1
INHOUDSOPGAVE;
1 2 3 4 5 6 7 8
Management samenvatting Inleiding Energie Stand van zaken MJA 3 Duurzame energie op Hogeschool Leiden met de WKO Mobiliteit Afval Bijlagen Bijlage 1 : Overzicht maatregelen MJA 3 Bijlage 2 : Elektriciteitsverbruik Bijlage 3 : Verbruik stadswarmte Bijlage 4 : Waterverbruik Bijlage 5 : Resultaten actie Band op spanning Bijlage 6 : Afgevoerde afvalstoffen Bijlage 7 : Papierverbruik / papierinkoop Bijlage 8 : Kengetallen milieuaspecten meerdere jaren Bijlage 9 : Klimaatvoetafdruk
Blz. 3 4 5 5 8 9 10 10 11 12 13 14 15 15 16 16 17
2
1. Management samenvatting Door het Facilitair Bedrijf van Hogeschool Leiden wordt in de bedrijfsvoering al jaren veel aandacht gegeven aan het verminderen van de milieubelasting veroorzaakt door de activiteiten van de hogeschool. Het gaat daarbij niet alleen om de energieconsumptie van het gebouw maar ook om het verbruik van allerlei materialen zoals papier, plastic, glas, meubilair en bijvoorbeeld chemische stoffen door onderwijsactiviteiten. Een belangrijk onderdeel van de milieubelasting wordt veroorzaakt door mobiliteit (woon-werkverkeer, dienstreizen en vliegreizen) van medewerkers en studenten. Ook door duurzame aanbouw is in de afgelopen jaren veel winst behaald in energie efficiency. Vanaf 2011 wordt jaarlijks een milieujaarverslag opgesteld waarin de resultaten van al deze maatregelen uitgebreid worden beschreven en worden vergeleken met voorgaande jaren. De totale milieubelasting kan worden uitgedrukt in ton (1000 kg ) CO2-uitstoot. Zo is direct zichtbaar of de milieubelasting af- of toeneemt. Over 2014 is de klimaatvoetafdruk weer berekend. Waarden die hieraan ten grondslag liggen zijn de uitstootgegevens van o.a. energieverbruik, waterverbruik, afvalproductie waaronder papierverbruik en mobiliteit. Ook dit jaar is de klimaatvoetafdruk verminderd voor de vierde achtereenvolgende keer. Dit is o.a. toe te schrijven aan verdere energiebesparende maatregelen, een vermindering van het aantal vliegkilometers en een reductie in het verbruik van stadswarmte. Dit laatste is te danken aan een optimalisatie van de duurzame energieopwekking vanuit de warmte-koude opslaginstallatie (WKO). Het totaal aan elektriciteitsverbruik is iets toegenomen (ruim 6%). Echter het verbruik per student en Fte is afgenomen (2,5%). Het verbruik aan stadswarmte is aanzienlijk afgenomen (14,5%). De afname per student en Fte bedraagt 21,7%. Er is wel meer water verbruikt (15,9%) en afval geproduceerd (22%). Dit is een toename per student en Fte respectievelijk van 6% en 12%. Papierverbruik is verder afgenomen met 8,3% en de inkoop van papier met 10%. Ten opzichte van vorig jaar is de CO2-uitstoot met bijna 100 ton gedaald naar 2.845 ton. Diverse kengetallen van de milieuaspecten en de klimaatvoetafdruk van 2014 en eerdere jaren zijn te vinden in de bijlagen 8 en 9.
