Voorwoord Inhoud O.B.S. DEN ALDENHAAG.
INLEIDING.
1:
UITGANGSPUNTEN EN DOELSTELLINGEN VAN ONZE SCHOOL.
1.1:
Algemene uitgangspunten.
1.2:
Visie van onze school.
2:
ONDERWIJSKUNDIG BELEID.
2.1:
Schoolplanontwikkeling.
2.2:
Extra zorg voor kinderen die dat nodig hebben.
2.3:
Leerlingvolgsysteem.
2.4:
De activiteiten van de intern adviseur
2.5:
Resultaat zorgverbreding
2.6:
Onderwijskundig rapport
2.7:
Logopedie
2.8
Overgang groep 1 – 2.
2.9:
Overgang in de overige groepen.
2.10:
Overgang basisonderwijs – voortgezet onderwijs.
1
2.11:
Bevordering onderwijskwaliteit.
2.12:
Weer Samen Naar School/ Passend Onderwijs
2.13:
Permanente Commissie Leerlingenzorg. (PCL), regio Tiel.
2.14:
Zieke leerlingen
3:
ORGANISATIE VAN HET ONDERWIJS.
3.1:
Combinatieklassen.
3.2:
Groepsindeling.
3.3:
De groepen.
3.4:
Taakverdeling.
3.5:
Resultaten Cito-toets.
3.6:
Computers in ons onderwijs.
3.7:
Huiswerk.
3.8:
Tussenschoolse opvang.
4:
OUDERS.
4.1:
Informatie.
4.2:
Informatie over leervorderingen en / of het gedrag van kinderen.
4.3:
De medezeggenschapsraad.
4.4:
Activiteiten Commissie
2
4.5:
Actief op school.
4.6:
Ouderbijdrage.
5:
ACTIVITEITEN.
5.1:
Bijzondere activiteiten.
5.2:
Naschoolse activiteiten.
5.3:
Buitenschoolse activiteiten.
6:
COMMUNICATIE.
6.1:
Interne communicatie.
6.2:
Externe communicatie.
7:
OVERIGE INFORMATIE.
7.1:
Schooltijden.
7.2:
Schoolvakanties.
7.3:
Vervanging van zieke leerkrachten
7.4:
Verlof en verzuim.
7.5:
Taak van de ambtenaar leerplichtzaken.
7.6:
Klachtenregeling.
7.7:
Enkele belangrijke adressen en telefoonnummers.
3
7.8:
Verzekeringen.
7.19:
Wat doen we met uit sponsoring verkregen gelden?
7.10:
Snoepen op school / verjaardagen.
7.11:
Fietsen.
7.12
Veiligheid.
7.13:
Hoofdluis.
7.14:
Godsdienstonderwijs.
7.15:
Onze schoolgids
8:
UW KIND AANMELDEN ???
4
VOORWOORD.
Naar de basisschool is weer een hele stap in het leven van een kind. Als ouder/verzorger wilt u een goede en prettige basisschool voor uw zoon of dochter kiezen waar uw kind niet alleen leert, maar zich ook “thuis” voelt. Voor nieuwe ouders is het vaak niet direct duidelijk waar een school voor staat: op welke manier wordt er les gegeven, hoe kijken de leerkrachten naar hun leerlingen als opgroeiende mensen? De schoolgids van Den Aldenhaag geeft een antwoord op deze en nog veel meer vragen. De gids is geschreven door teamleden en medezeggenschapsraad, met de bedoeling ouders een beeld te geven hoe basisschool Den Aldenhaag eruit ziet. Behalve een verantwoording van onze manier van werken, staat er in de gids veel praktische informatie. We hebben geprobeerd de meest voorkomende vragen en antwoorden te verwerken. Als uw vraag er niet in staat, of u wilt wat meer weten, dan kunt u altijd contact met ons opnemen. Wij geven u graag informatie of een rondleiding door de school. Dit is de schoolgids voor het schooljaar 2011-2012. Deze schoolgids is met grote zorg samengesteld. Vanzelfsprekend is deze voor verbetering vatbaar en we houden ons aanbevolen voor suggesties. [foto school verwijderd]
Basisschool den Aldenhaag
5
O.B.S.
DEN ALDENHAAG.
De situering van de school. Den Aldenhaag is de enige basisschool in het Betuwse dorpje Zoelen. De school staat aan de Jeudestraat en is aan de achterzijde begrensd door boomgaarden. De school telt 150 leerlingen. Op de school zitten vooral kinderen uit Zoelen. Ook enkele kinderen uit omliggende plaatsen bezoeken onze school. Op Den Aldenhaag werken 7 leerkrachten, een intern adviseur, een klassenassistent ( begeleidt rugzakleerlingen) en een schoolleider. Onze school telt 8 lokalen, 7 klaslokalen en een handvaardigheidslokaal. In het voorjaar van 2010 is de nieuwbouw van een extra kleuterhal, lokaal en kantoren gerealiseerd. Door de aanwezigheid van een kleuterhal, hebben we nu ook de mogelijkheid voor de kinderen van de groepen 1 en 2 verschillende werkplekken in te richten. BESTUUR Met ingang van 1 augustus 2006 valt Den Aldenhaag onder het bevoegd gezag van de Stichting Openbaar Onderwijs. In de schoolpraktijk gebruiken we de naam BasisBuren. BasisBuren biedt „onderdak‟ aan alle dertien scholen voor openbaar onderwijs in de gemeente Buren. De gemeente Buren heeft vanaf 01-08-2005 haar verantwoordelijkheden overgedragen, met uitzondering van de huisvesting, aan het nieuwe bestuur. Ook de wet op de leerplicht blijft onder de verantwoordelijkheid van de gemeente. Mevrouw van Doorn is de leerplichtambtenaar. Het bestuur wordt gevormd door een Raad van Toezicht. Deze heeft haar werkzaamheden gemandateerd aan een directeurbestuurder. De werkzaamheden die voorheen uitgevoerd werden vanuit het gemeentehuis zijn overgenomen door het Bestuursbureau. Van daaruit werkt de directeurbestuurder bijgestaan door een drietal medewerkers en een drie domeindirecteuren met een gespecialiseerde taak. De dertien scholen werken met ingang van het schooljaar 2006-2007 met een schoolleider. De schoolleider van den Aldenhaag is Henriëtte van de Sluis.
6
[foto verwijderd]
Schaatspret op de gracht bij het kasteel
7
INLEIDING. In hoofdstuk 1 worden de uitgangspunten en de doelstellingen van onze school beschreven. Hier wordt antwoord gegeven op de vraag “wat vindt het team belangrijk en waarom vindt ze dat belangrijk?”. 1:
UITGANGSPUNTEN EN DOELSTELLINGEN VAN ONZE SCHOOL.
1.1: Algemene uitgangspunten. Bij de stichting van onze school in de vorige eeuw werd als grondslag gekozen voor het openbaar onderwijs. Dit openbare schoolprincipe wordt nog steeds gehuldigd. Alle kinderen hebben dan ook toegang tot onze school, zonder onderscheid of achterstelling wegens ras, huidkleur, geslacht, taal, religie of levensovertuiging. Ieder mens moet gelijke rechten, plichten en ook gelijke kansen hebben. Ieder mens is uniek, is een individu, heeft een eigen identiteit en dient een kritische zelfstandige levenshouding te hebben met respect voor de ander en diens mening. De school dient het kind zoveel mogelijk te beschermen tegen verwaarlozing, wreedheid, uitbuiting en discriminatie. Het kind-zijn beschouwen we als een bijzondere fase in het leven. Ieder kind moet opgevoed worden tot een evenwichtig mens. Ieder kind moet zich kunnen ontplooien en alle gelegenheid krijgen om zich in harmonie zo goed mogelijk te ontwikkelen. Het kind dient zo opgevoed te worden dat het niet alleen materiële zaken van belang vindt. Ieder kind heeft liefde, structuur, bescherming en veiligheid nodig. In de school hanteren we een gouden regel: We behandelen elkaar en elkaars spullen met respect In verband met de structuur en veiligheid gelden op school ook de volgende -
Alle groepen hebben voor hun fiets een vaste plaats in het fietsenhok. Op het schoolplein wordt gelopen met de fiets. De lessen beginnen om 8.30 uur. De ouders van de kinderen uit de groepen 1 en 2 zijn vanaf 8.20 uur welkom op school. De leerkracht van groep 1 -2 vangt de kinderen bij de deur van het lokaal op. De kinderen nemen afscheid van hun ouders en gaan de klas in. In groep 3 mogen de ouders de kinderen tot de herfstvakantie in de klas brengen.
8
-
We houden onze leefomgeving netjes. Kinderen hebben geen draagbare telefoons bij zich op school, of leveren deze in bij de juf of meester van de groep. Voetballen in de pauze op het plein gaat volgens een afgesproken schema. In de school wordt alleen met feesten en verjaardagen gesnoept. In de gang en hal lopen we rustig. Een pet of ander hoofddeksel zetten we in de klas af. Op school loopt niemand met ontbloot bovenlichaam. We nemen geen gevaarlijke voorwerpen mee naar school. Onderlinge ruzies worden gemeld bij de leerkracht en proberen we door te praten, ruzies op te lossen.
1.2: Visie van onze school. Alle leerlingen die onze school bezoeken moeten het ongeacht hun intelligentie of achtergrond naar de zin hebben. We willen graag dat ze met plezier naar school gaan. We willen de kinderen zodanig leiding en begeleiding geven, dat ze aan de ene kant als individu en aan de andere kant als sociaal wezen hun mogelijkheden en talenten zo goed mogelijk kunnen ontplooien en benutten. We zijn ons ervan bewust ook een maatschappelijke functie te vervullen. We leren de kinderen respectvol en verantwoordelijk om te gaan met de eigen leefomgeving en stimuleren een betrokken houding ten aanzien van de wereld om hen heen. We zien de school als een leefgemeenschap waarin kinderen zich gehoorde en gezien voelen, een stem krijgen en waarin kinderen leren wat het betekent om democratisch burger te zijn: open staan voor en kunnen overbruggen van verschillen tussen mensen, een bijdrage leveren aan het algemeen belang en actief verantwoordelijk willen zijn voor de gemeenschap. In het onderwijs streven we, binnen een duidelijke structuur, een brede en ononderbroken ontwikkeling na. De brede ontwikkeling wordt zichtbaar in de aandacht die we hebben voor zowel de cognitieve, de affectieve als de creatieve ontwikkeling en in de balans die we zoeken tussen de overdracht van kennis en de ontwikkeling van vaardigheden. De ononderbroken ontwikkeling wordt gerealiseerd door een afgewogen en samenhangend leerstofaanbod en ruime mogelijkheden voor differentiatie binnen het leerstofjaarklassensysteem.
9
In de ochtenden wordt het grootste deel van de lestijd besteed aan taal, lezen en rekenen. De leerlingen krijgen een klassikale instructie, de verwerking van de stof gebeurt op verschillende niveaus. Kinderen die extra hulp nodig hebben krijgen een verlengde instructie, of worden voorbereid op de stof die komen gaat. ( pre-teaching). De kinderen die de leerstof snel beheersen, krijgen extra verwerkingsopdrachten. Omdat wij ervan overtuigd zijn dat kinderen het beste leren door te doen, bieden we in de middagen thematisch onderwijs aan. Alle groepen werken dan aan bepaald thema waarbij vakken als geschiedenis, aardrijkskunde, in een samenhangend verband worden aangeboden. De vaardigheden die in de ochtend geoefend worden, worden in de middag toegepast. Met deze werkwijze willen we de motivatie van de kinderen verlevendigen, en hun natuurlijke drang om zich te ontwikkelen, stimuleren. [foto verwijderd]
( project beweging en vervoer) Belangrijk voor succesvol onderwijs zijn goedgeschoolde, deskundige en enthousiaste leerkrachten. Leerkrachten die goed kunnen samenwerken en het onderwijs aan de kinderen beschouwen als teamwerk. We proberen op de hoogte te blijven van alle nieuwe ontwikkelingen en nemen ons onderwijs regelmatig onder de loep. Indien nodig wordt het onderwijs bijgesteld of vernieuwd, zodat we de leerlingen datgene kunnen bieden, waar zij recht op hebben.
