16. Werktijden in het voortgezet onderwijs
Inhoudsopgave Inleiding De arbeidstijdenwet
Pauzes Rust Nachtdiensten Zondag Zwanger
Weektaak van onderwijsondersteunend personeel Vakantieverlof voor onderwijsondersteunend personeel Beschikbaarheidsregeling
Spreiding van lessen Dagdelen Parttime Afkortingen Meer informatie
Inleiding In deze brochure geven we u informatie over de Arbeidstijdenwet die van toepassing is op het onderwijzend en het onderwijsondersteunend personeel, de weektaak en vakantieverlof voor het onderwijsondersteunend personeel (OOP) en de beschikbaarheidsregeling. Alle regelingen zijn terug te vinden in de CAO voor het voortgezet onderwijs.
De Arbeidstijdenwet1 Voor de uitwerking van een arbeids- en rusttijdenregeling moet u rekening houden met de grenzen vastgelegd in de Arbeidstijdenwet. De Arbeidstijdenwet, en het daarop gebaseerde Arbeidstijdenbesluit, is van toepassing op zowel het onderwijzend als het onderwijsondersteunend personeel. De arbeidstijdenwet is niet van toepassing op werknemers die ten minste driemaal het minimumloon verdienen. Ook zijn er normen voor jongeren onder de 18.
Pauzes
Het recht op een pauze van een half uur bij een arbeidstijd van 5,5 klokuur kan, indien de pmr (Personeel van de MR) daarmee akkoord gaat gesplitst worden in twee keer een kwartier. De pmr heeft op dit punt een veto; gaat de pmr niet akkoord, dan kan dit niet worden voorgelegd aan de geschillencommissie. Onder pauze verstaat de wet een tijdsduur van minimaal een kwartier waarin geen enkel beroep op de werknemer kan worden gedaan. Surveillance in de kantine, gezamenlijk eten met de leerlingen, begeleidingsgesprekken met leerlingen vallen onder de categorie arbeid.
Rust
De minimale wekelijkse rust is 36 uur per periode van 7 x 24 uur of 60 uur per periode van 9 x 24 uur (1 x per 5 weken in te korten tot 32 uur). De dagelijkse rust is minimaal 11 uur per 24 uur (1 x per periode van 7 x 24 uur in te korten tot 8 uur). De maximale arbeidstijd per dienst is 9 uur en per week 45 uur. Per 13 weken mag maximaal 520 uur worden gewerkt. Overschrijding hiervan is overwerk. De maximale arbeidstijd per dienst bij overwerk is 11 uur en 54 uur per week. Per 13 weken mag, inclusief overwerk, niet meer dan 585 uur worden gewerkt.
Nachtdienst
Bij nachtdiensten (tussen 00.00 uur en 6.00 uur), bijvoorbeeld bij schoolfeesten of werkweek, geldt een minimumrust van 14 uur. De minimumrust na een reeks nachtdiensten (minimaal 3) is 48 uur. De maximumarbeidstijd per nachtdienst is 8 uur (9 uur bij overwerk). Het maximum aantal achtereenvolgende nachtdiensten is 5 (6 indien de nachtdiensten voor of op 2.00 uur eindigen). De bepalingen over maximale arbeidstijd, minimale rusttijden en nachtdiensten worden gedurende werkweken meestal ruim doorbroken. De enige oplossing daarvoor is meer begeleiding en het draaien van "diensten" tijdens een werkweek. In de CAO-VO is geregeld dat men na avondwerk recht heeft op tenminste 9 uur rust.
Zondag
Op zondag wordt in principe geen arbeid verricht. Een werknemer die een niet-christelijke religie belijdt, waarvoor een andere wekelijkse rustdag geldt, kan de werkgever vragen de Bij het ter perse gaan van deze uitgave wordt door het Kabinet gewerkt aan een nieuwe Arbeidstijdenwet. Op welk moment de nieuwe wet van kracht wordt en welke consequenties daar aan verbonden zijn is nog niet duidelijk.
1
regeling van de zondagsarbeid op die andere dag toe te passen. De werkgever moet aan zo'n verzoek voldoen.
