. |||''''. |||'.. ' y |||| , | '. ||||||||y. .|..t'|q .. |:..: ,.|j.. | ..,,.. |.. . |||.y . ...||.' . ||j|||q j|||yy ||.|., |||tj ||||y.. ... ||||. ... ||, |.|||||| .. F|it -î|... (è)|.'.è . . .- -:- -- ... . r . . . ., .. .- .,. - - . ,. :--. f:|)r..,. . ï ' ' .'''. .; ;) ï' ' :' ' ., .. |''''''''|.. ' ' ||||||'.(|y . |. - . ....... |' |||||..'. r' ' .' ..|' . ' ' ---''-|- . ' ''.||* . |. .;' . . ...|. . .' ' |E |è- . |||||||.. .' . . .r. . |''',| . . ''-|. ë '||..|'i . . . .. |.-| . .. |-,y'':'k .. . .' |... ||||||. . .., . |||||||||. .- .. ... ||.- |,. ......| | .. --- . -|$- - .||-,.. ,||...k,-- |||||y. . ---|.,.. . -.. - ,,|| y ||||-,.. ,.||;. | |,ë-|-. . t. LC p-') (1.) Vr 1ê$ uéè . kp 7 ; t 1 1 'E 2 0 1 . Behoort bfj besltlit van de raad der gemeente zoet|nvoude d.d. z éuk .'zots nr. tsjs Mij bekend, De g ' ' r van zooterocude $
1.3 Veran|oording en achtergronden waarop deze welstandsnota is gebaseerd. ........ ........ 6 1.4 Relatie met andere beleidsterreinen. .....,.................'................... .................................... 6 1.5 Gebiedsgericht beleid .................................................................. .................................... 7 :|. |1 t) (| h|!f| |llt (| 1, ||l|| rl (1 ï| ùlt|t| () |tl i|li rl (! i rl l|tltltl| r||rt| te (1 (, '| .............-......-.................................-. i| :|. 1 ||||lij || tl||i| ï!tl () r ht t,t ||l|t| r! (i i|ttl t| |i| ttt .................,.................................,................. i| :|.:| (| () (| | r|| te () | M| r| i,f| |t| r................................................................................................... 1 () :|.:$ l/|| rh|/vij|| ................................,..................................................................................... 1 () :| ze iElttleh|| (, rl rfl (1 fllirl (; ..........................................,............................................................... 1 () :|.6$ ï; () | f,r| 1| ||l|t| rl (| in thi| ()ll rl| t|lirl (; ......................................,.......................,...,................... 1 1 :|.15 hl f,t ||l|t éj | (i | 1h (| |i|| ............................,........................................,,............................... 1 ;? :|.-| I rl (|iil | f, | tlt|z||vl| ë! r .....................,...............................................................................,..., 1 :? :|.|$ ||il'|| rl |!l| | |1 (,t ||l|t| r) (1 t| 1| (| |lie!|| ..................................................................,............... 1 :! :|.6| 81 E| rl| | f|it| | (|111 tl | |I| ....................................,.,.................................................................. 1 :5 :2. 1 () ||l|t| | (1 | k) i| ()tl rtl f|lirt () r| () rl te r| in r|tt| rl ........................................................,...,......,........ 1 ês :|. 1 1 | 1| 11 rîfi| r|l|| E) ékl/| (, | () () rr)ii te () te M|r| t|t|iitt| r................,.................................................... 1 :$ 1|. /|Içj (, rrl (| rl 4| |) (|tl () r|l ||lirl (j 1| |lll|l f| 14| ........................................................................................... | t$ |1. (| () ilit,tl te (j (||itl llt|h i) (|t)tl |tl (llirl 61 1| ltll |1 (| ris ...........................