2.0. Screeningsinstrument werknemer De screening wordt opgebouwd uit drie verschillende vragenlijsten. Waar vooraf een uitleg wordt gegeven over het doel, de tijdsduur en de situaties.
2.1. Screening PSA Doel: Inzicht krijgen in de brede situatie van de werknemer wat betreft psychosociale arbeidsbelasting. Deze vragenlijst kan zowel als eerste screening worden gebruikt, als voor verbreding van de sessies. Materiaal: De vragenlijst, gebaseerd op de gezondheidschecklist (Risico Inventarisatie & - Evaluatie, 2013). Tijdsduur: Afnemen vragenlijst: 30 minuten. Scoring en uitwerking vragenlijst: 65 minuten
Vragenlijst arbeidssituatie en persoonlijke omstandigheden Deze vragenlijst gaat over jouw persoonlijke werksituatie en omstandigheden in de afgelopen zes maanden. De vragen zijn opgedeeld in vijftien verschillende onderwerpen en hebben allemaal twee antwoordmogelijkheden, namelijk ja of nee. Er bestaan geen goede of foute antwoorden. Probeer niet te lang stil te staan bij individuele vragen. Het invullen van de vragenlijst neemt ongeveer een kwartier tot twintig minuten in beslag. Werkdruk, werksfeer en werktijden Vraag 1.
Ik heb veel te maken met een krappe tijdsplanning
2.
Ik kan zelf invloed uitoefenen op het tempo van het werk
3.
Er is sprake van een hoog werktempo
4.
Ik word vaak tijdens het werk gestoord
5.
Er is vaak sprake van overwerken
6.
Ik heb veel te maken met lastige klanten
7.
Er is vaak geen tijd voor pauzes
8.
Ik lig ’s nachts wakker van mijn werk
Tillen, houding en herhaalde bewegingen
Ja
Nee
Vraag 9.
Ja
Nee
Ja
Nee
Ja
Nee
Ik moet vaak langdurige staan of zitten
10. Het beeldschermmeubilair waar ik aan werk is instelbaar 11. Ik maak langdurige eenzijdige, herhalende bewegingen tijdens mij werk 12. Ik heb regelmatige variatie in mijn werkzaamheden 13. Ik duw, til of trek regelmatig aan zware dingen 14. Bij zwaar werk kan ik gebruik maken van tilhulpmiddelen 15. Ik sta vaak in een vermoeiende of pijnlijke houding 16. Door mijn werk heb ik regelmatig last van schouder, armen, nek of rug 17. Op mijn werk sta ik regelmatig bloot aan trillingen en schokken
Gevaarlijke stoffen en biologische agentia Vraag 18. In mijn werkomgeving komen stoffen voor zoals oplos- en/of bestrijdingsmiddelen 19. In mijn werkomgeving is er gevaar voor biologische agentia, zoals zieke mensen, dieren, oude etensresten, afval, toiletten, riolen of luchtbehandelingsinstallaties 20. Ik ben bekend met de risico’s van de stoffen waar ik mee in aanraking kan komen 21. Ik heb wel eens last van gevaarlijke stoffen (bijvoorbeeld tranende ogen, eczeem, jeuk, kortademigheid, hoest of stank) 22. Ik laat chemische stoffen altijd in de originele verpakking met etiket zitten
Lawaai en geluid Vraag 23. Ik werk in een omgeving met harde geluiden 24. Ik ervaar regelmatig hinder van geluid 25. Op mijn werk staan lawaaiige machines en apparaten in een apart ruimte
26. Er wordt geprobeerd geluid zoveel mogelijk te beperken 27. Ik gebruik persoonlijke beschermingsmiddelen waar nodig 28. Deze beschermende middelen zijn aangepast aan mijn voorkeur
Temperatuur, vocht en licht Vraag
Ja
Nee
Ja
Nee
29. Op mijn werk is de temperatuur in de zomer behaaglijk 30. Op mijn werk is de temperatuur in de winter behaaglijk 31. Er is sprake van tocht 32. Ik kan mijn werkomgeving en/of kleding aanpassen aan individuele behoeften en werkzaamheden 33. Ik gebruik beschermende kleding waar nodig 34. Er is voldoende licht op de werkplek, ook voor detailwerk 35. Direct zonlicht wordt af geschermd via zonwering 36. Ik heb regelmatig last van reflectie of schitteringen op het beeldscherm 37. Overdag is een deel van het licht van buiten afkomstig
