afgelopen jaar de samenwerking met lokale bouw- en installatiebedrijven rondom verduurzamen van de bestaande woningvoorraad verkend. Tevens zijn ruim 300 subsidieaanvragen voor isolatie van particuliere woningen in behandeling genomen. Rondom zonne-energie zijn lokale initiatieven van inwoners ondersteund. Ten aanzien van biomassa loopt een traject waarbij voor een aantal landgoederen wordt onderzocht of zij in hun energiebehoefte kunnen voorzien door gebruik te maken van lokale biomassastromen. Andere projecten die in 2014 zijn uitgevoerd zijn project ‘energiebesparing gemeentelijke gebouwen’ en project ‘mobiliteitsmanagement’. De uitvoering van het programma ‘Rheden op weg naar CO2-neutraliteit 2012-2015’ ligt daarmee goed op schema. Gebleken is dat de bijdrage van al deze projecten en inspanningen aan de streefwaarden (absolute energiebesparing, CO2-reductie, etc.) lastig te berekenen is en op juiste waarde te schatten. Het
55
opnemen van procesdoelstellingen lijkt wenselijker. In 2015 wordt het beleid en het programma geëvalueerd. Dan zal hier ook nader op worden ingegaan. 3.2 Subdoelstelling: Vermindering van restafval. Prestaties: De gemeente werkt continu aan het verminderen van het restafval door het doorvoeren van maatregelen met als gevolg een betere scheiding van afvalstromen. Door de transitie van afvalbeheer naar grondstoffenbeheer wordt, om invloed uit te kunnen oefenen in de verwerking van de grondstofstromen/het afval ter stimulering van de lokale economie, het samenwerken met anderen steeds belangrijker. In 2014 zal gekeken worden naar de wijze van samenwerking die past bij de visie van gemeente Rheden. In MRA-verband wordt deelgenomen aan de aanbesteding van de verwerking van het plastic. Streefwaarden: De uiteindelijke doelstelling is om te voldoen aan de landelijke norm van 65% afvalscheiding. Hiertoe worden de komende jaren maatregelen genomen die bijdragen aan het behalen van de landelijke norm. Toelichting: Er is een omslag in het afval denken waarbij afval niet meer als ‘waardeloos’ wordt gezien maar als een belangrijke bron van grondstoffen. Als afgeleide hiervan kan afval fungeren als een motor van de lokale economie. Wat hebben wij gedaan in 2014: 2014 heeft in het teken gestaan van de ontwikkeling van een Grondstoffenvisie. Deze Grondstoffenvisie dient als basis voor de keuze voor een eventuele samenwerkingsvorm en moet een (lange termijn) kader bieden voor de ontwikkeling van het grondstoffenbeleid. In aanloop naar de workshop Grondstoffenvisie (tijdens de oriëntatieraad van 9 december 2014) is er tijd besteed aan het zoeken naar de juiste invulling van de nieuwe bestuursfilosofie. Op basis van de uitkomst van de workshop wordt er een startnotitie Grondstoffenvisie opgesteld. Door deze tussenstap is de gewenste samenwerkingsvorm nog verder niet bekeken. Voor de aanbesteding van de verwerking van het kunststof heeft de gemeente aansluiting gezocht bij de aanbesteding door Midwaste. Deze aanbesteding heeft geleid tot een contract met SITA. Het gemeentelijk kunststof wordt per 1 januari 2015 verwerkt in Rotterdam. Het scheidingspercentage van de gemeente is in 2014 stabiel gebleven op 62% (2013: 62%). 3.3 Subdoelstelling: Implementatie WABO en opstellen WABO-breed handhavingsbeleid. Prestaties: Op 1 oktober 2010 is de Wet Algemene Bepaling Omgevingsrecht (WABO) ingevoerd. De verandering die deze Wet vergt van de bedrijfsvoering is doorgevoerd, maar zal op details de komende maanden nog worden vervolmaakt. De volgende stap is het opstellen van een integraal handhavingsbeleid voor alle WABO-taken. In het 4e kwartaal 2012 is de Gemeenschappelijke Regeling voor de oprichting van de ODRA in het college en raad behandeld. Op 14 november 2012 is de oprichtingsvergadering gehouden. De ODRA (omgevingsdienst regio Arnhem) is op 1 april 2013 officieel van start gegaan. Voor Rheden betekent dit dat alle VTH-taken Wet Milieubeheer door de ODRA zullen worden verzorgd. Streefwaarden: Alle vergunningen zullen binnen de daarvoor geldende termijn worden afgehandeld. De handhavingnota is in concept opgesteld en zal in het derde kwartaal 2013 aan het college ter vaststelling worden aangeboden en ter kennis worden gebracht aan de raad. In 2014 zal volgens deze nota gewerkt worden.
56
Toelichting: N.v.t. Wat hebben wij gedaan in 2014: In 2014 zijn nagenoeg alle vergunningen binnen de vastgestelde termijnen afgehandeld. In het najaar 2013 zijn de Notitie integrale handhaving ruimte van de gemeente Rheden en de Naleefstrategie omgevingsrecht Rheden vastgesteld door het college en ter kennisgeving aangeboden aan de raad. In 2014 is in lijn met de Notitie integrale handhaving een evaluatie van de uitvoering van toezicht en handhaving van ruimte opgesteld en is het handhavings-uitvoeringsprogramma 2015 voorbereid.
Wat heeft het gekost in 2014
Programma
(Bedragen x € 1.000) Lasten Baten Gerealiseerde totaalsaldo van baten en lasten
5. Openbare ruimte
Gewijzigde begroting na Primitieve bestuursrapporActuele Rekening 2013 begroting 2014 tage 2014 begroting 2014 Rekening 2014 19.914
20.267
20.572
20.608
Saldo 2014
20.340
267
1.532
1.704
1.760
1.760
1.971
211
-18.382
-18.563
-18.812
-18.847
-18.369
478
Reserves Toevoeging
68
-
-
-
98
-98
Onttrekking
633
339
1.173
1.173
1.176
3
-17.817
-18.224
-17.639
-17.674
-17.291
383
Gerealiseerde resultaat
Toelichting financiële afwijkingen
Onderwerp Wegen binnen en buiten bebouwde kom
Bedrag
I/S
+€ 8.000
I
Verkeer
+€ 33.000
I
Verkeerssignalering
+€ 55.000
I
-€ 35.000
I
Veerdiensten
57
Toelichting Meer kosten gladheidbestrijding (€ -21.000). Er is bij VJN 50.000 afgeraamd, maar laatste kwartaal meer moeten strooien dan verwacht. Minder kosten storten veegvuil (€ +18.000) en minder kosten onkruidbestrijding (€ +11.000). Minder kosten project OV haltes (€ +33.000). Project is afgerond. Minder kosten wegmarkering (€ +10.000) en minder kosten onderhoud verkeersregelinstallaties (€ +45.000). In Dieren hebben we een veer en in Rheden een voetveer. Beide veren kunnen, net als de meeste veren in Nederland, hun bedrijfsvoering niet kostendekkend krijgen. Daarom is er in Nederland een “verenfonds”opgericht. Het verenfonds draagt in Dieren 80% van het exploitatietekort bij. De overige 20% worden elk voor de helft gedekt uit de
Onderwerp
Huisvuil
Bedrag
I/S
+€ 293.000
I
Milieu algemeen
+€ 54.000
I
Geluidbeheer en lucht
+€ 10.000
I
-€ 35.000
I
Totaal Incidenteel
+€ 383.000
I
Totaal Structureel
€0
S
Overige afwijkingen
Totaal saldo
+€ 383.000
58
Toelichting gemeente Bronckhorst en Rheden. Elk jaar is het de vraag wanneer we het, door de accountant goedgekeurde exploitatie overzicht binnen krijgen waardoor er het ene jaar een min ontstaat in de exploitatie en het volgende jaar weer een plus. Per saldo dragen we dus als gemeente 10% van het exploitatie tekort bij in Dieren met een maximum van € 15.000,-Het verenfonds draagt in Rheden 35% van het exploitatietekort bij. De overige 65% wordt gedekt door de gemeente Rheden. De afgelopen jaren zien we dat de kosten voor de gemeente Rheden rond de € 20.000,uitkomen. Minder kosten GFT compostering, inzameling brandbaar grofvuil en grof tuinafval en verwerking overig afval (€ +214.000). Meer kosten inzamelen kunststof (€ -21.000). Meer inkomsten vergoedingen Nedvang (€ +100.000). Het bedrag van € 293.000 zal middels een resultaatbestemming ten gunste komen van de egalisatiereserve (vloeit middels tarieven uiteindelijk terug naar inwoners). Minder kosten adviezen derden (€ +16.000). Minder extern advies nodig geweest. Meer inkomsten MRA (€ +38.000) door bijdrage uit 2013. Minder kosten diensten derden (€ +10.000).
6. Onderwijs, jeugd en sport Programmadoelstelling: Een levendige gemeenschap waarin jeugd en gezin een plaats hebben en waar nodig ondersteuning krijgen.
Toelichting programmadoelstelling: Wij vinden het belangrijk dat de Rhedense jongeren goed zijn voorbereid op de deelname aan de samenleving binnen een voor hen veilige en levendige omgeving. Wij zetten nadrukkelijk in op een positief opvoed- en opgroeiklimaat voor onze jeugdigen. Daarbij gaan wij uit van de mogelijkheden en kansen van kinderen en jongeren. Wij helpen hen om talenten te ontwikkelen en actief mee te blijven doen aan de samenleving. Daarnaast stimuleren wij sport en beweging bij de inwoners van Rheden. Hierbij kan onderscheid worden gemaakt tussen enerzijds de sportinfrastructuur en aan de andere kant de sportstimulering.
Welk beleid is voorhanden: Beleid
Vastgesteld
Masterplan Onderwijshuisvesting Regionale nota volksgezondheid ‘Gezond verbinden’ 20122014 Gemeentelijk beleid toezicht en handhaving kinderopvang (herzien) Nota Strategisch accommodatiebeleid Raadsbesluit betreffende zwembadstudie Plan van aanpak Visiedocument voorschoolse voorzieningen Jaarverslag leerplicht/RMC schooljaar 2011-2012 Rhedense Jeugd Agenda 2010-2013 Nota sportstimulering ‘Winnen of verliezen’ Dienstverleningsovereenkomst maatschappelijke begeleiding met SVMG Nota Spelenderwijs: visie voorschoolse voorzieningen Algemene Subsidieverordening Rheden Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Rheden 2010 MOP Onderwijshuisvesting Uitvoeringsprogramma Jeugd en Gezin 2013-2014 Subsidieregeling Samenlevingsbeleid Raadsbesluit opmaat naar de drie decentralisaties
2013 2012 2012 2009 2013 2009 2012 2010 2010 2010 2011 2011 2010 2013 2013 2011 2012
Ontwikkelingen Per 1 januari 2015 is de nieuwe Jeugdwet van kracht geworden waarbij de gemeente verantwoordelijk is voor alle jeugdhulp. Een aantal financieringsstromen zijn daartoe gebundeld en in een vereveningsbudget aan de gemeente overgeheveld. Door het borgen van de jeugdhulp bij de gemeente moet een efficiencyslag en een kwaliteitsverbetering worden gerealiseerd. Daarnaast is per 1 augustus 2014 de Wet Passend Onderwijs van kracht. Het onderwijs is via regionale samenwerkingsverbanden VO en PO verantwoordelijk voor passend onderwijs voor elke leerling in de betreffende regio. De regio’s hebben hiertoe ‘ondersteuningsplannen’ opgesteld. Hierover is met de gemeente, als verantwoordelijke voor de jeugdhulp, ‘op overeenstemming gericht overleg’ gevoerd. Afgesproken is dat er uitvoeringsagenda’s passend onderwijs worden opgesteld, waarover twee keer per jaar bestuurlijk overleg wordt gevoerd. Er is nauwe samenwerking met de andere decentralisaties die wordt gerealiseerd in het Programma sociale decentralisaties.
59
Wat willen wij bereiken: 1. Bevorderen van de ontwikkeling van de jeugd ter voorbereiding op zelfstandige deelname aan de samenleving. 2. Een gezonde jeugd, zowel lichamelijk als geestelijk. 3. Een veilige leefomgeving voor onze jeugd om in op te groeien. • Bevorderen van sport en beweging bij de inwoners van de gemeente Rheden.
Wat hebben wij ervoor gedaan in 2014: 1. Bevorderen van de ontwikkeling van de jeugd ter voorbereiding op zelfstandige deelname aan de samenleving 1.1 Subdoelstelling: Het versterken van de voor- en vroegschoolse educatie (VVE) en het harmoniseren van voorschoolse voorzieningen door: a. het versterken van de kwaliteit van opvang en educatie voor jongere kinderen tot 4 jaar; b. het vroegtijdig signaleren van ontwikkelingsachterstanden; c. alle doelgroepkinderen gebruik laten maken van voor- en vroegschoolse educatie. Prestaties: 1. Harmonisatie realiseren tussen kinderopvang, peuterspeelzaalwerk en onderwijs met betrekking tot VVE. Verkennen van de praktische en financiële mogelijkheden voor het opzetten van integrale kindcentra voor opvang, educatie en vrije tijdsbesteding. 2. Ontwikkelen doorgaande lijn tussen voorschoolse voorzieningen en het basisonderwijs. 3. Een oplossing bieden voor kinderen die door het verdwijnen van het reguliere peuterspeelzaalwerk uit de boot dreigen te vallen. 4. Implementeren van de aanbevelingen uit de tussenevaluatie VVE. 5. Realiseren van een outcome-meting ten aanzien van het VVE beleid in de zomer van 2015 en deze in verband brengen met de outcome-metingen van eind 2012. Streefwaarden: • Alle kinderdagverblijven en peuterspeelzalen in Rheden voldoen aan de kwaliteitseisen van de nieuwe Wet Ontwikkelingskansen door Kwaliteit en Educatie. (Bron: verslag toezicht HGM.) • Alle kinderen uit de gemeente Rheden met een risico op een taalachterstand op het basisonderwijs nemen deel aan een VVE-programma. Toelichting: Van toepassing zijn de Wet OKE, de Nota Spelenderwijs en Gemeentelijk beleid toezicht en handhaving kinderopvang. Gemeente, voorschoolse voorzieningen en het onderwijs zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor de uitvoering. Wat hebben wij gedaan in 2014: De ontwikkeling van integrale kindcentra en het borgen van de VVE onder aansturing van de scholen is opgenomen in de Onderwijsvisie die de gemeente samen met de schoolbesturen heeft opgesteld. Aan de concrete uitwerking van de plannen binnen het sociale domein wordt gewerkt. De gemeente heeft op het gebied van toezicht en handhaving kinderopvang (kinderopvang omvat de volgende voorzieningen: kinderdagverblijven (KDV), buitenschoolse opvang (BSO), gastouderbureau’s (GOB), peuterspeelzalen (PSZ) en voorziening gastouders (VGO) een A-status. Dit betekent niet dat alle kinderopvang aan alle wettelijke kwaliteitseisen voldoet. De gemeente ziet hier echter continu op toe en ziet dat locaties vaak bij her-inspectie de gebreken heeft verholpen. In februari heeft de raad de motie tot behoud peuterspeelzalen aangenomen. De mogelijkheid om de exploitatie van een aantal peuterspeelzalen tot 2016 te borgen is onderzocht en vervolgens gerealiseerd. In 2014 is onder andere geïnvesteerd in deskundigheidsbevordering op het gebied van taalniveau van pedagogisch medewerkers op de VVE-locaties. Werken met het peuter/leerlingvolgsysteem (in aansluiting op de systemen van het basisonderwijs).
60
Het consultatiebureau screent op ontwikkelingsachterstanden. Peuters met een taalachterstand worden verwezen naar de voorschoolse educatie. Alle 69 doelgroepkinderen die in 2014 door het consultatiebureau zijn verwezen naar VVE, zijn aangemeld. In bijna alle gevallen zijn de kinderen binnen een maand geplaatst.
1.2 Subdoelstelling: Invulling geven aan de gemeenschappelijke verantwoordelijkheid van onderwijs en gemeente voor passend onderwijs en passende hulp voor alle kinderen die dat nodig hebben. Prestaties: 1. Opstellen van een onderwijsvisie eind 2013. 2. Regie voeren in een ‘op overeenstemming gericht overleg’ (OOGO) over een ondersteuningsplan voor het primair- en voortgezet onderwijs. Streefwaarden: Voor alle Rhedense kinderen is passend onderwijs en passende zorg beschikbaar. Toelichting: Relatie met programma 7, domein 2 van de WMO. Wat hebben wij gedaan in 2014: De ondersteuningsplannen voor primair- en voortgezet onderwijs zijn besproken in de ‘op overeenstemming gerichte overleggen’. Concrete actiepunten zijn verwerkt in uitvoeringsagenda’s, waarover gemeente en onderwijs overleg blijven voeren.
1.3 Subdoelstelling: Het tegengaan van voortijdig schoolverlaten en jeugdwerkloosheid. Prestaties: 1. Het realiseren van een sluitende aanpak voortijdig schoolverlaten. 2. Effectieve regionale samenwerking op het terrein van leerplicht.
Streefwaarden: Er zijn in Rheden geen leerlingen meer die voortijdig school verlaten terwijl ze nog leerplichtig zijn. Toelichting: Wat hebben wij gedaan in 2014: In het najaar van 2014 is het team voortijdig schoolverlaten toegevoegd aan het Regionaal Bureau Leerplicht. Eind 2014 zijn de jaarverslagen van leerplicht en het team voortijdig schoolverlaten van alle deelnemende gemeenten verschenen. De verslagen geven een beeld van het schooljaar 2013-2014. Door de overgang naar het nieuwe registratiesysteem in de loop van het verslagjaar is geen volledig beeld te geven van dalingen of stijgingen ten opzichte van het vorig schooljaar. De verwachting is dat dit het komende schooljaar (2014-2015) is verholpen, omdat dan met één systeem is gewerkt. Vanaf schooljaar 2014-2015 verschijnt er een geïntegreerd jaarverslag leerplicht/team voortijdig schoolverlaten. Recente landelijke cijfers over schooljaar 2013/2014 laten zien dat het percentage voortijdig schoolverlaters in de regio Arnhem/Nijmegen is gedaald: van 2,4 naar 2,0%. De cijfers voor afzonderlijke gemeenten worden begin maart 2015 bekend gemaakt.
2
Een gezonde jeugd, zowel lichamelijk als geestelijk
2.1 Subdoelstelling: Vroegtijdige hulp bieden aan jongeren met psychische problemen door:
61
-
tegengaan van psychische problematiek ondermeer door preventie; vroegsignalering van jeugdigen met psychische problematiek.
Prestaties: 1. Regie voeren op de ontwikkeling van een vraaggericht gezamenlijk preventieaanbod met alle CJG partners. 2. Versterken van signalering op vindplaatsen (bijvoorbeeld op scholen, sportverenigingen) door afspraken met netwerkpartners. 3. Versterken zorgstructuur. Streefwaarden: 1. In 2013 wordt een 0-meting uitgevoerd op het aantal besproken casussen in het zorgadviesteam 012 jaar en het aantal doorverwijzingen naar (geïndiceerde) hulpverlenende instanties. 2. In 2014 wordt 80% van de (bekende) jongeren met psychische problemen vroegtijdig hulp geboden. Toelichting: Deze doelstelling vormt een speerpunt in de regionale volksgezondheidsnota ‘Gezond Verbinden 2012 – 2014’. In de lokale uitvoeringsagenda VGZ worden prestaties en activiteiten nader uitgewerkt. Er ligt een relatie met programma 7, onderdeel volksgezondheid. Wat hebben wij gedaan in 2014: Concrete maatregelen die wij in 2014 hebben genomen zijn de intensivering van het schoolmaatschappelijk werk en het toevoegen van de jeugdgezondheidszorg aan de zorgteams binnen het onderwijs. Tevens is geïnvesteerd in de versterking van de zorgteams en de aansluiting op de sociale gebiedsteams. Zowel schoolmaatschappelijk werkers en jeugdarts zijn belangrijke schakels tussen ‘vindplaatsen’ en gebiedsteams. Facilitering hiervan is gevonden door herschikking van bestaande reguliere middelen voor jeugd en gezin. Uit de evaluaties van schoolmaatschappelijk werk blijkt dat er sprake is van een toename in het aantal vragen / casussen bij schoolmaatschappelijk werkers.
2.2 Subdoelstelling: Tegengaan en terugdringen van verslaving onder jongeren: de gezondheid- en openbare orde problematiek als gevolg van verslaving tegengaan en voorkomen; het alcoholgebruik door jongeren onder de 16 jaar tegengaan; drugsgebruik onder jongeren tegengaan. Prestaties: 1. Partijen die dicht bij jongeren staan, zoals onderwijs en jongerenwerk en straatcoaches nadrukkelijk inzetten bij de ontwikkeling van een vraaggericht preventief aanbod. 2. Versterken signaleringsfunctie jeugdgezondheidszorg en onderwijs. 3. Afspraken met regiogemeenten over inzet middelen centrumgemeente ten behoeve van preventieve activiteiten. 4. Screening op alcohol- en drugsgebruik is onderdeel van het contactmoment jeugdgezondheidszorg (VGGM) in het voortgezet onderwijs. Streefwaarden: Het aantal jongeren dat verslaafd is aan alcohol en drugs neemt jaarlijks af. Dit blijkt uit de gegevens van de jeugdmonitor (E-movo) van de VGGM, die periodiek verschijnt. Toelichting: Deze doelstelling is een speerpunt in de regionale volksgezondheidsnota ‘Gezond verbinden 20122014’. Er ligt een relatie met de programma’s 2 en 7, veiligheid en volksgezondheid.
62
Wat hebben wij gedaan in 2014: De integrale preventieve aanpak is in 2014 geborgd middels bestaande netwerken/zorgstructuren, zoals Pakjekans en zorg(advies)teams onderwijs. Het jongerenwerk heeft in 2014 een aantal voorlichtingsbijeenkomsten georganiseerd over alcohol/drugsgebruik. Een extra contactmoment jeugdgezondheidszorg is in 2014 gerealiseerd.
3
Een veilige leefomgeving voor onze jonge jeugd om in op te groeien
3.1 Subdoelstelling: Aanpak kindermishandeling door: a. het voorkómen van kindermishandeling; b. zo snel mogelijk signaleren en onderzoeken van vermoedens van kindermishandeling; c. het stoppen van kindermishandeling en beperken van schadelijke gevolgen door snelle hulp en/of bescherming te bieden. Prestaties: 1. Ondersteuning van (risico)gezinnen met (opvoed)problemen. 2. Versterken signaleringsfunctie vindplaasten (denk hierbij aan scholen, huisartsen, CJG coördinator). 3. Implementatie Wet Meldcode Huiselijk geweld en kindermishandeling in 2014.
Streefwaarden: Alle betrokken organisaties werken volgens de nieuwe Wet Meldcode Huiselijk Geweld. Toelichting: De gemeente Arnhem heeft als centrumgemeente een trekkersrol in de implementatie van de Wet Meldcode Huiselijk geweld en kindermishandeling. De implementatie wordt in regioverband opgepakt. Er ligt een relatie met programma’s 2 en 7, onderdelen veiligheid en volksgezondheid.
Wat hebben wij gedaan in 2014: In juli 2014 is door de raad de regiovisie aanpak huiselijk geweld en kindermishandeling vastgesteld. De uitvoering wordt in regionaal verband opgepakt.
4
Bevorderen van sport en beweging bij de inwoners van de gemeente Rheden
4.1 Subdoelstelling: Herinrichting en modernisering van de sportinfrastructuur. Prestaties: - Uitvoering geven aan de in 2012 vastgestelde toekomstvisie op de sportparken, waarvoor op dit moment nog geen middelen beschikbaar zijn. - Voorbereiding om te komen tot realisatie van een nieuw overdekt zwembad ter vervanging van zwembad De Dumpel. Streefwaarden: - Een gemoderniseerde zwembad faciliteit in 2018. - Gemoderniseerde sportparken in 2015.
Toelichting: Wat hebben wij gedaan in 2014: Modernisering sportparken In mei 2013 heeft uw raad ingestemd met de uitvoering van de tweede fase modernisering buitensport. Naast de realisatie van een tweetal kunstgrasvelden in de zomer van 2013 heeft uw raad besloten:
63
‘Het concept herinrichtingsplan voor de noordzijde van sportpark Het Nieuwland, samen met betrokken verenigingen, verder uitwerken om te onderzoeken of een haalbaar en financierbaar plan mogelijk is’. De fasen 1 en 2 zijn inmiddels uitgevoerd en geëvalueerd. De evaluatie is ter kennisgeving aan de raad verzonden. In 2014 zijn de kaders gewijzigd, de 3e fase van de modernisering van de buitensportcomplexen is opgenomen in het coalitieakkoord, beleidsplan en de meerjarenbegroting. Het laatste kwartaal van 2014 is benut om een projectplan en collegevoorstel op te stellen. Het college heeft eind 2014 besloten krediet vrij te geven en het project 3e fase is gestart. Momenteel vindt de voorbereiding plaats, leidend tot aanbesteding en uitvoering van in ieder geval een deel van de werkzaamheden in de zomer van 2015. Zwembadstudie In januari 2013 heeft uw raad een keuze gemaakt uit de twee voorliggende scenario’s en daarbij gekozen voor het scenario zwemvoorziening aan de Reigerstraat in Velp waarbij ROC-A12, zwemvereniging PFC en Jagyba Sport en health ieder een aandeel leveren in de zwemvoorziening. Tijdens de uitwerking van het één-bassin-concept heeft één van de initiatiefnemers afgezien van verdere participatie in het project Zwembad Velp. Daarmee kan geen uitvoering worden gegeven aan het raadsbesluit van 26 november 2013. Begin 2015 wordt een nieuwe procesaanpak opgemaakt. Daarnaast hebben in 2014 de werkzaamheden, oplevering en (feestelijke) openstelling van het gerenoveerde openluchtbad De Hangmat in Rheden plaats gevonden. 4.2 Subdoelstelling: Transparantie aanbrengen in kosten en tarieven sportaccommodaties. Prestaties In 2014 wordt er een nieuwe tarievensystematiek ontwikkeld gebaseerd op de kostprijs. Streefwaarden In het seizoen 2014-2015 wordt de tarieven systematiek ingevoerd. Toelichting N.v.t. Wat hebben wij gedaan in 2014? De tarievennotitie uit 2011 is nog niet vertaald naar een nieuwe tarievensystematiek. Dat heeft te maken met prioriteitstelling, beschikbare capaciteit en wijzigende regelgeving in 2014. Er is een directe relatie met de Wet Markt en Overheid waarover in september 2014 besloten is tot aanwijzing van activiteiten in het algemeen belang als bedoeld in artikel 25H, vijfde lid van de Mededingingswet (ook wel Wet markt en overheid) Er is geen relatie meer met de intergemeentelijke sportorganisatie aangezien dat ontwikkelingstraject stop is gezet. 4.3 Subdoelstelling: Inwoners stimuleren om aan het sporten en bewegen te gaan én dit te blijven doen.
Prestaties - Zoveel mogelijk inwoners stimuleren om te gaan sporten en bewegen en dit te blijven doen. - De functies van combinatiefunctionarissen met betrekking tot sport en buurtsportcoaches worden doorontwikkeld. - Zorgen voor een integrale benadering van de sport waarin bestaande samenwerkingsverbanden worden uitgebreid en krachten op meerdere terreinen gebundeld worden.
Streefwaarden: 75% van de Rhedense burgers beweegt 30 minuten per dag. Toelichting:
Nvt
64
Wat hebben wij gedaan in 2014? In lijn met de rijksregeling heeft onze gemeente in 2014 ingezet op de voortgang van de huidige overeenkomsten met scholen en werkgevers (Sportbedrijf, RIQQ en Bibliotheek) per 2015. In november 2014 is de verlengingsovereenkomst voor het jaar 2015 tussen alle betrokken partijen getekend. Momenteel wordt de regeling geëvalueerd en is een structurele regeling per 1 januari 2016 in voorbereiding. Verder heeft de gemeente in 2014 ingezet op voorbereiding van deelname aan de interventie Jongeren op Gezond gewicht (JOGG). Gezamenlijke projectaanpak met Arnhem, Zevenaar en Westervoort heeft geleid tot provinciale subsidie. De dekking van gemeentelijke cofinanciering vindt plaats van GIDS gelden (Gezond in de Stad). De projectperiode is 2015 tot en met 2017.
Wat heeft het gekost in 2014 Programma
(Bedragen x € 1.000) Lasten
6. Onderwijs, Jeugd en Sport
Gewijzigde begroting na Primitieve bestuursrapporActuele Rekening 2013 begroting 2014 tage 2014 begroting 2014 Rekening 2014
Baten Gerealiseerde totaalsaldo van baten en lasten
Saldo 2014
7.741
7.780
7.882
7.837
7.813
24
1.385
1.360
1.402
1.402
1.514
111
-6.356
-6.420
-6.480
-6.435
-6.299
135
408
368
268
268
195
73
Reserves Toevoeging Onttrekking Gerealiseerde resultaat
379
38
356
356
316
-40
-6.385
-6.750
-6.392
-6.347
-6.178
169
Toelichting financiële afwijkingen
Onderwerp
Bedrag
Onderwijshuis-vesting bijzonder basisonderwijs
+ € 24.000
I/S I
Leerlingenvervoer
- € 22.000
I
Leerlingenvervoer
- € 5.000
S
65
Toelichting De lasten voor onderwijshuisvesting zijn € 24.000 lager, met name omdat er minder schadegevallen € zijn geweest dan geraamd. De jaarlijkse NEA indexering (kostenontwikkelingen in het taxivervoer) wordt niet in de begroting meegenomen. In 2014 zijn hierdoor de kosten voor leerlingenvervoer met € 17.000 gestegen. Het tekort wordt verder veroorzaakt door toename van het stagevervoer en toename van het aantal leerlingen. Bij leerlingenvervoer is sprake van een open eind regeling. De kosten stijgen als het aantal leerlingen toenemen. Aan de andere kant zien we dat de toename van het aantal leerlingen leidt tot een voordeel op de eigen bijdragen leerlingenvervoer. Het niet geheel realiseren van de bezuiniging uit Minderen Met Beleid van € 15.000 door het gebruik van centrale opstapplaatsen leidt tot een structureel nadeel van € 5.000
Onderwerp
Bedrag
I/S
Onderwijsachterstandenbeleid (OAB)
+€ 34.000
I
Exploitatie Sportbedrijf
+€ 48.000
I
Incidentele budgetten sportaccommodaties
+€ 91.000
I
Kinderopvang en peuterspeelzaalwerk
-€ 19.000
I
Overige afwijkingen
+€ 18.000
I
Totaal Incidenteel
+€ 174.000
I
Totaal Structureel
- € 5.000
S
Totaal saldo
+ € 169.000
66
Toelichting (Zie paragraaf bezuinigingen). Vanuit het Rijk zijn meer gelden voor OAB ontvangen, waardoor op het gemeentelijk deel minder is uitgegeven. Hoewel het geen structureel geld betreft, zijn ook voor 2015 extra gelden van het Rijk ontvangen. Vanuit het gemeentelijk budget jeugd en gezin zijn wel belangrijke extra uitgaven gedaan ter verbetering van de kwaliteit van VVE (voor- en vroegschoolse educatie) door scholing, deskundigheidsbevordering en verhoging van het taalniveau van de pedagogisch medewerkers. Per saldo resteert een overschot van € 34.000. De voornaamste oorzaken voor het lagere exploitatietekort zijn lagere energiekosten door de zachte winter (circa € 31.000), lagere afschrijvingslasten als gevolg van uitgestelde investeringen (€ 9.000), hogere incidentele (verhuur)inkomsten van circa € 10.000. en een aantal kleinere overschrijdingen met een saldo van € 2.000. Bij de Voorjaarsnota 2014 is een budget van € 100.000 beschikbaar gesteld voor de asbestsanering bij het openluchtbad Rheden. De werkelijke kosten hiervoor waren € 23.000 lager dan geraamd. Voor de modernisering van de sportcomplexen zijn de afgelopen jaren incidentele budgetten gereserveerd tot een bedrag van € 200.000. In 2014 is hiervan € 17.000 besteed. In 2015 verwachten we nog € 115.000 nodig te hebben. Daarom valt € 68.000 vrij ten gunste van de algemene middelen. De vrijval was ten tijde van de Bestuursrapportage 2014 nog niet bekend. Er zijn meer inspecties door de VGGM uitgevoerd. Volgens de wettelijke norm dient jaarlijks 5% van het aantal gastouders op basis van steekproef te worden geïnspecteerd. Omdat in 2013 geen inspectie heeft plaatsgevonden, is in 2014 10% van alle gastouders geïnspecteerd. Daarnaast is er een toename in het aantal opvangvoorzieningen. Indien deze toename blijft doorzetten, zal dit structurele (financiële) effecten hebben. Dit fluctueert echter per jaar waardoor dit van te voren moeilijk in te schatten is.
7. Welzijn Programmadoelstelling: De Rhedense burger is zoveel mogelijk zelfredzaam en maakt gebruik van zijn/haar eigen kracht en van zijn/haar sociale netwerk.
Toelichting programmadoelstelling: Wij staan een zorgzame samenleving voor waarin burgers voor zichzelf en voor hun medemens zorgen. De volwaardige deelname van burgers aan het maatschappelijke verkeer is een verantwoordelijkheid van ons allemaal. Wie kan werken werkt, betaald of vrijwillig. De gemeente biedt een vangnet, waar de samenleving de vereiste ondersteuning niet kan bieden. Jongeren, mensen voor wie meedoen niet vanzelfsprekend is en ouderen krijgen prioriteit bij de afweging over de inzet van schaarse middelen.
Welk beleid is voorhanden: Beleid
Vastgesteld
Meerjarenbeleidsplan Wmo 2013-2016
2013
Nota Gezond Verbinden 2012-2014
2012
Uitvoeringsprogramma Jeugd en Gezin 2013-2014
2013
Nota strategisch accommodatiebeleid
2009
Project Pak(je)kans
2009
Ontwikkelingen: Vanaf 2015 is de gemeente verantwoordelijk voor de nieuwe Wmo 2015, de Participatiewet en de Jeugdwet. Deze drie wetten zijn de uitdrukking van de dominante maatschappelijke ontwikkeling voor de komende jaren, waarin een andere verhouding tussen overheid en samenleving ontstaat. Gelet op deze veranderde verhoudingen zijn in 2014 de methoden doorontwikkeld die zijn gestart vanuit het project Kanteling Wmo en het Meerjarenbeleidsplan Wmo 2013-2016. Gelet op de veranderende verhouding tussen de overheid en haar inwoners heeft de gemeente Rheden Het Gesprek doorontwikkeld en is ingezet op het stimuleren van maatschappelijke initiatieven vanuit het inwonersperspectief. Kern van de pilot Het Gesprek was het ontwikkelen van een nieuwe werkwijze in de gespreksvoering met Wmo-cliënten. Het Gesprek is gebaseerd op Het Rhedens Model. Hierin is de relatie tussen de formele en de informele zorg in de lokale situatie een essentieel onderdeel. Dit vormt het hart van de werkwijze. In 2014 is deze methodiek omarmd als de werkwijze binnen het sociale domein. In de pilot met het Dorpshuis Rheden en de organisatie Siza is er op het gebied van maatschappelijke initiatieven een coöperatieve werkwijze ontwikkeld die het maatschappelijk initiatief heeft vergroot. In 2015 worden de beproefde werkwijzen doorgezet. Het welzijnswerk in de gemeente Rheden is geëvalueerd. De inzichten hiervan zijn verwerkt in de aanbesteding van deze welzijnsdiensten (vanaf 1 januari 2015). De doorontwikkeling van de methodiek is in 2014 een belangrijke pijler geweest in de voorbereiding op de nieuwe Wmo 2015. Een tweede pijler daarnaast is de (regionale) inkoop van de zorgproducten in het kader van de AWBZ-functie Begeleiding die in de nieuwe Wmo overkomen naar de gemeente. In verband met de overheveling van taken op het terrein van de jeugdzorg, zullen wij de komende periode nadrukkelijk moeten sturen op het preventieve jeugdbeleid. Samenwerking met de regio is noodzakelijk maar ook de lokale agenda mag niet uit het oog worden verloren.
67
Wat willen wij bereiken: De Rhedense burger is zoveel mogelijk zelfredzaam, maakt gebruik van eigen kracht en van het sociale netwerk en kan zo lang mogelijk wonen in de wijk, ook als hij of zij ondersteuning en zorg nodig heeft De doelstellingen en prestaties in dit programma hangen nauw met elkaar samen. Met de Kanteling van de Wmo wordt hier vorm aan gegeven. De gedachte hierbij is dat mensen allereerst zichzelf helpen, vervolgens elkaar en als dat allemaal niet voldoende is, biedt de gemeente een vangnet. Daarvoor zet de gemeente algemene en collectieve voorzieningen in. Pas daarna is een toekenning van een individuele voorziening aan de orde. Waar mogelijk wordt de verbinding gezocht tussen de verschillende prestatievelden. Dit is een langdurig proces waarbij zowel de inzet van de gemeente als externe partijen wordt gevraagd. Dit vindt met name plaats binnen het project De Kanteling. Programma 7 is één op één verbonden met het onlangs door de raad vastgestelde Wmo meerjarenbeleidskader. Daarom is dit kader met bijbehorend uitvoeringsplan voor 2013 gehanteerd voor de invulling van de gevraagde prestaties en streefwaarden. Eén en ander verhoudt zich als volgt tot elkaar: Begrippen Programma 7 Begroting
Begrippen Wmo meerjarenbeleidskader
Doelstelling
Prestatieveld
Subdoelstelling
Aandachtsveld
Prestatie
Resultaat
Streefwaarde
Kwaliteit (effect en resultaatmeting)
Wat hebben wij ervoor gedaan in 2014: 1 Doelstelling: Het bevorderen van de leefbaarheid (sociale samenhang) in dorpen, wijken en buurten. Subdoelstellingen: 4. Activeren van inwoners om een bijdrage te leveren aan de leefbaarheid en sociale samenhang in buurten en wijken van de gemeente Rheden. 5. Bevorderen van verbanden tussen burgers onderling, tussen netwerken, tussen (vrijwilligers) organisaties en formele organisaties in de gemeente Rheden. Toelichting:
Er is een relatie met het buurtplan ‘Ik buurt mee’. Prestatie: Buurten waar mensen elkaar kennen en steunen. Streefwaarden: Bereidheid van inwoners om zich in te zetten voor hun buurt en de tevredenheid van de inwoners over de ondersteuning die ze daarbij krijgen. Toelichting: De bereidheid en tevredenheid van de inwoners is niet iets dat in absolute zin wordt gemeten -dus in een percentage of cijfer- maar door op verschillende manieren en momenten met de inwoners(organisaties) hierover in gesprek te gaan. Hun signalen geven aan in hoeverre wij op koers
68
zijn aangaande deze prestatie. Deze manier van monitoren sluit ook aan bij de gewenste horizontale verantwoording zoals benoemd in het Wmo meerjarenbeleidskader. Wat hebben wij gedaan in 2014: Het ondersteunen en faciliteren van maatschappelijk initiatieven. Dit heeft in 2014 de volgende resultaten opgeleverd: Algemeen: • De buurtcoaches van VIVA hebben specifiek de opdracht om voor dit resultaat aan de slag te gaan. Dit doen zijn in eerste instantie door zichtbaar te zijn voor de inwoners en de betrokken professionals. Onder andere door samen te werken met de partners uit het (oude, fysieke) gebiedsteam, met het Sociaal Meldpunt (krijgt steeds meer vorm) en het sociale onderdeel van Ik Buurt Mee. Zij zetten het programma Ik Buurt Mee in om de doelstelling te realiseren. De terugkoppelingen, zoals vanuit Ik Buurt Mee en vanuit menig dorp- en wijkorganisatie, laat zien dat infrastructuren in de buurt voor hulp- en ondersteuning de bereidheid om iets voor elkaar te doen laat toenemen. Specifiek: • Verzelfstandiging dorphuizen en wijkcentra ligt op koers. Er is een begin gemaakt met aansluiting op het sociale domein vanuit inwonersperspectief; in 2015 gaat dit proces verder. • Pilot Dorpshuis Rheden/Siza is afgesloten en wordt in 2015 binnen de reguliere gemeentelijke werkzaamheden conform opgedane werkwijze in de pilot opgenomen. • Een kleine twintig maatschappelijke initiatieven heeft het buurtbudget kunnen inzetten. • Het omzien naar elkaar is toegenomen. In steeds grotere mate verbreden buurtorganisaties hun doelstellingen met het sociale domein, en ontwikkelen maatschappelijke initiatieven zoals burenvoor-buren en/of activiteiten voor kwetsbare buurtgenoten. • Regulier overleg opgestart met buurtorganisaties inzake sociale agenda.
2 Doelstelling: Het realiseren van op preventie gerichte ondersteuning van jeugdigen met opgroeiproblemen en van ouders met opvoedingsproblemen. Subdoelstellingen: 2. Het versterken en verbinden van (pedagogische) basisvoorzieningen, zoals kinderopvang, onderwijs, sportverenigingen, jongerenwerk, huisartsen. 3. Het bieden van gebiedsgerichte ondersteuning: dichtbij en vertrouwd. Prestatie: Een positief opgroei- en opvoedklimaat. Streefwaarden: - In de eerste helft van 2014 is een duidelijk standpunt ingenomen over de rol en de functie van het Centrum van Jeugd en Gezin Rheden/Rozendaal en inpassing van zijn taken binnen het stelsel van jeugdhulp per 2015. - In 2014 is inzicht over de aard en type vragen die (door kinderen en hun ouders/verzorgers) gesteld worden en weten wij hoe en waar die vragen gesteld worden (per e-mail, op school, kinderopvang, aan de huisarts etc.). 6. In 2014 zijn afspraken gemaakt met de (pedagogische) basisvoorzieningen (zoals kinderopvang, onderwijs, jongerenwerk, huisartsen) over de afhandeling van vragen over opvoeden en opgroeien en het erbij halen van specialistische hulp. d. Begin 2014 is gestart met het experiment ‘wijkgerichte jeugdhulp’ in Velp/Rozendaal.
69
Toelichting: In de uitvoeringsagenda Centrum Jeugd en Gezin (CJG) 2013/2014 ‘Vinden en Verbinden’ worden de doelstellingen vertaald in concrete activiteiten. Er is een relatie met het projectplan ‘Van jeugdzorg naar Jeugdhulp’. Wat hebben wij gedaan in 2014: • Het thema aansluiting regionaal beleid op lokaal jeugdbeleid is in 2014 binnen het programma 3D uitgewerkt. In het kader hiervan is het Rhedense beleid rondom Jeugd en Gezin in 2014 integraal ondergebracht in het Beleidskader Jeugdhulp 2015-2016 “Anders willen, anders doen”, die op 23 september 2014 door de raad is vastgesteld. Conform dit beleid zijn de taken van het Centrum Jeugd en Gezin geïntegreerd in de nieuwe werkwijze van de Sociale Gebiedsteams (nieuw beleid 2015). De term CJG zal daarom door ons als zodanig niet meer worden gehanteerd. • Voorsorterend op de transitie van de jeugdzorg zijn wij in januari 2014 in de kern Velp/Rozendaal gestart met de pilot wijkgerichte jeugdhulp. Binnen het Jeugdteam Velp/Rozendaal waren verschillende disciplines vertegenwoordigd, die begeleiding bieden aan gezinnen met problemen op gebied van opgroeien en opvoeden. Het Jeugdteam sloot aan op de bestaande zorgstructuur op de “vindplaatsen”. Inmiddels is het jeugdteam geïntegreerd in de Sociale Gebiedsteams. De koppeling met de pedagogische basisvoorzieningen is gemaakt door het benoemen van specifieke contactpersonen per ’vindplaats’ (zoals scholen, consultatiebureaus etc.). Naast de toegangsfunctie van de vindplaatsen is het Sociaal Meldpunt van de gemeente zo ingericht dat daar de vragen m.b.t. jeugd ook gelijk opgepakt of doorverwezen kunnen worden.
3 Doelstelling: Het geven van informatie en advies en cliëntondersteuning. Prestaties: • Het inrichten en onderhouden van een vraaggericht informatie- en adviesloket binnen het KCC (balie) en binnen het team Sociaal (telefoon en zorgloket in de wijk). • Het verder vorm geven van samenwerkingsverbanden tussen formele en informele zorg enerzijds en de gemeente anderzijds. 3. Toepassen van nieuwe rol naar cliënt: van indicatiesteller naar coach, van hulpverlening naar dienstverlening. Streefwaarden: In 2014 kan 50% van alle cliënten met een complexe (hulp)vraag in de gemeente Rheden rekenen op een zogeheten keukentafelgesprek met een vrijwilliger waar het kan en een professional waar het moet. Toelichting: N.v.t. Wat hebben wij gedaan in 2014: • Het zorgloket is opgegaan in het sociaal meldpunt. Dit Sociaal Meldpunt is gericht op het gehele sociale domein. Het sociaal meldpunt is bij de start gesitueerd in Velp, in Dieren en in De Steeg. Hiermee zijn de zorgloketten in de wijk komen te vervallen. • Op basis van de pilot Het Gesprek zijn de organisaties COSBO, VIVA en het MVT op dit moment in gesprek met elkaar hoe de samenwerking binnen het sociaal meldpunt kan worden bestendigd. Om van een ad hoc samenwerking naar een vloeiende samenwerking te komen waarbij de MVT en VIVA ook fysiek aangesloten zijn bij het sociaal meldpunt. Alle inwoners hebben de gelegenheid gekregen om deel te nemen aan het Keukentafelgesprek. • Oplevering evaluatie Pilot Het Gesprek in de vorm van het onderzoeksverslag Het gesprek Wmo Rheden 2013 (maart 2014). • Door middel van de Pilot Het Gesprek is een methodiek ontwikkeld om de kanteling in de Wmo vorm te geven. Op basis van de uitkomsten van de pilot heeft het college in 2014 besloten om deze methodiek als reguliere werkwijze te hanteren. In 2014 zijn alle medewerkers geschoold in de nieuwe werkwijze en is de methodiek geïmplementeerd. Het aspect privacy en het delen van informatie is in deze werkwijze meegenomen. • De Sociale Vraagbaak is gerealiseerd.
70
4 Doelstelling: Het ondersteunen van mantelzorgers en vrijwilligers. Subdoelstellingen: 3. Brede erkenning van mantelzorgers. 4. Versterken van de ondersteuning aan mantelzorgers. 5. Verminderen overbelasting van mantelzorgers. 6. Verbeteren van de aansluiting formele en informele zorg. 7. Verbeteren van de aansluiting van mensen naar het MVT. 8. Stimuleren van mensen om ‘een bijdrage te leveren’. 9. Versterken van (vrijwilligers)organisaties. Prestaties: o Onze mantelzorgers voelen zich ondersteund en gewaardeerd. o Een goede toegang voor zorgvragers en mantelzorgers naar en van de informele zorg. o Onze vrijwilligers voelen zich ondersteund en gewaardeerd. Streefwaarden: - Tevredenheid van mantelzorgers en vrijwilligers over de ondersteuning bij en waardering voor hun inzet. 4. Tevredenheid van zorgvragers en mantelzorgers over de toegang naar informele zorg. Toelichting: Net als bij doelstelling 1 wordt de tevredenheid gemeten door met de zorgvragers en mantelzorgers hierover op verschillende manieren en momenten hierover in gesprek te gaan. Eén van die momenten zal zijn de evaluatie van de pilot Het Gesprek (waarschijnlijk begin 2014). Wat hebben wij gedaan in 2014: • Op reguliere basis vinden er overleggen plaats met de informele zorgorganisaties die vanuit sociaal perspectief betrokken zijn bij de gemeente Rheden. Er zijn vier overleggen, ieder met hun eigen agenda zijnde Platform Informele zorg, Kerngroepoverleg (spreekbuis Platform), Overleg buurtorganisaties, Overleg Levensbeschouwelijke organisaties. De inzet is hier het nastreven van de streefwaarden. • Vanuit het levensbeschouwelijk overleg en het Platform Informele zorg is de werkgroep Armoede ontstaan. Deze werkgroep heeft vanuit hun achterban input aangeleverd voor het minimabeleid. • Binnen Welzijnsperceel ’Leefbaarheid en activering’ is de ondersteuning mantelzorg en vrijwilligers(werk) meegenomen (gunning VIVA), hiermee zijn de reguliere voorzieningen op het gebied van informele ouderen-, buurt-, vrijwilligers- en mantelzorgondersteuning gehandhaafd. • De Informele zorg heeft zich verbonden met de werkwijze Het Gesprek. • De inzet en ondersteuning van de (individuele) mantelzorg(er) vormt een onderdeel van de werkwijze Het Gesprek en worden daar gemonitord. • Er is een start gemaakt met de ontwikkeling van een individuele, informele respijtvoorziening. • Bloemetjesactie voor mantelzorgers, met oplevering boekje MVT.
