monitoring
Doorbelasten van energie aan gebruikers strategie
Minkels goes USA praktijk
UMC: PUE minder dan 1,1
dcw februari 2012 | in samenwerking met: advancing information transport systems
CeBIT, hal 11, stand E06.
Deelname is gratis!
www.datacenterworks.nl/congres
In samenwerking met BICSI
DatacenterWorks Voorjaarscongres 2012
De impact van de cloud op het datacenter
Hoofdsponsor
advancing information transport systems
Kennispartner
Datum: 24 mei 2012 Locatie: RDM Campus – Rotterdam Heijplaatstraat 23, 3089 JB Rotterdam
De opkomst van Cloud Computing heeft een ongekende impact op de manier waarop bedrijven en overheidsorganisaties hun informatievoorziening aanpakken en organiseren. Het belang van het datacenter groeit hierdoor enorm. De klant stelt steeds hogere eisen aan beschikbaarheid, kosten en flexibiliteit.
Maar wat zijn die gevolgen nu precies? Dat thema staat centraal op het Voorjaarscongres 2012 dat DatacenterWorks in samenwerking met BICSI en onder andere Rittal, AssetGen, CANS Group en Newave organiseert. Belangrijke onderwerpen die ter sprake komen zijn onder andere:
centers-in-een-container versus op maat gebouwde datacenters • en monitoring van de technische infrastructuur
Dat heeft grote gevolgen voor de technische infrastructuur van het datacenter.
• standaardisatie van computerruimtes • de voor- en nadelen van data-
Met sprekers van onder andere: TüV IT, Rittal, AssetGen, BICSI en CANS Group
Dagvoorzitters: • Robbert Hoeffnagel, hoofdredacteur DatacenterWorks • Joop Ierschot, voorzitter BICSI Benelux
Attentie BICSI-leden: BICSI Credits Inside! Het DatacenterWorks Voorjaarscongres 201w wordt georganiseerd in samenwerking met BICSI. Deelname aan de conferentie geeft recht op BICSI CECs (Continuing Education Credits) die gebruikt kunnen worden om aan de blijvende vormingsvoorwaarden voor BICSI-certificeringen te voldoen.
In samenwerking met onder andere: Rittal | AssetGen | CANS Group | Newave
dcw colofon datac e nte rwo r ks is hét vakblad over de technische infrastructuur van datacenters.
jaargang 5, februari 2012, nummer 1 datacenterworks verschijnt tienmaal per jaar. toezending geschiedt op abonne mentbasis en controlled circulation. h o o f d r e dacte u r / u itg e v e r
robbert hoeffnagel te l e f o o n +31 (6) 51 28 20 40 e - m a i l
[email protected] e i n d r e dacte u r Ma r ja n va n H o o r n p o sta d r e s r e dacti e
maredijk 17, 2316 vr leiden te l e f o o n 071 - 521 49 98
e - m a i l a dm i n i strati e @fenceworks.nl a dv e rte nti e - e xp lo itati e
bureau voor marketing media hans potharst Commercieel Directeur te l e f o o n +31 (6) 17 44 38 16 e m a i l
[email protected] te l e f o o n +31 (0) 71 5 21 49 98 www.bvmm.nl
Willen is kunnen De Friesland Bank maakt de laatste maanden mooie sier met Jort Kelder. Of de vermeende humor nu altijd even geslaagd is, laat ik graag aan u over. Maar feit is: dankzij het inschakelen van de voormalige hoofdredacteur van Quote is de bank uit het Hoge Noorden er in geslaagd om flink aan naamsbekendheid te winnen. Maar dat is natuurlijk niet genoeg. Uiteindelijk kunnen we van een bekende naam boterhammen met pindakaas aanschaffen. Uiteindelijk moet die naamsbekendheid worden omgezet in klinkende munt: nieuwe opdrachten. Ik moest aan de Friesland Bank denken toen onlangs een ondernemer in de datacenterwereld even zijn verhaal kwijt moest. Hij levert tal van producten waarmee de technische infrastructuur van een computerruimte of datacenter kan worden ingevuld. Ook heeft hij een monitoringpakket op zijn prijslijst staan. De afgelopen maanden heeft de redactie van DatacenterWorks veelvuldig aandacht aan het fenomeen DCIM ofwel DataCenter Infrastructure Management besteedt. Wat is het? Wat doe het? Welke oplossingen zijn voorhanden? Hoe kunnen we er de beste resultaten mee behalen?
jeroen aijtink, michiel van blommestein, lex coors, peter gloudemans, frank de kruijf, valerie maguire, teus molenaar, erik de ruijter, hans vandam, jan wiersma vo r m g e v i n g laura willemsen
grafisch ontwerp
De genoemde ondernemer heeft deze artikelen allemaal gezien, gelezen en er op zijn beurt ook aan bijgedragen dat DCIM zo langzamerhand een zekere mate van bekendheid begint te krijgen. Helaas voor hem – en daar wilde hij het toch eens over hebben – heeft zich dat nog niet in die klinkende munt vertaald. Ja, er is belangstelling. IT-afdelingen en managers van hosting-bedrijven luisteren graag naar zijn verhaal, maar trekken vooralsnog niet hun chequeboek. Kennelijk houdt iets hen nog tegen. Maar wat? Te hoge kosten? Die verhalen horen we ook ja. Te ingewikkeld? Ook klachten over gehoord. Onduidelijk wat nu precies de (liefst ook financiële) voordelen zijn? Bestaat inderdaad ook nog wel wat onduidelijkheid over.
druk
3l drukkerij bv, rotterdam kopij kan worden ingezonden in overleg met de redactie. geplaatste artikelen vertegenwoordigen niet noodzakelijk de mening van de redactie. de redactie noch de uitgever aanvaarden enige aansprakelijkheid voor de inhoud van
artikelen van derden, ingezonden mededelingen, advertenties en de juistheid van genoemde data en prijzen.
fotokopie en overname van artikelen, geheel of gedeeltelijk op welke wijze dan ook, is uitsluitend toegestaan na schriftelijke toestemming van de redactie en onder vermelding van: ‘overgenomen uit datacenterworks, vakblad over de
technische infrastructuur van datacenters’, met vermelding van de jaargang en het nummer. datacenterworks is een uitgave van fenceworks bv
De Friesland Bank houdt het behoorlijk lang vol met zijn commercials met Jort Kelder in de hoofdrol. Laten we die les leren: het duurt even voordat ‘de markt’ nieuwe oplossingen accepteert. We zullen nog even door moeten gaan met zaaien. Dan komt de oogst straks vanzelf. Of zoals die baas van de Friesland Bank het zegt: “Willen is kunnen, Jort.”
dcw februari | redactioneel
i n d it n u m m e r b i j d r ag e n va n
3
12
06
15
dcw februari | inhoud
dcw praktijk
4
19 active Power helpt umc te groeien naar PUE < 1,1 Met twee vollopende datacenters en een verouderde power- en koelinginfrastructuur werkt het Universitair Medisch Centrum Utrecht aan een belangrijke moderniseringsslag. Het eisenpakket daarbij is bovendien niet mis: ‘vergroenen’ (PUE naar maximaal 1,1), modulaire opbouw want weinig duidelijkheid over de ontwikkeling van de benodigde ict-capaciteit plus de nodige fysieke beperkingen in het ‘energiehuis’.Vooral de ups-installatie kreeg door de ruimtebeperkingen en de impact op de PUE veel aandacht.
dcw trend
29 containers: een nieuw, sterk alternatief De markt voor in containers ondergebrachte en modulaire datacenterfaciliteiten (CMDF’s) wordt snel volwassen. Bedrijven hebben ontdekt dat de juiste inzet ervan aanzienlijke voordelen biedt, zowel technisch als voor de business. The Green Grid, een open brancheconsortium zonder winstoogmerk, publiceerde een whitepaper over dit snel groeiend nieuwe fenomeen.
dcw koeling
34 precisiekoeling voor de cloud Onlangs lanceerde Emerson Network Power een nieuwe koudwaterunit voor precisiekoeling. Stefano Mozzato legt uit waarom dit systeem een oplossing kan bieden voor de groeiende kosten van serverkoeling door virtualisatie en cloud computing.
dcw netwerken
40 onderzoekers zien veel in draadloos in datacenters Sciencefiction of serieuze optie? Onderzoekers van de Universiteit van Californië in Santa Barbara en chipgigant Intel werken aan een technologie die draadloos communiceren binnen het datacenter mogelijk gaat maken. Hierbij is een hoofdrol weggelegd voor … plafonds.
29
dcw strategie
10 minkels goes usa De trend was jarenlang dat Amerikaanse leveranciers van producten en diensten voor de technische infrastructuur van computerruimten en datacenters de oversteek naar Nederland maken. Minkels doet nu precies het tegenover gestelde. Het uit Veghel afkomstige bedrijf zet een nieuwe stap in zijn strategie en wordt actief in de Verenigde Staten. Chief commercial officer Jeroen Hol legt uit waarom.
dcw praktijk
15 united moderniseert datacenter en netwerk Het in Nederland gevestigde bedrijf United faciliteert omroepen en producenten bij het maken van tv-uitzendingen. Dat zijn bijvoorbeeld grote sportevenementen, maar ook reguliere nieuwsuitzendingen en reality shows. Door de groeiende vraag naar simultane uitzendingen in hd-kwaliteit (high definition) en VOD-diensten (video on demand) kreeg het bestaande datacenter moeite met de wildgroei aan videodata. Vooral de netwerkinfrastructuur kon de vraag nauwelijks meer aan. DatacenterWorks sprak met Marc Ruesen, manager business development bij United.
24
32
dcw en verder 6 doorbelasten van energie naar it=gebruikers 22 vergroenen van bestaand datacenter 24 profitbox: kant-en-klare computerruimte in negen muisklikken 32 economizer modes vergeleken 36 rittal kiest voor duitse kwaliteit 38 stekkerblok heeft zekering nodig 42 datacontainer van start
dcw februari | inhoud
19
5
6
dcw februari | monitoring
Grip op energiegebruik krijgen (2)
Doorbelasten van energie naar IT-gebruikers in de datacenterwereld wordt veel aandacht besteed aan het in kaart brengen van het energiegebruik en schadelijke stoffen als co2. maar wat doen we vervolgens met deze gegevens? en hoe meten we op de juiste manier? apc heeft een whitepaper geschreven waarin het bedrijf meet- en monitoringsystemen voorstelt die passen bij dit soort doelstellingen. geconcludeerd is dat uitputtend meten niet nodig is. maar hoe kom je op basis van de verkregen gegevens tot een doorbelasting naar de itgebruikers?
Dit is het laatste deel uit een serie van twee gebaseerd op een whitepaper van APC over systemen die het energiegebruik en uitstoot van schadelijke stoffen meten en monitoren. In het eerste deel is beschreven dat uitputtend meten niet nodig is. In dit deel wordt beschreven hoe je op basis van de verkregen gegevens tot een doorbelasting naar de ITgebruikers kunt komen.
IT-capaciteit kan worden gemeten en toegewezen op een groot aantal verschillende manieren, zoals berekeningscycli, servers, processors, terabytes , rackcabinets, vierkante meters en virtuele servers. Idealiter zouden al deze factoren moeten worden meegenomen in de doorbelasting van de kosten. Maar we beginnen met een eenvoudig voorbeeld.
doorsnee versus specifiek
Als een IT-gebruiker een aantal servers toegewezen krijgt, kunnen we alleen vaststellen hoeveel energie er per server wordt gebruikt om de hoeveelheid energie en CO2-uitstoot
van de desbetreffende gebruiker te kunnen bepalen. Dat is niet voldoende. We moeten een manier vinden om alle energie die in het datacenter wordt gebruikt, om te slaan per server. Zo kunnen we komen tot een kengetal dat is opgebouwd uit het energiegebruik van de server zelf, plus de energie gebruikt voor storage, netwerk, stroom, koeling, licht en extra voorzieningen. In afbeelding 1 is weergegeven hoe dat er dan in een gemiddeld datacenter komt uit te zien: een server zelf gebruikt 340 W, maar er wordt in totaal 930 W aan elke server toegewezen. Deze methodiek gaat ervan uit dat alle servers in het datacenter identiek zijn en op dezelfde manier worden gebruikt. Het is een bruikbaar kengetal in datacenters met een relatief eensoortig serverpark. Dat is in de praktijk echter weinig het geval: de meeste datacenters hebben een veelheid aan soorten en typen servers. Ook de IT-gebruikers verschillen in de aard van het gebruik. De ene klant gebruikt acht serverblades als eenvoudige applicatieservers, terwijl een andere acht mainframes gebruikt met vele terabytes aan online storage. Het is
niet erg rechtvaardig beide klanten eenzelfde doorbelasting van energie en CO2-uitstoot te presenteren. Dit probleem zouden we kunnen ondervangen door alle IT-apparaten te meten en het verbruik per apparaat toe te delen aan de ITgebruikers. Ook dat stuit echter op bezwaren: het verbruik van de stroomvoorziening, de koeling, netwerkapparaten en andere randapparatuur kan immers moeilijk worden toegewezen aan een individuele gebruiker. En dan zijn er nog de erg hoge kosten van de meetapparatuur, nodig om alle IT-apparatuur te bemeten, en van de complexe software om de meetresultaten te verwerken, te analyseren en te interpreteren.
classificeren
Willen we dit probleem op een eenvoudige en kosteneffectieve manier oplossen, dan moeten de servers worden geclassificeerd volgens een korte lijst van standaardtypen, elk met zijn eigen profiel op het gebied van energiegebruik. Een voorbeeld daarvan wordt gegeven in afbeelding 2. De tabel uit deze afbeelding kan
dcw februari | monitoring
Hans Lamboo
7
dcw februari | monitoring
Verdeling energiegebruik in een gemiddeld datacenter.
8
worden toegepast zoals afgebeeld, maar kan natuurlijk ook worden uitgebreid of verfijnd om een betere aansluiting te krijgen met de gebruikers van een bepaald datacenter. Aan elke server is een basisstroomniveau toegekend en kengetallen van een gedeelte van de gebruikte stroom door het netwerk en de storage. De kosten van energie, koeling en verlichting worden gelijkelijk over de gebruikers verdeeld op basis van IT-wattage, ongeacht de serverclassificatie. Let op dat als ‘virtuele server’ een klasse is, dan zal het aantal toegewezen servers hoger zijn dan het aantal fysieke servers. In dat geval worden de fysieke servers die de virtuele servers hosten, niet aan de IT-gebruikers toegewezen. Kortom: deel de servers in klassen in en noteer van iedere IT-gebruiker zijn standaardservers. Tel vervolgens het berekende stroomverbruik van alle servers op, en normaliseer de uitkomst om die in lijn te brengen met de actuele IT ‘load power’ aan de hand van een model of bemeting. Voeg daar ten slotte PUE-kengetallen per serverklasse aan toe. Op die manier is het totale energiegebruik keurig verdeeld over de verschillende serverklassen en kunnen we die gemakkelijk toewijzen aan een bepaalde IT-gebruiker – en aan hem doorbelasten. De hele berekening kan worden uitgevoerd met een softwaretool, zoals die van APC, of met een spreadsheet.
Voorbeeld van een serverklassificatietabel.
co2 -uitstoot
Nu het stroomverbruik van het datacenter is omgeslagen per server, kunnen we bepalen hoeveel CO2-uitstoot daarvan het gevolg is. De CO2-uitstoot van een datacenter wordt veroorzaakt door drie componenten: • uitstoot tijdens de bouw van het datacenter en de inrichting ervan, de zogenoemde embedded carbon; • plaatselijke uitstoot van verwarmingsinstallaties, noodgeneratoren of cogeneratie systemen; • uitstoot veroorzaakt door de opwekking van elektrische stroom voor het datacenter. Meestal beperken discussies, benchmarks en rapporten zich tot de uitstoot die wordt veroorzaakt door ‘operations’. Hoewel embedded carbon een substantiële bijdrage levert aan de totale uitstoot van CO2, is er helaas nog geen standaardmethode om de hoogte ervan te bepalen. Datacenters produceren zelf nauwelijks uitstoot van CO2 of daaraan gelijk gestelde gassen. Het gebruik van noodgeneratoren is meestal goed voor niet meer dan 0,01 procent van de totale uitstoot en kan dus buiten beschouwing worden gelaten. Datzelfde geldt voor uitstoot gerelateerd aan verwarming: de meeste datacenters moeten immers bijna nooit aanvullend worden verwarmd. Ook hebben datacenters zelden een eigen (of shared) elek-
triciteitscentrale, zodat die uitstoot ook kan worden vergeten. Blijft over de CO2-uitstoot die is gerelateerd aan de stroomvoorziening, goed voor meer dan 99 procent van de uitstoot gerelateerd aan de operations. Het is mogelijk te schatten hoeveel CO2-uitstoot wordt veroorzaakt door de elektrische stroom in een datacenter. Een nutsbedrijf kan informatie verschaffen over de CO2-uitstoot van elk opgewekt kilowattuur, gebaseerd op hun park van energiebronnen. Deze gegevens worden uitgedrukt in tonnen CO2 per kilowattuur en bevinden zich meestal ergens tussen de 0,1 en 1. Bij de bepaling van de waarde wordt ook het verlies tijdens het transport van de generator naar het datacenter – meestal zo rond de 10 procent – bij het stroomverbruik opgeteld. Dat leidt tot deze formule: carbon 8760 hr 1 Annual CO2 (tons) = load (kw) x kwhr x year x (1 – distr loss)
De IT-gebruiker van het datacenter hoeft van de principes en technieken geen kennis te hebben om energie te integreren in de ITplanning en implementatie besluiten. Het enige dat de IT-gebruiker nodig heeft, is een eenvoudige samenvatting van het energiegebruik en CO2-uitstoot van de IT-systemen die ze gebruiken.
eenvoudig systeem
Het is mogelijk een verrassend effectief en goedkoop systeem te implementeren dat maar een paar energiemeters nodig heeft, een gespecialiseerde datacenteraudit en eenvoudige software. Het is zeker niet zo dat een complex, uitgebreid meetsysteem nodig is om verbruik en CO2-uitstoot te kunnen doorbelasten aan de IT-gebruikers. Het is zelfs zo dat dit soort systemen meestal een slechte ROI hebben. Voor elk datacenter geldt dat elke onnodig verbruikte watt een onherstelbaar verlies betekent. Daarom is het direct invoeren van een ongepolijst en simpel energiemanagementsysteem een betere optie dan pas over lange tijd het ‘ideale systeem’ implementeren. Een dergelijk grof systeem heeft een precisie van ± 20 procent, meer is zonder enige vorm van externe hulp onmogelijk. Het is mogelijk zelf de tool te ontwikkelen, of gratis te downloaden, bijvoorbeeld bij APC by Schneider Electric. De beheerder voert basisinformatie in over de configuratie van het datacenter en het aantal
servers, samen met actuele uitkomsten van ups load power, in de meeste datacenters het enige beschikbare getal. De tool geeft zelf aan welke informatie nodig is, informatie die een professional zonder moeite boven water kan krijgen, of kan bepalen aan de hand van een simpele walk-through. De eerste tool raamt de PUE van het datacanter, de tweede berekent op basis daarvan het stroomverbruik en CO2-uitstoot per ‘doorsnee server’. De eenheden ‘doorsnee server’ worden vervolgens verdeeld over de IT-gebruikers aan de hand van een methode die afhangt van het businessmodel. De meeste tools verstrekken daarover informatie. Het is een eenvoudige, maar uiterst nuttige methode die helpt de bewustwording op gang te brengen en die zorgt voor verbeteringen in gedrag. Het moet nogmaals worden gezegd dat het maar voor ± 20 procent accuraat is en gebaseerd is op doorsnee servers. Ook geeft het geen inzicht in mogelijke verbeteringen van de infrastructuur.
