10e jaargang nummer 1
ALLEEN IN DIGITALE VORM
Editie januari 2004
POSTBODE: Indien onbestelbaar: graag retour Wellerzand 19, 8321 PH URK
Flevo Rondstraler januari 2004
COLOFON
VERON afdeling A 41 – IJsselmeerpolders: Voorzitter Jacob de Borst Vice voorzitter Joep Frensen Secretaris Marcel Moerenhout Penningmeester/PR André Romkes Lid Randall Tamminga
PA3GNE PE1RDB PA3HEB PD5URK PE1SDE
ma t/m za: 0527-685619 036-5303232 0320-245718 0527-681195 0320-280977
QSL-manager
Henk van der Ley
PA0LEY
0320-221475
Secretariaat
Kamp 39-02, 8225 HJ Lelystad of e-mail:
[email protected]
Redactie
Jacob de Borst
[email protected] (e-mail) pa3gne@pi8wfl (packet)
Redactie-adres
Wellerzand 19
8321 PH Urk
Artikelen
Overname van artikelen en schema’s uitsluitend na toestemming van de redactie en met bronvermelding. De redactie behoudt zich het recht voor om wijzigingen in de aangeboden artikelen aan te brengen.
Verenigingsavond
Eerste dinsdag van de maand in het gebouw van de Flevo-scouts ‘Trappershonk’ aan de Gildepenningdreef 1 te Dronten. In januari is dit dus op dinsdag 6 januari 2004!
De VERON
is de Vereniging voor Experimenteel Radio Onderzoek in Nederland, opgericht op 21 oktober 1945 en ingeschreven in het verenigingsregister van de KvK te Amsterdam onder nummer V 532139.
Homepage
www.veron.nl en dan naar afdeling IJsselmeerpolders
SPONSOR
Voor 2004 wordt gezocht naar een sponsor voor het drukwerk voor de Flevo Rondstraler. Suggesties graag naar
[email protected]
1
Flevo Rondstraler januari 2004
Van het bestuur Allereerst willen wij iedereen een heel gezond, maar ook een hobbyrijk 2004 toewensen. Uiteraard mag men op ieder moment van het jaar, elkaar alle goeds toewensen, maar zo aan het begin van een nieuw kalender- en van een nieuw verenigingsjaar, is het een goede gewoonte. En heel nieuw verenigingsjaar ligt weer voor ons. Wat het onze vereniging en onze afdeling brengt, ligt verborgen in de toekomst. Als we de gezondheid ontvangen, en de tijd ons gegund wordt, zal de beoefening van onze hobby ook wel terecht komen. Wat ons dit jaar allemaal te wachten staat, zal het nieuwe bestuur, vast moeten stellen. Nieuw bestuur zult u zeggen? Jawel, op een jaarvergadering is altijd een deel van het bestuur aftredend. En als er zich tegenkandidaten melden, kan er een andere bestuurssamenstelling komen. Op het moment dat dit stukje geschreven is, moeten we als bestuur de jaarvergadering nog voorbereiden, zodat details nog niet te geven zijn. Daarom is de voorlopige agenda voor 2004 als volgt. • Dinsdag 6 januari 2004: nieuwjaarsbijeenkomst • Dinsdag 3 februari 2003: jaarvergadering met bestuursverkiezing • Dinsdag 2 maart 2004: lezing o.i.d. • Dinsdag 6 april 2004: behandelen van VR-voorstellen • Zaterdag 24 april 2004: Vereningsraad in Arnhem • Dinsdag 11 mei 2004: lezing o.i.d. • Juni 2004: excursie. In december zijn we als afdeling op excursie geweest naar het Space Expo in Noordwijk. Nou, het was echt de moeite waard. We weten nu in detail hoe onze eigen communicatiesatellieten de lucht in gaan. En het mooiste was de rondrit door twee laboratoria van ESTEC, waar men die zaterdag bezig was aan de METOP satelliet. Zie het verslag van de excursie elders in dit nummer. Wij hopen u allen op dinsdag 6 januari 2004 op onze nieuwjaarsbijeenkomst te ontmoeten om elkaar persoonlijk alle goeds toe te wensen en in eye ball QSO eens bij te praten. Op andere verenigingsavonden komt daar meestal niet zo veel van, omdat de lezingen e.d. de meeste aandacht vraagt. Het bestuur 2
