SpoorZo e keR Driemaandelijks Nieuwsmagazine van het Agentschap voor Natuur en Bos
Jaargang 2 I nummer 4 I afgiftekantoor 3000 Leuven Erkenningsnummer 708746 I PB-nummer 2/111
Dossier: winter in de natuur In de ban van Bosland Dood doet leven in het Zoniënwoud Waar is de bever?
rsen Mistige Mee
In dit nummer
SpoorZo e keR
De Assebroekse Meersen is een 420 hectare groot natuurgebied in de driehoek tussen Brugge, Beernem en Oostkamp. Een mix van vochtige weiden en hooilanden, omzoomd met populieren en knotwilgen. Gehuld in de ochtendnevel wordt dit moerassige gebied bijna magisch.
In de ban van Bosland
© Vildaphoto, Misjel Decleer
Het grootste en leukste bos van Vlaanderen 6
Spoorzoeker? Spoorverdiener Winter, de maand bij uitstek om sporen te zoeken. In dit winternummer gaan we dan ook op zoek naar sporen. Sporen van de bever, sporen van overwinterende dieren, maar ook sporen van dode dieren in het Zoniënwoud. Waar is de bever?
Innovatief zenderproject schaduwt bever in Vlassenbroek
9
Verder zoeken we naar sporen van onze eigen arbeiders. Of doen die ook een soort winterslaap? Neen. Ze zijn juist voorbeelden van ‘spoorverdieners’. Mensen die hun sporen verdienen in en voor de natuur. Van het DANAH-project, waar militairen samen met natuurbeheerders ijveren voor natuurherstel en -ontwikkeling, over de geslaagde Dag van de Natuur, het lanceren van een heus Bosland, tot de campagne voor 1 miljoen extra bomen in Vlaanderen.
Dossier
Winter in de natuur
11
Militaire domeinen krijgen een natuurboost
21
Dood doet leven
Van wieg tot graf in het Zoniënwoud 27
Rubrieken
- Spoorzoeker kort
- Buiten adem
20
- Portret: De wilde tuin van Marc De Bel
26
Ongeveer parallel met het bekendmaken van de titel ‘Trots van de overheid’, ontvingen we het nieuws dat we onze cel natuurinspectie kunnen uitbreiden met 10 extra medewerkers, waarvan acht nieuwe natuurinspecteurs (de vroegere ‘handhavingwachters’). Deze uitbreiding zal er mee voor zorgen dat we ook in de toekomst onze sporen zullen kunnen verdienen voor meer en betere natuur in Vlaanderen. Een taak die we samen met talrijke andere ‘spoorverdieners’ zullen opnemen.
4 en 31
© foto cover: Vildaphoto, Rollin Verlinde De scharlakenrode bessen van de Gelderse roos zijn een streling voor het oog, maar vanwege hun bittere smaak weinig geliefd bij onze inheemse vogels. Ze blijven dan ook vaak de hele winter lang aan de struiken hangen.
2
Dat het ANB, samen met talrijke partners en vrijwilligers, 365 dagen per jaar haar sporen verdient voor meer en betere natuur, leidde recent tot de titel ‘Trots van de overheid’. Een titel die geldt voor alle medewerkers, en in uitbreiding voor alle natuurliefhebbers. Een titel voor ‘spoorverdieners’.
De redactie
3
Het seizoen in beeld
Zoals bij bijna alle boswachters in Vlaanderen is Dirks job zijn passie. Via zijn gevarieerde takenpakket bij het ANB en door zijn engagementen in zijn vrije tijd is Dirk Raes betrokken bij allerlei vernieuwende projecten
Sterallures krijgt Dirk Raes nog niet. “Deze actie is leuk, maar hoefde voor mij niet echt. Want eigenlijk heb ik de belangrijkste prijs
al lang binnengehaald. Ik heb van mijn hobby, mijn beroep kunnen maken. Dat is het allermooiste.”
Ve r
sc
ho
or
Vlaams minister voor Natuur Hilde Crevits is verheugd dat boswachter Dirk Raes deze eretitel krijgt: ”Het is fantastisch dat Dirk voor zijn enthousiasme en zijn voortdurende inzet in de spots wordt gezet. Hierdoor zet hij eigenlijk alle boswachters in de bloemetjes. Deze bekroning is bovendien een stimulans voor vele mensen uit de administratie, die zich dag in en dag uit hard inzetten om iedereen van dienst te zijn.”
ke
op het gebied van bos- en natuurbeheer. Een databank over geringde vogels beheren, een brochure schrijven over vlindervriendelijk bosbeheer, projecten uitwerken om ook visueel gehandicapten het bos te laten beleven … Reden genoeg om Trots te zijn. Al is Dirk Raes er als de kippen bij om dat te nuanceren. “Dit is niet mijn verdienste, maar die van het hele ANB”, aldus de boswachter uit de regio Groenendaal. “Zonder de hulp van mijn collega’s zou ik veel projecten helemaal niet kunnen verwezenlijken: deze kroon is dus ook voor de arbeiders, de andere wachters, technici, ingenieurs, eigenlijk iedereen met een hart voor de natuur.”
El
Ambtenaars duf en saai? Niks is minder waar en dat bewijst de ambtenaar van het jaar maar al te goed. Dirk Raes, boswachter bij het ANB, kreeg de kroon ‘Trots van de overheid’ in het vtm-programma ‘Trots van Vlaanderen’. Dirk Raes is 49 en komt uit Sint-GenesiusRode, waar hij al bijna 25 jaar boswachter is. Zijn kantoor strekt zich uit over het hele Zoniënwoud, zijn dagtaak begint bij het zingen van de vogels en eindigt vaak pas na zonsondergang.
©
Spoorzoeker kort
‘Trots van de overheid’ is een boswachter
Meer info:
[email protected] tel. 02 553 27 75
1 miljoen bomen voor Vlaanderen Om de impact van de klimaatwijziging te verkleinen, maken de Verenigde Naties zich sterk om wereldwijd 7 miljard nieuwe bomen aan te planten. Deze massale herbebossing vraagt een inspanning van jongeren, jeugdbewegingen, scholen, ngo’s, bedrijven, landbouwers, gemeentebesturen en regeringen. De campagne werd begin 2007 gelanceerd; eind 2008 staat de teller al op 2,5 miljard bomen. Vlaanderen sprong mee op de kar van deze Billion Tree Campaign en engageerde zich om 1 miljoen bomen aan te planten. Een uitdaging van formaat voor één van de bosarmste regios van Europa. De Vereniging voor Bos in Vlaanderen (VBV) wil samen met het ANB iedereen aan het planten krijgen: bedrijven, verenigingen, winkelketens, landbouwers, steden, gemeenten en dorpen, particulieren met een lap grond en/of groene vingers.
4
Doe mee met de Billion Tree Campaign en leg zelf een bos(je) aan, plant bomen of een boom en registreer ze op www.1miljoenbomen.be
Meer info:
[email protected] tel. 09 264 90 50
© Danni Elskens
De zeven wereldwonderen van de natuur Een stemming voor de mooiste plekken op aarde: het is een idee van de Zwiters-Canadese levenskunstenaar Bernard Weber. En kijk, ook twee Belgische plekken staan op de lijst van de genomineerden: de Grotten van Han en … het Zoniënwoud. Al blijft het afwachten of ons Belgische woud kan tippen aan het Puerto Princesa Subterrenean River National Park op de Filippijnen, Cox’s Bazar Beach in Banghladesj (het langste witte zandstrand van de wereld), de Mount Everest, de Grand Canyon of de Kalahariwoestijn. Toch maar even stemmen op www.new7wonders.com
Leidingwerken Kalmthoutse Heide op volle toeren Geen mens, behalve dan misschien een ingewijde, die ervan weet: onder de Kalmthoutse Heide ligt al sinds de jaren 1950 een kerosineleiding. Die leiding maakt deel uit van een uitgestrekt brandstofnetwerk van de NAVO, dat gebruikt wordt om vlieghavens te bevoorraden. De pijpleiding was dringend aan vervanging toe, daarom nam het Belgische ministerie van Defensie het initiatief om ze tussen de BelgischNederlandse grens en de gemeente Schoten te vernieuwen. De leiding loopt dwars door de Kalmthoutse Heide en ook door het militair domein Klein Schietveld. Om schade aan deze waardevolle natuurgebieden te voorkomen, werden in samenspraak met het ANB de nodige voorzorgsmaatregelen genomen. Op plaatsen waar de leiding de kwetsbare natte heide kruist, past de aannemer de techniek van de gestuurde boring toe. De leiding wordt letterlijk © Vildaphoto, Yves Adams door de grond getrokken zonder te graven. Behalve het in- en uittredepunt blijft het terrein boven de leiding onaangetast; bodem en planten blijven gespaard. De werken aan de NATO-pijpleiding zijn dit najaar gestart. Maar liefst 23 km leiding wordt vervangen. Over deze afstand komt er een volledig nieuwe leiding, uit een corrosiebestendig materiaal en voorzien van een mantel om de kans op lekken nog te verminderen. De nieuwe pijpleiding komt dieper te liggen dan de huidige, en wordt voorzien van een modern lekdetectiesysteem: ook dat verhoogt de veiligheid. Beperkte hinder De werken op de Kalmthoutse Heide brengen onvermijdelijk heel wat bedrijvigheid met zich mee. Het ANB en de aannemers doen er alles aan om de hinder voor de bezoekers van dit schitterende heidegebied tot een minimum te beperken. De werken in de Kalmthoutse Heide duren nog tot einde december. Vanaf begin april 2009 zal de kerosine opnieuw stromen, ditmaal door een nagelnieuwe leiding. Meer info:
[email protected] 03 224 62 82
Groene hoogdag brengt duizenden op de been
eersch © Regine Vanallem
Ieder jaar in november maakt natuurminnend Vlaanderen zich op voor de Dag van de Natuur. Op initiatief van Natuurpunt en de Jeugdbond voor Natuur en Milieu (JNM), en in samenwerking met gemeenten, de Gezinsbond, regionale landschappen en het ANB steken duizenden vrijwilligers de handen uit de mouwen om een hele dag in de natuur te werken. Dit jaar stond deze groene hoogdag helemaal in het teken van ‘meer bos’. In heel Vlaanderen werden vele duizenden nieuwe bomen en struiken aangeplant. In het West-Vlaamse Ooigem, een dorp in de Leiestreek, is de Dag van de Natuur een symbolische dag. Dertig jaar geleden lanceerde de plaatselijke milieuvereniging De Torenvalk voor het eerst dit evenement - een initiatief dat later in heel Vlaanderen navolging kreeg. Dit jaar werden in Ooigem 13.000 nieuwe bomen aangeplant, een samenwerking van het ANB, De Torenvalk, de gemeente Wielsbeke, de Gezinsbond en de provincie West-Vlaanderen. Dit nieuwe wandelbos maakt samen met het bestaande Ooigembos deel uit van een nieuwe groenpool die de Vlaamse overheid in dit deel van de Leiestreek voor ogen heeft. Meer info over Ooigembos:
[email protected]
5
In de ban van Het grootste en leukste bos van Vlaanderen
G
root en groots: zo wordt Bosland. Een natuurlijk,
kindvriendelijk en duurzaam beheerd megabos op het grondgebied van de Limburgse gemeenten Hechtel-Eksel, Lommel en Overpelt. Met een nieuw logo én een naam die goed bekt en alles zegt, nam Bosland - een initiatief van het ANB en de drie gemeentebesturen - dit najaar een vliegende start. Tegen 2012 moeten alle investeringen rond zijn. Spoorzoeker laat je alvast voorproeven. 6
Een echt land Belangwekkend is Bosland - de vroegere Bossen van de Lage Kempen - op verschillende vlakken. Op Vlaams niveau zijn de bossen belangrijk voor de koolstofopslag, cruciaal in het licht van de te halen klimaatdoelstel-
giobeheerder Dries Gorissen op tafel legt. “We hebben 4.500 hectare openbaar bos dat zijn de bossen van de Vlaamse overheid en de bossen van gemeenten en OCMW’s. Daar komt nog meer dan 1.000 hectare privébos bij, die op termijn ook deel gaan uitmaken van Bosland. Helemaal uniek is
“Kinderen zijn de bosbeschermers van morgen. Zij zijn het dus die overtuigd moeten raken van het enorme belang van bossen en een goed bosbeheer: in de ban van het bos.” lingen. Bosland is bovendien een grote leverancier van duurzaam beheerd hout. Tegelijk huist in de bossen zeldzame natuur én biedt het gebied tal van mogelijkheden voor een leuke, opkikkerende uitstap. Dat Bosland een groot bos is, zeker naar Vlaamse normen, blijkt uit de cijfers die re-
dat we die bosoppervlakte als één eenheid beschermen, ontwikkelen en openstellen zoals in een echt land dus.”
