©2013 – PEO RT
DOSIMETRY CHECK:
INHOUD Inhoud ............................................................................................................................................................. 2 0.
Voorwoord ...................................................................................................................................................... 4
1.
Computer vereisten ........................................................................................................................................ 5
2.
Installeren van de software............................................................................................................................. 6 2.1.
Xconfig instellingen................................................................................................................................ 6
2.2.
Download GhostScript and GSview ....................................................................................................... 8
2.3.
Beeldscherm instellingen....................................................................................................................... 9
2.3.1.
Windows kleuren .............................................................................................................................. 9
2.3.2.
De inhoud van het venster tijdens het slepen weergeven.............................................................. 10
2.4. 3.
Licentiesleutel...................................................................................................................................... 13
De software ................................................................................................................................................... 14 3.1.
Starten van de software ...................................................................................................................... 14
3.2.
Aanmaken van een nieuwe patiënt ..................................................................................................... 15
3.3.
Openen van een reeds aangemaakte patiënt ..................................................................................... 16
3.4.
De locatie van de patiënt bestanden................................................................................................... 18
3.5.
Inladen van Dicom RT bestanden. ....................................................................................................... 19
3.5.1.
Patient ............................................................................................................................................. 20
3.5.2.
Auto Read Case (Dit is de aangewezen manier om de gegevens in te laden)................................. 21
3.5.3.
Stacked Image Sets / Plan ............................................................................................................... 24
3.5.4.
Select Accelerator ........................................................................................................................... 28
3.6.
Contouring werkbalk ........................................................................................................................... 29
3.6.1.
Voor Pinnacle .................................................................................................................................. 30
3.6.2.
Voor Varian RA met Couch Modeling.............................................................................................. 31
3.7.
Importeren van de EPID beelden......................................................................................................... 33
3.8.
Dosimetry check (software)................................................................................................................. 38
3.8.1. 3.9. 3.9.1.
Afbakenen van de ROI ..................................................................................................................... 38 AUTO Report........................................................................................................................................ 42 Print points ...................................................................................................................................... 42
2/55
3.9.2. 4.
Instellingen ...................................................................................................................................... 44
Bijlagen.......................................................................................................................................................... 52 4.1.
Definiëren van de “Print Screen” knop in x ......................................................................................... 52
3/55
0. VOORWOORD Het doel van dit document is om de gebruiker op weg te helpen met het gebruik van de Dosimetry Check software. Voor meer informatie en een Engelstalige handleiding verwijzen wij u graag naar: www.mathresolutions.com
4/55
1. COMPUTER VEREISTEN
Operating System :
Linux: o Ubuntu 9.04 Microsoft Windows: o Windows XP o Windows Vista o Windows 7
RAM geheugen:
Aangeraden 4 GB. Minimaal 512 MB.
Swap space:
2 MB
Hard schijf:
Minimaal 40 GB.
Grafische kaart:
Nvidia quadro fx 600 of hoger. Nvidia 3D vision kit en een stereo monitor of het Planer system
5/55
2. INSTALLEREN VAN DE SOFTWARE Installeer eerst Exceed, installeer vervolgens Exceed 3D en tot slot Exceed XDK. Van Exceed XDK dient echter enkel de X/Motif component geïnstalleerd te worden. De software creëert hierna een “path” naar de locatie van de Exceed.dll bestanden. Na deze actie kan het noodzakelijk zijn om de computer te herstarten alvorens de applicatie te starten.
2.1.
XCONFIG INSTELLINGEN
Vooreerst dient het programma Xconfig gestart te worden. Dit programma kan op twee manieren gestart worden: 1) Via “Opdrachtprompt”: Typ “Xconfig” in het “Opdrachtprompt” venster en vervolgens zal de software openen. 2) Via de “Windows” knop: Windows > Hummingbird > Exceed > Xconfig Hierna zal onderstaand scherm openen.
Klik vervolgens op de “Exceed 3D en GLX” knop.
6/55
Selecteer “Hardware Acceleration” en deselecteer “Direct Rendering”. Klik vervolgens op “Validate and Apply Changes” om de veranderingen op te slaan in de software.
