0 1
Inleiding: een open architectuurcultuur in Vlaanderen – van consolidering naar kwalitatieve doorbraak ...................................... 3 Inhoudelijk beleidsplan.................................................................... 5 1.1
Identiteit van de organisatie .........................................................................5
1.1.1 Mission statement van de organisatie ................................................................................ 5 1.1.2 Strategische doelstellingen voor de periode 2013-2016..................................................... 6 1.1.3 Korte schets van de voorbije en huidige werking ............................................................... 6 1.1.3.1 Historiek ...................................................................................................................... 6 1.1.3.2 Huidige werking ................................................................................................ 7 1.1.4 Sterkte-Zwakte-Kansen-Bedreigingen analyse .................................................................... 9 1.1.4.1 Architectuurcultuur in Vlaanderen: sterktes en kansen ............................................. 9 1.1.4.3 VAI: Zwaktes en bedreigingen .................................................................................. 10 1.1.5 Verhouding tot het kunstenveld ....................................................................................... 11 1.1.5.1 Specifieke aspecten architectuurcultuur binnen het Kunstendecreet ..................... 11 1.1.5.2 Sector architectuur ................................................................................................... 11 1.1.4.3 Sector architectuurcultuur........................................................................................ 12 1.1.4.4 Sector kunsten .......................................................................................................... 12 1.1.4.5 Sector onderwijs/onderzoek .................................................................................... 13 1.1.4.6 VAi in internationaal perspectief .............................................................................. 13 1.1.5 Uniciteit van de organisatie ............................................................................................... 15 1.1.5.1 Profilering en positionering ...................................................................................... 15 1.1.5.2 Langetermijnvisie ...................................................................................................... 15 1.1.5.3. Landelijke en internationale uitstraling ................................................................... 15 1.1.5.3 Samenwerking/ netwerking ...................................................................................... 15 1.1.4.6 Haalbaarheid (zie ook: zakelijk beleidsplan) ............................................................. 16
1.2
Artistieke inhoudelijke plannen...................................................................17
1.2.1 Steunpunt èn instituut ...................................................................................................... 17 1.2.2. Maatschappelijke thema’s en operationele doelstellingen ............................................. 17 1.2.3 Activiteiten ........................................................................................................................ 19 1.2.3.1 Doelstelling 1: Het VAi als platform legt verbindingen tussen beroepspraktijk, onderzoek en publiek ........................................................................................................... 19 1.2.3.2 Doelstelling 2: Het VAi zorgt voor informatie- en kennisdisseminatie als basis voor een goed ontwikkelde architectuurcultuur .......................................................................... 23 1.2.3.3 Doelstelling 3: Het VAi ondersteunt de ontwikkeling van experimentele en toekomstgerichte ontwerpconcepten en –benaderingen .................................................... 27 1.2.3.4 Doelstelling 4: Versterking van het internationale profiel van de Vlaamse architectuur .......................................................................................................................... 27 1.2.3.5 Doelstelling 5: Het VAi ontwikkelt geïntegreerde projecten vanuit de kennis van het architectonisch erfgoed en van actuele ontwikkelingen in de samenleving en het architectuurveld.................................................................................................................... 28 1.2.3.6 Doelstelling 6: Het VAi creëert en ontsluit gegevens, informatie en monitoringsinstrumenten voor de architectuurcultuur ten behoeve van beleidsvoorbereidend werk, participatie en diversiteit ....................................................... 31 1.2.4 Publicatiebeleid ................................................................................................................. 32
1
1.3
Begeleiding en logistieke ondersteuning van ontwerpers en onderzoekers 35
1.3.1 Advies steunmaatregelen .................................................................................................. 35 1.3.2 Stimuleren architectuurcultuur d.m.v. foto- en tekstopdrachten .................................... 35 1.3.3 Presentatie jonge architecten ........................................................................................... 35 1.3.4. Bevordering architectuurkritiek ....................................................................................... 35
1.4
Samenwerking en netwerking met andere organisaties.............................37
1.4.1 Opsomming van de partners ............................................................................................. 37 1.4.2 Concrete meerwaarde van de samenwerking................................................................... 37
1.5
Publiekswerking en publiekswerving ..........................................................39
1.5.1 Doelgroepen ...................................................................................................................... 39 1.5.2 Publiekswerving................................................................................................................. 41
1.6
Verkoop en spreiding ..................................................................................42
1.6.1 Verspreiding en verkoop publicaties ................................................................................. 42 1.6.2 Kaartverkoop publieksevenementen ................................................................................ 43
2
0 Inleiding: een open architectuurcultuur in Vlaanderen – van consolidering naar kwalitatieve doorbraak In de voorbije jaren is de belangstelling voor architectuur sterk gegroeid. De aandacht in de media voor spraakmakende nieuwe gebouwen en stedenbouwkundige projecten heeft ertoe geleid dat het besef dat architectuur een belangrijke bijdrage aan de kwaliteit van de leefomgeving levert bij grotere groepen toeneemt. Het Vlaamse architectuurbeleid heeft een positieve invloed uitgeoefend op de architecturale kwaliteit van een belangrijk deel van de bouwproductie en nieuwe kansen geboden aan architectenbureaus. Tegelijkertijd groeit in het publieke debat in Vlaanderen langzaam het bewustzijn dat ook de ruimtelijke inrichting van het land aan een grondige herziening toe is en dat nieuwe concepten voor verdicht wonen en werken de enige uitkomst bieden voor een duurzame verbetering van het leefmilieu. De bijdrage van architecten, landschapsarchitecten en stedenbouwkundig ontwerpers zal daarbij cruciaal zijn. De dynamiek van de Vlaamse architectuurcultuur wordt inmiddels ook internationaal zeer sterk waargenomen. Dit geldt voor de recente architectuurproductie en het werk van internationaal opererende ontwerpbureaus, maar ook voor het wetenschappelijk onderzoek dat in de verschillende universitaire instellingen wordt verricht. De grote zichtbaarheid van Vlaamse architecten op de Architectuurbiënnale in Venetië en de grote aandacht voor, onder andere, de stedelijke vernieuwing in Gent en Antwerpen hebben een klimaat gecreëerd waarin voor ontwerpers en onderzoekers ongekende nieuwe mogelijkheden zijn ontstaan om zich sterker internationaal te profileren. De levendige internationale discussie over de bijdrage van architectuur aan de hedendaagse cultuur, waarin Vlaamse ontwerpers en onderzoekers nu grotere zichtbaarheid hebben verworven, zal ook een stimulerend effect op de architectuur- en de bouwcultuur in Vlaanderen hebben. Zoals een recent mappingonderzoek naar het architectuurbeleid in Vlaanderen aangeeft, neemt het VAi een sleutelrol in binnen het veld van architectuurorganisaties, wetenschappelijke instellingen, architectenbureaus en de overheid. Het VAi combineert de functies van een kunstensteunpunt voor de architectuursector met een uitgesproken platformfunctie voor ontwerpers, wetenschappers en media en met een brede publiekswerking. Het VAi stimuleert ontwerpers en onderzoekers om zich uit te spreken over de culturele aspecten van hun werk. Het biedt actieve ondersteuning aan architecten en wetenschappers om het architectuurdebat te voeden met nieuwe concepten voor b.v. wonen, werken, zorg en onderwijs. Het biedt een platform voor een kruisbestuiving van ideeën uit de ontwerppraktijk en de onderzoeksinstellingen en de vragen van de samenleving. In zijn omvangrijke publiekswerking en in publicaties agendeert het VAi maatschappelijke vraagstukken die van belang zijn voor de architectuur. Ongeacht deze centrale rol van het VAi voor de architectuurcultuur in Vlaanderen en ondanks de sterk groeiende belangstelling voor architectuur in de samenleving, kende de werking van het instituut ook een zekere tendens van stagnatie. Voor een groot deel is deze ontwikkeling te wijten aan de sterke vermindering van de middelen over een periode van enkele jaren. Vanuit een kritische zelfreflectie zal het VAi zijn positie als steunpunt, als hèt architectuurinstituut in Vlaanderen en als nationaal en internationaal platform opnieuw aanscherpen. In dit beleidsplan worden enkele krijtlijnen aangereikt voor de verdere ontwikkeling van het VAi tot een volwaardige en slagkrachtige organisatie voor de architectuurcultuur in Vlaanderen en voor de internationale presentatie van Vlaamse architectuur. Het VAi zal ook in de toekomst een lenige en flexibele organisatie zijn die haar kracht ontleent aan het netwerk van partners en in belangrijke mate streeft naar een multiplicatie van het effect van bestaande initiatieven. 3
Maar om deze rol goed te vervullen, moet het instituut zich kunnen versterken. Deze versterking zal ook nodig zijn om de mogelijke doorbraak van de Vlaamse architectuurcultuur te continueren en krachtig te ondersteunen. Het activiteitenprogramma ‘Architectuur hier!’ waarmee het VAi in het najaar 2011 zeer offensief de publiciteit heeft gezocht, geeft daarbij aan hoe we deze ambities in de periode 2013-2016 willen realiseren.
4
1 Inhoudelijk beleidsplan 1.1 Identiteit van de organisatie 1.1.1 Mission statement van de organisatie Het Vlaams Architectuurinstituut heeft de taak om het bewustzijn voor het belang van een goed ontworpen leefomgeving bij ontwerpers, onderzoekers, beleidsmakers en het brede publiek te vergroten, het maatschappelijke debat omtrent het ontwerp van gebouwen en steden te stimuleren en om kennis over architectuur te verspreiden. Het VAI is het voornaamste aanspreekpunt voor informatie omtrent Vlaamse architectuur en actuele ontwikkelingen in het architecturale beleid in Vlaanderen. De steunpuntwerking van het VAi kent vijf hoofdaspecten: -
ondersteuning van het architectuurbeleid door informatieoverdracht tussen beleidsmakers, ontwerpers en publiek ondersteuning van initiatieven voor de ontwikkeling, bundeling en verspreiding van kennis voor architecten, onderzoekers en architectuurorganisaties ondersteuning voor innovatieve ontwerp- en onderzoeksinitiatieven van ontwerpers en onderzoekers het faciliteren van het debat over actuele ontwikkelingen op het gebied van architectuur, landschapsontwerp, stedenbouw en interieur tussen de ontwerppraktijk, de wetenschappelijke instellingen, het beleid en het brede publiek een brug slaan tussen de architectuurcultuur en de erfgoedsector het ondersteunen van een goed architectuurklimaat door middel van publiekswerking in de vorm van tentoonstellingen, lezingen, debatten, publicaties en publieke evenementen
Deze taken zijn in de werking van het VAi vertaald in een aantal concrete werkingsvelden: Ondersteuning Binnen de Vlaamse kunstensector vervult het VAi de rol van bemiddelaar. Ontwerpers en onderzoekers die een project voor de kennisontwikkeling of –verspreiding willen realiseren, kunnen bij het instituut terecht voor advies over de inhoud, de strategische inbedding en de financieringsmogelijkheden. Het gaat hier om jonge ontwerpbureaus die kunnen profiteren van de aanvullende expertise van het VAi omtrent onderzoeksmethodes, financieringsmogelijkheden en internationale netwerken. Platformfunctie Het VAi heeft een landelijke platformfunctie in het presenteren van actuele ontwikkelingen en het stimuleren van een publiek debat over ruimtelijke ordening, het erfgoed en de kwaliteit van de gebouwde omgeving. Dit geldt ook voor de erfgoedsector die het architectuurdebat kritisch hoort te begeleiden, en omgekeerd. Het VAi legt een verbinding tussen de architectuurcultuur en de erfgoedsector door onderdak te bieden aan het Centrum voor Vlaamse Architectuurarchieven (CVAa) dat de verwerving van archieven op het gebied van architectuur en vormgeving coördineert en de samenwerking stimuleert tussen de verschillende archiefinstellingen in Vlaanderen. Bemiddeling en publiekswerking Het VAi organiseert tentoonstellingen en publieke evenementen en debatten, het initieert (en maakt) publicaties. Anderzijds brengt het VAi het Vlaamse publiek in aanraking met belangwekkende internationale ontwikkelingen in de architectuur door middel van tentoonstellingen en lezingen. 5
Internationale werking Buiten Vlaanderen speelt het VAi een faciliterende en coördinerende rol voor de Vlaamse aanwezigheid bij internationale evenementen - zoals de Architectuurbiënnale in Venetië - en helpt internationale verbindingen te leggen voor architecten en architectuurorganisaties. Als de grootste instelling in de culturele architectuursector in Vlaanderen is het VAi de belangrijkste partner voor het internationale architectuurbeleid van Vlaanderen. Het VAi draagt er in zijn vele internationale contacten zorg voor dat de architectuurproductie in Vlaanderen in het buitenland de bekendheid krijgt die zij verdient.
1.1.2 Strategische doelstellingen voor de periode 2013-2016 Doelstelling 1: Het VAi als platform legt verbindingen tussen beroepspraktijk, onderzoek en publiek Doelstelling 2: Het VAi zorgt voor informatie- en kennisdisseminatie als basis voor een goed ontwikkelde architectuurcultuur Doelstelling 3: Het VAi ondersteunt de ontwikkeling van experimentele en toekomstgerichte ontwerpconcepten en -benaderingen Doelstelling 4: Het VAi versterkt het internationale profiel van de Vlaamse architectuur Doelstelling 5: Het VAi ontwikkelt geïntegreerde projecten vanuit de kennis van het architectonisch erfgoed en van actuele ontwikkelingen in de samenleving en het architectuurveld Doelstelling 6: Het VAi creëert en ontsluit gegevens, informatie en monitoringsinstrumenten voor de architectuurcultuur ten behoeve van beleidsvoorbereidend werk, participatie en diversiteit
1.1.3 Korte schets van de voorbije en huidige werking 1.1.3.1 Historiek Initiatieven om ook in Vlaanderen een architectuurinstituut op te richten gaan terug tot begin jaren tachtig. De oprichting van een Architectuurinstituut werd opgenomen in het regeerakkoord 20002004. Daarbij werd uitgegaan van een uitgebreide bevraging/nota van de sector en het model van het ambitieus opgezette Nederlands Architectuurinstituut, dat een publiekswerking met collectiebeheer en verwerving van architectuurarchieven als speerpunten benadrukte. In 2001 werd het VAi als onafhankelijke vzw op vraag van de culturele overheid opgericht. In de statuten omschrijft het instituut zich als steunpunt voor de architectuur. Tijdens de legislatuur 20002004 werd het concept van ‘kunstensteunpunten’ voor de diverse kunstensectoren ontwikkeld. Het VAi werd een kunstensteunpunt waarbij vanaf het begin duidelijk werd gesteld dat de publiekswerking een centrale taak van het nieuwe instituut zou moeten zijn. Dit werd ook expliciet in de taakstelling door de minister vermeld.
6
In de samenwerkingsovereenkomst 2007-2009 wordt erkend dat het VAi fundamenteel verschilt van de andere kunstensteunpunten (zie artikel 4, §3) omdat het ook belangrijke publieksopdrachten realiseert gericht op een breed publiek. Dit impliceert dat de opdracht van het instituut als kunstensteunpunt vanaf het begin breder is dan dit van een klassiek kunstensteunpunt. In een sector, die grotendeels buiten het gesubsidieerde veld van de kunsten opereert, benadrukt het kunstensteunpunt de culturele aspecten van architectuur. De ondersteuning van een goed architectuurklimaat houdt vooral de sensibilisering van opdrachtgevers, beleidsmakers en het brede publiek in. Een krachtige publiekswerking is daarom een kerntaak voor een kunstensteunpunt voor de architectuur. In november 2003 werd het Centrum Vlaamse Architectuurarchieven (CVAa) opgericht binnen de instelling. Dit expertisecentrum wordt gefinancierd met middelen uit het decreet op privaatrechtelijke archieven en het Erfgoeddecreet. De huidige archiefwerking wordt binnen het vernieuwde erfgoeddecreet opgenomen en is op basis van een beleidsplan voorzien van werkingssubsidies tot 2012. VAi en CVAa zijn zowel organisatorisch als inhoudelijk nauw met elkaar verbonden. Dit heeft een meerwaarde voor het geheel van de organisatie die in de periode 2013-16 nog meer benadrukt zal worden.