De conclusie: het is mogelijk aan de hand van simpele, kostenloze modellen het stroomverbruik en de CO2-uitstoot te bepalen, op basis van standaard, doorsnee servers, zoals een standaardserverunit. Zulke modellen zijn niet exact, maar accuraat genoeg om te kunnen worden gebruikt om deze in de loop der tijd uit te breiden naar een preciezer systeem. Het is altijd beter zo snel mogelijk te beginnen met een eenvoudig systeem, omdat elk verloren kilowattuur er feitelijk één te veel is. ■
Datacenters produceren zelf nauwelijks uitstoot van CO2 of daaraan gelijkgestelde gassen
advertentie
➔ Oog voor de toekomst
Bij het ontwerpen van een computerruimte of datacenter kijken wij naar het verleden maar toch vooral naar de toekomst. Het verleden is de basis van de huidige situatie. Uitgangspunten voor onze gesprekken over uw nieuwe computerruimte zijn uw organisatie en de doelstellingen voor de komende jaren. Wij willen een computerruimte voor u realiseren die niet alleen nu bij uw organisatie past maar ook de komende jaren kan meegroeien en die die u ondersteunt bij het behalen van de organisatie doelstellingen. All IT Rooms hanteert flexibiliteit, modulariteit en service als belangrijke ontwerp uitgangspunten. Deze drie criteria bepalen de toekomstbestendigheid van uw computerruimte.
Ontdek de passie van all it ROOms all it Rooms B.v. | Lange Kleiweg 50B | 2288 GK Rijswijk | t +31(070)31 98 999 | e
[email protected] | www.allitrooms.com www.allitrooms.com
de trend was jarenlang dat amerikaanse leveranciers van producten en diensten voor de technische infrastructuur van computerruimten en datacenters de oversteek naar nederland maken. minkels doet nu precies het tegenovergestelde. het uit veghel afkomstige bedrijf zet een nieuwe stap in zijn strategie en wordt actief in de verenigde staten. chief commercial officer jeroen hol legt uit waarom. Robbert Hoeffnagel
Jeroen Hol, CCO van Minkels:
‘Stap naar VS logisch gevolg van onze groeistrategie’
dcw februari | interview
De laatste jaren heeft Minkels een steeds grotere positie op de Europese markt verworven. Dit is voor een belangrijk deel te danken aan uitbreiding van het portfolio aan datacenteroplossingen. Naast de bekende serverracks en cold corridors is het productportfolio lang-
10
Jeroen Hol: "De tijd is rijp fysieke aanwezigheid in Verenigde Staten te creeren."
zaam maar zeker verder uitgebreid richting koeling, kabelmanagement, stroomverdeling, monitoring en dergelijke. “Een breed productassortiment en het aanbod van een totaaloplossing hebben onze groei in het buitenland goed gedaan”, zegt Jeroen Hol, chief commercial officer van Minkels. “Inmiddels komt al meer dan 60 procent van onze omzet uit het buitenland, mede ondersteund door onze vestigingen in België, Engeland, Frankrijk en Zwitserland, plus onze verkoopvertegenwoordiging in Duitsland. Sinds november 2011 is daar dus een verkoopvertegenwoordiging in de Verenigde Staten bijgekomen. Daarnaast leveren we in verschillende andere landen in EMEA, maar die markten bedienen we veelal vanuit onze internationale verkoopafdeling op het hoofdkantoor in Veghel. Vanwege de grote internationale vraagpotentie naar onze datacenteroplossingen, is verdere groei in het buitenland een belangrijk onderdeel in onze groeistrategie.”
‘customer intimicay’
Minkels volgt bij zijn buitenlandse expansie een vast stramien, legt Hol uit. “Kernbegrip hierin is ‘customer intimacy’. Wij zorgen ervoor dat we daar zijn waar onze klanten zijn, werken nauw met hen samen en volgen de ontwikkelingen op hun markten. Deze strategie blijkt te werken. Wij hebben een gemiddelde omzetgroei gezien van 20 procent in de afgelopen jaren. Onze recente benoeming door het Financieele Dagblad tot FD Gazelle is daarvoor een bewijs. Het is een degelijke en gefaseerde aanpak waarbij we met onze klanten meegaan en stap-voor-stap in een land verder groeien.” “In de landen waar we niet over een eigen verkoopvestiging beschikken, zijn we uitsluitend via onze internationale verkoopafdeling actief. Verkoop, engineering, serviceverlening en dergelijke gebeurt dan vanuit Veghel. We doen op die manier al flink wat business in bijvoorbeeld het Midden-Oosten, Hongarije, Spanje, Denemarken en projectmatig ook al
passingen ook beter lokaal kunnen doen. In het geval van de Verenigde Staten hebben wij nu al een assemblagepartner geselecteerd. En vanwege de afstand verwacht ik dat op termijn ook de productie in de Verenigde Staten zal plaatsvinden.” “Wat overigens goed blijkt te werken is de toevoeging van engineers aan onze verkoopteams bij alle internationale vestigingen”, zegt Hol. “Voor onze propositie is het belangrijk diepgaande technische kennis in de landen aanwezig te hebben en technisch gezien een sparringpartner voor klanten te zijn. Vooral
maatwerk
“Een eigen kantoor in het buitenland heeft in eerste instantie vooral een verkoopfunctie. Assemblage gebeurt in de beginfase veelal hier in Veghel. Geleidelijk aan kijken we in die landen vervolgens of er lokaal moet worden geassembleerd, bij voorkeur via partners. Soms stelt de lokale markt speciale eisen die zo specifiek zijn voor dat land, dat we die aan-
‘Inmiddels komt al meer dan 60 procent van onze omzet uit het buitenland’
omdat we ons als Minkels willen onderscheiden door maatwerk te leveren. Niet alleen in Nederland, ook internationaal. Dankzij vergaande modulariteit in onze producten zijn we in staat eenvoudig en snel datacenteroplossingen op maat te leveren. De kennis van lokaal aanwezige engineers zorgt er vervolgens voor dat intensieve ondersteuning bij deze maatwerkoplossingen wordt geboden.”
strategie
Minkels is vooral bekend van zijn serverracks. De vraag is of dat inmiddels niet een commodity-product is geworden met een navenante druk op de prijzen. “Ja en nee”, zegt Hol. “Het is niet voor niks dat ons managementteam in 2005 een strategische keuze heeft gemaakt om niet alleen kale serverracks aan te bieden, maar vooral complete datacenteroplossingen te ontwikkelen en te leveren. Daarom hebben wij ons productportfolio steeds verder uitgebreid. Deze omslag binnen ons bedrijf is ook de provincie Brabant niet ont-
dcw februari | interview
in de Verenigde Staten. Door de customer intimacy-benadering is de business die onze internationale verkoopafdeling genereert vaak een springplank naar het opzetten van een eigen vestiging in een land.Voorafgegaan door via een agentschap lokale aanwezigheid te creëren, wat een vrij gangbare strategie is om je footprint internationaal uit te breiden. Ook in de Verenigde Staten werken we volgens die benadering. Onze doelstelling is heel helder, op termijn zullen we een eigen vestiging in de Verenigde Staten openen. Ook voor het verkoopagentschap daar is dat nu al duidelijk.”
11
gaan, die ons in 2010 tot winnaar uitriep van de Brabantse Economieprijs. Een prijs die aan Minkels is toegekend vanwege onze investeringen in innovatie en vernieuwende oplossingen op het gebied van energie-efficiëntie, waarmee we voor dynamiek en economische groei in de regio zorgen.” Bij een gemiddeld datacenterproject schat Hol het aandeel van de racks in de totale investering inmiddels nog slechts op 5 procent. “Als wij nu met klanten praten, gaat het vrijwel nooit over de kasten alleen, maar juist over de toepassing. Kennis over de toepassing is belangrijk bij de keuze voor bepaalde racks. Wij leveren een bepaalde kwaliteit, onder andere op het gebied van energie-efficiëntie. Wie bijvoorbeeld eenzelfde soort rack gebruikt voor servers en switches, zal al snel ontdekken dat het niet verstandig is hiervoor twee identieke kasten te gebruiken. Het aanzuigen en uitblazen van lucht is bij veel switches, zoals de switches van Cisco, namelijk totaal anders geregeld dan bij servers van bijvoorbeeld Dell of HP. Switches maken veelal gebruik van zijkoeling. In de praktijk maakt het echter nogal wat uit of lucht van voor naar achter door de kast stroomt of van links naar rechts.”
dcw februari | interview
metamorfose
12
De geleidelijke metamorfose van Minkels tot leverancier van totaaloplossingen is niet zo’n vreemde ontwikkeling. Zijn verre historie ligt namelijk bij de bouw van kasten voor de elektrotechnische industrie. Zusterbedrijf Cortexon – eveneens lid van de Aegide Group – doet dit nog steeds. “Dat zijn veelei-
‘Wij zorgen ervoor dat we daar zijn waar onze klanten zijn’
sende klanten die kasten nodig hebben die nadrukkelijk aansluiten bij hun hightecheisen. Zij duwen de technologie op kastengebied als het ware vooruit. Koeling is bijvoorbeeld een belangrijke component van zulke oplossingen. Dat betekent dus veel engineering en kennisontwikkeling op het gebied van koeling. Dat is in de genen van Aegide Group gaan zitten. In de loop der tijd hebben we ons daardoor kunnen doorontwikkelen tot leverancier van totaaloplossingen voor datacenterinfrastructuren, waarbij een serverrack nog slechts een onderdeel van de oplossing is.” Die eerder opgedane kennis heeft Minkels de laatste jaren meer en meer gebruikt om een eigen productportfolio op te bouwen, waaronder een complete serie op het gebied van datacenterkoeling. “Deze ontwikkeling vond een eerste hoogtepunt tijdens de CeBIT van 2006. In dat jaar hebben we op de bekende ict-beurs in Hannover het cold-corridorconcept geïntroduceerd. Dat is een zeer succesvol product geworden en feitelijk het eerste product buiten de serverracks om dat we in serie zijn gaan produceren. Maatwerkkennis binnen de engineering die door ons is omgezet naar een seriematig product.”
modulair
De afgelopen jaren heeft het bedrijf het datacenter-koelingportfolio verder uitgebreid met onder andere watergekoelde kasten, in-rowkoelers, DX-koeling - bedoeld voor kleine serverruimten – en vrijeluchtkoeling. Ook richt het bedrijf zich met zijn VariconPowerproductlijn meer en meer op oplossingen voor energievoorziening en stroomverdeling. “Parallel daaraan zijn wij ook gestart met softwareontwikkeling en hebben we onder de naam Varicontrol een DCIM-oplossing (datacenter-infrastructuurmanagement) gelanceerd om verschillende parameters in het datacenter te kunnen meten en die meetgegevens vervolgens te kunnen analyseren. Ook bij deze oplossing hebben we het modulaire principe doorgetrokken, zodat de aansluiting bij behoeften van klanten maximaal is. Het DCIM-product is modulair opgebouwd zodat je als klant alleen die modules hoeft te kopen die je ook daadwerkelijk nodig hebt.” Vrijwel ieder zichzelf respecterende aanbieder
van datacenterproducten heeft inmiddels een eigen DCIM-pakket uitgebracht. Wordt de markt daarmee niet erg vol? “Veel pakketten zijn te groot en veel te uitgebreid.”, zegt Hol. “Niet elk bedrijf wil bovendien al die functionaliteit in één keer invoeren. Waarom dan niet modulair? Zodat een klant met één of twee modules kan beginnen met het oplossen van zijn belangrijkste vraagstukken. Is dat eenmaal gebeurt en er is behoefte aan meer mogelijkheden, dan kan die extra functionaliteit zonder problemen in de vorm van een aparte module worden toegevoegd.”
californië
Terug naar de internationalisering en de Verenigde Staten. “Via onze internationale verkoopafdeling hebben we al de nodige projecten in dat land gedaan. Nu is de tijd rijp daar ook fysieke aanwezigheid te creëren. Grote Europese klanten hebben ons gevraagd om hen tevens buiten de Europese grenzen te bedienen, vooral in de Verenigde Staten. Dat gaat om grote Europese datacenterketens, een afzetmarkt die steeds belangrijker voor ons is geworden. Wij willen deze klanten graag in hun internationale groeistrategie blijven ondersteunen.” “Boven op de vraag via bestaande klanten, zien we bovendien veel onafhankelijke groeipotentie voor onze aisle-containmentoplossingen in de Verenigde Staten. Aisle containment staat daar nog in de kinderschoenen, terwijl datacenters in Californië worden beloond voor energiebesparende maatregelen. Vanuit ons productportfolio geredeneerd is de stap naar de Verenigde Staten dus ook goed getimed.” “Onze investering sinds 2005 in de verbreding van het productportfolio richting koeling, monitoring, stroomvoorziening en levering van totaaloplossingen, is uiteindelijk een juiste strategische koerswijziging gebleken. Het heeft tegelijkertijd voor een belangrijke cultuuromslag binnen onze organisatie gezorgd. Gecombineerd met het maatwerk dat wij leveren en de groeiende internationalisering van het bedrijf, zijn de logistiek en het delen van kennis steeds belangrijkere onderwerpen voor ons geworden. Daar besteden wij dus veel aandacht aan.” ■
SMARTER Data Center InfrastruCture. We’re In It. Our unique R&D relationships with the world’s leading active equipment vendors help anticipate your future connectivity requirements. Our investment in local resources delivers face-to-face technical support where you need it, when you need it, even for multi-national roll outs. So, for an agile and efficient data center, choose TE Connectivity. www.datacenteragility.com
netpodium rack system & universal Connectivity Platform (uCP):
NEW!
• Ideal for mixed media data center environments • Plug & play copper and fiber systems in one panel • Save time and space through increased rack efficiency • Utilize free space alongside, above and below the 19” envelope • For applications up to 100G • Reduced installation times due to tool-less fasteners • High density cable management & bend radius protection www.datacenteragility.com/products
KRONE
incorporating AMP NETCONNECT and KRONE
eVerY COnneCtIOn COunts Rietveldenweg 32, 5222 AR ’s-Hertogenbosch +31 73 6246211
[email protected] www.ampnetconnect.nl
Ook op uw bureau?
Cloud Works
Mail uw gegevens naar
[email protected] en ontvang het magazine CloudWorks gratis!* *Indien uw functie en werkkring relevant zijn. Vergeet deze niet te vermelden.