Sluit vervolgens het programma “Xconfig” af.
7/55
2.2.
DOWNLOAD GHOSTSCRIPT AND GSVIEW
Download zowel “GhostScript” en “GSview”. Indien er geen “PostScript” printer verbonden is met de parallelle printerpoort van uw computer, ga dan naar de volgende website om zowel de “GhostScript” en de “GSview” software te downloaden en vervolgens te installeren. (www.cs.wisc.ed/~Ghost) Het doel van “GSview” is om het mogelijk te maken om “Post Script” files, geproduceerd met de Dosimetry Check software, weer te geven. De standaard is echter om deze bestanden te converteren naar het pdf-formaat en om vervolgens een pdf-“viewer” te gebruiken. Wanneer “GSview” geïnstalleerd is gebruik dan de standaard instellingen. Wanneer u voor de eerste keer een “Postscript” bestand print vanuit “GSview”, druk dan op de instellingen-knop en selecteer kleur. Pas vervolgens het bestand “gs.loc” in de MathResolutions map op de C-schijf aan. Volg hierbij het volgende path: c:\mathresolutions\rl.dir Open vervolgens het bestand “gs.loc” (zie onderstaande scherm):
Pas dit bestand aan zodat het overeenkomt met de versie van “Ghostscript” die gebruikt wordt. BV: c:\Program Files\gs\gs8.54\bin\gswin32.exe op een 32 bit systeem of c:\Program Files (x86)\gs\gs8.54\bin\gswin32.exe op een 64 bit systeem In dit voorbeeld werd versie 8.54 van “GhostScript” gebruikt.
8/55
2.3.
BEELDSCHERM INSTELLINGEN
2.3.1. WINDOWS KLEUREN Zet eerst de Windows kleurkwaliteit naar 32 bit.
Wanneer gebruik wordt gemaakt van “Windows Vista” dient extra aandacht geschonken te worden aan de “Appearance Settings”. Zoals in onderstaande figuur wordt weergegeven dienen deze ingesteld te worden naar het “Color scheme”: “Windows Aero”. Indien dit niet gebeurt zal de software elke keer een herberekening uitvoeren van het kleurschema wanneer je een venster over je beeldscherm sleept. (Voor stereo moet je het “Color scheme”: op “Windows Vista Basic” instellen.
9/55
2.3.2. DE INHOUD VAN HET VENSTER TIJDENS HET SLEPEN WEERGEVEN Het wordt ten stelligste aangeraden om de functie “De inhoud van het venster tijdens het slepen weergeven” uit te schakelen. Dit om, wanneer een venster over het scherm wordt verplaatst, een opeenvolging van hertekende vensters te vermijden.
2.3.2.1.
WINDOWS XP
Om deze functie uit te schakelen met een Windows XP besturingssysteem volg volgende stappen:
Ga naar het Control Panel. Klik op Display en vervolgens op Appearance en hierna op Effects. Deselecteer vervolgens het vakje bij Show window contets while dragging.
2.3.2.2.
WINDOWS VISTA
Om deze functie uit te schakelen met een Windows Vista besturingssysteem volg volgende stappen:
Ga naar het “Control Panel”. Selecteer vervolgens “Personalize Appearance and Sounds”. Klik onderaan dit venster op de knop “Open classic appearance properties for more color options”. Selecteer “Appearance” bij “Appearance Settings”. Ga vervolgens naar “Effects” en deselecteer “Show window contents while dragging”.
10/55
2.3.2.3.
WINDOWS 7
Om deze functie uit te schakelen met een Windows 7 besturingssysteem volg volgende stappen:
Ga naar het “Configuratiescherm”.
Verander de weergave naar “Kleine pictogrammen”. Klik vervolgens op “Hulpprogramma’s voor en informatie over prestaties”.
11/55
Selecteer vervolgens “Visuele effecten aanpassen”.
En deselecteer tot slot “De inhoud van het venster tijdens het slepen weergeven”.
12/55
2.4.