Kinderen koning Naast een grondgebied heeft een land in de eerste plaats een koning nodig. In Bosland zwaaien kinderen de plak. Dries Gorissen
© Shutterstock
Bosland Knap ingerichte onthaalpunten, een subliem aanbod van wandelwegen, klim- en klauterpaden, verrassende bosevenementen, de grootste zandbak van Vlaanderen, een boomhuttenpark waar je kan overnachten tussen de bomen … Bijzonder in Bosland is dat dit alles wordt ingericht op maat van kinderen, of de kindvriendelijke toets moet doorstaan.
knikt bevestigend: “We hebben geweldige plannen met het bos: knap ingerichte onthaalpunten, een subliem aanbod van wandelwegen, klim- en klauterpaden, verrassende bosevenementen, de grootste zandbak van Vlaanderen, een boomhuttenpark waar je kan overnachten tussen de bomen … Bijzonder is dat dit alles wordt ingericht op maat van kinderen, of de kindvriendelijke toets moet doorstaan. De logica is eenvoudig: kinderen zijn de bosbeschermers van morgen. Zij zijn het dus die overtuigd moeten raken van het enorme belang van bossen en een goed bosbeheer: in de ban van het bos.” “Investeren in kinderen is kiezen voor de toekomst, en dat is wat we hier doen. We denken er overigens aan om een echte Boskoning en Boskoningin te verkiezen om het enthousiasme van de kinderen nog aan te
wakkeren. Deze invulling-op-kindermaat moet van Bosland tegen 2012 het gezinsvriendelijkste bos van Vlaanderen maken”, aldus projectbegeleider Carlo Van Seggelen.
Trotse landgenoten De regels en wetten van Bosland komen op een democratische manier tot stand, vertelt Dries Gorissen nog: “Alles draait rond participatie. Bosland heeft een stoet gebruikers: bewoners, recreanten, jagers, toeristen, scholen, jeugdverenigingen, natuurverenigingen, de horeca, de houtsector, de toeristische sector … Het is van belang dat al deze mensen zich deelgenoot voelen van het project, fier zijn op het bos. Bij alles wat er in Bosland gebeurt, vinden we het essentieel ons te laten inspireren door plaatselijke kansen en bekommernissen. We gaan dan ook telkens opnieuw de boer op om de bewoners te consulteren: bij de opmaak van
beheerplannen, het uitstippelen van recreatieroutes, beslissingen over natuurgerichte maatregelen … De bewoners krijgen ook tweemaal per jaar de Nieuwsbrief Bosland in de bus.”
Duurzame ontwikkeling De lijfspreuk van Bosland is duurzame ontwikkeling: het bos staat niet op een eiland, maar zit diep geworteld in de maatschappij. Ook hier gaat de vergelijking met een land op: een parlement met drie kamers waakt over de harmonieuze ontwikkeling van natuurbehoud, toegankelijkheid en economie. “De ecologische kamer brengt de professionele bosbeheerders en tal van vrijwilligers samen om de uitgebreide kennis over de immense natuurwaarden in Bosland te bundelen. In de bossen leven immers Europees beschermde soorten zoals de gladde slang, de boomleeuwerik en de nachtzwaluw; we
7
“De tweede is de sociale kamer: ze brengt alle jeugdbewegingen, wandelclubs, ruiterverenigingen, mountainbikers … kortom alle recreatiegroepen bijeen om de recreatieve mogelijkheden van Bosland in kaart te brengen en te ontwikkelen. Dit alles binnen de draagkracht van het gebied, dat spreekt voor zich. In een derde kamer buigen de horeca, de houtsector, de aannemers, de sociale werkplaatsen … zich over de economische pijler van het bos.
8
“Aspecten als houtproductie, toerisme, streekeconomie en tewerkstelling komen daar aan bod”, zegt Dries Gorissen.
Innovatief bosbeheer “We hebben de ambitie innoverend te zijn. Bosland wordt een laboratorium voor de meest moderne principes van duurzaam bosbeheer. Na het FSC-groepscertificaat, een internationale erkenning voor onze gemeenschappelijke visie op duurzaam bosbeheer die we in 2007 ontvingen, gaan we voluit voort op dit elan”, maakt Dries Gorissen zich sterk. “Ook kennisuitwisseling staat op de agenda om de opgebouwde expertise naar andere grote bosprojecten in Vlaanderen over te hevelen.”
Het financieringsplan met verschillende partners en investeerders, zoals Toerisme Limburg en Limburg Sterk Merk (LSM), wordt momenteel rond gemaakt. De eerste investeringen in Bosland zijn gepland voor het voorjaar van 2009.
Bosland is een gezamenlijk initiatief van het ANB, de gemeenten HechtelEksel en Overpelt en de stad Lommel. Meer info:
[email protected] [email protected] tel. 011 73 41 50
In het grootste bos van Vlaanderen past ook het grootste wandelaanbod. Vandaag kan je in Bosland al prachtig wandelen. Er is ook een pad voor rolstoelgebruikers en een ruiterroute. Anno 2012 komen daar nog meer wandelingen bij, en buggypaden geschikt voor gezinnen met kleine kinderen.
© Jos Agten
hebben de verantwoordelijkheid die te koesteren. Dit innovatieve leerplatform voor natuurgericht beheer moet ons daarbij helpen, onder meer door de ecologische monitoring van Bosland uit te bouwen”, zegt Carlo Van Seggelen.
Waar is de
bever ?
F
ascinatie alom, toen vorige zomer in de Vlassenbroekse polder in Dendermonde een bever opdook. De Europese bever is immers een internationaal beschermde diersoort die in Vlaanderen nog maar pas terug is - van heel lang weggeweest. Door de bever in Vlassenbroek te zenderen, wil het ANB continu op de hoogte blijven van de verblijfplaats van dit dier, zodat gericht kan gezocht worden naar schade aan dijken. Bovendien moet dit zenderproject informatie opleveren over de ecologie van de bever, van grote waarde om het Vlaamse beverbeleid te onderbouwen.
“De bedoeling van de zender is eenvoudig: weten waar de bever is”, vertelt Wim Mertens van het ANB. “Zit hij nog in het natuurgebied, of zoekt hij andere oorden op? Mocht hij ergens terechtkomen waar de kans op wateroverlast groot is, kan beslist worden het dier te vangen en opnieuw in het natuurgebied vrij te laten. Als de bever zich in een ander natuurgebied langs de Schelde vestigt, vormt dat uiteraard geen enkel probleem.” Om snel te kunnen reageren, wil het ANB voor de bevermonitoring samenwerken met vrijwilligers van Natuurpunt. “Een aantal
© Vildaphoto, Rollin Verlinde
natuurliefhebbers zal over een antenne en een ontvanger beschikken, en iedere dag controleren of de bever nog in de sloot zit. Kunnen zij hem niet spotten, dan verwittigen ze ons. Het ANB gaat dan op beverzoektocht”, legt Wim Mertens uit.
Beschermde diersoort
schermd. Vlaanderen heeft, net zoals de andere Europese landen, een belangrijke verantwoordelijkheid bij de bescherming van dit zeldzame knaagdier. Die moet ze opnemen door op Vlaams niveau leefgebieden voor de bever af te bakenen en in stand te houden. Het ANB werkt momenteel een beleid uit om de instandhoudingsplicht ten aanzien van de bever te realiseren.
Dat de Europese bever opnieuw onze streken opzoekt, is vanuit het oogpunt van naVeertig beverfamilies tuurbehoud alleen maar goed nieuws. De laatste bever werd in Vlaanderen in 1848 De Vlassenbroekse polder ligt in gedood, en ook in de rest van de vallei van de Zeeschelde en “De het continent stond de bever haar tijgebonden zijrivieren. Voor gedurende meer dan een eeuw dit gehele gebied engageerde de bedoeling op de rand van de uitroeiing. Als Vlaamse overheid zich al tot de gevolg van beschermende maat- van de zender instandhouding van de leefgeregelen in verschillende landen is eenvoudig: bieden voor zo’n veertig beverherstelt de Europese bever stilfamilies. Wim Mertens: “Om te weten waar de aan van zijn donkere periode. spreken van een duurzame en Mondjesmaat, want zeker in bever is.” levensvatbare populatie, is een West-Europa heeft hij nog maar aaneengesloten populatie van een gering deel van zijn vroegere veertig beverfamilies het minimum. De beleefgebied heroverd. De populaties zijn nog scherming van de leefgebieden die nodig zijn klein en verspreid, wat maakt dat de bever om deze beverfamilies in stand te houden, nog niet uit de gevarenzone is. werd opgenomen in de intussen goedgekeurde instandhoudingsdoelstellingen voor de Zowel door de Europese als door de Vlaamspeciale beschermingszones in deze vallei.” se wetgeving wordt de Europese bever be-
9
Prima natuurbeheerder
berokkent aan gewassen en boomgaarden. Dat bevers graven en dammen bouwen, baart dan weer waterbeheerders, landeigenaars en omwonenden zorgen: een beschadigde dijk of een beverdam kan de waterhuishouding beïnvloeden en lokaal voor overlast zorgen.