Sterke groei hdtv-uitzendingen vraagt forse upgrade
United moderniseert datacenter en netwerk het in nederland gevestigde bedrijf united faciliteert omroepen en producenten bij het maken van tv-uitzendingen. dat zijn bijvoorbeeld grote sportevenementen, maar ook reguliere nieuwsuitzendingen en reality shows. door de groeiende vraag naar simultane uitzendingen in hd-kwaliteit (high definition) en vod-diensten (video on demand) kreeg het bestaande datacenter moeite met de wildgroei aan videodata. vooral de netwerkinfrastructuur kon de vraag nauwelijks meer aan. datacenterworks sprak met marc ruesen, manager business development bij united. Ivette van der Elst is journalist
buitenlandse zenders, zoals het Amerikaanse NBC, ESPN en het Braziliaanse TV Globo. Ook zijn we momenteel druk bezig met de voorbereidingen van de Olympische Spelen in Londen. Met de redactionele inhoud zelf hebben we overigens niets te maken, we leveren alleen de technische faciliteiten.” Wat speelt er allemaal op dat vlak? “Vandaag de dag zenden televisiezenders dag en nacht programma’s uit, zijn er honderden kanalen beschikbaar en worden televisiebeelden in verschillende formaten uitgezonden. Tegelijkertijd merken we een sterke toename van VOD-diensten (video on demand), via streaming video. Momenteel is de verhouding 60 procent traditionele tv en 40 procent streaming, maar binnen twee jaar zal dat mogelijk omgekeerd zijn. Iets dat ook steeds complexer wordt, zijn de live uitzendingen van grote evenementen, die over de hele wereld worden verzorgd. Als er iets mis gaat, is dat terug te zien in honderden miljoenen huishoudens, dus dat moet koste wat kost worden voorkomen. Vooral de openingscere-
monies van een wereldwijd evenement, zoals de Olympische Spelen, vergen veel van onze technische infrastructuur. Daar zijn soms wel vijftig camera’s tegelijk bij betrokken en dus ook vijftig videostreams, allemaal in hd-kwaliteit. Je kunt je voorstellen dat dit enorme eisen stelt aan vooral de netwerkinfrastructuur. En dat zal de komende jaren allemaal alleen maar verder toenemen.” Dat stelt ongetwijfeld hoge eisen aan het datacenter. “Absoluut. Beide datacenters van United zijn ontworpen op basis van HACS (hot aisle containment system), in combinatie met in-row koeling. De combinatie van beide leidt naast een zeer efficiënte koelmethode, ook tot enkele voordelen ten aanzien van continuïteit. In het eerste geval is er door toepassing van meerdere in-row koelers een uitgesproken vorm van risicospreiding. In het tweede geval zal bij uitval van de koeling de warme lucht accumuleren in een afgesloten ruimte, terwijl aan de aanvoerende kant langere tijd koude lucht beschikbaar zal zijn die de apparatuur
dcwf ebruari | praktijk
“We zijn een full-service faciliteitenprovider waarbij de nadruk ligt op het leveren van personeel en apparatuur voor de realisatie van tv-uitzendingen, variërend van een enkele camera tot en met het coveren van grote wereldwijde evenementen, zoals het FIFA WK Voetbal”, vertelt Marc Ruesen, manager business development bij United. “Daarvoor leveren wij camera’s, cameramensen en technici, en satelliet-uplinks. Wij zijn betrokken bij meer dan 45 procent van alle Nederlandse live tv-producties.We werken ook samen met
15
zonderlijke flexibiliteit wat betreft de schaalbaarheid van het benodigd koelvermogen en van een zeer hoge beschikbaarheid.”
kan aanzuigen. Tezamen heeft men in geval van een calamiteit een groter venster om een contingency-plan uit te rollen. Of bij de meest kritische systemen een ‘gracefull shutdown’ uit te voeren.” De hoge netwerkeisen leiden ongetwijfeld tot veel warmte. Hoe krijgen jullie die warmte weer weg? “Onze beide datacenters worden koeltechnisch gevoed door een centraal gefaciliteerd koelwaternet, in beheer van het TCN Mediapark. Het koude proceswater wordt aangeboden vanuit een van de twee energiecentrales op het park, waar vier onafhankelijke warmtekrachteenheden de koeling verzorgen. Door gebruik te maken van de centrale koelwatervoorziening geniet United van een uit-
Hoe wordt de stroomvoorziening gegarandeerd? “De stroomvoorziening wordt eveneens verzorgd door TCN. Het United-pand wordt gevoed door twee hoofdvoedingen, waarbij een fail-over kan plaatsvinden tussen beide. Wanneer een van beide voedingen uitvalt, kan TCN de stroomvoorziening laten overnemen door vier gasturbines, die onafhankelijk van publieke nutsvoorzieningen de voeding kunnen verzorgen. Verder bestaat er nog een noodvoorziening, waarbij een externe noodstroomaggregaat wordt aangesloten. Deze voorziening dient vooral voor geplande outages vanwege onderhoudswerkzaamheden. Inhouse beschikken we over een Socomec upsinstallatie, waarbij de voeding vanuit de ups naar de datacenters viervoudig is uitgevoerd. Elk van de driefasengroepen is aangekoppeld aan een EAE BusBarsysteem, dat in paren per rackrow de voeding faciliteert. Het high-
densityconcept is hier tot uiting gekomen in de vorm van een mogelijke viervoudige 32 A-voeding per rack, die vervolgens aan de BusBars kan worden onttrokken.” Hoe zit het met de fysieke beveiliging? “Het United-pand wordt beveiligd door het NOX-securitymanagementsysteem, in nauwe samenwerking met een gerenommeerd beveiligingsbedrijf. Het NOX-systeem vormt de spil als centrale beheeroplossing die zorg draagt voor monitoring, beheer en beveiliging van het pand en daarmee ook van de datacenters van United. De mogelijkheden van het systeem bestaan naast conventionele inbraakdetectie en camerabewaking uit temperatuurmonitoring en biometrische toegangs-
‘Live-uitzendingen van wereldwijde evenementen leggen een enorme druk op de infrastructuur van ons netwerk’
advertentie REINIGEN, RECONDITIONEREN EN CONSERVEREN VAN KLIMAATTECHNISCHE INSTALLATIES
PROGREEN® CONDENSORCOATING Duurzaam elastisch Wering vuilaangroei Goed geleidend Alu-membraam Titaandioxide Zeer goede hechting en bescherming Watergedragen GROEN!
Kijk voor meer informatie op: WWW.CONPRO.NL Bunsenstraat 90 | 3316 GC Dordrecht | T 078 - 621 38 51
controle voor high-securityzones binnen het pand.Voorts bewaakt een beveiligingsinstantie samen met het United datacentermanagementteam, alle facetten om een continuïteit van de bedrijfsvoering te waarborgen.” Hoe beheren en monitoren jullie de technische infrastructuur van het datacenter? “Ook hierin vormt het NOX-systeem een belangrijke schakel. Naast NOX zijn er verregaande integraties uitgevoerd in BNA (Brocade network advisor). Als centraal managementplatform monitort United niet alleen de netwerkinfrastructuur met BNA, maar hierin is ook environmental en powermonitoring ondergebracht.” Wat voor netwerkinfrastructuur gebruikt United om zijn diensten te faciliteren? “Zeven jaar geleden zijn we gestart met een op IP-gebaseerd netwerksysteem dat geschikt was om uitzendingen in SD-kwaliteit te bewerken en uit te zenden. Ons eerste systeem
werkte aanvankelijk prima en we kochten vervolgens nog twee systemen en integreerden deze. Maar het netwerk was min of meer aan elkaar gelijmd zonder dat we echt hadden nagedacht over redundancy, beveiliging en andere netwerkgerelateerde zorgen. Tegelijkertijd groeiden we als kool door de overname van enkele kleinere bedrijven, die elk weer hun eigen technische faciliteiten hadden. Het netwerk functioneerde, maar was zeker niet meer klaar voor de toekomst.” Het netwerk moest dus ook op de schop. Wat was de behoefte? “We wilden een compleet nieuwe netwerkinfrastructuur die met beduidend meer bandbreedte overweg zou kunnen en klaar zou zijn voor de behoeften van de nabije toekomst. De bestaande infrastructuur had al moeite met videobestanden van enkele honderden Gigabyte (GB), maar we wilden dat ons nieuwe netwerk om kon gaan met Terabytes (TB) aan datastromen op dagelijkse basis, op diverse
platformen. Omdat ons netwerk niet meer goed kon voorzien in onze behoefte en bovendien niet goed was beveiligd, moesten we het grondig anders gaan aanpakken. We zijn begonnen met de consolidatie van vier gebouwen naar een nieuwe faciliteit, waardoor we op die centrale locatie een nieuwe netwerkinfrastructuur konden opzetten. Onze doelstelling is om ons netwerk te vernieuwen en tegelijkertijd de operationele kosten te reduceren. Het oude netwerk had meerdere zwakheden, oftewel ‘multiple points of failure’. De Brocade ethernet fabric voorkomt ‘single points of failure’ waardoor de netwerkprestaties toenemen. De MLXe-serie routers leveren 10 Gb bandbreedte via ethernet, die in de toekomst kunnen opschalen naar 100 Gb. Daarmee is het netwerk voorbereid op de verwachte toename van het netwerkverkeer, zoals nieuwe hd-zenders en meer streaming video. We wisten dat een dergelijke infrastructuur zou voorzien in de behoefte van onze klanten.” ■
advertentie
DFC² : het geld komt u aanwaaien!
Meer computervermogen op een kleiner oppervlak zorgt voor een stijging van de vraag naar energie-efficiënte airconditioners voor computerruimten. DFC², het ‘Directe Vrije Koeling’ concept van Stulz met innovatieve wegklapbare warmtewisselaar, is de meest milieuvriendelijke en energiezuinige koeloplossing die wordt toegepast in de CyberAir airconditioners. Ook bij een hoge buitentemperatuur kan dankzij de intelligente DFC² besturing de computerruimte met buitenlucht vrij gekoeld worden. Behaal een enorme energiebesparing in uw computerruimte met DFC² ! STULZ Groep BV Weverij 7-9 1185ZE AMSTELVEEN Tel.: +31(20) 545 1111 WWW.STULZ.NL
All IT Rooms, DatacenterWorks, Rittal, Stulz en Technalia presenteren dé portal voor groene IT en groene data centers
Green IT Works is de enige Nederlandse portal die is gericht op groene IT en groene datacenters. Met dagelijks: - nieuws - achtergronden - blogs - video - whitepapers - en meer Green IT Works is een initiatief van All IT Rooms, DatacenterWorks, Rittal, Stulz en Technalia.
Wilt u altijd op de hoogte zijn van het laatste nieuws op het gebied van groene IT en groene datacenters? Ga dan nu naar www.Green-IT-Works.nl
Universitair Medisch Centrum Utrecht wil ‘vergroenen’
Active Power helpt UMC te groeien naar PUE < 1,1
met twee vollopende datacenters en een verouderde power- en koelinginfrastructuur werkt het universitair medisch centrum utrecht aan een belangrijke moderniseringsslag. het eisenpakket daarbij is bovendien niet mis: ‘vergroenen’ (pue naar maximaal 1,1), modulaire opbouw want weinig duidelijkheid over de ontwikkeling van de benodigde ict-capaciteit plus de nodige fysieke beperkingen in het ‘energiehuis’. vooral de ups-installatie kreeg door de ruimtebeperkingen en de impact op de pue veel aandacht. Robbert Hoeffnagel
ziekenhuizen
“In dat opzicht is het opvallend dat het UMC voor de continuïteitsinstallatie voor de energievoorziening voor ons heeft gekozen”, zegt Ramon de Jong, sales directeur Duitsland, Oostenrijk, Zwitserland en Benelux van Active Power. “Wij zijn namelijk nog maar relatief kort in Nederland actief. Daar staat echter tegenover dat we in een aantal andere Europese landen al de nodige installaties hebben gerealiseerd. Onder andere bij een aantal grote ziekenhuizen. Daardoor hebben wij volwaardig in dit project kunnen meedoen.” Active Power is een Amerikaanse fabrikant van ups-systemen, of beter gezegd van continuïteitsinstallaties. “Ja, wij leveren ups-systemen, maar veel liever nog verzorgen wij een complete turnkey-oplossing die zorgt voor een ononderbroken energielevering. Vandaar: continuïteitsinstallaties”, verklaart De Jong. Veel ups-systemen maken gebruik van batterijen. Deze nemen bij een storing de belasting direct over en geven daarmee de generator de kans te starten en de belasting te voeden totdat het net weer terugkomt. “Batterijen kennen ook belangrijke nadelen”, stelt De Jong. “De beschikbare capaciteit is alleen op papier bekend. Hoeveel de batterijen op een bepaald moment daadwerkelijk kunnen leveren, is lastig in te schatten. Dat heeft alles te maken met de onderhoudsgevoeligheid van batterijen en het feit dat gedurende het gebruik jaarlijks de kans op uitval van een of meer batterijen toeneemt. Daarnaast moeten we goed letten op de temperatuur en speelt het gewicht van de batterijen en het benodigde vloeroppervlak een belangrijke rol. Bovendien is een speciale afvoer noodzakelijk als een batterij niet langer kan worden gebruikt.”
dcw februari | praktijk
Vraag een manager in het bedrijfsleven naar zijn investeringsprioriteiten en hij zal, zeker in de huidige economische situatie, geneigd zijn ‘groen’ te zeggen, maar ‘financieel aantrekkelijk’ te doen. Dat ligt anders bij organisaties als een academisch ziekenhuis die ook een duidelijke maatschappelijke verantwoording hebben af te leggen. “Bij de gehele moderniseringsslag die wij hier maken is een principebesluit genomen”, zegt Hans van Vlodrop, clustermanager energievoorziening bij het UMC (Universitair Medisch Centrum Utrecht). “Al onze investeringen in nieuwe systemen en oplossingen moeten groen én financieel aantrekkelijk zijn. Lukt het niet om die combinatie te realiseren, dan heeft groen de voorkeur al is de ROI op maximaal vijf jaar gesteld. Bovendien moeten we werken met partijen en technieken die zich in de praktijk hebben bewezen.”
19
vliegwiel
Allemaal redenen waarom Active Power liever voor energieopslag op basis van een vliegwiel kiest. De hiertoe ontwikkelde technologie heet CleanSource. De Jong ziet belangrijke voordelen: de exacte capaciteit is bekend, er treedt geen veroudering op, de levensduur is vele malen langer (twintig jaar of meer), er is sprake van een gering gewicht en beperkte afmetingen, er is geen speciale afvoer vereist, er is weinig onderhoud nodig, vliegwielen zijn nauwelijks temperatuurgevoelig (-20 tot +40 °C) en er is geen speciaal geconditioneerde ruimte nodig. Bij gebruik van een vliegwiel kunnen batterijen achterwege blijven. Bij aanwezigheid van een voedingsspanning zal het in een nagenoeg wrijvingsloze omgeving (vacuüm) ronddraaiend wiel de energie opslaan als kinetische energie. Wordt de voeding onderbroken, dan zal de massatraagheid ervoor zorgen dat het wiel op hoge snelheid (beginnend met 7.700 omwentelingen per minuut) blijft draaien. Daarmee fungeert het wiel als een generator die de kinetische energie omzet in elektrische. Het ontladingsvermogen per vliegwiel bedraagt 250 kVA gedurende 15 s. Het vliegwiel is volledig geïntegreerd in de ups. Mechanische onderdelen als lagers betekenen dat onderhoud ook bij dit type ups een rol speelt. “Het vliegwiel ligt horizontaal en is natuurlijk aan de boven- en onderzijde gelagerd. Die lagers slijten uiteraard in de loop der tijd, maar zijn in het veld te vervangen. Bovendien creëren wij een magnetisch veld waardoor het vliegwiel enigszins wordt opgetild en de belasting op de onderste lagers afneemt. Hierdoor wordt de levens-
duur aanzienlijk verlengd. Dit magnetisch veld is in combinatie met een vacuüm in de behuizing tevens bedoeld om wrijvingsverliezen te verminderen, waardoor minder slijtage aan de lagers optreedt. Maar door minder weerstand stijgt natuurlijk ook de efficiëntie en is het vliegwiel in staat zo lang mogelijk als generator op te treden bij uitval van de netspanning”, vertelt De Jong.
pakket van eisen
Terug naar het UMC. “Het pakket van eisen dat wij van de directie hebben meegekregen, was duidelijk, maar moest nog wel worden vertaald naar technische eisen voor onder andere de ups-installatie”, zegt Nico Iseger, facility manager op interim basis bij het UMC. “Lastig hierbij is dat er in het medische segment weinig duidelijkheid bestaat over de ontwikkeling van de ict-capaciteit. Dat heeft vooral te maken met beslissingen door de politiek. Bijvoorbeeld: hoe gaat het verder met het elektronisch patiëntendossier? Komt dat er wel of niet? En zo ja, hoe ziet dat er dan precies uit en wat betekent dat voor de UMC’s?” Deze onduidelijkheid heeft daarom geleid tot een aanpak die nadrukkelijk modulair is. “We zitten nu op pakweg veertig IT-racks en we weten wel dat dit aantal op de korte termijn flink gaat toenemen, maar hoe snel en tot welk aantal weet ik niet. We zijn hier uitgegaan van de marktgegevens. Voor de ups betekent dit dat deze in stappen van 250 kVA moet kunnen worden uitgebreid. Modulair alleen is echter niet genoeg. We moeten ook zeker weten dat we wat capaciteit betreft met de gekozen ups flink kunnen groeien, zodat we de onvoorspelbare groei in ict-capaciteit kunnen bijhouden”, stelt Iseger. “We schatten dat we ‘straks’ een vermogen van circa 1 MW nodig hebben. Maar niet vanaf dag één. Daar komt echter bij dat 1 MW toch wel een kantelpunt is: kiezen we dan voor een statische of een dynamische ups? Dat is vooral een financiële afweging gekoppeld aan een groeiscenario.”
beperkte ruimte
Nog een interessant punt: de bouwvergunning voor het energiehuis. “Die kent de nodige beperkingen. We kunnen wat ruimte betreft niet uitbreiden. De ups-installatie moet dus binnen de bestaande afmetingen passen. En die is niet overdreven groot. Dat is uiteindelijk een belangrijk punt geworden bij de definitieve keuze aangezien lang niet alle upsleveranciers die wij hebben benaderd met die ruimtebeperking uit de voeten konden”, vertelt Van Vlodrop. Active Power is dankzij de ervaring bij andere ziekenhuizen als ‘bewezen partij’ geaccepteerd, maar hoe zit dat met het concept van een vliegwiel? Dat is zeker nog niet een algemeen geaccepteerde en dus breed toegepaste technologie in Nederland. “Het UMC is niet bang voor nieuwere technologie. Wat dat betreft kennen wij geen drempelvrees”, stelt Iseger. “Bovendien is er een respectabel aantal grote bedrijven en instanties in Europa die deze vliegwieltechnologie al jaren in gebruik hebben.Wij konden daar gaan kijken en van hen horen wat de ervaringen zijn. Ook zien wij de voordelen van vliegwielen ten opzichte van batterijen. Het zou mij niet verbazen als batterijen meer en meer terrein gaan verliezen.” “In Nederland zien we vooralsnog mondjesmaat vliegwielen in upsinstallaties worden toegepast”, zegt Rob Engelen, channel manager Benelux bij Active Power. “Maar als ik naar Europa of wereldwijd kijk, constateer ik toch dat wij de afgelopen tien jaar al meer dan drieduizend
active power en elinex
ups’en op basis van vliegwieltechnologie hebben geleverd. De technologie wordt steeds meer als een robuuste en energiezuinige oplossing geaccepteerd.”
