NIEUWSBRIEF 2014 nr 2 Deze nieuwsbrief is een uitgave van Netwerk Acute Zorg Limburg
In deze nieuwsbrief o.a. Man overreden na echtelijke ruzie De meldkamer krijgt een 112 melding van een ongeval auto versus voetganger. Het betreft een man die waarschijnlijk met opzet meerdere keren
‘Alle neuzen dezelfde kant op’
door een auto overreden is. Na triage door de meldkamer wordt er een ambulance en politie naar het opgegeven adres gestuurd. Ter plaatse treffen zij een man aan, liggend in een grasveld en gillend van de pijn. Een tweede ambulance wordt ter plaatse gevraagd.
Inhoudsopgave Agenda / Nieuws Pagina 2-3
Lees verder op pagina 10
>
Visitaties kwaliteitskader OTO Pagina 4 Kidzcollege Pagina 5 CBRN Pagina 6 en 7 Traumaregistratie Pagina 8 Integraal crisisplan Pagina 9 Traumacasus Pagina 10 en 11 Interview Gerrit Vernimmen Pagina 12
1
Data 2014 Multitrauma bespreking Traumaoverleg/Limburgs Traumatologisch Genootschap
Hercertificering Duits traumanetwerk een feit! Het traumacentrum MUMC+ maakt onderdeel uit van het TraumaNetzwerk DGU (EU regio Aachen) sinds 2011. Afgelopen maart heeft er een heraudit plaatsgevonden en op 15 mei jl. hebben zij de deelname aan dit netwerk gecontinueerd op basis van de bevindingen tijdens de heraudit. Tijdens de audit werden verschillen besproken met betrekking tot het behandelen van multi-traumapatienten tussen Nederland en Duitsland. Een kortere ligduur en een eerdere
Multitrauma besprekingen 2014
start met revalidatie vond men een sterk punt. 11 februari, 13 mei, 23 september,
Tevens werden de verschillen besproken tussen
2 december
de beide landen met betrekking tot de organi-
Tijd: 18.00-19.30 uur
satie van de pre-hospitale zorg. Het systeem van goed opgeleide ambulanceverpleegkundi-
De bijeenkomsten vinden plaats in:
gen kent met in Duitsland niet.
• Academisch ziekenhuis Maastricht,
De gegevens voor de Landelijke Traumaregistratie worden uitgebreid met gegevens die voor
Wellenszaal nivo 4
de Duitse registratie ook vastgelegd dienen te
• VieCuri Medisch Centrum Venlo, Multifunctionele ruimte IC (E1-102)
worden. Op dit punt onderstaat er dus meer
• Atrium Medisch Centrum Heerlen,
overeenkomst. De reeds bestaande samenwerking wordt met deze certificering formeler
Hustinx-kamer
bevestigd en is daarmee dan ook een uiting van
• Sint Jans Gasthuis Weert,
de goede onderlinge samenwerking tussen het
Conferentieruimte route 22
traumacentrum MUMC+ en het TraumaNetz
• Laurentius ziekenhuis Roermond,
werk DGU (EU regioAachen).
Van Gelrezaal 3e verdieping • Orbis Medisch Centrum Sittard, K&EC ruimte, bouwdeel 3, nivo 1, ruimte 3
Traumaoverleg/Limburgs Traumatologisch
PROMOTION-trial van start!
Genootschap 2014
A PROspective randomized Multicenter trial for the treatment of dislocated 3-part proximal 12 maart, 11 juni, 17 september,
humerus fracturs: Open reduction and internal fixaTION versus intramedullary nailing.
17 december
In deze gerandomiseerde studie wordt onderzocht of het herstel na 1 jaar (met behulp van de Constant-Murley Score, CMS), beter is in de groep patiënten met een humerusfractuur
• 17.30-18.30 uur
behandeld met een pen (IMN) of met een plaat (ORIF). De CMS score is een gecombineerde
Bestuursvergadering Traumaoverleg
score van pijn, dagelijks functioneren en de functionele status van de schouder. Deze studie is
Limburg
sinds april 2014 opengesteld voor inclusie en een aantal ziekenhuizen in de regio zullen gaan
• 18.30-19.00 uur
participeren in deze studie.
Buffet
Voor meer informatie over deze studie en mogelijke inclusie van patienten neemt u contact op
• 19.00-21.00 uur
met Jeroen Bransen (
[email protected]).
Limburgs Traumatologisch Genootschap
Locatie: De Oolderhof, Broekstraat 35, 6049 CJ HERTEN-ROERMOND
Redactie Miranda Dirx, Maria Kerckhoffs-Hanssen, Ruth Jongen
2
Vormgeving Schrijen-Lippertz, Voerendaal
Regioplan complexe spoedeisende zorg In het bestuurlijk ROAZ van november 2013 hebben de zorgverzekeraars het regioscenario mbt concentratie van hoogcomplexe spoedeisende zorg in de regio Limburg gepresenteerd. Inmiddels heeft het ROAZ een officiële reactie gegeven op het plan. Tevens is vanuit de focusgroep CVA een brief gestuurd waarin inhoudelijke argumenten worden aangedragen waarom concentratie van CVA-zorg geen betere kwaliteit van zorg tot gevolg zal hebben in de regio. De zorgverzekeraars hebben individuele gesprekken gevoerd met alle ziekenhuizen en een aantal ketenpartners waaronder de ambulancediensten en huisartsen organisaties (HAP’s/zorggroepen). Op basis van alle gesprekken en signalen uit de regio wordt het plan aangepast en wordt dit wederom besproken met de regio.
