Doos der wijzen: opdracht één Zet de schoenendoos voor je voet, en bekijk alle kanten goed. De bodem zie je nu helemaal niet, heb daarover geen verdriet . Neem het deksel er eens van, hoeveel kanten zie je dan ? Zet het deksel er weer op en tel nu alle kanten samen op ? Zes kanten aan een doos, luister welke kant ik koos : niet de bodem , niet het deksel , niet een grote, maar een kleine , kies nu zelf één van de twee en doe allemaal maar mee : Zoek in jouw schoendoos naar je stift. Teken op die kant « doos der wijzen + je eigen naam » en versier. (2 min.)
Doos der wijzen: opdracht twee Doe je mee met doos twee ? In de herfst in het bos, worden de blaadjes bruin en geel en ros. De herfst is ook het seizoen, dat de bomen hun blaadjes uitdoen. De bladeren dwarrelen dan in het rond en vallen zomaar op de grond. Onderzoek met behulp van een zoekkaart het blad van de bomen met de nummers. Wat is de juiste naam van deze bomen? Van elk gevonden blad mag je dan 1 mooi exemplaar in je doos leggen. (15 min.)
Doos der wijzen: opdracht drie Blad, blad en blad, ik trap je plat blijven jullie daar liggen de hele tijd ? Nee, nee, nee je raakt ons wel kwijt. 1,2,3 : een verdwijning raar maar waar, de bladeren verdwijnen na een jaar. Ze rotten en rotten tot een bruine pap, dat lijkt wel op moddersap. Dat rotten is een hele klus, wat nog overblijft heet humus. Hocus pocus pats schoenendozie, tover zelf wat humus op een blad en zie ! Neem jouw wit blad en verdeel het in 4 (door het te plooien) breng op elk deel laag voor laag wat lijm en een deel van de strooisellaag aan met behulp van jouw soeplepel cfr. Zoutschilderij.(10 min.)
Doos der wijzen: opdracht vier Duizend bommen en granaten, nu moet je eens luisteren en niet praten : kom maar allen hier en bewonder doos vier. In het bos zitten vele dieren : wormen, kevers, spinnen, mieren,… . Als je hen allemaal kent weet je dat het stom is dat je er bang voor bent ! Sla ze niet en nijp ze niet, daarvan worden ze helemaal pierewiet. Wat zou jij trouwens doen, als een reus je wil slaan met zijn schoen ? Die diertjes zijn net als jij, een beetje lief zijn maakt hen blij. Bij de volgende spannende opdracht, zie je misschien hoe zo’n vrolijk diertje naar je lacht. Neem jouw glazen potje ; met jouw lepel stop je daar een diertje in (zonder het te beschadigen)dat je in de humus gevonden hebt. Probeer aan de hand van de Kriebelbeestzoekkaart jouw beestje een naam te geven ; kruis het aan. Bewonder ook eens het beestje van je buur. (10 min.)
Doos der wijzen: opdracht vijf De opdracht in doos vijf : wie is oud en grijs ? Het is niet moeilijk om te zien, dat gaat op één, twee, tien. Elk jaar verdikt een boom een beetje, de dikste is meestal het oudste peetje ! Verdeel jullie per twee en neem jullie lintmeter. Zoek twee dikke bomen van dezelfde soort uit, doe je lintmeter op ooghoogte rond de boom als een sjaal, hoeveel cm. meet je ? Is die andere dikke boom ouder of jonger dan jouw boom ? (5 min.)
Doos der wijzen: opdracht zes, wat bosles ! In dit grote bos groeien ze erop los, de grootste zijn de bomen, de kleinste het mos. Dan heb je nog de struiken, wat kleiner zijn de kruiden. De strooisellaag kennen we nu allemaal, en de bodem die ligt helemaal onderaan ! Vijf verdiepingen boven elkaar, daar wonen de boswezens al te gaar. Kleef de juiste naamkaartjes in volgorde van hoog naar laag op de zijkant van je doos (10 min.)
Doos der wijzen: wijzen: Opdracht zeven heb je losse vlugge benen ? Hup één, twee, hup één, twee, Wie doet er met mij mee ? Luie trienen en luie machienen, Die zullen hier niets verdienen. In de natuur moet je kunnen lopen, zodat je op tijd in je holletje bent gekropen. Turn dus even met me mee, we doen het per twee. Zoek elk een vriendje uit zodat iedereen per twee is ; één van de twee is een konijn ; één van de twee is een vos. Drie kinderen nemen een touw uit de begeleidersdoos. Eén touw is de beginstreep van de vos, iets verder ligt een ander touw dat de beginstreep van het konijn is, het derde touw ligt het verst en is het holletje van het konijn. Op het startsein tracht de vos het konijn te grijpen voor het in zijn holletje is gekropen. Vossen die het konijn niet kunnen grijpen verhongeren en vallen dus af. Konijnen die trager zijn dan de vos worden opgegeten en vallen dus ook af. Wie van jullie is het fitste konijn of de fitste vos ? (15 min.)
Opmerking : tamme dieren die je los laat in de vrije natuur overleven niet omdat ze het niet geleerd hebben van hun papa of mama ! ! !
Doos der wijzen: opdracht acht O wat een pracht ! Alle bomen in het bos, die groeien er maar op los. Elk jaar een stukje erbij, Net zoals wij. Wij meten ons naast een lat, Maar bij een boom, hoe doe je dat? Het lukt je beter Met de boomhoogtemeter! Kies een hoge loofboom uit. Schat de lengte van de boom. Neem nu de boomhoogtemeter en gebruik hem zo: 1 - Ga precies zover van de boom staan dat je door het kijkbuisje de boomtop ziet. Zorg ervoor dat je de boomhoogtemeter mooi recht houdt! 2 - Schat de afstand van jezelf tot aan de boom. 3 - Meet nu met de rolmeter de afstand van jezelf tot aan de stamvoet. 4 – Tel daarbij de lente van jezelf van je ogen tot je tenen aan de grond. Zo, nu weet je hoe hoog deze boom is!
Doos der wijzen: Opdracht negen uit de lucht valt niet enkel regen ! Heb je al een boom gezien met een dikke buik ? Die zwanger was van een babyspruit ? Baby’s van bomen zullen nooit uit hun mama’s buikje komen. Die kleine zaadjes zitten in een vrucht en hangen aan de bomen hoog in de lucht. Als de vruchten rijp zijn komen ze naar benee, straks raap je ze maar op en neem telkens eentje mee. Om hun vruchten te verspreiden worden ze geholpen door de wind, het water en het dier; de mens doet het ook vaak met plezier. Probeer verschillende soorten vruchten te zoeken, na te gaan van welke soort boom het is en hun vruchtverspreiding te bespreken.Kruis aan op het blad « knipplaat » Bekijk het blad dat je gaat krijgen van je begeleiders waar verschillende soorten vruchtverspreiding besproken wordt.Verzamel in je doos. Teken op het knipblad de vruchten bij die er niet op staan!(10 min.)