Active Power levert de ups-installaties, doet een deel engineering en verzorgt technische ondersteuning. Elinex is een van de partners van Active Power in Nederland en doet onder andere orderafhandeling, projectmanagement en serviceactiviteiten uit (denk aan: assistentie bij installatie, opstarten en inbedrijfstelling, SIT testen, onderhoud, storingscontracten, reparaties).
redundantie
De ups-installatie is volledig redundant uitgevoerd. Dit betekent dat bij een storing in het ene component een identiek tweede component de taken kan overnemen. Bovendien maakt een redundante uitvoering het plannen van onderhoud eenvoudiger. “Dat is echter wel een punt van aandacht”, meent Marco Wenzkowski van MM Consultancy. Hij heeft op technisch vlak het project bij UMC begeleid. “Natuurlijk kan bij redundante uitvoering onderhoud worden gepleegd aan een van beide installaties, terwijl de andere normaal in bedrijf is. Maar tijdens het onderhoud heb je dan niet langer de beschikking over een redundante ups. Wat nu als juist dan zich een storing voordoet? De vraag hoeveel uren onderhoud een installatie nodig heeft of krijgt, is dus zeer relevant.” Mede om die reden is besloten bij het beheer en onderhoud van de technische infrastructuur van het UMC veel meer procesmatig te gaan werken. “De literatuur geeft heel duidelijk aan dat zeker 70 procent van technische storingen worden veroorzaakt door menselijk handelen. Om de kans op dat soort fouten te minimaliseren, hebben we een aantal processen ingevoerd: change-management voor het op gestructureerde wijze doorvoeren van wijzigingen in de installaties, incidentmanagement om op gestructureerde wijze met storingen om te kunnen gaan
en bijvoorbeeld access-management om de toegang van medewerkers en anderen tot de ruimten waarin relevante installaties zijn opgesteld, te kunnen regelen”, zegt Wenzkowski. De hoeveelheid onderhoud die een installatie krijgt is bovendien tot op zekere hoogte een keuze. Dat is op zich een gevaarlijke opmerking, want uiteraard stelt de fabrikant hiervoor wel degelijk een schema op en baseert daar bijvoorbeeld garantieregelingen op. Maar veelal zit in zo’n onderhoudsschema ruimte voor aanpassingen naar eigen inzicht van de klant. “Het aantal uren dat voor onderhoud wordt gereserveerd en het moment waarop deze worden ingezet, moet dus zorgvuldig worden afgewogen: technische eisen en wensen versus risico op storingen – zeker ook tijdens onderhoudsuren”, stelt Wenzkowski. “Een procesmatige manier van werken is bij het beheer van de technische infrastructuur nog relatief nieuw, maar het biedt wel degelijke grote voordelen. De uit te voeren werkzaamheden en het resultaat daarvan worden veel voorspelbaarder.” ■
advertentie People are the basis for our success: clients, employees,
partners
and
stakeholders.
And
many other people whose lives we want to improve through our work. That is what makes us a people’s business. Close to the markets, in which our clients operate and close to their projects, in which we are personally involved. Worldwide, local Tebodin. Always close. Datacenter services Our ability to offer consulting and engineering services provides our clients with a single point of contact for all their needs. Our datacenter specialists are on hand with the experience
Part of Royal BAM Group
and expertise necessary to assist in the selec-
Tebodin always close
tion, development, design, construction and maintenance of datacenters on both greenfield and brownfield sites. For further information please contact Bramske Dudok van Heel via
[email protected] www.tebodin.com
Vergroening van een bestaand datacenter
Hoe het meten van energiegebruik hierin een rol speelt maatschappelijk verantwoord ondernemen staat hoog in het vaandel van colt technology services. vandaar dat het bedrijf voortdurend op zoek is naar energie-efficiënte innovaties om de ecologische footprint terug te dringen. het meten van het energiegebruik speelt hierbij een niet te onderschatten rol. Wember Spek
Colt Technology Services, actief in dertien landen vanuit negentien datacenters, levert zijn klanten managed services en integrated networking. Het bedrijf probeert voordurend het energiegebruik terug te dringen. Gedurende de afgelopen twaalf maanden is de PUE dan ook met meer dan 10 procent verbeterd ten opzichte van 2010. “Energiebesparing begint bij de basis. Zo zijn de daken van het datacenter wit geschilderd
opdat zonlicht reflecteert, en is het licht in de diverse ruimten alleen aan wanneer dat expliciet nodig is. Bewegingsdetectors schakelen de verlichting in wanneer iemand de ruimte betreedt, en deze gaat na een gegeven periode van inactiviteit automatisch weer uit”, vertelt Marcel de Ruijter, vestigingsengineer bij Colt Nossegem in België.
advertentie
bemeterde omgeving
Vanuit deze rol is De Ruijter verantwoordelijk voor onder andere het realiseren van de energiebesparingdoelstellingen. Colt heeft gekozen voor de intelligente PDU (power distribution unit) van OEC met een communicatiemodule voor het op afstand uitlezen van de meter. Hierbij wordt een hoge mate van nauwkeurigheid van de metingen (afwijking < 0,1 %) gekoppeld aan het hoogste beveiligingsniveau (SNMPv3). “Beide onderdelen hebben een zeer laag eigen energiegebruik en passen geheel binnen onze groene doelstellingen. Voor de verwerking van de gegevensstromen gebruiken we ‘control manager software’ van OEC”, zegt De Ruijter. “De stap om over te gaan van een niet-bemeterde naar een intelligente, bemeterde omgeving stond al enige tijd op onze prioriteitenlijst. Daar waren diverse redenen voor. Voorheen werd periodiek een manuele meting verricht wat niet alleen een tijdrovende klus was, maar ook niet geheel zonder risico. ‘Health and safety’ speelden tevens een rol in de besluitvorming. Het meten van het stroomverbruik gebeurde tot voor kort handmatig, waarbij met de stroomtang direct op de stroomvoorziening werd uitgelezen. Een arbeidsintensief karwei: het verwerken van deze data kon, afhankelijk van de grootte van het datacenter, een tot twee dagen in beslag nemen. In de nieuwe situatie zijn wij in staat binnen enkele minuten van ons totale klantenbestand, verspreid over meerdere datacenters, een reëel en uiterst nauwkeurig verbruiksrapport per eindgebruiker te genereren”, vertelt De Ruijter. “Bijkomende voordeel is een realtime inzicht in de belasting per rack per klant. Dit helpt ons en onze klanten binnen de grenzen van de redundantie van de apparatuur en van hun actuele stroomverbruik te blijven. Hierdoor kunnen overbelasting en dus verstoringen worden verkomen. Voor ons is dat belangrijke toegevoegde waarde naar onze klanten toe.” De Ruijter vervolgt: “Hiernaast gebruiken wij de gegenereerde data om de fasen onderling optimaal te balanceren wat kan leiden tot aanzienlijke besparingen in energiegebruik. In extreme situaties tot 10 procent van het totale gebruik. Uiteraard profiteren onze klanten daar ook direct van.Verder wordt de door de PDU’s aangeleverde data gebruikt om inzicht te krijgen in de warmteontwikkeling op de vloer van het
Monitoren van het stroomverbruik met behulp van een iPad.
datacenter. Hier wordt de gebruikte energie eenvoudig gezegd nagenoeg één-op-één omgezet in warmte, wat hotspots tot gevolg kan hebben. Deze opeenhopingen van warmte kan verregaande consequenties hebben voor het functioneren van apparatuur in de directe omgeving van zo’n hotspot. Naast al de genoemde redenen wordt door het op maat gemaakte softwarepakket van OEC met een druk op de knop per klant een factuur gegenereerd. Dit verhoogt het gebruiksgemak uiteraard nog verder.”
toekomstige verbeteringen
Colt blijft, samen met OEC, ook in de toekomst investeren in de innovatie en implementatie van energie-efficiënte oplossingen. Op dit moment wordt hard gewerkt aan het grote Nossegem Capacity Upgrade project. Dit project bestaat uit drie grote ‘blokken’: • twee dieselgeneratoren zijn geplaatst als back-up voor het HVACsysteem en dat resulteert in een toegenomen beschikbare IT-load voor gebouw 1 en 2; • om deze toegenomen IT-load te ondersteunen zal een derde chiller worden geïnstalleerd, voorzien van grote ‘free cooling batteries’, waardoor de PUE verder zal afnemen; • de huidige dry coolers zullen worden vervangen door efficiëntere chillers. ■
advertentie Drie uitdagingen voor iedere datacenter manager – garanderen van betrouwbaar dataverkeer, plannen voor toekomstige migratie en energiebeheer Nexans helpt met betrouwbare netwerkinfrastructuren die een migratiepad bieden naar hoge data snelheden (40G/100G) en tegelijk meeste potentieel biedt voor energiebesparing. Met Environmental Monitoring en Access Control ( EMAC ) en LANsense Intelligent Infrastructure Management, biedt Nexans een compleet pakket van infrastructuuroplossingen voor datacenters. Nexans Cabling Solutions Overschieseweg 317 NL - 3112 NC Schiedam Tel: 010 248 3470 •
[email protected] www.nexans.com/LANsystems
Global expert in cables and cabling systems
Arthur Singendonk van profITbox: “Wij leveren volledig gestandaardiseerde computerruimtes.”
de industrialisering van computerruimten en datacenters neemt hand-over-hand toe. het nederlandse bedrijf profitbox is hier een mooi voorbeeld van. het bedrijf levert een reeks gestandaardiseerde computerruimten die volledig kant-en-klaar zijn. via de website bestelt een klant zo’n computerruimte in negen muisklikken. Hans Vandam is journalist
Arthur Singendonk van profITbox:
dcw februari | trend
‘Kant-en-klare computerruimte in negen muisklikken’
24
Een computerruimte met een handvol muisklikken bestellen via internet – is dat een marketingtruc of werkelijkheid? “Dit is absoluut realiteit”, zegt Arthur Singendonk. Hij is oprichter en directeur van profITbox.
maatwerk niet altijd nodig
“We zien al een tijd een trend waarbij computerruimtes en datacenters steeds meer modulair worden opgebouwd. Iedere module is identiek van opzet, zodat een datacenter manager heel gemakkelijk de beschikbare capaciteit kan vergroten door een of meer modules bij te plaatsen.” “Dat zagen we al gebeuren met de datacenter-in-een-zeecontainer zoals Sun Microsystems die als een van de eerste op de markt bracht.Veel mensen hebben vooral gekeken naar die stalen container, maar dat is niet waar het feitelijk om ging.Veel interessanter is de verregaande standaardisatie van het datacenter dat in die container zit.”
Op die trend naar standaardisatie is ook profITbox aangehaakt. “Waar bedrijven als HP of Colt zich richten op het met modules opbouwen van grote datacenters, kijken wij vooral naar de andere kant van de markt. Wij mikken niet op de massieve datacenters, maar juist op het midden- en kleinbedrijf.. Het op maat ontwerpen van een ruimte is voor deze klanten onnodig complex De eisen en wensen van de klant kunnen prima ingevuld worden met een standaardcomputerruimte. Dat is goedkoper, completer, transparanter en kost veel minder (ontwikkel)tijd.”
1-100
ProfITbox heeft daarom een serie kant-en-klare computerruimtes ontwikkeld die in vloeroppervlak variëren van 1 - 100 m2. De eerste in een minicomputerruimte in één 19"-rack, volledig met ups, Koeling, branddetectie et cetera. De grotere modellen kunnen in een kantoor-
ProfITbox maakt het mogelijk om een computerruimte te bestellen alsof het om een laptop computer gaat.
ruimte op een parkeerplaats, Wat er in die ruimtes zit, is volledig modulair opgebouwd, zodat snel en efficiënt een technische infrastructuur kan worden gecreëerd.” Opmerkelijk aan de aanpak van Singendonk is dat hij de standaardisatie zover heeft doorgevoerd dat een computerruimte in slechts een handvol muisklikken op internet kan worden besteld. “Ik vergelijk het vaak met een kopen van een laptopcomputer. De standaardoplossing van de fabrikant is meestal goed genoeg, we
willen hooguit een net even iets grotere harde schijf of wat meer werkgeheugen. Dat kan prima met een ‘productconfigurator’ op de website van de computerfabrikant worden geregeld. Zo doen wij het ook. Alles aan onze computerruimtes is standaard. De klant kan kiezen voor een volledige redundante uitvoering en bijvoorbeeld wel of geen brandblusinstallatie.” ■
advertentie
Intelligente setpoint verstelling van APAC Datacenters zijn grootverbruikers van energie. De intelligente setpoint verstelling van APAC optimaliseert de temperatuur van het koelwater op basis van de in de ruimte aanwezige warmtebelasting. Op basis van een (failsafe) signaal wordt door setpoint verstelling van de koelmachine een verhoging van de koelwatertemperatuur gerealiseerd. Met behulp van een hoger watertraject wordt het aantal uren dat vrije koeling kan worden toegepast enorm vergroot. Dit resulteert in een aanzienlijk lager energieverbruik. In samenwerking met Lesscher Installatietechniek is Previder uitgerust met deze regeling.
www.apac.nl
Virtualisatie en cloud vragen om nieuwe aanpak
Precisiekoeling voor de cloud
onlangs lanceerde emerson network power een nieuwe koudwaterunit voor precisiekoeling. stefano mozzato legt uit waarom dit systeem een oplossing kan bieden voor de groeiende kosten van serverkoeling door virtualisatie en cloud computing. Stefano Mozzato, marketing director EMEA precision cooling bij Emerson Network Power
Temperatuurbeheersing is een voortdurende uitdaging voor beheerders van datacenters. In datacenters stijgt de temperatuur langzaam, tenzij er wordt ingegrepen met koelapparatuur. Deze apparatuur verbruikt bijna evenveel stroom als de servers die ze moet koelen. Nieuwe, zeer krachtige servers verhogen de werklast voor de apparatuur en koelsystemen hebben vaak moeite de temperatuurtoename bij te houden.
dcw februari | koeling
catastrofaal
26
Op plaatsen waar de warmtebelasting hoger is dan de capaciteit van het koelsysteem, kan de invloed op de betrouwbaarheid van een server catastrofaal zijn doordat oververhitte servers niet optimaal meer werken. Het gevolg is dat bedrijven niet meer bij hun data kunnen en dat heeft impact op de productiviteit en leidt tot reputatieschade. Daarnaast spelen zaken mee als de constante druk om de operationele kosten te verminderen, de stijgende kosten van elektriciteit en de zorgen over het milieu. Mechanische koeling inzetten om de temperatuur in datacenters te verlagen, is daarom misschien wel vaak de eerste keuze, maar niet de juiste oplossing. Als antwoord op de capaciteits- en beschikbaarheidsuitdaging binnen datacenters en om tegelijkertijd de kosten en CO2-uitstoot terug te dringen, heeft Emerson Network Power het Liebert PCW-koelsysteem ontwikkeld. Dit is een geavanceerde koudwaterunit voor de precisiekoeling van datacenters, die op de vloer wordt gemonteerd. Het systeem biedt een oplossing voor de groeiende kosten van serverkoeling door virtualisatie en cloud computing. Het levert een reductie op tot wel 70 procent van de operationele kosten. In de SmartAisle-configuratie brengt het koelsysteem de PUE terug naar 1.1.
aerodynamisch
Het Liebert PCW-koelsysteem onderscheidt zich van andere koeloplossingen door het aerodynamische ontwerp van het binnenwerk. De
ingenieurs onderzochten de luchtstroom binnen in de unit en ontwierpen de interne componenten opnieuw. Dit geldt ook voor de hoek van de warmtewisselaar, de uitvoering van de filters en alle elementen die van invloed zijn op de interne aerodynamica. Door het verbeterde ontwerp beschikt het systeem over geavanceerde technieken, een betere luchtstroom (minder luchtweerstand) en een grotere efficiëntie. Het koelsysteem onderscheidt zich door het aerodynamische ontwerp van het binnenwerk. Het Liebert-koelsysteem heeft zeven patenten opgeleverd.