Informatieavond Ambulancezorg Limburg Noord Acuut Coronair syndroom Vanuit de focusgroep AMI LN is een aangepast protocol Acuut Coronair Syndroom opgesteld voor de ambulance zorg. Na goedkeuring door de betrokken partners is dit vastgesteld. Voor dit doel is een informatieavond op 24 juni voor alle ambulancemedewerkers van de Ambulancezorg Limburg Noord georganiseerd. Naast het protocol worden nog presentaties verzorgd over het beoordelen van het ECG en de nieuwste ontwikkelingen op dit gebied.
3
Intercollegiale Visitatie OTO
Opgelegd pandoer of een extra kans? Door: Clarien Schoeren, OTO-coördinator Limburg
Sinds 2008 hebben we in Nederland vanuit het ministerie van VWS het Project: “Stimuleringsgelden OTO”. OTO staat voor Opleiden, Trainen en Oefenen in het kader van voorbereid zijn op rampen en crises. Het ministerie maakt hier maar liefst 10 miljoen Euro per jaar voor vrij. Daar waar men vaak met projecten begint met een missie, visie, doelstelling, planvorming en uitvoering is men in dit project toch op een andere wijze gestart. De OTO-gelden werden aan 11 regio’s gegeven (11 Traumacentra) met de opdracht aan de ROAZ’en om hier mee aan de slag te gaan. Het project kent meerdere fases. De eerste fase, 20082011, was vooral een fase awareness. Het jaar 2012 was een tussenjaar waar VWS aangaf dat de vrijblijvendheid voorbij was. Naar aanleiding van een onderzoek dat door Nivel was uitgevoerd (2010) werd gevraagd een ondergrens te bepalen, meer uniformiteit binnen en tussen de regio’s te bereiken, toetsingsnormen en -indicatoren vast te stel-
De fase van 2013-2015 staat vooral in het te-
In samenspraak met het ministerie van VWS
len en een verantwoordingsinstrument te
ken van de implementatie van de landelijk
is afgesproken dat de regio’s twee jaar de tijd
creëren.
ontwikkelde producten in de regio en de start
kregen om alle landelijke producten te im-
van het toetsen van de mate van voorbereid
plementeren alvorens de Inspectiedienst Ge-
zijn van Zorgorganisaties op rampen en crises.
zondheidszorg IGZ zou komen inspecteren.
In opdracht van de landelijke Stuurgroep OTO, namens VWS, is in het Landelijke Plat-
4
Per 1 januari 2015 is het zover. Maar om nu
form van OTO-coördinatoren in werkgroepen
In 2013 zijn aan alle zorgorganisatie in de re-
organisaties nog een extra kans te geven om
hard gewerkt om aan deze eisen tegemoet te
gio Limburg de landelijk ontwikkelde produc-
te toetsen of ze voldoende zijn voorbereid, is
komen.
ten aangeboden. De reacties waren positief,
er nog een extra mogelijkheid ter voorberei-
Dat heeft geresulteerd in een aantal landelijk
omdat ook in de organisaties gezien werd dat
ding mogelijk; namelijk de Intercollegiale vi-
ontwikkelde producten als:
met deze producten een professionalise-
sitatie OTO. Dit is een instrument waar zorg-
Landelijk Beleidskader OTO, Kwaliteitskader
ringsslag geslagen kon worden. Maar zeker
organisaties gebruik van kunnen maken om
Crisisbeheersing en OTO, Kwalificatieprofie-
het zelfevaluatie instrument waarmee orga-
op een veilige manier door een commissie uit
len (competenties), OTO-kaarten en de weg-
nisaties heel gericht zelf kunnen toetsen
de eigen regio zich te laten toetsen om te ko-
wijzer effectief oefenen.
waar ze staan in de voorbereiding is goed
men tot een overzicht van de mate van voor-
Dit is een grote organisatorische professio-
ontvangen. Naast dat zij kunnen toetsen,
bereid zijn, maar ook om te komen tot laatste
naliseringsstap geweest in het hele OTO sti-
geeft het instrument ook heel duidelijk aan
aanbevelingen waarmee men nog aan de
muleringstraject.
welke stappen nog dienen te worden geno-
slag kan gaan om per 1 januari 2015 klaar te
men.
zijn voor de IGZ.