1.1.3.2 Huidige werking De beschrijving van de werking van het VAi in 2008-2012 kent een duidelijke periodisering. De opening van nieuwe huisvesting en de samenwerkingsovereenkomst tussen het architectuurinstituut en deSingel Internationale Kunstencampus in het najaar 2010 luidde het begin in van een vernieuwde en actievere publiekswerking. Deze publiekswerking is sinds begin 2011 met het aantreden van de nieuwe directeur van het VAi verdergezet. Het VAi is sindsdien sterk naar buiten getreden met tentoonstellingen, lezingen en publieke debatten en wil daarmee invulling geven aan de opdracht om deSingel tot een herkenbare bestemming voor de architectuurcultuur in Vlaanderen te maken. Deze werking is alleen mogelijk door zeer intensief samen te werken met een grote groep partners: kunstinstellingen, architectuurorganisaties, de Antwerpse stadsbouwmeester, universiteiten en hogescholen. Met name de samenwerking met het team van de Vlaams Bouwmeester kent een zeer sterke ontwikkeling, die concreet vorm krijgt in de organisatie van de Vlaamse inzending voor de Architectuurbiënnale in Venetië 2012 en nieuwe initiatieven op het vlak van de zorgarchitectuur, het onderwijs en toekomstgerichte woonconcepten. Deze lijn is nu ingezet, maar zal vooral in de beschrijving van de periode 2013-2016 vorm krijgen. Het VAi verbindt zich nadrukkelijk tot een hechte samenwerking met deze partners en verwacht dat hiermee een sterke en effectieve alliantie voor de Vlaamse architectuurcultuur ontstaat. De huidige werking van het VAi kan onderscheiden worden in vier deelgebieden: -
taken als steunpunt en faciliterend platform dataverzameling stimulering van nieuwe ontwikkelingen in ontwerp/onderzoek publiekswerking internationale werking
7
Taken als steunpunt en faciliterend platform De ‘klassieke’ steunpunttaken omvatten de adviesverlening aan aanvragers van subsidies vanuit het kunstendecreet en de ondersteuning van architectuurorganisaties. Deze taken worden deels in samenwerking met partners binnen de architectuursector uitgevoerd, deels in samenwerking met de andere kunstensteunpunten. Hierbij hoort ook de disseminatie van kennis en informatie waarbij het VAi een centrale rol binnen de architectuurcultuur in Vlaanderen inneemt. Dataverzameling Binnen de samenwerking van de kunstensteunpunten heeft het VAi de gegevens die vanuit de architectuursector relevant zijn in kaart gebracht en daarbij een bijdrage geleverd aan Kwarts. In samenwerking met een aantal organisaties binnen architectuur heeft het VAi daarnaast meegewerkt aan een uitgebreide enquête onder architecten met het doel de verwachtingen en noden van de beroepsgroep ten aanzien van de culturele instellingen te identificeren. Stimulering van nieuwe ontwikkelingen in ontwerp/onderzoek Zowel door zijn adviesverlening als door regelmatig overleg met ontwerpbureaus en onderwijsinstellingen heeft het VAi zijn rol als stimulerende partij voor het ontwikkelen van nieuwe ontwerpbenaderingen en -concepten actief waargenomen. Daarbij hoort ook de werking van het VAi in het kader van geïntegreerde projecten voor onderzoek, ontwerp en kennisoverdracht, waaronder het project rond de architect Renaat Braem in 2010. Publiekswerking De publiekswerking van het VAi kende met de Dag van de Architectuur in de jaren 2007, 2009 en 2011 een duidelijke focus. Daarnaast zijn er sinds 2010 in samenwerking met deSingel internationale kunstcampus een reeks tentoonstellingen ontwikkeld die de neerslag vormen van geïntegreerde projecten, ontwerpend onderzoek of de internationale werking. In dezelfde periode heeft het VAi een reeks publicaties (met name de jaarboeken 2008 en 2010) geproduceerd, of er faciliterend aan meegewerkt, waarin de architectuur in Vlaanderen aan het brede publiek wordt gepresenteerd. Internationale werking Het VAi stimuleert en ondersteunt de presentatie van Vlaamse architecten en onderzoekers op internationale fora actief. Dit geldt zowel voor de aanwezigheid van architecten op de internationale Architectuurbiënnale in Venetië als voor tentoonstellingen van Vlaamse architecten die door of in samenwerking met het VAi zijn ontwikkeld. Vlaamse architectuur internationaal Voor een gedetailleerd overzicht van de huidige werking van het VAi in de periode 2009 -2013 verwijzen we naar bijlage 1 van dit beleidsplan.
8
1.1.4 Sterkte-Zwakte-Kansen-Bedreigingen analyse 1.1.4.1 Architectuurcultuur in Vlaanderen: sterktes en kansen De architectuur in Vlaanderen heeft een goede basis uitgebouwd van waaruit haar maatschappelijke en artistieke impact in de breedte en de diepte kan worden versterkt: Sterktes -
-
-
Over de voorbije jaren realiseerden architecten en onderzoekers in Vlaanderen overtuigend ‘voorhoedewerk’. Dit is ook zichtbaar in recente (nationale en internationale) publicaties over infrastructuur, landschap, stadsvernieuwing, stadsontwerp, strategische planning, sociale huisvesting, scholenbouw, wonen in de welvaartstaat en woningbouw. De instelling van de Vlaams Bouwmeester heeft een stevig draagvlak gecreëerd bij publieke opdrachtgevers. Daarnaast slaagde het VAi erin een steeds toenemend publiek actief te interesseren voor architectuur en te informeren over architectuur. Een groeiende groep van goede ontwerpers verwierf belangrijke opdrachten onder meer dankzij het systeem van Open Oproepen, dankzij de kwaliteit en de opvallende continuïteit van de Jaarboeken Architectuur Vlaanderen. Het architectuuronderwijs in Vlaanderen doorstaat zonder moeite elke Europese toets. De recente academisering zette alle scholen op het spoor van het onderzoek. Op het vlak van architectuurwetenschappelijk onderzoek zijn de universiteiten in Vlaanderen mee met de Europese kopgroep.
Kansen -
Verschillende lokale architectuurverenigingen zijn reeds jarenlang actief en verzetten baanbrekend werk in hun stad of regio. Het internationale profiel van de Vlaamse architectuur is recent sterk gegroeid, o.a. dankzij de aanwezigheid van Vlaamse architecten en onderzoekers op de Internationale Architectuurbiennale in Venetië.
Architectuurcultuur in Vlaanderen: zwaktes en bedreigingen Met de successen van de architectuurscène in Vlaanderen voor ogen, mag men niet nalaten te duiden op haar uitdagingen: Zwaktes -
-
Veel actoren en sectoren - publieke zowel als private - die bouwen, plaatsen zichzelf buiten de architectuur. In belangrijke sectoren zoals sociale huisvesting, infrastructuurwerken, duurzaam bouwen, zorg, sport en vrije tijd, vastgoed, gaat het in de eerste plaats om programma, functie en gebouw en wordt architectuur als culturele bijdrage aanzien als irrelevant of bijkomstig of iets ‘dat zeker veel meer zal kosten’. Ook heel wat geledingen van overheid en beleid beschouwen de architectuur nog steeds als een surplus, moeilijk te verantwoorden in tijden van crisis. Dit verhindert uiteraard een krachtig en coherent architectuurbeleid. Het betere architectuurwerk blijft een te klein deel van de architectuurproductie. Architectuur is niet zonder meer een populaire sector die vlot publiek, bewondering, opdrachten of middelen aantrekt. Het kost alle spelers in het veld zeer veel moeite om de eigen doelstellingen te halen. Op de architectuurscène is het te veel ieder voor zich. Tot samenwerking komt men nog te weinig. Fragmenten van kwaliteit, entiteiten van initiatief hebben nood aan meer synergie.
Bedreigingen -
De marginale positie van de architectuurkritiek belet de inhoudelijke ontwikkeling van het vak en het maatschappelijke discours over architectuur Onderfinanciering van de architectuurcultuur Architectuur kan snel een speelbal tussen verschillende beleidsdomeinen worden.
9
1.1.4.2 VAi: Sterktes en kansen -
-
-
-
-
-
-
-
-
Het VAi wordt erkend als hèt instituut voor architectuur in Vlaanderen, zowel in Vlaanderen zelf als in het buitenland. Het instituut is een krachtige bemiddelaar tussen de ontwerpende discipline en de wetenschap enerzijds en het grote publiek anderzijds. Het instituut kan effectief stimuleren dat de onderzoeksresultaten en projecten van ontwerpbureaus en wetenschappelijke instellingen gecommuniceerd worden naar een groter publiek en daarmee het maatschappelijke debat bevruchten. Het instituut brengt verschillende spelers en stakeholders bij elkaar: architectuurorganisaties, universiteiten en hogescholen, beleidsmakers (waaronder ook de Vlaams Bouwmeester), architectenbureaus en culturele instellingen. Voor de wetenschappers is het VAi vragende partij om de relevatie van hun onderzoek voor de context van de samenleving in Vlaanderen helder te communiceren. Ontwerpers vinden in het VAi een partner om thematieken die belangrijk zijn voor de ruimtelijke ontwikkeling en kwaliteit van het leefmilieu bij een groot publiek onder de aandacht te brengen. Door de combinatie van initiatieven gericht op de eigentijdse architectuurcultuur en de zorg voor een goede archiefwerking, kan het VAi samen met het CVAa een brug slaan tussen het debat over hedendaagse architectuurvraagstukken en de noden van een zorgvuldig omgaan met het materiële en immateriële erfgoed. Het VAi werkt productief samen met de verschillende kunstensteunpunten en levert - binnen de beperkte mogelijkheden - een zinvolle bijdrage aan de gemeenschappelijke initiatieven op het gebied van internationalisering, archiefwerking en positionering van de kunsten in de samenleving. Het internationale netwerk van het VAi, de contacten met architectuurinstellingen en media in Europa en wereldwijd, bieden de mogelijkheid om de internationale aanwezigheid van de Vlaamse architectuur substantieel te vergroten. Het VAi kan daarbij aansluiten bij het netwerk van de kunstensteunpunten en de Vlaamse vertegenwoordigingen. De verscheidenheid aan initiatieven van het VAi - tentoonstellingen, publicaties èn publieksevenementen - biedt een goede basis om architecturale en culturele vraagstukken precies en afgestemd op specifieke doelgroepen aan de orde te brengen. Met zijn publiekswerking, vooral in het kader van de Dag van de Architectuur in Vlaanderen, bereikt het VAi een groot publiek. De website van het VAi (met versies in het Engels en het Nederlands) is de meest exhaustieve bron voor actuele informatie over alles wat betrekking heeft op de architectuurcultuur in Vlaanderen. Het VAi heeft een grote expertise op het gebied van het maken van tentoonstellingen en publicaties en het organiseren van publieksevenementen. Deze worden herkend als ijkpunten voor het architectuurdebat in Vlaanderen en agenderen daarmee maatschappelijke vraagstukken zoals zorg, duurzame ontwikkeling, erfgoedbehoud, onderwijs, diversiteit en integratie. De activiteiten van het VAi op het gebied van publicaties, waaronder het Jaarboek, zijn belangrijke instrumenten in het overdragen van kennis over eigentijdse ontwikkelingen en het architectonische erfgoed. Door zijn rol als stimulerende partij voor publieksinitiatieven kan het VAi ook optreden als initiator en coördinator voor de bundeling van krachten tussen wetenschappelijke instellingen, uitgevers en distributeurs.
Kansen -
Het VAi kan uitgroeien tot een vuurtorenorganisatie voor architectuurcultuur in Vlaanderen dankzij de samenwerking met internationale Kunstcampus deSingel en de sterkere internationale aanwezigheid van de Vlaamse architectuur.
1.1.4.3 VAI: Zwaktes en bedreigingen Zwaktes -
-
-
Het VAi moet zich sterker profileren als partner in de meningsvorming over architectuurcultuur en samenleving: niet als betrokken partij maar door ruimte te geven aan de verschillende posities en opvattingen. Daarbij moet de communicatie via diverse media en voor diverse doelgroepen duidelijk worden versterkt en systematischer worden onderhouden dan nu het geval is. De architectuurcultuur in Vlaanderen kenmerkt zich nu door een zekere mate van fragmentatie waardoor ook het functioneren van het VAi wordt belemmerd. Het VAi moet in de toekomst zijn rol als stimulerende en bemoedigende partij gebruiken om de synergie tussen de bestaande organisaties groter te maken. Door de relatief kleine schaal van het VAi en de inkrimping van het budget in de voorbije jaren is een professionalisering van een aantal werkingsvelden onderontwikkeld gebleven. Het VAi zou nog explicieter moeten functioneren als een stimulerende partner voor ontwerpers en onderzoekers om maatschappelijke relevante vraagstukken omtrent duurzaamheid, demografische ontwikkelingen en maatschappelijke cohesie te onderzoeken. Dit vergt echter een zeer grote inspanning voor een kleine organisatie als het VAi. De internationale aanwezigheid en werking van het VAi zijn niet voldoende ontwikkeld en niet in verhouding tot de sterk gegroeide internationale belangstelling voor de architectuurproductie en het architectuuronderzoek in Vlaanderen.
-
10
Bedreigingen -
Het VAI kan door zijn beperkte slagkracht de brede werking voor de sector en voor het middenveld niet volhouden Het kan daardoor ook niet als bemiddelaar optreden naar het grote (cultuurminnende) publiek.
1.1.5 Verhouding tot het kunstenveld 1.1.5.1 Specifieke aspecten architectuurcultuur binnen het Kunstendecreet Architectuur is een complex gegeven dat verschillende domeinen van het bestuurlijke en maatschappelijke leven behelst. Als discipline is architectuur zowel bouw-kunde als bouw-kunst. Dit wil zeggen dat elk architectonisch vraagstuk, elk architecturaal ontwerp en ieder initiatief op het gebied van de architectuurcultuur, altijd onderhevig is aan economische, politieke en sociale overwegingen. Architectuur is veel meer dan geïsoleerde gebouwen, maar raakt de dagelijkse leefwereld. Haar werkveld is de gehele gebouwde ruimte en geen enkele vraag over deze ruimte is haar vreemd: een bewoonbare stad voor iedereen, de zorg voor het landschap, de waardering van het erfgoed, het uitzicht van onze leefomgeving, comfortabel en betaalbaar wonen in alle levensfasen, duurzaam bouwen, ruimte voor mobiliteit, een betere uitrusting voor onderwijs, zorg en gezondheid. Het is evident dat de architectuur niet bij machte is alle mistoestanden in de dagelijkse leefomgeving te verhelpen. Wel is zij in staat de kwaliteit van de gebouwde ruimte te verhogen en daarmee een belangrijke maatschappelijke bijdrage te leveren. Architecturale kwaliteit kan daarmee niet alleen in de esthetische voldoening gemeten worden die een ontwerp teweeg brengt, maar ook aan de wijze waarop dit ontwerp bijdraagt aan het welzijn, het comfort, de sociale integratie, de culturele identiteit, duurzaamheid en economische ontwikkeling. Dit maakt de architectuur relevant in meerdere sectoren tegelijk: economie, welzijn, milieu, cultuur, kunst. In deze veldbeschrijving beperken we ons tot de belangrijkste organisaties die een bewust beleid voeren op het vlak van de architectuurcultuur. De economische bouwsector of het bouwbeleid houden we buiten het bestek van deze veldanalyse.
1.1.5.2 Sector architectuur Als steunpunt functioneert het VAi voor een groot en zeer divers veld van ontwerpers, wetenschappers, critici, uitgevers. De architectuursector is veel ruimer dan de gesubsidieerde kunstensector. Naar omzet toe is deze laatste eerder een randverschijnsel binnen de architectuur. Het belang zit vooral in het symbolisch kapitaal dat gegenereerd wordt met een meerwaarde voor architectuur als kunst en als creatieve industrie. Architectuur vertoont hierin dezelfde kenmerken als andere “creatieve, zakelijke, dienstverlenende” sectoren zoals mode, design en reclame, zoals aangetoond wordt in de studie over de ‘Symbolische meerwaarde van de creatieve industrieën’ (AMS en Flanders DC, 2010). Dat architectuurcultuur steeds belangrijker wordt in de economische sfeer, blijkt ook uit de tendens van architectenbureaus en projectontwikkelaars om te investeren in goede communicatie naar de publieke opinie en architectuurcultuurproducten zoals tentoonstellingen en publicaties. Het VAi steunt deze toegenomen aandacht, maar wil tegelijkertijd een kritische afstand bewaren. Wanneer architectuurcultuur volledig wordt geïnstrumentaliseerd, gaat dit ten koste van de symbolische waarde en daalt het maatschappelijk belang ervan. Een onafhankelijk instituut is onontbeerlijk om architectuurcultuur kritisch te blijven stimuleren.
11
1.1.4.3 Sector architectuurcultuur Sinds 2006 worden vier architectuurorganisaties gesubsidieerd binnen de regeling twee jaarlijkse subsidies. Dit zijn Stad en Architectuur, Oostende Werft, Archipel, Antwerpen Averechts. De organisatie Ar-Tur kreeg in 2007 voor het eerst een projectsubsidie. Verder zijn er twee werkplaatsen, Lab[au] en Architecture Workroom Brussel en een aantal 'toonplekken' in Vlaanderen waar architectuur regelmatig in de tentoonstellingen aan bod komt. Deze initiatieven worden betoelaagd via andere kunstensubsidies (grote instellingen b.v. voor deSingel, ExtraCity of via projectsubsidies), federale subsidies (BozarArchitecture). Naast deze gesubsidieerde architectuurorganisaties zijn er ook tal van groepen en initiatieven die zonder publieke middelen werken en daarbij lezingen, tentoonstellingen en debatten over architectuur organiseren, zoals b.v. Antwerparchitects en de organisatie van Pecha Kucha architectuur in Gent. De werkingsmiddelen van de gesubsidieerde architectuurinitiatieven zijn laag. Hierdoor bevindt de culturele architectuursector zich in een vicieuze cirkel, die de professionalisering in de sector negatief beïnvloedt. De sector teert nog steeds, net als in de jaren negentig, op het engagement van individuen, meestal architecten die zich zonder bezoldiging voor de respectievelijke vzw's inzetten. Ondanks het feit dat men over de kennis voor een inhoudelijk sterk programma beschikt, blijft een inhoudelijke en organisatorische consolidering daardoor vaak achterwege. Het bewustzijn over de culturele waarde van architectuur is aanvaard in de wereld van kunst en cultuur, maar nog lang niet ingeburgerd bij het grote publiek, ondanks haar grote maatschappelijke impact. Dit heeft ongetwijfeld te maken met de complexiteit van architectuur. Lokale architectuurinitiatieven kunnen hier een belangrijke rol in spelen en zijn dan ook belangrijke partners van het VAi.