*...........*..........*............................. | al :|. 1 ||l|t| rl (| ||rij' (; i) tlilhll ((; in i,I (; () |:If, te r(|) ...................................,......................................... 1 ;! :1.:| (|e| rltr| r| irtliltl| r|h!tl te (| in E) () r|...........,....................,.......................................................... 1 6) 4.3 Landelijke Iinten Westeinde, Weipood en GeIdeOwoude..............,.......................,........ 22 4.4 Linten Miening, Noordbuudseweg, waterje, zuidbuudseweg en Hoge RiJ'ndiJ'k............. 26 :1.|$ i||h!tl ttf| r|l ël (1 f, .................................................................................................................. ê| () :1.|$ l/i| rt| f, |i|t E| h| f, f| rkl tl rtl ....................................,............................................................... :$ 1 ze -| i|l| () rv|t| (, r ......,..............,...................,..................,.......................................................... :' :? :1.1| t 1| rl (|flliJ'i| (1 (, klifl (| .,...............................................................,.........................,................. :5 :| 65.:$ i(1hh/|I| |t|l|it| | (1 t| |) r| (; () f, | .,............................................,........................,.................... :$ is
6.3.2 Bjgebouwen en overkappingen . .,..,...,....,......,., ,,........,, 45 6.3.3 Kozijn- en gevelwijzigingen ..... ,....,..........,....,...,..,, 1$. :$.:1 () | à: | 1| r) (,116) | ...,.,,.........,......,,.,..... .................,..,.,......,.......,...,,....,..... (5:| ($. 11. (5 Ei F|II f| () | ili|i| (j () rl .,....,.,............,..,...,...,... ............,....,..,.. (; j |$.:5. i$ E)l| à: r|l r| f| | .,................,,...,... . 6.3.7 Rolhekken, Iuiken en roIIu'Iken........,...................... 7. Beoordel-lngskader bij excessen ............. 1|. i| (,tl () rtl (|lI'r1 (j 1| Itl| (1 (, ||| |rl)ll r ( 11 () r) (| 11 th||l' |( ùll|l-Ir1 (j |; (j () kl-11| (1 () rl. ...........-............... (; er
9. Bijlagen 9.1 Begrippenlijst A Aanbouwen: Grondgebonden toevoeging meestal van een bouwlaag aan een geve! van een gebouw. Aangekapt: Met behulp van een kap bevestigd aan het dakvlak. Achteredgebied: Eff achter de lijn die het hoofdgebouw doorkruist op 1 m achter de voorkant en van daaruit evenwijdig Ioopt met het aangrenzend openbaar toegankelijk gebied, zonder het hoofdgebouw opnieuw te doorkruisen of in het erf achter het hoofdgebouw te komen. Achtergevellijn: Denkbeeldige Iijn die strak Ioopt langs de achtergevel van een gebouw tot aan de perceelsgrenzen Achterkant: De achtergevel, het achtererf en het dakvlak aan de achtecijde van een gebouw; de zijgevel, het zijeff en het dakvlak aan de zijkant van een gebouw voor zover die zijde (zijdelings) niet gekeerd is naar de weg of het openbaar groen. Afdak: Hellend dak hangend of op stijlen aangebracht tegen een gebouw of een muur, om als gedeeltelijke beschutting te dienen. Afgeknot: Term die gebruikt wordt wanneer een uiteinde van de nok van een zadeldak is afgeschuind. Afstemmen: In overeenstemming brengen met. Authentiek: Overeenstemmend met