03
Protocol aanname en inschrijving basisschool St. Pieter d.d. 13-01+26-06-2014 PROTOCOL (bestaande uit procedure en voorwaarden) BIJ AANMELDING VAN EEN LEERLING PROCEDURE
Bij aanmelding op 4 jarige leeftijd
Bij aanmelding tussentijds
0. Met de ouders verzorgers wordt een oriënterend en/of kennismakingsgesprek gevoerd door de schoolleiding. De ouders verzorgers krijgen het aanmeldings- en intakeformulier mee naar huis en/of opgestuurd met het verzoek het formulier in te vullen en daarna het aanmeldingsformulier ingevuld mee te nemen naar het aanmeldingsgesprek (zie stap 1 hieronder) Ouders ontvangen na afloop van het gesprek de schoolgids, flyers over de MR, ouderraad, overblijven, en het inschrijf/aanname- en intakeformulier. 1. Gesprek met ouders door de IB (en/of groepsleerkracht groep) aan de hand van het ingevulde aanmeldingsformulier en het protocol waarin in ieder geval besproken wordt: Procedure protocol Criteria protocol Toestemming ouders voor inzien relevante informatie Verhaal van de ouders over hun kind, waarvan verslag wordt gemaakt Wederzijdse verwachtingen expliciteren 2. Ouders tekenen dat zij het formulier naar waarheid hebben ingevuld en akkoord gaan met de procedure (zie ook voorwaarde 1).
0. Met de ouders verzorgers wordt een oriënterend en/of kennismakingsgesprek gevoerd door de schoolleiding. De ouders verzorgers krijgen het aanmeldings (en intake) formulier mee naar huis of opgestuurd met het verzoek het formulier in te vullen en daarna het aanmeldingsformulier ingevuld mee te nemen naar het aanmeldingsgesprek (zie stap 1b hieronder) 1. Ouders ontvangen na afloop van het gesprek de schoolgids, flyers over de MR, ouderraad, overblijven en het inschrijf/aanname- en intakeformulier. 1. Gesprek met ouders door de IB en de groepsleerkracht aan de hand van het ingevulde aanmeldingsformulier en het protocol waarin in ieder geval besproken wordt: - Is bezoek gemeld aan huidige school? Zo niet, eerst melding - Toestemming om contact op te nemen met huidige school - Overige aandachtspunten: zie 1a. - Wederzijdse verwachtingen expliciteren
3. Verzamelen van relevante informatie door IB’er en/of leidinggevende Opvragen gegevens bij PSZ, Kinderdagverblijf, MKD , gastouders of schoolarts Opvragen eventuele onderzoeksverslagen
3. Verzamelen van relevante informatie door IB’er en/of leidinggevende: Opvragen onderwijskundig rapport huidige school Opvragen eventuele onderzoeksverslagen Opvragen toetsgegevens tot nu toe
Bij onvoldoende gegevens laten we of doen we zelf een pedagogisch/ didactisch onderzoek uitvoeren alvorens een besluit tot plaatsing te nemen. Indien de stappen 1 en 3 geen signalen hebben
2. Ouders tekenen dat zij het formulier naar waarheid hebben ingevuld en akkoord gaan met de procedure (zie ook voorwaarde 1).
Bij onvoldoende gegevens laten we of doen we zelf een pedagogisch/ didactisch onderzoek uitvoeren alvorens een besluit tot plaatsing te nemen. Indien de stappen 1 en 3 geen signalen hebben
opgeleverd die om verdiepend onderzoek vragen, dan stopt de procedure hier en wordt overgegaan tot plaatsing (door ondertekening van het aanmeldingsformulier door de schoolleiding; ouders krijgen afschrift). De administratieve kracht verwerkt de gegevens. Deze komen in de klapper inschrijvingen toekomst/ aanname leerlingen. Eveneens wordt de toekomstige leerling in het administratiesysteem ESIS ingevoerd + door ouders getekende leerlingenkaart.
opgeleverd die om verdiepend onderzoek vragen, dan stopt de procedure hier en wordt overgegaan tot plaatsing (door onder- tekening van het aanmeldingsformulier door de schoolleiding; ouders krijgen afschrift). De administratieve kracht verwerkt de gegevens. Deze komen in de klapper inschrijvingen toekomst/ aanname leerlingen. Eveneens wordt de toekomstige leerling in het administratiesysteem ESIS ingevoerd + door ouders getekende leerlingenkaart..
