Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 1272/2008
Voor fabrikanten, importeurs, downstreamgebruikers en distributeurs van stoffen en mengsels
JURIDISCHE MEDEDELING Dit document bevat een richtsnoer voor de etiketterings- en verpakkingseisen op grond van Verordening (EG) nr. 1272/2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels (CLP-verordening). De gebruiker dient zich rekenschap te geven van het feit dat de tekst van de CLP-verordening het enige authentieke wettelijke referentiemateriaal vormt en dat de informatie in dit document niet bedoeld is als juridisch advies. Het Europees Agentschap voor chemische stoffen aanvaardt geen aansprakelijkheid met betrekking tot de inhoud van dit document. VERKLARING VAN AFWIJZING VAN AANSPRAKELIJKHEID Dit is een werkvertaling van een document dat oorspronkelijk in het Engels werd gepubliceerd en dat op de ECHA-website beschikbaar is.
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLPverordening Referentie:
ECHA-11-G-04-NL
Publ.datum: 04/2011 Taal:
NL
© Europees Agentschap voor chemische stoffen, 2011 Voorpagina © Europees Agentschap voor chemische stoffen Reproductie is toegestaan mits de bron volledig wordt erkend in de volgende vorm: “Bron: Europees Agentschap voor chemische stoffen, http://echa.europa.eu/” en schriftelijke kennisgeving wordt gedaan aan de ECHA Communication Unit (
[email protected]). Als u over deze tekst vragen of opmerkingen hebt, kunt u deze inzenden met behulp van het informatieaanvraagformulier (referentie, afgiftedatum, hoofdstuk en/of pagina van het betreffende document vermelden). Het informatieaanvraagformulier is te vinden op het begeleidingsgedeelte van de website van ECHA of rechtstreeks via deze link: https://comments.echa.europa.eu/Comments/FeedbackGuidance.aspx Europees Agentschap voor chemische stoffen Postadres: P.O. Box 400, FI-00121 Helsinki, Finland Bezoekadres: Annankatu 18, Helsinki, Finland
Manufacturers and importers should notify their stoffen placed on the market at http://echa.europa.eu/
Dit document is opgesteld in samenwerking met de volgende Europese experts op het gebied van gevarencommunicatie:
Marie-Noelle Blaude, Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid, België Wendy Cameron, International Association for Soaps, Detergents and Maintenance Products (A.I.S.E.) Helmut Fleig, CEPE Pierre Cruse, Health and Safety Executive (HSE), Verenigd Koninkrijk Hermann Goetsch, Bundesministerium für Land- und Forstwirtschaft, Umwelt und Wasserwirtschaft, Oostenrijk Raluca Iagher, Directoraat-generaal Milieu, Europese Commissie Anja Klauk, Europees Agentschap voor chemische stoffen (ECHA) Uta Jensen-Korte, Directoraat-generaal Ondernemingen en industrie, Europese Commissie Karin Merkl, CEFIC Phil Todd, European Crop Protection Association (ECPA) Lorens van Dam, Swedish Civil Contingencies Agency (MSB) Caroline Walsh, Health and Safety Authority, Ierland Cordula Wilrich, Bundesanstalt für Materialforschung und -prüfung (BAM), Duitsland
Voorwoord Dit document is bedoeld voor fabrikanten, importeurs, downstreamgebruikers en distributeurs van chemische stoffen en mengsels. Het biedt begeleiding met betrekking tot de regels voor etikettering en verpakking van stoffen en mengsels die zijn vastgelegd in de titels III en IV van Verordening (EG) nr. 1272/2008 (CLP-verordening) die van kracht is geworden op 20 januari 2009. Het document bevat ook de relevante wijzigingen van de tweede aanpassing aan de vooruitgang van de techniek (ATP) van de CLP-verordening. Het nieuwe richtsnoer gaat verder dan de relevante paragrafen over gevarenetikettering op grond van de CLP in het Inleidend richtsnoer voor de CLP-verordening en het Richtsnoer over het naleven van de voorzieningen van de nieuwe verordening voor indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels, want het geeft een verdere specificering en uitleg van de toepassing en regeling van de CLP-etiketteringselementen voor stoffen en mengsels. De inhoud ervan vervangt deel 5 (Etikettering) en bijlage V (Selectie van veiligheidsaanbevelingen) van het Richtsnoer over het naleven van de voorzieningen van de nieuwe verordening voor indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels.
INHOUD 1. INLEIDING................................................................................................................................8 1.1 Voor wie is dit document bedoeld? ................................................................................................ 8 1.2 Wat staat er in dit document? ......................................................................................................... 8
2. ALGEMEEN OVERZICHT........................................................................................................9 2.1 Juridische achtergrond.................................................................................................................... 9 2.2 Toepassingsgebied van etikettering en verpakking volgens de CLP-verordening................. 10 2.3 Tijdlijnen voor indeling, etikettering, verpakking en bijwerking van CLP-gevarenetiketten .. 11
3. VOORNAAMSTE EISEN VOOR ETIKETTERING EN VERPAKKING IN OVEREENSTEMMING MET DE CLP-VERORDENING ............................................................14 3.1 Algemene etiketteringsregels........................................................................................................ 14 3.2 Elementen van het CLP-gevarenetiket ......................................................................................... 14 3.3 Plaats van de informatie op het CLP-gevarenetiket.................................................................... 15 3.4 Eerste ervaringen met de CLP-etiketteringsregels ..................................................................... 15 3.5 CLP-regels voor verpakking van stoffen en mengsels............................................................... 17
4. REGELS VOOR DE TOEPASSING VAN DE CLP-ETIKETTERINGSELEMENTEN ............21 4.1 Contactgegevens van de leverancier ........................................................................................... 21 4.2 Productidentificaties ...................................................................................................................... 21 4.3 Gevarenpictogrammen................................................................................................................... 23 4.4 Signaalwoorden .............................................................................................................................. 26 4.5 Gevarenaanduidingen .................................................................................................................... 26 4.6 Veiligheidsaanbevelingen.............................................................................................................. 27 4.7 Codes voor gevarenaanduidingen en veiligheidsaanbevelingen.............................................. 28 4.8 Aanvullende informatie op het etiket............................................................................................ 29
5. BEGELEIDING BIJ BEPAALDE ASPECTEN VAN CLP-GEVARENETIKETTERING .........37 5.1 Verdere aspecten om te overwegen voor het CLP-gevarenetiket ............................................. 37 5.2 Grootte van het etiket en de etiketteringselementen.................................................................. 37 5.3 Uitzonderingen op de etiketterings- en verpakkingseisen......................................................... 39 5.3.1 Gebruik van uitvouwbare etiketten, hangkaartjes of een buitenverpakking ......................................40 5.3.1.1 Uitvouwbare etiketten en hangkaartjes ..............................................................................................40 5.3.1.2 Buitenverpakking .................................................................................................................................42 5.3.2 Weglating van bepaalde etiketteringselementen ..................................................................................42 5.3.2.1 Vrijstellingen bij een inhoud van niet meer dan 125 ml ....................................................................43 5.3.2.2 Vrijstellingen voor specifieke gevallen...............................................................................................44
5.4 Interactie tussen de CLP en de regels voor transportetikettering ............................................ 45
6. VOORBEELDETIKETTEN .....................................................................................................47 6.1 Etiket in één taal voor een stof voor levering en gebruik........................................................... 48
6.2 Meertalig etiket van een stof voor levering en gebruik met niet-verplichte aanvullende informatie............................................................................................................................................... 48 6.3 Etiket in één taal voor een mengsel voor levering en gebruik met daarop zowel verplichte als niet-verplichte aanvullende informatie ............................................................................................... 51 6.4 Etiket in één taal voor een stof voor levering en gebruik met daarop aanvullende gevarenaanduidingen........................................................................................................................... 53 6.5 Meertalig etiket van een mengsel voor levering en gebruik met daarop zowel verplichte als niet-verplichte aanvullende informatie ............................................................................................... 54 6.6 Etiket in één taal voor levering en gebruik voor een gewasbeschermingsproduct in de vorm van een uitvouwbaar boekje................................................................................................................ 56 6.7 Verpakking die klein is of waar moeilijk een etiket op te bevestigen is ................................... 58 6.7.1 n-Hexaan in een flesje van 25 ml............................................................................................................58 6.7.2 Gevaarlijke vaste stof in een flesje van 25 ml .......................................................................................60
6.8 Etiket voor levering en vervoer voor een enkelvoudige verpakking......................................... 61 6.9 Etikettering van een chemische stof die over land wordt vervoerd in een gecombineerde verpakking ............................................................................................................................................. 63 6.10 Etikettering van een chemische stof die over land wordt vervoerd in een enkelvoudige verpakking ............................................................................................................................................. 64
7. RICHTSNOEREN VOOR DE SELECTIE VAN VEILIGHEIDSAANBEVELINGEN VOOR HET CLP-GEVARENETIKET .............................................................................................................66 7.1 Inleiding ........................................................................................................................................... 66 7.2 Benadering van begeleiding.......................................................................................................... 67 7.3 Selectietabellen............................................................................................................................... 70 7.3.1 Algemene veiligheidsaanbevelingen .....................................................................................................70 7.3.2 Specifieke veiligheidsaanbevelingen voor fysische gevaren..............................................................71 7.3.2.1 Ontplofbare stoffen ................................................................................................................................................71 7.3.2.2 Ontvlambare gassen ..............................................................................................................................................81 7.3.2.3 Ontvlambare aerosolen..........................................................................................................................................82 7.3.2.4 Oxiderende gassen.................................................................................................................................................83 7.3.2.5 Gassen onder druk .................................................................................................................................................84 7.3.2.6 Ontvlambare vloeistoffen.......................................................................................................................................86 7.3.2.7 Ontvlambare vaste stoffen.....................................................................................................................................89 7.3.2.8 Zelfontledende stoffen en mengsels ....................................................................................................................91 7.3.2.9 Pyrofore vloeistoffen..............................................................................................................................................97 7.3.2.10 Pyrofore vaste stoffen..........................................................................................................................................99 7.3.2.11 Stoffen en mengsels die voor zelfverhitting vatbaar zijn ...............................................................................101 7.3.2.12 Stoffen en mengsels die in contact met water ontvlambare gassen ontwikkelen .......................................103 7.3.2.13 Oxiderende vloeistoffen.....................................................................................................................................107 7.3.2.14 Oxiderende vaste stoffen...................................................................................................................................111 7.3.2.15 Organische peroxiden........................................................................................................................................115 7.3.2.16 Bijtend voor metalen ..........................................................................................................................................121
7.3.3 Specifieke veiligheidsaanbevelingen voor gezondheidsgevaren .....................................................122 7.3.3.1 Acute toxiciteit – oraal .........................................................................................................................................122 7.3.3.1 Acute toxiciteit – dermaal ....................................................................................................................................125 7.3.3.1 Acute toxiciteit – Inhalatie ...................................................................................................................................131 7.3.3.2 Stoffen of mengsels die bijtend of irriterend zijn voor de huid........................................................................139 7.3.3.3 Oogletsel/oogirritatie............................................................................................................................................140 7.3.3.4 Sensibilisering – luchtwegen ..............................................................................................................................142 7.3.3.4 Sensibilisering – huid...........................................................................................................................................144 7.3.3.5 Mutageniteit in geslachtscellen...........................................................................................................................146 7.3.3.6 Kankerverwekkendheid........................................................................................................................................148 7.3.3.7 Voortplantingstoxiciteit........................................................................................................................................150 7.3.3.8 Specifieke doelorgaantoxiciteit (eenmalige blootstelling) ...............................................................................154
7.3.3.9 Specifieke doelorgaantoxiciteit (herhaalde blootstelling) ................................................................................159 7.3.3.10 Aspiratiegevaar...................................................................................................................................................162
7.3.4 Specifieke veiligheidsaanbevelingen voor milieugevaren.................................................................163 7.3.4.1 Gevaar voor het aquatisch milieu – acuut gevaar .............................................................................................163 7.3.4.1 Gevaar voor het aquatisch milieu – chronisch gevaar .....................................................................................164 7.3.5.1 Gevaarlijk voor de ozonlaag (zie de toelichting hierop in paragraaf 4.8 van dit document) .........................166
7.4. Voorbeelden van de selectie van veiligheidsaanbevelingen voor het etiket ........................ 167 1. Voorbeeld van een (niet-bestaande) stof die is ingedeeld voor een fysisch gevaar en verschillende gezondheidsgevaren ........................................................................................................167 2. Voorbeeld van een stof (natriumperoxide Na2O2, EG-nr. 215-209-4) die is ingedeeld voor een ernstig fysisch en gezondheidsgevaar ...................................................................................................169 3. Voorbeeld van een stof (dimethylzink, EG-nr. 208-884-1) die is ingedeeld voor fysische, gezondheids- en milieugevaren...............................................................................................................171 4. Voorbeeld van een (niet-bestaand) mengsel voor consumptief gebruik...............................................173
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLP-verordening
1. INLEIDING 1.1 Voor wie is dit document bedoeld? Dit document is van belang voor leveranciers van chemische stoffen en mengsels, namelijk voor
fabrikanten en importeurs van stoffen,
importeurs van mengsels,
downstreamgebruikers van stoffen en mengsels (onder wie formuleerders),
distributeurs van stoffen en mengsels, onder wie detailhandelaars.
Deze leveranciers moeten hun stoffen en mengsels etiketteren en verpakken in overeenstemming met de bepalingen van Verordening (EG) nr. 1272/2008 (CLP-verordening of CLP) voordat deze in de handel worden gebracht in de EU. 1.2 Wat staat er in dit document? Dit document biedt begeleiding met betrekking tot de eisen voor etikettering en verpakking die zijn vastgelegd in de CLP-verordening. Het bouwt voort op het overzicht dat te vinden is in de paragrafen 14 tot en met 16 van het Inleidend richtsnoer voor de CLP-verordening dat al is gepubliceerd op de website van het Europees Agentschap voor chemische stoffen (ECHA of het Agentschap); zie http://guidance.echa.europa.eu/docs/guidance_document/clp_introductory_nl.pdf. Dit richtsnoer is in het bijzonder bedoeld om de volgende zaken te verduidelijken:
met welke aspecten rekening moet worden gehouden bij het inschatten van de vereiste etiketgrootte;
welke typen aanvullende informatie mogelijk zijn en waar deze informatie moet worden geplaatst op het etiket, zie paragraaf 4.8 verderop;
de voorwaarden voor uitzonderingen voor kleine verpakkingen;
de interactie tussen de CLP en de regels voor transportetikettering;
het selecteren van de meest geschikte set veiligheidsaanbevelingen voor het etiket.
Voorbeelden ter illustratie van deze onderwerpen zijn te vinden in hoofdstuk 6 en hoofdstuk 7 van dit richtsnoer.
8
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLP-verordening
2. ALGEMEEN OVERZICHT 2.1 Juridische achtergrond Verordening (EG) nr. 1272/2008 (CLP-verordening of CLP) is de nieuwe EU-wetgeving inzake de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels. Zij is in de Europese Unie 1 van kracht geworden op 20 januari 2009 en is rechtstreeks van toepassing voor leveranciers die chemische stoffen en mengsels vervaardigen, importeren, gebruiken of distribueren. De nieuwe verordening vervangt de bepalingen van de Richtlijn betreffende gevaarlijke stoffen 67/548/EEG (DSD) en de Richtlijn betreffende gevaarlijke preparaten 1999/45/EG (DPD) volgens een stapsgewijze benadering; deze twee richtlijnen zullen uiteindelijk worden ingetrokken op 1 juni 2015. De CLP introduceert verschillende nieuwe aspecten met betrekking tot de etikettering en verpakking van stoffen en mengsels. Dit richtsnoer geeft uitleg over de nieuwe regels voor etikettering en verpakking van de CLP en de uitdagingen die deze met zich meebrengen en illustreert aan de hand van enkele voorbeelden hoe etiketten eruit kunnen zien. In het algemeen moet het CLP-etiket de etiketteringselementen bevatten die zijn overgenomen van het mondiaal geharmoniseerd classificatie- en etiketteringssysteem voor chemische stoffen van de Verenigde Naties (UN GHS), d.w.z. de nieuwe pictogrammen, signaalwoorden, gevarenaanduidingen en veiligheidsaanbevelingen, om de toegekende indelingen van een stof of mengsel tot uitdrukking te brengen. Tegelijkertijd handhaaft de CLP enkele van de bestaande etiketteringsconcepten van de DSD en DPD, zoals de uitzonderingen voor kleine verpakkingen. Om rekening te houden met bepaalde gevareninformatie van de DSD die (nog) geen deel uitmaakt van de UN GHS en met verdere etiketteringselementen die op grond van andere communautaire wetgeving vereist zijn, introduceert de CLP het begrip ‘aanvullende informatie’ voor het etiket. Dit is in overeenstemming met de bepalingen van de UN GHS (zie punt 1.4.6.3 van de UN GHS). Titel III van de CLP introduceert ‘Voorlichting over de gevaren via het etiket’. Deze bewoording geeft aan dat de CLP slechts één aspect van de gevarencommunicatie omvat, namelijk het gevarenetiket. Een ander essentieel element van de gevarencommunicatie is het veiligheidsinformatieblad, waarvan de algemene indeling en inhoud zijn vastgelegd in artikel 31 en bijlage II van Verordening (EG) nr. 1907/2006 (REACH). Hierbij moet worden opgemerkt dat bijlage II van REACH onlangs is gewijzigd door middel van Verordening (EU) nr. 453/2010 van de Commissie, om de regels voor het veiligheidsinformatieblad die zijn beschreven in de UN GHS op te nemen; zie http://eur-lex.europa.eu/JOHtml.do?year=2010&serie=L&textfield2=133&Submit=Search&ihmlang=nl
Artikel 31 van de REACH-verordening, als gewijzigd door artikel 57, lid 2 van de CLP, beschrijft in welke situaties de informatie met betrekking tot de CLP moet worden vermeld in veiligheidsinformatiebladen voor stoffen en mengsels.
1
Zodra de EVA-staten die de EER-overeenkomst hebben ondertekend (dat zijn op dit moment IJsland, Liechtenstein en Noorwegen) de CLP-verordening hebben opgenomen in hun nationale wetgeving, worden met verwijzingen naar ‘de EU’ en ‘de lidstaten’ in dit document ook de overeenkomstige landen bedoeld.
9
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLP-verordening Het Agentschap werkt op dit moment aan een afzonderlijk richtsnoer voor het opstellen van veiligheidsinformatiebladen; zie voor de voorlopige versie http://guidance.echa.europa.eu/guidance4_en.htm 2.2 Toepassingsgebied van etikettering en verpakking volgens de CLP-verordening In het algemeen worden stoffen en mengsels die in de handel worden gebracht geleverd in een verpakking met de noodzakelijke informatie op het etiket. Een stof of mengsel in een verpakking moet worden geëtiketteerd volgens de CLP-regels als
de stof of het mengsel is ingedeeld als gevaarlijk;
een mengsel, zelfs als het niet is ingedeeld als gevaarlijk, voorkomt in deel 2 van bijlage II van de CLP. In dit geval moeten de aanvullende etiketteringselementen zoals die in dat deel zijn beschreven worden toegepast.
Daarnaast moet een ontplofbaar voorwerp dat voldoet aan de criteria die zijn beschreven in deel 2.1 van bijlage I van de CLP worden geëtiketteerd volgens de CLP-regels. Andere voorwerpen hoeven niet te worden geëtiketteerd op grond van de CLP-verordening; raadpleeg voor meer uitleg over wat als een voorwerp wordt gezien ook het Richtsnoer over vereisten voor stoffen in voorwerpen op de website van het Agentschap (http://guidance.echa.europa.eu/guidance_nl.htm). Stoffen en mengsels die binnen het toepassingsgebied van Richtlijn 91/414/EEG 2 (Richtlijn gewasbeschermingsmiddelen) of Richtlijn 98/8/EG (Biocidenrichtlijn) vallen, moeten waar van toepassing zijn voorzien van CLP-etiketteringselementen; voor stoffen en mengsels die binnen het toepassingsgebied van deze richtlijnen vallen, moet ook de aanvullende aanduiding EU401 worden weergegeven; zie artikel 25, lid 2 van de CLP. Anderzijds blijven de etiketteringsbepalingen van deze rechtsbesluiten volledig van toepassing op elk product dat binnen hun toepassingsgebied valt; zie overweging 47 van de CLP-verordening. Er zijn bijvoorbeeld afzonderlijke bepalingen voor het bijwerken van etiketten voor dergelijke stoffen en mengsels in deze rechtsbesluiten vermeld, die de leveranciers van deze stoffen en mengsels moeten toepassen in plaats van de CLP-regels; zie ook artikel 30, lid 3 van de CLP. Een andere afwijking van de CLP is dat er andere regels gelden met betrekking tot welke informatie mag worden vermeld in de vorm van een bijsluiter als een alternatieve manier om de vereiste etiketteringsinformatie te verstrekken; zie ook subparagraaf 5.3.1.1 van dit document. Bepaalde stoffen en mengsels kunnen ook aan het grote publiek worden geleverd zonder verpakking, in welk geval de stof of het mengsel toch vergezeld moet gaan van de etiketteringselementen, bijvoorbeeld op de factuur; zie artikel 29, lid 3 van de CLP en deel 5 van bijlage II van de CLP. Op dit moment geldt dat alleen voor kant-en-klaar gemengd cement en beton in natte vorm; zie ook subparagraaf 5.3.2.2. verderop.
2
Met ingang van 14 juni 2011 wordt Richtlijn 91/414/EEG ingetrokken door Verordening (EG) nr 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen. Verwijzingen naar de ingetrokken richtlijn dienen dan te worden opgevat als verwijzingen naar de nieuwe verordening. Artikel 80 van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bepaalt echter dat Richtlijn 91/414/EEG gedurende bepaalde overgangsperioden zal blijven gelden met betrekking tot werkzame stoffen die zijn opgenomen in bijlage I bij die richtlijn. Daarnaast bepaalt het dat producten die zijn geëtiketteerd in overeenstemming met artikel 16 van Richtlijn 91/414/EEG in de handel gebracht mogen blijven worden tot 14 juni 2015.
10
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLP-verordening Tot slot bepalen artikel 23 van de CLP en paragraaf 1.3 van bijlage I van de CLP afwijkingen van de CLP-etiketteringseisen voor speciale gevallen en de omstandigheden waarin deze afwijkingen gelden. Ze definiëren de toepassing van geselecteerde etiketteringselementen of staan zelfs het weglaten van CLP-etikettering toe. Deze speciale gevallen zijn:
Verplaatsbare gasflessen; zie de specificaties in deel 1.3.1 van bijlage I van de CLP;
Gasflessen bedoeld voor propaan, butaan of vloeibaar petroleumgas; zie de specificaties in deel 1.3.2 van bijlage I van de CLP;
Aerosolen en van een vaste verstuiver voorziene houders die stoffen of mengsels bevatten die als gevaarlijk bij aspiratie zijn ingedeeld; zie de specificaties in deel 1.3.3 van bijlage I van de CLP;
Metalen in massieve vorm, legeringen, mengsels die polymeren bevatten, mengsels die elastomeren bevatten; zie de specificaties in deel 1.3.4 van bijlage I van de CLP;
Ontplofbare stoffen als bedoeld in bijlage I, deel 2.1, die in de handel worden gebracht met het oog op hun explosieve of pyrotechnische eigenschappen; zie de specificaties in deel 1.3.5 van bijlage I van de CLP.
Dit document bevat geen verdere begeleiding met betrekking tot de voornoemde speciale gevallen, aangezien de uitleg in paragraaf 1.3 van bijlage I van de CLP voldoende wordt geacht. 2.3 Tijdlijnen voor indeling, etikettering, verpakking en bijwerking van CLPgevarenetiketten De CLP-verordening beschrijft een gefaseerde overgangsperiode gedurende welke de regels van zowel de CLP als de eerdere wetgeving inzake indeling, etikettering en verpakking, d.w.z. de DSD- en DPD-richtlijnen, naast elkaar gelden. Met betrekking tot indeling, etikettering en verpakking stelt de CLP verschillende tijdlijnen in voor stoffen en mengsels. Op die manier krijgen bedrijven de tijd om over te schakelen van het DSD/DPD-systeem op de CLP-regels. Zij mogen de CLP echter al sinds de inwerkingtreding op vrijwillige basis volledig toepassen; zie artikel 61 van de CLP. Voor stoffen was de uiterste datum voor indeling, etikettering en verpakking volgens de CLPregels 1 december 2010. Stoffen moeten echter tot 1 juni 2015 nog steeds ook worden ingedeeld volgens de DSD. Stofindelingen volgens de DSD zijn nodig omdat de indeling van mengsels volgens de DPD dan mogelijk blijft totdat de mengsels zelf zijn ingedeeld volgens de CLP; deze DSD-indelingen moeten tot 1 juni 2015 worden aangegeven in het veiligheidsinformatieblad (in paragraaf 2.1). Als een stof al was ingedeeld, geëtiketteerd en verpakt volgens de DSD-regels en in de handel is gebracht voor 1 december 2010, d.w.z. zich op die datum al in de toeleveringsketen bevond, kan de fabrikant, importeur of distributeur ervan de vernieuwde etikettering en verpakking volgens de CLP-regels uitstellen tot 1 december 2012. Dat betekent dat de stof tot 1 december 2012 met het DSD-etiket verkocht kan blijven worden in de toeleveringsketen. In gevallen waar in een stof ergens in de toeleveringsketen wordt herverpakt in een andere verpakking en de respectieve leverancier (herverpakker) de verpakking zo aanpast dat er andere etiketteringselementen noodzakelijk worden, moet hij het etiket aanpassen aan de CLP-eisen en mag hij de DSD-etikettering niet meer gebruiken, voor zover de relevante CLP-indelingen aan hem beschikbaar zijn gesteld, bijvoorbeeld via een veiligheidsinformatieblad. Voor mengsels is de uiterste datum voor indeling, etikettering en verpakking volgens de CLPregels 1 juni 2015. Tot die tijd moeten ze worden ingedeeld, geëtiketteerd en verpakt volgens 11
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLP-verordening de DPD. In gevallen waarin een mengsel al voor 1 juni 2015 wordt ingedeeld, geëtiketteerd en verpakt volgens de CLP wordt alleen het CLP-etiket weergegeven, niet het etiket volgens de DPD. Indien een mengsel al was ingedeeld, geëtiketteerd en verpakt volgens de DPD-regels en in de handel is gebracht voor 1 juni 2015, d.w.z. zich op die datum al in de toeleveringsketen bevond, kan de fabrikant, importeur, downstreamgebruiker of distributeur ervan de vernieuwde etikettering en verpakking volgens de CLP-regels uitstellen tot 1 juni 2017. Dat betekent dat het mengsel tot 1 juni 2017 met het DPD-etiket verkocht kan blijven worden in de toeleveringsketen. In gevallen waar in een mengsel ergens in de toeleveringsketen wordt herverpakt in een andere verpakking en de respectieve leverancier (herverpakker) de verpakking zo aanpast dat er andere etiketteringselementen noodzakelijk worden, moet hij het etiket aanpassen aan de CLPeisen en mag hij de DPD-etikettering niet meer gebruiken, voor zover de relevante CLPindelingen aan hem beschikbaar zijn gesteld, bijvoorbeeld via een veiligheidsinformatieblad. Een overzicht van de relevante tijdlijnen voor indeling en etikettering is te vinden in figuur 1 hieronder:
Wetgeving
Vanaf 20 januari 2009
Vanaf 1 december 2010
Vanaf 1 juni 2015
Indeling vereist
Stoffen
Richtlijn 67/548/EEG
Geen etikettering tenzij de afwijking van toepassing is
Verordening (EG) nr. 1272/2008
Indeling mogelijk
Indeling vereist
(CLP)
Etikettering mogelijk
Etikettering vereist tenzij de afwijking van 2012 van toepassing is
1999/45/EG
Mengsels
Ingetrokken
Etikettering vereist (indien niet volgens CLP geëtiketteerd)
(DSD)
(DPD)
Verordening (EG) nr. 1272/2008 (CLP)
Indeling vereist Etikettering vereist (indien niet volgens CLP geëtiketteerd)
Ingetrokken
Indeling mogelijk
Indeling vereist
Etikettering mogelijk
Etikettering vereist tenzij de afwijking van 2017 van toepassing is
Figuur 1: Tijdlijnen voor indeling en etikettering in overeenstemming met CLP en DSD/DPD
Artikel 30 van de CLP vereist dat een leverancier alle informatie op het etiket zonder onnodige vertraging, d.w.z. zo snel als redelijkerwijs mogelijk is, bijwerkt na wijzigingen in de indeling en etikettering indien de herziene indeling ernstiger is of indien er aanvullende etiketteringselementen vereist zijn op grond van artikel 25, leden 1 en 2 van de CLP. Er zijn echter afzonderlijke bepalingen voor het bijwerken van etiketten opgenomen in Richtlijn 98/8/EG
12
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLP-verordening (Biocidenrichtlijn) en Richtlijn 91/414/EEG 3 (Richtlijn gewasbeschermingsproducten) en leveranciers van stoffen of mengsels die binnen het toepassingsgebied van deze rechtsbesluiten vallen, moeten deze bepalingen toepassen in plaats van de CLP-bepalingen. Als het gaat om andere wijzigingen van het etiket, bijv. als de herziene indeling minder ernstig is of als de contactgegevens van de leverancier zijn veranderd, heeft de leverancier 18 maanden de tijd om het etiket bij te werken. In gevallen waarin een minder ernstige geharmoniseerde indeling voortkomt uit een aanpassing aan de vooruitgang van de techniek (ATP) van de CLPverordening, gaat de periode van 18 maanden voor het aanpassen van het etiket in op de dag dat de relevante ATP van kracht wordt. Andere etiketteringswijzigingen die binnen 18 maanden moeten worden uitgevoerd, zijn het bijwerken van etiketteringsinformatie voor bepaalde mengsels die niet zijn ingedeeld als gevaarlijk maar waarvoor speciale regels voor aanvullende etikettering gelden in overeenstemming met deel 2 van bijlage II van de CLP.
3
Met ingang van 14 juni 2011 wordt Richtlijn 91/414/EEG ingetrokken door Verordening (EG) nr 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen. Verwijzingen naar de ingetrokken richtlijn dienen dan te worden opgevat als verwijzingen naar de nieuwe verordening. Artikel 80 van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bepaalt echter dat Richtlijn 91/414/EEG gedurende bepaalde overgangsperioden zal blijven gelden met betrekking tot werkzame stoffen die zijn opgenomen in bijlage I bij die richtlijn. Daarnaast bepaalt het dat producten die zijn geëtiketteerd in overeenstemming met artikel 16 van Richtlijn 91/414/EEG in de handel gebracht mogen blijven worden tot 14 juni 2015.
13
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLPverordening
3. VOORNAAMSTE EISEN VOOR ETIKETTERING EN VERPAKKING IN OVEREENSTEMMING MET DE CLPVERORDENING 3.1 Algemene etiketteringsregels Algemene en specifieke regels met betrekking tot de inhoud en toepassing van een CLP-etiket zijn beschreven in titel III van de CLP, respectievelijk in hoofdstuk 1 en 2. Als algemene regel vereist de CLP dat etiketten duurzaam op één of meer oppervlakken van de onmiddellijke verpakking van de stof of het mengsel worden bevestigd en horizontaal leesbaar zijn wanneer de verpakking op normale wijze neergezet wordt; zie artikel 31, lid 1 van de CLP. De etiketteringselementen zelf, in het bijzonder de gevarenpictogrammen, moeten duidelijk afsteken tegen de achtergrond; zie artikel 31, leden 2 en 3 van de CLP. Bovendien moeten alle etiketteringselementen een zodanige grootte en spatiëring hebben dat ze gemakkelijk te lezen zijn. Een fysiek etiket is niet vereist als de etiketteringselementen duidelijk worden weergegeven op de verpakking zelf; zie artikel 31, lid 5 van de CLP. 3.2 Elementen van het CLP-gevarenetiket Volgens artikel 17 van de CLP moeten stoffen of mengsels die zijn ingedeeld als gevaarlijk worden voorzien van een etiket met daarop de volgende elementen:
de naam, het adres en het telefoonnummer van de leverancier(s);
de nominale hoeveelheid van de stof of het mengsel in de aan het publiek aangeboden verpakking, tenzij die hoeveelheid elders op de verpakking wordt vermeld;
productidentificaties;
gevarenpictogrammen, indien toepasselijk;
het relevante signaalwoord, indien toepasselijk;
gevarenaanduidingen, indien toepasselijk;
passende veiligheidsaanbevelingen, indien toepasselijk;
een rubriek voor aanvullende informatie, indien toepasselijk.
Hierbij moet worden opgemerkt dat voor bepaalde etiketteringselementen voorrangsregels gelden. Deze regels worden hierna verder toegelicht. De CLP vereist dat het etiket wordt gesteld in de officiële taal of talen van de lidstaat (lidstaten) waar de stof of het mengsel in de handel wordt gebracht, tenzij door de betrokken lidstaat (lidstaten) anders wordt bepaald. Leveranciers kunnen hieraan voldoen door één meertalig etiket te maken waarop alle officiële talen staan van de landen waar de stof of het mengsel wordt geleverd, of door voor alle landen afzonderlijke etiketten te maken, elk in de toepasselijke taal of talen. Leveranciers mogen op het etiket meer talen gebruiken dan door de lidstaten wordt vereist, mits in alle gebruikte talen dezelfde gegevens worden vermeld. Dit mag echter niet ten koste gaan van de leesbaarheid van de verplichte informatie op het etiket en het kan geen
14
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLPverordening aanleiding geven tot de vrijstellingen van de etiketteringseisen die zijn beschreven in artikel 29 van de CLP. Zie subparagraaf 5.3.1 van dit document. 3.3 Plaats van de informatie op het CLP-gevarenetiket Artikel 32 van de CLP geeft enkele beperkte regels om de plaats van de informatie op het etiket te bepalen. De verdere details met betrekking tot de manier waarop de etiketteringselementen worden gerangschikt worden echter overgelaten aan de samensteller(s) van het etiket, zoals is beschreven in tabel 1 hieronder: Tabel 1: Etiketteringseisen op grond van de CLP versus oordeel van de leveranciers
CLP-vereiste (artikel 32)
Voorbeeld van besluit dat aan leverancier wordt overgelaten
De gevarenpictogrammen, het signaalwoord, de gevarenaanduidingen en de veiligheidsaanbevelingen moeten bij elkaar worden gehouden op het etiket.
De leverancier is vrij om de rangschikking van de pictogrammen te kiezen.
Gevarenaanduidingen moeten bij elkaar worden geplaatst op het etiket, maar de volgorde van de gevarenaanduidingen mag vrij worden gekozen.
De leverancier mag deze groepen naar eigen inzicht links, rechts of elders op het etiket plaatsen.
Veiligheidsaanbevelingen moeten bij elkaar worden geplaatst op het etiket, maar de volgorde van de veiligheidsaanbevelingen mag vrij worden gekozen.
De leverancier mag deze groepen naar eigen inzicht links, rechts of elders op het etiket plaatsen.
In het geval dat er meerdere talen worden gebruikt op het etiket, moeten de gevarenaanduidingen en veiligheidsaanbevelingen in dezelfde taal bij elkaar worden geplaatst op het etiket.
Indien de leverancier alternatieve manieren moet gebruiken om te voldoen aan de eisen van artikel 31 van de CLP met betrekking tot de vereiste taal of talen in een bepaalde lidstaat, kan hij ervoor kiezen dit te doen door middel van uitvouwbare etiketten, hangkaartjes of een buitenverpakking, in overeenstemming met onderdeel 1.5.1 van bijlage I.
Eventuele aanvullende informatie zoals bedoeld in artikel 25 van de CLP moet worden opgenomen in de rubriek voor aanvullende informatie en naast de in artikel 17, lid 1, onder a) t/m g) van de CLP genoemde etiketteringselementen worden geplaatst.
De leverancier is vrij om te kiezen hoe deze rubriek visueel wordt gescheiden van de rubriek met de in artikel 17, lid 1, onder a) t/m g) van de CLP genoemde etiketteringselementen. Hij mag er ook voor kiezen deze informatie op meerdere plaatsen op het etiket te vermelden.
3.4 Eerste ervaringen met de CLP-etiketteringsregels De eerste ervaringen met de toepassing van de CLP-etiketteringsregels suggereren dat de informatie die is vereist op het CLP-etiket zal toenemen in vergelijking met de DSD/DPD-regeling, waardoor er meer ruimte nodig is op het etiket. Een reden 15
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLPverordening daarvoor is dat er in vergelijking met de DSD/DPD aanvullende pictogrammen vereist zijn op grond van de CLP. Ook het nieuwe signaalwoord zal extra ruimte innemen. Indien mengsels moeten worden ingedeeld op basis van de rekenmethoden, zijn lagere algemene concentratiegrenzen aanleiding tot aanvullende indeling en etikettering dan bij de DSD/DPD het geval was, wat betekent dat er meer gevarenaanduidingen en veiligheidsaanbevelingen op het etiket moeten worden vermeld. Bovendien zijn gecombineerde gevarenaanduidingen die de boodschap compacter zouden maken en kostbare ruimte op het etiket zouden besparen doorgaans niet voorzien in de CLP; zie paragraaf 4.5 van dit document. Als het gaat om veiligheidsaanbevelingen, voorziet de CLP in veel meer veiligheidsaanbevelingen vergeleken met het aantal veiligheidszinnen dat beschikbaar is binnen de DSD/DPD. Aan de andere kant maken minder beschrijvende selectieregels op grond van de CLP in vergelijking met de DSD het moeilijker om op het richtaantal van zes veiligheidsaanbevelingen op het etiket uit te komen, zoals de bedoeling was van de CLP. Zie ook paragraaf 4.6 en hoofdstuk 7 van dit document. Ter illustratie toont figuur 2 hieronder een vergelijking van de voornaamste etiketteringselementen 4 op grond van de CLP en DSD voor een voorbeeldstof (glutaraldehyde):
4
Figuur 2 is niet bedoeld als een etiket dat voldoet aan de bepalingen van de CLP-verordening, maar dient slechts om een globaal overzicht te geven van de toepasselijke etiketteringselementen.
16
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLPverordening
Gevarenpictogrammen in CLP
Gevaarsymbolen in DSD
Signaalwoord:
Gevaarsaanduidingen:
Gevaar
Giftig Gevaarlijk voor het milieu
5 Gevarenaanduidingen in CLP Giftig bij inslikken of bij inademing
4 Waarschuwingszinnen in DSD 5
Giftig bij inademing en bij inslikken
Veroorzaakt ernstige brandwonden en ernstig oogletsel
Veroorzaakt brandwonden
Kan een allergische huidreactie veroorzaken
Kan sensibilisering veroorzaken bij inademing en bij contact met de huid
Kan bij inademing allergie- of astmasymptomen of ademhalingsmoeilijkheden veroorzaken Zeer giftig voor in het water levende organismen levende
Zeer giftig voor in het water organismen
Keuze uit ca. 30 veiligheidsaanbevelingen
S: (1/2-)26-36/37/39-45-61
Figuur 2: Vergelijking van belangrijke etiketteringselementen op grond van de CLP en DSD voor een voorbeeldstof (glutaraldehyde)
Uit het bovenstaande voorbeeld blijkt dat in de toekomst optimaal gebruik van de beschikbare ruimte op het etiket een grotere uitdaging kan worden dan het geval was/is binnen de DSD/DPD-etiketteringsregeling. Binnen de CLP zullen waarschijnlijk meer opmaakinspanningen nodig zijn om ruimte te maken voor alle verplichte CLP-etiketteringselementen. 3.5 CLP-regels voor verpakking van stoffen en mengsels Artikel 35 van de CLP bevat de verpakkingseisen die zijn overgenomen van de DSD/DPD. Naast de etiketteringsregels moeten deze zorgvuldig in aanmerking worden genomen wanneer een verpakking een gevaarlijke stof of een gevaarlijk mengsel bevat. De voorschriften zijn als volgt:
5
Deze gecombineerde gevarenaanduiding is een van de weinige die zijn voorzien op grond van de tweede ATP van de CLP.
17
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLPverordening
de verpakking is zodanig ontworpen en uitgevoerd dat verlies van de inhoud wordt voorkomen;
het materiaal van verpakking en sluiting mag niet door de inhoud kunnen worden beschadigd of daarmee een gevaarlijke verbinding kunnen vormen;
de verpakking en sluiting moeten in alle onderdelen zo stevig en sterk zijn dat zij niet losraken;
verpakkingen die voorzien zijn van een herbruikbare sluiting moeten zodanig zijn ontworpen dat de verpakking herhaalde malen opnieuw kan worden gesloten zonder verlies van inhoud;
de verpakking mag niet door vorm of ontwerp de actieve nieuwsgierigheid van kinderen wekken of prikkelen noch de consument in verwarring brengen.
