Statenvoorstel nr. PS/2012/107
Datum
GS-kenmerk
Inlichtingen bij
21.02.2012
2012/0044224
dhr. G. Bril, telefoon 038 499 75 19 e-mail G.
[email protected] dhr. ir. C.J Timmer, telefoon 038 499 87 77 e-mail C.J.
[email protected]
Aan Provinciale Staten
Onderwerp Investeringsbesluit Kerntaak Regionale Economie; 17e wijziging van de Kerntakenbegroting 2012. Bijlagen I. Ontwerpbesluit nr. PS/2012/107 (bijgevoegd) II. III. IV.
Uitvoeringskader kerntaak Regionale Economie (te raadplegen via www.overijssel.nl/sis onder het bovengenoemde PS-kenmerk en ligt ter inzage bij de receptie van het Provinciehuis) Behandeling Moties (bijgevoegd) Budgettaire gevolgen van de 17e wijziging 2012 (bijgevoegd)
Samenvatting van het voorgestelde besluit In het hoofdlijnenakkoord “De Kracht van Overijssel” is vastgelegd dat de provincie Overijssel bijdraagt aan duurzame werkgelegenheid voor alle burgers en aan regionaal inkomen. Dat doet de provincie door het ontwikkelen van een gunstig vestigingsklimaat voor specifieke economische ontwikkelingen. Hiertoe zijn de investeringsbesluiten voor de programma’s Mobiliteit en Wonen inmiddels goedgekeurd. Wij stellen ons tot doel integraal beleid, innovatieve samenwerkingsverbanden tussen overheden en bedrijfsleven te bevorderen en ondernemerschap te stimuleren. In onze visie staat ondernemerschap hierbij voorop: het zijn bedrijven, ondernemers en instellingen die banen creëren. De provincie kan en moet, samen met andere overheden, de juiste randvoorwaarden scheppen voor dit ondernemersklimaat. In het recente bestuursakkoord tussen Rijk, provincies, gemeenten en waterschappen is vastgelegd dat provincies verantwoordelijk zijn voor het faciliteren van de regionale kennisdriehoek, bedrijventerreinenbeleid, regionaal vestigingsklimaat en ruimtelijke inpassing van bedrijvigheid en kennisinstellingen. Het Rijk decentraliseert deze taken en concentreert zich op het zogenaamde topsectoren beleid. De provincie krijgt daarmee de regie over het regionaal economisch beleid. Met dit statenvoorstel wordt aan provinciale staten de invulling voor kerntaak 5 Regionale Economie (prestaties 5.1.1 t/m 5.4.2) voor de periode 2012-2015 voorgelegd. De ambities, doelen en voorwaarden voor uitvoering worden voorgelegd met hun financiële consequenties. Provinciale staten worden gevraagd 107,6 miljoen Euro van de gereserveerde middelen voor de Investeringsagenda beschikbaar te stellen voor de uitvoering van de kerntaak Regionale Economie in de periode 2012-2015 conform het hoofdlijnenakkoord ‘De Kracht van Overijssel’.
Leeswijzer In dit statenvoorstel biedenwij ude kaderstellende uitwerking aanvaneen vandeopgaven in het Hoofdlijnenakkoord, waarvoor uw Staten bij de Perspectiefnota 2012 dereserve Kracht van Overijssel hebben ingericht. Dit voorstel betreft deopgaven nummer 38,39,40 en65, uit de Krachtvan Overijssel. Dit voorstel isdeeerste stap inde realisatie vandezeopgave.Via uw besluit voteert umiddelen vanuit de Reserve Kracht van Overijssel naarde bestemmingsreserve Uitvoering Krachtvan Overijssel. Nauw besluitvorming neemtons college de uitvoering ter handvandedeelprogramma'sgericht op: 1) Kwantitatieve en kwalitatieve aansluiting tussen vraag enaanbod werklokaties, 2) hoger marktaandeel van vrijetijdssector van Overijssel in Nederland,3) versterking van kansrijke economische sectoren in Overijssel en4) verhogen van de realisatiekracht van Overijssel. Voor wat betreft de methodiek ensamenhangvan deverschillende investeringsbesluiten Krachtvan Overijssel,verwijzen wij unaardeoverkoepelende Statenbrief met kenmerk 2012/0047607 .
Inleidlng en probleemstelling Onzeeconomiestaat onder druk. Deeconomische verhoudingen wereldwijd zijnveranderd. Brazilie, Rusland,China en India (de BRIClanden) worden steedsdominanter ende schuldencrisis in Europa dwingt overheden omsterk te bezuinigen opde uitgaven. Dit heeft gevolgen voor dewijze waaropons bedrijfsleven opdewereldwijde markt kanopereren. Dit raaktook deomzetenwinst van onze bedrijven en het werk en het inkomenvan onze inwoners. Devraag naar bedrijventerreinen en kantoren isafgenomenen dezevraag zalzich niet meer herstellen naar het oude niveau. Het ismaar zeerdevraag of hetvolume van nieuwbouw nogop hetoude niveauterug komt.Tegelijk meteen relatief hogewerkloosheid in desteden ervaren onze bedrijven en instellingen krapte opdearbeidsmarkt met name in beta-techniek. Grotevraagstukken voorde industrie- en bouwsector. Technologie wordt steeds complexerende levensduur van producten steeds korter. Eenenkel bedrijf, zelfsal is het een multinational,kande investeringen inonderzoek en ontwikkeling (R&D) niet meer alleen dragen.Grote uitbesteders verwachten van huntoeleveranciers, vaak midden- en kleinbedrijf (MKB),dat zij steeds meer bijdragen aan innovatie, (mee-)ontwerpen aan nieuwe producten endat zij ook eensteeds groter deelvan de risicofinanciering voor haar rekening nemen.Veel MKB-bedrijven moeten hierin eenomslag makenomconcurrerend te kunnen blijven.Technologie speelt ook een belangrijke rol bij detoenemende zorgvraag als gevolgvan een hogere levensverwachting. Nieuwe behandelmethoden worden mogelijk voor ernstig zieken, maarook slimmere oplossingen kunnen zorgen voor kostendalingen. Het bemensbaaren betaalbaar houdenvan dezorg voor onze inwoners iseengrote uitdaging. Onzefossiele energiebronnen enonzegrondstoffen zijn eindig enaan grote prijsschommelingenonderhevig. Meeren bredere toepassingen van hernieuwbare energie zijn nodig om duurzamer omte gaan metgrondstoffen. Decombinatie met hetverduurzamen van deenergievoorziening (groene groei) biedt Overijssel kansen.Ook in delandbouw ende foodsector isversnelling vandeverduurzaming noodzakelijk om eendoor desamenleving gedragen toekomstperspectief voor de landbouw te kunnen verwezenlijken. In het hoofdlijnenakkoord"De KrachtvanOverijssel"isvastgelegd datde provincie Overijssel bijdraagt aan duurzame werkgelegenheid voor alle burgers enaan regionaal inkomen.Vier speerpunten wordengenoemd: 1. Minder en/of eenvoudiger regels, snelle vergunningverlening, zo min mogelijk handhavinglast door goedgedrag te belonen. 2. Concurrerend vestigings- en ondememingsklimaat. 3. Wervendbedrijvenbeleid. 4. Afstemmingonderwijs en arbeidsmarkt. Aangekondigd wordt eenfors innovatiebudget inte zetten,waarbij deeffectiviteit van de innovatiemiddelen vergroot wordt door hetontwikkelen van nieuw financieringsinstrumentarium, waaronder risicokapitaal voor starters en revolving funds/innovatiefondsen. Daarbij geldt: meer ondernemer, minder overheid,dus sturen met envanuit ondernemend Overijssel. Ditallesvraagt om slim inzetten en combineren van instrumenten uitde kerntaken duurzame ruimtelijke ontwikkeling, bereikbaarheid en culturele infrastructuur.
Statenvoorstel nr. PS/2012/107
Inspireren, innoveren en investeren isons motto. In het uitvoeringskader kerntaak Regionale Economie,tevens investeringsstrategie (bijlage II) geven wij aanwat wij de komendevier jaar (2012-2015) gaan doenenwatwe willen bereiken.Het uitvoeringskader iszoopgesteld en geschreven dat het ondernemersen instellingengericht uitdaagt om actiete ondernemenop het leveren van een bijdrage aanonzedoelen. Demeertechnische detailsrandomfinanciele huishouding enverantwoording van het uitvoeringskader zijn verwoord indit statenvoorstel. Vanwege dezelfstandige leesbaarheidvan het statenvoorstel zijn de hoofdlijnenvan het uitvoeringskader ook indit stuk opgenomen. Debasisvoor het uitvoeringskader wordt gevormd door de Omgevingsvisie Overijssel, het Hoofdlijnenakkoord ende met Gelderland ontwikkeldevisie"Oost-Nederland maakt het". Wij zoeken nadrukkelijk aansluiting bij de Europa 2020 strategie gericht op"slimme specialisatie" en het nationaleTopsectorenbeleid. Daarmee leveren we onze bijdrage aande ambitie van Nederland om in 2020 tot detop 5van kenniseconomieen indewereld te behoren.Wij werken vraaggericht: deagendavormingvindt plaatsdoor bedrijfsleven en kennisinstellingen. Opgaven
Het Kabinet heeft regionaal economisch beleid gedecentraliseerd naar de provincies en richt zich uitsluitend nogopeen tiental landelijke topsectoren. Hetgaat hierbij om een rijksbrede inzet. Deprovincies zijn verantwoordelijk voor hettot stand brengen enondersteunen van innovatieve samenwerkingsverbanden tussen ondernemers, kennisinstellingen en overheden (ookwel Gouden Driehoek,Triple Helix of4 O's genoemd), het bedrijventerreinenbeleid, het regionale vestigingsklimaat endefysieke inpassing van bedrijven en kennisinstellingen.De provincie krijgt daarmee de regie over het regionaal economisch beleid.Wij pakken deze opgave met krachtop. Wij staan voor eenopen houding eneendialoog met desamenleving.Vanuitde kerntaak regionale economie zijn hiervoor ronde tafels georganiseerd,waar ook uvoor uitgenodigd bent geweest enwaarin het gesprek isaangegaan metondernemers, kennisinstellingen en overheden over deopgaven voor de komende periode. Erhebben 17tafels plaatsgevonden, met intotaal meer dan 300 deelnemers,waarbij ondernemers en kennisinstellingen inde binnencirkel hebben plaatsgenomen. Uitdeze'rondetafelgesprekken'komendevolgende opgaven voor het provinciale beleid naarvoren: Wie doetstraks het werk(people)? • Het voorkomen en oplossen van de mismatch tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt; • Activering van niet-werkenden » Bevorderen van ondernemerschap leidend tot starters/spin-offs. Hoehoudenweonzeomgevingleefbaarenaantrekkelijk (planet)? • Duurzaam produceren/ bio-based economy (tekort aan en hogere kosten van grondstoffen); • Energietransitie (hoger aandeel hernieuwbare energieen grotere energiezekerheid); » Duurzame indentingen beheer vande werklocaties. • Aantrekkelijk woon-en leefklimaat (culturele infrastructuur en voorzieningen). Hoeverdienenwestraksonsgeld (profit)? • Versterken van de internationale concurrentiepositie van het bedrijfsleven; • Vergroten van de innovatiekracht van het MKB; • Samenwerking in de keten; noodzakelijk om te overleven, maar moeilijk te organiseren; » Versterken kennisinfrastructuur en kennistransfer (van kennis naar kunde); • Businessdevelopment: het naarde markt brengen van innovaties (kassa); • Vergroten internationale orientatie bedrijfsleven (technologische samenwerking); • Ruimteomte ondernemen eneen goede bereikbaarheid; » Versterken regionale profilering/ marketing: wieweet ons tevinden.
Statenvoorstel nr. PS/2012/107
Ambitie
Dooronste richten opwaar wegoed inzijn enwaarweonsecht meeonderscheiden,kunnen weverschil makenendeeconomische structuur voor detoekomstverder uitbouwen.We kunnen drie dingen doen: harder werken, langer werken en slimmer werken.Aan arbeidsethos mankeert het niet inOverijssel,aan het tweede ontkomenwe niet en bij het derde kunnen we de meestewinst halen. Wij zetten daarom inop slimmer werken: op innovatie. Onze ambitie iseenvitaleenzichzelfvernieuwende economie met eenhoogwaardigvestigings- en ondernemingsklimaat. Doei
Wij willen bijdragen aan hetversterken van de (Internationale) concurrentiepositie van het Overijsselse bedrijfsleven. Hetversterken van sterke sectoren draagt naar onzeovertuiging bij aanontwikkel- entrekkracht voor andere sectoren.Devraagvanuit het bedrijfsleven ende kennisinstellingen naaronze inzet staat hierin centraal.Wij gaan niet zelf bepalen wat goed is voor bedrijven en kennisinstellingen. Onshoofddoel is hetverhogen van de toegevoegde waardevan bedrijven en instellingen voor onzeeconomie,door integraal beleidvorm te geven, innovatieve samenwerkingsverbanden tussen overheden, bedrijfsleven en kennisinstellingen (Gouden Driehoek) te bevorderen en ondernemerschap te stimuleren. Concreet moetdit resulteren ineengroene groei van eenzichzelf vernieuwende Overijsselse economie (bruto regionaal product) diejaarlijks boven het landelijke gemiddelde ligt. Dit is een zware opgave omdat ondanks goede economische prestaties van Overijssel,economische groei enwerkgelegenheid aljaren achter blijven bij het landelijke gemiddelde: derest van Nederland groeit economisch gezien nogsteeds harder. De toekomstverwachtingen rechtvaardigen echter het vooruitzicht op betere economische prestaties: Oost Nederland komt inonderzoeken naarvoren als belofte voor detoekomst1. Het isaandeondernemersen kennisinstellingen inonze provincie omde benodigde economische groei te realiseren.Als provincie zetten weons inomdezedoelgroepen optimaal te ondersteunen via eenfors investeringsprogramma voor de komendejaren. Provinciate rol
Regionaleomstandigheden maken hetverschil inde kwaliteit van hetvestiging-en ondernemersklimaat. Het zijn niet landen die met elkaar concurreren maarjuist regio's. Het gaatdan om een goede bereikbaarheid en beschikbaarheid van kwalitatief hoogwaardige werklocaties, een aantrekkelijk woon-en leefklimaat, een op het bedrijfsleven aansluitende arbeidsmarkt en deaanwezigheid van innovatieve samenwerkingsverbanden en sterke kennisposities. Recent is meer aandacht gekomen voor de relatiestussen de gevestigde industrie endaaraangerelateerde nieuwere sectoren. Hoesterker dezeverbanden,hoe krachtiger de regionale economie. Deprovincie is bij uitstek instaat omdezeonderdelen met elkaar teverbinden en met elkaar inevenwicht te brengen. Onzetoegevoegde waarde kan worden vormgegeven indrie rollen: 1. Regievoerderen Kwaliteitsbewaker.De meeste economische opgaven vragen om een regionale afweging. De provincie is bij uitstek de overheid die de balans kan bewaken tussen vraag naar functies en het aanbod op regionaal niveau. Het gaat vaak om opgaven met meervoudige beleidsdoelstellingen, zoals regionale gebiedsontwikkelingen en het beschermen van "kwetsbare" functies als natuur en landschap, milieu en water. 2. Beleidsbepaler en investeerder. De provincie agendeert met bedrijfsleven en kennisinstellingen langetermijn ontwikkelingen, ontwikkelt visie en zorgt dat die visie wordt gerealiseerd door partijen bij elkaar te brengen, initiatieven te nemen, mee te investeren endoor indien nodig regels testellen. 3. Belangenbehartiger.Deprovincie trekt samen met het bedrijfsleven,de gemeentenen maatschappelijke organisatie op richting het Rijk als dat nodig is. Ze kan als gespreks- en zakenpartner fungeren voor de Duitse en Europese overheid en de coordinate verzorgen van grensoverschrijdende en Europese initiatieven. Waar contacten tussen overheden een belangrijke rol spelen kan de provincie, op verzoek van het bedrijfsleven,deelname aan handelsmissies faciliteren.
1
Eenstudie in Foreign Direct Investment Magazine, een ultgave van de Financial Times Magazine (feb/mrt 2008), positioneert Oost
Nederland in de komende 25jaar op basis van meer dan 70 criteria in detop-10 (plaats 9 direct na N-Brabant in een groep van meer dan 1000 regio's en steden).
Statenvoorstel nr. PS/2012/107
Hetinvullen van bovenstaande verantwoordelijkheden en rollen vraagt omscherpte wiewelke opgave oppakt en daarbij van andere overheden de ruimte krijgt dezeopgave vormtegeven. Het aanspreken op resultaten hoort daar bij. Dat betekent dat: 1. Wij de regie voeren op de ontwikkeling van de regionale economie,voor zover binnen onze invloedsfeer. 2. Weons concentrerenopdeontwikkeling van kracht vanuit detaak eninhoud. 3. daar waar mogelijk en nodig we over grenzen heen kijken; we denken daarbij niet in strikte territoriale en administratieve grenzen, maar kijken hier overheen (bijvoorbeeld met private partijen,Gelderlanden Duitsland). 4. We flexibele arrangementen en allianties vormen vanuit de opgaven. Onze aanpak is niet vooraf dichtgetimmerd, maar we leveren maatwerk vanuit de vraag van ondernemersen kennisinstellingen. 5. We de gemeenten en stedelijke netwerken vooral zullen aanspreken op hun taak en rol: het aanpakken van de kaartenbakken, de regeldruk, vergunningverlening, ruimtelijke ordening en mobiliteit. Hierover willen we afspraken maken met de betrokken gemeenten. Omdit te kunnen realiserenwerkenwij vanuit devolgende uitgangspunten: • De agenda voor onze programmering krijgt vorm vanuit de vraag van het bedrijfsleven ende kennisinstellingen naaronze inzetentoegevoegde waarde. • Bij initiatieven die dicht tegen de markt aanliggen, werken we zoveel mogelijk met risicovolle businesscases die een verdienmodel hebben en als haalbaar, onderscheidend, vernieuwend en duurzaam worden beoordeeld en met marktfalen worden geconfronteerd (bijvoorbeeld wanneer rendementseisen ervoor zorgen dat banken niet kunnen ofwillen mee-investeren). « Onze middelen zetten we bij voorkeur in via leningen, garanties en fondsen (participaties). In principe wordt niet meer dan 50% gefinancierd door gezamenlijke overheden. Wij bepalen de criteria voor de uitvoering van de fondsen, maar het beheer vandefondsen leggen we bij professionals. • Omdat de inzet van overheden alleen gelegitimeerd kan worden vanuit marktfalen, worden fondsen ingezetop risicovolle trajecten. Dit betekent dat op voorhand er niet vanuit kan worden gegaan dat al het ingezette geld revolverend terugkomt in het fonds. Wij dienen daarom rekening te houden met fondsen "a fonds perdu": bij deelname aanfondsen zullen wij onzebijdragen directop nulafboeken. » Projecten die gericht zijn op aanjagen van nieuwe ontwikkelingen en ondersteunen van uitvoeringsorganisaties kunnen via subsidies wordengefinancierd. o Voorbeeldprojecten waarin het bedrijfsleven verantwoordelijkheid neemt voor de realisatie van omgevingskwaliteit in vooral de Groen-Blauwe-hoofdstructuur worden ondersteund. » Projecten mogen ook partners van buiten Overijssel kennen, de projecten moeten wel renderen in Overijssel enaantoonbaar leiden tot versterking van deeconomische structuur ende internationale concurrentiepositie van het bedrijfsleven inOverijssel. • Definanciele bijdrage van de provincie is nodig om projecten gerealiseerd te krijgen.
Overwegingen Bij hetoverwegen vanonzeaanpak dienen zichenkele alternatievenaan: 1. Nietsdoen: vanuit de gedachte dat de provincie geen rol heeft in de ontwikkeling van regionale economie kunnen we overwegen ons terug te trekken en alleen coordinerend invulling te geven aan de kerntaak regionale economie. De structured middelen zijn afgebouwd enzo beperkt dat geen noemenswaardigvervolg kan worden gegeven aan detot nutoe in gang gezette ontwikkelingen. Hiermee gaan we in tegen verzoeken vanuit de ronde tafels. Erwordt nog een toegevoegde rol voor de provincie gezien, vooral om markt- en systeemfalen bij innovatie te bestrijden. Succesvolle voorbeelden elders (Cambridge, Leuven) hebben laten zien dat langdurige (minstens 30 jaar), intensieve samenwerking tussen de 4 O's, bepalend is geweest voor het succes. Wij zijn nu achtjaar onderweg met Kennispark Twente en nogveel korter met andere initiatieven. Met de opgave uit het hoofdlijnenakkoord "De Kracht van Overijssel", is niets doengeenoptie. 2. Generiek beleid voor alle of enkele sectoren: bij generiek beleid wordt instrumentarium ingezet voor alle bedrijven in alle of enkele sectoren op diverse of enkele thema's. Wij hebben de afgelopen twintig jaar veel ervaring opgedaan met generiek beleid via algemene stimuleringsregelingen en ook leen- en garantiestelsels. De provincie had daarin een rol omdat het Rijk veel liet liggen en het MKBte weinig toegang kreeg tot het rijksinstrumentarium. Het heeft tot veel innovatieve producten
Statenvoorstel nr. PS/2012/107
en processen geleid, maar de instrumenten richtten zich vooral op het individuele bedrijf endroegen weinig bij aan versterking van de keten. Met het nieuwe beleid van het kabinet Rutte zijn vooral generieke (fiscale) maatregelen genomen (RDA+, Innovatiefonds MKB,WBSO) en iser nog maar een beperkte rol voor de provincie om aanvullend hierop te gaan werken. Een belangrijk aandachtspunt blijft hierbij nog wel deaansluiting van het MKBuit Overijssel opdezegenerieke middelenvan het Rijk. 3. Specifiek beleid voor alle of enkele specifiekesectoren: gericht beleid op specifieke doelgroepen. Vanuit de motivatie om versnippering van middelen te voorkomen door met focus inte zetten openkele sterke (ofjuist zwakke) sectoren. Het versterken van sterke sectoren heeft sinds 2004 veel aandacht gekregen (Visie Triangle, Innovatieroute Twente, Pieken in de Delta) en laat ook interessante resultaten zien. Het stimuleren van sterke sectoren lijkt daadwerkelijk trekkracht op te leveren voor de overige sectoren. Veel literatuur is hier optimistisch over, maar dit kan nog niet hard aangetoond worden. Wel is duidelijk dat de "eigen' regionaal economische structuur bepalend isvoor de innovatiekracht ineen regio en dat het daaromgeen zin heeft structuren uit andere regio's te kopieren. Werken vanuit eigen kracht is het devies. Deze benadering is ook uitgangspunt voor de door Brussel opgestelde "smart specializiation' strategie en Europese programma's op het gebied van innovatie, energie,duurzaamheid enbereikbaarheid. Onzeaanpak Wij gaan uitvan eigen kracht en kiezen voor een combinatie van toonaangevende gebiedsgerichte projecten,versterking vanvestigings- enondernemingsklimaat en specifiek bedrijvenbeleid voor enkele specifieke economische sectoren. Debedrijven zijn aan zet voor destrategievorming en kennisinstellingen voor de onderzoeksprogrammering. Deprovinciejaagt het procesvan roadmapping (het ontwikkelen van een innovatiestrategie) enopen innovatie aan enondersteunt projecten en programma's via subsidies en innovatiefondsen.Via open innovatie wordtvooral het buitenlandse bedrijfsleven betrokken. Hierzijn goedeervaringen meeopgedaan in deafgelopen periode.
1VJK®,Sp8n*<jf?5< fi$u&ma<$fcm3l:s-
Pretiuktcmcwik&e^g
-,/
Techmslogseontwiktelirtg •»* Vaior&atse
BuitafHaodss
~
{feSsssrsitsstosrs& SaawMnSttsliMffen
Samen met partners
Deuitvoering vraagt om een goede samenwerking met onze partners binnen de'gouden driehoek'. Die partners zijn het bedrijfsleven,onderwijs- en kennisinstellingen,gemeenten, maatschappelijke en intermediaire organisaties, commerciele partijen,de provincie Gelderland,het Rijk ende EU.Wijgeven indit kader, samen metonze partners inTwente in 2012 vorm aan de Innovatiesprong Twente en zijn ingesprek met de RegioZwolle ende Regio Stedendriehoek, om eensoortgelijke aanpak vorm te geven. Gelderland blijft voor ons op hetgebied van innovatie,energie,agrofood en Europese programma's een belangrijke samenwerkingspartner, zoalsvastgelegd in'Oost Nederland Maakt Het'. Hoeweldoor het topsectorenbeleid van het Rijk dedirecte verbanden tussen'Food','Health'enTechnology' in eenander perspectief komen te staan,blijven deverbindingen tussen de universitaire polen Nijmegen, Wageningen en Enschedevan groot belang voor nieuwe bedrijvigheid inonze provincies. Maar ook bestaande bedrijvigheid is nauw verbonden met elkaar, zeker tussen Twente endeAchterhoek. Wij blijven daar op inzetten, maar wel in breder perspectief: bijvoorbeeld vanuit Health perspectief isde relatie naar Eindhoven,Utrecht, Groningen en Maastricht ook voor onze kennisinstellingen van belangenvoor HighTech Systemenen
Statenvoorstelnr.PS/2012/107
Kunststof isde relatie naar Eindhoven, maar ook naar Flevoland,van groot belang. Omdatde minister van EL&Iveel belang hechtaan landsdelig overleg willen wij samen met Gelderland blijven optrekken,maar indien nodigook met andere provincies of landsdelen.Opverzoek van de minister van EL&Ibereiden wij ook hetoverleg metde steden voor. Intermediaire organisaties; Verhogen realisatiekracht
Bedrijven en kennisinstellingen zijn aanzet. Dezespreken alleen niet altijd elkaars taal, of hebben nietde mensenen middelenom project- of businessplannen opte stellen.Vaak isook sprake vantegengestelde belangen.Ondersteuning blijft daaromvan belang. Hiervoor zijn in Overijssel verschillende intermediaire organisaties actief, soms namensde provincie,soms namensde rijksoverheid,soms inonderling overleg,te vaak helaas nog losvanelkaar. Uitde rondetafelgesprekken komt naarvoren dat het bedrijfsleven hier lastvan heeft De ondersteuning door de intermediaire organisaties willen wij effectiever en beter afstemmen op dewensen van de betrokken ondernemingen. Het Rijk bezuinigt opde intermediaire organisaties.Agentschap NL,de Kamersvan Koophandel en Syntensgaan op inondernemerspleinen. Desubsidie opde ontwikkelingsmaatschappij Oost NVwordt door het Rijk in driejaar afgebouwd tot nihil enook de provincie Gelderland bezuinigt opde subsidierelatie met Oost NV.Dit heeft gevolgen voor debeschikbare capaciteit. Er moeten daarom keuzesworden gemaaktten aanzien vande inzet. Wij kiezen voorversterking vandeondersteuningsstructuur, maar dit houdt niet in dat wede bezuinigingen van het Rijk compenseren. Wewillen,geredeneerd vanuit deopgave, scherp beoordelen opwelke plek welke inzet noodzakelijk is.Dit zalonze inzet zijn bij de besprekingen random de herijking van het aandeelhouderschap van Oost NV.Wij gaan ook na hoeonzedeelnemingen in HMOenWadinko nog meer kunnen bijdragen aan het realiseren van onzeeconomischedoelen. Kennispark Twente (inclusief IPT), Kennispoort Zwolle enStedendriehoek Onderneemt vormen voor onsde loketten waar ondernemersmet hun innovatievragen terecht kunnen.Vanuit deze loketten worden opverzoek van het bedrijfsleven ende kennisinstellingen vragen uitgezet,en wordt, wanneer noodzakelijk, ondersteuning gegeven. Dezeinnovatieloketten vormendespil tussen deondernemers endeverschillende intermediaire organisaties diezich met innovatie bezighouden.Vanuit deze innovatieloketten worden met service-diensten-overeenkomsten vraaggericht afspraken gemaakt over de inzetvan de intermediaire organisaties. Waar nodig engewenst worden werkzaamhedenvia het innovatieloket uitbesteed aancommerciele partijen. Hetgaat hierbij vooral om het ondersteunen van bedrijven en kennisinstellingen bij hetopstarten van desamenwerking en businessdevelopment. Deonderlinge verbindingen tussen de loketten willen wij uitbouwen. DeSEROverijssel geeft pro-actief advies over sociaal economische vraagstukken inde provincie Overijssel. DeSEROverijssel heeft op basisvan concepten en deresultaten van de rondetafelgesprekken een advies uitgebracht. Dit advies isgrotendeels positief, maar plaatst devolgende kanttekeningen: 1. Desector Logistiek komt indeogenvan de SEROverijssel onvoldoende aanbod. 2. De SER Overijssel pleit voor een het hecht verankeren van het Zwolse Health cluster in het netwerk Twente-Nijmegen. 3. De SEROverijssel pleit voor het koppelen van het bouwcluster aan het cluster High Tech Materialen. 4. De SER Overijssel pleit er voor om zoveel mogelijke innovatieve elementen in aanbestedingen meete nemen. 5. Tenaanzien vandegovernance heeft SEROverijssel devoorkeur voor een Strategic Board op Overijssels niveau. Verder zou SER Overijssel graag zien dat de Strategic Board zich bezig zou houden met de brede economie,dus niet alleen met Innovatie. 6. De SER Overijssel pleit voor het betrekken van de Regionale Platforms Arbeidsmarkt bij het vormgeven van het uitvoeringsprogramma voor ambitie 2: versterken van Human Capital enondememerschap. Eendeelvan de adviezen van deSERisverwerkt, of zalopeen later moment worden meegenomen in deverdere uitwerking met de partners. Alleen ten aanzienvan het onderwerp logistiek nemen wij eenterughoudende positie in.Opdit moment wordt, onder regie van de RegioTwente (Logistieke Draaischijf) endegemeente Zwolle,onderzocht hoede logistieke sector indeze regio'sverder kan worden versterkt. Opbasisvande uitkomsten bepalen wij onze positie.
Statenvoorstelnr. PS/2012/107
Daarwaar het voor de prioritaire sectoren helder iswelke investeringen door kennisinstellingen en bedrijfsleven worden gevraagd, ishet voor dezesector (nog) niet duidelijk welke bijdrage van de provincie, buiten de investeringen inde bereikbaarheid,vande provincie worden gevraagd. Daarnaast houdt het toevoegen vaneen sector ook verdere verdunning van de middelenin. Wij achten detijd nog niet rijp voor een Strategic Boardvoor heel Overijssel. Metde partners in deverschillende regio's wordt noggesproken over deexacte invulling van deagenda vande Strategic Board. Wijzijn van meningdat de inhoud van de agenda goed moetaansluiten bij de verantwoordelijkheden van de provincieopdeze kerntaak endatvoorkomen moetworden dat deagenda te groot wordt.
Uitvoeringskader Ambities,ontwikkelkracht vanondememers, wetenschap en burgers zijn de motor achter de economischeversterking en doorontwikkeling van Overijssel.Wij zien hetalsonze opdracht omeen robuuste omgeving te creeren die eenop innovatie gerichte economie mogelijk maakt. Omdit te bereiken staan wij voor devolgende ambities: Ambitie 1 Optimalisering Vestigings- en ondernemingskSimaat
Wewillen destrategische ligging van Overijssel opdeverbinding Randstad- Duitsland Noordoost Nederland - Scandinavie benutten enduurzamewerklocaties ontwikkelen,die ondememers voldoende ruimte bieden endiefysiek endigitaal goed bereikbaar zijn. Een belangrijke concurrentiefactor hierbij isvermindering van de regeldruk eneen effectieve handhaving. Naast'hardware' indevormvan ruimte en bereikbaarheid,gaat hetook om 'software'die in toenemende mate deaantrekkelijkheid van onzesteden en regio's bepalen omer te wonen,te werken ente ondernemen. Hetgaat danom zaken alseen aantrekkelijke enveilige woonomgeving,aantrekkelijk landschap en natuur, levendige (historische) binnensteden,de aanwezigheid van culturele, recreatieve enonderwijsvoorzieningen, festivals enevenementenende beschikbaarheid van menselijk kapitaal.Wij willen als regisseur een betere afstemming bereiken tussen vraag enaanbod van werklocaties inonze provincie. Wij besteden hierbij ook aandacht aan de leegstand van kantoren. Een planvan aanpak Leegstand Kantoren met bijbehorend investeringsvoorstel wordt uin het najaar van 2012voorgelegd. Watgaanwedaarvoordoen? Revitalisering van netto 1290 hectare verouderde bedrijventerreinen en behoud van bestaande bedrijventerreinen en het tijdelijk of permanent transformeren van industrieel erfgoed en kantoren naar onderscheidende economisch-culturele omgevingen. Vooral op de oudere industrieterreinen liggen er mogelijkheden. Wegaan ook het kantorenbeleid vormgeven en meer samenwerken met grate steden in de provincie en marktpartijen. We gaan meer ruimtelijk ordenen vanuit economische meerwaardeen innovatie. • Verdere gebiedsontwikkeling van Innovatiedriehoek (doorontwikkeling van Kennispark tot nationale campus, Hartvan Zuid en Luchthaven), Spoorzone Zwolle, Ruimte voor de Vecht, IJsseldelta Zuid, Noordoost-Twente. • Verbeteren fysieke en digitale bereikbaarheid: infrastructuur (wegennet, openbaar vervoer, ketenmobiliteit, multimodale overslag, vervoer over water), ontsluiting van economisch belangrijke activiteiten en breedband als basisvoorziening, vooral ook in buitengebieden. Een voorstel voor de aanpak van Breedband met bijbehorend investeringsvoorstel wordt u in mei 2012 voorgelegd. Naar aanleiding van nog lopende evaluaties op het gebied van logistiek, bezinnen wij ons nog op onze mogelijke rol op ditterrein. Verminderen van regeldruk en administratieve lasten door het aantal regels te verminderenente werken aan snelle vergunningverlening. Eensterk ondememersklimaat komt alleen goedtot stand ineenomgeving die dat ondersteunt en uitnodigt tot ontmoeting, inspiratie encreativiteit. Vanuit deandere kerntaken van de provincie wordt een aantal programma'sontwikkeld die het vestigings- en ondernemingsklimaat medeversterken. Hetgaat danom: • versterking van de culturele basisinfrastructuur (kerntaak Culturele Infrastructuur en Monumentenzorg); • het leggen van verbindingen tussen de creatieve sector en het MKB (programma Met Creativiteit meer Economie);
Statenvooretelnr. PS/2012/107
» • •
verbinden van enkele grootschalige festivals en evenementen met het lokale/ regionale bedrijfsleven en kunst, cultuur, sport en zorg (programma Vrijetijdseconomie); investeren in aantrekkelijk landelijke gebied met natuur, landbouw en landschap (kerntaak Inrichting Landelijk Gebied), versterken van economische infrastructuur in binnensteden (investeringsimpuls Netwerksteden).
Voor dezeambitie wordt een investeringsbesluitvoorbereid in het kader vanActieplan Leegstand Kantoren (€ 8 miljoen) dat uin het najaar van 2012 wordt voorgelegd.Verder is hier sprake van reedstoegekende IIO middelen (€ 11,8 miljoen) voor revitalisering bedrijventerreinen en€ 15 miljoen voor de Herstructurerings Maatschappij Overijssel (HMO) in het kader van herstructuring. Ambitie2:Versterkenvanhumancapitalenondernemerschap Deontwikkeling van deregionale (kennis)economie wordt intoenemende mate bepaald door deaanwezigheid van menselijk kapitaal. Bedrijven,onderwijs engemeentenzijn hierbij aan zet, waarbij gemeenten meer dan ooit inde positie zijn geplaatst om hier een rol intespelen. Deberoepsbevolking moet'een leven lang leren'omte kunnen blijven werken met nieuwe software enapparatuur, om innovaties te begrijpen entoe te passen. Debeschikbaarheid van gekwalificeerd personeel door het bedrijfsleven isvan doorslaggevende betekenis voor een gezonde Overijsselse economie indetoekomst. Binnenonzetopsectoren doetde problematiek van eentoenemendtekort aanvoldoende gekwalificeerd personeel zichvooral voor inde hightech en kunststoffenindustrie. Zozal30%vandetechnici de komendetien jaar uitstromen,terwijl de instroom en interesse in techniek beperkt is.Opdit moment iser aleen tekort aan (hoog) geschoolde medewerkers,zowelvakmensenals ingenieurs,in (beta)techniek. Als uitkomstvan het onderzoek naarde randen van dearbeidsmarktwillen wij via de stimulering van nieuweonderwijsarrangementen bijdragen aaneen technisch gekwalificeerde beroepsbevolking. Watgaanwedaarvoordoen? • Uitbouwen resultaat vande 5Technasia projecten inde provincie; • Aanpak laaggeletterdheid in bedrijven; • Versterking Social Return via eigen opdrachten en aanbestedingstrajecten, maar ook via stimulering bij andere overheden en woningcorporaties; • Bevorderen ondernemerschap bij starters/spin-offs: ondersteuning van 500 starters en 150 spin-offs; • Stimuleren van leerwerktrajecten (1000-jongerenplan,werkschool-model); Gebundelde uitwerking Human CapitalAgenda voor detopsectoren; • Versterken van de samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven door een betere afstemming van het onderwijs op de economische potentie van de regio. Dat doen wij door het realiseren van Centra voor Innovatief vakmanschap (MBO) en Centers of expertise (HBO). Verder ondersteunen wij de plannen om te komen tot expertisecentrum Onderwijs: deTwente School of Education; •' Ondersteunen aanpak dreigende tekorten aantechnici envakmensen; » Kennisuitwisseling enonderhouden arbeidsmarktinformatiesysteem. Voor dezeambitie verzoeken wij om toekenning vaneen budgetvan€ 6 miljoen via dit investeringsbesluit. Ambitie 3 Toename innovatiekracht Industrie
Het bedrijfsleven in Overijssel isonderscheidend goed in het makenvan unieke en compleet nieuwe basismaterialen (nanomaterialen,vezels, membranen,composieten, rubbers, lijnolie etc), componenten enproductietechnologie. Dit levert trekkracht opvoor andere sectoren in de provincie. De hierop gebaseerde Industrie iseen belangrijke pijler voor welvaart en welzijn in Oost Nederland. Dekracht van Overijssel isdat de noodzakelijke industrieketens en netwerken (van R&Dtot internationale marktintroducties en after sales) aanwezig zijn om tot nieuwe toepassingen te kunnen komen,die inzetbaar zijn opalle nationale topsectoren.Maar deze behoeven nogwelversterking,vooral op het gebied van integratie binnen ketensen tussen ketens. Onze inzet isgericht opdie punten dieversterkt moeten worden enop het verbinden van partijen. Het bedrijfsleven ende kennisinstellingen geven aan waar dit moet gebeuren.
Statenvoorstel nr. PS/2012/107
Debasisvoor onze inzet is het met bedrijfsleven,dekennisinstellingenen deoverheden ontwikkelde businessplan HighTechTwente/ Innovatiesprong Twente,alsook het position paper Kunststoffen voor de regio Zwolle ende uitwerking van deze plannen in zogenaamde technology roadmaps. Ophet gebied van LifeSciences/Health verbinden wij onze inzet aande RedMedTech Highway: eenasvanTwente via Nijmegen naar Ossen Eindhoven, met aftakking naar Groningen en Munster. Opdeze as raaktookde regio Zwolle steeds meer aangesloten. Wij kiezen voor eeneigen inkleuring ten opzichte vanen aanvullend op het nationale topsectorenbeleid.Vanuit het bedrijfsleven iseenduidelijk signaal afgegeven dat de nationale aanpak minder goedaansluit bij debehoeften van het OverijsselseMKB. Overijssel heeft een uitstekende uitgangspositie ineenviertal topsectoren: Hightech, Chemie/kunststoffen, Energieen Life Sciences/Health.Snelkunnen innoveren en samenwerking over degehele kennis- enwaardeketen isvan groot belang om naastde toenemende concurrentie ook decomplexiteit van hightech producten het hoofdte kunnen bieden. Hetconcept van innovatie door alsbedrijf alleen te investeren in R&D,Intellectual Property Rights (IPR)en marketing isachterhaald. Eenandere aanpak is nodig waarbij risico's, maarookfaciliteiten, inde keten worden gedeeld en bedrijven sneller instaat worden gebracht om innovaties te realiseren (open innovatie). Sectoren met een langere historiezoals de kunststof en metaal hebben te maken met onder druk staande rendementen en toenemende risico'somte investeren.Jongere sectoren (nanotechnologie, biotechnologie) kampenvooral metfinancieringsproblemen voor onderzoek en productie. Erligt een uitdaging voor het Overijssels MKBom detransitie te maken van hoogwaardige leverancier voor grote bedrijven naar zelfstandig innovatief producent (co-developer). Wij streven naareen ontwikkeling van het Bruto Regionaal Product (BRP)die boven het nationaal gemiddelde ligt. Watgaanwedaarvoordoen? • Versterking van het concurrentievermogen van het intemationale (stuwende) Overijsselse bedrijfsleven op de topsectoren High Tech Systemen & Materialen (inclusief ICT en Nano, concentratie op Twente), Chemie (vooral versterken Kunststofcluster random Zwolle) en Life Sciences/Health (Twente en Regio Zwolle) door: 1. het versterken van de (vraaggerichte) wetenschappelijke positie van de sectoren; 2. het vergroten van het economische rendement door businessdevelopment en kennisvalorisatie; 3. hetvergroten vande intemationale orientatie. Voor dezeambitie verzoeken wij omtoekenning vaneen budgetvan intotaal € 69,1 miljoen via dit investeringsbesluit. Dit bestaat uitdeonderdelen: € 42 miljoen voor fondsen voor businesscases, leningen en garanties voor de topsectoren High Tech, Energie, Kunststoffen (Chemie), gezondheidszorg (LifeSciences) enAgrofood; € 20,6 miljoen voor subsidieprojecten voor de topsectoren High Tech, Energie, Kunststoffen (Chemie),gezondheidszorg (LifeSciences) enAgrofood; € 6 miljoen voor het versterken van de realisatiekracht van intermediaire organisaties als Kennispark Twente, Kennispoort Zwolle en in de Stedendriehoek; € 0,5 miljoen voor intemationale handelsmissies/internationalisering. Ambitie 4 Transitie duurzame energievoorziening
Inzet op een duurzame economiedraagt bij aaneconomische groei en werkgelegenheid.Onze energievoorziening speelt hierbij een belangrijke rol. Eengroot deelvan onsenergieverbruik is (in)direct gekoppeld aaneconomische activiteiten ende bebouwde omgeving.Omde inrichting van de economie duurzaam te maken en minder afhankelijk van fossiele,dan wel gefmporteerdeenergie isdeopgave primair om hernieuwbare energie een bredere en grotere toepassing te laten krijgen. Dieopgave is intemationaal, maar kan in Overijssel goed gecombineerd worden met het verduurzamen van deenergievoorziening: groene groei.Wij onderscheiden ons met bio-energie enwillen hernieuwbare energie breder en sterker toepasbaar maken.Hierbij streven wij naar 20% hernieuwbare energie in 2020 en het realiseren van energiebesparende maatregelen bij 15.000 woningen (2012-2015). Via deze ambitie dragen wij bij aandetopsector Energie. Verder werken weaan slimmere energienetwerken en meer energiebesparing indegebouwde omgeving en bij bedrijven.