Ongeveer 4 weken voor de plaatsing krijgt de leerling een welkomstkaartje met startdatum en het verzoek aan de ouders via mondeling of telefonisch overleg een afspraak te maken voor ‘oefenmomenten’. Dit zijn maximaal 5 dagdelen. Op de dag dat het kind naar school komt wordt Op de dag dat het kind naar school komt wordt de leerlingenkaart, het intake- en de leerlingenkaart, het intake- en aannameformulier in het leerlingendossier van het aannameformulier in het leerlingendossier van kind bij de desbetreffende groep geplaatst. het kind bij de desbetreffende groep geplaatst. Hiervoor is de administratieve kracht Hiervoor is de administratieve kracht verantwoordelijk. verantwoordelijk. In het andere geval wordt stap 1-3 voortgezet In het andere geval wordt stap 1-3 voortgezet met: met: Observatie in huidige context door IB of Observatie in huidige context door IB of groepsleerkracht groepsleerkacht Gesprek met het kind in de huidige Gesprek met het kind in de huidige context context Indien noodzakelijk: aanvullend Indien noodzakelijk: aanvullend onderzoek laten doen onderzoek laten doen 4. De verzamelde gegevens worden schriftelijk vastgelegd op en bij het intakeformulier (door IB’er en/of groepsleerkracht) 5. Toetsen van de verzamelde informatie door IB’er en leidinggevende aan de hand van de criteria (zie hieronder); 6. Bij twijfel laten toetsen van de voorlopige beslissing door een extern deskundige 7. Informeren over en consulteren van het team m.b.t. de voorlopige beslissing; 8. Nemen en formuleren van de definitieve beslissing door de schoolleiding op grond van alle verzamelde informatie en meningen; 9. In een gesprek de ouders informeren over de definitieve beslissing waarna zij deze op schrift meekrijgen; Bij aanmelding op 4 jarige leeftijd Bij aanmelding tussentijds 10. In geval van een negatieve beslissing de 10. In geval van een negatieve beslissing de ouders door verwijzen naar een andere school of ouders terug verwijzen naar de verwijzende het Samenwerkingsverband. school. 11. Bij een positieve beslissing wordt het ontwikkelingsperspectief inclusief een individueel handelingsplan opgesteld door de IB’er in samenspraak met de leerkracht; 12. Het bespreken en definitief vaststellen van het ontwikkelingsperspectief en handelingsplan met de ouders door leerkracht, IB’er en/of leidinggevende; 13. Uitvoeren van het handelingsplan; 14. Tussentijdse evaluatie van het handelingsplan na drie maanden met de ouders
door de leerkracht en IB’er en het op grond daarvan zo nodig aanpassen daarvan; 15. Na zes maanden. Beslismoment om al of niet door te gaan. Groepsleerkracht, IB’er en leidinggevende evalueren op basis van de ervaringen tot dan toe en nemen een beslissing en nemen daarbij de voorwaarden c.q. criteria (zie hieronder) om de vereiste ondersteuning te kunnen bieden mee in hun beslissing; 16. Gesprek met de ouders waarin de beslissing wordt meegedeeld en toegelicht; 17. In geval van een negatieve beslissing volgt terug verwijzing naar het samenwerkingsverband of doorverwijzing naar een andere school binnen het samenwerkingsverband die de vereiste ondersteuning wel kan bieden. 18. In het geval van een positieve beslissing wordt verder gegaan met de uitvoering van het handelingsplan; 19. Evaluatie van het handelingsplan en op grond daarvan indien nodig het aanpassen van het ontwikkelingsperspectief door leerkracht, IB’er en leidinggevende; 20. Jaarevaluatie met de ouders door leerkracht en IB’er; 21. Herhaling van de stappen 11 t/m 20 in alle volgende jaren;
VOORWAARDEN C.Q. CRITERIA voor de ondersteuning aan leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften (Grenzen aan onze ondersteuningsmogelijkheden) 1a. Ouders dienen schriftelijk in te stemmen met het protocol door ondertekening van het aanmeldingsformulier en geven daarmee toestemming voor het inwinnen van informatie bij derden en het in het protocol opgenomen jaarlijks terugkerend beslismoment en de mogelijke consequenties daarvan (zie stap 15 in de procedure); anders stopt de procedure en gaan wij niet over tot plaatsing. 1b. Ouders dienen in te stemmen met het voorgestelde ondersteuningsarrangement en dienen daar aan mee te werken.