Hierbij moet worden opgemerkt dat een verpakking die voldoet aan de transportregels wordt geacht te voldoen aan de eisen die in de bovenstaande punten worden genoemd. Voor stoffen en mengsels die worden geleverd aan het grote publiek beschrijft de CLP regels voor
het gebruik van een kinderveilige sluiting (CRF); zie paragraaf 3.1 van bijlage II, en voor
het gebruik van tastbare gevarenaanduidingen (TWD); zie paragraaf 3.2 van bijlage II.
Deze bepalingen gelden naar aanleiding van een specifieke gevarenklasse/categorie of op grond van de concentratie van specifieke stoffen in andere stoffen of in mengsels. Zie de tabellen 2 en 3 op de volgende bladzijden. Voor zowel CRF (childresistant fastening, soms ook aangeduid als child-resistant closure – CRC) en TWD vereist de CLP dat er aan bepaalde normen wordt voldaan met betrekking tot hersluitbare en niet-hersluitbare verpakkingen en tastbare gevarenaanduidingen. Deze normen worden expliciet beschreven in deel 3 van bijlage II van de CLP. Of aan deze normen wordt voldaan, mag alleen worden vastgesteld door laboratoria die voldoen aan EN ISO/IEC 17025 als gewijzigd.
18
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLPverordening
Tabel 2: De gevaarsindelingen die aanleiding zijn voor de CLP-bepalingen voor kinderveilige sluitingen en/of tastbare gevarenaanduidingen Gevarenklasse (categorie)
Acute toxiciteit (categorie 1 t/m 3)
Kinderveilige sluitingen
Tastbare gevarenaanduidingen*
Acute toxiciteit (categorie 4)
STOT-SE (categorie 1)
STOT-SE (categorie 2)
STOT-RE (categorie 1)
STOT-RE (categorie 2)
Huidcorrosie (categorie 1A, 1B en 1C)
Sensibilisering van de luchtwegen (categorie 1) Aspiratiegevaar (categorie 1) Merk op dat een CRF niet vereist is als de stof of het mengsel wordt geleverd in een spuitbus of in een verpakking met een verzegelde spuitmond
Mutageniteit van geslachtscellen (categorie 2)
Kankerverwekkendheid (categorie 2)
Giftigheid voor de voortplanting (categorie 2)
Ontvlambare gassen (categorie 1 en 2)
Ontvlambare vloeistoffen (categorie 1 en 2)
Ontvlambare vaste stoffen (categorie 1 en 2)
* Merk op dat de voorschriften met betrekking tot TWD niet van toepassing zijn op aerosolen die alleen zijn ingedeeld en geëtiketteerd als zeer licht ontvlambare of ontvlambare aerosolen.
19
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLPverordening Tabel 3: Stoffen die aanleiding geven tot de CLP-bepalingen voor kinderveilige sluitingen en/of tastbare gevarenaanduidingen als ze in andere stoffen of mengsels voorkomen in de vermelde of een hogere concentratie Identificatie van de stof
Concentratiegrens
Kinderveilige sluitingen
Methanol*
3%
Dichloormethaan
1%
Tastbare gevarenaanduidingen
* Merk op dat voor methanolmengsels boven een bepaalde concentratie ook een tastbare gevarenaanduiding nodig is, omdat het mengsel dan moet worden ingedeeld als een ontvlambare vloeistof, cat. 2.
20
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLPverordening
4. REGELS VOOR DE TOEPASSING VAN DE CLPETIKETTERINGSELEMENTEN 4.1 Contactgegevens van de leverancier Volgens artikel 17 van de CLP moeten de contactgegevens van een of meer leveranciers vermeld worden op het etiket. In beginsel kan er meer dan één leverancier van dezelfde stof of hetzelfde mengsel in de toeleveringsketen zijn, bijvoorbeeld wanneer een mengsel door de formuleerder is geleverd aan een distributeur die het ook aan derden levert. Artikel 17 van de CLP specificeert echter niet of in dergelijke gevallen de contactgegevens van beide leveranciers vereist zijn. Het artikel specificeert evenmin of de contactgegevens van een bepaalde leverancier voorrang hebben. Krachtens artikel 4, lid 4 van de CLP moet een leverancier ervoor zorgen dat een gevaarlijke stof of een gevaarlijk mengsel wordt geëtiketteerd en verpakt in overeenstemming met de titels III en IV van de CLP-verordening voordat hij de stof of het mengsel in de handel brengt. Afhankelijk van de plaats in de toeleveringsketen kan de etikettering voor dezelfde stof of hetzelfde mengsel variëren afhankelijk van het volume van de verpakking of als gevolg van verdere verpakkingslagen. Zie ook paragraaf 5.2, paragraaf 5.3 en paragraaf 5.4 van dit document. Wanneer een leverancier de verpakking zodanig verandert dat de in artikel 17 van de CLP beschreven etiketteringselementen anders moeten worden weergegeven dan op het etiket of de verpakking die aan hem is geleverd, moet hij zijn eigen naam en contactgegevens toevoegen of de contactgegevens van zijn leverancier vervangen door zijn eigen contactgegevens, aangezien hij op dat moment de verantwoordelijkheid neemt voor de herverpakking en heretikettering van de stof of het mengsel. Als hij de verpakking niet zodanig wijzigt dat de etikettering moet worden aangepast, dan hoeft hij zijn contactgegevens niet aan het etiket toe te voegen en de contactgegevens van zijn leverancier niet te vervangen door die van hemzelf, maar hij kan dat desgewenst wel doen. In het geval dat hij de taal of talen op het etiket verandert, moet hij zijn contactgegevens toevoegen aan de contactgegevens van de betreffende leverancier die het oorspronkelijke etiket heeft afgegeven, aangezien hij dan verantwoordelijk is voor de correcte vertaling van de inhoud van het etiket.
4.2 Productidentificaties Als algemene regel moet(en) dezelfde productidentificatie(s) als die is/zijn geselecteerd voor het etiket worden gebruikt in het veiligheidsinformatieblad voor een stof of mengsel. Productidentificaties die zijn geselecteerd voor het etiket moeten worden opgesteld in de officiële taal of talen van de lidsta(a)t(en) waar de stof of het mengsel in de handel wordt gebracht, tenzij door de betrokken lidsta(a)t(en) anders wordt bepaald; zie artikel 17, lid 2 van de CLP. Volgens artikel 18, lid 2 van de CLP moeten productidentificaties voor stoffen ten minste de volgende gegevens bevatten:
een naam en een identificatienummer zoals vermeld in deel 3 van bijlage VI van de CLP. De naam is de internationale chemische identificatie die is vermeld in kolom 2 van de tabellen in deel 3 van bijlage VI van de CLP. Het identificatienummer is normaliter het indexnummer, het EG-nummer of het
21
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLPverordening CAS-nummer. Het wordt aanbevolen het nummer te gebruiken dat een ondubbelzinnige identificatie van de stof garandeert; in sommige gevallen kan dit worden bereikt door twee nummers te gebruiken, bijv. het CAS-nummer en het indexnummer. Bij het vertalen van de naam van een stof uit bijlage VI in de vereiste taal of talen kan het nuttig zijn om te controleren of er al een passende vertaling beschikbaar is in een openbare database, bijv. ClassLab. Zie http://ecb.jrc.ec.europa.eu/classification-etikettering/clp/ of http://ecb.jrc.ec.europa.eu/esis/index.php?PGM=cla ; of
als de stof niet is opgenomen in deel 3 van bijlage VI van de CLP, een naam en een identificatienummer zoals die vermeld zijn in de inventaris van indelingen en etiketteringen. De naam is normaliter de IUPAC-naam 6 , de EGnaam of de CAS-naam. Het identificatienummer moet het referentienummer in de inventaris, het EG-nummer of het CAS-nummer zijn. Het wordt aanbevolen het nummer of de nummers te gebruiken waarmee een ondubbelzinnige identificatie van de stof gegarandeerd is. Hierbij moet worden opgemerkt dat het in de praktijk waarschijnlijk niet handig zal zijn om het referentienummer van de inventaris te kiezen, aangezien dit mogelijk nog niet beschikbaar was op het moment dat het betreffende veiligheidsinformatieblad werd opgesteld; zie boven. In plaats daarvan is het aan te raden (indien van toepassing) het EG-nummer of CAS-nummer te kiezen als identificatie, om de noodzaak om het veiligheidsinformatieblad te herzien te beperken; of
als de stof niet is opgenomen in deel 3 van bijlage VI van de CLP en ook niet in de inventaris van indelingen en etiketteringen, het CAS-nummer en de IUPAC-naam of het CAS-nummer en een andere internationale chemische naam, bijvoorbeeld de naam in de INCI-nomenclatuur 7 , indien van toepassing. Het mag worden aangenomen dat dit geldt voor stoffen die voor het eerst worden vervaardigd of geïmporteerd in de EU, maar die nog niet zijn aangemeld; of
als er geen CAS-nummer beschikbaar is en geen van de bovenstaande situaties van toepassing is, de IUPAC-naam of een andere internationale chemische naam, bijvoorbeeld de naam in de INCI-nomenclatuur, indien van toepassing.
Volgens artikel 18, lid 3 van de CLP moeten productidentificaties voor mengsels de volgende gegevens bevatten:
de handelsnaam of de benaming van het mengsel; en
de identiteit van alle stoffen in het mengsel die bijdragen aan de indeling van het mengsel als het gaat om acute toxiciteit, huidcorrosie of ernstig oogletsel, mutageniteit voor geslachtscellen, kankerverwekkendheid, giftigheid voor de voortplanting, sensibilisering van de luchtwegen of de huid, specifieke doelorgaantoxiciteit (STOT) of aspiratiegevaar.
Wat het tweede punt met betrekking tot etiketten van mengsels betreft, moeten de geselecteerde chemische namen de stoffen identificeren die primair verantwoordelijk
6
Indien de naam volgens de IUPAC-nomenclatuur meer dan 100 tekens lang is, mag een van de andere namen worden gebruikt (gangbare naam, handelsnaam, afkorting) als bedoeld in sectie 2.1.2 van bijlage VI van Verordening (EG) nr. 1907/2006, mits in de kennisgeving overeenkomstig artikel 40 de naam volgens de IUPAC-nomenclatuur en de gebruikte andere naam worden vermeld. 7
INCI staat voor International Nomenclature of Cosmetic Ingredients.
22
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLPverordening zijn voor de voornaamste gezondheidsgevaren die hebben geleid tot de indeling van het mengsel en de toekenning van de bijbehorende gevarenaanduidingen. Om het aantal stofnamen op het etiket te beperken, moeten er niet meer dan vier namen worden vermeld op het etiket van een mengsel, behalve wanneer dit noodzakelijk is als gevolg van de aard en ernst van de gevaren. Dit kan het geval zijn als een mengsel meer dan vier stoffen bevat die allemaal in significante concentraties aanwezig zijn en daardoor bijdragen aan de indeling van het mengsel voor een of meer van de gevaren die in het tweede punt hierboven zijn genoemd. Soms kan een fabrikant, importeur of downstreamgebruiker concluderen dat bepaalde stofidentificaties voor een stof in een mengsel die vereist zijn voor het etiket of het veiligheidsinformatieblad het vertrouwelijke karakter van zijn bedrijfsactiviteiten of zijn intellectuele eigendomsrechten in gevaar kunnen brengen. In dergelijke gevallen kan hij op grond van artikel 15 van de DPD bij de bevoegde instantie van de lidstaat een verzoek indienen tot het gebruik van een alternatieve chemische naam voor die stof. Indien het overeenkomstige mengsel al voor 1 juni 2015 is ingedeeld, geëtiketteerd en verpakt in overeenstemming met de CLP en ook na die datum, moet dit verzoek worden ingediend bij het Agentschap. De alternatieve naam moet een algemenere naam zijn die de belangrijkste functiegroepen identificeert of een alternatieve benaming; zie artikel 24 van de CLP. Voor dergelijke verzoeken is een vergoeding verschuldigd, in overeenstemming met artikel 3 van Verordening (EU) nr. 440/2010 van de Commissie. De bijbehorende IT-hulpmiddelen en een toelichtingsdocument zullen beschikbaar worden gesteld door het Europees Agentschap voor chemische stoffen. 4.3 Gevarenpictogrammen Een gevarenpictogram is een grafische voorstelling om informatie over het betreffende gevaar over te brengen; zie ook de definitie in artikel 2, lid 3 van de CLP. Volgens artikel 19 van de CLP bepaalt de indeling van een stof of mengsel de gevarenpictogrammen die op het etiket moeten worden afgebeeld, zoals beschreven in de delen 2 (fysische gevaren), 3 (gezondheidsgevaren) en 4 (milieugevaren) van bijlage I van de CLP. Informatie over de toekenning van gevarenpictogrammen aan specifieke gevarenklassen en categorieën/onderverdelingen is ook te vinden in bijlage V van de CLP. Op dit moment zijn er negen verschillende pictogrammen. Normaliter wordt er slechts één pictogram toegekend aan een bepaalde gevarenklasse of -categorie, maar een aantal onderverdelingen van gevaren moeten worden voorzien van twee pictogrammen, namelijk stoffen en mengsels die zijn ingedeeld als zelfontledend type B of als organische peroxide type B; zie ook hieronder. De kleur en vormgeving van het etiket moeten ervoor zorgen dat het gevarenpictogram en de achtergrond daarvan duidelijk zichtbaar zijn; zie artikel 31, lid 2 van de CLP. Gevarenpictogrammen moeten de vorm hebben van een vierkant dat op één punt staat, d.w.z. ze moeten eruitzien als een ruitvorm als het etiket horizontaal wordt gelezen, en ze moeten een zwart symbool bevatten op een witte achtergrond met een rode rand (zie onderdeel 1.2.1 van bijlage I van de CLP). Het exacte type rood, d.w.z. het Pantone-kleurnummer, is niet gedefinieerd en de ontwerpers van de etiketten mogen dit naar eigen inzicht kiezen. Elk gevarenpictogram 8 moet ten minste een vijftiende deel beslaan van het minimale 8
Met de grootte van het pictogram worden hier de afmetingen van het pictogram zelf bedoeld, niet de grootte van het virtuele vierkant waarin het pictogram staat.
23
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLPverordening oppervlak van het etiket dat bestemd is voor de informatie die wordt vereist door artikel 17 van de CLP, maar het minimumoppervlak mag niet kleiner zijn dan 1 cm2. De pictogrammen zijn gratis te downloaden van de website http://www.unece.org/trans/danger/publi/ghs/pictograms.html. Een voorbeeld van een pictogram is het uitroepteken (pictogram GHS07), dat is toegewezen aan verschillende minder ernstige klassen en categorieën van gezondheidsgevaren; zie deel 2 van bijlage V van de CLP:
Voor stoffen en mengsels die zijn ingedeeld voor meer dan één gevaar, kunnen meerdere pictogrammen vereist zijn op het etiket. In dergelijke gevallen moet worden nagegaan of de in artikel 26 van de CLP beschreven voorrangsbeginselen van toepassing zijn. De algemene regel is dat de pictogrammen die duiden op de ernstigste gevarencategorie van elke gevarenklasse moeten worden weergegeven op het etiket. Dit geldt ook als een stof zowel een geharmoniseerde als een nietgeharmoniseerde (d.w.z. zelf toegekende) indeling heeft; zie artikel 26, lid 2 van de CLP. Daarnaast beschrijft de CLP voorrangsregels met betrekking tot bepaalde gevarenpictogrammen en indelingen:
Voor fysische gevaren geldt: als het etiket is voorzien van het pictogram GHS01 (ontploffende bom), dan zijn GHS02 (vlam) en GHS03 (vlam boven cirkel) optioneel…
verplicht
optioneel
optioneel
… behalve in gevallen waarin meer dan één pictogram verplicht is, namelijk voor stoffen en mengsels die zijn ingedeeld als zelfontledend type B of als organisch peroxide type B; zie bijlage I van de CLP;
Voor fysische en gezondheidsgevaren geldt: als het etiket is voorzien van het pictogram GHS02 (vlam) of GHS06 (doodshoofd met gekruiste beenderen), dan is GHS04 (gasfles) optioneel 9 :
of
verplicht
9
verplicht
optioneel
Deze voorrangsregel is geïntroduceerd door de tweede ATP van de CLP-verordening.
24
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLPverordening
Voor gezondheidsgevaren geldt: als het etiket is voorzien van het pictogram GHS06 (doodshoofd met gekruiste beenderen), dan dient GHS07 (uitroepteken) niet te worden weergegeven:
Voor gezondheidsgevaren geldt: als het etiket is voorzien van het pictogram GHS05 (corrosie), dan dient GHS07 (uitroepteken) niet te worden gebruikt voor huid- of oogirritatie…
… maar het moet wel worden gebruikt voor andere gevaren;
Voor gezondheidsgevaren geldt: als het etiket is voorzien van het pictogram GHS08 (gezondheidsgevaar) voor sensibilisering van de luchtwegen, dan dient GHS07 (uitroepteken) niet te worden gebruikt voor huidsensibilisering of voor huid- of oogirritatie…
… maar het moet wel worden gebruikt voor andere gevaren. Houd er rekening mee dat de transportregels met betrekking tot etikettering ook van toepassing kunnen zijn op een stof of mengsel. In sommige gevallen kan een bepaald CLP-gevarenpictogram van de verpakking worden weggelaten; zie artikel 33 van de CLP. Als aan een stof of mengsel de aanvullende gevarenaanduiding EUH071 (‘bijtend voor de luchtwegen’) is toegekend, kan een pictogram voor corrosiviteit (GHS05) worden toegekend. Zie noot 1 van tabel 3.1.3 in bijlage I van de CLP. Als dit gebeurt, kan het pictogram GHS07 voor STOT, eenmalige blootstelling, categorie 3 (irritatie van de luchtwegen) worden weggelaten van het etiket, evenals de gevarenaanduiding H335 (‘kan irritatie van de luchtwegen veroorzaken’); zie hieronder. Voor stoffen en mengsels die zijn geëtiketteerd in overeenstemming met zowel de CLP-verordening als de regels voor het vervoer van gevaarlijke goederen, kunnen de 25
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLPverordening CLP-pictogrammen worden weggelaten van het etiket als er een soortgelijk transportpictogram is afgebeeld. Zie ook artikel 33 van de CLP en paragraaf 5.4 van dit document. 4.4 Signaalwoorden Een signaalwoord geeft de relatieve mate van ernst van een bepaald gevaar aan. Het etiket moet het relevante signaalwoord bevatten in overeenstemming met de indeling van de gevaarlijke stof of het gevaarlijke mengsel: ernstigere gevaren vereisen het signaalwoord ‘gevaar’ en voor minder ernstige gevaren wordt het signaalwoord ‘waarschuwing’ gebruikt; zie artikel 20 van de CLP. Het relevante signaalwoord voor elke specifieke indeling is te vinden in de tabellen waarin de etiketteringselementen worden genoemd die vereist zijn voor elke gevarenklasse zoals beschreven in de delen 2 tot en met 5 van bijlage I van de CLP. Sommige gevarencategorieën (bijvoorbeeld ontplofbare stoffen, deel 1.6) hebben geen signaalwoord. Als een stof of mengsel is ingedeeld voor meerdere gevaren, dient het etiket slechts één signaalwoord te bevatten. In dergelijke gevallen heeft het signaalwoord ‘gevaar’ voorrang. 4.5 Gevarenaanduidingen CLP-gevarenetiketten moeten ook worden voorzien van de relevante gevarenaanduidingen die de aard en ernst van de gevaren van een stof of mengsel beschrijven; zie artikel 21 van de CLP. Een voorbeeld is de gevarenaanduiding die is toegewezen aan acute orale toxiciteit, categorie 4: ‘Schadelijk bij inslikken’ (H302). De relevante gevarenaanduidingen voor elke gevarenklasse en categorie/onderverdeling zijn beschreven in de tabellen in de delen 2 tot en met 5 van bijlage I van de CLP. Voor de meeste gevarenaanduidingen kan de bewoording worden gebruikt die vermeld is in de tabellen 1.1, 1.2 en 1.3 van bijlage III van de CLP. Voor sommige aanduidingen van gezondheidsgevaren moet mogelijk ook de blootstellingsroute of het doelorgaan worden opgenomen in de aanduiding, bijv. ‘Veroorzaakt schade aan de lever bij opname door de mond’ (H370) voor STOT-SE, categorie 1. Zie ook paragraaf 4.8 van dit document. Als een stofindeling geharmoniseerd is en is opgenomen in deel 3 van bijlage VI van de CLP, moet(en) de overeenkomstige gevarenaanduiding(en) voor deze indeling worden gebruikt op het etiket. Merk op dat sommige indelingen in deel 3 van bijlage VI van de CLP minimumindelingen zijn, wat inhoudt dat mogelijk een ernstigere indeling moet worden toegekend naast de overeenkomstige gevarenaanduiding. Daarnaast kan het vereist zijn gevarenaanduidingen op te nemen voor nietgeharmoniseerde gevaren die niet voorkomen in het overzicht in bijlage VI; zie artikel 4, lid 3 van de CLP. Het moet worden opgemerkt dat op grond van de CLP, anders dan binnen de DSD, op dit moment geen gecombineerde gevarenaanduidingen zijn voorzien. Er zijn echter al enkele gecombineerde gevarenaanduidingen afgesproken op VN-niveau, die zijn gepubliceerd in de derde herziene versie van de UN GHS. In de EU zijn deze ten uitvoer gelegd door middel van de tweede aanpassing aan de vooruitgang van de techniek (ATP) van de CLP-verordening (Verordening (EU) nr. 286/2011 van de Commissie van 10 maart 2011). Dat betekent dat vanaf 1 december 2012 voor stoffen en vanaf 1 juni 2015 voor mengsels de gevarenaanduidingen die betrekking 26
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLPverordening hebben op verschillende blootstellingsroutes maar op dezelfde categorie als gecombineerde aanduidingen kunnen worden weergegeven op het etiket en in het veiligheidsinformatieblad, bijv. H301+H311 voor categorie 3 voor de orale en dermale route: ‘Giftig bij inslikken of bij contact met de huid’. Indien een stof of mengsel in verscheidene gevarenklassen of in verscheidene onderverdelingen van een gevarenklasse is ingedeeld, worden op het etiket alle uit de indeling voortvloeiende gevarenaanduidingen aangebracht, tenzij dat onmiskenbaar leidt tot dubbele of overbodige aanduidingen; zie artikel 27 van de CLP. Dit geldt ook voor een stof of mengsel waaraan de aanvullende gevarenaanduiding EUH071 (‘Bijtend voor de luchtwegen’) is toegekend: in dat geval kan de gevarenaanduiding H335 (‘Kan irritatie van de luchtwegen veroorzaken’) voor STOT, eenmalige blootstelling, categorie 3 (irritatie van de luchtwegen) worden weggelaten van het etiket. Bijlage III van de CLP vermeldt, in alle talen, de correcte bewoordingen van de gevarenaanduidingen zoals die op het etiket moeten worden weergegeven. De gevarenaanduidingen in een taal moeten bij de veiligheidsaanbevelingen in diezelfde taal worden geplaatst op het etiket; zie ook paragraaf 3.3 hiervoor. 4.6 Veiligheidsaanbevelingen CLP-gevarenetiketten moeten voorzien zijn van de relevante veiligheidsaanbevelingen die adviseren over maatregelen ter voorkoming of minimalisering van schadelijke effecten voor de menselijke gezondheid of het milieu die voortkomen uit de gevaren van een stof of mengsel; zie artikel 22 van de CLP. Een voorbeeld is de veiligheidsaanbeveling ‘NIET blussen wanneer het vuur de ontplofbare stoffen bereikt’ (P373). De volledige set veiligheidsaanbevelingen voor elke gevarenklasse en categorie/onderverdeling is door middel van een alfanumerieke code vermeld in de tabellen met de etiketteringselementen die vereist zijn voor elke gevarenklasse in de delen 2 tot en met 5 van bijlage I van de CLP. Veiligheidsaanbevelingen moeten worden geselecteerd in overeenstemming met de algemene bepalingen die zijn beschreven in de artikelen 22 en 28 van de CLP en met deel 1 van bijlage IV van de CLP: bij elke selectie moet rekening worden gehouden met de gebruikte gevarenaanduidingen, het beoogde of geïdentificeerde gebruik of de beoogde/geïdentificeerde gebruiken van de stof of het mengsel en de basisinstructies die zijn beschreven in de kolommen “voorwaarden voor gebruik” in de tabellen 6.1-6.5 van bijlage IV van de CLP-verordening. Dubbele en overbodige aanbevelingen moeten worden vermeden. Indien de stof of het mengsel wordt geleverd aan het publiek, moet er in het algemeen één veiligheidsaanbeveling met betrekking tot de verwijdering van de stof of het mengsel en de verwijdering van de verpakking worden weergegeven op het etiket; zie artikel 28, lid 2 van de CLP. Normaliter mogen er niet meer dan zes veiligheidsaanbevelingen op het etiket vermeld worden, tenzij de aard en ernst van de gevaren meer aanbevelingen noodzakelijk maken. Specifieke begeleiding die helpt bij het kiezen van de meest geschikte veiligheidsaanbevelingen is te vinden in hoofdstuk 7 van dit document. Deel 2 van bijlage IV van de CLP vermeldt, in alle talen, de correct bewoordingen van de veiligheidsaanbevelingen zoals ze op het etiket moeten worden weergegeven. De veiligheidsaanbevelingen in één taal moeten bij de gevarenaanduidingen in diezelfde taal worden geplaatst op het etiket; zie ook paragraaf 3.3 hiervoor.
27
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLPverordening 4.7 Codes voor gevarenaanduidingen en veiligheidsaanbevelingen Gevarenaanduidingen en veiligheidsaanbevelingen zijn voorzien van een unieke alfanumerieke code die bestaat uit één letter en drie cijfers, volgens het volgende principe:
de letter H (voor gevarenaanduiding) of P (voor veiligheidsaanbeveling). Merk op dat gevarenaanduidingen die zijn overgenomen van de DSD en DPD maar nog niet zijn opgenomen in de GHS zijn voorzien van de code EUH;
voor gevarenaanduidingen één cijfer dat het type gevaar aangeeft, bijv. 2 voor fysische gevaren, en twee cijfers die overeenkomen met de opeenvolgende nummering van gevaren, zoals ontplofbaarheid (codes van 200 tot en met 210), ontvlambaarheid (codes van 220 tot en met 230), enz.
voor veiligheidsaanbevelingen één cijfer dat een van de vijf typen aanbevelingen aangeeft, namelijk algemene aanbevelingen (1), aanbevelingen voor preventie (2), aanbevelingen voor reactie (3), aanbevelingen voor opslag (4) en aanbevelingen voor verwijdering (5), gevolgd door twee cijfers voor de opeenvolgende nummering van de aanbevelingen zelf.
De codebereiken voor gevarenaanduidingen en veiligheidsaanbevelingen op grond van de CLP zijn weergegeven in tabel 4 hieronder:
28
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLPverordening Tabel 4: Codebereiken van gevarenaanduidingen en veiligheidsaanbevelingen op grond van de CLP
Gevarenaanduidingen: H
Veiligheidsaanbevelingen: P
200 – 299 Fysisch gevaar
100 – 199 Algemeen
300 – 399 Gezondheidsgevaar
200 – 299 Preventie
400 – 499 Milieugevaar
300 – 399 Reactie 400 – 499 Opslag 500 – 599 Verwijdering
Hierbij moet worden opgemerkt dat de codes van de gevarenaanduidingen en veiligheidsaanbevelingen en die van eventuele aanvullende etiketteringselementen die worden genoemd in artikel 25, lid 1 van de CLP niet noodzakelijk zijn voor het etiket – de CLP vereist alleen de daadwerkelijke bewoording van de toepasselijke aanduidingen en aanbevelingen voor het etiket. 4.8 Aanvullende informatie op het etiket Artikel 25 van de CLP introduceert het begrip ‘aanvullende informatie’, dat bedoeld is om aanvullende informatie op te nemen op het etiket, naast wat er is vermeld in artikel 17, onder a) tot en met g). Deze aanvullende informatie op het etiket is te verdelen in twee categorieën, namelijk verplichte en niet-verplichte informatie. Beide typen gelden als ‘aanvullende informatie’ op grond van de CLP en moeten in de rubriek voor aanvullende informatie op het etiket worden geplaatst. Ook moeten ze in dezelfde taal worden weergegeven als de andere CLP-etiketteringselementen. De verplichte aanvullende informatie op het etiket kan in beginsel het volgende zijn:
29
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLPverordening
Aanvullende gevarenaanduidingen die betrekking hebben op bepaalde fysische of gezondheidseigenschappen, die zijn overgenomen van de DSD. Deze zijn voorzien van de code ‘EUH’, bijv. EUH001 – zie deel I van bijlage II – waarbij het nummer van de code overeenkomt met het nummer van de betreffende waarschuwingszin op grond van de DSD, d.w.z. EUH001 komt overeen met R1 in de DSD. Voor sommige stoffen met geharmoniseerde indelingen zijn aanvullende gevarenaanduidingen opgenomen in deel 3 van bijlage VI;
Aanvullende vermeldingen voor bepaalde mengsels die zijn overgenomen van de DPD, bijv. de vermelding “Bevat isocyanaten. Kan een allergische reactie veroorzaken” (EUH204); zie deel 2 van bijlage II van de CLP. Aan deze vermeldingen is ook de code ‘EUH’ toegekend, om de weergave ervan in overeenstemming te brengen met de aanvullende gevarenaanduidingen; zie boven;
Voor het etiket van stoffen tot 1 december 2012 en voor dat van mengsels tot 1 juni 2015: het signaalwoord (Gevaar) en gevarenaanduidingen en veiligheidsaanbevelingen die betrekking hebben op de indeling ‘Gevaarlijk voor de ozonlaag’, die is overgenomen van de DSD; zie deel 5 van bijlage I. De afzonderlijke etiketteringselementen voor deze gevarenklasse zijn gebonden aan de voorrangsregels die zijn beschreven in de artikelen 20 en 26-28 van de CLP. Na de genoemde data en na de aanneming van de tweede ATP van de CLPverordening zal deze gevarenklasse worden omgezet in een reguliere CLPgevarenklasse. Dat betekent dat het signaalwoord (Waarschuwing), de gevarenaanduiding H420 (Schadelijk voor de volksgezondheid en het milieu door afbraak van ozon in de bovenste lagen van de atmosfeer), de veiligheidsaanbeveling P502 (Raadpleeg fabrikant/leverancier voor informatie over terugwinning/recycling) en het gevarenpictogram GHS07 (uitroepteken) moeten worden toegepast, in overeenstemming met de bepalingen van titel III van de CLP;
Specifieke reactie-informatie waarnaar tussen haakjes wordt verwezen in de veiligheidsaanbevelingen P320 “Specifieke behandeling dringend vereist (zie … op dit etiket”, P321 “Specifieke behandeling vereist (zie … op dit etiket)” en P322 “Specifieke maatregelen vereist (zie … op dit etiket)” in bijlage IV van de CLP, bijv. “zie aanvullende instructies voor eerste hulp op dit etiket” of “zie aanvullende instructies voor de toediening van een antidotum op dit etiket”. Zie ook tabel 5 hieronder en de tabellen in paragraaf 7.3 van dit document;
Voor mengsels die bestanddelen waarvan de acute toxiciteit onbekend is bevatten in een concentratie van 1% of meer de vermelding “Het mengsel bestaat voor x procent uit een of meer bestanddelen waarvan de toxiciteit niet bekend is”: zie deel 3.1.3.6.2.2 van bijlage I van de CLP. Deze vermelding moet ook worden opgenomen in het veiligheidsinformatieblad. In dit verband kan het de moeite waard zijn om de vermelding als volgt te specificeren: “Het mengsel bestaat voor x procent uit een of meer bestanddelen waarvan de acute toxiciteit (bij orale/dermale blootstelling/inademing) niet bekend is”, in het bijzonder als de stof ook is ingedeeld voor andere gevaren en als het belangrijk is de blootstellingsroute te specificeren. Zie ook subparagraaf 3.1.4.2 van het Richtsnoer over het naleven van de voorzieningen van de nieuwe verordening voor indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels;
30
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLPverordening
Met ingang van 1 juni 2015 en na de tweede ATP van de CLP-verordening: voor mengsels die een of meer relevante bestanddelen bevatten waarover geen bruikbare informatie bekend is met betrekking tot het acute gevaar en/of het gevaar op de lange termijn voor in het water levende organismen, de vermelding “Bevat x% bestanddelen waarvan het gevaar voor het aquatisch milieu niet bekend is”. Zie de wijzigingen in deel 4.1.3.6.1 van bijlage I van de CLP. Deze vermelding hoeft momenteel alleen in het veiligheidsinformatieblad te worden opgenomen;
De aanvullende vermelding EUH401 voor gevaarlijke stoffen en mengsels binnen het toepassingsgebied van Richtlijn 91/414/EEG (zie deel 4 van bijlage II);
Etiketteringselementen die voortkomen uit andere communautaire wetgeving – zie artikel 32, lid 6 van de CLP – bijv. het autorisatienummer dat is vereist door de REACH-verordening (EG) nr. 1907/2006, de lijst met oppervlakteactieve stoffen en parfums volgens Verordening 648/2004 betreffende detergentia, de ontvlambaarheidsetikettering volgens Richtlijn 75/324/EEG betreffende aerosolen of de inhoud van vluchtige organische verbindingen (VOC) in overeenstemming met Richtlijn 2004/42/EG inzake vluchtige organische stoffen.
Merk op dat er in sommige gevallen informatie moet worden verstrekt ter aanvulling van een gevarenaanduiding, zoals de specificatie van de blootstellingsroute of het doelorgaan voor bepaalde gezondheidsgevaren, d.w.z. voor de gevarenklassen CMR en STOT bij eenmalige en herhaalde blootstelling. Voor de gevarenklasse STOT bij herhaalde blootstelling moet bijvoorbeeld de gevarenaanduiding H372 (“Veroorzaakt schade aan organen bij langdurige of herhaalde blootstelling”) worden aangevuld met de organen die worden aangetast, als dit bekend is, en de blootstellingsroute als onomstotelijk is bewezen dat er geen andere blootstellingsroutes zijn die het gevaar veroorzaken. Dit is echter geen aanvullende informatie op het etiket in de betekenis van artikel 25 van de CLP. Het is aanvullende gevareninformatie die moet worden opgenomen in de gevarenaanduiding zelf, ter aanvulling op de gestandaardiseerde bewoording zoals die is beschreven in tabel 1.2 van bijlage III van de CLP. Zie ook paragraaf 4.5 van dit document. De meeste verplichte aanvullende informatie is overgenomen van de DSD/DPD en geldt daarom doorgaans alleen in de EU. Voor aanvullende gevarenaanduidingen die zijn opgenomen in de CLP is een nieuw EU-codestelsel geïntroduceerd om ze te onderscheiden van de gevarenaanduidingen die afkomstig zijn uit de UN GHS. Ze zijn eenvoudig te herkennen aan de code EUH. Aangezien het verplicht is deze informatie te vermelden bij de etiketteringselementen die vereist worden door artikel 17, onder a) tot en met g) van de CLP, moet zorgvuldig rekening worden gehouden met de plaats van deze aanvullende etiketteringselementen en de ruimte die ze innemen bij het maken van een CLPetiket voor een stof of mengsel. Verplichte aanvullende informatie moet, als zij wordt toegepast, duidelijk te herkennen en te lezen zijn. Vanzelfsprekend heeft zij voorrang op eventuele niet-verplichte aanvullende informatie als de ruimte op het etiket beperkt is. In sommige gevallen kunnen leveranciers echter van mening zijn dat ze bepaalde elementen op het etiket moeten weergeven die niet wettelijk verplicht zijn, maar die nodig zijn voor het hanteren en gebruiken van het product – zoals basisinstructies voor gebruik. In zo’n geval moet ook rekening worden gehouden met de noodzaak van dergelijke informatie bij het ontwerpen van het etiket. In dit verband moet worden opgemerkt dat de CLP voorstelt, maar niet expliciet vereist, dat de rubriek voor aanvullende informatie op het etiket één plaats moet hebben op het etiket – een leverancier kan er ook voor kiezen de aanvullende 31
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLPverordening informatie op verschillende plaatsen weer te geven, rekeninghoudend met de eisen van artikel 25 van de CLP. Voorbeelden hiervan zijn onder meer te vinden op de etiketten 6.3 en 6.5 in hoofdstuk 6 van dit document. CLP stelt ook voor, maar vereist niet expliciet, dat de rubriek voor aanvullende informatie op het etiket gemarkeerd wordt of zichtbaar wordt gescheiden van de etiketteringselementen op grond van artikel 17, onder a) tot en met g) van de CLP, bijvoorbeeld door hem op een ander deel van het etiket of in een tekstvak te plaatsen, met kleuren of met een andere lettergrootte. Zichtbare afscheiding zorgt er ongetwijfeld voor dat de etiketteringselementen die afkomstig zijn van de UN GHS beter worden herkend. Het kan echter in specifieke gevallen niet wenselijk zijn een zichtbaar onderscheid te maken tussen de CLPelementen en de verplichte aanvullende informatie op het etiket die vereist wordt door andere wetgeving, namelijk wanneer die laatste informatie het veilig hanteren en gebruiken van een stof of mengsel ondersteunt. Als bijvoorbeeld de aanvullende EUH-vermeldingen een soortgelijke waarschuwing bevatten als de gevarenaanduidingen die betrekking hebben op een indeling, is het zelfs aan te raden beide vermeldingen bij elkaar te plaatsen op het etiket, zodat ze elkaar versterken, bijv. voor lithium (EG-nr. 231-102-5), dat is ingedeeld als reagerend met water categorie 1, komt EUH014 (“Reageert heftig met water.”) sterk overeen met H260 (“In contact met water komen ontvlambare gassen vrij die spontaan kunnen ontbranden.”). Zie voorbeeldetiket 6.4 verderop in dit document. Als het gaat om de leesbaarheid, mag verplichte etiketteringsinformatie die vereist wordt door andere communautaire wetgeving, bijv. de inhoud van vluchtige organische verbindingen zoals vereist door Richtlijn 2004/42/EG 10 of de lijst met gespecificeerde bestanddelen zoals vereist door Verordening (EG) nr. 648/2004 11 , niet anders worden behandeld dan de andere verplichte etiketteringsinformatie die door de CLP zelf wordt vereist: net als die laatste informatie moet zij eenvoudig te herkennen en te lezen zijn en voorrang krijgen op alle niet-verplichte aanvullende informatie op het CLP-etiket. Een overzicht van de verplichte aanvullende etiketteringselementen die moeten worden opgenomen in de rubriek voor aanvullende informatie op het etiket is te vinden in tabel 5:
10
Richtlijn 2004/42/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 inzake de beperking van emissies van vluchtige organische stoffen ten gevolge van het gebruik van organische oplosmiddelen in bepaalde verven en vernissen en producten voor het overspuiten van voertuigen, en tot wijziging van Richtlijn 1999/13/EG. 11 Verordening (EG) nr. 648/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 betreffende detergentia.
32
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLPverordening Tabel 5: Verplichte aanvullende informatie op het etiket krachtens de artikelen 25 en 32 van de CLP Wettelijke verwijzing
Artikel 25, lid 1 en bijlage II, deel 1, deel 1.1 van de CLP
Artikel 25, lid 1 en bijlage II, deel 1, deel 1.2 van de CLP
Type en toepasbaarheid
Code
Inhoud / Bewoording
a) Aanvullende gevarenaanduidingen die betrekking hebben op bepaalde fysische eigenschappen van stoffen en mengsels. Deze moeten worden toegekend in overeenstemming met de voorwaarden die zijn gespecificeerd in bijlage II als een stof of mengsel al is ingedeeld op basis van de criteria in bijlage I van de CLP. Voor sommige stoffen met geharmoniseerde indelingen zijn aanvullende gevarenaanduidingen opgenomen in deel 3 van bijlage VI. EUH001
In droge toestand ontplofbaar
EUH006
Ontplofbaar met en zonder lucht
EUH014
Reageert heftig met water
EUH018
Kan bij gebruik een ontvlambaar/ontplofbaar dampluchtmengsel vormen
EUH019
Kan ontplofbare peroxiden vormen
EUH044
Ontploffingsgevaar bij verwarming in afgesloten toestand
b) Aanvullende gevarenaanduidingen die betrekking hebben op gezondheidseigenschappen van stoffen en mengsels. Deze moeten worden toegekend in overeenstemming met de voorwaarden die zijn gespecificeerd in bijlage II, deel 1, deel 1.2 als een stof of mengsel al is ingedeeld op basis van de criteria in bijlage I van de CLP. Voor sommige stoffen met geharmoniseerde indelingen zijn aanvullende gevarenaanduidingen opgenomen in deel 3 van bijlage VI. Zie voor EUH071 ook bijlage I, tabel 3.1.3, noot 1. EUH029
Vormt giftig gas in contact met water
EUH031
Vormt giftig gas in contact met zuren
EUH032
Vormt zeer giftig gas in contact met zuren
EUH066
Herhaalde blootstelling kan een droge of een gebarsten huid veroorzaken Giftig bij oogcontact
EUH070
Bijtend voor de luchtwegen
EUH071 Artikel 25, lid 6 en bijlage II, deel 2 van de CLP
Aanvullende vermeldingen voor bepaalde mengsels. Deze moeten aan mengsels worden toegekend in overeenstemming met de voorwaarden die zijn gespecificeerd in bijlage II, deel 2.