Zwanger en voeding kind
Zwangere werkneemsters hebben recht op extra pauzes tot ten hoogste een achtste deel van een dienst. Ze kunnen de werkgever vragen vrijgesteld te worden van overwerk. Gedurende de eerste negen maanden na de geboorte van een kind mag de moeder het werk onderbreken voor het geven van borstvoeding of om te kolven. De werkgever moet hiervoor tot een kwart van de arbeidstijd gelegenheid bieden en het loon over die tijd doorbetalen. Ook moet de werkgever een geschikte ruimte ter beschikking stellen.
Weektaak van onderwijsondersteunend personeel In de CAO-VO is bepaald dat een werknemer die behoort tot de functiecategorie onderwijsondersteunend personeel kiest voor toepassing van een van de volgende arbeidstijdenmodellen: - een rooster van 40 uur per week; - een rooster van 38 uur per week; - een rooster van 36 uur per week; - een regeling in onderling overleg overeen te komen tussen de werknemer en de werkgever tenzij de werkgever in overleg met de P(G)MR met betrekking tot één of meer functiegroepen binnen de categorie onderwijsondersteunend personeel een voor die groep geldende arbeidstijdenmodel heeft vastgesteld. Ook is bepaald dat de werkgever een afweging maakt tussen het individuele belang en het organisatorische belang bij het maken van het rooster. Indien de werkgever de keuze van de werknemer niet honoreert moet hij dat motiveren. Verder is bepaald dat aan het begin van het schooljaar de spreiding van arbeidsuren over de week wordt vastgelegd in overleg tussen werkgever en werknemer.
Vakantieverlof voor onderwijsondersteunend personeel De werkgever verleent de werknemer, behorende tot de functiecategorie OOP vakantieverlof met behoud van bezoldiging. Het vakantieverlof bestaat uit verlofdagen inclusief de algemeen erkende en christelijke feestdagen zoals genoemd in de bijlage van de CAO. Het verlof wordt bij voorkeur in de schoolvakanties verleend. Als de werkgever de verlofdagen of (een) periode(n) aanwijst, wordt de werknemer voor die beperking gecompenseerd. De werkgever spreekt hiervoor een compensatieregeling met de personeelsgeleding van de (g)mr af. Het vakantieverlof bedraagt: - bij een werkweek van 40 uur 426 uur verlof per jaar; - bij een werkweek van 38 uur 322 uur verlof per jaar; - bij een werkweek van 36 uur 218 uur verlof per jaar; - bij een werkweek van 36,86 uur 266 uur verlof per jaar. Indien de werknemer een dag verlof opneemt wordt de omvang van het verlof bepaald op basis van de spreiding van de arbeidsuren over de week. Dit is van overeenkomstige toepassing op het verlof in verband met de erkende en christelijke feestdagen.
Beschikbaarheidregeling In de CAO-VO is een tabel voor de beschikbaarheid opgenomen. Deze geeft een marge voor de spreiding van de werkzaamheden. Daaruit kan niet worden afgeleid dat de werknemer het genoemde aantal dagdelen en dagen beschikbaar moet zijn. Deze conclusie kan wel worden getrokken als men de betrekkingsomvang en de daarbij behorende dagdelen/dagen met elkaar vergelijkt. Van een werknemer met een werktijdfactor van 0,2000 (ongeveer 7,5 klokuren per week) kan niet worden verlangd dat hij twee dagen, dus 16 klokuren aanwezig is. Een leraar met een werktijdfactor van 0,2000 kan zelfs geen 2 volle dagdelen voor lesgeven worden ingezet. Slechts een deel van de ongeveer 7,5 klokuren is beschikbaar voor het lesgeven. De overige tijd is slechts voor een gering deel bestemd voor vergaderingen en dergelijke. De mate waarin parttimers aanwezig moeten zijn op bijeenkomsten buiten de lessen moet geregeld worden in het kader van het taakbelastingsbeleid. Op die manier kan worden nagegaan hoeveel uur daarvoor beschikbaar is. Voor het meeste onderwijsondersteunend personeel is het gezien de aard van de werkzaamheden mogelijk om een aaneengesloten rooster te krijgen. Voor de OOP-ers met lesgebonden- en behandeltaken kan dezelfde situatie ten aanzien van de beschikbaarheid gelden als voor de leraren.