2.
3.
4. 5. 6. 7.
Onderstaande criteria (nrs. 2 t/m 12) nemen wij mee in de beslissing tot plaatsing of niet en/of continuering of niet (zie stap 5 en 15 in de procedure) in het geval van een leerling met specifieke onderwijsbehoeften. Er dient in voldoende mate expertise (handelingsbekwaamheid leerkrachten binnen passend onderwijs, specialisten op gebied van lezen/taal, rekenen, meerbegaafdheid en gedrag) aanwezig te zijn binnen onze school op het gebied van de ondersteuningsvraag en/of deze expertise dient structureel beschikbaar te zijn van buiten de school; Wanneer sprake is van een laag I.Q. (< 80) en/of een grote (meer dan 15 punten) discrepantie tussen de verbale en performale score en/of de leerachterstand groter is dan twee jaar t.o.v. het gemiddelde voor de leeftijd; Wanneer er sprake is van een meervoudige problematiek; Wanneer de veiligheid van het kind, de andere leerlingen in de groep en de leerkracht niet gewaarborgd kan worden doordat het kind structureel grensoverschrijdend gedrag vertoont Wanneer er sprake is van een noodzakelijke en structurele 1 op 1 behandeling; Wanneer een kind in zijn of haar cognitieve en/of sociale ontwikkeling over een periode van minstens een jaar geen vordering laat zien;
8. Wanneer het welbevinden van het kind structureel in het geding is en het kind over een langere periode niet met plezier naar school komt 9. Kinderen waarbij door een sterk vertraagde taal- en spraakontwikkeling* (meer dan een jaar
logopedische ondersteuning) een voor het onderwijsleerproces noodzakelijk niveau van communicatie niet ontwikkeld is of kan worden; 10. Kinderen waarbij de medische en verzorgende behoeften van dien aard zijn dat hier binnen de reguliere en extra formatieve middelen van onze school geen mogelijkheden gecreëerd kunnen worden; 11. Wanneer het gebouw of de groepslokalen niet geschikt is/zijn en niet geschikt gemaakt kan/kunnen worden t.b.v. van de toegankelijkheid voor de betreffende leerling; 12. Het totaal aantal leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften is afhankelijk van de zwaarte van de groep (aantal reeds aanwezige leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften, totaal aantal leerlingen in de groep, combinatiegroep of niet, aantal verschillende leerkrachten voor de groep, groepsdynamiek, fysieke ruimte in het lokaal) (Zie ook: groepsoverzicht onderwijsrelevante kenmerken)
*Logopedische uitval op minstens 2 spraak-taalaspecten aangetoond met minimaal 2 gekwalificeerde testen per aspect die een uitval van -1,5 standaard deviatie of meer laten zien. Logopedische therapie laat onvoldoende vooruitgang zien. De volgende aspecten worden onderscheiden: Spraakproductie: het spreken Auditieve verwerking: het luisteren Grammaticale kennisontwikkeling: het begrijpen en maken van zinnen Lexicaal-semantische kennisontwikkeling: de woordenschat en het vertellen (Zie www.zeon.nl) BIJLAGEN: 1. Aanmeldings/intakeformulier BS St. Pieter 4-jarige 2. Aanmeldings/intakeformulier BS St. Pieter zij-instromer 3. Regelgeving (aan te passen aan passend onderwijs) en stroomschema passend onderwijs Bijlage 03. Regelgeving Door de overheid zijn regels gesteld ten aanzien van de aanname en inschrijving van leerlingen. Deze zijn vastgelegd in de Wet op het Primair Onderwijs en de Wet op de Expertisecentra. De volgende bepalingen daaruit zijn relevant: Wettelijke bepalingen voor het toelaten en verwijderen van leerlingen De Wet op het primair onderwijs bevat artikelen die uitspraken doen over toelating en verwijdering van leerlingen in het primair onderwijs. 1. 2.