Flevo Rondstraler januari 2004
Verslag excursie zaterdag 13 december 2003 Na een voorspoedige rit arriveerden we exact om 10.00 uur in Noordwijk. De koffie smaakte uitstekend. Toen we het eerste kopje op hadden, kwam de ober vragen of de koffie wel goed smaakte? “Jawel, hoezo? Is er iets niet goed?””Eh, nee. Het is de eerste koffie die ik vandaag schenk en ik zie dat de schuif van het koffiebonencompartiment dicht zit”. Blijkbaar zaten er nog genoeg bonen onder, want de koffie zo sterk, dat we allemaal vol energie onze gids volgden, de expositieruimte in. De expo begint met de historie van de ruimtevaart: de ontdekking van de ruimte waarbij men de aarde als middelpunt van het heelal dacht. Copernicus, Galileï, enz. Maar ook de uitspraken van president Kennedy, die het Amerikaanse ruimteprogramma aankondigde, wordt getoond. Groot was de schok bij de Amerikanen, toen op 12 april 1961 de Rus Yuri Gagarin als eerste de ruimte inging. Deze lancering werd overigens vooraf gegaan door ‘proeflanceringen’ van onbemande stations, zoals de Spoetnik in oktober 1957. Dit russische apparaat zond alleen maar toontjes uit. Snel daarop (november 1957) werd de hond ‘Laika’ gelanceerd. Gagarin is 108 minuten in de ruimte geweest en heeft 41.000 km afgelegd op een hoogte van 327 km. Twee vergelijkbare capsules zijn er in de Expo te bewonderen. Wat de Russen pas jaren later onthulden, was dat Gagarin niet in zijn capsule op aarde is geland, maar zich met een parachute uit de capsule heeft bevrijd. De Russen waren bang voor een enorme schok, waarmee de capsule zou kunnen landen. En dat is ook wel aan één van die capsules te zien: het hitteschild is gewoon open gebarsten en niet echt door de temperatuur van 2000°C. Dat zo’n hele lancering uren duurt, bleek wel uit het verhaal van die Amerikaanse astronaut. Hij lag al 2½ uur vastgegespt in zijn ruimteveer en moest toen enorm nodig naar het toilet. Hij kreeg echter geen toestemming van het centrale commando om uit zijn capsule te komen. Hij kon het echter niet meer ophouden en liet het vrij lopen. Prompt gingen allerlei beveiligingen rinkelen, maar de lancering ging gewoon door. Waarschijnlijk was hij de eerste mens die met een natte broek de ruimte ingeschoten werd. Ruimtecapsules worden met draagrakketten de ruimte ingeschoten. Sommige van deze raketten worden met vaste brandstof aangedreven, sommige door waterstof motoren. Door waterstof H2 met zuurstof O2 te mengen in de verbrandingsruimte, ontstaat een enorme explosie en daardoor een enorme kracht. Dit is ‘real time’ mee te beleven bij de lancering van een Ariane raket. Hiervoor staat een Arianemotor opgesteld en door film- en geluidbeelden en rookmachines lijkt het net echt. Het stuwvermogen is globaal gelijk aan 3
Flevo Rondstraler januari 2004
64.000 automotoren!! Van het hele gewicht dat de lucht ingaat (1800 tot 2800 ton) is zo’n 90% brandstof. Als alle hulptoestellen enz. er af getrokken worden, blijft er 3 tot 4% aan gewicht over, dat uiteindelijke de ruimte ingebracht wordt. Bij de spaceshuttle vallen de vaste brandstofraketten na 2 minuten al af. Deze worden weer hergebruikt. De tweede stuwraket (waterstof) brengt de spaceshuttle op 300 km hoogte met een snelheid van 2800 km/h, maar verbrandt zelf. Het weer landen van de spaceshuttle doet men, door snelheid te verminderen. Hierdoor komt men steeds dichter bij de aarde, doordat de centrifugaalkracht