33
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLPverordening
Wettelijke verwijzing
Type en toepasbaarheid
Code
Inhoud / Bewoording
1. Loodhoudende mengsels
EUH201
Bevat lood. Mag niet worden gebruikt voor voorwerpen waarin kinderen kunnen bijten of waaraan kinderen kunnen zuigen.
- voor verpakking met een inhoud van minder dan 125 ml
EUH201A
Let op! Bevat lood.
2. Mengsels die cyanoacrylaat bevatten
EUH202
Cyanoacrylaat. Gevaarlijk. Kleeft binnen enkele seconden huid en oogleden aan elkaar. Buiten het bereik van kinderen houden.
3. Cement en cementmengsels
EUH203
Bevat zeswaardig chroom. Kan een allergische reactie veroorzaken.
4. Mengsels die isocyanaten bevatten
EUH204
Bevat isocyanaten. Kan een allergische reactie veroorzaken.
5. Mengsels die epoxyverbindingen met een gemiddeld moleculegewicht ≤ 700 bevatten
EUH205
Bevat epoxyverbindingen. Kan een allergische reactie veroorzaken.
6. Aan het grote publiek verkochte mengsels die actief chloor bevatten
EUH206
Let op! Niet in combinatie met andere producten gebruiken; er kunnen gevaarlijke gassen (chloor) vrijkomen.
7. Mengsels die cadmium(legeringen) bevatten en die bestemd zijn om te worden gebruikt voor het lassen
EUH207
Let op! Bevat cadmium. Bij het gebruik ontwikkelen zich gevaarlijke dampen. Zie de aanwijzingen van de fabrikant. Neem de veiligheidsvoorschriften in acht.
EUH208
Bevat (naam van de sensibiliserende stof). Kan een allergische reactie veroorzaken.
en solderen 8. Niet als sensibiliserend ingedeelde mengsels die ten minste één sensibiliserende stof
12
De tweede ATP van de CLP-verordening vereist dat bij mengsels die zijn ingedeeld als sensibiliserend en een andere stof of andere stoffen bevatten die zijn ingedeeld als sensibiliserend (naast de stof die aanleiding is voor de indeling van het mengsel) en voorkomen in een concentratie die gelijk is aan of hoger is dan de concentratie die is vermeld in tabel 3.4.6 van bijlage I van de CLP de naam van die stof of de namen van die stoffen op het etiket moet(en) worden vermeld. Deze bepaling wordt, met betrekking tot mengsels, van kracht op 1 juni 2015. Bij wijze van afwijking hoeven mengsels die zijn ingedeeld, geëtiketteerd en verpakt in overeenstemming met Richtlijn 1999/45/EG of
34
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLPverordening
Wettelijke verwijzing
Type en toepasbaarheid
Code
Inhoud / Bewoording
bevatten 12 9. Vloeibare mengsels die gehalogeneerde koolwaterstoffen bevatten
10. Niet voor het grote publiek bestemde mengsels
Artikel 25, lid 5 en bijlage I, deel 5 van de CLP
Bijlage IV
EUH209
Kan bij gebruik licht ontvlambaar worden of
EUH209A
Kan bij gebruik ontvlambaar worden
EUH210
Veiligheidsinformatieblad op verzoek verkrijgbaar
11. Aerosolen
Aerosolen zijn ook gebonden aan de etiketteringsvoorschriften van Richtlijn 75/324/EEG
Signaalwoord, gevarenaanduiding en veiligheidsaanbevelingen voor een gevarenklasse die is opgenomen in deel 5 van bijlage I (zie het betreffende punt in de tekst die voorafgaat aan deze tabel)
Gevaar (signaalwoord)
Stoffen en mengsels waaraan de volgende veiligheidsaanbevelingen zijn toegekend - P320 - Specifieke behandeling dringend vereist (zie … op dit etiket)
EUH059
Gevaarlijk voor de ozonlaag
P273
Voorkom lozing in het milieu
P501
Inhoud/verpakking afvoeren naar … (specificatie van de verwijderingslocatie of de toepasselijke wetgeving, zie hoofdstuk 7 hieronder) Aanvullende instructie voor eerste hulp (bijv. toediening van een antidotum) waarnaar tussen haakjes wordt verwezen in de veiligheidsaanbevelingen
- P321 - Specifieke behandeling vereist (zie … op dit etiket) - P322 - Specifieke maatregelen vereist (zie … op dit etiket) Bijlage I, onderdeel 3.1.3.6.2.2.
Mengsel dat ingrediënt(en) waarvan de acute toxiciteit onbekend is bevat in een concentratie van 1% of hoger
Het mengsel bestaat voor x procent uit een of meer bestanddelen waarvan de toxiciteit niet bekend is. (ook voor veiligheidsinformatieblad)
Verordening (EG) nr. 1272/2008 en die in de handel zijn gebracht voor 1 juni 2015 pas vanaf 1 juni 2017 opnieuw te worden geëtiketteerd volgens deze bepaling.
35
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLPverordening
Wettelijke verwijzing
Bijlage I, onderdeel 4.1.3.6.1
Type en toepasbaarheid
Code
Mengsel waarbij over een of meer van de relevante bestanddelen geen bruikbare informatie bekend is over het acute gevaar en of het gevaar op de lange termijn voor in het water levende organismen
Artikel 25, lid 2 van de
Aanvullende vermelding voor stoffen en mengsels binnen het toepassingsgebied van Richtlijn 91/414/EEG
Etiketteringselementen die voortkomen uit andere communautaire wetgeving krachtens artikel 32, lid 6
Voorbeelden:
Inhoud / Bewoording
Bevat x% bestanddelen waarvan het gevaar voor het aquatisch milieu niet bekend is. (ook voor veiligheidsinformatieblad)
EUH401
Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor de menselijke gezondheid en het milieu te voorkomen.
- Verordening (EG) nr. 1907/2006 (REACH)
- autorisatienummer
- Verordening (EG) nr. 648/2004 (detergentia)
- overzicht van gespecificeerde bestanddelen zoals anionische oppervlakteactieve stoffen, zuurstofbleekmiddelen, enzymen, ontsmettingsmiddelen, optische bleekmiddelen en parfums
- Richtlijn 75/324/EEG (aerosolen) - Richtlijn 2004/42/EG (VOC)
- ontvlambaarheidsetikettering - inhoud van vluchtige organische verbindingen
Niet-verplichte aanvullende informatie op het etiket, waarvan de inhoud door de leverancier mag worden bepaald, maakt geen deel uit van de etiketteringseisen op grond van de CLP. Dit kan bijvoorbeeld specifieke productinformatie zijn of instructies voor gebruik. Deze niet-verplichte aanvullende informatie kan ook bij de op grond van artikel 17, onder a) t/m g) van de CLP vereiste etiketteringselementen en de eventuele verplichte aanvullende informatie worden geplaatst. Zij mag echter niet afleiden van of in tegenspraak zijn met deze verplichte etiketteringselementen en moet ook aanvullende details verstrekken; zie artikel 25, lid 3 van de CLP. Daarnaast moet eventuele niet-verplichte aanvullende informatie, of die nu op het etiket is vermeld of op de verpakking, consistent zijn met de indeling van de stof of het mengsel; zie artikel 25, lid 4 van de CLP. Dat betekent dat vermeldingen als ‘niet giftig’, ‘niet vervuilend’ of ‘ecologisch’, vermeldingen die suggereren dat de stof/het mengsel niet gevaarlijk is of vermeldingen die niet verenigbaar zijn met de toegekende indeling niet op het etiket of de verpakking van een ingedeelde stof of een ingedeeld mengsel mogen worden geplaatst.
36
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLPverordening
5. BEGELEIDING BIJ BEPAALDE ASPECTEN VAN CLP-GEVARENETIKETTERING 5.1 Verdere aspecten om te overwegen voor het CLP-gevarenetiket Om de leverancier in staat te stellen etiketten te ontwerpen die voldoen aan de CLP en hem tegelijkertijd zo veel mogelijk vrijheid te geven bij het samenstellen van de etiketten, moet rekening worden gehouden met de volgende etiketteringsaspecten:
Grootte van het etiket: deel 1.2 van bijlage I van de CLP definieert de grootte van het etiket door minimale afmetingen voor het etiket voor te schrijven, waarbij de pictogramgrootte gekoppeld is aan deze minimale afmetingen. Het etiket moet echter groot genoeg zijn om alle etiketteringselementen die door de CLP worden vereist leesbaar weer te geven. Het kan dus nodig zijn het etiket groter te maken dan de opgegeven minimale grootte;
Specifieke etiketteringsregels: deze verwijzen naar specifieke etiketterings- en verpakkingssituaties, bijvoorbeeld wanneer een stof of mengsel in een vreemd gevormde of kleine verpakking zit; zie artikel 29 van de CLP. Andere regels, d.w.z. de regels die zijn vastgelegd in artikel 33 van de CLP, hebben betrekking op meerdere verpakkingslagen en/of gevallen waarin een stof of mengsel gebonden is aan de etiketteringsvoorschriften van de CLP-verordening en de etiketteringsvoorschriften in overeenstemming met de regels voor het vervoer van gevaarlijke goederen volgens de modelverordening van de Verenigde Naties inzake het vervoer van gevaarlijke goederen (het zogenoemde ‘oranje boek’) die in de EU ten uitvoer is gelegd door middel van internationale modale overeenkomsten en Richtlijn 2008/68/EG, in het vervolg aangeduid als de regels voor het vervoer van gevaarlijke goederen. Degene(n) die verantwoordelijk is/zijn voor het samenstellen van een CLP-etiket moet(en) rekening houden met al deze regels alvorens een definitief besluit te nemen over het etiket voor de stof of het mengsel;
Selectie van veiligheidsaanbevelingen: de regels voor het gebruik van signaalwoorden, gevarenpictogrammen en gevarenaanduidingen zijn tamelijk ondubbelzinnig in de CLP (zie hierboven), maar de selectie van de meest gepaste set veiligheidsaanbevelingen voor het etiket wordt grotendeels overgelaten aan het oordeel en de vindingrijkheid van de leverancier. Om deze selectie te vergemakkelijken, is begeleiding bij de selectie van veiligheidsaanbevelingen opgenomen in hoofdstuk 7 van dit document. De begeleiding bouwt voort op de algemene voorwaarden zijn vastgelegd in de artikelen 22 en 28 van de CLP en de basisinstructies die te vinden zijn in de kolommen met de voorwaarden voor gebruik in de tabellen 6.1-6.5 van bijlage IV van de CLP. Hierbij is onder meer rekening gehouden met de beoogde gebruiken en de fysische eigenschappen van de stof of het mengsel.
5.2 Grootte van het etiket en de etiketteringselementen Zoals is beschreven in paragraaf 3.4 hiervoor, kan het aantal etiketteringselementen dat vereist is voor een etiket van een stof of mengsel dat voldoet aan de CLP om verschillende redenen groter zijn dan binnen de DSD/DPD-regeling het geval was. Er 37
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLPverordening moeten mogelijk meer etiketteringselementen worden toegevoegd, waardoor extra ruimte nodig is op het etiket, en het etiket moet mogelijk ook anders worden ingedeeld dan volgens de DSD/DPD. De CLP-verordening definieert minimale afmetingen voor het etiket en sommige van de elementen daarop. Deze zijn beschreven in deel 1.2 van bijlage I van de CLP; zie ook tabel 6 hieronder. De minimale afmetingen zijn overgenomen van de DSD. Tabel 6: Minimumafmetingen van etiketten en pictogrammen volgens de CLP
Inhoud van de verpakking
Afmetingen van het etiket (in millimeters)
Afmetingen van het pictogram (in millimeters)
≤ 3 liter
Zo mogelijk minimaal 52 x 74
Niet kleiner dan 10 x 10 Zo mogelijk minimaal 16 x 16
> 3 liter maar ≤ 50 liter
Minimaal 74 x 105
Minimaal 23 x 23
> 50 liter maar ≤ 500 liter
Minimaal 105 x 148
Minimaal 32 x 32
> 500 liter
Minimaal 148 x 210
Minimaal 46 x 46
In het algemeen vereist de CLP dat de in artikel 17, lid 1 van de CLP genoemde etiketteringselementen een zodanige grootte en spatiëring hebben dat ze gemakkelijk te lezen zijn; zie ook paragraaf 3.1 hiervoor. Merk op dat het toegestaan is meer talen op een etiket te vermelden dan wordt vereist door de lidstaat waar de stof of het mengsel op de markt wordt gebracht: als het etiket voldoet aan de (minimale) afmetingen die zijn genoemd in tabel 6 hierboven en zolang de leesbaarheid van de tekstelementen gewaarborgd is, mag de betreffende leverancier zelf kiezen hoeveel talen er worden vermeld. De exacte grootte van de letters van de signaalwoorden, gevarenaanduidingen, veiligheidsaanbevelingen en eventuele aanvullende informatie is niet verder gedefinieerd in de wetgevingstekst en kan dus worden gekozen door de leverancier. Dat betekent dat een belanghebbende zelf kan bepalen of hij de letters wil vergroten naarmate het volume van de verpakking en de afmetingen van het etiket toenemen, of voor alle volumes en etiketten dezelfde lettergrootte wil gebruiken. De leverancier mag ook bepalen of hij grotere letters wil gebruiken voor bepaalde etiketteringselementen terwijl andere met een kleinere lettergrootte worden weergegeven. Sommige bedrijven kiezen ervoor het signaalwoord ‘Gevaar’ of ‘Waarschuwing’ in grotere letters op het etiket te zetten dan de gevarenaanduidingen en veiligheidsaanbevelingen. Verschillende bedrijven kiezen er ook voor om in het algemeen de verplichte etiketteringselementen in grotere letters weer te geven dan de niet-verplichte informatie op het etiket. Beide scenario’s zijn in beginsel verenigbaar met de CLP-wetgevingstekst zolang de verplichte informatie op het etiket maar goed te lezen is. Sommige belanghebbenden raden een minimale lettergrootte van 1,8 mm aan om de leesbaarheid van de tekst te garanderen. Dit mag echter alleen als een aanbeveling
38
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLPverordening worden gezien, niet als een wettelijke verplichting die is vastgelegd in de CLPverordening. Met betrekking tot de gevarenpictogrammen koppelt de CLP de grootte van de pictogrammen aan de minimale afmetingen van het etiket: elk gevarenpictogram 13 moet ten minste een vijftiende beslaan van het gedeelte van het etiket dat is bedoeld voor verplichte etiketteringsinformatie , d.w.z. alle etiketteringselementen die worden vereist door de artikelen 17 en 25 en artikel 32, lid 6 van de CLP, maar het minimale oppervlak mag niet minder dan 1 cm2 zijn; zie deel 1.2.1.2 van bijlage I van de CLP. Het idee hierachter is dat de etiketgrootte en de grootte van de pictogrammen evenredig moeten blijven aan de grootte van de verpakking. In beginsel moet een etiket dat voldoet aan de hierboven genoemde minimumafmetingen groot genoeg zijn om alle etiketteringselementen te bevatten die zijn gedefinieerd in artikel 17 van de CLP en toch leesbaar te blijven. Er moet voorrang worden gegeven aan de verplichte etiketteringselementen, d.w.z. de elementen die zijn gedefinieerd in artikel 17, onder a) tot en met g) en de eventuele verplichte aanvullende informatie die wordt vereist door de CLP en andere communautaire/EU-wetgeving. Als een leverancier ervoor kiest niet-verplichte aanvullende etiketteringselementen op te nemen, kan de leesbaarheid mogelijk alleen worden gewaarborgd als er een kleine hoeveelheid van zulke informatie wordt toegevoegd. In het geval van grotere hoeveelheden niet-verplichte informatie moet de leverancier overwegen deze informatie te beperken of het etiket te vergroten. In dat laatste geval moet hij ook overwegen de afmetingen van de verschillende verplichte etiketteringselementen te vergroten. Dit kan nodig zijn om ze beter herkenbaar te maken en te zorgen dat ze leesbaar blijven. Hierbij moet worden opgemerkt dat een pictogram dat een vijftiende van de in tabel 1.3 van bijlage I van de CLP gedefinieerde minimale afmetingen beslaat geacht wordt leesbaar te zijn. Het pictogram moet worden vergroot in alle gevallen waarin het kleiner is dan een vijftiende deel van dat deel van het etiket dat bestemd is voor de verplichte etiketteringsinformatie, d.w.z. alle etiketteringselementen die worden vereist door de artikelen 17 en 25 en artikel 32, lid 6 van de CLP. Als de leverancier er echter voor kiest een etiket te gebruiken dat groter is dan de minimale afmetingen voor een bepaalde verpakkingsinhoud, is het niet noodzakelijk het pictogram ook te vergroten, op voorwaarde dat het een vijftiende deel van de relevante minimale afmetingen beslaat, d.w.z. voor een verpakking met een inhoud van > 50 liter maar ≤ 500 liter moet een pictogram minimaal 32 mm x 32 mm groot zijn, namelijk een vijftiende van de minimale afmetingen (105 mm x 148 mm) die zijn bepaald in tabel 1.3 van bijlage I van de CLP. Eventuele extra oppervlakte die wordt verkregen door het etiket te vergroten, kan worden gebruikt voor verdere informatie die de leverancier van belang acht. Dit moet echter worden afgewogen tegen de eis van artikel 25, lid 3 van de CLP dat niet-verplichte aanvullende informatie niet tot gevolg mag hebben dat de verplichte etiketteringselementen zoals die zijn genoemd in de artikelen 17 en 25 en artikel 32, lid 6 van de CLP moeilijker te herkennen zijn. 5.3 Uitzonderingen op de etiketterings- en verpakkingseisen Het is niet bij alle verpakkingen mogelijk de noodzakelijke etiketteringsinformatie op het etiket of op de verpakking weer te geven in overeenstemming met de eisen van
13
Met de grootte van het pictogram worden hier de afmetingen van het pictogram zelf bedoeld, niet de grootte van het virtuele vierkant waarin het pictogram staat.
39
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLPverordening artikel 31 van de CLP. Artikel 29 van de CLP en deel 1.5.1 van bijlage I erkennen dergelijke situaties en beschrijven uitzonderingen voor verpakkingen die zo klein zijn of een zodanige vorm hebben dat het niet mogelijk is te voldoen aan de eisen van artikel 31 van de CLP. De meeste van deze bepalingen zijn overgenomen van de DSD/DPD (“kleine en vreemd gevormde verpakking”), maar er zijn ook enkele nieuwe geïntroduceerd door de CLP, om te zorgen dat de ontwikkelingen in de verpakkingstechnologie voldoende in het rechtskader worden weerspiegeld en om de leveranciers meer flexibiliteit te geven bij het werken met verpakkingen waarop moeilijk een etiket te bevestigen is. 5.3.1 Gebruik van uitvouwbare etiketten, hangkaartjes of een buitenverpakking De verpakking van een stof of mengsel kan zo klein zijn of een zodanige vorm hebben dat het onmogelijk is de etiketteringselementen weer te geven in overeenstemming met de eisen van artikel 31 van de CLP. Dat kan het geval zijn doordat er meer dan één taal op het etiket moet worden vermeld in de lidstaat waar de chemische stof in de handel wordt gebracht of eenvoudigweg omdat de verpakking te klein is of door de vorm te moeilijk van een etiket te voorzien is, waardoor de volledige reeks etiketteringselementen zelfs in één taal niet kan worden weergegeven. In het bijzonder kan het onmogelijk zijn het etiket horizontaal te lezen terwijl de verpakking op de normale wijze is neergezet of kunnen de etiketteringselementen te klein zijn of te dicht bij elkaar staan om goed leesbaar te zijn. In zo’n situatie kunnen de in artikel 17 etiketteringselementen worden weergegeven op
uitvouwbare etiketten; of
hangkaartjes; of op de
buitenverpakking.
van
de
CLP
gedefinieerde
Wanneer een van deze alternatieven wordt gebruikt, moet het deel van het etiket dat is bevestigd op de verpakking of, in het geval van de laatste optie, moet het etiket op elke binnenverpakking ten minste het gevarenpictogram of de gevarenpictogrammen, de productidentificatie waarnaar wordt verwezen in artikel 18 van de CLP en de naam en het telefoonnummer van de leverancier van de stof of het mengsel bevatten, terwijl het signaalwoord, de gevarenaanduidingen en veiligheidsaanbevelingen en de aanvullende etiketteringsinformatie kunnen worden weggelaten; zie deel 1.5.1.2. van bijlage I van de CLP. Merk op dat deze alternatieven mogelijk niet mogen worden gebruikt als een etiket onleesbaar wordt doordat de leverancier ervoor heeft gekozen meer talen op het etiket te vermelden dan vereist wordt door de lidstaat waar de stof of het mengsel in de handel wordt gebracht. In dergelijke gevallen moeten de extra talen worden weggelaten van het etiket en moet er een apart etiket worden gemaakt voor de lidstaat of lidstaten waar deze talen vereist zijn. 5.3.1.1 Uitvouwbare etiketten en hangkaartjes Uitvouwbare etiketten kunnen een mogelijkheid zijn en worden veel gebruikt in gevallen waarin de hoeveelheid aanvullende informatie die door overige wetgeving wordt vereist tot gevolg heeft dat het volledige etiket te groot zou worden voor de binnenverpakking. In vergelijking met hangkaartjes heeft het gebruik van uitvouwbare etiketten waarschijnlijk de voorkeur, aangezien deze in veel gevallen de meeste ruimte bieden voor de etiketteringselementen. 40
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLPverordening In het algemeen moet een leverancier die tot de conclusie komt dat hij gebruik moet maken van uitvouwbare etiketten of hangkaartjes rekening houden met de volgende aspecten:
Algemene eisen: in het algemeen moet een hangkaartje of uitvouwbaar etiket aan dezelfde normen voldoen als een normaal etiket, d.w.z. de inhoud moet veegvast en gemakkelijk te lezen zijn en afsteken tegen de achtergrond. Voor zover dat redelijkerwijs uitvoerbaar is, moet de grootte van het uitvouwbare etiket of het hangkaartje gelijk zijn aan het equivalente normale etiket. De grootte van de pictogrammen moet gelijk zijn aan die van de pictogrammen op het equivalente normale etiket.
Bevestiging: het uitvouwbare etiket of hangkaartje moet stevig aan de verpakking worden bevestigd. Dat betekent dat het waarschijnlijk moet zijn dat het etiket aan de verpakking blijft zitten tijdens de redelijk te verwachten hantering van de verpakking. Als een deel van een uitvouwbaar etiket zo is ontworpen dat het als een zelfstandig boekje kan worden verwijderd van de binnenverpakking, dan moet de CLP-informatie op de verpakking achterblijven. De CLP vereist dat dit minimaal geldt voor de gevarenpictogrammen, de productidentificatie en de naam en het telefoonnummer van de leverancier van de stof of het mengsel.
Materiaal: er is geen specifieke norm voor de materialen en prestaties van etiketten. Wanneer etiketten ook informatie over gevaarlijke goederen bevatten en de verpakking bedoeld is om te worden vervoerd, moet de prestatie die vereist wordt door de code die geldt voor de specifieke transportwijze worden toegepast, bijvoorbeeld de IMDG-code voor vervoer per schip.
Uitvouwbare etiketten zijn vaak gemaakt van normaal, ongecoat papier. Als de inhoud van de verpakking het drukwerk kan aantasten, is het mogelijk het etiket te behandelen met een beschermende coating. Op dit moment is het gebruikelijk dat alleen de buitenste pagina gecoat is. In die situatie moet de ontwerper van het etiket proberen de verplichte etiketteringsinformatie, d.w.z. alle etiketteringselementen die worden vereist door de artikelen 17 en 25 en artikel 32, lid 6 van de CLP, op de buitenste pagina te plaatsen en de niet-verplichte informatie (niet-verplichte aanvullende informatie) op de binnenste pagina’s. Als dat niet mogelijk is door gebrek aan ruimte op de buitenste, gecoate pagina, moet hij ten minste de gevarenpictogrammen, de productidentificatie(s) waarnaar wordt verwezen in artikel 18 van de CLP en de naam en het telefoonnummer van de leverancier van de stof of het mengsel op de buitenste pagina zetten en de overige informatie op de binnenste pagina’s. … en hoe zit het met gewasbeschermingsmiddelen en biociden? Met betrekking tot gewasbeschermingsmiddelen en biociden moet worden benadrukt dat overweging 47 van de CLP-verordening stelt: “Richtlijn 91/414/EEG betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en Richtlijn 98/8/EG betreffende het op de markt brengen van biociden moeten onverkort van toepassing blijven op de onder de werkingssfeer van die richtlijnen vallende producten.” Daarnaast bepaalt de nieuwe Verordening (EG) nr. 1107/2009 in artikel 80, lid 6 met betrekking tot gewasbeschermingsmiddelen: “Middelen die overeenkomstig artikel 16 van Richtlijn 91/414/EEG zijn geëtiketteerd, mogen nog tot 14 juni 2015 op de markt worden gebracht.” Een voorbeeld van de etiketteringseisen van Richtlijn 91/414/EEG is te vinden in artikel 16, lid 2 van Richtlijn 91/414/EEG: hierin is bepaald dat de lidstaten kunnen toestaan dat de vereisten die worden genoemd in artikel 16, lid 1, onder l), m) en n) op een afzonderlijke, bij de verpakking gevoegde bijsluiter worden vermeld als de 41
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLPverordening beschikbare ruimte op de verpakking te klein is. Dat betekent dat de binnenste pagina’s van het uitvouwbare etiket kunnen worden opgevat als zo’n bijsluiter die de genoemde gegevens kan bevatten. Hierbij moet echter worden opgemerkt dat de binnenste pagina’s van een uitvouwbare bijsluiter geen andere gegevens uit artikel 16 mogen bevatten dan de hierboven genoemde, zoals veiligheidsvoorschriften voor de bescherming van mensen, dieren of het milieu, in de vorm van standaardformuleringen die zijn geselecteerd uit bijlage V van de richtlijn – zie letter h) van hetzelfde lid – of de toepassingen van het gewasbeschermingsmiddel (bij voorbeeld insecticide, groeiregulator, herbicide, enz.) – zie letter i) van hetzelfde lid. Deze moeten op het op de verpakking bevestigde etiket of op de buitenste pagina van het uitvouwbare etiket worden vermeld. Zie voorbeeldetiket 6.6 verderop in dit document. 5.3.1.2 Buitenverpakking De ruimte op de buitenverpakking gebruiken voor de in artikel 17 van de CLP gedefinieerde etiketteringselementen kan een mogelijkheid zijn als deze veel verpakkingseenheden bevat die allemaal te klein zijn of een vorm hebben waarop moeilijk een etiket te bevestigen is. In dergelijke gevallen gelden de eisen die normaliter van toepassing zijn op etiketten – zie de artikelen 31 en 32 van de CLP – ook voor het etiketgebied op de buitenverpakking. Het etiket op elke binnenverpakking of rechtstreekse verpakking moet dan minimaal de gevarenpictogrammen, de productidentificatie(s) waarnaar wordt verwezen in artikel 18 van de CLP en de naam en het telefoonnummer van de leverancier van de stof of het mengsel bevatten; zie deel 1.5.1.2. van bijlage I van de CLP. Als de mogelijkheid van de buitenverpakking wordt gebruikt, moet een distributeur of detailhandelaar ervoor zorgen dat alle door de CLP vereiste etiketteringselementen beschikbaar zijn als hij later besluit de eenheden afzonderlijk te verkopen. In dat geval kan het de moeite waard zijn om na te gaan of hij gebruik mag maken van de uitzonderingen voor kleine verpakkingen die zijn beschreven in artikel 29, lid 2 van de CLP; zie paragraaf 5.3.2 hieronder. 5.3.2 Weglating van bepaalde etiketteringselementen Als het niet mogelijk is op een van de hiervoor beschreven manieren de volledige etiketteringsinformatie weer te geven, namelijk als
de vorm van de verpakking van die aard is, of de verpakking dermate klein is dat onmogelijk kan worden voldaan aan het bepaalde in artikel 31, namelijk dat het etiket gesteld is in de officiële talen van de lidstaat waar de stof of het mengsel in de handel wordt gebracht, en als
de etiketteringsinformatie niet kan worden verstrekt op uitvouwbare etiketten, hangkaartjes of een buitenverpakking, bijvoorbeeld in het geval van een oplosbare verpakking of wanneer een stof of mengsel wordt hervuld in flesjes met een klein volume (125 ml of minder) die vervolgens op de markt worden gebracht, of als flesjes met een klein volume (125 ml of minder) niet meer worden verkocht in een buitenverpakking, maar individueel; zie ook subparagraaf 5.3.1.2 hierboven,
dan staat artikel 29, lid 2 van de CLP de leverancier toe de normaliter op grond van artikel 17 van de CLP vereiste informatie op het etiket te verminderen.
42
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLPverordening 5.3.2.1 Vrijstellingen bij een inhoud van niet meer dan 125 ml Het eerste type vrijstellingen heeft betrekking op verpakkingen waarvan de inhoud niet meer dan 125 ml bedraagt. De etiketteringselementen in kolom 2 van de onderstaande tabel 7 die betrekking hebben op de gevarenklassen en categorieën in kolom 1 van diezelfde tabel mogen worden weggelaten van het etiket als de stof of het mengsel is ingedeeld voor deze gevarenklassen of categorieën. Als de stof of het mengsel echter ook is ingedeeld voor gevarenklassen die niet zijn vermeld, moeten de etiketteringselementen met betrekking tot die andere gevarenklassen nog steeds wel worden opgenomen. Tabel 7: Vrijstellingen van etiketteringseisen voor verpakkingen met een inhoud van 125 ml of minder
Toegestane weglatingen volgens deel 1.5.2 van bijlage I van de CLP
Gevarenindeling van de stof of het mengsel
gevarenaanduidingen en veiligheidsaanbevelingen voor de in kolom 1 genoemde gevarenklassen
Oxiderende gassen cat. 1 Gassen onder druk Ontvlambare vloeistoffen cat. 2 of 3 Ontvlambare vaste stoffen cat. 1 of 2 Zelfontledende stoffen en mengsels, type C, D, E of F Voor zelfverhitting mengsels, cat. 2
vatbare
stoffen
en
opmerking: het gevarenpictogram en het signaalwoord zijn vereist voor de aangeduide gevarencategorieën
Stoffen en mengsels die in contact met water ontvlambare gassen ontwikkelen, cat. 1, 2 of 3 Oxiderende vloeistoffen cat. 2 of 3 Oxiderende vaste stoffen cat. 2 of 3 Organische peroxiden, type C, D, E of F Acute toxiciteit cat. 4 (geen levering aan het grote publiek) Irriterend voor de huid cat. 2 Irriterend voor de ogen cat. 2 STOT-SE 2 of 3 (geen levering aan het grote publiek) STOT-RE 2 (geen levering aan het grote publiek) Acuut gevaar voor het aquatisch milieu cat. 1 Chronisch gevaar voor het aquatisch milieu cat. 1 of 2 veiligheidsaanbevelingen die zijn gekoppeld aan de in kolom 1 genoemde gevarenklassen
Ontvlambare gassen cat. 2 Effecten op of via lactatie Chronisch gevaar voor het aquatisch milieu cat. 3 of 4
opmerking: de gevarenaanduidingen en het signaalwoord moeten worden vermeld, aangezien er geen gevarenpictogram
43
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLPverordening vereist is voor de genoemde gevarencategorieën Bijtend voor metalen
gevarenpictogram, gevarenaanduidingen en veiligheidsaanbevelingen voor deze gevarenklasse opmerking: het signaalwoord is vereist voor deze gevarenklasse
5.3.2.2 Vrijstellingen voor specifieke gevallen Naast de vrijstellingen voor kleine en vreemd gevormde verpakkingen op basis van volume die hierboven zijn beschreven, specificeert de CLP gevallen waarin soortgelijke vrijstellingen van de etiketterings- en verpakkingseisen gelden:
Kleine verpakkingen van aerosolen: net als de DSD bepaalt de CLP dat de vrijstelling voor de etikettering van kleine verpakkingen van aerosolen die zijn ingedeeld als ontvlambaar, die is beschreven in de bijlage van Richtlijn 75/324/EEG 14 , volledig van toepassing is op spuitbussen.
Oplosbare verpakking: een andere vrijstelling die is gedefinieerd in de CLP is van toepassing op oplosbare verpakkingen met een volume van niet meer dan 25 ml: alle CLP-etiketteringselementen die worden vereist door artikel 17 van de CLP mogen worden weggelaten van oplosbare verpakkingen op voorwaarde dat deze bedoeld zijn voor eenmalig gebruik en dat ze verpakt zijn in een buitenverpakking waarop alle op grond van de CLP vereiste etiketteringselementen zijn vermeld. De vrijstelling geldt in gevallen waarin de stof of het mengsel in de verpakking uitsluitend is ingedeeld voor een of meer van de gevaren die zijn vermeld in de eerste regel van kolom 1 van tabel 7 hierboven. Deze vrijstelling geldt echter niet voor stoffen en mengsels die binnen het toepassingsgebied van Richtlijn 91/414/EEG (gewasbeschermingsmiddelen) of Richtlijn 98/8/EG (biociden) vallen.
Onverpakte gevaarlijke stoffen en mengsels die worden geleverd aan het grote publiek: een voorwaarde die nieuw is in de CLP heeft betrekking op onverpakte gevaarlijke stoffen en mengsels die worden geleverd aan het grote publiek: etiketteringsinformatie over onverpakte chemische stoffen die worden verkocht aan het grote publiek en die worden genoemd in deel 5 van bijlage II van de CLP moet beschikbaar worden gemaakt als tekst (op papier), bijv. op een factuur of rekening; zie artikel 29, lid 3 van de CLP. Als de aankoop van dergelijke stoffen of mengsels op een ander moment gebeurt dan de levering aan de klant, kan men ook overwegen een bijsluiter met daarin de relevante etiketteringsinformatie te verstrekken als de stof of het mengsel wordt geleverd, of deze informatie via email te versturen. Dit heeft momenteel echter slechts betrekking op een paar stoffen: gemengd cement klaar voor gebruik en beton in natte toestand.
14 Richtlijn 75/324/EEG van de Raad van 20 mei 1975 inzake onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten betreffende aerosols, als gewijzigd door de richtlijnen 94/1/EG en 2008/47/EG van de Commissie.
44
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLPverordening
Milieuetikettering: net als de DSD biedt de CLP de mogelijkheid om vrijstellingen van milieuetikettering te introduceren voor bepaalde mengsels die zijn ingedeeld als gevaarlijk voor het milieu indien een beperking van het milieueffect kan worden aangetoond; zie artikel 29, lid 4 van de CLP. Tot nu toe zijn dergelijke vrijstellingen echter nog niet overeengekomen. Eventuele vrijstellingen zullen moeten worden bepaald in overeenstemming met de comitologieprocedure waarnaar wordt verwezen in de artikelen 53 en 54 van de CLP en zouden worden gedefinieerd in deel II van bijlage II van de CLP.
5.4 Interactie tussen de CLP en de regels voor transportetikettering De interactie tussen de etikettering voor levering en gebruik en de transportetikettering werd voorheen geregeld door artikel 24, lid 6 van Richtlijn 92/32/EEG (d.w.z. in de zevende ATP van de DSD) voor stoffen en in artikel 11, lid 6 van de DPD voor mengsels. In de CLP-verordening beschrijft artikel 33 de specifieke regels voor situaties waarin de verpakking van gevaarlijke stoffen en mengsels ook moet voldoen aan de etiketteringsvoorschriften in overeenstemming met de regels voor het vervoer van gevaarlijke goederen. De voorschriften voor transportetikettering zijn vastgelegd in de aanbevelingen van de Verenigde Naties met betrekking tot het vervoer van gevaarlijke goederen (het zogenoemde ‘oranje boek’) en worden in de EU ten uitvoer gelegd door middel van internationale modale overeenkomsten en Richtlijn 2008/68/EG betreffende het vervoer van gevaarlijke goederen over land (weg en spoor). Transportetikettering zoals bedoeld in artikel 33 van de CLP omvat alle etiketteringen en markeringen die worden vereist door bijv. Richtlijn 2008/68/EG, bijv. de markering voor stoffen die gevaarlijk zijn voor het milieu, markeringen voor verhoogde temperatuur of markeringen voor beperkte/vrijgestelde hoeveelheden. Een basisbeginsel van de CLP is dat de etikettering die wordt vereist door de transportregels ongemoeid wordt gelaten en dat de essentiële gevareninformatie op de relevant verpakkingslaag of -lagen moet blijven. CLP-etikettering is doorgaans vereist op elke binnen- en tussenlaag van de verpakking van een stof of mengsel; zij kan ook worden weergegeven op een buitenverpakking. Transportetikettering moet worden weergegeven op de buitenverpakking van gevaarlijke stoffen en mengsels als deze ‘gevaarlijke goederen’ zijn volgens de regels voor het vervoer van gevaarlijke goederen. Enkelvoudige verpakkingen moeten worden voorzien van zowel de CLPetiketteringselementen als de transportetikettering, behalve als het gaat om de CLP-gevarenpictogrammen als er al voor dezelfde gevaren wordt gewaarschuwd door middel van (een) equivalent(e) transportpictogram(men). De CLP vereist niet dat de buitenverpakking wordt voorzien van de CLPetiketteringselementen als deze al is voorzien van de overeenkomstige transportetikettering, maar een leverancier kan ervoor kiezen de CLPetiketteringselementen die op de binnen- of tussenverpakking staan ook op de buitenverpakking te vermelden. Deze mogelijkheid kan worden overwogen als de stof of het mengsel is ingedeeld voor een gevaar dat niet onder de regels voor het vervoer van gevaarlijke goederen valt – bijv. voor huid- en oogirritatie, CMR of voor chronische gevaren voor het aquatisch milieu, categorie 3 en 4. Weergave van de CLP-etikettering op de buitenverpakking is in zo’n geval echter niet verplicht. Als de buitenverpakking geen etikettering in overeenstemming met de regels voor het vervoer van gevaarlijke goederen hoeft te bevatten – en hieronder valt ook
45
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLPverordening transportetikettering zoals markeringen voor beperkte/vrijgestelde hoeveelheden –, moeten de CLP-etiketteringselementen zowel op de binnen-/tussenverpakking als op de buitenverpakking worden weergegeven. Als de buitenverpakking transparant is, kunnen alle CLP-etiketteringselementen ervan worden weggelaten als het CLP-etiket onder de transparante laag duidelijk zichtbaar is. De achterliggende gedachten van de bepalingen van artikel 33, lid 2 van de CLP is dat er slechts één stof of mengsel in een enkelvoudige of gecombineerde buitenverpakking zit. Daarom moeten in gevallen waarin de regels voor het vervoer van gevaarlijke goederen niet gelden en er meerdere stoffen of mengsels met verschillende gevarenindelingen samen zijn verpakt in dezelfde buitenverpakking de regels van artikel 33, lid 2 van de CLP voorzichtig worden toegepast: als er op de buitenverpakking verschillende etiketten zitten die betrekking hebben op verschillende verpakte stoffen of mengsels, dan levert de hele set met individuele etiketten op de buitenverpakking mogelijk geen samenhangende gevareninformatie en veiligheidsadviezen, bijv. als één stof gevaarlijk is voor het aquatisch milieu, de andere kankerverwekkend is, de derde ontvlambaar is en de laatste een ongevaarlijk mengsel. De wettelijke eisen van artikel 33 van de CLP en de besluiten die met betrekking hiertoe moeten worden genomen, zijn weergegeven in de volgende figuur:
Binnen- (en tussen-) en buitenverpakking
Enkele verpakking
Nee
CLP-etiket
Transportetiket vereist?
Transportetiket vereist?
