15164
15164 WP VIERHONDERDPOLDERDIJK 3
WP VIERHONDERDPOLDERDIJK 3
Ordito b.v. Postbus 94 5126 ZH Gilze E T I KVK
[email protected] 0161 801 022 www.ordito.nl 54 811 554
WIJZIGINGSPLAN VIERHONDERDPOLDERDIJK 3 Gemeente Sluis
Planstatus: Datum: Plan identificatie: Auteur(s): Historie Concept Voorontwerp Ontwerp Vastgesteld
ontwerp 2016-05-25 NL.IMRO.1714.wpvierhonderdpdijk-ON01 Ordito
TOELICHTING 10001 HERONTWIKKELING ZUNDERT CENTRUM
1.
Inleiding
2
1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Aanleiding Ligging plangebied Vigerende bestemmingsplannen Bij het plan behorende stukken Leeswijzer
2 2 3 3 4
2.
Projectbeschrijving
5
2.1 2.2
Huidige situatie Gewenste ontwikkeling en toets vigerend plan
5 5
3.
Beleidskader
8
3.1 3.2 3.3
Rijksbeleid Provinciaal beleid Gemeentelijk beleid
4.
Randvoorwaarden
13
4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7 4.8
Archeologie Bedrijf en milieuzonering Bodemkwaliteit Externe veiligheid Flora en fauna Geluidsaspecten Luchtkwaliteit Water
13 13 14 15 16 17 18 19
5.
Juridische aspecten
23
5.1 5.2 5.3
Verbeelding Planregels Toelichting op de bestemmingen
6.
Uitvoerbaarheid
6.1 6.2
Economische uitvoerbaarheid Maatschappelijke uitvoerbaarheid
8 9 11
23 23 24
26 26 26
|2
1.
INLEIDING
1.1
Aanleiding
Op 23 juni 2011 is het bestemmingsplan ‘Buitengebied Sluis’ door de gemeenteraad van Sluis vastgesteld. Binnen dit bestemmingsplan is een wijzigingsbevoegdheid (artikel 3.6.4.) opgenomen, waarmee de bestemming ‘Agrarisch’ omgezet kan worden naar bestemming ‘Wonen-2’. De bedrijfsbeëindiging van het agrarisch bedrijf aan de Vierhonderdpolderdijk 3 in Cadzand, gemeente Sluis is de aanleiding voor het opstellen van dit wijzigingsplan. Door de bedrijfsbeëindiging kan gebruik worden gemaakt van de wijzigingsbevoegdheid om de bestemming ‘Agrarisch’ om te zetten naar de bestemming ‘Wonen-2’. Verzocht is om gebruik te maken van deze wijzigingsbevoegdheid. Met onderhavig wijzigingsplan wordt dit juridisch-planologisch mogelijk gemaakt.
1.2
Ligging plangebied
Het plangebied is gelegen ten noordoosten van de bebouwde kern van Cadzand. Ten noorden van het plangebied is een camping gelegen. Tegenover het plangebied is een agrarisch bedrijf met daarbij behorende minicamping gelegen. Op onderstaand kaartje is het plangebied op de luchtfoto aangegeven.
Afbeelding 1 Ligging plangebied. Bron: Bing Maps
NL.IMRO.1714.wpvierhonderdpdijk-ON01
Wijzigingsplan Vierhonderdpolderdijk 3
|3
1.3
Vigerende bestemmingsplannen
Voor het plangebied vigeren de volgende bestemmingsplannen: Bestemmingsplan ‘Buitengebied Sluis’, vastgesteld op 23 juni 2011. Bestemmingsplan ‘eerste herziening Buitengebied’, vastgesteld op 31 januari 2013 Bestemmingsplan ‘tweede herziening Buitengebied’, vastgesteld op 28 mei 2015 Bestemmingsplan ‘derde herziening Buitengebied’, vastgesteld 16 juli 2015 Het perceel heeft binnen het bestemmingsplan de bestemming ‘Agrarisch’. Binnen deze bestemming is de uitoefening van een grondgebonden agrarisch bedrijf toegestaan. Per bouwvlak is ten hoogstens één bedrijfswoning toegestaan. In het bestemmingsplan is een wijzigingsregel (artikel 3.6.4.) opgenomen om de bestemming ‘Agrarisch’ om te zetten naar de bestemming ‘Wonen-2’. Door middel van voorliggend wijzigingsplan wordt bovengenoemd bestemmingsplan voor dit plangebied gewijzigd.
Afbeelding 2 Uitsnede bestemmingsplan 'Buitengebied Sluis' (groen omlijnd is plangebied)
1.4
Bij het plan behorende stukken
Het wijzigingsplan bestaat uit de volgende onderdelen: Verbeelding: Op de verbeelding zijn de bestemmingen in het plangebied weergegeven. Deze bestemmingen zijn gerelateerd aan de in de regels opgenomen juridische regeling.
Regels: In de regels is het gebruik van de binnen het plangebied aangegeven gronden, opstallen en ander gebruik van de gronden juridisch geregeld. Per bestemming is aangegeven wat binnen die bestemming mogelijk en/of toegestaan is.
NL.IMRO.1714.wpvierhonderdpdijk-ON01
Wijzigingsplan Vierhonderdpolderdijk 3
|4
1.5
Toelichting: In de toelichting worden de aan het plan ten grondslag liggende gedachten en de uitkomsten van eventueel uitgevoerde onderzoeken opgenomen.
Leeswijzer
In hoofdstuk twee van de toelichting wordt ingegaan op de huidige situatie van het plangebied en is de toekomstige situatie beschreven, mede getoetst aan de wijzigingsregel uit het bestemmingsplan. In het derde hoofdstuk wordt het vigerend beleid op rijks-, provinciaal, regionaal en gemeentelijk niveau uitgelicht. Vervolgens komen in hoofdstuk vier de randvoorwaarden aan bod. Onder randvoorwaarden worden onder andere verstaan bodem- en luchtkwaliteit. Hoofdstuk vijf geeft de planbeschrijving en de juridische aspecten van het plangebied weer. Afgesloten wordt met hoofdstuk zes waarin de uitvoerbaarheid ter sprake komt.
NL.IMRO.1714.wpvierhonderdpdijk-ON01
Wijzigingsplan Vierhonderdpolderdijk 3
|5
2.
PROJECTBESCHRIJVING
In dit hoofdstuk wordt de planlocatie beschreven. Ook wordt ingegaan op de gewenste ontwikkeling en vindt de toets plaats aan de wijzigingsregel van artikel 3.6.4 van het vigerende bestemmingsplan. De beleidsmatige en milieukundige haalbaarheid van de wijziging staat nader uitgewerkt in respectievelijk hoofdstuk 3 en 4.
2.1
Huidige situatie
Het plangebied is bestemd met de bestemming ‘Agrarisch’. Op dit moment is het niet meer in gebruik ten behoeve van een agrarisch bedrijf. Het agrarisch bedrijf is beëindigd. Op het perceel staat naast de schuur een bedrijfswoning met de daarbij behorende bijgebouwen.
Afbeelding 3 Luchtfoto plangebied (rood omlijnd is plangebied). Bron: Bing Maps
2.2
Gewenste ontwikkeling en toets vigerend plan
Gewenste ontwikkeling Ter plaatste van het plangebied vigeert het bestemmingsplan ‘Buitengebied Sluis’. Het perceel is bestemd tot ‘Agrarisch’. Het agrarisch bedrijf, behorende bij dit perceel, is beëindigd, vandaar dat is verzocht om gebruik te maken van de wijzigingsbevoegdheid om de bestemming van het perceel van ‘Agrarisch’ om te zetten naar de bestemming ‘Wonen2’.
NL.IMRO.1714.wpvierhonderdpdijk-ON01
Wijzigingsplan Vierhonderdpolderdijk 3
|6
Afbeelding 4 Detailuitsnede vigerend bestemmingsplan
Toets vigerend bestemmingsplan Het bestemmingsplan ‘Buitengebied Sluis’ bevat een wijzigingsbevoegdheid (artikel 3.6.4), waarmee burgemeester en wethouders na bedrijfsbeëindiging de bestemming van de gronden met de bestemming ‘Agrarisch’ en de aanduiding ‘bouwvlak’ kunnen wijzigen in de bestemming ‘Wonen-2’ en/of de bestemming ‘Agrarisch’ zonder de aanduiding ‘bouwvlak’, met inachtneming van het volgende: a. Het aantal woningen binnen het bestemmingsvlak mag niet worden vergroot; b. Indien de inhoud van de woning (inclusief aan- en uitbouwen) en de oppervlakte van de overige bebouwing meer bedraagt dan bij de bestemming Wonen-2 is toegestaan, dan mogen deze maten als ten hoogste toelaatbaar worden aangehouden hetgeen in het wijzigingsplan wordt vastgelegd; in geval van herbouw is het hiervoor bepaalde slechts van toepassing, indien de herbouw op dezelfde plaats plaatsvindt hetgeen in het wijzigingsplan wordt vastgelegd; c. Bestaande NED’s als vervolgactiviteit zijn toegestaan; d. Een bestaande minicamping als vervolgactiviteit is toegestaan; e. De maximale toelaatbare goot – en bouwhoogte van de gebouwen blijft gelijk; f. Wijziging mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van de gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van naastgelegen percelen; g. Niet langer van toepassing zijnde aanduidingen zoals genoemd in lid 3.1 worden verwijderd. Met onderhavig wijzigingsplan wordt de bestemming van het perceel omgezet van ‘Agrarisch’ naar ‘Wonen-2’. Het wijzigingsplan waarborgt dat alle voorwaarden van de wijzigingsbevoegdheid wordt voldaan. Binnen het bestemmingsvlak is een bedrijfswoning met een bijgebouw aanwezig. Deze bedrijfswoning wordt omgezet naar burgerwoning, zodoende blijft het aantal woningen binnen het bestemmingsvlak gelijk aan het huidige aantal. De inhoud van de bedrijfswoning bedraagt 375 m³ en voldoet zodoende aan de maximale inhoud van 1.000 m³. Voor de bijgebouwen wordt het bestaande oppervlakte overgenomen als maximum (365 m²). Omdat er binnen de geldende milieuwetgeving geen onderscheid wordt gemaakt tussen het beschermingsniveau van een (agrarische) bedrijfswoning van een derde of een burgerwoning van een derde heeft de voorgenomen wijziging geen gevolgen voor de gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van het tegenover gelegen agrarisch bedrijf. NL.IMRO.1714.wpvierhonderdpdijk-ON01
Wijzigingsplan Vierhonderdpolderdijk 3
|7
Het plangebied heeft geen aanduidingen zoals genoemd in lid 3.1. De beleidsmatige en milieukundige haalbaarheid van de wijziging staat nader uitgewerkt in respectievelijk hoofdstuk 3 en 4.
NL.IMRO.1714.wpvierhonderdpdijk-ON01
Wijzigingsplan Vierhonderdpolderdijk 3
|8
3.
BELEIDSKADER
3.1
Rijksbeleid
Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) Op 13 maart 2012 is de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte vastgesteld. Deze structuurvisie geeft een totaalbeeld van het ruimtelijk- en mobiliteitsbeleid op rijksniveau en is de ‘kapstok’ voor bestaand en nieuw rijksbeleid met ruimtelijke consequenties. Nederland concurrerend, bereikbaar, leefbaar en veilig. Daar streeft het Rijk naar met een krachtige aanpak die ruimte geeft aan regionaal maatwerk, de gebruiker voorop zet, investeringen scherp prioriteert en ruimtelijke ontwikkelingen en infrastructuur met elkaar verbindt. Dit doet het Rijk samen met andere overheden. Bij deze aanpak hanteert het Rijk een filosofie die uitgaat van vertrouwen, heldere verantwoordelijkheden, eenvoudige regels en een selectieve rijksbetrokkenheid. Het Rijk formuleert drie hoofddoelen om Nederland concurrerend, bereikbaar, leefbaar en veilig te houden voor de middellange termijn (2028): Het vergroten van de concurrentiekracht van Nederland door het versterken van de ruimtelijke-economische structuur van Nederland; Het verbeteren, in stand houden en ruimtelijk zekerstellen van de bereikbaarheid waarbij de gebruiker voorop staat; Het waarborgen van een leefbare en veilige omgeving waarin unieke natuurlijke en cultuurhistorische waarden behouden zijn. Conclusie Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte bevat geen relevant beleid voor de planlocatie. Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro) De Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte bepaalt welke kaderstellende uitspraken zodanig zijn geformuleerd dat deze bedoeld zijn om beperkingen te stellen aan de ruimtelijke besluitvormingsmogelijkheden op lokaal niveau. Ten aanzien daarvan is een borging door middel van normstelling, gebaseerd op de Wro, gewenst. Die uitspraken onderscheiden zich in die zin dat van de provincies en de gemeenten wordt gevraagd om de inhoud daarvan te laten doorwerken in de ruimtelijke besluitvorming. Zij zijn dus concreet normstellend bedoeld en worden geacht direct of indirect, d.w.z. door tussenkomst van de provincie, door te werken tot op het niveau van de lokale besluitvorming, zoals de vaststelling van bestemmingsplannen. Het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro) bevestigt in juridische zin die kaderstellende uitspraken. Het Barro is op 30 december 2011 in werking getreden. Binnen het Barro worden de volgende onderdelen besproken: Project Mainportontwikkeling Rotterdam; Kustfundament; Grote rivieren; Waddenzee en waddengebied; Defensie, en Erfgoederen van uitzonderlijke universele waarde.
NL.IMRO.1714.wpvierhonderdpdijk-ON01
Wijzigingsplan Vierhonderdpolderdijk 3
|9
Op 1 oktober 2012 is de eerste aanvulling van de Barro in werking getreden. De Barro is hierdoor onder andere aangevuld met de volgende onderwerpen: Rijksvaarwegen; Hoofdwegen en landelijke spoorwegen; Elektriciteitsvoorziening; Ecologische hoofdstructuur; Primaire waterkeringen buiten het kustfundament; IJsselmeergebied (uitbreidingsruimte); Veiligheid rond rijksvaarwegen; Verstedelijking in het IJsselmeer; Toekomstige rivierverruiming van de Maastakken. Conclusie Het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro) bevat geen relevante gebieden of regelingen voor de planlocatie. De ladder voor duurzame verstedelijking is verder uitgewerkt in onderstaand paragraaf.
3.2
Provinciaal beleid
Omgevingsplan Zeeland Het omgevingsplan Zeeland 2012-2018 van de provincie Zeeland is op 28 september 2012 vastgesteld. Op het moment van schrijven is de provincie bezig met een herziening van het omgevingsplan. Deze herziening vormt voornamelijk een verduidelijking van het vigerende omgevingsplan. Naar alle waarschijnlijkheid zal de inhoud van het beleid, welke relevant is voor het plangebied, ongewijzigd blijven. Het vigerende omgevingsplan is verdeeld in twee onderdelen: Hoofdlijnen beleid en de uitvoeringsagenda. Voortbordurend op het voorgaande omgevingsplan neemt duurzaamheid een belangrijke plaats in bij de provinciale beleidsvorming. Daarbij steekt de provincie in op innovatie, sterke economische sectoren als basis en het optimaal benutten van het bijzondere karakter van Zeeland. De Provincie heeft een lange termijn perspectief van een evenwichtige en duurzame ontwikkeling van economie, vestigingsklimaat en ruimtelijke kwaliteit. Op het gebied van wonen en werken heeft Zeeland veel kwaliteit te bieden en scoort landelijk gezien positief qua leefomgeving. Wel zijn er lokaal aanzienlijke verschillen. Daarom heeft de provincie twee prioriteiten: 1. toekomstbestendige woningmarkt; 2. een gezonde leefomgeving. Om een toekomstbestendige woningmarkt te krijgen is de doelstelling gesteld: Een goed woonklimaat en een goed werkende woningmarkt in steden, dorpen en op het platteland en met voldoende omvang, kwaliteit en differentiatie van de woningvoorraad. Ruimtelijk staan bundeling en zorgvuldig ruimtegebruik voorop. Om deze doelstelling te kunnen realiseren zijn vier actiepunten in de uitvoeringsagenda opgenomen: 1. stimuleren regionale samenwerking en afstemming; 2. ondersteunen transformatieprojecten stedennetwerk Z4; 3. stimuleren deeltijd wonen; NL.IMRO.1714.wpvierhonderdpdijk-ON01
Wijzigingsplan Vierhonderdpolderdijk 3
|10
4. stimuleren aanpak particuliere woningvoorraad. Voor kleinschalige ontwikkelingen (tot maximaal 10 woningen) die passen binnen de beschreven kaders en bijdragen aan de geformuleerde doelstellingen wordt het niet noodzakelijk geacht dat deze onderdeel uitmaken van de regionale woningmarktafspraken. Conclusie De bestemming van het perceel wordt omgezet van ‘Agrarisch’ naar ‘Wonen-2’. Deze bestemmingswijziging hoeft niet getoetst te worden aan de regionale woningmarktafspraken, aangezien het alleen een bestemmingswijziging betreft. Bovendien is met de wijzigingsregel in het bestemmingsplan ‘Buitengebied Sluis’ al aangegeven dat de bestemming voor het perceel, als voldaan wordt aan de beschreven voorwaarden, omgezet kan worden naar ‘Wonen-2’. Verordening Ruimte Provincie Zeeland (2012) De verordening is vastgesteld op 28 september 2012. Met de verordening maakt de Provincie vooraf duidelijk welke onderdelen van het provinciale beleid (de provinciale belangen, zoals die in het Omgevingsplan zijn beschreven) bindende betekenis hebben voor gemeentelijke plannen. Hiermee wordt invulling gegeven aan het streven naar duidelijkheid vooraf in plaats van toetsing achteraf. Hoofddoelstellingen van provinciaal beleid zijn: zorgvuldig ruimtegebruik, herstructurering van bebouwde terreinen / gebieden en bundeling van functies. De hiervoor genoemde elementen worden van provinciaal belang geacht. In verband hiermee is in artikel 2.0 van de verordening een afwegingskader vastgelegd. Het gaat hier om de zogenaamde 'Ladder voor Duurzame Verstedelijking'. Essentie van deze bepaling is dat bij een voorgenomen stedelijke ontwikkeling steeds sprake moet zijn van een aantoonbare regionale behoefte en dat er een voorkeursvolgorde geldt: eerst ruimte binnen bestaand bebouwd gebied en bestaande infrastructuur benutten en pas als dat niet mogelijk is, voorzien in de behoefte op locaties die met verschillende middelen van vervoer zijn of worden ontsloten. Ladder voor Duurzame Verstedelijking In het Besluit ruimtelijke ordening is de verplichting opgenomen om in het geval van een nieuwe stedelijke ontwikkeling in de toelichting een beschrijving op te nemen van nut en noodzaak van de nieuwe stedelijke ruimtevraag en de ruimtelijke inpassing. Hierbij wordt uitgegaan van de 'ladder voor duurzame verstedelijking'. De 'stappen van de ladder' worden in artikel 3.1.6, lid 2 Bro als volgt omschreven: 1. voorziet de voorgenomen stedelijke ontwikkeling in een actuele regionale behoefte; 2. kan binnen bestaand stedelijk gebied van de betreffende regio in de behoefte worden voorzien door benutting van beschikbare gronden door herstructurering, transformatie of anderszins; 3. wanneer blijkt dat de stedelijke ontwikkeling niet binnen het bestaand stedelijk gebied kan plaatsvinden, wordt beschreven in hoeverre wordt voorzien in die behoefte op locaties die, gebruikmakend van verschillende middelen van vervoer, passend ontsloten zijn of als zodanig worden ontwikkeld (m.a.w. zorgen voor optimale inpassing en bereikbaarheid). Nieuwe ontwikkelingen dienen getoetst te worden aan de Ladder duurzame verstedelijking mits er sprake is van een ‘stedelijke ontwikkeling’. Het begrip ‘stedelijke ontwikkeling' is in artikel 1.1.1, lid 1, sub i van de Bro gedefinieerd als: 'ruimtelijke ontwikkeling van een
NL.IMRO.1714.wpvierhonderdpdijk-ON01
Wijzigingsplan Vierhonderdpolderdijk 3
|11
bedrijventerrein of zeehaventerrein, of van kantoren, detailhandel, woningbouwlocaties of andere stedelijke voorzieningen'. Uit de jurisprudentie die is verschenen sinds de inwerkingtreding van de ladder blijkt dat de Afdeling een zekere ondergrens stelt aan ontwikkelingen wanneer het gaat om de beoordeling of sprake is van een stedelijke ontwikkeling. Zo heeft de Afdeling ten aanzien van woningbouwplannen geoordeeld dat de realisatie 3 woningen niet, maar de bouw van 14 woningen wel als een nieuwe stedelijke ontwikkeling in de zin van artikel 3.16, tweede lid, Bro wordt beschouwd (zie ABRvS 18 december 2013, ECLI:RVS:2013:2471, resp. ABRvS 9 april 2014, ECLI:RVS:2014:1252). Conclusie Met dit wijzigingsplan wordt de bestemming van het perceel omgezet van ‘Agrarisch’ naar ‘Wonen-2’. Hiermee wordt een bestaande bedrijfswoning naar een burgerwoning omgezet. Een toetsing aan de ladder is derhalve niet noodzakelijk.
3.3
Gemeentelijk beleid
Structuurvisie Sluis Op 27 oktober 2011 is de nieuwe structuurvisie ‘Goed Leven’ voor de gemeente Sluis vastgesteld. De structuurvisie omschrijft de gemeentelijke ambitie om het goed wonen, werken en recreëren voor de toekomstige generaties te waarborgen en daar waar mogelijk verbeteren. De toekomstopgave van de gemeente wordt omschreven als ‘Beter met minder’, wat neerkomt op kansen benutten en keuzes maken, maar binnen de financiële kaders. Hoewel het ‘verbeteren’ tot nu toe altijd groeien betekende, ligt dit nu meer in de richting van gerichte aanpak en versterken van bestaande kwaliteiten. In de gemeente Sluis is sprake van bevolkingskrimp alsmede een verschuiving van de vraag naar voorzieningen. Voor de meeste voorzieningen is een afname aan vraag, behalve voorzieningen gericht op ouderen. Dit alles binnen de financiële kaders. Op het gebied van wonen wil de gemeente de kwaliteit van het wonen verbeteren door het afstemmen van de woningvoorraad op de woonwensen van de huidige en toekomstige inwoners en de veranderende bevolkingssamenstelling en omvang. Uitgangspositie hierbij is dat er geen nieuwe woningen zullen worden gebouwd, tenzij eenzelfde aantal bestaande woningen wordt gesloopt. Conclusie Met dit wijzigingsplan wordt de bestemming van het perceel omgezet van ‘Agrarisch’ naar ‘Wonen-2’. Er wordt geen nieuwe woning toegevoegd. Zodoende past de beoogde bestemmingswijziging binnen de structuurvisie van de gemeente Sluis. Woonvisie gemeente Sluis De woonvisie is een instrument waarmee de gemeente wilt inspelen op de ontwikkelingen binnen de woningmarkt. Een van deze ontwikkelingen is de vergrijzing, dit zorgt voor een tekort aan seniorenwoningen. Hiermee in verband staat de verwachting dat binnen een aantal jaar een overschot aan goedkope koopwoningen zal ontstaan. Momenteel is de leegstand met 5 à 6 procent al aan de hoge kant. Een toename van het aantal woningen zal de leegstand enkel vergroten terwijl de verhuisgenegenheid afneemt.
NL.IMRO.1714.wpvierhonderdpdijk-ON01
Wijzigingsplan Vierhonderdpolderdijk 3
|12
De gemeente ziet vanuit deze ontwikkelingen de volgende kansen: Versterking door concentratie Verruimen tweede woningenbeleid Inspelen op ontwikkelen in de zorg Kleinschalig kwalitatief hoogwaardige woningbouwontwikkeling Investeren in kwaliteit en diversiteit van de openbare ruimte Sloop/herstructurering Aan de hand van de bovengenoemde kansen wilt de gemeente Sluis zich ontwikkelen tot een hoogwaardige woongemeente waar de inwoners een kwalitatief goede woning hebben en een dito woonomgeving. Om dit te realiseren gaat de gemeente aan de slag met ‘actief beheer’, op die manier willen zij onder andere nieuwe initiatieven benaderen vanuit het principe ‘nee, tenzij’. Binnen de kern Cadzand zijn de volgende speerpunten opgenomen in de woonvisie: Verdere opwaardering van de kern met het thema: agrarisch ringdorp. Organische groei, gericht op lokale behoefte. Transformatie van een aantal oudere eengezins huurwoningen ten behoeve van kleinere huishoudens: jong en oud. Conclusie Met dit wijzigingsplan wordt de bestemming van het perceel omgezet van ‘Agrarisch’ naar ‘Wonen-2’. Er wordt geen nieuwe woning toegevoegd. Zodoende past de beoogde bestemmingswijziging binnen de woonvisie van de gemeente Sluis.
NL.IMRO.1714.wpvierhonderdpdijk-ON01
Wijzigingsplan Vierhonderdpolderdijk 3
|13
4.
RANDVOORWAARDEN
4.1
Archeologie
Op 20 juni 2013 heeft de gemeente Sluis het ‘Archeologiebeleid gemeente Sluis’ vastgesteld. Met dit beleid heeft de gemeente een instrument in handen op basis waarvan zij op een verantwoorde manier met haar bodemarchief kan omgaan. Het beleid is gericht op een drietal gebieden, te weten buitengebied, stads- en dorpskernen en archeologische vindplaatsen. Het plangebied is gelegen in het buitengebied. In het gemeentelijke archeologische beleid heeft het plangebied een gematigde verwachting (categorie 5) voor het Laagpakket van Walcheren. Bij bodemingrepen groter dan 1.000 m² is een archeologisch onderzoek noodzakelijk.