1.1.4.4 Sector kunsten Het kunstensteunpunt VAi is ingebed in het Kunstendecreet. Deze regelgeving heeft ervoor gezorgd dat subsidies architectuurcultuur voor het eerst in een wettelijk kader werden verankerd. Hoewel de subsidiebedragen in vergelijking met andere kunstensectoren en de architectuursector als geheel eerder gering van aard zijn, is deze steun uiterst belangrijk gebleken voor het stimuleren van vernieuwing en experiment op het vlak van reflectie en presentatie van architectuurcultuur en creëert ze mogelijkheden voor ontwerpend onderzoek en architectuur als culturele productie die nergens anders mogelijk zouden zijn. Hoewel het Mappingsonderzoek heeft aangetoond dat de steunmaatregelen van het Kunstendecreet niet ideaal zijn, blijven ze in de huidige omstandigheden zeer waardevol. De financiering vanuit het Kunstendecreet vormt dan ook de ruggengraat van het steunpunt voor architectuur. Binnen de kunstensector vormt het VAi de verbindende factor tussen de architectuurorganisaties (OLIA) en stimuleert het de individuele ontwerpers door het geven van advies over subsidies voor Architectuur en Vormgeving en andere kanalen. Daarnaast is het VAi in beperkte mate zelf opdrachtgever voor ontwerpers, tentoonstellingsmakers, architectuurcritici en architectuurfotografen, waardoor het een van de belangrijkste producenten van architectuurcultuur in Vlaanderen is. Het VAi geeft concreet vorm aan het begrip architectuur in deSingel Internationale Kunstcampus.
12
1.1.4.5 Sector onderwijs/onderzoek De hogescholen en universitaire opleidingen voor architectuur en stedenbouw zijn belangrijke kenniscentra voor architectuur. In het kader van de onderzoeks- en onderwijsopdrachten wordt architectuur voortdurend ondervraagd, getoetst, besproken en opnieuw gedefinieerd. Vele instellingen stimuleren door allerlei activiteiten voor docenten en studenten het architectuurklimaat. Hoewel het produceren van culturele manifestaties zoals tentoonstellingen, publicaties, symposia niet tot de hoofdopdracht behoren, slagen de opleidingen erin een interessant aanbod aan te bieden dat een geïnteresseerd publiek ook buiten academische kring bereikt en een dialoog tussen wetenschappers en de maatschappij genereert. Dit gesprek tussen wetenschap en publiek staat echter onder toenemende druk omdat onderzoekers steeds meer geacht worden om een positie in het globale academische veld in te nemen. Zo zijn publicaties in (Engelstalige) wetenschappelijke tijdschriften en deelname aan internationale wetenschappelijke conferenties de norm voor wetenschappelijke output geworden. Op zich is de sterke vertegenwoordiging van wetenschappers uit Vlaanderen op dergelijke fora positief te waarderen. De bijdrage van wetenschappers aan maatschappelijke debatten in Vlaanderen moet echter ook een punt van aandacht zijn. Het VAi zal zich daarom versterkt aanbieden als podium en bemiddelaar voor de maatschappelijke valorisatie van wetenschappelijk onderzoek.
1.1.4.6 VAi in internationaal perspectief Het werk van Vlaamse architecten krijgt steeds grotere internationale belangstelling. Deze belangstelling uit zich in de aanwezigheid van vooral jonge ontwerpers op internationale tentoonstellingen. Ze weerspiegelt de uitzonderlijk dynamische ontwikkeling die de architectuur in Vlaanderen in de voorbije jaren heeft laten zien. Hierin wordt langzamerhand een benadering zichtbaar die ondanks de verschillende persoonlijke handschriften en posities van de ontwerpers herkenbaar is. De aandacht voor de gelaagdheid van het ontwerp – historisch, constructief en programmatisch – en het vrijzinnig omgaan met disparate beeldtalen uit het verleden getuigen van een opmerkelijk cultureel elan. Het ondogmatische contextualisme dat deze architectuur kenmerkt is een zeer belangrijke bijdrage aan de hedendaagse architectuur in Europa. Het VAi heeft aan deze ontwikkeling een substantiële bijdrage geleverd onder andere door de structureel hoge kwaliteit van selectie en presentatie en de kritische bespreking van de bouwproductie in het Jaarboek. In deze publicaties en in de Reeks Jonge Architecten werd de Vlaamse architectuur ook internationaal zichtbaar gemaakt en kreeg het hechte en geëngageerde netwerk van architecten, publicisten, onderzoekers en onderwijzers in Vlaanderen een internationaal podium. Het VAi zal voortbouwen op deze ervaringen om de internationale zichtbaarheid van de Vlaamse architectuur verder te vergroten met tentoonstellingen en publicaties. Voor dergelijke initiatieven moet met bestaande partners (architectuurinstellingen, archieven, onderzoeksinstituten, uitgevers) in Europa samengewerkt worden en nieuwe allianties gevormd worden. Het uitbouwen van het bestaande internationale netwerk van het Vlaams architectuurinstituut is geen op zich zelf staand doel of bruikbaar als promotiecampagne. Op een moment dat de grenzen van het systeem van internationaal opererende sterarchitecten pijnlijk zichtbaar worden is het belang van een sterke, hechte regionale architectonische cultuur juist een belangrijk alternatief en duurzaam ontwikkelingsmodel. Uitwisseling met architecten, kunstenaars en critici uit andere Europese regio’s geeft belangrijke impulsen voor het architectuurdebat in Vlaanderen en vormt daarmee een belangrijke aanvulling op het werk van het VAi binnen het eigen land. Ze versterkt de internationale netwerken van Vlaamse ontwerpers en publicisten.
13
Als nationaal sectorinstituut is het VAi de eerst verantwoordelijke instelling om vorm te geven aan het internationale architectuurbeleid van Vlaanderen. In de komende beleidsperiode wil het VAi zijn internationale functie versterken door de internationale activiteiten intern steviger te verankeren en extern effectiever en met meer continuïteit in te zetten. Daarbij zal het VAi nauw samenwerken met de andere kunstensteunpunten om ervoor te zorgen dat de kanalen en werkingen die voor de internationale presentatie van Vlaamse kunstenaars beschikbaar zijn en in de periode 2013-2016 verder ontwikkeld worden ook voor de architectuursector productief zijn. In dit kader neemt het VAi voor de steunpunten een overkoepelende werking over met betrekking tot de coördinatie van digitale informatieoverdracht (website Arts Flanders). 1.1.4.7 Diversiteit en interculturaliteit Vergeleken bij veel andere sectoren van de samenleving vertoont de architectuursector, zowel wat de beroepsbeoefenaars betreft als in de samenstelling van de onderwijsinstellingen en de architectuurorganisaties, weinig culturele diversiteit. (Ook het aandeel van vrouwelijke architecten aan de totale beroepsgroep is nog steeds klein, zeker in verhouding tot de studentenpopulatie die over de hele linie een pariteit van vrouwen en mannen kent.) De redenen hiervoor zijn divers en zijn terug te leiden op het feit dat burgers met een migratieachtergrond vaak pas na enkele generaties doordringen tot alle culturele en maatschappelijke sferen. Voor de architectuur geldt dat in bijzondere mate. Ondertussen reflecteren architectonische vraagstukken, die immers altijd betrekking hebben op de dagelijkse leefomgeving van alle burgers, de demografische ontwikkeling. Het feit dat de Vlaamse samenleving vandaag zeer divers is heeft directe implicaties voor besluitvormingsprocessen op stedelijk niveau en weerspiegelt zich in de opkomst van nieuwe types opdrachten. Een grotere participatie van burgers met een migratieachtergrond in de architectonische discipline zelf zal alleen gerealiseerd kunnen worden in een gezamenlijke inspanning van onderwijsinstellingen, overheidsinstanties en de diverse geledingen van de professionele gemeenschap. Het VAi kan hier echter wel een stimulerende rol op zich nemen door extra aandacht te geven aan het stimuleren van jonge ontwerpers met verschillende en etnisch diverse achtergrond en door de kennisoverdracht van architectuur in brede maatschappelijke milieus. Daarbij kan het VAi veel leren van de werking van andere kunstensteunpunten die ervaring hebben met het coachen van ‘allochtone’ kunstenaars. Een tweede sleutel voor het betrekken van burgers met een migratieachtergrond bij de architectuurcultuur ligt besloten in de begeleiding van vooral stedelijke transformatieprocessen. Hierbij zijn de betrokken partijen vaak geconfronteerd met complexe constellaties van maatschappelijke geledingen van grote culturele diversiteit. Het VAi ziet het als zijn taak om deze processen constructief te volgen en het maatschappelijk debat over participatie te voeden. De middelen die daarbij kunnen worden aangewend zijn divers. Te denken valt o.a. aan de stimulering van ontwerpend onderzoek naar de ontwikkeling van nieuwe stedelijke typologieën, het organiseren van studiedagen of publieksevenementen over participatie voor beleidsmakers en burgers. De publicatie over moskeeën waaraan het VAi in 2011 inhoudelijk heeft bijgedragen is een voorbeeld voor samenwerkingsverbanden die ook in de periode 2013-2016 verder zullen worden aangehaald.
14
1.1.5 Uniciteit van de organisatie 1.1.5.1 Profilering en positionering Het Vlaams Architectuurinstituut is de centrale organisatie ter bevordering van de architectuurcultuur in Vlaanderen. Daarmee onderscheidt het architectuurinstituut zich fundamenteel van andere architectuurorganisaties die vanuit een duidelijke lokale inbedding werken of een specifieke inhoudelijke focus kennen. Door zijn positie tussen het professionele veld en de overheid onderscheidt het VAi zich ook duidelijk van de professionele organisaties en belangenbehartigers, waaronder de Orde van Architecten en de verschillende beroepsorganisaties.
1.1.5.2 Langetermijnvisie Op lange termijn is het VAi een architectuurcentrum met een geprononceerde internationale uitstraling en een duidelijk aanwezigheid in het publieke debat in Vlaanderen. Door een unieke combinatie van expertise van het architecturale erfgoed, courante ontwikkelingen op het gebied van het architectonisch ontwerpen en de maatschappelijke krachtvelden waaruit architectuur voortkomt kan het VAi innovatieve ontwikkelingen detecteren en stimuleren en deze aan een breed publiek bekend maken.
1.1.5.3. Landelijke en internationale uitstraling Het VAi wordt door de nationale en internationale partners herkend als het centrale sectorinstituut voor de architectuur in Vlaanderen. Door zijn uitgebreid en internationaal netwerk met universiteiten, hogescholen, architectuurorganisaties, overheidsinstellingen, stedelijke organisaties en media vervult het instituut voor de architectuursector de rol van eerste aanspreekpartner als men nieuwe initiatieven wil aanvatten, maar ook als adviesverlener omtrent communicatie, verdere ontwikkeling en publicaties. Als partner in de publiekswerking (b.v. rondom de Dag van de Architectuur, maar ook omtrent lezingen en tentoonstellingen) is het VAi voor veel van de architectuurorganisaties en ontwerpbureaus onmisbaar. Bij het brede publiek wordt het VAi, door de communicatie omtrent de Dag van de Architectuur, maar ook door de eigen producties in deSingel en door het Jaarboek herkend als de belangrijkste vertegenwoordiger van de architectuurcultuur in Vlaanderen. Voor buitenlandse instellingen is het VAi de natuurlijke partner voor samenwerkingen. Dit geldt met name voor het Nederlandse Stimuleringsfonds voor Architectuur (SfA) waarmee het VAi reeds een lange en intensieve samenwerking heeft.
1.1.5.3 Samenwerking/ netwerking De versterking van het middenveld, zodat het een sterke partner wordt bij de ondersteuning van de architectuur in Vlaanderen, is de basistaak van een centrale speler voor architectuur. Dit steunpunt mobiliseert en versterkt de actoren in het middenveld. Het is dienstverlenend, het biedt infrastructuur aan en faciliteert. Het zet acties uit met diverse actoren en werkt op structurele basis samen aan een vooropgesteld doel. Waar nodig neemt het steunpunt eigen initiatief. Als centrale actor werkt het steunpunt aan een veranderende attitude namelijk het stimuleren van een architectuurreflex in Vlaanderen. Dit betekent dat iedereen – overheden, organisaties die zich inzetten voor maatschappelijke domeinen als zorg, huisvesting, onderwijs, maar ook particulieren – bij elk ruimtelijk vraagstuk steeds zoeken naar de meerwaarde van architectuur voor de maatschappij. 15
Uiteraard is dit een nobel streefdoel dat zowel op het vlak van mobiliteit, leefmilieu, duurzaamheid, zorg, wonen als participatiecultuur brede positieve maatschappelijke effecten zal generen. Deze ambitie vereist evenwel een werking op lange termijn, met als hoofdtaken: -
Mobilisatie, participatie en ontwikkeling van het netwerk Doelgerichte aanpak Kennisopbouw, kennisontsluiting en valorisatie van verspreide kennis
De veldanalyse architectuurcultuur geeft aan dat er binnen de architectuursector duidelijk een nood is aan synergie, afstemming van activiteiten, samenwerking en debat. Zowel ruimtelijke spreiding, middelen, specificiteit en beoogde doelgroepen zijn aspecten waarbij verschillende organisaties samen een grotere impact, hogere kwaliteit en een toegevoegde waarde voor de architectuur kunnen realiseren. Het VAi zal zich in zijn werking erop richten de gefragmenteerde sector tot een levendig netwerk te maken.
1.1.4.6 Haalbaarheid (zie ook: zakelijk beleidsplan) Met name in de jaren 2010 en 2011 voerde het VAi zijn omvangrijke taken uit met de subsidietoelage van een zeer klein kunstensteunpunt en was het voor de bijkomende publieksopdrachten genoodzaakt om bijkomende middelen en partners te zoeken. De bijkomende opdrachten zorgden voor een spanningsveld tussen verwachtingen en daadwerkelijke invulling van de taken. Het zoeken naar nieuwe inkomsten blijkt voor een kleine organisatie zeer lastig te zijn omdat de opvolging van b.v. sponsorovereenkomsten en –returns vaak een directe inbreuk op de kernactiviteiten inhoudt. We kunnen constateren dat de huidige werking van het VAi binnen de bestaande financiële kaders niet meer reëel is en dat de doorbraak van de Vlaamse architectuurcultuur in eigen land, maar zeker internationaal niet mogelijk zal zijn zonder een adequate financiering. Een toereikende basisfinanciering vanuit het kunstendecreet blijft het fundament voor de culturele werking van het steunpunt.
16
1.2 Artistieke inhoudelijke plannen 1.2.1 Steunpunt èn instituut In de komende beleidsperiode wil het VAi zijn profiel als steunpunt en als architectuurinstituut duidelijk aanscherpen. Dit gebeurt vanuit de overtuiging dat voor de architectuur als sector geen wezenlijke tegenstelling tussen beide functies bestaat. In tegendeel: de publiekswerking vormt een essentiële kern voor een steunpunt dat de maatschappelijke vraagstukken die van belang zijn voor de architectuur actief agendeert. Het centrale doel van het steunpunt, de sensibilisering van het brede publiek en de potentiële opdrachtgevers voor het belang van een goede architectuur, is daarbij leidend. Door zijn positie tussen het publiek en het professionele veld heeft het instituut de belangrijke rol van bemiddelaar en aanjager van het debat over de cultuur van het bouwen. Het VAi moet een plaats bieden voor ontwerpers en onderzoekers die hun werk kunnen laten zien, maar ook geconfronteerd worden met de kritische respons van het bredere publiek erop. Maar het VAi zal deze taak ook vervullen door samen met zijn partners te onderzoeken welke allianties ontwerpers aan kunnen gaan om hun ideeën voor een betere leefomgeving blijvend te realiseren.
1.2.2. Maatschappelijke thema’s en operationele doelstellingen Maatschappelijke thema’s De maatschappelijke relevantie van architectuur ligt in haar bijdrage aan het ruimtelijk vertalen en realiseren van onder meer volgende doelstellingen: -
nieuwe welvaartsbehoeften: snelle maatschappelijke veranderingen vergen nieuwe ruimtelijke oplossingen op het vlak van wonen, zorg, onderwijs en mobiliteit. culturele diversiteit: stedelijke ontwerpen en gebouwen kunnen een sleutel zijn om mensen met verschillende culturele achtergronden te betrekken als actoren en zo bij te dragen aan een inclusieve burgermaatschappij (civil society). participatieve democratie: het ontwerp en bouwproces leent zich tot nieuwe vormen van participatie en coproductie. integrale duurzame ontwikkeling: ontwerp, bouwen en wonen zijn in staat zorgzame omgang met milieu, grondstoffen en energie te koppelen aan het ontwikkelen van nieuwe leefstijlen, omgangsvormen en economieën. historisch bewustzijn, erfgoed en identiteit: In de gebouwde ruimte nemen geschiedenis en identiteit - en dus eveneens het verlies ervan - een concrete vorm aan met directe impact op het dagelijkse leven. nieuwe netwerken, landschappen en territoria: mobiliteit en communicatie veranderen de schaal, de perceptie en het gebruik van de ruimte en roepen vragen op naar een andere omgang met plek, infrastructuur en landschap.