3
2. Inleiding Vanaf 2011 wordt door het Facilitair Bedrijf ieder jaar een milieujaarverslag opgesteld. In het milieujaarverslag wordt beschreven welke milieueffecten worden gegenereerd door de activiteiten van de hogeschool. Niet alleen het energieverbruik en bijvoorbeeld de afvalproductie hebben een effect op het milieu maar ook de mobiliteit van medewerkers en studenten (woonwerkverkeer, dienstreizen, vliegreizen) en bijvoorbeeld de inkoop van goederen en diensten. Er worden milieugegevens van verschillende jaren met elkaar vergeleken zodat zichtbaar wordt of de hogeschool al dan niet milieuvriendelijker wordt en verduurzaamd. Naast de gegevens van energieverbruik teruggerekend naar verbruik per medewerker/student of vierkante meters worden tal van milieumaatregelen beschreven die in 2014 zijn genomen. Ook is weer de klimaat voetafdruk berekend over 2014. Op het gebied van duurzame bedrijfsvoering is Hogeschool Leiden al jaren actief. Hogeschool Leiden heeft zich vanaf het begin, dat is sinds 2005, aan de Meerjarenafspraak (MJA) Energie Efficiency van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (voorheen Agentschap NL) verbonden. Dit houdt in dat de hogeschool in 15 jaar tijd (2020) het energieverbruik met 30% terugdringt. Een ambitieuze doelstelling, maar door de vele maatregelen die de afgelopen jaren zijn genomen vanuit de bedrijfsvoering is de hogeschool er al in 2011 in geslaagd 20% minder energie te verbruiken. Tot en met 2014 is 26,9 % bespaard. In het hoofdstuk ‘Stand van zaken MJA3’ wordt dit nader toegelicht.
4
3. Energie Energie efficiency Voor de periode 2013-2016 is een nieuw energie efficiency plan (EEP) opgesteld dat het EEP 2008-2012 opvolgt. Het EEP biedt Hogeschool Leiden inzicht in de energetische situatie en in de besparingsopties. Het EEP kan worden ingezet als instrument voor het plannen van verbetermaatregelen en geeft inzicht in het benodigde budget daarvoor. Ook geeft het richting aan de positionering van de organisatie op het gebied van het duurzaamheid- en strategische beleid. Het EEP is ook belangrijk voor de invulling van het energie-aspect in het kader van het Activiteitenbesluit en de milieuvergunning. De vergunning wordt beoordeeld en getoetst door het bevoegd gezag (Gemeente en Provincie). Hogeschool Leiden heeft de afgelopen jaren al diverse maatregelen doorgevoerd voor het beperken van de energieconsumptie. Op vrijwel alle aspecten van zowel de elektrische installatie als de klimaatinstallaties is nagedacht over energiezuinigheid en zijn diverse verbeteringen doorgevoerd. Bovendien betreft een groot deel van het gebouw nieuwbouw. Mogelijke toekomstige maatregelen in het proces zijn daarom beperkt gebleken. De nadruk van de maatregelen ligt daarom in de keten (huisvesting, ondersteuning, mobiliteit). In 2014 uitgevoerde en geplande energiebesparende maatregelen zijn nader uitgewerkt in hoofdstuk 2. Energieverbruik Hogeschool Leiden maakt voor haar energiehuishouding gebruik van elektriciteit en stadsverwarming. Het elektriciteitsverbruik wordt voornamelijk veroorzaakt door verlichting, verwarming/koeling, technische installaties, ICT voorzieningen en warmwatervoorzieningen. Er is de afgelopen jaren veel gedaan om onnodig verbruik te minimaliseren. Zo zijn er veel ruimtes met aanwezigheidsdetectie op de verlichting. Waar geen mensen zijn hoeft het licht niet te branden. Ook de technische installaties zijn voorzien van tijdklokken. De luchtbehandeling en verwarming wordt uitgeschakeld als er geen mensen in het gebouw aanwezig zijn. Ook de warmwaterboilers zijn voorzien van tijdklokken. De ICT apparatuur schakelt vanzelf in de spaarstand als er even geen gebruik van wordt gemaakt. ’s Avonds schakelen de computers vanzelf uit. De koeling in de serverruimtes is ingesteld op 23 graden. Met de warmte koude opslag (WKO) wordt ’s winters een deel van het gebouw verwarmd en ’s zomers gekoeld. Meer gedetailleerde informatie over de werking van de WKO is te vinden in hoofdstuk 3. In de bijlagen 2, 3 en 4 wordt het energieverbruik en waterverbruik van 2013 en 2014 nader beschreven.