Afbeelding 5 Uitsnede Beleidskaart archeologie gemeente Sluis
Met dit wijzigingsplan wordt de bestemmingswijziging van ‘Agrarisch’ naar ‘Wonen-2’ mogelijk gemaakt. Hierbij worden geen bodemingrepen verricht. Een archeologisch onderzoek is zodoende niet noodzakelijk. Conclusie Het aspect archeologie vormt geen belemmering voor het beoogde bestemmingswijziging.
4.2
Bedrijf en milieuzonering
De Wet milieubeheer zorgt ervoor dat milieuoverlast bij gevoelige functies, zoals wonen, zoveel mogelijk wordt beperkt. Alle voorzieningen en bedrijven die overlast veroorzaken moeten daarom een vergunning hebben in het kader van de Wabo (Wet algemene bepalingen omgevingsrecht). NL.IMRO.1714.wpvierhonderdpdijk-ON01
Wijzigingsplan Vierhonderdpolderdijk 3
|14
In brochure “Bedrijven en Milieuzonering” van de VNG (Vereniging van Nederlandse Gemeenten) is een indicatieve richtafstandenlijst voor milieubelastende activiteiten opgenomen. Alle bedrijven die in de buurt van de planlocaties liggen worden aan de hand van een milieucategorie verbonden met een maximale hinderafstand tot gevoelige inrichtingen zoals woningen. Beoogde ontwikkeling Binnen de vigerende milieuwetgeving wordt geen onderscheid gemaakt tussen het beschermingsniveau van een (agrarische) bedrijfswoning van een derde of een burgerwoning van een derde. Zodoende heeft de voorgenomen bestemmingswijziging geen gevolgen voor de gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van het tegenover gelegen agrarisch bedrijf. Conclusie Het aspect bedrijf en milieuzonering vormt geen belemmering voor de beoogde bestemmingswijziging.
4.3
Bodemkwaliteit
Op grond van het Besluit ruimtelijke ordening moet in verband met de uitvoerbaarheid van een plan rekening worden gehouden met de bodemgesteldheid in het plangebied. Bij functiewijzigingen dient te worden bekeken of de bodemkwaliteit voldoende is voor de beoogde functie en moet daarnaast worden vastgesteld of er sprake is van een saneringsnoodzaak. In de Wet bodembescherming is bepaald dat indien de desbetreffende bodemkwaliteit niet voldoet aan de norm voor de beoogde functie, de grond zodanig dient te worden gesaneerd dat zij kan worden gebruikt door de desbetreffende functie (functiegericht saneren). Voor een nieuw geval van bodemverontreiniging geldt dat niet functiegericht maar in beginsel volledig moet worden gesaneerd. Nieuwe bestemmingen dienen bij voorkeur te worden gerealiseerd op bodem die geschikt is voor het beoogde gebruik. Onderzoek In januari 2016 heeft Aeres Milieu B.V. een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd op een locatie gelegen aan de Vierhonderpolderdijk 3 te Cadzand. Uit de analyseresultaten blijkt dat de bovengrond plaatselijk licht verhoogd is met PAK. In de ondergrond zijn geen gehalten gemeten verhoogd ten opzichte van de achtergrondwaarde. De bovengrond nabij de voormalige bestrijdingsmiddelen opslag is licht verhoogd met alpha-endosulfan. In de geanalyseerde grondmonsters ter plaatse van de voormalige olietanks zijn geen gehalten gemeten verhoogd ten opzichte van de achtergrondwaarde. Ook in het freatisch grondwater zijn geen verhoogde gehalten gemeten. De resultaten van het verkennend bodemonderzoek geven geen aanleiding tot het uitvoeren van een aanvullend of nader bodemonderzoek. De milieuhygiënische conditie van de bodem vormt tevens geen belemmering voor de bestemmingswijziging. De aangetroffen lichte verontreinigingen in de grond kunnen wel bij grondafvoer beperkingen opleveren ten aanzien van het (her)gebruik van de grond omdat dan veelal NL.IMRO.1714.wpvierhonderdpdijk-ON01
Wijzigingsplan Vierhonderdpolderdijk 3
|15
andere normen gelden. Ten aanzien van hergebruik van deze grond elders is het Besluit Bodemkwaliteit van toepassing. Conclusie Het aspect bodem vormt geen belemmering voor de beoogde bestemmingswijziging.
4.4
Externe veiligheid
Bij externe veiligheid gaat het om de risico's die derden lopen als gevolg van bepaalde activiteiten. Het gaat met name om de risico's van inrichtingen met gevaarlijke stoffen en het vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg en water. In het externe veiligheidsbeleid wordt doorgaans onderscheid gemaakt tussen het plaatsgebonden risico (PR) en het groepsrisico (GR). Het PR is de kans per jaar dat een persoon op een bepaalde plaats overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongeval met gevaarlijke stoffen, indien hij onafgebroken en onbeschermd op die plaats zou verblijven. Het PR wordt weergegeven met risicocontouren rondom een inrichting of langs een vervoersas. Binnen een bepaald invloedsgebied van een risicobron is een groepsrisico aanwezig. De norm voor het GR is een oriëntatiewaarde. De gemeente heeft een verantwoordingsplicht als het GR toeneemt en/of de oriëntatiewaarde overschrijdt. Inventarisatie van risicobronnen Voor de inventarisatie van de risicobronnen is gebruik gemaakt van de risicokaart van de provincie Zeeland.
Afbeelding 6 Uitsnede Risicokaart Provincie Zeeland
NL.IMRO.1714.wpvierhonderdpdijk-ON01
Wijzigingsplan Vierhonderdpolderdijk 3
|16
Het plangebied is gelegen ver buiten de invloedsgebieden van risicovolle inrichtingen en/of routes. Hieruit kan worden geconcludeerd dat aanvullend onderzoek niet noodzakelijk is. Conclusie In het kader van Externe veiligheid zijn er voor het plangebied geen beperkingen. Nader onderzoek is zodoende niet noodzakelijk.
4.5
Flora en fauna
Flora- en faunawet De bescherming van plant- en diersoorten is sinds 1 april 2002 in de Flora- en faunawet geregeld. Het doel van deze wet is het in stand houden en beschermen van in het wild voorkomenten plant- en diersoorten. De wet kent zowel verbodsbepalingen als een zorgplicht. De verbodsbepalingen zijn gebaseerd op het principe “nee, tenzij”. Dat betekent dat alle schadelijke handelingen ten aanzien van beschermde plant- en diersoorten in principe verboden zijn. Voor verschillende categorieën soorten en verschillende activiteiten zijn vrijstellingen of ontheffingen van deze verbodsbepalingen mogelijk. Naast de verbodsbepalingen geldt de zorgplicht ten aanzien van alle in het wild levende plant- en diersoorten. Deze zorgplicht geldt altijd. Algemene Maatregel van Bestuur De Minister van Landbouw, Natuur en Visserij heeft door een Algemene Maatregel van Bestuur de regelgeving rond de Flora en faunawet aangepast, zodat de werking van de wet eenvoudiger wordt. Het belangrijkste gevolg is dat de procedures bij ruimtelijke ingrepen en bij bestendig gebruik en beheer aanzienlijk eenvoudiger worden. Voor de meest algemene soorten is er een vrijstelling van de verbodsbepalingen gekomen. De interpretatie van een aantal artikelen is, mede vanwege het ontbreken van Jurisprudentie, nog niet op alle onderdelen geheel helder. Bij het toepassen van de Flora- en faunawet wordt voortaan een onderscheid gemaakt in drie categorieën van beschermende soorten: 1.
2.
3.
De algemene beschermde soorten; Hiervoor geldt ten aanzien van activiteiten in het kader van ruimtelijke ontwikkeling en bestendig gebruik en beheer een vrijstelling zonder nadere voorwaarden. Ontheffing ten behoeve van andere activiteiten kan worden verleend voor het verjagen, verontrusten, verstoren en onopzettelijk doden van deze groep soorten, mits de gunstige staat van instandhouding niet in geding is. De zorgplicht blijft van kracht. De in Nederland als bedreigt beschouwde soorten; Hiervoor geldt een strikter beschermingsregime. Vrijstelling geldt als op basis van een goedgekeurde gedragscode wordt gewerkt. Ontheffing kan worden verleend als geen afbreuk wordt gedaan aan de gunstige staat van instandhouding van de soort. De strikt beschermde soorten; Hieronder vallen alle vogel- plant- en diersoorten die vermeld staan in Bijlage IV van de Habitatrichtlijn of bij Algemene Maatregel van Bestuur zijn aangewezen. Hiervoor kan geen vrijstelling of ontheffing worden verleend voor verstoring.
NL.IMRO.1714.wpvierhonderdpdijk-ON01
Wijzigingsplan Vierhonderdpolderdijk 3
|17
Voor bestendig gebruik en beheer geldt ook voor deze soorten een vrijstelling ten aanzien van de verbodsbepalingen, onder voorwaarde dat gewerkt wordt op basis van een door de minister goedgekeurde gedragscode. Bij ruimtelijke ingrepen is altijd een ontheffing voor het overtreden van verbodsbepalingen nodig. Naaste deze drie categorieën is er een zeldzame kleine categorie van zeldzame soorten, die voorkomen op de Bijlage II van de Habitatrichtlijn, maar niet beschermd zijn op grond van de Flora en faunawet. Derhalve bestaat er geen noodzaak of mogelijkheid om ontheffing te vragen voor ingrepen die deze soorten kunnen beïnvloeden. Deze soorten zijn echter beschermd in de Speciale Beschermingszones, die ten behoeve van deze soorten zijn ingesteld. Voor het plegen van ingrepen in zulke gebieden geldt altijd het afwegingskader van de Habitatrichtlijn. Natura 2000 In de Natura 2000 staat onder andere de Vogelrichtlijn aangegeven. De Vogelrichtlijn heeft het doel om alle in het wild levende vogels en hun habitats op het grondgebied van de Europese Unie te beschermen en te beheren. Hiervoor zijn onder meer speciale beschermingszones aangewezen. Ook is het verplicht om passende maatregelen te nemen om de kwaliteit van de leefgebieden niet te laten verslechteren. Verder mogen er geen storende factoren in gebieden optreden die negatieve gevolgen hebben op het voortbestaan van de vogelsoorten die door de Vogelrichtlijn worden beschermd. Naast de Vogelrichtlijn staat in de Natura 2000 teven de Habitatrichtlijn aangegeven. Deze richtlijn heeft tot doel de instandhouding van natuurlijke habitats en wilde flora en fauna. De richtlijn is mede bedoeld voor het realiseren van een Europees ecologisch netwerk dat gericht is op de instandhouding van een groot aantal bedreigde habitats en soorten op Europees niveau. Het is van belang om bij ruimtelijke planvorming vooraf te onderzoeken of en welke dier- en plantsoorten er voorkomen, wat hun beschermingsstatus is en wat de effecten zijn van de ingreep op het voortbestaan van de gevonden soorten. De planlocatie is niet gelegen in een Natura 2000-gebied. Beoogde ontwikkeling Met dit wijzigingsplan wordt alleen de bestemmingswijziging van ‘Agrarisch’ naar ‘Wonen2’ mogelijk gemaakt, zonder dat er ingrepen in de bestaande bebouwing of vegetatie plaatsvinden. Deze bestemmingswijziging heeft geen invloed op eventuele aanwezige flora en fauna. Conclusie Geconcludeerd wordt dat de beoogde bestemmingswijziging geen nadelige gevolgen heeft in het kader van de Flora- en faunawet.
4.6
Geluidsaspecten
Bij het opstellen of herzien van een bestemmingsplan worden de regels van de Wet geluidhinder (Wgh) toegepast. De Wgh kent drie soorten geluidsbronnen: industrie, wegverkeer en spoorwegen. De wet bevat geluidsnormen en richtlijnen over de toelaatbaarheid van geluidsniveaus als gevolg van deze bronnen. Indien het NL.IMRO.1714.wpvierhonderdpdijk-ON01
Wijzigingsplan Vierhonderdpolderdijk 3
|18
bestemmingsplan een geluidsgevoelig object mogelijk maakt binnen een geluidzone van deze bronnen, of indien het plan een nieuwe geluidsbron mogelijk maakt, dient akoestisch onderzoek plaats te vinden bij het voorbereiden van de vaststelling van het bestemmingsplan. Beoogde ontwikkeling Met dit wijzigingsplan wordt een bestaande bedrijfswoning omgezet naar burgerwoning. Er is geen sprake van een nieuwe geluidsgevoelige functie. De locatie van de huidige woning blijft namelijk behouden. Hierdoor is het niet nodig om een akoestisch onderzoek uit te voeren. Conclusie Het aspect geluid vormt geen belemmering voor de beoogde bestemmingswijziging.
4.7
Luchtkwaliteit
Door de uitstoot van uitlaatgassen door onder andere de industrie en het verkeer komen schadelijke stoffen in de lucht. Vooral langs drukke wegen kunnen de concentraties van verschillende stoffen zo hoog zijn dat deze de gezondheid kunnen aantasten. Om te voorkomen dat de gezondheid wordt aangetast door luchtverontreiniging dient bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen rekening gehouden te worden met de luchtkwaliteit ter plaatse. De belangrijkste bepalingen over luchtkwaliteitseisen zijn opgenomen in hoofdstuk 5 van de Wet milieubeheer. Titel 5.2 Wet milieubeheer handelt over luchtkwaliteit, daarom staat deze ook wel bekend als de 'Wet luchtkwaliteit'. Met de 'Wet luchtkwaliteit' en bijbehorende bepalingen en hulpmiddelen, wil de overheid zowel de verbetering van de luchtkwaliteit bewerkstelligen als ook de gewenste ontwikkelingen in ruimtelijke ordening doorgang laten vinden. De 'Wet luchtkwaliteit' voorziet onder meer in een gebiedgerichte aanpak van de luchtkwaliteit via het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL). Het Rijk, provincies en gemeenten werken in het NSL-programma samen aan maatregelen om de luchtkwaliteit te verbeteren tot de normen, ook in gebieden waar nu de normen voor luchtkwaliteit niet worden gehaald (overschrijdingsgebieden). De programma-aanpak zorgt voor een flexibele koppeling tussen ruimtelijke activiteiten en milieugevolgen. In artikel 4 van het 'Besluit niet in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen)' en de bijlagen van de 'Regeling niet in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen)' is voor bepaalde categorieën projecten met getalsmatige grenzen vastgesteld dat deze 'niet in betekenende mate (NIBM) bijdragen aan de luchtverontreiniging. Deze mogen zonder toetsing aan de grenswaarden voor luchtkwaliteit uitgevoerd worden. Beoordeling In de Regeling NIBM is aangegeven dat een woningbouwlocatie met maximaal 1.500 woningen aan één ontsluitingsweg is aan te merken als een ontwikkeling die NIBM bijdraagt aan de verslechtering van de luchtkwaliteit. De omzetting van een bestaande bedrijfswoning naar burgerwoning kan aangemerkt worden als een plan dat niet in betekende mate bijdraagt (NIBM) aan de concentratie van een stof in de buitenlucht. Daardoor is toetsing aan de grenswaarden uit de Wet luchtkwaliteit niet nodig.
NL.IMRO.1714.wpvierhonderdpdijk-ON01
Wijzigingsplan Vierhonderdpolderdijk 3
|19
Conclusie Het aspect luchtkwaliteit vormt geen belemmering voor de beoogde bestemmingswijziging.
4.8
Water
Kader Europese kaderrichtlijn water De Europese Kaderrichtlijn Water beoogt de bescherming van aquatische ecosystemen en het duurzaam gebruik van water. Daarvoor wordt de Kaderrichtlijn eerst in landelijke weten regelgeving omgezet. Momenteel wordt hier hard aan gewerkt. De Europese Kaderrichtlijn heeft, waar het de gemeente betreft, consequenties voor riolering, afkoppelen, toepassing van bouwmaterialen en het ruimtelijke beleid. Er worden ecologische en fysisch-chemische doelen geformuleerd die afhankelijk zijn van de functie van een watergang. Waterbeleid in de 21e eeuw De rijksnota Anders omgaan met water, Waterbeleid in de 21e eeuw heeft als doelstelling een ander waterbeleid te realiseren. Door anders om te gaan met water moet er geanticipeerd worden op een stijgende zeespiegel, een stijgende rivierafvoer, bodemdaling en een toename van de neerslag. Nieuwe ruimtelijke besluiten mogen de problematiek van veiligheid en wateroverlast niet ongemerkt vergroten. Bij nieuwe ruimtelijke besluiten moeten de gevolgen voor veiligheid en wateroverlast expliciet in beeld worden gebracht in een aparte paragraaf in de nota van toelichting en onderdeel vormen van de integrale afweging. De nota geeft twee drietrapsstrategieën als uitgangspunten: voor waterkwantiteit (vasthouden, bergen en afvoeren); voor waterkwaliteit (schoonhouden, scheiden en zuiveren). Deze strategieën vertalen zich voor het stedelijk gebied in aandachtspunten als: meer ruimte voor water en een relatie tussen het stedelijk water en het water in het omliggende gebied, vergroting van het waterbergend vermogen met name in de stadsranden, verbetering van de waterkwaliteit, vergroting van de belevingswaarde van water, en kansen voor natuur en recreatie in en rondom stedelijk water. Begin 2001 is de ‘Startovereenkomst Waterbeleid 21e eeuw’ getekend tussen het rijk, de provincies, de Unie van Waterschappen en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Nieuwe plannen en projecten moeten daarom worden getoetst aan de effecten op veiligheid, wateroverlast en verdroging. Ruimte die nu beschikbaar is voor de bescherming tegen overstromingen en wateroverlast moet tenminste behouden blijven. De aanwezige ruimte mag niet sluipenderwijs verloren gaan bij de uitvoering van nieuwe projecten voor infrastructuur, woningbouw, landbouw of bedrijventerreinen. De watertoets omvat het vroegtijdig informeren, adviseren, afwegen en uiteindelijk beoordelen van waterhuishoudkundige aspecten in ruimtelijke plannen en besluiten, geconcretiseerd in termen van vasthouden, bergen en afvoeren van water. De watertoets is wettelijk verankerd in het besluit van 3 juli 2003 tot wijziging van het Besluit op de ruimtelijke ordening 1985. Nationaal Waterplan Het Nationaal Waterplan richt zich op bescherming tegen overstromingen, voldoende en schoon water en diverse gebruiksvormen van water. Het Nationaal Waterplan is de NL.IMRO.1714.wpvierhonderdpdijk-ON01
Wijzigingsplan Vierhonderdpolderdijk 3
|20
opvolger van de Vierde Nota Waterhuishouding uit 1998 en vervangt alle voorgaande nota’s waterhuishouding. Het Nationaal Waterplan is opgesteld op basis van de Waterwet die met ingang van 22 december 2009 van kracht is. Op basis van de Wet ruimtelijke ordening heeft het Nationaal Waterplan (en voorgestelde maatregelen) voor ruimtelijke aspecten de status van een structuurvisie. Bestuursakkoord Water Het bestuursakkoord Water volgt op het Nationaal Bestuursakkoord Water en bevat hernieuwde afspraken over bestuur, financiën en richtinggevende kaders voor onder andere water. De maatregelen uit het Bestuursakkoord Water zijn gericht op: heldere verantwoordelijkheden, minder bestuurlijke drukte; beheersbaar programma voor de waterkeringen; doelmatig beheer van de waterketen; werkzaamheden slim combineren; het waterschapsbestuur. De doelstellingen van het ‘oude’ Nationaal Bestuursakkoord blijven van kracht. Watertoets Doel van het watertoetsproces is dat waterhuishoudkundige doelstellingen zichtbaar en evenwichtig worden meegenomen bij ruimtelijke plannen of besluiten. In het kader van de watertoets is het formulier watertoetsproces hieronder ingevuld. Dit kan ter toetsing aan het waterschap worden voorgelegd. Het plangebied ligt binnen het beheersgebied van Waterschap Scheldestromen, verantwoordelijk voor het waterkwantiteits- en waterkwaliteitsbeheer. Aan de hand van het overzicht van indicatieve ontwerprichtlijnen en toetsingscriteria ut de ‘Handreiking Watertoets’ van het Waterschap is de waterhuishouding voor het plangebied beschreven. Met onderhavig wijzigingsplan wordt de bestemmingswijziging van ‘Agrarisch’ naar ‘Wonen-2’ mogelijk gemaakt. Thema en water(schaps)doelstelling
Uitwerking
Veiligheid waterkering
Het plan is gelegen in de nabijheid van een waterkering. Het plangebied ligt buiten de beschermingszone. Dit heeft verder geen gevolgen voor de bestemmingswijziging.
Waarborgen van het veiligheidsniveau tegen water en de daarvoor benodigde ruimte.
Wateroverlast (vanuit oppervlaktewater)
Bij de bouw wordt voldoende hoog gebouwd om instroming van oppervlaktewater in maatgevende situatie(s) te voorkomen. Het plan biedt voldoende ruimte voor vasthouden / bergen / afvoeren van water.
Het betreft een bestemmingswijziging. Er vindt geen toename van het verhard oppervlakte plaats op het perceel.
Riolering / RWZI (inclusief water op straat / overlast) Optimale werking van de zuiveringen/RWZI’s en van de (gemeentelijke) rioleringen. Afkoppelen van (schone) verharde oppervlakken in verband met de reductie van hydraulische belasting van de RWZI, het transportsysteem en het beperken van overstorten.
Thema en water(schaps)doelstelling
NL.IMRO.1714.wpvierhonderdpdijk-ON01
Het hemelwater wordt conform de bestaande situatie afgevoerd via het gemeentelijk rioleringsstelsel.
Uitwerking
Wijzigingsplan Vierhonderdpolderdijk 3
|21
Waterschapsobjecten Ruimtelijke ontwikkelingen mogen de werking van waterschapsobjecten niet belemmeren. Hierbij wordt gedacht aan milieucontouren rond RWZI’s, rioolpersgemalen, poldergemalen, vrijverval- en/of persleidingen.
Er is geen sprake van dergelijke milieucontouren binnen het onderhavige plangebied.
Watervoorziening / -aanvoer Het voorzien van de bestaande functie van (grond- en/of oppervlakte)water van de juiste kwaliteit en de juiste hoeveelheid op het juiste moment. Het tegengaan van nadelige effecten van veranderingen in ruimtegebruik op de behoefte aan water.
Volksgezondheid (water gerelateerd)
Minimaliseren risico watergerelateerde ziekten en plagen. Voorkomen van verdrinkingsgevaar/-risico’s via o.a. de daarvoor benodigde ruimte.
Het betreft uitsluitend een bestemmingswijziging. Het hemelwater wordt conform de bestaande situatie afgevoerd via het gemeentelijk rioleringsstelsel.
Het betreft een bestemmingswijziging. Er is geen open water binnen het plangebied gelegen. Dit onderdeel is niet van toepassing.
Bodemdaling Voorkomen van maatregelen die (extra) maaiveldsdalingen met name in zettingsgevoelige gebieden kunnen veroorzaken.
Het betreft een bestemmingswijziging. Dit onderdeel is niet van toepassing.
Grondwateroverlast
Het betreft een bestemmingswijziging. Binnen het plangebied zijn geen problemen bekend over grondwateroverlast.
Tegengaan / verhelpen van grondwateroverlast.
Oppervlaktewaterkwaliteit Behoud / realisatie van goede oppervlaktewaterkwaliteit. Vergroten van de veerkracht van het watersysteem.
Er is geen oppervlaktewater in het plangebied zelf gelegen. Dit onderdeel is niet van toepassing.
Grondwaterkwaliteit
Het betreft een bestemmingswijziging. Dit heeft geen invloed op de kwaliteit van het grondwater.
Behoud / realisatie van een goede grondwaterkwaliteit.
Verdroging (Natuur)
Bescherming karakteristieke grondwater afhankelijke ecologische waarden; van belang in en rond natuurgebieden (hydrologische) beïnvloedingszone.
Natte natuur Ontwikkeling/Bescherming van een rijke gevarieerde en natuurlijk karakteristieke aquatische natuur.
Onderhoud waterlopen Oppervlaktewater moet adequaat onderhouden kunnen worden.
Waterschapswegen Goede bereikbaarheid en in stand houden van wegen in beheer en onderhoud bij het waterschap.
NL.IMRO.1714.wpvierhonderdpdijk-ON01
Het plangebied is niet gelegen in en rond natuurgebieden. Dit onderdeel is niet van toepassing.
Het plangebied is niet gelegen in en rond natuurgebieden. Dit onderdeel is niet van toepassing.
Het plangebied is niet nabij een waterloop of ander oppervlaktewater gelegen. Dit onderdeel is niet van toepassing. Er is geen sprake van wegen in beheer en onderhoud bij het waterschap in het onderhavige plangebied. Dit onderdeel is niet van toepassing.
Wijzigingsplan Vierhonderdpolderdijk 3
|22
Conclusie Het aspect water vormt geen belemmering voor het plan. De watertabel wordt in het kader van de watertoets voorgelegd aan het waterschap Scheldestromen.
NL.IMRO.1714.wpvierhonderdpdijk-ON01
Wijzigingsplan Vierhonderdpolderdijk 3
|23
5.
JURIDISCHE ASPECTEN
Dit hoofdstuk gaat in op de wijze van juridische vertaling in planregels van de voor het plangebied gewenste ontwikkeling. Het juridische deel van het wijzigingsplan bestaat uit een verbeelding en regels. In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de wijze van juridische vertaling in regels van de voor het plangebied gewenste eindbeeld. Bij het opstellen van de verbeelding en de planregels is uitgegaan van de bepalingen uit het Standaard Vergelijkbare BestemmingsPlannen (SVBP2012).