afneemt. Uiteindelijk moet men via de dampkring in snelheid terug naar 2000 km/h. Tijdens dit laatste traject ‘schaatst’ men in S-bochten over de dampkring heen en als de snelheid laag genoeg is, duikt men richting aarde. En dan schakelt men de computer uit! Het hele traject, vanaf lancering tot terugkomst wordt door de computer gestuurd, behalve de landing zelf. Dat blijft mensenwerk. In de Space Expo hangen diverse echte satellieten, ook op ware grootte dus. Van het in aanbouw zijnde ruimtestation ISS, hangt een schaalmodel. Toch kunnen we de ware grootte ook beleven, omdat een dummy van het Nederlandse deel opgesteld staat, waar je ook gewoon in mag. Dat een verblijf in de ruimte nogal wat consequenties heeft, laat het volgende rijtje wel zien: de spieren van de mens verslappen, botten ontkalken, het immuunsysteem gaat anders reageren, ooglenzen veranderen en de mens loopt nogal wat radioactieve straling op. Ook om deze redenen zijn alle satellieten afgewerkt met stevige folie. Dit zit er vrij slap omheen, om forse temperatuurverschillen op te vangen. Voor de maanlander van Neil Armstrong en kornuiten is er zelfs echte goudfolie voor gebruikt. Neil zijn maanpak, woog 80 kg! De apparatuur die hij op zijn rug droeg, hield het pak niet alleen op druk, maar ook gekoeld. Door de direct zonnestraling, loopt de temperatuur al snel op tot 100°C. Het trapje van de maanlander was veel te kort: de Amerikanen verwachtten namelijk dat de poten van de maanlander diep in het maanstof zouden wel zakken. Gelukkig is het gewicht op de maan maar 1/6-deel van op aarde en zo kon men net hoog genoeg springen, om het trapje op te komen. Iets anders is het functioneren van het druksysteem: tijdens een maanwandeling was de druk in het maanpak te hoog opgelopen. Hierdoor was het pak zo dik geworden, dat men niet meer door de deur van de maanlander heen naar binnen kon. Er daar sta je dan, met nauwelijks zuurstof meer in de tank………. Uiteindelijk heeft men een slang los getrokken. Dat een ongeluk in een klein hoekje zit, blijkt wel dat er 18 mensen in de ruimte omgekomen zijn, even los van het aantal, dat met mislukte lanceringen om het leven gekomen is. 4
Flevo Rondstraler januari 2004
’s Middags werden we met de space train over het terrein van Estec gereden naar twee laboratoria. Het eerste lab was een beproevingslab. Van satellieten worden altijd meerdere exemplaren gebouwd: de eerste wordt uit en te treuren getest en beproefd in een lab. Daarna wordt hij exact nagebouwd en gaat met veel minder beproevingen, de ruimte in. Er zijn trilproeven, vacuümproeven, temperatuurproeven, enz. In een enorm stalen huis van Ø 10 m en 15 m hoog, kunnen temperatuurverschillen en drukverschillen worden nagebootst. 19 xenonlampen van elk 25 kW bootsen de zonnestraling na. Via een spiegel reflecteren de stralen op de te beproeven satelliet. Hierdoor ontstaat aan de voorzijde een temperatuur van 150°C. Aan de achterzijde laat men vloeibaar stikstof stromen, zodat daar een temperatuur van -196°C ontstaat en dan maar hopen dat alles blijft werken. Door het stalen gevaarte vacuüm te zuigen (duurt enkele dagen voordat het zo ver is), wordt drukloosheid gesimuleerd. Trillingen worden op grote trilbanken opgewekt, zodat heel veel nagebootst kan worden. Alleen gewichtsloosheid niet. Kleinere objecten worden wel eens in een vliegtuig dat een vrije val maakt, beproefd, maar dat duurt natuurlijk maar enkele seconden. In een tweede laboratorium was