Veiligheid van machines en trillingen Vraag 38. Bij machines en apparaten zijn bewegende delen afgeschermd 39. Machines en apparaten zijn afgeschermd van wegschietende vonken, spatten en splinters 40. Machines en apparaten worden periodiek gekeurd 41. Ik ben voldoende geïnstrueerd in het gebruik van gereedschap of machines 42. Machines zijn voorzien van een noodstop binnen handbereik 43. Er wordt gebruik gemaakt van bestaande beveiligingen 44. Ik heb regelmatig last van witte vingers of rugklachten bij het werken met bepaald gereedschap
45. Er zijn hulpmiddelen om trillingen te verminderen 46. De aansluiting van apparatuur is veilig
Gevaar voor vallen, uitglijden en verstikken Vraag
Ja
Nee
Ja
Nee
47. Ik werk veilig op hoogte (als dat van toepassing is) 48. Ik werk in situaties waar gevaar voor vallen van hoogtes bestaat 49. Transportroutes zijn veilig 50. Op mijn werk worden personen met werktuigen vervoert die daar niet voor bestemd zijn 51. Op mijn werk betreed ik besloten ruimtes, putten of sleuven pas als het veilig is of wanneer er maatregelen zijn getroffen 52. Ik voer gevaarlijke werkzaamheden alleen uit
Brand, EHBO en een opgeruimde werkplek Vraag 53. De werkvloer is vrij van rommel 54. Zijn er losliggend kabels, snoeren of tegels 55. Kan je bij brand snel de werkplek verlaten 56. Zijn er brandblussers aanwezig en hangen deze op een herkenbare plaats 57. Staat het alarmnummer 112 op alle telefoons 58. Worden brandblussers periodiek gecontroleerd 59. Is er een EHBO-trommel aanwezig en wordt deze regelmatig gecontroleerd 60. Ik weet hoe ik levensreddend moet handelen 61. Er zijn afspraken over wat te doen bij calamiteiten
Kwetsbare groepen
Vraag
Ja
Nee
Ja
Nee
62. Jongeren, uitzendkrachten en stagiaires worden voldoende begeleid 63. Er wordt rekening gehouden met mogelijke taalproblemen en cultuurverschillen 64. Er wordt rekening gehouden met zwangere vrouwen (belastbaarheid en het werken met gevaarlijke stoffen) 65. Er wordt rekening gehouden met beperkingen (lichamelijk en geestelijk) 66. Er wordt rekening gehouden met oudere mensen 67. Er wordt rekening gehouden met de veiligheid van bezoekers
Seksuele intimidatie Vraag 68. Ik krijg wel eens seksueel getinte opmerkingen, berichtjes of briefjes 69. Er worden intieme vragen gesteld over mijn privéleven 70. Ik heb te maken met suggestieve opmerkingen 71. Ik word gechanteerd 72. Ik word vaak nagekeken of aangestaard 73. Ik word geconfronteerd met seksueel getinte afbeeldingen 74. Ik word geconfronteerd met seksueel getinte gebaren 75. Ik wordt onnodig door mijn collega’s of leidinggevende aangeraakt 76. Iemand heeft me proberen te zoenen 77. Iemand heeft mijn doorgang versperd 78. Ik ben aangerand 79. Ik ben verkracht
Discriminatie Hieronder staan verschillende persoonskenmerken genoemd. Geef aan of op basis hiervan wel of geen onderscheid wordt gemaakt in een werksituatie.
Vraag
Ja
Nee
80. Godsdienst 81. Levensovertuiging 82. Politieke overtuiging 83. Ras 84. Geslacht 85. Nationaliteit 86. Seksuele geaardheid 87. Burgerlijke staat 88. Handicap of chronische ziekte 89. Leeftijd 90. Arbeidsduur (fulltime of parttime) 91. Soort contract (vast of tijdelijk)
Hieronder staan verschillende werksituatie. Geef aan in welke situaties er sprake is van onderscheid tussen personen. Vraag
Ja
Nee
Ja
Nee
92. Tijdens het solliciteren 93. Bij eventuele promoties 94. Bij ontslagrondes 95. Bij het vaststellen van beloning of salaris 96. Tijdens het werk zelf
Geweld Vraag 97.
Ik word wel eens uitgescholden
98.
Ik word wel eens beledigd
99.