5.1
Verbeelding
Op de verbeelding is met behulp van de in de SVBP2012 bepaalde methode de bestemming van de gronden aangegeven. De bijbehorende regels zijn vervolgens opgenomen in de planregels. De verbeelding visualiseert de planregels.
5.2
Planregels
De planregels bestaan uit de volgende vier hoofdstukken: 1. Inleidende regels, dit hoofdstuk bestaat uit twee delen. Het eerste deel betreft het artikel ‘Begrippen’ waarin wordt toegelicht wat onder bepaalde begrippen wordt verstaan. Het tweede artikel is ‘Wijze van meten’ waarin wordt toegelicht hoe de benoemde maatvoering moet worden gemeten. 2. Bestemmingsregels, in dit hoofdstuk worden de op de verbeelding aangegeven bestemmingen nader verklaard. Hierin wordt onder andere bepaald de maximale bebouwingshoogte. De gehanteerde bestemmingen worden in paragraaf 5.3 van dit hoofdstuk verder uitgewerkt. 3. Algemene regels, in dit hoofdstuk worden regelingen opgenomen die zijn bedoeld voor meer dan één bestemming. De gehanteerde algemene regels worden nader toegelicht in paragraaf 5.4 van dit hoofdstuk. 4. Overgangs- en slotregels, binnen het overgangsrecht wordt geregeld dat met het bestemmingsplan strijdige bouwwerken en plannen welke bestaan ten tijde van de inwerkingtreding van het wijzigingsplan mogen worden uitgevoerd, mits er geen veranderingen plaatsvinden in aard en omvang. In de slotregel wordt de officiële naam van het wijzigingsplan genoemd, welke moet worden gebruikt om te verwijzen naar het plan.
NL.IMRO.1714.wpvierhonderdpdijk-ON01
Wijzigingsplan Vierhonderdpolderdijk 3
|24
5.3
Toelichting op de bestemmingen
Hoofdstuk 1 Inleidende regels Artikel 1 Begrippen In dit artikel wordt een aantal in het plan gebruikte begrippen nader omschreven. Door de omschrijving wordt de interpretatie van de begrippen beperkt en daarmee de duidelijkheid en rechtszekerheid van het plan vergroot. Artikel 2 Wijze van meten In dit artikel wordt aangegeven op welke wijze de in het plan voorgeschreven maatvoeringen dienen te worden bepaald. Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels Artikel 3 Wonen-2 Na bedrijfsbeëindiging kunnen de gronden met de bestemming ‘Agrarisch’ en de aanduiding ‘bouwvlak’ worden gewijzigd in de bestemming ‘Wonen-2’. Van deze wijzigingsbevoegdheid is in dit wijzigingsplan gebruik gemaakt. De gronden met de bestemming ‘Wonen-2’ zijn bestemd voor woningen met bijbehorende erven en parkeermogelijkheden. Binnen het bouwvlak is één woning toegestaan. Hoofdstuk 3 Algemene regels Artikel 6 Antidubbeltelbepaling In dit artikel is een regel opgenomen die voorkomt dat een al verleende omgevingsvergunning worden meegenomen bij de beoordeling van latere bouwplannen. Artikel 7 Algemene bouwregels Met de bepaling over bestaande mate (lid 2) wordt voorkomen dat bestaande situaties die afwijken van de maatvoering ingevolge hoofdstuk 2 – onbedoeld – geheel of gedeeltelijk onder het overgangsrecht vallen. Artikel 8 Algemene gebruiksregels In dit artikel wordt bepaald dat gronden enkel mogen worden gebruikt in overeenstemming met de regels van het wijzigingsplan. Indien dit gebruik niet leidt tot het meest doelmatige gebruik van deze gronden, is het bevoegd gezag bevoegd hiervan af te wijken. Artikel 9 Algemene afwijkingsregels Aan een aantal, ondergeschikte, afwijkingen ten opzichte van de planvoorschriften kan het bevoegd gezag met dit artikel medewerking verlenen. Artikel 10 Algemene wijzigingsregels In dit artikel wordt aan Burgemeester en Wethouders de bevoegdheid gegeven om bestemmingen te wijzigen ten behoeve van kleine overschrijdingen van bestemmingsgrenzen en de Lijst van bedrijfsactiviteiten. De criteria, die bij toepassing van de wijzigingsbevoegdheid in acht moeten worden genomen, zijn daarbij aangegeven.
NL.IMRO.1714.wpvierhonderdpdijk-ON01
Wijzigingsplan Vierhonderdpolderdijk 3
|25
Artikel 11 Overige regels In deze bepaling wordt de overtreding van de regels van het wijzigingsplan strafbaar gesteld. Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels Artikel 12 Overgangsrecht Dit artikel betreft het overgangsrecht met betrekking tot gebruik van onbebouwde gronden en bouwwerken dat afwijkt van het wijzigingsplan op het moment dat dit rechtskracht verkrijgt. Dit gebruik mag worden voortgezet. Wijziging van het afwijkend gebruik is slechts toegestaan indien de afwijking hierdoor wordt verkleind. Artikel 13 Slotregel Het laatste artikel ’Slotregel’ geeft de officiële naam van het plan aan, wanneer naar het plan wordt verwezen. De planregels kunnen worden aangehaald onder de naam: Wijzigingspan ‘Vierhonderdpolderdijk 3’
NL.IMRO.1714.wpvierhonderdpdijk-ON01
Wijzigingsplan Vierhonderdpolderdijk 3
|26
6.
UITVOERBAARHEID
6.1
Economische uitvoerbaarheid
Op grond van artikel 3.1.6 lid 1 onder f Bro dient de uitvoerbaarheid van bestemmingsplannen en wijzigingsplannen te worden aangetoond. Het onderhavig plan betreft geen bouwplan dat op grond van artikel 6.2.1 Bro is aangewezen en waarvoor een exploitatieplan opgesteld dient te worden. De ontwikkelingen betreffen een particulier initiatief en bevinden zich op particulier terrein. De kosten voor de procedure worden in rekening gebracht op basis van de legesverordening.
6.2
Maatschappelijke uitvoerbaarheid
In het kader van de maatschappelijke uitvoerbaarheid wordt het plan conform de inspraakverordening gepubliceerd in huis-aan-huisbladen en op de website van de gemeente gepubliceerd. Conform het Besluit ruimtelijke ordening dient bij de voorbereiding van een wijzigingsplan, waar nodig, overleg gepleegd te worden met besturen van gemeenten, met Provinciale diensten en andere relevante overlegpartners, zoals het Waterschap. Ontwerp-wijzigingsplan Het ontwerp-wijzigingsplan zal conform de Wet ruimtelijke ordening (Wro) ter inzage worden gelegd gedurende een periode van 6 weken. Tijdens deze periode kunnen door een ieder zienswijzen worden ingediend.
NL.IMRO.1714.wpvierhonderdpdijk-ON01
Wijzigingsplan Vierhonderdpolderdijk 3
BIJLAGEN BIJ TOELICHTING 10001 HERONTWIKKELING ZUNDERT CENTRUM
INHOUDSOPGAVE Bijlage 1 Verkennend Bodemonderzoek Vierhonderdpolderdijk 3 Cadzand
BIJLAGE 1 – VERKENNED BODEMONDERZOEK VIERHONDERDPOLDERDIJK 3 CADZAND
RAPPORT Verkennend bodemonderzoek Vierhonderpolderdijk 3 te Cadzand
Opdrachtgever Ordito Gilze Postbus 94 5126 ZH Gilze Projectnummer Aeres Milieu projectnummer AM15482 Status rapport Definitief Autorisatie Opsteller rapport:
paraaf
Ing. T.K.P.G. Thijssen Kwaliteitscontrole: Ing. J.M.G. Reuver
datum 28 januari 2016
paraaf
datum 28 januari 2016
Contactgegevens Aeres Milieu B.V. Postbus 1015 6040 KA ROERMOND (t) 0475 – 320 000 (f) 0475 – 321 967 e-mail:
[email protected] www.aeres-milieu.nl 2001 + 2002
INHOUDSOPGAVE SAMENVATTING RESULTATEN
2
1. INLEIDING
3
2. VOORONDERZOEK 4 2.1 Inleiding............................................................................................................................................ 4 2.2 Topografische beschrijving .............................................................................................................. 4 2.3 Dossieronderzoek ............................................................................................................................ 5 2.4 Bodemopbouw en geo(hydro)logie .................................................................................................. 6 2.5 Beschrijving van de onderzoekslocatie ........................................................................................... 6 2.6 Asbest .............................................................................................................................................. 6 2.7 Onderzoekshypothese ..................................................................................................................... 7 3. ONDERZOEKSSTRATEGIE 8 3.1 Inleiding............................................................................................................................................ 8 3.2 Onderzoeksstrategie ........................................................................................................................ 8 4. VELDWERKZAAMHEDEN 9 4.1 Algemeen ......................................................................................................................................... 9 4.2 Grondbemonstering ......................................................................................................................... 9 4.3 Grondwatermonstername .............................................................................................................. 10 5. LABORATORIUMONDERZOEK 11 5.1 Algemeen ....................................................................................................................................... 11 5.2 Grond(meng)monster(s) ................................................................................................................ 11 5.2.1 Analyseresultaten grond(meng)monsters ........................................................................... 11 5.2.2 Toetsing van de gestelde hypothese ................................................................................... 12 5.3 Grondwatermonster(s) 12 5.3.1 Analyseresultaten grondwatermonster(s) ............................................................................ 12 5.3.2 Toetsing van de gestelde hypothese ................................................................................... 13 6. CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN
Bijlagen: 1 2 3 4 5 6 7 8
Topografische en kadastrale overzichtskaart Historische milieu-informatie gemeente Sluis Foto’s onderzoekslocatie Situatietekening onderzoekslocatie met boorpunten Boorprofielen en zintuiglijke waarnemingen Verklaring veldmedewerker Toetsingstabellen en analyserapport grond(meng)monsters Toetsingstabel en analyserapport grondwatermonsters
14
Verkennend bodemonderzoek Vierhonderpolderdijk 3 te Cadzand / AM15482
SAMENVATTING RESULTATEN Algemeen Projectnummer Soort onderzoek Adres onderzoekslocatie Gemeente Kadastrale registratie Coördinaten Oppervlakte Aanleiding onderzoek Opdrachtgever
: AM15482 : Verkennend bodemonderzoek : Vierhonderpolderdijk 3 te Cadzand : Sluis : Oostburg sectie W, nummers 876 en 877 gedeeltelijk : X = 17.827 / Y = 377.423 : circa 6.000 m2 : Voorgenomen bestemmingswijziging en planontwikkeling (nieuwbouw) : Ordito Gilze
Onderzoekshypothese Hypothese conform NEN 5740
: onverdacht
Onderzoeksopzet Boringen tot 0,5 m-mv. Boringen tot 2,0 m-mv. Peilbuizen
: 12 :3 :1
Zintuiglijke waarnemingen Bovengrond (0,0-0,5 m-mv.) Ondergrond (0,5-2,0m-mv.) Grondwater
: plaatselijk baksteen- en puinhoudend : geen bijzonderheden : geen bijzonderheden
Laboratoriumonderzoek Bovengrond (0-0,5 m-mv.) Ondergrond (0,5-2,0 m-mv.) Grondwater
: plaatselijk licht verhoogd met PAK en alpha-endosulfan : niet verontreinigd : niet verontreinigd
Conclusie en aanbevelingen In opdracht van Ordito Gilze heeft Aeres Milieu B.V. in januari 2016 een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd op een locatie gelegen aan de Vierhonderpolderdijk 3 te Cadzand. Uit de analyseresultaten blijkt dat de bovengrond plaatselijk licht verhoogd is met PAK. In de ondergrond zijn geen gehalten gemeten verhoogd ten opzichte van de achtergrondwaarde. De bovengrond nabij de voormalige bestrijdingsmiddelen opslag is licht verhoogd met alpha-endosulfan. In de geanalyseerde grondmonsters ter plaatse van de voormalige olietanks zijn geen gehalten gemeten verhoogd ten opzichte van de achtergrondwaarde. Ook in het freatisch grondwater zijn geen verhoogde gehalten gemeten. De resultaten van dit bodemonderzoek geven geen aanleiding tot het uitvoeren van een aanvullend of nader bodemonderzoek. De milieuhygiënische conditie van de bodem vormt geen belemmering voor de bestemmingswijziging en de voorgenomen planontwikkeling. De aangetroffen lichte verontreinigingen in de grond kunnen wel bij grondafvoer beperkingen opleveren ten aanzien van het (her)gebruik van de grond omdat dan veelal andere normen gelden. Ten aanzien van hergebruik van deze grond elders is het Besluit Bodemkwaliteit van toepassing.
Pagina 2 van 14
Verkennend bodemonderzoek Vierhonderpolderdijk 3 te Cadzand / AM15482
1.
INLEIDING
In opdracht van Ordito Gilze heeft Aeres Milieu B.V. een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd op de locatie: Adres onderzoekslocatie : Vierhonderpolderdijk 3 te Cadzand Gemeente : Sluis Kadastrale registratie : Oostburg sectie W, nummers 876 en 877 gedeeltelijk Oppervlakte : circa 6.000 m2 Huidig bestemming : Agrarisch Toekomstig bestemming : Wonen Dit bodemonderzoek is uitgevoerd conform de richtlijnen van de NEN-5740. Het verkennend bodemonderzoek bestaat uit een vooronderzoek naar de historie en bodemgesteldheid van de onderzoekslocatie en aanvullend hierop een bodemonderzoek op het perceel. Aanleiding De aanleiding voor het laten uitvoeren van dit bodemonderzoek is de voorgenomen bestemmingswijziging (bestemming van agrarisch naar wonen) en planontwikkeling op de locatie. Doel Het doel van het verkennend onderzoek is, middels een steekproef, het vaststellen van de actuele bodemkwaliteit ter plaatse. Het onderzoek is niet bedoeld om een exacte aard en omvang van een eventuele verontreiniging aan te geven. Onderzoek Aeres Milieu B.V. heeft geen binding met de opdrachtgever en de onderzoekslocatie anders dan als onafhankelijk onderzoeksbureau. In hoofdstuk 2 is het vooronderzoek en de daaruit volgende onderzoekshypothese beschreven. Naar aanleiding van de opgestelde hypothese wordt in hoofdstuk 3 de onderzoeksstrategie opgesteld. In hoofdstuk 4 worden de veldwerkzaamheden (grond- en grondwateronderzoek) beschreven. Hoofdstuk 5 beschrijft de laboratoriumwerkzaamheden en de onderzoeksresultaten. Het rapport wordt afgesloten met hoofdstuk 6, waarin de conclusies en enkele aanbevelingen staan beschreven. Bemonstering en laboratoriumonderzoek vonden plaats in januari 2016. De chemische analyses zijn uitgevoerd door ALcontrol Laboratories BV te Rotterdam. ALcontrol is geaccrediteerd volgens de door de Raad voor Accreditatie gestelde criteria voor Testlaboratoria conform ISO/IEC 17025. Alle analyses zijn uitgevoerd conform Accreditatie Schema 3000 (AS3000). Het onderzoek is op zorgvuldige wijze uitgevoerd volgens de algemeen gebruikelijke inzichten en methoden (opzet conform NEN-5740 en interpretatie aan de hand van de Leidraad Bodembescherming). Opgemerkt wordt dat bij een verkennend bodemonderzoek sprake is van een steekproefsgewijze bemonstering en het nemen van een beperkt aantal monsters. De mogelijkheid blijft daarom bestaan dat puntverontreinigingen, welke niet voortkomen uit het historisch onderzoek, niet door het onderzoek worden aangetoond. Daarnaast blijft het mogelijk dat lokale afwijkingen in de samenstelling van het bodemmateriaal voorkomen. Tot slot wordt erop gewezen dat het uitgevoerde bodemonderzoek een momentopname is. Het bovenstaande betekent dat Aeres Milieu op voorhand geen aansprakelijkheid accepteert voor maatregelen of mogelijke beslissingen die de opdrachtgever naar aanleiding van het door Aeres Milieu uitgevoerde bodemonderzoek neemt. Tevens wordt opgemerkt dat Aeres Milieu voor het verkrijgen van de voor het historisch onderzoek noodzakelijke informatie (mede) afhankelijk is van externe bronnen. Voor Aeres Milieu is niet te verifiëren of deze bronnen altijd volledig en zonder fouten zijn. Hierdoor kan Aeres Milieu niet instaan voor de juistheid en volledigheid van de verzamelde historische informatie.
Pagina 3 van 14
Verkennend bodemonderzoek Vierhonderpolderdijk 3 te Cadzand / AM15482
2. VOORONDERZOEK 2.1
Inleiding
Conform het onderzoeksprotocol NEN5725 en NEN5707 is ten behoeve van de bepaling van de onderzoeksstrategie op onderhavige locatie een vooronderzoek uitgevoerd. De resultaten van dit vooronderzoek zijn opgenomen in voorliggend hoofdstuk. De in paragraaf 2.1 t/m 2.6 opgenomen informatie is afkomstig van/uit: Eigenaar; Gemeente Sluis; Het Bodemloket; Watwaswaar.nl; Terreininspectie. In principe richt het vooronderzoek zich op alle percelen waarop het onderzoek betrekking heeft én de direct hieraan grenzende percelen. Indien een direct aangrenzend perceel smal (< 10 m breed) is, worden ook de percelen hier weer aan grenzend meegenomen. Indien de aangrenzende percelen groot zijn, wordt alleen het gedeelte van deze percelen binnen 25 meter vanaf de grens van de bodemonderzoekslocatie in beschouwing genomen, tenzij er aanleiding bestaat toch het gehele perceel te onderzoeken. Op onderstaande luchtfoto is de globale begrenzing van de onderzoekslocatie weergegeven.
Afbeelding 1: globale begrenzing onderzoekslocatie (bron luchtfoto: risicokaart.nl)
2.2
Topografische beschrijving
De onderzoekslocatie is gelegen aan Vierhonderpolderdijk 3 te Cadzand. Kadastraal is de locatie bekend als Oostburg sectie W, nummers 876 en 877 gedeeltelijk.
Pagina 4 van 14
Verkennend bodemonderzoek Vierhonderpolderdijk 3 te Cadzand / AM15482
De coördinaten volgens het R.D. stelsel zijn X = 17.827 / Y = 377.423. Zie bijlage 1 voor een topografisch overzicht en kadastrale kaart. 2.3
Dossieronderzoek
Voor het verkrijgen van de historische informatie is op 9 december 2015 een informatieverzoek gedaan bij de gemeente Sluis. Door een medewerker van de gemeente Sluis is op 11 december een digitale rapportage aangeleverd met historische milieu-informatie van de locatie. De rapportage bevat gegevens met betrekking dat uitgevoerde bodemonderzoeken, brandstoftanks en andere historische informatie. De rapportage is opgenomen in bijlage 2. Op de locatie zijn niet eerder bodemonderzoeken uitgevoerd. Een samenvatting van de resultaten van de aangeleverde milieu-informatie is opgenomen in onderstaande tabel 2.1. Vanaf 1940 is er bebouwing te zien op de locatie. Voor deze periode is de locatie landbouwgrond / weiland geweest. De situatie van de bebouwing is nagenoeg hetzelfde gebleven. De bebouwing heeft voor zover bekend enkel de functie agrarisch met wonen gehad. In het milieudossier van de locatie is een plattegrond aanwezig waarop een bovengrondse dieseltank is aangegeven. Deze tank heeft een inhoud van 2200 liter. Het is niet helemaal duidelijk of deze tank nog aanwezig is. Daarnaast is de opslag van bestrijdingsmiddelen ook aangegeven. Verder zijn via archiefonderzoek en het raadplegen van het bodeminformatiesysteem geen verdachte gegevens gevonden. Volgens de bodemkwaliteitskaart van de gemeente Sluis valt de locatie in de zone "Buitengebied en naoorlogse woonwijken (
Tabel 2.1: samenvatting milieu-informatie gemeente Sluis (bron: historisch milieu-informatie gemeente Sluis)
Pagina 5 van 14
Verkennend bodemonderzoek Vierhonderpolderdijk 3 te Cadzand / AM15482
2.4
Bodemopbouw en geo(hydro)logie
De bodemopbouw van de onderzoekslocatie wordt schematisch weergegeven in tabel 2.2. Diepte Geohydroligisch indeling 0 – 3 m-mv deklaag 3 – 8 m-mv 1e watervoerend pakket 8 – 27 m-mv >27 m-mv slecht doorlatend basis Tabel 2.2: Geo(hydro)logische indeling (bron: Dinoloket)
Samenstelling matig grof-matig fijn zand, sterk slibhoudend middel – uiterst fijn zand, sterk slibhoudend Klei
De stroming van het freatisch grondwater is in westelijke richting en bevindt zich op een hoogte van circa 2 m+ NAP. De onderzoekslocatie bevindt zich niet binnen de grenzen van een grondwaterbeschermingsgebied.
2.5
Beschrijving van de onderzoekslocatie
Op 7 januari 2016 is een veldinspectie uitgevoerd, hierbij is gelet op het terreingebruik en de aanwezigheid van ondergrondse tanks, stookplaatsen, (half)verhardingslagen, ophogingen, storthopen, dempingen, afgravingen en asbesthoudend materiaal op het maaiveld. Een fotoreportage van de onderzoekslocatie is opgenomen in bijlage 3. Er zijn geen waarnemingen gedaan welke wijzen op de aanwezigheid van bodemverontreinigingen of bronnen van verontreinigingen. Tijdens de veldinspectie is op het maaiveld geen asbestverdacht materiaal aangetroffen. De onderzoekslocatie is bebouwd met een woning (huisnummer 3). Aan de achterzijde van de woning ligt een met tegels verhard terras. Nabij de woning ligt een tuinhuis. Centraal op het terrein ligt een bijgebouw dat deels in gebruik is als garage. Het bijgebouw is verhard met beton. Ten zuidwesten van het bijgebouw ligt een houtopslag. Alle bebouwing is voorzien van dakpannen daken. Vanaf de weg loop teen oprit naar de woning en naar het bijgebouw. De oprit is verhard met grind. Het overige deel van de onderzoekslocatie bestaat uit grasland. De onderzoekslocatie wordt aan de noordzijde begrensd door een sloot en de Vierhonderpolderdijk en aan de overige zijden door onbebouwd grasland of agrarisch bouwland.
2.6
Asbest
Conform de NEN 5707 (Bodem - Inspectie, monsterneming en analyse van asbest in bodem en partijen grond)) is er sprake van een asbestverdachte locatie indien er sprake is van één of meer van de hieronder beschreven activiteiten of gebeurtenissen: de eventuele aanwezigheid in het verleden van bedrijven, die asbesthoudende producten, apparaten of voorwerpen vervaardigen en/of verwerken; de eventuele aanwezigheid in het verleden en/of heden van bedrijfsgebouwen (o.a. schuren), waarin (veel) asbesthoudende bouwstoffen zijn verwerkt, en of de aanwezigheid van asbestresten in de bodem en/of onder verhardingen (o.a. erven van boerderijen); de aanwezigheid van woongebouwen, gebouwd van asbestcementplaten, dan wel in het verleden gerenoveerd met toepassing van asbestcementproducten, met een gerede kans dat asbestresten in tuinen en/of plantsoenen zijn achtergebleven; eventuele stortingen van asbestverdachte afvalstoffen; de kans op aanwezigheid van asbesthoudende buizen of ophooglagen in de ondergrond; de toepassing van asbesthoudende beschoeiingen langs watergangen of in (volks)tuinen; de (vroegere) aanwezigheid van glastuinbouw, danwel afval van kassen op of in de bodem; er hebben in het verleden calamiteiten met asbest plaatsgevonden (asbestbrand), zonder dat de verspreid geraakte asbestresten (meteen) zijn opgeruimd.
Pagina 6 van 14
Verkennend bodemonderzoek Vierhonderpolderdijk 3 te Cadzand / AM15482
Uit het dossieronderzoek en de uitgevoerde veldinspectie is geen informatie naar voren gekomen dat bovengenoemde activiteiten ter plaatse van de onderzoekslocatie hebben plaatsgevonden.
2.7
Onderzoekshypothese
Gebaseerd op de verzamelde gegevens uit het vooronderzoek is de onderzoekslocatie als “onverdacht” beschouwd. Het onderzoek is dan ook uitgevoerd conform de NEN 5740 norm voor onverdachte locaties. De bovengrond van ter plaatse van de voormalige bestrijdingsmiddelenopslag en de opslag van dieselolie wordt als verdacht beschouwd op het voorkomen van verhoogde concentraties aan respectievelijk OCB’s (bestrijdingsmiddelen) en minerale olie. De aanwezigheid van asbestverdacht materiaal in de bodem wordt niet verwacht (niet verdacht).
Pagina 7 van 14
Verkennend bodemonderzoek Vierhonderpolderdijk 3 te Cadzand / AM15482
3. ONDERZOEKSSTRATEGIE 3.1
Inleiding
Op basis van de verzamelde informatie uit het vooronderzoek (NEN 5725) en de gestelde onderzoekshypothese(n) voor de onderzoekslocatie, is een onderzoeksstrategie opgesteld conform de richtlijnen van de onderzoeksnorm NEN-5740 (Bodem-Landbodem; Strategie voor het uitvoeren van verkennend bodemonderzoek – Onderzoek naar de milieuhygiënische kwaliteit van bodem en grond, januari 2009) van het Nederlands Normalisatie-Instituut.