10
Statenvoorstel nr. PS/2012/107
Watgaanwedaarvoordoen? » Uitbouwen van dealsterke ketenvan bio-energie; • Besparing door slimmere energienetwerken en slimme, decentrale opwekking en opslag (slimme bouw); » Energiebesparing in de gebouwde omgeving en bij grate bedrijven, verduurzaming vande bestaande woningbouwvoorraad. Dezeambitie wordt ingevuld via het programma Energie,waar de middelen reedsvoor zijn toegekend (€ 250 miljoen Energiefonds). Ambitie 5 Beter benutten toerlstische mogelijkheden: Vrijetijdseconomie 2.0
Overijssel heefteensterke toeristisch-recreatievesector. Desectorsteuntopde aantrekkelijke (historische) steden eneenafwisselend landschap,rijke cultuurhistorie ende fraaie en bijzondere natuur. In deafgelopen decennia ishet belang vantoerisme en recreatie sterk toegenomenenvergroeid met aangrenzende terreinen als landbouw,kunst, cultuur, sport, zorg en natuur: Vrijetijdseconomie 2.0. Geziende kwaliteiten van Overijssel kan het toerisme nogverder groeien: meergasten,die langer blijven en een hoger bestedingspatroon laten zien. In 2010 gaven verblijfgasten € 366 miljoen in Overijssel uit opeen totale omzet van€ 1,5 miljard.Voor de komende periode streven wij naareengroei vandejaarlijkse omzet uittoerisme van€ 80 miljoen eneen groei vandewerkgelegenheid indesector met 3.000 banen per 2014. Watgaanwedaarvoordoen? • Ontwikkelen van nieuwe product-markt-partner-combinaties (pmpc's) enduurzaam ondernemerschap; • Verhoging vande belevingswaarde van natuur en cultuur en routestructuren; • Versterken van promotieen marketing vandevijf toeristische merken inOverijssel (5 A-merken: Salland"Natuurlijk gastvrij";Twente"Landgoedvan Overijsel";Vechtdal Overijssel "AlleTijd"; Weerribben Wieden"Ontspannen in het grootste wetland van Europa"en IJsseldelta"water, vriend envijand"en Hanzesteden alsextra thema; • Bijdragen aan nader te selecteren evenementen enfestivals op basisvan adviezen van Regionale Bureausvoor Toerisme en hun bijdrage aande regionale economie; • Versterken envereenvoudigen vandetoeristische ketens inTwente enWest Overijssel. Voor deze ambitie verzoeken wij omtoekenning van een budgetvan intotaal € 25,5 miljoen. Dit bestaat uit deonderdelen: € 20,5 miljoen voor investeringen in festivals en evenementen, nieuwe product-markt-partner combinaties, marketing en promotie en onderhoud toeristische route-infrastructuur; € 5 miljoen voor ondernemerschap en innovatie in de vrijetijdssector via o.a. deRBT's. Ambitie 6 Verduurzaming en innovatie in de Agrofood sector
De Nederlandse agro-food sector is internationaal koploper eneenvan de motoren vande Nederlandse economie. Desector levert eenstevige bijdrage aande Overijsselse economieen draagt bij aan eengoedvestigingsklimaat voor niet-agrarische sectoren. Desector wordt geconfronteerd metverdwijnende vanzelfsprekendheden: de landbouw is niet langer de dominante bewoner enondernemer op het platteland. Devanzelfsprekende acceptatie van het boerenbedrijf verdwijnt en defocus van het nieuw Europees landbouwbeleid wordt verlegd naar concurrentiekracht en innovatie envergroening enverduurzaming van desector. Er ligt een ontwikkelopgave omte komentot eenvolledig duurzame bedrijfstak met een breed draagvlak in desamenleving. Wijwillen versterking van deconcurrentiekracht vande sector bereiken via destimulering van nieuwe duurzame economische ketens.Wij streven naar een jaarlijkse groei vandetoegevoegde waarde boven het landelijk gemiddelde. Watgaanwij daar voordoen? * Versterken van de concurrentiekracht van de agrofoodsector: voortzetting agrokennisvouchers, versterking ondernemerschap in groen-blauwe hoofdstructuur en ontwikkeling van stallen die bijdragen aan ruimtelijke kwaliteit; « Bevorderen van maatschappelijk verantwoord ondememen in de agrofoodsector: vermindering emissies, duurzame energie en energiebesparing, duurzame samenwerking landbouw, natuurbeheer en ketenpartners.
Statenvoorstelnr. PS/2012/107
11
Voordeze ambitie verzoeken wij omtoekenning vaneen budgetvan intotaal € 7 miljoen via dit investeringsbesluit, voor deversterking van deconcurrentiekracht enverduurzaming van deagrarische sector. Ambitie 7 Groei hightech toepassingen en energiebesparing in de bouw
Eenbijzondere sector voor Overijssel isde bouw. Normaalvooral lokaal georienteerd, inde Overijsselse situatie eenstuwendesector dieveel geld inde rest van het land verdient. Het is ook een sector diealsconjunctuurindicator van onze regionale economie kanworden gezien. Hightech toepassingen enenergiebesparing spelen eensteeds grotere rol inde bouw. De bouw zal meer dan nu innovatief en duurzaamondernemerschap moetentonen om haar sterke (inter)nationale positie voor detoekomstveilig te stellen.Ookdesamenwerking met kennisinstellingen zalversterkt moeten worden. Definanciele crisis heeft grate veranderingen teweeg gebracht opdewoning-en kantorenmarkt. Wij hebben diverse (recessie)maatregelen genomenom degevolgen hiervan te beperken door te investeren in innovatie inde bouw en in infrastructuurprojecten en projecten gericht openergiebesparing inde bestaande bouw. Wij willen nude concurrentiekracht van de bouwsector van binnenuit verder versterken. Watgaanwij daarvoordoen? • Investeren in en voor de bouw. Ook in de komende periode stimuleren wij de bouwsector door maatregelen die voortvloeien uit investeringen in infrastructuurprojecten, energiebesparing in bestaande bouw en in culturele infrastructuur. Hier wordt de combinatie gezocht met leerwerktrajecten (bijvoorbeeld RIBO) ende'Social Return'opgave. • Stimuleren van innovatie en duurzaamheid in de bouw door het bevorderen van kennisuitwisseling en werkplaatsen om cross-overs met de technische topsectoren tot stand te brengen. • Bevorderen van innovatief opdrachtgeverschap. Projecten voor de bouw worden gefinancierd uit de middelenvoor deambities 3en4.Een apart investeringsbesluit is nietnodig. Middelen
De noodzaak voor overheden omte bezuinigen raakt ook ons.Wij hebbenervoor gekozen sterk te bezuinigen opons structurele budget en indeze coalitieperiode fors te investeren vanuit incidentele middelen afkomstig uit deverkoop van onze belangen in Essenten Borssele. Willen weook indetoekomst kunnen blijven investeren inde Overijsselse economie,dan moeten we met de partners zoeken naar anderefinanciele arrangementen. Onze middelen zetten wevooral invia leningen,garanties enfondsen (participaties). Hetbeheervan fondsen laten we,onder onzevoorwaarden,over aan professionals. Dekennisdie nodig isom complexe financieringsvraagstukken en businesscases, gekoppeld aan marktkansen, te kunnen beoordelen, hebbenwe niet zelf in huis. Ookwij moeten kiezen.Wij realiseren onsdat we met dit uitvoeringskader slechts een beperkt deelvanonze bedrijven en kennisinstellingen kunnen bereiken. De netwerken random toekomstgericht ondernemerschap en benutten vantechnologische kansen stimuleren we met ons uitvoeringskader het meest. Dit betekent dat we andere sectoren nietactief gaan steunen (zoals zakelijke dienstverlening,creatieve sector, water, logistiek etc). Hierin nemenwemee dat door onzefocus op hightech systemen en materialen toepassingen tot stand komen die doorwerken in allegenoemde sectoren,zodat het bedrijfsleven inandere sectoren ook kan profiterenvan de resultaten vanons beleid,omdat de uitstralingseffecten van de initiatieven veel verder reiken danalleen detopsector HTSM. Voor de kerntaak Regionale Economie zijn in het hoofdlijnenakkoord "De Krachtvan Overijssel"investeringsmiddelen benoemd. In onderstaande tabeleenoverzicht van de middelen voor de komende vierjaar, waarop dit investeringsbesluit betrekking heeft.
12
Statenvoorstel nr. PS/2012/107
(bedragen in miljoen euro,periode 2012-2015) Onderwerp
Innovatie, onderwijs, stimulering Economie Toerisme en Recreatie Regionale Bureaus voor Toerisme Vervolg onderzoek randen Arbeidsmarkt Totaal voorgesteld bedrag
Investeringsbudget
Regulier per jaar
Onderdeel besluit
76,1
Ja
1,5
21,5
Ja
4
Ja
1,2 (afbouwend naar 0,1 in 2015) 0
6
Ja
0
107,6
Devolgende onderwerpenmaken weldeel uit vande kemtaak Regionale Economie maar niet vanvoorliggend investeringsbesluit. Demiddelen die met dezetaken gemoeid zijn leggenwe ineen later stadium aan uvoor: Onderwerp
Leegstand kantoren en bedrijventerreinen Aanpak herstructurering
Breedband 3
Investeringsbudget
8 I*
60 - 8 0
Onderdeel besluit
Regulier
Nee, volgt najaar 2012 Nee (is al besloten ikv IIO) Nee (volgt voor de zomer 2012)
0 3,0
0
Daarnaast zijn vanuit andere programma's middelen beschikbaar die in meerof mindere mate bijdragenaan het realiseren vandedoelen van de kemtaak Regionale Economie,waaronder: • Energie-innovatie: 100 miljoen en energietransitie 150 miljoen in relatie tot energiefonds en 60 miljoen programmabudget; • Programma Milieu en Energie, waaronder investeringen in biobased economy: 29 miljoen; • Inrichting landelijk gebied,waaronder investeringen in natuur: 137 miljoen; • Gebiedsontwikkelingen: 207 miljoen,waarvan 96 miljoen voorde Innovatiedriehoek; • Verbeteren regionale bereikbaarheid/Mobiliteit: 466 miljoen (inmiddels vastgesteld); • Culturele infrastructuur: 6miljoen. Voor deze investeringen heeft ual investeringsbesluiten genomen of worden deze in aparte besluiten aan uvoorgelegd.
Europa Wij zien Europese programma's als instrumentendie kunnen bijdragen aan het realiseren van onzedoelen. De Europese Commissieziet het toekomstige cohesiebeleid (2014-2020) alseen investeringsbeleid dat inalle regio's vande EL)moetworden ingezet. DeCommissie wil het beleid meer resultaatgericht maken en indienst stellen vande Europa 2020-strategie. De EU202strategie richt zichtop 1. Slimmegroei op basisvan kennisen innovatie; kerninitiatieven/flagships hierin zijn: Innovatie,educatie endigitalisering; 2. Duurzamegroei waarin zuinig wordt omgegaan met hulpbronnen; Kerninitiatieven/flagships hierin zijn: klimaat, energie &mobiliteit en competitie (globalisering); 3. Inclusieve groeimetveel werkgelegenheid ensocialecohesie: Kerninitiatieven/flagships hierbinnen zjin: werk &vaardigheden en armoedebestrijding.
2
Programma herstructurering (liO en middelen Rijk), doorlopend tot 2015
3
In de Perspectiefnota 2012 is de verwachting uitgesproken dat de investeringsruimte voor de komende bestuursperlode per saldo zal
worden vergroot. De extra ruimte zal ineerste instantie worden ingezet voor PM-posten diezijn opgenomen in de Investeringsimpuls uit het Hoofdlijnenakkoord of aangepast in de Perspectiefnota. Het College heeft een nadere inventarisatie gemaakt van deze posten, met een bijbehorende inschatting van de benodigde middelen. Deze inschatting is in Statenvoorstel voor de begroting opgenomen.
Statenvoorstel nr. PS/2012/107
13
Wij onderzoeken actief de mogelijkheden die het EU2020 beleid ons biedt: het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB),destructuurfondsen,enthematische programma's zoals bijvoorbeeld Horizon 2020 (onderzoek en ontwikkeling), Life (natuur) enTEN-T (infrastructuur). Wij willen onze investeringen vermeerderen met Europeseen nationale middelen. Europese programma's zien wij primair als instrument voor regionaal enregionaaleconomisch beleid. Dit is in lijn met devisie vanuit de EuropeseCommissie en het Europees Parlement. Deprovincies willen de middelen uit destructuurfondsen in relatie tot de Europa2020-strategie inzetten ineen regionaal programma dat regionaal wordt aangestuurd en uitgevoerd. Hiermee kan regiegevoerd worden opde inzeten sturing van middelen inonze topsectoren. Overigens zullen de nieuwe Europese programma's een robuust onderdeel hernieuwbare energie moeten hebbenomdatdeverordeningen eisendat minimaal 20 % van de EFRO-middelen inde komende programmaperiode voor hernieuwbare energie ingezet moet gaan worden. Deonderhandelingen overde diverse programma's (EFRO,ESF,Interreg) zullen in 2012 starten.Van belang isverder de herijking van het staatssteunkader dat invloed kan hebben opdevormgeving vanfondsenenfinanciele instrumenten voor het bedrijfsleven.Ook dat zal in 2012 vorm gaan krijgen vanuit Brussel,evenals de besluitvorming random het Gemeenschappelijk Landbouw Beleid.Verder onderzoeken wij de mogelijkheden die samenwerking met Duitsland vooronzeeconomischeagenda kanopleveren.
Risico's Wij zien alsgrootste risicofactor voor de uitvoering van het programma dat het verwachte bestedingsritme niettot stand komt. Dit hangt onder meersamen metdevolgende factoren: 1. Steun aan bedrijven en samenwerkingsverbanden is aan strenge regels onderworpen. Deze regels zijn vaak multi-interpretabel. Het niet op eenjuiste manier omgaan met deze regels kan leiden tot financiele claims of terugvorderingsprocedures bij bedrijven. In de afgelopen jaren hebben wij ge'investeerd in een centraal coordinatiepunt voor vragen randomstaatssteun,waarmee wij dit risico tot een minimum proberen te beperken. 2. Het werken met fondsen en andere financiele instrumenten voor bedrijven kan leiden tot verplichte meldingsprocedures in Brussel. Het bestedingsritme kan in gevaar komen als dezegoedkeuringsprocedures langgaanduren. 3. Deelnemingen infondsen of samenwerkingsverbanden kunnen leiden tot financiele risico's (claims) en imagorisico (negatieve pers). Wij benaderen deskundigen om deze risico's te beheersen. 4. de krimpende economie kan ervoor zorgen dat het bedrijfsleven minder in staat is, of minder bereid is, risico's te nemen door te investeren in nieuwe ontwikkelingen. Wanneer als gevolg van bezuinigingstaakstellingen in onderwijs en bij overheden niet voldaan kan worden aan de wens van cofinanciering, komen projecten niet, of veel trager, tot stand. Wij stellen als beheersingsmaatregel voor om na twee jaar een tussenevaluatie in te bouwen om te kijken of de uitputting van middelen volgens schema verloopt en of aanpassingen inde uitvoering noodzakelijk zijn. 5. Het op een andere manier organiseren van de uitvoering, om de kwaliteit en deugdelijkheid van businesscases te verhogen, kan ertoe leiden dat opgestelde toetsingscriteria een snelle honorering van projecten indeweg staan. Depraktijk leert dat projectuitvoerderstijd nodig hebbenom hier aantewennen. Opbasisvan het projectenaanboden het versnelde tempo van budgetuitputting vande afgelopenjaren ende inganggezette ontwikkelingen indeafgelopen periode,constateren wij dat het Overijsselse bedrijfsleven al behoorlijk goedvoorgesorteerd isopde nieuwe aanpak. Erzijn al veel initiatieven inontwikkeling die passen binnen onze filosofie.
Monitoring en informeren PS Uitvoering opafstand zetten vraagt omadequate monitoring enverantwoording. Zoals het Rekenkamer-(Oost Nederland) onderzoek naar het Innovatie Platform Twente (IPT) (2010) en onderzoek van deAlgemeneRekenkamer naar effecten van landelijk innovatiebeleid (2011) heeft aangetoond,blijkt goed monitoren enverantwoorden een uitdaging. Monitoring van de kemtaak Regionale Economievindt plaats opdrie niveaus: 1. Monitoring op hoofdlijnen via de P&C cyclus en in het jaarverslag. Hiervoor zijn kengetallen opgenomen die gerelateerd zijn aan de hoofddoelen in de doelenboom zoals opgesteld voor de begroting 2012. Deze kengetallen geven een ontwikkeling in de tijd weer enworden iederjaar geactualiseerd. 2. Monitoring van het uitvoeringskader Regionale Economie: jaarlijks in de Staat van Overijssel op basisvan eenverder te ontwikkelen provinciebredeeconomische monitor.
14
Statenvoorstel nr. PS/2012/107
3. Monitoring binnen deelprogramma's en projecten. Deze gegevens zijn vooral nodig voor het beheer en deuitvoering van de deelprogramma's. Over devoortgang van de kerntaakprogramma Regionale Economie blijven wij alsvolgt metu in gesprek: 1. Omdatonze huidige economische monitor niet hetgewenste inzicht tussen inzeten resultaat vande inzet kan leveren,stellen wij voor, naar analogievande arbeidsmarktmonitor,een bredeeconomische monitor teontwikkelen die recht doet aan dewensvan uwstaten om het uitgevoerde beleidte kunnentoetsen aan de in het uitvoeringskader vastgelegde uitgangspunten. Weorganiseren dit samen met partners alsAgentschap NLende regio'sTwente (Twente Index),Stedendriehoek en Zwolle, maarook E'tilen Rabobank. Verder volgen wedeontwikkelingen random het Europa 2020 beleid,om meete kunnen bewegen metde indicatoren diedoor Europe worden ontwikkeld. Eennulmeting in 2012 maaktdeel ujt van deaanpakomeeo basiste leggenvoor periodieke evaluatie. Wij blijven de arbeidsmarktmonitor voortzetten.Veel partijen maken hier inde provincie gebruik van.Eengoede basisset van gegevens blijft vanessentieel belang om wijzigingen indeeconomische structuur zichtbaar te kunnen maken ente kunnen gebruiken voor anticiperen op ontwikkelingen. Wij betrekken ubij detotstandkomingvan deze monitor. 2. Verder betrekken wij ubij hetopstellenyajyle criteria aan de hand waarvan fiet Investment Committee beslissingen kan nemenoverhetinzetten van rniddelen uit fondsen dieworden ingezetvoor dekerntaak Regionale Econonlle.* 3. Zoals in de risicoparagraaf aangekondigd stellen wij vooreind 2013 een ^ 'V••-...,. tussenevaluatie in te bouwen omte bezien of de uitputting vanrniddelenvojgens; ' • . schema verloopt en of aanpassingen in de uitvoering noodzakelijk zijn. De » bevindingen worden met ubesproken.
Conclusie In het recente bestuursakkoord tussen Rijk, provincies, gemeenten enwaterschappen is vastgelegd dat provincies verantwoordelijk zijn voor hetfaciliteren van de regionale kennisdriehoek, bedrijventerreinenbeleid, regionaalvestigingsklimaat en ruimtelijke inpassing van bedrijvigheid en kennisinstellingen. Het Rijk decentraliseert dezetaken en concentreert zich op het zogenaamdetopsectoren beleid.Deprovincie krijgt daarmee de regie over het regionaal economischbeleid. In het hoofdlijnenakkoord "De Krachtvan Overijssel"isvastgelegd dat de provincie Overijssel bijdraagt aanduurzame werkgelegenheid voor alle burgers enaan regionaal inkomen. Dat doetde provincie door het ontwikkelen van een gunstig vestigingsklimaat voor specifieke economische ontwikkelingen. Wijstellen onstot doel integraal beleid, innovatieve samenwerkingsverbanden tussen overheden en bedrijfsleven te bevorderen en ondernemerschaptestimuleren. In onzevisie staatondernemerschap hierbij voorop: het zijn bedrijven,ondernemers en instellingen die banen creeren.Deprovincie kan en moet,samen met andere overheden,dejuiste randvoorwaarden scheppen voor dit ondernemersklimaat. Opbasisvan gesprekken met ondernemers en kennisinstellingen inde Regio en het raadplegen van wethouders enorganen zoalsdeSEROverijssel4 iseen uitvoeringskader opgesteld,zoalsverwoord inde bijlage. Dit kader verwoordt voor de burger dedoelen, actielijnen en beoordelingskader vanons regionaal economisch beleid.Omdat demeer technische, financiele en politieke aspecten minder van belang zijn voorde doelgroep van het uitvoeringskader, zijn deze buiten datdocument gehouden enopgenomen in dit statenvoorstel. Metdit statenvoorstel wordt aan uw staten onzeambitiesvoor de kerntaak Regionale Economie voor de periode 2012-2015 voorgelegd enwordt ugevraagd€ 107,6 miljoen vande gereserveerderniddelenvoor deInvesteringsagenda beschikbaar te stellen voor de uitvoering van de kerntaak Regionale Economie inde periode 2012-2015 conform het hoofdlijnenakkoord "De Krachtvan Overijssel".
4 De Sociaal Economische Raad Overijssel bestaat uit vertegenwoordigers van werkgevers- en werknemersorganisaties (VNO NCWMidden, MKBOost Nederland, FNVVakcentrale en CNVvakcentrale) en heeft als adviseurs de Kamers van Koophandel, LTO Noord en Regionale Arbeidsmarktplatfomns Overijssel.
Statenvoorstel nr. PS/2012/107
15
Voorstel Geletop het voorgaande stellen wij uvoor het besluitte nemen,als inconcept in bijlage I verwoord. Gedeputeerde Staten van Overijssel,
voorzitter,
d2aoiQci^^^^^ secretaris,
16
Statenvoorstel nr. PS/2012/107
Bijlage I
Ontwerpbesluit nr.
PS/2012/107
Provinciate Staten van Overijssel, gelezen het voorstel van Gedeputeerde Staten d.d. 21.02.2012 - kenmerk 2012/0044224 overwegende: dat regie en uitvoering van regionaal economisch beleid door het Rijk is gedecentraliseerd naar provincies; dat de huidige economische ontwikkelingen vragen om gerichte inzet van overheidsmiddelen; dat hiervoor verschillende aanpakken mogelijk zijn varierend van generieke inzet voor alle economische sectoren en alle bedrijven tot specifieke inzet voor een sector en enkele bedrijven; dat de provincie Overijssel vanuit eigen kracht en rol invulling aan deze taak geeft vanuit het hoofdlijnenakkoord "De Kracht van Overijssel" via de kerntaak Regionale Economie door te kiezen voor focus op enkele belangrijke economische sectoren; dat het uitvoeringskader voor de kerntaak Regionale Economie de ambities, doelen en investeringsstrategie benoemd voor de provinciale inzet en focus; dat dit uitvoeringskader richting geeft aan initiatieven die de provincie belangrijk vindt; dat nationale en Europese instrumenten en programma's kunnen bijdragen aan het realiseren van de ambities, doelen en investeringsstrategie zoals uitgewerkt in het uitvoeringskader; dat PS besluiten heeft genomen ter invulling van Energiefonds, de opgaven rond herstructurering en de programma's Mobiliteit en Wonen; dat de investeringsbesluiten voor Leegstand Kantoren en Breedband in ontwikkeling zijn en in de tijd op een later moment worden voorgelegd; dat het investeringsbesluit voor de gebiedsontwikkeling Innovatiedriehoek Twente, mede gebaseerd op de economische potentie van het gebied, ook op een later moment wordt voorgelegd; dat de economie stimuleren via programmatisch werken betekent dat projecten in veel gevallen niet vooraf al bekend zijn, maar door partijen (ondernemers en kennisinstellingen) op onverwachte momenten tot stand komen als gevolg van marktontwikkelingen en kansen die zich aandienen; dat een effectieve en efficiente uitvoering samenhangt met adequate en goed toegeruste uitvoeringsorganisaties die businesscases kunnen ontwikkelen en organiseren; dat PSsubsidieverlening voor innovatie terug wil dringen ten gunste van andere vormen van financiering om daarmee investeringen in de toekomst mogelijk te blijven maken; dat fondsvorming een veelbelovend instrument lijkt, waarbij een externe uitvoerende effectiever en efficienter kan werken. besluiten: 1. In te stemmen met de essentie van het kemtaakprogramma Regionale Economie zijnde: - de regie van het regionaal economisch beleid in Overijssel met kracht op te pakken; dit vorm te geven door te kiezen voor focus op sterke, stuwende, sectoren die voor de economische ontwikkeling van de provincie Overijssel en Nederland van groot belang zijn, te weten High tech systemen en materials, Energie, Chemie/Kunststoffen en Life Sciences/Health. ICTen Nanotechnologie zijn hierin dragende technologieen; hiernaast te kiezen voor verdere versterking van sectoren van regionaal belang, te weten Toerisme, Agrofood en Bouw; dit vorm te geven door in te zetten op het creeren van optimale randvoorwaarden voor een concurrerend vestigings- en ondernemingsklimaat, een wervend bedrijvenbeleid, een goede afstemming tussen onderwijs en arbeidsmarkt en een effectieve uitvoering; voor de uitvoering van het beleid verschillende instrumenten in te zetten, waaronder
Statenvoorstel nr. PS/2012/107
17
3.
subsidies, garanties, leningen en participaties; voor fondsvorming uit te gaan van bijdragen xa fonds perdu' voor de beoordeling van business cases voor innovatie gebruik te maken van externe expertise via een Investment Committee, waarbij Provinciale Staten worden betrokken bij de totstandkoming van de toetsingscriteria; voor de uitvoeringskracht de uitvoeringsorganisaties Kennispark Twente, Kennispoort Regio Zwolle e.o., voor de Stedendriehoek en de Regionale Bureaus voor Toerisme te versterken en daarnaast de inzet van onze eigen instrumenten Wadinko, HMO en Oost NV op dit uitvoeringskader te richten, in nauwe afstemming met Agentschap NL, de Kamers van Koophandel en Syntens. hiertoe een bedrag van € 10,0 miljoen uit de Algemene Dekkingsreserve over te hevelen naar de Algemene Reserve Kracht van Overijssel. hiertoe het bedrag van € 107,6 miljoen uit de reserve 'Kracht van Overijssel' naar de bestemmingsreserve 'uitvoering Kracht van Overijssel' over te hevelen, overeenkomstig de bijgevoegde begrotingswijziging, in te zetten op de volgende onderwerpen; (bedragen in miljoen euro, periode 2012-2015)
Onderwerp
Innovatie, onderwijs, stimulering Economie Toerisme en Recreatie Regionale bureaus voor Toerisme Vervolg op onderzoek randen van de arbeidsmarkt Totaal bedrag
Nummer uit Investeringslijst
Inwesteringsbudget
38
76,1
39 65
21,5 4
40
6 107,6
4. de reguliere prestatie 5.2.5 "onderhoud toeristische route-infrastructuren" om te zetten naar investeringsprestatie 5.2.5 "onderhoud toeristische route-infrastructuren". 5. GS op te dragen, binnen het gestelde kader, met kracht de uitvoering ter hand te nemen en PSvia de P&C cyclus te informeren over de voortgang.
Zwolle, Provinciale Staten voornoemd,
voorzitter,
griffier,
is
Statenvoorstel nr. PS/2012/107
Bijlage I I
Uitvoeringskader kerntaak Regionale Economie (te raadplegen via www.overljssel.nl/sis onder het bovengenoemde PS-kenmerk en ligt ter inzage bij de receptie van het Provinciehuis)
Statenvoorstel nr. PS/2012/107
19
Bijlage III
BehandelingMoties
Dit investeringsbesluit houdt rechtstreeks verband met eenaantal door Provinciate Staten ingebrachte moties. In onderstaande tabel isaangegeven waarde moties zijn verwerkt in het uitvoeringskader. In relatie tot de motie Lockc.s. over de continuering van het Innovatieplatform Twente (IPT) merkenwij opdat inmiddels metdeTwentse partijen overeenstemming isbereikt om het Innovatieplatform Twenteopte laten gaan ineen nieuwe structuur met Kennispark Twente als loket. Hierdoor ontstaat eenduidelijk aanspreekpunt voor zowel kennisinsteilingen als bedrijfsleven. Tegelijk ontstaat hiermee een krachtige uitvoeringsorganisatie/programmabureau voor de regio op hetgebied van innovatie. Eventuele overleg- en afstemmingsplatformsworden niet langer meerdoor onsgelnitieerd, maardoor het bedrijfsleven endekennisinsteilingen zelf. Wij kunnen faciliteren wanneer wij daar om gevraagd worden. In dit nieuwe modelvindt opeen plek nogafstemming plaats binnen de Gouden Driehoek/4 O's endat is inde nogopte richten Strategie Board.
Motie
Inhoud
Datum
Hoe/waar verwerkt
Motie Karssen
Motie roept op om samen met GSGelderland de mogelijkheden te onderzoeken op welke wijze de universiteiten vanTwente, Wageningen en Nijmegen onderzoekscross-overs kunnen maken en kunnen samenwerken op het gebied van onderzoek zodat innovatieve en economisch interessante spin-offs voor het bedrijfsleven kunnen ontstaan voor de regio Oost en daarover PSin het komendejaarte rapporteren.
20-4-2011
Is geborgd in lopend beleid via Kennispark Twente en Iopende Pieken in de Delta projecten. De onderlinge samenwerking issinds 2005 aantoonbaar toegenomen. Voorstel voor verdere borging: vast agendapunt voor Strategie Board Twente laten zjin; uitgangspunt: initiatief liiervoor ligt bij de kennisinsteilingen zelf.
Motie OvermeenBakhuis; Bestuursakkoord IPO 2011-2015
Mogelijkheden voor de oprichting van Centra voor Innovatief Vakmanschap
15 06 2011
Ambitie 2 uitvoeringskader. Het Rijk gaat met landelijke tenders werken waar op ingeschreven moet worden.
Motie Schipper c.s Rapportage Energiefonds
Verzoek om halfjaarlijkse rapportage en rapportage over energie-innovatie
21 09 2011
via P&Ccyclus (Cie 12 10 2011) en energie-innovatie in jaarverslag
Motie De Bree c.s. Social Return
Motie roept GSop Social Return als standaard werkwijze binnen de provincie Overijssel op te nemen enPS te informeren over het verloop en de resultaten.
02 11 2011
Ambities 2 en 5 uitvoeringskader
Motie De BreeTenkink economische missie
Motie verzoekt GS in het uitvoeringsprogramma regionale economie aandacht te besteden aan de economische missie Kerntakenbegroting.
02 11 2011
Uitvoeringskader is uitwerking van de economische missie van kerntaak Regionale Economie
Motie De BreeTenkink werk maken van kennis
Motie verzoekt GS in het uitvoeringsprogramma regionale economie aandacht te besteden aan werk maken van kennis.
02 11 2011
Ambitie 3 uitvoeringskader
Motie De BreeTenkink herstructurering bedrijventerreinen
Motie verzoekt GS in het uitvoeringsprogramma regionale economie aandacht te besteden aan herstructurering bedrijventerreinen en leegstand van kantoren.
02 112011
Ambitie 1 uitvoeringskader
Motie De BreeTenkink Europese fondsen kerntakenbegroting
Motie verzoekt GS in het uitvoeringsprogramma regionale economie aandacht te besteden aan de Europese fondsen.
02 112011
Verbinding is gelegd in ambities 1,3 en 6. Een separaat PSvoorstel over invulling Europese fondsen wordt voorbereid als de onderhandelingen met Rijk en Brussel zijn afgerond.
Aanbieden Coalitieakkoord 20112015; Innovatie en economie
20
Statenvoorstel nr. PS/2012/107
Motiede BreeTenkink innovatie maakindustrie
Motie verzoekt GS in het uitvoeringsprogramma regionale economie aandacht te besteden aan het stimuleren van innovatie in hoogwaardige maakindustrie.
02 11 2011
Ambitie 3 uitvoeringskader
Motie De Bree c.s. starters en doorstaiters
Motie verzoekt GS in het uitvoeringsprogramma regionale economie aandacht te besteden aan (door)startersbeleid voor ondernemers.
02 11 2011
Ambitie 2 en 3 uitvoeringskader
Motie De BreeTenkink vrijetijdseconomie en evenementen
Motie verzoekt GS in het uitvoeringsprogramma regionale economie aandacht te besteden aan de vrijetijdseconomie en het evenementenbeleid.
02 11 2011
Ambitie 5 uitvoeringskader
Motie Kerkdijk c.s.
Crisis in de bouwsector
02 11 2011
Brief aan PS is 20 december 2011verzonden.
Motie Lock c.s Innovatieplatform Twente (IPT)
Motie omtrent de mate van rechtvaardiging van continuering van het IPT nav het Rekenkamer onderzoek
25 11 2010
IPT gaat op in de nieuwe uitvoeringsorganisatie met KennisparkTwente. Aanbevelingen uit het Rekenkamer rapport zijn verwerkt en worden benut in de nieuwe situatie.
Statenvoorstel nr. PS/2012/107
21
Uitvoeringskader
Kerntaak
Economie 2012-2015 Versterken, vernieuwen en verbinden
Economie & Cultuur
februari 2012
Regionale
Colofon
Uitgave
provincie Overijssel Datum
februari 2012 4 april behandeling in PS Auteur
Cees Timmer Oplage
100 Fotografie/Illustraties
Provincie Overijssel Vormgeving
Provincie Overijssel Project/kenmerk
Uitvoeringskader Kerntaak Regionale Economie 2012-2015 Inlichtingen bij
De heer ir. C.J. Timmer PPPP telefoon: 038 499 87 77 email:
[email protected] Adresgegevens
Provincie Overijssel Luttenbergstraat 2 Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 499 88 99 Fax 038 425 48 88 www.overijssel.nl
[email protected]
Inhoudsopgave
1
Inleiding
2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5
Optimalisering vestigings- en ondernemingsklimaat Ruimte voor bedrijvigheid Bijdrage aan gebiedsspeerpunten Verbeteren fysieke en digitale bereikbaarheid Verminderen regeldruk Versterken culturele infrastructuur
9 9 10 11 12 13
3 3.1 3.2 3.3 3.4
Versterken van human capital en ondernemerschap Human capital binnen het Overijsselse topsectorenbeleid Bevorderen van ondernemerschap bij starters/ spin-offs Stimuleren van leerwerktrajecten Arbeidsmarktinformatie en kennisuitwisseling
15 15 16 17 17
4 4.1 4.2 4.3
Toename innovatiekracht industrie Versterken wetenschappelijke positie Verhogen van het economisch rendement van bedrijven Vergroten internationale oriëntatie bedrijfsleven
19 20 21 22
5 5.1 5.2 5.3
Transitie duurzame energievoorziening Bio-energie Slimmere energienetwerken Energiebesparing in de gebouwde omgeving en bij grote bedrijven
23 23 24 24
6 6.1 6.2 6.3 6.4
Een nog gastvrijere regio: toerisme 2.0 Nieuwe product-markt-partner-combinatie en duurzame ondernemerschap Beleving routestructuren Promotie en marketing 5 A-merken Evenementen en festivals
27 27 28 29 30
7 7.1 7.2
Verduurzaming en innovatie in de Agro-food-sector Versterken concurrentiekracht Maatschappelijk verantwoord ondernemerschap
31 31 33
8 8.1 8.2
Hightech toepassingen en energiebesparing in de bouw Investeren in en voor de bouw Stimuleren innovatie en duurzaamheid in de bouw
35 35 36
9
Monitoring
37
Trends en cijfers Overzicht herstructureringsprojecten 2009-2015 Open Innovatiecentra Governance model Innovatie
39 42 46 47
Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage
1 2 3 4
5
Uitvoeringskader Kerntaak Regionale Economie
3
4
Uitvoeringskader Kerntaak Regionale Economie
1
Inleiding
Open, uitdagend en bindend In 2011 hebben Provinciale Staten van Overijssel het hoofdlijnenakkoord De kracht van Overijssel vastgesteld. Motto van het akkoord is Inspireren, innoveren en investeren. Onderdeel van dit hoofdlijnenakkoord is een omvangrijke investeringsagenda van bijna een miljard euro voor de periode 2011-2015. Een belangrijk deel van dit geld gaat de provincie inzetten om de Overijsselse economie nog sterker te maken. Dat betekent: concurrerender, innovatiever en duurzamer. De provincie wil bijdragen aan een sterk ondernemende en zichzelf vernieuwende regionale economie en doet dat ook op een ondernemende en vernieuwende manier. Open, uitdagend en bindend. Focus en heldere keuzes De provincie gaat op zoek naar nieuwe dragers voor permanente economische groei vanuit economische sectoren die van belang zijn voor Overijssel. Daarbij stelt de provincie kaders om eigen initiatief en ondernemerschap maximaal uit de verf te laten komen. De provincie hanteert daarbij het uitgangspunt: niet de provincie staat centraal, maar partijen die economische en maatschappelijke meerwaarde leveren. Ruimte maken voor creativiteit en initiatieven: de economische kracht van de regio gericht aanboren. Beleid op basis van focus en heldere keuzes. Kortom: een stap terug voor de overheid, twee stappen vooruit voor regionaal ondernemerschap en nieuwe vormen van samenwerking met kennisinstellingen. Deze investeringsstrategie is een uitdrukking van die vernieuwing. Een robuuste omgeving voor een innovatieve economie Ambities, ontwikkelkracht van ondernemers, onderwijs & wetenschap en burgers zijn de motor achter de economische ontwikkeling van Overijssel. De provincie ziet het als haar opdracht om een robuuste omgeving te creëren die een duurzame zichzelf vernieuwende economie mogelijk maakt. Daarbij is ook de aantrekkelijke omgevingskwaliteit van Overijssel een belangrijke waarde. De ontwikkelkracht en vernieuwing van de Overijsselse economie liggen primair bij ondernemers en de onderwijs- en kennisinstellingen. Vernieuwing door uitdaging De provincie vindt dat ondernemerschap en innovatie het meest geprikkeld worden wanneer de ondernemingskracht van de regio wordt uitgedaagd. Uitdaging en eigen initiatief werken vernieuwend. Een besef dat de provincie sterk gaat uitdragen. Daarom daagt de provincie partijen uit om met plannen en initiatieven te komen die het resultaat zijn van de samenwerking tussen bedrijven en tussen bedrijven, onderwijs- en kennisinstellingen en maatschappelijke organisaties. Wij stimuleren ondernemerschap door het tot stand brengen en ondersteunen van samenwerkingsverbanden tussen ondernemers, kennisinstellingen en overheden (de Gouden Driehoek). Wij zoeken nadrukkelijk aansluiting bij de Europa-2020-strategie gericht op ‘slimme specialisatie’ en het nationale Topsectorenbeleid. Daarmee leveren we een bijdrage aan de ambitie van Nederland om in 2020 tot de top 5 van kenniseconomieën in de wereld te behoren. De provincie zegt tegen ondernemend Overijssel: ”Kom maar op. Laat maar zien”: • hoe we ons geld kunnen blijven verdienen? • wie straks het werk moet doen? • hoe we onze omgeving leefbaar en aantrekkelijk maken en houden? Wat sterk economisch bijdraagt en onderscheidend, vernieuwend en duurzaam is en blijft, zal de provincie honoreren. Zo zal de provincie initiatieven ondersteunen die bijdragen aan de ruimtelijke en sociale kwaliteit en aan het versterken van de duurzaamheid van de Overijssel. Maar deze ondersteuning rendeert alleen wanneer die gebaseerd is op scherpe keuzes vooraf.