LICENTIESLEUTEL
Wanneer Dosimetry Check voor het eerst wordt opgestart dient een licentiesleutel ingegeven te worden. Het nummer bovenaan onderstaande kader dient doorgemaild te worden naar het volgende email adres:
[email protected]
13/55
3. DE SOFTWARE
3.1.
STARTEN VAN DE SOFTWARE
Om de software te starten klik op het “DosimetryCheckTasks” icoon op het bureaublad.
Vervolgens opent zich het volgende scherm.
14/55
3.2.
AANMAKEN VAN EEN NIEUWE PATIËNT
Om een nieuwe patiënt in de Dosimetry Check Software aan te maken dient eerst op “New …” geklikt te worden.
Klik op “New…”
Hierna opent zich het onderstaande scherm. In dit scherm kunnen de patiëntgegevens worden ingegeven. Indien de gewenste informatie ingevuld is dient op “OK” gedrukt te worden.
De gegevens die in deze keuzevakken worden ingegeven bepalen de naamgeving van de patiënt in de software. In het onderstaande een voorbeeld.
Standaard wordt de patiënt opgeslagen op de C-schijf bij Documenten in de map Dosimetry_check.
15/55
3.3.
OPENEN VAN EEN REEDS AANGEMAAKTE PATIËNT
Klik om een reeds eerder aangemaakte patiënt te openen op “Select…”.
Klik op “Select…”
Om een bestaande patiënt te selecteren, dient een patiënt gekozen te worden uit een reeds bestaande map in de Dosimetry Check Directory.
Kies een patiënt en druk vervolgens op “OK”
In het bovenstaande voorbeeld is gekozen om de patiënt met naam “TEST” te openen. Als op “OK” geklikt is verschijnt onderstaande scherm.
16/55
In dit vak moet de naam van de geselecteerde patiënt verschijnen.
17/55
3.4.
DE LOCATIE VAN DE PATIËNT BESTANDEN
Alle patiëntbestanden die in de Dosimetry Check software worden aangemaakt worden op een vooraf gedefinieerde locatie opgeslagen. De locatie van deze patiëntbestanden kan echter gewijzigd worden. Om de locatie van de patiëntbestanden te wijzigen dienen volgende stappen gevolgd te worden. -
Ga naar het bestand PatientDirectory.loc in de MathResolutions map. C:\mathresolutions\rl.dir\PatientDirectory.loc Vervolgens opent zich het volgende venster: // File format version: 1 // directory where patient directories are kept: <*C:\Users\Gebruiker\Documents\Dosimetry_check\Patients*>
Dit pad kan aangepast worden naar een door de gebruiker gedefinieerd pad. In dit voorbeeld zal Dosimetry Check de Patiëntgegevens opslaan in de map “Patients”. -
Indien het pad aangepast is dient dit bestand opgeslagen te worden.
18/55
3.5.
INLADEN VAN DICOM RT BESTANDEN.
Voor de goede werking van de Dosimetry Check software zijn volgende bestanden noodzakelijk: -
CT-Beelden DICOM RTplan DICOM RTdose DICOM RTstructure
In het onderstaande wordt uitgelegd hoe deze bestanden dienen ingeladen te worden in de Dosimetry Check software. Klik eerst op de “Read in Dicom RT protocol files”.
Klik op “Read in Dicom RT protocol files”
Vervolgens opent zich het onderstaande venster.
1
2
3
4
19/55
3.5.1. PATIENT Eerst moet een nieuwe patiënt gecreëerd of een bestaande patiënt geselecteerd worden. Indien er reeds een patiënt geselecteerd is zal de patiënt knop “groen” worden weergegeven. Door een linker-muisklik op de “Patient” knop (linkermuisknop inhouden) kan de optie “Edit Patient Info…” gekozen worden.
Met deze functie kan extra informatie aan de patiëntgegevens worden gekoppeld. Ook kan hier de naam van de patiënt worden aangepast. Indien de naam wordt aangepast zal automatisch ook de naam van de map veranderen naar de nieuw toegekende naam.