3.2
Onderzoeksstrategie
Voor het vaststellen van de milieuhygiënische conditie van de bodem (grond en grondwater) van de onderzoekslocatie zal volgens onderstaande strategie veldwerk en monstername voor laboratoriumanalyse plaatsvinden. In principe worden boringen willekeurig verspreid over de gehele onderzoekslocatie. ONDERZOEKSNORM NEN-5740 'onverdacht' Aantal boringen oppervlakte 6.000 m²
tot 0,5 m
èn tot 2m
12
3
Aantal te nemen monsters èn met peilbuis 1
Aantal te onderzoeken (meng)monsters
grondwater
grond 0-0,5 m
0,5-2,0 m
16
12
bovengrond
1
1
Analysepakket
2 NEN-grond incl. lutos
ondergrond 2 NEN-grond incl. lutos
grondwater 1 NENgrondwater
Tabel 3.1: Veldwerk, monstername en analysestrategie volgens NEN-5740 “onverdacht” 1) Uit elke boring van 0,5 tot 2,0 diepte worden drie monsters in trajecten van ten hoogste 0,5 m genomen.
Legenda bij tabel 3.1 m: meter beneden maaiveld lutos: lutum en organische stofgehalte De bovengrond en de ondergrond worden onderzocht op de stoffen uit het NEN 5740 ‘standaardpakket’ (drogestof-bepaling, 9 zware metalen, 10 polycyclische aromatische koolwaterstoffen, 7 Polychloorbifenylen (PCB) en minerale olie). Tevens bepaalt het laboratorium het gehalte aan organische stof en lutumgehalte voor het vaststellen van een toetsingskader voor de locale bodemkwaliteit. Het grondwater wordt onderzocht op de stoffen uit het NEN 5740 ‘standaardpakket’ (9 zware metalen, 8 vluchtige aromatische koolwaterstoffen (incl. naftaleen), 21 vluchtige gehalogeneerde koolwaterstoffen en minerale olie). Voor het onderzoek ter plaatse van de verdachte deellocaties (bestrijdingsmiddelenopslag en dieseltank) is de onderzoeksopzet afgeleid van strategie VEP (onderzoeksstrategie voor een verdachte locatie met een plaatselijke bodembelasting met een duidelijke verontreinigingskern) van de NEN5740. De uit te voeren boringen en analyses zijn weergegeven in onderstaande tabel 3.2. Deellocatie (oppervlakte)
Aantal boringen tot 0,5 m onder boring met verontreinigingskern peilbuis Bestrijdingsmiddelenopslag (< 100 m2) 1 0 Bovengrondse dieseltank (< 100 m2) 0 1 Tabel 3.2: Veldwerk, monstername en analysestrategie volgens NEN-5740 “VEP”
Grond
Aantal analyses Grondwater
1 x OCB 1 x minerale olie
1 x minerale olie
Pagina 8 van 14
Verkennend bodemonderzoek Vierhonderpolderdijk 3 te Cadzand / AM15482
4. VELDWERKZAAMHEDEN 4.1
Algemeen
Conform de onderzoeksstrategie, zoals beschreven in hoofdstuk 3, is op de onderzoekslocatie een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd. De werkzaamheden zijn uitgevoerd onder certificaat op grond van BRL SIKB 2000 conform protocollen 2001 en 2002 van de Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer. Voor het traceren van de kabels en leidingen is voorafgaand aan de uitvoering van de veldwerkzaamheden een KLIC melding verricht.
4.2
Grondbemonstering
Op 7 januari 2016 zijn de boringen geplaatst volgens de in paragraaf 3.2 weergegeven onderzoeksstrategie conform protocol 2001 van de Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer. De werkzaamheden zijn uitgevoerd door de heer H. van den Tillaar en de heer M. Vrolix. Beiden zijn erkend monsternemer in het kader van de BRL SIKB 2000 voor de protocollen 2001, 2002 en 2018. De boringen zijn verricht met behulp van de Edelmanboor ( 7 of 10 cm). Zie voor de boorpuntlocaties bijlage 4. Nabij de voormalige bestrijdingsmiddelenopslag is boring 18 geplaatst. Direct benedenstrooms van de voormalige bovengrondse dieseltank is peilbuis 2 geplaatst. De recente eigenaar van het terrein gaf aan dat er mogelijk aan de voorzijde van het hoofdgebouw in het verleden tijdelijk een bovengrondse dieseltank heeft gestaan. Ter verificatie van de bodemkwaliteit ter plaatse is boring 12 geplaatst. Tijdens het uitvoeren van de boringen is gebleken dat in het onverharde terreindeel (gras) tussen de twee opritten op circa 10 cm diepte een betonplaat in de ondergrond aanwezig is. De globale ligging is weergegeven in de situatietekening in bijlage 4. Het opgeboorde bodemmateriaal is volgens de classificatienorm voor onverharde bodems (NEN 5104) beoordeeld. Daarnaast is vastgesteld in hoeverre het opgeboorde materiaal mogelijke aanwijzingen biedt voor de aanwezigheid van visueel zichtbare verontreiniging. Het opgeboorde bodemmateriaal afkomstig van peilbuis 2 en boring 12 is middels een panproef (olie-water reactie) beoordeeld op de aanwezigheid van olie. Hierbij zijn visueel geen olie-water reacties waargenomen. Op basis van de zintuiglijke waarnemingen en de bodemopbouw heeft laagsgewijze bemonstering plaatsgevonden. De uitkomende grond en alle zintuiglijk waargenomen bijzonderheden zijn per boring beschreven in de profielbeschrijvingen (zie bijlage 5). In onderstaande tabel zijn de boringen beschreven waarin zintuiglijk afwijkingen zijn geconstateerd. Boring Boorpunt 1 Boorpunt 2 Boorpunt 4 Boorpunt 13
Dieptetraject [m-mv.] 0 – 0,5 0 – 0,5 0,5 – 1,0 0 – 0,25 0,25 – 0,3 0 – 0,5
Zintuiglijke waarneming sporen baksteen matig baksteenhoudend, zwak puinhoudend sporen baksteen sporen baksteen stukken asfalt (geen bodem) zwak baksteenhoudend, zwak puinhoudend
Pagina 9 van 14
Verkennend bodemonderzoek Vierhonderpolderdijk 3 te Cadzand / AM15482
Boring Dieptetraject [m-mv.] Boorpunt 15 0 – 0,5 Boorpunt 18 0 – 0,5 Tabel 4.1: Overzicht zintuiglijke afwijkingen
Zintuiglijke waarneming sporen baksteen sporen baksteen
In het kader van dit onderzoek is geen specifiek onderzoek (conform NEN 5707) verricht naar het voorkomen van asbest in de grond en op het maaiveld. Wel heeft een inspectie van het terrein plaatsgevonden. Op het maaiveld en in de opgeboorde grond zijn geen asbestverdachte materialen aangetroffen. Ter plaatse van de met grind verharde oprit zijn de boringen 3, 4 en 10 geplaatst. Indicatief zijn ter plaatse van deze boringen inspectiegaten gegraven (0,3x0,3x0,5 m.). Het uitgegraven materiaal is gezeefd en beoordeeld op de aanwezigheid van asbestverdachte materialen. Visueel zijn hierbij geen asbestverdacht materialen aangetroffen. Het voorliggende onderzoek doet echter geen bindende uitspraak over de aan- of afwezigheid van asbest in de bodem binnen de onderzoekslocatie. Gebaseerd op de diepte en stroming van het freatisch grondwater is boring 1 afgewerkt met een peilbuis (zie bijlage 2). Deze is benedenstrooms op de onderzoekslocatie geplaatst De bovenkant van het peilbuisfilter is onder de aangetroffen grondwaterstand geplaatst. Tijdens de installatie van de peilbuis is geen werkwater gebruikt.
4.3
Grondwatermonstername
De peilbuizen zijn na enige rusttijd op 7 januari 2016 bemonsterd. De bemonstering is uitgevoerd door erkend veldwerker van Aeres Milieu, de heer H. van den Tillaar. In afwijking van protocol 2002 van de Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer is geen wachttijd van 7 dagen aangehouden. Deze afwijking op het protocol wordt niet als kritisch gezien voor de representativiteit van het analyseresultaat. Voorafgaand aan de bemonstering is de grondwaterstand opgenomen en zijn de zuurgraad (pH) en het elektrische-geleidingsvermogen (Ec) van het grondwater bepaald. Deze waarden waren constant bij monstername. De geleidbaarheid is gecorrigeerd voor de grondwatertemperatuur. De geleiding is een maat voor de concentratie aan opgeloste stoffen in het water, terwijl de pH de zuurgraad van het water aangeeft (pH<7: zuur, pH = 7: neutraal, pH>7: basisch). De grondwatermonsters zijn in het veld, voor zover noodzakelijk gefiltreerd en geconserveerd. De in het veld gemeten parameters zijn in onderstaande tabel samengevat. Peilbuisnummer Pb 1 filterstelling [m-mv] 2,8 – 3,8 grondwaterpeil [m-mv] 1,4 toestroming goed zuurgraad [pH] 6,8 elektrisch geleidingsvermogen [µS/cm] 1209 troebelheid [NTU] 392 drijflaag geen geur geen waargenomen afwijkingen geen Tabel 4.2: Resultaten veldmetingen tijdens grondwatermonstername
Pb 2 2,2 – 3,2 1,7 slecht 7,0 533 high (niet meetbaar) geen geen geen
De meetresultaten wijken niet af van natuurlijk of regionaal voorkomende waarden.
Pagina 10 van 14
Verkennend bodemonderzoek Vierhonderpolderdijk 3 te Cadzand / AM15482
5. LABORATORIUMONDERZOEK 5.1
Algemeen
De analyses zijn uitgevoerd door het onderzoekslaboratorium van ALcontrol BV te Rotterdam. ALcontrol is geaccrediteerd volgens de door de Raad voor Accreditatie gestelde criteria voor Testlaboratoria conform ISO/IEC 17025, waar verdere conservering en (voor)behandeling van de monsters plaats heeft gevonden.
5.2
Grond(meng)monster(s)
In het laboratorium zijn voor het chemisch onderzoek van de grondmonsters uit de boven- en ondergrond al dan niet mengmonsters samengesteld volgens onderstaande tabel. De keuze voor het samenstellen van deelmonsters tot een mengmonster of het analyseren van individuele monsters is gebaseerd op de zintuiglijke waarnemingen in het veld en op de onderzoeksstrategie. Monsternummer
Grondmonster(s) 1)
MM1
3-2/ 5-1/ 6-1/ 7-1/ 8-1/ 9-1/ 11-1/ 14-1/ 16-1/ 17-1 1-1/ 4-1/ 13-1 1-2/ 1-4/ 2-3/ 2-4/ 5-2/ 5-3 3-3/ 3-4/ 3-5/ 4-2/ 4-3/ 4-4/ 4-5 18-1
MM2 MM3 MM4 M5 (vml. bestrijdingsmiddelenopslag) M6 2-1 (vml. bovengrondse dieseltank) M7 12-1 (vml. tijdelijke bovengrondse dieseltank) Tabel 5.1: schema grond(meng)monsters 1)
Bodemlaag [m-mv] 0 – 0,5
Visuele waarnemingen
0 – 0,5 0,5 – 2,0 0,3 – 2,0 0 – 0,5
baksteenhoudend geen bijzonderheden geen bijzonderheden zwak baksteen- en puinhoudend
0 – 0,5
matig baksteenhoudend, zwak puinhoudend geen bijzonderheden
0 – 0,5
geen bijzonderheden
Het eerste cijfer geeft het boorpunt aan, het tweede cijfer het monsternametraject (zie bijlage 3).
5.2.1
Analyseresultaten grond(meng)monsters
De analyseresultaten van de grond(meng)monsters worden in de volgende tabel samengevat, waarbij door middel van onderstaande sterrencodering de mate van verontreiniging is aangegeven. * ** ***
Het gehalte is groter dan de achtergrondwaarde en kleiner dan of gelijk aan de het gemiddelde van de achtergrond- en interventiewaarde; het gehalte is groter dan het gemiddelde van de achtergrond- en interventiewaarde en kleiner dan of gelijk aan de interventiewaarde; het gehalte is groter dan de interventiewaarde.
In de Regeling bodemkwaliteit (RBK) is vastgelegd dat per 1 juli 2013 de toetsing altijd moet plaatsvinden door het gevonden gehalte in een monster eerst te corrigeren met het lutum en organisch stof gehalte (=berekende concentratie) en vervolgens te vergelijken met de grenswaarden van de Regeling Bodemkwaliteit. In de kolommen zijn alleen die stoffen vermeld waarvan de analyseresultaten na toetsing hoger zijn dan de bijbehorende achtergrondwaarde voor duurzame bodemkwaliteit. Zie bijlage 7 voor de toetsingstabellen en het analyserapport. Monsternummer MM1 MM2 MM3
Bodemlaag [m-mv] 0 – 0,5 0 – 0,5 0,5 – 2,0
Zintuiglijke waarnemingen geen bijzonderheden baksteenhoudend geen bijzonderheden
Verhoogde component -PAK --
Berekende concentratie toetsing 3,62 mg/kg d.s. -
en * -
Pagina 11 van 14
Verkennend bodemonderzoek Vierhonderpolderdijk 3 te Cadzand / AM15482
Monsternummer MM4 M5 M6
Bodemlaag [m-mv] 0,3 – 2,0 0 – 0,5 0 – 0,5
Zintuiglijke waarnemingen
geen bijzonderheden zwak baksteen- en puinhoudend matig baksteenhoudend, zwak puinhoudend M7 0 – 0,5 geen bijzonderheden Tabel 5.2: Toetsingsresultaten van de grond(meng)monsters
Verhoogde component -Alpha-endosulfan --
Berekende concentratie toetsing 6,6 µg/kg d.s. -
en * -
Uit de analyseresultaten blijkt dat baksteenhoudende bovengrond van mengmonster MM2 licht verhoogd is met PAK. In de visueel waargenomen schone bovengrond (MM1) en ondergrond (MM3 en M4) zijn geen gehalten gemeten verhoogd ten opzichte van de achtergrondwaarde. De bovengrond (M5) ter plaatse van de voormalige bestrijdingsmiddelenopslag is licht verhoogd met alphaendosulfan. In de bovengrond ter plaatse van de voormalige bovengrondse dieseltanks (M6 en M7) is geen verhoogd gehalte aan minerale olie aangetoond. De afkorting PAK staat voor Polycyclische Aromatische Koolwaterstoffen. Het gaat hierbij om een verbindingsklasse van meer dan 200 stoffen, die bestaan uit twee of meer aan elkaar verbonden benzeenringen. Ze ontstaan met name bij verbrandingsprocessen, en kunnen dus zowel een synthetische als een natuurlijke oorsprong hebben. PAK’s ontstaan o.a. door onvolledige verbranding van minerale olie zoals die ook in het verkeer plaatsvindt. Ze worden tevens gevormd bij het proces van droge destillatie van steenkool, zoals die bij gas- en cokesfabrieken werd toegepast. Daarnaast kunnen ze worden aangetroffen bij de vervaardiging en verwerking van rubber, kunststoffen, verf, lakken, minerale olie en teerproducten. In de chemische grondstoffenindustrie dienen ze als tussenproducten bij verschillende syntheses, bijvoorbeeld van verfstoffen en farmaceutica. De belangrijkste PAK-verbindingen in steenkoolteer zijn naftaleen, chryseen, fenanthreen en fluorantheen. Alle zijn praktisch onoplosbaar in water, niet vluchtig en persistent (niet afbreekbaar). Vanwege hun kankerverwekkende eigenschappen hebben PAK-verbindingen de aandacht bij ecotoxicologisch onderzoek. Benzo(a)pyreen is hierin de belangrijkste stof.
5.2.2
Toetsing van de gestelde hypothese
Geconcludeerd kan worden dat de berekende concentraties aan PAK in de bovengrond (MM2) in tegenspraak is met de vooraf geformuleerde hypothese dat de locatie als onverdacht beschouwd kan worden. Het verhoogde gehalte aan alpha-endosulfan in de bovengrond (M5) bij de voormalige bestrijdingsmiddelenopslag is in overeenstemming met de hypothese dat de deellocatie verdacht is op het voorkomen van verhoogde concentraties aan OCB’s (bestrijdingsmiddellen). De analyseresultaten van de grondmonsters (M6 en M7) ter plaatse van de voormalige dieseltanks zijn in tegenspraak met de hypothese dat deze deellocaties verdacht zijn op het voorkomen van minerale olie. De verhoogde gehalten aan PAK en alpha-endosulfan liggen ruim beneden de tussenwaarde (= het gemiddelde van de achtergrondwaarden (AW2000) en de interventiewaarden voor grond). Het uitvoeren van een aanvullend of nader bodemonderzoek is niet noodzakelijk.
5.3 5.3.1
Grondwatermonster(s) Analyseresultaten grondwatermonster(s)
De analyseresultaten van de grondwatermonsters worden in de volgende tabel samengevat, waarbij door middel van onderstaande sterrencodering de mate van verontreiniging is aangegeven. * ** ***
Het gehalte is groter dan of gelijk aan de streefwaarde (of de detectiegrens, indien deze hoger is) en kleiner dan of gelijk aan het gemiddelde van de streef- en interventiewaarde; het gehalte is groter dan het gemiddelde van de streef- en interventiewaarde en kleiner dan of gelijk aan de interventiewaarde; het gehalte is groter dan de interventiewaarde.
Pagina 12 van 14
Verkennend bodemonderzoek Vierhonderpolderdijk 3 te Cadzand / AM15482
In de kolommen zijn alleen die stoffen vermeld waarvan de analyseresultaten na toetsing hoger zijn dan de bijbehorende streefwaarde voor duurzame bodemkwaliteit. Zie bijlage 8 voor de toetsingstabel en het analyserapport. Peilbuis
Filtertraject [m-mv]
Grondwaterstand [m-mv]
Verhoogde component
Gemeten concentratie [µg/l] en toetsing
Pb 1
2,8 – 3,8
1,4 m-mv
--
-
-
Pb 2
2,2 – 3,2
1,7 m-mv
--
-
-
Tabel 5.4: Toetsingsresultaten van de grondwatermonsters
Uit de analyseresultaten blijkt dat in het grondwater afkomstig uit de peilbuizen 1 en 2 geen van de onderzochte componenten zijn gemeten in een gehalte verhoogd ten opzichte van de streefwaarde.
5.3.2
Toetsing van de gestelde hypothese
Geconcludeerd kan worden dat de gemeten concentraties in het grondwater niet in tegenspraak zijn met de vooraf opgestelde hypothese dat de locatie onverdacht is.
Pagina 13 van 14
Verkennend bodemonderzoek Vierhonderpolderdijk 3 te Cadzand / AM15482
6. CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN In opdracht van Ordito Gilze heeft Aeres Milieu B.V. in januari 2016 een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd op de locatie Vierhonderpolderdijk 3 te Cadzand. Uit de analyseresultaten blijkt dat de bovengrond licht verhoogd is met PAK. In de ondergrond zijn geen gehalten gemeten verhoogd ten opzichte van de achtergrondwaarde. De bovengrond nabij de voormalige bestrijdingsmiddelen opslag is licht verhoogd met alpha-endosulfan. In de geanalyseerde grondmonsters ter plaatse van de voormalige olietanks zijn geen gehalten gemeten verhoogd ten opzichte van de achtergrondwaarde. Ook in het freatisch grondwater zijn geen verhoogde gehalten gemeten. De resultaten van dit bodemonderzoek geven geen aanleiding tot het uitvoeren van een aanvullend of nader bodemonderzoek. De milieuhygiënische conditie van de bodem vormt geen belemmering voor de bestemmingswijziging en de voorgenomen planontwikkeling. De aangetroffen lichte verontreinigingen in de grond kunnen wel bij grondafvoer beperkingen opleveren ten aanzien van het (her)gebruik van de grond omdat dan veelal andere normen gelden. Ten aanzien van hergebruik van deze grond elders is het Besluit Bodemkwaliteit van toepassing.
Pagina 14 van 14
Verkennend bodemonderzoek Vierhonderpolderdijk 3 te Cadzand / AM15482
BIJLAGE 1 Topografische en kadastrale overzichtskaart
Omgevingskaart
Klantreferentie: AM15482
0m
125 m
625 m
Deze kaart is noordgericht. Hier bevindt zich Kadastraal object OOSTBURG W 876 Vierhonderdpolderdijk 3, 4506 HL CADZAND CC-BY Kadaster.
Schaal 1: 12500
Uittreksel Kadastrale Kaart
Uw referentie: AM15482 2
Vie r
ho
nd
e rp
old
e rd
ijk
875
3
876
877
0m
Deze kaart is noordgericht Perceelnummer 25 Huisnummer Vastgestelde kadastrale grens Voorlopige kadastrale grens Administratieve kadastrale grens Bebouwing Overige topografie Voor een eensluidend uittreksel, Apeldoorn, 4 januari 2016 De bewaarder van het kadaster en de openbare registers
12345
10 m
50 m
Schaal 1:1000 Kadastrale gemeente Sectie Perceel
OOSTBURG W 876
Aan dit uittreksel kunnen geen betrouwbare maten worden ontleend. De Dienst voor het kadaster en de openbare registers behoudt zich de intellectuele eigendomsrechten voor, waaronder het auteursrecht en het databankenrecht.
Verkennend bodemonderzoek Vierhonderpolderdijk 3 te Cadzand / AM15482
BIJLAGE 2 Historische milieu-informatie gemeente Sluis
Historische milieu-informatie gemeente Sluis Adres: Kadastrale gegevens:
Bijlagen:
Vierhonderdpolderdijk 3 te Cadzand
Fragment bodemkwaliteitskaart gemeente Sluis Plattegrond uit milieudossier Plattegrond locatie incl. omgeving Historische kaart 1863-1864 Historische kaart 1910-1914 Historische kaart 1940-1951 Historische kaart 1959-1962 Historische kaart 1993-1997
ja Bij de gemeente is een bodemonderzoek van de locatie bekend Opmerkingen: Bij de gemeente is bekend dat de locatie verontreinigd is
nee X X
Bij de provincie komt de locatie voor in het Bodemsaneringsprogramma 2001 Er zijn bodemonderzoeken in de directe omgeving bekend Opmerkingen:
X
Er zijn verontreinigingen in de directe omgeving bekend Opmerkingen: Naar aanleiding van het historisch onderzoek is er verontreiniging te verwachten.
X
X
X
Opmerkingen: Zie algemene opmerkingen Er zijn ondergrondse tank(s) aangemeld conform het BOOT-besluit
X
Het is bekend dat de ondergrondse tank(s) jaarlijks worden gekeurd
X
Het is bekend dat in het verleden tank(s) gesaneerd zijn Opmerkingen:
X
Het is bekend dat het pand asbesthoudend materiaal bevat
X
1 Historische milieu-informatie gemeente sluis
Algemene opmerkingen: Vanaf 1940 is er bebouwing te zien op de locatie. Voor deze periode is de locatie landbouwgrond / weiland geweest. De situatie van de bebouwing is nagenoeg hetzelfde gebleven. De bebouwing heeft voor zover bekend enkel de functie agrarisch met wonen gehad. In het milieudossier van de locatie is een plattegrond aanwezig waarop een bovengrondse dieseltank is aangegeven. Deze tank heeft een inhoud van 2200 liter. Het is niet helemaal duidelijk of deze tank nog aanwezig is. Daarnaast is de opslag van bestrijdingsmiddelen ook aangegeven. Verder zijn via archiefonderzoek en het raadplegen van het bodeminformatiesysteem geen verdachte gegevens gevonden. Volgens de bodemkwaliteitskaart van de gemeente Sluis valt de locatie in de zone "Buitengebied en naoorlogse woonwijken (
Locatie
2 Historische milieu-informatie gemeente sluis
Plattegrond uit milieudossier
bovengrondse dieseltank 2200 L
propaan 1,6 m3
3 Historische milieu-informatie gemeente sluis
Plattegrond locatie incl. omgeving.
Historische kaart 1863-1864
4 Historische milieu-informatie gemeente sluis
Historische kaart 1910-1914
Historische kaart 1940-1951
5 Historische milieu-informatie gemeente sluis
Historische kaart 1959-1962
Historische kaart 1993-1997
6 Historische milieu-informatie gemeente sluis
De gemeente Sluis kan niet aansprakelijk gesteld worden voor eventuele schade of anderszins voor eventuele gevolgen die voortkomen uit dit schrijven. Wij nemen aan u hierbij voldoende te hebben geïnformeerd. Indien u nog vragen heeft betreffende het bovenstaande dan kun u contact opnemen met onze medewerker, de heer J. Scherbeijn, tel: 0117-457232.