Operationele doelstellingen Voor de periode 2013-2016 worden de strategische doelstellingen vertaald naar een reeks operationele doelstellingen die over de komende jaren gerealiseerd moeten worden. Het beleid over de komende jaren zal concreet vorm geven aan deze operationele doelstellingen en daaraan te meten zijn. Strategische doelstelling 1: Het VAi als platform legt verbindingen tussen beroepspraktijk, onderzoek en publiek
17
Operationele doelstelling: -
Uitwerken van concrete projecten waarin de platformfunctie van het VAi beslag krijgt. Uitbreiden van overleg van de gesubsidieerde architectuurorganisaties naar wetenschappelijke instellingen, ontwerpbureaus en cultuurinstellingen Stimuleren van kruisbestuivingen tussen ontwerpers, onderzoekers en experten uit diverse disciplines Sensibiliseren van potentiële opdrachtgevers voor architectuur
Strategische doelstelling 2: Het VAi zorgt voor informatie- en kennisdisseminatie als basis voor een goed ontwikkelde architectuurcultuur Operationele doelstellingen: -
Versterken van de impact van publiekswerking door een geprofileerde programmatie van tentoonstellingen, publieke evenementen en lezingen Vorm geven aan deSingel Internationale Kunstcampus als ontmoetingsplek en als bestemming voor architecten, onderzoekers en het geïnteresserde publiek Kennisoverdracht door middel van publicaties
Strategische doelstelling 3: Het VAi ondersteunt de ontwikkeling van experimentele en toekomstgerichte ontwerpconcepten en –benaderingen Operationele doelstellingen: -
Actieve ondersteuning van concrete initiatieven voor ontwerpend onderzoek Aandragen van expertise omtrent wetenschappelijke netwerken en financieringsmogelijkheden Realiseren van presentatiemogelijkheden en publicatiekanalen voor onderzoeksresultaten
Strategische doelstelling 4: Het VAi versterkt het internationale profiel van de Vlaamse architectuur Operationele doelstellingen: -
Realisering van presentaties van Vlaamse architectuur voor een internationaal publiek Publicatie-initiatieven voor de presentatie van Vlaamse architectuur Opbouw van een internationaal netwerk van instellingen, bureaus en individuen
Strategische doelstelling 5: Het VAi ontwikkelt geïntegreerde projecten vanuit de kennis van het architectonisch erfgoed en van actuele ontwikkelingen in de samenleving en het architectuurveld Operationele doelstellingen: -
Vertaling van maatschappelijke vraagstukken in concrete projecten voor onderzoek Verbindingen leggen tussen het beheer van archieven en architectonisch erfgoed en de hedendaagse ontwerppraktijk Vertalen van wetenschappelijk en archiefonderzoek naar publiekswerking
Strategische doelstelling 6: Het VAi creëert en ontsluit gegevens, informatie en monitoringsinstrumenten voor de architectuurcultuur ten behoeve van beleidsvoorbereidend werk, participatie en diversiteit Operationele doelstellingen: -
verdieping van de kennis van mogelijke doelgroepen binnen de architectuursector verbetering van de kennis van mogelijke doelgroepen voor architectuurcultuur in de samenleving concrete gegevens voor het omgaan met culturele diversiteit in de architectuursector en het brede publiek
18
1.2.3 Activiteiten De activiteiten van het VAi in de periode 2013-2016 worden hier beschreven in relatie tot de strategische doelstellingen zoals deze onder 1.1.2 zijn geformuleerd.
1.2.3.1 Doelstelling 1: Het VAi als platform legt verbindingen tussen beroepspraktijk, onderzoek en publiek Architectuurorganisaties Het VAi zal ook in de periode 2013-2016 het steunpunt voor de architectuurorganisaties in Vlaanderen zijn. Projecten voor publiekswerking worden structureel met partners uit het middenveld georganiseerd, waarbij geen principieel verschil gemaakt worden tussen gesubsidieerde en nietgesubsidieerde organisaties. Het overleg met de architectuurorganisaties die verbonden zijn aan het Overleg Lokale Initiatieven Architectuurcultuur is een belangrijk instrument om de vinger aan de pols te houden welke initiatieven in Vlaanderen op het vlak van de architectuur worden ontplooid en het VAi zal zich ervoor inspannen dat dit overleg niet alleen gecontinueerd wordt maar ook een productief middel blijft voor uitwisseling van kennis en informatie over werkzaamheden. Daarbij zal het VAi ook het belang van afstemming en strategische keuzes benadrukken, b.v. in de programmering van lezingen. Ook zal het VAi als steunpunt behulpzaam zijn bij het vinden van partners voor initiatieven van de architectuurorganisaties Wat de werking van het Overleg Lokale Initiatieven Architectuurcultuur betreft kan geconstateerd worden dat regelmatige vergaderingen alléén onvoldoende zijn om de inhoudelijke en organisatorische ontwikkeling van de vaak kleine architectuurorganisaties goed te steunen. In samenwerking met het Nederlandse Stimuleringsfonds voor Architectuur zal het VAi daarom het initiatief nemen om minstens eenmaal per jaar een studiedag te organiseren voor de architectuurorganisaties in Nederland en Vlaanderen. Doelstelling is een verdieping en verbreding van de inhoudelijke expertise en de ontwikkeling van instrumenten, maar ook van het netwerk – en daarmee de mogelijkheid tot synergie tussen verschillende organisaties. De eerste van deze studiedagen met een focus op de ontwikkeling van audiovisuele middelen voor de presentatie van architectuur is reeds voor 2011 gepland. Het VAi zal in de komende jaren het initiatief nemen om deze studiedagen structureel in zijn werking op te nemen en meer vorm te geven. De architectuurorganisaties zullen gevraagd worden om thematieken die op deze studiedagen aan de orde moeten komen aan te dragen. Om de effectiviteit van deze studiedag te vergroten werken het VAi en het Stimuleringsfonds samen met de Vlaamse Vertegenwoordiging in Den Haag en de Nederlandse Ambassade in Brussel. Acties: -
Het VAi neemt het voortouw voor de voorbereiding en uitvoering van regelmatige studiedagen voor architectuurorganisaties in Vlaanderen OLIA - DIR Het VAI faciliteert ideeënuitwisseling met architectuurorganisaties elders OLIA - DIR Het VAI gaat een samenwerking aan met het Nederlandse Stimuleringsfonds voor architectuur met het doel de expertise omtrent de organisatie van kennisoverdracht over inhoudelijk thema’s en instrumenten voor de publiekswerking te bundelen OLIA - DIR
19
Wetenschappelijke instellingen Ook in het verleden breidde de functie van het VAI als platform zich uit tot de wetenschappelijke instellingen, die in het veld van de architectuurcultuur een centrale rol spelen. Het belang van deze platformfunctie is in de voorbije jaren nog toegenomen, aangezien wetenschappers onder toenemende druk staan om hun werk op internationale congressen en via peer-reviewed journals te verspreiden. Daarnaast is er een toegenomen impuls vanuit de kunstensector voor ontwerpend onderzoek. Beiden zijn aanvullend. Uit een grote bevraging van het architectencorps (De grote Architectenenquête, Orde van Architecten, VAI, AB, NAV, 2011) blijkt dat 80% van de architecten op de hoogte wil zijn van deze onderzoeken. Amper 30% heeft weet van het bestaan van deze onderzoeken, laat staan van de inhoud ervan. Het VAi heeft als steunpunt een sleutelrol in het verspreiden van deze kennis. Maar ook vanuit kringen van onderzoekers bestaat een sterke wens om in het maatschappelijke debat aanwezig te zijn. De middelen en opportuniteiten hiervoor ontbreken op dit moment. Het VAi wil onderzoekers in de periode 2013-2016 een podium verschaffen om het contact met de professionele gemeenschap en het brede publiek niet te verliezen. Dit houdt enerzijds in dat het VAi de ontwikkelingen op het vlak van onderzoek op de voet volgt en als partner voor de valorisatie van onderzoek buiten de academische kring en met name naar de burger toe optreedt. Anderzijds zullen de onderwijs/onderzoeksinstellingen actief worden uitgenodigd om een bijdrage te leveren aan de verschillende projecten voor tentoonstellingen, publicaties, lezingen en publieke debatten die het VAi organiseert. Acties: -
Het VAi streeft naar structureel overleg met universiteiten en hogescholen met het doel relevante onderzoeksthema’s en -initiatieven in kaart te brengen O&O -_OND Het VAi zoekt samen met de wetenschappelijke instellingen naar adequate vormen voor de verspreiding van kennis die door wetenschappers is gegenereerd O&O - OND - DIR Het VAi werkt samen met de partners in de universiteiten en hogescholen aan een duurzame publicatie-infrastructuur O&O - OND - DIR
Beroepsbeoefenaars Ten opzichte van de belangenverenigingen van ontwerpers en de Orde van Architecten heeft het VAi een duidelijk complementaire taak. Om tot een goed beeld te komen van de noden van het beroepsveld heeft het VAi in het verleden nauw samengewerkt met deze partijen. Voor de periode 2013-16 is een voortzetting van deze samenwerking voorzien om de informatie over de ontwikkeling van de architectuursector als deel van de creatieve industrie te actualiseren, maar ook verder te verfijnen. Daarbij zal een focus liggen op de ondersteuning van architecten- en ontwerpbureaus in het realiseren van duurzaamheidsdoelstellingen met het doel om deze aan te grijpen voor een verdere verhoging van de architecturale kwaliteit. Samen met partners in Nederland en Vlaanderen zullen de aanzetten voor kennisbundeling op het gebied van de zorg verder worden ontwikkeld en zal het VAi de realisering van de eerder geplande website zorg en architectuur kracht bijzetten. Daarnaast zal het VAi ook de verdere ontwikkeling van de werkwijze rondom privaatpublieke partnerships rond de nieuwbouw van onderwijsgebouwen op de voet volgen en een bijdrage aan de beoordelingsprocedures (jury’s) leveren, met het oog op een continuering van het huidige hoge kwaliteitsniveau. Met zijn initiatieven op het vlak van de presentatie van jonge architecten en hun positie, zowel in de vorm van tentoonstellingen als door middel van publicaties, creëert het VAi kansen voor deze bureaus om zich te profileren en bij het brede publiek maar ook potentiele opdrachtgevers bekendheid te verwerven.
20
Acties: -
Het VAi neemt samen met de Orde van Architecten en de beroepsverenigingen het initiatief voor een vervolg op de eerste architectenenquête om de informatie te actualiseren en te verfijnen O&O - ARCH Het VAi levert een bijdrage aan de kennisopbouw omtrent duurzaamheid, onderwijs O&O - ARCH
Sensibilisering beleidsmakers en professionele opdrachtgevers Goede architectuur kan enkel ontstaan als degenen die beslissingen over de inrichting van de leefomgeving nemen, doordrongen zijn van de waarde van het architectonisch ontwerp. Een geïnformeerd opdrachtgeverschap is daarom een belangrijke factor voor een levendige architectuurcultuur. In de komende jaren zal het direct aanspreken van potentiële opdrachtgevers uit de institutionele en de professionele sector een belangrijk speerpunt voor het VAi zijn. Daarvoor zullen lezingen en ontmoetingsmomenten worden georganiseerd rondom thema’s als zorg, onderwijs en wonen die zich specifiek richten tot institutionele en/of professionele opdrachtgevers en zullen vertegenwoordigers van opdrachtgevende instellingen of bedrijven in sterkere mate ook als discussiepartners of sprekers bij publieke evenementen van het VAi worden uitgenodigd. Hierbij zal het VAi zeer nauw samenwerken met het team Vlaams Bouwmeester en de stadsbouwmeester Antwerpen. Acties: -
Het VAI tracht de banden aan te halen met institutionele en professionele opdrachtgevers door deze expliciet bij de activiteiten van het instituut te betrekken. DIR Het VAi levert een inhoudelijke bijdrage aan procedures rond de selectie van ontwerpers voor onderwijsgebouwen in het kader van de inhaaloperatie. DIR Het VAi begeleidt dit proces op een kritische en constructieve manier. DIR Betrekken van potentiële opdrachtgevers bij de ontwikkeling van een tentoonstelling in het kader van de reeks ‘Jonge makers, denkers, dromers’ over architectuur voor de zorg in 2013 SING - JMDD - DIR Betrekken van potentiële opdrachtgevers bij de ontwikkeling van een tentoonstelling in het kader van de reeks ‘Jonge makers, denkers, dromers’ over architectuur voor onderwijs in 2014 SING - JMDD - DIR
Overleg Culturele Industrie Het VAi is samen met het Nationaal Architectenverbond (NAV) opgenomen in het Overleg Culturele Industrie (OCI). Het belang van een creatieve diensteneconomie neemt alsmaar toe en het beleid begint dit nu in te zien. Uit de impactstudie, uitgevoerd door de AMS in opdracht van Flanders DC, blijkt hoe sterk het economisch belang van de architectuursector is (zonder de bouwsector). Het VAi biedt samen met andere kunstensteunpunten vanuit een economisch onafhankelijke positie belangrijke input aan dit overlegorgaan, waarbij aandacht voor het kernproduct, het creatieve, niet mag verdrongen worden door mercantiele mechanismen, omdat de eigen kracht van de creatieve ondernemingen een basisvoorwaarde is om zich economisch te onderscheiden. Anderzijds speelt het VAi zijn platformfunctie naar de Architectuursector ten volle uit, daar waar de traditionele koepels (Orde van Architecten, beroepsverenigingen) de neiging hebben zich terug te plooien op eigen (soms verstarde) structuren. Het is in het belang van de architectuurcultuur dat de evolutie op beleidsniveau van een productgedreven economie naar een creatieve diensteneconomie niet gemist wordt. Op termijn biedt dit mogelijke (financiële) impulsen vanuit andere dan de kunstensector voor het VAi en de sector architectuurcultuur. Acties: -
Het VAi werkt actief mee aan Overleg Culturele Industrie OCI Het VAi zet daarbij met prioriteit in op het overleg omtrent culturele infrastructuur OCI
21
Binden cultuurminnend publiek Ondanks het feit dat iedereen dagelijks in aanraking komt met gebouwen is de aandacht van het grote publiek voor architectuur geen vanzelfsprekendheid. Zoals Geert Bekaert heeft geschreven is iedereen een architectuurcriticus, maar dat wil nog niet zeggen dat het belang van architectuur als deel van de leefomgeving en als culturele bijdrage vanzelfsprekend onderkend wordt. Toch is het zo dat juist het cultuurminnende publiek voor architecten, en daarmee voor het VAi, een zeer belangrijke partner is in het streven naar een breed gedragen cultuur van het bouwen en een structurele verbetering van de leefomgeving. Deze gedachte komt terug in de gehele publiekswerking van het VAi en zal in de periode 2013-2016 ook de aanleiding vormen voor initiatieven om de zichtbaarheid van het instituut structureel te verhogen. Acties: -
Het VAi bindt het cultuurminnend publiek als belangrijke partner ook voor ontwerpers aan zich door zijn publiekswerking 616 - DIR Het VAI vergroot zijn zichtbaarheid in het publieke debat in Vlaanderen 616 - DIR
Synergie met andere steunpunten Over de laatste twee jaar is het VAi intensief betrokken geweest bij de gesprekken tussen de kunstensteunpunten over mogelijke synergieën. Onder de noemer ‘Kwarts.be’ ontwikkelen VTi, BAM, Muziekcentrum Vlaanderen en VAi samen een ‘onderzoeksagenda’ voor de kunsten in Vlaanderen. De doelstelling is om gegevens over de artistieke praktijk in een bredere samenleving op een structurele manier te verzamelen en te analyseren op een manier die aanknopingspunten biedt voor de verdere ontwikkeling van het beleid en de praktijk van kunstenaars en organisaties. Inhoudelijk ligt de focus op een beschrijving van de artistieke praktijken in een breder maatschappelijke context, met oog voor de specificiteit van diverse subdisciplines en interdisciplinaire initiatieven, de positie van individuele kunstenaars en organisaties, van gesubsidieerde en niet-gesubsidieerde initiatieven. Vanuit de overtuiging dat het verhaal van de kunsten ook breder is dan de sectoren die (deels) onder het Kunstendecreet vallen, nemen de kunstensteunpunten het initiatief om de verschillende spelers rond de tafel te brengen om meer afstemming te bereiken tussen inspanningen om de artistieke praktijk in Vlaanderen in kaart te brengen. Om dit te realiseren worden twee actielijnen uitgezet. Actielijn 1: Structurele samenwerking tussen steunpunten voor gevevensverzameling en veldanalyses Met betrekking tot de veldanalyse worden volgende onderzoeksvragen gezamenlijk ontwikkeld en/of gecoördineerd uitgewerkt. -
-
-
-