het oorspronkelijke, origineel, eigen kenmerken dragend, oorspronkelijk. B Band: Horizontale versiering in de gevel in afwijkend materiaal, meestal natuursteen, kunststeen of baksteen Bebouwing: Een of meer gebouwen en/of andere bou|erken. Bebouwingsgebied: Achteredgebied alsmede de grond onder het hoofdgebouw, uitgezonderd de grond onder het oorspronkelijk hoofdgebouw. Beschot: Houten bekleding van een muur, inwendig als een Iambrisering, meestal niet tot de volle hoogte, Bedrijfsbebouwing: Gebouwen ten behoeve van bedrijven zoals hallen, werkplaatsen en Ioodsen; hebben meestal een utilitair karakter. Behouden: Handhaven in de zin van behouden van bestaande karakteristieken. Belendende.. Naastgelegen, (direct) grenzend aan. Bijbehorend bouwwerk: Uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op . . ... ? ... r.|r.||c û:ql b..| ,t-. q-.|r- .. . . ..ï . . :;&. -l| . . ...... ;ï .. .... .. =. t .ï ) : k k. . . .. , L. .; : . . kk; ..;.. lg ; lt-':é . .( .:; ;2 ..L .lùç|ê:ç| tèj '-'.| . .. ' ' ' 68 we|standsnota zoeteru/ot|de 2:)1 5
hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk met een dak. Bijgebouwen: Grondgebonden gebouw meestal van een bouwlaag dat los van het hoofdgebouw op het erf of kavel staat; meestal bedoeld als schuur, tuinhuis of garage. Blinde wand, muur of gevel: Gevel of muur zonder raam, deur of andere opening. Boeiboord: Opstaande kant van een dakgoot of dakrand, meestal uitgevoerd in hout of plaatmateriaal. Boerdereûe: Nieuwbou|oning in de stijl van een oude boerderij. Boerderij: Gebouw/gebouwen op een erï met een (oorspronkelijk) agrarische functie en het daarbij horende woonhuis. Bors|ering: Lage dichte muur tot borsthoogte. Bouwblok: Een geheel van geschakelde bebouwing, Bouwen: Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen of het vergroten van een bouwwerk. Bouwlaag: Horizontale reeks ruimten in een gebouw. Bouwvergunning.' Vergunning als bedoeld in artikel 40, eerste Iid van de Woningwet. Bouwperceel: Een aaneengesloten terreinoppewlak, waarop krachtens het plan een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegestaan. Bouwwerk: Algemene benaming voor alle soorten gebouwde objecten. Bovenbouw: Bovenste uit een oogpunt van gebruik meestal belangrijkste gedeelte van een gebouw, meestal in tegenstelling tot de onderbouw, het dragende gedeelte, fundament. Bungalow: Meestaal vrijstaande woning waarvan alle vedrekken op de begane grond zijn gesitueerd. C Carport: Afdak om de auto onder te stallen, meestal bij of grenzend aan een woning. Classicisme: Stroming in de bouwkunst, bouwstijl. Conformeren: Zich voegen naar, gelijkvorming maken, aanpassen aan, afstemmen op. Consolidatiegebied/object: Gebieden/objecten waarin de al aanwezige stedenbouwkundige en architectonische eigenschappen een hoge beeldkwaliteit bieden. Deze gebieden/objecten hebben doorgaans een lage dynamiek, Handhaving van de beeldbepalende eigenschappen heeft een hoge prioriteit. Context: Orngeving situatie, geheel van omringende ruimteljke kenmerken. Contrasteren: Een tegenstelling vormen. D ï/ï/e I sta n d s rn o ta 2 o ete rwo u :j e 2 O 1 5 69