10
2:
ONDERWIJSKUNDIG BELEID.
2.1: Schoolplanontwikkeling. Op dit moment werken we met een schoolplan dat is vastgesteld voor de jaren 2010-2015. De onderwijskundige beleidslijn van de laatste jaren is gericht op de vergroting van de zorgbreedte, zodat we zowel de zwakkere leerling als de sterkere leerling voldoende kunnen bieden. Hiervoor heeft de school extra materialen aangeschaft. Daarnaast zijn we bezig met de vernieuwing van de leermethodes. In het cursusjaar 2011-2012 starten we met de rekenmethode Rekenrijk en het programma de Vreedzame school. In het schooljaar 2008/2009 is een start gemaakt met de invoering van thematisch onderwijs. Dit houdt in dat vakken als aardrijkskunde, geschiedenis, natuur en techniek, verkeer, creatieve vakken in een thema worden aangeboden. Hiervoor gebruiken we de methode Topondernemers. Het spreekt vanzelf dat alle verplichte kerndoelen hierbij aan bod komen. Vanaf het schooljaar 2010-2011 werken we ook met Topotour en de geschiedeniscanon van Topondernemers. De volgende methodes worden het komend schooljaar op onze school gebruikt: aanvankelijk lezen: Veilig Leren Lezen in groep 3 voortgezet technisch lezen: Estafette groep 4 t/m 8 begrijpend lezen: Nieuwsbegrip XL in groep 4 t/m 8. taal en spelling: Taal actief in groep 4 t/m 8. rekenen: Rekenrijk ( nieuwe versie) schrijven: Schrijfdans in groep 1 en 2. schrijven: Pennenstreken in groep 3 t/m 8. geschiedenis: Topondernemers en TopCanon aardrijkskunde:Topondernemers en Top-o-Wereld topografie: Top-o Wereld biologie en techniek: Natuniek muziek: Muziek voor de basisschool. expressievakken: Tekenvaardig, Handvaardig en Textielvaardig. engels: Hello World in groep 7 en 8. verkeer: Rondje Verkeer in groep 1 t/m 4. verkeer: Jeugdverkeerskrant in groep 5 t/m 8. geestelijke stromingen: methode Geestelijke Stromingen in groep 7 en 8. sociale vaardigheid en burgerschap: De Vreedzame school
11
bewegingsonderwijs: Lichamelijke oefeningen voor de basisschool en Bios-project. Hiernaast is veel aandacht voor allerlei activiteiten met en voor de kinderen. De activiteitencommissie, het team en ouders helpen hierbij. Ook helpen veel ouders bij activiteiten tijdens bepaalde lesuren. 2.2: Extra zorg voor kinderen die dat nodig hebben. Ook bij ons op school zijn er kinderen voor wie het tempo of het niveau van de groep te hoog/laag ligt. Soms heeft het kind een voorsprong cq. achterstand op een bepaald gebied (bijv. rekenen, taal of sociaalemotioneel). Bij een achterstand probeert de leerkracht door extra instructie en ondersteuning de leerling te helpen bij het verwerven van de benodigde vaardigheden. Bij een voorsprong biedt de leerkracht verdiepingsopdrachten aan, zodat het lesaanbod uitgebreid wordt. In een aantal gevallen is deze door de leerkracht geboden hulp niet voldoende. De leerkracht overlegt tijdens een groepsbespreking met de intern adviseur (IA) om zo tot een geschikte aanpak te komen. Een dergelijke bespreking kan de volgende resultaten opleveren: De leerkracht krijgt advies en werkt zelf met het kind verder binnen zijn eigen groep volgens een afgesproken plan. Dit noemen we een handelingsplan. Een leerkracht krijgt advies voor een groepsaanpak en werkt op groepsniveau volgens een afgesproken groepsplan. Wanneer er een periode van 6 tot 8 weken volgens de gekozen aanpak gewerkt is, wordt er geëvalueerd of de geboden hulp het beoogde resultaat heeft gehad. Indien de resultaten voldoende zijn, wordt de hulp gestopt. Wanneer er wel vooruitgang is, maar nog niet voldoende, dan wordt de periode van hulp verlengd of de hulp wordt intensiever. Mocht ook dit niet het beoogde resultaat opleveren, dan wordt de leerling opnieuw besproken, maar nu in een leerlingbespreking met het gehele team. Deze leerlingbespreking wordt geleid door de IA-er en geeft de leerkracht de mogelijkheid om zijn / haar zorg en hulpvragen rond de leerling met de collega‟s te bespreken. De resultaten van zo‟n bespreking kunnen bestaan uit adviezen zoals hierboven aangegeven, maar soms is het nodig om een stap verder te gaan: Is school handelingsverlegen dan wordt er veelal dat er verdere diagnostiek nodig is. Dit kan bestaan uit een onderzoeksaanvraag en /of observatie. Er wordt een extern bureau of persoon ingeschakeld om het
12
onderzoek af te nemen of te komen observeren. Uit deze diagnostiek volgt een advies dat kan bestaan uit handelingssuggesties voor ouders en /of leerkracht. De leerkracht gebruikt op school deze suggesties in een plan van aanpak voor de leerling. Wij streven ernaar zoveel mogelijk kinderen op te vangen in hun eigen omgeving, dus op de eigen school. In sommige gevallen is dit niet mogelijk als school niet aan de behoeften van de leerling kan voldoen. Het advies zou dan kunnen zijn om te verwijzen naar het speciaal basisonderwijs of naar een school voor Speciaal onderwijs ( rec school). Vanzelfsprekend worden deze stappen alleen ondernomen in overleg met en na toestemming van de ouders. Met het zorgplan van het samenwerkingsverband regio Tiel als leidraad hebben we een meerjarenbeleid opgesteld. Zo proberen we onze zorg zo goed mogelijk op peil te houden en waar mogelijk te verbeteren. Meerjarenbeleid : Ons meerjarenbeleid is gericht op: Het concreet en helder afspraken maken over signalering van kinderen die in hun leren of ontwikkeling risico lopen. Deze afspraken betreffen in ieder geval: - het vastleggen van dergelijke signalen. - deze signalen bespreken binnen het team en met de ouders. - het moment en de wijze waarop de signalering wordt gevolg door nadere analyse en diagnose. - het afspraken maken over de manier van evalueren en het vastleggen hiervan. Dit vraagt overeenstemming over de risico‟s die er zijn en hoe die kunnen worden gesignaleerd (b.v. al tijdens het intakegesprek bij de inschrijving), hoe de ontwikkeling wordt gevolgd en hoe de ontwikkeling wordt bevorderd door extra ondersteuning. Het op de hoogte zijn van elke leerkracht van de gebruiksmogelijkheden van de basismaterialen in de orthotheek ten aanzien van lezen, spelling, rekenen en sociaal-emotionele ontwikkeling. Deze toe kunnen passen in de begeleiding van de eigen groep. Het kunnen hanteren van een systeem van klassenmanagement voor de leraren in alle groepen, waardoor het mogelijk is om tijdens de les (groepjes) kinderen extra instructie en / of begeleiding te geven. Adaptief onderwijs. Rekening houden met de altijd aanwezige verschillen tussen kinderen. Daarom moeten leerkrachten onderscheid maken tussen minimumdoelen en aanvullende doelen.
13
Het hanteren van het dyslexieprotocol in de groepen 1 t/m 8, zodat de risicoleerlingen in de onderbouw tijdig gesignaleerd en ondersteund worden. In de bovenbouw richt de ondersteuning zich niet meer alleen op lezen en spellen, maar vooral ook op het zelfredzaam worden bij taalverwerking. Invoeren van een leerlijn sociale vaardigheden, waarbij ook een leerlingvolgsysteem gebruikt wordt om risicoleerlingen op dit gebied tijdig te signaleren en te ondersteunen. Binnen de stichting BasisBuren is ook een Leonardo afdeling gekomen voor hoogbegaafde leerlingen. Meer informatie over de Leonardo afdeling kunt u vinden op www.leonardo-basisburen.nl Daarnaast is er de mogelijkheid binnen BasisBuren voor leerlingen een Sova-training te volgen (sova= sociale vaardigheidstraining). De aanname procedure voor, Sova en Leonardo zijn opgesteld door BasisBuren. Meer informatie vindt u op de website www.basisburen.nl 2.3: Leerlingvolgsysteem. De prestaties van de leerlingen worden gevolgd met behulp van het leerlingvolgsysteem. Dit is een systeem om de vorderingen van leerlingen systematisch in kaart te brengen. Er wordt gewerkt met methode-gebonden toetsen, zoals de toetsen voor spelling-, taal- en rekenenmethoden van school. Hiernaast maken we gebruik van methode-onafhankelijke toetsen en observatie- en signaleringslijsten. Van elk nieuw kind dat ongeveer zes weken op school zit, wordt een eerste observatielijst ingevuld. Zo kan de leerkracht het instapniveau bepalen. Gedurende de gehele schoolperiode maken alle leerlingen een aantal Citotoetsen die bij hun groepsniveau horen zoals Taal voor Kleuters, Rekenen voor kleuters, Risico screening dyslexie, Spelling, Rekenen, DrieMinutenToets, Begrijpend Lezen, Woordenschat en de Cito Entree voor groep 7 en Eindtoets. Ook maken wij gebruik van de AVI-toetsen voor het technisch lezen. De methode-gebonden toetsen geven een beeld van inzicht en vaardigheid in een hoeveelheid behandelde stof uit de methode. De methode-onafhankelijke toetsen, zoals Cito en AVI geven een beeld van de leerling met betrekking tot het ontwikkelingsniveau van het betreffende vakgebied. De vaardigheidsscore wordt uitgedrukt in een A, B, C, D of E niveau. Dit is vergelijkbaar met de meetbare waarde van goed, ruim voldoende, voldoende, zwak en onvoldoende.
14
De resultaten van het LOVS (leerlingonderwijsvolgsysteem) worden in het digitale systeem van het Cito ingevoerd.