Financieel-economische gegevens. Analyse van opbrengsten en uitgaven (tewerkstelling) van organisaties, verderbouwend op basis van gegevens van het Agentschap Kunsten en Erfgoed en - waar mogelijk - verbreding van perspectief buiten Kunstendecreet (gegevens van Agentschap over projecten en individuele kunstenaars, subsidiepretendenten, subsidies van andere overheden, steekproefgewijs documenteren van nieuwe organisatievormen en diverse beleidsinstrumenten, verderbouwen op impactanalyse van Overleg Creatieve Industrie,...) SYN Activiteiten van kunstenaars en organisaties. Gezamenlijke analyse van activiteiten in verschillende artistieke sectoren (breder dan enkel Kunstendecreet-omgeving), met aandacht voor loopbanen van kunstenaars en organisatieontwikkeling. SYN Publiek en spreiding. Overkoepelende analyse van het Vlaamse kunstenaanbod in binnen- en buitenland, op basis van gegevens in Cultuurdatabank en Arts Flanders: distributie van het aanbod via verschillende ‘circuits’ waar het werk getoond wordt en segmentering van het aanbod (bv. binnenland/buitenland, gesubsidieerd/niet-gesubsidieerd). SYN Reflectie over organisatievormen en beleidsinstrumentarium. De steunpunten stimuleren de reflectie over nieuwe organisatievormen die ontwikkeld worden in de praktijk en over beleidsinstrumenten die daarop kunnen inspelen (analyse van de beslissingen in het kader van het Kunstendecreet, bijdrage aan de reflectie over herziening Kunstendecreet, de verbreding van het bestaande beleidsinstrumentarium en de doorbraken in het Witboek Interne
22
Staatshervorming, onder meer door het zichtbaar maken van nieuwe manieren van werken en samenwerken en het stimuleren van reflectie over diverse beleidsinstrumenten om in te spelen op nieuwe uitdagingen. SYN
Op basis van deze onderzoeksvragen en -gegevens ontwikkelen de steunpunten jaarlijks een gezamenlijke veldanalyse die de verschillende steunpunten verfijnen om maximaal in te spelen op de specificiteit van de verschillende sectoren. Om dit te realiseren is een structurele samenwerking nodig voor gegevensverzameling: -
Uitbouw en afstemming van de sectorspecifieke gegevensverzamelingen bij de vier kunstensteunpunten om gezamenlijke onderzoeksvragen te beantwoorden (gesubsidieerde en niet-gesubsidieerde sector). SYN Uitwisseling van gegevens met IVA Kunsten en Erfgoed, Cultuurnet Vlaanderen en andere partners zoals Overleg Creatieve Industrie i.v.m. bovenstaande onderzoeksvragen. SYN
Actielijn 2: De ontwikkeling van een breder ‘onderzoeksplatform’ voor de kunsten in Vlaanderen In een vrij korte tijdspanne hebben zeer diverse partners – steunpunten, overheden, universiteiten, kenniscentra, fondsen... – initiatieven ontwikkeld om cijfers te verzamelen over de kunsten in Vlaanderen. Samenwerking tussen deze initiatieven is heden echter ad hoc en belangrijke vragen blijven onbeantwoord. De steunpunten nemen om die reden het initiatief om afstemming te zoeken met de diverse actoren. De bedoeling is om door het opstarten van een onderzoeksplatform na te gaan wie mee wil intekenen op een gezamenlijke ‘onderzoeksagenda’. Die kan evolueren tot een gedeeld kader van afspraken van diverse instituten die autonoom functioneren, maar de intentie uitspreken om hun agenda’s op elkaar af te stemmen. Wij zien dit samenwerkingsverband evolueren tot een ‘consortium’ waarbij de partners engagementen op zich nemen voor wat betreft de verzameling, ontsluiting of analyse van bepaalde gegevens. Die afstemming kan leiden tot een meer omvattend en coherent beeld van de artistieke praktijk. Acties: -
Vanaf najaar 2011 wordt overleg opgestart met Agentschap Kunsten en Erfgoed, Departement CJSM, Vlaams Fonds voor de Letteren, Vlaams Audiovisueel Fonds, Cultuurnet Vlaanderen, Dèmos, Flanders DC / Overleg Creatieve Industrie, Steunpunt Beleidsrelevant Onderzoek CJSM, Sociaal Fonds Podiumkunsten, Mediarte, … De uitnodiging wordt ook aan de universiteiten gericht (UAMS, SMIT, Erasmus, Economie KU Leuven, UGent...). Via de internationale contacten van de steunpunten kan de onderzoeksagenda ook internationaal wordt ingebed. SYN
1.2.3.2 Doelstelling 2: Het VAi zorgt voor informatie- en kennisdisseminatie als basis voor een goed ontwikkelde architectuurcultuur Website en nieuwsbrief Met de nieuwe website die in 2011 in gebruik werd genomen heeft het VAi een instrument in handen om zijn verschillende doelgroepen actief te benaderen. In de komende periode zal niet alleen de volledigheid van de website continue worden vergroot, maar ook de databank voor projecten zal systematisch aangevuld worden zodat een gratis toegankelijke informatieverzameling over de Vlaamse architectuurproductie internationaal beschikbaar is. Met de nieuwe website heeft het VAi een uitstekend en aantrekkelijk vormgegeven medium om informatie te verspreiden, maar ook om te experimenteren met verschillende vormen van overdracht. In 2013–16 zal deze werking volledig worden uitgebuit met audio podcasts van publieke debatten (b.v. naar aanleiding van de openingen van de tentoonstellingen ‘Jonge makers, dromers, denkers). Daarmee is de website van het VAi nadrukkelijk complementair ten opzichte van andere (commerciële) architectuurwebsites die zich primair op de actualiteit richten. Ook het redactionele gehalte zal worden versterkt, door de plaatsing van bijdragen van diverse partners van het VAi, van architecten en van critici. Het is onze ambitie om via de website niet alleen steeds courante informatie te verstrekken, maar de site ook uit te bouwen tot een instrument voor reflectie, dat zich steeds vernieuwt en dat de bezoeker meeneemt in de discussie over architectuur en samenleving. 23
Acties: -
Het VAi actualiseert en verfijnt de website continu SITE 2 Prioriteit in 2012/13: uitbouwen database projecten SITE 2 Sterkere ontwikkeling van redactionele bijdragen, van externen maar ook vanuit het instituut zelf SITE 2 Registraties van publieke evenementen en lezingen worden als podcast opgenomen op de website en accumuleren tot een langdurige reeks SITE 2 Deze registraties vormen deel van het materiaal dat onder de naam ‘documents’ ook in de publicatiewerkzaamheid terugkomt (zie aldaar) UITG
Publieksevenementen De publiekswerking van het VAi zal ook in de periode 2013-2016 een duidelijk zwaartepunt kennen in de tweejaarlijkse Dag van de Architectuur. De formule om belangstelling voor architectuur te kweken door de directe ervaring met recent opgeleverde gebouwen zal ook in de toekomst belangrijk blijven. We constateren echter ook dat deze formule zeer vergelijkbaar is met de Open Monumentendagen en de Open Werfdagen. Dit betekent dat de openstelling van individuele gebouwen sterker thematisch ingekaderd moet worden en gepaard moet gaan met programma’s voor lezingen en rondleidingen die de context van architectuur bespreken en zichtbaar maken. Naast het programma van gebouwopenstellingen zal in de toekomst een nog sterkere nadruk worden gelegd op het programma van lezingen, debatten en filmvertoningen. Bij de ontwikkeling van dit programma kan gebruikt gemaakt worden van de ervaringen met een verbreding van het publieksevenement tot een ‘feest van de architectuur’ zoals dit b.v. bij Open House in Londen en bij de dag van de architectuur in verschillende Nederlandse steden reeds gebeurt. Het VAi zal deze programma’s bestuderen om voor de volgende editie van de Dag van de architectuur Vlaanderen met een bredere formule het debat over de leefomgeving nog sterker onder de aandacht te brengen dan in het verleden. Bij de formulering van thema’s is de inbreng van de diverse partners van het VAi echter zo belangrijk dat er op dit moment nog geen uitspraken over kunnen worden gedaan. Andere publieksevenementen in deSingel in de vorm van begeleide workshops en ontmoetingen worden voorzien omtrent de geïntegreerde projecten (met tentoonstelling) 50 Jaar Wet op de Stedenbouw (2012) en Ambacht en vormgeving (2013). Acties: -
Kritische evaluatie van de formule van de Dag van de architectuur naar de toekomst DAGA Productie Dag van de Architectuur 2013 en 2015 DAGA Organiseren van workshops rondom ‘50 Jaar Wet op de Stedenbouw’ (2012) en ‘Ambacht en vormgeving’ 2013-GP STB
Tentoonstellingen (algemeen) De samenwerkingsovereenkomst tussen het VAi en deSingel Internationale Kunstcampus biedt een uitstekende basis voor de tentoonstellingsprogramma’s van het architectuurinstituut. Deze overeenkomt loopt in eerste instantie voor twee jaar, maar in dit beleidsplan wordt uitgegaan van een continuering na 2013. Met de opening van een speciale tentoonstellingszaal in deSingel heeft het VAi een vaste plek voor middelgrote architectuurtentoonstellingen, maar het is ook de bedoeling om samen met deSingel de hele campus als een omgeving voor ingrepen door curatoren te beschouwen. Met het tentoonstellingsprogramma in 2011 en 2012 is ook een inhoudelijke trendbreuk verbonden geweest. Meer dan voorheen staat nu de architectuur als herkenbare discipline in de schijnwerpers.
24
Het is de intentie van het VAi en deSingel om deze lijn in de toekomst voort te zetten. Daarbij worden vier inhoudelijke lijnen uitgezet: -
ontwikkelingen in de Vlaamse architectuurcultuur presentatie van jonge architecten in Vlaanderen de introductie van internationale ontwikkelingen in de Vlaamse context thematische tentoonstellingen, al dan niet met een historiografische component, in het kader van geïntegreerde projecten
Tentoonstellingen: Ontwikkelingen in de Vlaamse architectuurcultuur De presentatie van ontwikkelingen in de Vlaamse architectuur sluit aan bij eerdere, zeer succesvolle ervaringen waarbij deSingel een podium bood aan ontwerpers uit Vlaanderen die zich wel al gevestigd hebben, maar waarvoor het moment van een overzichtstentoonstelling de aanleiding vormt om bewust aan een oeuvre te werken. Deze tentoonstellingen (waaronder meest recent het overzicht van het werk van het bureau deVylder Vinck Taillieu) zijn geen portfolio-exposities. In tegendeel, de omgeving van kunstencampus deSingel stimuleert de ontwerpers om de tentoonstelling als een afzonderlijk onderzoeks/ontwerpproject op te vatten en te experimenteren met de scenografie en de inhoudelijke insteek. De exposities worden voor een Vlaams publiek geconcipiëerd maar gaan daarna op reis gaan en dragen zo bij aan de kennisverspreiding over Vlaamse architecten en architectuur. In de concrete uitwerking van de tentoonstelling zal daarbij ook de productie van tentoonstellingscatalogi parallel aan de presentatie in deSingel opnieuw opgepakt worden om zo mee te werken aan de oeuvreontwikkeling van architecten die reeds over een bekende basis en substantieel gebouwd werk beschikken. Het VAi wil hiermee terug naar zijn beginjaren toen een reeks tentoonstellingscatalogi een belangrijke bijdrage aan de positieve beeldvorming over de ontwikkeling van de Vlaamse architectuur hebben geleverd. In de komende jaren zal elk seizoen een grotere monografische tentoonstelling gewijd aan één individuele ontwerper uit Vlaanderen worden georganiseerd. In 2013 zal hiermee een begin gemaakt worden door het werk van de landschapsarchitect Bas Smets te presenteren. Bijzondere aandacht zal hierbij worden geschonken aan de duurzame strategieën voor de inrichting van het stedelijk landschap en voor de verschillende betekenislagen die de ontwerper in zijn projecten activeert. Tentoonstellingen 2: jonge architecten In de seizoenen 2011/12 en 2012/13 experimenteert het VAi in deSingel onder de naam ‘Jonge makers, denkers, dromers’ met een tentoonstellingsformule waarbij aan beginnende architecten de gelegenheid wordt geboden om door middel van een opdracht hun ideeën over architectuur, stedenbouw, landschapsarchitectuur of interieur te laten zien. Deze formule is gekozen omdat het hierbij om bureaus gaat die vaak nog niet over een uitgebreid portfolio beschikken en tegelijkertijd om te tonen hoe jonge ontwerpers zich verhouden tot relevante maatschappelijke vraagstukken. Concrete plannen voor het voorjaar 2013 houden onder andere een tentoonstelling van het bureau UR-architecten in die hun onderzoek naar ontwerpconcepten voor sites van psychiatrische instellingen zullen laten zien. Daarnaast voor deze reeks overwogen om de ontwikkeling van de openbare ruimte in de context van de Brusselse randgemeenten te bestuderen en concepten voor meergeneratie-wonen voor burgers met een migratieachtergrond. De formule ‘Jonge makers, denkers, dromers’ zal in de loop van 2013 kritisch worden geëvalueerd met het doel ook in de periode 2014-2016 tot een innovatief tentoonstellingsconcept te komen dat onder de werktitel ‘Kritische massa – jonge architecten’ zal worden ontwikkeld.
25
Tentoonstellingen 3: Introductie van internationale ontwikkelingen in de Vlaamse context Vanuit de opdracht van deSingel om internationaal belangwekkende ontwikkelingen in de architectuur aan het publiek te tonen, zullen hier ook regelmatig exposities van ontwerpers met een achtergrond buiten Vlaanderen te zien zijn. In plaats van een conventionele portfoliotentoonstelling te produceren bieden het VAI en deSingel hen een context waarin zij op een experimentele manier hun gedachtegoed kunnen laten zien en wordt ook steeds gezocht naar een intelligent en actief randprogramma. In het voorjaar 2013 zal in het kader van het Japan seizoen een tentoonstelling van en door de architect/ontwerper Junya Ishigami te zien zijn. Net als Jan deVylder (najaar 2011) en Andrea Branzi (voorjaar 2012) onderzoekt ook Ishigami de mogelijkheid om architectuur vanuit de materie opnieuw te bedenken. Daarbij kenmerken zijn oplossingen zich door hun fragiliteit en doen daarmee ook een uitspraak over de breekbaarheid van de cultuur waarin wij leven. Andere internationaal opererende ontwerpers waarvan programmatie in de periode 2013-2016 in deSingel door het VAi wordt onderzocht zijn: Studio Mumbai, MUF (Londen), zie ook geïntegreerde projecten 1.2.3.5 Tentoonstellingen 4: Geïntegreerde projecten In de periode 2013-2016 wil het VAi opnieuw aanknopen bij een reeks thematische projecten, zoals ‘Mare Meum’ en ‘Wonen in Welvaart, die gebaseerd waren op geïntegreerde projecten en die de maatschappelijke opdracht van het VAi in bijzondere mate en met succes duidelijk maakten. Deze projecten kennen een lange ontwikkelingstijd van gemiddeld twee jaar en de eerste tentoonstelling die hieruit voort zal komen is geprogrammeerd voor 2014. De eerste tentoonstelling in het kader van een geïntegreerd project zal de focus hebben op het thema ‘Ambacht en vormgeving’. Voor een gedetailleerde bespreking van de plannen voor de geïntegreerde projecten zie onder 1.2.3 5. Acties: -
Productie/ organisatie tentoonstelling Bas Smets (ontwikkelingen in Vlaanderen), najaar 2013 SING_SMET Productie/ organisatie tentoonstellingen jonge architecten met de onderwerpen zorg en openbare ruimte in 2013 SING_JMDD Evaluatie formule ‘Jonge makers, denkers, dromers in 2013 SING_JMDD Productie/ organisatie tentoonstelling Junya Ishigami, voorjaar 2013 SING_JMDD Productie/ organisatie tentoonstelling geïntegreerd project ‘Ambacht en Vormgeving’, vroegzomer 2013 GP_VORM
Lezingen en debatten De architectuurlezing is een bijzonder geëigende manier om deSingel vorm te geven als internationale kunstencampus, als publieksbestemming, en als plek voor polemieken en debatten. Ondanks het feit dat het VAi over enkele jaren, als gevolg van financiële beperkingen, geen eigen lezingenreeks voorzag, blijkt uit de eerder genoemde architectenenquete dat de locatie (naast Bozar in Brussel) nog steeds als één van de twee belangrijkste plekken voor architectuurlezingen wordt beschouwd. Het VAi wil in de periode deze onderbroken traditie opnieuw leven inblazen. De werkwijze zal uitgesproken thematisch zijn, met een duidelijke ontwerp-onderzoeksgerichte invalshoek die per seizoen verschilt en waarvoor steeds met verschillende partners (ook financieel) zal worden samengewerkt. Nadat in 2011/12 de thematieken ‘Hoe bouwen wij Europa?’ (i.s.m. Artesis Hogeschool), ’50 jaar wet op de stedenbouw’ (i.s.m. CVAa) en ‘Kritiek en referentie’ (i.s.m. Antwerp architects) aan de orde zijn gekomen, wordt voor het jaar 2013 voorlopig gedacht aan de volgende reeksen: ‘Architectuur/Design als cultuurkritiek’ (mogelijk i.s.m. Design Academy Eindhoven), ‘De middelgrote stad als ideaal Europees model?’ (mogelijk i.s.m U Gent) en ‘Duurzaamheid en esthetiek (mogelijk i.s.m. KU Leuven/ TU Delft).