“Al moet gezegd dat de ervaring in Nederland leert dat de kans op dijkDe vallei van de Zeeschelde is schade klein is”, reageert Wim een geschikt gebied om de bever “Dat zich Mertens. Het ANB brengt boopnieuw kansen te geven, vertelt vendien in kaart welke dijktracés Wim Mertens. “In dit stroomgebinnen aflangs de Zeeschelde mogelijk bied liggen immers veel natuurzienbare tijd gevoelig zijn en eventueel een rigebieden, en bovendien wordt verdere natuurontwikkeling in meer bevers sico vormen. Het ANB wil in elk geval rekening houden met alle sneltempo uitgevoerd in het kader van het geactualiseerde Sig- in Vlaanderen hierboven vermelde bezorgdhemaplan. Voor de ontwikkeling zullen vestigen, den bij het beverbeleid dat ze uittekent. Ze werkt bijvoorbeeld van natte natuur is de bever bovendien een nuttig dier. De be- lijkt een vast- aan een compensatieregeling ver heeft een verrijkende invloed staand feit.” voor schade aangericht door op het ecosysteem en vormt bevers. mee het landschap in moeras en Kort op de bal moerasbos. Doordat hij bomen omknaagt, creëert hij openheid in het landschap en Het belang van een beverbeleid staat volobstakels in het water, wat bijdraagt tot gens Wim Mertens buiten kijf. “Dat zich een natuurlijker watersysteem. Met zijn binnen afzienbare tijd meer bevers in Vlaanknagend vermogen is de bever ook wegbederen zullen vestigen, lijkt een vaststaand reider voor talloze planten- en diersoorten. feit. Alleen al doordat onze buurlanden Hij kan dus een belangrijke rol spelen bij de bevers uitzetten, is het aannemelijk dat de ontwikkeling van natte natuur in onze valdieren ook de weg naar het Vlaamse water leigebieden.” zullen vinden.”
Bezorgdheden In natte natuurgebieden is de bever doorgaans welkom. Maar niettegenstaande zijn rol in de natuurontwikkeling weekt de bever ook andere reacties los. De bever is een knaagdier dat ’s winters van boomschors leeft en ’s zomers van waterplanten. Maar ook van maïs en suikerbieten lust de bever wel pap. Boeren vrezen dat het dier schade
Monitoring is een instrument om het beverbeleid te onderbouwen, en tegelijk tegemoet te komen aan de besognes van buurtbewoners en waterbeheerders. De zendering van de bever in Vlassenbroek heeft als doel het doen en laten van dit dier - als eersteling in de Zeescheldevallei - te observeren . De bever kan in de Vlassenbroekse polder leven - voor hem de gedroomde biotoop, én een goede zaak voor de natuurontwikkeling in
© Vildaphoto, Rollin Verlinde
Speciale beschermingszones zijn gebieden die Vlaanderen heeft afgebakend in uitvoering van de Europese Vogel- en Habitatrichtlijn, met het oog op het duurzaam overleven van soorten en habitats die op Europees niveau zeldzaam of bedreigd zijn.
Beverleven Met een kop-romplengte van 75 tot 90 centimeter en een lichaamsgewicht van 12 tot 38 kilogram is de Europese bever het grootste knaagdier van Europa, en één van de grootste ter wereld. Bevers gebruiken tot 4.000 kilo hout per jaar. Niet alleen als voedsel - ze zijn tuk op wilg -, maar ook om burchten en dammen mee te bouwen. Beverfamilies leven in zelf gegraven holen langs waterlopen of in burchten, die ze optrekken uit takken en modder. De dieren leven in droge kamers bovenaan, de ingang van het hol of de burcht ligt altijd onder water. Als dit niet zo is, bouwen de bevers dammen om het waterniveau omhoog te brengen, tot de ingang minimaal vijftig centimeter onder water ligt. In wetlands in vlakke streken zoals Nederland en Vlaanderen bouwen bevers weinig dammen - de waterstand is daar doorgaans hoog genoeg. Bevers leven in families van maximaal zes dieren. De jongen blijven bij de ouders tot ze maximaal twee jaar oud zijn. Dan worden ze het territorium uitgezet en gaan ze op zoek naar een nieuw leefgebied.
dit gebied. De vraat- en graafschade die één bever kan aanrichten, is sowieso al klein. Maar door de zender kunnen we kort op de bal spelen en stellen we de waterbeheerders en de omwonenden gerust. En daar kan ook de bever alleen maar baat bij hebben”, besluit Wim Mertens. Meer info?
[email protected] tel. 02 558 18 21 De bever is een planteneter. Zijn menu is afhankelijk van het seizoen. In de herfst en winter eet de bever vooral boomschors en zacht hout. In de lente en zomer houdt hij het bij gras, blaadjes en waterplanten.
© Geert Flamand
10
Bij de uitvoering van het geactualiseerde Sigmaplan wordt in de Vlassenbroekse polder een gecontroleerd overstromingsgebied aangelegd, dat de veiligheid tegen overstromingen in het Zeescheldebekken moet ondersteunen. Een deel van de polder komt opnieuw onder invloed van het getij: hier zullen slikken en schorren ontstaan. Een ander deel zal alleen bij extreem hoge waterstanden overstromen, wat een ideale situatie creëert voor een moerasbos met elzen. Dit laatste vormt een ideaal biotoop voor de bever. © Vildaphoto, Yves Adams
w inter in de natuur Dossier
De dagen korten, het wordt kouder; de natuur maakt zich op voor de winter. Voor sommige dieren is dit het signaal om zichzelf op non-actief te zetten - de start van een lange winterslaap. Voor andere soorten is de Vlaamse winter dan weer wel een topperiode. Denk maar aan de duizenden vogels die afzakken naar het Schelde-estuarium om te over winteren, of bij te tanken op weg naar het zuiden. Ook drukdoende tijdens het koudste jaargetijde zijn de arbeiders van het ANB; in de boomkwekerij van Koekelare is de winter zelfs oogst- en dus hoogseizoen. Winterwandelen kan je overal in onze natuurgebieden; de Vallei van de Zwarte Beek is alvast een originele bestemming om een winterse frisse neus te halen.
© Vildaphoto, Ludo Goossens
11
winterslaap, winter K
oud! Honger! Voor dieren is de winter een barre tijd om te overleven. Voedsel is schaars of helemaal afwezig, het kwik duikt naar beneden. Veel soorten kruipen in deze gure tijd weg op een beschutte plaats en gaan in ‘ruststand’. Wij haalden vier slapers uit hun winterroes. zo zijn gewicht bijna verdubbelt in de herfst, sterven toch nog veel muizen tijdens hun winterslaap van de honger. Slapende hazelmuizen worden vaak ook vertrapt of opgegeten, omdat de winternesten onbeschermd tussen de bladeren op de grond liggen. De hazelmuis is in Vlaanderen een bedreigde en beschermde diersoort. Ze komt in Vlaanderen enkel nog in de Voerstreek voor. De gemeente Voeren springt in de bres voor dit snoezige dier in het kader van het project ‘Gemeenten adopteren Limburgse soorten’.
Op je kop in een grot: de ingekorven vleermuis
© Vildaphoto,
Misjel Decleer
Bij sommige zoogdieren is vooral het tekort aan voedsel de reden om de winter slapend door te brengen. Zo leeft de ingekorven
vleermuis van insecten, en die zijn er ’s winters gewoonweg niet. Vanaf oktober nestelen ingekorven vleermuizen zich in hun winterverblijf, in een fort, mergelgroeve of grot. Daar zoeken ze in groep de warmste plekken op. Kop, lichaamstemperatuur en hartslag naar beneden, en zo is de ingekorven vleermuis vertrokken voor een maandenlange slaap, soms tot in mei. Tijdens zijn winterslaap is de ingekorven vleermuis erg kwetsbaar. Wakker worden betekent een slopend energieverlies, vaak met sterfte als gevolg. De ingekorven vleermuis is een beschermde diersoort. Naast geschikte zomerleefgebieden zijn voldoende rustige overwinterplaatsen voor dit dier levensnoodzakelijk. Het LIFE-project Bataction (www.bataction.be) springt in de bres voor bedreigde vleermuissoorten, waaronder de ingekorven vleermuis.
De hazelmuis behoort tot de slaapmuizen, een familie die z’n naam niet gestolen heeft. Anders dan alle andere muizen houden slaapmuizen een uitgebreide winterslaap. Liefst zes maanden lang pit de hazelmuis, van oktober tot een eind weg in april. Nesten maken is de specialiteit van dit dier, en om de winter door te komen vervaardigt de hazelmuis een speciaal slaapnest. Voor het zover is, is het echter hamsteren geblazen. De koude winterperiode trotseren kost de hazelmuis - zoals alle zoogdieren een warmbloedig dier - veel energie, om zijn lichaam op temperatuur te houden. Hazelnoten, braambessen, bessen en pitten van meidoorn en sleedoorn: alles wordt behendig opgeknabbeld. Ofschoon de hazelmuis
12
© Vildaphoto, Yves Adams
De hazelmuis: eerst eten, dan dutten
Winter in de natuur
rrust: dieren op non-actief
De knoflookpad overwintert onder de grond Amfibieën zijn koudbloedige dieren: hun lichaamstemperatuur is afhankelijk van de temperatuur van de omgeving. In de winter hebben deze dieren weinig fut doordat de koude hun stofwisseling op een laag pitje zet. Ze zoeken daarom een schuiloord op om de winter veilig door te komen: we spreken van een winterrust. De knoflookpad - het dier heet zo, omdat het als afweerreactie een lookgeur verspreidt - is een kleine paddensoort die er een unieke winterrust op nahoudt. In het najaar trekt deze pad zich terug in een zelf gegraven tunnel onder de grond. Dat is overigens helemaal in lijn met zijn levenswijze: de knoflookpad is een nachtdier dat zich ook in het zomerseizoen overdag ingraaft. De knoflookpad is niet alleen één van de meest onbekende, maar ook één van de meest bedreigde amfibieën van Vlaanderen. Hij komt alleen nog in kleine aantallen voor in de provincie Limburg. Het ANB heeft samen met Limburgs Landschap vzw een soortbeschermingsplan voor de knoflookpad opgemaakt, met onder meer maatregelen om de overwinterplaatsen te verbeteren. Ook de stad Peer nam samen met de plaatselijke landbouwers maatregelen om de knoflookpad te beschermen.
Ook insecten zijn koudbloedige dieren en krijgen een dipje als het kouder wordt. Overwinterende insecten zoeken een plek om, beschermd tegen weer en wind, de winter te trotseren. Lieveheersbeestjes zijn zulke overwinteraars: zij nestelen zich achter de schors van een boom, in onverwarmde gebouwen of binnen in huis. Veel inheemse lieveheersbeestjes overwinteren in hun eentje, of met een paar bij elkaar. Een aantal soorten, waaronder het tweestippelig lieveheersbeestje, overwintert soms in groepjes. Echt spectaculair slaapgedrag vertoont het veelkleurig Aziatisch lieveheersbeestje. Dit uitheems kevertje, dat sinds enkele jaren veelvuldig in Vlaanderen voorkomt, kruipt ’s winters in grote groepen van soms wel tienduizenden exemplaren bijeen.
