1. ALGEMEEN 1.1. Aanleiding De Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) maakt het mogelijk bezwaar te maken tegen besluiten van de gemeente. De Awb voorziet in artikel 7:13 in de mogelijkheid dat voor de behandeling van en de advisering over ingediende bezwaarschriften een adviescommissie wordt ingesteld. De Commissie voor bezwaar van de gemeente Doetinchem is een dergelijke adviescommissie. Zij is ingesteld op basis van de “Verordening behandeling bezwaarschriften gemeente Doetinchem 2005” (hierna: de verordening). Ingevolge artikel 6 van de verordening moet de commissie een jaarverslag opstellen. Dat verslag moet de commissie ter kennis brengen aan de gemeenteraad en de bestuursorganen waaraan in het verslagjaar is geadviseerd. Het jaarverslag 2011 dient ter uitvoering van deze opdracht. 1.2. Samenstelling van de commissie De commissie bestaat uit twee kamers. De Kamer voor Sociale Zaken behandelt bezwaarschriften tegen besluiten inzake sociale voorzieningen. Dit zijn hoofdzakelijk de Wet werk en bijstand (hierna: WWB), de Wet maatschappelijke ondersteuning (hierna: Wmo) en de Regeling gehandicaptenparkeerkaart. De Kamer voor Algemene Zaken behandelt alle overige bezwaarschriften (met uitzondering van de belastingwetgeving en personeelsaangelegenheden). Te denken valt aan bezwaarschriften tegen omgevingsvergunningen, subsidies en planschadebesluiten. De commissie is volledig extern samengesteld. Zowel de Kamer voor Algemene Zaken als de Kamer voor Sociale Zaken hebben vijf commissieleden. Beide kamers hebben een eigen voorzitter. De voorzitter van de Kamer voor Algemene Zaken is ook voorzitter van de commissie als geheel. Kamer voor Algemene Zaken: mevrouw mr. C.F. Feith-Hooijer, algemeen voorzitter; de heer mr. M. Jolink, lid; mevrouw mr. S.C.B. Tollkamp, lid; de heer mr. M. Wasser, lid; de heer mr. J.N. Witsen, lid (tot 1 oktober 2011); de heer ing. R.P.J. Grondman LL.B, lid (vanaf 1 november 2011). Kamer voor Sociale Zaken: de heer R.J.H.M. Huisman, voorzitter; mevrouw mr. H.G.M. Duin, lid; de heer H.J. Pasman, lid; de heer C.W.G. Remmen, lid; mevrouw mr. Y.M.W. Wiggers, lid.
1
Secretariaat: Het secretariaat van de commissie is ondergebracht bij het team bestuurszaken van de afdeling Services. In 2011 was de samenstelling van het secretariaat als volgt: mevrouw mr. A.B.T.M. Jansen (secretaris); mevrouw ir. J.T. de Wit (secretaris); de heer H.J. Kraassenberg (senior-secretaris). Vanwege het grote aantal bezwaarschriften (een toename van 62% ten opzichte van 2010) naar aanleiding van de kanteling van de Wet maatschappelijk ondersteuning, alsmede ziekte van een van de secretarissen, heeft het secretariaat in 2011 diverse keren een beroep moeten doen op externe ondersteuning. Teneinde de grote toestroom van bezwaren in goede banen te leiden, hebben er gedurende een periode van drie maanden geen premediationgesprekken kunnen plaatsvinden. 1.3. Werkwijze van de commissie De bevoegdheden en de werkwijze van de commissie worden bepaald door de Awb en de hiervoor genoemde verordening. De commissie heeft tot taak over de aan haar voorgelegde bezwaarschriften te adviseren. In grote lijnen is de werkwijze als volgt. Ontvangst bezwaarschrift Binnen zes weken na bekendmaking van een besluit kunnen belanghebbenden een bezwaarschrift indienen. De ontvangst van een bezwaarschrift wordt zo snel mogelijk schriftelijk bevestigd. Na ontvangst van het bezwaarschrift wordt als eerste de ontvankelijkheid getoetst. Dit wil zeggen