Nee
Ja
Ja
Transportetiket en CLP-etiket. CLP-pictogrammen die overeenkomen met een equivalent transportpictogram mogen worden weggelaten.
Transparante buitenverpakking ? Nee
CLP-etiket op binnen- (en tussen-) en buitenverpakking.
Ja
CLP-etiket op binnen- (en tussen-) verpakking. CLP-etiket op buitenverpakking mag worden weggelaten.
Transportetiket op buitenverpakking; CLPetiket op binnen- (en tussen-) verpakking. De buitenverpakking mag ook een CLP-etiket hebben. De CLP-pictogrammen die overeenkomen met een equivalent transportpictogram mogen dan worden weggelaten.
Figuur 3: Beslissingsdiagram voor de toepassing van CLP- en transportetikettering voor enkele verpakking (links) en gecombineerde verpakking (rechts)
46
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLPverordening
6. VOORBEELDETIKETTEN Hieronder vindt u een aantal voorbeeldetiketten die verschillende en lastige situaties illustreren waarmee u te maken kunt krijgen bij het ontwerpen van etiketten. Diverse aspecten die in dit richtsnoer worden behandeld zijn erin opgenomen; deze zullen worden besproken in het licht van de algehele opmaak van het etiket. Merk op dat elk van de onderstaande voorbeeldetiketten slechts een voorbeeld is van hoe een etiket in een bepaalde situatie kan worden vormgegeven. De weergegeven ontwerpen zijn niet in alle aspecten uitputtend of verplicht en de weergegeven afmetingen zijn niet noodzakelijkerwijs de ware grootte.
47
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLPverordening
6.1 Etiket in één taal voor een stof voor levering en gebruik Voorbeeldetiket 6.1 is een eenvoudig etiket voor levering en gebruik waarbij uitsluitend rekening is gehouden met de CLP-etiketteringselementen. Het bevat de CLP-terminologie en pictogrammen in overeenstemming met artikel 17, onder a) en c) tot en met g) van de CLP, d.w.z. de productidentificaties, de identiteit van de leverancier, het signaalwoord, de gevarenpictogrammen, de gevarenaanduidingen en de veiligheidsaanbevelingen. Aangezien de stof niet aan het grote publiek wordt geleverd, hoeft de nominale hoeveelheid van de stof in de verpakking niet op het etiket te worden vermeld.
Gevarenpictogrammen
Productidentificaties
Identiteit leverancier
Signaalwoord
Danger Highly flammable liquid and vapour. May be fatal if swallowed and enters airways. Causes skin irritation. May cause drowsiness or dizziness. Very toxic to aquatic life with long lasting effects. Keep away from heat/sparks/open flames/hot surfaces. – No smoking. Store in a well-ventilated place. Keep container tightly closed. Avoid breathing dust/fume/gas/mist/vapours/spray. Wear protective gloves/protective clothing/eye protection/face protection. IF SWALLOWED: Immediately call a POISON CENTER or doctor/physician. Do NOT induce vomiting. IF INHALED: Remove victim to fresh air and keep at rest in a position comfortable for breathing. Avoid release to the environment. Collect spillage.
Gevarenaanduidingen
Veiligheidsaanbevelingen
6.2 Meertalig etiket van een stof voor levering en gebruik met niet-verplichte aanvullende informatie Voorbeeldetiket 6.2 is een meertalig etiket voor levering en gebruik. Het bevat de CLP-terminologie en pictogrammen in overeenstemming met artikel 17, onder a) en c) tot en met h) van de CLP, d.w.z. de productidentificatie, de identiteit van de leverancier, de gevarenpictogrammen, de signaalwoorden en de gevarenaanduidingen en veiligheidsaanbevelingen in vier talen. Aangezien de stof niet aan het grote publiek wordt geleverd, hoeft de nominale hoeveelheid van de stof in de verpakking niet op het etiket te worden vermeld. In overeenstemming met artikel 32, lid 3 van de CLP zijn de gevarenaanduidingen en veiligheidsaanbevelingen per taal bij elkaar gezet op het etiket. Aan de linkerkant van
48
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLPverordening het etiket is een rubriek voor aanvullende informatie opgenomen, met daarin nietverplichte aanvullende etiketteringsinformatie. Wat de lay-out betreft, is etiket 6.2 een authentiek etiket dat is ontworpen voor een fles van 2,5 liter. De werkelijke afmetingen zijn aanzienlijk groter dan hier afgebeeld. Op basis van de minimale afmetingen voor het etiketoppervlak, die 52 mm x 74 mm zouden bedragen, wordt de grootte van elk van de pictogrammen op het werkelijke etiket geacht ten minste 257 mm2 te zijn, wat overeenkomt met een lengte van de zijde van 16 mm; zie paragraaf 5.2 hiervoor. Indien de rubriek voor aanvullende etikettering wordt vergroot, bijv. om informatie met betrekking tot het gebruik van de stof op te nemen, kan het nodig zijn het totale oppervlak van het etiket en de grootte van de elementen daarop ook te vergroten, in het bijzonder de lettergrootte van de signaalwoorden, de gevarenaanduidingen en de veiligheidsaanbevelingen. Op die manier is de leesbaarheid van de verplichte etiketteringsinformatie in meerdere talen gewaarborgd. In zo’n geval kan het verstandig zijn ook de pictogrammen te vergroten.
49
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLPverordening
Gevarenaanduidingen & veiligheidsaanbevelingen, per taal gegroepeerd
Signaalwoord
Gevarenpictogrammen
Identiteit leverancier
Productidentificaties
Rubriek voor aanvullende etiketteringsinformatie (niet-verplicht)
50
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLPverordening 6.3 Etiket in één taal voor een mengsel voor levering en gebruik met daarop zowel verplichte als niet-verplichte aanvullende informatie Voorbeeldetiket 6.3 illustreert het gebruik van een etiket voor levering en gebruik voor een typisch consumentenproduct (reinigingsmiddel). Alle verplichte etiketteringsinformatie is weergegeven, d.w.z. de productidentificaties (handelsnaam en benaming van het mengsel; een van beide zou voldoende zijn geweest), de identiteit van de leverancier, het signaalwoord, de gevarenaanduidingen en veiligheidsaanbevelingen en de verplichte aanvullende informatie, in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 648/2004 betreffende detergentia. Aangezien het product wordt geleverd aan het grote publiek, is ook de nominale hoeveelheid vermeld op het etiket. Naast de verplichte aanvullende informatie is er ook niet-verplichte aanvullende informatie weergegeven. Op dit etiket is de verplichte informatie die wordt vereist door de CLP en andere communautaire wetgeving duidelijk gescheiden van de niet-verplichte elementen. De verplichte informatie staat in twee tekstvakken, waarvan het ‘CLP-vak’ op een centrale, in het oog springende plaats op het etiket is geplaatst. De niet-verplichte etiketteringselementen zijn te vinden op het onderste gedeelte van het etiket en op het bovenste gedeelte, onder de kop ‘instructions for use’ (gebruiksinstructies). Voorbeeldetiket 6.3 heeft een werkelijke grootte van 165 mm x 72 mm; het gedeelte van het etiket dat de verplichte etiketteringselementen bevat, d.w.z. de twee vakken en de nominale hoeveelheid, is ongeveer 98 mm x 72 mm groot. In beginsel moet het oppervlak dat in beslag wordt genomen door het tekstvak “For further information visit …” (Ga voor meer informatie naar…) van het totaal worden afgetrokken, maar anderzijds moet ongeveer hetzelfde oppervlak met de regel “trade name” (handelsnaam) worden toegevoegd, dus het totaal verandert niet. Voorbeeldetiket 6.3 is groter dan de minimale afmetingen die worden vereist door de CLP, die 52 mm x 74 mm bedragen voor een fles van 500 ml. Het pictogram is groter dan het vereiste minimumoppervlak van 1 cm2. Het weergegeven etiket is hoofdzakelijk ontworpen voor een binnenverpakking. de chemische stof in een gecombineerde verpakking (d.w.z. binnenbuitenverpakking) zit, moet dezelfde informatie worden weergegeven op buitenverpakking, tenzij de informatie op de binnenverpakking door buitenverpakking heen zichtbaar is.
51
Als en de de
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLPverordening
Productidentificaties (handelsnaam en benaming van het mengsel)
Niet-verplichte aanvullende informatie Verplichte aanvullende informatie Productidentificatie (benaming van het mengsel)
Gevarenpictogram
Signaalwoord Gevarenaanduiding
Veiligheidsaanbevelingen
Identiteit van de leverancier
Nominale hoeveelheid
Niet-verplichte aanvullende informatie
52
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLPverordening
6.4 Etiket in één taal voor een stof voor levering en gebruik met daarop aanvullende gevarenaanduidingen Voorbeeldetiket 6.4 illustreert een etiket voor levering en gebruik voor de stof lithium (EG-nr. 231-102-5). Aan deze stof zijn een geharmoniseerde indeling (met water reagerend cat. 1, bijtend voor de huid cat. 1B) en de aanvullende gevarenaanduiding EUH014 toegekend door middel van bijlage VI van de CLP, maar er zijn geen aanvullende gevaren gevonden. De stof is niet bestemd om te worden gebruikt door het grote publiek. Hij wordt geleverd in een verpakking van 1 liter. Alle verplichte etiketteringsinformatie is weergegeven, d.w.z. de productidentificaties, de identiteit van de leverancier, de gevarenpictogrammen, het signaalwoord, de gevarenaanduidingen en veiligheidsaanbevelingen en de aanvullende gevarenaanduiding EUH014, in overeenstemming met tabel 3.1 van bijlage VI van de CLP. Hoewel EUH014 uitsluitend bestemd is als aanvullende informatie, is deze aanduiding opzettelijk dicht bij de reguliere CLP-gevarenaanduidingen geplaatst, om de boodschap daarvan te versterken.
Productidentificaties
Gevarenpictogrammen
Lithium
Signaalwoord
Danger
EC No 231-102-5
In contact with water releases flammable gases which may ignite spontaneously. Causes severe skin burns and eye damage.
Reacts violently with water. Wear protective gloves/protective clothing/eye Brush off loose particles from skin. Immerse in cool water.
protection/face
Metaflam GmbH, Marie-Curie-Street 1, D-11111 Hochtiefen, phone +49 4545 38899
53
Aanvullende gevarenaanduiding EUH014
protection.
IF SWALLOWED: Rinse mouth. Do NOT induce vomiting. Immediately call a POISON Center or doctor/physician. IF ON SKIN (or hair): Remove / Take off immediately all contaminated clothing. Rinse skin with water / shower. IF IN EYES: Rinse cautiously with water for several minutes. Remove contact lenses, if present and easy to do. Continue rinsing.
Identiteit van de leverancier
Gevarenaanduidingen
Veiligheidsaanbevelingen
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLPverordening
6.5 Meertalig etiket van een mengsel voor levering en gebruik met daarop zowel verplichte als niet-verplichte aanvullende informatie Voorbeeldetiket 6.5 is het ontwerp voor een meertalig etiket voor levering en gebruik voor een typisch consumentenproduct (decoratieverf). Alle verplichte etiketteringsinformatie is weergegeven, d.w.z. de productidentificaties, de identiteit van de leverancier, het signaalwoord, de gevarenaanduidingen en veiligheidsaanbevelingen en de verplichte aanvullende informatie, in het bijzonder informatie in overeenstemming met de VOC-richtlijn 2004/42/EG inzake de beperking van emissies van vluchtige organische stoffen ten gevolge van het gebruik van organische oplosmiddelen in bepaalde verven en vernissen en producten voor het overspuiten van voertuigen. In overeenstemming met artikel 32, lid 3 van de CLP zijn de gevarenaanduidingen en veiligheidsaanbevelingen per taal bij elkaar geplaatst op het etiket. Aangezien de chemische stof aan het grote publiek wordt geleverd, is ook de nominale hoeveelheid op het etiket vermeld. Naast de verplichte etiketteringselementen is er ook niet-verplichte aanvullende informatie weergegeven. Op dit voorbeeldetiket zijn de CLP-etiketteringselementen van de aanvullende informatie gescheiden door ze een opvallendere plaats op het etiket te geven, terwijl de aanvullende informatie op de randen van het etiket te vinden is. De aanvullende informatie is in iets kleinere letters weergegeven dan de CLP-etiketteringselementen. De grootte van dit etiket moet 125 mm x 150 mm zijn als het wordt toegepast op de verpakking. Dat betekent dat het werkelijke etiket aanzienlijk groter is dan de minimumafmetingen voor een verpakking van een liter (52 x 74 mm) die worden vereist door de CLP. Het pictogram is 19 x 19 mm groot en dat is minder dan 1/15 van het hele etiket, maar meer dan 1/15 van de minimale afmetingen.
54
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLPverordening
Productidentificatie
Gevarenpictogram
Niet-verplichte aanvullende informatie
Identiteit leverancier
Signaalwoord, gevarenaanduidingen en veiligheidsaanbevelingen in drie talen
Verplichte aanvullende informatie volgens de VOCrichtlijn
Niet-verplichte aanvullende informatie
55
Nominale hoeveelheid
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLPverordening 6.6 Etiket in één taal voor levering en gebruik voor een gewasbeschermingsproduct in de vorm van een uitvouwbaar boekje Voorbeeldetiket 6.6 illustreert het gebruik van een uitvouwbaar etiket voor levering en gebruik voor een gewasbeschermingsproduct dat is ingedeeld als irriterend voor de huid. Het product wordt uitsluitend geleverd aan beroepsmatige gebruikers (landbouwers), dus niet aan het grote publiek. Het etiket is in werkelijkheid groter dan het hier is afgebeeld, maar omdat de totale hoeveelheid verplichte en niet-verplichte etiketteringsinformatie een etiket zou hebben vereist dat te groot is voor de verpakking (de inhoud van de fles is 1 liter), is er gebruikgemaakt van een uitvouwbaar etiket waarvan een deel van de verpakking kan worden verwijderd als een op zichzelf staand boekje. De buitenverpakking is gecoat; de informatie op de buitenste pagina blijft op de verpakking achter als de binnenste pagina’s van het uitvouwbare etiket worden verwijderd. In overeenstemming met Richtlijn 91/414/EEG bevat de buitenste, gecoate pagina alle elementen die worden vereist door de verschillende punten van artikel 16, lid 1 van die richtlijn voor de voorbeeldstof, d.w.z. de benaming van het product (a), de contactgegevens van de leverancier (b), de naam en hoeveelheid van elke werkzame stof (c), de nettohoeveelheid van het gewasbeschermingsproduct (d), het partijnummer van het preparaat (e), etiketteringselementen met betrekking tot de indeling in overeenstemming met de CLP (f), relevante veiligheidsmaatregelen (SP1 en SPe3) (h), het type werking van het product (i), het type preparaat (j), de toegelaten gebruiken (k), de zin “Voor het gebruik de bijgevoegde gebruiksaanwijzing lezen” (o) en aanwijzingen voor het veilig verwijderen van het product en de verpakking ervan (p). De elementen die worden genoemd in artikel 16, lid 1, onder g) en q) zijn niet nodig. Krachtens artikel 25, lid 2 van de CLP is EUH401 ook opgenomen. Tot slot heeft de leverancier ook besloten aanvullende pictogrammen weer te geven op de buitenste, gecoate pagina en daarmee de ruimte te vullen die over was na de opname van de verplichte etiketteringsinformatie. Aangezien de ruimte op de buitenste, gecoate pagina beperkt is, zijn de etiketteringselementen in overeenstemming met artikel 16, lid 1, onder l), m) en n) van Richtlijn 91/414/EEG op het binnenste, verwijderbare gedeelte van het uitvouwbare etiket (niet weergegeven) geplaatst. Het weergegeven etiket is hoofdzakelijk ontworpen voor een binnenverpakking die niet zichtbaar is door de buitenverpakking.
56
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLP-verordening
Informatie die verplicht is op grond van artikel 16, lid 1, onder c), i), j) en k) van Richtlijn 91/414/EEG
Benaming van het product (productidentificatie)
CLP-pictogram, signaalwoord, gevarenaanduidingen en veiligheidsaanbevelingen
Identiteit leverancier
EUH401 en andere informatie die verplicht is op grond van artikel 16, lid 1, onder h), o) en p) van Richtlijn 91/414/EEG
Niet-verplichte aanvullende pictogrammen
Uitvouwbaar boekje, los te scheuren van de voorpagina: dit bevat informatie die overeenkomt met artikel 16, lid 1, onder l), m) en n) van Richtlijn 91/414/EEG (niet weergegeven)
57
Nettohoeveelheid en partijnummer volgens artikel 16, lid 1, onder d) en e) van Richtlijn 91/414/EEG
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLPverordening
6.7 Verpakking die klein is of waar moeilijk een etiket op te bevestigen is De voorbeeldetiketten in deze paragraaf zijn authentiek; ze zijn alleen bevestigd op de binnenverpakking, omdat de verpakking wordt vervoerd in grotere zendingen met specifieke etikettering aan de buitenkant in overeenstemming met de regels voor het vervoer van gevaarlijke goederen.
6.7.1 n-Hexaan in een flesje van 25 ml Voorbeeldetiket 6.7.1 is een etiket in twee talen, Zweeds en Fins, voor een kleine verpakking van de stof n-hexaan. Beide talen zijn verplicht in Finland. Op grond van bijlage VI van de CLP zijn aan de stof de volgende indelingen toegekend: ontvlambare vloeistoffen cat. 2, voortplantingstoxiciteit cat. 2, aspiratietoxiciteit cat. 1, STOT-RE cat. 2, huidirritatie cat. 2, STOT-SE cat. 3, chronisch gevaar voor het aquatisch milieu cat. 2. Op grond van artikel 17 van de CLP zouden er tamelijk veel etiketteringselementen vereist zijn. Aangezien het flesje met de stof los op de markt wordt gebracht en de etiketteringsinformatie niet op een uitvouwbaar etiket, een hangkaartje of de buitenverpakking kan worden geplaatst, mag de leverancier gebruikmaken van de vrijstellingen voor kleine verpakkingen die zijn beschreven in deel 1.5.2 van bijlage I van de CLP. Als gevolg daarvan mogen de gevarenaanduidingen en veiligheidsaanbevelingen die betrekking hebben op de gevaren ontvlambare vloeistoffen cat. 2, STOT-RE cat. 2, huidirritatie cat. 2, STOT-SE cat. 3 en chronisch gevaar voor het aquatisch milieu cat. 2 worden weggelaten van het etiket. In overeenstemming met de CLP zijn de gevarenpictogrammen GHS02, GHS07, GHS08, GHS09 voor deze gevaren echter behouden. Er gelden geen vrijstellingen voor kleine verpakkingen voor de gevaren voortplantingstoxiciteit cat. 2 en aspiratietoxiciteit cat. 1. Dat betekent dat de pictogrammen en de gevarenaanduidingen en veiligheidsaanbevelingen die betrekking hebben op deze gevarenklassen zijn gehandhaafd (in het Zweeds en het Fins; zie de taaltabellen in bijlage III en IV van de CLP). De veiligheidsaanbevelingen zijn duidelijk teruggebracht, in overeenstemming met de artikelen 22 en 28 van de CLP. Zo is bijvoorbeeld P501 (Inhoud/verpakking afvoeren naar…) weggelaten, waarschijnlijk omdat de stof niet aan het grote publiek wordt geleverd en er ook geen specifieke verwijderingseisen gelden buiten de normale verwachting met betrekking tot de verwijdering van chemische stoffen; zie ook hoofdstuk 7. Uit een set van oorspronkelijk twintig verschillende veiligheidsaanbevelingen is uiteindelijk slechts één (gecombineerde) aanduiding op het etiket gekomen, namelijk P301+P310+P331. (Na inslikken: onmiddellijk een antigifcentrum of een arts raadplegen. GEEN braken opwekken.) In overeenstemming met artikel 32, lid 3 van de CLP zijn de gevarenaanduidingen en de veiligheidsaanbevelingen per taal bij elkaar geplaatst op het etiket. Tot slot is het signaalwoord ‘Gevaar’ (Zweeds: Fara; Fins: Vaara) gekozen, in overeenstemming met de geldende voorrangsregel.
58
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLPverordening
Geen weglatingen, maar volledige reeks gevarenpictogrammen
Vrijstellingen voor kleine verpakkingen: beperkte set gevarenaanduidingen en veiligheidsaanbevelingen, per taal gegroepeerd op het etiket.
De werkelijke afmetingen van het etiket zijn 32 x 95 mm. Op het etiket passen vier pictogrammen met de vereiste minimale grootte van 1 cm2. Dat is misschien niet altijd mogelijk bij nog kleinere verpakkingen, bijvoorbeeld een flesje van 10 ml zoals hieronder. Om in dergelijke gevallen de vereiste minimumgrootte van 1 cm2 voor de gevarenpictogrammen te handhaven, moet het etiket of het flesje zelf groter worden gemaakt. Het is mogelijk niet aanvaardbaar om de lettergrootte van de teksten te verkleinen, omdat dit hoogstwaarschijnlijk ten koste zou gaan van de leesbaarheid.
Door de beperkte ruimte op kleine verpakkingen kunnen pictogrammen niet de vereiste minimale grootte van 1 cm 2 hebben!
59
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLPverordening 6.7.2 Gevaarlijke vaste stof in een flesje van 25 ml Voorbeeldetiket 6.7.2 is een etiket in één taal voor een kleine verpakking van een fictieve vaste stof waaraan de volgende indelingen zijn toegekend: oxiderende vaste stoffen cat. 2, kankerverwekkendheid cat. 1B, mutageniteit cat. 1B, voortplantingstoxiciteit cat. 1B, acute toxiciteit cat. 2, acute toxiciteit cat. 3, STOT-RE cat. 1, acute toxiciteit cat. 4, bijtend voor de huid cat. 1B, sensibilisering van de luchtwegen cat. 1, huidsensibilisering cat. 1, acuut gevaar voor het aquatisch milieu cat.1, chronisch gevaar voor het aquatisch milieu cat. 1 Op grond van artikel 17 van de CLP is een grote hoeveelheid etiketteringsinformatie vereist. Net als bij het vorige voorbeeld wordt echter aangenomen dat de leverancier gebruik mag maken van de vrijstellingen voor kleine verpakkingen die zijn beschreven in deel 1.5.2 van bijlage I van de CLP. We nemen aan dat de fictieve stof niet is opgenomen in bijlage VI van de CLP en ook niet in de inventaris van indelingen en etiketteringen. Daarom hoeven alleen de productidentificaties die zijn genoemd in artikel 18, lid 2, onder c) te worden vermeld, d.w.z. het CAS-nummer en de IUPAC-naam of internationale naam. In overeenstemming met de vrijstellingen voor kleine verpakkingen die zijn beschreven in deel 1.5.2 van bijlage I van de CLP mogen alleen de gevarenaanduidingen en veiligheidsaanbevelingen die horen bij de gevaren oxiderende vaste stoffen cat. 2, acute toxiciteit cat. 4, acuut gevaar voor het aquatisch milieu cat.1 en chronisch gevaar voor het aquatisch milieu cat. 1 worden weggelaten van het etiket. Dat betekent dat voor alle andere hierboven genoemde gevaren alle etiketteringselementen die worden vereist door titel II van de CLP op het etiket moeten worden weergegeven. De veiligheidsaanbevelingen op voorbeeldetiket 6.7.2 beginnen met “Obtain special instructions before use” (“Alvorens te gebruiken de speciale aanwijzingen raadplegen”). De veiligheidsaanbevelingen zijn aanzienlijk gereduceerd op basis van de artikelen 22 en 28 van de CLP. Na de toepassing van de vrijstellingen voor kleine verpakkingen en de selectie van de meest geschikte set veiligheidsaanbevelingen zijn er slechts vijf (gecombineerde) aanduidingen gekozen voor het etiket, uit het totaal van zo’n dertig veiligheidsaanbevelingen. Naast de gevarenaanduidingen en veiligheidsaanbevelingen zijn er vijf verschillende gevarenpictogrammen vereist op het etiket, te weten GHS03, GHS05, GHS06, GHS08 en GHS09.
60
Gezien de ernst van de gevaren is een sterke beperking van de gevarenaanduidingen niet mogelijk. Het aantal veiligheidsaanbevelingen is echter aanzienlijk gereduceerd.
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLPverordening 6.8 Etiket voor levering en vervoer voor een enkelvoudige verpakking Voorbeeldetiket 6.8 illustreert de voorwaarden van artikel 33, lid 3 van de CLP. Het is een etiket voor een gevaarlijk mengsel waaraan de volgende indelingen zijn toegekend: ontvlambare vloeistof cat. 2, acute toxiciteit voor de huid cat. 3, huidirritatie cat. 2, STOT-SE cat. 3 (H335), STOT-SE cat. 3 (H336), STOT-RE,cat. 2, aspiratietoxiciteit cat. 1, acuut gevaar voor het aquatisch milieu cat.1, chronisch gevaar voor het aquatisch milieu cat. 1 Het mengsel is niet bestemd voor gebruik door het grote publiek. Het is bedoeld om te worden geleverd in een enkelvoudige verpakking, zoals een vat van 200 liter. Dat betekent dat zowel de CLP- als de transportetiketteringselementen op de verpakking moeten worden weergegeven. In dit geval heeft de etiketteerder ervoor gekozen de transportetiketteringselementen en -markeringen samen met de CLP-etiketteringselementen te vermelden op een gecombineerd etiket dat groot genoeg is om te voldoen aan de afmetingseisen voor etiketten en markeringen die zijn beschreven in de regels voor het vervoer van gevaarlijke goederen (100 mm x 100 mm). Van de CLP-gevarenpictogrammen GHS06 en GHS07 hoeft alleen GHS06 te worden weergegeven, in overeenstemming met de voorrangsregel die is beschreven in artikel 26, lid 1, onder b) van de CLP. De leverancier heeft er echter voor gekozen de CLP-gevarenpictogrammen GHS06 en GHS02 beide weg te laten, aangezien de betreffende gevaren al worden gedekt door de overeenkomstige transportpictogrammen.
61
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLPverordening CLP-gevarenpictogram & -signaalwoord
Productidentificatie
Transportetikettering
TOXIFLAM Manufactured by Company,
Identiteit leverancier
Street, Town Code 00000,
Gevarenaanduidingen
Tel: +353 999 9999
Danger Highly flammable liquid and vapour. Toxic in contact with skin. Causes skin irritation. May cause respiratory irritation May cause damage to liver, testis through prolonged or repeated exposure May be fatal if swallowed and enters airways. Very toxic to aquatic life with long lasting effects. May cause drowsiness or dizziness.
Veiligheidsaanbevelingen
Keep away from heat/sparks/open flames/hot surfaces. No smoking. Wear protective gloves/protective clothing/eye protection/face protection.
Ruimte voor verdere aanvullende informatie, bijv. instructies voor gebruik
IF SWALLOWED: Immediately call a POISON CENTER or doctor/physician. Do NOT induce vomiting. Avoid release to the environment. Dispose of contents/container to the municipal collection point..
UN9999 [Proper Shipping Name]
Contains [subst. X, subst. Y]
Productidentificaties m.b.t. stoffen die bijdragen aan de indeling van het mengsel voor acute toxiciteit, STOT-RE en aspiratietoxiciteit
62
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLPverordening
6.9 Etikettering van een chemische stof die over land wordt vervoerd in een gecombineerde verpakking Voorbeeldetiket 6.9 illustreert de bepalingen van artikel 33, lid 2 van de CLP. Het is een voorbeeld van een mengsel dat niet is ingedeeld en geëtiketteerd in overeenstemming met de regels voor het vervoer van gevaarlijke goederen, maar op grond van de CLP. De chemische stof wordt over land vervoerd en is verpakt in een binnenverpakking (blik) die weer is verpakt in een buitenverpakking (doos). Dat betekent dat dezelfde etiketteringsinformatie zowel op de binnen- als op de buitenverpakking moet worden vermeld. Het mengsel is niet bestemd voor gebruik door het grote publiek.
Thinner X Warning
Binnenverpakking Causes skin irritation. Wear protective gloves/protective clothing/eye protection/face protection. Wash hands thoroughly after handling.
Buitenverpakking
IF ON SKIN: Wash with plenty of soap and water. If skin irritation occurs: Get medical advice/attention. Take off contaminated clothing and wash before reuse. Model company, model town, model street, phone number Contents: 500 ml
Thinner X Warning Causes skin irritation. Wear protective gloves/protective clothing/eye protection/face protection. Wash hands thoroughly after handling. IF ON SKIN: Wash with plenty of soap and water. If skin irritation occurs: Get medical advice/attention. Take off contaminated clothing and wash before reuse. Model company, model town, model street, phone number
CLP-etiket vereist op de buitenzijde van de doos, omdat het gevaar niet wordt gedekt door transportregels
63
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLPverordening 6.10 Etikettering van een chemische stof die over land wordt vervoerd in een enkelvoudige verpakking Voorbeeldetiket 6.10 illustreert de bepalingen met betrekking tot de etikettering van een enkelvoudige verpakking in overeenstemming met artikel 33, lid 3 van de CLP. Het is een voorbeeld van een chemische stof die is ingedeeld en geëtiketteerd in overeenstemming met de regels voor het vervoer van gevaarlijke goederen en op grond van de CLP. De chemische stof wordt over land vervoerd in een enkelvoudige verpakking (blik). Hij is niet bestemd voor gebruik door het grote publiek. In dit voorbeeld wordt de volledige CLP-etiketteringsinformatie verstrekt door middel van een afzonderlijk etiket, naast de transportetiketteringsinformatie (versie 1). Het CLP-gevarenpictogram mag worden weggelaten van de verpakking omdat het betrekking heeft op dezelfde gevaren als de transportmarkering ‘dode boom – dode vis’ (versie 2). Versie 1:
Enkele verpakking met de transportetikettering …
U
… en de CLPetiketteringsinformatie
1A2/Y1 2/100/08/NL/TDV4 Paint Z
Environmentally hazardous stof, liquid, N.O.S. (contains XY)
Warning
Warning
Very toxic to aquatic life with long lasting effects
Avoid release to the environment. Collect spillage. Dispose of contents/container to local waste disposal company. EU limit for this product is (cat. A/d): 300 g/l. This product contains max 300 g/l.
UN 3082
Contents: 25 l Identity of supplier
64
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLPverordening Versie 2:
… en de CLP-etiketteringsinformatie zonder het CLPpictogram GHS09 voor de gevaren voor het aquatisch milieu
Enkele verpakking met de transportetikettering …
U
1A2/Y1 2/100/08/NL/TDV4 Paint Z
Warning
Environmentally hazardous stof, liquid, N.O.S. (contains XY)
Very toxic to aquatic life with long lasting effects Avoid release to the environment. Collect spillage. Dispose of contents/container to local waste disposal company.
EU limit for this product is (cat. A/d): 300 g/l. This product contains max 300 g/l.
UN 3082
Contents: 25 l Identity of supplier
65
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLPverordening
7. RICHTSNOEREN VOOR DE SELECTIE VAN VEILIGHEIDSAANBEVELINGEN VOOR HET CLPGEVARENETIKET 7.1 Inleiding Op basis van de UN GHS kent de CLP-verordening aan alle gevarenklassen veiligheidsaanbevelingen toe ten behoeve van veilige levering en veilig gebruik van een stof of mengsel. Op grond van artikel 4 van de CLP moeten de volgende leveranciers veiligheidsaanbevelingen selecteren voor het CLP-gevarenetiket:
fabrikanten of importeurs van stoffen,
importeurs van mengsels,
downstreamgebruikers van stoffen of mengsels (onder wie formuleerders),
distributeurs (onder wie detailhandelaars) van stoffen of mengsels en
producenten of importeurs van ontplofbare voorwerpen zoals gedefinieerd in deel 2.1 van bijlage I van de CLP.
De selectie van veiligheidsaanbevelingen dient te geschieden op basis van de artikelen 22 en 28 en bijlage IV van de CLP: Artikel 22 Veiligheidsaanbevelingen 1. Op het etiket worden de toepasselijke veiligheidsaanbevelingen vermeld. 2. De veiligheidsaanbevelingen worden gekozen uit die welke zijn vermeld in de tabellen met de etiketteringselementen voor elke gevarenklasse in bijlage I, delen 2 tot en met 5. 3. De veiligheidsaanbevelingen worden gekozen aan de hand van de criteria in bijlage IV, deel 1, met inachtneming van de gevarenaanduidingen en de beoogde of geïdentificeerde vormen van gebruik van de stof of het mengsel. 4. De te gebruiken veiligheidsaanbevelingen staan vermeld in bijlage IV, deel 2. Artikel 28 Voorrangsbeginselen voor veiligheidsaanbevelingen 1. Indien de keuze van de veiligheidsaanbevelingen ertoe leidt dat bepaalde veiligheidsaanbevelingen duidelijk overbodig dan wel voor de stof, het mengsel of de verpakking in kwestie duidelijk onnodig zijn, worden die veiligheidsaanbevelingen niet op het etiket vermeld. 2. Indien de stof of het mengsel aan het publiek wordt aangeboden, wordt één veiligheidsaanbeveling betreffende de verwijdering van die stof of dat mengsel alsook betreffende de verwijdering van de verpakking, op het etiket vermeld, tenzij dit niet vereist is uit hoofde van artikel 22 van deze verordening. In alle andere gevallen zijn veiligheidsaanbevelingen betreffende verwijdering niet vereist als duidelijk is dat de verwijdering van de stof of het mengsel of de verpakking geen gevaar voor de gezondheid van de mens of voor het milieu oplevert. 3. Op het etiket worden niet meer dan zes veiligheidsaanbevelingen vermeld, tenzij dat nodig is om de aard en de ernst van de gevaren aan te geven. Bijlage IV Bij de keuze van de voorzorgsmaatregelen overeenkomstig artikel 22 en artikel 28, lid 3, mogen de leveranciers, met inachtneming van de duidelijkheid en verstaanbaarheid van de gebruikte voorzorgsmaatregel, de in onderstaande tabel [in bijlage IV] vermelde voorzorgsmaatregelen combineren. …
66
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLPverordening
Er waren wettelijk bindende selectieregels voor de veiligheidszinnen (S-zinnen) op grond van bijlage VI van de Richtlijn betreffende gevaarlijke stoffen 67/548/EEG (DSD), maar op dit moment geven noch de UN GHS noch de CLP-verordening duidelijke regels voor het selecteren van veiligheidsaanbevelingen voor het etiket, afgezien van de algemene bepalingen die zijn beschreven in de artikelen 22 en 28 van de CLP en de basisinstructies die zijn gespecificeerd in de kolommen met de voorwaarden voor gebruik in de tabellen 6.1-6.5 van bijlage IV van de CLP. Anderzijds is het aantal veiligheidsaanbevelingen in de CLP/GHS meer dan verdubbeld in vergelijking met het aantal S-zinnen in de DSD. In een situatie waarin selectieregels ontbreken, kunnen aan een gemiddelde gevaarlijke stof die is vermeld in bijlage VI van de CLP gemakkelijk meer dan twintig veiligheidsaanbevelingen voor het etiket worden toegekend op basis de gevaren van de stof. Zie ook paragraaf 3.4 van dit document. Aangezien de CLP vereist dat er normaliter niet meer dan zes veiligheidsaanbevelingen op het etiket worden weergegeven, moet het aantal veiligheidsaanbevelingen aanzienlijk worden teruggebracht op basis van effectieve selectieregels. In het algemeen zijn er de afgelopen decennia positieve ervaringen opgedaan met het gebruik van de S-zinnen. De voornaamste kenmerken van het selectiesysteem voor S-zinnen zoals dat is beschreven in deel 6 van bijlage VI van de DSD zijn:
de instelling van een hiërarchie (voorrangsvolgorde) van individuele S-zinnen, wat inhoudt dat bepaalde zinnen kunnen worden weggelaten van het etiket als andere zinnen al zijn toegekend;
een gradatie tussen verplichte en aanbevolen zinnen om een bepaald gevaar aan te geven, waarbij rekening wordt gehouden met de specifieke eigenschappen van de stof (of het mengsel), de boodschap die al in de risicozin staat, het beoogde gebruik of de beoogde gebruiken van de stof of het mengsel, praktijkervaring en in sommige gevallen ook specifieke doelgroepen;
de combinatie van verschillende S-zinnen tot één zin, bijv. S36/37 – “Draag geschikte handschoenen en beschermende kleding”.
7.2 Benadering van begeleiding Met het oog op de positieve ervaring die is opgedaan met het selectiesysteem voor S-zinnen is voorgesteld een vergelijkbaar systeem te hanteren voor de selectie van de veiligheidsaanbevelingen op grond van de CLP. Dit systeem zou voortbouwen op de algemene bepalingen die zijn beschreven in de artikelen 22 en 28 van de CLP en de basisinstructies in de kolommen met de voorwaarden voor gebruik in de tabellen 6.1-6.5 van bijlage IV van de CLP en die worden genoemd direct onder de veiligheidsaanbevelingen in de onderstaande selectietabellen. Om een dergelijk systeem op te zetten en zo goed mogelijk gebruik te maken van de ervaringen uit het verleden is gekozen voor de volgende aanpak:
De S-zinnen van de DSD worden gekoppeld aan de veiligheidsaanbevelingen van de CLP die er het meest mee overeenkomen;
De selectieregels voor de S-zinnen zoals ze zijn beschreven in bijlage VI van de DSD worden voor zover mogelijk vertaald naar voorwaarden voor gebruik voor de veiligheidsaanbevelingen, op basis van vergelijkbare onderliggende
67
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLPverordening gevaren en vergelijkbare veiligheidsaanbevelingen;
bewoordingen
van
de
S-zinnen
en
de
Indien zulke vertalingen niet mogelijk zijn, worden er verdere voorwaarden voor gebruik of aanpassingen gespecificeerd, bijv. “Sterk aanbevolen als vloeibare spetters kunnen voorkomen, bijv. tijdens overladen van cryogene vloeistoffen. In dat geval moet het gebruik van een sluitende veiligheidsbril en gezichtsbescherming worden aanbevolen in het veiligheidsinformatieblad.” voor P282 voor het gevaar sterk gekoelde vloeibare gassen;
De voorwaarden voor gebruik van de VN die zijn beschreven in de tabellen van deel 3 van bijlage 3 van de UN GHS en die terugkomen in de kolommen ‘voorwaarden voor gebruik’ in de tabellen 6.1-6.5 van bijlage IV van de CLPverordening worden in aanmerking genomen;
De in dit document ontwikkelde voorwaarden voor gebruik maken onderscheid tussen veiligheidsaanbevelingen die ‘sterk aanbevolen’, ‘aanbevolen’, ‘optioneel’ en ‘niet te gebruiken’ zijn voor het gevarenetiket. Een bepaalde aanbeveling moet worden gezien in het licht van de oorspronkelijke voorwaarden voor gebruik van de CLP (VN) die zijn gespecificeerd onder de betreffende veiligheidsaanbeveling in de selectietabellen. De doelgroepen ‘voor het grote publiek’ en ‘voor industriële/beroepsmatige gebruikers’ zijn gespecificeerd; als de doelgroep niet expliciet is gespecificeerd, gelden de voorwaarden voor gebruik zowel voor het grote publiek als voor industriële/beroepsmatige gebruikers;
Als het gebruik van een bepaalde veiligheidsaanbeveling (sterk) aanbevolen is, maar er bepaalde uitzonderingen zijn aangegeven (voorwaarden met ‘tenzij’), moet deze niet worden gebruikt als aan de voorwaarden van de ‘tenzij’-clausule wordt voldaan, bijv. P264 voor het gevaar bijtend voor de huid (huid categorie 1) moet niet worden gebruikt voor industriële/beroepsmatige gebruikers als P280 al is geselecteerd voor het gevarenetiket van de stof of het mengsel. Omgekeerd moet een veiligheidsaanbeveling die slechts optioneel is, wel worden gebruikt als aan de voorwaarden van de ‘tenzij’clausule wordt voldaan, bijv. P410 voor de gevarenklasse ‘Gassen onder druk’ moet worden toegepast als de beschreven gassen onderhevig zijn aan (langzame) ontleding of polymerisatie;
Vergelijkbaar met het vorige punt: als het gebruik van een bepaalde veiligheidsaanbeveling alleen in bepaalde omstandigheden (sterk) wordt aanbevolen, mag deze niet worden gebruikt als die omstandigheden niet gelden, bijv. P260 mag niet worden gebruikt als een stof die bijtend is voor de huid niet zeer vluchtig is;
Voor sommige gevaren moet normaliter het gebruik van veel specifieke veiligheidsaanbevelingen worden aanbevolen. Als gevolg daarvan zal het aantal veiligheidsaanbevelingen op het etiket al snel het streefaantal van zes overschrijden, zelfs voor eenvoudige stoffen. Aan de andere kant hoeft het etiket niet altijd het enige en meest geschikte middel te zijn om een boodschap over te brengen aan industriële/beroepsmatige gebruikers, maar moet men ook denken aan het veiligheidsinformatieblad bijv. voor P241 (“Explosieveilige elektrische/ventilatie-/verlichtings-/…apparatuur gebruiken”). In dergelijke gevallen verwijst het richtsnoer ook naar het veiligheidsinformatieblad, doorgaans door zowel voor het etiket als voor het veiligheidsinformatieblad een aanbeveling te formuleren. De aanbeveling voor vermelding op het etiket is dan zwakker dan die voor het
68
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLPverordening veiligheidsinformatieblad; zie bijv. P241 voor ontvlambare vloeistoffen of P373 voor ontploffingsgevaar. In sommige gevallen, bijv. voor P501 voor ontploffingsgevaar, wordt zelfs aanbevolen de relevante veiligheidsaanbevelingen alleen op het veiligheidsinformatieblad te zetten, bijv. onder kop 13 ‘Voorzorgsmaatregelen i.v.m. verwijdering’ voor P501, in plaats van op het etiket.