26
Acties: -
Productie/ organisatie lezingenreeks ’50 jaar wet op de stedenbouw’ 2012/13-GP_STDB Productie/ organisatie lezingenreeks ‘Architectuur/Design als cultuurkritiek’ 2013-LECT Productie/ organisatie lezingenreeks ‘De middelgrote stad als Europees model?’ 2013-LECT Productie/ organisatie lezingenreeks ‘Duurzaamheid en ethestiek’ 2013-GP_EC
1.2.3.3 Doelstelling 3: Het VAi ondersteunt de ontwikkeling van experimentele en toekomstgerichte ontwerpconcepten en –benaderingen Ondersteuning van ontwerpend onderzoek Het VAi heeft noch de taak noch de middelen om zelf ontwerpend onderzoek te realiseren. Het zal echter wel als een stimulerende bemiddelaar optreden voor initiatieven die een innovatieve aanvulling voor het architectuurbeleid zijn. Ontwerpers vinden in het VAi een partner die hen adviseert hoe projecten voor ontwerpend onderzoek concrete vorm kunnen krijgen, welke partners in het wetenschappelijke veld interessant zijn, waar mogelijke financiële partners gezocht kunnen worden en hoe dit onderzoek het beste verspreid kan worden. Om deze werking, die opgevat kan worden als maatschappelijke dienstverlening voor de architectuursector (en die duidelijk verschilt van de professionele dienstverlening van b.v. beroepsorganisaties) vraagt wel om enige focus. In overleg met partners zoals o.a. het CVAa, de wetenschappelijke instellingen, het team Vlaams Bouwmeester en het Nederlandse Stimuleringsfonds voor architectuur geeft het VAi in de periode 2013-2016 prioriteit aan een reeks thema’s: infrastructuur voor zorg en onderwijs stedelijke en regionale transformaties hergebruik van problematisch architecturaal erfgoed In 2013 zal het ontwerpend onderzoek naar architectuur voor de zorg een speerpunt vormen. Acties -
Voorbereiding en organisatie van een studiedag omtrent de architectuur van de psychiatrische zorg, i.s.m. het Stimuleringsfonds voor Architectuur (SfA) en het team Vlaams Bouwmeester ZORG Stimuleren van aanvragen voor ontwerpend onderzoek naar de architectuur van de zorg ONT Workshop architectuurkritiek in samenwerking met het SfA KRIT
1.2.3.4 Doelstelling 4: Versterking van het internationale profiel van de Vlaamse architectuur De internationale werking van het VAi kent twee hoofdaspecten. Enerzijds ondersteunt en ontwikkelt het architectuurinstituut presentaties van en publicaties waarin de Vlaamse architectuurcultuur buiten Vlaanderen zichtbaar wordt, anderzijds ijvert het VAi voor de belangen van de architectuurcultuur binnen de instanties die Vlaanderen in het buitenland vertegenwoordigen. Dit laatste komt tot uitdrukking in regelmatige overleg met de Vlaamse vertegenwoordigers en Flanders Investment and Trade (FIT). Voor de periode 2013-2016 zal de nadruk liggen op een verdere versterking van het internationale profiel van de Vlaamse architectuur. Één vertrekpunt hierbij is de Internationale Architectuurbiennale in Venetië 2012. De presentatie van het Jaarboek en een voorziene digitale aanvulling (zie publicatiebeleid) zal in 2013 opgevolgd worden met een internationale promotiecampagne met de doelstelling om de verspreiding van deze publicaties substantieel te vergroten. Dit traject zal in de komende jaren verder worden ontwikkeld, en vormt een cruciaal aandachtspunt in de ontwikkeling van een coherent publicatiebeleid voor de architectuur in Vlaanderen (zie publicatiebeleid).
27
De internationalisering van de architectuursector in Vlaanderen heeft zich in de laatste twee decennia gekenmerkt door de gegroeide aanwezigheid van buitenlandse architecten, zowel in het architectuurdebat, als in de vorm van bouwopdrachten en open oproepen. Voor de periode 20132016 zal het VAi zich inzetten om deze beweging ook in omgekeerde richting te versterken. In samenwerking met partners buiten Vlaanderen zal het VAi zich inspannen om het werk van Vlaamse architecten grotere bekendheid te laten krijgen buiten de landsgrenzen. Daarbij zullen de direct omringende landen en regio’s prioritair zijn. Acties: -
Internationale promotie van Flanders Architecture Yearbook in 2013 (YEAR 12, 616)
Arts Flanders Het VAi draagt bij tot de internationale werking van de kunstensteunpunten en de gezamenlijke acties op het gebied van communicatie, promotie en netwerking. In de periode 2013-2016 zullen deze bestaande activiteiten verder gebundeld worden met het oog op een duurzame visieontwikkeling en een operationele samenwerking. Gebaseerd op een goede afstemming met het beleid van de bevoegde minister en met de betrokken diensten in binnen- en buitenland zal het VAi samen met de kunstensteunpunten trachten een efficiënt internationaal cultuurbeleid te operationeel realiseren. Hierbij wordt samengewerkt met het Departement CJSM, het Agentschap Kunsten & Erfgoed, het Departement Internationaal Vlaanderen, het Departement Ontwikkelingssamenwerking, Toerisme Vlaanderen etc. Met organisaties uit andere sectoren zoals Flanders Image, Flanders DC, Design Flanders, Flanders Fashion etc. zal de samenwerking worden versterkt vanuit het Overleg Creatieve Industrie (OCI). Arts Flanders wordt nadrukkelijk ingezet als overkoepelende benaming voor deze samenwerking: een referentiepunt voor wie in het buitenland op zoek is naar meer informatie over kunst in Vlaanderen en over Vlaamse kunstenaars in het buitenland. Arts Flanders speelt dan ook een belangrijke rol als wegwijzer in de kunsten in Vlaanderen bij pers, media, multidisciplinaire instellingen en professionals in het buitenland. Hiervoor willen de steunpunten nauw samenwerken met o.a. de Vlaamse Vertegenwoordiging, Flanders Investment & Trade, Toerisme Vlaanderen en de Europese instellingen. Binnen deze actielijn zal het VAi het belang van architectuur als een van de actieve sectoren in de Vlaamse culturele productie uitdragen en neemt het de digitale informatieverstrekking namens de steunpunten op zich.
1.2.3.5 Doelstelling 5: Het VAi ontwikkelt geïntegreerde projecten vanuit de kennis van het architectonisch erfgoed en van actuele ontwikkelingen in de samenleving en het architectuurveld Geïntegreerde projecten waarin verbindingen gelegd worden tussen de dringende maatschappelijke vragen omtrent de ontwikkeling van de leefomgeving en verschillende vormen van wetenschappelijk onderzoek zijn een essentieel speerpunt in de werking van het VAi. De expertise van het architectuurinstituut op het gebied van de architectuurcultuur en de archiefwerking vormt de grondslag voor deze geïntegreerde projecten die in de periode 2013- 2016 een nieuwe impuls zullen krijgen. Daarbij merken we op dat de geïntegreerde projecten een traject met een gemiddelde looptijd van drie jaar kennen, dat in drie fases kan worden verdeeld: Jaar 1: (voor)onderzoek, in kaart brengen van bestaande kennis en archiefwerking Jaar 2: productie van publieksevenementen, lezingen en een tentoonstelling Jaar 3: afronding, verslag en publicatie
28
Geïntegreerde projecten vertrekken steeds vanuit volgende vaststellingen: -
De beperkte doorstroming van het recente wetenschappelijk onderzoek in de domeinen architectuur, vormgeving, stedenbouw, interieur en (bouw)bedrijfsgeschiedenis naar het grote publiek. Actuele ruimtelijke vraagstukken waarmee grote delen van Vlaanderen de laatste jaren kampen, kennen een lange geschiedenis. Een beter inzicht in de bouw- en wooncultuur, bieden een basis voor innovatie ontwerpoplossingen. Het gebrek aan kennis over ontwerpvraagstukken en de geschiedenis van het ontwerp van de omgeving belet een goede en duurzame hedendaagse omgang met de omgeving. Het brede publiek overtuigen van het belang van architectonische vraagstukken en het architecturale erfgoed voor het ontwerp van de omgeving is van cruciaal belang voor de omgang met de leefomgeving.
Het is een expliciete doelstelling om voor de geïntegreerde projecten allianties aan te gaan met onderzoeks- en onderwijsinstellingen, archieven, expertisecentra en erfgoedinstellingen. Op die manier zijn de geïntegreerde projecten een uitgelezen kans om het netwerk waarin het VAi opereert te bestendigen en het brede publiek kennis te laten maken met hedendaagse architectuuropvattingen en het architecturale erfgoed. Daarnaast bieden de geïntegreerde projecten de mogelijkheid de samenwerking met wetenschappelijke onderzoekers uit te bouwen en het bewustzijn van hedendaagse ontwerpers op het vlak van erfgoed te stimuleren. Geïntegreerde projecten 2012 – 2016 50 jaar wet op de stedebouw: Vormgeven aan het territorium Reeds in 2012 zal het VAi een geïntegreerd project opstarten waarin de ontwikkeling van de ruimtelijke ordening in Vlaanderen voor de toekomst en tegen de achtergrond van recent historisch onderzoek wordt onderzocht. Uitgangspunt van dit project is de transformatie van Vlaanderen in een dichtbevolkt en bebouwd territorium dit in de periode na 1945 een ongekende intensifiëring heeft ondergaan. Een sleutelmoment in deze ontwikkeling is de aanvaarding van de Wet op de Stedebouw in 1962. De oorspronkelijke bedoeling van deze wet was het tegengaan van de wilde verstedelijking. In de uitvoering zette zich de ontwikkeling van Vlaanderen tot een netwerk van lineaire ontwikkelingen echter alleen voort. Tot diep in de jaren 1970 bleef de overheid het marktmechanisme stimuleren door kort op de bal te spelen en woonuitbreidingsgebieden of industrieparken bereikbaar te maken voor autovervoer. In weze sloot dit perfect aan bij het dichte steden- en wegennet dat sinds de Middeleeuwen was ontstaan en dat sinds de industrialisatie in de de 19 eeuw was geïntensifieerd. België kreeg het meest dichte autosnelwegennet van Europa. Ondertussen schoven nieuwe sociale bewegingen na 1968, een diepe teleurstelling in falende grote planningsprojecten als de Brusselse Noordwijk en de economische crisis van de jaren ‘70 een nieuw model naar voor: dat van inspraak en bewonersparticipatie. Dat belette evenwel niet dat vanaf de jaren ‘70 en ‘80 KMO’s en winkels zich ongebreideld langs het wegennet vestigden tussen de bestaande lintbebouwing van de woningen. De facto werd het model van de suburbanisatie er een van desurbanisatie. Met deze ontwikkeling liep Vlaanderen feitelijk voorop voor een aantal andere Europese gebieden waar soortgelijke processen vooral sinds de jaren 80 van de vorige eeuw versneld op gang kwamen. Het recente debat over de ‘verrommeling’ van Nederland is daar een illustratief voorbeeld. Met het oog op de formulering van een nieuwe structuurvisie voor Vlaanderen wil het VAi samen met het CVAa het debat over de toekomstige ruimtelijke ontwikkeling van Vlaanderen koppelen aan een onderzoek naar de concrete effecten die het overheidsingrijpen sinds de jaren zestig op de fysieke omgeving hebben gehad. Een startpunt voor dit geïntegreerde project is de tentoonstelling die voor de Internationale Architectuurbiennale in Venetië 2012 ontwikkeld wordt en waarbij het VAi samen met het team Vlaams Bouwmeester aan de formulering van een opdracht heeft gewerkt. Deze tentoonstelling zal expliciet de Europese dimensie van de ruimtelijke ontwikkeling in Vlaanderen onderzoeken en gelijktijdig met de Biennale ook in deSingel getoond worden. 29
In samenwerking met het CVAa werkt het VAi aan een lezingenreeks waarin de historische en actuele aspecten van de ruimtelijke inrichting in Vlaanderen worden onderzocht. De verwerking van de resultaten van deze reeks en de tentoonstelling (publicaties en artikelen) is gepland voor 2013, waarbij de concrete vorm hiervoor nog moet worden onderzocht. Het VAi wil, in samenwerking met de Vlaams Bouwmeester, op de Biënnale van Venetië (het belangrijkste internationale architectuurevenement) en in deSingel in het najaar 2012 een programma opzetten met hedendaagse ontwerpers over 50 jaar wet op de stedenbouw. GP_STDB De VRP (Vlaamse Vereniging voor Ruimte en Planning) wil in 2012 in zijn tijdschrift aandacht besteden aan 50 jaar wet op de stedenbouw. GP_STDB Onderzoek naar geschikte publicatievormen voor de lezingenreeks en het materiaal dat voor de tentoonstelling is vervaardigd, voorzien voor 2013 GP_STDB
-
-
Ambacht en vormgeving Workplace Mumbai Studio is een tentoonstelling over de bouwpraktijk en het werk van Mumbai Studio uit Mumbai (India). Uitgangspunt is het tonen van het materiële aspect van gebouwen: bouwonderdelen, grondstoffen, werktuigen, een-op-een details, maquettes, meubels die allen op directe wijze rekening houden met specifieke Indiaase contextuele factoren. De aanwezigheid van water, hout en steen, de kennis van het ambacht, het tropische klimaat, de verbondenheid tussen leven en werken in een collectief. Deze praktijk zal niet alleen gepresenteerd worden als een mogelijk model voor alternatieve praktijken. In het geïntegreerde project van VAi en CVAa zal ook onderzocht worden hoe deze ervaringen een spiegel hebben in de bouw -en interieurcultuur van het hoog ontwikkelde, geïndustrialiseerde Vlaanderen. Vlaanderen kent immers een lange traditie in het ontwerpen van fijnzinnige interieurs zowel in particuliere huizen als voor kleinschalige stedelijke functies. Deze cultuur van het interieur manifesteert zich in een vrijwel voortdurende stroom van belangwekkende projecten voor met name semi-publieke interieurs. Door expliciet aandacht te besteden aan deze traditie en de vernieuwing die zij momenteel ondergaat, en haar te spiegelen aan de poëtische en zeer directe benadering van Mumbai Studio, willen we de rol van ambacht en vormgeving als drijfveren voor het ontwerpen van interieurs belichten. We hopen zo ook een reeks antwoorden te vinden op de vraag hoe interieurs een werkelijk duurzame bijdrage aan de hedendaagse cultuur kunnen vormen. Het VAi wil daarmee het kritische debat over de toekomst van het interieur als ontwerppraktijk en als intellectuele discipline begeleiden en stimuleren. De formulering van dit geïntegreerde project reflecteert daarbij ook de dynamiek die de archiefwerking van het CVAa momenteel kenmerkt. De archiefwerking op het gebied van de vormgeving en het interieur is al langer deel van de dagelijkse werking van het CVAa is b.v. in de samenwerking met de Maarten van Severen Foundation. In de komende jaren zal het gebied van de vormgeving nadrukkelijk in de werking van het CVAa betrokken worden. Acties: -
VAi en CVAa stimuleren het onderzoek naar de relatie tussen ambachtelijke tradities en technologische ontwikkelingen die eigen zijn aan de ontwikkeling van het interieur GP_VORM VAi en CVAa werken een gezamenlijk geïntegreerd project uit voor de period 2012-2014 Productie van een tentoonstelling in het najaar van 2013 GP_VORM
30
Duurzaamheid (eco-cultuur) Het begrip ‘duurzaamheid’ is alomtegenwoordig en daarom als term niet meer zuiver af te bakenen. Het is zoals het begrip ‘cultuur’ zelf, dat alles omvat en enkel zinvol kan benaderd worden vanuit een bepaald perspectief dat bewust andere aspecten negeert. Het VAi is geen expertisecentrum voor alles wat met duurzaamheid te maken heeft en concentreert zich bewust op duurzaamheid vanuit een architectuurcultureel perspectief, wat een geheel andere benadering is dan die van bvb. de bouwsector. Binnen de transitieliteratuur wordt de culturele sector als onderdeel van het middenveld naar voor geschoven als een partner om het draagvlak voor een duurzame transitie te vergroten. (Jones, Terra reversa, 2009) Het middenveld stimuleert door zelf duurzaam te handelen en de duurzaamheidsgedachte te propageren bij zijn achterban en tracht zo de top tot verandering te doen bewegen. Het VAi wil de term eco-cultuur verder voeren dan louter communiceren over de combinatie architectuurcultuur en ecologie, het wil inbreken in de kern van het debat. De impact van het bouwen en wonen op het leefmilieu is enorm, ongeveer 30% van de totale ecologische voetafdruk. Binnen de duurzaamheidstransitie is bouwen en wonen een centraal thema (DuWoBo). Echter, wanneer een duurzame bouwpraxis wil slagen, kan zij niet zonder architectuurcultuur. Duurzame architectuur kan pas doorbreken wanneer wij er ons ook thuis voelen. Steden kunnen maar duurzaam zijn als we er ons geborgen voelen en ons in kunnen ontplooien. De sterkte van het VAi zit niet zozeer (maar ook) in het contact met architecten en bouwers, maar in het expliciteren van de culturele aspecten van duurzame architectuur. De grote meerderheid van de architecten (>70%) vindt ecologische duurzaamheid een belangrijke maatschappelijke waarde. Tegelijkertijd vinden evenveel architecten dat de huidige EPB-regelgeving een negatieve factor is in het ontwerp, de uitvoering, de kostprijs en papierberg. (Architectenenquête, 2011) Deze discrepantie onderstreept het belang van een andere benadering naast de louter kwantificeerbare. Acties: -