2.4: De Intern Adviseur. Binnen BasisBuren zijn er 6 mensen werkzaam als intern adviseur (IA). Op onze school is dat Adrie van Dijke. Hij geeft adviezen en ondersteunt het team m.n. zaken betreffende de zorgleerlingen. De schoolleider en de IA bespreken regelmatig de voortgang van de zorg voor de leerlingen op Den Aldenhaag. Met het team wordt besproken hoe de zorg zich verder kan ontwikkelen. Dit gebeurt in de zgn. zorgvergaderingen en in de groepsgesprekken tussen de groepsleerkracht en de intern adviseur. Samen met het team wordt de toetskalender opgesteld, waardoor de voortgang van de leerlingen goed in kaart gebracht. De leerkrachten worden geadviseerd welk zorgtraject er kan plaats vinden in de groep en daarbuiten voor individuele leerlingen of groepen. De IA is regelmatig aanwezig tijdens gesprekken met ouders van de zorgleerlingen. Hij onderhoudt de contacten met externen zoals ambulante begeleiders, onderzoekbureaus. . 2.5: Het resultaat van de zorgverbreding. Het doel van deze leerlingenzorg is het voorkomen dat leerlingen te snel worden doorverwezen naar een vorm van speciaal onderwijs. In het cursusjaar 2009-2010 heeft 1 leerling plaatsingsadvies gekregen. In het cursusjaar 2010-2011 heeft 1 leerling plaatsingsadvies gekregen. De (meer)begaafde leerlingen van onze school en de kinderen die daaraan toe zijn, werken o.a. met werkboekjes van Plustaak. Deze werkboekjes zijn gericht op rekenen, taal en taal/lezen. Ze bevatten opdrachten die meer inzicht en vaardigheid vragen. Ook kunnen deze leerlingen gebruik maken van de opdrachten uit de map “Vooruit”, “Kienbladen”, de serie “Denkwerk, kunstwerk, woonwerk, lijfwerk enz.”, “Het grote Problemenboek” en Netwerk 1 en 2. Bovendien worden ook logische denkspellen en computervraagstukken ingezet om deze leerlingen te blijven prikkelen. De leerkrachten volgen in de aanpak rond deze groep leerlingen het “beleidsplan (hoog)begaafde leerlingen”, hierbij wordt gebruik gemaakt van ons digitaal handelinsprotocol hoog- en meerbegaafden. (DHH)
15
2.6: Verstrekken onderwijskundige rapporten. Als een orthopedagoog van buiten de school een didactisch-pedagogisch of een ander onderzoek afneemt, dan wordt het onderzoeksrapport in eerste instantie met de ouders doorgenomen en aan hen ter beschikking gesteld. Zonder toestemming van de ouders wordt het rapport niet aan derden verstrekt, dus ook niet aan de leerkrachten. Bij de overgang van een leerling naar een andere, school stelt school een onderwijskundig rapport op. Dit OKR gaat naar betreffende school. Gegevens van observaties en het LOVS zijn onderdelen van het OKR. 2.7: Logopedie. Logopedie is alles wat te maken heeft met spraak en taal, spreken en verstaan, begrijpen en begrepen worden, het proces van spreken en luisteren: de mondelinge communicatie. In het onderwijs draait bijna alles om communicatie, want de lessen worden voor een groot deel aangeboden in taal. Een kind moet die taal kunnen horen en er met aandacht naar kunnen luisteren. Hij of zij moet begrijpen wat die taal betekent, begrijpen wat die ander met die taal bedoelt en het kunnen onthouden. Wanneer een kind zelf aan de beurt is, moet het zijn gedachten in goede zinnen kunnen omzetten en die zinnen duidelijk kunnen uitspreken, zodat anderen het goed kunnen verstaan en begrijpen. De spraak-taalontwikkeling heeft ook een directe relatie met spellen en lezen, zelfs met schrijven en rekenen, dus eigenlijk met leren in het algemeen. Goed kunnen communiceren is voor een kind van groot belang en mede bepalend voor zijn toekomst. Logopedisten zijn deskundig in het vroegtijdig onderkennen en behandelen van problemen op het gebied van de mondelinge communicatie: taal, spraak, mondgedrag, stem en gehoor. Vroegtijdige onderkenning draagt er toe bij dat leerlingen minder snel stagneren in het leerproces. Het biedt de mogelijkheid om in een vroeg stadium de juiste actie te kunnen ondernemen: controle, advisering, begeleiding van ouders / leerkrachten en / of behandeling van de leerling. Logopedie is dus veel meer dan spraakles alleen…
16
Jolanda Willemsen is als logopediste van GGD Rivierenland aan onze school verbonden. Een maal per 6 weken is zij een middag op school aanwezig en screent de kinderen van groep 1 en 2 op spraak/taalproblemen. Na dit onderzoek informeert de logopedist de ouders en de leerkracht over het resultaat van de screening en of logopedische hulp al dan niet gewenst is. Deze hulp kan bestaan uit: - herhaling van de screening - uitgebreider logopedisch onderzoek - controle - begeleiding en advisering - logopedische behandeling ( indien uw kind in aanmerking komt voor logopedische behandeling, zal de logopedist de verdere procedure met u bespreken). - verwijzing Als u vragen of opmerkingen heeft over het spreken van uw kind, kunt u altijd zelf contact opnemen met de logopedist. 2.8 De jeugdgezondheidszorg op de basisschool Samen met school en ouders volgt de afdeling Jeugdgezondheidszorg (JGZ) van GGD Rivierenland de leerlingen tijdens de schoolperiode. Met ingang van het schooljaar 2011-2012 werkt de JGZ volgens een nieuwe werkwijze. Ook in de nieuwe werkwijze blijft de JGZ de gezondheid van alle kinderen volgen, maar er komt extra tijd voor kinderen die meer aandacht nodig hebben. Gezondheidsonderzoeken De JGZ blijft de kinderen in groep 2 en groep 7 onderzoeken. Nieuw is een onderzoek op lengte en gewicht in groep 4. Het onderzoek in groep 2 en 7 bestaat uit: Twee vragenlijsten die ouders vooraf invullen. Een gesprek met de leerkracht over de kinderen in de klas. Een lichamelijk onderzoek (op school) door een doktersassistente. Deze drie zaken maken duidelijk of een kind extra aandacht nodig heeft. Mocht dit zo zijn, dan ontvangen de ouders een uitnodiging voor het spreekuur op school (samen met hun kind). Tijdens dit spreekuur is er voldoende tijd voor extra onderzoek en het bespreken van vragen en zorgen.
17
Spreekuur op school Ook bij twijfel, vragen of problemen met betrekking tot de ontwikkeling van uw kind is het mogelijk om het spreekuur te bezoeken. Bijvoorbeeld als u twijfelt of uw kind goed groeit of als er zorgen zijn op school of thuis. Een afspraak maken kan via (0344) 69 88 44 (ma. t/m do. van09.00 tot 12.00 uur) of via
[email protected]. Het spreekuur vindt maandelijks en op school plaats. Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) De afdeling Jeugdgezondheidszorg van de GGD is een van de kernpartners van de Centra voor Jeugd en Gezin (CJG) in Rivierenland. Ook bij een CJG kunt u terecht voor vragen rondom opvoeden en opgroeien. Zie voor meer informatie en het aanbod van het CJG in uw gemeente www.cjgrivierenland.nl. Ouders, opvoeders en jongeren kunnen ook via
[email protected] en via (088) 001 77 00 hun vragen stellen. Vertrouwenspersoon (alleen toevoegen als GGD externe vertrouwenspersoon levert aan de school) Op onze school is (………naam invullen) de interne contactpersoon. De contactpersoon is het eerste aanspreekpunt voor zorgen over schoolse situaties: bijvoorbeeld (cyber)pesten, intimidatie, roddelen, discriminatie, agressie, enz. De interne contactpersoon is een laagdrempelig aanspreekpunt op school en werkt bij een zorgmelding zonodig samen met de coördinator van de externe vertrouwenspersonen van de GGD, Mariëlle Hornstra. Informatie? Heeft u vragen, wilt u advies, een afspraak maken of meer informatie over de jeugdgezondheidszorg? Neemt u dan contact op met de GGD. De afdeling JGZ is bereikbaar op maandag t/m donderdag van 09.00-12.00 uur: (0344) 69 88 44 of via
[email protected]. de website www.ggdrivierenland.nl vindt u meer informatie over de dienstverlening van de GGD en vindt u folders over opvoeden en opgroeien. GGD Rivierenland Bezoekadres: J.S. de Jongplein 2, 4001 WG TIEL Postadres: Postbus 6062, 4000 HB TIEL
2.8
Overgang groep 1 – 2.
18
Herfstkinderen. Bij de overgang van groep 1 naar 2 en van groep 2 naar 3 werd als datum 1 oktober gehanteerd. Kinderen die voor 1 oktober geboren zijn, gingen door naar de volgende groep. Kinderen van na 1 oktober bleven in hun eigen groep. Alleen wanneer een leerling in zijn ontwikkeling al verder was, werd afgeweken van deze regel en ging de leerling “vervroegd” naar de volgende groep. Op last van de inspectie is deze datum verschoven naar 1 januari. Dat betekent een verandering voor de kinderen die tussen 1 oktober en 1 januari geboren zijn. Deze leerlingen worden, indien hun ontwikkeling dat toestaat, toegelaten tot de volgende groep. Mocht er echter twijfel zijn of een kind al dan niet aan die overgang toe is, dan beslissen we na overleg met de ouders. Indien er onverhoopt geen overeenstemmig is, dan is de uiteindelijke beslissing aan de leerkracht.
Meester- en juffendag
2.9.1 Overgang in de overige groepen. We werken op onze school met een leerstofjaarklassensysteem. Dit houdt in dat er per leerjaar een vooraf bepaalde hoeveelheid lesstof wordt aangeboden. Natuurlijk verwerken niet alle leerlingen dezelfde stof in dezelfde tijd. Binnen ons onderwijs bieden we de leerlingen een doorgaande leerlijn. Dit houdt soms in dat een leerling op een ander niveau werkt dan de overige leerlingen uit zijn of haar jaargroep. De kinderen die dat nodig hebben, kunnen in een eigen tempo door de leerstof te gaan. Wanneer een leerling echter op meerdere gebieden een eigen leerlijn nodig heeft en/of de achterstand groter wordt, biedt een doublure de mogelijkheid om in een extra leerjaar weer op groepsniveau te kunnen werken. Dit is belangrijk voor het welbevinden van de leerling. Doubleren mag alleen, wanneer er een reële kans tot verbetering en vooruitgang in de leerprestaties verwacht kan worden. Meer informatie rond de doorlopende leerlijn vindt u in ons zorgplan dat op school ter inzage ligt.
19
2.10 Overgang basisonderwijs – voortgezet onderwijs. Om de overgang zo verantwoord mogelijk te laten verlopen besteden de leerkrachten van de bovenbouw veel aandacht aan de overgang van de leerlingen van het basisonderwijs naar het voortgezet onderwijs. Dit gebeurt door middel van: Cito-entreetoets. eventuele voorlichtingsavond. Individuele gesprekken met ouders en leerling waarbij gesproken wordt over de keuze voor voortgezet onderwijs. Cito-eindtoets. gesprekken om te komen tot een definitieve keuze. 2.11: Bevordering onderwijskwaliteit. We proberen steeds de zorg voor de leerlingen op onze school uit te breiden en te verbeteren (o.a. door het volgen van cursussen). Op taalleesgebied is de invoering van het dyslexieprotocol voor de gehele school ons speerpunt. Onze leerlingenzorg is in een zorgplan vastgelegd. De zorgverbreding staat in het kader van “Weer Samen Naar School”. Ook voor de meer begaafde leerlingen is er begeleiding op maat gerealiseerd, welke in een beleidsplan (protocol) vastgelegd is. Ook het afgelopen cursusjaar zijn we nog bezig geweest met het ons verder eigen maken van de aanpak bij het geven van adaptief onderwijs. Het gebruiken van de dag- en weektaak is daar een voorbeeld van. Adaptief onderwijs betekent onderwijs op maat toegespitst op de individuele behoeften van kinderen. Dit is echter iets anders dan individueel onderwijs. Het betekent dus niet dat ieder kind een eigen leerprogramma krijgt. Een voorwaarde voor adaptief onderwijs is dat kinderen zelfstandig kunnen werken en dat leerkrachten effectieve instructie geven. Effectieve instructie bestaat o.a. uit een uitleg die beroep doet op hetgeen de kinderen in voorgaande lessen al geleerd hebben. Ook heeft niet ieder kind evenveel instructie nodig. De “goede” leerling kan toe met minder uitleg dan de “gemiddelde” leerling en voor sommige kinderen is een “verlengde instructie” nuttig. De rol van de leerkracht verandert hierdoor van sturend naar begeleidend.