4. Stand van zaken MJA3 2014 Onderstaande maatregelen zijn omschreven in het EEP 2013-2016. Dit document in opgesteld om besparingsmaatregelen te beschrijven die in dit tijdsbestek door Hogeschool Leiden zullen worden uitgevoerd. Met deze besparingsmaatregelen beoogd de hogeschool een energiereductie te behalen zoals in het convenant MJA3 is bepaald. Het EEP is door het bevoegd gezag (milieu inspectie) goedgekeurd in oktober 2012. 5
De omschreven maatregelen zijn opgenomen in het eMJV, het elektronisch Milieujaarverslag, dat jaarlijks aan de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (voorheen Agentschap NL) wordt gerapporteerd ten behoeve van de deelname van Hogeschool Leiden aan het convenant MJA3. Criteria voor het uitvoeren van maatregelen: Categorie
Rendabel (Terugverdientijd ≤ 5 jaar)
Belemmeringen
EEP 2013 -2016
Zeker
Ja
Geen
Uitvoeringsverplichting
Voorwaardelijk
Ja
Technisch, economisch en/of organisatorisch
Inspanningsverplichting tot zekere maatregel
Onzeker
Ja
Uitvoering buiten planperiode
Argumentatie bij kwalificatie
Onbekende rendabiliteit
Plan van aanpak haalbaarheidsonderzoek
Onbekend
Zekere maatregelen Zekere maatregelen zijn maatregelen met een terugverdientijd van maximaal 5 jaar die toepasbaar zijn zonder belemmeringen. Binnen de categorie zekere maatregelen zijn voor Hogeschool Leiden voornamelijk maatregelen binnen ketenefficiëntie benoemd. Ten aanzien van procesefficiëntie zijn vanuit het vorige EEP al vele maatregelen uitgevoerd waardoor er nog slechts één maatregel in het huidige EEP is geformuleerd. In het EEP zijn geen voorwaardelijke maatregelen geformuleerd. Wel zijn er suggesties geformuleerd voor onzekere maatregelen. Een deel daarvan is voor de hogeschool niet van toepassing vanwege duurzame bouw en moderne installaties. Voor een aantal onzekere maatregelen zal onderzoek nodig zijn. Het rendement van deze maatregelen is echter bijzonder gering. Van belang is om dan te bepalen of de kosten opwegen tegen de baten. Een overzicht van de maatregelen is te vinden in bijlage 1. Toelichting uitgevoerde zekere maatregelen: 1. De eigen opwekking van duurzame energie met de warmte-koude-opslag installatie (WKO) is in 2014 verder verbeterd. Bij het opstarten van de WKO installatie in de winter (2009) werd eerst alleen koude in de grond opgeslagen. De (on)balans wordt dan gesteld op 100%. In de eerste jaren van gebruik is het koude overschot steeds verder teruggedrongen door goed te monitoren en aanpassingen te realiseren in diverse componenten van de WKO en de software. Door extra te kunnen koelen in de D-vleugel is een nog betere balans bereikt. In 2014 is een balans gerealiseerd van 10,7%.
6
2. In 2013 is het gebruik van 70 grams papier getest op de bestaande multifunctionele printers. Dit gaf geen problemen. Er spelen echter meerdere factoren een rol bij gebruik van dunner papier. Dit type papier voldoet niet aan de eisen van de geldende archiefwet. Ook blijkt de fabricage van dunner papier meer energie te kosten en de productie ervan is veel minder. Ook is er minder assortiment in kwaliteit.. Eind 2013 is een aanbesteding van 70 grams kopieerpapier ingetrokken vanwege deze problematiek. Deze maatregel komt daarom te vervallen. 3. Met het verminderen van transport van medewerkers en studenten is in 2014 een start gemaakt door o.a. weblecturing. Ook is een database carpoolen gebouwd welke zal worden geïmplementeerd met de nieuwe filemaker begin 2015. In 2015 vindt een uitgebreid mobiliteitsonderzoek plaats onder medewerkers en studenten. Daaruit zullen gegevens worden gebruikt om verdere maatregelen te implementeren om de mobiliteit terug te dringen. 4. Dubbelzijdig printen en kopiëren is reeds in 2011 ingevoerd naar aanleiding van de Gedragscampagne Duurzaamheid. 