Soezen in het slijk: de grote modderkruiper Op het eerste zicht misschien verrassend, maar ook sommige vissen (koudbloedig) houden een winterrust. Een echte overlevingsspecialist is de grote modderkruiper: een langgerekte, bijna cylindrische vis -
typisch zijn de tastdraden op z’n kop, waarmee hij op zoek gaat naar prooien. Niet alleen tijdens droge periodes, maar ook in de winter graaft hij zich in de modder in om te overleven. Die strategie kan hij maanden volhouden, dankzij een aangepaste ademhaling via de huid en de darmen. De lichaamsfuncties van de grote modderkruiper draaien zo van november tot maart op halve kracht. Hoewel de grote modderkruiper een echte overlever is, is deze vissoort in heel Europa bedreigd. Geschikte habitats in stilstaand water zijn er steeds minder, en de modderkruiper is ook erg gevoelig aan waterverontreiniging. In Vlaanderen komt hij vooral nog in het Demerbekken voor. Meer info: www.soortenbeleid.be
Leestip De winterslaap van dieren is ook voor kinderen een intrigerend verschijnsel. Het wetenschappelijk prentenboek ‘Winterslaap’ van Tialda Hoogeveen en Irene Goede geeft een kijk op kindermaat in het leven van dieren tijdens de winter. Voor kinderen vanaf 7 jaar, uitgegeven bij KNNV.
© Vildaphoto, Rollin Verlinde
© Rauwerd Roosen
Lieveheersbeestje kampeert alleen of in groep
13
Scheldevogels H
et Schelde-estuarium is een vogelparadijs van internationaal belang. Indrukwekkende aantallen watervogels komen in dit gebied overwinteren, of houden er tijdens hun lange reis naar het zuiden halt om hun reserves bij te spijkeren. Hoeveel en welke watervogels de Zeeschelde precies onder haar vleugels heeft, dat becijfert het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) maandelijks. Spoorzoeker ging scheep met de beroepsvogeltellers van het INBO. Naar de grens en terug Onze boottocht - aan het roer een stuurman van Waterwegen en Zeekanaal NV - begint op Linkeroever. We schepen in voor een heenen-terug reis: van Antwerpen varen we naar de Nederlandse
Deze tafeleend, enkele jaren geleden nog een talrijke wintergast, werd afgelopen winter op de Schelde nauwelijks nog gezien.
© to,
pho
a Vild s Yve ms
Ada
14
grens, en terug. Heen wordt de rechteroever geteld, terug de linker, want de Schelde is hier te breed om de twee oevers in één keer te tellen. Voor ons is dit een unieke ervaring, voor de tellers van het INBO bijna een routineklus: zij varen al verrekijkend en noterend iedere maand de hele Zeeschelde af. Jan Soors van het INBO: “Antwerpen-Nederland is één van de drie trajecten die we tellen. Ook de tracés Antwerpen - Dendermonde en Dendermonde - Gent worden iedere maand afgevaren. Die drie boottochten voeren we zo snel mogelijk na elkaar uit. Zo sluiten we migratie van vogels van het ene naar het andere gebied uit en vermijden we dubbeltellingen. Om dezelfde reden worden de nabijgelegen plassen, beken en meren in het weekend vlak vóór of na de Schelde geteld. Het zijn vrijwilligers, vooral
van Natuurpunt, die de wintervogeltellingen in deze gebieden voor hun rekening nemen.”
Met z’n tweeën Het is laagwater - het moment bij uitstek voor watervogeltellingen. Dan zijn de grootste aantallen watervogels aanwezig op de Schelde en zijn de vogels ook prima te observeren. De tellers krijgen dan een goed beeld van de ruimtelijke spreiding en het gebruik van de verschillende habitats. Tellen doe je met zn tweeën: geen overbodige luxe, want er beweegt heel wat op het water. De één kijkt met de verrekijker en telt,
Winter in de natuur
becijferd de ander noteert de aantallen. Vragen stellen is ook al niet evident: wie vogels telt, houdt maar best z’n aandacht erbij. “Tellen op de Schelde zelf is nog doenbaar. De monding van de rivier of een uitgestrekt gebied als het Groot Buitenschoor is veel moeilijker te behappen”, geeft Jan Soors tussen twee telsessies mee. “Voor dit laatste gebied gebruiken we dan ook de tellingen van de conservator.”
Steltlopers We passeren Doel, het Verdronken Land van Saefthinge … Uit de codetaal die de tellers gebruiken, begrijpen we dat deze teldag de verwachte vogelsoorten oplevert. Veel meeuwen, maar ook smient, grauwe gans en steltlopers, zoals bonte strandloper, wulp en scholekster. Jan Soors: “Voor al deze vogels vormt het estuarium in de eerste plaats een bron van voedsel. Steltlopers foerageren op de vele bodemdiertjes die leven in de bij laagtij droog vallende platen en slikken. Die vogels broeden in het hoge noorden en komen in waterrijke gebieden in West-Europa overwinteren. De Schelde ligt op één van de grote trekroutes. Om hun trektocht van duizenden kilometers aan te kunnen, houden ze hier halt om voedsel te zoeken op de Vogels tellen doe je met z’n tweeën: geen overbodige luxe, want er beweegt heel wat op het water.
slikken. Sommige steltlopers blijven de hele winter aan de Schelde. Stroomopwaarts van Antwerpen zijn andere vogelsoorten prominenter aanwezig, vooral eenden - wilde eend, krakeend en wintertaling.”
Naar een nieuw evenwicht? Eén opvallende trend: van bijna alle watervogels telt het INBO de laatste jaren op de Zeeschelde minder grote aantallen. Vooral voor de eenden is die dalende trend ongezien. Jan Soors: “Naar de oorzaak is het voorlopig nog gissen. We vermoeden dat het met de voortgang van de waterzuivering te maken heeft. Twintig jaar geleden was de Schelde biologisch gezien zo goed als dood. Naarmate meer afvalwater gezuiverd werd, keerden eerst de kleine bodemdiertjes terug, die weinig eisen stellen aan hun omgeving en vooral van organisch materiaal leven. Eenden zoals wintertaling en tafeleend - tuk op die kleine bodemdiertjes - vonden langs de Schelde een gedekte tafel.” “Maar de waterkwaliteit verbeterde nog verder, met als laatste krachtinspanning de waterzuivering van Brussel. Schoner water betekent ook minder kleine bodemdiertjes, zodat de eenden wegblijven. Maar het vis-
bestand herstelt zich nog steeds verder, en daarvan profiteren visetende vogels zoals aalscholvers en futen dan weer. Ook op het traject tussen Antwerpen en de Nederlandse grens is er minder aan de hand. Hier komen ook grotere bodemdiertjes voor op de slikken: het ideale voedsel voor steltlopers, die momenteel dus ook geen algemene afname vertonen.” De wijziging in het voedselaanbod lijkt voor een aantal watervogelsoorten een reden om voorlopig de Zeeschelde links te laten liggen, maar vermoedelijk komen ze elders aan hun trekken. “Langs de zijrivieren zoals de Rupel, Zenne en Dijle tellen vrijwilligers al enkele jaren meer watervogels, al is die stijging niet zo groot dat ze de afname in de Schelde zelf opvangt. De vastgestelde evoluties in de Zeeschelde zijn zeker geen eindpunt. We verwachten de ontwikkeling van een meer gevarieerde gemeenschap van bodemdieren, die dan weer andere vogels zal aantrekken”, zo besluit een hoopvolle Jan Soors. Meer info:
[email protected] tel. 02 558 18 33 www.inbo.be
Ramsar en Sigma Het INBO startte met het monitoren van Scheldevogels sinds de winter van 1991-1992. De tellingen gebeuren in opdracht van de Vlaamse overheid, die hiermee haar internationale verplichtingen in het kader van de Europese Vogelrichtlijn en de Ramsarconventie nakomt. Jan Soors van het INBO legt uit: “Watervogels tellen in hun overwinteringsgebied is veel efficiënter dan tellen in het veel uitgestrektere broedgebied, wat eigenlijk onbegonnen werk is. In heel West-Europa worden de vogels in dezelfde periode geteld, en de som geeft ons een idee van de totale populatie. De tellingen leggen ook het belang van een vogelgebied bloot, en dat is dan weer van belang voor de aanwijzing als Ramsargebied. Een gebied wordt onder de Ramsargebieden gerangschikt als er 1 % van de Noord-West-Europese populatie van een welbepaalde soort overwintert. Dat betekent in feite dat dit gebied van groot belang is voor het overleven van de soort. Maar de vogeltellingen leveren ook onschatbare gebiedskennis op, waarop het beleid kan steunen om de effecten van ingrepen te evalueren, zoals bijvoorbeeld het geactualiseerde Sigmaplan. Dit is het groots opgezette plan dat Vlaanderen een hogere bescherming moeten bieden tegen overstromingen vanuit het Zeescheldebekken en tegelijk moet zorgen voor een natuurlijkere Zeeschelde.”
15 © Vildaphoto, Yves Adams
Winterstop in de polders De kolgans is een algemene overwinteraar in Vlaanderen. Zijn typische witte snavelbasis en de dwarse zwarte vegen over zijn buik maken de soort makkelijk herkenbaar. De laatste jaren is er een spectaculaire toename van overwinterende kolganzen in Vlaanderen, zoals hier in de West-Vlaamse polders.
16
© Vildaphoto, Ludo Goossens
17
winterarbeid ade Met de rooimachine oogsten de ANBarbeiders de bomen, bed na bed.
W
ie zou denken dat de winter een stille periode is voor het natuur- en groenbeheer, heeft het grondig mis. In de ANB-boomkwekerij in Koekelare is de winter zelfs oogst- en dus hoogseizoen. Tussen november en maart worden hier meer dan 300.000 bomen gerooid, klaar voor een nieuw leven in het bos. Voor deze arbeid in weer en wind slaat een zeskoppig team de hand aan de ploeg. Spoorzoeker ging op de koffie bij deze winterharde werkers. De rooimachine van stal
18
ANB-arbeiders Ivan Teuninck, Benoit Henckaerts en Roeland De Grande maken deel uit van de arbeidersploeg die instaat voor het beheer van de boomkwekerij. Ivan Teuninck: “De winter is een mooi seizoen in de boomkwekerij. We mogen dan letterlijk oogsten wat we gezaaid hebben en dat geeft een goed gevoel. In de winter is de rooimachine ons hoofdattribuut. Met die machine
oogsten we de bomen bed na bed. De machine snijdt de boomwortels op diepte af en tilt de bomen op. Ze worden dan in pakken van 25 stuks in een kuil geplaatst.” “Dat inkuilen doen we omdat de bomen meestal niet onmiddellijk na het rooien worden afgehaald”, neemt Benoit Henckaerts over. “Het zorgt ervoor dat de planten hier nog een hele tijd kunnen blijven liggen, zonder dat ze beschadigd raken of uitdrogen, desnoods de hele winter. Dat geeft ons ook de mogelijkheid om de rooiwerken te spreiden in de tijd.”
Autochtone planten
de Ardense bossen. Na de regionalisering schakelde de kwekerij over op loofbomen. Sinds 2000 spitsen we ons toe op autochtone planten - dat zijn soorten die oorspronkelijk inheems zijn.”