5 Doelstelling: Het bevorderen van deelname aan het maatschappelijk verkeer en het zelfstandig functioneren van mensen met een beperking of een chronisch psychisch of psychosociaal probleem. Subdoelstellingen: a. Outreachende advisering, ondersteuning en activering van ouderen. b. Outreachende advisering, ondersteuning en activering van jongeren c. Toe- en doorgankelijkheid van de woningvoorraad en de openbare ruimte bevorderen. d. Opplussen, thuistechnologie en wonen met dementie mogelijk maken. e. Doorontwikkelen van Welzijn Nieuwe Stijl. f. Ondersteunen en faciliteren van collectieve diensten door derden
71
g. (Door) ontwikkelen en ondersteunen van aanvullende collectieve diensten. h. Adviseren en ondersteunen bij het vinden van de juiste dienst. i. Financiële ondersteuning borgen daar waar dat nodig is. Prestaties: o Algemene en onafhankelijke advisering thuis en in de buurt. o Collectieve diensten op het gebied van wonen, welzijn en zorg. o Collectieve toegang tot (algemene) diensten en regelingen. Streefwaarden: - Tevredenheid van doelgroepen over de ervaren ondersteuning en advisering bij hun deelname aan het maatschappelijk verkeer en hun zelfstandig functioneren. - Evaluatie en monitoring van de diverse projecten (o.a. Opplussen en Collectieve diensten). 5. Nadat in 2013 er tenminste één collectieve voorziening zal zijn gerealiseerd, wordt dit in 2014 uitgebouwd tot drie en geldt het principe ‘dat een collectieve voorziening voorliggend is, tenzij’. Toelichting: De tevredenheid wordt (analoog als bij doelstelling 1) gemeten door met de doelgroepen hierover in gesprek te gaan, maar ook door de betreffende welzijnsorganisaties (klant)tevredenheidsonderzoeken te laten uitvoeren. In het op 26 maart 2013 vastgestelde Wmo meerjarenbeleidskader is gekozen voor een enigszins andere invulling van deze doelstelling. Daarbinnen wordt gekozen voor een sterkere focus op het aandeel ‘Wonen’ in het aandachtsveld Wonen, welzijn en zorg. Wat hebben wij gedaan in 2014: • In 2014 is er vanuit het Sociale Domein input geleverd voor de structuurvisies in de dorpen Rheden en De Steeg. Ook is het item Wonen-Welzijn-Zorg op de agenda gezet van de gemeentelijke organisatie, het gemeentelijk bestuur en de betrokken organisaties. • Specifiek is het Thuisbezoekproject en Opplusproject succesvol uitgevoerd in 2014 wat er toe heeft geleid dat Platform 31 de gemeente Rheden als voorbeeldgemeente heeft aangemerkt. Met het Rode Kruis, De Telefooncirkel gemeente Rheden, VIVA en DiNO werd bezien wat de informele zorg kan betekenen bij een noodsituatie in de thuissituatie (krijgt in 2015 concrete vorm). • In 2014 is ingezet om de werkwijze Het Gesprek ook toe te passen op het gebied van ouderenadvisering. Zo is in 2014 gestart met het project Wonen met dementie waarin de gemeente samenwerkt met VIVA en COSBO. In 2015 wordt hier verder op ingezet. • De aanbesteding van de welzijnsdiensten heeft Welzijn Nieuwe Stijl als uitgangspunt. • De Plusbus als algemene (vervoers)voorziening heeft zich duidelijk bewezen. Het totaal aantal ritten in 2014 is uitgekomen op 7074 (in 2013: 3871). De subsidie is aangepast op deze structurele toename en er is in 2014 een subsidie verstrekt om de aanschaf van de tweede Plusbus mogelijk te maken. • Eind 2014 is bij het ministerie van VWS een aanvraag ingediend in het kader van de HH-Toelage. Vooruitlopend op een besluit van VWS zijn in overleg en afstemming met de vijf HH-leveranciers de voorbereidingen getroffen om vanaf begin 2015 te starten met een algemene voorziening HH in onze gemeente (HHT). De HHT werkt met kortingsvouchers van € 10,- per uur voor een aantal doelgroepen (o.a. mantelzorgers, gezinsondersteuning, transferzorg) en een extra korting van € 10,- per uur voor minima. d. De aanbesteding van de welzijnsdiensten heeft geleid tot een nieuwe aanbieder voor perceel C, Eerstelijns dienstverlening. Vanaf 2015 zal de welzijnsorganisatie Rijnstad het maatschappelijk werk in onze gemeente uitvoering in plaats van STMG.
6 Doelstelling: Het verlenen van voorzieningen ten behoeve van het bevorderen van de zelfredzaamheid. Prestaties: • Met cliënten onderzoeken wat de eigen (financiële) mogelijkheden zijn, wat hun directe omgeving voor hen kan betekenen en waar dat kan doorgeleiden naar collectieve voorzieningen. 4. Het verstrekken van individuele voorzieningen aan cliënten met een beperking of participatieprobleem als een vorm van maatwerk.
72
Streefwaarden: In 2014 zullen er per cliënt gemiddeld minder individuele voorzieningen worden verstrekt dan in de jaren daarvoor. Toelichting: Wij meten de gemiddelde druk op de individuele voorzieningen door steekproefsgewijs dossiers te bestuderen en daarin na te gaan of er meer dan in verleden in de ondersteuning van burgers gebruik gemaakt wordt van eigen kracht, inzet van mantelzorgers, vrijwilligers en collectieve diensten. Het is namelijk niet zinvol om een rekenkundig gemiddelde van het aantal individuele voorzieningen per cliënt te berekenen, aangezien de verwachting is dat door autonome groei van zwaardere doelgroepeni.v.m. de verdergaande decentralisatie van de AWBZ en de afschaffing van de zorgzwaartepakketten 13 (ZZP) – de druk op de individuele voorzieningen de komende tijd kan toenemen. Wat hebben wij gedaan in 2014: • Door middel van keukentafelgesprek wordt de (financiële) situatie van de inwoner in kaart gebracht en wordt ook meer dan voorheen gekeken wat men zelf aan de situatie kan veranderen, wat de naaste omgeving mogelijk zou kunnen doen en of er voorliggende voorzieningen zijn die het ervaren probleem zouden kunnen oplossen. Het verstrekken van individuele voorzieningen (in de nieuwe Wmo maatwerkvoorzieningen) gebeurt nu altijd naar aanleiding van een onderzoek wat resulteert in een persoonlijk plan inclusief het arrangement. In dit arrangement staan de afspraken die de consulent en inwoner hebben gemaakt en is er altijd sprake van maatwerk. • De huidige contracten t.a.v. de huishoudelijke hulp zijn met een jaar verlengd. Onder andere om zo ook bij de nieuwe aanbestedingen rekening te kunnen houden met de eerste resultaten van de pilot HHT (zie doelstelling 5). • In 2014 zijn er ten opzichte van 2012 22% minder uren hulp bij huishouden beschikt en is het aantal cliënten met een voorziening hulp bij het huishouden met 15% afgenomen. • In 2014 hebben de Rhedense pashouders van de stadsregiotaxi 10% minder ritten gemaakt in vergelijking met 2013 en zijn de kosten eveneens met 10% afgenomen. • 7 Doelstelling: Het realiseren van opvang en ondersteuning van dak- en thuislozen, slachtoffers van huiselijk geweld, zorgwekkende zorgmijders en verslaafden, zodat zij kunnen participeren in de samenleving Subdoelstellingen: - Afspraken maken in de regio Arnhem over samenwerking in de keten van maatschappelijke opvang (preventie - opvang - nazorg). - Mensen met complexe problemen signaleren en toeleiden naar zorg in het netwerk lokaal zorgnetwerk Rheden Rozendaal. - Voorkomen van dreigende huiszettingen door aanpak Eerder er op af. - Bewustmaking psychische problemen en herkenning van psychische problemen door collectieve preventie. Prestaties: Maatschappelijke uitval wordt zoveel mogelijk voorkomen.
Streefwaarden: - Jaarlijks minimaal 30 zorgmijders/zorgmissers signaleren en toeleiden naar zorg via het lokaal zorgnetwerk Rheden Rozendaal. - Daling van het aantal huisuitzettingen (8) in Rheden. - Vergroten van het bereik van preventieve voorlichtingen voor de bewustwording van psychische problemen. Toelichting: In 2012 waren er in de sociale huursector 61 aanzeggingen vanwege huurachterstand en uiteindelijk 8 huisuitzettingen vanwege huurachterstand. Over de particuliere huurmarkt zijn geen gegevens bekend, omdat het aantal zogenaamde Exploten van Kennisgeving niet is geregistreerd.
73
Wat betreft het bereik van preventieve voorlichtingen: Indigo houdt bij hoeveel mensen bij de voorlichting aanwezig zijn. Hierover wordt jaarlijks gerapporteerd. Wat hebben wij gedaan in 2014: • We hebben regionale afspraken gemaakt over de nieuwe Wmo-taak beschermd wonen. Centrumgemeente Arnhem is verantwoordelijk voor de toegang en financiering van de nieuwe maatwerkvoorziening. Wij hebben Arnhem gemandateerd om namens ons besluiten over beschermd wonen te nemen. • Het lokale zorgnetwerk Rheden Rozendaal is eind 2014 opgeheven om een dubbeling met de nieuwe sociale gebiedsteams te voorkomen. In de 3 nieuwe sociale gebiedsteams blijft aandacht voor de doelgroep zorgmijders en zorgmissers. We blijven streven naar een vroegtijdige signalering en een goede toeleiding naar zorg. • Het aantal huisuitzettingen is opvallend gestegen. Er is een nieuwe groep alleenstaande huurders die stopt met huur betalen en wacht tot een uitzetting. Ook komen steeds vaker huurders in de problemen door schulden. Vivare en gemeente maken in 2015 nieuwe afspraken over een preventieve aanpak. • Indigo heeft in 2014 in Velp de cursus Liever bewegen dan moe (psychische problematiek ouderen) georganiseerd. Daarnaast zijn verschillende voorlichtingen gehouden o.a. voor de mantelzorgsalon van het MVT en voor de vrijwilligers van het Inloophuis Dieren. Jongeren worden bereikt via www.survivalkid.nl.
Wat heeft het gekost in 2014 7. Welzijn
Programma
(Bedragen x € 1.000) Lasten
Gewijzigde begroting na Primitieve bestuursrapporActuele Rekening 2013 begroting 2014 tage 2014 begroting 2014 Rekening 2014
Baten Gerealiseerde totaalsaldo van baten en lasten
Saldo 2014
12.717
14.465
14.038
13.984
12.681
2.916
985
1.684
1.585
1.447
1.303 -138
-9.801
-13.480
-12.354
-12.399
-11.234
1.165
524
-
-
-
-
-
Reserves Toevoeging Onttrekking Gerealiseerde resultaat
333
-
326
326
135
-191
-9.992
-13.480
-12.028
-12.073
-11.099
974
Toelichting financiële afwijkingen
Onderwerp Sportstimulering
Collectieve diensten en toegang
Bedrag
I/S
+ € 24.000
I
+ € 318.000
I
74
Toelichting Er is een incidenteel overschot van € 13.000 op subsidies als gevolg van minder aanvragen voor sportstimulering. Daarnaast is er een overschot op de Rijksbijdrage van de combinatiefunctionarissen van € 11.000. In 2014 is gestart om de regeling voor 100% ingevuld te krijgen en dit willen in 2015 bereiken. Het overschot op dit product wordt veroorzaakt door het voordeel op de aanbesteding van de welzijnsdiensten dat bestemd is voor de verzelfstandiging van
Onderwerp
WMO voorzieningen algemeen
Bedrag
I/S
+ € 29.000
I
- € 39.000
I
WMO Hulpmiddelen
+ € 141.000
I
WMO Woonvoorzieningen
+ € 82.000
I
Projectbudget 3 D’s
+ € 172.000
I
WMO PGB Huishoudelijke hulp
+ € 105.000
I
WMO collectief vervoer
75
Toelichting de accommodaties en hun beheer. In de Voorjaarsnota 2014 is dit reeds gemeld. Het college stelt als resultaatbestemming voor om een deel van dit overschot (€ 209.000) toe te voegen aan de reserve Carion om in 2015 de werkzaamheden aan De Oase in Dieren en dorpshuis Rheden uit te kunnen voeren. De inhuur van extern advies is lager uitgevallen. De overschrijding bij de lasten voor collectief vervoer is gevolg van een bijdrage van de gemeente ten behoeve van de Plusbus. Hiermee is een nieuwe bus aangeschaft ten behoeve het terugdringen van betaalde ritten bij het collectief vervoer. Daarnaast is een deel van de lasten over december 2013 geboekt in 2014. Doordat een groot aantal elektrische rolstoelen van bewoners in AWBZinstellingen onder de langdurige zorg komt te vallen, zien we een verlaging van de kosten voor hulpmiddelen. Daarnaast zijn de bijdragen voor hulpmiddelen hoger door de overname van rolstoelen door andere gemeenten in verband met verhuizing van cliënten. Vanaf 2015 is het structurele budget verlaagd conform het dekkingsplan 2015-2018. In 2014 zijn er weinig grote woningaanpassingen geweest. De verwachting is dat de komende jaren vaker sprake zal zijn van woningaanpassingen, aangezien ouderen langer thuis blijven wonen. Daarom gaan we uit van een incidenteel voordeel. In 2014 zijn in verband met de implementatie van de 3 decentralisaties incidentele middelen gereserveerd binnen de begroting. Binnen het totale projectbudget is er in 2014 een overschot van € 172.000. Dit overschot wordt toegevoegd aan de reserve invoering decentralisaties (zie programma 3) voor de transitiekosten in 2015. Per saldo gebeurt dit budgetneutraal. In ‘Het Gesprek’ onderzoeken we met de aanvrager welke maatvoorziening nodig is en wat op een andere manier kan worden opgelost. Dit resulteert in minder huishoudelijke hulp vanuit de WMO. Vanaf 2017 wordt het budget verlaagd conform het dekkingsplan 2015-2018. In de Voorjaarsnota 2015 zullen we aangeven wat de afname van de huishoudelijke hulp betekent voor de
Onderwerp
WMO huishoudelijke hulp in natura
Bedrag
I/S
+ € 115.000
I
WMO Eigen bijdrage HH
- € 172.000
I
Vrijwilligerswerk en mantelzorg
+ € 19.000
I
Collectieve preventie GGZ
+ € 15.000
I
Lokaal sociaal beleid
+ € 65.000
I
Jeugd gezondheidszorg
+ € 79.000
I
76
Toelichting budgetten 2015 en 2016, in verband met aanbesteding. In ‘Het Gesprek’ wordt gewezen op hulp vanuit de eigen omgeving en het eigen netwerk. Dit resulteert in minder huishoudelijke hulp vanuit de WMO. Daarnaast is het effect van het wegvallen van de Wtcg korting merkbaar, waardoor inwoners besluiten de zorg zelf te gaan regelen en te bekostigen. Vanaf 2017 wordt het budget verlaagd conform het dekkingsplan 2015-2018. In de Voorjaarsnota 2015 zullen we aangeven wat de afname van de huishoudelijke hulp betekent voor de budgetten 2015 en 2016, in verband met aanbesteding. Bij de bestuursrapportage 2014 werd nog uitgegaan van een toename van de inkomsten. Echter in het laatste kwartaal van 2014 namen met de afname van de aanvragen ook de inkomsten af. Er is veel geïnvesteerd in het mobiliseren van andere partners, waardoor vrijwilligers ook zonder gemeentelijke kosten zijn ondersteund. De subsidieafspraken met Indigo kunnen van jaar tot jaar wisselen. In 2014 vielen deze € 6.000 lager. De kosten voor de OGGZ doelgroep (mensen met psychiatrische problemen die zorg mijden (wettelijke taak)) zijn lager omdat er het afgelopen jaar minder vervuilde huishoudens zijn geweest. Op basis van afspraken met woningcorporatie Vivare betaalt de gemeente de helft van de kosten voor het opruimen van vervuiling. In 2014 waren deze kosten € 9.000 lager dan begroot. Er is een overschot op de subsidies voor aanvragen voor buurtgerichte activiteiten in 2014. Inwoners moeten nog meer bekend worden met deze subsidiemogelijkheden In 2015 wordt hieraan extra aandacht besteed door middel van stimulering en monitoring. Daarnaast is er een voordeel op de subsidie aan de buurtaccommodaties vanwege een te ruime inschatting van een overlopende post 2013. Een deel van de kosten, bestemd voor de coördinatie CJG is ten laste gegaan van de budgetten voor implementatie van de Decentralisaties. Het overige deel betreft lokaal gesubsidieerd en georganiseerd aanbod, op aanvraag vanuit het werkveld. De
Onderwerp
Bedrag
I/S
Toelichting vraag is in 2014 achter gebleven bij voorgaande jaren. In de loop van 2014 hebben de schoolbesturen verzocht het schoolmaatschappelijk werk structureel uit te breiden. Dit wordt in 2015 en volgende jaren geëffectueerd waardoor geen sprake is van een structureel overschot.
Overige afwijkingen
+ € 21.000
Totaal Incidenteel
+ € 974.000
Totaal Structureel
€0
Totaal saldo
I
+ € 974.000
77
78
8. Recreatie, Kunst en Natuur Programmadoelstelling: Het voeren van een integraal cultuurbeleid. Het in standhouden en verbeteren van een divers landschap waarbij evenwicht wordt gezocht tussen ecologische en economische belangen. Het stimuleren van groene en toeristische bedrijvigheid.
Toelichting programmadoelstelling: Om een groene kenniszone te creëren wordt een intensieve samenwerking beoogd tussen het ‘groen’ onderwijs en het bedrijfsleven (Groene Vallei).
Welk beleid is voorhanden: Beleid
Vastgesteld
Bibliotheekbeleidskader Nota Cultuurbeleid Rheden 2011 -2014 Landschapsontwikkelingsplan (LOP) Beeld kwaliteitsplan landelijk gebied De economische toekomst van de Gemeente Rheden TROP
2012 2011 2007 2009 2006 2009
Ontwikkelingen: -
de nieuwbouw van Atelier Velp is in vergevorderd stadium en wordt in 2015 afgerond; de samenwerkingsovereenkomst tussen gemeente, onderwijsinstellingen en werkgevers van combinatiefunctionarissen is verlengd tot 2015; Schouwburgzaal Theothorne/Filmhuis Dieren heeft en krijgt een steeds belangrijkere rol als sociaal-maatschappelijke organisatie in de gemeente; nieuwe BiBliotheekwet is voorbereid en vastgesteld en zal per 2015 ingaan; subsidies ten behoeve van ontwikkelingen voor de amateurkunst vinden plaats via RIQQ; in het beleidsplan is aangegeven dat een startnotitie Masterplan Recreatie en Toerisme aan de gemeenteraad wordt voorgelegd; de Provincie heeft de Omgevingsvisie vastgesteld. Hieruit volgt dat de gerijkte EHS nu Gelders Natuurnetwerk (GNN) en Groene Ontwikkel-gebieden (GO) is geworden; de Provincie zoekt partners voor gebiedsontwikkeling en neemt geen trekkersrol op zich; Het college heeft de evaluatie van het LOP met projectenlijst 2014-2018 vastgesteld.
Wat willen wij bereiken: 1 2 3 4 5
Ondersteunen van een levensvatbaar cultuurbeleid passend bij de behoefte van de inwoners; Evenwicht tussen ecologische en economische belangen; Het in stand houden en verbeteren van een evenwichtig landschap; Het bevorderen van recreatie en toerisme; Het vormgeven van een groene kenniszone.
Wat hebben wij ervoor gedaan in 2014: 1
Ondersteunen van een levensvatbaar cultuurbeleid passend bij de behoefte van de inwoners
Prestaties: 1 Er is een prestatiecontract met het RiQQ waarin is bepaald welke prestaties geleverd moeten worden voor de verkregen subsidie. 2 Met betrekking tot cultuureducatie is er op basis van een voorafgaande verkenning een nieuwe opzet van de organisatie van dit veld.
79
3 Op basis van het nieuwe beleidskader wordt invulling gegeven aan het prestatiecontract van de bibliotheek met de gemeente. 4 Het (subsidie)beleid t.a.v. podiumkunsten wordt samen met het RiQQ geharmoniseerd. 5 Er komt een nieuw subsidiebeleid voor de amateurkunst op basis van activiteiten en realisering van gemeentelijke doelstellingen. Streefwaarden: 1 Het RiQQ komt met een voorstel voor de wijze waarop periodiek wordt gemeten in hoeverre de inwoners de culturele activiteiten van het RiQQ kunnen waarderen. Na de eerste nulmeting in 2014 kunnen voor 2015 e.v. streefwaarden worden geformuleerd. 2 Op basis van het in 2012 vastgestelde beleidskader wordt met de bibliotheek uiterlijk in 2014 een meerjaren subsidieovereenkomst gesloten waarin prestatieafspraken worden vastgelegd. Toelichting: N.v.t. Wat hebben wij gedaan in 2014: - Er is een subsidiebeschikking aan RIQQ afgegeven met hierin te leveren prestaties; - Cultuureducatie wordt gecoördineerd en gestimuleerd via RIQQ in nauwe samenwerking met gemeente, RIQQ en onderwijsinstellingen; - Het beleid t.a.v. podiumkunsten en het subsidiebeleid voor de amateurkunst wordt gecoördineerd en uitgevoerd door RIQQ; - Een waarderingsnulmeting op het gebied van waardering van culturele activiteiten is niet uitgevoerd. - Een meerjarenovereenkomst met Bibliotheek Veluwezoom met prestatieafspraken is niet afgesloten in afwachting van de evaluatie van het cultuurbeleid (incl. Bibliotheek). Op basis van de uitkomsten van de evaluatie en de nieuwe beleidskaders kan een meerjarenovereenkomst worden opgesteld.
2
Evenwicht tussen ecologische en economische belangen
2.1 Subdoelstelling: Ondersteunen totstandkoming Havikerpoort. Prestaties: • Ambtelijk en inhoudelijk ondersteunen van gebiedspartners. • Coördineren en het onder de aandacht brengen binnen de gemeentelijke organisatie. • Uitvoeren LOP projecten (o.a. recreatieve ontsluiting). • Meewerken aan ontsnipperingsmaatregelen. Streefwaarden: Ecologische verbinding tussen de Veluwe en IJssel realiseren voor 2021. Toelichting: De Havikerpoort moeten de kwaliteit van natuur en landschap versterken. Met tegelijkertijd oog voor landbouw en recreatie. Wat hebben wij gedaan in 2014: • Gemeente Rheden zit in het bestuurlijk overleg Havikerpoort en levert de secretaris evenals afvaardiging in coördinatieteam Havikerpoort. • Er is een overeenkomst ondertekend tussen provincie-agrariers-gemeente dat er komende 10 jaar geen edelherten van de Veluwe het Havikerpoortgebied kunnen komen. Dit als uitwerking van de RvS uitspraak op het beroep op het bestemmingsplan faunapassage Middachten. • Onderhandelingen met eigenaren en provincie voor de realisatie van recreatieve fietsverbinding De Steeg – Doesburg- Zevenaar. Subsidievoorwaarde: uitvoering gereed eind 2015. • De voorbereiding van de intentieovereenkomst voor het opstarten van de bestemmingsplanprocedure Havikerwaard-zuid (verwacht eind jan ‘15 in b&w) is in volle gang.
80
2.2 Subdoelstelling: Werken aan het Rhedens landschap. Prestaties: • Uitvoeren van het Landschapsontwikkelingsplan waarvoor vanuit het PMJP subsidie is verleend. • Zoeken naar mogelijkheden voor aansluiting met andere projecten en geldstromen. Streefwaarden: In 2016 is het actieprogramma van het LOP afgerond. Projecten die nog moeten worden afgerond zijn: • Stimuleren van aanleg en beheer van erf- en landschapsbeplanting. • Inpassen bedrijventerrein Spankeren. • Herstel van landschapselementen. Toelichting: In het LOP is een actieprogramma opgenomen. Dit wordt uitgevoerd. Verder worden burgers en collega’s van advies voorzien en is de kwaliteit van het landschap beter gewaarborgd/ontwikkeld. Wat hebben wij gedaan in 2014: • Op basis van de vastgestelde projectenlijst LOP is een landschapscontract gesloten met de provincie voor € 180.000, zijnde 75% van subsidiabele kosten. • Ten aanzien van een 5-tal erven zijn plantsoen en bijenmengels gesubsidieerd en landschapsadvies gegeven • 6 landschapsplannen zijn uitgevoerd waarbij landschapselementen zijn hersteld (lanen, hagen en boomgaard). • Adviseren op gebied van landschap bij ruimtelijke projecten.
3
In stand houden en verbeteren van een evenwichtig landschap
3.1 Subdoelstelling: Het instellen van een landschapsfonds. Prestaties: De gemeente Rheden heeft, samen met andere gemeenten een landschapsfonds (Veluwefonds). Streefwaarden: In 2014 kunnen grondeigenaren voor landschapsonderhoud een beroep doen op het Veluwefonds. Toelichting: Het Veluwecollectief is samenwerking van ondernemers, bewoners, maatschappelijke organisaties en lokale overheden die zich willen inzetten voor een duurzame ontwikkeling van hun gebied. Uit eigenbelang: een duurzame Veluwe is de basis voor een goed leef-, woon-, werk- en vestigingsklimaat. Om de Veluwe een impuls te geven zet het Veluwecollectief een Veluwefonds op om projecten te steunen die de werkgelegenheid, het welbevinden, het landschap en de natuur versterken. De provincie heeft in 2011 de Veluwecommissie opgeheven. Hiermee verloor de Veluwe haar regionale samenwerkingsverband, terwijl veel uitdagingen en kansen zijn. Het Veluwecollectief is het antwoord van het gebied.
Wat hebben wij gedaan in 2014: Het Veluwefonds is in 2012 opgericht. De streekrekening is gelanceerd in 2014. Het Groenfonds legde 5 miljoen in op de streekrekening. Rabobank doneert 5% van ontvangen rente aan het Veluwefonds. Dit fonds financiert landschapsprojecten Veluwebreed. Gemeente Rheden heeft geen geld staan op streekrekening en draagt geen financiële risico’s van het Veluwefonds.
81
4
Het bevorderen van recreatie en toerisme
4.1 Subdoelstelling: Het binden en boeien van bezoekers en toeristen. Prestaties: • Samenwerken met toeristisch-recreatieve ondernemers. • Promoten van de gemeente, haar omgeving en haar belevingen. • Nieuwe activiteiten creëren, individueel of met anderen. • Meer bekendheid bij de toeristisch-recreatieve ondernemer van datgene dat de gemeente Rheden de bezoekers te bieden heeft. • Stimuleren meerdaagse verblijfsrecreatie. Streefwaarden: Jaarlijkse toename van het aantal overnachtingen. Toelichting: De activiteiten zijn toegelicht in het uitvoeringsprogramma van het Toeristisch Recreatief Ontwikkelingsplan. Wat hebben wij gedaan in 2014: De horeca, en dan met name de hotels etc., hebben nog veel te kampen met gevolgen van de financiële crisis. De concrete cijfers over 2014 inzake het aantal overnachtingen zijn nog niet bekend. Samen met de ondernemers in de sector en het bestuur van het toeristisch platform zijn diverse producten ontwikkeld en uitgevoerd. Denk hierbij aan Halloween, circus De Boeckop, de voorbereidingen voor de Citroën Wereldmeeting en hulp bieden bij marketingactiviteiten voor nieuwe producten van ondernemers en organisaties. Promotie van de gemeente Rheden is verzorgd in diverse uitingen van activiteiten. Daarnaast is een subsidieregeling opgesteld, waarmee ondernemers en organisaties onder voorwaarden een financiële tegemoetkoming kunnen ontvangen. Er is veel aandacht gegaan naar het voorbereiden van de realisatie van een aanlegvoorziening in de IJssel.
4.2 Subdoelstelling: Regiomarketing. Prestaties: Het ontwikkelen van een nieuw Toeristisch Recreatief Ontwikkelings Plan. Belangrijk onderdeel van dit nieuwe TROP zal zijn een effectieve regiomarketing. Streefwaarden: Een nieuw TROP vaststellen waarin waar mogelijk heldere streefwaarden zijn opgenomen. Toelichting: N.v.t.
Wat hebben wij gedaan in 2014: Er is een start gemaakt met het Masterplan beleidsvisie Recreatie&Toerisme en er is veelvuldig overleg geweest over het proces van de totstandkoming en de vorm waarin die nota moet worden gegoten. De ondernemers in de sector (en andere betrokkenen) zijn en worden betrokken bij de totstandkoming van de toekomstvisie.
82
5
Het vormgeven van een groene kenniszone
5.1 Subdoelstelling: Samenwerking tussen groenonderwijs en groene- en toeristische bedrijven. Prestaties: De Groene Vallei Veluwezoom heeft de ambitie uit te groeien tot een regio, waar groene kennis en opleiding, groene (economische) activiteiten, natuur en cultuurhistorie de basis vormen voor een duurzame leef- en werkomgeving. De gemeente heeft hierin een coördinerende en faciliterende rol. Streefwaarden: Het in 2012 ondertekende convenant wordt uitgevoerd, zodanig dat de gemeente Rheden diverse cultuurhistorische en groengerelateerde projecten in samenwerking met de deelnemende partijen heeft gerealiseerd. Er zijn meer toeristisch-recreatieve ondernemers (projectmatig) aangesloten bij de Groene Vallei Veluwezoom. De Groene Vallei Veluwezoom is bekend bij inwoners en (non-profit) bedrijven in de gemeente, maar ook breder in de regio. Toelichting: N.v.t. Wat hebben wij gedaan in 2014: Afgelopen jaar is gekeken hoe de rol van de gemeente Rheden als gelijkwaardig partner functioneert. Daaruit blijkt dat er niet veel initiatieven vanuit de andere partners komen. De LinkedIn pagina is in stand gehouden en er zijn pogingen gedaan om netwerkbijeenkomsten te organiseren.
Wat heeft het gekost in 2014 8. Recreatie, Kunst en Natuur
Programma
(Bedragen x € 1.000) Lasten Baten Gerealiseerde totaalsaldo van baten en lasten
Gewijzigde begroting na bestuursrapporPrimitieve Actuele Rekening 2013 begroting 2014 tage 2014 begroting 2014 Rekening 2014
Saldo 2014
2.880
2.548
2.652
2.659
2.676
-17
367
91
91
91
138
47
-2.513
-2.457
-2.561
-2.568
-2.538
30
-53
Reserves Toevoeging
49
-
70
70
123
Onttrekking
-
-
188
188
195
7
-2.562
-2.457
-2.443
-2.449
-2.466
-16
Gerealiseerde resultaat
83
Toelichting financiële afwijkingen
Onderwerp Kunst en cultuur
Bedrag
I/S
+€ 18.000
I
+€ 36.000
I
-€ 70.000
I
Totaal Incidenteel
-€ 16.000
I
Totaal Structureel
0
S
Recreatie en toerisme
Overige afwijkingen
Totaal saldo
-€ 16.000
84
Toelichting Voordeel (€ +18.000) omdat een deel van de bijdrage voor omroep M-FM is in 2013 reeds als voorschot uitbetaald. Medio 2014 is er middels collegebesluit voor gekozen de betalingsperiodes samen te laten vallen met kalenderjaren. Daardoor werd in 2014 eenmalig slechts € 6.000 uitbetaald. Overschot middelen uit evenementenbeleid (€ +25.000), wordt in 2015 opgesteld en TCP (€ +11.000).
9. Werk en inkomen Programmadoelstelling: Beoogd wordt een leefbare samenleving waarin inwoners zo zelfstandig mogelijk functioneren en op verschillende manieren een bijdrage aan deze samenleving leveren.
Toelichting programmadoelstelling: De eigen verantwoordelijkheid van de burger staat voorop. Het beleid is erop gericht om inwoners waar nodig te ondersteunen bij deelname aan de maatschappij, waarbinnen de arbeidsmarkt een belangrijk aspect vormt. Het minimabeleid is hieraan ondersteunend. Dit dient uitsluiting te voorkomen en derhalve evenwichtig van opbouw te zijn naar de verschillende doelgroepen.
Welk beleid is voorhanden: Beleid
Toelichting
Vastgesteld
Van Zelfredzaamheid naar Samenredzaamheid Nota Minimabeleid 2013 - De Rhedense financiële regelingen voor burgers met een laag inkomen Meerjarenbeleidsplan Re-integratie Verordening GelrePas WWB verordeningen WAT-rapport (Wsw) HOE-rapport (Wsw)
Een Rhedense Visie op het Sociale Domein
2012 2012
2014-2017
2013 2012 2011 2007 2009
Ontwikkelingen: De gemeente Rheden staat de komende jaren binnen het Sociaal Domein voor grote maatschappelijke opgaven. Onze gemeente krijgt er veel nieuwe taken bij op het terrein van Wmo/AWBZ, jeugdhulp, werk en sociale zekerheid, terwijl er op de budgetten forse bezuinigingen worden doorgevoerd vanuit Den Haag. Dit betekent dat er meer taken met minder middelen moeten worden georganiseerd. Dit vraagt creativiteit en innovatie van dienstverlening. De Participatiewet en de Wet maatregelen WWB zijn aangenomen door zowel de Tweede Kamer als de Eerste Kamer. Beide wetten gaan in per 1 januari 2015. In de gemeente Rheden zijn in 2014 veel voorbereidingen getroffen, zodat beleid en uitvoering op het gebied van werk en inkomen klaar zijn voor de veranderingen die de wetsvoorstellen met zich mee brengen.
Het ministerie van SZW heeft het landelijke Buigbudget voor de bijstandsuitkeringen fors naar beneden bijgesteld. Hierdoor wordt ook in gemeente Rheden het tekort op het zogenaamde WWB-inkomensdeel hoger dan eerder verwacht, ondanks de diverse maatregelen die in 2014 zijn genomen om de uitgaven aan WWB-uitkeringen te beperken. Het aantal werklozen kwam landelijk in november 2014 uit op 630.000 personen. Het aantal mensen dat na een WW-uitkering in de bijstand terecht komt, is in de afgelopen 5 jaar ruim verdubbeld: van bijna 14.000 (2008) naar bijna in 31.000 (2013). Naar verwachting groeit deze ‘doorstroom van de WW naar de bijstand’ nog verder naar 34.000 personen in 2014 en 36.000 personen in 2015. De toename van het aantal mensen dat in de bijstand terechtkomt sinds 2008 is vooral veroorzaakt door de nasleep van de kredietcrisis. Vanaf 2008 is het aantal personen met een WW-uitkering sterk toegenomen. Daardoor is ook de uitstroom uit de WW gestegen. Vanuit gemeenten bezien is 22% van de bijstandsinstroom in 2013 het gevolg van personen die uit de WW komen. Voor de gemeente Rheden is een stijging van de bijstandsgerechtigden te constateren van 710 in 2012 tot 870 in juli 2014 (bron: CBS).
85
Wat willen wij bereiken: 1. Bevorderen van de financiële zelfredzaamheid van de beroepsbevolking. 2. Voorkomen van een sociaal isolement voor huishoudens met een gezamenlijk inkomen tot 110% van de WWB norm, die om financiële redenen niet in de maatschappij kunnen participeren.
Wat hebben wij ervoor gedaan in 2014: 1
Bevorderen van de financiële zelfredzaamheid van de beroepsbevolking
1.1 Subdoelstelling: Gemeente Rheden draagt continu bij aan de bevordering van de werkgelegenheid in de gemeente. Prestaties: 1 Waar mogelijk uitvoering geven aan de aanbevelingen uit het vestigingsklimaatonderzoek 2010. 2 De resultaten van de pilot werkgeversdienstverlening geven de opmaat naar de toekomstige werkgeversdienstverlening gemeente Rheden. Toelichting: Het werkgelegenheidscijfer (Bron CBS) ziet er als volgt uit:
Waarvan werkloos 439.000 507.000 642.000
%
Dec. 2011 Dec. 2012 Dec.2013
Nederland Beroepsbevolking 7.893.000 7.894.000 7.855.000
Juli 2014
7.994.000
680.000
8,5
5,6 6,4 8,2
Bijstandsuitkeringen 356.280 328.620 358.000 374.170
4,5 4,2 4,6
Rheden Beroepsbevolking 18.500 18.000 18.000
4,7
18.000
%
Bijstandsuitkeringen 710 724 779
%
870
4,83
3,84 4,02 4,33
Wat hebben wij gedaan in 2014: Om uitstroom naar een betaalde baan te stimuleren neemt gemeente Rheden deel aan de ontwikkeling van de regionale werkgeversdienstverlening. Dit gebeurt sinds 2013 in samenwerking met de tien overige gemeenten in regio Arnhem, het UWV en Presikhaaf bedrijven. Inmiddels is de pilotfase afgerond en zijn stappen gezet om een regionaal werkgeversservicepunt in te richten. Dit dient als opstap richting een regionaal Werkbedrijf regio Arnhem. De accountmanager die namens gemeente Rheden deelneemt aan de regionale werkgeversdienstverlening is tevens de verbindende schakel naar de lokale werkgeversdienstverlening. 1.2 Subdoelstelling: Het aantal WWB cliënten ten opzichte van de beroepsbevolking in onze gemeente ligt in 2015 0,6% onder het landelijk gemiddelde zodat daarmee een zo groot mogelijk deel van de beroepsbevolking van Rheden financieel onafhankelijkheid van een gemeentelijke uitkering is. Prestaties: 1 Inzet van projecten gericht op toeleiding van mensen met een uitkering naar werk, zoals Workfast. 2 De poortwachtersfunctie met inzet van preventiemedewerkers aan het begin van het aanvraagproces. 3 De eerste projecten voor de invulling van de ‘tegenprestatie’ zijn gestart. Streefwaarden: 1 Maximaal 1,4% van de beroepsbevolking stroomt in 2014 in de bijstand. 2 Bij een beroepsbevolking van 18.000 is dit gelijk aan max. 252 personen. 3 In 2015 is het percentage WWB-uitkeringsgerechtigden ten opzichte van de beroepsbevolking gedaald van 3,2% in 2010 naar 3,0% in 2015. 4 15% van de WWB cliënten in het bovenste deel van de participatieladder in 2013 zet in 2014 een stap naar trede 4, 5 of 6. 5 90% van de cliënten die uitstromen naar werk in 2013 is na een half jaar nog werkzaam in regulier werk.
86
Wat hebben wij gedaan in 2014: Om de instroom van uitkeringsgerechtigden in de hand te houden, is ook in 2014 de poortwachtersfunctie ingevuld door de inzet van preventiemedewerkers voor een intensieve screening van nieuwe bijstandsaanvragen. Om de uitstroom van uitkeringsgerechtigden naar betaald werk te bevorderen, zijn daarnaast diverse projecten ingezet. Onderdeel van het project Activeringscentrum De Magneet in Velp is een trainingscyclus gericht op het ondersteunen en begeleiden van uitkeringsgerechtigden bij het vinden van werk. Het project Meewerken in het groen is in 2014 doorgezet. Op basis van de conclusies en aanbevelingen uit de Quickscan, zijn het TOP-project en het project Workfast afgebouwd. Als alternatief is voor de zomer van 2014 het project Baanbrekend van start gegaan. Hierin werkt gemeente Rheden samen met gemeente Renkum en Randstad om ingangen voor betaald werk te creëren en uitkeringsgerechtigden te begeleiden naar een betaalde baan. Aanvullend op deze projecten wordt jobfinding ingezet om gemotiveerde uitkeringsgerechtigden met een relatief korte afstand tot de arbeidsmarkt te ondersteunen bij het vinden van een passende baan. De inzet op jobfinding is in 2014 uitgebreid, conform het verbeterplan dat is ingediend bij de aanvraag van de Meerjarige Aanvullende Uitkering WWB 2013-2015. Van 1 januari 2014 tot en met 31 december 2014 zijn er in gemeente Rheden 379 mensen ingestroomd en 249 mensen uitgestroomd uit een WWB-uitkering. Over heel 2013 betrof de instroom in de WWB 360 personen. Het beroep op de WWB is dus in 2014 substantieel gestegen. In juli 2014 kwam het percentage bijstandsuitkeringen uit op 4,8%. In 2014 hebben 39 personen een stap gezet naar trede 4, 5 of 6. Dit is 4,4% van het gehele bestand WWB. In 2013 zijn 67 uitkeringen beëindigd met de reden arbeid. Van deze 67 zijn er in 2014 (in het eerste half jaar) weer 13 ingestroomd. 1.3 Subdoelstelling: Het aantal WSW-ers met indicatie ‘beschut binnen’ in onze gemeente is in 2015 maximaal 125 personen. Prestaties: Sterk regievoeren op wachtlijstbeheer en uitvoering door Presikhaaf Bedrijven. Streefwaarden: Het aantal werkzame personen met de indicatie ‘beschut binnen’ in onze gemeente is eind 2014 150 personen. Eind 2015 moet dit aantal uitkomen op 125 personen. Tijdstip 31-12-2010 31-12-2011 31-12-2012 31-12-2013 31-12-2014
Aantal SW-ers uit Rheden bij Presikhaaf in dienst 335 329 320 300 288
Waarvan ‘beschut binnen’ 214 190 188 166 150
Wachtlijst
91 80 90
Toelichting: Op basis van een screening (het Move2-project) is het personeel onderverdeeld in medewerkers met een grote en medewerkers met een kleine afstand tot de arbeidsmarkt. De medewerkers met een grote afstand tot de arbeidsmarkt zullen zijn aangewezen op Beschut Werken en de medewerkers met een kleine afstand tot de arbeidsmarkt zullen waar mogelijk worden geplaatst bij een reguliere werkgever. Presikhaaf Bedrijven koerst op het zoveel mogelijk extern plaatsen van haar medewerkers en heeft de afgelopen jaren het aandeel extern geplaatsten jaarlijks verhoogd. De wachtlijst voor Presikhaaf
87
Bedrijven is per 1 januari 2015 komen te vervallen. Deze mensen worden door de gemeente of het UWV naar alternatief werk begeleid. In 2015 maken de deelnemende gemeenten een definitieve keuze over de strategische positionering van Presikhaaf Bedrijven.
Wat hebben wij gedaan in 2014: Het aandeel mensen dat intern in een beschutte werkomgeving werkt daalt jaarlijks. In 2014 is het aantal mensen in een beschutte werkomgeving met 16 personen afgenomen. Om de doelstelling te realiseren zullen in 2015 nog zo’n 25 mensen extra extern geplaatst moeten worden om op de streefwaarde van 125 personen uit te komen. 1.4 Subdoelstelling: Behoud van werkgelegenheid door het beter benutten van de economische potenties van verouderde bedrijventerreinen. Prestaties: 1 Zorgen voor inzicht in de knelpunten op de bedrijventerreinen. 2 Zorgen voor inzicht in de leegstand en de reden van leegstand op de bedrijventerreinen. 3 Het behouden van aantrekkelijkheid van de bedrijventerreinen door kritisch te kijken naar toekomstige mogelijkheden. 4 Regionale afstemming vraag en aanbod, met name in de A12-zone. Streefwaarden: Zorgen voor een goede inbedding van de verouderde bedrijventerreinen in regionaal programma bedrijventerreinen. Toelichting: Door de economische omstandigheden wordt er nog kritischer gekeken naar de locatie van het bedrijf in relatie tot het verzorgingsgebied. Ook de aantrekkelijkheid van de vestigingslocatie zal nog kritischer worden beoordeeld. Ook de ontwikkelingen op het gebied van internetdetailhandel leidt er toe dat de gemeente proactief meedenkt over hoe bedrijventerreinen aantrekkelijk kunnen blijven. Inzicht in de reden van leegstand leidt tot nuttige informatie voor bijvoorbeeld bestemmingsplannen of nieuwe beleidsstukken. De bedrijventerreinen in de gemeente Rheden zijn van enorm belang gezien het feit dat de werkgelegenheid voor een groot deel op de bedrijventerreinen plaatsvindt. Wat hebben wij gedaan in 2014: In 2014 is in beeld gebracht wat de leegstand (momentopname) is op de bedrijventerreinen. Gebleken is dat de leegstand onder het landelijk gemiddelde lag. Getracht is om inzicht te krijgen in de reden van leegstand. Ook is gesproken met vastgoedeigenaren waar leegstand dreigt of in de toekomst gaat plaatsvinden. De regionale afstemming van vraag en aanbod van bedrijventerreinen is vast onderdeel van het Regionaal Progamma Bedrijventerreinen. Dit heeft ook in 2014 plaatsgevonden. In 2014 heeft een discussie plaatsgevonden over mogelijke functieverruiming op bedrijventerreinen. Overeenkomstig het coalitieakkoord “Samen in Rheden” zal het onderwerp wederom aan de orde komen.
1.5 Subdoelstelling: Een gunstig klimaat voor het bedrijfsleven en -startende- ondernemers scheppen. 1 Het uitvoeren van het in 2011 vastgestelde ‘Werk in uitvoering’, het actieplan gebaseerd op de beleidsnota ‘De economische toekomst van de gemeente Rheden’. 2 Zorgen voor inzicht in de behoefte van startende ondernemers.
88
3 Zorgen voor meer betrokkenheid van het georganiseerde bedrijfsleven bij arbeidsvraagstukken. 4 Organiseren ondernemerscafé. 5 Regelmatig overleg met belangenbehartigers van het bedrijfsleven om zo mogelijk knelpunten op te lossen. 6 Uitvoeren startersbeleid. 7 Regionaal overleg om te zorgen dat regionaal beleid geen belemmering vormt voor het lokale bedrijfsleven. 8 Het verder uitvoeren van de verbeterpunten uit het vestigingsklimaatonderzoek (2011). Streefwaarden: Behouden van werkgelegenheid door aandacht voor het bestaande bedrijfsleven en de startende ondernemers. Toelichting: De gemeente krijgt steeds taken op het gebied van de arbeidsmarkt. Nog meer dan in het verleden zal het bedrijfsleven intensief betrokken moeten worden bij het oplossen van arbeidsvraagstukken (o.a. participatie). Het georganiseerde bedrijfsleven is een eerste (belangrijke) ingang om in gesprek te komen. Wat hebben wij gedaan in 2014: Werk in uitvoering De actiepunten zoals vastgelegd in “Werk in uitvoering” zijn voor een groot deel uitgevoerd. Betere afstemming en integratie van het economisch belang bij verzoeken/ beleidsdocumenten is verbeterd. Met behulp van het project Keurmerk Veilig Ondernemen (voor het winkelgebied in Dieren, Calluna), wordt gewerkt aan de verbetering van de veiligheid. Dit betreft een samenwerking tussen de winkeliers, vastgoedeigenaren, politie, brandweer en de gemeente Rheden. Er hebben diverse overleggen plaatsgevonden met het georganiseerde bedrijfsleven (o.a. met Stichting Bedrijventerreinen De Beemd, de ICR en Stichting Promotie Centrum Velp). In regionaal verband is er afstemming over regionaal beleid en de uitvoering daarvan. Ook wordt aangehaakt bij het regionaal detailhandelsoverleg. Voor Velp is intensief gewerkt aan een Bedrijveninvesteringszone. De draagvlakmeting is negatief uitgevallen waardoor er geen bedrijveninvesteringszone is ingesteld. Voor 2015 wordt naar alle waarschijnlijkheid een nieuwe poging gedaan. Het jaarlijkse ondernemerscafé heeft plaatsgevonden. De leegstand van bedrijventerreinen (momentopname) is in beeld gebracht. Intern is gesproken over een betere dienstverlening aan ondernemers (in het kader van verbetering Klant Contact Centrum). Dit betreft ook deels de uitvoering van de verbeterpunten uit het vestigingsklimaatonderzoek 2011. Met het domein Sociaal is regelmatig gesproken over (individuele ) startende ondernemers in het kader van BBZ.