Dak: overdekking van een gebouw of onderdeel ervan, bestaande uit één of meer hellende vlakken (schilden) of uit een horizontaal vlak. Dak afdekking: Vlak of hellend dak van een gebouw, waarop dakbedekking is aangebracht. Dakheiling: De hoek van het dakvlak. Dakkapel: Ondergeschikte toevoeging aan een dakvlak, vooral bedoeld om de lichttoevoer te verbeteren en het bruikbaar woonoppewlak te vergroten. Daknok: Hoogste punt van een schuin dak. Dakopbouw: Een toevoeging aan de bouwmassa door het verhogen van de nok of dakrand van het dak, die het silhouet van het oorspronkelijke dak verandert. Dakraam: Raam in een dak. Daktrim: Afwerking bovenzijde dakrand ten behoeve van waterkering. Dakvlak: Een vlak van het dak/kap. Dakvoet; Laagste punt van een schuin dak. Damwandprofiel: Metalen beplatingmateriaal met een damwandprofilering. Detail: Ontmoeting/aansluiting van verschillende bouwdeien zoals gevei en dak of gevel en raam. Detaillering: Ui|erking, weergave van de verschillende onderdelen c.q. aansluitingen. Diversiteit: Ve|cheidenheid, a|isseling, variatie. E Ensemble: Architectonisch en stedenbouwkundig compositorisch geheel. Erf: AI dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, en, voor ver een bestemmingsplan of een beheersverordening van toepassing is, deze die inrichting zo niet verbieden. Eerste verdieping: Tweede bouwlaag van de woning of het woongebouw, een souterrain of kelder niet daaronder begrepen, F Flat: Groot gebouw met meerdere verdiepingen/woonlagen. De appadementen in de flat zijn meestai gelijkvloers en worden op hun beurt flavflates genoemd. G Galerij: Gang aan de buitenkant van een (flatlgebouw die toegang verschaft tot de afzonderlijke woningen. Gebouw: Gebouw, of gedeelte daawan, dat noodzakelijk is voor de ve|ezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel ,css.-wsvw .s'ê,o-...-,--||v-k?v,- .- $-%.,r'gxv
aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is. Gekeimde: Egaal gekleurde afwerking, Gepotdekseld: Horizontaal gedeeltelijk over elkaar vallende gevelbeplating (oorspronkelijk houten planken). Gevel: Vedicaal scheidingsvlak van een gebouw tussen buiten en binnen. (Gevellgeleding: Ondewerdeling van de gevel in kleinere vlakken. Verticale, horizontale of figuratieve indeling van de gevel door middel van gevelopeningen, metsetwerk, verspringingen of andere gevelkenmerken en -detailleringen. Gevelmakelaar: Decoratieve bekroning van een geveltop. Gootê Waterafvoer, veelal tussen gevel en dakvlak. Gootlijn: Veelal horizontale lijn die een goot of meerdere goten aan de gevel vormen. H Hoekaanbouw: Grondgebonden toevoeging meestal van één bouwlaag aan de hoek van een gebouw, Hoek- en kilkeper: Snijlijn van twee aansluitende dakvlakken, Hoofdgebouw: Een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn constructie of afmetingen als belangrijkste bouwwerk valt aan te merken. Installatie: Set van beeld- en/of geluidsapparatuur, het aanbrengen van technische toestellen (montage) en/of deze toestellen zelf. Inbreiding: Nieuwbouw op een al bestaande open ruimte binnen de bebouwing. K Kap: Samenstel van houten, ijzeren of betonnen onderdelen dat de dakbedekking draagt. Kavel: Grondstuk, kadastrale eenheid. Keper; Snijlijn van |ee aansluitende dakvlakken. Kilkeper de inwendige snijlijn en hoekkeper de uitwendige snjlijn. Kern: Veelal kleinschalig stedelijk gebied, ook wel centrum van een dorp of stad. Kop: In het algemeen gebruikt om de smalle kant van een rechthoekige vorm aan te duiden, bijvoorbeeld bij een gebouw. Kwakelr Ook wel kwakkel of til genoemd, is een hoge smalle voetgangersbrug. Landschappelijke waarde; De aan een gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het waarneembare deel van het aardoppewlak, dat wordt bepaald door de onderlinge samenhang en beinvloeding van (niet Ievende en levende) natuur. Vî/elsta lad snota Zoete|/otyde 2 O 1 te
Latei: Draagbalk boven gevelopening. Lessenaarsdak: Dak met één hellend, niet onderbroken, dakvlak. Lichtkoepel: Raamconstructie meestal in een plat dak, in de vorm van een koepel. Lijst: Een meestal versierde en geprofileerde rand als bekroning van de bovenzijde van een gevel. Kroonlijst, gootlijst, Lineair: Rechtlijnig, Ianggerekt. Linttbebouwing): Langgerekte Iijn van (veelal vrijstaande) bebouwing Iangs een weg of waterverbinding. Loggia: overdekte gaierij of balkon die minstens aan één kant open is. uuifel: Afdak buiten tegen de muur van een gebouw aangebracht en verder niet ondersteund meestal boven een deur, raampaftij of gehele pui. M Maaiveld: Bovenzijde van het terrein dat een bouwwerk omgeeft, de grens tussen grond en Iucht de gemiddelde hoogte van het terrein, grenzend aan de gevels, op het tîjdstip van de aanvraag om bou|ergunning. Mansardekap: Een dak met aan twee zijden onder een stompe hoek geknikt of gebroken dakvlak. Markies: Opvouwbaar zonnescherm. Massa: Zichtbaar volume van bebouwing. Metselverband: Het zichtbare patroon van metselwerk. Middenstijl: Verticaal deel in het midden van een deur- of raamkozijn. Monument: Aangewezen onroerend goed als bedoeld in artikel 3 van de Monumentenwet 1988, als deze Iuidt op het tijdstip van het in ontwerp ter inzage leggen van het ontwerp van dit plan. zo Muurdam: Op de erfgrens aan de gevel gemetselde muur. N Natuurlijke waarde: De aan een gebied toegekende waarde, gekenmerkt door geologische, gemoëologische, bodemkundige en biologische elementen, zowel afzonderlijk als in onderlinge o samenhang. segge: Het vlak c.q. de maat tussen de buitenkant van de gevel en het kozijn. O ondergeschikt: Voert niet de boventoon. onderbouw: Het onderdeel van een gebouw; heeft meestal betrekking op de begane grond van een huis met meerdere verdiepingen. Ontsluiting: De toegang tot een gebouw, gebied of een terrein. = '-s--|àv T=.L%=' ' O->:<+t|W .1|e1*. >'*| =k|'>*:|% WïQùcT7, 'noM|v. = %-=.. 7 2 V V Q) 1 S t a n d S ! 3 O t êl Z O (1- ' t e r'w O (1 d e ? 0 1 5
Oorspronkelijk: Origineel, aanvankelijke vorm, authentiek. Oorspronkelijke gevel: Gevel van een gebouw zoals deze nieuw is gebouwd. Openbaar groen: Met het openbaar groen wordt bedoeld hetgeen daaronder in het normale spraakgebruik wordt verstaan, zoals parken plantsoenen en speelveldjes, die het gehele jaar (of een groot deel van het jaar) voor het publiek toegankelijk zijn. Een weiland, bos of water kan in dit verband niet worden aangemerkt als openbaar groen. Openbaar toegankelijk gebied: Weg als bedoeld in adikel 1, eerste Iid, onder b, van de Wegenverkeerswet 1994, alsmede pleinen, parken, plantsoenen, openbaar vaarwater en ander