Bovenstaande gegevens zijn verstrekt door: Jorrit Scherbeijn
Datum:11-12-2015
7 Historische milieu-informatie gemeente sluis
Verkennend bodemonderzoek Vierhonderpolderdijk 3 te Cadzand / AM15482
BIJLAGE 3 Foto’s onderzoekslocatie
Verkennend bodemonderzoek Vierhonderpolderdijk 3 te Cadzand / AM15482
Foto 1
Foto 2
Foto 3
Foto 4
Foto 5
Foto 6
Verkennend bodemonderzoek Vierhonderpolderdijk 3 te Cadzand / AM15482
Foto 7
Foto 8
Foto 9
Foto 10
Foto 11
Foto 12
Verkennend bodemonderzoek Vierhonderpolderdijk 3 te Cadzand / AM15482
BIJLAGE 4 Situatietekening onderzoekslocatie met boorpunten
Verkennend bodemonderzoek Vierhonderpolderdijk 3 te Cadzand / AM15482
BIJLAGE 5 Boorprofielen en zintuiglijke waarnemingen
getekend volgens NEN 5104
Boring:
1
Boring: 0
0 1
gazon Klei, matig zandig, sporen baksteen, donker bruingrijs, Edelmanboor
50
50
Klei, matig zandig, sporen roest, grijsbruin, Edelmanboor
2 100
2 0
0 1
50
50
Klei, sterk zandig, sporen baksteen, sporen roest, licht bruingrijs, Edelmanboor
2 100
100 3
Klei, matig zandig, lichtgrijs, Edelmanboor
3 150
150
Klei, sterk zandig, lichtgrijs, Edelmanboor
4 200
gazon Klei, sterk zandig, zwak humeus, matig baksteenhoudend, zwak puinhoudend, donkerbruin, Edelmanboor
150 4 200
220
Klei, matig zandig, donkergrijs, Edelmanboor 250
250
300
300
280
Klei, sterk zandig, donkergrijs, Edelmanboor 320
350
350
380
Boring: 0
Zand, zeer fijn, matig kleiïg, donkergrijs, Edelmanboor
3 1
Boring: 0 10
2 50
50
grind Grind, zeer grof, sterk zandig, neutraalbruin, Graven Klei, sterk zandig, sporen grind, bruingrijs, Graven
0
0 1 50
Klei, matig zandig, bruingrijs, Edelmanboor
3
4 15 25 30
2 80
grind Grind, zeer grof, matig kleiïg, sporen baksteen, donkergrijs, Graven Klei, sterk zandig, sporen grind, sporen baksteen, donker bruingrijs, Graven Graven, stukken asfalt
100
100
Klei, sterk zandig, zwak roesthoudend, grijsbruin, Edelmanboor
4 150
150
Klei, sterk zandig, licht bruingrijs, Edelmanboor
5 200
200
100
3 120
4 150
150
Klei, matig zandig, zwak roesthoudend, licht grijsbruin, Edelmanboor Klei, matig zandig, sporen roest, grijsbruin, Edelmanboor
5 200
Klei, matig zandig, grijsbruin, Edelmanboor
200
Klei, sterk zandig, licht grijsbruin, Edelmanboor
Projectnaam: Vierhonderpolderdijk 3, Cadzand Projectcode: AM15482
Opdrachtgever: Ordto Gilze
getekend volgens NEN 5104
Boring:
5
Boring: 0
0 1
gazon Klei, matig zandig, zwak humeus, sporen wortels, bruingrijs, Edelmanboor
50
50
Klei, zwak zandig, sporen roest, licht grijsbruin, Edelmanboor
2
6 0
0 1
gazon Klei, matig zandig, zwak humeus, bruingrijs, Edelmanboor
50
50
100
100
Klei, sterk zandig, licht grijsbruin, Edelmanboor
3 150
150
Edelmanboor, geen monstermateriaal 200
200
Boring:
7
Boring: 0
0 1
gazon Klei, matig zandig, zwak humeus, bruingrijs, Edelmanboor
50
50
Boring:
0
0 1
Boring: 0
1
gazon Klei, matig zandig, zwak humeus, bruingrijs, Edelmanboor
gazon Klei, sterk zandig, zwak humeus, bruingrijs, Edelmanboor
50
50
9
0
8
10 0
0
15
erf Grind, zeer grof, matig kleiïg, donkergrijs, Graven volledig baksteen, Graven
50
50
50
50 1
80
2
100
100
Boring:
11
Boring: 0
0 1 50
gazon Klei, matig zandig, zwak humeus, donkergrijs, Edelmanboor
50
Klei, matig zandig, licht grijsbruin, Edelmanboor
12 0
0 1 50
Klei, matig zandig, bruingrijs, Edelmanboor
gazon Klei, matig zandig, zwak humeus, sporen wortels, geen olie-water reactie, donkerbruin, Edelmanboor
50
Projectnaam: Vierhonderpolderdijk 3, Cadzand Projectcode: AM15482
Opdrachtgever: Ordto Gilze
getekend volgens NEN 5104
Boring:
13
Boring: 0
0 1
50
50
gazon Klei, sterk zandig, zwak humeus, zwak baksteenhoudend, zwak puinhoudend, donker bruingrijs, Edelmanboor Klei, matig zandig, licht grijsbruin, Edelmanboor
2
14 0
0 1
gazon Klei, matig zandig, zwak humeus, bruingrijs, Edelmanboor
50
50
100
100
Boring:
15
Boring: 0
0 1
gazon Zand, zeer fijn, matig kleiïg, zwak humeus, sporen baksteen, sporen wortels, donkerbruin, Edelmanboor
50
50
Klei, matig zandig, sporen roest, bruingrijs, Edelmanboor
2
16 0
0 1
gazon Klei, sterk zandig, zwak humeus, donkergrijs, Edelmanboor
50
50
100
100
Boring:
17
Boring: 0
0 1 50
gazon Klei, matig zandig, zwak humeus, zwak wortelhoudend, donkergrijs, Edelmanboor
50
18 0
0 1
50
50
Klei, zwak zandig, sporen roest, bruingrijs, Edelmanboor
2 100
erf Klei, matig zandig, zwak baksteenhoudend, zwak puinhoudend, donkerbruin, Edelmanboor
100
Projectnaam: Vierhonderpolderdijk 3, Cadzand Projectcode: AM15482
Opdrachtgever: Ordto Gilze
Legenda (conform NEN 5104) grind
klei
geur
Grind, siltig
Klei, zwak siltig
Grind, zwak zandig
Klei, matig siltig
geen geur zwakke geur matige geur sterke geur
Grind, matig zandig
Klei, sterk siltig
Grind, sterk zandig
Klei, uiterst siltig
Grind, uiterst zandig
Klei, zwak zandig
uiterste geur
olie geen olie-water reactie zwakke olie-water reactie matige olie-water reactie sterke olie-water reactie
Klei, matig zandig
zand
Klei, sterk zandig
uiterste olie-water reactie
p.i.d.-waarde >0
Zand, kleiïg
>1 >10
Zand, zwak siltig
>100
leem
>1000
Zand, matig siltig
Leem, zwak zandig
>10000
Zand, sterk siltig
Leem, sterk zandig
monsters geroerd monster
Zand, uiterst siltig
overige toevoegingen
ongeroerd monster
zwak humeus
veen Veen, mineraalarm
matig humeus
Veen, zwak kleiïg
sterk humeus
overig bijzonder bestanddeel Gemiddeld hoogste grondwaterstand grondwaterstand
Veen, sterk kleiïg
zwak grindig
Veen, zwak zandig
matig grindig
Veen, sterk zandig
sterk grindig
Gemiddeld laagste grondwaterstand slib
water
peilbuis blinde buis
casing hoogste grondwaterstand gemiddelde grondwaterstand laagste grondwaterstand bentoniet afdichting
filter
Verkennend bodemonderzoek Vierhonderpolderdijk 3 te Cadzand / AM15482
BIJLAGE 6 Verklaring Veldmedewerker
Verkennend bodemonderzoek Vierhonderpolderdijk 3 te Cadzand / AM15482
VERKLARING Hierbij verklaar ik (ondergetekende) dat de veldwerkzaamheden onafhankelijk van de opdrachtgever zijn uitgevoerd conform de eisen van de BRL 2000 en protocol 2001. In afwijking van protocol 2002 is geen wachttijd van 1 week aangehouden voor de bemonstering van het grondwater. Projectnummer
AM15482
Onderzoekslocatie
Vierhonderpolderdijk 3 Cadzand
Datum uitvoering veldwerkzaamheden
7 januari 2016
Gecertificeerd monsternemer
dhr. H. van den Tillaar
dhr. M. Vrolix
Verkennend bodemonderzoek Vierhonderpolderdijk 3 te Cadzand / AM15482
BIJLAGE 7 Toetsingstabellen en analyserapport grond(meng)monsters
Projectnaam Projectcode
Vierhonderpolderdijk 3, Cadzand AM15482
Tabel: Analyseresultaten grond (as3000) monsters (gehalten in mg/kgds, tenzij anders aangegeven) Monstercode Bodemtype
droge stof (gew.-%) gewicht artefacten (g) aard van de artefacten ()
organische stof (gloeiverlies) (% vd DS)
MM1 1 or
br
80,5 <1 Geen
----
3,7
--
5,0
--
23 0,29 5,6 7,9 <0,05 17 <0,5 13 54
--
29,7 0,377 7,16 10,1 0,0395 20,2 0,35 16,2 69
20
37 0,34 6,5 11 0,06 23 <0,5 16 90
POLYCHLOORBIFENYLEN (PCB) PCB 28 (µg/kgds) <1 PCB 52 (µg/kgds) <1 PCB 101 (µg/kgds) <1 PCB 118 (µg/kgds) <1 PCB 138 (µg/kgds) <1 PCB 153 (µg/kgds) <1 PCB 180 (µg/kgds) <1 som PCB (7) (0.7 factor) 4,9 (µg/kgds)
<5 <5 <5 <5 <20
-------13,2
----37,8
<1 <1 <1 <1 <1 <1 <1 4,9
<5 <5 6 6 <20
1/2(AW+I)
I
RBK eis
br
----
POLYCYCLISCHE AROMATISCHE KOOLWATERSTOFFEN naftaleen <0,01 -0,02 fenantreen 0,02 -0,36 antraceen 0,01 -0,11 fluoranteen 0,09 -0,88 benzo(a)antraceen 0,05 -0,47 chryseen 0,05 -0,45 benzo(k)fluoranteen 0,03 -0,29 benzo(a)pyreen 0,05 -0,47 benzo(ghi)peryleen 0,04 -0,28 indeno(1,2,3-cd)pyreen 0,04 -0,29 pak-totaal (10 van 0,387 0,387 3,62 VROM) (0.7 factor)
MINERALE OLIE fractie C10 - C12 fractie C12 - C22 fractie C22 - C30 fractie C30 - C40 totaal olie C10 - C40
AW
80,5 <1 Geen
KORRELGROOTTEVERDELING lutum (bodem) (% vd 18 DS) METALEN barium+ cadmium kobalt koper kwik lood molybdeen nikkel zink
MM2 2 or
--
44,1 0,414 7,7 13,2 0,0655 26,1 0,35 18,7 107
3,62
0,60 15 40 0,15 50 1,5 35 140
6,8 102 115 18 290 96 68 430
920 13 190 190 36 530 190 100 720
20 0,20 3,0 5,0 0,050 10 1,5 4,0 20
1,5
21
40
0,35
20
510
1000
190
2595
5000
----------*
-------9,8
4,9
----28
Monstercode en monstertraject 1 12231634-001 MM1 3-2 / 5-1 / 6-1 / 7-1 / 8-1 / 9-1 / 11-1 / 14-1 / 16-1 / 17-1 2 12231634-002 MM2 1-1 / 4-1 / 13-1
35
De resultaten zijn voor de interventiewaarde getoetst aan de toetsingswaarden zoals vermeld in de Circulaire bodemsanering per 1 juli 2013, Staatcourant 27 juni 2013, Nr. 16675 en voor de achtergrondwaarde aan het Besluit Bodemkwaliteit, Staatscourant 20 december 2007, Nr. 247. Tevens zijn de volgende wijzigingen doorgevoerd: De gewijzigde grenswaarden van een aantal OCB (per 30-07-2008) (www.Senternovem.nl) en de wijziging in de Staatscourant 67 van 7 april 2009 en met wijzingen zoals beschreven in de Staatscourant nr. 22335 (02-11-2012). De gehalten die de betreffende toetsingswaarden overschrijden zijn als volgt geclassificeerd: * het gehalte is groter dan de achtergrondwaarde en kleiner dan of gelijk aan het gemiddelde van de achtergrond- en interventiewaarde ** het gehalte is groter dan het gemiddelde van de achtergrond- en interventiewaarde en kleiner dan of gelijk aan de interventiewaarde *** het gehalte is groter dan de interventiewaarde -geen toetsingswaarde voor opgesteld niet geanalyseerd # Verhoogde rapportagegrens, voor meer informatie zie analysecertificaat RBK Tabel 1 (rapportagegrenzen), Staatscourant nr. 22335 (02-11-2012). a gecorrigeerd gehalte is groter dan of gelijk aan de achtergrondwaarde (of geen achtergrondwaarde voor opgesteld), maar wel kleiner dan de RBK rapportagegrens zoals beschreven in de Staatscourant nr. 22335 (02-11-2012), dus mag verondersteld worden kleiner dan de achtergrondwaarde te zijn. b gecorrigeerd gehalte is groter dan de achtergrondwaarde (of geen achtergrondwaarde voor opgesteld), en groter dan de RBK rapportagegrens zoals beschreven in de Staatscourant nr. 22335 (02-11-2012). + De interventiewaarde voor barium geldt alleen voor die situaties waarbij duidelijk sprake is van antropogene verontreiniging en geen sprake is van thermisch gereinigde grond en baggerspecie. or Origineel resultaat br Omgerekend resultaat De achtergrond- en interventiewaarden zijn afhankelijk van de bodemsamenstelling. Voor de toetsing is gebruik gemaakt van de volgende samenstelling: (Als humus/lutum niet is gemeten geldt een default waarde van lutum = 25% en organische stof = 10%.) Bodemtypehumus lutum 1 3.7% 18% 2 5% 20%
Projectnaam Projectcode
Vierhonderpolderdijk 3, Cadzand AM15482
Tabel: Analyseresultaten grond (as3000) monsters (gehalten in mg/kgds, tenzij anders aangegeven) Monstercode Bodemtype
MM3 3 or
MM4 4 or
br
AW
----
77,4 <1 Geen
----
organische stof (gloeiverlies) (% vd DS)
2,3
--
2,3
--
KORRELGROOTTEVERDELING lutum (bodem) (% vd 23 DS)
--
22 0,21 6,9 6,0 <0,05 13 <0,5 17 50
23,5 0,271 7,36 7,16 0,0375 14,7 0,35 18 57,2
18
41 0,22 6,3 5,9 <0,05 13 <0,5 15 51
POLYCYCLISCHE AROMATISCHE KOOLWATERSTOFFEN naftaleen <0,01 -<0,01 fenantreen 0,01 -0,02 antraceen <0,01 -<0,01 fluoranteen 0,02 -0,06 benzo(a)antraceen <0,01 -0,02 chryseen <0,01 -0,03 benzo(k)fluoranteen <0,01 -<0,01 benzo(a)pyreen <0,01 -0,04 benzo(ghi)peryleen <0,01 -0,03 indeno(1,2,3-cd)pyreen <0,01 -0,02 pak-totaal (10 van 0,086 0,086 0,241 VROM) (0.7 factor) POLYCHLOORBIFENYLEN (PCB) PCB 28 (µg/kgds) <1 PCB 52 (µg/kgds) <1 PCB 101 (µg/kgds) <1 PCB 118 (µg/kgds) <1 PCB 138 (µg/kgds) <1 PCB 153 (µg/kgds) <1 PCB 180 (µg/kgds) <1 som PCB (7) (0.7 factor) 4,9 (µg/kgds) MINERALE OLIE fractie C10 - C12 fractie C12 - C22 fractie C22 - C30 fractie C30 - C40 totaal olie C10 - C40
<5 <5 <5 <5 <20
-------21,3
a
----60,9
<1 <1 <1 <1 <1 <1 <1 4,9
<5 <5 <5 <5 <20
Monstercode en monstertraject 1 12231634-003 MM3 1-2 / 1-4 / 2-3 / 2-4 / 5-2 / 5-3 2 12231634-004 MM4 3-3 / 3-4 / 3-5 / 4-2 / 4-3 / 4-4 / 4-5
I
RBK eis
br
droge stof (gew.-%) 77,6 gewicht artefacten (g) <1 aard van de artefacten (- Geen )
METALEN barium+ cadmium kobalt koper kwik lood molybdeen nikkel zink
1/2(AW+I)
--
53 0,301 8,05 7,81 0,0399 15,7 0,35 18,8 66,4
0,60 15 40 0,15 50 1,5 35 140
6,8 102 115 18 290 96 68 430
920 13 190 190 36 530 190 100 720
20 0,20 3,0 5,0 0,050 10 1,5 4,0 20
1,5
21
40
0,35
20
510
1000
190
2595
5000
----------0,241
-------21,3
a
4,9
----60,9
35
De resultaten zijn voor de interventiewaarde getoetst aan de toetsingswaarden zoals vermeld in de Circulaire bodemsanering per 1 juli 2013, Staatcourant 27 juni 2013, Nr. 16675 en voor de achtergrondwaarde aan het Besluit Bodemkwaliteit, Staatscourant 20 december 2007, Nr. 247. Tevens zijn de volgende wijzigingen doorgevoerd: De gewijzigde grenswaarden van een aantal OCB (per 30-07-2008) (www.Senternovem.nl) en de wijziging in de Staatscourant 67 van 7 april 2009 en met wijzingen zoals beschreven in de Staatscourant nr. 22335 (02-11-2012). De gehalten die de betreffende toetsingswaarden overschrijden zijn als volgt geclassificeerd: * het gehalte is groter dan de achtergrondwaarde en kleiner dan of gelijk aan het gemiddelde van de achtergrond- en interventiewaarde ** het gehalte is groter dan het gemiddelde van de achtergrond- en interventiewaarde en kleiner dan of gelijk aan de interventiewaarde *** het gehalte is groter dan de interventiewaarde -geen toetsingswaarde voor opgesteld niet geanalyseerd # Verhoogde rapportagegrens, voor meer informatie zie analysecertificaat RBK Tabel 1 (rapportagegrenzen), Staatscourant nr. 22335 (02-11-2012). a gecorrigeerd gehalte is groter dan of gelijk aan de achtergrondwaarde (of geen achtergrondwaarde voor opgesteld), maar wel kleiner dan de RBK rapportagegrens zoals beschreven in de Staatscourant nr. 22335 (02-11-2012), dus mag verondersteld worden kleiner dan de achtergrondwaarde te zijn. b gecorrigeerd gehalte is groter dan de achtergrondwaarde (of geen achtergrondwaarde voor opgesteld), en groter dan de RBK rapportagegrens zoals beschreven in de Staatscourant nr. 22335 (02-11-2012). + De interventiewaarde voor barium geldt alleen voor die situaties waarbij duidelijk sprake is van antropogene verontreiniging en geen sprake is van thermisch gereinigde grond en baggerspecie. or Origineel resultaat br Omgerekend resultaat De achtergrond- en interventiewaarden zijn afhankelijk van de bodemsamenstelling. Voor de toetsing is gebruik gemaakt van de volgende samenstelling: (Als humus/lutum niet is gemeten geldt een default waarde van lutum = 25% en organische stof = 10%.) Bodemtypehumus lutum 3 2.3% 23% 4 2.3% 18%
Projectnaam Projectcode
Vierhonderpolderdijk 3, Cadzand AM15482
Tabel: Analyseresultaten grond (as3000) monsters (gehalten in mg/kgds, tenzij anders aangegeven) Monstercode Bodemtype
M5 2
M6 1 or
droge stof (gew.-%) gewicht artefacten (g) aard van de artefacten (-) CHLOORBENZENEN hexachloorbenzeen (µg/kgds) CHLOORBESTRIJDINGSMIDDELEN o,p-DDT (µg/kgds) p,p-DDT (µg/kgds) som DDT (0.7 factor) (µg/kgds) o,p-DDD (µg/kgds) p,p-DDD (µg/kgds) som DDD (0.7 factor) (µg/kgds) o,p-DDE (µg/kgds) p,p-DDE (µg/kgds) som DDE (0.7 factor) (µg/kgds) som DDT,DDE,DDD (0.7 factor) (µg/kgds) aldrin (µg/kgds) dieldrin (µg/kgds) endrin (µg/kgds) som aldrin/dieldrin/endrin (0.7 factor) (µg/kgds) isodrin (µg/kgds) telodrin (µg/kgds) alpha-HCH (µg/kgds) beta-HCH (µg/kgds) gamma-HCH (µg/kgds) delta-HCH (µg/kgds) som a-b-c-d HCH (0.7 factor) (µg/kgds) heptachloor (µg/kgds) cis-heptachloorepoxide (µg/kgds) trans-heptachloorepoxide (µg/kgds) som heptachloorepoxide (0.7 factor) (µg/kgds) alpha-endosulfan (µg/kgds) hexachloorbutadieen (µg/kgds) endosulfansulfaat (µg/kgds) trans-chloordaan (µg/kgds) cis-chloordaan (µg/kgds) som chloordaan (0.7 factor) (µg/kgds) Som organochloorbestrijdingsmiddelen (0.7 factor) waterbodem (µg/kgds) som organochloorbestrijdingsmiddelen (0.7 factor) landbodem (µg/kgds) MINERALE OLIE fractie C10 - C12 fractie C12 - C22 fractie C22 - C30 fractie C30 - C40 totaal olie C10 - C40
Monstercode en monstertraject 1 12231634-005 M5 18-1 2 12231634-006 M6 2-1
br
or
81,0 <1 Geen 2,1
<1 <1 1,4 <1 <1 1,4 <1 <1 1,4 4,2 <1 <1 <1 2,1
AW
---4,2
2,8 --2,8 --2,8 -1,4 --4,2
RBK eis
80,2 8,1 Stenen
---8,5
-
1004
2000
1,0
200
950
1700
1,4
20
17010
34000
1,4
100
1200
2300
1,4 4,2
320
1,0
2008
4000
2,1
1,0 2,0 3,0
8500 801 602
17000 1600 1200
1,0 1,0 1,0
15
<1 <1 <1 <1 <1 <1 2,8
1,4 1,4 1,4
---
-
<1 <1 <1 1,4
1,4 a --2,8 a
-
0,70
2000
4000
1,0
2,0
2001
4000
1,4
3,3 <1 <1 <1 <1 1,4
6,6 *
-
0,90 3,0
2000
4000
1,0 1,0
2,0
2001
4000
1,4
18,7
--
-
18,7
--
-
2595
5000
-
---
I
br
-
---
1/2(AW+I)
a
---2,8 a
<5 13 5 <5 <20
----37,8
190
35
De resultaten zijn voor de interventiewaarde getoetst aan de toetsingswaarden zoals vermeld in de Circulaire bodemsanering per 1 juli 2013, Staatcourant 27 juni 2013, Nr. 16675 en voor de achtergrondwaarde aan het Besluit Bodemkwaliteit, Staatscourant 20 december 2007, Nr. 247. Tevens zijn de volgende wijzigingen doorgevoerd: De gewijzigde grenswaarden van een aantal OCB (per 30-07-2008) (www.Senternovem.nl) en de wijziging in de Staatscourant 67 van 7 april 2009 en met wijzingen zoals beschreven in de Staatscourant nr. 22335 (02-11-2012). De gehalten die de betreffende toetsingswaarden overschrijden zijn als volgt geclassificeerd: * het gehalte is groter dan de achtergrondwaarde en kleiner dan of gelijk aan het gemiddelde van de achtergrond- en interventiewaarde ** het gehalte is groter dan het gemiddelde van de achtergrond- en interventiewaarde en kleiner dan of gelijk aan de interventiewaarde *** het gehalte is groter dan de interventiewaarde -geen toetsingswaarde voor opgesteld niet geanalyseerd # Verhoogde rapportagegrens, voor meer informatie zie analysecertificaat RBK Tabel 1 (rapportagegrenzen), Staatscourant nr. 22335 (02-11-2012). a gecorrigeerd gehalte is groter dan of gelijk aan de achtergrondwaarde (of geen achtergrondwaarde voor opgesteld), maar wel kleiner dan de RBK rapportagegrens zoals beschreven in de Staatscourant nr. 22335 (02-11-2012), dus mag verondersteld worden kleiner dan de achtergrondwaarde te zijn. b gecorrigeerd gehalte is groter dan de achtergrondwaarde (of geen achtergrondwaarde voor opgesteld), en groter dan de RBK rapportagegrens zoals beschreven in de Staatscourant nr. 22335 (02-11-2012). or Origineel resultaat br Omgerekend resultaat De achtergrond- en interventiewaarden zijn afhankelijk van de bodemsamenstelling. Voor de toetsing is gebruik gemaakt van de volgende samenstelling: (Als humus/lutum niet is gemeten geldt een default waarde van lutum = 25% en organische stof = 10%.) Bodemtypehumus lutum 2 5% 20% 1 3.7% 18%
Projectnaam Projectcode
Vierhonderpolderdijk 3, Cadzand AM15482
Tabel: Analyseresultaten grond (as3000) monsters (gehalten in mg/kgds, tenzij anders aangegeven) Monstercode Bodemtype
M7 1
AW or
droge stof (gew.-%) gewicht artefacten (g) aard van de artefacten (-) MINERALE OLIE fractie C10 - C12 fractie C12 - C22 fractie C22 - C30 fractie C30 - C40 totaal olie C10 - C40
1/2(AW+I)
I
2595
5000
RBK eis
br
84,0 <1 Geen
----
<5 <5 <5 <5 <20
----37,8
190
35
Monstercode en monstertraject 1 12231634-007 M7 12-1 De resultaten zijn voor de interventiewaarde getoetst aan de toetsingswaarden zoals vermeld in de Circulaire bodemsanering per 1 juli 2013, Staatcourant 27 juni 2013, Nr. 16675 en voor de achtergrondwaarde aan het Besluit Bodemkwaliteit, Staatscourant 20 december 2007, Nr. 247. Tevens zijn de volgende wijzigingen doorgevoerd: De gewijzigde grenswaarden van een aantal OCB (per 30-07-2008) (www.Senternovem.nl) en de wijziging in de Staatscourant 67 van 7 april 2009 en met wijzingen zoals beschreven in de Staatscourant nr. 22335 (02-11-2012). De gehalten die de betreffende toetsingswaarden overschrijden zijn als volgt geclassificeerd: * het gehalte is groter dan de achtergrondwaarde en kleiner dan of gelijk aan het gemiddelde van de achtergrond- en interventiewaarde ** het gehalte is groter dan het gemiddelde van de achtergrond- en interventiewaarde en kleiner dan of gelijk aan de interventiewaarde *** het gehalte is groter dan de interventiewaarde -geen toetsingswaarde voor opgesteld niet geanalyseerd # Verhoogde rapportagegrens, voor meer informatie zie analysecertificaat RBK Tabel 1 (rapportagegrenzen), Staatscourant nr. 22335 (02-11-2012). a gecorrigeerd gehalte is groter dan of gelijk aan de achtergrondwaarde (of geen achtergrondwaarde voor opgesteld), maar wel kleiner dan de RBK rapportagegrens zoals beschreven in de Staatscourant nr. 22335 (02-11-2012), dus mag verondersteld worden kleiner dan de achtergrondwaarde te zijn. b gecorrigeerd gehalte is groter dan de achtergrondwaarde (of geen achtergrondwaarde voor opgesteld), en groter dan de RBK rapportagegrens zoals beschreven in de Staatscourant nr. 22335 (02-11-2012). or Origineel resultaat br Omgerekend resultaat De achtergrond- en interventiewaarden zijn afhankelijk van de bodemsamenstelling. Voor de toetsing is gebruik gemaakt van de volgende samenstelling: (Als humus/lutum niet is gemeten geldt een default waarde van lutum = 25% en organische stof = 10%.) Bodemtypehumus lutum 1 3.7% 18%
ALcontrol B.V. Correspondentieadres Steenhouwerstraat 15 · 3194 AG Rotterdam Tel.: +31 (0)10 231 47 00 · Fax: +31 (0)10 416 30 34 www.alcontrol.nl
Analyserapport
Aeres Milieu BV dhr. T. Thijssen Postbus 1015 6040 KA ROERMOND
Uw projectnaam Uw projectnummer ALcontrol rapportnummer Rapport-verificatienummer
Blad 1 van 12
: Vierhonderpolderdijk 3, Cadzand : AM15482 : 12231634, versienummer: 1 : DXAAAZRK
Rotterdam, 15-01-2016
Geachte heer/mevrouw, Hierbij ontvangt u de analyse resultaten van het laboratoriumonderzoek ten behoeve van uw project AM15482. Het onderzoek werd uitgevoerd conform uw opdracht. De gerapporteerde resultaten hebben uitsluitend betrekking op de geteste monsters. De door u aangegeven omschrijvingen voor de monsters en het project zijn overgenomen in dit analyserapport. Het onderzoek is, met uitzondering van eventueel door derden uitgevoerd onderzoek, uitgevoerd door ALcontrol B.V., gevestigd aan de Steenhouwerstraat 15 in Rotterdam (NL). Dit analyserapport bestaat inclusief bijlagen uit 12 pagina's. In geval van een versienummer van '2' of hoger vervallen de voorgaande versies. Alle bijlagen maken onlosmakelijk onderdeel uit van het rapport. Alleen vermenigvuldiging van het hele rapport is toegestaan. Mocht u vragen en/of opmerkingen hebben naar aanleiding van dit rapport, bijvoorbeeld als u nadere informatie nodig heeft over de meetonzekerheid van de analyseresultaten in dit rapport, dan verzoeken wij u vriendelijk contact op te nemen met de afdeling Customer Support. Wij vertrouwen er op u met deze informatie van dienst te zijn. Hoogachtend,
R. van Duin Laboratory Manager
ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286
Aeres Milieu BV dhr. T. Thijssen Projectnaam Projectnummer Rapportnummer
Blad 2 van 12
Analyserapport Vierhonderpolderdijk 3, Cadzand
Orderdatum 08-01-2016 Startdatum 08-01-2016 Rapportagedatum 15-01-2016
AM15482 - 1
12231634
Nummer
Monstersoort
Monsterspecificatie
001 002 003 004 005
Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000)
MM1 3-2 / 5-1 / 6-1 / 7-1 / 8-1 / 9-1 / 11-1 / 14-1 / 16-1 / 17-1 MM2 1-1 / 4-1 / 13-1 MM3 1-2 / 1-4 / 2-3 / 2-4 / 5-2 / 5-3 MM4 3-3 / 3-4 / 3-5 / 4-2 / 4-3 / 4-4 / 4-5 M5 18-1
Analyse
Eenheid
Q
droge stof gewicht artefacten aard van de artefacten
gew.-% g -
S S S
80.5 <1 geen
80.5 <1 geen
77.6 <1 geen
77.4 <1 geen
organische stof (gloeiverlies)
% vd DS
S
3.7
5.0
2.3
2.3
KORRELGROOTTEVERDELING lutum (bodem) % vd DS
S
18
20
23
18
METALEN barium cadmium kobalt koper kwik lood molybdeen nikkel zink
S S S S S S S S S
23 0.29 5.6 7.9 <0.05 17 <0.5 13 54
37 0.34 6.5 11 0.06 23 <0.5 16 90
22 0.21 6.9 6.0 <0.05 13 <0.5 17 50
41 0.22 6.3 5.9 <0.05 13 <0.5 15 51
POLYCYCLISCHE AROMATISCHE KOOLWATERSTOFFEN naftaleen mg/kgds S <0.01 fenantreen mg/kgds S 0.02 antraceen mg/kgds S 0.01 fluoranteen mg/kgds S 0.09 benzo(a)antraceen mg/kgds S 0.05 chryseen mg/kgds S 0.05 benzo(k)fluoranteen mg/kgds S 0.03 benzo(a)pyreen mg/kgds S 0.05 benzo(ghi)peryleen mg/kgds S 0.04 indeno(1,2,3-cd)pyreen mg/kgds S 0.04 pak-totaal (10 van VROM) mg/kgds S 0.387 (0.7 factor)
0.02 0.36 0.11 0.88 0.47 0.45 0.29 0.47 0.28 0.29 3.62
<0.01 0.01 <0.01 0.02 <0.01 <0.01 <0.01 <0.01 <0.01 <0.01 0.086
<0.01 0.02 <0.01 0.06 0.02 0.03 <0.01 0.04 0.03 0.02 0.241
mg/kgds mg/kgds mg/kgds mg/kgds mg/kgds mg/kgds mg/kgds mg/kgds mg/kgds
CHLOORBENZENEN hexachloorbenzeen
µg/kgds
S
POLYCHLOORBIFENYLEN (PCB) PCB 28 µg/kgds PCB 52 µg/kgds PCB 101 µg/kgds PCB 118 µg/kgds
S S S S
001
1)
002
1)
003
1)
004
005
81.0 <1 geen
1)
2.1
<1 <1 <1 <1
<1 <1 <1 <1
<1 <1 <1 <1
<1 <1 <1 <1
De met S gemerkte analyses zijn geaccrediteerd en vallen onder de AS3000-erkenning.