Uitvoeringskader Kerntaak Regionale Economie
5
Deze investeringsstrategie geeft aan waar de provincie de economische kracht van de provincie zelf verder wil en gaat ontwikkelen en wat de provincie ziet als de pijlers van de huidige en toekomstige regionale economie die zij wil stimuleren en ondersteunen. Deze strategie fungeert daardoor ook als beoordelingskader voor de plannen en initiatieven waartoe de provincie ondernemend Overijssel uitdaagt. De provincie gaat de plannen en initiatieven van partijen op een transparante wijze beoordelen en waar wenselijk ondersteunen en honoreren. Rollen van de provincie De provincies zijn verantwoordelijk voor het regionaal economisch beleid en de daarbij passende ruimtelijke inrichting. Het Rijk decentraliseert deze taken en concentreert zich op het nationale ‘topsectoren’ beleid. De provincies zijn verantwoordelijk voor het tot stand brengen en ondersteunen van innovatieve samenwerkingsverbanden tussen ondernemers, kennisinstellingen en overheden bedrijventerreinenbeleid, het regionale vestigingsklimaat en de fysieke inpassing van bedrijven en kennisinstellingen. De provincie krijgt daarmee de regie over het regionaal (ruimtelijk)-economisch beleid. Wij pakken deze rol met kracht op. Een sterke internationale concurrentiepositie vraagt om regionaal beleid. Het zijn niet landen die met elkaar concurreren maar juist specifieke regio’s. Regionale omstandigheden maken het verschil in de kwaliteit van het vestigings- en ondernemersklimaat. Van groot belang zijn een goede bereikbaarheid en beschikbaarheid van kwalitatief hoogwaardige werklocaties, een aantrekkelijk woon- en leefklimaat, een op het bedrijfsleven aansluitende arbeidsmarkt en de aanwezigheid van innovatieve samenwerkingsverbanden en sterke kennisposities. Allemaal zaken die bepalend zijn voor bedrijven of organisaties om zich te vestigen, te blijven of te groeien. Recent is meer aandacht gekomen voor de relaties tussen de gevestigde industrie en daaraan gerelateerde nieuwere sectoren. Hoe sterker deze verbanden zijn, hoe krachtiger de regionale economie is. De provincie is bij uitstrek in staat om deze onderdelen met elkaar te verbinden en met elkaar in evenwicht te brengen. De toegevoegde waarde van de provincie komt tot uiting in de volgende drie rollen: 1. Kwaliteitsbewaker. De meeste economische opgaven vragen om een regionale afweging. Ook is de provincie beschermer van “kwetsbare” functies, zoals natuur en landschap, milieu, water en cultuur. De provincie is bij uitstek de overheid die de balans moet bewaken tussen vraag naar functies en het aanbod op regionaal niveau. De provincie geeft ook richting aan de omgevingskwaliteit waaraan ondernemers met hun activiteiten bij moeten dragen. Het kader hiervoor is de Omgevingsvisie. 2. Beleidsbepaler en investeerder. De provincie agendeert lange termijn ontwikkelingen, voordat er politieke belangen in het geding zijn. De provincie ontwikkelt een visie op de ruimtelijke, sociale en economische ontwikkeling en zorgt ervoor dat die visie wordt gerealiseerd door zelf initiatieven te nemen, mee te investeren in initiatieven van anderen en door regels te stellen aan gedrag en beleid van anderen om te beschermen dat wat moet worden behouden en tegen te houden dat wat niet bijdraagt aan die visie. De provincie heeft daarnaast een actieve rol van ontwikkelaar en (mede)-investeerder bij opgaven van een bovenlokale orde en opgaven met meervoudige beleidsdoelstellingen, zoals regionale gebiedsontwikkeling. Ook heeft zij een rol bij het realiseren van bepaalde, concrete zaken, zoals de aanleg van wegen en de ontwikkeling van natuurgebieden. 3. Belangenbehartiger. De provincie is in staat om over grenzen te denken en op verschillende schaalniveaus te werken aan het oplossen van regionale problemen. Ze trekt samen met het bedrijfsleven, de gemeenten en maatschappelijke organisatie op richting het Rijk als dat nodig is. Ze kan als gespreks- en zakenpartner fungeren voor de Duitse en Europese overheid en de coördinatie verzorgen van grensoverschrijdende en Europese initiatieven. Op verzoek van het bedrijfsleven kan de provincie deelnemen aan handelsmissies. Het invullen van bovenstaande verantwoordelijkheden en rollen vraagt om scherpte wie welke opgave oppakt en daarbij van andere overheden de ruimte krijgt deze opgave vorm te geven. Het aanspreken op resultaten hoort daar bij. Dat betekent dat: 1. Wij de regie voeren op de ontwikkeling van de regionale economie, voor zover binnen onze invloedsfeer. 2. We ons concentreren op de ontwikkeling van kracht vanuit de taak en inhoud. 3. Daar waar mogelijk en nodig we over grenzen heen kijken; we denken daarbij niet in strikte territoriale en administratieve grenzen, maar kijken hier overheen (bijvoorbeeld met private partijen, Gelderland en Duitsland). 4. We flexibele arrangementen en allianties vormen vanuit de opgaven. Onze aanpak is niet vooraf dicht getimmerd, maar we leveren maatwerk vanuit de vraag van ondernemers en kennisinstellingen.
6
Uitvoeringskader Kerntaak Regionale Economie
5.
We de gemeenten en stedelijke netwerken vooral zullen aanspreken op hun taak en rol: het aanpakken van de kaartenbakken, de regeldruk, vergunningverlening, ruimtelijke ordening en mobiliteit. Hierover willen we afspraken maken met de betrokken gemeenten. Waar van toepassing zullen wij in de uitwerking van programma’s samen met gemeenten optrekken.
Rijk en Europa Wij willen de investeringen vermeerderen met Europese en nationale middelen. Wij hebben daarom ons uitvoeringskader zo geformuleerd, dat deze uitwerking een basis biedt voor de “slimme specialisatie strategie”, die vereist is voor de nieuwe periode van de structuurfondsen 2014-2020. Europese programma’s zien wij primair als instrument voor regionaal en regionaal-economisch beleid. Dit is in lijn met de visie vanuit de Europese Commissie en het Europees Parlement. De provincies willen de middelen uit de structuurfondsen in relatie tot de Europa2020-strategie inzetten in een regionaal programma dat regionaal wordt aangestuurd en uitgevoerd. Binnen dit programma zetten wij in op forse inzet in onze topsectoren. Overigens zullen de nieuwe Europese programma’s een robuust onderdeel hernieuwbare energie moeten hebben, omdat de verordeningen eisen dat minimaal 20 % van de EFRO-middelen in de komende programmaperiode voor hernieuwbare energie ingezet moet gaan worden. Onze aanpak Wij gaan uit van eigen kracht van de Overijsselse economie en zetten in op een combinatie van toonaangevende gebiedsgerichte projecten, versterking van vestigings- en ondernemingsklimaat en een bedrijvenbeleid voor specifieke economische sectoren. Wij kiezen voor een vraaggerichte benadering. De bedrijven zijn verantwoordelijk voor de strategievorming en kennisinstellingen voor de onderzoeksprogrammering. De provincie heeft oog voor de traditionele maakindustrie en werkgelegenheid en jaagt het proces van samenwerking, roadmapping (het ontwikkelen van een innovatiestrategie) en open innovatie aan en ondersteunt projecten en programma’s via innovatiefondsen en subsidies. Via open innovatie wordt ook het buitenlandse bedrijfsleven betrokken. Hier zijn goede ervaringen mee opgedaan in de afgelopen periode.
Voor de uitvoering van ons beleid formuleren we de volgende kaders: • De agendasetting vindt plaats door bedrijfsleven en kennisinstellingen. • Bij initiatieven die dicht tegen de markt aanliggen, werken we met risicovolle businesscases die een verdienmodel hebben en als onderscheidend, vernieuwend en duurzaam worden beoordeeld. • Onze middelen zetten we vooral in via leningen, garanties (onderdeel van subsidieinstrumentarium) en fondsen (participaties). In principe wordt niet meer dan 50% gefinancierd door gezamenlijke overheden. • Projecten die gericht zijn op aanjagen en ondersteunen van uitvoeringsorganisaties kunnen
Uitvoeringskader Kerntaak Regionale Economie
7
• •
•
via subsidies worden gefinancierd. Voorbeeldprojecten waarin het bedrijfsleven verantwoordelijkheid neemt voor de realisatie van omgevingskwaliteit in vooral de Groen-Blauwe-hoofdstructuur worden ondersteund. Projecten mogen ook partners van buiten Overijssel kennen, de projecten moeten wel renderen in Overijssel en aantoonbaar leiden tot versterking van de economische structuur en de internationale concurrentiepositie van het bedrijfsleven in Overijssel. De financiële bijdrage van de provincie is nodig om projecten gerealiseerd te krijgen.
De uitvoering van de fondsen zetten we op afstand en laten we over aan professionals.
8
Uitvoeringskader Kerntaak Regionale Economie
2
Optimalisering
vestigings-
en
ondernemingsklimaat
Om de strategische ligging van Overijssel op de verbinding Randstad – Duitsland – Noordoost Nederland – Scandinavië optimaal te benutten zetten wij in op een gerichte versterking van ons internationale vestigings- en ondernemingsklimaat. We willen duurzame werklocaties creëren met ruimtelijke kwaliteit die ondernemers voldoende ruimte bieden en die fysiek en digitaal goed bereikbaar zijn. De aanwezigheid van voldoende zoet water is ook een belangrijke vestigingsplaatsfactor en biedt mogelijkheden voor economische ontwikkeling. Daarnaast zetten we in op vermindering van de regeldruk en een effectieve handhaving. Het is niet alleen de ‘hardware’ in de vorm van ruimte, omgevingskwaliteit en bereikbaarheid, maar ook de ‘software’ die in toenemende mate de aantrekkelijkheid van onze steden en regio’s bepalen om er te wonen, te werken en te ondernemen. Het gaat dan om zaken als een aantrekkelijke en veilige woonomgeving, aantrekkelijk landschap en natuur, levendige (historische) binnensteden, de aanwezigheid van culturele, recreatieve en onderwijsvoorzieningen, festivals en evenementen en de beschikbaarheid van menselijk kapitaal. Vanuit de andere kerntaken van de provincie wordt een aantal programma’s ontwikkeld die het vestigings- en ondernemingsklimaat mede versterken. Het gaat daarbij onder anderen om investeringen in een aantrekkelijk landelijke gebied met natuur, landbouw en landschap (kerntaakprogramma Inrichting Landelijk Gebied), versterking van economische infrastructuur in binnensteden (programma Netwerksteden) en versterking van de culturele basisinfrastructuur (kerntaakprogramma Culturele Infrastructuur en Monumentenzorg).
2.1
Ruimte voor bedrijvigheid De provincie draagt, samen met gemeenten, primair zorg voor de ontwikkeling en realisatie van werklocaties die voldoen aan de (toekomstige) eisen van ondernemingen en de bereikbaarheid (zowel fysiek, als digitaal) van deze locaties. Dit is een structurele taak. De provincie is aangewezen als regisseur voor de planning en programmering van bedrijventerreinen. Wij willen een betere afstemming bereiken tussen de vraag en het aanbod van werklocaties in onze provincie. Daarbij is expliciet aandacht voor hergebruik van bestaande terreinen en gebouwen en voor uitbreidingsmogelijkheden van lokaal gewortelde bedrijvigheid in de maakindustrie. De leegstand van de kantoren in Nederland was in 2010 gemiddeld 13,5 %. De verwachting is dat de leegstand de komende jaren mogelijk nog meer zal toenemen. Deze landelijke tendens zien we ook in de Overijsselse steden. Vanuit de Rijksoverheid is daarom het Actieprogramma Aanpak Leegstand Kantoren gelanceerd. De provincie gaat samen met gemeenten en marktpartijen de komende jaren de leegstand van kantoren beteugelen.
Uitvoeringskader Kerntaak Regionale Economie
9
Wat gaan we daar voor doen? Revitalisering van netto 1290 hectare verouderde bedrijventerreinen en behoud van de kwaliteit van bestaande bedrijventerreinen en het tijdelijk of permanent transformeren van industrieel erfgoed en kantoren naar onderscheidende economisch-culturele omgevingen. Vooral op de oudere industrieterreinen liggen er mogelijkheden. Daarbij is ook aandacht voor asbestsanering. We gaan ook het kantorenbeleid aanscherpen en hiervoor meer samenwerken met de regionale kernen en de steden in de provincie en marktpartijen. De provincie gaat meer ruimtelijk ordenen vanuit economische en maatschappelijke meerwaarde en innovatie. De provincie zet zich in voor een veilige provincie en veilige IJsseldelta, mede vanwege de ontwikkelkansen van steden en regio’s. Daarmee is het een factor voor vestiging. De provincie zet zich tevens in dat er ook in droge tijden voldoende zoet water beschikbaar is economische sectoren als de landbouw, de industrie, recreatie en toerisme, maar ook voor het in stand houden van natuurlijke- en landschappelijke kwaliteiten. Wat of wie inspireert hier? Het Havenkwartier in Deventer wordt in de loop der jaren omgevormd tot een beeldbepalende plek in de stad waar wonen, werken en recreëren samen gaan. Een ander voorbeeld is de De Gieterij waar nu het ROC van Twente in Hengelo is gevestigd. In de voormalige gieterij van Stork heeft het ROC een ruimtelijk inspirerende leer-werkomgeving gerealiseerd. Het gebouw won de prijs van de BNA (Bond van Nederlandse Architecten) voor het mooiste gebouw van het jaar en de Overstichtsprijs voor Erfgoedbehoud. De innovatieve manier waarop de gemeente Zwolle de leegstand van kantoren op het Oosterenk rond de Isala Klinieken aanpakt. De gemeente Zwolle vervult hierin de rol van voortrekker. Wie gaan we hiervoor uitdagen? De steden en kernen in de provincie, stedelijke netwerken en marktpartijen om te komen tot een duurzame balans van vraag en aanbod op de markt van bedrijfslocaties. Partijen worden ook uitgedaagd om meer aandacht te besteden aan het kwaliteitsniveau van werklocaties, bijvoorbeeld via Parkmanagement. Wij dagen ook ondernemers uit hun verantwoordelijkheid te nemen voor het duurzaam benutten en versterken van de omgevingskwaliteit van vooral het landschappelijk gebied. Wij dagen de waterschappen en Rijkswaterstaat uit om te komen tot een veilig en duurzaam waterbeheer.
2.2
Bijdrage aan gebiedsspeerpunten Wij kennen een forse investeringsagenda gericht op grote ruimtelijke ontwikkelingsprojecten met complexe opgaven. Wij verbinden onze inzet gericht op versterking van het vestigings- en ondernemersklimaat en inzet op specifieke sectoren met de gebiedsgerichte projecten. De gebiedsgerichte aanpak richt zich op samenhangende versterking van wonen, natuur, water en werken. Wij zetten in op gebiedsontwikkelingen met een belangrijke economische component.
10
Uitvoeringskader Kerntaak Regionale Economie
Wat gaan we daar voor doen? Verdere gebiedsontwikkeling van de Innovatiedriehoek (doorontwikkeling Kennispark tot nationale campus, Hart van Zuid en Luchthaven), Spoorzone Zwolle (in combinatie met de Hanzelijn), Ruimte voor de Vecht, IJsseldelta Zuid en NoordoostTwente.
Wat of wie inspireert hier? Kennispark Twente is de innovatiecampus van de Universiteit Twente en Saxion Hogecholen waar kennisintensieve ondernemers zich succesvol kunnen ontwikkelen. Hier vinden startende en doorgroeiende kennisintensieve ondernemers toegang tot netwerken met financiers, talentvolle werknemers, business development supportprogramma's en nieuwe ideeën. Kennispark Twente biedt de omgeving voor innovatie en ondernemerschap: zo bouwen de UT en Kennispark Twente aan The Gallery als nieuw centrum voor innovatieve bedrijven op de campus en zijn hoogwaardige onderzoeksfaciliteiten van de UT opengesteld voor bedrijven. Kennispark coördineert ook de gebiedsontwikkeling op de campus en de aanliggende werklocatie. Kennispark Twente is één van de 4 innovatiecampussen die van nationaal belang zijn. Kennispark Twente is een initiatief van de Provincie Overijssel, de gemeente Enschede, de Universiteit Twente en Saxion. Wie gaan we hiervoor uitdagen? Het Rijk, de stedelijke netweken, kennisinstellingen.
2.3
gemeenten,
het
bedrijfsleven
en
de
onderwijs-
en
Verbeteren fysieke en digitale bereikbaarheid Een goede bereikbaarheid is een essentiële randvoorwaarde voor de ontwikkeling van de regionale economie. Een fors deel van onze investeringsimpuls komt direct ten goede aan de bereikbaarheid en daarmee aan het functioneren van de stedelijke netwerken Netwerkstad Twente, Zwolle-Kampen Netwerkstad en Stedendriehoek (Deventer). Naast investeringen in het (vaar)wegennet zetten we in op de versterking van het openbaar vervoer en ketenmobiliteit, multimodale overslag en op een snelle en betrouwbare internetverbindingen om onze positie binnen de kenniseconomie verder te versterken. Wat gaan we daar voor doen? Realisering van capaciteitsuitbreiding van de A1 tussen Apeldoorn en Azelo. Investeringen in de N34, N340, N50, en N307. Investeringen in de N35 om de verbinding tussen Zwolle-Kampen Netwerkstad en Twente te verbeteren. Daarnaast investeren we in de N348 tussen Raalte en Ommen en de N18 (versterken verbinding tussen Twente en Doetichchem/ Arnhem. Opwaardering van diverse spoorlijnen: de Kamperlijn, de Vechtdallijnen en de verbinding Zwolle-Enschede. Specifiek voor het goederenvervoer investeren we in de verbetering van vaarwegen en multimodale overslag, in samenwerking met de havens van Rotterdam en Amsterdam. Op dit moment wordt, onder regie van de Regio Twente (Logistieke Draaischijf) en de gemeente Zwolle, onderzocht hoe de logistieke sector in deze regio’s verder kan worden versterkt. Onze inzet bepalen we op basis van de uitkomsten van deze onderzoeken.
Uitvoeringskader Kerntaak Regionale Economie
11
Wat of wie inspireert hier? Doordat de provincie de verbreding van de A1 tussen de Stedendriehoek en Twente heeft voorgefinancierd aan het Rijk zal de verbreding van deze rijksweg eerder gerealiseerd worden en sneller bijdragen aan de bereikbaarheid van de provincie.
Twente wil meer vervoer over het water. Het bedrijfsleven in Twente en de Duitse grensstreek kijkt steeds nadrukkelijker naar het water als vervoersas, nu de wegen dichtslibben en de stijgende dieselprijzen vervoer per truck onaantrekkelijker maken. Combi Terminal Twente (CTT) in Hengelo is een multimodale overslag die een economische impuls aan het gebied heeft gegeven en een alternatief biedt voor milieubelastend wegvervoer. Wie gaan we hiervoor uitdagen? De provincie gaat het Rijk uitdagen om de bereikbaarheid van de provincie via het water te vergroten door een betere ontsluiting van de havens aan het IJsselmeer en Twente. Ook dagen wij het Rijk uit de Betuwelijn te optimaliseren. Wij dagen de logistieke sector uit om helder te maken welke bijdrage, buiten de investeringen in de bereikbaarheid, van de provincie wordt gevraagd.
2.4
Verminderen regeldruk Minder regels vergemakkelijken het ondernemen en verminderen de administratieve lasten van ondernemers. Hoewel de regeldruk vanuit de provincie beperkt is (ongeveer 5% van alle regels), sluiten wij ons aan bij de rijksdoelstelling om het aantal regels te verminderen en waar mogelijk te vereenvoudigen. Een goed voorbeeld is ons nieuwe subsidiekader dat we recent hebben vormgegeven. Wat gaan we daarvoor doen? Wij zullen er bij andere overheden op aandringen hun regelgeving kritisch te bezien en te stroomlijnen, waar dit een relatie heeft met het regionaal economisch beleid. Wij streven naar een snelle vergunningverlening. Wij koppelen subsidies aan benodigde vergunningen en benoemen in samenwerking met de gemeenten accounthouders voor de top 30 ‘grote’ bedrijven. Bij grote projecten draait de provincie mee in ontwikkelteams.
12
Uitvoeringskader Kerntaak Regionale Economie
Wat of wie inspireert hier? De gemeente Deventer heeft een nieuwe Algemene Plaatselijke Verordening (APV) opgesteld waarmee de afgelopen jaren de regeldruk voor het lokale bedrijfsleven en burgers sterk is verminderend. De nieuwe APV is een van de maatregelen die Deventer uitvoert om de regeldruk te verminderen en de dienstverlening te verbeteren. De insteek van deze APV is regelgeving waar burgers en bedrijven mee gebaat zijn en regels die worden gekenmerkt door eenvoud in uitvoering. Zo kunnen vergunningen ook voor onbepaalde tijd worden afgegeven. Het jaarlijks opnieuw aanvragen van een vergunning is hierdoor overbodig. De gemeente Deventer voorkomt hiermee dat de uitvoeringslasten van regels een rem zetten op een concurrerende en ondernemende economie. De gemeente Deventer heeft hiervoor van het Rijk een bewijs van goede dienst ontvangen.
2.5
Versterken culturele infrastructuur Een sterk ondernemersklimaat komt alleen goed tot stand in een omgeving die dat ondersteunt en uitnodigt tot ontmoeting, inspiratie en creativiteit. Zo is er aantoonbaar verband tussen de beschikbaarheid van voldoende culturele voorzieningen en de aantrekkelijkheid van een stad als woon- en werkomgeving. Samenwerking tussen ondernemers en kunstenaars leidt tot innovatieve ideeën met economische meerwaarde. Wat gaan we daarvoor doen? • versterking van de culturele basisinfrastructuur (kerntaakprogramma Culturele Infrastructuur en Monumentenzorg); • het leggen van verbindingen tussen de creatieve sector en het MKB. Bijvoorbeeld met de projecten ‘Met creativiteit meer economie’ en ‘Kunstenaar als coach voor het MKB’ en ‘de =MEER innovatieprijs voor co-creatie’; • verbinden van enkele grootschalige festivals en evenementen met het lokale/ regionale bedrijfsleven en kunst, cultuur, sport en zorg (programma Vrijetijdseconomie); • betrokkenheid van ondernemers bij culturele activiteiten en manifestaties en maatschappelijke initiatieven zal eveneens gestimuleerd worden. Hierbij wordt nadrukkelijk de samenwerking met gemeenten, onderwijsorganisaties en sociale instellingen gezocht. Door het maken van slimme en nieuwe combinaties tussen de doelen en de middelen van de programma’s zorgen we er voor dat deze elkaar versterken. Wat of wie inspireert hier? Museum De Fundatie in Zwolle en Wijhe en Het Nederlands Symfonieorkest tonen verregaand ondernemerschap. Dat vertaalt zich in groeiende bezoekersaantallen. Beide culturele instellingen zijn bereid hun deskundigheid te delen. De Nieuwe Oost: de grootste talentontwikkelaar in Nederland, voortkomend uit een productiehuis voor toneel, popmuziek en literatuur. Wie gaan we uitdagen? Culturele instellingen gaan wij uitdagen om ondernemender te worden en andere vormen van samenwerking en nieuwe verdienmodellen te ontwikkelen. Ook doen wij een beroep op het kunstvakonderwijs om samen met culturele instellingen vraag en aanbod beter op elkaar te laten aansluiten. Wij dagen de industrie uit om, meer dan nu, de conceptuele kracht van de creatieve sector te gebruiken.
Uitvoeringskader Kerntaak Regionale Economie
13
14
Uitvoeringskader Kerntaak Regionale Economie
3
Versterken
van
human
capital
en
ondernemerschap
De ontwikkeling van de regionale (kennis)economie wordt in toenemende mate bepaald door de aanwezigheid van menselijk kapitaal. De beroepsbevolking moet ‘een leven lang leren’, ook wel sociale innovatie genoemd, om te kunnen blijven werken met nieuwe software en apparatuur, om innovaties te begrijpen en toe te passen. Mogelijke groei van onze bedrijven staat onder druk door een groeiend tekort aan vooral technisch personeel op alle onderwijsniveaus. De beschikbaarheid van gekwalificeerd personeel door het bedrijfsleven is van doorslaggevende betekenis voor een gezonde Overijsselse economie in de toekomst. De provincie gaat via een krachtige onderwijs-arbeidsmarkt-aanpak regionale samenwerking vormgeven tussen onderwijsinstellingen, bedrijven, gemeentes, sociale werkplaatsen en instellingen. Het gaat daarbij om alle niveaus van de arbeidsmarkt: topsectoren, startende ondernemingen en werkgelegenheid op mbo-niveau. De provincie wil in het kader van maatschappelijk verantwoord ondernemen de bijdrage van bedrijven aan het sociale beleid van gemeenten en regio's, versterken. Dit zal onder andere tot uiting komen bij opdrachten en aanbestedingen, waarin expliciet gevraagd zal worden naar de beschikbaarstelling van leerwerkplaatsen (zie 'stimulering van leerwerktrajecten').
3.1
Human capital binnen het Overijsselse topsectorenbeleid Binnen onze topsectoren doet de problematiek van een toenemend tekort aan voldoende gekwalificeerd personeel zich vooral voor in de hightech en kunststoffenindustrie en de zorg. Zo zal 30% van de technici de komende tien jaar uitstromen, terwijl de instroom en interesse in techniek beperkt is. Op dit moment is er al een tekort aan (hoog) geschoolde medewerkers, zowel vakmensen als ingenieurs, in (bèta)techniek. Ook in de bouw en landbouw speelt de toekomstige beschikbaarheid van voldoende gekwalificeerd personeel. Op korte termijn is nog sprake van een overschot aan arbeidskrachten, maar als gevolg van te lage instroom, vergrijzing en versnelde uitstroom dreigt ook hier een tekort. De provincie wil via de stimulering van nieuwe onderwijsarrangementen bijdragen aan een technisch gekwalificeerde beroepsbevolking. Wat gaan we daar voor doen? Wij stellen gezamenlijk met het bedrijfsleven en de onderwijsinstellingen een human-capital-agenda op voor de Overijsselse topsectoren. Versterken van de samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven door een betere afstemming van het onderwijs op de economische potentie van de regio. Dat doen wij door het realiseren van Centra voor Innovatief vakmanschap (MBO) en Centers of expertise (HBO). De
provincie
wil
opleidingsinstituten
voor
onderwijsgevenden
(pedagogische
academies,
Uitvoeringskader Kerntaak Regionale Economie
15
lerarenopleidingen VO, Twente School of Education, e.a.) ondersteunen bij de ontwikkeling van een aanbod waarin bètatechniek een centrale rol krijgt. In dit kader wil de provincie de ontwikkeling van een kenniscentrum onderwijskolom bevorderen. Wat of wie inspireert hier? In samenwerking met Demcon Advanced Megatronics is de hogeschool Saxion in Enschede een voltijdopleiding Mechatronica gestart. Megatronicaspecialisten werken op het snijvlak van werktuigbouw, elektronica en informatica. Met de opleiding speelt Saxion in op de ontwikkelingen in de Twentse hightech industrie. Hogeschool Windesheim heeft samen met Wavin en API een lectoraat kunststoftechnologie opgezet. Windesheim en Deltion zijn betrokken bij het Polymer Sciene Park (DSM, Wavin). Ook hier spelen de onderwijsinstellingen in op de regionale opleidings- en onderzoeksvraag van het bedrijfsleven. Het Devlab(Development Laboraties), is een initiatief van 12 MKB-bedrijven, waarbij er intensieve contacten zijn met HBO en WO voor stages, afstuderen en onderzoek. Wie gaan wij uitdagen? Bedrijven en onderwijsinstellingen om tot opleidings- en onderzoeksprogramma’s te komen die aansluiten op de vraag van het regionale bedrijfsleven.
3.2
Bevorderen van ondernemerschap bij starters/ spin-offs De provincie ondersteunt initiatieven die starters helpen in hun ondernemerschap, zodat ze sneller en succesrijker beginnen en zo de slaagkans van hun bedrijf vergroten. Onze bijzondere aandacht gaat uit naar starters/ spin-offs in de door ons geprioriteerde stuwende sectoren. Kennispark Twente heeft internationaal faam opgebouwd als het gaat om het valoriseren van kennis in nieuwe bedrijvigheid, zogenaamde spin-offs. De afgelopen 20 jaar zijn er vanuit Kennispark Twente ruim 750 ontstaan. Deze spin-offs (met een zeer hoog overlevingspercentage) zijn de bedrijven van de toekomst en daarmee nieuwe werkgevers. Wij willen de aanwezige kennis en ervaring rond kennisvalorisatie en ondernemerschap (spin-offs) bij Kennispark Twente (UT en Saxion) verbreden naar de regio Zwolle (Kennispoort regio Zwolle en Hogeschool Windesheim). Daarnaast bieden wij steun bij het investeringen in ondernemersvaardigheden via het bestaande coachingsprogramma ‘Ik Start Smart’, dat door de Kamer van Koophandel in samenwerking met gemeenten, onderwijs, de Regionale Bureaus Zelfstandigen (RBZ) en stichting Qredits (microkrediet) wordt uitgevoerd. In 2012 ondersteunen we een initiatief waarin Kamer van Koophandel en Regionale Organisatie Zelfstandigen (ROZ) Twente startende en doorstartende ondernemers helpen om de gevolgen van de economische crisis het hoofd te bieden. De steun kan bestaan uit kredietverlening, hrm-advies, marketing, e.d. De provinciale ondersteuning stimuleert de gewenste samenwerking tussen Kamer van Koophandel en ROZ Twente. Wat gaan wij daar voor doen? Ondersteuning van 500 starters en 150 spin-offs. Wat of wie inspireert hier? Binnen het valorisatieprogramma Kennispark Twente neemt ondernemerschap binnen de opleiding een belangrijke plaats in. Al tijdens de studie maken studenten kennis met onderschap en krijgen ze de kans een eigen bedrijf op te zetten. Ik Start Smart is een initiatief waarbij verschillende partijen samenwerken bij het begeleiden van mensen die een eigen bedrijf willen opzetten. De begeleiding door coaches uit het bedrijfsleven is een belangrijke succesfactor. De pilot Topondernemerregeling van Windesheim (HBO), Deltion (MBO) en Landstede (MBO) in Zwolle. Binnen het institutionele kader van het middelbaar en hoger onderwijs worden studenten gestimuleerd om hun diploma te halen en een succesvol bedrijf op te bouwen. De hogeschool en de mbo-instellingen gaan onder andere afwijkende tentamenmomenten instellen, en de aanwezigheidsplicht anders inrichten voor succesvolle ondernemers. Ook krijgen de studentondernemers de mogelijkheid hun eigen bedrijf in te brengen als afstudeeronderwerp.
16
Uitvoeringskader Kerntaak Regionale Economie
3.3
Stimuleren van leerwerktrajecten Alleen investeren in de ontwikkeling van werkgelegenheid in de topsectoren is niet voldoende voor een gezonde Overijsselse economie. Werkgevers hebben duidelijk gemaakt dat de kansen voor mensen zonder Mbo-opleidingsniveau zeer beperkt zijn. De uitdaging is om laagopgeleiden toe te leiden naar gekwalificeerde functies met een adequate beloning en perspectief op doorgroei. Het is duidelijk dat dit uitsluitend kan worden gerealiseerd door het bedrijfsleven, met voldoende ondersteuning vanuit gemeenten, onderwijs en andere instellingen. De provincie gaat deze regionale samenwerking stimuleren. Wat gaan we daar voor doen? De provincie wil regionale samenwerking stimuleren. Deze samenwerking moet leiden tot afspraken over aantallen, soorten trajecten, taakverdeling en bekostiging van de leerwerktrajecten. De samenwerking moet bij voorkeur gestalte krijgen in regionale actieplannen ‘leerwerktrajecten’. In dit kader willen wij ondersteuning bieden aan lokale en regionale initiatieven op het gebied van thuiszorg, persoonlijke dienstverlening en verpleging. Vooral in deze sectoren ontstaan baanperspectieven op laaggeschoold niveau. De provincie wil projecten ondersteunen waarbij werkzoekenden instromen in deze werkplekken en via begeleiding en scholing doorgroeien naar stabiele banen. Wij willen in deze regionale arrangementen de volgende onderdelen inbrengen: • Voortzetting van het 1000-jongerenplan. • De realisatie van het werkschool-model. Hierbij sluit de provincie aan bij het kabinetsbeleid, waarbij aan schoolverlaters eveneens leerwerkbanen worden aangeboden door bedrijven. • De uitvoering van het actieplan ‘laaggeletterdheid’, gericht op bestrijding laaggeletterdheid en onvoldoende rekenvaardigheid op het werk. Ook hier is de provinciale betrokkenheid vooral gericht op het stimuleren van de actieve deelname van bedrijven in de aanpak. • Versterking van ‘social return’. Conform de wens van Provinciale Staten zal de provincie (als werkgever en opdrachtgever voor diensten en werkzaamheden) bij aanbestedingen en opdrachten die daarvoor geschikt zijn, nadrukkelijk vragen om leerwerkplekken bij opdrachtnemers en daarnaast inzet van ‘social return’ bij gemeenten, waterschappen en woningcorporaties stimuleren. Wat of wie inspireert hier? Het 1000-jongerenplan. Met dit project (start in 2010) wordt aan kwetsbare jongeren een leerwerkbaan én intensieve begeleiding geboden op het gebied van schuldsanering, huisvesting e.d. De provincie biedt in dit project aan werkgevers een subsidie voor begeleidingskosten op de werkplek. De ervaringen die in dit project worden opgedaan zijn van groot belang bij de voorgestelde regionale arrangementen. Rouveen Kaasspecialiteiten streeft ernaar om mensen in dienst te nemen met minimaal een MBO diploma. Meestal is dit geen Voeding- of Levensmiddelentechnologieopleiding. Om die redenen wordt er intern een opleiding levensmiddelentechnologie en hygiëne gegeven. Dit is niet alleen belangrijk voor het maken van de vele kaasspecialiteiten, maar ook om te kunnen mee denken in proces- en kwaliteitsverbeteringen en het ontwikkelen van nieuwe producten. Nieuwe medewerkers worden opgenomen in een opleidingsplan. Door het breed opgezette opleidingsbeleid in nauwe samenwerking met het AOC Oost Voeding, ontstaan er goede doorstroommogelijkheden voor de medewerkers van Rouveen Kaasspecialiteiten. Voor de mensen biedt dat voortdurend nieuwe uitdagingen. Wie gaan wij uitdagen? Regionale ondernemers, MBO-instellingen, gemeenten, sociale werkplaatsen en hulpverlenende instellingen.
3.4
Arbeidsmarktinformatie en kennisuitwisseling De provincie wil op bredere schaal informatie-uitwisseling stimuleren op het gebied van onderwijs en arbeidsmarkt, ook waar het grensoverschrijdende arbeid en onderwijs betreft. Dit zal gebeuren door de organisatie van conferenties, studiedagen en seminars. Ook hier zal met betrokken arbeidsmarktpartijen nauw worden samengewerkt.
Uitvoeringskader Kerntaak Regionale Economie
17
18
Uitvoeringskader Kerntaak Regionale Economie
4
Toename innovatiekracht industrie
Wij willen bijdragen aan het versterken van de (internationale) concurrentiepositie van het Overijsselse bedrijfsleven. Het versterken van sterke sectoren draagt naar onze overtuiging bij aan ontwikkel- en trekkracht voor andere sectoren. Overijssel heeft een uitstekende uitgangspositie in een viertal topsectoren: Hightech, Chemie, Energie en Life Sciences/ Health. Deze positie hangt samen met de werkgelegenheid in de sector, de toegevoegde waarde, de export, investeringen in onderzoek en ontwikkeling en aanwezige kennisposities. Deze sterke regionale clusters leveren een grote bijdrage aan de welvaart in Overijssel en oefenen een grote aantrekkingskracht uit op buitenlandse bedrijven om zich te vestigen in Overijssel of met Overijsselse bedrijven samen te werken. Overijssel streeft naar een hogere toegevoegde waarde door de Hightech industrie door middel van innovatie. Verder streven we naar een versterking van de wetenschappelijke positie van de Overijsselse topsectoren en van het vergroten van de internationale oriëntatie van het bedrijfsleven. Om deze ambities waar te kunnen maken staan de bedrijven en kennisinstellingen voor de volgende uitdagingen: •
• • •
Er moet voldoende gekwalificeerd technisch personeel beschikbaar zijn en blijven om te kunnen voldoen aan de behoefte van de bedrijven. Samenwerking tussen de gehele onderwijskolom en het bedrijfsleven is daarbij noodzaak. Samenwerking tussen bedrijven moet blijvend worden gestimuleerd, waarbij een actieve en agenderende rol van het bedrijfsleven uitgangspunt is. Innovaties bij kennisinstellingen moeten zo efficiënt mogelijk tot economisch rendement komen via het bestaande bedrijfsleven en spin-offs. Financieringsarrangementen moeten innovatieve bedrijven en samenwerkende bedrijven optimaal ondersteunen.
De basis voor onze inzet is het met het bedrijfsleven, de kennisinstellingen en de overheden ontwikkelde businessplan High Tech Twente/ Innovatiesprong Twente, als ook het position paper Kunststoffen voor de regio Zwolle en de uitwerking van deze plannen in zogenaamde technology roadmaps. Op het gebied van Life sciences/ Health verbinden wij onze inzet aan de Red Medtech Highway: een as van Twente via Nijmegen naar Oss en Eindhoven, met aftakking naar Groningen en Munster. Op deze as raakt ook de regio Zwolle steeds meer aangesloten. Wij kiezen nadrukkelijk voor een eigen inkleuring ten opzichte van en aanvullend op het nationale Topsectorenbeleid. Vanuit bedrijfsleven is een duidelijk signaal afgegeven dat de nationale aanpak niet goed past bij de behoeften van het Overijssels MKB. Governance: sturing innovatiebeleid Voor de sturing van het innovatiebeleid in Overijssel zetten wij in op een scherpere verdeling van verantwoordelijkheden en innovatie in de samenwerking tussen overheden en tussen overheid en bedrijfsleven, onderwijs- en onderzoekinstellingen.
Uitvoeringskader Kerntaak Regionale Economie
19
Daarbij hanteren wij de volgende uitgangspunten: 1. Innovatie is een van de pijlers van economisch beleid. Het governancemodel heeft op dit onderdeel betrekking. 2. Human capital maakt onderdeel uit van het governancemodel op innovatie. 3. De overheden gaan over de organisatie en uitvoering van het voorwaardenscheppend beleid in een goede onderlinge rolverdeling. 4. Op strategisch niveau stemmen overheden hun beleid af met de kennisinstellingen en het bedrijfsleven gericht de ontwikkeling van de economie van Overijssel. De uitwerking van de hiervoor benoemde uitgangspunten leidt tot het volgende hoofdmodel voor de governance, bestaande uit een Strategie Board, één Innovatieloket/ uitvoeringsorganisatie en een Platform regionaal bedrijfsleven en kennisinstellingen per regio. Voor de beoordeling van concrete projecten willen wij op provinciaal niveau een onafhankelijk en deskundig Investment Committee in het leven roepen. Kennispark Twente (inclusief het Innovatie Platform Twente), Kennispoort Zwolle en Innovatienetwerk/ Stedendriehoek Onderneemt vormen voor ons de loketten waar ondernemers met hun innovatievragen terecht kunnen. Vanuit deze loketten worden op verzoek van het bedrijfsleven en de kennisinstellingen vragen uitgezet, en wordt, wanneer noodzakelijk, ondersteuning gegeven. Deze innovatieloketten vormen de spil tussen de ondernemers en de verschillende intermediaire organisaties die zich met innovatie bezighouden.
4.1
Versterken wetenschappelijke positie De toenemende kennisintensiteit van producten vraagt ook om steeds grotere investeringen in fundamenteel en toegepast onderzoek. In het doortrekken van de trend naar lichter en kleiner, met een lagere footprint (minder grondstoffen, minder energie, minder water en herbruikbaar) en hogere functionaliteiten, raken de domeinen van hightech systemen en hightech materialen de excellente wetenschappelijke omgeving van de kennisinstellingen van de Universiteit Twente, waar informatie- en communicatietechnologie, nanotechnologie en biomedische technologie tot de wereldklasse behoren (CTIT, MESA+ en MIRA). Deze technologie levert een belangrijke bijdrage aan de toekomstige economische positie van Overijssel en het oplossen van maatschappelijke vraagstukken. Ook in de technologievelden mechatronica/ robotica, materiaalkunde en kunststoftechnologie heeft Overijssel een sterke (nationale) kennispositie die nauw aansluit bij de Overijsselse industrie. Wat gaan we daar voor doen? Het opstellen van een meerjarige agenda met de Overijsselse Centra voor Research en Innovatie (OCRI) voor de zorg (Hightech Health Farm) en voor bio-energie (BE2.O) en het financieel ondersteunen van de uitvoering van deze agenda. De provincie wil bijdragen aan de versterking van de wetenschappelijke positie op het gebied van ICT, nanotechnologie en medische technologie, daar waar dit aansluit bij de vraag van het regionale bedrijfsleven en het bedrijfsleven zelf ook bereid is mee te investeren. Wat of wie inspireert hier? Het instituut MIRA voor onderzoek van biomedische technologie en technische geneeskunde gaat een Hightech Health Farm opzetten. Die locatie moet een proeftuin worden voor medische technologie en brengt wetenschappelijk onderzoek, klinische toepassingen en patiënten op een plek bij elkaar. Focus ligt op chronisch zieken. De ambitie is om zorg aan patiënten te bieden in een thuissituatie, waarvoor de patiënt dan niet naar een (dure en verre) ziekenhuissetting hoeft te gaan. Wie gaan wij uitdagen? De Universiteit Twente met haar onderzoeksinstituten, de gezondheidssector en de industrie.
20
Uitvoeringskader Kerntaak Regionale Economie
4.2
Verhogen van het economisch rendement van bedrijven De afgelopen acht jaar is vanuit verschillende programma’s (o.a. Pieken in de Delta, GO EFRO, ICT Diensteninnovatie, Nano4vitality, Twents Innovatieroute) fors geïnvesteerd in de sector Hightech. De kennisinfrastructuur is versterkt en er zijn veel innovatieprojecten op gang gebracht. Nog te vaak blijft onderzoek en ontwikkeling steken in prototypes en producten die niet verder zijn opgepakt door de industrie. Een extra stap is nodig om het rendement op de investeringen in onderzoek en ontwikkeling (verder) te vergroten. Open innovatiecentra, waarin de kennisinstellingen samenwerken met het bedrijfsleven, spelen in toenemende mate een belangrijke rol bij het tot waarde brengen van kennis. Open innovatie biedt kostenvoordelen en meer innovatiekracht in de gehele keten. Wat gaan we daarvoor doen? Het vergroten van het rendement op investeringen in onderzoek en ontwikkeling door het faciliteren van business development en door de toegang voor bedrijven tot risicokapitaal te vergemakkelijken. Hiermee voorkomen we dat er een zogenaamd innovatiegat ontstaat. Het gesignaleerde probleem van het ‘innovatie gat’ doet zich vooral voor bij bedrijven die van klein door willen groeien naar middelgroot tot groot. Bedrijven met groeipotentie, zogenaamde gazellen, hebben vaak forse kapitaalinjecties nodig, die veelal niet of gedeeltelijk door banken geleverd wordt vanwege de hoge technologische en marktrisico’s. Wij onderzoeken de mogelijk toegevoegde waarde van een fonds gericht op de behoefte van deze doelgroep. De provincie stimuleert, onder andere via de inzet van de ontwikkelingsmaatschappij Oost NV, de samenwerking tussen bedrijfsleven, wetenschap en onderwijs via open innovatiecentra: bijvoorbeeld het Polymer Science Park en het Open Innovatie Centrum Advanced Materials. Daarnaast ondersteunt de provincie Kennispark Twente, stichting Kiemt en stichting Health Valley bij de begeleiding van kennisintensieve starters (spin-offs) op het gebied van ICT, nanotechnologie, medische technologie en energie- en milieutechnologie. We zetten in op Overijssel als ‘etalage voor innovatie’. Waar relevant geven we ruimte aan het fysiek zichtbaar maken van innovaties in stedelijke en landelijke gebieden b.v. op de thema’s energie (energielandschappen), bouw (hightech) en landbouw. Wat of wie inspireert hier? AMMON is een door de industrie geleid programma met als (langere termijn)doelstelling het realiseren van een krachtiger industriële (technologische) infrastructuur voor Oost-Nederland. Op korte termijn moet AMMON industriële spelers in Oost-Nederland in staat stellen door onderlinge samenwerking meer onderscheidende producten sneller en effectiever in de markt te zetten. Afgeleide doelstelling is het creëren van een industriële community in Oost-Nederland waarin spelers elkaars business en technologische mogelijkheden goed kennen, nauwer samenwerken en waarin sleutelspelers elkaar vertrouwen: de basis voor snelle totstandkoming van toekomstige consortia. Inmiddels maken Pentair (Norit), Ten Cate, Wavin en Bronkhorst deel uit van de samenwerking. Er is interesse van enkele andere grotere bedrijven om toe te treden. De sturing van het programma is in handen van de Industrial Board, waarin de CEO’s van de grote deelnemers vertegenwoordigd zijn. Het Polymer Sciende Park, een samenwerkingsverband tussen DSM, Wavin, Hogeschool Windesheim, Deltion College, Gemeente Zwolle en de Provincie Overijssel, vormt de aftrap voor een open innovatiecentrum voor bedrijven en onderwijs, onder de noemer Polymer Science Park (PSP). Het PSP richt zich op bedrijven, onderwijs- en kennisinstellingen. Het PSP wil hen stimuleren om kennis en kunde op het gebied van kunststoffen en coatings te verbreden en verbeteren, en ook de bedrijvigheid ervan te vergroten. Deze voorziening leidt tot betere productieprocessen en meer producttoepassingen. Het PSP wordt een ecosysteem van samenwerkende partijen in de kunststof waardeketen en opent begin 2012 haar deuren. Wie gaan wij uitdagen? Ondernemers, onderwijs- en kennisinstellingen (Gouden driehoek).
