Aacifemine 2 mg tabletten
Lees de hele bijsluiter zorgvuldig door voordat u start met het innemen van dit geneesmiddel. Bewaar deze bijsluiter. Het kan nodig zijn om deze nog eens door te lezen Heeft u nog vragen, raadpleeg dan uw arts of apotheker. Dit geneesmiddel is aan u persoonlijk voorgeschreven. Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen. Dit geneesmiddel kan schadelijk voor hen zijn, zelfs als de verschijnselen dezelfde zijn als waarvoor u het geneesmiddel heeft gekregen. Wanneer één van de bijwerkingen ernstig wordt of als er bij u een bijwerking optreedt die niet in deze bijsluiter is vermeld, raadpleeg dan uw arts of apotheker.
In deze bijsluiter: 1.
Wat is Aacifemine 2 mg, tabletten en waarvoor wordt het gebruikt
2.
Wat u moet weten voordat u Aacifemine 2 mg, tabletten inneemt
3.
Hoe wordt Aacifemine 2 mg, tabletten ingenomen
4.
Mogelijke bijwerkingen
5.
Hoe bewaart u Aacifemine 2 mg, tabletten
6.
Aanvullende informatie
1.
WAT IS AACIFEMINE 2 MG, TABLETTEN EN WAARVOOR WORDT HET GEBRUIKT Aacifemine behoort tot de geneesmiddelen die oestrogenen bevatten. Aacifemine bevat estriol, een natuurlijk hormoon dat behoort tot de oestrogenen. Als de menopauze intreedt maakt het lichaam geen oestrogenen meer aan. Bij een aantal vrouwen kan dit leiden tot klachten (zoals opvliegers, irritatie van de vagina, steeds terugkerende urineweginfecties en problemen met het ophouden van de plas). Aacifemine vult het verlies van oestrogenen aan waardoor de klachten afnemen. Aacifemine wordt gebruikt voor de behandeling van klachten (zoals opvliegers, irritatie van de vagina, steeds terugkerende urineweginfecties en problemen met het ophouden van de plas) veroorzaakt door oestrogeentekort bij vrouwen in de postmenopauze. Ook kan Aacifemine gebruikt worden bij vaginale operaties en bij het maken van een baarmoederhalsuitstrijk.
In de rubriek 6 “Aanvullende informatie” kan u meer informatie vinden over Aacifemine en waarvoor het wordt gebruikt.
2.
WAT U MOET WETEN VOORDAT U AACIFEMINE 2 MG, TABLETTEN INNEEMT Gebruik Aacifemine niet als u borstkanker heeft of heeft gehad, of indien borstkanker bij u vermoed wordt; als u een kwaadaardig gezwel heeft dat gevoelig is voor oestrogene hormonen of als er een vermoeden is dat u dit heeft (bv. een gezwel van het baarmoederslijmvlies); als u vaginale bloedingen heeft waarvan de oorzaak niet is vastgesteld; als u abnormale groei van het baarmoederslijmvlies (endometriumhyperplasie) heeft en u hiervoor nog niet wordt behandeld; als u in het verleden een bloedklonter in een ader heeft gehad (diepe veneuze trombose of longembolie) waarvan de oorzaak niet bekend is, of als u dit nu heeft; als u kort geleden een verstopping in een slagader heeft gehad of als u dit nu heeft, bv angina pectoris (hartkramp als gevolg van zuurstoftekort) of een hartinfarct; als u in het verleden of op dit moment een leverziekte heeft. U mag Aacifemine niet gebruiken zolang de leverfunctie nog niet hersteld is; als u een stoornis in de aanmaak van de