2
Voorkomen van een sociaal isolement voor huishoudens met een gezamenlijk inkomen tot 110% van de WWB norm, die om financiële redenen niet in de maatschappij kunnen participeren
2.1 Subdoelstelling: Alle huishoudens van Rheden met een gezamenlijk inkomen tot 110% van de WWB norm worden financieel in staat gesteld om aan sport- en culturele activiteiten deel te nemen en duurzame primaire gebruiksgoederen aan te schaffen.
89
Prestaties: • Het voorlichtingsmateriaal wordt zo veel mogelijk digitaal ontsloten, waardoor informatie actueel voorhanden is voor alle potentiële klanten. • In 2014 voortgang geven aan de 70% doelstelling zoals beschreven in streefwaarde 2. • Uitvoering geven aan de vastgestelde Nota minimabeleid. Streefwaarden: 1 In 2014 zijn alle huishoudens van Rheden met een gezamenlijk inkomen tot 110% die een beroep kunnen doen op de inkomensafhankelijke regelingen geïnformeerd over de mogelijkheid van financiële ondersteuning. 2 In 2014 wordt aan 70% van de doelgroep aanvullende incidentele bijdragen verstrekt aan de huishoudens van Rheden met een gezamenlijk inkomen tot 110%. Toelichting: In het regeerakkoord ‘Bruggen Slaan’ is opgenomen dat de mogelijkheden voor individuele bijzondere bijstand worden verruimd en de mogelijkheden voor categoriale bijzondere bijstand worden beperkt. Ook zal naar verwachting de langdurigheidstoeslag in de WWB vervangen worden door een individuele toeslag voor personen die langdurig van een laag inkomen rond moeten komen zonder zicht op verbetering. De wijze waarop dit juridisch zal worden ingebed is nog onzeker. Wat hebben wij gedaan in 2014: Uitvoering gegeven aan de nota armoedebeleid, alsmede het onderdeel voorlichting aan de doelgroep en samenwerkingspartners. Vanuit het levensbeschouwelijk overleg en het Platform Informele zorg is de werkgroep Armoede ontstaan en hebben zij een rapport met aanbevelingen ten behoeve van het huidige beleid geleverd. Deze werkgroep bestaat uit leden, die actief betrokken zijn bij de doelgroep. Het algehele beleid is geëvalueerd door het Nationaal instituut voor budgetvoorlichting (NIBUD). Daarnaast is het gebruik van de Gelrepas apart geëvalueerd. Bovengenoemde samenwerkingen, evaluaties, landelijke ontwikkelingen en wijzigingen in wet- en regelgeving hebben aanleiding gegeven het armoedebeleid te herijken. Het gewijzigde beleid staat in de kadernota “Samen armoede" aanpakken vastgelegd en is reeds in december 2014 vastgesteld door de gemeenteraad. Het gebruik van de regelingen is in 2014 is gestegen ten opzichte van het jaar 2013. Het aantal personen dat in 2013, gebruik heeft gemaakt van één van de minimaregelingen was 2230. In 2014 hebben 2420 personen gebruik gemaakt van één van de regelingen. De minimascan van stimulans geeft aan dat de gemeente Rheden 2900 huishoudens heeft die een inkomen hebben tot 110% van het minimuminkomen (de doelgroep van het minimabeleid). Dit betekent dat we de streefwaarde van 70% hebben gehaald. Feitelijk is dit in 2014 zelfs 83%.
2.2 Subdoelstelling: Alle huishoudens van Rheden met een gezamenlijk inkomen tot 110% van de WWB norm worden bevorderd om te participeren aan de samenleving. Prestaties: Personen uit de doelgroep deelname aan daartoe geëigende projecten of voorzieningen aanbieden, zoals bijv. Het Activeringsproject Velp ‘De Magneet’. Streefwaarden: 15% van de WWB cliënten in het onderste deel van de participatieladder in 2013 zet in 2014 een stap naar trede 2, 3 of 4. Toelichting: N.v.t.
90
Wat hebben wij gedaan in 2014: De activiteiten in het project Activeringscentrum De Magneet in Velp zijn in 2014 gecontinueerd. Doel van het project is om inwoners die een uitkering hebben te ondersteunen bij het vinden van werk, te laten participeren in de samenleving en te stimuleren een bijdrage te leveren aan verbetering van de leefbaarheid in de wijk. In 2014 is het project uitgebreid met diverse diensten, zoals een klussen-, tuinen reparatiedienst, kledingherstel en een boodschappenbus. De diensten zijn bedoeld voor mensen met een beperkt inkomen. Er wordt samengewerkt met verschillende partners, zoals zorgaanbieder Siza en stichting Viva. Ook het project Goedwerk is in 2014 voortgezet. Deelnemers aan dit project doen iets terug voor hun uitkering in de vorm van een maatschappelijk zinvolle tegenprestatie in het groenbeheer van gemeente Rheden. De mensen worden geactiveerd en gefaciliteerd om mee te doen en een steentje bij te dragen aan een leefbare samenleving. Bovendien hebben deelnemers de mogelijkheid om door te stromen naar het project Meewerken in het groen. Vanaf 2014 zijn we gaan meten hoeveel personen een stap gezet naar een volgende trede op de participatieladder. In 2014 hebben 51 personen een stap gezet naar trede 2, 3 of 4. Dit is 6% van het gehele bestand WWB. 3
Stimuleren van volwasseneneducatie, werkgelegenheid en inburgering
3.1 Subdoelstelling: Met volwasseneneducatie de doorstroming naar de arbeidsmarkt bevorderen, en het erkennen van verworven competenties (EVC). Prestaties: Uit het participatiebudget worden alleen opleidingen betaald die aansluiten bij de wensen, behoeften en de mogelijkheden van uitkeringsgerechtigden en ANW-ers/NUGgers. De kansen om toe te treden tot de arbeidsmarkt worden daardoor voor deze groep vergroot. Streefwaarden: Er worden minimaal 25 opleidingstrajecten vanuit het participatiebudget uitgevoerd. Toelichting: Het kabinet heeft besloten het voortgezet algemeen volwassenenonderwijs (vavo) onder rechtstreekse aansturing van het Rijk te brengen en daarnaast prioriteit aan te brengen in het aanbod van overige educatie. Een deel van de totale educatiemiddelen wordt dus afgezonderd en rechtstreeks voor vavo aan de ROC’s verstrekt, en de andere helft blijft beschikbaar voor de overige educatie en zal via het participatiebudget aan gemeenten worden verstrekt. Wat hebben wij gedaan in 2014: Een inkoopovereenkomst met ROC Rijn IJssel is afgesloten voor 2014 voor diverse educatietrajecten in het kader van de WEB, zijnde NT2 alfabetisering, NT2 basistraining, NT2 staatexamen en Nederlandse taal en rekenen. De doelstellingen die in de overeenkomst zijn opgenomen, zijn gerealiseerd. Het beschikbare budget voor Volwasseneneducatie is benut. Vanuit het participatiebudget zijn 43 opleidingstrajecten gerealiseerd. 3.2 Subdoelstelling: Met inburgering de doorstroming naar de arbeidsmarkt bevorderen. Prestaties: • Inburgering bij bestaande inburgeringstrajecten goed ondersteunen. • Een keer per jaar monitoren of mensen zijn gestart met een inburgeringstraject. Streefwaarden: Zo veel mogelijk inburgeraars met een lopend traject laten slagen voor hun inburgeringexamen.
Toelichting:
91
De verantwoordelijkheid van de inburgering is overgedragen naar de inburgeraars zelf. Dit betekent dat de gemeente alleen nog lopende inburgeringtrajecten heeft. Daarnaast zijn wij verplicht om te handhaven als inburgeraars zelf geen traject starten. Als dit niet gebeurt, bestaat er de mogelijkheid om een boete op te leggen. Wat hebben wij gedaan in 2014: Het ROC Rijn IJssel verzorgt voor de gemeente Rheden de inburgeringstrajecten voor inburgeraars met een lopend traject. In 2014 is een slagingspercentage van 85% gerealiseerd.
Wat heeft het gekost in 2014 9. Werk en inkomen
Programma
(Bedragen x € 1.000) Lasten
Gewijzigde begroting na Primitieve bestuursrapporActuele Rekening 2013 begroting 2014 tage 2014 begroting 2014 Rekening 2014
Saldo 2014
28.880
29.627
32.250
32.331
32.098
233
Baten
21.615
21.636
22.301
22.301
23.029
728
Gerealiseerde totaalsaldo van baten en lasten
-7.265
-7.991
-9.949
-10.030
-9.069
961
Reserves Toevoeging
369
-
30
30
152
-122
Onttrekking
577
400
863
863
435
-429
-7.057
-7.591
-9.116
-9.197
-8.786
410
Gerealiseerde resultaat
Toelichting financiële afwijkingen
Onderwerp
Bedrag
I/S
BUIG – WWB inkomsten
+ € 382.000
I
BUIG – WWB, IOAW, IOAZ uitgaven
+ € 277.000
I
Uitvoeringskosten WWB
-€ 123.000
I
Bijstandbesluit
+ € 13.000
I
92
Toelichting Het Ministerie heeft in het voorjaar 2014 aangekondigd dat het BUIG- budget met 9% naar beneden zou worden bijgesteld. Dit is bij de Voorjaarsnota 2014 en aanvullend bij de Bestuursrapportage 2014 op deze wijze verwerkt. De korting is uiteindelijk 7,9% geworden. Om deze reden is er een voordeel op de inkomsten van het BUIGbudget. Het klantenbestand is het laatste halfjaar van 2014 minder hard gestegen dan het eerste halfjaar. In het 2e halfjaar ging het om gemiddeld 16 (16 X € 15.000) klanten minder dan verwacht. Daarnaast zijn de uitgaven op de IOAWIOAZ € 31.000 lager uitgevallen dan verwacht bij de Bestuursrapportage 2014. De uitvoeringskosten zijn in 2014 door extra inhuur van personeel hoger geweest. De toename van het klantenbestand maakte extra inhuur noodzakelijk om de continuïteit te waarborgen. Na de bijstelling bij de
Onderwerp
Bedrag
I/S
zelfstandigen (BBZ)
Eenmalige uitkering minima
+ € 60.000
I
CER/WTCG
+ € 15.000
I
Bijzondere bijstand
+ € 28.000
I
- € 15.000
S
-€ 88.000
I
Gelrepas
Sociale werkvoorziening (Presikhaaf bedrijven)
Inburgerings-budget
€ 30.000
I
93
Toelichting bestuursrapportage 2014 resteert op de BBZ een klein positief saldo na correctie van de terugbetalingsverplichting aan het Rijk. Bij de bestuursrapportage 2014 is € 174.000 aan extra rijksgelden bestemd voor een eenmalige uitkering van € 100 aan inwoners met een inkomen tot 110%. We hebben de inwoners bereikt die bij ons bekend waren. Daarnaast konden inwoners een aanvraag indienen als zij nog niet bekend waren bij de gemeente. Er is veel onze inzet gepleegd om de gehele doelgroep te bereiken. Een beroep op het volledige bedrag hoefden wij echter niet te doen. In de Voorjaarsnota 2014 is via een beleidsinitiatief € 30.000 geoormerkt uit de extra rijksgelden voor een tegemoetkoming voor chronisch zieken en gehandicapten (CER/WTCG) in verband met het vervallen van landelijke regeling voor deze doelgroep. Hoewel er volop inspanning Vanuit de gemeente is er volop op ingezet om een zo groot mogelijk aantal burgers te bereiken. Toch zijn de uitgaven minder geweest dan in eerste instantie is verwacht. Op de reguliere verstrekkingen in het kader van de bijzondere bijstand / minimabeleid resteert per saldo een bedrag van € 28.000 In 2014 zijn er niet meer passen verstrekt dan in 2013, maar er wordt meer gebruik gemaakt van de passen dan voorheen. Dit is een positieve tendens die hopelijk doorzet. De uitvoering van de WSW heeft in 2014 meer gekost dan was begroot. Dit heeft vooral te maken met een hoger exploitatietekort bij Presikhaaf Bedrijven dan begroot. Belangrijke oorzaak voor dit slechtere exploitatieresultaat is de lagere toegevoegde waarde (operationeel resultaat), die onder druk staat als gevolg van de economische crisis. Het negatieve effect van de crisis op het exploitatieresultaat is enigszins gedempt door de hogere Rijksbijdrage Wsw dan begroot. Vanaf 2013 is de Inburgeringswet gewijzigd. Inburgeraars dienen de inburgering zelf te bekostigen. Om eventuele gemeentelijke verplichtingen van voor 2013 te kunnen bekostigen is
Onderwerp
Bedrag
I/S
Toelichting er vanaf 2012 een overlopende post meegenomen. Deze overlopende post hoeft niet mee naar 2015 omdat hier tegenover geen verplichtingen meer staan en kan daarom terugvloeien in de algemene middelen.
Overige afwijkingen
- € 169.000
Totaal Incidenteel
+ € 425.000
Totaal Structureel
- € 15.000
Totaal saldo
I
+ € 410.000
94
10. Dekkingmiddelen Programmadoelstelling: Het waarborgen van een solide financiële positie van de gemeente blijkend uit een evenwichtige en sluitende (meerjaren) begroting.
Toelichting programmadoelstelling: Wij staan een gedegen een daadkrachtig financieel beleid voor, waarbij de begroting 2012-2015 sluitend is. Deze programmadoelstelling zal in samenhang gezien moeten worden met de paragraaf weerstandsvermogen en de paragraaf financiering. Daarnaast willen wij een lastenverzwaring voor inwoners en bedrijven zoveel mogelijk voorkomen. Dit in samenhang met de paragraaf lokale heffingen.
Welk beleid is voorhanden: Beleid
Vastgesteld
Financiële verordening gemeente Rheden
2011
Diverse belastingverordeningen
2013
Verordening op het financieel beheer en op inrichting van de financiële organisatie
2004
Treasury statuut
2011
Nota weerstandsvermogen
2010
Beleidsnota aanbesteding Rheden
2007
Ontwikkelingen: Grootonderhoud gemeentefonds: Inmiddels zijn de uitkomsten van het grootonderhoud gemeentefonds bekend geworden en bent u hierover bij de behandeling van de uitkomsten van de meicirculaire 2014 geïnformeerd. De effecten van de herverdeling gaan in 2015 in en zijn verwerkt in het meerjarenperspectief. Vennootschapsbelasting: Op 18 december 2014 is in de Tweede Kamer de Wet modernisering vennootschapsbelastingplicht overheidsondernemingen aangenomen. Daarbij is ook een amendement aangenomen dat de wet wijzigt en ervoor zorgt dat overheidsactiviteiten verricht op basis van een dienstverleningsovereenkomst (DVO) ook worden vrijgesteld van vennootschapsbelasting (vpb). De eerste kamer is nu aan zet. Wij volgen deze ontwikkelingen op de voet. Wat zijn de effecten van de invoering van de vennootschapsbelasting vanaf 2016? • Administratieve last De begroting van de gemeente is gebaseerd op regels die zijn op genomen in het Besluit Begroting en Verantwoording ( BBV). Deze regels zijn niet van toepassing op het berekenen van de fiscale winst. Voor het berekenen van de fiscale winst dienen de cijfers die nu in de begroting zijn opgenomen te worden aangepast naar de regels van de fiscale wetgeving. Concreet houdt dit in dat voor het deel waar de gemeente vennootschapsbelastingplichtig wordt een extra ( fiscale) administratie moet worden gevoerd. •
Geen financiële compensatie De gemeente gaat vanaf 2016 zeker te maken krijgen met de vennootschapsbelasting. De gemeente wordt hiervoor niet gecompenseerd. De financiële consequenties voor de gemeente kunnen wij op dit moment nog niet voldoende inschatten.
Inmiddels is er een werkgroep gestart en zoeken wij ook de samenwerking met de ons omliggende gemeenten om de invoering en de effecten van deze invoering verder uit te werken naar financiële
95
effecten en bedrijfsvoeringeffecten. Wij hopen u zo spoedig mogelijk over de effecten te kunnen informeren echter de vele onduidelijkheden maken een inschatting nu nog lastig. Wet HOF: In de wet HOF wordt ook van de medeoverheden een bijdrage verwacht in de reductie van het EMUtekort. In de wettelijke bepaling tot op heden was het uitgangspunt dat het tekort van de totale overheid nul gaat bedragen en dat daarmee het EMU-tekort van de lagere overheden ook nul behoort te zijn. Gemeenten hebben zich daarbij op het standpunt gesteld dat op grond van het baten- en lastenstelsel waarmee gemeente werken er altijd een zeker tekort mogelijk moet zijn om vervangingsinvesteringen of uitbreidingsinvesteringen te kunnen doen. In het onderhandelingsakkoord is het navolgende overeengekomen. In het akkoord is door alle partijen de intentie uitgesproken dat het tekort van de decentrale overheden in 2017 gaat dalen naar 0,2% (van het BBP). Voor de jaren 2014 en 2015 mag het tekort gelijk zijn aan dat van 2013, namelijk 0,5%. Daarna daalt het tekort tot 0,4% in 2016 en naar 0,3% in 2017. Over onderlinge verdelingen binnen deze ruimte zullen dit jaar afspraken worden gemaakt tussen VNG, IPO en de Unie van waterschappen. Verder is afgesproken dat gedurende deze kabinetsperiode er geen sanctie zal worden opgelegd als de norm wordt overschreden. Momenteel is nog lastig aan te geven wat de financiële gevolgen zijn voor de gemeente Rheden. Eerst zullen wij de verdere uitwerking moeten afwachten om een duidelijk beeld te krijgen over het aandeel in het tekort door gemeenten.
Wat willen wij bereiken: 1 Een sluitende meerjarenbegroting. 2 Beperken van de lastenverzwaring voor onze burgers.
Wat hebben wij ervoor gedaan in 2014: 1
Een sluitende meerjarenbegroting
1.1 Subdoelstelling: Er is sprake van een solide financiële huishouding. Prestaties: Vanuit de in 2014 door uw raad vastgestelde visie op onze gemeente zullen de bezuinigingsvoorstellen moeten worden afgewogen. Dit zal uiteindelijk moeten leiden tot een meerjarig sluitende begroting. Streefwaarden: N.v.t. Toelichting: N.v.t. Wat hebben wij gedaan in 2014: Ook dit jaar heeft u maatregelen moeten treffen om tot een sluitende meerjarenbegroting te komen. Daarbij heeft u wel u zorgen uitgesproken over de dalende lijn in onze solvabiliteit en zijn er afspraken gemaakt over een verscherping van de analyse op de financiële ontwikkelingen versus de effecten op de solvabiliteit.
96
2
Beperken van de lastenverzwaring voor onze burgers
2.1 Subdoelstelling: De lokale lastendruk stijgt niet boven het Gelders gemiddelde. Prestaties: Uitgangspunt is een solide financiële huishouding waar gematigd lastenverhoging voor inwoners en bedrijven van kracht is. De lokale lastendruk (OZB, afvalstoffenheffing/reinigingsrechten en rioolheffing) stijgt in ieder geval niet boven het Gelders gemiddelde van een geldend voorgaand jaar, op basis van provinciale meting. Een jaarlijkse aanpassing van de OZB met de inflatiecorrectie vindt plaats. In het dekkingsplan 2014 wordt nader ingegaan op de aanpassing van de OZB in relatie tot de aanpassing van de andere heffingen. Streefwaarden: Belastingdruk per inwoner in 2014
Gemeente
382 530 405 405 396 387 377 366 358 356 346 343 329 322 297
Provinciaal Gemiddelde Arnhem Renkum Rozendaal Brummen Doetinchem Lingewaard Bronckhorst Duiven Zutphen Westervoort Rheden Zevenaar Doesburg Overbetuwe Toelichting: N.v.t.
Wat hebben wij gedaan in 2014: De doelstelling om de lastendruk niet boven het Gelders gemiddelde te laten uitkomen is behaald. Uit provinciale cijfers blijkt dat de belastindruk van een gemiddelde inwoner van Rheden (opnieuw) ver onder de gemiddelde provinciale belastingdruk uitkomt.
97
Wat heeft het gekost in 2014 Programma
(Bedragen x € 1.000) Lasten
10. Dekkingsmiddelen
Gewijzigde begroting na Primitieve bestuursrapporActuele Rekening 2013 begroting 2014 tage 2014 begroting 2014 Rekening 2014 5.042
5.204
4.783
5.362
Saldo 2014
3.502
1.861
Baten
65.190
64.176
65.647
66.043
64.621
-1.422
Gerealiseerde totaalsaldo van baten en lasten
60.148
58.972
60.864
60.681
61.119
438
Reserves Toevoeging
230
489
489
1.546
1.546
-
Onttrekking
8.221
281
281
281
281
-
68.139
58.764
60.656
59.415
59.854
438
Gerealiseerde resultaat
Toelichting financiële afwijkingen
Onderwerp Afdracht rijksleges
Bedrag
I/S
-€ 74.000
I
+€ 87.000
I
Opbrengst leges service- centra
-€ 21.000
I
Rente resultaat
+€ 20.000
I
Dividend
+€ 22.000
I
-€ 39.000 -€ 40.000
I S
+€ 27.000
I
+€ 290.000
I
Opbrengst rijksleges
Baten OZB
Bijdragen derden invordering Algemene uitkering
98
Toelichting Na invoering van de nieuwe tienjaarlijkse reisdocumenten m.i.v. maart 2014 is het legesbedrag, dat per reisdocument aan het Rijk moet worden afgedragen, fors toegenomen. Daardoor is zowel aan de baten- als aan de lastenkant een overschrijding te zien t.o.v. het geraamde bedrag. Zie toelichting afdracht rijksleges. Dit betreft de ontvangst van de rijksleges, die uiteindelijk worden afgedragen. Er zijn minder reisdocumenten verkocht dan verwacht, waardoor de legesinkomsten voor de gemeente Rheden zijn afgenomen. Bij de voorjaarsnota is al een voordeel gemeld van € 60.000. Door aanhoudende en een verder dalend rentepercentage is het uiteindelijke voordeel op de rente € 20.000 hoger uitgekomen. In de voorjaarsnota 2014 hebben wij melding gemaakt van een lagere dividend uitkering door de BNG. Het nadien ontvangen dividend van Alliander blijkt hoger dan geraamd als gevolg van een beter bedrijfsresultaat dan verwacht. . De Hoge Raad heeft medio 2014 een uitspraak gedaan over verzorgingshuizen. Het gevolg is dat meer verzorgingshuizen onder het woningtarief vallen. Kennisname hiervan heeft plaatsgevonden na het opstellen van de bestuursrapportage. Toen was nog sprake van een toename van een stijging van de OZB. Er zijn meer aanmaningen en dwangbevelen opgelegd dan voorzien werd. In de decembercirculaire ontvangen wij de actualisatie op aantallen en maatstaven over
Onderwerp
Stelpost salarissen en overwerk
Bedrag
I/S
+€ 255.000
I
Incidentele baten en lasten
-€ 174.000
I
Stelpost incidentele ruimte
+€ 52.000
I
Stelpost autonome kostenontwikkeling
+€ 50.000
I
Overige afwijkingen Totaal Incidenteel Totaal Structureel
-€ 17.000 +€ 478.000 -€ 40.000
I I S
Totaal saldo
+€ 438.000
99
Toelichting de nog niet definitief afgerekende jaren. Op basis van de laatste berekening ontvangen wij voor 2014 een hogere bijdrage uit het gemeentefonds. Bij de berekening wordt uitgegaan van de cijfers met peildatum december 2014. Deze actualisatie heeft geleid tot een positieve bijstelling als gevolg van een hoger aantal bijstandsontvangers en een positieve bijstelling van de maatstaf voor lage lonen. Deze stelpost is bedoeld om de CAO ontwikkelingen 2014 op te vangen en als dekking voor de kosten overwerk gemeentebreed. Zie toelichting formatie en bezetting paragraaf bedrijfsvoering. Dit betreft diverse verrekeningen die niet in de begroting zijn meegenomen, o.a. opschonen vaste activa, afrekening verkoop panden, en verrekening BTW voorgaande jaren. De toevoeging aan de voorziening dubieuze debiteuren bedraagt € 132.600. Dit betreft het budget van het college om incidentele lasten in een jaar op te vangen die niet voorzien waren. Deze stelpost is in 2014 niet volledig benut. Vanaf 2015 is het totale budget van €75.000 structureel met € 25.000 verlaagd. Deze stelpost dekt de autonome kostenontwikkelingen binnen de diverse programma’s.
Paragrafen
100
i. Lokale heffingen 1.
Inleiding
De lokale heffingen maken een substantieel deel uit van de inkomsten van een gemeente. Voor het heffen van belastingen en retributies is er sprake van een financiële noodzaak, aangezien het Rijk bij haar bepaling van de algemene uitkering uitgaat van de mogelijkheid om eigen inkomsten te genereren. Tevens dient de gemeente met de jaarlijkse tariefstijging een deel van de jaarlijkse inflatoire effecten op te vangen. Voor de diverse lokale heffingen gelden wettelijke voorschriften, zo geldt voor retributies dat de opbrengsten maximaal 100 % van de kosten mag bedragen. Voorbeelden van deze retributies zijn de afvalstoffenheffing en het rioolrecht. Voor overige lokale heffingen heeft de gemeente een grotere beleidsvrijheid in de bepaling van de tarieven. Deze paragraaf lokale heffingen bestaat uit de volgende onderdelen: • Werkelijke opbrengsten uit lokale heffingen; • Ontwikkeling lokale lastendruk; • Gehanteerde tarieven 2014; • Kwijtscheldingsbeleid en lastenverlichting. 2.
Werkelijke opbrengsten uit lokale heffingen
Onderstaande tabel geeft inzicht in de werkelijke opbrengsten uit lokale heffingen ten opzichte van de begroting (inclusief begrotingswijzigingen en kwijtscheldingen).
Begroot Onroerende zaakbelastingen Afvalstoffenheffing/reinigingsrechten Rioolheffing Bouwleges Parkeerbelastingen Hondenbelasting Toeristenbelastingen Secretarieleges Begraafrechten Forensenbelasting Marktgelden Overige heffingen Totaal
7.877 2.936 4.351 843 257 204 134 463 504 52 19 37 17.677
Werkelijk 7.795 2.956 4.392 867 255 204 126 456 499 46 15 40 17.651
Verschil Verschil (€) (%) -82 -1,0% 20 0,7% 41 0,9% 24 2,8% -2 -0,8% 0 0,0% -8 -6,0% -7 -1,5% -5 -1,0% -6 -11,5% -4 -21,1% 3 8,1% -26 -0,1%
Ten opzichte van de begroting na wijziging vallen de opbrengsten uit lokale heffingen in 2014 € 26.000 lager uit. De belangrijkste afwijkingen worden hieronder toegelicht. Waarbij een afwijkingsmarge van € 10.000 wordt gehanteerd. Onroerende zaakbelastingen, € 82.000 nadeel, waarvan € 40.000 structureel: Door ontstane jurisprudentie gedurende het belastingjaar 2014 moeten veel zorginstellingen inmiddels voor de WOZ aangeduid worden met gebruiksfunctie ‘wonen’. Daardoor is het lagere ‘woningtarief’ op deze objecten van toepassing. Verwachting is dat de helft van het nadeel ook doorwerkt in het begrotingsjaar 2015.
101
Afvalstoffenheffing, € 20.000 incidenteel voordeel In 2014 is het aantal afvalbakken bij huishoudens iets toegenomen waardoor ook de opbrengst is gestegen. Anderzijds is het aantal huishoudens, dat enkel het basisbedrag betaalt wat afgenomen. Rioolheffing € 41.000, incidenteel voordeel Het voordeel is voor het merendeel toe te rekenen aan één extra grootverbruiker van water. In 2014 zijn er twee grootverbruikers terwijl er één begroot is. Voor het waterverbruik van meer dan 9.999 m³ bedraagt het tarief in 2014 € 23.586,36. Daarnaast is de kwijtschelding op de rioolheffing afgenomen. Bouwleges, € 24.000, incidenteel Door enkele grotere plannen/projecten zijn er meer inkomsten bouwleges. 3.
Ontwikkeling lokale lastendruk
Door de provincie Gelderland vindt jaarlijks een onderzoek plaats naar de ontwikkelingen van de lokale lasten per individuele gemeente en wordt de lokale lastendruk van de gemeenten onderling vergeleken. In onderstaande overzichten is de lastendruk 2014 van de gemeente Rheden weergegeven in vergelijking tot diverse Gelderse gemeenten. Tevens is de belastingdruk afgezet tegen het Provinciaal gemiddelde. De belastingdruk per inwoner is in de gemeente Rheden ten opzichte van 2013 gedaald (4,2%). De gemeentelijke lasten zijn lager dan de lasten in de meeste Gelderse gemeenten en ligt ver onder het provinciale gemiddelde. De gemiddelde belastingdruk is gestegen met 2,3%. Belastingdruk per inwoner 2013 2014
Belastingdruk OZB 2013 2014
Belastingdruk afvalstoffenheffing 2013 2014
Belastingdruk rioolrechten 2013 2014
Arnhem
512
530
337
345
79
81
95
104
Renkum
402
405
194
197
107
108
101
100
Rozendaal
385
405
214
226
89
90
82
87
Brummen
393
396
152
157
100
101
140
138
Doetinchem
379
387
188
193
103
102
87
91
Lingewaard
367
377
220
225
71
66
76
86
Bronckhorst
347
366
159
171
84
85
104
110
Duiven
347
358
153
156
116
119
78
84
Zutphen
348
356
160
169
108
105
80
82
Westervoort
342
346
144
157
106
94
92
95
Rheden
358
343
176
175
69
68
113
100
Zevenaar
313
329
171
181
60
61
83
86
Doesburg
310
322
143
148
96
100
71
74
Overbetuwe
302
297
134
135
82
83
86
79
Gemiddelde
395
404
215
221
87
87
93
96
Bron: http://ftgelderland.databank.nl/ (* De begrotingen van gemeenten dienen voor de provincie als basis voor de publicatie van bovenstaande cijfers. Door amendementen en begrotingsbijstellingen kunnen deze cijfers in enige mate afwijken. In de voorgaande paragrafen zijn ook tabellen opgenomen met de belastingdruk per eigenaar en gebruiker. Deze cijfers zijn voor het jaar 2014 nog niet gepubliceerd door de provincie, waardoor de tabellen achterwege blijven.)
102
4.
Gehanteerde tarieven 2014
Hieronder worden de door de raad vastgestelde tarieven weergegeven, zoals deze in 2014 zijn gehanteerd.
OZB uitgedrukt in percentage van onroerende zaak Woningen - eigenaar
0,1285 %
Niet-woningen - eigenaar
0,2134 %
- gebruiker
0,1714 %
Afvalstoffenheffing − −
Basisbedrag 140 l container
23,13 143,18
−
180 l container
177,44
−
240 l container
228,85
−
Verzamelcontainer
143,18
Reinigingsrecht − 1 container −
2 containers
Rioolheffing Eigenaar Gebruiker
182,30 364,60
72,70 < 300 m3
128,52
300-999 m3
363,24
1000-9999 m3 > 9999 m3
3000,96 23586,36
Toeristenbelasting Overnachtingen Seizoenstandplaatsen Jaarstandplaatsen
1,08 132,30 157,25
Forensenbelasting Basistarief Opslag
157,25 0,94
Hondenbelasting 1e hond 2e hond 3e hond 4e hond 5e hond
53,16 61,32 69,48 77,64 85,80
103
5.
Kwijtscheldingsbeleid en lastenverlichting
Rheden kent de mogelijkheid tot kwijtschelding van belastingen. Hierbij hanteren we een grens van 100% van de uitkeringsnorm. Kwijtschelding is in 2014 mogelijk voor de ozb, rioolrechten en afvalstoffenheffing. Daarnaast ook voor de leges van een ID-kaart of voor hondenbelasting. In het laatste geval geldt: alleen voor de 1ste hond. Mensen die één keer kwijtschelding hebben toegekend gekregen, krijgen automatische kwijtschelding indien hun financiële situatie niet is veranderd. Hierbij maken we gebruik van de diensten van het Inlichtingenbureau. In 2014 is in totaal voor een bedrag van € 419.000 aan kwijtschelding verleend. Dit bedrag is nagenoeg gelijk aan het begrote bedrag van € 426.000. Sinds de uitbraak van de crisis zien we een toename in kwijtscheldingsverzoeken en de gepaard gaande kosten. Ook de verandering van afvalinzameling zorgt in 2013 en 2014 voor een toename van de kwijtschelding. Veelal maken inwoners gebruik van de grootste container en daardoor is de kwijtschelding ook hoger. Vanaf 2015 wordt de mogelijkheid van kwijtschelding voor de afvalstoffenheffing beperkt tot de kosten van de kleinste container.
104
ii. Weerstandsvermogen en risicobeheersing 1.
Inleiding
De gemeente Rheden acht het wenselijk om risico's die van invloed zijn op de bedrijfsvoering beheersbaar te maken. Door inzicht in de risico's wordt de organisatie in staat gesteld om op verantwoorde wijze besluiten te nemen, zodat de risico’s nu en de risico’s gerelateerd aan toekomstige ontwikkelingen in verhouding staan tot de vermogenspositie van de organisatie. Om inzicht in de risico’s van de gemeente te kunnen verkrijgen is er een risico-inventarisatie uitgevoerd. Hieronder wordt verslag gedaan van de resultaten van de risico-inventarisatie. Het accent ligt op exploitatierisico’s. Op basis van de geïnventariseerde risico’s is tevens het weerstandsvermogen berekend.
2.
Risicoprofiel
De gemeentelijk risico’s zijn integraal in kaart gebracht. Het risicoprofiel is tot stand gekomen met behulp van het softwareprogramma NARIS® (Nederlands Adviesbureau voor Risicomanagement Informatie Systeem), waarmee risico's systematisch in kaart kunnen worden gebracht en beoordeeld kunnen worden. Uit de inventarisatie zijn vanuit de afdelingen in totaal 78 risico's in beeld gebracht. In het onderstaande overzicht worden echter alleen de tien risico's gepresenteerd die de hoogste (netto) bijdrage hebben aan de berekening van de benodigde weerstandscapaciteit (in totaal voor afgerond ca. 63%). Top 10 risico`s Nr Risico 1
De gemeente heeft minder mogelijkheden tot sturing op de kosten van de jeugdhulp door regionale contracten met budgetgaranties en het onvolledige inzicht in de nieuwe doelgroep in het kader van de 3 D's.
50%
Financieel gevolg max.€ 1.000.000
2
Negatieve financiële ontwikkelingen m.b.t. WWB: - hogere lasten dan begroot omdat het aantal uitkeringsgerechtigden sterker stijgt van verwacht- tegenvallende inkomsten van het Rijk (o.a. als gevolg van stelselwijziging bekostiging)
50%
max.€ 1.000.000
9.84%
3
In kader van decentralisatie AWBZ-functie Begeleiding naar gemeente wordt 25% bezuinigd. Dergelijke bezuiniging kan maar deels t.l.v. marktpartijen gebracht worden. Vergt naar schatting 3 jaar om naar toe te werken (8.33% p/j); risico bestaat komende 3 jaar. Er wordt door het Rijk niet voorzien in een nacalculatie van de kosten over boekjaar 2015 (historische verdeling) voor de jeugdzorg Onvoldoende inkrimping cliëntengroep HH in 2015 i.r.t. bezuinigingsmaatregelen.
30%
max.€ 1.500.000
9.46%
50%
max.€ 500.000
5.28%
50%
max.€ 500.000
5.28%
6
De mogelijkheden van sturing op de kosten van de jeugdhulp worden beperkt door de wettelijke bevoegdheid van huisarts, jeugdarts, medisch specialist en rechterlijke macht.
50%
max.€ 500.000
5.27%
7
Incidentele (extra) kosten samenwerking
50%
max.€ 500.000
5.25%
8
Generiek risico: Faillissement van grote gesubsidieerde instellingen of incidenteel aanvullende bijdrage aan gemeenschappelijke regeling (Presikhaafbedrijven).
30%
max.€ 1.000.000
4.19%
9
Ontslag van ambtenaren en bestuurders wat leidt tot wachtgeldverplichting.
90%
max.€ 200.000
3.79%
90%
max.€ 200.000
3.77%
4
5
Kans
10 Mutaties waarbij rechtspositionele of wettelijke kaders geheel of gedeeltelijk ontbreken, maar wel moeten worden uitgevoerd
105
Invloed 10.54%
Beheersmaatregelen
nr. Maatregelen 1
Regionale afspraken maken over raamcontracten (RTA).
2
Extra inspanningen om instroom te beperken en uitstroom te verhogen hierover is de raad in februari geïnformeerd. Investeren in kwaliteit en formatie klantcontact met de burger via methodiek van Het Gesprek zodat naar maatwerkoplossingen gezocht kan worden. Gebaseerd op aantal clienten Begeleiding.
3 4
Wordt meegenomen in bezuinigingsvoorstel
5
Aankondiging begin 2014 bij alle cliënten HH over mogelijke wijziging van de regeling. Nieuwe cliënten krijgen alleen een indicatie tot eind 2014. Besluit door raad over mogelijke aanpassing criteria zodra het Rijk duidelijkheid geeft over precieze korting op de HH. Nu nog onduidelijk of we voldoende tijd hebben om de bezuiniging ook daadwerkelijk voor 2015/2016 te halen.
6
Consequente sturing op intensivering van preventie. Het organiseren van de toeleiding en toegang tot de jeugdhulp via wijkgerichte jeugdhulp c.q. jeugdteam, het aansluiten en versterken van vindplaatsen en het maken van sturingsafspraken met huisartsen, jeugdartsen, medisch specialisten en de rechterlijke macht.
7
Kosten worden vanaf 2016 in begroting meegenomen.
8
Volgen van de financiële ontwikkelingen van deze instellingen via de P&C-documenten en tijdig sturen op negatieve financiële ontwikkelingen via bestuurlijk vertegenwoordiger in het bestuur.
9
Selectief vacature beleid
10
Specifieke aandacht in afstemming met management.
Toelichting op de kolommen De kolom “risico” bevat de omschrijvingen van het risico (gebeurtenis) die kan leiden tot een (nadelig) financieel gevolg. De waarschijnlijkheid dat de omschreven risico`s zich daadwerkelijk voordoen wordt getoond in de kolom “kans”. Voor risico`s die zich herhaaldelijk voor kunnen doen, geeft de kans een indicatie van de frequentie waarmee risico`s zich voordoen. Deze indicatie van de frequentie van voordoen wordt in onderstaande tabel getoond: Omschrijving < 1 keer per 10 jaar 1 keer per 5–10 jaar 1 keer per 2-5 jaar 1 keer per 1-2 jaar > 1 keer per jaar
Percentage 10% 30% 50% 70% 90%
Via de kolom “financieel gevolg” wordt getoond wat de maximale financiële gevolgen zijn van het zich voordoen van het risico. Deze gevolgen zijn grotendeels ingeschat door gebruik te maken van de relatieve methode van inschatten. Dit wil zeggen dat er ordegroottes van risico`s worden gehanteerd. De kolom “invloed” geeft aan welk aandeel het betreffende risico, middels simulatie van kansen en (maximale) gevolgen, heeft in het totaal benodigde weerstandsvermogen. Mutaties Ten opzichte van de top 10 risico`s bij het voorgaand gecommuniceerd risicoprofiel (bij de begroting 2015) doen zich in de samenstelling van het bovenstaande profiel diverse wijzigingen voor. Gezien de hoeveelheid wijzigingen m.b.t. de samenstelling van de top 10 worden de risico`s niet herhaald. De volgende reeds bestaande risico’s zijn in de top 10 terechtgekomen: 2, 9 en 10.
106
Risico`s niet langer in top 10: De volgende risico`s niet meer actueel of vervangen door een nieuw opgenomen risico. - Dienstverlening op het gebied van de midoffice voldoet niet aan de (noodzakelijke) gemeentelijke standaarden wat leidt tot herinvestering in digitale tools. Het financiële gevolg is naar beneden bijgesteld waardoor het risico wel blijft bestaan maar niet meer in de top 10 voorkomt. - Geraamd inverdieneffect van loonkostensubsidie wordt niet gerealiseerd en geraamde gedeeltelijke uitstroom uit bijstandsuitkering wordt niet gerealiseerd. Gezien de samenhang met risico 2 uit de hierboven gepresenteerde top 10 is dit risico verwijderd en risico 2 qua kans en financieel gevolg verhoogd. - Er treedt een boeggolf van uitvoeringskosten op in de eerste eerste jaren met betrekking tot de nieuwe taken voor alle 3 de decentralisaties. Door nader beneden bijstellen van kans en financieel gevolg blijft risico wel bestaan maar komt niet meer in de top 10.
3.
Benodigde weerstandscapaciteit
Op basis van de ingevoerde rde risico's is een risicosimulatie uitgevoerd. De risicosimulatie wordt toegepast omdat het reserveren van het maximale bedrag (optelling van de maximale gevolgen per risico) ongewenst is. De risico's zullen immers niet allemaal tegelijk en in hun maximale maximal omvang optreden. De onderstaande overzichten tonen de resultaten van de risicosimulatie.
Kansverdeling
107
Tabel 2: Benodigde weerstandscapaciteit bij verschillende zekerheidspercentages Percentage 5% 10% 15% 20% 25% 30% 35% 40% 45% 50% 55% 60% 65% 70% 75% 80% 85% 90% 95%
Bedrag € 1.221.839 € 1.426.085 € 1.575.618 € 1.700.297 € 1.811.634 € 1.917.287 € 2.019.599 € 2.118.290 € 2.216.782 € 2.313.246 € 2.412.139 € 2.515.605 € 2.624.463 € 2.742.880 € 2.871.884 € 3.019.062 € 3.192.359 € 3.414.619 € 3.754.166
Uit de grafiek en de bijbehorende tabel volgt dat 90% zeker is, dat alle risico's kunnen worden afgedekt met een bedrag van € 3.414.619. (benodigde weerstandscapaciteit). Uit cijfers van de voorgaande simulatie (begroting 2015) blijkt een benodigde weerstandscapaciteit van € 4.172.645. De nu berekende benodigde weerstandscapaciteit is zodoende afgenomen met € 758.026.
4.
Beschikbare weerstandscapaciteit
De beschikbare weerstandscapaciteit van gemeente Rheden bestaat uit het geheel aan middelen dat de organisatie daadwerkelijk beschikbaar heeft om de risico's in financiële zin af te dekken. Beschikbare weerstandscapaciteit Dekkingen
Omvang
Risicoreserve (JR 2013) Dotatie aan risicoreserve (bij JR 2013) Dotatie aan risicoreserve (bij BERAP 2014) Incidentele begrotingsruimte (2015) Begrote onttrekkingen risicoreserve 2014 (dekkingplan 2013 – verbonden aan Presikhaafbedrijven) Onbenutte belastingcapaciteit* Totale weerstandscapaciteit
€ 2.885.891 € 1.346.542 € 150.000 € 75.000 € -400.000 € 117.000 € 4.174.433
Onbenutte belastingcapaciteit* De onbenutte belastingcapaciteit bestaat uit de extra structurele middelen die gegenereerd kunnen worden door de tarieven van de gemeentelijke heffingen te verhogen. Het gaat hierbij om de OZB, riool- en afvalstoffenheffing. De laatste 2 zijn al 100% kostendekkend en kunnen daarom niet verder verhoogd worden. Ruimte is er daarom alleen in de OZB.
In de Programmabegroting 2015 is € 7.913.000 als opbrengst van de onroerend zaakbelasting geraamd. De totale opbrengstenstijging (2015) ten opzichte van 2014 is in de voorjaarsnota per saldo geraamd op 1,5%. De onbenutte belastingcapaciteit bedraagt afgerond € 117.000.
108
5.
Relatie benodigde en beschikbare weerstandscapaciteit
Om te bepalen of het weerstandsvermogen toereikend is, dient de relatie te worden gelegd tussen de financieel gekwantificeerde risico's en de daarbij gewenste weerstandscapaciteit en de beschikbare weerstandscapaciteit. De relatie tussen beide componenten wordt in onderstaande figuur weergegeven. Benodigde weerstandscapaciteit
Beschikbare Weerstandscapaciteit :
Resultaat van simulatie van de gekwantificeerde risico`s.
Risicoreserve (deel algemene reserve) Incidentele begrotingsruimte Post onvoorzien
(Nieuw) weerstandsvermogen
De benodigde weerstandscapaciteit die uit de risicosimulatie voortvloeit, kan worden afgezet tegen de beschikbare weerstandscapaciteit. De uitkomst van die berekening vormt het weerstandsvermogen. Beschikbare weerstandscapaciteit € 4.174.433 Ratio weerstandsvermogen = = = 1,22 Benodigde € 3.414.619 weerstandcapaciteit
De ratio van 1,22 is gestegen ten opzichte van de ratio bij de begroting 2015, dat na de dotatie aan de risicoreserve 1,00 bedraagt. Deze verhoging van het weerstandsvermogen komt hoofdzakelijk door een daling van de omvang van de benodigde weerstandscapaciteit. Voorgesteld zal worden de risicoreserve af te ramen met € 760.000 ten gunste van de algemene reserve waarmee de ratio weer op 1 komt. De onderstaande normtabel is ontwikkeld in samenwerking met de Universiteit Twente. Het biedt een waardering van het berekende ratio. Figuur 4: Weerstand velden Waarderingscijfer A B C D E F
Ratio >2.0 1.4-2.0 1.0-1.4 0.8-1.0 0.6-0.8 <0.6
Betekenis Uitstekend Ruim voldoende Voldoende Matig Onvoldoende Ruim onvoldoende
De ratio van de gemeente Rheden valt in klasse C. Dit duidt erop dat het weerstandsvermogen om exploitatierisico’s af te dekken als voldoende wordt beschouwd. Een te hoge of te lage omvang van het weerstandsvermogen is onwenselijk. Wij gaan conform voorgaande besluitvorming (nota weerstandsvermogen 2011) uit van een weerstandvermogen dat ten minste voldoende is (1,0). Dat betekent een ratio tussen 1,0 en 1,4 met als waarderingscijfer C.
6.
Relatie tot bezuinigingen
Met de bezuinigingen uit het dekkingsplan 2015 zijn geen frictiekosten gemoeid. Deze bezuinigingen hebben geen invloed op de benodigde weerstandscapaciteit.
109
110
iii. Onderhoud kapitaalgoederen 1.
Inleiding
De gemeente heeft de verantwoordelijkheid voor het beheer van de openbare ruimte. De openbare ruimte bestaat uit een aantal kapitaalgoederen (wegen, riolering, groen, openbare verlichting, speelvoorzieningen en gebouwen) welke dienen te worden onderhouden teneinde de continuïteit te kunnen waarborgen. In deze paragraaf wordt inzicht gegeven in het beleidskader en de financiële consequenties van het onderhoud van kapitaalgoederen in de openbare ruimte. Het onderhouden van kapitaalgoederen legt een grote claim op de begroting. Transparantie ten aanzien van de uitvoering en risico’s is derhalve van groot belang. Het onderhoud van de diverse disciplines zal de komende jaren zoveel mogelijk in samenhang met de diverse projecten worden uitgevoerd in integrale projecten. Uw raad heeft op 28 maart 2013 de kadernota Openbare Ruimte vastgesteld. In deze kadernota zijn het ambitieniveau voor riolering, wegen en groen, de bijbehorende budgetten en de wettelijke kaders opgenomen. Op basis van deze Kadernota heeft het college op 17 december 2013 de gemeentelijke beheerplannen voor riolering, wegen en groen 2014 t/m 2017 vastgesteld.
2.
