StabiCAD V Sparingen
StabiCAD V Sparingen Inhoudsopgave 1. Werken met StabiCAD V Sparingen ...................... 3 1.1. 1.2. 1.3.
Inleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 Bouwkundige plattegrond . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 Verwante modules. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3
2. Ontwerpen van een sparingstekening .................. 4 2.1. 2.2. 2.3. 2.4. 2.5.
2.6. 2.7. 2.8. 2.9.
Stappenplan . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 Systemen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 Sparingen plaatsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 Sparingen bematen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 2.4.1. Nieuw bematen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 2.4.2. Bematen vanuit een bestaand meetpunt . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 Sparingen en bematingen kopiëren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 2.5.1. Sparingen kopiëren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 2.5.2. Sparingen kopiëren en toewijzen aan ander meetpunt . . . . . . . 9 2.5.3. Bematingen kopiëren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 Meetpunt verplaatsen of roteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 Breedplaatvloeren plaatsen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 2.7.1. Breedplaatvloer met twee punten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 2.7.2. Breedplaatvloer met drie of vier hoekpunten . . . . . . . . . . . . . . 12 Tunnel plaatsen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13 Sparing, symbool of bemating verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
3. Overzicht belangrijke functies............................. 15 3.1. 3.2.
Hulptools voor Sparingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15 3.1.1. Indeelfuncties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15 Instellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15 3.2.1. Algemene instellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15 3.2.2. Instellingen systemen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16 3.2.3. Sparingsymbolen instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
© 2002 Stabiplan BV - Doc. nummer: M-SP-V-NL - Versie: R2A
1
StabiCAD V Sparingen
2
© 2002 Stabiplan BV - Doc. nummer: M-SP-V-NL - Versie: R2A
StabiCAD V Sparingen
1. Werken met StabiCAD V Sparingen 1.1. Inleiding Met de module Sparingen kunt u op snelle en efficiënte wijze sparingstekeningen ontwerpen. Sparingen plaatst u bij elektro-symbolen. Het startpunt van het ontwerpen van sparingstekeningen is de bouwkundige plattegrond, een schematische weergave van de in te richten ruimtes. De module Sparingen bevat functies voor het tekenen van breedplaatvloeren, kanaalplaatvloeren, gietplaatvloeren, tunnels, wanden en tafels.
1.2. Bouwkundige plattegrond Voor het ontwerpen van een sparingstekening is een bouwkundige plattegrond nodig. Deze bouwkundige plattegrond: • Kan worden aangeleverd door derden • Kunt u zelf tekenen met de module Layout • Kunt u scannen en overtekenen met de module Layout U importeert deze plattegrond en ontwerpt daarna de sparingstekening.
Tip De snelste, makkelijkste en meest gebruikte manier is het werken met aangeleverde plattegronden (bestanden van het formaat dwg of dxf). Begin daarom altijd met een inventarisatie van welke informatie reeds digitaal beschikbaar is bij architecten, gemeenten, (huis)installateurs en/of adviesbureaus. Aanbevolen bestandstype is: dwg.
1.3. Verwante modules Module Layout Met de module Layout kunt u bouwkundige plattegronden ontwerpen en tekenen. Doelstelling van deze module is, in het geval u geen plattegrond krijgt aangeleverd, dat u snel een plattegrond kunt tekenen als ondergrond voor uw installatietekening.
© 2002 Stabiplan BV - Doc. nummer: M-SP-V-NL - Versie: R2A
3
StabiCAD V Sparingen
2. Ontwerpen van een sparingstekening 2.1. Stappenplan Importeer eerst de bouwkundige plattegrond. Gebruik hierbij zo nodig de functie Opschonen aangeleverde tekening op de CAD-menukaart StabiTOOLS. Daarna kunt u een sparingstekening ontwerpen volgens onderstaand stappenplan. Voor het ontwerpen van een sparingstekening wordt gebruik gemaakt van een aantal instellingen. In StabiBASE menu Configuratie - Bibliotheken, Parameters en Lagen tabblad Parameters subtabblad Sparingen kunt u deze instellingen bekijken en eventueel wijzigen. Ga als volgt te werk om een sparingstekening te ontwerpen: STAP 1:
Plaats sparingen (2.3).