Dankzij dit aerodynamische ontwerp zijn de energiekosten van het Liebert-koelsysteem teruggebracht en kunnen datacenters hun operationele kosten verminderen. Daarnaast is het systeem voorzien van een nieuw ontworpen chassis. Tevens reduceren de EC Fan 2.0 en de zeer efficiënte filters het geluid. Een toepassing die is afgekeken van de automotive industrie. De vraag naar een betere beheersing van serverwarmte heeft geleid tot radicale veranderingen. Een feit dat ook Forrester Research erkent in zijn onderzoeksrapport van september 2011: ‘Power And Cooling Heat Up The Data Center’. Het rapport stelt: ‘Als gevolg van de stijgende energieprijzen, het drastisch opschalen van de cloudbelasting en de continue druk op IT-budgetten zijn stroomvoorziening en koeling nu nog belangrijkere vraagstukken dan een aantal jaren geleden’.
innovatie
Emerson neemt een innovatieve stap door gebruik te maken van een ‘vrije-koelingkoelmachine’ die op het dak wordt gemonteerd. Hiermee maakt het bedrijf gebruik van de gratis koeling die al mogelijk is door warmte-uitwisseling met de buitenlucht, bij een buitentemperatuur tussen de 20 en 23 °C. Bij warmer weer neemt de mechanische koeling van het water het over. Tegelijkertijd past het controlesysteem Liebert iCOM de instellingen aan om de belasting, het moment van de dag en het weer op elkaar af te stemmen. Natuurlijk zijn niet alle datacenters hetzelfde gebouwd. Het Liebert
PCW-systeem is weliswaar ontwikkeld voor middelgrote en grote datacenters, maar het is ook geschikt voor kleinere locaties. Het koelsysteem kan namelijk worden toegepast op een perimetrische koelconfiguratiemodule van 30 tot 220 kW en meer. Het schaalbare systeem is geschikt voor locaties waar een fysieke herinrichting niet mogelijk is, of waar serverruimten te laag zijn of geen verhoogde vloer hebben. Het is onderdeel van de SmartAisle-koeloplossing en is op drie manieren te configureren.Verstelbare poten, ventilatormodules gescheiden van de warmtewisselaar, verschillende configuraties van de waterleidingen en een elektrische stekkerklare aansluiting verhogen de flexibiliteit. Dit is belangrijk voor datacenterbeheerders die zonder grote ingrepen een nieuw koelsysteem willen installeren. Het Liebert PCW-systeem heeft in totaal zeven patenten opgeleverd voor efficiëntie, prestaties en minimalisering van de operationele kosten. Het toont duidelijk aan dat innovatie het wint van mechanische methodieken als het gaat om de uitdagingen die komen kijken bij het koelen van de cloud. ■
Mechanische koeling is misschien wel de eerste, maar niet de juiste keuze.
advertentie
Betrouwbare en voorspelbare noodstroomoplossingen hoeven niet complex te zijn. Active Power UPS-systemen en continue vermogensoplossingen bieden een energierendement van 98% en een maximale bescherming van uw bedrijfsprocessen tijdens een spanningsverstoring of netuitval. De continuïteit van uw
Noodstroomoplossingen | UPS-systemen
PowerHouse Continue Noodstroomoplossingen
• Schaalbare standaardconfiguraties • Hoogrendementarchitectuur • Modulaire en/of mobiele totaaloplossing
onderneming is hierdoor gegarandeerd.
Services
In Nederland vertrouwen o.a. Terremark en de Radbout Universiteit
• Design engineering • Projectmanagement en implementatie • Complete lifecycle management
Nijmegen al op de beproefde en bewezen technologie van Active Power. Neem contact met ons op en ontdek hoe efficiënt,
UPS-Systemen
• CleanSource vliegwiel UPS • 120-1500 kVA-systemen • Levert het vermogen om korte onderbrekingen en de tijd tussen netuitval en opstart van een generator te overbruggen • Parallel mogelijkheid voor multimegawattoplossingen • Eenvoudige redundantie
Meer weten? Kijk voor meer informatie op www.activepower.com of neem contact met ons op +31 23 822 21 43;
[email protected]
betrouwbaar en groen uw noodstroomvoorziening kan zijn met Active Power.
©®TM
2011 Active Power, Inc. All rights reserved.
it starts here
Previder - it starts here Datacenters Cloud Hosting ISP Services Connectivity
In de informatie- en communicatietechnologie is een nieuw tijdperk aangebroken. Een tijdperk waarin steeds meer organisaties alle zorgen over ICT letterlijk buiten de deur in datacenters plaatsen. Previder is hierin een absolute voorloper. Vanuit onze geavanceerde en streng beveiligde eigen datacenters leveren wij stabiele infrastructuren volgens de jongste stand der techniek. In nauwe samenwerking met onze partners creëren we oplossingen waarvan u als eindgebruiker de vruchten plukt. Met alle ruimte om op te schalen en te innoveren.
www.previder.nl
Voordelen van modulaire datacenterfaciliteiten
CMDF’s: sterk alternatief
de markt voor in containers ondergebrachte en modulaire datacenterfaciliteiten (cmdf’s) wordt snel volwassen. bedrijven hebben ontdekt dat de juiste inzet ervan aanzienlijke voordelen biedt, zowel technisch als voor de business. the green grid, een open brancheconsortium zonder winstoogmerk, publiceerde onlangs een whitepaper over dit snel groeiende nieuwe fenomeen. Hans Lamboo is journalist
cmdf-modules
De beschikbare CMDF-modules volgen de basisindeling van een datacenter, zoals hierboven genoemd. Er zijn dus drie typen. Payload of datahall module Hierin is de IT-apparatuur gehuisvest, inclusief de directe koeling, elektriciteit en ondersteunende apparatuur. De module bevat altijd racks en ruimte voor uitbreiding daarvan, IT-apparatuur en omgevingskoeling of luchtverversing, en vanzelfsprekend stroomvoorziening. Eventueel bevat deze module ook een of meer onderdelen uit andere modules. Het ontwerp kan enorm verschillen. In het ene uiterste is er alleen ruimte voor IT-apparatuur in racks, zonder dat de warmte kan worden afgevoerd, zonder stroomopwekking of back-upopslag. In het andere uiterste kan de IT-module zijn uitgerust met warmteafvoer, ups en zelfs een bepaalde mate van stroomgeneratie. In elk geval zal de module een stroom- en koelinfrastructuur hebben met warmtewisselaars, fans, pdu’s en bulk-
stroomvoorziening, alsmede apparatuur voor brandpreventie. Deze module lijkt dus sprekend op de ‘white space’ uit het traditionele datacenter. Infrastructuurmodule Deze module bevat allerhande ondersteunende apparatuur, zoals warmteafvoer,mechanische koeling,stroomopwekking en -conditionering. Facultatief zijn lucht- of watergekoelde chillers, koeltorens, luchtkoeling en generatoren, die op hun beurt ook weer modulair opgebouwd kunnen zijn, met verschillende mate van flexibiliteit. Dienstruimten Denk hierbij aan werkplekken, vestibules en beveiligings- en veiligheidsapparatuur. Deze module maakt geen deel uit van de IT-werkzaamheden noch van de infrastructuur.
f lexibiliteit voor de business
CMDF’s vergroten de flexibiliteit van de manier waarop organisaties hun IT, infrastructuur en de huisvesting ervan aankopen, implementeren en managen. Er kunnen verschillende afspraken worden gemaakt over het eigenaarschap; de CMDF kan bijvoorbeeld een andere eigenaar hebben dan de IT-apparatuur – of juist niet. Er kan worden geleased, gehuurd of gekocht. Hosting- en serviceproviders kunnen CMDF’s inzetten als concurrentiewapen, wat de afnemers terugzien in scherpe SLA’s en lagere rekeningen.Voor organisaties die snel een zeer grote IT-omgeving nodig hebben, kan het simpelweg installeren van een CMDF met al ingerackte en voorgeprogrammeerde servers een zeer aantrekkelijke optie zijn – niet alleen vanwege de snelle time-to-market, maar ook door de snellere ROI. Organisaties die zich bezighouden met zaken als cloud computing, internetsearch en highperformance rekenclusters bouwen van oudsher altijd hun eigen datacenter. Als ze willen uitbreiden, moeten de gebruikers dus wachten tot het datacenter klaar is om daarna weken bezig te zijn met de installatie en configuratie van honderden of Hewlett Packard ziet bredere trend naar verregaand gestandaardiseerde computerruimten.
dcw februari | trend
Om de potentiële waarde en mogelijkheden van in containers ondergebrachte en modulaire datacenterfaciliteiten (CMDF’s) te kunnen zien, is het belangrijk te weten waarin deze nieuwe aanpak verschilt van de traditionele. Meestal worden traditionele datacenters aangeduid als ‘op locatie gebouwde vaste structuren’. Ze hebben gemeen dat ze op maat zijn gemaakt voor die specifieke locatie. Daarnaast hebben ze allemaal een eigen architectuur, sommige met hoge, andere met lage efficiëntie, en verschillende niveaus van (non)innovatie op het gebied van stroomvoorziening, koeling en andere systemen. Desondanks bestaan alle datacenters uit drie hoofdblokken, te weten IT-ruimten, ruimten voor infrastructuur en support, en dienstruimten. In feite bestaat elk datacenter uit een aantal van die blokken, die bij elkaar de capaciteit en de diensten verlenen die nodig zijn voor de ondersteuning van de geïnstalleerde IT-apparatuur, de faciliteit zelf, de in het gebouw aanwezigen, de regelgevers en andere partijen. De CMDF’s brengen sommige of alle genoemde blokken onder in geprefabriceerde componenten die naar een bepaalde locatie worden gebracht om daar te worden samengevoegd. Een traditioneel datacenter kan bestaan uit tevoren ontworpen componenten en herhaalbare elementen – een CMDF is volledig van tevoren ontworpen en gebouwd.
29
duizenden servers. In een CMDF-model kan dat al tevoren gebeuren in de fabriek, waarna de modules op locatie worden geplaatst en het datacenter binnen enkele dagen in gebruik kan worden genomen. Daar komt nog bij dat de gebruiker zich in een eigen datacenter in de loop der tijd geconfronteerd ziet met grote veranderingen; de oudste cabinets zijn bijvoorbeeld luchtgekoeld, terwijl de nieuwe generatie juist watergekoeld is. Dat betekent nogal wat voor de infrastructuur als beide in de lucht moeten worden gehouden, met ongewilde kosten tot gevolg. In het CMDF-model doet dat probleem zich niet voor, omdat de cabinets en de bijbehorende koelinfrastructuur als set worden geleverd.
vraagcurves vergeleken
De vraagcurve in een traditioneel datacenter wordt gekenmerkt door perioden van overcapaciteit, die in de loop der tijd overgaan in perioden van ondercapaciteit. Zodra de ondercapaciteit zich voordoet, wordt nagedacht over uitbreiding. Als de plannen gemaakt zijn – na meerdere maanden, soms een half jaar nadenken en ontwerpen – begint de daadwerkelijke realisatie. Als we aannemen dat de bouw en inrichting van de uitbreiding een jaar duren, is er totaal dus anderhalf jaar lang sprake van ondercapaciteit. Een volkomen ongewenste situatie. Na ingebruikname van de uitbreiding breekt weer een periode van overcapaciteit aan. In de wetenschap dat er over enkele jaren opnieuw ondercapaciteit zal zijn, begint de gebruiker na een jaar al na te denken over verdere uitbreiding. De bedoeling is deze nieuwe uitbreiding zodanig te doen, dat ondercapaciteit geheel wordt vermeden. De pieken (overcapaciteit) en dalen (ondercapaciteit) zijn een ware gruwel: in het eerste geval belast
je de business met hoge kosten van overcapaciteit, in het tweede geval belast je de business met gebrek aan capaciteit. Het behoeft geen betoog dat de inzet van een CMDF een aanmerkelijk rustiger verloop van de capaciteitscurve te zien geeft, waarin van ondercapaciteit geen sprake hoeft te zijn – bovendien kan met een CMDF zelfs een (tijdelijke) inkrimping van het datacenter worden gerealiseerd. De investeringskosten van de CMDF-aanpak liggen lager dan bij een traditioneel datacenter. Dat is voornamelijk te danken aan het feit dat de IT-apparatuur compacter is, dus minder ruimte nodig heeft en er minder hoeft te worden gebouwd. Het feit dat capaciteitsuitbreiding van een datacenter precies op tijd kan worden gedaan en dat overcapaciteit kan worden vermeden, levert aanzienlijke kostenbesparingen op. Als we kijken naar de energiekosten, dan zijn de meeste CMDF-modules zo ontworpen dat de energie-effciëntie optimaal is. Warmteafvoer en koeling bevinden zich dichter bij elkaar, waardoor er kleinere luchtvolumes nodig zijn, terwijl de systemen binnen grotere bandbreedtes van temperatuur- en vochtigheid opereren. Ook innovaties, zoals toepassing van bulkfans en stroomdistributiesystemen, drukken de energiekosten.
bijkomende overwegingen
Toepassing van CMDF’s brengt op het gebied van de supply chain enkele specifieke problemen met zich mee. De markt van volledig geïntegreerde CMDF’s is een vrij jonge tak van sport en sommige leveranciers zijn ervarener dan anderen. Het is moeilijk van leverancier te veranderen en traditionele leveranciers worden soms in de rol van systeemintegrator gedwongen. Het moet dus tevoren duidelijk zijn wat het niveau
advertentie
Rittal – The System.
KASTSYSTEMEN
STROOMVERDELING
KLIMATISERING
van dienstverlening is van elke stap van de CMDF-cyclus: ontwerp, aflevering, implementatie, operatie, reparatie, renovatie en verwijdering. CMDF’s zijn per definitie mobiel. De meeste typen worden op de ene plaats ingericht en op een andere geïmplementeerd. Zolang de CMDF voldoet aan de ISO-criteria is er weinig aan de hand. Zodra echter modificaties zijn aangebracht aan de buitenzijde, kan het zijn dat een speciaal transportbedrijf moet worden ingeschakeld en dat speciale vergunningen nodig zijn. Dat geldt in het bijzonder voor vervoer over de weg of door de lucht – minder voor transport per schip, omdat daar de mogelijkheid bestaat voor cargo die speciale aandacht behoeft. Vervoer per trein kan eventueel ook, hoewel de CMDF wel onderhevig is aan zware schokken en de kans op beschadiging groter is. Afhankelijk van de omstandigheden valt te overwegen de CMDF zonder IT-apparatuur te transporteren, en dus pas op de locatie in te richten.
temperatuurschommelingen, rook of stof. De meeste CMDF’s kunnen tevens binnen worden geplaatst. Het feit dat CMDF’s op relatief kleine oppervlakten in de buitenlucht kunnen worden geplaatst, opent nieuwe perspectieven voor de locaties waarop datacenters kunnen worden gevestigd. Zoals gezegd, het feit dat de CMDF’s buiten een gebouw, of zelfs buiten het hek van een bedrijf wordt geplaatst, stelt hoge eisen aan de beveiliging. Naast toegangscontrole en videobewaking, moet een hoog hek worden geplaatst rond de CMDF’s, waarbij eventueel voorzieningen zijn getroffen om de locatie te beschermen tegen (al dan niet opzettelijk) rammen door voertuigen. Cilindersloten, elektronische badges, infrarood camera’s en alarmverlichting zetten de puntjes op de i. Niet alleen de CMDF’s, maar ook de bekabeling van en naar de locatie moet worden beschermd tegen beschadiging of onbevoegd gebruik.
locatie kiezen
levensvatbaar
De keuze van de locatie is van groot belang. In de eerste plaats: CMDF’s kunnen niet zomaar overal worden geplaatst. Lokaal kunnen verschillende regels gelden als het gaat om constructiewerk, bestemmingsplannen en landschapsinrichting – of brandpreventie, veiligheid en elektromagnetische straling. Het is van belang eerst de lokale wet- en regelgeving goed te onderzoeken alvorens over te gaan op CMDF’s. CMDF’s worden vaak buiten de muren van een gebouw en zonder enige vorm van dak in de buitenlucht geplaatst; daar zijn ze op gebouwd. Het stelt wel eisen aan de ondergrond en de beveiliging. Ook zijn de modules in principe goed bestand tegen wind, zon, neerslag,
Toepassing van CMDF’s geeft een organisatie de mogelijkheid ITapparatuur, -capaciteit en -diensten sneller en tegen lagere kosten te implementeren. Bovendien gelden er nieuwe en beter bij de business passende leverings- en kostenmodellen. Het feit dat de modules van tevoren zijn ontworpen, gebouwd en ingericht, reduceert de potentiële kwaliteits- en tijdsrisico’s aanzienlijk ten opzichte van een traditioneel, vast en op locatie gebouwd datacenter. De CMDF-architectuur is uitgegroeid tot een levensvatbaar en sterk alternatief, waar serieus naar moet worden gekeken als de bouw of uitbreiding van een datacenter aan de orde komt. ■
advertentie
Faster – better – worldwide.