Kidzcollege Door: Ruth Jongen, management-assistente NAZL Op woensdag 28 mei 2014 werd wederom het
Er waren enkele “stations” waar de kinderen
Kidzcollege georganiseerd, een initiatief van
steeds iets anders konden doen.
de Universiteit Maastricht om kinderen uit groep 8 van de basisschool te laten kennis-
- De ambulancedienst van de GGD Zuid Lim-
maken met een scala aan wetenschappelijke
burg stond er met twee ambulances. Kinde-
onderwerpen, zoals management, politiek,
ren konden hier van alles vragen en de chauf-
voeding, psychologie, economie en dus ook
feur
traumachirurgie.
wervelplanken waar de kids op gespind kon-
gaf
uitleg.
Er
ware
een
aantal
den worden. Het college bestond uit twee delen: eerst een voordracht door Dr. Martijn Poeze, trauma-
- De gipsmeesters maakten de kinderen een
chirurg MUMC+ en daarna een praktisch
mooi polsgipsje.
deel. In zijn voordracht ging Poeze in op de hulpverlening na een ongeval met niet alleen
- Er was een OK nagebootst waar de kinde-
aandacht voor de prehospitale hulp (ambu-
ren zelf een gebroken bot konden repareren
lance en heli), maar ook de hulp in het zie-
door er een plaat op te schroeven.
kenhuis: wie doet wat op de SEH en wat zijn de (operatieve) mogelijkheden om een frac-
- Verder was er een interessant filmpje te
tuur te herstellen.
zien van een Spoed Eisende Hulp.
Daarna konden de kinderen zelf aan de slag
Aan het eind van het college zagen de kinde-
en dat was natuurlijk het leukste deel van het
ren er fantastisch uit met hun mondkapjes,
college.
mutsen en gips.
5
Project CBRN Limburg op stoom Pieter Janssen, Projectleider CBRN Limburg Het eind vorig jaar gestarte regionale project om de opvang van CBRN-besmette patiënten te verbeteren, is op stoom gebracht. Naar verwachting hebben alle Limburgse ziekenhuizen eind dit jaar hun opvangplannen klaar en hun infrastructuur op orde. In 2015 verschuift de aandacht naar de verdere inbedding van het CBRN-beleid én naar Opleiden, Trainen en Oefenen (OTO). Sinds dit voorjaar beschikken alle zes de
de eerste stap gezet: de Limburgse CBRN-
hadden ze niet voor niets meegebracht. Ter
Limburgse ziekenhuizen over een CBRN-co-
coördinatoren kennen elkaar nu allemaal.
plaatse oefenden ze met een oefenpop die
ördinator. Sommige ziekenhuizen hebben
6
zogenaamd CBRN-besmet was. Dat viel nog
zelfs meerdere CBRN-coördinatoren be-
Eye-opener
niet mee. Het werd de deelnemers meteen
noemd, zodat de kennis en ervaring goed in
In maart volgde een tweede bijeenkomst. We
duidelijk dat persoonlijke bescherming maar
hun organisatie wordt geborgd. Deze coördi-
namen een kijkje in de keuken van het Catha-
een deel van de oplossing is. Een CBRN-be-
natoren trekken het project binnen hun eigen
rinaziekenhuis in Eindhoven, waar CBRN-co-
smetting dien je doordacht en doortastend
ziekenhuis. Dat is nog best een klus, zo bleek
ördinator Bart Goorts uit de doeken deed hoe
aan te pakken en je mag de risico’s niet on-
in februari dit jaar tijdens de eerste cursus-
zijn ziekenhuis het CBRN-beleid heeft vorm-
derschatten. Aan de andere kant zagen de
dag in Roermond. We stonden toen stil bij
gegeven. Ook liet hij zien hoe het Catharina-
bezoekers dat ze het wiel niet hoeven uit te
wat CBRN is, wat de regionale leidraad in-
ziekenhuis haar CBRN-ruimte in de hoek van
vinden. Er is heel veel kennis en ervaring be-
houdt en hoe de coördinatoren hun rol bin-
de ambulancehal heeft ingericht en hoe die
schikbaar. Het is de kunst om het pragma-
nen hun ziekenhuis kunnen oppakken. Daar-
wordt gebruikt. Nu kwamen de persoonlijke
tisch aan te pakken. Niet lichtzinnig, wel re-
naast zijn de cursusdagen (er volgen er nog
beschermingsmiddelen (pakken, laarzen en
ëel. “Niet blijven hangen in hoe of wat, maar
meer) bedoeld om een netwerk van experts
volgelaatsmaskers) die de CBRN-coördina-
gewoon aan de slag gaan”, aldus Goorts.
op te bouwen, die elkaar kunnen raadplegen
toren tijdens de eerste cursusdag in februari
Voor veel coördinatoren was het bezoek een
en coachen. Met de cursusdag in februari is
hadden ontvangen ook goed van pas. Die
eye-opener.