Uitvoeringskader Kerntaak Regionale Economie
21
4.3
Vergroten internationale oriëntatie bedrijfsleven Bedrijven en kennisinstellingen laten zich niet beperken door administratieve grenzen van gemeenten, regio’s, provincies of landen. Internationale samenwerking is voor bedrijven een belangrijk middel om de eigen concurrentiepositie te versterken. Veel bedrijven vinden op eigen kracht de voor hen geschikte partners. Vaak kan internationalisering ondersteunend werken aan de economische agenda. Het is dan ook niet voor niets dat wij, in afstemming met de nationale topsectoren, inzetten op gerichte buitenlandse acquisitie van hoogwaardige activiteiten die een bijdrage leveren aan onze speerpuntsectoren Hightech, Chemie, LifeSciences/ Health en Energie. Wij streven er naar in de periode 2012-2015 in totaal €100 miljoen aan directe buitenlandse investeringen aan te trekken. , wanneer het bedrijfsleven ons daarom vraagt willen wij technologische samenwerking tussen (consortia van) bedrijven en kennisinstellingen en internationale handelsbevordering stimuleren. Daarbij is het interessant te onderzoeken op welke wijze het Overijsselse bedrijfsleven beter kan profiteren van de economische groei in Duitsland en de daar aanwezige kennisposities. Wat gaan wij daarvoor doen? Het aantrekken van buitenlandse investeringen (door de Ontwikkelingsmaatschappij Oost Nederland (Oost NV) in samenwerking met het Netherlands Foreign Investment Agency (NFIA)). Het faciliteren van grensoverschrijdende technologische samenwerking, in het bijzonder met onze Duitse buren. Het (mede) organiseren van en deelname aan handelsmissies wanneer het bedrijfsleven ons daarom vraagt. Wat of wie is inspireert hier? Smart Bot is een grensoverschrijdend samenwerkingsverband van 24 partners in Duitsland en Nederland op het gebied van complexe robots. Het doel van de samenwerking is om zogenaamde multi-sensor-robot-platforms te ontwikkelen en te maken voor de zeevaart, landbouw en industrie. De samenwerking is de basis voor het ontstaan van een internationale ‘kennishub’ op het gebied van multi-sensor-robots. Wie gaan wij uitdagen? Het midden- en kleinbedrijf op het gebied van hightech, life sceinces/ health, energie en chemie, Oost NV, het NFIA, gemeenten, het World Trade Centrum (WTC) Hengelo, de Kamer van Koophandel Oost Nederland.
22
Uitvoeringskader Kerntaak Regionale Economie
5
Transitie duurzame energievoorziening
Inzet op een duurzame economie draagt bij aan economische groei en werkgelegenheid. Onze energievoorziening speelt hierbij een belangrijke rol. Een groot deel van ons energieverbruik is (in)direct gekoppeld aan economische activiteiten en de bebouwde omgeving. Om de inrichting van de economie duurzaam te maken en minder afhankelijk van fossiele, dan wel geïmporteerde energie is de opgave primair om hernieuwbare energie een bredere en grotere toepassing te laten krijgen. Die opgave is internationaal, maar kan in Overijssel goed gecombineerd worden met het verduurzamen van de energievoorziening: groene groei. Gegeven het bestaande zwaartepunt voor bio-energie, zal de opgave zijn vooral daar deze combinatie in duurzame economische ontwikkeling vorm te geven. De provincie wil daarom hernieuwbare energie breder en sterker toepasbaar maken en streeft naar 20% hernieuwbare energie in 2020. Het aandeel hernieuwbare energie uit biomassa is daarin meer dan 50 %. Verder streeft de provincie naar meer slimmere energienetwerken en meer energiebesparing in de gebouwde omgeving en bij bedrijven.
5.1
Bio-energie Bio-energie is in Nederland de belangrijkste bron van hernieuwbare energie. Het hebben van een goede thuismarkt, waar ook innovaties kunnen worden beproefd, helpt bedrijven in Overijssel bij verdere expansie en export. In Overijssel is een actief cluster van bedrijven en kennisinstellingen rond bioenergie aanwezig, die de hele keten tussen oogst, bewerking en conversie afdekken. Deze bedrijven en instellingen hebben zich verenigd in het Bioenergiecluster Oost Nederland (BEON). Dit cluster biedt een kans om de ontwikkeling van biomassa als biobrandstof vorm te geven, als onderdeel van de transitie naar een bio-gebaseerde economie. Wat gaan we daar voor doen? Ondersteunen van de brede toepassing van bestaande technieken (vergisting), maar ook koploperprojecten wat betreft innovatieve technieken. Wij investeren in het Bio-energiepark Twente, als proeftuin voor nieuwe bio-energietoepassingen. Financiering van het onderzoeksprogramma OCRI (Overijssels Centrum voor Research en Innovatie) aan de Universiteit Twente, met een pijler bio-energie (BE2.O). Hierin worden o.a. de toepassingen voor pyrolyse-olie onderzocht. Wat of wie inspireert hier? De pyrolyse- fabriek in Hengelo van BTG in samenwerking met de Universiteit Twente. Hier wordt een innovatief product geproduceerd, dat kan uitgroeien tot wereldniveau. Hetzelfde geldt voor de Bio-ethanol fabriek in Hardenberg waar een nieuwe technologie wordt toegepast vanuit uitsluitend biomassa reststromen.
Uitvoeringskader Kerntaak Regionale Economie
23
Op lokale en regionale schaal zien wij veel agrariërs die investeren in mestvergistingsinstallaties. De eerste prototype minivergister met pure mest (HoST in Enschede) bewijst in Langeveen dat het concept werkt. Uitrol in Overijssel en daarbuiten wordt verwacht. Vergistingsinstallaties kunnen ook met elkaar verbonden worden tot een groen gashub. Voorbeeld hiervan is het project Groen Gashub Salland en het groen gashub project in Twente. Wat gaan we daar voor doen? Wij bieden die partijen die in hoge mate kunnen bijdragen aan onze ambities de mogelijkheid om subsidies, leningen, garanties en participaties aan te vragen. We steunen bio-energieprojecten ook door actief ondersteuning te bieden aan stuurgroepen en projectgroepen. Wie gaan wij uitdagen? Wij dagen grotere chemie- en technologiebedrijven uit te investeren in nieuwe processen en producten op het gebied van bio-energie. Wij dagen biomassaproducenten, overheden en netwerkbedrijven uit de keten van productie tot en met afzet (consument) te verbinden. Een gesloten biomassaketen is een voorwaarde voor de biobased economy.
5.2
Slimmere energienetwerken Slimmere energienetwerken maken op termijn een 20 tot 30% besparing op de energieopwekking mogelijk. Hier ligt ook een relatie met de gelijktijdige ontwikkeling van meer decentrale, duurzame energieopwekking en energieopslag (slimme bouw). Rondom deze smart gids, smart monitoring en intelligente bouw ontwikkelt zich een netwerk van bedrijven en toenemende samenwerking met de Universiteit Twente. Deze ontwikkeling biedt kansen voor een toekomstig cluster. Wat gaan we daar voor doen? Ondersteunen van de ontwikkeling van dit nieuwe cluster, mede in relatie tot onze inzet voor de sectoren hightech en de bouw. Wat of wie inspireert hier? Verschillende partijen werken aan slimme technieken om energiebesparing in huis te realiseren en energie effectief op het juiste moment in te zetten. Concreet is een pilot van start gegaan in Zwolle waar een experiment loopt met een slim energienetwerk. Hier komen slimme meters / technologie, eigen energieopwekking en de distributie van energie samen. Deze pilot is opgezet door netwerkbedrijf Enexis in samenwerking met een woningbouwcorporatie. Ook in Twente is een vergelijkbaar project gaande. Wie gaan wij uitdagen? Wij dagen particuliere eigenaren van woningen en woningbouwcorporaties uit te investeren in slimme (sensor)technologie om energie te besparen. Te investeren in energie-efficiëntie. Wij dagen netwerkbedrijven uit te investeren in slimme energienetwerken.
5.3
Energiebesparing
in
de
gebouwde
omgeving
en
bij
grote
bedrijven Investeringen in hernieuwbare energie brengt als spin-off werk voor bouwbedrijven en installatiebedrijven. In het energiefonds is € 100 miljoen gereserveerd voor leningen aan de woningbouwcorporaties. Deze middelen zijn bestemd voor de verduurzaming van de bestaande woningbouwvoorraad. Wat gaan we daar voor doen? Realiseren van energiebesparende maatregelen bij 15.000 woningen. Wij bieden particuliere woningeigenaren leenmogelijkheden om te investeren in hun woning. Met corporaties maken we afspraken over het versneld energiezuiniger maken van hun woningvoorraad.
24
Uitvoeringskader Kerntaak Regionale Economie
Wat of wie inspireert hier? De samenwerking tussen gemeenten, bouw- en installatiebedrijven en marketingbureaus om te komen tot een effectieve marktbenadering. Die particuliere woningeigenaren die investeren in het energiezuiniger maken van hun woning en daarmee hun energierekening zien dalen. De koplopersgroep woningbouwcorporaties die versnelt hun woningvoorraad energiezuiniger maken. Wie gaan wij uitdagen? Wij dagen bouw- en installatiebedrijven uit die kansen die zich voordoen op dit thema actief te benutten. Door hier een gezamenlijke marktbenadering in te ontwikkelen. Particuliere woningeigenaren dagen wij uit te investeren in het energiezuiniger maken van hun woning. Wij dagen alle woningbouwcorporaties uit te investeren in het versneld energiezuiniger maken van hun woningvoorraad.
Uitvoeringskader Kerntaak Regionale Economie
25
26
Uitvoeringskader Kerntaak Regionale Economie
6
Een nog gastvrijere regio: toerisme 2.0
Overijssel heeft een sterke toeristisch-recreatieve sector. De sector steunt op de aantrekkelijke (historische) steden en een afwisselend landschap, rijke cultuurhistorie en de fraaie en bijzondere natuur. In de afgelopen decennia is het belang van toerisme sterk toegenomen en vergroeid met aangrenzende terreinen als kunst, cultuur, sport, zorg en natuur. Ook het funshoppen is enorm gegroeid. We spreken daarom ook wel van de vrijetijdseconomie, waarbij het idee gastvrijheid in al zijn facetten centraal staat. Gezien de kwaliteiten van Overijssel kan het toerisme nog verder groeien: meer gasten, die langer blijven en een hoger bestedingspatroon laten zien. In 2014 realiseert Overijssel daardoor een marktaandeel van 10% op de Nederlandse markt (meerdaags verblijf) en in totaal 3.000 extra arbeidsplaatsen (in 2011 31.000). In de vrijetijdseconomie in Overijssel gaat jaarlijks 1,7 miljard euro om. Vakantiegangers brengen daarvan € 366 miljoen in; waarvan € 60 miljoen door onze gasten uit Duitsland en België. Samenwerking in de toeristische keten wordt gezien als essentiële voorwaarde voor succes. In 2011 is daarom toegewerkt naar de formele oprichting van ‘’Gastvrij Overijssel’’. Dit is een samenwerkingsverband van alle stakeholders uit de toeristische keten; bedrijfsleven, Kamer van Koophandel, Regionale Bureaus voor Toerisme en kennisleveranciers als de Saxion Hospitality Business School. Deze door de provincie geïnitieerde samenwerking maakt het mogelijk om steeds op 1 plek ontwikkelingen en activiteiten te bespreken en een gezamenlijke koers te bepalen. Voor die koers geldt als drager, de in 2010/2011 ontwikkelde Marketing Impuls Toerisme Overijssel die onder regie van de provincie tot stand kwam. Hierin zijn actielijnen per merk en campagnes voor de provincie opgenomen en is neergelegd op welke doelgroepen wordt gemikt. Wij willen deze nieuwe structuur de komende 4 jaar financieel ondersteunen en sluiten aan bij het Manifest ‘Gastvrij Overijssel’ 2012-2015. Wij zetten in op duurzame vernieuwing van de gastvrijheidseconomie door: ontwikkeling van nieuwe product-markt-partner-combinaties (PMPC’s), verhoging van de belevingswaarde van de routenetwerken en natuur & cultuur, versterking van het duurzame ondernemerschap, vereenvouding en versterking van de toeristische keten en meer aandacht voor de promotie en marketing van de vijf toeristische A-merken in Overijssel. In de promotie krijgen de Hanzesteden als thema een plek. Het vernieuwde festival- en evenementenbeleid draagt ook bij aan het stimuleren van de gastvrijheidseconomie.
6.1
Nieuwe
product-markt-partner-combinatie
en
duurzame
ondernemerschap Keuze- en combinatiegedrag van consumenten dwingt ondernemers tot het maken van aantrekkelijke producten en arrangementen. Nieuwe PMPC’s vergroten de aantrekkelijkheid voor consumenten en de toegevoegde waarde van de sector. Daarbij zijn verbindingen met andere sectoren essentieel. Juist op het snijvlak van sectoren ontstaan interessante mogelijkheden voor nieuwe PMPC’s. De verbinding met kunst, cultuur, sport, zorg en natuur bieden volop kansen, evenals verbindingen met nevenactiviteiten van de landbouw. Het ‘Overijssels Water’ voor de watersport en waterrecreatie, de toeristische cultuurbeleving en het ‘puur’ produceren en consumeren van producten Overijssel zijn nieuwe toeristische thema’s die in Overijssel meer aandacht gaan krijgen.
Uitvoeringskader Kerntaak Regionale Economie
27
Verduurzaming en vernieuwing van de bedrijfsvoering is voor de concurrentiepositie én de uitstraling van het bedrijf en de toeristische regio van belang. Wij willen ondernemers stimuleren om te excelleren in gastheerschap en duurzame productvernieuwing, samen met anderen en met overheden en kennisinstellingen. Wat gaan we daar voor doen? Het regisseren van programma’s voor Overijssels Water, Cultuurbeleving en Puur Natuur en het adopteren van nieuwe PMPC’s vanuit deze programma’s door het bedrijfsleven. Samen met Hiswa, Recron en Koninklijke Horeca Nederland vormt Duurzaam Ondernemerschap het thema in het vinden van nieuwe wegen om het energieverbruik terug te dringen en tot kostenreductie te komen. Hiermee wordt een duurzame dimensie toegevoegd aan het programma Innovatief Ondernemen in Toerisme in Overijssel (IOTO) 2010-2014. Er wordt toegewerkt naar het predicaat ‘green key’/ ‘blauwe vlag’. Bij dit project wordt een koppeling gelegd met het Energiefonds. Ook zetten wij in op het realiseren van bedrijfsnatuurplannen. Deze plannen zorgen voor een ‘natuurlijke’ en duurzame inbedding van het bedrijf in zijn omgeving. Wat of wie inspireert hier? In 2010 won Waterreijk Weerribben-Wieden de EDEN Award, de prijs voor “European Destinations of Excellence”. De EDEN AWARD beloont de combinatie van duurzame ontwikkeling en toerisme. Overijssel kent een aantal top-kampeerterreinen. Drie daarvan hebben in 2012 internationale erkenning gekregen door het predicaat ‘Superplatz’. Deze onderscheiding van de Duitse ADAC is te vergelijken met de Michelinster in de horeca. De Overijsselse Superplatzen zijn de campings Beerze Bulten, Kleine Wolf en Papillon. Om de waardering Superplatz te verkrijgen moeten de campings voldoen aan strenge criteria, waaronder luxe voorzieningen en ruime kampeerplaatsen die tegemoet komen aan de hoge kwaliteitseisen van de gasten. Het predicaat Superplatz is voor de kampeerder een belangrijk en vertrouwd keurmerk. Wie gaan wij uitdagen Wij gaan de ondernemers en de ketenpartners in de vrijetijdseconomie uitdagen om samen de nieuwe programma’s rond de thema’s Overijssels Water, Cultuurbeleving en Puur Natuur vorm te geven en nieuwe PMPC’s te realiseren. Natuurorganisaties dagen wij uit om samen met de recreatiesector te werken aan gastvrijheid in en rond de natuurgebieden. Wij dagen culturele instellingen uit om de samenwerking met de toeristische sector nog meer te zoeken en gezamenlijk een kwalitatief goed en aantrekkelijk aanbod samen te stellen.
6.2
Beleving routestructuren In de afgelopen 40 jaar is stelselmatig gewerkt aan de verbetering en vervolmaking van routenetwerken voor fietsen, wandelen, varen en paardrijden. Overijssel beschikt over ruim 3.000 km fijnmazig toeristisch fietsroutenetwerk en 500 km mountainbikenetwerk, 4.000 km wandelnetwerk, 95 km toeristische vaarroutes, 400 km kanoroutes en 400 km aan paardrijroutes. Deze netwerken liggen veelal in de Groen-BlauweHoofdstructuur en zijn verbonden met de aanwezige groenblauwe kwaliteiten. Deze routes zijn goed bewegwijzerd en behoren tot de beste van Nederland. De fysieke toeristische infrastructuur is daarmee kwantitatief en kwalitatief voldoende ontwikkeld. Ze stimuleert tevens vormen van duurzaam vervoer. De routenetwerken zijn ook digitaal ontsloten met applicaties voor telefoon, tablet en computer. Wel is er nog winst te halen uit de kwaliteitsverbetering van de routes zelf, bijvoorbeeld door ze te verplaatsen en verkeersveiliger te maken.
28
Uitvoeringskader Kerntaak Regionale Economie
Wat gaan we daar voor doen? Verhogen van de belevingswaarde van de routenetwerken. Met het bedrijfsleven en ketenpartners willen wij tot nieuwe allianties komen. Deze moeten uitmonden in nieuwe plannen en projecten, die gasten verleiden tot een bezoek aan - en zorgen voor meer bestedingen in Overijssel. De routenetwerken zijn daarvoor als zodanig niet voldoende. Het gaat om het toevoegen van thematische waarde door meer gebruik te maken van bijvoorbeeld de Overijsselse cultuurhistorie en arrangementen met ondernemers aan die routes. Wat of wie inspireert hier? Verhalenknooppunten uit het Vechtdal. Op 30 locaties in het routenetwerk in het Vechtdal staat een audionetic, een paal waarmee door trappen op een pedaal elektriciteit wordt gegeneerd om meerdere verhalen voor jong en oud te kunnen horen over het gebied. Het recent verschenen boek van Jan Terlouw, Hellehonden, is een uitstekend voorbeeld van hoe cultuurhistorie interesse kan opwekken voor een bezoek aan Twente. Wie gaan wij uitdagen Het toeristisch bedrijfsleven, brancheverenigingen als Recron, Hiswa en Koninklijke Horeca Nederland, partners als Saxion Hogescholen, het Historisch Centrum Overijssel en Musea zijn aan zet als het gaat om het verbinden van de routenetwerken met cultuur & natuur in arrangementen.
6.3
Promotie en marketing 5 A-merken Uit consumentenonderzoek blijkt dat Overijssel geen herkenbare toeristische bestemming is. De regio’s (5 A-merken) binnen Overijssel zijn dit wel. De 5 A-merken zijn: Salland “Natuurlijk gastvrij”; Twente “Landgoed van Overijsel”; Vechtdal Overijssel “Alle Tijd”; Waterreijk Weerribben Wieden “Ontspannen in het grootste wetland van Europa”en IJsseldelta “water, vriend en vijand”. Deze merken genieten buiten Overijssel echter nog te weinig bekendheid. De kwaliteiten van het toerisme in Overijssel moeten met behulp van promotie en marketing indringender onder de aandacht van de consumenten worden gebracht. Het profiel van de 5 toeristische merken in Overijssel moet daarvoor met specifieke acties, maatregelen en arrangementen scherper worden. De Hanze als thema behoort hier ook toe. De Nationale parken Weerribben Wieden en de Sallandse Heuvelrug en de Nationale landschappen Noordoost Twente en de IJsseldelta vormen het groenblauwe decor, waarin onze A-merken moeten excelleren. In 2010/2011 is met behulp van de trits: ‘’bezinnen, kansen zien/kansen benutten, waardecreatie’’ onder leiding van Saxion Hogescholen gewerkt aan het verscherpen van de profielen van de 5 toeristische merken. Onder de noemer ‘’Guest Journey’ is duidelijk geworden wat een gast belangrijk vindt en hoe de merken daar op in moeten spelen. Daarbij wordt uiteraard nauw gelet op de te bereiken doelgroep van consumenten. De Regionale Bureaus voor Toerisme geven hieraan samen met bedrijfsleven en ketenpartners vorm. Wat gaan we daar voor doen? Het voorbereidende werk in 2010/2011 moet in de komende periode worden verzilverd in concrete samenwerking, nieuwe producten en een verscherping van het specifieke profiel van de merken. Alle voorwaarden zijn daar nu voor aanwezig; een nieuwe keten, vastgelegde samenwerking, profielen, ontwikkelingsrichtingen en een marketingstrategie voor meerdere jaren.
Uitvoeringskader Kerntaak Regionale Economie
29
Wat of wie inspireert hier? De Marketing Impuls Toerisme Overijssel wordt door alle partners en partijen in Overijssel onderschreven. Hij geldt daarmee als richtingbepaler en drager voor de ontwikkeling van samenwerkingsverbanden en arrangementen. Wie gaan wij uitdagen Wij dagen het toeristisch bedrijfsleven en de Regionale Bureaus voor Toerisme in West Overijssel en Twente uit om de marketingimpuls te vertalen in concreet te ondernemen activiteiten en campagnes.
6.4
Evenementen en festivals Evenementen en festivals kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan het versterken van de regionale economie. Dit kan door het zoeken van de verbinding met het lokale/regionale bedrijfsleven en door dwarsverbanden te leggen met kunst, cultuur, sport, zorg, natuur en nevenactiviteiten van de landbouw. Juist op het snijvlak van disciplines kunnen nieuwe arrangementen ontstaan, die gasten kunnen interesseren voor een (langer) bezoek aanof een verblijf in Overijssel. Naast versterking van de regionale economie, wil de provincie dat de evenementen en festivals een bijdrage leveren aan de verscherping van het profiel van de 5 A-merken in Overijssel. De Regionale Bureaus voor Toerisme krijgen daarom een adviserende taak bij het selecteren van voorstellen. Wat gaan we daar voor doen? We stellen voor de vier komende jaren geld beschikbaar voor plannen die aan bovenstaande criteria tegemoet komen. Meerjarenprogramma’s moeten het fundament leggen onder de gewenste ontwikkeling. Een deel van het geld houden we jaarlijks beschikbaar voor innovatie ideeën. Deze moeten idealiter tegemoet komen aan meerdere doelstellingen van het hoofdlijnenakkoord. Wat of wie inspireert hier? Deventer Op Stelten (DOS) is een internationaal theaterfestival dat vorige jaar 130.000 bezoekers trok. Het festival verbindt culturele instellingen, lokale ondernemers, onderwijs, en vrijwilligers, heeft een landelijke uitstraling en werkt als een cultureel-economische olievlek voor de gehele regio. Het festival is een vernieuwende samenwerking aangegaan met ruim 85 toeristische Sallandse ondernemers om als pilot meerdaagse verblijfsarrangementen te ontwikkelen. Tegelijkertijd wordt het festival verlengd van drie naar vier dagen. Dit jaar zijn 150 toeristische arrangementen beschikbaar en via Internet te boeken. DOS heeft zich hiermee gekoppeld aan de toeristische regio Salland en zorgt voor veel extra dagrecreanten en toeristen die meerdere dagen verblijven in onze provincie. Wie gaan wij uitdagen We nodigen de bestaande grote festivals en evenementen, die hun organisatietalent hebben bewezen, uit om met de gevraagde meerjarenvoorstellen te komen. Via een jaarlijkse tender kunnen ook anderen in aanmerking komen voor de ondersteuning van hun innovatieve idee.
30
Uitvoeringskader Kerntaak Regionale Economie
7
Verduurzaming en innovatie in de Agrofood-sector
De Nederlandse agro-food sector is internationaal koploper en een van de motoren van de Nederlandse economie. Ook voor Overijssel is de betekenis van deze sector groot. De sector levert een stevige bijdrage aan de Overijsselse economie en zorgt voor een goed vestigingsklimaat voor niet-agrarische sectoren. De sector wordt geconfronteerd met verdwijnende vanzelfsprekendheden. De landbouw is niet langer de dominante bewoner en ondernemer op het platteland. De vanzelfsprekende acceptatie van het boerenbedrijf verdwijnt. Een zoon is niet meer per definitie garantie voor de continuïteit van het bedrijf. Europa beschouwt de landbouw niet lager meer als haar eigen instrument om voedselzekerheid te garanderen. In 2014 wordt het nieuwe Europese Landbouwbeleid van kracht, waarin minder geld beschikbaar komt voor bedrijfstoeslagen. De focus van het nieuw Europees Landbouw beleid wordt verlegd naar concurrentiekracht en innovatie en vergroening en verduurzaming van de sector. De landbouw, in Overijssel vooral de veehouderij, en de agro-food sector moeten zich ontwikkelen tot een volledig duurzame bedrijfstak met een breed draagvlak in de samenleving. Specifiek voor de veehouderij gaat het hier om een sector die produceert met respect voor mens, dier gezondheid en milieu. De provincie streeft naar een versterking van de concurrentiekracht van de sector via de stimulering van nieuwe duurzame economische ketens. De sector moet een jaarlijkse groei van de toegevoegde waarde laten zien die boven het landelijk gemiddelde ligt. Daarnaast moedigt de provincie maatschappelijk verantwoord ondernemerschap aan, stuurt zij aan op slim hergebruik van restmateriaal (bio-based-economie) via het programma Hernieuwbare Energie en mede verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van de groene omgeving en draagt zij bij aan de verbetering van het imago van de primaire sector. Vanuit ons programma voor een vitale en zichzelf vernieuwende regionale economie investeren we in de versterking van de concurrentiekracht en maatschappelijk verantwoord ondernemerschap in de landbouw, het terug dringen van (giftig) afval (zoals asbest) en moedigen wij hergebruik van materialen aan.
7.1
Versterken concurrentiekracht Het grootste deel van de toegevoegde waarde en de werkgelegenheid in Overijssel wordt gerealiseerd in de toeleverende en verwerkende bedrijvigheid in de steden en kernen. De bijdrage van de primaire sector is relatief klein en loopt geleidelijk terug. Fuseren en opschalen is een doorgaande trend in de toeleverende en verwerkende industrie. Deze opschaling zorgt voor een sterke sector die kan concurreren op de wereldmarkt.
Uitvoeringskader Kerntaak Regionale Economie
31
Het economisch perspectief van ondernemers verbetert door het produceren van producten in ketenverband met een hogere toegevoegde waarde die afnemers daadwerkelijk willen betalen. De (technologische) ontwikkeling van deze nieuwe product-markt-partner combinaties is een belangrijke kans voor Overijssel. Innovatieve voorlopers pakken die kans. Restproducten van de landbouw zijn doorgaans afval. In de bio-based economy is afval van het ene bedrijf grondstof voor het andere. Ondanks dat er veel biomassa omgaat in Overijssel, manifesteert de landbouw zich nog nauwelijks op dit terrein. Hier liggen kansen voor nieuwe product-marktpartner combinaties. Om mee te kunnen doen met de biobased economy moet de sector op zoek naar samenwerkingsverbanden met proces- en afvalverwerkende bedrijven. De eerste stappen hiervoor worden gezet in het programma voor hernieuwbare energie. Goed ruimtelijk beleid is van groot belang voor de primaire sector. De omgevingsvisie biedt voldoende ruimte. In de praktijk zijn er echter knelpunten rond stallenbouw die met inzet van meer kennis opgelost kunnen worden. De verkavelingssituatie in Overijssel is minder gunstig dan in de rest van Nederland. Vanuit het inrichtingsprogramma landelijk gebied werken we samen met onze partners aan verbetering van de kavelstructuur. Wat gaan we daar voor doen? Wij ondersteunen de voorlopers door financieel bij te dragen aan het uitwerken van hun kennisvragen. Het instrument agro-kennisvouchers zetten we voort. We stimuleren de ontwikkeling van duurzame stallen die bijdragen aan de ruimtelijke kwaliteit. De ervaringen die we hebben opgedaan in het project van de Rijksbouwmeester “mooie en innovatieve varkensstallen”, ons programma Ruimtelijke Kwaliteit en door de Ervenconsulent van het Oversticht werken we uit in overleg met de sector. De regeling Plannen met de toekomst, die zich richt op versterking van het ondernemerschap in de landbouw, zetten wij voort (doorontwikkeling huidige regeling). Daarbij leggen wij focus op ondernemers in of bij de groen-blauwe hoofdstructuur die landbouw en zorg voor natuur en landschap in hun bedrijfsvoering integreren. In overleg met de sector onderzoeken we of we voorlopers moeten bijven ondersteunen met subsidie uit de Keteninnovatieregeling. Wat of wie inspireert hier? Annemarie en Herbert Noordman zochten een goede manier om hun varkensbedrijf bij Lemelerveld uit te breiden. Deelname aan de ontwerpwedstrijd “mooie en innovatieve varkensstallen” leidde tot het ontwerp van een mooie en duurzame varkensstal voor 5000 vleesvarkens. De stal heeft 1-ster van de dierenbescherming en een bezoekerspaviljoen. Het ontwerp “Veldhoekporc” wordt in 2012 uitgevoerd. Koolzaadtelersvereniging Colzaco innoveert de productie van koolzaadolie. Koolzaad werd van oudsher geteeld als bodemverbeteraar. Eind vorige eeuw kwam koolzaad opnieuw in de belangstelling, maar dan als biobrandstof. Als spijsolie was koolzaad niet geschikt. De Oost Nederlandse Koolzaadtelersvereniging Colzaco heeft met een bijdrage van Overijssel een nieuw procedé ontwikkeld om van koolzaadolie spijsolie te maken. Spijsolie levert een hogere economisch rendement op dan brandstof. De “brassicaolie” slaat aan in culinaire kringen. In 2008 won de brassicaolie de horecava innovation award. Ook commercieel is de olie succesvol en nu verkrijgbaar op de Nederlandse markt. Colzaco bereidt zich voor op export binnen Europa. Wie gaan wij uitdagen Wij dagen ondernemers uit om innovatieve plannen te ontwikkelen die een antwoord geven op de verdwijnende vanzelfsprekendheden in de landbouw.
32
Uitvoeringskader Kerntaak Regionale Economie
7.2
Maatschappelijk verantwoord ondernemerschap Ondanks de economische crisis is de vraag naar biologisch geproduceerd voedsel toegenomen. Koploper is de zuivel. Grote zuivelexporteur Nederland moet echter biologische zuivel importeren om aan de eigen vraag te voldoen. Juist voor Overijssel, waar de levensmiddelenindustrie relatief sterk gekoppeld is aan de primaire productie van de melkveehouderij, liggen hier kansen. Overijsselse ondernemers zullen sneller moeten verduurzamen om de kansen te verzilveren. We zien de biologische landbouw als voorloper van maatschappelijk ondernemerschap. Bedrijvigheid die aandacht voor de omgeving, energie, milieu, water, volksgezondheid en dierenwelzijn volkomen vanzelfsprekend vindt. Verbrede landbouw en nieuwe economische dragers in het landelijke gebied maken vaak gebruik van vrijkomende agrarische bebouwing. Wat gaan we daar voor doen? Vanuit het programma inrichting landelijk gebied zetten wij in op vermindering van emissies uit de landbouw en inpassing van de Kaderrichtlijn Water. Dat doen wij via de projecten Proeftuin Natura 2000, Salland waterproof en de stimuleringsregeling Emissiebeperkende technieken. Vanuit het programma Nieuwe energie zetten we in op duurzame energie en energiebesparing in de agrarische sector. Hierbij is ook aandacht voor het gebruik van mest als energiebron. We ondersteunen de ontwikkeling van maatschappelijk verantwoord ondernemerschap ook in voormalige agrarische bebouwing. Het lopende project Echt Overijssel! stimuleert duurzame samenwerking van landbouw, natuurbeheer en ketenpartners. Dit project willen wij in overleg met de sector doorontwikkelen. In Overijssel liggen diverse Natura 2000 gebieden. Om de achteruitgang van biodiversiteit te stoppen moet de stikstofbelasting worden teruggebracht. De Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) geeft hiervoor het kader waarbij het uitgangspunt is dat de economische ontwikkeling niet in gevaar gebracht wordt. In principe biedt de PAS voldoende ruimte. Voorwaarde is dat de uitvoering van PAS maatregelen is geborgd en gefinancierd. Hierover wordt onderhandeld met het Rijk. Wat of wie inspireert hier? Zuivelcoöperatie Rouveen is in 2012 gestart met een langlopend verduurzamingsprogramma voor al haar leden. Zuivelcoöperatie CONO uit Hellendoorn, bekend van Ben&Jerry-ijs, heeft al ervaring met een dergelijk programma. CONO en Rouveen lopen hiermee landelijk aan kop. Natuurboeren uit het project “Echt Overijssel!”,een project van Natuurmonumenten, Stichting Dianthus en Wageningen Lifestock Research. Veehouders in het project werken aan een grotere rijkdom aan plant- en diersoorten op en rond landbouwgronden. Ook proberen ze hun grondstofkringlopen te sluiten zodat ze niet meer afhankelijk zijn van import van veevoer uit het buitenland. Deze kernwaarden maken ze zichtbaar aan de markt zodat die bereid is om meer te betalen voor de producten van de veehouders. Bovendien ontwikkelen ze nieuwe productmarktcombinaties die slim in de markt gezet moeten worden. In 2011 hebben de natuurboeren zo succesvol hun vlees op de markt (lokale supermarkt) gebracht dat de vraag het aanbod overstijgt.
Uitvoeringskader Kerntaak Regionale Economie
33
De vakbeurs voor de biologische landbouw, de biovak is in Zwolle in 5 jaar tijd uitgegroeid tot een belangrijk evenement voor de landbouw. De beurs heeft ca. 400 stands, tientallen workshops en beursprogramma’s en trekt ongeveer 17.000 bezoekers. De provincie heeft de ontwikkeling van de beurs in de aanloop ondersteund. Inmiddels is de beurs voldoende in staat om haar eigen broek op te houden. Het project ‘Asbest van het dak, zonnepanelen er op’. Dit project, dat in 2011 is afgerond, combineerde maatschappelijk verantwoord ondernemen met verbreding van de landbouw (duurzame energie) en bood agrariërs een nieuwe aanvullende bron van inkomsten. Wie gaan wij uitdagen? Wij dagen de primaire sector en partijen in de keten uit om maatschappelijk verantwoord te ondernemen en leggen zelf de verbinding naar andere provinciale thema’s, zoals asbestsanering bij agrarische bedrijven. Eigenaren van natuurgronden. Zij kunnen er voor zorgen dat de veehouders langdurig de beschikking krijgen over natuurgronden, zodat ze hun concept kunnen versterken en uitbreiden. We dagen de boeren, de eigenaren van natuurgronden en keten- en marktpartijen binnen een regio uit om samenwerkingsverbanden op te zetten.
34
Uitvoeringskader Kerntaak Regionale Economie
8
Hightech
toepassingen
en
energiebesparing in de bouw
Een bijzondere sector voor Overijssel is de bouw. Normaal vooral lokaal georiënteerd, in de Overijsselse situatie een stuwende sector die veel geld in de rest van het land verdient. Het is ook een sector die als conjunctuurindicator van onze regionale economie kan worden gezien. Hightech toepassingen en energiebesparing spelen een steeds grotere rol in de bouw. De bouw zal meer dan nu innovatief en duurzaam ondernemerschap moeten tonen om haar sterke (inter)nationale positie voor de toekomst veilig te stellen. Ook de samenwerking met kennisinstellingen zal versterkt moeten worden.
8.1
Investeren in en voor de bouw De financiële crisis heeft grote veranderingen teweeg gebracht op de woning- en kantorenmarkt. De provincie Overijssel heeft diverse (recessie)maatregelen genomen om de gevolgen hiervan te beperken. Dit hebben wij gedaan door te investeren in innovatie in de bouw en door te investeren in infrastructuurprojecten en projecten gericht op energiebesparing in de bestaande bouw. De provincie wil de concurrentiekracht van de bouwsector verder versterken. Wat gaan we daar voor doen? • meer sturen op regionaal niveau in plaats van op gemeentelijk niveau. Daar ligt immers onze opgave als regionaal gebiedsregisseur; • we gaan minder sturen met geld en meer met kennis, overleg en afstemming om zo de verschillende partijen op de woningmarkt te kunnen laten inspelen op de veranderende verhoudingen op de woningmarkt; • we zetten onze huidige afspraken met gemeenten door en stimuleren particulieren met startersleningen en de stimuleringsregeling voor Collectief Particulier opdrachtgeverschap. De provincie verbindt initiatieven, ideeën en belangen van de partijen op de woningmarkt met elkaar. In de komende jaren zetten we in op activiteiten waarmee we met onze partners in gezamenlijkheid oplossingen zoeken en innovaties bedenken en toepassen. Uiteraard met behoud van eigen verantwoordelijkheid. Onze partners krijgen een belangrijker rol in het aangeven welke problemen gezamenlijk worden opgelost. Als dit bijdraagt aan het realiseren van de provinciale doelen en de inzet van de provincie meerwaarde biedt, initiëren we deze activiteiten of participeren daarin. De ontwikkelingen op de woningmarkt doen meer dan de afgelopen jaren een beroep op deskundigheid en creativiteit van ons en andere partners om onder uitdagende omstandigheden gezamenlijk te zoeken naar succesvolle samenwerkingsstrategieën, nieuwe verdienmodellen, samenwerking in de keten, etc..
Uitvoeringskader Kerntaak Regionale Economie
35
Wat of wie inspireert hier? Met de subsidieregeling Restauratieachterstanden Rijksmonumenten hebben in 2009 37 rijksmonumenten een restauratie kunnen opstarten en in 2011 nog eens 14. Het gaat in totaal om ruim € 28 miljoen provinciale subsidie. De subsidieregeling hanteerde als voorwaarde dat de restauraties snel gestart moesten kunnen worden om een directe impuls aan de bouwsector te geven. Investeren in een monument loont. Tegenover elke euro overheidsgeld staat een investering van ongeveer 3 euro door particulieren. Bovendien zijn reparatie en renovatie goed voor de werkgelegenheid door de relatief hoge arbeidscomponent. Stichting RIBO kon alleen in 2009 al 24 leerlingen in de restauratiebouw een plek bieden op een van de restauraties. Daarmee is de specialistische kennis die monumentenonderhoud en -restauraties vergen ook voor de toekomst geborgd. Wie gaan wij uitdagen? Wij gaan de woningcorporaties, commerciële ontwikkelaars en bouwers, de gemeenten en burgers uitdagen om hun veranderende positie op de woningmarkt te versterken.
8.2
Stimuleren innovatie en duurzaamheid in de bouw Innovatie is van het grootste belang om de huidige concurrentiepositie te behouden en versterken. Alternatieve bouwmethoden, die op een effectieve manier omgaan met grondstoffen en afval, hebben de toekomst. Duurzaamheid wordt een belangrijk concurrentiewapen. Niet alleen vanwege energiebesparing, maar ook voor de bredere afzetmarkt voor duurzame woningen. In het energiefonds is 100 miljoen euro beschikbaar voor energiebesparing in de bestaande woningvoorraad. In het bijzonder het gebruik van nieuwe materialen biedt kansen. Wij verwachten dat dit 1000 banen in de bouwsector genereert. Om innovaties in de bouw te realiseren, zijn niet alleen innovatieve bouwers, adviseurs en toeleveranciers nodig, maar ook opdrachtgevers. Steeds weer blijkt dat innovatieve opdrachtgevers de motor kunnen zijn voor een vernieuwende aanpak. De provincie wil deze innovatiekracht van de bouwsector verder aanjagen. In toenemende mate is stichting Pioneering een platform voor 'launching customers'. Zo is begin 2011 het ‘Opdrachtgevers convenant’ gesloten, waarin 15 Twentse (semi)publieke opdrachtgevers zich committeren aan vernieuwend opdrachtgeverschap. Wat gaan we daarvoor doen? Wij stimuleren innovatie (in de keten) op basis van concrete businesscases en door innovatief opdrachtgeverschap en launching customership. Wat of wie inspireert hier? Stichting Pioneering staat voor vernieuwing van technologie en ondernemerschap in de bouw. De kracht van Pioneering is dat ondernemers, kennisinstellingen, overheid èn opdrachtgevers met elkaar samenwerken. De inbreng van opdrachtgevers draagt bij aan het principe van Launching Customership. Bijna 100 bedrijven en instellingen werken actief samen in tien verschillende projectgroepen, de 'werkplaatsen’ van Stichting Pioneering. De deelnemende partijen delen hun kennis in verschillende business cases en ontwikkelen samen nieuwe werkwijzen en producten. Wie gaan wij uitdagen? Regionale bouwondernemers, ontwikkelaars, architecten, onderwijs- en kennisinstellingen. Wij dagen medeoverheden uit om als launching customer c.q. innovatief opdrachtgever op te treden.