20/55
3.5.2. AUTO READ CASE (DIT IS DE AANGEWEZEN MANIER OM DE GEGEVENS IN TE LADEN) Aan de hand van deze knop kan naar de directory genavigeerd worden waar alle CT-scan bestanden en alle DICOM RT bestanden zich bevinden. Ook kunnen via “Auto Read Case” MRI beelden worden ingeladen. Via “Auto Read Case” worden zowel: CT/MRI – Beelden ingeladen DICOM RTplan DICOM RTdose DICOM RTstructure Deze bestanden worden automatisch en gelijktijdig ingeladen. Gebruik de linkermuisknop om via de “Auto Read Case” knop de GetFileAndDirectory te openen.
Kies de map waarin het behandelingsplan staat.
21/55
Kies de map met daarin het behandelingsplan.
Controleer vervolgens dat alle CT bestanden alsook DICOM RTplan, DICOM RTdose en DICOM RTstructure in de gekozen map aanwezig zijn. Klik hierna op “OK”.
Verifieer dat alle bestanden in de gewenste map aanwezig zijn en druk vervolgens op “OK”.
Selecteer het Plan en druk vervolgens op “OK”.
22/55
Klik eerst op het Plan, en vervolgens op “OK”.
Vervolgens opent zich het onderstaande scherm.
23/55
3.5.3. STACKED IMAGE SETS / PLAN Via de knop “Stacked Image Sets” kunnen de CT Beelden apart worden ingeladen. RTstructure, RTdose en RTplan dienen dan individueel geselecteerd te worden. Om de CT beelden via “Stacked Images Sets” in te laden, klik op de knop doormiddel van linkermuisklik. Houdt de linkermuisknop ingedrukt en navigeer vervolgens naar “New…”. Dit zoals aangegeven in onderstaande afbeelding.
Hierna opent zicht het onderstaande scherm. In dit vak dient een naam ingegeven te worden voor de nieuwe “stacked image set”. Hierna dient op “OK” geklikt te worden.
Zodra de “OK”-knop wordt ingedrukt verschijnt het onderstaande scherm.
24/55
In dit venster kunnen CT-beelden van een patiënt geselecteerd worden. Het moeten echter wel opeenvolgende CT-beelden zijn, die wanneer ze gecombineerd worden, een driedimensionale weergave van de beschouwde patiënt zijn. Aan de linkerzijde van het scherm bevindt zich de directory. Binnen deze directory kan doormiddel van een linker-muisklik genavigeerd worden. . = de huidige directory .. = naar de bovenliggende directory gaan Aan de rechterzijde van het scherm bevinden zich de CT-beelden. Om de benodigde CT-beelden te selecteren kan gebruik worden gemaakt van onderstaande knoppen.
Indien het vierkant voor “At Random” aangevinkt is (geel) kan gewoon op de CT-beelden geklikt worden die geselecteerd of gedeselecteerd dienen te worden.
Indien het vierkant voor “contiguous” aangevinkt is (geel) kan een item geselecteerd worden als vervolgens de “shift”-knop wordt ingedrukt en een ander item wordt geselecteerd dan zullen alle items tussen het eerste en het laatste geselecteerd worden. Als de “ctrl” knop wordt ingedrukt kunnen bepaalde items geselecteerd en gedeselecteerd worden. 25/55
Eens de gewenste CT-beelden geselecteerd zijn, kan op de “OK”-knop gedrukt worden.
Hierna dient de juiste “study” geselecteerd te worden en vervolgens op “OK” gedrukt te worden. Hierna dienen de RTstructures, RTdose en RTplan afzonderlijk ingeladen te worden. Om het RTstructures bestand in te laden: - Linker-muisklik op “Stacked Image Sets” (linker muis-knop ingedrukt houden) - Selecteer vervolgens “Read in Dicom RT Structures (RS) …”
Selecteer vervolgens in het onderstaande scherm het Dicom RTstructure bestand.