Ik word wel eens geslagen of geschopt
100. Ik word wel eens bedreigd met een wapen 101. Ik ben overvallen 102. Ik word bedreigd 103. Mijn thuissituatie wordt bedreigd 104. Ik word geïntimideerd 105. Ik word onder druk gezet 106. Mijn eigendommen worden beschadigd
Pesten Vraag
Ja
Nee
Ja
Nee
107. Ik ben wel eens het mikpunt van vervelende opmerkingen 108. Er worden grapjes ten koste van mij gemaakt 109. Ik word beledigd 110. Collega’s en/of leidinggevende negeren mij 111. Ik word openlijk terechtgewezen 112. Er worden kleinerende gebaren naar mij gemaakt
Werkdruk Vraag 113. Ik heb te veel werk in te weinig tijd 114. Ik heb te weinig taken 115. Ik ervaar te weinig uitdaging in mijn werk 116. De taken die heb uitvoer passen niet bij mijn (opleidings)niveau 117. Er is geen (goede) apparatuur voor de taken die uitgevoerd moeten worden 118. Ik heb te zware verantwoordelijkheden 119. Er zijn problemen met de planning en/of indeling van het werk
120. Er zijn niet tot nauwelijks regelmogelijkheden om de werkdruk te verdelen 121. Er zijn niet tot nauwelijks regelmogelijkheden om de werkzaamheden in te delen 122. Er worden niet haalbare doelen aan mijn werkzaamheden gesteld 123. Er is regelmatige sprake van technische problemen 124. Er bestaat een of meerdere conflicten met een collega of leidinggevende 125. Er is sprake van reorganisatie 126. Mijn taakomschrijving is onduidelijk 127. Ik heb te maken met veeleisende klanten/cliënten 128. Ik krijg te weinig pauzes en/of vakantie 129. Ik kan slecht nee zeggen 130. Ik ben perfectionistisch
Psychische problemen en belastende situaties Vraag 131. Er zijn problemen of lastige situaties in mijn privésfeer 132. Ik voel me meestal somber en/of lusteloos 133. Ik heb minder belangstelling voor dingen dan normaal 134. Ik kan me minder goed concentreren 135. Ik voel me traag en/of moe 136. Ik slaap slecht of juist heel erg veel 137. Ik denk eraan om een einde aan mijn leven te maken 138. Ik pieker veel 139. Ik voel me vaak gespannen 140. Ik voel me opgejaagd en/of prikkelbaar 141. Ik ervaar lichamelijke klachten zoals hoofdpijn, duizeligheid, pijn op de borst, hartkloppingen of maagklachten
Ja
Nee
142. Ik heb het gevoel het niet meer aan te kunnen 143. Ik heb het gevoel dat ik niet goed (meer) functioneer 144. Ik heb het gevoel slecht tot rust te komen in het weekend en/of op vrije dagen 145. Ik voel me vaak bang of angstig 146. Ik heb recentelijk een impactvolle gebeurtenis (op het werk) meegemaakt 147. Ik voel me onrechtvaardig behandeld in bepaalde werkprocedures 148. Ik heb minder of geen plezier meer in het werk 149. Ik ervaar veel stress 150. Ik denk het liefst niet te veel na en/of stop emoties weg
2.2. Vragenlijst conflicten Doel: Inzicht krijgen in conflicten op de werkvloer. Kan zowel individueel als team of bedrijfsgebonden worden afgenomen. Materiaal: De vragenlijst Tijdsduur: Afnemen vragenlijst: 25 minuten. Scoring en uitwerking vragenlijst: 60 minuten
De vragenlijst Deze vragenlijst is bedoeld om inzicht te krijgen in conflicten op de werkvloer en kan een eerste stap vormen om deze aan te pakken. Vul de onderstaande vragenlijst in hoe u dit ervaart. Er zijn geen goede of foute antwoorden. De eerste twee delen van de vragenlijst zijn stelling waarbij (0) nooit tot (5) altijd kan worden beantwoord. Het derde en laatste deel van de vragenlijst gaat wat dieper in op lopende conflicten en zal mondeling worden afgenomen. Deel 1. Vragenlijst om sociaal-emotioneel en taak gerelateerd conflict te meten Beantwoord onderstaande vragen door een cijfer achter de stelling te zetten. Gebruik de volgende cijfers: 1 = nooit; 2 = zelden; 3 = soms; 4 = regelmatig; 5 = (bijna )altijd. Tussen mij en de collega’s waarmee ik regelmatig te maken heb… Taakproces conflicten Staat ter discussie wie welke verantwoordelijkheid op zich neemt. Is sprake van een “strijd om de macht”. Is onduidelijk wie welke status heeft; dit staat ter discussie. Is het de vraag wie opdraait voor zaken die misgaan
Score
Taakinhoudelijke conflicten Verschillen van mening over hoe we werk het beste kunnen aanpakken Debatteren we over welke manier van werken optimaal is. Stellen we onze manier van werken ter discussie Discussiëren we over taak-inhoudelijke zaken
Sociaal- emotionele conflicten Zijn er persoonlijke fricties en wrijvingen. Is er sprake van botsende persoonlijkheden Wordt de sfeer bepaald gekenmerkt door onderlinge irritaties en boosheid. Zijn er emotionele conflicten Zijn persoonlijke normen en waarden aanleiding voor onderlinge irritaties en frustratie.
Deel 2. Vragenlijst om belangentegenstelling en meningen te meten Beantwoord onderstaande vragen door een cijfer achter de stelling te zetten. Gebruik de volgende cijfers: 1 = nooit; 2 = zelden; 3 = soms; 4 = regelmatig; 5 = (bijna )altijd. Belangentegenstellingen We bespraken mogelijkheden voor promotie. We bespraken mijn salaris. Ik had het gevoel dat mijn reputatie beschadigd was. Ik had het gevoel dat ik unfair behandeld was.