Paraaf : ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286
Aeres Milieu BV dhr. T. Thijssen Projectnaam Projectnummer Rapportnummer
Blad 3 van 12
Analyserapport Vierhonderpolderdijk 3, Cadzand
Orderdatum 08-01-2016 Startdatum 08-01-2016 Rapportagedatum 15-01-2016
AM15482 - 1
12231634
Nummer
Monstersoort
Monsterspecificatie
001 002 003 004 005
Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000)
MM1 3-2 / 5-1 / 6-1 / 7-1 / 8-1 / 9-1 / 11-1 / 14-1 / 16-1 / 17-1 MM2 1-1 / 4-1 / 13-1 MM3 1-2 / 1-4 / 2-3 / 2-4 / 5-2 / 5-3 MM4 3-3 / 3-4 / 3-5 / 4-2 / 4-3 / 4-4 / 4-5 M5 18-1
Analyse
Eenheid
Q
PCB 138 PCB 153 PCB 180 som PCB (7) (0.7 factor)
µg/kgds µg/kgds µg/kgds µg/kgds
S S S S
CHLOORBESTRIJDINGSMIDDELEN o,p-DDT µg/kgds p,p-DDT µg/kgds som DDT (0.7 factor) µg/kgds o,p-DDD µg/kgds p,p-DDD µg/kgds som DDD (0.7 factor) µg/kgds o,p-DDE µg/kgds p,p-DDE µg/kgds som DDE (0.7 factor) µg/kgds som DDT,DDE,DDD (0.7 µg/kgds factor) aldrin µg/kgds dieldrin µg/kgds endrin µg/kgds som aldrin/dieldrin/endrin µg/kgds (0.7 factor) isodrin µg/kgds telodrin µg/kgds alpha-HCH µg/kgds beta-HCH µg/kgds gamma-HCH µg/kgds delta-HCH µg/kgds som a-b-c-d HCH (0.7 factor) µg/kgds heptachloor µg/kgds cis-heptachloorepoxide µg/kgds trans-heptachloorepoxide µg/kgds som heptachloorepoxide (0.7 µg/kgds factor) alpha-endosulfan µg/kgds hexachloorbutadieen µg/kgds endosulfansulfaat µg/kgds trans-chloordaan µg/kgds cis-chloordaan µg/kgds som chloordaan (0.7 factor) µg/kgds Som µg/kgds organochloorbestrijdingsmidd elen (0.7 factor) waterbodem
001 <1 <1 <1 4.9
1)
002 <1 <1 <1 4.9
1)
003 <1 <1 <1 4.9
1)
004 <1 <1 <1 4.9
005
1)
S S S S S S S S S
<1 <1 1.4 <1 <1 1.4 <1 <1 1.4 4.2
S S S S
<1 <1 <1 2.1
S S S S S S
<1 <1 <1 <1 <1 <1 2.8 <1 <1 <1 1.4
S S S S S S S S S S
3.3 <1 <1 <1 <1 1.4 18.7
De met S gemerkte analyses zijn geaccrediteerd en vallen onder de AS3000-erkenning.
Paraaf : ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286
1)
1)
1) 1)
1)
1)
1)
1) 1)
Aeres Milieu BV dhr. T. Thijssen Projectnaam Projectnummer Rapportnummer
Blad 4 van 12
Analyserapport Vierhonderpolderdijk 3, Cadzand
Orderdatum 08-01-2016 Startdatum 08-01-2016 Rapportagedatum 15-01-2016
AM15482 - 1
12231634
Nummer
Monstersoort
Monsterspecificatie
001 002 003 004 005
Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000)
MM1 3-2 / 5-1 / 6-1 / 7-1 / 8-1 / 9-1 / 11-1 / 14-1 / 16-1 / 17-1 MM2 1-1 / 4-1 / 13-1 MM3 1-2 / 1-4 / 2-3 / 2-4 / 5-2 / 5-3 MM4 3-3 / 3-4 / 3-5 / 4-2 / 4-3 / 4-4 / 4-5 M5 18-1
Analyse
Eenheid
Q
som organochloorbestrijdingsmidd elen (0.7 factor) landbodem
µg/kgds
S
MINERALE OLIE fractie C10 - C12 fractie C12 - C22 fractie C22 - C30 fractie C30 - C40 totaal olie C10 - C40
mg/kgds mg/kgds mg/kgds mg/kgds mg/kgds
S
001
002
003
004
005 18.7
<5 <5 <5 <5 <20
<5 <5 6 6 <20
<5 <5 <5 <5 <20
<5 <5 <5 <5 <20
De met S gemerkte analyses zijn geaccrediteerd en vallen onder de AS3000-erkenning.
Paraaf : ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286
1)
Aeres Milieu BV dhr. T. Thijssen Projectnaam Projectnummer Rapportnummer
Blad 5 van 12
Analyserapport Vierhonderpolderdijk 3, Cadzand AM15482 12231634
- 1
Orderdatum 08-01-2016 Startdatum 08-01-2016 Rapportagedatum 15-01-2016
Monster beschrijvingen
001
*
De monstervoorbehandeling en analyses zijn uitgevoerd conform Accreditatieschema AS3000, dit geldt alleen voor de analyses die worden gerapporteerd met het "S" kenmerk.
002
*
De monstervoorbehandeling en analyses zijn uitgevoerd conform Accreditatieschema AS3000, dit geldt alleen voor de analyses die worden gerapporteerd met het "S" kenmerk.
003
*
De monstervoorbehandeling en analyses zijn uitgevoerd conform Accreditatieschema AS3000, dit geldt alleen voor de analyses die worden gerapporteerd met het "S" kenmerk.
004
*
De monstervoorbehandeling en analyses zijn uitgevoerd conform Accreditatieschema AS3000, dit geldt alleen voor de analyses die worden gerapporteerd met het "S" kenmerk.
005
*
De monstervoorbehandeling en analyses zijn uitgevoerd conform Accreditatieschema AS3000, dit geldt alleen voor de analyses die worden gerapporteerd met het "S" kenmerk.
Voetnoten 1
De sommatie na verrekening van de 0.7 factor voor <-waarden volgens BoToVa.
Paraaf : ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286
Aeres Milieu BV dhr. T. Thijssen Projectnaam Projectnummer Rapportnummer
Blad 6 van 12
Analyserapport Vierhonderpolderdijk 3, Cadzand
Orderdatum 08-01-2016 Startdatum 08-01-2016 Rapportagedatum 15-01-2016
AM15482 - 1
12231634
Nummer
Monstersoort
Monsterspecificatie
006 007
Grond (AS3000) Grond (AS3000)
M6 2-1 M7 12-1
Analyse
Eenheid
Q
006
droge stof gewicht artefacten aard van de artefacten
gew.-% g -
S S S
80.2 8.1 stenen
MINERALE OLIE fractie C10 - C12 fractie C12 - C22 fractie C22 - C30 fractie C30 - C40 totaal olie C10 - C40
mg/kgds mg/kgds mg/kgds mg/kgds mg/kgds
S
<5 13 5 <5 <20
007
84.0 <1 geen
2) 2) 2) 2)
<5 <5 <5 <5 <20
De met S gemerkte analyses zijn geaccrediteerd en vallen onder de AS3000-erkenning.
Paraaf : ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286
Aeres Milieu BV dhr. T. Thijssen Projectnaam Projectnummer Rapportnummer
Blad 7 van 12
Analyserapport Vierhonderpolderdijk 3, Cadzand AM15482 12231634
- 1
Orderdatum 08-01-2016 Startdatum 08-01-2016 Rapportagedatum 15-01-2016
Monster beschrijvingen
006
*
De monstervoorbehandeling en analyses zijn uitgevoerd conform Accreditatieschema AS3000, dit geldt alleen voor de analyses die worden gerapporteerd met het "S" kenmerk.
007
*
De monstervoorbehandeling en analyses zijn uitgevoerd conform Accreditatieschema AS3000, dit geldt alleen voor de analyses die worden gerapporteerd met het "S" kenmerk.
Voetnoten 2
Een gedeelte van het gehalte aan minerale olie, wordt naar onze meningveroorzaakt door, de aanwezigheid van polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK) en/of humusachtige verbindingen.
Paraaf : ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286
Aeres Milieu BV dhr. T. Thijssen Projectnaam Projectnummer Rapportnummer
Blad 8 van 12
Analyserapport Vierhonderpolderdijk 3, Cadzand
Orderdatum 08-01-2016 Startdatum 08-01-2016 Rapportagedatum 15-01-2016
AM15482 12231634
- 1
Analyse
Monstersoort
Relatie tot norm
droge stof
Grond (AS3000)
gewicht artefacten aard van de artefacten organische stof (gloeiverlies) lutum (bodem) barium
Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000)
cadmium kobalt koper kwik
Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000)
lood
Grond (AS3000)
molybdeen nikkel zink naftaleen fenantreen antraceen fluoranteen benzo(a)antraceen chryseen benzo(k)fluoranteen benzo(a)pyreen benzo(ghi)peryleen indeno(1,2,3-cd)pyreen pak-totaal (10 van VROM) (0.7 factor) PCB 28 PCB 52 PCB 101 PCB 118 PCB 138 PCB 153 PCB 180 som PCB (7) (0.7 factor) totaal olie C10 - C40 hexachloorbenzeen o,p-DDT p,p-DDT som DDT (0.7 factor) o,p-DDD p,p-DDD som DDD (0.7 factor) o,p-DDE p,p-DDE som DDE (0.7 factor) som DDT,DDE,DDD (0.7 factor) aldrin
Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000)
Grond: Gelijkwaardig aan ISO 11465 en gelijkwaardig aan NEN-EN 15934. Grond (AS3000): conform AS3010-2 en gelijkwaardig aan NEN-EN 15934 Conform AS3000 en conform NEN-EN 16179 Idem Grond: gelijkwaardig aan NEN 5754. Grond (AS3000): conform AS3010-3 Conform AS3010-4 Conform AS3010-5, conform NEN 6950 (ontsluiting conform NEN 6961, meting conform NEN 6966) eigen methode (ontsluiting conform NEN 6961, meting conform ISO 22036). Idem Idem Idem Conform AS3010-5 en conform NEN 6950 (ontsluiting conform NEN 6961, meting conform NEN-ISO 16772) Conform AS3010-5, conform NEN 6950 (ontsluiting conform NEN 6961, meting conform NEN 6966) eigen methode (ontsluiting conform NEN 6961, meting conform ISO 22036). Idem Idem Idem Conform AS3010-6 Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem
Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000)
Conform AS3010-8 Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Conform prestatieblad 3010-7 Gelijkwaardig aan NEN-EN-ISO 16703 Conform AS3020-2 Conform AS3020-1 Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem
Paraaf : ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286
Aeres Milieu BV dhr. T. Thijssen Projectnaam Projectnummer Rapportnummer
Blad 9 van 12
Analyserapport Vierhonderpolderdijk 3, Cadzand
Orderdatum 08-01-2016 Startdatum 08-01-2016 Rapportagedatum 15-01-2016
AM15482 12231634
- 1
Analyse
Monstersoort
Relatie tot norm
dieldrin endrin som aldrin/dieldrin/endrin (0.7 factor) isodrin telodrin alpha-HCH beta-HCH gamma-HCH delta-HCH som a-b-c-d HCH (0.7 factor) heptachloor cis-heptachloorepoxide trans-heptachloorepoxide som heptachloorepoxide (0.7 factor) alpha-endosulfan hexachloorbutadieen endosulfansulfaat trans-chloordaan cis-chloordaan som chloordaan (0.7 factor) Som organochloorbestrijdingsmiddelen (0.7 factor) waterbodem som organochloorbestrijdingsmiddelen (0.7 factor) landbodem
Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000)
Idem Idem Idem
Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000)
Idem Idem Idem Idem Idem Conform AS3020-3 Eigen methode, aceton/hexaan-extractie, clean-up, analyse m.b.v. GCMS Conform AS3020-1 Idem Idem Idem
Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000)
Idem Idem Conform AS3020-3 Conform AS3020-1 Idem Idem Conform AS3220-1 en AS3220-2
Grond (AS3000)
Conform AS3020
Monster
Barcode
Aanlevering
Monstername
Verpakking
001 001 001 001 001 001 001 001 001 001 002 002 002 003 003 003 003 003 003
Y5607934 Y5607937 Y5607939 Y5607751 Y5607513 Y5607936 Y5607853 Y5607794 Y5607795 Y5607938 Y5607789 Y5607948 Y5607836 Y5608262 Y5607747 Y5607942 Y5607945 Y5607940 Y5607933
07-01-2016 07-01-2016 07-01-2016 07-01-2016 07-01-2016 07-01-2016 07-01-2016 07-01-2016 07-01-2016 07-01-2016 07-01-2016 07-01-2016 07-01-2016 07-01-2016 07-01-2016 07-01-2016 07-01-2016 07-01-2016 07-01-2016
07-01-2016 07-01-2016 07-01-2016 07-01-2016 07-01-2016 07-01-2016 07-01-2016 07-01-2016 07-01-2016 07-01-2016 07-01-2016 07-01-2016 27-08-2007 07-01-2016 07-01-2016 07-01-2016 07-01-2016 07-01-2016 07-01-2016
ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201
Paraaf : ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286
Aeres Milieu BV dhr. T. Thijssen Projectnaam Projectnummer Rapportnummer
Blad 10 van 12
Analyserapport Vierhonderpolderdijk 3, Cadzand
Orderdatum 08-01-2016 Startdatum 08-01-2016 Rapportagedatum 15-01-2016
AM15482 12231634
- 1
Monster
Barcode
Aanlevering
Monstername
Verpakking
004 004 004 004 004 004 004 005 006 007
Y5607850 Y5607852 Y5607839 Y5607831 Y5607509 Y5607846 Y5607845 Y5607935 Y5607955 Y5607928
07-01-2016 07-01-2016 07-01-2016 07-01-2016 07-01-2016 07-01-2016 07-01-2016 07-01-2016 07-01-2016 07-01-2016
07-01-2016 07-01-2016 07-01-2016 27-08-2007 07-01-2016 07-01-2016 07-01-2016 07-01-2016 07-01-2016 07-01-2016
ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201
Paraaf : ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286
Aeres Milieu BV dhr. T. Thijssen Projectnaam Projectnummer Rapportnummer
Blad 11 van 12
Analyserapport Vierhonderpolderdijk 3, Cadzand AM15482 12231634
- 1
Monsternummer:
002
Monster beschrijvingen
MM21-1 / 4-1 / 13-1
Orderdatum 08-01-2016 Startdatum 08-01-2016 Rapportagedatum 15-01-2016
Karakterisering naar alkaantraject benzine
C9-C14
kerosine en petroleum diesel en gasolie motorolie
C10-C16 C10-C28 C20-C36
stookolie
C10-C36
De C10 en C40 pieken zijn toegevoegd door het laboratorium en worden gebruikt als interne standaard.
Paraaf : ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286
Aeres Milieu BV dhr. T. Thijssen Projectnaam Projectnummer Rapportnummer
Blad 12 van 12
Analyserapport Vierhonderpolderdijk 3, Cadzand AM15482 12231634
- 1
Monsternummer:
006
Monster beschrijvingen
M62-1
Orderdatum 08-01-2016 Startdatum 08-01-2016 Rapportagedatum 15-01-2016
Karakterisering naar alkaantraject benzine
C9-C14
kerosine en petroleum diesel en gasolie motorolie
C10-C16 C10-C28 C20-C36
stookolie
C10-C36
De C10 en C40 pieken zijn toegevoegd door het laboratorium en worden gebruikt als interne standaard.
Paraaf : ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286
Verkennend bodemonderzoek Vierhonderpolderdijk 3 te Cadzand / AM15482
BIJLAGE 8 Toetsingstabellen en analyserapport grondwatermonsters
Projectnaam Projectcode
Vierhonderpolderdijk 3, Cadzand AM15482
Tabel: Analyseresultaten grondwater (as3000) monsters (gehalten in µg/l, tenzij anders aangegeven) Monstercode Bodemtype
METALEN barium cadmium kobalt koper kwik lood molybdeen nikkel zink VLUCHTIGE AROMATEN benzeen tolueen ethylbenzeen o-xyleen p- en m-xyleen xylenen (0.7 factor) styreen
pb 1 1
pb 2 1
S
50 0,40 20 15 0,050 15 5,0 15 65
<0,2 <0,2 <0,2 <0,1 <0,2 0,21 <0,2
-
0,20 7,0 4,0
15 504 77
30 1000 150
0,20 6,0
35 153
70 300
0,01
35
70 1
0,020
-
7,0 7,0 0,01
454 204 5,0
900 400 10
0,20 0,20 0,10 0,10
0,01
10
20
0,14
-
0,01 0,80 0,80 0,80 0,80 0,01 0,01 0,01 0,01 24 6,0 0,01
500 40 40 40 40 20 5,0 150 65 262 203 2,5
1000 80 80 80 80 40 10 300 130 500 400 5,0 630
0,20 0,20 0,20 0,20 0,42 0,10 0,10 0,10 0,10 0,20 0,20 0,20 0,20
50
325
a
GEHALOGENEERDE KOOLWATERSTOFFEN 1,1-dichloorethaan <0,2 1,2-dichloorethaan <0,2 1,1-dichlooretheen <0,1 cis-1,2-dichlooretheen <0,1 trans-1,2-dichlooretheen <0,1 som (cis,trans) 1,2- dichloorethenen 0,14 (0.7 factor) dichloormethaan <0,2 1,1-dichloorpropaan <0,2 1,2-dichloorpropaan <0,2 1,3-dichloorpropaan <0,2 som dichloorpropanen (0.7 factor) 0,42 tetrachlooretheen <0,1 tetrachloormethaan <0,1 1,1,1-trichloorethaan <0,1 1,1,2-trichloorethaan <0,1 trichlooretheen <0,2 chloroform <0,2 vinylchloride <0,2 tribroommethaan <0,2
Monstercode en monstertraject 1 12231666-001 pb 1 2 12231666-002 pb 2
<25 <25 <25 <25 <50
a
--a
a
a a a a
a
-----
<25 <25 <25 <25 <50
625 6,0 100 75 0,30 75 300 75 800
RBK eis
-
---
338 3,2 60 45 0,18 45 152 45 432
I
18 <0,20 <2 <2,0 <0,05 <2,0 <2 <3 <10
POLYCYCLISCHE AROMATISCHE KOOLWATERSTOFFEN naftaleen <0,02 a interventiefactor polycyclische 0,0002 0,0 aromatische koolwaterstoffen
MINERALE OLIE fractie C10 - C12 fractie C12 - C22 fractie C22 - C30 fractie C30 - C40 totaal olie C10 - C40
1/2(S+I)
20 0,20 2,0 2,0 0,050 2,0 2,0 3,0 10
0,20 0,20 0,20 0,10 0,20 0,21 0,20
----600
50
De resultaten zijn getoetst aan de toetsingswaarden zoals vermeld Circulaire bodemsanering per 1 juli 2013, Staatcourant 27 juni 2013, Nr. 16675. De gehalten die de betreffende toetsingswaarden overschrijden zijn als volgt geclassificeerd: * het gehalte is groter dan de streefwaarde en kleiner dan of gelijk aan het gemiddelde van de streef- en interventiewaarde ** het gehalte is groter dan het gemiddelde van de streef- en interventiewaarde en kleiner dan of gelijk aan de interventiewaarde *** het gehalte is groter dan de interventiewaarde -geen toetsingswaarde voor opgesteld niet geanalyseerd # Verhoogde rapportagegrens, voor meer informatie zie analysecertificaat RBK Tabel 1 (rapportagegrenzen), Staatscourant nr. 22335 (02-11-2012). a gecorrigeerd gehalte is groter dan of gelijk aan de streefwaarde (of geen streefwaarde voor opgesteld), maar wel kleiner dan de RBK rapportagegrens zoals beschreven in de Staatscourant nr. 22335 (02-11-2012), dus mag verondersteld worden kleiner dan de streefwaarde te zijn. b gehalte is groter dan de streefwaarde (of geen streefwaarde voor opgesteld), en groter dan de RBK rapportagegrens zoals beschreven in de Staatscourant nr. 22335 (02-11-2012).