STAP 2:
Bemaat sparingen (2.4).
STAP 3:
Kopieer sparingen en bematingen (2.5).
STAP 4:
Verplaats of roteer meetpunten (2.6).
STAP 5:
Plaats breedplaatvloeren (2.7).
STAP 6:
Plaats tunnels (2.8).
STAP 7:
Verwijder groepen (2.9).
STAP 8:
Rapportages maken (zie Snel op weg).
STAP 9:
Maak een print of plot (zie Snel op weg). Bij alle sparings-functies van StabiCAD kunt u gebruik maken van transparante osnapfuncties.
2.2. Systemen Binnen de module Sparingen kunt u gebruik maken van de volgende systemen:
4
•
Breedplaatvloeren Breedplaatvloeren zijn dunne prefab platen die op stempels tussen muren geplaatst worden. Een oplegging van een breedplaatvloer bedraagt meestal 100 mm. U hoeft geen rekening te houden met de bewapening in de vloeren.
•
Kanaalplaatvloeren Ook kanaalplaatvloeren zijn dunne prefab platen. Dit zijn complete vloeren met uitsparingen. Hierdoor zijn de vloeren lichter en kunt u makkelijker leidingen in een vloer leggen. De afmeting van een sparing bedraagt 100 mm. Kanaalplaatvloeren zijn standaard 1200 mm breed. De oplegging is standaard 100 mm.
•
Gietplaatvloeren Dit is de algemene term voor breedplaat- en kanaalplaatvloeren. Als u een gietplaatvloer tekent, dan tekent u een vloer zonder specifiek aan te geven of het een breedplaat- of kanaalplaatvloer is.
© 2002 Stabiplan BV - Doc. nummer: M-SP-V-NL - Versie: R2A
StabiCAD V Sparingen
•
Tunnels Tunnels worden gestort tijdens de bouwwerkzaamheden. Om sparingen te maken worden gaten in stalen tunnels geboord. Tunnels werken met een doorschuifsysteem. Bij een doorschuifsysteem wordt de halve vloer gestort. Na het doorschuiven van de tunnel wordt de tweede helft van de vloer gestort. Als u een tunnel tekent, dan tekent u het bovenaanzicht van de vloer met de twee wanden.
•
Wanden Ook wanden worden gestort tijdens de bouwwerkzaamheden. Het verschil tussen een wand en een tunnel is de tekenwijze. Als u een sparing in een wand tekent, dan tekent u het bovenaanzicht van de tussenmuur. Een tussenmuur is een muur tussen bijvoorbeeld twee woningen in. Zorg ervoor dat, als u wanden tekent, deze wanden naar elkaar ‘toevouwen’. Dit kunt u vergelijken met het dichtklappen van een boek.
•
Tafels Een tafel is een stortvloer voor een plafond. Op de bovenkant van muren wordt een bekisting geplaatst. Op de bekisting wordt een stalen plaat gelegd en daarna wordt op de vloer beton gestort. Sparingen in een tafel worden op maat bepaald. Als u een tafel tekent, dan tekent u het bovenaanzicht van het plafond met de twee wanden.
2.3. Sparingen plaatsen STAP 1:
Klik button: [Genereer sparingen] tabblad Sparingen
STAP 2:
In dialoogvenster Sparingen Setup, kies ‘Kanaalplaatvloeren'. Het dialoogvenster Kanaalplaat- /Breedplaatvloeren verschijnt.
Let op! In zowel het dialoogvenster Sparingen Setup als Kanaalplaat- /Breedplaatvloeren kunt u instellingen naar wens wijzigen. Zie “3.2.2. Instellingen systemen, p. 16”. STAP 3:
In dialoogvenster Sparingen Setup, klik [OK] om instellingen te bevestigen.