2.12: Weer Samen Naar School/Passend onderwijs
20
Dit project van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen heeft als inzet basisscholen in staat te stellen extra zorg en aandacht te geven aan leerlingen die problemen ervaren in het reguliere onderwijs. Doel ervan is zoveel mogelijk kinderen onderwijs te geven op de gewone basisschool en het aantal verwijzingen naar het speciaal onderwijs te verminderen. Uitgangspunt is dat de speciale zorg voor kinderen als een gezamenlijke verantwoordelijkheid van meerdere scholen moet worden gezien. Daarom zijn scholen georganiseerd in een Samenwerkingsverband. De scholen in zo‟n verband dragen gezamenlijk zorg voor de voorzieningen. Den Aldenhaag maakt deel uit van het Samenwerkingsverband Tiel en omstreken. Hierin werken basisscholen en de speciale school voor basisonderwijs De Wissel te Tiel samen. De zorg van het samenwerkingsverband richt zich speciaal op de vroegtijdige signalering en hulp aan leerlingen met problemen in de groepen 1 t/m 4. Om dit te kunnen realiseren moet in iedere school een basisorthotheek aanwezig zijn. Wanneer de zorg op de reguliere basisschool niet meer toereikend is voor de ontwikkeling van een kind moet gekeken worden naar andere mogelijkheden voor ondersteuning. Hiertoe moet de PCL (permanente commissie leerlingenzorg) worden ingeschakeld. Het R.E.C. ( Regionaal Expertisecentrum) wordt ingeschakeld voor kinderen met een handicap of stoornis die extra voorzieningen nodig hebben om de basisschool te kunnen volgen. Het gaat om kinderen met verstandelijke, zintuiglijke of lichamelijke handicaps, kinderen met psychiatrische problemen en/of ernstige leeren/of gedragsproblemen of kinderen met een meervoudige handicap. Deze kinderen kunnen namelijk in aanmerking komen voor leerlinggebonden financiering (het rugzakje). De school krijgt in zo‟n geval extra formatie, geld en ambulante begeleiding. Hiervoor hanteren we het protocol leerlinggebonden financiering, dat op onze school ter inzage ligt. Aan de hand van een lijst met onderwijskundige vragen wordt bezien of de school in staat is de leerling verantwoord te kunnen begeleiden. In 2011 komt het vervolg van WSNS, Passend onderwijs. In het kort betekent dit dat het bestuur (in ons geval BasisBuren) moet proberen voor iedere leerling een onderwijsaanbod te geven dat bij de betreffende leerling past. Lukt dit niet op onze school, dan zal het bestuur eerst moeten zoeken naar een andere school binnen BasisBuren voor een
21
eventuele verwijzing naar een andere school/bestuur (Speciaal onderwijs) kan plaats vinden.
2.13: Permanente Commissie Leerlingenzorg. In het samenwerkingsverband primair onderwijs regio Tiel is de PCL werkzaam. De PCL bestaat uit drie leden: een orthopedagoog namens de schooladviesdienst, een leerkracht (intern begeleider) namens het basisonderwijs en een orthodidacticus namens de speciale school voor basisonderwijs. De wettelijke taak van de PCL is vast te stellen of een leerling is aangewezen op de zorg van de speciale school voor basisonderwijs. Aanmelding bij de PCL gebeurt door de ouders / verzorgers van het betreffende kind. Het aanmeldingsformulier gaat vergezeld van een onderwijskundig rapport dat opgesteld is door de basisschool. Ouders / verzorgers kunnen ook aanvullende rapportage van derden aanbieden. In iedere basisschool is een model-onderwijskundig rapport en een aanmeldingsformulier te verkrijgen. De ouders/verzorgers ontvangen een beschikking over het oordeel van de PCL. De school ontvangt een afschrift. De ouders / verzorgers kunnen bezwaar aantekenen tegen de beslissing van de PCL bij de klachtencommissie. Het postadres van de PCL regio Tiel is: p/a W.J. Bladergroenstraat 3, 4002 AZ Tiel. 0344-620092. 2.14: Zieke leerlingen. Wanneer een leerling ziek is moet dit direct bij de school gemeld worden. Indien de leerling langere tijd niet naar school kan komen, gaan we samen met de ouders / verzorgers bekijken hoe we het onderwijs, rekening houdend met de ziekte, kunnen voortzetten. Hierbij kunnen we gebruik maken van de deskundigheid van een consulent onderwijsondersteuning zieke leerlingen. Voor leerlingen opgenomen in een academisch ziekenhuis zijn dat de consulenten van de educatieve voorziening, voor alle andere leerlingen betreft het de consulenten van de onderwijsbegeleidingsdienst. Het is onze wettelijke plicht om voor elke leerling, ook als hij/zij ziek is, te zorgen voor goed onderwijs. Daarnaast vinden wij het minstens zo belangrijk dat de leerling in deze situatie contact blijft houden met de klasgenoten en de leerkracht. De leerling moet weten en ervaren dat hij/zij ook dan meetelt en erbij hoort.
22
De voortgang van het onderwijs is belangrijk omdat de zieke leerling dan bezig blijft met de toekomst en leerachterstanden zoveel mogelijk worden voorkomen. Wanneer u meer wilt weten over onderwijs aan zieke leerlingen dan kunt u informatie vragen aan de leerkracht van uw kind. Ook kunt u informatie vinden op de website van Marant Educatieve diensten, www. marant-ed.nl en op de website van Ziezon; het landelijk netwerk van ziek zijn en toch onderwijs, www.ziezon.nl.
3:
ORGANISATIE VAN HET ONDERWIJS.
3.1: Combinatieklassen. Op den Aldenhaag werken we in 7 basisgroepen. De keuze van de groepsindeling is mede gebaseerd op leerlingenaantallen, leerinhoud van de lessen, didactische aanpak, ruimtelijke indeling en zelfstandigheid van leerlingen. De keuzes die hierbij gemaakt worden gaan altijd gepaard met grote zorgvuldigheid. Bij een eventuele splitsing van een jaargroep wordt gekeken naar een evenredige verdeling op diverse aspecten van de leerlingen over beide groepen. De betrokken groepsleerkrachten hebben in een dergelijke situatie structureel overleg over de lesafstemming in beide groepen. Bij de klassenverdeling wordt er naar gestreefd een leerkracht minimaal twee cursusjaren achtereen in hetzelfde leerjaar te laten werken. 3.2: Groepsindeling 2011-2012 Groep 1/2 a Els Overbeek Groep 3 Joyce Mentink Groep 4 Marianne Franse Groep 5 Bart Seggers Groep 6 Erik Stokkers Groep 7 Eveline van Hemert Groep 8 Joke Klompmaker
3.3: De groepen.
23
Groep 1- 2 Als uw kind op vierjarige leeftijd voor het eerst op school komt, krijgt hij/zij de gelegenheid te wennen aan het functioneren binnen de groep. Door het gebruik van dagritmekaarten proberen we de kleuters een overzicht te geven van de activiteiten, die op een dag plaatsvinden. Daarnaast leren de kinderen om te gaan met regels die binnen de groep gelden, zoals opruimen, stil zijn tijdens luisteractiviteiten, op je beurt wachten, enz. We werken met de nieuwe methode Schatkist. Daarin worden reken- en taalactiviteiten op een speelse wijze in thema‟s aangeboden. In het begin van het schooljaar kunt u hierover meer te weten komen tijdens de informatieavond. Tijdens de activiteiten rond een thema worden de vorderingen van uw kind geobserveerd. Dit wordt twee keer per jaar vastgelegd in een portfolio (een soort rapport) en tijdens de 10-minuten gesprekken met u besproken. Verder wordt er aandacht besteed aan sociaal-emotionele ontwikkeling, muzikale vaardigheden, motorische vaardigheden en verkeer. Hierbij maken wij gebruik van methodes, die in de hele school gehanteerd worden. Daarnaast is er een grote hoeveelheid materiaal aanwezig binnen de school, waarmee sociaal-emotionele, cognitieve, creatieve en motorische vaardigheden geoefend worden. In groep 2 zijn de activiteiten specifiek gericht op het beginnend lezen, schrijven en rekenen. Voor het aanleren van letters wordt de methode Spreekbeeld gebruikt. Hierbij worden letters ondersteund door gebaren.
groep 1-2
Groep 3 Voordat uw kind naar groep 3 gaat, komt hij/zij eerst een middagje op bezoek om kennis te maken en een beetje sfeer te proeven. Dit gebeurt in een van de laatste schoolweken voor de zomervakantie. Voor de ouders wordt er aan het begin van het schooljaar een informatie avond gehouden. 24
De leerkracht demonstreert de diverse methodes die in groep 3 worden gebruikt en ouders kunnen vragen stellen. Groep 3 is een heel belangrijke periode in het leven van uw kind. Een kind leert dan lezen, schrijven en rekenen. Door het leren lezen gaat er een wereld voor de kinderen open. In groep 3 neemt het vak taal/lezen dan ook een grote plaats in, in het totale lesaanbod. We gebruiken de methode Veilig Leren Lezen. Deze methode biedt veel differentiatie en veel mogelijkheden tot zelfstandig oefenen. Dit is heel belangrijk, want lezen leer je alleen maar door veel te lezen. Op onze school leren de kinderen de letters en woorden die ze leren lezen ook meteen schrijven. Dit is best pittig, maar wat je hebt leren lezen, wil je ook kunnen schrijven, zodat je het ook aan een ander kunt laten lezen. Voor schrijven gebruiken we de methode Pennenstreken. In de eerste twee schrijfschriften schrijven de kinderen met potlood. In het derde boekje gaan ze aan elkaar leren schrijven en dat gebeurt dan met een pen. Dit is altijd een groot feest. Elke dag na de pauze staat rekenen op het rooster. In het begin van het schooljaar zijn we bezig met rekenbegrippen, die ook al in de kleutergroep aan bod zijn gekomen. Aan het einde van het schooljaar kunnen de kinderen al sommen t/m 20 maken. Naast bovenstaande vakken besteden we tijd aan muziek, verkeer, sociaalemotionele ontwikkeling, natuur en techniek, tekenen, handvaardigheid en bewegingsonderwijs. Vanaf februari krijgen de kinderen twee middagen thematisch onderwijs . Dit wordt aangeboden met de methode Topondernemers. Om een indruk te krijgen hoe het gaat in groep 3, bent u altijd van harte welkom om eens een ochtend mee te draaien. U kunt hiervoor een afspraak maken met de leerkracht van de groep. [foto verwijderd]
Optreden van groep 3 tijdens de slotdag.
Groep 4 De overgang van groep 3 naar groep 4 is nogal groot. Het spelenderwijs leren wordt minder en de accenten komen wat anders te liggen. Er komen nu ook andere vakken bij die veel aandacht vragen. Wat is er dan allemaal zo anders in groep 4?