ALcontrol B.V. Correspondentieadres Steenhouwerstraat 15 · 3194 AG Rotterdam Tel.: +31 (0)10 231 47 00 · Fax: +31 (0)10 416 30 34 www.alcontrol.nl
Analyserapport
Aeres Milieu BV Dhr. T. Thijssen Postbus 1015 6040 KA ROERMOND
Uw projectnaam Uw projectnummer ALcontrol rapportnummer Rapport-verificatienummer
Blad 1 van 5
: Vierhonderpolderdijk 3, Cadzand : AM15482 : 12231666, versienummer: 1 : T87N12DA
Rotterdam, 15-01-2016
Geachte heer/mevrouw, Hierbij ontvangt u de analyse resultaten van het laboratoriumonderzoek ten behoeve van uw project AM15482. Het onderzoek werd uitgevoerd conform uw opdracht. De gerapporteerde resultaten hebben uitsluitend betrekking op de geteste monsters. De door u aangegeven omschrijvingen voor de monsters en het project zijn overgenomen in dit analyserapport. Het onderzoek is, met uitzondering van eventueel door derden uitgevoerd onderzoek, uitgevoerd door ALcontrol B.V., gevestigd aan de Steenhouwerstraat 15 in Rotterdam (NL). Dit analyserapport bestaat inclusief bijlagen uit 5 pagina's. In geval van een versienummer van '2' of hoger vervallen de voorgaande versies. Alle bijlagen maken onlosmakelijk onderdeel uit van het rapport. Alleen vermenigvuldiging van het hele rapport is toegestaan. Mocht u vragen en/of opmerkingen hebben naar aanleiding van dit rapport, bijvoorbeeld als u nadere informatie nodig heeft over de meetonzekerheid van de analyseresultaten in dit rapport, dan verzoeken wij u vriendelijk contact op te nemen met de afdeling Customer Support. Wij vertrouwen er op u met deze informatie van dienst te zijn. Hoogachtend,
R. van Duin Laboratory Manager
ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286
Aeres Milieu BV Dhr. T. Thijssen Projectnaam Projectnummer Rapportnummer
Blad 2 van 5
Analyserapport Vierhonderpolderdijk 3, Cadzand 12231666
- 1
Nummer
Monstersoort
Monsterspecificatie
001
Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000)
pb 1
002
Orderdatum 08-01-2016 Startdatum 08-01-2016 Rapportagedatum 15-01-2016
AM15482
pb 2
Analyse
Eenheid
Q
001
METALEN barium cadmium kobalt koper kwik lood molybdeen nikkel zink
µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l
S S S S S S S S S
18 <0.20 <2 <2.0 <0.05 <2.0 <2 <3 <10
VLUCHTIGE AROMATEN benzeen tolueen ethylbenzeen o-xyleen p- en m-xyleen xylenen (0.7 factor) styreen
µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l
S S S S S S S
<0.2 <0.2 <0.2 <0.1 <0.2 0.21 <0.2
002
1)
POLYCYCLISCHE AROMATISCHE KOOLWATERSTOFFEN naftaleen µg/l S <0.02 GEHALOGENEERDE KOOLWATERSTOFFEN 1,1-dichloorethaan µg/l S 1,2-dichloorethaan µg/l S 1,1-dichlooretheen µg/l S cis-1,2-dichlooretheen µg/l S trans-1,2-dichlooretheen µg/l S som (cis,trans) 1,2µg/l S dichloorethenen (0.7 factor) dichloormethaan µg/l S 1,1-dichloorpropaan µg/l S 1,2-dichloorpropaan µg/l S 1,3-dichloorpropaan µg/l S som dichloorpropanen (0.7 µg/l S factor) tetrachlooretheen µg/l S tetrachloormethaan µg/l S 1,1,1-trichloorethaan µg/l S 1,1,2-trichloorethaan µg/l S trichlooretheen µg/l S chloroform µg/l S vinylchloride µg/l S
<0.2 <0.2 <0.1 <0.1 <0.1 0.14 <0.2 <0.2 <0.2 <0.2 0.42
1)
1)
<0.1 <0.1 <0.1 <0.1 <0.2 <0.2 <0.2
De met S gemerkte analyses zijn geaccrediteerd en vallen onder de AS3000-erkenning.
Paraaf : ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286
Aeres Milieu BV Dhr. T. Thijssen Projectnaam Projectnummer Rapportnummer
Blad 3 van 5
Analyserapport Vierhonderpolderdijk 3, Cadzand 12231666
- 1
Nummer
Monstersoort
Monsterspecificatie
001
Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000)
pb 1
002
Orderdatum 08-01-2016 Startdatum 08-01-2016 Rapportagedatum 15-01-2016
AM15482
pb 2
Analyse
Eenheid
Q
001
tribroommethaan
µg/l
S
<0.2
MINERALE OLIE fractie C10 - C12 fractie C12 - C22 fractie C22 - C30 fractie C30 - C40 totaal olie C10 - C40
µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l
S
<25 <25 <25 <25 <50
002
<25 <25 <25 <25 <50
De met S gemerkte analyses zijn geaccrediteerd en vallen onder de AS3000-erkenning.
Paraaf : ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286
Aeres Milieu BV Dhr. T. Thijssen Projectnaam Projectnummer Rapportnummer
Blad 4 van 5
Analyserapport Vierhonderpolderdijk 3, Cadzand AM15482 12231666
- 1
Orderdatum 08-01-2016 Startdatum 08-01-2016 Rapportagedatum 15-01-2016
Monster beschrijvingen
001
*
De monstervoorbehandeling en analyses zijn uitgevoerd conform Accreditatieschema AS3000, dit geldt alleen voor de analyses die worden gerapporteerd met het "S" kenmerk.
002
*
De monstervoorbehandeling en analyses zijn uitgevoerd conform Accreditatieschema AS3000, dit geldt alleen voor de analyses die worden gerapporteerd met het "S" kenmerk.
Voetnoten 1
De sommatie na verrekening van de 0.7 factor voor <-waarden volgens BoToVa.
Paraaf : ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286
Aeres Milieu BV Dhr. T. Thijssen Projectnaam Projectnummer Rapportnummer
Blad 5 van 5
Analyserapport Vierhonderpolderdijk 3, Cadzand
Orderdatum 08-01-2016 Startdatum 08-01-2016 Rapportagedatum 15-01-2016
AM15482 12231666
- 1
Analyse
Monstersoort
Relatie tot norm
barium
Grondwater (AS3000)
cadmium kobalt koper kwik lood
Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000)
molybdeen nikkel zink benzeen tolueen ethylbenzeen o-xyleen p- en m-xyleen xylenen (0.7 factor) styreen naftaleen 1,1-dichloorethaan 1,2-dichloorethaan 1,1-dichlooretheen cis-1,2-dichlooretheen trans-1,2-dichlooretheen som (cis,trans) 1,2dichloorethenen (0.7 factor) dichloormethaan 1,1-dichloorpropaan 1,2-dichloorpropaan 1,3-dichloorpropaan som dichloorpropanen (0.7 factor) tetrachlooretheen tetrachloormethaan 1,1,1-trichloorethaan 1,1,2-trichloorethaan trichlooretheen chloroform vinylchloride tribroommethaan totaal olie C10 - C40
Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000)
Conform AS3110-3 en Conform NEN 6966 (meting conform NEN-EN-ISO 11885) Idem Idem Idem Conform AS3110-3 (meting conform NEN-EN-ISO 17852) Conform AS3110-3 en Conform NEN 6966 (meting conform NEN-EN-ISO 11885) Idem Idem Idem Conform AS3130-1 Idem Idem Idem Idem Conform AS3130-1 Conform AS3130-1 Conform AS3110-4 Conform AS3130-1 Idem Idem Idem Idem Idem
Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000)
Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Conform AS3110-5
Monster
Barcode
Aanlevering
Monstername
Verpakking
001 001 001 002 002
B1506291 G8969773 G8969776 G8969779 G8969777
07-01-2016 07-01-2016 07-01-2016 07-01-2016 07-01-2016
07-01-2016 07-01-2016 07-01-2016 07-01-2016 07-01-2016
ALC204 ALC236 ALC236 ALC236 ALC236
Paraaf : ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286
REGELS 10001 HERONTWIKKELING ZUNDERT CENTRUM
|2
1 Inleidende regels
4
Artikel 1 Begrippen Artikel 2 Wijze van meten
4 8
2 Bestemmingsregels
9
Artikel 3 Wonen-2
9
3 Algemene regels Artikel 4 Anti-dubbeltelregel Artikel 5 Algemene bouwregels Artikel 6 Algemene gebruiksregels Artikel 7 Algemene afwijkingsregels Artikel 8 Algemene wijzigingsregels Artikel 9 Overige regels
4 Overgangs- en slotregels Artikel 10 Overgangsrecht Artikel 11 Slotregel
NL.IMRO.1714.wpvierhonderdpdijk-ON01
14 14 15 16 17 18 19
20 20 21
wijzigingsplan Vierhonderdpolderdijk 3
|3
NL.IMRO.1714.wpvierhonderdpdijk-ON01
wijzigingsplan Vierhonderdpolderdijk 3
|4
1 INLEIDENDE REGELS Artikel 1 Begrippen 1.1 plan het wijzigingsplan 'Vierhonderdpolderdijk 3' van de Gemeente Sluis. 1.2 bestemmingsplan de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1714.wpvierhonderdpdijk-ON01 met de bijbehorende regels. 1.3 aan- en uitbouw een aan een hoofdgebouw aangebouwd gebouw dat in bouwkundig opzicht te onderscheiden is van het hoofdgebouw. 1.4 aanduiding een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden. 1.5 aan - huis - gebonden beroep een dienstverlenend beroep, dat in een woning door de bewoner wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is. 1.6 achtererf de gronden die behoren bij het hoofdgebouw en gelegen zijn achter de achtergevel van het hoofdgebouw of achter een denkbeeldige lijn in het verlengde daarvan. 1.7 achtergevel het naar het bijbehorende erf gekeerde meest achterwaarts gelegen deel van een woning of bedrijf, een aan- of uitbouw wordt hieronder mede begrepen. 1.8 agrarisch bedrijf een bedrijf, gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en / of het houden van dieren, nader te onderscheiden in: a.
b.
c. d.
grondgebonden agrarisch bedrijf: 1. akker- en vollegrondtuinbouw: de teelt van gewassen op open grond, daaronder niet begrepen sier-, fruit- en bollenteelt; 2. bollenteelt: de teelt van bloembollen al dan niet in samenhang met de teelt van bolbloemen; 3. fruitteelt: de teelt van fruit op open grond; 4. grondgebonden veehouderij: het houden van melk- en andere vee (nagenoeg) geheel op open grond waarvoor in de bedrijfsvoering de weidegang essentieel is; 5. paardenhouderij: het fokken van paarden, het houden, stallen of africhten van paarden ten behoeve van de vlees- en / of melkproductie, handel en / of de gebruiksgerichte paardenhouderij; 6. sierteelt: de teelt van siergewassen op open grond al dan niet gecombineerd met de handel in boomkwekerijgewassen en vaste planten; niet - grondgebonden agrarisch bedrijf: 1. glastuinbouw: de teelt van gewassen (nagenoeg) geheel met behulp van kassen; 2. intensieve kwekerij: de teelt van gewassen, paddenstoelen daaronder begrepen, in gebouwen; 3. intensieve veehouderij: de teelt van slacht-, fok-, leg- of pelsdieren in gebouwen en (nagenoeg) zonder weidegang, waarbij de teelt niet of in beperkte mate afhankelijk is van de agrarische grond als productiemiddel; aquacultuur: de teelt van (zout)watergebonden organismen waaronder begrepen zagers, schelpdieren en vissen, al dan niet in gebouwen; overige teelten van gewassen of dieren, al dan niet in gebouwen.
NL.IMRO.1714.wpvierhonderdpdijk-ON01
wijzigingsplan Vierhonderdpolderdijk 3
|5 1.9 antenne - installatie installatie bestaande uit een antenne, een antennedrager, de bedrading en de al dan niet in een techniekkast opgenomen apparatuur, met de daarbij behorende bevestigingsconstructie. 1.10 bebouwing één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde. 1.11 bebouwingspercentage een in de regels aangegeven percentage, dat de grootte van het bouwvlak aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd. 1.12 bedrijf aan huis het in een woning door de bewoner op bedrijfsmatige wijze uitoefenen van activiteiten, waarvoor geen melding- of vergunningplicht op grond van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer geldt, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is. 1.13 bestaande afstands-, hoogte-, inhouds-, en oppervlaktematen en aantallen afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen en aantallen, die op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan tot stand zijn gekomen of tot stand zullen komen met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de wabo. 1.14 bestemmingsregels de grens van een bestemmingsvlak. 1.15 bestemmingsvlak een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming. 1.16 bevoegd gezag bevoegd gezag zoals bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. 1.17 bijgebouw een vrijstaand gebouw of hooguit door middel van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met een hoofdgebouw verbonden gebouw, behorende bij een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw zoals bijvoorbeeld een huishoudelijke bergruimte, huishoudelijke werkruimte, hobbyruimte, garage, tuinhuisje en een onderkomen voor dieren, maar geen- woon en werkruimten (uitgezonderd van een huishoudelijke werkruimte). 1.18 bouwen het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats. 1.19 bouwgrens de grens van een bouwvlak. 1.20 bouwperceel een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten. 1.21 bouwperceel grens de grens van een bouwperceel. 1.22 bouwvlak een aangegeven vlak, waarmee de gronden zijn aangeduid waarop ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten. 1.23 bouwwerk elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct, hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond. 1.24 dakkapel een constructie ter vergroting van een gebouw, die zich tussen de dakgoot en de nok van een dakvlak bevindt, waarbij deze constructie onder de noklijn is gelegen en de onderzijde van de constructie in het dakvlak is geplaatst. NL.IMRO.1714.wpvierhonderdpdijk-ON01
wijzigingsplan Vierhonderdpolderdijk 3
|6 1.25 detailhandel het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit. 1.26 dienstverlening het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen, zoals reisbureaus, kapsalons en wasserettes. 1.27 gebouw elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt. 1.28 hoofdgebouw een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn aard, functie, constructie of afmetingen dan wel gelet op de bestemming als belangrijkste bouwwerk valt aan te merken. 1.29 kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten het in een woning of bijgebouw door de bewoner op bedrijfsmatige wijze uitoefenen van activiteiten, waarbij de woning in overwegende mate zijn woonfunctie behoudt met een ruimtelijke uitstraling die daarbij past. 1.30 landschaps- en natuurdeskundige een door het bevoegd gezag aan te wijzen deskundige of commissie van deskundigen inzake het landschapwaarden, cultuurhistorische waarden en / of natuurwaarden. 1.31 landschapswaarde de aan een gebied toegekende waarde met betrekking tot het waarneembare deel van de aardoppervlakte, die wordt bepaald door de herkenbaarheid en de identiteit van de onderlinge samenhang tussen levende en niet - levende natuur. 1.32 manege een bedrijf dat gericht is op het lesgeven in paardrijden en daarvoor paarden en / of pony's houdt, in combinatie met een of meer van de volgende hiermee samenhangende activiteiten of voorzieningen: het in pension houden van paarden en / of pony's, horeca (kantine, foyer en dergelijke), verenigingsaccommodatie en het houden van wedstrijden of andere evenementen. 1.33 milieudeskundige een door het bevoegd gezag aan te wijzen deskundige of commissie van deskundigen inzake milieuhygiëne. 1.34 natuurwaarde de aan een gebied toegekende waarde in verband met de aanwezige flora en fauna. 1.35 NED nieuwe economische drager: een nevenactiviteit die bij een agrarisch bedrijf, of als zelfstandige activiteit bij een voormalig agrarisch bedrijf met de bestemming 'Wonen-2, mag worden ondernomen. 1.36 NEN door de Stichting Nederlands Normalisatie - instituut uitgegeven norm, zoals deze luidde op het moment van vaststelling van het wijzigingsplan. 1.37 nutsvoorzieningen voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, en apparatuur voor telecommunicatie. 1.38 overkapping een bouwwerk, geen gebouw zijnde, omsloten door maximaal één wand en voorzien van een gesloten dak, waaronder begrepen een carport.
NL.IMRO.1714.wpvierhonderdpdijk-ON01
wijzigingsplan Vierhonderdpolderdijk 3
|7 1.39 peil
voor gebouwen die onmiddellijk aan de weg grenzen: de hoogte van die weg; in andere gevallen en voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld.
1.40 seksinrichting de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotischpornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub, of een prostitutiebedrijf, waaronder begrepen een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar. 1.41 Staat van Bedrijfsactiviteiten de Staat van Bedrijfsactiviteiten die van deze regels onderdeel uitmaakt. 1.42 straatmeubilair bouwwerken die zijn bedoeld als voorzieningen ten behoeve van de weggebruiker, zoals draagconstructies voor reclame, voorwerpen van beeldende kunst, vitrines, zitbanken, bloemen- of plantenbakken, gedenktekens, speeltoestellen, straatverlichting, en wegbewijzering alsmede telefooncellen en abri's, uitgezonderd verkooppunten voor motorbrandstoffen. 1.43 volwaardig agrarisch bedrijf een agrarisch bedrijf, dat duurzaam werkgelegenheid biedt aan tenminste één volledige arbeidskracht die een hoofdberoep, hoofdbestaan en volledige dagtaak in het bedrijf vindt (afhankelijk van het aantal dieren, aard van de gewassen de hoeveelheid grond en inrichting van het bedrijf), waarbij de continuïteit op langere termijn gewaarborgd is. 1.44 voorgevelrooilijn de lijn gelegen: a. b.
evenwijdig aan de weg en in het verlengde van de dichtst bij de weg gelegen gevel van een (bedrijfs)woning; dan wel (indien deze gevel niet evenwijdig is aan de weg): evenwijdig aan de weg door het dichtst bij de weg gelegen hoekpunt van gevels van een (bedrijfs)woning.
1.45 vrijstaande woning een woning die aan alle zijden vrijstaand gebouwd is en geen onderdeel uitmaakt van een blok twee of meer aaneen gebouwde, geschakelde of gestapelde woningen. 1.46 wet/wettelijke regelingen indien en voor zover in deze regels wordt verwezen naar wettelijke regelingen c.q. verordeningen e.d., dienen deze regelingen te worden gelezen zoals deze luiden op het tijdstip van de tervisielegging van het ontwerpplan, tenzij anders bepaald. 1.47 windturbine een bouwwerk ter opwekking van energie door benutting van windkracht, met uitzondering van bemalinginstallaties ten behoeve van de waterhuishouding. 1.48 woning een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden. 1.49 zijerf de gronden die behoren bij het hoofdgebouw en gelegen zijn aan de zijkant(en) van dat hoofdgebouw tussen de denkbeeldige lijnen in het verlengde van de voor- en achtergevel.
NL.IMRO.1714.wpvierhonderdpdijk-ON01
wijzigingsplan Vierhonderdpolderdijk 3
|8
Artikel 2 Wijze van meten Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1 afstand de afstand tussen bouwwerken onderling alsmede de afstand van bouwwerken tot perceelsgrenzen worden daar gemeten waar deze afstand het kleinst is. 2.2 bouwhoogte van een antenne - installatie a. b.
ingeval van een vrijstaande (schotel)antenne - installatie: tussen het peil en het hoogste punt van de (schotel)antenne - installatie; ingeval van een op of aan een bouwwerk gebouwde (schotel)antenne - installatie: tussen de voet van de (schotel)antenne - installatie en het hoogste punt van de (schotel)antenne installatie.
2.3 bouwhoogte van een bouwwerk, geen antenne - installatie zijnde vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen. 2.4 breedte, lengte en diepte van een bouwwerk tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels en het hard van de scheidsmuren. 2.5 goothoogte van een bouwwerk vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot / de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel; indien een bouwwerk met betrekking tot deze constructiedelen over verschillende hoogten beschikt, wordt als volgt gemeten: a.
b.
indien zich aan de voorgevelzijde een goot / druiplijn, boeibord of een ander, daarmee gelijk te stellen constructiedeel bevindt, wordt uitgegaan van de hoogte aan de voorgevelzijde; indien zich – in geval van een lessenaarsdak – aan de voorgevelzijde van het gebouw geen goot / druiplijn, boeibord of een ander, daarmee gelijk te stellen constructiedeel bevindt, wordt uitgegaan van de laagste hoogte.
2.6 inhoud van een bouwwerk tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en / of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen. 2.7 oppervlakte van een bouwwerk tussen de buitenwerkse gevelvlakken en / of het hart van de scheidsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk. 2.8 hoogte van een windturbine vanaf het peil tot aan de (rotor)as van de windturbine. 2.9 vloeroppervlakte de gebruiksvloeroppervlakte volgens NEN 2580.
NL.IMRO.1714.wpvierhonderdpdijk-ON01
wijzigingsplan Vierhonderdpolderdijk 3
|9
2 BESTEMMINGSREGELS Artikel 3 Wonen-2 3.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Wonen-2' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a.
b. c.
het wonen met aan - huis - gebonden beroepen, kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten, en de opslag van agrarische machines en aanverwante materialen en producten op voormalige agrarische bedrijfslocatie; kleinschalig kamperen voor zover in overeenstemming met de Verordening kleinschalig kamperen Sluis; bij deze bestemming behorende voorzieningen zoals erven, tuinen, groen, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen en water.
3.2 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels: a. b. c. d. e. f.
op deze gronden mogen hoofdgebouwen (woningen) met bijbehorende aan- en uitbouwen, bijgebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd; per bestemmingsvlak is ten hoogste één woning toegestaan; per woning is ten hoogste één paardenbak en / of stapmolen toegestaan; de afstand van gebouwen tot perceelsgrens bedraagt ten minste 3 m; indien gebouwen op een bouwperceel niet aaneen worden gebouwd, geldt een onderlinge afstand van tenminste 3 m; de goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte en / of inhoud van een gebouw of bouwwerk, geen gebouw zijnde, bedragen ten hoogste:
bouwwerk hoofdgebouw (inclusief aan- en uitbouwen) bijgebouwen en overkappingen bij de woning
goothoogte 6m
bouwhoogte 10 m
4m
8m
gebouwen en overkappingen ten behoeve van een kleinschalig kampeerterrein paardenbak en / of stapmolen erfscheidingen voor de voorgevel erfscheidingen elders windturbines
4m
8m
2m
oppervlakte/inhoud ten hoogste 40% van het bouwperceel met een maximum van 1.000 m³ ten hoogste 40% van het zij- en achtererf met een maximum oppervlak dat niet meer mag bedragen dan op de verbeelding is aangegeven binnen bestaande bebouwing en / of nieuwbouw tot 150 m²
ten hoogste 1.200 m²
1m 2m één per bouwperceel
15 m; in afwijking van het bepaalde in artikel 2 lid 8 wordt de bouwhoogte van deze windturbines gemeten vanaf het peil tot aan het uiteinde of de top van de rotor in de hoogste stand
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde
NL.IMRO.1714.wpvierhonderdpdijk-ON01
3m
wijzigingsplan Vierhonderdpolderdijk 3
|10 g. h.
bijgebouwen mogen uitsluitend achter de voorgevelrooilijn worden gebouwd; de goothoogte van woningen mag worden overschreden door dakkapellen, indien: 1. de afstand tot de dakvoet, de nok en de zijkanten van het dakvlak tenminste 0,5 m bedraagt; 2. de bouwhoogte van de dakkapel, gemeten vanaf de voet van de dakkapel, ten hoogste 1,5 m bedraagt; 3. de breedte van dakkapellen aan de voor- of zijkant van de woning ten hoogste 50% van het dakvlak bedraagt; 4. de breedte van dakkapellen aan de achterkant van de woning ten hoogste 70% van het dakvlak bedraagt.