rode kleurstof van het bloed heeft (porfyrie); als u allergisch (overgevoelig) bent voor estriol of voor één van de andere bestanddelen van Aacifemine. Wees extra voorzichtig met Aacifemine Voordat u begint of herbegint met hormoonsuppletietherapie (HST) moet u uw arts volledig op de hoogte stellen van uw persoonlijke ziektegeschiedenis en die van uw directe familie. U krijgt een algemeen medisch en een gynaecologisch onderzoek. Tijdens de behandeling zullen regelmatig controles, inclusief een borstonderzoek, bij u plaatsvinden. Periodiek, op zijn minst jaarlijks, dient een zorgvuldige afweging van de voor- en nadelen van de HST gemaakt te worden om te bepalen of de behandeling moet worden voortgezet. Indien één van de hieronder genoemde situaties voor u van toepassing is, is geweest, of als een van deze aandoeningen is verergerd tijdens een zwangerschap of bij eerder hormoongebruik, dient u extra gecontroleerd te worden. Vertel daarom uw arts vóór u Aacifemine gaat gebruiken dat u één van de aandoeningen heeft gehad. Als u Aacifemine al gebruikt en de betreffende aandoening verergert of keert terug, moet u uw arts hierover inlichten. Het gaat om de volgende aandoeningen:
u heeft een goedaardig gezwel in de baarmoeder (uterusmyoom, ook wel 'vleesboom' genoemd); u heeft een afwijking waarbij het baarmoederslijmvlies zich ook op plaatsen buiten de baarmoeder bevindt, bv in de bekkenholte (endometriose); als u in het verleden een aandoening heeft gehad die te maken heeft met uw bloedstolling (trombose, veneuze trombose, longembolie) of als u een verhoogde kans heeft om dit te krijgen (zie HST en trombose); u heeft een verhoogde kans om een oestrogeen-gevoelig gezwel te krijgen, bv. als een van uw directe familieleden (moeder, zus, of dochter) borstkanker heeft; uw bloeddruk is verhoogd; u heeft of heeft hartaandoeningen gehad; u heeft een leverziekte, bv. een goedaardig gezwel van de lever (leveradenoom); u heeft of heeft nieraandoeningen gehad; u heeft suikerziekte (diabetes) met of zonder stoornissen van de bloedvaten; u heeft galstenen; u heeft migraine of (ernstige) hoofdpijn; u heeft systemische lupus erythematodes (bepaalde aandoening van het afweersysteem); u heeft ooit een abnormale groei van het baarmoederslijmvlies gehad (endometriumhyperplasie); u heeft epilepsie; u heeft astma; u heeft otosclerose (erfelijke vorm van doofheid).
Als u nog andere geneesmiddelen neemt, gelieve ook de rubriek “Gebruik van Aacifemine in combinatie met andere geneesmiddelen” te lezen. Licht uw arts in indien u een wijziging in uw conditie tijdens het gebruik van Aacifemine bemerkt. Stop onmiddellijk met het gebruik van Aacifemine als: u één van de onder "Gebruik Aacifemine niet …" genoemde aandoeningen krijgt, of als één van de volgende situaties zich voordoet: u krijgt geelzucht of de werking van uw lever verslechtert; uw bloeddruk gaat plotseling erg omhoog; u krijgt voor de eerste keer migraine-achtige hoofdpijn; u raakt zwanger. Let op: Aacifemine is geen anticonceptiepil.
