2856 Euro
1
Beslissen
2
1. “Ouderwets beslissen” 2. Vertekeningen en heuristieken 3. Adaptieve heuristieken 4. Drie manieren om te beslissen 5. Een vijf fasen model
Subjective Expected Utility Welke auto kies je? merk prijs veilig sportief dubbele uitl. Auto A
5
8
5
8
ja
Auto B
3
5
6
4
nee
Auto C
8
9
3
9
ja
Belang:
2
-4
5
3
1
3
4
Het bewustzijn gebruikt rare heuristieken “Predecisional distortion” Positieve test strategie Availability heuristic
Levendigheid � �
Hoe concreet of levendig is iets? Voorbeeld van rechtzaak rond alcohol en verkeer – “On his way out the door, Smith staggered against a serving table, knocking a bowl to the floor.” – “On his way out the door, Smith staggered against a serving table, knocking a bowl of guacamole dip to the floor and splattering guacamole on the white shag carpet.” – Bij later terugkomen op de taak vinden de mensen die versie 2 hebben gelezen de persoon meer schuldig (Plaus, 1993)
5
Representativeness 'Ik heb een vriend die professor is. Hij houdt van het schrijven van gedichten, is nogal verlegen en is klein van gestalte. Op welk terrein is hij werkzaam: Chinese literatuur of rechten?'
Muntje werpen/Toss: 6 x kop of munt � Welke is meer waarschijnlijk? �KKKKKK KKMKMM Rechts waarschijnlijker gevonden dan links � Toch zelfde kans (1 in 64) �
6
Vertekeningen en heuristieken Menselijk beoordelingsvermogen leidt tot allerlei vertekeningen. Die vertekeningen worden vaak erger naarmate we meer nadenken
7
Absolute verschillen en accuraatheid
4 3 2 1 0 verschil
accuraatheid bewust
snel
Moeten we dan maar helemaal niet meer nadenken? Drie manieren om een beslissing te nemen: 1. Heel snel 2. Na lang bewust nadenken 3. Na “onbewust nadenken”
8
Het capaciteitsprobleem Het bewustzijn heeft een zeer beperkte capaciteit
21365 9351201 7458240584
Het capaciteitsprobleem Capaciteit (in bits) van sensorische organen en van bewustzijn:
�
Ogen Oren Huid Tong Neus
Totaal 10.000.000 100.000 1.000.000 1000 100.000
�
Totaal
11.201.000
� � � �
Bewust 40 30 5 1 1 77
9
Complex versus simpel: “Rooms for rent” Proefpersonen krijgen informatie over 4 apartementen. Elk apartement heeft 12 aspecten (Apt. A is groot, Apt. C is in de Jordaan). Drie apartementen hebben 5 positieve en 7 negatieve aspecten. Eén is beter: 8 positieve en 4 negatieve aspecten. Proefpersonen kiezen de beste: 1. Onmiddelijk 2. Na drie minuten nadenken 3. Na drie minuten onbewust nadenken (afleiding)
Percentage dat het beste apartement kiest.
60 55 50 45
onmiddelijk bewust onbewust
40 35 30 25 conditie
Uit: Dijksterhuis (2004). JPSP, 87, 586-599.
10
Globaal oordeel versus specifiek aspect.
60 55 50 45
onmiddelijk bewust onbewust
40 35 30 25 20 conditie
Uit: Dijksterhuis (2004). JPSP, 87, 586-599.
Relatie tussen complexiteit van een beslissing en kwaliteit van een beslissing:
kwaliteit onbewust
bewust
complexiteit
11
Bewust nadenken?
Onbewust nadenken?
Auto’s Percentage dat de goede auto koos 1
bewust onbewust
0,5
0
4
8
12
From: Dijksterhuis et al., (2006). Science, 311, 1005-1007.
12
De belangrijke rol van het aantal aspecten: 61 studenten werd gevraagd met hoeveel aspecten ze rekening houden bij aankoop van de volgende producten (5-puntsschaal)
Auto Computer Kamer (huur) Camera Bank Bed
4.03 3.93 3.88 3.49 3.03 2.98
Schoenen Wekker2.11 Vaas Handdoek Tandpasta Ovenwanten
2.91 2.03 1.79 1.75 1.66
126 andere proefpersonen werd gevraagd iets uit de lijst te kiezen dat ze recent gekocht hadden en ze werden gevraagd: 1. Wat ze gekocht hadden 2. Hoe duur het was 3. Of ze het al eens gezien hadden voordat ze gingen winkelen. a. Hoeveel ze erover nagedacht hadden (7-p. schaal). 4. Hoe tevreden ze waren met wat ze hadden gekocht.
13
Het belang van het aantal aspecten 7
6
5
4
shampoo (1.90)
CD (2.28)
schoenen (2.91)
bewust
vliegticket (3.17)
camera (3.48) kamer (3.88)
onbewust
From: Dijksterhuis et al., (2006). Science, 311, 1005-1007.
Belastingdienst MKB Controleurs houden een dagboek bij tijdens een controle en schatten eventuele fraude in: 1. Tijdens de voorbereiding van het gesprek 2. Na het gesprek 3. Aan het begin van de volgende week
14
Percentages correcte classificatie foute aangiften
80 70 60 50 40 30 20 non-experts voor
experts na
week
Vijf fasen van beslissen: 1. Het vaststellen van het doel van de beslissing 2. Het vaststellen van de criteria die nodig zijn om het doel te verwezenlijken 3. Het verzamelen van de informatie over de verschillende alternatieven 4. Het toewerken naar een voorkeur voor een van de alternatieven 5. Het nemen van de beslissing en de communicatie daarvan Scheidt de fasen zo goed mogelijk! Werk in fase 4 vooral onbewust Pas op met groepsoverleg of groepsbeslissingen
15
Praktisch advies: 1. “Wegen” moet je aan je onbewuste overlaten, behalve – alweer – bij relatief eenvoudige beslissingen, en bij “overzichtelijke” beslissingen. 2. “Wegen” gaat beter als je vantevoren probeert te bepalen wat de belangrijkste criteria zijn.
Praktisch advies: 3. Bij complexe beslissingen loont het altijd de moeite om een periode van onbewust nadenken in te bouwen. 4. Expertise is belangrijk, juist voor onbewust nadenken. De intuitie van een ervaren iemand is heel veel waard. Bewust nadenken kunnen we allemaal wel. 5. Vertrouwen op gevoel? Ja, maar onder bepaalde voorwaarden. Heb je voldoende informatie? Heb je voldoende onbewuste tijd genomen? Hoeveel weet je (expertise)?
16