men bezig om een METOPsatelliet op te tuigen. Dit moet één van de drie nieuwe weersatellieten worden, die de bewolking om de aarde in kaart gaat brengen. In het Erasmuslaboratorium zijn proefstukken van het ISS te zien. Niet alleen een vrij groot schaalmodel, maar ook allerlei 1:1 elementen, die als proefstuk bij de ontwikkeling gediend hebben. Deze elementen dienen als oefenobject voor toekomstige astronauten. Zo heeft André Kuipers ook hier een stuk training gedaan. Met de space train vertrokken we van het Estec terrein weer terug naar de Space Expo. Toen de trein enkele minuten reed, misten we Cor, PA3DTZ. Was hij in het Erasmuslaboratorium achter gebleven met slechte bedoelingen? Toen de space train zich bij de portier afmeldde, kwam er met hoge snelheid een arrestantenbus aanscheuren. En u raad het al: met een wit gezicht stapte Cor er uit. Hij moest naar het toilet en had zodoende het treintje gemist. Gelukkig was de bewaking alert………………… Terug in het Expocentre hebben we nog een 35 minuten durende multimedia voorstelling gezien. Via een selectie van de 3000 dia’s, die Wubbo Ockels gemaakt heeft, hebben we een prachtig beeld gekregen hoe de aarde er vanuit het ruimtestation uit ziet. Kortom, we hebben als radiozendamateurs een voortreffelijk beeld gekregen hoe onze satellieten gebouwd en beproefd worden en hoe deze in een baan rondom de aarde gebracht worden. Voldaan vertrokken we ver in de middag, richting Flevoland. NB kijk voor foto’s op onze website. 5
Flevo Rondstraler januari 2004
Nieuwjaarsbijeenkomst 6 januari a.s. Dinsdag 6 januari 2003 hopen we ons nieuwe verenigingsseizoen te openen. We hebben we een gevarieerd menu samengesteld met de volgende ingrediënten. • • • • •
Opening en mededelingen. De nieuwjaarsrede van de voorzitter en het uitbrengen van een toast. QSL-show. Breng wat van uw mooiste of bijzonderste QSL-kaarten mee en vertel er iets over. U heeft toch ook van die kaarten, die een bijzondere herinnering in u oproepen? Oliebollen van de nieuwe oogst (2004) en andere hartigheden. Een gezellig samenzijn, lees: EYE BALL QSO.
De hapjes en drankjes op deze avond zijn gratis!
Iets over zendamateurs en een toevallige ontmoeting met de zoon van Karel PA3BXP. Eerst iets over het ontstaan van namen, zoals we er nu tegenaan kijken. Ohm, Volta, Herts, Faraday, Ampère,- zij kregen hun praalgraf na hun dood. Er kwamen plaquettes op de huizen waarin zij zijn geboren en gestorven, waarin zij hebben gewoond en gewerkt, maar duurzamer is dat monument in taal. De namen van deze vroegere 'geleerden' staan nu in kleine lettertjes op miljarden elektrische apparaten om aan te geven wat de weerstand van een elektrisch apparaat is, voor welke spanning en frequentie het geschikt is en hoeveel stroom het verbruikt. Zij worden dagelijks over de gehele wereld uitgesproken in de meest verschillende talen, meestal door mensen die niet eens meer beseffen dat er levens liggen achter al die ‘begrippen' Zo is Ampère niet alleen de eenheid voor de sterkte van de stroom. Het is een man geweest, een verstrooide professor, zo verstrooid zelfs, dat hij Napoleon met een tafel vol eten liet wachten. Zijn hele leven was hij ongelukkig. Voordat hij stierf in Parijs, eenenzestig jaar oud, bepaalde hij zelf wat er op zijn graf moest komen: ‘Tandem felix’. Hij was een genie, thuis in de plantkunde, scheikunde en filosofie maar een wonderkind ook- al op zijn twaalfde had hij de hogere wiskunde onder de knie. Maar het leven buiten de 6