Wettelijke eisen en informatievoorziening
In het Besluit Begroting en Verantwoording zijn de bepalingen opgenomen waaraan de verslaglegging inzake het onderhoud kapitaalgoederen moet voldoen. In de ‘financiële verordening gemeente Rheden’ zijn eveneens bepalingen opgenomen. Ter informatie zijn hieronder de bepalingen van de BBV en de ‘financiële verordening gemeente Rheden’ opgenomen die de inhoud van de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen bepalen. In de uitwerking van deze paragraaf zijn deze bepalingen als uitgangpunt gehanteerd. Besluit Begroting en Verantwoording (BBV)
Artikel 12 De paragraaf betreffende het onderhoud van kapitaalgoederen bevat ten minste de volgende kapitaalgoederen: • Riolering en Water; • Wegen; • Openbare Verlichting; • Gebouwen; • Groen. Van de kapitaalgoederen, bedoeld in het eerste lid, wordt aangegeven: • Het beleidskader; • De uit het beleidskader voortvloeiende financiële consequenties; • De vertaling van de financiële consequenties in de begroting. Financiële verordening gemeente Rheden Artikel 18, lid 4 Bij de begroting en het jaarverslag doet het college in de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen verslag over: • de beschikbare nota’s en de beleidsuitgangspunten betreffende het onderhoud van de kapitaalgoederen; • de hieruit voortvloeiende financiële consequenties; • de vertaling van de financiële consequenties in de begroting.
111
Lid 1, 2 en 3 van artikel 18 hebben betrekking op de diverse beleidsnota’s voor het onderhoud van de openbare ruimte. In deze paragraaf zal inzicht worden verschaft in de planning van het verschijnen van de geactualiseerde beleidsnota’s inzake het onderhoud van de kapitaalgoederen.
3.
Meerjarenplanning integrale projecten 2013-2017
Het is noodzakelijk om in een vroegtijdig stadium inzicht te hebben in de uit te voeren gemeentelijke projecten in de openbare ruimte. Vroegtijdig houdt in een periode van minimaal vijf jaar. Met een dergelijke periode is het mogelijk de afzonderlijke planningen van de diverse disciplines op elkaar af te stemmen en prioriteiten hierin te stellen. Een dergelijke afstemming maakt uitvoering van integrale projecten mogelijk. Disciplines die binnen een integrale planning op elkaar afgestemd worden zijn: rioleringswerkzaamheden, weg- en groenonderhoud, openbare verlichting, verkeersveiligheid, woningbouwplannen en het aanbrengen van voorzieningen voor mindervaliden en slechtzienden. Via regulier nutsoverleg (twee keer per jaar) kan de gemeentelijke meerjarenplanning met de nutswerkzaamheden worden afgestemd. Gesteld wordt dat werkzaamheden voortkomend uit het GRP en woningbouwplannen leidend zijn. Het betreft hier werken waar een wettelijke termijn aan gesteld is, waar politiek een duidelijke prioriteit ligt of waar veiligheidsaspecten mee gemoeid zijn. Op basis van inspecties (NEN 3399) is de kwaliteit van de riolen ouder dan zestig jaar in beeld gebracht. Deze inspecties hebben geresulteerd in een lijst van riolen die onder andere uit veiligheidsoverwegingen binnen vijf tot zes jaar vervangen dienen te worden. De uitvoering van bouwplannen kan betekenen dat riolen vroegtijdig vervangen moeten worden. Gelet op de plaatselijke (geografische) situatie zijn/worden logische clusters samengesteld uit de lijst van rioolvervangingen/verruimingen. Uitgangspunt is dat de rioolwerkzaamheden in clusters in de komende zes jaar uitgevoerd gaan worden. Prioritering binnen deze periode vindt plaats in eerste instantie aan de hand van het wegonderhoud (forse financiële inspanning) en vervolgens aan de hand van de overige genoemde disciplines. Dit betekent dat binnen een cluster vervroegd (opgelegd) wegonderhoud kan plaatsvinden. Aan de andere kant is een groot gedeelte van de kosten van wegonderhoud, als een project integraal wordt uitgevoerd, reeds opgenomen in het GRP. Integrale uitvoering betekent per definitie dat bepaalde werkzaamheden vervroegd of vertraagd worden uitgevoerd ten opzichte van de optimale technische en financiële planning van de afzonderlijke disciplines. Op termijn (cyclische onderhoudsperiode) nivelleert echter dit verschil. Een integrale planning (“werk met werk maken”) heeft uit financieel en maatschappelijk oogpunt de voorkeur. Hieronder wordt per onderwerp ingegaan op kerncijfers, het beleidskader en ontwikkelingen. Indien van toepassing worden ook eventuele risico´s genoemd.
112
Riolering en water Kerncijfers riolering:
Rekening
Begroting
Riolering : Oppervlakte binnenwater:
244,0 km 266 hectare
239,3 Km 266 hectare
* De riolering is uitgebreid t.g.v. recente uitbreidingslocaties.
Kaders: Uw raad heeft op 28 maart 2013 de kadernota Openbare Ruimte vastgesteld. In deze kadernota zijn het ambitieniveau (voor riolering een basisniveau), de budgetten en de wettelijke kaders opgenomen. Op basis van deze Kadernota heeft het college op 17 december 2013 het gemeentelijk rioleringsplan 2014 t/m 2017 (GRP) vastgesteld. De gemeente heeft een verplichting tot het vaststellen van een Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP), op grond van de Wet milieubeheer. Hierin dient verwoord te zijn hoe de gemeente aan haar (wettelijke) zorgplicht, voor een doelmatige inzameling en transport van afvalwater, invulling geeft. Daarnaast is in 2005 een Waterplan opgesteld. Het Waterplan geeft de kaders aan om te komen tot gezond watersysteem in Rheden. Financiële consequenties: In onderstaand overzicht is een vergelijking gemaakt tussen de begrote en werkelijke kosten en baten die verband houden met riolering. GRP 2014
Begroting
Werkelijk
2014
Verschil
2014
Begroting
Baten Baten rioolheffing Kwijtschelding rioolheffing
4.538.039 -187.077
4.567.949 -175.552
29.910 11.525
Per saldo inkomsten
4.350.962
4.392.397
41.435
-1.713.096
-1.713.093
-693.557
-754.903
3 -61.346
Totaal rente en afschrijving
-2.406.653
-2.467.996
Exploitatie werkzaamheden
-2.092.448
-2.136.143
-61.343 -43.695
-4.499.101
-4.604.139
-105.038
-207.138
-207.138
0
16.255
0
-16.255
-339.022
-418.880
-79.858
Lasten: Rente Afschrijving
Totaal lasten Btw compensatie Overig Per saldo mutatie
De overschrijding op de exploitatielasten van € -43.695 wordt mede veroorzaakt doordat: • •
T.g.v. een gescheurd riool in de Reigerstraat in Velp is een reparatie uitgevoerd (deel van het riool gerelined). De kosten hiervan bedroegen ca. € 30.000, In de drukrioleringen zijn extra reparaties uitgevoerd. Deze waren nodig i.v.m. storingen in het systeem. De kosten hiervan bedroegen ca. € 13.000, -
113
Werkzaamheden/Planning investeringsprojecten Uitgevoerde of in uitvoering zijnde (integrale) investeringsprojecten in 2014: Project Rioolvervanging/herinrichting Geitenbergerweg Dieren Rioolvervanging/herinrichting Zuiderparallelweg Dieren Rioolvervanging/herinrichting Spankerenseweg Dieren Rioolvervanging/herinrichting Faberstraat Dieren Rioolvervanging/herinrichting Industrielaan Dieren Rioolvervanging/herinrichting Hoflaan Herinrichting Parallelweg Zutphensestraatweg Ellecom Aanbrengen Drainage Karrekietstraat Velp
Begroot GRP 1.367.150
Realisatie 1.287.665
Verschil GRP 79.485
454.430
395.522
58.908
715.612
648.627
66.985
669.223
525.000
144.233
396.777
410.000
-13.223
188.920 165.000
201.049 170.000
-12.129 -5.000
437.500
457.900
-19.500
In voorbereiding zijnde investeringsprojecten in 2014: • Rioolvervanging Bergweg/Van Pallandtstraat in Velp; • Rioolvervanging/herinrichting Buurtweg Rheden; • Rioolvervanging/herinrichting Graaf Hendrikstraat Velp; • Rioolvervanging/herinrichting Dorpstraat Rheden; • Rioolvervanging/herinrichting Worth Rhedenseweg Rheden; • Rioolvervanging/herinrichting Daalhuizerweg en Arnhemsestraatweg Velp; • Aanleg bergbezinkvoorziening Kattenberg in Dieren.
Verklaring afwijking bij investeringen: • De aanbesteding van het project Faberstraat is fors lager uitgevallen dan geraamd, ondanks dat in het krediet al een aanbestedingsvoordeel van 15% is verwerkt. Voor de projecten Zuiderparallel- en Spankerenseweg geldt dit in mindere mate. • Project Geitenbergerweg kent een onderschrijding omdat voor het project een subsidie is verkregen van de Stadsregio van € 100.000,-. Deze subsidie was niet begroot.
Risico’s binnen investeringsprojecten De werkzaamheden in het kader van het GRP zijn met name in de komende jaren toegespitst op de uitvoering van rioolvervangingsprojecten, het uitvoeren van rioolmaatregelen en de aanpak grondwaterproblematiek (Velp Zuid). De normale projectrisico’s zijn hierop van toepassing. Door middel van beheersmaatregelen zullen deze risico’s tot een minimum worden beperkt. Daarnaast dient er duidelijkheid te komen over het daadwerkelijk functioneren van het rioolstelsel door te meten en te monitoren.
114
Verloop voorziening onderhoud riolering Saldo 1-1-2014 Bij: Opbrengst rioolheffing Kwijtschelding
€
4.567.949
€
-175.552
Per saldo Af: Rente
€
3.256.177
€
4.392.397
€ -1.713.093
Afschrijving
€
-754.903
Exploitatiewerkzaamheden
€ -2.136.143
Toerekenen btw compensabele deel
€
-207.138
Totaal
€ -4.811.277
Saldo 31-12-2014
€
2.837.297
De hoogte van de reserve past binnen de afgesproken bandbreedte, zoals afgesproken in de kadernota (geprognosticeerd in kadernota voor 31-12-2014: € 2.705.271)
Wegen Kerncijfers: Asfalt: Elementen: Beton*: Overig: *) Door het vervangen van de toegenomen
Rekening Begroting 1.216.758 m² 1.223.073 m² 1.166.789 m² 1.160.254 m² 53.160 m² 40.264 m² 20.314 m² 21.793 m² verharding van de fietspaden van asfalt naar beton is het areaal beton
Kaders: Uw raad heeft op 28 maart 2013 de kadernota Openbare Ruimte vastgesteld. In deze kadernota zijn het ambitieniveau (voor wegen een laag niveau), de budgetten en de wettelijke kaders opgenomen. Op basis van deze Kadernota heeft het college op 17 december 2013 het gemeentelijk wegenplan 2014 t/m 2017 vastgesteld. In het wegenplan is het te verrichten onderhoud aan wegen opgenomen, inclusief kleine gebiedsaanpassingen die gelijktijdig met het onderhoud worden uitgevoerd (trottoirs, drempels, inritten etc.). Op basis van inspecties, genoemd totaaloverzicht en de landelijke C.R.O.W2. norm wordt per jaar een jaarprogramma vastgesteld en uitgevoerd. De gemeente wil een kwalitatief hoogwaardige openbare ruimte realiseren binnen haar kernen. In dit kader is het begrip Integraal Beheer Openbare Ruimte (IBOR) van belang. Hiermee wordt bedoeld dat zowel de technische kwaliteit als de belevingskwaliteit van wegen, straatverlichting, groen en speelvoorzieningen op elkaar worden afgestemd.
Financiële consequenties: In 2014 is in het Beheerplan Wegen voor onderhoud aan wegen een bedrag begroot van € 2.982.398 (zie tabel uitgevoerde projecten). De werkelijke uitgaven voor het jaar 2014 zijn € 3.087.956. Uitgevoerde werkzaamheden in 2014. Werkzaamheden Reconstructie Geitenbergweg Dieren Reconstructie Pr. Kennedylaan /
2
€
Begroot 130.000 € 425.000
Werkelijk € 95.347 € 430.642
Centrum Regelgeving en Onderzoek in de Grond- Water- Wegenbouw en de Verkeerstechniek
115
Verschil € 34.653 - € 5.642
Lepelaarstraat Velp Reconstructies Velp-Zuid Reconstructie Parallelwegen Ellecom Grootonderhoud Reigerstraat Velp Fietspaden o.a. Posbank Herstellen van gaten door vorstschades Onderhoud faunavoorzieningen Overige werkzaamheden betreffen klein- en middelgroot onderhoud door de gehele gemeente en de bijdrages aan de integrale projecten. Totaal
€ 45.000 € 180.000 € 105.000 € 300.000 €400.000
€ 45.540 € 182.096 € 112.397 € 315.763 €450.951
- € 540 - € 2.096 - € 7.397 - € 15.763 - € 50.951
€ 75.000 € 1.322.398
€ 77.071 €1.378.149
- € 2.071 - € 55.751
€2.982.398
€3.087.956
- € 105.558
Uitgevoerde of in uitvoering zijnde investeringsprojecten in 2014 (investeringslijst): Project Begroot Realisatie Verschil (bijdrage aan GRP projecten) Wegen Wegen Reconstructie Geitenbergweg Dieren € 173.264 € 154.756 € 18.508 Reconstructie Zuider Parallelweg Dieren € 194.756 € 169.510 € 25.246 Reconstructie Spankerenseweg Dieren € 96.452 €108.822 - € 12.370 Reconstructie Faberstraat e.o. Dieren € 221.910 € 129.616 € 92.294 Reconstructie Industrielaan Dieren € 100.323 € 85.937 € 14.386 Reconstructie Hoflaan Dieren € 33.238 € 35.372 - € 2.134 Reconstructie Zutphensestraatweg € 206.600 € 178.170 € 28.430 Ellecom Drainage Karekietstraat e.o. Velp €77.400 € 80.000 - € 2.600 Zie voor verklaring bij investeringsprojecten 2014 paragraaf riolering.
Risico’s: Door de bezuinigingen op het Beheerplan wegen is er voor alle deelgebieden bewust gekozen voor een laag kwaliteitsniveau. Hierdoor wordt het risico op aansprakelijkheden/schadeclaims groter. Daarnaast brengt dit met zich mee dat er op langere termijn hogere onderhoudskosten zijn te verwachten. Er wordt ingezet op risicobeheersing door de komende jaren te monitoren en de effecten in de actualisatie van het Beheerplan te betrekken. Zodanig is het Beheerplan wegen ook vastgesteld. In het Beheerplan is opgenomen om een terugkoppeling naar de gemeenteraad te doen. Deze “review” bevat naast de financiële gegevens ook gegevens over de kwaliteit van de wegen en het aantal klachten/schadeclaims. Ontwikkelingen: We proberen zoveel als mogelijk de werkzaamheden aan het riool en de weg vroegtijdig met/op elkaar af te stemmen. Hierdoor gaan we de cyclische systematiek verlaten en onderhouden op aangetroffen kwaliteit. Het credo “werk met werk” kan hierdoor nog verder worden uitgenut. Het kwaliteitsniveau van de wegen is vastgelegd in het Beheerplan en wordt jaarlijks geïnspecteerd/geschouwd. In de het Beheerplan is (nog) meer dan voorheen de integraliteit in ogenschouw genomen.
116
Verloop voorziening Beheerplan onderhoud wegen Saldo 01-01-2014
€
1.987.207
Bij: Dotatie conform raadsbesluit
€
1.833.058
Af: Onttrekking onderhoud
€ -2.909.964
Saldo 31-12-2014
€
910.301
Verlichting Kerncijfers: Lantaarnpalen
Rekening 6.800
Begroting 6.800
Kaders: Het SBO-Openbare verlichting is het kader voor het onderhoud van de openbare verlichting binnen de gemeente Rheden. Op 20 oktober 2009 heeft de raad het geactualiseerde SBO-Openbare verlichting vastgesteld. In het SBO is het te verrichten onderhoud aan openbare verlichting opgenomen, inclusief kleine gebiedsaanpassingen die gelijktijdig met het onderhoud worden uitgevoerd.
Financiële consequenties: In het SBO is het beleidskader voor het beheer en onderhoud van de openbare verlichting vervat. Ook is de financiële vertaling voor het beheer en onderhoud in dit plan opgenomen. Voor het jaar 2014 zijn de totale uitgaven op € 310.080. gecalculeerd. De werkelijke uitgaven voor het jaar 2014 zijn € 328.802. De overschrijding is veroorzaakt door een te hoog voorschot van de energiekosten. De teveel betaalde energiekosten voor 2014 worden in 2015 verrekend op basis van de werkelijke meterstanden.
Uitgevoerd in 2014: In 2014 is het project duurzame vervanging van oude lichtmasten door lichtmasten met LED verlichting afgerond. Verder is regulier onderhoud uitgevoerd aan de lichtmasten die niet zijn vervangen. De overige lichtmasten zijn nog niet afgeschreven. Nu vervangen van deze lichtmasten leidt tot kapitaalvernietiging. De masten worden in de komende jaren geleidelijk vervangen, in combinatie met de integrale projecten zoals in de Kadernota Openbare Ruimte opgenomen.
Risico’s: Door het uitvoeren van de grootschalige vervanging zijn de risico’s teruggebracht naar het geringe niveau van een defecte lamp. Wel zien we meer en meer dat het (verouderde) net van Liander storingen veroorzaakt waardoor het lijkt als of de verlichting stuk is maar de oorzaak in het net moet worden gezocht.
117
Ontwikkelingen: De openbare verlichting is nu voor ruim 50% vervangen, hierdoor zijn onder andere de onderhoudskosten, energiekosten gedaald en is er een CO2 reductie gerealiseerd (Duurzaamheid beleid). De lichtmasten langs de hoofdwegen zijn voorzien van een dynamisch en intelligent lichtregelsysteem (City Touch). Het effect voor het gebruiken van het City Touch systeem is dat we nog meer grip hebben op het proces. De problemen die bij het inregelen van het City Touch systeem naar voren kwamen zijn inmiddels overal opgelost. Het City Touch systeem registreert automatisch o.a. de aanwezige componenten, of er een storing is in het armatuur, het stroomverbruik en er kunnen verschillende dim regiems worden ingesteld. Het overige deel van de lichtmasten is op dit moment kwalitatief in orde. De komende jaren zal het vervangen van lichtmasten gecombineerd gaan worden met de integrale projecten. In de actualisatie van het SBO zal de integraliteit in ogenschouw worden genomen.
Verloop voorziening vervanging straatverlichting Saldo 01-01-2014
€
503.684
Bij: Dotatie conform raadsbesluit
€
200.000
Af: Onttrekking onderhoud
€
-328.802
Saldo 31-12-2014
€
374.882
Gebouwen Kerncijfers: In deze paragraaf zijn de gebouwen opgenomen waarvoor binnen het kader van het SBO gebouwen planmatig onderhoud word verricht. Object soorten Bestuursdienst Overige bezittingen Brandweer Bruggen Zwembaden Gymlokalen Sporthallen Monumenten Div. Objecten Welzijn Gebouwen riolering Begraafplaatsen Werkplaatsen
Aantal locaties 810 812 816 818 820 822 824 826 828 830 832 834
1 12 2 16 2 3 3 8 10 (gebouwen)+48 (kunstwerken) 1 4 2
Kaders: In de raadsvergadering van 26 oktober 2010 is het SBO gebouwen waarin het onderhoud en de vervangingsinvesteringen over de periode 2011 t/m 2020 vastgesteld. Het SBO gebouwen 2011 t/m 2020 is opgesteld conform de uitgangspunten zoals die voor het SBO gebouwen 2001 t/m 2010 waren geformuleerd, zijnde: • het duidelijk in beeld brengen van de bouwkundige en installatietechnische vervangingen, evenals de noodzakelijke vervangingsinvesteringen; • de kosten van de onderhoud- en vervangingsmaatregelen inzichtelijk maken; • een overzicht geven van de jaarlijkse stortingen in de voorziening; • zicht hebben op de technische- en economische levensduur van gebouwen. Objecten welke zijn toegevoegd aan het SBO gebouwen per 2014:
118
Product 828: Bij de kunstwerken is 1 beeld toegevoegd zijnde “Twee Kinderen”. Hiervoor is in 2014 door RIQQ een locatie gezocht en gevonden in de binnentuin van ’t Rhedens te Rozendaal alwaar deze is geplaatst. Objecten welke niet vallen binnen de kaders voor 2014: Het SBO voor de onderwijsgebouwen, welke valt binnen het begrotingsprogramma “onderwijs/scholing/kinderopvang”, maakt geen deel uit van het vastgestelde SBO gebouwen. Exploitatie 2014: In het SBO 2014 zijn de totale onderhoudsuitgaven op € 671.183 begroot. De werkelijke uitgaven voor het jaar 2014 zijn € 930.715 Begroot Exploitatie Bestuursdienst Overige bezittingen Brandweer Bruggen Zwembaden Gymlokalen Sporthallen Monumenten Div. Objecten Welzijn Gebouwen riolering Begraafplaatsen Werkplaatsen
Voorz geb ARBO/Milieu/Brandv Voorb. en toezicht Totaal
810 812 816 818 820 822 824 826 828 830 832 834 835
SBO 2014 284.818 8.858 26.004 20.207 101.278 15.768 37.754 7.796 90.130 827 10.881 5.886
SBO 2014 196.475 44.798 5.392 13.254 189.000 61.735 217.430 5.410 75.073 4.350,65 19.386 14.861
Verschil Werkelijk en begroot 88.343 -35.940 20.612 6.953 -87.722 -45.967 -179.676 2.386 15.057 -3.524 -8.505 -8.975
20.000 40.976 671.183
24.789 58.783 930.715
-4.789 -17.807 -259.532
836
Werkelijk
Algemeen: In het jaar 2014 is een start gemaakt met de uitvoering van een onderdeel het projectplan “Rheden op weg naar CO2 neutraal”, zoals het laten maken van EPA’s en een meerjaren onderhoudsbegroting met daarin opgenomen de energie besparende maatregelen. De kosten voor deze onderzoeken zijn in eerste instantie geboekt op het onderhoud per gebouw. Dit heeft o.a. geleid tot overschrijden van het begroot bedrag.
Product 812: De verrekening van onderhoudskosten aan gemeentelijke gebouwen welke in beheer zijn bij Vivare zijn op dit product geboekt. Een correctie hierop wordt in 2015 uitgevoerd. Vanuit het professionaliseren van het vastgoedbeheer is gekeken hoe met deze gebouwen welke in beheer zijn bij Vivare om te gaan. Er wordt gedacht om het onderhoud van deze gebouwen weer door de gemeente te laten uitvoeren. Op termijn behoren zowel deze kosten als de kosten die gemaakt worden voor de te nemen maatregelen terug verdient te worden uit de exploitatie per gebouw. Denk hierbij met name aan gas, water en electra.
Product 816: In 2014 zijn de 2 van de 3 kazernes om niet overgegaan naar de VGGM en 1 kazerne verkocht aan de VGGM. Voor de 2 kazernes wordt vanuit het SBO alleen eigenaars onderhoud uitgevoerd en herstel van schade, e.e.a. conform de onderhouds-demarcatielijst welke bij deze overdracht is overeengekomen.
119
Product 820: Met de renovatie van het buitenbad is beoogd het buitenbad voor 15 tot 20 jaar in stand te houden. Hierop is gekeken welke flankerende onderhoudswerkzaamheden nodig zijn zodat aan het gehele zwembad de eerste jaren geen werkzaamheden meer hoeven plaatsvinden. Deze onderhoudswerkzaamheden zijn in de planning naar 2014 verschoven en uitgevoerd.
Product 822: In de gymzalen zijn de verlichtingarmaturen vervangen door Led verlichting. In overleg met het sportbedrijf is afgesproken dat met de besparing op de energiekosten dit wordt bekostigd. In 2015 zullen hiervoor de eerste verrekeningen gaan plaatsvinden.
Product 824: In de sporthal de Hangmat zijn de verlichtingarmaturen vervangen door Led verlichting. In overleg met het sportbedrijf is afgesproken dat met de besparing op de energiekosten dit wordt bekostigd. In 2015 zullen hiervoor de eerste verrekeningen gaan plaatsvinden. Het vervangen van de dakbedekking bekostigd uit het onderhoud, dit had een investering moeten zijn. De kosten worden opgevangen binnen het SBO.
Product 828: Voor de vml van Voorthuijzenschool stonden in de begroting een aantal onderhoudsmaatregelen gepland. Echter deze zijn tijdelijk uitgesteld, de reden hiervoor is dat er wordt gekeken naar de toekomstverwachting voor dit gebouw. Het team Vastgoedbeheer zal hierop in 2015 een eerste advies geven.
Product 830: Door schade aan ruiten en de blikseminstallatie zijn hier o.a. meer kosten gemaakt.
Verloop voorziening gebouwen Saldo 01-01-2014
€ 1.400.461
Bij: Dotatie conform raadsbesluit Overige stortingen
€ 707.246 € 53.000
Af: onttrekking onderhoud
-€ 930.715
Saldo 31-12-2014
€ 1.229.992
120
Investeringen 2014: Investeringen 2014 Bestuursdienst Overige bezittingen Brandweer Bruggen Zwembaden Gymlokalen Sporthallen Monumenten Div. Objecten Welzijn Gebouwen riolering Begraafplaatsen Werkplaatsen Totaal
810 812 816 818 820 822 824 826 828 830 832 834
Begroot Werkelijk Verschil SBO 2014 2014 2014 4.117 4.117 0 0 0 0 0 0 1.445 1.445 0 0 46.815 10.535 36.280 0 136.420 -136.420 20.234 20.234 0 0 0 0 0 30.195,00 -30.195 72.611 177.151 -104.540
Product 826: Het project van de restauratie van de kerktorens is uitgebreid met de renovatie van het Priesnitzmonument. Product 834: De werkplaatsen en de begraafplaatsen kampten met problemen met de sloten waardoor men regelmatig te kampen had dat gebouwen niet afgesloten of geopende konden worden. Vanuit deze noodzaak is besloten een een nieuw sluitsysteem toe te passen. Verloop reserve onderhoud gebouwen Saldo 01-01-2014
€ 293.637
Bij: Dotatie conform raadsbesluit
€ 101.000
Af: onttrekking afschrijving onttrekking dekkingsplan 2014-2017
- € 11.236 - € 65.000
Saldo 31-12-2014
€ 318.401
Groen en spelen Kerncijfers: Kerncijfers beplanting en gazons Bomen Speelplaatsen/speeltoestellen
Rekening 146 ha 16.824 st 95 st / 364 st
Begroting 146 ha 16.824 st 98 / 358 st
Kaders: Uw raad heeft op 28 maart 2013 de kadernota Openbare Ruimte vastgesteld. In deze kadernota zijn het ambitieniveau (voor groen en spelen een basis niveau), de budgetten en de wettelijke kaders opgenomen. Op basis van deze Kadernota heeft het college op 17 december 2013 het gemeentelijk Groen en Spelenplan 2014 t/m 2017 vastgesteld.
121
Financiële consequenties: Spelen: Jaarlijks wordt er een bedrag van € 101.126, voor het onderhouden en vernieuwen van speelvoorzieningen, toegevoegd aan de voorziening. Dit bedrag is gebaseerd op het aantal speelterreinen en de hoeveelheid speelvoorzieningen die aanwezig zijn binnen de gemeente. Op basis van de jaarlijkse inspectie wordt bekeken welke noodzakelijke vervangingen en/of onderhoudsmaatregelen er uitgevoerd dienen te worden. Uitgevoerde werkzaamheden in 2014. Werkzaamheden Onderhoud Aanleg en vervanging Hekwerken Totaal
Werkelijk 19.609 15.991 9.132 44.732
Onderhoud: het betreft reparatie en nieuwe onderdelen voor speeltoestellen, onderhoud van de 10 speelvelden en het aanvullen van zandondergronden onder speeltoestellen. Aanleg en vervanging: op 3 speelplaatsen is er gras ingezaaid, grondwerk verricht, 4 nieuwe speeltoestellen geplaatst en 2 speeltoestellen verplaatst. Hekwerken: op twee speelplaatsen zijn de ballenvangers verhoogd en op één speelplaats is het gaas vervangen. Verloop voorziening Spelen Saldo 01-01-2014
€
207.546
Bij: Dotatie conform raadsbesluit
€
101.126
€
14.000
Af: Onttrekking onderhoud
€
-45.307
Saldo 31-12-2014
€
277.365
Overige dotattie (afkoop onderhoud)
Groenonderhoud: Voor het groenonderhoud is geen voorziening ingesteld. Groenonderhoud wordt verantwoord binnen de exploitatie. In 2014 is het onderhoud binnen de begroting uitgevoerd. De twee grootste kostenposten hebben we hieronder verklaard: Exploitatie 2014 Onderhoud groen Stortkosten vuil
Begroot Kadernota 804.642 96.000
Werkelijk 2014 811.122 91.890
Verschil 2014 -€6.480 €4.110
Bewoners en projecten: In 2011 is het project ‘Groen in de straat’ door het college vastgesteld. Het project schrijft voor op welke wijze bewoners betrokken worden in de voorbereiding van (groene) uitvoeringsplannen en hoe bewoners hun verantwoordelijkheid kunnen nemen om een bijdrage te leveren aan de leefbaarheid in de straat. Deze manier van werken leid nog steeds tot betrokken en enthousiaste bewoners. Tot en met 2014 zijn er 97 overeenkomsten afgesloten waarbij één of meerdere bewoners verantwoordelijk zijn voor het onderhoud van een openbare groenstrook. In totaal gaat het om 14.465 m² (1% van het totaal) openbaar groen dat door bewoners wordt onderhouden. Deze vorm van groenadoptie gaan wij de komende jaren continueren.
122
iv. Financiering 1
Inleiding
Treasury is het besturen en beheersen, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële geldstromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s. Meer concreet gaat het om financiering van het beleid tegen zo gunstig mogelijke voorwaarden, het te allen tijde zorgen voor voldoende liquide middelen, waarbij een tijdelijk overschot tegen een zo hoog mogelijk rendement wordt belegd en het daarbij afdekken van met name rente- en kredietrisico’s. De financieringsparagraaf moet conform het BBV bevatten de beleidsvoornemens voor het risicobeheer van de financieringsportefeuille. Dit onderdeel geeft een samenvatting van het (verwachte) risicoprofiel van de gemeente. Onder risico’s worden verstaan renterisico’s, kredietrisico’s, liquiditeitsrisico’s, koersrisico’s, debiteurenrisico’s en -voor zover ter zake- valutarisico’s. Anders dan in de paragraaf weerstandsvermogen gaat het in de financierings-paragraaf om risico’s die goed kwantificeerbaar zijn. In de paragraaf weerstandsvermogen zijn risico’s opgenomen die door de gemeente beperkt of niet beïnvloedbaar zijn en waarvoor geen voorzieningen zijn getroffen. Voor de financieringsrisico’s kan op voorhand in principe worden aangegeven welke bedragen maximaal met elk risico gemoeid zijn. De financieringsparagraaf dient in te gaan op de eisen die de Wet Fido stelt. Er moet uit blijken dat de uitvoering van de financieringsfunctie uitsluitend de publieke taak dient, dat het beheer prudent is en dat aan kasgeldlimiet en renterisiconorm wordt voldaan. Afhankelijk van het gewicht van en de ontwikkelingen in de financieringsfunctie bij de gemeente zal het in de rede liggen dat de paragraaf ook andere onderdelen bevat. Voor de hand liggende onderwerpen zijn: interne en externe ontwikkelingen die invloed hebben op de financieringsfunctie, beleidsvoornemens voor de gemeentefinanciering, de financieringspositie, leningenportefeuille, uitzettingen, relatiebeheer, kasbeheer en een beschrijving van de belangrijkste ontwikkelingen in en beleidsvoornemens voor de financieringsorganisatie. De transparantie komt tot uitdrukking in voorschriften voor een verplicht treasurystatuut en een treasuryparagraaf in begroting en rekening. Evenals voorgaande treasuryparagrafen volgt het thans voorliggende treasury- en financieringshoofdstuk de indeling van de treasuryparagraaf, zoals die door het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is voorgeschreven. Benadrukt wordt dat de doelstelling van de treasury- c.q. financieringsfunctie is dat deze uitsluitend de publieke taak dient en dat een prudent beleid gevoerd wordt binnen de kaders die zijn gesteld in de Wet Fido. 2
Risicobeheer
In deze paragraaf wordt een analyse gegeven van de risicoaspecten die verbonden zijn aan de uitvoering van de treasuryfunctie binnen Rheden. In algemene zin kunnen de in treasuryverband relevante risico’s worden onderscheiden in renterisico’s, kredietrisico’s, koersrisico’s en valutarisico’s. Ten aanzien van de Rhedense situatie is laatstgenoemd risico niet van toepassing. In deze paragraaf wordt, al dan niet aan de hand van door de Wet Fido voorgeschreven modellen, een beschouwing gegeven over rente- en kredietrisico’s. Met betrekking tot het renterisico, dat in het vervolg van deze paragraaf nader wordt gedefinieerd, wordt door middel van een normering een goede spreiding van renteaanpassingen binnen de leningenportefeuille bevorderd, zodat er geen overmatige afhankelijkheid bestaat van het renteniveau in één bepaald jaar. Het doel hiervan is het vermijden van grote fluctuaties in de rentelasten welke consequenties kunnen hebben voor de financiële positie. Aldus bevordert de Wet Fido een solide financieringswijze bij openbare lichamen. De wet beoogt hiermee een bijdrage te leveren aan de uitstekende kredietwaardigheid van openbare lichamen op de (inter)nationale kapitaalmarkt.
123
Kredietrisico’s worden beperkt door de eisen die de Wet Fido stelt aan tegenpartijen en producten op de geld- en kapitaalmarkten. Tegenpartijen dienen over een minimale kredietwaardigheid te beschikken in de A-categorie. Tevens dienen financiële producten de garantie te bevatten dat aan het einde van de looptijd de hoofdsom nog intact is. Renterisico vlottende schuld (kasgeldlimiet) Dit instrument dient om de omvang van de kortlopende financieringsmiddelen te kunnen bewaken. De kasgeldlimiet is een percentage van de omzet van de gemeente dat de ruimte voor korte financiering aangeeft. De limiet heeft betrekking op leningen met een looptijd van maximaal 1 jaar (vlottende schuld) en bedraagt 8,5% van het begrotingstotaal bij aanvang van het begrotingsjaar (lasten vóór bestemming, dus afgezien van stortingen in reserves). Wanneer de vlottende schuld dit percentage van 8,5% overschrijdt moet er worden geconsolideerd oftewel er moet vlottende schuld worden omgezet naar vaste (langlopende) schuld. Daarnaast kan overschrijding leiden tot een strenger toezichtregime. De kasgeldlimiet is vastgesteld aan de hand van de betreffende ministeriële regeling bij de Wet Fido. Op basis van de primitieve begroting 2014 (€ 109.279.000) bedraagt de kasgeldlimiet van de gemeente Rheden € 9.289.000. Door het aantrekken van € 5 miljoen extra financiering in het 1e kwartaal is de kasgeldlimiet in 2014 voldoende gebleken. De kortlopende schuld per 31 december in rekening courant bedraagt bijna 6,2 miljoen. Renterisico’s vaste schuld (renterisiconorm) Een renterisico kan in principe worden gedefinieerd als het bedrag aan leningen dat in een bepaald jaar aan renteaanpassing onderhevig is. De renterisiconorm heeft betrekking op leningen met een looptijd vanaf 1 jaar (vaste schuld). Het doel hiervan is om tot een zodanige opbouw van de leningportefeuille te komen, dat het renterisico uit hoofde van renteaanpassing en herfinanciering van leningen in voldoende mate wordt beperkt. De nadruk ligt op spreiding van de renterisico’s. Indien een leningportefeuille gelijkmatig is opgebouwd, zal ook het renterisico over de vaste schuld in de tijd gelijkmatig zijn gespreid. Ongewenste financiële gevolgen van rentewijzigingen worden hierdoor beperkt. De - per 2009 nieuwe – norm houdt in dat de jaarlijks verplichte aflossingen en renteherzieningen niet meer mogen bedragen dan 20% van het begrotingstotaal. Dit bedrag bestaat uit het saldo van opgenomen en uitgezette leningen. Vanuit de Wet Fido geldt hiervoor een limiet van 20% van de stand van de vaste schuld per 1 januari. Bedragen x € 1.000 2014 0 15.090 15.090
Berekening 1 2 3
Renteherzieningen Aflossingen Renterisico (1 + 2)
4a Begrotingstotaal (primitief 2013) 4b Percentage conform ministeriele regeling 4 Renterisiconorm (4a x 4b) 5
109.279 20% 21.856
Ruimte (+)/overschrijding (-) renterisiconorm (4 - 3)
6.766
De gemeente heeft geen leningen waarop een renteherziening kan plaatsvinden. In 2014 is één lening van € 15 miljoen volledig afgelost. In 2015 moet er een lening van € 6 miljoen worden afgelost.
124
Kredietrisico’s Kredietrisico’s kunnen zich op twee manieren manifesteren. Ten eerste is er het risico dat direct wordt gelopen uit hoofde van door de gemeente verstrekte leningen en uitgezette beleggingen. Ten tweede zijn er indirecte kredietrisico’s. Dit is aan de orde bij verstrekking van en verstrekte gemeentegaranties (ook wel borgstellingen genoemd). Kredietrisico op leningen en beleggingen Zoals blijkt uit de Staat van Activa heeft de gemeente Rheden uit hoofde van haar publieke taak leningen (door)verstrekt en beleggingen gerealiseerd. In de betreffende tegenpartijen kan onderscheid worden gemaakt in de status van kredietwaardigheid. In het hierna volgende overzicht zijn de uitgezette gelden vermeld. Kredietrisico op versterkte gelden aan derden Uitzettingen Uit hoofde van publieke taak: 1 Deelnemingen/beleggingen 2 Overige leningen Totaal
2014
%
608.908 4.265.795 4.874.562
12,5 87,5 100,0
Ad 1. Onderstaand de specificatie van de beleggingen / deelnemingen. Omschrijving Aandelen BNG Aandelen Alliander Grootboekobligaties Totaal
Beleggingen
Deelnemingen 424.408 184.560
0 0
608.908
Genoemde deelnemingen worden uit hoofde van de uitvoering van de publieke taak aangehouden. Over het aandelenbezit wordt koersrisico gelopen. De aandelen worden echter niet op de beurs verhandeld. De waarde wordt meer bepaald door de intrinsieke waarde van het bedrijf en niet door ‘vraag en aanbod’ op de beurs. De beleggingen (2 grootboekobligaties) zijn in 2014 afgekocht door de Bank. De opbrengst, ruim € 12.000, komt ten gunste van de algemene middelen. Ad 2. Dit betreffen de verstrekte leningen voor het ambtelijk personeel, startersleningen VROM, achtergestelde lening Alliander en de nog te ontvangen gelden i.v.m. de verkoop van de Nuon aandelen. Jaar 2015
Te verkopen aantal aandelen 12.387
Verkoopopbrengst (afgerond) 894.000
Kredietrisico ten aanzien van gemeentegaranties (borgstellingen) De gemeente Rheden staat jegens geldgevers borg voor de betaling van rente en aflossing op langlopende geldleningen die door organisaties, instellingen of verenigingen zijn aangetrokken die activiteiten verzorgen welke in het verlengde liggen van de gemeentelijke publieke taak. Deze borgstellingen beperken zich hoofdzakelijk tot de volgende drie relaties: • organisaties in de verenigingssfeer (bijv. sportverenigingen); • garantieverlening op grond van deelnemingen; • woningcorporaties.
125
Per ultimo 2014 heeft de gemeente garanties afgegeven voor een totaalbedrag van € 674.151. Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) De gemeente Rheden neemt deel in het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) en staat in dit kader, door middel van een achtervangovereenkomst, garant voor € 123.753.000 aan leningen die zijn verstrekt aan woningcorporaties. Het garant staan door middel van achtervangovereenkomst houdt in dat in eerste instantie het WSW wordt aangesproken indien de geldnemer niet aan zijn verplichtingen voldoet. Pas als het risicovermogen van het WSW onder een bepaald minimum komt, worden de deelnemende gemeenten verplicht om een renteloze lening te verstrekken. De gemeente loopt dus eigenlijk alleen een renterisico. Gezien de vermogenspositie van het WSW, de goede controle en toetsing door dit fonds en de spreiding van het risico over de deelnemende gemeenten is dit als een laag risico te kwalificeren. 3
Financieringspositie
Solvabiliteit Een oordeel over een vermogenspositie kan worden gevormd door middel van bepaling van de solvabiliteitsratio. Solvabiliteit kan daarbij worden gedefinieerd als de mate waarin een instelling in staat is aan haar korte en lange termijnverplichtingen te voldoen. Deze maatstaf kan worden bepaald door de verhouding te bepalen tussen het eigen vermogen (reserves) en het vreemd vermogen (opgenomen financiering en voorzieningen). Het spreekt voor zich dat de ratio wordt bepaald aan de hand van het eigen vermogen omdat dat immers als buffer dient voor het opvangen van eventuele tegenvallers. In de voorliggende begroting wordt uitgegaan van de volgende verhoudingen tussen eigen en vreemd vermogen per begin en eind 2014: Bedragen x € 1.000 Omschrijving Boekwaarde per Boekwaarde per 1 januari 2014 31 december 2014 Eigen vermogen 55.093 51.450 Vreemd vermogen 66.548 72.631 Ratio (ev/vv) 83% 71% De solvabiliteitspositie van de gemeente Rheden is gedaald ten opzichte van 2013. Dit komt met name door uitgaven voor investeringen in 2014 in integrale projecten en de uitgaven voor de Stationsomgeving Dieren. Daarnaast speelt ook mee de gewijzigde voorschriften m.b.t. de riolering. Ultimo 2014 moet de reserve riolering in de balans als voorziening worden gepresenteerd. Het effect van deze herrubricering op de ratio is 7%. Ondanks de daling van de solvabiliteitspositie is deze nog steeds voldoende. Financiering activa Bij voorkeur worden de investeringen in de voorraad kapitaalgoederen gefinancierd met eigen middelen (interne financiering). Ten opzichte van de externe financiering worden hiermee de renterisico’s en de rentelasten beperkt. Dit uitgangspunt is in het treasury statuut opgenomen. Door investeringen die benodigd zijn ten aanzien van de riolering, stationsomgeving/traverse Dieren en overige voorgenomen investeringen volgens de investeringslijst 2014-2018 zal het financieringstekort in de komende jaren toenemen.
126
Financieringsstructuur Een evenwicht in de financieringsstructuur leidt tot een beperking van het renterisico’s en een optimalisering van het renteresultaat. Investeringen in duurzame kapitaalgoederen worden hierbij afgedekt met langlopende financieringsmiddelen, waardoor de gemeentelijke exploitatie minder gevoelig wordt voor rentebewegingen. Het onderstaande overzicht geeft inzicht in de ontwikkeling van de financieringsstructuur in 2014. Aanvang 2014 Vaste activa Immateriële activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa
Mutaties 2014
Ultimo 2014
278.000 99.575.000 5.355.000
- 12.000 2.982.000 - 481.000
266.000 102.557.000 4.874.000
105.208.000
2.489.000
107.697.000
23.597.000 22.600.000 8.896.000
6.025.000 - 3.100.000 - 6.568.000
29.622.000 19.500.000 2.328.000
55.093.000
- 3.643.000
51.450.000
7.490.000
1.610.000
9.100.000
41.463.000
4.904.000
46.367.000
Totaal financiering
104.046.000
2.871.000
106.917.000
Financieringssaldo (- = tekort)
-1.162.000
382.000
- 780.000
Totaal vaste activa Eigen vermogen Algemene reserves Bestemmingsreserves Gerealiseerd resultaat Totaal eigen vermogen Voorzieningen Langlopende schulden
Eind 2014 was het financieringssaldo € 780.000 (negatief). Begin 2014 zijn langlopende leningen aangetrokken om het verwachte financieringstekort te dekken. Rentebeleid en renteresultaat In 2014 is er ter dekking van het financieringstekort voor totaal € 20 miljoen aan langlopende leningen aangetrokken met looptijden van 2 en 5 jaar. Door de spreiding in de looptijden wordt er optimaal gebruik gemaakt van de lage rentestand voor kortlopende leningen en wordt het rente risico gespreid waardoor wij blijven voldoen aan de rente risiconorm. Over heel 2014 bedraagt het renteresultaat ca. € 80.000 voordelig. Bij de Voorjaarsnota 2014 zijn de begrote rentelasten reeds verlaagd met € 60.000. Ontwikkelingen Schatkistenbankieren Alle decentrale overheden gaan, als uitvloeisel van het Begrotingsakkoord 2013 van 25 mei 2012, verplicht deelnemen aan schatkistbankieren. Dit houdt in dat alle liquide middelen boven een bepaalde drempel aangehouden moeten worden bij het ministerie van Financiën. Wanneer decentrale overheden hun tegoeden aanhouden in de Nederlandse schatkist, daalt de financieringsvraag van de Nederlandse staat op de financiële markten. Schatkistbankieren draagt zo bij aan verlaging van de overheidsschuld. In 2014 zijn er 2 momenten geweest in april waarbij het tijdelijk overschot op de rekening courant is overgeboekt naar de rekening van het schatkistbankieren. Het ging hierbij bedragen 2.5 en 1.5 miljoen. Begin juli is er weer 3 miljoen onttrokken en het restant is begin augustus weer overgeboekt naar de reguliere rekening courant.
127
4
Huidige stand EMU-saldo
Als gevolg van de invoering van de Wet Houdbare Overheidsfinanciën (wet HOF) geldt per jaar een macroplafond voor het EMU-tekort van alle gemeenten samen. De hoogte van het macroplafond wordt jaarlijks op basis van bestuurlijk overleg vastgesteld. Voor gemeenten bedraagt dit plafond in 2014 0,32% van het Bruto Binnenlands Product. Om de afzonderlijke provincies en gemeenten een beeld te geven wat dit voor hen betekent, publiceert het ministerie van BZK individuele EMU-referentiewaarden. Deze bedraagt voor Rheden € 3,8 miljoen. Een individuele EMU-referentiewaarde betreft geen norm, maar een indicatie van het aandeel dat een gemeente op basis van zijn begrotingstotaal in de gezamenlijke tekortnorm heeft. Deze waarde is voornamelijk bedoeld om het eigen EMU-saldo te monitoren en te beheersen. Het netto-financieringssaldo van alle gemeenten bij elkaar mag in een jaar niet boven dit plafond uitkomen. Echter, eerst indien er op macro niveau sprake is van een structurele overschrijding en er in het bestuurlijk overleg met de decentrale overheden geen afspraken kunnen worden gemaakt over een verbeterpad, bestaat de mogelijk dat het correctiemechanisme in werking treedt. In het uiterste geval resulteert dat in een korting op het gemeentefonds. Het onderstaande overzicht geeft u een overzicht van de ontwikkeling van het EMU-saldo in 2014. Jaarrekening 2014 x € 1000,-
Omschrijving
1
Exploitatiesaldo vóór toevoeging aan c.q. onttrekking uit reserves (zie BBV, artikel 17c)
2
Afschrijvingen ten laste van de exploitatie
5.190.902
3
Bruto dotaties aan de post voorzieningen ten laste van de exploitatie
4.512.773
4
Investeringen in (im)materiële vaste activa die op de balans worden geactiveerd
-8.754.906
5
Baten uit bijdragen van andere overheden, de Europese Unie en overigen, die niet op de exploitatie zijn verantwoord en niet al in mindering zijn gebracht bij post 4
6
Desinvesteringen in (im)materiële vaste activa: Baten uit desinvesteringen in (im)materiële vaste activa (tegen verkoopprijs), voor zover niet op exploitatie verantwoord
7
Aankoop van grond en de uitgaven aan bouw-, woonrijp maken e.d. (alleen transacties met derden die niet op de exploitatie staan)
8
Baten bouwgrondexploitatie: Baten voorzover transacties niet op exploitatie verantwoord
9
Lasten op balanspost Voorzieningen voorzover deze transacties met derden betreffen
-745.272
293.927
-576.288
881.824
-5.663.710
10 Lasten ivm transacties met derden, die niet via de onder post 1 genoemde exploitatie lopen, maar rechtstreeks ten laste van de reserves (inclusief fondsen en dergelijke) worden gebracht en die nog niet vallen onder één van bovenstaande posten Berekend EMU-saldo
-4.860.750
In 2014 is het berekende tekort op het EMU-saldo ruim 1 miljoen hoger dan de referentiewaarde van de gemeente Rheden. Voor de wet Hof kunnen hier geen conclusies aan worden verbonden voor de gemeente Rheden. Het structurele tekort van medeoverheden op macro niveau is bepalend voor het inwerking treden van het correctiemechanisme.