Met betrekking tot de fysische gevaren moet altijd worden gecontroleerd of stoffen of mengsels waaraan deze gevaren verbonden zijn worden geleverd aan of gehanteerd door het grote publiek. Als dat niet het geval is, hoeft minder voorrang te worden gegeven aan verdere veiligheidsaanbevelingen (= zwakkere aanbeveling).
Indien wordt voorgesteld twee of meer veiligheidsaanbevelingen die ook afzonderlijk kunnen worden gebruikt te combineren, vermelden de voorwaarden voor gebruik “(sterk) aanbevolen, in combinatie met Pxxx”, bijv. “Sterk aanbevolen, in combinatie met P302+P350” voor P310 voor het gevaar acute toxiciteit (dermaal), categorie 1 en 2;
Er is aanvullende begeleiding voor de toepassing van de veiligheidsaanbevelingen P101, P102 en P103 voor gevaarlijke stoffen en mengsels die worden geleverd aan het grote publiek.
De selectietabellen in paragraaf 7.3 volgen de indeling van deel 3 van bijlage 3 van de UN GHS; ze zijn gerangschikt naar gevarenklasse en categorie. Deze benadering wijkt af van de opzet die is gekozen in bijlage IV van de CLP-verordening, maar werd passend geacht omdat zij overeenkomt met het werkelijke proces van het toekennen van veiligheidsaanbevelingen op basis van indeling. De oorspronkelijke voorwaarden voor gebruik van de CLP (VN) zijn in zwart weergegeven (normale letters en cursief) onder de betreffende veiligheidsaanbevelingen in de onderstaande selectietabellen. De voorwaarden voor gebruik in de tabellen die tot de EU-richtsnoeren behoren, zijn daarentegen gemarkeerd met een sterretje en in blauw weergegeven, om ze te onderscheiden van de oorspronkelijke voorwaarden voor gebruik van de CLP (VN). Zie ook de kolommen met de voorwaarden voor gebruik in de tabellen 6.1-6.5 van bijlage IV van de CLP-verordening. Voor sommige gevarenklassen/-categorieën wordt de toekenning van veiligheidsaanbevelingen en overeenkomstige voorwaarden voor gebruik voorgesteld hoewel deze niet zijn toegekend op basis van de UN GHS en de CLP-verordening. Dit geldt in de meeste gevallen voor zelfontledende stoffen en mengsels en organische peroxiden. Het uitgangspunt voor deze aanvullende toekenningen is dat dezelfde veiligheidsaanbevelingen (voor reactie) moeten worden toegepast op zelfontledende stoffen en mengsels en organische peroxiden. Indien overeenkomstige toekenningen en voorwaarden voor gebruik worden voorgesteld, is dit benadrukt met de opmerking ‘toevoegen’ na de code voor de veiligheidsaanbeveling. Het voornemen is deze wijzigingen ook op VN-niveau te introduceren. Bij het selecteren van de veiligheidsaanbevelingen in overeenstemming met de voorwaarden voor gebruik die zijn beschreven in de tabellen, kunnen leveranciers, rekeninghoudend met de duidelijkheid en begrijpelijkheid van het voorzorgsadvies, deze aanduidingen combineren. In zo’n geval moeten de specifieke bewoordingen van de afzonderlijke zinnen worden gehandhaafd. Hierbij moet worden opgemerkt dat voor stoffen en mengsels die tegelijkertijd voor fysische gevaren, gezondheidsgevaren en milieugevaren zijn ingedeeld een selectie 69
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLPverordening op basis van de in dit richtsnoer beschreven regels nog altijd kan leiden tot een uiteindelijke set die het streefaantal van zes aanduidingen voor het etiket aanzienlijk overschrijdt; zie het voorbeeld van dimethylzink verderop in dit document. Dit wordt weliswaar in beginsel gerechtvaardigd door artikel 28, lid 3 van de CLP, maar het is de vraag of de totale hoeveelheid etiketteringsinformatie nog te overzien is, in het bijzonder als er lange, gecombineerde aanduidingen worden gebruikt. Het ontbreekt op het moment dat dit richtsnoer wordt opgesteld echter nog aan praktijkervaring die zou kunnen leiden tot verdere reductie/deprioritering. Tot die ervaring er is, wordt voorgesteld met de set die is geselecteerd op basis van dit richtsnoer na te gaan of
bepaalde aanduidingen met betrekking tot preventie en reactie dringender advies geven dan andere aanduidingen. Dit kan alleen per geval worden beoordeeld en is sterk afhankelijk van de betreffende gevaren;
het mogelijk is deze minder dringende aanduidingen weg te laten van het etiket en ze in plaats daarvan te vermelden op het veiligheidsinformatieblad.
Indien er een veiligheidsinformatieblad moet worden opgesteld, moeten de veiligheidsaanbevelingen die zijn geselecteerd voor het CLP-gevarenetiket ook worden vermeld op het veiligheidsinformatieblad, onder kop 2.2 (‘Etiketteringselementen’); zie het (ontwerp)richtsnoer over het samenstellen van veiligheidsinformatiebladen. De niet geselecteerde aanduidingen kunnen ook worden vermeld onder de relevante koppen van het veiligheidsinformatieblad, om de industriële of beroepsmatige gebruiker voldoende informatie te geven om veilig met de stof of het mengsel te kunnen werken. Na deze tabellen volgen twee voorbeelden van stoffen waarvoor de selectie van veiligheidsaanbevelingen voor het etiket is geïllustreerd. 7.3 Selectietabellen 7.3.1 Algemene veiligheidsaanbevelingen Veiligheidsaanbeveling P101 Bij het inwinnen van medisch advies de verpakking of het etiket meenemen. - Consumentenproducten Sterk aanbevolen voor alle stoffen en mengsels die zijn ingedeeld voor gezondheidsgevaren en worden verkocht aan het grote publiek P102 Buiten bereik van kinderen houden. - Consumentenproducten Sterk aanbevolen voor stoffen en mengsels die worden verkocht aan het grote publiek, tenzij ze alleen zijn ingedeeld als gevaarlijk voor het milieu P103 Voor gebruik het etiket lezen. - Consumentenproducten Optioneel, tenzij door andere communautaire wetgeving vereist
70
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLP-verordening
7.3.2 Specifieke veiligheidsaanbevelingen voor fysische gevaren 7.3.2.1 Ontplofbare stoffen Gevarencategorie
Signaalwoord
Gevarenaanduiding
Instabiele ontplofbare stof
Gevaar
H200 Instabiele ontplofbare stof Veiligheidsaanbevelingen
Preventie
Reactie
Opslag
Verwijdering
P201
P372
P401
P501
Vóór gebruik speciale aanwijzingen raadplegen.
Ontploffingsgevaar in geval van brand.
… bewaren.
Inhoud/verpakking afvoeren naar …
Sterk aanbevolen
Sterk aanbevolen
… overeenkomstig de plaatselijke/regionale/nationale/internationale voorschriften (specificeren).
… overeenkomstig de plaatselijke/regionale/nationale/internationale voorschriften (specificeren).
P202
P373
Pas gebruiken nadat u alle veiligheidsvoorschriften gelezen en begrepen heeft.
NIET blussen wanneer het vuur de ontplofbare stoffen bereikt.
Optioneel indien P201 al is toegekend
Aanbevolen
Sterk aanbevolen voor vermelding op het veiligheidsinformatieblad. Specificeer de toepasselijke regelgeving. (voorbeeld voor de Duitse context: “Gemäß 2. SprengV aufbewahren.”)
Aanbevolen voor vermelding op het veiligheidsinformatieblad als er specifieke verwijderingseisen gelden buiten de normale verwachting voor de verwijdering van chemische stoffen. Specificeer de toepasselijke regelgeving.
P281 De nodige persoonlijke beschermingsmiddelen gebruiken. Sterk aanbevolen
Sterk aanbevolen voor vermelding op veiligheidsinformatieblad P380 Evacueren. Sterk aanbevolen, in combinatie met P372
71
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLP-verordening
7.3.2.1 Ontplofbare stoffen Gevarencategorie
Signaalwoord
Gevarenaanduiding
Subklasse 1.1
Gevaar
H201 Ontplofbaar; gevaar voor massa-explosie
Subklasse 1.2
Gevaar
H202 Ontplofbaar; ernstig gevaar voor scherfwerking
Subklasse 1.3
Gevaar
H203 Ontplofbaar; gevaar voor brand, luchtdrukwerking of scherfwerking Veiligheidsaanbevelingen
Preventie
Reactie
Opslag
Verwijdering
P210
P370 + P380
P401
P501
Verwijderd houden van warmte/ vonken/open vuur/hete oppervlakken — niet roken.
In geval van brand: evacueren.
… bewaren.
Sterk aanbevolen
Toepasselijke ontstekingsbron(nen) door fabrikant/ leverancier te specificeren.
P372
… overeenkomstig de plaatselijke/regionale/nationale/ internationale voorschriften (specificeren).
Inhoud/verpakking naar …
Sterk aanbevolen P230 Vochtig houden met … … Middel door fabrikant/ leverancier te specificeren. Sterk aanbevolen voor stoffen en mengsels die worden bevochtigd, verdund, opgelost of gesuspendeerd met een flegmatisator om hun ontplofbare eigenschappen te verminderen of onderdrukken
Ontploffingsgevaar brand.
in
geval
van
Sterk aanbevolen, in combinatie met P370+P380: Ontploffingsgevaar in geval van brand: evacueren. P373 NIET blussen wanneer het vuur de ontplofbare stoffen bereikt. Aanbevolen Sterk aanbevolen voor vermelding
72
Sterk aanbevolen voor vermelding op het veiligheidsinformatieblad. Specificeer de toepasselijke regelgeving. (voorbeeld voor de Duitse context: “Gemäß 2. SprengV aufbewahren.”)
afvoeren
… overeenkomstig de plaatselijke/regionale/nationale/ internationale voorschriften (specificeren). Aanbevolen voor vermelding op het veiligheidsinformatieblad als er specifieke verwijderingseisen gelden buiten de normale verwachting voor de verwijdering van chemische stoffen. Specificeer de toepasselijke regelgeving.
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLP-verordening
Veiligheidsaanbevelingen Preventie (gedesensibiliseerde ontplofbare stoffen). Het toepasselijke materiaal moet worden gespecificeerd.
Reactie
Opslag
op het veiligheidsinformatieblad
P240 Opslag- en opvangreservoir aarden. - indien de ontplofbare stof gevoelig is voor elektrostatische lading. Optioneel tenzij andere overwegingen vermelding noodzakelijk maken Aanbevolen voor vermelding op het veiligheidsinformatieblad P250 Niet malen — schokken/…/wrijving vermijden. … Toepasselijke ruwe behandeling door fabrikant/ leverancier te specificeren. Sterk aanbevolen als de ontplofbare stof mechanisch gevoelig is Optioneel voor andere ontplofbare stoffen dan de hierboven genoemde P280 Beschermende handschoenen/ beschermende kleding
73
Verwijdering
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLP-verordening
Veiligheidsaanbevelingen Preventie
Reactie
Opslag
/oogbescherming/ gelaatsbescherming dragen. Soort bescherming door fabrikant/leverancier te specificeren. - gelaatsbescherming specificeren. Beschermende handschoenen/ beschermende kleding /oogbescherming sterk aanbevolen voor industriële/beroepsmatige gebruikers Gelaatsbescherming sterk aanbevolen voor industriële/ beroepsmatige gebruikers indien voorwerpen gevaarlijke fragmenten kunnen vormen Optioneel voor ontplofbare stoffen die worden geleverd aan het grote publiek P234 (toevoegen) Uitsluitend in de oorspronkelijke verpakking bewaren. Sterk aanbevolen
74
Verwijdering
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLP-verordening
7.3.2.1 Ontplofbare stoffen Gevarencategorie
Signaalwoord
Gevarenaanduiding
Subklasse 1.4
Waarschuwing
H204 Gevaar voor brand of scherfwerking
Veiligheidsaanbevelingen Preventie
Reactie
Opslag
Verwijdering
P210
P370 + P380
P401
P501
Verwijderd houden van warmte/ vonken/open vuur/hete oppervlakken — niet roken.
In geval van brand: evacueren.
… bewaren.
Sterk aanbevolen
Toepasselijke ontstekingsbron(nen) door fabrikant/ leverancier te specificeren.
P372
… overeenkomstig de plaatselijke/regionale/nationale/ internationale voorschriften (specificeren).
Inhoud/verpakking naar …
Sterk aanbevolen P240 Opslag- en opvangreservoir aarden. - indien de ontplofbare stof gevoelig is voor elektrostatische lading. Optioneel tenzij andere overwegingen vermelding noodzakelijk maken Aanbevolen voor vermelding op het veiligheidsinformatieblad
Ontploffingsgevaar brand.
in
geval
van
- behalve voor ontplofbare stoffen van subklasse 1.4S (munitie en bestanddelen ervan). Sterk aanbevolen, behalve voor subklasse 1.4S, in combinatie met P370+P380: Ontploffingsgevaar in geval van brand: evacueren. P373 NIET blussen wanneer het vuur de ontplofbare stoffen bereikt.
P250
Aanbevolen
Niet malen — schokken/…/wrijving
Sterk aanbevolen voor vermelding
75
Sterk aanbevolen voor vermelding op het veiligheidsinformatieblad. Specificeer de toepasselijke regelgeving. (voorbeeld voor de Duitse context: “Gemäß 2. SprengV aufbewahren.”)
afvoeren
… overeenkomstig de plaatselijke/regionale/nationale/ internationale voorschriften (specificeren). Aanbevolen voor vermelding op het veiligheidsinformatieblad als er specifieke verwijderingseisen gelden buiten de normale verwachting voor de verwijdering van chemische stoffen. Specificeer de toepasselijke regelgeving.
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLP-verordening
vermijden.
op het veiligheidsinformatieblad
… Toepasselijke ruwe behandeling door fabrikant/ leverancier te specificeren.
P374
Sterk aanbevolen als de ontplofbare stof mechanisch gevoelig is
Met normale voorzorgen vanaf een redelijke afstand blussen.
Optioneel voor andere ontplofbare stoffen dan de hierboven genoemde P280
Voor ontplofbare stoffen van subklasse 1.4S (munitie en bestanddelen ervan). Sterk aanbevolen voor subklasse 1.4S
Beschermende handschoenen/ beschermende kleding /oogbescherming/ gelaatsbescherming dragen. Soort bescherming door fabrikant/leverancier te specificeren. - gelaatsbescherming specificeren. Beschermende handschoenen/ beschermende kleding /oogbescherming sterk aanbevolen voor industriële/beroepsmatige gebruikers Gelaatsbescherming sterk aanbevolen voor industriële/ beroepsmatige gebruikers indien voorwerpen gevaarlijke fragmenten kunnen vormen Optioneel voor ontplofbare stoffen die worden geleverd aan het grote publiek
76
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLP-verordening
P234 (toevoegen) Uitsluitend in de oorspronkelijke verpakking bewaren. Sterk aanbevolen
77
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLP-verordening
7.3.2.1 Ontplofbare stoffen Gevarencategorie
Signaalwoord
Gevarenaanduiding
Subklasse 1.5
Gevaar
H205 Gevaar voor massa-explosie bij brand
Veiligheidsaanbevelingen Preventie
Reactie
Opslag
Verwijdering
P210
P370 + P380
P401
P501
Verwijderd houden van warmte/ vonken/open vuur/hete oppervlakken — niet roken.
In geval van brand: evacueren.
… bewaren.
Sterk aanbevolen
Toepasselijke ontstekingsbron(nen) door fabrikant/ leverancier te specificeren.
P372
… overeenkomstig de plaatselijke/regionale/nationale/ internationale voorschriften (specificeren).
Inhoud/verpakking naar …
Sterk aanbevolen P230
Ontploffingsgevaar brand.
in
geval
van
Sterk aanbevolen
Vochtig houden met …
P373
… Middel door fabrikant/leverancier te specificeren.
NIET blussen wanneer het vuur de ontplofbare stoffen bereikt.
- indien het ontploffingsgevaar bij uitdroging toeneemt, behalve voor zover noodzakelijk voor vervaardigings- of werkingsprocedés (bv. nitrocellulose).
Aanbevolen Sterk aanbevolen voor vermelding op het veiligheidsinformatieblad
Sterk aanbevolen voor stoffen en mengsels die worden bevochtigd, verdund, opgelost of gesuspendeerd met een flegmatisator om hun ontplofbare eigenschappen te
78
Sterk aanbevolen voor vermelding op het veiligheidsinformatieblad. Specificeer de toepasselijke regelgeving. (voorbeeld voor de Duitse context: “Gemäß 2. SprengV aufbewahren.”)
afvoeren
… overeenkomstig de plaatselijke/regionale/nationale/ internationale voorschriften (specificeren). Aanbevolen voor vermelding op het veiligheidsinformatieblad als er specifieke verwijderingseisen gelden buiten de normale verwachting voor de verwijdering van chemische stoffen. Specificeer de toepasselijke regelgeving.
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLP-verordening
Veiligheidsaanbevelingen Preventie
Reactie
Opslag
verminderen of onderdrukken (gedesensibiliseerde ontplofbare stoffen). Het toepasselijke materiaal moet worden gespecificeerd. P240 Opslag- en opvangreservoir aarden. - indien de ontplofbare stof gevoelig is voor elektrostatische lading. Optioneel tenzij andere overwegingen vermelding noodzakelijk maken Aanbevolen voor vermelding op het veiligheidsinformatieblad P250 Niet malen — schokken/…/wrijving vermijden. … Toepasselijke ruwe behandeling door fabrikant/ leverancier te specificeren. Sterk aanbevolen als de ontplofbare stof mechanisch gevoelig is Optioneel voor andere ontplofbare stoffen dan de hierboven genoemde P280 Beschermende handschoenen/
79
Verwijdering
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLP-verordening
Veiligheidsaanbevelingen Preventie
Reactie
Opslag
beschermende kleding /oogbescherming/ gelaatsbescherming dragen. Soort bescherming door fabrikant/leverancier te specificeren. - gelaatsbescherming specificeren. Beschermende handschoenen/ beschermende kleding /oogbescherming sterk aanbevolen voor industriële/beroepsmatige gebruikers Gelaatsbescherming sterk aanbevolen voor industriële/ beroepsmatige gebruikers indien voorwerpen gevaarlijke fragmenten kunnen vormen Optioneel voor ontplofbare stoffen die worden geleverd aan het grote publiek P234 (toevoegen) Uitsluitend in de oorspronkelijke verpakking bewaren. Sterk aanbevolen
80
Verwijdering
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLP-verordening
7.3.2.2 Ontvlambare gassen Gevarencategorie
Signaalwoord
Gevarenaanduiding
1
Gevaar
H220 Zeer licht ontvlambaar gas
2
Waarschuwing
H221 Ontvlambaar gas
Voor gevarencategorie 1
Veiligheidsaanbevelingen Preventie
Reactie
Opslag
P210
P377
P403
Verwijderd houden van warmte/ vonken/open vuur/hete oppervlakken — niet roken.
Brand door lekkend gas: niet blussen, tenzij het lek veilig gedicht kan worden.
Op een geventileerde bewaren.
Toepasselijke ontstekingsbron(nen) door fabrikant/ leverancier te specificeren. Sterk aanbevolen
Sterk aanbevolen
Verwijdering
goed plaats
Sterk aanbevolen P381 Alle ontstekingsbronnen wegnemen als dat veilig gedaan kan worden. Aanbevolen
81
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLP-verordening
7.3.2.3 Ontvlambare aerosolen Gevarencategorie
Signaalwoord
Gevarenaanduiding
1
Gevaar
H222 Zeer licht ontvlambare aerosol
2
Waarschuwing
H223 Ontvlambare aerosol Veiligheidsaanbevelingen
Preventie
Reactie
Opslag
P210
P410 + P412
Verwijderd houden van warmte/ vonken/open vuur/hete oppervlakken — niet roken.
Tegen zonlicht beschermen. Niet blootstellen aan temperaturen boven 50°C.
Toepasselijke ontstekingsbron(nen) door fabrikant/ leverancier te specificeren.
Sterk aanbevolen, tenzij een soortgelijke aanduiding is toegekend in overeenstemming met Richtlijn 75/324/EEG
Sterk aanbevolen, tenzij een soortgelijke aanduiding is toegekend in overeenstemming met Richtlijn 75/324/EEG P211 Niet in open vuur of op andere ontstekingsbronnen spuiten. Sterk aanbevolen, tenzij een soortgelijke aanduiding is toegekend in overeenstemming met Richtlijn 75/324/EEG P251 Houder onder druk: ook na gebruik niet doorboren of verbranden. Sterk aanbevolen, tenzij een soortgelijke aanduiding is toegekend in overeenstemming met Richtlijn 75/324/EEG
82
Verwijdering
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLP-verordening
7.3.2.4 Oxiderende gassen Gevarencategorie
Signaalwoord
Gevarenaanduiding
1
Gevaar
H270 Kan brand veroorzaken of bevorderen; oxiderend
Veiligheidsaanbevelingen Preventie
Reactie
Opslag
P220
P370 + P376
P403
Van kleding/…/brandbare stoffen verwijderd houden/bewaren.
In geval van brand: het lek dichten als dat veilig gedaan kan worden.
Op een goed geventileerde plaats bewaren.
… Stoffen waarmee contact vermeden dient te worden door fabrikant/leverancier te specificeren.
Optioneel
Sterk aanbevolen
Aanbevolen voor vermelding op het veiligheidsinformatieblad.
Sterk aanbevolen P244 Reduceerventielen vrij van olie en vet houden. Sterk aanbevolen Merk op dat deze aanduiding ook mag worden geformuleerd als Ventielen en fittingen vrij van olie en vet houden, in overeenstemming met de vierde herziene versie van de UN GHS.
83
Verwijdering
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLP-verordening
7.3.2.5 Gassen onder druk Gevarencategorie
Signaalwoord
Gevarenaanduiding
Samengeperst gas
Waarschuwing
H280 Bevat gas onder druk; kan ontploffen bij verwarming
Vloeibaar gemaakt gas
Waarschuwing
H280 Bevat gas onder druk; kan ontploffen bij verwarming
Opgelost gas
Waarschuwing
H280 Bevat gas onder druk; kan ontploffen bij verwarming
Veiligheidsaanbevelingen Preventie
Reactie
Opslag P410 + P403 Tegen zonlicht beschermen. Op een goed geventileerde plaats bewaren. P410: Optioneel voor gassen die zijn verpakt in vervoerbare gasflessen in overeenstemming met verpakkingsinstructie P200 van de aanbevelingen voor het vervoer van gevaarlijke goederen van de VN, modelverordeningen, tenzij de gassen onderhevig zijn aan (langzame) ontleding of polymerisatie P403: Optioneel
84
Verwijdering
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLP-verordening
7.3.2.5 Gassen onder druk Gevarencategorie
Signaalwoord
Gevarenaanduiding
Sterk gekoeld vloeibaar gas
Waarschuwing
H281
Bevat sterk gekoeld gas; kan cryogene brandwonden of letsel veroorzaken
Veiligheidsaanbevelingen Preventie
Reactie
Opslag
P282
P336
P403
Koude-isolerende handschoenen/ gelaatsbescherming/oogbescherming dragen.
Bevroren lichaamsdelen met lauw water ontdooien. Niet wrijven.
Op een geventileerde bewaren.
Sterk aanbevolen als vloeibare spetters kunnen voorkomen, bijv. tijdens overladen van cryogene vloeistoffen. In dat geval moet het gebruik van een sluitende veiligheidsbril en gezichtsbescherming worden aanbevolen in het veiligheidsinformatieblad.
Sterk aanbevolen
Optioneel P315 Onmiddellijk een arts raadplegen. Aanbevolen, in combinatie met P336
85
Verwijdering
goed plaats
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLP-verordening
7.3.2.6 Ontvlambare vloeistoffen Gevarencategorie
Signaalwoord
Gevarenaanduiding
1
Gevaar
H224 Zeer licht ontvlambare vloeistof en damp
2
Gevaar
H225 Zeer licht ontvlambare vloeistof en damp
3
Waarschuwing
H226 Ontvlambare vloeistof en damp Veiligheidsaanbevelingen
Preventie
Reactie
Opslag
Verwijdering
P210
P303 + P361 + P353
P403 + P235
P501
Verwijderd houden van warmte/ vonken/open vuur/hete oppervlakken — niet roken.
BIJ CONTACT MET DE HUID (of het haar): verontreinigde kleding onmiddellijk uittrekken — huid met water afspoelen/afdouchen.
Op een goed geventileerde plaats bewaren. Koel bewaren.
Inhoud/verpakking afvoeren naar …
Toepasselijke ontstekingsbron(nen) fabrikant/ leverancier te specificeren.
door
Sterk aanbevolen P233
Optioneel tenzij noodzakelijk geacht, bijv. als gevolg van het risico op het ontstaan van een potentieel ontplofbare atmosfeer
In goed gesloten verpakking bewaren.
P370 + P378
Sterk aanbevolen voor categorie 1, tenzij P404 al is toegekend
In geval van brand: blussen met …
Aanbevolen voor categorie 2, tenzij P404 al is toegekend Optioneel voor categorie 3 Aanbevolen indien door de vluchtigheid van het product een potentieel ontplofbare atmosfeer kan ontstaan,
… Middel door fabrikant/leverancier te specificeren. - indien water het risico vergroot. Sterk aanbevolen indien specifieke blusmiddelen vereist of gepast zijn, bijv. indien water niet effectief is of het risico vergroot
86
Sterk aanbevolen voor ontvlambare vloeistoffen categorie 1 en andere vloeistoffen die vluchtig zijn, waardoor een potentieel ontplofbare atmosfeer kan ontstaan
… overeenkomstig de plaatselijke/ regionale/nationale/internationale voorschriften (specificeren). Sterk aanbevolen voor het grote publiek als de stof/het mengsel onder de wetgeving inzake gevaarlijk afval valt. Het is aanbevolen de locatie van verwijdering te specificeren, maar een verwijzing naar de toepasselijke wetgeving is niet nodig. Aanbevolen voor industriële/ beroepsmatige gebruikers als er specifieke verwijderingseisen gelden boven de normale verwachting met betrekking tot de verwijdering van chemische stoffen. Het is aanbevolen de locatie van verwijdering te specificeren, maar een verwijzing naar de toepasselijke wetgeving is niet
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLP-verordening
Veiligheidsaanbevelingen Preventie
Reactie
Opslag nodig.
tenzij P404 al is toegekend P240 Opslag- en opvangreservoir aarden. - indien de voor elektrostatische lading gevoelige stof bestemd is om te worden overgeladen. - indien door de vluchtigheid van het product een gevaarlijke atmosfeer kan ontstaan. Optioneel tenzij andere overwegingen vermelding noodzakelijk maken Aanbevolen voor vermelding op het veiligheidsinformatieblad P241 Explosieveilige elektrische/ventilatie/verlichtings-/…/apparatuur gebruiken. … Andere apparatuur fabrikant/leverancier te specificeren.
door
Optioneel tenzij andere overwegingen vermelding noodzakelijk maken Aanbevolen voor vermelding op het veiligheidsinformatieblad P242 Uitsluitend
vonkvrij
Verwijdering
gereedschap
87
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLP-verordening
Veiligheidsaanbevelingen Preventie
Reactie
Opslag
gebruiken. Optioneel tenzij andere overwegingen vermelding noodzakelijk maken Aanbevolen voor vermelding op het veiligheidsinformatieblad P243 Maatregelen treffen tegen ontladingen van statische elektriciteit. Optioneel tenzij andere overwegingen vermelding noodzakelijk maken Aanbevolen voor vermelding op het veiligheidsinformatieblad P280 Beschermende handschoenen/ beschermende kleding/oogbescherming/ gelaatsbescherming dragen. Soort bescherming door fabrikant/leverancier te specificeren. - beschermende handschoenen en oog/gelaatsbescherming specificeren. Optioneel
88
Verwijdering
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLP-verordening
7.3.2.7 Ontvlambare vaste stoffen Gevarencategorie
Signaalwoord
Gevarenaanduiding
1
Gevaar
H228 Ontvlambare vaste stof
2
Waarschuwing
H228 Ontvlambare vaste stof Veiligheidsaanbevelingen
Preventie
Reactie
P210
P370 + P378
Verwijderd houden van warmte/ vonken/open vuur/hete oppervlakken — niet roken.
In geval van brand: blussen met …
Toepasselijke ontstekingsbron(nen) door fabrikant/ leverancier te specificeren. Sterk aanbevolen P240 Opslag- en opvangreservoir aarden.
… Middel door fabrikant/leverancier te specificeren. - indien water het risico vergroot. Sterk aanbevolen indien specifieke blusmiddelen vereist of gepast zijn, bijv. indien water niet effectief is of het risico vergroot
- indien de voor elektrostatische lading gevoelige stof bestemd is om te worden overgeladen. Optioneel tenzij andere overwegingen vermelding noodzakelijk maken Aanbevolen voor vermelding op het veiligheidsinformatieblad P241 Explosieveilige elektrische/ventilatie/verlichtings-/…/apparatuur gebruiken. … Andere apparatuur door fabrikant/leverancier te
89
Opslag
Verwijdering
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLP-verordening
Veiligheidsaanbevelingen Preventie
Reactie
specificeren. - indien zich stofwolken kunnen vormen. Optioneel tenzij andere overwegingen vermelding noodzakelijk maken Aanbevolen voor vermelding op het veiligheidsinformatieblad P280 Beschermende handschoenen/ beschermende kleding/oogbescherming/ gelaatsbescherming dragen. Soort bescherming door fabrikant/leverancier te specificeren. beschermende handschoenen /gelaatsbescherming specificeren.
en
oog-
Optioneel
90
Opslag
Verwijdering
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLP-verordening
7.3.2.8 Zelfontledende stoffen en mengsels Gevarencategorie
Signaalwoord
Gevarenaanduiding
Type A
Gevaar
H240 Ontploffingsgevaar bij verwarming
Veiligheidsaanbevelingen Preventie
Reactie
Opslag
Verwijdering
P210
P370 + P378
P403 + P235
P501
Verwijderd houden van warmte/ vonken/open vuur/hete oppervlakken — niet roken.
In geval van brand: blussen met …
Op een goed geventileerde plaats bewaren. Koel bewaren.
Inhoud/verpakking naar …
… Middel door fabrikant/leverancier te specificeren.
Toepasselijke ontstekingsbron(nen) door fabrikant/ leverancier te specificeren.
-
Sterk aanbevolen
Normaliter niet te gebruiken gezien ontploffingsrisico
P220
- indien water het risico vergroot.
P370 + P380 + P375
Van kleding/…/brandbare verwijderd houden/bewaren.
stoffen
… Stoffen waarmee contact vermeden dient te worden door fabrikant/leverancier te specificeren.
Sterk aanbevolen alleen P370+P380 te gebruiken; P375 niet gebruiken
Sterk aanbevolen voor vermelding op het veiligheidsinformatieblad P234 in
de
P235: sterk aanbevolen, in combinatie met P403, tenzij P411 al is toegekend P411
In geval van brand: evacueren — op afstand blussen in verband met ontploffingsgevaar.
Aanbevolen
Uitsluitend
P403: sterk aanbevolen
Bij maximaal …ºC bewaren. … Temperatuur door fabrikant/ leverancier te specificeren. Sterk aanbevolen indien SADT ≤ 50 °C of indien vermelding om andere redenen noodzakelijk wordt geacht, in combinatie met P403 P420
oorspronkelijke
91
afvoeren
… overeenkomstig de plaatselijke/regionale/nationale/ internationale voorschriften (specificeren). Aanbevolen voor vermelding op het veiligheidsinformatieblad als er specifieke verwijderingseisen gelden buiten de normale verwachting voor de verwijdering van chemische stoffen. Specificeer de toepasselijke regelgeving.
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLP-verordening
Veiligheidsaanbevelingen Preventie
Reactie
Opslag
verpakking bewaren.
Gescheiden van materiaal bewaren.
Sterk aanbevolen indien de verpakking belangrijk is om het effect van gevaarlijke reacties of ontploffing te voorkomen of onderdrukken
ander
Aanbevolen indien er een grote kans is dat nietverenigbare materialen een bepaald risico veroorzaken. Indien deze aanduiding wordt gebruikt, moet een toelichting op de nietverenigbare materialen worden toegevoegd als aanvullende informatie.
P280 Beschermende handschoenen/ beschermende kleding/ oogbescherming/gelaatsbescherming dragen. Soort bescherming fabrikant/leverancier te specificeren.
Verwijdering
door
Optioneel indien P220 al is toegekend
- beschermende handschoenen en oog/gelaatsbescherming specificeren. Sterk aanbevolen
92
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLP-verordening
7.3.2.8 Zelfontledende stoffen en mengsels Gevarencategorie
Signaalwoord
Gevarenaanduiding
Type B
Gevaar
H241 Brand- of ontploffingsgevaar bij verwarming
Veiligheidsaanbevelingen Preventie
Reactie
Opslag
Verwijdering
P210
P370 + P378
P403 + P235
P501
Verwijderd houden van warmte/ vonken/open vuur/hete oppervlakken — niet roken.
In geval van brand: blussen met …
Op een goed geventileerde plaats bewaren. Koel bewaren.
Inhoud/verpakking afvoeren naar …
P403: sterk aanbevolen
… overeenkomstig de plaatselijke/ regionale/nationale/internationale voorschriften (specificeren).
Toepasselijke ontstekingsbron(nen) fabrikant/ leverancier te specificeren.
door
… Middel door fabrikant/leverancier te specificeren. - indien water het risico vergroot. Sterk aanbevolen indien specifieke blusmiddelen vereist of gepast zijn, bijv. indien water niet effectief is of het risico vergroot
Sterk aanbevolen P220
P370 + P380 + P375
… Stoffen waarmee contact vermeden dient te worden door fabrikant/leverancier te specificeren.
In geval van brand: evacueren — op afstand blussen in verband met ontploffingsgevaar.
Aanbevolen
Sterk aanbevolen
Sterk aanbevolen voor vermelding op het veiligheidsinformatieblad P234 in
de
P411 Bij maximaal …ºC bewaren.
Van kleding/…/brandbare stoffen verwijderd houden/bewaren.
Uitsluitend
P235: sterk aanbevolen, in combinatie met P403, tenzij P411 al is toegekend
oorspronkelijke
93
… Temperatuur door fabrikant/ leverancier te specificeren. Sterk aanbevolen indien SADT ≤ 50 °C of indien vermelding om andere redenen noodzakelijk wordt geacht, in combinatie met P403
Sterk aanbevolen voor het grote publiek als de stof/het mengsel onder de wetgeving inzake gevaarlijk afval valt. Het is aanbevolen de locatie van verwijdering te specificeren, maar een verwijzing naar de toepasselijke wetgeving is niet nodig. Aanbevolen voor vermelding op het veiligheidsinformatieblad als er specifieke verwijderingseisen gelden buiten de normale verwachting voor de verwijdering van chemische stoffen. Specificeer de
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLP-verordening
Veiligheidsaanbevelingen Preventie
Reactie
Opslag
verpakking bewaren.
toepasselijke regelgeving.
P420
Sterk aanbevolen
Gescheiden van materiaal bewaren.
P280
ander
Aanbevolen indien er een grote kans is dat nietverenigbare materialen een bepaald risico veroorzaken. Indien deze aanduiding wordt gebruikt, moet een toelichting op de niet-verenigbare materialen worden toegevoegd als aanvullende informatie.
Beschermende handschoenen/ beschermende kleding/oogbescherming/ gelaatsbescherming dragen. Soort bescherming door fabrikant/leverancier te specificeren. -
Verwijdering
beschermende handschoenen en oog/gelaatsbescherming specificeren.
Sterk aanbevolen
Optioneel indien P220 al is toegekend
94
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLP-verordening
7.3.2.8 Zelfontledende stoffen en mengsels Gevarencategorie
Signaalwoord
Gevarenaanduiding
Type C
Gevaar
H242 Brandgevaar bij verwarming
Type D
Gevaar
H242 Brandgevaar bij verwarming
Type E
Waarschuwing
H242 Brandgevaar bij verwarming
Type F
Waarschuwing
H242 Brandgevaar bij verwarming Veiligheidsaanbevelingen
Preventie
Reactie
Opslag
Verwijdering
P210
P370 + P378
P403 + P235
P501
Verwijderd houden van warmte/ vonken/open vuur/hete oppervlakken — niet roken.
In geval van brand: blussen met …
Op een goed geventileerde plaats bewaren. Koel bewaren.
Inhoud/verpakking afvoeren naar …
Toepasselijke ontstekingsbron(nen) door fabrikant/ leverancier te specificeren.
- indien water het risico vergroot. Sterk aanbevolen indien specifieke blusmiddelen vereist of gepast zijn, bijv. indien water niet effectief is of het risico vergroot
Sterk aanbevolen P220 Van kleding/…/brandbare verwijderd houden/bewaren.
… Middel door fabrikant/leverancier te specificeren.
stoffen
P403: sterk aanbevolen P235: sterk aanbevolen, in combinatie met P403, tenzij P411 al is toegekend P411 Bij maximaal bewaren.
… Stoffen waarmee contact vermeden dient te worden door fabrikant/leverancier te specificeren.
…
ºC
… Temperatuur door fabrikant/ leverancier te specificeren.
Aanbevolen Sterk aanbevolen voor vermelding op het veiligheidsinformatieblad
Sterk aanbevolen indien SADT ≤ 50 °C of indien
95
… overeenkomstig de plaatselijke/ regionale/nationale/internationale voorschriften (specificeren). Sterk aanbevolen voor het grote publiek als de stof/het mengsel onder de wetgeving inzake gevaarlijk afval valt. Het is aanbevolen de locatie van verwijdering te specificeren, maar een verwijzing naar de toepasselijke wetgeving is niet nodig. Aanbevolen voor vermelding op het veiligheidsinformatieblad als er specifieke verwijderingseisen gelden buiten de normale verwachting voor de verwijdering van chemische stoffen. Specificeer de toepasselijke
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLP-verordening
Veiligheidsaanbevelingen Preventie
Reactie
Opslag vermelding om andere redenen noodzakelijk wordt geacht, in combinatie met P403
P234 Uitsluitend in de verpakking bewaren.
oorspronkelijke
Sterk aanbevolen
P420
P280
Gescheiden van materiaal bewaren.
Beschermende handschoenen/ beschermende kleding/ oogbescherming/gelaatsbescherming dragen. Soort bescherming door leverancier te specificeren. -
Verwijdering
ander
Aanbevolen indien er een grote kans is dat nietverenigbare materialen een bepaald risico veroorzaken. Indien deze aanduiding wordt gebruikt, moet een toelichting op de nietverenigbare materialen worden toegevoegd als aanvullende informatie.
fabrikant/
beschermende handschoenen en oog/gelaatsbescherming specificeren.
Sterk aanbevolen
Optioneel indien P220 al is toegekend
96
regelgeving.
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLP-verordening
7.3.2.9 Pyrofore vloeistoffen Gevarencategorie
Signaalwoord
Gevarenaanduiding
1
Gevaar
H250 Vat spontaan vlam bij blootstelling aan lucht
Veiligheidsaanbevelingen Preventie
Reactie
Opslag
P210
P302 + P334
P422
Verwijderd houden van warmte/ vonken/open vuur/hete oppervlakken — niet roken.
BIJ CONTACT MET DE HUID: in koud water onderdompelen/nat verband aanbrengen.
Onder … bewaren.
Toepasselijke ontstekingsbron(nen) door fabrikant/ leverancier te specificeren.