Flevo Rondstraler januari 2004
studeerkamer of het bescheiden werkplaatsje in Parijs, kon hij niet aan. Zijn vader stierf onder de guillotine. Zijn vrouw stierf toen zij nog heel jong was, hem achterlatend met één zoontje. Dat waren slagen waarvoor de wetenschap hem niet kon troosten. Hij moest zelf sterven om 'zelf gelukkig ' te kunnen worden. André Marie Ampère zijn naam bleef voortbestaan in de taal als een monument voor zijn 'elektrodynamische’ theorie. Maar wie denkt aan hem als hij een doosje 'stoppen' koopt, smeltveiligheden waarop "16 ampère" staat..? Wie denkt aan Georg Simon Ohm uit München, als hij de weerstand van een apparaat moet weten 'in aantallen Ohms?'. Ohm was ook al geen man die zorgeloos kon leven. Als leraar aan een middelbare school in Keulen onderzocht hij hoeveel stroom er door draden van verschillend materiaal kon vloeien. Het was een geduldwerkje in die tijd (1825), want de stroom moest tijdens het nemen constant blijven, en dat viel niet mee met de batterijen uit die dagen. Maar Ohm vond een verband. Hij ontdekte dat verschillende stoffen verschillende weerstanden hadden die hij kon meten, en dat de hoeveelheid stroom die door een draad gaat recht evenredig is met de spanning en omgekeerd met de weerstand van de draad. Hij wilde zijn vondst behalve met proeven, ook op papier verklaarbaar maken. En dat was meer dan hij toen overtuigen kon. Hij werd niet erkend. Hij werd zelfs zo tegengewerkt en belachelijk gemaakt, dat hij ontslag moest nemen als leraar. Zes jaar lang leefde hij arm en verbitterd, totdat koning Lodewijk I van Beieren hem er weer bovenop hielp. Hij maakt Ohm professor, waardoor deze de kans kreeg zijn wet alsnog ook theoretisch aanvaardbaar te maken. Ook Ohm kreeg zijn plaats in de taal van alle landen. De eenheid van elektrische weerstand werd naar hem genoemd. Om alle miskenning goed te maken, werd later ook het tegenovergestelde van die weerstand, het geleidend vermogen van een draad, aan zijn naam verbonden door die heel toepasselijk om te draaien: een mho, tegenwoordig ook Siemens, is de eenheid van dat geleidend vermogen. En dan: GSM, marifoon, mobilofoon, radio e.a. Hieruit blijkt, overduidelijk dat de dingen die we nu heel gewoon vinden, er eerder niet waren. Het waren mensen die onderzochten en als ze wat vonden, doorgingen en hierdoor eigenlijk buiten de normale mensheid kwamen te staan. Ook zendamateurs bestaan nog maar kort, hooguit vanaf 1920. Nu vinden we het heel gewoon dat we overal waar we lopen met onze GSM iedereen over de hele wereld kunnen bellen. Dat komt door het doorgaan van de onderzoekingen die zendamateurs en anderen hebben gedaan. Zelf ben ik ook radiozendamateur en omdat je dan 7
Flevo Rondstraler januari 2004
van radiofrequenties gebruikmaakt, dien je roepletters te hebben. Mijn roepletters zijn PE1NKR. Maar om een licentie te krijgen moet er wel examen gedaan worden. Toen ik in 1985 mijn licentie had behaald ben ook ik aan het experimenteren gegaan. We konden resultaten met elkaar doornemen en ontdekkingen met elkaar overleggen via de radio. Zo kwam ik ook in contact met Karel, PA3BXP, ik ben zelfs een keer bij hem, op zolder in zijn shack geweest. Ik weet me dat nog erg goed te herinneren. Ik schrok dan ook toen ik enige tijd later vernam dat Karel was overleden. Zijn zoon belde me toen op met de vraag of het goed was dat hij nog één keer onder de roepletters PA3BXP zich op de band mocht inmelden in