128
v. Bedrijfsvoering 1. Inleiding In deze paragraaf wordt ingegaan op de aspecten met betrekking tot de bedrijfsvoering van de gemeente Rheden. Daarin wordt aandacht besteed aan de interne organisatie en de beheersing van de bedrijfsprocessen. Het uitgangspunt daarbij is “integraal management”. Daarbij liggen er verantwoordelijkheden voor de bedrijfsvoering bij de betrokken (sector)manager. In de programmabladen van deze programmarekening wordt ingegaan op de ontwikkelingen met betrekking tot de primaire taken van de gemeente en de daarvoor beschikbare middelen. In deze paragraaf wordt met name op de ondersteunende taken ingegaan. De onderverdeling van deze paragraaf is als volgt: • Kader • Personeel & organisatie • Communicatie • Informatiemanagement & automatisering • Juridische zaken & inkoop • Planning & control 2. Wettelijk kader Het wettelijk kader voor het opstellen van de paragraaf bedrijfsvoering ligt vast in de BBV (besluit begroting en verantwoording gemeente en provincie) en wel in de navolgende artikelen:
• Artikel 9 o 1.In de begroting worden in afzonderlijke paragrafen de beleidslijnen vastgelegd met betrekking tot relevante beheersmatige aspecten, alsmede tot de lokale heffingen. 2.De begroting bevat ten minste de volgende paragrafen, tenzij het desbetreffende aspect bij de provincie onderscheidenlijk gemeente niet aan de orde is: a. lokale heffingen; b. weerstandsvermogen; c. onderhoud kapitaalgoederen; d. financiering; e. bedrijfsvoering; f. verbonden partijen; g. grondbeleid. Artikel 14
o
•
De paragraaf betreffende de bedrijfsvoering geeft ten minste inzicht in de stand van zaken en de beleidsvoornemens ten aanzien van de bedrijfsvoering. 3.
Personeel & Organisatie
Interne organisatie In 2014 is een vervolg gegeven aan de ingezette organisatieontwikkeling. De hoofdstructuur van de organisatie is veranderd, afdelingen zijn samengevoegd in twee domeinen, een sociaal en ruimtelijk domein. De teams van de afdeling bedrijfsvoering vormen een overlappend domein en vormen zo een verbindende rol in de organisatie. Het managementteam is teruggebracht naar een directieteam van 3 leden. Een nadere invulling van de structuur vindt in 2015 plaats. De bedoeling is dat er een flexibele netwerkorganisatie staat die slagvaardig en professioneel kan inspelen op veranderingen om ons heen. In het programma Doorontwikkeling is ruimte gemaakt om expliciete aandacht te geven aan de veranderingen. In het verslagjaar is ingezoomd op de veranderde posities en rollen van het management, werkprocessen en cultuuraspecten.
Nieuwe taken
129
De drie decentralisaties in het sociaal domein zorgden voor veel extra werk. Het was pionieren, onderzoeken, ontdekken, herstellen en afspreken. Niet altijd was het mogelijk de juiste procedure te volgen, immers de grote druk en onzekerheden vereisten dat we soms slagvaardig besloten en een risico namen. We heetten veel nieuwe medewerkers welkom op functies die voor de gemeente nieuw zijn. Komende tijd zal duidelijk worden of we goede aannames hebben gedaan. Het zal duidelijk zijn dat dit soms veel vroeg van collega’s.
Personeelsbeleid In een proces van het verbeteren van de eigen verantwoordelijkheid van medewerkers voor hun werk en ontwikkeling zijn in 2014 managers en medewerkers gestart met het voeren van zgn. werk&ontwikkelgesprekken (W&O-gesprekken). In deze gesprekken worden afspraken gemaakt over het individuele jaarplan, de inzet en resultaten die medewerkers gaan leveren, wanneer ze dat doen en welke competenties en ontwikkelingen daar bij nodig zijn. Op die manier werken we aan een beter besef van ieders bijdrage aan de resultaten, het werk voor onze inwoners. Om zicht te krijgen op de match tussen ontwikkelingen in en om onze organisatie en de benodigde capaciteit, zowel kwalitatief als kwantitatief is er een zgn. ‘vlootschouw’ gemaakt. Dit is een begin om te werken aan een strategische personeelsplanning en zo verrassingen te voorkomen. Het doel is tijdig in te spelen veranderingen in de aanbod en vraag van het werk. Hoe eerder de verschillen in beeld zijn, hoe eerder je samen kan kijken hoe dit op te lossen valt. Dit is eveneens input voor de W&Ogesprekken. Zoals bekend zit er al jaren weinig beweging in de arbeidsmarkt. Vorig jaar schreven we ook al dat dit effecten op het personeelsbestand van de organisatie heeft. Uit de vlootschouw bleek ook dat de gemiddelde leeftijd hoger wordt en ook al is de vergelijking met andere gemeenten niet dramatisch, het verplicht ons wel tot actie om de mobiliteit op een andere manier te realiseren. In de intergemeentelijke samenwerking zijn initiatieven, zoals een jaarlijks loopbaansymposium, detacheringmogelijkheden en een interne arbeidsmarkt Werken in Gelderland. Bevorderende maatregelen, of het wegnemen van drempels om eens van gemeente te veranderen. Dit jaar is ook geïnvesteerd in ons arbeidsomstandighedenbeleid. Vanuit de wettelijke verplichting, maar nog meer vanuit goed werkgeverschap, zorgen we dat medewerkers in een veilige en prettige werksfeer hun werk kunnen doen. Het betreft de volle breedte van welzijn, gezondheid, veiligheid en hygiëne. In 2014 is er een risico inventarisatie en evaluatie gehouden. Alle teammanagers zijn verantwoordelijk om in hun eigen team eventuele risico’s in beeld te brengen, vaak in samenspraak met de medewerkers, en maatregelen te treffen voor reductie van deze risico’s. te denken valt aan werkdruk, fysieke overbelasting, gevaarlijke stoffen of instrumenten, agressie en geweld. Ook kwam een beleidsnotitie Agressie en geweld tot stand, die een relatie legt tussen de dienstverleningsvisie (hoe gaan we om met klanten en elkaar). In 2015 zal deze met het management en medewerkers worden besproken en zullen de adviezen verder vorm krijgen in trainingen en maatregelen. De formatie en de bezetting De begrote formatie voor 2014 is door uw raad vastgesteld op 347,02 fte. De personele bezetting fluctueert gedurende het jaar door pensionering, uitdiensttreding, minder werken of invulling van continu in beweging. De peildatum voor de bezetting is 31 december 2014. De bezetting betreft alle medewerkers met een vast of tijdelijk dienstverband bij de gemeente Rheden op de peildatum.
130
Overzicht 1: formatie en bezetting afdeling Formatie
Formatiebudget (begroting) Per 31-12-14
Bezetting 31-12-2014
realisatie
Inwonerszaken Maatschappelijke Zaken
54,64 fte 70,89 fte
€ 3.161.256,€ 4.128.476,-
52,35 fte 61,92 fte
€ 2.631.546,€ 3.958.836,-
RU OB
53,76 fte 81,78 fte
€ 3.498.456,€ 4.364.759,-
45,62 fte 76,77 fte
€ 3.097.827,€ 4.155.507,-
BV Gem.secr/Griffie/overigen
82,67 fte 3,28 fte
€ 5.250.758,€ 306.957,-
74,40 fte 3,28 fte
€ 4.549.803,€ 306.700,-
314,34 fte
€ 18.700.219,-
Stelposten totaal
€ 347,02 fte
559.000,-
€ 21.269.662 ,-
De bezetting op de formatie van 347,02 fte bedroeg op 31 december 2014 314,34 fte. Dit zijn 364 medewerkers. Uitgaven reguliere salariskosten Totaal Begrote kosten 2014 Totaal gemeente Rheden, excl. raad en college, inclusief stelposten.
€ 21.269.662
Werkelijke kosten 2014
Resultaat 2014
€ 19.014.527
€ 2.569.443
Op de totale reguliere salariskosten bedraagt het voordelig resultaat over 2014 € 2.569.443. Hierin zijn de stelposten meegenomen voor overwerk, cafetariamodel, periodieke loonstijgingen en Cao-ontwikkelingen. Deze uitgaven worden op concernniveau geraamd en dienen als dekking voor de betreffende uitgaven op alle afdelingen. Uitgaven inhuur over 2014 Totaal
Begrote kosten 2014
Werkelijke kosten 2014
Resultaat 2014
De beg rote bed ragen voor inhuur betreft de inhuur conform de primaire begroting, het ziektebudget en de incidentele budgetten, waarvoor middels begroting of bestuursrapportage door uw raad toestemming is verleend. Totaal gemeente Rheden, excl. raad en college.
€ 3.875.935
€ 6.184.366
€ 2.308.431
Het verschil tussen de begrote uitgaven inhuur en de werkelijke uitgaven inhuur bedraagt € 2.308.431 nadelig. Dit betreft inhuur ten laste van de vacatureruimte. Dit bedrag wordt volledig gedekt door het voordelig resultaat op de reguliere salariskosten. Het totale resultaat op de reguliere salariskosten en uitgaven inhuur 2014 komt hiermee op € 261.012 voordelig, dit betreft slechts 1% van onze totale personele budgetten. Dit positieve resultaat wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door het tijdspad tussen het ontstaan van vacatureruimte en het moment waarop de vacature met eigen personeel of inhuur wordt ingevuld. Binnen de huidige budgetten is nog rekening gehouden met kosten verbonden aan vervanging bij ziekte vanaf volgend jaar is het budget vervanging bij ziekte ad. € 400.000 in het kader van de bezuinigen komen te vervallen. In de “Beleidsnotitie externe inhuur” die is opgesteld n.a.v. een motie van uw raad d.d. 25-6-2013, vindt u de uitgangspunten en de kaders en randvoorwaarden voor externe inhuur.
131
Overzicht 2: formatieverloop in Fte Begrotingsjaar 2012 2013 formatie 365,12 fte 360,70 fte
2014 347,02 fte
Uit overzicht 2 blijkt dat de omvang van de concernformatie in 2014 is afgenomen. Per saldo neemt de formatie af maar op sommige afdelingen neemt de formatie ook toe. Overzicht 3: vaste en tijdelijke dienstverbanden (aantal medewerkers) Dienstverband 2013 2014 Vast 347 338 Tijdelijk 32 26 Overzicht 4: voltijd en deeltijd (aantel medewerkers) Dienstverband 2013 Voltijd 205 Deeltijd 174
2014 193 171
Het aantal deeltijdaanstellingen is in 2014 relatief toegenomen. Overzicht 5: vrouwen en mannen ( aantal medewerkers) Geslacht 2013 Vrouw 184 Man 195
2014 182 182
De verhouding tussen het aantal mannen en vrouwen in dienst van onze organisatie is in 2014 exact 50/50 geworden. Overzicht 6: dienstjaren ( aantal medewerkers) Dienstjaren 2013 tot en met 5 83 5 tot en met 10 80 10 tot en met 15 79 15 tot en met 20 38 20 tot en met 25 20 25 tot en met 30 19 30 tot en met 35 32 35 tot en met 40 20 Meer dan 40 8
2014 71 87 70 35 22 20 32 17 10
Het aantal medewerkers met een dienstverband korter dan 10 jaar is wederom afgenomen. Van 166 medewerkers in 2013 tot 156 medewerkers in 2014. Dit is een gevolg van het beleid om in eerste instantie geen (vaste) aanstellingen meer te verlenen. Overzicht 7: leeftijdsopbouw Leeftijd 15 tot en met 19 20 tot en met 24 25 tot en met 29 30 tot en met 34 35 tot en met 39 40 tot en met 44 45 tot en met 49 50 tot en met 54 55 tot en met 59 60 tot en met 64 65 en ouder
( aantal medewerkers) 2013 0 2 12 26 38 45 65 82 54 51 4
132
2014 0 2 8 22 37 45 50 80 63 52 5
Overzicht 7 laat zien dat het aantal jongeren (<30 jaar) in dienst van onze organisatie afneemt. Het aantal ouderen (>60 jaar) neemt toe. Ook dit is een gevolg van het hanteren van een flexibele schil om de vaste bezetting van de formatie. De instroom van nieuwe medewerkers is beperkt terwijl de uitstroom van medewerkers met name bestaat uit de midden- categorie van 30 tot 60 jaar. De vergrijzing van het personeelsbestand slaat hierdoor dubbel toe. Overzicht 8: Instroom bezettingsmutatie Instroom Uitstroom Saldo
en uitstroom 2012 24 23 1
2013 11 25 -14
2014 24 33 -9
Uit dit overzicht blijkt dat niet alleen de formatie afneemt maar ook de bezetting (in eigen dienst). Overzicht 9: ziekteverzuim ziekteverzuim 2012 Percentage 5,24 % meldingsfrequentie 1,50
2013 4,61 % 1,48
2014 5,09 % 1,41
Het ziekteverzuimpercentage is in 2014 licht gestegen ten opzichte van 2013 maar nog altijd lager dan het percentage van 2012. De stijging is vrij beperkt en geen reden tot aanpassing van het beleid. De griepepidemie van afgelopen jaar, zoals in de eerste twee maanden van dit jaar heeft al invloed op het jaarverzuimpercentage, maar is een niet tot nauwelijks te beïnvloeden factor. Verder maakt een afnemende formatieomvang dat één langdurig ziekteverzuimproces tot een hoger ziekteverzuimpercentage leidt. De meldingsfrequentie is verder afgenomen. 4.
Communicatie
De rol van de lokale overheid is aan het veranderen. De gemeente Rheden wordt steeds meer onderdeel van een netwerk van mensen en organisaties. Een netwerk dat verantwoordelijkheid neemt en krijgt en waarin ieders kennis en kracht wordt benut. De gemeente neemt niet meer altijd het voortouw, maar faciliteert en verbindt. Laat betrokken partijen meedenken of meebeslissen bij ontwikkelingen (burgerparticipatie). Of stimuleer inwoners en bedrijven zelf met initiatieven te komen waar de gemeente mogelijkheden onderzoekt om te helpen door bijvoorbeeld te faciliteren (overheidsparticipatie). Communicatie speelt hierin een belangrijke rol: het is van belang om wederzijdse verwachtingen goed af te stemmen, samen naar mogelijkheden te zoeken of terug te koppelen wat er met inbreng is gedaan. Iedereen heeft hierin een verantwoordelijkheid. Daarnaast onderstrepen andere ontwikkelingen het belang van goede communicatie door de gemeente: de samenleving is mondig en kritisch tegenover de gemeente/overheid en haar beleid; ontwikkelingen op het gebied van online communicatiemiddelen gaan snel, iedereen communiceert, inwoners zoeken zelf hun informatie en de legitimiteit van besluiten en die van beleidsmakers staat niet zelden ter discussie op weblogs en digitale fora. Bovenstaande heeft geleid tot het besluit te ontwikkelen naar een communicatieve organisatie, waarbij iedere ambtenaar communicatief vaardig en bewust is. Het zijn de communicatie-specialisten bij uitstek om daarbij te helpen door te adviseren, coachen, reflecteren of faciliteren. Dit heeft daarom geleid tot een nieuw teamprofiel voor communicatie. Hierbij is veel aandacht voor de binnenkant van de organisatie, naar attitude, vaardigheden en inzet van middelen om de relatie tussen gemeente en haar omgeving te verbeteren. In 2014 is gewerkt aan de voorbereiding op deze nieuwe rol, zodat dit in 2015 gerealiseerd kan worden. Samen met de opdracht om samen met uw gemeenteraad te komen tot een nieuwe, open bestuursstijl maakt dat de ambitie hoog is. Dit vereist kwaliteit en zorgvuldigheid. De ingetrokken bezuiniging van 1 fte voor communicatie wordt hier dan ook op afgestemd.
133
5. Informatiemanagement & automatisering Het programma Klant in Beeld heeft zich in 2014 met name gericht op het inrichten van de processen die als gevolg van de decentralisatie van taken op ons af zijn gekomen. 1. Kwijtschelding. Hierbij zijn de volgende resultaten gerealiseerd: a. Verkorten van doorlooptijden. Van gemiddeld 6 maanden naar gemiddeld 1 maand b. Aanvragen makkelijker maken. Aanvraag proces kan volledig digitaal verlopen. Klanten die niet digitaal kunnen of willen aanvragen worden geholpen. Inmiddels komt 83% digitaal binnen. c. Meer aanvragen zijn compleet, momenteel is 60% compleet en zal aan een verdere verbetering worden gewerkt. d. Betere integratie met andere processen 2. Participatiewet (klant processen) Hierbij zijn de volgende resultaten gerealiseerd: a. Afronden van het project digitale klantdossiers voor afdeling Werk&Inkomen b. Ondersteuning van een nieuwe werkwijze van de afdeling, d.m.v. voorlichtingsbijeenkomsten de communicatie verbeterd is c. Melding volledig digitaal d. 3D proof maken van de klantprocessen 3. WMO en AWBZ Begeleiding (klant processen) Hierbij zijn de volgende resultaten gerealiseerd: a. Inrichten van digitale klantdossier voor de WMO b. Bestaande WMO processen zijn uitgebreid naar AWBZ begeleiding 4. Jeugd (klant processen*) a. Jeugd klantprocessen zijn uitgewerkt op basis van de keuzenota b. Informatievoorziening en processen zijn ingericht i.s.m. 3D project Jeugd i. Inrichten van Digitale klantdossiers voor jeugd ii. Overdracht van jeugd toewijzing naar de backoffice. iii. Gegevens over bestaande klanten zijn beschikbaar gemaakt voor medewerkers 5. Digitalisering post en zaakgericht werken a. Het project digitalisering Post is afgerond. Alle post m.u.v. Schulddienstverlening wordt digitaal en zaakgericht afgehandeld. 6. Verbreding zorg loket naar Zorg-inkomen loket. a. Dit project is gestopt en opgegaan in het project Sociaal meldpunt. In het kader van regulier onderhoud is de informatievoorziening bij belastingen en leerlingen vervoer verder verbeterd. De volgende extra projecten zijn uitgevoerd: 1. WABO archivering en digitale handtekening. Het WABO proces verloopt nu volledig digitaal voor klanten die daar prijs op stellen. Documenten worden volgens de wettelijke vereisten gearchiveerd 2. Subsidies. In het verleden is het aanvragen van de subsidies in Klant in Beeld verbeterd. In 2014 is de afhandeling van het subsidie proces geoptimaliseerd en voldoet nu volledig aan de vereisten uit de bestaande subsidie verordening. De informatievoorziening is verbeterd waardoor alle medewerkers relevante informatie digitaal beschikbaar hebben. 3. Sociale Gebiedsteams a. klantprocessen voor de sociale gebiedsteams zijn uitgewerkt op basis van de keuzenota b. Informatievoorziening en processen zijn ingericht i.s.m. 3D project SGT i. Inrichten van Digitale klantdossiers voor SGT ii. Integrale informatievoorziening (relatie met overige processen sociaal domein) 4. Project Sociaal Meldpunt a. Voor het sociaal meldpunt zijn processen en informatievoorziening ingericht i.s.m. 3D project SMP. i. Inrichten van Digitale klantdossiers voor SMP
6.
Intergemeentelijke samenwerking
134
In het kader van de intentie tot samenwerking tussen de gemeenten Arnhem, Lingewaard, Overbetuwe, Renkum en Rheden is gewerkt aan een haalbaarheidsonderzoek voor de oprichting van een uitvoeringsorganisatie. Onderzocht wordt of beleidsneutrale taken kunnen worden ondergebracht in een uitvoeringsorganisatie (werktitel: IGUO). Voor medewerkers, vertegenwoordigd in een OR en Georganiseerd Overleg, is het van groot belang dat er bij een eventuele overgang goed gekeken wordt naar hun opgebouwde rechten. De IGUO, zoals nu op papier is vormgegeven, blijft een publiekrechtelijke organisatie, waarbij de CAR als collectieve arbeidsovereenkomst van toepassing blijft en ook deelname aan het pensioenfonds ABP is gegarandeerd. Dit zijn belangrijke voorwaarden voor medewerkers. In allerlei werkgroepen participeerden medewerkers om een businesscase te vullen. Halverwege 2014 werd duidelijk dat Lingewaard niet meer mee zou doen en inmiddels heeft ook Overbetuwe aangegeven geen toekomst te zien in de uitvoeringsorganisatie. Dit heeft uiteraard invloed op de businesscase en andere onderzoeken. 7.
Planning en control
Financieel systeem Afgelopen jaar is het project gestart om te komen tot de keuze voor een nieuw financieel systeem rekening. Dit jaar zijn de voorbereidingen getroffen om in 2015 tot een aanbesteding te komen en de implementatie te starten. Met name het goed in beeld brengen van de wensen ten aanzien van de procesinrichting en het rekeningschema zijn aspecten die in het kader van de keuze zijn opgepakt. Ontwikkelingen Vennootschapsbelasting Op Prinsjesdag 2014 heeft het Kabinet het wetsvoorstel Wet modernisering Vpb-plicht overheidsondernemingen aan de Tweede Kamer gezonden. Het wetsvoorstel is het voorlopige sluitstuk van het langdurige proces van de herziening van de vennootschapsbelastingplicht voor overheidsbedrijven. Het kabinet streeft ernaar om het wetgevingsproces voor 1 januari 2015 af te ronden, zodat de wetswijzigingen per genoemde datum in werking kunnen tredenvoor boekjaren die aanvangen op of na 1 januari 2016.De nieuwe wetgeving zal voor het eerst toepassing vinden met betrekking tot boekjaren die aanvangen op of na 1 januari 2016. Hoofdregel belastingplicht Het uitgangspunt voor de belastingplicht van overheidsondernemingen wordt in het wetsvoorstel omgedraaid ten opzichte van de huidige situatie. Op grond van huidige wetgeving geldt – kort gezegd – dat overheidsondernemingen niet belastingplichtig zijn, tenzij zij een in de wet genoemde belaste activiteit uitoefenen. Volgens het huidige wetsvoorstel worden overheidsondernemingen belastingplichtig, tenzij een wettelijke vrijstelling van toepassing is. Dit uitgangspunt geldt ongeacht de rechtsvorm waarin de overheidsonderneming wordt gedreven. Dit houdt in dat Nederlandse publiekrechtelijke rechtspersonen met ingang van 1 januari 2016 belastingplichtig zijn voor zover zij een onderneming drijven. Voor indirecte overheidsondernemingen (privaatrechtelijke rechtspersonen die worden beheerst door publiekrechtelijke rechtspersonen) geldt als uitgangspunt dat de belastingplicht hetzelfde is als voor soortgelijke rechtspersonen die in private handen zijn. Voor NV’s en BV’s betekent dit integrale belastingplicht, stichtingen en verenigingen zijn belastingplichtig, indien en voor zover zij een onderneming drijven. Algemene vrijstellingen In het wetsvoorstel zijn vier algemene vrijstellingen opgenomen, te weten (1) een vrijstelling voor interne activiteiten, (2) een vrijstelling voor overheidstaken en publiekrechtelijke bevoegdheden, (3) een vrijstelling voor samenwerkingsverbanden, en (4) een vrijstelling voor ‘quasi’-inbesteding. Op grond van deze vrijstellingen zijn de resultaten die met de vrijgestelde activiteiten worden behaald niet belast. De algemene vrijstellingen zijn – mits aan alle voorwaarden is voldaan – van rechtswege van toepassing. Een belastingplichtige kan ervoor kiezen toepassing van een vrijstelling op verzoek achterwege te laten. Specifieke vrijstellingen Het wetsvoorstel kent ook enkele specifieke vrijstellingen. Het betreft een vrijstelling voor bekostigd onderwijs en onderzoek, een vrijstelling voor academische ziekenhuizen en een vrijstelling voor een aantal met naam genoemde zeehavenbeheerders.
Stand
135
Om tijdig te anticiperen op deze invoering is een intern projectteam geformeerd, dat onderzoekt welke consequenties de invoering van de vennootschapsbelasting heeft en welke aanpassingen er noodzakelijk zijn in ons financieel systeem. Echter de invoering van de VPB zal zowel financiële als capacitaire effecten hebben waarvan de omvang in 2015 duidelijk moet worden.
136
vi. Verbonden partijen 1.
Inleiding
Het doel van deze paragraaf is de Raad inzicht te verschaffen in beleidsmatige en financiële betrokkenheid van de gemeente Rheden in private en publiekrechtelijke organisaties. Met de vaststelling van de financiële verordening gemeente Rheden 2011 is vervallen dat per 4 jaar een separate nota verbonden partijen wordt opgesteld. De informatievoorziening over de verbonden partijen wordt - overeenkomstig wettelijke voorschriften - jaarlijks opgenomen in paragraaf verbonden partijen van de programmabegroting. In de meicirculaire 2013 is door het Rijk een wijziging in het Besluit begroting en verantwoording (BBV) aangekondigd. Het betreft het gegeven dat: “de lijst van verbonden partijen voortaan in de paragraaf verbonden partijen opgenomen moet worden”. De gemeente Rheden voldeed al aan dit vereiste. Ook wordt voldaan aan de regel om “gebruik te maken van de meest actuele beschikbare (concept) jaarrekeningcijfers van de verbonden partijen”. Voor alle verbonden partijen zijn de jaarrekeningcijfers over 2012 verwerkt. Het Besluit Begroting en Verantwoording definieert een verbonden partij als een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisatie waarin de gemeente een bestuurlijk- én een financieel belang heeft. Onder bestuurlijk belang wordt verstaan dat de gemeente zeggenschap heeft, hetzij uit hoofde van vertegenwoordiging in het bestuur hetzij uit hoofde van stemrecht. Het financiële belang is het bedrag dat ter beschikking is gesteld en dat niet verhaalbaar is, dan wel het bedrag waarvoor aansprakelijkheid bestaat, indien de verbonden partij failliet gaat of haar verplichtingen niet nakomt. In vervolg op het rapport van de rekenkamercommissie over de verbonden partijen wordt via de griffie een proces opgestart om te onderzoeken op welke wijze wij samen met een werkgroep uit uw raad invulling kunnen geven aan de aanbevelingen uit dit rapport. Hierover bent u inmiddels geïnformeerd. Deze paragraaf kent de volgende indeling: • Kader; • Informatie per verbonden partij.
2.
Kader
In het Besluit Begroting en Verantwoording, de BBV en de financiële verordening gemeente Rheden 2011 zijn de bepalingen opgenomen waaraan de verslaglegging inzake verbonden partijen moet voldoen. Ter informatie zijn hieronder de bepalingen van de BBV, de ‘financiële verordening gemeente Rheden 2011 opgenomen die de inhoud van de paragraaf verbonden partijen bepalen. In de uitwerking van deze paragraaf zijn deze bepalingen als uitgangpunt gehanteerd.
Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) Artikel 15 De paragraaf verbonden partijen bevat ten minste: • de visie op verbonden partijen in relatie tot de realisatie van de doelstellingen die zijn opgenomen in de begroting; • de beleidsvoornemens omtrent verbonden partijen.
137
Financiële verordening gemeente Rheden Artikel 20, lid 1 In de paragraaf verbonden partijen van de programmabegroting wordt van elk van de verbonden partijen weergegeven; het openbaar belang, het eigen vermogen, de solvabiliteit (eigen vermogen & vreemd vermogen), het financieel resultaat en het financieel belang alsmede de aanwezige financiële risico’s en de zeggenschap van de gemeente.
3.
Informatie per verbonden partij
Gerelateerd aan de definitie van verbonden partijen in het BBV kent de gemeente Rheden de volgende verbonden partijen: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11.
Bank Nederlandse gemeenten Werkvoorziening Midden Gelderland (Presikhaafbedrijven) Gelders Archief Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden (VGGM) Gemeenschappelijke Regeling Onderwijszaken Milieu Regio Arnhem (MRA) Stadsregio Arnhem Nijmegen (KAN) Euregio Rijn/waal Alliander Stichting Samenwerking Glasvezelnetwerk Arnhem (SSGA) Omgevingdienst Regio Arnhem (ODRA)
Van deze verbonden partijen wordt de volgende informatie verstrekt: • Het openbaar belang dat door de verbonden partij wordt behartigd; • De zeggenschap van de gemeente Rheden in de verbonden partij • Bijdrage van de verbonden partij aan doelstellingen uit de gemeentelijke programmabegroting • De beleidsvoornemens omtrent de verbonden partij; • Voor zover aan de orde de veranderingen die voor 2013 worden verwacht in het belang dat de gemeente Rheden heeft in de verbonden partij; • Financiële informatie; • Aanwezige risico’s.
3.1. N.V. Bank Nederlandse Gemeenten (BNG), Den Haag Het openbaar belang dat door de verbonden partij wordt behartigd De Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) is de bank van en voor overheden en instellingen voor het maatschappelijk belang. Met gespecialiseerde financiële dienstverlening draagt de BNG bij aan zo laag mogelijke kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de burger. Daarmee is de bank essentieel voor de publieke taak. Het eigenaarschap van gemeenten, provincies en de Staat alsmede het door de statuten beperkte werkterrein van de bank bieden financiers het vertrouwen dat het risico van kredietverlening aan dit instituut zeer beperkt is. De gemeente Rheden heeft zeggenschap in de BNG via het stemrecht op aandelen die de gemeente bezit. Door de gemeente Rheden zijn geen specifieke doelstellingen m.b.t. de participatie in de BNG (in 2014 en navolgende jaren) geformuleerd. De omvang van het stemrecht in de BNG biedt geen (potentiële) mogelijkheden om als individuele gemeente op beleidswijzigingen te sturen. Zeggenschap Wethouder Haverkamp vertegenwoordigt de gemeente Rheden in de aandeelhoudersvergadering. Het percentage aandelen van de gemeente Rheden is 0,336%.
138
Programmadoelstelling Programma 10, subdoelstelling 1.1: er is sprake van een solide financiële huishouding. De beleidsvoornemens omtrent de verbonden partij Het beleidsvoornemen is behoud van het aandelenbezit BNG, primair vanuit het oogpunt van de maatschappelijke verantwoordelijkheid van de gemeenten om gezamenlijk de financiering van de publieke taak zo efficiënt mogelijk te organiseren. Expertise op de vlak ligt bij de BNG. Daarnaast ontvangt de gemeente Rheden jaarlijks dividend uit het aandelenbezit. Ontwikkelingen Wat de meest recente ontwikkelingen betreft verwijzen wij naar het halfjaarbericht. Financiële informatie Financieel overzicht BNG (in miljoenen euro’s) Jaar Eigen vermogen 2011 2012 2013 2014
Vreemd vermogen
1.897 2.752 3.430 3.582
134.563 139.476 127.753 149.923
Totaal aantal uitstaande aandelen BNG 55.690.720 Aandelen bezit gemeente Rheden 186.966 Dividend per aandeel: 2014: bank keert geen tussentijdse dividenden uit (2014 € 0.56, 2013 € 1,27, 2012 € 1,49, 2011: €1,15)
Resultaat (netto winst) 256 332 283 126
0,336%
Risico’s In het gemeentelijke risicoprofiel zijn geen risico’s opgenomen ten aanzien van het aandelenbezit BNG door de gemeente Rheden. Het financiële risico van de gemeente Rheden betreft de waardevermindering van het aandelenbezit. Daarnaast is er het risico dat de gemeente een lager of geen dividend ontvangt.
Verantwoordingscyclus De jaarstukken van de BNG worden niet separaat ter kennisneming aan uw raad voorgelegd. Via de reguliere cyclus van planning en control wordt gerapporteerd over eventuele onder- of overschrijding van het verwachte resultaat m.b.t. dividenden.
3.2. Werkvoorziening Midden-Gelderland (Presikhaaf Bedrijven), Arnhem Het openbaar belang dat door de verbonden partij wordt behartigd Werkvoorziening Midden-Gelderland is een Gemeenschappelijke Regeling voor 11 gemeenten, waaronder Rheden, die uitvoering geeft aan de Wet sociale werkvoorziening. De missie van Presikhaaf Bedrijven is mensen te ondersteunen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt om middels een sluitende aanpak, een zo regulier mogelijke arbeidsplaats te verwerven.
Zeggenschap De portefeuillehouder, wethouder T. Vugts, is lid van het Algemeen Bestuur en Dagelijks Bestuur, namens Rheden en Rozendaal. Het aantal stemmen wordt bepaald naar aantal inwoners van de gemeente. De mate van zeggenschap is regulier.
139
Programmadoelstelling Programma 9, subdoelstelling 1.3: het aantal wsw-ers met de indicatie “beschut binnen” in onze gemeente is in 2015 maximaal 125 personen. Het aantal werkzame personen met de indicatie “beschut binnen” in onze gemeente bedraagt eind 2014 150 personen. In het verder verloop van 2015 zal het aantal mensen dat “beschut binnen” werkt met 25 extra personen moeten afnemen. De beleidsvoornemens omtrent verbonden partijen Presikhaaf Bedrijven is een uitvoeringsorganisatie die namens de deelnemende gemeenten de Wsw uitvoert. Met de invoering van de Participatiewet op 1 januari 2015 is de instroom in de Wsw stopgezet. De doelgroep voor de Wsw zal de komende jaren geleidelijk afnemen als gevolg van natuurlijk verloop. Op termijn betekent dit dat de huidige Gemeenschappelijke Regeling ophoudt te bestaan. Om de consequenties van de krimpende doelgroep in kaart te brengen loopt momenteel een onderzoek naar de financiële en organisatorische effecten van de teruglopende doelgroep. In de eerste helft van 2015 zullen de deelnemende gemeenten op basis van de uitkomsten uit het onderzoek gaan bepalen op welke wijze zij de consequenties van de krimpende doelgroep willen opvangen.
Financiële informatie Eigen
Vreemd
Vermogen
Vermogen
2011
1.598
43.440
-3.773
-6.105
129
2012
0
47.188
-17.098
-16.602
1.966
2013
0
36.456
-7.523
-7.225
964
2014
0
32.600
-8.176
-9.876
1.144
Jaar
Resultaat na bestemming Begroot
Werkelijk
Exploitatiebijdrage Gem. Rheden
Bedragen x € 1.000 Cijfers 2014 zijn op basis van voorlopige cijfers Presikhaaf per december 2014.
Risico’s Een belangrijk risico inzake Presikhaafbedrijven met potentiële financiële gevolgen voor de gemeente Rheden vormt het (in meerjarig perspectief) realiseren van een sluitende begroting. Het bieden van een uitkomst inzake is pas definitief mogelijk, wanneer de deelnemende gemeenten een besluit hebben genomen over de herordening van het sociale veld en de rol van Presikhaaf Bedrijven daarbinnen. Navolgend op de besluitvorming over de inrichting van het sociale domein volgt besluitvorming over de gewenste juridische structuur. Risico voor de gemeente Rheden verbonden aan het proces van het wijzigen van de juridische structuur vormt de toerekening van het (negatief) bedrijfsresultaat aan de deelnemende gemeenten.
140
3.3. Gemeenschappelijke regeling Gelders Archief, Arnhem Het openbaar belang dat door de verbonden partij wordt behartigd Het beheer van archiefbescheiden vindt normaliter plaats door de verschillende overheden zelf op grond van de Archiefwet 1995. Die wet bepaalt welke taken de verschillende overheden op het gebied van het archiefbeheer moeten uitvoeren en welke bevoegdheden hen daarvoor ten dienste staan. Omdat het gaat om een publiekrechtelijke taak is ervoor gekozen de samenwerking een publiekrechtelijke grondslag te geven. Voor het in gezamenlijkheid beheren van de archiefbescheiden is daarom een gemeenschappelijke regeling getroffen onder de naam Regionaal Historisch Centrum "Gelders Archief". De hoofdtaak van het Gelders Archief is het beheren van de archiefstukken en collecties van de gemeenten Arnhem, Renkum, Rheden, Rozendaal en het Rijksarchief Gelderland. Het Gelders Archief draagt zorg voor het behoud van archieven van overheden en particulieren die voor blijvende bewaring in aanmerking komen. Dit is een wettelijke taak op basis van de Archiefwet. Daarnaast maakt het Gelders Archief archieven toegankelijker, draagt zorg voor excursies en ontwikkelt onderwijsprogramma’s. De missie luidt: “Het Gelders Archief is een betrouwbare partner voor het beheren van de collecties (zowel fysiek als digitaal) van en voor zijn publieke en particuliere relaties. Door optimalisering van de toegankelijkheid van de collectie, draagt het bij aan een transparante overheid en aan kennisverspreiding over het verleden van Gelderland.” Zeggenschap gemeente Burgemeester Gebben van de gemeente Renkum vertegenwoordigt in het AB ook de gemeenten Rheden, Renkum en Rozendaal Programmadoelstelling Diverse: geen eenduidig raakvlak met een individuele subdoelstelling. De beleidsvoornemens omtrent de verbonden partij Gelet op de wijze waarop het Gelders Archief het openbaar belang behartigt, is er voor de gemeente geen reden om het beleid te wijzigen. Ontwikkelingen In juni 2013 is het beleidsplan 2014 door het bestuur van het Gelders Archief vastgesteld samenhangend met de meerjarenbegroting 2014-2017 (jaarschijf 2014). In het beleidsplan wordt uitvoerig ingegaan op de doelstellingen en activiteiten voor het begrotingsjaar 2014. Deze staat op de agenda om in september te worden behandeld in de Raad. Financiële informatie Financieel overzicht Gelders Archief (x € 1.000) Jaar Eigen vermogen 2010 18 2011 78 2012 80 2013 344
Vreemd vermogen 8.871 25.270 24.484 22.162
Resultaat begroot werkelijk 0 2 0 60 0 2 0 264
Exploitatiebijdrage 2014: € 195.678 Risico’s Ten aanzien van exploitatie: Het Gelders Archief heeft nog een beperkt negatief bedrijfsresultaat. Door natuurlijke uitstroom van personeel is dit probleem binnenkort opgelost. De kredietcrisis heeft invloed op de organisatie door achterwege blijven van prijscompensatie. Daarnaast hebben mogelijke bezuinigingen van de overheid een negatieve invloed op het resultaat, zeker indien onvoldoende rekening wordt gehouden met frictiekosten.
141
Ten aanzien van digitalisering en e-depot: Het Gelders Archief is innovatief in diverse pilots. Er zal nog veel geïnvesteerd moeten worden in digitalisering. Hiervoor blijven extra gelden en nieuwe geldstromen noodzakelijk. Bij de herhuisvesting wordt uitgegaan van verregaande digitalisering. Om de klant hier zo optimaal mogelijk in te bedienen, zijn extra investeringen noodzakelijk. Er is aanvullende financiering nodig voor de inrichting van een e-depot. Bovenvermelde risico’s kunnen mogelijk van invloed zijn op het resultaat. Een frequente afstemming met het bestuur door onze vertegenwoordiger zorgt ervoor dat wij geïnformeerd blijven over de bedrijfsvoering van het Gelders Archief. Rapportage Jaarlijks (in april) ontvangen wij van het Gelders Archief de jaarverantwoording van het voorgaande jaar. Deze wordt telkens in de raadsvergadering van juni behandeld. In juni van elk jaar ontvangen wij het strategisch-beleidsplan, inclusief begroting voor het komende jaar. Deze rapportage over 2014 e.v. wordt door ons college in september 2013 aangeboden aan de raad. Daarnaast ontvangen wij alle stukken van de bestuursvergaderingen van het Gelders Archief.
3.4. Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland Midden (VGGM), Arnhem Het openbaar belang dat door de verbonden partij wordt behartigd Per 1-1-2011 worden de taken van gemeenschappelijke regeling HGM uitgevoerd door de gemeenschappelijke regeling Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden. Vanaf 1 januari 2014 is er één brandweerorganisatie in Gelderland-Midden. Deze is ontstaan uit de huidige brandweerkorpsen en de sector brandweer van de VGGM. Aan de VGGM is ook de uitvoering opgedragen van de gemeentelijke taak op basis van de Wet ambulancevoorziening en de geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen als bedoeld in de Wet op de geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen. Daarnaast is aan de VGGM de uitvoering opgedragen van de gemeentelijke taken op basis van de Wet publieke gezondheidszorg. Zeggenschap gemeente Burgemeester Van Wingerden-Boers maakt deel uit van het DB van de VGGM. Wethouder Vugts en de burgemeester nemen deel aan het regionaal college VGGM. Programmadoelstelling De VVGM voert op diverse terreinen taken uit voor onze gemeente. Bij de begroting en verantwoordingsdocumenten wordt expliciet stil gestaan bij de definiëring en verantwoording van de beleidsdoelstellingen. De beleidsvoornemens Gelet op de wijze waarop Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland Midden het openbaar belang behartigt, is er voor de gemeente geen reden om het beleid te wijzigen. Ontwikkelingen Het project Doorontwikkeling Repressieve Organisatie (DRO) Brandweer is in september 2013 van start gegaan met als doel voorstellen te ontwikkelen voor de toekomst van de repressieve brandweerorganisatie in Gelderland-Midden. Er zijn een viertal scenario’s voorgesteld. De focus ligt nu op scenario 3, efficiënte brandweerzorg, waar het voordeel terugvloeit naar de gemeenten. In deze visie worden onder andere voorstellen gedaan over een herindeling van materieel en personeel binnen de VGGM. In 2014 heeft er een bestuurlijke discussie plaatsgevonden omtrent de herindeling van het materieel. Dit wordt meegenomen in de nieuwe voorstellen, wat voorgelegd wordt in maart 2015 aan het Algemeen Bestuur VGGM en in mei 2015 aan de raad. Per 1 januari 2015 is de jeugdgezondheidszorg voor 0 tot 4 jarigen door de VGGM overgenomen van de Stichting Thuiszorg Midden-Gelderland. Met deze overdracht wordt de jeugd- gezondheidszorg van 0 tot 18 jarigen door één partij vormgegeven.
142
Financiële informatie Financieel overzicht Veiligheids- en gezondheidsregio Gelderland Midden (x € 1.000) Vreemd vermogen Jaar Eigen vermogen 2010 1.989 16.850 2011 2.226 15.242 2012 2.487 13.018 2013 3.371 48.712
Resultaat** begroot werkelijk 0 123 0 0 0 194 0 212
Exploitatiebijdrage 2015: voor de GGD en GHOR3 taken € 12,36 per inwoner Exploitatiebijdrage 2015 voor de brandweerorganisatie bedraagt totaal €2.697.145
Risico’s Het financiële risico bestaat daaruit, dat eventuele negatieve financiële resultaten kunnen leiden tot een hogere bijdrage indien niet voldoende bezuinigingen kunnen worden gerealiseerd. Verantwoordingscyclus De raad krijgt voor 1 april de ontwerpbegroting en de meerjarenraming, en krijgt 6 weken de tijd om hierover een zienswijze te geven. Het Algemeen Bestuur stelt de jaarstukken vast. Daarin staat het werkelijk verschuldigde bedrag van de gemeente. Deze stukken worden niet eerst voorgelegd aan de gemeenten.
3.5. Gemeenschappelijke Regeling Onderwijszaken Het openbaar belang dat door de verbonden partij wordt behartigd Deze gemeenschappelijke regeling is ontstaan uit de oude gemeenschappelijke regelingen Volwasseneneducatie en Onderwijsverzorging. De gemeenschappelijke regeling behartigt de belangen van de deelnemende gemeenten op het gebied van de volwasseneneducatie, de uitvoering van de leerplichtwet en de wettelijke taken van de RMC-functie. Zeggenschap Wethouder C. Pos is lid van het DB en AB. Programmadoelstelling Programma 6, subdoelstelling 1.5: Het tegengaan van voortijdig schoolverlaten en jeugdwerkloosheid. De beleidsvoornemens omtrent de verbonden partij Op 1 oktober 2014 is Team VSV onderdeel geworden van het Regionaal Bureau Leerlingzaken MiddenGelre (RBL), een samenwerking van gemeenten in de regio Arnhem op het terrein van leerplicht, RMC en voortijdig schoolverlaten. Per 1 januari 2015 wijzigt de wetgeving voor de volwasseneneducatie. Met de wetswijziging komt er een gebundelde specifieke uitkering voor de arbeidsmarktregio Midden- Gelderland (=GRO + Doesburg). De gemeente Arnhem is als contactgemeente verantwoordelijk voor de coördinatie van de uitvoering en de verantwoording. In de loop van 2015 zal een gezamenlijk educatieprogramma worden opgeleverd, op basis waarvan het regionaal educatiebudget voor dat jaar definitief wordt bepaald. Financiële informatie Over boekjaar 2014 bedroegen de lasten van de GRO relevant voor de gemeente Rheden € 133.000. Ter compensatie van deze lasten wordt een vergoeding van €92.000 voor detachering ontvangen, welke conform raadsbesluit wordt aangevuld met middelen uit de reguliere begroting.
3
= Gemeentelijke Gezondheidsdienst, GHOR = Geneeskundige hulpverlening Ongevallen en Rampen.
143
Risico’s De regionale samenwerking is zodanig uitgewerkt dat de financiële risico’s beperkt zijn gehouden. Het personeel van de regiogemeenten wordt niet door de centrumgemeente in dienst genomen, maar gedetacheerd. De hele formatie leerplicht van de gemeente Rheden kan in het RBL worden geplaatst.
3.6. Milieu Regio Arnhem (MRA), Arnhem Het openbaar belang dat door de verbonden partij wordt behartigd De MRA is voortgekomen uit het openbaar lichaam Regio Arnhem, dat medio 1996 is opgehouden te bestaan. Bepaalde wettelijke taken zijn van het openbaar lichaam Regio Arnhem overgegaan naar het openbaar lichaam Stadsregio Arnhem Nijmegen (KAN); voor de uitvoering van de overige taken van de Regio Arnhem, waaronder milieusamenwerking, zijn door dezelfde gemeenten afzonderlijke lichte gemeenschappelijke regelingen aangegaan. Deze lichte WGR-regelingen hebben geen rechtspersoonlijkheid; de aansturing van deze regelingen is op basis van een bestuursakkoord tussen de regiogemeenten en de gemeente Arnhem ondergebracht bij de gemeente Arnhem. De taken van de regeling kunnen in principe alle onderdelen van het taakveld milieu betreffen, waarop de gemeenten werkzaam (willen) zijn, met uitzondering van de eindverwerking van het afval. Zeggenschap gemeente De portefeuillehouder is lid van het Algemeen Bestuur. De mate van zeggenschap is regulier. Programmadoelstelling Programma 5, subdoelstelling 3.1 t/m 3.3: Een klimaat en energieneutrale gemeente, Vermindering van restafval & Inzicht in luchtkwaliteit rondom de A12.