25
Het taal/leesonderwijs zoals uw kind het gewend was in groep 3, gaat veranderen. In groep 4 wordt gewerkt met aparte methodes voor taal en lezen. We gebruiken voor taalverwerving de methode Taal Actief. Tijdens de taallessen wordt veel aandacht besteed aan stellen (zelf tekstjes schrijven), woordbouw, woordenschatontwikkeling en spellen. De nieuwe woordjes die tijdens de spellingsles worden aangeboden, krijgt uw kind als woordpakket mee naar huis om ook thuis te kunnen oefenen. Na enige tijd volgt ter controle een dictee. Het lezen krijgt alle aandacht. Spreken we in groep 3 nog van aanvankelijk lezen en technisch lezen, in groep 4 noemen we dit voortgezet technisch lezen en begrijpend lezen. Het lezen wordt dus verdeeld in twee verschillende vaardigheden. Met voortgezet technisch lezen bedoelen we de vaardigheid om technisch steeds moeilijkere woorden te decoderen. We lezen steeds langere woorden, samengestelde woorden en zelfs woorden met een “c” of een “y”. Ook worden de zinnen steeds langer. Dit vraagt een andere leesvaardigheid, nl. vooruitlezen met je ogen. Om deze vaardigheid dagelijks te oefenen, gebruiken we veel verschillende soorten “leesstof”. We gebruiken de methode Estafette voor de instructie. Ook lezen de leerlingen 1 tot 2 maal per week hardop in tweetallen, het zogenaamde duolezen. Daarnaast kiezen de leerlingen uit de grote boekenkast hun eigen stilleesboek (op eigen AVI niveau). Dagelijks is er tijd gereserveerd om stil te lezen. De spelling loopt niet meer synchroon met het leesproces. Op school maken wij gebruik van het automatiseren van woordpakketten uit de methodiek BLOON. Dit kan uw kind helpen om op een vlotte manier ook thuis te oefenen via de website www. Bloon.nl Bij begrijpend lezen gaat het vooral om het begrijpen van de leesteksten. We begrijpen hiervoor de methode Nieuwsbegrip. Deze methode biedt actuele teksten, onderwerpen die het kind ook terugziet op het Jeugdjournaal of in de krant. De kinderen leren te zoeken naar de hoofdgedachte van een verhaal. We leren teksten te verdelen in verhaalteksten en weetteksten. En als je uit een weettekst iets moet leren, is het belangrijk om de sleutelwoorden te leren zoeken. In het begin is deze vorm van lezen ook best lastig voor de leerlingen. Er worden leesstrategieën aangeleerd, de leerlingen leren hoofd- en bijzaken van elkaar te onderscheiden. Bij de schrijfmethode leren we dit schooljaar alle hoofdletters te schrijven.
26
Het rekenen gaat in groep 4 verder. De sommen onder de 20 worden geautomatiseerd. Daarnaast gaan we rekenen tot honderd. Er is veel aandacht voor “handig rekenen” om zo het hoofdrekenen te vereenvoudigen. Ook komen de tafels van 1 t/m 10 aan bod. Aan het einde van het schooljaar moeten deze ook geautomatiseerd zijn. Dit betekent dat de kinderen de tafelsommetjes ook door elkaar moeten weten. Als dit lukt krijgen ze een tafeldiploma, dus goed oefenen thuis! In groep 4 werken de leerlingen met een weektaak. Deze weektaak bestaat uit verschillende opdrachten in allerlei vakgebieden. De kinderen voeren deze opdrachten zelfstandig uit. Gedurende de week krijgen de leerlingen tijd om hieraan te werken. Naast al deze vakken besteden we ook tijd aan muziek, verkeer, sociaalemotionele ontwikkeling, biologie, tekenen, handvaardigheid en bewegingsonderwijs. In oktober houden we een informatieavond, waarbij u de gelegenheid krijgt om vragen te stellen en de lesmethodes in te zien.
Groep 5 De overgang van groep 4 naar 5 is weer een nieuwe stap voor de leerlingen. Het tempo ligt in het begin van het jaar nog laag en wordt steeds meer opgebouwd om de kinderen te laten wennen. Aan de vakken technisch- en begrijpend lezen wordt veel tijd besteed. De kinderen gaan gedurende het schooljaar hiermee zelfstandig aan het werk. Ook de taal wordt verder opgebouwd door o.a. het gebruik van het woordenboek en eenvoudige werkwoordspelling. Het woordpakket is hier een onderdeel van. Het rekenen breidt steeds verder uit. De kinderen leren rekenen tot 1000, het automatiseren van sommen onder de 20, tafels en deelsommen, het herkennen van structuren en natuurlijk klokkijken. Naast deze vakken krijgen de kinderen nieuwe vakken, zoals geschiedenis en aardrijkskunde. Hierbij komt met name de topografie van Nederland aan de orde. Ook gaan de kinderen werken met Junior Informatie. Dit is een leuke manier om te gaan leren hoe je een werkstuk moet maken, maar vooral ook om hun interesse te wekken voor een aantal verschillende onderwerpen. Hiervoor moet uw kind dan wel zelf kunnen lezen en worden de technieken gebruikt zoals ze deze geleerd krijgen bij het begrijpend lezen. De lesstof wordt zo opgebouwd dat na verloop van tijd de kinderen dit zelfstandig kunnen doen in hun weektaak. Ook hebben de kinderen in deze
27
tijd ruimte om de stof nogmaals te oefenen of hebben ze extra tijd voor verrijkingsstof. Groep 6 De overgang van groep 5 naar groep 6 kenmerkt zich vooral door het meer zelfstandig werken. Kinderen werken met een uitgebreide weektaak, die afgestemd is op hun eigen niveau en behoeften (extra oefening of juist extra uitdaging). Ook het werktempo ligt in groep 6 aanzienlijk hoger. Bij rekenen maken de kinderen kennis met de breukensommen en de staartdelingen. Ook krijgen de kinderen veel te maken met het metriek stelsel en het digitaal klokkijken. Verder wordt er gerekend met getallen tot 100.000. Taal wordt verder uitgebreid. Hierbij is veel aandacht voor zinsbouw en zinsontleding. Ook wordt spelenderwijs een start gemaakt met de werkwoordspelling. De overige spellingsproblemen komen aan de orde tijdens spelling en de woordenschat van de kinderen wordt verder uitgebreid tijdens de woordenschatlessen. Dit alles wordt tevens met elkaar verweven en ingeoefend tijdens stelopdrachten (verhalend schrijven). Ook maken de kinderen in groep 6 een werkstuk en houden ze een boekbespreking en een spreekbeurt. In het lezen worden ook in groep 6 nog steeds twee vormen van elkaar onderscheden: Technisch lezen en begrijpend lezen. Het technisch lezen wordt onderhouden met de leeslessen en het leesboekje van de nieuwe Estafette. Hierin worden moeilijke woorden en technisch-lees-strategieën geoefend, behorende bij de AVI's M6 en E6 (groep 6 niveau dus). Wat betreft begrijpend lezen wordt dit geoefend met de actuele methode Nieuwsbegrip. Elke week oefenen de kinderen aan de hand van een tekst over een onderwerp uit het nieuws van die week. Aan de hand van de begrijpend-lees-strategieën leren kinderen om de tekst niet alleen goed te lezen, maar ook goed te begrijpend, goed uit te kunnen leggen en goed samen te kunnen vatten. Nieuw in groep 6 is het vak Informatie Verwerking. Hierbij leren de kinderen allerlei vaardigheden, zoals het lezen van kaarten, het aflezen van grafieken, het invullen van tabellen en het logisch redeneren aan de hand van bepaalde gegevens. Ook atlaskaarten en legenda's komen veelvuldig voorbij.
28
Iets anders wat nieuw is in groep 6, is Topografie. Naast het werken aan geschiedeniskaarten over de geschiedeniscanon van Nederland (zoals de Hunebedden, de Romeinse Limes en De Beeldenstorm) en het werken aan aardrijkskundekaarten over aardrijkskundige begrippen in Nederland (zoals dijken en fietsroutes om het Ijsselmeer) , krijgen de kinderen te maken met de topografische kaart van Nederland als geheel en de twaalf provincies van Nederland. Hierbij leren de kinderen waar allerlei plaatsen en (hoofd)steden liggen, maar ook welke zeeën, kanalen, rivieren en gebieden ons land rijk is. Ook aardrijkskunde, geschiedenis, topografie, natuur, verkeer en techniek komen als mix aan de orde. Dit gebeurt bij Topondernemers. Hierbij onderzoeken de kinderen allerlei dingen aan de hand van een vragenkaart bij een bepaald thema. Dit doen ze vaak in groepjes, zodat meteen ook aan sociale vaardigheden wordt gewerkt. Denk hierbij aan taakverdeling en presentatie. Naast alle bovengenoemde leervakken is er in groep 6 ook nog voldoende ruimte om aan de overige vakken tegemoet te komen. Wekelijks is er tijd voor tekenen/handvaardigheid, verkeer, muziek, techniek, natuuronderwijs en bewegingsonderwijs (gym).
. [foto verwijderd] Lln. van groep 6 brengen een bezoek aan een forensisch laboratorium Groep 7 In groep 7 wordt de leerstof op alle gebieden moeilijker. Bij het rekenen worden de breukensommen uitgebreid. Nieuw is ook het werken met procenten en kommagetallen. Leerlingen die moeite hebben met de leerstof of juist leerlingen die iets meer aankunnen, krijgen aangepaste instructie en opdrachten. Naast de gewone spelling krijgen de kinderen dit jaar ook aparte werkwoordspelling. Begrippen als tegenwoordige tijd,verleden tijd en voltooid deelwoord komen aan de orde. In taal en stelopdrachten worden deze vaardigheden weer toegepast. Het technisch lezen wordt ook in de bovenbouw onderhouden met leeslessen uit de methode Estafette. Moeilijke woorden en teksten worden door alle kinderen op niveau geoefend. Dit ook om te voorkomen
29
dat kinderen na het behalen van het hoogste Avi niveau weer terugzakken qua technisch leesniveau. Het begrijpend/studerend lezen wordt elke week beoefend met actuele teksten uit het nieuws. Vooral het goed kunnen samenvatten,hoofdzaken uit de tekst halen, oorzaak en gevolg relaties herkennen zijn belangrijke vaardigheden die worden getraind. Met topondernemers gaan kinderen aan de slag met verschillende thema‟s. Aspecten uit de geschiedenis,aardrijkskunde,natuur en techniek worden door de kinderen in groepjes onderzocht. Naast het samenwerken en het zoeken /verwerken van informatie, leren de kinderen het werk ook op verschillende manieren te presenteren. In groep 7 leren de kinderen de topografie van Europa en bij geschiedenis komen verschillende thema‟s uit de canon van de Nederlandse geschiedenis aan bod. O.a. de V.O.C., Rembrandt,Anne Frank, Willem I. In deze groep maken de kinderen twee werkstukken en houden ze een Spreekbeurt en een boekbespreking. Nieuw in groep 7 zijn ook de lessen Engels. De kinderen leren niet alleen woordjes, maar oefenen ook gesprekjes in het Engels. Onderwerpen zijn o.a.kleding,eten,huis. Dit schooljaar vindt er een entreetoets plaats. Op deze manier wennen de kinderen alvast aan de werkwijze van de cito toets die in groep 8 wordt afgenomen. Bovendien kan aan de hand van de resultaten van deze toets, er voor het volgend schooljaar een plan van aanpak worden opgezet. Naast al deze leervakken is er ook ruimte voor de creatieve vakken. Tekenen, handvaardigheid, techniek en muziek komen voldoende aan bod.
Groep 8 Groep 8, het laatste schooljaar van de basisschool. Naast nog wat uitbreiding van de vakken die in de voorgaande groepen aan de orde zijn gekomen, zijn Cito-eindtoets, musical en het schoolkamp specifieke zaken voor groep 8. Bij topografie komt nu de wereld aan bod. In februari wordt de Cito-eindtoets afgenomen. Aan de hand van het resultaat van de toets en de resultaten die het kind gedurende zijn schoolloopbaan heeft behaald, wordt gekeken welk vervolgonderwijs het beste is voor uw kind. De leerkracht van groep 8 geeft vooraf aan de cito eindtoets een voorlopig schooladvies. Wanneer de uitslag van de cito toets binnen is, vindt er een adviesgesprek plaats. Dan kijkt de leerkracht samen met de ouders en het kind wat de wensen en de mogelijkheden zijn. De ouders melden het kind op de school voor voortgezet onderwijs ( V.0) aan.
