AGONL01 new:Reportage ITM
07-10-2009
10:15
Pagina 17
Dossier
■
STUUR UW EXPERT!
2
Agoria en Sirris beheren als sectoroperatoren het opstellen van normen ■
DE AFWEZIGEN HEBBEN ONGELIJK
4
In normencommissie zetelen biedt niets dan voordelen ■
NIEUW NORMALISATIEPROCES VOOR BETERE BRANDBEVEILIGING
6
Ook systemen en installaties zijn aan normering toe ■
NORMEN OPENEN DE WERELDMARKT
7
Hoe ADSL een universele standaard werd ■
EEN MES DAT LANGS TWEE KANTEN SNIJDT 8 Informatie delen met de concurrenten om beter te innoveren
De waarde van normen
AGONL02 new:Reportage ITM
07-10-2009
10:16
Pagina 2
MANAGEMENT
Dossier Normen
Stuur uw expert! door Peter Ooms
Agoria en Sirris zijn sinds kort sectoroperatoren die het opstellen van normen in hun bedrijfstakken beheren in opdracht van het NBN. Daarnaast houden ze hun leden op de hoogte van de evoluties van de normen via de Normenantennes. m tot goede normen te komen, is het nodig dat het proces gedragen wordt door zo veel mogelijk bedrijven en andere stakeholders. “Daarom willen we onze lidbedrijven en andere belanghebbenden oproepen om hun experts daarvoor in te zetten. Bedrijven kunnen hun voordeel doen door mee te werken aan het normalisatieproces. Het strategische voordeel is dat men invloed kan uitoefenen op de norm en de markt. Wanneer iemand van bij het begin is betrokken bij het proces, kent hij zeer vroeg de details van de technologie. Dat kan zeer belangrijk zijn voor de eigen productontwikkeling. Wanneer je niet actief bent, heb je geen – of slechts een zeer beperkte – toegang tot de informatie. Een ander voordeel is dat de uitwisseling van ideeën verloopt in een groot netwerk van experts die contacten met elkaar onderhouden. Sommige instanties becijferen dat een bedrijf mag rekenen op een honderdvoudige return on investment wanneer het actief is betrokken bij het opstellen van normen,” zegt Dirk De Moor van de sectorale normalisatieoperator Sirris – Agoria.
O
2
Dat terugverdieneffect is ook nodig. Het nadeel van de deelname aan het normalisatieproces is dat bedrijven de kosten zelf moeten dragen: niet alleen voor de tijdsbesteding van hun medewerkers, maar ook voor de reisen verblijfskosten. Marc Cumps van de sectorale normalisatieoperator Agoria ICT: “De overheden gaan er van uit dat het voordeel van de normalisatie wordt geïnd door de betrokken bedrijven. Daarom moeten ze de kosten dragen.”
WAT IS EEN NORM? Dirk De moor: “Het toepassen van normen gebeurt altijd uit vrije wil. De norm kan wel een dwingend karakter krijgen wanneer contracten en wetten ernaar verwijzen. Daarnaast ontstaat een norm door een consensus te creëren tussen alle betrokkenen. Een erkende instantie vaardigt achteraf de norm uit. Op die manier krijgt hij ook geloofwaardigheid op de markt. Bedrijven kunnen de norm toepassen zodat ze in geval van juridische betwisting gemakkelijk kunnen aantonen dat ze te goeder trouw hebben gehandeld door de norm toe te passen.” “In de IT- en telecomsector is de belangrijkste doelstelling van normen het verzekeren van de interoperabiliteit. Wanneer gsmtoestellen van verschillende merken niet met elkaar zouden samenwerken, vermindert de waarde van het hele netwerk en zou het zelfs kunnen dat de markt
de nieuwe technologie niet opneemt. Op dit ogenblik zijn er bijvoorbeeld ook discussies aan de gang voor normen voor eHealth-toepassingen en voor intelligente transportsystemen. Die interoperabiliteit is zo belangrijk dat in de IT-sector heel wat specificaties worden uitgewerkt tussen de bedrijven onderling in fora en consortia, helemaal buiten de officiële normalisatie instanties. Het internetprotocol is bijvoorbeeld op die manier ontstaan,” zegt Marc Cumps. Maar de normen kunnen ook tot doel hebben om de veiligheid te verhogen, het milieu te beschermen of de transfer van innovaties te versnellen. De Europese Commissie heeft daarenboven een specifieke bedoeling met het introduceren van geharmoniseerde normen voor de hele EU. “Zij wil in de eerste plaats handelsbarrières wegwerken en zo een echte eengemaakte markt creëren,” zegt Dirk De Moor.
ALLEEN DOELSTELLINGEN IN WETTEKSTEN
DANN
Dirk De Moor en Marc Cumps: “Sommige instanties becijferen dat een bedrijf mag rekenen op een honderdvoudige return on investment wanneer het actief is betrokken bij het opstellen van normen.”