Sterk aanbevolen P370 + P378
Sterk aanbevolen
In geval van brand: blussen met … P222
… Middel door fabrikant/leverancier te specificeren.
Contact met lucht vermijden. Optioneel tenzij benadrukken gevarenaanduiding gewenst is P280 Beschermende handschoenen/ beschermende kleding/ oogbescherming/gelaatsbescherming dragen. Soort bescherming door leverancier te specificeren.
- indien water het risico vergroot. Sterk aanbevolen indien specifieke blusmiddelen vereist of gepast zijn, bijv. indien water niet effectief is of het risico vergroot
fabrikant/
97
… Vloeistof of inert gas door fabrikant/leverancier te specificeren. Aanbevolen indien een specifiek inert gas of een specifieke vloeistof vereist is, tenzij P231 al is toegekend Sterk aanbevolen voor vermelding op het veiligheidsinformatieblad
Verwijdering
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLP-verordening
-
beschermende handschoenen en oog/gelaatsbescherming specificeren.
Sterk aanbevolen P231 (toevoegen) Onder inert gas werken. Aanbevolen, tenzij P422 al is toegekend Sterk aanbevolen voor vermelding op het veiligheidsinformatieblad
98
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLP-verordening
7.3.2.10 Pyrofore vaste stoffen Gevarencategorie
Signaalwoord
Gevarenaanduiding
1
Gevaar
H250 Vat spontaan vlam bij blootstelling aan lucht
Veiligheidsaanbevelingen Preventie
Reactie
Opslag
P210
P335 + P334
P422
Verwijderd houden van warmte/vonken/open vuur/hete oppervlakken — niet roken.
Losse deeltjes van de huid afvegen. In koud water onderdompelen/nat verband aanbrengen.
Onder … bewaren.
Toepasselijke ontstekingsbron(nen) door fabrikant/ leverancier te specificeren. Sterk aanbevolen
Sterk aanbevolen P370 + P378
P222
In geval van brand: blussen met …
Contact met lucht vermijden.
… Middel door fabrikant/leverancier te specificeren.
Optioneel tenzij benadrukken gevarenaanduiding gewenst is P280 Beschermende handschoenen/beschermende kleding/oogbescherming/gelaatsbescherming dragen.
- indien water het risico vergroot. Sterk aanbevolen indien specifieke blusmiddelen vereist of gepast zijn, bijv. indien water niet effectief is of het risico vergroot
Soort bescherming door fabrikant/leverancier te specificeren. -
beschermende handschoenen en oog/gelaatsbescherming specificeren.
99
… Vloeistof of inert gas door fabrikant/leverancier te specificeren. Aanbevolen indien een specifiek inert gas of een specifieke vloeistof vereist is, tenzij P231 al is toegekend Sterk aanbevolen voor vermelding op het veiligheidsinformatieblad
Verwijdering
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLP-verordening
Sterk aanbevolen P231 (toevoegen) Onder inert gas werken. Aanbevolen, tenzij P422 al is toegekend Sterk aanbevolen voor vermelding op het veiligheidsinformatieblad
100
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLP-verordening
7.3.2.11 Stoffen en mengsels die voor zelfverhitting vatbaar zijn Gevarencategorie
Signaalwoord
Gevarenaanduiding
1
Gevaar
H251
Vatbaar voor zelfverhitting; kan vlam vatten
2
Waarschuwing
H252
In grote hoeveelheden vatbaar voor zelfverhitting; kan vlam vatten
Veiligheidsaanbevelingen Preventie
Reactie
Opslag P407
P235 + P410 Koel bewaren. beschermen.
Verwijdering
Tegen
Ruimte laten tussen stapels/pallets.
zonlicht
Sterk aanbevolen
Sterk aanbevolen voor het grote publiek
P413
Optioneel voor industriële/ beroepsmatige gebruikers indien P413 al is toegekend
Bulkmateriaal, indien meer dan … kg, temperaturen van maximaal … °C bewaren.
bij
… Gewicht en temperatuur door fabrikant/leverancier te specificeren.
P280 Beschermende handschoenen/
Sterk aanbevolen indien de fabrikant over specifieke informatie beschikt
beschermende kleding/ oogbescherming/gelaatsbescherming dragen.
P420
Soort bescherming fabrikant/leverancier te specificeren.
Gescheiden van ander materiaal bewaren.
door
Aanbevolen indien er een grote kans is dat nietverenigbare materialen een bepaald risico veroorzaken. Indien deze aanduiding wordt gebruikt, moet een toelichting op de nietverenigbare materialen worden toegevoegd als
- beschermende handschoenen en oog/gelaatsbescherming specificeren.
101
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLP-verordening
Optioneel Optioneel indien P220 al is toegekend
102
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLP-verordening
7.3.2.12 Stoffen en mengsels die in contact met water ontvlambare gassen ontwikkelen Gevarencategorie
Signaalwoord
Gevarenaanduiding
1
Gevaar
H260
In contact met water komen ontvlambare gassen vrij die spontaan kunnen ontbranden
2
Gevaar
H261
In contact met water komen ontvlambare gassen vrij
Veiligheidsaanbevelingen Preventie
Reactie
Opslag
Verwijdering
P223
P335 + P334
P402 + P404
P501
Contact met water vermijden in verband met een heftige reactie en een mogelijke wolkbrand.
Losse deeltjes van de huid afvegen. In koud water onderdompelen/nat verband aanbrengen.
Op een droge plaats bewaren. In gesloten verpakking bewaren.
Inhoud/verpakking afvoeren naar …
Optioneel tenzij benadrukken gevarenaanduiding gewenst is P231 + P232 Onder inert gas werken. Tegen vocht beschermen. Sterk aanbevolen voor stoffen en mengsels die gemakkelijk reageren met vocht in de lucht, indien speciale nadruk vereist is P280 Beschermende handschoenen/beschermende kleding/oogbescherming/gelaatsbescherming dragen. Soort bescherming specificeren. -
door
fabrikant/leverancier
beschermende handschoenen en oog-
te
Sterk aanbevolen, maar de zin “nat verband aanbrengen” niet gebruiken P370 + P378 In geval van brand: blussen met … … Middel fabrikant/leverancier specificeren. - indien vergroot.
water
het
door te risico
Sterk aanbevolen indien specifieke blusmiddelen
103
Aanbevolen, tenzij P231 al is toegekend Sterk aanbevolen voor vermelding op het veiligheidsinformatieblad
… overeenkomstig de plaatselijke/ regionale/nationale/internationale voorschriften (specificeren). Sterk aanbevolen voor het grote publiek als de stof/het mengsel onder de wetgeving inzake gevaarlijk afval valt. Het is aanbevolen de locatie van verwijdering te specificeren, maar een verwijzing naar de toepasselijke wetgeving is niet nodig. Aanbevolen voor vermelding op het veiligheidsinformatieblad als er specifieke verwijderingseisen gelden buiten de normale verwachting voor de verwijdering van chemische stoffen.
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLP-verordening
/gelaatsbescherming specificeren.
vereist of gepast zijn
Aanbevolen
104
Specificeer de toepasselijke regelgeving.
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLP-verordening
7.3.2.12 Stoffen en mengsels die in contact met water ontvlambare gassen ontwikkelen Gevarencategorie
Signaalwoord
Gevarenaanduiding
3
Waarschuwing
H261 In contact met water komen ontvlambare gassen vrij
Veiligheidsaanbevelingen Preventie
Reactie
Opslag
Verwijdering
P231 + P232
P370 + P378
P402 + P404
P501
Onder inert gas werken. Tegen vocht beschermen.
In geval van brand: blussen met …
Op een droge plaats bewaren. In gesloten verpakking bewaren.
Inhoud/verpakking naar …
Aanbevolen, tenzij P231 al is toegekend
… overeenkomstig de plaatselijke/ regionale/nationale/internationale voorschriften (specificeren).
Sterk aanbevolen voor stoffen en mengsels die gemakkelijk reageren met vocht in de lucht, indien speciale nadruk vereist is P280
… Middel door fabrikant/leverancier te specificeren. - indien water het risico vergroot. Sterk aanbevolen indien specifieke blusmiddelen vereist of gepast zijn
Beschermende handschoenen/ beschermende kleding/ oogbescherming/gelaatsbescherming dragen. Soort bescherming door fabrikant/leverancier te specificeren. -
beschermende handschoenen en oog-/gelaatsbescherming specificeren.
Sterk aanbevolen voor vermelding op het veiligheidsinformatieblad
afvoeren
Sterk aanbevolen voor het grote publiek als de stof/het mengsel onder de wetgeving inzake gevaarlijk afval valt. Het is aanbevolen de locatie van verwijdering te specificeren, maar een verwijzing naar de toepasselijke wetgeving is niet nodig. Aanbevolen voor vermelding op het veiligheidsinformatieblad als er specifieke verwijderingseisen gelden buiten de normale
Aanbevolen
105
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLP-verordening
verwachting voor de verwijdering van chemische stoffen. Specificeer de toepasselijke regelgeving.
106
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLP-verordening
7.3.2.13 Oxiderende vloeistoffen Gevarencategorie
Signaalwoord
Gevarenaanduiding
1
Gevaar
H271 Kan brand of ontploffingen veroorzaken; sterk oxiderend
Veiligheidsaanbevelingen Preventie
Reactie
Opslag
Verwijdering
P210
P306 + P360
P501
Verwijderd houden van warmte.
NA MORSEN OP KLEDING: verontreinigde kleding en huid onmiddellijk met veel water afspoelen en pas daarna kleding uittrekken.
Inhoud/verpakking afvoeren naar …
Sterk aanbevolen P220 Van kleding/…/brandbare houden/bewaren.
stoffen
verwijderd
… Stoffen waarmee contact vermeden dient te worden door fabrikant/leverancier te specificeren. -
vermelden: verwijderd houden van kleding en andere stoffen waarmee contact vermeden dient te worden.
Aanbevolen P371 + P380 + P375 In geval van grote brand en grote hoeveelheden: evacueren — op afstand blussen in verband met ontploffingsgevaar.
Optioneel indien P221 al is toegekend
Sterk aanbevolen
Sterk aanbevolen voor vermelding op het veiligheidsinformatieblad
P370 + P378 In geval van brand: blussen met …
P221 Vermenging met brandbare stoffen/… absoluut vermijden.
… Middel door fabrikant/leverancier te specificeren. - indien water het risico vergroot.
… Stoffen waarmee contact vermeden dient te
107
… overeenkomstig de plaatselijke/ regionale/nationale/internationale voorschriften (specificeren). Sterk aanbevolen voor het grote publiek als de stof/het mengsel onder de wetgeving inzake gevaarlijk afval valt. Het is aanbevolen de locatie van verwijdering te specificeren, maar een verwijzing naar de toepasselijke wetgeving is niet nodig. Aanbevolen voor vermelding op het veiligheidsinformatieblad als er specifieke verwijderingseisen gelden buiten de normale verwachting voor de verwijdering van chemische stoffen.
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLP-verordening
Veiligheidsaanbevelingen Preventie
Reactie
worden door fabrikant/leverancier te specificeren. Sterk aanbevolen P280
Sterk aanbevolen indien specifieke blusmiddelen vereist of gepast zijn, bijv. indien water niet effectief is of het risico vergroot
Beschermende handschoenen/beschermende kleding/oogbescherming/gelaatsbescherming dragen. Soort bescherming door fabrikant/leverancier te specificeren. -
beschermende handschoenen en oog/gelaatsbescherming specificeren.
Aanbevolen P283 Vuur/vlambestendige/vertragende dragen.
kleding
Aanbevolen voor vermelding op het veiligheidsinformatieblad
108
Opslag
Verwijdering
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLP-verordening
7.3.2.13 Oxiderende vloeistoffen Gevarencategorie
Signaalwoord
Gevarenaanduiding
2
Gevaar
H272 Kan brand bevorderen; oxiderend
3
Waarschuwing
H272 Kan brand bevorderen; oxiderend
Veiligheidsaanbevelingen Preventie
Reactie
Opslag
Verwijdering
P210
P370 + P378
P501
Verwijderd houden van warmte.
In geval van brand: blussen met …
Inhoud/verpakking afvoeren naar …
Sterk aanbevolen P220 Van kleding/…/brandbare stoffen verwijderd houden/bewaren. … Stoffen waarmee contact vermeden dient te worden door fabrikant/leverancier te specificeren. Optioneel indien P221 al is toegekend
… Middel door fabrikant/leverancier te specificeren. - indien water het risico vergroot. Sterk aanbevolen indien specifieke blusmiddelen vereist of gepast zijn, bijv. indien water niet effectief is of het risico vergroot
Sterk aanbevolen voor vermelding op het veiligheidsinformatieblad
… overeenkomstig de plaatselijke/ regionale/nationale/internationale voorschriften (specificeren). Sterk aanbevolen voor het grote publiek als de stof/het mengsel onder de wetgeving inzake gevaarlijk afval valt. Het is aanbevolen de locatie van verwijdering te specificeren, maar een verwijzing naar de toepasselijke wetgeving is niet nodig. Aanbevolen voor vermelding op het veiligheidsinformatieblad als er specifieke verwijderingseisen gelden buiten de normale verwachting voor de verwijdering van chemische stoffen. Specificeer de toepasselijke regelgeving.
P221 Vermenging met brandbare stoffen/… absoluut vermijden. … Stoffen waarmee contact vermeden dient te worden door fabrikant/leverancier te specificeren.
109
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLP-verordening
Veiligheidsaanbevelingen Preventie
Reactie
Sterk aanbevolen P280 Beschermende handschoenen/beschermende kleding/oogbescherming/gelaatsbescherming dragen. Soort bescherming door fabrikant/leverancier te specificeren. -
beschermende handschoenen en oog/gelaatsbescherming specificeren.
Aanbevolen
110
Opslag
Verwijdering
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLP-verordening
7.3.2.14 Oxiderende vaste stoffen Gevarencategorie
Signaalwoord
Gevarenaanduiding
1
Gevaar
H271 Kan brand of ontploffingen veroorzaken; sterk oxiderend
Veiligheidsaanbevelingen Preventie
Reactie
Opslag
Verwijdering
P210
P306 + P360
P501
Verwijderd houden van warmte.
NA MORSEN OP KLEDING: verontreinigde kleding en huid onmiddellijk met veel water afspoelen en pas daarna kleding uittrekken.
Inhoud/verpakking afvoeren naar …
Sterk aanbevolen P220 Van kleding/…/brandbare stoffen verwijderd houden/bewaren. … Stoffen waarmee contact vermeden dient te worden door fabrikant/leverancier te specificeren. -
vermelden: verwijderd houden van kleding en andere stoffen waarmee contact vermeden dient te worden.
Aanbevolen P371 + P380 + P375 In geval van grote brand en grote hoeveelheden: evacueren — op afstand blussen in verband met ontploffingsgevaar. Sterk aanbevolen
Optioneel indien P221 al is toegekend Sterk aanbevolen voor vermelding op het veiligheidsinformatieblad
In geval van brand: blussen met … … Middel door fabrikant/leverancier te specificeren.
P221 Vermenging met absoluut vermijden.
P370 + P378
brandbare
stoffen/…
… Stoffen waarmee contact vermeden dient te
- indien water het risico vergroot. Sterk aanbevolen indien specifieke
111
… overeenkomstig de plaatselijke/ regionale/nationale/internationale voorschriften (specificeren). Sterk aanbevolen voor het grote publiek als de stof/het mengsel onder de wetgeving inzake gevaarlijk afval valt. Het is aanbevolen de locatie van verwijdering te specificeren, maar een verwijzing naar de toepasselijke wetgeving is niet nodig. Aanbevolen voor vermelding op het veiligheidsinformatieblad als er specifieke verwijderingseisen gelden buiten de normale verwachting voor de verwijdering van chemische stoffen. Specificeer de toepasselijke regelgeving.
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLP-verordening
Veiligheidsaanbevelingen Preventie
Reactie
worden door fabrikant/leverancier te specificeren. Sterk aanbevolen
blusmiddelen vereist of gepast zijn, bijv. indien water niet effectief is of het risico vergroot
P280 Beschermende handschoenen/beschermende kleding/oogbescherming/gelaatsbescherming dragen. Soort bescherming door fabrikant/leverancier te specificeren. -
beschermende handschoenen en oog/gelaatsbescherming specificeren.
Aanbevolen P283 Vuur/vlambestendige/vertragende dragen.
kleding
Aanbevolen P283 Vuur/vlambestendige/vertragende dragen.
kleding
Aanbevolen voor vermelding op het veiligheidsinformatieblad
112
Opslag
Verwijdering
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLP-verordening
7.3.2.14 Oxiderende vaste stoffen Gevarencategorie
Signaalwoord
Gevarenaanduiding
2
Gevaar
H272 Kan brand bevorderen; oxiderend
3
Waarschuwing
H272 Kan brand bevorderen; oxiderend Veiligheidsaanbevelingen
Preventie
Reactie
Opslag
Verwijdering
P210
P370 + P378
P501
Verwijderd houden van warmte.
In geval van brand: blussen met …
Inhoud/verpakking afvoeren naar …
Sterk aanbevolen
… Middel door fabrikant/leverancier te specificeren.
… overeenkomstig de plaatselijke/ regionale/nationale/internationale voorschriften (specificeren).
P220
- indien water het risico vergroot.
Van kleding/…/brandbare houden/bewaren.
stoffen
verwijderd
Sterk aanbevolen indien specifieke blusmiddelen vereist of gepast zijn
… Stoffen waarmee contact vermeden dient te worden door fabrikant/leverancier te specificeren. Optioneel indien P221 al is toegekend P221
Aanbevolen voor vermelding op het veiligheidsinformatieblad als er specifieke verwijderingseisen gelden buiten de normale verwachting voor de verwijdering van chemische stoffen. Specificeer de toepasselijke regelgeving.
Vermenging met brandbare stoffen/… absoluut vermijden. … Stoffen waarmee contact vermeden dient te worden door fabrikant/leverancier te specificeren. Sterk aanbevolen P280 Beschermende
Sterk aanbevolen voor het grote publiek als de stof/het mengsel onder de wetgeving inzake gevaarlijk afval valt. Het is aanbevolen de locatie van verwijdering te specificeren, maar een verwijzing naar de toepasselijke wetgeving is niet nodig.
handschoenen/beschermende
113
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLP-verordening
kleding/oogbescherming/gelaatsbescherming dragen. Soort bescherming door fabrikant/leverancier te specificeren. -
beschermende handschoenen en oog/gelaatsbescherming specificeren.
Aanbevolen
114
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLP-verordening
7.3.2.15 Organische peroxiden Gevarencategorie
Signaalwoord
Gevarenaanduiding
Type A
Gevaar
H240 Ontploffingsgevaar bij verwarming
Veiligheidsaanbevelingen Preventie
Reactie
P210 Verwijderd houden warmte/vonken/open oppervlakken — niet roken.
van vuur/hete
Opslag
P370 + P380 (toevoegen)
P411 + P235
In geval evacueren.
Bij maximaal bewaren.
van
brand:
…
°C
bewaren.
P220
P235: sterk aanbevolen voor andere gevallen, in combinatie met P403
stoffen
… Stoffen waarmee contact vermeden dient te worden door fabrikant/leverancier te specificeren.
P403 (toevoegen) Op een bewaren.
Aanbevolen
goed
geventileerde
P410
P234 de
plaats
Sterk aanbevolen, in combinatie met P411 of P235
Sterk aanbevolen voor vermelding op het veiligheidsinformatieblad
in
Koel
P411: sterk aanbevolen indien SADT ≤ 50 °C of indien vermelding om andere redenen noodzakelijk wordt geacht, in combinatie met P403
Sterk aanbevolen
Uitsluitend
P501
… Temperatuur door fabrikant/leverancier te specificeren.
Sterk aanbevolen
Toepasselijke ontstekingsbron(nen) door fabrikant/ leverancier te specificeren.
Van kleding/…/brandbare verwijderd houden/bewaren.
Verwijdering
Tegen zonlicht beschermen.
oorspronkelijke
115
Inhoud/verpakking afvoeren naar … … overeenkomstig de plaatselijke/ regionale/nationale/internationale voorschriften (specificeren). Aanbevolen voor vermelding op het veiligheidsinformatieblad als er specifieke verwijderingseisen gelden buiten de normale verwachting voor de verwijdering van chemische stoffen. Specificeer de toepasselijke regelgeving.
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLP-verordening
Optioneel indien P411 of P235 al is toegekend
verpakking bewaren. Sterk aanbevolen indien de verpakking belangrijk is om het effect van gevaarlijke reacties of ontploffing te voorkomen of onderdrukken
P420 Gescheiden bewaren.
P280
-
ander
materiaal
Aanbevolen indien er een grote kans is dat niet-verenigbare materialen een bepaald risico veroorzaken. Indien deze aanduiding wordt gebruikt, moet een toelichting op de niet-verenigbare materialen worden toegevoegd als aanvullende informatie.
Beschermende handschoenen/ beschermende kleding/ oogbescherming/gelaatsbescherming dragen. Soort bescherming fabrikant/leverancier te specificeren.
van
door
Optioneel indien P220 al is toegekend
beschermende handschoenen en oog/gelaatsbescherming specificeren.
Sterk aanbevolen
116
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLP-verordening
7.3.2.15 Organische peroxiden Gevarencategorie
Signaalwoord
Gevarenaanduiding
Type B
Gevaar
H241 Brand- of ontploffingsgevaar bij verwarming
Veiligheidsaanbevelingen Preventie
Reactie
P210 Verwijderd houden van warmte/vonken/open vuur/hete oppervlakken — niet roken. Toepasselijke ontstekingsbron(nen) fabrikant/ leverancier te specificeren.
door
Sterk aanbevolen P220 Van kleding/…/brandbare stoffen verwijderd houden/bewaren. … Stoffen waarmee contact vermeden dient te worden door fabrikant/leverancier te specificeren. Aanbevolen P234 Uitsluitend in de oorspronkelijke verpakking bewaren.
Opslag
P370 + P380 (toevoegen)
+
P375
In geval van brand: evacueren — op afstand blussen in verband met ontploffingsgevaar. Sterk aanbevolen P370 + P378 (toevoegen) In geval van brand: blussen met … … Middel fabrikant/leverancier specificeren. - indien vergroot.
water
het
door te risico
Sterk aanbevolen indien specifieke blusmiddelen vereist of gepast zijn, bijv. indien water niet effectief
117
Verwijdering
P411 + P235
P501
Bij maximaal … °C bewaren. Koel bewaren.
Inhoud/verpakking afvoeren naar …
… Temperatuur door fabrikant/leverancier te specificeren.
… overeenkomstig de plaatselijke/ regionale/nationale/internationale voorschriften (specificeren).
P411: sterk aanbevolen indien SADT ≤ 50 °C of indien vermelding om andere redenen noodzakelijk wordt geacht, in combinatie met P403 P235: sterk aanbevolen voor andere gevallen, in combinatie met P403 P403 (toevoegen) Op een goed geventileerde plaats bewaren. Sterk aanbevolen, in combinatie met P411 of P235
Sterk aanbevolen voor het grote publiek als de stof/het mengsel onder de wetgeving inzake gevaarlijk afval valt. Het is aanbevolen de locatie van verwijdering te specificeren, maar een verwijzing naar de toepasselijke wetgeving is niet nodig. Aanbevolen voor vermelding op het veiligheidsinformatieblad als er specifieke verwijderingseisen gelden buiten de normale verwachting voor de verwijdering van chemische stoffen.
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLP-verordening
Sterk aanbevolen
is of het risico vergroot
P410
P280
Tegen zonlicht beschermen.
Beschermende handschoenen/beschermende kleding/oogbescherming/gelaatsbescherming dragen.
Optioneel indien P411 of P235 al is toegekend
Soort bescherming door fabrikant/leverancier te specificeren.
Gescheiden van ander materiaal bewaren.
-
Aanbevolen indien er een grote kans is dat niet-verenigbare materialen een bepaald risico veroorzaken. Indien deze aanduiding wordt gebruikt, moet een toelichting op de nietverenigbare materialen worden toegevoegd als aanvullende informatie.
P420
beschermende handschoenen en oog/gelaatsbescherming specificeren.
Sterk aanbevolen
Optioneel indien P220 al is toegekend
118
Specificeer de toepasselijke regelgeving.
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLP-verordening
7.3.2.15 Organische peroxiden Gevarencategorie
Signaalwoord
Gevarenaanduiding
Type C
Gevaar
H242 Brandgevaar bij verwarming
Type D
Gevaar
H242 Brandgevaar bij verwarming
Type E
Waarschuwing
H242 Brandgevaar bij verwarming
Type F
Waarschuwing
H242 Brandgevaar bij verwarming Veiligheidsaanbevelingen
Preventie
Reactie
Opslag
Verwijdering
P210
P370 + P378 (toevoegen)
P411 + P235
P501
Verwijderd houden van warmte/vonken/open vuur/hete oppervlakken — niet roken.
In geval van brand: blussen met …
Bij maximaal … °C bewaren. Koel bewaren.
Inhoud/verpakking afvoeren naar …
Toepasselijke ontstekingsbron(nen) fabrikant/ leverancier te specificeren.
… Middel fabrikant/leverancier specificeren.
… Temperatuur door fabrikant/leverancier te specificeren.
door
Sterk aanbevolen P220 Van kleding/…/brandbare stoffen verwijderd houden/bewaren. … Stoffen waarmee contact vermeden dient te worden door fabrikant/leverancier te specificeren.
- indien vergroot.
water
het
door te risico
Sterk aanbevolen indien specifieke blusmiddelen vereist of gepast zijn, bijv. indien water niet effectief is of het risico vergroot
P411: sterk aanbevolen indien SADT ≤ 50 °C of indien vermelding om andere redenen noodzakelijk wordt geacht, in combinatie met P403 P235: sterk aanbevolen voor andere gevallen, in combinatie met P403
Aanbevolen
P403 (toevoegen)
P234
Op een goed geventileerde plaats bewaren.
Uitsluitend in de oorspronkelijke verpakking
Sterk aanbevolen, in combinatie
119
… overeenkomstig de plaatselijke/ regionale/nationale/internationale voorschriften (specificeren). Sterk aanbevolen voor het grote publiek als de stof/het mengsel onder de wetgeving inzake gevaarlijk afval valt. Het is aanbevolen de locatie van verwijdering te specificeren, maar een verwijzing naar de toepasselijke wetgeving is niet nodig. Aanbevolen voor vermelding op het veiligheidsinformatieblad als er specifieke verwijderingseisen gelden buiten de normale verwachting voor de verwijdering van chemische stoffen. Specificeer de toepasselijke
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLP-verordening
Veiligheidsaanbevelingen Preventie
Reactie
Opslag met P411 of P235
bewaren. Sterk aanbevolen
P410
P280
Tegen zonlicht beschermen. Optioneel indien P411 of P235 al is toegekend
Beschermende handschoenen/beschermende kleding/oogbescherming/gelaatsbescherming dragen.
P420 Gescheiden van ander materiaal bewaren.
Soort bescherming door fabrikant/leverancier te specificeren. -
Aanbevolen indien er een grote kans is dat niet-verenigbare materialen een bepaald risico veroorzaken. Indien deze aanduiding wordt gebruikt, moet een toelichting op de nietverenigbare materialen worden toegevoegd als aanvullende informatie.
beschermende handschoenen en oog/gelaatsbescherming specificeren.
Sterk aanbevolen
Optioneel indien P220 al is toegekend
120
Verwijdering regelgeving.
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLP-verordening
7.3.2.16 Bijtend voor metalen Gevarencategorie
Signaalwoord
Gevarenaanduiding
1
Waarschuwing
H290 Kan bijtend zijn voor metalen
Veiligheidsaanbevelingen Preventie P234 Uitsluitend in de verpakking bewaren.
oorspronkelijke
Aanbevolen voor het grote publiek Optioneel voor industriële/ beroepsmatige gebruikers
Reactie
Opslag
P390
P406
Gelekte/gemorste stof opnemen om materiële schade te vermijden.
In corrosiebestendige/… houder met corrosiebestendige binnenbekleding bewaren.
Aanbevolen
… Andere stoffen waarmee contact vermeden dient te worden door fabrikant/leverancier te specificeren.
Aanbevolen voor vermelding op het veiligheidsinformatieblad
Optioneel Niet gebruiken als P234 al is toegekend
121
Verwijdering
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLP-verordening
7.3.3 Specifieke veiligheidsaanbevelingen voor gezondheidsgevaren 7.3.3.1 Acute toxiciteit – oraal Gevarencategorie
Signaalwoord
Gevarenaanduiding
1
Gevaar
H300 Dodelijk bij inslikken
2
Gevaar
H300 Dodelijk bij inslikken
3
Gevaar
H301 Giftig bij inslikken Veiligheidsaanbevelingen
Preventie
Reactie
Opslag
P264
P301 + P310
Na het werken met dit product … grondig wassen.
NA INSLIKKEN: onmiddellijk VERGIFTIGINGENCENTRUM of arts raadplegen.
Na behandeling te wassen lichaamsdelen door fabrikant/leverancier te specificeren. Sterk aanbevolen voor het grote publiek Aanbevolen voor industriële/ beroepsmatige gebruikers tenzij P280 al is toegekend P270 Niet eten, drinken of roken tijdens het gebruik van dit product. Sterk aanbevolen voor het grote publiek voor de categorieën 1 en 2
een een
Sterk aanbevolen P321 Specifieke behandeling vereist (zie … op dit etiket). … Verwijzen naar eerstehulpmaatregel.
aanvullende
- indien onmiddellijk een antidotum moet worden toegediend. Uitsluitend sterk aanbevolen in uitzonderlijke gevallen waarin specifieke behandeling, inclusief de toediening van een antidotum,
122
Verwijdering
P405
P501
Achter slot bewaren.
Inhoud/verpakking naar …
Sterk aanbevolen voor het grote publiek Optioneel voor industriële/ beroepsmatige gebruikers tenzij andere overwegingen vermelding noodzakelijk maken
afvoeren
… overeenkomstig de plaatselijke/ regionale/nationale/internationale voorschriften (specificeren). Sterk aanbevolen voor het grote publiek als de stof/het mengsel onder de wetgeving inzake gevaarlijk afval valt. Het is aanbevolen de locatie van verwijdering te specificeren, maar een verwijzing naar de toepasselijke wetgeving is niet nodig. Aanbevolen voor industriële/beroepsmatige
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLP-verordening
Veiligheidsaanbevelingen Preventie Aanbevolen voor het grote publiek voor categorie 3 Optioneel voor industriële/ beroepsmatige gebruikers Aanbevolen voor vermelding op het veiligheidsinformatieblad
Reactie
Opslag
dringend vereist is P330 De mond spoelen. Sterk aanbevolen voor het grote publiek voor de categorieën 1 en 2 tenzij P301+P330+P331 al is toegekend Aanbevolen voor het grote publiek voor categorie 3 tenzij P301+P330+P331 al is toegekend Aanbevolen voor industriële/ beroepsmatige gebruikers voor de categorieën 1 en 2 tenzij P301+P330+P331 al is toegekend Optioneel voor industriële/ beroepsmatige gebruikers voor categorie 3
123
Verwijdering gebruikers als er specifieke verwijderingseisen gelden buiten de normale verwachting voor de verwijdering van chemische stoffen. Het is aanbevolen de locatie van verwijdering te specificeren, maar een verwijzing naar de toepasselijke wetgeving is niet nodig.
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLP-verordening
7.3.3.1 Acute toxiciteit – oraal Gevarencategorie
Signaalwoord
Gevarenaanduiding
4
Waarschuwing
H302 Schadelijk bij inslikken Veiligheidsaanbevelingen
Preventie
Reactie
Opslag
Verwijdering
P264
P301 + P312
P501
Na het werken met dit product … grondig wassen.
NA INSLIKKEN: bij onwel voelen een VERGIFTIGINGENCENTRUM of een arts raadplegen.
Inhoud/verpakking afvoeren naar …
Na behandeling te wassen lichaamsdelen door fabrikant/leverancier te specificeren. Aanbevolen voor het grote publiek Optioneel voor industriële/ beroepsmatige gebruikers
Optioneel
… overeenkomstig de plaatselijke/ regionale/nationale/internationale voorschriften (specificeren). Sterk aanbevolen voor het grote publiek als de stof/het mengsel onder de wetgeving inzake gevaarlijk afval valt. Het is aanbevolen de locatie van verwijdering te specificeren, maar een verwijzing naar de toepasselijke wetgeving is niet nodig.
P330 De mond spoelen. Optioneel
P270 Niet eten, drinken of roken tijdens het gebruik van dit product.
Aanbevolen voor industriële/beroepsmatige gebruikers als er specifieke verwijderingseisen gelden buiten de normale verwachting voor de verwijdering van chemische stoffen. Het is aanbevolen de locatie van verwijdering te specificeren, maar een verwijzing naar de toepasselijke wetgeving is niet nodig.
Aanbevolen voor het grote publiek Optioneel voor industriële/ beroepsmatige gebruikers Aanbevolen voor vermelding op het veiligheidsinformatieblad
124
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLP-verordening
7.3.3.1 Acute toxiciteit – dermaal Gevarencategorie
Signaalwoord
Gevarenaanduiding
1
Gevaar
H310 Dodelijk bij contact met de huid
2
Gevaar
H310 Dodelijk bij contact met de huid Veiligheidsaanbevelingen
Preventie
Reactie
Opslag
Verwijdering
P262
P302 + P350
P405
P501
Mag niet in de ogen, op de huid of op de kleding komen.
BIJ CONTACT MET DE HUID: voorzichtig wassen met veel water en zeep.
Achter slot bewaren.
Inhoud/verpakking afvoeren naar …
Sterk aanbevolen tenzij P280 al is toegekend P264
Aanbevolen voor het grote publiek
Na het werken met dit product … grondig wassen.
Aanbevolen voor vermelding op het veiligheidsinformatieblad
Na behandeling te wassen lichaamsdelen door fabrikant/leverancier te specificeren.
P310
Sterk aanbevolen voor het grote publiek Sterk aanbevolen voor industriële/ beroepsmatige gebruikers tenzij P280 al is toegekend P270 Niet eten, drinken of roken tijdens het gebruik van dit product. Sterk aanbevolen voor het grote publiek
Onmiddellijk een VERGIFTIGINGENCENTRUM of een arts raadplegen. Sterk aanbevolen, in combinatie met P302+P350 P322 Specifieke maatregelen vereist (zie … op dit etiket). …
Verwijzen
naar
Optioneel voor industriële/beroepsmatige
125
aanvullende
Sterk aanbevolen voor het grote publiek Optioneel voor industriële/ beroepsmatige gebruikers tenzij andere overwegingen vermelding noodzakelijk maken
… overeenkomstig de plaatselijke/ regionale/nationale/internationale voorschriften (specificeren). Sterk aanbevolen voor het grote publiek als de stof/het mengsel onder de wetgeving inzake gevaarlijk afval valt. Het is aanbevolen de locatie van verwijdering te specificeren, maar een verwijzing naar de toepasselijke wetgeving is niet nodig. Aanbevolen voor vermelding op het veiligheidsinformatieblad als er specifieke verwijderingseisen gelden buiten de normale verwachting voor de verwijdering van chemische stoffen. Specificeer de toepasselijke
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLP-verordening
eerstehulpmaatregel.
gebruikers. Aanbevolen voor vermelding op het veiligheidsinformatieblad P280 Beschermende handschoenen/beschermende kleding/oogbescherming/gelaatsbescherming dragen. Soort bescherming door fabrikant/leverancier te specificeren. beschermende specificeren. Sterk aanbevolen
handschoenen/kleding
regelgeving.
indien aangeraden wordt onmiddellijk maatregelen te nemen, bijvoorbeeld een specifiek reinigingsmiddel te gebruiken. Uitsluitend sterk aanbevolen in uitzonderlijke gevallen waarin specifieke maatregelen dringend vereist zijn P361 Verontreinigde onmiddellijk uittrekken.
kleding
Sterk aanbevolen, tenzij P280 al is toegekend P363 Verontreinigde kleding wassen alvorens deze opnieuw te gebruiken. Aanbevolen
126
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLP-verordening
7.3.3.1 Acute toxiciteit – dermaal Gevarencategorie
Signaalwoord
Gevarenaanduiding
3
Gevaar
H311 Giftig bij contact met de huid Veiligheidsaanbevelingen
Preventie
Reactie
Opslag
Verwijdering
P280
P302 + P352
P405
P501
Beschermende handschoenen/ beschermende kleding/ oogbescherming/gelaatsbescherming dragen.
BIJ CONTACT MET DE HUID: met veel water en zeep wassen.
Achter slot bewaren.
Inhoud/verpakking afvoeren naar …
Soort bescherming fabrikant/leverancier te specificeren. - beschermende specificeren.
door
handschoenen/kleding
Sterk aanbevolen
Aanbevolen voor het grote publiek Aanbevolen voor vermelding op het veiligheidsinformatieblad P312 Bij onwel voelen een VERGIFTIGINGENCENTRUM of een arts raadplegen. Aanbevolen tenzij P310, P311 of P313 al is toegekend P322 Specifieke maatregelen vereist (zie … op dit etiket). … Verwijzen eerstehulpmaatregel.
naar
aanvullende
- indien aangeraden wordt maatregelen te nemen, bijvoorbeeld een specifiek reinigingsmiddel te gebruiken.
127
Sterk aanbevolen voor het grote publiek Optioneel voor industriële/ beroepsmatige gebruikers tenzij andere overwegingen vermelding noodzakelijk maken
… overeenkomstig de plaatselijke/ regionale/nationale/internationale voorschriften (specificeren). Sterk aanbevolen voor het grote publiek als de stof/het mengsel onder de wetgeving inzake gevaarlijk afval valt. Het is aanbevolen de locatie van verwijdering te specificeren, maar een verwijzing naar de toepasselijke wetgeving is niet nodig. Aanbevolen voor industriële/beroepsmatige gebruikers als er specifieke verwijderingseisen gelden buiten de normale verwachting voor de verwijdering van chemische stoffen. Het is aanbevolen de locatie van verwijdering te specificeren, maar een verwijzing
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLP-verordening
Uitsluitend sterk aanbevolen in uitzonderlijke gevallen waarin specifieke maatregelen vereist zijn P361 Verontreinigde uittrekken.
kleding
onmiddellijk
Sterk aanbevolen, tenzij P280 al is toegekend P363 Verontreinigde kleding wassen alvorens deze opnieuw te gebruiken. Optioneel
128
naar de toepasselijke wetgeving is niet nodig.
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLP-verordening
7.3.3.1 Acute toxiciteit – dermaal Gevarencategorie
Signaalwoord
Gevarenaanduiding
4
Waarschuwing
H312 Schadelijk bij contact met de huid Veiligheidsaanbevelingen
Preventie
Reactie
Opslag
Verwijdering
P280
P302 + P352
P501
Beschermende handschoenen/ beschermende kleding/ oogbescherming/gelaatsbescherming dragen.
BIJ CONTACT MET DE HUID: met veel water en zeep wassen.
Inhoud/verpakking afvoeren naar …
Soort bescherming door fabrikant/leverancier te specificeren. - beschermende handschoenen/kleding specificeren. Aanbevolen
Optioneel P312 Bij onwel voelen VERGIFTIGINGENCENTRUM of raadplegen.
een
een arts
Aanbevolen tenzij P310, P311 of P313 al is toegekend P322 Specifieke maatregelen vereist (zie … op dit etiket). … Verwijzen eerstehulpmaatregel.
naar
aanvullende
- indien aangeraden wordt maatregelen te nemen, bijvoorbeeld een specifiek reinigingsmiddel te gebruiken. Uitsluitend sterk aanbevolen in uitzonderlijke gevallen waarin specifieke maatregelen vereist
129
… overeenkomstig de plaatselijke/ regionale/nationale/internationale voorschriften (specificeren). Sterk aanbevolen voor het grote publiek als de stof/het mengsel onder de wetgeving inzake gevaarlijk afval valt. Het is aanbevolen de locatie van verwijdering te specificeren, maar een verwijzing naar de toepasselijke wetgeving is niet nodig. Aanbevolen voor industriële/beroepsmatige gebruikers als er specifieke verwijderingseisen gelden buiten de normale verwachting voor de verwijdering van chemische stoffen. Het is aanbevolen de locatie van verwijdering te specificeren, maar een verwijzing naar de toepasselijke wetgeving is niet nodig.