26/55
Hierna dienen ook de RTplan en RTdose bestanden ingeladen te worden. Om deze bestanden in te laden doet men een linker-muisklik op “Plan”. Dan dient eerst “Read Beams File (plan) (RP)” geselecteerd te worden. Hiermee kan het Dicom RTplan bestand ingeladen worden. Dan opnieuw met een linker-muisklik op “Plan” klikken, maar nu moet “Read Dose File (RD)” geselecteerd te worden. Aan de hand van deze knop kan het Dicom RTdose bestand ingeladen worden.
27/55
3.5.4. SELECT ACCELERATOR Indien er geen versneller geselecteerd is of indien de verkeerde versneller geselecteerd is dient via een linker-muisklik op de “Select Accelerator”-knop de juiste versneller geselecteerd te worden.
28/55
3.6.
CONTOURING WERKBALK
Voor Pinnacle en Varian RA met Couch modeling klik op “Contouring”. Dit wil zeggen een linkermuisklik op “Contouring”, vervolgens de linkermuisknop ingedrukt houden en deze pas loslaten als het juiste submenu geselecteerd is. (het submenu is in dit geval “contours…)
Voor Pinnacle TPS klik op “contouring”. Voor Varian RA met Couch modeling klik op “contouring”
Kies vervolgens de optie “Contours…”
Klik op “Contours…”
29/55
3.6.1. VOOR PINNACLE Klik op “Volume” en ga vervolgens naar het submenu “Skin…”. Doe dit doormiddel van een linkermuisklik op “Volume”, vervolgens de linkermuisknop ingedrukt houden en deze pas loslaten als het juiste submenu geselecteerd is. (het submenu is in dit geval “Skin…”)
Klik op “Volume” en selecteer vervolgens “Skin…”
Klik vervolgens op “Select Skin Volume” om het juiste volume te selecteren. Dit doet u door een linker-muisklik op “Select Skin Volume”, vervolgens de linkermuisknop ingedrukt houden en deze pas loslaten als het juiste volume geselecteerd is. Hierna klikt u vervolgens 2x op “Return” om terug in het hoofdmenu te komen.
Klik op “Select Skin Volume” om het juiste volume te selecteren.
Druk vervolgens 2x op de knop “Return” en vervolgens op “Exit”.
30/55
3.6.2. VOOR VARIAN RA MET COUCH MODELING Klik eerst op de knop “Over-ride” en selecteer vervolgens “CouchSurface”.
Klik vervolgens op de knop “Volume” en selecteer “ Voxel / Surface Generation…”.
Vervolgens opent zich het onderstaande venster. In dit venster vragen wij om de optie “Allow Holes” aan te vinken. Het doel hiervan is dat wanneer deze optie aangevinkt is een contour binnen een contour aanzien zal worden als een gat. De regel die hier geldt is dat in een gegeven vlak, elke pixel die zich binnen een oneven aantal contouren bevindt tot dit volume behoort. Daarentegen, een pixel die zich binnen een even aantal contouren bevindt behoort niet tot dit volume.
31/55
Stap 1: Klik op “Allow Holes”.
Stap 2: Klik op “Redo”.
Herhaal stap 1 en 2 voor “CouchRailLeft” en “CouchRailRight”. “CouchRailLeft” en “CouchRailRight” zijn terug te vinden in het submenu van de knop “over-ride”.
Klik op “Return” en vervolgens op “Exit”.
Klik vervolgens op “Return” en daarna op “Exit”.
32/55
3.7.
IMPORTEREN VAN DE EPID BEELDEN
Keer terug naar het begin venster. In het subvenster, “Read Integrated Beam Images” staan de verschillende methoden waarop meetgegevens in de software kunnen ingeladen worden. Vanaf het moment dat een plan toegekend is aan een patiënt kunnen de portal imager beelden gecreëerd door de EPID’s ingeladen worden.
Klik op de knop “IMAT” (voor VMAT/Rapid Arc beelden). Hierdoor zal het onderstaande scherm openen.
33/55
Selecteer vervolgens via een linker-muisklik op “Select Accelerator” de gewenste versneller.
Kies de juiste versneller
En selecteer vervolgens door een linker-muisklik op “Select Energy” de gewenste energy.
Selecteer de juiste energie Klik vervolgens op “Continue”.