De beleidsvoornemens omtrent de verbonden partij Gelet op de wijze waarop de MRA het openbaar belang behartigt, is er voor de gemeente geen reden om het beleid te wijzigen. Ontwikkelingen Bij de vorming van de Omgevingsdienst Regio Arnhem in 2013 is door het AB van de MRA uitgesproken dat de MRA ondergebracht moet worden bij de ODRA en niet meer bij de gemeente Arnhem. Deze onderbrenging van de MRA binnen de ODRA is voor een aantal taken reeds gerealiseerd en zal waarschijnlijk per 1 juli 2015 in zijn geheel voltooid zijn. Voor de toekomst van de vakberaden MRA worden drie alternatieven uitgewerkt: 1. Onderbrengen bij ODRA 2. Onderbrengen bij Stadsregio 3. Gemeente gaan het zelf (gezamenlijk) regelen. Financiële informatie Financieel overzicht Milieusamenwerking Regio Arnhem (x € 1.000)
Resultaat
Jaar 2011
Eigen vermogen 467
Vreemd vermogen 582
begroot 0
werkelijk -173
2012 2013
480 149
507 69
0 0
0 0
2014
197
27
0
0
Exploitatiebijdrage 2014: € 7.622
(2013: € 20.050)
144
3.7. Stadsregio Arnhem Nijmegen (KAN), Nijmegen Het openbaar belang dat door de verbonden partij wordt behartigd De stadsregio Arnhem Nijmegen werkt namens en voor de 20 regiogemeenten aan een aantrekkelijke, goed bereikbare en internationaal concurrerende regio. Hiertoe worden, in samenwerking met de deelnemende gemeenten, plannen ontwikkeld en uitgevoerd voor een betere bereikbaarheid, goed openbaar vervoer en een aantrekkelijke woon-, werk- en leefomgeving. De stadsregio werkt samen met andere overheden, maatschappelijke organisaties en marktpartijen in de regio. Zeggenschap gemeente Wethouder Haverkamp en Raadslid Klomberg zitten in de Stadsregioraad. Raadslid Rook en Oei zijn plaatsvervanger. Programmadoelstelling Diverse: geen eenduidig raakvlak met een individuele subdoelstelling. De voornaamste taken en ambities van de stadregio zijn: • Mobiliteit Ongeveer 80% van de middelen en menskracht van de stadsregio wordt ingezet op verkeer en openbaar vervoer. De ambitie die de stadsregio daarbij heeft is een betere regionale bereikbaarheid, aantrekkelijk openbaar vervoer en het beter op elkaar aansluiten van auto, trein, bus en fiets. De stadregio is opdrachtgever voor het openbaar vervoer in de regio en betaalt mee aan infrastructurele projecten die zorgen voor een betere doorstroming van het verkeer in de regio. Onder het openbaar vervoer valt ook het collectief vraagafhankelijk vervoer, de zogenoemde Regiotaxi. •
Ruimte De stadsregio werkt aan een aantrekkelijke, bereikbare en internationaal concurrerende regio. Doel hierbij is bewoners, bedrijven en bezoekers duurzaam aan de regio te binden door het bieden van een aantrekkelijk woon- en werkklimaat. Als ambitie geldt daarbij het behouden en versterken van een krachtige, herkenbare identiteit door het versterken van de kwaliteit van de ruimte. Dit wordt ondermeer bereikt door herstructurering, herontwikkeling en transformatie van bestaande ruimte.
•
Wonen Voor bewoners en bedrijven telt de kwaliteit van de woonomgeving zwaar mee in hun keuze voor een vestigingsplaats. De ambitie van de stadregio is daarom het verbeteren van de kwaliteit van het wonen in stad, dorp en landelijk gebied, waarbij voorzieningen, bereikbaarheid en de relatie met het landschap de kwaliteit bepalen. Het bouwen van nieuwe, betaalbare, woningen heeft hierbij de komende jaren de hoogste prioriteit.
•
Om hier invulling aan te geven heeft de stadsregio concessieovereenkomsten afgesloten met de deelnemende gemeenten waarin is geregeld hoeveel procent van de nieuw te bouwen woningen moet vallen in de categorie betaalbaar. Werken De stadsregio is na de Randstad de grootste regio van Nederland. In 2010 wil de stadsregio ook de economisch best presterende regio buiten de Randstad zijn. Dit gelet op de gunstige strategische positie van de regio (tussen Randstad, Ruhrgebied en Vlaanderen).
De beleidsvoornemens omtrent de verbonden partij. Gelet op de gevolgen van de afschaffing van de Wgr+, en het voornemen van de deelnemende gemeenten tot het oprichten van een GO en een Triple Helix construct, is opheffing van de huidige GR per 1 juli 2015 voorzien. Ontwikkelingen Op 16 december 2014 heeft de Eerste Kamer ingestemd met het wetsvoorstel tot afschaffing van de Wgr+ regio’s. Daarmee vervalt de Wgr plus status van de Stadsregio en de daarmee samenhangende
145
taken en middelen. De mobiliteitstaken, inclusief de financiële middelen en het personeel, worden per 1 januari 2015 ondergebracht bij de provincie Gelderland. Het afgelopen jaar is deze transitie van taken reeds intensief voorbereid in samenwerking met de provincie teneinde de overgang soepel te laten verlopen. De wetgeving voorziet in een overgangstermijn om de Stadsregio in staat te stellen lopende verplichtingen af te ronden. Het College van Bestuur heeft vervolgens voorgesteld het huidige samenwerkingsverband per 1 juli 2015 op te heffen. De technische liquidatie van de Stadsregio zal in de periode daarna plaats vinden. Diverse bijeenkomsten met vertegenwoordigers van alle colleges en Stadsregioraadsleden binnen de regio leiden tot de conclusie, dat er een breed draagvlak lijkt te bestaan voor voortzetting van de samenwerking op de schaalgrootte van de huidige Stadsregio op het terrein van economie, wonen en mobiliteit. De discussies van de afgelopen maanden gingen niet zozeer over de wil tot samenwerking, die is aanwezig, maar over de vorm, en dan met name onder welk juridisch construct de voorzetting zal plaatsvinden. Met name de standpunten van de twee grootste partijen, Arnhem en Nijmegen, zijn hierin van belang geweest. Binnen de regio bestaat de behoefte om de samenwerking met zo min mogelijk bestuurlijke drukte in te richten. De huidige juridische constructie met een openbaar lichaam waarbij sprake is van een DB en AB wordt als niet wenselijk beschouwd. De uitkomst van de discussie is geweest dat de samenwerking het best kan worden voortgezet onder het juridisch construct van een Gemeenschappelijk Orgaan (GO). Daarnaast bestaat het voornemen om een Triple Helix construct op te richten. Dit is een samenwerkingsconcept tussen het bedrijfsleven, kennisinstellingen en overheden. Het bevorderen van innovatie en het realiseren van economische groei zijn hierbij belangrijke doelstellingen. Binnen de regio bestaat breed draagvlak een dergelijk samenwerkingsverband tot stand te brengen. Op maart 2015 heeft er een zgn. constituerend beraad plaats gevonden waar de intentie is uitgesproken door alle deelnemers van de huidige GR om gezamenlijk een GO op te richten. Tevens zijn de contouren van het proces besproken van de nieuwe intergemeentelijke samenwerking. De formele besluitvorming inzake deelname aan het GO, Triple Helix, en de opheffing van de huidige GR zal voor de zomer van 2015 plaats vinden. Financiële informatie Financieel overzicht Stadsregio (x € 1.000) Jaar Eigen vermogen 2010 13.284 2011 14.889 2012 13.282 2013 5.857
Vreemd vermogen 179.061 173.369 174.312 162.035
Exploitatiebijdrage 2014: 3,07 per inwoner (2013: € 3,07 per inwoner) **Getoond wordt het resultaat na bestemming
146
Resultaat** begroot werkelijk 86 -568 0 2.149 1.302 1.311 212 477
3.8. Euregio Rijn/Waal Het openbaar belang dat door de verbonden partij wordt behartigd De EUREGIO werkt sinds 1958 aan de opbouw en versterking van grensoverschrijdende structuren. Zeggenschap gemeente De Euregioraad bestaat uit 135 vertegenwoordigers vanuit 54 lidorganisaties. Rheden heeft 2 vertegenwoordigers in de Euregioraad. De mate van zeggenschap is gering. Het dagelijks bestuur bestaat uit 7 leden. Op dit moment is de burgemeester van Rheden lid van het dagelijks bestuur. Uit de Euregioraad wordt een financiële commissie benoemd die bestaat uit 4 leden. Twee leden daarvan vertegenwoordigen de Nederlandse lidorganen. De financiële commissie controleert de jaarrekening. Programmadoelstelling Diverse: geen eenduidig raakvlak met een individuele subdoelstelling. De beleidsvoornemens omtrent de verbonden partij Gelet op de wijze waarop de Euregio Rijn/Waal het openbaar belang behartigt, is er voor de gemeente geen reden om het beleid te wijzigen. Ontwikkelingen Geen Financiële informatie De exploitatiebijdrage 2014: € 11.000
3.9. Alliander NV Het openbaar belang dat door de verbonden partij wordt behartigd Netwerkbedrijf Alliander beheert regionale energienetwerken en levert netwerkgerelateerde diensten op het gebied van complexe energie-infrastructuren en de openbare ruimte. Gemeente Rheden heeft 0,043% van het aandelen kapitaal Alliander in bezit. Door de gemeente Rheden zijn geen specifieke doelstellingen m.b.t. de participatie in de Alliander geformuleerd; er is sprake van participatie op basis van een historisch gegroeide situatie. De omvang van het stemrecht in de Alliander biedt geen (potentiële) mogelijkheden om als individuele gemeente op beleidswijzigingen te sturen. Zeggenschap De gemeente heeft stemrecht via het platvorm Nuval namens de deelnemende gemeenten. Het percentage aandelen dat de gemeente Rheden heeft is 0,043%. Programmadoelstelling Programma 10, subdoelstelling 1.1: er is sprake van een solide financiële huishouding. Deze doelstelling wordt niet expliciet met Alliander gecommuniceerd, gezien het feit dat de organisatie een randvoorwaarde realiseert om dit doel te bereiken. De beleidsvoornemens omtrent de verbonden partij Het beleidsvoornemen is behoud van het aandelenbezit, primair vanuit het oogpunt van de maatschappelijke verantwoordelijkheid van de gemeenten om invloed te houden op de wijze waarop Alliander haar diensten levert. Daarnaast ontvangt de gemeente Rheden jaarlijks dividend uit het aandelenbezit. De aandelen Alliander zijn voor € 184.560 op de balans gewaardeerd (verkrijgingwaarde).
147
Financiële informatie Financieel overzicht Alliander (in miljoenen euro's) Jaar Eigen vermogen 2011 3.079 2012 3.203 2013 3.375 2014 3.579
Vreemd vermogen 4.239 4.211 4.173 4.093
Totaal aantal uitstaande aandelen Aandelen bezit gemeente Rheden
136.794.964 58.983
Resultaat 251 224 288 323
0,043%
Winst per aandeel: 2014 € 2,36; Winst per aandeel: 2013 € 2,11; dividend 2013 € 0,91
Risico’s In het gemeentelijke risicoprofiel zijn geen risico’s opgenomen ten aanzien van het aandelenbezit Alliander door de gemeente Rheden. Het financiële risico van de gemeente Rheden betreft de waardevermindering van het aandelenbezit. Daarnaast is er het risico dat de gemeente een lager of geen dividend ontvangt. Verantwoordingscyclus De jaarstukken van Alliander worden niet separaat ter kennisneming aan uw raad voorgelegd. Via de reguliere cyclus van planning en control wordt gerapporteerd over eventuele onder- of overschrijding van het verwachte resultaat m.b.t. dividenden.
3.10. Stichting Samenwerkingsverband Glasvezelnetwerk Arnhem (SSGA) Het openbaar belang dat door de verbonden partij wordt behartigd SSGA beheert het regionale glasvezelnetwerk van 23 non-profit instellingen. Rheden is eigenaar van 17 glasvezelparen in de verbinding tussen het stadskantoor Arnhem, de brandweerkazerne Velp, het servicecentrum Velp en het gemeentehuis in De Steeg. In 2013 vindt er een doortrekking plaats naar het servicecentrum in Dieren waar Rheden voor 20% (1 glasvezel-paar) mede eigenaar van wordt. Daarnaast is de gemeente Rheden mede eigenaar van de centrale ring in Arnhem voor 1 glasvezelpaar. Zeggenschap gemeente De deelnemers dragen de investeringen in het netwerk van de door hen gebruikte aansluitingen en hun aandeel van de investeringen in de gemeenschappelijke ring. Als tegenprestatie heeft de stichting de verplichting om de deelnemers het gebruiksrecht van de ringlijn en het gebruiksrecht van de door de betreffende deelnemer betaalde aansluitingen te bieden. Op basis van de statuten van SSGA heeft de gemeente stemrecht in de vergadering van deelnemers. Middels de nota verbonden partijen 2006 is de burgemeester bevoegd de gemeente inzake te vertegenwoordigen. Programmadoelstelling Het betreft hier een bedrijfsvoering zaak waar geen programmadoelstelling aan verbonden is. De beleidsvoornemens omtrent de verbonden partij Daar het een beheerstichting is die het glasvezelnetwerk namens de eigenaar beheerd, zijn er geen beleidsvoornemens omtrent deze verbonden partij anders dan het continueren van de reguliere bedrijfsvoering.
148
Financiële informatie Financieel overzicht SSGA (x € 1.000) Jaar Eigen vermogen* 2010 2956 2011 3492 2012 3600 2013 4048
Vreemd vermogen 0 0 0 0
Resultaat begroot werkelijk 0 0 0 0 0 0 0 0
Exploitatiebijdrage 2014: € 15.880 * Het eigen vermogen betreft de egalisatiereserve voor investeringen. Risico’s Daar de stichting werkt vanuit het principe dat er geen voorinvesteringen worden gedaan en de deelname ook alleen maar openstaat voor non-profit organisaties is er geen sprake van enig risico. Het beheer en onderhoud, alsmede de vervanging van de glasvezels is afgedekt in de jaarlijkse bijdrage van de deelnemers. Er is twee keer per jaar (voor en najaar) een deelnemersvergadering waarin de technische staat van het netwerk en de technologische ontwikkelingen worden besproken.
3.11. Omgevingsdienst Regio Arnhem, Arnhem Het openbaar belang dat door de verbonden partij wordt behartigd De Gemeenschappelijke Regeling Omgevingsdienst Regio Arnhem ODRA is per 14 november 2012 in werking getreden. Gemeente Rheden heeft de uitvoering van de VTH-taken op het gebied van de Wet milieubeheer ondergebracht in de ODRA. Doel van de samenwerking in deze regeling is kwaliteitsverbetering, het verhogen van de robuustheid en het efficiënter kunnen uitvoeren van deze taken. Zeggenschap gemeente De portefeuillehouder is lid van het Algemeen Bestuur dat bestaat uit 12 personen. Van de 100 stemmen heeft Rheden 8 stemmen. De mate van zeggenschap is regulier. Het Dagelijks Bestuur bestaat uit 5 leden. Eén lid vertegenwoordigt de gemeenten Doesburg, Renkum, Rheden en Rozendaal. Programmadoelstelling Programma 5 Doelstelling: Een aantrekkelijke, veilige en leefbare omgeving. De beleidsvoornemens omtrent de verbonden partij Uitvoering geven aan de VTH-taken op het gebied van milieu middels een dienstverleningsovereenkomst en een jaarlijks uitvoeringsprogramma. Ontwikkelingen De begroting is de eerste 4 jaren van de ODRA op basis van inputfinanciering. In 2017 zal overgegaan worden op een outputfinanciering. Financiële informatie Financieel overzicht ODRA (x € 1.000) Jaar Eigen vermogen 2012 0 2013 2.286 2014 2.584
Vreemd vermogen 0 2.514 2.312
Resultaat begroot werkelijk 0 0 1.786 539*
Exploitatiebijdrage 2014: € 506.500 *Dit resultaat komt grotendeels uit activiteiten waar de gemeente Rheden niet in participeert. Wanneer er een terugbetaling zou plaatsvinden dan zou dat hooguit in een orde van een paar duizend euro zijn.
Verantwoordingscyclus
149
De gemeente krijgt de ontwerpbegroting voor 1 april toegezonden. De gemeenteraad kan een zienswijze geven. Voor 1 juli wordt de jaarrekening vastgesteld. De jaarrekening wordt aan de gemeenteraad voorgelegd voor een zienswijze. In de jaarrekening staat het werkelijk verschuldigde bedrag van de deelnemers.
150
vii. Grondbeleid Inleiding De paragraaf grondbeleid geeft inzicht in het grondbeleid en de doelstellingen die worden nagestreefd. Tevens wordt in deze paragraaf de financiële positie van de grondexploitatie uiteengezet. Deze paragraaf kent de volgende indeling: • Wettelijke eisen en informatievoorziening; • Uitgangspunten grondbeleid; • Financiële uitgangspunten grondexploitatie; • Resultaten grondexploitatie; • Winstneming grondexploitatie; • Risico’s. In de paragraaf grondbeleid wordt inzicht verschaft in de resultaatverwachting van de grondexploitatie zoals deze blijkt uit de jaarrekening 2014 in vergelijking met de prognoses volgens de overeenkomstige paragraaf in de begroting 2015.
De winst van het af te sluiten plan Wagenaarplein wordt toegevoegd aan de bufferreserve grondexploitatie. Het gaat hierbij in totaal om ruim € 90.000,-. Tevens is in deze paragraaf een collegebesluit verwerkt welke een negatief effect heeft op het totale saldo van de BBG. Het gaat hierbij om een collegebesluit over de verkoop van de grond achter de Dr. de Visserstraat van 14-10-2014. In deze paragraaf wordt op dit besluit nader ingegaan.
Wettelijke eisen en informatievoorziening De verslagleggingvoorschriften (Besluit Begroting en Verantwoording: BBV) vragen om transparantie in het grondbeleid voor de raad. In eerste plaats vanwege de grote financiële belangen en risico’s die inherent zijn aan de grondexploitatie. In de tweede plaats zal de relatie van de doelstellingen van het grondbeleid met de doelen in het programmaplan dienen te worden gelegd. In de financiële verordening gemeente Rheden zijn bepalingen opgenomen inzake het grondbeleid. De verordening voorziet in een vierjaarlijkse actualisatie van het grondbeleid in de vorm van een nota grondbeleid. In de raadsvergadering van februari 2015 heeft de raad ingestemd met de beleidsnota grondbeleid 2015. In deze beleidsnota zijn de uitgangspunten voor begroting en realisatie van het grondbeleid en de grondexploitatie uitgewerkt.
Uitgangspunten grondbeleid Het gemeentelijk grondbeleid is geen doel op zich, maar dient primair om andere beleidsdoelen te realiseren. Via het strategisch grondbeleid kan worden gestuurd op gewenste ontwikkelingen en kan regie worden behouden over nieuwe ontwikkelingen en zaken die niet door de markt worden opgepakt. De instrumenten van de Wet ruimtelijke ordening en het grondexploitatieplan zijn hierbij een hulpmiddel. De structuurvisie bepaalt primair waar grondbeleid zal worden ingezet om gewenste ontwikkelingen te initiëren. De doelstellingen c.q. uitgangspunten van de woonvisie zijn eveneens leidend voor het te voeren grondbeleid en ook bij het actualiseren van de bestemmingsplannen worden keuzen medebepaald door het te voeren grondbeleid. De volgende uitgangspunten vormen in de gemeente Rheden de basis voor het strategisch grondbeleid:
1. De structuurvisie dient als input voor het strategisch grondbeleid; 2. Daar waar marktontwikkelingen aansluiten bij het gemeentelijke beleid is geen gemeentelijke interventie in de vorm van actief grondbeleid nodig; 3. Het grondbeleid ondersteunt het ruimtelijk beleid en daarmee een aantal maatregelen die ruimtelijk, functioneel en financieel met elkaar samenhangen;
151
4. Voor een goede regievoering is een zekere mate van grondbezit noodzakelijk; 5. Het grondbeleid wordt uitgevoerd via een zelfvoorzienende grondexploitatie. Op basis van deze uitgangspunten wordt een keuze gemaakt voor een actief dan wel passief grondbeleid of een vorm van publiekrechtelijke samenwerking. Het grondbeleid zal op basis van de nieuw te maken structuurvisies nader geconcretiseerd worden in een uitvoeringsprogramma. Voor de kern Rheden is dit uitvoeringsprogramma inmiddels vastgesteld door de raad. In de nota grondbeleid is een programmatische vertaling opgenomen.
Financiële uitgangspunten grondexploitatie Financiële kaders In de Nota Grondbeleid 2015 zijn de financiële uitgangspunten van de grondexploitatie opgenomen. Naast de uitgangspunten betreffende de raming van de inkomsten en uitgaven zijn hierbij tevens de financiële kaders in beeld gebracht. Een belangrijk uitgangspunt is dat de grondexploitatie zelfvoorzienend moet zijn. Verliesgevende complexen dienen hierbij te worden gedekt door winstgevende complexen, zodanig dat de grondexploitatie zich zelf kan bedruipen (zelfvoorzienendheid) en geen beslag op de algemene middelen behoeft te worden gelegd. Voor het geval de grondexploitatie verliesgevend is, dat wil zeggen op het moment dat toekomstige verliezen niet meer gedekt kunnen worden uit de exploitatieoverschotten worden de plannen versoberd of het programma (ambitieniveau) neerwaarts bijgesteld. Voor het opvangen van macro-economische ontwikkelingen voor het bestaande beleid, alsmede voor de ontwikkelingen van toekomstige plannen komen de verwachte winsten met ingang van 2010 ten gunste of ten laste van de bestemmingsreserve Risicobuffer Grondexploitaties. Als gevolg van de economische situatie zitten de huidige plannen aan de rand van zelfvoorzienendheid, dat wil zeggen dat er geen nieuwe plannen in exploitatie kunnen worden genomen, tenzij deze kostendekkend tot ontwikkeling kunnen worden gebracht, dan wel dat een bijdrage uit de algemene middelen ter grootte van het tekort op het plan, aan de Risicobuffer Grondexploitaties wordt toegevoegd. Op termijn dient de Risicobuffer Grondexploitaties zodanig te zijn dat nieuwe verliesgevende plannen hieruit, op basis van een zelfvoorzienende grondexploitatie gedekt kunnen worden.
Financiële uitgangspunten prognoses Naast de bovengenoemde financiële kaders zijn in de beleidsnota grondbeleid Rheden 2010 de volgende financiële uitgangspunten opgenomen, die bepalend zijn voor de financiële prognoses in de begroting 2015 en meerjarenraming 2016-2019: • Twee keer per jaar wordt per complex een actualisatie opgesteld van de te verwachten inkomsten en uitgaven (exploitatie opzet). Hierbij worden voor de bepaling van de hoeveelheden en prijzen de uitgangspunten gehanteerd, zoals deze zijn vastgelegd in de beleidsnota grondbeleid; • Overeenkomstig de beleidsnota grondbeleid en de algemeen aanvaarde grondslagen van resultaatbepaling worden de volgende uitgangspunten gekozen inzake de verantwoording van de toekomstige resultaten: Voor de verliesgevende deelcomplexen wordt een voorziening gevormd ter hoogte van het verwachte verlies, op het moment dat het verlies zichtbaar wordt (voorzichtigheidsprincipe). De voorziening wordt gevormd op het moment dat een (deel)complex in exploitatie wordt genomen. Met het bestuurlijk vaststellen van het te realiseren plan wordt ook het financieel kader vastgesteld. Met dit uitgangspunt voor het in exploitatie nemen van een complex wordt een reëel beeld gegeven van het te verwachten exploitatieresultaat en de noodzakelijke hoogte van de voorziening voor verliesgevende complexen; Voor de winstgevende deelcomplexen wordt de winst in principe verantwoord bij de afwikkeling van het deelcomplex (realisatieprincipe), waarbij als uitgangspunt wordt gekozen dat nagenoeg alle kosten en opbrengsten (bijvoorbeeld 95 %) gerealiseerd zijn. Een tussentijdse winstneming is alleen mogelijk onder de volgende randvoorwaarden:
152
50 % van de gronduitgifte en minimaal 75 % van de kosten moeten feitelijk zijn gerealiseerd; het saldo van de resterende exploitatie moet positief zijn, dan wel dat er bij een negatief saldo een voorziening ten laste van de te nemen winst is gevormd. Overigens kunnen zich situaties voordoen waarbij bij de winstneming wordt afgeweken van de hier genoemde randvoorwaarden, bijvoorbeeld in situaties dat de verslagleggingvoorschriften afwijkende bepalingen bevat inzake de winstneming. De genomen winst wordt gestort in de Risicobuffer Grondexploitaties. Vanuit de grondexploitatie worden de kosten van het gemeentelijk personeel gedekt, waarbij de bijdrage vanuit de grondexploitatie aan het concern is gebaseerd op de omvang van de ontwikkelingen in de grondexploitatie. Uitgangspunt hierbij is dat alle personele kosten gedekt worden voor zover deze zijn toe te rekenen aan de grondexploitatie. -
-
Resultaten grondexploitatie In dit onderdeel wordt inzicht verschaft in de resultaatverwachting van de grondexploitatie zoals deze blijkt uit de jaarrekening 2014 in vergelijking met de financiële situatie zoals vastgelegd in de laatste begroting. De belangrijkste verschillen worden hierbij nader verklaard. Resultaatverwachting grondexploitatie De grondexploitatie is opgebouwd uit een aantal complexen. Voor deze complexen wordt 2 keer per jaar op basis van de uitgangspunten van de vastgestelde bestemmingsplannen een prognose gemaakt van de te verwachten resultaten. De frequente actualisatie van de exploitatieopzetten waarborgt een continu inzicht in de financiële positie van de grondexploitatie. In het onderstaande overzicht blijkt welke resultaten worden verwacht van de ‘lopende’ complexen, volgens de meest recente prognose. Deze resultaten zijn op basis van de contante waarde.
Saldo contante waarde: saldo eindwaarde veelal uitgedrukt in de geldwaarde van vandaag (of een ander nader aan te geven datum); Saldo eindwaarde: saldo van kosten en opbrengsten op einddatum van de exploitatie, rekening houdend met alle rentekosten en -opbrengsten en kosten- en opbrengstenstijgingen gedurende de looptijd van het project.
In deze paragraaf wordt geen rekening gehouden met de niet in exploitatie zijnde gronden. De complexen Kanaalzone en Du Commerce zijn terug te vinden op de balans bij de jaarrekening. Jaarlijks worden deze complexen ten tijde van de jaarrekening getaxeerd en wordt op het moment dat de taxatiewaarde van een complex lager is dan de boekwaarde afgewaardeerd naar de taxatiewaarde van het betreffende complex. De huidige boekwaarde van deze gronden is € 2.639.500 per 1-1-2015.
153
Prognose resultaten grondexploitatie op contantewaarde (in €; + = winst; - = verlies) voor begroting2015 en jaarrekening 2014 en eindwaarde voor jaarrekening 2014. Complex Prognose Prognose Prognose Resultaatontwikkeling Jaarrekening Jaarrekening Begroting CW Contante Waarde 2014 Eindw 2014 CW De Beemd Grinthuizen Wagenaarplein Meidoornlaan Vitatron Totaal winstgev. Bloemersterrein Da Costa Dr Visserstraat Nimmer Dor Beekhuizen Totaal verliesgev. Totaal Voorziening verliesgevende complexen
1.836.925 464.254 0 100.408 21.680 2.423.267
1.765.595 455.150 0 98.439 20.029 2.339.214
1.765.595 414.984 99.300 99.376 14.005 2.393.260
0 40.167 -99.300 -937 6.024 -54.046
-1.763.209 -320.605 -28.309 -997.063 -946.171 -4.055.357
-1.694.741 -314.319 -27.210 -958.346 -927.619 -3.922.235
-1.691.444 -287.357 0 -933.114 -899.563 -3.811.478
-3.297 -26.962 -27.210 -25.232 -28.056 -110.757
-1.632.090 4.055.357
-1.583.021
-1.418.218
-164.803
Algemene toelichting De toelichting op de resultaatontwikkeling vindt plaats op de contante waarde. Dit op grond van het uitgangspunt in de beleidsnota grondbeleid 2010 Rheden. Uit het bovengenoemd overzicht op contante waarde blijkt dat volgens de jaarrekening 2014 een totaal negatief resultaat op de lopende complexen wordt verwacht van € 1.583.021. Deze uitkomst is € 164.803 negatiever dan de raming volgens de begroting 2014, welke uitkwam op € 1.418.218 negatief. Het totaalsaldo op eindwaarde is € 1.632.090 negatief (begroting 2014: € 1.482.647 negatief), waarbij opgemerkt dat het totaalbedrag voor verliesgevende complexen (€ 4.055.357) wordt afgedekt door de voorziening verliesgevende complexen grondexploitatie. De resultaatontwikkeling per complex wordt hieronder nader toegelicht. Resultaat per complex Resultaatontwikkeling per complex gesplitst in voordelen en nadelen op contante waarde Complex Positief Negatief De Beemd Grinthuizen Bloemersschool Da Costa Wagenaarplein Dr Visserstraat Meidoornlaan Vitatron Nimmer Dor Beekhuizen Totaal Saldo
0 40.167 -3.297 -26.962 -99.300 -27.210 -937 6.024 -25.232 -28.056 46.191
154
-210.994 -164.803
De negatievere resultaten op contante waarde ten opzichte van de begroting voor de exploitaties Nimmer Dor, Da Costa en Beekhuizen zijn te wijten aan het later uit geven van de grond. Voor Grinthuizen heeft de verkoop van de Mul meer opgebracht dan geraamd waardoor het resultaat ruim € 40.000,- positiever is geworden. De resultaatverslechtering voor het Wagenaarplein betreft de overboeking van het positieve resultaat op de grondexploitatie naar de Risicobuffer Grondexploitaties (winstneming).
De nieuwe grondexploitatie Dr. De Visserstraat start met een negatief resultaat van € 27.200,-. Dit is ook aangegeven in het collegebesluit van 14-10-2014. De oorzaak ligt in een lagere grondprijs dan in eerste instantie was bepaald door een onafhankelijke taxateur. Toelichting resultaat grondexploitatie en opbouw bufferreserve grondexploitatie De bufferreserve is in 2010 ingesteld en heeft per 1-1-2014 een positief saldo van € 147.610. Er vinden een aantal mutaties plaats. Op basis van de prognoses overeenkomstig de BBG van de begroting 2015 dient een toevoeging aan de voorziening plaats te vinden voor een bedrag van € 15.318. De verliesgevende grondexploitaties zijn op eindwaarde namelijk gedaald van € 3.945.347 negatief ten tijde van de jaarrekening 2013, tot € 3.960.665 negatief in de begroting 2015. De verliesgevende exploitaties zijn in deze jaarrekening 2014 verder gestegen tot € 4.055.357. Hierdoor dient een nadere toevoeging aan de voorziening plaats te vinden van € 94.693. Beide toevoegingen worden gedekt uit de risicobuffer grondexploitatie. De voorziening komt daarmee op € 4.055.357 en dekt daarmee de verliesgevende exploitaties af. Verder heeft een onttrekking plaatsgevonden om het verschil tussen boekwaarde en taxatiewaarde voor Du Commerce en de Kanaalzone te dekken Het complex Wagenaarplein is afgesloten. De winst van deze exploitatie is toegevoegd aan de bufferreserve. Er is een duurzaamheidreserve toegevoegd aan de bufferreserve. Met Reinbouw is overeengekomen dat zij een bedrag krijgen voor het bouwen van woningen met een scherpere EPC norm dan wettelijk noodzakelijk is. Hiervoor krijgt Reinbouw een bijdrage welke uit deze reserve betaald wordt. Door bovengenoemde onttrekkingen en toevoegingen wordt het nieuwe saldo van de risicobuffer € 99.142. Ontwikkeling bufferreserve: Saldo 1-1-2014 Toevoeging winst afsluiten complex Wagenaarplein
147.610 90.345
Toevoeging duurzaamheidreserve Nimmer Dor Toevoeging diverse verkopen
100.000 23.799
Onttrekking ten bate voeding voorziening begroting Onttrekking ten bate voeding voorziening jaarrekening
-15.318 -94.693
Onttrekking taxatieverschil Du Commerce Onttrekking taxatieverschil Kanaalzone
-12.109 -138.868
Onttrekking kosten Imboslaan
-1.624
Saldo per 1-1-2015
99.142
155
De verwachte resultaten zijn in zijn geheel en per complex uiteengezet. Hierbij is sprake van zowel winstgevende als verliesgevende complexen. Dit op basis van de algemeen aanvaarde grondslagen van resultaatbepaling. Voor alle verliesgevende deelcomplexen die in exploitatie zijn genomen zijn voorzieningen gevormd. In het onderstaande overzicht blijkt in chronologische volgorde wanneer de winsten volgens de jaarrekening 2014 gerealiseerd zullen worden. Hierbij zijn de winsten op eindwaarde verwerkt, omdat bij de afwikkeling van het complex het resultaat op eindwaarde zal worden gerealiseerd.
Realisatie winsten (winstneming) per deelcomplex op eindwaarde, (afgeronde bedragen) Jaar Deelcomplex Verwacht resultaat Winstgevende complexen 2016
Grinthuizen Meidoornlaan
2017
De Beemd
2019
Vitatron
464.254 100.408 1.836.925 21.680
Subtotaal
2.423.268
Verliesgevende complexen in exploitatie
-4.055.357
Uit het bovenstaande overzicht blijkt dat voor de komende jaren in totaal € 2,42 miljoen aan winstneming kan worden verwacht. Deze winstverwachting komt ongeveer overeen met de winstverwachting tijdens de begroting 2014. De winstverwachting is sterk afhankelijk van de economische ontwikkelingen. Bovendien is een aantal risico’s te benoemen (zie onder risico’s) die een effect hebben op de winstverwachting. Uit het overzicht blijkt eveneens dat voor de verliesgevende complexen in exploitatie een totaal verlies wordt verwacht van ongeveer € 4,06 miljoen. Voor dit bedrag is een voorziening gevormd conform de voorschriften uit de BBV. Risico’s Exploitatie van bouwgrond gaat per definitie gepaard met risico’s. De volgende risico’s kunnen worden genoemd: • nationale en regionale marktomstandigheden betreffende woningbouw en bedrijventerreinen; • (verwachte) overheidsmaatregelen (zoals milieuvoorschriften, ruimtelijke ordening, subsidiemogelijkheden); • prijsontwikkeling in onder andere de bouwsector; • procedures die moeten worden doorlopen en de resulterende (mogelijk lange) doorlooptijd; • claimgevoeligheid (onder andere planschade); • algemene economische ontwikkeling; • invloed van provincie en rijksoverheid op gewenste woningbouwprogramma’s en uitgifte van bedrijventerreinen.
156
Binnen bepaalde marges zijn de risico’s beheersbaar. Inherent aan een bouwgrondexploitatie is altijd het meerjarig karakter. Om dit proces goed te kunnen beheersen is het noodzakelijk voordurend inzicht te hebben in de ontwikkeling van baten en lasten. Op grond van een analyse van de risico’s zijn de volgende verhoogde risico’s te benoemen: •
•
Als algemeen risico kan worden vermeld dat er tussentijds als gevolg van (inspraak) procedures, wetswijzigingen e.d. plannen inhoudelijk aangepast zullen moeten worden. De financiële effecten hiervan kunnen een negatieve invloed hebben op de zelfvoorzienendheid van de grondexploitatie. Wanneer de niet in exploitatie genomen gronden in exploitatie genomen worden kunnen deze verliesgevend zijn. Op dat moment zal een extra voorziening getroffen dienen te worden. Dit hangt af van de uiteindelijke plannen voor deze gronden.
157
158
viii. Bezuinigingen Inleiding De paragraaf bezuinigingen heeft als doel zicht te houden op de voortgang van bezuinigingsmaatregelen, zoals die door uw raad in de afgelopen jaren zijn besloten. Ontwikkelingen die effect hebben op de realisatie van de bezuinigingsmaatregel worden vermeld bij het betreffende besluit. De bezuinigingen uit Minderen met Beleid voor de jaren 2012 t/m 2014, zoals vastgesteld bij de Programmabegroting 2012, zijn voor het merendeel gerealiseerd. Dit geldt ook voor de bezuinigingen uit de dekkingsplannen 2013 en 2014. In deze paragraaf worden alleen de bezuinigingen toegelicht, die nog niet of gedeeltelijk zijn gerealiseerd. Voor het volledige overzicht van de gerealiseerde bezuinigingen verwijzen we u naar de paragraaf bezuinigingen in de bestuursrapportage 2014. De bezuinigingen vanaf 2015 worden in de paragraaf bezuinigingen in de Voorjaarsnota 2015 toegelicht.
Voortgang bezuinigingen Minderen Met Beleid 2012 t/m 2014:
Toelichting gerealiseerde bezuinigingen Minderen Met Beleid (t/m 2014).
Programma
Product
6
286
2012
Niet verd ink/uitg sportbedrijf
2013 -
2014
45.000
2015
45.000
45.000
Formatie in fte in € 0,50
45.000
Sportbedrijf (0,5 fte): Ten aanzien van het openluchtbad Rheden zijn een aantal beheersmaatregelen getroffen in samenwerking met zwemvereniging PFC en de stichting “Behoud zwembad Rheden” om tot een structurele bezuiniging van € 45.000 per jaar te komen. Deze is in 2013 gerealiseerd en verwerkt in de begroting van het sportbedrijf, door een reductie van de formatie met 0,5 fte en een hogere opbrengst vanuit de verhuur van sportlocaties. Niet, of gedeeltelijk, gerealiseerde bezuinigingen (2012 t/m 2014): Programma
Product
2012
2013
2014
2015
Formatie in fte in €
Wettelijk - JA 1
72
6
258
Programma
Verkiezingen
-
-
5.500
5.500
-
-
Leerlingenvervoer
-
15.000
15.000
15.000
-
-
2014
2015
300.000
300.000
Product
2012
2013
Formatie in fte in €
niet wettelijk - JA 3
20
Directie
-
-
3,00
Toelichting niet, of gedeeltelijk, gerealiseerde bezuinigingen ( 2012 t/m 2014):
159
300.000
Wettelijke taken Verkiezingen: Bij deze bezuiniging wordt ervan uitgegaan dat het aantal stembureaus verminderd kan worden van 27 naar 16. Dat was in 2014 niet aan de orde. Daarom is bij de Voorjaarsnota 2014 de taakstelling al incidenteel afgeraamd. Vermindering van het aantal stembureaus is alleen mogelijk als vanaf 2015 elektronisch kan worden gestemd. Uw raad heeft inmiddels besloten definitief van deze bezuinigingsopdracht af te zien. We zullen dit verwerken in de Voorjaarsnota 2015. Leerlingenvervoer: Er is een berekening gemaakt wat het financieel voordeel zou zijn bij gebruik van centrale opstapplaatsen voor alleen de SBO-scholen. De berekening was op basis van het aantal leerlingen dat destijds met de taxi naar de SBO-scholen vervoerd werden. In theorie zou het financieel voordeel €15.000 per schooljaar zijn. Nadat een jaar gewerkt is met de opstapplaatsen is duidelijk geworden dat dit bedrag niet gehaald is. Het afgelopen schooljaar is € 10.000 bespaard met deze maatregel. De verklaring hiervoor is dat bij de berekening één opstapplaats per kern is gehanteerd. Later bleek dit praktisch niet haalbaar te zijn. Er is toen gekozen voor afstandscriteria van 600 meter loopafstand tussen woning en opstapplaats. Daardoor zijn er meer opstapplaatsen per kern ingevoerd als oorspronkelijk beoogd. De consequentie is dat de bezuiniging niet geheel wordt gerealiseerd en leidt tot structurele verhoging van het budget leerlingenvervoer met €5.000. Deze aanpassing zullen we in de Voorjaarsnota 2015 verwerken. Niet wettelijke taken Directie (3,0 fte): In de bestuursrapportage 2014 is reeds gemeld dat een deel van de bezuiniging op het management in 2014 niet wordt gerealiseerd i.v.m. afbouw verplichtingen. In 2015 wordt het resterende bedrag van de bezuiniging geheel gerealiseerd.
Bezuinigingen 2014 uit het dekkingsplan 2014 Programma
Product
2014
2015
2016
2017
Formatie in fte in €
6
259
Logopedie
27.150
27.150
27.150
27.150
0,46
6
282
Sleutelbeheer sporthallen/ uitbesteden schoonmaakbeheer
46.000
66.000
66.000
66.000
1,00
Logopedie: Door vermindering van de formatie met 0.46 fte vanwege pensionering van een medewerker per september 2014 zou een bezuiniging gerealiseerd moeten worden van € 27.150 structureel vanaf 2014. Omdat de pensionering pas met ingang van september in is gegaan wordt de bezuiniging in 2014 niet volledig gerealiseerd (€ 7.000). Vanaf 2015 zal de bezuiniging wel volledig gerealiseerd kunnen worden. Sleutelbeheer sporthallen/uitbesteden schoonmaakbeheer: De taakstelling voor 2014 is gerealiseerd door personeelsreductie en bezuiniging binnen de totale exploitatie binnen het sportbedrijf. Het aantal toezichturen in de accommodaties is in 2014 teruggebracht, waardoor in een aantal gevallen geen beheer meer aanwezig is tijdens verhuur. Structureel is een bezuiniging van € 49.000 gerealiseerd. Voor 2015 resteert nog een taakstelling van € 17.000.
160
(Nog) niet gerealiseerde bezuinigingen (dekkingsplan 2014) Programma
Product
3
40
Catering
4
999
4
2014
2015
2016
2017
110.782
45.782
45.782
45.782
Vastgoed exploitatie - Axxerion
56.000
56.000
56.000
56.000
999
Vastgoed exploitatie - Energie
26.000
26.000
26.000
26.000
4
999
Vastgoed exploitatie - fiscaal
210.000
10.000
10.000
10.000
9
323
Bijzondere bijstand
35.000
50.065
50.065
50.065
29
Leges burgerzaken
14.800
14.800
14.800
14.800
10
Formatie in fte in €
1,00
Toelichting bezuinigingen dekkingsplan 2014 nog te realiseren: Catering: De bezuiniging op de catering wordt in 2014 niet gerealiseerd zoals reeds gemeld in de Voorjaarsnota 2014. Een besparing op de uitgaven is voor een deel gerelateerd aan de aanbesteding. Dit traject is inmiddels afgerond en per 1 september 2014 is de nieuwe cateraar gestart. Met de afgesproken, vaste aanneemsom realiseren we een besparing op een (deel van) de cateringkosten. Echter zien we door de invoering van 3D een forse toename van het aantal medewerkers en uitbreiding van voorzieningen op meerdere nevenlocaties. De verwachting is dat ook vanaf 2015 de bezuiniging niet gerealiseerd kan worden. Bij de Voorjaarsnota 2015 zal gemeld worden hoe de cateringkosten zich gaan ontwikkelen. Vastgoed exploitatie – Axxerion: De professionalisering van het vastgoed is in ontwikkeling door o.a. het uitbreiden van Axxerion met een aantal modules. Zoals gemeld in de Voorjaarsnota 2014 is de komende twee jaar nog nodig om op termijn deze bezuiniging te kunnen realiseren. De bezuiniging is in 2014 niet gerealiseerd. Ook in 2015 en 2016 is deze bezuiniging niet realiseerbaar. Dit is verwerkt in programmabegroting 2015. Met ingang van 2017 is de bezuiniging wel ingeboekt. Vastgoed exploitatie – Energie: In het derde en vierde kwartaal 2014 is er in G5 verband een aanbesteding georganiseerd en is er per 1 januari 2015 een andere leverancier. De resultaten van de aanbesteding worden voor 2015 per (gemeentelijk) gebouw in beeld gebracht en verwerkt. In de voorjaarsnota 2014 is reeds gemeld dat de bezuiniging 2014 niet gerealiseerd wordt. Met ingang van 2015 gaan we ervan uit dat de bezuiniging wel gerealiseerd zal worden. In de Voorjaarsnota 2015 zal over de realisatie nader worden gerapporteerd. Vastgoed exploitatie – Fiscaal: Zoals in de Voorjaarsnota 2014 vermeld moet uit (extern) onderzoek blijken of de gemeente Rheden in aanmerking kan komen voor het toepassen van het BTW-sportbesluit. Dat zou een (aanmerkelijk) btw compensatievoordeel kunnen opleveren. Die pogingen zijn in het laatste kwartaal van 2014 gestaakt, mede omdat we in de huidige situatie (nog) niet aan de voorwaarden voor het sportbesluit (gelegenheid geven tot sportbeoefening), conform alle voorwaarden die de fiscus daarbij stelt, voldoen. Intussen staat het hele BTW-sportbesluit op landelijk niveau onder druk. Vooralsnog blijkt, dat de ‘bezuiniging’ nog niet kan worden gerealiseerd. Overigens is het beoogde voordeel voor herontwikkeling / inrichting van de Noordzijde van sportpark Het Nieuwland niet meer aan de orde, hiervoor zijn in het coalitieakkoord 2014-2018 middelen beschikbaar gesteld. Mocht de gemeente Rheden alsnog in aanmerking komen voor toepassing van het BTW-sportbesluit zal er sprake zijn van een daadwerkelijke bezuiniging. Bijzondere bijstand: Uit de praktijk is gebleken dat het zittend bestand niet in één keer is over te nemen. De afgelopen maanden hebben voornamelijk in het teken gestaan van het voeren van gesprekken met mensen die nu nog onder bewindvoering zijn en waarvan aangenomen wordt, dat deze mensen overgeheveld
161
kunnen worden naar de gemeente. De gesprekken zijn gevoerd met zowel de inwoners als met hun bewindvoerders. Een deel van deze gesprekken moet nog plaatsvinden. Vaak verschijnen de mensen niet op de afspraak. Gekeken zal worden of een andere werkwijze op dit onderdeel gewenst is. Voor 2014 kan dan ook worden geconcludeerd dat de bezuinigingstaakstelling niet wordt gerealiseerd. Opgemerkt moet worden dat van de nieuwe aanmeldingen een grote groep wel gebruik maakt van het aanbod gemeentelijk budgetbeheer. Leges burgerzaken (bewindvoering): In het dekkingsplan 2014 is vermeld, dat deze bezuiniging onder andere gerealiseerd zou worden door verhoging van de trouwleges, verhoging leges GBA en afschaffing paspoorttarief jeugdigen. Deze maatregelen zijn in 2014 doorgevoerd waardoor de bezuiniging wordt gerealiseerd. Vanwege autonome ontwikkelingen zien we echter een afname van de legesinkomsten door minder af te geven documenten en gewijzigde rijksleges. Deze bezuiniging wordt dan ook niet gerealiseerd. In de programmabegroting 2015 is rekening gehouden met deze ontwikkeling.
162
Jaarrekening
163
Overzicht baten en lasten in de jaarrekening 2014 (Bedragen * 1000) Begroting 2014 primitief Lasten
Baten
Begroting 2014 na wijziging
Saldo
Lasten
Baten
Werkelijk 2014
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
1 Bestuur
3.029
0
-3.029
3.080
0
-3.080
2.939
47
-2.892
2 Veiligheid
3.310
39
-3.271
3.398
39
-3.359
3.255
40
-3.215
18.879
15.531
-3.348
20.674
16.103
-4.571
19.642
16.386
-3.256
4.242
2.981
-1.261
6.095
3.056
-3.039
7.881
2.829
-5.052
20.267
1.704
-18.563
20.608
1.760
-18.848
20.340
1.971
-18.369
7.780
1.360
-6.420
7.837
1.402
-6.435
7.813
1.514
-6.299
14.465
985
-13.480
13.984
1.585
-12.399
12.681
1.447
-11.234 -2.538
3 Organisatie en dienstverlening 4 Ruimtelijke ontwikkeling 5 Openbare ruimte 6 Onderwijs, jeugd en sport 7 Welzijn 8 Recreatie, Kunst en Natuur
2.548
91
-2.457
2.659
91
-2.568
2.676
138
29.627
21.636
-7.991
32.331
22.301
-10.030
32.098
23.029
-9.069
5.204
64.176
58.972
5.362
66.043
60.681
3.502
64.621
61.119
109.351
108.503
-848
116.028
112.380
-3.648
112.827
112.022
-805
1 Bestuur
0
4
4
0
29
29
54
32
-22
2 Veiligheid
0
0
0
0
77
77
0
73
73
101
215
114
101
2.364
2.263
249
978
729
2.610
150
-2.460
2.610
2.615
5
849
2.778
1.929
0
339
339
0
1.173
1.173
98
1.176
1.078
368
38
-330
268
356
88
195
316
121
0
0
0
0
326
326
0
135
135
9 Werk & Inkomen 10 Dekkingsmiddelen Gerealiseerde totaalsaldo van baten en lasten
Mutatie reserves
3 Organisatie en dienstverlening 4 Ruimtelijke ontwikkeling 5 Openbare ruimte 6 Onderwijs, jeugd en sport 7 Welzijn 8 Recreatie, Kunst en Natuur
0
0
0
70
188
118
123
195
72
9 Werk & Inkomen
0
400
400
30
863
833
152
435
283
10 Dekkingsmiddelen Totaal mutaties reserves Gerealiseerd resultaat
489
281
-208
1.546
281
-1.265
1.546
281
-1.265
3.568
1.427
-2.141
4.625
8.272
3.647
3.266
6.399
3.133
112.919
109.930
-2.989
120.653
120.652
-1
116.093
118.421
2.328
(+ voordelig resultaat, - nadelig resultaat)
Bij de programmaverantwoording wordt een analyse gegeven van de afwijkingen tussen de begroting na wijziging en de jaarstukken.