5. Door verschillende efficiëntie- en gedragsmaatregelen in de keuken en catering is energetische winst behaald. Bijvoorbeeld het hanteren en controleren van de juiste bewaartemperaturen en koelkasten/vriezers inwendig vrij houden van ijs en het reinigen van de condens. Deze maatregelen zijn bij de cateraar geborgd in HACCP-instructies. Vaak wordt warmhoud-apparatuur al ingeschakeld op het moment dat de keuken 's morgens in gebruik wordt genomen. Door hier zorgvuldig mee om te gaan en de apparatuur pas in te schakelen als dat nodig is wordt hierop aanzienlijk bespaard. Deze werkinstructie wordt regelmatig in de werkbesprekingen onder de aandacht gebracht. Schakel warmhoud-apparatuur uit indien niet in gebruik. Ook dit wordt regelmatig in het werkoverleg onder de aandacht gebracht. 6. Voor het compenseren van de uitstoot ten gevolge van vliegreizen ligt een projectplan klaar dat in 2015 verder zal worden uitgewerkt. 7. De actie Band op Spanning is ook weer in 2014 uitgevoerd. 8. Het gebruik van de vuilpers en de papierpers hebben ook in 2014 weer een aanzienlijke besparing opgeleverd in de mobiliteit binnen de keten. Aanvullende maatregelen Buiten de hierboven beschreven maatregelen die vanuit het EEP zijn uitgevoerd heeft Hogeschool Leiden nog meer maatregelen uitgevoerd in 2014. De toepassing van LED-verlichting bij interne verbouwingen en herinrichting draagt zorg voor een aanzienlijk vermindering van de milieubelasting. LED lampen worden vervaardigd uit milieuvriendelijker grondstoffen en gaan tot 4 keer langer mee dan traditionele tl-verlichting of spaarlampen. Ook geven ze minder warmte af. Op diverse locaties binnen het hoofdgebouw is LED-verlichting geplaatst. Omdat deze lampen een hogere lichtopbrengst hebben dan de bestaande verlichting kunnen vaak minder armaturen worden teruggeplaatst. Dit levert op een aantal plaatsen een energiereductie van 50% op.
7
5. Duurzame energie op Hogeschool Leiden met de WKO. Hogeschool Leiden heeft de ambitie om duurzaam om te gaan met energie. Uit deze ambitie is tijdens de aanbouw van bouwdeel G in 2009 gekozen voor een duurzaam verwarmings- en koelings-systeem, een WKO installatie (warmte koude opslag). Een belangrijk onderdeel bij een WKO installatie is de warmtepomp. Een warmtepomp is qua werking vergelijkbaar met een koelkast. Een koelkast neemt in de kast warmte op. De opgenomen energie wordt door een compressor (warmtepomp) op een hogere temperatuur gebracht. Deze warmte wordt vervolgens afgestaan aan de omgevingslucht (zie figuur hieronder).
Het grote verschil tussen een WKO installatie en een koelkast is dat een WKO installatie de warmte en koude beide nuttig gebruikt, een koelkast alleen de koude. De warmte voor het verwarmen van het gebouw, de koude wordt opgeslagen in de bodem en wordt later in de zomer gebruikt om te koelen. Het principe van WKO in het kort uitgelegd; In de winterperiode wordt relatief warm water van 16 graden Celsius uit de bodem opgepompt (natuur warmte). Bij de verdamper wordt de energie overgedragen aan de warmtepomp. Het relatief warme water wordt ‘de koelkast’ in gepompt en koelt af naar 8 graden Celsius. Via de warmtepomp wordt deze energie op een hogere temperatuur gebracht, tussen de 30 en 45 graden. Middels de condensor wordt de warmte overgedragen aan het gebouw. Met dit warme water wordt het gebouw verwarmd. Dit gebeurt door vloerverwarming en door de ingeblazen lucht te verwarmen. Het mooie aan het systeem is dat het koude water van circa 8 graden niet wordt weggegooid maar opgeslagen in de bodem. In de zomer wordt het koude water naar boven gepompt waarmee het gebouw wordt gekoeld. Door deze manier van koelen wordt heel efficiënt omgegaan met energie. Er zijn namelijk geen koelmachines nodig. De koude in de bodem is een restproduct van het verwarmen in de winter. Door het gebouw te koelen warmt het water van 8 graden weer op naar circa 17 graden en wordt dit weer opgeslagen in de bodem. Hiermee wordt in het koude seizoen erop het gebouw opnieuw verwarmd. Daarmee is het cirkeltje van warmte en koude opslag rond. Er zijn twee 8