IT-INFRASTRUCTUUR
SOFTWARE & SERVICE
www.rittal.nl
Energiezuinige toepassingen van koelsystemen
Economizer modes vergeleken in sommige klimaten kunnen bepaalde koelsystemen meer dan 70 procent van de jaarlijkse kosten besparen door te werken in de ‘economizer mode’, goed voor 15 procent reductie van de jaarlijkse pue. er bestaan echter minstens vijftien
verschillende soorten economizer modes en omdat duidelijke standaarddefinities ontbreken is het moeilijk ze goed met elkaar te vergelijken. verschillende economizer modes op een rij.
dcw februari | trend
Hans Lamboo
32
Het werken in de ‘economizer mode’ (EM) bespaart energie door in de koude maanden van het jaar buitenlucht te gebruiken. Hierdoor gebruiken componenten de koelmiddelen, zoals chillers en compressoren, op een laag pitje of ze kunnen helemaal worden uitgezet. Tot voor kort werden EM’s alleen beschouwd als mogelijk alternatief, maar door standaarden, zoals AN-SI/Ashrea 90.1-2010, zijn ze een absolute vereiste geworden. In sommige klimaten gebruiken datacenters de EM inmiddels zelfs als primaire mode. Hoewel het concept van de EM’s in de hele datacenterbranche wordt toegepast, is er weinig aandacht geweest voor standaardisatie van de terminologie en definities, wat regelmatig tot verwarring leidt. Eén van de termen die voor misverstanden zorgt, is het gebruik van het woord ‘economizer’ zelf. Hiermee wordt vaak gedoeld op een component of een gedeelte van een koelsysteem, maar een economizer is geen object, het is een werkwijze. Een koelsysteem kan lucht, water of een koelmiddel gebruiken om de warmte van binnen een datacenter naar buiten te transporteren. Door een vergelijkend overzicht van de zes belangrijkste soorten proberen we wat helderheid in de terminologie en definities te brengen van de verschillende typen EM’s die water of lucht gebruiken.
water aanwenden. De vier watertypen die buiten beschouwing zijn gelaten veroorzaken condenswater in het datacenter en zijn dus minder gewenst. In afbeelding 1 zijn de verschillende typen EM’s overzichtelijk bijeen gebracht. Om de verschillende EM’s op een eerlijke manier met elkaar te kunnen vergelijken, is het belangrijk alle koelcomponenten die nodig zijn om in die bepaalde EM te kunnen opereren, mee te nemen. Om een voorbeeld te geven: soms wordt de plate-and-framewarmtewisselaar in een watergekoelde chillerinstallatie ten onrechte
verschillende typen
Er zijn negentien verschillende soorten EM’s, waarvan vijftien ook daadwerkelijk in een datacenter kunnen worden toegepast: zes typen die lucht gebruiken (dat zijn overigens alle luchttypen) en negen die
1. Overzicht van vijftien in de praktijk toegepaste economizer modes
beschouwd als dé economizer, terwijl het in feite niet meer is dan een van de componenten ervan. Immers, de koeltoren, de condenspompen, de koudwaterpompen en de computerroom airhandlers (CRAH) zijn allemaal nodig om in de EM te kunnen werken. Daarom is het over het algemeen onjuist om te spreken over een economizer; het is beter te spreken van economizer mode (EM).
vergeleken
Een EM moet zijn voordeel halen uit een scala aan omstandigheden in en om het datacenter, om zo lang mogelijk in de EM te kunnen blijven werken en energie te besparen. In perioden met extreem hoge buitentemperatuur is het noodzakelijk op z’n minst gedeeltelijk over te schakelen op een koelmiddel. Er zijn twee manieren die daarbij behulpzaam kunnen zijn: 1. gedeeltelijk inzetten van EM waarbij een compressor beperkt wordt bijgeschakeld; 2. inzetten van evaporatie (verdampingstechiek). In afbeelding 1 is te zien dat zes van de vijftien EM’s gebruikmaken van beide attributen en in afbeelding 2 worden deze zes typen vergeleken aan de hand van diverse kwalitatieve eigenschappen. De blauw gekleurde vakken zijn de beste EM-typen voor het specifieke attribuut. In afbeelding 3 worden de zes typen EM met diverse kwantitatieve attributen vergeleken.
wijze met koelmiddelen kan erg gecompliceerd zijn en kan zelfs leiden tot een tijdelijk verlies van koelcapaciteit. Het controlesysteem voor gestandaardiseerde koelsystemen met geïntegreerde EM is ontwikkeld in samenhang met de hardware. Dit maakt dit type controlesystemen betrouwbaarder dan zelfgebouwde controlesystemen voor unieke koelinstallaties. Humidity control – De EM’s in afbeelding 2 isoleren allemaal – op één na – de buitenlucht van de lucht in het datacenter. De vochtigheid in het datacenter wordt daardoor niet beïnvloed door de EM, zelfs niet als de luchtvochtigheid buiten erg hoog is. De airconditionerbypass via directe frisse lucht brengt de vochtige buitenlucht echter rechtstreeks in het datacenter. Dat betekent een aanzienlijke bekorting van de EMuren in landen met een vochtig klimaat. Life expectancy – Koelsystemen met water hebben over het algemeen een kortere levensverwachting dan koelsystemen die lucht gebruiken. Dat komt voornamelijk door de vervuiling die water veroorzaakt in de leidingen. De tijd dat een koelsysteem meegaat, hangt vooral af van de mate van onderhoud. Availability risks en Footprint spreken voor zich. Requirement for backup refrigerant mode – Hoewel het mogelijk is af te zien van een op koelmiddelen gebaseerde mode en helemaal te vertrouwen op een bepaalde EM, verhoogt dat het risico van downtime en wordt dus niet aanbevolen voor datacenters met een
3. Kwantitatieve vergelijking van economizer modes.
De attributen die worden genoemd in de linkerkolom van afbeelding 2, hebben enige toelichting nodig. Building shell comptability – De airconditionerbypass via directe frisse lucht, via een luchtwarmtewisselaar en via een luchtwarmtewiel vergen de aanleg van luchtkanalen van de koelinstallatie buiten naar de IT-ruimten in het datacenter. Dat moet maar net mogelijk zijn. Deze typen EM’s zijn daarom meestal moeilijk te implementeren in bestaande gebouwen, of gebouwen met meer verdiepingen. EM’s met waterleidingen hebben minder ruimte nodig om de warmte af te voeren en zijn flexibeler toe te passen. Ability to retrofit – Meestal is het doel van een retrofittoepassing zoveel mogelijk van de bestaande koelinfrastructuur te hergebruiken. Dat is in de praktijk zeker niet altijd mogelijk bij een traditioneel koelsysteem met een airconditionerbypass via directe frisse lucht. Complexity of controls – De overgang van een EM naar een werk-
hoge beschikbaarheidsgraad. In de toekomst gaan virtuele machines het wellicht mogelijk maken stuklopende kritische processen snel naar andere datacenters over te brengen. In dat geval is het aannemelijk dat er datacenters zullen zijn die geen koelmiddelback-up zullen toepassen. Ook de begrippen die in afbeelding 3 voorkomen, hebben een toelichting nodig. Annual water consumption – EM’s met koeltorens verbruiken het meeste water en dat komt door verdamping in de torens. Koeltorens verbruiken ruim 150 liter water per minuut per ton koelcapaciteit. Capital cost – De investeringskosten van een koelsysteem omvatten alle materialen, installatiewerk, ontwerpkosten en projectfees in termen van euro’s per watt IT-load. Een voorbeeld: in een EM die gebruikmaakt van een chillerbypass via een warmtewisselaar, is de chiller ook meegenomen in de investeringskosten. Feitelijk heeft dit koelsysteem de hoogste investeringskosten van allemaal, doordat er kosten bijkomen van de koeltoren, leidingen, pompen en een op maat gemaakt controlesysteem. Ook ontwerp en implementatie van dat controlesysteem brengen aanzienlijke kosten met zich mee, omdat de meeste of zelfs alle
dcw februari | trend
2. Kwalitatieve vergelijking van de zes belangrijkste economizer modes. De blauwe cellen geven de beste prestatie voor dat bepaalde attribuut aan.
33
individuele componenten afkomstig zijn van verschillende leveranciers. Dat vereist gespecialiseerde codering, testen, verificatie en tuning. Alleen al de kosten van tuning kunnen zich uitstrekken over een jaar of langer. Annual maintenance – Het koelsysteem met een chiller en koeltoren wordt in veel datacenters toegepast en kan heel goed als benchmark worden gebruikt voor vergelijking van onderhoudskosten. Daarom worden in afbeelding 3 de onderhoudskosten uitgedrukt in een percentage van een chiller-torensysteem. Het jaarlijks onderhoud omvat onderhoud voor alle componenten van het koelsysteem voor alle toepassingen inclusief de economizer mode. In een EM met chillerbypass via een warmtewisselaar zijn ook de onderhoudskosten van de chiller inbegrepen. Koelsystemen met EM’s op basis van lucht hebben lagere onderhoudskosten dan andere EM’s die een groter aantal componenten nodig hebben en dus complexer zijn. Total cooling energy – Dit is de totale jaarlijkse energie, zoals door het hele koelsysteem wordt verbruikt. De EM met de laagste energiekosten is de Crac-compressorbypass via een ‘second coil’. Dat komt grotendeels door de boete die wordt geheven op gedistribueerde koelsystemen. De EM met het laagste energiegebruik is de airconditioner-
Een economizer is geen object, het is een werkwijze.
bypass via een warmtewisselaar. De airconditionerbypass via een luchtwarmtewiel gebruikt maar weinig meer energie. Het is ook handig het energiegebruik van de EM te benchmarken ten opzichte van een traditioneel systeem met gekoeld water en een koeltoren, omdat het leeuwendeel van de datacenters tot 1 MW dit systeem gebruikt. Het basissysteem gaat uit van omgevingskoeling (dus geen toepassing van aircorridors), zonder economizer mode, water gekoeld tot 7,2 °C (45 °F) en constante snelheid van CRAH-fans. Alle EM’s zijn energiezuiniger dan het basissysteem. De airconditionerbypass via de luchtwarmtewisselaar heeft het laagste energiegebruik in bijna alle klimaten, met een gemiddelde van ruim 380 kWh. Dat is goed voor 86 procent van de energiebesparing ten opzichte van het gemiddelde basisverbruik. Annual hours, full EM – Dit is het aantal uren per jaar dat elk type EM voor 100 procent werkt in de economizer mode. De analyse is gebaseerd op een 1 MW-datacenter met 50 procent IT load in St. Louis (Verenigde Staten). De airconditionerbypass via directe frisse lucht levert de minste volle EM-uren op. Dit is te wijten aan de vochtigheidscondities die het datacenter vereist. De airconditionerbypass via de luchtwarmtewisselaar beloopt ruim 7.000 volle EM-uren. Annual hours, partional EM – Deze wordt ingezet als de EM door hoge buitentemperaturen niet meer in staat is het datacenter te koelen en bijgestaan moet worden door de compressor. Dit is een uiterst belangrijk attribuut van elk type EM omdat er op de wereld maar erg
advertentie
breidt haar activiteiten uit en is op zoek naar een: Business development manager data
Werkend in nederland en België • • •
HellermannTyton is toonaangevend leverancier van producten voor kabel management en van een uniek preterminated plugandplay concept voor databekabeling voor datacenters en computerruimten.
Verantwoordelijkheden • het opzetten van een strategisch plan om de markt te ontwikkelen en uit te bouwen. • Genereren van omzet met hellermanntytonproducten door het creëren van vraag in de markt. • ontwikkelen van relaties met installateurs, eindklanten en consultants. Verder is het belangrijk dat de producten en de naam hellermanntyton gepromoot worden zodat deze bekend worden in de markt. • ervoor zorg dragen dat de hellermanntytonproducten voorkomen in bestekken en specificaties alsmede de tenders opgesteld door de eindklant of consultant. • Samenwerken met collega’s om internationale klanten verder te ontwikkelen.
• Samenwerken met installateurs om projecten te winnen voor hellermanntyton-producten. • input geven aan het ontwikkelen van nieuwe producten, klantvraag omzetten in een nieuw product. • input geven aan marketingactiviteiten. • het constateren van marktactiviteiten van concurrenten, projecten, producten en prijsinformatie. VereiSten: • ervaring hebben met het adviseren en verkopen van dataproducten en hierin aantoonbare resultaten hebben geboekt. • het hebben van contacten in de data center markt in nederland en België, dit is een pré. • actieve relaties hebben met consultant, installateur, eindklant en andere beslissers.
ondernemend commercieel relatieBouWend
Uw ultieme doel is het genereren van contacten en omzet met eindklanten, consultants en installateurs voor de HellermannTyton connectivity-producten, waaronder RapidNet™.
• Bekendheid hebben met de markt waarin de hellermanntyton-producten tot hun recht komen. • Grondige kennis van de engelse taal is vereist, duits is een pré. HellermannTyton biedt marktconforme arbeidsvoorwaarden. Collegialiteit en een aangename werksfeer staan hoog in het vaandel. Er heerst een sterk wij-gevoel, ook zijn wij informeel in de omgangsvormen. Er is ruimte voor eigen initiatief. Bent u geïnteresseerd in deze vacature? Stuur dan uw sollicitatie naar
[email protected]. een uitgebreid profiel van hellermanntyton vindt u op onze website, www.HellermannTyton.nl
weinig locaties zijn die 100 procent van de tijd in EM draaien. Op sommige plaatsen zal het aantal gedeeltelijke groter zijn dan het aantal volle EM-uren. De airconditionerbypass via directe frisse lucht levert de minste gedeeltelijke EM-uren op. Dit is te wijten aan de vochtigheidscondities die het datacenter vereist. Estimated annual PUE – De PUE is de verhouding tussen het totale energiegebruik van het hele datacenter en het totale gebruik van de IT-installaties. Deze jaarlijkse schatting is gebaseerd op een gemiddelde infrastructuur voor stroom. De Crac-compressorbypass via een tweede spiraal levert de hoogste – en dus slechtste PUE van 1.39. De airconditionerbypass via de luchtwarmtewisselaar scoort de laagste – dus beste PUE van 1.25 in St. Louis. Kijken we naar alle klimaten in afbeelding 3, dan is de PUE van de airconditionerbypass via de luchtwarmtewisselaar in bijna alle klimaten het laagst, namelijk 1.34. Dat betekent een 30 procent lagere energierekening voor het hele datacenter in vergelijking met de gemiddelde PUE (1.92) van het basissysteem. Geographical location – Het toepassen van een bepaald type EM is volledig afhankelijk van de geografische locatie van het datacenter. De seizoensomstandigheden bepalen of een EM überhaupt uitvoerbaar is. Aan de hand van weerdata van een locatie kan het aantal EM-uren worden berekend. Cooling system set points – Er zijn twee fundamentele manieren om het aantal EM-uren te laten stijgen: 1. verplaats de data naar een koelere locatie; 2. verhoog de temperatuur van de serverinlet. De eerste mogelijkheid is onrealistisch voor bestaande datacenters. De tweede wordt op dit moment al toegepast in vele nieuwe en bestaande datacenters, in een aantal gevallen van 25 tot 27 °C (77 tot 80 °F). Hoeveel de temperatuur kan worden verhoogd hangt af van de mate waarin warme en koude luchtstromen kunnen worden gescheiden. Separation of hot and cold air streams – In de meeste datacenters zullen warme en koude luchtstromen zich bijna helemaal vermengen. Dit is te wijten aan slechte inrichting van de racks en de luchtcirculatie. Om het aantal ‘ cooling set points’ te laten stijgen – en daarmee ook het aantal EM-uren – moeten de warme en koude luchtstromen worden gescheiden. Dat kan worden gedaan door de toepassing van afgesloten gangen met warme of juist koude lucht in en om de servers. Het gebruik van warmtegangen levert aanzienlijk meer EM-uren op en heeft bij nieuwe ontwerpen dus de voorkeur. Elk datacenter dat een EM toepast zal een zeer grote stijging van de efficiëntie laten zien als dit ‘containmentsysteem’ wordt toepast. Bij dit systeem worden servers in een afgesloten ruimte geplaatst zodat de warme en koude luchtstroom goed kunnen worden gescheiden. Het heeft over het algemeen weinig zin te investeren in een EM zonder dat eerst een containmentsysteem is geïnstalleerd.
V R ICO NDITION®- H2O COOLING SOLUTIONS
Modulair koelen met water 24 kW koelcapaciteit Intelligent regelmechanisme Flexibele oplossing: closed, open of hybride loop Hot swappable ventilatoren en control box Remote monitoring
bronnen
Dit artikel is gebaseerd op een whitepaper van Schneider Electric die een aanzet is om te komen tot standaardterminologie en definities die betrekking hebben op de zuinigste werkwijzen voor de koeling van datacenters. Het maakt realistische vergelijking van de verschillende typen economizer modes mogelijk. ■
A N A E G I D E C O M PA N Y
[email protected] • WWW.MINKELS.COM
Grote nadruk op R&D betaalt zich uit
Rittal kiest voor Duitse kwaliteit en innovatie
Landkreis Lahn-Dill is met zijn glooiende heuvels en kenmerkende dorpjes een typisch voorbeeld van het leven op het Duitse platteland. In eerste instantie doet weinig vermoeden dat hier de thuisbasis is van een wereldwijd actieve leverancier van datacentertechnologie.
dcw februari | reportage
hoofdkwartier
36
Toch huist sinds jaar en dag in het plaatsje Herborn (circa 21.000 inwoners) het hoofdkwartier van Rittal, een van de grootste producenten van systeemkasten en koelsystemen in de wereld. Sterker nog: het Europese productiecentrum is nog steeds in Lahn-Dill gevestigd. Meerdere productielijnen liggen verspreid over dorpjes die luisteren naar namen als Rittershausen en Rennerod. In deze hallen worden alle cruciale componenten gebouwd die deel uitmaken van de technische infrastructuur van een datacenter – van systeemkasten tot koeleenheden en van racks tot stroomverdelers. Dagelijks lopen er duizenden van de lopende band. “Ons bedrijf heeft productiecentra in India en China gevestigd, maar die zijn bedoeld voor de lokale markt, net als de centra in de
Verenigde Staten, Groot-Brittannië en Brazilië”, legt Elbert Raben uit, productmanager IT Infrastructuur van Rittal Nederland. Dat is een heel bewuste keuze, zo blijkt. “Wij willen in staat zijn direct de volgende dag te leveren, tegen een hoge functionele kwaliteit”, zegt Raben. “Daarbij gaat het om partijen van soms wel een paar duizend IT-racks. Die moeten beschikbaar zijn, dus de productie moet dat aankunnen. Maar ook het vervoer moet direct kunnen plaatsvinden.”