Meidoorn en hazelaar De boomkwekerij is een belangrijke leverancier van bomen in de regio, vertelt ANBwachter Herman Van den Bosch: “Nevenboomsoorten zoals meidoorn, sleedoorn, hazelaar, veldesdoorn, Gelderse roos … vormen de hoofdbrok. Afnemers zijn vooral de domeinbossen van het Vlaamse Gewest in Oost- en West-Vlaanderen. In al die bossen plant het ANB zoveel mogelijk autochtone soorten aan. “
De boomkwekerij in Koekelare gaat al tachtig jaar mee. In die tijdsspanne heeft ze een In de kwekerij kom je overigens niet zomaar hele ontwikkeling doorgemaakt. “Ik werk bomen kopen. Dat gebeurt op bestelling hier nu 24 jaar”, vertelt Ivan Teuninck. “In en vaak is het die tijd is er heel wat veranderd. “De winter is een mooi seizoen in de wie eerst komt, eerst maalt. Vroeger gebeurde alles nog met boomkwekerij. We mogen dan letter- “ B e h e e r d e r s de hand, maar lijk oogsten wat we gezaaid hebben die bomen willen aanplantegenwoordig en dat geeft een goed gevoel.” ten, geven in is er voor elke september hun handeling een bestelling door. Dat kan gaan van enkele aangepaste machine. En ook de specialitientallen bomen voor een lokale aanplanteiten van de kwekerij zijn vandaag anders. ting tot tienduizenden exemplaren voor een In de beginjaren werd hier vooral fijnspar, grootschaliger bosuitbreiding. Wij kijken douglas spar en grove den geteeld voor
Winter in het bos, ook een taak Naast de oogst van bomen hebben de arbeiders ’s winters ook taken in het kader van het bosbeheer. Benoit Henckaerts legt
Erfgoed om te bewaren Een plant is bij ons inheems, als Vlaanderen binnen het natuurlijke verspreidingsgebied van de soort ligt. Autochtoon in een bepaalde streek is nog wat anders: dat veronderstelt dat de plant een nakomeling is van planten die zich sinds hun spontane vestiging na de laatste IJstijd altijd natuurlijk hebben verjongd, of die kunstmatig vermeerderd werden met strikt lokaal materiaal. Het ANB geeft de voorkeur aan autochtone bomen, omdat die zich gedurende vele eeuwen hebben aangepast aan de plaatselijke groeiomstandigheden. De genetische informatie van autochtone populaties is waardevol en mag niet verloren gaan. Zeker voor nevenboomsoorten zoals hazelaar en meidoorn geeft het ANB de voorkeur aan planten met een autochtoon karakter. Voor hoofdboomsoorten zoals eik en beuk wordt ook rekening gehouden met vorm en groeikracht. De economische kant van duurzaam bosbeheer blijft voor het ANB immers ook belangrijk. Autochtone bomen en planten zijn het centrale thema van de Week van het Bos 2009.
uit:“Ons team is ook verantwoordelijk voor mijn steentje bijdraag aan een mooiere natuur, geeft me veel voldoening.” het beheer van verschillende domeinbossen in de regio, zoals het Koekelarebos, het Zijn collega’s knikken bevestigend. Zijn het Praetbos, het Wijnendaelebos, het Lappershier drie handen fortbos
Eén op één buik? van de belang“Dat ik elke dag in de gezonde buiten- Zeg maar zes”, rijkste wintertabeaamt Ivan ken is daar het lucht kan werken, is voor mij één van Teuninck. “Wij vrijstellen van de grote pluspunten van deze job.” werken met de toekomstbohele ploeg van men. Dat zijn zes goed samen. Dat is belangrijk in elke sterke, jonge bomen die niet mogen gekapt job, maar zeker ook voor terreinwerk. Ook worden omdat ze bijdragen aan de vastgeals je met machines bezig bent, moet je legde doelen voor het bos, zoals houtproecht goed op elkaar ingesteld zijn. We zijn ductie, of het verhogen van de natuur- of gelukkig een hecht team, dat aan één woord belevingswaarde. Die jonge bomen moeten genoeg heeft. in het groeiseizoen voldoende plaats hebIvan, Roeland en Benoit maken samen met ben om te groeien. De concurrerende boJo Claeys, Geert Vande Capelle en Bart Roose men kappen we in de winter weg om vrije deel uit van het arbeidersteam in Koekelare. ruimte rond de bomen te creëren.
Zes handen op één buik ANB-arbeiders zijn buitenmensen, ook ’s winters - zoveel is duidelijk. En als het echt hondenweer is, is er binnen in de loods altijd wel werk te doen: machines onderhouden of houtwerk vervaardigen zoals afsluitingen, poortjes en banken voor in de domeinbossen. Al werken de arbeiders zelf het liefst buiten. Dat ik elke dag in de gezonde buitenlucht kan werken, is voor mij één van de grote pluspunten van deze job, geeft Roeland De Grande toe.“Maar ook het feit dat ik
Meer info:
[email protected] tel. 0479 67 95 74 Eén van de belangrijkste wintertaken in het bos is het vrijstellen van toekomstbomen.
© Alex Van Mol
dan wat we beschikbaar hebben en wat we ’s winters kunnen leveren. De bomen die wij niet kunnen leveren, kopen de ANBbeheerders elders aan. Vaak kunnen we niet aan de vraag voldoen, omdat we niet voldoende autochtoon zaad voorradig hebben. Om dit tekort aan te vullen, legt het ANB wel speciale zaadboomgaarden aan, die autochtoon zaad met het juiste genetisch materiaal voortbrengen”, aldus Herman Van den Bosch.
Winter in de natuur
Bosch © Herman Van den
elt in de boomkwekerij
19
Zwarte Beek
D
e vallei van de Zwarte Beek is één van de meest waardevolle beekvalleien van Vlaanderen en zelfs West-Europa. Wandelen kan je hier à volonté, met het Vlaams Bezoekerscentrum De Watersnip als uitvalsbasis. Gave beek
20
De Zwarte Beek is een waterloop in optima forma. De beek heeft op vele plaatsen nog een intacte structuur en ook haar waterkwaliteit is behoorlijk goed. De vallei van de Zwarte Beek strekt zich uit vanaf de flank van het Kempens plateau in Hechtel tot in Diest, waar de beek uitmondt in de Demer. Van bron tot monding is het landschap bijzonder afwisselend. De Zwarte Beek leidt je langs natte moerassen, akkers, kleurrijke weiden en graslanden, naaldbossen, land-
duinen en heide. In de vallei liggen schitterende natuurgebieden. Die vormen samen een topgebied voor zeldzame planten zoals slangenwortel en brede orchis, en bedreigde dieren zoals het gentiaanblauwtje en de watersnip.
Bezoekerscentrum In het Vlaams Bezoekerscentrum De Watersnip krijg je een voorproefje van de natuur van de Zwarte Beek. Neem een kijkje in de doe-het-zelf-tentoonstelling: laat het regenen en kijk hoe het water zich door de beek verspreidt, of maak een foto van een groene kikker in de waterplas. Aan de balie van het bezoekerscentrum krijg je info over natuur en landschap, fietsen en wandelen. Groepen en scholen kunnen een natuuractiviteit op maat reserveren. De Watersnip ligt vlakbij de uitkijktoren en speeltuin van Koersel Kapelleke (Beringen) en op het fietsroutenetwerk Limburgse Kempen (tussen knooppunten 310 en 307).
Frisse neus Je kan de Zwarte Beek op eigen houtje verkennen: het wandelgebied is goed voorzien van wegwijzers. Of je kan op pad met één van de natuurgidsen. Natuurpunt en De Watersnip organiseren bijna wekelijks wandelingen in de vallei van de Zwarte Beek. Winteravondwandelingen, uitwaaiwandelingen, midweekwandelingen, frisseneuzentochten voor kinderen: aan elk type winterse wandelaar is gedacht.
Kalender en startpunten: www.dewatersnip.be Het Regionaal Landschap Lage Kempen stelt voor de hele vallei wandelkaarten ter beschikking. Bestellen kan via www.rllk.be
© VBC De Watersnip
Buiten adem
Winters uitwaaien aan de
andaag? M o o i we e r v
© Vildaphoto, Yves Adams
Deze dappere rode eekhoorn houdt geen echte winterslaap. Bij slecht weer houdt hij zich wel gedeisd. Enkel op mooie winterdagen komt hij te voorschijn om zich tegoed te doen aan zijn bijeengesprokkelde wintervoorraad.
21
22
© Christian Decloedt
Militaire domeinen krijgen natuurboost
V
oor militaire domeinen is het zoals in het sprookje van Doornroosje. Meer dan honderd jaar bleef de tijd er stil staan, en zoals de rozenstruiken het kasteel overwoekerden, zo kon in de militaire domeinen de natuur ongestoord haar gang gaan. Met als resultaat: de meest uitgestrekte en waardevolle natuur die Vlaanderen rijk is. Onder de koepel van het Europese project Danah werkte het ANB vijf jaar lang, samen met de Federale Overheidsdienst Defensie, aan natuurherstel in twaalf militaire domeinen. Hans Jochems, coördinator en Johan Vanswijgenhoven, communicatieverantwoordelijke van het Danah-project: “Dit is een nieuw begin voor maar liefst 4.000 hectare Europees belangrijke heidenatuur.” Een staaltje van cultuurnatuur Het Belgische ministerie van Defensie beschikt over weidse oefenterreinen, die van oudsher vooral terug te vinden zijn op de ‘armere’ heidegronden. “Arm aan voedingsstoffen in de bodem, maar ontzettend rijk aan natuurlijke verscheidenheid”, zegt Hans Jochems. “Die natuurrijkdom danken militaire terreinen aan het feit dat ze al decennia een afgesloten bestaan leiden. Er is geen recreatiedruk, geen bemesting door landbouwactiviteiten, geen invloed op de waterhuishouding … Op veel militaire domeinen heeft de wind vrij spel, en dat houdt de open heide in stand. Ten slotte zijn militaire domeinen vaak uitgestrekt: er is dus leefruimte in overvloed voor planten en dieren.” Maar er is meer: militair gebruik draagt in veel gevallen bij aan het heidelandschap. De natuur die wel vaart bij de nabijheid van schietoefeningen en militaire manoeuvres: is dat geen paradox? Johan Vanswijgenhoven: “Hoe overrompelend deze activiteiten op het eerste zicht ook zijn, kennelijk
hebben ze nauwelijks een negatief, en vaak zelfs een positief effect op de typische heidenatuur. Rupsvoertuigen woelen de aarde om en zorgen ervoor dat oude kiemen van heideplanten opnieuw aan de oppervlakte komen. Inslaande projectielen en schietoefeningen veroorzaken kleine brandjes, en op die plaatsen kan opnieuw jonge, frisse heide groeien. Militaire activiteiten houden de heide ook open en vermijden dat ze verbost - één van de grootste bedreigingen. Op de militaire domeinen hebben we dus echte cultuurnatuur: natuur gekneed en in stand gehouden door de mens. Maar zonder achterstallig heidebeheer dreigde heel wat heide op de militaire domeinen te verdwijnen.”
