INHOUD
INLEIDING
13
1.
15
INVESTERINGSBESLISSINGEN, INVESTERINGSCALCULATIE EN KAPITAALBUDGETTERING
1.1
De aard van de investeringsbeslissing
15
1.2
Organisatorische context 1.2.1 Strategische context 1.2.2 Sociale context
17 18 19
1.3
De waardebasis en doelfunctie 1.3.1 Kasstromen 1.3.1.1 Financiering 1.3.1.2 Objectiviteit en toekomstgerichtheid 1.3.2 Boekhoudkundige resultaten 1.3.3 Beperkingen 1.3.4 Tijd
20 21 21 22 24 26 27
1.4
Doorlopende illustratie: Fiona NV
27
1.5
Kapitaalbudgettering 1.5.1 Ideeëngeneratie 1.5.2 Screening en eerste projectdefinitie 1.5.2.1 Technische haalbaarheid 1.5.2.2 Commerciële haalbaarheid 1.5.2.3 Financiële haalbaarheid 1.5.2.4 Strategische haalbaarheid 1.5.3 Projectdefinitie en analyse/evaluatie 1.5.4 Projectimplementatie 1.5.5 Post audit
31 33 34 36 36 36 37 38 40 40
1.6
Afsluiting
41
1.7
Bijlage Excel-werkmappen
42
6
2.
DE INVESTERINGSBESLISSING
DE TIJDSWAARDE VAN GELD
47
2.1
Alternatieve beleggingsopbrengst 2.1.1 Eindwaarde 2.1.2 Actuele waarde 2.1.3 Perpetuïteit 2.1.4 Perpetuïteit met constante groeivoet 2.1.5 Algemene opmerking
47 48 48 52 53 53
2.2
Andere elementen m.b.t. de tijdswaarde 2.2.1 Inflatie 2.2.2 Risico 2.2.3 Subjectieve tijdspreferentie
55 56 56 58
2.3
Afsluiting
59
2.4
Bijlage 2.4.1 Enkele financiële functies in Excel 2.4.2 Perpetuïteit met constante groeivoet
59 59 60
3.
SOORTEN INVESTERINGEN
63
3.1
Strategische, tactische en vervangingsinvesteringen 3.1.1 Strategische investeringen 3.1.2 Tactische en vervangingsinvesteringen
63 63 64
3.2
Conventioneel investeringsproject, leningtype en niet-conventioneel project
65
3.3
Afhankelijke en onafhankelijke investeringen
65
3.4
Afsluiting
67
4.
BASISVERONDERSTELLINGEN
69
4.1
Modelvereenvoudiging
69
4.2
Technische vereenvoudiging
70
5.
EVALUATIEMAATSTAVEN
71
5.1
Zonder rekening te houden met de tijdswaarde van geld 5.1.1 Terugverdientijd 5.1.2 Accounting rate of return en return on investment
72 72 76
5.2
Rekening houdende met de tijdswaarde van geld 5.2.1 Netto contante waarde
78 79
7
INHOUD
5.2.2 5.2.3 5.2.4 5.2.5 5.2.6
Netto contante waarde-profiel Interne rendementsvoet Verdisconteerde terugverdientijd Winstgevendheidindex Jaarlijkse equivalente kostenmethode 5.2.6.1 Kosten per eenheid 5.2.6.2 Projecten met componenten met een verschillende gebruiksduur 5.2.6.3 Overcapaciteit
83 84 93 96 99 99 102 103
5.3
Verband terugverdientijd, NCW, IR 5.3.1 Maximale terugverdientijd 5.3.2 Minimaal vereist leven 5.3.3 Verband IR en terugverdientijd
104 105 105 106
5.4
Welke methoden worden in de praktijk gebruikt?
106
5.5
Illustraties ScriptaManent en Fiona NV 5.5.1 ScriptaManent 5.5.2 Doorlopende case Fiona
107 107 107
5.6
Afsluiting
109
5.7
Excel-bijlage 5.7.1 Snel een grafische voorstelling van het NCW-profiel opstellen met de tabelfunctie 5.7.2 Nulpunten vinden met de IR-functie
109 109
6.
NCW EN IR BIJ ELKAAR WEDERZIJDS UITSLUITENDE INVESTERINGSPROJECTEN
114
117
6.1
Eénmalige investeringen
118
6.2
De herinvesteringassumptie en de GIR
121
6.3
Zich herhalende projecten
127
6.4
Afsluiting
130
7.
ENKELE PROBLEMEN BIJ HET BEPALEN VAN DE KASSTROMEN
133
7.1
Absolute of relatieve kasstromen?
133
7.2
Werkkapitaal
135
7.3
Project- en financieringsstromen
136
7.4
Deelbesparingen
137
8
DE INVESTERINGSBESLISSING
7.5
Alternatieve kosten
138
7.6
Afsluiting en algemeen voorbeeld Kas&Boek
139
8.
INTERNE KAPITAALRANTSOENERING
141
8.1
Oorzaken en types van kapitaalrantsoenering
141
8.2
Selectie bij kapitaalrantsoenering 8.2.1 Schaalbaarheid en ondeelbaarheid 8.2.2 Eén-periode en multi-periode kapitaalrantsoenering 8.2.3 Assumpties
142 143 144 144
8.3
Eén-periode kapitaalrantsoenering bij ondeelbare projecten
145
8.4
Eén-periode kapitaalrantsoenering bij schaalbare projecten
148
8.5
Multi-periode kapitaalrantsoenering bij ondeelbare projecten
149
8.6
Multi-periode kapitaalrantsoenering bij schaalbare projecten
150
8.7
Bijzondere situaties 8.7.1 Effect van elkaar wederzijds uitsluitende investeringen 8.7.2 Effect van intern gegenereerde investeringsfondsen 8.7.3 Effect van uitgestelde investeringsprojecten
151 151 152 153
8.8
Externe kapitaalrantsoenering
153
8.9
Afsluiting
154
8.10 Excel-bijlage 8.10.1 Oplosser 8.10.2 Doelzoeken
154 154 161
9.