dat wordt getoetst of het bezwaarschrift tijdig is ingediend en of het aan in de Awb gestelde eisen voldoet. Als niet aan alle eisen voldaan wordt, krijgt de bezwaarmaker de gelegenheid dit binnen een bepaalde termijn te herstellen. Pre-mediation Zodra aan alle vereisten is voldaan, kijkt het secretariaat of het bezwaarschrift in aanmerking kan komen voor pre-mediation. Niet alle bezwaarschriften lenen zich namelijk hiervoor, zoals bijvoorbeeld bij conflicten waarbij veel partijen zijn betrokken, zaken die betrekking hebben op een principekwestie of waarvan het bestuursorgaan dan wel de bezwaarmaker een juridische toets willen. In het kader van het pre-mediationonderzoek wordt contact opgenomen met de bezwaarmaker, teneinde te bekijken of het zoeken naar een oplossing tot de mogelijkheden behoort. Als dit het geval is, wordt ook contact opgenomen met de vakafdeling. Wanneer beide partijen met elkaar in overleg willen, wordt er een gesprek belegd. Als door het overleg het bezwaar naar tevredenheid wordt opgelost, dan vraagt de secretaris de bezwaarde om het bezwaarschrift in te trekken. Voortzetting formele procedure Indien een overleg niet tot een bevredigende oplossing leidt, wordt het bezwaarschrift voor een hoorzitting op de agenda van een van de Commissiekamers geplaatst. Het secretariaat vraagt hiervoor bij de vakafdeling een nota van heroverweging op, alsmede alle relevante stukken. In deze nota wordt inhoudelijk ingegaan op de in het bezwaarschrift genoemde bezwaren. 2
De nota van heroverweging en de daarbij behorende stukken worden aan alle partijen en de commissieleden voor de hoorzitting toegezonden. De hoorzitting De commissie geeft zowel de bezwaarmaker als de vertegenwoordiger van het bestuursorgaan, alsmede eventueel andere belanghebbenden de gelegenheid de bezwaren en/of hun belangen toe te lichten en te reageren op de nota van heroverweging. Tijdens de hoorzitting probeert de commissie door vragen zoveel mogelijk duidelijkheid te verkrijgen. Ook de bezwaarmaker krijgt daardoor meer duidelijkheid over het besluit en zijn bezwaarschrift. Verslag hoorzitting en advies commissie Na afloop van de hoorzitting beraadslaagt de commissie in beslotenheid over het uit te brengen advies aan het bestuursorgaan. De secretaris maakt een verslag van de hoorzitting en stelt het conceptadvies op. Nadat de commissie akkoord is gegaan met de tekst, ondertekenen de voorzitter en de secretaris het verslag en het advies en wordt dit via de vakafdeling aangeboden aan het bestuursorgaan. De beslissing op het bezwaar Het advies van de commissie is voor het bestuursorgaan de basis voor de beslissing op het bezwaarschrift. Het bestuursorgaan neemt uiteindelijk een beslissing op het bezwaarschrift. In de regel wordt het advies van de commissie overgenomen. Het bestuursorgaan kan echter ook van dit advies afwijken. Indien dit het geval is, dient het bestuursorgaan de beslissing goed te motiveren. De beslissing op het bezwaarschrift wordt bekendgemaakt door verzending van het besluit aan de indiener en andere belanghebbenden. 