30
Wanneer het voortgezet twijfels heeft over de plaatsing van het kind, nemen zij contact op met de basisschool. Eventueel wordt en dan nog een nieuwe toets afgenomen. Na de inschrijving bij het voortgezet onderwijs, vinden er kennismakingsdagen plaats. De leerlingen gaan dan alvast een kijkje nemen in hun nieuwe klas. Het schoolkamp is wel het hoogtepunt van dit jaar. De kinderen gaan 4 dagen op kamp onder begeleiding van leerkrachten en ouders. Tijdens de laatste schoolweek voeren de kinderen een afscheidsmusical op, waarbij de ouders van harte welkom zijn. Kortom een spannend, maar vooral gezellig leerjaar! [foto verwijderd]
Musical groep 8
3.4. Taakverdeling Op onze school wordt niet alleen les gegeven. Hieronder ziet u hoe een aantal andere taken verdeeld zijn en welke personen regelmatig bij den Aldenhaag betrokken zijn. wie?
wat?
Henriëtte van de Sluis Adrie van Dijke Adrie wordt tijdelijk vervangen door Simone van Haaren Eveline van Hemert Bart Seggers Joke Klompmaker Joyce Mentink Els Overbeek Erik Stokkers
Locatiemanager Intern adviseur
Marianne Franse Nellie Schiltmans Jolanda Willemsen
Groepsleerkracht enTaal/leesexpert Onderwijsassistente Logopediste GGD
Mevr. N. van Wijk
Schoolarts / vertrouwensarts
Groepsleerkracht Groepsleerkracht Groepsleerkracht Groepsleerkracht Groepsleerkracht Groepsleerkracht
31
Joyce van Wijk Jannie van den Bosch
Jeugdverpleegkundige Schoolmaatschappelijk werkster
3.5: Resultaat Cito-toets. Ieder jaar maken de leerlingen van groep 8 de Cito-eindtoets. De leerlingen zijn hier al mee vertrouwd, omdat ze aan het eind van groep 7 de zgn. Cito-entreetoets hebben gemaakt. Deze entreetoets geeft de leerlingen, de ouders en de school een beeld van het niveau van het kind. De resultaten van de Cito-toets worden weergegeven in een score van 50 tot 550. De resultaten van de eindcito van de laatste drie jaren: Jaar 2009 2010 2011
Aantal leerlingen 17 22 16
Gemiddelde citoscore 538,4 539.8 542,3
Uitstroom van leerlingen naar het voortgezet onderwijs schooljaar 20010. De keuze voor het vervolgonderwijs wordt niet alleen bepaald door de cito. Het advies van de leerkracht is een belangrijke factor in het geheel. Ook ouders en het kind kunnen hun wens kenbaar maken. Praktijkonderwijs 0
VMBO 2
TL /havo 2
Havo/vwo 12
3.6: Computers in ons onderwijs. De computer is in ons huidige onderwijs niet meer weg te denken. Diverse lesmethodes werken met computerprogramma‟s. Zowel bij taal als rekenen wordt in alle groepen ook op de computer gewerkt. De groepen 3 t/m 8 zijn in het bezit van een digitaal schoolbord. In elke klas zijn 4 computers aanwezig en we zijn in het bezit van een “computereiland” dat in de hal staat. De computers worden ingezet bij diverse vakken. Vooral tijdens Topondernemers, waarbij kinderen zelf veel informatie moeten verzamelen en presentaties moeten maken, wordt er veelvuldig gebruik gemaakt van de computer. 3.7: Huiswerk. Op Den Aldenhaag wordt vanaf groep 4 huiswerk meegegeven. 32
Zo krijgen de kinderen 1x per 14 dagen hun woordjesschrift mee naar huis. Bloon spelling wordt geoefend via de site www.bloon.nl. De woordjes, met de in die periode besproken spellingsmoeilijkheden, kunnen de leerlingen dan ook thuis leren. Daarnaast worden in de groepen 4 en 5 de tafelsommen mee naar huis gegeven om te oefenen. Vanaf groep 5 krijgen de kinderen opdrachten vanuit Topondernemers die zij thuis moet maken of voorbereiden. Ook topografie moet thuis worden geoefend. In de groepen 7 en 8 gebruiken de kinderen een agenda, zodat ze spelenderwijs worden voorbereid op de overgang naar het voortgezet onderwijs. Daarnaast wordt er in deze groepen ook huiswerk opgegeven voor de andere vakken, zoals bijvoorbeeld spelling. Spreekbeurten Omdat we het belangrijk vinden dat kinderen in het openbaar durven te spreken, beginnen we al vroeg met spreekbeurten. Kinderen in groep 1 en 2 nemen allemaal een keer Flip de Beer mee naar huis. In de kring mogen zij dan vertellen welke avonturen zij allemaal met Flip de Beer hebben beleefd. Vanaf groep 3 mogen kinderen in tweetallen een spreekbeurt houden. Wie durft mag natuurlijk ook alleen. Vanaf groep 4 moet je een spreekbeurt houden, dit mag nog in tweetallen of alleen. Vanaf groep 5 moet je alleen een spreekbeurt houden. De spreekbeurt wordt thuis voorbereid. Werkstukken In groep 5 maken de leerlingen een werkstuk. Zij mogen dit in tweetallen maken en krijgen onder schooltijd hier gelegenheid voor. In groep 6 maakt elke leerling zelf een werkstuk, ook nu nog voor een deel onder schooltijd. Vanaf groep 7 maken alle kinderen een werkstuk. Het werkstuk is dan een huiswerkopdracht.
3.8: Tussenschoolse- voor- en naschoolse opvang. Vanaf 3 september 2007 wordt de tussenschoolse- voor- en naschoolse opvang geregeld door Stichting Kinderopvang Rivierenland. De kinderen die overblijven worden opgevangen door een aantal overblijf moeders een medewerkster van de Stichting.
33
De kinderen brengen hun eten en drinken van thuis mee, en eten dit in de hal van de school op. Als de kinderen klaar zijn, kunnen zij bij mooi weer buiten spelen of een spelletje doen in de hal. Meer informatie over deze opvang vindt u op: www.krbv.nl Wanneer u onverwacht gebruik moet maken van de tussenschoolse opvang, kunt u gebruik maken van de schoolstrippenkaart. U geeft dit door aan de overblijfkracht en aan de leerkracht van uw kind, dan kan het kind gebruik maken van de strippenkaart van school. Dit is alleen bedoeld voor incidentele gevallen. U betaalt de school dan 2 euro 60. Wanneer u van het overblijven gebruik wilt maken, kunt u hiervoor een inschrijfformulier bij de klassenleerkracht aanvragen. Ook kunt u voor vragen terecht bij Kinderopvang Rivierenland, tel. 0344 571459 , of een mail sturen naar
[email protected]
4:
OUDERS. Wij vinden het belangrijk dat de ouders bij de school betrokken zijn. We werken samen aan hetzelfde doel. Leerlingen voelen zich beter thuis op school, als hun ouders goed contact hebben met de school en op de hoogte zijn van de activiteiten en de gang van zaken. U wordt regelmatig op de hoogte gehouden van de vorderingen van uw kind en van activiteiten en ontwikkelingen op school. We proberen de ouders zoveel mogelijk bij allerlei activiteiten te betrekken
4.1: Informatie. Aan het begin van ieder schooljaar worden er klassen informatieavonden georganiseerd voor alle groepen. Tijdens deze avond krijgt u van de leerkracht(en) van uw kind informatie over de leerstof en de organisatie in de klas. De kinderen uit de groepen 3 t/m 8 krijgen 3 keer per jaar een rapport. Hierin worden de vaardigheden van het kind bij de verschillende leergebieden weergegeven. Op het rapport is er naast de ruimte voor de resultaten van de methodegebonden opdrachten ook ruimte voor de methodeonafhankelijke toetsen van Cito. Hierdoor ontstaat een beter beeld van iedere leerling. De kinderen uit de groepen 1 en 2 krijgen aan het eind van het schooljaar een rapport.
34
Twee keer per jaar zijn er tien minuten gesprekken over het rapport van uw zoon of dochter. (in december en in maart) Is er bij het eindrapport aanleiding voor een gesprek, dan wordt er een afspraak gemaakt. U kunt natuurlijk ook op enig ander moment een afspraak maken met de leerkracht(en) van uw kind. Gedurende het schooljaar zijn er verschillende vergaderingen, waarbij u van harte welkom bent, zoals de algemene ouderavond en vergaderingen van de medezeggenschapsraad. Ook worden er soms tentoonstellingsavonden georganiseerd naar aanleiding van projecten of thema‟s, zoals bijvoorbeeld St. Nicolaas en Kerst. Eenmaal per 6 weken krijgen ouders informatie over de school via de nieuwsbrief. Deze brief is op de website te vinden. Hierin kunt u lezen wat er zich op dat moment allemaal op school afspeelt. U vindt er een overzicht van activiteiten die in die periode voorkomen en ook een verslag van wat er in de klassen gebeurt.
4.2: Informatie over leervorderingen en/of het gedrag van kinderen. Wij vinden het belangrijk dat ouders goed op de hoogte zijn van de leervorderingen en/of het gedrag van hun kind(eren). Als het gewenst is kan zowel door de ouders als door de leerkracht een afspraak gemaakt worden voor een gesprek. 4.3: De medezeggenschapsraad (MR) De MR is een wettelijk verplichte raad, bestaande uit drie door de ouders gekozen (oudergeleding) en drie door het personeel (personeelsgeleding) gekozen leden. De MR heeft als taak de belangen van de school te behartigen. Over sommige zaken wordt advies uitgebracht aan het bevoegd gezag. Voor andere zaken heeft het bevoegd gezag de instemming nodig van de MR. De leden worden voor drie jaar benoemd. De MR vergadert gemiddeld één keer per zes weken. Datum, tijd en worden van tevoren bekend gemaakt via de publicatieborden bij kleuteringang en in de hal. Een kort verslag van deze vergaderingen wordt op dezelfde plaatsen gepubliceerd. De vergaderingen van de MR zijn openbaar voor zover deze niet over personen gaan. Meer informatie op www. denaldenhaag.nl onder het kopje MR info. Gemeenschappelijke MedezeggenschapsRaad (GMR)
35
Naast de MR is er een GMR. Deze is samengesteld uit vertegenwoordigers van de diverse MR-en van alle onder BasisBuren vallende scholen. Vanuit de MR van Den Aldenhaag hebben één lid van de oudergeleding en één lid van de personeelsgeleding zitting in de GMR. Deze leden zijn voor twee jaar benoemd. Een keer per 6 weken vindt een vergadering plaats. De GMR houdt zich bezig met zaken die alle twaalf scholen aangaan. 4.4: De activiteitencommissie. De oudercommissie bestaat uit een aantal ouders die verschillende activiteiten als sinterklaas, kerst etc. coördineren. De festiviteiten worden georganiseerd door werkgroepen. Een werkgroep bestaat uit twee leerkrachten en een aantal ouders. De activiteitencommissie stuurt de werkgroepen aan en werft leden voor de werkgroepen. De financiën worden beheerd door de penningmeester. 4.5: Actief op school. Ouders zijn op school onmisbaar en natuurlijk hoeft u geen lid van de A.C of M.R. te zijn om de school en uw kinderen een handje te helpen. Regelmatig zijn leerkrachten of A.C.-leden op zoek naar ouders die behulpzaam kunnen zijn bij activiteiten zoals handenarbeid, schoolfeesten, schoolreisje, schoolkamp, musical, enz. U kunt elk schooljaar aangeven of u voor dit soort activiteiten beschikbaar bent en aan welke activiteit(en) u het liefst deelneemt. [foto verwijderd]
Schoolreis naar het land van Jan Klaassen 4.6: Ouderbijdrage. Elk jaar ontvangt u een acceptgiro voor de vrijwillige ouderbijdrage. Deze ouderbijdrage wordt vastgesteld tijdens de algemene ouderavond. Hiernaast ontvangt u ook een acceptgiro voor het schoolreisgeld voor de groepen 1 t/m 7. De ouders van de leerlingen van groep 8 krijgen deze voor de bijdrage voor het schoolkamp.