Marc Cumps: “Tot voor kort vaardigde de Europese Commissie technische wetgeving vooral uit in de vorm van richtlijnen. Dat zijn teksten die achteraf door de verschillende lidstaten nog moeten worden omgezet in nationale wetgeving. Daarbij hebben de lidstaten een zekere vrijheid om de vorm en de middelen zelf vast te stellen. Aanvankelijk leek dit de meest effectieve manier van werken en de enige politiek haalbare. Nu zien we dat de Europese Commissie meer en meer kiest voor verordeningen. Dat is
AGONL02 new:Reportage ITM
07-10-2009
een type wetgeving dat meteen van kracht is, zonder actie van de lidstaten.” Die evolutie heeft een grotere coherentie tot gevolg. Maar er is meer. “Waar initieel technische specificaties volledig in richtlijnen of verordeningen werden opgenomen, werd een twintigtal jaar geleden een splitsing doorgevoerd. In de wetteksten staan alleen nog de doelstellingen die men wil bereiken, de zogenaamde essentiële vereisten. De technische specificaties geven dan aan hoe dat doel gehaald kan worden. Die komen in de geharmoniseerde normen die opgesteld worden door de Europese normeninstellingen. Bijvoorbeeld in het geval van de EMC-reglementering wil dat zeggen dat in de wet alleen staat dat elektronische apparaten zo gebouwd moeten zijn dat ze andere toestellen niet storen en zelf niet kunnen gestoord worden. De maximale toegelaten straling en hoe deze te meten komt dan in de norm te staan,” zegt Dirk De Moor. Marc Cumps: “Het nadeel van de vroegere aanpak was dat de besluitvorming zeer lang kon duren en dat de teksten snel achterhaald waren op technologisch vlak. Met de opsplitsing wil de Europese overheid bereiken dat de wetgeving zelf stabiel kan blijven, terwijl de normen de technologische evoluties op de voet kunnen volgen.” Het is ook een regel dat elke norm om de vijf jaar moet herzien worden. Achterhaalde normen kunnen worden geschrapt of technologisch geactualiseerd.
VAN EUROPA NAAR HET BELGISCHE NIVEAU De Europese normeninstellingen zijn Cenelec (voor elektrotechnische producten), ETSI (telecommunicatie) en CEN voor alle andere gebieden. Zij hebben steeds ook contacten met hun internationale tegenhangers IEC, ITU en ISO. Dirk De Moor: “Binnen CEN bestaan er 350 Technische Co-
10:16
Pagina 3
Normenantenne Wanneer bedrijven bijstand over technische wetgeving en normen nodig hebben, kunnen ze een beroep doen op een van de twintig normenantennes, die hen wegwijs maken in de normen en de regelgeving en hen informeren over eventuele aanpassingen. Marc Cumps: “De normenantennes kunnen ook kleinere bedrijven vertegenwoordigen in de technische comités. Daarnaast is het hun taak om op individuele vragen te antwoorden. Typische vragen die bedrijven stellen zijn bijvoorbeeld: Hoe kan ik zoeken welke normen van toepassing zijn op mijn product? Hoe weet ik of ik steeds de meest recente versie van een norm gebruik? Onder welke richtlijnen valt mijn product? Waar kan ik de recentste richtlijn vinden? Moet ik CE markering aanbrengen op mijn product? Wat moet er op de verklaring van overeenstemming vermeld worden? Hoe moet ik mijn technisch constructiedossier samenstellen? De initiatiefnemer voor de organisatie van de normenantennes is de FOD Economie en het NBN. Zij ondersteunen een aantal organisaties bij het opzetten van deze diensten. In de technologische sector heeft Sirris vijf normenantennes opgestart: ● Algemene veiligheid en kwaliteit van machines en uitrusting ● Process equipment ● Toepassing van de bouwproductenrichtlijn voor fabrikanten van metaal- en kunststofproducten ● Elektrotechniek ● ICT. Financiële steun voor de oprichting van een zesde normenantenne over energie-efficiëntie in machines en systemen is aangevraagd. De andere organisaties met normenantennes zijn WTCB (bouw), Centexbel (textiel), BIL (lassen, samen met Sirris), OCW (wegenbouw), CTIB-TCHN (hout) en CRIBC-CWOBKN (keramische materialen). Dirk De Moor: “De normenantennes bieden een uniek voordeel, nergens anders in Europa terug te vinden. Veel normeninstellingen organiseren cursussen om de normen toe te lichten en bekend te maken. Dat zijn wij nu ook van plan. We overwegen om hierbij samen te werken met het Nederlandse NEN en het Franse Cetim om gemeenschappelijke trainingen te organiseren.”