Het VAi streeft naar een explicitering van het begrip “duurzame architectuurcultuur” (2011). Het publiceren van het vlugschrift ‘Dierbaar is duurzaam’ is hierbij een eerste aanzet voor een debatcultuur over dit onderwerp. (GP_ECO) Het VAi integreert het begrip duurzaamheid in de meeste producties, zoals de Dag van de Architectuur (vgl. DAGA2011)en het Jaarboek GP_ECO Het VAi sluit aan bij het platform eco-cultuur van de culturele sector. GP_ECO Het VAi werkt een geïntegreerd project uit over duurzame architectuurcultuur in de het seizoen 2015-2016. Productie van een publieksevenement, voorzien voor het najaar van 2014 GP_ECO
1.2.3.6 Doelstelling 6: Het VAi creëert en ontsluit gegevens, informatie en monitoringsinstrumenten voor de architectuurcultuur ten behoeve van beleidsvoorbereidend werk, participatie en diversiteit De systematische verzameling van gegevens over de sector zoals deze door het VAi verder zal worden gezet in de periode is deels in functie van de afspraken omtrent de synergie van de kunstensteunpunten (zie 1.2.3.2, synergie). Daarnaast zal het VAi de eigen sector ook met bestaande partners zoals de Orde van architecten en beroepsverenigingen blijven doorlichten om te zorgen dat doelstellingen omtrent de kennisverspreiding en diversiteit gerealiseerd kunnen worden op basis van goede en actuele gegevens. Acties: -
Uitbouw en afstemming van de sectorspecifieke gegevensverzamelingen bij de vier kunstensteunpunten om gezamenlijke onderzoeksvragen te beantwoorden (gesubsidieerde en niet-gesubsidieerde sector). (SYN) Uitwisseling van gegevens met IVA Kunsten en Erfgoed, Cultuurnet Vlaanderen en andere partners zoals Overleg Creatieve Industrie i.v.m. bovenstaande onderzoeksvragen. OCI
31
1.2.4 Publicatiebeleid Publicatiebeleid Het publicatiebeleid van het VAi krijgt zijn beslag enerzijds in een reeks eigen publicaties en anderzijds in de ondersteuning en advies voor publicatieprojecten van derden. In Vlaanderen zijn de mogelijkheden voor architectuurpublicaties beperkt en het VAi heeft, ook uit financiële overwegingen, ervoor gekozen om een aantal publicaties in eigen beheer uit te geven. Ondanks het erkende belang van publicaties voor de presentatie van en reflectie over de architectuur kenden producties van boeken en tijdschriften over hedendaagse ontwikkelingen, maar ook het architecturale erfgoed in Vlaanderen in de voorbije jaren fundamentele beperkingen. Het aantal kanalen om architectuurpublicaties via gevestigde uitgeverijen voor een groter publiek beschikbaar te stellen, is klein. Daarbij vertoont het landschap van uitgevers in Vlaanderen ook nog een zekere tendens tot fragmentatie. Publicaties die het potentieel hebben om ook internationaal waargenomen te worden, vinden daarom een te klein publiek. Auteurs hebben mogelijkheden in het buitenland – vooral in Nederland – gezocht om een groter en internationaal publiek te bereiken, daarbij deels ook ondersteund door de ruimere mogelijkheden om via subsidiëring uitgaves te financieren. Deze uitweg zal echter in de toekomst steeds minder bestaan. Het VAi kan als faciliterende partij een rol spelen bij het creëren van een goed functionerend stelsel van publicatiekanalen voor de kunsten en van geprofileerde fondsen die het aanbod van architectuurboeken ook op de internationale markt herkenbaar maken. Daarbij zullen zij oog hebben voor de specifieke noden van de verschillende noden van ontwerpers, onderzoekers en curatoren, de mogelijke dwarsverbanden met andere kunstdisciplines en de ontwikkeling van nieuwe digitale publicatievormen. In dit verband is ook een goede afstemming en productieve samenwerking met de erfgoedsector van fundamenteel belang. Daarbij neemt het VAi het voortouw voor een overleg tussen bestaande uitgevers, academische instellingen, organisaties en de boekhandel, met het perspectief om dit ook voort te zetten op het niveau van heel het Nederlandse taalgebied. Of en in hoeverre het VAi in de toekomst als partner van krachtige uitgevers zal optreden, of zijn huidige activiteit als uitgever zal professionaliseren (mogelijk in samenwerking met de andere kunstensteunpunten), hangt af van de uitkomsten van dit overleg. Acties: -
Het VAi brengt bestaande uitgevers, producenten en distributienetwerken in kaart. UITG-DIR Het VAi analyseert de mogelijkheden om kwalitatieve en strategische selectie te stimuleren. UITG-DIR Het VAi onderzoekt een herkenbare communicatiestrategie voor publicaties over architectuur, kunst en cultuur in Vlaanderen. UITG-DIR Het VAi sondeert op welke manier vanuit de bestaande situatie nieuwe krachtige spelers gevormd kunnen worden teneinde de slagkracht, het bereik en het profiel van de publicaties over architectuur in Vlaanderen te vergroten. UITG-DIR
Publicaties – eigen produkties Eigen publicaties van het VAi hebben als doel de actuele ontwikkelingen op het gebied van de architectuurcultuur in Vlaanderen te presenteren en het kritische debat te voeden. De publicaties van het VAi hebben een bijzondere positie in het zeer kleine aanbod van architectuurboeken uit Vlaanderen en dienen als herkenbare en geprofileerde reeksen herkenbaar te zijn. Jaarboek De kernactiviteit van het VAi als producent van eigen publicaties is het Jaarboek Architectuur Vlaanderen. Het Jaarboek kende vanaf het begin een sterk documenterend karakter. De ontwikkeling van nieuwe publicatievormen in de digitale media heeft het effect dat deze documentatie steeds meer en andere vormen krijgt. 32
De rol van een gedrukt boek als een medium waarin ontwikkelingen met een zekere afstand en met de nodige zwaarte beschouwd worden, is daarmee echter alleen belangrijker geworden. In de komende editie zal de functie van het jaarboek als een medium voor de reflectie over de stand van zaken in de Vlaamse architectuur versterkt naar voren komen. Dit betekent enerzijds dat voor de samenstelling van de redactie op zoek gegaan zal worden naar auteurs met naam of met een interessante positie in het architectuurdebat, de praktijk, het onderwijs of het onderzoek. Anderzijds zullen de auteurs ook nadrukkelijk uit andere Europese architectuurculturen worden geselecteerd om het perspectief te verbreden. In deze visie wordt het Jaarboek Architectuur Vlaanderen zeer nadrukkelijk als een belangwekkende internationale architectuurpublicatie gepositioneerd. De inspanningen om deze publicatie internationaal goed te verspreiden zullen daarmee ook in belangrijke mate worden opgevoerd. Tegelijkertijd, en complementair aan de ontwikkeling van het jaarboek, is het VAi voornemens om nieuwe en aanvullende vormen van documentatie te ontwikkelen, onder andere door de vernieuwde website, en andere digitale vormen van overdracht die de print-editie aanvullen. Als hiervoor de benodigde middelen gevonden worden, is het doel om een eerste pilot-project, een ‘app’ met recent opgeleverde gebouwen, op de Biënnale van Venetië voor te stellen. De opportuniteiten die hierbij ontstaan worden op dit moment onderzocht in samenwerking met o.a. het tijdschrift A+ en OWI (Office for Word and Image). Vlugschriften en documenten Het VAi zal in de periode 2013-2016 een forum zijn voor een reeks publieke evenementen waarin actuele ontwikkelingen in de inrichting van de leefomgeving en de architectuurcultuur aan de orde zullen komen. Het materiaal dat bij deze evenementen wordt gegenereerd zal daarbij structureel publiek toegankelijk worden gemaakt. Primair zal dit gebeuren via de website van het VAi en in de vorm van podcasts of digitale documenten. Om de reflectie over een architectuur en haar plaats in de samenleving van voeding te voorzien, wil het VAi echter ook nieuwe formaten van kleine eenvoudige publicaties onderzoeken. Een voorzet is de publicatie van het vlugschrift ‘Dierbaar is duurzaam’ naar aanleiding van de uitreiking van de Cultuurprijs Vlaanderen voor architectuur in oktober 2011. Maar ook de redactie en bundeling van lezingenreeksen in de vorm van kleine, goedkope en handzame boekjes - in een reeks ‘documenten/documents’ - zal in 2012 verder worden onderzocht en kan worden voorzien voor 2013. Jonge architecten in Vlaanderen Het VAI kende in het verleden een werking als producent van tentoonstellingscatalogi en van kleine monografieën over jonge architectenbureaus. Dit waren kleine duidelijk uitgesproken publicaties van kritische essays waarin het intensieve ontwerponderzoek in Vlaanderen zich presenteerde. Ondanks de beperkte slagkracht van het VAi zien we het belang van beide vormen van publicaties voor de verspreiding van kennis over de Vlaamse architectuur, complementair aan de Jaarboeken, in. Het VAi zal in de loop van 2012 onderzoeken hoe deze publicaties kunnen worden gereactiveerd, maar zal zich daarbij in eerste instantie initiërend willen opstellen. Daarbij zullen ook de initiatieven van bestaande uitgevers voor publicaties over Vlaamse ontwerpers grondig worden bestuurd, alsmede het voornemen van o.a. de Nederlandse uitgever Architectura et Natura om een nieuwe reeks monografieën van architecten uit de Benelux op te starten. Het VAi is reeds als adviserende partner betrokken bij deze ontwikkeling.
33
Acties: -
productie Jaarboek Architectuur in Vlaanderen 2014 en 2016 JAAR 14 ontwikkeling van aanvullende digitale vormen van documentatie en presentatie ism externe partners UITG,-DIR productie van kleine publicaties in de series vlugschriften/pamphlets en documenten/ documents APUB,-DIR versterking distributiestrategie, in Vlaanderen, het Nederlandse taalgebied, Europa en een selectie van internationale afzetgebieden UITG-DIR
34
1.3 Begeleiding en logistieke ondersteuning van ontwerpers en onderzoekers 1.3.1 Advies steunmaatregelen Zowel uit het aantal subsidieaanvragen als uit de resultaten van het mappingsonderzoek en de grote architectenenquête blijkt dat er een grote behoefte is aan informatieverstrekking over de bestaande steunmaatregelen voor de architectuursector. Als kunstensteunpunt speelt het VAi een belangrijke rol in de informatieverstrekking van de steunmaatregelen naar de doelgroep van ontwerpers, architectuurorganisaties en andere producenten van architectuurcultuur. Samen met de Beoordelingscommissie Architectuur en Vormgeving en de Afdeling Kunsten organiseert het VAi minstens drie infosessies per jaar over deze regelgeving. Daarnaast geeft het VAi persoonlijk advies aan personen en organisaties die een aanvraagdossier willen indienen. Binnen het Overleg Lokale Initiatieven Architectuurcultuur wordt op elke vergadering aandacht besteed aan architectuurbeleid, waarbij er onmiddellijke feedback gegeven wordt door de organisaties op de ontwikkelingen binnen het Kunstenbeleid. Op deze manier zorgt het VAi voor een doorstroom van en naar het beleid. Daarnaast start het VAi vanaf 2011 met het verstrekken van info over Cultuurinvest en Flanders Investment and Trade met infosessies over deze steunmaatregelen naar dezelfde doelgroep. Dit is nodig omdat er ook op dit vlak veel onwetendheid is bij het architectencorps en omdat de subsidieverleners het VAi nodig hebben om de juiste doelgroep te bereiken.
1.3.2 Stimuleren architectuurcultuur d.m.v. foto- en tekstopdrachten Het VAi heeft altijd aandacht gehad voor het geven van tekst- en foto-opdrachten aan (jonge) auteurs en fotografen in plaats van gebruik te maken van bestaande foto- of tekstreservoirs. Immers, het belang van architectuurkritiek en de manier waarop een gebouw in beeld wordt gebracht, zegt bijzonder veel over de architectuur. Daarnaast profileert het VAi zich in zijn tentoonstellingsbeleid met het creëren van totaalinstallaties die de klassieke portfolio tentoonstelling ver overstijgen. Deze werking is dan ook terug te vinden in de publicaties, de tentoonstellingen en andere publieksactiviteiten.
1.3.3 Presentatie jonge architecten Zie: Jonge makers, denkers, doeners
1.3.4. Bevordering architectuurkritiek Het VAi wil de komende jaren bijdragen aan een versterking en verbetering van de architectuurkritiek in Vlaanderen en het Nederlandse taalgebied. Een van de speerpunten zal daarbij de inhoudelijke ondersteuning van jonge architectuurcritici zijn. Hiervoor zoekt het VAI ernaar samen te werken met de universiteiten en hogescholen in Vlaanderen en Nederland en zal het samen met het Stimuleringsfonds voor Architectuur een programma van workshops ontwikkelen. Met A+, Archined, Oase en de kern architectuurkritiek aan de TU Eindhoven (pro. B Colenbrander) zijn al gesprekken gevoerd om de publicatiemogelijkheden voor jonge architectuurcritici te verbeteren. 35
Soortgelijke gesprekken werden ook gevoerd met internationale tijdschriften zoals Arch+ (Berlijn/ Aken), Building Design (Londen), Bauwelt (Berlijn), Architecture Today (Londen) en De Architect (Den Haag). In de toekomst zal het VAi ook onderzoeken op welke manier architectuurkritiek, net als andere vormen van de kunstkritiek weer een plek kan krijgen in de publiekspers. Dit moet ook een gemeenschappelijke actie van de kunstensteunpunten worden. Acties: -
Organisatie van workshops voor architectuurkritiek i.s.m het SfA Onderzoek naar publicatiekanalen voor architectuurkritiek zowel in de vakpers als in de publiekspers
36
1.4 Samenwerking en netwerking met andere organisaties 1.4.1 Opsomming van de partners -
De Singel Internationale Kunstcampus Vlaams Bouwmeester Stadsbouwmeester Antwerpen Stadsbouwmeester Brussel Belangenbehartigers en beroepsorganisaties OLIA/ architectuurorganisaties Universiteiten en academische instellingen: U Gent, KU Leuven, Artesis Hogeschool, PH Limburg, Sint Lucasinstituut Media: uitgevers van boeken, tijdschriften, kranten, websites etc. Opdrachtgevers Vlaamse vertegenwoordigers Flanders Investment and Trade (FIT) Flanders District of Creativity (Flanders DC) Cellule architecture Wallonie Nederlands Architectuurinstituut Stimuleringsfonds voor architectuur Universiteiten en academische instellingen: TU Delft, TU Eindhoven, Academies van Bouwkunst, Design Academy Eindhoven Locale architectuurcentra in Nederland Bureau Rijksbouwmeester European Forum Architecture Policies British Council Goethe-institut Arc en Reve, Bordeaux Arkitekturmuseet Stockholm Deutsches Architekturmuseum Frankfurt Schweizerisches Architekturmuseum (Basel) Architekturzentrum Wien (österreichisches Architekturmuseum) Centre Canadien d’architecture European Architectural History Network (EHAN) Vorarlberger Architekturinstitut
1.4.2 Concrete meerwaarde van de samenwerking DeSingel Internationale Kunstcampus Met ingang van het seizoen 2011/2012 zijn het Vlaams Architectuurinstituut en deSingel Internationale Kunstcampus aan een nieuwe bladzijde in hun samenwerking begonnen. In de nieuwe tentoonstellingszaal kan het publiek gedurende het hele seizoen kennismaken met het werk van bekende internationale architecten en met de vraagstukken die jonge ontwerpers in Vlaanderen bezighouden. Architectuur is daarmee permanent en zichtbaar in deSingel aanwezig in grote en kleinere exposities, maar ook in de debatten en lezingen die rondom deze tentoonstellingen worden georganiseerd. Het VAi en deSingel willen daarmee een podium bieden voor ontwerpers, maar willen ook geconfronteerd worden met de kritische respons van het publiek erop. VAi en CVAa participeren in de Leeszaal van de Kunstcampus deSingel. In de aanloop naar de verhuizing van het VAi naar de nieuwbouw van deSingel werd een traject afgelegd om in samenwerking met het Koninklijk Conservatorium Antwerpen, de Internationale Kunstcampus deSingel en het VAi een interdisciplinaire leeszaal uit te bouwen die in het najaar 2011 werd geopend. De leeszaal zal een plek van verdieping en verbreding worden voor theater, muziek, dans en architectuur – de disciplines die op de campus worden ontwikkeld, onderwezen en getoond. 37