opleiding en innovatie
Duitse bedrijven staan bekend om de hoge kwaliteit die zij met seriematige productie realiseren. Maar Rittal saat zich juist ook voor op speciaalwerk. Zo staat achter een van de plaatbewerkingsmachines in een productiehal van het bedrijf een jongeman van achter in de twintig. Hij kijkt aandachtig toe hoe een boormachine schroefgaten aanbrengt in een
‘Wij moeten in staat zijn direct de volgende dag te leveren’
grote plaat staal. “Deze man is hoogopgeleid”, zegt Ulrich Richter, chef van de HR-afdeling van de productielijn in Rittershausen tijdens een rondleiding. “Aan deze productielijn worden wat wij noemen ‘specials’ geproduceerd. Dat zijn producten die op maat zijn besteld. Deze medewerker is in staat op basis van wat deze machine doet kleine, gedetailleerde wijzigingen toe te passen. Hierdoor kunnen wij onze klanten niet alleen van standaardproducten voorzien, maar juist ook van hoogwaardig maatwerk.” Alleen al om die reden produceert Rittal graag in Duitsland zelf. Het gaat vaak om hoogwaardig werk dat alleen door hoogopgeleide en ervaren medewerkers kan worden gerealiseerd. Produceren in Duitsland is vaak duurder dan in lagelonenlanden, maar er staan ook duidelijke voordelen tegenover. Zo steekt Rittal veel kennis in zijn producten en heeft de Duitse industrie natuurlijk een naam opgebouwd als het om kwaliteit gaat. Aan de muren in de productiehallen hangen dan ook charts met aanduidingen of bepaalde doelstellingen zijn gehaald: een lachend groen gezichtje voor een gehaalde doelstelling. “We hanteren strenge doelen”, legt een medewer-
elektronica, hardware, behuizingen, voedingen. anno 2012 wordt het allemaal in china geproduceerd. toch? nou, niet helemaal. het duitse rittal produceert het gros van zijn koelsystemen, systeemkasten en andere datacenteroplossingen nog steeds in de omgeving van herborn, precies tussen dortmund en frankfurt in. zelfs in economisch moeilijke tijden kiest het concern voor duitse kwaliteit.
ker van het productiecentrum voor koelsystemen in Rennerod uit. “Elk jaar gaan ze iets omhoog en staan zij in feite op het randje van het haalbare. Dat doen we bewust.Want alleen dan blijven we de concurrentie continu een paar stappen voor.”
patenten
Ook die eerder genoemde kennis die Rittal ontwikkelt en in zijn producten stopt speelt hierbij een belangrijke rol. Het bedrijf bezit meer dan 1.500 patenten en elk jaar weer investeert het concern 5 tot 7 procent van zijn omzet in research en development. Dat is R&D die zeker niet alleen in elektronica of software wordt gestoken. Er is vaak verrassend veel voordeel te behalen door bijvoorbeeld slimmer met plaatbewerking om te gaan. Raben pakt als voorbeeld een profiel uit een van de lijnen. “Dit is gepatenteerd op het feit dat dit profiel op deze manier gebogen met de minste metaalmassa het meeste gewicht kan dragen”, zegt hij. “Alleen wij mogen dit profiel op deze manier gebruiken. Zo’n patent geeft ons een flink aantal jaren voorsprong. En natuurlijk loop een patent na verloop van tijd weer af, maar dankzij onze investeringen in
R&D duwen we elke keer de stand van de technologie weer een paar stappen vooruit.” Daarnaast maakt Rittal nog eens deel uit van een groter consortium: de Friedhelm Lohgroep. Daar horen ook directe toeleveranciers bij, zoals Stahloh, die metaalproducten levert. Ook die bedrijven investeren veel in R&D en ook van die technologische vooruitgang kan Rittal uiteraard profiteren.
kostenvergelijking
“Investeren in nieuwe technologie is een beleid dat tot nu toe zeer succesvol is gebleken”, vertelt Dirk Miller, hoofd marketing bij Rittal. Bovendien heeft het bedrijf de afgelopen jaren het productaanbod sterk verbreed. Wat ooit begon met enkel systeemkasten is sinds 1999 stap voor stap uitgebreid tot oplossingen voor de complete technische infrastructuur van een datacenter: denk aan koelsystemen, energiedistributie, software en dienstverlening. “Wij zijn overgestapt op een meer holistische aanpak doordat wij in feite de complete infrastructuur kunnen leveren. Daarmee onderscheiden we ons van andere aanbieders”, zegt Miller.
Daarin speelt ook standaardisatie een grote rol. “Wij moeten ervoor zorgen dat onze producten wereldwijd verkoopbaar zijn”, vertelt Miller. “Een product moet voldoen aan alle regels die in bijvoorbeeld Turkije gelden, zonder dat we dat product enkel en alleen in Turkije kunnen verkopen. Producten moeten zoveel mogelijk gestandaardiseerd zijn.” Dat is een flinke investering, erkent hij. Alleen al het testen of voldaan wordt aan alle relevante standaarden kost vele miljoenen. Maar die kosten verdient het bedrijf weer dubbel en dwars terug doordat het zijn producten daarmee wereldwijd in vrijwel identieke vorm kan verkopen. Dit biedt ook weer voordelen voor de klant. Die kan wereldwijd standaardiseren op 1 type product. Schaalvoordeel alleen is echter niet genoeg, meent Miller. Transportkosten zijn voor een bedrijf als Rittal belangrijk. “Wie serverkasten vervoert, vervoert automatisch een hoop lucht.” En nee, lacht Miller: “Een serverkastin-een-serverkast vervoeren werkt helaas niet. Dat is niet efficiënt. Ook daarom is lokale productie belangrijk.” ■
dcw februari | reportage
Michiel van Blommestein is journalist
37
Stekkerblok heeft zekering nodig er is onduidelijkheid in de markt over de noodzaak tot afzekeren van stekkerblokken (pdu’s) met een nominale waarde van 32 a. naar aanleiding daarvan heeft ronald timmermans van schleifenbauer products de nederlandse voedsel- en warenautoriteit gevraagd hierover uitsluitsel te geven. Ronald Timmermans, marketing director, Schleifenbauer Products
Wat is de vraag en/of de onduidelijkheid? Er verschijnen stekkerblokken (pdu’s) in de markt met een nominale waarde van 32 A waarbij geen zekeringen zijn opgenomen in de pdu. De uitgangen van deze pdu’s bestaan uit C13- en C19- of Schuko (randaarde) outlets, elk met een nominale waarde van 10 dan wel 16 A. Bij Schleifenbauer Products zijn wij van mening dat dit niet is geoorloofd zonder deze te zekeren, al is dit niet specifiek beschreven in enige norm die hierop van toepassing zou kunnen zijn.
IEC60320-norm waarin beschreven zou zijn dat elk apparaat dat gebruikmaakt van deze connectoren, een zekering in het apparaat zou moeten hebben. Daarmee zou de bescherming van de outlets zijn geregeld. Wij hebben de IEC60320 erop nageslagen en hebben deze verplichting tot het afzekeren in het apparaat niet kunnen vinden. Wat we wel hebben gezien is dat de IEC60320 van toepassing is op applicaties tot 16 A. Dit betekent dat een 32 A-stekkerblok niet onder deze norm valt.
iec60320-norm
nederlandse voedselen warenautoriteit
Bij navraag bij de betreffende leveranciers en producenten werd enigszins ontwijkend gereageerd. Enerzijds stelden zij dat als de pdu een groot aantal outlets heeft, het niet realistisch is dat één specifieke outlet overbelast zou kunnen raken zonder dat de totale stroom door een voorbeveiliging zou worden uitgeschakeld. Anderzijds beriepen ze zich op de
Omdat we niet in staat waren met harde data ons gelijk aan te tonen, zijn we in contact getreden met de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (VWA). Evert van Wilgenburg van deze instelling heeft de zaak voor ons uitgezocht. Hij stelde ons in het gelijk door te stellen dat een 16 of 10 A in een 32 A-stek-
advertentie
Van 1 tot 100 m2 Ga naar www.profitbox.nl en configureer in 9 stappen een computerruimte. T: 088 - 77 66 300
kerblok altijd moet zijn gezekerd met een zekering met een maximale waarde van de nominale waarde van de outlet. Als reden voor het feit dat we dit niet letterlijk in een norm kunnen terugvinden, gaf hij aan: “We hebben ook geen norm voor dat water nat moet zijn.” Daarmee wilde hij aangeven dat er een vanzelfsprekendheid in het spel is, die niet in een norm hoeft te worden vastgelegd. Wij ervaren dagelijks dat er veel onduidelijkheid in de markt bestaat over dit onderwerp. Vandaar dat het goed is dat er vanuit de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit nu duidelijkheid is gegeven over dit onderwerp. Een datacentermanager wil natuurlijk graag zo weinig mogelijk zekeringen in de stroom keten, maar het moet uiteindelijk wel veilig blijven. De VWA wil graag dat deze informatie wordt verspreid om de veiligheid van elektrische distributie te verbeteren, dat is namelijk zijn belang. Meer info: www.vwa.nl ■
Rittal toont op CeBIT 2012 veilig en efficiënt IT-platform ‘managing trust – vertrouwen en veiligheid in de digitale wereld’ is dit jaar het hoofdthema van de cebit. ook bij rittal staat it-veiligheid centraal. afhankelijk van de economische situatie, beschikbaarheids- en veiligheidseisen toont de systeembeheerder computercentra in verschillende dimensies, van ‘datacenter in een rack’ voor kleine ondernemingen en ‘datacenter in een container’ voor mobiel gebruik tot aan gescheiden serverruimten en infrastructuren voor grote computercentra. daarnaast introduceert hij een voorgeconfigureerd it-rack.
duurzaamheid
Behalve veiligheid is het thema energiezuinigheid en duurzaamheid nog steeds van groot belang. Investeringsbeslissingen voor nieuwe projecten en moderniseringsmaatregelen zijn in belangrijke mate afhankelijk van de te verwachten bedrijfskosten en de efficiëntie van het systeem. Dit geldt voor alle aspecten van de technische infrastructuur, maar in het bijzonder voor koelsystemen, waarvan Rittal schaalbare en zeer efficiënte systemen in diverse toepassingen toont. Zo zijn voor klantprojecten efficiëntiewaarden tot een PUE van 1,2 mogelijk. Zo introduceert het bedrijf de pdu (power distribution unit) met snap-In-techniek en koppeling met het eigen veiligheidsmanagementconcept CMC (computermulti control). Er is een nieuwe generatie Modulsafes op basis van het TS 8-rackplatform te zien en naast
het datacenter in een containerformaat is er nu ook een systeem in ISO-afmetingen.
‘pay as you grow’
Alle innovaties hebben als doel de klant te ondersteunen bij het vervullen van zijn eisen. De systemen van Rittal voor de IT-infrastructuur werken volgens het ‘Pay as you grow’-principe. Dit betekent dat de systemen flexibel zijn en uitbreidbaar volgens de wensen van de klant. Zo groeien zij optimaal met de onderneming en haar activiteiten mee. Door standaardisatie en op elkaar afgestemde systeemcomponenten nemen de kosten van de IT-infrastructuur af. Efficiënte componenten en systemen, zoals ups-systemen of stroom- en koelaggregaten, zorgen dankzij hun hoge rendement voor optimale prestatiegegevens. ■
dcw februari | nieuws
Op de CeBIT 2012 toont Rittal een groot aantal innovaties op het gebied van infrastructuur. In hal 11 op zijn stand E06 (oppervlakte ± 2.000 m 2 ) introduceert de systeembeheerder een flexibel IT-platform om veilige computercentra van elke grootte op te bouwen. Bij alle systemen staat veiligheid op de eerste plaats. “Voor ons verwijst het hoofdthema van de CeBIT ‘Managing trust' naar de complete veiligheid van de infrastructuur in computercentra. Onze focus ligt enerzijds op de fysieke beveiliging van de componenten, bijvoorbeeld door racks, safes of veiligheidsruimten. Anderzijds zorgt de intelligente beveiliging met onze sensoren en monitoring software voor een permanente beschikbaarheid. Ons modulaire ITsysteemconcept dekt belangrijke veiligheidsaspecten in traditionele, maar ook in cloudcomputercentra af ”, licht Christoph Caselitz, chief of customer operations van Rittal, toe.
Door de redactie
39
Universiteit van Californië en Intel: rol voor 'plafonds
Onderzoekers zien veel in draadloos in datacenters
sciencefiction of serieuze optie? onderzoekers van de universiteit van californië in santa barbara en chipgigant intel werken aan een technologie die draadloos communiceren binnen het datacenter mogelijk gaat maken. hierbij is een hoofdrol weggelegd voor … plafonds. Hans Vandam is journalist
Servers en opslagapparaten zijn in staat gegevens met zeer hoge snelheden te verwerken. Het belangrijkste obstakel hierbij zit ’m vaak in het transport van de data tussen de diverse systemen. De capaciteit van de bekabelingsystemen die hierbij worden ingezet, groeit weliswaar snel, maar voor vooral de enorme datacenters van internetbedrijven als Google of Amazon gaat het niet snel genoeg.
dcw februari | onderzoek
bekabeld te duur
40
Daarom wordt veel geld gestoken in onderzoek naar alternatieven. Dat daarbij zeker niet voorbij wordt gegaan aan exotische ideeën, blijkt uit een project dat is opgezet door de Universiteit van Californië in Santa Barbara en Intel’s researchlab in Oregon. Onderzoekers van beide partijen werken aan een draadloze techniek waarbij de bitstromen via het plafond van de computerzaal van het ene naar het andere rack kunnen worden gestuurd. De onderzoeksgroep onder leiding van Heather Zheng, assistent-hoogleraar computerscience aan de universiteit in Santa Barbara, heeft voor draadloos gekozen. De onderzoekers verwachten dat de voortdurende
investeringen in bekabeling voor veel datacenters uiteindelijk te kostbaar gaan worden.Via een relatief eenvoudige, maar toch wel opmerkelijke aanpak verwachten zij de datatransmissie met minimal 30 procent te kunnen verbeteren. Zij mikken dan vooral op het netwerkverkeer waarbij in korte bursts grote hoeveelheden data van het ene naar het andere apparaat worden gestuurd. De communicatie is gebaseerd op de 60 GHz-band waar een bandbreedte van vele gigabits per seconde beschikbaar is. Zij noemen de aanpak ‘high definition wireless communications’. De datastroom moet in de vorm van een zeer smalle straal worden gestuurd. Het probleem hierbij is echter dat zich geen obstakels mogen bevinden tussen zenden ontvangststation.Volgens de onderzoeksgroep is een obstakel van 2,5 mm al voldoende om het signaal te storen of zelfs tegen te houden.
via plafond
Dit probleem kan op meerdere manieren worden opgelost. De eerste is door deze apparatuur in racks in te bouwen en slechts communicatie tussen twee naast elkaar opgestelde racks toe te staan. Daarnaast hebben ze een aanpak ontwikkeld waarbij de zeer smalle bitstroom via het plafond van een computerzaal van het ene rack of apparaat naar het andere wordt gestuurd. Hierdoor kan een grid van draadloze verbindingen worden opgezet. Enerzijds garandeert deze grid een probleemloze ontvangst en voorkomt anderzijds dat ‘beams’ elkaar kruizen en op die manier voor interferentie zorgen.
meer informatie
Heather Zheng op de website van de Universiteit van Californië: http://www.cs.ucsb.edu/~htzheng/ ■
Er wordt veel geld geïnvesteerd in onderzoek naar alternatieve netwerktechnologieën
Datacontainer: modulair datacenter op basis van containers Vanaf deze maand is in Europa de zogheten datacontainer leverbaar. Het gaat om een utility unit en één of twee data units per set. De units worden gebouwd in standaard high cube 40 feet ISO zeecontainers. Deuren en roosters worden alleen op de kopse kanten geplaatst, zodat zij aan zij plaatsen van meerdere datacontainers altijd mogelijk blijft.
De infrastructuur is volgens Tier II. Tier II +, Tier III en Tier V zijn optioneel mogelijk. De utility unit bestaat uit een generatorset, een brandstoftank met capaciteit voor 48 uur, een automatisch omschakelsysteem bij netuitval en een chiller. De data unit omvat vijftien 19"-serverracks, een 40kW ups, een verdeler, een ODF/patchkast en een computer. De containers
zijn zij aan zij en gestapeld te plaatsen, zowel direct op de (verharde) grond als op een frame of op een trailer. De units zijn voorzien van een duurzame coating. Standaard wordt de datacontainer geleverd met 24 maanden garantie. De units kunnen worden gekocht, gehuurd of geleasd. De datacontainer is compact en verplaatsbaar. Bovendien is elke
datacontainer voorzien van beveiligingscamera's, brandmelders, toegangscontrole en alarminstallatie. Ook is een opties voorhanden: van N+1 uitvoering van de ups, de koeling en de generator tot een volledige B feed en diverse blussystemen. ■ Voor meer informatie:
[email protected].
advertentie
➔ Datacenter Infrastructure Management
DCIM:
➔ IT Service Management
TECHNIEK EN MENSEN CENTRAAL BEHEER DOE JE SAMEN
➔ Infrastructure Management
Visualiseren, beheren en optimaliseren
CANS b.v. Transistorstraat 71F | 1322 CK Almere +31 (0)36 534 24 64 |
[email protected] | www.cans.nl
CANS
Siemon introduceert gepantserde glasvezelkabel Netwerkinfrastructuurspecialist Siemon kondigt aan zijn assortiment high-perfomance MTP-gebaseerde plug-and-play-glasvezelkabelsys temen uit te breiden met gepantserde kabelopties. De plug-and-playsystemen zijn leverbaar in zowel voor 40 en 100 Gbps geschikte OM3en OM4-multimode glasvezelkabels als in standaard 62.5/125, 50/125 multi- en singlemode. De kabels zijn voorzien van een flexibele, spiraalvormig gewikkelde, in elkaar grijpende pantsering met een zevenmaal hogere pletweerstand dan standaardkabels. De extra duurzaamheid ondersteunt intrabuilding backbonebekabeling in een veeleisende omgeving en horizontale montages. De kabels hoeven hierdoor niet ter beschermen door buizen worden geleid, zoals bij niet-gepantserde glasvezelkabels doorgaans vereist is. Vergeleken met de aanleg van niet-gepantserd glasvezel met aparte binnenleiding of buis kan het gebruik van gepantserde kabel de aanlegkosten met 50 procent of meer verlagen voor zowel materiaal als arbeidsloon. ■
‘s Werelds eerste 100 GbE-verbinding met een internetexchange TelecityGroup, Amsterdam Internet Exchange (AMS-IX) en netwerkserviceprovider Atrato IP Networks hebben ’s werelds eerste 100 GbE-verbinding met een internetexchange gerealiseerd. Het datacenter van TelecityGroup in Amsterdam Zuidoost, waar de internetexchange draait, is daarmee één van de best ont-
sloten datacenters ter wereld. AMS-IX heeft in TelecityGroup Zuidoost zijn grootste en snelst groeiende node met een capaciteit van meer dan 1.200 Gbps. Atrato stelt steeds meer behoefte te zien naar bandbreedte met AMS-IX. De overstap op 100 GbE moet helpen bij het voldoen aan deze behoefte.