1.4. Behandeltijd bezwaarschriften Een beslissing op een bezwaarschrift behoort binnen de daarvoor gestelde wettelijke termijn te worden genomen. In artikel 7:10 van de Awb staat dat als er een adviescommissie als genoemd in artikel 7:13 Awb is ingesteld, het bestuursorgaan binnen twaalf weken, gerekend vanaf de dag na die waarop de termijn voor het indienen van het bezwaarschrift is verstreken, moet beslissen. Het bestuursorgaan kan de beslissing voor ten hoogste zes weken verdagen. Verder uitstel is mogelijk als de indiener van het bezwaarschrift daarmee instemt en andere belanghebbenden daardoor niet in hun belangen worden geschaad of er mee instemmen. Dit uitstel is niet gebonden aan een aantal weken, maar het is gewenst om hier wel een concrete termijn aan toe te kennen. De totale maximale wettelijke behandeltermijn bedraagt derhalve 18 weken. Indien het bestuursorgaan dan geen besluit heeft genomen, kan de bezwaarmaker het bestuursorgaan in gebreke stellen. Indien vervolgens niet binnen twee weken een besluit wordt genomen, is er een dwangsom verschuldigd. De behandeltijd van de bezwaarschriften wordt nauwkeurig gevolgd door het secretariaat van de Commissie voor bezwaar. In de meeste gevallen worden bezwaarschriften die na premediation worden ingetrokken binnen een periode van vier weken afgehandeld. Waar sprake is van een ambtelijke herziening van het bestreden besluit, vindt intrekking meestal binnen vier tot acht weken plaats. In deze gevallen is namelijk vaak een advies noodzakelijk van de MO-zaak. De bezwaarschriften waarover een advies door de commissie wordt uitgebracht, worden meestal binnen tien tot veertien weken afgehandeld. In gevallen waarbij nader advies van 3
externe instanties is vereist, zal de behandeltijd wat langer in beslag nemen. Zodoende dient voor 1/3 van het aantal bezwaarschriften de beslissing op bezwaar te worden verdaagd. Tot op heden zijn -op 2 bezwaarschriften na – alle bezwaarschriften binnen de maximale termijn van 18 weken afgehandeld en is er nog geen dwangsom uitbetaald. In de 2 zaken waarop nog geen beslissing op bezwaar is genomen, heeft eveneens geen ingebrekestelling plaatsgevonden.
4
2. BEHANDELING BEZWAARSCHRIFTEN 2.1. Ingediende bezwaarschriften Bij de Commissie voor bezwaar zijn in het verslagjaar 2011 in totaal 420 bezwaarschriften binnengekomen. In 2010 bedroeg het aantal bezwaarschriften nog 259. Deze forse toename is voornamelijk veroorzaakt door de kanteling van de Wet maatschappelijke ondersteuning en heeft tot extra werk in de sociale kamer geleid. De commissie heeft in totaal 36 vergaderingen belegd, tegen 28 in 2010. 2.2. Kamer voor Algemene Zaken 2.2.1. Overloop uit 2010 In het verslagjaar 2011 heeft de commissie nog 17 adviezen uitgebracht over bezwaarschriften die in 2010 waren ingediend. Op deze bezwaren is inmiddels beslist. Ook in 15 zaken waarvan de commissie in 2010 al wel een advies heeft uitgebracht, heeft het bestuursorgaan in 2011 de beslissing op bezwaar genomen. 2.2.2. Het jaar 2011 2.2.2.1. Aantal bezwaarschriften In het verslagjaar 2011 ontving de Kamer voor Algemene Zaken in totaal 82 bezwaarschriften. De bezwaren uit 2011 waren gericht tegen 54 verschillende besluiten. Bijlage A geeft een overzicht van het aantal bezwaarschriften verdeeld naar onderwerp. 2.2.2.2. Stand van zaken per 1 januari 2012 Van de 82 bezwaarschriften waren er 2 niet gericht tegen een besluit. Deze zijn doorgestuurd naar de behandelende afdeling. Daarnaast is 1 bezwaarschrift doorgezonden naar de rechtbank. In 10 gevallen heeft er premediation plaatsgevonden. Dit heeft er toe geleid dat 4 bezwaarschriften zijn ingetrokken nadat ambtshalve herziening heeft plaatsgevonden van het eerder genomen besluit. Daarnaast zijn er 6 bezwaarschriften om andere redenen ingetrokken. De Kamer voor Algemene Zaken heeft in totaal 17 vergaderingen belegd. 