3.3 Afwijken van de bouwregels 3.3.1 Bouwen grotere gebouwen Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 3 lid 2 sub f voor het vergroten van de maximaal toelaatbare oppervlakte bijgebouwen ten behoeve van het stallen van (klein)vee of de opslag van materieel ten behoeve van het onderhoud van het aangrenzende perceel tot een gezamenlijk oppervlakte van de bijgebouwen van: a. b. c.
ten hoogste 200 m², onder de voorwaarde dat de omgevingsvergunning alleen kan worden verleend voor bouwpercelen met een omvang van meer dan 3.500 m²; ten hoogste 250 m², onder de voorwaarde dat de omgevingsvergunning alleen kan worden verleend voor bouwpercelen met een omvang van meer dan 1 ha; ten hoogste 350 m², onder de voorwaarde dat de omgevingsvergunning alleen kan worden verleend voor de realisatie van dierenverblijven op bouwpercelen met een omvang van meer dan 1 ha.
met dien verstande dat: d. e.
het aangrenzende perceel ten dienste moet staan van de bestemming 'Wonen'; het bijgebouw binnen het bouwvlak met de bestemming 'Wonen' gerealiseerd dient te worden.
3.3.2 Nieuwbouw NED Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het in bepaalde artikel 3 lid 2 voor het vervangend nieuw bouwen van een gebouw ten behoeve van een NED per woning, met inachtneming van het volgende: a. b. c. d.
e.
de omgevingsvergunning wordt verleend voor het bouwen van een gebouw ten behoeve van één NED waarbij het vloeroppervlak niet meer bedraagt dan ten hoogste 250 m²; de omgevingsvergunning wordt slechts verleend indien tenminste eenzelfde oppervlak bestaande gebouwen op het betreffende bouwvlak wordt gesloopt; nieuwe gebouwen worden binnen het bestemmingsvlak gebouwd; de omgevingsvergunning wordt slechts verleend indien tenminste eenzelfde oppervlak bestaande gebouwen op het betreffende bouwvlak of op een ander bouwvlak elders in het plangebied wordt gesloopt; de omgevingsvergunning wordt slechts verleend indien ook toepassing is of wordt gegeven aan het bepaalde in artikel 3 lid 5.1.
3.3.3 Bouwen tot perceelsgrens Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 3 lid 2 sub d voor de bouw van een aan- of uitbouw of bijgebouw op een kleinere afstand tot of in de zijdelingse perceelsgrens, mits verlening van de omgevingsvergunning niet leidt tot onevenredige aantasting van de gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van naastgelegen percelen.
NL.IMRO.1714.wpvierhonderdpdijk-ON01
wijzigingsplan Vierhonderdpolderdijk 3
|11 3.4 Specifieke gebruiksregels Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels: a.
b. c. d. e.
de vloeroppervlakte ten behoeve van aan - huis - gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten bedraagt ten hoogste 25 % van de vloeroppervlakte van de betrokken woning met een maximum van 50 m²; het aanbieden van meer dan 3 kamers ten behoeve van logies met ontbijt per woning is niet toegestaan; het gebruiken van een deel van de woning, of een aan- of uitbouw van de woning ten behoeve van het ontvangen of verlenen van mantelzorg is toegestaan; de opslag van agrarische producten, caravans, boten en inboedels is uitsluitend binnen de bestaande gebouwen toegestaan; bij een paardenbak en / of stapmolen is het gebruik van een geluidsinstallatie, of verlichting door middel van lichtmasten die niet zijn voorzien van bovenafdekking, niet toegestaan.
3.5 Afwijken van de gebruiksregels 3.5.1 Nieuwe Economische Dragers (NED's) Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 3 lid 1 voor een NED, met inachtneming van het volgende: a.
b. c. d. e.
f. g. h. i. j.
de omgevingsvergunning wordt verleend voor: 1. een NED die voorkomt in de positieve lijst Nieuwe Economische Dragers zoals opgenomen in de lijst 'Nieuwe Economische Dragers', met dien verstande dat een manege uitsluitend in de nabijheid van woonkernen is toegestaan; 2. overige bedrijfsactiviteiten, die naar aard en omvang gelijk te stellen zijn met de NED's zoals vermeld in de lijst 'Nieuwe Economische Dragers'; de oppervlakte van een NED bedraagt ten hoogste de in de lijst 'Nieuwe Economische Dragers' genoemde omvang; tenzij toepassing wordt gegeven aan het bepaalde in artikel 3 lid 3.2, vindt de NED plaats in bestaande gebouwen op het bestemmingsvlak; de NED of NED's zijn niet toegestaan in de woning; de NED, of alle NED's tezamen op een bestemmingsvlak, wordt of worden uitgeoefend in een kleinschalige omvang, hetgeen blijkt uit: 1. de ruimtelijke uitstraling; 2. de verkeersaantrekkende werking, waarbij verlening van de omgevingsvergunning niet tot een onevenredige toename leidt van de automobiliteit; 3. de categorie uit de Staat van Bedrijfsactiviteiten waartoe de activiteit behoort, waarbij geldt dat: de bedrijfsactiviteit ten hoogste tot categorie 2 uit de Staat van Bedrijfsactiviteiten behoort; de bedrijfsactiviteit ten hoogste tot categorie 3 uit de Staat van Bedrijfsactiviteiten behoort, mits is aangetoond dat daardoor geen milieuhinder voor aangrenzende percelen ontstaat; alvorens de omgevingsvergunning te verlenen vraagt het bevoegd gezag hierover schriftelijk advies van de milieukundige; 4. de omvang van verblijfsrecreatie waarbij geldt dat maximaal 5 verblijfseenheden (appartementen, hotelkamers) binnen het gebouw gerealiseerd mogen worden; het gebruik ten behoeve van verblijfseenheden (appartementen, hotelkamers) uitsluitend is toegestaan indien op het perceel tevens wordt gewoond; de verkeersveiligheid wordt niet negatief beïnvloed; op eigen terrein wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid; opslag van goederen ten behoeve van de NED buiten gebouwen is niet toegestaan; nieuwe bouwwerken, geen gebouwen zijnde, lichtmasten en lichtbakken voor reclamedoeleinden daaronder begrepen zijn niet toegestaan;
NL.IMRO.1714.wpvierhonderdpdijk-ON01
wijzigingsplan Vierhonderdpolderdijk 3
|12 k.
ter plaatse van de uitbreiding wordt voorzien in een adequate landschappelijke inpassing die bestaat uit een beplantingsstrook met een dichte struik- en boomlaag van voornamelijk streekeigen soorten, met een gemiddelde breedte van tenminste 10 m; op basis van een landschapsplan, opgesteld door een gecertificeerde landschapsarchitect of goedgekeurd door de landschaps- en natuurdeskundige, kan volstaan worden met een landschappelijke inpassing waarbij voldaan wordt aan de 'Richtlijn landschappelijke inpassing gemeente Sluis'; l. verlening van de omgevingsvergunning leidt niet tot onevenredige aantasting van gebruiksen ontwikkelingsmogelijkheden van naastgelegen percelen; m. de omgevingsvergunning wordt slechts verleend als zorg wordt gedragen voor ruimtelijke kwaliteitswinst in de vorm van landschaps- of natuurontwikkeling of het verbeteren van de inrichting van het erf; n. medewerking wordt slechts verleend indien een privaatrechtelijke overeenkomst wordt gesloten over de aanleg, het beheer en het onderhoud van de landschappelijke inpassing en de ruimtelijke kwaliteitswinst. 3.6 Wijzigingsbevoegdheid 3.6.1 Hervesting agrarische bedrijven Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming Wonen - 2 wijzigen in een bouwvlak met de bestemming Agrarisch, Agrarisch - 1, Agrarisch met waarden - Landschapswaarden of Agrarisch met waarden - Landschapswaarden - 1 ten behoeve van de (her)vestiging van een grondgebonden agrarisch bedrijf, met inachtneming van het volgende: a. b.
c.
d. e. f.
g.
de oppervlakte van het bouwvlak bedraagt ten hoogste 1 ha; wijziging wordt slechts toegepast voor een volwaardig agrarisch bedrijf; alvorens wijziging toe te passen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies van de agrarisch deskundige; ter plaatse van de uitbreiding wordt voorzien in een adequate landschappelijke inpassing die bestaat uit een beplantingsstrook met een dichte struik- en boomlaag van voornamelijk streekeigen soorten, met een gemiddelde breedte van tenminste 10 m; op basis van een landschapsplan, opgesteld door een gecertificeerde landschapsarchitect of goedgekeurd door de landschaps- en natuurdeskundige, kan volstaan worden met een landschappelijke inpassing waarbij voldaan wordt aan de 'Richtlijn landschappelijke inpassing gemeente Sluis'; medewerking wordt slechts verleend indien een privaatrechtelijke overeenkomst wordt gesloten over de aanleg, het beheer en het onderhoud van de landschappelijke inpassing; wijziging leidt niet tot onevenredige aantasting van gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van naastgelegen percelen; indien de afstand tot gronden met de bestemming Natuur minder dan 100 m bedraagt wordt medewerking uitsluitend verleend indien geen onevenredige aantasting van de landschaps- of natuurwaarden van het natuurgebied plaatsvindt; wijziging leidt niet tot onevenredige gevolgen voor het waterbeheer; burgemeester en wethouders vragen hierover schriftelijk advies van de waterbeheerder alvorens de wijziging toe te passen.
3.6.2 Compensatiewoningen Burgemeester en wethouders kunnen het wijzigingsplan wijzigen door het aantal wooneenheden van een bestemmingsvlak te vergroten, ten behoeve van de realisering van nieuwe woningen ter compensatie van de sloop van onbruikbare, detonerende of niet - waardevolle bebouwing , met in achtneming van het volgende: a.
wijziging wordt slechts toegepast voor zover sprake is van ruimtelijke kwaliteitswinst hetgeen blijkt uit: 1. de mate waarin de te slopen gebouwen storend, detonerend en onbruikbaar zijn;
NL.IMRO.1714.wpvierhonderdpdijk-ON01
wijzigingsplan Vierhonderdpolderdijk 3
|13 2.
b. c. d. e.
f.
g. h. i.
j.
de mate waarin de nieuwe woningen passend zijn binnen het streekeigen en landelijke karakter; 3. het erfinrichtings- en beplantingsplan; 4. de mate waarin voorzien wordt in natuurontwikkeling of het herstel of herkenbaar maken van cultuurhistorische waarden; ter compensatie van de sloop van tenminste 500 m² aan gebouwen wordt de bouw van ten hoogste 1 nieuwe woning mogelijk gemaakt; ter compensatie van de sloop van tenminste 1.700 m² aan gebouwen wordt de bouw van ten hoogste 2 nieuwe woningen mogelijk gemaakt; ter compensatie van de sloop van tenminste 2.500 m² aan gebouwen wordt de bouw van ten hoogste 3 nieuwe woningen mogelijk gemaakt; de inhoud van een nieuwe woning (inclusief aan- en uitbouwen) bedraagt ten hoogste 1.000 m³, de goothoogte respectievelijk bouwhoogte van de woning bedraagt ten hoogste 6 m respectievelijk 10 m; per woning zijn bijgebouwen en overkappingen toegestaan met een gezamenlijk oppervlak van ten hoogste 60 m²; de goothoogte respectievelijk bouwhoogte bedraagt ten hoogste 4 m respectievelijk 8 m; op het perceel wordt in de eigen parkeerbehoefte voorzien; er wordt voldaan aan de Wet Geluidhinder; wijziging wordt slechts toegepast als ter plaatse van de nieuwe wooneenheden sprake is van een goed woon- en verblijfsklimaat; alvorens wijziging toe te passen vragen burgmeester en wethouders hierover schriftelijk advies aan de milieudeskundige; wijziging leidt niet tot onevenredige aantasting van gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van naastgelegen percelen.
NL.IMRO.1714.wpvierhonderdpdijk-ON01
wijzigingsplan Vierhonderdpolderdijk 3
|14
3 ALGEMENE REGELS Artikel 4 Anti-dubbeltelregel Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen, waarvoor een omgevingsvergunning voor bouwen is vereist, buiten beschouwing.
NL.IMRO.1714.wpvierhonderdpdijk-ON01
wijzigingsplan Vierhonderdpolderdijk 3
|15
Artikel 5 Algemene bouwregels 5.1 Overschrijding bouwgrenzen De bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, mogen in afwijking van het bestemmingsplan worden overschreden door: a.
b. c.
tot gebouwen behorende stoepen, stoeptreden, trappen(huizen), galerijen, hellingbanen, funderingen, balkons, entreeportalen, veranda's en afdaken, mits de overschrijding ten hoogste 2,5 m bedraagt; tot gebouwen behorende erkers en serres, mits de overschrijding ten hoogste 2 m bedraagt; andere ondergeschikte onderdelen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mits de overschrijding ten hoogste 1,5 m bedraagt.
5.2 Bestaande maten Met betrekking tot bestaande maten gelden de volgende regels: a.
b.
c. d.
de op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan bestaande afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen die meer bedragen dan in hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen als ten hoogste toelaatbaar worden aangehouden; de op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan bestaande afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen die minder bedragen dan in hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen als tenminste toelaatbaar worden aangehouden; in geval van herbouw is het bepaalde onder a en b slechts van toepassing, indien de herbouw op dezelfde plaats plaatsvindt; op een bouwwerk als hiervoor bedoeld, is het Overgangsrecht bouwwerken zoals opgenomen in artikel 10 lid 1 niet van toepassing.
5.3 Afstanden van woningen tot wegen Ingeval van herbouw van een (bedrijfs-, dienst-)woning elders op een bestemmingsvlak of bouwvlak mag de afstand van de woning (inclusief aan- en uitbouwen) tot de as van de weg - ter beperking van geluidhinder - niet worden verkleind.
5.4 Zonnepanelen Zonnepanelen buiten het bouwvlak zijn uitsluitend toegestaan aansluitend aan een bouwvlak en zijn uitsluitend toegestaan als ze landschappelijk ingepast worden en blijven met dien verstande dat de maximum oppervlakte ten hoogste 500 m² bedraagt.
NL.IMRO.1714.wpvierhonderdpdijk-ON01
wijzigingsplan Vierhonderdpolderdijk 3
|16
Artikel 6 Algemene gebruiksregels De algemene gebruiksregels luiden als volgt: a.
b.
het is verboden gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig met de aan de grond gegeven bestemming, de bestemmingsomschrijving en de overige regels. het bevoegd gezag wijkt af van het bepaalde onder a, indien strikte toepassing van het verbod leidt tot beperkingen in het meest doelmatige gebruik die niet door dringende redenen worden gerechtvaardigd.
NL.IMRO.1714.wpvierhonderdpdijk-ON01
wijzigingsplan Vierhonderdpolderdijk 3
|17
Artikel 7 Algemene afwijkingsregels 7.1 Geringe afwijkingen a.
b.
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van de regels in hoofdstuk 2 voor: 1. afwijkingen van maten (waaronder percentages) met ten hoogste 10%; 2. overschrijding van bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technische betere realisering van bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein. De overschrijdingen mogen echter niet meer dan 3 meter bedragen en het bouwvlak met niet meer dan 10% worden vergroot. De omgevingsvergunning wordt niet verleend indien daardoor onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken en voor zover de regeling in is of kan worden toegepast.
7.2 Herbouw van gebouwen Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 5 lid 2 sub c teneinde herbouw van gebouwen op een andere locatie toe te staan, met in achtneming van het volgende: a. b. c. d. e.
f. g.
herbouw dient op hetzelfde perceel plaats te vinden; herbouw dient binnen een bouwvlak plaats te vinden; er dient sprake te zijn van een verbetering van de ruimtelijke kwaliteit ter plaatse; de herbouw is stedenbouwkundig aanvaardbaar; de nieuwe situering van de bebouwing leidt niet tot extra belemmeringen voor de bedrijfsontwikkelingen van de omliggende (agrarische) bedrijven, voortvloeiende uit de milieuwetgeving; de nieuwe situering van de bebouwing leidt niet tot extra belemmeringen voor de omliggende natuur; indien de (bedrijfs)woning op een andere locatie herbouwd wordt mag de geluidsbelasting aan de gevel ten gevolge van weg- en railverkeer de voorkeursgrenswaarde, zoals vastgelegd in de Wet geluidhinder, niet worden overschreden.
NL.IMRO.1714.wpvierhonderdpdijk-ON01
wijzigingsplan Vierhonderdpolderdijk 3
|18
Artikel 8 Algemene wijzigingsregels 8.1 Overschrijding bestemmingsgrenzen Burgemeester en wethouders kunnen de in het bestemmingsplan opgenomen bestemmingen wijzigen ten behoeve van overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein. De overschrijdingen mogen echter ten hoogste 3 m bedragen en het bestemmingsvlak mag met ten hoogste 10% worden vergroot.
NL.IMRO.1714.wpvierhonderdpdijk-ON01
wijzigingsplan Vierhonderdpolderdijk 3
|19
Artikel 9 Overige regels De wettelijke regelingen waarnaar in de regels wordt verwezen, gelden zoals deze luiden op het moment van vaststelling van het wijzigingsplan.
NL.IMRO.1714.wpvierhonderdpdijk-ON01
wijzigingsplan Vierhonderdpolderdijk 3
|20
4 OVERGANGS- EN SLOTREGELS Artikel 10 Overgangsrecht 10.1 Overgangsrecht bouwwerken Voor bouwen luidt het overgangsrecht als volgt: a.
b.
c.
Een bouwwerk, dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het wijzigingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een bouwvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot: 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd; 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de bouwvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%; Het bepaalde onder a is niet van toepassing op bouwwerken, die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
10.2 Overgangsrecht gebruik Voor gebruikt luidt het overgangsrecht als volgt: a. b.
c.
d.
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het wijzigingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet. Het is verboden het met het wijzigingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het bepaalde in sub a te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind. Indien het gebruik, bedoeld in het bepaalde onder a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op het gebruik, dat reeds in strijd was met het voorheen geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
NL.IMRO.1714.wpvierhonderdpdijk-ON01
wijzigingsplan Vierhonderdpolderdijk 3
|21
Artikel 11 Slotregel Deze regels worden aangehaald als: Regels van het wijzigingsplan 'Vierhonderdpolderdijk 3'.
NL.IMRO.1714.wpvierhonderdpdijk-ON01
wijzigingsplan Vierhonderdpolderdijk 3
BIJLAGEN BIJ REGELS 10001 HERONTWIKKELING ZUNDERT CENTRUM
INHOUDSOPGAVE Bijlage 1 Lijst Nieuwe Economische Dragers
BIJLAGE 1 - LIJST NIEUWE ECONOMISCHE DRAGERS
Nieuwe Economische Dragers
behorende bij de regels van het bestemmingsplan Buitengebied van de gemeente Sluis functies (milieucategorie Staat van Bedrijfsactiviteiten)
koppeling functies
max. bedrijfsvloeroppervlakte
A1)
W2)
CH3)
W4)
+
+
+
--
m² van bestaande bebouwing
bestaand gebouw
Landbouwverwant Loonbedrijven (2/3)
--
Gebouw
Drainagebedrijven (3)
+
+
+
--
--
Gebouw
Veehandelsbedrijven (3+)
+
+
+
--
--
Gebouw
Toeleverende bedrijven (3)
+
+
+
--
--
Gebouw
Spermabank (3)
+
+
+
--
--
Gebouw
Foeragehandel (2)
+
+
+
--
--
Gebouw
Handel in zaaizaad en pootgoed (3)
+
+
+
--
--
Gebouw
Hoefsmederij (3+)
+
+
+
--
--
Gebouw
Hoveniersbedrijven (1)
+
+
+
--
--
Gebouw
Boomverzorgingsbedrijven (1)
+
+
+
--
--
Gebouw
Natuur(2)
+
+
+
--
--
Gebouw
+
+
+
--
--
Gebouw
Zorgboerderij met dagopvang (1)
+
--
+
--
--
Gebouw
Zorgboerderij met logeervoorziening (1)
+
--
+
--
--
Gebouw
Zorgboerderij ziening (1)
woonvoor-
+
--
+
--
--
Gebouw
Opslag niet-agrarische producten (2/3)
+
+
+
--
en
landschapsbeheer
Tuincentrum (2) Landbouw en zorg
met
Opslag
1)
--
Gebouw
Nevenactiviteit bij Agrarisch, Agrarisch-1, Agrarisch met waarden-landschapswaarden, Agrarisch met waarden-landschapswaarden-1.
2)
Tevens als vervolgfunctie bij Wonen-2.
3)
Als neven- en vervolgactiviteit bij cultuurhistorische waardevolle panden zoals opgenomen in bijlage 6.
4)
Als neven- en vervolgactiviteit bij Wonen.
functies (milieucategorie Staat van Bedrijfsactiviteiten)
koppeling functies
max. bedrijfsvloeroppervlakte
A1)
W2)
CH3)
W4)
Groepsaccomodatie (2/3)
+
+
+
--
--
Appartementenverhuur (2/3)
+
+
+
--
--
Gebouw
Hotelaccommodatie (2)
+
--
+
--
--
Gebouw
Restaurant (2)
+
+
+
+
--
Gebouw
Eethuis (2)
+
+
+
+
--
Gebouw
IJssalon (1)
+
+
+
+
--
Gebouw
Theeschenkerij (1)
+
+
+
+
--
Gebouw
Partycentrum (3)
+
+
+
--
--
Gebouw
Bezoekerscentrum
+
+
+
--
--
Gebouw
Sauna (2)
+
+
+
--
--
Gebouw
Verhuur van paarden (2/3)
+
+
+
--
--
Gebouw
m² van bestaande bebouwing
bestaand gebouw
Verblijfsrecreatie Gebouw
Dagrecreatie
Verhuur van fietsen (2)
+
+
+
--
--
Gebouw
Verhuur van kano‟s (2)
+
+
+
--
--
Gebouw
Verhuur van trapauto‟s (2)
+
+
+
--
--
Gebouw
Manege
+
+
+
--
--
Gebouw
+
+
+
+
--
Gebouw
Aan huis gebonden beroepen Medische of praktijk (-)
therapeutische
Dierenarts (-)
+
+
+
+
--
Gebouw
Atelier (-)
+
+
+
+
--
Gebouw
Overig (-)
+
+
+
+
--
Gebouw
Medische dienstverlening Privékliniek (2)
--
--
+
--
--
Gebouw
Kuuroord (2)
+
+
+
--
--
Gebouw
Dierenkliniek (1)
+
+
+
--
--
Gebouw
Groepspraktijk (1)
+
+
+
--
--
Gebouw
Cursuscentrum (2/3)
+
+
+
--
--
Gebouw
Créche /peuterspeelzaal (2)
+
+
+
--
--
Gebouw
Museum /Tentoonstellingsruimte (2)
+
+
+
--
--
Gebouw
Dierenasiel /- pension (3)
+
+
+
--
--
Gebouw
Overige dienstverlening
Kappersbedrijf (1)
+
+
+
+
--
Gebouw
Computerservicebedrijf (1)
+
+
+
+
--
Gebouw
Adviesbureau (2)
+
+
+
+
--
Gebouw
Geluidsstudio (2)
+
+
+
--
--
Gebouw
Antiekhandel (2)
--
--
+
--
--
Gebouw
Kunsthandel (2)
--
--
+
--
--
Gebouw
Ambachtelijke bedrijven Vleesverwerking eigen bedrijf (2/3)
+
--
+
--
--
Gebouw
Zuivelverwerking (2/3)
+
--
+
--
--
Gebouw
Plantaardige productverwerking (3+)
+
--
+
--
--
Gebouw
Imkerij (2)
+
+
+
--
--
Gebouw
Palingrokerij (1)
+
--
+
--
--
Gebouw
Wijnmakerij (2)
+
--
+
--
--
Gebouw
Bierbrouwerij (3)
+
--
+
--
--
Gebouw
Riet- en vlechtwerk (2)
+
+
+
--
250
Bouwbedrijven (2)
+
+
+
--
250
Schilderbedrijven (2)
+
+
+
--
250
Installatiebedrijven (2)
+
+
+
--
250
Elektrotechnisch installatiebedrijf (2)
+
+
+
--
250
Dakdekkersbedrijf (2)
+
+
+
--
250
Rietdekkersbedrijf (2)
+
+
+
--
250
Houtzagerij- en schaverij (3)
+
+
+
--
250
Speeltoestellenfabricage (3*)
+
+
+
--
250
Lasinrichtingen /bankwerkerijen (3*)
+
+
+
--
250
Vervaardiging medische instrumenten en orthopedische artikelen (2)
+
+
+
--
250
Meubelmakerij /restauratie (3*)
+
+
+
--
250
Meubelstoffeerderijen (1)
+
+
+
--
250
Vervaardigen en reparatie sieraden (2)
+
+
+
--
250
Vervaardigen en reparatie muziekinstrumenten (2)
+
+
+
--
250
Spel en speelgoedfabricage (3)
+
+
+
--
250
Spinnen en weven van textiel (3)
+
+
+
--
250
Vervaardigen van textielwaren (3+)
+
+
+
--
250
Kledingvervaardiging (2)
+
+
+
--
250
ge-
+
+
+
--
250
+
+
+
--
250
beeld-
+
+
+
--
250
+
+
+
--
250
Reparatiebedrijven bruiksgoederen (2)
van
Pottenbakkerij (2/3) Natuursteenbewerking / houwerij (3+) Zeefdrukkerij (2)
VERBEELDING 10001 HERONTWIKKELING ZUNDERT CENTRUM
W-2 u 365
LEGENDA
Maatvoeringen u
Plangebied
365
maximum oppervlak bijgebouwen (m2)
Enkelbestemmingen W-2
Wonen - 2
Bouwvlakken
ondergrond
bouwvlak
Verbeelding Bestemmingsplan "Vierhonderdpolderijk 3 Cadzand"
Gemeente: IMRO-code: Tekening nr:
Sluis NL.IMRO.1714.wpvierhonderdpdijk-ON01
1-A
voorontwerp:
..-..-....
datum:
20-05-2016
ontwerp:
20-05-2016
getekend:
BM
vastgesteld:
..-..-....
schaal:
1:1000
onherroepelijk:
..-..-....
formaat:
A4