mités (TC) die zich buigen over specifieke thema’s. Binnen elk TC zijn werkgroepen en subcommissies actief. Op al die niveaus kunnen afgevaardigden van de landen of sectoren aanwezig zijn. Zo wordt de verbinding gemaakt met de landelijke normenorganisatie. In België is dat het Normalisatiebureau (NBN), sinds 2003 de opvolger van het BIN (Belgisch Instituut voor Normalisatie). Op zijn beurt heeft het NBN echter een deel van zijn ac-
tiviteiten uitbesteed aan sectoroperatoren. In België gaat het dan bijvoorbeeld om Agoria/Sirris of BEC (Belgisch Elektrotechnisch Comité). Dirk De Moor: “Wij moeten dus zorgen voor de relatie met de betrokken sector. We organiseren het overlegproces en beheren de stroom van normalisatiedocumenten. Op die manier moeten we een Belgisch standpunt uitwerken en kunnen we een vertegenwoordiger afvaardigen om dat standpunt te
verdedigen op Europees niveau.” Marc Cumps: “Overleg tussen alle betrokkenen is essentieel voor een consequente verdediging van het uitgewerkte standpunt op de verschillende niveaus binnen het CEN. Het kan namelijk zijn dat er andere mensen aanwezig zijn op het niveau van de werkgroepen, de subcommissies en het technische comité. Zij moeten onderling op de hoogte zijn van de uitgewerkte standpunten of anders kan iemand al het werk van andere niveaus tenietdoen.” Het blijft ook altijd mogelijk om op nationaal niveau een norm uit te werken. “Dat kan gaan over thema’s waar de landen nog bevoegd zijn, zoals brandveiligheid. In de praktijk zien we echter dat het zwaartepunt op internationaal en Europees niveau ligt en dat er zelfs beperkingen zijn opgelegd voor nationale normen. De Europese Commissie geeft zelf ook de opdracht om normen uit te werken om hun beleid te ondersteunen. Bijvoorbeeld de norm voor maximum stand-by- verbruik in elektrische toestellen.” Het proces om de norm te schrijven verloopt volgens een vast patroon. In een eerste fase formuleert men het voorstel. Dan heeft men een jaar de tijd om een working draft op te stellen die dan gepubliceerd wordt. Daarop kunnen de betrokkenen reageren en wijzigingen voorstellen. Op basis daarvan stelt men een nieuwe tekst op, waarvan men aanneemt dat alle technische opmerkingen zijn opgenomen. Ook die wordt gepubliceerd om de vormelijke en taalkundige foutjes te verwijderen. Dan komt er een finale versie die wordt goedgekeurd en gepubliceerd. Afhankelijk van de norm kunnen hier bepaalde stappen worden gebundeld of overgeslagen. De voorziene termijnen kunnen ook veranderen. Aan het einde is er dan een norm die openbaar wordt gemaakt. ■ www.nbn.be; www.sos-sa.be; www.ictstandards.be 3
AGONL03 new:Reportage ITM
07-10-2009
10:16
Pagina 22
MANAGEMENT
Dossier Normen
De afwezigen hebben ongelijk door Christine Huyge
Antoon Vermeulen van CNH en André Balliauw van Atlas Copco spelen een actieve rol bij het tot stand komen van de normen in hun sector. Wat zijn de voordelen van zo’n participatie? e weinig bedrijven beseffen dat deelnemen aan een normencommissie zeer veel pluspunten heeft”, zegt André Balliauw. Hij is quality assurance manager bij Atlas Copco en voorzitter van twee normencommissies, namelijk van het Europese CEN/TC 232, dat zich buigt over de veiligheid van compressoren, en van ISO/TC 118, subcomité 6, dat normen voor air compressors en compressed air systems uitvaardigt. “Je kunt eenvoudig en efficiënt de ontwikkeling van een norm in een bepaalde richting sturen. De enige voorwaarde is: het normeringswerk volgen en er actief in participeren. Wie zich kenbaar maakt en meewerkt, wordt gehoord.”
T
teiten. In totaal kost hem dat ongeveer 25 werkdagen per jaar. Maar die investering rendeert. Zo heeft Antoon Vermeulen in naam van CNH vorig jaar in november een voorstel van standaard (een zogenaamd ‘new work item’) ingediend voor risicoanalyse inzake kantelbeveili-
beveiliging inbouwen. “Om de constructeurs de mogelijkheid te geven om na te gaan of die kantelbeveiliging voor hun machines nodig is, leggen we in ons voorstel een manier vast om die risico-analyse uit te voeren, gebaseerd op de afmetingen van de machine, de breedte, de snelheid, de werkomgeving, de ligging van het zwaartepunt enzovoort.” De risicoanalyse, die machinespecifiek is, is op maat van de CNH-producten geschreven. Antoon Vermeulen diende zijn voorstel in via de Franse normalisatie-instelling Afnor, aanvankelijk binnen het Europese
te aanvaarden als werkdocument (working draft) onder ISO/TC 023. Een werkdocument is de eerste stap in het tot stand komen van een norm. Alles wijst erop dat het voorstel ook aanvaard zal worden, en dat CNH dus de krijtlijnen van de nieuwe norm kan uitzetten.