36
Uitvoeringskader Kerntaak Regionale Economie
9
Monitoring
Uitvoering op afstand zetten vraagt om adequate monitoring en verantwoording. Zoals Rekenkamer(Oost Nederland) onderzoek naar het Innovatie Platform Twente (IPT) (2010) en onderzoek van de Algemene Rekenkamer naar effecten van landelijk innovatiebeleid (2011) heeft aangetoond, is goed monitoren en verantwoorden een uitdaging. Monitoring van de kerntaak Regionale Economie vindt plaats op drie niveaus: 1. Monitoring op hoofdlijnen. Hiervoor zijn kengetallen opgenomen die gerelateerd zijn aan de hoofddoelen de provinciale begroting. Deze kengetallen geven een ontwikkeling in de tijd weer en worden ieder jaar geactualiseerd. 2. Monitoring van het uitvoeringskader Regionale Economie. Dit vindt jaarlijks plaats in de Staat van Overijssel op basis van een verder te ontwikkelen provinciebrede economische monitor. 3. Monitoring binnen deelprogramma’s en projecten. Deze gegevens zijn vooral nodig voor het beheer en de uitvoering van de deelprogramma’s. Omdat onze huidige economische monitor niet het gewenste inzicht tussen inzet en resultaat van de inzet kan leveren, wordt, naar analogie van de arbeidsmarktmonitor, een brede economische monitor ontwikkeld. We organiseren dit samen met partners als Agentschap NL en de regio’s Twente (Twente Index), Stedendriehoek en Zwolle, maar ook E’til en Rabobank. Verder volgen we de ontwikkelingen rondom het Europa 2020 beleid, om mee te kunnen bewegen met de indicatoren die door Europa worden ontwikkeld. Een nulmeting in 2012 maakt deel uit van de aanpak om een basis te leggen voor periodieke evaluatie. Wij blijven de arbeidsmarktmonitor voortzetten. Veel partijen maken hier in de provincie gebruik van. Een goede basisset van gegevens blijft van essentieel belang om wijzigingen in de economische structuur zichtbaar te kunnen maken en te kunnen gebruiken voor anticiperen op ontwikkelingen.
Uitvoeringskader Kerntaak Regionale Economie
37
38
Uitvoeringskader Kerntaak Regionale Economie
Bijlage 1 Trends en Cijfers Figuur 1: Economische groei (Bruto binnenlandsproduct, bruto regionaal product), Nederland en Overijssel, 2007-2010 (%). 5
4
3
2
1 Overijssel Nederland
0 2007
2008
2009
2010
-1
-2
-3
-4
-5
Bron: CBS
Figuur 2: Vertrouwen van burgers van Overijssel in de economie (percentage inwoners dat verbetering van de economische situatie in Nederland verwacht de komende 12 maanden), 2009-2011 (%).
45
40
35
30
25
20
15
10
5
0 2009
2010
2011
Bron: Burgerpanel Overijssel
Uitvoeringskader Kerntaak Regionale Economie
39
Figuur 3: Vertrouwen Overijsselse ondernemersvertrouwen).
ondernemers,
2007-2010
(CBS-index
100
80
60
40
20
0 2007
2008
2009
2010
-20
Bron: COEN (CBS/KvK)
Figuur 4: Aantal vestigingen in Topclusters en prioritaire sectoren in Overijssel, 2007-20111
12.000
10.000
8.000
2007 2008 2009 2010 2011
6.000
4.000
2.000
jv er he
id
bo uw bo
uw
ni
la
nd
ct or tij d
Se ct or
Se ct or
nu 'F oo d,
Vr ij e
n tr iti o
st er lu C
ss e
er s w f lo an d
sc 'L if e
O n ie 'i m 'C he
Cl
us te r
Cl
us te r
us te r Cl
’
es ' ie nc
se l ve rij s
'E us te r Cl
'H ig
ht ec hs
ys te m
en
en
-m at er
ia le
ne rg
n'
ie '
0
Bron: BIRO 1
De afbakening van de topclusters komt overeen met de afbakening door het ministerie van EL&I; de afbakening van de vrijetijdssector komt overeen met de afbakening van de landelijke standaard; de afbakening van de sectoren landbouw en bouwnijverheid komt overeen met de afbakening van APO-cijfers
40
Uitvoeringskader Kerntaak Regionale Economie
Figuur 5: Aantal arbeidsplaatsen in Topclusters en prioritaire sectoren in Overijssel, 2007-20112
50.000 45.000 40.000 35.000 2007 2008 2009 2010 2011
30.000 25.000 20.000 15.000 10.000 5.000
jv er he id
bo uw nd
uw ni
la S
ec to r
bo
ec to r S
tij d rij e
C
lu
st er
V
n tio nu tr i
'F oo d,
ss e
w f lo an d
sc 'L if e lu st er
C
ct or
’ er s
s' ie nc e
se l ve rij s O
'C he m
ie 'i n
lu st er C
lu st er C
C
lu
st er
'H ig
ht ec hs y
st em
en
en
-m at er
ia le
'E ne rg
n'
ie '
0
Bron: BIRO
2
De afbakening van de topclusters komt overeen met de afbakening door het ministerie van EL&I; de afbakening van de vrijetijdssector komt overeen met de afbakening van de landelijke standaard; de afbakening van de sectoren landbouw en bouwnijverheid komt overeen met de afbakening van APO-cijfers.
Uitvoeringskader Kerntaak Regionale Economie
41
Bijlage 2 Overzicht herstructureringsprojecten 2009-2015
42
Uitvoeringskader Kerntaak Regionale Economie
Nr. 1.
Gemeente
Bedrijventerrein
Tranche *
Status
Financiering**
Almelo
Dollegoor/ Slachthuiskade
1
Uitvoering
Topper 2.500.000,-
Betrokkenheid HMO
MJP 500.000,2.
Buitenhaven
2
3.
Turfkade
3
4.
Borne
Molenkamp
3
5.
Dalfsen
De Meele
2
De Rondweg
3
6. 7.
Deventer
8.
Bergweide Havenkwartier
1
Uitvoering
In actie voor werk 500.000,MJP 1.407.560,-
9.
Kloppendijk
1
Uitvoering
MJP 425.000,-
10.
Echelpoel
1
Uitvoering
MJP 117.500,-
11.
De Mors
1
Uitvoering
MJP 1.000.000,-
Uitvoering
Topper 2.500.000,-
12.
Dinkelland
Enschede
Havengebied
x
HMO 234.000,13.
Hardick en Seckel
14.
Rigtersbleek Tubantia
15.
Het Reulver
1
16.
Het Sander
Niet ingepland; particulier terrein
17.
Haaksberge n
18. 19.
Hardenberg
20. 21.
Hellendoorn
22. 23.
Hengelo
deel
In actie voor werk 500.000,-
Uitvoering
In actie voor werk 500.000,-
Uitvoering
MJP 247.500,-
/
Westelijk deel ’t Varck / St. Isidorushoeve Oostelijk Varck
Uitvoering
‘t
1
Masterplan Bruchterweg Nieuwe Haven
Uitvoering
Rollepaal
Uitvoering
In actie voor werk 150.000,-
Uitvoering
Topper 2.500.000,-
Nijverdal Noord
3
‘t Lochter
3
Twentekanaal
1
Uitvoeringskader Kerntaak Regionale Economie
x
43
Nr.
Gemeente
Bedrijventerrein
Tranche *
Status
Financiering**
Betrokkenheid HMO
MJP 500.000,IMG 3.300.000,HMO 3.000.000,-
24.
Westermaat Z-W
2
25.
Timmersveld
1
Uitvoering
MJP 72.500,-
Twentekanaal Zuid - Markelo
1
Uitvoering
MJP 226.000,-
26.
Hof Twente
van
27.
28.
Haven Twentekanaal Goor Kampen
IMG 1.100.000,2 -
Haatland
1
Uitvoering
Topper 2.000.000,MJP 500.000,-
29.
Spoorlanden
2
30.
Losser
Zoeker Esch / De Pol
1
Afgerond
In actie voor werk 500.000,-
31.
Oldenzaal
Eekte Hazewinkel
1
Uitvoering
MJP 500.000,-
–
x
HMO 250.000,-
32.
Olst – Wijhe
De Enk
1
Uitvoering
33.
Ommen
De Strangen
1
Uitvoering
34.
Raalte
De Zegge
1
Uitvoering
MJP 1.000.000,-
x
MJP 500.000,IMG 150.000,-
35.
36.
Rijssen Holten
-
Niet in een periode ingepland.
De Mors
Afgerond
In actie voor werk 500.000,-
Uitvoering
MJP 500.000,-
37.
Noordermors 1 4
38.
De Mors, en West
39.
Molendijk Noord
3
40.
De Haar 1 en 2
1
Uitvoering
MJP 176.895,-
1
Noord HMO 167.000,-
41.
Staphorst
De Baarge
1
Uitvoering
MJP 500.000,-
42.
Steenwijkerl and
Groot Verlaat
1
Uitvoering
MJP 500.000,-
43.
De Weijert
1
Uitvoering
MJP 378.000,-
44.
Dolderkanaal
1
Uitvoering
MJP 455.000,-
45.
Boterberg
1
Uitvoering
MJP 260.500,-
Weitzelpoort
1
Uitvoering
MJP 500.000,-
46.
44
Spoorzone Oost
Twenterand
Uitvoeringskader Kerntaak Regionale Economie
X
x
Nr.
Gemeente
Bedrijventerrein
Tranche *
Status
Financiering**
De Sluis
1
Uitvoering
MJP 300.000,-
Hoge Lucht
1
Uitvoering
MJP 500.000,-
49.
Kluinveen
3
50.
Violenhoek
3 Uitvoering
In actie voor werk 1.000.000,-
47. 48.
51.
Wierden
Zwartewater land
Waterfront Hasselt
Betrokkenheid HMO
x
Actiefonds 1.000.000,52.
Zwartewater
2
53.
Zevenhont
3
54.
Zomerdijk
3
55.
Meppelerdiep/ Kranerweerd
3
Voorst
1
Uitvoering
MJP 1.000.000,-
De Vrolijkheid
1
Uitvoering
MJP 1.000.000,-
56.
Zwolle
57.
* Het Meerjarenprogramma Vitale bedrijvigheid 2009-2015 kent drie tranches. Dit geeft de periode weer waarin de start van de herstructurering is gepland. Tranche 1: periode 2009-2011, Tranche 2: periode 2012-2013, Tranche 3: periode 2014-2015. ** Financieringsbronnen: -
In actie voor werk = Provinciaal Meerjarig Economisch Uitvoeringsprogramma 2005 -2008 Topper = Rijksmiddelen Actiefonds = Actiefonds Overijssel 2007 MJP = Meerjarig Uitvoeringsprogramma Vitale bedrijvigheid 2009-2015 HMO = Herstructureringsmaatschappij Overijssel
Uitvoeringskader Kerntaak Regionale Economie
45
Bijlage 3 Open Innovatiecentra
46
Uitvoeringskader Kerntaak Regionale Economie
Bijlage 4 Governance model Innovatie
Strategie Board Twente Stedendriehoek (in ontwikkeling)
Strategie Board Regio Zwolle
Investment committee
Bijeenkomsten
Regionaal bedrijfsleven
Innovatieloket Kennispark Twente
Innovatieloket
Kennispoort Zwolle
Business Case
Business Case
……
Business Case
Business Case
Bijeenkomsten Platform Regionaal bedrijfsleven
……
Bijeenkomsten Platform Regionaal bedrijfsleven
Innovatieloket Stedendriehoek
Business Case
Business Case
……
Uitvoeringskader Kerntaak Regionale Economie
47
Bijlage IV: overzicht budgettaire gevolgen van de 17e wijziging van de Kerntakenbegroting 2012 Investeringsbesluit Kerntaak Regionale Economie (bedragen x € 1.000) Volgnummer
Kerntaak
Beleidsdoel
I/S
Omschrijving Lasten
20 I I I
Financiering en algemene dekkingsmiddelen - programmalasten (Algemene dekkingsreserve) - programmalasten (Reserve Kracht van Overijssel) - programmalasten (Reserve uitvoering Kracht van Overijssel)
10.000 107.600
117.600 LEGENDA nr. kerntaak 1 Duurzame ruimtelijke ontwikkeling en inrichting, waaronder waterbeheer 2 Milieu en Energie 3 Inrichting landelijk gebied 4 Regionale bereikbaarheid, regionaal OV 5 Regionale Economie 6 Culturele infrastructuur en monumentenzorg 7 Kwaliteit Openbaar Bestuur 8 Sociale infrastructuur, jeugdzorg en overige niet-kerntaken 9 Gebiedsontwikkeling geen kerntaak, wel gegroepeerd 20 Financiering en algemene dekkingsmiddelen
Lasten:
2012 Baten
10.000 107.600
Saldo
Lasten
2013 Baten
Saldo
Lasten
2014 Baten
Saldo
Lasten
2015 Baten
Saldo
10.000 97.600 107.600-
117.600
- = verlaging + = verhoging
Baten:
- = verlaging + = verhoging
Saldo:
- = financiële ruimte neemt af + = financiële ruimte neemt toe
I/S: betreft incidentele lasten & baten (I) of structurele lasten & baten (S) conform uitgangspunten Kerntakenbegroting 2012, paragraaf 4.4.2
Bijlage behorend bij Statenvoorstel PS/2012/107
Pagina 1 van 1
Uitvoeringskader
Kerntaak
Economie 2012-2015 Versterken, vernieuwen en verbinden
Economie & Cultuur
februari 2012
Regionale
Colofon
Uitgave
provincie Overijssel Datum
februari 2012 4 april behandeling in PS Auteur
Cees Timmer Oplage
100 Fotografie/Illustraties
Provincie Overijssel Vormgeving
Provincie Overijssel Project/kenmerk
Uitvoeringskader Kerntaak Regionale Economie 2012-2015 Inlichtingen bij
De heer ir. C.J. Timmer PPPP telefoon: 038 499 87 77 email:
[email protected] Adresgegevens
Provincie Overijssel Luttenbergstraat 2 Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 499 88 99 Fax 038 425 48 88 www.overijssel.nl
[email protected]
Inhoudsopgave
1
Inleiding
2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5
Optimalisering vestigings- en ondernemingsklimaat Ruimte voor bedrijvigheid Bijdrage aan gebiedsspeerpunten Verbeteren fysieke en digitale bereikbaarheid Verminderen regeldruk Versterken culturele infrastructuur
9 9 10 11 12 13
3 3.1 3.2 3.3 3.4
Versterken van human capital en ondernemerschap Human capital binnen het Overijsselse topsectorenbeleid Bevorderen van ondernemerschap bij starters/ spin-offs Stimuleren van leerwerktrajecten Arbeidsmarktinformatie en kennisuitwisseling
15 15 16 17 17
4 4.1 4.2 4.3
Toename innovatiekracht industrie Versterken wetenschappelijke positie Verhogen van het economisch rendement van bedrijven Vergroten internationale oriëntatie bedrijfsleven
19 20 21 22
5 5.1 5.2 5.3
Transitie duurzame energievoorziening Bio-energie Slimmere energienetwerken Energiebesparing in de gebouwde omgeving en bij grote bedrijven
23 23 24 24
6 6.1 6.2 6.3 6.4
Een nog gastvrijere regio: toerisme 2.0 Nieuwe product-markt-partner-combinatie en duurzame ondernemerschap Beleving routestructuren Promotie en marketing 5 A-merken Evenementen en festivals
27 27 28 29 30
7 7.1 7.2
Verduurzaming en innovatie in de Agro-food-sector Versterken concurrentiekracht Maatschappelijk verantwoord ondernemerschap
31 31 33
8 8.1 8.2
Hightech toepassingen en energiebesparing in de bouw Investeren in en voor de bouw Stimuleren innovatie en duurzaamheid in de bouw
35 35 36
9
Monitoring
37
Trends en cijfers Overzicht herstructureringsprojecten 2009-2015 Open Innovatiecentra Governance model Innovatie
39 42 46 47
Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage
1 2 3 4
5
Uitvoeringskader Kerntaak Regionale Economie
3
4
Uitvoeringskader Kerntaak Regionale Economie
1
Inleiding
Open, uitdagend en bindend In 2011 hebben Provinciale Staten van Overijssel het hoofdlijnenakkoord De kracht van Overijssel vastgesteld. Motto van het akkoord is Inspireren, innoveren en investeren. Onderdeel van dit hoofdlijnenakkoord is een omvangrijke investeringsagenda van bijna een miljard euro voor de periode 2011-2015. Een belangrijk deel van dit geld gaat de provincie inzetten om de Overijsselse economie nog sterker te maken. Dat betekent: concurrerender, innovatiever en duurzamer. De provincie wil bijdragen aan een sterk ondernemende en zichzelf vernieuwende regionale economie en doet dat ook op een ondernemende en vernieuwende manier. Open, uitdagend en bindend. Focus en heldere keuzes De provincie gaat op zoek naar nieuwe dragers voor permanente economische groei vanuit economische sectoren die van belang zijn voor Overijssel. Daarbij stelt de provincie kaders om eigen initiatief en ondernemerschap maximaal uit de verf te laten komen. De provincie hanteert daarbij het uitgangspunt: niet de provincie staat centraal, maar partijen die economische en maatschappelijke meerwaarde leveren. Ruimte maken voor creativiteit en initiatieven: de economische kracht van de regio gericht aanboren. Beleid op basis van focus en heldere keuzes. Kortom: een stap terug voor de overheid, twee stappen vooruit voor regionaal ondernemerschap en nieuwe vormen van samenwerking met kennisinstellingen. Deze investeringsstrategie is een uitdrukking van die vernieuwing. Een robuuste omgeving voor een innovatieve economie Ambities, ontwikkelkracht van ondernemers, onderwijs & wetenschap en burgers zijn de motor achter de economische ontwikkeling van Overijssel. De provincie ziet het als haar opdracht om een robuuste omgeving te creëren die een duurzame zichzelf vernieuwende economie mogelijk maakt. Daarbij is ook de aantrekkelijke omgevingskwaliteit van Overijssel een belangrijke waarde. De ontwikkelkracht en vernieuwing van de Overijsselse economie liggen primair bij ondernemers en de onderwijs- en kennisinstellingen. Vernieuwing door uitdaging De provincie vindt dat ondernemerschap en innovatie het meest geprikkeld worden wanneer de ondernemingskracht van de regio wordt uitgedaagd. Uitdaging en eigen initiatief werken vernieuwend. Een besef dat de provincie sterk gaat uitdragen. Daarom daagt de provincie partijen uit om met plannen en initiatieven te komen die het resultaat zijn van de samenwerking tussen bedrijven en tussen bedrijven, onderwijs- en kennisinstellingen en maatschappelijke organisaties. Wij stimuleren ondernemerschap door het tot stand brengen en ondersteunen van samenwerkingsverbanden tussen ondernemers, kennisinstellingen en overheden (de Gouden Driehoek). Wij zoeken nadrukkelijk aansluiting bij de Europa-2020-strategie gericht op ‘slimme specialisatie’ en het nationale Topsectorenbeleid. Daarmee leveren we een bijdrage aan de ambitie van Nederland om in 2020 tot de top 5 van kenniseconomieën in de wereld te behoren. De provincie zegt tegen ondernemend Overijssel: ”Kom maar op. Laat maar zien”: • hoe we ons geld kunnen blijven verdienen? • wie straks het werk moet doen? • hoe we onze omgeving leefbaar en aantrekkelijk maken en houden? Wat sterk economisch bijdraagt en onderscheidend, vernieuwend en duurzaam is en blijft, zal de provincie honoreren. Zo zal de provincie initiatieven ondersteunen die bijdragen aan de ruimtelijke en sociale kwaliteit en aan het versterken van de duurzaamheid van de Overijssel. Maar deze ondersteuning rendeert alleen wanneer die gebaseerd is op scherpe keuzes vooraf.
Uitvoeringskader Kerntaak Regionale Economie
5
Deze investeringsstrategie geeft aan waar de provincie de economische kracht van de provincie zelf verder wil en gaat ontwikkelen en wat de provincie ziet als de pijlers van de huidige en toekomstige regionale economie die zij wil stimuleren en ondersteunen. Deze strategie fungeert daardoor ook als beoordelingskader voor de plannen en initiatieven waartoe de provincie ondernemend Overijssel uitdaagt. De provincie gaat de plannen en initiatieven van partijen op een transparante wijze beoordelen en waar wenselijk ondersteunen en honoreren. Rollen van de provincie De provincies zijn verantwoordelijk voor het regionaal economisch beleid en de daarbij passende ruimtelijke inrichting. Het Rijk decentraliseert deze taken en concentreert zich op het nationale ‘topsectoren’ beleid. De provincies zijn verantwoordelijk voor het tot stand brengen en ondersteunen van innovatieve samenwerkingsverbanden tussen ondernemers, kennisinstellingen en overheden bedrijventerreinenbeleid, het regionale vestigingsklimaat en de fysieke inpassing van bedrijven en kennisinstellingen. De provincie krijgt daarmee de regie over het regionaal (ruimtelijk)-economisch beleid. Wij pakken deze rol met kracht op. Een sterke internationale concurrentiepositie vraagt om regionaal beleid. Het zijn niet landen die met elkaar concurreren maar juist specifieke regio’s. Regionale omstandigheden maken het verschil in de kwaliteit van het vestigings- en ondernemersklimaat. Van groot belang zijn een goede bereikbaarheid en beschikbaarheid van kwalitatief hoogwaardige werklocaties, een aantrekkelijk woon- en leefklimaat, een op het bedrijfsleven aansluitende arbeidsmarkt en de aanwezigheid van innovatieve samenwerkingsverbanden en sterke kennisposities. Allemaal zaken die bepalend zijn voor bedrijven of organisaties om zich te vestigen, te blijven of te groeien. Recent is meer aandacht gekomen voor de relaties tussen de gevestigde industrie en daaraan gerelateerde nieuwere sectoren. Hoe sterker deze verbanden zijn, hoe krachtiger de regionale economie is. De provincie is bij uitstrek in staat om deze onderdelen met elkaar te verbinden en met elkaar in evenwicht te brengen. De toegevoegde waarde van de provincie komt tot uiting in de volgende drie rollen: 1. Kwaliteitsbewaker. De meeste economische opgaven vragen om een regionale afweging. Ook is de provincie beschermer van “kwetsbare” functies, zoals natuur en landschap, milieu, water en cultuur. De provincie is bij uitstek de overheid die de balans moet bewaken tussen vraag naar functies en het aanbod op regionaal niveau. De provincie geeft ook richting aan de omgevingskwaliteit waaraan ondernemers met hun activiteiten bij moeten dragen. Het kader hiervoor is de Omgevingsvisie. 2. Beleidsbepaler en investeerder. De provincie agendeert lange termijn ontwikkelingen, voordat er politieke belangen in het geding zijn. De provincie ontwikkelt een visie op de ruimtelijke, sociale en economische ontwikkeling en zorgt ervoor dat die visie wordt gerealiseerd door zelf initiatieven te nemen, mee te investeren in initiatieven van anderen en door regels te stellen aan gedrag en beleid van anderen om te beschermen dat wat moet worden behouden en tegen te houden dat wat niet bijdraagt aan die visie. De provincie heeft daarnaast een actieve rol van ontwikkelaar en (mede)-investeerder bij opgaven van een bovenlokale orde en opgaven met meervoudige beleidsdoelstellingen, zoals regionale gebiedsontwikkeling. Ook heeft zij een rol bij het realiseren van bepaalde, concrete zaken, zoals de aanleg van wegen en de ontwikkeling van natuurgebieden. 3. Belangenbehartiger. De provincie is in staat om over grenzen te denken en op verschillende schaalniveaus te werken aan het oplossen van regionale problemen. Ze trekt samen met het bedrijfsleven, de gemeenten en maatschappelijke organisatie op richting het Rijk als dat nodig is. Ze kan als gespreks- en zakenpartner fungeren voor de Duitse en Europese overheid en de coördinatie verzorgen van grensoverschrijdende en Europese initiatieven. Op verzoek van het bedrijfsleven kan de provincie deelnemen aan handelsmissies. Het invullen van bovenstaande verantwoordelijkheden en rollen vraagt om scherpte wie welke opgave oppakt en daarbij van andere overheden de ruimte krijgt deze opgave vorm te geven. Het aanspreken op resultaten hoort daar bij. Dat betekent dat: 1. Wij de regie voeren op de ontwikkeling van de regionale economie, voor zover binnen onze invloedsfeer. 2. We ons concentreren op de ontwikkeling van kracht vanuit de taak en inhoud. 3. Daar waar mogelijk en nodig we over grenzen heen kijken; we denken daarbij niet in strikte territoriale en administratieve grenzen, maar kijken hier overheen (bijvoorbeeld met private partijen, Gelderland en Duitsland). 4. We flexibele arrangementen en allianties vormen vanuit de opgaven. Onze aanpak is niet vooraf dicht getimmerd, maar we leveren maatwerk vanuit de vraag van ondernemers en kennisinstellingen.
6
Uitvoeringskader Kerntaak Regionale Economie
5.
We de gemeenten en stedelijke netwerken vooral zullen aanspreken op hun taak en rol: het aanpakken van de kaartenbakken, de regeldruk, vergunningverlening, ruimtelijke ordening en mobiliteit. Hierover willen we afspraken maken met de betrokken gemeenten. Waar van toepassing zullen wij in de uitwerking van programma’s samen met gemeenten optrekken.
Rijk en Europa Wij willen de investeringen vermeerderen met Europese en nationale middelen. Wij hebben daarom ons uitvoeringskader zo geformuleerd, dat deze uitwerking een basis biedt voor de “slimme specialisatie strategie”, die vereist is voor de nieuwe periode van de structuurfondsen 2014-2020. Europese programma’s zien wij primair als instrument voor regionaal en regionaal-economisch beleid. Dit is in lijn met de visie vanuit de Europese Commissie en het Europees Parlement. De provincies willen de middelen uit de structuurfondsen in relatie tot de Europa2020-strategie inzetten in een regionaal programma dat regionaal wordt aangestuurd en uitgevoerd. Binnen dit programma zetten wij in op forse inzet in onze topsectoren. Overigens zullen de nieuwe Europese programma’s een robuust onderdeel hernieuwbare energie moeten hebben, omdat de verordeningen eisen dat minimaal 20 % van de EFRO-middelen in de komende programmaperiode voor hernieuwbare energie ingezet moet gaan worden. Onze aanpak Wij gaan uit van eigen kracht van de Overijsselse economie en zetten in op een combinatie van toonaangevende gebiedsgerichte projecten, versterking van vestigings- en ondernemingsklimaat en een bedrijvenbeleid voor specifieke economische sectoren. Wij kiezen voor een vraaggerichte benadering. De bedrijven zijn verantwoordelijk voor de strategievorming en kennisinstellingen voor de onderzoeksprogrammering. De provincie heeft oog voor de traditionele maakindustrie en werkgelegenheid en jaagt het proces van samenwerking, roadmapping (het ontwikkelen van een innovatiestrategie) en open innovatie aan en ondersteunt projecten en programma’s via innovatiefondsen en subsidies. Via open innovatie wordt ook het buitenlandse bedrijfsleven betrokken. Hier zijn goede ervaringen mee opgedaan in de afgelopen periode.
Voor de uitvoering van ons beleid formuleren we de volgende kaders: • De agendasetting vindt plaats door bedrijfsleven en kennisinstellingen. • Bij initiatieven die dicht tegen de markt aanliggen, werken we met risicovolle businesscases die een verdienmodel hebben en als onderscheidend, vernieuwend en duurzaam worden beoordeeld. • Onze middelen zetten we vooral in via leningen, garanties (onderdeel van subsidieinstrumentarium) en fondsen (participaties). In principe wordt niet meer dan 50% gefinancierd door gezamenlijke overheden. • Projecten die gericht zijn op aanjagen en ondersteunen van uitvoeringsorganisaties kunnen
Uitvoeringskader Kerntaak Regionale Economie
7
• •
•
via subsidies worden gefinancierd. Voorbeeldprojecten waarin het bedrijfsleven verantwoordelijkheid neemt voor de realisatie van omgevingskwaliteit in vooral de Groen-Blauwe-hoofdstructuur worden ondersteund. Projecten mogen ook partners van buiten Overijssel kennen, de projecten moeten wel renderen in Overijssel en aantoonbaar leiden tot versterking van de economische structuur en de internationale concurrentiepositie van het bedrijfsleven in Overijssel. De financiële bijdrage van de provincie is nodig om projecten gerealiseerd te krijgen.
De uitvoering van de fondsen zetten we op afstand en laten we over aan professionals.
8
Uitvoeringskader Kerntaak Regionale Economie
2
Optimalisering
vestigings-
en
ondernemingsklimaat
Om de strategische ligging van Overijssel op de verbinding Randstad – Duitsland – Noordoost Nederland – Scandinavië optimaal te benutten zetten wij in op een gerichte versterking van ons internationale vestigings- en ondernemingsklimaat. We willen duurzame werklocaties creëren met ruimtelijke kwaliteit die ondernemers voldoende ruimte bieden en die fysiek en digitaal goed bereikbaar zijn. De aanwezigheid van voldoende zoet water is ook een belangrijke vestigingsplaatsfactor en biedt mogelijkheden voor economische ontwikkeling. Daarnaast zetten we in op vermindering van de regeldruk en een effectieve handhaving. Het is niet alleen de ‘hardware’ in de vorm van ruimte, omgevingskwaliteit en bereikbaarheid, maar ook de ‘software’ die in toenemende mate de aantrekkelijkheid van onze steden en regio’s bepalen om er te wonen, te werken en te ondernemen. Het gaat dan om zaken als een aantrekkelijke en veilige woonomgeving, aantrekkelijk landschap en natuur, levendige (historische) binnensteden, de aanwezigheid van culturele, recreatieve en onderwijsvoorzieningen, festivals en evenementen en de beschikbaarheid van menselijk kapitaal. Vanuit de andere kerntaken van de provincie wordt een aantal programma’s ontwikkeld die het vestigings- en ondernemingsklimaat mede versterken. Het gaat daarbij onder anderen om investeringen in een aantrekkelijk landelijke gebied met natuur, landbouw en landschap (kerntaakprogramma Inrichting Landelijk Gebied), versterking van economische infrastructuur in binnensteden (programma Netwerksteden) en versterking van de culturele basisinfrastructuur (kerntaakprogramma Culturele Infrastructuur en Monumentenzorg).
2.1
Ruimte voor bedrijvigheid De provincie draagt, samen met gemeenten, primair zorg voor de ontwikkeling en realisatie van werklocaties die voldoen aan de (toekomstige) eisen van ondernemingen en de bereikbaarheid (zowel fysiek, als digitaal) van deze locaties. Dit is een structurele taak. De provincie is aangewezen als regisseur voor de planning en programmering van bedrijventerreinen. Wij willen een betere afstemming bereiken tussen de vraag en het aanbod van werklocaties in onze provincie. Daarbij is expliciet aandacht voor hergebruik van bestaande terreinen en gebouwen en voor uitbreidingsmogelijkheden van lokaal gewortelde bedrijvigheid in de maakindustrie. De leegstand van de kantoren in Nederland was in 2010 gemiddeld 13,5 %. De verwachting is dat de leegstand de komende jaren mogelijk nog meer zal toenemen. Deze landelijke tendens zien we ook in de Overijsselse steden. Vanuit de Rijksoverheid is daarom het Actieprogramma Aanpak Leegstand Kantoren gelanceerd. De provincie gaat samen met gemeenten en marktpartijen de komende jaren de leegstand van kantoren beteugelen.
Uitvoeringskader Kerntaak Regionale Economie
9
Wat gaan we daar voor doen? Revitalisering van netto 1290 hectare verouderde bedrijventerreinen en behoud van de kwaliteit van bestaande bedrijventerreinen en het tijdelijk of permanent transformeren van industrieel erfgoed en kantoren naar onderscheidende economisch-culturele omgevingen. Vooral op de oudere industrieterreinen liggen er mogelijkheden. Daarbij is ook aandacht voor asbestsanering. We gaan ook het kantorenbeleid aanscherpen en hiervoor meer samenwerken met de regionale kernen en de steden in de provincie en marktpartijen. De provincie gaat meer ruimtelijk ordenen vanuit economische en maatschappelijke meerwaarde en innovatie. De provincie zet zich in voor een veilige provincie en veilige IJsseldelta, mede vanwege de ontwikkelkansen van steden en regio’s. Daarmee is het een factor voor vestiging. De provincie zet zich tevens in dat er ook in droge tijden voldoende zoet water beschikbaar is economische sectoren als de landbouw, de industrie, recreatie en toerisme, maar ook voor het in stand houden van natuurlijke- en landschappelijke kwaliteiten. Wat of wie inspireert hier? Het Havenkwartier in Deventer wordt in de loop der jaren omgevormd tot een beeldbepalende plek in de stad waar wonen, werken en recreëren samen gaan. Een ander voorbeeld is de De Gieterij waar nu het ROC van Twente in Hengelo is gevestigd. In de voormalige gieterij van Stork heeft het ROC een ruimtelijk inspirerende leer-werkomgeving gerealiseerd. Het gebouw won de prijs van de BNA (Bond van Nederlandse Architecten) voor het mooiste gebouw van het jaar en de Overstichtsprijs voor Erfgoedbehoud. De innovatieve manier waarop de gemeente Zwolle de leegstand van kantoren op het Oosterenk rond de Isala Klinieken aanpakt. De gemeente Zwolle vervult hierin de rol van voortrekker. Wie gaan we hiervoor uitdagen? De steden en kernen in de provincie, stedelijke netwerken en marktpartijen om te komen tot een duurzame balans van vraag en aanbod op de markt van bedrijfslocaties. Partijen worden ook uitgedaagd om meer aandacht te besteden aan het kwaliteitsniveau van werklocaties, bijvoorbeeld via Parkmanagement. Wij dagen ook ondernemers uit hun verantwoordelijkheid te nemen voor het duurzaam benutten en versterken van de omgevingskwaliteit van vooral het landschappelijk gebied. Wij dagen de waterschappen en Rijkswaterstaat uit om te komen tot een veilig en duurzaam waterbeheer.
2.2
Bijdrage aan gebiedsspeerpunten Wij kennen een forse investeringsagenda gericht op grote ruimtelijke ontwikkelingsprojecten met complexe opgaven. Wij verbinden onze inzet gericht op versterking van het vestigings- en ondernemersklimaat en inzet op specifieke sectoren met de gebiedsgerichte projecten. De gebiedsgerichte aanpak richt zich op samenhangende versterking van wonen, natuur, water en werken. Wij zetten in op gebiedsontwikkelingen met een belangrijke economische component.
10
Uitvoeringskader Kerntaak Regionale Economie
Wat gaan we daar voor doen? Verdere gebiedsontwikkeling van de Innovatiedriehoek (doorontwikkeling Kennispark tot nationale campus, Hart van Zuid en Luchthaven), Spoorzone Zwolle (in combinatie met de Hanzelijn), Ruimte voor de Vecht, IJsseldelta Zuid en NoordoostTwente.
Wat of wie inspireert hier? Kennispark Twente is de innovatiecampus van de Universiteit Twente en Saxion Hogecholen waar kennisintensieve ondernemers zich succesvol kunnen ontwikkelen. Hier vinden startende en doorgroeiende kennisintensieve ondernemers toegang tot netwerken met financiers, talentvolle werknemers, business development supportprogramma's en nieuwe ideeën. Kennispark Twente biedt de omgeving voor innovatie en ondernemerschap: zo bouwen de UT en Kennispark Twente aan The Gallery als nieuw centrum voor innovatieve bedrijven op de campus en zijn hoogwaardige onderzoeksfaciliteiten van de UT opengesteld voor bedrijven. Kennispark coördineert ook de gebiedsontwikkeling op de campus en de aanliggende werklocatie. Kennispark Twente is één van de 4 innovatiecampussen die van nationaal belang zijn. Kennispark Twente is een initiatief van de Provincie Overijssel, de gemeente Enschede, de Universiteit Twente en Saxion. Wie gaan we hiervoor uitdagen? Het Rijk, de stedelijke netweken, kennisinstellingen.
2.3
gemeenten,
het
bedrijfsleven
en
de
onderwijs-
en
Verbeteren fysieke en digitale bereikbaarheid Een goede bereikbaarheid is een essentiële randvoorwaarde voor de ontwikkeling van de regionale economie. Een fors deel van onze investeringsimpuls komt direct ten goede aan de bereikbaarheid en daarmee aan het functioneren van de stedelijke netwerken Netwerkstad Twente, Zwolle-Kampen Netwerkstad en Stedendriehoek (Deventer). Naast investeringen in het (vaar)wegennet zetten we in op de versterking van het openbaar vervoer en ketenmobiliteit, multimodale overslag en op een snelle en betrouwbare internetverbindingen om onze positie binnen de kenniseconomie verder te versterken. Wat gaan we daar voor doen? Realisering van capaciteitsuitbreiding van de A1 tussen Apeldoorn en Azelo. Investeringen in de N34, N340, N50, en N307. Investeringen in de N35 om de verbinding tussen Zwolle-Kampen Netwerkstad en Twente te verbeteren. Daarnaast investeren we in de N348 tussen Raalte en Ommen en de N18 (versterken verbinding tussen Twente en Doetichchem/ Arnhem. Opwaardering van diverse spoorlijnen: de Kamperlijn, de Vechtdallijnen en de verbinding Zwolle-Enschede. Specifiek voor het goederenvervoer investeren we in de verbetering van vaarwegen en multimodale overslag, in samenwerking met de havens van Rotterdam en Amsterdam. Op dit moment wordt, onder regie van de Regio Twente (Logistieke Draaischijf) en de gemeente Zwolle, onderzocht hoe de logistieke sector in deze regio’s verder kan worden versterkt. Onze inzet bepalen we op basis van de uitkomsten van deze onderzoeken.
Uitvoeringskader Kerntaak Regionale Economie
11
Wat of wie inspireert hier? Doordat de provincie de verbreding van de A1 tussen de Stedendriehoek en Twente heeft voorgefinancierd aan het Rijk zal de verbreding van deze rijksweg eerder gerealiseerd worden en sneller bijdragen aan de bereikbaarheid van de provincie.
Twente wil meer vervoer over het water. Het bedrijfsleven in Twente en de Duitse grensstreek kijkt steeds nadrukkelijker naar het water als vervoersas, nu de wegen dichtslibben en de stijgende dieselprijzen vervoer per truck onaantrekkelijker maken. Combi Terminal Twente (CTT) in Hengelo is een multimodale overslag die een economische impuls aan het gebied heeft gegeven en een alternatief biedt voor milieubelastend wegvervoer. Wie gaan we hiervoor uitdagen? De provincie gaat het Rijk uitdagen om de bereikbaarheid van de provincie via het water te vergroten door een betere ontsluiting van de havens aan het IJsselmeer en Twente. Ook dagen wij het Rijk uit de Betuwelijn te optimaliseren. Wij dagen de logistieke sector uit om helder te maken welke bijdrage, buiten de investeringen in de bereikbaarheid, van de provincie wordt gevraagd.
2.4
Verminderen regeldruk Minder regels vergemakkelijken het ondernemen en verminderen de administratieve lasten van ondernemers. Hoewel de regeldruk vanuit de provincie beperkt is (ongeveer 5% van alle regels), sluiten wij ons aan bij de rijksdoelstelling om het aantal regels te verminderen en waar mogelijk te vereenvoudigen. Een goed voorbeeld is ons nieuwe subsidiekader dat we recent hebben vormgegeven. Wat gaan we daarvoor doen? Wij zullen er bij andere overheden op aandringen hun regelgeving kritisch te bezien en te stroomlijnen, waar dit een relatie heeft met het regionaal economisch beleid. Wij streven naar een snelle vergunningverlening. Wij koppelen subsidies aan benodigde vergunningen en benoemen in samenwerking met de gemeenten accounthouders voor de top 30 ‘grote’ bedrijven. Bij grote projecten draait de provincie mee in ontwikkelteams.
12
Uitvoeringskader Kerntaak Regionale Economie
Wat of wie inspireert hier? De gemeente Deventer heeft een nieuwe Algemene Plaatselijke Verordening (APV) opgesteld waarmee de afgelopen jaren de regeldruk voor het lokale bedrijfsleven en burgers sterk is verminderend. De nieuwe APV is een van de maatregelen die Deventer uitvoert om de regeldruk te verminderen en de dienstverlening te verbeteren. De insteek van deze APV is regelgeving waar burgers en bedrijven mee gebaat zijn en regels die worden gekenmerkt door eenvoud in uitvoering. Zo kunnen vergunningen ook voor onbepaalde tijd worden afgegeven. Het jaarlijks opnieuw aanvragen van een vergunning is hierdoor overbodig. De gemeente Deventer voorkomt hiermee dat de uitvoeringslasten van regels een rem zetten op een concurrerende en ondernemende economie. De gemeente Deventer heeft hiervoor van het Rijk een bewijs van goede dienst ontvangen.
2.5
Versterken culturele infrastructuur Een sterk ondernemersklimaat komt alleen goed tot stand in een omgeving die dat ondersteunt en uitnodigt tot ontmoeting, inspiratie en creativiteit. Zo is er aantoonbaar verband tussen de beschikbaarheid van voldoende culturele voorzieningen en de aantrekkelijkheid van een stad als woon- en werkomgeving. Samenwerking tussen ondernemers en kunstenaars leidt tot innovatieve ideeën met economische meerwaarde. Wat gaan we daarvoor doen? • versterking van de culturele basisinfrastructuur (kerntaakprogramma Culturele Infrastructuur en Monumentenzorg); • het leggen van verbindingen tussen de creatieve sector en het MKB. Bijvoorbeeld met de projecten ‘Met creativiteit meer economie’ en ‘Kunstenaar als coach voor het MKB’ en ‘de =MEER innovatieprijs voor co-creatie’; • verbinden van enkele grootschalige festivals en evenementen met het lokale/ regionale bedrijfsleven en kunst, cultuur, sport en zorg (programma Vrijetijdseconomie); • betrokkenheid van ondernemers bij culturele activiteiten en manifestaties en maatschappelijke initiatieven zal eveneens gestimuleerd worden. Hierbij wordt nadrukkelijk de samenwerking met gemeenten, onderwijsorganisaties en sociale instellingen gezocht. Door het maken van slimme en nieuwe combinaties tussen de doelen en de middelen van de programma’s zorgen we er voor dat deze elkaar versterken. Wat of wie inspireert hier? Museum De Fundatie in Zwolle en Wijhe en Het Nederlands Symfonieorkest tonen verregaand ondernemerschap. Dat vertaalt zich in groeiende bezoekersaantallen. Beide culturele instellingen zijn bereid hun deskundigheid te delen. De Nieuwe Oost: de grootste talentontwikkelaar in Nederland, voortkomend uit een productiehuis voor toneel, popmuziek en literatuur. Wie gaan we uitdagen? Culturele instellingen gaan wij uitdagen om ondernemender te worden en andere vormen van samenwerking en nieuwe verdienmodellen te ontwikkelen. Ook doen wij een beroep op het kunstvakonderwijs om samen met culturele instellingen vraag en aanbod beter op elkaar te laten aansluiten. Wij dagen de industrie uit om, meer dan nu, de conceptuele kracht van de creatieve sector te gebruiken.