Spoorboekje
steeds gerichter en specifieker worden.
lang om te kunnen komen tot een adequate
De afgelopen maanden maakten OTO-coör-
Kortom: we maken meters. Daarbij wordt het
aanpak. Uiteraard blijven we ons ook richten
dinator Clarien Schoeren en projectleider
de CBRN-coördinatoren steeds duidelijker
op de ziekenhuizen. Ons streven is dat elk
Pieter Janssen een spreekwoordelijk rondje
wat hun rol is. Een van de aanwezigen vatte
Limburgs ziekenhuis nog voor de jaarwisse-
langs de velden. Ze bezochten de ziekenhui-
het als volgt treffend samen: “We bereiden
ling de opvangplannen klaar en de infra-
zen, lichtten aan het hoofd SEH en de CBRN-
het CBRN-feest voor en halen de cadeaus in
structuur op orde heeft. Snelheid is geboden,
coördinator de doelstellingen van het project
huis, maar weten nog niet wanneer het feest
want bijna dagelijks doen zich besmettingen
nog een keer toe en beantwoordden de vra-
wordt gehouden.”
voor. Denk aan mensen die geknoeid hebben
gen die al werkende waren opgekomen. In-
In september en november volgen nog twee
met gootsteenontstoppers, maar ook aan de
middels ligt het balletje bij de CBRN-coördi-
cursusdagen. Geleidelijk aan zal de inhoud
bijna wekelijkse vondst van vaten in de bui-
natoren. Zij gaan nu beschrijven welke
van de cursusdagen veranderen. Die wordt
tengebieden met restanten van chemicaliën
stappen ze moeten zetten om binnen hun
straks niet meer kant-en-klaar opgediend,
die worden gebruikt voor de productie van
ziekenhuis het CBRN-beleid in te voeren en
maar door de CBRN-coördinatoren zelf be-
synthetische drugs. In een lab in Uden kwa-
echt te laten landen. Daarbij kunnen ze te-
paald. Meer en meer bepalen ze zelf wat cen-
men recent met de productie van syntheti-
rugvallen op de ondersteuning van Pieter
traal moet staan op een cursusdag.
sche drugs twee mensen om het leven. Het is
Janssen en maken ze gebruik van het spoorboekje dat Pieter hiervoor heeft ontwikkeld.
gevaarlijk spul. Laten we zorgen dat we zo
Wekelijks calamiteiten
snel mogelijk in staat zijn CBRN-besmette
Hoe verder? Dit jaar nog gaan we beginnen
patiënten vlot en veilig op te vangen!
Op woensdag 21 mei hebben we een tweede
met de ambulancediensten en huisartsen
cursusdag gehouden voor de CBRN-coördi-
over CBRN te informeren. Daar ligt nog een
natoren, opnieuw in Roermond, om de kennis
behoorlijke taak, want die hulpverleners
van de eerste cursusdag te herhalen en te
hebben heel veel aan hun hoofd en weten
verdiepen. Uit de vragen die gesteld werden
soms niet waar CBRN voor staat en hoe ze in
was duidelijk op te maken dat de kennis van
geval van een besmetting moeten handelen.
de coördinatoren toeneemt en dat de vragen
En juist ook hun rol in het verhaal is van be-
Heeft u vragen over het project? Mail die dan naar Secretariaat Project CBRN Limburg: Ruth Jongen,
[email protected] of bel naar Pieter Janssen, 06 306 324 43. Meer informatie over het CBRN-project vindt u op www.otolimburg.org. 7
Traumaregistratie: stand van zaken Elk ziekenhuis levert data met betrekking tot opgenomen trauma patiënten aan, aan het Netwerk Acute Zorg Limburg (NAZL) en de datamanagers van het netwerk zorgen ervoor dat dat aangeleverde data terecht komen in de Landelijk Traumaregistratie (LTR). In 2014 willen we in het proces van aanlevering van data een efficiency slag proberen te maken in alle ziekenhuizen in Limburg, waarbij we aandacht zullen hebben voor de volledigheid en kwaliteit van de registratie. Hiertoe zullen de datamanagers van het NAZL intensief overleg plegen met de contactpersonen in de ziekenhuizen en mogelijk ook met de ICT-afdeling. Tevens wordt de LTR uitgebreid met de internationaal geaccepteerde Utstein-variabelen. Deze zijn een uitbreiding op de huidige MTOS+-set en worden toegevoegd om een betere internationale vergelijking mogelijk te maken. Ook hiervoor zal bekeken moeten
ken in de regio. Het verzamelen van de
vast de lokalisaties van de traumaletsels in
worden welke aanpassingen noodzakelijk
Utstein variabelen vergt veel medewerking
de regio Limburg zien en de ernst van de let-
zijn in de aanlevering van de data.
en samenwerking met de ziekenhuizen. Dit
sels in het jaar 2013. Op 11 juni jl is er een
De datamanagers van het NAZL zijn in alle
betekent dat de datamanagers in 2014 fre-
landelijk symposium over de traumaregistra-
ziekenhuizen bezig om deze uitbreiding te
quenter de ziekenhuizen zullen bezoeken.