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLP-verordening
zijn P363 Verontreinigde kleding wassen alvorens deze opnieuw te gebruiken. Optioneel
130
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLP-verordening
7.3.3.1 Acute toxiciteit – Inhalatie Gevarencategorie
Signaalwoord
Gevarenaanduiding
1
Gevaar
H330 Dodelijk bij inademing
2
Gevaar
H330 Dodelijk bij inademing Veiligheidsaanbevelingen
Preventie
Reactie
P260 Stof/rook/gas/nevel/damp/spuitnevel inademen.
niet
Toepasselijke voorwaarden fabrikant/leverancier te specificeren.
door
Sterk aanbevolen indien de stof/het mengsel zeer vluchtig of gasvormig is of wanneer blootstelling via inhalatie mogelijk is, bijv. door verneveling of stofdeeltjes die kunnen worden ingeademd P271 Alleen buiten of in een goed geventileerde ruimte gebruiken. Sterk aanbevolen voor het grote publiek Optioneel voor industriële/beroepsmatige gebruikers
Opslag
Verwijdering
P304 + P340
P403 + P233
P501
NA INADEMING: het slachtoffer in de frisse lucht brengen en laten rusten in een houding die het ademen vergemakkelijkt.
Op een goed geventileerde plaats bewaren. In goed gesloten verpakking bewaren.
Inhoud/verpakking naar …
Sterk aanbevolen P310 Onmiddellijk een VERGIFTIGINGENCENTRUM of een arts raadplegen. Sterk aanbevolen, in combinatie met P304+P340
- indien door de vluchtigheid van het product een gevaarlijke atmosfeer kan ontstaan. Sterk aanbevolen indien blootstelling via inhalatie mogelijk is, tenzij P404 al is toegekend P405 Achter slot bewaren.
P320 Specifieke behandeling dringend vereist (zie … op dit etiket).
P284
… Verwijzen naar eerstehulpmaatregel.
aanvullende
Adembescherming dragen.
- indien onmiddellijk een antidotum
131
Sterk aanbevolen voor het grote publiek Optioneel voor industriële/ beroepsmatige gebruikers tenzij andere overwegingen vermelding noodzakelijk maken
afvoeren
… overeenkomstig de plaatselijke/ regionale/nationale/internationale voorschriften (specificeren). Sterk aanbevolen voor het grote publiek als de stof/het mengsel onder de wetgeving inzake gevaarlijk afval valt. Het is aanbevolen de locatie van verwijdering te specificeren, maar een verwijzing naar de toepasselijke wetgeving is niet nodig. Aanbevolen voor industriële/beroepsmatige gebruikers als er specifieke verwijderingseisen gelden buiten de normale
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLP-verordening
Bescherming specificeren.
door
fabrikant/leverancier
te
Aanbevolen indien de stof/het mengsel zeer vluchtig of gasvormig is of wanneer blootstelling via inhalatie mogelijk is, bijv. door verneveling of stofdeeltjes die kunnen worden ingeademd
moet worden toegediend. Uitsluitend sterk aanbevolen in uitzonderlijke gevallen waarin specifieke behandeling, inclusief de toediening van een antidotum, dringend vereist is
132
verwachting voor de verwijdering van chemische stoffen. Het is aanbevolen de locatie van verwijdering te specificeren, maar een verwijzing naar de toepasselijke wetgeving is niet nodig.
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLP-verordening
7.3.3.1 Acute toxiciteit – Inhalatie Gevarencategorie
Signaalwoord
Gevarenaanduiding
3
Gevaar
H331 Giftig bij inademing Veiligheidsaanbevelingen
Preventie
Reactie
Opslag
Verwijdering
P261
P304 + P340
P403 + P233
P501
Inademing van stof/rook/gas/nevel/ damp/spuitnevel vermijden.
NA INADEMING: het slachtoffer in de frisse lucht brengen en laten rusten in een houding die het ademen vergemakkelijkt.
Op een goed geventileerde plaats bewaren. In goed gesloten verpakking bewaren.
Inhoud/verpakking afvoeren naar …
Aanbevolen
- indien door de vluchtigheid van het product een gevaarlijke atmosfeer kan ontstaan.
Toepasselijke voorwaarden door fabrikant/leverancier te specificeren. Sterk aanbevolen indien de stof/het mengsel zeer vluchtig of gasvormig is of wanneer blootstelling via inhalatie mogelijk is, bijv. door verneveling of stofdeeltjes die kunnen worden ingeademd, tenzij P260 al is toegekend P271 Alleen buiten of in een goed geventileerde ruimte gebruiken. Sterk aanbevolen voor het grote publiek Optioneel voor industriële/ beroepsmatige gebruikers
P311
Aanbevolen, in combinatie met P304+P340
Sterk aanbevolen indien blootstelling via inhalatie mogelijk is, tenzij P404 al is toegekend
P321
P405
Specifieke behandeling vereist (zie … op dit etiket).
Achter slot bewaren.
Een VERGIFTIGINGENCENTRUM of een arts raadplegen.
… Verwijzen eerstehulpmaatregel.
naar
aanvullende
- indien onmiddellijk specifieke maatregelen moeten worden genomen. Uitsluitend sterk aanbevolen in uitzonderlijke gevallen waarin specifieke behandeling, inclusief de toediening van
133
Sterk aanbevolen voor het grote publiek Optioneel voor industriële/ beroepsmatige gebruikers tenzij andere overwegingen vermelding noodzakelijk maken
… overeenkomstig de plaatselijke/ regionale/nationale/internationale voorschriften (specificeren). Sterk aanbevolen voor het grote publiek als de stof/het mengsel onder de wetgeving inzake gevaarlijk afval valt. Het is aanbevolen de locatie van verwijdering te specificeren, maar een verwijzing naar de toepasselijke wetgeving is niet nodig. Aanbevolen voor industriële/beroepsmatige gebruikers als er specifieke verwijderingseisen gelden buiten de normale verwachting voor de verwijdering van chemische stoffen. Het is aanbevolen de locatie van verwijdering te specificeren, maar een verwijzing
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLP-verordening
een antidotum, dringend vereist is
134
naar de toepasselijke wetgeving is niet nodig.
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLP-verordening
7.3.3.1 Acute toxiciteit – Inhalatie Gevarencategorie
Signaalwoord
Gevarenaanduiding
4
Waarschuwing
H332 Schadelijk bij inademing
Veiligheidsaanbevelingen Preventie
Reactie
Opslag
P261
P304 + P340
Inademing van stof/rook/gas/nevel/ damp/spuitnevel vermijden.
NA INADEMING: het slachtoffer in de frisse lucht brengen en laten rusten in een houding die het ademen vergemakkelijkt.
Toepasselijke voorwaarden fabrikant/leverancier te specificeren.
door
Sterk aanbevolen indien de stof/het mengsel zeer vluchtig of gasvormig is of wanneer blootstelling via inhalatie mogelijk is, bijv. door verneveling of stofdeeltjes die kunnen worden ingeademd, tenzij P260 al is toegekend
P312 Bij onwel voelen een VERGIFTIGINGENCENTRUM of een arts raadplegen. Aanbevolen, tenzij P310, P311 of P313 al is toegekend
P271 Alleen buiten of in een geventileerde ruimte gebruiken.
Optioneel
goed
Sterk aanbevolen voor het grote publiek Optioneel voor industriële/beroepsmatige gebruikers
135
Verwijdering
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLP-verordening
7.3.3.2 Stoffen of mengsels die bijtend of irriterend zijn voor de huid Gevarencategorie
Signaalwoord
Gevarenaanduiding
1A, 1B, 1C
Gevaar
H314 Veroorzaakt ernstige brandwonden en oogletsel
Veiligheidsaanbevelingen Preventie
Reactie
Opslag
Verwijdering
P260
P301 + P330 + P331
P405
P501
Stof/rook/gas/nevel/damp/spuitnevel niet inademen.
NA INSLIKKEN: de mond spoelen — GEEN braken opwekken.
Achter slot bewaren.
Inhoud/verpakking afvoeren naar …
Toepasselijke voorwaarden door fabrikant/leverancier te specificeren.
Sterk aanbevolen voor het grote publiek, op voorwaarde dat een medische deskundige heeft aangegeven dat dit de juiste handelswijze is
- vermelden: stof of nevel niet inademen. - indien bij het gebruik stofdeeltjes of nevels kunnen worden ingeademd. Sterk aanbevolen indien de stof/het mengsel zeer vluchtig of gasvormig is of wanneer blootstelling via inhalatie mogelijk is, bijv. door verneveling of stofdeeltjes die kunnen worden ingeademd
Aanbevolen voor industriële/ beroepsmatige gebruikers P303 + P361 + P353 BIJ CONTACT MET DE HUID (of het haar): verontreinigde kleding onmiddellijk uittrekken — huid met water afspoelen/afdouchen.
P264
Sterk aanbevolen
Na het werken met dit product … grondig wassen.
P363
Na behandeling te wassen lichaamsdelen door fabrikant/leverancier
Verontreinigde kleding wassen alvorens deze opnieuw te gebruiken. Aanbevolen voor het grote publiek
136
Sterk aanbevolen voor het grote publiek Optioneel voor industriële/ beroepsmatige gebruikers tenzij andere overwegingen vermelding noodzakelijk maken
… overeenkomstig de plaatselijke/ regionale/nationale/internationale voorschriften (specificeren). Sterk aanbevolen voor het grote publiek als de stof/het mengsel onder de wetgeving inzake gevaarlijk afval valt. Het is aanbevolen de locatie van verwijdering te specificeren, maar een verwijzing naar de toepasselijke wetgeving is niet nodig. Aanbevolen voor industriële/beroepsmatige gebruikers als er specifieke verwijderingseisen gelden buiten de normale verwachting voor de verwijdering van chemische stoffen. Het is
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLP-verordening
Veiligheidsaanbevelingen Preventie te specificeren. Sterk aanbevolen voor het grote publiek, tenzij P280 al is toegekend Sterk aanbevolen voor industriële/ beroepsmatige gebruikers, tenzij P280 al is toegekend P280 Beschermende handschoenen/beschermende kleding/oogbescherming/ gelaatsbescherming dragen. Soort bescherming door fabrikant/leverancier te specificeren. - beschermende handschoenen/kleding en oog-/gelaatsbescherming specificeren. Sterk aanbevolen
Reactie
Opslag
Aanbevolen voor vermelding op het veiligheidsinformatieblad P304 + P340 NA INADEMING: het slachtoffer in de frisse lucht brengen en laten rusten in een houding die het ademen vergemakkelijkt. Optioneel P310 Onmiddellijk een VERGIFTIGINGENCENTRUM of een arts raadplegen. Sterk aanbevolen, in combinatie met P303+P361+P353, P305+P351+P338 of P301+P330+P331 P321 Specifieke behandeling vereist (zie … op dit etiket). … Verwijzen eerstehulpmaatregel.
naar
aanvullende
- fabrikant/leverancier kan zo nodig een reinigingsmiddel specificeren Uitsluitend sterk aanbevolen in uitzonderlijke gevallen waarin specifieke behandeling, inclusief de toediening van
137
Verwijdering aanbevolen de locatie van verwijdering te specificeren, maar een verwijzing naar de toepasselijke wetgeving is niet nodig.
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLP-verordening
Veiligheidsaanbevelingen Preventie
Reactie
Opslag
een antidotum, dringend vereist is P305 + P351 + P338 BIJ CONTACT MET DE OGEN: voorzichtig afspoelen met water gedurende een aantal minuten; contactlenzen verwijderen, indien mogelijk; blijven spoelen. Sterk aanbevolen
138
Verwijdering
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLP-verordening
7.3.3.2 Stoffen of mengsels die bijtend of irriterend zijn voor de huid Gevarencategorie
Signaalwoord
Gevarenaanduiding
2
Waarschuwing
H315 Veroorzaakt huidirritatie Veiligheidsaanbevelingen
Preventie
Reactie
P264
P302 + P352
Na het werken met dit product … grondig wassen.
BIJ CONTACT MET DE HUID: met veel water en zeep wassen.
Na behandeling te wassen lichaamsdelen door fabrikant/leverancier te specificeren. Optioneel
P321 … Verwijzen naar aanvullende eerstehulpmaatregel.
Beschermende handschoenen/ beschermende kleding/ oogbescherming/gelaatsbescherming dragen. Soort bescherming door fabrikant/leverancier te specificeren.
Aanbevolen
Aanbevolen voor vermelding op het veiligheidsinformatieblad
Specifieke behandeling vereist (zie … op dit etiket).
P280
beschermende specificeren.
Optioneel voor het grote publiek
handschoenen
- fabrikant/leverancier kan zo nodig een reinigingsmiddel specificeren Uitsluitend sterk aanbevolen in uitzonderlijke gevallen waarin specifieke behandeling, inclusief de toediening van een antidotum, dringend vereist is P332 + P313 Bij huidirritatie: een arts raadplegen. Optioneel P362 Verontreinigde kleding uittrekken en wassen alvorens deze opnieuw te gebruiken. Optioneel Aanbevolen voor vermelding op het veiligheidsinformatieblad
139
Opslag
Verwijdering
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLP-verordening
7.3.3.3 Oogletsel/oogirritatie Gevarencategorie
Signaalwoord
Gevarenaanduiding
1
Gevaar
H318 Veroorzaakt ernstig oogletsel
Veiligheidsaanbevelingen Preventie
Reactie
Opslag
P280
P305 + P351 + P338
Beschermende handschoenen/ beschermende kleding/ oogbescherming/gelaatsbescherming dragen.
BIJ CONTACT MET DE OGEN: voorzichtig afspoelen met water gedurende een aantal minuten; contactlenzen verwijderen, indien mogelijk; blijven spoelen.
Soort bescherming fabrikant/leverancier te specificeren.
door
- oog-/gelaatsbescherming specificeren. Sterk aanbevolen
Sterk aanbevolen P310 Onmiddellijk een VERGIFTIGINGENCENTRUM of een arts raadplegen. Sterk aanbevolen, in combinatie met P305+P351+P338
140
Verwijdering
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLP-verordening
7.3.3.3 Oogletsel/oogirritatie Gevarencategorie
Signaalwoord
Gevarenaanduiding
2
Waarschuwing
H319 Veroorzaakt ernstige oogirritatie
Veiligheidsaanbevelingen Preventie
Reactie
Opslag
P280
P305 + P351 + P338
Beschermende handschoenen/ beschermende kleding/ oogbescherming/gelaatsbescherming dragen.
BIJ CONTACT MET DE OGEN: voorzichtig afspoelen met water gedurende een aantal minuten; contactlenzen verwijderen, indien mogelijk; blijven spoelen.
Soort bescherming fabrikant/leverancier te specificeren.
door
- oog-/gelaatsbescherming specificeren. Aanbevolen P264 Na het werken met dit product … grondig wassen. Na behandeling te wassen lichaamsdelen door fabrikant/leverancier te specificeren.
Aanbevolen voor het grote publiek Aanbevolen voor vermelding op het veiligheidsinformatieblad P337 + P313 Bij aanhoudende oogirritatie: een arts raadplegen. Aanbevolen
Optioneel
141
Verwijdering
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLP-verordening
7.3.3.4 Sensibilisering – luchtwegen Gevarencategorie 15
Signaalwoord
Gevarenaanduiding
1, 1A, 1B
Gevaar
H334
Kan bij inademing allergie- of astmasymptomen ademhalingsmoeilijkheden veroorzaken
of
Veiligheidsaanbevelingen Preventie
Reactie
Opslag
Verwijdering
P261
P304 + P341
P501
Inademing van stof/rook/gas/nevel/damp/spuitnevel vermijden.
NA INADEMING: het slachtoffer bij ademhalingsmoeilijkheden in de frisse lucht brengen en laten rusten in een houding die het ademen vergemakkelijkt.
Inhoud/verpakking afvoeren naar …
Toepasselijke voorwaarden door fabrikant/leverancier te specificeren. Sterk aanbevolen, tenzij P260 al is toegekend, indien de stof/het mengsel zeer vluchtig of gasvormig is of er een reële kans op inademing is, bijv. door verneveling of stofdeeltjes die kunnen worden ingeademd P285 Bij ontoereikende ventilatie adembescherming dragen.
een
geschikte
Bescherming door fabrikant/leverancier te specificeren.
Sterk aanbevolen, tenzij P304+P340 al is toegekend P342 + P311 Bij ademhalingssymptomen: een VERGIFTIGINGENCENTRUM of een arts raadplegen. Sterk aanbevolen, in combinatie met P304+P341
Sterk aanbevolen, tenzij P284 al is toegekend, indien de stof/het mengsel zeer vluchtig of gasvormig is of
15
… overeenkomstig de plaatselijke/ regionale/nationale/internationale voorschriften (specificeren). Sterk aanbevolen voor het grote publiek als de stof/het mengsel onder de wetgeving inzake gevaarlijk afval valt. Het is aanbevolen de locatie van verwijdering te specificeren, maar een verwijzing naar de toepasselijke wetgeving is niet nodig. Aanbevolen voor industriële/beroepsmatige gebruikers als er specifieke verwijderingseisen gelden buiten de normale verwachting voor de verwijdering van chemische stoffen. Het is aanbevolen de locatie van verwijdering te specificeren, maar een verwijzing naar de
Met de inwerkingtreding van de tweede ATP van de CLP-verordening is voorzien dat de indeling in de categorieën 1A en 1B wettelijk bindend wordt op 1 december 2012 voor stoffen en op 1 juni 2015 voor mengsels.
142
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLP-verordening
er een reële kans op inademing is, bijv. door verneveling of stofdeeltjes die kunnen worden ingeademd
toepasselijke wetgeving is niet nodig.
143
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLP-verordening
7.3.3.4 Sensibilisering – huid Gevarencategorie 16
Signaalwoord
Gevarenaanduiding
1, 1A, 1B
Waarschuwing
H317 Kan een allergische huidreactie veroorzaken
Veiligheidsaanbevelingen Preventie
Reactie
Opslag
Verwijdering
P261
P302 + P352
P501
Inademing van stof/rook/gas/nevel/ damp/spuitnevel vermijden.
BIJ CONTACT MET DE HUID: met veel water en zeep wassen.
Inhoud/verpakking afvoeren naar …
Toepasselijke voorwaarden fabrikant/leverancier te specificeren.
Aanbevolen voor het grote publiek
door
Sterk aanbevolen indien de stof/het mengsel zeer vluchtig of gasvormig is of wanneer blootstelling via inhalatie mogelijk is, bijv. door verneveling of stofdeeltjes die kunnen worden ingeademd, tenzij P260 al is toegekend P272 Verontreinigde werkkleding werkruimte niet verlaten.
P333 + P313 Bij huidirritatie raadplegen.
of
uitslag:
een
arts
Aanbevolen P321
mag
Niet te gebruiken voor het grote publiek Optioneel voor industriële/beroepsmatige
16
Aanbevolen voor vermelding op het veiligheidsinformatieblad
de
Specifieke behandeling vereist (zie … op dit etiket). … Verwijzen eerstehulpmaatregel.
naar
aanvullende
… overeenkomstig de plaatselijke/ regionale/nationale/internationale voorschriften (specificeren). Sterk aanbevolen voor het grote publiek als de stof/het mengsel onder de wetgeving inzake gevaarlijk afval valt. Het is aanbevolen de locatie van verwijdering te specificeren, maar een verwijzing naar de toepasselijke wetgeving is niet nodig. Aanbevolen voor industriële/beroepsmatige gebruikers als er specifieke verwijderingseisen gelden buiten de normale verwachting voor de
De indeling in de categorieën 1A en 1B wordt wettelijk bindend op 1 december 2012 voor stoffen en op 1 juni 2015 voor mengsels.
144
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLP-verordening
gebruikers P280 Beschermende handschoenen/beschermende kleding/oogbescherming/gelaatsbescherming dragen. Soort bescherming door fabrikant/leverancier te specificeren. -
beschermende handschoenen specificeren.
Sterk aanbevolen
- fabrikant/leverancier kan zo nodig een reinigingsmiddel specificeren Uitsluitend sterk aanbevolen in uitzonderlijke gevallen waarin specifieke behandeling, inclusief de toediening van een antidotum, dringend vereist is P363 Verontreinigde kleding wassen alvorens deze opnieuw te gebruiken. Aanbevolen
145
verwijdering van chemische stoffen. Het is aanbevolen de locatie van verwijdering te specificeren, maar een verwijzing naar de toepasselijke wetgeving is niet nodig.
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLP-verordening
7.3.3.5 Mutageniteit in geslachtscellen Gevarencategorie
Signaalwoord
Gevarenaanduiding
1A en 1B
Gevaar
H340
Kan genetische schade veroorzaken (blootstellingsroute vermelden indien overtuigend bewezen is dat het gevaar bij andere blootstellingsroutes niet aanwezig is)
2
Waarschuwing
H341
Verdacht van het veroorzaken van genetische schade (blootstellingsroute vermelden indien overtuigend bewezen is dat het gevaar bij andere blootstellingsroutes niet aanwezig is)
Veiligheidsaanbevelingen Preventie
Reactie
P201 Vóór gebruik raadplegen.
speciale
aanwijzingen
Sterk aanbevolen voor categorie 1A en 1B Aanbevolen voor categorie 2
Opslag
P308 + P313
P405
P501
NA (mogelijke) blootstelling: een arts raadplegen.
Achter slot bewaren.
Inhoud/verpakking afvoeren naar …
Sterk aanbevolen voor het grote publiek 17
… overeenkomstig de plaatselijke/ regionale/nationale/internationale voorschriften (specificeren).
Sterk aanbevolen voor categorie 1A en 1B Aanbevolen voor categorie 2
P202 Pas gebruiken nadat u veiligheidsvoorschriften gelezen begrepen heeft.
Verwijdering
alle en
Optioneel indien P201 al is toegekend
17
Optioneel voor industriële/ beroepsmatige gebruikers tenzij andere overwegingen vermelding noodzakelijk maken
Sterk aanbevolen voor het grote publiek als de stof/het mengsel onder de wetgeving inzake gevaarlijk afval valt. Het is aanbevolen de locatie van verwijdering te specificeren, maar een verwijzing naar de toepasselijke wetgeving is niet
Stoffen en mengsels die zijn vermeld in de aanhangsels 1-6 van bijlage XVII van Verordening (EG) nr. 1907/2006 (REACH) en waaraan het gevaar H340, H350 of H360 is toegekend, zijn beperkt tot industriële/beroepsmatige gebruikers en worden normaliter niet geleverd aan het grote publiek. (Zie de punten 28, 29 en 30 in bijlage XVII van REACH als gewijzigd door Verordening (EG) nr. 552/2009 van de Commissie.)
146
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLP-verordening
nodig. Aanbevolen voor industriële/beroepsmatige gebruikers als er specifieke verwijderingseisen gelden buiten de normale verwachting voor de verwijdering van chemische stoffen. Het is aanbevolen de locatie van verwijdering te specificeren, maar een verwijzing naar de toepasselijke wetgeving is niet nodig.
P281 De nodige persoonlijke beschermingsuitrusting gebruiken. Sterk aanbevolen bepaalde blootstellingsrisico´s of -routes af te dekken, ook als P280, P282, P283, P284 of P285 ook is toegekend
147
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLP-verordening
7.3.3.6 Kankerverwekkendheid Gevarencategorie
Signaalwoord
Gevarenaanduiding
1A en 1B
Gevaar
H350
Kan kanker veroorzaken (blootstellingsroute vermelden indien overtuigend bewezen is dat het gevaar bij andere blootstellingsroutes niet aanwezig is)
2
Waarschuwing
H351
Verdacht van het veroorzaken van kanker (blootstellingsroute vermelden indien overtuigend bewezen is dat het gevaar bij andere blootstellingsroutes niet aanwezig is)
Veiligheidsaanbevelingen Preventie
Reactie
P201 Vóór gebruik raadplegen.
speciale
aanwijzingen
Opslag
P308 + P313
P405
P501
NA (mogelijke) blootstelling: een arts raadplegen.
Achter slot bewaren.
Inhoud/verpakking afvoeren naar …
Sterk aanbevolen voor het grote publiek 18
… overeenkomstig de plaatselijke/ regionale/nationale/internationale voorschriften (specificeren).
Sterk aanbevolen voor categorie 1A en 1B
Sterk aanbevolen voor categorie 1A en 1B
Aanbevolen voor categorie 2
Aanbevolen voor categorie 2
P202 Pas gebruiken nadat u veiligheidsvoorschriften gelezen
Verwijdering
alle en
18
Optioneel voor industriële/ beroepsmatige gebruikers tenzij andere overwegingen vermelding noodzakelijk maken
Sterk aanbevolen voor het grote publiek als de stof/het mengsel onder de wetgeving inzake gevaarlijk afval valt. Het is aanbevolen de locatie van verwijdering te specificeren, maar een verwijzing naar de toepasselijke
Stoffen en mengsels die zijn vermeld in de aanhangsels 1-6 van bijlage XVII van Verordening (EG) nr. 1907/2006 (REACH) en waaraan het gevaar H340, H350 of H360 is toegekend, zijn beperkt tot industriële/beroepsmatige gebruikers en worden normaliter niet geleverd aan het grote publiek. (Zie de punten 28, 29 en 30 in bijlage XVII van REACH als gewijzigd door Verordening (EG) nr. 552/2009 van de Commissie.)
148
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLP-verordening
wetgeving is niet nodig.
begrepen heeft.
Aanbevolen voor industriële/beroepsmatige gebruikers als er specifieke verwijderingseisen gelden buiten de normale verwachting voor de verwijdering van chemische stoffen. Het is aanbevolen de locatie van verwijdering te specificeren, maar een verwijzing naar de toepasselijke wetgeving is niet nodig.
Optioneel indien P201 al is toegekend P281 De nodige persoonlijke beschermingsuitrusting gebruiken. Sterk aanbevolen bepaalde blootstellingsrisico´s of -routes af te dekken, ook als P280, P282, P283, P284 of P285 ook is toegekend
149
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLP-verordening
7.3.3.7 Voortplantingstoxiciteit Gevarencategorie
Signaalwoord
Gevarenaanduiding
1A en 1B
Gevaar
H360
Kan de vruchtbaarheid of het ongeboren kind schaden (specifiek effect vermelden als dit bekend is) (blootstellingsroute vermelden indien overtuigend bewezen is dat het gevaar bij andere blootstellingsroutes niet aanwezig is)
2
Waarschuwing
H361
Wordt ervan verdacht de vruchtbaarheid of het ongeboren kind te schaden (specifiek effect vermelden als dit bekend is) (blootstellingsroute vermelden indien overtuigend bewezen is dat het gevaar bij andere blootstellingsroutes niet aanwezig is)
Veiligheidsaanbevelingen Preventie
Reactie
P201 gebruik Vóór raadplegen.
speciale
aanwijzingen
Sterk aanbevolen voor categorie 1A en 1B Aanbevolen voor categorie 2
Opslag
P308 + P313
P405
P501
NA (mogelijke) blootstelling: een arts raadplegen.
Achter slot bewaren.
Inhoud/verpakking afvoeren naar …
Sterk aanbevolen voor het grote publiek 19
… overeenkomstig de plaatselijke/ regionale/nationale/internationale voorschriften (specificeren).
Sterk aanbevolen voor categorie 1A en 1B Aanbevolen voor categorie 2
P202 Pas
gebruiken
nadat
u
Verwijdering
alle
19
Optioneel voor industriële/ beroepsmatige gebruikers tenzij andere overwegingen vermelding
Sterk aanbevolen voor het grote publiek als de stof/het mengsel onder de wetgeving inzake gevaarlijk afval valt. Het is aanbevolen de locatie van
Stoffen en mengsels die zijn vermeld in de aanhangsels 1-6 van bijlage XVII van Verordening (EG) nr. 1907/2006 (REACH) en waaraan het gevaar H340, H350 of H360 is toegekend, zijn beperkt tot industriële/beroepsmatige gebruikers en worden normaliter niet geleverd aan het grote publiek. (Zie de punten 28, 29 en 30 in bijlage XVII van REACH als gewijzigd door Verordening (EG) nr. 552/2009 van de Commissie.)
150
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLP-verordening
veiligheidsvoorschriften begrepen heeft.
gelezen
noodzakelijk maken
en
Optioneel indien P201 al is toegekend
verwijdering te specificeren, maar een verwijzing naar de toepasselijke wetgeving is niet nodig. Aanbevolen voor industriële/beroepsmatige gebruikers als er specifieke verwijderingseisen gelden buiten de normale verwachting voor de verwijdering van chemische stoffen. Het is aanbevolen de locatie van verwijdering te specificeren, maar een verwijzing naar de toepasselijke wetgeving is niet nodig.
P281 De nodige persoonlijke beschermingsuitrusting gebruiken. Sterk aanbevolen bepaalde blootstellingsrisico´s of -routes af te dekken, ook als P280, P282, P283, P284 of P285 ook is toegekend
151
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLP-verordening
7.3.3.7 Voortplantingstoxiciteit Gevarencategorie
Signaalwoord
Gevarenaanduiding
Gevarencategorie voor effecten op of via lactatie
Geen signaalwoord
H362 Kan schadelijk zijn via de borstvoeding
Veiligheidsaanbevelingen Preventie
Reactie
Opslag
P308 + P313
P201 Vóór gebruik raadplegen.
speciale
aanwijzingen
NA (mogelijke) blootstelling: een arts raadplegen. Aanbevolen
Sterk aanbevolen P260 Stof/rook/gas/nevel/damp/spuitnevel niet inademen. Toepasselijke voorwaarden fabrikant/leverancier te specificeren.
door
- vermelden: stof of nevel niet inademen. - indien bij het gebruik stofdeeltjes of nevels kunnen worden ingeademd. Sterk aanbevolen indien de stof/het mengsel zeer vluchtig of gasvormig is of wanneer blootstelling via inhalatie mogelijk is, bijv. door verneveling of stofdeeltjes die kunnen worden ingeademd P263 Bij
zwangerschap
of
borstvoeding
152
Verwijdering
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLP-verordening
Veiligheidsaanbevelingen Preventie
Reactie
Opslag
aanraking vermijden. Sterk aanbevolen P264 Na het werken met dit product … grondig wassen. Na behandeling te wassen lichaamsdelen door fabrikant/leverancier te specificeren. Optioneel P270 Niet eten, drinken of roken tijdens het gebruik van dit product. Aanbevolen voor het grote publiek Optioneel voor industriële/ beroepsmatige gebruikers Aanbevolen voor vermelding op het veiligheidsinformatieblad
153
Verwijdering
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLP-verordening
7.3.3.8 Specifieke doelorgaantoxiciteit (eenmalige blootstelling) Gevarencategorie
Signaalwoord
Gevarenaanduiding
1
Gevaar
H370
Veroorzaakt schade aan organen (of alle betrokken organen vermelden indien bekend) (blootstellingsroute vermelden indien overtuigend bewezen is dat het gevaar bij andere blootstellingsroutes niet aanwezig is).
Veiligheidsaanbevelingen Preventie
Reactie
Opslag
Verwijdering
P260
P307 + P311
P405
P501
Stof/rook/gas/nevel/damp/spuitnevel niet inademen.
NA blootstelling: een VERGIFTIGINGENCENTRUM of een arts raadplegen.
Achter slot bewaren.
Inhoud/verpakking afvoeren naar …
Sterk aanbevolen voor het grote publiek
… overeenkomstig de plaatselijke/ regionale/nationale/internationale voorschriften (specificeren).
Toepasselijke voorwaarden fabrikant/leverancier te specificeren.
door
Sterk aanbevolen indien de stof/het mengsel zeer vluchtig of gasvormig is of wanneer blootstelling via inhalatie mogelijk is, bijv. door verneveling of stofdeeltjes die kunnen worden ingeademd P264 Na het werken met dit product … grondig wassen. Na behandeling te wassen lichaamsdelen door fabrikant/leverancier te specificeren. Optioneel P270
Sterk aanbevolen P321 P321 Specifieke behandeling vereist (zie … op dit etiket). … Verwijzen naar eerstehulpmaatregel.
aanvullende
indien onmiddellijk specifieke maatregelen moeten worden genomen. Uitsluitend sterk aanbevolen in uitzonderlijke gevallen waarin specifieke behandeling, inclusief de toediening van een antidotum,
154
Optioneel voor industriële/ beroepsmatige gebruikers tenzij andere overwegingen vermelding noodzakelijk maken
Sterk aanbevolen voor het grote publiek als de stof/het mengsel onder de wetgeving inzake gevaarlijk afval valt. Het is aanbevolen de locatie van verwijdering te specificeren, maar een verwijzing naar de toepasselijke wetgeving is niet nodig. Aanbevolen voor industriële/beroepsmatige gebruikers als er specifieke verwijderingseisen gelden buiten de normale verwachting voor de verwijdering van chemische stoffen. Het is aanbevolen de locatie van verwijdering te specificeren, maar een verwijzing naar de toepasselijke
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLP-verordening
Niet eten, drinken of roken tijdens het gebruik van dit product.
dringend vereist is
wetgeving is niet nodig.
Aanbevolen voor het grote publiek Optioneel voor industriële/ beroepsmatige gebruikers Aanbevolen voor vermelding op het veiligheidsinformatieblad
155
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLP-verordening
7.3.3.8 Specifieke doelorgaantoxiciteit (eenmalige blootstelling) Gevarencategorie
Signaalwoord
Gevarenaanduiding
2
Waarschuwing
H371
Kan schade aan organen (of alle betrokken organen vermelden indien bekend) veroorzaken (blootstellingsroute vermelden indien overtuigend bewezen is dat het gevaar bij andere blootstellingsroutes niet aanwezig is).
Veiligheidsaanbevelingen Preventie
Reactie
Opslag
Verwijdering
P260
P309 + P311
P405
P501
Stof/rook/gas/nevel/damp/spuitnevel niet inademen.
NA blootstelling of bij onwel voelen: een VERGIFTIGINGENCENTRUM of een arts raadplegen.
Achter slot bewaren.
Inhoud/verpakking afvoeren naar …
Sterk aanbevolen voor het grote publiek
… overeenkomstig de plaatselijke/ regionale/nationale/internationale voorschriften (specificeren).
Toepasselijke voorwaarden fabrikant/leverancier te specificeren.
door
Sterk aanbevolen indien de stof/het mengsel zeer vluchtig of gasvormig is of wanneer blootstelling via inhalatie mogelijk is, bijv. door verneveling of stofdeeltjes die kunnen worden ingeademd
Optioneel voor industriële/ beroepsmatige gebruikers tenzij andere overwegingen vermelding noodzakelijk maken
Aanbevolen
P264
Sterk aanbevolen voor het grote publiek als de stof/het mengsel onder de wetgeving inzake gevaarlijk afval valt. Het is aanbevolen de locatie van verwijdering te specificeren, maar een verwijzing naar de toepasselijke wetgeving is niet nodig. Aanbevolen voor industriële/beroepsmatige gebruikers als er specifieke verwijderingseisen gelden buiten de normale verwachting voor de verwijdering van chemische stoffen. Het is aanbevolen de locatie van verwijdering te specificeren, maar een verwijzing naar de toepasselijke
Na het werken met dit product … grondig wassen. Na behandeling te wassen lichaamsdelen door fabrikant/leverancier te specificeren. Optioneel P270
156
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLP-verordening
wetgeving is niet nodig.
Niet eten, drinken of roken tijdens het gebruik van dit product. Aanbevolen voor het grote publiek Optioneel voor industriële/ beroepsmatige gebruikers Aanbevolen voor vermelding op het veiligheidsinformatieblad
157
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLP-verordening
7.3.3.8 Specifieke doelorgaantoxiciteit (eenmalige blootstelling) Gevarencategorie
Signaalwoord
Gevarenaanduiding
3
Waarschuwing
H335 Kan irritatie van de luchtwegen veroorzaken; of H336 Kan slaperigheid of duizeligheid veroorzaken Veiligheidsaanbevelingen
Preventie
Reactie
Opslag
Verwijdering
P261
P304 + P340
P403 + P233
P501
Inademing van stof/rook/gas/nevel/ damp/spuitnevel vermijden.
NA INADEMING: het slachtoffer in de frisse lucht brengen en laten rusten in een houding die het ademen vergemakkelijkt.
Op een goed geventileerde plaats bewaren. In goed gesloten verpakking bewaren.
Inhoud/verpakking afvoeren naar …
Toepasselijke voorwaarden fabrikant/leverancier te specificeren.
door
Sterk aanbevolen indien de stof/het mengsel zeer vluchtig of gasvormig is of wanneer blootstelling via inhalatie mogelijk is, bijv. door verneveling of stofdeeltjes die kunnen worden ingeademd, tenzij P260 al is toegekend P271 Alleen buiten of in een geventileerde ruimte gebruiken.
goed
Optioneel P312 Bij onwel voelen een VERGIFTIGINGENCENTRUM of een arts raadplegen. Aanbevolen tenzij P310, P311 of P313 al is toegekend
- indien door de vluchtigheid van het product een gevaarlijke atmosfeer kan ontstaan. Sterk aanbevolen indien blootstelling via inhalatie mogelijk is, tenzij P404 al is toegekend P405 Achter slot bewaren. Sterk aanbevolen voor het grote publiek
Sterk aanbevolen voor het grote publiek
Optioneel voor industriële/ beroepsmatige gebruikers tenzij andere overwegingen vermelding noodzakelijk maken
Optioneel voor industriële/ beroepsmatige gebruikers
158
… overeenkomstig de plaatselijke/ regionale/nationale/internationale voorschriften (specificeren). Sterk aanbevolen voor het grote publiek als de stof/het mengsel onder de wetgeving inzake gevaarlijk afval valt. Het is aanbevolen de locatie van verwijdering te specificeren, maar een verwijzing naar de toepasselijke wetgeving is niet nodig. Aanbevolen voor industriële/beroepsmatige gebruikers als er specifieke verwijderingseisen gelden buiten de normale verwachting voor de verwijdering van chemische stoffen. Het is aanbevolen de locatie van verwijdering te specificeren, maar een verwijzing naar de toepasselijke wetgeving is niet nodig.
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLP-verordening
7.3.3.9 Specifieke doelorgaantoxiciteit (herhaalde blootstelling) Gevarencategorie
Signaalwoord
Gevarenaanduiding
1
Gevaar
H372
Veroorzaakt schade aan organen (of alle betrokken organen vermelden indien bekend) bij langdurige of herhaalde blootstelling (blootstellingsroute vermelden indien overtuigend bewezen is dat het gevaar bij andere blootstellingsroutes niet aanwezig is).
Veiligheidsaanbevelingen Preventie
Reactie
Opslag
P314
P260
Verwijdering P501
Stof/rook/gas/nevel/damp/spuitnevel inademen.
niet
Bij onwel raadplegen.
voelen
een
Toepasselijke voorwaarden fabrikant/leverancier te specificeren.
door
Aanbevolen tenzij P310, P311, P312 of P313 al is toegekend
arts
Inhoud/verpakking afvoeren naar … … overeenkomstig de plaatselijke/ regionale/nationale/internationale voorschriften (specificeren). Sterk aanbevolen voor het grote publiek als de stof/het mengsel onder de wetgeving inzake gevaarlijk afval valt. Het is aanbevolen de locatie van verwijdering te specificeren, maar een verwijzing naar de toepasselijke wetgeving is niet nodig.
Sterk aanbevolen indien de stof/het mengsel zeer vluchtig of gasvormig is of wanneer blootstelling via inhalatie mogelijk is, bijv. door verneveling of stofdeeltjes die kunnen worden ingeademd P264 Na het werken met dit product … grondig wassen.
Aanbevolen voor industriële/beroepsmatige gebruikers als er specifieke verwijderingseisen gelden buiten de normale verwachting voor de verwijdering van chemische stoffen. Het is aanbevolen de locatie van verwijdering te specificeren, maar een verwijzing naar de toepasselijke
Na behandeling te wassen lichaamsdelen door fabrikant/leverancier te specificeren. Optioneel P270
159
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLP-verordening
wetgeving is niet nodig.
Niet eten, drinken of roken tijdens het gebruik van dit product. Aanbevolen voor het grote publiek Optioneel voor industriële/ beroepsmatige gebruikers Aanbevolen voor vermelding op het veiligheidsinformatieblad
160
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLP-verordening
7.3.3.9 Specifieke doelorgaantoxiciteit (herhaalde blootstelling) Gevarencategorie
Signaalwoord
Gevarenaanduiding
2
Waarschuwing
H373
Kan schade aan organen (of alle betrokken organen vermelden indien bekend) veroorzaken bij langdurige of herhaalde blootstelling (blootstellingsroute vermelden indien overtuigend bewezen is dat het gevaar bij andere blootstellingsroutes niet aanwezig is).
Veiligheidsaanbevelingen Preventie
Reactie
Opslag
Verwijdering
P260
P314
P501
Stof/rook/gas/nevel/damp/spuitnevel niet inademen.
Bij onwel voelen een arts raadplegen.
Inhoud/verpakking afvoeren naar …
Aanbevolen tenzij P310, P311, P312 of P313 al is toegekend
… overeenkomstig de regionale/nationale/internationale (specificeren).