13 bezwaarschriften zijn niet-ontvankelijk verklaard, 17 ongegrond en 3 gegrond. Van de zaken die inhoudelijk in de bezwaarprocedure konden worden beoordeeld – waarbij de ambtshalve herzieningen worden meegeteld – is derhalve 8,5 % gegrond verklaard. Op de peildatum 1 januari 2012 waren nog 36 bezwaarschriften in behandeling. Hiervan heeft de commissie over 22 bezwaarschriften al een advies uitgebracht. De 14 overige bezwaarschriften zijn aan het eind van het jaar ontvangen. Deze bevinden zich in de premediationfase of wachten op het agenderen voor een hoorzitting. Tegen 7 beslisssingen op bezwaar is beroep aangetekend. 2.3. Kamer voor Sociale Zaken 2.3.1. Overloop uit 2010 In het verslagjaar 2011 heeft de commissie nog 55 adviezen uitgebracht over bezwaarschriften die in 2010 waren ingediend. Op deze bezwaren is inmiddels beslist. Ook in 5 zaken waarvan de commissie in 2010 al wel een advies heeft uitgebracht , heeft het bestuursorgaan in 2011 de beslissing op bezwaar genomen. 5
2.3.2. Het jaar 2011 2.3.2.1. Aantal bezwaarschriften In het verslagjaar 2011 ontving de Kamer voor Sociale Zaken in totaal 338 bezwaarschriften, tegen 186 bezwaarschriften in 2010. Zoals hierboven al is aangegegeven komt dit geheel door de kanteling van de uitvoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning, waardoor veel besluiten inzake het toekennen van huishoudelijke hulp en vervoersvoorzieningen zijn herzien. Bijlage B geeft een overzicht van het aantal bezwaarschriften verdeeld naar onderwerp. 2.3.2.2. Stand van zaken per 1 januari 2012 Van de 338 bezwaarschriften die in het verslagjaar zijn ontvangen, heeft er voor 149 zaken premediation plaatsgevonden. Dit heeft er toe geleid dat er 130 bezwaarschriften zijn ingetrokken. Daarnaast zijn 45 bezwaarschriften ingetrokken, nadat een heroverweging heeft plaatsgevonden of het opvragen van een advies bij de MO-zaak ambtshalve tot een nieuw besluit heeft geleid. Verder zijn er 15 bezwaarschriften ingetrokken om andere redenen. De Kamer voor Sociale Zaken heeft in totaal 19 vergaderingen belegd. Naar aanleiding hiervan zijn 27 bezwaarschriften niet-ontvankelijk verklaard, 62 ongegrond en 6 gegrond. Van de zaken die inhoudelijk in de bezwaarprocedure konden worden beoordeeld – waarbij de ambtshalve herzieningen worden meegeteld – is derhalve 33% gegrond verklaard. Op de peildatum 1 januari 2012 waren nog 53 bezwaarschriften in behandeling. Hiervan heeft de commissie over 21 bezwaarschriften al een advies uitgebracht. De 32 overige bezwaarschriften zijn aan het eind van het jaar zijn ontvangen. Deze bevinden zich in de premediationfase of wachten op het agenderen voor een hoorzitting. Tegen 11 beslisssingen op bezwaar is beroep aangetekend. 2.4. Afwijken van commissie-adviezen De Commissie voor bezwaar is een adviescommissie ingevolge artikel 7:13 van de Awb. Het bestuursorgaan dat moet beslissen op het bezwaarschrift is derhalve bevoegd af te wijken van een advies van de commissie, doch dient dit dan wel uitdrukkelijk te motiveren. Ten aanzien van de adviezen van de Kamer voor Algemene Zaken zijn burgemeester en wethouders in 6 zaken contrair gegaan. Bij de Kamer voor Sociale Zaken werd in 10 gevallen door het college afgeweken. Het totaal aantal contraire zaken in 2011 is derhalve 16. In enkele gevallen is het college contrair gegaan wanneer het om een principe-kwestie handelt, doch doorgaans gaan burgemeester en wethouders contrair in zaken, waarbij na het commissie-advies nog nieuwe feiten of omstandigheden naar voor zijn gekomen.