STAP 4:
Kies de elektro-symbolen in de tekening en toets <Enter>. Alle gekozen symbolen zijn voorzien van sparingen:
© 2002 Stabiplan BV - Doc. nummer: M-SP-V-NL - Versie: R2A
5
StabiCAD V Sparingen
2.4. Sparingen bematen Het bematen van sparingen kan op twee manieren: • Plaatsen nieuwe bemating (2.4.1) • Plaatsen bemating vanuit een bestaand meetpunt (2.4.2)
2.4.1. Nieuw bematen STAP 1:
Klik button: [Maatvoering sparing] tabblad Maatvoeringen vloeren
STAP 2:
Plaats het nulpunt in de linkeronderhoek van de ruimte.
STAP 3:
Plaats de X-as en de Y-as van het meetpunt in een hoek van 90°.
STAP 4:
Op de commandoregel, achter Meetpuntcode <1>:, typ 1. Bevestig uw keuze met <Enter>.
STAP 5:
Kies de sparingen in de tekening, toets <Enter>.
STAP 6:
Klik button: [Alles behalve sparingen aan/uit] tabblad Tools
STAP 7:
Klik button: [Bouwkundig aan/uit] tabblad Tools
Alle gekozen sparingen zijn nu voorzien van een bemating en worden weergegeven in de sparingstekening (deze instelling kunt u gebruiken als sparingstekening):
6
© 2002 Stabiplan BV - Doc. nummer: M-SP-V-NL - Versie: R2A
StabiCAD V Sparingen
2.4.2. Bematen vanuit een bestaand meetpunt STAP 1:
Klik button: [Rechthoekige sparing] tabblad Sparingen
STAP 2:
Plaats twee rechthoekige sparingen in de tekening.
STAP 3:
Klik button: [Maatvoering sparing] tabblad Maatvoeringen vloeren
STAP 4:
Op de commandoregel, achter Selecteer meetpunt/
, typ S en toets <Enter>.
STAP 5:
Op de commandoregel, achter Bemating van meetpunt '1' opnieuw plaatsen?, typ N <Enter>.
STAP 6:
Kies de sparingen in de tekening. Alle gekozen sparingen zijn voorzien van een bemating:
© 2002 Stabiplan BV - Doc. nummer: M-SP-V-NL - Versie: R2A
7
StabiCAD V Sparingen
2.5. Sparingen en bematingen kopiëren Sparingen en sparingsbematingen zijn gekoppeld aan meetpunten. U kunt ze eenvoudig kopiëren en toewijzen aan andere meetpunten.
2.5.1. Sparingen kopiëren STAP 1:
Kies de gewenste sparingen.
STAP 2:
Klik button: [Maatvoering sparing] tabblad Maatvoeringen vloeren
STAP 3:
Op de commandoregel, achter Selecteer meetpunt/:, typ S <Enter>.
STAP 4:
In de tekening, kies het meetpunt.
STAP 5:
Op de commandoregel, achter Bemating van meetpunt opnieuw plaatsen? Ja/ , typ J <Enter>. Alle bematingen worden opnieuw gegenereerd en aangepast.
8
© 2002 Stabiplan BV - Doc. nummer: M-SP-V-NL - Versie: R2A
StabiCAD V Sparingen
2.5.2. Sparingen kopiëren en toewijzen aan ander meetpunt STAP 1:
Kies de gewenste sparingen.
STAP 2:
Klik button: [Maatvoering sparing] tabblad Maatvoeringen vloeren
STAP 3:
In de tekening, plaats het meetpunt op een gewenste plaats.
STAP 4:
Plaats de X-as en Y-as in een gewenste hoek.
STAP 5:
Op de commandoregel, achter Meetpuntcode <3>, typ 2 <Enter>.