onze ronde, welke ook nu nog elke zondagavond is om 20.00 uur op 145.400 MHz. Hiermee had niemand een probleem. Ik was op dat moment rondeleider en het verliep perfect. Op zaterdag 6 december jl. ben ik in ons clubschip en daar hoor ik René Ruyterman praten over de schakeling, die ik over het dimmen van halogeenlampjes in ‘Het Baken’ gezet had. Ik proefde toch wel kennis op dat gebied bij hem en toen ik daar naar vroeg bleek René de zoon te zijn van Karel PA3BXP en hij was de zoon die de laatste keer zijn roepletters heeft gebruikt. Ik verwonder me er over dat de wereld zo klein is, want ik ken René al weer een aantal jaren en hij ligt nu zelfs met zijn boot naast mijn boot in de haven. Jacob Oudshoorn, PE1NKR
Nieuw ! TV via een antenne Het lijkt waanzin ten top: het dichtstbekabelde land ter wereld weer massaal naar de antenne. Maar voor wie zijn kabelbedrijf haat, is het een uitkomst. De digiantenne breekt de macht van kabelbedrijven. Het begon een beetje te lijken op die afgezaagde grap die je nog wel eens in een café ziet op een bordje achter de bar: morgen gratis bier! Maar volgende week gaat het er toch van komen. Na twee mislukte pogingen en jaren van voorbereiding, krijgt Nederland aanstaande woensdag eindelijk digitale ethertelevisie. Het is het ei van Columbus: kraakheldere tv-beelden, van min of meer dezelfde omroepen, die opnieuw via de ether de huiskamer binnen komen. TV met antenne? Maar Nederland is toch het dichtstbekabelde land ter wereld? We waren toch juist zo blij dat we het woud van antennes verlost waren? Jawel, maar deze keer wordt het anders. Deze keer is de antenne zo krachtig dat hij niet op het dak hoeft te staan en zo klein, dat je hem niet eens ziet. En dan wordt het opeens een heel ander verhaal. 8
Flevo Rondstraler januari 2004
Met Digitenne – want zo heet het bedrijf dat de ether-tv nieuw leven in gaat blazen – kun je overal tv kijken. Op plaatsen in huis waar de kabel niet komt, maar ook in de caravan, op de boot of in je vakantiehuis. Het enige wat je nodig hebt is stroom. Bovendien zijn de tv-beelden digitaal, dus van dezelfde kwaliteit als de beelden van je dvd-speler. Wie digitale televisie heeft gezien, ervaart de analoge beelden uit de kabel opeens als tv kijken door hele vieze jampotglazen. En het mooie is, het abonnement is nog goedkoper ook. Bij de witgoedhandel kost een digitale ontvanger € 8,95 per maand. Een stuk minder dan het gemiddelde kabeltarief en daarvoor krijgt de klant 25 digitale zenders, waaronder alle Nederlandse publieke en commerciële omroepen en het betaalkanaal Canal+. De grote Nederlandse kabelnetten, UPC, Casema en Essent, zijn niet onder de indruk van Digitenne. Zeggen ze. “TV voor de caravan”, noemen ze het. Maar stiekem kijken ze nagelbijtend toe. Want Digitenne opent een keiharde aanval. En als het in het uitzendgebied – dat voorlopig begint in de Randstad, grofweg Almere, Haarlem en Gouda – een beetje loopt zoals commercieel directeur Erik-Jan Gelink het voor zich ziet, krijgen de kabelaars er een beresterke concurrent bij. Hij toont in zijn kantoortje in het Hilversumse Mediapark alvast een voorproefje van de advertentiecampagne van Digitenne. De teksten liegen er niet om. ‘Steeds meer mensen trekken de stekker er uit’ en ‘Overbodig’ staat met koeienletters boven een plaatje van een lege kabelaansluiting. Afgaande op de voorintekeningen op Digitenne schat Gelink – ‘ik wil realistisch blijven’ -, tussen de vijftig- en honderdduizend