De leeszaal staat open voor de studenten van het Conservatorium, bezoekers en concertgangers van de kunstcampus en het brede cultureel geïnteresseerde publiek en zal hiervoor een belangrijke sensibiliserende functie hebben. Vlaams Bouwmeester Met het team van de Vlaams Bouwmeester heeft het VAi een jarenlange samenwerking. Deze samenwerking heeft recent, sinds het aantreden van een nieuwe Bouwmeester en een nieuwe directeur van het VAi een duidelijke stimulans gekregen. Beide organisaties zijn ervan doordrongen dat zij een duidelijke meerwaarde kunnen realiseren door een intensieve afstemming van hun activiteiten. De Vlaams Bouwmeester deelt met het VAi binnen zijn opdracht verschillende doelgroepen die ook vanuit het middenveld aangesproken worden. Het is belangrijk om, gelet op de beperkte middelen binnen de sector, deze doelgroepen op een eenduidige en liefst geïntegreerde wijze te benaderen waarbij de taak van elk duidelijk is. De Vlaams Bouwmeester heeft daarbij een prioritaire rol naar overheidsinstellingen of door de overheid gefinancierde organisaties waarbij een rechtstreekse beïnvloeding op hun rol als bouwheer mogelijk is. De interactie van de Vlaamse Bouwmeester naar architecten als ontwerpers gebeurt vooral projectgericht in functie van overheidsopdrachten en de open oproep. Het VAi als katalysator binnen het middenveld van de architectuursector en als gesprekspartner met (het middenveld van) andere sectoren zal daarbij een ondersteunende rol spelen in samenspraak met de Vlaams Bouwmeester. In functie van de specifieke doelgroepen van de Vlaams Bouwmeester kan het VAi ook bijdragen aan kennisdeling, informatie-uitwisseling en interactie naar de andere doelgroepen. Zo kan het middenveld door het creëren van een draagvlak bij de burger bijdragen tot een gedragen eis naar kwaliteit (in alle betekenissen van het woord). Het architectuurdebat dat de Vlaams Bouwmeester terecht aangaat met zijn doelgroepen kan door samenwerking met het VAi uitgebreid worden naar een breder maatschappelijk debat. De architectuurnota 2010 die werd uitgewerkt door de Vlaams Bouwmeester en het VAi is een voorbeeld van gezamenlijke visie en versterking waarbij de samenwerking duidelijk een meerwaarde heeft opgeleverd. Belangenbehartigers en beroepsorganisaties Voor de architectuursector zijn belangenbehartigers en beroepsorganisaties relevante partners: De Nationale Orde van Architecten, het Nationaal Architecten Verbond, De Bond van Vlaamse Architecten, de Federatie Architecten België. Zij leggen zich toe op de verdediging van de belangen van de architecten en organiseren voor leden culturele activiteiten als studiedagen, rondleidingen, ontmoetingen en informatie via publicaties en websites. Het VAi vertegenwoordigt in relatie tot de belangenbehartigers en beroepsorganisaties het publieke belang van een goede architectuurcultuur en werkt vanuit dit perspectief samen aan onder andere het veldonderzoek naar de behoeften van beroepsbeoefenaars. Een van de concrete resultaten van deze samenwerking is het eerder genoemde mappingonderzoek architectuurcultuur. Olia / architectuurorganisaties Als steunpunt biedt het VAi een overlegplatform voor de architectuurorganisaties en andere actoren die op lokaal, regionaal en landelijk niveau ageren. Het werkt met hen samen aan projecten, doet aan expertise uitwisseling en initieert nieuwe initiatieven. Op die manier doet het steunpunt aan praktijkontwikkeling en ondersteuning. Het steunpunt overlegt met hen over de actuele vraagstukken die aan bod moeten komen en over geschikte strategieën hiervoor. Ook participeert het VAi aan de strategische discussie over de noodzakelijke bundeling van krachten en gemeenschappelijke acties. Het steunpunt geeft aan deze lokale architectuurorganisaties adviezen en informatie over zakelijke aspecten zoals subsidieregelingen zodat zij degelijk kunnen opereren als architectuuractor. 38
1.5 Publiekswerking en publiekswerving 1.5.1 Doelgroepen Vanuit het oogpunt van een goed functionerende architectuurcultuur zijn er een aantal belangrijke doelgroepen die in functie van de maatschappelijke en artistieke inzet van architectuur dienen aangesproken te worden. De voornaamste zijn: -
de burger als gebruiker van de architecturale ruimte, maar ook soms als opdrachtgever de cultuurminnende burger ontwerpers onderzoekers en onderwijzers opdrachtgevers: met name professioneel (ontwikkelaars) beleidsmakers en politici het middenveld als participant van zowel de architectuursector als de andere gerelateerde sectoren in de rol van bouwheer, subsidieverlener, belangenbehartiger, infomatieverspreider, … de overheid de media (kranten, tijdschriften, internet, televisie, radio, …) als partner en actor in communicatie
Het steunpunt ziet het als zijn taak om de betrokkenheid bij de architectuurcultuur in deze doelgroepen te vergroten. Daarom moet het steunpunt elke doelgroep aanspreken in hun eigen taal en tegemoet komen aan hun behoeften en noden. Het is aangewezen om elke doelgroep met één of meerdere specifieke acties aan te spreken of ermee samen te werken. Het steunpunt moet zich toespitsen op creatieve, innoverende en wervende projecten met de diverse doelgroepen. Het bewerken van alle doelgroepen is uiteraard het ideale scenario voor de maatschappelijke en artistieke rol van architectuur in Vlaanderen. Gezien de breedte van de opdracht zal het steunpunt evenwel keuzes moeten maken. De burger als gebruiker De burger heeft als bewoner en als gebruiker van openbare gebouwen en de publieke ruimte recht op goede architectuur: veilige scholen, waardige zorggebouwen, aangename en betaalbare woningen, uitnodigende publieke plekken die ontmoetingen stimuleren. Opdat burgers als gebruikers verwachtingen, eisen en aandachtspunten naar voor kunnen schuiven, moeten scholieren, jongeren, bewoners, vrijwilligers en mensen uit diverse organisaties gesensibiliseerd worden voor de rol van architectuur als factor bij de verbetering van de leefomgeving. Burgers zijn in vele gevallen ook opdrachtgever. Het steunpunt moet hen aanspreken, sensibiliseren, interesseren voor architectuur, zodat zij als opdrachtgevers hogere kwaliteitseisen stellen bij nieuwbouw en verbouwingen. Dit kan via culturele producten: Dag van de architectuur, publicaties, manifestaties, exposities, lezingen, bibliotheek, website, of door leermomenten, workshops, een masterclass voor opdrachtgeverschap aan te bieden. De cultuurminnende burger De cultuurminnende burger is voor architecten, en daarmee voor het VAi, een zeer belangrijke partner in het streven naar een breed gedragen cultuur van het bouwen en een structurele verbetering van de leefomgeving. Deze gedachte komt terug in de gehele publiekswerking van het VAi en vormt de aanleiding vormt voor initiatieven om de zichtbaarheid van het instituut structureel te verhogen.
39
Ontwerpers De ontwerpers (architecten, stedenbouwkundigen, theoretici, ambtenaren, studenten) Het steunpunt kan nieuwe kennis genereren door nieuwe thema’s aan de orde te stellen, door ontwerponderzoek op te starten met partners, door geïntegreerde projecten te ontwikkelen, door workshops en masterclasses aan te bieden, door expertise inzake architectuurarchieven aan te leveren. Het kan aan jonge architecten een forum geven, waarbij hun werk wordt getoond, ter discussie wordt gesteld en zo gekend raakt in het binnen- en het buitenland. Het kan internationale wisselwerking bewerkstelligen. Onderzoekers en onderwijzers Het architectuuronderwijs heeft in de eerste plaats een pedagogische en onderzoeksopdracht. Maar ook de maatschappelijke dienstverlening van de universiteiten en hogescholen is belangrijk. Er bestaat in deze instellingen een aanzienlijke bereidwilligheid om mee te werken aan een beter klimaat voor architectuurcultuur. Het steunpunt moet kansen kunnen creëren voor het onderwijs om de kennis en het werk die daar worden ontwikkeld ook buiten de muren van de onderwijsinstellingen en hun netwerken te valoriseren. Door deze samenwerking tussen onderwijs en steunpunt worden interessante, innovatieve maar ook grootschalige acties voor meer en een sterke architectuurcultuur haalbaar. Opdrachtgevers Een sensibiliserende rol is hier voor het steunpunt weggelegd. Het steunpunt moet met de vastgoedsector informatie uitwisselen. Het kan een rol spelen in het aanreiken van voorbeelden van goede architectuur in tentoonstellingen, lezingen, publicaties etc.. Innovatie, experiment en creatieve industrie bieden een perspectief waar het VAi als steunpunt en de sector elkaar kunnen vinden en versterken. Het middenveld Het VAi kan niet onmiddellijk het volledige middenveld beslaan, maar kiest in overleg met andere actoren (zoals de Vlaams Bouwmeester, Commissie architectuur en vormgeving), en de overheid met welke sectoren in het middenveld prioritair samengewerkt wordt. Voorbeelden kunnen zijn: de erfgoedsector in het algemeen of het veld van de architectuurarchieven in het bijzonder, de schoolinhaaloperatie, het gelijke-kansen-beleid in het kader van integraal ontwerpen of de zorgsector. Op deze prioritaire sectoren moet meerdere jaren na elkaar en via diverse methodieken gewerkt worden om werkelijke impact te krijgen. Het aanzetten tot architectuurcultuur vereist immers een attitudeverandering en het vergt enige tijd vooraleer dit in opdrachten, financierings- en het bouwproces doordringt en zichtbaar wordt in de gerealiseerde bouwprojecten. Vandaar dat lange termijnwerking, structurele samenwerking, voldoende specifieke expertise verkregen door studie en financiële inzet noodzakelijk zijn om effectief verandering in het middenveld te bewerkstelligen. De overheid Het steunpunt kan de overheid helpen met het bepalen waar architectuurbeleid nodig is en het kan ze creatieve ideeën aanreiken. Het steunpunt kan diverse overheden kennis, indicatoren en voorbeelden geven. Daarnaast kan het ze internationale netwerken, cases, voorbeelden van regelgeving en experten aanbevelen. Het steunpunt is bovenal dienstverlenend voor de overheid: als eerste gesprekspartner over architectuur maar ook als een klokkenluider, waarbij het kritische feedback kan geven. Het VAi kan het beleid versterken door de resultaten die er op architectuurvlak goed zijn te communiceren en ze te vertalen naar andere doelgroepen. Het kan samen met andere actoren (zoals de architecten, de vastgoedsector, het onderwijs) de overheid informeren over problemen en noden. 40
Het architectuurinstituut kan de overheid daarvoor relevante kennis, data en feiten leveren. De overheid is ook bouwheer. Daarvoor kan het steunpunt aanvullend zijn aan de Vlaams Bouwmeester. Het kan ook beleidsondersteunend zijn voor domeinen waar de Vlaams Bouwmeester de medewerking vraagt aan het VAI als steunpunt en instituut. De media De media kunnen door hun grote impact soms een veel beter effect bereiken in het voeren van promotie en sensibilisering over architectuurcultuur dan de kleine architectuurorganisaties. Door een overleg met diverse media en het onderhouden van een duurzame relatie met journalisten en programmamakers kan het steunpunt zorgen voor het aanleveren van een permanente stroom van informatie, tips, advies en input over architectuur voor diverse programma. Zo voedt het steunpunt de media en plaatst het architectuur op de agenda. Het is zaak om aan te knopen bij bestaande formats, binnen te breken in geijkte formules zoals bijvoorbeeld woon- en bouwbijlagen om zo meer kwaliteit en duurzaamheid te introduceren.
1.5.2 Publiekswerving Communicatie als speerpunt in de periode 2013-2016 De zwakte van de huidige communicatie van het VAi ligt in het feit dat zij gefragmenteerd is en te weinig middelen heeft om voldoende zichtbaarheid te creëren op het juiste moment bij de juiste doelgroep. Met grote projecten zoals de Dag van de Architectuur of geïntegreerde projecten bouwt het VAi telkens een geslaagde promotiestrategie uit, die dan echter niet kan gecontinueerd worden in de andere deelaspecten van het instituut. Voor de huidige en komende beleidsperiode zal dit verbeterd worden door een goede promotionele afstemming met deSingel voor de publieksactiviteiten die op de kunstencampus plaatsvinden. De promotiestrategie van deSingel is immers een van de beste binnen het Vlaamse kunstenlandschap. Daarnaast dient binnen het VAi de functie voor een verantwoordelijk communicatie gecreëerd te worden die de bestaande doelgroepen verbreedt en sterke banden kan opbouwen met nichedoelgroepen. Deze functie is cruciaal in de realisatie van: -
Het VAi als platform: verbinden van verschillende brede en specifieke doelgroepen Het optimaliseren, coördineren en continueren van de bestaande promotionele acties Het ondersteunen van de verkoop van publicaties en tickets voor activiteiten (Dag van de architectuur, lezingen, workshops, …) Het onderhouden van perscontacten en het scouten van internationale pers- en publicatiekanalen Het opbouwen van hechte banden met vrijwilligers, die als ambassadeurs van het VAi worden beschouwd, Het onderhouden van sponsorrelaties Het uitwerken van een geïntegreerde strategie voor online sociale netwerken
Parallel aan deze functie dienen extra middelen geïnvesteerd te worden voor: -
Een intelligent CRM-systeem dat gekoppeld is aan de website en de klantendatabase Budgetten voor promotiemiddelen die de zichtbaarheid effectief kunnen verhogen
41
1.6 Verkoop en spreiding 1.6.1 Verspreiding en verkoop publicaties Het VAi is zelf verantwoordelijk voor de spreiding en de verkoop van zijn in eigen beheer uitgegeven publicaties zoals de jaarboeken (Nederlandstalige en Engelse versie) en de diverse kleinere uitgaven. Daarnaast verspreidt het VAi ook de publicaties die in samenwerking met het CVAa en andere organisaties tot stand komen. Voor de distributie in het Nederlandse taalgebied (van de Nederlandstalige versie) zijn engagementen aangegaan met Exhibitions International. De internationale (Engelse) versie wordt in België verspreid door Exhibitions International en daarbuiten door Idea Books. Ondanks het feit dat Idea Books bekend staat als een efficiënte en effectieve distributeur in Europa, is de verkoop van de Engelse versie van het Flanders Architectural Yearbook 2010 duidelijk minder dan verwacht. Ook enkele zeer positieve recensies in Nederland, Duitsland en Groot-Britannië hebben hier weinig aan kunnen veranderen. Voor de komende jaren gaat het VAi zijn strategie met betrekking tot publicaties fundamenteel herzien. Zoals eerder (onder publicatiebeleid) is vermeld, gaat het instituut het voortouw nemen voor een overleg over een structurele verbetering van het uitgevers- en publicatielandschap. Een stevige bundeling van krachten moet ook de mogelijkheden voor promotie en distributie van architectuuruitgaven uit Vlaanderen vergroten. Gelijktijdig met dit proces moet echter de productie en promotie van de editie van het jaarboek 2012 lopen. De internationale samenstelling van de redactie (GB, NL, F, D) zal naar verwachting de belangstelling voor het boek in de internationale vakmedia vergroten. In reactie op observaties van de gespecialiseerde boekhandel worden de naamgeving (‘Jaarboek’) en de prijsstelling (samen met het afwerkingsniveau) op dit moment kritisch onderzocht. Daarnaast zal er op worden ingezet dat het Jaarboek in publieksmedia in het hele Nederlandse taalgebied wordt besproken. Deze promotiecampagne, feitelijk de opvolging van de presentatie van het boek op de Internationale Architectuurbiënnale in Venetië 2012, zal plaatsvinden in het najaar 2012, maar vooral in 2013. Doel van de campagne is een verdubbeling van het aantal verkochte jaarboeken (Nederlandstalige versie) en een vervijfvoudiging voor de Engelstalige editie. Beide ambitieuze campagnes zijn nadrukkelijke speerpunten voor het VAi en zijn directeur. De campagne kan ook beschouwd worden als een opmaat voor de veel grotere promotiecampagnes voor alle Vlaamse architectuuruitgaven waaraan het VAi samen met partners in de toekomst wil werken. Acties: -
Promotiecampagne voor de verspreiding van het jaarboek in het Nederlandse taalgebied, voorjaar 2013 UITG Publiciteitscampagne jaarboek in de Nederlandstalige publieksmedia UITG,-DIR Promotiecampagne voor de verspreiding van het Jaarboek in het Nederlandse taalgebied, voorjaar 2013 UITG Publiciteitscampagne Yearbook in de internationale vakmedia UITG,-DIR
42
1.6.2 Kaartverkoop publieksevenementen De toegang tot de lezingen en debatten van het VAi is tot op heden gratis. Dit is onder andere een gevolg van de samenwerking met onderwijsinstellingen en het feit dat het VAi geen m/v-kracht heeft voor een effectieve administratie van inkomsten. Voor de lezingenreeksen in 2012 en 2013 zal echter wel in samenwerking met deSingel worden onderzocht of er voor niet-studenten een entreebijdrage kan worden gevraagd. Daarnaast zullen ook voor geselecteerde evenementen in het kader de Dag van de Architectuur entreebijdragen kunnen worden gevraagd. Het VAi gaat in overleg met de zijn partners de mogelijkheden hiervoor onderzoeken. Acties: -
Onderzoek naar mogelijkheden voor het vragen van entreebijdragen in overleg/ samenwerking met deSingel LECT Onderzoek naar mogelijkheden voor het vragen van entreebijdragen voor evenementen in het kader van de Dag van de architectuur DAGA
Verspreiding tentoonstellingsproducties Een aantal van de tentoonstellingsproducties die het VAi over de voorbije jaren heeft gemaakt, hebben na de vertoning in Vlaanderen een reistraject langs diverse architectuurinstellingen in Europa en wereldwijd gemaakt. Het hergebruik van tentoonstellingen en het omzetten in een reizende versie is voor het VAi zeer interessant met het oog op de internationale verspreiding van informatie over Vlaamse architectuur. Op termijn zou uit de uitkoopsommen die instellingen voor het gebruik van de producties van het VAi betalen een bescheiden inkomst kunnen worden gegenereerd. Het feit dat een groot deel van de productie in opdracht en met budgetten van deSingel zijn gemaakt, betekent echter dat er goede en redelijk afspraken moeten worden gemaakt over de verdeling van deze voorlopig zeer kleine inkomsten. Acties: -
Onderzoek naar mogelijkheden om een internationale markt te vinden voor de door VAi/deSingel geproduceerde tentoonstellingen
43