WIJZIGINGEN VOORSTELLEN Ook bij het tot stand komen van de ISO 4254 deel 11, een norm over de veiligheid van persmachines voor stro, speelde CNH een bepalende rol. Antoon Vermeulen: “Volgens het voorlig-
Antoon Vermeulen zit op dezelfde golflengte. Hij is verantwoordelijk voor productveiligheid en homologatie in de CNH-groep en voorzitter van de Belgische spiegelcomités CEN/TC 144 en ISO/TC 023, technische comités die het normeringswerk voor onder meer tractoren en landbouwmachines in goede banen leiden. Daarnaast volgt hij ook de internationale normalisatieactivi4
RV/CNH
RISICOANALYSE VOOR KANTELBEVEILIGING De gebruikers van een maaidorser werken op het veld, in een stoffige omgeving. Ze moeten in staat zijn om op een veilige manier de voorruit schoon te maken. De normen maken duidelijk hoe dat kan gebeuren.
ging van zelfrijdende landbouwmachines. Voor tractoren en bouwmachines bestaat zo’n standaard al. Volgens de nieuwe Machinerichtlijn moeten alle mobiele machines het risico op kantelen vastleggen en indien nodig
CEN/TC 144. Maar het voorstel wekte de interesse van de Amerikanen en dankzij het Vienna Agreement – dat afspraken vastlegt voor wederzijdse erkenning tussen CEN en ISO – loopt er nu een stemming om het voorstel
gende voorstel moest het pickupgedeelte van de machines om veiligheidsredenen aan de zijkant helemaal afgeschermd zijn. Die configuratie staat de efficiëntie en productiviteit echter in de weg, omdat de machine af en toe ook aan de zijkant stro moet kunnen oprapen. Met een volledige afscherming loop je boven-
AGONL03 new:Reportage ITM
07-10-2009
10:16
Pagina 25
Dossier Normen
Een werk van lange adem “In het normalisatiewerk staat het consensusmodel hoog aangeschreven. Je tracht steeds te vermijden dat één partij zijn wil doordrukt. Dat is een goede zaak, maar het staat snel werken wel in de weg”, stellen André Balliauw en Antoon Vermeulen. Dat is des te meer het geval indien het gaat om normen waarin zeer veel partijen een rol spelen. Dat het normeringswerk eerder traag verloopt heeft ook te maken met de geijkte procedures van het normeringswerk. André Balliauw: “Het personeel van ISO (International Standards Organisation) controleert vooral of je de vormelijke aspecten respecteert: zijn de documenten inzake layout in orde, heb je de juiste eenheden gebruikt etc. Bij het CEN (European Committee for Standardization) zijn er, in het kader van de ontwikkeling van de geharmoniseerde normen, gemandateerde experten die nagaan of de documenten ook inhoudelijk aansluiten op de vereisten van de richtlijnen. Zo kregen wij bij de eerste editie van de vernieuwde CEN 1012-norm 65 bladzijden commentaar op een document van 40 bladzijden. Deze aanbevelingen verwerken we dan in een volgende editie van de draft versie. Dat vertraagt de ontwikkeling nog verder.”
dien het risico dat de machine verstopt, wat de gebruiker er toe zou aanzetten manueel in te grijpen, met alle mogelijke gevaren vandien.” Met deze argumentatie kon Antoon Vermeulen zijn collega’s overtuigen om positief te stemmen over de wijziging die hij voorstelde. Die houdt in dat op de zijafscherming een strook van maximaal 150 mm open blijft, weliswaar met een extra voorziening voor een veiligheidsafstand voor de voeten van de gebruiker onder de vorm van een afstandsbuis. Dit concept, dat onder de vorm van een commentaar mét gedetailleerde tekening aan de DIS (draft international standard) werd toegevoegd, is een technologie die CNH gebruikt en die dus wellicht in de norm zal terechtkomen. “Als je op deze manier aan normalisatie deelneemt, heb je een duidelijk strategisch voordeel”, merkt Dirk De Moor, adviseur bij Agoria en Sirris op. “Je geeft misschien een stuk van je knowhow prijs, maar het voordeel is anderzijds dat je je eigen producten als norm naar voren kunt schuiven en dat je ontwikkelingskosten niet verloren gaan.”
Ook André Balliauw voelt zich een bevoorrecht waarnemer van het normalisatiewerk en van de vorderingen in de werkgroepen. Als voorzitter kan hij bovendien voor een stuk mee de agenda bepalen. Dat gebeurde bijvoorbeeld bij het tot stand komen van de ISO 1217, die richtlijnen bevat over het meten van de prestatie van compressoren. Op aanraden van André Balliauw werkte het bevoegde comité ook een voorstel uit voor het meten van de prestatie van de ‘variable speed drive’ compressoren, een reeks energievriendelijke machines waarbij het geleverde luchtdebiet het eigenlijke gebruik van de machine volgt. In het kader van het toegenomen milieubesef winnen deze compressoren, die Atlas Copco een paar jaar geleden op de markt bracht, aan belang en was het voor het bedrijf belangrijk om de perfomantie ervan genormeerd te krijgen.