Uitvoeringskader Kerntaak Regionale Economie
13
14
Uitvoeringskader Kerntaak Regionale Economie
3
Versterken
van
human
capital
en
ondernemerschap
De ontwikkeling van de regionale (kennis)economie wordt in toenemende mate bepaald door de aanwezigheid van menselijk kapitaal. De beroepsbevolking moet ‘een leven lang leren’, ook wel sociale innovatie genoemd, om te kunnen blijven werken met nieuwe software en apparatuur, om innovaties te begrijpen en toe te passen. Mogelijke groei van onze bedrijven staat onder druk door een groeiend tekort aan vooral technisch personeel op alle onderwijsniveaus. De beschikbaarheid van gekwalificeerd personeel door het bedrijfsleven is van doorslaggevende betekenis voor een gezonde Overijsselse economie in de toekomst. De provincie gaat via een krachtige onderwijs-arbeidsmarkt-aanpak regionale samenwerking vormgeven tussen onderwijsinstellingen, bedrijven, gemeentes, sociale werkplaatsen en instellingen. Het gaat daarbij om alle niveaus van de arbeidsmarkt: topsectoren, startende ondernemingen en werkgelegenheid op mbo-niveau. De provincie wil in het kader van maatschappelijk verantwoord ondernemen de bijdrage van bedrijven aan het sociale beleid van gemeenten en regio's, versterken. Dit zal onder andere tot uiting komen bij opdrachten en aanbestedingen, waarin expliciet gevraagd zal worden naar de beschikbaarstelling van leerwerkplaatsen (zie 'stimulering van leerwerktrajecten').
3.1
Human capital binnen het Overijsselse topsectorenbeleid Binnen onze topsectoren doet de problematiek van een toenemend tekort aan voldoende gekwalificeerd personeel zich vooral voor in de hightech en kunststoffenindustrie en de zorg. Zo zal 30% van de technici de komende tien jaar uitstromen, terwijl de instroom en interesse in techniek beperkt is. Op dit moment is er al een tekort aan (hoog) geschoolde medewerkers, zowel vakmensen als ingenieurs, in (bèta)techniek. Ook in de bouw en landbouw speelt de toekomstige beschikbaarheid van voldoende gekwalificeerd personeel. Op korte termijn is nog sprake van een overschot aan arbeidskrachten, maar als gevolg van te lage instroom, vergrijzing en versnelde uitstroom dreigt ook hier een tekort. De provincie wil via de stimulering van nieuwe onderwijsarrangementen bijdragen aan een technisch gekwalificeerde beroepsbevolking. Wat gaan we daar voor doen? Wij stellen gezamenlijk met het bedrijfsleven en de onderwijsinstellingen een human-capital-agenda op voor de Overijsselse topsectoren. Versterken van de samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven door een betere afstemming van het onderwijs op de economische potentie van de regio. Dat doen wij door het realiseren van Centra voor Innovatief vakmanschap (MBO) en Centers of expertise (HBO). De
provincie
wil
opleidingsinstituten
voor
onderwijsgevenden
(pedagogische
academies,
Uitvoeringskader Kerntaak Regionale Economie
15
lerarenopleidingen VO, Twente School of Education, e.a.) ondersteunen bij de ontwikkeling van een aanbod waarin bètatechniek een centrale rol krijgt. In dit kader wil de provincie de ontwikkeling van een kenniscentrum onderwijskolom bevorderen. Wat of wie inspireert hier? In samenwerking met Demcon Advanced Megatronics is de hogeschool Saxion in Enschede een voltijdopleiding Mechatronica gestart. Megatronicaspecialisten werken op het snijvlak van werktuigbouw, elektronica en informatica. Met de opleiding speelt Saxion in op de ontwikkelingen in de Twentse hightech industrie. Hogeschool Windesheim heeft samen met Wavin en API een lectoraat kunststoftechnologie opgezet. Windesheim en Deltion zijn betrokken bij het Polymer Sciene Park (DSM, Wavin). Ook hier spelen de onderwijsinstellingen in op de regionale opleidings- en onderzoeksvraag van het bedrijfsleven. Het Devlab(Development Laboraties), is een initiatief van 12 MKB-bedrijven, waarbij er intensieve contacten zijn met HBO en WO voor stages, afstuderen en onderzoek. Wie gaan wij uitdagen? Bedrijven en onderwijsinstellingen om tot opleidings- en onderzoeksprogramma’s te komen die aansluiten op de vraag van het regionale bedrijfsleven.
3.2
Bevorderen van ondernemerschap bij starters/ spin-offs De provincie ondersteunt initiatieven die starters helpen in hun ondernemerschap, zodat ze sneller en succesrijker beginnen en zo de slaagkans van hun bedrijf vergroten. Onze bijzondere aandacht gaat uit naar starters/ spin-offs in de door ons geprioriteerde stuwende sectoren. Kennispark Twente heeft internationaal faam opgebouwd als het gaat om het valoriseren van kennis in nieuwe bedrijvigheid, zogenaamde spin-offs. De afgelopen 20 jaar zijn er vanuit Kennispark Twente ruim 750 ontstaan. Deze spin-offs (met een zeer hoog overlevingspercentage) zijn de bedrijven van de toekomst en daarmee nieuwe werkgevers. Wij willen de aanwezige kennis en ervaring rond kennisvalorisatie en ondernemerschap (spin-offs) bij Kennispark Twente (UT en Saxion) verbreden naar de regio Zwolle (Kennispoort regio Zwolle en Hogeschool Windesheim). Daarnaast bieden wij steun bij het investeringen in ondernemersvaardigheden via het bestaande coachingsprogramma ‘Ik Start Smart’, dat door de Kamer van Koophandel in samenwerking met gemeenten, onderwijs, de Regionale Bureaus Zelfstandigen (RBZ) en stichting Qredits (microkrediet) wordt uitgevoerd. In 2012 ondersteunen we een initiatief waarin Kamer van Koophandel en Regionale Organisatie Zelfstandigen (ROZ) Twente startende en doorstartende ondernemers helpen om de gevolgen van de economische crisis het hoofd te bieden. De steun kan bestaan uit kredietverlening, hrm-advies, marketing, e.d. De provinciale ondersteuning stimuleert de gewenste samenwerking tussen Kamer van Koophandel en ROZ Twente. Wat gaan wij daar voor doen? Ondersteuning van 500 starters en 150 spin-offs. Wat of wie inspireert hier? Binnen het valorisatieprogramma Kennispark Twente neemt ondernemerschap binnen de opleiding een belangrijke plaats in. Al tijdens de studie maken studenten kennis met onderschap en krijgen ze de kans een eigen bedrijf op te zetten. Ik Start Smart is een initiatief waarbij verschillende partijen samenwerken bij het begeleiden van mensen die een eigen bedrijf willen opzetten. De begeleiding door coaches uit het bedrijfsleven is een belangrijke succesfactor. De pilot Topondernemerregeling van Windesheim (HBO), Deltion (MBO) en Landstede (MBO) in Zwolle. Binnen het institutionele kader van het middelbaar en hoger onderwijs worden studenten gestimuleerd om hun diploma te halen en een succesvol bedrijf op te bouwen. De hogeschool en de mbo-instellingen gaan onder andere afwijkende tentamenmomenten instellen, en de aanwezigheidsplicht anders inrichten voor succesvolle ondernemers. Ook krijgen de studentondernemers de mogelijkheid hun eigen bedrijf in te brengen als afstudeeronderwerp.
16
Uitvoeringskader Kerntaak Regionale Economie
3.3
Stimuleren van leerwerktrajecten Alleen investeren in de ontwikkeling van werkgelegenheid in de topsectoren is niet voldoende voor een gezonde Overijsselse economie. Werkgevers hebben duidelijk gemaakt dat de kansen voor mensen zonder Mbo-opleidingsniveau zeer beperkt zijn. De uitdaging is om laagopgeleiden toe te leiden naar gekwalificeerde functies met een adequate beloning en perspectief op doorgroei. Het is duidelijk dat dit uitsluitend kan worden gerealiseerd door het bedrijfsleven, met voldoende ondersteuning vanuit gemeenten, onderwijs en andere instellingen. De provincie gaat deze regionale samenwerking stimuleren. Wat gaan we daar voor doen? De provincie wil regionale samenwerking stimuleren. Deze samenwerking moet leiden tot afspraken over aantallen, soorten trajecten, taakverdeling en bekostiging van de leerwerktrajecten. De samenwerking moet bij voorkeur gestalte krijgen in regionale actieplannen ‘leerwerktrajecten’. In dit kader willen wij ondersteuning bieden aan lokale en regionale initiatieven op het gebied van thuiszorg, persoonlijke dienstverlening en verpleging. Vooral in deze sectoren ontstaan baanperspectieven op laaggeschoold niveau. De provincie wil projecten ondersteunen waarbij werkzoekenden instromen in deze werkplekken en via begeleiding en scholing doorgroeien naar stabiele banen. Wij willen in deze regionale arrangementen de volgende onderdelen inbrengen: • Voortzetting van het 1000-jongerenplan. • De realisatie van het werkschool-model. Hierbij sluit de provincie aan bij het kabinetsbeleid, waarbij aan schoolverlaters eveneens leerwerkbanen worden aangeboden door bedrijven. • De uitvoering van het actieplan ‘laaggeletterdheid’, gericht op bestrijding laaggeletterdheid en onvoldoende rekenvaardigheid op het werk. Ook hier is de provinciale betrokkenheid vooral gericht op het stimuleren van de actieve deelname van bedrijven in de aanpak. • Versterking van ‘social return’. Conform de wens van Provinciale Staten zal de provincie (als werkgever en opdrachtgever voor diensten en werkzaamheden) bij aanbestedingen en opdrachten die daarvoor geschikt zijn, nadrukkelijk vragen om leerwerkplekken bij opdrachtnemers en daarnaast inzet van ‘social return’ bij gemeenten, waterschappen en woningcorporaties stimuleren. Wat of wie inspireert hier? Het 1000-jongerenplan. Met dit project (start in 2010) wordt aan kwetsbare jongeren een leerwerkbaan én intensieve begeleiding geboden op het gebied van schuldsanering, huisvesting e.d. De provincie biedt in dit project aan werkgevers een subsidie voor begeleidingskosten op de werkplek. De ervaringen die in dit project worden opgedaan zijn van groot belang bij de voorgestelde regionale arrangementen. Rouveen Kaasspecialiteiten streeft ernaar om mensen in dienst te nemen met minimaal een MBO diploma. Meestal is dit geen Voeding- of Levensmiddelentechnologieopleiding. Om die redenen wordt er intern een opleiding levensmiddelentechnologie en hygiëne gegeven. Dit is niet alleen belangrijk voor het maken van de vele kaasspecialiteiten, maar ook om te kunnen mee denken in proces- en kwaliteitsverbeteringen en het ontwikkelen van nieuwe producten. Nieuwe medewerkers worden opgenomen in een opleidingsplan. Door het breed opgezette opleidingsbeleid in nauwe samenwerking met het AOC Oost Voeding, ontstaan er goede doorstroommogelijkheden voor de medewerkers van Rouveen Kaasspecialiteiten. Voor de mensen biedt dat voortdurend nieuwe uitdagingen. Wie gaan wij uitdagen? Regionale ondernemers, MBO-instellingen, gemeenten, sociale werkplaatsen en hulpverlenende instellingen.
3.4
Arbeidsmarktinformatie en kennisuitwisseling De provincie wil op bredere schaal informatie-uitwisseling stimuleren op het gebied van onderwijs en arbeidsmarkt, ook waar het grensoverschrijdende arbeid en onderwijs betreft. Dit zal gebeuren door de organisatie van conferenties, studiedagen en seminars. Ook hier zal met betrokken arbeidsmarktpartijen nauw worden samengewerkt.
Uitvoeringskader Kerntaak Regionale Economie
17
18
Uitvoeringskader Kerntaak Regionale Economie
4
Toename innovatiekracht industrie
Wij willen bijdragen aan het versterken van de (internationale) concurrentiepositie van het Overijsselse bedrijfsleven. Het versterken van sterke sectoren draagt naar onze overtuiging bij aan ontwikkel- en trekkracht voor andere sectoren. Overijssel heeft een uitstekende uitgangspositie in een viertal topsectoren: Hightech, Chemie, Energie en Life Sciences/ Health. Deze positie hangt samen met de werkgelegenheid in de sector, de toegevoegde waarde, de export, investeringen in onderzoek en ontwikkeling en aanwezige kennisposities. Deze sterke regionale clusters leveren een grote bijdrage aan de welvaart in Overijssel en oefenen een grote aantrekkingskracht uit op buitenlandse bedrijven om zich te vestigen in Overijssel of met Overijsselse bedrijven samen te werken. Overijssel streeft naar een hogere toegevoegde waarde door de Hightech industrie door middel van innovatie. Verder streven we naar een versterking van de wetenschappelijke positie van de Overijsselse topsectoren en van het vergroten van de internationale oriëntatie van het bedrijfsleven. Om deze ambities waar te kunnen maken staan de bedrijven en kennisinstellingen voor de volgende uitdagingen: •
• • •
Er moet voldoende gekwalificeerd technisch personeel beschikbaar zijn en blijven om te kunnen voldoen aan de behoefte van de bedrijven. Samenwerking tussen de gehele onderwijskolom en het bedrijfsleven is daarbij noodzaak. Samenwerking tussen bedrijven moet blijvend worden gestimuleerd, waarbij een actieve en agenderende rol van het bedrijfsleven uitgangspunt is. Innovaties bij kennisinstellingen moeten zo efficiënt mogelijk tot economisch rendement komen via het bestaande bedrijfsleven en spin-offs. Financieringsarrangementen moeten innovatieve bedrijven en samenwerkende bedrijven optimaal ondersteunen.
De basis voor onze inzet is het met het bedrijfsleven, de kennisinstellingen en de overheden ontwikkelde businessplan High Tech Twente/ Innovatiesprong Twente, als ook het position paper Kunststoffen voor de regio Zwolle en de uitwerking van deze plannen in zogenaamde technology roadmaps. Op het gebied van Life sciences/ Health verbinden wij onze inzet aan de Red Medtech Highway: een as van Twente via Nijmegen naar Oss en Eindhoven, met aftakking naar Groningen en Munster. Op deze as raakt ook de regio Zwolle steeds meer aangesloten. Wij kiezen nadrukkelijk voor een eigen inkleuring ten opzichte van en aanvullend op het nationale Topsectorenbeleid. Vanuit bedrijfsleven is een duidelijk signaal afgegeven dat de nationale aanpak niet goed past bij de behoeften van het Overijssels MKB. Governance: sturing innovatiebeleid Voor de sturing van het innovatiebeleid in Overijssel zetten wij in op een scherpere verdeling van verantwoordelijkheden en innovatie in de samenwerking tussen overheden en tussen overheid en bedrijfsleven, onderwijs- en onderzoekinstellingen.
Uitvoeringskader Kerntaak Regionale Economie
19
Daarbij hanteren wij de volgende uitgangspunten: 1. Innovatie is een van de pijlers van economisch beleid. Het governancemodel heeft op dit onderdeel betrekking. 2. Human capital maakt onderdeel uit van het governancemodel op innovatie. 3. De overheden gaan over de organisatie en uitvoering van het voorwaardenscheppend beleid in een goede onderlinge rolverdeling. 4. Op strategisch niveau stemmen overheden hun beleid af met de kennisinstellingen en het bedrijfsleven gericht de ontwikkeling van de economie van Overijssel. De uitwerking van de hiervoor benoemde uitgangspunten leidt tot het volgende hoofdmodel voor de governance, bestaande uit een Strategie Board, één Innovatieloket/ uitvoeringsorganisatie en een Platform regionaal bedrijfsleven en kennisinstellingen per regio. Voor de beoordeling van concrete projecten willen wij op provinciaal niveau een onafhankelijk en deskundig Investment Committee in het leven roepen. Kennispark Twente (inclusief het Innovatie Platform Twente), Kennispoort Zwolle en Innovatienetwerk/ Stedendriehoek Onderneemt vormen voor ons de loketten waar ondernemers met hun innovatievragen terecht kunnen. Vanuit deze loketten worden op verzoek van het bedrijfsleven en de kennisinstellingen vragen uitgezet, en wordt, wanneer noodzakelijk, ondersteuning gegeven. Deze innovatieloketten vormen de spil tussen de ondernemers en de verschillende intermediaire organisaties die zich met innovatie bezighouden.
4.1
Versterken wetenschappelijke positie De toenemende kennisintensiteit van producten vraagt ook om steeds grotere investeringen in fundamenteel en toegepast onderzoek. In het doortrekken van de trend naar lichter en kleiner, met een lagere footprint (minder grondstoffen, minder energie, minder water en herbruikbaar) en hogere functionaliteiten, raken de domeinen van hightech systemen en hightech materialen de excellente wetenschappelijke omgeving van de kennisinstellingen van de Universiteit Twente, waar informatie- en communicatietechnologie, nanotechnologie en biomedische technologie tot de wereldklasse behoren (CTIT, MESA+ en MIRA). Deze technologie levert een belangrijke bijdrage aan de toekomstige economische positie van Overijssel en het oplossen van maatschappelijke vraagstukken. Ook in de technologievelden mechatronica/ robotica, materiaalkunde en kunststoftechnologie heeft Overijssel een sterke (nationale) kennispositie die nauw aansluit bij de Overijsselse industrie. Wat gaan we daar voor doen? Het opstellen van een meerjarige agenda met de Overijsselse Centra voor Research en Innovatie (OCRI) voor de zorg (Hightech Health Farm) en voor bio-energie (BE2.O) en het financieel ondersteunen van de uitvoering van deze agenda. De provincie wil bijdragen aan de versterking van de wetenschappelijke positie op het gebied van ICT, nanotechnologie en medische technologie, daar waar dit aansluit bij de vraag van het regionale bedrijfsleven en het bedrijfsleven zelf ook bereid is mee te investeren. Wat of wie inspireert hier? Het instituut MIRA voor onderzoek van biomedische technologie en technische geneeskunde gaat een Hightech Health Farm opzetten. Die locatie moet een proeftuin worden voor medische technologie en brengt wetenschappelijk onderzoek, klinische toepassingen en patiënten op een plek bij elkaar. Focus ligt op chronisch zieken. De ambitie is om zorg aan patiënten te bieden in een thuissituatie, waarvoor de patiënt dan niet naar een (dure en verre) ziekenhuissetting hoeft te gaan. Wie gaan wij uitdagen? De Universiteit Twente met haar onderzoeksinstituten, de gezondheidssector en de industrie.
20
Uitvoeringskader Kerntaak Regionale Economie
4.2
Verhogen van het economisch rendement van bedrijven De afgelopen acht jaar is vanuit verschillende programma’s (o.a. Pieken in de Delta, GO EFRO, ICT Diensteninnovatie, Nano4vitality, Twents Innovatieroute) fors geïnvesteerd in de sector Hightech. De kennisinfrastructuur is versterkt en er zijn veel innovatieprojecten op gang gebracht. Nog te vaak blijft onderzoek en ontwikkeling steken in prototypes en producten die niet verder zijn opgepakt door de industrie. Een extra stap is nodig om het rendement op de investeringen in onderzoek en ontwikkeling (verder) te vergroten. Open innovatiecentra, waarin de kennisinstellingen samenwerken met het bedrijfsleven, spelen in toenemende mate een belangrijke rol bij het tot waarde brengen van kennis. Open innovatie biedt kostenvoordelen en meer innovatiekracht in de gehele keten. Wat gaan we daarvoor doen? Het vergroten van het rendement op investeringen in onderzoek en ontwikkeling door het faciliteren van business development en door de toegang voor bedrijven tot risicokapitaal te vergemakkelijken. Hiermee voorkomen we dat er een zogenaamd innovatiegat ontstaat. Het gesignaleerde probleem van het ‘innovatie gat’ doet zich vooral voor bij bedrijven die van klein door willen groeien naar middelgroot tot groot. Bedrijven met groeipotentie, zogenaamde gazellen, hebben vaak forse kapitaalinjecties nodig, die veelal niet of gedeeltelijk door banken geleverd wordt vanwege de hoge technologische en marktrisico’s. Wij onderzoeken de mogelijk toegevoegde waarde van een fonds gericht op de behoefte van deze doelgroep. De provincie stimuleert, onder andere via de inzet van de ontwikkelingsmaatschappij Oost NV, de samenwerking tussen bedrijfsleven, wetenschap en onderwijs via open innovatiecentra: bijvoorbeeld het Polymer Science Park en het Open Innovatie Centrum Advanced Materials. Daarnaast ondersteunt de provincie Kennispark Twente, stichting Kiemt en stichting Health Valley bij de begeleiding van kennisintensieve starters (spin-offs) op het gebied van ICT, nanotechnologie, medische technologie en energie- en milieutechnologie. We zetten in op Overijssel als ‘etalage voor innovatie’. Waar relevant geven we ruimte aan het fysiek zichtbaar maken van innovaties in stedelijke en landelijke gebieden b.v. op de thema’s energie (energielandschappen), bouw (hightech) en landbouw. Wat of wie inspireert hier? AMMON is een door de industrie geleid programma met als (langere termijn)doelstelling het realiseren van een krachtiger industriële (technologische) infrastructuur voor Oost-Nederland. Op korte termijn moet AMMON industriële spelers in Oost-Nederland in staat stellen door onderlinge samenwerking meer onderscheidende producten sneller en effectiever in de markt te zetten. Afgeleide doelstelling is het creëren van een industriële community in Oost-Nederland waarin spelers elkaars business en technologische mogelijkheden goed kennen, nauwer samenwerken en waarin sleutelspelers elkaar vertrouwen: de basis voor snelle totstandkoming van toekomstige consortia. Inmiddels maken Pentair (Norit), Ten Cate, Wavin en Bronkhorst deel uit van de samenwerking. Er is interesse van enkele andere grotere bedrijven om toe te treden. De sturing van het programma is in handen van de Industrial Board, waarin de CEO’s van de grote deelnemers vertegenwoordigd zijn. Het Polymer Sciende Park, een samenwerkingsverband tussen DSM, Wavin, Hogeschool Windesheim, Deltion College, Gemeente Zwolle en de Provincie Overijssel, vormt de aftrap voor een open innovatiecentrum voor bedrijven en onderwijs, onder de noemer Polymer Science Park (PSP). Het PSP richt zich op bedrijven, onderwijs- en kennisinstellingen. Het PSP wil hen stimuleren om kennis en kunde op het gebied van kunststoffen en coatings te verbreden en verbeteren, en ook de bedrijvigheid ervan te vergroten. Deze voorziening leidt tot betere productieprocessen en meer producttoepassingen. Het PSP wordt een ecosysteem van samenwerkende partijen in de kunststof waardeketen en opent begin 2012 haar deuren. Wie gaan wij uitdagen? Ondernemers, onderwijs- en kennisinstellingen (Gouden driehoek).
Uitvoeringskader Kerntaak Regionale Economie
21
4.3
Vergroten internationale oriëntatie bedrijfsleven Bedrijven en kennisinstellingen laten zich niet beperken door administratieve grenzen van gemeenten, regio’s, provincies of landen. Internationale samenwerking is voor bedrijven een belangrijk middel om de eigen concurrentiepositie te versterken. Veel bedrijven vinden op eigen kracht de voor hen geschikte partners. Vaak kan internationalisering ondersteunend werken aan de economische agenda. Het is dan ook niet voor niets dat wij, in afstemming met de nationale topsectoren, inzetten op gerichte buitenlandse acquisitie van hoogwaardige activiteiten die een bijdrage leveren aan onze speerpuntsectoren Hightech, Chemie, LifeSciences/ Health en Energie. Wij streven er naar in de periode 2012-2015 in totaal €100 miljoen aan directe buitenlandse investeringen aan te trekken. , wanneer het bedrijfsleven ons daarom vraagt willen wij technologische samenwerking tussen (consortia van) bedrijven en kennisinstellingen en internationale handelsbevordering stimuleren. Daarbij is het interessant te onderzoeken op welke wijze het Overijsselse bedrijfsleven beter kan profiteren van de economische groei in Duitsland en de daar aanwezige kennisposities. Wat gaan wij daarvoor doen? Het aantrekken van buitenlandse investeringen (door de Ontwikkelingsmaatschappij Oost Nederland (Oost NV) in samenwerking met het Netherlands Foreign Investment Agency (NFIA)). Het faciliteren van grensoverschrijdende technologische samenwerking, in het bijzonder met onze Duitse buren. Het (mede) organiseren van en deelname aan handelsmissies wanneer het bedrijfsleven ons daarom vraagt. Wat of wie is inspireert hier? Smart Bot is een grensoverschrijdend samenwerkingsverband van 24 partners in Duitsland en Nederland op het gebied van complexe robots. Het doel van de samenwerking is om zogenaamde multi-sensor-robot-platforms te ontwikkelen en te maken voor de zeevaart, landbouw en industrie. De samenwerking is de basis voor het ontstaan van een internationale ‘kennishub’ op het gebied van multi-sensor-robots. Wie gaan wij uitdagen? Het midden- en kleinbedrijf op het gebied van hightech, life sceinces/ health, energie en chemie, Oost NV, het NFIA, gemeenten, het World Trade Centrum (WTC) Hengelo, de Kamer van Koophandel Oost Nederland.
22
Uitvoeringskader Kerntaak Regionale Economie
5
Transitie duurzame energievoorziening
Inzet op een duurzame economie draagt bij aan economische groei en werkgelegenheid. Onze energievoorziening speelt hierbij een belangrijke rol. Een groot deel van ons energieverbruik is (in)direct gekoppeld aan economische activiteiten en de bebouwde omgeving. Om de inrichting van de economie duurzaam te maken en minder afhankelijk van fossiele, dan wel geïmporteerde energie is de opgave primair om hernieuwbare energie een bredere en grotere toepassing te laten krijgen. Die opgave is internationaal, maar kan in Overijssel goed gecombineerd worden met het verduurzamen van de energievoorziening: groene groei. Gegeven het bestaande zwaartepunt voor bio-energie, zal de opgave zijn vooral daar deze combinatie in duurzame economische ontwikkeling vorm te geven. De provincie wil daarom hernieuwbare energie breder en sterker toepasbaar maken en streeft naar 20% hernieuwbare energie in 2020. Het aandeel hernieuwbare energie uit biomassa is daarin meer dan 50 %. Verder streeft de provincie naar meer slimmere energienetwerken en meer energiebesparing in de gebouwde omgeving en bij bedrijven.
5.1
Bio-energie Bio-energie is in Nederland de belangrijkste bron van hernieuwbare energie. Het hebben van een goede thuismarkt, waar ook innovaties kunnen worden beproefd, helpt bedrijven in Overijssel bij verdere expansie en export. In Overijssel is een actief cluster van bedrijven en kennisinstellingen rond bioenergie aanwezig, die de hele keten tussen oogst, bewerking en conversie afdekken. Deze bedrijven en instellingen hebben zich verenigd in het Bioenergiecluster Oost Nederland (BEON). Dit cluster biedt een kans om de ontwikkeling van biomassa als biobrandstof vorm te geven, als onderdeel van de transitie naar een bio-gebaseerde economie. Wat gaan we daar voor doen? Ondersteunen van de brede toepassing van bestaande technieken (vergisting), maar ook koploperprojecten wat betreft innovatieve technieken. Wij investeren in het Bio-energiepark Twente, als proeftuin voor nieuwe bio-energietoepassingen. Financiering van het onderzoeksprogramma OCRI (Overijssels Centrum voor Research en Innovatie) aan de Universiteit Twente, met een pijler bio-energie (BE2.O). Hierin worden o.a. de toepassingen voor pyrolyse-olie onderzocht. Wat of wie inspireert hier? De pyrolyse- fabriek in Hengelo van BTG in samenwerking met de Universiteit Twente. Hier wordt een innovatief product geproduceerd, dat kan uitgroeien tot wereldniveau. Hetzelfde geldt voor de Bio-ethanol fabriek in Hardenberg waar een nieuwe technologie wordt toegepast vanuit uitsluitend biomassa reststromen.
Uitvoeringskader Kerntaak Regionale Economie
23
Op lokale en regionale schaal zien wij veel agrariërs die investeren in mestvergistingsinstallaties. De eerste prototype minivergister met pure mest (HoST in Enschede) bewijst in Langeveen dat het concept werkt. Uitrol in Overijssel en daarbuiten wordt verwacht. Vergistingsinstallaties kunnen ook met elkaar verbonden worden tot een groen gashub. Voorbeeld hiervan is het project Groen Gashub Salland en het groen gashub project in Twente. Wat gaan we daar voor doen? Wij bieden die partijen die in hoge mate kunnen bijdragen aan onze ambities de mogelijkheid om subsidies, leningen, garanties en participaties aan te vragen. We steunen bio-energieprojecten ook door actief ondersteuning te bieden aan stuurgroepen en projectgroepen. Wie gaan wij uitdagen? Wij dagen grotere chemie- en technologiebedrijven uit te investeren in nieuwe processen en producten op het gebied van bio-energie. Wij dagen biomassaproducenten, overheden en netwerkbedrijven uit de keten van productie tot en met afzet (consument) te verbinden. Een gesloten biomassaketen is een voorwaarde voor de biobased economy.
5.2
Slimmere energienetwerken Slimmere energienetwerken maken op termijn een 20 tot 30% besparing op de energieopwekking mogelijk. Hier ligt ook een relatie met de gelijktijdige ontwikkeling van meer decentrale, duurzame energieopwekking en energieopslag (slimme bouw). Rondom deze smart gids, smart monitoring en intelligente bouw ontwikkelt zich een netwerk van bedrijven en toenemende samenwerking met de Universiteit Twente. Deze ontwikkeling biedt kansen voor een toekomstig cluster. Wat gaan we daar voor doen? Ondersteunen van de ontwikkeling van dit nieuwe cluster, mede in relatie tot onze inzet voor de sectoren hightech en de bouw. Wat of wie inspireert hier? Verschillende partijen werken aan slimme technieken om energiebesparing in huis te realiseren en energie effectief op het juiste moment in te zetten. Concreet is een pilot van start gegaan in Zwolle waar een experiment loopt met een slim energienetwerk. Hier komen slimme meters / technologie, eigen energieopwekking en de distributie van energie samen. Deze pilot is opgezet door netwerkbedrijf Enexis in samenwerking met een woningbouwcorporatie. Ook in Twente is een vergelijkbaar project gaande. Wie gaan wij uitdagen? Wij dagen particuliere eigenaren van woningen en woningbouwcorporaties uit te investeren in slimme (sensor)technologie om energie te besparen. Te investeren in energie-efficiëntie. Wij dagen netwerkbedrijven uit te investeren in slimme energienetwerken.
5.3
Energiebesparing
in
de
gebouwde
omgeving
en
bij
grote
bedrijven Investeringen in hernieuwbare energie brengt als spin-off werk voor bouwbedrijven en installatiebedrijven. In het energiefonds is € 100 miljoen gereserveerd voor leningen aan de woningbouwcorporaties. Deze middelen zijn bestemd voor de verduurzaming van de bestaande woningbouwvoorraad. Wat gaan we daar voor doen? Realiseren van energiebesparende maatregelen bij 15.000 woningen. Wij bieden particuliere woningeigenaren leenmogelijkheden om te investeren in hun woning. Met corporaties maken we afspraken over het versneld energiezuiniger maken van hun woningvoorraad.
24
Uitvoeringskader Kerntaak Regionale Economie
Wat of wie inspireert hier? De samenwerking tussen gemeenten, bouw- en installatiebedrijven en marketingbureaus om te komen tot een effectieve marktbenadering. Die particuliere woningeigenaren die investeren in het energiezuiniger maken van hun woning en daarmee hun energierekening zien dalen. De koplopersgroep woningbouwcorporaties die versnelt hun woningvoorraad energiezuiniger maken. Wie gaan wij uitdagen? Wij dagen bouw- en installatiebedrijven uit die kansen die zich voordoen op dit thema actief te benutten. Door hier een gezamenlijke marktbenadering in te ontwikkelen. Particuliere woningeigenaren dagen wij uit te investeren in het energiezuiniger maken van hun woning. Wij dagen alle woningbouwcorporaties uit te investeren in het versneld energiezuiniger maken van hun woningvoorraad.
Uitvoeringskader Kerntaak Regionale Economie
25
26
Uitvoeringskader Kerntaak Regionale Economie
6
Een nog gastvrijere regio: toerisme 2.0
Overijssel heeft een sterke toeristisch-recreatieve sector. De sector steunt op de aantrekkelijke (historische) steden en een afwisselend landschap, rijke cultuurhistorie en de fraaie en bijzondere natuur. In de afgelopen decennia is het belang van toerisme sterk toegenomen en vergroeid met aangrenzende terreinen als kunst, cultuur, sport, zorg en natuur. Ook het funshoppen is enorm gegroeid. We spreken daarom ook wel van de vrijetijdseconomie, waarbij het idee gastvrijheid in al zijn facetten centraal staat. Gezien de kwaliteiten van Overijssel kan het toerisme nog verder groeien: meer gasten, die langer blijven en een hoger bestedingspatroon laten zien. In 2014 realiseert Overijssel daardoor een marktaandeel van 10% op de Nederlandse markt (meerdaags verblijf) en in totaal 3.000 extra arbeidsplaatsen (in 2011 31.000). In de vrijetijdseconomie in Overijssel gaat jaarlijks 1,7 miljard euro om. Vakantiegangers brengen daarvan € 366 miljoen in; waarvan € 60 miljoen door onze gasten uit Duitsland en België. Samenwerking in de toeristische keten wordt gezien als essentiële voorwaarde voor succes. In 2011 is daarom toegewerkt naar de formele oprichting van ‘’Gastvrij Overijssel’’. Dit is een samenwerkingsverband van alle stakeholders uit de toeristische keten; bedrijfsleven, Kamer van Koophandel, Regionale Bureaus voor Toerisme en kennisleveranciers als de Saxion Hospitality Business School. Deze door de provincie geïnitieerde samenwerking maakt het mogelijk om steeds op 1 plek ontwikkelingen en activiteiten te bespreken en een gezamenlijke koers te bepalen. Voor die koers geldt als drager, de in 2010/2011 ontwikkelde Marketing Impuls Toerisme Overijssel die onder regie van de provincie tot stand kwam. Hierin zijn actielijnen per merk en campagnes voor de provincie opgenomen en is neergelegd op welke doelgroepen wordt gemikt. Wij willen deze nieuwe structuur de komende 4 jaar financieel ondersteunen en sluiten aan bij het Manifest ‘Gastvrij Overijssel’ 2012-2015. Wij zetten in op duurzame vernieuwing van de gastvrijheidseconomie door: ontwikkeling van nieuwe product-markt-partner-combinaties (PMPC’s), verhoging van de belevingswaarde van de routenetwerken en natuur & cultuur, versterking van het duurzame ondernemerschap, vereenvouding en versterking van de toeristische keten en meer aandacht voor de promotie en marketing van de vijf toeristische A-merken in Overijssel. In de promotie krijgen de Hanzesteden als thema een plek. Het vernieuwde festival- en evenementenbeleid draagt ook bij aan het stimuleren van de gastvrijheidseconomie.
6.1
Nieuwe
product-markt-partner-combinatie
en
duurzame
ondernemerschap Keuze- en combinatiegedrag van consumenten dwingt ondernemers tot het maken van aantrekkelijke producten en arrangementen. Nieuwe PMPC’s vergroten de aantrekkelijkheid voor consumenten en de toegevoegde waarde van de sector. Daarbij zijn verbindingen met andere sectoren essentieel. Juist op het snijvlak van sectoren ontstaan interessante mogelijkheden voor nieuwe PMPC’s. De verbinding met kunst, cultuur, sport, zorg en natuur bieden volop kansen, evenals verbindingen met nevenactiviteiten van de landbouw. Het ‘Overijssels Water’ voor de watersport en waterrecreatie, de toeristische cultuurbeleving en het ‘puur’ produceren en consumeren van producten Overijssel zijn nieuwe toeristische thema’s die in Overijssel meer aandacht gaan krijgen.
Uitvoeringskader Kerntaak Regionale Economie
27
Verduurzaming en vernieuwing van de bedrijfsvoering is voor de concurrentiepositie én de uitstraling van het bedrijf en de toeristische regio van belang. Wij willen ondernemers stimuleren om te excelleren in gastheerschap en duurzame productvernieuwing, samen met anderen en met overheden en kennisinstellingen. Wat gaan we daar voor doen? Het regisseren van programma’s voor Overijssels Water, Cultuurbeleving en Puur Natuur en het adopteren van nieuwe PMPC’s vanuit deze programma’s door het bedrijfsleven. Samen met Hiswa, Recron en Koninklijke Horeca Nederland vormt Duurzaam Ondernemerschap het thema in het vinden van nieuwe wegen om het energieverbruik terug te dringen en tot kostenreductie te komen. Hiermee wordt een duurzame dimensie toegevoegd aan het programma Innovatief Ondernemen in Toerisme in Overijssel (IOTO) 2010-2014. Er wordt toegewerkt naar het predicaat ‘green key’/ ‘blauwe vlag’. Bij dit project wordt een koppeling gelegd met het Energiefonds. Ook zetten wij in op het realiseren van bedrijfsnatuurplannen. Deze plannen zorgen voor een ‘natuurlijke’ en duurzame inbedding van het bedrijf in zijn omgeving. Wat of wie inspireert hier? In 2010 won Waterreijk Weerribben-Wieden de EDEN Award, de prijs voor “European Destinations of Excellence”. De EDEN AWARD beloont de combinatie van duurzame ontwikkeling en toerisme. Overijssel kent een aantal top-kampeerterreinen. Drie daarvan hebben in 2012 internationale erkenning gekregen door het predicaat ‘Superplatz’. Deze onderscheiding van de Duitse ADAC is te vergelijken met de Michelinster in de horeca. De Overijsselse Superplatzen zijn de campings Beerze Bulten, Kleine Wolf en Papillon. Om de waardering Superplatz te verkrijgen moeten de campings voldoen aan strenge criteria, waaronder luxe voorzieningen en ruime kampeerplaatsen die tegemoet komen aan de hoge kwaliteitseisen van de gasten. Het predicaat Superplatz is voor de kampeerder een belangrijk en vertrouwd keurmerk. Wie gaan wij uitdagen Wij gaan de ondernemers en de ketenpartners in de vrijetijdseconomie uitdagen om samen de nieuwe programma’s rond de thema’s Overijssels Water, Cultuurbeleving en Puur Natuur vorm te geven en nieuwe PMPC’s te realiseren. Natuurorganisaties dagen wij uit om samen met de recreatiesector te werken aan gastvrijheid in en rond de natuurgebieden. Wij dagen culturele instellingen uit om de samenwerking met de toeristische sector nog meer te zoeken en gezamenlijk een kwalitatief goed en aantrekkelijk aanbod samen te stellen.
6.2
Beleving routestructuren In de afgelopen 40 jaar is stelselmatig gewerkt aan de verbetering en vervolmaking van routenetwerken voor fietsen, wandelen, varen en paardrijden. Overijssel beschikt over ruim 3.000 km fijnmazig toeristisch fietsroutenetwerk en 500 km mountainbikenetwerk, 4.000 km wandelnetwerk, 95 km toeristische vaarroutes, 400 km kanoroutes en 400 km aan paardrijroutes. Deze netwerken liggen veelal in de Groen-BlauweHoofdstructuur en zijn verbonden met de aanwezige groenblauwe kwaliteiten. Deze routes zijn goed bewegwijzerd en behoren tot de beste van Nederland. De fysieke toeristische infrastructuur is daarmee kwantitatief en kwalitatief voldoende ontwikkeld. Ze stimuleert tevens vormen van duurzaam vervoer. De routenetwerken zijn ook digitaal ontsloten met applicaties voor telefoon, tablet en computer. Wel is er nog winst te halen uit de kwaliteitsverbetering van de routes zelf, bijvoorbeeld door ze te verplaatsen en verkeersveiliger te maken.
28
Uitvoeringskader Kerntaak Regionale Economie
Wat gaan we daar voor doen? Verhogen van de belevingswaarde van de routenetwerken. Met het bedrijfsleven en ketenpartners willen wij tot nieuwe allianties komen. Deze moeten uitmonden in nieuwe plannen en projecten, die gasten verleiden tot een bezoek aan - en zorgen voor meer bestedingen in Overijssel. De routenetwerken zijn daarvoor als zodanig niet voldoende. Het gaat om het toevoegen van thematische waarde door meer gebruik te maken van bijvoorbeeld de Overijsselse cultuurhistorie en arrangementen met ondernemers aan die routes. Wat of wie inspireert hier? Verhalenknooppunten uit het Vechtdal. Op 30 locaties in het routenetwerk in het Vechtdal staat een audionetic, een paal waarmee door trappen op een pedaal elektriciteit wordt gegeneerd om meerdere verhalen voor jong en oud te kunnen horen over het gebied. Het recent verschenen boek van Jan Terlouw, Hellehonden, is een uitstekend voorbeeld van hoe cultuurhistorie interesse kan opwekken voor een bezoek aan Twente. Wie gaan wij uitdagen Het toeristisch bedrijfsleven, brancheverenigingen als Recron, Hiswa en Koninklijke Horeca Nederland, partners als Saxion Hogescholen, het Historisch Centrum Overijssel en Musea zijn aan zet als het gaat om het verbinden van de routenetwerken met cultuur & natuur in arrangementen.
6.3
Promotie en marketing 5 A-merken Uit consumentenonderzoek blijkt dat Overijssel geen herkenbare toeristische bestemming is. De regio’s (5 A-merken) binnen Overijssel zijn dit wel. De 5 A-merken zijn: Salland “Natuurlijk gastvrij”; Twente “Landgoed van Overijsel”; Vechtdal Overijssel “Alle Tijd”; Waterreijk Weerribben Wieden “Ontspannen in het grootste wetland van Europa”en IJsseldelta “water, vriend en vijand”. Deze merken genieten buiten Overijssel echter nog te weinig bekendheid. De kwaliteiten van het toerisme in Overijssel moeten met behulp van promotie en marketing indringender onder de aandacht van de consumenten worden gebracht. Het profiel van de 5 toeristische merken in Overijssel moet daarvoor met specifieke acties, maatregelen en arrangementen scherper worden. De Hanze als thema behoort hier ook toe. De Nationale parken Weerribben Wieden en de Sallandse Heuvelrug en de Nationale landschappen Noordoost Twente en de IJsseldelta vormen het groenblauwe decor, waarin onze A-merken moeten excelleren. In 2010/2011 is met behulp van de trits: ‘’bezinnen, kansen zien/kansen benutten, waardecreatie’’ onder leiding van Saxion Hogescholen gewerkt aan het verscherpen van de profielen van de 5 toeristische merken. Onder de noemer ‘’Guest Journey’ is duidelijk geworden wat een gast belangrijk vindt en hoe de merken daar op in moeten spelen. Daarbij wordt uiteraard nauw gelet op de te bereiken doelgroep van consumenten. De Regionale Bureaus voor Toerisme geven hieraan samen met bedrijfsleven en ketenpartners vorm. Wat gaan we daar voor doen? Het voorbereidende werk in 2010/2011 moet in de komende periode worden verzilverd in concrete samenwerking, nieuwe producten en een verscherping van het specifieke profiel van de merken. Alle voorwaarden zijn daar nu voor aanwezig; een nieuwe keten, vastgelegde samenwerking, profielen, ontwikkelingsrichtingen en een marketingstrategie voor meerdere jaren.