tie geweest waarbij met recente landelijke
bespreken en overleg te plegen over hoe de
Op dit moment zijn de datamanagers tevens
gegevens wordt geïllustreerd hoe de trauma-
implementatie vorm gegeven kan worden in
het registratiejaar 2013 aan het afronden. Dit
registratie de discussie over de inrichting en
de ziekenhuizen. Ook wordt secuur gekeken
betekent dat na controle en verificatie van de
kwaliteit van de traumazorg kan ondersteu-
naar het proces van verzamelen en coderen
data begonnen kan worden met het maken
nen.
en proberen hier een efficiency slag te ma-
van de jaarrapportage. Figuur 1 en 2 laten al-
fig. 1 Verdeling van ernst score (ISS) van de traumaletsels in de regio Limburg, 2013
8
fig. 2 Lokalisatie van de traumaletsels in de regio Limburg, 2013
De Utstein variabelen bestaan uit de volgende items: Oorzaak/Intentie van het ongeval
Tijdstip bereiken normale BE waarde
Oorzaak/Intentie van het ongeval (detail)
Coagulatie: INR
Comorbiditeit vóór het ongeval
Tijdstip eerste CT-scan
Verwijzer
Datum en tijd vertrek SEH
Type eerste spoedinterventie
Bestemming na SEH
Indien andere spoedinterventie
Aantal beademingsdagen
Tijdstip eerste spoedinterventie
Hoogste level hospitale zorg
Activatie traumateam SEH
Glasgow Outcome Scale Score bij ontslag ziekenhuis
Arterieel base overschot
Van losse plannen naar één Integraal Crisisplan
Eén crisis, vijf plannen? Hoe een instelling wil reageren op een (drei-
sing en OTO. De projectgroep is voortvarend
shops, komen tot visie ontwikkeling en pro-
gende) crisis moet worden vastgelegd in een
van start gegaan, onder leiding van het COT
jectdoelstellingen. Implementatie zal verder
crisisplan. Dit plan bevat afspraken over
instituut voor Veiligheids-en crisismanage-
opgepakt gaan worden door de crisismana-
structuren, processen en taken/ bevoegdhe-
ment in de persoon van Marco Zannoni, en
gers zorginstellingen/ ZIROP-coördinatoren
den van betrokken medewerkers, zowel in-
wil vóór juli, door middel van twee work-
in de regio.
tern als met relevante ketenpartners. Op dit moment zijn er meerdere soorten plannen die het predicaat Crisisplan krijgen of als onderdeel hiervan worden gezien. Denk hierbij aan een Continuïteitsplan, BHV-plan, Rampen- OpvangPlan (ZiROP, HaROP, GROP) en deelplannen zoals het communicatieplan. Bij zorginstellingen wordt de verwevenheid tussen al deze plannen gemist. Er bestaat nu nog geen duidelijke samenhang tussen deze plannen. De sleutelfunctionarissen die bij een crisis een rol op strategisch en tactisch niveau vervullen, hebben baat bij een uniform crisisplan en een bijbehorend uniform OTO plan.
Integraal crisisplan In dit kader hebben de managers van vijf acute zorgnetwerken, waaronder het Netwerk Acute Zorg Limburg, het initiatief genomen om via het project Integraal Crisisplan vanuit een samenhangende visie op crisisbeheersing een gezamenlijk format op te stellen en te implementeren. Dit past in de regionale ambitie om eind 2015 aantoonbaar voorbereid te zijn op rampen en crises, zoals bedoeld in het Kwaliteitskader Crisisbeheer9
Man overreden na echtelijke ruzie Door: T. Luft, S. van Workum, GGD ZL, afdeling ambulancezorg;
P. Schormans, J. Ten Bosch, E. de Loos, afdeling heelkunde, Atrium Medisch Centrum
Prehospitaal
ce wordt hij gefixeerd op een wervelplank en
De MKA krijgt een 112 melding van een onge-
klaar gemaakt voor vervoer. Ondertussen
Hospitaal Initiële traumaopvang
val auto versus voetganger. Het betreft een
heeft de tweede verpleegkundige een intra-
Bij aankomst op de spoedeisende hulp was
man die waarschijnlijk met opzet meerdere
veneuze toegang (16G) gecreëerd en pijnstil-
patiënt aanspreekbaar en onrustig. Hij was
keren door een auto overreden is. Na triage
ling toegediend volgens protocol pijnstilling
geplankt, zijn cervicale wervelkolom werd
door de MKA wordt er een ambulance en po-
trauma, te weten; dormicum 2,5 mg en keta-
geïmmobiliseerd middels een harde hals-
litie naar het opgegeven adres gestuurd. Ter
nest-S 2x20mg intraveneus. Ter pijnstilling
kraag, en hij ontving 15 liter zuurstof via een
plaatse treffen wij een man aan, liggend in
wordt tevens zijn linker bovenarm in een va-
non-rebreathing masker. Patiënt had een on-
een grasveld en gillend van de pijn. Een twee-
cuümspalk gelegd.
rustige ademhaling met een frequentie van
de ambulance wordt ter plaatse gevraagd.