Meningsverschillen We bespraken hoe we de zaak zouten moeten uitvoeren. We bespraken wat we voor het team konden doen. We hadden verschillende meningen over de groepstaak.
Score
Ik werd bekritiseerd over mijn werkprestaties.
Deel 3. Meer over het conflict Om grip te krijgen op het conflict kunnen de volgende vier vragen worden gesteld. Hiermee wordt het conflict en zijn mogelijke oplossingen van uw kant in kaart gebracht. 1. Waarover gaat het conflict? 2. Hoe gaan partijen ermee om, nu en in het verleden? 3. Welke uitkomsten zijn mogelijk? 4. Welke uitkomsten zijn gewenst?
2.3. Vragenlijst Coping Doel: Inzicht krijgen in de copingsstijl van de cliënt. Materiaal: De vragenlijst gebaseerd op de vragenlijst van (Medic Info, 2013). Tijdsduur: Afnemen vragenlijst: 25 minuten. Scoring en uitwerking vragenlijst: 60 minuten De vragenlijst Deel 1 Problemen aanpakken Tijdens een periode met veel stress of problemen…
Altijd Vaak
Regelmatig
Soms
Nooit
Altijd Vaak
Regelmatig
Soms
Nooit
1. Ga ik opzoek naar informatie die me verder kan helpen. 2. Vind ik het moeilijk te bepalen waarmee ik het beste kan beginnen. 3. Ga ik opzoek naar een oplossing. 4. Geeft het me rust zaken op een rijtje te zetten. 5. Benoem ik een doel dat ik wil bereiken. 6. Bekijk ik een aantal mogelijke oplossingen en kies er de best haalbare uit. 7. Ben ik bang het overzicht kwijt te raken. 8. Ben ik in staat mijn doelen aan de nieuwe situatie aan te passen.
Deel 2 Afleiding of ontspanning zoeken Tijdens een periode met veel stress of problemen…
1. Ga ik iets leuks doen om er even tussenuit te zijn. 2. Tel ik tot tien, haal een paar keer diep adem of gebruik andere ontspanningstechnieken. 3. Leef ik me uit in sport of andere lichamelijke inspanning. 4. Werk ik extra hard om zo min mogelijk tijd te verliezen. 5. Ga ik meer eten, alcohol drinken, roken of gokken. 6. Zoek ik een uitlaatklep, zoals schrijven, tekenen, zingen of muziek maken. 7. Probeer ik de lat wat minder hoog voor mezelf te leggen. 8. Kan ik goed slapen.
Deel 3 Positief denken Tijdens een periode met veel stress of problemen…
Altijd Vaak
Regelmatig
Soms
Nooit
Altijd Vaak
Regelmatig
Soms
Nooit
1. Probeer ik optimistisch te blijven. 2. Bedenk ik dat er grotere problemen zijn dan die van mij. 3. Voel ik me moedeloos omdat het me toch niet gaat lukken. 4. Realiseer ik me ‘Na regen komt zonneschijn’ 5. Zie ik er geen gat meer in. 6. Vertrouw ik erop dat ik er sterker uit ga komen. 7. Kan ik aan niets anders meer denken. 8. Denk ik aan beter tijden die zeker gaan komen.
Deel 4 Sociaal Reageren Tijdens een periode met veel stress of problemen…
1. Ben ik vervelend gezelschap voor anderen. 2. Zoek ik steun bij mensen die ik vertrouw. 3. Merk ik dat het helpt om met iemand over mijn problemen te praten. 4. Ben ik de enige die de problemen kan oplossen. 5. Zoek ik zo nodig deskundige hulp. 6. Wijs ik hulp van andere mensen af. 7. Kan ik veel leren van hoe anderen de problemen aanpakken. 8. Trek ik me terug en zeg afspraken met familie en vrienden af.
Deel 5 Problemen uit de weg gaan Tijdens een periode met veel stress of problemen… 1. Heb ik slaap- of kalmeringsmiddelen nodig om rustig te blijven. 2. Doe ik net alsof het probleem er niet is. 3. Blijf ik me opwinden hoe oneerlijk het allemaal is. 4. Stel ik het oplossen van het probleem uit tot later. 5. Denk ik ‘Het maakt toch niets uit wat ik doe of laat’. 6. Kruip ik in bed en vergeet de wereld om me heen. 7. Ga ik ervan uit dat het probleem zich vanzelf wel zal oplossen. 8. Merk ik dat ik meer televisie kijk of computerspelletjes speel.
Altijd Vaak
Regelmatig
Soms
Nooit