Klik op “Continue…”
34/55
Vervolgens opent zich onderstaande scherm.
Aan de hand van de “Convert Images”-knop kunnen de geselecteerde EPID-beelden geconverteerd worden naar fluentiebeelden. Selecteer vervolgens de map waarin de EPID-beelden van de beschouwde patiënt zich bevinden.
Kies de map waarin zich de EPID-beelden bevinden.
Selecteer alle beelden en druk vervolgens op “Ok”.
Lijst met EPID-beelden 2. Klik op “Select All” 1. Klik op “Ok”
35/55
1
2 4
3
5
6
Controleer volgende punten: 1. Selecteer de juiste “Deconvolutie Kernel” De deconvolutie kernel zal verschillend zijn per versneller en per energie. Ook zal de keuze voor een bepaalde deconvolutie kernel afhankelijk zijn van de toepassing (pre-treatment of transit). 2. Selecteer het juiste plan 3. Selecteer de juiste bundel 4. Indien “Transit Dosimetry” gedaan wordt dient het vakje voor “Exit Port Image” aangevinkt te zijn (geel); indien aan “Pre-treatment” wordt gedaan dient dit vakje niet geselecteerd te zijn. 5. Selecteer de juiste kalibratie file. 6. Druk vervolgens op “Convert to RMU” 7. Indien gebruik werd gemaakt van meerdere Arc’s, dient deze procedure voor elke Arc afzonderlijk herhaalt te worden. Controleer hierbij ook telkens dat de juiste bundel geselecteerd is (zie stap 3)
36/55
Klik vervolgens op “Return” en vervolgens op “Exit” om terug te keren naar het beginscherm.
37/55
3.8.
DOSIMETRY CHECK (SOFTWARE)
Eens het RTplan, RTdose, RTstructure en de CT beelden geladen zijn, en eens de EPID beelden geconverteerd zijn, kan de Dosimetry Check software gestart worden.
Om de software te starten, klik op “Run Dosimetry Check program”
3.8.1. AFBAKENEN VAN DE ROI Volgende handeling laat het toe om een bepaalde ROI op de EPID-beelden af te bakenen. Deze actie heeft tot gevolg dat het te berekenen gebied kleiner wordt waardoor ook de berekeningstijd sterk gereduceerd wordt. Klik eerst op “Plans” en vervolgens op “Retrieve Plan…”.
2. Klik op “Plans”
1. Klik op “Retrieve Plan”
38/55
Selecteer vervolgens de gewenste EPID-beelden (in dit voorbeeld werd gebruik gemaakt van twee Arc’s daarom staat in onderstaande print screen ook tweemaal “ProstSV_CD1_”, de eerste is namelijk voor Arc1 en de tweede is voor Arc2.
Klik op “Arc 1” bij “Select Screen”
Eens de juiste reeks met EPID-beelden geselecteerd is, kan ingezoomd worden op één bepaald beeld. Je kunt inzoomen op een bepaald beeld door middel van de linker-muisklik op het icoontje rechtsboven in een bepaald EPID-beeld.
Klik op de “Toggle” knop om het geselecteerde beeld “full screen” weer te geven.
39/55
Vervolgens krijgt u de vergroting van het geselecteerde beeld te zien.
1. Klik op “Ristrict Area…” om een bepaald gebied af te bakenen. Vervolgens opent zicht het “RestrictField” scherm. 2. Ga met de muis naar de “linkerbovenhoek” van het scherm (boven de fluence Map). Klik hier vervolgens met de linkermuisknop en sleep met de linkermuisknop ingedrukt de witte box over het beeld. Aan de hand van de knoppen: a. Width cm b. Height cm c. Translate X cm d. Translate Y cm kan vervolgens het selectievenster worden aangepast. 3. Klik na afloop op “Apply to All Segments”
2. Sleep dmv een linkermuisklik het slectiekader over de afbeelding. 3. Klik op “Apply to All Segments.
1. Klik op “Restrict Area”.
40/55
Controleer vervolgens of alle EPID-beelden binnen de grenzen van het selectievenster vallen. Minimaliseer hiervoor eerst het venster door op de gele knop in de rechterbovenhoek van het scherm te klikken.