Afwijkingen van beschikbaarheidsregeling
De marge voor spreiding van lessen bij het inroosteren is erg ruim genomen, omdat hierbij met name rekening wordt gehouden met de 3- en 4-uursklassen uit de bovenbouw. In een aantal gevallen waarin leraren met zeer kleine banen met name 1 of 2-uursvakken geven, is het roostertechnisch vrij gemakkelijk de lessen op minder dagen en dagdelen te concentreren. De CAO-VO geeft de werkgever de verplichting in dat geval ook een minder gespreid rooster uit te werken. Voor grotere deeltijdbanen is het in het algemeen mogelijk per dag gemiddeld 5 en per dagdeel gemiddeld 3 lesuren te plaatsen. De CAO-VO geeft de mogelijkheid met de pmr aanvullende regels voor de spreiding van de werkzaamheden overeen te komen. Deze afwijking is ook opgenomen omdat voor bepaalde categorieën personeel (bijvoorbeeld schoonmaakpersoneel) deze tabel niet altijd voldoet.
Dagdelen
In de CAO is het begrip dagdeel omschreven als morgen, middag of avond. In het dagelijks spraakgebruik loopt de morgen van 6.00 tot 12.00 uur en de middag van 12.00 uur tot 18.00 uur. Voor de schoolpraktijk is deze indeling niet altijd bruikbaar. De schooltijd eindigt doorgaans voor 16.00 uur en lessen kunnen tot even na 12.00 uur doorlopen. In het geval er een algemene middagpauze is kan dit de natuurlijke en hanteerbare scheidslijn zijn. Wij adviseren om in de arbeids- en rusttijdenregeling die in overleg met de pmr moet worden opgesteld, een definitie van morgen en middag op te nemen. Aangezien het lesgeven een deel is van de opgedragen werkzaamheden (en wel het meest omvangrijke deel) kunnen de voor lessen ingeroosterde dagen/dagdelen niet gelijk worden gesteld aan de werkdagen en kunnen de niet ingeroosterde dagen/dagdelen niet worden betiteld als vrije dagen/dagdelen. Het is dus mogelijk een werknemer te verplichten aanwezig te zijn op een bijeenkomst op een niet-lesdag. Ook hier moet rekening worden gehouden met de overige verplichtingen en tijdige aankondiging.
Parttime
Welke dagen een parttimer beschikbaar is kan bij aanvang van de betrekking worden vastgelegd. Het kan ook jaarlijks onderling worden afgesproken. De CAO-VO verplicht de werkgever rekening te houden met de door de werknemer reeds aangegane verplichtingen. Dat kan een andere baan zijn, maar het kan ook gaan om afspraken in verband met de zorg voor de kinderen of familie, scholing of vrijwilligerswerk. Maar ook als er geen andere verplichtingen zijn, moet de werkgever op grond van de arbeidstijdenwet een wijziging in de werktijden tijdig doorgeven. Voor jaarlijkse roosterwijzigingen is daarvoor de termijn van ten minste 28 dagen van toepassing. Voor onverwacht noodzakelijke wijzigingen geldt volgens de Arbeidstijdenwet (artikel 4.2) een termijn van 4 dagen. Voor de werkgever kan wel het beroep op overmacht van toepassing zijn.
Afkortingen CAO-VO GMR OOP PMR
CAO voor het voortgezet onderwijs Gemeenschappelijke medezeggenschapsraad Onderwijsondersteunend personeel Personeelsgeleding van de MR
Meer informatie Heeft u een vraag over uw rechtspositie? Bent u lid van de MR en wilt u een advies over iets dat op uw school speelt? Wilt u weten welke cursussen u kunt volgen bij de AOb? Heeft u een algemene vraag of wilt u informatie ontvangen over het AOb lidmaatschap? Een brochure opvragen? Leden kunnen met alle vragen en verzoeken terecht bij het Informatie en Advies Centrum van de Algemene Onderwijsbond. Wij zijn van maandag tot en met vrijdag bereikbaar van 8.30 tot 17.00 uur op 0900 - 463 62 62 ofwel 0900 - Info AOb (5 eurocent per minuut) en 24 uur per dag via
[email protected] . U kunt ook faxen naar 030 - 2989862. Meer informatie vindt u ook op www.aob.nl. Nu lid worden? Klik hier.