Uitvoeringskader Kerntaak Regionale Economie
29
Wat of wie inspireert hier? De Marketing Impuls Toerisme Overijssel wordt door alle partners en partijen in Overijssel onderschreven. Hij geldt daarmee als richtingbepaler en drager voor de ontwikkeling van samenwerkingsverbanden en arrangementen. Wie gaan wij uitdagen Wij dagen het toeristisch bedrijfsleven en de Regionale Bureaus voor Toerisme in West Overijssel en Twente uit om de marketingimpuls te vertalen in concreet te ondernemen activiteiten en campagnes.
6.4
Evenementen en festivals Evenementen en festivals kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan het versterken van de regionale economie. Dit kan door het zoeken van de verbinding met het lokale/regionale bedrijfsleven en door dwarsverbanden te leggen met kunst, cultuur, sport, zorg, natuur en nevenactiviteiten van de landbouw. Juist op het snijvlak van disciplines kunnen nieuwe arrangementen ontstaan, die gasten kunnen interesseren voor een (langer) bezoek aanof een verblijf in Overijssel. Naast versterking van de regionale economie, wil de provincie dat de evenementen en festivals een bijdrage leveren aan de verscherping van het profiel van de 5 A-merken in Overijssel. De Regionale Bureaus voor Toerisme krijgen daarom een adviserende taak bij het selecteren van voorstellen. Wat gaan we daar voor doen? We stellen voor de vier komende jaren geld beschikbaar voor plannen die aan bovenstaande criteria tegemoet komen. Meerjarenprogramma’s moeten het fundament leggen onder de gewenste ontwikkeling. Een deel van het geld houden we jaarlijks beschikbaar voor innovatie ideeën. Deze moeten idealiter tegemoet komen aan meerdere doelstellingen van het hoofdlijnenakkoord. Wat of wie inspireert hier? Deventer Op Stelten (DOS) is een internationaal theaterfestival dat vorige jaar 130.000 bezoekers trok. Het festival verbindt culturele instellingen, lokale ondernemers, onderwijs, en vrijwilligers, heeft een landelijke uitstraling en werkt als een cultureel-economische olievlek voor de gehele regio. Het festival is een vernieuwende samenwerking aangegaan met ruim 85 toeristische Sallandse ondernemers om als pilot meerdaagse verblijfsarrangementen te ontwikkelen. Tegelijkertijd wordt het festival verlengd van drie naar vier dagen. Dit jaar zijn 150 toeristische arrangementen beschikbaar en via Internet te boeken. DOS heeft zich hiermee gekoppeld aan de toeristische regio Salland en zorgt voor veel extra dagrecreanten en toeristen die meerdere dagen verblijven in onze provincie. Wie gaan wij uitdagen We nodigen de bestaande grote festivals en evenementen, die hun organisatietalent hebben bewezen, uit om met de gevraagde meerjarenvoorstellen te komen. Via een jaarlijkse tender kunnen ook anderen in aanmerking komen voor de ondersteuning van hun innovatieve idee.
30
Uitvoeringskader Kerntaak Regionale Economie
7
Verduurzaming en innovatie in de Agrofood-sector
De Nederlandse agro-food sector is internationaal koploper en een van de motoren van de Nederlandse economie. Ook voor Overijssel is de betekenis van deze sector groot. De sector levert een stevige bijdrage aan de Overijsselse economie en zorgt voor een goed vestigingsklimaat voor niet-agrarische sectoren. De sector wordt geconfronteerd met verdwijnende vanzelfsprekendheden. De landbouw is niet langer de dominante bewoner en ondernemer op het platteland. De vanzelfsprekende acceptatie van het boerenbedrijf verdwijnt. Een zoon is niet meer per definitie garantie voor de continuïteit van het bedrijf. Europa beschouwt de landbouw niet lager meer als haar eigen instrument om voedselzekerheid te garanderen. In 2014 wordt het nieuwe Europese Landbouwbeleid van kracht, waarin minder geld beschikbaar komt voor bedrijfstoeslagen. De focus van het nieuw Europees Landbouw beleid wordt verlegd naar concurrentiekracht en innovatie en vergroening en verduurzaming van de sector. De landbouw, in Overijssel vooral de veehouderij, en de agro-food sector moeten zich ontwikkelen tot een volledig duurzame bedrijfstak met een breed draagvlak in de samenleving. Specifiek voor de veehouderij gaat het hier om een sector die produceert met respect voor mens, dier gezondheid en milieu. De provincie streeft naar een versterking van de concurrentiekracht van de sector via de stimulering van nieuwe duurzame economische ketens. De sector moet een jaarlijkse groei van de toegevoegde waarde laten zien die boven het landelijk gemiddelde ligt. Daarnaast moedigt de provincie maatschappelijk verantwoord ondernemerschap aan, stuurt zij aan op slim hergebruik van restmateriaal (bio-based-economie) via het programma Hernieuwbare Energie en mede verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van de groene omgeving en draagt zij bij aan de verbetering van het imago van de primaire sector. Vanuit ons programma voor een vitale en zichzelf vernieuwende regionale economie investeren we in de versterking van de concurrentiekracht en maatschappelijk verantwoord ondernemerschap in de landbouw, het terug dringen van (giftig) afval (zoals asbest) en moedigen wij hergebruik van materialen aan.
7.1
Versterken concurrentiekracht Het grootste deel van de toegevoegde waarde en de werkgelegenheid in Overijssel wordt gerealiseerd in de toeleverende en verwerkende bedrijvigheid in de steden en kernen. De bijdrage van de primaire sector is relatief klein en loopt geleidelijk terug. Fuseren en opschalen is een doorgaande trend in de toeleverende en verwerkende industrie. Deze opschaling zorgt voor een sterke sector die kan concurreren op de wereldmarkt.
Uitvoeringskader Kerntaak Regionale Economie
31
Het economisch perspectief van ondernemers verbetert door het produceren van producten in ketenverband met een hogere toegevoegde waarde die afnemers daadwerkelijk willen betalen. De (technologische) ontwikkeling van deze nieuwe product-markt-partner combinaties is een belangrijke kans voor Overijssel. Innovatieve voorlopers pakken die kans. Restproducten van de landbouw zijn doorgaans afval. In de bio-based economy is afval van het ene bedrijf grondstof voor het andere. Ondanks dat er veel biomassa omgaat in Overijssel, manifesteert de landbouw zich nog nauwelijks op dit terrein. Hier liggen kansen voor nieuwe product-marktpartner combinaties. Om mee te kunnen doen met de biobased economy moet de sector op zoek naar samenwerkingsverbanden met proces- en afvalverwerkende bedrijven. De eerste stappen hiervoor worden gezet in het programma voor hernieuwbare energie. Goed ruimtelijk beleid is van groot belang voor de primaire sector. De omgevingsvisie biedt voldoende ruimte. In de praktijk zijn er echter knelpunten rond stallenbouw die met inzet van meer kennis opgelost kunnen worden. De verkavelingssituatie in Overijssel is minder gunstig dan in de rest van Nederland. Vanuit het inrichtingsprogramma landelijk gebied werken we samen met onze partners aan verbetering van de kavelstructuur. Wat gaan we daar voor doen? Wij ondersteunen de voorlopers door financieel bij te dragen aan het uitwerken van hun kennisvragen. Het instrument agro-kennisvouchers zetten we voort. We stimuleren de ontwikkeling van duurzame stallen die bijdragen aan de ruimtelijke kwaliteit. De ervaringen die we hebben opgedaan in het project van de Rijksbouwmeester “mooie en innovatieve varkensstallen”, ons programma Ruimtelijke Kwaliteit en door de Ervenconsulent van het Oversticht werken we uit in overleg met de sector. De regeling Plannen met de toekomst, die zich richt op versterking van het ondernemerschap in de landbouw, zetten wij voort (doorontwikkeling huidige regeling). Daarbij leggen wij focus op ondernemers in of bij de groen-blauwe hoofdstructuur die landbouw en zorg voor natuur en landschap in hun bedrijfsvoering integreren. In overleg met de sector onderzoeken we of we voorlopers moeten bijven ondersteunen met subsidie uit de Keteninnovatieregeling. Wat of wie inspireert hier? Annemarie en Herbert Noordman zochten een goede manier om hun varkensbedrijf bij Lemelerveld uit te breiden. Deelname aan de ontwerpwedstrijd “mooie en innovatieve varkensstallen” leidde tot het ontwerp van een mooie en duurzame varkensstal voor 5000 vleesvarkens. De stal heeft 1-ster van de dierenbescherming en een bezoekerspaviljoen. Het ontwerp “Veldhoekporc” wordt in 2012 uitgevoerd. Koolzaadtelersvereniging Colzaco innoveert de productie van koolzaadolie. Koolzaad werd van oudsher geteeld als bodemverbeteraar. Eind vorige eeuw kwam koolzaad opnieuw in de belangstelling, maar dan als biobrandstof. Als spijsolie was koolzaad niet geschikt. De Oost Nederlandse Koolzaadtelersvereniging Colzaco heeft met een bijdrage van Overijssel een nieuw procedé ontwikkeld om van koolzaadolie spijsolie te maken. Spijsolie levert een hogere economisch rendement op dan brandstof. De “brassicaolie” slaat aan in culinaire kringen. In 2008 won de brassicaolie de horecava innovation award. Ook commercieel is de olie succesvol en nu verkrijgbaar op de Nederlandse markt. Colzaco bereidt zich voor op export binnen Europa. Wie gaan wij uitdagen Wij dagen ondernemers uit om innovatieve plannen te ontwikkelen die een antwoord geven op de verdwijnende vanzelfsprekendheden in de landbouw.
32
Uitvoeringskader Kerntaak Regionale Economie
7.2
Maatschappelijk verantwoord ondernemerschap Ondanks de economische crisis is de vraag naar biologisch geproduceerd voedsel toegenomen. Koploper is de zuivel. Grote zuivelexporteur Nederland moet echter biologische zuivel importeren om aan de eigen vraag te voldoen. Juist voor Overijssel, waar de levensmiddelenindustrie relatief sterk gekoppeld is aan de primaire productie van de melkveehouderij, liggen hier kansen. Overijsselse ondernemers zullen sneller moeten verduurzamen om de kansen te verzilveren. We zien de biologische landbouw als voorloper van maatschappelijk ondernemerschap. Bedrijvigheid die aandacht voor de omgeving, energie, milieu, water, volksgezondheid en dierenwelzijn volkomen vanzelfsprekend vindt. Verbrede landbouw en nieuwe economische dragers in het landelijke gebied maken vaak gebruik van vrijkomende agrarische bebouwing. Wat gaan we daar voor doen? Vanuit het programma inrichting landelijk gebied zetten wij in op vermindering van emissies uit de landbouw en inpassing van de Kaderrichtlijn Water. Dat doen wij via de projecten Proeftuin Natura 2000, Salland waterproof en de stimuleringsregeling Emissiebeperkende technieken. Vanuit het programma Nieuwe energie zetten we in op duurzame energie en energiebesparing in de agrarische sector. Hierbij is ook aandacht voor het gebruik van mest als energiebron. We ondersteunen de ontwikkeling van maatschappelijk verantwoord ondernemerschap ook in voormalige agrarische bebouwing. Het lopende project Echt Overijssel! stimuleert duurzame samenwerking van landbouw, natuurbeheer en ketenpartners. Dit project willen wij in overleg met de sector doorontwikkelen. In Overijssel liggen diverse Natura 2000 gebieden. Om de achteruitgang van biodiversiteit te stoppen moet de stikstofbelasting worden teruggebracht. De Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) geeft hiervoor het kader waarbij het uitgangspunt is dat de economische ontwikkeling niet in gevaar gebracht wordt. In principe biedt de PAS voldoende ruimte. Voorwaarde is dat de uitvoering van PAS maatregelen is geborgd en gefinancierd. Hierover wordt onderhandeld met het Rijk. Wat of wie inspireert hier? Zuivelcoöperatie Rouveen is in 2012 gestart met een langlopend verduurzamingsprogramma voor al haar leden. Zuivelcoöperatie CONO uit Hellendoorn, bekend van Ben&Jerry-ijs, heeft al ervaring met een dergelijk programma. CONO en Rouveen lopen hiermee landelijk aan kop. Natuurboeren uit het project “Echt Overijssel!”,een project van Natuurmonumenten, Stichting Dianthus en Wageningen Lifestock Research. Veehouders in het project werken aan een grotere rijkdom aan plant- en diersoorten op en rond landbouwgronden. Ook proberen ze hun grondstofkringlopen te sluiten zodat ze niet meer afhankelijk zijn van import van veevoer uit het buitenland. Deze kernwaarden maken ze zichtbaar aan de markt zodat die bereid is om meer te betalen voor de producten van de veehouders. Bovendien ontwikkelen ze nieuwe productmarktcombinaties die slim in de markt gezet moeten worden. In 2011 hebben de natuurboeren zo succesvol hun vlees op de markt (lokale supermarkt) gebracht dat de vraag het aanbod overstijgt.
Uitvoeringskader Kerntaak Regionale Economie
33
De vakbeurs voor de biologische landbouw, de biovak is in Zwolle in 5 jaar tijd uitgegroeid tot een belangrijk evenement voor de landbouw. De beurs heeft ca. 400 stands, tientallen workshops en beursprogramma’s en trekt ongeveer 17.000 bezoekers. De provincie heeft de ontwikkeling van de beurs in de aanloop ondersteund. Inmiddels is de beurs voldoende in staat om haar eigen broek op te houden. Het project ‘Asbest van het dak, zonnepanelen er op’. Dit project, dat in 2011 is afgerond, combineerde maatschappelijk verantwoord ondernemen met verbreding van de landbouw (duurzame energie) en bood agrariërs een nieuwe aanvullende bron van inkomsten. Wie gaan wij uitdagen? Wij dagen de primaire sector en partijen in de keten uit om maatschappelijk verantwoord te ondernemen en leggen zelf de verbinding naar andere provinciale thema’s, zoals asbestsanering bij agrarische bedrijven. Eigenaren van natuurgronden. Zij kunnen er voor zorgen dat de veehouders langdurig de beschikking krijgen over natuurgronden, zodat ze hun concept kunnen versterken en uitbreiden. We dagen de boeren, de eigenaren van natuurgronden en keten- en marktpartijen binnen een regio uit om samenwerkingsverbanden op te zetten.
34
Uitvoeringskader Kerntaak Regionale Economie
8
Hightech
toepassingen
en
energiebesparing in de bouw
Een bijzondere sector voor Overijssel is de bouw. Normaal vooral lokaal georiënteerd, in de Overijsselse situatie een stuwende sector die veel geld in de rest van het land verdient. Het is ook een sector die als conjunctuurindicator van onze regionale economie kan worden gezien. Hightech toepassingen en energiebesparing spelen een steeds grotere rol in de bouw. De bouw zal meer dan nu innovatief en duurzaam ondernemerschap moeten tonen om haar sterke (inter)nationale positie voor de toekomst veilig te stellen. Ook de samenwerking met kennisinstellingen zal versterkt moeten worden.
8.1
Investeren in en voor de bouw De financiële crisis heeft grote veranderingen teweeg gebracht op de woning- en kantorenmarkt. De provincie Overijssel heeft diverse (recessie)maatregelen genomen om de gevolgen hiervan te beperken. Dit hebben wij gedaan door te investeren in innovatie in de bouw en door te investeren in infrastructuurprojecten en projecten gericht op energiebesparing in de bestaande bouw. De provincie wil de concurrentiekracht van de bouwsector verder versterken. Wat gaan we daar voor doen? • meer sturen op regionaal niveau in plaats van op gemeentelijk niveau. Daar ligt immers onze opgave als regionaal gebiedsregisseur; • we gaan minder sturen met geld en meer met kennis, overleg en afstemming om zo de verschillende partijen op de woningmarkt te kunnen laten inspelen op de veranderende verhoudingen op de woningmarkt; • we zetten onze huidige afspraken met gemeenten door en stimuleren particulieren met startersleningen en de stimuleringsregeling voor Collectief Particulier opdrachtgeverschap. De provincie verbindt initiatieven, ideeën en belangen van de partijen op de woningmarkt met elkaar. In de komende jaren zetten we in op activiteiten waarmee we met onze partners in gezamenlijkheid oplossingen zoeken en innovaties bedenken en toepassen. Uiteraard met behoud van eigen verantwoordelijkheid. Onze partners krijgen een belangrijker rol in het aangeven welke problemen gezamenlijk worden opgelost. Als dit bijdraagt aan het realiseren van de provinciale doelen en de inzet van de provincie meerwaarde biedt, initiëren we deze activiteiten of participeren daarin. De ontwikkelingen op de woningmarkt doen meer dan de afgelopen jaren een beroep op deskundigheid en creativiteit van ons en andere partners om onder uitdagende omstandigheden gezamenlijk te zoeken naar succesvolle samenwerkingsstrategieën, nieuwe verdienmodellen, samenwerking in de keten, etc..
Uitvoeringskader Kerntaak Regionale Economie
35
Wat of wie inspireert hier? Met de subsidieregeling Restauratieachterstanden Rijksmonumenten hebben in 2009 37 rijksmonumenten een restauratie kunnen opstarten en in 2011 nog eens 14. Het gaat in totaal om ruim € 28 miljoen provinciale subsidie. De subsidieregeling hanteerde als voorwaarde dat de restauraties snel gestart moesten kunnen worden om een directe impuls aan de bouwsector te geven. Investeren in een monument loont. Tegenover elke euro overheidsgeld staat een investering van ongeveer 3 euro door particulieren. Bovendien zijn reparatie en renovatie goed voor de werkgelegenheid door de relatief hoge arbeidscomponent. Stichting RIBO kon alleen in 2009 al 24 leerlingen in de restauratiebouw een plek bieden op een van de restauraties. Daarmee is de specialistische kennis die monumentenonderhoud en -restauraties vergen ook voor de toekomst geborgd. Wie gaan wij uitdagen? Wij gaan de woningcorporaties, commerciële ontwikkelaars en bouwers, de gemeenten en burgers uitdagen om hun veranderende positie op de woningmarkt te versterken.
8.2
Stimuleren innovatie en duurzaamheid in de bouw Innovatie is van het grootste belang om de huidige concurrentiepositie te behouden en versterken. Alternatieve bouwmethoden, die op een effectieve manier omgaan met grondstoffen en afval, hebben de toekomst. Duurzaamheid wordt een belangrijk concurrentiewapen. Niet alleen vanwege energiebesparing, maar ook voor de bredere afzetmarkt voor duurzame woningen. In het energiefonds is 100 miljoen euro beschikbaar voor energiebesparing in de bestaande woningvoorraad. In het bijzonder het gebruik van nieuwe materialen biedt kansen. Wij verwachten dat dit 1000 banen in de bouwsector genereert. Om innovaties in de bouw te realiseren, zijn niet alleen innovatieve bouwers, adviseurs en toeleveranciers nodig, maar ook opdrachtgevers. Steeds weer blijkt dat innovatieve opdrachtgevers de motor kunnen zijn voor een vernieuwende aanpak. De provincie wil deze innovatiekracht van de bouwsector verder aanjagen. In toenemende mate is stichting Pioneering een platform voor 'launching customers'. Zo is begin 2011 het ‘Opdrachtgevers convenant’ gesloten, waarin 15 Twentse (semi)publieke opdrachtgevers zich committeren aan vernieuwend opdrachtgeverschap. Wat gaan we daarvoor doen? Wij stimuleren innovatie (in de keten) op basis van concrete businesscases en door innovatief opdrachtgeverschap en launching customership. Wat of wie inspireert hier? Stichting Pioneering staat voor vernieuwing van technologie en ondernemerschap in de bouw. De kracht van Pioneering is dat ondernemers, kennisinstellingen, overheid èn opdrachtgevers met elkaar samenwerken. De inbreng van opdrachtgevers draagt bij aan het principe van Launching Customership. Bijna 100 bedrijven en instellingen werken actief samen in tien verschillende projectgroepen, de 'werkplaatsen’ van Stichting Pioneering. De deelnemende partijen delen hun kennis in verschillende business cases en ontwikkelen samen nieuwe werkwijzen en producten. Wie gaan wij uitdagen? Regionale bouwondernemers, ontwikkelaars, architecten, onderwijs- en kennisinstellingen. Wij dagen medeoverheden uit om als launching customer c.q. innovatief opdrachtgever op te treden.
36
Uitvoeringskader Kerntaak Regionale Economie
9
Monitoring
Uitvoering op afstand zetten vraagt om adequate monitoring en verantwoording. Zoals Rekenkamer(Oost Nederland) onderzoek naar het Innovatie Platform Twente (IPT) (2010) en onderzoek van de Algemene Rekenkamer naar effecten van landelijk innovatiebeleid (2011) heeft aangetoond, is goed monitoren en verantwoorden een uitdaging. Monitoring van de kerntaak Regionale Economie vindt plaats op drie niveaus: 1. Monitoring op hoofdlijnen. Hiervoor zijn kengetallen opgenomen die gerelateerd zijn aan de hoofddoelen de provinciale begroting. Deze kengetallen geven een ontwikkeling in de tijd weer en worden ieder jaar geactualiseerd. 2. Monitoring van het uitvoeringskader Regionale Economie. Dit vindt jaarlijks plaats in de Staat van Overijssel op basis van een verder te ontwikkelen provinciebrede economische monitor. 3. Monitoring binnen deelprogramma’s en projecten. Deze gegevens zijn vooral nodig voor het beheer en de uitvoering van de deelprogramma’s. Omdat onze huidige economische monitor niet het gewenste inzicht tussen inzet en resultaat van de inzet kan leveren, wordt, naar analogie van de arbeidsmarktmonitor, een brede economische monitor ontwikkeld. We organiseren dit samen met partners als Agentschap NL en de regio’s Twente (Twente Index), Stedendriehoek en Zwolle, maar ook E’til en Rabobank. Verder volgen we de ontwikkelingen rondom het Europa 2020 beleid, om mee te kunnen bewegen met de indicatoren die door Europa worden ontwikkeld. Een nulmeting in 2012 maakt deel uit van de aanpak om een basis te leggen voor periodieke evaluatie. Wij blijven de arbeidsmarktmonitor voortzetten. Veel partijen maken hier in de provincie gebruik van. Een goede basisset van gegevens blijft van essentieel belang om wijzigingen in de economische structuur zichtbaar te kunnen maken en te kunnen gebruiken voor anticiperen op ontwikkelingen.
Uitvoeringskader Kerntaak Regionale Economie
37
38
Uitvoeringskader Kerntaak Regionale Economie
Bijlage 1 Trends en Cijfers Figuur 1: Economische groei (Bruto binnenlandsproduct, bruto regionaal product), Nederland en Overijssel, 2007-2010 (%). 5
4
3
2
1 Overijssel Nederland
0 2007
2008
2009
2010
-1
-2
-3
-4
-5
Bron: CBS
Figuur 2: Vertrouwen van burgers van Overijssel in de economie (percentage inwoners dat verbetering van de economische situatie in Nederland verwacht de komende 12 maanden), 2009-2011 (%).
45
40
35
30
25
20
15
10
5
0 2009
2010
2011
Bron: Burgerpanel Overijssel
Uitvoeringskader Kerntaak Regionale Economie
39
Figuur 3: Vertrouwen Overijsselse ondernemersvertrouwen).
ondernemers,
2007-2010
(CBS-index
100
80
60
40
20
0 2007
2008
2009
2010
-20
Bron: COEN (CBS/KvK)
Figuur 4: Aantal vestigingen in Topclusters en prioritaire sectoren in Overijssel, 2007-20111
12.000
10.000
8.000
2007 2008 2009 2010 2011
6.000
4.000
2.000
jv er he
id
bo uw bo
uw
ni
la
nd
ct or tij d
Se ct or
Se ct or
nu 'F oo d,
Vr ij e
n tr iti o
st er lu C
ss e
er s w f lo an d
sc 'L if e
O n ie 'i m 'C he
Cl
us te r
Cl
us te r
us te r Cl
’
es ' ie nc
se l ve rij s
'E us te r Cl
'H ig
ht ec hs
ys te m
en
en
-m at er
ia le
ne rg
n'
ie '
0
Bron: BIRO 1
De afbakening van de topclusters komt overeen met de afbakening door het ministerie van EL&I; de afbakening van de vrijetijdssector komt overeen met de afbakening van de landelijke standaard; de afbakening van de sectoren landbouw en bouwnijverheid komt overeen met de afbakening van APO-cijfers
40
Uitvoeringskader Kerntaak Regionale Economie
Figuur 5: Aantal arbeidsplaatsen in Topclusters en prioritaire sectoren in Overijssel, 2007-20112
50.000 45.000 40.000 35.000 2007 2008 2009 2010 2011
30.000 25.000 20.000 15.000 10.000 5.000
jv er he id
bo uw nd
uw ni
la S
ec to r
bo
ec to r S
tij d rij e
C
lu
st er
V
n tio nu tr i
'F oo d,
ss e
w f lo an d
sc 'L if e lu st er
C
ct or
’ er s
s' ie nc e
se l ve rij s O
'C he m
ie 'i n
lu st er C
lu st er C
C
lu
st er
'H ig
ht ec hs y
st em
en
en
-m at er
ia le
'E ne rg
n'
ie '
0
Bron: BIRO
2
De afbakening van de topclusters komt overeen met de afbakening door het ministerie van EL&I; de afbakening van de vrijetijdssector komt overeen met de afbakening van de landelijke standaard; de afbakening van de sectoren landbouw en bouwnijverheid komt overeen met de afbakening van APO-cijfers.
Uitvoeringskader Kerntaak Regionale Economie
41
Bijlage 2 Overzicht herstructureringsprojecten 2009-2015
42
Uitvoeringskader Kerntaak Regionale Economie
Nr. 1.
Gemeente
Bedrijventerrein
Tranche *
Status
Financiering**
Almelo
Dollegoor/ Slachthuiskade
1
Uitvoering
Topper 2.500.000,-
Betrokkenheid HMO
MJP 500.000,2.
Buitenhaven
2
3.
Turfkade
3
4.
Borne
Molenkamp
3
5.
Dalfsen
De Meele
2
De Rondweg
3
6. 7.
Deventer
8.
Bergweide Havenkwartier
1
Uitvoering
In actie voor werk 500.000,MJP 1.407.560,-
9.
Kloppendijk
1
Uitvoering
MJP 425.000,-
10.
Echelpoel
1
Uitvoering
MJP 117.500,-
11.
De Mors
1
Uitvoering
MJP 1.000.000,-
Uitvoering
Topper 2.500.000,-
12.
Dinkelland
Enschede
Havengebied
x
HMO 234.000,13.
Hardick en Seckel
14.
Rigtersbleek Tubantia
15.
Het Reulver
1
16.
Het Sander
Niet ingepland; particulier terrein
17.
Haaksberge n
18. 19.
Hardenberg
20. 21.
Hellendoorn
22. 23.
Hengelo
deel
In actie voor werk 500.000,-
Uitvoering
In actie voor werk 500.000,-
Uitvoering
MJP 247.500,-
/
Westelijk deel ’t Varck / St. Isidorushoeve Oostelijk Varck
Uitvoering
‘t
1
Masterplan Bruchterweg Nieuwe Haven
Uitvoering
Rollepaal
Uitvoering
In actie voor werk 150.000,-
Uitvoering
Topper 2.500.000,-
Nijverdal Noord
3
‘t Lochter
3
Twentekanaal
1
Uitvoeringskader Kerntaak Regionale Economie
x
43
Nr.
Gemeente
Bedrijventerrein
Tranche *
Status
Financiering**
Betrokkenheid HMO
MJP 500.000,IMG 3.300.000,HMO 3.000.000,-
24.
Westermaat Z-W
2
25.
Timmersveld
1
Uitvoering
MJP 72.500,-
Twentekanaal Zuid - Markelo
1
Uitvoering
MJP 226.000,-
26.
Hof Twente
van
27.
28.
Haven Twentekanaal Goor Kampen
IMG 1.100.000,2 -
Haatland
1
Uitvoering
Topper 2.000.000,MJP 500.000,-
29.
Spoorlanden
2
30.
Losser
Zoeker Esch / De Pol
1
Afgerond
In actie voor werk 500.000,-
31.
Oldenzaal
Eekte Hazewinkel
1
Uitvoering
MJP 500.000,-
–
x
HMO 250.000,-
32.
Olst – Wijhe
De Enk
1
Uitvoering
33.
Ommen
De Strangen
1
Uitvoering
34.
Raalte
De Zegge
1
Uitvoering
MJP 1.000.000,-
x
MJP 500.000,IMG 150.000,-
35.
36.
Rijssen Holten
-
Niet in een periode ingepland.
De Mors
Afgerond
In actie voor werk 500.000,-
Uitvoering
MJP 500.000,-
37.
Noordermors 1 4
38.
De Mors, en West
39.
Molendijk Noord
3
40.
De Haar 1 en 2
1
Uitvoering
MJP 176.895,-
1
Noord HMO 167.000,-
41.
Staphorst
De Baarge
1
Uitvoering
MJP 500.000,-
42.
Steenwijkerl and
Groot Verlaat
1
Uitvoering
MJP 500.000,-
43.
De Weijert
1
Uitvoering
MJP 378.000,-
44.
Dolderkanaal
1
Uitvoering
MJP 455.000,-
45.
Boterberg
1
Uitvoering
MJP 260.500,-
Weitzelpoort
1
Uitvoering
MJP 500.000,-
46.
44
Spoorzone Oost
Twenterand
Uitvoeringskader Kerntaak Regionale Economie
X
x
Nr.
Gemeente
Bedrijventerrein
Tranche *
Status
Financiering**
De Sluis
1
Uitvoering
MJP 300.000,-
Hoge Lucht
1
Uitvoering
MJP 500.000,-
49.
Kluinveen
3
50.
Violenhoek
3 Uitvoering
In actie voor werk 1.000.000,-
47. 48.
51.
Wierden
Zwartewater land
Waterfront Hasselt
Betrokkenheid HMO
x
Actiefonds 1.000.000,52.
Zwartewater
2
53.
Zevenhont
3
54.
Zomerdijk
3
55.
Meppelerdiep/ Kranerweerd
3
Voorst
1
Uitvoering
MJP 1.000.000,-
De Vrolijkheid
1
Uitvoering
MJP 1.000.000,-
56.
Zwolle
57.
* Het Meerjarenprogramma Vitale bedrijvigheid 2009-2015 kent drie tranches. Dit geeft de periode weer waarin de start van de herstructurering is gepland. Tranche 1: periode 2009-2011, Tranche 2: periode 2012-2013, Tranche 3: periode 2014-2015. ** Financieringsbronnen: -
In actie voor werk = Provinciaal Meerjarig Economisch Uitvoeringsprogramma 2005 -2008 Topper = Rijksmiddelen Actiefonds = Actiefonds Overijssel 2007 MJP = Meerjarig Uitvoeringsprogramma Vitale bedrijvigheid 2009-2015 HMO = Herstructureringsmaatschappij Overijssel
Uitvoeringskader Kerntaak Regionale Economie
45
Bijlage 3 Open Innovatiecentra
46
Uitvoeringskader Kerntaak Regionale Economie
Bijlage 4 Governance model Innovatie
Strategie Board Twente Stedendriehoek (in ontwikkeling)
Strategie Board Regio Zwolle
Investment committee
Bijeenkomsten
Regionaal bedrijfsleven
Innovatieloket Kennispark Twente
Innovatieloket
Kennispoort Zwolle
Business Case
Business Case
……
Business Case
Business Case
Bijeenkomsten Platform Regionaal bedrijfsleven
……
Bijeenkomsten Platform Regionaal bedrijfsleven
Innovatieloket Stedendriehoek
Business Case
Business Case
……
Uitvoeringskader Kerntaak Regionale Economie
47
Bijlage IV: overzicht budgettaire gevolgen van de 17e wijziging van de Kerntakenbegroting 2012 Investeringsbesluit Kerntaak Regionale Economie (bedragen x € 1.000) Volgnummer
Kerntaak
Beleidsdoel
I/S
Omschrijving Lasten
20 I I I
Financiering en algemene dekkingsmiddelen - programmalasten (Algemene dekkingsreserve) - programmalasten (Reserve Kracht van Overijssel) - programmalasten (Reserve uitvoering Kracht van Overijssel)
10.000 107.600
117.600 LEGENDA nr. kerntaak 1 Duurzame ruimtelijke ontwikkeling en inrichting, waaronder waterbeheer 2 Milieu en Energie 3 Inrichting landelijk gebied 4 Regionale bereikbaarheid, regionaal OV 5 Regionale Economie 6 Culturele infrastructuur en monumentenzorg 7 Kwaliteit Openbaar Bestuur 8 Sociale infrastructuur, jeugdzorg en overige niet-kerntaken 9 Gebiedsontwikkeling geen kerntaak, wel gegroepeerd 20 Financiering en algemene dekkingsmiddelen
Lasten:
2012 Baten
10.000 107.600
Saldo
Lasten
2013 Baten
Saldo
Lasten
2014 Baten
Saldo
Lasten
2015 Baten
Saldo
10.000 97.600 107.600-
117.600
- = verlaging + = verhoging
Baten:
- = verlaging + = verhoging
Saldo:
- = financiële ruimte neemt af + = financiële ruimte neemt toe
I/S: betreft incidentele lasten & baten (I) of structurele lasten & baten (S) conform uitgangspunten Kerntakenbegroting 2012, paragraaf 4.4.2
Bijlage behorend bij Statenvoorstel PS/2012/107
Pagina 1 van 1
"O Ol
■o
n»
3 i. n>
S| ?r
"
8-
fD
l/l (/) ■ TJ
O. QJ
m
H 3
CT
3 ä »
I 2
=• S -D
SI 3 -i O)
0) 3 0) -1
00
£ ►*
d s B- °
3 3
O
w
< '-^ H*
en
w
D
_}
-ro>
a1 y 0 < n>
n
ft
ro
Q.
ö-
?
7=T D e
3
QJ 01
8
s s
ï-l
SJ
£
S s
ET.
3
10
b
c/l
2. 3 IP
3
T!
" 0 <
0)
H
S
01
0
r»
ET
- ft
O
■
3 3
o-1 dS -1 o
m
»■*
M KI
w
2.
3 in
S ff
Hl
"
5'
<
a a
3 3'
o
3
m üT m o o
3
5'
10
i?
ai
BI
sr a
ai
3
3
10 01
o
-t
10 ■a
er a
3
er o o
(D
ai ia n O o
S S
o Sj
3 g-
n
*"
< n>
3
Ol
KJ O
(1
CQ
; •
n
in
l/l
S D)
3
CT
a
0
,Si
3
<"> * KJ
ï » I
o ? 2> 3
UI
» 5 3
c §
l/l LO
m
ro
? &§ 3 ä
?
o
I I ■2 'sj i 5
S ?
3
I ï
3
o.
J
cu
r?
OJ
G>
ro
o" 3 t u
-~.
Ö
3
5T o
~
*
ï
3
c*-
CU
O 3 0)
73 n>
=
3 i 3
S' S- 2. 'S-
»
2 & a 3 e; » K Sj
?
n>
ft ffi.
2
^ o = S
> c
o. 3 o.
i- ?
H
* *
3
3 r =1 c CU j . w"
C *T3 ft) ri
3
si
3' a
vi
ra
_
ö.
1/1
=
ra
s I
SP. Ti 3 ; ra' S ft
~t ca
« i j 3. m c n> -o 9.
-1 K 1)
3ï|
9L S. 5:
V)
O
3
NJ
2 3
ra
3
m ff
z o
I
4 °-
-F*t
QJ
^
CO IQ =} n>
3
>
ïï in ra
raÏJ'—ft
=3.
< 3 oi
9-
3
31
w er ra m
(D —.
ft
ff5
m
a
•= 3
er => o
a- 3
in
w
5
g ? 'S
a o ft ra " - ■ S a
ra
ra j
°, ff Q . 'S
ft =
P
Ï3
2.5 Regionale Economie
( x € 1.000)
De provincie Overijssel zet vol in op de ontwikkeling van de regionale economie. De provincie is verantwoordelijk voor het faciliteren van de regionale Gouden Driehoek (ondernemers, kennisinstellingen en overheid), bedrijventerreinenbeleid, regionaal vestigingsklimaat en ruimtelijke inpassing van bedrijvigheid en kennisinstellingen.
Wij kiezen hierbij voor een integrale benadering, waarin wij nauw samen werken met de partners uit bedrijfsleven, onderwijs- en onderzoekinstellingen en regionale overheden. Ons economische beleid vindt voornamelijk plaats via investeringsimpulsen en heeft daarmee een niet-structureel karakter. In deze collegeperiode investeren we fors in de ondersteuning van regionale topsectoren en integrale gebiedsontwikkeling, met andere woorden in bereikbaarheid, ruimtelijke ontwikkeling en duurzaamheid, gekoppeld aan de economische agenda. Voorbeelden van de laatste zijn de Innovatiedriehoek in Twente en de Spoorzone in Zwolle. Onze investeringen moeten eraan bijdragen dat de Overijsselse economie zich goed kan wapenen tegen de wereldwijde economische ontwikkelingen. Na de eerste tekenen van herstel van de wereldwijde economie, is er nu weer sprake van een zeer onzekere situatie. De effecten van de wereldwijde schuldencrisis zijn niet te voorspellen. We moeten er rekening mee houden dat de gevolgen de Nederlandse en dus ook de Overijsselse economie zullen raken. De economische situatie leidt er in ieder geval toe dat de Nederlandse overheden zich herbezinnen op taken en bezuinigen op stimuleringsbeleid, ook in het economische domein. Het Rijk kiest voor het stimuleren van een aantal topsectoren, waarbij de provincie staat voor de regionale vertaling van dit beleid. Hiermee bouwen we voort op de positie die we hebben opgebouwd, zij het dat het Rijk niet meer een vanzelfsprekende partner is. We bouwen voort op wat we bereikt hebben, maar maken hierbij ook een aantal nieuwe keuzes.
Bestrijding leegstand van kantorenlocaties
“We willen minder subsidiëren en meer gebruik maken van innovatieve financiële arrangementen.”
128
Ons doel is een vitale en zichzelf vernieuwende economie. De kern van ons regionaal economisch beleid is: 1. Het verbeteren van het vestigings- en ondernemingsklimaat, door te zorgen voor goede bedrijfsomgevingen en bereikbare werk- en woonlocaties. 2. Een wervend bedrijvenbeleid voeren, door bedrijven en kennisinstellingen uit te dagen tot innoveren en het creëren van hoogwaardige technologische bedrijvigheid. We richten ons op het bevorderen van integraal economisch beleid. Dat doen we via een gerichte en geïntegreerde inzet van ruimtelijke en sociaaleconomische instrumenten en in samenwerkingsverbanden binnen de Gouden Driehoek (ondernemers, kennisinstellingen en de overheid). Een groot deel van de opgaven wordt gerealiseerd in nauwe samenhang met (of helemaal door) de andere kerntaken. Een stimulerend economisch beleid vraagt om het verbinden en versterken van uiteenlopende doelen en activiteiten van de provincie. We kiezen voor een scherpe focus en willen daarop actief waarde toevoegen. De groei van de Overijsselse economie is hierbij in essentie de drijvende kracht. Deze groei moet voornamelijk uit de vernieuwing van de economie komen. Dit vraagt om maatwerk: de ene keer sterk maken wat sterk is, de andere keer is het nodig om iets wat zwak is te versterken. Het vraagt ook om maatwerk in de rol die we kiezen. Voor deze kerntaak hebben wij vooral de rol van beleidsbepaler en leider, investeerder en belangenbehartiger. De invulling van de rol is afhankelijk van de situatie. We kiezen voor het ondersteunen van een beperkt aantal sectoren: High Tech, Energie, Kunststoffen, AgroFood en Toerisme. Hierbij ligt de nadruk vooral op de sectoren en minder op de verschillende gebieden in Overijssel. Voor de verschillende sectoren worden in de Gouden Driehoek plannen uitgewerkt. Voor de invulling van het bedrijvenbeleid gaan wij daarom in
Provincie Overijssel Kerntakenbegroting 2012
Hoofdstuk 2 Kerntaakplannen
gesprek met ondernemers en kennisinstellingen. We creëren daarmee meer afstand tot de uitvoering van het beleid. Hierbij past een heroriëntatie op de inzet van onze middelen. We willen minder subsidiëren en meer gebruik maken van innovatieve financiële arrangementen. We gaan bezien op welke wijze de inzet van aan ons verbonden intermediaire organisaties zoals Oost NV, Wadinko en HMO effectiever kan. De overheid is bij uitstek verantwoordelijk voor het creëren van het juiste vestigingsklimaat. Via een aantal gebiedsontwikkelingen nemen we hierin de regie (zie hoofdstuk 9). In het hoofdlijnenakkoord is opgenomen dat Europa steeds belangrijker wordt voor nationale weten regelgeving en het bieden van financieringsmogelijkheden. In 2012 zullen wij de mogelijkheden van de huidige structuurfondsen blijven gebruiken. Hierbij streven wij naar een tijdige uitvoering van de Europese programma’s binnen de geldende voorwaarden en eisen van de Europese Unie, rijksovereid en de provincie zelf. Tegelijkertijd zullen wij ons voorbereiden op de nieuwe structuurfondsperiode 2014-2020. In samenspraak en samenwerking met partners en partijen streven wij naar mogelijkheden om de uitdagingen in ons hoofdlijnenakkoord inhoudelijk en financieel te matchen met de Europese mogelijkheden.
Aandeel Regionale economie in totale kerntakenbegroting Q Aandeel Regionale economie - 4% Q Overige kerntaken - 96%
Provincie Overijssel Kerntakenbegroting 2012
129
Kerntaak 5: Regionale Economie Maatschappelijke ambitie
Beleidsdoel
5. Een vitale en zichzelf vernieuwende
5.1 Kwantitatieve en kwalitatieve aansluiting tussen vraag en aanbod werklocaties.
regionale economie, met een hoogwaardig vestigings- en ondernemersklimaat.
5.2 Hoger marktaandeel van vrijetijdssector van Overijssel in Nederland.
5.3 Versterking kansrijke economische sectoren in Overijssel.
5.4 Verhogen van de realisatiekracht van Overijssel.
*
130
De gebiedsontwikkelingen zijn opgenomen in de doelenboom om de inhoudelijke relatie / bijdrage tussen de opgaven van deze kerntaak en de gebiedsontwikkelingen zichtbaar te maken. Voor de toelichting op deze prestaties, zie kerntaak 9.