Toepasselijke voorwaarden fabrikant/leverancier te specificeren.
door
Sterk aanbevolen indien de stof/het mengsel zeer vluchtig of gasvormig is of wanneer blootstelling via inhalatie mogelijk is, bijv. door verneveling of stofdeeltjes die kunnen worden ingeademd
plaatselijke/ voorschriften
Sterk aanbevolen voor het grote publiek als de stof/het mengsel onder de wetgeving inzake gevaarlijk afval valt. Het is aanbevolen de locatie van verwijdering te specificeren, maar een verwijzing naar de toepasselijke wetgeving is niet nodig. Aanbevolen voor industriële/beroepsmatige gebruikers als er specifieke verwijderingseisen gelden buiten de normale verwachting voor de verwijdering van chemische stoffen. Het is aanbevolen de locatie van verwijdering te specificeren, maar een verwijzing naar de toepasselijke wetgeving is niet nodig.
161
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLP-verordening
7.3.3.10 Aspiratiegevaar Gevarencategorie
Signaalwoord
Gevarenaanduiding
1
Gevaar
H304
Kan dodelijk zijn als de stof bij inslikken in de luchtwegen terechtkomt
Veiligheidsaanbevelingen Preventie
Reactie
Opslag
P301 + P310 NA INSLIKKEN: onmiddellijk VERGIFTIGINGENCENTRUM of arts raadplegen.
een een
Sterk aanbevolen, in combinatie met P331 P331 GEEN braken opwekken.
Verwijdering
P405
P501
Achter slot bewaren.
Inhoud/verpakking afvoeren naar …
Sterk aanbevolen voor het grote publiek
… overeenkomstig de plaatselijke/ regionale/nationale/internationale voorschriften (specificeren).
Optioneel voor industriële/ beroepsmatige gebruikers tenzij andere overwegingen vermelding noodzakelijk maken
Sterk aanbevolen, in combinatie met P301+P310
Sterk aanbevolen voor het grote publiek als de stof/het mengsel onder de wetgeving inzake gevaarlijk afval valt. Het is aanbevolen de locatie van verwijdering te specificeren, maar een verwijzing naar de toepasselijke wetgeving is niet nodig. Aanbevolen voor industriële/beroepsmatige gebruikers als er specifieke verwijderingseisen gelden buiten de normale verwachting voor de verwijdering van chemische stoffen. Het is aanbevolen de locatie van verwijdering te specificeren, maar een verwijzing naar de toepasselijke wetgeving is niet nodig.
162
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLP-verordening
7.3.4 Specifieke veiligheidsaanbevelingen voor milieugevaren 7.3.4.1 Gevaar voor het aquatisch milieu – acuut gevaar Gevarencategorie
Signaalwoord
Gevarenaanduiding
1
Waarschuwing
H400 Zeer giftig voor in het water levende organismen Veiligheidsaanbevelingen
Preventie
Reactie
P273
P391
Voorkom lozing in het milieu.
Gelekte/gemorste opruimen.
- indien dit niet het beoogde gebruik is. Aanbevolen, tenzij dit het beoogde gebruik is
Opslag
Verwijdering P501
stof
Inhoud/verpakking afvoeren naar … … overeenkomstig de plaatselijke/ regionale/nationale/internationale voorschriften (specificeren).
Aanbevolen
Sterk aanbevolen voor het grote publiek als de stof/het mengsel onder de wetgeving inzake gevaarlijk afval valt. Het is aanbevolen de locatie van verwijdering te specificeren, maar een verwijzing naar de toepasselijke wetgeving is niet nodig. Aanbevolen voor industriële/beroepsmatige gebruikers als er specifieke verwijderingseisen gelden buiten de normale verwachting voor de verwijdering van chemische stoffen. Het is aanbevolen de locatie van verwijdering te specificeren, maar een verwijzing naar de toepasselijke wetgeving is niet nodig.
163
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLP-verordening
7.3.4.1 Gevaar voor het aquatisch milieu – chronisch gevaar Gevarencategorie
Signaalwoord
Gevarenaanduiding
1
Waarschuwing
H410
Zeer giftig voor in het water levende organismen, met langdurige gevolgen
2
Geen signaalwoord
H411
Giftig voor in het water levende organismen, met langdurige gevolgen
Veiligheidsaanbevelingen Preventie
Reactie
P273
P391
Voorkom lozing in het milieu.
Gelekte/gemorste opruimen.
- indien dit niet het beoogde gebruik is. Aanbevolen, tenzij dit het beoogde gebruik is
Opslag
Verwijdering P501
stof
Inhoud/verpakking afvoeren naar … … overeenkomstig de regionale/nationale/internationale (specificeren).
Aanbevolen
plaatselijke/ voorschriften
Sterk aanbevolen voor het grote publiek als de stof/het mengsel onder de wetgeving inzake gevaarlijk afval valt. Het is aanbevolen de locatie van verwijdering te specificeren, maar een verwijzing naar de toepasselijke wetgeving is niet nodig. Aanbevolen voor industriële/beroepsmatige gebruikers als er specifieke verwijderingseisen gelden buiten de normale verwachting voor de verwijdering van chemische stoffen. Het is aanbevolen de locatie van verwijdering te specificeren, maar een verwijzing naar de toepasselijke wetgeving is niet nodig.
164
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLP-verordening
7.3.4.1 Gevaar voor het aquatisch milieu – chronisch gevaar Gevarencategorie
Signaalwoord
Gevarenaanduiding
3
Geen signaalwoord
H412 Schadelijk voor in het water levende organismen, met langdurige gevolgen
4
Geen signaalwoord
H413 Kan langdurige gevolgen voor in het water levende organismen hebben Veiligheidsaanbevelingen
Preventie
Reactie
Opslag
Verwijdering
P273
P501
Voorkom lozing in het milieu.
Inhoud/verpakking afvoeren naar …
- indien dit niet het beoogde gebruik is.
… overeenkomstig de plaatselijke/ regionale/nationale/internationale voorschriften (specificeren).
Aanbevolen, tenzij dit het beoogde gebruik is
Sterk aanbevolen voor het grote publiek als de stof/het mengsel onder de wetgeving inzake gevaarlijk afval valt. Het is aanbevolen de locatie van verwijdering te specificeren, maar een verwijzing naar de toepasselijke wetgeving is niet nodig. Aanbevolen voor industriële/beroepsmatige gebruikers als er specifieke verwijderingseisen gelden buiten de normale verwachting voor de verwijdering van chemische stoffen. Het is aanbevolen de locatie van verwijdering te specificeren, maar een verwijzing naar de toepasselijke wetgeving is niet nodig.
165
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLP-verordening
7.3.5 Overige gevaren 7.3.5.1 Gevaarlijk voor de ozonlaag (zie de toelichting hierop in paragraaf 4.8 van dit document) Gevarencategorie
Signaalwoord
Gevarenaanduiding
1
Waarschuwing
H420
Schadelijk voor de volksgezondheid en het milieu door afbraak van ozon in de bovenste lagen van de atmosfeer
Veiligheidsaanbevelingen Preventie
Reactie
Opslag
Verwijdering P502 Inhoud/verpakking afvoeren naar … Raadpleeg fabrikant/leverancier voor informatie over terugwinning/recycling Sterk aanbevolen
166
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLP-verordening
7.4. Voorbeelden van de selectie van veiligheidsaanbevelingen voor het etiket De selectie van veiligheidsaanbevelingen volgens de hiervoor beschreven methode wordt hieronder geïllustreerd met verschillende voorbeeldstoffen. De set veiligheidsaanbevelingen die voorrang moeten krijgen voor het etiket is aangegeven als vet onderstreept (sterk aanbevolen) en onderstreept (aanbevolen), terwijl de optionele aanduidingen in normale letters zijn weergegeven (zonder markering) en de niet te gebruiken aanduidingen grijs gemarkeerd zijn. Hierbij moet worden opgemerkt dat zelfs voor een stof of mengsel met dezelfde gevaren als een van de volgende voorbeelden een andere set veiligheidsaanbevelingen gepast kan zijn op basis van de specifieke voorwaarden voor gebruik die in de bovenstaande tabellen zijn vermeld.
1. Voorbeeld van een (niet-bestaande) stof die is ingedeeld voor een fysisch gevaar en verschillende gezondheidsgevaren A. Indeling en gevarenaanduidingen: Ontvl. vlst. 2
H225 (Licht ontvlambare vloeistof en damp)
Acute tox. 3 (oraal)
H301 (Giftig bij inslikken)
Acute tox. 3 (dermaal)
H311 (Giftig bij contact met de huid)
Acute tox. 3 (inhalatie)
H331 (Giftig bij inademing)
STOT-SE 1
H370 (Veroorzaakt schade aan organen)
B. Verdere informatie: We nemen aan dat deze stof vluchtig is, maar niet zodanig dat er een potentieel ontplofbare atmosfeer ontstaat. Blootstelling via inhalatie is mogelijk. Specifieke blusmiddelen zijn niet nodig. Een specifieke behandeling of specifieke maatregelen is/zijn niet dringend vereist. Er zijn geen specifieke verwijderingseisen. De stof is niet bestemd om te worden gebruikt door het grote publiek, maar wordt alleen gebruikt door industriële/beroepsmatige gebruikers. C. Veiligheidsaanbevelingen op basis van de indeling (zie bijlage IV van de CLP) en volgens het richtsnoer: Acute tox. 3 (oraal)
Acute tox. 3 (dermaal)
Acute tox. 3 (inhalatie)
STOT-SE 1
Ontvl. vlst. 2
P264
P280
P261
P260
P210
P271
P264
P233
P270
P240
P270
P241 P242 P243
167
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLP-verordening P280 P301+P310
P312
P304+P340
P307+P311
P303+P361+P353
P321
P322
P311
P321
P370+P378
P330
P361
P321
P405
P403+P235
P501
P501
P363 P302+P352 P405
P405
P403+P233 P405
P501
P501
P501
P261 = sterk aanbevolen P261 = aanbevolen P261 = optioneel P261 = niet gebruiken/tenzij onder specifieke voorwaarden/alleen vermelden op veiligheidsinformatieblad D. Selectie van sterk aanbevolen en aanbevolen veiligheidsaanbevelingen: Indien dezelfde aanduiding is toegekend aan verschillende gevaren, maar met een verschillende mate van prioriteit, wordt gekozen voor de meest conservatieve aanpak. Indien gepast worden veiligheidsaanbevelingen gecombineerd tot een enkele combinatieaanduiding. Duplicatie van afzonderlijke zinnen moet worden vermeden. Het resultaat voor deze voorbeeldstof is als volgt: P210 Verwijderd houden van warmte/vonken/open vuur/hete oppervlakken — niet roken. P260 Stof/rook/gas/nevel/damp/spuitnevel niet inademen. P280 Beschermende handschoenen/beschermende kleding/oogbescherming/ gelaatsbescherming dragen. P301+P310 NA INSLIKKEN: onmiddellijk een VERGIFTIGINGENCENTRUM of een arts raadplegen. P307+P311 NA blootstelling: een VERGIFTIGINGENCENTRUM of een arts raadplegen. P304+P340 NA INADEMING: het slachtoffer in de frisse lucht brengen en laten rusten in een houding die het ademen vergemakkelijkt. P403+P233 Op een goed geventileerde plaats bewaren. In goed gesloten verpakking bewaren. E. Resultaat: Er is een aanzienlijke reductie bereikt: de selectie in overeenstemming met het richtsnoer leidt tot zeven veiligheidsaanbevelingen. Voor de selectie was er een set van 28
168
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLP-verordening verschillende potentieel toepasbare aanduidingen voor het CLP-gevarenetiket, toe te kennen op basis van de aan de stof gekoppelde gevaren. De geselecteerde veiligheidsaanbevelingen moeten op het CLP-gevarenetiket worden geplaatst. Er moet ook een veiligheidsinformatieblad worden opgesteld, waarop deze veiligheidsaanbevelingen moeten worden vermeld onder kop 2.2 (‘Etiketteringselementen’); zie het (ontwerp)richtsnoer over het opstellen van veiligheidsinformatiebladen. De niet geselecteerde aanduidingen kunnen worden opgenomen onder de relevante koppen van het veiligheidsinformatieblad, om de industriële of beroepsmatige gebruiker voldoende informatie te geven om veilig met de stof te kunnen werken. 2. Voorbeeld van een stof (natriumperoxide Na2O2, EG-nr. 215-209-4) die is ingedeeld voor een ernstig fysisch en gezondheidsgevaar A. Indeling en gevarenaanduidingen: Ox. vs. 1
H271 (Kan brand of ontploffingen veroorzaken; sterk oxiderend)
Huidcorr. 1A
H314 (Veroorzaakt ernstige brandwonden en oogletsel)
B. Verdere informatie: We nemen aan dat deze stof niet vluchtig is. Er vindt daardoor geen blootstelling via inhalatie plaats. Specifieke blusmiddelen zijn niet nodig. Een specifieke behandeling of specifieke maatregelen is/zijn niet dringend vereist. Er zijn geen specifieke verwijderingseisen. De stof is niet bestemd om te worden gebruikt door het grote publiek, maar wordt alleen gebruikt door industriële/beroepsmatige gebruikers. C. Veiligheidsaanbevelingen op basis van de indeling (zie bijlage IV van de CLP) en volgens het richtsnoer:
Ox. vs. 1
Huidcorr. 1A
P210 P220
P260
P221
P264
P280
P280
P283 P301+P330+P331 P303+P361+P353
P306+P360
P363
P371+P380+P375
P304+P340
P370+P378
P310 P321
169
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLP-verordening P305+P351+P338 -
P405
P501
P501
P261 = sterk aanbevolen P261 = aanbevolen P261 = optioneel P261 = niet gebruiken/tenzij onder specifieke voorwaarden/alleen vermelden op veiligheidsinformatieblad D. Selectie van sterk aanbevolen en aanbevolen veiligheidsaanbevelingen: Indien dezelfde aanduiding is toegekend aan verschillende gevaren, maar met een verschillende mate van prioriteit, wordt gekozen voor de meest conservatieve aanpak. Indien gepast worden veiligheidsaanbevelingen gecombineerd tot een enkele combinatieaanduiding. Duplicatie van afzonderlijke zinnen moet worden vermeden. Het resultaat voor deze voorbeeldstof is als volgt: P210 Verwijderd houden van warmte/vonken/open vuur/hete oppervlakken — niet roken. P221 Vermenging met brandbare stoffen absoluut vermijden. P280 Beschermende handschoenen/beschermende gelaatsbescherming dragen.
kleding/oogbescherming/
P301+P330+P331 NA INSLIKKEN: de mond spoelen — GEEN braken opwekken. P303+P361+P353+310 BIJ CONTACT MET DE HUID (of het haar): verontreinigde kleding onmiddellijk uittrekken — huid met water afspoelen/afdouchen. Onmiddellijk een VERGIFTIGINGENCENTRUM of een arts raadplegen. P305+P351+P338 BIJ CONTACT MET DE OGEN: voorzichtig afspoelen met water gedurende een aantal minuten; contactlenzen verwijderen, indien mogelijk; blijven spoelen. P371+P380+P375 In geval van grote brand en grote hoeveelheden: evacueren — op afstand blussen in verband met ontploffingsgevaar. E. Resultaat: Er is een aanzienlijke reductie bereikt: de selectie in overeenstemming met het richtsnoer leidt tot zeven, veelal gecombineerde, veiligheidsaanbevelingen. Voor de selectie was er een set van 19 verschillende potentieel toepasbare aanduidingen voor het CLPgevarenetiket, toe te kennen op basis van de aan de stof gekoppelde gevaren. De geselecteerde veiligheidsaanbevelingen moeten op het CLP-gevarenetiket worden geplaatst. Er moet ook een veiligheidsinformatieblad worden opgesteld, waarop deze veiligheidsaanbevelingen moeten worden vermeld onder kop 2.2 (‘Etiketteringselementen’); zie het (ontwerp)richtsnoer over het opstellen van veiligheidsinformatiebladen. De niet geselecteerde aanduidingen kunnen worden opgenomen onder de relevante koppen van het
170
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLP-verordening veiligheidsinformatieblad, om de industriële of beroepsmatige gebruiker voldoende informatie te geven om veilig met de stof te kunnen werken.
3. Voorbeeld van een stof (dimethylzink, EG-nr. 208-884-1) die is ingedeeld voor fysische, gezondheids- en milieugevaren A. Indeling en gevarenaanduidingen: Pyr. vlst. 1
H250
Reag. m. water 1
H260
Huidcorr. 1B
H314
Aquat. acuut 1
(H400; is overbodig vanwege H410)
Aquat. chron. 1
H410
B. Verdere informatie: We nemen aan dat deze stof niet vluchtig is. Er vindt daardoor geen blootstelling via inhalatie plaats. Specifieke blusmiddelen zijn vereist, want water vergroot het risico als het wordt gebruikt om brand te blussen. Er gelden specifieke verwijderingseisen. De stof is niet bestemd om te worden gebruikt door het grote publiek, maar wordt alleen gebruikt door industriële/beroepsmatige gebruikers. C. Veiligheidsaanbevelingen op basis van de indeling (zie bijlage IV van de CLP) en volgens het richtsnoer:
Pyr. vlst.1 P210 P222 P280 P231(toevoegen)
Reag. m. water 1 P223 P231+P232 P280
Huidcorr. 1B
Aquat. acuut 1
Aquat. chron. 1
P260
P273
P273
P391
P391
P264 P280
P301+P330+P331 P303+P361+P353 P302+P334
P335+P334
P370+P378
P370+P378
P363 P304+P340 P310 P321 P305+P351+P338 171
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLP-verordening P422
P402+P404
P405
-
-
-
P501
P501
P501
P501
P261 = sterk aanbevolen P261 = aanbevolen P261 = optioneel P261 = niet gebruiken/tenzij onder specifieke voorwaarden/alleen vermelden op veiligheidsinformatieblad D. Selectie van sterk aanbevolen en aanbevolen veiligheidsaanbevelingen: Indien dezelfde aanduiding is toegekend aan verschillende gevaren, maar met een verschillende mate van prioriteit, wordt gekozen voor de meest conservatieve aanpak. Indien gepast worden veiligheidsaanbevelingen gecombineerd tot een enkele combinatieaanduiding. Duplicatie van afzonderlijke zinnen moet worden vermeden. P303+P361+P353 (BIJ CONTACT MET DE HUID (of het haar): verontreinigde kleding onmiddellijk uittrekken — huid met water afspoelen/afdouchen.) en P302+P335+P334+P310 (BIJ CONTACT MET DE HUID: Losse deeltjes van de huid afvegen. In koud water onderdompelen. 20 Onmiddellijk een VERGIFTIGINGENCENTRUM of een arts raadplegen.) zijn samengevoegd tot één gecombineerde zin P303+ P335+P334+P310+P361, om duplicatie van de boodschap te vermijden. Het resultaat voor de voorbeeldstof is als volgt: P210 Verwijderd houden van warmte/vonken/open vuur/hete oppervlakken — niet roken. P273 Voorkom lozing in het milieu. P280 Beschermende handschoenen/beschermende gelaatsbescherming dragen.
kleding/oogbescherming/
P391 Gelekte/gemorste stof opruimen. P501 Inhoud/verpakking afvoeren naar … P231+P232
Onder inert gas werken. Tegen vocht beschermen.
P301+P330+P331 NA INSLIKKEN: de mond spoelen — GEEN braken opwekken. P303+ P335+P334+P310+P361 BIJ CONTACT MET DE HUID (of het haar): Losse deeltjes van de huid afvegen. In koud water onderdompelen. 21 Onmiddellijk een VERGIFTIGINGENCENTRUM of een arts raadplegen. Verontreinigde kleding onmiddellijk uittrekken.
20
De deelzin van P334 “/nat verband aanbrengen” mag niet worden gebruikt voor met water reagerende stoffen en mengsels categorie 1; zie tabel 7.2.12. 21
De deelzin van P334 “/nat verband aanbrengen” mag niet worden gebruikt voor met water reagerende stoffen en mengsels categorie 1; zie tabel 7.2.12.
172
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLP-verordening P305+P351+P338 BIJ CONTACT MET DE OGEN: voorzichtig afspoelen met water gedurende een aantal minuten; contactlenzen verwijderen, indien mogelijk; blijven spoelen. P370+P378
In geval van brand: blussen met …
E. Resultaat: Er is een aanzienlijke reductie bereikt: de selectie in overeenstemming met het richtsnoer leidt tot tien, deels gecombineerde, veiligheidsaanbevelingen. Voor de selectie was er een set van 23 verschillende potentieel toepasbare aanduidingen voor het CLPgevarenetiket, toe te kennen op basis van de aan de stof gekoppelde gevaren. Een set van tien, veelal lange veiligheidsaanbevelingen overschrijdt echter het streefaantal van zes en geeft meer informatie dan in één keer te verwerken is. Het kan de moeite waard zijn om te overwegen of ten minste de aanbevelingen P391 en P501 beter op het veiligheidsinformatieblad kunnen worden geplaatst in plaats van op het etiket, aangezien de preventie- en reactieaanbevelingen voor de fysische en gezondheidsgevaren belangrijker advies voor het etiket lijken te bevatten. Hiermee zou het aantal aanduidingen op het etiket verder kunnen worden teruggebracht tot acht. De geselecteerde veiligheidsaanbevelingen moeten op het CLP-gevarenetiket worden geplaatst. Er moet ook een veiligheidsinformatieblad worden opgesteld, waarop deze veiligheidsaanbevelingen moeten worden vermeld onder kop 2.2 (‘Etiketteringselementen’); zie het (ontwerp)richtsnoer over het opstellen van veiligheidsinformatiebladen. De niet geselecteerde aanduidingen kunnen worden opgenomen onder de relevante koppen van het veiligheidsinformatieblad, om de industriële of beroepsmatige gebruiker voldoende informatie te geven om veilig met de stof te kunnen werken.
4. Voorbeeld van een (niet-bestaand) mengsel voor consumptief gebruik A. Indeling en gevarenaanduidingen: Ontvl. vlst. 2
H225 (Licht ontvlambare vloeistof en damp)
Acute tox. 4 (oraal)
H302 (Schadelijk bij inslikken)
Huidirrit. 2
H315 (Veroorzaakt huidirritatie)
B. Verdere informatie: We nemen aan dat deze stof vluchtig is, maar niet zodanig dat er een potentieel ontplofbare atmosfeer ontstaat. Specifieke blusmiddelen zijn niet nodig. Een specifieke behandeling is niet dringend vereist. Er zijn geen specifieke verwijderingseisen. Het mengsel is bestemd om te worden gebruikt door het grote publiek. C. Veiligheidsaanbevelingen op basis van de indeling (zie bijlage IV van de CLP) en volgens het richtsnoer:
173
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLP-verordening
Ontvl. vlst. 2
Acute tox. 4 (oraal)
Huidirrit. 2
P102, P102 P210
P264
P264
P233
P270
P280
P303+P361+P353
P301+P312
P302+P352
P370+P378
P330
P321
P240 P241 P242 P243 P280
P332+P313 P362 P403+P235
-
-
P501
P501
-
P261 = sterk aanbevolen P261 = aanbevolen P261 = optioneel P261 = niet gebruiken/tenzij onder specifieke voorwaarden/alleen vermelden op veiligheidsinformatieblad D. Selectie van sterk aanbevolen en aanbevolen veiligheidsaanbevelingen: Indien dezelfde aanduiding is toegekend aan verschillende gevaren, maar met een verschillende mate van prioriteit, wordt gekozen voor de meest conservatieve aanpak. Indien gepast worden veiligheidsaanbevelingen gecombineerd tot een enkele combinatieaanduiding. Duplicatie van afzonderlijke zinnen moet worden vermeden. Het resultaat voor deze voorbeeldstof is als volgt: P101 Bij het inwinnen van medisch advies de verpakking of het etiket meenemen. P102 Buiten bereik van kinderen houden. P210 Verwijderd houden van warmte/vonken/open vuur/hete oppervlakken — niet roken. P233 In goed gesloten verpakking bewaren. P264 Na het werken met dit product … grondig wassen. P270 Niet eten, drinken of roken tijdens het gebruik van dit product. P280 Beschermende handschoenen dragen. 174
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLP-verordening
E. Resultaat: Er is een aanzienlijke reductie bereikt: de selectie in overeenstemming met het richtsnoer leidt tot zeven veiligheidsaanbevelingen. Voor de selectie was er een set van 19 verschillende potentieel toepasbare aanduidingen voor het CLP-gevarenetiket, toe te kennen op basis van de aan de stof gekoppelde gevaren.
175
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLP-verordening
Bijlage: woordenlijst Termen die in dit richtsnoer worden gebruikt Acute toxiciteit duidt op de schadelijke effecten die optreden na orale of dermale toediening van één dosis van een stof of mengsel of van verschillende doses binnen 24 uur, of na blootstelling via inademing gedurende 4 uur; ADR is de Europese Overeenkomst betreffende het internationaal vervoer van gevaarlijke goederen over de weg, gesloten in Genève op 30 september 1957, die in de EU ten uitvoer is gelegd door middel van Richtlijn 2008/68/EG; Aerosolen zijn spuitbussen, niet-navulbare houders van metaal, glas of kunststof die een samengeperst, vloeibaar gemaakt of onder druk opgelost gas bevatten, al dan niet met een vloeistof, pasta of poeder, en voorzien zijn van een afgiftesysteem waarmee de inhoud als vaste of vloeibare deeltjes in suspensie in een gas dan wel als schuim, pasta, poeder, vloeistof of gas kan worden vrijgegeven; Aspiratie is het in de luchtpijp en de onderste luchtwegen binnendringen van vloeibare of vaste stoffen of mengsels, hetzij rechtstreeks via de mond- of neusholte, hetzij indirect door braken; Bijtend voor de huid betekent dat de huid onomkeerbaar wordt beschadigd; dat wil zeggen dat zichtbare necrose optreedt door de epidermis heen in de dermis nadat een teststof gedurende maximaal 4 uur aangebracht is geweest; Bijtend voor metalen zijn stoffen en mengsels die door hun chemische werking metalen aantasten of zelfs vernietigen; CLP of CLP-verordening is Verordening (EG) nr. 1272/2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels; CMR betekent dat een stof of mengsel carcinogeen (kankerverwekkend), mutageen of reproductietoxisch (giftig voor de voortplanting) is; CRC staat voor ‘child-resistant closure’, d.w.z. kinderveilige sluiting; CRF staat voor ‘child-resistant fastening’, d.w.z. kinderveilige sluiting; Distributeur betekent elke in de Gemeenschap gevestigde natuurlijke persoon of rechtspersoon, met inbegrip van detailhandelaren, die een stof, als zodanig of in een mengsel, uitsluitend bewaart en in de handel brengt ten behoeve van derden; Downstreamgebruiker betekent elke in de Gemeenschap gevestigde natuurlijke persoon of rechtspersoon, met uitzondering van de fabrikant en de importeur, die een stof als zodanig, of in een mengsel, gebruikt bij zijn industriële activiteiten of beroepsactiviteiten. Distributeurs en consumenten zijn geen downstreamgebruikers. Wederimporteurs die vrijgesteld zijn krachtens artikel 2, lid 7, onder c), van Verordening (EG) nr. 1907/2006, worden als downstreamgebruikers beschouwd; DPD staat voor ‘Dangerous Preparations Directive’, d.w.z. de Richtlijn betreffende gevaarlijke preparaten (1999/45/EG); DSD staat voor ‘Dangerous Substances Directive’. d.w.z. de Richtlijn betreffende gevaarlijke stoffen (67/548/EEG); Ernstig oogletsel is weefselbeschadiging in het oog of een ernstige fysieke gezichtsvermindering na het aanbrengen van een teststof op het oppervlak aan de voorzijde van het oog, die binnen 21 dagen na het aanbrengen niet volledig omkeerbaar is;
176
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLP-verordening Etiket betekent een passende verzameling geschreven, gedrukte of grafische informatie-elementen met betrekking tot een gevaarlijke stof of een gevaarlijk mengsel, geselecteerd naar de behoeften van de doelsector(en), die is bevestigd aan of gedrukt op de onmiddellijke verpakking van een gevaarlijke stof of een gevaarlijk mengsel of op de buitenverpakking van een gevaarlijke stof of een gevaarlijk mengsel (definitie volgens paragraaf 1.2 van de UN GHS); Etiketteringselement betekent één type informatie dat is geharmoniseerd voor gebruik op een etiket, bijv. gevarenpictogram, signaalwoord; Fabrikant betekent een in de Gemeenschap gevestigde natuurlijke persoon of rechtspersoon die in de Gemeenschap een stof vervaardigt; Gebruik betekent elke vorm van verwerking, formulering, consumptie, opslag, bewaring, behandeling, overbrenging in containers, overbrenging van de ene container naar de andere, vermenging, vervaardiging van een voorwerp of elke andere toepassing; Gevaarlijk betekent beantwoordend aan de criteria met betrekking tot fysische gevaren, gezondheidsgevaren of milieugevaren die zijn vastgelegd in de delen 2 tot en met 5 van bijlage I van de CLP; Gevarenaanduiding is een woordcombinatie die geldt voor een gevarenklasse en -categorie, die de aard van de gevaren van een gevaarlijke stof of een gevaarlijk mengsel omschrijft en, in voorkomend geval, de ernst van het gevaar; Gevarencategorie is de onderverdeling naar de ernst van het gevaar binnen elke gevarenklasse aan de hand van criteria; Gevarenklasse is de aard van het fysische, gezondheids- of milieugevaar; Gevarenpictogram (in dit document ook wel ‘pictogram’ genoemd) is een grafische voorstelling bestaande uit een symbool en andere grafische elementen zoals een kader, een achtergrondpatroon of kleur, bedoeld om specifieke informatie over het betrokken gevaar te verstrekken; GHS staat voor ‘Globally Harmonised System of Classification and Labelling of Chemicals’, het mondiaal geharmoniseerd classificatie- en etiketteringssysteem voor chemische stoffen dat is ontwikkeld binnen de structuur van de Verenigde Naties (VN); Handelsnaam is de benaming waaronder een stof of mengsel in de handel wordt gebracht; Huidirritatie betekent dat de huid omkeerbaar wordt beschadigd nadat een teststof gedurende maximaal 4 uur aangebracht is geweest; Huidsensibilisering betekent dat een stof een allergische reactie veroorzaakt bij contact met de huid. IMDG-code is de ‘International Maritime Dangerous Goods Code’, de internationale code voor het vervoer van gevaarlijke stoffen over zee; Importeur is een in de Gemeenschap gevestigde natuurlijke persoon of rechtspersoon die voor de invoer verantwoordelijk is; INCI staat voor ‘Internationale nomenclatuur van cosmetische ingrediënten’; In de handel brengen is het aan een derde leveren of beschikbaar stellen, ongeacht of dit tegen betaling dan wel om niet geschiedt. Invoer wordt beschouwd als in de handel brengen; Inhalatieallergeen is een stof die bij inhalatie overgevoeligheid van de luchtwegen veroorzaakt; Invoer is het binnen het douanegebied van de Gemeenschap brengen; IUCLID staat voor ‘International Uniform Chemical Information Database’, de Internationale Databank voor uniforme informatie over chemische stoffen; Kankerverwekkend zijn stoffen en mengsels die kanker veroorzaken of de incidentie van kanker doen toenemen;
177
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLP-verordening Legering is een macroscopisch homogeen metaal dat bestaat uit twee of meer chemische elementen die dusdanig met elkaar zijn verbonden dat zij niet vlot via mechanische middelen kunnen worden gescheiden. Voor de toepassing van de CLP-verordening worden metaallegeringen als mengsels beschouwd; Mengsel is een mengsel of oplossing bestaande uit twee of meer stoffen. (Opmerking: ‘mengsel’ (CLP) en ‘preparaat’ (REACH) zijn synoniemen). Paragraaf 1.2 van de UN GHS bevat echter de toevoeging “waarin ze niet reageren” aan het eind van de verder identieke definitie; M-factor betekent vermenigvuldigingsfactor. Deze is van toepassing op de concentratie van een stof die ingedeeld is als gevaarlijk voor het aquatisch milieu, acuut categorie 1 of chronisch categorie 1, en die gebruikt wordt om middels de sommatiemethode de indeling te bepalen van een mengsel waarin de stof aanwezig is; Mutageen betekent dat een stof leidt tot een verhoogde frequentie van mutaties in populaties van cellen en/of organismen; Ontplofbaar voorwerp is een voorwerp dat een of meer ontplofbare stoffen bevat; Ontplofbare stof is een vaste stof of vloeistof (of een mengsel van stoffen) die als zodanig door een chemische reactie gassen kan ontwikkelen met een zodanige temperatuur en druk, en met zodanige snelheid dat schade aan de omgeving wordt toegebracht. Hieronder vallen ook pyrotechnische stoffen die geen gassen ontwikkelen; Ontvlambaar gas is een gas of gasmengsel dat een ontvlambaarheidsinterval met lucht heeft bij 20°C en een standaarddruk van 101,3 kPa; Ontvlambare vaste stof is een vaste stof die gemakkelijk brandbaar is of die door wrijving brand kan veroorzaken of bevorderen; Ontvlambare vloeistof is een vloeistof waarvan het vlampunt niet hoger is dan 60°C. Het vlampunt is de laagste temperatuur (gecorrigeerd voor een standaarddruk van 101,3 kPa) waarop de toepassing van een ontstekingsbron de dampen van een vloeistof doet ontbranden onder gespecificeerde testomstandigheden; Oogirritatie betekent veranderingen in het oog na het aanbrengen van een teststof op het oppervlak aan de voorzijde van het oog, die binnen 21 dagen na het aanbrengen volledig omkeerbaar zijn; Organische peroxide is een vloeibare of vaste organische stof die het bivalente structuurelement -O-Obevat en als derivaat van waterstofperoxide kan worden beschouwd, waarin één of beide waterstofatomen vervangen zijn door organische radicalen. Hieronder worden ook begrepen organische peroxidemengsels (samenstellingen); Oxiderend gas is een gas of gasmengsel dat, gewoonlijk door het afstaan van zuurstof, de verbranding van ander materiaal in grotere mate veroorzaakt of bevordert dan lucht; Oxiderende vaste stof is een vaste stof die, zonder dat hij zelf brandbaar hoeft te zijn, gewoonlijk door het afstaan van zuurstof, de verbranding van ander materiaal kan veroorzaken of bevorderen; Oxiderende vloeistof is een vloeistof die, zonder dat hij zelf brandbaar hoeft te zijn, gewoonlijk door het afstaan van zuurstof, de verbranding van ander materiaal kan veroorzaken of bevorderen; Pakket betekent het volledige verpakkingsproduct, bestaande uit de verpakking en de inhoud; Pictogram zie gevarenpictogram; Productidentificatie betekent gegevens aan de hand waarvan de stof of het mengsel kan worden geïdentificeerd; Pyrofore vaste stof is een vaste stof die bij blootstelling aan lucht zelfs in kleine hoeveelheden binnen vijf minuten ontbrandt; Pyrofore vloeistof is een vloeistof die bij blootstelling aan lucht zelfs in kleine hoeveelheden binnen vijf minuten ontbrandt;
178
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLP-verordening Pyrotechnisch voorwerp is een voorwerp dat een of meer pyrotechnische stoffen bevat; Pyrotechnische stof is een stof die of een mengsel van stoffen dat bestemd is om als gevolg van nietdetonatieve, zichzelf onderhoudende exotherme chemische reacties een effect te veroorzaken in de vorm van warmte, licht, geluid, gas of rook of een combinatie daarvan; REACH en de REACH-verordening is Verordening (EG) nr. 1907/2006 inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen; Registrant is de fabrikant of importeur van een stof, dan wel de producent of importeur van een voorwerp, die een registratie voor een stof indient overeenkomstig de REACH-verordening; SADT staat voor ‘Self-Accelerating Decomposition Temperature’, d.w.z. temperatuur van zelfversnellende ontleding; SDS staat voor ‘Safety Data Sheet’, d.w.z. veiligheidsinformatieblad; Signaalwoord is een woord ter aanduiding van de relatieve ernst van het gevaar, teneinde de lezer voor een mogelijk gevaar te waarschuwen; de volgende twee niveaus worden onderscheiden: (a) ‘Gevaar’: signaalwoord ter aanduiding van de ernstigere gevarencategorieën; en (b) ‘Waarschuwing’: signaalwoord ter aanduiding van de minder ernstige gevarencategorieën; Specifieke doelorgaantoxiciteit wordt afgekort als STOT, STOT-SE of STOT-RE: STOT betekent specifieke doelorgaantoxiciteit; STOT-RE betekent specifieke doelorgaantoxiciteit die voortkomt uit herhaalde blootstelling aan een stof of mengsel; STOT-SE betekent specifieke doelorgaantoxiciteit die voortkomt uit eenmalige blootstelling aan een stof of mengsel; Stof is een chemisch element en de verbindingen ervan, zoals zij voorkomen in natuurlijke toestand of bij de vervaardiging ontstaan, met inbegrip van alle additieven die nodig zijn voor het behoud van de stabiliteit ervan en alle onzuiverheden ten gevolge van het toegepaste procedé, doch met uitzondering van elk oplosmiddel dat kan worden afgescheiden zonder aantasting van de stabiliteit van de stof of wijziging van de samenstelling ervan; Symbool is een grafisch element dat bedoeld is om op beknopte wijze informatie over te brengen; Tussenverpakking is een verpakkingsmiddel tussen de binnenverpakkingen of de voorwerpen en de buitenverpakking; TWD betekent ‘tactile warning of danger’, d.w.z. bij aanraking waarneembare gevaaraanduiding; UN GHS verwijst naar de internationale criteria die zijn overeengekomen door de Economische en Sociale Raad van de Verenigde Naties (UN ECOSOC) voor de indeling en etikettering van gevaarlijke stoffen en mengsels, het ‘mondiaal geharmoniseerd classificatie- en etiketteringssysteem voor chemische stoffen’ genoemd; UN RTDG verwijst naar de aanbevelingen van de Verenigde Naties over het vervoer van gevaarlijke goederen; Veiligheidsaanbeveling is een woordcombinatie die omschrijft welke de aanbevolen maatregelen zijn om de schadelijke gevolgen van blootstelling aan een gevaarlijke stof of een gevaarlijk mengsel bij gebruik of verwijdering daarvan zo klein mogelijk te maken of te voorkomen; Verpakking betekent een of meer houders en andere onderdelen of materialen die nodig zijn om de inhoud te bevatten en andere veiligheidsfuncties te vervullen; Vervaardiging is de productie of extractie van stoffen in natuurlijke toestand;
179
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLP-verordening Voortplantingstoxiciteit omvat alle schadelijke effecten op de seksuele functie en de vruchtbaarheid van volwassen mannen en vrouwen, alsmede ontwikkelingstoxiciteit bij het nageslacht en effecten op of via lactatie; Voorwerp is in artikel 2, lid 9 van de CLP-verordening gedefinieerd als een object waaraan tijdens de productie een speciale vorm, oppervlak of patroon wordt gegeven waardoor zijn functie in hogere mate wordt bepaald dan door zijn chemische samenstelling; Zelfontleding betekent dat een thermisch instabiele vloeistof of vaste stof een sterke exothermische ontleding ondergaat zonder dat hiervoor zuurstof (lucht) nodig is. Deze definitie geldt niet voor stoffen of mengsels die op grond van de CLP zijn ingedeeld als ontplofbaar, organische peroxiden of oxiderend; en Zelfverhitting betekent dat een vaste stof of vloeistof die niet pyrofoor is door een reactie met lucht en zonder energietoevoer zichzelf verhit; het verschil tussen een voor zelfverhitting vatbare stof en een pyrofore stof is dat een voor zelfverhitting vatbare stof alleen zal ontbranden in grote hoeveelheden (kilo’s) en pas na een lange periode (uren of dagen).
Organisaties Agentschap betekent het Europees Agentschap voor chemische stoffen, ook bekend als ECHA, dat is opgericht in het kader van de REACH-verordening; Bevoegde instanties (CA) zijn de instantie, instanties of organen die de lidstaten hebben aangewezen om de uit de CLP-verordening voortvloeiende verplichtingen uit te voeren; CAS betekent ‘Chemical Abstract Service’; ECHA is het Europees Agentschap voor chemische stoffen, ook wel ‘het Agentschap’ genoemd, dat is opgericht in het kader van de REACH-verordening; EU staat voor Europese Unie; IUPAC staat voor ‘International Union of Pure and Applied Chemistry’ (Internationale Unie voor Zuivere en Toegepaste Scheikunde); VN staat voor Verenigde Naties.
180
Richtsnoer voor etikettering en verpakking in overeenstemming met de CLP-verordening
181