164
Begrotingsrechtmatigheid In het kader van de begrotingsrechtmatigheid is voorgeschreven dat het college een toelichting opneemt in de jaarrekening voor de programma’s waar in werkelijkheid een nadelige afwijking ten opzichte van de begroting (inclusief wijzigingen) is ontstaan. Dit voorschrift geldt alleen voor de lasten. Hieronder is deze toelichting voor de betreffende programma’s opgenomen.
Programma 4: Ruimtelijke Ontwikkeling De begrote lasten (inclusief wijzigingen) bedragen € 6.095.088, de werkelijke lasten bedragen € 7.881.146. De hogere lasten bedragen per saldo € 1.786.057 Het nadelige saldo wordt veroorzaakt door lasten ten behoeve van de grondexploitatie (1.362.000), lasten in het kader van het programma Cultuur en erfgoed (254.000), lasten voor instandhouding gemeentelijke monumenten (90.000) en lasten voor het project geschiedenis in verhalen (81.000) De grondexploitatie is niet in de exploitatie begroting meegenomen om dat deze zelfvoorzienend is. Dit is bestaand beleid. Een toelichting op de mutaties wordt gegeven in de paragraaf grondbeleid. De lasten voor het programma cultuur en erfgoed en de instandhouding monumenten worden gedekt door subsidies van de provincie. Het project geschiedenis in verhalen wordt gedekt door subsidies van de provincie, het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling en door bijdrage van andere gemeenten.
Programma 8 Recreatie, Kunst en Cultuur De begrote lasten ( inclusief wijzigingen ) bedragen € 2.659.203. De werkelijke lasten bedragen € 2.676.000. Het nadelige verschil van € 16.797 betreft uitgaven voor de uitvoering van bestaand beleid.
Aanwending bedrag voor onvoorzien In 2014 is er geen bedrag meer geraamd voor niet voorziene structurele uitgaven. Voor niet voorziene incidentele uitgaven is in de begroting 2014 een bedrag geraamd van € 75.000. Conform artikel 28 van het BBV wordt hier inzicht gegeven in de besteding van dit bedrag in 2014:
Budget onvoorzien In 2014 zijn de volgende bedragen t.l.v. deze post geraamd: -
€ 75.000
Verkenning spoorwegovergangen Promotiefilm Veluwe
€ 15.000 € 7.500
Restant budget onvoorzien
€ 52.500
165
Incidentele baten en lasten Het volgende overzicht betreft de incidentele baten en lasten in de jaarrekening 2014, niet zijnde incidentele afwijkingen op structurele budgetten. Programma 1. Bestuur kosten belasting samenwerking mutatie reserves overig
Baten 28.247 25.553 1.183
Lasten
Programma 2. Veiligheid wijkveiligheid/straatcoaches rampenoefening overig mutatie reserves
Baten 125.000 50.000 22.500
Lasten
Programma 3. Organisatie en dienstverlening organisatieontwikkeling regionale samenwerking kosten decentralisatie afkoop opstalrecht doorontwikkeling KCC automatisering overig mutatie reserves
Baten 129.800 24.336 106.387 42.000 142.162 160.000 46.950
-72.500
Programma 4. Ruimtelijke ontwikkeling proj. Geschiedenis in verhalen restauratie kerktorens Project stationsomgeving overig mutatie reserves
Lasten
-828.815 Baten 80.824 293.184 1.286.500 4.300
Lasten -80.824
-2.383.069
Programma 5. Openbare ruimte extra afschrijvingslasten Buurtplannen Project Rheden duurzaam Projectkstn MRA ism Stadsregio duurzaam energiebedrijf landgoed middachten Energiebesparende maatregelen Overig mutatie reserves
Baten 742.137 45.000 61.881 48.316 29.060 119.355 19.454
Lasten
-48.316 -29.060 -119.355 -987.262
Programma 6. Onderwijs, jeugd en sport kosten decentralisatie asbest sanering zwembad overig mutatie reserves
Baten 25.415 77.478 39.899
Lasten
-281.550
Programma 7. Welzijn inhuur de kanteling mutatie reserves
Baten 262.478
Lasten -134.790
166
Programma 8. Recreatie, kunst en cultuur bijdrage podiumkunsten extra afschrijvingslasten overig mutatie reserves
Baten 25.000 84.008 10.615
Programma 9. Werk en inkomen inv. Decentralisatie overig mutatie reserves
Baten 26.543 33.667
Lasten
-10.615 -145.378 Lasten
-282.667
Programma 10. Dekkingsmiddelen afboeking boekwaarde ivm verkoop afboeking boekwaarde activa verkoop gebouwen/groenstroken overig mutatie reserves
Baten 285.361 244.945
Lasten
-591.813 -15.014 1.546.091
Structurele toevoegingen en onttrekkingen aan de reserves Programma 3. Organisatie en dienstverlening Reserve onderhoud gebouwen
Programma 4. Ruimtelijke ontwikkeling
Toevoegingen
Onttrekking
101.000
11.236
Toevoegingen
Onttrekking
Reserve Woongebieden Reserve Dorpsvisie
302.000 261.000
13.000
Totaal
664.000
24.236
167
168
Balans en toelichting
169
Balans per 31 december ACTIVA
Omschrijving
2014
2013
265.209 265.209
277.661 277.661
102.557.080 51.349.156 37.760.307 12.757.557 690.060
99.574.550 52.021.917 34.778.152 12.084.421 690.060
4.874.562
5.355.338
608.767
608.767
0 1.948.533 2.017.262 300.000
0 1.948.533 2.798.038 -
107.696.851
105.207.549
Voorraden Niet in exploitatie genomen bouwgronden Onderhanden werk (bouwgronden in exploitatie)
5.047.841 2.639.499 2.408.342
5.428.810 3.135.268 2.293.542
Uitzettingen < 1 jaar Debiteuren Vorderingen op openbare lichamen RC-verhoudingen met niet-financiële instellingen Overige vorderingen
10.163.503 1.868.819 412.516 48.239 7.833.929
10.558.975 3.096.911 561.774 47.162 6.853.128
1.705 0 1.171.473
1.923 0 443.430
Totaal vlottende activa
16.384.522
16.433.138
TOTAAL ACTIVA
124.081.373
121.640.687
Vaste activa Immateriële vaste activa Kosten van onderzoek en ontwikkeling van activa Materiële vaste activa Economisch nut Economisch nut waarvoor heffing kan worden geheven Maatschappelijk nut in openbare ruimte In erfpacht uitgegeven
Financiële vaste activa Kapitaalverstrekkingen aan: - deelnemingen Leningen aan: - woningbouwcorporaties - deelnemingen Overige langlopende leningen Bijdragen aan activa in eigendom van derden Totaal vaste activa Vlottende activa
Liquide middelen (kas) (bank) Overlopende activa
170
PASSIVA
Omschrijving
2014
2013
51.450.283
55.093.187
29.622.598 19.499.471 2.328.214
23.597.390 22.599.595 8.896.202
9.100.498
7.490.020
46.367.175
41.462.830
46.363.025 4.150 -
41.453.780 9.050 -
106.917.956
104.046.037
15.155.272 230.881 8.011.554 0 6.912.837
15.489.782 364.054 7.903.348 5.000.000 2.222.380
2.008.145
2.104.868
17.163.417
17.594.650
124.081.373
121.640.687
Vaste passiva Eigen vermogen Reserves: - algemene reserve - bestemmingsreserves Gerealiseerd resultaat
Voorzieningen
Vaste schulden > 1 jaar Onderhandse leningen: - binnenlandse pensioenfondsen en verzekeringsinstellingen - binnenlandse banken en overige financiële instellingen - overige binnenlandse sectoren Waarborgsommen Overige schulden met een looptijd > 1 jaar
Totaal vaste passiva Vlottende passiva Vlottende schulden < 1 jaar Crediteuren RC-verhoudingen met niet-financiële instellingen Overige crediteuren Kasgeldleningen/deposito"s Bank en Girosaldi
Overlopende passiva
Totaal vlottende passiva
TOTAAL PASSIVA
Garantstellingen
674.151
171
1.071.625
Toelichting op de balans De gehanteerde uitgangspunten bij het opstellen van de jaarrekening hebben achtereenvolgens betrekking op:
Toepassing Besluit Begroting en Verantwoording De jaarrekening 2014 is opgesteld met inachtneming van het “Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten” van 17 januari 2003 (Staatsblad nr. 29 van 11 februari 2003), inclusief de daarop reeds besloten wijzigingen.
Waarderingsgrondslagen en resultaatbepaling Algemeen In de financiële verordening gemeente Rheden (verordening ex artikel 212 van de Gemeentewet) zijn enkele artikelen opgenomen met betrekking tot waardering en resultaatbepaling. De bepalingen uit de financiële verordening zijn opgenomen in onderstaande grondslagen. Vaste activa Immateriële activa Geactiveerde kosten voor onderzoek en ontwikkeling van een bepaald actief, agio en disagio worden onder de immateriële vaste activa verantwoord. Kosten voor afsluiten van geldleningen worden door de gemeente Rheden niet geactiveerd, maar direct ten laste van de exploitatie gebracht. De voorbereidingskosten voor een bepaald actief worden beschouwd als onderdeel van de verkrijgingsprijs van materiële activa. De afschrijvingstermijn van het geactiveerde materiële actief is geldend voor het totale bedrag.
Materiële vaste activa Dit betreffen investeringen met een meerjarig economisch nut, meerjarig economisch nut waarvoor heffing wordt geheven en een meerjarig maatschappelijk nut. Activa met een meerjarig economisch nut en activa met een meerjarig economisch nut waarvoor heffing wordt geheven zijn opgenomen tegen de boekwaarde. De boekwaarde betreft de verkrijgingsprijs of historische kostprijs verminderd met de reeds vervallen afschrijvingstermijnen. De verkrijgingsprijs of historische kostprijs wordt bruto geactiveerd. Dit betekent dat onttrekkingen uit bestemmingsreserves geen deel uitmaken van de verkrijgingsprijs of historische kostprijs, maar over de gehele looptijd (lineair) worden gecorrigeerd op de berekende afschrijvingslasten. Deze activa komen niet in aanmerking voor extra afschrijving. Investeringen met een economisch nut hebben betrekking op:
De gemeentelijke organisatie: gebouwen waarin gemeentelijke activiteiten zijn ondergebracht; Inventaris, apparatuur, installaties, machines en vervoersmiddelen; Objecten die door de gemeente geëxploiteerd worden: woningen, gebouwen, terreinen, riolering e.d.
Activa met een meerjarig maatschappelijk nut in de openbare ruimte worden onder aftrek van bijdragen van derden, bestemmingsreserves en voorzieningen, ten laste van de exploitatie gebracht. Hiervan kan bij raadsbesluit worden afgeweken. Ingeval van activering wordt het actief afgeschreven conform de hieronder opgenomen tabel. Investeringen met een maatschappelijk nut hebben betrekking op: aanleg en onderhoud van (inrichting van) wegen, watergangen, civiele kunstwerken, (inrichting van) groen, kunstwerken en speelplaatsen. Afschrijving Afschrijving van materiële vaste activa geschiedt in beginsel volgens de lineaire methode. Het startmoment van afschrijvingen is in principe het jaar volgend op het jaar van ingebruikname. Afwijking hiervan is slechts mogelijk bij raadsbesluit, indien hier gegronde redenen voor zijn.
172
Afschrijvingstermijnen Soort investering
Afschrijvingstermijn (in jaren)
Bedrijfseconomisch nut Grondkosten Gebouwen Eerste inrichting en inventaris Eerste inrichting en inventaris schoolgebouwen Centrale verwarmingsinstallaties Noodvoorzieningen onderwijs Apparatuur betaald parkeren Investeringsbijdragen monumenten Restauratie gebouwen Standplaatsen woonwagen Huurwoonwagens Rioleringen Vervoermiddelen, exclusief materiaal brandweer Automatiseringsapparatuur, hardware Automatiseringsapparatuur, software Inventaris/meubelen Vloerbedekking Maatschappelijk nut Grondkosten civieltechnische werken Civieltechnische werken Verharding zandwegen Speelgelegenheden Plantsoenaanleg Verkeersregelinstallaties Aanleg vijvers Lichtmasten Armaturen Abri’s Kunstgrasveld
n.v.t. 40 10-12 15 15 15 8 20-40 20-40 40 n.v.t. 60-80 5-10 3-5 5 10-12 10-12
100 40 10 10 25 15 20 40 20 15 9-10
Financiële vaste activa Onder financiële vaste activa vallen kapitaalverstrekkingen, verstrekte leningen en bijdragen aan activa van derden. Waardering geschiedt tegen nominale waarde (verstrekte waarde verminderd met aflossingen) en afschrijving vindt alleen plaats indien sprake is van duurzame waardevermindering.
173
Vlottende activa
Voorraden
Nog niet in exploitatie genomen gronden worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs, vermeerderd met de toegerekende kosten en rente. Hierbij geldt als bovengrens de marktwaarde. De voorraden grond in exploitatie zijn gewaardeerd tegen de vervaardigingswaarde. De ontvangen verkoopopbrengsten worden in mindering gebracht op de boekwaarde. Bij een verliesgevend plan wordt voor het gecalculeerde verlies een voorziening gevormd. Deze voorziening is met ingang van 2006 in mindering gebracht op de boekwaarde van de bouwgronden in exploitatie (onderhanden werk). In de Nota Grondbeleid 2010 zijn de financiële uitgangspunten in relatie tot de grondexploitatie opgenomen. Naast de uitgangspunten betreffende de raming van de inkomsten en uitgaven zijn hierbij tevens de financiële kaders in beeld gebracht. Een belangrijk uitgangspunt is dat de grondexploitatie zelfvoorzienend moet zijn. Verliesgevende complexen dienen hierbij te worden gedekt door winstgevende complexen, zodanig dat de grondexploitatie zich zelf kan bedruipen (zelfvoorzienendheid) en geen beslag op de algemene middelen behoeft te worden gelegd. De boekwaarde wordt bij de beëindiging van het plan afgewikkeld ten gunste of ten laste van bestemmingsreserve risicobuffer grondexploitatie.
De voorraden van gereed product zijn gewaardeerd tegen historische kostprijs en gebaseerd op de geïnventariseerde hoeveelheid per balansdatum.
Vorderingen De vorderingen zijn gewaardeerd tegen de nominale waarde, onder aftrek van eventuele voorzieningen wegens oninbaarheid. De voorziening wordt bepaald op basis van een statische beoordeling van de debiteuren algemeen en debiteuren belastingen. Voor de debiteuren sociale zaken is het oninbaarheidspercentage vastgesteld op 75%.
Overige vlottende activa De overige vlottende activa zijn gewaardeerd tegen de nominale waarde.
Vaste passiva
Reserves Reserves worden gevormd conform de door de raad genomen besluiten. Dit geldt eveneens voor de toevoegingen en onttrekkingen. Belangrijke afwijkingen zijn vermeld in de toelichting op de balans. Bestemmingsreserves zijn de voor een specifiek doel afgezonderde bestanddelen van het eigen vermogen.
Voorzieningen Voorzieningen worden gevormd wegens: a. verplichtingen en verliezen waarvan de omvang op de balansdatum onzeker is, doch redelijkerwijs te schatten;
174
b. op de balansdatum bestaande risico’s ter zake van bepaalde te verwachten verplichtingen of verliezen waarvan de omvang redelijkerwijs is te schatten; c. kosten die in een volgend begrotingsjaar zullen worden gemaakt, mits het maken van die kosten zijn oorsprong mede vindt in het begrotingsjaar of in een voorafgaand begrotingsjaar en de voorziening strekt tot gelijkmatige verdeling van lasten over een aantal begrotingsjaren. d. Op basis van de aangepaste BBV (art. 44 lid 2) is de reserve riolering omgezet naar de voorziening riolering (middelen derden).
Langlopende schulden De langlopende schulden zijn gewaardeerd tegen de nominale waarde.
Vlottende passiva De waardering van de vlottende passiva gebeurt op nominale waarde. Met ingang van 2008 worden ontvangen voorschotbedragen van Europese en Nederlandse overheidslichamen voor uitkering met een specifiek bestedingsdoel, die dienen ter dekking van lasten in volgende begrotingsjaren, afzonderlijk verantwoord onder de overlopende passiva.
Grondslagen resultaatbepaling Deze grondslagen zijn grotendeels ontleend aan de waarderingsgrondslagen. Voor het overige geldt dat de lasten en baten worden toegerekend aan het jaar waarop deze betrekking hebben. Alle lasten en baten, die betrekking hebben op het boekjaar en tijdens het opstellen van de jaarrekening bekend zijn worden in het betreffende verslagjaar verwerkt. Daarbij geldt dat verliezen worden verantwoord op het moment dat ze voorzienbaar zijn en winsten eerst worden verantwoord nadat ze gerealiseerd zijn.
Kosten toerekening De doorberekening van de overhead vindt plaats op basis van voorcalculatorisch tarief. Dit gebeurt deels via tijdschrijven van het ambtelijk apparaat en deels via andere verdeelsleutels. De saldi van de (hulp)kostenplaatsen worden verantwoord op het product saldo kostenplaatsen.
175
Toelichting op de afzonderlijke balansposten Vaste activa Immateriële vaste activa Dit betreft activa die niet stoffelijk zijn en evenmin als financiële vaste activa kunnen worden aangemerkt. Overige immateriële activa Aanschafwaarde 1-1-2014
481.361
Cumulatieve afschrijving t/m 2013
-/-203.700
Boekwaarde per 01-01-2014
277.661
Investeringen
0
Desinvesteringen
0
Afschrijvingen
-/-12.452
Aanschafwaarde 31-12-2014
481.361
Cumulatieve afschrijvingen t/m 2014
216.152
Boekwaarde 31-12-2014
265.209
Materiële vaste activa De vaste materiële activa worden tussen de 5 jaar en 80 jaar afgeschreven. De afschrijvingstermijn van deze investeringen is afhankelijk van de technische levensduur.
Materiële vaste activa Economisch nut Gronden en terreinen Woonruimten Bedrijfsgebouwen Grond-, weg- en waterbouwkundige werken Vervoermiddelen Machines, apparaten en installaties Overige materiële vaste activa
2014 2.362.534 122.298 36.395.510 1.906.043 339.242 2.944.585 7.278.944
2013 2.410.195 134.903 37.364.462 2.034.532 391.946 2.128.241 7.557.638
Economisch nut waarvoor een heffing kan worden geheven Riolering
37.760.307
34.778.152
12.710.048 47.509 690.060 102.557.080
12.034.137 50.284 690.060 99.574.550
Maatschappelijk nut in openbare ruimte Grond-, weg- en waterbouwkundige werken Overige materiële vaste activa In erfpacht uitgegeven
Ingaande de jaarrekening 2014 moeten de rioolinvesteringen (investeringen in economisch nut waarvoor een heffing kan worden geheven) afzonderlijk in de balans worden opgenomen teneinde te voldoen aan de gewijzigde BBV.
176
Het verloop van de materiële vaste activa Boekwaarde per 01-01-2014
99.574.550
Investeringen
8.275.097
Desinvesteringen
293.926
Bijdrage van derden
254.040
Afschrijvingen
4.744.601
Boekwaarde 31-12-2014
102.557.080
De belangrijkste investeringen in 2014 betreffen:
Bredeschool Rheden Buurtcentrum de OASE Renovatie zwembad Rheden Zonnepanelen gemeente huis Zonnepanelen de Bundel Vervanging inventaris sporthal en gymzaal Restauratie 5 kerktorens project Geitenbergweg project Zuider Parallelweg Recon. Faberstraat EO in Dieren Renovatie Groen 2013 project Spankerenseweg project oml. Harderwijkerweg project herinr. Zutphensestraatweg aanleg drainage Karakietstr Project Industrielaan Dieren Project kruispunt Kennedylaan Velp 30 KM zone Beekhuizen Velp Renovatie Groen 2014 Vervanging Lichtmasten 2014 Project Hoofdstraat Velp Zuid verv. Arnhemseweg Rheden project Dorpstraat Herinr. Emmastraat Velp Overige mutaties < € 50.000 Totaal
Investeringen 133.244 700.000 892.881 124.199
54.599 136.421 1.367.309 419.995 556.022 149.015 689.677 224.820 320.465 351.136 448.091 52.316 101.319 215.546 524.230 170.414 130.489 55.938 91.769 365.201 8.275.097
Bijdragen van derden
49.540
184.500
20.000 254.040
Totaal 133.244 700.000 892.881 124.199 0 54.599 86.881 1.367.309 419.995 556.022 149.015 689.677 224.820 320.465 351.136 448.091 -132.184 101.319 215.546 524.230 170.414 130.489 55.938 91.769 345.200 8.021.057
De desinvestering betreft de verkoop van de oude brandweerkazerne in Dieren en de Mauritiusschool in Rheden.
177
Financiële vaste activa Bijdrage activa in eigendom van derden
Kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen
Leningen aan deelnemingen
Boekwaarde 01-01-14 Vermeerderingen Verminderingen Aflossingen Afschrijvingen
0 300.000
608.767
1.948.533
Boekwaarde 31-12-14
300.000
608.767
1.948.533
Overige langlopende leningen
Totaal
2.798.038 43.224
5.355.338 343.224
824.000
824.000
2.017.262
4.874.562
Aflossing
Totaal
3.798 20.000
- 3.798 - 20.000 10.000 - 771.612 4.634 300.000
De vermeerderingen en verminderingen in het verslagjaar zijn: Vermeerdering Geldleningen ambtenaren (studie- en autofinanciering) Lening RIQQ Lening vv Worth Rheden Overname hypothecaire lening Carion Geldleningen ambtenaren (fietslening) Bijdrage Atelier Velp
10.000 33.224 300.000 343.224
771.612 28.590 824.000
- 480.776
De bijdrage Atelier Velp betreft de bijdrage in de realisatie van een podiumvoorziening in Velp zoals besloten op 23 april 2013.
Vlottende activa
Voorraden
Niet in exploitatie genomen gronden Onderhanden werk (bouwgronden in exploitatie) Voorziening verliesgevende complexen Gereed product en handelsgoederen Totaal
178
2014
2013
2.639.499 6.463.699 - 4.055.357
3.135.268 6.238.888 - 3.945.346 0 5.428.810
5.047.841
Niet in exploitatie genomen bouwgronden
Oppervlakte Boekwaarde Complex in m2 per 31-12-13 Investeringen Kanaalzone 47.911 2.908.271 83.033 Du Commerce 12.265 226.997 12.110 Totaal 60.176 3.135.268 95.143
Naar Desgronden in Boekwaarde BW per investeringen exploitatie per 31-12-14 m2 138.802 440.000 2.412.502 50,35 12.110 226.997 18,51 150.912 440.000 2.639.499
Om het negatieve verschil tussen de taxatiewaarde en de boekwaarde van het complex Du commerce en het complex Kanaalzone te dekken heeft er een onttrekking aan de reserve grondexploitatie plaatsgevonden van € 150.912.
Onderhanden werk (bouwgronden in exploitatie) Het verloop van de in exploitatie genomen bouwgronden is als volgt:
Boekw aarde per 1 januari 2014
6.238.888
Vermeerderingen
1.106.635
Verminderingen
881.824
Boekw aarde per 31 december 2014
6.463.699
Geraamde nog te maken kosten/nog te realiseren opbrengsten
4.440.678
Geraamde eindresultaat (op grond van de BBG 2015)
Negatief (CW)
1.583.021
Het geraamde eindresultaat is gewaardeerd tegen de contante waarde (conform BBG 2015). De boekwaarde per ultimo van het jaar is als volgt te specificeren:
Complex Grinthuizen Beekhuizen De Beemd Ericaplein Da Costa Bloemersschool W agenaarplein Dr. de Visserstraat Meidoornlaan Nimmer Dor Vitatronterrein Totaal Voorziening verliesgevende complexen Totaal
Boekw aarde Boekw aarde 31-12-13 Investeringen Opbrengsten W instuitname 31-12-14 -554.245 14.472 195.157 -734.930 1.063.769 33.537 1.097.306 -229.162 5.004 -224.158 3.883 5.658 9.541 870.219 32.775 407.570 495.424 1.508.667 56.445 1.565.112 -110.630 20.285 -90.345 440.000 440.000 27.648 4.309 31.957 2.166.972 9.295 2.176.267 1.491.767 331.573 216.160 1.607.180 6.238.888 953.353 818.887 -90.345 6.463.699
-3.945.346 2.293.542
953.353
818.887
-90.345
-4.055.357 2.408.342
In 2014 is Dr. de Visserstraat toegevoegd van niet in exploitatie genomen gronden naar in exploitatie genomen gronden. Dit betreft een verliesgevend complex. Voor (naar verwachting) verliesgevende plannen is ultimo 2014 een voorziening getroffen van € 4.055.357. Deze voorziening wordt in mindering gebracht op de boekwaarde. Zoals aangegeven in de grondslagen voor waardering en resultaatbepaling, is de hoogte van deze voorziening gebaseerd op gegevens uit de BBG 2015.
179
Uitzettingen < 1 jaar De uitzettingen < 1 jaar kunnen als volgt worden gerubriceerd:
Omschrijving Debiteuren algemeen Debiteuren belastingen Voorziening dubieuze debiteuren Debiteuren sociale zaken Vorderingen op openbare lichamen RC-verhouding met Stichting Muziek Educatie Centrum Allegra Overige vorderingen/nog te ontvangen bedragen Totaal
2014 779.322 828.413 - 457.100 718.184 412.516 48.239 7.833.929 10.163.503
2013 2.029.478 742.722 - 469.719 794.430 561.774 47.162 6.853.128 10.558.975
Op basis van een statische beoordeling is voor het saldo van debiteuren algemeen en debiteuren belastingen een voorziening gevormd van in totaal € 457.000.
Debiteuren sociale zaken Voor de jaarrekening 2014 is op basis van de beoordeling van de openstaande posten het oninbaarheidspercentage vastgesteld op 75%. Er is een voorziening dubieuze debiteuren gevormd van € 2.154.553 (2013: € 1.853.670). Deze is in mindering gebracht op de waardering van de post debiteuren sociale zaken.
Het saldo van de post debiteuren sociale zaken is als volgt samengesteld: Debiteuren sociale zaken (algemeen, bijzondere bijstand en leenbijstand)
2.872.737
Voorziening dubieuze debiteuren (75%)
2.154.553
Saldo
718.184
Overige vorderingen/nog te ontvangen bedragen De nog te ontvangen bedragen hebben met name betrekking op:
* Compensabele BTW Afloop vindt plaats in het 2de kwartaal 2015 * Alliander – rente * Algemene uitkering (2013 en 2014) * Scholengroep Veluwezoom (2013 en 2014) * VGGM * Centraal administratie kantoor * Stadsregio * Overige posten < € 100.000
5.764.457 194.853 188.340 312.688 129.265 170.000 313.200 761.126
Schatkistbankieren In het kader van het verplicht schatkistbankieren is de gemeente verplicht is om overtollige middelen aan te houden in ’s Rijks schatkist voorzover deze boven de drempel komen. In het overzicht hieronder wordt de benutting van het drempelbedrag in het kader van het verplicht schatkistbankieren weergegeven.
180
Drempelbedrag
905
(0,75% van begrotingstotaal)
Kwartaal 1 Kwartaalcijfer buiten 's Rijks schatkist aangehouden middelen Ruimte onder het drempelbedrag Overschrijding van het drempelbedrag
Kwartaal 2
Kwartaal 3
224
1.017
1.021
681
-
-
-
112
116
Kwartaal 4 487 418 -
Liquide middelen Dit betreft het kasgeld per 31 december 2014. Deze saldi staan ter vrije beschikking van de gemeente. 2014
2013
1.705
1.923
2014
2013
1.171.473
443.430
Kas
Overlopende activa Hieronder zijn opgenomen de op de balans vooruitbetaalde bedragen.
Overlopende activa
Vaste passiva
Eigen vermogen Het verloop van het eigen vermogen in 2014 is als volgt:
Saldo 01-01-2014 Resultaat 2014 Stortingen Onttrekkingen Saldo 31-12-2014
Algemene reserve
Bestemmingsreserves
Gerealiseerd resultaat
Totaal
23.597.390
22.599.595
8.896.202
55.093.187
2.328.214 6.425.208 400.000
6.012.315 9.112.439
8.896.202
2.328.214 12.437.523 18.408.641
29.622.598
19.499.471
2.328.214
51.450.283
181
Resultaat boekjaar De rekening 2014 sluit met een positief saldo van € 2.328.214. Een nadere analyse van het resultaat is opgenomen in het hoofdstuk “toelichting op de programmarekening”. Voor een totaal overzicht van de stortingen en onttrekkingen in de reserves wordt verwezen naar de toelichting op reserves en voorzieningen (vanaf bladzijde ***). De reserve riolering wordt ultimo 2015 verantwoord onder de voorzieningen. Hierdoor zal de berekende solvabiliteitsratio lager zijn.
Voorzieningen De voorzieningen zijn gevormd voor het egaliseren van de exploitatielasten en toekomstige uitgaven voor (groot) onderhoud.
Omschrijving
2014
2013
Saldo 1 januari 2014
7.490.020
10.648.180
Stortingen Onttrekkingen
7.107.067 5.496.589
4.492.445 - 7.650.605
Saldo 31 december 2014
9.100.498
7.490.020
Overeenkomstig artikel 44 van het Besluit Begroting en Verantwoording, voorzieningen als volgt gevormd;
Verplichtingen en verliezen waarvan de omvang op de balansdatum nog onzeker is, maar redelijkerwijs wel in te schatten (bijvoorbeeld pensioenverplichtingen). Op de balansdatum bestaande risico’s van de te verwachten verplichtingen of verliezen waarvan de omvang redelijkerwijs valt in te schatten. Voor het gelijkmatig verdelen van lasten over een aantal begrotingsjaren (bijvoorbeeld SBO wegen). De bijdrage aan toekomstige vervangingsinvesteringen, waarvoor een heffing wordt geheven.
Deze laatste voorwaarde geldt m.i.v. de jaarrekening 2014. De reserve riolering, groot € 2.837.297, is ultimo 2014 overgeboekt naar de voorziening riolering.
Voor een totaal overzicht van de stortingen en onttrekkingen in de voorzieningen wordt verwezen naar de toelichting op reserves en voorzieningen (vanaf bladzijde ***).
182
Vaste schulden > 1 jaar
Onderhandse leningen De onderhandse leningen bestaan uit schulden aan derden met een looptijd langer dan 1 jaar. Banken en Financiële instellingen binnenland
Waarborgsommen
Boekwaarde 01-01-2014
41.453.780
9.050
41.462.830
Vermeerderingen
20.000.000
100
20.000.100
Aflossingen
15.090.755
5.000
15.095.755
Boekwaarde 31-12-2014
46.363.025
4.150
46.367.175
Totaal
In de maand februari 2014 zijn twee langlopende leningen aangetrokken: € 10.000.000 looptijd 2 jaar rente 0.685%, € 10.000.000 looptijd 5 jaar rente 1.435%, De contractuele aflossingsverplichting voor 2015 bedraagt € 6.090.750 en maakt deel uit van de stand per 31 december 2014. De rentelasten van de onderhandse leningen bedroegen in 2014 € 781.740.
Waarborgsommen Dit betreft in verband met grondexploitatie ontvangen waarborgsommen.
Vlottende passiva Vlottende schulden < 1 jaar De vlottende schulden < 1 jaar kunnen als volgt worden gerubriceerd: 2014 Kasgeldleningen Crediteuren Crediteuren sociale zaken Overige vlottende schulden Bankinstellingen
Het crediteurensaldo per 31 december 2014 is in 2015 afgewikkeld.
183
2013
0 726 230.155 8.011.554 6.912.837
5.000.000 2.215 361.839 7.903.348 2.222.380
15.155.272
15.489.782
De overige schulden betreft de nog te betalen bedragen over 2014 en hebben met name betrekking op: Betalingen onderweg, afloop van deze post heeft plaatsgevonden in januari 2015. Af te dragen loonheffing december 2014 Werkgeversafdracht ABP algemeen Af te dragen loonheffing verstrekkingen bijstand Afrekening Gelrepas Bijstandsverstrekkingen 2014 betaald in januari 2015 WMO huishoudelijke hulp Afrekening BBZ 2014 Rente Overige posten < € 200.000 Totaal Overlopende passiva Dit betreft posten die na 2014 nog afgewikkeld moeten worden.
849.332 201.741 317.432 127.674 271.175 443.622 154.228 554.669 1.497.065 8.011.554
2014 1.168.250 839.895 2.008.145
Vooruitontvangen Rijksbijdragen Vooruitontvangen subsidie Totaal
3.594.616
2013 1.094.491 1.010.377 2.104.868
De mutaties die hebben plaatsgevonden bij de vooruitontvangen Rijksbijdragen en subsidies zijn in deze jaarrekening in een separaat verloopoverzicht opgenomen (bladzijde ****).
Niet uit de balans blijkende rechten en verplichtingen Borg- en garantstellingen aan natuurlijke en rechtspersonen
Gegarandeerde geldleningen De gemeente staat garant voor door derden aangegane geldleningen. Per ultimo 2014 heeft de gemeente garanties afgegeven voor een totaalbedrag van 674.151 (2013 € 1.071.625). De borgstelling bedraagt 100% van het uitstaande saldo.
naam van de geldnemer
oorspronkelijk bedrag
Stichting 'De Dierense Toren' St. Attent Zorggroep Mixed Hockey Club St. Innoforte TOTAAL
29.496 3.993.266 69.000 1.749.148 5.840.910
rente %
Saldo 01-01-2014
Saldo 31-12-2014
6,75 4,33 5 4,11
2.949 469.796 2.580 596.300 1.071.625
1.966 234.898 0 437.287 674.151
Waarborgfonds Sociale Woningbouw De gemeente Rheden neemt deel in het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) en staat in dit kader, middels een achtervangovereenkomst, garant voor € 123.753.000 aan leningen die zijn verstrekt aan woningcorporaties. Het garant staan middels achtervangovereenkomst houdt in, dat in eerste instantie het WSW wordt aangesproken indien de geldnemer niet aan zijn verplichtingen voldoet. Pas als het risicovermogen van het WSW onder een bepaald minimum komt, worden de deelnemende
184
gemeenten verplicht om een renteloze lening te verstrekken. De gemeente loopt dus eigenlijk alleen een renterisico. Gezien de vermogenspositie van het WSW, de goede controle en toetsing door dit fonds en de spreiding van het risico over de deelnemende gemeenten is dit als een laag risico te kwalificeren. Hier komt bij dat het WSW sinds de oprichting in 1983 nog nooit is aangesproken op haar borgstelling.
Overige niet in de balans opgenomen rechten en plichten
Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Sinds 1997 neemt de gemeente Rheden deel aan het Stimuleringsfonds Volkhuisvesting (SVN). Dit fonds is bestemd voor het verstrekken van stimuleringsleningen aan monumenteigenaren voor de restauratie van hun monument en het verstrekken van startersleningen. De stortingen die in het verleden zijn gedaan vormen een (niet direct opeisbare) vordering van de gemeente op het fonds. Het saldo van de vordering op SVN ultimo 2014 voor deze 2 onderdelen bedraagt € 806.788. Daarnaast is het beheer over het investeringsfonds duurzame maatregelen bij de SVN ondergebracht. In 2013 is er € 250.000 gestort in het fonds voor duurzame maatregelen. Deze is als financieel vast actief verantwoord in deze jaarrekening. Ultimo 2014 heeft SVN voor € 47.407 aan leningen verstrekt uit dit fonds.
Leaseverplichtingen automatisering De gemeente Rheden heeft leasecontracten afgesloten voor hard- en software. De jaarlijkse kosten hiervan bedragen circa € 324.078.
Eigen risico WIA De gemeente is eigen risicodrager met betrekking tot de WIA. Op het moment van opstellen van de jaarrekening 2014 waren geen verplichtingen in dit kader bekend. Toekomstige verplichtingen komen ten laste van het rekeningsresultaat van het jaar waarin de verplichting ontstaat.
185
Toelichting op de reserves en voorzieningen Reserves Om s chrijving
Saldi Res ultaat 1-1-2014 bestem m ing 2013
Prijscom pe nsatie 2014
Verm eerderingen 2014
Verm inde ringen 2014
Saldi 31-12-2014
Algem ene reserve Algemene reserve geblokkeerd ter
20.250.148
3.994.016
1.396.091
25.640.255
financiering Reserve resultaat boekjaar 2012 Risico reserve Totaal
461.351
-461.351
2.885.891
1.346.452
23.597.389
4.879.117
-
150.000
400.000
3.982.343
1.546.091
400.000
29.622.597
Beste m m ingsre serves Resultaatbestemming 2013 Reserve stationsomgeving
833.000
106.000
1.375.909
Reserve actualisering bestemmingsp.
60.000
Reserve nieuw bouw zw embad
50.000
Res. bos en natuurgebieden
78.976
213.501
60.000 50.000 53.000
Res. Landschapsontw ikkeling plan
131.976
70.000
Reserve Rail Velp
200.000
Reserve Huisvuil
281.000
727.000 1.589.410
70.000 200.000
262.644
281.000
262.644
Reserve Burgerparticipatie
20.000
Reserve Rampenoefening
50.000
50.000
Reserve bestemmingsplan Velp-Noord
58.000
58.000
-
772.200
500.000
272.200
Reserve bestemingsplan Velp-Zuid Reserve bestemmingsplan Rheden-Oost
53.629
Reserve bestemmingsplan Velp-midden
100.000
Reserve Herinr. Emmastraat
612.502
20.000
53.629 50.000
147.610
Reserve herstructuring w oongebieden
2.876.864
143.843
Reseve dorpsvisie
5.227.438
261.372
430.800
Reserve onderhoud lokale overheid
685.637
Reserve Afschrijving Kon.Emmaplus
110.925
Reserve sportbedrijf Reserve onderhoud gebouw en Res. te besteden gem. budgetten
3.441.531
Reserve mobiliteit en loopbaan
321.550
Reserve Beleidsplan 2010 - 2014
285.000
Pensioenverzekering
182.600
Res. inv. decentralisaties
443.535
99.142
37.517
3.142.013
1.512.937
3.975.873
43.000 101.000 484.979
134.896
720.311
110.925
-
5.548
128.202
76.236
318.401
3.256.177
-
1.114.900
2.811.609 321.550
70.000
215.000 182.600
320.000
Res. Reïntegratie
227.000
Res. Carion
300.000
Res. Armoedebeleid
298.445 30.000
465.090 257.000 300.000
43.000
Reserve frictiekstn dekkingplan 2014
262.612
430.800
293.637 3.256.177
214.144 158.823
169.570
90.750
Reserve onderhoud riolering
50.000 612.502
Reserve risicobuff er grondexploitaties
Reserve w egen
-
95.000
1.988.441
138.000 928.695
1.059.746
Mobiliteitsbevordering MMB
219.736
Overige frictiekosten MMB
327.437
170.297
invoeringsbudget MMB
546.148
88.254
457.894
9.112.439
19.499.468
Totaal bestem m ingsreserve s
22.599.591
219.736
4.017.085
186
405.215
1.590.016
157.140
Reserve te besteden gemeentelijke budgetten Omschrijving Preventief beleid sociaal Domein (CA 2014) Transitiekosten PHB Res. Automatisering GOV Res TBGB: Wijkveiligheidsplan Modern. Buitensport compl. Onderz. Bezetting nieuwland Res TBGB: Proj. Civision WIZ Res TBGB: Kanteling WMO Reg. Nota volksgezondheid best.plan Velp Zuid Res. TBGB: Nota minimabeleid transitie AWBZ transitie CJG duurzaamh. NimmerDor Saneringbdgt Grondwtr Afkoop opstalrechten Reserve WIA impl. Drank en Horeca wet EHS comp. sportter. Spankeren Infobeleidsplan Res TBGB: Gelders(bouw)Archief Res TBGB: Gymvervoer Res TBGB:Restauratie kerktoren Mantelzorgondersteuning Euregio project Herstructurering bedrijven terrein Proj. Geschiedenis in verhalen Opstellen afvalvisie Opstellen nieuwe woonvisie (CA 2014) vereenvoudiging WABO (CA 2014) Onderzoek komgrens Spankeren Duurzaam Rheden Motie kinderen doen mee kosten invoering BAG Civision Makelaar Onderzoekskosten dorpsvisie Spankeren Onderzoekskosten dorpsvisie De Steeg Klant in Beeld Res. Leges tbv bestemmingplan Drank en Horecawet inv. Stlsl Basisregistratie Reserve Rekenkamercommissie Res. proj. bushaltes Res. Aansl. WOZ Res. Afschr. videoversl. Raad Res TBGB: projl.financ.systeem Res TBGB: digitalisering postr Res TBGB: Sepa Res TBGB: doorontwikkeling KCC Res TBGB: projectleiding GBA Res TBGB:scan faciliteiten DIV Res TBGB:automatisering tijdelijk extra formatie griffie (CA 2014) project bestuursstijl (CA 2014) Organisatie ontwikkeling (CA 2014) Burgerparticipatie (CA 2014) Proj. Begrotingssystematiek (CA 2014)
jaar 2014 2014 2012 2013 2012 2012 2013 2013 2009/2011 2012 2013 2012 2012 2012 2012 2012 2012 2012 2012 2012 2013 2013 2013 2009 2009 2012 2014 2014 2014 2014 2014 2010 2009 2010 2010 2010 2010 2011 2011 2011 2012 2011 2011 2011 2012 2013 2013 2013 2013 2013 2013 2013 2014 2014 2014 2014 2014
Totaal
187
Saldi 1-1-2014 100.000 64.000 150.180 8.000 17.445 196.574 27.000 82.600 41.000 1 100.000 100.000 4.134 290.000 110.500 8.735 12.000 60.727 65.000 20.000 293.184 2.265 6.710 360.000 68.000 2.000 13.081 5.324 28.300 1.500 150.238 37.000 13.300 359.276 25.000 38.845 20.000 20.000 200.000 40.000 22.400 69.800 30.000 17.412 160.000 -
Vermeerderingen 25.000 27.279
3.441.531
484.979
Verminderingen -
35.180 8.000 17.445
15.500
100.000 4.134 42.000
20.000 20.000 293.184 2.265 6.710 25.000 60.000 10.700 35.000 20.000 80.000
61.881 2.000
28.300 1.500 37.000 69.000
15.743 38.845
116.080 40.000 12.320 19.400 45.000 17.412 160.000 20.000 10.000 29.200 23.800 5.000 1.114.900
Saldi 31-12-14 25.000 27.279 100.000 64.000 115.000 0 0 196.574 27.000 82.600 25.500 1 100.000 0 0 248.000 110.500 8.735 12.000 60.727 45.000 0 0 0 0 360.000 25.000 60.000 10.700 35.000 20.000 86.119 0 13.081 5.324 0 0 150.238 0 13.300 412.533 25.000 0 20.000 20.000 83.920 0 10.080 50.400 75.000 0 0 20.000 10.000 29.200 23.800 5.000 2.811.609
Voorzieningen
Om schrijving
Saldi 1-1-2014
Prijscom -
Verm eer-
Verm inde-
Saldi
pensatie
deringen
ringen
31-12-2014
2014
2014
2014
Voorziening voor verplichtingen en verliezen Voorziening f rictiekosten en casco
326.292
Voorziening f rictiekosten Presikhaaf
889.000
Voorziening w achtgelden Totaal
37.066
289.227
1.113.412
858.200
1.144.212
1.113.412
895.266
1.443.474
10.036 1.225.328
10.036 0
Voorziening ter egalisatie van kosten Voorziening onderhoud speelvoorzieningen
207.547
115.126
45.307
277.366
Voorziening SBO geb. gemeentehuis
349.251
271.701
196.475
424.477
Voorziening SBO geb. ov. Bezittingen
37.442
56.740
44.798
49.384
Voorziening SBO geb. brandw eer
146.359
35.345
5.392
176.311
Voorziening SBO bruggen Voorziening SBO zw embaden, gymlokalen en sporthallen
103.110 214.768
7.548 283.922
13.254 468.164
97.404 30.526
Voorziening SBO gem.momumenten
59.015
4.404
30.410
33.008
Voorziening SBO gebouw en w elzijn
49.536
13.467
50.073
12.930
Voorziening SBO geb.riolering Voorziening SBO geb w erkplaatsen, begraaf plaatsen
93.718 151.419
1.453 32.666
4.351 34.247
90.820 149.838
Voorziening Arbo/Milieu/Brandveiligheid
182.868
24.798
158.070
Voorziening Voorbereiding en toezicht SBO
12.977
53.000
58.753
7.224
1.987.207
1.833.058
2.909.965
910.301
Voorziening vervanging straatverlichting
503.684
200.000
328.803
374.882
Voorziening Landschapbeleidsplan
395.126
10.000
73.230
331.896
2.918.430
4.288.019
3.124.436
3.256.177
418.880
2.837.297
313.304
1.504.800
Voorziening SBO onderhoud w egen
Totaal
4.494.025
0
Voorziening middelen derden Voorziening onderhoud riolering Voorziening afkoopsom onderhoud graven
1.600.176
217.928
Voorziening ruimen graven
75.487
20.000
Voorziening onderhoud grafrechten
95.000
95.487 95.000
Totaal
1.770.663
0
3.494.105
732.184
4.532.584
Totaal voorzieningen
7.490.016
0
7.525.947
5.915.469
9.100.495
188
Beschrijving van reserves en voorzieningen
Hieronder is een beschrijving opgenomen van het doel en toekomstig gebruik van de reserves en voorzieningen per ultimo 2014. Reserves Algemene reserve, geblokkeerd ter financiering
Stand 31-12-2014: € 25.640.255
Functie
Bestedingsfunctie en bufferfunctie
Doelstelling
De reserve dient als buffer om nadelige exploitatiesaldi in enig jaar te dekken.
Voeding- en onttrekking
Voor- en nadelige exploitatiesaldi van enig jaar worden met deze reserve verrekend. Onttrekkingen vinden incidenteel plaats t.b.v. bestedingen.
Noodzakelijk niveau
-
Relatie met programma
10. Dekkingsmiddelen
Risicoreserve
Stand 31-12-2014: € 3.982.343
Functie
Bufferfunctie
Doelstelling
De reserve is bedoeld om incidentele tegenvallers op te kunnen vangen die niet door een specifieke voorziening wordt gedekt. Deze reserve is onderdeel van de totale weerstandscapaciteit.
Voeding en onttrekking
Onttrekkingen aan deze reserve zullen plaatsvinden wanneer risico’s zich voordoen. Daarna zal de reserve weer zo snel mogelijk op peil worden gebracht naar het vastgestelde niveau.
Noodzakelijk niveau
De omvang van de reserve buffer is afhankelijk van de risico’s die de gemeente loopt. De minimale omvang is vastgesteld op € 2.500.000.
Relatie met programma
Diverse programma’s
Reserve resultaatbestemmingen 2013
Stand 31-12-2014: € 727.000
Functie
Bestedingsfunctie
Doelstelling
Deze reserve is ter dekking van lasten, zoals vastgesteld bij de resultaatbestemming van de jaarrekening 2013. Het betreft de volgende bestemmingen. -
Invoering stelsel basisregistratie: € 82.000 Duurzaamheid en milieu: € 53.000 Podiumkunsten:€ 25.000 Middelen intergemeentelijke uitvoeringsorganisatie: € 155.000 Ondersteuning back office: € 260.000 Projectondersteuning coproduceren/burgerparticipatie: € 93.000
189
Voeding- en onttrekking
Doorontwikkeling WABO: € 55.000 Onderzoek herinrichting, renovatie en beheervarianten van verenigingsgebouwen: € 35.000 Educatie centrum kinderboerderij: € 75.000
De voeding, in totaal € 833.000,heeft plaatsgevonden bij de resultaatbestemming 2013. In 2014 is een bedrag van € 106.000 aan deze reserve onttrokken voor podiumkunsten (€ 25.000), intergemeentelijke uitvoeringsorganisatie (€ 16.000) en ondersteuning back-office (€ 65.000).