163
INFLATIE
9.1
Principe
163
9.2
Reële of nominale rente 9.2.1 Reële rente 9.2.2 Nominale rente
164 164 166
9.3
Reële of nominale kasstromen
167
9.4
Illustratie en vergelijking
168
9.5
Ongelijkmatige prijswijzigingen
169
9.6
Afsluiting
169
INHOUD
9
10. BELASTINGEN
171
10.1 Probleemstelling
171
10.2 BTW
174
10.3 Belastingschild van de interesten
175
10.4 Belastingschild van de afschrijvingen 10.4.1 Principe 10.4.2 Afschrijvingsmethoden
176 176 181
10.5 Investeringsaftrek
184
10.6 Kapitaalsubsidies
185
10.7 Interestsubsidies
186
10.8 Globaal effect
187
10.9 Samenvattende voorbeelden 10.9.1 Voorbeeld VZW en NV 10.9.2 Fiona
188 188 192
10.10 Alternatieve berekeningswijze
198
10.11 Afsluiting
202
10.12 Excel-bijlage: afschrijvingsfuncties
202
11. BEPALING VAN HET VEREISTE RENDEMENT
205
11.1 Vreemd vermogen
207
11.2 Eigen vermogen
208
11.3 Gewogen gemiddelde kapitaalkost
209
11.4 Afsluiting
213
12. BESLUITVORMING BIJ RISICO EN ONZEKERHEID: EEN STATISCHE ANALYSE
215
12.1 Onzekerheid: statisch en dynamisch
215
12.2 Omschrijving van risico en onzekerheid
217
12.3 Invloed van risico en onzekerheid op de projectevaluatie 12.3.1 Sensitiviteitsanalyse 12.3.1.1 Principe 12.3.1.2 Case SenSim: probleemstelling 12.3.1.3 Excel Doelzoeken en macro’s 12.3.1.4 Case SenSim: sensitiviteitsanalyse
219 220 220 222 225 226
10
DE INVESTERINGSBESLISSING
12.3.1.5 Tornado diagrammen 12.3.1.6 Tekortkomingen van een sensitiviteitsanalyse 12.3.2 Scenario’s en Monte Carlo-simulatie 12.3.2.1 Scenario’s 12.3.2.2 Monte Carlo-simulatie 12.3.3 Kansenbomen, verwachte waarde en spreidingsmaatstaf 12.3.4 Risicoaangepast vereist rendement en terugverdientijdnorm 12.3.4.1 Risicoafhankelijk vereist rendement 12.3.4.2 Aangepaste terugverdientijdnorm
230 233 233 234 235 243 248 248 252
12.4 Invloed van risico en onzekerheid op de keuze tussen projecten 12.4.1 Beslissingregels gebaseerd op speltheorie zonder kansschattingen 12.4.1.1 Bayes-Laplace criterium 12.4.1.2 Maximin-regel 12.4.1.3 Maximax-regel 12.4.1.4 Hurwicz-criterium 12.4.1.5 Minimaxspijt-regel 12.4.2 Mathematische verwachting herbekeken
253 253
12.5 Doorlopende illustratie Fiona
259
12.6 Afsluiting
260
12.7 Excel-bijlage: macro’s
260
13. RISICO EN ONZEKERHEID: EEN DYNAMISCHE ANALYSE MET BESLISSINGSBOMEN
263
13.1 Inleidende concepten
267
13.2 Eén-periode beslissing
267
13.3 Meer-perioden beslissingen
276
13.4 Beslissingsbomen en instap/uitstap-beslissingen
278
13.5 Instap/uitstap-beslissingen en de waarde van informatie 13.5.1 Perfecte informatie 13.5.2 Niet-perfecte informatie
280 281 282
13.6 Afsluiting
283
14. RISICO EN ONZEKERHEID: EEN DYNAMISCHE ANALYSE OP BASIS VAN OPTIES
285
14.1 Kenmerken van reële opties
285
254 255 255 256 256 257
INHOUD
11
14.2 Begripsomschrijvingen
286
14.3 Waarde onzekerheid
291
14.4 Het binomiaalmodel 14.4.1 Het binomiaalmodel voor het waarderen van financiële opties 14.4.1.1 Basis: één-periode binomiaalmodel 14.4.1.2 Meer-perioden binomiaalmodel 14.4.2 Het binomiaalmodel voor het waarderen van reële opties
294 294 294 298 301
14.5 Het Black-Scholesmodel 14.5.1 Black-Scholesmodel voor financiële opties 14.5.2 Black-Scholesmodel voor reële opties: voorbeeld bosexploitatie
307 309 310
14.6 Verschillen financiële en reële opties
311
14.7 Afsluiting
312
14.8 Bijlage: het binomiaalmodel versus het Black-Scholesmodel
312
15. STRATEGIE, INTANGIBLES EN DE ORGANISATORISCHE CONTEXT
315
15.1 Te hoog vereist rendement
315
15.2 Overdreven optimisme
317
15.3 Prestatiebeoordeling
318
15.4 NCW en de intangibles
328
15.5 Balanced scorecard
329
15.6 Information economics
330
15.7 Afsluiting
331
BIJLAGEN
333
Bijlage 1 Tabel A Huidige waarde van € 1
334
Bijlage 2 Tabel B Huidige waarde van een annuïteit van € 1
336
Bijlage 3 Formularium
339
Bijlage 4 Lijst van de werkbladen op cd-rom
343
Lijst van de figuren
345
Geselecteerde bibliografie
349