LIFE-Natuur De weergaloze natuurwaarden van militaire domeinen zijn geen recente ontdekking. Lokale natuurliefhebbers braken in het verleden al meermaals een lans voor het natuurbehoud op de terreinen van Defensie. Niet zonder reden: militaire domeinen zijn in Vlaanderen de belangrijkste schakels van Natura 2000, het Europese netwerk van aaneengesloten, waardevolle natuurverbindingen. Het ministerie van Defensie en het ANB sloten een overeenkomst om de integratie van militaire activiteiten en natuur op twaalf militaire domeinen - allemaal onderdeel van Natura 2000 en met een groot herstelpotentieel in huis - samen aan te pakken. Door de financiële injectie van het LIFE-Natuur fonds via het project Danah kreeg de samenwerking meer slagkracht. Een grootschalig herstel van de Vlaamse heidenatuur kon beginnen. Niet dat de natuur in de militaire terreinen plots de overhand krijgt. “De bedoeling was en is nog steeds dat de militaire bezigheden op deze terreinen gewoon voortgezet kunnen worden. Maar wel zonder de biodiversiteit in het gedrang te brengen”, legt Hans Jochems uit. “De meeste domeinen blijven in actief militair gebruik, met de natuurfunctie op een belangrijke tweede plaats. Soms zijn de kansen voor een win-win opvallend. Een dropzone voor parachutisten moet uiteraard boomvrij blijven: dat is de militaire visie. Voor de natuur is dat ook ideaal, want een bosvrij gebied betekent dat de heide zich kan ontwikkelen. Binnen dit kader met militair gebruik en natuur als prioriteiten - kunnen ook andere activiteiten, zoals
recreatie of natuurbeleving een plek krijgen. Ook dat is belangrijk, want de pracht van de militaire domeinen is ook voor recreanten en sporters een troef.”
De heide als blijver De hoofdmoot van Danah bestaat uit veldwerk: concrete ingrepen om de heide op de militaire domeinen opnieuw alle kansen te geven. Maar Danah reikt verder, benadrukt Johan Vanswijgenhoven: “Het gaat niet alleen om de maatregelen tout court. Na de inrichting komt immers het beheer. En een aangepast beheer van deze waardevolle terreinen is echt wel nodig om ze een duurzame toekomst te geven. Uiteindelijk is het hele project erop gericht om die aaneengesloten heidegebieden te behouden, ook na vandaag. Samen met het ministerie van Defensie werkten we praktisch hanteerbare militaire trainingskaarten en een geografisch informatiesysteem uit, dat de militairen helpt bij het beheer van hun domeinen. Via een website kunnen ze opzoeken welke zones toegankelijk zijn voor rupsvoertuigen, welke te kwetsbaar zijn en liefst omzeild worden, op welke plekken recreatie mogelijk is …”
Schitterend eindtotaal Een laatste pijler van Danah is sensibilisatie en communicatie. Via vorming en opleiding leren de militairen de knepen van het natuurbehoud. Milieu- en natuurzorg zijn inmiddels ook een onderdeel geworden van de militaire opleiding in België. Volgend jaar organiseren we een Europees symposium, waarop we de resultaten voor een breed publiek bekendmaken, en ervaring en expertise uitwisselen met andere Europese landen. Met Danah balden twee op het eerste zicht uiteenlopende sectoren - defensie en natuur - hun krachten voor meer en betere natuur. Het resultaat van deze krachttoer mag er zijn: op de lijst met Vlaanderens heideareaal prijkt voortaan 15 % meer natte heide, 20 % meer droge heide en 30 % meer heischraal grasland. Een totaal dat ook in het Europese Natura 2000-plaatje van betekenis is. Meer info: www.danah.be
[email protected] tel. 011 45 01 96
23
© Marc De Vos
1
Vloethemveld in Zedelgem: Militair gebruik: voormalig munitiedepot en oefenveld, momenteel geen militair gebruik meer Beheerde oppervlakte: 134 hectare Natuur: zeldzame heidegebied met grootste populatie rode dopheide mix van bos, vochtige en droge heide, heischrale graslanden en vroegere blusvijvertjes Specifieke ingrepen: herstellen van de heide op schutsbermen en de heischrale graslanden rondom de munitiedepots. Bijzondere soort: rode dopheide
2
Munitiedepot in Houthulst Militair gebruik: munitiedepot aansluitend op de terreinen van DOVO Beheerde oppervlakte: 52 hectare Natuur: zeldzame Noord-Atlantische heide, mix van bos, vochtige en droge heide, heischrale graslanden en blusvijvertjes Specifieke ingrepen: openmaken van de schutsbermen en herstel van blusvijvertjes Bijzondere soort: aardbeivlinder
3
Vliegveld in Ursel Militair gebruik: reservevliegveld van de NAVO Beheerde oppervlakte: 18 hectare Natuur: zeldzame Noord-Atlantische heide, heischrale graslanden in een bosrijk gebied Specifieke ingrepen: heideherstel en plaggen in de middenberm van het vliegveld, terugzetten van de bosrand Bijzondere soort: aardbeivlinder, maar ook massa’s andere vlinders voelen zich hier prima thuis
24
4
5
Klein en Groot Schietveld Brasschaat Militair gebruik: schietoefeningen Beheerde oppervlakte: 733 hectare Natuur: de grootste gebieden van natte heide in heel Vlaanderen een mozaïek van heide en vennen met er rond een bosrand Specifieke ingrepen: grootschalig heideherstel en plaggen in de doelzone, hermeandering van de Weerijsbeek Bijzondere soort: adder
Oefenterrein Grobbendonk Militair gebruik: logistiek verdeelcentrum Beheerde oppervlakte: 128 hectare Natuur: mix van nat en droog, van broekbossen en vennen over heiderelicten tot stuifduinen Specifieke ingrepen: plaggen, herstel van landduinen en vennen, bestrijden van uitheemse bomen Bijzondere soort: gevlekte orchis
© Harry Thijs
© Jurgen Braekeveldt - DG IPR
1 3
2 © Vildaphoto, Misjel Decleer
Twaalf militaire domeinen met een hart voor de natuur Hét doel van Danah is de bescherming van de typische heidebiotopen en -soorten op de Vlaamse militaire domeinen. Het leeuwendeel van de militaire terreinen bestaat uit heide. Danah omvat dan ook vooral maatregelen voor heideherstel: het kappen van oprukkende bossen, maaien, plaggen, het bestrijden van uitheemse bomen en planten, en het herstel van vennen. Maar ook beekvalleien, broekbossen, vennen en moerassen krijgen een opknapbeurt. Belangrijk is dat het ANB bij kappingen de verboste heide van ouder dan tien jaar elders op militaire domeinen compenseert. Eind 2009 zullen alle werken afgerond zijn.
9 7&8 © Maarten Jacobs
Tielen Kamp (Kasterlee) en Tielenheide (Turnhout) Militair gebruik: oefenbasis voor paracommando’s Beheerde oppervlakte: 102 hectare Natuur: uitgestrekt bosgebied, met moerasbossen, oude vennen en overblijfselen van natte en droge heide, stuifduinengebied met waardevolle heiderestanten op Tielenheide Specifieke ingrepen: herstel van heide en vennen Bijzondere soort: heikikker
6
Oefenvliegveld in Malle Militair gebruik: NAVO-vliegveld Beheerde oppervlakte: 45 hectare Natuur: uitgestrekt vliegveld met heischraal grasland en droge heide, duinrelicten met korstmossen ten midden van een bosrijk gebied Specifieke ingrepen: heideherstel en bestrijding van uitheemse bomen Bijzondere soort: bekermos
4
8 5
© Luc Van Assche
10
9
6
Vliegveld in Weelde Militair gebruik: actief militair vliegveld Beheerde oppervlakte: 145 hectare Natuur: heischrale graslanden langs de landingsbaan; door het open karakter is dit gebied erg in trek bij vogels Specifieke ingrepen: heide- en venherstel Bijzondere soort: wulp
7
© Vildaphoto, Misjel Decleer
11
Schietveld in Houthalen Helchteren Militair gebruik: groot actief schietveld van de NAVO Beheerde oppervlakte: 830 hectare Natuur: landduinen, droge en natte heidegebieden, vennen en moerassige depressies Specifieke ingrepen: naast grootschalig heideherstel ook het herstellen van broeken en preventief branden om de heide te herstellen en de brandveiligheid te verhogen Bijzondere soort: tapuit
10 © Vildaphoto, Yves Adams
12
11 Voormalige Munitiedepot Molenheide in Zonhoven Militair gebruik: geen, in 2007 aangekocht door het ANB als natuurgebied Beheerde oppervlakte: 262 hectare Natuur: mix van bos en heide met landduinen. Belangrijk ecologisch verbindingsgebied tussen de natuurgebieden Tenhaagdoornheide en de Teut Specifieke ingrepen: heideherstel, plaggen en inrichten van begrazingsraster Bijzondere soort: nachtzwaluw
© Vildaphoto, Yves Adams
© Marcel Van Waerebeke
12
Kamp Beverlo in Leopoldsburg Militair gebruik: grootste militair oefenterrein in Vlaanderen Beheerde oppervlakte: 1.550 hectare Natuur: mozaïek van droeg en natte heide, vennen, landduinen, broekbossen, turfkuilen, beekdalen en trilveen Specifieke ingrepen: grootschalig heideherstel, plaggen, maaien van trilveen, herstellen van turfkuilen, inrichten van begrazingsraster Bijzondere soort: watersnip
25
© Marc De
Bel
Gepakt door de natuur
Marc de Bel: “Mijn tuin is mijn haven”
I
n zijn boeken troont hij jonge lezers mee in de betoverende wereld van de Boeboeks, een gek volkje dat in het Biezenbos in de bres springt voor de natuur. Wat wij willen weten: hoe verrukt raakt Marc de Bel zelf door onze eigenste Vlaamse natuur? Waar ligt Marc de Bels favoriete groene stek in Vlaanderen?
het Lozerbos in Kruishoutem. Als ik me eenmaal de ziel uit het lijf gelopen heb, ga ik op mijn buik, kopje onder in de natuur. In het najaar groeit in het Lozerbos bijvoorbeeld een rijkdom aan paddenstoelen: stinkzwammen, inktzwammen, zwavelkopjes … Je zou het zo’n rottende boom niet aangeven, maar op die onverwachte plekken doe je vaak de bijzonderste vondsten.”
Dat is waar ik woon, op den buiten, aan Welke ervaring in de Vlaamse natuur blijft je in het bijzonder de voet van de Vlaamse Ardennen in Kruisbij? houtem. Mijn tuin is mijn toevluchtsoord: één van de wildste soort, met een boom“Van kindsbeen af ben ik een gaard en een moestuin, maar ook tal van donkergroene jongen. Ik werd ongerepte plekjes. Mijn poel is mijn trots. groot in de natuur, amuseerde De natuur die je daar aantreft, is werkelijk me aan beken en vijvers. fenomenaal: kikkers, padden, Beestjes kijken was m’n gesalamanders, libellen, torren, “Ik werd groot liefkoosde tijdverdrijf. Samen waterhoentjes, reigers
. Met met mijn kameraad ving ik in de natuur, een beetje pijn in het hart zie vlinders en meikevers. De ik hoe die laatste zich af en toe amuseerde me geel-zwarte koninginnenpate goed doet aan een kikker, al ges stopten we in een blikken aan beken en is ook dat de natuur ten voedoos. Eenmaal de doos vol, ten uit. Af en toe stuur ik wél vijvers.” was het moment suprême bij, zo bijvoorbeeld toen tijaangebroken: we lichtten het dens een warme periode mijn deksel, waarop een oogverpoel helemaal dreigde uit te drogen. Samen blindende gele wolk uit de doos ontsnapte. met mijn zoon heb ik toen duizenden kikWat een heerlijk gevoel was het om daar kervisjes van de dood gered. doorheen te lopen, tot de laatste vlinder verdwenen was. Dat was een mooie tijd.