redenen waarom een WKO installatie duurzaam is. Ten eerste werkt een warmte pomp heel efficiënt voor verwarmen. Met 1 kilowatt (kW) aan elektrische energie is met een warmtepomp 4 kW aan warmte te produceren. Het overgrote deel van de warmte onttrekt de warmtepomp aan de in de bodem opgeslagen warmte. De tweede reden is dat de onttrokken energie aan de bodem in de zomerperiode weer wordt aangevuld door het gebouw te koelen. Door te koelen warmt het water dat via leidingen in de vloer stroomt en via warmte-uitwisseling in de luchtbehandeling ontstaat op (zonne-energie) en wordt in de bodem opgeslagen. De hogeschool beschikt over twee opslagbronnen(doublet bronnen) die zich in de tuin bevinden. Om te voorkomen dat de warmtebron en de koudebron gaan mengen liggen deze ruim 200 meter uit elkaar. Op deze twee plekken is een watervoerend pakket in de bodem aangeboord. Dit watervoerende pakket ligt in verticale richting opgesloten tussen twee kleilagen die waterdicht zijn. Een watervoerend pakket is een gebied in de bodem dat voor circa 90% uit zand en kleine steentjes bestaat, de rest is water. Het water dat door de WKO installatie wordt gebruikt stroomt tussen deze vaste deeltjes door. De warmte en koude wordt opgeslagen in het zand, steen en water. Het grondwater is dus voornamelijk een transport medium. Voor de opslag van de warmte en koude wordt een gebied gebruikt dat tussen de 70 en 95 meter diep onder de grond ligt. De natuurlijke temperatuur is daar ongeveer 11 graden Celsius. De opslag temperatuur ligt in de buurt van deze 11 graden zodat er weinig verlies optreed. Zie figuur hieronder.
De WKO leverde in 2014 een besparing op van 100 gigajoule (Gj) aan warmte en 91.030 kW aan elektriciteit. Hiermee is samen bijna 50 ton CO2-uitstoot voorkomen. 6. Mobiliteit Actie Band op spanning Op 29 en 30 oktober heeft, in opdracht van het Facilitair Bedrijf, de service Band op Spanning op het parkeerterrein van de hogeschool de autobanden van medewerkers/studenten en bezoekers gecontroleerd op bandenspanning en indien nodig op de juiste spanning gebracht. Middels ruitenwisserkaarten zijn de bestuurders van deze auto’s geattendeerd op de gevolgen en mogelijke gevaren 9
van onderspanning en of een lekke band. Indien de aangetroffen bandenspanning hoger was dan de minimale adviesspanning werd dat zo gelaten. Milieudoelstellingen liggen ten grondslag aan de inzet van de service Band op Spanning. Met deze actie heeft Hogeschool Leiden een deel van haar CO2-uitstoot verminderd. Daarnaast heeft het controleren en het, indien nodig, op spanning brengen van autobanden geresulteerd in een reductie in de uitstoot van fijnstof. Tevens zijn er vele liters brandstof bespaart en leidt een juiste bandenspanning tot vermindering van bandenslijtage, wat een financiële besparing oplevert voor de autobezitter. Ten slotte is een toenemende bewustwording van het belang van een juiste bandenspanning en een verbetering van de verkeersveiligheid een resultaat van de service Band op Spanning. Het Facilitair Bedrijf is blij met dit resultaat. Zo is bijgedragen aan een vermindering van de milieubelasting ten gevolge van de mobiliteit. Ook zijn de bestuurders hopelijk meer bewust gemaakt van het rijden met de juiste bandenspanning. Ten opzichte van vorig jaar is er in ieder geval een flinke vooruitgang zichtbaar (zie bijlage 5) 7. Afval Door het toenemend aantal studenten en medewerkers zal de hoeveelheid afval ook toenemen. Er wordt veel gedaan aan het stimuleren van afvalscheiding. Zo wordt papier, glas, plastic, restafval, chemisch afval, elektronisch afval en klein chemisch afval zoals batterijen en tl-lampen en spaarlampen gescheiden ingezameld en afgevoerd. Toch is er binnen enkele afvalstromen een duidelijke reductie zichtbaar o.a. bij papier. Door tal van acties en maatregelen om het papierverbruik te verminderen wordt er aanzienlijk minder papier ingekocht, verbruikt en afgevoerd. Zo is er ten opzichte van 2013 voor bijna 3.000 kg minder papier afgevoerd. Dat is een reductie van 8,3%. Ook de inkoop van papier is afgenomen met ruim 3.500 kg, een reductie van 10%. In totaal is toch een toename van afvalproductie per student en Fte van 12%. In 2015 wordt het project afvalpreventie afgerond. De verwachting is dat uit de eindrapportage maatregelen kunnen worden geïmplementeerd om de afvalberg verder te verminderen. Een compleet overzicht van alle afvalstromen is te vinden in bijlage 6.