abonnees in het uitzendgebied te werven. Da’s een paar procent van de markt. Maar het kán ook veel harder gaan. ‘De onvrede over de kabelmaatschappijen is ontzettend groot’, zegt Gelink. ‘Veel mensen hebben er wat voor over om van die afhankelijkheid af te zijn. Met Digitenne hebben ze eindelijk een alternatief’. Intussen onderhandelt Digitenne druk met nu nog ontbrekende zenders als de BBC en de BRT over doorgifte. Als dat lukt, is het pakket van Digitenne helemaal een koopje. ‘Hoe ze voor dat geld digitale televisie kunnen uitzenden is ons een raadsel,’ zegt UPC-woorvoerder Marc Zellenrath. ‘Simpel’, werpt Mark-Jan Gelink tegen, ‘wij hebben natuurlijk niet de enorme infrastructuur van kabels nodig. Het volstaat om bestaande zendmasten uit te rusten met een extra digitale zender. En we hebben maar 35 mensen in dienst, een beetje kabelbedrijf een paar honderd.’ Maar de kabelaars zijn ervan overtuigd dat Digitenne geld toelegt op zijn dienst. En dat geld komt waarschijnlijk van de overheid, want die is via de achterdeur medeeigenaar. UPC kondigde vorige week dan ook aan dat het naar de rechter stapt als Digitenne geen inzage geeft in de boeken. 9
Flevo Rondstraler januari 2004
Digitenne is een joint venture van drie machtige partijen: het NOB (Nederlands Omroep Bedrijf), KPN en Nozema. De omroepen hebben nog een belang van tien procent. Nozema is in een ver verleden door de overheid aangewezen om de televisiesignalen in Nederland de ether in te sturen. Dat wil zeggen: de ouderwetse analoge signalen. Over een paar jaar wil de overheid de uitzending van die analoge signalen staken – er is zelfs een speciale commissie ‘Switch off’ in het leven geroepen - en volledig overschakelen op digitaal. Dat werd tijd ook, want televisie lijkt een modern medium, maar is dat vooral als je het afzet tegen het gedrukte boek. In feite is er sinds 1953, toen de kleuren-tv werd geïntroduceerd, vrijwel niets aan veranderd. Dat begint zich te wreken in het digitale tijdperk. Sinds iedereen voor een euro of honderd een dvd-speler – al dan niet ingebouwd in een laptop – kan aanschaffen met knetterend scherpe beelden, beginnen steeds meer mensen zich te ergeren aan de belabberde kwaliteit van hun analoge televisie. De andere bedreiging heet internet. Nu vrijwel iedereen vertrouwd is met het internet, met 24 uur per dag bankieren en het nieuws van CNN op afroep, rijst de vraag waarom we eigenlijk gedwongen worden voor de kijkbuis te gaan zitten op het moment dat het de omroepbazen goeddunkt. Waarom kunnen we eigenlijk geen zes afleveringen van Seinfeld achter elkaar kijken? Dat kan met digitale televisie. In de beelden kan informatie worden verstopt. Dat biedt de mogelijkheid om mee te doen aan spellen en opiniepeilingen, of spullen te kopen via de afstandbediening. Dit nog afgezien van de mogelijkheid om via de tv te internetten. Digitale tv is in potentie alles wat het internet is, maar dan met bewegend beeld. Digitale tv via de kabel bestond al een tijdje. UPC, Essent en Casema, de drie kabelbedrijven die samen het grootste deel van Nederland bestrijken, bieden min of meer vergelijkbare pakketten met rond de 25 digitale tv-kanalen, 50 muziekkanalen en toegang tot betaal-tv-kanalen. De tarieven van zo’n basispakket lopen uiteen van vijf euro bij Essent tot het driedubbele bij UPC. Let wel, dit bedrag komt boven op het standaardtarief voor de kabel dat per gemeente verschilt, maar dat gemiddeld rond de tien euro