BETROUWBAARHEID VERGROOT Hoewel standaarden geen kracht van wet en dus een vrijblijvend karakter hebben, kan het
belang van normalisatie voor een industriële activiteit moeilijk overschat worden. Enerzijds betekenen de normen voor ontwerpers een enorme houvast én een vereenvoudiging bij het ontwikkelen van nieuwe machines. “Als je de normalisatie volgt, dan ken je de standaarden op den duur bijna van buiten”, zegt Antoon Vermeulen. “Dat is een enorm voordeel. Het opstellen van risicoanalyses en het uitvoeren van inspecties gaan bijvoorbeeld veel sneller en je hoeft geen externe consultants in huis te halen.” Daarnaast vervullen de normen een belangrijke functie voor klanten. André Balliauw: “Zonder technische normen zouden de gebruikers verloren lopen in een woud van karakteristieken die elke fabrikant kan gebruiken om zijn machine als de meest ideale naar voren te schuiven. Neem de ISO 1217 voor performance testing van compressoren. Die norm geeft onder meer aan op welke plaats van de machine de performantiemeting moet worden uitgevoerd. De test uitvoeren op een andere plaats dan die aangegeven in de norm, geeft een verschil in druk, en dus ook in benodigde energie om die druk te genereren. Als parameters als deze niet gestandaardiseerd zijn, heeft de klant geen objectieve basis om de prestatie van de machine te beoordelen en kan hij dus ook de gebruikskosten onmogelijk goed inschatten.” In sommige gevallen kan een constructeur wellicht voordeel halen uit het niet volgen van een bepaalde norm. Door andere referentiepunten te gebruiken, kan hij dan betere cijfers voorleggen dan de concurrentie. “Omdat dit op de markt een zeer onbetrouwbare situatie creëert, is het maar de vraag hoe lang zo’n constructeur dat zal volhouden.” “Dankzij normalisatie zijn de klanten beter beschermd en spelen alle concurrenten inderdaad met dezelfde kaarten”, bevestigt Antoon Vermeulen. “De normen
maken bijvoorbeeld duidelijk hoe een bepaald veiligheidsrisico moet worden opgelost. Neem nu de zichtbaarheid op een maaidorser. De gebruikers werken op het veld, in een stoffige omgeving, en moeten in staat zijn om op een veilige manier de voorruit schoon te maken. De machinerichtlijn stipuleert dat er vanaf een bepaalde werkhoogte valbeveiliging nodig is. Een reling die beschermt tegen vallen is in deze voertuigen echter geen haalbare kaart. Daarom schrijft de geharmoniseerde norm EN 632 of EN ISO 4254-7 voor dat de gebruiker tijdens het poetsen
RV/Atlas Copco
Bij het tot stand komen van de ISO 1217 werkte het comité op aanraden van André Balliauw ook een voorstel uit voor het meten van de prestatie van ‘variable speed drive’ compressoren.
steeds drie vaste contactpunten nodig heeft. Alle constructeurs weten dus dat ze een handvat moeten voorzien bovenaan de voorruit, opstapjes aan de zijkant van de machine en antslip op het maaibord vooraan. De gebruiker, die zelf meer wakker ligt van productiviteit dan van veiligheid, is op deze manier dankzij de norm toch beschermd.” ■
Agoria en Sirris zijn door het NBN aangesteld als sectorale operator voor normalisatie. Wie zich via www.sos-sa.be inschrijft, wordt op de hoogte gehouden van de normalisatiewerkzaamheden in zijn domein. 5
AGONL04 new:Reportage ITM
07-10-2009
10:17
Pagina 26
MANAGEMENT Dossier Normen
Nieuw normalisatieproces voor betere brandbeveiliging door Herwig Vanhaelemeersch
De kwaliteit van individuele producten voor brandbeveiliging is er mede dankzij de Europese regelgeving op vooruit gegaan. Wat systemen en installaties betreft, is er nog werk aan de winkel.
wat tijd en middelen in het normalisatieproces. Zo kunnen we een tegengewicht bieden voor producenten die willen beknibbelen op de kwaliteit, maar evengoed voor labo’s die al te strenge kwaliteitstesten voorstellen.”