26
Is er ook een andere, publieke groene stek in de Vlaamse natuur die je kan bekoren?
Je vroegste herinnering aan de natuur?
“O ja. Ik ben actief als voetballer. Om mijn conditie op peil te houden ga ik joggen in
“De geur van seringen in de tuin van mijn ouderlijk huis. Ik geloof vast dat die geur
zich in m’n neus nestelde toen ik mijn eerste ademteug nam - ik ben thuis geboren, in een kamer met een bloeiende seringenstruik voor het raam. Het is ook die seringengeur die mij in Kruishoutem wortelt, iets wat ik deel met Louis Paul Boon. Ook hij is in de streek blijven wonen en heeft nooit de drang gevoeld om weg te trekken. TS Eliot zegt het mooi: “Wij mensen zijn altijd op zoek. Op het einde van onze zoektocht komen we thuis om te zien hoe schoon het daar is.”
De natuurpas van Marc De Bel Natuur is voor mij in de eerste plaats: leven Als ik zuurstof nodig heb, ga ik: in het bos lopen en voetballen Mijn favoriete plek in het groen: mijn tuin Van alle in het wild levende dieren ben ik het meest gecharmeerd door: plaatselijk libellen, elders tijgers en beren; als mijn fantasie met me op de loop gaat, durf ik die laatste wel eens tegenkomen in m’n achtertuin
Van wieg tot graf in de natuur
D
at dood hout voor het bos een weldaad is, is al langer geweten. Maar ook dode dieren zijn een bron van leven in de natuur. “Voor de opruimers in de natuur is een kadaver niet minder dan een eersteklas diner. Roofvogels, vliegen, kevers, paddenstoelen en schimmels halen uit dode dieren essentiële voedingsstoffen. De dood is in de natuur dus geen taboe, maar letterlijk broodnodig” volgens Dirk Raes, ANB-wachter in het Zoniënwoud en onlangs gekroond tot ‘Trots van de overheid’.
Kringloop van de natuur Enkele jaren al voert het ANB een stevig pleidooi om dood hout te laten liggen in het bos. Met resultaat: het gedachtegoed dat dood hout onmisbaar is binnen de natuurlijke kringloop is nu algemeen aanvaard. Dode dieren kampen echter nog steeds met een bedenkelijk imago. Dirk Raes: ”Dode dieren vinden we ongewoon; we associëren ze ook met besmettelijke ziekten. Een kadaver waar maden of vliegen op zitten, vinden we nog eens zo macaber. Terwijl die natuurlijke recycling - dieren eten andere dieren op - juist een heel ingenieus systeem is van de natuur.”
Camera Voor de natuur essentieel, voor de mens een mogelijke bron van afkeer: het is duidelijk dat er een grote kloof bestaat tussen dode dieren in het bos en de belevingswereld
© Dirk Raes
Dood doet leven
Het gedachtegoed dat dood hout onmisbaar is binnen de natuurlijke kringloop is nu algemeen aanvaard. Dode dieren kampen echter nog steeds met een bedenkelijk imago.
van wandelaars en natuurrecreanten. Met ‘Dood doet leven’ willen het Nederlandse Staatsbosbeheer en ARK Natuurontwikkeling deze kloof dichten of alvast wat minder diep maken. De initiatiefnemers willen het imago van dode dieren bijstellen en het grote publiek wijzen op de enorme rijkdom en biodiversiteit die dode dieren in de natuur teweegbrengen. Het Nederlandse project wekte de belangstelling van Dirk Raes, die als boswachter van het ANB in het Zoniënwoud zelf geregeld met dode dieren te maken heeft. Het ANB installeerde afgelopen zomer op een verlaten plek in het Zoniënwoud een camera en werd zo deelgenoot in het Nederlandse project. Regelmatig worden in of rond het Zoniënwoud dode reeën gevonden. Meestal zijn het verkeersslachtoffers die het leven lieten op één van de wegen door of langs het Zoniënwoud. Die dode dieren brengen
27
Van alfa tot omega in de natuur
we naar een vaste, afgelegen plek, waar onze camera staat opgesteld. De camera maakt een beeld van zodra er beweging is. Zo worden alle bezoekers van het dode dier op de gevoelige plaat gelegd. Wij krijgen als het ware een film van de natuurlijke afbraak van het kadaver”, vertelt Dirk Raes.
zien. Om onze kennis over dode dieren in het bos op een wetenschappelijke manier uit te bouwen, analyseren we de beelden in samenwerking met het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek.”
Afscheid
“Ten slotte willen we uitzoeken hoe we dode dieren in het bos aanvaardbaar kunnen maken voor wandelaars, of zelfs: deel laten uitmaken van de recreatie in het bos. Ook voor de natuurbeleving zijn dode dieren en hun bezoekers immers een verrijking, met spectaculaire soorten zoals vos, raaf en everzwijn. Voor de meer oplettende natuurliefhebber bieden dode dieren bovendien een ongekende overvloed aan insecten en paddenstoelen. “
Voor Dirk Raes heeft Dood doet leven in het Zoniënwoud een driedubbel doel: “In de eerste plaats willen we met dit initiatief de biodiversiteit in het bos verhogen. Een tweede doelstelling is monitoring, en daarvoor dienen de camerabeelden en de veldwaarnemingen. Welke dieren komen op bezoek, wat doen ze, wat eten ze: daarover weten we immers nog betrekkelijk weinig. Op die zes maanden tijd hebben we wel al enkele verrassende bezoekers gehad. Een dood reekalf werd besnuffeld door enkele soortgenoten, die als het ware afscheid kwamen nemen. Onze camera fotografeerde ook nieuwsgierige everzwijnen. Met de lederloopkever troffen we een echte rariteit: dat diertje is uiterst zeldzaam en werd in heel Vlaanderen nog maar drie of vier keer ge-
28
Doodgewoon
Wanneer we eenmaal wat verder staan met de monitoring en de uitwisseling met de Nederlandse collegas, zijn we zinnens in het Zoniënwoud begeleide wandelingen te organiseren over dit thema. Een dood dier zou voor de bezoekers na-
derhand heel natuurlijk moeten worden. Al beseffen we dat dit een werk van lange adem is: dat we dode dieren ongewoon vinden, heeft immers veel met onze cultuur en opvoeding te maken. In Nederland merkte men bijvoorbeeld dat vooral volwassenen afwachtend reageren, terwijl kinderen vaak heel gefascineerd zijn. Bang zijn voor besmetting is overigens ongegrond, want we gebruiken in het project alleen gezonde dieren die zijn aangereden. Al blijft observeren zonder aanraken altijd het advies”, besluit Dirk Raes. Al bij al lijkt de boodschap achter dit alles heel eenvoudig: dode dieren zijn gewoon … doodgewoon. Meer info:
[email protected] tel. 0479 67 94 31 www.dooddoetleven.nl Dat we dode dieren ongewoon vinden, heeft veel met onze cultuur te maken. Kinderen zijn vaak juist heel gefascineerd door een dood dier in het bos.
© ARK Natuurontwikkeling
aes
irk R
©D
Regelmatig worden in of rond het Zoniënwoud dode reeën gevonden, meestal verkeersslachtoffers. De boswachter brengt die dode dieren naar een vaste, afgelegen plek, waar de camera staat opgesteld.
De aanwezigheid van een dood dier is een makkelijke manier voor andere dieren om aan voedsel te komen. Dieren die bekend staan als roofdier - vos, das, everzwijn, zwarte wouw, buizerd … - ontpoppen zich als aaseter. Naast deze grote dieren leven ook tal van insecten van dode dieren. Sommige soorten zijn zelfs afhankelijk van de aanwezigheid van grote kadavers voor hun voortplanting. Andere insecten en vogels zoals de koolmees en de spreeuw doen zich op hun beurt te goed aan deze insecten en hun larven. Schimmels en bacteriën zetten de laatste restjes kadaver om in mineralen. Bij deze micro-organismen zitten echte specialisten, die bijvoorbeeld de afbraak van beenderen en hoeven voor hun rekening nemen. Die mineralen komen ten langen leste opnieuw beschikbaar voor de levensgemeenschap in het bos. Wanneer wilde dieren een natuurlijke dood sterven en kadavers in de natuur mogen blijven liggen, wordt de natuur in Vlaanderen dus weer een stuk completer.
Creatief met klimaat © Marc De Vos
Week van het Bos
T
er gelegenheid van de Week van het Bos organiseerde het ANB dit jaar een wedstrijd voor scholen. Instituut Sterrebos uit Roeselare sleepte met een knappe maquette van de koolmees één van de prijzen in de wacht. De knipoog is - niet toevallig - voor het klimaat.
De koolmees, één van de eerste slachtoffers van de klimaatopwarming in Vlaanderen.
Alarmbel De Week van het Bos vierde dit jaar haar dertigste verjaardag. Ter gelegenheid van deze jubileumeditie, die volledig in het te-
Kleuterschool Berkenbos uit Zelem bewees met dit leuke schilderwerk dat bos en klimaat ook bij jonge kinderen leven.
ken van het klimaat stond, organiseerde het ANB een wedstrijd voor scholen. Daarmee wilde ze leerlingen en leerkrachten van de kleuter-, lagere en middelbare school een extra duwtje in de rug geven om het bos te beleven en ontdekken. De opdracht luidde: maak met de hele klas een creatief werkstuk over het bos, en probeer hierin de klimaatboodschap op een originele manier te vertalen. Instituut Sterrebos slaagde wonderwel in het opzet. Met een meer dan levensgrote koolmees in papier maché luidde de school de alarmbel voor de natuur.
Week van het Bos als vaste waarde
den van het nabijgelegen Sterrebos. Ook aan de strijd tegen de klimaatwijziging wil onze school haar steentje bijdragen. Deze wedstrijd bood ons de kans om onze leerlingen concreet te laten werken rond dit toch vrij moeilijke thema.”