6
3. AANBEVELINGEN Ingevolge artikel 6, derde lid, van de verordening kunnen in een jaarverslag omstandigheden worden gesignaleerd die het indienen van bezwaarschriften in de hand werken. Daarbij kunnen ook voorstellen worden gedaan om gebleken gebreken in de organisatie of in procedures te verbeteren. Op deze aanbevelingen kan door het betreffende bestuursorgaan een beslissing worden genomen. De commissie heeft tot grote tevredenheid geconstateerd dat de aanbevelingen uit het jaarverslag 2010 allemaal zijn opgepakt en uitgevoerd. Voor wat betreft de advisering door de MO-zaak heeft dit niet geleid tot een verbetering. Kortheidshalve wordt verwezen naar de hieronder vermelde aanbeveling 2. Naar aanleiding van het verslagjaar 2011 komt de commissie met de volgende aanbevelingen: 1. De commissie vraagt aandacht voor het volgende. De kanteling van de Wet maatschappelijke ondersteuning heeft in de Kamer voor Sociale Zaken geleid tot een forse toename van het aantal bezwaarschriften. Dit heeft grote gevolgen gehad voor de behandeltijden van de bezwaarschriften en de hieruit voortvloeiende kosten. Deze kanteling zet zich ook in 2012 door. Om in de toekomst beter te kunnen inspelen op de doorlooptijden van de bezwaarschriften en de hieraan gekoppelde uren van het secretariaat, verzoekt de commissie aan de gemeentelijke afdelingen om voortaan tijdig aan te geven of er grote beleidswijzigingen worden verwacht. Tevens wordt geadviseerd om bij de besluitvorming omtrent beleidswijzigingen of grote projecten aandacht te schenken aan wat de (financiële) consequenties voor de bezwaarprocedures kunnen zijn, zodat ook het beroep op de commissie in evenwicht is. 2. De Kamer voor Sociale Zaken merkt evenals voorgaande jaren op, dat de termijn waarop naar aanleiding van een bezwaarschrift (aanvullend) advies wordt uitgebracht door de MO-zaak, naar de mening van de commissie absoluut te lang is. Dit omdat het vragen van een (aanvullend) MO-zaak-advies de termijn voor de behandeling van een bezwaarschrift niet opschort. Hierdoor kan het voorkomen dat de termijn voor de behandeling van een bezwaarschrift wordt overschreden en het bestuursorgaan een dwangsom verbeurt. De commissie adviseert om hierover wederom harde afspraken te maken met de MO-zaak. Over de inhoud van de adviezen van de MO-zaak stelt de Kamer voor Sociale Zaken vast, dat deze in een groot aantal gevallen problematisch is. Uit de adviezen wordt door deze Kamer opgemaakt, dat er kennelijk twee soorten adviezen zijn: één opgesteld door een arts en een ander dat wordt opgesteld door een indicatie-adviseur. Het zou kunnen zijn dat hierin wellicht de basis ligt voor de kritiek op de inhoudelijk advisering: er ontbreken medische gegevens als de indicatie-adviseur het advies heeft opgesteld of er ontbreken praktische indicatiegegevens (bijvoorbeeld welke lichte huishoudelijk werkzaamheden kan een bezwaarde wel of niet verrichten) als de arts het advies heeft opgesteld. De commissie vraagt om deze constatering onder de aandacht van de MO-zaak te brengen, zodat hiermee met de advisering rekening wordt gehouden.