INSTALLATIES EN INTEROPERABILITEIT omati is een integrator van beveiligingssystemen, gaande van branddetectie, security- en blussystemen tot oplossingen voor compartimentering en rook- en warmteafvoer. Als lid van de sectoroperator Sirris-Agoria is het ook betrokken bij de werkzaamheden van het Technisch Comité 72, dat zich buigt over normen inzake branddetectie. CEN/TC72 behandelt o.a. geharmoniseerde Europese normen voor branddetectoren (de NBN EN 54reeks) en ontwerpnormen voor de installatie van branddetectiesystemen (NBN S21 100). François Asselman, operations director Somati, is tevreden over het vernieuwde normalisatieproces. Daarbij doet het Bureau voor Normalisatie (NBN) beroep op sectoroperatoren om de technische comités op Belgisch niveau te organiseren. “Het voordeel is dat het initiatief nu werkelijk bij de sector komt te liggen. Zij zijn de eigenlijke stakeholders en zij beschikken ook over de kennis. De verschillende spelers op de markt van brandbeveiliging bespreken binnen het Fire Forum van Agoria de ‘drafts’ van Europese normen en voorschriften en spreken vervolgens als één stem binnen de technische comités van het CEN. Daardoor is het proces minder een aangelegenheid
S
6
van ‘functionarissen’ dan voorheen.”
GOED VAKMANSCHAP De Belgische wetgeving inzake brandveiligheid vertoont volgens François Asselman aanzienlijke lacunes. Daarom is het des te belangrijker dat de sector zelf voldoende regels voor goed vakmanschap (normen) ontwikkelt en toepast. “Enkel op het vlak van producten bestaan er wettelijke voorschriften. Daar is de Europese Bouwproductenrichtlijn (CPD) van toepassing en die heeft geleid tot een reeks geharmoniseerde normen, bijv. de NBN EN 54-20 voor ‘aspirating smoke detectors’ (ASD). Er zijn nog geen geharmoniseerde normen voor alle producten, maar dat zal op termijn ongetwijfeld het geval zijn.” Hoewel Somati in de eerste plaats een systeemintegrator is en geen fabrikant van producten, neemt het deel aan het normalisatieproces. “Wij willen de optimale veiligheid en doeltreffendheid van een installatie garanderen over de volledige levensduur. Dat kan alleen met kwalitatieve producten. De sector heeft dus belang bij minimale kwaliteitseisen voor producten. Normen creëren bovendien meer vertrouwen bij de gebruikers. Daarom investeert Somati heel
Met richtlijnen zoals de CPD wil Europa de bestaande normen harmoniseren en het vrij verkeer van goederen binnen de Europese Unie bevorderen. “Wie streeft naar een optimale brandveiligheid, kan zich echter niet beperken tot producten, maar moet ook oog hebben voor systemen, installaties en integratoren. Niettemin bestaan op al deze vlakken momenteel geen wettelijke voorschriften in België.” Daarom is het voor François Asselman primordiaal dat er ook voor de installatie en integratie van systemen regels van goed vakmanschap komen. “Binnen de TC72 werken we aan een set van installatieregels voor branddetectie (de NBN S21 100). Als basis nemen we een Europees technisch voorschrift, waaraan destijds jarenlang gewerkt is, maar dat nooit als Europese norm aanvaard werd.” Ook hier heeft deelname aan het normalisatieproces zijn nut. Deelnemers kunnen de technologische evolutie van de sector op de voet volgen en belangrijke ontwikkelingen beïnvloeden, zoals de keuze van communicatiestandaarden. “Hoewel wij zelf geen producten maken, is het wel in ons belang ervoor te zorgen dat de systeemonderdelen van verschillende fabrikanten interoperabel zijn (centrale, detectoren, alarmbel, voeding,...). Door de evo-
RV/HV
François Asselman: “Het is primordiaal dat er ook voor de installatie en integratie van systemen regels van goed vakmanschap komen.”