5:
ACTIVITEITEN Een school is er niet alleen om te leren, want er spelen zich op onze school elk jaar dingen af, die buiten de normale gang van zaken vallen. Met veel inzet en organisatietalent van activiteitencommissie, team en andere betrokkenen worden het meestal leuke en gezellige activiteiten.
36
5.1: Bijzondere activiteiten. Sinterklaasviering met eventueel Pietenmiddag. Kerstviering (soms met een maaltijd). Pasen: bijv. palmpasenstok maken, eieren zoeken. Kinderboekenweek. Open Podium. Voorleesontbijt. Fancy-fair of actie voor het goede doel. (het ene jaar is de opbrengst voor de school zelf en het andere jaar voor een goed doel.) Sport- en spelmiddag. Afscheid groep 8 en musical. Slotfeest. Groep 8 bezoek aan Amsterdam met rondleiding door het Anne Frank huis. [foto verwijderd]
Schoolvoetbaltoernooi in Maurik. 5.2: Naschoolse activiteiten. Een aantal ouders houdt zich bezig met de organisatie van naschoolse activiteiten op onze school. Dit zijn activiteiten die na schooltijd plaats vinden en waar de school niet verantwoordelijk voor is. De school stelt alleen de ruimtes ter beschikking voor de diverse activiteiten. De activiteiten zijn in de loop der jaren uitgegroeid van een tweetal activiteiten, een typecursus en muziekles, tot een breed scala aan mogelijkheden zoals karate, schilderen,fotografie, dammen, toneel, flipperkasten timmeren, roofvogels bestuderen, skaten, typen en muziek. Aan het begin van het schooljaar krijgen de kinderen een overzicht van de activiteiten die worden aangeboden. De kinderen kunnen zich hiervoor aanmelden en krijgen dan bericht wanneer de activiteit plaats zal vinden. [foto verwijderd]
Workshop Italiaans koken
5.3: Buitenschoolse activiteiten.
37
Buitenschoolse activiteiten vinden onder of na schooltijd plaats en zijn voor alle leerlingen. De activiteiten die in schooljaar worden aangeboden zijn o.a.:
schoolvoetbaltoernooi . schoolreisje voor groep 1 t/m 7. schoolkamp groep 8. theaterbezoek. (of een ander cultureel evenement) eventuele excursies in het kader van een project. boswandeling boomplantdag
[foto verwijderd]
Oefenen voor het schoolvoetbaltoernooi
6:
COMMUNICATIE. Naast de in hoofdstukken 2 en 4 beschreven communicatiemogelijkheden met ouders kennen we op Den Aldenhaag ook nog interne en externe communicatie.
6.1: Interne communicatie. We houden in het schooljaar 2011-2012 in principe iedere veertien dagen een teamvergadering. Daarnaast vindt er 7 keer per jaar een inhoudelijke vergadering plaats. Tevens zijn er werkgroepvergaderingen voor verschillende activiteiten. Driemaal per jaar wordt in iedere groep een groepsbespreking gehouden om de ontwikkeling van de individuele leerling te volgen. De leerkracht overlegt dan met de Intern Adviseur over het zorgtraject wat gevolgd wordt door de leerlingen die extra zorg krijgen. (zie ook hoofdstuk 2.2.
38
over zorgverbreding) Ook worden enkele malen per jaar leerlingenbesprekingen met het gehele team gehouden. Hierbij komen individuele leerlingen ter sprake, die worden begeleid of eventueel andere extra zorg nodig hebben. 6.2: Externe communicatie. Kortlopende of langdurige contacten zijn er of kunnen er zijn met: Ouders en verzorgers van (toekomstige) leerlingen van onze school. Peuterspeelzaal “De Blokkendoos” De gemeente in verband met allerlei organisatorische zaken. De PABO, indien er leerlingen van de PABO op onze school stage lopen. Het ROC-Rivor, indien er leerlingen van deze school bij ons stage lopen voor de opleiding van klassenassistent. De muziekschool, met betrekking tot de leerlingen die de muzieklessen volgen en over het gebruik van ons schoolgebouw voor deze muzieklessen. Jeugdgezondheidszorg voor de onderzoeken van de kinderen in groep 2 en groep 7. Ook kunt u voor vragen of problemen bij de opvoeding van uw kind bij de JGZ terecht. Meer info vindt u in deze schoolgids. Centrum voor Jeugd en Gezin. www.cjgrivierenland.nl Particulier logopedisten voor kinderen, die voor speciale problemen behandeld worden. Particulier fysiotherapeute voor kinderen die specifieke problemen bij hun motorische ontwikkeling hebben. Auris voor begeleiding van kinderen met taalachterstand of taalverwerkingsprobleem.
De Gelderse Roos, over leerlingen, die daar worden begeleid. Medewerkers van het Pab (preventieve ambulante begeleiding) voor ondersteuning en advisering vanuit het speciaal onderwijs. De scholen voor voortgezet onderwijs over de verwijzing van de leerlingen van groep 8 en over de resultaten van de oud-leerlingen van onze school die naar het voortgezet onderwijs zijn gegaan. De openbare bibliotheek in Tiel, om voor de groepen 1 en 2 boeken te lenen. De bibliotheekbus. De P.C.L. ( Permanente Commissie Leerlingenzorg), i.v.m. de verwijzing van leerlingen naar het speciaal onderwijs. Het R.E.C. ( Regionaal Expertise Centrum) i.v.m. de toelating van leerlingen met een lichamelijke of verstandelijke handicap.
39
7:
OVERIGE INFORMATIE.
7.1: Schooltijden. Groep 1 t/m 4: Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag
8.30 8.30 8.30 8.30 8.30
-
12.00 en 12.00 en 12.30 12.00 en 12.00
13.15 - 15.15 13.15 - 15.15
Groep 5 t/m 8: Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag
8.30 8.30 8.30 8.30 8.30
-
12.00 en 12.00 en 12.30 12.00 en 12.00
13.15 - 15.15 13.15 - 15.15
13.15 - 15.15
13.15 - 15.15
Door de invoering van het “Hoorns Model” worden de uren die een leerling in 8 schooljaren moet volgen, gelijk over de 8 leerjaren verdeeld. Dit houdt in dat vanaf het schooljaar 2010/2011 alle kinderen op vrijdag om 12.00 uur uit zijn
[foto verwijderd]
Schoolkamp op Ameland 7.2: Schoolvakanties schooljaar 2011/2012 Eerste schooldag 15 augustus 2011 Herfstvakantie 17 okt. t/m 21 okt 2011 Kerstvakantie 26 dec. 2011 t/m 6 jan. 2012 Voorjaarsvakantie 20 feb. t/m 24 feb. 20112 Paasvakantie ` 6 t/m 9 april 2012 Meivakantie 30 april t/m 11 mei 2012 Hemelvaart 17 en 8 mei 2012 Pinksteren 28 mei 2012
40
Zomervakantie
9juli t/m 16 augustus 2011
In het schooljaar vinden ook altijd enkele studiedagen plaats. De data daarvoor zijn op dit moment nog niet bekend. Deze vindt u in de nieuwsbrief. 7.3: Vervanging van leerkrachten In een aantal gevallen, zoals bij ziekte, compensatie, studiedagen en/of nascholing, zal het nodig zijn de betrokken leerkracht te vervangen. Wij streven ernaar zoveel mogelijk een vaste invalkracht in te zetten of intern te verschuiven. Mochten we geen vervanging kunnen vinden dan worden de leerlingen verdeeld over de andere groepen. We sturen hen op de dag zelf niet naar huis. Bij langer ontbreken van vervanging, bestaat de mogelijkheid dat kinderen naar huis gestuurd worden. Indien dat onverhoopt het geval is dan zullen wij u vooraf informeren. 7.4: Verzuim en verlof. Dagelijks houden wij bij welke kinderen afwezig zijn. Dat is een wettelijke verplichting. Als een kind afwezig is, moet dit direct aan de school gemeld worden. Hebben we geen melding ontvangen, dan nemen we in de loop van de ochtend contact met u op. Als ouders één of meerdere dagen vrij willen voor hun kind, dan moet dat van tevoren schriftelijk bij de locatiemanager aangevraagd worden. Zij heeft hiervoor speciale formulieren. De richtlijnen voor verlof staan hieronder vermeld. Wie het met een eventuele afwijzing niet eens is, kan bezwaar aantekenen bij de leerplichtambtenaar van de gemeente waarin u woont. In geval van ongeoorloofde afwezigheid moet de locatiemanager aangifte doen bij deze ambtenaar leerplicht. De leerplichtwet geeft de volgende regels betreffende het verlenen van verlof: Als de ouders extra verlof wensen voor hun kind dient dit altijd aan de locatiemanager gevraagd te worden. Deze kan in grote lijnen in de volgende gevallen extra verlof toekennen: o Als een kind meedoet aan een verplichting die gebaseerd is op een bepaalde godsdienst of levensovertuiging.
41
o Bij verhuizing binnen de gemeente één dag verlof, buiten de gemeente twee dagen. o Voor het bijwonen van een huwelijk in de familie. Richtlijn: één dag verlof. o Bij een sterfgeval in de familie. Richtlijn: afhankelijk van wat noodzakelijk is. o Bij een huwelijks- of ambtsjubileum. Richtlijn: verlof op de dag van het feest. o Het is niet mogelijk om extra verlof aan te vragen om op vakantie te gaan. Er is echter één uitzondering. Extra vakantieverlof wordt uitsluitend en alleen verleend wanneer het op grond van de specifieke aard van het beroep van een van de ouders niet mogelijk is om in de schoolvakanties op vakantie te gaan. In voorkomende gevallen zal er een werkgeversverklaring gevraagd worden waaruit het bovenstaande blijkt. Deze extra vakantiedagen mogen slechts éénmaal per schooljaar worden verleend en mogen niet vallen in de eerste twee weken van het schooljaar. Als het extra verlof meer dan twee weken betreft, mag de locatiemanager dit niet geven. Dit moet dan gevraagd worden bij de leerplichtambtenaar van de gemeente. Een gedetailleerde uitwerking van bovengenoemde verlofmogelijkheden is verkrijgbaar op school. Voor vijfjarigen geldt, dat het kind vijf uur per week zonder toestemming van de locatiemanager thuis mag blijven, maar u moet de groepsleerkracht wel tijdig inlichten over de afwezigheid. De directie kan bovendien voor nogmaals vijf uur toestemming geven om een vijfjarig kind thuis te houden. Daarvoor heeft u dus toestemming van de directie nodig en u dient uw verzoek zes weken tevoren SCHRIFTELIJK in te dienen. Formulieren kunt u op school halen. Totaal kan voor een vijfjarige dus 10 uur per week worden afgeweken van de leerplichtregel. De periode van twee keer vijf uur mag niet worden opgespaard voor extra vakantie.
7.5 Taak van de ambtenaar leerplichtzaken. De locatiemanager is verplicht de leerplichtambtenaar mededeling te doen van het vermoeden van ongeoorloofd schoolverzuim. Tegen de ouders die hun kind(eren) zonder toestemming van school houden kan procesverbaal worden opgemaakt.
42
Tegen de locatiemanager die zijn/haar verplichtingen niet nakomt, kan eveneens procesverbaal worden opgemaakt.