Controleer dat alle EPID-Beelden binnen het selectiekader vallen. Minimaliseer hiervoor het venster door op de gele knop te drukken.
Navigeer vervolgens door al de beelden en controleer dat de EPID-beelden allen binnen het selectievenster vallen.
Controleer dat alle EPID-Beelden binnen het selectiekader vallen.
41/55
3.9.
AUTO REPORT
3.9.1. PRINT POINTS De functie “Print Points” laat het toe om in het TPS gecreëerde dosis punten te evalueren. Ook is het mogelijk om punten in de Dosimetry Check software te definiëren. De resultaten zullen in een pdf-verslag weergegeven worden. Aan de hand van de functie “Print Points” kunnen de gedefinieerde punten weergegeven worden. Klik hiervoor eerst op “Evaluate” ga vervolgens naar “Hard Copy” en klik tot slot op “Print Points”.
1. Klik op “Evaluate. 2. Klik op “Hard Copy”. 3. Klik op “Print Points”. Vervolgens zal Dosimetry Check een PDF-verslag aanmaken met daarin de informatie over de desbetreffende punten. In het onderstaande een voorbeeld.
42/55
Controleer eerst volgende gegevens in dit document: 1) Controleer of het aantal fracties weergegeven in dit document overeenkomt met het ingestelde aantal fracties. 2) Controleer vervolgens of de juiste “CT to Density File” geselecteerd is. 3) Controleer tot slot of de gewenste “External Contour Name” geselecteerd is.
Onderaan het document worden de gemeten en de geplande dosis met elkaar vergeleken. Voor het verdere verloop van het programma is het belangrijk dat de “Plan Dose” voor een desbetreffend punt wordt genoteerd. Deze waarde dient namelijk ingegeven te worden bij de “Auto Report” optie.
43/55
3.9.2. INSTELLINGEN Vooraleer verder gegaan kan worden dienen het aantal fracties ingegeven te worden.
Klik via een linker-muisklik op de knop “Evaluate”. Selecteer vervolgens de optie “Hard Copy” en hierna de optie “Auto Report”.
Klik op “Auto Report”.
Nadat de optie “Auto Report” geselecteerd is opent het “DCAutoReport” scherm. In dit scherm kunnen de functies geselecteerd worden die in het verslag moeten weergegeven worden. Hiervoor moet er echter wel eerst een punt geselecteerd worden. Dit is meestal het isocentrum of een “dose prescription point”. Vervolgens dienen de gamma criteria en de Dosis normalisatie ( dit is de target dose) ingevuld te worden. De gebruiker kan vervolgens zelf beslissen welke onderdelen in het verslag moeten worden weergeven.
Klik op “Select point” om een bepaald punt te selecteren.
Hier kunnen de gamma waarden en de Dosis normalisatie waarde (waarde uit de “Print Points” PDFverslag ingevuld worden.
In het subvenster “Compare 1D Profiles” kan gekozen worden welke profielen men wenst weer te geven. De X, Y en Z verwijzen naar het IEC coördinaten systeem. Waarin de Y-as de as in de richting van het hoofd van de patiënt is, en waarin de Z-as van posterior naar anterior loopt. Wanneer een vierkant geel gekleurd is wil dit zeggen dat die bepaalde as geselecteerd is. In het onderstaande voorbeeld zijn de drie assen geselecteerd.
44/55
Onderstaande voorbeeld geeft weer hoe deze profielen in het uiteindelijke verslag worden weergegeven. In deze voorbeelden is de dosis bekomen uit het TPS telkens weergegeven door een stippellijn. De volle lijn is een weergave van de gemeten dosis.
Dosis langsheen de X-as
Dosis langsheen de Y-as
Dosis langsheen de Z-as
Via de functie “Convert background to white(in)” kan gekozen worden om de achtergrond van de grafieken en afbeeldingen wit weer te geven. Standaard wordt deze achtergrond weergegeven in het zwart.