STAP 6:
Kies de gekopieerde sparingen, toets <Enter>. Alle gekozen sparingen zijn nu gekoppeld aan het nieuwe meetpunt. Alle bematingen zijn ook gegenereerd vanuit het nieuwe meetpunt.
© 2002 Stabiplan BV - Doc. nummer: M-SP-V-NL - Versie: R2A
9
StabiCAD V Sparingen
2.5.3. Bematingen kopiëren Wanneer u een bemating wilt kopiëren en deze niet wilt koppelen aan een meetpunt volgt u de volgende stappen: STAP 1:
Kies de door u gewenste bematingen.
STAP 2:
Op de commandoregel: typ het CAD-commando .
Figuur 1: Dialoogvenster Edit Attributes STAP 3:
In dialoogvenster Edit Attributes veld ‘Meetpunt’, typ -
STAP 4:
Klik [OK]. De bematingen zijn gekopieerd en zijn niet gekoppeld aan een meetpunt.
Let op! Als u een meetpunt wilt kopiëren dient iedere meetpuntcode uniek te zijn. Het overschrijven van een bestaande meetpuntcode in de tekening is niet mogelijk.
2.6. Meetpunt verplaatsen of roteren Als de plaats of de rotatie van een meetpunt niet juist is, kunt u het meetpunt verplaatsen of roteren. Daarna kunt u alle sparingsbematingen veranderen. STAP 1:
Klik button: [Maatvoering sparing] tabblad Maatvoeringen vloeren
STAP 2:
Kies het meetpunt.
STAP 3:
Verplaats of roteer het meetpunt.
STAP 4:
Kies de sparingen die gekoppeld zijn aan het verplaatste of geroteerde meetpunt, toets <Enter>. Alle sparingsbematingen worden opnieuw geplaatst rekening houdend met de nieuwe plaats of hoek van het meetpunt:
10
© 2002 Stabiplan BV - Doc. nummer: M-SP-V-NL - Versie: R2A
StabiCAD V Sparingen
2.7. Breedplaatvloeren plaatsen U kunt breedplaatvloeren met 2, 3,of 4 (hoek)punten plaatsen. Bij de keuze voor een breedplaatvloer met 2 punten kunt u: • Kiezen uit meer vloerplaten • Aparte vloervormen tekenen • Vloerplaten herhalend tekenen
2.7.1. Breedplaatvloer met twee punten STAP 1:
Klik button: [Vloerplaten, 2 punten] tabblad Vloerplaten
Tip U kunt nu ook gietplaatvloeren tekenen. STAP 2:
In dialoogvenster Sparingen Setup, kies ‘Breedplaatvloeren'. Het dialoogvenster Kanaalplaat- /Breedplaatvloeren verschijnt.
Let op! In zowel het dialoogvenster Sparingen Setup als Kanaalplaat- /Breedplaatvloeren kunt u instellingen naar wens wijzigen. Zie “3.2.2. Instellingen systemen, p. 16”. STAP 3:
In dialoogvenster Sparingen Setup, klik [OK] om instellingen te bevestigen.
STAP 4:
U tekent nu een vloerplaat met x-punten. Op de commandoregel, achter Tekenwijze breedplaat X-punten/<Eerste hoekpunt>, typ X <Enter>.
© 2002 Stabiplan BV - Doc. nummer: M-SP-V-NL - Versie: R2A
11
StabiCAD V Sparingen
Let op! Om een vloerplaat te tekenen met hoekpunten: zie “2.7.2. Breedplaatvloer met drie of vier hoekpunten, p. 12”. STAP 5:
U kunt nu een vloerplaat met vrije vorm tekenen: Op de commandoregel, achter Herhaal /, plaats het beginpunt van de vloerplaat.
Let op! Om een vloerplaat te herhalen: Op de commandoregel, achter Herhaal /, typ H <Enter>. STAP 6:
Om de vloerplaat af te sluiten: Op de commandoregel, achter Herhaal /, typ H <Enter>. U kunt nu nog een vloerplaat met x-punten tekenen.