7.6: De klachtenregeling. Ouders, verzorgers, voogden, leerlingen (ouder dan 13 jaar) en personeelsleden kunnen klachten indienen over (het nalaten van) gedragingen en beslissingen van het bevoegd gezag of het personeel van de school. Klachten kunnen bijv. betrekking hebben de begeleiding van leerlingen, de toepassing van strafmaatregelen, de beoordeling van leerlingen, de inrichting van de schoolorganisatie, seksuele intimidatie, discriminerend gedrag, agressie, geweld en pesten. Klachten van algemene aard kunnen ook via de MR leden worden ingediend. Op onze school functioneert een klachtenregeling primair onderwijs. Hoe werkt deze regeling? Vanzelfsprekend is het een goede gewoonte dat een klacht in eerste instantie wordt besproken met de direct betrokkene, bijv. de leerkracht en/of de directie en wellicht in tweede instantie met het bevoegd gezag. In de meeste gevallen lukt het dan een klacht te bespreken en gezamenlijk tot een acceptabele oplossing te komen. Er is op school een brochure voor ouders over het voorkomen van klachten. De inhoud van deze handreiking is tevens te vinden op de web-site van VOO, Ouders en Coo, LOBO en NKO. Mocht dit niet lukken dan kan de klager dat melden aan een op de school aangestelde contactpersoon. Het bevoegd gezag heeft zich aangesloten bij de landelijke klachtencommissie van het openbaar onderwijs. Het adres van deze commissie is: Postbus 162, 3440 AD Woerden. Tel.nr. 0348-405245 Vermoeden van mishandeling, seksuele intimidatie e.d. kunnen ook rechtstreeks worden gemeld bij de vertrouwensinspecteur. U kunt hiervoor het volgende telefoonnummer bellen: 0900- 1113111.
43
7.7: Enkele belangrijke adressen en telefoonnummers. Naam
Adres/email
Den Aldenhaag
Jeudestraat 78 0344 681721 4011 GM Zoelen.
[email protected]
Henriëtte van de Sluis BasisBuren Joke Klompmaker Erik Stokkers Joyce Mentink Bart Seggers Eveline van Hemert Els Overbeek Marianne Franse Adrie van Dijke Nellie Schiltmans Schoolarts en vertrouwensarts Jolanda Willemsen Schooladviesen begeleidingsdienst Marant Peuterspeelzaal De Blokkendoos Inspectie van het onderwijs
Telefoon
Erichemseweg 2 4116 GC Buren
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] GGD Tiel Teisterbantlaan 1b 4001 TJ Tiel Teisterbantlaan 1b 4001 TJ Tiel Aamsestraat 84a 6662 NK Elst
0344 691177
Jeudestraat 80a 4011 GM Zoelen Postbus 51
0344 681435
0481 439300
0800 8051 (gratis)
De schoolarts, mevr. Van Wijk, is ook de arts die werkzaam is als vertrouwensarts in geval van enige vorm van seksuele intimidatie. Iedereen kan in voorkomende gevallen altijd een beroep op haar doen.
7.8: Verzekeringen. ? Wettelijke aansprakelijkheid. De ouders blijven volgens het Burgerlijk Wetboek aansprakelijk voor het gedrag van hun kind ook gedurende de schooltijd. De leerkracht is verplicht zover het in zijn vermogen ligt het gedrag van de kinderen bij te sturen / te corrigeren. Maar opvoeden in gedrag is
44
wettelijk een verantwoordelijkheid van de ouders. Deze verantwoordelijkheid dragen ze tot de leerling een leeftijd van 14 jaar heeft bereikt. Na de leeftijd van 14 jaar kan ook het kind aangesproken worden door het bevoegd gezag op zijn gedrag. Bij schade aan eigendommen van derden kunnen de ouders van de leerling die de schade heeft toegebracht aansprakelijk worden gesteld.
7.9: Sponsoring Sponsoring zien wij als gelegenheid voor de school om de maatschappij dichterbij de kinderen te brengen. Samenwerking met maatschappelijk betrokken bedrijven, kan leerlingen nuttige ervaringen bieden. D.m.v sponsering kunnen extraatjes als een excursie, bezoek aan een bedrijf, bijdrage aan een project of schoolfeest betaald worden. Om zorgvuldig met sponsering om te gaan, handelen wij volgens de regels van het convenant onderwijs en sponsering. Dit convenant kunt u inzien op school of op de website van het ministerie van onderwijs.
7.10: Snoepen op school / verjaardagen. Voeding op school valt onder de verantwoording van de school. Wij willen niet dat er op school wordt gesnoept. We begrijpen dat een kind graag op iets lekkers wil trakteren als het jarig is. Daar doen we dan ook niet moeilijk over en op die dag laten we de keuze dan ook aan u en/of uw kind. We willen u er wel op attenderen dat er ook hele leuke gezonde traktaties zijn. Geef geen snoep mee in de pauze en ook geen zoete koekjes, stroopwafels, chocoladekoekjes, blikjes cola, seven-up, sinas etc. We zien nog steeds héél veel kinderen met kauwgom in de klas en op het plein. Kauwgom is op school niet toegestaan. Helpt u ons mee het snoepen op school binnen de perken te houden? In de onderbouw van de school zullen we indien nodig de ouders blijven aanspreken op “zoete tussendoortjes”. In de bovenbouw vragen we, na enkele keren waarschuwen, ongezonde voeding niet op school op te eten, maar weer mee naar huis te nemen. 7.11: Fietsen.
45
De school heeft een fietsenberging, maar die is eigenlijk te klein. We raden de kinderen die dicht bij school wonen dus aan lopend te komen. De leerlingen die per fiets naar school komen zetten hun fiets in het fietsenrek op een voor hen bestemde vaste plaats. Hoewel het onderwijzend personeel gedurende de speeltijd toezicht houdt, kan niet altijd worden voorkomen dat er iets aan een fiets wordt beschadigd. Het plaatsen van een fiets bij de school is dus een keuze die u zelf moet maken. U kunt het personeel niet verplichten de fiets te bewaken of hen voor vernielingen aansprakelijk stellen. Wij wijzen u erop dat de staat waarin een kinderfiets verkeert van levensbelang kan zijn met betrekking tot de verkeersveiligheid. U bent daar als ouder verantwoordelijk voor. Vooral bij mist en gedurende de donkere maanden is een fiets zonder verlichting of zonder de voorgeschreven reflectoren levensgevaarlijk.
7.12: Veiligheid. Veel ouders brengen en halen hun kinderen en soms hun vriendjes per auto naar en van school. Dit brengt vaak gevaarlijke situaties met zich mee. We vragen u dan ook de kinderen, waar mogelijk, met de fiets naar school te brengen. Brengt u uw kind met de auto dan verzoeken wij u om bij het laten in- en uitstappen goed te letten op de veiligheid van uw kinderen en op de veiligheid van andere leerlingen. Dit kan door: - zo te stoppen dat uw eigen kinderen voor school niet de straat hoeven over te steken. - in de schoolomgeving extra te letten op spelende en overstekende kinderen. - niet te parkeren op en om de plaatsen waar kinderen meestal oversteken. - gebruik te maken van de stopplaatsen die daarvoor bij de school zijn ingericht. Zorgt u er ook voor dat de kinderen die u in uw auto vervoert, gebruik maken van de autogordel. De praktijk wijst uit dat die gordel, ook binnen de bebouwde kom, ook op korte afstanden, ook bij lage snelheid, ernstige verwondingen van kinderen kan voorkomen! Bovendien let de politie er in bepaalde periodes extra op dat ook kinderen de autogordel gebruiken. Voor de volledigheid een kort overzicht van de wettelijke regeling:
jonger dan 3 jaar
Vóór in de auto Kinderzitje verplicht
Achter in de auto indien aanwezig 46
3-12 jaar
kinderzitje verplicht grotere kinderen een zittingverhoger
ouder dan 12 jaar
autogordel verplicht
kinderzitje verplicht indien niet aanwezig: ook gordel niet verplicht. indien aanwezig: kinderzitje of zittingverhoger verplicht. indien niet aanwezig: gordel verplicht ( indien aanwezig) gordel verplicht( indien aanwezig)
7.13: Hoofdluis. In tegenstelling tot onze leerlingen zijn hoofdluizen nìet welkom op onze school. Daarom wordt op de woensdag na elke vakantie, gecontroleerd of de leerlingen luis- en netenvrij zijn. Deze controle wordt discreet uitgevoerd door enkele ouders. Wanneer er bij een kind luis en/of neten worden geconstateerd, neemt de groepsleerkracht contact op met de betreffende ouders, zodat zij de nodige maatregelen kunnen nemen.
7.14: Godsdienstonderwijs. Den Aldenhaag biedt ruimte in tijd en locatie voor godsdienstonderwijs, dat vooral gericht is op het inzicht krijgen in verschillende godsdienstige stromingen / religies binnen onze cultuur. 7.15: Onze schoolgids. Deze schoolgids is met instemming van de M.R. gepubliceerd. In principe verstrekken we iedere 2 jaar aan alle ouders een schoolgids. Met ingang van september 2007 is de schoolgids op de website van de school te vinden en zal niet meer automatisch aan iedere ouder worden verstrekt. Ouders die bij aanmelding van hun kind aangeven deze informatie op papier wensen te ontvangen, krijgen een papieren versie. 8:
UW KIND AANMELDEN?
47
Mocht u na het lezen van deze schoolgids overwegen uw kind op onze school aan te melden, dan kunt u natuurlijk gerust nog eens langs komen voor een informatief gesprek en een rondleiding door de school. Kleuters moeten vroegtijdig worden aangemeld. U kunt hiervoor een afspraak maken met de locatie manager. Wanneer er twee kleutergroepen zijn, kijkt de locatiemanager in welke groep uw kind het beste geplaatst kan worden. Hierbij wordt rekening gehouden met de verdeling van jongens en meisjes, broertjes en zusjes en het aantal zorgleerlingen dat in een groep aanwezig is. Vijf weken voor uw driejarig kind daadwerkelijk naar school gaat, mag het iedere week één ochtend komen kennismaken met de gang van zaken op school en met de toekomstige klasgenoten. Voor die tijd vindt er nog een intake gesprek plaats met de leerkracht van de groep. Komt uw kind van een andere school, dan willen wij graag weten hoe de schoolloopbaan van uw kind is verlopen tot het moment dat het bij ons op school komt. Wanneer een kind al op een peuterspeelzaal of dagverblijf heeft gezeten, willen wij u vragen de informatie die daar aanwezig is, mee te brengen naar school. Hoe meer wij hiervan weten, hoe sneller het kind zich zal thuisvoelen op de nieuwe school. [foto verwijderd]
VERKLARING VAN WOORDEN.
ORTHOTHEEK
bibliotheek met naslagwerken en hulpmiddelen ten behoeve van zorgleerlingen
AVI-TOETS
analyse van individualiseringsvorm; het is een toets om het niveau van technisch lezen vast te stellen
I.A.
intern adviseur, leerkracht met specialisatie rond leerlingzorg en begeleiden van leerkrachten met hun zorgleerlingen
DIDACTISCH ONDERZOEK
onderzoek naar leermogelijkheden
48
W.S.N.S.
weer samen naar school, een samenwerkingsverband van scholen om zoveel mogelijk leerlingen in het basisonderwijs te houden
P.C.L.
permanente commissie leerlingenzorg.
R.E.C.
Regionaal Expertise Centrum
PROTOCOL
een stappenplan waarnaar gehandeld wordt
VRAGENLIJST OVER DE SCHOOLGIDS 2011-2012 1:
Wat is uw eerste reactie op deze schoolgids?
49
2: Krijgt u door deze schoolgids voldoende informatie over de school? Ja/Nee.
3:
Is de tekst van de schoolgids voor u helder en duidelijk?
4:
Heeft u nog tips voor de volgende schoolgids?
Naam: _____________________________________
S C H O O L G I D S
50
2011-2012
Jeudestraat 78 4011 GM Zoelen tel. 0344-681721 e-mail:
[email protected]
51