3.
4.
e
Kinderen kunnen pas als leerling van een basisschool ingeschreven worden vanaf hun 4 levensjaar Kinderen kunnen vanaf de leeftijd van 3 jaar en 10 maanden maximaal op een vijftal momenten komen kennismaken in school. Een ochtendschooltijd, een middagschooltijd of een hele schooldag gelden allemaal als één kennismakingsmoment. Voor de toelating van leerlingen mogen geen financiële drempels gelden. In zoverre de school (of een daaraan gerelateerde organisatie zoals de oudervereniging) een geldelijke bijdrage aan de ouders van een leerling vraagt, is dit op vrijwillige basis en dient de school dit ook aan de ouders duidelijk kenbaar te maken, bijvoorbeeld in de schoolgids Toelating van leerlingen afkomstig van een school voor speciaal onderwijs, een school voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs of een instelling voor speciaal en voortgezet speciaal
5.
onderwijs, alsmede overgang van een leerling naar een dergelijke school of instelling, vindt slechts plaats in overeenstemming met de ouders en het bevoegd gezag van de desbetreffende school of instelling. De schoolleider schrijft een leerling slechts in na overlegging van: a. een bewijs van uitschrijving van de leerling van een andere school of instelling voor ander onderwijs, dat op het moment van inschrijving niet ouder is dan 6 maanden of b. een schriftelijke verklaring van de ouders dat de aangemelde leerling binnen een periode van 6 maanden voorafgaand aan de gewenste datum van inschrijving niet eerder op een andere school of instelling voor ander onderwijs was ingeschreven.
6. Een leerling wordt niet toegelaten tot een speciale school voor basisonderwijs dan nadat de permanente commissie leerlingenzorg van het samenwerkingsverband waarvan de speciale school voor basisonderwijs deel uitmaakt, heeft bepaald dat plaatsing van de leerling op een zodanige school noodzakelijk is. 7. De toelating tot een speciale school voor basisonderwijs wordt niet geweigerd op de grond dat de leerling niet is aangewezen op het onderwijs van een speciale school voor basisonderwijs, indien de permanente commissie leerlingenzorg van het samenwerkingsverband waaraan de speciale school voor basisonderwijs deelneemt heeft bepaald dat plaatsing van de leerling op een speciale school voor basisonderwijs noodzakelijk is. De toelating van een leerling van een basisschool tot een speciale school voor basisonderwijs van het samenwerkingsverband waaraan de basisschool deelneemt wordt voorts niet geweigerd op denominatieve gronden, tenzij de ouders van de leerling weigeren te verklaren dat zij de grondslag van het onderwijs van de school zullen respecteren. 8. Voordat wordt besloten tot verwijdering, hoort het bevoegd gezag de betrokken groepsleerkracht. Definitieve verwijdering van een leerling vindt niet plaats dan nadat het bevoegd gezag ervoor heeft zorggedragen dat een andere school, een school voor speciaal onderwijs, een school voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs of een instelling voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs bereid is de leerling toe te laten. Indien aantoonbaar gedurende acht weken zonder succes is gezocht naar een zodanige school of instelling waarnaar kan worden verwezen, kan in afwijking van de vorige volzin tot definitieve verwijdering worden overgegaan. 9. Indien tegen de beslissing bedoeld in het eerste lid bezwaar is gemaakt beslist het bevoegd gezag in afwijking van artikel 7:10 van de Algemene wet bestuursrecht binnen vier weken na ontvangst van het bezwaarschrift. 10. Een bewijs van uitschrijving dan wel de verklaring, zoals bedoeld in artikel 3.5 onder b. wordt bewaard in het dossier van de leerling. De directeur van de school draagt hier zorg voor. 11. De directeur doet in geval dat een leerling wordt ingeschreven, hiervan schriftelijk mededeling aan de gemeente waar de leerling woonachtig is, alsook aan de directeur van de school of andere instelling voor onderwijs waar de leerling voordien was ingeschreven en wel binnen een week, waarbij de datum van inschrijving vermeld wordt. Artikel 63. Besluiten bijzonder onderwijs inzake toelating en verwijdering en bezwaarprocedure 1. 2.
