20 jaar Brussels Hoofdstedelijk Gewest: kenmerken & uitdagingen (1989-2009) Joost Vaesen
EU FGOV + para’s G &G: 6 entiteiten + para’s (BHG: 14 + 6 vzw’s) Supracommunaal: Agglomeratie, (ex)Provincie, 6 politiezones, 9 regionale intercommunales, 6 transregionale intercommunales.
Lokaal: 19 gemeenten, OCMW’s + andere lokale actoren
Wat doet het BHG? Uitgaven op de initiële begroting (in miljoen BEF, lopende prijzen)
30000
Administratie & instellingen
25000 20000
Uitrustingen en verplaatsingen
15000 Lokale besturen
10000 5000 Leefmilieu, volksgezondheid
19 90 19 92 19 94 19 96 19 98 20 00 20 02 20 04 20 06
0
en netheid
Gewestschuld
Onderdelen Uitgangspunt: het bestuur van Brussel en de plaats van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Wie bestuurt? Brussel als « overbestuurde stad »? De gebrekkige werking van de stad/het Gewest? Brussel als gespleten stad?
1. Brussel als « overbestuurde stad »? fragmentatie & koppelingen
Een overbestuurde stad? Jan Vandenbussche (LDD) in HN (29.01.2008): “Een voorbeeldje ... hier zijn negentien gemeenten met negentien OCMW's. Allemaal met hun eigen manier van werken en hun exclusieve zorg voor de eigen mensen. Dat gaat niet”. Luc Van der Kelen in HLN (23.02.2008): “Exact te tellen zijn ze bijna niet, maar er zijn in Brussel zowat 950 politici. …”
Fragmentatie als resultante van politieke compromissen eigenheid Brussels model: (asymmetrische) fragmentatie ⇒ pol. machtsverhoudingen bepalen mee de instellingen 1) Uitdagingen? - transparantie - overkoepelend beleid - macht elites - bewonersparticipatie – politieke legitimiteit 2) Compensatie? pacificatiedemocratie - groot # actoren (pluralisme) besluitvorming via elites - allerhande koppelingen: cf. cumulatie van mandaten - informele netwerken: overleg & compromissen
Bestuurlijke functies: een voortdurende spanning tussen centralisatie & decentralisatie
90 80 70 60 50 40 30 20 10 0 19 78 19 80 19 82 19 84 19 86 19 88 19 90 19 92 19 94 19 96 19 98 20 00 20 02
“nieuw centralisme”? belang Gewest: machtspositie (cf. EU) lokale besturen blijven belangrijk (veerkracht: nabijheid) probleem van bevoegdheidsverdeling = kenmerk “modern bestuur” => noodzaakt samenwerking “condensatie” lokale & regionale elite
Brussel-Stad (GD) BRU-19 (GD) Brussels Gewest
Cumulatie van politieke mandaten 1989 1995 1999 2004 2009 GR
33
30
24
34
28
S
17
22
16
13
19
B
7
7
6
11
12
%
76%
79% 61% 65%
66%
Welke organisatie voor de stad/het stadsgewest? Welk normatief-ideologisch referentiekader? fragmentatie vs. schaalvergroting VD fragmentatie: afstand tot burger (nabijheid) “public choice” – burgerparticipatie – integratie minderheden – pool mandatarissen - VD schaalvergroting: efficiëntie (Fordisme) – minder uitgaven – overal zelfde diensten - groter soortelijk gewicht - aantrek personeel – herverdeling – coherentie – Vlaamse vraag Rol Brusselse gemeenten: traditie: « municipalisme » politiekelectorale functie communautaire functie: onderdeel compromis -