10
8. Bijlagen; 8.1 Overzicht maatregelen energie efficiency MJA3 en jaar van geplande uitvoering; Maatregelen
Jaar
Investering
Efficiëntie verbetering (%)
procesefficiëntie 1
Optimaliseren WKO
2
Maatregelen ketenefficiëntie Dunner papier toepassen
3
2014
€ 10.000
Jaar 2013
Verminderen transport van 2015 medewerkers en studenten 4 Dubbelzijdig printen/ 2013 kopieren 5 Good housekeeping 2014 catering 6 Compensatie vliegreizen 2013 7 Autobanden op spanning 2013 8 Vuilpers 2013 9 Papierpers 2013 Totaal Geschatte besparing behaald in 2014
1,16%
Investering
Status
Energiebesparing (GJ)
Uitge-voerd In 2014
354
Zeker
€0
Efficiëntie verbetering (%) 0,71%
Energiebesparing (GJ) 217
€ 8660
3,09%
947
€0
1,20%
Status Zeker Zeker
Ja
Uitge-voerd In 2014 Vervallen (zie motivatie onder 2.)
Zeker
Deels (zie motivatie onder 3.) Ja
Zeker
Ja
Zeker Zeker Zeker Zeker
Nee, in 2015 Ja Ja Ja
368 €0 € 1200 € 1864 € 4500 € 4500 € 26.724
1,40% 0,33% 0,13% 0,01% 0,00% 6,86% 4,52%
429 100 39 2 0 2.101 1.314
11
8.2
Elektriciteitsverbruik
Verbruik hoofdgebouw 2013 2014
Jan 223.546 213.731
Febr 197.246 187.608
Mrt 197.246 216.252
April 210.347 208.923
Mei 200.558 216.007
Juni 219.626 234.493
Juli 215.787 228.883
Aug 214.494 200.179
Sept 233.462 253.525
Okt 220.021 237.662
Nov Dec 209.704 189.213 217.593 216.459 Ontsparing
Totaal 2.531.250 2.631.315 100.065
Verbruik overige locaties 2013 2014
Z- gebouw (vanaf juli)
Alle locaties 2013 2014 Ontsparend
28.798 86.201
H-gebouw 18.669 18.160
J-gebouw (vanaf juli ) 6.107 13.436
Totaal verbruik elektriciteit 2.584.824 2.749.112 164.288
Verbruik per student + FTE 267,2 260,4
12
8.3
Verbruik stadswarmte
Hoofdgebouw 2013
Jan 1124,0
1050,0
957,0
574,0
367,0
142,0
21,0
16,0
153
422
835,0
877,0
Totaal 6.538
967,3
788,8
610,4
347,1
263,7
100,5
58,8
92,7
82
294,8
716,2
1009,4
5.332
Besparing
1.206
2014
Feb
Mrt
April
Mei
Juni
Juli
Aug
Sep
Okt
Nov
Dec
Verbruik overige locaties: Z-gebouw 2013
(vanaf juli)
2014 Alle locaties 2013
H-gebouw
J-gebouw
210
265
( vanaf juli) 67
398
186
139
Totaal verbruik stadswarmte
Verbruik per student + FTE 7080
0,732
2014
6055
0,573
Besparend
1025
13
8.4 Waterverbruik
Verbruik hoofdgebouw 2013 2014
Jam 991 935
Feb 912 799
Mrt 985 1236
Apr 940 828
Mei 966 1007
Jun 1066 1155
Jul 570 811
Aug 478 700
Sept 1267 1616
Okt Nov dec 973 1073 859 1125 1343 854 Meer verbruikt in totaal
tot 11080 12409 1329