Wat zijn de risico’s bij gebruik van Aacifemine? Abnormale groei van het baarmoederslijmvlies (endometriumhyperplasie) Elke vrouw, of ze HST gebruikt of niet, heeft een kleine kans om endometriumkanker te krijgen. Eén onderzoek heeft laten zien, dat de kans hierop verhoogd zou kunnen zijn bij vrouwen die oestriol tabletten gebruiken. Om stimulatie van het baarmoederslijmvlies te voorkomen mag de dosering niet overschreden worden. In geval van een langdurige behandeling kan uw arts het nodig achten om uw baarmoeder te onderzoeken of een progestageen voor te schrijven. Neem in ieder geval altijd contact op met uw arts bij bloedverlies uit de vagina zodat onderzocht kan worden wat de oorzaak hiervan is. HST en borstkanker Vrouwen die borstkanker hebben of die in het verleden borstkanker hebben gehad, mogen geen HST gebruiken. Uit onderzoek is gebleken dat bij vrouwen die gedurende enkele jaren oestrogenen of oestrogeen-progestageen combinaties hebben gebruikt, de kans op borstkanker is toegenomen. Het risico neemt toe met de duur van de HST behandeling en lijkt weer af te nemen tot het beginniveau in de loop van vijf jaar nadat de vrouw is gestopt met HST behandeling. Vrouwen die een gecombineerd HST-middel gebruiken hebben een iets grotere kans op borstkanker dan vrouwen die alleen oestrogenen gebruiken. Uw dokter zal u vertellen bij welke veranderingen aan uw borsten u uw arts moet raadplegen. Het is niet bekend of het gebruik van Aacifemine geassocieerd is met dezelfde grotere kans op borstkanker als andere vormen van HST. Echter, als u bezorgd bent over de kans op borstkanker, bespreek dan de voor- en nadelen van de behandeling met uw arts Zorg ervoor dat u regelmatig uw borsten onderzoekt op eventuele veranderingen zoals intrekking van de huid, veranderingen van de tepel, of eventuele knobbels die u kan zien of voelen. HST en trombose Uit onderzoek blijkt dat vrouwen die HST gebruiken een twee- tot driemaal grotere kans hebben om veneuze trombose (vorming van een bloedstolsel in een ader van de benen, longen of elders in het lichaam) te krijgen dan vrouwen die geen HST gebruiken. Geschat wordt dat over een periode van 5 jaar per 1000 vrouwen die geen HST gebruiken ongeveer 3 gevallen van veneuze trombose optreden in de leeftijd van 50 tot 59 jaar en 8 in de leeftijd van 60 tot 69 jaar. Geschat wordt dat per 1000 gezonde vrouwen die HST gebruiken er ongeveer 4 extra gevallen van veneuze
trombose optreden in de leeftijd van 50 tot 59 jaar en ongeveer 9 in de leeftijd van 60 tot 69 jaar. Dit extra risico is het hoogst gedurende het eerste jaar van HST gebruik. De kans op veneuze trombose is groter: als u al eerder een veneuze trombose heeft gehad of een stoornis van de bloedstolling heeft; als u ernstig overgewicht heeft; als veneuze trombose voorkomt in uw directe familie; als u één of meer miskramen heeft gehad; als u een stollingsprobleem heeft dat moet behandeld worden met een geneesmiddel zoals warfarine; als u lange tijd geïmmobiliseerd bent als gevolg van een zware chirurgische ingreep, een trauma of een ziekte; als u systemische lupus erythematodes (bepaalde aandoening van het afweersysteem) heeft. Het is onduidelijk of het hebben van spataderen tot een verhoogde kans op veneuze trombose leidt. Indien één van de bovenstaande waarschuwingen voor u van toepassing is, of dat in het verleden is geweest of bij herhaalde spontane abortus, dient eerst een onderzoek plaats te vinden om voorbeschiktheid voor veneuze trombose uit te sluiten. Tot dit gebeurd is of een behandeling met antistollingsmiddelen gestart is, is de behandeling met HST tegenaangewezen. Als u al een antistollingsmiddel gebruikt, moeten de voor- en nadelen van HST zorgvuldig worden afgewogen. Er zijn ook situaties waarin de kans op veneuze trombose tijdelijk is verhoogd: na een ongeluk; bij grote operatieve ingrepen; als u zich langdurig weinig kunt bewegen (bijvoorbeeld als u bedrust moet houden). Het kan in deze situaties nodig zijn dat u tijdelijk, eventueel al 4-6 weken vóór een geplande operatie, met het gebruik van Aacifemine stopt. Breng daarom uw behandelend arts op de hoogte dat u HST gebruikt als één van bovengenoemde situaties zich voordoet. Als u tijdens het gebruik van Aacifemine een veneuze trombose of longembolie krijgt, dient u onmiddellijk te stoppen met het gebruik van Aacifemine. Meld uw arts onmiddellijk elke klacht die op veneuze trombose of longembolie kan wijzen, zoals pijnlijke zwelling van één van uw benen, plotselinge pijn op de borst, of kortademigheid.