In het “Compare 2D Dose” subvenster kan gekozen in welke vlakken (transversaal, coronaal en axiaal) de 2D dosis verdeling dient weergegeven te worden. Ook kunnen verschillende % Dosis waarden gekozen worden.
Onderstaande voorbeeld geeft weer hoe de isodoselijnen (Transversaal, Coronaal en Sagittaal) in het uiteindelijke PDF-verslag worden weergegeven. De door Dosimetry Check berekende dosis wordt weergegeven in Magenta. De dosis berekend door het Treatment Planning Systeem wordt weergegeven in het groen.
45/55
Transversaal
Coronaal
Sagittaal
46/55
In het subvenster “ Gamma Isocurves” kan gekozen worden welke gamma structuren dienen weergegeven te worden.
In het onderstaande een voorbeeld van hoe de evaluatie van de gamma waarden in de drie vlakken in het PDF-verslag wordt weergegeven. Een blauwe kleur duidt op een gemeten dosis die lager is dan de dosis in het TPS. Een rode kleur duidt op een gemeten dosis die hoger is dan de dosis in het TPS.
Transversaal
Coronaal
47/55
Sagittaal
In het “Gamma Volume Histograms” venster kan gekozen worden van welke structuren de gamma volume histogrammen dienen te worden weergegeven.
In het onderstaande wederom een voorbeeld van de weergave van de “Gamma Volume Histograms” in het PDF-verslag.
48/55
CTV_3_Lymph_Nodes
PTV1_Prostate
Bladder
49/55
Tot slot is het ook mogelijk om via de “Auto Report” Dosis volume histogrammen te creëren. In het “Dose Volume Histograms” deelvenster kunnen de structuren gekozen worden die in de DVH-curves dienen weergegeven te worden.
In het PDF-verslag zijn de zowel de DVH curves als de DVH waarden terug te vinden. De stippellijn zijn de waarden afkomstig uit het TPS en de volle lijn zijn de gegevens uit Dosimetry Check.
Druk op “Add to Queue and Print” om vervolgens het PDF-document met de gewenste instellingen te creëren.
50/55
Na een druk op de knop zal het onderstaande scherm verschijnen.
Vervolgens kan met een volgende patiënt gewerkt worden. Het programma zal nu al het werk op de achtergrond uitvoeren. Wanneer het verslag klaar is zal dit als een pop-up verschijnen.
51/55
4. BIJLAGEN 4.1.
DEFINIËREN VAN DE “PRINT SCREEN” KNOP IN X
(Bij Windows computers met Exceed) Door middel van de “Print Screen” knop op het toetsenbord kunnen “image frames” van de Dosimetry Check software worden afgedrukt. Om deze functie te activeren moet echter eerst de “Print Screen” knop in X gedefinieerd worden. In het onderstaande volgt de procedure. Vooreerst dient het programma Xconfig gestart te worden. Dit kan programma kan op twee manieren gestart worden: 1) Via “Opdrachtprompt”: Typ “Xconfig” in het “Opdrachtprompt” venster en vervolgens zal de software openen. 2) Via de “Windows” knop: Windows > Hummingbird > Exceed > Xconfig Hierna zal onderstaand scherm openen. Klik vervolgens op de “Mouse, Keyboard and Other Input Devices” knop.
52/55
Hierna opent zich het volgende scherm.
Klik op “Edit”
Dubbelklik met de linker muisknop op de afbeelding van de “Print Screen” knop.
53/55
1
4
2 3 6
5
Om de “Print Screen” optie te definiëren dient eerste “Keyboard” in het “drop down” menu van “Symbol set:” geselecteerd te worden (stap 1). Vervolgens moet in de lijst van “Keysyms:”, “Print” geselecteerd worden (stap 2). Nu dient op de knop “Select Keysym” (stap 3) geklikt te worden, waarna de tekst “print” in het “Unshifted” veld (stap 4) moet verschijnen. Hierna dient op de knop “Apply” gedrukt te worden (stap 5) en vervolgens op “Ok” (stap 6). Tot slot dient in het toetsenbord venster naar “File” en vervolgens naar “Save” gegaan te worden.
54/55
55/55