Noodzakelijk niveau
Conform vaststelling bij Jaarrekening 2013
Relatie met programma
3. Organisatie en Dienstverlening 4. Ruimtelijke Ontwikkeling 5. Openbare Ruimte 6. Onderwijs, jeugd en sport 8. Recreatie, Kunst en Natuur
Reserve Stationsomgeving Dieren
Stand 31-12-2014: € 1.589.410
Functie
Bestedingsfunctie
Doelstelling
Gemeentelijke bijdrage in de kosten voor het project stationsomgeving Dieren.
Voeding en onttrekking
Volgens de planning heeft de start van de uitvoering van het project in 2013 plaatsgevonden.
Noodzakelijk niveau
-
Relatie met programma(‘s)
4. Ruimtelijke Ontwikkeling
Reserve actualisering bestemmingsplannen
Stand 31-12-2014: € 60.000
Functie
Bestedingsfunctie
Doelstelling
Het opvangen van fluctuaties in de jaarlasten voor het opstellen of actualiseren van bestemmingsplannen.
Voeding en onttrekking
Eenmalige storting in 2002. Onttrekkingen vinden plaats door jaarlijkse verrekening binnen de exploitatie.
Noodzakelijk niveau
-
Relatie met programma(‘s)
4. Ruimtelijke Ontwikkeling
190
Reserve nieuwbouw zwembad
Stand 31-12-2014: € 50.000
Functie
Bestedingsfunctie
Doelstelling
Bij de voorjaarsnota 2012 is deze reserve gevormd in verband met het realiseren van een nieuwe overdekte zwemvoorziening.
Voeding en onttrekking
Vanaf 2013 zouden jaarlijks stortingen gedaan worden die met € 50.000 op zouden lopen tot een maximum bereikt zou zijn van € 420.000. In het dekkingsplan 2014-2017 is echter besloten op basis van het amendement “zwembad Reigerstraat, heroverweging” om een “een-bassinconcept” uit te gaan voeren en de opgenomen reservering in de meerjarenbegroting te minderen. Eind 2014 heeft één van de partners waarmee de nieuwbouw zou worden gerealiseerd de samenwerking beëindigd. In 2015 zal het proces rondom zwembadontwikkeling worden heroverwogen.
Noodzakelijk niveau
Afhankelijk van de nieuwe uitgangspuntennotitie en zwembadopties
Relatie met programma
6 Onderwijs, Jeugd en Sport
Reserve bos en natuurgebieden
Stand 31-12-2014: € 131.976
Functie
Bestedingsfunctie
Doelstelling
Conform de bestuursrapportage 2013 is deze reserve gevormd ter egalisatie van de lasten voor onderhoud aan bos- en natuurgebieden.
Voeding en onttrekking
In 2014 is € 53.000 gestort uit het overschot van het product.
Noodzakelijk niveau
-
Relatie met programma(‘s)
8. Onderwijs, Jeugd en Sport
Landschapsontwikkelingsplan
Stand 31-12-2014: € 70.000
Functie
Bestedingsfunctie
Doelstelling
Deze reserve is bedoeld voor het verstrekken van subsidie die bijdragen aan de realisatie van doelen uit het ‘landschapsontwikkelingsplan’ en waarvoor geen andere financiering kan worden gevonden.
Voeding en onttrekking
Bij de voorjaarsnota 2014 is besloten eenmalig € 70.000 te storten.
Noodzakelijk niveau
-
Relatie met programma(‘s)
8. Onderwijs, Jeugd en Sport
191
Reserve Rail Velp
Stand 31-12-2014: € 200.000
Functie
Bestedingsfunctie
Doelstelling
Dekken van lasten in verband met het treffen van “Railvoorzieningen”.
Voeding en onttrekking
Eenmalige storting van € 200.000 heeft plaatsgevonden door bestemming van het rekeningresultaat 2002. In het dekkingsplan 2014 is een vrijval opgenomen van € 200.000.
Noodzakelijk niveau
-
Relatie met programma(‘s)
5. Openbare Ruimte
Stand 31-12-2014: € 262.644
Reserve Huisvuil
Functie
Bestedingsfunctie
Doelstelling
Deze reserve wordt ingezet ter dekking van de afvalstoffenheffing 2015.
Voeding en onttrekking
In 2014 heeft een incidentele storting plaatsgevonden van € 262.644 vanuit de resultaatbestemming 2013.
Noodzakelijk niveau
-
Relatie met programma(‘s)
5. Openbare Ruimte
Reserve Burgerparticipatie
Stand 31-12-2014: € 20.000
Functie
Bestedingsfunctie
Doelstelling
Conform amendement bij de behandeling van de bestuursrapportage 2013 wordt deze reserve gevormd voor de ontwikkeling van een nieuwe beleidsnotitie Burgerparticipatie.
Voeding en onttrekking
Conform besluit is € 20.000 gestort.
Noodzakelijk niveau
-
Programma
1. Bestuur
192
Reserve bestemmingsplan Velp-Zuid
Stand 31-12-2014: € 272.200
Functie
Bestedingsfunctie
Doelstelling
Realisatie van het bestemmingsplan Velp-Zuid
Voeding en onttrekking
Eenmalige storting in 2007 van € 910.000. In het dekkingsplan 2014 is een vrijval opgenomen van € 500.000. Onttrekking vindt verder plaats op basis van jaarlijkse uitgaven.
Noodzakelijk niveau
Bij de vaststelling van het bestemmingsplan, in de raadsvergadering van 26 juni 2007, is op basis van een exploitatieopzet het noodzakelijke niveau bepaald voor de periode van uitvoering. Dit is bijgesteld in het dekkingsplan 2014.
Relatie met programma(‘s)
4. Ruimtelijke Ontwikkeling
Stand 31-12-2014: € 53.629
Reserve bestemmingsplan Rheden-Oost
Functie
Bestedingsfunctie
Doelstelling
Realisatie van het bestemmingsplan Rheden-Oost
Voeding en onttrekking
De reserve is gevoed met een incidentele storting (2009) vanuit de algemene reserve voor een bedrag van € 175.000.
Noodzakelijk niveau
Bij de vaststelling van het bestemmingsplan is op basis van een exploitatieopzet het noodzakelijke niveau bepaald voor de periode van uitvoering.
Relatie met programma(‘s)
4. Ruimtelijke Ontwikkeling
Reserve bestemmingsplan Velp-Midden
Stand 31-12-2014: € 50.000
Functie
Bestedingsfunctie
Doelstelling
Realisatie van het bestemmingsplan Velp-Midden
Voeding en onttrekking
De reserve is gevoed met een incidentele storting (2009) vanuit de algemene reserve voor een bedrag van € 100.000. In het dekkingsplan 2014 is een vrijval opgenomen van € 50.000.
Noodzakelijk niveau
Bij de vaststelling van het bestemmingsplan is op basis van een exploitatieopzet het noodzakelijke niveau bepaald voor de periode van uitvoering. Dit is bijgesteld in het dekkingsplan 2014.
Relatie met programma(‘s)
4. Ruimtelijke Ontwikkeling
193
Reserve Herinrichting Emmastraat
Stand 31-12-2014: € 612.502
Functie
Bestedingsfunctie
Doelstelling
Realisatie van de herinrichting van de winkelstraat en de direct aangrenzende bewoning.
Voeding en onttrekking
De reserve is gevoed met een incidentele storting vanuit de algemene reserve voor een bedrag van € 1.100.000.
Noodzakelijk niveau
Het maximum niveau is bij de Nota Heroverweging vastgesteld op € 1.100.000
Relatie met programma(‘s)
5. Openbare Ruimte
Reserve risicobuffer grondexploitaties
Stand 31-12-2014: € 99.142
Functie
Bestedingsfunctie
Doelstelling
Voor het opvangen van macro-economische ontwikkelingen voor het bestaande beleid, alsmede voor het ontwikkelingen van toekomstige plannen zullen de verwachte winsten of verliezen met ingang van 2010 ten gunste of ten laste komen van de bestemmingsreserve Risicobuffer Grondexploitaties.
Voeding en onttrekking
De voeding en onttrekking vindt plaats bij vaststelling van de programmarekening. Een overzicht van de mutaties is opgenomen in de paragraaf kapitaalgoederen.
Noodzakelijk niveau
-
Relatie met programma(‘s)
4. Ruimtelijke Ontwikkeling
Reserve herstructurering woongebieden
Stand 31-12-2014: € 3.142.013
Functie
Bestedingsfunctie
Doelstelling
Deze reserve dient ter opvang van de lasten voor vernieuwing van woonwijken.
Voeding en
In 2010 heeft een incidentele storting plaatsgevonden van € 2.000.000 ten laste van de algemene reserve. Daarnaast vindt jaarlijks een storting plaats van € 158.823. Ook wordt aan deze reserve jaarlijks een prijscompensatie (5%) toegevoegd.Jaarlijks vindt er een onttrekking plaats voor het financieren van de projectkosten.
onttrekking
Noodzakelijk niveau
In de nota heroverwegingen 2010 is het noodzakelijke niveau vastgesteld op € 3.159.129.
Relatie met programma(‘s)
4. Ruimtelijke Ontwikkeling
194
Stand 31-12-2014: € 3.975.873
Reserve dorpsvisie Dieren
Functie
Bestedingsfunctie
Doelstelling
Deze reserve dient ter opvang van de lasten voor diverse verkeersmaatregelen betreffende Dieren Noord en Zuid.
Voeding en onttrekking
De stortingen zijn ten laste van de algemene reserve gekomen. Jaarlijks wordt aan deze reserve jaarlijks een prijscompensatie (5%) toegevoegd. In 2014 is er € 1.5 miljoen onttrokken voor de uitgaven voor de stationsomgeving Dieren.
Noodzakelijk niveau
In de nota heroverwegingen 2010 is het noodzakelijke niveau vastgesteld op € 9.840.000 (inclusief de bijdrage van de Stadsregio van € 4.5 miljoen).
Relatie met programma(‘s)
4. Ruimtelijke Ontwikkeling
Reserve Wegen
Stand 31-12-2014: € 430.800
Functie
Bestedingsfunctie
Doelstelling
Reservering voor de effecten die voort kunnen komen uit de monitoring van SBO wegen.
Voeding en onttrekking
Tot en met 2013 vond er jaarlijks een storting plaats van € 243.600.
Noodzakelijk niveau
-
Relatie met programma(‘s)
5. Openbare Ruimte
Reserve onderhoud lokale overheid
Stand 31-12-2014: € 720.311
Functie
Egalisatiefunctie
Doelstelling
Egaliseren van onderhoudskosten aan schoolgebouwen waarvoor de gemeente verantwoordelijk is voor het onderhoud.
Voeding en onttrekking
Jaarlijkse storting van € 309.175 ten laste van de exploitatie. De werkelijke kosten voor onderhoud worden jaarlijks onttrokken.
Noodzakelijk niveau
-
Relatie met programma
6. Onderwijs, Jeugd en Sport
195
Reserve Sportbedrijf
Stand 31-12-2014: € 128.202
Functie
Bestedingsfunctie
Doelstelling
Het opvangen van fluctuaties in de jaarlasten van het sportbedrijf.
Voeding en onttrekking
De voeding en onttrekking vindt plaats bij vaststelling van de programmarekening.
Noodzakelijk niveau
De maximale hoogte van deze reserve is historisch bepaald op ca. 90.000 euro. Voor 2015 is een onttrekking van € 45.000 voorzien.
Relatie met programma
6. Onderwijs, Jeugd en Sport
Stand 31-12-2014: € 318.401
Reserve onderhoud gebouwen
Functie
Egalisatiefunctie
Doelstelling
Deze reserve dient ter dekking van de afschrijvingslasten die voortkomen uit het SBO gebouwen
Voeding en onttrekking
T/m 2020 vindt er jaarlijks een storting plaats van € 101.000. De onttrekkingen vinden plaats ter dekking van de afschrijvingslasten van de investeringen zie zijn opgenomen in het SBO gebouwen.
Noodzakelijk niveau
In het SBO is geraamd dat per 2020 door toevoegingen en onttrekkingen het saldo nihil zal zijn.
Relatie met programma(‘s)
Diverse programma’s
Reserve te besteden gemeentelijke budgetten
Stand 31-12-2014: € 2.811.609
Functie
Bestedingsfunctie
Doelstelling
Budgetten voor benoemde projecten in enig jaar, waarvan de uitvoering vertraagd is of over de jaargrens doorloopt, beschikbaar te houden voor uitvoering/afronding in het volgende jaar.
Voeding en onttrekking
De voeding en onttrekking vindt plaats bij vaststelling van de jaarrekening.
Noodzakelijk niveau
Jaarlijks wordt bij de jaarrekening bepaald welke saldi er vrijvallen en welke nieuwe budgetten er toegevoegd worden aan de reserve.
Relatie met programma
Diverse programma’s
196
Reserve mobiliteit en loopbaanbegeleiding
Stand 31-12-2014: € 321.550
Functie
Bestedingsfunctie
Doelstelling
Deze reserve is bedoeld voor opleiding en vorming van de medewerkers. Deze gelden moeten voor 2018 zijn besteed.
Voeding en onttrekking
In 2010 heeft een incidentele storting plaatsgevonden van € 290.000.
Noodzakelijk niveau
-
Programma
Diverse programma’s
Stand 31-12-2014: € 215.000
Reserve beleidsplan 2010 -2014
Functie
Bestedingsfunctie
Doelstelling
Dekking benodigde incidentele middelen voor de uitvoering van het beleidsplan 2010 – 2014. De reserve zal worden opgeheven wanneer de beleidsinitiatieven zijn gerealiseerd.
Voeding en onttrekking
In 2014 is € 70.000 onttrokken voor het Landschapsfonds. In 2015 vallen de niet benodigde middelen ad € 190.000 vrij conform het dekkingsplan begroting 2015-2018. Resteert € 25.000, bestemd voor het onderzoek verlengde schooldag.
Noodzakelijk niveau
Het niveau is bij instelling van de reserve bepaald en zal teruglopen naar nul bij uitvoering van de beleidsinitiatieven.
Programma
Diverse programma’s
Reserve Pensioenverzekering
Stand 31-12-2014: € 182.600
Functie
Bestedingsfunctie
Doelstelling
Deze reserve dient ter opvang van toekomstige pensioenverplichtingen
Voeding en onttrekking
In 2012 heeft een incidentele storting plaatsgevonden van € 182.600 ten laste van de algemene reserve.
Noodzakelijk niveau
-
Programma
Diverse programma’s
197
Reserve invoering decentralisaties
Stand 31-12-2014: € 465.090
Functie
Bestedingsfunctie
Doelstelling
Deze reserve is bestemd voor de invoering van de 3 decentralisaties sociaal domein. Het college is bevoegd over aanwending van deze middelen te besluiten en hierover bij de p&c cyclus te rapporteren.
Voeding en onttrekking
In 2014 is bij de resultaatbestemming 2013 een bedrag van € 320.000 toegevoegd. Er is € 298.445 aan de reserve onttrokken ten behoeve van kosten voortvloeiend uit de implementatie van de decentralisaties. In 2015 zullen de resterende middelen worden ingezet om de nieuwe taken goed te implementeren binnen de organisatie.
Noodzakelijk niveau
-
Relatie met programma
3. Organisatie en dienstverlening 6. Onderwijs Jeugd en Sport 7. Welzijn 9. Werk en Inkomen
Reserve Re-integratie
Stand 31-12-2014: € 257.000
Functie
Bestedingsfunctie
Doelstelling
Deze reserve wordt ingezet voor re-integratiedoeleinden
Voeding en onttrekking
Bij de resultaatbestemming 2013 is € 227.000 bestemd en in 2014 toegevoegd aan deze reserve. Bij de voorjaarsnota 2014 is er aanvullend nog een bedrag van € 30.000 toegevoegd.
Noodzakelijk niveau
-
Relatie met programma
9. Werk en Inkomen
Reserve Carion
Stand 31-12-2014: € 300.000
Functie
Bestedingsfunctie
Doelstelling
Deze reserve is gevormd voor de beperkte risico’s die de gemeente loopt als hypotheeknemer op het vastgoed van Carion.
Voeding en onttrekking
In 2014 is op basis van de resultaatbestemming 2013 € 300.000 toegevoegd. Bij de resultaatbestemming 2014 wordt voorgesteld om een deel van het overschot op het budget Collectieve toegang en diensten (€ 179.000) toe te voegen aan deze reserve om in 2015 de werkzaamheden aan De Oase te kunnen dekken vanuit deze reserve. -
Noodzakelijk niveau Relatie met programma
7. Welzijn
198
Stand 31-12-2014: € 138.000
Reserve Armoedebeleid
Functie
Bestedingsfunctie
Doelstelling
Deze reserve is gevormd om de niet bestede middelen in enig jaar beschikbaar te houden voor armoedebeleid.
Voeding en onttrekking
In 2014 is bij resultaatbestemming 2013 € 43.000 gestort. Daarnaast is op basis van de kadernota Minimabeleid ‘Samen armoede aanpakken’ € 95.000 van de “Klijnsmagelden”voor intensivering van het armoedebeleid toegevoegd aan de reserve voor besteding in 2015.
Noodzakelijk niveau
-
Relatie met programma
9. Werk en inkomen
Stand 31-12-2014: € 1.059.746
Reserve frictiekosten dekkingsplan 2014
Functie
Bestedingsfunctie
Doelstelling
Deze reserve is bedoeld om de frictiekosten te dekken uit het dekkingsplan 2014.
Voeding en onttrekking
Op basis van de resultaatbestemming 2013 is er in 2014 € 1.988.441 toegevoegd. In 2014 heeft er een onttrekking plaats gevonden van ruim € 900.000 i.v.m. versneld afschrijven van activa.
Noodzakelijk niveau
-
Programma
Diverse programma’s
Reserve Mobiliteitsbevordering MMB
Stand 31-12-2014: € 219.736
Functie
Bestedingsfunctie
Doelstelling
Deze reserve dient ter opvang van de kosten voor formatiereductie die uit Minderen met Beleid voortkomen
Voeding en onttrekking
In 2012 heeft een incidentele storting plaatsgevonden van € 1.090.000 ten laste van de algemene reserve. In 2013 is € 840.000 onttrokken conform dekkingsplan begroting 2013-2016.
Noodzakelijk niveau
-
Programma
Diverse programma’s
199
Reserve Overige frictiekosten MMB
Stand 31-12-2014: € 157.140
Functie
Bestedingsfunctie
Doelstelling
Deze reserve dient ter opvang van de overige frictiekosten die het gevolg kunnen zijn van de besloten bezuinigingen uit Minderen met Beleid.
Voeding en onttrekking
In 2012 heeft een incidentele storting plaatsgevonden van € 440.000 ten laste van de algemene reserve. In 2014 is € 170.000 onttrokken vanwege de organisatie ontwikkeling.
Noodzakelijk niveau
-
Programma
Diverse programma’s
Reserve invoeringsbudget MMB
Stand 31-12-2014: € 457.894
Functie
Bestedingsfunctie
Doelstelling
Deze reserve dient ter opvang van de onderzoekskosten van onderwerpen uit MMB en uitvoeringskosten van bezuinigingsvoorstellen.
Voeding en onttrekking
In 2012 heeft een incidentele storting plaatsgevonden van € 1.300.000 ten laste van de algemene reserve. In 2014 is € 88.000 onttrokken voor het WMO project “de Kanteling”. In 2015 zal € 276.000 vrijvallen conform het dekkingsplan 2015-2018.
Noodzakelijk niveau
-
Programma
Diverse programma’s
Voorzieningen
Voorziening frictiekosten en Casco
Stand 31-12-2014: € 289.227
Functie
Risicovoorziening toekomstige verplichtingen
Doelstelling
Dekking van incidentele frictiekosten en kosten die voortvloeien uit de beëindiging van de muziekschool.
Voeding en onttrekking
Voeding is destijds eenmalig geweest. Deze voorziening is nog actueel tot het aangegeven bedrag.
Noodzakelijk niveau
De voorziening dient van voldoende niveau te zijn om de toekomstige wachtgelden af te dekken. Jaarlijks wordt bij het opstellen van de jaarrekening een berekening gemaakt om het niveau te bepalen. Eventuele stortingen of vrijval worden verrekend in de exploitatie.
Noodzakelijk niveau
-
Programma
6. Onderwijs, Jeugd en Sport
200
Voorziening frictiekosten Presikhaaf
Stand 31-12-2014: € 1.144.212
Functie
Toekomstige verplichtingen
Doelstelling
Dekking voor de verwachte kosten i.v.m. de ontwikkelingen m.b.t. Presikhaaf Bedrijven
Voeding en onttrekking
In 2014 heeft een storting plaatsgevonden van € 1.113.412 op basis van het verwachte resultaat 2014 van Presikhaaf Bedrijven(PHB). Vanwege de jaarrekening 2013 van PHB is € 858.200 onttrokken.
Noodzakelijk niveau
De voorziening dient van voldoende niveau te zijn om de toekomstige verplichtingen af te kunnen dekken.
Relatie met programma
9. Werk en Inkomen
Voorziening wachtgelden
Stand 31-12-2014: € 10.036
Functie
Risicovoorziening toekomstige verplichtingen
Doelstelling
Dekking van kosten met betrekking tot oude wachtgeldregeling van enkele medewerkers.
Voeding en onttrekking
Eenmalige storting in 2006 (€ 15.000). Deze voorziening is nog actueel voor € 10.000.
Noodzakelijk niveau
De voorziening dient van voldoende niveau te zijn om de toekomstige wachtgelden af te dekken. Jaarlijks wordt bij het opstellen van de jaarrekening een berekening gemaakt om het niveau te bepalen. Eventuele stortingen of vrijval worden verrekend in de exploitatie.
Noodzakelijk niveau
-
Programma
Diverse programma’s
Voorziening onderhoud riolering
Stand 31-12-2014: € 2.837.297
Functie
Onderhoudsvoorziening met egalisatiefunctie
Doelstelling
Dekking van kosten van het onderhoud, renovatie en vervanging van de gemeentelijke riolering en egalisatie van de rioolheffing op basis van een opgesteld plan (GRP)
Voeding en onttrekking
Jaarlijkse stortingen en onttrekkingen vinden plaats op basis van het vastgestelde Gemeentelijke Rioleringsplan
Noodzakelijk niveau
De voorziening dient van voldoende niveau te zijn om de toekomstige kosten en investeringen te dekken.
Relatie met programma(‘s)
5. Openbare Ruimte
201
Voorziening speelvoorzieningen
Stand 31-12-2014: € 277.366
Functie
Onderhoudsvoorziening met egalisatiefunctie
Doelstelling
De voorziening moet toereikend zijn om de te verwachten kosten op te vangen van onderhoud en vernieuwing van speelvoorzieningen op basis van het beleidsplan R(h)eden (raadsbesluit 26 februari 2008) te meer om te spelen.
Voeding en onttrekking
Jaarlijks wordt een bedrag van € 101.126 gedoteerd aan de voorziening. Onttrokken wordt op basis van werkelijke kosten.
Noodzakelijk niveau
Grondslag voor het noodzakelijk niveau van de voorziening is het beleidsplan “R(h)eden te meer om te spelen” (raadsbesluit 26 februari 2008). Dit plan dient om de vier jaar te worden herzien.
Relatie met programma(‘s)
5. Openbare Ruimte
Voorziening egalisatiefonds onderhoud Gemeentelijke gebouwen
Stand 31-12-2014: € 1.229.992
Functie
Onderhoudsvoorziening met egalisatiefunctie
Doelstelling
De voorziening moet toereikend zijn om de te verwachten kosten op te vangen van het groot onderhoud van de gemeentelijke gebouwen (excl. Schoolgebouwen) op basis van een opgesteld SBO onderhoud gemeentelijke gebouwen.
Voeding en onttrekking
De mutaties in de voorziening gebeuren op basis van de kostenramingen in het onderhoudsplan met een horizon van 10 jaar. Over die periode worden de gemiddelde jaarlasten berekend en wordt jaarlijks gestort en onttrokken aan de voorziening op basis van werkelijke kosten.
Noodzakelijk niveau
Grondslag voor het noodzakelijk niveau van de voorziening is het SBO onderhoud gemeentelijke gebouwen. Dit plan wordt vierjaarlijks herzien. De ramingen worden jaarlijks geactualiseerd en sluiten aan bij de stand van de voorziening.
Relatie met programma(‘s)
3. Organisatie en Dienstverlening
Voorziening SBO onderhoud wegen
Stand 31-12-2014: € 910.301
Functie
Onderhoudsvoorziening met egalisatiefunctie
Doelstelling
De voorziening moet toereikend zijn om de te verwachten kosten op te vangen van het groot onderhoud, de renovatie en de vervanging van de gemeentelijke wegen op basis van een opgesteld SBO wegen.
Voeding en onttrekking
De mutaties in de voorziening gebeuren op basis van de kostenramingen in het onderhoudsplan met een horizon van 10 jaar.
202
Over die periode worden de gemiddelde jaarlasten berekend en wordt jaarlijks gestort en onttrokken aan de voorziening op basis van werkelijke kosten. Noodzakelijk niveau
Grondslag voor het noodzakelijk niveau van de voorziening is het SBO wegen. Dit plan wordt vierjaarlijks herzien. De ramingen worden jaarlijks geactualiseerd en sluiten aan bij de stand van de voorziening.
Relatie met programma(‘s)
5. Openbare Ruimte
Stand 31-12-2014: € 374.882
Voorziening egalisatiefonds vervanging straatverlichting
Functie
Onderhoudsvoorziening met egalisatiefunctie
Doelstelling
De voorziening moet toereikend zijn om de te verwachten kosten op te vangen van vervanging van de gemeentelijke straatverlichting op basis van een opgesteld SBO openbare verlichting.
Voeding en onttrekking
De mutaties in de voorziening gebeuren op basis van de kostenramingen in het onderhoudsplan met een horizon van 10 jaar. Over die periode worden de gemiddelde jaarlasten berekend en wordt jaarlijks gestort en onttrokken aan de voorziening op basis van werkelijke kosten.
Noodzakelijk niveau
Grondslag voor het noodzakelijk niveau van de voorziening is het SBO openbare verlichting. Dit plan wordt vierjaarlijks herzien. De ramingen worden jaarlijks geactualiseerd en sluiten aan bij de stand van de voorziening.
Relatie met programma(‘s)
5. Openbare Ruimte
Voorziening landschapsbeleidplan
Stand 31-12-2014: € 331.896
Functie
Onderhoudsvoorziening met egalisatiefunctie
Doelstelling
De voorziening dient ter dekking van toekomstige uitgaven voor de uitvoering van het landschapsbeleidplan.
Voeding en onttrekking
De voorziening wordt gevoed door een jaarlijks storting van € 10.000. Onttrekking vindt plaats op basis van de werkelijke kosten voor de uitvoering van de plannen.
Noodzakelijk niveau
-
Relatie met programma(‘s)
8. Recreatie, Kunst en Natuur
203
Voorziening afkoopsom onderhoud graven
Stand 31-12-2014: € 1.504.800
Functie
Middelen van derden
Doelstelling
De voorziening dient ter dekking van toekomstige uitgaven t.b.v. onderhoud grafbedekking.
Voeding en onttrekking
De voorziening wordt gevoed door de jaarlijks ontvangen afkoopsommen voor onderhoud graven. De jaarlijkse toegevoegde prijscompensatie wordt ingezet t.b.v. de exploitatie voor het onderhouden van de grafbedekking.
Noodzakelijk niveau
-
Relatie met programma(‘s)
5. Openbare Ruimte
Voorziening ruimen graven
Stand 31-12-2014: € 95.487
Functie
Onderhoudsvoorziening met egalisatiefunctie
Doelstelling
Reservering van ontvangen grafrechten t.b.v. ruimen graven.
Voeding en onttrekking
Eenmalige dotatie in 2012 van € 120.000. Daarna jaarlijkse dotatie van € 20.000.
Noodzakelijk niveau
-
Relatie met programma(‘s)
5. Openbare Ruimte
Voorziening onderhoud grafrechten
Stand 31-12-2014: € 95.000
Functie
Onderhoudsvoorziening met egalisatiefunctie
Doelstelling
Reservering van ontvangen grafrechten t.b.v. onderhoud graven.
Voeding en onttrekking
Eenmalige dotatie in 2007 van € 95.000.
Noodzakelijk niveau
-
Relatie met programma(‘s)
5. Openbare Ruimte
204
Verloopoverzicht vooruit ontvangen rijksbijdragen
Rijksbijdrage
Vermeerderingen
Saldo 1-1-2014
Onderwijsachterstandenbeleid (OAB) 2011 – 2014
23.005
Scholing en activering Fonds werk & inkomen
416.995
Voorziening ISV I
151.236
ISV II
183.999
Voorziening RGSVH '87 en PHW '85
23.005
0 300.407 151.236 90.777
24.396
536.915
125.010
44.204
80.806
3.469
2.110
1.359
100.000
100.000
Geldelijke steun gehandicapten Stimulering versnelling nieuwbouw
Saldo 31-12-2014
1.595.870
90.777
ISV III
Geluidsmaatregelen N348 Totaal
1.479.282
Verminderingen
377.312
0
6.750
1.094.491
1.863.344
0 6.750
1.789.585
1.168.250
Verloopoverzicht vooruitontvangen subsidies saldo 1-1-2014
Vermeerderingen
Renovatie Dierense Sluis
275.000
Routenetwerk IJsselkop
220.000 55.000
Proj. IJsselkom Middachten energiebedr.
Verminderingen
Saldo 31-12-2014
275.000
0
9.250
1.653
227.597
20.000
8.962
66.038
3.240
6.000
9.240
Kwaliteitsimpuls Calluna
82.500
30.000
112.500
Kwal. impuls station Dieren
55.000
20.000
75.000
Zwembad Beekhuizen Energie besparende maatregelen Onderhoud natuurgebieden
27.500 132.940
80.000
27.500
0
119.355
93.585
38.471
OVP SBR 13-41
38.471
1.500
1500
0
23.156
23.156
0
Gem. Arnhem/reg.pilot WSP
25.000
25.000
0
OVP MHMT
50.000
25.000
25.000
VOB 2013 Stadsregio tlv Volksh
15.070
52.024
67.094
Landgoederen als duurzaam energiebedrijf
0
17.500
17.500
Subsidie groengas voertuigen
0
21.545
21.545
Sportieve bewegingsruimte
0
37.694
37.694
Natuur en landschap
0
40.000
40.000
P&O netwerk 2015
0
11.870
11.870
1.010.377
339.883
Gem. Arnhem/Jongerenaanp.
205
510.366
839.894
Overzicht investeringskredieten
Beschikbaar gestelde kredieten MP08 Projectvoorb/advisering Bredeschool Rheden MFA Ellecom Rotonde VK en UK Arnh./Daalhuizerweg Velp SBO instal werk De Bundel Camera's raadszaal SBO/UK verv. Klimaatinstallatie De Dumpel Aanp. Telefooncentrale Restauratie 5 kerktorens Verv. Bedrijfsw agen Openbaar beheer Zonnepanelen 30 Km zone Beekhuizen Velp Stationsomgeving Dieren Fietspad Havikerwaard Rehabilitatie w egen 2014 Verkeersmaatr. Icm riolering14
Krediet 600.000 7.297.114 1.730.500 678.204 6.314 20.000 115.660 20.480 190.604 665.500 291.329 190.000 5.023.129 847.122 43.885
Besteding 558.612 5.994.450 2.042.759 79.651 2.783 10.902 142.643 202.579 101.319 286.499 2.700 759.158 18.719
bijdrage derden 30.627100.00049.540-
Totaal
17.719.841
10.202.775
180.167-
In 2014 afgewikkelde kredieten Renovatie groen 2013 *1 Renovatie groen 2014 *1 VK proj. Stationsgebied Dieren Verkeersreg.install. Hoofdstraat Velp SBO bouw k w erk 2011 Theothorne Renovatie zw embad Rheden (incl. VK) Civision Makelaar/ Makelaarsuite tools aanp.distributiesysteem basisr Implementatie Civision WIZ discussiesysteem raadszaal Vervanging VRI's Vervanging Lichtmasten 2014 SBO renovatie uurw erken kerktorens SBO renovatie metselw erk kerktoren Velp SBO bladgoud hanen kerktorens Velp, Rheden SBO vervangen E-installatie kerktoren Rheden 2 Aanhangers Vervanging toegangspasjes Verbetering keuken en uitgiftebuffet Vervanging inventaris 1e inr. en ivn. BBS de Vlinder SBO sluitingssysteem w erkpl. Biljoen Verkeersmaatr. Icm riolering13 kruispunt Kennedylaan Velp Rehabilitatie w egen 2013
300.000 300.000 1.000.000 170.000 52.251 1.239.372 67.863 30.000 40.000 40.000 247.205 47.218 106.570 18.458 8.168 13.000 25.000 35.000 54.450 14.005 30.000 35.000 580.000 -
287.747 309.048 1.000.000 160.829 50.310 1.176.643 49.427 12.130 31.032 39.564 294.468 524.230 13.550 24.017 48.533 54.598 14.005 30.195 15.065 704.811 478.813
64.369184.500-
12.253 9.0489.171 1.941 62.729 18.436 17.870 8.968 436 17.106 524.23047.218 106.570 18.458 8.168 550983 13.5331480 19519.935 59.689 478.813-
Totaal
4.453.560
5.319.015
248.869-
616.585-
206
Restant krediet 41.388 1.333.291 212.259598.553 6.314 20.000 112.877 9.578 97.501 665.500 88.750 88.681 4.736.630 2.70087.964 25.166
*1 *2
*5 *3
*4 *7 *7
7.697.233
*7 *7 *4
*6 *5 *5 *5 *5
*7 *7 *7
Toelichting op de kredieten Ad 1: Bredeschool Rheden Gebouw is opgeleverd. I.v.m. enkele openstaande verplichtingen kan het krediet nog niet worden afgewikkeld. Van het oorspronkelijke krediet zal ca € 1.1 miljoen overblijven. Dit komt o.a. door een gunstige aanbesteding. Hierbij is een positief resultaat behaald van ruim € 600.000. In het projectbudget is ook het afwaarderen van 2 scholen (Mauritiusschool en Rheder Enk) opgenomen voor in totaal 485.000. De opbrengst en afwaardering van de boekwaarde zijn in de exploitatie verantwoord. Ad 2: MFA Ellecom Gebouw is opgeleverd, echter is het project nog niet geheel afgerond door openstaande knelpunten. Het krediet zal met ca. € 230.000 worden overschreden. In het krediet was rekening gehouden met een verwachte opbrengst van € 230.000 i.v.m. de verkoop van het bestaande dorpshuis. Doordat de tegenpartij dit niet gefinancierd kreeg is dit niet gerealiseerd. Wel is het opstal verkocht en is de grond in erfpacht uitgegeven. De jaarlijkse canon is ongeveer gelijk aan de extra afschrijvingslasten. De opbrengst van de verkoop van het opstal is in 2013 in de exploitatie verantwoord. Ad 3: Vervanging bedrijfswagen Openbaar beheer Zoals gemeld in de bestuursrapportage 2014 zal de investering in 2015 worden gedaan waarbij de uitgaven hoger zullen zijn dan oorspronkelijk geraamd. Naar aanleiding van de aanbesteding zal de overschrijding ongeveer € 165.000 bedragen. Ad 4: Stationsomgeving In 2013 is besloten € 11.573.129 beschikbaar te stellen voor de stationsomgeving Dieren. Dit bedrag is inclusief de bijdrage van de stadsregio, het Rijk en prorail, totaal € 6.550.000. De gemeentelijke bijdrage bedraagt dus € 5.023.129. In een eerder stadium was al € 4.476.871 beschikbaar gesteld voor de aankoop van woningen en een voorbereidingskrediet. Per saldo bedraagt het totale krediet € 16.050.000. Over de voortgang wordt u in een driemaandelijkse schriftelijke rapportage geïnformeerd. Ad 5: SBO kerktorens In 2013 is er een krediet aangevraagd voor onderhoudsmaatregelen die waren opgenomen in het SBO gebouwen. Daarnaast is er ook een krediet aangevraagd voor de restauratie van 5 kerktorens. Hierin is abusievelijk ook het bedrag meegenomen van de onderhoudsmaatregelen van het SBO. Daarom kunnen deze kredieten vervallen. Ad 6: Vervanging Lichtmasten 2014 Op grond van het SBO openbare verlichting is in de investeringslijst in de periode 2013 -2017 jaarlijks € 91.400 opgenomen voor de vervanging van lichtmasten met tl verlichting in lichtmasten met LED verlichting. In 2014 zijn de investeringen naar voren gehaald. De lichtmasten langs de hoofdwegen zijn vervangen. Tegenover de extra afschrijvingslasten staan lagere energie- en onderhoudskosten. Ad 7: Integrale projecten. Dit betreffen uitgaven voor integrale projecten die zijn opgenomen in de kadernota openbare ruimte. Deze worden toegelicht in de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen.
207
Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) Het kabinet-Rutte-Asscher heeft de wetgeving inzake topinkomens aangescherpt. Het kabinet wil dat topinkomens in de (semi)publieke sector maximaal 100% van het ministersalaris zijn. De strengere normen gelden voor alle medewerkers van (semi)publieke organisaties. Dit betekent dat niemand in de (semi)publieke sector meer kan verdienen dan een minister. Voor de gemeente Rheden betekent dit de verplichting om met ingang van de jaarstukken 2013 voor topfunctionarissen inzage te geven in het geheel van de bezoldiging. Binnen de definitie van de wet worden bij gemeenten zowel de gemeentesecretaris als griffier als topfunctionaris aangemerkt. Onderstaand wordt conform de wet in de wet gespecificeerde uiteenzetting de bezoldiging getoond.
Naam :
J.W. Kettelerij
M.G.J.L. Kateman
Beloning (bruto) naar rato dienstverband
€ 104.757,56
€ 73.666,40
Sociale Verzekeringspremies
€ 7.254,36
€ 7.254,36
Belastbare vaste en variabele onkostenvergoedingen
€ 1.008,56
0
Voorzieningen t.b.v. beloningen betaalbaar op termijn
€ 24.974,52
€ 15.830,88
Functie
secretaris 01-01-2014 t/m 31-12-2014 100%
Duur dienstverband in 2014 Omvang dienstverband 2014
208
griffier 01-01-2014 t/m 31-12-2014 100%
SiSa
209
OCW
D9
SiSa bijlage verantwoordingsinformatie 2014 op grond van artikel 3 van de Regeling informatieverstrekking sisa - d.d. 2 januari 2015 Onderwijsachterstanden Besteding (jaar T) aan Besteding (jaar T) aan overige Besteding (jaar T) aan Opgebouwde reserve ultimo beleid 2011-2015 (OAB) voorzieningen voor activiteiten (naast VVE) voor afspraken over voor- en (jaar T-1) voorschoolse educatie die leerlingen met een grote vroegschoolse educatie met voldoen aan de wettelijke achterstand in de Nederlandse bevoegde gezagsorganen van Deze indicator is bedoeld voor kwaliteitseisen (conform artikel taal (conform artikel 165 WPO) scholen, houders van de tussentijdse afstemming van de juistheid en volledigheid Gemeenten 166, eerste lid WPO) kindcentra en peuterspeelzalen (conform van de artikel 167 WPO) verantwoordingsinformatie Aard controle R Indicatornummer: D9 / 01
I&M
E3
€ 294.840 Hieronder per regel één beschikkingsnummer en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinformatie
Subsidieregeling sanering verkeerslawaai (inclusief bestrijding spoorweglawaai)
Aard controle R Indicatornummer: D9 / 02
€ 71.780 Besteding (jaar T) ten laste van rijksmiddelen
Aard controle R Indicatornummer: D9 / 03
€ 7.191 Overige bestedingen (jaar T)
Aard controle R Indicatornummer: D9 / 04
€0 Eindverantwoording Ja/Nee
Kosten ProRail (jaar T) als bedoeld in artikel 25 lid 4 van deze regeling ten laste van rijksmiddelen
Subsidieregeling sanering verkeerslawaai Provincies, gemeenten en gemeenschappelijke regelingen (Wgr) Aard controle n.v.t. Indicatornummer: E3 / 01
1 IenM/BSK-2013/16978 Kopie beschikkingsnummer
Aard controle R Indicatornummer: E3 / 02
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: E3 / 04
€0 Cumulatieve bestedingen ten laste van rijksmiddelen tot en met (jaar T)
€0 Nee €0 Cumulatieve overige Cumulatieve Kosten ProRail bestedingen tot en met (jaar T) tot en met (jaar T) als bedoeld in artikel 25 lid 4 van deze Deze indicator is bedoeld voor regeling ten laste van Deze indicator is bedoeld voor de tussentijdse afstemming rijksmiddelen de tussentijdse afstemming van de juistheid en volledigheid van de juistheid en volledigheid van de Deze indicator is bedoeld voor van de verantwoordingsinformatie de tussentijdse afstemming verantwoordingsinformatie van de juistheid en volledigheid van de verantwoordingsinformatie
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: E3 / 06
1 IenM/BSK-2013/16978
Aard controle R Indicatornummer: E3 / 03
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: E3 / 07
€0
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: E3 / 08
€0
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: E3 / 09
€0
Aard controle R Indicatornummer: E3 / 05
SZW
G1
Wet sociale werkvoorziening (Wsw)_gemeente 2014 Wet sociale werkvoorziening (Wsw)
SZW
G1A
Alle gemeenten verantwoorden hier het gemeentedeel over (jaar T), ongeacht of er in (jaar T) geen, enkele of alle inwoners Wet sociale werkvoorziening (Wsw)_totaal 2013 Wet sociale werkvoorziening (Wsw) Alle gemeenten verantwoorden hier het totaal (jaar T-1). (Dus: deel Openbaar lichaam uit SiSa (jaar T-1) regeling G1B + deel gemeente uit (jaar T-1) regeling G1C-1) na
SZW
G2
Gebundelde uitkering op grond van artikel 69 WWB_gemeente 2014 Alle gemeenten verantwoorden hier het gemeentedeel over (jaar T), ongeacht of de gemeente in (jaar T) geen, enkele of alle taken heeft uitbesteed aan een Openbaar lichaam opgericht op grond van de Wgr.
Het totaal aantal geïndiceerde Volledig zelfstandige uitvoering inwoners van uw gemeente dat Ja/Nee een dienstbetrekking heeft of op de wachtlijst staat en beschikbaar is om een dienstbetrekking als bedoeld in artikel 2, eerste lid, of artikel 7 van de wet te aanvaarden op 31 december (jaar T) Aard controle R Indicatornummer: G1 / 01
0,00 Hieronder per regel één gemeente(code) uit (jaar T-1) selecteren en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinformatie voor die gemeente invullen
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G1 / 02
Nee Het totaal aantal gerealiseerde arbeidsplaatsen voor geïndiceerde inwoners in (jaar T-1), uitgedrukt in arbeidsjaren;
Het totaal aantal gerealiseerde begeleid werkenplekken voor geïndiceerde inwoners in (jaar T-1), uitgedrukt in arbeidsjaren;
inclusief deel openbaar lichaam inclusief deel openbaar lichaam
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G1A / 01
1 60275 Rheden Besteding (jaar T) algemene bijstand
Aard controle R Indicatornummer: G1A / 02
Aard controle R Indicatornummer: G1A / 03
299,49 Baten (jaar T) algemene bijstand (exclusief Rijk)
13,08 Besteding (jaar T) IOAW
Gemeente
Gemeente
I.1 Wet werk en bijstand (WWB)
I.1 Wet werk en bijstand (WWB)
Aard controle R Indicatornummer: G2 / 01
Aard controle R Indicatornummer: G2 / 02
Baten (jaar T) IOAW (exclusief Besteding (jaar T) IOAZ Rijk)
Baten (jaar T) IOAZ (exclusief Rijk)
Gemeente
Gemeente
Gemeente
Gemeente
I.2 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW)
I.2 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW)
I.3 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ)
I.3 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ)
Aard controle R Indicatornummer: G2 / 03
Aard controle R Indicatornummer: G2 / 04
Aard controle R Indicatornummer: G2 / 05
Aard controle R Indicatornummer: G2 / 06
€ 13.024.215 Besteding (jaar T) Bbz 2004 levensonderhoud beginnende zelfstandigen
€ 232.962 Baten (jaar T) Bbz 2004 levensonderhoud beginnende zelfstandigen
€ 842.354 Baten (jaar T) WWIK (exclusief Rijk)
Gemeente
Gemeente
Gemeente
I.4 Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (levensonderhoud beginnende zelfstandigen) (Bbz 2004)
I.4 Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (levensonderhoud beginnende zelfstandigen) (Bbz 2004)
I.6 Wet werk en inkomen kunstenaars (WWIK)
Aard controle R Indicatornummer: G2 / 07
SZW
G3
Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (exclusief levensonderhoud beginnende zelfstandigen)_gemeent e 2014
€ 120.745 Besteding (jaar T) levensonderhoud gevestigde zelfstandigen (exclusief Bob)
Aard controle R Indicatornummer: G2 / 08
€ 37.504 Besteding (jaar T) kapitaalverstrekking (exclusief Bob)
Aard controle R Indicatornummer: G3 / 01
€ 287.524 Baten (jaar T) Bob (exclusief Rijk)
Besluit
G5
Wet participatiebudget (WPB)_gemeente 2014 Wet participatiebudget (WPB) Alle gemeenten verantwoorden hier het gemeentedeel over (jaar T), ongeacht of de gemeente in (jaar T) geen, enkele of alle taken heeft uitbesteed aan een Openbaar lichaam opgericht op grond van de Wgr.
€0 Het aantal in (jaar T) bij een ROC ingekochte contacturen Let op: Dit is de enige gelegenheid om verantwoording af te leggen over deze taakuitvoering Let op: Deze verantwoording kan niet door een gemeenschappelijke regeling worden uitgevoerd, ongeacht de keuze van de gemeente bij indicator G5/07
Aard controle D1 Indicatornummer: G5 / 01
852
€0 Baten (jaar T) levensonderhoud gevestigde zelfstandigen (exclusief Bob) (exclusief Rijk)
Aard controle R Indicatornummer: G3 / 02
Aard controle R Indicatornummer: G3 / 03
Aard controle R Indicatornummer: G3 / 08
€0
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G3 / 09
Ja
€ 1.371
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G2 / 10
Ja Baten (jaar T) kapitaalverstrekking (exclusief Bob) (exclusief Rijk) Aard controle R Indicatornummer: G3 / 04
€ 18.317 € 113.522 € 98.007 Besteding (jaar T) aan Volledig zelfstandige uitvoering uitvoeringskosten Bob als Ja/Nee bedoeld in artikel 56 Bbz 2004
Aard controle R Indicatornummer: G3 / 07
SZW
Aard controle R Indicatornummer: G2 / 09
€ 1.678 € 100.137 Volledig zelfstandige uitvoering Ja/Nee
Besteding (jaar T) aan onderzoek als bedoeld in artikel 56 Bbz 2004 (exclusief Bob) Aard controle R Indicatornummer: G3 / 05
€ 51.039
Besteding (jaar T) Bob
Aard controle R Indicatornummer: G3 / 06
€0
Besteding (jaar T) participatiebudget
Aard controle R Indicatornummer: G5 / 02
€ 1.621.035
Waarvan besteding (jaar T) van Baten (jaar T) (niet-Rijk) educatie bij roc's participatiebudget
Aard controle R Indicatornummer: G5 / 03
€ 132.260
Waarvan baten (jaar T) van educatie bij roc’s
Aard controle R Indicatornummer: G5 / 04
€ 33.151
Reservering besteding van educatie bij roc’s in jaar T voor volgend kalenderjaar (jaar T+1 )
Aard controle R Indicatornummer: G5 / 05
€0
Volledig zelfstandige uitvoering Ja/Nee De zelfstandige uitvoering betreft de indicatoren G5/02 tot en met G5/06
Aard controle R Indicatornummer: G5 / 06
€0
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G5 / 07
Ja