HST en aandoeningen van de kransslagaders van het hart HST is niet aanbevolen bij vrouwen die een hartziekte hebben of die recent een hartziekte hebben gehad. Als u ooit een hartziekte hebt gehad, verwittig dan uw arts om na te gaan of u HST mag nemen. HST zal een hartziekte niet helpen voorkomen. Uit twee grote onderzoeken met één bepaald soort HST (geconjugeerde oestrogenen gecombineerd met medroxyprogesteronacetaat) is gebleken dat de kans op hart- en vaatziekten tijdens het eerste jaar gebruik van HST mogelijk was verhoogd. Het is nog onduidelijk of dit ook geldt voor andere soorten HST middelen. Als u symptomen hebt die er kunnen op wijzen dat u een hartziekte hebt (zoals pijn in uw borst die uitstraalt naar uw arm of uw hals), raadpleeg dan zo snel mogelijk een arts. Neem geen HST meer tot uw arts u zegt dat u mag. HST en beroerte Uit een onderzoek met één bepaald soort HST (geconjugeerde oestrogenen gecombineerd met medroxyprogesteronacetaat) is gebleken dat de kans op een beroerte tijdens gebruik van deze HST licht was verhoogd. Geschat wordt dat over een periode van 5 jaar per 1000 vrouwen die geen HST gebruiken ongeveer 3 gevallen van beroerte optreden in de leeftijd van 50 tot 59 jaar en 11 in de leeftijd van 60 tot 69 jaar. Geschat wordt dat per 1000 gezonde vrouwen die HST gebruiken er ongeveer 1 extra geval van beroerte zal optreden in de leeftijd van 50 tot 59 jaar en ongeveer 4 in de leeftijd van 60 tot 69 jaar. Het is nog onduidelijk of dit ook geldt voor andere soorten HST middelen. Als u symptomen hebt die er kunnen op wijzen dat u een beroerte hebt (zoals onverklaarde migraine-achtige hoofdpijn, met of zonder gezichtsstoornissen), raadpleeg dan zo snel mogelijk een arts. Neem geen HST meer tot uw arts u zegt dat u mag. HST en eierstokkanker Eierstokkanker is zeer zeldzaam, maar het is een ernstige aandoening. Ze kan moeilijk te diagnosticeren zijn, omdat er vaak geen duidelijke tekens van de ziekte zijn. In sommige onderzoeken wordt een verhoogde kans op eierstokkanker gemeld bij vrouwen zonder baarmoeder die meer dan 5 tot 10 jaar oestrogenen gebruikten. Het risico op eierstokkanker bij langdurig gebruik van oestrogenen gecombineerd met progestagenen of van zwakke oestrogenen (zoals Aacifemine) is niet bekend.