2.7.2. Breedplaatvloer met drie of vier hoekpunten STAP 1:
Klik button: [Vloerplaten, 3 punten] tabblad Vloerplaten of [Vloerplaten, 4punten] tabblad Vloerplaten
STAP 2:
In dialoogvenster Sparingen Setup, kies ‘Breedplaatvloeren'. Het dialoogvenster Kanaalplaat- /Breedplaatvloeren verschijnt.
Let op! In zowel het dialoogvenster Sparingen Setup als Kanaalplaat- /Breedplaatvloeren kunt u instellingen naar wens wijzigen. Zie “3.2.2. Instellingen systemen, p. 16”.
12
STAP 3:
In dialoogvenster Sparingen Setup, klik [OK] om instellingen te bevestigen.
STAP 4:
Kies de hoekpunten van de ruimte.
STAP 5:
Op de commandoregel, achter Dimensie/, typ V <Enter>.
© 2002 Stabiplan BV - Doc. nummer: M-SP-V-NL - Versie: R2A
StabiCAD V Sparingen
Let op! Als u in plaats van een vloerplaat, pasplaten wilt dimensioneren: Op de commandoregel, achter Dimensie/, typ D <Enter> De vloerplaten worden in de ruimte geplaatst:
2.8. Tunnel plaatsen U plaatst een tunnel met sparingen als volgt: STAP 1:
Klik button: [Genereer tunnel/wand met sparing] tabblad Sparingen
STAP 2:
In dialoogvenster Sparingen Setup, kies ‘Tunnels'. Het dialoogvenster Tunnels/Wanden verschijnt.
Let op! In zowel het dialoogvenster Sparingen Setup als Tunnels/Wanden kunt u instellingen naar wens wijzigen. Zie “3.2.2. Instellingen systemen, p. 16”. STAP 3:
In dialoogvenster Sparingen Setup, klik [OK] om instellingen te bevestigen.
STAP 4:
Plaats het eerste en het tweede eindpunt op de muur in de tekening.
STAP 5:
Kies de uitslagzijde voor de tunnel.
STAP 6:
Om een tunnelwand met sparingen te tekenen: Op de commandoregel, achter Tekenen tunnel/wand? Nee/<Ja>, typ J <Enter>.
© 2002 Stabiplan BV - Doc. nummer: M-SP-V-NL - Versie: R2A
13
StabiCAD V Sparingen
Let op! Om alleen de sparingen in de tunnel/wand aan te geven: Op de commandoregel, achter Tekenen tunnel/wand? Nee/<Ja>, typ N <Enter>. STAP 7:
Kies de elektro-symbolen voor de sparingen. U heeft een tunnel met sparingen geplaatst:
2.9. Sparing, symbool of bemating verwijderen
14
STAP 1:
Kies een sparing, symbool of bemating
STAP 2:
Met de CAD functie verwijdert u alle laatst geplaatste sparingen, symbolen of bematingen.
© 2002 Stabiplan BV - Doc. nummer: M-SP-V-NL - Versie: R2A
StabiCAD V Sparingen
3. Overzicht belangrijke functies 3.1. Hulptools voor Sparingen 3.1.1. Indeelfuncties Voor het plaatsen van roosters is een aantal indeelfuncties beschikbaar. Hiermee kunt u eenvoudig roosters in een gewenst patroon in een ruimte plaatsen. Deze indeelfuncties zijn: • a-2a-methode: Hiermee worden roosters in een regelmatig patroon in een ruimte geplaatst. Zie Snel op weg. • lijn-methode: Hiermee worden roosters op een lijn, polylijn of boog geplaatst. Deze functie is bijv. te gebruiken in ruimten met gebogen wanden. Zie Snel op weg.