Verbruik overige locaties: Z-gebouw
H-gebouw
J-gebouw
2013
(vanaf juli) 219
100
( vanaf juli) 37
2014
614
139
90
Alle locaties 2013 2014 Ontsparend
Totaal verbruik water
Verbruik per student + FTE 11436
1,182
13252
1,256
1816
14
8.5
Resultaten actie Band op spanning
Onderwerp Gecontroleerd aantal auto’s Auto’s met minimaal 1 band met onderspanning Auto’s met (vermoedelijke) lekke band Bespaarde hoeveelheid brandstof Vermeden CO2 uitstoot Voorkomen aantal vroegtijdig versleten banden Besparing aan brandstof en banden Gemiddeld bespaard bedrag per auto 8.6
2014 HL 318 212 (69,5%) 22 (6,9%) 1.333,6 liter 4,8 ton 40,5 € 5.788,68 € 18,20
2013 HL 338 240 (71%) 33 (9,8%) 1.846,4 liter 7,98 ton 103 € 12.569,49 € 37,19
Gemiddeldlandelijk 63% 7%
Afgevoerde afvalstoffen
Afvalsoort Jan Feb Mrt Apr Mei Jun Jul Aug Sep Okt Nov Dec Hele jaar BOUW- EN SLOOPAFVAL (ONGESORTEERD) 2,680 2,680 AFVALHOUT B-KWALITEIT 0,940 0,600 0,700 2,240 BEDRIJFSAFVAL (BRANDBAAR) 12,100 5,300 9,400 6,500 7,680 5,800 6,580 3,680 7,420 8,820 10,620 5,005 88,905 KARTON 0,055 0,055 PAPIER/KARTON 3,160 2,940 4,020 3,360 2,760 4,055 3,720 2,880 2,825 3,075 31,155 PLASTIC 1,640 ARCHIEF/CONFIDENTIEEL 1,155 0,785 0,725 0,480 0,155 0,795 1,665 0,275 0,685 0,210 0,620 0,555 8,105 GLAS (BONT) 0,273 HUISHUIDELIJKE KOELKASTEN, DIEPVRIEZERS 0,132 0,132 ICT- EN TELECOMMUNICATIEAPPARATUUR 0,062 0,640 0,702 ANORGANISCHE ZUREN, GEMENGD 0,072 0,108 0,064 0,120 0,032 0,118 0,072 0,244 0,104 0,934 AFVALWATER VERONTREINIGD MET ZWARE METALEN 0,112 0,168 0,140 0,666 0,250 0,144 0,010 0,104 0,320 0,498 2,412 WATERIGE VLOEISTOFFEN, GEMENGD, VERONTREINIGD 0,052 0,058 0,012 0,092 0,062 0,050 0,010 0,202 0,102 0,640 OPLOSMIDDELEN, GEMENGD, HALOGEENARM 0,274 0,236 0,108 0,160 0,226 0,498 0,068 0,154 0,260 0,282 2,266 OPLOSMIDDELEN, GEMENGD, HALOGEENHOUDEND 0,040 0,062 0,010 0,010 0,010 0,082 0,004 0,010 0,032 0,260 FILTERMATERIAAL, VERONTREINIGD MET CHEMICALIËN IN VASTE VORM 0,017 0,017 VERLICHTINGSAPPARATUUR DAT GEVAARLIJKE STOFFEN BEVAT 0,046 0,048 0,006 0,100 SPECFIEK ZIEKENHUISAFVAL, ONGESPECIFICEERD, CAT 1 UITSLUITEND VOOR VERWIJDERING 0,080 0,074 0,062 0,040 0,006 0,008 0,008 0,278 LABORATORIUMAFVAL, GEMENGD 0,004 0,188 0,130 0,036 0,178 0,210 0,026 0,044 0,816 Alle afvalsoorten 17,209 11,425 14,559 8,102 14,523 10,357 12,646 4,010 12,385 13,645 15,841 8,635 143,61
15