Gezien de aard van het ongeval en de kans op
40 ademhalingen per minuut. Met 15 liter
een abdominaal letsel is er gekozen voor een
zuurstof satureerde hij slechts 93%. Men
Primary survey:
16G naald en wordt tijdens vervoer NaCl 0,9%
hoorde bij longauscultatie verminderd adem-
Het slachtoffer gilt → de ademweg is vrij.
toegediend. Tijd ter plaatse bedroeg 14 mi-
geruis aan de rechter kant. De halsvenen im-
Ondertussen heeft de chauffeur het hoofd en
nuten.
poneerden niet gestuwd en de trachea stond
CWK van het slachtoffer manueel gefixeerd.
in midline positie. Bij palpatie voelde de tho-
De B laat een tachypneu zien met een fre-
Voormelding naar de SEH (vlg. MIST)
rax instabiel met crepitaties beiderzijds. Er
quentie van +/- 24 teugen per minuut. De
M: HET, Man enkele keren overreden door
werd een thoraxfoto gemaakt welke bilate-
halsvenen zijn niet gestuwd en de thoraxex-
raal volledig ontplooide longen liet zien zon-
cursies zijn symmetrisch. Ademgeruis is bij
I: Multitrauma. In ieder geval een Thorax-
der intra-thoracaal vocht. Een forse hoeveel-
auscultatie zacht hoorbaar maar verder
trauma, mogelijk abdominaal letsel, frac-
heid subcutaan emfyseem gaf desondanks
tuur linker arm
een aanwijzing voor een bilaterale pneumo-
moeilijk te beoordelen. Bij palpatie van de thorax is subcutaan emfyseem te voelen.
auto
S: A vrij, B spontaan, C stabiel (capillaire refill
thorax. Er leken voornamelijk aan de rechter
en goed gevulde radialispols), D EMV 15
kant meerdere ribben gebroken te zijn (foto
voor analgesie
1).
In de C zien wij een bleke man, geen uitwendig bloedverlies met een goed gevulde radialispols +/- 100 slagen/ min. De capillaire re-
T: 100% O2 via non-rebreathingmasker.
Men besloot bij een werkdiagnose van respi-
fill is minder dan 2 seconden. De buik is
500ml NaCl 0,9%
ratoire insufficiëntie op basis van een bilate-
soepel en het bekken voelt stabiel.
Pijnstilling
raal instabiele fladder- en pneumothorax de
EMV is 15 met isocoor reagerende pupillen.
Immobilisatie d.m.v. wervelplank en spin.
patiënt te sederen en intuberen waarna bila-
Zijn linker arm heeft een afwijkende stand.
teraal thoraxdrains werden geplaatst. Bij Tijdens het transport naar het ziekenhuis
plaatsing van de drains ontlastte zich een ge-
Uitgaand van een B probleem met verden-
geen achteruitgang in de B of C waargeno-
ringe hoeveelheid bloed. De patiënt stabili-
king hemato/pneumothorax en gezien de
men (SPO2 95%, ademhalingsfrequentie
seerde en zijn saturatie steeg naar 99%. Een
korte aanrijtijd naar het ziekenhuis, beslui-
blijft stabiel, pols goed gevuld ± 100 slagen
tweede thoraxfoto toonde adequate posities
ten wij tot een scoop en run scenario. Het
per minuut). Aanrijtijd 14 minuten.
van zowel de tube als van de thoraxdrains.
slachtoffer krijgt 100% zuurstof, 15 l, via een non-rebreathing masker en samen met de
Patiënt had bij binnenkomst een bloeddruk
ondertussen gearriveerde tweede ambulan-
van 135/100 en een hartfrequentie van 100/min. Hij had reeds twee perifere intrave-
Foto 1 10
Foto 2
Foto 3
Foto 4
Foto 5
neuze lijnen en kreeg een bolus van 2000cc
roll in rechter zijligging gepositioneerd. Via
verwarmd glucosezout infuus. Na intubatie
een posterolaterale incisie links werd een rib-
zakte de bloeddruk naar 80/45 waarna deze
fixatie verricht van rib 3, 4, 5, en 8 links met
snel stabiliseerde na een eenmalige bolus
behulp van de MatrixRIB-set. Er werd een
van 500cc vocht. Een FAST-echo toonde geen
nieuwe thoraxdrain aan de linker zijde ge-
aanwijzingen voor intra-abdominaal vocht en
plaatst waarna op identieke wijze de rechter
een slank pericardium. Het bekken en de fe-
hemi-thorax werd gestabiliseerd middels een
mora waren bij palpatie stabiel. De inmiddels
fixatie van rib 5, 6, 7 en 8 rechts (foto 5). Pati-
gesedeerde patiënt had isocore en reactieve
ënt werd postoperatief beademd en inotropie-
pupillen. Gezien het traumamechanisme en
behoeftig opgenomen op de Intensive Care.
Foto 6
Foto 7
de daarbij te verwachtten letsels werd besloten om een total-body CT-scan te verrichten.