lutie van dataprotocollen, draadloze netwerken, enz. wordt de communicatie tussen (sub)systemen steeds complexer. Wij willen die evolutie mee sturen.” Wettelijk is momenteel alleen een CE-certificatie voor producten verplicht. “Die verklaring houdt niet meer in dan een vermoeden van conformiteit aan de wettelijke voorschriften in. Daarom pleit ik voor een certificatie op basis van normen door een erkend certificatieorganisme na het uitvoeren van kwaliteitstesten door een erkend testlabo. Dat zou trouwens niet alleen zo moeten zijn voor producten, maar ook voor systemen, installaties en integratoren, zoals in Nederland al gebeurt. In België is dat niet het geval. Een certificatie van installaties is zelfs niet mogelijk.” ■
AGONL05 new:Reportage ITM
07-10-2009
10:17
Pagina 27
MANAGEMENT
Dossier Normen
Normen openen de wereldmarkt door Erwin Vanvuchelen
Wie waar ook ter wereld een ADSL-modem koopt, maakt grote kans dat het toestel in België zal werken. Het is een duidelijk voorbeeld van wat standaarden in de praktijk kunnen betekenen. “
DSL hadden we al ontwikkeld in het begin van de jaren ‘90, maar toen was er nog niet meteen een toepassing voor”, zegt Frank Van Der Putten, wireline standards and regulatory manager bij Alcatel-Lucent Bell. “Pas vijf jaar later zijn telecomoperatoren met de vraag gekomen naar een hogere bandbreedte en werd de oplossing opnieuw gesuggereerd. Er is toen een Amerikaanse standaard ontstaan die het beste combineerde van onze technologie en die van andere aanbieders. Sindsdien is de standaard overgenomen door de internationale telecommunicatieorganisatie ITU-T (International Telecommunication Union) en voortdurend aangepast en uitgebreid in functie van nieuwe toepassingen. Mede door de inspanningen van het Broadband Forum, wordt de standaard nu wereldwijd gebruikt op 300 miljoen telefoonlijnen. Bij VDSL, een nieuwere technologie met een nog hogere bandbreedte, is dat traject minder ver gevorderd en zie je dat er nog afwijkingen voorkomen op de markt. Dat komt enerzijds omdat bepaalde aspecten in de standaard nog niet goed gedefinieerd of getest zijn, anderzijds ook omdat de apparatuur bij de eindgebruiker veel complexer wordt door bijvoorbeeld digitale televisie, en allicht ook omdat sommige spelers uit commerciële overwe-
A
standaarden en aanpassingen ervan. Van een dergelijke grote speler verwachten de standaardorganisaties input. Voor Frank Van Der Putten is het volgen van standaarden en regelgeving een fulltime job. “Standaarden zijn interessant omdat ze het mogelijk maken om een globale markt te bereiken. Het nadeel is dat dit voor iedereen geldt, wat het moeilijker maakt om je te differentiëren. De sleutel is innovatie: voortdurend met nieuwe dingen komen om voorop te lopen. Maar eer de operatoren een nieuwigheid gebruiken, willen ze duidelijke specificaties in een standaard zien, zodat ze meerdere aanbieders tegen elkaar kunnen uitspelen. Commercieel komt het er dus op aan een wisselwerking tussen innovatie en standaardisatie tot stand te brengen en RV/Alcatel om via innovatie het intellectueel eigendom te verEer de operatoren een nieuwigheid gaan gebruiken, willen ze duidelijke werven op nieuwe technologieën specificaties in een standaard zien, of aspecten ervan, om dan via lizodat ze meerdere aanbieders tecenties aan anderen de mogelijkgen elkaar kunnen uitspelen. heid te geven om de standaard te volgen. Elke standaardisatie heeft dan ook een patent policy om ergingen eigen varianten aanhouover te waken dat geen volledige den om hun markt af te schermarkt afhankelijk kan worden van men. Toch is België bij de koplohet intellectueel eigendom van pers in de wereld wat betreft inéén of enkele spelers.” stallatie van de nieuwe VDSL-technologie.” BELGISCH COMPROMIS Telecommunicatie is een internationale aangelegenheid waarbij DIFFERENTIËREN het zwaartepunt inzake standaarDOOR INNOVATIE disatie bij de ITU ligt, waarbij het Met een marktaandeel van 40 % BIPT voor ons land als adminiin ADSL-technologie kan Alcatelstrator optreedt. Eigen Belgische Lucent Bell zijn stem laten doornormen voor bijvoorbeeld ADSL wegen in het tot stand komen van
zijn er niet. Het NBN (Normalisatie Bureau de Normalisation) speelt wel een rol in de internationale organisaties en heeft Agoria aangewezen als sectoroperator voor ICT-normalisatie om een nationale stem te hebben in het Europese ETSI (European Telecommunications Standards Institute) en het internationale ISO (International Organization for Standardization). “Het ontwikkelen van de normen gebeurt veelal internationaal in technische werkgroepen. Wanneer er meningsverschillen zijn, treden die nationale structuren op de voorgrond en wordt in nationale werkgroepen een Belgisch standpunt bepaald dat in de internationale organisaties verdedigd wordt. Een ‘Belgisch compromis’ is daarbij geen uitzondering. Bij de eerste standaard voor VDSL waren er twee kampen rond twee technologieën (multi-carrier en single carrier). Uiteindelijk is een compromis bereikt rond het Belgische voorstel om beide in de eerste versie van de VDSL-norm op te nemen, met de afspraak dat single carrier niet opgenomen zou worden in de tweede versie.” Standaarden zijn een zeer technische aangelegenheid. Een belangrijke speler hierin voor de telecom is het Broadband Forum. “Het Forum organiseert regelmatig ‘plugfests’ waarop enkel ingenieurs toegelaten zijn, dus geen commerciële mensen. Daar wordt de apparatuur van verschillende aanbieders samengebracht en worden toepassingen uitgetest om te zien hoe het zit met de compatibiliteit. Die ontmoetingen zijn belangrijk voor het tot stand komen van specificaties.” ■ 7