openbaar gebied dat voor publiek algemeen toegankelijk is, met uiàondering van wegen uitsluitend bedoeld voor de ontsluiting van percelen door Iangzaam verkeer. Ornament: Een element zonder constructieve functie dat is aangebracht ter vedraaiing van een bouwwerk. Odhogonaal: Rechthoekig. Oriëntatie: De hoofdrichting van een gebouw. Overstek: Bouwdeel dat vooruitsteekt ten opzichte van het eronder gelegen deel. P Paneel: Rechthoekig vlak, geplaatst in een omlijsting. Penant: Gemetselde steunpilaar van het fundament van een gebouw, metselwerk in een gevel Iangs openingen. Pilaster: Weinig uitspringende muurpjler, die dient om een boog of hoofdgestel te dragen. Plaatmateriaal: Materiaal van kunststof, staal, hout meestal ten behoeve van gevelbekleding. Plint: Een duidelijk te onderscheiden horizontale Iijn aan de onderzijde van een gebouw. Profiel: omtrek van een gebouw of bouwdeel (bijvoorbeeld kozijn) of een doorsnede daarvan. Profilering.' Aangebrachte vorm en maatvoering van profiel. Podiek: Gemeenschappelijke trappenhuis en/of een terugspringende ruimte voor de straat- of toegangsdeur. R Raamdorpel: Horizontal stenen element onder de onderdorpel van een houten kozijn, dat ervoor zorgt dat water onder het kozijn buiten hel muuwlak wordt afgevoerd. Raamhout: Hout waaruit ramen vewaardigd worden of omlijsting waarbinnen het paneel van een deur of beschot wordt ingesloten. Ook wel draaiende of schuivende delen van kozijn/post. Referentiekader: Het geheel van waarden en normen binnen een bepaalde groep waarnaar velwezen kan worden. Renovatie: Vernieuwing. Respecteren: Respecteren in de zin van het vedalen of gebruik maken van bestaande vaak Vï/els ta nd snota Zoeterl/votgde 2 O -i 5 73
beeldbepalende, beeldaspecten bij nieuwbouw, renovatie of bij veranderingen en toevoegingen aan bestaande bou|erken. Rijenwoningen: Geschakelde eengezinswoningen in een rij. Ritmiek: Regelmatige herhaling. Rollaag: Een in verband gemetselde Iaag van op lnun kant of kop gemetselde stenen. Horizontale of gebogen rij stenen of betonbalk boven een gevelopening of aan de bovenzijde van een gemetselde wand. Rooilijn: Lijn die in het bestemmingsplan of bouwerordening aangeeft waarbinnen gebouwd mag worden. s schilddak: Dak, gevormd door twee driehoekige schilden aan de smalle en twee trapeziumvormige aan de lange zijde. slagenlandschap: Een landschap met langgerekte ontginningslinten met haaks daarop een stelsel van smalle kavels gescheiden door a|ateringssloten. situering: Plaats van het bouwwerk in zijn omgeving. s eklaag: Iichte natuurstenen band als a|isseling in baksteenmetselwerk, doorgaans van Brap bantse arduin, Iater ook van zandsteen. stijl: Architectuur of vormgeving uit een bepaalde periode of van een bepaalde stroming. T Tent-, punt- of piramidedak', Dak gevormd door vier driehoekige dakschilden die in één punt bijeenkomen. Textuur: De waarneembare structuur van een materiaal (bij metselwerk dus de onelenheden van de steen en het voegwerk). uitbouw: Aan lnet gebouw vasàittend bouwwerk dat rechtstreeks vanuit het gebouw toegankelijk is. v verdieping: Bouwlaag. volant: Strook stof als afronding en versiering van zonnescherm of markies. vooreëgebied: En dat geen onderdeel is van het achtere/gebied. voorgevellijn: Denkbeeldige Iijn die strak loopt Iangs de voorgevel van een bouwwerk tot aan de perceelsgrenzen. voorgevelrooilijn: Voorgevelrooilijn als bedoeld in het bestemmingsplan, de beheersverorde74. Welstandsrtota Zoete|votyde 201 5