TelecityGroup bouwt in de omgeving van zijn huidige locatie in Amsterdam Zuidoost een geheel nieuw datacenter. Het vijfde datacenter beschikt over ruim 6.000 m2 klantruimte en 9 MW aan klantcapaciteit. Het datacenter is direct aangesloten op AMS 2. ■
advertentie Nooit meer blindvliegen en een minimale PUE Ons Datacenter Monitoring & Control Systeem (DMCS) is gebaseerd op open industriële standaarden. Ons pakket wordt wereldwijd gebruikt voor meer dan 1.000.000 bedrijfskritische applicaties.
Perf-IT richt zich op betrouwbare real-time monitoring & control toepassingen voor datacenters. Met meer dan 25 industriële-ITers zijn wij goed uitgerust voor het monitoren en optimaliseren van uw datacenter.
Het DMCS van Perf-IT is een real-time integratie-, toezicht- en besturingsplatform voor computerruimtes en datacenters voor alle apparatuur ongeacht merk of type. U kunt hiermee de performance van uw datacenter benchmarken en omzetten in bruikbare KPI's (van Green Grid of anderen) en gebaseerd hierop uw operatie automatisch optimaliseren.
Wij zijn er trots op dat verschillende toonaangevende data centers in Nederland Perf-IT gebruiken voor hun dagelijkse operatie.
Perf-IT wordt ook ingezet voor de besturing van uw klimaat beheersing. Het gewenste koelvermogen wordt dan auto matisch aangepast aan de buitentemperatuur, luchtvochtigheid, de bezettingsgraad en het drukverschil tussen de koude en warme gang.
Perf-IT B.V.:
Het is vooral de combinatie tussen efficiënt powermanagement en intelligente klimaatbeheersing die tot meer energie-efficiënte informatietechnologie leidt.
T +31 (0)184 43 54 30 | E
[email protected] | I www.perf-it.eu
Wereldwijd gebruiken 10.000 klanten Cisco's Unified Computing System Cisco maakt bekend dat UCS (Cisco Unified Computing System) inmiddels door meer dan 10.000 klanten wereldwijd wordt gebruikt. 3.000 van deze klanten zijn Europese klanten. Het UCS-platform werd twee jaar geleden gelanceerd en heeft inmiddels 53 wereldrecord benchmarks behaald voor prestaties (PDF). Ook heeft UCS een tiental awards binnen gesleept voor innovatie. Dit geïntegreerde systeem is ontworpen om server-, netwerk-, storage- en virtualisatiecapaciteit in een energiezuinig systeem onder te brengen. Hierdoor moeten kosten worden bespaard en de complexiteit van de IT-infrastructuur worden verminderd. ■
Schneider Electric koopt EnergyCenter DCIMplatform Schneider Electric maakt bekend het EnergyCenter 2.0-platform van Viridity over te hebben genomen. Het platform geeft inzicht in het verband tussen fysieke infrastructuur, IT-apparatuur en de applicaties die erop draaien. Met de aankoop krijgt het bedrijf het intellectuele eigendom en de software achter dit platform in handen. Deze technologie geeft via autodiscovery van IT-apparaten de mogelijkheid het capaciteits- en energiegebruik op apparaatniveau in het datacenter te optimaliseren. De software wordt onderdeel van de StruxureWare for Data Center Operations DCIM-suite. Gebruikers van Viridity's EnergyCenter 2.0-software zullen voortaan worden ondersteund door de service- en supportorganisatie van Schneider Electric. ■
Minkels introduceert VariconPower Rack PDU’s Minkels introduceert een nieuwe productgroep onder de naam VariconPower. Het gaat om een nieuwe productlijn met rack PDU’s, die bestaat uit sstandaard, bemeterde, gemonitorde (remote) en gemonitorde & switched (remote) rack PDU’s. De VariconPower rack PDU’s kunnen door Minkels volledig op maat worden geleverd. Hierbij kunnen keuzes worden gemaakt als 16 A of 32 A, eenfase of driefasen, en bijvoorbeeld PDU’s met of zonder switching van outlets. De rack PDU’s kunnen ook als volledig geïntegreerde en voorgemonteerde oplossing worden geleverd in combinatie met andere datacenteren serverruimteoplossingen van Minkels. ■
Ter uitbreiding van onze afdeling Connection Concepts zoeken wij een ervaren account manager die zich richt op het marktgebied van datacenter en computerruimtes. Hiervoor ontwerpt en levert de afdeling Connection Concepts koper- en glasvezelnetwerken.
ACCOUNT MANAGER De functie • Verkoop buitendienst van koperen glasvezelnetwerk producten. • Focus op datacenters en computerruimtes, op operationeel en strategisch niveau • Werkgebied hoofdzakelijk Nederland met een voorzichtige uitbouw naar België en Luxemburg. • Technisch advies omzetten in commercieel succes. Hierbij wordt de account manager ondersteund door een consultant. • Deels overnemen van bestaande relaties met omzet en deels eigen acquisitie realiseren • Opbouwen en beheren klantenkring voor lange termijn • Initiatieven ontplooien voor uitbreiding bestaande productportfolio c.q. nieuwe PMC’s ontwikkelen.
Jouw profiel • HBO werk- en denkniveau • Aantoonbare verkoopervaring en marktkennis m.b.t. datacenters en computerruimtes • Resultaatgericht • Affiniteit met IT, elektrotechniek en/of elektronica • Goede kennis van gesproken en geschreven Nederlands en Engels
Ons aanbod • Prima salaris en secundaire arbeidsvoorwaarden • Uitstekende werkgever met lange termijn visie • Uitdagende klantenkring met mogelijkheid om uit te groeien tot een gevraagde specialist • Interne opleiding in de verbindingstechnologie / glasvezel- en kopertechniek • Teamgerichte collega’s in een informele werkomgeving met no-nonsense cultuur • Ruimte voor initiatief Voor meer informatie kun je contact opnemen met Mariëtte Bax, Manager HR, 06 - 21 540 347 of via
[email protected].
RapidNet MTP very high density
Een frisse wind in adviesland • • • • •
288 fibers op 1HE 6 x 12-voudige MTP connectoren beproefd RapidNet-concept koper en fiber binnen een paneel efficiënt gebruik van ruimte
www.HellermannTyton.nl HellermannTyton.nl
Computerruimte Advies is een COMPUTERRUIMTEADVIES.NL gespecialiseerde organisatie die zich uitsluitend bezig houdt met advies, maar dan wel in breedste zin van het woord, op het gebied van computerruimten. Computerruimte Advies is er voor bedrijven, overheden, instellingen en andere organisaties die op zoek zijn naar onafhankelijke kennis over computerruimten. Onze focus ligt op computerruimten van 10 tot 250 m2. Een adviseur met een “getting things done“ mentaliteit. Stel de proef op de som en wij komen graag bij u langs voor een vrijblijvend kennismakingsgesprek. Anthuriumpad 26, Wateringen | 070 319 80 10
[email protected]
advertentie
INSTALLATIEVLOEREN
ESD Veilig
Stabiel
Betrouwbaar
Economisch
Meer installatievloeren op alteco.nl
Western Airconditioning: upgrade voor bestaande airco’s Western Airconditioning maakt bekend dat zijn service- en onderhoudsafdeling een technische upgrade heeft ontwikkeld voor computerruimten met airconditioners. Deze upgrade gaat niet uit van revisie van het ventilatiedeel, maar van vervanging van het ventilatiedeel door een enkelaanzuigende centrifugaal ventilator.
De upgrade is gericht op bestaande koudwatergekoelde units in downflowuitvoering die nog in een uitstekende technische conditie verkeren. In veel gevallen moet het ventilatiedeel dat bestaat uit centrifugaalventilatoren, aangedreven door een motor met een Vsnaar, op basis van draaiuren worden gereviseerd. De upgrade van
advertentie
De Multimaster-Technologie Modulaire UPS oplossingen
10 – 20 kW Module met geïntegreerde Decentrale Parallel Architectuur
Voordelen • Schaalbaar (tot 120kW per rack) • Flexibele batterij-configuratie • Minimale bedrijfskosten • In normaal bedrijf veilig uitbreidbaar
Technische Details • THDi < 3 % • Ingangsvermogensfactor > 0.99 • Efficiency tot 95.5 % • 100 % actief vermogen bij cos 1 • Vermogensdichte 272 kW/m2
Newave UPS Systems B.V.
[email protected] / www.newaveups.nl
Western Airconditioning vervangt het ventilatiedeel door een enkelaanzuigende centrifugaalventilator, direct aangedreven door een ECmotor. De aansturing van het vernieuwde ventilatiesysteem wordt geregeld door een nieuw te plaatsen microprocessorregelaar met 0 – 10 V aansturing. Het elektrisch opgeno-
men vermogen van de unit wordt door de upgrade tot ongeveer 40 procent verminderd. Daarnaast vervalt de vervuiling van Vsnaarslijtage en uitval van de unit door V-snaarbreuk. Ook wordt het luchtpatroon door de koelbatterij gelijkmatiger, wat resulteert in meer netto koelvermogen. ■
APC lanceert mobiele stroom- en koelmodules APC by Schneider Electric introduceert twee nieuwe datacentermodules in mobiele containers. Een module is gericht op de energievoorziening van een datacenter, terwijl de andere module zich richt op de koeling. Met de modules kan de energie- en koelcapaciteit worden uitgebreid in stappen van 500 kW. De modules maken het mogelijk de fysieke infrastructuur op maat aan te passen aan de benodigde IT-capaciteit. Hierdoor wordt overcapaciteit voorkomen, wat een belangrijke bron van inefficiëntie en energieverspilling is. De modules verminderen de installatietijd van een koeloplossing of energievoorziening volgens APC by Schneider Electric van maanden naar dagen. Daarnaast kunnen de modules aan het eind van de levenscyclus van een datacenter worden verplaatst naar en worden hergebruikt op een nieuwe locatie. ■
Multi- of singlemode bekabeling? In de nieuwe editie van het Bicsi News Magazine dit keer een artikel over het gebruik van multiof singlemode glasvezel binnen bedrijfsnetwerken en wederom enkele videotoepassingen. Verder organiseert Bicsi de komende maanden diverse evenementen, waaronder een Europese conferentie in Brussel in juni.
dcw februari | bicsi
Hoewel de levensduur van koperbekabeling nog lang niet voorbij is, wordt in datacenters en bij de knooppunten van grote bedrijfsnetwerken steeds meer glasvezelbekabeling aangelegd. Dat is begrijpelijk gezien het toenemend gebruik van videoconferencing en IP-camera's, of andere toepassingen die veel bandbreedte vragen. Daarom vergelijkt RCDD John Kamino in een ‘technology & innovation’ artikel in de januari/februari-editie van het Bicsi News Magazine de verschillen en de daaruit voortvloeiende voor- en nadelen van multi- en singlemode glasvezelbekabeling. Voor netwerkontwerpers of infrastructuurbeheerders die deze bekabeling overwegen is dit artikel zeker een aanrader.
46
In dezelfde editie van het magazine staan ook twee artikelen over toepassingen van video en de kansen die dit voor installateurs en systeemintegrators biedt. De coverstory is een ‘best practices’ artikel voor bekabeling in scholen, van de klaslokalen tot en met de campusbackbones. Het tweemaandelijks in digitale vorm uitgegeven BicsiI News Magazine is zowel voor leden als niet-leden een interessante informatiebron om bij te blijven op bekabelinggebied en is kosteloos te lezen op www.bicsi.org.
Bicsi-conferenties
Behalve dat Bicsi veel artikelen publiceert over ontwikkelingen op het gebied van communicatiebekabeling, organiseert deze non-profit vereniging ook conferenties, trainingen en andere bijeenkomsten voor haar leden om zowel kennis te delen als persoonlijk te netwerken. Begin juni wordt een Europese conferentie in Brussel georganiseerd. Ook de Winterconferentie in Orlando is altijd druk bezocht, maar die is bij het verschijnen van deze DatacenterWorks al voorbij. Voor iedereen die interesse heeft in Bicsi en overweegt lid te worden, zijn de conferenties een mooie gelegenheid de toegevoegde waarde van deze vereniging aan den lijve te ervaren. Dat kan de komende maanden op onderstaande data en locaties: • 12 april: Caribbean Spring Conference in San Juan, Puerto Rico • 29 april tot 2 mei: Bicsi Canadian Conference & Exhibition in Ontario, Canada • 1 en 2 mei: Middle East Conference in Dubai, Verenigde Arabische Emiraten • 14 tot en met 16 mei: South Pacific Conference in Sydney, Australië. • 24 mei, Rotterdam: DatacenterWorks/BICSI Voorjaarscongres 2012. Meer info: www.datacenterworks.nl/congres • 11 tot en met 13 juni Bicsi European Conference & Exhibition in Brussel, België ■
Connectivity of the Cloud TelecityGroup is Europa’s toonaangevende provider van premium netwerkonafhankelijke datacenters. We zijn gespecialiseerd in het ontwerpen, bouwen en beheren van robuuste, veilige omgevingen met hoge connectiviteit waar bedrijven hun bedrijfskritische web- en internet infrastructuren kunnen vestigen. Onze datacenters bevinden zich op de belangrijkste Europese connectiviteitsknooppunten. Een TelecityGroup datacenter is een dynamisch ‘digital ecosystem’ met directe toegang tot talrijke telecomoperators en contentdistributienetwerken, de grootste breedbandnetwerken, Europese internet exchanges en cloud hubs, waar het faciliteren van opslag, delen en distribueren van data, content, applications en media mogelijk is.
De strategische brug tussen uw datacenter en uw bedrijf? Dat bent u. Alleen StruxureWare for Data Centers zorgt voor een optimaal op uw business afgestemd datacenter. Blijf op de hoogte van de status van uw datacenter. Als IT- of datacentermanager wilt u uw bedrijf geld en tijd besparen. Nu kunt u continu realtime een overzicht van uw datacenter hebben. Met StruxureWare™ for Data Centers heeft u inzicht in uw gehele datacenterinfrastructuur, zodat u goed geïnformeerde beslissingen kunt nemen over veranderingen. U kunt bijvoorbeeld de beschikbaarheid verbeteren door proactief de benodigde capaciteit en workflow te plannen. Meer dan ooit zijn beslissingen die uw datacenter aangaan, immers kritische business beslissingen.
Een altijd beschikbaar, efficiënt datacenter. StruxureWare for Data Centers communiceert real-time met de belangrijkste virtualisatieplatformen, zoals VMware vSphere™ en Microsoft® System Center Virtual Machine Manager. De ingebouwde automatische responsfunctie zorgt ervoor dat virtuele workloads altijd op een gezonde hostomgeving draaien. Met uw VM's op geoptimaliseerde hosts, focust u zich op efficiënter datacenterbeheer. De software biedt eveneens inzicht in PUE/DCiE-trends. En met de planning- en rapportagemogelijkheden van StruxureWare for Data Centers heeft u de tools in handen om de juiste strategische IT-investeringen te bepalen. APC™ by Schneider Electric™ is pionier op het gebied van modulaire datacenterinfrastructuur en innovatieve koeltechnologie. De producten en oplossingen, waaronder InfraStruxure™, maken deel uit van het IT-portfolio van Schneider Electric.
Neem vanaf vandaag gefundeerde beslissingen over uw infrastructuur:
>
Plan proactief de benodigde capaciteit.
>
Blauwdruk van uitbreidingen en consolidaties van het datacenter.
>
Gestroomlijnd workflow management van uw fysieke IT-infrastructuur om de flexibiliteit van uw bedrijf en de beschikbaarheid te verbeteren.
>
Visualiseer wijziging- en capaciteitscenario’s en voorkom onnodige problemen en kosten.
>
Voer veranderingen door waarvan u de impact op voorhand weet.
>
Neem beslissingen op basis van uw huidige en historische PUE/DCiE-gegevens en energiekosten van subsystemen.
Download binnen 30 dagen GRATIS uw white paper(s) en maak kans op een iPad 2! Ga naar www.SEreply.com Code 13398p ©2012 Schneider Electric. All Rights Reserved. Schneider Electric, APC, StruxureWare, and InfraStruxure are trademarks owned by Schneider Electric Industries SAS or its affiliated companies. All other trademarks are the property of their respective owners. Lange Dreef 15e, 4131 NJ Vianen • T: 0800 023 25 09, E:
[email protected] • 998-4108_NL_B
Data_center_Works_NL_13398p_B.indd 1
2012-01-19 15:00:31