AGONL06 new:Reportage ITM
07-10-2009
10:17
Pagina 28
MANAGEMENT Dossier Normen
“Een mes dat langs twee kanten snijdt” door Frank Edelynck en Kurt De Cat
Bij het normalisatieproces zijn ook experts van de concurrentie betrokken. Je komt veel te weten, maar je moet ook veel prijsgeven... ormalisatie wordt in onze “ groep gevolgd door een honderdtal mensen. Het bedrijf vindt dat heel belangrijk. Het corporate niveau maakt de nodige middelen vrij zodat onze experts de internationale meetings kunnen bijwonen om de belangen van de firma te behartigen”, zegt Roberto Morlesin, product line manager van de Euromold-divisie van Nexans Network Solutions. De fabriek produceert kunststof toebehoren voor kabels, transformatoren en schakelaars. “De eerste norm die in België voor deze producten gemaakt is, hebben wij destijds geschreven. Vandaag ben ik via Agoria ingeschreven als lid van bepaalde comités in het BEC (Belgisch Elektrotechnisch Comité), en op Europees niveau secretaris van een technisch comité van CENELEC (Comité Européen de Normalisation Electrotechnique). We hechten daar veel belang aan, want als je aan dat proces meewerkt, weet je hoe de sector evolueert en welke richting de markt uitgaat. Je komt te weten hoe je concurrenten redeneren op het vlak van R&D, dat is essentieel om nieuwe producten te ontwikkelen”, weet Roberto Morlesin. Volgens Rony Haentjens, certification en standardization officer van Niko, onder meer bekend als producent van lichtschakelaars, vergt deelnemen aan de normalisatieactiviteiten veel inspanningen en is de invloed die kan worden uit-
N
8
geoefend op de uiteindelijke beslissingen afhankelijk van de grootte van de organisatie. “Toch kunnen ook kleinere organisaties veel baat hebben bij het meewerken aan
RV/KDC
“Een product dat genormeerd is, krijgt een heel ander gewicht en dat heeft een grote commerciële impact.”
normalisatie. Een bijkomende evolutie is dat de wetgever de laatste jaren veel sterker op de voorgrond is getreden. De normalisatieactiviteiten dragen ertoe bij om deze wetgeving op een juiste manier te vertalen naar technische regels en ze vereenvoudigen de implementatie van deze wetgeving binnen de organisatie.”
STANDAARDISATIE IS RATIONALISATIE Door te participeren in het normalisatieproces kun je de trend die wordt uitgezet beïnvloeden. “Je kunt meepraten, akkoord gaan, niet akkoord gaan of zoeken naar een consensus waarmee iedereen commercieel kan werken. Dat normalisatieproces is gelinkt aan de commerciële business. Het is een mes dat langs twee kanten snijdt. Het voordeel is meteen ook het grootste nadeel. Je kan dit werk alleen doen samen met de experts van de concurrenten. Je geeft dus zelf ook veel prijs,” aldus Roberto Morlesin. Het belang van normalisatie is dat men regels heeft waar iedereen zich moet aan houden. Als je producten voldoen aan een bepaalde norm, weet de markt wat dat betekent, aan welke tests de producten onderworpen zijn. “Normen zijn in de elektrotechniek ook zeer belangrijk voor de uitwisselbaarheid. Bepaalde normen spreken over spanningsklassen, stroomklassen, veiligheid, afmetingen die uitwisselbaar moeten zijn, enz. Hoe meer we afspreken en regels maken, hoe beter voor iedereen. Standaardisatie is rationalisatie en dat kan alleen maar minder kosten op het vlak van productontwikkeling en productie betekenen. Het is duidelijk dat een wildgroei op het vlak van
types en specificaties niet goed zou zijn voor de producenten. Het is beter de zaken zo te normeren dat er volumes kunnen geproduceerd worden. Ook onze klanten steunen op die normen. Je komt daar als leverancier niet binnen zonder bewijs dat je product voldoet aan de norm.”
STRATEGISCHE ZETTEN Het normalisatieproces vormt volgens Morlesin geen rem op de innovatie in de sector: “Integendeel, als je innoveert, kan je steunen op een pak bestaande normen. Het normalisatieproces laat voldoende ruimte om speciale klantenvoordelen te integreren, uitwisselbaarheid te verzekeren en het risico te verminderen. Het gaat om een complexe materie en letterlijk om kilo’s papier.” Het genormeerd krijgen van bepaalde producten kan ook strategisch van belang zijn. “Momenteel proberen we nieuwe producten die we hier ontwikkeld hebben genormeerd te krijgen. We hebben een voorstel gedaan om die te laten opnemen in de herziening van een van de normen. In een eerste stap is dat aangenomen. Nu moeten de dossiers klaargestoomd worden om ze door te sturen naar CENELEC en zij moeten ze ter stemming voorleggen. Voor ons is dat heel belangrijk, omdat we zo een voorsprong nemen op de concurrentie. Wordt de norm aanvaard, dan kan de industrie die gebruiken. Een product dat genormeerd is, krijgt een heel ander gewicht en dat heeft een grote commerciële impact”, zegt Roberto Morlesin. ■