HST en andere aandoeningen Het gebruik van Aacifemine kan er toe leiden dat het lichaam vocht vasthoudt. Als de werking van uw hart of nier gestoord is, moet u daarom tijdens het gebruik van Aacifemine extra worden gecontroleerd. In sommige gevallen kan tijdens gebruik van oestrogenen het vetgehalte van het bloed sterk stijgen en in zeldzame gevallen leiden tot een ontsteking van de alvleesklier. Als u een ernstig verhoogd vetgehalte in uw bloed heeft (hypertriglyceridemie) moet u daarom tijdens gebruik van Aacifemine extra worden gecontroleerd. Bij vaginale infectie zal de arts ook een middel tegen infecties voorschrijven. Gebruik met andere geneesmiddelen Sommige geneesmiddelen kunnen de werking van Aacifemine beïnvloeden of Aacifemine kan de werking van sommige geneesmiddelen beïnvloeden. Dit kan ook leiden tot onregelmatig bloedverlies. Het gaat om de volgende middelen: middelen tegen epilepsie (zoals barbituraten, hydantoïnen en carbamazepine); middelen tegen infecties (zoals griseofulvine en rifamycines); middelen tegen virale infecties (nevirapine, efavirenz, ritonavir, nelfinavir); kruidenmiddelen die sint-janskruid (hypericum perforatum) bevatten. Deze kunnen de werking van Aacifemine verminderen; één van de volgende geneesmiddelen: corticosteroïden, succinylcholine, theofyllines of troleandomycine. Vertel uw arts of apotheker als u andere geneesmiddelen gebruikt of kort geleden heeft gebruikt. Dit geldt ook voor geneesmiddelen die u zonder voorschrift kan krijgen. Gebruik van Aacifemine met voedsel en drank U mag normaal eten en drinken terwijl u Aacifemine gebruikt. Zwangerschap en borstvoeding Vraag uw arts of apotheker om advies voordat u een geneesmiddel inneemt. Als u zwanger bent mag u Aacifemine niet gebruiken. Als u zwanger wordt tijdens gebruik van Aacifemine moet u direct stoppen met de behandeling. Als u borstvoeding geeft, mag u Aacifemine niet gebruiken zonder uw arts eerst om advies te vragen. Rijvaardigheid en het gebruik van machines Aacifemine heeft geen invloed of enkel te verwaarlozen invloed op de rijvaardigheid en het gebruik van machines.
Belangrijke informatie over enkele bestanddelen van Aacifemine Aacifemine tabletten bevatten lactose. Indien uw arts u op de hoogte heeft gebracht dat u een intolerantie voor sommige suikers vertoont, raadpleeg dan uw arts voor u Aacifemine gaat gebruiken.
3.
HOE WORDT AACIFEMINE 2 MG, TABLETTEN INGENOMEN Volg bij het innemen van Aacifemine nauwgezet het advies van uw arts. Raadpleeg bij twijfel uw arts of uw apotheker. Bij menopauzale klachten is de gebruikelijke dosering: in de eerste weken dagelijks 4-8 mg (2-4 tabletten van 2 mg); daarna wordt de dosis geleidelijk verlaagd tot bij voorbeeld 1 tot 2 mg per dag (½-1 tablet van 2 mg). Bij andere toepassingen worden vaak lagere doseringen voorgeschreven. Slik de tabletten met bijvoorbeeld wat water of een andere drank door. Het is belangrijk dat de totale dagdosering in één keer wordt ingenomen, iedere dag op dezelfde tijd. Als u Aacifemine gebruikt voor de behandeling van overgangsklachten en u bemerkt dat Aacifemine te sterk of te weinig werkt, raadpleeg dan uw arts. Duur van de behandeling Uw arts zal u vertellen hoe lang u Aacifemine moet gebruiken. Het is belangrijk dat u zich hieraan houdt. Stop de behandeling niet voortijdig, overleg eerst met uw arts. Samen met uw arts moet u regelmatig, maar op zijn minst jaarlijks, herevalueren of u nog steeds oestrogeenbehandeling nodig heeft. Wat u moet doen als u meer van van Aacifemine heeft ingenomen dan u zou mogen Wanneer u te veel van Aacifemine heeft ingenomen, neem dan onmiddellijk contact op met uw arts, apotheker of het Antigifcentrum (070/245.245). Als iemand verschillende tabletten heeft ingenomen in één keer, is er geen reden tot grote bezorgdheid. U moet echter een arts raadplegen. Verschijnselen die zich kunnen voordoen zijn: misselijkheid en braken; bij vrouwen mogelijk ook een vaginale bloeding enige dagen later. Wat u moet doen wanneer u bent vergeten Aacifemine in te nemen Neem geen dubbele dosis van Aacifemine om een vergeten dosis in te halen. Neem de vergeten tabletten in zodra u daaraan denkt, behalve wanneer dat meer dan 12 uren later is. In dit laatste geval moet u de vergeten dosis gewoon overslaan en verder gaan met de volgende dosis zoals normaal.