(Niet van toepassing) Indien het bevoegd gezag van een bijzondere school op grond van artikel 40 weigert een leerling toe te laten dan wel een leerling verwijdert, maakt het besluit daartoe, schriftelijk en met redenen omkleed, bekend door toezending of uitreiking aan de ouders. Daarbij wordt tevens de inhoud van het bepaalde in het derde lid, eerste volzin, vermeld. Voor dat het bevoegd gezag van een bijzondere school op grond van dat artikel beslist tot verwijdering van een leerling, hoort het de ouders van de leerling, onverminderd het bepaalde in dat artikellid.
3.
Binnen zes weken na de bekendmaking, bedoeld in het tweede lid, kunnen de ouders bij het bevoegd gezag schriftelijk bezwaar maken tegen de beslissing. Het bevoegd gezag beslist binnen vier weken na ontvangst van het bezwaarschrift. Alvorens te beslissen hoort het bevoegd gezag de ouders.
Uit de artikelen kan men het volgende concluderen. Anders dan het openbaar onderwijs, dat in principe toegankelijk is voor alle kinderen zonder onderscheid van godsdienst of levensbeschouwing (artikel 46 lid 2), heeft het bijzonder onderwijs het recht om toelatingsbeleid te voeren. Daarbij kan het schoolbestuur godsdienstige of levensbeschouwelijke criteria hanteren maar het hoeft zich daar niet toe te beperken. Ook andere gronden kunnen rechtvaardigen een leerling die zich heeft aangemeld niet toe te laten tot de school. Bovendien is in de Leerplichtwet 1969 het volgende opgenomen: Artikel 18 De hoofden geven aan Burgemeester en Wethouders binnen zeven dagen kennis van in- en afschrijvingen van leerlingen ten aanzien van wie deze wet van toepassing is. Een besluit tot verwijdering van een leerling wordt terstond (aan B en W) gemeld. De meeste leerlingen kunnen zonder problemen naar school. Bij aanmelding is een diepgaande procedure niet nodig. Leerlingen die om wat voor reden dan ook extra zorg nodig hebben, moeten zo vroeg mogelijk worden gesignaleerd. Dat kan in principe bij de aanmelding, door alle ouders een aantal vragen voor te leggen waaruit snel blijkt of er al dan niet sprake is van extra zorgbehoefte. De vragen kunnen standaard worden opgenomen bij het inschrijfformulier. Wij hebben ze in ons plan beknopt gehouden. Een nadeel daarvan is dat ouders misschien niet goed begrijpen wat er precies gevraagd wordt of wat ze wel of niet moeten aangeven. De school kan er ook voor kiezen de vragen bij de mondelinge intake te stellen. Dat verdient de voorkeur, omdat de vragen en antwoorden dan direct van beide kanten toegelicht kunnen worden.