2. De gebrekkige werking van de stad/het stadsgewest?
Stedelijke baronieën & bevoegdheidsoverschrijdingen? Luc Van der Kelen in HLN (23.02.2008): “Opnieuw meer geld steken in een stad die overbestuurd wordt en die vindt dat niemand er verder zaken mee heeft, hoe ze verkeerd bestuurd wordt, dat is niet meer te verantwoorden”. Bert Anciaux in DS (25.04.2007): « De hoofdstad heeft de grootste werkloosheidsgraad. Maar in plaats van een behoorlijk economisch, tewerkstellings- en mobiliteitsbeleid te voeren, geeft het Brussels Gewest alsmaar meer geld uit aan gemeenschapsbevoegdheden … »
Stuurloze stedelijke baronieën? Van harde controle naar “soft power” vóór 1989: aanwezigheid « harde stokken », maar toepassing? naar een zachte, scheppende macht: contractuele financiële stromen 1) financiële omvang 2) # programma’s (BHG-A14: 3 => 17) mate van lokaalbestuurlijke reflectie & controle? centralisatieparadox => wederzijdse beïnvloeding 60,00 50,00 40,00
% fondsen in totale ontvangsten
30,00
% toelagen in totale ontvangsten
20,00
% belastingen in totale ontvangsten
10,00
19 78 19 81 19 84 19 87 19 90 19 93 19 96 19 99 20 02
0,00
Ontvangsten BRU19
Verkokerd vs. holistisch beleid? Doelstelling 2 (2000-2006) als voorbeeld Type project
%
Bedrijvencentra
21.82
Lokale economie
14.74
Sociale economie
23.48
Collectieve infrastructuur
8.28
Sportinfrastructuur
4.17
Sociale uitrusting
13.67
Culturele uitrusting
6.14
Groene ruimtes
3.07
Publieke ruimtes
0.76
Nieuwe technologie
2.85
Het voorbeeld van de stadsvernieuwing: de bestrijding van de duale stad WC 1ste Publiek generatie
Voorzien
35.0%
Realisatie
76.5%
PPS
vw.: perimeter - timing wie? 1ste fase: Gewest - gemeenten 2de fase: meer partners & 65.0% platform (VGC, COCOF, FGOV, private actoren, verenigingen) het BHG als bouwheer – de andere actoren als aannemers? 23.5% samenwerking - coördinatie – financiering - transparantie? bewonersparticipatie? -
3. Brussel als gespleten stad?
Brussel als gespleten stad? Louis Tobback in Knack (20.02.2008): « In ruil voor de borrelnootjes willen de Vlamingen nog eens akkoord gaan met een half miljard euro bijkomende financiering voor Brussel per jaar, zonder daaraan ook maar één enkele voorwaarde aan te verbinden » Idem: “Ik heb altijd gepleit voor een samenwerkingsverband zoals Kortrijk er nu een heeft met Lille. Maar waarom zou Leuven, Vlaams-Brabant of Galmaarden toetreden tot een samenwerkingsverband waarin het voortdurend rekening moet houden met de kuren van 19 baronnen, die zelf helemáál niet geneigd zijn rekening te houden met ons als ze toevallig met hun buurman in de Brusselse biotoop overhoopliggen?”
De impact van de federalisering, 1970-… 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0%
% VG % WG
09
20
00
20
98
19
96
19
94
19
92
19
90
19
88
19
86
19
84
19
82
19
80
19
78
19
19
76
% BHG
Evolutie van het (virtueel eengemaakt) Gemeentefonds
Financiële uitdagingen: intragewestelijke solidariteit? €/inw
fondsen toelagen
ZO Resi
84
298
NW Resi
199
294
Kanaal
300
354
1ste Kroon
343
445
BG
328
445
Conclusies
Kenmerken van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Het BHG als regionale macht? Promotor zelfbestuur (« self rule ») vs. gedeeld bestuur (« shared rule »): machtsbalans – spanningen? Politieke architectuur: asymmetrie typisch voor multinationale entiteiten – belang normatief kader => meervoudige bestuurslagen + interne fragmentatie Politieke cultuur: focus op overleg, onderhandelingen, gezamenlijke besluitvorming, => traag, maar stabiliserend – belang van politieke wil Uitdagingen: politiekinstitutioneel, sociaaleconomisch (dualiteit), financieel, transparantie, …
20 jaar Brussels Hoofdstedelijk Gewest: kenmerken & uitdagingen (1989-2009) Joost Vaesen
Vernieuwing in het bestuur: 6 domeinen met transities? B Europeanisering Regionalisering Stedelijke regimes Uitvoerende macht “New public management” Democratische vernieuwing
F
NL
GB
D
Model van carrièrepatronen in federale en geregionaliseerde systeemen: Uitgebreide centripetale beweging
Beperkte centripetale beweging
Beperkte centrifugale beweging
Unilaterale transfer van regio naar centrum
Wisselende carrières
Uitgebreide centrifugale beweging
Geïntegreerde transfer zonder richting: Wallonië, Brussel (25% 24%)
Unilaterale transfer van centrum => regio: Vlaanderen (5% van regio => centrum), Schotland, Wales