Als u stopt met het innemen van Aacifemine Indien de behandeling wordt stopgezet, zouden de symptomen kunnen terugkomen. Overleg met uw arts als u de behandeling wilt stoppen.
4.
MOGELIJKE BIJWERKINGEN Zoals alle geneesmiddelen kan Aacifemine bijwerkingen veroorzaken, hoewel niet iedereen deze bijwerkingen krijgt. Afhankelijk van de dosering en de gevoeligheid van de patiënt, kan Aacifemine soms bijwerkingen veroorzaken, zoals: zwelling en toegenomen gevoeligheid van de borsten; lichte vaginale bloeding; toegenomen vaginale afscheiding; misselijkheid; vochtretentie in de weefsels, gewoonlijk gekenmerkt door gezwollen enkels of voeten; Bij de meeste patiënten verdwijnen deze bijwerkingen na de eerste behandelingsweken, maar ze kunnen ook wijzen op een te hoge dosering. Raadpleeg uw arts als er een vaginale bloeding optreedt, of als een of andere bijwerking hinderlijk wordt of blijft duren. Bijwerkingen waarvan bekend is dat ze kunnen optreden bij gebruik van HST: goedaardige en kwaadaardige gezwellen die worden beïnvloed door oestrogene hormonen; bijvoorbeeld kanker van het baarmoederslijmvlies (endometriumkanker) en borstkanker. Voor meer informatie zie “Gebruik Aacifemine niet …” alsook “Abnormale groei van het baarmoederslijmvlies (endometriumhyperplasie)” en “HST en borstkanker” in rubriek 2. hartaanval (hartinfarct) en beroerte; aandoeningen van de galblaas; aandoeningen van de huid, of onderhuidse aandoeningen zoals: - chloasma (geelbruine pigmentvlekken, ook wel zwangerschapsvlekken genoemd) - erythema multiforme (vorm van huiduitslag waarbij ook sprake kan zijn van knobbeltjes, blaasjes of vochtophoping) - erythema nodosum (vorm van huiduitslag met pijnlijke blauwrode knobbels) - vasculaire purpura (puntvormige bloedinkjes in de huid); symptomen van dementie; bij vrouwen die een HST-middel gebruiken treedt vaker veneuze trombose en longembolie op dan bij vrouwen die geen HST-middel gebruiken. Voor meer informatie, zie "Gebruik Aacifemine niet …" en "HST en trombose" in rubriek 2. Bij vrouwen die een HST-middel gebruiken is de kans op borstkanker iets verhoogd en neemt toe met het aantal jaren dat men HST gebruikt. Geschat wordt dat van de 1000 vrouwen die geen HST gebruiken er bij ongeveer 32
vrouwen in de leeftijd van 50-64 jaar borstkanker zal optreden. Geschat wordt dat per 1000 vrouwen die gedurende 5 jaar HST gebruiken of kortgeleden gebruikt hebben, er ongeveer 2 tot 6 extra gevallen van borstkanker zullen optreden. Als 10 jaar HST is gebruikt, kan dit oplopen naar ongeveer 5 tot 19 extra gevallen per 1000 gebruiksters. Het aantal extra gevallen van borstkanker is niet afhankelijk van de leeftijd waarop u HST behandeling bent gestart (mits u bent gestart met HST op een leeftijd tussen de 45 en 65 jaar). Voor meer informatie, zie “Gebruik Aacifemine niet…” en “HST en borstkanker” in rubriek 2. Wanneer één van de bijwerkingen ernstig wordt of als er bij u een bijwerking optreedt die niet in deze bijsluiter is vermeld, raadpleeg dan uw arts of apotheker.