ning dan wel de gemeentelijke bouwerordening. Voorkant: De voorgevel, het voorerf en het dakvlak aan de voorzijde van een gebouw; de zijgevel, het zijerf en het dakvlak aan de zijkant van een gebouw voor zover die zijde (zijdelings) gekeerd is naar de weg of het openbaar groen. W Weg: Weg als bedoeld in adikel 1, eerste Iid, onder b, van de Wegenverkeerswet 1 994. Windveer: Plank bevestigd Iangs de kanten van een met riet of pannen gedekt dak ter afdekking van de voorrand. Worden soms aan de bovenzijde over elkaar gekeept. Woning: Een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijke huishouding. WolfdaWwolfeinden: Meestal een zadeldak waarvan één of beide dakschilden op de kop een afgeknot dakschild heeft (wolfeind). Z Zadeldak: Een dak dat aan twee zijden schuin is met een symmetrisch profiel, Zijgevellijn: Denkbeeldige Iijn die strak Ioopt langs de zijgevel van een bouwwerk tot aan de perceelsgrenzen. Welsta nu snota Zoete nvoucfe 20 '1 5
9.2 Monumenten en beeldbepalende panden Rijksmonumenten (aangewezen) kern adres object object complex nummer nummer Zoete|oude.dorp Dorpsstraat 2 Zoete-oude-dorp Dorpsstraat bîj 1 7 Zoete-oude-dorp Dorpsstraat 17 Zoete-oude-dorp Dorpsstraat 21 Zoete-oude-dorp Dorpsstraat 46 Zoeterwoude-Rfjndijk Hoge Rijndijk Zoete-oude-Rîjndijk Hoge Rljndijk 18 Zoete|oude-Rijndijk Hoge Rijndijk 1 69 Zoete-oude-dorp Laan Van Out Raadwijk 3 Zoete-oude-dorp Laan van Oud Raadwijk 4 Zoete|oude-dorp Zoete |oude-dorp Zoete|oude-dorp Zoete|oude-dorp Zoete|oude-dorp Vfatertje 38 Zoete|oude-dorp Vfatertje 40 Zoete|oude-dorp |eipoortse|eg 1 Zoete-oude-dorp Weipoortseweg 2 Zoete-oude-dorp Weipoortseweg 32 Zoete-oude-dorp Weîpoortseweg 52 Zoete-oude-dorp Weipoortseweg 54 Zoete-oude-dorp Weipoortseweg 55 Zoete-oude-dorp Weipoooseweg 55 Zoete-oude-dorp Weipoortseweg 55 Zoete-oude-dorp Weipoortseweg 55 Zoete-oude-dorp Weipoortseweg 55 Zoete-oude-dorp Weipoortseweg 55 Zoete-oude-dnrp Weipoortseweg 67 Zoete-oude-dnrp Weipoortseweg 69 7oete-oude-dorp Weipoortseweg 69 Zoeterwoude-dorp Weîpoortseweg 72-A Zoeterwoude-dorp Weipoortseweg 72-/ Zoete|oude-dorp |eipoortse|eg 72-/ Zoete|oude-dorp |eipoortse|eg 72-A Zoete|oude-dorp |eipoortse|eg 76 Zoete|oude-dorp |eipoortse|eg 83 Zoete|oude-dorp |eipoortse|eg 90 - zïuïk =é7.7r-CNX||U o '' ' '''=|' =X'*à,==çsc = rrruz.wl. |A|p---q| . .<=.-,..= . ... . . . in : 76 We'tstaodsnota Zoete|oude 201 bScheepswerf Toren NH Kerk NH Kerk Woonhufs Boerderfj Bijdorp Resten Hufs Zwieten OLV OnbevLekt Ontvangen Boerderij De Uithof Landhuis Oud Raadwjjk Boerderîj Poldermoten Zetden van Passe Wipwatermoten Weîpoort Potdermoten Barremoten Potdermoten Zuidbuurt Boerderij Boerderij Boerderij Boerderij Boerderij Boerderïj Wettevreden Boerderij Boerderij Oude Brouckhoeve Erïaanteg Zomerhuis Hooïberg Draaïbrug Boenhok Boerderij Boerderij Vetdzigt Hooiberg Boerderij à|tijd Zorg Karnhuis 512353 512352 Boenhok 512354 512352 |agenschuur annex Paardenstat 512355 512352 Boerderij Vredetust 41056 41037 41034 41035 41036 41038 46191 41040 41039 41041 41042 41061 41062 41063 41067 41043 41044 41 045 41046 41052 41053 41054 529415 529322 529323 529322 529324 529322 529325 529322 529326 529322 528001 529322 41048 41049 512357 512358 512357 41055 512352 Boerderij Krukhuisboerderij 41050 41057 529289