Provincie Overijssel Kerntakenbegroting 2012
Hoofdstuk 2 Kerntaakplannen
Prestaties Investeringsprestaties: 5.1.1 Actieplan kantoren ontwikkelen en uitvoeren: coördinatie nieuwe en bestaande kantorenlocaties en bestrijding leegstand. 5.1.2 Uitvoeren en afronden meerjarenprogramma Vitale Bedrijvigheid 2009 – 2015. 5.1.3 Sturen op het regionaal afgestemd aanbod van werklocaties, in overeenstemming met de provinciale ruimtelijke ambities. 5.1.4 Uitwerking economische, strategische en financiële aspecten van de breedbanduitrol in Overijssel. 5.1.5 De uitkomsten van het onderzoek naar de provinciale rol voor het arbeidsmarktbeleid uitwerken. 9.0.5 Gebiedsontwikkeling Luchthaven Twente.*
Investeringsprestaties: 5.2.1 Uitvoeringsprogramma Investeren in marketing en promotie van de provincie Overijssel als toeristische regio en vijf toeristische gebieden (A-merken) in Overijssel door de uitvoering Marketing Impuls Toerisme Overijssel 2011-2015. 5.2.2 Investeren in festivals en evenementen die van belang zijn voor de vrijetijdseconomie. 5.2.3 Uitvoeringsprogramma uitvoeren voor Overijsselse water- en cultuurbeleving. 5.2.4 Ontwikkelen toeristische belevingseconomie in samenwerking met Staatsbosbeheer, Routebureaus, Landschap Overijssel, Natuurmonumenten. 9.0.1 Gebiedsontwikkeling Ruimte voor de Vecht.* 9.0.2 Gebiedsontwikkeling IJsseldelta-Zuid.* 9.0.3 Gebiedsontwikkeling IJssel-Vechtdelta (deltaprogramma).* 9.0.4 Gebiedsontwikkeling Noordoost-Twente.* 9.0.8 Gebiedsontwikkeling Twickel.* Reguliere prestaties: 5.2.5 Onderhoud toeristische routeinfrastructuur.
Investeringsprestaties: 5.3.1 Uitvoeringsprogramma Businessplan voor de sector High Tech in Twente ontwikkelen en uitvoeren. 5.3.2 Uitvoeringsprogramma’s ontwikkelen en uitvoeren voor de topsectoren Energie, Kunststoffen (Chemie), Gezondheidszorg (Life Sciences) en Agrofood. 5.3.3 Uitvoeringsprogramma Ondersteuning van ondernemerschap en innovatie in de vrijetijdssector. 5.3.4 Uitvoeringsprogramma Versterking van de concurrentiekracht en verduurzaming van de sector land- en tuinbouw. 5.3.5 Stimuleren toekomstgericht ondernemen in de landbouw (pMJP 1.2.1). 9.0.9 Gebiedsontwikkeling Innovatiedriehoek.* Reguliere prestaties: 5.3.6 Stimuleren innovatie in het agrocluster (pMJP 1.2.2). 5.3.7 Bevorderen duurzaam ondernemen door middel van het toepassen van biodiversiteit (pMJP 1.3.1). 5.3.8 Stimuleren biologische landbouw door het verbeteren van de afzet (pMJP 1.3.3).
Investeringsprestaties: 5.4.1 Bedrijfsondersteunende internationale handelsmissies faciliteren. 5.4.2 De realisatiekracht van intermediaire organisaties zoals HMO, Kennispark, Kennispoort en Innovatieplatform verhogen. Reguliere prestaties: 5.4.3 De realisatiekracht van intermediaire organisatie Oost NV. 5.4.4 Tijdige uitvoering van de Europese stimuleringsprogramma’s binnen de geldende randvoorwaarden en eisen van de Europese Unie, de Rijksoverheid en de provincie Overijssel.
Provincie Overijssel Kerntakenbegroting 2012
131
Maatschappelijke ambitie 5 Een vitale en zichzelf vernieuwende regionale economie, met een hoogwaardig vestigings- en ondernemersklimaat. Wij dragen bij aan de versterking van de regionale economische structuur. Dit moet leiden tot duurzame werkgelegenheid voor onze burgers en tot groei van het regionale inkomen. Dit bereiken we door het realiseren van een gunstig vestigingsklimaat en een gunstig ondernemingsklimaat. Bij het vestigingsklimaat staan mobiliteit, ruimte en voorzieningen centraal. Vanuit verschillende kerntaken wordt aan deze doelstelling bijgedragen. Binnen de kerntaak regionale economie zetten wij in op de beschikbaarheid van kwalitatief hoogwaardige vestigingslocaties. Bij het ondernemersklimaat staat ondernemerschap voorop; het zijn de ondernemers die de banen creëren. De provincie moet, samen met andere overheden, de juiste randvoorwaarden scheppen voor dit ondernemersklimaat. Hierbij richten we ons op samenwerking binnen de Gouden Driehoek.
Meetbare gegevens bij maatschappelijke ambitie Gerealiseerd Kengetal
Bron
2007
2008
2009
2010
5.0.1 Bruto regionaal product
CBS
4,4
1,9
-4,4
1,2
CBS, KvK (COEN)
93
31
-12
44
15
37
2011
(economische groei) (%) 5.0.2 Vertrouwen Overijsselse ondernemers (CBS-index ondernemersvertrouwen) a) 5.0.3 Vertrouwen van burgers van Overijssel
Burgerpanel
40
in de economie (percentage inwoners dat verbetering van de economische situatie in Nederland verwacht de komende 12 maanden) (%)
a) De index Ondernemersvertrouwen is de optelsom van negatieve en positieve verwachtingen ten aanzien van omzet, export, investeringen en werkgelegenheid (Conjunctuurenquête Nederland CBS / KvK)..
Beleidsdoel 5.1 Kwantitatieve en kwalitatieve aansluiting tussen vraag en aanbod werklocaties. Ondernemers zijn de motor van de economie. Ze hebben passende werklocaties nodig om te kunnen ondernemen. Het is daarom noodzakelijk dat er in Overijssel zowel kwalitatief als kwantitatief voldoende aanbod is van werklocaties. Werklocaties die qua voorzieningen en ligging voldoen aan de eisen van ondernemers. Tegelijkertijd willen we zuinig zijn op de groene ruimte in Overijssel. Dit is, ook vanuit economisch oogpunt bezien, een waardevol bezit. Hierop zetten we vraaggericht in, we willen samen met het bedrijfsleven verkennen wat - met het oog op de toekomst - een goed vestigings- en ondernemingsklimaat voor Overijssel is en waar Overijssel op dit moment staat. Daarbij houden we rekening met de ontwikkelingen waarvoor we gesteld staan (zoals de economische crisis en arbeidsmarktontwikkeling) en de krachten van onze ondernemers.
132
Provincie Overijssel Kerntakenbegroting 2012
Hoofdstuk 2 Kerntaakplannen
Met deze verkenning bezien we de werklocaties uitdrukkelijk in ruimere zin dan de traditionele kantorenlocaties en bedrijventerreinen. Nieuwe technologieën maken namelijk innovatieve manieren van werken mogelijk (denk bijvoorbeeld aan de invloed van internetwinkels, ook op fysieke winkelgebieden en het nieuwe werken). Naar verwachting zullen alternatieve werklocaties zich daarbij verder ontwikkelen naast de traditionele kantoren, bedrijventerreinen en winkelgebieden. Op basis van de uitkomsten van deze verkenning zullen we bepalen of er aanvullende maatregelen nodig zijn op, of een aanpassing nodig is van onze aanpak van het kantorenvraagstuk (programmering, leegstand) en het bedrijventerreinenbeleid (programmering, herstructurering). Investeren in gebiedsontwikkelingen zien we daarbij als één van de instrumenten om als overheid de juiste randvoorwaarden te creëren voor een goed vestigings- en ondernemingsklimaat.
Meetbare gegevens bij beleidsdoel 5.1 Gerealiseerd Streefwaarden Indicator
Bron
5.1.1 Gestarte herstructurering van be-
VGR Vitale bedrij-
drijventerreinen als percentage van
vigheid, Provincie
de totale opgave van 1.290 ha (%,
Begroting 2011
cumulatief)
Begroting 2012
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
2015
45
75
100
5.1.2 Indicator m.b.t. leegstand kantoorlocaties en bedrijventerreinen (in
Begroting 2011
ontwikkeling) a)
Begroting 2012
5.1.3 Indicator m.b.t. het kwalitatief versterken van de bestaande bedrijventerrei-
Begroting 2011
nen om een nieuwe herstructurerings-
Begroting 2012
opgave te voorkomen (in ontwikkeling) b)
a) De waarden kunnen worden bepaald bij het opstellen van Actieplan leegstand. b) De uitwerking volgt in 2012.
Provincie Overijssel Kerntakenbegroting 2012
133
Prestaties Investeringsprestaties
Prestatie 5.1.1: Actieplan kantoren ontwikkelen en uitvoeren: coördinatie nieuwe en bestaande kantorenlocaties en bestrijding leegstand Projectresultaat
Kantoorlocaties die bijdragen aan een concurrerend vestigings- en ondernemingsklimaat. Hierbij zijn vraag en aanbod, zowel kwalitatief, als kwantitatief op elkaar afgestemd. De provincie regisseert en coördineert, in lijn met het landelijke Actieplan Kantoren.
Realisatie Coalitieperiode
1. Criteria om te bepalen wat goede en vitale kantoorlocaties zijn. 2. Samen met de stedelijke netwerken in Overijssel de vraag naar en het aanbod van kantoorlocaties in beeld brengen waarbij trends als het nieuwe werken en de effecten op de vraag naar kantoorlocaties worden meegenomen. 3. De uitwerking van een actieplan in samenwerking met de stedelijke netwerken in Overijssel en betrokken private partijen. 4. Het uitvoeren van dit actieplan.
Prestaties 2012
In 2012 wordt een actieplan opgesteld, gericht op de bestrijding van de leegstand van kantoren. Dit actieplan wordt aan Provinciale Staten ter besluitvorming voorgelegd.
Prestatie 5.1.2: Uitvoeren en afronden meerjarenprogramma Vitale Bedrijvigheid 2009 – 2015 Projectresultaat
Beschikbaarheid van voldoende vitale werklocaties, die aansluiten bij de veranderende wensen en eisen van het bedrijfsleven. Bedrijven moeten goed kunnen functioneren en zich kunnen ontwikkelen binnen de provincie in een aantrekkelijk werklandschap. Vitale bedrijventerreinen zien we als terreinen die ruimtelijk, economisch en toekomstvast functioneren en waarvan de ruimtelijke kwaliteit goed is. Hieronder verstaan wij bedrijventerreinen waar door herstructurering een aantoonbare kwalitatieve verbetering is gerealiseerd en het kwalitatief versterken van de overige bestaande bedrijventerreinen, mede om verdere veroudering, en daarmee een nieuwe herstructureringsopgave, te voorkomen.
Realisatie Coalitieperiode
1. De herstructurering van de (geïnventariseerde) verouderde bedrijventerreinen, van in totaal 1290 ha met een directe ruimtewinst van 200 hectaren door deze herstructurering. 2. Het kwalitatief versterken van de overige bestaande bedrijventerreinen, mede om verdere veroudering, en daarmee een nieuwe herstructureringsopgave, te voorkomen. 3. Monitoren van de planning en realisatie van nieuwe bedrijventerreinen, op basis van de vastgestelde maximale behoefteraming in de provincie. In 2015 vindt een evaluatie en eventuele herijking van de ramingen en planontwikkeling plaats (Midterm Review). 4. Borgen van de behaalde kwaliteit. Hiervoor wordt in 2012 een actieplan opgesteld.
Prestaties 2012
1. In 2012 wordt een actieplan opgesteld om nadere invulling te geven aan het kwalitatief versterken van de overige bestaande bedrijventerreinen, mede om verdere veroudering - en daarmee een nieuwe herstructureringsopgave - te voorkomen. 2. De verwerking van twee subsidieaanvragen van gemeenten voor de uitvoering van een herstructureringsplan / uitvoeringsplan op een bedrijventerrein. In de periode 2012-2013 (tranche 2) verwachten we in totaal drie subsidieaanvragen op basis van de Prestatieafspraken Bedrijventerreinen, die met de gemeenten afgesloten zijn.
134
Provincie Overijssel Kerntakenbegroting 2012
Hoofdstuk 2 Kerntaakplannen
Prestatie 5.1.3: Sturen op het regionaal afgestemd aanbod van werklocaties, in overeenstemming met de provinciale ruimtelijke ambities Projectresultaat
Het aanbod van hoogwaardige werklocaties wordt op regionale schaal zowel kwalitatief als kwantitatief afgestemd op de vraag.
Realisatie Coalitieperiode
Regionaal afgestemd kwalitatief en kwantitatief aanbod van werklocaties door programmatische sturing in afstemming met kerntaken 1 en 9.
Prestaties 2012
1. Verkenning naar goed vestigings- en ondernemingsklimaat in Overijssel en daaruit voortvloeiende eisen stellen aan werklocaties. 2. In 2012 wordt op basis van de verkenning een actieplan opgesteld, waarbij rekening wordt gehouden met de realisatie van de Bedrijventerreinenvisies van de gemeenten, de regierol van de provincie waar het gaat om regionale samenwerking op het gebied van bedrijventerreinenbeleid en de provinciale ambities op het gebied van Netwerkensteden, Ruimtelijke kwaliteit en Duurzame ontwikkeling.
Prestatie 5.1.4: Uitwerking economische, strategische en financiële aspecten van de breedbanduitrol in Overijssel Projectresultaat
Toekomstvast, provinciedekkend en open breedbandnetwerk in de provincie Overijssel. We zien goede internetvoorzieningen zoals breedband / glasvezel als een belangrijke vestigingsplaatsfactor. Dit is niet alleen economisch van belang maar vergroot ook de leefbaarheid van het platteland.
Realisatie Coalitieperiode
Gemotiveerd voorstel aan Provinciale Staten op basis van de resultaten van de in gang gezette pilots (Steenwijkerland, Zwolle, COGAS). In het voorstel worden alle aspecten, waaronder vooral het bereiken van onrendabele gebieden, van de provinciale bemoeienis met de verdere breedbanduitrol in Overijssel uitgewerkt, inclusief de economische, strategische en financiële aspecten.
Prestaties 2012
Evaluatie van de drie pilots (Zwolle, Steenwijkerland en het COGAS gebied) op basis waarvan een investeringsvoorstel aan Provinciale Staten wordt voorgelegd. Binnen deze pilots zijn de marktpartijen betrokken. In samenhang hiermee: nadere uitwerking ICT Dienstenprogramma op basis van in 2011 uitgevoerde evaluatie.
Prestatie 5.1.5: De uitkomsten van het onderzoek naar de provinciale rol voor het arbeidsmarktbeleid uitwerken Projectresultaat
Afronding onderzoek september 2011.
Realisatie Coalitieperiode
Afhankelijk van uitkomsten onderzoek.
Prestaties 2012
Afhankelijk van uitkomsten onderzoek.
Provincie Overijssel Kerntakenbegroting 2012
135
Beleidsdoel 5.2 Hoger marktaandeel van vrijetijdssector van Overijssel in Nederland. De vrijetijdssector draagt in belangrijke mate bij aan de economische kracht van Overijssel. De sector is daarbij afhankelijk van zowel aantrekkelijke steden als een aantrekkelijk landschap, de cultuurhistorische waarden en de natuur in Overijssel. Overijssel heeft een gemiddeld aandeel in het toerisme in Nederland. Dat aandeel zou hoger moeten liggen omdat Overijssel een goede toeristische infrastructuur en de unieke natuurgebieden van nationale betekenis heeft. De provincie geeft als beleidsbepaler en leider richting aan de vrijetijdssector. Zij investeert daarom onder de noemer Gastvrij Overijssel in de ondersteuning van het ondernemersschap in en het innovatieve vermogen van de toeristische sector. Ook investeren we in festivals en evenementen die van belang zijn voor de toeristische sector en de economische ontwikkeling van Overijssel. Met de marktpartijen hebben wij de ambitie hierdoor meer bezoekers naar Overijssel te halen, deze langer te laten verblijven en de gemiddelde besteding per bezoeker te laten stijgen.
Meetbare gegevens bij beleidsdoel 5.2 Gerealiseerd Streefwaarden Indicator
Bron
5.2.1 Marktaandeel van Overijssel op de
Continu Vakantie
binnenlandse vakantiemarkt (%)
2007
2008
2009
2010
8,8
8,5
8,2
8,3
8,2
8,2
8,2
1.241
1.233
1.096
1.225
207
225
197
222
8.572
8.279
8.273
8.673
70
62
2011
2012
2013
2014
2015
8,5
9,0
9,5
10
8,4
8,4
8,5
8,5
1.300
1.300
1.400
1.500
225
230
235
245
8.675
8.675
8.680
8.680
65
70
75
80
Onderzoek (CVO) Begroting 2011 Begroting 2012
5.2.2 Beoordeling van de kwaliteit van
Continu Vakantie
verblijf in Overijssel door vakantiegan-
Onderzoek (CVO)
gers (rapportcijfer)
Begroting 2011 Begroting 2012
5.2.3 Aantal binnenlandse toeristische vakanties in Overijssel (aantal x 1.000)
Continu Vakantie Onderzoek (CVO) Begroting 2011 Begroting 2012
5.2.4 Totale bestedingen tijdens toeristische vakanties in Overijssel (miljoen euro)
Continu Vakantie Onderzoek (CVO) Begroting 2011 Begroting 2012
5.2.5 Aantal overnachtingen tijdens bin-
Continu Vakantie
nenlandse vakanties in Overijssel
Onderzoek (CVO)
(aantal x 1.000)
Begroting 2011 Begroting 2012
5.2.6 Gemiddelde bekendheid Overijsselse toeristische regio's onder de Nederlanders (%)
Onderzoek Bekendheid Overijsselse regio's Begroting 2011 Begroting 2012
136
Provincie Overijssel Kerntakenbegroting 2012
Hoofdstuk 2 Kerntaakplannen
Investeringsprestaties
Prestatie 5.2.1: Uitvoeringsprogramma Investeren in marketing en promotie van de provincie Overijssel als toeristische regio en vijf toeristische gebieden (A-merken) in Overijssel door de uitvoering Marketing Impuls Toerisme Overijssel 2011-2015 Projectresultaat
De provincie speelt een stimulerende, adviserende en investerende rol in de uitvoering van het manifest Gastvrij Overijssel, waarin partners en partijen uit de toeristische keten in Overijssel zich hebben verenigd. De provincie zet in op het stimuleren van kennis en innovatie, leefbaar houden van het platteland en stimuleren van promotie en productontwikkeling.
Realisatie Coalitieperiode
Uitvoering diverse acties ter verscherping van de profielen van de 5 A-merken en 2 grote provinciale campagnes met RBT’s.
Prestaties 2012
Start uitvoering Marketingcampagnes.
Prestatie 5.2.2: Investeren in festivals en evenementen die van belang zijn voor de vrijetijdseconomie Projectresultaat
In samenwerking met ondernemers en gemeenten worden festivals en evenementen opgezet of doorontwikkeld met als doel meer economisch rendement uit de festivals en evenementen te halen in de vorm van meer bestedingen en langer verblijf in de regio.
Realisatie Coalitieperiode
Festivals en/of evenementen ondersteund / verbreed / uitgebreid i.s.m. Historisch Centrum Overijssel (HCO), Kunst en Cultuur Overijssel (KCO).
Prestaties 2012
Zie prestatie 6.1.1.
Prestatie 5.2.3: Uitvoeringsprogramma uitvoeren voor Overijssels water- en cultuurbeleving Projectresultaat
De Provincie geeft vanuit haar regisserende rol opdracht voor het maken van drie product markt combinaties gericht op arrangementen voor watersport en cultuur.
Realisatie Coalitieperiode
Uitvoering 3 nieuwe Product Markt Partner Combinaties 2012-2015 met Saxion Hogescholen en RBT’s.
Prestaties 2012
Start nieuwe PMPC’s.
Prestatie 5.2.4: Ontwikkelen toeristische belevingseconomie i.s.m. Staatsbosbeheer, Routebureaus, Landschap Overijssel, Natuurmonumenten Projectresultaat
PM
Realisatie Coalitieperiode
Cultuur en Natuur toevoegen aan beschikbare routenetwerken i.s.m. Staatsbosbeheer, HCO, KCO, Routebureaus, Landschap Overijssel, Natuurmonumenten.
Prestaties 2012
Start 5 projecten.
Provincie Overijssel Kerntakenbegroting 2012
137
Reguliere prestaties Prestatie 5.2.5: Onderhoud toeristische routeinfrastructuur De provincie Overijssel ondersteunt decentrale overheden in Overijssel bij het in stand houden van toeristische infrastructuur. Met de betrokken partijen zal worden onderhandeld over de afkoop van de ontstane verplichtingen.
Beleidsdoel 5.3 Versterking kansrijke economische sectoren in Overijssel. De groei van de Overijsselse economie moet vooral komen uit vernieuwing. In de Gouden Driehoek bespreken we met ondernemers en kennisinstellingen op welke wijze de provincie Overijssel hieraan een bijdrage kan leveren. Het gaat hierbij zowel over de beleidsinzet, als om de in te zetten instrumenten. We kiezen ervoor minder met subsidies te werken en meer met risicodragend kapitaal. We doen dit voor een beperkt aantal sectoren, deels aansluitend op het topsectorenbeleid van het Rijk. We maken hiermee een scherpere keuze ten opzichte van voorafgaande periodes, maar bouwen wel voort op de sterke netwerken rond het Kennispark Twente en Kennispoort Zwolle. Er wordt ingezet op de sectoren High Tech (Materialen, Mechatronica, Nanotechnologie en Life Science), Kunststoffen, Energie, Toerisme en Agrofood. Voor sectoren Bouw en Landbouw, die traditioneel een sterke vertegenwoordiging in Overijssel hebben, wordt aansluiting gezocht bij deze sectoren. Voor de sector Landbouw liggen er bijvoorbeeld kansen in zowel de sectoren Agrofood, als Energie.
Meetbare gegevens bij beleidsdoel 5.3 Gerealiseerd Streefwaarden Indicator
Bron
2007
2008
2009
2010
5.3.1 Aantal arbeidsplaatsen in cluster
BIRO
43.321
44.825
42.929
41.002
3.727
3.773
3.798
3.890
12.079
12.048
11.467
10.977
'High techsystemen en -materialen' in
Begroting 2011
Overijssel a)
Begroting 2012
5.3.2 Aantal arbeidsplaatsen in cluster 'Energie' in Overijssel a)
BIRO
'Chemie' in Overijssel a)
Begroting 2011
BIRO
3.900
Begroting 2011 Begroting 2012
5.3.4 Aantal arbeidsplaatsen in cluster 'Life sciences' in Overijssel a)
BIRO
11.000 4.934
5.010
5.214
5.007
39.707
39.656
38.672
37.431
Begroting 2011 Begroting 2012
5.3.5 Aantal arbeidsplaatsen in cluster
BIRO
'Food, nutrition and flowers’ in
Begroting 2011
Overijssel a)
Begroting 2012
5.100
a) De afbakening van de clusters komt overeen met de afbakening door het ministerie van EL&I (SBI-code’s).
138
2012
42.000
Begroting 2012 5.3.3 Aantal arbeidsplaatsen in cluster
2011
Provincie Overijssel Kerntakenbegroting 2012
37.500
2013
2014
2015
Hoofdstuk 2 Kerntaakplannen
Investeringsprestaties
Prestatie 5.3.1: Uitvoeringsprogramma Businessplan voor de sector High Tech in Twente ontwikkelen en uitvoeren Projectresultaat
Creëren van hogere toegevoegde waarde van High Tech Twente door versterken en verankeren van innovatieve high tech bedrijvigheid in Oost-Nederland.
Realisatie Coalitieperiode
Het businessplan voor High Tech Twente dat in 2011 is opgesteld, wordt in de coalitieperiode uitgevoerd: 1. De wetenschappelijke positie van o.a. Nano versterkt door het bouwen van een world league van topspelers, meer deelname aan Europese onderzoeksprogramma’s, het uitbreiden van de internationale samenwerking en aantrekken van internationaal toptalent. 2. Het economisch rendement vergroot door gezamenlijke business development, kennisvalorisatie, human capital, internationalisatie en faciliteiten en infrastructuur.
Prestaties 2012
Uitvoeringsprogramma 2012-2015 vastgesteld en gestart. Inrichting en start Innovatiefonds. Uitvoering 5 vraaggestuurde innovatieprojecten voor het bedrijfsleven.
Prestatie 5.3.2: Uitvoeringsprogramma’s ontwikkelen en uitvoeren voor de topsectoren Energie, Kunststoffen (Chemie), gezondheidszorg (Life Sciences) en Agrofood Projectresultaat
Versterken van de concurrentiekracht van bedrijfsleven dat gerelateerd is aan de topsectoren Energie, Chemie, Life sciences en Agrofood. De Overijsselse inbreng in het topsectorenbeleid van het kabinet wordt erkend en gewaardeerd.
Realisatie Coalitieperiode
Door het bedrijfsleven geïnitieerde, aansprekende voorbeeldprojecten worden gerealiseerd. Deze leiden tot nieuwe (startende) bedrijvigheid en uitbouw van samenwerking tussen bedrijfsleven en kennisinstellingen.
Prestaties 2012
In 2012 Uitvoeringsprogramma(’s) vastgesteld en gestart. Inrichting en start Innovatiefonds. 5 projecten in uitvoering genomen die aansluiten bij nationale topsectoren.
Prestatie 5.3.3: Uitvoeringsprogramma Ondersteuning van ondernemerschap en innovatie in de vrijetijdssector Projectresultaat
Versterking van het ondernemerschap en de duurzame bedrijfsvoering in de toeristische sector.
Realisatie Coalitieperiode
Uitvoering stimuleringsprogramma voor duurzaamheid en ondernemerschap 2012-2015.
Prestaties 2012
In 2012 wordt gestart met het opstellen en uitvoeren van het meerjarenprogramma.
Provincie Overijssel Kerntakenbegroting 2012
139
Prestatie 5.3.4: Uitvoeringsprogramma Versterking van de concurrentiekracht en verduurzaming van de sector land- en tuinbouw Projectresultaat
In 2015 is de concurrentiekracht en de duurzaamheid van de sector land- en tuinbouw versterkt door de stimulering van innovatie en ondernemerschap.
Realisatie Coalitieperiode
In samenhang met prestatie 5.3.2 richten wij ons op: • De uitwerking van een uitvoeringsprogramma in samenwerking met de land- en tuinbouwsector, ketenpartijen, kennisinstellingen. • Het uitvoeren van dit programma.
Prestaties 2012
• Uitvoeringsprogramma 2012-2015 vastgesteld. • Uitvoeringsprogramma in uitvoering genomen.
Prestatie 5.3.5: Stimuleren toekomstgericht ondernemen in de landbouw (pMJP 1.2.2) Het doel is om in de periode 2007-2013 300 ondernemers te ondersteunen. Deze doelstelling wordt gehaald. In 2012 richten wij ons op de afronding van de lopende projecten.
Reguliere prestaties Prestatie 5.3.6: Stimuleren innovatie in het agrocluster (pMJP 1.2.1) Inzet tenderregeling. Doel is 3 tot 5 innovatieve projecten te ondersteunen. In 2012-2013 ligt het accent hierbij op duurzame energie in de landbouw (PM: mogelijk aanpassen n.a.v. bezuinigingen op pMJP 16 en 23 augustus in Gedeputeerde Staten). Prestatie 5.3.7: Bevorderen duurzaam ondernemen d.m.v. het toepassen van biodiversiteit (pMJP 1.3.1) Uitvoering van drie samenwerkingprojecten van ondernemers en kennisinstellingen (looptijd tot 2013). Prestatie 5.3.8: Stimuleren biologische landbouw door het verbeteren van de afzet (pMJP 1.3.3) Ondersteuning van de uitvoering van 7 ketenprojecten ter bevordering van de afzet van in Overijssel geproduceerde biologische producten (looptijd tot einde 2013). Achterliggend doel is bij te dragen aan de toename van de biologische landbouw in Overijssel.
Beleidsdoel 5.4 Verhogen van de realisatiekracht van Overijssel. Voor een effectieve uitvoering van ons beleid maken we gebruik van verschillende intermediaire organisaties. In het Overijssels economisch landschap zijn namens de overheid verschillende intermediaire partijen actief. Voor ondernemers is onvoldoende duidelijk welke organisatie, waarop aanspreekbaar is. Door een goed op de wensen van de ondernemers en op elkaar afgestemde inzet wordt de realisatiekracht vergroot en kunnen de doelen van de provincie Overijssel beter en sneller worden bereikt. Dit moet ertoe bijdragen dat we meer afstand creëren tot de uitvoering van het bedrijvenbeleid en moet leiden tot minder bestuurlijke en ambtelijke drukte. Groei van de economie is nauw verbonden met internationale samenwerking en export. In samenwerking met de partners in de Gouden Driehoek wordt bepaald of en hoe de provincie hierbij moet
140
Provincie Overijssel Kerntakenbegroting 2012
Hoofdstuk 2 Kerntaakplannen
ondersteunen in de rol van belangenbehartiger. Daarbij valt bijvoorbeeld te denken aan de lobby in Brussel en aan het leiden van handelsmissies. Voor dit beleidsdoel zijn op dit moment nog geen indicatoren benoemd
Prestaties Investeringsprestaties
Prestatie 5.4.1 en prestatie 5.4.2 Projectresultaat
Efficiëntere en effectievere uitvoering van provinciaal regionaal economisch beleid.
Realisatie Coalitieperiode
In de coalitieperiode komt een nieuwe uitvoeringsstructuur voor de kerntaak Regionale Economie tot stand met een duidelijk aanspreekpunt voor bedrijven en instellingen. Dit leidt tot vermindering van transactiekosten en werkt de onduidelijkheid ‘wie waar over gaat’ weg.
Prestaties 2012
Herijking en herpositionering van uitvoeringsorganisaties Kennispoort Regio Zwolle, Kennispark Twente, Oost NV naar aanleiding van decentralisatieafspraken met het Rijk. Dit in nauwe samenhang met nieuwe positionering Ondernemerspleinen (Kamers van Koophandel, Syntens, Agentschap NL) en herijking van het deelnemingenbeleid (met vanuit economie o.a. Wadinko, Zuiderzeehaven, Oost NV, Herstructureringsmaatschappij Bedrijventerreinen Overijssel / HMO). Realisatie van en leiding aan 1 handelsmissie naar China in 2012.
Reguliere prestaties Prestatie 5.4.3: De realisatiekracht van intermediaire organisatie Oost NV Met Oost NV worden in een werkplan afspraken gemaakt over de wijze waarop die afspraken bijdragen aan het realiseren van de doelen van de provincie Overijssel. Prestatie 5.4.4: Tijdige uitvoering van de Europese stimuleringsprogramma’s binnen de geldende randvoorwaarden en eisen van de Europese Unie, de rijksoverheid en de provincie Overijssel.
Provincie Overijssel Kerntakenbegroting 2012
141
Financiële tabel bij kerntaak 5
5. Regionale Economie
( x € 1.000) Saldo
Saldo
Begroting 2012
Beleidsdoelen
5.1
Kwantitatieve en kwalitatieve aansluiting
begroting begroting Lasten
2011
2010
Saldo
Saldo
jaarrekening begroting
-3.296
-12.396
792
-21.541
-10.556
5.621
-48.680
-30.731
385
560
-1.800
6.754
Baten
Saldo
2014
2013
Saldo
Saldo
begroting
begroting
2015
2016 e.v.
-792
-592
-592
-592
-592
-5.214
-6.082
-410
-107
-107
-385
-237
-340
-340
-329
-6.680
-3.968
-2.062
-2.062
-2.055
481 -13.071
-10.879
-3.404
-3.101
-3.083
tussen vraag en aanbod werklocaties. 5.2
Hoger marktaandeel van vrijetijdssector van
407
Overijssel in Nederland. 5.3
Versterking kansrijke economische sectoren in Overijssel.
5.4
Verhogen van de realisatiekracht van
74
Overijssel.
Totaal Regionale Economie
142
-72.957
Provincie Overijssel Kerntakenbegroting 2012
-55.483 13.552
Hoofdstuk 2 Kerntaakplannen
Reserves, Voorzieningen en Doeluitkeringen
( x € 1.000)
Saldo
Saldo
Begroting 2012
jaarrekening begroting
Storting Onttrek-
Saldo
king
2011
2010
Saldo
Saldo
begroting begroting 2014
2013
Saldo
Saldo
begroting
begroting
2015
2016 e.v.
Reserves Reserve Europese programma's Reserve Herstructurering bedrijventerreinen Egalisatiereserve ILG
-186
1.746
-3.780 1.170
-800
Ontwikkelingsreserve (alleen onttrekking)
15.161
330
Investeren in Overijssel (alleen onttrekking)
45.498
60.769
5.800
3.100
Investeren met Gemeenten (alleen onttrekking) Reserve Kracht van Overijssel
Totaal reserves
4.131
4.420
2.299
289
-2.219
-4.170
-2.299
-2.354
-1.122
-4.253
-4.253
628
1.216
588
2.014
5.110
1.742
-3.368
1.342
842
592
592
7.378
-4.790
-1.217
-4.450
-3.661
-3.661
63.663
65.145
12.168
1.358
-6
9
-9
9
10
10
10
-7.125
-15.000
9
-9
9
10
10
10
-4.460
-3.671
-3.671
Voorzieningen Voorziening Europese programma's Voorziening lening NDIX Voorziening lening stichting WMC Voorziening participatie HMO Voorziening participatie Oost N.V. Voorziening participatie Zuiderzeehaven
Totaal voorzieningen
241
-5.767
-15.006
Doeluitkeringen Doeluitkering Investeringsbudget Landelijk Gebied
570
407
-163
-252
Totaal doeluitkeringen
570
407
-163
-252
50.139 12.747
7.785
-4.962
-1.478
Saldo Reserves, Voorzieningen en
57.896
Doeluitkeringen Regionale Economie
Provincie Overijssel Kerntakenbegroting 2012
143
Toelichting Onderstaand overzicht geeft inzicht in wat de provincie investeert in KvO-projecten en reguliere prestaties per beleidsdoel. Hierbij wordt aangegeven welk deel gefinancierd wordt uit de investeringsimpuls Kracht van Overijssel en overige financieringsbronnen.
Saldo Begroting Beleidsdoel
Prestatie
5.1
Kracht van Overijssel
Kwantitatieve en kwalitatieve aansluiting tus-
5.1.1 Actieplan kantoren ontwikkelen en uitvoeren: coördinatie
sen vraag en aanbod werklocaties.
nieuwe en bestaande kantorenlocaties en bestrijding leegstand.
Lasten
Baten
2012
200
-200
592
-592
792
-792
792
-792
1.116
-1.116
Subtotaal Kracht van Overijssel
1.116
-1.116
Reguliere prestaties
4.505
407
-4.098
5.621
407
-5.214
5.1.2 Uitvoeren en afronden meerjarenprogramma Vitale Bedrijvigheid 2009 – 2015. 5.1.3 Sturen op het regionaal afgestemd aanbod van werklocaties, in overeenstemming met de provinciale ruimtelijke ambities. 5.1.4 Uitwerking economische, strategische en financiële aspecten van de breedbanduitrol in Overijssel. 5.1.5 De uitkomsten van het onderzoek naar de provinciale rol voor de arbeidsmarktbeleid uitwerken.
Subtotaal Kracht van Overijssel
Reguliere prestaties Subtotaal beleidsdoel 5.1 5.2
Kracht van Overijssel
Hoger marktaandeel van vrijetijdssector van
5.2.1 Investeren in festivals en evenementen die van belang zijn
Overijssel in Nederland.
voor de vrijetijdseconomie. 5.2.2 Uitvoeringsprogramma uitvoeren voor Overijssels water- en cultuurbeleving. 5.2.3 Uitvoeringsprogramma Investeren in marketing en promotie van de provincie Overijssel als toeristische regio en vijf toeristische gebieden (A-merken) in Overijssel door de uitvoering Marketing Impuls Toerisme Overijssel 2011-2015.
Subtotaal beleidsdoel 5.2
144
Provincie Overijssel Kerntakenbegroting 2012
Hoofdstuk 2 Kerntaakplannen
( x € 1.000) Financiering Saldo Begroting
Saldo Begroting
Saldo Begroting
Saldo Begroting
2013
2014
2015
2016 e.v.
Beschikbaar in
BestemmingsUit KvO
reserves
reserve uitv. KvO Overig
2013-2015
200
-592
-592
-592
-592
592
2.368
-592
-592
-592
-592
792
2.368
-592
-592
-592
-592
792
2.368
-465
-303
250
866
500
-465
-303
250
866
500
-5.617
-107
-107
-107
-6.082
-410
-107
-107
250
1.216
2.882
1.216
3.748
Provincie Overijssel Kerntakenbegroting 2012
500
145
Saldo Begroting Beleidsdoel
Prestatie
5.3
Kracht van Overijssel
Versterking kansrijke economische sectoren
5.3.1 Uitvoeringsprogramma Businessplan voor de sector High
in Overijssel.
Tech in Twente ontwikkelen en uitvoeren.
Lasten
Baten
2012
5.3.2 Uitvoeringsprogramma's ontwikkelen en uitvoeren voor de topsectoren Energie, Kunststoffen (Chemie), gezondheidszorg (Life Sciences) en Agrofood. 5.3.3 Uitvoeringsprogramma Ondersteuning van ondernemerschap en innovatie in de vrijetijdssector. 5.3.4 Uitvoeringsprogramma Versterking van de concurrentiekracht en verduurzaming van de sector land- en tuinbouw.
350
-350
Subtotaal Kracht van Overijssel
350
-350
35
-35
385
-374
200
-200
200
-200
Reguliere prestaties
Subtotaal beleidsdoel 5.3 5.4
Kracht van Overijssel
Verhogen van de realisatiekracht van Overijssel. 5.4.1 Bedrijfsondersteunende internationale handelsmissies faciliteren. 5.4.2 De realisatiekracht van intermediaire organisaties zoals HMO, Kennispark, Kennispoort en Innovatieplatform verhogen.
Subtotaal Kracht van Overijssel
Reguliere prestaties
Subtotaal beleidsdoel 5.4
Totaal Regionale Economie
146
Provincie Overijssel Kerntakenbegroting 2012
6.554
74
-6.480
6.754
74
-6.680
13.552
481
-13.071
Hoofdstuk 2 Kerntaakplannen
( x € 1.000) Financiering Saldo Begroting
Saldo Begroting
Saldo Begroting
Saldo Begroting
2013
2014
2015
2016 e.v.
Beschikbaar in
BestemmingsUit KvO
reserves
reserve uitv. KvO Overig
2013-2015
-173
500
-150
500
-173
500
-150
500
-64
-340
-340
-329
-237
-340
-340
-329
35
500
-115
500
200
200
-3.968
-2.062
-2.062
-2.055
-3.968
-2.062
-2.062
-2.055
-10.879
-3.404
-3.101
-3.083
4.420
2.060
200
4.420
2.060
1.742
5.636
5.693
3.368
Provincie Overijssel Kerntakenbegroting 2012
147
Financiële toelichting kerntaak 5 Beleidsdoel 5.2: Binnen deze beleidsdoel is in 2012 voor reguliere prestaties een bedrag van € 4,5 miljoen begroot. Dit bedrag is beschikbaar voor: • Prestatie 5.2.5: Onderhoud toeristische route-infrastructuur. Als regulier budget is voor onderhoud fietspaden en overige recreatieve voorzieningen € 1,2 miljoen beschikbaar. Daarnaast is vanuit pMJPbudgetten nog eens 3,0 miljoen beschikbaar voor de pmjp-prestaties wandelen, fietsen, varen en routestructuren. Voor overige subsidies is nog eens € 0,3 miljoen beschikbaar. € 4,5 miljoen De geraamde baten hebben betrekking op dezelfde prestaties. Het betreft hier de onttrekking van de rijksvergoeding voor deze prestaties aan de Doeluitkering pmjp. In 2013 is € 1,4 miljoen meer beschikbaar voor genoemde pmjp-prestaties en is de onttrekking aan de Doeluitkering pmjp € 0,1 miljoen lager. Vanaf 2014 is het pMJP-programma beëindigd. Bovendien is het streven er op gericht om het onderhoud van fietspaden en overige recreatieve voorzieningen vanaf 2014 afgekocht te hebben. Met ingang van 2014 zijn deze budgetten dan ook vervallen, met uitzondering van een structureel autonoom budget voor het onderhoud van routestructuren, ter grootte van € 0,1 miljoen. Beleidsdoel 5.3: De begrote lasten voor reguliere prestaties in 2012 hebben betrekking op de rentekosten van de deelneming in de Zuiderzeehaven Ontwikkelingsmaatschappij. Vanaf 2013 zijn de begrote lasten voor reguliere prestaties hoger dan in 2012. Deze verhoging betreft de prestaties Stimuleren innovatie in het agrocluster (5.3.6) en Bevorderen duurzaam ondernemen door middel van het toepassen van biodiversiteit (5.3.7). Beleidsdoel 5.4: Binnen deze subdoelstelling is voor reguliere prestaties jaarlijks ruim € 6,6 miljoen beschikbaar. Dit betreft onder andere de volgende prestaties: • Prestatie 5.4.3: De realisatiekracht van intermediaire organisatie Oost NV. De begrote lasten hebben betrekking op de subsidie aan Oost NV (€ 877.000) en de kapitaallasten van de deelneming in Oost NV (€ 77.000). € 1,0 miljoen • Prestatie 5.4.4: Tijdige uitvoering van de Europese stimuleringsprogramma’s binnen de geldende randvoorwaarden en eisen van de Europese Unie, de rijksoverheid en de provincie Overijssel. Cofinanciering Europese programma’s € 4,4 miljoen Verder is binnen deze subdoelstelling nog ruim €1,2 miljoen beschikbaar voor versterking van de realisatiekracht en het ondernemerschap in Overijssel. Een deel van dit budget wordt besteed voor de activiteitensubsidie aan Oost NV. De baten op dit product zijn de bijdragen van de Kamer van Koophandel en de landelijke SER in de kosten voor SER Overijssel.
148
Provincie Overijssel Kerntakenbegroting 2012
Hoofdstuk 2 Kerntaakplannen
De mutaties in de meerjarenperiode vinden plaats op het budget voor cofinanciering van Europese programma’s. In 2013 is nog € 1,1 miljoen beschikbaar, vanaf 2014 is geen cofinancieringsbudget meer beschikbaar. Dit hangt samen met de afloop van de periode van Europese programma’s: 2007-2013.
Provincie Overijssel Kerntakenbegroting 2012
149