5.
HOE BEWAART U AACIFEMINE Aacifemine buiten het bereik en zicht van kinderen houden. Bewaar uw Aacifemine tabletten in de oorspronkelijke verpakking bij 2°C – 30 C, afgeschermd van licht en vocht. Gebruik Aacifemine niet meer na de vervaldatum die staat vermeld op de verpakking achter “vervaldatum” of “exp”. De vervaldatum verwijst naar de laatste dag van die maand.
6.
AANVULLENDE INFORMATIE Wat bevat Aacifemine 2 mg, tabletten Het werkzaam bestanddeel is estriol, 2 mg. De andere bestanddelen (hulpstoffen) zijn: aardappelzetmeel, magnesiumstearaat, lactose monohydraat, polyvidon en watervrij colloïdaal siliciumdioxide. Meer over Aacifemine Het actief bestanddeel van Aacifemine is estriol, één van de natuurlijke oestrogenen (vrouwelijke geslachtshormonen). Oestrogenen worden vooral geproduceerd in de ovaria. Ze zijn noodzakelijk voor de normale seksuele ontwikkeling van de vrouw en voor de regulatie van de menstruatiecyclus tijdens de geslachtsrijpe periode. Naarmate vrouwen verouderen, produceren de ovaria geleidelijk minder oestrogenen. De periode waarin dit gebeurt (gewoonlijk rond de 50 jaar), wordt de menopauze genoemd. Als de ovaria chirurgisch verwijderd worden (ovariëctomie) voor de menopauze, zal de productie van oestrogenen plots zeer sterk dalen.
De daling van de oestrogeenproductie geeft in vele gevallen aanleiding tot de welbekende menopauzale klachten zoals warmteopwellingen en nachtelijk zweten. Door het tekort aan oestrogenen kan de vaginale wand dunner en droger worden. Als gevolg hiervan kan het seksueel contact pijnlijk worden en kunnen er vaginale jeuk en infecties optreden. Het tekort aan oestrogenen kan ook problemen veroorzaken zoals urine-incontinentie en recidiverende cystitis. Deze klachten kunnen vaak verlicht worden door geneesmiddelen op basis van oestrogenen te gebruiken. Het kan enkele dagen of weken duren vooraleer u een verbetering waarneemt. Naast de hoger vermelde indicaties kan Aacifemine ook voorgeschreven worden om: de wondheling te verbeteren bij postmenopauzale vrouwen die een vaginale ingreep ondergaan; de evaluatie van de cervicale uitstrijkjes die afgenomen werden bij postmenopauzale vrouwen, te vergemakkelijken. Aacifemine is niet geschikt voor de preventie van zwangerschap. Hoe ziet Aacifemine 2 mg, tabletten er uit en wat is de inhoud van de verpakking Aacifemine tabletten zijn wit tot bijna wit, rond en plat met aan één kant een vierkant; op de andere kant staat de code "DG8". De verpakking bevat 1 of 3 blisterverpakkingen met 30 tabletten à 2 mg. Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant Houder van de vergunning voor het in de handel brengen: N.V. Organon, Kloosterstraat 6, 5349 AB Oss, Nederland Fabrikant: N.V. Organon, Postbus 20, 5340 BH Oss, Nederland Nummer van de vergunning voor het in de handel brengen: BE 012686 Afleveringswijze Aacifemine tabletten is aan een medisch voorschrift onderworpen. Deze bijsluiter is voor de laatste keer goedgekeurd in: 09/2011 RAADPLEEG UW ARTS OF APOTHEKER INDIEN U NOG VRAGEN HEEFT OF WANNEER U DE VOLLEDIGE VOORSCHRIJFGEGEVENS VAN AACIFEMINE ZOU WILLEN ONTVANGEN.