Na twee dagen van stabilisatie op de Intensive Care werd patiënt de derde dag gedetu-
CT-scan
beerd. Nadat na detubatie patiënt respiratoir
De total-body CT-scan toonde multipele let-
voorspoedig herstelde werd op de zevende
sels. Er bleek sprake van een uitgebreid tho-
dag besloten om op de operatiekamer de
raxtrauma met een bilaterale fladderthorax
lumbale wervelkolom te stabiliseren door het
(bij ribfracturen van rib 2-9 beiderzijds op
verrichten van een spondylodese van de
meerdere plaatsen (foto 2), een bilaterale
twaalfde thoracale wervel naar de tweede
haematopneumothorax, een bilaterale long-
lumbale wervel (foto 6). Nadat patiënt ook
contusie, een pneumomediastinum en een
deze operatie goed had doorstaand werden
scapulabladfractuur links (foto 3)). Verder
op de achtste dag de thoraxdrains verwijderd
vond men een instabiele fractuur van de eer-
waarna hij spoedig naar de verpleegafdeling
ste lumbale wervel (foto 4), een niet gedislo-
werd overgeplaatst.
ceerde pubisfractuur beiderzijds en een niet gedisloceerde acetabulumfractuur links, een
Men besloot om op de dertiende dag de bo-
gedisloceerde multifragmentaire proximale
venste extremiteit operatief te stabiliseren.
humerusfractuur links en een gedisloceerde
Er werd begonnen met de humerusfractuur
extra-articulaire distale radiusfractuur links.
waarbij na open repositie werd besloten tot
Gezien de uitgebreidheid van het thoraxtrau-
plaatsing van een T2-proximale humerus pen
Belgisch revalidatiecentrum voor verder her-
ma en daarmee gepaard gaande respiratoire
(foto 7). Vervolgens werd de distale radius-
stel.
insufficiëntie werd besloten om patiënt naar
fractuur via een volaire benadering gefixeerd
de operatiekamer te transporteren voor een
middels een Variable Angle distale radius
Beschouwing
ribfixatie beiderzijds met als doel het verkrij-
plaat (foto 8). Tevens werd een letsel van de
Deze casus onderstreept de lage sensitiviteit
gen van een mechanisch stabiele thorax.
strekpees ter hoogte van het proximale in-
voor het aantonen van thoraxletsels op con-
terphalangeale gewricht van de vierde vinger
ventionele thoraxfoto’s en het belang van li-
Fractuurbehandeling
aan de linker hand hersteld. Wegens een op-
chamelijk onderzoek van de multitraumapa-
Op de operatiekamer werd gezien een moei-
pervlakkige wondinfectie van de spondylode-
tiënt. In deze casus werd gekozen voor
zame intubatie besloten om niet te wisselen
se-wond werd deze genettoyeerd op de ope-
vroege operatieve ribfixatie bij uitgebreid tho-
naar een dubbel-lumen tube. Patiënt werd
ratiekamer op de 33e opnamedag. Patiënt
racaal letsel en de daaruit volgende respira-
vanwege zijn instabiele wervelfractuur in log
werd op de 35e dag overgeplaatst naar een
toire insufficiëntie.
Foto 8
11
Het werk van Gerrit Vernimmen, beleidsmedewerker GGD Zuid Limburg Door: Maria Kerckhoffs, stafmedewerker Netwerk Acute Zorg Limburg Op zijn vaste stek in een van de opleidingslokalen van het GGD-gebouw in Geleen spreek ik met Gerrit Vernimmen, beleidsmedewerker GGD Zuid Limburg. Hoe is je carrière verlopen binnen de GGD? “Ik ben bij de GGD binnengekomen als ambulanceverpleegkundige, begin 90er jaren. In 1997 heb ik dat gecombineerd met de functie opleidingscoördinator bij de ambulancedienst GGD Oostelijk Zuid Limburg en toen beide andere ambulancediensten in Zuid Limburg mee deden werd dat full time. Ik heb opleiden, trainen en oefenen (OTO) georganiseerd voor de ambulancezorg en landelijk de afkadering van de wet BIG mee opgezet. In die tijd heb ik de functie van Officier van Dienst vervuld. In 2003 ben ik helemaal overgestapt naar de GHOR en heb me daar tot 2010 beziggehouden met OTO. Na 2010 zijn daar projecten voor het Netwerk Acute Zorg Limburg (NAZL) bijgekomen.” Dit is heel iets anders dan het werk in de acute dienst? “Aanvankelijk heb ik het natuurlijk wel gemist, want mijn hart ligt bij de ambulancezorg, wat ik nog steeds een fantastische baan vind. Maar het werk als opleidingscoördinator was te uitgebreid om te combineren en dan moet je keuzes maken. Ik heb er nooit spijt van gehad.” Het regionale project OTO Limburg sluit goed aan bij je huidige werkzaamheden? Vernimmen: “In het kader van OTO Limburg ligt mijn aandacht feitelijk vooral bij twee projecten. Enerzijds het project “prestatieindicatoren”, het ontwikkelen van een meetinstrument om te bepalen in gezondheidszorginstellingen in welke mate ze voorbereid zijn op grootschalige incidenten. Niet als controle, maar meer om te bepalen waar je staat en kunt groeien. Ik beschouw het als een leerinstrument om de organisatie naar een hoger plan te trekken, afhankelijk van hun ambitieniveau. Het is niet de bedoeling om de organisatie een ander niveau op te leggen dan ze zelf nastreven. Het is een onderzoeksproject, opgezet met de Universiteit Maastricht. Het ander project is het LMDCC, Limburg Medical Disaster Competence Center, dat is bedoeld voor het ondersteunen van ketenpartners om voorbereid te raken. Dit zit meestal in de hoek van OTO.”