Afval Afval per medewerker Gevaarlijk afval per medewerker Afvalscheiding Ongesorteerd afval per medewerker Gesorteerd afval per medewerker Papierafval per medewerker
kg/fte kg/fte % kg/fte kg/fte kg/fte
2011 227 0,273 21,0 179 47,5 44,1
2012 206 5,81 37,9 128 78,1 66,7
2013 189 7,19 32,5 127 61,3 41,3
2014 180 9,85 36,3 114 65,2 39,8
2013 267,2 0,732 1,182 12,14 34.470 35.554 2.943,50 0,304
2014 260,4 0,573 1,256 13,61 31.615 32.027 2.845,65 0,270
8.7 Papierverbruik /papier inkoop Papier
Gewicht in kg
Inkoop 2014 Inkoop 2013 Inkoop 2012
32.027 35.554 42.435
Besparing t.o.v. vorig jaar in kg 3.527 6.887 66.761
Afval 2014 Afval 2013 Afval 2012
31.615 34.470 42.015
2.855 7.545 67.171
Besparing t.o.v. vorig jaar in % 10,0 16,2 61,1 8,3 18 61,5
8.8 Kengetallen Milieuaspecten meerdere jaren Milieuaspect Verbruik elektriciteit per student + Fte in kWh Verbruik stadswarmte per student + Fte in Gj Verbruik drinkwater per student + Fte in m3 Afval totaal per student + Fte in kg Papierafval totaal in kg Papierverbruik totaal in kg Klimaat voetafdruk totaal in ton CO2-uitstoot Klimaatvoetafdruk per student + Fte in ton CO2-uitstoot
2011 325,0 0,611 1,192 11,18 109.186 109.196 3.115,90 0,344
2012 290,3 0,674 1,173 13,11 42.015 42.435 2.975,00 0,327
16
8.9
Klimaat voetafdruk 2014
Milieuaspect
Hoeveelheid
Elektriciteit Ingekochte elektriciteit Waarvan groene stroom uit waterkracht Brandstoffen Stadswarmte Aardgas t.b.v. onderwijs Water & afvalwater Drinkwater Emissies Koudemiddel - R410a Woon-werkverkeer Openbaar vervoer Auto Vliegreizen Dienstreizen auto Kantoorpapier Papier totaal
CO2 parameter
2.749.112 kWh 2.630.313 kWh
0,526 kg CO2 / kWh -0,526 kg CO2 / kWh
1.446 ton CO2 -1.384 ton CO2
6055 Gj 652 m3
20,0 kg CO2 / GJ 1,83 kg CO2 / m3
121 ton CO2 1,19 ton CO2
13.285 m3
0,298 kg CO2 / m3
3,96 ton CO2
0
2.090 kg CO2 / kg
0 ton CO2
16.800.580 km 6.695.589 km 814.070 km
449.239 km 31.615 kg
totaal Jaar
2011 2012 2013 2014
Totaal footprint in ton CO2
CO2 equivalent
Aantal studenten+ FTE
Aantal m2
0,0650 kg CO2 / 0,210 kg CO2 / 0,147 kg CO2 / 0,210 CO2 /
km km km km
1.092 1.312 120 94,3
ton ton ton ton
CO2 CO2 CO2 CO2
1,46 kg CO2 / kg
38,2 ton CO2
Netto
2.845,65 ton CO2
Footprint per student + FTE in ton CO2
Footprint per m2 in ton CO2
3.115,90
9.071
38.000
0,344
0,0820
2.975,00
9.100
38.560
0,327
0,0772
2.943,50
9.675
40.907
0,304
0,0720
2.845,65
10.558
40.907
0,270
0,0696
17