Een buitengewone school
Het idee van de koolmees kwam heel spontaan. “Ik werd getroffen door “Natuur en bos het lot van de koolmees toen zijn dankbare ik erover las in de infokrant van de Week van het Bos. Dit kinderthema’s: diertje ondervindt in Vlaandeze staan dicht ren nu al de gevolgen van de klimaatwijziging. Een spijtige bij hun beleevolutie, maar de koolmees is vingswereld en wel een prima ambassadeur creatief gezien om kinderen gevoelig te maken voor de kwetsbaarheid van kan je er alle de natuur in een veranderend klimaat”, vindt Fanny Mahieu. kanten mee
Deelnemen aan de wedstrijd was voor Sterrebos Wie goed kijkt, ziet in het nest uit.” een logische keuze, vervan de koolmees geen eieren telt leerkracht Fanny Mahieu: “Zorg liggen, maar wel sterren. “Die sterren zijn voor milieu en natuur is hier op school de stempel van onze buiten-gewone school. altijd al een aandachtspunt geweest. Sterrebos biedt onderwijs op maat van auZo hopen we dit jaar ons derde MOStistische kinderen. Het ontwikkelen van sologo (Milieuzorg Op School) te verdieciale vaardigheden is één van de prioriteiten. nen voor onze inspanningen voor het Samen creatief werken aan een project met milieu. Natuur en bos zijn dankbare resultaat, werkt ook voor onze kinderen stikinderthema’s: ze staan dicht bij hun mulerend”, besluit Fanny Mahieu. belevingswereld en je kan er alle kanten mee uit. De Week van het Bos is op Instituut Sterrebos wint een leuke daguitonze school een vaste waarde, en ook stap voor de deelnemende klas. de rest van het jaar maken we dankbaar Meer info: www.weekvanhetbos.be gebruik van de educatieve mogelijkhe-
29
Spoorzoeker kort
Adder houdt van ruig De gemeente Lille, het ANB en Natuurpunt springen in de bres voor de adder. Eén van de twee nog resterende Vlaamse populaties van dit sterk bedreigde reptiel leeft in de Visbeekvallei en de gemeentebossen van Lille. Aanleg en herstel van geschikte biotopen kan er deze kleine adderpopulatie opnieuw ademruimte geven. ANB-wachter Werner De Kinderen: Zonnige bermen, vochtige heide en open plaatsen in het bos zijn ideaal voor de adder. Op verschillende plaatsen in de gemeentebossen van Lille herstellen we, zoals voorzien in het uitgebreide bosbeheerplan, de heide en creëren we open plekken voor de adder. Een adder heeft vooral voldoende structuur, overgangen en een strooisellaag nodig : het geheel mag er dus niet al te netjes bij liggen. Een gangbare manier om heide te herstellen is plaggen, d.i. het afschrapen van de strooisellaag om de bodem te verarmen. Op die manier duurt het echter jaren voor een plek geschikt is als adderhabitat. Her en der behouden we daarom oude
pitrus-, pijpenstro- en heidebegroeiing, en ook takkenbossen. Op de meest kwetsbare plaatsen in het bos kiezen we voor kleinschalig en gefaseerd kapwerk om zulke ruigtes te creëren. Met deze gerichte maatregelen willen de partners de adder in één van zijn allerlaatste toevluchtsoorden in Vlaanderen een zorgeloze toekomst bezorgen. Meer info:
[email protected] tel. 0479 67 94 68
Europees bezoek in Zwinduinen en -polders In november vond een LIFE-Natuur congres plaats over het thema ‘Protecting Europe’s Nature: Learning from LIFE’. Niet alleen medewerkers van natuurverenigingen en ambtenaren van natuuradministraties van de Europese lidstaten, maar ook verschillende leden van de Europese Commissie kwamen naar Brussel om ervaringen met Europese LIFENatuur projecten uit te wisselen. De delegatie bracht een bezoek aan verschillende LIFEprojecten in Vlaanderen, waaronder het LIFE-Natuur project Zeno in Knokke-Heist. Het Vlaams Natuurreservaat ‘De Zwinduinen en -polders’ (ook wel gekend als de Zwinbosjes) is het 222 hectare groot duin-, bos- en weidegebied tussen ‘Het Zoute’ en het eigenlijke Zwin. Het reservaat is van internationaal belang: het maakt deel uit van Natura 2000, het Europese netwerk van beschermde gebieden. Twee jaar geleden startte het ANB in dit gebied met een grootschalig natuurherstelproject dat wordt meegefinancierd door het Europese LIFE-Natuur fonds. Zeno heeft als doel unieke, Europees beschermde duinbiotopen opnieuw kansen te geven. Het experimentele begrazingsbeheer met duinengeiten, de manier van communiceren en de eerste resultaten van het natuurherstel gooiden hoge ogen bij de Europese Commissie.
30
Meer info:
[email protected] tel. 050 45 42 50 www.lifenatuurzeno.be
syns
© Eric Co
© Vildaphoto, Rollin Verlinde
Zorg voor bomen langs de weg Bomen langs wegen zijn een belangrijk onderdeel van het openbaar groen. Bij het ontwerpen van een nieuwe weg worden bomen vaak wel meegenomen, echter zonder dat men terdege rekening houdt met hun omvang eens ze volwassen zijn. Wegkwijnende bomen, vroegtijdige kapping en onnodige kosten zijn dan het gevolg. Het ANB werkte het afgelopen jaar een Technisch Vademecum Bomen uit, een handleiding die groenbeheerders en -gebruikers helpt om de juis-
te technische keuzes te maken bij het plannen, planten, onderhouden, verzorgen en vellen van bomen. Speciaal voor de wegbeheerders van de Afdeling Wegen en Verkeer van de Vlaamse overheid organiseerde het ANB samen met Inverde vzw een studienamiddag. Ongeveer 200 wegbeheerders kregen door deze vorming een betere voeling met bomen. Zo kunnen ze er in de toekomst meer rekening mee houden bij het aanleggen en beheren van wegen.
ck
© Isto
Meer weten?
[email protected] tel. 02 553 81 14
In het volgende nummer Dossier natuurinspectie. Illegale vogelvangst, controle op de visserij en de jacht: het zijn de minder plezierige kanten van het natuur- en bosbeheer. Toch neemt het ANB ook deze taken ter harte, vanuit haar missie voor meer en betere natuur. Treed binnen in de wereld van onze natuurinspecteurs. © Evelien de Munter
Hengelen met een hart voor de natuur
De natuur ontwaakt. Hartje winter lijkt het nog ver weg, maar binnen enkele maanden doet de lente onherroepelijk haar intrede. De natuur wordt wakker en Spoorzoeker kijkt hoe.
De Melkader was vroeger een krekengebied bij de Schelde, vandaag is het een gekanaliseerd kreekrestant dat aansluit op de groene gordel rondom Kallo. De Melkader is voor hengelaars en natuurliefhebbers sinds jaren een plek om te genieten. Om de hengelsport op een duurzame en natuurlijke manier in te passen in de groene omgeving, sloegen de Provinciale Visserijcommissie van Oost-Vlaanderen en het ANB de handen in elkaar. Zes hengelsteigers werden aangelegd, zonder dat de oeverplanten op de schop gingen. De eerder aangelegde vooroever werd hersteld met wilgentakken. Op deze plek heeft zich her en der al een mooie rietkraag ontwikkeld waarin vissen paaien en zangvogels broeden.
Eerherstel voor Turnhouts Vennengebied. Samen met de Vlaamse Landmaatschappij en Natuurpunt, en gesteund door Europa, werkt het ANB aan het herstel van één van de meest authentieke heide- en vengebieden in Vlaanderen.
Meer weten?
[email protected] tel. 09 265 46 31
Vanaf 1 februari presenteert het ANB haar volledig vernieuwde website op www.natuurenbos.be
31
Centrale Diensten
Vlaamse Bezoekerscentra
Agentschap voor Natuur en Bos Koning Albert II-laan 20 1000 Brussel tel. 02 553 81 02 fax 02 553 81 05
[email protected]
Bezoekerscentrum Boshuis Ravels Jachtweg 27 – 2380 Ravels
[email protected] Bosmuseum Pijnven Kiefhoekstraat zn – 3940 Hechtel-Eksel
[email protected] Bosmuseum Jan Van Ruusbroeck Duboislaan 2 – 1560 Hoeilaart
[email protected] Bosmuseum Hallerbos Vlasmarktdreef 4 – 1500 Halle
[email protected] Onthaalcentrum Het Broek Het Broek 1 – 2830 Blaasveld-Willebroek
[email protected] Bosmuseum Wildert (De Wildertse Duintjes) Wildertse duintjes 18 – 2910 Essen
[email protected] Coloma rozentuin Domein Coloma – J. Depauwstraat 25 – 1600 Sint-Pieters-Leeuw
[email protected] Museumtuin Gaasbeek Konijnestraat 172B – 1602 Sint-Pieters-Leeuw
[email protected] Oranjerie Vordenstein Horstebaan 2 - 2900 Schoten
[email protected] Vlaams Bezoekerscentrum De Watersnip Grauwe steenstraat 7/2 – 3582 Beringen Koersel tel. 011 45 01 91 – fax 011 45 01 99
[email protected]
Provinciale Diensten ANB – Antwerpen Gebouw Anna Bijns Lange Kievitstraat 111/113 bus 63 2018 Antwerpen tel. 03 224 62 62 fax 03 224 60 90
[email protected] ANB – Limburg VAC-gebouw Koningin Astridlaan 50 bus 5 3500 Hasselt tel. 011 74 24 50 fax 011 74 24 99
[email protected] ANB - Oost-Vlaanderen Gebr. Van Eyckstraat 4-6 9000 Gent tel. 09 265 46 40 fax 09 265 45 88
[email protected] ANB – Vlaams Brabant Waaistraat 1 3000 Leuven tel. 016 21 12 20 fax 016 21 12 30
[email protected] ANB – West-Vlaanderen Zandstraat 255 8200 Brugge tel. 050 45 41 76 fax 050 45 41 75
[email protected]
32
Vlaams Bezoekers- en Natuureducatiecentrum De Nachtegaal Olmendreef 2 – 8660 De Panne tel. 058 42 21 51 – fax 058 42 21 52
[email protected] www.vbncdenachtegaal.be Vlaams Bezoekerscentrum De Otter Kasteel De Blankaart – Iepersteenweg 56 8600 Woumen tel. 051 54 59 48
[email protected] Vlaams Bezoekerscentrum Bastion VIII Begijnhoflaan 45 – 9200 Dendermonde tel. 052 21 08 74 – fax 052 21 89 11
[email protected] www.kad.be/bastion Vlaams Bezoekerscentrum De Grote Zaagbek Oude Bruggeweg 239 – 8460 Oudenburg
[email protected] Bezoekerscentrum Zoerselbos Boshuisweg 2 – 2980 Zoersel
[email protected] www.zoerselbos.be Natuureducatief Centrum De Vroente Putsesteenweg 129 – 2920 Kalmthout
[email protected] Bezoekerscentrum Webbekomsbroek Omer Vanoudenhovenlaan 48 – 3290 Diest tel. 013 35 86 59
Colofon Spoorzoeker is een driemaandelijks magazine van het Agentschap voor Natuur en Bos. Redactieraad: Mathilde Bartels, Dirk Bogaert, Griet Buyse, Dirk Demeyere, Evelien de Munter, Filip Hubin, Rosetta Iannicelli, Wouter Mortier, Katelijne Norga, Regine Vanallemeersch, Marie-Laure Vanwanseele, Patrick Verheye, An Wouters Redactie: Katelijne Norga (Pantarein) Grafische vormgeving: Danni Elskens (Koloriet) Druk: Drukkerij Boonen - Roossens V.U.: Dirk Bogaert Hoofd Cel Communicatie Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 Brussel Redactieadres: Redactie Spoorzoeker Team Communicatie ANB Koning Albert II-laan 20 bus 8 B-1000 Brussel Tel. 02 553 81 13
[email protected]