3.2. Instellingen Instellingen voor een tekening wijzigt u in het dialoogvenster Sparingen Setup. Dit dialoogvenster verschijnt nadat u een sparing of symbool hebt gekozen in het tabblad Sparingen. U kunt twee soorten instellingen wijzigen: 1. Algemene instellingen. Bijvoorbeeld: bematingsopties, bematingspijlen, teksten en attributen. Zie 3.2.1. 2. Systeeminstellingen. Bijvoorbeeld: vloerplaten en sparingen. Zie 3.2.2.
Let op! De gewijzigde instellingen gelden alleen voor de tekening die op dat moment actief is. Gewijzigde instellingen kunnen niet projectmatig of globaal worden overgenomen.
3.2.1. Algemene instellingen STAP 1:
In dialoogvenster Sparingen Setup, klik button [Instellen].
STAP 2:
In het dialoogvenster 'Instellingen' kunt u de volgende instellingen wijzigen:
Figuur 2: Dialoogvenster Instellingen
© 2002 Stabiplan BV - Doc. nummer: M-SP-V-NL - Versie: R2A
15
StabiCAD V Sparingen
•
• •
•
STAP 3:
Algemeen: - Instellen afstand tussen een sparing en een elektro-symbool. Standaard instelling: -35 mm (inbouwdozen) of bijvoorbeeld +35 mm (opbouwdozen). - Een maatvaste (werkelijke afmeting) sparing of een niet-maatvaste sparing (symbolische afbeelding). Bematingsopties: - Wel of niet aangeven van een meetpunt bij bematingspijlen. - Exploderen van bematingen zodat u handmatig de bematingen naar wens kunt wijzigen. Bematingspijl: - Wel of niet weglaten van het eerste lijnstuk van een maatpijl. - Wel of niet instellen van een pijlmaat op een vaste lengte. - Wijzigen hoogte en lengte pijlmaat. Het instellen van een pijlmaat is gebonden aan grenzen. Attributen/Teksten: - Wijzigen van de hoogte van teksten en attributen. - Wijzigen van de kleur teksten en attributen. - Afronden van pijl-bematingen. Als u bijvoorbeeld “5” heeft ingesteld dan wordt een sparingsbemating van 57 mm afgerond op 55 mm.
Klik [OK].
3.2.2. Instellingen systemen In het dialoogvenster Sparingen Setup, kunt u naast algemene instellingen, instellingen wijzigen voor: • Kanaalplaat-/Breedplaatvloeren • Tunnels/Wanden STAP 1:
In het dialoogvenster Sparingen Setup, kies een systeem of sparing.
Figuur 3: Dialoogvenster Sparingen Setup STAP 2:
16
In het bijbehorende dialoogvenster dat verschijnt, kunt u de instellingen bekijken en wijzigen (zie bijvoorbeeld figuur 4 en 5).
© 2002 Stabiplan BV - Doc. nummer: M-SP-V-NL - Versie: R2A
StabiCAD V Sparingen
Figuur 4: Dialoogvenster Kanaalplaat- en Breedplaatvloeren
Figuur 5: Dialoogvenster Tunnels/Wanden STAP 3:
Klik [OK].
3.2.3. Sparingsymbolen instellen In de parameters van sparingen is het mogelijk te bepalen welke sparingssymbolen gebruikt worden. STAP 1:
Start StabiBASE.
STAP 2:
Klik Configuratie - Bibliotheken, Parameters en Lagen... .
STAP 3:
Klik tabblad Sparingen.
STAP 4:
Blader naar ---------- Sparingen Symboliek en selecteer het in te stellen sparingstype.
© 2002 Stabiplan BV - Doc. nummer: M-SP-V-NL - Versie: R2A
17
StabiCAD V Sparingen
Figuur 6: Sparingstype selecteren. STAP 5:
Klik Bladeren en selecteer het bijbehorende sparingssymbool.
Figuur 7: Sparingssymbool selecteren
Tip Door eigen sparingssymbolen toe te voegen in de map CAD5\STABICAD\AL zijn deze zichtbaar in bovenstaande dialoogbox.
18
© 2002 Stabiplan BV - Doc. nummer: M-SP-V-NL - Versie: R2A