12
Vernimmen noemt een aantal concrete voorbeelden van het LMDCC. “Zo hebben we met GHOR Limburg Noord samen de communicatietraining opgezet, een regionale cursus voor observatoren georganiseerd en ETS mobiel gemaakt zodat het in de organisaties zelf gebruikt kan worden. Daarnaast zijn regionale ETS-instructeurs opgeleid die door de hele regio ingezet kunnen worden, met de bedoeling hier een kwaliteitsslag te slaan. Dat betekent dat ze regelmatig geïnformeerd worden over nieuwe ontwikkelingen en eigen ervaringen uitwisselen om zaken te verbeteren. Kortom zodat oefeningen in ziekenhuizen efficiënt en prettig in te zetten zijn,” aldus Vernimmen. “Nu gaan we een cursus oefenleiders opzetten omdat mijn overtuiging is dat je de meeste effecten behaalt als je elkaar kunt ondersteunen in dat soort processen. Door oefenleiders in te zetten buiten de eigen organisatie kunnen de goede punten uitgewisseld worden. Het feit dat je als LMDCC ervoor zorgt dat organisaties kennis gaan delen is 100% winst.” Wat zijn de moeilijke punten in dit proces? Vernimmen: “Er moet een cultuuromslag plaatsvinden tussen organisaties. Dus niet – komt me iemand van buiten even vertellen hoe het moet – maar – er kijkt iemand met ander ogen naar het proces en daar kan ik iets van leren –. Het is de kracht van de observator om feedback te geven op basis van objectieve waarnemingen die hij toetst bij de ander. Dit kan de weerstand die er bestaat verminderen. Het gaat dan niet om “concurrentie”, maar om samen met elkaar iets te leren.” “Een ander punt is dat er voldoende instructeurs beschikbaar moeten zijn. Daar zit wel een spanningsveld, iedereen is druk, vooral met het reguliere proces, waar ze dagelijks op afgerekend worden. Dus waarom investeren in iets dat hopelijk nooit gebeurt. Ze doen deze activiteit in eigen tijd en moeten dus schipperen met hun toch vaak al beperkte vrije tijd. Probleem is dat ze vaak genoeg als instructeur moeten functioneren om inzetbaar te blijven.”
Momenteel doet Vernimmen ook aan aantal projecten voor de GGD Zuid Limburg Vernimmen: “Nu is het grootste project bij de GGD “acute zorg voorbereid”. We willen projectmatig opnieuw de puntjes op de ï zetten om te zorgen dat alles optimaal functioneert. Het doel is heel breed te kijken naar wie functioneert waar, heeft hij de goede hulpmiddelen en kan hij die gebruiken, is duidelijk waar de verantwoordelijkheden liggen en hoe de lijnen lopen. Kortom we gaan de systemen opnieuw stroomlijnen en ijken.” Van de vele komende veranderingen heeft Gerrit geen last. “Ik word eerder zenuwachtig als er niets verandert. Als ik lang op dezelfde plek zit met hetzelfde werk, word ik onrustig. Als ik thuis begin: “we moeten eens even over mijn werk praten”, dan is de reactie: ”goh de vijf jaar zijn zeker om.“ Over thuis gesproken, vervolgt Gerrit Vernimmen: “Met mijn vrouw in de thuiszorg, en twee studerende kinderen (geneeskunde en civiele techniek) zijn er aan tafel wel vaak gesprekken over dat soort onderwerpen. We hebben wel duidelijk affiniteit met gezondheidszorg en alles wat daarin verandert.” Is er ook nog tijd voor hobby’s? “Mijn tijd is redelijk gevuld, ook thuis kan ik niet stilzitten. Ik ben op latere leeftijd begonnen met hockyen, omdat mijn beide kinderen en vrouw hockeyden. Daarnaast heb ik een klein bedrijfje in ICT- dienstverlening. Ik doe dat alleen voor het kleinbedrijf en ik houd het ook binnen de perken. Het is heel leuk en uitdagend en héél iets anders dan gezondheidszorg en GGD. Voor anderen soms onbegrijpelijk, biedt het mij een uitlaatklep.” Tot slot? Vernimmen: “Wij werken in een hele interessante sector waar altijd wat aan de hand is dat aandacht vraagt dus het is een sector waar je niet hoeft in te dutten. Ik zou iedereen willen uitnodigen, kijk om je heen, zet je vizier open voor de kansen en zie de kansen die er zijn, want die zijn er.”