schommelt. Wie digitale tv via de kabel wil ontvangen, is dus bij UPC op zijn minst 25 euro per maand kwijt. Liefhebbers kunnen er nog eens zenderpakketten bij kopen met alleen muziek- of nieuws- of natuurzenders en doelgroepkanalen zoals Al Jazera of het Antilliaanse A-Tivi – voor een euro of tien per maand. Over een tijdje willen de kabelaars zelfs personal tv aanbieden. Dan betaalt de klant een basistarief plus een bedrag per zender of film. Technisch kan het, de centrales van UPC zijn er al klaar voor. Dat lijkt erg mooi, maar het komt maar niet van de grond. Dat komt door wat UPC’s woordvoerder Marc Zellenrath het 10
Flevo Rondstraler januari 2004
‘nutseffect’ noemt. De kabel kost sowieso al tien euro per maand. Wat je daarvoor ontvangt, hangt deels af van de overheid die een doorgeefverplichting heeft opgelegd, en deels van de gemeente die bij de verkoop van het kabelnet bepaalde dat een programmaraad een verplicht pakket op kon leggen. Gemiddeld krijg je voor een kabelabonnement in Nederland pakweg 25 kanalen. Maar omdat de kabelmaatschappij wordt gezien als een nutsbedrijf (dat het allang niet meer is, je kunt immers niet zónder), ervaart de consument dat pakket als ‘gratis’. Wie zal er dan vijftien euro extra neerleggen voor dezelfde zenders in digitale kwaliteit? Omdat de kabelmaatschappijen hun investeringen in de netwerken moeten terugverdienen, hebben ze geen sterk motief om de komst van digitale tv aantrekkelijker te maken. Bovendien zijn ze druk doende zichzelf nog onmisbaar te maken door ook telefonie en internet aan te bieden. Dat nu is de overheid – en de consumentenbond – een doorn in het oog. Digitenne moet het breekijzer worden dat de macht van de kabelbedrijven breekt. Het bedrijf werd in 1998 speciaal in het leven geroepen om een vergunning te verwerven voor het uitzenden van digitale ethertelevisie, omdat Europa besliste dat die vergunning aanbesteed moest worden. Het is misschien niet erg toevallig dat juist het clubje rond overheidsinstelling Nozema als winnaar uit de buis kwam. Dat de vergunning ‘om niet’ werd afgegeven en dat Digitenne anders dan de kabelaars, geen enkele doorgifteverplichting kent, is op zijn minst verdacht. Zeker in het licht van de veilingen voor umts- en radiofrequenties die eerst de telecombedrijven en nu de commerciële radiostations op de rand van de afgrond brachten. Erg eerlijk lijkt het ook niet van de overheid om eerst de kabelnetten voor veel geld te verkopen om daarna – als blijkt dat je de deal toch niet goed hebt afgetimmerd – zelf een concurrent in het zadel te helpen. UPC wil de schimmige financieringsconstructie nu tot op de bodem uitgezocht hebben, desnoods via de rechter. Maar Rob van Esch, directeur van de kabellobbyclub Vecai, is milder. “Dat het zo is afgelopen, zand erover”, zegt hij. “In plaats van te blijven steken in juridische gevechten werken we liever aan de toekomst. Een beetje gezonde concurrentie kan geen kwaad”. Zijn berusting lijkt ook een beetje ingegeven door het feit dat het een soort inruil betreft: de kabelbedrijven hebben tenslotte van dezelfde overheid die de macht van KPN wilde breken, een mooie kans gekregen op de markt voor telefonie. Het laatste woord is nu aan de tv-kijker. Wie echt een hekel heeft aan zijn kabelbedrijf weet wat hem te doen staat. Wie een hekel heeft aan de rancuneuze overheid ook. Goed opletten dus de komende tijd. Uit : Intermediair nr. 16 van 17 april 2003 door: Bart van Oosterhout 11