7
3. De Kamer voor Sociale Zaken vraagt de afdeling Wmo-winkel om in deze tijd van bezuinigingen hogere eisen te stellen aan de zorgvuldigheid van de intake en onderzoek naar aanvragen voor Wmo-voorzieningen, dit om te voorkomen dat aanvragers ten onrechte niet voor de diverse voorzieningen in aanmerking komen. 4. De Kamer voor Sociale Zaken stelt vast, dat het toekennen van huishoudelijke hulp gebeurt aan de hand van normtijden. In bijzondere omstandigheden kan van die normtijden worden afgeweken, zodat met de individuele omstandigheden rekening kan worden gehouden. De normtijden zijn tot stand gekomen in overleg met de Koepel voor Thuiszorginstellingen. De Kamer constateert, dat deze normtijden uitgaan van een gemiddelde situatie. Daaronder is onder andere te verstaan, dat een aanvrager altijd nog wel iets kan doen van datgene, waarvoor hij in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning gecompenseerd wordt. Dat is in de regel niet het geval als de aanvrager volledig rolstoelgebonden is. Daarom geeft de Kamer voor Sociale Zaken in overweging om het beleid ter zake zo aan te passen, dat in die situaties standaard een half of heel uur extra huishoudelijke hulp wordt toegekend. 5. De Kamer voor Algemene Zaken vraagt – nadat zij advies over een bezwaarschrift heeft uitgebracht – aandacht voor een voortvarende besluitvorming. In het afgelopen verslagjaar heeft op 2 bezwaarschriften geen tijdige besluitvorming plaatsgevonden binnen de daarvoor gestelde termijn van 18 weken. Overigens heeft er door de bezwaarmakers in deze gevallen geen ingebrekestelling plaatsgevonden. Gebeurt dat wel dan loopt de gemeente het risico dat zij een boete moet betalen.
8
Bijlage A
Bezwaren Kamer voor Algemene Zaken 2009, 2010 en 2011 2009
2010
2011
Afdeling Wonen en bedrijven Bouwvergunning Sloopvergunning Kapvergunning Uitwegvergunning Standplaatsvergunning Terrasvergunning Apv-overig Handhaving Vrijstelling/ontheffing bestemmingsplan Overig Geen bezwaar Wet dwangsom
36 0 31 0 0 0 11 9 1 4 6 0
18 1 14 1 0 0 14 10 0 0 0 0
24 1 19 1 3 1 3 7 7 0 2 1
Afdeling Maatschappelijke ontwikkeling Subsidie Overig Leerlingenvervoer
4 4 0
3 1 0
0 0 1
Afdeling Fysieke ontwikkeling Verkeersmaatregel (Plan) schadevergoeding Wet voorkeursrecht gemeenten (Voorlopige) aanwijzing monument Wet dwangsom Geluidsmaatregel
6 5 3 8 0 0
1 3 0 2 1 0
0 8 0 0 0 1
Afdeling Gemeentewinkel Gemeentelijke Basisadministratie Wet openbaarheid van bestuur
2 0
1 3
0 0
Afdeling services Wet openbaarheid van bestuur
0
0
1
Afdeling buha Afgifte parkeervignet
0
0
2
TOTAAL
130
73
82
9
Bijlage B
Bezwaren Kamer voor Sociale Zaken 2009, 2010 en 2011
Afdeling Werk en Inkomen WWB algemeen Terugvordering Beëindiging WWB bijzonder Besluit bijstandsverlening zelfstandigen Afstemming Langdurigheidstoeslag Wet inburgering Wet investeren in jongeren Wet dwangsom Overig Geen bezwaar
2009
2010
2011
30 10 0 14
42 20 11 13 1
38 16 7 30 0
16 10 2 5 1 1 3
14 4 1 4 0 1 1
2 7 7 0 0 0 1 0
Afdeling Wmo-winkel Wmo vervoersvoorziening Wmo woonvoorziening Wmo huishoudelijke hulp Gehandicaptenparkeerkaart Gehandicaptenparkeerplaats
10 7 18 5 0
11 21 23 5 1
159 9 48 4 2
TOTAAL
111
186
338
10