Weipoortseweg 90 Weipoortseweg 90 Wefpoortseweg 90 Weipoortseweg 96 Zoete|oude-dorp Weïpoortseweg 97 Zoete|oude-dorp Westefndseweg 5 Zoete|oude-dorp Westeîndseweg 6 Zoete-oude-dorp Zuïdbuurtseweg 32 Zoete-oude-dorp Zuidbuurtseweg 44 Zoete|oude-dorp Zoete|oude-dorp Zoete |oude-dorp Zoete |oude-dorp Stat K|aketbrug Ophaalbrug Boerderij Boerderij Motenaarshujs Boerderij Chrfstîna's Hoeve Boerderij Boerderj 513536 529289 529290 529289 529291 529289 41058 41051 41059 41060 41065 41066 Gemeentelijke monumenten (aangewezen) kern adres object object nummer Zoete|oude-Rîjndijk Hoge Rïjndïjk 1 woonhuis Zoeterwoude-Rijndîjk Hoge Rijndijk 16 Pastorfe Zoete-oude-Rïjndijk Hoge Rijndijk 85-87 Woonhuïzen Zoete|oude-Rfjndïjk Hoge Rijndijk 165 Woonhufs Zoete-oude-Rijndïjk Laan de Goede Herder Ingangspoort Zoeterwoude-dorp Noordbuurtseweg 2 Boerderlj Zoete|oude-dorp Noordbuurtseweg 35 Woonhuis Zoeterwoude-dorp Noordbuurtseweg 41-42 Bouwbedrijf De erven Paardekooper Zoete-oude-Rjjndijk Rijnstraat 26 Boerderij Zoete-oude-Rijndijk Rijnstraat 39 Woonhuîs Zoete-oude-dorp Watertje, 't 18 Boerderfj Zoete-oude-dorp Weidelaan 10 Boerderij en karnmoten Zoete-oude-dorp Weïpoortseweg 56 |oerderij Zoete-oude-dorp Weipoortseweg 61 Boerderij Zoete-oude-dorp Weïpoortseweg 62-62-: Boerderij Zoete-oude-dorp Westeindseweg 7 Boerderij Zoete-oude-dorp Westeïndseweç 16 Boerderîj Zoete-oude-dorp Westeindseweç (2.5 |oerderij Lindhoeve Zoete|oude-dorp Zuidbuurtseweg 21 Woonhufs Zoeterwoude-dorp Zuidbuurtseweg 22 Boerderfj Zoete|oude-dorp Zuidbuurtseweg 33-34 Boerderîj Zoete-oude-dorp Zuidbuurtseweg 48 Boerderij Zoete|oude-dorp Zuidbuurtseweg 49 Boerderij Zoete-oude-dorp Zuîdbuurtseweg 57 Woonhuis bïj Don Boscoschoot ï/h/elsta rlljsrnota Zoetenvoud e 20 h 5 77
Potentiële gemeentelijke monumenten (he|oordrachten) Ptaatsingsadvïes gegeven Kern Adres Object object nummer Zoete|oude-dorp Zoeter|oude-dorp Zoete |oude-dorp Zoete|oude-dorp Zoete |oude-torp Zoete |oude-dorp Zoete |oude-dorp Dorpsstraat 33 Getde|oudseweg 6 Wefpoortsewej 73 Weîpoortseweg 98 Zuidbuurtseweg 3/3/ Zuidbuurtseweg 14 Zuidbuurtseweg 15 Woonhuis Vetdzicht Boerderij Boerderij Boerderij Boerderfj Pastorie St. Janskerk Potentiële gemeentelijke monumenten (nieuwe voordrachten) Nog geen ptaatsingsad|es kern adres Object objec't nummer Zoete|oude-dorp Zoete|oude-dorp Papeweg 8 Boerderij Schenketweg Voormatige àtoysiusschoot Zoete|oude-dorp Schenketweg 6 Muzïekcentrum Zoete-oude-dorp Schenketweg 12 t/m 38 Woonhuizen (WBV Wittibrord) Zoete-oude-dorp Weipoortseweg 67 Zomerhuîs Zoete|oude-dorp Zuidbuurtseweg 29 Ktooster bij de St. Janskerk Zoete-oude-Rijndijk Hoge Rijndljk 20 Rectorhuis Zoete-oude-Rijndijk Hoge Rijndïjk 22-22A-228 Boerderij met karnhuis 9.3 Tekeningen welstandsvrije gebied (Los bijgevoegd op groot formaat) - =''rgp|=|. n-tbks|.|à-,è's',s|. cw-.-,>-v||*=>''=.<====,-N'=s||, 'rêèe|r=ar . r.=' ' ' ' 78 Vuelsta|dsoota Zoete|oude 20 1 b